02.05.2013 Views

Bijlage: Biomassavergistingsinstallaties in het landschap - Provincie ...

Bijlage: Biomassavergistingsinstallaties in het landschap - Provincie ...

Bijlage: Biomassavergistingsinstallaties in het landschap - Provincie ...

SHOW MORE
SHOW LESS

Create successful ePaper yourself

Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.

<strong>Biomassavergist<strong>in</strong>gs<strong>in</strong>stallaties</strong><br />

<strong>in</strong> <strong>het</strong> <strong>landschap</strong><br />

Ontwerpend onderzoek | Locatiefactoren en <strong>in</strong>pass<strong>in</strong>g <strong>in</strong> de prov<strong>in</strong>cie Gron<strong>in</strong>gen


<strong>Biomassavergist<strong>in</strong>gs<strong>in</strong>stallaties</strong><br />

<strong>in</strong> <strong>het</strong> <strong>landschap</strong><br />

Ontwerpend onderzoek | Locatiefactoren en <strong>in</strong>pass<strong>in</strong>g <strong>in</strong> de prov<strong>in</strong>cie Gron<strong>in</strong>gen<br />

DO<br />

PRO<br />

CONSULT


1 Inleid<strong>in</strong>g<br />

1.1 Aanleid<strong>in</strong>g 7<br />

1.2 Leeswijzer 7<br />

2 Analyse biomassavergist<strong>in</strong>g 11<br />

2.1 Wat is biomassavergist<strong>in</strong>g? 11<br />

2.2 Stand van zaken biomassavergist<strong>in</strong>g 15<br />

2.3 De economie van biomassavergist<strong>in</strong>g 19<br />

2.4 Indel<strong>in</strong>g 4 types naar grootte 23<br />

2.5 Biomassastromen & beschikbaarheid 31<br />

2.6 Transport (aan- en afvoer) 35<br />

2.7 Conversieroutes benutt<strong>in</strong>g biogas 37<br />

2.8 Afzet producten (gas, elektriciteit, warmte) 39<br />

2.9 Trends & toekomstperspectief 43<br />

2.10 Duurzaamheid biomassavergist<strong>in</strong>g 47<br />

4


Inhoudsopgave<br />

3 Analyse plaats<strong>in</strong>gsmogelijkheden <strong>in</strong> <strong>het</strong><br />

Gron<strong>in</strong>gse <strong>landschap</strong> 53<br />

3.1 Aandijk<strong>in</strong>gen en <strong>in</strong>polder<strong>in</strong>gen 55<br />

3.2 Wierden<strong>landschap</strong> 59<br />

3.3 Dijken<strong>landschap</strong> Lauwersmeer en Reitdiep 63<br />

3.4 Wegdorpen <strong>landschap</strong> (klei) 67<br />

3.5 Wegdorpen <strong>landschap</strong> (veen/houts<strong>in</strong>gels) 71<br />

3.6 Wegdorpen <strong>landschap</strong> (overgangen klei, ven, zand) 75<br />

3.7 Dijken <strong>landschap</strong> Oldambt 79<br />

3.8 Veenkoloniaal <strong>landschap</strong> 83<br />

3.9 Esdorpen <strong>landschap</strong> 87<br />

3.10 Heideontg<strong>in</strong>n<strong>in</strong>gs<strong>landschap</strong> 91<br />

4 Locatieanalyse en kansen 95<br />

4.1 Kansen vanuit beleid en <strong>landschap</strong>sanalyse 95<br />

4.2 Kansen vanuit locatiefactoren 101<br />

4.3 gecomb<strong>in</strong>eerde kansenkaart 109<br />

5 Beleidsstrategieën 111<br />

5.1 Toelat<strong>in</strong>gsplanologie: 113<br />

5.2 Ontwikkel<strong>in</strong>gsplanologie of Pro-Actief beleid 125<br />

6 Conclusies en aanbevel<strong>in</strong>gen 137<br />

Colofon 142<br />

<strong>Biomassavergist<strong>in</strong>gs<strong>in</strong>stallaties</strong> <strong>in</strong> <strong>het</strong> <strong>landschap</strong> | 5


Voorbeeld van een biomassavergist<strong>in</strong>gs<strong>in</strong>stallatie (Duitsland)<br />

6


H1 Inleid<strong>in</strong>g<br />

1.1 Aanleid<strong>in</strong>g<br />

De prov<strong>in</strong>cie Gron<strong>in</strong>gen heeft forse ambities als <strong>het</strong> gaat om de verduurzam<strong>in</strong>g van<br />

de energievoorzien<strong>in</strong>g. Biomassavergist<strong>in</strong>g is een van de methodes om <strong>het</strong> aandeel<br />

groene energie te vergroten. Het bouwen van biomassavergist<strong>in</strong>gs<strong>in</strong>stallaties <strong>in</strong> <strong>het</strong><br />

landelijk gebied wordt dan ook <strong>in</strong> pr<strong>in</strong>cipe door <strong>het</strong> prov<strong>in</strong>ciaal bestuur gestimuleerd.<br />

Soms staat dit echter op gespannen voet met de doelstell<strong>in</strong>gen vanuit ruimtelijke<br />

kwaliteit. Doel van deze studie is te onderzoeken welke mogelijkheden er zijn voor<br />

plaats<strong>in</strong>g van biomassavergist<strong>in</strong>gs<strong>in</strong>stallaties <strong>in</strong> <strong>het</strong> Gron<strong>in</strong>gse <strong>landschap</strong> zodat recht<br />

gedaan kan worden aan beide beleidsdoelen. Deze studie zal gebruikt worden als onderbouw<strong>in</strong>g<br />

voor voorstellen voor aanpass<strong>in</strong>g van <strong>het</strong> prov<strong>in</strong>ciaal beleid.<br />

Bij <strong>in</strong>itiatieven voor <strong>het</strong> oprichten van biomassavergisters gaat <strong>het</strong> om steeds grotere<br />

<strong>in</strong>stallaties. Tot nog toe g<strong>in</strong>g <strong>het</strong> bij de agrarische biomassavergisters om <strong>in</strong>stallaties<br />

die voor hun <strong>in</strong>put aan één agrarisch bedrijf gekoppeld zijn (m<strong>in</strong>imum vereisten: 50%<br />

van de <strong>in</strong>put van eigen bedrijf, of 50% van output/digestaat verwerkt op eigen bedrijf).<br />

Recente ontwikkel<strong>in</strong>gen laten zien dat biomassavergisters steeds groter worden,<br />

waarbij de biomassa <strong>in</strong>put voor een groter aandeel van elders komt. De koppel<strong>in</strong>g aan<br />

één agrarisch bedrijf is vanuit rendabiliteit vaak geen reële optie meer.<br />

<strong>Biomassavergist<strong>in</strong>gs<strong>in</strong>stallaties</strong> <strong>in</strong> <strong>het</strong> <strong>landschap</strong> | 7


Voorbeeld van een biomassavergist<strong>in</strong>gs<strong>in</strong>stallatie (Wier<strong>in</strong>germeer)<br />

8


In de <strong>in</strong> 2011 aangepaste Prov<strong>in</strong>ciale Omgev<strong>in</strong>gs Verorden<strong>in</strong>g (POV) wordt de vestig<strong>in</strong>g<br />

van biomassavergisters feitelijk uitgesloten; alleen mestvergisters b<strong>in</strong>nen <strong>het</strong><br />

agrarisch bouwvlak zijn toegestaan. Ook wordt de mogelijkheid aan GS gegeven om<br />

locaties aan te wijzen waar biomassavergist<strong>in</strong>gs<strong>in</strong>stallaties of mestvergist<strong>in</strong>gs<strong>in</strong>stallaties<br />

mogen worden opgericht. Daarmee kunnen de grotere <strong>in</strong>stallaties, niet gekoppeld<br />

aan één agrarisch bedrijf mogelijk gemaakt worden. Voor deze <strong>in</strong>stallaties (<strong>in</strong>dustriële,<br />

maar ook collectieve <strong>in</strong>stallaties van meerdere agrariërs) wordt als plaats<strong>in</strong>gsmogelijkheid<br />

vestig<strong>in</strong>g op bedrijventerre<strong>in</strong>en en <strong>in</strong> glastu<strong>in</strong>bouw gebieden genoemd. Deze<br />

locaties blijken niet altijd tot haalbare oploss<strong>in</strong>gen te leiden. Dat heeft te maken met<br />

grondprijs, imago van de (mestverwerkende) vergisters voor <strong>het</strong> profiel van de bedrijventerre<strong>in</strong>en<br />

en <strong>het</strong> aantal vervoersbeweg<strong>in</strong>gen. Verwacht wordt dat er komende<br />

tijd nieuwe <strong>in</strong>itiatieven komen die niet gehonoreerd kunnen worden omdat er b<strong>in</strong>nen<br />

de huidige regelgev<strong>in</strong>g onvoldoende alternatieven zijn voor plaats<strong>in</strong>g van de grotere<br />

biomassavergisters.<br />

1.2 Leeswijzer<br />

In deze studie is middels ontwerpend onderzoek gekeken naar nieuwe plaats<strong>in</strong>gsmogelijkheden<br />

voor biomassavergist<strong>in</strong>gs<strong>in</strong>stallaties <strong>in</strong> <strong>het</strong> Gron<strong>in</strong>gse <strong>landschap</strong>. Die zoektocht<br />

beg<strong>in</strong>t <strong>in</strong> hoofdstuk 2 bij een analyse van <strong>het</strong> fenomeen biomassavergist<strong>in</strong>g. Wat<br />

is <strong>het</strong> eigenlijk, en wat komt er allemaal bij kijken? In hoofdstuk 3 worden de plaats<strong>in</strong>gsmogelijkheden<br />

<strong>in</strong> de verschillende <strong>landschap</strong>stypen onderzocht. De locatieanalyse<br />

komt aan bod <strong>in</strong> hoofdstuk 4 waarbij de verschillende locatiefactoren gecomb<strong>in</strong>eerd<br />

worden tot ‘kansenkaarten’. In hoofdstuk 5 worden een aantal mogelijke beleidsstrategiën<br />

voor plaats<strong>in</strong>g van biomassavergisters besproken. Tot slot wordt <strong>in</strong> Hoofdstuk 6<br />

een aantal conclusies en aanbevel<strong>in</strong>gen gedaan voor <strong>het</strong> vervolg. Ook wordt de zoekricht<strong>in</strong>g<br />

gesuggereerd voor de aanpass<strong>in</strong>g van <strong>het</strong> prov<strong>in</strong>ciaal beleid.<br />

<strong>Biomassavergist<strong>in</strong>gs<strong>in</strong>stallaties</strong> <strong>in</strong> <strong>het</strong> <strong>landschap</strong> | 9


10<br />

Organische stof<br />

eiwitten koolhydraten vetten<br />

am<strong>in</strong>ozuren suikers vetzuren<br />

vluchtige vetzuren<br />

azijnzuur H2 + CO2<br />

CH4 + CO2<br />

Vereenvoudigd schematische weergave van <strong>het</strong> vergist<strong>in</strong>gsproces<br />

Hydrolyse<br />

Verzur<strong>in</strong>g<br />

Azijnzuur<br />

vorm<strong>in</strong>g<br />

Methaan<br />

vorm<strong>in</strong>g


H2 Analyse biomassavergist<strong>in</strong>g<br />

2.1 Wat is biomassavergist<strong>in</strong>g?<br />

Vergist<strong>in</strong>g is een proces waarbij onder zuurstofloze (anaërobe) omstandigheden organische<br />

stof door anaërobe bacteriën wordt omgezet <strong>in</strong> gas. Dit zogenaamde biogas<br />

bestaat hoofdzakelijk uit methaan (CH4, 50-65%) en koolstofdioxide (CO2, 35-45%)<br />

aangevuld met enkele restgassen (o.a. H2S, NH3). Biomassa welke geschikt is voor<br />

vergist<strong>in</strong>g bevat altijd gemakkelijk afbreekbare organische stof. Deze organische stof<br />

wordt door zuurvormende en vervolgens methaanvormende bacteriën omgezet <strong>in</strong><br />

biogas. Geschikte biomassa is o.a. mest, gras, akkerbouwgewassen en bijproducten of<br />

reststromen uit de feed- en food<strong>in</strong>dustrie zoals zuivelpoducten, uitgepakte levens-<br />

Gemiddelde samenstell<strong>in</strong>g van biogas<br />

Component Concentratie<br />

Methaan (CH4) 45-75%<br />

Koolstofdioxide (CO2) 24-45%<br />

Water (H2O) 2-7%<br />

Zwavelwaterstof (H2S) 20-20.000 ppm<br />

Stikstof (N2) < 2%<br />

Zuurstof (O2) < 2%<br />

Waterstof (H2) < 1%<br />

<strong>Biomassavergist<strong>in</strong>gs<strong>in</strong>stallaties</strong> <strong>in</strong> <strong>het</strong> <strong>landschap</strong> | 11


A<br />

B<br />

Schematische weergave van de werk<strong>in</strong>g van een biomassavergist<strong>in</strong>gs<strong>in</strong>stallatie<br />

12


middelen met verstreken houdbaarheidsdatum, glycer<strong>in</strong>e, groenten en fruit, veevoerresten,<br />

slib van afval- en rioolwaterzuiver<strong>in</strong>gen etc.<br />

De output van vergist<strong>in</strong>g bestaat uit biogas en uitvergiste biomassa (digestaat). Biogas<br />

kan geconverteerd worden naar elektriciteit, warmte en groen gas (aardgaskwaliteit).<br />

Digestaat is ca. 85% van <strong>het</strong> <strong>in</strong>putvolume en wordt afgezet als mest of compost en/<br />

of verder verwerkt tot nuttige meststoffen. Biomassavergist<strong>in</strong>g<strong>in</strong>stallaties zijn er <strong>in</strong><br />

diverse verschijn<strong>in</strong>gsvormen en groottes. De meest gebruikelijke configuratie is die als<br />

volledig geroerde vergist<strong>in</strong>g (ronde silo´s). De grootte van een totale biomassavergist<strong>in</strong>gs<strong>in</strong>stallatie<br />

is afhankelijk van vergist<strong>in</strong>gscapaciteit die weer direct samenhangt met<br />

<strong>het</strong> gewenste biomassavolume die vergist dient te worden.<br />

Biomassavergist<strong>in</strong>g is een manier om op duurzame wijze energie te produceren. Het<br />

biogas dat via vergist<strong>in</strong>g wordt geproduceerd kan worden benut voor de productie<br />

van elektriciteit, warmte of gas van aardgaskwaliteit (<strong>het</strong> zogenaamde groen gas).<br />

Een typische biomassavergist<strong>in</strong>gs<strong>in</strong>stallatie bestaat uit de volgende componenten:<br />

• Ontvangst en vooropslag biomassa<br />

• Pomptechniek voor vloeibare biomassa en <strong>in</strong>voertechniek voor steekvaste biomassa<br />

• Vergist<strong>in</strong>gtank(s) met verwarm<strong>in</strong>g, roertechniek en geïntegreerde gasopvang<br />

• E<strong>in</strong>dopslag uitvergiste biomassa (digestaat)<br />

• Gasre<strong>in</strong>ig<strong>in</strong>g, -met<strong>in</strong>g en -analyse<br />

• Gasconversie d.m.v.WarmteKrachtKoppel<strong>in</strong>g (stroom en warmte) of gasopwaarder<strong>in</strong>g<br />

(groen gas, ofwel biogas van aardgaskwaliteit)<br />

• Bestur<strong>in</strong>g en visualisatie van de complete <strong>in</strong>stallatie<br />

<strong>Biomassavergist<strong>in</strong>gs<strong>in</strong>stallaties</strong> <strong>in</strong> <strong>het</strong> <strong>landschap</strong> | 13


Toegevoegde waarde<br />

14<br />

F<strong>in</strong>e chemicals & Farma<br />

Fragrance<br />

Flowers & Fashion Bloemen en planten<br />

Flavours & Fun Verbrede landbouw<br />

Food Voedselproductie<br />

Fresh products Fruit, vis<br />

Fodder & Feed Veevoer, bulkproducten<br />

Fabricated products Gebruiksvoorwerpen, kled<strong>in</strong>g<br />

Volume<br />

Fuel & Fire Brandstof, electriciteit en warmte<br />

Concersieladder voor biomassa (‘F-ladder’)


2.2 Stand van zaken biomassavergist<strong>in</strong>g<br />

De transitie naar een duurzame energievoorzien<strong>in</strong>g is ongetwijfeld een van de grootste<br />

ruimtelijke opgaven voor de komende decennia. Biomassavergist<strong>in</strong>g staat daarbij<br />

nadrukkelijk op de agenda, met name de productie van groen gas sluit goed aan bij<br />

de topthema’s <strong>in</strong> de Energy Valley regio. Vaak wordt bij biomassavergist<strong>in</strong>g al snel de<br />

stap gezet naar mest(co)vergist<strong>in</strong>g. De landbouw is hierdoor uitdrukkelijk <strong>in</strong> beeld als<br />

sector die de handschoen oppakt. Het mestvraagstuk en een duurzame energievoorzien<strong>in</strong>g<br />

gaan hierbij hand <strong>in</strong> hand. Wel zijn hier een paar kantteken<strong>in</strong>gen bij te maken.<br />

Allereerst is <strong>het</strong> goed te beseffen dat vergist<strong>in</strong>g zich <strong>in</strong> de onderste regionen van de<br />

conversieladder bev<strong>in</strong>dt. Biomassa zal vanuit economisch oogpunt eerst benut worden<br />

voor hoogwaardige toepass<strong>in</strong>gen, bijvoorbeeld <strong>in</strong> de farmaceutische <strong>in</strong>dustrie,<br />

dan <strong>in</strong> de food<strong>in</strong>dustrie en feed<strong>in</strong>dustrie. Uite<strong>in</strong>delijk kunnen biomassareststromen<br />

worden benut voor energievoorzien<strong>in</strong>g zoals verbrand<strong>in</strong>g en vergist<strong>in</strong>g. In de ‘stofwissel<strong>in</strong>g’<br />

van de samenlev<strong>in</strong>g gaan we daarmee optimaal om met <strong>het</strong> benutten van<br />

de mogelijkheden van reststromen.<br />

Bovendien geldt dat <strong>in</strong> Nederland weliswaar sprake is van een mestoverschot, maar<br />

<strong>het</strong> aanbod van geschikte en gunstig geprijsde biomassa voor vergist<strong>in</strong>g beperkt is<br />

vergeleken met de vraag vanuit vergisters. Voor mestcovergist<strong>in</strong>g geldt een beperkte<br />

hoeveelheid biomassasoorten die vergist mogen worden, om <strong>het</strong> digestaat te mogen<br />

kwalificeren als dierlijke mest. Deze biomassa staat opgesomd <strong>in</strong> de Positieve Lijst.<br />

Deze beperk<strong>in</strong>g leidt tot grote druk op de prijzen van biomassa. Momenteel werkt<br />

de rijksoverheid aan een voorstel tot verruim<strong>in</strong>g van de <strong>in</strong>zetmogelijkheden van biomassa<br />

voor vergist<strong>in</strong>g.<br />

<strong>Biomassavergist<strong>in</strong>gs<strong>in</strong>stallaties</strong> <strong>in</strong> <strong>het</strong> <strong>landschap</strong> | 15


Lokaties verschillende typen biomassavergist<strong>in</strong>gs<strong>in</strong>stallaties<br />

16


Digestaat wordt meestal als drijfmest uitgereden op <strong>het</strong> land, maar kan ook verwerkt<br />

worden tot vermarktbare producten b<strong>in</strong>nen of buiten de landbouwsector. Te denken<br />

valt aan steekvaste humusrijke vaste mest met relatief veel fosfaat, een vloeibare<br />

stikstoffractie, gedroogd digestaat met eventuele pers<strong>in</strong>g naar mestkorrel, etc. De<br />

technieken hiervoor zijn divers, maar kapitaal<strong>in</strong>tensief en vaak complex.<br />

In Nederland zijn momenteel bijna 100 biomassavergist<strong>in</strong>gs<strong>in</strong>stallaties <strong>in</strong> bedrijf. In<br />

Gron<strong>in</strong>gen zijn dit ongeveer 18 <strong>in</strong>stallaties. De meeste zijn zogenaamde mestcovergisters,<br />

waar<strong>in</strong> een verplichte <strong>in</strong>puthoeveelheid van m<strong>in</strong>imaal 50% mest aangevuld<br />

wordt met maximaal 50% cosubstraten, zoals de eerder genoemde akkerbouwgewassen<br />

en reststromen uit de voed<strong>in</strong>gs<strong>in</strong>dustrie. Naast mestcovergist<strong>in</strong>g v<strong>in</strong>dt ook<br />

monovergist<strong>in</strong>g plaats voor o.a. GFT, aardappelen en maïs en slibvergist<strong>in</strong>g bij (riool)<br />

waterzuiver<strong>in</strong>gen. Het digestaat van monovergist<strong>in</strong>g mag niet als meststof uitgereden<br />

worden op <strong>het</strong> land, maar wordt als afvalstof beschouwd.<br />

<strong>Biomassavergist<strong>in</strong>gs<strong>in</strong>stallaties</strong> <strong>in</strong> <strong>het</strong> <strong>landschap</strong> | 17


Mest van 1 koe is jaarlijks goed voor ruim 500 m3 biogas wat omgezet kan worden naar 1.000 kWh elektriciteit en<br />

1.200 kWh warmte (= 130 m3 aardgas), of naar 325 m3 groengas.<br />

Maïs van 1 hectare is goed voor ruim 9.000 m3 biogas wat omgezet kan worden naar 18.000 kWh elektriciteit en<br />

20.000 kWh warmte (=2.200 m3 aardgas) of naar 6.000 m3 groengas.<br />

Een vrachtauto vol glycer<strong>in</strong>e is goed voor 22.500 m3 biogas wat omgezet kan worden naar 45.000 kWh elektriciteit en<br />

50.000 kWh warmte (=5.500 m3 aardgas) of naar 15.000 m3 groengas.<br />

18<br />

18


2.3 De economie van biomassavergist<strong>in</strong>g<br />

Uitgangspunt voor <strong>het</strong> ontwerp van een biomassavergist<strong>in</strong>gs<strong>in</strong>stallatie is de gewenste<br />

of verwachte biomassa <strong>in</strong>put. Op basis hiervan wordt de biomassavergist<strong>in</strong>gs<strong>in</strong>stallatie<br />

ontworpen. Hieruit volgt een <strong>in</strong>vester<strong>in</strong>gssom en een exploitatie overzicht.<br />

Aan de opbrengstenkant is de vergoed<strong>in</strong>g voor afgeleverde stroom, warmte of (opgewaardeerd)<br />

biogas de belangrijkste post. Daarnaast valt te denken aan energiebespar<strong>in</strong>g<br />

door <strong>in</strong>zet van eigen geproduceerde energie, en mogelijk de bemestende meerwaarde<br />

van digestaat.<br />

Aan de kostenkant bestaan de vaste kosten uit de kapitaallasten. De variabele kosten<br />

bestaan voornamelijk uit onderhouds-, arbeids-, digestaatafzet- en biomassa <strong>in</strong>koopkosten.<br />

De <strong>in</strong>koop van biomassa beslaat vaak ca. 50% van de kosten. Aangezien dit<br />

één van de we<strong>in</strong>ige posten is waarbij een exploitant ´aan de knoppen kan draaien´,<br />

zijn de biomassakosten daarmee cruciaal voor een rendabele bus<strong>in</strong>esscase. Ook de<br />

digestaatafzet- of verwerk<strong>in</strong>gskosten zijn vaak van groot belang voor een rendabele<br />

<strong>in</strong>stallatie. Voor mestcovergist<strong>in</strong>g heeft dit alles te maken met de kwalificatie van digestaat<br />

als dierlijke drijfmest. Door toevoeg<strong>in</strong>g van andere substraten bij mest, ontstaat<br />

een grotere hoeveelheid mest <strong>in</strong> de vorm van digestaat aan output. De mestmarkt <strong>in</strong><br />

Nederland staat cont<strong>in</strong>ue onder druk, omdat er meer mestproductie dan mestplaats<strong>in</strong>gsruimte<br />

is.<br />

<strong>Biomassavergist<strong>in</strong>gs<strong>in</strong>stallaties</strong> <strong>in</strong> <strong>het</strong> <strong>landschap</strong> | 19


Voorbeeld van een biomassavergist<strong>in</strong>gs<strong>in</strong>stallatie (Duitsland)<br />

20


Biomassavergist<strong>in</strong>g is op dit moment subsidiegedreven. Dit wil zeggen dat voor de<br />

productie of lever<strong>in</strong>g van energie een langjarige vergoed<strong>in</strong>g wordt verstrekt door de<br />

overheid. Dit krijgt vorm <strong>in</strong> de regel<strong>in</strong>g Stimuler<strong>in</strong>g Duurzame Energie (SDE). Deze<br />

subsidie is bedoeld om de onrendabele top te f<strong>in</strong>ancieren van kle<strong>in</strong>schalige duurzame<br />

energie opwekk<strong>in</strong>g.<br />

Momenteel hebben veel vergist<strong>in</strong>gs<strong>in</strong>stallaties <strong>het</strong> f<strong>in</strong>ancieel zwaar. Dit wordt voornamelijk<br />

veroorzaakt door de fors gestegen biomassakosten. De cont<strong>in</strong>ue zoektocht<br />

naar goedkope biomassa veroorzaakt transporten over grote afstanden, tot <strong>in</strong> België<br />

toe. In korte tijd heeft de vraag naar biomassa <strong>het</strong> aanbod overstegen. Dit leidt tot<br />

forse prijsstijg<strong>in</strong>gen, met solvabiliteits- en zelfs liquiditeitsproblemen voor <strong>in</strong>dividuele<br />

exploitanten. Van belang is om de kostprijs te drukken, dit kan mede gedaan worden<br />

door schaalvergrot<strong>in</strong>g van de biomassavergist<strong>in</strong>gs<strong>in</strong>stallatie.<br />

Stimuler<strong>in</strong>g Duurzame Energie<br />

Via de subsidieregel<strong>in</strong>g Stimuler<strong>in</strong>g Duurzame Energie (SDE) vult de overheid de vergoed<strong>in</strong>g<br />

aan die door <strong>het</strong> energiebedrijf betaald wordt voor de kilowatturen (kWh) stroom of m3<br />

groen gas. Om 1 kW per uur (kWh) te produceren is een opgesteld vermogen nodig van 1<br />

kW elektrisch (kWe). De subsidiegever gaat daarvoor een contract aan van 12 jaar met een<br />

vaste vergoed<strong>in</strong>g. In 2011 is dit maximaal € 0,15 per kWh en maximaal € 0,767 per Nm3<br />

(Nm3 = een genormaliseerde m3) groen gas. Indien de bij de elektriciteitsproductie vrijkomende<br />

warmte nuttig aangewend wordt, kan hier tot € 0,044 per kWh warmtebonus verkregen<br />

worden.<br />

<strong>Biomassavergist<strong>in</strong>gs<strong>in</strong>stallaties</strong> <strong>in</strong> <strong>het</strong> <strong>landschap</strong> | 21


Cat. 1 M<strong>in</strong>ivergister geïntegreerd <strong>in</strong> agrarisch bedrijf<br />

Input: tot ca. 20 ton per dag<br />

Opgesteld vermogen: tot ca. 40 kWe of 15 Nm3/uur groen gas.<br />

Oppervlakte: geen extra oppervlakte<br />

22


2.4 Indel<strong>in</strong>g 4 categoriën vergist<strong>in</strong>gs<strong>in</strong>stallaties<br />

In <strong>het</strong> kader van deze studie is <strong>het</strong> van belang onderscheid te maken <strong>in</strong> verschillende<br />

soorten vergist<strong>in</strong>gs<strong>in</strong>stallaties. Om <strong>in</strong>zichtelijk te maken waar we <strong>het</strong> over hebben<br />

is voor deze studie een <strong>in</strong>del<strong>in</strong>g gemaakt <strong>in</strong> 4 categoriën <strong>in</strong>stallaties, gebaseerd op<br />

de schaalgrootte. Voor de verdere <strong>in</strong>houd van <strong>het</strong> rapport en onderzoek zijn alleen<br />

categorie 3 en 4 van belang. Realisatie van categorie 1 en 2 vergisters is mogelijk<br />

b<strong>in</strong>nen de huidige verorden<strong>in</strong>gen op <strong>het</strong> agrarisch erf en deze vallen dus buiten deze<br />

studie. Om de bandbreedte van de biomassavergist<strong>in</strong>g <strong>in</strong>zichtelijk te maken worden<br />

deze hierna toch behandeld. Per categorie worden enkele kengetallen gegeven die<br />

voornamelijk als <strong>in</strong>dicatie dienen. Een en ander is afhankelijk van de grootte van de<br />

vergist<strong>in</strong>gssilo’s, de opstell<strong>in</strong>g en welke biomassa vergist wordt. Per vergister kan dit<br />

dus verschilen, vandaar dat er een bandbreedte aangehouden is.<br />

Deze <strong>in</strong>del<strong>in</strong>g <strong>in</strong> categorieën gebaseerd op schaalgrootte is anders dan de <strong>in</strong>del<strong>in</strong>g<br />

die <strong>in</strong> de ‘Handreik<strong>in</strong>g Mestvergist<strong>in</strong>g’ (<strong>in</strong>fomil-categorieën) gebruikt wordt. Dat heeft<br />

te maken met <strong>het</strong> doel van deze studie, <strong>het</strong> onderzoeken van de plaats<strong>in</strong>gsmogelijkheden<br />

voor grote biomassavergist<strong>in</strong>gs<strong>in</strong>stallaties <strong>in</strong> <strong>het</strong> <strong>landschap</strong>.<br />

Cat. 1 M<strong>in</strong>ivergister geïntegreerd <strong>in</strong> agrarisch bedrijf<br />

Er zijn mogelijkheden voor kle<strong>in</strong>schalige vergist<strong>in</strong>g geïntegreerd b<strong>in</strong>nen <strong>het</strong> agrarisch<br />

bedrijf. Het gaat daarbij voornamelijk om mestvergist<strong>in</strong>g die nu nog we<strong>in</strong>ig rendabel<br />

is. Het kan echter bijdragen aan de zelfvoorzienendheid (lever<strong>in</strong>g electriciteit en<br />

warmte) van <strong>het</strong> bedrijf. Daarnaast zal <strong>in</strong> de toekomst de uitstoot van broeikasgassen<br />

waaronder methaan uit mest verder aan banden worden gelegd (heff<strong>in</strong>gen). Nu nog<br />

we<strong>in</strong>ig toegepast, maar is een ontwikkel<strong>in</strong>g <strong>in</strong> opkomst die <strong>in</strong> nieuwe stalconcepten<br />

toegepast kan worden.<br />

<strong>Biomassavergist<strong>in</strong>gs<strong>in</strong>stallaties</strong> <strong>in</strong> <strong>het</strong> <strong>landschap</strong> | 23


Cat. 2 Aan agrarisch erf gebonden vergister<br />

Input: ca. 20 – 100 ton per dag<br />

Opgesteld vermogen: ca. 0,2 – 2 MWe of 65-650 Nm3/uur groengas<br />

Oppervlakte: ca. 0,75 - 2 ha.<br />

24


Cat. 2 Aan agrarisch erf gebonden vergister<br />

Dit betreft veelal de eerste generatie (vanaf 2004) co-vergist<strong>in</strong>gs<strong>in</strong>stallaties gekoppeld<br />

aan agrarische erven. Door de beperkte omvang en de gestegen prijzen voor<br />

co-vergist<strong>in</strong>gsproducten is <strong>het</strong> <strong>in</strong> de huidige markt moeilijk deze <strong>in</strong>stallaties rendabel<br />

te houden. Door de schaalvergrot<strong>in</strong>g vanuit economisch perspectief zullen we<strong>in</strong>ig<br />

nieuwe <strong>in</strong>stallaties van deze grootte gebouwd worden die biogas omzetten via WKK.<br />

Wel is de verwacht<strong>in</strong>g dat biogasproductie op deze schaal met aansluit<strong>in</strong>g op een<br />

groengashub praktijk wordt, als er mogelijkheden zijn voor aansluit<strong>in</strong>g op een groengashub.<br />

M<strong>in</strong>imum vereisten: 50% van de <strong>in</strong>put van eigen bedrijf, of 50% van output<br />

digestaat verwerkt op eigen bedrijf. Een <strong>in</strong>direct <strong>landschap</strong>pelijk effect van deze categorie<br />

kan - afhankelijk van de prijsvorm<strong>in</strong>g - de teelt van maïs zijn om <strong>in</strong> de behoefte<br />

van de vergist<strong>in</strong>gs<strong>in</strong>stallatie te voldoen. De externe aanvoer van biomassa levert al<br />

fl<strong>in</strong>k wat transportbeweg<strong>in</strong>gen op.<br />

<strong>Biomassavergist<strong>in</strong>gs<strong>in</strong>stallaties</strong> <strong>in</strong> <strong>het</strong> <strong>landschap</strong> | 25


Cat. 3 Agro-<strong>in</strong>dustriele vergister<br />

Input: ca. 100 – 200 ton per dag<br />

Opgesteld vermogen: ca. 2 – 4 MWe of 650-1300 Nm3/uur groengas<br />

Oppervlakte: ca. 1,5 - 3 ha.<br />

26


Cat. 3 Agro-<strong>in</strong>dustriele vergister<br />

Deze categorie betreft de grotere ‘footloose’ co-vergist<strong>in</strong>gs<strong>in</strong>stallaties. Deze kunnen<br />

<strong>in</strong> theorie gelocaliseerd zijn op een agrarisch bedrijf, maar gezien de schaalgrootte<br />

overstijgt de <strong>in</strong>put of de output kant vaak de hoeveelheid die door een enkel bedrijf<br />

aangeleverd of verwerkt kan worden. Met name de grotere <strong>in</strong>stallaties b<strong>in</strong>nen deze<br />

categorie zullen de ‘footloose’ <strong>in</strong>stallaties zijn waarbij alle <strong>in</strong>put extern aangevoerd<br />

wordt en <strong>het</strong> digestaat afgevoerd wordt.<br />

<strong>Biomassavergist<strong>in</strong>gs<strong>in</strong>stallaties</strong> <strong>in</strong> <strong>het</strong> <strong>landschap</strong> | 27


Cat. 4 Industriele vergister<br />

Input: ca. 100 – 500 ton per dag<br />

Opgesteld vermogen: ca. 4 - 10 MWe of 1300 – 5000 Nm3/uur groengas<br />

Oppervlakte: ca. 1-5 ha.<br />

28


Cat. 4 Industriële vergister<br />

Dit is de categorie van de hele grote vergisters, door de schaalgrootte (oppervlakte<br />

of hoogte van de <strong>in</strong>stallatie) zijn deze niet meer <strong>in</strong> <strong>het</strong> (agrarische) <strong>landschap</strong> <strong>in</strong> te<br />

passen. Ze staan bij waterzuiver<strong>in</strong>gs<strong>in</strong>stallaties of op <strong>in</strong>dustrieterre<strong>in</strong>en bij bijvoorbeeld<br />

afvalverwerk<strong>in</strong>gsbedrijven. De <strong>in</strong>put bestaat vaak uit de specifieke beschikbare<br />

biomassa op <strong>het</strong> bedrijf, zoals rioolwaterzuiver<strong>in</strong>gsslib. Het digestaat wordt ter plaatse<br />

bewerkt (bv drog<strong>in</strong>g of <strong>in</strong>dikk<strong>in</strong>g) en vervolgens afgevoerd.<br />

<strong>Biomassavergist<strong>in</strong>gs<strong>in</strong>stallaties</strong> <strong>in</strong> <strong>het</strong> <strong>landschap</strong> | 29


30<br />

3.335 kton/jaar mest<br />

237 kton/jaar afval<br />

101 kton/jaar slib RWZI<br />

86 kton/jaar GFT afval<br />

40 kton/jaar bermgras / natuurgras<br />

24 kton/jaar restproduct VGI<br />

10 kton/jaar Energie teelten<br />


2.5 Biomassastromen & beschikbaarheid<br />

In pr<strong>in</strong>cipe kan alle biomassa bestaande uit makkelijk afbreekbare organische stoffen<br />

vergist worden. Beperkende factor is de ‘positieve lijst’ waarmee bepaald is welke<br />

biomassa als co-product vergist mag worden Waarbij <strong>het</strong> digistaat nog als mest aangemerkt<br />

wordt). Voor de prov<strong>in</strong>cie Gron<strong>in</strong>gen is <strong>in</strong> kaart gebracht welke biomassastromen<br />

<strong>in</strong> theorie beschikbaar zijn. Vaak worden deze stromen al voor ander doele<strong>in</strong>den<br />

gebruikt, zo wordt mest uitgereden op <strong>het</strong> land en afval uit de voedselverwerkende<br />

<strong>in</strong>dustrie vaak verwerkt tot veevoer. Het aandeel mest is vrij groot, maar is energetisch<br />

gezien m<strong>in</strong>der <strong>in</strong>teressant dan bijvoorbeeld GFT.<br />

Alle mest kan <strong>in</strong> pr<strong>in</strong>cipe vergist worden en daarna nog als mest worden afgezet. Het<br />

aanbod van mest is ruim voldoende voor meer vergist<strong>in</strong>gsprojecten. Het <strong>in</strong>gezamelde<br />

huishoudelijk afval wordt gescheiden en deels vergist bij de Attero vestig<strong>in</strong>g <strong>in</strong> Gron<strong>in</strong>gen<br />

en is dus niet beschikbaar voor andere vergisters. Ook <strong>het</strong> slib van rioolwaterzuiver<strong>in</strong>gs<strong>in</strong>stallaties<br />

(RWZI) wordt reeds centraal vergist bij 3 van de 24 RWZI <strong>in</strong> de<br />

prov<strong>in</strong>cie. De vraag naar GFT overstijgt momenteel <strong>het</strong> aanbod, alle beschikbare GFT<br />

wordt reeds verwerkt. Bermgras en natuurgras is momenteel nog niet op economische<br />

wijze om te zetten voor gebruik <strong>in</strong> vergist<strong>in</strong>gs<strong>in</strong>stallaties. Hier is nog technologie<br />

ontwikkel<strong>in</strong>g voor nodig, er lopen enkele pilot projecten. Hier ligt een kans voor vergist<strong>in</strong>gs<strong>in</strong>stallaties,<br />

voor bermgras moet nu betaald worden om <strong>het</strong> te laten composteren.<br />

Bij restproducten uit voed<strong>in</strong>gs- en genotmiddelen<strong>in</strong>dustrie (VGI) gaat <strong>het</strong> met<br />

name om Rixona, de Suikerunie en de Avebe. Vaak worden dergelijke reststromen<br />

reeds <strong>in</strong>gezet als veevoer. Het aandeel energieteelten is beperkt vanwege de hogere<br />

opbrengsten van gewassen <strong>in</strong> feed & food sector. Wel zijn er diverse agrarische reststromen<br />

van agrarische bedrijven die nu vaak niet of onvoldoende benut worden.<br />

<strong>Biomassavergist<strong>in</strong>gs<strong>in</strong>stallaties</strong> <strong>in</strong> <strong>het</strong> <strong>landschap</strong> | 31


Lokatiefactor beschikbaarheid biomassa<br />

32


Agrarische bedrijven uitgespltst naar type bedrijf<br />

<strong>Biomassavergist<strong>in</strong>gs<strong>in</strong>stallaties</strong> <strong>in</strong> <strong>het</strong> <strong>landschap</strong> | 33


Lokatiefactor transport<br />

34


2.6 Transport (aan- en afvoer)<br />

Uit de typer<strong>in</strong>g van de categorieën vergist<strong>in</strong>gs<strong>in</strong>stallaties blijkt wel hoe belangrijk de<br />

locatiefactor ‘transport’ is. Zeker voor ‘footloose’ <strong>in</strong>stallaties waarover <strong>het</strong> <strong>in</strong> deze<br />

studie met name gaat. Grootschalige biomassavergist<strong>in</strong>g gaat gepaard met veel transportbeweg<strong>in</strong>gen<br />

(aanvoer mest en covergist<strong>in</strong>gsproducten, afvoer van digestaat). In<br />

sommige gevallen worden daarvoor dezelfde tankwagens <strong>in</strong>gezet; mest wordt afgeleverd<br />

en digestaat wordt weer meegenomen. In de meest ideale situatie wordt mest<br />

verwerkt die verkregen wordt van lokale agrarische bedrijven, maar gezien <strong>het</strong> feit<br />

dat mest uit overschotgebieden zoals bijvoorbeeld Brabant ook op grote schaal <strong>in</strong><br />

Gron<strong>in</strong>gen wordt afgezet is <strong>het</strong> aannemelijk dat een (groot) deel van <strong>het</strong> transport<br />

van buiten de prov<strong>in</strong>cie komt. Ook de co-producten die vergist worden, komen vaak<br />

van ver en worden per vrachtwagen aangevoerd. Het gaat om bijvoorbeeld doorgedraaid<br />

groente en fruit, restproducten uit food en feed <strong>in</strong>dustrie, maar ook om over<br />

datum zijnde (uitgepakte) levensmiddelen.<br />

Voor een locatiekeuze betekent dit dat er voor deze twee categorieën vergist<strong>in</strong>gs<strong>in</strong>stallaties<br />

gezocht dient te worden naar locaties met een goede ontsluit<strong>in</strong>g, waarbij<br />

ook de omliggende bewon<strong>in</strong>g ontzien wordt.<br />

De directe omgev<strong>in</strong>g van <strong>het</strong> hoofdwegennet en met name de grotere wegen<br />

(A7, A28, r<strong>in</strong>g Gron<strong>in</strong>gen, N33 en Eemshavenweg) komen daarmee <strong>in</strong> beeld.<br />

<strong>Biomassavergist<strong>in</strong>gs<strong>in</strong>stallaties</strong> <strong>in</strong> <strong>het</strong> <strong>landschap</strong> | 35


1<br />

2<br />

3<br />

Conversieroutes voor benutt<strong>in</strong>g van biogas<br />

36


2.7 Conversieroutes benutt<strong>in</strong>g biogas<br />

Er zijn 3 concrete conversieroutes voor de benutt<strong>in</strong>g van biogas:<br />

1. Stroomopwekk<strong>in</strong>g<br />

2. Warmteopwekk<strong>in</strong>g (al dan niet i.c.m. stroomopwekk<strong>in</strong>g middels WKK)<br />

3. Gasopwaarder<strong>in</strong>g<br />

Ad 1. Vanaf 2004 werd <strong>het</strong> mogelijk om groene stroom te leveren en zijn alle vergist<strong>in</strong>g<strong>in</strong>stallaties<br />

uitgerust met een WKK die stroom en warmte produceert. Het<br />

elektrisch rendement is hierbij ca. 40% en <strong>het</strong> thermisch rendement dat nuttig<br />

aangewend kan worden rond 50%. Dit maakt duidelijk dat nuttige warmte<br />

aanwend<strong>in</strong>g zeer welkom is vanuit energetisch en f<strong>in</strong>ancieel oogpunt. In de<br />

Subsidieregel<strong>in</strong>g Duurzame Energie (SDE) is een warmtebonus opgenomen,<br />

voor warmte die gebruikt wordt ter verdr<strong>in</strong>g<strong>in</strong>g van fossiele brandstoffen.<br />

Ad 2. Warmteopwekk<strong>in</strong>g geschied tot op heden altijd <strong>in</strong> comb<strong>in</strong>atie met stroomopwekk<strong>in</strong>g<br />

middels Warmte Kracht Koppel<strong>in</strong>g (WKK). In 2012 zal er <strong>in</strong> de SDE<br />

ook plek worden <strong>in</strong>geruimd voor aparte subsidiër<strong>in</strong>g van duurzame warmte.<br />

Hoe hoog deze bijdrage zal zijn is op dit moment niet duidelijk. Mogelijk<br />

maakt dit de weg vrij voor <strong>het</strong> rechtstreeks omzetten van biogas <strong>in</strong> warmte<br />

door aanpassen van aardgasketels <strong>in</strong> <strong>in</strong>dustriële toepass<strong>in</strong>gen.<br />

Ad 3. Gasopwaarder<strong>in</strong>g als toepass<strong>in</strong>g bij biomassavergisters v<strong>in</strong>dt opgang vanaf<br />

2009, waarbij pas <strong>in</strong> 2010 de eerste <strong>in</strong>stallaties <strong>in</strong> de SDE groen gas afleverden<br />

aan <strong>het</strong> gasnet. Groot voordeel van groen gas is de nagenoeg volledige energetische<br />

benutt<strong>in</strong>g van <strong>het</strong> biogas. Beseft dient te worden dat gasopwaarder<strong>in</strong>g<br />

momenteel nog steeds een factor 2 tot 3 duurder is dan aardgas.<br />

<strong>Biomassavergist<strong>in</strong>gs<strong>in</strong>stallaties</strong> <strong>in</strong> <strong>het</strong> <strong>landschap</strong> | 37


Lokatiefactor afzetmogelijkheid gas<br />

38


2.8 Afzet geproduceerde energie (elektriciteit, warmte, gas)<br />

Naast een goede ontsluit<strong>in</strong>g is <strong>het</strong> cruciaal voor de locatiekeuze van grootschalige<br />

biomassavergist<strong>in</strong>g om een goede afzet te hebben van de geproduceerde energie. In<br />

<strong>het</strong> geval van elektriciteitsopwekk<strong>in</strong>g is dat over <strong>het</strong> algemeen geen probleem.Als via<br />

een WKK of andersz<strong>in</strong>s warmte geproduceerd wordt vraagt dit <strong>in</strong> de directe nabijheid<br />

een warmtevrager. Een straal tot ca. 5 km is hierbij reëel bij de huidige uitgangspunten,<br />

waarbij uitgegaan wordt dat over dergelijke afstanden <strong>het</strong> ruwe biogas getransporteerd<br />

wordt en ter plaatse wordt omgezet. Voorbeelden van warmtevragers<br />

zijn bijvoorbeeld zwembaden, kassen, ziekenhuizen, bejaardentehuizen, sportcomplexen,<br />

vakantieparken, nieuwe woonwijken etc. B<strong>in</strong>nen <strong>het</strong> kader van deze studie<br />

was <strong>het</strong> niet mogelijk om alle gegevens van warmtevragers b<strong>in</strong>nen de prov<strong>in</strong>cie<br />

Gron<strong>in</strong>gen <strong>in</strong> kaart te brengen. De gegevens die voorhanden waren zijn opgenomen<br />

<strong>in</strong> <strong>het</strong> kaartbeeld. Ook bedrijven die voor hun productieproces warmte nodig hebben<br />

kunnen van belang zijn, vandaar dat ook de bedrijven- en <strong>in</strong>dustrieterre<strong>in</strong>en opgenomen<br />

zijn. De afzet van elektriciteit is geen beperkende factor. Op vrijwel iedere<br />

locatie is <strong>het</strong> mogelijk (eventueel met aanpass<strong>in</strong>g van de aansluit<strong>in</strong>g) om elektriciteit<br />

terug te leveren aan <strong>het</strong> elektriciteitsnet.<br />

Voor de grotere <strong>in</strong>stallaties is b<strong>in</strong>nen de huidige subsidieregel<strong>in</strong>g <strong>het</strong> opwaarderen<br />

van biogas naar groen gas met als vervolgstap <strong>in</strong>jectie <strong>in</strong> <strong>het</strong> aardgasnetwerk <strong>het</strong><br />

meest <strong>in</strong>teressant. Een belangrijke locatiefactor is de nabijheid van een gasleid<strong>in</strong>g met<br />

voldoende capaciteit. Dankzij de gasw<strong>in</strong>n<strong>in</strong>g <strong>in</strong> Gron<strong>in</strong>gen heeft deze prov<strong>in</strong>cie een<br />

uitgebreid netwerk van gasleid<strong>in</strong>gen. Niet alle gasleid<strong>in</strong>gen zijn echter geschikt voor<br />

<strong>in</strong>jectie van groen gas. Het landelijk gasnetwerk (70 bar) is niet geschikt om groen<br />

gas te <strong>in</strong>jecteren. Via gasontvangststations wordt <strong>het</strong> gas uit <strong>het</strong> landelijk netwerk<br />

<strong>Biomassavergist<strong>in</strong>gs<strong>in</strong>stallaties</strong> <strong>in</strong> <strong>het</strong> <strong>landschap</strong> | 39


Lokatiefactor afzetmogelijkheid warmte<br />

40


verdeeld over de regionale en lokale netwerken met lagere druk. In <strong>het</strong> regionale<br />

gasnetwerk van 40 bar is <strong>in</strong>jectie van groen gas wel mogelijk en dit netwerk heeft<br />

<strong>in</strong> de regel voldoende aflever<strong>in</strong>gscapaciteit. Voor de meer lokale 8 bar gasleid<strong>in</strong>gen<br />

is dit vaak niet <strong>het</strong> geval. De m<strong>in</strong>imale afname van gas <strong>in</strong> <strong>het</strong> betreffende deeltraject<br />

van <strong>het</strong> netwerk is maatgevendvoor de hoeveelheid groen gas die geïnjecteerd mag<br />

worden. Dat dalmoment ligt vaak <strong>in</strong> de zomer, als er we<strong>in</strong>ig gas gebruikt wordt. Hoe<br />

lager de druk en hoe kle<strong>in</strong>er <strong>het</strong> deeltraject is waar<strong>in</strong> geïnjecteerd dient te worden,<br />

hoe kle<strong>in</strong>er de kans dat er ook daadwerkelijk capaciteit beschikbaar is. En zonder<br />

deze capaciteit zal de netbeheerder geen vergunn<strong>in</strong>g voor gaslever<strong>in</strong>g afgeven. Teruglever<strong>in</strong>g<br />

vanuit <strong>het</strong> 8 bar netwerk naar <strong>het</strong> 40 bar netwerk zou daar<strong>in</strong> soulaas bieden<br />

maar behoort (nog) niet tot de mogelijkheden. Er wordt momenteel wel onderzocht<br />

hoe een dergelijke aanpass<strong>in</strong>g (technisch, juridisch, organisatorisch) van <strong>het</strong> gasnetwerk<br />

gerealiseerd kan worden. Voor de lever<strong>in</strong>g van groen gas zou dit een zeer welkome<br />

ontwikkel<strong>in</strong>g zijn, omdat dan meer locaties kansrijk worden voor <strong>het</strong> opwaarderen<br />

van biogas naar groengas.<br />

Een ander <strong>in</strong>teressante ontwikkel<strong>in</strong>g is de aanleg van zogenaamde Groen Gas Hubs.<br />

Daarbij worden verschillende vergisters via een biogasleid<strong>in</strong>g verbonden met een<br />

<strong>in</strong>stallatie, waar op grote schaal biogas opgewaardeerd wordt tot groen gas en ge<strong>in</strong>jecteerd<br />

<strong>in</strong> <strong>het</strong> bestaande aardgasnetwerk. Door <strong>het</strong> centraal opwaarderen en<br />

<strong>in</strong>jecteren worden kosten gespaard en verdeelt over de verschillende deelnemende<br />

vergisters.<br />

<strong>Biomassavergist<strong>in</strong>gs<strong>in</strong>stallaties</strong> <strong>in</strong> <strong>het</strong> <strong>landschap</strong> | 41


Voorbeeld van een biovergist<strong>in</strong>gs<strong>in</strong>stallatie (Onstwedde)<br />

42


2.9 De duurzaamheid van (co) vergist<strong>in</strong>g<br />

De Nederlandse overheid heeft zich tot doel gesteld om <strong>het</strong> aandeel duurzame<br />

energie <strong>in</strong> de energievoorzien<strong>in</strong>g te laten groeien tot 14% <strong>in</strong> 2020 (nu ongeveer 4%).<br />

Dat betekent dat we de komende 9 jaar <strong>het</strong> aandeel duurzame energie nog 10%<br />

moeten laten groeien. Bij een gelijkblijvende energievraag van 3400 PJ voor de BV<br />

Nederland gaat <strong>het</strong> dan om 340 PJ. Als de energievraag, zoals tot nu toe de laatste<br />

decennia <strong>het</strong> geval is geweest, gemiddeld met 2% per jaar stijgt, neemt <strong>het</strong> aantal<br />

duurzaam te produceren PetaJoules alleen maar toe. De boodschap is dat we de komende<br />

jaren dus alle zeilen moeten bijzetten om deze doelstell<strong>in</strong>g te halen. Een van<br />

de opties is <strong>het</strong> (co) vergisten van mest met andere (goedgekeurde) biomassa tot<br />

biogas , dat vervolgens weer kan worden omgezet <strong>in</strong> andere duurzame energievormen.<br />

Aan <strong>het</strong> beg<strong>in</strong> van deze studie is <strong>het</strong> goed om (co)vergist<strong>in</strong>g te positioneren <strong>in</strong><br />

de arena van de energietransitie.<br />

Het pr<strong>in</strong>cipe van vergist<strong>in</strong>g is niet <strong>in</strong>gewikkeld. Via vergist<strong>in</strong>g wordt mest, meestal<br />

aangevuld met andere biomassa omgezet <strong>in</strong> biogas. Daarbij ontstaat ook digestaat dat<br />

als meststof kan dienen. Deze benutt<strong>in</strong>g van mest is <strong>in</strong> meerdere opzichten prima:<br />

lekverliezen van broeikasgassen zoals methaan en lachgas bij de opslag van mest<br />

worden voorkomen en er wordt energie geproduceerd uit de <strong>in</strong> ruime mate aanwezige<br />

mest die <strong>in</strong> Nederland ontstaat <strong>in</strong> de (<strong>in</strong>tensieve)veehouderij. Echter, de energie<strong>in</strong>houd<br />

van mest is relatief laag. Daarom worden covergist<strong>in</strong>gsproducten zoals maïs<br />

toegevoegd. Maïs levert bijvoorbeeld per ton acht maal zo veel energie dan mest.<br />

De benutt<strong>in</strong>g van biomassa voor energieproductie levert veel stof tot discussie.<br />

Dienen landbouwgronden die geschikt zijn voor de productie van voedselgewassen<br />

te worden gebruikt voor de teelt van energiegewassen? De algemene gedachte is<br />

<strong>Biomassavergist<strong>in</strong>gs<strong>in</strong>stallaties</strong> <strong>in</strong> <strong>het</strong> <strong>landschap</strong> | 43


dat als <strong>het</strong> gaat om de prioriter<strong>in</strong>g van <strong>het</strong> gebruik van biomassa de benutt<strong>in</strong>g van<br />

biomassa voor voed<strong>in</strong>g of farmaceutica (zeer) wordt geprefereerd (en geprijsd!)<br />

boven <strong>het</strong> gebruik van biomassa voor energie. Pas onder aan de ‘conversie’-ladder<br />

van omzett<strong>in</strong>gstechnieken van biomassa <strong>in</strong> nuttige producten staat de omzett<strong>in</strong>g van<br />

biomassa naar energie. B<strong>in</strong>nen deze toepass<strong>in</strong>g voor energie staat vergist<strong>in</strong>g als conversiemethode<br />

ook niet hoog <strong>in</strong> rangorde.<br />

In ons land zijn door de hoge agrarische grondprijzen (ze behoren tot de hoogste<br />

<strong>in</strong> Europa) we<strong>in</strong>ig hectares beschikbaar voor energiewassen. In Nederland zullen we<br />

<strong>het</strong> dus (vooral) moeten hebben van reststromen. Deze reststromen zijn afkomstig<br />

uit de landbouw, natuurbeheer of de voed<strong>in</strong>gsmiddelen<strong>in</strong>dustrie. Als voor vergist<strong>in</strong>g<br />

dus reststromen zo nuttig mogelijk worden gebruikt snijdt <strong>het</strong> mes aan twee kanten:<br />

we produceren m<strong>in</strong>der afval en er wordt duurzame energie geproduceerd. Zoals we<br />

hebben gezien <strong>in</strong> de paragraaf over de economie van biovergist<strong>in</strong>g zijn momenteel<br />

de (co) vergist<strong>in</strong>gsproducten overigensrelatief schaars omdat er een markt voor is<br />

ontstaan, <strong>het</strong>geen leidt tot hoge prijzen. Dit zet de rentabiliteit van veel <strong>in</strong>stallaties<br />

stevig onder druk.<br />

Op dit moment staan er ongeveer 100 vergisters <strong>in</strong> Nederland met een gemiddeld<br />

vermogen van 1 MW. Het gaat dan dus om ca. 100 MW aan vergist<strong>in</strong>gs<strong>in</strong>stallaties.<br />

Die leveren ongeveer 2,7 PJ aan duurzame elektriciteit en ongeveer 0,6 PJ aan duurzame<br />

benutte warmte (dit komt overeen met een vermeden aardgasverbruik 20<br />

miljoen m3, i.e <strong>het</strong> jaarverbruik van ongeveer 12.500 huishoudens). De beschikbare<br />

te benutten warmte is ongeveer 3,25 PJ.<br />

De productie van duurzame energie via (co)vergist<strong>in</strong>g is op dit moment nog subsidie<br />

44


gedreven en gaat dus gepaard met maatschappelijke kosten. Dit geldt overigens voor<br />

alle vormen van duurzame energieopwekk<strong>in</strong>g, hoewel dat per optie verschilt. Elke<br />

duurzame energiebron heeft een zogenaamde onrendabele top. Die onrendabele top<br />

wordt bepaald door <strong>het</strong> kostprijsverschil tussen de betreffende duurzame energie<br />

productie en conventionele (fossiele) energieproductie. Daarbij kan de vraag worden<br />

gesteld “is duurzame energie te duur of fossiele energie te goedkoop?” (zie ook<br />

paragraaf 2.10).<br />

Resumé: (co)vergist<strong>in</strong>g levert een (beperkte) bijdrage aan een duurzame energievoorzien<strong>in</strong>g.<br />

Als mest en biomassareststromen op deze manier nuttig worden <strong>in</strong>gezet<br />

is dit een prima, echter voorlopig dure, wijze van duurzame energieproductie.<br />

De grootschalige productie van energiegewassen is <strong>in</strong> Nederland geen optie. Dit<br />

lijkt niet te pleiten voor grote aandacht voor vergist<strong>in</strong>g. Dat is echter niet juist. Als<br />

Nederland haar energie en klimaatdoelen wil halen kunnen we niet kieskeurig zijn.<br />

Alles zal uit de kast moeten worden gehaald en met vergist<strong>in</strong>g kunnen ook de laatste<br />

reststromen en mest zo goed mogelijk worden benut.<br />

<strong>Biomassavergist<strong>in</strong>gs<strong>in</strong>stallaties</strong> <strong>in</strong> <strong>het</strong> <strong>landschap</strong> | 45


3 m3 biogas kan na opwaarder<strong>in</strong>g naar groen gas 2 m3 aardgas vervangen<br />

1 ha. maïs levert 9.000 m3 biogas, wat na omzett<strong>in</strong>g <strong>in</strong> electriciteit 5 gez<strong>in</strong>nen een jaar lang van stroom kan voorzien<br />

46


2.10 Trends & toekomstperspectief<br />

Bij de eerste <strong>in</strong>vester<strong>in</strong>gen <strong>in</strong> biomassavergisters was vooral <strong>het</strong> beschikbare aanbod<br />

van mest ter plaatse leidend. Vervolgens kwam meer en meer <strong>het</strong> besef dat niet alleen<br />

vanuit <strong>het</strong> perspectief van de <strong>in</strong>putzijde gekeken diende te worden, maar vooral<br />

ook naar de outputzijde. Locaties waar de warmte goed kon worden benut hadden<br />

voorkeur. We zien nu dat er steeds vaker vanuit slimme koppel<strong>in</strong>gen en complementaire<br />

activiteiten voordeel wordt behaald. Hierbij kan gedacht worden <strong>het</strong> produceren<br />

van biogas d.m.v. vergist<strong>in</strong>g op plek X en <strong>het</strong> converteren en afzetten van energie<br />

(stroom en warmte) op plek Y waar de warmte goed benut kan worden. Zo zijn er<br />

diverse koppel<strong>in</strong>gen tussen vergisters en zwembaden, tussen vergisters en nieuwe<br />

woonwijken en tussen vergisters en specifieke <strong>in</strong>dustrielocaties met een warmtevraag.<br />

Ook is de toepass<strong>in</strong>gsroute om biogas op te waarderen naar aardgaskwaliteit aan<br />

een sterke opmars bezig. Hiervoor geldt dat dit sterk subsidiegedreven is vanuit de<br />

SDE. Door biogas te re<strong>in</strong>igen en <strong>het</strong> op aardgaskwaliteit te brengen, verkrijgt men<br />

groen gas wat mits <strong>het</strong> de juiste specificaties heeft <strong>in</strong> <strong>het</strong> bestaande aardgasnet ge<strong>in</strong>jecteerd<br />

kan worden. De juridische en technische hobbels die er waren zijn weggenomen.<br />

Met de SDE is <strong>het</strong> ook f<strong>in</strong>ancieel rendabel om <strong>in</strong> deze toepass<strong>in</strong>gsroute te<br />

<strong>in</strong>vesteren. Dit kan zowel <strong>in</strong>dividueel als <strong>in</strong> groepsverband, waarbij meerdere vergisters<br />

centraal groen gas <strong>in</strong>jecteren.<br />

Pure mestvergist<strong>in</strong>g w<strong>in</strong>t ook weer terre<strong>in</strong>. Tot op heden is dit op economische<br />

gronden niet rendabel. De potentie van de totale mesthoeveelheid <strong>in</strong> Nederland<br />

biedt echter absoluut perspectief voor deze vorm van vergist<strong>in</strong>g. Groot voordeel bij<br />

pure mestvergist<strong>in</strong>g (of raff<strong>in</strong>age) is dat er geen grote transporten van aanvullende<br />

biomassa nodig zijn.<br />

<strong>Biomassavergist<strong>in</strong>gs<strong>in</strong>stallaties</strong> <strong>in</strong> <strong>het</strong> <strong>landschap</strong> | 47


48<br />

Voorbeeld van een gasopwaardeer<strong>in</strong>stallatie <strong>in</strong> Zwolle (foto: DMT Environmental Technology)


Een belangrijke factor om mestvergist<strong>in</strong>g weer op de kaart te krijgen is de zuivelketen<br />

die energieneutraal wil produceren <strong>in</strong> 2020 en dat er mogelijk vanuit Brussel een CO2<br />

heff<strong>in</strong>g komt voor de landbouw.Vergist<strong>in</strong>g geïntegreerd <strong>in</strong> stalconcepten zijn momenteel<br />

onderwerp van onderzoek en praktijkdemonstraties.<br />

De komende decennia zal onze energievoorzien<strong>in</strong>g een hybride karakter hebben:<br />

deels grootschalig fossiel met bijhorende <strong>in</strong>frastructuur en deels (decentrale) duurzame<br />

energieopwekk<strong>in</strong>g. Met <strong>het</strong> groeiende aandeel duurzame energieopwekk<strong>in</strong>g ‘op<br />

locatie’ verdwijnt de duidelijke scheidslijn tussen productie en consumptie van energie<br />

en worden “slimmere” <strong>in</strong>frastructuur en opslagsystemen geïntroduceerd. Mestvergist<strong>in</strong>g<br />

zal hier haar plaatst <strong>in</strong>nemen. Die positie wordt <strong>in</strong> belangrijke mate bepaald door<br />

de kansen en belemmer<strong>in</strong>gen voor <strong>het</strong> vergisten van biomassa. Grootschalige biomassavergist<strong>in</strong>gs<strong>in</strong>stallaties<br />

die niet langer verbonden zijn aan een enkel bedrijf passen<br />

bij de huidige energie en klimaatambities, net zo als de kle<strong>in</strong>schalige volledig <strong>in</strong> <strong>het</strong><br />

stalsysteem geïntegreerde vergist<strong>in</strong>g dat zou doen. Op dit moment worden kansen<br />

(met name economische) sterk bepaald door <strong>het</strong> subsidieregime. Dit regime biedt<br />

op dit moment voordelen voor de productie van groen gas. In de transitie past groen<br />

gas ook prima <strong>in</strong> de huidige ‘gastraditie’ van (Noord) Nederland waarbij de bestaande<br />

<strong>in</strong>frastructuur zo goed mogelijk kan worden benut.<br />

Naast <strong>in</strong>jectie <strong>in</strong> <strong>het</strong> gasnet, kan ook gedacht worden aan de toepass<strong>in</strong>g van groen gas<br />

als transportbrandstof. Het rijden op groen gas wordt al gedaan. Zo rijden de dienstauto’s<br />

van de prov<strong>in</strong>cie Friesland op groen gas. Daarnaast zijn er andere <strong>in</strong>itiatieven <strong>in</strong><br />

gang gezet, zoals ´truck van de toekomst´, om ook de transportsector toegankelijk te<br />

maken voor groen gas. Dit soort ontwikkel<strong>in</strong>gen maken de weg vrij voor realisatie van<br />

een biobrandstofstation ter plaatse.<br />

<strong>Biomassavergist<strong>in</strong>gs<strong>in</strong>stallaties</strong> <strong>in</strong> <strong>het</strong> <strong>landschap</strong> | 49


8 m<br />

10 m<br />

Z<br />

Z<br />

50<br />

X<br />

16 m<br />

Voorbeeld van een gasopwaardeer<strong>in</strong>stallatie (illustratie DMT Environmental Technology)<br />

X<br />

Y<br />

Y


Vergist<strong>in</strong>g van biomassa maakt <strong>in</strong>tegraal onderdeel uit van duurzame gebieds<strong>in</strong>richt<strong>in</strong>g.<br />

Nadrukkelijk zal daarbij de ‘architectuur’ van duurzame energieketens <strong>in</strong> hun<br />

fysieke omgev<strong>in</strong>g moeten worden onderzocht. Daarbij gaat <strong>het</strong> niet alleen om de<br />

ruimtelijke <strong>in</strong>pass<strong>in</strong>g van de <strong>in</strong>stallaties maar ook om de plaats van de <strong>in</strong>stallaties <strong>in</strong><br />

een robuust energiesysteem. Bij biomassavergist<strong>in</strong>g betekent dit ook dat de <strong>in</strong>put<br />

kant nadrukkelijk moet worden meegenomen <strong>in</strong> de locatieafweg<strong>in</strong>gen. Daarbij is <strong>het</strong><br />

belangrijk om onderscheid te maken tussen grootschalige vergist<strong>in</strong>gs<strong>in</strong>stallaties die<br />

veel logistieke beweg<strong>in</strong>gen met zich meebrengen en boerderijvergist<strong>in</strong>g die juist gebruik<br />

maken van lokaal beschikbare biomassa. Aan de outputkant dient met name te<br />

worden gekeken naar de wijze waarop de verschillende energiedragers (elektriciteit,<br />

warmte, groen gas) zo optimaal mogelijk kunnen bijdragen aan <strong>het</strong> verduurzamen<br />

van de energievoorzien<strong>in</strong>g.<br />

Naast grootschalige mestvergist<strong>in</strong>g biedt mestvergist<strong>in</strong>g op <strong>in</strong>dividuele boerenbedrijven<br />

i.c.m. de centrale conversie van dit biogas <strong>in</strong> Groen Gas Hubs veel perspectief<br />

om lokaal duurzaam energie te produceren. Mest en landbouwresten worden <strong>in</strong>gezet<br />

voor energieopwekk<strong>in</strong>g met als bijkomend voordeel de extra bemestende waarde<br />

van <strong>het</strong> digestaat. De landbouwer heeft met deze energieproductie een (kle<strong>in</strong>e) extra<br />

poot onder <strong>het</strong> bedrijf.<br />

Voorbehandel<strong>in</strong>g van biomassa zal <strong>in</strong> de nabije toekomst ook meer opgang v<strong>in</strong>den.<br />

Hiermee kan moeilijk te vergisten biomassa toch geschikt gemaakt worden, zoals<br />

bijvoorbeeld natuur- en bermgras. Ook nabewerk<strong>in</strong>g van digestaat zal <strong>in</strong> de toekomst<br />

een grotere rol gaan spelen. Met <strong>het</strong> oog op <strong>het</strong> naderende mondiale fosfaattekort<br />

zou raff<strong>in</strong>age, waarbij fosfaat uit <strong>het</strong> digestaat gehaald wordt, een alternatief kunnen<br />

bieden voor kunstmestgebruik <strong>in</strong> de landbouw.<br />

<strong>Biomassavergist<strong>in</strong>gs<strong>in</strong>stallaties</strong> <strong>in</strong> <strong>het</strong> <strong>landschap</strong> | 51


52 Landschapstypen / deelgebieden Gron<strong>in</strong>gse <strong>landschap</strong>


H3 Analyse plaats<strong>in</strong>gsmogelijkheden<br />

<strong>in</strong> <strong>het</strong> Gron<strong>in</strong>gse <strong>landschap</strong><br />

Gron<strong>in</strong>gen heeft een grote verscheidenheid aan <strong>landschap</strong>typen, waarvan er enkele,<br />

zoals <strong>het</strong> wierden<strong>landschap</strong> of veenkoloniaal <strong>landschap</strong> wereldwijd zeldzaam zijn. Een<br />

belangrijk kenmerk is de grootschalige openheid van grote delen van de prov<strong>in</strong>cie, terwijl<br />

er ook karakteristieke kle<strong>in</strong>schalige en besloten <strong>landschap</strong>pen zoals <strong>het</strong> Zuidelijk<br />

Westerkwartier aanwezig zijn. Speerpunt <strong>in</strong> <strong>het</strong> beleid van de prov<strong>in</strong>cie Gron<strong>in</strong>gen is<br />

<strong>het</strong> <strong>in</strong> stand houden van de karakteristieke leefomgev<strong>in</strong>g en de hoge <strong>landschap</strong>pelijke<br />

kwaliteit. Bij de zoektocht naar mogelijke locaties voor biomassavergisters moet dus<br />

met nadruk uitgegaan worden van de karakteristieken en kwaliteiten van <strong>het</strong> betreffende<br />

<strong>landschap</strong>stype.<br />

Voor deze studie hebben we een globale <strong>in</strong>del<strong>in</strong>g <strong>in</strong> deelgebieden gemaakt die zoveel<br />

mogelijk aansluit bij de <strong>in</strong>del<strong>in</strong>g <strong>in</strong> <strong>landschap</strong>stypen uit <strong>het</strong> POP. Om <strong>het</strong> werkbaar en<br />

overzichtelijk te houden is hier en daar wat vereenvoudigd. Van elk deelgebied wordt<br />

een omschrijv<strong>in</strong>g gegeven van de karakteristiek. B<strong>in</strong>nen elk deelgebied zijn meerdere<br />

locaties bekeken op de mogelijkheden voor plaats<strong>in</strong>g van een grote biomassavergister<br />

(de categorie 3 uit <strong>het</strong> vorige hoofdstuk), waarbij <strong>het</strong> uitgangspunt is dat de plaats<strong>in</strong>gsstrategie<br />

aan moet sluiten bij de orden<strong>in</strong>gspr<strong>in</strong>cipes van <strong>het</strong> betreffende <strong>landschap</strong>.<br />

Per deelgebied is steeds één plek als testlocatie of ontwerpoefen<strong>in</strong>g gekozen om een<br />

vergist<strong>in</strong>gs<strong>in</strong>stallatie <strong>in</strong> te tekenen, los van eigendomssituaties en eventuele <strong>in</strong>itiatieven.<br />

Soms lijkt de schaal van de vergister goed te passen <strong>in</strong> <strong>het</strong> <strong>landschap</strong>, maar blijken de<br />

transportmogelijkheden (door dorpskernen of over de smalle wegen) naar de plek toe<br />

toch een beperk<strong>in</strong>g te zijn. Uit deze ontwerpoefen<strong>in</strong>g zijn steeds conclusies getrokken<br />

die <strong>in</strong> 4.1 uitgewerkt zijn tot een kansenkaart.<br />

<strong>Biomassavergist<strong>in</strong>gs<strong>in</strong>stallaties</strong> <strong>in</strong> <strong>het</strong> <strong>landschap</strong> | 53


3.1 Aandijk<strong>in</strong>gen en <strong>in</strong>polder<strong>in</strong>gen<br />

Het <strong>landschap</strong>sbeeld wordt met name bepaald door de grote mate van openheid<br />

van de polders. De boerenerven liggen, door hun erfbeplant<strong>in</strong>gen, als groene eilanden<br />

<strong>in</strong> een zee van ruimte. Er is sprake van een karakteristieke reeks van parallelle<br />

(oude)dijken en een opstrekkende verkavel<strong>in</strong>g. De (monumentale) boerderijen staan<br />

<strong>in</strong> reeksen langs de dijken, of langs de agrarische ontsluit<strong>in</strong>gswegen die dwars op de<br />

dijken staan.<br />

Plaats<strong>in</strong>g van een biomassavergister zal dan ook <strong>in</strong> een van deze occupatiepatronen<br />

moeten passen, zonder de karakteristieke openheid (doorzichten) teniet te doen.<br />

Gezien de grootschaligheid van <strong>het</strong> <strong>landschap</strong> lijken er goede mogelijkheden voor<br />

plaats<strong>in</strong>g van een grote vergist<strong>in</strong>gs<strong>in</strong>stallatie. Het gebied is echter voor <strong>het</strong> grootste<br />

deel niet echt goed ontsloten voor de vrachtwagenbeweg<strong>in</strong>gen die onvermijdelijk bij<br />

een dergelijk grootschalige ontwikkel<strong>in</strong>g horen. De mogelijkheden zijn daardoor toch<br />

beperkt. Conclusie: we<strong>in</strong>ig kansrijk<br />

<strong>Biomassavergist<strong>in</strong>gs<strong>in</strong>stallaties</strong> <strong>in</strong> <strong>het</strong> <strong>landschap</strong> | 55


Aandijk<strong>in</strong>gen en <strong>in</strong>polder<strong>in</strong>gen<br />

56<br />

• grootschalige openheid<br />

• parallelle oude en voormalige dijken<br />

• monumentale boerderij erven<br />

• erfbeplant<strong>in</strong>g<br />

• duisternis en stilte<br />

• oorspronkelijk verkavel<strong>in</strong>gspatroon


Ontwerpoefen<strong>in</strong>g plaats<strong>in</strong>gsstrategie:<br />

De vergist<strong>in</strong>gs<strong>in</strong>stallatie is geplaatst aan een van de ontsluit<strong>in</strong>gswegen die op enige<br />

afstand parrallel aan de dijk loopt. Inricht<strong>in</strong>gselelementen bestaan uit een bosstrook,<br />

grondwal aan achterzijde, een grasvlak en haag aan de voorzijde.<br />

<strong>Biomassavergist<strong>in</strong>gs<strong>in</strong>stallaties</strong> <strong>in</strong> <strong>het</strong> <strong>landschap</strong> | 57


3.2 Wierden<strong>landschap</strong><br />

Het wierden<strong>landschap</strong> kent een eeuwenoude ontwikkel<strong>in</strong>gsgeschiedenis. De oudste<br />

bewon<strong>in</strong>gskernen liggen op oude kwelderruggen evenwijdig aan de kust, ze liggen als<br />

reeksen <strong>in</strong> <strong>het</strong> open <strong>landschap</strong>. De jonge kwelderruggen liggen ten zuiden hiervan, <strong>in</strong> de<br />

open ruimte bev<strong>in</strong>den zich enkele wierdendorpjes en veel <strong>in</strong>dividuele boerderijwierden.<br />

Er is sprake van een onregelmatige blokverkavel<strong>in</strong>g, er komen veel oude kreken voor en<br />

beplant<strong>in</strong>g is vooral bij dorpen en boerderijen gesitueerd. Een bijzonder deelgebied b<strong>in</strong>nen<br />

<strong>het</strong> wierden<strong>landschap</strong> is Middag Humsterland dat ook aangewezen is als nationaal<br />

<strong>landschap</strong>. Plaats<strong>in</strong>g van een vergist<strong>in</strong>gs<strong>in</strong>stallatie <strong>in</strong> <strong>het</strong> wierden<strong>landschap</strong> is gezien de<br />

hoeveelheid ‘open ruimte’ denkbaar, maar de feitelijke <strong>in</strong>pass<strong>in</strong>g is door de kle<strong>in</strong>e maat<br />

van de kavels en de hoeveelheid bijzondere elementen (kreken, wierden etc) lastig. In <strong>het</strong><br />

algemeen geldt voor <strong>het</strong> wierden<strong>landschap</strong> dat voorkomen moet worden dat de ruimtes<br />

tussen de <strong>in</strong>dividuele erven dicht loopt. Plaats<strong>in</strong>g aan een van de ontsluit<strong>in</strong>gswegen als<br />

een nieuwe versie van de losliggende elementen <strong>in</strong> de open ruimte is een mogelijkheid.<br />

Op veel plekken zal <strong>het</strong> ontbreken van goede ontsluit<strong>in</strong>g echter een probleem zijn. Aansluit<strong>in</strong>g<br />

zoeken bij een van de dorpsranden biedt mogelijk energetisch perspectief, maar<br />

is ruimtelijk delicaat bij wierdedorpen. Daarbij moet dan gedacht worden aan koppel<strong>in</strong>g<br />

met lokale warmtevraag zoals bij kassen. Aantast<strong>in</strong>g van karakteristieke aanzichten van<br />

(wierden) dorpen moet uiteraard voorkomen worden. Conclusie: we<strong>in</strong>ig kansrijk<br />

<strong>Biomassavergist<strong>in</strong>gs<strong>in</strong>stallaties</strong> <strong>in</strong> <strong>het</strong> <strong>landschap</strong> | 59


Wierden<strong>landschap</strong><br />

60<br />

• grootschalige openheid<br />

• wierden en wierdendorpen<br />

• monumentale boerderij erven<br />

• duisternis en stilte<br />

• oorspronkelijk verkavel<strong>in</strong>gspatroon<br />

• relief (laagten en kwelderwallen)<br />

• erfbeplant<strong>in</strong>g<br />

• karakteristieke waterlopen


Ontwerpoefen<strong>in</strong>g plaats<strong>in</strong>gsstrategie:<br />

De vergist<strong>in</strong>gs<strong>in</strong>stallatie is aan de verre rand van <strong>het</strong> dorp geplaatst, <strong>in</strong> aansluit<strong>in</strong>g op<br />

een van de kassencomplexen. Inricht<strong>in</strong>gselelementen bestaan uit een bosstrook, een<br />

grasvlak en haag aan de voorzijde.<br />

<strong>Biomassavergist<strong>in</strong>gs<strong>in</strong>stallaties</strong> <strong>in</strong> <strong>het</strong> <strong>landschap</strong> | 61


3.3 Dijken<strong>landschap</strong> Lauwersmeer en Reitdiep<br />

Het Lauwersmeergebied ligt aan de mond<strong>in</strong>g van <strong>het</strong> Reitdiepdal en vormt een groot<br />

aaneengesloten natuurgebied alleen gepunctueerd door enkele recreatiedorpen en<br />

gestoffeerd met wat landbouwgebied aan de randen. Ook zijn er enkele grote bospercelen.<br />

Het huidige stroomdal van <strong>het</strong> Reitdiep bestaat uit een deels meanderende en<br />

deels gekanaliseerde stroomgeul. Buiten de stroomgeulen bev<strong>in</strong>den zich westelijk de<br />

dijken die <strong>het</strong> Middag-Humsterland begrenzen en oostelijk de voormalige overstrom<strong>in</strong>gsvlaktes<br />

waar de oude meanders zich als kle<strong>in</strong>e hoogteverschillen manifesteren.<br />

De we<strong>in</strong>ige boerderijen liggen langs oude dijken en enkele ontsluit<strong>in</strong>gswegen. Beplant<strong>in</strong>g<br />

is gekoppeld aan de agrarische erven.<br />

Toevoeg<strong>in</strong>g van een vergist<strong>in</strong>gs<strong>in</strong>stallatie <strong>in</strong> <strong>het</strong> Lauwersmeergebied ligt niet voor de<br />

hand vanwege de functie als natuurgebied. Aansluitend bij een van de bosgebieden zou<br />

een optie kunnen zijn. In <strong>het</strong> overig dijken<strong>landschap</strong> is plaats<strong>in</strong>g aan een van de dijken<br />

of ontsluit<strong>in</strong>gwegen denkbaar vanuit <strong>het</strong> orden<strong>in</strong>gspr<strong>in</strong>cipe van <strong>het</strong> <strong>landschap</strong>. Het<br />

gebied is echter niet groot en de vraag is of er veel ruimte is om een nieuw element<br />

toe te voegen. De directe omgev<strong>in</strong>g rondom <strong>het</strong> Reitdiep zelf is niet geschikt omdat<br />

een plaats<strong>in</strong>g van een nieuw element <strong>het</strong> gave <strong>landschap</strong>pelijk totaalbeeld verstoord.<br />

Conclusie: kansen voor realisatie (behalve omgev<strong>in</strong>g Reitdiep)<br />

<strong>Biomassavergist<strong>in</strong>gs<strong>in</strong>stallaties</strong> <strong>in</strong> <strong>het</strong> <strong>landschap</strong> | 63


Dijken<strong>landschap</strong> Lauwersmeer<br />

en Reitdiep<br />

64<br />

• duisternis en stilte<br />

• erfbeplant<strong>in</strong>g<br />

• oude en voormalige dijken<br />

• karakteristieke waterlopen<br />

• grootschalige openheid


Ontwerpoefen<strong>in</strong>g plaats<strong>in</strong>gsstrategie:<br />

De vergist<strong>in</strong>gs<strong>in</strong>stallatie is aan de rand van een van de boscomplexen geplaatst. Door<br />

toevoeg<strong>in</strong>g van een ruim bosperceel met daar<strong>in</strong> opgenomen de vergist<strong>in</strong>gs<strong>in</strong>stallatie<br />

past deze <strong>in</strong> <strong>het</strong> <strong>landschap</strong>pelijk beeld. Inricht<strong>in</strong>gselelementen bestaan uit bos, en een<br />

grasvlak aan de voorzijde.<br />

<strong>Biomassavergist<strong>in</strong>gs<strong>in</strong>stallaties</strong> <strong>in</strong> <strong>het</strong> <strong>landschap</strong> | 65


3.4 Wegdorpen<strong>landschap</strong> (klei)<br />

Het wegdorpen<strong>landschap</strong> op zeeklei is een grootschalig open <strong>landschap</strong> met reeksen<br />

van boerderijen. Deze reeksen liggen vaak op <strong>in</strong>versieruggen, ook komen huiswierden<br />

voor. In delen van <strong>het</strong> gebied is sprake van opstrekkendeverkavel<strong>in</strong>g zoals <strong>in</strong> de<br />

Woldstreek, dat vroeger een veenmoeras was. Kaarsrechte ontg<strong>in</strong>n<strong>in</strong>gslijnen snijden<br />

hier door <strong>het</strong> agrarische productie<strong>landschap</strong>. Beplant<strong>in</strong>g is gekoppeld aan de dorpen<br />

en aan de <strong>in</strong>dividuele agrarische erven. Ze liggen als groene eilanden <strong>in</strong> de verder<br />

open ruimte.<br />

Plaats<strong>in</strong>g van een vergist<strong>in</strong>gs<strong>in</strong>stallatie <strong>in</strong> dit <strong>landschap</strong> is denkbaar als een van de<br />

ruimtelijke elementen <strong>in</strong> de boerderijreeksen. Aandacht voor voldoende afstand tussen<br />

de verschillende elementen is noodzakelijk om te voorkomen dat karakteristieke<br />

verre doorzichten dichtgroeien. Ook de afwissel<strong>in</strong>g tussen open en dichtere delen <strong>in</strong><br />

de l<strong>in</strong>ten is een aandachtspunt. Conclusie: kansen voor realisatie<br />

<strong>Biomassavergist<strong>in</strong>gs<strong>in</strong>stallaties</strong> <strong>in</strong> <strong>het</strong> <strong>landschap</strong> | 67


Wegdorpen<strong>landschap</strong> (klei)<br />

68<br />

• erfbeplant<strong>in</strong>g<br />

• duisternis en stilte<br />

• grootschalige openheid<br />

• bebouw<strong>in</strong>gsl<strong>in</strong>ten en wegdorpen


Ontwerpoefen<strong>in</strong>g plaats<strong>in</strong>gsstrategie:<br />

De vergist<strong>in</strong>gs<strong>in</strong>stallatie is net als de boerderijen aan een van de lange l<strong>in</strong>ten geplaatst,<br />

nabij de oprit van de Eemshavenweg wel volgens de criteria die ook gelden<br />

bij schaalvergrot<strong>in</strong>g voor boerderijerven (niet tegen de weg of andere elementenaan’geplekt’).<br />

Inricht<strong>in</strong>gselelementen bestaan uit een bosstrook, een grasvlak en haag<br />

aan de voorzijde.<br />

<strong>Biomassavergist<strong>in</strong>gs<strong>in</strong>stallaties</strong> <strong>in</strong> <strong>het</strong> <strong>landschap</strong> | 69


3.5 Wegdorpen<strong>landschap</strong> (veen/houts<strong>in</strong>gels)<br />

Het zuidelijk westerkwartier heeft grotendeels een wegdorpen <strong>landschap</strong>. Besloten<br />

parallelle zandruggen (gasten) met een dicht netwerk van houts<strong>in</strong>gels worden afgewisseld<br />

door open laagten. Het wonen en de bedrijvigheid concentreert zich op de gasten<br />

en <strong>in</strong> de bebouw<strong>in</strong>gsl<strong>in</strong>ten. Veel wegen worden geaccentueerd door laanbeplant<strong>in</strong>g. In<br />

de lagere natte delen tussen de gasten bev<strong>in</strong>den zich gebieden met kwetsbare natuurwaarden<br />

die onderdeel uitmaken van de ecologische hoofdstructuur. Er is sprake van<br />

smalle opstrekkende verkavel<strong>in</strong>g, er komen enkele borgen met landgoedbossen voor.<br />

Plaats<strong>in</strong>g van een vergist<strong>in</strong>gs<strong>in</strong>stallatie <strong>in</strong> dit <strong>landschap</strong>stype is geen gemakkelijke opgave.<br />

Door de beslotenheid van <strong>het</strong> <strong>landschap</strong> is de opnamecapaciteit <strong>in</strong> pr<strong>in</strong>cipe groot,<br />

alleen door de kle<strong>in</strong>schaligheid van <strong>het</strong> <strong>landschap</strong> (zowel kavelstructuur als korrelgrootte<br />

erven/bebouw<strong>in</strong>g) blijkt een groot element als een vergister moeilijk te passen.<br />

Vanuit <strong>het</strong> orden<strong>in</strong>gspr<strong>in</strong>cipe van <strong>het</strong> <strong>landschap</strong> is vestig<strong>in</strong>g aan een van de l<strong>in</strong>ten een<br />

mogelijkheid. De layout zal zich dan aan moeten passen aan de kavelmaat. Inpass<strong>in</strong>g<br />

geschiedt door toevoeg<strong>in</strong>g van s<strong>in</strong>gelbeplant<strong>in</strong>g die <strong>in</strong> de loop der tijd als kavelgrens<br />

verdwenen is. Door dit ook buiten de eigenlijk kavel te doen wordt een bijdrage geleverd<br />

aan de <strong>landschap</strong>sstructuur. De maat van de ontsluit<strong>in</strong>gswegen is een belangrijke<br />

beperkende factor, ze zijn vrij smal en er is veel bewon<strong>in</strong>g aan gekoppeld.<br />

Conclusie: we<strong>in</strong>ig kansrijk<br />

<strong>Biomassavergist<strong>in</strong>gs<strong>in</strong>stallaties</strong> <strong>in</strong> <strong>het</strong> <strong>landschap</strong> | 71


Wegdorpen<strong>landschap</strong> (veen/houts<strong>in</strong>gels)<br />

72<br />

• beslotenheid afgewisseld met grootschalige openheid<br />

• bebouw<strong>in</strong>gsl<strong>in</strong>ten<br />

• houts<strong>in</strong>gelstructuur<br />

• duisternis en stilte<br />

• beplante wegen<br />

• karakteristieke waterlopen


Ontwerpoefen<strong>in</strong>g plaats<strong>in</strong>gsstrategie:<br />

De vergist<strong>in</strong>gs<strong>in</strong>stallatie is geplaatst b<strong>in</strong>nen een van de <strong>landschap</strong>skamers. Inricht<strong>in</strong>gselelementen<br />

bestaan uit s<strong>in</strong>gelbeplant<strong>in</strong>g en een grasvlak en haag aan de voorzijde. Ook<br />

buiten de kavel worden <strong>in</strong>vester<strong>in</strong>gen gedaan om s<strong>in</strong>gelbeplant<strong>in</strong>g te herstellen.<br />

Ontsluit<strong>in</strong>g via de kern van <strong>het</strong> dorp is hier <strong>het</strong> probleem.<br />

<strong>Biomassavergist<strong>in</strong>gs<strong>in</strong>stallaties</strong> <strong>in</strong> <strong>het</strong> <strong>landschap</strong> | 73


3.6 Wegdorpen<strong>landschap</strong> (overgangen klei, veen, zand)<br />

De wegdorpen liggen als lange groene l<strong>in</strong>ten <strong>in</strong> <strong>het</strong> verder relatief open en grootschalig<br />

<strong>landschap</strong> op flauwe zandruggen op de overgangen tussen klei, veen en zand. Kenmerkend<br />

voor de bebouw<strong>in</strong>gsstructuur van de wegdorpen is de grote variatie <strong>in</strong> maten en<br />

ruimtevormen langs de langgerekte hoofdwegen. De dorpen gaan vaak ongemerkt <strong>in</strong><br />

elkaar over. Dichte bebouw<strong>in</strong>g direct aan de weg en grote groene voorerven wisselen<br />

elkaar af. Aan de kleizijde van <strong>het</strong> l<strong>in</strong>t ontbreekt vaak de bebouw<strong>in</strong>g achter <strong>het</strong> l<strong>in</strong>t,<br />

terwijl aan de zand- en veenzijde kle<strong>in</strong>schalige verspreid liggende bebouw<strong>in</strong>g voor komt.<br />

In dit deelgebied komen ook relatief veel plassen en bosgebieden voor. De hoofdwegen<br />

kennen vaak een zware laanbeplant<strong>in</strong>g.<br />

Als plaats<strong>in</strong>gsmogelijkheid voor vergisters kun je hier denken aan een plek <strong>in</strong> een van<br />

de l<strong>in</strong>ten. Daarmee blijft <strong>het</strong> contrast tussen de grootschalige openheid en de dichtbebouwde<br />

l<strong>in</strong>ten <strong>in</strong> stand. Voor veel l<strong>in</strong>ten zal dit geen optie zijn, veel erven <strong>in</strong> de l<strong>in</strong>ten<br />

verliezen hun agrarische functie omdat <strong>in</strong> de l<strong>in</strong>ten zeer beperkte mogelijkheden voor<br />

schaalvergrot<strong>in</strong>g is. Ook hier is een goede ontsluit<strong>in</strong>g een belangrijke beperkende factor.<br />

Koppel<strong>in</strong>g aan, of verstoppen <strong>in</strong> een van de grote bospercelen (<strong>in</strong> samenhang met gewenste<br />

bosontwikkel<strong>in</strong>g) zou ook een optie kunnen zijn. Conclusie: kansen voor realisatie<br />

<strong>Biomassavergist<strong>in</strong>gs<strong>in</strong>stallaties</strong> <strong>in</strong> <strong>het</strong> <strong>landschap</strong> | 75


Wegdorpen<strong>landschap</strong><br />

(overgangen klei, veen, zand)<br />

76<br />

• duisternis en stilte<br />

• groene dorpsl<strong>in</strong>ten<br />

• grootschalige openheid<br />

• boscomplexen<br />

• bebouw<strong>in</strong>gsl<strong>in</strong>ten met monumentale panden


Ontwerpoefen<strong>in</strong>g plaats<strong>in</strong>gsstrategie:<br />

De vergist<strong>in</strong>gs<strong>in</strong>stallatie is aan een wat dunner bebouwd l<strong>in</strong>t geplaatst. Inricht<strong>in</strong>gselelementen<br />

bestaan uit een bosstrook, grondwal aan achterzijde, een grasvlak en haag<br />

aan de voorzijde.<br />

<strong>Biomassavergist<strong>in</strong>gs<strong>in</strong>stallaties</strong> <strong>in</strong> <strong>het</strong> <strong>landschap</strong> | 77


3.7 Dijken<strong>landschap</strong> Oldambt<br />

Kenmerkend voor <strong>het</strong> dijken<strong>landschap</strong> van de Dollardpolders is de zeer grootschalige<br />

openheid. Bebouw<strong>in</strong>g is beperkt tot de we<strong>in</strong>ige dorpjes aan de randen van <strong>het</strong><br />

gebied en enkele grote boerderijen die langs lange onstluit<strong>in</strong>gswegen liggen. Er zijn<br />

enkele restanten van dijken, kreken en kolken, de oorspronkelijke <strong>landschap</strong>sstructuur<br />

is door de ruilverkavel<strong>in</strong>g grotendeels verdwenen. Beplant<strong>in</strong>g is gekoppeld aan<br />

de dorpen of aan de boerderij erven die als bakens <strong>in</strong> de open ruimte liggen.<br />

Als plaats<strong>in</strong>gsstrategie voor vergist<strong>in</strong>gs<strong>in</strong>stallaties ligt plaats<strong>in</strong>g aan een van de ontsluit<strong>in</strong>gswegen<br />

voor de hand. Door de grote maat en schaal van <strong>het</strong> <strong>landschap</strong> is<br />

plaats<strong>in</strong>g van een groot element als een vergist<strong>in</strong>gs<strong>in</strong>stallatie goed mogelijk. Er liggen<br />

al enkele grote boerderijen en een grote grasdrogerij <strong>in</strong> <strong>het</strong> gebied. Aandachtspunt is<br />

voldoende ruimte tussen de verschillende elementen. Wat opvalt is dat de ontsluit<strong>in</strong>g<br />

van <strong>het</strong> gebied via de bewon<strong>in</strong>gskernen loopt. Gezien de vele transporten samenhangend<br />

met een vergist<strong>in</strong>gs<strong>in</strong>stallatie is dat ongunstig. Conclusie: we<strong>in</strong>ig kansrijk<br />

<strong>Biomassavergist<strong>in</strong>gs<strong>in</strong>stallaties</strong> <strong>in</strong> <strong>het</strong> <strong>landschap</strong> | 79


Dijken<strong>landschap</strong> Oldambt<br />

80<br />

• duisternis en stilte<br />

• grootschalige openheid<br />

• oude en voormalige dijken<br />

• erfbeplant<strong>in</strong>g


Ontwerpoefen<strong>in</strong>g plaats<strong>in</strong>gsstrategie:<br />

De vergist<strong>in</strong>gs<strong>in</strong>stallatie ligt aan een van de l<strong>in</strong>ten met boerderijen. Inricht<strong>in</strong>gselelementen<br />

bestaan uit een bosstrook en een grasvlak en haag aan de voorzijde.<br />

<strong>Biomassavergist<strong>in</strong>gs<strong>in</strong>stallaties</strong> <strong>in</strong> <strong>het</strong> <strong>landschap</strong> | 81


3.8 Veenkoloniaal <strong>landschap</strong><br />

Het relatief jonge veenkoloniaal <strong>landschap</strong> is ontstaan na de commerciële verven<strong>in</strong>g<br />

van een metersdik veenpaket. De ontg<strong>in</strong>n<strong>in</strong>gsstructuur bestaat uit kanalen en wijken,<br />

waarlangs l<strong>in</strong>tbebouw<strong>in</strong>g is ontstaan. Kenmerkend is de langgerektheid van de bebouw<strong>in</strong>gsl<strong>in</strong>ten<br />

en de grootschalige openheid tussen de l<strong>in</strong>ten. De planmatige en mathematische<br />

hoofdopzet vormt een strak ordenend kader waarb<strong>in</strong>nen op kle<strong>in</strong>e schaal<br />

veel variatie mogelijk is. Bij hoge bebouw<strong>in</strong>gsdichtheden maken de l<strong>in</strong>ten een gesloten<br />

<strong>in</strong>druk, terwijl op andere plaatsen (uite<strong>in</strong>den van de l<strong>in</strong>ten) doorzichten naar <strong>het</strong> open<br />

land mogelijk zijn. Opgaande beplant<strong>in</strong>g is vooral gekoppeld aan de l<strong>in</strong>ten.<br />

Bij de plaats<strong>in</strong>g van een vergist<strong>in</strong>gs<strong>in</strong>stallatie moet ook hier aansluit<strong>in</strong>g gezocht worden<br />

bij de ordenende pr<strong>in</strong>cipes van <strong>het</strong> <strong>landschap</strong>. Een plaats <strong>in</strong> een van de l<strong>in</strong>ten ligt dan<br />

voor de hand, al zal dat op de dichtbebouwde delen niet mogelijk zijn. Door de grootschaligheid<br />

van <strong>het</strong> <strong>landschap</strong> is een groot element op zich goed <strong>in</strong> te passen. In <strong>het</strong><br />

voorbeeld is de vergist<strong>in</strong>gs<strong>in</strong>stallatie gekoppeld aan <strong>het</strong> uite<strong>in</strong>de van één van de l<strong>in</strong>ten<br />

<strong>in</strong> de nabijheid van de N385. Koppel<strong>in</strong>g aan nieuwe <strong>in</strong>frastructuur, volledig los van de<br />

ordenende pr<strong>in</strong>cipes van <strong>het</strong> <strong>landschap</strong> (zoals <strong>het</strong> geval bij de bestaande vergister aan<br />

de N385, direct naast de rontonde) doet juist afbreuk aan de samenhang en leesbaarheid.<br />

Conclusie: kansen voor realisatie<br />

<strong>Biomassavergist<strong>in</strong>gs<strong>in</strong>stallaties</strong> <strong>in</strong> <strong>het</strong> <strong>landschap</strong> | 83


Veenkoloniaal <strong>landschap</strong><br />

84<br />

• grootschalige openheid<br />

• karakteristieke waterlopen<br />

• beplante bebouw<strong>in</strong>gsl<strong>in</strong>ten<br />

• duisternis en stilte<br />

• kanalen en wijkenstructuur<br />

• monumentale boerderij erven


Ontwerpoefen<strong>in</strong>g plaats<strong>in</strong>gsstrategie:<br />

De plaats<strong>in</strong>g van de vergist<strong>in</strong>gs<strong>in</strong>stallatie sluit aan op de ontg<strong>in</strong>n<strong>in</strong>gsstructuur. De kavel<br />

ligt aan <strong>het</strong> uite<strong>in</strong>de van een van de l<strong>in</strong>ten. Inricht<strong>in</strong>gselelementen bestaan uit een<br />

bosstrook, een grasvlak en haag aan de voorzijde.<br />

<strong>Biomassavergist<strong>in</strong>gs<strong>in</strong>stallaties</strong> <strong>in</strong> <strong>het</strong> <strong>landschap</strong> | 85


3.9 Esdorpen<strong>landschap</strong><br />

De hoofdstructuur van <strong>het</strong> esdorpen<strong>landschap</strong> wordt gevormd door <strong>het</strong> sl<strong>in</strong>gerend<br />

beekdal van de Westerwoldse Aa met daarlangs gelegen essen, esdorpen en esgehuchten.<br />

Het is een oud, kle<strong>in</strong>schalig en besloten <strong>landschap</strong>. Op de hoger gelegen esgronden<br />

heeft de meanderende Westerwoldse Aa een beekdal uitgesleten en rivierdu<strong>in</strong>en<br />

afgezet waarop de oude bouwlanden liggen. In <strong>het</strong> beekdal komt veel beplant<strong>in</strong>g voor<br />

langs de beek en ook de flanken van <strong>het</strong> beekdal worden gemarkeerd door laanbeplant<strong>in</strong>g<br />

langs wegen en beplante erven. Ook komen er wat bospercelen voor.<br />

Het zoeken van een geschikte plek voor een vergist<strong>in</strong>gs<strong>in</strong>stallatie <strong>in</strong> dit <strong>landschap</strong>stype<br />

is geen gemakkelijke opgave. Grote delen maken onderdeel uit van de EHS en<br />

de essen zijn waardevolle elementen waar geen afbreuk aan gedaan mag worden. Een<br />

plek op de flank van <strong>het</strong> beekdal waarbij de erfbeplant<strong>in</strong>g van een eventuele vergist<strong>in</strong>gs<strong>in</strong>stallatie<br />

bijdraagt aan <strong>het</strong> accentueren van de flanken met beplant<strong>in</strong>g zou een<br />

optie kunnen zijn. Een grootschalige vergist<strong>in</strong>gs<strong>in</strong>stallatie zal echter moeilijk <strong>in</strong>pasbaar<br />

zijn <strong>in</strong> dit kle<strong>in</strong>schalige <strong>landschap</strong>. Ook de smalle wegen en bebouw<strong>in</strong>g langs de wegen<br />

zijn een beperkende factor. Conclusie: we<strong>in</strong>ig kansrijk<br />

<strong>Biomassavergist<strong>in</strong>gs<strong>in</strong>stallaties</strong> <strong>in</strong> <strong>het</strong> <strong>landschap</strong> | 87


Esdorpen <strong>landschap</strong><br />

88<br />

• beslotenheid<br />

• kle<strong>in</strong>schalig <strong>landschap</strong><br />

• esdorpen en esgehuchten<br />

• (on)verharde wegen met zware wegbeplant<strong>in</strong>g<br />

• houts<strong>in</strong>gels, houtwallen en hagen<br />

• beekdal<br />

• duisternis en stilte


Ontwerpoefen<strong>in</strong>g plaats<strong>in</strong>gsstrategie:<br />

De vergist<strong>in</strong>gs<strong>in</strong>stallatie is gesitueerd op de flank van <strong>het</strong> beekdal. Door toevoeg<strong>in</strong>g<br />

van bos wordt de rand van <strong>het</strong> beekdal geaccentueerd. Inricht<strong>in</strong>gselelement is bos.<br />

<strong>Biomassavergist<strong>in</strong>gs<strong>in</strong>stallaties</strong> <strong>in</strong> <strong>het</strong> <strong>landschap</strong> | 89


3.10 Heideontg<strong>in</strong>n<strong>in</strong>gs<strong>landschap</strong><br />

De jonge heideontg<strong>in</strong>n<strong>in</strong>gen hebben geen basis <strong>in</strong> <strong>het</strong> ontg<strong>in</strong>n<strong>in</strong>gssysteem van kanalen<br />

en wijken, maar zijn door kle<strong>in</strong>e zelfstandige boeren opgepakt vanuit de oude<br />

dorpsl<strong>in</strong>ten. Het is een afwisselend open en besloten <strong>landschap</strong> (relatief grootschalig)<br />

met een simpel stelsel van rechte plattelandswegen dat deels samenvalt met oude<br />

verb<strong>in</strong>d<strong>in</strong>gen door <strong>het</strong> veen. Het zijn dunbebouwde l<strong>in</strong>ten met voornamelijk boerderijen.<br />

Beplant<strong>in</strong>g is gekoppeld aan de erven, maar ook veel wegen hebben laanbeplant<strong>in</strong>g<br />

en er komen plaatselijk wat heideveldrestanten en bospercelen voor.<br />

Als plaats<strong>in</strong>gsstrategie kan ook <strong>in</strong> dit <strong>landschap</strong>stype aansluit<strong>in</strong>g gezocht worden bij<br />

de l<strong>in</strong>ten die de oorspronkelijke ontg<strong>in</strong>n<strong>in</strong>gstructuur vormen. Door de schaal van<br />

<strong>het</strong> <strong>landschap</strong> en de verspreid staande boerderijen is op veel plekken nog ruimte te<br />

v<strong>in</strong>den voor een vergist<strong>in</strong>gs<strong>in</strong>stallatie. Maar we<strong>in</strong>ig plekken zullen uite<strong>in</strong>delijk geschikt<br />

zijn voor plaats<strong>in</strong>g omdat de ontsluit<strong>in</strong>g een sterk beperkende factor is. De ontsluit<strong>in</strong>g<br />

zal via smalle plattelandswegen en door de l<strong>in</strong>tdorpen moeten lopen wat geen<br />

wenselijke situatie is. Conclusie: we<strong>in</strong>ig kansrijk<br />

<strong>Biomassavergist<strong>in</strong>gs<strong>in</strong>stallaties</strong> <strong>in</strong> <strong>het</strong> <strong>landschap</strong> | 91


• afwisselend open-besloten <strong>landschap</strong><br />

Heideontg<strong>in</strong>n<strong>in</strong>gs<strong>landschap</strong><br />

92<br />

• dunbebouwde l<strong>in</strong>ten<br />

• heiderestanten en bospercelen<br />

• duisternis en stilte<br />

• verspreid staande boerderijen<br />

• erfbeplant<strong>in</strong>g


Ontwerpoefen<strong>in</strong>g plaats<strong>in</strong>gsstrategie:<br />

De vergist<strong>in</strong>gs<strong>in</strong>stallatie is aan een van de ontg<strong>in</strong>n<strong>in</strong>gsl<strong>in</strong>ten geplaatst. Inricht<strong>in</strong>gselelementen<br />

bestaan uit een bosstrook, grondwal aan achterzijde, een grasvlak en haag<br />

aan de voorzijde.<br />

<strong>Biomassavergist<strong>in</strong>gs<strong>in</strong>stallaties</strong> <strong>in</strong> <strong>het</strong> <strong>landschap</strong> | 93


Kansenkaart vanuit conclusies <strong>landschap</strong>sanalyse<br />

94


H4 Locatieanalyse en kansen<br />

In dit hoofdstuk worden de bev<strong>in</strong>d<strong>in</strong>gen uit de analyse biomassavergist<strong>in</strong>g en analyse<br />

Gron<strong>in</strong>gse <strong>landschap</strong>pen met elkaar gecomb<strong>in</strong>eerd. Doel is te komen tot een aantal<br />

voorkeursgebieden, waar vanuit de locatiefactoren en vanuit <strong>landschap</strong>pelijke randvoorwaarden<br />

kansen liggen voor plaats<strong>in</strong>g van nieuwe grote biomassavergist<strong>in</strong>gs<strong>in</strong>stallaties.<br />

De geproduceerde kansenkaarten bieden een drieledige legenda met ‘kansen’, ‘m<strong>in</strong>der<br />

kansrijk’ en ‘kansloos’. We doen dit om de suggestie te vermijden dat <strong>het</strong> om absolute en<br />

onveranderlijke oordelen gaat. Het veld is daarvoor te zeer <strong>in</strong> beweg<strong>in</strong>g.<br />

4.1 Kansen & beperk<strong>in</strong>gen vanuit beleid en <strong>landschap</strong><br />

Om te komen tot een kansenkaart vanuit de <strong>in</strong>valshoek beleid en <strong>landschap</strong> zijn allereerst<br />

de conclusies uit de <strong>landschap</strong>sanalyse op één kaartbeeld gezet. Daarnaast is<br />

<strong>in</strong> kaart gebracht welke beperk<strong>in</strong>gen er liggen vanuit <strong>het</strong> vigerend beleid. Soms zijn die<br />

keihard (bijvoorbeeld wettelijk beschermde stads- en dorpsgezichten) maar soms ook afhankelijk<br />

van de appreciatie en vertal<strong>in</strong>g van beleids<strong>in</strong>tenties (bijvoorbeeld aanwijz<strong>in</strong>g Nationaal<br />

<strong>landschap</strong>). Hieronder zal per legenda-eenheid toegelicht worden hoe en waarom<br />

deze beperk<strong>in</strong>gen opleveren voor de plaats<strong>in</strong>g van biomassavergist<strong>in</strong>gs<strong>in</strong>stallaties.<br />

Natuur: Hiertoe behoren naast de EHS ook de ‘natuurontwikkel<strong>in</strong>gsgebieden’, ‘beheersgebieden’<br />

en ‘natuur buiten EHS’. Alhoewel de biomassa die vrijkomt uit beheer van natuurgebieden<br />

gebruikt zou kunnen worden als <strong>in</strong>put voor een biomassavergister ligt <strong>het</strong> niet<br />

<strong>in</strong> de rede een vergist<strong>in</strong>gs<strong>in</strong>stallatie te plaatsen ín natuurgebieden. Alleen al vanuit de hoeveelheid<br />

vervoersbeweg<strong>in</strong>gen zal <strong>het</strong> verkrijgen van een vegunn<strong>in</strong>g zeer moeizaam zijn.<br />

<strong>Biomassavergist<strong>in</strong>gs<strong>in</strong>stallaties</strong> <strong>in</strong> <strong>het</strong> <strong>landschap</strong> | 95


Beperk<strong>in</strong>gen vanuit beleid<br />

96


Nationaal <strong>landschap</strong>: B<strong>in</strong>nen de prov<strong>in</strong>cie liggen twee gebieden die aangewezen zijn als<br />

nationaal <strong>landschap</strong>. Dat zijn Middag-Humsterland en Drentsche Aa (gedeeltelijk b<strong>in</strong>nen<br />

prov<strong>in</strong>cie gelegen). Hoewel <strong>het</strong> beleid ruimtelijke ontwikkel<strong>in</strong>gen <strong>in</strong> deze gebieden<br />

met nadruk niet uitsluit, is <strong>het</strong> vanuit kernwaarden van deze gebieden niet echt logisch<br />

om de bouw van een groot element dat niet past bij de kle<strong>in</strong>schaligheid van <strong>het</strong> <strong>landschap</strong><br />

toe te staan.<br />

Waardevol cultuur<strong>landschap</strong>: Vanuit de schaalvergrot<strong>in</strong>g <strong>in</strong> de landbouw is beleid opgesteld<br />

voor de bouwblokken van agrarische bedrijven. Voor enkele cultuurhistorisch<br />

zeer waardevolle gebieden is aangegeven dat <strong>het</strong> bouwblok (ruimtelijke eenheid waarb<strong>in</strong>nen<br />

de bebouw<strong>in</strong>g behorend tot de agrarische functie staat) niet groter mag zijn<br />

dan 1 hectare. Voor een groter bouwblok zijn de mogelijkheden zeer beperkt, daarom<br />

zijn deze gebieden <strong>in</strong> dit kaartbeeld als beperk<strong>in</strong>g opgenomen.<br />

Beschermd stads- en dorpsgezicht: Beschermde stads- en dorpsgezichten zijn tamelijk<br />

restrictief als <strong>het</strong> gaat om bouwactiviteiten, laat staan de bouw van een groot element<br />

met veel impact als een vergist<strong>in</strong>gs<strong>in</strong>stallatie.<br />

Bescherm<strong>in</strong>gszone wierden: Rondom de cultuurhistorisch zeer waardevolle wierden is<br />

een bescherm<strong>in</strong>gszone <strong>in</strong>gesteld. Bebouw<strong>in</strong>g of beplant<strong>in</strong>g mag geen afbreuk doen de<br />

karakteristiek van de wierden, plaats<strong>in</strong>g van vergist<strong>in</strong>gs<strong>in</strong>stallaties b<strong>in</strong>nen de <strong>in</strong>vloedsfeer<br />

van wierden en wierddorpen is daarom ondenkbaar.<br />

Water: Alhoewel <strong>het</strong> een <strong>in</strong>novatieve sector betreft zijn er geen voorbeelden of <strong>in</strong>itiatieven<br />

voor biomasavergist<strong>in</strong>gs<strong>in</strong>stallaties op <strong>het</strong> water. Vanuit logica zijn de grote<br />

watervlakken daarom uitgesloten en als ‘kansloos’ opgenomen <strong>in</strong> <strong>het</strong> kaartbeeld.<br />

<strong>Biomassavergist<strong>in</strong>gs<strong>in</strong>stallaties</strong> <strong>in</strong> <strong>het</strong> <strong>landschap</strong> | 97


Kansenkaart vanuit beleid en <strong>landschap</strong><br />

98


Kernen dorpen / steden: B<strong>in</strong>nen de kernen zal een biomassavergist<strong>in</strong>gs<strong>in</strong>stallatie qua maat<br />

en schaal vaak niet passen en teveel overlast veroorzaken (h<strong>in</strong>dercirkel van 100 meter<br />

en vele transportbeweg<strong>in</strong>gen). De bedrijventerre<strong>in</strong>en en <strong>in</strong>dustrieterre<strong>in</strong>en zijn nadrukkelijk<br />

buiten dit kaartbeeld gehouden, hier is vestig<strong>in</strong>g van een vergist<strong>in</strong>gs<strong>in</strong>stallatie namelijk<br />

<strong>in</strong> pr<strong>in</strong>cipe wel mogelijk.<br />

Tezamen leveren deze legenda eenheden de ‘kansloze’ gebieden op voor de kansenkaart<br />

beleid en <strong>landschap</strong>. Voor de categorieën ‘kansen en ‘m<strong>in</strong>der kansrijk’ is een basis<br />

gelegd <strong>in</strong> de analyse van <strong>het</strong> <strong>landschap</strong>. Er zijn een aantal deelgebieden waar vanuit de<br />

karakteristiek en schaalgrootte van <strong>het</strong> <strong>landschap</strong> de conclusie getrokken kan worden<br />

dat er kansen liggen voor plaats<strong>in</strong>g van (grote) vergist<strong>in</strong>gs<strong>in</strong>stallaties (zie groene gebieden).<br />

Voor de overige deelgebieden is er sterke twijfel of <strong>het</strong> wenselijk is daar een vergist<strong>in</strong>gs<strong>in</strong>stallatie<br />

te plaatsen. Dat kan te maken hebben met de kle<strong>in</strong>schaligheid van <strong>het</strong><br />

<strong>landschap</strong>stype (wegdorpen<strong>landschap</strong> op veen, esdorpen<strong>landschap</strong>). Ook de gevoeligheid<br />

of kwetsbaarheid is een <strong>in</strong>gang, zelfs al is <strong>het</strong> <strong>landschap</strong>stype ruimtelijk vrij grootschalig<br />

(wierden<strong>landschap</strong>). Het niet goed kunnen ontsluiten (aandijk<strong>in</strong>gen en <strong>in</strong>polder<strong>in</strong>gen,<br />

heideontg<strong>in</strong>n<strong>in</strong>gs<strong>landschap</strong>) kan ook een belangrijke beperk<strong>in</strong>g zijn.<br />

Gezien de globaliteit van de <strong>in</strong>del<strong>in</strong>g is <strong>het</strong> ondanks de aanduid<strong>in</strong>g ‘m<strong>in</strong>der kansrijk’ soms<br />

toch mogelijk dat er plekken zijn waar een grote vergist<strong>in</strong>gs<strong>in</strong>stallatie wel goed <strong>in</strong> te passen<br />

is. Andersom zullen er <strong>in</strong> gebieden <strong>in</strong> de categrorie ‘kansen’ ook genoeg plekken zijn<br />

waar <strong>het</strong> niet gewenst of zelfs onmogelijk is. Met deze kaart zijn we er dus nog niet, per<br />

locatie zal nauwkeurig onderzocht moeten worden hoe en onder welke voorwaarden<br />

vestig<strong>in</strong>g van een vergist<strong>in</strong>gs<strong>in</strong>stallatie mogelijk is. Iedere aanvraag zal dus toch afzonderlijk<br />

behandeld moeten worden. Dat kan via een zogenaamde maatwerkbenader<strong>in</strong>g die<br />

ook voor uitbreid<strong>in</strong>g van agrarische erven is opgesteld. Deze zal echter aangepast moeten<br />

worden aan enkele specifieke eigenschappen van grote vergist<strong>in</strong>gs<strong>in</strong>stallaties, zoals<br />

<strong>het</strong> grote aantal vervoersbeweg<strong>in</strong>gen. In 5.1 zal hier verder op worden <strong>in</strong>gegaan.<br />

<strong>Biomassavergist<strong>in</strong>gs<strong>in</strong>stallaties</strong> <strong>in</strong> <strong>het</strong> <strong>landschap</strong> | 99


Voorbeeld van een vergist<strong>in</strong>gs<strong>in</strong>stallatie<br />

100


4.2 kansen vanuit locatiefactoren<br />

Vanuit de analyse biomassavergist<strong>in</strong>g zijn een aantal belangrijke locatiefactoren naar voren<br />

gekomen. In de eerste plaats is dat de <strong>in</strong>tensiteit van <strong>het</strong> transport gekoppeld aan<br />

een vergister (aanvoer mest en co-fermentaat, afvoer digestaat). Het wegennet waardoor<br />

de vergist<strong>in</strong>gs<strong>in</strong>stallatie ontsloten is, moet - qua maatvoer<strong>in</strong>g en verkeers<strong>in</strong>tensiteit<br />

- toereikend zijn voor transporten met grote vrachtwagens en tankwagens, waarbij<br />

ook de omliggende bewon<strong>in</strong>g (dorpen) ontzien wordt. Deze factor weegt zeer zwaar<br />

mee, daarom is <strong>in</strong> deze studie gekozen alleen de echt grote hoofdwegen mee te nemen<br />

die relatief ‘vrij’ liggen <strong>in</strong> <strong>het</strong> <strong>landschap</strong>. Dat zijn de A7, A28, N33 en de N46 (Eemshavenweg).<br />

De nabijheid van een op- en afrit is bepalend voor een goede ontsluit<strong>in</strong>g, er is<br />

een zone van 2 km vanaf de aansluit<strong>in</strong>g op deze hoofdwegen aangehouden.<br />

Een andere belangrijke locatiefactor is de mogelijkheid de geproduceerde duurzame<br />

energie af te zetten. Dat kan via <strong>in</strong>jectie <strong>in</strong> <strong>het</strong> gasnet na opwaarder<strong>in</strong>g van biogas naar<br />

groengas. Op dit moment is door technische beperk<strong>in</strong>gen alleen <strong>het</strong> 40bar regionale<br />

gasnet <strong>in</strong>teressant voor lever<strong>in</strong>g van grote hoeveelheden groengas. Buiten een afstand<br />

van 3 km vanaf dit gasnet neemt de kansrijkheid af door hoge kosten voor aanleg van<br />

benodigde (hoge druk)gasleid<strong>in</strong>gen. Een ander keuze is elektriciteitsopwekk<strong>in</strong>g met<br />

warmtebenutt<strong>in</strong>g of alleen warmteproductie. Hiervoor is <strong>het</strong> vanuit de bedrijfseconomische<br />

kant essentieel afzet van warmte te v<strong>in</strong>den. Ook de beschikbaarheid van lokale<br />

biomassa kan een belangrijke locatiefactor zijn.<br />

Door de locatiefactoren te comb<strong>in</strong>eren komen er een aantal kansrijke gebieden naar<br />

voren. In de hiernavolgende kaartenreeks is dat gedaan voor de comb<strong>in</strong>aties van transport<br />

met gasafzet/warmte/beschikbaarheid lokale biomassa.<br />

<strong>Biomassavergist<strong>in</strong>gs<strong>in</strong>stallaties</strong> <strong>in</strong> <strong>het</strong> <strong>landschap</strong> | 101


Gecomb<strong>in</strong>eerde locatiefactoren transport en gasafzet<br />

102


Kansenkaart vanuit locatiefactoren transport en gasafzet<br />

<strong>Biomassavergist<strong>in</strong>gs<strong>in</strong>stallaties</strong> <strong>in</strong> <strong>het</strong> <strong>landschap</strong> | 103


Gecomb<strong>in</strong>eerde locatiefactoren transport en beschikbaarheid locale biomassa<br />

104


Kansenkaart vanuit locatiefactoren transport en lokale biomassa<br />

<strong>Biomassavergist<strong>in</strong>gs<strong>in</strong>stallaties</strong> <strong>in</strong> <strong>het</strong> <strong>landschap</strong> | 105


Gecomb<strong>in</strong>eerde locatiefactoren transport en afzet van warmte<br />

106<br />

106


Kansenkaart vanuit locatiefactoren transport en afzet van warmte<br />

<strong>Biomassavergist<strong>in</strong>gs<strong>in</strong>stallaties</strong> <strong>in</strong> <strong>het</strong> <strong>landschap</strong> | 107<br />

<strong>Biomassavergist<strong>in</strong>gs<strong>in</strong>stallaties</strong> <strong>in</strong> <strong>het</strong> <strong>landschap</strong> | 107


Gecomb<strong>in</strong>eerde kansenkaart: meest kansrijke gebieden<br />

108


4.3 gecomb<strong>in</strong>eerde kansenkaart<br />

De drie kansenkaarten vanuit locatiefactoren en de kansenkaart vanuit beleid en<br />

<strong>landschap</strong> zijn hiernaast samengevoegd tot een ‘gecomb<strong>in</strong>eerde kansenkaart’. Het is<br />

daarbij belangrijk te constateren dat de kansrijke gebieden die oplichten <strong>in</strong> sterke<br />

mate afhankelijk zijn van welke keuze gemaakt wordt ten aanzien van de randvoorwaarden.<br />

Als bijvoorbeeld naast de echt grote hoofdwegen <strong>het</strong> hele prov<strong>in</strong>ciale<br />

wegennet wordt meegeteld bij de locatiefactor transport, verandert <strong>het</strong> beeld aanzienlijk.<br />

Daarnaast liggen er natuurlijk ook kansen buiten deze gebieden, zo is er voor<br />

toelever<strong>in</strong>g van voldoende mest maar aansluit<strong>in</strong>g bij één of twee grote agrarische<br />

bedrijven nodig, of voor afzet van warmte maar één grote warmtevrager.<br />

De keuzes over <strong>het</strong> type vergister, welk type biomassa gebruikt wordt en welke<br />

conversieroute gaat worden benut, zijn zo divers dat er geen algemene uitspraken<br />

over geschikte plekken aan te wijzen zijn voor plaats<strong>in</strong>g van een biomassavergist<strong>in</strong>gs<strong>in</strong>stallatie.<br />

Het lijkt <strong>in</strong> elk geval handig om bij de keuze <strong>in</strong> beleidsstrategieën reken<strong>in</strong>g<br />

te houden met aansluit<strong>in</strong>g op de meest kansrijke gebieden van de gecomb<strong>in</strong>eerde<br />

kansenkaart.<br />

<strong>Biomassavergist<strong>in</strong>gs<strong>in</strong>stallaties</strong> <strong>in</strong> <strong>het</strong> <strong>landschap</strong> | 109


Voorbeeld van een biomassavergist<strong>in</strong>gs<strong>in</strong>stallatie<br />

naast glastu<strong>in</strong>bouw (Canada)<br />

110


H5 Beleidsstrategieën<br />

Uit de resultaten van de lokatieanalyse kan geconcludeerd worden dat er weliswaar<br />

kansrijke gebieden zijn aan te wijzen, maar dat <strong>het</strong> niet uit te sluiten is dat er ook andere<br />

goede vestig<strong>in</strong>gslocaties voor vergist<strong>in</strong>gs<strong>in</strong>stallaties te v<strong>in</strong>den zijn. Het is daarom<br />

van belang om niet alleen <strong>in</strong> te zetten op een beperkt aantal kansrijke locaties maar<br />

ook de mogelijkheid open te houden dat vestig<strong>in</strong>g elders mogelijk is, dit om mogelijk<br />

van belang zijnde <strong>in</strong>itiatieven niet op voorhand uit te sluiten. Daarvoor moet dan wel<br />

bekeken worden of <strong>het</strong> daar ook daadwerkelijk past en onder welke voorwaarden.<br />

Daar<strong>in</strong> speelt <strong>in</strong> elk geval de toelat<strong>in</strong>gsplanologie een centrale rol . De prov<strong>in</strong>cie<br />

heeft immers een toetsende en begeleidende rol <strong>in</strong> <strong>het</strong> aanvraagproces van vergunn<strong>in</strong>gen.<br />

We hebben <strong>het</strong> dan over de categorie 3 vergisters. Categorie 1 en 2 kunnen<br />

bijna altijd op een agrarisch erf gesitueerd worden. De vierde categorie is zo groot<br />

dat deze niet meer probleemloos <strong>in</strong> te passen is. Deze zullen een vestig<strong>in</strong>gslocatie op<br />

<strong>in</strong>dustrieterre<strong>in</strong>, kassengebied of rioolwaterzuiver<strong>in</strong>gs<strong>in</strong>stallatie moeten v<strong>in</strong>den.<br />

Om echt de energie- en milieuambities van de Prov<strong>in</strong>cie waar te kunnen maken zullen<br />

er naast deze reactieve toelat<strong>in</strong>gsplanologie, die wacht op aanvragen uit de markt,<br />

meer pro-actieve beleidsstrategieën <strong>in</strong>gezet moeten worden. De prov<strong>in</strong>cie heeft dan<br />

een <strong>in</strong>itiërende of coörd<strong>in</strong>erende rol om projecten en <strong>in</strong>itiatieven van de grond te<br />

krijgen. Er zal een goede afweg<strong>in</strong>g gemaakt moeten worden welke beleidsstrategie of<br />

comb<strong>in</strong>aties van strategieën er <strong>in</strong>gezet worden om de duurzaamheiddoelstell<strong>in</strong>gen te<br />

behalen en koploper te worden als <strong>het</strong> gaat om duurzame energieopwekk<strong>in</strong>g. Hieronder<br />

wordt een voorzet gedaan voor de <strong>in</strong>vull<strong>in</strong>g van de verschillende typen strategieën.<br />

<strong>Biomassavergist<strong>in</strong>gs<strong>in</strong>stallaties</strong> <strong>in</strong> <strong>het</strong> <strong>landschap</strong> | 111


Voorbeeld van een biomassavergist<strong>in</strong>gs<strong>in</strong>stallatie (Gasselternijveenschemond)<br />

112


5.1 Toelat<strong>in</strong>gsplanologie<br />

Een biomassavergist<strong>in</strong>gs<strong>in</strong>stallatie is een vergunn<strong>in</strong>gsplichtig bouwwerk <strong>in</strong>gevolge de<br />

Won<strong>in</strong>gwet, deze vergunn<strong>in</strong>g maakt deel uit van de omgev<strong>in</strong>gsvergunn<strong>in</strong>g. Voor <strong>het</strong><br />

afgeven van een vergunn<strong>in</strong>g moet <strong>het</strong> bouwwerk passen <strong>in</strong> <strong>het</strong> bestemm<strong>in</strong>gsplan, is<br />

dat niet <strong>het</strong> geval dan zal <strong>het</strong> bestemm<strong>in</strong>gsplan gewijzigd moeten worden. Om dit<br />

proces <strong>in</strong> goede banen te leiden is <strong>het</strong> aan te raden een maatwerkbenader<strong>in</strong>g zoals<br />

bij de schaalvergrot<strong>in</strong>g van agrarische bouwblokken te hanteren. Daarbij wordt onder<br />

andere <strong>in</strong> ‘keukentafelgesprekken’ gekeken hoe de plannen op een goede manier<br />

<strong>in</strong>gepast kunnen worden. Gezien <strong>het</strong> beperkte aantal te verwachte aanvragen en de<br />

grote impact die vergist<strong>in</strong>gs<strong>in</strong>stallaties kunnen hebben op hun omgev<strong>in</strong>g is <strong>het</strong> wenselijk<br />

de begeleid<strong>in</strong>g en toets<strong>in</strong>g onder verantwoordelijkheid van de prov<strong>in</strong>cie te<br />

laten vallen en deze niet over te laten aan <strong>in</strong>dividuele gemeenten.<br />

De gecomb<strong>in</strong>eerde kansenkaart vormt een goede basis voor de maatwerkbenader<strong>in</strong>g.<br />

Deze kaart geeft aan waar gedacht kan worden aan plaats<strong>in</strong>g van een vergist<strong>in</strong>gs<strong>in</strong>stallatie,<br />

waar <strong>het</strong> niet mogelijk is, en gebieden waar <strong>het</strong> moeilijk zal zijn en een<br />

verzwaarde bewijslast aangevoerd zal moeten worden. De bestaande maatwerkbenader<strong>in</strong>g<br />

voor bouwblokken zal - met een extra accent op de specifieke <strong>in</strong>vloed van de<br />

uitsral<strong>in</strong>g en de transportbehoefte van biomassavergisters - ook toegepast kunnen<br />

worden worden op de situatie van de grote biomassavergist<strong>in</strong>gs<strong>in</strong>stallaties.<br />

Op de volgende pag<strong>in</strong>a’s worden enkele afweg<strong>in</strong>gsaspecten toegelicht waaraan <strong>in</strong> elk<br />

geval aandacht besteed moet worden <strong>in</strong> de maatwerkbenader<strong>in</strong>g voor biomassavergist<strong>in</strong>gs<strong>in</strong>stallaties<br />

:<br />

<strong>Biomassavergist<strong>in</strong>gs<strong>in</strong>stallaties</strong> <strong>in</strong> <strong>het</strong> <strong>landschap</strong> | 113


Locaties sluiten aan bij de orden<strong>in</strong>gspr<strong>in</strong>cipes van <strong>het</strong> <strong>landschap</strong>stype<br />

Bij <strong>het</strong> zoeken naar een geschikte locatie voor een biomassavergist<strong>in</strong>gs<strong>in</strong>stallatie<br />

dient reken<strong>in</strong>g gehouden te worden met de kernkwaliteiten van <strong>het</strong> betreffende<br />

<strong>landschap</strong>stype. De historisch gegroeide <strong>landschap</strong>sstructuur moet gerespecteerd,<br />

dan wel versterkt te worden.<br />

Aansluiten bij orden<strong>in</strong>gspr<strong>in</strong>cipes<br />

Een goede <strong>in</strong>frastructurele ontsluit<strong>in</strong>g is gewaarborgd<br />

Gezien de hoeveelheid transporten is een goede ontsluit<strong>in</strong>g voor biomassavergist<strong>in</strong>gs<strong>in</strong>stallaties<br />

een vereiste. Dit is nog van groter belang dan bij de ‘gewone agrarische<br />

schaalvergrot<strong>in</strong>g’, bovendien moet de <strong>in</strong>vloed van die transporten over een<br />

grotere afstand worden bekeken. Locaties zijn niet direct gekoppeld aan de hoofd<strong>in</strong>frastructuur,<br />

maar liggen wel op korte afstand daarvan. Wegen moeten geschikt zijn<br />

voor zware vracht- en tankwagens. Bovendien moet overlast voor omwonenden<br />

zoveel mogelijk voorkomen worden, ontsluit<strong>in</strong>g gaat bijvoorbeeld niet via de kernen.<br />

114


Goede <strong>in</strong>frastructurele ontsluit<strong>in</strong>g<br />

Afstand houden tot (kwetsbare) ruimtelijke elementen<br />

In veel Gron<strong>in</strong>gse <strong>landschap</strong>stypen is <strong>het</strong> belangrijk dat de verschillende elementen<br />

op zichzelf blijven staan en afzonderlijke ruimtelijk entiteiten blijven. Dichtgroeien<br />

van open ruimte en karakteristieke doorzichten moet voorkomen worden. Bovendien<br />

is <strong>het</strong> van belang afstand te houden tot (kwetsbare) elementen zoals dorpsranden,<br />

wierden, kreken, oude dijken en monumentale bebouw<strong>in</strong>g.<br />

<strong>Biomassavergist<strong>in</strong>gs<strong>in</strong>stallaties</strong> <strong>in</strong> <strong>het</strong> <strong>landschap</strong> | 115


Zorgvuldige en evenwichtige orden<strong>in</strong>g, maatvoer<strong>in</strong>g en vormgev<strong>in</strong>g van<br />

gebouwen en <strong>in</strong>stallaties<br />

De functionele <strong>in</strong>richt<strong>in</strong>g van <strong>het</strong> erf van een vergist<strong>in</strong>gs<strong>in</strong>stallatie wordt <strong>in</strong> eerste<br />

plaats <strong>in</strong>gegeven door eisen vanuit de technische of bedrijfsmatige kant. Zo staan de<br />

vergist<strong>in</strong>gsstanks op korte afstand van elkaar en zijn over <strong>het</strong> algemeen twee vergist<strong>in</strong>gstanks<br />

geschakeld met één navergist<strong>in</strong>gstank of digestaatopslag. Toch is er door<br />

een zorgvuldige orden<strong>in</strong>g w<strong>in</strong>st te behalen voor de wijze waarop de vergist<strong>in</strong>gs<strong>in</strong>stallatie<br />

zich naar de omgev<strong>in</strong>g presenteert.<br />

Maken van randen en orden<strong>in</strong>g van de elementen<br />

Door de tanks of silo’s te ordenen aan één zijde van de kavel, ontstaat er een ‘representatieve’<br />

<strong>in</strong>dustriële kant, gedicteerd door de repetitie van de de silo’s. Dit<br />

schept een heldere orden<strong>in</strong>g of hoofdopzet voor <strong>het</strong> erf die tevens ruimte bied voor<br />

116


uitbreid<strong>in</strong>g (rode stippel<strong>in</strong>g <strong>in</strong> afbeeld<strong>in</strong>g). Ook is <strong>het</strong> wenselijk de techniekhal, die<br />

vaak <strong>in</strong> beeld komt als <strong>het</strong> gaat om grotere vergist<strong>in</strong>gs<strong>in</strong>stallaties, naar de voorkant<br />

van <strong>het</strong> erf te halen om deze <strong>het</strong> hoofdgebouw, <strong>het</strong> adres van de <strong>in</strong>stallatie, te laten<br />

zijn. De andere wat rommelige kant van de <strong>in</strong>stallatie (<strong>in</strong>voerbak, opslag <strong>in</strong> sleufsilo’s,<br />

ruimte waar heen en weer gereden wordt) verdwijnt dan achter de geordende grotere<br />

bouwvollumes op <strong>het</strong> erf. De overige randen kunnen dan met <strong>landschap</strong>pelijke<br />

elementen <strong>in</strong>gepast worden.<br />

Qua vormgev<strong>in</strong>g verdienen eenvoudige vormen de voorkeur. Boven en onderkant<br />

van een gebouw of element hebben zoveel mogelijk <strong>het</strong>zelfde materiaal en kleurgebruik<br />

(dak en wanden van de techniekhal, basis en koepeldak van de silo’s) Ook is<br />

<strong>het</strong> wenselijk een helder beleid te voeren waar <strong>het</strong> gaat om kleurgebruik. Nu wordt<br />

er vaak groen gebruikt voor de basis en grijs voor de koepels <strong>in</strong> de (onjuiste) veronderstell<strong>in</strong>g<br />

dat <strong>in</strong> de <strong>in</strong>stallatie daarmee gedeeltelijk opgaat <strong>in</strong> <strong>het</strong> groene <strong>landschap</strong><br />

Voorbeeld van tweekleurige boven- en onderkant Voorbeeld van grijs/rvs: <strong>in</strong>dustriële uitstral<strong>in</strong>g<br />

<strong>Biomassavergist<strong>in</strong>gs<strong>in</strong>stallaties</strong> <strong>in</strong> <strong>het</strong> <strong>landschap</strong> | 117


en gedeeltelijk wegvalt tegen de grijze lucht. We kunnen ons voorstellen dat er grijs<br />

(<strong>in</strong>dustrieële sfeer) gebruikt gaat worden, of er ruimte komt voor meer kleurexperiment<br />

(bijvoorbeeld aardse t<strong>in</strong>ten uit <strong>het</strong> gron<strong>in</strong>gse <strong>landschap</strong>). De <strong>in</strong>stallatie<br />

als geheel moet <strong>in</strong> elk geval eenheid en samenhang vertonen. Is er een Gron<strong>in</strong>gs<br />

kleurengamma te maken?<br />

Voorbeeld van kleurgebruik van een vergist<strong>in</strong>gs<strong>in</strong>stallatie, geïnspireerd op kleurtonen uit <strong>het</strong> Italiaanse <strong>landschap</strong>.<br />

118


De erf<strong>in</strong>richt<strong>in</strong>g is afgestemd op een zorgvuldige <strong>in</strong>pass<strong>in</strong>g <strong>in</strong> <strong>het</strong><br />

<strong>landschap</strong>stype<br />

Naast de orden<strong>in</strong>g en vormgev<strong>in</strong>g van alle elementen die samenhangen met de <strong>in</strong>stallatie<br />

zelf kan ook de erf<strong>in</strong>richt<strong>in</strong>g <strong>in</strong> belangrijke mate bijdragen aan <strong>het</strong> laten landen<br />

van <strong>het</strong> geheel <strong>in</strong> <strong>het</strong> <strong>landschap</strong> en <strong>het</strong> verkijgen van acceptabele aanzichten. Een<br />

‘kale’ <strong>in</strong>stallatie, zonder toevoeg<strong>in</strong>g van <strong>landschap</strong>pelijke elementen is dan ook niet<br />

aan de orde. Met relatief eenvoudige middelen kan een verzorgde <strong>in</strong>pass<strong>in</strong>g verkregen<br />

worden. Afhankelijk van de ruimtelijke situatie of <strong>het</strong> <strong>landschap</strong>stype kunnen<br />

verschillende elementen hiervoor gebruikt worden. In de ontwerpoefen<strong>in</strong>g <strong>in</strong> hoofdstuk<br />

3 is per voorbeeld aangegeven welke elementen gebruikt zijn.<br />

haag<br />

verdiepte ligg<strong>in</strong>g<br />

s<strong>in</strong>gel<br />

dijklichaam<br />

erfbeplant<strong>in</strong>g<br />

grasvlak<br />

bos<br />

boomgroep<br />

<strong>Biomassavergist<strong>in</strong>gs<strong>in</strong>stallaties</strong> <strong>in</strong> <strong>het</strong> <strong>landschap</strong> | 119


Zo kan een haag aan de voorzijde voorkomen dat <strong>het</strong> aanzicht bepaald wordt door<br />

een lelijk hek met prikkeldraad, zorgt een bosstrook of s<strong>in</strong>gel voor ‘rugdekkk<strong>in</strong>g’ en<br />

kan een dijklichaam ‘de rommelkant’ van de <strong>in</strong>stallatie aan <strong>het</strong> zicht onttrekken.<br />

Afstand houden tot openbare weg<br />

120<br />

Toevoeg<strong>in</strong>g van bos of s<strong>in</strong>gelstructuur als ‘rugdekk<strong>in</strong>g’


<strong>Biomassavergist<strong>in</strong>gs<strong>in</strong>stallaties</strong> <strong>in</strong> <strong>het</strong> <strong>landschap</strong> | 121


Toegevoegde waarde door koppel<strong>in</strong>g met leisure<br />

We realiseren ons dat er op verschillende manieren geld verdiend wordt <strong>in</strong> en aan<br />

<strong>het</strong> <strong>landschap</strong>. Het is enerzijds een productie<strong>landschap</strong> en tegelijkertijd een consumenten<strong>landschap</strong><br />

waar geld verdiend wordt aan <strong>het</strong> arcadische <strong>landschap</strong>sbeeld.<br />

Hierbij is de gebiedseconomie tegenover de bedrijfseconomie kunnen komen te<br />

staan. De grote biomassavergist<strong>in</strong>gs<strong>in</strong>stallaties kunnen ongewild bij recreanten en<br />

toeristen <strong>het</strong> beeld opwekken van een beg<strong>in</strong>nende <strong>in</strong>dustrialisatie van <strong>het</strong> platteland.<br />

Ons advies is waar mogelijk - en van <strong>het</strong> beg<strong>in</strong> van hun verschijn<strong>in</strong>g- te trachten koppel<strong>in</strong>gen<br />

tussen de <strong>in</strong>stallaties, recreatieroutes en recreanten te leggen. Maak er een<br />

kle<strong>in</strong>e, betreedbare, attractie van.<br />

122


De vijf à zes meter hoogteverschil leveren al een spectaculair vergezicht op <strong>in</strong> <strong>het</strong><br />

Gron<strong>in</strong>ger <strong>landschap</strong>. Een attractie waar ook voorlicht<strong>in</strong>g kan worden gegeven, waar<br />

<strong>het</strong> verhaal verteld kan worden van deze nieuwe <strong>landschap</strong>selementen voor een<br />

duurzame samenlev<strong>in</strong>g. Het is goed een onderscheid (en scheid<strong>in</strong>g!) te maken tussen<br />

een bedrijfsmatig afgesloten deel en een publiek deel. Houdt de <strong>in</strong>itiatiefnemer voor<br />

dat een dergelijke koppel<strong>in</strong>g zeer tot aanbevel<strong>in</strong>g strekt bij de vergunn<strong>in</strong>gverlen<strong>in</strong>g.<br />

Toegevoegde waarde door lokale koppel<strong>in</strong>g<br />

Als aangetoond kan worden dat de <strong>in</strong>put voor de vergister blijvend kan worden<br />

betrokken van bronnen <strong>in</strong> de omgev<strong>in</strong>g die b<strong>in</strong>nen <strong>het</strong> bestaande lokale wegennet<br />

bereikbaar zijn, zijn de realisatiekansen groter, dan als dat niet <strong>het</strong> geval is. Ook de<br />

omvang van <strong>het</strong> eigen en <strong>het</strong> lokale aandeel kan een afweg<strong>in</strong>gscriterium zijn. Ook de<br />

koppel<strong>in</strong>g met een lokale warmte-vrager of groot gas verbruiker kan een pré zijn.<br />

<strong>Biomassavergist<strong>in</strong>gs<strong>in</strong>stallaties</strong> <strong>in</strong> <strong>het</strong> <strong>landschap</strong> | 123


Lokaties strategie schaalvergrot<strong>in</strong>g<br />

124


5.2 Ontwikkel<strong>in</strong>gsplanologie of Pro-Actief beleid<br />

Naast een afwachtende houd<strong>in</strong>g en <strong>het</strong> toetsen van b<strong>in</strong>nenkomende aanvragen is <strong>het</strong><br />

voor behalen van de beleidsdoelen voor duurzame energie essentieel ook pro-actief<br />

beleid te voeren. Door als prov<strong>in</strong>cie <strong>het</strong> <strong>in</strong>itiatief te nemen en mogelijkheden voor<br />

realisatie van projecten te onderzoeken en partijen samen te brengen kunnen projecten<br />

geïnitieerd worden, die anders nooit van de grond zouden komen. Ontwikkel<strong>in</strong>gsplanologie<br />

kenmerkt zich door goed overleg tussen de verschillende partijen. In<br />

een vroeg stadium van <strong>het</strong> proces worden ideeën, wensen en doelen gedeeld.<br />

Hieronder worden voorstellen gedaan voor een aantal denkbare pro-actieve<br />

strategieën.<br />

Strategie mega-grootschalige biomassavergist<strong>in</strong>g<br />

Deze strategie richt zich op de categorie 4 biomassavergist<strong>in</strong>gs<strong>in</strong>stallaties. Naast de<br />

mogelijkheden die er nu al zijn op de huidige <strong>in</strong>dustrieterre<strong>in</strong>en, worden een aantal<br />

strategisch gekozen locaties aangewezen waar de bouw van grote en zeer grote<br />

vergist<strong>in</strong>gs<strong>in</strong>stallaties mogelijk is. Dit betekent dat dan de bestaande bedrijventerre<strong>in</strong>en<br />

mogelijk vergroot zouden moeten worden, of uitgebreid met een specifiek<br />

type bedrijventerre<strong>in</strong>. Daarmee worden de huidige bezwaren (te hoge grondprijzen,<br />

andere bedrijven willen geen vergister naast zich) weggenomen. Daarbij kan gedacht<br />

worden aan een zone tegen de Eemshaven aan, <strong>in</strong> Delfzijl <strong>in</strong> aansluit<strong>in</strong>g op <strong>in</strong>dustrieterre<strong>in</strong><br />

Oosterhorn en aan de stadsrand van Gron<strong>in</strong>gen (Suikerunie, Attero). De<br />

locaties liggen goed ontsloten vanaf de hoofd<strong>in</strong>frastructuur en <strong>in</strong> nabijheid van een<br />

40bar gasleid<strong>in</strong>g.<br />

<strong>Biomassavergist<strong>in</strong>gs<strong>in</strong>stallaties</strong> <strong>in</strong> <strong>het</strong> <strong>landschap</strong> | 125


126


Voor de locatie bij <strong>het</strong> bedrijventerre<strong>in</strong> van Delfzijl is een uitwerk<strong>in</strong>g gemaakt voor<br />

plaats<strong>in</strong>g van een grote <strong>in</strong>dustriële biomassavergist<strong>in</strong>gs<strong>in</strong>stallatie (cat. 4). Deze is <strong>in</strong>getekend<br />

aan de kop van de <strong>in</strong>dustriehaven, ontsloten via <strong>het</strong> bedrijventerre<strong>in</strong>. Indien<br />

gewenst kan biomassa per schip aangevoerd worden. De vergister is aan de rand<br />

van <strong>het</strong> bedrijventerrre<strong>in</strong> geplaats, <strong>het</strong> nieuw toegevoegde bosperceel draagt bij aan<br />

de <strong>landschap</strong>pelijke rand van <strong>het</strong> bedrijventerre<strong>in</strong>. De vergister wordt niet helemaal<br />

weggeplant, maar blijft vanaf de ontsluit<strong>in</strong>gsstructuur zichtbaar. Door een orden<strong>in</strong>g<br />

van de verschillende elementen van de vergist<strong>in</strong>gs<strong>in</strong>stallatie kan een m<strong>in</strong> of meer ‘representatieve’<br />

kant gecreëerd worden met een <strong>in</strong>dustriële uitstral<strong>in</strong>g. Het bos dient<br />

als rugdekk<strong>in</strong>g en geeft voldoende tegenwicht aan de grote vergist<strong>in</strong>gs<strong>in</strong>stallatie.<br />

<strong>Biomassavergist<strong>in</strong>gs<strong>in</strong>stallaties</strong> <strong>in</strong> <strong>het</strong> <strong>landschap</strong> | 127


Lokaties strategie aanhaken bij bestaande (agro)<strong>in</strong>dustriële elementen <strong>in</strong> <strong>het</strong> buitengebied<br />

128


Strategie aanhaken bij bestaande (agro)<strong>in</strong>dustriële<br />

elementen <strong>in</strong> <strong>het</strong> buitengebied<br />

In <strong>het</strong> Gron<strong>in</strong>gse <strong>landschap</strong> komen verschillende middelgrote (agro)<strong>in</strong>dustriële elementen<br />

voor zoals bijvoorbeeld gasw<strong>in</strong><strong>in</strong>stallaties. Deze liggen vaak als ’stand-alone’<br />

<strong>in</strong> <strong>het</strong> <strong>landschap</strong>. Ze her<strong>in</strong>neren ons aan <strong>het</strong> feit dat onder <strong>het</strong> Gron<strong>in</strong>gse <strong>landschap</strong><br />

een enorme hoeveelheid aardgas gewonnen wordt. Andere voorbeelden zijn representanten<br />

van <strong>het</strong> agrarisch productie<strong>landschap</strong> zoals Rixona te Warffum, Suikerunie<br />

<strong>in</strong> Gron<strong>in</strong>gen, Avebe <strong>in</strong> Ter Apelkanaal en de grasdrogerij <strong>in</strong> Oostwold.<br />

Een goede mogelijkheid voor <strong>het</strong> realiseren van grote vergist<strong>in</strong>gs<strong>in</strong>stallaties is een<br />

koppel<strong>in</strong>g te bewerkstelligen met deze (agro)<strong>in</strong>dustriële elementen. Dat geldt <strong>in</strong><br />

overtreffende trap voor locaties waar een koppel<strong>in</strong>g met <strong>het</strong> leveren van biomassa<br />

(VGI) of <strong>het</strong> benutten van warmte (grasdrogerij) gevonden kan worden. Zo kan een<br />

eerste stap gezet worden naar agro-<strong>in</strong>dustriële complexen – zoals die momenteel <strong>in</strong><br />

Terneuzen wordt ontwikkeld - waarbij slimme comb<strong>in</strong>aties gemaakt worden en de<br />

bedrijven onderl<strong>in</strong>g samenwerken, elkaars afvalstromen benutten voor productie of<br />

energieopwekk<strong>in</strong>g. Dit past <strong>in</strong> de algehele tendens van schaalvergrot<strong>in</strong>g <strong>in</strong> de agrarische<br />

en agro-<strong>in</strong>dustriële sector. Juist bij <strong>het</strong> tot stand komen van dergelijke complexen<br />

is een actieve rol van de prov<strong>in</strong>cie nodig. Het huidige beleid maakt dit soort<br />

koppel<strong>in</strong>gen eigenlijk moeilijk tot onmogelijk. De vraag is hier natuurlijk wel of je dit<br />

wilt en hoe groot je dergelijke complexen wilt laten worden.<br />

<strong>Biomassavergist<strong>in</strong>gs<strong>in</strong>stallaties</strong> <strong>in</strong> <strong>het</strong> <strong>landschap</strong> | 129


130<br />

130


Als voorbeeld is voor de grasdrogerij onderzocht wat een koppel<strong>in</strong>g met een vergist<strong>in</strong>gs<strong>in</strong>stallatie<br />

ruimtelijk betekent. Deels op <strong>het</strong> huidige erf, deels op een beperkte<br />

uitbreid<strong>in</strong>g van <strong>het</strong> erf zou een grote vergist<strong>in</strong>gs<strong>in</strong>stallatie geplaatst kunnen worden.<br />

Vanuit de omgev<strong>in</strong>g valt deze weg tegen de grootte van de <strong>in</strong>stallaties van de drogerij.<br />

Door toevoeg<strong>in</strong>g van beplant<strong>in</strong>g krijgt <strong>het</strong> complex ook aan de noordzijde een<br />

robuuste groene rand. Ook liggen er kansen voor herstel van een oude kreek direct<br />

naast <strong>het</strong> complex, op luchtfoto’s nog duidelijk herkenbaar <strong>in</strong> <strong>het</strong> <strong>landschap</strong>. De vergister<br />

zou gas en of warmte kunnen leveren voor <strong>het</strong> grasdrog<strong>in</strong>gsproces. Tegelijkertijd<br />

kunnen de droog<strong>in</strong>stallaties buiten <strong>het</strong> drukke seizoen gebruikt worden om <strong>het</strong><br />

digestaat van de vergister <strong>in</strong> te drogen tot producten als mestkorrels.<br />

<strong>Biomassavergist<strong>in</strong>gs<strong>in</strong>stallaties</strong> <strong>in</strong> <strong>het</strong> <strong>landschap</strong> | 131


Voorbeelduitwerk<strong>in</strong>g strategie realiseren van netwerken<br />

132


Strategie realiseren van netwerken, Groen Gas Hubs<br />

B<strong>in</strong>nen de huidige subsidieregel<strong>in</strong>g is <strong>het</strong> leveren van gas een van de meest aantrekkelijke<br />

opties vanuit bedrijfseconomisch perspectief. Het is echter niet altijd mogelijk<br />

om afzet van gas voor elkaar te krijgen, omdat niet overal een gasleid<strong>in</strong>g met<br />

voldoende opnamecapaciteit <strong>in</strong> de nabijheid aanwezig is. Een mogelijke oploss<strong>in</strong>g<br />

hiervoor zijn de Groen Gas Hubs. De gasopwaarder<strong>in</strong>g v<strong>in</strong>dt dan niet plaats bij de<br />

vergister zelf maar wordt op een centrale plek waarna <strong>het</strong> geïnjecteerd wordt <strong>in</strong> <strong>het</strong><br />

regionale gasnetwerk. De kosten voor opwaardeer<strong>in</strong>stallatie kunnen dan gedeeld<br />

worden. Koppel<strong>in</strong>g tussen <strong>in</strong>dividuele vergisters en de Groen Gas Hub kan doormiddel<br />

van biogasleid<strong>in</strong>gen, door de lagere druk zijn deze m<strong>in</strong>der kostbaar <strong>in</strong> aanleg. In<br />

noord-Friesland wordt momenteel zo’n project opgezet waar een groot aantal organisaties,<br />

de prov<strong>in</strong>cie en boerderijvergisters aan deel nemen. De prov<strong>in</strong>cie zou <strong>het</strong><br />

voortouw kunnen nemen om ook <strong>in</strong> Gron<strong>in</strong>gen een of meerdere netwerken gekoppeld<br />

aan een Groen Gas Hub te realiseren.<br />

Wij zien goede kansen voor koppel<strong>in</strong>g van zo’n netwerk aan de wegenstructuur. Een<br />

voorbeeld daarvan is een biogasleid<strong>in</strong>g langs de Eemshavenweg te leggen die door<br />

middel van een Groen Gas Hub aantakt op een van de twee punten waar de weg<br />

kruist met de 40bar gasleid<strong>in</strong>g. Daarmee wordt een groot deel van <strong>het</strong> gebied tussen<br />

Gron<strong>in</strong>gen en de Eemshaven dat eerder vanuit ontbreken van afzetmogelijkheid<br />

voor gas niet geschikt was, opeens wel <strong>in</strong>teressant. En de ontsluit<strong>in</strong>g is goed geregeld.<br />

Bij wijze van spreken kan <strong>in</strong> de omgev<strong>in</strong>g van elke op- en afrit een vergister geplaatst<br />

worden (mits deze ter plaatse goed <strong>in</strong>gepast kunnen worden volgens de maatwerkbenader<strong>in</strong>g,<br />

dus niet ‘tegen de weg aangeplakt’) en kunnen ook kle<strong>in</strong>ere boerderijvergisters<br />

<strong>in</strong> de omgev<strong>in</strong>g aansluiten op <strong>het</strong> biogasnetwerk. Aanname bij deze strategie is<br />

<strong>Biomassavergist<strong>in</strong>gs<strong>in</strong>stallaties</strong> <strong>in</strong> <strong>het</strong> <strong>landschap</strong> | 133


134


dat er <strong>in</strong> de berm voldoende ruimte is voor aanleg van een biogasleid<strong>in</strong>g.<br />

Een zelfde project zou langs de N33 aangelegd kunnen worden op <strong>het</strong> moment dat<br />

daar toch werkzaamheden bezig zijn, dan kan er werk met werk gemaakt worden.<br />

Maar ook andere vormen van netwerken, zoals bijvoorbeeld een r<strong>in</strong>gstructuur <strong>in</strong> de<br />

stadsrand van Gron<strong>in</strong>gen of <strong>het</strong> benutten van <strong>het</strong> leid<strong>in</strong>gtracé dat gepland staat tussen<br />

de Eemshaven en Delfzijl behoren tot de mogelijkheden.<br />

Als voorbeeld is gekeken naar plaats<strong>in</strong>g van een vergist<strong>in</strong>gs<strong>in</strong>stallatie <strong>in</strong> de directe<br />

omgev<strong>in</strong>g van de meest noordelijke afrrit van de Eemshavenweg. Dit is <strong>het</strong> deelgebied<br />

aandijk<strong>in</strong>gen en <strong>in</strong>polder<strong>in</strong>gen. Naast de reeksen van boerderijen langs de oude dijken,<br />

liggen er ook reeksen langs de dwarswegen. De vergist<strong>in</strong>gs<strong>in</strong>stallatie is <strong>in</strong> een van deze<br />

reeksen geplaatst en ligt nadrukkelijk “los” van de Eemshavenweg. Aandachtspunten<br />

zijn voldoende afstand tussen de verschillende ruimtelijke elementen en <strong>het</strong> <strong>in</strong> stand<br />

houden van karakteristieke doorzichten. Door <strong>het</strong> toevoegen van een bosstrook en<br />

haag krijgt de <strong>in</strong>stallatie meer ‘body’ en past deze (op een eigentijdse manier) meer <strong>in</strong><br />

de lijn van de boerderijerven waar ook beplant<strong>in</strong>g aan gekoppeld is. Op deze wijze is<br />

de vergister wel zichtbaar vanaf de Eemshavenweg maar maakt duidelijk onderdeel uit<br />

van <strong>het</strong> <strong>landschap</strong>.<br />

<strong>Biomassavergist<strong>in</strong>gs<strong>in</strong>stallaties</strong> <strong>in</strong> <strong>het</strong> <strong>landschap</strong> | 135


Voorbeeld van een biomassavergist<strong>in</strong>gs<strong>in</strong>stallatie (Duitsland)<br />

136


H6 Conclusies en aanbevel<strong>in</strong>gen<br />

Ons verkennend onderzoek naar de ruimtelijke aspecten van biomassavergist<strong>in</strong>gs<strong>in</strong>stallaties<br />

laat zien dat <strong>het</strong> spann<strong>in</strong>gsveld tussen een ambitieus (duurzaam) energiebeleid<br />

en een even ambitieus beleid op <strong>het</strong> gebied van ruimtelijke en <strong>landschap</strong>pelijke<br />

kwaliteit tot een productieve dialoog heeft geleid. Vanuit beide aanvliegroutes, energie<br />

en ruimte, zijn oploss<strong>in</strong>gen <strong>in</strong> beeld gebracht. Hieronder worden eerst een aantal<br />

conclusies geformuleerd, waarna aanbevel<strong>in</strong>gen voor vervolg gedaan worden.<br />

Conclusies<br />

• <strong>Biomassavergist<strong>in</strong>gs<strong>in</strong>stallaties</strong> zullen naar ons oordeel een vaste accessoire gaan<br />

vormen van <strong>het</strong> <strong>landschap</strong>, ook als er sprake is van m<strong>in</strong>der subsidies. In een duurzame<br />

economie is <strong>het</strong> altijd van belang reststromen nuttig te gebruiken en om te<br />

zetten.<br />

• Het onderzoek naar de bedrijfseconomische kant van de biomassavergist<strong>in</strong>g laat<br />

zien dat er sprake is van een schaalvergrot<strong>in</strong>g. Beleid moet daar reken<strong>in</strong>g mee<br />

houden en op <strong>in</strong> spelen.<br />

<strong>Biomassavergist<strong>in</strong>gs<strong>in</strong>stallaties</strong> <strong>in</strong> <strong>het</strong> <strong>landschap</strong> | 137


• Transport is een van de belangrijkste locatiefactoren voor de grotere vergist<strong>in</strong>gs<strong>in</strong>stallaties.<br />

Een goede bereikbaarheid is essentieel waarbij overlast voor bewon<strong>in</strong>gskernen<br />

vermeden dient te worden.<br />

• Naast transport is de afzetmogelijkheid voor <strong>het</strong> geproduceerde biogas of afzet<br />

van warmte een belangrijke randvoorwaarde.<br />

• Op basis van de <strong>landschap</strong>stypen is <strong>het</strong> lastig gebieden voor vestig<strong>in</strong>g van grote<br />

vergist<strong>in</strong>gs<strong>in</strong>stallaties uit te sluiten. Wel tekent zich <strong>het</strong> beeld af dat ze <strong>in</strong> grootschalige<br />

<strong>landschap</strong>stypen zoals bijvoorbeeld de Veenkoloniën beter <strong>in</strong>pasbaar zijn<br />

als <strong>in</strong> meer kle<strong>in</strong>schalige <strong>landschap</strong>typen (bv. esdorpen<strong>landschap</strong>)<br />

• In alle <strong>landschap</strong>typen is een goede ontsluit<strong>in</strong>g de belangrijkste beperkende factor.<br />

De specifieke context bepaalt wat er wel mogelijk is en wat niet. Maatwerk is<br />

noodzakelijk<br />

138


Aanbevel<strong>in</strong>gen<br />

In deze verkenn<strong>in</strong>g hebben we zowel <strong>het</strong> traject van de toelat<strong>in</strong>gsplanologie als <strong>het</strong><br />

meer pro-actieve spoor van de ontwikkel<strong>in</strong>gsplanologie van een ruimtelijk verhaal<br />

proberen te voorzien.<br />

Wat betreft toelat<strong>in</strong>gsplanologie komen we tot de volgende aanbevel<strong>in</strong>gen:<br />

1) Een aanvraag voor realisatie van een biomassavergist<strong>in</strong>gs<strong>in</strong>stallatie (niet gekoppeld<br />

aan één agrarisch bedrijf) gaat altijd gepaard met een begeleid<strong>in</strong>gsproces. In alle<br />

gevallen is afweg<strong>in</strong>g, <strong>in</strong>pass<strong>in</strong>g, vormgev<strong>in</strong>g en vergunn<strong>in</strong>gverlen<strong>in</strong>g uite<strong>in</strong>delijk maatwerk.<br />

De bouwstenen daarvoor zijn <strong>in</strong> dit rapport neergelegd.<br />

2) Vestig<strong>in</strong>g van Categorie 3 vergisters lijkt <strong>het</strong> meest realistisch b<strong>in</strong>nen de “kansrijke<br />

lokaties” (zie kaart pag. 108). Er spelen echter vele factoren een rol, een zorgvuldige<br />

afweg<strong>in</strong>g (maatwerk) blijft ook hier nodig! Bij wens tot vestig<strong>in</strong>g buiten de “kansrijke<br />

gebieden” zullen de consequenties van transporten door landelijk gebied extra<br />

zwaar meewegen. In die gevallen is medewerk<strong>in</strong>g van <strong>het</strong> prov<strong>in</strong>caal bestuur alleen te<br />

verdedigen <strong>in</strong>dien:<br />

• aangetoond kan worden dat er een relatie is (via gas- of warmtelever<strong>in</strong>g) met<br />

een andere functie die noodzakelijkerwijs <strong>in</strong> <strong>het</strong> buitengebied danwel <strong>in</strong> de stads/<br />

dorpsrand ligt,<br />

• als er aantoonbaar sprake is van een majeure lever<strong>in</strong>g van biomassa vanuit nabijgelegen<br />

(agrarische) bedrijven, ook op langere termijn.<br />

<strong>Biomassavergist<strong>in</strong>gs<strong>in</strong>stallaties</strong> <strong>in</strong> <strong>het</strong> <strong>landschap</strong> | 139


Daarbij zal waarschijnlijk <strong>in</strong> de praktijk blijken dat er <strong>in</strong> sommige <strong>landschap</strong>stypes<br />

meer mogelijk is dan <strong>in</strong> andere <strong>landschap</strong>stypen (zie hoofdstuk 3 en 4.1).<br />

3) Categorie 4 vergisters alleen toestaan op die plaatsen die een duidelijk functioneel<br />

voordeel bieden. Te denken valt aan havengebieden, of grootschalige bedrijventerre<strong>in</strong>en<br />

rond de stad die gunstig liggen qua lever<strong>in</strong>g van biomassa (transport) en afzet<br />

van gas/warmte.<br />

Wij adviseren echter om <strong>het</strong> niet alleen bij toelat<strong>in</strong>gsplanologie te laten. Voor <strong>het</strong><br />

behalen van de beleidsdoelen voor duurzame energie is <strong>het</strong> essentieel om een proactief<br />

beleid te voeren. In vervolgonderzoek kan een bus<strong>in</strong>ess-case opgesteld worden<br />

van de <strong>in</strong> hoofdstuk 5 geformuleerde strategieën om de haalbaarheid en risico’s van<br />

eventuele <strong>in</strong>vester<strong>in</strong>gen door de prov<strong>in</strong>cie te onderzoeken. Ook ruimtelijke gevolgen<br />

moeten bekeken worden en moet een en ander natuurlijk passen b<strong>in</strong>nen <strong>het</strong> beleid<br />

en ambities die de prov<strong>in</strong>cie Gron<strong>in</strong>gen nastreeft.<br />

Te denken valt bijvoorbeeld aan <strong>het</strong> acquireren van grote (cat. 4) vergisters <strong>in</strong> aansluit<strong>in</strong>g<br />

op enkele bedrijventerre<strong>in</strong>en. Consequenties en randvoorwaarden dienen<br />

wel ruimtelijk onderzocht te worden. Dit vergt een nadere uitwerk<strong>in</strong>g.<br />

Een tweede voorbeeld van pro-actief beleid dat wij kansrijk achten is de realisatie<br />

van netwerken (Groengas Hubs). Voordeel daarvan is dat ook lokale <strong>in</strong>itiatieven van<br />

kle<strong>in</strong>ere vergisters en zelfs bestaande vergist<strong>in</strong>gs<strong>in</strong>stallaties aan kunnen haken. In<br />

noord Friesland loopt momenteel een dergelijk <strong>in</strong>itiatief. Voor de prov<strong>in</strong>cie Gron<strong>in</strong>gen<br />

lijkt koppel<strong>in</strong>g aan bijvoorbeeld de Eemshavenweg, of de N33 een goede optie<br />

140


vanwege de goede ontsluit<strong>in</strong>g en de mogelijkheden (ruimte) om ontwikkel<strong>in</strong>gen<br />

<strong>landschap</strong>pelijk een plek te geven, aansluitend op de lokale <strong>landschap</strong>pelijke structuur.<br />

Ook hiervoor is echter nog een nadere uitwerk<strong>in</strong>g nodig en zou een vervolg onderzoek<br />

opgestart moeten worden.<br />

Biomassavergist<strong>in</strong>g is slechts <strong>het</strong> staartje van een gehele energieketen die <strong>in</strong> transitie<br />

is naar een meer duurzame toekomst. Daarom willen we tot slot de aanbevel<strong>in</strong>g<br />

doen om dergelijke ontwerpende onderzoeken op <strong>het</strong> snijvlak tussen energietransitie<br />

en ruimtelijke orden<strong>in</strong>g ook te doen voor de andere modaliteiten <strong>in</strong> de energieketen.<br />

W<strong>in</strong>d, zon, geothermie, etc maar ook energieopslag en –transport hebben een<br />

ruimtelijke component die onderzocht moet worden. De optimale mix van modaliteiten<br />

en de gefaseerde ontwikkel<strong>in</strong>g daarvan zouden ook gebiedsgericht kunnen<br />

worden onderzocht. Pas dan kunnen we echt zeggen dat energie op de <strong>landschap</strong>skaart<br />

staat en <strong>landschap</strong> op de energiekaart.<br />

<strong>Biomassavergist<strong>in</strong>gs<strong>in</strong>stallaties</strong> <strong>in</strong> <strong>het</strong> <strong>landschap</strong> | 141


Colofon<br />

Deze studie is uitgevoerd door H+N+S Landschapsarchitecten <strong>in</strong> opdracht van de prov<strong>in</strong>cie Gron<strong>in</strong>gen.<br />

Hierbij is samengewerkt met Klaas Jan Noorman van ProDo consult en Auke jan Veenstra van PlanET biogas.<br />

Projectgroep prov<strong>in</strong>cie Gron<strong>in</strong>gen<br />

Anneloes Groenewolt / Arnoud Garrelts<br />

Francien van Soest<br />

Nynke de Jong<br />

Meis van der Heide<br />

Klankbordgroep<br />

Ruud Paap (energy valley)<br />

Teake Wahle (LTO noord)<br />

Marjolijn Tijdens (natuur en milieufederatie Gron<strong>in</strong>gen)<br />

Frans Debets (BioEnergieNoord)<br />

Ontwerpteam<br />

Dirk Sijmons (H+N+S Landschapsarchitecten)<br />

Frank Talsma (H+N+S Landschapsarchitecten)<br />

Klaas Jan Noorman (ProDO consult)<br />

Auke Jan Veenstra (PlanET biogas)<br />

Bijdrage externe deskundigen <strong>in</strong> Ateliers<br />

Rob Hendriks (Daad architecten)<br />

Martijn Dijkstra (MD Landschapsarchitecten)<br />

Cor Kamm<strong>in</strong>ga (KNN advies)<br />

Theo Hoek (Libau)<br />

L<strong>in</strong>da Noorman (prov<strong>in</strong>cie Gron<strong>in</strong>gen, bouwheerschap)<br />

bron afbeeld<strong>in</strong>gen/foto’s: H+N+S / prov<strong>in</strong>cie Gron<strong>in</strong>gen / PlanET biogas / Google / Googlemaps<br />

Projectnummer 1741 | okt. 2011<br />

142<br />

© H+N+S (2011) Alles uit deze uitgave mag worden vermenigvuldigd en / of openbaar gemaakt mits de bron wordt vermeld.

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!