Supergeleiding: - KNAW Onderwijsprijs
Supergeleiding: - KNAW Onderwijsprijs
Supergeleiding: - KNAW Onderwijsprijs
You also want an ePaper? Increase the reach of your titles
YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.
Type 1:<br />
Type 1 supergeleiders zijn vaak elementen, zoals zink en aluminium. Deze materialen<br />
worden gekenmerkt door hun lage kritische temperatuur. Zo wordt zink pas supergeleidend<br />
bij een temperatuur van 0,85 K en aluminium bij een temperatuur van 1,175 K. Over het<br />
algemeen ligt de kritische temperatuur van een type 1 supergeleider tussen de 0 – 10 K. Niet<br />
alleen de kritische temperatuur is laag zo ook de kritische veldsterkte. De kritische<br />
veldsterkte van een type 1 supergeleider ligt rond de 0,2 T. Is de veldsterkte sterker dan de<br />
kritische veldsterkte dan kan de type 1 supergeleider de externe magnetische veldlijnen niet<br />
langer uitsluiten en zal de supergeleider de magnetische veldlijnen wel doorlaten. De<br />
supergeleider is dan niet langer supergeleidend.<br />
Type 2:<br />
Type 2 supergeleiders zijn vaak legeringen, zoals Yttriumbariumkoperoxide (YBa2Cu3O7).<br />
Type 2 supergeleiders hebben een veel hogere kritische temperatuur dan type 1<br />
supergeleiders. De kritische temperatuur van Yttriumbariumkoperoxide is 92 K. Over het<br />
algemeen ligt de kritische temperatuur van een type 2 supergeleider tussen de 20 – 175 K.<br />
Ook de kritische veldsterkte is vele malen groter dan van een type 1 supergeleider. De<br />
kritische veldsterkte ligt rond de 20 – 30 T.<br />
Concluderend uit de kenmerken van type 1 en type 2 supergeleiders hebben type 2<br />
supergeleiders meer toekomst, doordat ze minder gekoeld moeten worden voor het<br />
supergeleidende effect optreed. Maar hoe komt het dat type 2 supergeleiders beter zijn dan<br />
type 1 supergeleiders?<br />
Het antwoord op deze vraag heeft te maken met de coherentielengte van de Cooperparen en<br />
de karakteristieke penetratiediepte van de externe magnetische veldlijnen in de<br />
supergeleider. De karakteristieke penetratie diepte is de lengte die de externe magnetische<br />
veldlijnen kunnen doordringen in de supergeleider.<br />
Het verschil tussen type 1 en type 2 supergeleiders is dat de karakteristieke penetratiediepte<br />
van een type 1 supergeleider kleiner is dan de coherentielengte van de Cooperparen. De<br />
karakteristieke penetratiediepte van een type 2 supergeleider is groter dan de<br />
coherentielengte van de Cooperparen. Daarbij heeft een type 2 supergeleider twee kritische<br />
veldsterktes.<br />
Het gevolg van het feit dat de karakteristieke penetratiediepte van een type 1 supergeleider<br />
kleiner is dan de coherentielengte, is dat een type 1 supergeleider geen externe magnetische<br />
veldlijnen doorlaat, tot aan de kritische veldsterkte. De type 1 supergeleider is dan niet<br />
langer sterk genoeg om de externe magnetische veldlijnen buiten te sluiten, dit stopt de<br />
supergeleidende toestand. Type 2 supergeleider laat tot aan de eerste kritische veldsterkte<br />
geen externe magnetische veldlijnen door. Tussen de twee kritische veldsterktes in neemt de<br />
type 2 supergeleider geleidelijk de magnetische flux van de magnetische veldlijnen op. Deze<br />
Pagina | 18