02.05.2013 Views

monumentum

monumentum

monumentum

SHOW MORE
SHOW LESS

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

HANDELINGEN<br />

V A N HET<br />

G E N E E S K U N D I G<br />

GENOOTSCHAP,<br />

ONDER DE ZINSPREUK<br />

SER VA ND IS CIVIBUS.<br />

N E G E N D E DEEL.


HANDELINGEN<br />

\<br />

VAN HET<br />

GENEESKUNDIG<br />

GENOOTSCHAP,<br />

ONDER DE ZINSPREUK<br />

SERVANBIS CiFIBUS,<br />

N E G E N D E D E E L .<br />

Te A M S T E R D AJFÈéf \-; ;U<br />

By PETRUS CO NM#|RI<br />

MDCCLXXX lW. ( - Z:>\ %


INLEIDEND VERTOOG<br />

V A N H E T<br />

G E N O O T S C H A P .<br />

M e n kan in twyffel ftaan of het ons moet ver-<br />

maaken of bedroeven , wanneer wy den traagen<br />

voortgang en de geduurige omwentelingen be«<br />

fchouwen, zonder welke de heilzaamfte aller kun-<br />

ften den trap, waartoe zy thans gebragt is, met<br />

heeft beklommen, 't Is wel zeer aangenaam, de<br />

wezenlyke vermogens die zy thans bezie, zo wel<br />

om de gezondheid te bewaaren , als om dezelve,<br />

wanneer zy verlooren is , te herftellen , in een<br />

vrolyk lichc gade te (laan; en 't fchync dan zelfs<br />

dat die genoegen word: vermeerderd door de<br />

moeite, welke dat voordeel heefc moeten kosten;<br />

maar aan den anderen kant overweegende hoe<br />

verre deeze kunst noch van het gewenschte top­<br />

punt verwyderd is , komen wy tot de treurige<br />

voorfpelling, dat het menfchelyk geflacht, indien<br />

zy voortaan geen fneller aanwas verwerft , noch<br />

veele eeuwen , door eene menigte van deerlyke<br />

kwaaien en kastydingen zal gefolterd worden. On-<br />

dertusfehen legt 'er vooraf dit nut in opgedooten,<br />

dat wy dus onze waare voordeden van de gewaan­<br />

de leeren onderfcheiden; 't welk bovenal te pas<br />

komt in eene kunstoefening, die wel groote en<br />

* 3<br />

u k<br />

*


m INLEIDEND VERTOOG<br />

uitgebreide kundigheden vereischt, maar noch veel<br />

meer van een gezond en welgefleepen oordeel<br />

afhangt.<br />

- Het leven is korty, de kunst lang, - de gelegen*<br />

held fchichtig ,^ 'de ftroefneemwg'iïedrieglyk , het<br />

oordeel feilbaar. Met deeze weinige woorden<br />

heeft Vader HIPPOK RATES aan zyne leerlingen<br />

een diepen indruk willen geeven van het gewigt<br />

der zaaken , waartoe zy hunne krachten moesten<br />

infpannen. - Had hy 'er by gedaan, V Eenvoudige<br />

is het Zegel der waarheid; deeze zes fpreuken<br />

zouden genoegzaam in eenen adem de groote<br />

hoofdles behelzen , die een Geneesheer van het<br />

begin tot het einde zyner loopbaane onophoudelyk<br />

moet befpiegelen. 't Was eerst na ruim twee*<br />

duizend jaaren voor den grooten BOERHAAVE<br />

bewaard, deeze hoofdles aldus te volmaaken. Zie<br />

daar aireede een treffend voorbeeld, van de traage<br />

voortgangen, waaraan het menfchelyk verftand onderhevig<br />

is» Doch by: nadere overweeging zal ook<br />

dit laatfte lid, of byvoegzel, wel :<br />

het gewigtigfre<br />

van allen fchynen ; naardien alle de voorgaande<br />

gevoelens zich veel gemaklyker opdoen , en als<br />

by de eerfte betrachting te voorfchyn komen ;<br />

daar het Jaaifte zelden anders, dan na veele mislukte<br />

onderneemingen en beklagenswaardige doolingen<br />

te laat uit berouw en leedweezen gebooren<br />

wordt, en dan noch dikwyls van het hoogmoedig<br />

zelfbedrog veele verduisteringen ondergaat.<br />

De


VAN HET GENOOTSCHAP. >vn<br />

• De kortheid van het langde leven , dat een<br />

fterveling zich zou kunnen belooven, is een iegé-<br />

lyk bekend; de langheid, dat is de uitgebreidheid<br />

der kunften in het algemeen , en der Genees­<br />

kunst -in het byzonder , openbaart zich welhaast<br />

in de menigvuldige verfcheidenheid van zo veeler-<br />

leie ziekten; te meer om dat men, iets geneezen<br />

hebbende , ftraks daarna alles geneezen wil: het<br />

fchichtig voorbygaan der gelegenheden, het be­<br />

drog van kwaalyk begreepene proeven, de feil­<br />

baarheid van het oordeel in dien toedand ; dit<br />

alles blyft niet lang voor de verftandige, onkunde<br />

verborgen, dewyl 't haar bykans op eiken dap in<br />

eene toeneemende verlegenheid moet brengen.<br />

Maar in die verlegenheid, in dien zamenloop van<br />

duistere, ingewikkelde en onverwachte verwarrin­<br />

gen, zyne toevlugt te neemen tot eenvoudige en<br />

in dén eerden opflag niets beduidende poogin­<br />

gen; dat fchynt, niet alleen in den aanvang, maar<br />

noch lang daarna , eene verbystering die buiten<br />

alle evenredigheden loopt. Hoe! daar tot de on-<br />

derfcheiding van ziekten en kwaaien , ja van de<br />

geringde toevallen, eene naauwkeurige kennis van<br />

het menfchelyk lichaam en de dierlyke huishou­<br />

ding noodzaakelyk is; daar deeze kennis, om eeni-<br />

gen trap van zekerheid te bekomen, in eene op­<br />

volging van veele eeuwen door de naauwkeurigde<br />

waarneemingen moet gefterkt worden ; daar zo<br />

veelerleie weetenfchappen vooraf moeten veree-<br />

* 4 nigd


vm INLEIDEND VERTOOG<br />

nigd worden, om het verftand hiertoe te bereiden; daar<br />

zo veele andere weetenfchappen ter voltooijinge van<br />

deeze kennis noch dagelyks dieper moeten gepeild<br />

Worden: daar loopt dan alles eindelyk uit op de<br />

magere eenvoudigheid van eenige weinige maatregelen,<br />

die, zonderal dien omflag, zo men waant,<br />

onder het geringde verftand gemaklyk zouden gevallen<br />

zyn ? Heeft men zich niets anders te' belooven<br />

van eene onvermoeide kunst, die de diepstverborgene<br />

ingewanden der Natuure befpiedc en<br />

doorfnuffelt, dan dat zy Hechts met de bepaaling<br />

van een onthoudenden leefregel, met een laatvlym ,<br />

met garstwater en amandelmelk, met drie of vierderleie<br />

zouten en gommen , en een half dozyn<br />

wortels of basten , haare grootde wonderen zal<br />

verrichten ? Voorzeker niet: het is maar al te<br />

waar ; en tevens maar al te beklaaglyk dat zo<br />

veele edele verdanden zich afgedoofd, gewordeld<br />

en gewroet hebben , om deeze vernederende<br />

waarheid niet te begrypen.<br />

FLINIUS verhaalt dat Romen zeshonderd jaaren<br />

zonder Geneesheeren, hoewel niet zonder geneesmiddelen<br />

geweest is; en dat het in die eenvoudjge<br />

tyden veel beter ging, dan in de dagen der<br />

weelde, toen de Griekfche Geneesheeren daar een<br />

grooten omdag van kostbasre middelen invoerden,<br />

ten koste van veele ongelukkigen, die zich<br />

aan zulk eene ydele vertooning vergaapten, donec<br />

expmam damnaverunt. En welke waren de<br />

voor-


VAN HET G E N O O T S C H A P .<br />

voorheen zo eenvoudige middelen ? radys, raapen,<br />

en kool! 't Schynt dat de Heer HALL ER zelf zich<br />

naar dien fmaak niet wel heeft kunnen fchikken:<br />

Pünio irato excidit, zegt hy; fchoon. wy niet gelooven<br />

dat PLINIUS op die, en meer foortgelyke<br />

plaatfen andere blyken van gramfchap geeft,<br />

dan zulke als men aan de billykfte verontwaardiging<br />

tegen een bedorven volk moet toefchryven: veel<br />

min, dat hem dit tegen reden zou outfnapt zyn.<br />

Het eerfte Hoofdftuk des negenëntwintigften<br />

Boeks van PLINIUS, vergeleeken met het algemeen<br />

beloop van de Gefchiedenisfen der Geneeskunst,<br />

kan ons een zeer juist denkbeeld geeven<br />

van de verwisfelingen en omwentelingen , welke<br />

zy in haaren eigenen boezem heeft moeten ondergaan,<br />

eer deeze zo nuttige, zo noodzaakelyke,<br />

en voor alle waare Wyzen zo beminlyke Eenvoudigheid<br />

genoegzaam heeft kunnen bekrachtigd<br />

worden. HIPPOKRATES , GALENUS, SYDEN-<br />

HAM, en eenige weinige groote Mannen meer,<br />

hebben ze wel gekend, en, de een meer de ander<br />

min duidelyk, begreepen; HIPPOKRATES buiten<br />

twyffel beter dan GALENUS, en mhfchien beter<br />

dan alle de anderen: doch UOERHAAVE fchynt de<br />

eerfte geweest te zyn , die dit ftuk tot op den<br />

bodem doordacht heeft; en die , het geen niet<br />

minder tot zyne glorie ftrekt, met den vereischten<br />

moed bezield geweest is, om het rondborftig<br />

uit te drukken , met kracht en nadruk voor te<br />

* < Hel-


i INLEIDEND VERTOOG<br />

ftellen, en reeds in het ontluiken van zynen<br />

bloei, tot fpyt van vyanden en benydersj openlyk<br />

te beweeren.<br />

De Natuur, die maar zelden zulke alles omva-<br />

demende verftanden te voorfchyn brengt , fchynt<br />

in zommige tydgewrichten het verloop der men-<br />

fchelyke wysheid, dat onder het bellier van mid^<br />

delbaare, of zelfs vry groote -<br />

geesten, dagelyks in-<br />

fluipt, krachtdaadig te willen herftellen. Maar zy<br />

zou dus ook haar oogmerk nooit genoegzaam be­<br />

reiken , indien zy niet meteen de nakomeling-<br />

fchap van tyd tot tyd aanfpoorde, om de groote<br />

trekken van die doorluchtige Wezens by herhaa­<br />

ling te verlevendigen , en als uit hunnen naam<br />

daarvan eene plegtige aankondiging te doen. Uit<br />

dit beginzel was het, dat wy, verfcheidene prys-<br />

vraagen ten nutte van het menschdom, naar ons<br />

gering vermogen, voorgefteld hebbende , het be-<br />

fluit namen om de onwaardeerbaare Spreuk Sim*<br />

plex veri figillum , als een Geneeskundig onder­<br />

werp, op te geeven aan alle waare en oprechte<br />

beminnaars van licht en waarheid. Wy hebben<br />

het genoegen gehad, dat een groot getal der zul-<br />

ken , waaronder verfcheidene zeer bekwaame en<br />

welgeoeffende pennen , zich heeft bevlytigd om<br />

aan ons vuurig verlangen te voldoen. Wy betui­<br />

gen openlyk hiervoor onze allerlevendiglte dank­<br />

baarheid , zelfs aan eenigen, die, zeer veel beloo-<br />

vende indien zy tot rypere kennis komen, echter<br />

tot


VAN'HET GENOOTSCHAP.' xr<br />

tót noch roe , onzes oordecis, de vereischte be­<br />

kwaamheid niet hadden om op zulk een wit te:<br />

fchieten.<br />

- Het is dan met ongemeen vermaak , dat Wy.<br />

dit boekdeel in het licht geeven , ons vleiend©<br />

dat hetzelve met geene mindere graagte dan de<br />

voorgaande van het Publiek zal ontfangon wor­<br />

den : te meer, naardien ook in de niet gekroonde<br />

Verhandelingen Veele zeer fraaie en hoogstnuttige-<br />

aanmerkingen voorkomen , welke wy oordeelden<br />

niet aan de Drukpers te kunnen onttrekken, zon­<br />

der zo wel het memchelyk geflacht, als de roem*<br />

waardige Schryvers- dier Verhandelingen, eene<br />

zwaarc beleediging aan te doen. Doch het zal<br />

ook,hoopen wy, zelfs de gekroonde Schryvers<br />

riiet belgen,, dat wy óm het gewigt der zaake<br />

hébben goedgevonden de Redevoering des groo-<br />

ten Mans, die 't meest van alle zyne onfterflyke<br />

fchriften op' zyne Zinfpreuk toepaslyk fchynt, in<br />

eene Nederduitfche Vertaaling hierby te voegen;<br />

In de kortfte gezegden van groote Mannen legt<br />

alryd noch iets opgeflooten, 't welk men na de<br />

zorgvuldigfle overweeging eerst gewaar wordt.<br />

Hoe kunnen zy beter verklaard worden dan door<br />

zichzelven ; en wie zal beter dan zy zeiven ons<br />

oordeel beftieren, in de navolging van hunne ver­<br />

hevene en diepzinnige lesfen? wie den zin van<br />

het Orakel nader verklaaren, dan Apollo zelf?<br />

Ontegenzeglyk! maar zal het nu geenen fchyn<br />

van


XII INLEIDEND VERTOOG<br />

van vermeetelheid , of van ecnig langer beginfel,<br />

hebben , dat wy ook daarenboven met onze eigene<br />

aanmerkingen te voorfchyn treeden? 't Zy verre van<br />

ons, den wezenlyken en welverdienden roem van<br />

onze Schryvers, of rechtftreeks of van ter zyden,<br />

te willen verduisteren, 't Zy noch verder van<br />

ons , het altaar van den Nederlandfchen Eskula-<br />

pius anders dan met den diepflen eerbied te na­<br />

deren , hem roekeloos tegen te fpreeken, of an­<br />

ders ter ftaavinge van zyn zo welgegrond gezag<br />

iets van het onze armhartig toe te brengen. Het<br />

eenige, dat wy bedoelen, is, eenige bedenkingen<br />

uit den weg te ruimen , die men waarfchynlyk<br />

mogt aanvoeren, wanneer de meening van onzen<br />

grooten Wetgeever eens buiten het rechte licht<br />

geplaatst, en kwaêlyk begreepen wierd. Wy ver­<br />

dichten deeze bedenkingen niet; wy verzamelen ze<br />

uit hier en gins verfpreide trekken, die men, zo<br />

in de leezing van hedendaagfche Schryvers , als<br />

in den omgang met Kunstoeffenaars, noch al dik-<br />

wyls ontmoet; en waaraan wy zeiven weleer, by<br />

gebrek van doorzigt, misfchien niet gantsch on-<br />

fchuldig geweest zyn. Indien derzelver wederleg­<br />

ging het oordeel der zodaanigen eenigzins verlich­<br />

ten mag, houden wy ons byna verzekerd van de<br />

goedkeuring der bekwaamften.<br />

Vooreerst , zal men misfchien aanmerken dat<br />

de waarheid, zodra ze gevonden is, wel het Zegel<br />

der eenvoudigheid met zich draagt, gelyk de afmee-


VAN HET GENOOTSCHAP. xm<br />

meetingen van eene wiskundige figuur , na dat<br />

alle voorbereidende lynen zyn uitgewischt: maar<br />

dat het, juist gelyk in de wiskundige bewerking,<br />

geheel wat anders is , zich van gevondene waar­<br />

heden te bedienen , dan nieuwe waarheden ter<br />

uitbreidinge van kunden en weetenfchappen op<br />

te delven. Men zal met recht en reden zeggen,<br />

dat dit laatde, fchoon het een geluk is dat wei­<br />

nigen te beurt valt, niettemin altoos onder de<br />

bedoelingen van elk rechtfchapen Geneesheer be­<br />

hoorde plaats te vinden. En, indien nu de aan-<br />

gepreezene Eenvoudigheid kwaêlyk overeenftemt<br />

met dien geduchten omdag van proeven, zonder<br />

welke zelden of nooit eene gewigtige ontdekking<br />

gedaan wordt, zal men vervolgens beweeren dat<br />


auv .INLEIDEND VERTOOG<br />

welhaast tot die volkomenheid zal opleiden, waar»<br />

van zy zullen waanen. reeds niet. verre verwydefd<br />

xe zyn. Men zal, hoewel men in de eerde plaats<br />

dit kwaad gevolg op de rekening van BOERHAA-<br />

VJJ Helt, het-nochthans dien grooten Man geree-<br />

delyk vergeeven; maar ons niet, dat wy het kwaad<br />

yergrooc heöbemdoor.de ontydige. erinnering van<br />

gevoelens, die hy, zal men voorwenden, te verre<br />

getrokken heeft.<br />

Ten derden , en wel ten hoogden , zullen zy,<br />

•die 't zich in onze dagen tot eere rekenen vry<br />

verre van de Bberhaaviaanfche Praktiek- af te wy-<br />

•ken , ter liefde van deeze of geene nieuwe men-<br />

nier, ons te gemoet voeren dat wel""alle theore-<br />

rrifche waarheden eenvoudig zyn; maar dat deeze<br />

eenvoudigheid in de praktiek altoos met veele be-<br />

;kleedzelen omzwachteld en begroeid is, waardoor<br />

•mén zé noodzaakelyk uit het oog verliezen moet.<br />

Want, dat een iegelyk, die zich op de eenvoudigdé<br />

b'efpiégcling al tte gerust verlaaten wil, wél niet<br />

©nverdandigjdoolen kan, maar evenwel eindelyk tot<br />

jOPgerymde dwaasheden vervallen zal. Anderen, die<br />

-wat ruwer zyn, zullen verder gaan , eh-ftout be-<br />

fweeren dar zulk een- blaam me,e récht op BOER-<br />

-HAAVES grootde verwondaareh legt. Abfit Omen!<br />

Wy kunnen 'dit' alles voorloopig met deeze al*<br />

gemeenè aanmerking beantwoorden : dat geene<br />

•les,' wet of delrégel 1<br />

, immer onder eene zo vol-<br />

ftrekte uitdrukking valt, dat dezelve niet of door<br />

mis-


VAN HET GENOOTSCHAP. ixv<br />

-misyerfland, of door kwaadwilligheid, tot eene<br />

verkeerde uitlegging zou kunnen verdraaid worden.<br />

Wy voegen hierby dat het reeds eene groote zaak<br />

is, wanneer men begrypt dat-de waarheid , zó<br />

lang zy onder zo veele fluiers en bekleedzelen<br />

fchuilt, Hechts ten .halven gevonden is, en lig-<br />

telyk wederom uit het oog verlooren wordt. Maar<br />

het. zal, meenen wy, niet min nuttig dan ver-<br />

maakelyk zyn,..by.de voorgemelde.bedenkingen<br />

hoofd voor hoofd wat flikte Haan, om ze op te<br />

losfen en te wederleggen. Dit zal vervolgens de<br />

voornaamfte arbeid zyn, dien wy ons in dit ver­<br />

boog voorftellen.. Bereiken wy inderdaad dit oog-<br />

nierk, het zal:ons geene geringe voldoening ver-<br />

fchaff'en; en blyven 'er integendeel, eenige weinige<br />

•uitzonderingen over, dit zal niets anders beteke­<br />

nen , dan dat in het; ondermaanfche de volmaakt­<br />

heid nooit gevonden wordt.<br />

(•j.-.< i ' .:>•• téri"röu'^h-••ogibBs^ö-'-nb ,-ivn<br />

. i'i&L I .. 'i'l. • • ; l::)»M3.ri.3f!c-..; .2<br />

-.rifn i< d 9b rfö^g Sb . ;


xvi INLEIDEND VERTOOG<br />

overvloeic, en juist den kortften weg baant, om<br />

te komen daar men weezen wil.<br />

. De noodzaakelykheid, gepaard met de natuur-<br />

lyke liefde tot het leven, en den afkeer van py-<br />

nen en benaauwdheden, gaf den eerften oorfprong<br />

aan de Genees- en Heelkunst. Het medelyden,<br />

gegrond op wederkeerig belang, noopte den yver<br />

meer en meer, om ze door dagelykfche oefFening<br />

en oplettendheid te verfterken. Zeker, de ziekten<br />

en kwaaien hebben ten minften dit zedelyk nut,<br />

dat zy de ruwheid van het menschdom verzachten,<br />

•en de wreedheid zelve dikwyls tot reden brengen.<br />

De beide Kunften maakten toen., en noch lang<br />

daarna , maar een lichaam uit. Zelfs is het vry<br />

"zeker dat de: Heelkunst wel het voornaamfte deel<br />

geweest zy; vermits in die fobere en gemaatigde<br />

tyden , toen het menschdom noch maar weinige<br />

fchreeden van den ftaat der Natuure verwyderd<br />

was, de inwendige ziekten veel minder moeten<br />

geheerscht hebben; terwyl aan den anderen kant<br />

de jagt, de gevechten, zelfs de boerfche vermaa-<br />

ken, niet zonder kwetfuuren, beenbreuken , ont­<br />

wrichtingen , en wat dies meer is, kunnen voorge­<br />

vallen zyn. Men bekwam dan welhaast vry bekwaa-<br />

me Heelmeesters,'gelyk van ouds uit HOMERUS<br />

af te neemen is : het blykt met een uit deezen<br />

alleroudften Dichter , in welk eene achting zy<br />

reeds ten zynen tyde ftonden, en lang te voored<br />

hadden geftaan.<br />

IV


VAN HET GENOOTSCHAP, xvil<br />

iVfo'jr y«£ «vjjg ffoAAaV dnd^w olhKuv.<br />

Toen de Aziatifche pracht en weelde zich vervol­<br />

gens door Griekenland verfpreidden , wierden deeze<br />

misbruiken welhaast gevolgd van een legioen koort-<br />

fen, ontfteekingen, verzweeringen, beroerten , pest-<br />

koolen; die als uit Pandoraas doos te voorfchyn kwa*<br />

men. Hiertegen te voorzien, was een werk van een<br />

geheel anderen aard, dan de heelkundige verrich­<br />

tingen , die meest al van werktuiglyke belchou-<br />

wing afhangen, en welker befchouwing zelve, ten<br />

minden in die eeuwen, zelden tot afgelegene oor-<br />

zaaken opklom. Men paste nochthans de bekende<br />

beginzelen der Heelkunst op de Geneeskunde toe;<br />

hoewel geenszins op die geregelde en beredeneer­<br />

de manier, welke het menfchelyk gedacht nu aan<br />

onzen grooten Meester verfchuldigd is, en waar­<br />

van wy vervolgens breeder zullen fpreeken. Men<br />

zocht, men vroeg, men raadpleegde, men beproefde<br />

alles; maar zelden behield men het goede.<br />

Niettemin bekwam de Kunst van tyd tot tyd<br />

eenige vorderingen. Daartoe hielp niet weinig ,<br />

dat zy, die van eene zwaare ziekte gebeterd wa­<br />

ren , het verhaal en de befchryving daarvan , bene­<br />

vens het. voor- en nadeel der gebruikte middelen,<br />

in den Tempel ten toon delden. Zie daar de wieg<br />

van deeze thans zo aanzienlyke Kunst, De nabe-<br />

ftaanden der zieken begaven zich eerlang naar den<br />

naasten Tempel , om aldaar deeze of geene, be-<br />

fchryving te vinden, die met het tegenwoordige<br />

** ge-


XVIII INLEIDEND VERTOOG<br />

geval overeenkomst hebben mogt. Men volgde<br />

gemeenlyk de maatregelen , welke men daar als<br />

gelukkig aangepreezen vond; doch een iegelyk<br />

begrypt dat zulks by gebrek van onderfcheiding<br />

veelal met een hachlyken uitflag gefchiedde. Zom-<br />

tyds bragt men ook de zieken zeiven naar den<br />

Tempel , wanneer de geneezing den Priesteren<br />

wierd aanbevolen; doch dit deed wederom den<br />

opgang van de Kunst verachteren,naardien het aan<br />

deneenen kant niet zonder bygeloof gefchiedde, en<br />

voor het overige het bedrog hieruit maar al te<br />

veel aanleiding nam om de hoofdrol te fpeelen.<br />

AUISTOFANES , en LUCIANUS noch lang na<br />

hem , veri'chaffen hier overvloedige getuigenis-<br />

fen van.<br />

üp het Eiland Cos hadden echter deeze zaaken<br />

een heel ander aanzien. Dit Eiland was aan Esku-<br />

lapius geheiligd , en zyn nagefiacht bloeide daar<br />

in de uiterfte eere en achting. HIPPOKRATES<br />

verfcheen. Hy was mede uit dien Ham gefproo-<br />

ten , niet als een nazaat , maar juist als of de<br />

goddelyke Stamvader zelf in hem verreezen waare.<br />

Hy begreep welhaast de noodzaakelykheid om uit<br />

den ryken fchat van zo veele alom verfpreide ver-<br />

haaien en waarneemingen een welgefchikt geheel<br />

te vormen. Hy bezigde daartoe vooreerst den<br />

Voorraad der Tempelen van Cos en Cnidos, alwaar<br />

de naauwkeurigfte en getrouwfte waarneemingen<br />

gevonden wierden; en reisde voorts door alle de<br />

om-


VAN HET GENOOTSCHAP. xix<br />

omgelegene Streeken van Griekenland en klein<br />

Azie , waar hy Hechts denken kon iets goeds te<br />

zullen aantreffen. De brand, die omtrent deezen<br />

tyd den Tempel van Cnidos verteerde, heeft zyne<br />

gedachtenis bezwalkt met eenen valfchen blaam,<br />

als of hy, dien het aan geene middelen ontbrak<br />

om de allerzuiverfte glorie te behaalen, zich aan<br />

zulk een misdryf zou fchuldig gemaakt hebben,<br />

om de kunstregelen , welke hy daar had gevonden,<br />

naderhand by uitfluiting in eigendom te<br />

bezitten.<br />

De verbaazende meerderheid van zyn verftand<br />

trok welhaast een groot getal der fchranderfte<br />

geesten tot hem , om onder zyn geleide toe te<br />

treeden tot de nieuwe heiligdommen van eene<br />

Kunst, die men reeds als een doorluchtig gewrocht<br />

van zyne handen befchouwde. Maar hy, zo zedig<br />

als eenvoudig, was van gevoelen dat hy, om geen<br />

onwaardig Meester te worden , de Leerling van<br />

alle zyne navolgers moest zyn, of, gelyk so KRA­<br />

T-ES zich zou uitgedrukt hebben, de Froedmeester<br />

•van hunne denkbeelden. Langs deezen weg volvoerde<br />

hy dat groote werk, waarvan in de Jaarboeken<br />

der waereld geene weergade gevonden<br />

wordt. Hy hield de minstkundigen onder zyn<br />

oog , en zond de bekwaamften naar afgelegener<br />

gewesten, om, zo veel mogelyk, van alle kanten<br />

een onmeetelyken voorraad van befchryvingen en<br />

waarneemingen op te doen. Daaruit vormde hy<br />

** a. een


INLEIDEND VERTOOG<br />

een geregeld magazyn van ftellige waarheden en<br />

regelen, die naauwlyks eenige andere miswyzing<br />

onderhevig waren, dan dewelke men nog dage-<br />

lyks ondervindt, en wel altoos ondervinden zal»<br />

in de verfcheidenheid van byzondere geitellen, of<br />

in het ongelyk beloop der Epidemifche ziekten.<br />

Hoe eenvoudig is een welgefchikt gebouw hoe<br />

verward zyn de bouwftoffen , zo lang zy opge­<br />

hoopt leggen , gelyk zy door het geval of door<br />

onbedachte werklieden zyn byeen gebragt : maar<br />

hoe groot moet de geest van den bouwmeester<br />

zyn, die dit alles zal doen opklaaren, afmeeten,<br />

verdeelen, het overtollige affnyden , het noodige<br />

te pas brengen, en het aangenaame in de ruimfte<br />

maate daarmede paaren. Zodaanig was de geest<br />

van HIPPOKRATES , die zonder voorbeeld uit<br />

een mengelklomp van duisternis, doolingen, voor­<br />

oordeel en bygeloof, de allerbeminlykfte, de over-<br />

tuigendfte eenvoudigheid , waarvoor de grootfte<br />

mannen zich in verwondering verliezen, heeft te<br />

voorfchyn gebragt. Die eenvoudigheid heerscht<br />

wel niet eenpaarig in alle zyne fchriften , maar<br />

in de beste zo fterk, dat veele geleerde Mannen<br />

daarom een gedeelte van zyne werken voor on­<br />

echt houden, fchoon onze BOERHAAVE zich met<br />

die twyffelingen niet veel opgehouden heeft. Kan<br />

men ook niet onderftellen dat HIPPOKRATES<br />

by trappen daartoe is opgeklommen ? Insgelyks<br />

wordt het ook van niemand ontkend dat in dit<br />

za-


V'AN HET GENOOTSCHAP. xxi<br />

zamenftel noch merkwaardige gebreken zyn; maar<br />

die moeten meest aan 's Mans leeftyd geweeten<br />

worden; en 't is de eenvoudigheid van zyne Wer­<br />

ken zelve, die ons in ftaat ftelt om ze gemaklyk<br />

te onderfcheiden van het waare, het zuivere, het<br />

edele , waaronder zy anders ongenaakbaar zouden<br />

fchuil gaan.<br />

Men ontmoet by HIPPOKRATES twee voor-<br />

naame beginzelen, die, naar het fchynt, den grond-<br />

flag van zyne Praktiek uitmaaken. Het eerfte is:<br />

dat eigenlyk de Natuur, en niet de Geneesheer,<br />

de ziekten tot geneezing brengt; terwyl deeze<br />

laatfte alleenlyk verpligt is, indien hy kan, de<br />

beletzelen weg te neemen. Het tweede: dat de<br />

Geneesheer, die ongeneeslyke ziekten als zodaanig<br />

onderfcheidt, even groot is als hy, die de overige<br />

noaarlyk geneest. Het eerfte had de meeste be­<br />

trekking tot heete en kortftondige , het tweede<br />

tot langduurige en fleepende ziekten. En fchoon<br />

men nu in beiden zich niet naauw aan de letter<br />

moet bepaalen, niettemin is het zeker dat deeze<br />

algemeene waarheden, veel zwaaren en fchadely-<br />

ken arbeid affnydende , den Koningklyken weg<br />

baanden, waarvan de Nakomelingfchap zich nooit<br />

zonder merkelyk nadeel heeft verwyderd. 't Zal niet<br />

ondienftig zyn dat wy ons noch een oogenblik<br />

hierby ophouden.<br />

Zodra men aan de Natuur het richtfnoer in de<br />

«eneezing der ziekten vertrouwde , en de Arts<br />

** 3 al-


xxrr INLEIDEND VERTOOG<br />

alleenlyk als haar eerfte Dienaar wierd aangemerkt,<br />

volgden daaruit onmiddellyk verfcheidene aanwy-<br />

zingen, die over alle ziekten in het algemeen een<br />

helder licht verfpreidden. By voorbeeld, i. Ter-<br />

ftond in den aanvang door bekwaame ontlastin­<br />

gen alle hinderpaalen weg te neemen. a. In het<br />

verdere beloop de krachten des lyders te fpaa-<br />

ren. 3. Ten deezen einde de toevallen te onder-<br />

fcheiden van de hoofdzaak. 4. De beweegingen<br />

der Natuure, dat is de koortfen , nu door ver­<br />

koeling , dan door verwarmende middelen , op<br />

haare juiste maat te temperen. 5. De tyden van<br />

fcheiding waar te neemen, wanneer inzonderheid<br />

de gelegenheid fchichtig is. 6. De wegen, langs<br />

welke de Natuur die fcheiding volbrengen wil,<br />

uit voorafgaande tekenen te leeren kennen , en<br />

dezelve op de gemaklykfte wyze ten haaren dienfte<br />

te bereiden. 7. Vooral, de beweegingen welke<br />

de Natuur tot deeze fcheiding werkftellig maakt,<br />

niet te fluiten; fchoon dezelve zomtyds naar be­<br />

vinding eenigzins moeten gebreideld of aange-<br />

fpoord worden. Zie hier hoe veele gewigtige<br />

lesfen in eene enkele eenvoudige waarheid kunnen<br />

opgeflooten zyn. Zie hier het voornaamfte richt-<br />

fnoer van onze aderlaatingen , braakmiddelen ,<br />

buikzuiveringen, verzachtende borstdranken, ftree-<br />

lcnde rustmiddelen, zachte zweetdryvingen , geu­<br />

rige verfterkingen , en wat dies meer is. Men<br />

voege hier de afleidingen by, door mostert-pap­<br />

pen,


VAN HET GENOOTSCHAP, xxm<br />

pen , Spaanfche - vliegen , of dikwyls door noch<br />

heilzaamer voetbaden. Wat ontbreekt 'er tot de<br />

gelukkigfte Praktiek in heete ziekten , mits dat<br />

de Geneesheer een man van oordeel zy?<br />

Het andere beginzel is van geen minder nut<br />

ten aanzien van fleepende ziekten en kwaaien, die<br />

of gevolgen zyn van voorafgaande heere ziekten,<br />

of oorfprongklyk in de ingewanden, in de bekleedzelen,<br />

in het gebeente, of elders, zich hebben<br />

gevest. De Cura palliativa, waaraan veele lyders<br />

te danken hebben , dat zy met hunne kwaaien een<br />

vry hoogen ouderdom bereiken, is hieruit gebooren.<br />

Een Geneesheer, die behoorlyk onderfcheid weet<br />

te maaken tusfchen geneeslyke en ongeneeslyke<br />

kwaaien , zal nooit zynen lyder vruchteloos afmatten<br />

met fterke en gevaarlyke middelen, die,<br />

eene zwaare fchudding in het verzwakt geitel verwekkende<br />

, hetzelve daarenboven door overvloedige<br />

ontlastingen uitputten; veel min hem opofferen<br />

aan verre gezochte befpiegelingen, die alleen<br />

haaren grondflag in eene levendige verbeelding<br />

hebben, of die het aangemaatigd gezag van een<br />

onvoorzigtigen Waarneemer heeft ingevoerd. Hy<br />

zal in tegendeel den lyder door een gemaatigden<br />

leefregel trachten te bewaaren, en maar zomtyds<br />

eenige toevallen te keer gaan , wanneer ze zyns<br />

oordeels te hoog loopen. Voor het overige zal<br />

't hem genoeg zyn alle gelegenheden af te fnyden,<br />

waaruit de kwaal eenig nieuw voedzel zou kun-<br />

** 4 nen


xxiv INLEIDEND VERTOOG<br />

Hen fcheppen, by wege van lichaamelyke of gemoe-<br />

delyke ontroeringen. Byzonder zal by , op het<br />

voorbeeld van RAMAZZINI, bedacht zyn op de<br />

ongemakken die aan elk beroep als verknocht<br />

zyn, en dus met een enkel woord. menigen braa-<br />

ven Kunstenaar behouden, die anders naar de re­<br />

gelen had moeten vermoord worden.<br />

Aldus wordt de teering dikwyls, met de vro-<br />

lykheid die haar natuurlyk is, lange jaaren draa-<br />

gende gehouden. Dus laat men ontlastingen, waar­<br />

aan de Natuur gewend is , begaan. Dus houdt<br />

men knoestgezwellen , die om de nabyheid van<br />

groote vaten of zwaare zenuwen niet mogen weg­<br />

genomen worden, ja zelfs verzweerende kankers,<br />

niet zelden zo lang op een gelyken voet , tot<br />

dat de lyder langs een anderen weg den onver-<br />

mydelyken tol betaale. Men heeft wel eens ge­<br />

zegd, wanneer fleepende ziekten niet wierden ge­<br />

neezen , dat de fout of by den Arts of by den<br />

lyder fchuilen moest: by den eerften , dat hy<br />

kwaade maatregelen nam, of by den laatflen, dac<br />

hy naar goede zich niet fchikte. Men wilde<br />

naamelyk, daar zo veel tyd was om de zaak van<br />

alle kanten te befchouwen en te beproeven, dat<br />

het niet misfen konde , of onder veele vergeefs<br />

gebruikte middelen moest eindelyk het waare ge­<br />

troffen worden. Dit was, op zyn best genomen,<br />

welgegrond ten opzigte van geneeslyke kwaaien;<br />

doch het rechte middel kon ook wel te laat gevonden


VAN HET GENOOTSCHAP. xxv<br />

den worden, na dat het kwaad door veele verkeerde<br />

aanwyzingen getergd en verergerd waare. By den<br />

regel ex nocentihus et juvantibus dient men de<br />

waarfchuwing van HIPPOKRATES, experimentum<br />

fallax, niet te vergeeten; noch ook deeze andere<br />

, die van de aderlaating in eene byzondere<br />

ziekte gezegd is, ni juvat occidit.<br />

Befpiegelt de eenvoudige Geneesheer nu voorts<br />

de ganfche Kunst in haaren wyden omtrek, zo is<br />

geene bedenking bekwaamer, om zynen lust tot<br />

het naarftigtte onderzoek van zaaken aan te fpocren,<br />

dan deeze : dat het eene even groote zaak<br />

is ongeneeslyke ziekten te kennen, als andere te<br />

geneezen. De Natuur geneest indien zy kan: kan<br />

deeze niet, zo moet de Kunst tot haare veriterking<br />

aanwenden wat zy kan; cito, tuto, et jucunde-,<br />

maar tevens fat cito, fi fat bene: Hy vraagt<br />

dan eerst, wat kari ik; wat ontbreekt my? Straks<br />

leert hem de ondervinding , dat hy ongelooflyk<br />

veel vermag, door een vriendelyk gelaat , door<br />

eene minzaame vermaaning, door het openen van<br />

eene deur of venfter, door verfchooning van linnen<br />

, door de goede keuze van voedzel en aangenaamen<br />

drank, zelfs door de toelaating van iets<br />

lchadelyks, waaraan de lyder by geval gewend is.<br />

De Pedant zegt , heb ik daarom geftudeerd ? is<br />

dat fcientifiek ? de groote Man antwoordt, myn<br />

Vriend en Medeburger is behouden.<br />

Dus ziet hy dat veelal in heete ziekten de<br />

** 5 maat-


xxvi INLEIDEND VERTOOG<br />

maarregelen van eene welbegr.eepene Cura palliaiiva<br />

voldoende zyn toe de vollirekte herltelling,<br />

mits dat men zich in dé onderfcheiding der ziekten<br />

en toevallen weinig of niet vergisfe. Doch<br />

hieromtrent ontmoet hy een verbaazenden zamenloop<br />

van verfcheidenheden , die in den eerften<br />

opflag zyn verftand te boven gaat. Evenwel, op<br />

den rechten weg zynde , doet hy geen ftap zonder<br />

voordeel ; en dus meer en meer aangemoedigd<br />

, leert hy eindelyk zyn bellek in alles wat<br />

hem voorkomt met de zelfde gerustheid maaken,<br />

als de Wiskunltenaar , die door drie gegeevene<br />

punten , mits niet in eene rechte Iyn geplaatst,<br />

een cirkel weet te trekken.<br />

Moet 'er iets meer verricht worden, gelyk zomtyds<br />

in fleepende ziekten plaats heeft, of ook in<br />

heete, die, anderszins niet zeer gevaarlyk , door<br />

een of ander geweldig toeval met een droevigen<br />

uitgang gedreigd worden; de voldoening van het<br />

voorgemelde noopt hem aan om ook hier zynen<br />

aandacht in te fpannen. De vaste kennis, welke<br />

hy reeds bezit, doet hem niet zelden ftout fchynen<br />

in het oog van onkundigen, fchoon hy altyd<br />

voorzigtig is. Hy gebruikt nu en dan uit nood<br />

fterke middelen, maar altoos met tegenzin; en dan<br />

verzacht hy gemeenlyk de onvermydelyke ongemakken<br />

, welke hy den lyder heeft aangedaan, met<br />

een ftreelend rustmiddel of door gepaste verpoozing.<br />

Hy ziet echter onophoudelyk om naar vei-<br />

li-


VAN HET GENOOTSCHAP, XXVII<br />

liger wegen, om verpoppingen te ontbinden ,<br />

verzamelingen af te leiden en te ontlasten, flymen<br />

te verdunnen , fcherpe vochten te verbeteren ,<br />

zwakke vezelen te fterken, en lterke te ontfpannen.<br />

Dus hebben de waare Kunstoeffenaars, in plaats<br />

van vreemde gommen en balfems, de heilzaame<br />

uitwerking van azyn en honing, van rype vruch­<br />

ten , van zoet wei , zuuring en waterkersfe; en<br />

in plaats van heete fpeceryen, de lieflyke falie en<br />

rosmaryn leeren kennen, met de munte, die zo<br />

verwonderlyk de braakzucht ftillen kan. Langs<br />

deezen weg is men insgelyks van die geweldige<br />

drastica , welke by de Ouden huns ondanks in<br />

zwang gingen , tot het zacht gebruik van rhabar-<br />

her, [enne, manna, casfïa, en tamarinden over­<br />

gegaan ; en de ipecacoanna, welk een afrtand!<br />

heeft zich in plaats van den helleborus aangebooden.<br />

Gemeenlyk fchryven de Geleerden het invoeren<br />

van deeze zachte buikzuiveringen aan de Arabie­<br />

ren toe; hoewel KHAZES, dien men den Arabi-<br />

fchen GALENOS mag noemen, in zommige ge­<br />

vallen al vry krachtige middelen toediende. Onder<br />

anderen genas hy, zegt men , de heupjicht met<br />

koloquint-klysteeren, dat 'er het bloed na volgde.<br />

Waarfchynlyk heeft hy , die van oordeel was<br />

dat men geen purgeermiddel moest geeven dan na<br />

voorafgaande braaking, veelal in deeze ontlasting<br />

weinig belang gefceld, en daarom die zachte mid­<br />

delen vervolgens maar fpeelende voorgefchreeven;<br />

tot


xxvm INLEIDEND VERTOOG<br />

tot dat AVICENNA, ALBUCASIS, en anderen,<br />

hieruit een nieuw licht fcheppende, derzelver<br />

gebruik algemeener uitgeftrekt hebben.<br />

Men is den Arabieren insgelyks de Scheikunst<br />

verfchuldigd, waarvan wy zo veel te liever fpree-<br />

ken, om dat zy eene der fchoonfte paarlen is aan<br />

de kroon van BOERHAAVË. Zy wisten reeds<br />

den bytenden fublimaat te bereiden, en 't gaat<br />

vast dat zy door deeze vermeerdering aan de Art-<br />

fenykunde eenen vruchtbaaren tak hebben toege­<br />

voegd, waardoor nu de drie Ryken der Natuure<br />

aan haaren fcepter onderworpen zyn. Een aan-<br />

zienlyke rei van andere kunften wierd welhaast<br />

door de Scheikunst verrykt en in top gevyzeld4<br />

maar men kan billyk vraagen of de Geneeskunde ,<br />

fints de tiende tot de achttiende eeuw , van haare<br />

ontdekkingen niet meer nadeel dan nut getrokken<br />

hebbe. De Arabifche School raakte welhaast in<br />

vergeetelheid, om plaats te maaken voor de Saler-<br />

nitaanfche, die, in plaats van de Geneeskunst te<br />

verryken of te befchaaven , haar een belachelyk<br />

aanzien gaf door de Leoninifche vaerzen, waarin<br />

zy haare regelen ter gezondheid voordroeg. Zeker,<br />

de fmaak der Dichtkunst was 'er ook in die dagen<br />

veel minder toe gefchikt, dan naderhand tot de<br />

SiphyHs van FRAKASTORIUS, en thans tot de<br />

Varis van den Hoogleeraar COOPMANS.<br />

Een aanzienlyk getal nuttige vindingen , maar<br />

zonder verband, was niet genoegzaam in vergel­<br />

ding


VAN HÉT GENOOTSCHAP, xxix<br />

ding van duizend ongerymdheden- en gedrochte-<br />

lyke gevoelens , welke door de Scheikunst, of<br />

liever door de overvliegende maar verwilderde<br />

vernuften van PARACELSUS en HELMONT, wier­<br />

den ingevoerd. De belofte van een algemeen<br />

middel tegen alle ziekten, ja tegen de dood, (of<br />

voor altoos , of ten minften tot den uiterften<br />

ouderdom,) betoverde het menschdom door een<br />

valsch voorkomen van eenvoudigheid, het welk<br />

inderdaad zynen oorfprong uit eene verwarde<br />

denkwyze had genomen. Deeze overvliegers be-<br />

droogen zichzelven door trotsheid, en hunnen ligt-<br />

geloovigen medemensch door de ydele vertooning<br />

van een gedroomd geluk , *t welk misfchien, in­<br />

dien het ook wezenlyk beftond , bezwaarlyk den<br />

naam van geluk zou kunnen draagen.<br />

't Is niet onwaarfchynlyk dat de groote BOER­<br />

HAAVË , die de fchriften van deeze vermaarde<br />

Mannen, en meest alle hunne Aanhangers, ernftig<br />

had geleezen, uit dien hoofde aanleiding genomen<br />

heeft, om de Kunst, welke in zeer veele andere<br />

opzigten zyne herltellende hand van nooden had,<br />

evenwel eerst en bovenal van die zyde te her­<br />

vormen. Hoe 't zy , wy hebben 't aan zynen<br />

onvermoeiden yver te danken , dat de Scheikunst<br />

thans het heerlykst licht over alle onze geneeskun­<br />

dige verrichtingen verfpreidt, met een invloed ,<br />

die zo veel te grooter is, als haare paaien naau-<br />

wer ingetrokken zyn.<br />

Wi!


xxx INLEIDEND VERTOOG<br />

Wil men een treffend kontrast van duisterheid,<br />

verwarring en zwetfery , tegen klaare en zuivere<br />

eenvoudigheid ; om dan te oordeelen welke van<br />

beiden de uitbreidinge van nutte Kunlten best be­<br />

vorderen zal? Men leeze PHILIPPUS AUREO-<br />

LUS THEOPHRASTUS PARACELSUS BOM­<br />

BAST AB HOHENHEIM, Paramira de origine<br />

morborum ex fale, fuif ure & mercurio microcos-<br />

micis, aan de eene zyde; en aan de andere HER-<br />

MANNUS BOERHAAVE , de Igne. Moet men<br />

niet verwonderd ftaan , als men leest dat onze<br />

ERASMUS, die geliefde Gunfteling der Natuure,<br />

den vriend BOMBAST noch over zyne gezondheid<br />

heeft kunnen raadpleegen?<br />

Eer wy nu deeze afdeeling fluiten, zal het niet<br />

ondienftig zyn by de voorgemelde eenvoudigheid van<br />

HIPPOKRATES insgelyks het tegenbeeld te {tel­<br />

len van een ouden Wysgeer, die wel geen Genees­<br />

heer was, maar niettemin als Natuurkundige by<br />

alle Geneesheeren groptelyks plag .in .aanmerking te<br />

komen; te meer naardien ook zyn Vader N I K O M A-<br />

CHUS onder de Artfen van zynen tyd had uitgemunt.<br />

Wy bedoelen ARISTOTELES, dien wy noch.<br />

thans in geenen deele met eenen PARACELSUS<br />

vergelyken. ARISTOTELES had inderdaad alles<br />

wat tot een groot Man wordt vereischt, behalven<br />

dat Eenvoudige , dat veri figillum. En 't is juist<br />

door dit gebrek , dat hy, die zo veele eeuwen<br />

het Orakel der Wysgeeren geweest is, gelyk HIP-<br />

PO-


VAN HET GENOOTSCHAP. xxxi<br />

POKRATES der Artfen , de waereld even blind<br />

gelaaten heeft als hy ze had gevonden , terwyl<br />

aan den anderen kant de leeringen van HIPPO-<br />

CRATUS fchier dagelyks ten aanwas van de Kunst<br />

gediend hebben , en noch dienen. De ingewikkelde<br />

en verwarde Filozoofie van ARISTOTELES<br />

was en bleef onvruchtbaar, tot aan D E S C A K T E S ...<br />

neen tot NEWTON toe: de eenvoudige Geneeskunst<br />

van HIPPOKRATES, zyne enkele Aforismen<br />

, hebben geene eeuw , zelfs in de ruwlle<br />

tyden, in weerwil van zo veele pneumatifche,<br />

epifyntheüfche , methodistifche fekten, laaten voorbygaan<br />

, 'zonder aanleiding te geeven tot eenig<br />

voortreflyk gefchrift, of tot eenige fchoone ontdekking.<br />

De fchilderachtige befchryvingen van zo veele<br />

ziekten,als men vindt by ARETEDS CAPPADOX,<br />

de gulde lesfen van den^velfpreekenden CELSUS,<br />

het beste dat men by GALENUS, by de Arabieren ,<br />

by FORESTUS, LOMMIUS en zo veel anderen<br />

ontmoet; dit allés is, zo niet van HIPPOKRATES<br />

ontleend, ten minden uit zyne edele eenvoudigheid<br />

afgeleid en voortgefprooten. Maar , gelyk<br />

wy boven reeds aanmerkten, alles heeft op aarde<br />

zyn verloop; en hierom .was het noodig dat 'er<br />

wederom in onze eeuw een Herftellcr kwam.<br />

Men leeze by genoeg bekende Schryvers, of liever<br />

by SYLVIUS zelf* wat de Syhiamfche Praktiek<br />

omtrent den aanvang deezer eeuwe was; men<br />

over-


XXXII INLEIDEND VERTOOG<br />

overweege vervolgens wat de Geneeskunst heden<br />

is. Men flaê dan eens de fchriften van den Baron<br />

VAN SWIETEN op ; wy twyffelen geenszins of<br />

het fterkfte vooroordeel zal zich gevangen geeven,<br />

op het zien van zo veele voordeden , als eveneens<br />

afgeleid en gefprooten zyn uit de leerwyze van<br />

den grooten, den onrterflyken, den onnavolgbaa-<br />

ren, maar alleszins eenvoudigen BOERHAAVE.<br />

II.<br />

Gaat het nu vast, gelyk wy meenen ten over­<br />

vloede te hebben beweezen, dat het juist deeze<br />

eenvoudigheid is, die ons de meeste denkbeelden<br />

verfchaft, en de fchoonfte gelegenheden in de<br />

oeffening en uitbreiding der Geneeskunde aan­<br />

biedt; zo kan ons de bedenking, welke hier moet<br />

beantwoord worden, gQjine groote bekommering<br />

baaren. 't Staat geenszins te vreezen dat de jonge<br />

Geneesheer , van deezen kant meer gemak ont­<br />

moetende dan hy verwachten kon, tot onverfchil-<br />

ligheid zal overflaan. De Kunst, die hy te voo-<br />

ren als eene ftuurfche meesteres of trotfe Vorftin<br />

heeft aangemerkt, zal nu in zyne oogen eene<br />

gemeenzaame vriendin worden ; maar die gemeen­<br />

zaamheid zal nimmer fmaakeloos zyn, enhy zal om<br />

haare natuurlyke fchoonheid meer en meer op haar<br />

verlieven, zo dat hem de noodzaakelyke zorgen,<br />

die aan haaren dienst verknocht zyn, geenszins<br />

las-


VAN HET GENOOTSCHAP, xxxm<br />

lastig fchynen, maar veeleer eene aangenaame be­<br />

zigheid verfchafTen. In die bezigheid, in die zorgen<br />

zal by noch zo veel moeite vinden, dat hem 'c roe*<br />

men vooreerst niet oirbaar weezen kan. Deeze<br />

moeite zal door gedaurige aanmoedigingen allengs<br />

verminderen onder den geregelden arbeid, maar<br />

zy zal wel altoos zwaar genoeg zyn om een voor­<br />

werp van zynen aandacht te blyven. Eindelyk zal<br />

deeze weleer zo trotfe meesteres, deeze nader­<br />

hand zo gemeenzaame vriendin , hem opleiden<br />

tot de tedere gevoelens, die men heeft voor eene<br />

weldaadige en achtbaare moeder.<br />

Men verbeelde zich, ter ophelderinge van het<br />

gezegde, het af beeldzel van den jongen Genees­<br />

heer , uit eenige hoofdtrekken, die 't ons lust hier<br />

by te voegen. Wy Hellen hem kundig van alles<br />

wat aan de Hooge Schooien met betrekking tot<br />

zyne kunst te leeren is: volkomen kundig, 'c geen<br />

zelden of nooit gebeurté ALBINÜS, RUISCH,<br />

MORGAGNE ftaan in alles levendig voor zyn ge*<br />

heugen, en hy zou LI N NEUS in den Tuin zo<br />

vaardig beantwoorden, als BOERHAAVE in het<br />

Laboratorium: maar zyn geliefd onderwerp is de<br />

kennis der ziekten, de Pathologie. Hy verftaat zyn<br />

GAUBIUS volmaakt wel: hy weet u alle ziekten<br />

uitvoerig te befchryven, haare afgelegene en aan-<br />

leidende oorzaaken op te tellen , de tekenen en<br />

meest gewoone toevallen te melden, de voorte­<br />

kenen van dood en leven door alle tydperken heen<br />

_*** aan


Xxxiv INLEIDEND VERTOOG<br />

aan de hand te geeven: hy weet zo wel Praktisch<br />

als Phyfiologisch van alle deeze onderwerpen te<br />

fpreekcn. Hy verftaat ook het gebruik van ader­<br />

laatingen , braaking, buikzuiverirgen , Spaanfche<br />

vliegen , pynftillingen , ftoovingen en wat dies<br />

meer is. Kortom, al wat in boeken fteekt is in<br />

zyn hoofd beflooten.<br />

Zeg ons nu, gy oude ervaarene PO DA LIER,<br />

die grys geworden zyr onder den tabbaard , en<br />

deezen braaven jongeling zo gunftig onder uwe<br />

befcherming neemt; zeg ons wat gy boven hem<br />

bezit , wat hem ontbreekt om met u gelyk te<br />

ftaan? Gy zwygt, en wenkt ons met een goed-<br />

aardigen lach, om ongemerkt hem benevens u te<br />

volgen naar den eerften lyder, dien gy te zamen<br />

zult bezoeken. Welaan!<br />

De lyder klaagt fints drie dagen van pyn en<br />

fpanning in den buik, meest rondom den navel,<br />

niet zonder walging en benaauwdheden, met ge-<br />

flooten lyf, en fterke koorts; de pols is na de<br />

tweede aderlaating noch hard en fnel; de amandel-<br />

melken worden terftond uitgebraakt, de poeders<br />

van falpeter, kreeftsoogen, koraalen, camfer, enz.<br />

hebben niets verricht, de klysteeren komen on­<br />

verrichter zaake te rug, de purgeermiddelen, per<br />

epicrajïn genomen, hebben zo wel als de carmi-<br />

nantia de pyn vermeerderd, en de pappen wor­<br />

den zelfs door haare zwaarte ondraaglyk op den<br />

gefolterden buik. „ Is dit een Heus, of eene be-<br />

»> gin-


VAN HET GENOOTSCHAP, xxxtf<br />

u ginnende colica pictonum ? Moet nu opium dó<br />

„ /kra anchora zyn ; of zal men de klyfteeren<br />

„ noch wac verfterken ; by de hiera picra de<br />

„ trochisci alhandal. voegen ? Wac dunkt myrt<br />

„ Heer, van een tabaksklysteer ? immers is hec<br />

„ een goede regel, duro nodo durus cuneus."<br />

Als het zo verre gekomen is, treedt de oude<br />

Heer zachtelyk naar de bedtteede , fteekt zyne<br />

hand onder den deken , gebiedt den lyder moed<br />

te fcheppen , trekt ze na weinige oogenblikken<br />

te rugge ; en zie daar den armen ellendeling uit<br />

den open muil des doods verlost , kusfende de<br />

hand die hem behouden heeft. — „ Jonge Heer!<br />

„ het was eene hernia incarcerata." — Maar,<br />

myn Heer, dan braaken ze immers eene bruine<br />

flof, als dik van koffie; daar had ik wel om gedacht:<br />

ten minften moet dan alleen het omentum<br />

maar uitgezakt zyn. Garengeot zegt: —<br />

„ Zeer wel, dat kan wel zyn ; maar die bruine<br />

„ ftof zou 'er zich welhaast bygevoegd hebben,<br />

„ en dan had men misfchien tot eene gevaarlyke<br />

„ Operatie moeten overgaan. Men moet", laat<br />

hy 'er op volgen , „ wel alle tekenen van elke<br />

„ ziekte kennen , maar tevens in 't oog houden<br />

,, dat ze zelden allen te zamen in een geval vef-<br />

„ eenigd zyn. Zomtyds komen 'er ook eenige<br />

„ tusfchen beide , die naar eene andere ziekte<br />

„ zweemen , maar inderdaad flechts aan de idio-<br />

„ fyncrafie zyn toe te fchryven. Daar is veel mis<br />

*** a » OP*


xxxvi INLEIDEND VERTOOG<br />

„ op , en men moet zyne Auteurs hieromtrent<br />

„ altyd cum grano falis verdaan. In allen ge-<br />

„ valle, waar doorgaans beproefde middelen niets<br />

„ afdoen, dient men de hoofd-indicatie noch wel<br />

„ eens zorgvuldig te onderzoeken , eer men tot<br />

„ die geweldige geleerdheid zyne toevlugt neeme.<br />

„ Wees vooral bedacht, om nooic van den Apo-<br />

„ theeker te verwachten, 't geen gy verpligt zyt<br />

„ by den Chirurgyn te zoeken."<br />

Wy bekennen dat dit geval wat fterk gefchil-<br />

derd is; maar wy hebben zulks met voordacht ge­<br />

daan , en hier het meerdere voorgedeld , op dat<br />

ee'n iegelyk daar het mindere uit afleide, terwyl<br />

niemand ontkennen zal dat jonge Geneesheeren,<br />

zelfs door hunne uitgebreide kennis , voor dus-<br />

daanige misdagen bloot daan. De vraag is hier<br />

alleenlyk, of deeze lesfen van eenvoudigheid den<br />

Jongeling , dien wy ten voorbeeld dellen , niet<br />

zullen overtuigen , in weêrwil van zyne groote<br />

geleerdheid , dat zyne eerde les noch maar be­<br />

gonnen is? Indien hy dus zyne oogen opent, zal<br />

hy dien dag in zegening houden , en femper<br />

acerbum , femper honoratum noemen. Voortaan<br />

zal hy de ganfche Kunst in het treffen der juiste<br />

aanwyzing dellen, en dagelyks met blydfchap on­<br />

dervinden , dat hem, als deeze getroffen is, al het<br />

overige niet de minde moeite kost. Maar de<br />

moeite, die ook hieraan verknocht is, zal de Kunst<br />

een aanzien van verhevene eenvoudigheid byzet-<br />

ten,


VAN HET GENOOTSCHAP, xxxvu<br />

ten, die haar in zyne oogen aanbiddelyk maakt.<br />

Wy kennen geene fterkere aanmoediging voor<br />

eene edele inborst.<br />

Van de fteilte deezer verhevene Eenvoudigheid<br />

wilden wy nu gaarne den Leezer wac uitvoeriger<br />

denkbeeld geeven; doch al waren onze vermogens<br />

toereikende , gelyk wy geenszins denken , om<br />

zulks in een ryk tafereel te doen ; wy zouden<br />

voor onkundigen nooic genoeg kunnen zeggen; en<br />

't zal den ervaarenen aangenaamer zyn, Hechts op<br />

weinige voorbeelden het oog te flaan, welke wy<br />

eenigermaate naar de wyze der Ouden , van het<br />

hoofd beginnende, zullen aanroeren.<br />

Hoe klaar zyn de tekenen van eene beroerte,<br />

hoe duister dikwyls haare oorzaaken, en de aan-<br />

wyzingen welke men daar uit haaien moet. Is<br />

het volbloedigheid ? Schuilen 'er uitgeftorte voch­<br />

ten na een reeds vergeetenen val of flag ? Heeft<br />

eenig fcherp vocht, in gevolge van opgehoudene<br />

ontlastingen, zich in de harsfenen of harsfenvlie-<br />

zen geplaatst? Zyn de harsfenen mee wei of flym<br />

belaaden? Hoe 'c zy, de harde en fnelle pols eischt<br />

wel vooreerst eene ruime aderlaating ; maar die<br />

pols zal den lyder byblyven tot zyn laatften fnik,<br />

misfchien tot den laatften druppel bloeds: dat is<br />

eigen aan eene beroerte. Vervolgens, Spaanfche<br />

vliegen? ja, die moeten fterk zyn , zo de revuljïe<br />

iets betekenen zal ; maar dan vermeerderen zy<br />

meteen de beweeging der vaten , den harden en<br />

*** 3 fnel-<br />

)'


xxxvm INLEIDEND VERTOOG<br />

fnellen pols. Klyfleeren ? maar de lyder is niet<br />

handelbaar. Wat gebeurt 'er na zo veele over­<br />

weegingen ? De Natuur geefc braaking , en het<br />

blykc dat de oorzaak, die wy boven zochten, zich<br />

in de maag onthield. Wederkeerig : men zoekt<br />

gemeenlyk de oorzaak van het braaken in de<br />

maag , en het blykt zomtyds dat hetzelve zyn<br />

beginzel alleenlyk had in eene fterke fchudding<br />

der harsfenen.<br />

Vallende ziekte , de fterkfte fchok , dien het<br />

harsfengeftel met alle zyne zenuwen ondergaat, is<br />

buiten twyfFel meest oorfprongklyk uit de brein-<br />

kasfe , maar wordt nochtans niet zelden veroor­<br />

zaakt door wormen in den onderbuik, ja dikwyls<br />

door eenige vreemde i aandoening in den kleinen<br />

vinger of teen, die, allengs opklimmende, nu en<br />

dan by afbinding fchynt bedwongen te worden.<br />

Hoe fcherp moet het onderzoek niet zyn , eer<br />

men zal weeten of zy geneeslyk zy, of aan haar<br />

lot moet worden overgelaaten ?<br />

De peripneumonia is eene ontfteeking der lon­<br />

gen : doch haar ontbreeken twee tekenen , die<br />

anders van eene ontfteeking byna onaffcheidelyk<br />

zyn; naamelyk pyn, met een harden en fnellen<br />

pols. De zelfftandigheid der longen, gelyk trou­<br />

wens van verfcheidene ingewanden , fchynt voor<br />

pyn niet zeer vatbaar te zyn ; en de verhinderde<br />

doorftraaling van het bloed by ontfteekene lon­<br />

gen, veroorzaakt wel een fnellen, maar kleinen<br />

pols,


VAN HET GENOOTSCHAP, xxxix<br />

pols. Benaauwdheid gaat 'er altoos mede gepaard;<br />

maar dit toeval, benevens eenen kleinen en fnel­<br />

len pols heeft in veele andere zeer onderfcheidene<br />

gevallen plaats. Eene aderlaating , daar 't hier<br />

op aankomt, zou in die gevallen doodelyk zyn,<br />

gelyk een braakmiddel, hoe heilzaam elders, bui­<br />

ten tegenfpraak hier; naamelyk, indien het waar-<br />

lyk eene peripneumonia is. Wel nu; de hitte,<br />

de droogte, de bloozende kleur; alles fchynt toch<br />

eene aderlaating aan te wyzen. J« ! maar de hitte<br />

is juist niet zeer groot, en de bejaarde lyder geeft<br />

veele dikke taaie fluimen op: 't geval trekt zo wat<br />

naar eene peripneumonia notha. Men kieze dan<br />

den veiligften weg, met honingdranken, Spaanfche<br />

vliegen , afleidende klysteeren, kermes, camfer, enz.<br />

Goed...! Evenwel blyft de vraag : verzuimen wy<br />

niets, indien wy geene aderlaating doen? of zou<br />

eene aderlaating hem vermoorden?<br />

Wy hebben de keelziekten overgeflagen, om<br />

dat het onmogelyk was van alle derzeiver verfchei-<br />

denheden te fpreeken , daar zo veele epidemijche<br />

ziekten zich eerst onder die gedaante vertoonen,<br />

en vervolgens of op eene peripneumonia, of op<br />

heel iets anders uitloopen. Maar hoe dikwyls ge-<br />

beurc het niet dat men , na vergeefs beproefde<br />

aderlaatingen , eene keelziekte , die tot ftikkens<br />

toe gevorderd was, oogenbliklyk geneest, door<br />

de eenvoudige inftroojing der flores Jalis ammonia*<br />

ci? Dit middel, waardoor naar allen ichyn voor-<br />

*** ^ maals


BC INLEIDEND VERTOOG<br />

tnaals de Walcherfche keelboeren beroemd ge­<br />

worden zyn, befchaamt niet zelden de bronchoto-<br />

mie; doch het vereischc al mede een zorgvuldig<br />

oordeel.<br />

Wy vermenigvuldigen de zwaarigheden niet,<br />

als wy zeggen dat ze met de eenvoudigfte en<br />

meest bekende ziekten noch al dikwyls gepaard<br />

gaan. Zie daar eene Pleuris. Na twee of drie<br />

aderlaatingen, die telkens eenige verligting hebben<br />

toegebragt, verheffen zich de pynen op nieuw ;<br />

misfchien wegens eene onvoorzigrigheid van den<br />

lyder, of van zyne oppasfers. De tekenen van eene<br />

aanftaande cri/is, die gisteren vry gunftig waren,<br />

vertoonen zich nu in het water met een dun en<br />

hoogdryvend wolkje. De fluimen zyn noch taame-<br />

lyk goed, maar evenwel bloediger, en fpaarzaamer<br />

dan te vooren: en ,fchoon de pols noch vry vast is,<br />

de lyder is toch van geen bloedryk geitel; ook fchy-<br />

nen, Hellen we eens, de aderlaatingen gemeenlyk<br />

dit voorjaar zo wel niet gedraagen te worden, als<br />

doorgaans. Wat nu gedaan ? Za] men door verlies<br />

van bloed de crifis, die misfchien noch wel volgen<br />

zou , verydelen ; of eene ontfteeking, die mis­<br />

fchien noch op te losfen was, gelegenheid geeven,<br />

om tot een empyema over te gaan. Wy hebben,<br />

het zy gezegd zonder iemands achting te kren­<br />

ken , voornaame Artfen in zodaanige gevallen eene<br />

deftige confultatie in een afgezonderd vertrek zien<br />

houden; niet zo zeer, om den lyder te behou­<br />

den,


VAN HET GENOOTSCHAP. xu<br />

den, als om wederkeerig elkanders fatfoen en goe­<br />

den naam te dekken, ingevalle hy kwam te over-<br />

lyden. De Eenvoudigheid is dan wel fteil! doch<br />

laaten wy dit ft uk noch wat vervolgen.<br />

Geene ziekte vertoont zich duidelyker in haare<br />

onderfcheidene trappen en fchakeeringen, dan de<br />

Geelzucht. Haare eerfte aankomst laat zich dui-<br />

delyk zien in het wit van de oogen. De geele<br />

en bruinachtige kleur verfpreidt zich verder over<br />

het ganfche lichaam , met jeukte , die meer en<br />

meer toeneemt, waarby zich een duizeligheid<br />

voegt, die den lyder niet meer toelaat te gaan<br />

of te ftaan. Ondertusfchen wordt het water, dat<br />

eerst bruin was, ten naasten by zwart; de bleeke<br />

afgang wordt eerlang volkomen wit. De water­<br />

zucht voegt zich hierby , en ftraks daarna klopt<br />

de dood reeds aan de deur. Zo duidelyk laat<br />

zich de geelzucht onderfcheiden ; maar zyn nu<br />

haare oorzaaken en aanwyzingen even kenbaar ?<br />

Haare zitplaats is de lever; maar de oorzaak zit zom-<br />

tyds in het duodenum, en dan is dezelve best te<br />

kennen en te overwinnen. Maar indien de galvoe-<br />

rende buizen door ontfteeking geflooten, of door<br />

fteentjes geftopt zyn? By ontfteeking is het braa-<br />

ken zeer gevaarlyk : zyn 'er fteenen , dan wordt<br />

het ter loozinge vereischt. Braakzucht wordt ook<br />

uit ontfteeking gebooren, en eene tamelyke koorts<br />

kan zo wel uit de pooging der Natuur om zich<br />

yan een vreemd lichaam te ontflaan, als uit ont-<br />

*** - ftee-


XLII INLEIDEND VERTOOG<br />

fteeking gebooren worden. Zo dat alles hiet<br />

wederom in veeie gevallen vry duister kan voorkomen<br />

: en waar zouden deeze befchouwingen<br />

een einde vinden, indien men ze vervolgde?<br />

De (tinkende galachtige ftof, die in veele ziekten<br />

van beneden ontlast wordt; is dat bedorvene<br />

gal , die gy verder met rhabarber en cremor<br />

tartari moet uicdryven ; of worden de bedorvene<br />

vochten uit den omtrek van het lichaam naar 't<br />

gedarmte gevoerd , om zich langs dien weg té<br />

ondasten; en zoudt gy dan met uwe purgatie evenveel<br />

kwaad doen , als of gy eene fcheurbuikige<br />

bloeding door aderlaaten wilde bedwingen ? Wy<br />

gelooven dat zulks maar al te dikwyls gebeurt.<br />

IVlaar, zegt een ander , de fchuld is dikwyls by<br />

den Arts ; hy moest in den beginne een braakmiddel<br />

hebben gegeeven , om de bron van dit<br />

bederf te dempen. Movenda principïo move»<br />

„ Goed: 'er was ook braakzucht. Maar de pok-<br />

„ jes gaan om ; en verfcheidene verfcbynzelen<br />

„ deeden hem gelooven, dat het met den lyder<br />

„ die nooit gepokt heeft , daarop uit zou<br />

„ komen. "<br />

GALENUS heeft zeer fraai gezegd dat de kennis<br />

van ziekten met de Kruidkunde veel overeenkomst<br />

had; in deezen zin , dat men volwasfene<br />

kruiden'gemaklyk onderfcheiden kan, maar dat 'er<br />

een allerkundigsc oog wordt vereischt , om ze,<br />

als zy eerst uit den grond opfchiecen,hunnen rechten


VAN HET GENOOTSCHAP, XLIH<br />

ten naam te geeven. Zeer toepaslyk op beginnen­<br />

de ziekten; maar zou men wel durven denken dat<br />

het oordeel over eene meer gevorderde ziekte zo<br />

vast ging, als de kennis van een volwasfen kruid?<br />

Hoe twyffelachtig befchouwc men dikwyls de ont­<br />

roeringen der Natuure , wanneer zy eene crifis<br />

werkftelüg maakt? Waar, en wanneer is de toe­<br />

gang voor depas/io hy/ïerica geflooten, om haare<br />

bedrieglyke rol te fpeelen ? Want, fchoon de be-<br />

naaming van dit toeval alleen het vrouwelyk ge­<br />

nacht betreft, het manlyke is aan de zaak zelve<br />

weinig minder onderworpen.<br />

Aldus is de Praktiek der medicynen eene wyde<br />

zee vol blinde klippen; daar men zich altoos, zo<br />

geene dikke duisternis, ten minden eene mistige<br />

lucht verbeelden moet, en daar veele bedrieglyke<br />

dwaallichten zwerven, die noch dikwyls de Ervaa-<br />

renheid zelve misleiden. Ook vertoonen zich de<br />

voorwerpen daar nooit in eene geregelde opvol-<br />

ging; maar dwarsch en fchuins, 't achterst voor,<br />

't onderst boven, zo 't maar vallen wil, juist als<br />

een Chaos. De Kunstoeffenaar moet zich altoos<br />

kwyten met het befluit van een oogenblik, gelyk<br />

'er de lyder zich aan waagt. Op deeze wyze maakt<br />

hy 's morgefls een bedek, dat hem, 's avonds of<br />

's anderendaags wederkomende, byna vergeeten is,<br />

of wel averechts in 't geheugen legt. Geen won.<br />

der: hy heefc in dien tusfchentyd ten minden vyf-<br />

tig anderen op dezelfde wyze bezocht; waaronder<br />

zom-


XLIV INLEIDEND VERTOOG<br />

zomtyds weinigen zyn , die met deezen eenige<br />

overeenkomst hebben. Het veiligfte is gemeenlyk<br />

in den dagelykfchen wandel, zo men 't niet ver­<br />

der weet te brengen , zich met deeze en eenige<br />

weinige andere vraagen , voor de groffte misvat­<br />

tingen te dekken. „ Moet 'er eene aderlaating<br />

„ gefchieden ? zo ja, hoe fterk ? komt 'er een<br />

„ klysteer te pas? dat kan, al was het overtollig,<br />

„ zonder gevaar gefchieden , zo de lyder te han-<br />

teeren is. Spaanfche vliegen? al mede. Braa-<br />

„ king ? niet dan zeer omzigtig. Opium ? indien<br />

„ 'er geene ontfteeking is. Laxeermiddelen ? door-<br />

„ gaans niet kwaad. Kina? meest altoos veilig;<br />

„ en daar ze nut doet, kan ze nooit te fterk ge-<br />

„ bruikt worden. Merkurius ? dat heeft wel<br />

„ tyd tot nader onderzoek. " Wy hebben een<br />

Geneesheer gekend , die gewoon was zyne vry<br />

fterke Praktiek veelal tot deezen Katechismus te<br />

bepaalen,en, door het gebruik hieromtrent zelden<br />

dooiende , over 't geheel met weinige kundighe­<br />

den zeer gelukkig was.<br />

Maar hoe dikwyls wordt men ook opzetlyk mis­<br />

leid; en wel zo, dat men zelfs geene achterdocht<br />

durft te kennen geeven. Arme lieden, vooral in de<br />

Gasthuizen, verdichten zomtyds kwaaien en onge­<br />

makken, of haaien zich dezelve op den hals, om het<br />

medelyden der vermogenden te winnen, en langs<br />

dien weg rykelyk aalmoesfen te verwerven. By an­<br />

deren fchuilc eene kwaal, die men met geene reden<br />

on-


VAN HET GENOOTSCHAP. XLV<br />

onderftellen kon; de vrouw is door den man be-<br />

fmet, zonder eenig denkbeeld van haar ongeluk<br />

te hebben; 't welk men haar ook, al komt men<br />

achter het geheim, niet geeven moet. Een jong<br />

meisje , zomtyds eene aanzienlyke Juffer, klaagt<br />

van opgehoudene (tonden, walging, opgeblazen­<br />

heid enz. De Geneesheer wendt vruchteloos aan<br />

al wat in zyn vermogen is ; maar valt welhaast<br />

op de gedachten, dat deeze ganfche ziekte het ge­<br />

volg is der overyling van een ongelukkig oogen-<br />

blik. Hy durft zich echter niet verklaaren, maar<br />

acht het genoeg de zaak wat verder aan den tyd<br />

te beveelen , tot dat de verdere voortgang het<br />

kluwen nader ontwinde. Hoe zou men hem be-<br />

fchuldigen,zo hy,op enkel vermoeden,de veront­<br />

waardiging van eene tedere moeder tegen haar<br />

verwekte: maar hoe zou hy fidderen, zo hy, al<br />

te welmeenende om argwaan te voeden , zich<br />

fchuldig had gemaakt ... misfchien aan een dub­<br />

belen moord!<br />

Zo gewigtig zyn de vertwyffeldheden, waaraan<br />

ieder Arts elk oogenblik is blootgefteld. Zo noo-<br />

dig is het, beuzelachtige befpiegelingen van groo­<br />

te belangen, daar leven en dood aan hangt, te on-<br />

derfcheiden ; zo nuttig is de eenvoudigheid, om<br />

den weidenkenden daartoe op te leiden. Maar<br />

zo edel is meteen de voldoening voor mensch-<br />

lievendheid en eerzucht , (men vergeeve 't ons<br />

dat wy van geen voordeel fpreeken,) als dit oog­<br />

merk


H.vt INLEIDEND VERTOOG<br />

merk bereikc wordt, en dagelyks met gelukkige<br />

gevolgen den zwaaren arbeid zegent. De jonge<br />

Geneesheer zal, zodra hy dit begreepen heeft ,<br />

eene fchifcing in zyne kundigheden maaken, de<br />

nuttigde en noodzaakelykde in zulk eenen rang<br />

fchikken, als het gemeen beloop van zaaken me­<br />

debrengt , en al het overige op den vereischten<br />

afftand plaatfen. Hy zal bevroeden dat de nuttig­<br />

de meubelen in de onderde verdieping zyn , en<br />

dat men de pronkzaal maar zelden by gelegen­<br />

heid bezoekt. Hy zal op deezen voet de ziekten<br />

niet meer ftukswyze befchouwen, maar in drom­<br />

men, ry aan ry, nu dus dan zo vereenigd of ge-<br />

fcheiden, eikanderen helpende, of tegeneen ge­<br />

kant, en onder denzelfden naam geduurig weder­<br />

om anders gemiddeld , en anders ingevlochten.<br />

Daarna zal by zich als in een middelpunt plaat­<br />

fen , van waar de zamenloop van zo veel dui-<br />

zenderleie verfchynzelen , in andere oogen zo<br />

verward, in de zyne niet anders dan eene natuur-<br />

lyke en vermaakelyke omwinding fchynen zal.<br />

Wy gelooven niet, wel is waar, dat dit juiste<br />

middelpunt door een derveling op 't naauwde kan<br />

gevonden worden. Men zwerft hieromtrent ge-<br />

meenlyk, zo 't geoorlofd is eene uitdrukking van<br />

de Starrekundigen te ontleenen, in eene foort van<br />

excentriciteit; maar die ftaat altoos, op dat wy<br />

de vergelyking in hunne taal vervolgen, in<br />

eene omgekeerde reden van de natuurlyke ver-<br />

mo-


VAN HET GENOOTSCHAP, XLVII<br />

mogens, vermenigvuldigd mee welbeftierde op­<br />

lettendheid.<br />

Doch dat wy het eenvoudige, ook in de wyze<br />

van voorftellen, niet uit het oog verliezen. Hy,<br />

die niet zeer verre van dat middelpunt verwyderd<br />

is, zal ook het genoegen hebben, dat hy minst be-<br />

droogen wordt door de vermommingen , waaronder<br />

nu deeze dan geene ziekte zich verfchuilt. Hy zal<br />

op zyne hoede zyn, dat geene bedrieglyke ande-<br />

rendaagfehe koorts , onder de gedaante van een ge-<br />

rusten (hap, zynen lyder van het leven beroove,<br />

dat geene aderlaating in eene rotkoorts het laatfte<br />

olyfzel ltrekke , dat geen aneurysma onder zyne<br />

oogen voor een absces geopend worde. Hy zal,<br />

zo veel mogelyk , bedacht zyn om den kanker,<br />

of liever het knoestgezwel, van andere verhardin­<br />

gen te onderfcheiden, op dat hy nooit den waa-<br />

ren kanker in zyne fchuilboeken terge, noch den<br />

gewaanden voor ongeneeslyk uitkryte. Heeft de<br />

Natuur hem met groote vermogens begaafd , hy<br />

zal de onfeilbaarheid naby komen: is hy een mid­<br />

delbaar mensch , hy zal wat minder wonderen<br />

doen; maar niemand zal hem ook van eenig ver­<br />

zuim befchuldigen, veel min zich beklaagen van<br />

eenig onheil, dat door zyn toedoen veroorzaakt is.<br />

Ondertusfchen is 'c eene noodlottige waarheid, Ne~<br />

tno mortalium omnibus horis fapit. Wie deeze waar-<br />

fchuwingen veracht, begrypt 'er de kracht niet van.<br />

Onder veele voorbeelden is ons van goederhand hec<br />

vol-


XLViu INLEIDEND VERTOOG<br />

volgende bekend, dat wy zonder haatelykheid kun»<br />

nen ophaalen, dewyl het reeds verfcheidene jaa-<br />

ren oud is. Zekere vrouw vervoegde zich, met<br />

eene reeds verzweerende hardigheid in de borst,<br />

by veele bekwaame Genees- en Heelmeesters, en<br />

ontfing met eenpaarige ftemmen het vonnis, dat<br />

de bont moest afgezet worden. Zy, hiertoe niet<br />

kunnende befluiten , verzoekt uitftel , en gaat<br />

eenigen tyd daarna by een beroemd Hoogleeraar,<br />

die het voorgemelde oordeel bevestigt; maar met<br />

by voeging, dat het reeds te laat was. De wan-<br />

hoopige vrouw fpreekt eindelyk noch eens eenen<br />

Heelmeester van bekende bekwaamheid, die, het<br />

ftuk onderzocht hebbende, zyne uiterfte verwon­<br />

dering betuigt over de gemelde raadflagen, en haar<br />

eene gelukkige geneezing beloofc, binnen weinige<br />

weeken. Het bleef geenszins by de belofte; hy<br />

volbragt ze, en op de allereenvoudigfte manier ,<br />

die daarom hier niet behoeft befchreeven te wor­<br />

den : 't was enkel de onderfcheiding van het kun­<br />

dig oog , die in dit geval alles befliste. Deeze<br />

braave man was de Friefche Vroedmeester JAN DE<br />

HEUS, aan wien de waereld onder anderen ook een<br />

voortreflyk werkje in den fmaak van waare een­<br />

voudigheid , over de Vroedkunde, verfchuldigd is.<br />

Wy fpreeken hiervan met zo veel te meer vermaak,<br />

om dat by den tweeden Druk van hetzelve, ter by-<br />

zondere aanpryzinge van het Eenvoudige, als Zegel<br />

der waarheid •, de fraaifte aanmerkingen, die ons<br />

ba-


VAN HÈT GENOOTSCHAP; xüx<br />

bekend zyn, over de nacuurlyke verlosfingen der<br />

Nageboorte 4 gevonden worden.<br />

Zulke voldoeningen , voor het menschlievend<br />

hart onbetaalbaar, zyn meteen fcherpe prikkelen<br />

om zich in de allerheilzaamfte oeffening van Kunst<br />

en kennis te verfterken. Misfchien zal onder bur-<br />

gerlyke bedry ven'niet een kunnen genoemd wor­<br />

den , 't welk zo veel ftoffe oplevert om zich in<br />

weldaaden te verheugen; hoewel 'er veele zyn»<br />

die, om de eerzucht te voldoen, meer fchitceren<br />

en grooter gerucht maaken. De glorie is wel<br />

eene fchaduw van de deugd; maar de deugd ftaac<br />

zomtyds in een licht dat weinig van fchaduw ver-<br />

fchilr. De Heelkunst heeft noch veele verrichtin­<br />

gen die fterk de verbeelding treffen, maar de Ge^<br />

neeskunde werkt gemeenlyk als met den invloed<br />

van een onzigtbaaren geest; en na gedaane zaakert<br />

weet niemand wat door haar is toegebragt. Zy<br />

kan haare dwaalingen beter bedekken, maar ook<br />

minder haare meesterflagen aanwyzen. Men oor­<br />

deelt wisfer over het zetten van een trepaan, hec<br />

ftryken van eene ftaar, het fteenfnyden, dan over<br />

de geneezing van eene duizelhoofdigheid, van een<br />

zwak gezigt, van het graveel of een verouderden<br />

hoest. Het inbrengen van eene ontwrigte fchoii-<br />

der overtuigt meer, dan het ontbinden van eene<br />

verftopping in de klieren van het darmfcheil. Dds<br />

behaalt ook de Vroedmeester, die een geklerhd<br />

hoofd verlost, veel grooter roem dan de Genees-<br />

**** heer^


INLETDEND VERTOOG<br />

heer, die naderhand eene ontfteeking der lyfmoe-<br />

der door de 'aderlaating en gepaste middelen ge­<br />

neest. Beide hebben zy nochthans een even<br />

grooten dienst gedaan; maar de een heeft den<br />

Gordiaanfchen knoop doorgehouwen, als Alexan-<br />

der met zyn zwaard ; terwyl de ander tot ver­<br />

veelens toe aan den zynen getispeld heeft. De<br />

Heelmeester is een held , die komt, en ziet, en<br />

wint ; de Arts een zoete praater , daar men 't<br />

evenwel niet buiten weet te klaaren. Zal deeze<br />

lof dan een edel hart voldoen, voor V minjle dat<br />

het, gelyk toch aan jeugdige harten eigen is, van<br />

ongeduldige eerzucht ontvonkt worde? j.i, jonge­<br />

ling ! dit moet u voldoen door de menigvuldige<br />

herhaaling van gelukkige onderneemingen, en door<br />

de enkele tusfchenkomst van gewigtige raadplee­<br />

gingen, daar gy triomfeeren zult van de ziekte,<br />

van den dood, ja zomtyds van Medebroeders, die<br />

ouder en geleerder zyn dan gy.<br />

I I I.<br />

Wy vinden ons, eer wy 't wisten, genaderd<br />

tot onze derde Afdeeling, waarin wy beloofd heb­<br />

ben te antwoorden op de bedenkingen, welke van<br />

zommigen mogten gemaakt worden op de Boer-<br />

haaviaanfche Praktiek, als of zy al te theoretisch,<br />

te weinig op waarneemingen gegrond, en wegens<br />

haare eenvoudigheid niet toereikende waare, om<br />

het wyde veld van de Kunst genoegzaam te beflaan.<br />

Men


VAN HET GENOOTSCHAP.<br />

Men verwachte van ons over dit onderwerp geen<br />

breedvoerig pleitgeding: het zal den Leezer, die<br />

de moeite neemt om na te denken wat wy tot<br />

hiertoe over de Praktiek verhandeld hebben, aan<br />

geene aanmerkingen ontbreeken om de Boerhaa-<br />

viaanfche Theorie volkomen zuiver te fchouwen,<br />

en te erkennen, dat zyne Praktiek juist zodaanig<br />

is als ze moest zyn, om op zodaanig een Theorie<br />

te fluiten. Zy maaken te zaamen, om duidelyk de<br />

waarheid te zeggen , den eerften goeden grond-<br />

flag, dien de Kunst immer heeft gehad. Heeft<br />

men naderhand hier een hoekjen afgebeiteld , en<br />

daar wederom iets aangeplakt, het is 'er ook niet<br />

in alle opzigten beter om geworden. Wy ftaan<br />

toe dat na de dagen van BOERHAAVE de Kunst<br />

merkeiyk is verrykt; maar men betwiste hem de<br />

eer niet van daartoe den weg gebaand te hebben.<br />

Moet 'er iets in zyn fystema veranderd worden;<br />

men roeme, gelyk wy boven van HIPPOKRATES<br />

hebben gefproken , zyne eenvoudigheid zelve ,<br />

die ons dat lachende aan de hand geeft. Maar<br />

is hy van zommigen by gebrek van toepasfing<br />

niet grondig begreepen; dat zy zwygen en leerenl<br />

Terwyl wy tot dit onderwerp toetreeden, zal<br />

het onzes oordeels niet ongerymd zyn, den afge­<br />

broken draad van onze eerfte Afdeeling wederom<br />

op te vatten; op dat men de tweede als eene uit­<br />

weiding befchouwe, waarna wy ons op nieuw tot<br />

de ftudie der Ouden, en wel na HIPPOKRATES,<br />

**** a be^


LH INLEIDEND VERTOOG<br />

begeeven. Ten dien einde zullen wy hier eene<br />

beknopte fchets geeven van de traage vorderingen<br />

en verachteringen , waarmede de Kunst zo veele<br />

eeuwen heeft geworileld , tevens acht geevende<br />

op de redenen die zulks veroorzaakt hebben. Men<br />

zal dus duidelyk zien wat de Geneeskunst van<br />

nooden had om eindelyk eens eene vaste Fyzionomie,<br />

indien deeze uitdrukking geoorlofd is, te verkrygen;<br />

als mede van wiens hand zy die ontfangen heefc,<br />

en hoe gevaarlyk het is in die geregelde trek­<br />

ken eenige merkelyke verandering te maaken. Men<br />

zal na dit alles ook niet meer ontkennen dat be-<br />

fpiegelingen nuttig zyn, zo lang de eenvoudigheid<br />

in het oog gehouden wordt. Zy zyn vruchteloos<br />

zo lang het aan juiste brandpunten ontbreekt; zy<br />

worden recht fchadelyk, zo dra men floopen wil<br />

wat met verftand en oordeel is gefticht, om roe­<br />

keloos op de puinhoopen te dansfen.<br />

Boven hebben wy gezien hoe de Ouden, eerst<br />

uk wydverfpreide , en voorts uit meer geregelde<br />

Waarneemingen hunne ziektekennis opmaakten, en<br />

insgelyks daaruit hunne geneeswyze vry gelukkig<br />

afleidden, 't Is echter niet vreemd dat men zich<br />

met deeze enkel ondervindelyke manier geenszins<br />

te vreden hield. Reden te willen geeven van de<br />

verfchynzelen , die men gewaar wordt, is den<br />

rriensch natuurlyk eigen. Het groot getal der on-<br />

geneeslyke ziekten gaf ook billyke aanleiding om<br />

«lies dieper te !<br />

onderzoeken, in hoope van iets<br />

meer


VAN HET GENOOTSCHAP. uil<br />

meer te verrichten, indien men eenmaal tot de<br />

kennis der oorzaaken doordringen moge.<br />

Felix-, qui rerum potuit cognofcere caufas.<br />

Hiertoe was in de eerfte plaats de Ontleed­<br />

kunde noodzaakelyk; maar deeze vond in het<br />

hardnekkiglte bygeloof onverzetlyke hinderpaalen.<br />

Men moest zich dan gebrekkig behelpen met de<br />

ontleeding van dieren, gelyk DEMOKRTTÜS te<br />

Abdera reeds deed, toen hy door HIPPOKRA­<br />

TES daar wierd bezocht; indien het anders waar<br />

is dat dit verhaal voor echt moet gehouden<br />

worden, 't geen veele Geleerden in twyffel trek­<br />

ken. Deeze Ontleedkunde fcheen wel eenig licht<br />

te geeven; maar zy was geenszins voldoende, om<br />

dat men zelfs niet weeten kon hoe verre de over­<br />

eenkomst der dieren die men ontleedde, met den<br />

inensch dien men niet ontleeden mogt, moest be-<br />

greepen worden. Ook zou de ontleeding van<br />

menlehelyke lichaamen, behalven meerdere zeker­<br />

heid noopens het gezond geitel, 1<br />

aan de ziekteken­<br />

nis een heel ander licht bygezet hebben, door<br />

het onderzoek der deelen, welke in deeze of gee­<br />

ne ziekte, waaraan de lyder mogt overleeden<br />

zyn, 't meest waaren aangedaan geweest. Doch<br />

om zulk een onderzoek met vrucht te doen ge­<br />

fchieden, moet al een grooc getal waarneemin­<br />

gen vooraf gaan, op dat men de uitwerkzelen<br />

der ziekte niet in het doode lichaam voor haare<br />

**** g oor-


uv INLEIDEND V E R T O O G<br />

oorzaaken aanzie. Hoe veel te meer moest om<br />

voorgemelde redenen de ontleeding der dieren, met<br />

toepasfing op den mensch , voor de Ouden bedrieglyk<br />

zyn? Zy was inderdaad voor hun eene<br />

bron van valfche ftellingen, die, geduurig tegen<br />

de ondervinding aanloopende, alles in verwarring<br />

bragten. Wy moeten 'c nader zien.<br />

Zy hadden geen denkbeeld van den omloop<br />

des bloeds. By de ontleeding de aderen meest<br />

vervuld van bloed vindende, en de flagaderen ledig,<br />

befchouwden zy ook de aderen als de voornaamfte<br />

verbiyfplaatfen van hetzelve, zonder te<br />

begrypen dat de meerdere Hevigheid der flagaderen,<br />

zich na den dood noch eenigzins te zamen<br />

trekkende, het bloed van daar in de aderen had<br />

gedrongen. Zy wisten echter ook dac 'er bioed<br />

in de flagaderen van een leevend lichaam was.<br />

Doch dit kwam minder in aanmerking, en fcheen<br />

Hechts te dienen als een voermiddel voor de levensgeesten<br />

, tot welker dienst de flagaderen voornaamelykgefchikt<br />

fcheenen.Het bloed vloeide dan,dacht<br />

men, uit de lever, daar men ook meende dat het gemaakt<br />

wierd, naar alle deelen des lichaams; zonder<br />

dat men zich bekommerde waar het vervolgens<br />

bleef, en wat 'er van wierd. Zommigen begreepen<br />

echter noch eenige gemeenfchap tusfchen de aderen<br />

en flagaderen. ERAZISTRATUS Helde dat het<br />

bloed van de eerfte in de laatstgemelde kon overgaan,<br />

en dus oorzaak zyn van zwaare ziekten.<br />

Op


VAN HET GENOOTSCHAP. -. LT<br />

Op zulk een voet kon zelfs de opening der flag­<br />

aderen, die ten minften reeds voor OUIBAZIUS<br />

is bekend geweest, zwaare omfteekingen genee­<br />

zen, zonder dat men in de kennis der dierlyke<br />

huishouding een ftap nader aan de waarheid kwam.<br />

Met de klopping der fladderen was niemand<br />

verlegen; die fchreef men aan de uitzetting der<br />

geesten 10e: zo deed ten minden de Pneumati-<br />

fche fekte. Met de klapvliezen , die in de ade­<br />

ren zo menigvuldig zyn, en geene andere door-<br />

ftraaling dan naar het hart toelaacen, zou men<br />

meer verlegen geweest zyn, had men de Ont­<br />

leedkunst naauwkeurig genoeg geoeffcnd om daar<br />

een juist denkbeeld van te hebben.<br />

Het maakzel der poortader, van het algemeen<br />

beloop der aderen zo zeer ondcrfcheiden, was in­<br />

zonderheid bekwaam om de naauwkeurigde Waar-<br />

neemers te misleiden. Deeze, uit een onnoeme-<br />

lyk getal van zamenvloeiende darmfcheiladeren<br />

voortgebragt, gaat naauwlyks in de lever, of ver­<br />

deelt zich daar op nieuw in veele takken, die<br />

door de zelfflandigheid der lever zich alom ver-<br />

fpreiden, te fyn om in dien tyd nagefpoord te<br />

•worden. Niets was derhalven natuurlyker, dan<br />

dat men haaren dienst vlak in het omgekeerde<br />

begreep, en het bloed, in de lever gemaakt,<br />

door de aantrekking der milt, gelyk mede mis­<br />

fchien door de af kleinzing der galle, gezuiverd,<br />

door deeze ader naar de voornaamfte ingewanden<br />

**** 4 van


LW INLEIDEND VERTOOG<br />

van den onderbuik verzond. Dit eens gefield<br />

zynde, was ook niets gereeder dan dat men het<br />

overig gedeelte des bloeds naar boven door de<br />

holle ader in het hart, en vervolgens qua data<br />

porta, deed vlieten.<br />

Een iegelyk, die thans den omloop des bloeds<br />

verflaat, begrypt zonder moeite de verwarringen,<br />

' welke uit het misverltand der Ouden moesten ontflaan,<br />

zodra zy zich onderwonden de natuurlyke<br />

verfchynzelen, zo wel in den gezonden ftaat als<br />

in het beloop der ziekten , redenkundig te ver-^<br />

klaaren. Veele verklaaringen ftrookten vry wel,<br />

en fcheenen daarom onbetwistbaar; veele andere<br />

liepen daar wederom regelrecht tegen aan, en<br />

wierpen alles om verre. Zy bevonden zich dus<br />

genoegzaam in dezelfde verlegenheid als de Starrekundigen,<br />

zo lang men het ftelzel van PTOLE-<br />

MEUS aankleefde, in het verklaaren van de beweegingen<br />

der dwaalftarren. HARVEJUS heeft<br />

de kleine waereld in zulk een helder licht gefield<br />

, als KOPERNIKUS de groote; en \ is<br />

al merkwaardig dat deeze beide zo gewigtige ontdekkingen<br />

, waarvan zo veele eeuwen zyn verfteeken<br />

geweest, in de registers der weetenfehappen<br />

naauwelyks eene enkele eeuw van eikanderen<br />

verwyderd zyn.<br />

Het waar' dan beter geweest dat men zich wederom<br />

tot de verlaatene eenvoudigheid van HIP-<br />

POKR'ATES begeeven had. JViaar dat is het men-<br />

fche-


VAN HET GENOOTSCHAP. LVH<br />

fehelyk geflacht niet eigen: de nazaaten willen,<br />

ook ten koste van hun eigen welzyn , altoos hun­<br />

ne voorouders te boven gaan. Men floeg verfchil-<br />

lende wegen in, en elk hield zich onverzettelyk<br />

aan het zyne: alles ging op onderftelhng door; en<br />

dus, hoe leevendiger verbeelding hoe breeder aan­<br />

hang. ERAZISTRATUS, een naneef van ARIS­<br />

TOTELES , had reeds al zyn vernuft tegen HIP­<br />

POKRATES werkftellig gemaakt, gelyk zyn Oom<br />

gewoon was tegen PLATO te doen: anderen<br />

deeden hetzelfde wederom tegen hem; niet om<br />

HIPPOKRATES te verdeedigen, maar om van<br />

HIPPOKRATES en ERAZISTRATUS bei Je te<br />

triomfeeren. Dus ontitond 'er een vreemd gewoel<br />

van fekten, die , als luchtverhevelingen , verfchee-<br />

nen en verdweenen. Zommige bleeven nochthans<br />

een geruimen cyd in hooge achting, tot groot nadeel<br />

van de Kunst. Van de Pneumatijche hebben wy<br />

reeds gefproken; van de Epfynthetifche is niets<br />

meer dan de naam overgebleeven ; van de Me-<br />

thodifche, die 't langst geduurd heeft, zou niet<br />

veel meer bekend zyn, zo GALENUS door zyne<br />

wederleggingen,en COELIUS AURELIANUS door<br />

zynen betoogtrant , dezelve niet vereeuwigd had-<br />

den. Men zal niet verwonderd ftaan, dat deeze<br />

laatfte, tweehonderd jaaren na GALENUS, gelyk<br />

de Geleerden meenen, de Methodifche Pekte we­<br />

derom heeft opgehaald; ook niet dat p ROS PER<br />

ALPINUS omtrent het begin der zeventiende eeuw<br />

**** g dien


LVIII INLEIDEND V E R T O O G<br />

dien arbeid heeft hervat; maar 't moet vreemd<br />

fchynen dat JOHAN CONRAD AMMAN, noch in<br />

het jaar 1708 , ter verbeteringe der bedorvene Praktiek,<br />

eene nieuwe uitgaave van COELIUS AURIJ-<br />

LI ANUS heeft kunnen noodig achten.<br />

Men moet bekennen dat deeze Methodisten de<br />

eenvoudigheid zochten; maar 't was de waare niet.<br />

Zy bragten alles tot het ftrictum en laxum, en<br />

de ziekten hadden , volgens hen, geene andere<br />

oorzaak , dan dat de vezelen of te flap , of re<br />

ftyf gefpannen waren. Die wederfprak zich zeiven<br />

dikwyls in eene zelfde ziekte, daar de hevigheid<br />

der koorts te ftyve , en het zweet of de overvloedige<br />

afgang te flappe vezelen fcheen te bewyzen.<br />

Zo ftond men dan in de behandeling<br />

verlegen : en dit bewyst meteen hoe fchielyk de<br />

valfche eenvoudigheid moet vast loopen , terwyl<br />

waare en verlichte kennis met wisfe fchreeden<br />

haaren weg vervolgt.<br />

GALENUS waande de Methodisten tot zwygen<br />

gebragt te hebben , en beroemde zich dat de<br />

Kunst, door HIPPOKRATES ontworpen , door<br />

hem haar toppunt had bereikt. Hy vergeleek zich<br />

daarom, niet zeer zedig, by Keizer TRAJAAN,<br />

die de vervallene wegen van Italië had verbeterd<br />

en voltrokken. Wat had hy tot HIPPOKRATES<br />

toegevoegd? Zekerlyk wel eenige nutte waarneemingen<br />

, meest misfchien ten aanzien van den<br />

polsflag , daar HIPPOKRATES niet veel van<br />

fpreekt,


VAN HET GENOOTSCHAP. ux<br />

fpreekt, maar ook wonderlyke grollen; a's onder<br />

anderen deeze fraaie les, dat in gevalle een geneesmiddel<br />

in den vierden graad verwarmende<br />

vereischt wordt, maar niet te bekomen is, in<br />

plaats, van hetzelve twee andere moeten gezocht<br />

worden, waarvan het eene in den derden, het<br />

andere in den vyfden graad verwarmt. Rifum<br />

teneatis Amici!<br />

Het menschdom heeft zevenhonderd jaaren na<br />

GALENUS ter genade van zulk eene Kunst gedobberd,<br />

buiten tegenfpraak veel ongelukkiger<br />

dan die Romeinen, daar PLINIUS van fpreekt,<br />

in de zes eerfte eeuwen van Rome. Toen hebben<br />

de Arabieren wederom wat goeds gedaan ; doch<br />

meest, gelyk boven gemeld is, door het invoeren<br />

van zachcer buikzuiveringen; want van de Scheikunst<br />

heeft het menfchelyk gedacht , door de<br />

buitenfpoorigheden van PARACEL sus noch veel<br />

te lyden gehad , eer zy bekwaam was heilzaame<br />

vruchten voort te brengen. HELMONT , die<br />

minder buitenfpoorig was , heeft misfchien meer<br />

kwaads gedaan , doordien zyne redeneeringen<br />

noch eenig zweemzel van gezond oordeel met<br />

zich droegen. Langs deezen weg heeft de Scheikunst<br />

, zelfs in de naast voorgaande eeuw, in<br />

Duitschland ten naasten by een onbepaald gebied<br />

behouden, zo wel in het verklaaren der dierlyke<br />

huishoudinge , als in het verkiezen en bereiden<br />

der geneesmiddelen. Men haalde genoegzaam ailes<br />

uic


LX INLEIDEND VERTOOG<br />

uit het delfryk; de plantgewasfen waren in vergeetelheid<br />

geraakt : en , wil men een voorbeeld<br />

van het oordeel over dezelve ? Q u ts u c E T AN ÜS<br />

zegt dat kruiden die een roodachtig zap hebben,<br />

als hypericum, androfemon, enz. het bloed zuiveren:<br />

juist om dezelfde koleur worden zy by anderen<br />

bloedftelpende genoemd. Ook was , behalven<br />

onkunde en verkeerdheid , het bygeloof<br />

in hec einde der zestiende Eeuwe noch zo fterk,<br />

dat men de enkele aanraaking van eene Koningklyke<br />

hand onfeilbaar oordeelde ter geneezinge van<br />

kropgezwellen. Men heeft breedvoerig getwist<br />

of de Koningen van Vrankryk, of van Engeland,<br />

by uitfluiting met dat vermogen begaafd waren.<br />

ANDREAS LAURENTIÜS, onwaardig leerling<br />

van DURETÜS, dien beroemden Hippokratifchen<br />

uitlegger , heeft over dat belachlyk onderwerp<br />

een geleerd boek gefchreeven. Wac moet men<br />

denken van zulke tyden ?<br />

Verfcheidene vreemde ziekten, welke zich omtrent<br />

die tyden door Europa verfpreidden, bragten<br />

niet weinig toe om de verwarring te vermeerderen.<br />

De kinderziekte, naast afkomftig van de<br />

Arabieren, die ze ook verftandig hadden befchreeven,<br />

bekrachtigde echter eenigzins door verfcheidene<br />

verfchynzelen de gisfingen, die men in het<br />

algemeen over de natuur der ziekten had opgevat,<br />

als of alles door Chemifche werkingen , by opbruifching,<br />

affchuiming, neêrploffing, en wac dies<br />

meer


VAN HET GENOOTSCHAP. mi<br />

meer is , wierd te wege gebragt. De Amerikaanfche<br />

pokken, waartegen men de falfaparilla<br />

en het guajacum te zwak vondt, verfterkten het<br />

gezag van de kwik , en tevens alle merkuriaak<br />

begrippen. Het koliek van POITOU , te vooren<br />

reeds aan PAULUS EGINETA bekend, maar verfcheidene<br />

eeuwen, naar het fchynt , gezweegen<br />

hebbende, openbaarde zich wederom met fterken<br />

opgang omtrent 't jaar 1572 , en vermeerderde ten<br />

minsten de droevige noodzaakelykheid, om van<br />

zulke Artfen, als wy befchreeven hebben, hulp te<br />

fmeeken. Dus mede het Engelsch zweet , de<br />

Poolfche hairvlechc, en herhaalde pestziekten, die<br />

van tyd tot tyd met dubbele woede zich vertoonden.<br />

De zaaken veranderden merkelyk van gedaante,<br />

na dat HARVEJUS den omloop van het bloed<br />

ontdekt en onwederfpreekelyk beweezen had. Men<br />

redeneerde op nieuw, maar op vaster gronden,<br />

met meer klaarheid, en met grooter voordeel.<br />

Men verklaarde veele duisterheden in de dierlyke<br />

huishouding; waartoe insgelyks de nadere kennis<br />

der melk- en watervaten, in levendige dieren nagefpoord,<br />

benevens de vinding van den chylbuis,<br />

omtrent dien zelfden tyd voorgevallen, niet weinig<br />

hielp. Zommigen begreepen ook het nut<br />

van deeze ontdekking, om ten minften alle Ziekten<br />

, die met ontfteeking gepaard gingen, of daaruit<br />

gebooren waren, beter te verftaan en te behandelen.<br />

Maar anderen, niet zeer genegen tot<br />

nieu-


LStH INLEIDEND VERTOOG<br />

nieuwigheden, kleefden noch geduurig het oud<br />

vooroordeel aan; 'c welk, in veele andere op-<br />

zigten fchadelyk, allerfchadelyksc was ten aanzien<br />

Van ontfteekingen en foortgelyke ziekten, vooral<br />

van pokjes en meer andere zogenaamde kwaad­<br />

aardige koortfen , die men door zweetdryvende<br />

en verhittende middelen veelal doodelyk maakte.<br />

En fchoon de beroemde SYDENHAM zich daar<br />

wel tegen had verzet, vooral noopens de kinder-<br />

pokjes, hy had zelfs in zyn Vaderland van MOR­<br />

TON en de zynen niet genoegzaam kunnen triom­<br />

feeren. In Nederland regeerde SYLVIUS , in<br />

Duitschland STAHL; terwyl de Franfchen en Ita-<br />

liaanen uit verlegenheid wederom naar de oude<br />

ondervindelyke manier begonden om te zien; ech­<br />

ter zo, dat zy den vervaarlyken omflag van GA­<br />

LENUS boven de gemaklyke eenvoudigheid van<br />

HIPPOKRATES verkoozen.<br />

Toen was het tyd dat het albefpiegelend oog<br />

van BOERHAAVE door alle nevelen drong, om<br />

de verloorene eenvoudigheid in te haaien, haar<br />

bewind te ftaaven, en haare wegen af te perken,<br />

met eene zekerheid,<br />

Quam nee Jovis ira, nee ignes,<br />

Nee poterit ferrum, nee edax abolere vetustas.<br />

Dat heeft hy gedaan in zyne Aforismen: een<br />

werk, waarvan wy gelooven dat in geene taal,<br />

van


VAN HET GENOOTSCHAP, LXIII<br />

v a n wdke Kunst of Weetenfchap men fpreeke,<br />

de weêrgaê te vinden is , in rykdom van bon­<br />

dige gedachten, in juistheid van orde, kracht en<br />

klaarheid van zeggen, gemaklyke eenvoudigheid,<br />

nadrukkelyken ernst en verhevene bevalligheid;<br />

beknopt, volledig, en overvloeiende; wiskunftig<br />

van redeneertrant, en fchilderachtig, om niet te<br />

zeggen Poëetisch, in alle befchryvingen: ja Poëe-<br />

tisch, in den zin van die waare en alleen groote<br />

Dichters, die met een enkel woord den blikfem<br />

zwaaien , of het aardryk met vrede en voorlpoed<br />

zegenen, ö BOERHAAVE! hadt gy onder de<br />

Franfchen gtbloeid , wat al wierook zouden zy<br />

noch dagelyks toezwaaien aan zulk een génie<br />

créateurl _<br />

De eerfte, de eenige Theorie, die het bewind<br />

over de Kunst mag voeren, is te vinden in deeze<br />

-aforismen. Zy verklaart niet ftukswyze deeze of<br />

geene verfchynzelen , gelyk men te vooren ge-<br />

woon was te doen: neen; zy plaatst zich in dat<br />

middelpunt, waarvan wy in onze tweede Afdee-<br />

Jing hebben gefprooken, en monitert van daar<br />

dat ganlche heir van ziekten en kwaaien, in zulk<br />

eene rangfchikking, als gemaklykst valt voor een<br />

opflag van het oog, en meest overeenkomt met<br />

de aaneen fchakeling der oorzaaken , waaruit zy<br />

gebooren worden. Deeze Theorie beroept zich<br />

op geene onderftelling, maar op vaste lVIechani-<br />

fche en hydraulifche wetten, toegepast op het ge-


LXIV INLEIDEND VERTOOG<br />

ftel, niet van een levenloos werktuig , maar van<br />

een ademend en gevoelig lichaam. Zy toetst haare al­<br />

gemei ne regelen aan zigtbaare en tastelyke gewaar­<br />

wording , en verzekert niets ten aanzien van in­<br />

wendige ziekten , dan 't geen men eveneens aan<br />

de uitwendige deelen des lichaams verneemt;<br />

mits dat het daarenboven bevestigd worde door<br />

de opening van lyken, overal waar zulke ziekten<br />

doodelyk geweest zyn. Zy verklaart met geene<br />

mindere omzigtigheid de gefteltenis van onze<br />

vochten in den gezonden Haat, en derzelver ont­<br />

aarding in ziekten, uit geene gedroomde , maar<br />

beweezene en onwrikbaare gronden der Schei­<br />

kunst. Zy ftelt dus elke Weetenfchap of Kunst<br />

als op haaren hoefflag , en bepaalt den invloed<br />

die aan elk beginzel moet worden toegefcbree-<br />

ven. Zo worden alle wegen ter verwarringe af*<br />

gefneeden; zo wordt de waare Eenvoudigheid be­<br />

krachtigd, die hier zo heerlyk uitblinkt, dat bui­<br />

ten dit voorbeeld misfchien maar twee kunnen<br />

genoemd worden, die het evenaaren: NEWTON<br />

over het licht, en BOERHAAVE zelf over het vuur.<br />

Wy voelen hier, 't kan niet ontkend worden,<br />

dat ons de verwondering over deezen grooten Man<br />

in eene foort van verrukking wegvoert, die ons,<br />

indien men hem te hoog kon pryzen , ligtelyk<br />

daartoe brengen zou. Maar de kundige en onbe-<br />

vooroor ic elde Leezer ftaê met ons ftil, en beden­<br />

ke zien , eer wy te zamen verder gaan* Is het<br />

zo?


VAN HET GENOOTSCHAP. LXV<br />

zo? hebben wy iets bezyden de zuivere waarheid<br />

gezegd? iets te fterk, te zwellende uitgedrukt...?<br />

Helaas! neen ; op verre na niet genoeg : zyne<br />

glorie moest met heel andere klanken uitgeboe-<br />

zemd worden, om met zyne verdienften in even­<br />

redigheid te ftaan. Wel nu dan; zo vraagen wy<br />

verder, of eenig mensch, die een gezond oordeel<br />

bezit, kan twyffelen welke maatregelen men, in<br />

de geneezing der ziekten, te wachten hebbe van<br />

Hem, die al wat 'er betrekking toe heeft, onder­<br />

zocht, ontwikkeld, gewoogen en gewikt had?<br />

Buiten alle tegenfpraak de allerheilzaamfte en<br />

voorzigtigfte , die onder menfchelyk begrip kun­<br />

nen vallen. En deeze zyn inderdaad de maatre­<br />

gelen der Boerhaaviaanfche Praktiek : gelukkig ,<br />

zo wy ze maar wel verftaan en met oordeel wee­<br />

ten te volgen. De lesfen van een groot Man ,<br />

hoe klaar en duidelyk , hebben dit gemeenlyk,<br />

dat zy wat te veel in den leezer of toehoorder<br />

onderftellen. Hy doorziet alles: hoe kan hy den­<br />

ken dat wy hier of daar eene zwarte ftip in 't net­<br />

vlies hebben ; hoe zal hy raaden, waar die ftip<br />

geplaatst is?<br />

't Voornaamfte, dat men tegen deeze Praktiek<br />

gewoon is in te brengen, loopt op deeze twee<br />

punten uit:<br />

Dat BOERHAAVE, gewoon meestalles uit de<br />

ontfteeking en haare gevolgen af te leiden, zyne<br />

tura antiPhlogistica te verre uitftrekt, en dikwyls<br />

***** kwaê-


LXVI INLEIDEND VERTOOG<br />

ftwaëlyk toepast op rottige , en kwaadaardige<br />

koorden, die de natuur zo bedrieglyk overvallen,<br />

dat zy, als overftelpt, geen breidel, maar veeieer<br />

geduurige prikkelen van nooden hebbe , om zich<br />

te verweeren. Gelooft men dit ernftig ?<br />

Dat BOERHAAVE, te veel gezag toefchryvende<br />

aan de overleveringen van HIPPOKRATES, den<br />

lyder zomtyds in gevaar Helt door het langwylig<br />

verwachten van eene onzekere crifis, daar men de<br />

koorts in herba zon kunnen vernietigen.<br />

Op dit laatfte zullen wy antwoorden, na vooraf<br />

op het eerfte aangemerkc te hebben , dat men<br />

flechts het oog behoeft te flaan op de zorgvul­<br />

dige verdeeling der koortien by BOE.RHAAVE,<br />

om van het tegendeel overtuigd te worden. Waar­<br />

toe die naauwkeurige tekenen om de febris. con-<br />

tinud- van eene ardens te onderlcheiden, zo het<br />

niet was om het onderfcheid dat hieruit in de<br />

behandeling volgde, aan te wyzen? Waar beveelt hy<br />

ook aderlatingen :en koeldranken? veelal daar een<br />

harde pols is, met hitte en dorst, enz. Vindt<br />

men zulks in die loome koortfen, welke naderhand<br />

uitvoeriger door HUXHAM befchreeven zyn?Geens­<br />

zins: wie verbeeldt zich dan met eenig recht dat<br />

BOERHAAVE daar zyne cura antipHlogistica zou<br />

aanraaden ? Op de peripneumonia notha zegt hy<br />

uitdrukkelyk, noopens de aderlaating, primo juvare<br />

vifa, mox mala auget. Men zie over de behan­<br />

deling van koorden in het algemeen §. 609, daar<br />

wy


VAN HET GENOOTSCHAP, LXV»<br />

wy wel gewaarfchuwd worden te zorgen , ne nimio<br />

motu disfipentur liquida ; maar ook ne ante<br />

coctionem motus torpeat nimis* Men zie, wegens<br />

den rottigen ftaat der vochten, de aantekeningen van<br />

den beroemden VAN SWIETEN, op §. 1393* al<br />

"<br />

waar van de kwaadaardiglte foort van pokjes gehandeld<br />

wordt. Toen de Heer VAN SWIETEN<br />

noch onder het oog van zynen groocen Meester<br />

de Kunst oeffende, droeg hy reeds, op deszelfs<br />

raad, altoos de tinctura croci, zeer fterk getrokken,<br />

en door hem zelf ten dien einde bereid, in<br />

zyn zak ; om daar de nood het eischte, in zodaanige<br />

omltandigheden, ftraks gereed te zyn. Men<br />

vindt in dezelfde aantekening ook eenen brief van<br />

BOERHAAVE zelf, welks laatfte gedeelte, ten<br />

aanzien van deeze zyne gevoelens, geen twyffel<br />

overlaat. Neen : BOERHAAVE heeft van alexipharmaca<br />

om geene andere reden zo weinig gefproken<br />

, dan om dat men 'er in zyne dagen te<br />

veel van fprak, te fterk by zwoer.<br />

Nu tot het tweede punt. Bedriegen wy ons<br />

niet, zo is de koorts in de inwendige Praktiek het<br />

allermoeilykst te verklaaren; 't zy dat men fpreeke<br />

van haare menigvuldige oorzaaken, 't zy dat men<br />

zo veelerleie koortfen als 'er zyn tot eenig algemeen<br />

beginzel trachte te brengen. Het zenuwgeitel,<br />

ja zomtyds de ziel zelve, fpeek hier eene<br />

rol onder, die niet wel te bepaalen, veel min te<br />

begrypen is, zo lang wy deszelfs innerlyk beftaan<br />

***** a niee


LXVIII INLEIDEND VERTOOG<br />

niet nader kennen. Hiertoe zal noch, indien het<br />

ooit gebeurt , eene ontdekking vereischt worden<br />

van oneindig grooter waarde dan die van HAU-<br />

VEJUS; en dan zal 'er wederom een BOEUHAAVE<br />

moeten komen, om in de gezonde Theorie aan<br />

te vullen 't geen haar thans ontbreekt , en tot<br />

zo verre wel altoos ontbreeken zal. Vergeefs heb­<br />

ben de grootfte Ontleeders met zo veel vlyt de<br />

-harsfenen doorfnuffeld , den oorfprong der zenu­<br />

wen nagefpoord, alle doorgangen gepeild, alle<br />

heuveltjes gemeeten, alle kamertjes befpied. Nie­<br />

mand weet iets te zeggen van 't geen hier omgaat.<br />

Men kan u niet eens reden geeven waarom gy de<br />

voorwerpen, die omgekeerd in uwe oogen ge-<br />

fchilderd ftaan, rechtftandig ziet; noch ook waar­<br />

om gy met uwe beide oogen, die elk eene ge-<br />

lyke fchildery op hun netvlies ontfangen, maar<br />

een voorwerp gewaar wordt, zo lang zy niet<br />

fcheel zien. Kortom , hier komt de verklaaring<br />

van SOK RAT ES, te weeten dat men niets weet,<br />

inzonderheid te pas. BOERHAAVE betracht ten<br />

deezen opzigte juist de les van dien goddelyken<br />

Wysgeer, en bepaalt zich omtrent alles, wat van<br />

deeze duistere beginzelen afhangt, tot de enkele<br />

ondervinding; die, zyns oordeels, alleen in den<br />

uitgeftrektften zin by HIPPOKRATES aan te tref­<br />

fen is. En wie zou dat oordeel tegenfpreeken ?<br />

't Is waar, dat federd zyne dagen de Waarneemin­<br />

gen noch merkelyk vermenigvuldigd zyn. Men<br />

heeft


VAN HET GENOOTSCHAP, LXIX<br />

heefc Genootfchappen ingedeld , pryzen uitgefchreeven<br />

, de gelegenheden om al wat nuttig<br />

fcheen waereldkundig te maaken aan de hand gegeeven,<br />

en alle onderlinge verftandhoudingen, fchier<br />

over gansch Europa, algemeen gemaakt. Met vrucht;<br />

met groote vrucht. Ons Vaderland in 't byzonder<br />

mag roemen op eene Sociëteit tot redding der<br />

Drenkelingen, op eene andere Sociëteit van Correspondentie<br />

, in 's Haage onder den Heer VAN<br />

DEN BOSCH, op al wat in deezen loflyk is.<br />

Maar wy vraagen zonder fchroom , zo men de<br />

zaaken in 't groot befchouwen wil, of onder alle<br />

die vorderingen wel eene enkele gevonden wordt,<br />

die HIPPOKRATES, SYDENHAJM, en BOER­<br />

HAAVE logenftraft?<br />

Mogelyk zegt iemand ; immers ja ten aanzien<br />

van de crifis, daar men hedendaags veel minder van<br />

afhangt, dan in hunne dagen : en dus vinden wy<br />

ons gebragt tot het juiste punt , daar 't ganfche<br />

gefchil op draait. De zaak, wel ingezien zynde,<br />

zal hierop uitloopen dat het gebruik van den<br />

koortsbast toen wat minder in zyne uitgedrektheid<br />

bekend was, dan wy het kennen. Dit beftaat<br />

in waarheid. Men zie , om hiervan nader overtuigd<br />

te worden , hoe zorgvuldig de Heer VAN<br />

SWIETEN noch fpreekt van den koortsbast in de<br />

gangraena, en hoe veel ruimer hy eenige jaaren<br />

laater van deszelfs gebruik gewaagt in de gangraeneerende<br />

pokjes. Thans weet de minde baard-<br />

***** 3 fcheer-


t«x INLEIDEND VERTOOG<br />

fcheerder meer van deeze zaak, dan v A N SWIETEN<br />

wist toen hy over de gangraena fchreef; maar<br />

hoe fraai zou het ondertuslchen een baardfcheerder<br />

ftaan, de toenmaalige onkunde van zulk een Man<br />

te befchimpea; en te lachen, omdat in de proef­<br />

nemingen, welke hy aanhaalt, de koortsbast maar<br />

tot een half drachtna, of op 't hoogst vier fcru-<br />

pelen, om de vier uuren gegeeven was ? Volgens<br />

dat oordeel zou HANNIBAL onze verachting ver­<br />

dienen, om dat hy volgens PLUTAUCHUS de<br />

Alpen zo wac gebrekkig met azyn deed barften,<br />

die immers veel gereeder zouden gefprongen zyn<br />

door een gepast mengzel van zeer bekende zaa-<br />

ken, falpeter, zwavel, en houtkool.<br />

Maar zyn ook de vermogens van den bast, om<br />

de koortfen zonder afwachting van crifis te over­<br />

winnen , wel zo grooc als men voorgeeft ? Het<br />

zy ons geoorlofd vrymoedig ons gevoelen voor<br />

te draagen, Wy gelooven , op tamelyke onder­<br />

vinding, dat het vry wel gelukt- in koortfen van<br />

het afloopende foort, die , by verdubbeling ge-<br />

duurig geworden zynde , onder de gedaante van<br />

eene continua remittent haaren lóöp vervolgen.<br />

Nochthans met deeze uitzondering, dat 'er geene<br />

omftandigheid zy die naar een beginzel van ont­<br />

fteeking zweemt, gelyk maar al te dikwyls in<br />

zogenaamde Semitertiaanen plaats vindt : maar<br />

voornaamlyk dan, wanneer men eenig verval van<br />

krachten heeft te vreezen. En al zyn ook in zulk<br />

een


VAN HET GENOOTSCHAP, LXXI<br />

een geval de eerfte wegen, niet genoeg gezuiverd,<br />

al is de rong vry zwart , zulks behoort ons niet<br />

af te fchrikken. dewyl men naderhand gelegenheid<br />

zal vinden om dat gebrek te vervullen. Wy hebben<br />

zelfs, na eene dus afgefneedene koörts, de<br />

fprouw zien komen zonder eenig kwaad gevolg:<br />

Zie daar het weinige,, dat wy,- als dwergjes op de<br />

fchouderen van onzen reus " geplaatst', verder<br />

meenen te zien dan hy : men herdenke hier aan<br />

HAN N IB AL !<br />

Want in geduurige koortfendie met-vèrfbhefdene<br />

foorten van uitflag , niet kritiek ',^gepaard<br />

gaan , gelooven wy dat de bast gemeënty ;<br />

k r<br />

-6'nvermogende<br />

is, en dikwyls wegens de 'groote giften,<br />

die hy vereischt, den lyder zal :<br />

benaauweri.<br />

Zy, die allerhoogst deszelfs-gebruik tegen dè rdttigfte<br />

pokjes, met bedreiging van gangraeneus bederf,<br />

aanptyzen , waarfchuwen ons echter tegen<br />

die omftandigheden, daar'de borst bezet is. Wy<br />

moeten niet ontveinzen dat zommige beroemde<br />

Geneesheeren, als onder anderen de Heer DE<br />

HA EN te Weenen , dëszeifs; gebruik ook in de<br />

kwaadaardigde Petechiaaten hoog hebben- opgevyzeld.<br />

Maar wat.zal men zeggen van hooffche<br />

Geneesheeren ? Zy blyven 'zelden zo eenvoudig<br />

als de beminlyke.VAN SWI-EÏEN. Ten minden<br />

meenen wy dit, indien het -aangenomen worde ,<br />

veilig ter mogen verklaaren voor iets byzonders ,<br />

't welk niisi'chien in deeze ,of geene - epidemie<br />

***** 4 heeft


txxii INLEIDEND VERTOOG<br />

heeft plaats gehad, en wederom zal plaats hebben;<br />

gelyk 'er Komeeten geweest zyn, en wel eens<br />

Komeeten zullen wederkomen. PETRUS SALIUS<br />

DIVERSUS getuigt van afloopende pesckoortfen:<br />

misfchien zyn de Weener Petechiaaten ten naasten<br />

by van dat foort geweest, en dan kon de<br />

zaak door onze zo even voorgeftelde gedachten<br />

opgehelderd worden. •<br />

Zekerlyk is 'er geen middel , dat zyn gebied<br />

over het ganfche wyde veld der Geneeskunde zo<br />

verre uitftrekt als de Koortsbast. In afloopende<br />

en daaruit geboorene geduurige koortfen, periodifchepynen,<br />

ftuipen, verftervingen , teering, waterzucht,<br />

verlammingen: in, of na welke ziekten<br />

komt hy niet te pas? wat middel kan maar eenigzins<br />

zyne plaats bekleeden? hoe zelden ontbreekt<br />

hem iets om de gegeevene aanwyzing geheel te vervullen<br />

? Dit laatfle is in een ander Deel onzer<br />

Verhandelingen uitvoeriger, en eenigzins van een<br />

anderen kant, voorgedraagen. Maar is 't niet waar,<br />

dat, in 't algemeen gefproken, meest alle hulp, die<br />

de koortsbast van nooden heeft, zich bepaalt of tot<br />

een greintje opium , wat ftaalvylzel, contrajerva,<br />

eenige greinen jcilla, of tot een half drachma rhabarber,<br />

[al polychrest enz.? De halve uitgeftrektheid<br />

van dat gebied was -in de dagen van BOER­<br />

HAAVE flechts bekend; maar wy meenenklaar genoeg<br />

getoond te hebben dat in die dagen.de weg<br />

gebaand is, dien wy thans zo vrolyk en gerust betree»


VAN HET GENOOTSCHAP, LXXIII<br />

treeden. Wy verbeelden ons meteen, de eenvoudigheid<br />

van het Boerhaaviaanfche Systema, indien<br />

men 't zo noemen wil, niet alleen duidelyk<br />

aangeweezen, maar ook van alle berisping vry gepleit<br />

te hebben. Ook dit, dat de Theorie van<br />

BOERHAAVE de beste blyven zal, zo lang het<br />

menfchelyk geflacht niet wordt gezegend met<br />

nieuwe ontdekkingen, welke men by die van<br />

HARVEJUS of PECQUET zal kunnen vergelyken<br />

; en dat , zo lang 'er geen nieuw middel<br />

gevonden wordt, dat wederom in een ander opzigt<br />

de voortreflykheid van den koortsbast evenaart,<br />

zyne Praktiek wel zo lang de heilzaamfte, de verftandigfte<br />

en veiligfte zal blyven; met gebreken,<br />

die geene andere ergernis baaren dan drukfeilen in<br />

den Bybel.<br />

Hier zouden wy fchier meenen onze taak afgedaan<br />

te hebben, zo niet eene enkele aanmerking ,<br />

ter aanbeveelinge der Eenvoudigheid, noch gewigtig<br />

genoeg fcheen om dezelve hier te laaten volgen.<br />

Zy beftaat hierin , dat eene eenvoudige<br />

denk- en handelwyze even bekwaam is om ons te<br />

beveiligen tegen den opgang van verdichtzelen, of<br />

roekeloos beftemde ondervindingen, als om ons te<br />

fterken in de loflyke aankleeving aan waarheden,<br />

die den tyd verduuren. Sints vyfentwintig of dertig<br />

jaaren, dat verfcheidene leden van dit Genootfchap<br />

de Praktiek hebben geoeffend, erinneren zy<br />

zich veelerleie geneesmiddelen en kunsrgreepen,<br />

***** - die


LXXIV INLEIDEND VERTOOG<br />

die in de Genees- en Heelkunst van tyd tot tyd<br />

zyn ingevoerd, wydluchtig aangepreezen, en niet<br />

lang daarna wederom afgefchaft. Wy zullen 'er<br />

geene lyst van opmaaken; vooreerst om dat wy den<br />

Leezèr niet gaarne zouden verveelen, doch voor-<br />

naamelyk om dat wy niemand, hoe genaamd, wil­<br />

len kwetfen. 't- Zy genoeg dac Wy de Ckuta<br />

noemen; een middel, 't welk voor eenige jaaren<br />

zo veel geruchts maakte , en nu byna vergeeten<br />

wordt. Dit kruid, wiens nuttigheid in het Uit­<br />

wendig gebruik van ouds bekend was , is reeds<br />

omtrent 't jaar 1600, door RENEAÜLME, inwen­<br />

dig tegen zommige verhardingen der ingewanden<br />

gebruikt geweest, en in onze dagen door den<br />

Heer STORCK tegen den kanker aangepreezen.<br />

Deeze ophef was zo groot, dac het by geen kan­<br />

ker bleef; men gaf welhaast voor, fchier alle ffee-<br />

pende ziekten , het Venus-fmet niet. uitgezonderd,<br />

met de ckuta te kunnen geneezen; ja 't icheelde<br />

weinig dat men de-waereld met geene volkomene<br />

panacea geluk wenschte. .Wat is 'er van gewor­<br />

den? eene chimaera in vacuo bombillans, zou RA-<br />

BEL AIS zeggen. En langs welken weg is men zo<br />

ichielyk van die dooling te rugge gekomen ? Hoe<br />

anders dan' door de eenvoudige defikwyze , die<br />

fints den leefcyd van BOERHAAVE ZO aigeraeen<br />

is doorgedrongen? Voordeezen was men gewoon,<br />

de middelen, waarvan men iets goeds verwachtte,<br />

met groocen omflag van byvoegzelen te temperen ,<br />

aan


VAN HET GENOOTSCHAP, LXXV<br />

ttante zetten, te verzachten, te bereiden, zo men-<br />

'c noemde. Nu zet men voet by 't ftuk , men<br />

laat de eenvoudige ondervinding getuigen ; en<br />

de zaak is , om zo te fpreeken, op 't oogen-<br />

blik beflist.<br />

Hoewel het inwendig gebruik van den meer-<br />

gemelden bast volftrekt onfchadelyk is, 't welk<br />

men van de ckuta zo niet kan zeggen; echter<br />

moest hy, om in zyne kracht bekend te worden,<br />

veel meer zwaarigheden overwinnen, dan de ch<br />

cuta , had ze maar half zo veel gedaan als men<br />

wenschte , zoude ontmoet hebben. De eenige<br />

reden was, dat men, den bast in geene genoeg-<br />

zaame hoeveelheid durvende gebruiken, de gebre­<br />

ken welke hy niet genas , in hunnen verderen<br />

aanwas op zyne rekening ftelde. Men had zo<br />

dra de giften niet vergroot, of alle die vooroor-<br />

deelen waren in rook verdweenen. Voorts ont­<br />

dekte men ook, dat hy, als het uitgedrukte Zegel<br />

der waarheid, op weinige uitzonderingen na, zon­<br />

der hulp van buiten, zonder bereiding of by voeg­<br />

sel, alleen, onvermengd, en ongerept de grootlle<br />

dienden deed.<br />

In waarheid, men verfchoone deeze korte uit­<br />

weiding , geen middel kan eenvoudiger zyn; geen<br />

middel verliest meer door de minde Kunscberei-<br />

ding De bast behoeft alleen gedooten te wor­<br />

den, om zyne uiterde werking te verrichten. Slaan<br />

wy het oog op de weinige/i>^,. die buiten


LXXVI INLEIDEND VERTOOG<br />

hem bekend zyn ; het heulzap zelfs wordt door<br />

den Eenvoudigen SYDENHAM geoordeeld noch al<br />

door aromatifche geuren te kunnen verbeterd<br />

worden , 'en zyn laudanum liquidum is nu ten<br />

minften reeds eene eeuw uit dien hoofde in ach­<br />

ting gebleeven. Naast opium, zomtyds boven het<br />

zelve, houden wy, onverminderd de achting van<br />

muskus en duivelsdrek , onder de antihyfterica<br />

voor 't beste, het oleum animale Dippelii. Maar<br />

dat is een kunstgewrocht van langen en lastigen<br />

arbeid. Zo is mede de geest van zeezout, die byna<br />

onfeilbaar den waterkanker geneest, op zichzelven<br />

geen voortbrengzel van de natuur. Het kwikzilver,<br />

dat misfchien de grootfte wonderen doet, moet ech­<br />

ter verfcheidene veranderingen, eer men 'er zich op<br />

verlaat, ondergaan, en vereischt dan in het gebruik de<br />

uiterfte omzigtigheid, om niet op het onvoorzienst<br />

veel erger dan de kwaal te worden. De zwa­<br />

vel, wel een zeer eenvoudig middel, en dat ook<br />

onder de fpecifica mag genoemd worden, is ech­<br />

ter zwak, en moet noch al vooraf in het helm­<br />

glas opklimmen. Het raauwe fpiesglas , op dat<br />

wy dit noch by deeze optelling voegen, geneest,<br />

indien de maag het kan verdraagen, zommige ge*<br />

breken van den huid: maar al het overige, dat<br />

men van het fpiesglas geniet, moet door de be­<br />

reiding verkreegen worden. En 't waar' misfchien<br />

te wenfchen, zo men Hechts den tartarus eme-<br />

iicus met het kermes minerale uitzondert , dat<br />

des-


VAN HET GENOOTSCHAP, LXXVII<br />

deszelfs overige bereidzelen cane pejus et angue<br />

gefchuwd wierden ; wat men voor het inwendige<br />

ook zegge van het vitrum antimonii ceratum, en<br />

voor het uitwendige van het butyrum antimonii;<br />

't welk ten minften, indien het al waar is dat men<br />

dusdaanige dingen noodig heeft, zich door den<br />

lapis infernalis ruim genoeg laat opweegen.<br />

Om nu noch iets te zeggen van de meerdere<br />

Eenvoudigheid dan voormaals,in Genees- en Heel­<br />

kundige maatregelen , behoeven wy de Venus­<br />

ziekte Hechts aan te roeren. Hoe yslyk was men<br />

weleer gewoon veele lyders tot ftikkens toe te<br />

martelen, door eene wreede kwylkuur, die met<br />

de dagelykfche ontlasting van veele Hinkende<br />

plasfen het vergif fcheen uit te dryven \ juist als of<br />

die ftank , een louter voortbrengzel van het ge­<br />

neesmiddel , bovenal de kwaadaardigheid der ziekte<br />

bewees. Thans overwint men dien fmet zo gemak-<br />

lyk , zo veilig, en meest overal zo zeker , dat<br />

daaruit het gevoelen fchynt gebooren te zyn, als<br />

of de ziekte in haar eigen beflaan veel zachter en<br />

goedaardiger geworden waare.<br />

Toen de Inenting der kinderziekte in ons Va­<br />

derland begon veld te winnen, kwamen 'er En-<br />

gelfche Kwakzalvers over, die ons wie weet wat<br />

al voorbereidingen opdrongen: niet alleen aderlaa­<br />

tingen en purgatien, maar zelfs kwikmiddelen tot<br />

op den rand der kwylinge toe. Men heeft hun,<br />

wy bekennen het , uic eene onwederftaanbaare<br />

ligt-


LXXVIII INLEIDEND VERTOOG<br />

ligtgeloovigheid, die onze landaard gewoon i 3<br />

voor vreemdelingen te koesteren, te veel gehoor<br />

gegeeven ; maar de eenvoudige maatregelen, die<br />

men echter noch in die gevaarlyke dooling niet<br />

vergac, bragten welhaast de verbysterde verftanden<br />

te recht. Nu laat men niets voorafgaan, zo het<br />

lichaam gezond is ; maakt men wegens den on­<br />

gezonden ftaat te veel zwaarigheid, want kleinig­<br />

heden komen ook in deezen niet meer in aanmer­<br />

king , men verkiest liever een anderen tyd te<br />

verbeiden.<br />

Welk eene verfchrikkelyke ziekte is de Scheur­<br />

buik, en onder kinderen èeRhachitis ofEngelfche<br />

ziekte, noch zelfs in de oogen van onzen grooten<br />

Meester. Wat ziekte wordt thans eenvoudiger<br />

geneezen dan deeze, door lepelbladen, zuuring,<br />

rype vruchten, en, zo de vochten te veel verdund<br />

zyn, door mineraale zuuren ? Wy zoeken voor een<br />

groot deel de oorzaak van dat ónderfcheid hierin,<br />

dat voorheen bykans alle kwaadfappigheid hier<br />

te lande voor fcheurbuik wierd gehouden, fchoon<br />

ze dikwyls alleenlyk uit langduurige koortfen ,<br />

met eene vervuilde maag en ligt verdopte inge­<br />

wanden , oorfprongklyk was. Na dat men veelerleie<br />

verbasteringen van dien aard door den koortsbast<br />

heeft leeren geneezen , is 'er naauwlyks eenige<br />

fcheurbuik, die niet wykt voor de bovengemelde<br />

middelen; noch Engelfche ziekte, die zich onder<br />

een goed bellier, tegen den bast, gepaard met<br />

eeni-


VAN HET GENOOTSCHAP, LXXIX<br />

eenige yzerdeelen of eenig Tacheniaansch zout,<br />

hardnekkig draagt. EUGALENÜS heeft een in<br />

den tyd voortreffelyk Traktaat gefchreeven, 't geen<br />

nu niet of naauwlyks leezenswaardig is, dan om<br />

ons in deeze gevoelens te bevestigen.<br />

Is 'er hoop, dac wy langs de voorgeftelde we­<br />

gen eenmaal zullen opklimmen tot de geneezing<br />

van zo veele kwaaien als uit Podagra , jicht ,<br />

fcrofuleuze en kankerachtige vochten ontftaan ? dat<br />

wy den fteen zullen verdeelen, of, noch wat wis-<br />

fer dan door kalkwater, deszelfs beginzelen in de<br />

nieren wederllaan? dat wy de vallende ziekte in<br />

haaren zetel met voordeel zullen aancasten , van<br />

de teering en andere erfgebreken triomfeeren, en<br />

de zwaarlle Epidemifche ziekten ten minden eeni-<br />

germaate beteugelen ? Waarom geene hoop ge­<br />

koesterd ? Mogt het verhandelde , benevens de<br />

verklaaringen van onze lofwaardige Schryvers op<br />

de goddelyke Spreuk van dien grooten BOER­<br />

HAAVE, iets toebrengen om den yver van alle<br />

kundigen , die verre boven onze onderrichting<br />

zyn, evenwel op te wekken en te fcherpen!<br />

Wy kunnen naauwlyks eindigen: zo rykis de ftof.;<br />

Verfcheidene groote Wysgeeren, onder anderen de<br />

Hoogleeraar MUSSCHUNBROEK , hebben ge­<br />

klaagd dac de onderzoekers der Natuure gemeenlyk<br />

een al te wyd veld verkiezen, waardoor het hun<br />

aan gelegenheid en tyd, ook wel aan vermogens,<br />

ontbrak om hunne waarneemingen met de vereischte


LXXX INLEIDEND VERTOOG.<br />

te naauwkeurigheid te volbrengen. MONTAGNE<br />

heeft reeds in zynen tyd gezegd dat veelen, die<br />

maar het een of ander beekje wat nader kenden<br />

dan hunne vrienden , ftraks de ganfche landouw<br />

wilden befchryven. De Weetenfchappen zullen<br />

zich dus wel wac ryker voordoen; maar met eene<br />

opgeblaazene zwelling, die in kundige oogen eerst<br />

lastig, en eerlang belachlyk wordt. Beter was<br />

het, fchoon men de gelegenheid, als ze zich aanbiedt<br />

, nimmer moet afwyzen , dat voor het overige<br />

, volgens den raad der ftraks gemelde Wysgeeren,<br />

een iegelyk zich cot eenig byzonder ftuk bepaalde,<br />

dac besc onder zyn bereik viel of mee zynen<br />

lmaak overeenkwam; om hetzelve oorfprongklyk,<br />

uicvoerig, naauwkeurig , eenvoudig en opregc ce<br />

onderzoeken, en zyne eerzuchc hiermede voldaan<br />

te houden, al gelukte 't hem flechts de kroon van<br />

onze heilzaamfte en verwonderenswaardigfte aller<br />

menfehelyke kunften met een enkel juweeltje te<br />

verryken. Zo, gelyk PRINGLE gedaan heeft<br />

over de verrotting ; SCHLOSSEI: , die braave<br />

SCHLOSSER, over het natuurlyk piszout; sTIN­<br />

STRA over den roodenloop Maar ach! de<br />

bittere droefheid over hec verfcheiden van twee<br />

zo waardige Geneesheeren, in den bloei hunner<br />

jaaren weggerukt, hec onherftelbaar verlies van<br />

twee weleer zo dierbaare vrienden, ftremt hier den<br />

loop van onze gedachten.... Hec zy genoeg!<br />

ANT-


ANTWOORD<br />

OP DE<br />

V R A A G ,<br />

VOORGESTELD DOOR HET<br />

GENEESKUNDIG GENOOTSCHAP,<br />

ONDER DE ZINSPREUK<br />

SER VA ND IS Cl VI BUS:<br />

Over de Spreuk van den Grooten Boerhaave,<br />

SIMPLEX VERI SIGILLUM.<br />

DOOR.<br />

C a T M M W JE n<br />

MIedicinae Doctor, Praelector in de Vroedkonst, en<br />

Stads Froedmeester te Leiden.<br />

onder de zinfpreuk:<br />

NON riGF.BIT ME SICUBI HAESITO QUAERER.E,<br />

NEC PUDEBIT SICUBI ER.lt O Dl S CE RE.<br />

Aan den Schryver van har, welke de Gouden<br />

Gedenkpenning is toegeweezen.


De groote BOERHAAVE heefc door zyn ukmuntenden<br />

yver, groote geleerdheid, byzondere<br />

kennis in de taaien, verheven denkvvyze , gezond<br />

verftand, voornaamlyk door't naauwkeurig onderzoeken<br />

der oudePhilofophifche, Genees- en Heelkundige<br />

fchriften, een onbegrypelyke verbetering<br />

aan de Genees- en Heelkunde te weeg gebragt.<br />

BOERHAAVE heeft de Hippocratifche Genees,<br />

kunde zodanig hervormd, op onverzettelyke fundamenten<br />

zo gevestigd en ter tinne toe opgehaald,<br />

dat ze nimmer voor waggelen, ik laat ftaan voor<br />

inftorten, behoeft bevreesd te zyn. BOERHAAVE<br />

begon de Geneeskunde te oefenen, doch zoo, dat<br />

het begin geenzins GALENUS fchatten beloofde.<br />

— Zyn drempel wierd door geen drang van<br />

raadvraageren in 't begin warm gecreeden; doch<br />

hy zogc niet door een ydele pragtige vertooning<br />

van onnodig rosfen en ryden den kwakzalver te<br />

fpeelen, en door kruipende laagheden zieken op te<br />

zoeken. Neen, BOERHAAVE'S ziel was te groot,<br />

hy kende de waardy van den vlugtigen tyd te wel<br />

om dien zo onnut niet te verfpillen en dood te<br />

flaan. Hy bezogt zyn zieken, tekende naauwkeurig<br />

alles aan, wat hy zag, gewaar wierd , en ondervond<br />

by zyn lyders ; waarna hy zich in zyn<br />

kamer verftak, en zich begraafde onder zyn boeken<br />

, om de verfchynfelen, welke hy by de zieken<br />

ondervonden hadt, te vergelyken by die van<br />

IX. DEEL. A a de


4jp=" C. TERNE O V E R D E<br />

de oude Geneeskundigen. VULCAANS oven Kook­<br />

te hy önóphoudelyk, en aüe'decièn der Genees­<br />

kunde mërgelde hy met een onbegrypelyken yver<br />

uit. Door deezen arbeidzaamen, moeijelyken en<br />

zoó zeldzaam nagevolgden Weg wierd BOERHAA­<br />

VE de grootile Geneeskundige van de Waereld,<br />

met welken Koningen en Vortlen -niet fchaamden<br />

raad tc pleegen. B'ÜI:RHAAVI! heeft veel gedaan<br />

en langs eenvoudige en verirandige wegen hec<br />

waare" der Genees- én Heelkunde zoeken te be­<br />

werken, en öok bewerkt.-<br />

Non' finitüs est BOERHA AVIUS noster :-neque<br />

v.nquam jinictur. BOERHAAVE leeft door zyne<br />

fchriften in de gedagtenis van alle Genees- en Heel­<br />

kundigen. BOERHAAVE leeft door hec herltellen<br />

en verbeeteren der Geneeskunde tot heil van hec<br />

menfchelyk geflagt noch in de geheele Waereld,<br />

en wy verwonderen ons.<br />

Vivet in aternum BOERH AAVI nobile nomen,<br />

Qui fuit orbis honos, orbis & urbis amor,<br />

Ddicice Piicebi; verte virtutis, imago:<br />

Major emque virum Jecitla nuüa dabunt (a).<br />

Hec eeuwig marmer , ter eere en gedagcenis<br />

van onzen grooten BOCIIHAAVE in dePieters-Kerk<br />

te Leiden geftigt, dat zoo dikmaals hec oog crekc<br />

vin<br />

(


SPREUK VAN BOERHAAVE. 5»<br />

van de ruivende reizigers, bewyst meer, dan ooit een<br />

pen kan befehryven, tot lof en grootheid van onzen<br />

growcn,,,:)i^f e<br />

want zo<br />

r:<br />

Él^ ° veel ik<br />

' We£t<br />

' ' S<br />

lS|S:'Vl3iS AVli de E E N I<br />

8 ! L E Geneeskun-<br />

• ^illl'ï'ifël zyn dood een <strong>monumentum</strong><br />

^ Ut ze Republiek.<br />

. r- • 1. 1 A,.T<br />

\ L 4 .'.'«siAAVK ieeit in ae naucu u - i<br />

% l ogunftigers onuitwischbaar? zulks<br />

blykt I -hangen lauwer* van het nuttig<br />

: l<br />

hap AVJW» ü:


6 C. T E R N E O V E R D E<br />

ken. In de eerfte afdeeling zal ik my tot de Ge­<br />

neeskunde , in de tweede afdeeling tot de Heel­<br />

kunde en eindelyk in de derde afdeeling tot de<br />

Vroed- of Verloskunde bepaalen.<br />

E E R S T E A F D E E L I N G .<br />

De zinfpreuk van onzen grooten BOERHAAVE,<br />

fimplex veri figillum, betreklyk op de<br />

Geneeskunde gemaakt.<br />

H oe naauwkeuriger kennis een Geneesmeester<br />

van de ontleedkunde, natuurlyke huishouding en<br />

werkingen der gezonde deelen heeft, hoe zeker­<br />

der hy haare afwykingen zal kunnen bepaalen en<br />

de waaFe bronnen en oorzaaken zal kunnen ont­<br />

dekken van de ziektens ; hoe ervarener nu een.<br />

Geneesmeester is in de Pathologie of ziektekun­<br />

de , hoe meerder hy zal bevinden dat het funda­<br />

ment der geheele geneeskunde in de natuur van<br />

den mensch zelve gelegen is. Suis natura vi-<br />

ribus fola , fine Mcdico, plerorumque tuetur fani-<br />

tatem, morbis medetur. Hac deficiënte aut repug-<br />

nante irrita artis molimina Q). Die natuur te<br />

bellieren en te leiden is de pligt van een natio­<br />

naal Medicus; en die beftiering kan men geen­<br />

zins door veel geneesmiddelen, maar wel door een<br />

goe-<br />

(3) GAUHIUS lnflit. Pat hol. $. 18. CELSÜS Lib. III.


SPREUK VAN BOERHAAVE. ?<br />

goede indicatie, naar den aart en natuur der afwy-<br />

kingen ingerigt , verkrygen; unde, fi vel cognitum<br />

naturts [olim ad morbi propulfionem fufficiens ro*<br />

bur, vel abfoluta mali immedicabilitas, vel pravt-<br />

fumex morbi curatione pejus nasciturum malum,<br />

vel dubia hactenus morbi indoles&c. absquemora<br />

periculo, agendum nihil dictant; probum est 4<br />

prafcriptione abftinere: ne vel noceatur agro,vel<br />

is fine necesfitate emungatur. Medici plus inter*<br />

dum quiete, quam movendo & agendo proficiunt.<br />

LIVIUS (c> Zoo lang door een goed regimen en<br />

leefregel een Medicus zyn oogmerk bereiken kan,<br />

zyn de geneesmiddelen uit de Apotheek onnodig<br />

ja fchadelyk.<br />

Daar waren reeds goede Artfen, eer 'er Doc­<br />

tores gemaakt wierden. Summa medicina est non<br />

uti medicamentis,zegt c u L s U S. Zoo de natuur niet<br />

genoegzaam in ftaat is om de verlooren gezond­<br />

heid te herftellen, of te hevig werkt, zoo dat een<br />

Medicus bevreesd is, dat het lichaam des lyders 'er<br />

onder zoude bezwyken of 'er nadeel door lyden, en<br />

de leefregel en 't goed bcftier daartoe niet genoeg*<br />

zaam fchynt te zyn, komen de geneesmiddelen te<br />

pas. De minst zamengeftelde geneesmiddelen zyn<br />

meest altoos voldoende, verdienen met regt de<br />

voorkeur, en zyn ver boven de compoftta operofa<br />

te verkiezep. Simplicitati quam maxime in pra-<br />

(A GAUBIUS de Meth. Cóncinn. Form. §. XIII.<br />

A 4<br />

fcri-


f . C. T E R N E o v ic u c E<br />

fcribendis remedürfntdeat .Medicus, zegt de groote<br />

ziektekenner G A U B i LTS , «en gjoégn out nu-<br />

mr-um , comifam brcvitatem, pompmn,<br />

fed ejjicaciam,afeclet. En hy vervolgt:'hethapra-<br />

parans, fimplicia compojitis., .prafiraatur , $<br />

««MfOtt p&ftu a». Praparatio -atque com-<br />

pofitio , pratterquam quod ex je aliquando mali<br />

'plus, ^Uiirn boni+..a0erant, infupér a pharmaco-<br />

pveh:jïtfe\ ac déxtcritate , nowiunquam minime<br />

(audandis, dependent. Simplicium contra genitrix<br />

est natura, bona fcmpér, fibiqus cpnflans Qd).<br />

Hoe menigmaalen , helaas !. word tegen deeze<br />

zoo heilige nuttige en noodzaakelyke eenvoudigheid<br />

gezondigd , zoo van Genees- als Heelkundigen !<br />

•De'zinfpreuk , welke op BOERHAA VE'S Graf­<br />

tombe ftaat, Simplex Hert figittum , is hen niet<br />

Onbekend, ja rolEhen daaglyks uit den mond; maar<br />

tlezelve tot heil van de zieken in de uitoefening<br />

te- brengen en te betragten is by veelen in onbruik<br />

gebleeven. Het gaat met veele Genees- en Heel­<br />

kundige - oefenaare'n , als met fomrrige ftrenge<br />

zedenmeesteren ;• zy nellen de fchoonfte zeden-<br />

lesfen voor, en fchetfen .de deugd met haare be-<br />

koorlykheden op het voortreffelykite-af, maar too-<br />

nen door flegte zeden en ondeugend gedrag, dat<br />

zy noch de waardy van zeden , noch van deugd<br />

kennen. Onze groote BOERHAAVE, het jam­<br />

00 De meth. cohcinri. Form. %. 31. §j 33.<br />

mert


SPREUK VAN BOERHAAVE. 9<br />

mert my, dat ik het zeggen moet, die in zoo veele<br />

gevallen, in zyn uitmuntende lchriften, het nuttige<br />

van het eenvoudige : aangetoond heeft , en zelf<br />

deeze zinfpreuk op de eenvoudige geneesmiddelen<br />

toepast, is me'rgeen mogelykheid vry te pleiten, van<br />

dezelve hier en daar niet in agt genoomen te heb­<br />

ben. Getuigen vindmien in zyne •'materia medica,<br />

alwaar men' ladders '-tón voorfchrifren vind , van<br />

twintig, dertig en meerder fporten; en zoo men<br />

eik medicament, waar uit zommige compojita za-<br />

mengefteld worden , voor een byzonder genees-<br />

middel neemt,- dat het waarlyk'is, dan vindt men<br />

voorfchr ;iften,wnar honderdmiddelen in de hoeveel­<br />

heid van zes oneen vogt door BOERHAAVE zyn<br />

voorgefchreeven in zyn materia medica, p'ag.<br />

49. erz. — Nog een monfter heeft BOERHAA­<br />

VE in de Geneeskunde gedoogd , het welk hy ,<br />

die het vertrouwen hadt, en wiens woorden<br />

orakelen waaren , gemaklyk hadt- kunnen fmoo-<br />

ren , naamlyk het piskyken zonder zelfs de zie­<br />

ken te zien: een gedrogt , 'dat thans door oneg-<br />

te zoonen van Esculaap nog gekoesterd en<br />

ïucrï cauja fchande'lyk aangekweekt wordt, waar­<br />

door de menfehen fchar.delyk bedroogen en<br />

met medicamenten gevuld worden, die met den<br />

aart en natuur der ziekten fomtyds gantsch ftry-<br />

dig zyn , waardoor den armen zieken verkeerde<br />

medicynen worden toegediend, en de middelen uit<br />

Stads-Apotheeken , ten kosten van de goede inge-<br />

A 5


i,o C. T E R N E o v E R D B<br />

zetenen, onnut verfpild worden: want het is by<br />

alle kundige Geneesrncesteren een bekende waarheid,<br />

dat het bloote water te bezien,.zonder eenig berigt<br />

van de ziekte te krygen, niets zekers aan .de band<br />

geeft, om 'er met grond een voorfchrift op voor<br />

te fchryven; en hoe zulks gedaan- kan worden met<br />

nut voor de zieken , als eens twintig, dertig of meer­<br />

der lyders hun water zenden , beken ik niet te<br />

weeten; te meer, als een buurvrouw met vyf- of<br />

zesderlei water by een Stads-Doctor komt, waar<br />

voor zy van elk arm mensch een dubbeltje krygt,<br />

en dus een broodwinning maakt, en hoe meerder<br />

water zy mede- kan krygen hoe voordeeliger dus;<br />

hoe ligt vergeet zo een vrouw, aan wien de pis<br />

behoort, en toont hec verkeerde waterbaan den<br />

Doctor! en hoe kan zo een Medicus met een goed<br />

geweeten een hulpmiddel voorfcbryven zonder<br />

Stads-geld onnut te verkwisten,en den ongelukkigen<br />

lyderen verkeerde geneesmiddelen voor te fchryven ?<br />

Wenfchelyk ware het, dac de Regeerders der Ste­<br />

den zulk een manier van practiièeren verbooden,<br />

althans voor die geenen, welken ten kosten der<br />

Steden Geneesmeesteren en hulpmiddelen wier­<br />

den toegediend; dan zouden veele regtgeaarde Ge­<br />

neesheeren zich verheugen, de zieken kunnen kry­<br />

gen dat hun dienftig was, enStads-geld niet onnoo-<br />

dig uitgegeven worden.<br />

Laaten wy nu eens fommige compofita vooraf<br />

onderzoeken, welke men in de Apotheeken be­<br />

waart ,


SPREUK VAN BOERHAAVE. H<br />

waart, en zien of het wel veilige middelen zyn<br />

om aa'n lyderen voor te fchryven.<br />

De Geneeskundigen hebben hunne wapenen<br />

eenomen , om de ziekten voor te komen, te ge­<br />

neezen of draagbaar te houden , uit het dieren ryk,<br />

planten - ryk en het ryk der mineraalen; niets heeft<br />

Ln onbeproefr gelaaten; wy plunderen de geheele<br />

natuur, om de natuur te onderfteunen en de ziekten<br />

tegen te gaan; ja men heeft zich geenzins verge­<br />

noegd met de zoo heilzaame enkele geneesmidde­<br />

len welke uit alle waerelddeelen tot de Genees­<br />

kundigen gebragt worden, neen; men mengt nog<br />

een verbaazende menigte van heilzaame geneesmid­<br />

delen onder een, zoo dat 'er in de medicyn-w.n-<br />

kels naauwlyks plaats meer is, om de fimphcta en<br />

compofita medkamënta behoorlyk te bergen en te<br />

bewaaren. Veele compofita zyn fchadelyke, of ten<br />

minden voor een goed Medicus onnoodige midde­<br />

len by wier volftrekte verwerping de lyders niets<br />

verliezen zouden. Onder de geenen, welke te<br />

ontbeeren zyn , munten uit veele electuana.<br />

Meest alle de electuaria verliezen binnen weinig<br />

tyd niet alleen den natuurlyken fmaak, maar wy-<br />

ken ook af van hunne natuurlyke werkingen ,<br />

door de ontaarding, welke zy ondergaan. Geen<br />

electuaria zyn my bekend, die niet vroeger<br />

of laater aan bederf onderworpen zyn , voor-<br />

naamlyk als zy niet goed geconferveerd worden;<br />

en hoe menigmaalen word door onagtzaamheid<br />

van


12 C. T E R N É o v E u D ü<br />

van' den Apotbeeker'of zyn bedienden zulks-niet<br />

verwaarloosd! Het is niet mogelyk, dat een Medicus<br />

zulks vooraf altoos kanI onderzoeken. Sommige<br />

electuaria bederven door de fermentatie; andere >•<br />

doordien 'er maijen, wormen en i'nfecten zich in.<br />

verlleeken, en hun begraafplaats-daar in vinden. —<br />

Het cholagogum fylvii fermenteert byna zo spoedig<br />

als het gemaakt word; en word hec eens eenige<br />

maanden of een jaar oud, en is de atmospheer warm ;<br />

of fchynt de zon 'met haare ftraalen op den poe,<br />

waar in men hec bewaart, dan wordt.hec een wee-<br />

zenlyk nadeelig geneesmiddel. Hoe zorgvuldig dit<br />

geneesmiddel ook'bewaard wordt, men kan en mag<br />

het onder de- vèrarcholagogankt rekenen ; hec<br />

jtammonium kim met geen fchyn van regt onder de<br />

goede en beproefde cholagoga geplaatst worden,<br />

maar behoort in waarheid tot de. hydragow,<br />

gelyk reeds over lang door D C K K E R is aangemerkt<br />

O). H O E F M A N waarfchouwt zelfs regen het ge­<br />

bruik van de fenebladen in galkoprtfen (ƒ). Wel­<br />

ke nadeelige gevolgen zullen wy da» niet hebben<br />

van een middel als het fcammonium is, dac zo<br />

fterke ontlasting te weeg brengt, de. bederving en<br />

ontbinding der vogten zoo begunftigt, als het ge­<br />

bruikt wordt in i galkoortfen , die • meestenryds<br />

rotziekten zyn! . Hoe fterk het fcammonium de<br />

-9009 . m$6S . ,no rrabsd r,c?. i ïrot-><br />

(O 1<br />

?<br />

- DEKKER Exercit. Pract. p. iVi<br />

. (/') De fcb. Petech. ver. Tom. JF. ;„<br />

ttt'i " .•


SPREUK VAN BOERHAAVE. i |<br />

rotting der vogten bevordert, blyfei zeer klaar in<br />

menfehen, die ulcera mananüa hebben en men<br />

mst/c-ammomvm laat . purgeeren ; want binnen korc<br />

beginnen de zvveeren te (Hnken, en de etter word<br />

fcherp. HuxHAM havent het fcammonium naar<br />

verdienlten in die gevallen, en zegt: al wie de­<br />

zelve in zulk een geval gebruikt, mag zyne har-<br />

fenen wel purgeeren, zo hy die heelt (g).<br />

Waartoe, langer een medicament in de Apothee-<br />

ken bewaard , welks naam onkundigen kan mis­<br />

leiden , dat door zyn uitwerking toont geen heilzaam<br />

hulpmiddel te zyn, en dat meest bedorven is.<br />

De rhabarber , alleen of gemengd met middel­<br />

zouten , is zeer gefchikc om de galftoften zagt te<br />

ontlasten; en in een febris biliofa zyn naauw­<br />

lyks andere ondastmiddelen veilig, dewyl de mate-<br />

ria biliofa van zelve door den ftoelgang zich. zoekt<br />

te ontlasten. Is men al eens gezind om zyn lyders<br />

een ekctuarium cholagogum voor te fchryven, hoe<br />

gemaklyk kan men het uit eenige van deeze midde­<br />

len zamenitellen, als uit de manna, crem. tart. ,<br />

fal mirab. Glaub. , :fal defcignett., casjia, tamarind.,<br />

rhabarber, enz. niet een of ander llroop gemengd<br />

tot een ekctuarium L Waarom dan noch langer het<br />

cholagogum fylvü voorgefchreeven en in gebruik<br />

gehouden? Simplex veri figillum.<br />

Het ekctuarium hkra pkra Galeni is ook een<br />

Gr) Pag- 138. - -<br />

over-


14 C. T E R N E O V E R D E<br />

overvloedig en onnut ingrediënt in de Apo-<br />

theeken ; het is meestencyds, doordien het zeer<br />

zeldzaam van medici rationales gebruikt wordt, oud<br />

en bedorven. Ook is het dwaas zoodanig een ekc­<br />

tuarium in de Apotheeken te bewaaren, dewyl,<br />

als men het al eens noodig hadc, men aanftonds uit<br />

de pulv, hier* fimp. Galen., met honig , een<br />

ekctuarium maaken kan. — Deszelfs kwaade<br />

fmaak en het niet beantwoorden aan den ouden<br />

verbeelden lof, heeft hec byna in onbruik gebragt,<br />

behalven voor fommige vrouwen, die het gebrui­<br />

ken om het op den tepel van de borst te fmeeren,<br />

als zy voorneemens zyn om haar kind te fpeenen,<br />

dat evenwel hier mede niet altoos flaagt, dewyl<br />

het kind in weerwil van den bitteren en onaangenaa-<br />

men fmaak, fomtyds de borst niet verlaat,en met de<br />

melk het opgefmeerde ekctuarium inzuigt, waar­<br />

door het aan geweldige ontlastingen blootgefteld<br />

worde, welke vast volgen, als eenige keeren het<br />

opfmeeren herhaald word. Eenvoudiger, zekerder<br />

en veiliger middel vindt men , (als men noodig<br />

oordeelt om een kind te fpeenen en een afkeer<br />

van 's moeders borst te doen krygen) in een wit­<br />

ten wollen draad , om het agterfte deel van den<br />

tepel eens omgewonden en toegeknoopt. Nimmer<br />

heb ik dit eenvoudig middel zien gebruiken, of<br />

de kinderen verlieten aanftonds de borst; ja zelfs<br />

worden zy bang voor de borst; en hoe de moeder<br />

haar de borst voorhoudt, zy willen 'er wel mede<br />

fpee-


SPREUK .VAN BOERHAAVE. *5<br />

fpeelen, maar 'er niet aan zuigen, het welk niet on­<br />

aardig is om te aanfchouwen. Hoe eenvoudig dk<br />

middel is,nogthans kan het de proef uitftaan, gelyk<br />

doorgaans de eenvoudigfte ondervindingen de beste<br />

grondflagen zyn voor een natuurkundige zekerheid.<br />

Het is dus onnoodig het elect. hiera picra Galen.<br />

in de winkels te bewaaren. Het ekctuarium kniti-<br />

vum kan men, zoo inwendig ingenomen,als onder<br />

clisteeren gemengd, met yrugt gebruiken. Indien<br />

het minder zaamengefteld was, zoude men nog-<br />

thans dezelfde uitwerking kunnen hebben. Zoo als<br />

het ekctuarium lenitivum volgens fommige Apo-<br />

theeken bereid word, verliest het veel van zyn<br />

waardy en deugd: want als men de herb.,flor. ,<br />

rad. 9 fok, enz. alle een nagc laat weeken en dan<br />

te gelyk laat kooken, zal men weinig dienst van<br />

de liquirit. en fok fenna hebben. Het best is, dat<br />

een Apotheeker de rad. liquirit. en fok fenna af-<br />

zonderlyk laat trekken, en op het einde der kooking<br />

by de overige middelen doet, of, dac nog beter is,<br />

tot poeders maakt en ondermengt. Zie de Rotter-<br />

damfche Apoth. door VAN LIS p. III.<br />

Indien het ekctuarium lang bewaard word, dat<br />

dikwyls zyn noodlot is , befchimmelt hec; door<br />

de fermentatie oncaardc hec, en worde dus een fcha-<br />

delyk middel: want al wat bedorven is, is nadee-<br />

lig voor gezonden, laat ftaan voor zieken. Een­<br />

voudiger en beter doet een Medicus, als hy uit<br />

de fimplkia , welke in de winkels by de hand<br />

zyn,


J6 C. T E R NE O V E R DE<br />

Zyn, een knitivum- ex tempore voorfchryfc, wan­<br />

neer hy zyn zieken op een ekctuarium wil ver­<br />

gasten en omhaalen.<br />

' 'Het ekctuarium e casfia, volgens de Haa^fche<br />

Apotheek , is een voorcrefiyk,' allergefchiktst, zagt<br />

efj verkoelend ontlastmidde! , maar heeft net ge­<br />

brek, dac alle ekctuaria onderworpen zyn, van<br />

fpoedig te befchimmelen, te bederven en zuur te<br />

worden. De Heeren opftellers van de pharma-<br />

cop. waarfchouwen ons zeiven , dat het fpoedig be­<br />

derft, met deeze woorden:prceftat continuo recens<br />

parare. iVlyns bedunkens moest men zulk een ekc­<br />

tuarium niet in gereedheid houden,dat zo fpoedig<br />

bederven kan. Beter ware hec, dat in de win­<br />

kels elk middel, waar uit het beftaat, afzonderlyk<br />

bewaard wierd, en dac de Heeren Doctoren het niet<br />

onder den naam van elect. e cas/ia voorfchreeven,<br />

maar gelyk men gewoon is een ander mengfel te<br />

ordonneeren. Dan kon men verzekerd zyn geen<br />

bedorven mixtum te krygen; en dus zou dit ekc­<br />

tuarium van zelf uit de winkels wegvallen. De<br />

theriaca andromachi Jenioris, een compofitum, by<br />

GALENUS te vinden in jambifche verfen, van de<br />

oude Geneeskundigen reeds zoo hoog geroemd,<br />

dac het tot nog toe uit de harten der moderne<br />

Medici niet uirgewischt is het zelve voor te fchry­<br />

ven, zo in- als uitwendig; de theriaca, van ouds<br />

beroemd tegen de pest, morbi contagiofi, dyfen-<br />

teria, enz. hec welk hedendaags van fommigen<br />

nog


SPREUK VAN BOERHAAVE. i?<br />

nog toegeftemd worde, hoewel op zwakke grorn<br />

den; het is genoeg dat wy het onder de elendige<br />

en fchadelyke middelen plaatfen j en dat het 'er ve r<br />

af is om het te erkennen voor een tegengift, gelyk<br />

men eertyds geloofde, toen men de vergiften weinig<br />

, en derhalven de tegengiften nog minder kende.<br />

Het is een compofitum, dat thans uit meer dan tachtig<br />

geneesmiddelen ibeftaat (fchoon het in zyn<br />

begin uit minder middelen wierd zaamengefteld);<br />

een enkel middel, waar uit het zaamengefteld<br />

is, is op zich zelve een gewigtig geneesmiddel»<br />

en genoeg in ftaat om een gezond mensch te<br />

dooden, in een ruime gift ingenoomen, doch<br />

kan in de eene of andere ziekte in een bepaalde<br />

dofis met voordeel gebruikt worden. Moet een<br />

zieke niet beeven, en denken , myn noodlot<br />

is beflist, als hy hoort, dat hy een medicament<br />

zal gebruiken, dat uit zoo veel enkele gewigtige<br />

middelen heiraat ? Moet hy byna niet wanhoopende<br />

worden en van angst de handen wringen, als hy<br />

verneemt , dat zoo veel middelen te gelyk zyn<br />

ziekte moeten beftryden , ja denken, myn Doctor<br />

zoekt maar naar middelen om my in te geven, doch<br />

kent de oorzaak van myn kwaal of ziekte niet;<br />

want ik kan anders niet begrypen, hoe hy zoo<br />

veel keurige en gewigtige middelen , onder malkander<br />

gemengd , welke elk zoo zeer van elkander<br />

verfchillen in reuk, fmaak en uitwerkingen, my<br />

zoude voorfchryven: kan hy, ja kan de beste Ge-<br />

IX. DEEL. 15 ... '\ ' nees-


i8 C. T E R N E OVER. DE<br />

neesheer onder het gebruik van zoo veel middelen<br />

wel naagaan, quid natura faciat aut ferat? neen!<br />

gewis niet, en hierom wil ik my liever aan myn<br />

noodlot'overgeeven, dan naar myn kwaal te laaten<br />

flaan als een blinde naar 't wir. En moet elk kun­<br />

dig Doctor niet toeftemmen, dat zulk een zieke<br />

gezond oordeelt ?<br />

' Indien men met een gezond oordeel zoodanig<br />

een compofitum als te- theriaca is, eens naadenkt,<br />

ihoéten wy ons verwonderen, hoe het moogelyk<br />

geweest is, dat de wyze oudheid tot zoodanige ge-<br />

'dagten gekoomen is, om zoo veel keurige midde­<br />

len ondereen te mengen; en dat een ARETJE-US<br />

cAPPAöoxde theriaca tot tweemaalen toe, in<br />

zyn uitmuntend werk de curatione morborum diu*<br />

tumonim (K), aangepreezen heeft, is onbegrype-<br />

lyk. Moeten wy ons niet verbaazen, dat wy zoo<br />

dwaas geweest zyn , dit, voetfpoor te volgen en<br />

'zoo een onzeker mengelmoes voor te fchryven?<br />

'Als wy- door de fchriften van BOERHAAVE en<br />

andere groote Mannen niet overtuigd' waaren, dat<br />

zy de theriaca voorgefchreeven hadden, wy zou­<br />

den ens byna in de bres begeeven , om te be-<br />

weeren,dat het onmogelyk was,dat zulke verftan-<br />

den dezelve voorgefchreeven hadden. Maar he­<br />

laas! wy moeten zwygen, vermits zy door hen<br />

honderdmaalen is aangepreezen. Ik voor my<br />

geloof dat dit middel, door den loozen ANDRO-<br />

. C*) Ut. II, cap. IR & cap. FI.


SPREUK VAN BOERHAAVE. ÏO,<br />

MACHUS te zaamengefteld, zo in- als uitwendig te<br />

gebruiken, geen veilig middel is, en dac een ra-<br />

tionaal Medicus het nooit nodig heeft. Uit de<br />

Apotheek 'er mede! 'Er is geen behoedende kragt<br />

in voor pestziekten, rottige buikloopen en an-r<br />

dere befmettende ziekten. Ik weet wel, dat het<br />

uiterlyk in clisteeren , of als een pleister op den buik,<br />

met vrugt gebruikt is om verzwakkende buikloo­<br />

pen te ftillen; maar ik ben verzekerd, dat men de­<br />

zelfde uitwerking zal hebben, als men zuiver opium.<br />

onder zalven mengt of by de clisceeren voege.<br />

Simplex veri figillum.<br />

De Afiaanen en andere volkeren, zege HUX-<br />

H A M (0, alwaar de pestziekcens veel gemeener zyn<br />

dan by ons, ftellen meer heil. in het fap van ci­<br />

troenen in deeze koortfen dan in de be'roemdfte<br />

pestmiddelen. Hec is niec fleges in deeze byzon-<br />

derheid, maar in veele andere , dac wy van de<br />

konsc zoeken , hec geen de goedgunftige natuur<br />

ons gereedelyk en allerkragtigst aanbiedt, zoo wy<br />

flegts fchranderheid genoeg hebben , of naarftig-<br />

heid genoeg gebruiken , om haare giften op ce<br />

merken of uic haare handen te gaan ontvangen. 1<br />

In alle ziekeen, daar onefteeking aanweezig is,<br />

of vrees voor dezelve, is zy fchaadelyk ,en in rot­<br />

tige buikloopen is zy niet zonder gevaar te ge­<br />

bruiken. Het getal der lyderen, die door hec<br />

CO Pag- HP-<br />

B 3<br />

ge-


aó C. T E R N E O V E R D Ë<br />

gebruik der theriaca' in Indiën en op de fchepen<br />

omkoomen, zal de Oostindifche Compagnie jaarlyks<br />

al eenige manfchap kosten, dewyl het in Indiën<br />

door veele onervaarene Practici gemeen is<br />

in de dyfenteria 's avonds een paregoricum te geeven<br />

uit de theriaca. Ik verzeker, dat ik in 't jaar<br />

1766 en 67 door die fchandelyke practyk honderden<br />

heb zien fneuvelen op Batavia en omleggende<br />

plaatfen, ja 'er geen van zien herftellen, welken de<br />

theriaca toegediend wierd. Welk een naadeel<br />

voor de Oostindifche Maatfchappy! Men behoeft<br />

geen groot Philofooph te zyn, om zulks gemakkelyk<br />

te begrypen, als men den dorst en de hitte<br />

van de lyders, aan rottende koortfen en buikloo- •<br />

pen ziek leggende, eens naagaat, de hitte van de<br />

higt aldaar overweegt, en dan de heete middelen,<br />

waaruit de theriaca gemaakt wordt, naadenkt.<br />

H. BONT, toen die de Geneeskunde in Oostindiën<br />

oeffende, bediende zich van opium en faffraan, en<br />

maakte zoo veel werk van dit middel, dat hy altoos<br />

, zoo in den roodenloop als in den buikloop,<br />

'er als een heilig plegtanker zyn toevlugt toe<br />

nam (£).<br />

, Ik heb, zoo in myn eigen Iighaam als in andere<br />

lyderen, in den pynelyken loop en lastige tenesmi,<br />

na behoorlyke zuivering, van enkel opium de<br />

tref-<br />

" (*) Hifi. Nat. Med. India Oriënt. Lib. II. cap.<br />

III. p. 19.


SPREUK-VAN BOERHAAVE.<br />

treflëlykfte uitwerking gehad, en wel inzonderheid,<br />

als men door middel van dat heerlyk geneesmiddel,<br />

den cort.peruvian., de vervallene leevenskragt onderfteunde,<br />

opwekte, en de bederving der vogten<br />

op een kragtige wyze tegenging; maar van de<br />

theriaca zag ik altoos nadeelige uitwerking ; en<br />

de lyders ftierven altoos ylende of fiaapende.<br />

In de Westindiën kost het gebruik van de theriaca<br />

ook meenig mensch het leven; en wien is<br />

onbekend, dat 'er jaarlyks honderden ponden naar<br />

toe gezonden worden tot verderf der inwoonderen ?<br />

Een voorzigtige ftaatkunde zou hier in voorzien<br />

kunnen ; en eerlyke Medici moeten niet fchroomen<br />

zulks onder het oog te brengen aan hunne<br />

seliefde Regenten. DEGNER fchynt in de waare<br />

dyfenteria ook op de theriaca geen groote<br />

hoop gehad te hebben (/) ; en indien men naa-<br />

Saat dat door de fcherpe ftoffen, welke in den<br />

Lp ontlast worden, de tunica villofa intestmorum<br />

afgeknaagd, ontveld, en daar door zeer gevoelig<br />

word, zoo fchynen de heete, fcherpe en fpeceryagdae<br />

middelen uit welke de theriaca zaamengefteld*<br />

wordt, niet zeer te pas te koomen: dit zal<br />

emand, die een aas gezond verftand heeft van de<br />

"eskonst, niet tegenfpreken. Daarenboven is<br />

Tveekyds bedorven; ik heb in de winkels theriaca<br />

aangetroffen, die 'er 5, 8, 10en<br />

Pag. 136» 153.<br />

B 3


22 C. T E R N E OVER DE<br />

meerder jaaren in bewaard was. Ook kan men<br />

ligt naagaan, dat, als dezelve over zee gevoerd<br />

wordt, en den heeten keerkring of de linie pasfeeren<br />

moet, zy zeer van haar natuurlyken aart verandert.<br />

Veelen verkiezen de oude theriaca nog voor de<br />

versch bereide; ja G A L E N U s wil, dat men dezelve<br />

een tyd lang moet bewaaren, (welk een dwaasheid f)<br />

gewis, omdat dan de kragt van 't opium en van<br />

de aromata weg is , waar door het een flegt<br />

middel wordt. PLINIUS merkte dezelve in oude<br />

tyden aan, en in laater dagen JUNKER, voor een<br />

ftraf Gods, waardoor hy het menfchelyk geflagt<br />

heeft willen kastyden; en dus wenfchen wy, dat<br />

alle kundige en braave Geneesmeesteren alle zenuwen<br />

aanwenden, om deeze oude landverdervende<br />

plaag met vereende kragcen uit te roeijen. Hier<br />

by komt nog dat veele bereiders dezelve zaamenftellen<br />

van allerlei ftof en reeds verworpene<br />

middelen, welke zy uit de potten by een krabben<br />

om de theriaca te maaken. Welk een bedriegery<br />

! In den Haag gebruikt men deeze voorzorg:<br />

naamlyk de Apotheekers zyn verpligt om de theriaca<br />

te koopen van het Colleg. Pharmac. waardoor<br />

zy in ftaat gefteld worden goede en onbedorvene<br />

te kunnen leveren, hebbende geen Apotheeker<br />

vryheid om dezelve voor zyn gebruik te<br />

maaken , of vervalt in eene geldboete. Hoe<br />

versch en wel bereid de theriaca ook zy, het is<br />

een verbaazend compofïtum, dac men, zonder dac<br />

het


SPREUK VAN BOERHAAVE, &%<br />

het menschdom 'er by verliezen zoude, wel zoude,<br />

kunnen misfen; en het ware te wehfchen , als<br />

men eens een reformatie in de Apotheeken hieldy<br />

dat men de theriaca 'er uit doemde, met meer-,<br />

der compofita. Het Collegium Med. et Fharm. m<br />

den Haag zoude met een ander nuttig middel<br />

voordeeliger negotieeren kunnen, als by voorbeeld,<br />

met het Uq. anod. mm. Hof nu, dewyl dit<br />

van verfcheiden Apotheekers niet behoorlyk gemaakt<br />

wordt, en een middel van de mode «;,<br />

dat zeer veel aftreks heeft, ja na het theedrinken<br />

van de Dames voor ftaatfie gebruikt wordt. Als<br />

men 'erde verzending van had,men zou er op een<br />

Academie-plaats een Hospitaal voor onderhouden<br />

kunnen, zoo wel als in Halte het Weeshuis door<br />

verkoop van medicynen onderfchraagt wordt<br />

Over het Mithridatium Damocratis oordeel ik<br />

niet gunftiger; trouwens deszelfs gebruik is raar;<br />

en indien het in de Apotheek niet was te bekoomen<br />

het publiek zou 'er weinig aan verliezen, en<br />

de Medici zouden ook buiten ftaat gefield worden<br />

hetzelve voor te fchryven.<br />

Het Diafcordium Syhii, het Vhilonium Mefu*<br />

enz. verdienen geen gunftiger lof, dan om<br />

niet'voorgefchreeven, en uit de Apotheeken uiigeroeid<br />

te worden. Om hier niet langer by de<br />

electuaria M te ftaan, merk ik aan, dat hoewel<br />

men het zeer wel zoude kunnen misfen , het<br />

Diafcordium Fracastorii nog een van de besten is,<br />

€ a<br />

B 4


H C. T E R N E O V E R DE<br />

en dat ook nog al vry algemeen gebruikt wordt.<br />

Ongetwyfeld, zou egter een Medicus uit eenige<br />

daar in voorkomende fimplicia een voldoender<br />

ekctuarium -ex tempore kunnen voorfchryven, en<br />

voegen 'er zoodanige middelen by , welke hem<br />

het meest dienftig fchynen.<br />

Indien men het gebruik en misbruik van het<br />

diafcordium eens tegen eikanderen opweegt, ben ik<br />

verzekerd, dat het laatfte zeer verre het eerfte zal<br />

overtreffen. Het is zeer in gebruik by gemeene lie­<br />

den, voornaamlyk te Amfterdam, als een vrouw in<br />

arbeid is, en het wat langzaam met de baaring<br />

voortgaat, wat uic de Froedmoers-pot, (een woord<br />

van de gemeene lieden) te haaien in de Apotheek;<br />

en meestal wordt haar dan diafcordium Fracas-<br />

torii gegeeven. Ik laat het aan elk oordeelkundig<br />

Geneesheer over , welke fchadelyke uitwerkingen<br />

'er van voortkomen kunnen, voornaamlyk als een<br />

vrouw eens twee, drie en meerder giften na el­<br />

kander gebruikt, dat zeer gemeen is. Een baaren-<br />

de vrouw , reeds door middel van de pynen of<br />

baarensweeën een koortfige beweeging hebbende,<br />

wordt door dit heete middel , daar gember,<br />

kaneel, galbanum en meerder heete middelen<br />

in zyn, veel koortfiger, de drift van het blped<br />

aangezet, gepredisponeerd tot inflammatie, en in­<br />

dien reeds een beginzel (dat dikwyls plaats heeft)<br />

van ontfteeking in de partes genitaks, door de<br />

drukking van het hoofd van 't kind in 't bekken,<br />

ftand


'SPREUK VAN BOERHAAVE. 25<br />

ftand gegreepen heeft, hoe gevaarlyk worde dan<br />

de omftandigheid niee voor delyderes, en niec zeldzaam<br />

doodelyk! Deeze haacelyke en ingekankerde<br />

gewoonee moecen de Medici mee kragc eegengaan ,<br />

dewyl hee een verdervend middel is voor baarende<br />

vrouwen, inzonderheid, als hec door onkundigen eoegediend<br />

wordt. Ik weec wel, dac hec beste geneesmiddel<br />

door een kwaade applicatie in een fchadelyk<br />

middel kan veranderen, en dus de fchuld niet<br />

in het medicament altoos legt; zulks is volkomen<br />

waar; maar Geneeskundigen dienen te waaken<br />

zoo veel in hun is, dat fchaadelyke middelen<br />

door geen onkundigen aan de menfehen worden<br />

toegediend ; zy moeten met vrymoedigheid aan de<br />

Regeering hunner Steden onder het oog brengen,<br />

dateer zulk een ongeoorloofde en fchaadelyke handel<br />

plaats heeft. Te Leiden is, voor twee jaaren, op<br />

het aandringen van eenige agtenswaardige Medici,<br />

aan de Apotheekers door de loflyke en eerbiedwaardige<br />

Regeering der Scad verbooden, hec verkoopen<br />

van fiaapverwekkende middelen, zonder ordonnantie<br />

of voorfchrift van een Med. Doctor. Dit<br />

mogt in alle Steden wel plaats hebben, mits de<br />

Doctoren niet aan de menfehen een ordonnantie<br />

gaven, waar op zy altoos flaap-fyroop voor de<br />

kinderen by de Apotheekers te koop konden krygen<br />

, dat ook al den zuiveren weg niec is bewandeld.<br />

In Amfterdam is hec verkoopen van (laapmiddelen<br />

voor de kinderen ruim zoo algemeen als<br />

t e<br />

B 5


&6 C. T E R N E O V E R D E<br />

te Leiden. Men heeft maar 's avonds by zommige<br />

Apotheekers aan de deur te ftaan, om hen dat langzaam<br />

vergift te zien verkoopen voor de kinderen,<br />

waardoor meenig kind langzaam omkomt , of<br />

tot een altoosduurende zotheid gebragt wordt, en<br />

dus een onnut inwooner voor de maatfchappy<br />

wordt, of tot last der Stad of Kerk en armen vervalt.<br />

De Regeering van Amfterdam, welke met<br />

zoo veel yver, trouw en zorgen altoos voor hec<br />

welzyn hunner burgeren waakt , zoude tot nut van<br />

de ingezeetenen niet weigeren fchaadelyke gewoontens<br />

uit te roeijen , indien het aan Hunne Wei-<br />

Edele Groot-Agtbaarheden, door verftandige, en<br />

eerlyke Medici, dien niet hun eigen belang, maar<br />

het algemeene welzyn ter harte gaat, onder het<br />

oog gebragt wierd. Wy kunnen met geen fchyn<br />

van regt van Overheden eifchen, dat zy grondig<br />

ervaaren zyn in de Genees-, Heel- en Vroedkonst,<br />

maar wel van ons eigen hart en deugd vorderen,<br />

om de dwaalingen, welke 'er tot nadeel der menfehen<br />

ingefloopen zyn, op een verftandige en eenvoudige<br />

wyze de Overheden onder het oog te<br />

brengen, opdat zy in ftaat gefteld worden om door<br />

hunne magt zulks te beletten. Ik weet wel, dac<br />

hy, die zulks onderneemt, den haat, nyd, afgunst<br />

en vervolging van laage en onkundige zielen zich<br />

op den hals haalt ; maar deugd blyft deugd,<br />

fchoon zy my haat berokkent; en een eerlyk<br />

kundig en deugdzaam Medicus moet zich tegen<br />

in-


SPREUK VAN BOERHAAVE. 27<br />

irigefloopene en fchaadelyke dwaalingen kloekmoedig<br />

verzetten, en denken aan de woorden van HO­<br />

RA TIUS, wanneer hy zegt:<br />

Justam et tenacem propofiti virum,<br />

Non clvium ar dor prava jubentium,<br />

Non vultus inflantis Tyranni<br />

Mente quatit folida.<br />

Si fractus illabatur Orbis<br />

Impavidum ferient ruina.<br />

Dat is:<br />

Een eerlyk en ftandvastig Man<br />

' Laat nimmer zich door 't graauw verzetten;<br />

Het dreigend oog van een Tyran<br />

Verbindt hem niet aan fnoode wetten:<br />

Schoon Aarde en Hemel wierd verwoest,<br />

Hy zou betrachten wat hy moest.<br />

Maar ik wyk te ver van het diafcordium af.<br />

Door een verkoelende beftiering en eenvoudige<br />

middelen kan men aan de baarende vrouwen meerder<br />

dienst doen. Een halve once fyr. diacodii of<br />

pap. alb. of eenige droppelen laud. liq. Sydenh.<br />

gum vehkulo, zyn veiliger middelen voor baarende<br />

vrouwen. VAN SWIETEN roemt ook niet<br />

zeer alle de ekctuaria compofita om rust te verwekken<br />

naa de verlosfing. A compofitis, zegt hy,<br />

medkamentis opiatis femper abfiinui; qualia funt<br />

theriaca Andromachi, mithridatium Damocratii,


s8 C. T E R N E O V E R DE<br />

tis, philonium Mefues et his jimitta: partim, quia<br />

unica dofi asfumi folent; partim, quia catidis aro-<br />

matibus fimul conflant, et periculo quandoque non\<br />

vacat horum exhibitio, cum diverfam adeo quan-<br />

titatem opü in fe contineant, licet promiscue lau-<br />

dari foleant. Theriaca enim triplo plus opü habet,<br />

quam mithridatium ; philonium longe magis fopo-<br />

riferum est, quam ipfa theriaca, et praterea pi-<br />

per is, calidisfimi ar oma tis, notabilem copiam ha-<br />

bet. Cum autem fucci papaveris efficacia fola hic<br />

opus fit, purum exhibere praftat, quam aliis<br />

inutilibus, quandoque et noxiis, mistum Qn).<br />

Ik ontken niet, dat men in koude geitellen, waar<br />

in men naar de huid de ftoffe zoekt te ontlasten,<br />

en eenige pynen te verzagten, het diafcordium met<br />

vrugt zou kunnen gebruiken ; maar niemant zal<br />

ontkennen, dac men het kan doen met eenvou­<br />

diger , veiliger en nacuurlyker middelen , en<br />

die zoo lang niet in de potten gelegen hebben,<br />

als het diafcordium zomtyds doet, welks fmaak den<br />

meesten lyderen mishaagt. Simplex veri figillum.<br />

De zoogenaamde verwerkende electuaria, als de<br />

confectio alkermes, de confectio corroborans, die­<br />

nen , even als de voorgaande , de vergeetelheid<br />

toegewyd te worden. Dat by voorbeeld de con­<br />

fectio alkermes en andere , welke uit aromata<br />

g e-<br />

(in*) VAN SWIETEN in Comm, ad /Iphorism. BOERH,<br />

1324. Tom. W. p, 588.


SPREUK VAN BOERHAAVE. 29<br />

gecomponeerd worden , de heilzaame uitwerking<br />

van de zenuwen en deelen te verfterken niet<br />

lang behouden, zal ik met korte woorden aantoonen<br />

De confectio alkermes beftaat volgens het<br />

vco'rfchrifc van de Pharmacop. Leidens. uit<br />

ruim dertig oneen. Stellen wy maar eens , dat<br />

een Apotheeker zestien oneen, te gelyk maakt,<br />

hoe lang zit hy zomtyds niet met dit ekctuarium,<br />

«er het op gebruikt is! want de confectio alkermes<br />

valt tegenwoordig niet daaglyks uit de pen van<br />

•de Medici, (fommigen, die aan een gewoonce verflaaft<br />

zyn, zonderen wy uit) vermits wy andere<br />

eenvoudige middelen by de hand hebben. Hoe<br />

fpoedig kan de confectio alkermes aan 't gisten gaan,<br />

voornaamlyk in de warmte! Het zoete van den fy*<br />

rupus , met de daar by gemengde poeders gaat ligt<br />

in fermentaties, gelyk wy weeten, en daar<br />

4oor verandert het verfchriklyk van gedaante,<br />

aart en natuur, ja word een fchaadelyk middel;<br />

maar daarenboven, wie weet niet, dat amber<br />

en kaneel zeer fpoedig veel van t hunne aror<br />

maiieke deelen, volatile kragt en verfterkend<br />

vermogen verliezen, als zy niet wel bewaard worden?<br />

Men vraage het maar aan de kooplieden.<br />

Hoe zal, nu het aroma , het volatile van amber<br />

en kaneel lang. goed en wel bewaard worden<br />

in een confectio , zonder dat zyn beste kragt


go C. T E R N E O V E R DE<br />

len ? Zonder de anima aromatic, zyn de fpeceryeri<br />

nuctelooze ballasten en ontbloot van ve'rmoogen;<br />

Veele Apotheekers bewaaren afzonderlyk het poe­<br />

der; en als het voorgefchreeven wordt, mengen<br />

zy 'er de fyr. granor. kerm. by. Zulks is niet te<br />

verwerpen. Als een Apotheeker het altoos versch,<br />

goed gemaakt en in order levert, dan is het zeker<br />

een kostbaar en duur middel, dat dienftig.kan zyn<br />

in enkele gevallen; maar hoe weinig kragt zal 'er<br />

in zyn, als het een half, geheel of meerder<br />

jaaren oud is 1 Hierom zie ik geen groote re­<br />

denen om dit duure middel in voorraad in de<br />

winkels gereed te houden. Zeldzaam zou het<br />

leeven van een lyder in gevaar komen, of 'er zoii<br />

nog wel zoo veel tyd zyn , om het in geringe<br />

quantiteit voor te fchryven, als men dan dit hoofd-<br />

middel begeerde; want de fyr. gran. kerm. is in<br />

de meeste winkels gereed , waar van men een<br />

once kan voorfchryven, en voegen 'er eenige grei-<br />

nen van de amb.gryfea, lign. aloès, cinamom. en<br />

margarit. by.<br />

Dit zy genoeg van de zaamengeflelde electua-<br />

ria , welke men in de winkels bewaart. Elk<br />

Doctor doet, naar het my toefchynt, beter,<br />

uit de fimplicia, welke in de winkels behoo<br />

ren te zyn, electuaria ex tempore voor te fchry­<br />

ven , en inzonderheid die compofita, welke oud<br />

en bedorven zyn, niet te ordonneeren. De enkel­<br />

voudigheid in 't voorfchryven te betrachten, en<br />

zich


SPREUK VAN BOERHAAVE. 31<br />

zich te regelen naar den aart en de natuur der ziekten<br />

en temperamenten, is konftiger, geleerder en<br />

verlhndiger danladders van recepten voor te fchryven.<br />

Simplex veri figillum.<br />

• Ik gaa over tot de zaamengeftelde pillen, welke in<br />

de winkels gevonden worden, en in gebruik zyn. Sommige<br />

ziekten, inzonderheid de morbi chroma,doch<br />

wel voornaamlyk de afkeer der medicamenten, ja<br />

by fommige lyderen een volltrekte onwil om poeders,<br />

dranken of conferven te gebruiken, hebben<br />

het gebruik der pillen in.de geneeskunde gebragt<br />

en onderhouden. Alle geneesmiddelen, welke men<br />

door het een of ander byvoegzel tot een bekwaame<br />

masfa en vastheid kan brengen , zyn gefchikt<br />

om pillen van te maaken. Dus zyn kruiden, basten,<br />

en alles, wat men in poeders kan veranderen,<br />

door het bymengen van een lym of wateragtig<br />

vogc of ander bekwaam hulpmiddel, daar toe in<br />

ftaat. Veele gommen zyn bekwaam om zonder<br />

byvoegzel in pillen te veranderen. De extracten<br />

uit kruiden, basten en wortelen laaten zich niet<br />

altoos zonder byvoegfel tot bekwaame pillen maaken.<br />

De zomertyden maaken jveele extracten zo<br />

vloeibaar, dat men ze zonder by voeging van poeders<br />

tot geen bekwaame masfa kan brengen, 't welk in<br />

de wintertyden, zonder dezelve, gemaklyk gefchieden<br />

kan. Jonge Medici dwaalen meenigmaal hier<br />

in , en ftellen zich daar door aan de befpotting<br />

van de Apotheekers bloot, inzonderheid,als zy by<br />

een


3a C. T E R N E O V E R D È<br />

een Vloeibaar extract nog voegen eenige drop­<br />

pelen ol. ftillatit. of fpirit. of fyrup., gelyk wel<br />

gebeurt. Beter is het, dat men by de extracten , in­<br />

zonderheid by warm weêr, eenige poeders voegt.<br />

Maar ter zaak. Alle compofita uit de winkels te<br />

verbannen, is noch nuttig noch noodig; maar die<br />

middelen, welke hunnen intrest voor een Apo?<br />

theeker niet opbrengen kunnen, en naadeelig voor<br />

de lyders zyn, te behouden, is dwaas. De<br />

pilula compofita zyn thans niet veel in getal ,<br />

maar evenwel nog te veel; ook worden zy niet<br />

uit zulk een meenigte van medicamenten zaamen­<br />

gefteld als eertyds, toen men in gebruik had de<br />

zoogenaamde pilul. polychrest. en andere , welke<br />

uit 40 of 50 byzondere middelen zaamengefteld<br />

wierden. Indien men uit de zaamengeftelde pur­<br />

geer-pillen alleenlyk ten dienfte der Geneesmees-<br />

teren en lyderen bewaarde de pilul. extr. cathol.,<br />

cochia en de masf. pilul. Ruf., het zoude al over­<br />

vloedig genoeg zyn; men zoude de overige pilul.<br />

purgantes veilig en zonder hinder kunnen mis-<br />

fen , en in derzelver plaats enkelvoudige midde­<br />

len kunnen voorfchryven. Wat zullen toch eeni­<br />

ge greinen fol. betome, card. bened., melifs., rotk<br />

marim, fem. cent. min., enz. voor dienst doen op<br />

't lighaam van een mensch by de overige purgeer^<br />

middelen, waar uit de pil. Majerna zaamengefteld<br />

zyn, dewyl men die maar by geringe giften voor-<br />

fchryft? eischt de indicatie , welke een Genees-<br />

mees-


SPREUK VAN BOERHAAVE. 33<br />

meester met zyn lyder heeft, dat hy, by voor­<br />

beeld, purgeermiddelen uit aloe, rheum en fok<br />

fenna voorfchryve; deeze fimpücia zyn by de<br />

hand, waarvan een Medicus zich naar bevinding<br />

van zaaken bedienen kan, en de lyder heeft ook<br />

minder pillen te flikken. Maar, zal men zeggen,<br />

•er dient iets gevoegd te worden by deeze fterkö<br />

purgeermiddelen. De volftrekte noodzaakelykheid<br />

daarvan zou eerst dienen beweezen te worden. Im­<br />

mers kan men de giften kleiner neemen; men kan,<br />

als de lighaamen te zwak of te aandoenlyk zyn voor<br />

die pillen, zagter middelen gebruiken; of anders<br />

Voege men 'er eenige greinen van het poeder der<br />

kruiden by, dan is het compofituni compleet; of mett<br />

kieze tot corrigem de ocuk cancr.pulv., de gum.<br />

Arak met de zeep, dan zyn de pillen even goed;<br />

misfchien beter en enkelvoudiger. De zogenaamde<br />

pilula foetida, pilul. aurea, enz. kunnen wy ook<br />

zeer wel in de praktyk misfen. Wat dienst doet toch<br />

het castoreum in zoo een heroicum als de pilula<br />

foetida zyn? Niets, volftrekt niets. Dit heilzaa­<br />

me en kostbaare middel wordt dus onnut verkwist;<br />

om van de overige middelen, waaruit deeze pillen<br />

beftaan, niet eens te fpreeken. Ik geloof, dat dé<br />

gevallen zeer zeldzaam zyn, waarin een Medicus<br />

drastica, met nervina en amihyfterica, onder el­<br />

kander gemengd, met nut kan gebruiken: want ly-<br />

ders, die zwak, teer en aandoenlyk van zenuwge-*<br />

ftel zyn, verdraagen niet geraaklyk fterke purgeer-*<br />

IX. DEEL. C mid-


$4 . C. TERNE O V E R DÈ<br />

middelen; ja, alle ontlastingen, bet zy aderlaatingen<br />

of purgeermiddelen, hoe noodzaakelyk fomtyds in<br />

dringende gevallen, brengen altoos het aandoenlyk<br />

zenuwgeftel in beweeging, waarom men ze met een<br />

fpaarzaame hand by zulke lyders dient voor te fchry­<br />

ven. Ja maar, zal men zeggen, men gebruikt die<br />

pillen alleen niet; men voegt maar eenige greinen<br />

daarvan by andere zagte ontlastmiddelen, om daar­<br />

door een fpoediger ontlasting te bevorderen en te<br />

erlangen. Ik beken , het is waar, dat men in fom-<br />

mige gevallen zulks met vrugt doet; maar zoude<br />

men daartoe zoo wel geen pilul. cochia, rufi.,<br />

cath. kunnen neemen? Zou één middel uit de pilul.<br />

foetida b. v. de pulv. alhand. compofh. , of de<br />

aloe, of de fcammonium met een van de gommen<br />

daaruit, niet voldoender,eenvoudiger,min kostbaar<br />

en beter zyn? Want als een Medicus met één middel<br />

zyn oogmerk, bereiken kan, heeft hy 'er geen meer<br />

by te voegen. De kragt van de cinamom., cast.,<br />

croc., enz. kan in zoo een geringe gift niet veel<br />

te weeg brengen; en als de masfa lang bewaard<br />

word, blyft 'er niets van de kragt en werking in,<br />

maar vervliegt en wordt dus onnut voor het gebruik<br />

van een Medicus en lyder! Niet lang geleeden zag ik<br />

in een winkel van een Apotheeker de masf. pilul.<br />

foetid., welke meer dan twintig jaaren oud was; hoe<br />

weinig kragt 'er in was van de castor. cinamom;<br />

en faffraan, kan men ligt naagaan. Het best zou<br />

zyn dezelve uit de Apotheeken uit te laaten, wyl<br />

~ . . . . .<br />

e e n


SPREUK VAN BOERHAAVE. 35<br />

een Medicus eenvoudiger middelen heeft, en 'er<br />

zich van bedienen kan mee meerder vriichc dan van<br />

compofita, welke oud, bedorven , kostbaar en onnue<br />

zyn. Die zy van de pilul* purgantes genoeg. De<br />

pilulee -narcotica zyn niec veel in getal. Die, welke<br />

e fiyrace en cynoglofs. genaamd zyn, zyn het meest<br />

zaamengefteld. De pilul* e fiyrace zoude men in 'c<br />

geheel misfen kunnen en depilul* cynoglofs. zouden,<br />

als ze uic de rad. cynoglofs., opium en puk. castor.,<br />

alleen beftonden, voldoender, zekerder en eenvoudiger<br />

zyn ;• alle de overige middelen doen 'er geen<br />

dienst; zelfs zyn 'er onder , welke door prikkeling<br />

wezentlyk fchaade doen; de rad. cynoglofs*<br />

zelve doet niets 'er by dan. om 'er een naam aan<br />

te geven : want welk Medicus zal zoo ruim met<br />

de pilul* cynoglofs. zyn., ,dac van de overige<br />

middelen wëzentlyke uitwerking te: verwagcen<br />

is ? Ik bedien my in plaats van de m. p. de<br />

cynoglofs. wel van de gum.arab., eenige greinen<br />

opium en castoreum, welke ik tot dac zelfde oogimerk,<br />

waar men de pilul* de cynoglofs. coe gebruikc<br />

, aanwende ; en ik geloof, dac men die<br />

masfa zoo goed en dienstig zal bevinden, als die<br />

van de pilul. de cynoglofs.; hec eenigfte gebrek is;<br />

dat ze uic zoo veel medicamencen niec beftaat;<br />

zulks houden onkundige voor een gebrek, maar<br />

niet die geloof flaan aan de zinryke fpreuk van<br />

onzen groocen BOERHAAVE: Simplex veri figilium.<br />

-^Ik gaa over tot de zaamengeftelde poeders.<br />

Ga Dè


36 C. T E R N E OVER DI<br />

De zaamengeftelde purgeerpoeders zyn thans zoo<br />

veel niet in getal. Meest alle de purgeerpoeders<br />

zyn heroica; en fommige kunnen met vrugt ge»<br />

bruikt worden in geitellen , welker ingewanden<br />

voor zagter ftimulantia niet vatbaar zyn: geen<br />

van dezelve kan men in heete ziekten met een<br />

weezentlyk nut gebruiken.<br />

De pulv. alhand. compojit. en de pulv. coma'<br />

chinus zyn onder allen het meest in gebruik en<br />

ook de beste. Hunne werking is fomtyds, hoe­<br />

wel in een maatige dofis gebruikt, geweldig, en<br />

zwakke geitellen verdraagen dezelve niet gemak-<br />

lyk. De pulv. cornachin. verwe"kt zelfs fomtyd3<br />

geweldige hypercatharfïs, waarom de Hoogleeraar<br />

HAHN gewoon is zyn coehoorderen te waarfchou-<br />

wen en onder het oog. te brengen de les van<br />

GALENUS: Het zy. gy purgeer-- of braakmid­<br />

delen gegeven hebt enz., de eerfte gift is in<br />

uwe magt, het overige komt aan 't geluk toe («)»<br />

Indien men de lyders niet genoeg kent, is het best<br />

per epicrafin dezelve te laaten gebruiken. — De<br />

pulv. diafen. is van zagter werking. De foelie en<br />

kaneel zyn daar niet zeer noodzaakelyk in , en<br />

maaken zelfs, dat men in heete ziekten, gelyk in<br />

de pokjes en mazelen, voor de kinderen 'er geen<br />

gebruik van maaken kan. Ook zie ik geen<br />

groote reden , waarom men dit poeder nodig<br />

heeft.<br />

(») GALENUS de F. Sectione adverfus Erafi/traf,<br />

Cap. 7. Chart. Tom. X. p. 401.


SPREUK VAN BOERHAAVÊ. 37<br />

heeft. Een Medicus kan gemaklyk, als hy met de<br />

pulv. fena en crem. tart. laxeeren wil, dezelve<br />

voorfchryven. Waar toe dan dit compofitum in<br />

voorraad te houden ?<br />

De puk. hier* fimpl. Galeni kan men zeer wel<br />

in de Geneeskunde ontbeeren; en zoo men de pi-<br />

Ma cochia in de Apotheeken niet meer noodig<br />

oordeelde , zoude men dit poeder geheel en al<br />

kunnen misfen, en dit zou volgens den regel van<br />

de fubflractie al weder den omflag van de Apothee­<br />

kers verminderen. Wy zouden de puk. alhancl.<br />

compofit. met de aloë daar voor kunnen gebruiken.<br />

De pulv. ad vermes compofitus zou men ook der­<br />

ven kunnen: want elk Geneeskundige zal toeftem-<br />

men moeten, dat als men voorneemens is mercu-<br />

rius dulc. tegen de wormen te gebruiken, het best<br />

is daarvan zo veel voor te fchryven als geoordeeld<br />

wordt noodzaakelyk te zyn, en het geftel der lyde-<br />

ren verdraagen kan.Ik heb menigmaal ondervonden,<br />

dat de natuurlyke werking van den merc. dulc. on­<br />

taardde , als hy lang in poeder bewaard was. Ook is de<br />

merc. geen middel, dat alle menfehen in een en<br />

dezelfde hoeveelheid verdraagen kunnen. Op 't<br />

gebruik van vier greinen merc. didc. heb ik in een<br />

lyder een ligte falivatie zien komen; en in een<br />

ander was met geen zestig greinen 'er eenig teken<br />

van. Men kan zoo wel en fpoedig een puk. ad<br />

vermes gereed maaken, als of men dit famenftelfel<br />

in voorraad hadt. Ook is dit poeder geen fpeeift-<br />

Q 3 cum


38 C. T E R N E O V E R DE<br />

cum tegen de wormen, gelyk fommigen zich<br />

verbeelden, die het enkel om den naam, welken<br />

het draagt, gebruiken. — De pulver es aromatki<br />

zyn meer in getal; en veelen van dezelve zoude<br />

men kunnen misfen, gelyk pulv, allekeng. compofit.<br />

, aromatic., rojaceus, cachectic. , diaga.<br />

lang*, diarrhod., haly ad tabem, myrrh* compofit.,<br />

pulv. terr* figillat* en nog meer anderen.<br />

Ik geloof niet, dat 'er een Geneesheer is of hy<br />

zal met my moeten toeftemmen, dat onder al die<br />

opgenoemde poeders geen is , waaraan men zoo<br />

een byzondere kragt tegen deeze of geene ziekte<br />

kan toel'chry ven, dat men niet in ftaat zou zyn met<br />

minder zaamengeftelde medicamenten, of eenige<br />

fimplicia , ondereen gemengd , zyn oogmerk te<br />

bereiken. Waartoe dan zoo een ballast in de<br />

winkels ? Waartoe zoo een menigte zaamengeftelde<br />

poeders, waar van zommige zeldzaam te pas<br />

koomen , en door den tyd hunne kragt en aromatike<br />

deelen verliezen , bewaard ? Is het om<br />

dat de Iyders zo veel te duurder middelen moeten<br />

betaalen, en de kosten draagen van die middelen,<br />

welke in de Apotheeken bederven ? Moet de eene<br />

burger den ander zoo zyn zweet en bloed onnoodig<br />

uitzuigen ? is hec niet genoeg de pulv. e chelis<br />

cancrorum, comitifs. kent., marchion., diaireo<br />

fimp., diatragac frigid. en de troch. alk rhas. in<br />

voorraad gereed te hebben, en dan nog al de andere<br />

nierzaamengefteide poeders, waarvan een Medicus,<br />

wan-


SPREUK V A N BOERHAAVE. 39<br />

wanneer 't noodig is, compo/ïtakm maaken, zoo groot<br />

hy wil? HIP PO CR AT ES gaf aan zyn ly deren door­<br />

gaans eenvoudige middelen; en als die grondlegger<br />

der geneeskonsc veel middelen te gelyk ordonneer­<br />

de, was het een teken dat hy noch oorzaak noch<br />

natuur der ziekte kende. Dus was onkunde oor­<br />

zaak van veele medicamenten ondereen te mengen,<br />

en dit is het noch. Als ik zoo een verward men­<br />

gelmoes op een voorfchrift zie, denk ik altoos:<br />

wat zou HIPPOCRATES van zoo een voorfchtift<br />

zeggen ? Enkelvoudige medicamenten voor te<br />

fchryven en te beproeven is een teken, dat men<br />

naar een bepaalde en gekende ziekte zyn ge-<br />

neezing inrigt, en hec waare heil der ly deren trage<br />

te bewerken. Ik weet wel, dat men fomtyds een<br />

ftatie-poeder voor moet fchryven, en den lyder goud<br />

met lepels geven te eeten, gelyk het poeder van den<br />

Gravin I{ent,van den markies,parlemoer,om den<br />

vrienden en den lyder genoegen te geven, fchoon<br />

men het met kreefes-oogen, roodkoraal of magnefi<br />

albazoude kunnen doen; te meer, zegt VAN SWIE­<br />

TEN, dewyl dikwils anderen tot raad geroepen<br />

worden, vooral in de Hoven, die deeze middelen.<br />

met Jlyve kaaken aanpryzen : men moet egter,<br />

gaat hy voort, zorg draagen, dat men, op deeze<br />

zyn vertrouwen gefield hebbende , geen andere<br />

veel kragtiger middelen verzuime (0). De ge-<br />

mee-<br />

(0) VAN SWIETEN in Comm. ad Aph. BOERH. §. 713.<br />

Tom. II. P. 362.<br />

C 4


4o C. TERNE O V E R DE<br />

meene lieden gebruiken voor hunne kinderen<br />

tegen het zuur rhabarber met kreefts-oogen, en<br />

ontlasten fpoedig het geen oorzaak van de pynen<br />

en krimpingen in den buik is; maar zulke effica»<br />

Cieufe middelen zyn naauwlyks geoorloofd voor<br />

te fchryven by ryke lieden, welker kinderen ook,<br />

met al die ftatie - poeders, als martelaaren van de<br />

mode, elendig leven, en naa langduurige worftelmgen,<br />

met al die pragt-, ftatie- en goud-poeders,<br />

ten grave daalen , waardoor de maatfchappy zich<br />

van menig goed ingezeten beroofd ziet.<br />

Wy zullen tot de zaamengeftelde fyroopen overgaan<br />

, en ons gevoelen over eenige mededeelen. —<br />

Gemeenlyk worden de Jyrupi door de Geneesheeren<br />

voorgefchreeven om de geneesmiddelen voor<br />

de zieken fmaakelyker te maaken, en het onaangenaame<br />

van dezelve te verbeteren. Een genoeg-<br />

Zaame hoeveelheid van zaamengeftelde en enkelvoudige<br />

fyroopen heeft men daartoe in de winkels<br />

gereed, zoo dat een Geneesheer keus heeft om<br />

uit te kiezen een fyrupus, welke zyn voorgenoomen<br />

oogmerk kan begunftigen, ten minften niet<br />

hinderlyk kan zyn. Zeldzaam worden de fyrupi op<br />

zich zeiven alleen gebruikt, maar gemeenlyk als een<br />

jivans of corrigens by andere middelen. Nog<br />

geldzaamer zyn die fyrupi, waar aan men zoodanig<br />

een kragt toefchryft, dat zy, op zich zei ven<br />

gebruikt, in ftaat zyn om ziekten ten onder te<br />

brengen. Men heeft egter eenige .met dien lof be-<br />

gun-


SPREUK VAN BOERHAAVE. 4!<br />

gunftigd. Dus gewaagt DANIEL SENERTUS(J)),<br />

uic ANT. DON AB ALTON de med. corp. hu-<br />

man mal. cap. 7 , van een fyroop, hebbende<br />

eenige overeenkomst met den fyr. fumaria,<br />

doch uit meerder kruiden zaamengefteld, welke<br />

in den morbus hypochondriacus zeer aangepreezen<br />

wordt met het aq. boragin. of lupinorum te ge­<br />

bruiken. Het zy hier mede zoo het wil, meestal<br />

geeft men fyrupi, met andere middelen gemengd ,<br />

om de toegediende middelen te verkerken en aan­<br />

genaam te maaken. o<br />

Wy verwonderen ons,en vinden het ongerymd,<br />

dat men twintig, dertig en meerder kruiden on­<br />

dereen mengt om zaamengeftelde fyrupi te maa­<br />

ken. Vier, vyf, of zes medicamenten uitgekoozen<br />

uit de dertig, waarvan men gewoon is fyrup. ar-<br />

temifite van te maaken, is beter, eenvoudiger, min­<br />

der kostbaar, en de nuttigheid, welke 'er de ly-<br />

ders van kunnen hebben, zal zoo goed zyn , als<br />

of men het geheele mengelmoes, waaruit men thans<br />

deezen fyroop maakt, genoomen had. In 't alge­<br />

meen merk ik over de fyrupi compofiti maar aan,<br />

dac zy uit veel minder middelen zouden kunnen be-<br />

ftaan,en even nuttig zyn. Daarenboven hebben wy<br />

nog zoo veel enkelvoudige fyroopen en verfchiet<br />

van lekkernyen , om de vertroetelde gehemelten<br />

te behaagen, en 'er de medicamenten en lyders<br />

fom-<br />

O) Lib. V. Part. III. Sect. III. cap. VII.<br />

C 5


42 C. T E R N E O V E R DÉ<br />

forrityds mede te verflimmeren. Men zoude ook<br />

eenige fyrupi compofiti geheel ontbeeren kunnen,<br />

als de fyr. ftoechad, myrtin., hysfopi Zwelferi en<br />

anderen meer. Misfchien is onder de fyrupi het<br />

oxym.fimp. de oudfte, enkelvoudigfte en beste,en<br />

heeft meer dienst gedaan dan alle de fyr. compofit.<br />

ooit gedaan hebben of zullen kunnen doen. O hei­<br />

lige enkelvoudigheid! Jammer is het,dat men geen<br />

meerder verftand heeft en fchranderheid aanwendt<br />

om van u gebruik te maaken ten nutte van de Ge-<br />

neeskonst. Doch laat ons verder gaan, en onze<br />

gedagten mededeelen over de zaamengeftelde<br />

oliën, wateren en geestryke vogten.<br />

De natuur, mild in 't bedeelen van alles, wat toe<br />

gemak , vermaak, nuttigheid en gezondheid kan<br />

(trekken, verfchaft ons of door druiping, of door<br />

perfing, of door disteleeren uit de planten, vrug.<br />

ten, zaaden, bloemen, basten, enz., veelerhande<br />

oliën, welke door de Geneeskundigen, zoo in in-<br />

nerlyke als uiterlyke gebreken, met zeer veel nut<br />

kunnen gebruikt worden. — Het is te verwonde­<br />

ren , dat, daar het getal van enkelvoudige oliën<br />

zoo groot is , men nog zo veel zaamengeftel­<br />

de heeft uitgevonden en tot hulp genoomen. De<br />

meeste zaamengeftelde oliën , welke men in de<br />

winkels vindt, zyn nuttelooze lasten , uitvindin­<br />

gen, die tot geen heilzaam gebruik voor een Ge­<br />

neesheer gefchikt zyn. Het is myns bedunkens<br />

genoeg, als een Apotheeker die enkelvoudige oliën<br />

be-


SPREUK VAN BOERHAAVE. 43<br />

bewaart, welke bekend zyn, waar van veele en­<br />

kel nog maar dienen om door den reuk te be-<br />

haagen. Waartoe zyn omflag vergroot mee<br />

kostbuare middelen , welker gebruik een kundig<br />

Geneesheer zeldzaam of nooit noodig heeft?<br />

Zodanige zyn hec oleum castor., capparum,<br />

crocin. , irin. , en meer zaamengeftelde oliën. —I<br />

De menigvuldigheid van de fpirit. & aq. ftiïïat.<br />

fimplices maake, dac men de meeste zoo<br />

zeer zaamengeftelde wateren en geesten gevoeglyk<br />

ontbeeren kan ; en zoo wy niec geheel coc een<br />

empirie vervallen willen, moecen wy bekennen,<br />

dac wy in alle die aq, en fpirit. cephalic., apoplec-<br />

tic, antineph., antiparalytic., contra eolieam,<br />

vertiginem, enz. zoodanig een fpecifike krage niec<br />

vinden , als derzelver uicvinders 'er van opgeven.<br />

Hec is ook volftrekt onmogelyk een fpecificunt<br />

te vinden voor een ongemak, dac uic zoo veel<br />

verfchillende oorzaaken voorekoomen kan. Somtyds-<br />

is een fomtyds een vomitief, nu een antikei-<br />

minticum , dan een purgans, en in een ander geftel<br />

een fudoriferum, hec waare en zekere fpecificum. —<br />

Zoodanige middelen , welke coc deeze of geene<br />

kwaal zoo hoog opgevyzeld worden, zyn, in handen<br />

van half - geleerden en onkundigen, die dikmaals<br />

maar op denbloocen klank van hec middel, coc dee­<br />

ze of geene kwaal aangepreezen, en beflempeld<br />

met den naam van de ziekte, vertrouwen, meest<br />

altoos gevaarlyk. Myns bedunkens moest men


44 C. T E R N E O V E R D E<br />

al die zaamengeftelde en benaamde wateren en<br />

fpiritus uic de Apotheek verbannen, gelyk het aq.<br />

antinephritic., antiparalytic., fp. mastichin. fyhii\<br />

half. antapoplectic, balf. feu fpirit. embryott.]<br />

aq. vit* mathiol. en meer diergelyke. Doch ik<br />

vrees dat hierop aan te dringen den moriaan wasfchen<br />

is.<br />

Welk Geneesheer, die een grein gezond oordeel<br />

heeft, zal aan die middelen zoodanig een byzondere<br />

kragt toefchryven , om deeze of geene<br />

kwaal te geneezen, waar mede het genoemd word?<br />

De naam is het dan, dien men verkiest, even als de<br />

naam een Doctor maakt. Hoe vertchillende zyn<br />

niet de oorzaaken , door welke een graveel, een<br />

apoplexia, paralyfis, een hy drops, enz. kunnen veroorzaakt<br />

worden, waarin die benaamde middelen<br />

gevaarlyker zyn, dan de kwaal zelve! Zoo maakt<br />

ook de naam van Doctor geen goed Geneesmeester<br />

uit.<br />

Ik weet zeer wel dat een racionaal Geneesheer<br />

zich op die naam - middelen niet verlaat,<br />

maar zyn geneezing inrigt naar de oorzaak,<br />

aart en natuur der ziekte, verfchillende temperamenten<br />

, verfchynfelen, byzondere geaardheid en<br />

toevallen der lyderen ; doch op hoe veele Dorpen<br />

en Plaatfen, ja zelfs in Amfterdam, daar Chirurgyn<br />

en Apocheeker byna ongeftoord de inwendige<br />

ziekten behandelen, ondervindt men menigmaal<br />

, dat zy zich nog beroemen deeze mid-<br />

de-


SPREUK VAN BOERHAAVE. 45<br />

delen toegediend te hebben, fchoon een Medicus<br />

liever wenschte, dat den lyderen niets was toegediend<br />

geworden , dan kwalyk geappliceerde middelen.<br />

Medkamenta in manu imperiti funt mi gladius<br />

in dextra furiofi. Hoe menigmaal word de half.<br />

.embryon. kwalyk aan zwangere vrouwen toe*<br />

gediend ! enkel en alleen, om dat zyn naam onkundigen<br />

misleid, welke niec eens weeten, dat<br />

hy uit zoo veel pelkntia zaamengefteld word. De<br />

naam van Doctor en van medicynen bedriegt dus<br />

veel menfehen. Zoo men al deeze compofita<br />

wilde behouden men konde ze nog verbeteren,<br />

•door minder middelen ondereen te mengen. Zelfs<br />

heeft de ondervinding my geleerd, dat het laudan.<br />

liquid. Sydenhami, eenvoudiger bereid, zonder<br />

faffraan, cinamom. en caryophyll., veel geruster, veiliger<br />

en met meerder nut kan gebruikt worden in<br />

veele gevallen; 't welk duidelyk genoeg bewyst,<br />

dat het enkelvoudige het egte kenmerk draagt van<br />

het waare.<br />

Eer ik de weezenlyke compofita , welke<br />

in de winkels ten dienste der Genees- en Heelkundigen<br />

bewaard worden, verlaat, zal ik noch<br />

met een enkel woord aanroeren de zalven en pleisters.<br />

— Onder de medewerking der natuur heeft<br />

een Genees- en Heelmeester dikmaals een goeden<br />

uitflag van deeze of geene pleister of zalf ondervonden;<br />

doch men roemt dikwyls de aangewende<br />

hulpmiddelen, zegt VERULAMIUS, en de natuur<br />

heeft


40* C. TERNE O V E R D E<br />

heeft alleen het werk verrigt. De groote menigte<br />

van middelen, waaruit fommige zalven en pleisters<br />

zaamengefteld worden, vermeerdert geenzints haa­<br />

re kr:'gt en deugd , gelyk verkeerdelyk geloofd<br />

word; en veele, waarin twee, drie, vier of meer-<br />

iler gommen voorkomen , zouden met eene en-<br />

iele genoegzaam kunnen volftaan.<br />

Veele kundige Chirurgyns reguleeren zich in 't<br />

-zaamenftellen van zalven en pleisters niet naar de<br />

voorlchriften van de Apotheeken , maar maaken<br />

•het empl defenfiv.ruh., vigoms,labdun.,melilot.m<br />

dkrgelyke, naar hun eigen goedvinden , minder<br />

zaamengefteld, dat niet te laaken is: de eene Heel­<br />

meester gebruikt die wond-balfem en een ander<br />

weder wat anders, en de goedgunstige natuur ge-<br />

neesc Het misbruik van de zaken is, geloof ik,<br />

ruim zoo groot als het nut : doeh dewyl ze<br />

uiterlyk gebezigd worden, komt de nadeelige uit­<br />

werking fpoedig 8an den dag, en een verftandige<br />

bedient zich dan van gefchikter middelen. Men- v<br />

fchen, die geen zalven, hoe genaamd, verdraagen<br />

kunnen, hebben ons geleerd zonder pleisters en<br />

zalven fpoedig te geneezen.<br />

Voor en aleer ik nogthans van de pleisters ein­<br />

dig, moet ik nog iats van het emplast. veficato*<br />

riftm zeggen-, dewyl aan deszelfs, deugd en goe­<br />

de bereiding een Geneesheer meer gelegen<br />

is dan aan alle de overige pleister - kraam; en<br />

hier uic zal genoegzaam bJyken, dat door het by-<br />

men-


SPREUK VAN BOERHAAVE. 47<br />

mengen van alle. de ingrediënten en prikkelende<br />

middelen, waar uit het empl. veficatorium zaamengefteld<br />

wordt,deszelfs deugd,nut, kragt en uitwerking<br />

vermindert. Onze bewyzen zullen, zoo een*<br />

voudig zyn, dat de waarheid daar van aanftonds in<br />

't oog valt. • De beste empl. vefïcatoria verdie.<br />

nen in gewigtige. gevallen, en in ziekten van aanbelang<br />

, daar het op het leven van onzen evenmensen<br />

aankomt, geen genoegzaam vertrouwen,<br />

om van een Chirurgyn voor Spaanfche vliegen gebruikt<br />

en geappliceerd te worden. De Geneeskundigen<br />

behoorden dit volftrekt niet te gedoogen.<br />

Laaten Chirurgyns en Apotheekers hunne Spaan»<br />

fche vliegen - pleisters maaken waarvan zy willen^<br />

en by de cantharide! mengen wat zy goedvinden<br />

, om ze uit de winkels te verkoopen ;<br />

zulks willen .wy hun gaarn vergunnen; maar<br />

voor het gebruik van een Medicus , die iets,<br />

van de kragten en werkingen der middelen op een<br />

leevend' lighaam weet, dient hun mengfel niet,<br />

inzonderheid in gewigtige gevallen. Spaanfche<br />

vliegen zyn gewigtige en veelvermogende geneesmiddelen.<br />

Spaanfche vliegen-pleisters zyn,<br />

in hoopelooze gevallen , dikmaals het heilig<br />

plegt- en nood-anker , waarop een Medicus<br />

zich moet veriaaren. Spaanfche vliegen - pleisters<br />

zyn, in de handen van een ervaaren Medicus,<br />

die voortreffelyke geneesmiddelen , door welker<br />

prikkel hy de kwynende vis vitalii op een onbegry-<br />

pe-


»8 'C. TERNE O V E R Dg<br />

pelyke wyze.opbeurt, de ifftSnct (welke HIPPÖ-<br />

CRATES gewild heeft dat een Medicus zal gade-<br />

flaan) op een kragtdaadige wyze aan 't werken<br />

brengt, en den verdoofden en flaapenden AR.<br />

CHAEÜS HELMONTXI opwekt, om de fecretiones<br />

en excretiones van de zieke - ftoffen (mater ia mor­<br />

bi) te begunftigen, .af te leiden en buiten het<br />

lighaam te brengen. —<br />

Hoe noodzaakelyk is het derbalven niet, dat een<br />

Geneesheer zich op die voortrelfelyk geneesmiddel<br />

verlaaten kan,en dat de Spaanfche vliegen-pleisters,<br />

goed, deugdzaam, versch en onbedorven aan de<br />

zieken geappliceerd worden , vermits het volatile<br />

en de vermoogende kragt van de cantharides door<br />

den tyd, en ouderdom vervliegt, of door het by-<br />

mengen van andere medicamenten te zwak gemaakt<br />

wordt, of ten minften beroofd van het vermoo-<br />

gen om op de waterwegen te werken, welken<br />

weg zoo menigmaal de medewerkende natuur<br />

zoekt, om de zieke-ftoffen te ontlasten! Waar<br />

is. een middel dac 'er bygemengd worde waarin<br />

die byzondere flimulus is? In geen van alle is hy<br />

te vinden. Hoe notare mihi liceat, zegt de Hoog­<br />

leeraar FORSTEN in zyn voortreffelyke Verhan­<br />

deling over de Spaanfche vliegen, naad conducere<br />

ut ullum emplastrum veficatorium officinale indis-<br />

criminatim omni in cafu adhibeant Medici: pras-<br />

taret, ut non nifi recenter in pulverem redacta<br />

cantharides adhiberentur, quia in dia confervato<br />

pul-


SPREUK VAN BOERHAAVE. 49<br />

pulvere acriores particula volatilitate dïsfipari<br />

videntur; dein ut justam & necesfdriam pulveris<br />

do/in cum emplastro quodam emoliiente offkinali<br />

commiscendam juberent, vel forfan (quod probe<br />

notandwri) ne emplastrorwn partibus oleofis vel<br />

adipo/is nimis mitigentur, potius conduceret puU<br />

verem recentem cum fermento , vel mica panis<br />

humectata, commifcere, circumjecto emplastri te*<br />

nacis circulo , ut applicatio firmetur: pc eer tui<br />

esje potest Medicus, vefcatorium cum conflitutione ,<br />

tetate & morbo tegroti [ui convenire, nee factie<br />

actionis efficacia carebit Men kan hier ook<br />

over nazien de Handelingen van het Genootfchap<br />

Servandis Civibüs, inzonderheid M. J. D E MAN (r) ;<br />

de eenvoudigfte bereiding van de Spaanfche vlie*<br />

gen-pleister is de beste. Ik heb altoos rrty bediend<br />

van het verfche poeder, met azyn gemengd, en,<br />

'er een weinig bafilicon onder gedaan. De azyn<br />

alleen is te fpoedig droog op de huid, en dus wer­<br />

ken de vliegen zoo goed niet als wanneer zy met<br />

de eene of andere kleverige zalf gemengd worden;<br />

maar men moet 'er zoo veel van de zalf niet on»<br />

der roeren, dat de werking der vliegen belet kan<br />

worden. Alle andere bygevoegde prikkelende<br />

middelen in de Spaanfche vliegen-pleisters zyn<br />

minder kragtig; 't is de prikkeling en het afleidend<br />

Disfert. med. inaugural. p> 77.<br />

(r) Bladz.. 29. /. Deel.<br />

IX. DEEL. D<br />

ver*


09 C; TERNE O V E R DE<br />

Vermoogen van de cantharides alleen, waarop een<br />

Medicus zyn hoop vestigt. Wenfchelyk ware het,<br />

dat alle Medici met één hart en ziel de fchande-<br />

lyke en nadeelige gewoonten van fommige naam-<br />

Chirürgyns tegengingen , die gewoon zyn hunne<br />

zamengeftelde en fomtyds verouderde Spaanfche vlie­<br />

gen - pleisters te appliceeren, en het zeer kwalyk<br />

neemen, als een Medicus, die door reden en on­<br />

dervinding overtuigd is, begeert, dat de vliegen-<br />

pleisters zullen gemaakt worden van versch Spaan­<br />

fche vliegen - poeder. Men hoort die waanwyzen<br />

dikwyls op hun kragcig Spaanfche vlieg-compofitum<br />

roemen , zeggende, dat zy het wel aan 't werken<br />

kunnen brengen, door eenige droppelen ol. vitriott,<br />

even als of hunne uitgedroogde pleister door het<br />

opdruipen van ol. vitrioli kon veranderen, en die<br />

byzondere eigenfchap dien kragtigen prikkel ver-<br />

krygen, welken men in verfche Spaanfche vliegen<br />

vind. Credat Judaus Apella; non ego. De een-<br />

voudigfte en op verfche daad bereide Spaanfche<br />

vliegen-pleisters zyn de beste. Simplex veri fi m<br />

gillum.<br />

Hiermede zullen wy het onderzoek van com­<br />

pofita medicamenta laaten berusten. Dictum fa-<br />

pienti fat est. Genoeg , dat wy getooid heb­<br />

ben, dat veele van dezelven ondienstig zyn voor<br />

een Geneeskundigen, en fchadelyk voor de lyde-<br />

ren , en dat het dwaasheid is dezelve in gereed­<br />

heid te houden, eerftelyk uit hoofde van het be­<br />

derf


SPREUK VAN BOERHAAVE. 51<br />

derf dat zy onderworpen zyn, ten anderen, om<br />

dat het vermengen van een menigte middelen de<br />

goede werking van die middelen , welke men<br />

voornaamlyk noodig heeft, grootelyks belemmert,<br />

(hoe dikwyls word de werking van rhabarber ,<br />

cort. peruvian., fimarub., lign. quasfi., van de<br />

antihyfierica, enz. verydeld, doordien men deeze<br />

middelen te veel met andere involveert, om ze<br />

behaaglyk aan de zieken te maaken!) en eindelyk,<br />

om kort te zyn, ten derden, om dat groote<br />

compofita direct ftrydig zyn met een gezuiverde<br />

Geneeskonst, die niet anders dan een weetenfchap<br />

en voorzigtig bellier der kragten of vermoogens<br />

der menfchelyke natuur is, tot verdeediging<br />

of befcherming van 'c leven en de gezondheid<br />

, tegen de ziekten en den dood (0- Hoe nu door<br />

zoodanige groote menigte van geneesmiddelen een<br />

voorzigtig beftier plaats kan hebben , beken ik<br />

niet te weeten. De Republiek, het menfchelyk<br />

gedacht, lydc by die groote menigte van onzekere<br />

middelen te veel nadeel,dan dat zulks nog behoort<br />

aantehouden; men heeft te lang op de oude en met<br />

vooroordeel bezette lier getokkeld, naar welke de<br />

Artzen zedert eeuwen gedanst hebben.<br />

Te vergeefsch heeft de Oudheid fpecificamedicamenta<br />

gezogt in de groote zaamenmengfels; en<br />

de hedendaagfche Medici zullen 'er zoo mm m<br />

HM*<br />

(j) GAUBIUS Inflit. Pathol. %. 9.<br />

D a


52 .C. TE RN E O V 6 R DE<br />

flaagen als de ouden. Begeert men middelen, die<br />

tegen de oorzaaken der gebreken en ziekten opgewasfen<br />

zyn, en 'by uitfteekendheid fpecifica<br />

genaamd kunnen worden, dan moeten wy de enkelvoudige<br />

middelen (fimplicia) verftandig onderzoeken<br />

, voorzigtig beproeven; en dat dezelve in de<br />

fimptkia te vinden zyn, leert de dagelykfche ondervinding.<br />

Het is een der voornaamfte pligten<br />

van een Ceneesheer de enkelvoudige middelen<br />

te onderzoeken; en het zyn dwaaze theoretici, die<br />

met fchrifcen en woorden dit onderzoek veragten,<br />

en uitmuntende practizyns om die reden hoon aandoen.<br />

Wy zullen met weinig woorden maar eenige<br />

enkelvoudige middelen aanhaalen, en ons gezegde<br />

daardoor bevestigen. Is 'er wel een groot compofitum,<br />

dat zoodanig een heerlyk geneesmiddel is<br />

als hec zuiver water? Het in- en uitwendig gebruik<br />

van water overtreft alle geneesmiddelen, die bekend<br />

zyn, en verdient in veele ziekten den naam<br />

van een waar en enkelvoudig fpecificum.<br />

De azyn is in fommige ziekten een voortreffelyk<br />

geneesmiddel. Zyn doordringende en verkwikkende<br />

reuk, wekt in bezwymingen, fiaauwten<br />

en vertraagde beweegingen van 't bloed hec<br />

kwynend leven op, en is het eenigfte reukmiddel<br />

dat veilig kan gebruikt worden. De azyn maatigt<br />

den dorst, tempert de hitte, bevordert de<br />

perfpiratie,Raude bederving tegen, enz. HIPPO-<br />

CRATES bediende zich van water, honig en azyn<br />

in


SPREUK VAN,BOERHAAVE. 53<br />

in meest alle heete ziekten met de heerlykfte<br />

uitwerkingen wy bevinden 'er ons nog niet kwalyk<br />

by in veele gevallen. Jammer is het, dat de<br />

lyders en inzonderheid de Apotheekers meenen, dat<br />

w y de konst niet verftaan, .als men zoo eenvoudig<br />

voorfchryfc. De azyn is een fpccificum tegen<br />

veele vergiften, van mosfelen, champignons,<br />

hyofcyamus, belladona, enz.<br />

BOERHAAVE pryst den azyn tegen den beet van<br />

de flang dipfas, tegen de fchadelyke uitwerking,<br />

van de antimoniata, loodwit, gips, kooperaguge<br />

vergiften, enz.<br />

BOERHAAVE hielp een meisje en een vrouw,<br />

welke by ongeluk naalden hadden doorgenikt, enkel<br />

met azyn-water, waardoor de punten werden<br />

weggevreeten, en dus verftompt. Is 'er wel een<br />

groot compofmm^ de ondervinding, zulke heilzaame<br />

uitwerkingen van getoond, heeft,als men dezelve<br />

met verftand heeft: in 't werk gefteld?<br />

De mercurius,ók veel -vermoogend. geneesmiddel<br />

e n fpeeifieum tegen veele ziekten , de —<br />

i s het eenige en waare antidotum tegen de haatelyke<br />

venusziekte. Qnnbus faue (zegt onze<br />

groote BOERHAAVE in prxfatione ad morbos<br />

athrodifiacos) rite expenfis ,apparet vera vis, qua<br />

ad expugnandam luem veneream Jolus e$cax*<br />

molens Jolus mercurius habetur. De memmus ^<br />

alleen overtreft alle geneesmiddelen in 't geneezen.<br />

van deeze booze en algemeene kwaal. Alle com*<br />

D 3 *°'


54 C. T E R N E O V E R DE<br />

pofïta, hoe hoog ook geroemd , zyn zonder mer-<br />

curius van weinig of geene uitwerking tegen de<br />

lues of venus-fmec; en het is te verwonderen, dat<br />

een wys man nog openlyk zich durft aankanten<br />

met woordentegen het beproeven van enkelvou­<br />

dige middelen: indien men de enkelvoudige mid­<br />

delen niet beproefd hadt , wy zouden tot deeze<br />

verfchriklyke kwaal nog geen zeker middel ge­<br />

vonden hebben ; en hoe veel kwaaien zouden<br />

tot nog toe ongeneeslyk gebleeven zyn! De mer­<br />

curius , zoodanig bereid , dat hy veilig kan ge­<br />

bruikt worden, is alleen in ftaat om deeze haatelyke<br />

en verderflyke'ziekte te geneezen. Ik ontken niet,<br />

dat , om byzondere toevallen , of om de byzon-<br />

dere gèfteldheid der'Iyderen, andere medicamen­<br />

ten fomtyds 'er by noodzaakclyk zyn-, maar om dë<br />

fltiet te verbeteren, en de kwaaien, daar uit gebooren,<br />

ten onder te brengen, is de mercurius- het voor-<br />

naamfte hulpmiddel,-gelyk zulks door geen kundig<br />

Geneesheer ontkend zal worden. Het is niet alleen<br />

de venüs-ziekte, waartegen de mercurius een be­<br />

proefd middel bevonden wordt, maar daarenboven<br />

nog heeft de ondervinding geleerd , dat veele<br />

andere ziekten 'er door overwonnen kunnen wor­<br />

den. Onze groote meester BOERHAAVE zogt in<br />

Het flibium en den mercurius een antidotum tegen<br />

dé vernielende kmder-pokken; maar helaas! jam­<br />

mer is het, dat wy naa het gebruik van hetzelve<br />

evenwel zeer kwaadaardige pokken hebben zien te<br />

voor-


SPREUK VAN BOERHAAVE; 55<br />

voorfchyn koomen, en de hoop tot hiertoe verbo­<br />

ren fchynt, om een antidotum tegen deeze kwaad­<br />

aardige ziekte, die voor het menfchelyke geflagc<br />

veel verdervender is dan de pest, te bezitten, de<br />

nuttige inenting alleen uitgezonderd. Met zeer veel<br />

vrugt nogthans gebruikt men mercurius, met anti-<br />

monium vereenigd, onder de voorbereidende midde­<br />

len, als men de pokjes inenten wil; en de alombe-<br />

roemde Hoogleeraar G. VAN DOEVEREN, myn<br />

groote leermeester en byzondere begunftïger, getuigt<br />

nimmer eenige fchaadelyke uitwerking onder de<br />

inenting 'er van gezien te hebben, maar wel, dat<br />

door dit middel , dikwyls ontlast wierden wor­<br />

men , flym en andere onreinheden , die fomtyds<br />

anders een fchaadelyke rol in de pokjes kunnen<br />

fpeelen, 'c welk men dan gaarn aan de inentinge *<br />

doch verkeerdelyk, toefchryft. Ik zou eene menig­<br />

te van fchryveren kunnen aanhaalen, die den mer-<br />

furius tegen dehydrophobia aanpryzen. Men kan<br />

daarover naazienvAN SWIETEN, SAUVAGES»<br />

ÏAMES, TYSSOT, HOUTTuV-N en veele anderen.<br />

Schoon wy niec Hellen kunnen-, dat de mercurius<br />

een fpectficum is tegen deeze. woedende ziekce ;<br />

nogthans kunnen wy niec ontkennen, dat deszelfs<br />

gebruik in de hydrophobia van groote nuttigheid<br />

geweest is. Hei is te beklaageri, dat men in veele<br />

gevallen dit middel niet vroegtydiger aanwendt; mis­<br />

fchien zou het veele van de overige middelen , tegen<br />

deeze ongelukkige en deerniswaardige kwaal aan-<br />

D 4 S e<br />

'


C T E R N E O V E R D E<br />

gepréezeri ) overtreffen, dewyl myirog-geen middel<br />

békend'is, of hec heeft fomtydsonze verwagtirig in<br />

deeze .ziekte te kur .gefield. .BOERHAAVE geuigtvan<br />

ten ..mercurius, in. zeer veel oogziekten<br />

uitmuntende uitwerkingen gehad' te .hebben, gelyk<br />

te . zien is in zyn ..pralect.-de morbis oculorum.<br />

B OY;L.E/verhaak oi^ ri ö:. z y ö exercuat. de utilita-<br />

*küëM/èpA, Wmment. .van een foldaac , die<br />

döOR de cataracta op beide oogen ileekeblind<br />

^as;,^§n .geneezen vyerd door hec opfnuiven van<br />

frmaArigUÏk die wy wceten dat uit mercu-<br />

«W^wepgftfteJd -wprdr. ,Solus mercurius, zegt<br />

B«#RHdAVE, fohitaiwipientem et jam confirmamm^mrwam.<br />

Sc HEN K >in zymCbj: Med. verfcaatfons,<br />

dat dooreen Imeering -van mercumus vkus<br />

e§§ memch vm.te cataracta-bevryd is geworden.<br />

-&gSft de amaurofxs .df-zwar.ee naari-,'.word.de rrer-<br />

««W ^mmm-k middel' bevonden, gdyk<br />

fcy. H*l ' s<br />

T E K ». IVH^fUUS^RI^Kü S,.ERNON,<br />

A. Q ft HJWÏ N F ena anderen ce zien ig. :Ghze BOER!<br />

HAA'VE föiryfir ;ook-/io-zyn^/^.^';» w-tó ^<br />

een amaurvfis.geneezen' ce hebben door'<br />

eeay'gewddige.kwyimg, en. hec opfnuiven van.<br />

piercuntH dulcis, .„Voor zeven jaaren heb ik den<br />

Hoogleeraar G V A N<br />

' «OMVEREN.in zyn nuttig^.<br />

fuaal coUegie, ten ..dienste van de behoeftige zieken<br />

v^n grootbelang voor de I keren. Studenten, zien<br />

geneezen eenen Willem Ramaker, oud zevenug<br />

.jaaren, van. een .volkoomen jmaurofts, door<br />

mer~


SPREUK VAN BOERHAAVE. 57<br />

mercurius fublimat. corrofiv, met fpirit. frumenti<br />

of hec vermogend middel van den beroemden<br />

VAN SWIETEN; en deeze man is tot heden toe<br />

zeer wel by Ygezigc.<br />

ïen-en de wonnen is de mercurius een vermoogend<br />

middel bevonden ; en deszelfs kragt om de.<br />

wormen te dooden en buiten hec lighaam ce bren-,<br />

gen ondervindt, daaglyks elk.Clinicus. Zie BOER­<br />

HAAVE, VAN SWIETEN, A. DE IIAEN»,<br />

F. HOFFMAN , HEISTER, R. VAN ROOZEN-<br />

STEIN , VAN.DOE VER EN , enz. J. Z. PEAT-<br />

NER pryst zeer een deel mercurius dulcis met<br />

drie. deelen fuiker ; tegen de wormen. Tegen de<br />

fcabies , om een einde te maaken van alle de kwaa- ;<br />

len en ziekten , waar de mercurius met vrugt in.<br />

bevonden word,, is de mercurius een kragtig middel<br />

om die vuile en befmettende kwaal te genee-.<br />

zen, zie CAROL.MUCIT ANUS, VOGEL, STORCK,<br />

SANDIFORT geneeskundige Bibliotheek , enz.<br />

Voor dertien jaaren genas ik te Samarang op Java<br />

een flaaven - jonge, welke van het hoofd tot de<br />

voeten toe mee fchurfc bezec -was,. door hec middel<br />

van VAN SWIETEN. EHRMAN genas een kind<br />

van cien jaaren met zes greinen mercurius fublir<br />

matus corrofivus, opgelost in een pond aq. finipl.,<br />

zoet gemaakt met twee oneen fyr. violarum,<br />

s' morgens en 's' avonds een.Jepel ce gebruiken,,<br />

van een vogtigen ftinkend fchurfc, hetwelk lan-,<br />

ger dan een jaar: alle middelen wederltaan hadt;<br />

TS e zie


58 C. T E R N E O V E R D E<br />

zie zyne verhandeling de hydrarg. praparat. in--<br />

tem. in fanguin. effect. — Kunnen wy wel varj.<br />

alle de zoo gepreezenen en hooggeroemde compo-s<br />

fita zeggen, dac zy in 'c geneezen der ziekeen,,<br />

tegen welke zy aangepreezen worden, den enkelen<br />

mercurius eenigzins evenaaren ? Neen, zy zyn ia i<br />

vergelyking by de fimplicia een fchaduw van een<br />

fchaduwe. Moogen wy niec wel Heilig zeggen,<br />

dat als wy antidota en fpecifica begeeren, wy ze<br />

dan in de Jïmplicia moeten zoeken , en niec in­<br />

de vermenging van twintig , dertig , ja honderd:<br />

middelen? Simplex veri figillum.<br />

De cort. peruvianus, mede een van de voor-<br />

naamfte en enkelvoudige wapenen der Geneeskun­<br />

digen , de cort. peruv. is, verftandig en kundig<br />

toegediend, het voornaamfte zekerfte en kragtigfte-<br />

hulpmiddel, het beste fpecipZcum tégen alle koort­<br />

fen byna, waar eenige remisfio plaats heeft. Zonder,<br />

den cortex peruv. zouden wy, even als II.PPO.<br />

CRAT ES , in veelen ziekten groote aantekenini<br />

gen kunnen houden van de phcenomena of ver-<br />

fchynfelen der ziekten , en van haare byzondere<br />

toevallen; wy zouden naauwkeuriger kunnen voor­<br />

zeggen en bepaalen, op hoeveelften dag de lyderar<br />

moeten fterven.<br />

De cortex peruvianus behoort mede onder de<br />

voornaamfte hulpmiddelen, welke de natuur voort*<br />

brengt, en de Stigter der natuur aan het mensch*<br />

dom gefchonken heeft, om de-menfehen tegen<br />

ziek-


SPREUK VAN BOERHA'AVË. 59<br />

ziekten en dood te befchermen. Het is het beste<br />

en gefchiktfte prafervatief'dat men gebruiken-kan,<br />

als heerfchende ziekten woeden , welke van een<br />

rottenden aart zyn. De Profesfor VAN DOEVE­<br />

REN, heeft voor eenige jaaren , toen te Sapmeer<br />

een verderflyke ziekte onder de kraamvrouwen<br />

heerschte , ondervonden, dat alle zwangere vrou­<br />

wen, welke den cort. peruv. als een voorbehoed­<br />

middel gebruikten, van deeze ziekte bevrydbleeven<br />

en gelukkig herftelden, en dat daarentegen alle de<br />

overige ftierven.<br />

De cortex peruvian. is een middel, dat op een<br />

verwonderlyke wyze niet alleen de koortfen ver­<br />

dry ft , maar ook op een ons onbekende manier<br />

door zyn verfterkend vermoogen, regtftreeks op<br />

ons levens-beginzel werkt, en een magtige vyand<br />

van verderving en van den dood is. Hoe dikmaals-<br />

moet dezelve voor den cortex peruvianus zwig-<br />

rèn! Waar is een middel bekend, dat in ongenees-<br />

lyke morbi chfonici, gelyk in phthifis, hyiropes,<br />

enz. de levensvlam zoo lang kan uitrekken, als<br />

de eenvoudige koortsbast? Ik zeg, de eenvoudige<br />

koortsbast ; want alle compofita hebben minder'<br />

kragt; alle kunftige-bereidingen zyn te verwerpen,<br />

wanneer de lyder den bast in fubftantie, het zy irf<br />

poeder of in een conditum, kan en mag gebrui­<br />

ken. De enkelvoudigfte manier van voorfchryven<br />

is hier, gelyk overal, de waare. Ik zou honderden<br />

fchry veren te berde kunnen brengen, welke aan dit"<br />

heer-


6o C. T E R N E , O V E R DE<br />

heerlyk , ja Godlyk middel den verdienden lof<br />

geeven ; ja de digtkunst behoort niet ,langer te<br />

zwygen om naar. waardy zyn nut. en dienst op ce<br />

zingen. Hier en daar; mag nqeh een oud Doctor<br />

zyn, die weinig leest, ziet of hoort, maar,<br />

gelyk de ezels ,. den ouden tred .gaat, die nog<br />

geweetenshalven dit heerlyk middel fchuwc. De<br />

zoodanigen, zege UNZER niet onaardig, zyn in<br />

zekere opzigten wel gelyk aan de voorzigtige<br />

Eiephanten , die-nooit een tweeden voet voortzetten<br />

, eer zy voelen, dat de eerfte wel ter deegen<br />

vast ftaat; maar ten deezen opzigte, zyn zy<br />

beneden dezelve, dat zy geen been willen opligten,<br />

ten zy het vooraf .door vooroordeel en eigenzinnigheid<br />

onderfteund wordt. Als de Oostindifche.<br />

Compagnie een vyftig pond cort. peruv. meer<br />

mede gaf, in plaats van fommige conferven, en<br />

dezelve dan kundig aangewend wierd , 'er zoude<br />

meerder manfehap behouden blyven, en dus zyn<br />

nut toebrengen om den kvvynenden .ftaat van een<br />

zieltoogende Compagnie te onderfteunem<br />

De inenting der kinderpokken .is mede een<br />

van de eenvoudige , zekere en- waare middelen<br />

om 't menfchelyke geflagt van een booze en verderü\ke<br />

ziekte te bevryden,als zy voorzigtig, wys,<br />

en met oordeel, gelyk alle middelen, dienen gebruikt<br />

te worden, aangewend wordt. De eenvoudigfte<br />

manier van pokken in te enten is de beste;<br />

een enkele fteek met een puntig inftrumenc<br />

is


SPREUK-TAN'BOERHAAVE. 61<br />

is voldoender dan de infnyding, ja overtreft alle<br />

overige manieren. De eenvoudige inenting, door<br />

een kundig Geneesheer beltierd, fiaagc meest al­<br />

toos gelukkig, en men mag met regc wel vraagen:<br />

is 'er in de geheele Geneeskonst wek een hulp­<br />

middel bekend, dat eenvoudiger, zekerder, en van<br />

meerder nut voor het menfchelyk geflagt bevonr<br />

den is, dan deeze praktyk? „ De inënting van<br />

„ de pokken" zegt CAMPOMANES, „ welke zoo<br />

„ veele kinderen voor hec gevaar behoed , om geen<br />

„ flagcoffers van de verwoestende kwaal der pokken<br />

te worden, en die zulk een beproefd en veilig<br />

„ middel is, zoude de coeneeming der bevolking<br />

„ mei klyk bevorderen, indien wy eens de vooringe-<br />

noomen ongegronde vrees cegen die behoedmid-<br />

a a r h e , a a s ! h o e<br />

„ del overwinnen konden (O-" M<br />

weinig invloed heeft die Godlyk, gezegend, een­<br />

voudig en waar geneesmiddel , dat zoo duidelyk<br />

toont, dat het enkelvoudige het kenmerk is van<br />

het waare-, nog in onze Republiek gevonden !<br />

Die behoorc mede toe hec onbegrypelyke , waar<br />

onze Republiek vol van is. Welke draaijing, welke<br />

omweg en uitvlugt blyfe ons dan nog over, waar­<br />

om wy aan de bevolking een hulpmiddel van zoo<br />

veel belang onthouden , dwarsboomen en ont­<br />

trekken ?<br />

De menfehelyke reden ftrydc 'er voor; wanc zy<br />

raadt<br />

CO Verhandeling over de Induftrie, p. 58.


6a C. ' T E R N E o-VB* DE<br />

raadc ons den weg in te flaan, waar door veelen<br />

kunnen behouden worden.<br />

De zuivere Godsdienst, van dweepery, bygeloof<br />

en Turkfche gronden gezuiverd, ftrydc 'er voor;<br />

want zy leert ons hetzelfde.<br />

- De gezonde Staatkunde pleit 'er voor; want,<br />

zegt SUZMILCH , die Vorst handelt verftandig,<br />

die door het vermeerderen van zyn ingezetenen<br />

de vermeerdering van zyn rykdommen zoekt.<br />

Men kan de fterflykheid van 't menfchelyk gefiagt<br />

door de inenting verminderen, derhalven ook<br />

de weezentlyke fchatten en rykdommen van den<br />

ftaat 'er door vermeerderen. Elk derhalven, die<br />

dezelve beftrydt, belet en verhindert, wroet in<br />

zyn eigen ingewanden , dewyl 's lands fchatkist 'er<br />

door verminderd word. De marktfchreeuwers en<br />

kwakzalvers vermoorden meer menfehen ongeftoord<br />

in een jaar, dan in duizend eeuwen door de<br />

niet wel gellaagde inenting zouden kunnen omkoomen;<br />

en hoe weinig goede maatregelen worden<br />

daartoe aangewend om de kwakzalvery te<br />

beletten 1 Jaa fommige hoofden van de gilden<br />

befchermen dezelve nog, men mag ook wel zeggen,<br />

't geen VESPASIANUS tegen zyn zoon zeide,<br />

toen hy een belasting op de fecreeten gelegd hadt,<br />

en het geld ontving: de reuk van het geld is altyd<br />

aangenaam,het mag komen van wat plaats het wil.<br />

Lucri bonus odor ex re qualibet.<br />

De ondervinding van een goeden uitflag ftryd 'er<br />

voor;


SPREUK VAN BOERHAAVE. 63<br />

Voor- zy is ons door Mannen in de konst medege­<br />

deeld, op wier eerlykheid, deugd, en trouw wy<br />

Volkomen ftaat maaken kunnen. De zinfpreuk van<br />

•onzen groote B O E R H A A V E , Simplex veri figiU<br />

hm, ftryd 'er voor; zy leert ons door eenvou­<br />

dige middelen hec heil der menfehen te betragten.<br />

Eindelyk , de befchryving , welke alle Genees­<br />

kundigen gegeven hebben, wat eigenlyk de ge­<br />

neeskunde is, en wat men eigenlyk door dezelve<br />

Verttaat, ftryd voor de inenting van de kinderpok­<br />

ken. Men kan naazien, welk een definitie HIP-<br />

POCRATES (»), GALENUS (V) , HEROPHILUS<br />

(«0, WALSCHMID (tf) , BOERHAAVE (jO ,<br />

OOSTERDYK (z), F. HOFFMAN O), en in­<br />

zonderheid de groote Pathologus GAUBIUS (è)><br />

van de geneeskunde geeft, door my reeds<br />

aangehaald pag. 5i. Schoon alles zaamenloopt<br />

voor de nuttigheid en noodzaaklykheid der inen­<br />

ting, nogthans wil men liever door een pynelyke<br />

ziekte gemarteld en gefolterd worden,dan door de<br />

eenvoudige inënting zich gemaklyk van deeze ziekte<br />

Jaa­<br />

rna) TIJ Lil. de flatibus.<br />

O") In lntroduct. cap. $.<br />

(V) Ita GALEN, de fub fis-<br />

«<br />

Ef<br />

»P ir<br />

' e<br />

medica, cap. 2.<br />

& d e<br />

*P' *<br />

a r t t<br />

' (x) In inftitut. cap. 1. §. 5- „ . . »<br />

Q)) De method. difcendr artem tned. %. I. & tn tnjt.<br />

med. §. 22. et a'-ibi.<br />

(z) In(i. med. §. 1.<br />

00 Tom. I. med. rat. fijt. Cap. I. §. c.<br />

\b~) Injl. Patk. §. Q.


64 C. T E R N E O V E R DE<br />

haten bevryden. Voor eenige maanden ftierf een<br />

vrouw alhier aan de pokken , welke een jaar te<br />

vooren my zeer kwalyk nam, dat ik gunftig van<br />

de inenting fprak, en zeide, liever aan de pokken<br />

te willen derven, dan de inenting te ondergaan; en<br />

200 dagt haar Medicus ook. Het mensch heeft<br />

haar zin gedaan, en haar onbedagten wensch ver-<br />

kreegen ; zy ftierf als een martelaares aan de pok­<br />

ken , en met haar een vrugt van zes maanden, naar<br />

ik meen. Welk een verlies voor de maatfchap-<br />

py! Twee zielen, die door de inenting den dood<br />

hadden onttrokken kunnen worden!<br />

De inenting der pokken , dat wonderbaar ge-<br />

fchenk der Voorzienigheid, fchynt het publiek<br />

en deszelfs beftryderen te zeker, te veel op den<br />

grond van een voorzigtige beftiering der genees­<br />

kunde gegrond te zyn, ja met een woord , het<br />

fchynt te eenvoudig. Men wil liever geteisterd<br />

worden van een benaauwde, elendige en gevaarly-<br />

ke ziekte,(die fomtyds, als SENAC zegt, een pest<br />

is, die de wereld verwoest, welke op fommige<br />

tyden de helft van die geenen wegrukt, die 'er van<br />

aangedaan worden) , dan zich gemaklyk door de<br />

min gevaarlyke inënting 'er van bevryden.<br />

Het is een groote ondankbaarheid tegen het Op­<br />

perweezen , welk zoo een beproefd, eenvoudig en<br />

gezegend middel, tegen deeze befmettelyke en wree-<br />

de ziekte aan de hand gegeven heeft, het niet te wil­<br />

len onderzoeken, beproeven, aanwenden of gebrui­<br />

ken.


SPREUK VAN BOERHAAVE. 65<br />

ken. Dac een nuccig geneesmiddel fomtyds twee,<br />

tien, ja cwintig jaaren en meerder tegenftand vindc,<br />

is nog ce begrypen; maaj dac een geneesmiddel, zoo<br />

heerlyk, zoo baarblykelyk door de Goddelyke Voor­<br />

zienigheid begunftigd,na veele jaaren, na honderd­<br />

duizenden menfehen het leeven verlengd te hebben,<br />

nog agterwegen gelaacen worde, is onbegrypelyk<br />

voor my, en voor allen, dien maar eenigzins de popu­<br />

latie en onderhouding der menfehen ter harte gaat*<br />

Men fchrikt en is bang voor de inenting, en<br />

men is niet bang (welk een heidenfche domheid en<br />

dwaasheid!) pokkige perfoonen te bezoeken,<br />

gemeenzaam met hun om te gaan, om op dusda­<br />

nig een manier de pokken te krygen, 't welk een<br />

ongerymde onvoorzigtigheid is, en even goed als<br />

of men een brandend vuur mee olie wilde blus-<br />

fchen. Men weerc in fommige fteeden de ineneing<br />

van de pokken af, uic hoofde van de ingebeelde<br />

befmeteing, welke 'er zoude kunnen veroorzaakt<br />

worden; (welk een harfenfehim!) en men verhin-<br />

derc niec dac befmecce en pokkige perfoonen in<br />

de fteden van buicen ingebragc worden om te her-<br />

ftellen , uic de koscfchoolen en andere plaacfen.<br />

Men verbiedc de eenvoudige inëncing, en men ge-<br />

doogc dac pokkige perfoonen vervoerd, en (let<br />

wel, ik zal nog meer zeggen,) naast den ingang<br />

van de kerkdeur geplaatst worden, daar duizen­<br />

den menfehen weeklyks voorbygaan, en van het<br />

fmec aangedaan kunnen worden. Ja, men is te-<br />

IX. DEEL E gen


66 C. T E R N E O V E R DE<br />

gen de nuttige en eenvoudige inenting , om de<br />

ingezetenen voor de gewaande befmetting en<br />

epidemie te bevryden ; en men laat (welk een<br />

dolheid!) de pokkige lyken van buiten in de fte-<br />

den inbrengen , en met ftatie in de kerken<br />

begraaven, daar duizendmaal meer gevaar door<br />

veroorzaakt wordt, om de pokken voort te plan­<br />

ten , dan ooit door de inënting kan gefchieden.<br />

In 't Londenfche Magazyn van 't jaar 1752<br />

vindt men een voorbeeld van een lyk, dat reeds<br />

dertig jaaren begraaven was en aan de pokken<br />

overleeden ; dat by het openen van de kist alle<br />

de aanweezigen , en, in de omleggende dorpen<br />

allen, die niet gepokt hadden , befmette. Kan nu<br />

een lyk, dat dertig jaaren is begraaven geweest,<br />

het vuur van befmetting ontfteeken, hoe fchadelyk<br />

is dan niet het begraaven van pokkige perfoonen<br />

in de kerken! en hoe nuttig zoude het zyn, dat<br />

men hier zich tegen verzette, en de inënting onge­<br />

moeid als een geneesmiddel liet gebruiken ! te meer,<br />

dewyl men, om plaats in de kerken te hebben,<br />

en ook op fommige kerkhoven , de lyken al te<br />

vroeg fchudt. Daar in te voorzien is billyk.<br />

De Hotteritotten aan de Caap gebruiken nog<br />

meer verftand en voorzorg om de pokken af te<br />

keeren, dan onze Republiek 'er tegen aanwendt;<br />

in 't jaar 1768 woedde daar die ziekte, en myn<br />

familie , welke naar buiten gevlugt was, konde<br />

'er niet toe overgaan om my toegang by<br />

hen


SPREUK VAN BOERHAAVE. 67<br />

hen te geven; ja, op fommige plaatfen worden<br />

de wegen mee kanon beplant, om de gemeenfehap<br />

van de Caap met de buitendorpen of gehugten<br />

te beletten.<br />

De eenigfte voorzorg, die men hier te lande<br />

aanwendt, is tegen de eenvoudige, zekere, waare,<br />

nuttige en zeldzaam mislukkende inënting , uit een<br />

vooroordeel, dat tot nadeel der ingezetenen verftrekt,<br />

die ongelukkig den tol betaalen moeten van<br />

de fuffende mymering , welke in onze Republiek<br />

heerscht. Maar ik raak te ver van 't fpoor: wy<br />

zullen zoo lang begunftigers van de inënting<br />

blyven, tot dat 'er beter behoedmiddelen in 'c<br />

werk gefteld worden dan tot heden toe gedaan<br />

zyn, en een veiliger middel aan de hand gegeven<br />

wor'dt om het menschdom, de zuilen en rykdommen<br />

van den Staat, gemaklyk, zeker, en gelukkig<br />

van deeze ziekte te bevryden. De hoop is nog<br />

niet weg; de vooroordeelen en het bygeloof zullen<br />

nog verdwynen. Hec zal met de inënting van de<br />

pokken nog gaan, gelyk het met meer nuttige geneesmiddelen<br />

gegaan is, als met het opium, den<br />

cort. peruv., mercurius, enz. Tandem bona caufa<br />

triumphat.<br />

Om nu geen meerder medicamenta fpecifica aan<br />

te haaien, als opium , helladona , ckuta , cort.<br />

fimaruba, flor. zinci, enz., zy het voor ons genoeg,<br />

dat wy in de enkelvoudige medicamenten<br />

de waare middelen vinden om ziekten te ge-<br />

E a nee-


68 C. T E R N E O V E R at<br />

iiëezen, en inzonderheid die ziekten, welker aart en<br />

natuur van 'timet ons nog niet genoeg bekend zyn,<br />

als lues, de variola, enz. en misfchien is de oor­<br />

zaak , waarom wy nog geen middel voor den wreeden<br />

kanker (wiens aart en fcherpte my toefchynt met<br />

den phospher overeen te komen) en andere onge-<br />

neeslyke ziekten gevonden hebben, alleen daar in<br />

gelegen, dat wy nog geen werk genoeg gemaakt<br />

hebben van de enkelvoudige middelen te beproe­<br />

ven. Wie zoude a priori gelooven, dat in de fuiker<br />

een byzondere kragt was om een venynigen beet<br />

voor alle gevaaren te bewaaren, was het niet, dac<br />

wy a posteriori 'er van overtuigt waren? Laaten<br />

wy altoos indagtig zyn, dac in de grootfte een­<br />

voudigheid de waare wysheid te ontdekken is.<br />

Laaten wy altoos voor het voorfchryven van hulp­<br />

middelen indagtig zyn aan het gezegde van PLATO,<br />

ad bonam valetudinem confequendam omnia prius<br />

tentanda esfe , quam corpus pharmacis operofe<br />

commovendum. Laaten wy altoos bedenken, dat<br />

wy niet op de wereld gefield zyn om veele re­<br />

cepten te fchryven , maar om de bronnen der<br />

ziekten op te zoeken , en dezelve te geneezen.<br />

Laaten wy onder hec voorfchryven altoos in­<br />

dagtig zyn aan de Zinfpreuk van den grooten<br />

reformateur der Geneeskunst , den verftandi-<br />

gen BOERHAAVE. Simplex veri figillum. Aan<br />

een ftreek meer of min op een voorfchrifc hangc<br />

hec leven van een zieken. Hy is de beste<br />

Doe-


SPREUK VAN BOERHAAVE. 6$<br />

Doctor, zegt UNZER, die het minste voorfchryft.<br />

Laaten wy alle compofita operofa, zoo veel möge-<br />

l yk is, vermyden; en ze'zullen uit de Apotheekóh<br />

fmelten, als wasch voor-het vuur. Laaten wy een<br />

vast voorneemen neemen onvde enkelvoudige mid*<br />

delen te beproeven, ten fpyt'Van:verwaande^pge-<br />

blaazene, theoretifche leermeesters. Laaaefl^Wy^vaa<br />

onze recepten voor ecuwig alle caracters bat«ï@m<br />

Ik zoude myn grooten meester VAN DOEvkRË-ïï<br />

met geen recept onder de oogen durven vkomen;<br />

dat doorzaaid was met', caracters;. Zy zyn gévaarlyk<br />

op een recept : want hoe.. ligt.kan 'er een


70 C. T E R N E OVER D «<br />

aanwent. Ook weet ik geen redenen, waarom een<br />

Medicus den pulv. cornachini onder den naam van<br />

pulvis e tribus voorfchryft, vermits de Apotheekers<br />

met den pulvis diaireos fimplex in verwarring kunnen<br />

komen; en welkeen onderfcheidheeft tusfchen deeze<br />

twee medicamenten niet plaats! Zoude een Medicus<br />

niet aanfpraakelyk zyn als een Apotheeker zich<br />

hierin vergiste? Ik meen,ja. Door eenvoudige middelen<br />

kunnen wy onze gezondheid bewaaren: want,<br />

zegt SENECA, muitos morbos multa ferculafecerunt,<br />

et fimplex morbus ex fimplici cibo. Si innumerabiles<br />

miraris morbos, numera coquos. Ja, de keel dood<br />

meer menfehen dan het zwaard. Door eenvoudige<br />

middelen, wél, kundig en verftandig ingerigt, kunnen<br />

wy onze verloorene gezondheid herftellen ,<br />

zoo de natuur ons gunftig byftaat; en dat men zich<br />

aan den weg, dien ons de natuur heeft voorgefchreeven<br />

, houden moet, en van denzei ven niet moet<br />

afgaan , beveelt ons SENECA. Niet het groot getal<br />

van middelen,maar weinige, die wel ingerigt zyn,<br />

zyn de waare middelen, welke de natuur op een<br />

wonderbaarlyke wyze onder de armen grypt en onderfteund.<br />

Tempor ibus medicina valet, data tempor e profunt\<br />

Et data non apto tèmpore vina nocet.<br />

Zegt OVIDIUS; en VEIUNUS zegt met regt:<br />

Impediunt certam medicamina crebra falutem. —<br />

Eindelyk zal ik deeze eerfte afdeeling fluiten met<br />

de


SPREUK VAN BOERHAAVE. 71<br />

de gewigtige woorden van FRED. HOFFMAN (C).<br />

Praxis Medica incredibile damnum ac detrimentum<br />

olim pasja est a tanta ineptarum compofitionum<br />

pharmaceuticarum farragine & fimplicium<br />

fupino neglectu;neque minus, qüod Medicina-tanta<br />

ab Ulo tempore obfervationum , qua plenam &<br />

exactam morbi historiam compleet eb antur, inopia<br />

laboravit: Nostris vero tempor ibus non parum deer ementi<br />

artis exercitatio pasja est a Chymicis, qui<br />

validisfimas ex mineralium regno Medkïnas, magnifica<br />

arcana & fpecijka pro expugnandis morbis<br />

temer e jactarunt, fecuram vero medendi viam,<br />

qua fit per Duetam & parabiliera fimplkia, «ihili<br />

habuerunt. Si quod igitur incrementum arti<br />

nostra accedere, & ad perfectionem propius pervenire<br />

hac debet; cèrte in eo maxime laborandum<br />

erit, ut thefaurum felectisfimarum obfervationum<br />

practicarum nobis comparemus, ut paucis, fecuris<br />

Cj? probatisfimis remediis uti confuefcamus, eorumque<br />

vires & facultates, in tam diferentibus corporihus<br />

& morbis,plenius exactiufque addifcamus,<br />

& tot practicarum compofitiones & chymkorum<br />

tantopere jactata remedia mis fa tandem faciamus,<br />

hisque repudiatis, ex diata vitaque regimine,<br />

potius quam ex pharmacopolio ,falutem agris aferre<br />

laboremus, prafertim in arcendis morbis. —<br />

CO Med. Raiiori. fyst. Tom. I. Cap. 5. p. 26.<br />

E 4<br />

TWEE-


7* C. T E R N E O V E R D E<br />

T W E E D E A F D E E L I N G .<br />

De zinfpreuk van onzen grooten BOERHAAVE,<br />

fimplex veri fïgillum, betreklyk op de<br />

Heelkunde gemaakt.<br />

Veele zaaken , welke in de voorgaande afdeeling<br />

gevonden worden, kunnen ook betreklyk gemaakt<br />

worden op deeze afdeeling. „ De Heel-<br />

„ konst, is een konst en wetenfchap, welke door<br />

„ een voorzigtig beftier van de kragten der natuur<br />

„ tracht de uiterlyke en fommige innerlyke gebre-<br />

,, ken der menfehen te geneezen, te verminderen of<br />

„ draagbaar te houden, door een goeden leefregel,<br />

„ opgelegde geneesmiddelen, en eindelyk door een<br />

„ gewapende of ongewapende hand." Qua medicament<br />

a non fanam, ea fer rum fanat. Qua:<br />

ferrum non fanat, ea ignis fanat. Qua vero ignis<br />

non fanat, ea infanabilia existimare oportet (d).<br />

De Heelkonst overtreft in ouderdom de Geneeskonst:<br />

MACHAON en PODALIRIUS, beideZoonen<br />

van den grooten ESCULAPIUS, hebben de uiterlyke<br />

gebreken door ftaal en geneesmiddelen geneezen<br />

(


SPREUK VAN BOERHAAVE. 73<br />

van den navelrtreng aan de naageboorte vast waren',<br />

welke door af te fnyden moesten ontfnoerd worden<br />

; en wie zoude ontkennen , dat zulks eene<br />

operatie was, welke tot de Chirurgie behoort ?<br />

Het niet affnyden van den navelftreng wordt het<br />

Joodfche volk als een groote fchande voorgehouden<br />

in de Heilige bladeren. Uw navel, doe gy geboor<br />

en -wierd, is niet afgefneeden; zoo heeft mén u<br />

met water ook niet gewasfchen,dat gy rein wierd,<br />

noch met zout gewreeven, noch in windelen gewonden<br />

; maar gy wierd op H veld geworpen (ƒ><br />

Wy hebben ook zoo veel waarfchynlykheid<br />

niet, dat het eerfte ouderpaar hunne kinderen fyroop<br />

van rhabarber ingegeven hebben, om de zwarte<br />

drek,meconium,te ontlasten; daar toe waren zy te<br />

eenvoudig en niet diep genoeg geleerd. Het is zeker,<br />

dzt Eva, de ingeeving der natuur volgende,<br />

haar pligt deed om 't kind te drenken met de<br />

borst, welke voor prikkeling verftrekte om de<br />

zwarte drek te ontlasten; maar het affnyden van<br />

de ftreng is veel waarfchynlyker dat plaats gehad<br />

heeft. — De Heelkonst heeft voor de Geneeskonst<br />

in voortrefFelykheid, edelheid en noodzaakelykheid<br />

niet te zwigten, en in veele gevallen overtreft zy<br />

de Geneeskonst. Men vindt weinig Chirurgyns, die<br />

de vereischtens bezitten, welke CELsus (g) 'er<br />

met<br />

Cf) EZECHIEL XVI. vers 3, 4, 5-<br />

U) L> ib V L L i n<br />

'<br />

t r<br />

"ï' ations<br />

-<br />

E 5


74 C. T E R N E O V E R D E<br />

met regt van vordert. Een goed Heelmeester moet<br />

alle de eigenfchappen en kundigheden byna bezitten<br />

, welke in een goed Geneesheer vereischc worden<br />

, en dan nog daarenboven een gefchikte hand en<br />

hart hebben, waardoor hy, uit medelyden voor zyn<br />

medemensen,onverlaagd de zwaarte engevaariykfte<br />

konst-bewerkingen verrigten kan, zonder te toonen,<br />

dat zyn geest of hart onder de operatie door<br />

het gekerm der lyderen of omftanderen beroerd<br />

wordt. In onze verwyfde en vertroetelde Eeuw<br />

vind men zulke natuuren zeldzaam. Met één<br />

woord, een Heelmeester moet een mensch zyn,<br />

die de menschlykheid verbergen, en zyn hartstogten<br />

beteugelen kan, zoo dat zyn lighaam 'er<br />

niet van aangedaan wordt. De Geneeskundigen<br />

kunnen veel dienst en nut aan de Heelkundigen te<br />

weeg brengen; en die beide konften en weetenfchappen<br />

zyn zoo naauw aan elkander verknogt,<br />

dat de eene de andere niet ontbeeren kan. De<br />

Doctoren, zegt de Heer HOUTTUYN, mogen zich<br />

wel vlytiger,dan tot dus verre van veelen gefchied<br />

is, op de Chirurgie toeleggen (K). Men kan met<br />

vrugt die geheele aanteekening hier over leezen.<br />

De yver en vlyt , welke veele Studenten in de<br />

medicynen aanwenden, om iets van de Chirurgie<br />

te leeren, toont genoeg, dat het zoo zeer niet aan<br />

hunnen yver te wyten is , dat veele Medici flegt<br />

Qi) Aantekening op PLATNER, I. Deel, Bladz. 8.<br />

er-


SPREUK VAN BOERHAAVE. 75<br />

ervaaren in de Heelkunde zyn, maar wel, dat het<br />

hun ontbreekt aan bekwaame gelegenheid om de<br />

Chirurgie en Vroedkunde grondig, fyflematisch en<br />

by de lyderen zeiven te leeren. Waar vindt men in<br />

onze Republiek op de Academie • plaatfen de zoo<br />

noodige en onontbeerlyke Hospitaalen, die de Heeren<br />

Studenten gelegenheid geeven om de ziekten<br />

in de zieken zeiven te zien, en zoo wel in- als uiterlyke<br />

gebreken te zien behandelen , en de operatien<br />

in leevende lyderen door kundige Heelmeesteren te<br />

zien ter uitvoer brengen ? Hoe kundig zouden dan<br />

de Medici niet kunnen van de Academiën te rug<br />

komen , met een goede theorie en praktyk voorzien<br />

, de ongelukkige lyders in hunne ziekten te hulp<br />

komen, en tot waardige conjüiarü aan de Heelmeesteren<br />

verftrekken ! Het ltrekt myn Vaderland<br />

tot geen eer en roem, dat ik 'er van getuigen moet,<br />

dat men 'er nog niec bedagt is geweest om een<br />

Hospitaal op te rigten in een Academie-Stad.<br />

Wy hebben op onze Academiën altoos de bloem<br />

van Hoogleeraaren in de Geneeskunde gehad, en<br />

hebben nog Mannen, die aan Holland, Duitschland,<br />

Frankryken Engeland tot verwondering (trekken, en<br />

tot wier wyze lesfen de vreemdelingen gretig<br />

komen. Hoe veel grooter zou die toeloop zyn,<br />

als teffens nuctige Hospitaalen opgerigc wierden!<br />

te meer, dewyl de manier van onderwyzen, en de<br />

goede order, welke onze Hoogleeraaren houden,<br />

alle vreemde Hooge-Schooien byna overtreft. Leiden,


76 C. ' T E R N E O V E R DE<br />

den, dat bekoorlyk Leiden, beroemd wegens zyn<br />

Academie, (zou een vreemdeling het wel gelooven?)<br />

is zonder Hospitaal; en de arme zieken en<br />

gebrekkigen moeten, geteisterd door ongemakken en<br />

gebreken , van kommer en ongemak byna in hunne<br />

armoedige wooningen en bouwvallige ftulpen ,<br />

zonder gemak en gerak,aan hun elendig noodlot<br />

overgelaatert worden; ja, de beste Genees-, Heelen<br />

Vroedkundigen zien hunne hoop en moeite meenigmaalen<br />

verydelen, doordien het treffend gebrek en<br />

de nypende armoede te groot is, dan dat de Geneesen<br />

Heelmiddelen en handig uitgeoeffende operatien<br />

, de gewensehte uitwerking zouden kunnen hebben<br />

; waardoor de Stad nuttige handen komt te. misfen<br />

om de fabrieken en trafieken te doen bloeijen<br />

als van ouds. Genees- en Heelmiddelen en operatien<br />

zyn het alleen niet, die de lyders kunnen<br />

herllellen. Een goede oppasüng, leefregel, noodig<br />

voedfel en verfchooning zyn dikwyls noodiger dan<br />

alle overige hulp, welke men den lyderen toebrengt;<br />

en hoe keurlyk zou zulks door een goed<br />

en wel ingerigt Hospitaal kunnen erlangd worden!<br />

Maar helaas!<br />

Een gezonde Staatkunde eischt, dat men van<br />

de menfehen op de best moogelyke wyze gebruik<br />

maakt. Hoe nuttig zoude men dit kunnen doen<br />

door het oprigten van een Hospitaal tot onderfteuning<br />

van behoeftige zieken, zwangere en baarende<br />

vrouwen en gekwetften! Zy konden door de eerfte<br />

Ge-


SPREUK VAN BOERHAAVE. 77<br />

Genees-, Heel- en Vroedkundigen behandeld en<br />

herfteld worden, terwyl de leergierige en yverige<br />

Studenten gelegenheid bekwamen om niet alleen<br />

van de beroemde Hoogleeraaren in de theoretifche<br />

gronden onderweezen te worden, maar ook zig<br />

daadelyk in de praktyk te oefenen, en operatien,<br />

verlosfingen, en behandelingen van kraamvrouwen<br />

te verrigten; waarvan het gevolg zou zyn, dat zy<br />

allen, die 'er een goed gebruik van gemaakt had­<br />

den , by de zieken niet als bloote theoretifche,<br />

maar als geoefende. Medici zouden verfchynen.<br />

Welk een nut zoude zulks niet voor Neerlands<br />

inwoonderen zyn! Dewyl onze geheele Republiek<br />

'er belang in heeft, dat zy van goede en geoefen­<br />

de Medici , Chirurgi en Vroedmeesters voorzien<br />

zy., zoo behoorde ook de geheele Republiek<br />

zoodanig een nuttige inrigting te bekostigen. Maar,<br />

om de waarheid te zeggen, de Staat heeft uitgaaven<br />

genoeg. Das Heer, auch wohl die Flotte, nicht<br />

feiten die Jagd, und gewifs der Hof/iaat er hei-<br />

fchen fo vief dafs für die Gemeinbedwfnisfe menig<br />

mehr abfallen kan, als höchfiens die Justitzpflege<br />

erfodert (/> Het is ook niet wel moogelyk de<br />

Chirurgie van hooren zeggen te leeren , en dat<br />

fomiyds nog wel van Mannen , die zeiven van<br />

de Chirurgie en Vroedkonst niets weeten dan by<br />

overleevering en uit goede Chirurgyns - boeken;<br />

(O Deutsch Mufdeum. Februar. 177S. S. 182.<br />

van


?8 C. T E R N E o v u u D E<br />

van Onderwyzers en Leermeesters, die nooit zei­<br />

ven de gebreken gezien hebben, noch operatien<br />

hebben zien doen, of een muis in arbeid zien zit­<br />

ten of kraamen, ja, van alle ondervinding ontbloot<br />

zyn, Claudicat, qui alterum crus defiderat, et<br />

tnancus est Medicus, qui folam rationem aut ex-<br />

perientiam habet (k).<br />

Een Hospitaal op te regten in een Academie-<br />

Stad was het gefchiktue middel om de Medici gron­<br />

dig ervaren in de Genees-, Heel- en Verloskunde<br />

te maaken, en om vreemdelingen naar onze zoo<br />

beroemde Hooge-Schoolen te lokken, die thans naar<br />

andere Academiën gaan;en hoe zoude een kwynen-<br />

de Academie daar door niet herleeven, en den in-<br />

woonderen groote voordeden toegebragt worden!<br />

Deeze ftof kan tot overweeging ftrekken aan Man­<br />

nen , wier post het is zulks te verzorgen, en die<br />

met magt voorzien zyn om zulks ter uitvoer te bren­<br />

gen. — De Heelkonst is zoo wel als de Genees­<br />

konst de gelukkigfte geneezing van gebreken aan<br />

de natuur verfchuldigd. Zonder de kragtdaadige<br />

medewerking der natuur zyn veele Heelkonftige<br />

gebreken ongeneeslyk ; een verftandig Heelmees­<br />

ter, zegt PLATNER (/), zal deeze werkingen der<br />

natuur wel begrypen, en weeten , hoe veel hy<br />

haar kan vertrouwen, en hoe veel niet. De natuur<br />

^ , doet<br />

(*) ERASMUS Lib. 7. Apopht. 112.<br />

UJ Pag. 4. §. 4. Tem. I.


SPREUK VAN BOERHAAVE. 79<br />

doet wonderen , en een verflandig waarneemer<br />

maakt 'er een goed gebruik van. HIPPOCRATES<br />

zege: de Geneeskonst (die wy weten dat toen van<br />

de Heelkunde niet gefcheiden was) moet haare<br />

grondregels in de natuur zelve zoeken; ieder grond<br />

van een bewys moet zoo eenvoudig zyn, dat de<br />

waarheid daarvan aanftonds in de oogen valt. De<br />

ondervinding moet de trappen en voortgangen der<br />

bewyzen onderfteunen, en de daaruit afgeleide gevolgen<br />

moeten zonneklaar zyn. Schoon de natuur<br />

in de gebreken te geneezen veel vermoogen heeft,<br />

nogthans is zy niet geheel vermoogende. GALE­<br />

NUS laat zich hier over fraai uit, daar hy zegt:<br />

Sunt alia natura , alia Medicis negata , atque<br />

concesfa. Natura quidem imposfibik est os ita confractum,<br />

ut partes ejus aberrent, membrumque<br />

distortum fit, erigere et confirmare, quod Medico<br />

(aut Chirurgo) posfibile fit : fic etiam luxatum<br />

Medicus (vel Chirurgus) reponere pot est, natura<br />

non potest; cavum ulcus carne replere natura potest,<br />

Medicus (vel Chirurgus} autem non potest:<br />

ficut ex femi coctis , aut crudis aliquid concoquere<br />

(ni). Hoe eenvoudiger en minder zaamengefteld<br />

de Heelmiddelen zyn, waarmede men de natuur te<br />

hulp komt, zo veel te zekerder mag een Heelmeester<br />

'er zich op verlaaten, en zo veel te naauwkeuriger<br />

volgt hy de natuur. Men kan de eerfte<br />

af-<br />

(tn) De Conft. arte Med. Cap. XII.


80 C. T E R N E O V Ë R D E<br />

afdeeling daar over nazien. Menigvuldige gebre­<br />

ken zyn ce geneezen alleenlyk door een eenvoudig<br />

goed beftier, en door hec afwenden van 'c geen<br />

de nacuur hinderlyk zyn kan om de geneezing ce<br />

bevorderen. Hec geneezen van veele gebreken<br />

doec de magtige natuur ; de Heelmeester dienc in<br />

die gevallen alleen om zorg te draagen dat de­<br />

zelve door onkunde in haare zekere werkingen niet<br />

geftoord worde.<br />

Het geneezen van wonden is alleenlyk een wer­<br />

king der natuur; de Heelmeester dient alleen om<br />

alles, wac de natuur hinderlyk kan zyn, uit den<br />

weg te ruimen, als by voorbeeld niet alleen vreem­<br />

de lighaamen , welke veeltyds oorzaak zyn van<br />

aanhoudende bloedftortingen, maar ook toevallen<br />

veroorzaaken, en de geneezing verhinderen kun­<br />

nen : waarom Heelmeesteren altoos, zoo het vei­<br />

lig gefchieden kan, de wonden van alles zoeken<br />

te zuiveren, inzonderheid van vreemde lighaa­<br />

men. Met een fpons met laauw water of zoete<br />

melk kan men de wonden genoeg uitfpoelen<br />

van gruis, zand, glas, enz.; en hec is een hoog-<br />

ften nadeelig daarcoe brandewyn ce gebruiken,<br />

inzonderheid als hec wonden zyn in zeer gevoeli­<br />

ge deelen.<br />

Byaldien hec ingebleevene lighaam door deezen<br />

weg niec naar buicen gebragc kan worden, en hec<br />

volftrekt noodzaakelyk is, dac heczelve 'er uicge-<br />

haald moet worden, 't welk wel van een Heel-<br />

kun-


SPREUK VAN BOERHAAVE. 81<br />

kundigen dient overwoogen te worden, vermits 'er<br />

fomtyds omftandigheden zyn, daar her, veiliger is een<br />

vreemd lighaam niec uit te neemen dan al, inzon­<br />

derheid wanneer het zoo diep ingedrongen is, dat<br />

het zonder gevaar niet naar buiten gebragt kan wor­<br />

den («). De beroemde Hoogleeraar G. VAN DOE­<br />

VEREN heefc in zyn uitmuntend kabinet, onder<br />

andere zeldzaamheden, een anchylo/is van den<br />

atlas met den epistropheus, waar in voor het regter<br />

dwarfche uitfteekzel van den atlas een kogel zit,<br />

reeds naauwkeurig befchreeven door den Heer<br />

D. VAN DE WYNPERSSE. Niet zonder grond<br />

en reden merkt die Heer aan, dat de patiënt die<br />

gevaarlyke wond overleeft heefc (p). Hier kon-<br />

de de handigfte Heelmeester niec zonder groot<br />

gevaar het vreemde lighaam naar buiten brengen;<br />

en hier uit blykt genoeg , dat men de vreemde<br />

lighaamen niet altoos kan, mag of moet wegnee-<br />

men. Indien nogthans hec tegennacuurlyke uic de<br />

wond genomen moec worden , kan gemeenlyk een<br />

zagte vaneenfcheiding der wond, door middel van<br />

de vingers, volftaan om daar toe den weg te baa-<br />

nen. Hec uithaalen zelf gefchiedt doorgaans best<br />

met de vingers, of met een bekwaame koorentang.<br />

Wanneer men door deeze behandeling het oogmerk<br />

niet<br />

(«) Hou TTÜYN, Aanmerkingen op PLATNER,/. 351.<br />

O) D. VAN DE WYINPERSSE Disfert. de anc/iylos.f<br />

pag. 21 & 22.<br />

IX. DEEL. F . .


'82 C. T E R N E o v E u D E'<br />

'niet kan bereiken , is de dilatatie met het mes<br />

meestal voldoender , hoewel het in fommige ge­<br />

vallen veiliger en eenvoudiger is,'een tegen-ope­<br />

ning te maaken om het vreemde lighaam te ont­<br />

lasten. Het ruim verwyderen van de wond, als het<br />

zonder gevaar gefchieden kan, is veel beter en een­<br />

voudiger dan alle kunftig - uitgedagte en zoo zeer<br />

'zaamengeftelde kogel-en fplintertrekkers , welke<br />

byna alle uit de Chirurgie verdienen uitgeroeid te<br />

worden , dewyl ze yslyke kneuzingen, pynen,<br />

verfcheuringen, ja den dood, kunnen veroorzaaken.<br />

Simplex veri figillunt. Zoo door de verwydering<br />

der wond een regennatuurlyk lighaam niet naar<br />

buiten gebragt kan worden, is het veiliger het­<br />

zelve in den wond te laaten, en aftewagten wat<br />

de natuur uitwerkt, dewyl wy veel voorbeelden<br />

hebben, dat lyders lang met fplinters,' kogels en<br />

öndere zaaken geleefd• hebben, als mede, dat zy<br />

door de fuppuratie van zelve naar buiten ge-<br />

koomen zyn. Somtyds belet de ontfteeking de uit­<br />

neeming der vreemde lighaamen, welke, bedaard<br />

zynde, gemaklyk toegang geeft om het vreemde<br />

lighaam te ontlasten. Ook wordt fomtyds de ont­<br />

fteeking door het vreemde lighaam veroorzaakt;en<br />

een oordeelkundig Heelmeester dient zulks te<br />

onderfcheiden , opdat hy weete, wac hem te<br />

doen ftaa.<br />

De bloedftortmgen en vloeijingen kunnen niet<br />

. a!-


SPREUK VAN BOERHAAVE. 83:<br />

alleen de geneezing van wonden beletten , maar<br />

zelfs ook door haar hevigheid den lyder het lee-<br />

ven beneemen ; waarom des Heelmeesters voor­<br />

naamfte zorg is, naa het uitneemen der vreemde<br />

lighaamen,dezelve op de :<br />

zeker(te , minst-gevaaiüyke<br />

en eenvou ligfte wyze tegen te gaan en te ftillen.<br />

De ondervinding heeft geleerd , dat de eenvou-<br />

digfte manier on/de bloedftortmgen der'wonden<br />

te ftillen de beste en zêkerfte is. De uinnun-<br />

tende bekroonde Verhandelingen van de voortref-<br />

felyke. kundige en handige Heelmeesteren, de Hee*<br />

ren MARTËRS, VAN G'ESSCHER, VAN WY en<br />

anderen, te vinden in het derde Deel van het Ge-<br />

nootfchap Servandis Civibus, kunnen hier tot ge-<br />

noegzaame waarborgen zyn. Alle wreede en om^<br />

ïlagtige behandelingen, waardoor'men oudtyds de<br />

bloedingen der wonden tragtte te ftuiten, vallen van<br />

zelf weg; en daar mede verbannen wy byna alle<br />

brandyzers en wreede werktuigen, die tot dat oog­<br />

merk gebruikt geweest zyn. — Het fchroef- en draai*<br />

tourmquet zyn eenvoudige werktuigen, waar van<br />

men zich in de wonden der ïëdemaaten en ampu­<br />

teeringen met een verbaazend nut kan bedienen.<br />

Veele Chirurgyns moogen zich wel bevlytigen<br />

om die werktuigen wat handiger te leeren aan­<br />

leggen , opdat zy in onverwagre gevallen niet<br />

met verkeerde handen ftaan. Het eenvoudige draai-<br />

tourniqitet, v<br />

«n een fnoer gehaakt, overtreft fom-<br />

tyds het konftige fchroef tourniquet^ LE DUA.N<br />

F a zegt


84 C. T E R N E O V E R D E<br />

zegt met regt, dat zy beiden iets goeds en iets<br />

gebreklyks 'hebben (ƒ>). Zie ook SHARP (#).,<br />

en inzonderheid PLATNER en HOUTTUYN (r).<br />

Dat federt de ontdekking van deeze eenvoudige<br />

werktuigen de Heelkonst veel verbeterd is, kan<br />

niemand der konstoefenaaren onbekend zyn ; zie<br />

de Hisl. de VAcad. des fciences de Van. 1732; en<br />

mogen wy niet met regt de zinfpreuk van onzen<br />

grooten BOERHAAVE, Simplex veri figillum, dus<br />

toepasfelyk maaken , dat door eenvoudige werk­<br />

tuigen de Heelkonst verbeterd is en nog verbe­<br />

terd zal worden, als wy ons werk 'er van maa­<br />

ken om dezelve te beproeven.<br />

Veeltyds | is een behoorlyke en eenvoudige op­<br />

vulling der wond met pluklel , bovist , gepre­<br />

pareerde fpons en een goed konllig verband, ge­<br />

noeg in ftaat om de bloedftortingen der wonden te<br />

ftillen; zie, de Memoires de VAcad. Roi. des fcien­<br />

ces (i). Een eenvoudige/goede drukking, door een<br />

wel aangelegd verband, verdient boven alle andere<br />

middelen de voorkeur, om bloedingen der wonden<br />

te fluiten. Waariyk, het is te beklaagen, dat den leer­<br />

lingen in de Chirurgie de konst van wel te ver­<br />

binden niet vlytiger-geleerd wordt, en dat'er nog<br />

in onze Republiek fteden zyn, ja Academie• plaat-'<br />

Kip : ' -. , . fen,<br />

Cp) Traité des operat. p. 556*, 557.<br />

(JI) Oordeelkundige Aanmerkingen, bladz. 493.<br />

Öp Bladz. 188, 189, 190 en 191.<br />

00 !732. p.536. enp. 139. VAN SWIETEN Comm. T.T.<br />

V/fSki 218. p. 347.


SPREUK VAN BOERHAAVE. b'5<br />

fen waarin geen Profesforen of Lectoren zyn,'<br />

om'de leerlingen der Chirurgie te onderwyzen<br />

in een voor hen verftaanbaare taal.<br />

Wel is waar, dat men door middel van plukfel,<br />

bovisc,fpons en goede drukking niet altoos, voor-<br />

naamentlyk als groote vaten gekwetst zyn, de bloe­<br />

ding meester kan worden; doch een handig Chi-<br />

rur-yn kan met een goed verband in menigvuldige<br />

getallen veel doen; en zoo zulks niet voldoende<br />

is, is de onderfchepping boven de wreede behan­<br />

deling der ouden, en boven de zoo hoog geroemde<br />

zaamengeftelde onzekere ftypiica, te ftellen.<br />

In zwaare wonden en kwetzingen der groote<br />

vaten, waar de hand van een Heelmeester niet by<br />

koomen kan, is de zwakheid van den lyder het<br />

eenvoudige hulpmiddel, 'c welk de natuur gebruikt<br />

om den lyder uit zyn gevaarlyken toelbnd te red-<br />

den; en deezen eenvoudigen weg, ons van de na­<br />

tuur geleerd, moet een Heelmeester in dien onze-<br />

keren en gevaarlyken toeftand der lyderen volgen.<br />

Men vindt by verfcheiden fchryveren, in de hoope-<br />

looste gevallen, zeer gelukkige gevolgen hier van<br />

aangeteekend.<br />

Het geval, het welk onze groote LOERHAA-<br />

VE gewoon was zyn toehoorderen te verhaalen,<br />

en zelfs gezien hadt, ons door den beroemden VAN<br />

SWIETEN medegedeeld, is te byzonder om hier<br />

„iet geplaatst te worden. In een naby gelegen<br />

dorp van Leiden, zegt VAN SWIETEN, werd een<br />

F 3 boer


86 C. T E R N E O V E R D<br />

boer in een drinkgelag met een mes onder de<br />

oxel gekwetst, en de arteria axülaris dourgtfnee-<br />

den. Het bloed fprong 'er met ongeloofbaare drift<br />

uit; kort daarnaa, nedervallende, werd hy geloofd<br />

geftorven te zyn, en dus voor dood nedergcugd.<br />

Wanneer zy, die door openbaar gezag de lyken<br />

der gedooden moeten fchouwen, 'er den volgen­<br />

den dag by kwamen, om van de doodeiykheid der<br />

wonde aan de gewoone Regters verflag te doen,<br />

vonden zy nog eenige warmte aan de borst ;<br />

voorts geen teken;, van leeven. Zy fteiden de<br />

fchouwmg der wonde eenige uuren uit ; de ge­<br />

wonde begon allengskens wat verkwikt te wor­<br />

den ; evenwel dagten alle omftanderen dat hy bin­<br />

nen kort zoude fterven. De gewonde, lang in<br />

zulk een groote zwakheid bly vende , kwam 'er<br />

eindelyk door, tegen alle gedagten; maar de arm<br />

van die zyde bleef het geheele leeven droog , en<br />

voiftrekc fappeloos (V). Een jaar naa \ geval zag<br />

BOERHAAVE den man in dien toeftand (u). Dit<br />

uitmuntend geval leert ons deezen eenvoudigen weg<br />

der natuur , by zulke zonderlinge en gevaarlyke<br />

kwetzingen en bloedingen, ook in te flaan, om de<br />

lyders, zoo lang, tot dac het gevaar van bloe­<br />

dingen over is, in dien zeer zwakken toeftand te<br />

hou-<br />

O) VAN SWIETEN comment.ad Aph. BOERH. «. 161<br />

Tom. I. p. 235.<br />

J<br />

*<br />

00 Prex, med. Tom. I. p. 345.


SPREUK VAN BOERHAAVE. 87<br />

houden. Alle konstverrigtingen en (ïimulantia y<br />

dienende om het geringe leeven op te wekken ,<br />

zyn in gevallen van deezen aart voiftrekc te verwerpen,<br />

dewyl daardoor de motus fanguinis verfoeid,<br />

de bloeding vermeerderd, en de zoo noodige con~<br />

tractio vaforum belet wordt. BOERHAAVE hield<br />

een Student, wiens arteria vertebraüs afgefneeden<br />

was, door een horizontale ligging, met dun<br />

vleeschnat, negen a tien dagen in 't leeven, en beklaagde<br />

zich zeer, dat men den lyder, die anders<br />

misfchien gered zou zyn, in zyn afweezendheid<br />

door prikkelende en verfterkende middelen hadt<br />

doen herleeven, om aan de bloeding te fterven.<br />

Hy oordeelde te regt dat de Chirurgyns zoodanig<br />

een lyder op een zeer ftille plaacs moesten legden,<br />

zeer ftü houden, en hec geringe overgebleven<br />

leeven onderhouden, maar niec vermeerderen<br />

mee verfterkende middelen, gelyk men gewoon is;<br />

en daar toe is een enkelde dunne foep of zoece<br />

melk voldoende (V).<br />

Onder die eenvoudige en verftandige behandelin


88 C. T E R N E O V E R DB<br />

veren daar van vinden, inzonderheid by TULP (V),<br />

HILD ANUS (x) en KALTSCHM1D (j) , PLAT-<br />

NER en HOUTTUYN (z), en anderen. De keizerfneede<br />

en de operatie van den fteen leeren zulks<br />

ook genoegzaam; want zalven, pleisters en balfemen<br />

doen daarby niets tot de geneezing; maar indien<br />

de Heelmeester flegts zorgvuldig in agc<br />

neemt, dat het uitgeftorte bloed en andere ftoffen<br />

kunnen ontlast worden, redt zich de natuur op<br />

een verbaazende wyze. Een aanmerklyk geval zag<br />

ik voor eenige jaaren in 't militaire Hospitaal te<br />

Straatsburg: een foldaat wierd met een degen gewond,<br />

tusfchen de bovenfte ribben, met kwetzing<br />

van de long ; het bloed gudsde de keel uit met<br />

geweld, en een groot gedeelte ftortte in de holligheid<br />

van de borst, welke tot ftikkens toe den lyder<br />

benaauwde ; de wond hoog zynde, zoo dat hec<br />

bloed geen uitloozing door de wond konde krygen<br />

, ftelde men aanftonds, zonder lang delibereeren<br />

en confuleeren , de paracentefis thoracis in<br />

't werk, om het uirgeftorte blóed te ontlasten ,<br />

waardoor een menigte geklonterd en vloeibaar<br />

bloed ontlastte; een aderlaating wierd verder ter<br />

beteugeling van de drift des bloeds in 't werk<br />

gefteld, en een diepe rust bevoolen, waardoor de<br />

O) Obferv. med. Lib. II. Obferv. XFII. p. ia?<br />

(x) Cent. II. Obf. 34. p. 110. . 5<br />

*<br />

(j) De vulnere hepath curatq,<br />

(z) Tom. I. p. 340,341,342.<br />

ly-


SPREUK VAN BOERHAAVE. 89<br />

lyder fpoedig herftelde. Wanneer, zege VAN<br />

SWIETEN, de dood volgt op uitftortingen van<br />

bloed in de holligheden van 't lighaam, en de lugt<br />

tevens vryen toegang heefc, en men in het lyk niec<br />

vindc, dat de wond uit haar aart doodelyk was,<br />

moet men den dood aan deeze oorzaak toefchry-<br />

ven, indien naamlyk het bloed veilig door de<br />

konst hadc kunnen ondasc worden (a). Hoe nood-<br />

zaakelyk het is in die gevallen door de trepaan<br />

of paracentejis de ontlasting te bevorderen ,<br />

blykt van zelve , fchoon zulks menigmaalen<br />

verwaarloosd wordt ; en hoe weinig Heelmees-<br />

teren vindc men , die dan den dood des lyders<br />

aan hunne negligentie en onkunde toefchryven !<br />

dat evenwel behoorde gedaan te worden.<br />

Verder doet een Heelmeester niets aan wonden,<br />

dan het geen de natuur als noodzaakeiyk eischt,<br />

en men door natuurlyke ingeeving zelve leert, naa-<br />

melyk het afwenden van de lugt door een goed<br />

vereenigend verband, zoodanig ingerigt, dat de bloe*<br />

dige en etteragcige ftoffe een vrye ontlasting kan<br />

hebben; voorts een diepe rust en onthouding van<br />

alle beweeging van hec beleedigde deel, en een<br />

goeden leefregel; zie BOERHAAVE en VANSWIE-<br />

TEN (£). Hec afwenden van de uiterlyke lugt<br />

is zeer noodzaakeiyk; zie BOERHAAVE en VAN<br />

(a) VAN SWIETEN APH. 172, pag. 281. Tom, I,<br />

h) §. 172. Tom. I. pag. 282—285.<br />

F 5<br />

s WIE-


90 C. T E R N E O V E R D E<br />

SWIETEN(C), als mede PLATNER(^). Dat aan-<br />

merkelyke wonden eenvoudig door het eerfte ver­<br />

band geneezen, heeft my de ondervinding in verfchei-<br />

den gevallen geleerd^ Een man, genaamd Teunen-<br />

broek, hakte zich met een byl, in 'c midden van den<br />

zomer, des jaars 1769 , onder de binnen - enkel, en<br />

bragt zich een wond toe, die vyf duimen groot<br />

was, een aanmerklyk diepte had en geweldig bloedde.<br />

Ik vulde de wond met plukfel, en appliceerde een<br />

goed fluitend verband. Des anderdaags vierde ik<br />

hec verband een weinig, om de zwelling en pynen<br />

te verminderen. Den derden dag bevogtigde ik het<br />

verband met een weinig oxycraat; en zulks con­<br />

tinueerde ik daaglyks, laatende het verband veertien<br />

dagen zitten, dewyl alles wel was. Hec ongeduld<br />

van den pacienc, en hec gepraac van de menfehen,<br />

noodzaakte my toen hec verband 'er geheel af te.<br />

neemen; en de wond was byna geheel geneezen.<br />

Hec klein gedeelce van een halfduim grootte van<br />

de wond, dat daaglyks toen verbonden moest wor­<br />

den, duurde langer eer het volkomen geneezen was,<br />

dan hec groot gedeelte zonder daaglyks te verbin­<br />

den. Aanmerkelyke wonden by fractuuren, en die<br />

men uic hoofde van de breuken fomtyds onver­<br />

bonden moec laacen, vindc men coc verwondering<br />

geneezen, als men het verband naa drie, vier of<br />

ok §. 204. pag. 326.<br />

QJ) Bladz. 5- en 373.<br />

meer


SPREUK VAN BOERHAAVE. 91<br />

meerder weekerr 'er afneemt.- Welk Heelmeester<br />

heefc zulks niec by ondervinding?<br />

Wel is waar, dac in fommige gevallen de toe­<br />

vloed van vogten te grooc kan worden , of<br />

ook , dac hec geltolde bloed in hec verband<br />

ontaarden en bederven , of dat de etterftoffe<br />

door het langduurig zitten fcherp worden, en<br />

door de vafa inhalantia opgeflorpt kan wor­<br />

den, en dus gelegenheid geeven toe kwaadaardige<br />

rotkoortfen en meer kwaade toevallen, voornaam­<br />

lyk als de wonden grooc zyn , of naa hec afzec-<br />

ten van een voornaam lid; maar dat de vrees hier<br />

gemeenlyk grooter is dan hec gevaar, heefc my de<br />

ondervinding geleerd. Nimmer ziec men zoo grooc<br />

een coe^loed van vogten naar de gewonde deelen ,<br />

als wanneer zy menigmaalen verbonden worden.<br />

Hec eerfte verband, fchoon lang gelegen hebbende,<br />

bevac zelden zoo veel ftoffe, als men in elk ver­<br />

band naderhand bevindc. De bederving , welke<br />

door hec geftolde bloed veroorzaakc kan worden,<br />

is ook zoo gedugc niec; en zoo de vrees voor<br />

de bloeding over is, kan men een bederfiveerend<br />

middel, gelyk eau de arquebufade, eau de gou*<br />

lard, of eenvoudig brandewyn en kamfer, mee<br />

wacer verlengd, gebruiken om hec verband en de<br />

wonde ce bevogtigen.<br />

Dat de etterltoffen door cyd, broeijing en warm­<br />

te van 't deel fcherp worden kunnen , ontken<br />

ik niec, als zynde van deeze waarheid overtuigd;<br />

en


pa C. T E R N E O V E U D E<br />

en dac ze verzakken, of in de vafa abforbentia<br />

indringen kunnen, ftem ik ook gaarne coe; maar<br />

of in een zeer gezond mensen zoo veel voor dit<br />

alles te dugcen is, wanneer een verkoelende en<br />

bederfcegehftaande leefregel aangewend worde ,<br />

twyfel ik grootelyks.<br />

Het is waar, een enkele koorts kan de vogten<br />

zoodanig beroeren, dat zy fpoedig fcherp worden ;<br />

maar 't zoude moeten beweezen worden, dat zulks<br />

inderdaad plaats hadde, en ons verpligtte tot vroegtydig<br />

verbinden. Elk Genees- en Heelkundige ftemt<br />

toe dat goede en wei-gebonden etter de beste balfem<br />

der natuur is, om wonden te geneezen; en dac goede<br />

eccer, wanneer men zorgvuldig de lugc afweerc,<br />

niec fpoedig bederft , leerc de ondervinding.<br />

BOYLE heefc gecoond, dac de lighaamen der dieren<br />

, als men alle lugc afweerc lang zonder bederf<br />

bewaard, en zelfs heen en weder naar Indien<br />

gevoerd kunnen worden , zonder ce bederven<br />

(


SPREUK VAN BOERHAAVE. 93<br />

is al te groote naauwkeurigheid en het fpoedig<br />

verbinden meer fchaadelyk dan goed; daarentegen<br />

geneezen door deeze eenvoudige behandeling<br />

de wonden veel fpoediger, en men heeft<br />

dan zeldzaam te vreezen voor groote fuppuratie<br />

en weelige uitgroeijing van 't vleesch. De eenvoudigfte<br />

verbanden en hegtingen, waardoor men<br />

de gefcheidene deelen aan elkander brengen moet,<br />

verdienen de voorkeur; en een Heelmeester moet<br />

altoos daar by indagtig zyn de fpreuk van onzen<br />

groote BOERHAAVE: Het enkelvoudige is het kenmerk<br />

van V waare.<br />

Men moet altoos, zoo veel moogelyk is, de<br />

bloedige, pynelyke en omltandige hegtingen vermy-<br />

.den. Het is onbegrypelyk, dat men by veele wonden,<br />

welke men enkel door een goede bandagie<br />

en hegtpleisters kan vereenigen, nog' tot bloedige<br />

hegtingen overgaat. Heelmeesters, die een verband<br />

gefchikt naar het beledigde deel handig weeten te<br />

leggen, zullen het minst bloedige hegtingen noodig<br />

hebben. De flegtfte timmerlieden maaken de<br />

meeste fpaanders.<br />

Ik weet wel, dat een Heelmeester in 't geheel<br />

de bloedige hegtingen niet misfen kan, als in zeer<br />

groote en diepe wonden, waar niet zeer gemakkelyk<br />

door hegtpleisters en een verband de zaarrienvoeging<br />

gefchieden kan, of ook na de fectio cafarea,<br />

om dat de ingewanden naar buiten dringen;<br />

maar, zoo veel als moogelyk, zich van hegtpleisters


94 C T E R N E O V E R D g<br />

ters te bedienen met een aanfluitend verband, ia<br />

de pligt van Chirurgyns.<br />

Hoeveel bekwaame Chirurgyns door een goed en<br />

wel-aangelegd verband kunnen doen, kan men zien<br />

in 't Journal de Med. et Chirurg, (ƒ), en in de uit­<br />

muntende Verhandeling van de Heer BIBRAC over<br />

het misbruik der hegtingen(g). Nazonder reden,<br />

zegt de voortreflyke VAN SWIETEN, moet men<br />

de onkunde , onbezonnenheid en wreedheid van<br />

fommige Heelmeesteren ten hoogften veroordee-<br />

Jen, die byna alle wonden, zonder onderfcheid, als<br />

of ze gefcheurde lappen waaren, toenaaijen<br />

Hoe lang men zoo. een eerst .verband en hegtingen<br />

moet op de wonden laaten kggen, is juist niec<br />

wel te bepaalen; nogthans, indien geen toevallen<br />

van gewigt, geen vrees voor verzakking, geen<br />

gevaar voor bederving te dugten is, is'het<br />

best hetzelve zoo lang te laaten leggen, tot dac<br />

de etterltofle genoegzaam van zelve het verband<br />

aficheidt, of althans de vrees van bloeding geheel<br />

voorby is; en de hegtingen dienen te blyven, tot<br />

dat de wonden genoegzaam geconfolideerd zyn,<br />

behalven indien eenige toevallen ons verpiig'<br />

ten het verband met de geheele hegtingen af fe<br />

neemen, hoedanige gevallen dikwyls de ydelheid en<br />

onnoodigheid van de bloedige hegtingen bewyzen.<br />

- (/) Sept. 1726. pag. 257.<br />

Naa-<br />

92 n 6<br />

'"' de<br />

f /J<br />

, ca<br />

, d<br />

- d e<br />

Chirurg. Tom. III. pag. 4 0g.<br />

; fji) Comm. ad Aph. BOEUH. §.- 2J 5, Tom. I. p. ijo


SPREUK VAN BOERHAAVE. 93<br />

Naadat het eerfte verband afgenoomen is, worde<br />

men verpligt in zeer groote wonden gemeenlyk<br />

daadyks, en fomtyds tweemaal, te verbinden,<br />

vermits de toevloed van -etter en de vrees voor<br />

bederving grooter wordt; doch, .zoo zulks niet<br />

plaats heefc, kan men het verband langer laaten<br />

zitcen;en elk kundig Heelmeester zal zich verftan-<br />

digfehikken naar dat de wond zich bevindt, en<br />

door geen onnoodigen roeftel en dikmaal verbin­<br />

den zyn lyders kwellen , en vooral niet door<br />

iterk drukken de materie geheel uit de wonden<br />

veegen; want zy is de balfem der natuur, waar­<br />

door de wonden geneezen; en in de geheele Apo­<br />

theek is zoo een zagte en nuctige wondbalferö<br />

niec te vinden, als goede en weigebonden etter.<br />

Waarlyk, het ruuwe uicveegen, peuteren, en fori-<br />

deeren der wonden breekt de nieuwe aangegroeide<br />

vleesch-henveltjes,en is dus veeltydsfchadelyk. Wy<br />

zyn geen Chirurgyns, om in een oogenblik weder­<br />

om af te breeken 'c geen de natuur in vierentwintig<br />

uuren laat groeijen; wij zyn Heelmeesteren, maar<br />

•geen breekmeesteren. De nieuwsgierigheid van<br />

veele onkundige Chirurgyns brengt gedugte coe-<br />

Vallen te weeg, niet alleen om dat de prikkeling<br />

in de gevoelige wonden en raauw vleesch naa-<br />

deelig is, maar ook om dat de wonden te veel aan<br />

de uiterlyke lugt bloot gefteld worden. Ook is<br />

•hec niec minder naadeelig, en een fchandelyke ge­<br />

woonte , by de -minne uitgroeijing van zooge­<br />

naamd


o6 C. T E R N E O V E R DB<br />

naamd weelig vleesch , de wonden met fcherpe<br />

en bytende poeders te beflrooijen. Beproefde<br />

men hec drooge en eenvoudige plukfel mee een<br />

aaneenfluitend verband, men zoude die haacelyke<br />

en pynelyke poeders minder noodig hebben, en<br />

fpoediger geneezen. Onnoodige wreede behande­<br />

lingen maaken langduurige paciencen, ja, fomvvylen,<br />

ongeneeslyke lyders. Hec fpreekvvoord zege, zagce<br />

Meesters maaken.Hinkende wonden; maar wreede<br />

Meesters ook daarentegen ongeneeslyke,ja,doode-<br />

lyke kwaaien. De byzondere toevallen, als pyn ,<br />

ontfteekingkoortfen, enz. moeten elk na hunnen<br />

byzonderen aart, natuur en gefteldheid der lyderen<br />

behandeld worden. Tot de verdere geneezing der<br />

wonden zyn de eenvoudige, zagce, balfemagtige en<br />

olyagtige wondmiddelen genoeg voldoende, als de<br />

half arcai, copaiva, peruvianus, of welke gehei­<br />

men en geroemde wondheel middelen men hoog-<br />

fchac, zeer dun op wieken gefmeerd, en bevestigd<br />

door een gelyk en goed aaneenfluitend verband ,<br />

dat verwonderlyk hec weelig vleesch niec alleen<br />

in teugel houdt, maar ook de geneezing vervroegt.<br />

De haatelyke gewoonte van veele onkundige<br />

Heelmeesteren is zeer te verfoeijen , welke door<br />

een menigte dikke en zeer vet gefineerde wieken<br />

de wonden vullen, meenende zich nog wonder<br />

uit te flooven, en daar door de geneezing te be­<br />

vorderen , welke zy inderdaad door hunne omflan-<br />

digheden en vettigheid werkelyk. benaadeelen en<br />

doen


SPREUK VAN BOERHAAVE.<br />

doen daardoor het weelig uitfpatten veroorzaaken<br />

en dus de geneezing vertraagen. Die Heelmees­<br />

ters handelen wel eenvoudig, maar teffens ver-<br />

ftandig,die zeer weinig balfemen op hunne wieken<br />

fmeeren. De natuur geneest de wonden, en niet<br />

de balfems, hoe hoog ook gepreezen.<br />

,5 Het blykc, zegt VAN SWIETEN, dat tot de<br />

geneezing der wonden een kleine hoeveelheid van<br />

deeze balfemen vereischt wordt, en dat zy kwalyk<br />

doen, die de wonden met een groote hoeveelheid<br />

derzelven opvullen: want zalven en balfemen zyn<br />

vreemde lighaamen in de wonden, die de zaamen-<br />

groeijing der deelen, door 'er zich tusfchen in te<br />

voegen, beletten. De natuur alleen, vervolgt hy,<br />

zal de vereeniging der zoodanig gefielde deelen<br />

vry fchielyk verrigten,en zelfs in zeer groote won­<br />

den. Dan zyn zelfs de beste wondbalfems, tus­<br />

fchen de lippen der wonden gevoegd, fchaadelyk;<br />

want zy zyn een vreemd lighaam, dat nooit met<br />

de deelen van ons lighaam kan zaamengroeijen ;<br />

maar 'er wordt alleen vereischt de aaneenvoe­<br />

ging der gefcheidene deelen tot elkander, zonder<br />

eenig tusfchengevoegd middel"<br />

Deeze woorden van den beroemden VAN SWIE­<br />

TEN moogen van veele Heelkundigen wel wat<br />

naauwkeurig overwoogen en betragt worden. In<br />

de<br />

(>) In Comment. ad Aph. BOERH. §. 204. Tem. ƒ.<br />

2 1<br />

pag. 7,17- §• °' P a<br />

S- 333'<br />

IX. DEEL. G


$8 C. TERNE O V E R D E<br />

de grootfte eenvoudigheid is een diepe en onuk-<br />

putbaare wysheid verborgen; en door die te be­<br />

tragten zal men een menigte zoo hooggepreezene<br />

wondmiddelen kunnen ontbeeren, en de lyders we-<br />

zenlyk eenvoudiger, maar gelukkiger herftellen.<br />

Simplex veri Jigillum.<br />

Ik gaa over tot de Beenbreuken. — Zoo ooit de<br />

werkende kragt der natuur gezien wordt in 't ge­<br />

neezen der gebreken, het is in de beenbreuken.<br />

Al wat tot heden toe de konst bedagt heeft, om<br />

gebroken beenderen te geneezen, is vrugteloos<br />

geweest.<br />

Zoo de hulp der natuur ontbreekt of tegen­<br />

werkt, zyn alle poogingen der konst te vergeefsch,<br />

zegt de groote ziektekenner GAUBIOS (k).<br />

De natuur is het alleen, welke de gebroken<br />

einden aan elkander geneest door middel van cal-<br />

lus; en die is een voortbrengfel van 't leevendmaa-<br />

kende grondbeginfel onzes lighaams.<br />

Schoon de geneezing der fractuuren een werk<br />

der natuur is, nogthans is de eenvoudige hulp van<br />

een Chirurgyn van uitmuntenden dienst. Hy tragt<br />

naamlyk vooreerst de beenderen, zoo zy van el­<br />

kander geweeken zyn, in hunne natuurlyke geftal-<br />

te re herdellen ; ten tweeden, dezelve door be­<br />

kwaame verbanden en plaatzing 'er in te houden en<br />

te bewaaren; en eindelyk, tenderden, de tegen-<br />

ee Inftituf. Pathol. %. iS.<br />

weer


SPREUK VAN BOERHAAVE. 9?<br />

woordige toevallen te doen bedaaren, en de dreigende<br />

toevallen af te keeren. Hoe eenvoudiger nu<br />

een Chirurgyn deeze drie hoofdindicatien ter<br />

uitvoer brengt, hoe gelukkiger de natuur zal te<br />

hulp koomen, en hoe fpoediger en beter de waare<br />

geneezing zal volgen.<br />

De zinfpreuk van onzen grooten BOERHAAVE,<br />

het eenvoudige is het egte kenmerk van het waare<br />

, is dus een voornaame zaak om nimmer uit<br />

het oog te verliezen, wil men in 't geneezen van<br />

beenbreuken gelukkig flaagen. Indien de beenderen<br />

niet uit elkander geweeken zyn , eischt de<br />

konst en eenvoudigheid de eerfte inrigting te laaten<br />

vaaren, en aanftonds tot de tweede over te<br />

gaan (/). Hier wordt dikwyls in gezondigd door<br />

onkundige baardfchrappers, welke altoos in fractuuren<br />

meenen lustig te moeten arbeiden, rekken<br />

en tegenrekken; zich verbeeldende door hunne<br />

wreedheden den lyderen weezenlyk dienst te doen,<br />

daar zy inderdaad meer fchaade dan voordeel te<br />

weeg brengen, en uit elkander rekken 't geen wel<br />

geplaatst is. Eenvoudig het verband aanftonds aanteleggen<br />

, zonder uit- of tegenrekking, is in dit<br />

geval de Heelkonst wel uicoefenen. Geheel anders<br />

nogthans is het gelegen, indien de afgebrokene einden<br />

(7) BOERHAAVE de cognofc. & curand. morb. %. 34 8<br />

«<br />

VAN SWIETEN/». 575» PLATNER %. 1275.<br />

G a


oo C. T E R N E OVER DÈ<br />

den van elkander geweeken zyn; want dan moeten<br />

dezelve eerst in hunne naruurlyke gefialte gebragt<br />

worden; en zulke beenbreuken moeten de drie bovengenoemde<br />

inrigtingen ondergaan.<br />

Hoe voorzigciger, eenvoudiger, gelyker, fpoediger<br />

en min omffandig een Heelmeester met zyne<br />

helpers de verplaatfte beenderen in hunne natuurlyke<br />

ligging brengt, hoe beter. Alle werktuigen,<br />

welke men daartoe uitgedagt heeft, zyn by handige<br />

Heelmeesteren van weinig, "waarde ; de handen<br />

zyn genoegzaam in ftaat om beenbreuken wel<br />

en behoorlyk te plaatfen; inilrumenten zyn daartoe<br />

onbekwaamer.<br />

Ik beken, dat HIPPOCRATES, FABRICTUS<br />

AB AQU APENDENTÜ, E. HILDANUS, PARÉ,<br />

BOERHAAVE, VAN SWIETEN en een menigte<br />

andere Schry veren de werktuigen daartoe aanpryzen.<br />

111ppoc UATES vermaant ons nogthans, dat wy,<br />

als de zaak het niet vereischt, geen werktuigen gebruiken<br />

om ydele vertooning te'maaken (m). VAN<br />

SWIETEN zegt ook zelfs, dac de uitrekking best<br />

gefchiedc mee de handen, om dat met de handen<br />

beter de breuk beftierd , en 't gemaklyker oncdekc<br />

worde, of men van de regtheid afwykc; ook<br />

vreesc hy door hec gebruik der inftrumencen de<br />

beleediging der deelen (»). Ook geloof ik niec,<br />

dac<br />

De fract. CJ;art. Tom. XII. pag. 209, 213.<br />

(«) In Comm. Tom. I. pag. 577. & pag. 579.


SPREUK VAN BOERHAAVE. 101<br />

dac BOERHAAVE of VAN SWIETEN ooit been­<br />

breuken door middel van werktuigen in -elkander<br />

heeft zien brengen ; want zy zouden ons zulks wel<br />

aangetekend hebben , 't geen ik my niet errinne-<br />

ren kan dac zy gedaan hebben. My is niet onbe­<br />

kend, dat fomtyds de been-einden ver van elkan­<br />

der wyken, ja een magtigen tegenftand doen, en<br />

al heel veel geweld en kragt vereischc wordt om<br />

de gebroken beenderen op de natuurlyke plaats<br />

te brengen; maar dat de handigheid van een Heel­<br />

meester en de fterkte en kragc van die geenen.,<br />

welke de uitrekking en tegenrekking doen , veel<br />

te weeg brengen kunnen zonder inftrumenten,<br />

heefc my dè ondervinding by zeer veel been­<br />

breuken geleerd. 'Er moec al een zeer gewel­<br />

dige verplaatfing voorvallen, als fterke handen ,<br />

en een geoefend Heelmeester , niec genoegzaam<br />

zyn om een beenbreuk wel te zetten. Ik beken<br />

nooit het geval gezien te hebben, waarin gefchikce<br />

handen niet voldoende waren.<br />

Zoo die al niet voldoende zyn mogten , dan zou<br />

men, door twee banden of fteevige windfelen of<br />

handdoeken onder en boven de breuk te binden<br />

op de been-einden, en niet om de geledingen-,<br />

een fterker uit- en tegenrekking kunnen maaken.<br />

Hoe kunftig de uicgedagte werktuigen ook zyn,<br />

zy kunnen zeldzaam of nooit te pas koomen , en<br />

wy moogen ze met regc uit een gezuiverde Heel­<br />

konst bannen,<br />

G 3 Het


los C. TERNE O V E R o E<br />

Het zyn niet allen handige Chirurgyns, die met<br />

veel inftrumencen pronken, welker gebruik men<br />

naauwlyks weet, en welker ongefchikte gedaan­<br />

te geen bedoelingen laat vermoeden, waar toe<br />

de uitvinders dezelve uitgedagt hebben. Hec<br />

kan nogthans by gecomponeerde beenbreuken ge­<br />

beuren , dat de onderlte been - einden ver over of<br />

onder de bovenfte been-einden getrokken wor­<br />

den, en dus een der einden buiten hec vleesch<br />

fteekt; doch het zal zelden mislukken, indien een<br />

goede uit- en tegenrekking gedaan wordt, of men<br />

zal de been-einden in een behoorlyke order kry­<br />

gen , voornaamlyk als een Heelmeester te gelyk<br />

door middel van zyn vingeren, of een fteevigen fpatel<br />

of hefboom, trage de herftelling te bewerken; en<br />

zoo hec daarmede niec op zyn plaats komc, zal<br />

een grooter rekking door middel van inllrumenten<br />

gevaariyker zyn (ook heefc men die zoo niec by<br />

de hand), dan het uitfteekende been-einde door<br />

middel van een kabinetwerkers - zaag af te zaagen.<br />

De tangen van OARENGEOT, HEISTER en<br />

ULHOORN zyn daartoe zoo goed niet gefchikt;<br />

zy maaken ligter fplinters; en het geweld, dac men<br />

doen moet om het been af te knypen, maakt veel<br />

grooter dreuning, dan dat men het met zoo een<br />

eenvoudige zaag afneemt. Byaldien de beenderen<br />

vermorfeld zyn , zyn de rekkingen en tegenrek-<br />

kingen zeer gevaarlyk en fchadelyk voor de pa-<br />

tienten , wegens de gedugte toevallen, welke te<br />

wag-


SPREUK VAN B O E R H A A V E . 103<br />

wagten zyn; en de Heelmeester wordt,zoo hy maar<br />

eenige kundigheid bezit, van zelve tot de enkelvoudige<br />

plaatfing en verbinding gedreeven en ge*<br />

noodzaakt, wil hy het heil der lyderen bewerken.<br />

HIPPOCRATES laat zich met zyn gewoone kortheid<br />

hier over fraai uit: „ Want, zegt hy, indien de<br />

„ beenderen niet gezet worden, fchynt de Ge-<br />

„ neesmeester het op te geven; maar zoo zy gezet<br />

„ worden, is men den mensch meerder tot zyn on-<br />

„ dergang dan tot zyn heil" (O- Hoe nuttig is het,<br />

dat Medici, Chirurgiien Obftetrici wat geduldig en<br />

hardhoorig zyn omtrent de oordeelen, die andere<br />

menfehen over hen vellen 1 Voor eenige jaaren<br />

zag ik een man , wien onder het raam van den<br />

Zaagmolen de Rommelpot, buiten de Haarlemmer-<br />

Poort te Amfterdam, de geheele tibia en fibula<br />

vermorfeld was, en misfchien aan honderd zoo<br />

groote als kleine fplinters , (want het raam was<br />

driemaal op en neder geflagen op zyn been, eer<br />

men de vang hadt laaten vallen). Alle de<br />

zagte deelen waren verpletterd, en met de<br />

beenderen plat gedrukt. De kundige Heelmeester<br />

c. OUDENDVK (ƒ>) , myn geweezene agtingwaardige<br />

leermeester in de Heelkunde, plaatfte<br />

(o) De fract. text. t. Chart. Tom. XII. p. 250,<br />

(p~) Naa dat de Verhandeling, doof het Genoodchap was<br />

bekroond geworden, heb ik nodig geoordeeld de verbloemde<br />

wyze, welke ik gebruikt hadtom myn perfoou onbekend<br />

te houden, te veranderen, en met duidelyke naamea<br />

de gevallen te noemen, en door wie behandeld.<br />

G 4<br />

in


104 C. T E R N E 0


SPREUK VAN BOERHAAVE. l»5<br />

indien het veilig , zeker, en zonder gevaar gefchie­<br />

den kan, zoo natuurlyk als tnogelyk, vereemgd<br />

zynde, dient men -ze-door een goed verband m<br />

bekwaame legging, en in hunnen natuurlykcn ftand<br />

te bewaaren. Dit is de tweede indicatie , welke<br />

een Heelmeester, en ook voornaamlyk de lyders<br />

en omftanders betragten moeten. Oportet autem non<br />

modoMedicumfe ipfum exhibere ,.qua oportet facien?<br />

temjed etiam agrum et prafentes et externa (r><br />

Van een goed verband en bekwaame iegging<br />

hangt het wél , gllyk en fpoedig geneezen der<br />

fractuuren af; en de .lyders ktmnen daar in mede-<br />

of tegenwerken tot kruis of vermaak van elk regt-<br />

geüard Chirurgyn. Wordt niet een beenbreuk enkel<br />

door een goed verband geneezen ? Helt de Heet<br />

«ASS vraagswyze voor, in zyn Voorrede van het<br />

grondig berigt der Verbanden, een boek, te wei-<br />

L in de handen van leerlingen ; en moeten wy<br />

Jne vraag niet voImondig*met ja beantwoorden?<br />

De eenvoudigheid en netheid in 't verbinden te be­<br />

tragten is van het hoogde"nut. De eigenfchappen ,<br />

welke in alle windfèlen vereischt worden, tekent<br />

I I 1 P P O C R A T E S zeer,deftig aan, zeggende: fascia<br />

parandé funt leves, tenues, molles, muntte, la-<br />

t* nullas feuuras -nequc eminentias haltes,<br />

fatis vatidx, ut extentwes ferant, pauloque for-<br />

tióres, non arid


ioö C. TERNE O V E R DE<br />

innebriari confueverunt. Het verband en de legging<br />

moet ingerigc zyn naar het byzondere deel, dat ge­<br />

broken is, waar over men BASS, GARENGEOT,<br />

HEISTER, UEHOORN, PLATNER en ande­<br />

ren kan naazien. Ik merk alleenlyk maar aan ,<br />

dat fractuuren van de bovenfte leden altoos met<br />

eenvoudige rondgaande windfelen moeten verbon-<br />

' den worden, en dat het in de onderlle ledemaaten<br />

altoos meest beftaanbaar is, het eenvoudige boek­<br />

verband te gebruiken , zoo wel in enkelvoudige<br />

als gecomponeerde beenbreuken. Alle pleisters<br />

en zalven, hoe hoog geroemd, zyn onnutte meu-<br />

bilen, en doen altoos meer naadeel dan voordeel;<br />

waarom wy, die het welzyn der lyderen ter harte<br />

neemen en de enkelvoudigheid beminnen, dezelve<br />

verwerpen. De windfelen of boekverbanden die­<br />

nen vooraf met gemeen oxycraat bevogtigd te wor­<br />

den; zy moeten zoo lievig aangehaald worden,<br />

dat zy'behoorlyk de breuk op haare plaats kunnen<br />

houden, doch niet zoo vast, dat de zwelling der<br />

deelen daar door belet kan worden.<br />

Zoo 'er by de beenbreuk te gelyk een wond,<br />

verplettering,enz. plaats heeft,dient men die voor­<br />

af met droog pluklel, of bevogtigd met een zeer<br />

zagt oxycraat, te verbinden. Zoo 'er losfe fplinters<br />

of iets tegennatuurlyks plaats heeft, neemt men<br />

het 'er voorzigtig uit, laaiende alles, dat vast zit,<br />

zonder gevaar vast blyven. De goedgunllige natuur<br />

zal onder deeze zagte, eenvoudige en waare be-<br />

han-


SPREUK VAN BOERHAAVE. 107<br />

handeling affcheiden, het geen niec aan elkander<br />

wederom vereenigen moet noch kan. Ter bevesti­<br />

ging van hec verband, en zoo mert bedugt is voor<br />

verplaat fing der been-einden, ook zoo de lyders<br />

niec geneegen zyn om zich zeer ftil te houden, kan<br />

men over hec verband eenvoudige fpalken plaatfen.<br />

Hoe minder fpalken nogthans men nodig heeft, hoe<br />

beter. Om belachlyken zwier te maaken moet<br />

men ze niet aanleggen. Ik weet wel dat de<br />

menfehen meenen , dat de beenen niet gebroken<br />

zyn, als men geen fpalken aanlegt; maar wat gee­<br />

ven wy 'er om wat onkundigen denken? Zwaare,<br />

gekneusde en verpletterde fractuuren dulden in 't<br />

geheel dezelve niet, voornaamlyk in 't begin, als<br />

'er toevallen te wagcen zyn.<br />

Twee fpalken zyn gemeenlyk genoeg. Die tot<br />

het dyebeen en opperarmbeen zullen dienen ,<br />

moeten maar alleenlyk wac breeder zyn, om beter<br />

hec been ce omvangen; en die tot hec onderarm­<br />

en fcheenbeen dienllig zyn , moeten fmaller zyn,<br />

om dac de applicatie meerder zydewaards dan<br />

boven- en onderwaards nodig is. Zoo geen vrees<br />

voor vaneenwyking te dugten is , en de lyders<br />

zich zeer ftil houden, zyn geen fpalken in'c geheel<br />

noodig; en ik heb meenig beenbreuk geneezen zon­<br />

der fpalken. Ook heb ik wel fpalken gebruikt,<br />

fchoon 'er geen breuk plaats hadc, in verlluikingen<br />

en kneuzingen der deelen, om den lyder het be-<br />

weegen ce beletten. De beste, meesc - voldoende<br />

en


10S C. T E R N E O V K R O E<br />

en eenvoudigfte fpalken zyn greenen of eiken kuipers-fpaanen<br />

, aan welke een Heelmeester gemaklyk<br />

met zyn fchaar zoodanig een gedaante en<br />

grootte geven kan, als de omftandigheid van het<br />

deel vereischt.<br />

Hoe omftandig en kondig alle andere fpalken zyn,<br />

zy zyn minder voldoende; want een Heelmeester<br />

dient zich dan naar zyne konflige fpalken- te fchikken,<br />

daar .men in tegendeel de fpaanen net zoo<br />

groot, breed, fmal en klein op ftaande voet kan<br />

knippen, als men noodig heefr. De met linnen<br />

omwonden fpalken gelegd zynde, is het beter dezelve<br />

door banden vast te maaken, dan door een<br />

rondgaand windfel, om dat , indien een beenbreuk<br />

verbonden moet worden, men dezelve met minder<br />

.moeite kan los maaken; en van de onderlte ledejnaaten,<br />

waar hec boekverband aangelegd is, kan<br />

men de fpalken afneemen, en de banden laaten<br />

leggen, zonder dat het been nodig heeft opgeligt<br />

te worden, het welk .men niet doen kan met een<br />

rondgaand windfel,<br />

Naadac het gebroken deel metj verband en fpalken<br />

voorzien is, moec men hec een behoorlyke ligging<br />

geeven ,. welke meesc overeenkomt mee de<br />

fraccuur en de natuurlyke gefteldheid der deelen,<br />

zoo dat zy en ook de lyders gemaklyk rusten<br />

kunnen.<br />

De menigvuldige konftige uitgedagte beenladen<br />

en machines, welke de fchranderheid hunner uitvin-


SPREUK VAN BOERHAAVE. 109<br />

vinderen kenbaar maaken, zyn waarlyk veeltyds<br />

onnoodig. De beenlaaden kunnen nogthans dien.<br />

ftig zyn; doch het is zeker, dat meerder beenbreuken<br />

zonder, dan met dezelve geneezen; en dat<br />

zy menigmaalen onnodig gebruikt worden , bewyst<br />

de daaglykfche bevinding; ook zyn zy gemeenlyk<br />

den lyderen ongemaklyk en lastig. Het best is,<br />

dat men de beenbreuken der opperfte ledemaaten<br />

flegts in een goeden draagband verzorgt (de blikken<br />

machine van GARENGEOT (7) is onnodig), den<br />

elleboog geboogen, en den duim opwaards gekeerd<br />

houdt; en hier toe is een fervet het eenvoudigfte<br />

en bekwaamde, en verdient boven alle werktuigen<br />

de voorkeur. De lyders moeten zich ftil houden,<br />

of de gevolgen van hunne ongezeggelykheid verwagten<br />

, en verdraagen het geen zy door hun<br />

eigen fchuld lyden. De beenbreuken van de tibia<br />

en fibula kan men gevoeglyk in een kusfen leggen,<br />

met banden vast geftrikt, waar over men een<br />

boog plaatst : dus wordt ook het dyebeen maar<br />

eenvoudig verbonden. Hoe eenvoudiger men de<br />

dyebeenbreuken behandelt , hoe minder gevaar<br />

van mank gaan. Zoo de breuk hoog is, kan men<br />

zulks zelden verhinderen; maar de knie een weinig<br />

hooger te plaatfen, en het been wat binnenwaards<br />

te buigen, zoo dat het een gemaklyke legging<br />

heeft, prees my de lofiyke en uitmuntende<br />

Heel-<br />

(j) Traité des inftniments, Tom, 11. pag. 253.


HO C. TERNE OVER DE<br />

Heelmeester, de Heer j. sTYGER,voor eenige jaaren<br />

aan, en gaf my gelegenheid om verfcheiden ly.<br />

ders in 't Gasthuis te Amfterdam zoodanig geplaatst<br />

te zien. De eerfte gelegenheid nam ik waar om<br />

er de proef van te neemen aan een kind van vyf<br />

jaaren, welks dyebeen zeer hoog gebroken was.<br />

Dit kind herftelde volkoomen zonder mank gaan;<br />

maar in een ander geval Haagde ik zoo gelukkig<br />

niet; de lyder genas, maar ging een weinig mank;<br />

en dit displaifier hebben veele Heelmeesters met<br />

my gemeen. Unanhni confenfu, zegt V A N SWIE­<br />

T E N , omnes ehirargi testantur, fracturas os fis fe<br />

moris raro fine claudicatione fanari, fi in parte<br />

juperiori prope coxam fuerint: fi autem in medio<br />

vel circa genu idem os fractum fuerit, longe majo<br />

felicis curationis fpes fuperest (V). Het wel, gelukkig<br />

en regt geneezen van beenbreuken, hangt<br />

niec alleen van de handigheid des Heelmeesters af.<br />

Veel, wel is waar, kan hy met zyne handigheid,<br />

vaardigheid, goed oordeel, en door de eenvoudig*<br />

heid te betragten, uitvoeren, maar het is, gelyk<br />

ARETEUs CAPPADOX zich uitdrukt, niet altoos<br />

is de magt der Goden, de lyders te geneezen (V).<br />

De zwaarwigtigheid van 't geval kan de ongeluk,<br />

kige geneezing te weeg brengen ; de lyders en<br />

om-<br />

CO I» continent, ad /Iph. BOERH. §. 343. p, sgu<br />

00 De cauf. et fign. Mtrborum Diuturn, Lib. II. CaP. I.<br />

pag. 51. *


SPREUK VAN BOERHAAVE. in<br />

omflanders brengen ook dikwerf het hunne niec<br />

toe; en nogthans legt men de fchuld gemeenlyk<br />

den Heelmeesteren op, wanneer de lyders verminkt<br />

geneezen, gelyk men meest alle kwaade gevolgen<br />

van wel uitgevoerde konstbewerkingen en<br />

operatien gewoon is den Heelmeester op den hals<br />

te fchuiven. Zeer wel zegt OVIDIUS:<br />

Cura quoque interdum nulla medicabilis arte.<br />

Aut fi fit, longa est attenuanda mora (y).<br />

Doch wat gaat het ons aan , hoe onze welmeenende<br />

daaden en pogingen befchouwd worden.<br />

Wy denken 'er aan en zulks is fatisfactie genoeg.<br />

De derde indicatie eischt, dat een Heelmeester de<br />

aanweezig zynde en de verwagt wordende toevallen<br />

te keer gaat of geneest. Wy moogen ons<br />

billyk verwonderen, dat by beenbreuken in 't algemeen<br />

geen meerder toevallen koomen, en wy<br />

mogen met GAUBIÜS wel zeggen, fi pradispofitio<br />

eb fit, caufa non nocet. Neutra ergo fola producendo<br />

tnorbo fufficit; fed ambarum concur/us requiretur<br />

(w). Eenmaal heb ik een dronkaarc gezien,<br />

welken door een balk zyn geheele been vermorfeld<br />

was; de Heelmeester voegde het been by<br />

elkander zoo goed doenlyk was ; binnen agt dagen<br />

beloofde het veel; geen toevallen verfcheenen ,<br />

en het been lag nog al in een natuurlyke legging;<br />

Cv) Lib. I. de Ponto.<br />

(wj Ittjl. Pathol. §. 59-


lia C. T E R N E ó V a DE<br />

ging ; den twaalfden dag kreeg de patiënt, terwyl<br />

hy alleen was, de brandewyns fles, welke op de<br />

tafel ffond, en dronk 'er wel een pint van; bezoo-<br />

pen zynde, maakte hy zyn been los, en op den kant<br />

der rustbank floeg hy zyn gebroken been weer uit<br />

elkander, en liet het in zoodanig een fituatie,tot dat<br />

de Heelmeester en ik kwamen; wy vonden hem<br />

zonder windfels of doeken ; de been - pypen ftaken<br />

door de huid; wy plaatften het gebrokene en ver­<br />

bonden 't wederom; agt dagen naderhand behaag­<br />

de het den patiënt nog eens die konst te doen,<br />

zoodat de fplinters van hec been 'er uitgevallen waa-<br />

ren; desniettegenftaande , dat byna onbegrypelyk<br />

is, heb ik noch ontfteeking, noch zwaare pyn, of<br />

koorts kunnen ontdekken. De patiënt kreeg zyn ver­<br />

dienden loon, een krom been, dat hy zich zeiven<br />

op den hals gehaald hadt; hy moest zyn leven lang<br />

de flypfteen op de Compagnies-werf ce Amfterdam<br />

draaijen, om dac hy onbekwaam was voor zyn<br />

beroep. Nogthans kunnen 'er onnoemelyke en<br />

gevaarlyke toevallen by beenbreuken ontftaan<br />

uic de rekking, drukking en verfcheuring der ge­<br />

voelige deelen; zie GAUBIUS (X). Een Heel­<br />

meester gaat het best de toevallen tegen door de<br />

twee voorfte indicacien wel ce betragten.<br />

Het los maaken van het verband , alle beenla­<br />

den en fpalken weg te neemen, aderlaatingen, een<br />

O) Inft. Pat hl. §. 217.<br />

zag-


SPREUK VAN BOERHAAVE. lïj<br />

zagte en verkoelende leefregel, temperende mid­<br />

delen , en vooral een diepe ongeftoorde rust<br />

van ziel en lighaam, kunnen de angstvallige<br />

toevallen voorkoomen , geheel beletten en be*<br />

daaren. De Heelmeester bevogtigt daaglyks een<br />

of meermaalen het gebroken been met een meng-<br />

fel van water, azyn en brandewyn , het welk<br />

öp het gebroken deel een aangenaame verkwik­<br />

king geeft , de ontfteeking afweert , de jeukte<br />

belet, en inzonderheid het verband in order houdt;<br />

de verdere geneezing beveelt hy aan de natuur,<br />

die wyslyk werkt het geen de Stichter der natuur<br />

bevolen heeft te werken. — Hoe lang zoodanig<br />

verband moet blyven leggen, is niet naauwkeurig<br />

te bepaalen, aangezien het eene deel langer tyd<br />

nodig heeft om te geneezen, dan het ander. On-<br />

dertusfchen, zoo geen dringende toevallen ons de<br />

•wet voorfchryven, is het best het eerfte verband<br />

niet af te neemen, eer de breuk geheel geneezen<br />

is. Al het verbinden zonder gewigtige redenen<br />

dient maar om een ydele vertooning te maaken. Het<br />

eerfte verband te laaten zitten , tot dat de lyder<br />

het vermogen heeft om door zyn eigen kragt het<br />

deel te onderfteunen, is eene zoo wyze als een­<br />

voudige praktyk, waarvan men te dikwerf afwykt.<br />

Ik heb menig beenbreuk geneezen met één ver­<br />

band, 't Is waar , indien 'er wonden, kneuzin­<br />

gen en verbryzelingen der beenderen en zagte dee­<br />

len plaats hebben, dient men, zoo om de wort*<br />

IX. DEEL H den


ii4 C. T E R N E O V E R D E<br />

den als om de ftoffe, welke ontlast wordt, en orn<br />

de toevallen af te keeren, fomtyds het verband te<br />

vernieuwen; en zulks gefchied aan den arm, als hy<br />

wel gehouden wordt, nog al gemaklyk ; ook is<br />

aan 't been zeer ligt een nieuw boek-verband te<br />

leggen, inzonderheid, als men het met eenige fteei<br />

ken aan .het oude verband vast naait: doch hoe<br />

minder zulks nodig is, hoe beter; en nooit moet<br />

een Heelmeester uit weelde zyn patiënten kwaad<br />

doen , of den zin der patiënten volgen , om<br />

onnodig te verbinden. Wy moeten ons gezag met<br />

yriendelykhfid doen gelden, en meesters over onze<br />

lyders biyven, opdat wy de natuur, welker die­<br />

naars wy zyn,. haaren eisch geeven, dat is, rust,<br />

ftilte, en geen beweeging. Onder deeze zagte,<br />

eenvoudige en waare behandeling geneezen de<br />

beenbreuken, best, fpoedigst en zekerst.<br />

Schoon de Chirurgyns , lyders ] en omftanders<br />

alles betragten, wat noodig is,nogthans weigert de<br />

natuur fomtyds de geneezing te volbrengen; en<br />

heiaas ! het is bitter weinig, dat de Genees- en<br />

Heelmeester ter uitvoer kan brengen. De beste<br />

poogingen der kunst worden menigmaal , door<br />

eene venerifche of fcorbutifche fcherpce , door<br />

eene byzondere kwaadfappigheid , wier aart men<br />

niet kent, ;<br />

door de zwangerheid, of door andere<br />

beletfels, verydeld. Somtyds heeft 'er alleen een<br />

gebrek van voeding in 'c gebroken beenplaats,<br />

zonder dat de oorzaaken ons bekend zyn, of door<br />

• het


SPREUK VAN BOERHAAVE. 115<br />

het diepzinnigfte vernuft ontdekt kunnen worden.<br />

De osteocolla meenen ibmmigen gefchikt te zyn<br />

om hier de natuur te begunftigen ; ook heb ik<br />

dit middel op de Catheder wel hooren aanpryzen.<br />

Tuto dari posfe, zegt VAN SWIETEN, iners et t er-,<br />

restre hoe remedium, certo conjlat; vires auteni<br />

habere tantas in calli generatione , nondum probatum<br />

est fj). De wonderbaarlyke en veel vermoogende<br />

cort. peruvian. fchynt my toe in deeze:<br />

gevallen van dienst te kunnen zyn; en indien hec<br />

my geoorloofd is ex analogia te mogen redenkavelen,<br />

twyfel ik aan deszelfs goede uitwerking geen<br />

oogenblik , zoo 'er geen kennelyke oorzaaken<br />

van byzondere ziekten plaats hebben. De cortex<br />

peruvian. is het gefchiktfte middel om de kwynende<br />

leeverskragt op te wekken, de fpysverteering<br />

te bevorderen, en op een zigtbaare wyze de deelen<br />

te verfterken. Hierom is hy waardig in zulke<br />

gevallen beproefd te worden, mits ook te gelyk<br />

goed voedfel gegeeven, en voor de rust van 't<br />

deel gezorgd worde.<br />

Ik zoude een al te wyd veld intreeden, wilde<br />

ik alle gebreken der Chirurgie aanroeren. Uic<br />

het voorgemelde zal genoeg gebleeken zyn ,<br />

dat , indien een Heelmeester door daaden hulde<br />

doet aan de Zinfpreuk van BOERHAAVE^<br />

Simplex veri figillum , indien hy verftandig én<br />

en~<br />

(V) In eminent. »OSJ&H. Aph. Tom, I, f, 574,<br />

Ha


ïï6 C. T E R N E O V E R . DK<br />

enkelvoudig de natuur te hulp komt, de gebreken<br />

zich best ter geneezing zullen fchikken; en<br />

dat alle laborieufe behandelingen meer nadeel dan<br />

wezenlyk voordeel te weeg brengen. Dit was<br />

het, *t geen ik verpligt was te betoogen. Men<br />

kan zulks op de meeste andere gebreken toepasfelyk<br />

maaken , en "er nuttige gevolgen uit trekken<br />

; waarom ik hec nu eenigzints over een<br />

andere boeg zal wenden , om aan. het einde te geraaken.<br />

— De menigie van inftrumencen en konsrtuigen<br />

, welke moeijelyk te appliceeren, te bellieren<br />

en te gebruiken zyn , hebben de Heelkonst<br />

meer verüimmerd dan verbeterd,<br />

Wy zullen, om de Zinfpreuk van onzen groote<br />

BOERHAAVE, Het eenvoudige is het zegel<br />

van de waarheid, verder toepasfelyk op de Heelkunde<br />

te maaken, ons thans bepaalen tot eenige<br />

inftrumenten, welke,om de Heelkunde uit te oefenen<br />

, te voorfchyn gekoomen zyn. Over hun groot<br />

getal, hunne ongefchiktheid en zaamengelïeldheid<br />

Haan wy verbaasd , dewyl de meeste onnut zyn<br />

voor een Heelmeester en lyder. Men kan ze by<br />

HIPPOCRATES, FABRICIUS, VAN SOLINGEN,<br />

PARÉ, SCHULTEIUS, GAREN GEOT, HEIS­<br />

TER, ULHOOUN en anderen befchreeven en afgebeeld<br />

vinden. Aile inftrumenten. zyn hoe eenvoudiger<br />

gemaakt, hoe beter om ce gebruiken; alle<br />

mmelooze fieraad, waarmede dezelve pronken, is<br />

fchadelykj de deugd der ftoffe, waar uic zy gemaakt


SPREUK VAN BOERHAAVE. 117<br />

maakt worden, en of zy nuttig zyn, komt alleen-<br />

lyk te pas.<br />

„ De werktuigen," zegt de fchrandere UL-<br />

HO'ORN, „welke tot de operatien dienen, moeten<br />

wel geproportioneert en van goede ftoffe ge­<br />

il maakt zyn, die, God zy geklaagt, dikwyls zoo<br />

, elendig gevonden worden, dat dezelve in ge-<br />

" nerlei manieren in ftaat zyn door een bekwaame<br />

hand nuttelyk gedirigeert te worden, ik laat hec<br />

" daar , hoe een onbekwaame daar mede zoude<br />

" kunnen te regt komen, inzonderheid de zulke<br />

|| die als zeevarende niets als prullen voor hun<br />

" geld mede krygen, en in de hand geftopc wor­<br />

den • derhalven volgen verdubbelde plaagen<br />

" voor de elendige lyders, die tot het geneezen<br />

van hun kwaaien flegte Heelmeesters, en onnut-<br />

te werktuigen bekoomen (z) ".<br />

" De konstkundige ULHOORN, die niet alleen<br />

handig wist de Chirurgie te tracteeren, maar ook<br />

de inftrumenten zelve konde maaken, heeft weinig<br />

dank behaald voor zyn zwoegen, nagtbraaken en<br />

onvermoeid arbeiden, zoo met handen als narie­<br />

pen- ja, hy is zelfs arm geworden, ten kosten van<br />

,, p^liek en de Heelkonst, en heeft daarom ook<br />

weinig,ja, ik mag zeggen in 't geheel geen naavol-<br />

£ e r s gehad in onze Republiek; hy, die met zoo<br />

een handigheid en oordeel niet alleen werktuigen<br />

CO Aantekening op L. utisTER, pag. 619.<br />

H 3


IÏS C. T E R N E OVIR DB<br />

maakte, maar ook vlug en onverzaagt opereerde ,<br />

en nuttige Schriften fchreef, welke nog een wonder<br />

in onze oogen zyn! Men mag van ur,HOORN<br />

ook wel zeggen gelyk iemand van A R I O S T O zong :<br />

Natura il fece, e poi romps la /lampa.<br />

dat is:<br />

Natuur heeft hem geformeerd, en toen de form<br />

gebroken.<br />

't Geen BOERHAAVE in de Geneeskunde geweest<br />

is, is u L H o o R N in de Heelkunde geweest, en<br />

eeuwen gaan voorby zonder zulke Mannen te vo'orfchyn<br />

te brengen; fchoon men in onze Republiek<br />

waare verdienften weinig beloont of erkent.<br />

Zoo lang de natuur magtig is, om een ongemak<br />

te overwinnen, onder zagte plaatsmiddelen of handgreepen<br />

, ongewapend, moet men geen werktuigen<br />

gebruiken. By voorbeeld, in een zwangere vrouw<br />

drukt het hoofd van den foetus op de urethra, en<br />

veroorzaakt opftopping van 't water; de buiging<br />

en verplaatfing van 't lighaam der vrouw is dikwyls<br />

genoeg om haar wederom vry te doen wateren;<br />

en zoo lang dit haar helpen kan, heefc zy<br />

niets anders noodig dan zoo een plaatfing aan haar<br />

lighaam te geven, dac hec hoofd niec meer den hals<br />

der blaas drukc. Is die niec voldoende , dan kan<br />

een handig Heelmeester dikmaals de vrouwen<br />

doen wateren door de vingers in de vagina te brengen<br />

t


SPREUK VAN BOERHAAVE. 119<br />

gen, en hec hoofd van het kind wac op te ligten.<br />

Deeze handgreep is my een menigte keeren ge-<br />

ïukc, wanneer enkel de drukking van hec hoofd<br />

in caufa was j en zeldzaam gebruik ik in die geval<br />

den catheter; maar is zulks niet voldoende, of zyn<br />

'er andere oorzaaken [ gelyk kramptrekkingen<br />

van de urethra of iets anders , dan moet men<br />

den catheter ftellen; en die operatie is in de vrou­<br />

wen genoegzaam, voor een naauwkeurigen kenner<br />

der deélen, blindeling te doen. „ Zoo moet een<br />

„ Heelmeester bynaa in alle gevallen langzaam<br />

„ van de neiginge der natuur, om een mensen te<br />

„ herftellen, tot handgreepen overgaan, en dan, zoo<br />

„ die niec baaten, tot inllrumenten".<br />

Menigvuldige gezwellen en verzweeringen koo-<br />

men onder zagte plaatsmiddelen tot ettering,<br />

doorbreeking en volkomen geneezing. De ver­<br />

zweeringen, welke in klieragtige deelen, gelyk in<br />

de borllen der vrouwen, liezen, agter de ooren<br />

en onder de okfelen voorvallen, zyn dikwyls on-<br />

p-eraaden door het mes te openen.<br />

'° Onder een zagte pap van gort of lynmeel met<br />

water, de natuur af te wagcen is minder omftandig,<br />

en niet zoo yslyk de Heelkonst uic ce oefenen,ook<br />

altoos veiliger. Ja, de jongsc-overledene Profesfor<br />

FRED. BERNARD. ALBINUS, wiens heilzaame<br />

lesfen ik mee een ftreelend genoegen altoos hoor­<br />

de, was, gelyk zeer wel bekend is, een grooc lief­<br />

hebber van 'c mes tydig te gebruiken; doch in<br />

II 4 ver-


i2o C. TERNE O V E R na<br />

verzweeringen van klieragtige deelen raadde hy zyn<br />

toehoorderen de afwagting der natuur aan, en was<br />

van oordeel, dat het altoos veiliger was,dat die ver­<br />

zweeringen van zelfs onder zagte plaatsmiddelen<br />

openbraken,en daar door voorgekoomen wierden die<br />

lastige , ja gevaarlyke verhardingen in de borst-<br />

fchyf of andere klieragtige deelen.<br />

Wordt evenwel een Heelmeester uit vrees voor<br />

verzakking en toevallen verpligt om te openen, zoo<br />

is het best zulks te verrigten met een zeer fcherp,<br />

van rugge dik, vast-ftaand knipmes. Het apos-<br />

tematie - lancet deugt in veele gevallen niet, om<br />

dat het te kleine openingen maakt. Ruim te ope­<br />

nen is meestentyd beter, dan met de huid te<br />

fpaarzaam te zyn.<br />

Zoo lang een Heelmeester, wy herhaalen zulks,<br />

met de hand de volkoomen geneezing volbrengen<br />

7<br />

>kan, zyn geen werktuigen noodig. De meeste dis-<br />

locatien kunnen door middel van de hand alleen<br />

hertfeld worden, gelyk de ondervinding leert. Veel<br />

hangt af van de dexteriteit van den Chirurgyn. Het<br />

Waar te wenfehen, dat men die handgreepen de jon­<br />

gelingen op doode lighaamen liet oefenen, dewyl<br />

men in een lyk gemaklyk de deelen kan ontwrig-<br />

ten , en daarna weder op hun plaats brengen ;<br />

dan zouden fommige jonge Heelmeesteren zoo on­<br />

handig niet liaan by dislocatien.<br />

In de ontwrigting v;m het opperarmbeen is de<br />

eenvoudige rekking en zetting met de handen vol­<br />

doen-


SPREUK VAN BOERHAAVE. 121<br />

doende. Zoo nogthans de handen niet genoegzaam<br />

zyn, is het best, een eenvoudigen en fterken handdoek<br />

of fervet onder den arm te plaatfen , het eene einde<br />

over de borst, en het andere einde over den rug<br />

te brengen, en door twee ftevige gasten het lig­<br />

haam en de deelen wel tegen te houden. Als dan de<br />

lyder wel en onbeweeglyk geplaatst is, dient men<br />

een goeden band of fterken handdoek om het op­<br />

perarmbeen te knoopen, aan wiens flippen twee<br />

goede en fterke helpers zyn, om de rekking te doen,<br />

terwyl ondertusfchen de Heelmeester, 't zy met<br />

bloote handen of met een doek om zyn hals, de<br />

herftelling van den arm bewerkt, en het hoofd van<br />

't opperarmbeen dien weg weder invoert, waar het<br />

uitgekoomen is. Door deeze eenvoudige manier<br />

heb ik verfcheiden zeer moeijelyke ontwrigtingen<br />

herlteld, en zien herftellen. Wel is waar, ik heb<br />

deeze handelwys zien mislukken, ja, ook alle be­<br />

kende werktuigen en glosfocomia zien vergeefsch<br />

in 't werk ftellen. Zie hier het geval. Een man<br />

ontwrong zyn opperarmbeen voorwaards , op<br />

St. Euftathius; de fcheeps Heelmeester kende de<br />

ontwrigting niet, en verwaarloosde dus de herftelling;<br />

alle onderwaardfche beweeging kon de lyder zon­<br />

der hinder doen , maar opwaards konde hy den arm<br />

niet brengen. Dus gefield, kwam de man naa ze­<br />

ven weeken te Amfterdam. Den Heer P. B HES-<br />

SELMEYER, zeer ervaaren Heelmeester, by wien<br />

ik de beginzelen der Chirurgie leerde, en menig-<br />

H 5 vul-


122 C. T E R N E OVER. DE<br />

vuldige gevallen onder het oog kreeg, wierd de<br />

patiënt toegezonden. Deeze ontdekte en toonde<br />

duidelyk aanftonds de ontwrigting, doch wanhoopte<br />

aan deszelfs herftelling. Des niettegenftaande<br />

, oordeelde hy verpligt te zyn om alles<br />

in 't werk te ftellen, wat goed doen kon; maar<br />

vergeefsch waren alle zyne poogingen; de ontwrigting<br />

bleef onverzettelyk. Het glosfocomium was zo<br />

wel zonder vrugt als alle overige wel ingerigte<br />

handgreepen; ja, veele Heelkundigen hebben 'er<br />

naderhand te vergeefsch hunne beproeving op gedaan.<br />

Eindelyk verviel de patiënt in de handen<br />

van een onkundig Chirurgyn, doch een listig bedrieger,<br />

die hem fpoedig zoude herftellen. Deeze<br />

deed hem eenige ligte handgreepen , en zeide:„nu<br />

is de arm herfteld en op zyn plaats; de bovenhands-beweeging<br />

zal wel komen , als de pynen van<br />

rekken en trekken bedaard zyn. " Wy waren 'er<br />

geweldig over verwonderd, te meer, dewyl wy<br />

vernamen hoe de Heelmeester zulks zoude gedaan<br />

hebben. Gelegenheid om den lyder te zien<br />

werdt ons benomen ; maar myn braave, eerlyke en<br />

kundige Leermeester, de Heer HESSELMEYER,<br />

voer in fülte aan boord, en vond den lyder in den<br />

zelfden toeftand; den arm ontwrigt, gelyk hy hem<br />

gelaaten hadc, en geenzints den arm herfteld, zynde<br />

de patiënt en de Redery door de loosheid van den<br />

Chirurgyn verfchalkt.<br />

Zoo de bovengenoemde uitrekking niet genoeg


SPREUK VAN BOERHAAVE. 123<br />

noeg voldoende is, zal men fterker uitrekking<br />

kunnen doen door een katrol, waaraan banden<br />

zyn , om het opperarmbeen vast gemaakt. Hec<br />

katrol dient , zoo wel als de patiënt , ftevig<br />

vast gemaakt te worden. Indien dan twee helpers<br />

door middel van een handdoek het lighaam en<br />

de deelen tegenhouden, kan men een zeer fterke<br />

uitrekking met het katrol doen , zynde veel min­<br />

der pynelyk dan de glosfocomia, welke alle door<br />

hunne tegenrekking de lyders zeer teisteren. Het<br />

komt toch maar op de rekking van het deel voor­<br />

naamlyk aan; de tegenrekking dient enkel om hec<br />

medegeeven van den -lyder te verhinderen; en<br />

daar toe is, als de lyder vast zit, de tegenrek­<br />

king van fterke helpers voldoende. Zoo alles<br />

niet baat, moet men, niet alleen om zich van<br />

zyn pligt te kwyten , maar ook omdat wy en<br />

anderen het met goed fucces gedaan hebben, de<br />

glosfocomia beproeven.<br />

II1 P P 0 c R A T E s heeft een ambe uitgcdagt, wel­<br />

ke, hoewel buiten gebruik geraakt, nogthans gele­<br />

genheid gegeven heeft tot veel werktuigen. P E T I T ,<br />

DU VERNEY,HEISTER, u MI o o R N , elk meent<br />

dat zyn werktuig het beste is. Dat van PUR-<br />

MAN (tf) verdient boven alle werktuigen gekoo-<br />

zen te worden; en PLATNER zegt, dat het boven<br />

allen uitmunt (£). Men kan het afgebeeld vinden<br />

r<br />

a~) Chirurg, curios. pag. 692.<br />

li) Tom. II. p. 266.<br />

in


124 C TERNE O V E R . D E<br />

in de 18. figuur van de derde plaat by PLATNER,<br />

Nederduitfche uitgaaf. In waarheid, dit inftru-<br />

ment kan met vrugt gebruikt worden, als men 'er<br />

handig mede weet om te gaan, zoo de bovenge­<br />

noemde vrugteloos zyn. Alle overige ontleedin­<br />

gen helpt men best door de handgreep. Wan­<br />

neer het dyebeen niet door middel van doeken en<br />

ftrikken herfteld kan worden , zyn gemeenlyk de<br />

werktuigen fchadelyk.<br />

Dat volkomen dislocatien van de dye herfteld<br />

zyn, vindt men uit verfcheiden Schryveren aange­<br />

haald door den Heer Doctor HOUTTUYN (V).<br />

Maar door werktuigen zulks verrigtende , heeft<br />

men te vreezen, dat de lyders veel flegter en man­<br />

ker zullen herftellen ; waarom men dezelve ge­<br />

meenlyk agterlaat. Simplex veri figillum.<br />

De enkelvoudigheid in 't doen van operatien te<br />

betragten is van groot nut en gewigt. Hoe<br />

minder inftrumenten men uitkraamt by het doen<br />

van operatien ,hoe beter; en vooral dienen zy niet<br />

in 't oog van de ongelukkige lyders te leggen.<br />

Geen inftrumenten zyn 'er, welke men meerder<br />

gebruikt, dan waarmede men aderlaat. Het lancet<br />

verdient, om zyn zekerheid, veiligheid en eenvoudig­<br />

heid, altoos tot het aderlaaten gekoozen te worden.<br />

De knippen zyn verwerpelyke inftrumenten. Zoo<br />

lang men goede lancetten bekomen kan , moet men<br />

CO Aantekening op PLATNEK, pag. 2?


SPREUK VAN BOERHAAVE. 125<br />

nooit een knip gebruiken. Onhandige , lompe ,<br />

ongefchikce handen en waanwyze koppen maaken<br />

'er het meeste gebruik van. Knippen werken onveiliger<br />

dan lancetten. Een lancet kan een handig<br />

Heelmeester bellieren, zoo hy wil, en 'er een opening<br />

daar mede maaken, zoo groot en klein als noodig<br />

is en hem goeddunkt; en zoo een ader diep legt,<br />

kan hy die vervolgen. Daarentegen, als men den<br />

knip laat fpringen, is hy buiten de magt van den<br />

Heelmeester; zyn diepte kan niet vervolgd of bepaald<br />

worden; wanneer de lyder eens onverwagt den<br />

arm beweegt, en de haan is overgehaald en gefprongen,<br />

dan is men niet zoo in ftaat om het vlym te<br />

bepaalen als het lancet. De grootte der opening<br />

hangt niet af van den wil des Heelmeesters, maar van<br />

het vlym ; de flag, dien hy veroorzaakt, doet altyd<br />

fchrikken aan de geenen, Welke men aderlaat.<br />

Noodzaakeiyk is het, dat Chirurgyns hunne leerlingen<br />

leeren de linkerhand zoo wel te gebruiken<br />

als de regter: want als men met de regterhand op<br />

den linker arm aderlaat, verrigt men nimmer zoo<br />

zindelyk en veilig de operatie; waarom ik gewoon<br />

was myn leerlingen altoos eerst met de linkerhand<br />

op den linkerarm te leeren, en dan met de regterhand<br />

op den regterarm onderwees het lancet te<br />

beftuuren. De knip is een vreemd product ; wy<br />

laaten die ook aan vreemdelingen over, en inzonderheid<br />

aan de Paardemeesters; wy verkiezen<br />

het eenvoudig lancet. Simplex veri figillum.<br />

Dat


126 C. T E R N E O V E R D E<br />

Dat de eenvoudige inlhumenten en kunstbe­<br />

werkingen duidelyk het .kenmerk van het waare<br />

zyn, blykc aan de groote verbetering, welke de<br />

operatien ondergaan hebben, enkel door 'c gebruik<br />

van eenvoudiger werktuigen en handgreepen. Het<br />

yslyke armatuur , door Heelkundigen bedagt,<br />

maakt het ons niet moeijelyk om te begrypen ,<br />

waarom CATO hen uic Rome jaagde. Welke<br />

verbaasde, wreede én verfchriklyke werktuigen<br />

heefc men niec al bedagt om een borst van een<br />

vrouw b. v. af te zetten ! Wreede beugels, haa-<br />

ken, nypende tangen, fteekende vorken, het door-<br />

fteeken met naalden, en welke onbermhartige werk­<br />

tuigen niec al meer, om de borstfchyf van den<br />

mujculus pectoraüs af te haaien! gelyk te zien is by<br />

HELVETIUS, HEIgTER, ULHOORN, TABOR,<br />

PLATNER, enz.: Ondertusfchen heefteen Heel­<br />

meester niecsdan een kloek hare, een gefchikté hand<br />

en een fcherp mes noodig. Welk een eenvoudigheid J<br />

Welk een verbetering J welk een vermindering van<br />

skeligen toeftel! De Heelmeester plaatse, by voorr<br />

beeld, de lyderes wel en vasc, laac den arm uitge-<br />

ftn kc agterwaards houden, en vae mee zyn linker­<br />

hand de rnam, haalt dezelve van de borstfpier af,<br />

en fepareert mee zyn feherpfnydend mes de borst<br />

van den onderleggenden mujculus pectoraüs af.<br />

Ook komc hec 'er niec op aan, of hy van onderen<br />

of boven begint te fnyden. De bloedftorting, zal<br />

een kloek en handig Heelmeester niet beletcen te<br />

wer-


SPREUK VAN BOERHAAVE. 127<br />

werken. Door een goed verband en gradueele<br />

drukking kan men na de operatie de bloeding meester<br />

worden; doch het is goed, dat een Heelmeester<br />

altoos, alshy operatien van gewigc moet doen,<br />

onderfchep - naalden by de hand heeft. Welkeen<br />

onderfcheid, en welk een verbetering heeft deeze<br />

operatie niet ondergaan door de eenvoudigheid!<br />

Wat menfchelyk Heelmeester zal die yslyke inftrumenten<br />

en wreede werktuigen ooit gebruiken?<br />

Waarom pronken 'er de kasfen nog mede , tot<br />

fchrik der lyderen ? Men doe ze weg of een gordyn'er<br />

voor, op dat niemand zie, hoe barbaarsch<br />

men eertyds de loflyke Heelkonst uitoefende !<br />

Simplex veri figillum.<br />

Welk een verbetering heeft de amputatie der<br />

ledetnaaten niet ondergaan, federt dezelve enkelvoudiger<br />

behandeld wordt! Eer het tourniquet<br />

bekend was, had men de wreedheid het vleesch<br />

met een gloeijend mes door te fnyden, gelyk VE-<br />

SALIUS, die uitmuntende Anatomicus, doch ongelukkige<br />

balling, deed (d). Hoe deeze operatie door<br />

den tyd en door eenvoudigheid verbeterd is, kan<br />

men vinden in de Hist. de VAcad. des fciences de<br />

Van. 1732, en inzonderheid, by SHARP in zyne<br />

oordeelkundige Aanmerkingen.<br />

Het is altoos veiligst, by het doen van zwaarr<br />

wigtige operatien , weinige, doch genoegzaam<br />

kun-<br />

(J) Chirurg, magn. Lib. F. Cap. XII. pag. 1083,


is8 C. TERNE O V E R DE<br />

kundige, eerlyke en handige helpers te hebben,<br />

welken, zoo wel als den Heelmeester, die de ope­<br />

ratie doen moet , het welzyn van den lyder ter<br />

harte gaat. Niet zonder reden fchryft men de ge­<br />

lukkige operatien van LË DRAN daaraan toe, dat<br />

hy door kundige en eerlyke Heelmeesteren on-<br />

derfteund wierd.<br />

De helpers moeten zeiven ook de operatien<br />

verfhan, en telkens aan de oogen en handen van<br />

den Operateur kunnen zien , welk werktuig zy<br />

verpligc zyn hem toe te reiken , zonder dat hy<br />

behoeft te fpreeken. Alle aterlingen, welke dit<br />

waare oogmerk niet hebben, en die men voor­<br />

af weet dat koomen uit haat, nyd, bedilzugt ,<br />

eigenbaat, en om den Operateur te traiteren, ge­<br />

lyk, helaas! veeltyds, dat fchande genoeg is, on­<br />

der Genees- en Heelkundigen plaats heeft, moet<br />

een Operateur afweeren; en de Overheden die­<br />

nen die vryheid aan Heelmeesteren te vergunnen;<br />

van kwakzalvers fpreek ik niet. De ondervinding<br />

heeft geleerd, dat tot het doen van de amputatie,<br />

een regt mes zoo gefchikt is als een krom mes;<br />

en als een Heelmeester een regt mes gebruikt,<br />

wint het een ander mes uit, om dat, wanneer de<br />

onderarm of het been onder de knie geamputeerd<br />

word, het zelfde mes gebruikt kan worden om het<br />

vleesch tusfchen de twee beenpypen weg te fnyden;<br />

waarom veelen het regte mes verkiezen, het welk,<br />

gelyk HOUTTUYN zeer wel zegt, den yslyken<br />

toe-


SPREUK VAN BOERHAAVE*<br />

toeftel, doch tevens, dit beken ik, de prachtige ver­<br />

tooning, verminden. Simplex veri figillum. Hec<br />

lange tweefnydend mes is dus onnoodig, zoo ook<br />

dat mes,'t welk GARENGEOT ons afbeeldt.in zyn<br />

Traité des inflrtiments de Chirurgie „pag. 17a.<br />

De meeste Heelkundigen zyn'er voor, dat men een<br />

band ter geleiding van het mes binde om het deel dac<br />

afgezet zal worden; maar hier tegen komt in aanmer­<br />

king , dat, zoo draa men het mes gezet heeft, de band<br />

ons gezigt ontwykt; weshalven deszelfs dienst weinig<br />

gefchat moet worden. Ook heb ik gezien, dat hec<br />

mes over den band ging. Misfchien was het beter,<br />

dat men den band voor het mes bond, of voor de<br />

plaats, daar men fnyden moet; misfchien doch 't is<br />

nog beter geen band te gebruiken. Zonder denzei ven<br />

heb ik de operatie zeer vlug zien verrigten.<br />

Twee banden om het deel te binden, dat afge­<br />

zet moet worden, zoo als ULHOORN wilde, is<br />

volflrekt onnoodig; en de Heelmeesters , die zoo<br />

onhandig zyn , d3t zy twee banden noodig hebben<br />

om het mes te bellieren, zyn myns bedunkens niec<br />

gefchikc tot zulk een operatie.<br />

De koperen ring , door den oordeelkundï-<br />

gen ÜLHOORN uitgedagt, en afgebeeld Tab.<br />

V. Fig. 8, 9, in 't werk van HEISTER, cm hec<br />

.vleesch tegen te houden naa de doorfnyding, is<br />

ook te omftandig en onnoodig. De twee Heel­<br />

meesters , die den arm of hec been van boveri<br />

vast houden, zyn genoeg in ftaat om het vleesch<br />

IX. DEEL. Ï op-


tgo £ T E R N E O V S R DB<br />

opwaards te haaien, ten einde het onder het afzaagerï<br />

niet hindere. Ook trekt het vleesch van zelf naar<br />

agteren. Zoo zulks niet genoeg het vleesch te rug<br />

houdt, verkiezen fommigen een linnen doek om<br />

het vleesch te rug te houden. MON'RO verwerpt<br />

dien, en niet zonder eenige redenen; doch een dunne<br />

linnen of zyden doek is nog te verkiezen boven den<br />

ring van ULHOORN. De arterie-tang, valet apatin,<br />

ons by GARENGEOT afgebeeld , is ook een onnut<br />

meubel (e). Zie Doctor HOUTTUYN Cf). — De<br />

zaag, weike gebruikt wordt om het been af te zaagen<br />

, wordt gemeenlyk met te veel fieraad voorzien.<br />

De gemeene eenvoudige kabinet- of kasmaakers<br />

- zaag is boven alle andere te verkiezen; en als<br />

een Chirurgyn voorzigtig en gelyk het been of de<br />

beenderen afzaagt, heeft hy geen tang noodig<br />

om de fplinters af te knypen. Alle die inftrumenten,<br />

welke voorheen tot het affchrappen van 't<br />

beenvlies gebruikt wierden, zyn ook onnoodig. Zoo<br />

men na de operatie door plukfel, bovist of geprepareerde<br />

fpons , en een goed verband, de bloeding<br />

kan fluiten, is het best zulks te verkiezen. Zoo evenwel<br />

de Heelmeester daar aan twyffelt, is het raadzaamst<br />

de onderfchepping der vaten in 't werk te<br />

ftellen; doch men moet zoo ruirafchootig met de<br />

hegting of onderfchepping der vaten niet omgaan<br />

als SHARP gewoon was te doen. Zie de<br />

Hee-<br />

(e) Traité des inflruments.<br />

(f) Aanmerkingen OPJLATNER, Tom. Lp. 193.


SPREUK VAN BOERHAAVE. 131<br />

Heeren MARTENS, VAN GESSCHER en VAN<br />

WY, in de bekroonde Verhandelingen van hec Ge-<br />

nootfchap , onder de Zinfpreuk Servandis Civibus.<br />

Men kan ook over de bloedllortingen mee zeer<br />

veel nut leezen de Verhandeling van den Heer<br />

BALTHAZAAR, over de bloedfiortingen. — Om<br />

nu niec langer hec geduld van hec Genootfchap ce<br />

vergen, zal ik geen meerder byzondere gebreken<br />

öf operacieri aanhaalen, welke door eenvoudiger<br />

behandeling verbeterd zyn. 'c Zy genoeg, uic deeze<br />

voorbeelden geleerd te hebben, dat de eenvoudige<br />

genees- en heelmiddelen, handgreepen en operacien<br />

de Waare zyn. Dit óveral in 't oog houdende,<br />

zullen Wy de.natuur op eeri Jtragtdaadige manier<br />

kunnen ce gemoec komen, onderfteunen ,. volgen ,<br />

en Wac door de natuur zónder hulp der konsc ge­<br />

heel onmoogdyk is; veilig, zeker, en verftandig<br />

ter uitvoer brengen. Laat ieder' Heelmeester zig<br />

bevlytigen om alle omftandige handgreepen, alle<br />

önnoodige operatien en inftrumenten , zoo veel<br />

maar eenigzins mogelyk is, te vermyden, altoos<br />

gedagtig zynde aan de voortreffelyke Zinfpreuk<br />

van onzen grooten BOERHAAVE : Het een­<br />

voudige is het egte kenmerk van het waare.<br />

Dan , dan zal de edele Heelkonsc een coppunt<br />

ftygen, zoodanig, dac het laate nageflagt over<br />

haare verbetering zal juichen, en zig verwon­<br />

deren , hoe men eertyds zoo omftandig , wreed<br />

cn ongefchikc heeft kunrten te werk gaan. Dan<br />

- I a zul?


Ï3s C. T E R N E OVER DÉ<br />

zullen de ongelukkige lyders het waare heil erï<br />

de gelukkigfte geneezingen ondervinden. Dan zal<br />

't blyken, dat wy met weinig inftrumenten veel ,<br />

zeer veel kunnen ten uitvoer brengen; dat wy nog<br />

een menigte van kogeltangen , trekkers, fchroeven,<br />

haaken, ysfelyke mond-, fondament-, moeder-<br />

en oogenfpiegels , verborgene en onzekere<br />

fnymesfen, tot het opereeren van breuken en andere<br />

konstverrigtingen, als ook een vervaarlyken<br />

toette!-van fpuiten, brandyzers, knellende keurslyven<br />

(welke door een fyn bedrog de kinderen mismaakter<br />

maaken, en alleen tot byna een goudmyn<br />

voor de leveranfiers verftrekken), en andere oraflagtige<br />

werktuigen, te veel om op te noemen,<br />

ontbeeren kunnen.<br />

Ik gaa over tot myne'derde of laatfte Afdeeling,<br />

waarin ik de Zinfpreuk van BOERHAAVE zal<br />

tragten betrekkelyk te maaken op de Vroed- of<br />

Verloskunde.<br />

DER-


SPREUK VAN BOERHAAVE. 133<br />

D E R D E A F D E E L I N G .<br />

De zinfpreuk van onzen grooten BOERHAAVE,<br />

fimplex veri figillum, betreklyk op de<br />

Heelkundige Verlos- of Vroedkonst<br />

gemaakt.<br />

D e Vroedkonst, een onaffcheidelyke gezellin der<br />

Geneeskonst, een der voornaamfte en zwaarwigtig-<br />

fte takken der loflyke Heelkonst, is een konst en<br />

weetenfchap, welke-, door een voorzigtig beftier van<br />

de kragten der natuur , de in baarensnood zynde<br />

zwangere vrouwen in natuurlyke., moeijelyke en re-<br />

gennatuurlyke gevallen, op een gemaklyke, voor-<br />

zigtige, fpoedige, eenvoudige, zekere en waare<br />

wyze, alle mogelyke hulp toebrengt, alle hinder-<br />

paalen uit den weg ruimt, de vrugt een vryen<br />

uitgang te weeg brengt , en na de verlcsfing<br />

moeder en kind verzorgt. De Vroedkonst is de<br />

voortreffelykfte en noodzaakelykfte konst, boven<br />

alle andere te fchatten. Allen worden wy im­<br />

mers gebooren ; niemand, van den grootften Vorst<br />

tot den armften bedelaar, is een andere weg ge­<br />

baand dan een pynelyke geboorte; en het oogenblik,<br />

dac de natuur ons ter geboorte fchikt, is dikwyls<br />

voor de vrouwen en kinderen zoo naar, dat, in­<br />

dien de konst geene hulp vertehafce, moeder en<br />

kind beide zouden omkomen. De berugte daaden<br />

I 3 van


134 C. T E R N E O V E R DE<br />

van JULIUS CES AR zouden ons voor altyd<br />

onbekend gebleeven zyn , was niet door de<br />

gevaarlyke keizerfneede zyne geboorte te weeg<br />

gebragt. En duizenden vrouwen en kinderen<br />

Zyn aan deeze uitmuntende konst het leven en<br />

da gezondheid verfchuldigd. 'Er is geen konst of<br />

weetenfchap tc bedenken , daar de maatfchappy<br />

meerder aan gelegen is dan aan de Vroedkonst; en<br />

ondertusfchen is 'er geen konst, daar fommi-<br />

gen minder werk van maaken. Aüerbeklaa-<br />

genswaardigst is het, dat deeze zoo noodzaakelyke<br />

konst, die langs eenvoudige en waare wegen<br />

zoo ten toppunt gefleegen is , nog door zulke<br />

onbekwaame en ongefchikte handen op veele plaat-<br />

fen van onze Republiek zoo heidens dom uitgeoe­<br />

fend wordt, dat veele baarende vrouwen en onno­<br />

zele kinderen , op de erbarmlykfte en ongelukkigfre<br />

wyze, van aller kundigen hulp ontbloot, jammer-<br />

lyk omkoomen; waardoor de Staat van zyne in-<br />

woonderen beroofd wordt, en dus zyne behendige<br />

en wezenlyke welvaart moet ontbeeren.<br />

Ongelukkige Vrouwen! inwooneresfen van myn<br />

dierbaar Vaderland! gy verdient ons zugten, ons<br />

treuren , ons medelyden ; voor u is 't dat wy<br />

in de bres treden , en zoo menigmaal ons lee­<br />

ven , onze gezondheid, en al wat ons dierbaar is,<br />

opofferen. Ongelukkige Landman, die den Staat<br />

van zoo veel nut zyt! Burgers van 'Nederland !<br />

moeten fommigen van u , voor uwe opgebragte<br />

fchat-


SPREUK VAN BOERHAAVE. 135<br />

fchattingen en lasten, waarmede gy de Republiek<br />

onderfteunt, zoo menigmaal uwe tedere en lieve<br />

echtgenooten , uw zwak kroost, uit uwe armen<br />

25ien rukken, door een te vroegen dood de braafïïe<br />

moeders voor een talryk huisgezin zien omkomen,<br />

welke een kundige hand en een voorzigtige, wyze<br />

en gezonde Staatkunde zoude hebben kunnen fpaa-<br />

ren ? Myn ziel zinkt weg van medelyden , als ik<br />

herdenk, wat ik gezien , gehoord, ondervonden<br />

heb , en nog daaglyks ondervind. Met regt be­<br />

klaagde PRIMKROSIUS de vrouwelyke fexe, en<br />

de vroome Doctor VOET hadc groote redenen<br />

om op deezen droeven toon te zingen.<br />

Al, wac voorheen ooic juichce , creurc;<br />

Hecaardryk weigert nu den landman zyn vermoogen;<br />

De woeste wolken, door den donder afgefcheurt,<br />

Bedekken, al ce vaak, de blaauwe hemelboogen.<br />

Maar ftorc daar iemand uic met regt zyn jammerklagt,<br />

Hec is hec vrouwelyk gcflagc.<br />

De ziel, mee zwakker vac omzet,<br />

Voelt dies te feller al de doornen van dit leven;<br />

En 't lighaam draagc met fmert de vrugc van 'c huw-<br />

lyksbed,<br />

Die 'c laas! te dikwerf moet al dervende overgeven ,<br />

En noemen die, cerwyl reeds de adem vlugc tot God ,<br />

Of Benoni, of Ibbod (g).<br />

GO 7* .<br />

I 4<br />

Wan-


136 C. T E R N E O V E R D E<br />

Wanneer zullen fommige Regenten van Ster<br />

den en Dorpen wys worden , om door het<br />

vermeerderen hunner inwoonderen hunne waa­<br />

re en wezenlyke rykdommen te vermeerderen, en<br />

beter zorge draagen, dat bekwaamer, gtfchikrer<br />

en kundiger Vroedvrouwen aangefteld worden ,<br />

die de nuttige Vroedkonst loflyk kunnen uitoefe­<br />

nen , waaraan een man gerust zyn vrouw en kind<br />

kan vertrouwen, en die de voor haar ondoenlyke<br />

verlosfingen , te regter en bekwaamer tyd aap<br />

Vroedmeesters overgeven'?<br />

Gelukkig nog;hans is het, dat de natuur het be-<br />

koorlyk geflagt zoo ffandvastig en onverzettelyk<br />

blyft vergezellen, en de meeste baaringen, zonder<br />

dat de konst te pas komt, helpt voorfpoedig ter<br />

uitvoer brengen. Was zulks niet, moest de konst<br />

meermaalen re hulp koomen, onze Republiek zou<br />

fpoedig ontvolkt worden en verarmd zyn ; maar<br />

veelligt zoude men dan beter agt geeven op de<br />

bekwaamheid der Vroedvrouwen , dat thans ver­<br />

zuimd wordt, doordien het verlies zoo llerk niet<br />

in 't oog valt. Maar ter zaak! —<br />

De eenvoudigheid is het kenmerk van dc<br />

waare behandeling in natuurlyke, moeijelyke ,<br />

en tegennatuurlyke baaringen. In eene gezonde<br />

vrouw, welke op haar tyd van zwangerheid i$, en<br />

wel gefteld van deelen en bekken is, daar het kind<br />

£n de baarmoeder in een regte legging bevonden<br />

wordt,


SPREUK VAN BOERHAAVE. Ï37<br />

wordt, en daar waare weeën de baaring "getrouw<br />

verzeilen, kortom daar alles natuurlyk is, heefc de<br />

natuur geen of weinig hulp van nooden;de natuur,<br />

van niemand geleerd , volbrengt alles beter<br />

dan de konst immer doen kan. Geen geneesmid?<br />

delen zyn 'er nodig om de natuur op te wekken,<br />

noch om pynen ce ftillen of ce doen bedaaren; ook<br />

koomen geen konftige handgreepen nog te pa s<br />

om de natuur te helpen. Eenvoudig de natuur<br />

af te wagten is hec werk van een verftandig Vroed­<br />

kundige , die binnen weinig tyds de vrouw tot<br />

een blyde moeder maaken zal.<br />

Een Vroedkundige dienc by een natuurlyke baa­<br />

ring nogthans tegenwoordig ce zyn, om van de<br />

natuur te leeren,en dezelve te dienen. De natuur­<br />

lyke baaringen leeren ons den natuurlyken ingang<br />

van hec kind, in en uit hec bekken, en hoe de<br />

natuur werkt om een vrouw van een kind te ver-<br />

losfen; waardoor wy in ftaat gefteld worden om,<br />

in moeijelyke en tegennatuurlyke gevallen, een­<br />

voudig de werking der natuur ons ten nutte te<br />

maaken, en dezelve , zoo veel ons mogelyk is,<br />

onder onze konstbewerkingen te volgen. Gelyk<br />

een regte lyn, als de eenigfte in haar aart, het<br />

rigtfnoer is, naar welk men de afwykingen van<br />

een kromme lyn bepaalt; zoo is de natuurlyke baa­<br />

ring , als de eenige in haar aart, de regel en het rigt­<br />

fnoer, waar naar men de afwykingen der overige<br />

I 5 baa-


133 C. T E R N E O V E R DE<br />

baaringen beoordeelt (ji). Een Vroedkundige is ver-<br />

pligc om in een natuurlyke baaring geenzins de na­<br />

tuur te verkragten, maar eenvoudig haar te dienen,<br />

en wat haar hinderlyk is, uit den weg te ruimen.<br />

Hy dient haar door de baarende goede hoop te<br />

geven, en te verzekeren van een gelukkige verlos-<br />

fing. De hoop geeft moed, de moed fterkte en<br />

kragt;en daardoor wordt de natuur opgewekt, om<br />

den last der pynen geduldig te verdraagen; daardoor<br />

verkrygen de baarende vrouwen een geloovig verr<br />

trouwen op de albeftierende en aanbiddelyke<br />

Voorzienigheid. Hy dient de natuur, en ruimt<br />

uit den weg wat haar hinderlyk zyn kan, door de<br />

veelheid der omftanderen en nieuwsgierige vrou­<br />

wen te verdryven, een fchandelyke gewoonte in<br />

fommige Steden en Plaatfen, daar geheele buurten<br />

famenkoomen by een vrouw , die in arbeid<br />

is, voornaamlyk by gemeene lieden; waardoor de<br />

lugt bedorven wordt, door de menigte van uit-<br />

waasfemingen, zoo dat een vrouw geen vrye lugt<br />

Jtan fcheppen, en dus benaauwd worde en te zwak<br />

om haare pynen te verwerken. Ook moesten door<br />

hoog gezag de fmul-partyen kort na de verlosfing<br />

verbooden worden, waar door fatzoenlyke lieden<br />

byna geruineerd worden.<br />

Een Vroedkundige dient de natuur , en ruimt<br />

(T) STEIN Anleitung zur geburtshnlfe. Tom. II. p. i.<br />

uit


SPREUK VAN BOERHAAVE. 139<br />

uic den weg al wat de natuur kan hinderen ,<br />

als het water in de blaas, de drek in de darmen»<br />

welke fomtyds in de allernatuurlykfte baarin­<br />

gen kunnen hinderen. Hy dient de natuur, door<br />

de baarende af te raaden het geen haar fchaaden<br />

kan, en aan te pryzen het geen haar nuttig en<br />

dienftig is. Hy onderfteunt de baarende,en maakt<br />

haar alles zoo gemaklyk als mogelyk is. Hy verbiedt<br />

of gebiedt haar al of niet haar pynen te verwerken,<br />

Hy maakt zich, onder zekere voorwaarden, geheel<br />

eigen den wil en de neigingen zyner baarende,<br />

zoo dat alles, wac hy haar ten besten raad,gehoor­<br />

zaamd en opgevolgd wordt; en ter regter tyd plaatst<br />

hy de baarende vrouw op 'c bed zoodanig, dat de<br />

uitgang van de vrugt niet belet worde. Door de<br />

weeën worden de vliezen gebroken ; de wateren<br />

ontvlieden; de vroede hand zorgt, dat de baarende<br />

vrouw wel gelegd, en goed onderfteund worde,<br />

zoodaanig dat zy met kragt haare pynen op de<br />

gemaklykfte wyze verwerken kan, onderfteunt en<br />

beveiligt het perineüm , op dat hec door den gewel­<br />

digen en ce fchielyken doorgang van hec kind niet<br />

verbreeke; en eindelyk, hy ontvangt uit handen<br />

van den milden Geever der natuur het kinds hoofd.<br />

De natuur het hoofd van \ kind dus wonderbaarlyk<br />

ontwikkeld hebbende, herftelc zich van haare ver-<br />

moeijing fpoedig; hec aangezigc van 'c kind draait<br />

zich min of meerder zydewaards; en hec lighaam<br />

van hec kind zoekt .met zyne fchouderen de onder-<br />

fte


140 C. T E R N E O V E R ® t<br />

fte en wydfte opening van 't bekken uit te gaa*<br />

Deeze omwending gemaakt zynde, komt 'er een<br />

nieuwe pyn, welke de geheele vrugt naar buicen<br />

brengt; en de hand der Vroedkundige beftiert het<br />

kind zoodanig , dat het hoofd naar de eene lies<br />

der vrouw, en de beenen naar de andere zyde zig<br />

komen te plaatfen, waar door de navelftreng van<br />

alle rekking bevryd wordt. Het kind gebooren<br />

zynde, bindt men de navelftreng met één bindfel<br />

(meerder komen niet te pas, of'er moeten meer­<br />

der kinderen zyn te wagten) , fnydt het van de<br />

ftreng af, en geeft het, in een luur, aan een der<br />

omftanderen over. De Vroedkundige wind de<br />

ftreng een of meerder fiagen om zyn vinger van<br />

de linker- of regterhand , en doet dezelve byna<br />

gefpannen ftaan, waarop kort of langzaam, de na­<br />

tuur der baarmoeder weder in beweeging komt,en<br />

door nieuwe pynen de naageboorte naar buiten<br />

zoekt te ontlasten, welke de vroede hand ontvangt<br />

of met de vingeren vat, en naar buiten brengt.<br />

Waarop men de vrouw vanfchoon linnen voorziet,<br />

een breed fluitlaaken om 't lyf of den verfiapten<br />

onderbuik doet , en beveelt haar een diepe rust<br />

en ftille plaatzing. Gelyk een vermoeid mensch, die<br />

van een lange of korte lastige reis komt, verlangt<br />

om te rusten, zoo verlangt de afgematte vrouw ook<br />

'er naar, en geen omftanderen moeten zulks hin­<br />

deren. Hec kind, gezuiverd en gewasfchen zynde<br />

mei


SPREUK VAN BOERHAAVE. 14!<br />

met zeepwater of met boterbief, dat wat raorfiger<br />

is, en geen hinder of ongemak hebbende aan de<br />

deelen, moet eenvoudig zagt gebakert worden naar<br />

de wyze van 't land, doch moet niet als een ge­<br />

vangene daar in gekluisterd worden. Dus leert<br />

men van de natuur, en komt , in de natuur­<br />

lyke baaring, de natuur te hulp. Te vergeefsch,<br />

ja fchadelyk zyn fommige handgreepen , welke<br />

men in 't werk gefteld heeft, om het.verfcheurett<br />

van den bilnaad voor te komen,. inzonderheid de<br />

manier welke SÏEIN voorftelt, óm de vingeren<br />

tusfehen dit hoofd en hec perin&üm gekromt te<br />

plaatfen, en dus het hoofd naar buiten te bren*<br />

gen (0; die zou de regte handgreep zyn om het<br />

përineüm ce doen fcheuren; en ik kan niec be-<br />

grypen, hoe zoo een domme handgreep in een<br />

sTE IN opkomc; want elk, die gezien of gevoeld<br />

heefc, hoe een kind den uitgang van de fchede<br />

pasfeert, moec zig 'er over verbaazen; en de Roon-<br />

huyfiaanfche hefboom, welken hy daartoe aam-<br />

prysc , als geen vingeren naar binnen kunnen, is<br />

ook te verwerpen. STEIN klaagt,.dat .de Vroed r<br />

vrouwen te weinig inzigt hebben om in dit<br />

geval den hefboom- te kunnen gebruiken.; en<br />

wy zyn blyde dat zy 'er niets van w.eeten ,<br />

door dien dezelve fchadelyk is. Ook is te ver­<br />

werpen de buigzaame plaat, welke GEHLER aanpryst<br />

(t) Ankitimg zur geburtshülfe, §. t>or.<br />

1


14* C. TERNE ó v E ti b c<br />

pryst


SPREUK VAN BOERHAAVE. 143<br />

ftonds af re haaien, zelfs voordat men het kindvari<br />

de ftreng gefneeden heeft. Eenvoudig de natuur<br />

af te wagten en ter regeer tyd dezelve, als de na­<br />

tuur gereed is, naar buiten te brengen, is de<br />

Vroedkonst verftandig uitoefenen. Men kan hier<br />

over naazien RUISCH, DE REUS en inzonderheid<br />

VAN DER HAAR (m), offchoon de uitmuntende<br />

Verhandeling van den Heer VAN DER HAAR, in'<br />

moeijelyke naageboorcen , my wat te algemeen<br />

voorkomt, en men in die zwaare gevallen eenige<br />

uitzondering dient te maaken, en de verlosfing<br />

door de hand ter uitvoer te brengen.<br />

Alle vrouwen nogthans baaren zoo gelukkig<br />

niec, en alle kinderen koomen zoo gemaklyk niet.<br />

Een menigte hinderblokken en oorzaaken vindc<br />

men in de naageboorte, welke de baaringen fom­<br />

tyds moeijelyk, tegennatuurlyk, ja, langs de na­<br />

tuurlyke wegen, geheel onmogelyk maaken, waar<br />

over men kan nazien HIPPOCRATES, AVICEN-<br />

NA, P. AEGINETA, HILDANUS, PARÉ, VAM<br />

DEVENTER, MAURICEAU, VAN HOORN,<br />

SMELLIE, LEVKET, VAN DOEVEREN, ROË-<br />

DERER, STEIN, FRIED, PLENCK, STEIDEL,<br />

VAN DE LAAR, VAN LEUWEN, SAMOILO-<br />

WITZ, en anderen.<br />

De Genees- Heel- en Vroedkundigen hebben<br />

van<br />

(?») Bataafsch Genootfchap te Rotterdam, IV. Deel.


144 C. T E R N E OVÊÜ DÉ<br />

van alle tyden af getragt deeze hiriderpaalen tö<br />

overwinnen. Hoe ver zy daar in geflaagd zyn<br />

door eenvoudige wegen, leert de dagelykfche be­<br />

vinding. Voor dat de eenvoudige en nuttige leer-<br />

ftelling, van de verkeerd-leggende kinderen te keé-<br />

ren, en by de voeten te verlosfen, algemeen be­<br />

kend was, en ter uitvoer gebragt wierd , was hec<br />

met de baarende vrouwen, in die gevallen, akelig<br />

gefield. Door de omflandige, moeijelyke en on-<br />

verftandige. handgreepen , om naamlyk het kind<br />

met het hoofd voor te werken, of met haaken<br />

en tangen te verfcheuren, zyn duizenden vrouwen<br />

en-kinderen, als martelaaresfen der onkunde, ge-<br />

fneuveld, welke wy thans door eenvoudige hand­<br />

greepen wiskunftig zeker kunnen fpaaren, als ter<br />

regter en bekwaamer tyd de noodige hulp worde<br />

toegebragt. Gelukkige verbetering voor de fexel<br />

PETRUS FRANKEN was het , die de nuttige<br />

leeritelling en eenvoudige konstbewerking, van<br />

de verkeerd-leggende kinderen te keeren en by<br />

de voecen te verlosfen ,. leerde, in een Verhan­<br />

deling over de Breuken , welke te Lyon in<br />

't jaar 1561 te voorfchyn kwam. Misfchien heb­<br />

ben de fchriften van CELSUS en PAULUS AEGI-<br />

NETA hem daartoe aanleiding gegeven. Waar over<br />

mtn kan naazien G. VAN DOEVEREN in zyne<br />

Obfervationes Academicae.<br />

Deeze eenvoudige en nuttige handgreep, ge­<br />

grond


SPREUK VAN BOERHAAVE. 145<br />

grond op reden en het maakfel der deelen, won,<br />

gelyk 'c met meerder nuttige zaaken in de Genees- en<br />

Heelkunde gaat, egter, weinig veld. Door A M B RO-<br />

SIUS PARÉ , die de Heelkonst in veele gevallen<br />

eenvoudiger gemaakt en verbeterd heeft, werd<br />

nogthans 't eenvoudig leerftuk van de keering en<br />

de verlosfing by de voeten in een helder daglicht<br />

gefteld. GUILLEMEAU, zyn leerling, belchreef<br />

dezelve deftig. MAURICEAU hervormde byna<br />

de geheele Vroedkonst, en leerde niet alleen de<br />

keering, maar toonde door zyne practyk de nut­<br />

tigheid, noodzaaklykheid, gemaklykheid , en een­<br />

voudigheid daarvan aan. V A N DEVENTER oefen­<br />

de dezelve ook met vrugt en goeden uitflag. Naa<br />

MAURICEAU en VAN DEVENTER weet ik<br />

niet dat het ooit in een Vroedkundige, die een aas<br />

gezond verftand hadt, opgekomen is , die konst-<br />

bewerking te laaten vaaren in verkeerd leggende<br />

gevallen; maar aanmerklyk is dezelve verbeterd.<br />

Wel is waar, men is te ver gegaan, en men heefc<br />

geleerd dezelve in 'c werk te nellen daar zy<br />

niet nodig was, gelyk BOUNDER, een blinde naa-<br />

volger van zyn leermeester SERIN, leert, de­<br />

zelve ten uitvoer te brengen in de allernatuurlykfte<br />

baaring (ji). Doch zulks is kwakzalvery, die een<br />

braaf man niet betaamt te fchryven of te doen.<br />

Ge-<br />

(») Disf. fistens ntv. method. retnovendi a partu Omnta $<br />

qua pravideri posfunt, obftacula. Argent, 1775'<br />

IX. DEEL. K


146 C. TERNE ovïïii DE<br />

Gelukkig, dat dit gevoelen nimmer ingang zal vin­<br />

den ! Allerfraaist vindt men het waanwys en onver-<br />

ftandig gevoelen van BOÜNDER wederlegd door<br />

den Heer VAN LEUWEN, Med. Doctor te Amfter­<br />

dam; zie zyn uitmuntende Verhandeling (0). De<br />

keering is veel eenvoudiger,gemaklyker,zekerder,<br />

en mindergevaarlyk, dan de omftandige konstbewer-<br />

king, welke HIPPOCRATES en anderen voor<br />

de tyden van FRANKEN en PARÉ leerden,om het<br />

hoofd voor te werken in een verkeerd leggend kind.<br />

De eenvoudigheid en gemaklykheid , waarmede<br />

deskundigen dezelve verrigten, toont genoeg, dat<br />

zy de waare handgreep is om een verkeerd leg­<br />

gend kind te verlosfen. — Meest altoos is het on-<br />

mogelyk, in verkeerd leggende kinderen, het hoofd<br />

zoodanig voor te werken , dat het in een na­<br />

tuurlyke legging komt. Zy, die de hand in de<br />

baarmoeder gehad hebben, om vrouwen te verlos­<br />

fen , weeten 'er de moeijelykheid van; en bloote<br />

oordeelkundigen, theoretici, valt het niet moeijelyk<br />

zulks te begrypen. Daarenboven, al konde men het<br />

hoofd in een natuurlyke legging plaatfen, hoe komt<br />

het dan nog door het bekken? Een vrouw, die<br />

reeds zoo veel geleeden heeft door de hand van een<br />

Verloskundige, is vermoeid, kragteloos, afgemat,<br />

en krygt weinig hulp meer van de natuur; ja, ge-<br />

meen-<br />

tj)) Disf. de art is obïï. hoiiirn. prae veterum prafiantia,<br />

ratione part. difficil. et praternatural. pag. 49.


SPREUK VAN BOERHAAVE. 147<br />

meenlyk houden alle pynen op, welke de verlos-<br />

fing moesten afmaaken. Met de handen is het niet<br />

mogelyk het hoofd te vatten; daar is nergens vac<br />

aan; en om zyn rond- en gladheid ontflipt het ons.<br />

Zoodanige inftrumenten , welke de hoofden der<br />

kinderen zagt omvatten, en de kinderen leevende<br />

konden ter waereld brengen, waren den Ouden<br />

onbekend; niets fchoot 'er over om de vrouwen<br />

nog te redden, dan zekere doodelyke werktuigen<br />

voor het kind aan te leggen, welke niet min ge-<br />

vaarlyk zyn voor de moeders ; ja , men moest<br />

de kinderen plukken, als de fperver de duif. Welk<br />

een zieltreffende aandoening geeft zulks niet!<br />

en wat een akelige vertooning aan Vroedkundigen<br />

en omftanderen, waarin nog eenige menfchelyk-<br />

heid is ! Ja, in onze dagen, daar wy van beter<br />

werktuigen voorzien zyn , die de hoofden der<br />

kinderen zeer zagt kunnen omvatten, zonder<br />

. de huid zelfs te kwetzen, en voor de moeders min­<br />

der gevaarlyk zyn, verdient de verlosfing by de<br />

voeten van verkeerd leggende kinderen nog den<br />

voorrang, dewyl men de geheele verlosfing daar­<br />

door gemaklyk en eenvoudig ten einde brengen<br />

kan ; en waar is een Vroedkundige, die anders<br />

leert of doet, welke geen openbaare befpotting<br />

waardig is ? Wel is waar, dat veele Vroedvrouwen<br />

van geen andere keering weeten, dan van die om-<br />

buiteling en keering, welke zy zig inbeelden in<br />

of naa de zevende maand plaats te hebben, hoe-<br />

K a wei


148 C. T E R N E O V E R DE<br />

wel dezelve nimmer plaats heeft, dan in de harfe-<br />

nen van domme en ftyfhoofdige menfehen, en op<br />

onkunde gegrond is , ja , tegen een verftandige<br />

redenkaveling en het maakfèl der deelen ftrydt, en<br />

tegen de daaglykfche ondervinding aanloopt, die<br />

men by miskraamen en door het onderdaan ten<br />

tyde der zwangerheid verkrygt; zie vAN DOE­<br />

VEREN Ja, helaas! in onze dagen, zyn<br />

'er nog Vroedkundigen en Artfen , ten minften<br />

die 'er den naam van draagen , die van geen<br />

andere keering weeten, dan van die, welke in de<br />

zevende maand valschlyk gemeend wordt plaats te<br />

hebben , om het hoofd in een regte leg-'<br />

ging te keeren; zy zyn in dit ftuk , gelyk in<br />

alle oude vooroordeelen en overleeveringen, vol­<br />

komen Hippocratisch. — De verlosfing by de<br />

voeten is, in alle verkeerd leggende kinderen, het<br />

egte kenmerk van de waare en verftandige uit­<br />

oefening der Verloskunde. Om de keering en de<br />

verlosfing by de voeten van verkeerd leggende<br />

kinderen gelukkig te doen , ook in andere moei-<br />

jelyke en verkeerd leggende hoofdgeboorten, waar<br />

men deeze konstbewerking ter uitvoer moet bren­<br />

gen , is een gemakkelyke en bekwaame legging<br />

voor de baarende vrouwe, en een goede en niet<br />

vermoeijende zitting voor een Vroedkundige, noo­<br />

dig; en nimmer behoort men die in een gewoon-<br />

iy-<br />

QO Obf. Academie. Cap. FII. p. 107. g? feqq.


SPREUK VAN BOERHAAVE. 149<br />

lyke legging op 't bed te onderneemen. — De<br />

menigte van konstbedden en ftoelen, welke men<br />

daar toe uitgedagt heeft, zyn omftandige werk­<br />

tuigen, welke een gezuiverde Vroedkonst niet noo-<br />

dig heefc. In een natuurlyke baaring is het best op<br />

het gewoone bed of op eene ruscbank te verlosfen.<br />

In verkeerdleggende kinderen en moeijelyke verlos-<br />

fingen is nogthans de verlosfing op 'c bed niet<br />

veilig en gemakkelyk te doen ; zie de Waar­<br />

neeming , door my medegedeeld in het 7de Deels<br />

tweede Stuk van het Genootfchap Servandis O-<br />

vibus. Het eenvoudige kortbed, dat van ftoelen<br />

gemaakt wordt , is best en meesc - voldoende<br />

dewyl hec fpoedig is op te maaken en af te bree-<br />

ken ; ook kan men hec by de armfte menfehen<br />

bekomen. Men heefc 'er nogthans by in agc te<br />

neemen, dat de ftoelen niet te hoog noch te laag zyn;<br />

dat de vrouw 'er behoorlyk op gelegd worde; dat<br />

zy niet te hoog of te laag met het bovenlyf legge^;<br />

dat het onderlyf vry zy voor den uitgang van 't<br />

kind; dac de Vroedkundige gemaklyk geplaacsc zy<br />

om zig onbelemmerd te kunnen roeren; dac dè vrouw<br />

door middel van helpers cegengehouden worde, en<br />

dac de knien wel cegen- en van elkander gehouden<br />

worden; ookmoecen debeenen niec hangen, maar<br />

rusten op ftooven of andere vaste lighaamen. Hec<br />

is best, dac-de rokken van de vrouwen uitge­<br />

daan worden; maar daarentegen moet hec lyf van<br />

de vrouw zoo wel als de handen van een Vroed-<br />

K 3 kun-


iSo C T E R N E O V E R DE<br />

kundige, door middel van een deken of laken,<br />

gedekt worden,zoo wel om de koude van de dee­<br />

len ce verhoeden, als om de welvoeglykheid en<br />

eerbaarheid te bewaaren. — In Hospitaalen, gelyk<br />

in Frankryk,Engeland, Duicschland, Straatsburg,<br />

Kasfel,enz., waar men vrouwen verlost om anderen<br />

de Vroedkunst te leeren (daar men in onze Repu­<br />

bliek weinig van weet),is het konstbed van FRIED<br />

het eenvoudigfte en beste, 'c welk wy afgebeeld<br />

vinden in zyn allernuttigst werk Anfangsgrïmd&<br />

der geburts-külfe, op de derde PJaat. Doch by<br />

den burger kan men mee hec korebed overgenoeg<br />

beftaan ; dus is het niet noodig kraamftoelen<br />

mede te fleepen,gelyk men nog op fommige plaat-<br />

fen doet. Dwars over een beduede, die niet te<br />

hoog is, of over een rustbank, kan men ook gemak-<br />

lyk de vrouwen helpen. Een Vroedkundige moet,<br />

gelyk de Zeelieden , zig weten te behelpen,en van<br />

den nood een deugd maaken. Daar kunnen geval­<br />

len zyn, dat men verpiigc is de vrouw op de knien<br />

voor over te plaatfen , wil men gemaklyk en<br />

fpoedig verlosfen (q~), inzonderheid als de beenen<br />

boven het fchaambeen leggen. De vrouw dus ge-<br />

plaacsc zynde, zie of knielt de Vroedkundige agter<br />

de vrouw, en kan dan zeer gemaklyk, zonder de<br />

hand te krommen, aanftemds de beenen boven het<br />

fchaambeen grypen en naar buiten brengen; waarna<br />

men<br />

' C?) VAN HOORN Siphra en Pue ,pag. 115,187 fi? 18ï,


SPREUK V A N BOERHAAVE. 15I<br />

men verder de vrouw op 'c kortbed legt, om de<br />

geheele verlosfing te eindigen. Deeze eenvoudige<br />

plaatfing heb ik in moeijelyke gevallen uitmuntend<br />

bevonden,aks ik op het kortbed de beenen niet ge­<br />

maklyk kondè vatten; zie ROEDERER(r), EN GEL-<br />

HART (0 en anderen, 'l ot het doen van de keizer-<br />

fneede moet men de vrouw op een tafel of op een<br />

rustbank plaatfen,zoo dat men rondom gaan kan. De.<br />

eenvoudigfie en minst onülandigfie legging is de-<br />

beste , zo zy maar wel ingerigc is. — Wanneer een<br />

Vroedkundige de keering,om bloedftorting,uuipcn<br />

of om een verkeerd leggend kind, in 't werk Hellen<br />

moet, is de eenvoudig.te handgreep wederom de<br />

waare, en bevestigc middagklaar de Zinfpreuk va*<br />

onzen grooten BOERHAAVE, Simplex verifigillum.<br />

Het is een zekere waarheid, dat een groot onder-<br />

fcheidin de koost - verrigdng plaats heeft, wanneer<br />

het hoofd, hals, borst, armen, buik , enz. voorlegt.<br />

In alle nogthans is het oogmerk om de verlosfing<br />

by de voeten ten einde te brengen. De eene leg--<br />

ging van 't kind is moeijelyker om te verlosfen<br />

dan de andere; ook is het eene bekken ruimer dan<br />

het andere \ ook moet de vrouw ert het kind<br />

meer lyden in de eene dan in de andere legging. In<br />

't algemeen, hoe nader de beenen aan 'c ostium<br />

uteri leggen, hoe gemak'yker en fpoediger men de;<br />

ver-<br />

f>) Elan. artis ohft. §. 396<br />

(s) De partu difficili &. praternatur. ob depravat.<br />

fat. fit. Argent. 1779. pag. 3, - Wh<br />

K 4


152 C. T E R N E O V E R DE<br />

verlosflng ten einde brengen kan , oflchoon on­<br />

kundigen denken,dat.alle verlosfingen even gemak­<br />

lyk en fpoedig ter uitvoer gebragt kunnen worden.<br />

Welk deel ook voorlegge of op den mond der<br />

baarmoeder zig bevinde , de Vroedkundige hand<br />

moet zorgen , dat zy ruimte krygt om by de<br />

voeten te komen. In naauwe bekkens en<br />

groote hoofden, als het water lang afgeloopen<br />

is , kost zulks zweet, arbeid , tyd en geduld.<br />

Inzonderheid dient een Vroedkundige zorg te dra­<br />

gen , dat hy niet te driftig werkt; want dan ver-<br />

fpüt hy te vroeg zyn kragten, die hem op jt laatst<br />

het meeste noodig zyn ; en het is aan 'niemant<br />

begrypelyk te maaken, die nimmer zelf gevroed<br />

heeft, hoedaanig een Vroedmeester of Vrouw, onder<br />

zoodanig een bewerking,afgemat kan worden. Zul­<br />

ke naauwe bekkens zouden een eerlyk man wel een<br />

fchrik voor het vroeden op den hals jaagen; het<br />

zyn de klippen , waar op wy leeven , gezond­<br />

heid, goeden naam en faam gemaklyk verzeilen<br />

kunnen; maar de zwaare arbeid, door ons verrigt,<br />

verdwynt, als een fchreeuwend kind ons verkwikt<br />

en een benaauwde vrouw ons haar liefdeblyken<br />

toont voor den byftand , welken wy haar en<br />

haar kind beweezen ; hebben. Dit aangenaame<br />

ziels- en gemoeds- vermaak is ook byna de eenigOe<br />

vergenoeging, welke een Vroedmeester op dit on-<br />

dermaanfche geniet , en hem doet volharden<br />

in zyn zwaarwigtig ampr. — Het te rug brengen


SPREUK VAN BOERHAAVE. 153<br />

gen van het voorgevallen deel , inzonderheid<br />

van de armen, is een gevaarlyke , fchadelyke,<br />

nuttelooze, omftandige, en naadeeiige konst-<br />

bewerking , die veele vrouwen en kinderen het<br />

leeven kost. Men moet de keering van 't kind<br />

meer doen, als men reeds de beenen heeft gevat,<br />

dan vooraf. Zoo het hoofd voorlegt, en hoog in<br />

'| bekken ftaat, en men om gewigtige redenen de<br />

keering doen moet, is men, wel is't waar, verpligc<br />

het hoofd ter zyde naar het eene of andere heup­<br />

been te plaatfen, om dus by de beenen te komen;<br />

ia zelfs, wanneer het in 't bekken gedaald, en niet<br />

gefchikt is om met het hoofd vooruit te kunnen ver­<br />

lost worden, moet het opwaards gebragt en ter-<br />

zyde naar de heupbeenderen geplaatst worden; zoo<br />

ook de billen,als zy in het bekken gezakt zyn:maar<br />

alle andere fchikking, opduwing of prepareering,<br />

is fchadelyk, onnodig, pyneiyk, ja gevaarlyk voor<br />

moeder en kind, weshalven wy dezelve verwerpen.<br />

Het eenvoudigfte , het beste en het minst-gevaar­<br />

lyke ,voor de baarende en het kind, is, dat men van<br />

het deel, dat voorlegt, met een gefehikte hand voor­<br />

zigtig tusfchen de vliezen en *t kind naar de beenen<br />

toegaat, die aanvat, en naar den mond der baar­<br />

moeder toebrengt. Dit is de waare handgreep,<br />

welke een Vroedkundige doen moet; ja, zoo men<br />

zeer zeker weet, dat het kind verkeerd legt, de<br />

mond der baarmoeder genoeg geopend zynde,<br />

en men een zeer bedreevene hand bezit, kan men,<br />

K 5 zon-


154 C. T E R N E O V E R DS<br />

zonder de vliezen te breeken, tot naar de beenen<br />

toe zig begeeven , aldaar de vliezen fcheuren ,<br />

en te gelyk de beenen naar den mond der baar--<br />

moeder toebrengen; of men kan de vliezen bree­<br />

ken in den baarmoeders-mond, en dan,gelyk voor­<br />

heen gezegd is, aanftonds de keering zonder voor-<br />

afbereiding ter uitvoer brengen.<br />

My is niet onbekend , dat deeze manier van<br />

keeren beftryders heeft; en om dat LEVRET (/) de<br />

vooraf bereiding noodzaakeiyk ftëlt, heeft hy vee­<br />

le navolgers gekreegen; ook is 't, ik beken het,<br />

gemaklyker om het te befchryven dan om het te<br />

doen ; maar de zoogenaamde prepareering is ook<br />

gemaklyker om te zeggen dan om ten uitvoer te<br />

brengen ; daarenboven hebben wy een zee van<br />

getuigen en ondervindingen tot onze- verfterking.<br />

In verkeerdleggende kinderen, waar een of twee<br />

armen of handen uitgevallen zyn, eischt de konst<br />

en eenvoudigheid, de handen of armen te laaten<br />

leggen, waar zy zyn, of een hand moest uitge­<br />

vallen zyn met het hoofd, hec welk zeer laag Hond,<br />

en-de vrouw zeer ruim, zoo dac mee een , twee of<br />

drie weeën het hoofd naar buiten gebragt kon wor­<br />

den ; in die geval kon men de hand van voor het<br />

hoofd wegftryken;maar anders moeten de handen,<br />

als men keeren wil, nimmer te i rug gebragc wor­<br />

den; een Vroede hand kan, zonder dac zy de handen<br />

(/) UArt des accoucJiemens, §. 732. £? alibi.<br />

te


SPREUK VAN BOERHAAV.E. 155<br />

te rug brengt, wel naar binnen komen, en in de<br />

baarmoeder de beenen vinden. Met regt zegt LA<br />

MOTTE „ Cette reduction est inutile, desavanta-<br />

„ geufe ou fuppofée, et „ vervolgt hy " cettepretendue<br />

„ reduction d'un bras forti jusqua tépaule, est<br />

„ une chofe moralement imposfibile (u) ". Aanmerkelyk<br />

zyn de woorden van PLENCK: „ De<br />

I,, Vroedvrouwen bemoeijen zig eenige uuren<br />

„ lang met den arm te rug te brengen ; doch<br />

„ geheel kan men denzelven niec in de baar-<br />

„ moeder brengen, wyl dezelve van het kind gei,<br />

vuld is; en als men den arm honderdmaal te<br />

„ rug brengt , valt hy honderdmaal wederom<br />

„ naarbuicen. Dit vooroordeel, de arm kan en moet<br />

„ weder ingebragt worden, is nog diep in de harten<br />

„ der oude Vroedvrouwen ingeworteld. Te ver-<br />

„ geefsch hebben zig de beste Leermeesters den<br />

„ adem uitgefchreeuwd, men zal by de arm-ge-<br />

;, böorte den arm laaten leggen daar hy is, dewyl<br />

„ hy in de keering niet hindert ". Waarlyk, het<br />

is te beklaagen, dac niec alleen veele Vroedvrouwen<br />

zoo veel moeite doen om den arm wederom in te<br />

werken, maar dat fommige onkundige Medici<br />

deeze heidenfche domheid der Vroedvrouwen nog<br />

begunftigen, en met ftyve kaaken de Vroedvrouwen<br />

aanpryzen. Welk een fchande voor de kunsc, en<br />

fa) Traite des Accouchemens, p r 844. & p. 848.<br />

(v) Anfangsgriinde der geburts-hülfe, p. 294, 295,<br />

voor


i 56 C. T E R N E O V E R D E<br />

voor de Academie, waar zy gepromoveerd zyn!<br />

Daar zyn 'er, die in zulke gevallen de Vroed vrouwen<br />

uuren, ja nagt en dag byfiaan,en het eene geneesmiddel<br />

na het ander voorfchryven, (onbefeffelyke<br />

blindheid en onkunde !) tot dat het water tot<br />

den laatfte droppel toe uit de baarmoeder geloopen<br />

is, de deelen droog, pyneiyk, ontftooken, gezwollen<br />

zyn, de uterus zoodanig om het kind geconftringeerd<br />

is, dat het van een ligte in een zeer<br />

moeijelyke verlosfing veranderd is, het kind reeds<br />

gefiorven, en de moeder in doods worfteling; zoo dac<br />

men dan maar een Vroedmeester ontbiedt om hem<br />

het akelig affterven van een tot den dood toe verwaarloosde<br />

vrouw te laaten aanfchouwen, of om<br />

gelegenheid te hebben om den dood van moeder en<br />

kind op den hals van den Vroedmeester te fchuiven.<br />

Myn God! is het niet genoeg (het zy met eerbied<br />

voor het Opperwezen gezegd), dat de vrouwen uw<br />

vloek en toorn ondervinden, met finerte zult gy<br />

kinderen baaren? Moet de eene rnensch den anderen<br />

nog zoo roekeloos, zonder bekwaame hulp toe<br />

te laaten brengen, doen omkomen ?<br />

Zulke domme handgreepen behoorden in deeze<br />

dagen niet ongeftrafc te blyven ; de Vroedmeesteren<br />

moesten by het doen van hun eed verpligt<br />

worden, zoodanige vertroetelde en verwaarloosde<br />

gevallen aan de Heeren Hoofd-Officieren<br />

der Steden aan te geeven, even als Chirurgyns verpligt<br />

zyn de gewonden aan te geeven. Hier helpen<br />

geen


SPREUK VAN BOERHAAVE. 157<br />

geen geneesmiddelen ; hier komen geen pynffil-<br />

lende noch dryvende medicamenten te pas; de<br />

hand is het alleen, Konst-broederen, die de nut­<br />

tige vrouwen en kinderen van den dood kan red­<br />

den , mits ter regter tyd behendig en verftandig<br />

aangewend. Aanftonds by den binnenkant van<br />

den uitgevallen arm de Vroedkundige hand in-<br />

gebragt, de beenen gezogt, en, dezelve naar den<br />

mond van den baarmoeder gebragt, en zoo draa<br />

' de beenen nederwaards komen , het kind gedraaid<br />

en gekeerd; en de uitgevallene arm zal gemeenlyk<br />

van zelve te rug gaan. Dit, dit is de eenvoudige en<br />

waare konstbewerking , welke een Vroedmeester<br />

of Vroedvrouw in 't werk ftellen moet; deeze han-<br />

delwys, o Artfen, moogt gy de Vroedvrouwen<br />

wel aanpryzen , maar geen uuren den tyd ver­<br />

troetelen , met den uitgevallen arm te rug te<br />

laaten ftooten. Een oogenblik verwaarloosd kan<br />

den dood van moeder en kind veroorzaaken ; en<br />

daar roekeloos gelegenheid toe te geeven is<br />

een misdaad, welke zeer naby met een dood-<br />

flag overeen komt. Hoort, wat LA MOTTE zegt,<br />

na dat hy MAURICEAU keurlyk wederlegd heeft:<br />

, Je coule feulement ma main dans le vagin le<br />

„ long du bras de Venfant, & vais chercher les<br />

„ pieds, que je prens, les attire dehors, & finis<br />

„ Vaccouchement Cvi) ". Voor deeze woorden was<br />

f/«0 L. cit. pag. 852*<br />

LA


158 C. T E R N E O V E R D E<br />

LA MOTTE een eerzuil waardig. PLENCK laat<br />

in dit geval zig dus uit: „ Men laat den arm leg-<br />

„ gen in de fcheede, waar hy legt; men brengt<br />

„ de vlakke hand aan den binnenkant van het kind<br />

„ naar binnen, over de borst en buik, tot aan de<br />

„ beenen, welke men aangrypt en in den moeder-<br />

„ mond brengt. Op deeze wyze gaat onder de<br />

„ keering de arm van zelfs in de baarmoeder te<br />

„ rug, of hy blyft in de fcheede en men heeft als<br />

„ dan geen moeite om hem met het hoofd naar Bui-<br />

„ ten te brengen f» ". Zie ook STEIDEL (y)><br />

ï'usos (2), BAUDELOCQUES (a), en een menigte<br />

andere Schryveren. — Ik weet wel, dat, als<br />

de wateren lang afgeloopen zyn, en de deelen van 't<br />

kind en de baarmoeder gezwollen zyn, het zoo gemaklyk<br />

niet gaat om de hand aanftonds tot aan<br />

de beenen te brengen, en dat SMELLIE , LE-<br />

VRET, STEIN en anderen, fchoon zy het inbrengen<br />

van den arm van 't kind geheel afkeuren,<br />

nogthans de inrigting begunlh'gen; maar, hoe veel<br />

agting ik voor hen en hunne fchrifren heb, nogthans<br />

kan ik tot hun gevoelen niet overhellen om<br />

dat het te gevaarlyk is. Hoe geweldig moet de<br />

force niec zyn om het kind op te duwen<br />

en in de hoogte te krygen 1 Ja, als de wateren<br />

(x) Anfangsgründe der geburfs-Mlfe, pag. 293 , 294.<br />

Q~) Lehrbuch von der Hebamm. kunst, p. 260.<br />

(z~) Traité des accouckemens, pag. 183.<br />

Ca) Grondbeginfels der Verloskunde, pag. 203.<br />

lang


SPREUK VAN BOERHAAVE. 159<br />

lang afgeloopen zyn, en de uterus om het kind<br />

geweldig zaamengerrokken is , dan is het natuur-<br />

kundig zeker onmogelyk , het kind zoodanig op<br />

te werken en eerst te keeren, of de baarmoeder<br />

breekt of fcheurt van de fcheede, 't welk ik door<br />

deeze domme handgreep en opwerking heb zien<br />

gebeuren. Bovendien komt hét kind om, en het<br />

is de ondervinding die leert, dat de borst, buik of<br />

deelen van 't kind zoo gemaklyk niet in de hoogte<br />

te werken zyn, als fommigen zig verbeelden,maar<br />

dat wel de hand langzaam, voorzigtig, voorby de<br />

deelen kan ftryken tot aan de kniën en beenen,<br />

welke, zoo draa men die nederwaards haalt, ruimte<br />

geefc aan 't kind, dat dus in de hoogte ryst en<br />

zonder gevaar keert. Dat de opwerking van hec<br />

kind met een mee wacer gevulde baarmoeder ge­<br />

maklyk te doen is, ben ik zeker; maar dat het<br />

onnodig is, lydt geen twyfel , dewyl men dus<br />

gemaklyker ook by de beenen komen kan , en<br />

niet nodig heeft het kind op ce werken. Met pop­<br />

pen en phantomes kan men opwerken zoo veel<br />

men wil; de machines zyn ongevoelig , en ligtelyk<br />

weder te herftellen; verbreekt men de lederen baar­<br />

moeder, of fcheurt men die los, men kan ze w^der<br />

vast naaijen ; maar in levendige vrouwen moet men<br />

veilig, zeker en voorzigtig de deelen zoeken voor<br />

fcheimpg te bevryden, waar op ligcelyk de dood<br />

zoude kunnen volgen. Buicen hec ingezakte hoofd,<br />

billen en navelftreng , moet men nooit ingezak-


i6b C. T E R N E O V E R D E<br />

zakte deelen van hec kind te rug werken, maar,<br />

zoo dra men mee de hand 'er voorby kan ftryken.<br />

naar de knieën of voeten tasten. Die is de kortfte,<br />

eenvoudiglte, zekerfceen waare handgreep enkonsc-<br />

bewerking. Simplex veri figillum. — Hoe veel<br />

deeze handgreep boven de zogenaamde terug­<br />

brenging, voorbereiding of circulwyze omwending<br />

voor heefc, kan men in de bovengenoemde Schry-<br />

veren nazien, als ook by SAXTORPH (£),BUR-<br />

T ON CO' DELEUREV (i) , 1'EGELAUW (e) ,<br />

en andere Schryvers meer. Hoe meerder men de<br />

Zinfpreuk van onzen grooce BOERHAAVE ,<br />

als men de beenen gevac heefc, en onder hec uic-<br />

haalen van hec kind, betrage,'hoe gelukkiger men<br />

zal flaagen. Hec wel aanvaccen en uithaalen van<br />

de beenen is van groot gewigc; nimmer moec men<br />

de beenen aanvatten aan de geleedingen, en voor­<br />

naamlyk zig voegen naar de buiging der leden,<br />

ook zorgen dac men dezelve niec breeke op den<br />

rand van 'c bekken, als mede, dac men altoos, hoe laa-<br />

ger de beenen komen des te hooger ze aanvat. Als men<br />

beide de beenen bekomen kan , is zulks het besc;<br />

doch zulks niec doenlyk zynde kan men hec kind<br />

by een been keeren, waarop men dan gemeenlyk<br />

gemaklyk by hec ander been kan komen; verder<br />

heeft<br />

C^) De diverfo partu, Lipf. 1771. pag. ï^z.&feqq.<br />

(r) Lett. to WILLIAM SMELLIS, Lond. 1753.<br />

(/) Traité des accouchement, 1770.<br />

De foetus brachio in partu prodeunte. Argent. 177a*


SPREUK VAN BOERHAAVE. i6t<br />

heefc men onder het uitnaaien van hec kind zich<br />

alcoos te gedraagen naar den loop en de meeting van<br />

het bekken, en eenvoudig maar te betragten, in het<br />

nederwaards haaien van het kind, het zoodanig te<br />

wenden, dat de rug van het kind, meer opwaards<br />

naar den buik van de vrouw gekeerd zy, dan naar<br />

den rug van de vrouw , om dus te verhoeden,<br />

dat het kind tegennatuurlyk verkeerd afgehaald<br />

worde, waar door men naderhand gevaar loopc, dat<br />

de kin op den rand van 't fchaambeen zich hegt en<br />

te rug gehouden wordt. Als men van het begin der<br />

keering en uichaaling daar wel en eenvoudig voor<br />

zorgt, is de omwending, om hec kind op zyn buik<br />

te wenden, wanneer het kind half geboren is :<br />

*<br />

onnoodig. Bovendien is die laate omwending<br />

niec van alle gevaar ontblootten een Vroedkun­<br />

dige, als hy van 'c begin de keering wel inrigti<br />

en de nederwaardshaaling met verftand, omzigtig-<br />

heid en langzaam volbrengc, kan hy daar meest<br />

alcoos voorzorgen, door van hec begin af aan het<br />

kind op zyde te wenden. — Indien evenwel een<br />

kind in een verkeerde legging van de tegenna-<br />

tuurlyke geboorten afgezakt- of gehaald is , met<br />

de toonen, buik, borst en aangezigt naa 't fchaam­<br />

been gekeerd, is de omwending onnoodig; doch<br />

het kind geheel op den buik te wenden ismoeijelyk,<br />

en ook niet volftrekt noodig; het kind op zyde te<br />

wenden is voldoende genoeg in de meeste ge­<br />

vallen, en volgens myne gedagten en ondervinding<br />

IX. DEEL. L OOlS


i6z C T E R N E O V E R DE<br />

ook beter. De armen hinderen zeldzaam , ten min.<br />

ften minder dan men zich wel verbeeldt, en zoo<br />

die al hinderen, kan men ze gemaklyk naa buiten<br />

brengen.<br />

Van de zydelingfche wending heefc men dit<br />

voordeel, dat hec hoofd mee zyn groocite meecing<br />

in de bovenfle groote meeting van hec bekken<br />

komc te vallen, het welk den uitgang van het hoofd<br />

gemaklyk maakt. Ook heefc men zoo bang voor<br />

het hegten van de kin op 't fchaambeen in dit ge­<br />

val niet te zyn; want dewyl het lighaam van het<br />

kind op zyde is gedraaid, zoo is ook meest altoos<br />

hec agterhoofd en aangezigc naar hec eene of andere<br />

heupebeen gekeerd, dat is in linea obliqua vei<br />

transver fa pelvis, Maar al is zulks niet eens volko­<br />

men zoo, het ronde agterhoofd rust zelden lang<br />

op hec ronde gedeelte van het promontorium osfts<br />

Jacri; twee ronde lighaamen flippen elkander ligt<br />

ypprby, inzonderheid als zy beide glad zyn ; en<br />

de, kin, maar eenigzints zydewaards gekeerd zynde,<br />

flipt ook niec ongemaklyk voorby den drens osfium<br />

pubis , voornaamlyk als hec geheel op zyde ge­<br />

wend is. Misfchien als men die ftuk wat riaauw-<br />

keuriger overweegc, zullen veel zwaarigheden en<br />

bevreesdheden uic den weg vallen 5 eh indien men<br />

langzaam en voorzigtig hec uithaalen van het kind<br />

in 't werk ftelc, rJchoon hec kind mee de borse,<br />

buik , en teenen opwaards naar .hec fchaambeen<br />

gekeerd is, zou de kin nimmer op 't fchaambeen<br />

zit-


SPREUK VAN BOERHAAVE. 163<br />

gitten blyven •; want natuurlykerwys keert het<br />

hoofd zydewaarts. Maar men is veeltyds al te<br />

haastig;en door het geweldig enforsch nederhaalen<br />

daalt het agterhoofd te fpoedig nederwaarts, en de<br />

kin'blyft in de hoogte zitten. Men kan hier over<br />

BAUDKLOCQUE en LAUVEUZAT naazien. —<br />

De ftrikken , welke merf by het gebruik van de<br />

keering fomtyds voorftelt om te gebruiken , zyn<br />

gemeenlyk moefielyk om te appliceeren, zoo lang<br />

de beenen in de baarmoeder zyn. De Schryvers<br />

mogen zulks gemaklyk voordellen; maar by de<br />

uitoefening vindt men dikwyls 'er de onmogelykheid<br />

van; ook komen zy zeer weinig te pas. Doch<br />

als het eene been buiten is, en men met de hand<br />

weder naar binnen moet, om het ander been te<br />

haaien, dari kan en moet men fomtyds een ftrik of<br />

zagten doek van'genoegzaame fterkteom het buiten<br />

zynde been liaan. Ook is het onnoodig een ftrik<br />

om een uitgevallen arm te leggen, gelyk BAUDE*<br />

L 0 c Q ü E aanraadt (ƒ); zelfs kan de moeijelykheid<br />

van 't keeren 'er mede - vergroot worden.<br />

Simplex veri figillum. —<br />

Indien het hoofd, naa de keering, of om zyn<br />

grootte, of om de mismaaktheid van het bekken, of<br />

om dat de kin boven den rand van 't fchaambeen<br />

•*F heiligbeen blyft zitten, te ruggehouden wordt*<br />

4s' de eenvoudige handgreep , het kind wat opte-<br />

(ƒ) Lib. citat. pag. 206.<br />

L s


it>4 C. TERNE O V E R DE<br />

tezetten, en door middel van de eene of andere<br />

hand het hoofd te verplaatfen, zoo dat de grootfte<br />

meeting van het hoofd in den grootften doorgang<br />

van het bekken komt te vallen , de vingers ter<br />

zyde van den neus te plaatfen, en dus het hoofd te<br />

verlosfen. Ook moet men by het doen van deeze<br />

handgreep alcoos tragten hec agterhoofd wac op-<br />

tezetten. De vingers in den mond van 't kind te<br />

brengen is niet zonder gevaar, doch kan , voorzigtig.<br />

gedaan zynde,van dienst zyn. Deeze handgreep is,<br />

gelyk BAÜDELOCQUE zeer wel aanmerkt<br />

moeijelyk om te doen, pynelyk voor de moeder en<br />

gevaarlyk voor het kind, doch is boven de trek­<br />

king aan 't kind te agten , waarby men gevaar<br />

loopt om het kind de romp aftefcheuren, inzonder­<br />

heid als men tegen den loop van 'c bekken trekt.<br />

Als men deeze inrigting niet doen kan, kan men<br />

met zeer veel nut den Roonhuyfiaanfchen hefboom<br />

gebruiken, of het eene blad van de Smellifche<br />

tang, of de groote kromme, tang van FRIED of<br />

LEVRET, die hier meest altoos het geval gelukkig<br />

ten einde brengt.<br />

• Wy meenen dus eenigzints de Spreuk van den<br />

grooten BOERHAA VE. Simplex veri figillum, op<br />

•de konftige keering der kinderen in de baarmoeder<br />

becrekkelyk gemaakc te hebben, door" te toonen, dat<br />

de eenvoudigfte handgreepen de waare zyn. Alles-,<br />

(jg~) Lib. sitat. pag. 140, 141.<br />

waï


SPREUK VAN BOERHAAVE. 1S5<br />

wat by de keering in agc te neemen is,en derzelver<br />

onderfcheid naar hec byzonder deel, dac voorlege,<br />

te behandelen, zou ce wydloopig zyn. Ik gaa over<br />

toe de verlosfingen welke door werkcuigen of in­<br />

ftrumenten een uicvoer gebragc moecen worden. —<br />

Zoo min een Geneesheer geneesmiddelen ont-<br />

beeren kan , zoo min een Heelmeester hec lancet<br />

of mes misfen kan, zoo min kan een Vroedmees­<br />

ter inftrumenten en werktuigen derven, als hy<br />

de Vroedkunde gelukkig en verftandig wil uit­<br />

oefenen. Doch zoo lang de natuur, een eenvou­<br />

dig goed beftier.en een gefchikte hand de verlos­<br />

fing voor moeder en kind heilzaam, voorfpoedig<br />

en gelukkig kunnen volbrengen , komen dezelve<br />

niec ce pas.<br />

De inftrumenten zyn tot behulp in nood , en<br />

behooren dus nimmer gebruikt te worden, ten zy<br />

de nood voorzien, of reeds aanweezig is. —<br />

De menigce van inftrumenten, ftrikken , banden,<br />

netjes, moordtuigen, haaken, tangen,, mesfen,<br />

fchaaren, moederfchroeven, enz., welke men uic<br />

gedagc heefc, van HIPPOCRATES tyden af coc<br />

heden coe, om baarende vrouwen en kinderen te<br />

verlosfen, is zoo groot, dat derzelver getal niec<br />

wel te bepaalen. is; het zoude my verdrieten<br />

dezelve alle te befchryven, en het geduld van hec<br />

Genootfchap te veel gevergd zyn om zulks te<br />

leezen. Genoeg, dat wy een menigte inftrumen­<br />

ten niet meer noodig hebben, waar van een en.<br />

L 3<br />

k d


16*5 C. T E R N E OVER DE<br />

kei fomtyds zoo zwaar was dat een Vroedmeester<br />

wel een kruijer noodig hadc om het te draagen,<br />

of een paard en flee om het te fleepen. Gelukkige<br />

verandering voor de baarende vrouwen en<br />

kinderen! Over het al of niet gebruiken der inftrumenten<br />

in de Vroedkonst is in alle tyden onder<br />

de Vroedkundigen hevig getwist; zelfs mengden<br />

zich niet zelden in dien twist Mannen, die by gebrek<br />

van kundigheid daartoe t'eenemaal onbevoegd<br />

waren. Terwyl de een het gebruik der inftrumenten<br />

hemelhoog verhefte, doemde de ander dezelve<br />

in den diepften afgrond. Men vergelyke ,<br />

om geen menigte van Schryveren aan te haaien ,<br />

flegts de twee Verhandelingen van FRIESE, de ufu<br />

forcipis in partu, Ar gent. 1772. en die van<br />

L AU VENT de ufu & abufu inftrumentorum in<br />

arte obftetricia, Ar gent. 1774. tegen elkander;<br />

en 'er zal genoeg uit blyken. Het verfchil ging<br />

op de Academie te Straatsburg in onze dagen zoo<br />

ver , dat de Senaat goedvond, geen Verhandelingen<br />

meer, dit ftuk betreffende , te permitteeren.<br />

VAN DEVENTER, die trouwe, braave, en kundige<br />

Vroedmeester in zyn tyd, verzette zich tegen<br />

het gebruik der inftrumenten, om dat die, welke<br />

toen bekend waren , altoos doodelyk voor de<br />

kinderen waren. Waarlyk, van die inftrumenten,<br />

welke voor de kinderen altoos doodelyk zyn, en<br />

zeer gevaarlyk voor de moeders, hebben wy zoo<br />

wel als VAN DEVENTER een afgryzen, ja,<br />

ger


SPREUK VAN BOERHAAVE. i6><br />

gebruiken die ook ongaarn; en de Voorzienigheid<br />

zy eeuwig dank, dac wy dezelve thans weinig noodig<br />

hebben; doch hooge nood, een zekere dood<br />

van 'c kind, en verwaarloosde gevallen maaken,<br />

dac wy ze niec geheel ontbeeren kunnen.<br />

Waren zoodanige inftrumenten aan den braaven<br />

VAN DEVENTER bekend geweest, als wy<br />

thans bezitten en kunnen gebruiken, zonder gevaar<br />

van moeder en kind, hy zoude zich 'er zoo<br />

niet tegen verzec hebben;doch die gelukkige tyden<br />

heeft hy niec beleefd. LA MOTTE zoude zoo<br />

veel hoofden niec doorboord, en de wreede DENYS<br />

de Leyenaar, om anderen ce verzwygen , zoude zulke<br />

domme handgreepen niec in 'c werk gefteld hebben.<br />

Sommigen, die voorgeeven navolgers van VAN<br />

DEVENTER ce zyn, en den menfehen willen wysmaaken,<br />

dac zy alle verlosfingen zonder inftrumenten<br />

kunnen doen, zyn in moeijelyke gevallen en<br />

hoofdgeboorten nooic gelukkig geflaagd mee behoud<br />

van moeder en kind. Zy misleiden en<br />

bedriegen de wereld , en zyn nadeelig voor de<br />

vrouwen , kinderen en maatfehappy ; wanc de<br />

ondervinding en de getuigenisfen van groote<br />

Mannen (Jï) leeren ons , dac in moeijelykè<br />

hoofdgeboorten een ongewaapende hand niets<br />

doen kan. De Vroedkonst zou fpoedig tot haar<br />

voo-<br />

(Ji) PETRUS CAMPER in de Voorrede voor MAURI­<br />

CEAU, pag. 31.<br />

L 4


168 C. T E R N E O V E R D E<br />

voorigen ongelukkigen toeftand vervallen, daar zy<br />

voor vyfcig jaaren in was gedompeld, als men alle<br />

inftrumenten wilde verwerpen. Men zag haar<br />

reeds kwynen te Straatsburg toen de Heer SERIN,<br />

door gebrek aan kundigheid en handigheid om de<br />

inftrumenten te bellieren, dezelve veroordeelde en<br />

tot geen nuttig gebruik aanwendde, ja, zyn dom<br />

gevoelen wilde doordringen, tot nadeel van de<br />

vrouwen, kinderen en Academie. — Het gebruik<br />

van inftrumenten , welke , als konftige en nage­<br />

maakte handen de hoofden der kinderen zagt om­<br />

vatten, is veilig genoeg, indien zy kundig, han­<br />

dig en ter regter tyd aangewend worden ; maar<br />

men moet niet denken , dat zy het vermogen be­<br />

zitten om doode, ja, reeds verrotte kinderen we­<br />

derom op te wekken , wier dood menigmaal de<br />

Vroedmeester zeer onregtvaardig ten laste wordt<br />

gelegd. Was men de noodzaakelyke keering van<br />

verkeerd-leggende kinderen aan de voorige eeu­<br />

wen verfchuldigd, onze eeuw, niet minder ryk in<br />

vinding, mag zich beroemen byna de Vroedkonst<br />

ten toppunt gebragt en inftrumenten uitgevonden<br />

te hebben, waardoor men veilig, zeker, eenvou­<br />

dig, en zonder gevaar moeder en kind kan red-<br />

den , eenige zeer weinige gevallen uitfluitende ,<br />

welke nogthans door middel van de keizermeede<br />

kunnen behouden worden. Sedert dertig jaaren<br />

heeft men de Vroedkonst gelukkig in moeijelyke<br />

gevallen kunnen uitoefenen met deeze weinige en<br />

een»


SPREUK VAN BOERHAAVE. 169<br />

eenvoudige inftrumenten: een hefboom, een<br />

tang,hec zy die van SMELLIE, LEVRET, FRIED<br />

of j 0 H N s 0 N , een hoofdboor of fchaar, een ftompe<br />

en fcherpe haak en een band om de tang te bin­<br />

den. Meerder werktuigen heefc men niec noodig,<br />

dan eenige weinige by hec doen van de kei­<br />

zermeede, en om hec wacer af ce cappen eenige<br />

cacheecers. Alle overige cangen, haaken , hoofdcrek-<br />

kers, van welke uicvinders bedagc, zyn onnoodig,<br />

zoo ook een menigce waterfpringers, mesfen, balei­<br />

nen, ja, de haaken van STEIDEL voor de bilge-<br />

boorcen, en nog een menigte andere werktuigen en<br />

inftrumenten kunnen wyzeer wel misfen. Welkeen<br />

verbetering heeft de Vroedkonst niet ondergaan,<br />

door de eenvoudigheid te betragcen ! Mogen wy<br />

niet met regt de Zinfpreuk van onzen grooten<br />

BOERHAAVE hier op ook toepaslyk maaken?<br />

Simplex veri figillum.<br />

Hoe akelig naar en droevig was het in 't begin<br />

van deeze eeuw mee de baarende vrouwen en kin­<br />

deren gefteld , wanneer hec hoofd in de on-<br />

• derfte opening van 'c kleine bekken , wegens<br />

zyne groocte of ongefchikte legging , bekneld<br />

raakte, en de mond der baarmoeder reeds weg­<br />

getrokken was voor het hoofd van hec kind, lt<br />

welk de keering byna onmogelyk, een minfte zeer<br />

gevaarlyk, maake (*)! Hoe worftelden de ongeluk-<br />

& ki-<br />

fY) BAUDEL.OCQ.UE, pag' 153-<br />

5


170 C. T E R N E O V E R D E<br />

kige vrouwen drie, vier, zes, ja meerder dagen<br />

en nagren met de bangfte, feifte en wreedfte<br />

pynen, met de doodelykfte benaauwheid, naa hec<br />

ipringen van het water, en kreegen, zoo de natuur<br />

haar nog gelukkig bleef vergezellen , naa zoo veel<br />

maanden pynelyk een vrugt gedraagen, en naa zoo<br />

veel nypende fmerten uitgeftaan te hebben, een<br />

doode vrugt tot loon. Ja, hoe veel vrouwen en<br />

kinderen gingen hulpeloos ten grave! i\iemand<br />

wist raad; de wreede moorddolk moest het geval<br />

en 't lot beflisfen, ja, veeltyds te laat om de<br />

moeder 'er mede te redden, 't Gedenken aan die<br />

angftige tyden moet ieder gevoelig hart doen bloe­<br />

den. — Welk een ontaard geflagt van menfehen<br />

heefc onze aardbodem, onze Republiek niec ge­<br />

voed ! en als vernielende onmededoogende adders<br />

in haar eigen fchooc gekoesterd! die zeventig<br />

jaaren lang een nuctig en eenvoudig werktuig ver­<br />

donkerden, waarmede men veilig, zeker en fpoe­<br />

dig, vrouw en kind konde redden, en dac gele­<br />

genheid gegeven heefc coc nuttige tangen. —<br />

Misfchien heeft een DOMITIAAN ZOO veel<br />

menfehen van 't leven niet beroofd als deeze<br />

gedrogten van Vroedmeesters zouden hebben kun­<br />

nen fpaaren. Hoe is hec mogelyk, Vaderland, dac<br />

gy zulke inonfters hebt kunnen voorebrengen, en,<br />

vrouwen, dac gy ze hebt kunnen baaren? Men<br />

kan hunne naamen met een zwarte kool getee-<br />

kend


SPREUK VAN BOERHAAVE. 171<br />

kend vinden by SMELLIE. Ach mogt de on­<br />

vermoeide en verdienftelyke RUISCH onder dat<br />

geweeten- en godloos rot niet geweest zyn! Hoe<br />

word een eerlyk en deugdzaam hart niet door geld<br />

en kwaade verkeering bedorven! Triumph, vrou­<br />

wen en kinderen! die duistere nevelen zyn opge­<br />

klaard , die akelige oogenblikken verdweenen ;<br />

het gordyn van alle die geheimen is weggefchoo-<br />

ven, ten fpyt der Monopolisten: de Heer Doctor<br />

VISSER, en een ander, kogten het geheim en<br />

maakten het openhartig de geheele wereld bekend,<br />

tot grievende fmart van de geheimfchreeuwers, en<br />

geldfchraapers van RO GIER, gelyk bekend genoeg is.<br />

Sedert het ontdekken van dit eenvoudig en<br />

nuttig inftrument, dat om zyne eenvoudigheid in<br />

groote waarde te houden is, heefc de Verloskunde<br />

veel zekerder en gelukkiger kunnen flaagen.<br />

Men ftuit thans byna niec op voor de flimfte<br />

gevallen en toevallen, of de bekkeds moeten zoo<br />

naauw zyn, dat 'er in 't geheel geen kind door<br />

kan , in welk geval de keizerfneede alleen over-<br />

fchiec;of hec kind, zoo hec dood is, ce verdeelen,<br />

na dat men evenwel vooraf de tangen beproefd<br />

heeft. De befaamde doorfnyding van 't fchaam­<br />

been zal nooit de plaats der keizerfneede kun­<br />

nen vullen met veiliger en beter gevolg. Zie hier<br />

over de Verhandelingen van deHeeren BENTHEM,<br />

MICHELL en anderen. De eenvoudige hefboom<br />

heeft in die gevallen zyn nuttigheid, als de hoof­<br />

den


172 C. T E R N E O V E R DE<br />

den van de kinderen zoo laag in 'c bekken be­<br />

klemd zitten, dat men, zonder diep in te voelen,<br />

de hoofden kan beflaan , ja met oogen zien , en<br />

in die gevallen gebruikten de geheimhouders van<br />

ROGIER VAN ROONHUYSEN denzelven ook.<br />

Men kan hier over nazien Profesfor CAMPER in<br />

de Voorrede voor MAURICEAU. De navolgers<br />

van SMELLIE, LEVRET, FRIED, SAXTORPH,<br />

STEIN, PLENCKen anderen,hebben niet noodig<br />

te vvagten tot het kind zoo laag gezakt is, maar<br />

kunnen door middel van de tang, als dringende<br />

gevallen noodzaaken , de verlosfing ter uitvoer<br />

brengen, ja, fchoon het hoofd nog in de boven-<br />

fte opening van 't bekken is; en zulks zal men nim­<br />

mer met den hefboom kunnen doen. — lk weec<br />

wel, dat de liefhebbers van den hefboom deszelfs<br />

nuttigheid verder uitftrekken, ja zelfs verder dan<br />

het de Roonhuyfiaanen gedaan hebben; en nog on­<br />

langs heeft H ERB IN E A&J'X , accoucheur te Brusfel,<br />

in zyn Traité fur divers accouchemens laborieux<br />

& fur les Polypes de la matrice , de voortreflè-<br />

lykheid van den hefboom in alle gevallen zeer<br />

fcherp verdeedigd, doch op geen fterke en vaste<br />

gronden. Met den hefhoom kan men niec anders<br />

dan door nederdrukking en zagte wrikking wer­<br />

ken, en dus een vastgekneld hoofd omknellen;<br />

maar hoeveel gevallen zyn 'er , daar men<br />

evenwel de verloifing dient te onderneemen, of-<br />

fchoon het hoofd niec gekneld is J gelyk om bloed-<br />

ftor-


SPREUK VAN BOERHAAVE. 173<br />

ftortingen, ftuipen , enz. en daar men zonder gevaar<br />

de verlosfing niec durft uitftellen. Men kan het hoofd<br />

niec zoo met den hefboom omvatten en uithaalen<br />

als mee de cang. Indien nu de tegenftand fterk,<br />

het bekken zeer naauw, en in 'c geheel geen hulp<br />

van de natuur of weeën te hoopen is, zal men<br />

niet gemaklyk de verlosfing 'er mede kunnen doen;<br />

en gefield, dat men in de onderfte opening van 't<br />

bekken, als het kind natuurlyk geklemd legt, zulks<br />

al doen kan, gelyk men waarlyk kan, dan blyft<br />

het nogthans ondoenlyk , als het hoofd op die<br />

plaats tegennatuurlyk legt, het zy het met het<br />

aangezigt, oor, of met het hoofd verkeerd voor­<br />

komt. Zoo men nu in die gevallen' lang met den<br />

hefboom werkt,kneust men het kind geweldig, ja,<br />

men doodt het, en de vrouw bekomt ook kneuzing.<br />

En hoe, als 't kind eens in de bovenfte ope­<br />

ning van 't bekken, om zyne overmaatige groot­<br />

heid, ten opzigt van den doorgang, tegengehouden<br />

wordt? Dan kan men met den hefboom niets uit­<br />

voeren; maar met de tang kan men, met behoud<br />

van moeder en kind, de verlosfing gelukkig ten<br />

einde brengen; en zy, die de tang gebruiken kun­<br />

nen , behoeven niet tot de keering over te gaan,<br />

maar de Roonhuyfiaanen wel; en hoe moeijelyk is<br />

dan naa de keering het hoofd te krygen! Het<br />

wordt door de keering niet kleiner gemaakt ;<br />

maar door de tang wordt het ingedrukt , en dus<br />

in grootte verminderd , 't welk aanmerklyk de<br />

ver-


i?4 C. T E R N E O V B R D K<br />

verlosfing gemaklyker maakc. Men kan hier ovef<br />

nazien SMELLIE , LEVRET, STEIN, SAX-<br />

TORPH, DELEURYE, PLENCK , F RIE D ,<br />

FRIESE , STEIDEL , en een menigte andere*<br />

Schryveren.<br />

Hoewel de hefboom in veele gevallen te onvermogend<br />

is, nogthans heefc dezelve gelegenheid<br />

gegeven tot de uitvinding der nuccige en ononcbeerlyke<br />

tangen, welke op een wonderbaarlyke manier<br />

de onvermogende nacuur onder de armen grypen.<br />

De cangen zyn niecs anders dan twee eenvoudige<br />

hefboomen, welke, naa dat zy wel aangelegd zyn,<br />

vereenigd en zamengevoegd worden , de hoofden<br />

der kinderen zagc omvatten, en als konftige<br />

handen aangrypen kunnen, en door de handen der<br />

Vroedkundigen zagtjes op-, neder-en zydewaards<br />

bewoogen worden, en eindelyk haaien derwyze de<br />

hoofden langzaam en voorzigtig naar dén loop van<br />

'c bekken ontwikkelen , zoo dat de geboorte<br />

volbragc wordt. De groote kromme tangen van<br />

LEVRET, FRIED en JOHNSON ftryden, welke<br />

de beste is. De eene Vroedmeester zal deeze<br />

en een ander die verkiezen en aanpryzen. By<br />

my is de groote kromme tang van LEVRET,<br />

jegens hec floc, zoo veel niec in agting eri<br />

gebruik als de Friedfche en Johnfonfche cangen,<br />

welker floc veel eenvoudiger is in dè manier eri<br />

navolging van SMELLIE. De beroemde STEIN<br />

ftelc de Levrecfche ver boven de Friedfche<br />

tang


SPREUK VAN BOERHAAVE. 175<br />

tang; ook heefc STEIN meer ketteragtige gevoe­<br />

lens, en is in 't geheel niet FRIEDS-gezind. Als<br />

de handen van den Vroedmeester en de tang met<br />

bloed, flytn, en fmeer, glad en glibberig zyn,heeft<br />

men te veel werk en tyd noodig om 't flot van<br />

de tang van LEVRET te fluiten; doch veel hangt<br />

af van de gewoonte van een Chirurgyn, en of hy<br />

gewend is aan het inftrument. De erena, welke in<br />

de Levretfche tang is, is van zoo veel dienst niet als<br />

zich fommigen verbeelden, en kan wel eens kneuzing,<br />

ontvelling en ongemak veroorzaaken, dac men zoo<br />

ligt van de tang van FRIED niet te vreezen heefc,<br />

ten minden my 'er nog nooit mede gebeurd is.<br />

De tang van JOHNSON, van veelen veragt, inzon­<br />

derheid van STEIN (&), is nogthans een voortref-<br />

lyk inftrument; de bogt, welke onder aan dezelve<br />

is, bevryd het perineüm voor foheuren of drukken<br />

geheel en al; maar dat ze geheel anders geappli-<br />

ceert moet worden, dan de tangen van LEVRET'<br />

of FRIED,is waar; en om dat 'STEIN dezelve niec<br />

wist te appliceeren , heeft hy ze veragt. Ik<br />

heb ze in zeer moeijelyke verlosfingen met zeer<br />

veel dienst en nut gebruikt, waar de hoofden der<br />

kinderen zeer hoog in 't bekken waren gelegen.<br />

De hefboom, welken LEAKE nogby de tang ge­<br />

voegd heeft, is een onnut byvoegfel, dewyl, als-<br />

'er reeds twee inftrumenten aangelegd zyn, het zeer<br />

. i 1.' be-<br />

Kê §• 579-


176- C. T E R N E O V E R D E<br />

bezwaarlyk is een derde aan te leggen. Ook houdt<br />

de tang hec hoofd vasc genoeg, als ze wel aangelegd<br />

is, en goed gebonden met een fterken band.<br />

Daarenboven worde men door dien hefboom voiftrekc<br />

belet met de tang naar den loop van 'c bekken<br />

te werken, en het hoofd die draaijing te geven,<br />

welke het moet hebben in den doorgang en<br />

ontwikkeling uic hec bekken ; en zonder die in<br />

agc te neemen loopt men gevaar den bilnaad<br />

te verfcheuren, dac noodzaakeiyk moec vermyd<br />

worden. — Men moec, als men de cangen gebruiken<br />

wil, zoo veel als mogelyk is, altoos de<br />

bladen van de tangen zydelings aanleggen; en als<br />

het hoofd in de onderfte opening van 'c bekken<br />

natuurlyk of een weinig fchuins lege, komen alle<br />

Vroedkundigen hierin overeen; maar als hec hoofd<br />

in eene natuurlyke legging is in de bovenfte openingvan<br />

'c bekken, dac is, mee hec aangezigc naar hec eene<br />

heupbeen en mee hec agterhoofd naar hec andere<br />

heupbeen, en aldaar tegengehouden wordt, of dat<br />

hec in die legging in de onderfte opening van 'c<br />

bekken zake, en aldaar cegennacuurlyk genaamd<br />

worde en is; als hec hoofd in zodaanig een legging<br />

is, is 'er onder de Vroedmeesceren verfchil. Zoramigen<br />

willen dac men het eene blad onder het es<br />

pubis, en hec andere blad voor het os facrum zal<br />

inbrengen, en de vrouw op zyde plaatfen; hoe<br />

veel omflag en moeijelykheid daaraan vast is,<br />

om de tang dus wel aan te leggen, is gemaklyk ~te<br />

be-


SPREUK VAN BOERHAAVE. 177<br />

begrypen; en welke kneuzingen zulks aan de dee­<br />

len der moeder kan veroorzaaken, heefc de onder­<br />

vinding geleerd. De kromme cang dienc daar in<br />

'c geheel niec toe. Eenvoudiger is 'c, volgens den<br />

raad van anderen , hec hoofd te vaccen zoo hec<br />

lege, en de bladen van eer zyde aan te leggen over<br />

hec aangezige en agterhoofd. Die is wel gemak­<br />

lyker , maar de tang flipt zeer ligc af. Beide<br />

manieren heb ik beproefd, en de laatfte de een-<br />

voudigfte , beste en gemaklykfte bevonden , en<br />

gelukkig 'er mede gedaagd; doch de tang is my<br />

wel eens en meermaalen afgeflipc van 'c agcer-<br />

hoofd; ook waren de neuzen plac gedrukt; doch<br />

de blaauwheid en drukking verdvveenen fpoe­<br />

dig. Als de kinderen zeer hoog in die legging<br />

zyn, is het nog moeijelyker. Veelen verkiezen<br />

dan liever de keering, en niet zonder redenen;<br />

gelyk ik in die gevallen ook tot de keering myn<br />

toevlugc wel genomen heb met den besten uit-<br />

flag. — Eerst hec blad van de tang aan ce leggen,<br />

aan de zyde, welke niec geklemd is (/) , en dan<br />

hec zelve naar de andere zyde over ce brengen,<br />

is veel ce omftandig, gevaarlyk, en dus geheel en<br />

al ce verwerpen. Nimmer is de klemming zoo<br />

fterk als ROEDERER zege, dac geen ftilee tus-<br />

fchen het hoofd en 'c bekken ingebragc kan wor­<br />

den ; en nooit vulc hec hoofd zoodanig hec bekken,<br />

(/) ROEDERER Ekm. Art. Obf. §. 441.<br />

IX. DEEL. M<br />

of


178 C. T E R N E O V E R D B<br />

of een handig Vroedmeester kan wel zagrjes en<br />

fchuivenderwyze de tang , geleid door zyn vin-<br />

geren, rusfchen het osthim uteri en het hoofd voor­<br />

zigtig inbrengen. Om kort te zyn, al is de klem­<br />

ming nog zoo fterk , en het bekken nog zoo<br />

naauw, men kan altoos wel, als de baarmoeder-<br />

mond geopend genoeg is, de tang aanleggen ;<br />

maar het hoofd , fchoon de tang nog zoo wel<br />

gelegd is, naar buiten te brengen , is altoos niec<br />

mogelyk, als een grooc hoofd voor een naauw<br />

bekken legt, welk een oplettenheid en geweld men<br />

ook fomtyds gebruike. Men kan over het een<br />

en ander nazien SMELLIE , L E V R E T , SAX-<br />

TORPH, STEIN, GIST, DE LEURYE, GER-<br />

SON, FRIED, FRIES, IiAUDELOCQUE, VAN<br />

L E U W E N , enz. Tot het verdeelen en ver-<br />

breeken van het kind is een hoofdboor of fchaar<br />

genoeg. Die van STEIDEL is een van de een-<br />

voudigfle en de beste, en afgeteekend te vindeu<br />

in zyn werk over het gebruik der inftrumencen<br />

in de Vroedkonsc ; doch de hoofdbreeker van<br />

FRIED is ook niec te verwerpen. Als een Vroed­<br />

meester hec hoofd geopend heefc, is 'c besc zich<br />

van zyn vingeren te bedienen , zoo veel<br />

maar eehigzins mogelyk is , om de been­<br />

deren vari de pan uicteneemen, en ce verhoeden,<br />

dac -de punten van de beenderen de gevoelige<br />

deelen der vrouwen niec kwecfen. Een, cwee, of<br />

meerder fcherpe" haaken zyn genoeg ; en die van<br />

SM EL»


SPREUK VAN BOERHAAVE. 179<br />

SMELLIE kunnen voor ftompe en fcherpe m<br />

gelyk dienen.<br />

Alle konsttuigen en inftrumenten, uitgedagt orn-<br />

een te rug gebleeven hoofd, dat van de romp af-<br />

gelcheurd is, te verlosfen, zyn gebrekkige werk­<br />

tuigen, die niet wel aangelegd kunnen worden,,<br />

en zyn dus van geen dienst.' Zoo een afge-<br />

fcheurd hoofd met de hand niec te verlosfen,<br />

en de tang vergeefs beproefd is, is het best;<br />

en eenvoudigst, het hoofd met de fchaar te<br />

openen, en dan mee de vingers door de ge­<br />

maakte opening hec hoofd naar buicen te brengen,<br />

of'er de beenderen uit te breeken,het zy met de<br />

vingeren of mee den hoofdbreéker van FRIED; zie<br />

myn Waarneeming in het VIL'Deel van het'Ge-<br />

nootfehap Servandis Civibus. Naa dat de vrouwen<br />

van haare vrngten verlost zyn, in moeijelyke en<br />

verkeerde gevallen, moeten zy vooral door een<br />

verkoelenden leefregel en geneesmiddelen behan­<br />

deld, en, gelyk CELSUS zegt, als zwaare ge-<br />

wonden , aangemerkt worden. Een diepe rust is<br />

vooral noodig; en het volgen van de wet, eer-<br />

tyds aan 't oud Israël voorgefchreeven voor de<br />

kraamvrouwen door den besten kenner der natuur,<br />

zal veelen de dringendfte gevaaren doen te<br />

boven komen. Hier mede meen ik eenigzints<br />

getoond te hebben, dat de eenvoudige handgree­<br />

pen en inftrumenten de waare vermoogens be­<br />

zitten om de vrouwen gelukkig te verlosfen van<br />

M a haa-


i8o C. TERNE OVER DE SPREUK VAN BOERH.<br />

haare kinderen, en dat de Vroedkonst, door de­<br />

zelve eenvoudiger uit te oefenen, oogdhynlyk ea<br />

merkbaar is verbeterd geworden.<br />

Dus meen ik voldaan te hebben aan het oogmerk<br />

Van 't Genootfchap, en de Zinfpreuk van onzen<br />

grooten BOERHAAVE, Simplex veri Jïgillum, ee-<br />

nigzints betrekkelyk gemaakt te hebben op de<br />

Genees-, Heel en Vroedkunde* Hoe ver ik daar­<br />

in gedaagd ben, is aan de Wel Edele , en zeer<br />

Geleerde Heeren oprigters en beftierders van<br />

het Genootfchap Servandis Civibus aanbevolen. >vi<br />

Non pigebit me Jïcubi haefiio quaerere,<br />

Nee pudebit ficubi erro dis eer e.<br />

TWEE-


T W E E D E<br />

ANTWOORD<br />

OP DE<br />

V R A A G ,<br />

VOORGESTELD DOOR. HET<br />

GENEESKUNDIG GENOOTSCHAP.<br />

ONDER DE ZINSPREUK<br />

SER VA N D IS CIVIBUS:<br />

Over de Spreuk van den Grooten Boerhaave,<br />

SIMPLEX VEKI SIGILLUM.<br />

D O O R<br />

C. 1* 3£ -R. JEJB OOM,<br />

Medicina' Doctor te Amflerdam , Lid van de Keizerlyke<br />

Academie der Natuuronderzoekeren.<br />

onder de zinfpreuk:<br />

SIMP LI CITER.<br />

Uit het Latyn Vertaald, door<br />

N. E. P E R E B 0 0 M,<br />

onder opzicht van den Auteur.<br />

Aan den Schryver van het welke de Zilveren<br />

Gedenkpenning is toegeweezen.


Een zeker gegeven gezag aan elke zaak, is een<br />

Zegel. Doch in 't byzonder verzekerd alle een­<br />

voudige zaak het openbaare der waarheid , dan<br />

wanneer die deszelfs zegel word; dat is, alwaar<br />

eenige leering van waarheid buiten kyf gefteld<br />

word : deeze (telling is zoo zeker , dat al wie<br />

eenvoudige zaaken, baarblyklyk door zich zeiven,<br />

wilde ontkennen, zoude in algemeene twyffehng<br />

vervallen , en geen antwoord waardig worden ,<br />

als geen prys op eenige zegels, ja zelfs niet op<br />

de waarheid zelve, (lellende : het word daarente­<br />

gen van allen overbekend gehouden, dat alle we-<br />

tenfchap, konst of leer,fteund op haare zoo zeer<br />

blykbaare kundigheden, dat dezelven geen verder<br />

bewys van noden hebben, om de waarheid , als<br />

uit haare natuurlyke bron, afteleiden. De leere<br />

der Wiskunde bewysd alderbest derzelven nood-<br />

zaaklykheid, als dewelke enkel, en alleen op on-<br />

lochenbaare kundigheden gegrond is , het geene<br />

gemakkelyk uit een voorbeeld zal blyken , ora<br />

onze redeneering niet ontbloot van bewys te laa­<br />

ten. Daartoe neemen wy Waarheidshalve het vierde<br />

voorftel uit het eerfte Boek van EUCLIDES, al­<br />

waar de gelykheid van twee Driehoeken door<br />

geene andere redeneering word opgemaakt, als<br />

enkel uit het pasfen van den eenen op den an­<br />

deren , maar welke pasCng eene allereenvou­<br />

dige klaarblyklykheid is. Niemand der Wiskun-<br />

M 4 di-


184 C. P E R E B O O M OVER DE<br />

digen zal ontkennen, dat elk voorftel van EUCLI­<br />

DES dergelyk een klaar voorbeeld zoude kunnen<br />

opleveren.<br />

, V o o r h e c<br />

overige; zo dra eenige bewezene (tel­<br />

ling geplaatst is onder hec getal der waarheden,<br />

mag dezelve in den voortgang der leere, als eene<br />

onlochenbaare kundigheid der Geleerden worden<br />

aangemerkt, den grond leggende voor hoogere<br />

redekavelingen; gelyk, by voorbeeld, het zeven­<br />

enveertigure voorftel van het zelvde Bock van<br />

EUCLIDES verklaard word uit het vierde : maar<br />

waartoe is fe^edvoeriger inleiding van noden; daar<br />

de Gcnu- av„,- .;


SPREUK VAN BOERHAAVE. 185<br />

gefield hebben; hoedanig was dat verfchil, of het<br />

hanezakje water onthoude, dan niet? zo als uit de<br />

befchouwing van het lyk gefield, maar het zelvde<br />

ontkend word uit ontleding van levendige dieren.<br />

Maar dit geding blyfc niet hangen , zo dra wy<br />

flegcs bezadigd vastgefleld hebben, dat 'er water<br />

by den gellorvenen, maar damp by den levendigen,<br />

geweest zy, en dat de damp verdikt is geworden<br />

door den dood, volgens de wet der natuure: dus<br />

het fpreekwoord hier geld ; die wel onderfcheid,<br />

leerd wel. Dcsgelyks is de proef ongemakkelyk<br />

om te verklaaren, waardoor de natuurlyke ligging<br />

der longen in de borst te zien is, en niet om<br />

te beflisfen, ten zy op het oogenblik der borsc-<br />

openinge zelve. Van hier heefc die befchroomd-<br />

heid, om de verzekerde zaaken door anderen toece-<br />

ftemmen, haaren oorfprongk genomen. HALLE­<br />

RUS (a), by brengende den ontdekker der klapvliezen<br />

in de aderen, CANNANUS, verfoeyd met recht,<br />

hoedanig onbillyk gebied de vooroordeelen oeffe-<br />

nen, ook tegen de geleerdfle Mannen. De klap­<br />

vliezen der ader zonder paar, ook bevestigd door<br />

een proef, hebben de toejuiching niet gevonden,<br />

wegens geene andere reden, dan omdat zy mis­<br />

haagden aan VESALIUS, FALLOIMUS, CARCA-<br />

NUS, ja zelfs aan EUSTACHIUS, voor't overige<br />

groote mannen. Maar de zedigheid van CANS AN ;<br />

O) Phyfiol. T. I. p. 1374<br />

M 5


iB6 C P E R E B O O M OVER DE<br />

heefc eindelyk de eer weggedragen uic de fcherpheid<br />

zyner tegenparcyders, nademaal zyn Zegel der waar­<br />

heid eenvoudig ware. Laac dan de Natuuronder­<br />

zoeker zich wachten, dat nooit eenige vuile ver­<br />

zinning de eenvoudigheid van het Zegel bevlek-<br />

ke , zo als wel pleegen ce doen, die door ver-<br />

fierfelen mee waare dingen ce mengen, alles dus­<br />

danig bezegelen, dac men naauwlyks onderfchei-<br />

den kan , wat behouden, wat verworpen, moet<br />

worden. Zommigen hebben niet gefchroomd om<br />

de eer aan zich toe te kennen van de uitvinding<br />

van anderen , waar door hec zomcyds raadzaam<br />

geoordeeld is, naauwkeurig aangerekend ce heb­<br />

ben den dag der uitvindinge zelve, op dac niec<br />

een ander zich misfchien dezelve eer mochc coe-<br />

ëigenen : hier van leverd de hiscorie der Wacer-<br />

vacen (b) een voorbeeld op: onder de nieuwere<br />

Oncleedkundigen heefc NI COLA AS MASSA in het<br />

jaar 1632 flegts eenmaal en noch wel duister eeni­<br />

ge watervaten in een menfehen lyk gezien, maar<br />

FALLOPIUS duidelyker , dewelke liepen van de<br />

lever na hec al vleesch. Daarna is CA SPAR A S EL-<br />

LI US nader by de waarheid gekoomen. Maar<br />

VESLINGIUS heefc in hec jaar 1649 een klaar­<br />

den aangecoond, veele vacen als melkvaten, daar<br />

alwaar de maag aan den milt hangd. Dan wat<br />

zoude fchyneenvoudiger kunnen uitgedagc wor­<br />

(£) HALL ER. P&yfiol. p. 157.<br />

den,


SPREUK VAN BOERHAAVE. 187<br />

den , dan om uit het voorgaande te i bedri­<br />

ten , als of de watervaten eeniglyk werktuigen<br />

waren, van den lever ? en nochthans is 't dus ge­<br />

beurd, of fchoon deeze fchielyk gemaakte drog­<br />

reden fchielyk vergaan is , nadat CONRINGIUS<br />

en JOLYFFIÜS in het jaar 1650 beweezen , dat<br />

de vaten verfpreid zyn door de holle ader , en<br />

anderen beweezen hadden, dezelven door het ge­<br />

heele lichaam verfpreid te zyn. Wat meer is,<br />

de zaaken zyn met recht verdacht te houden, in­<br />

dien zy voortgebracht worden zonder eenvoudig­<br />

heid; hoedanig was die zaak van SILVIUS, die<br />

in het jaar 1660 voorftelde , gezien te hebben<br />

reeds voor twintig jaaren, en dus in het jaar 1640,<br />

watervaten op den lever , in welk getuigfchrifc<br />

gy kunt verlangen, dat hy zelfs zich niec een­<br />

maal herinnerd heeft van zoo groote uitvinding,<br />

gedurende al dien tyd, op de talrykfte Academie.<br />

Desgelyks heefc SCHNEIDERUS, een Man voor<br />

'c overige zeer geleerd, fchrifcelyk nagelaten, de<br />

wacervacen reeds in hec jaar 1638 gezien ce heb­<br />

ben, edoch zonder eenig gecuigen. Zeker de ce<br />

grooce eenvoudigheid van deezen heefc verydeld<br />

de levendige eer der uicvindinge.<br />

Hec Zegel der waarheid kan ook verduisterd<br />

worden, wanneer men moec cwyffelen wegens de<br />

omftandigheden. De donkere vertelling van RUD-<br />

BËKIUS , en hec uicftel der verkondiging bene­<br />

velde de eer van de uitgevonden watervaten, als<br />

me-


188 C. P E R E B O O M OVER DE<br />

mede, op dat ik bybrengede woorden van HALLE­<br />

RUS (c) , nademaal BARTHOLINUS vriendfchap<br />

hield met de meeste Doctoren van Europa, zom­<br />

tyds ook nieuwe boeken uicgaf, veele zeer erva­<br />

rene leerlingen in de Ontleedkonst had , maar<br />

RUDUEKIUS daarentegen jonger was en byna ge­<br />

brek had aan vrienden, en minder welfprekend<br />

was, en niets fchreef, behalve geringe boekjes,<br />

is het gefchied, dat het ganfche lichaam der Ge­<br />

neesheeren tot BARTHOLINUS is overgebracht,<br />

als tot den ondekker der doorfchynende vaten:<br />

Daarna is de waarheid door te veel twisten ver-<br />

looren. Eindelyk zy dwaalen geheel van de waar­<br />

heid af, die haare gezegdens volfïrekt beitempe-<br />

len met valfche Zegels, gelyk als LODOVICUS<br />

BI LSIUS, dewelke naauwlyks iets dan dwaaling tot<br />

de historie der watervaten heeft toegebracht (d),<br />

hoedanig was zyn zogenaamd muscus, zyne on-<br />

ftandvastigheid wegens de klapvliezen (e), en zo<br />

ais hy uit den chylleider den oorfprongk deezer<br />

vaten wilde afleiden.<br />

Maar om op de watervaten niet te blyven ftaan,<br />

laat ons het geene volgd door andere voorbeelden<br />

ophelderen. En wel, zeer bekwaame Mannen (ƒ)<br />

in de konst belyden, hoe moeijelyk zomyds de<br />

(c) L. c. p. 161.<br />

(d) HALL ER. /. c. p. 153.<br />

(e) NUCK. Adenograph. p. 43,<br />

(J') Runen, de vahut. Lymphat. in prir.cip.<br />

be-


SPREUK VAN BOERHAAVE. 189<br />

befchryving zy der deelen van het menfchelyk<br />

lichaam, daar uic, dac derzelven eenvoudigheid<br />

wegens hunne fynheid het oog oncvlugc, zoo dat<br />

die naauwlyks kan onderfcheiden worden. Gelyk aan<br />

min doorzigtigen weinig werks kon fchynen de<br />

ontwarring der vezelen van eenigen fbier ; maar<br />

indien hy de laagen der vezelen van het hare na-<br />

fpeurde, zal hy een' zaak zo moejelyk om gezegd<br />

te worden aantreffen, dac noch HALLEUUS (g),<br />

noch VESALIÜS, noch ALBINUS zelf, dat raad-<br />

zei hebben konnen ontknoopen. De moeijelykheid<br />

word gemaakt, daar uic dac de netsgewys verwarde<br />

vezelen op geenerleye manier konnen afgefeheiden<br />

worden, gelyk als wel in andere fpieren. Daarna<br />

ook laaten de kortere en ontelbaardere netvezel-<br />

tjes niet toe om afgefeheiden te worden, gelyk el­<br />

ders ; en welke vezels, (eene andere fynheid,)<br />

niet weinigen , noch gemeene ontleedkundigen,<br />

als waarlyk dwarfchen, befchreeven hebben.<br />

Eindelyk worden in het herte, behalven op de<br />

buitenfle oppervlakte , de binnenfle fpierlaagen<br />

door geen vet omgeeven, waaruic men wederom<br />

ziec, hoe zeer de eenvoudigheid, voiftrekc zuiver<br />

zynde, de waarheid fomtyds beneveld. Niet al­<br />

leen de vezelen van het herte, maar ook van de<br />

tong, zyn zeer ingewikkeld. Derhalven moec een<br />

ontleedkundige niet alleen voortgaan met zeer<br />

(g) Phyfiol. T. I. p. 35 *•<br />

goe-


IQO C. P E R E B O O M OVER DE<br />

goede oprechtheid , maar ook met de hoogde<br />

handigheid, om het Zegel der waarheid uittedruk-<br />

ken. Hoe groote konst heefc niet wel de wyd-<br />

beroemde RUISCH gebruikt, op dat hy de klu­<br />

wens der vaten aantoonde, die MALPIGHIUS<br />

voor klieren gehouden heeft. Te weten , het<br />

gevoelen van MALPIGHIUS was dusdanig' dat<br />

byna de geheele waereld ' der Geneesheeren het<br />

aannam voor beweezen , en onder de onbetwis-<br />

baare kundigheden ftelde , dat alle affcheiding<br />

gefchied door klieren, en dat de affcheiding niet<br />

kan volbracht worden , zonder een klierbuisje<br />

maar daar RUISCHIUS niet alleenlyk zyn pleit'<br />

geding door zeer fterke redenen, maar daarenbö-<br />

-ven door vertooning der zeer fchoone lykberei*<br />

dingen, van zyn eigen hand , bevestigde, is het<br />

allengskens gefchied , dac het gevoelen van hem<br />

de overhand genomen heefc: namentlyk, hy heeft<br />

aangetoond (i), dat de ingewanden tot affcheiding<br />

gefchikt,- en voornamelyk derzelven klierkorlen en<br />

zaamgekluwende klieren, uic enkele vacen worden<br />

zaamgefteld, door middel van hec vetvlies vereenigd;<br />

en mee. die kragt verbonden, op dat de klierkorl<br />

beftaa: en daar BOERHAAVE, de fcherpziende<br />

Advocaat van MALPIGHIUS. in dat pleitgeding,<br />

zyne zeer zwaare bewysredenen aan RtJiscmus<br />

tegenwierp , antwoordde deeze eenvoudiglyk y<br />

W H ALLER. /. c. T. II. p. 3s4. (0 L. c. p. 394. --*~\ A k\ •<br />

k o o m


SPREUK VAN BOERHAAVE. 191<br />

koom en zie. Voorts zoo dra RUISCHIUS on­<br />

dernomen had te bewyzen , dat ook die klier-<br />

korlcn, dewelke MALPIGHIUS had voortgebracht<br />

voor zyne meening, wel degelyk , en derhalven<br />

de geheele ingewanden , en geheel de klieren,<br />

beftaan uit enkele vaatjes, word dit fchouwfpel<br />

verhaald, als zo (F) eenvoudig geweest te zyn,<br />

dat BOERHAAVE , de hoogfte voorftander der<br />

tegenoverftaande fekte, beleed naar zyne oprecht­<br />

heid, dat hy niets zag in de klierkorrels der le­<br />

ver, behalven vaatjes. Eindelyk dezelve BOER­<br />

HAAVE, fteeds oprecht zynde, heefc zyn gemoed<br />

in de laatfte jaaren zyns levens derwaars geneigd,<br />

dat hy toe de meening (/) van zyn' vriend overging.<br />

Uit welk ftaaltje blykt, dat men meer moet too<br />

kennen aan onderzoekingen, gedaan met een' een­<br />

voudige hand , en welke de waarheid naakt te<br />

voorfchyn brengen, dan aan de fcherpzinnigfte re­<br />

deneeringen. Hec geval zelfs kan voorwaar zom­<br />

tyds iets doen, dac de proefneemingen, offchoon<br />

zeer behoedzaam genomen, ongelukkig uicvallen.<br />

Hec lyk hebbe (lechcs iecs bovennatuurlyks voort-<br />

tebrengen, en laat de gelegentheid om de proef<br />

te herhaalen ontbreeken, hoe licht zal de fcherpst-<br />

ziende van den regel afwyken : gelyk die hand­<br />

greep , waardoor beweezen word, dac 'er geen<br />

(£) L. c. p. 388.<br />

CO L. c. p. 3i>5-<br />

lucht


192 C. P E R E B O O M OVER DE<br />

lucht is in de holligheid van de borst , om de<br />

aangroejing van het borstvlies met de longen ,<br />

door de uitkomst dikwiis word te leur gefield.<br />

Waarom het herhaalen der proeven wel raadzaam<br />

is om de waarheid na te fpeuren: derhalve gee­<br />

ven voortreffelyke Mannen de voorkeuze aan de<br />

waarheid, gehaald uit bereidingen met eigen hand<br />

en eigene oogen, boven het zweeren in de woor­<br />

den van zyn' Meester, of boven hec opflapelen<br />

der uitvindingen van anderen : het geene de oor­<br />

zaak is geweest, dat de voor 't overige onfterfe-<br />

lyke BOERHAAVE, onder het vlytigst verzame­<br />

len der voortbrengzelen van MALPIGHIUS en<br />

RUISCHIUS over hec zamenftel der klieren, min­<br />

der gelukkig gedaagd is , om beide gevoelens<br />

overeen te brengen, mee de affcheiding door vaat­<br />

jes, alleenlyk in de nieren en ballen, coecelaaten,<br />

welk gevoelen daarom laacere Schryvers Qn) met<br />

recht vereenvoudigd hebben. En zekerlyk, indien in<br />

eenige konst, geld hec in de ontleedkunde, dat<br />

gelykende dingen niet gelyk zyn , want hoezeer<br />

de ontleeding der dieren voorlicht, nogthans is<br />

deeze niec genoeg, om het gefchil, wegens het<br />

zamenflel van het menlchelyk lichaam, te beflegten:<br />

gelyk, by voorbeeld, aangaande hec oogappelvlies van<br />

nieuwgeboorenen, de overeenkomsc in 'c eersc uit<br />

0») BOF.RIIAAVE Pralect. HALL. «o/» §. 353. T. JIL<br />

p. 223.<br />

de


SPREUK VAN BOERHAAVE. 103<br />

de vogelen zeer groote kracht gehad heeft: daar­<br />

na hebben de voornaamften der Ontleedkundigen,<br />

ALBINUS; de oprechte ert uicrieemende WACH­<br />

T E N DORP; de zeer geleerde en zedige H*L-<br />

LER eindelyk ; zich als mededingende uitvinders<br />

verklaard van dit oogappel vlies, in jonge dieren;<br />

en ten laatften ook in de rhenfchelyke vrucht:<br />

maar de dierontleeding fteld zomtyds de verwach­<br />

ting te leur: want men mag niet uit overeenkomst<br />

befluiten , dat het vlies allantoides zy een be-<br />

kleedzel der menfchelyke vrucht , offchoon dat<br />

ftandvastig in de dieren gevonden -word : zo zedig<br />

behoord hy wys te zyn , die behaagen fchept,<br />

om onder het geleide van dien eenvotidigen draad<br />

der natuure , de doolhoven der lyken te door­<br />

wandelen. Maar laat ons overgaan tot de men­<br />

fchelyke Huishoudingskunde, om ook het voor-<br />

treffelyke der eenvoudigheid in deeze leere waar<br />

te neemen: waarvan, wel is waar, de eerfte be­<br />

ginzelen zyn de Ontleedkunde zelve, welke we-<br />

tenfchap wy beweezen hebben geheel eenvoudig<br />

te zyn , door oprechtheid en achtbaarheid; als<br />

mede de geheele Natuurkunde, welker leerftellin-<br />

gen, in 't byzonder op de dierlyke Huishouding<br />

toegepast, worden opgemaakt uit de allereenvou-<br />

digfte proefneemingen: te weeten, de omloop des<br />

bloeds is de voornaamfte leerftelling der Phyfio-<br />

logie. Edoch HARVEJUS heefc reeds uit het<br />

zamenftel der klapvliezen kunnen bewyzen , dat<br />

IX. DEEL. N het


194 C. P E R E B O O M OVER DE<br />

hec bloed noodzaakeiyk uit het herce vliecce in de<br />

flagaderen, en heefc wel op hec zoo eenvoudig<br />

als redelyk beginzel, welk in de fchoolen uit het<br />

ongerymde genoemd word , zyn zeer gewigtig<br />

voorftel gegrond. Voorts volgde LEEUWEN­<br />

HOEK noch nader dezelfde eenvoudigheid van<br />

bewyzen op , als hy den flagaderlykên Aroom<br />

van het bloed mee hec vergrootglas voor hec<br />

oog te voorfchyn bracht. Anderen hebben den<br />

loop van het bloed door eenvoudige binding der<br />

vaten aangewcezen , en 't blykt alzins dat alle<br />

waarheid , die wy van den omloop des bloeds<br />

hebben, byna geheel op eenvoudige proefneemin-<br />

gen rust. En alzo is hec met hec overige ge-<br />

Ieegen: hoe fchoon worden de beenderen als hef-<br />

boomen aangemerkc om de meenigvuldige bewee-<br />

gingen van hec menfchelyk lichaam te verklaaren,<br />

en van welken de beweegkrachten de fpieren zyn:<br />

de longen zyn als een blaasbalg , waardoor de<br />

lucht met beurtelingfche beweeging van de borst<br />

en het middelrifc word uicgeblaazen: de bewee­<br />

ging van ons menfchelyk werktuig zelve gefchied<br />

volgens wetten van het evenwicht; de werking<br />

van het gezichc word opgehelderd door vergely-<br />

king mee eene donkere kamer; mee een woord,<br />

de zeer eenvoudige wetten van NEWTON wor­<br />

den van de Natuurlykehuishoudingskundigen als<br />

regels aangenoomen, door welken het befluit ge­<br />

fchied van hec algemeene tot het byzondere.<br />

Maar


SPREUK VAN BOERHAAVE. 195<br />

Maar op dac wy de deeltjes , waaruic onze vasce<br />

en vloeibaare deelen zaamgefteld worden, meer<br />

onderfcheiden konden, moesc de Scheidkunde ce<br />

hulpe geroepen worden , welke wecenfchap ,<br />

offchoon die volbrachc word door een langen<br />

voortgang , de voorkennis der eenvoudigheid en<br />

de leere der baarblyklykheid medebrengt : doch<br />

men meend hiermede niec zodanige eenvoudigheid,<br />

als of elke bewerking niec c'zaamgefteld wierd uk<br />

verfcheiden samenlopende dingen , noch ook de<br />

verfcheidenheid van veele werkcuigen behoefd, maar<br />

dusdanig, ook volgens de lesfen van BOERHAA­<br />

VE ( N) , dac die bewerking gemakkelyk, weinig<br />

veranderende, en onderfcheiden zy. Alzo leerd Hy;<br />

hec bloed , onderworpen aan de fcheidkundige onc-<br />

leeding, beftaac, voor eersc uic water,geest, zout,<br />

en oly. Daarna geeft het koolig overfchot zuur,<br />

zouc, onbeweegelyke luchc, en aarde: wac zoude<br />

eilieve eenvoudiger na zeer langen arbeid kunnen<br />

uicgebrachc worden: en nochthans worden de al-<br />

lerfynlle redenen der Natuurhuishoudingskundigen<br />

van de menging der vochten, byna uic dezelfde<br />

fonteinen gehaald: wac meer is, de krachcen der<br />

geneesmiddelen worden gebrachc coc zekere ben-<br />

dens, uic hunne verfcheiden fcheidkundige begin­<br />

zelen ; of nadac ook beweezen was door een een*<br />

voudigen coettel, dac, by voorbeeld, het plantzuur<br />

Q>) Infl. Chem. T. II. proleg. ƒ>. 5«<br />

N Ü<br />

het


196" C. PEREBOOM OVER DE<br />

het bloed verdund, en het mineraaizuur dat ver­<br />

dikt; word de fcheidkundige reden in 't gemeen<br />

uit die bewerking verkregen, om te befluiten,<br />

welk een kracht deeze Arczenyen op het men­<br />

fchelyk lichaam pleegen te oefïenen.<br />

Ik ga over tot de Ziektekunde , een doolhof<br />

voor hun, die ontbloot zyn van den draad der<br />

eenvoudigheid,ondertusfchen een rechrenweg voor<br />

ons, nadat BOERHAAVE ons geleerd heeft onder<br />

anderen, om de ziektens van haare eigentlyke oor-<br />

zaaken afteleiden. Maar de Natuurkunde is een<br />

groot grondbeginsel van doeze wetenfchap, daar<br />

de natuur der beledigde werktuigen getnakkelyk<br />

verklaard word uit het denkbeeld van gezondheid.<br />

Dus, ziekte word genoemd (V) het denkbeeld der<br />

afwezigheid van hec vereischte tot alle mogelyke<br />

oeffening , of van de tegenwoordigheid van het<br />

beflrydende tegen dezelve oeffening: derhalve de<br />

ziekelyke afwyking word van zelfs voorgefteld uit<br />

de kennis der gezonde werkingen. Dan hoe groot<br />

is de eenvoudigheid van BOERHAAVE, daar wy<br />

uit deeze bron de ziektens der vezelen, ja ik mag<br />

Byna zeggen , der hoofdftoffen , uit welken ons<br />

lichaam beftaat, kunnen afleiden! gelyk allerklaarst<br />

uit even dezelfde beginzelen kunnen verkregen<br />

worden de denkbeelden der verfcheiden ziektens<br />

van zwakheid, flapheid, ftyfheid, en veerkracht.<br />

(*) BOEIUI. Inft. Med. §. 696.<br />

Maar


SPREUK VAN BOERHAAVE. 197<br />

Maar wie, ten zy een vreemdeling in de School<br />

van EO ÜUH AAVE (ƒ>) , is onkundig, dat ook de<br />

denkbeelden der verwardfte ziektens door kracht<br />

van redeneering kunnen herleid, en als ontbon­<br />

den worden tot de gezegde eenvoudigen? het is<br />

wel waar, dat de vezelen, afzonderlyk befchouwd<br />

zynde, nooit derzelven enkelvoudige ziektens, als<br />

waargenoomen, en geiieezen door de Geneeshee­<br />

ren , bellhreeven worden; maar nochthans de zeer<br />

eenvoudige ziektens zyn niet raar, van vezelen te<br />

zaamgegroeid uit vereenigde draaden, en leggen den<br />

grondllag voor het begrip van anderen, zodra men<br />

die ziektekundig ontleed. Maar opdat niet iemand<br />

zegge, als of genoeg zy, orn de ziektens te onder­<br />

fcheiden, dat een Arts onderweezen .worde ia de<br />

beginzelen der iNatuurlykehuishouding , moet die<br />

groote betrekking ook aangewezen worden, waar­<br />

door het gezonde lichaam verknogt is-, mee de<br />

zes zo genaamde niec natuurlyke dingen.<br />

De zeer fyne BOERHAAVE heefc de zeer<br />

eenvoudige hoofddeelen van deeze zes , herleid onder<br />

vier Bendens, of hy ook zyne eenvoudigheid in<br />

de leere zelve mogt iniyven, om dus den rechten<br />

weg te openen ter doorgrondinge der ziektens:<br />

maar men enderfcheid de oorzaaken der .ziektens<br />

in naaste en verafgüvgene; de naaste oorzaak der<br />

ziektens is een mee de ziekte ZJIVC, en deszelfs<br />

O) BOF.RII. §. r- *<br />

W) Infii Med. §. 736. ^_<br />

N 3<br />

toe*


198 C. P E R E B O O M OVER D E<br />

toevallen kunnen wederom als nieuwe ziektens<br />

aangemerkt worden , immers welker naaste oor,<br />

zaak uit de voornaame ziekte afgeleid word- het<br />

geene toegedaan zynde, word licht beweezen,<br />

dat volgens deeze leere doch de allerzaam^efieldlte<br />

ziektens onder zeer eenvoudige hoofddukken kun,<br />

nen gebracht worden, en aan redelyke öhriéedn*<br />

onderworpen zyn: het geene noch klaarder te<br />

verdaan is, zo dra geene verfchynfelen van ziek­<br />

tens voor waare toegelaaten worden , tenzy zy<br />

voor de zinnen bevattelyk zyn, gelyk ook geene<br />

tekenen of voortekenen van ziekte geloof verdie.<br />

nen, bebalven die, welke regelrecht uic de fon­<br />

teinen der Ziektekunde gefchept worden.<br />

Thans is de weg gebaand, om op niec minder<br />

eenvoudige beginzelen de leere der Heeikonsc ce<br />

gronden. Zulks is aan B O E R H A A V E in 't gemeen<br />

gelukt in zyne kortbondige fpreuken na de nirgaave<br />

door van SWIETEN: in welk onvermoeid getuigt<br />

fchrift uit den beledigden omloop, verfloppinge;<br />

Uit de verftopping,ontfteeking; uit de ontfteeking,<br />

etterwording; uic de etterwording, wederom an­<br />

dere toevallen, ten fraaiften afgeleid worden: op<br />

dezelfde wyze heeft die voordander der Genees­<br />

konst over de beenbreuken, de wonden, de ont-<br />

wrigtingen gehandeld, zoo dac ik een ruim veld zou­<br />

de hebben , indien ik flegts de cytels van een­<br />

voudigheid, die in dac onfierfelyk werk voorkoo-<br />

rtien, wilde aamvyzen.<br />

Laat


SPREUK VAN BOERHAAVE. 199<br />

Laat ons flegts de Ontfteeking ten voorbeelde<br />

neemen, dewelke BOERHAAVE (O befchryft te<br />

beftaan in eene drukking van het roode bloed,<br />

dildaande in de kleinfte kanaalen , en eene wryving<br />

door de beweeging van het overige omloopende<br />

bloed, welke omloop door koorts verfneld<br />

word. Ik zal my niet inlaaten om deeze leere<br />

van BOERHAAVE hier of te betwisten ofte verdedigen;<br />

ons is genoeg daaruit te zien, hoe de<br />

groote man met alle mogelykheid getracht heeft<br />

eenvoudig, dat is, klaarblyklyk, te zyn, om zyne<br />

gevoelens te ftaaven. Hy veronderfteld eene drukking<br />

en eenen dildand van bloed, dat is hy veronderfteld<br />

verftopping die niet op zichzelven gelaaten<br />

word, maar de tegenwerking van het levendige<br />

lichaam moec uitftaan en verdragen, waardoor<br />

een aanval op het roode bloed , dat de flagaderen<br />

en aderen verftopt heefc , gefchied. Deeze<br />

veronderftelling is geenzins onberedeneerd , maar<br />

in cegendeel door hem in een geheel daarcoe gefchikc<br />

hoofddeel afgehandeld (O > en de Verftopping<br />

bereids als oorzaak van oncfteeking (O aangewezen.<br />

De verftopping door drukking beledigd<br />

wordende, kan hier uic ontdaan Verbreking van<br />

hec verdopte deel en uitvaating van hec ftilftaande<br />

roo-<br />

(r) L. c. p. M.<br />

(ï) P. 160. §.. 107.<br />

CO §• 122<br />

- ft fr . . .<br />

" 'N 4


tco C. P E R E B O O M OVER DK<br />

röode bloed , hec gene nochtans geen ontff.ee.<br />

king is; maar wanneer by de gezegde drukking<br />

komc Wryving en febuuring van hec overige bloed,<br />

jnec vermeerde!.len koonsachtigen omloop, daar<br />

heeft men het juiste denkbeeld, hoe BOERHAAVE<br />

de ontfteeking heefc begrepen. Toets nu, Leezer,<br />

aan dit denkbeeld alle gevallen van ontfteeking,<br />

en gy moogt veilig den ftcmpel der waarheid Haan<br />

op een van beide; te weten of op de zekere aan-<br />

wezencheid van ontfteeking, of ten minften van die<br />

ziekte, welke BOEK HA AVE onder den naam van<br />

ontfteeking befchryfe, zo dikwerf gy eene gedrukte<br />

verftopping der bloedvaten , met hitte cn koorts<br />

verzeld, hebt aangetroffen.<br />

Geen duisterheid blyft 'er thans in het verkiaa-<br />

ren der geheele ziekte meer overig. De zitplaats<br />

der ontfteeking is reeds bepaald'in 't bloed en de<br />

-bloedvaten. De eerfte oorzaak is verftopphg of<br />

bever hec beginzel van verftopping, hec zy in de<br />

bloedvaten zeiven huisvetcende, of.meer byzonder<br />

in het bloed, of in de nabygelegen deelen. De<br />

daarby komende drukking en koorts hebben wy<br />

reeds aangewezen. De ontfteeking word derhalven<br />

vermeerderd door alles wat verftopping maakt, en<br />

geneezen door dezelve tegen ce gaan. Van hier<br />

de aanwyziugen om de belediging der verftopte<br />

vaten te verhoeden , en zo 'c mogelyk is , de<br />

verftopping zelve wegteneemen; om de verftopte<br />

ftoffe te ontlasten en langs bekwaame wegen te<br />

loo-


SPREUK VAN BOERHAAVE. 201.<br />

loozen en afteleiden; en om de gevolgen der ont­<br />

fteeking voortekomen.<br />

Voor 't overige , deeze dingen zyn zo klaar<br />

door zig zeiven, en loopen ieder een in 't oog,<br />

dat wy veilig moogen overgaan tot de uit- en in-<br />

wendige geneesmiddelen,. dewelken ik weder kor-<br />

telyk Ml^aantoonen , dat volgens de leere van<br />

BOERHAAVE moeten vereenvoudigd worden. Te<br />

weeten, de vergelyking van iedere ziekte met den<br />

gezonden ftaat, leverd op voorbehoedende :en ge­<br />

nezende aanwyzingen, dewelken kunnen leeren,<br />

(na de uitvinding der Geneeskunde door eenvou­<br />

dige ondervinding ,) hoedanige Artzenyen moeten<br />

aangewend worden. Maar opdat alle geneesmid­<br />

delen aan de ondervinding, als aan een toetfteen,<br />

moogen getoetst worden, moeten zy volftrekq<br />

eenvoudig zyn, opdat uit het zaamgeftelde geen<br />

verwarring en onoplosbaare zwaarigheid ontftaan.<br />

Wy begrypen thans de gegronde reden, waarom<br />

de voornaamfte konftenaars met weinige , doch<br />

beproefde geneesmiddelen, te vrede zyn geweest,<br />

en voor lichtvaardige Artzen gehouden hebben<br />

hen, die nieuwe, doch onbeproefde geneesmid­<br />

delen, flechts uit praalzugt, aan hec gemeen plee­<br />

gen optedringen : wyders wie bezefc niet, dat ge­<br />

gronde ondervinding in de praktyk niet volmaakt<br />

kan verkregen worden, dan met weinige, dikwils<br />

herhaalde , artzenyen , derwelken ftandvastige wer­<br />

king een onwankelbaar vertrouwen baard. Ja, een<br />

N 5 e<br />

"


«ca C. PEREBOOM OVER DE<br />

en dezelfde vöorfchriften zyn voortreffelyksr, om<br />

aan een en dezelfde aanvvyzing te voldoen.<br />

Wyders hoe nuttig is het niet voor de beurs<br />

der zieken, en hoe geredelyk is het middel niec<br />

aan de hand, wanneer men met eenvoudige arezenybereidingen<br />

weet ziektens te bedryden. Men<br />

is op het geringde dorpje niet verlegen, daar veele<br />

faamgedelde voortbrengzels met grooten toedel<br />

naauwelyks in een dad kunnen klaargemaakt worden.<br />

Ik zal degts ten voorbedde bybrengen, -dat<br />

volgens B O E R H A A V E een windbrekend klisteer<br />

kan gemaakt worden uit een eenvoudig afkookzel<br />

van gemeene camille met een weinig honig ;<br />

daarentegen is het volgende voorfchrift niet anders<br />

dan het windbrekende klisteer van MVNsicHT;ze<br />

zyn beide daarenboven even goed, maar welk een<br />

Verbazend onderfcheid in het eerde eenvoudige en<br />

het andere famengedelde, van omtrent 17 oneen<br />

colatuur.<br />

3<br />

jji. Rad. zedoar.<br />

Bacc. jumper, aa ij.<br />

. Herb.. chamom. vuig.<br />

Aneth.<br />

Fcenicul.<br />

Mercur.<br />

Chozrefol. "a 3/3.<br />

Sein.


SPREUK VAN BOERHAAVE. 205<br />

Sem. Agni casti.<br />

Cymin.<br />

Anif.<br />

Ammios.<br />

Carvi. 7 3 üj.<br />

Pulp. Colocynth. 3/3.<br />

Coq. 6P i£. Colatur aj.<br />

Ol. Rutac. pfy<br />

Elec. de bacc. laur. |j.<br />

Casf. ree. extract. §/3.<br />

Sal. Comm. 5 ij.<br />

Castor. d}.<br />

M. & F. Emma.<br />

Duizend zodanige windrige voorfchrifcen uittefchryven,<br />

zoude niet moeijelyk zyn. Men fia het<br />

oog flegs op de theriaak Van ANDROMACHUS, en<br />

overweege den loozen trek van deszelfs uitvinder<br />

om zich een' naam te maaken. Hy had algemeen<br />

"hooren pryzen de geneeskracht van het mithridatium<br />

van DEMOCRATES: hiervan kon hy veilig<br />

en ondervindelyk gebruik gemaakt hebben , maar<br />

behendig bedacht hy eene nieuwe artzenybereiding,<br />

door eenige weinige drogeryen Uit het mi"<br />

thridaat te verwerpen, de overigen netjes te kopiëeren,<br />

daarna zyne theriaak te vermeerderen <br />

(0 roemruchtige kunstgreep, waarvoor de waereld<br />

altoos aan ANDROMACHUS zal verplicht blyven!><br />

mat flangenvleesch, en het welk de fpil der zaake<br />

was,


5C-4 Cï P E R E B O O M OVER DE<br />

was, met vermeerderde hoeveelheid opium. Tot<br />

pynftilling en flaap ver wekking is een greintje opium<br />

even krachtig als een drachma theriaak: ja me­<br />

nigmaal is de eenvoudige opium veel veiiiger<br />

middel.<br />

Of is de ipecacof


SPREUK VAN BOERHAAVE. 205<br />

voudiger gefchied, door uitgeleczene en beproef­<br />

de middelen, en veel meer dan door zodanig<br />

mengelmoes , hoedanig doorgaans aanbevoolen<br />

word in de Apotheeken , alwaar de zaamgeftel-<br />

den, als by geval, fchynen aangewaayd te zyn.<br />

Eindelyk die aanmerking opend eene nieuwe myn<br />

van eenvoudigheid: te weeten, dat ieder genees­<br />

middel is begaafd met verfcheiden , zo wel hoe­<br />

danigheden, als krachten; om tegelyk genoegzaam<br />

te worden tot veele gebruiken. Gelyk als de<br />

ipecacoanha by voorrang wel een braakmiddel is,<br />

maar daarenboven heeft zy eene buikzuiverende<br />

kracht, is verfterkende, en een tegengift: insge-<br />

lyks heeft rhabarber pisdryvende en buikzuiveren­<br />

de krachten : alle pisdryvende middelen zyn ook<br />

borstmiddelen: en alzo zal alle geneesmiddel kon­<br />

nen aangewend worden tegen verfcheiden ziektens.<br />

Maar de pen haast zich reeds: vermids my zelfs,<br />

daar ik wilde over de eenvoudigheid handelen,<br />

niets meer ter herte gaat, dan dat de inhoud, de<br />

ftyl, en orde van deeze Redenvoering, niet on-<br />

gelyk zouden zyn aan de Zinfpreuk:<br />

S'mpliciter.<br />

DER-


D E R D E<br />

ANTWOORD<br />

OP DE<br />

V R A A G ,<br />

VOOllGEST ELD DOOR HET<br />

GENEESKUNDIG GENOOTSCHAP,<br />

ONDER DE ZINSPREUK<br />

S ERVJNDIS CIVIBUS:<br />

Over de Spreuk van den Grooten Boerhaave,<br />

SIMPLEX VERI SIGILLUM.<br />

DOOK.<br />

Medicinae Doctor te Amfterdam.<br />

onder de zinfpreuk:<br />

QUANTUM EST IN REBUS INNANE!<br />

Aan den Schryver van het welke de Zilveren<br />

Gedenkpenning in de tweede plaats<br />

is toegeweezen.


s-1..<br />

Oneerbiedig is hy die den naam van den grooten<br />

Leermeester BOERHAAVE zonder voorafgegaane<br />

loffpraak aanhaalt , en onbekwaam die<br />

hem mee cieraadjen omkleed wil voordellen.<br />

BOERHAAVE ftygc boven alle lofgedingen: alle<br />

gaven der natuure, de gelukkigfte gaven, maaken,<br />

in het voetfpoor van wysheid en deugd, voortgangen<br />

, ongenaakbaar voor het begrip der Loffpreekers<br />

en Redenaars. BOERHAAVE'S zonderling<br />

verftand, boven menschlyke zorgen yver,<br />

en zyne poogingen tot deugdzaame inzichten ,<br />

konden niet anders dan allernuttigst zyn voor het<br />

menschdom; immers de bewaaring en verzekering<br />

var*.deszelfs beflaanbaarheid zyn de'tweede<br />

vermogens , wanneer men de fchepping de<br />

eerfte noemt : heeft die dan lof nodig, die in<br />

rangfehikking de eerfte den Schepper volgt,<br />

BOERHAAVE?<br />

§. 2. Het geen de helfte der Geneeskunde uitmaakte<br />

, werd gezegd van de Goden afkomftig, en<br />

door een erflyk . recht aan den ftamling HIPPO-<br />

CRATES naagelaaten te zyn; het geen HIPPO-<br />

CRATES door een erflyk recht bezeten heeft,<br />

heeft onze groote Leermeester ook in bezitting<br />

gehad , en is dus gelyk met de erven der Godlyke<br />

gefchenken.<br />

§. 3. Uitvindingen i op gezonde redenen fteutiende,<br />

en proeven, op het werktuiglyke lichaam<br />

JX. D B EL. O ge-


aio E. KRUMPELMAN OVER DE<br />

genomen, hebben deeze konst verrykt: de navor-<br />

fching der byzondere lichaamsdeelen door VESA-<br />

LIUS, ASELLIUS, HARVEUS, PECQUET, LI-<br />

BERIN, WARTHON, DRELINCURT1US, BAR­<br />

THOLINUS, RUISCH, de wetten van derzelver<br />

zamenftelling, door BOY LE, BOREL, BELLINI,<br />

MALPIGHII, PITCARN, waargenomen, maaken<br />

deeze wetenfcbap meer uitgebreid, en van groo­<br />

ter waarde. Hy, die het wanbegrip der Genees­<br />

kunde van de waarheid wist af te fcheiden, rukte<br />

het menschdom uit grooter gevaar en verwoes­<br />

ting, dan ooit pest of verdelgende oorlogen kon­<br />

den te weeg brengen, namelyk uit het bellier der<br />

verfchillende fecten, die de Geneeskunde een lan­<br />

ge reeks achtereenvolgende eeuwen tot moord-<br />

greepen hadt verbasterd. — Hy, die-den invloed<br />

aller wetenfchappen op het werktuiglyke lichaam<br />

gekend, en derzelver wetten met die der natuure<br />

vereenigd heeft , moet immers als de oprechtfte<br />

hervormer der Geneeskunde , en zuiverde Leer-<br />

fteller door ons, zyne Leerlingen, geëerd wor­<br />

den. — Met welke nedrigheid beantwoordde hy<br />

de verwondering over groote geneezing hemf ;<br />

dank-<br />

betuigd? — hoe naarftig toonde hy de aanwyzing<br />

der natuur! het tuigwerklyk gebrek, het wiskun­<br />

dig einde der geneezing ! !— hoe affchrikkelyk<br />

was hy van wanftallige vermengingen en bereidin­<br />

gen.' — hoe mistrouwde hy de geheime kracht<br />

van onbekende geneesmiddelen, wanneer hy met<br />

• de


SPREUK VAN BOERHAAVE. au<br />

de fpreuke onderrichtte: „ kent een waar genees-<br />

„ middel aan zyne eenvoudigheid," Simplex verl<br />

figillum.<br />

$. 4. Men begrypt ligtlyk, dat deeze zin niet<br />

gelyk is aan die der kruidmengers, dat namentlyk<br />

de eenvoudigheid beftaan zoude in de vermyding<br />

van eenige vermengingen, welke konstgrepen vorderen<br />

, of in de toediening van een enkel geneesmiddel,<br />

dat in laagen prys is, en aan hun woeker -<br />

zuchc voldoet. Geenzins; de eenvoudigheid van de<br />

geneeswys wordt als dan verftaan , wanneer ze<br />

de gebrekkelykheid onzes lichaams verbetert, aan<br />

het einde voldoet, en niets overvloedigs heefc ,<br />

dat nimmer voordeel, maar altyd naadeel kan te<br />

weeg brengen. Konstlyke werktuigen, van welke<br />

clasfe die zyn , . vergeleeken met dat van ons<br />

lichaam , zouden den konstarbeider den lust beneemen<br />

wegens den verren afftand, indien hy niet<br />

tevens bewonderde de grootheid des Scheppers in<br />

zyn fchepzel. De vastheid der beenderen, derzelver<br />

figuur, gepastheid , geledingen, uitfteekfels,<br />

geven zy niet het model aller bouwkundige<br />

werktuigen? — de byzondere plaatzingen der fpieren,<br />

fteunpuncen, geven zy niet hec leerfruk der<br />

kracht- en gewigtkunde zo eenvoudig als zamengefteld?<br />

— de buizen, holheden, de vochten,<br />

hunne proportie tegen elkander, hunne beweeging,<br />

geven zy niet de fraaifte konstvertooningen en<br />

onderrechtingen van wacerkunde, fonteinkunde,<br />

O % meet-


212 E. K R U M P E L M A N OVER DI<br />

meetkunde? — De zintuigen het oog, oor, enz.<br />

zyn de bewysgronden zelf der lichtkunde, ftraal-<br />

breeking en terugkaatzing, hec natuurlyk micros­<br />

coop , chelescoop ? —-de long is immers de lugt-<br />

pomp in volmaakcheid gelyk , en de voortduuring<br />

en befïaanbaarheid uic hoe weinig ftoffelyks ge­<br />

fchied die? en welke harmonie oeffenen deeze by-<br />

zondere werkcuigen op elkander in hec herftellen<br />

der ziekelykheden ? hec is fchandelyk , dac hec<br />

menschdom, hec model van alle meescerftukken ,<br />

het kort begrip van de natuurwetten, waar mede<br />

het Opperwezen ons mee onze fchepping heefc<br />

willen verryken, heefc verwaarloosd, en deeze heeft<br />

willen uitvinden in weelderige denkbeelden en<br />

veranderlyke phantafien.<br />

§. 5. Welk Geneesheer,wanneer hy tot byftand<br />

ran een zieken geraadpleegt wordt , verwondert<br />

zich niet over de geneeswyze, welke de natuur<br />

menigwerf zelf verrigt, en voorzigtig befluit niets<br />

té moeten aanwenden, het geen deeze geneeskun­<br />

dige kragten der natuur moge ftooren. Men<br />

mag te rechc zommige ziekcens f», gezond<br />

noemen, alwaar kwynende ongemakken, die door<br />

geen geneesmiddelen ce herftellen zyn , door<br />

eene nieuwkomende ziekte ontruimc worden.<br />

Voorwaar eenvoudiger kan niecs begonnen wor­<br />

den, dan alleen aanfehouwer te zyn, en aan­<br />

en) Morbus fahtbris, ASCLEPIADES.<br />

mer


SPREUK VAN BOERHAAVE. 213<br />

merkingen te maaken, welke bewegingen , langs<br />

welken weg, met welke gepastheid en maate het<br />

lichaam als dan is geneezende. Dwaaslyk zoude<br />

hy immers doen, die de juiste proportie der vaten<br />

tot de vloeiftofTen vind, geen fpanning der wan­<br />

den , geen belemmering, maar vryen loop in be­<br />

weging bemerkt, aderlatingen werkftellig te maa­<br />

ken, enz. — Gevaarlyk is hy, die, de natuurly­<br />

ke ontlasting ongehindert vindende , waardoor<br />

het lichaam, indien zo gemodereerc is, zich ver-<br />

beetert, dezelve wil forceren, waardoor de na­<br />

tuur een doodelyken cours zoude kunnen doen.<br />

Deeze geneeswys is wel de eenvoudigfte en bezit<br />

wel de meeste konst , vermits een Geneesheer<br />

te meer onderfcheiding moet bezitten, wil hy van<br />

doen of laaten zich gerust Hellen.<br />

§. 6. Hy is dan een wiskundig Geneesheer, wan­<br />

neer hy het werktuig van ons lichaam kent, en<br />

derzelver wetten weet, en dirigeert naar de ge-<br />

brekkelykheden in hec voorige. 'Er zyn wel te­<br />

genwerpingen die veel kragt tegen deeze geneeswys<br />

fchynen te hebben. Wanneer de Voorftanders der<br />

Stahlianen de neiging en afkeer der ziel op het<br />

ziekelyk bewyzen willen , ons vragen , welke de<br />

wiskundige werking van het opium is: mogelyk<br />

zoude die eenvoudig te beantwoorden zyn, waaren<br />

wy nader tot de kennis van het levensbeginzel<br />

gekomen. Men ondervind dac die levensbeginzel,<br />

zynde de gevoel- en beweegkragc, de veer, hec<br />

O S ge-


214 E. K R U M P E L M A N OVER DE<br />

gewigc van hec werktuig, door zommige geurige<br />

middelen opgewekt, door andere byzonder (tin­<br />

kende beteugelt en uitgedooft worde. Maar hoe?<br />

de magneetkragt is ook duister, en evenwel niet<br />

buiten hec beftek der wiskunde.<br />

§. 7. Verwonderlyk is het, hoe weinig onder­<br />

houd dit werktuig , op een onbekende wyze in<br />

beweging gebragc, doch regelmatig volgens wis­<br />

kundige gronden voortduurende, tot zyn beftaan<br />

nodig heeft. Het heefc immers by de oudheid<br />

gebleken, dac het menschdom, vry fterker in krag-<br />

ten, minder ziekelyk , toe vry hooger trap van<br />

ouderdom geraakte. Welke redenen zouden hier<br />

van zyn? De lugtsgefteltenisfe, denke ik, is wel de­<br />

zelfde geweest, die nu nog is. De gemoedsaan­<br />

doeningen waaren zelf toe hun nadeel, vermits<br />

zy minder befchaaft waaren. Hunne beweegingen,<br />

hunne kledingen verfchilden weinig van die van<br />

onzen Landman; edoch hun drank was water, en<br />

hunne fpyze was hec voedzel der aarde, namenclyk<br />

de groentens, en hec vleesch raauw,of een hoog-<br />

ften gefchroeir,<br />

$. 8. Deeze eenvoudige leefwyze ftrookc vol­<br />

komen met myn zin , en de Engelfche keuken<br />

heefc by my veel meer ingang dan die der Fran-<br />

fche, Laac ons immers de vleeschbereiding eersc<br />

coc een bafis houden. DeEngelfchen fchroeijen hec<br />

door een groote hitte; hec braad niec maar kookc in<br />

zyn eigen zap; de fchielyke uiczecting breekt ogen­<br />

blik-


SPREUK VAN BOERHAAVE. 215<br />

blikkelyk hec verband, hec weefzel van den caai-<br />

jen vezeldraad, en hec vleesch, offchoon hec bloe­<br />

dig en omcrenc raauw zich vercoonc, is evenwel<br />

malsch. Die hec langzaam en al ce gaar kooken of<br />

braden, doen door een langzamere hitce hec ge-<br />

leiachcige van het vascere gedeelte affcheiden; dit<br />

droogc voor eerst uit, word hard, en gelyk aan<br />

mufiek-fnaaren; de uitlekkende fappen verdeelen<br />

zig; het vetachtige word rans, en hec geleiachtige<br />

oncaarc, verbrand en verlooren. Weinig zal hec<br />

bacen mee knoflook of andere geuren den vleesch-<br />

fmaak nog meer ce vervreemden. Ik denk, dac deeze<br />

leefwys onze vochcen eerder verdeelc, oncaarc, en<br />

de vasthechcing des voedzels, de flerkte der vasce<br />

deelen cegenhoudc. Hec raauwe vleesch en deszelfs<br />

fappen zyn immers aan ons bloed en vezeldraad<br />

nader in gelykheid; een voorbeeld zy hec ey. Ik<br />

zal my hier niet verder over ophouden, dit zy ge­<br />

noeg voor de overige bereidingen.<br />

§. 9. Het water , de drank der ouden, is hun<br />

prjefervacif geweest en geneesmiddel in alle ziek­<br />

ten. Die is, zegt HOFFMAN, het remedium, fiv&<br />

panacea univerfaüs. Dit middel tempert de in-<br />

gebooren warmte, wekt de geesten zelf op, en<br />

drukt die neder in verfchillende gevallen. Dit is<br />

een zuiverend middel , dac de onreinheden van<br />

maag en darmen affpoelc, ja, naar dac het warm of<br />

koud is, alle kragcen bezie. Laauw gemaakc is het<br />

ontlastende door braaking, welke werking mees-<br />

O 4 tyds


2i5 E. KRUMPELMAN OVER DB<br />

tyds door ftoelgang achtervolgt worde; tot meer­<br />

der trap van warmte gebragt, is 'er niets dat meer<br />

weekmaakende is, dat den toegekrompenen vezel­<br />

draad verzagt, uitweekt, fleepvocht van het dikke<br />

flymerige word , en doortogc maakt door de<br />

buikvaten. Het zelfde gefchied in de overige<br />

omlopende vochten , dezelfde verzagting op den<br />

vezejdraad, en dezelfde verdunning der taaije en<br />

afwasfing der fcherpe vochten, welke, zo in heete<br />

als flepende ziektens, door een bevorderende uit-<br />

waasfeming ontlast worden. Gebruikt men het<br />

koud,-wat is meer verkwikkende? zenuwfter-<br />

kende ? veerkragtiger ? Het koude water geneest<br />

ftandvastig verzwakkinge der maag en ingewan­<br />

den, hypochondrie en hyfterie, (indien uit atonia);<br />

het is een byzonder borst- en uitwaasfeming - ver­<br />

fterkend middel, by toevallen welke uit aandoen-<br />

lykheid voortkomen; waarom het koude water de<br />

hebbelykheid tot verkouwing, zinkings, hoofdpynen<br />

en huids - aandoeningen promptelyk wegneemt.<br />

Buiten noch deeze voordeden heeft het niets, dat<br />

ons in verdenking brengt, niets geestryks, dat ons<br />

herfenftel verftooren kan , niets vreemds, dat<br />

of zuur, of loogachtigheid of vervuiling , of<br />

ontvreemding kan veroorzaken in ons lichaam ,<br />

en is dus niets anders dan een volmaaktheid in<br />

zyne eenvoudigheid, gaave der natuur ! genees­<br />

middel uit de hand van den Opperften artfenybe-<br />

reider, die het menschdom, dat in zyn begin, in<br />

de


SPREUK VAN BOERHAAVE. 3.17<br />

de gronden der wetenfchappen geenzints volleerd<br />

was , door een dierlyk inftincc, zyn prafervatif<br />

en geneesmiddel heeft tot zyn welzyn leeren ken­<br />

nen en gebruiken.<br />

$. 10. De konst van geneezing, naar maate dee­<br />

ze naderhand heeft toegenomen , heeft te gelyk<br />

de geringheid v«n des menfehen begrip gelee-<br />

raart \ de gronden , waaruit de aanduidingen<br />

der natuur eerftelyk getrokken wierden , hebben<br />

onze onweetendheid aangetoond door laatere en<br />

nauwkeurige waarneemingen; de meenigte der<br />

kruiden, planten , en andere voortbrengfels der<br />

natuur, als geneesmiddel (zonder bepaaling) ge-<br />

beezigc, hebben weinig voordeel, maar veel byge-<br />

loof en verwarring veroorzaakt; — de zaamenftel-<br />

ling van geneesmiddelen heeft verkeerdelyk het<br />

vertrouwen gewonnen ; — de fcheikundigen<br />

hebben in de aanpryzing van hunne door<br />

vuur bereide ertfen , enz. niets anders dan loo-<br />

gentaal en bedrog in plaatze van geneezing doen<br />

ondervinden. Ik herhaal het , naar maate wy,<br />

door opgeblaazendheid , van de Goddelyke ge-<br />

fchenken afgegaan zyn, hebben wy ondervin­<br />

dingen gemaakt in ons verderf en vernietiging.<br />

Gelukkig dan voor ons menfehen, dat onder de<br />

konst-aanbidders één is opgeftaan , een HIPPO-<br />

cRATKs, die niets verdigt heeft, niets vermeer­<br />

dert, maar alleen de natuur en haare wetten zor-<br />

gelyk heeft gade geflaagen , en opregt opgegeven,<br />

O 5 Hy


2iS E. K R U M P E L M A N OVZR DB<br />

Hy heeft, naar den zin van de Goddelyke wys-<br />

heid zelf, de verfchillende gefteidheden , en ge­<br />

volgen van hec geen voordeelig of nadeelig was,<br />

waargenomen en getrouwlyk aangecekent. Fili,dum<br />

vivis periculum fac animi tui , ac vide quid fit<br />

malum, ac ne des UIL Non enim omnia omnibus<br />

conferunt. Ecclef. cap. XXXVIII. vers 30.<br />

§. 11. Het gecal der geneesmiddelen , waar<br />

mede de winkels pronken, heeft zodanig toege-<br />

noomen, dac de weezendyke vergiften , die met<br />

geen becrekking op eenig toeval anders dan ver­<br />

dervend kunnen worden , het roccekruid, cobalc,<br />

loodbereidfels , padden en andere vuilheden niec<br />

uitgenomen , 'er onder begreepen worden- Wy<br />

zullen die voor onze Verhandeling even als voor<br />

den menfchelyken welftand verwerpelyk houden,<br />

en alleenlyk de nuttigheid der eenvoudige genees-<br />

wyze betoogen.<br />

§. 12. Wy befchouwen ons lichaam als een<br />

wacerwerktuig, beftaande uic een menigce bewe­<br />

gende buizen, die een byzonder vochc voeren in<br />

byzondere direccien, naar dac deeze werkcuiglyk<br />

zyn ; en de gevolgen deezer bewerkingen zyn<br />

veranderingen , dienende cot beftaanbaarheid des<br />

lichaams, volmaaking der gezondheid , en afwee­<br />

ring der ziekelykheden.<br />

§• 13- Wy ondervinden, in ons lichaam even als<br />

in water- of andere bewegende werktuigen,een ge­<br />

pastheid van hec bewegende beginzel, de veer, het<br />

ge-


SPREUK VAN BOERHAAVE. 219<br />

gevvigc, de levenskragt, ook dezelfde wanordens<br />

die door eene ovcrmaatige of ongencegzaame<br />

beweegkragc voortgebragc worden. Welke aan­<br />

merking ons de aanleiding geeft tot de eerfte grond-<br />

ftelling, namentlyk , de maathouding van het hé-<br />

wegend beginzel.<br />

%. 14. Wy merken verder aan, dat de beweging<br />

der vaten, de vrye loop der vochten , gefchied<br />

door eene byzondere evenredigheid tot elkan­<br />

der , en door eenige vereischtens in de vaste of<br />

vloeibaare deelen zelf. Doch deeze vereischtens<br />

komen door de lichamelyke bewerkingen , eerst<br />

in de vloeibaare, dan in de vaste deelen ; en door<br />

deeze vereischtens gefchied de verfterking en be-<br />

kwaammaking der werktuigen. Zoo loopt alles in<br />

elkander. Zodanig is die Godlyke kring, cnz.divi-<br />

nus ille circulus, quo conjenfus unus & confpiratio<br />

una. HIPPOCRATES. Indien nu deeze bewer-<br />

kinge van de vaste deelen afhangt, indien men<br />

nu deeze deelen in grooter bekwaamheid tot hunne<br />

werking ftelt, zoude men dit, in eenen genees­<br />

kundigen algemeenen zin , verfterking kunnen<br />

noemen, waar uit dan volgt een tweede grond-<br />

ftelling. De verfterking van het werktuiglyk deel.<br />

§. 15. Vermits nu de menigte der verfchillende<br />

werktuigen, welke dit zamengeftel bevat, aan<br />

veelerhande verfchillende wetten onderworpen is,<br />

is het zeer ligt te begrypen, dat nu het eene<br />

dan het andere, door verfchillende oorzaaken ge-<br />

hin-


aao E. KRUMPELMAN OVER DE<br />

hindert wordt. Zullende dit een reden geven tot<br />

een derde grondftelling.<br />

§. 16. De geneeskundige herfielling der byzon-<br />

dere deelen, volgens hunne werktuiglyke wetten.<br />

$. 17. Ziet hier drie grondftellingen , welke<br />

zeer eenvoudig zyn , doch de gantfcbe Genees-<br />

en Heelkonst omvatten. Steunende alleenlyk op<br />

grondlyk begrip en zuivere ondervinding.<br />

§. 18. De aloudheid heefc reeds ondervonden<br />

de werking der plantgewasfen , byzonder der geu­<br />

rige , op het levensbeginzel, nevens die der geest-<br />

ryke dranken, als hebbende de eerfte meer invloed<br />

op het lichamelyke , de andere op de gemoeds­<br />

aandoeningen. Doch men zoude, wegens de onze­<br />

kerheid der kruiden , zo met opzigt toe de ver­<br />

fchillende rangfehikkingen, der geuren, als der­<br />

zelver hoeveelheid van vermogen , kunnen voor­<br />

dellen , door welke oorzaak zy werken op hec<br />

dierlyk lichaam? Zekerlyk 'er zyn plantgewasfen<br />

die het lichamelyk levensbeginzel byzonder opwek­<br />

ken , gelyk deeze geurige die wy bedoelen , en<br />

deeze meer of min uitwerken naar evenredigheid<br />

deeze kragt kenbaar is.<br />

§. 10. De vergelyking, welke deeze groeiftof-<br />

fen mee de gegeste geestryke vogten hebben, is<br />

in evenredigheid, namentlyk de dronkenmakende<br />

geesten, van welken aart die zyn , bezitten een<br />

fynen vluggen geest, fp. aither, aan zich zeiven<br />

gelyk, in hoeveelheid als hun dronkenmakende<br />

kragc


SPREUK VAN BOERHAAVE. 221<br />

kragt groot is; de geurige plantgewasfen leveren<br />

een fynen geest, van vaster zelfftandigheid, gelyk<br />

aan zich zeiven, in hoeveelheid als hunne op­<br />

wekkende kragt is. Den campher.<br />

§. 20. Campher, uit een foortvan laurierboom<br />

getrokken, kan niet alleen uit fpeceryen als ka­<br />

neel, cardamom, jenever, munt, zever, duizend­<br />

blad , maar ook uit onze balfemieke planten als<br />

rosmaryn, faly, hysfoop, lavendel, majoryn, thym<br />

en een menigte andere voortgebragc worden.<br />

§.21. Wanneer wy deezen ontleden willen , ont­<br />

dekken wy niet klaar zyne zaamenftelling. De aard­<br />

of zuure grondbeginzels, worden door de konst<br />

niet ontwikkelt, maar wy zien een vast vetachtig,<br />

doorfchynend, ten eenemaal in warme lugt weg­<br />

vliegend lichaam ; het word nergens door , de<br />

verbranding uitgenomen , vernietigt , noch treed<br />

in eenige algemeene vermenging, dan op dezelfde<br />

wyze als het door de konst is losgemaakt. Cam­<br />

pher door geconcentreerde zuuren, door fcherpe<br />

loogzouten, door wyngeesten, door flymachtige<br />

weezens verandert, herftelt zyn gedaante, zo dra<br />

het van zyn fcherp aanhangfel afgewasfen en ver­<br />

lost wordt.<br />

§. 22. Neemen wy de balfemen en gomharfen<br />

in onderzoeking, dan vinden wy een naauwkeuri-<br />

ge door de natuur gemaakte vereeniging te zyn<br />

van zuurdeelen, phlogistike aard- en waterdeelen ,<br />

doch byzonder een groote hoeveelheid lugts; daar<br />

'in


au E. K R U M PEL M A N OVER DE<br />

in tegendeel de campher een vetachtig lichaam op<br />

zich zeiven is, van voorige grondbeginzels afge*<br />

fcheiden: de wynfteen, een lichaam, beftaande uit<br />

water, aard , flym , zuur , phlogiston , en veel<br />

luchtgedeeltens , door rust , koude , verandering<br />

der vochten van diergelyk olyachtig weezen afge­<br />

feheiden , neemt den campher in zyn boezem ,<br />

vereenigt hier innerlyk mede, fmelt met hem in<br />

water , als cristal doorfchynende, beneemt zelf<br />

zyn onaangenaamen brandenden fmaak , gelyk de<br />

fchifring door vitriool - zuur duidelyk bewyst.<br />

§. 23. De geneeskundige kragt van den campher,<br />

verdunt, en dusdanig verzagt, is zeer gemakkelyk<br />

af te leiden, vermits hy, als de prins der geurige<br />

middelen, in de omlopende vochten , byzonder<br />

in de wey, opgenomen, de wey-voerende vaten<br />

prikkelt en derzelver bewerkingen bevordert: dit<br />

zyn affcheidingen van flymvochten, neusvlies, long-<br />

klieren , darmklieren , onderbuikzuivering, pisloo-<br />

zing, uitwaasfeming, polsverheffing, koking, etter-<br />

making ; bewerkingen, die ook in een hoogeren<br />

graad van kwetzing der zenuwen zelf gevolgt<br />

worden. Wyl nu hec ingedrongen aroma op het<br />

levensbegin als zamengedrongen fcherpte of zwaar­<br />

te op het vaste werktuiglyk deel kwetzing maakt,<br />

zo is deeze wyze (§. 22.) veel veiliger dan andere<br />

mengfels van den campher.<br />

Welke ruimte geeft deeze geneeswys in de artfe-<br />

nywinkel! welke bepaaling en zekerheid der werking,<br />

in -


SPREUK VAN BOERHAAVE. 223<br />

indien het middel trapsgewys wordt ingenomen!<br />

Klaarlyk wordt hiergetoont de algemeene uitgebrei­<br />

de geneeskragt der natuur, en de luttelheid des ge­<br />

neesmiddels ; wy worden bevryd van een bygelovige<br />

onzekerheid, van ftimulantïa , cordialia, cepha-<br />

lica, ftomachica, hepatica , viseer alia , pectora-<br />

lia, diuretica, emmenagoga, nephritica, alexite-<br />

rica, prophylactica.<br />

$. 24. Tegenovergefteld wordt de levenskragt,<br />

die der fpiervezel onaangeroerd , veranderc, ver­<br />

dooft of vernietigt, door eenige gewasfen, waar<br />

onder het heulzap het veiligfte is, het zy door<br />

een vreemde geur een andere aandoening te ver-<br />

oorzaaken of een andere eigentlyke kragt, die<br />

wy maar ondervindinglyk weten , uit te voeren;<br />

dit is fmeltbaar in water. Eerbiedshalven zullen wy<br />

het aftrekzei van SYDENHAM alleenlyk aanpryzen.<br />

§. 25. Uit hoofde deezer leeren wy op een<br />

eenvoudige en gemaklyke wyze, alle ziektens, die<br />

uit een groote aandoenlykheid voortkomen, te ver­<br />

minderen , en fomtyds terftond te geneezen, als aan­<br />

houdende zenuw-koortfen, tusfehenpoozende koort­<br />

fen en ontroeringen, — alle foorten van vaste en pe­<br />

riodieke zenuwpynen, — ja zelfs de ongeregeldhe­<br />

den des lichaams, uit pynen, of natuurlyke onge-<br />

maklykheden voortvloeijende, te bedaaren, gelyk<br />

brakinge by wonden, breuken, en de zogenaamde<br />

valfche vlaagen in verlosfingen, welk laatfte ik door<br />

een voorbeeld, daar tien droppelen laud. iïq. Syd.<br />

de


034 E. KRUMPELMAN OVER DE<br />

de valfche vlaagen deed ophouden, en de gelukkige<br />

'er op volgende verlosfing, hebbe bevestigc<br />

gezien. Gemakkelyk kunnen wy dan de Hinkende<br />

geneeskraam ; als castoreum , aangebrand vet ,<br />

en andere grilligheden ontbeeren, onder den naam<br />

van nervofa antifpasmodica , antihyfterica , antihypochondriaca,<br />

antipileptica, enz.<br />

Ziet hier twee geneesmiddelen, campher en opium,<br />

waar mede wy de beginzelen van gevoel en beweging<br />

tusfchen zweep en toom houden. Men<br />

zoude 'er een derde nog by kunnen voegen ,<br />

naamelyk een weinig wyn.<br />

%. 26. De tweede grondftelling, de verfterking<br />

van hetwerktuiglykdeel, wordt op verfcheide wyze<br />

volvoert. Wanneer de vaste deelen de gepaste hoedanigheden<br />

hebben, doch dat hec gewigt, de tegenftand<br />

der vochten, die door deeze vaste deelen<br />

omgevoert moeten worden, te groot is, als dan is<br />

niets meer eigen, niets meer verfterkend, dan den<br />

overmatigen regenftand wegteneemen; dit gefchied<br />

door aderlatingen; dit is de fchynbaare zwakte,<br />

debilitas jimulata, van zo veel aanbelang in de beoeffenende<br />

geneeskonst.<br />

§. 27. De vezeldraad op zich zelve befchouwt,<br />

-in geftadige beweging en veerkragtige inkrimping,<br />

verliest veeltyds veel van zyn veeTkragtig vermogen.<br />

§. 28. De middelen, welke toe verbetering eh<br />

vermeerdering deezer veerkragt gebezigc worden,<br />

zyn in grooce menigte, verfcheide ftoffen van het<br />

delf-


SPREUK VAN BOERHAAVE. 225<br />

delfryk als aluin, yzer, bloedfteen en andere, zeer<br />

veele der plantgewasfen, kruiden, houten, basten,<br />

wortels, en van het dierlyk ryk, gezout, gerookt<br />

vleesch , enz. Doch onder alle deeze munt een ee­<br />

nig middel uit, naamelyk de peruviaanfche koorts­<br />

bast, welken wy in voorftelling der andere in alle<br />

gevallen voldoende erkennen moeten, indien des­<br />

zelfs gebruik niet ontydig te werk gefield wordt.<br />

§. 29. De geneeskragc van den koortsbast, uit<br />

verfcheide grondbeginzels afgeleic , wordt nog<br />

zeer verfchillend beoordeelt en aangepreezen door<br />

de Geneesheeren. Doch wanneer wy de wetten<br />

van wording en beftaanbaarheid in acht neemen,<br />

wanneer wy op de voeding en fpysverteering onze<br />

aanmerking bepalen , vinden wy de duidelykfte<br />

aanwyzing van deszelfs werktuigkundige hulp. Het<br />

is een uitgemaakte waarheid dat de aangroei van<br />

des lichaams vczeldraad gefchied uit de aanplaatzing<br />

van lichamelyke ftoffen, die tot een gelykheid door<br />

de natuurlyke bewerkingen gebragt zyn, en dat ook<br />

de gefteldheid deezer vezel veel afhangt van de<br />

vastheid der fpyze en goede 1<br />

voeding, by voor­<br />

beeld die harde vaste fpys nuttigt in overftelling<br />

van fappige en vetachtige.<br />

§. 30. De onderfcheidene geneeskragten, aan de<br />

kina toegefchreven, hebben hun oorfprong uit de<br />

goede gevolgen , welker redenen duister zyn.<br />

Zo heeft men gezegt, hy is een antifepticum, we­<br />

gens de gelukkige gevolgen, die hy getoont heefc<br />

IX. DEEL. P in


226 E. KRUMPELMAN OVER DE<br />

in diergelyke gevallen. Zo is zy een antifebrile ,<br />

antifpasmodicum , nervojüm et confortans, ftomachicum.<br />

§.31. Stel- en werktuigkundigen hebben dit allen<br />

van zyn zamentrekkende bitterheid afgeleid.<br />

§. 32. Zamentrekking , offchoon de fcheikundige<br />

proeven het toonen , kan een gezondheidkundig<br />

Geneesheer nimmer aanneemen , dan dat<br />

deeze zig bepaalt op de inwendige oppervlakte van<br />

mond, keel, maag en darmbuis, welke werking<br />

zich als dan door braak- en buik- ontlasting te kennen<br />

geeft. Aluin en fterke thee, enz. zelfs deeze<br />

oppervlakte zaamentrekkende, al waaren de pooren<br />

der melk- en wei vaten ongevoelig, zouden, volgens<br />

een wiskundige wet, dezelve toetrekken en door<br />

hunne droefheid den doortogt beletten.<br />

§. 33. De kina dan, geneeskundig befchouwt,<br />

wordt door de digestie met maag- en darmfappen,<br />

vereent , gaat mede met de chyl tot de overige<br />

vochten;immers de vereeniging deezer bedekt,verftompt,<br />

verzagt zyn bitter, zyne droefheid, met<br />

onze vochten, zo dat hy geene andere dan gematigde<br />

aandoening op het vaat- en zenuwgedel kan<br />

veroorzaaken.<br />

§. 34. De voordeden, welke onze vochten van<br />

zulk mengzel winnen, zyn, daar zy tot een eendaantig,gelykvormig<br />

mengfel, in trappen maar verfcheelende<br />

van de vaste deelen des lichaams , uit de<br />

zogenaamde hoofd - elementen bedaande , gebragt<br />

wor-


SPREUK VAN BOERHAAVE. sa?<br />

worden, en een ftoffelyke hulp krygen , die de<br />

bafis van voeding, wording en voortduuring is.<br />

§. 35. De chyl dan van koortsbast, moetende<br />

bybrengen tot het ftoffelyk weezen, is een vocht<br />

beftaande uit een flym- of liever gom-, en hars-,<br />

zout-, lugt-, en yzer-aarddeelen. De natuur heeft<br />

in den groei van deezen bast een verzadiging gemaakt<br />

van verfcheide hoofddeelen en verfchillende<br />

kragten, waar van geen de overhand heefc. De<br />

aarddeelen, uit hun aard zamentrekkende, zyn door<br />

een zout fyn gemaakt; deeze twee weder door een<br />

hars- en oly-deel verftompc, en door flym en lugt<br />

verbonden,en tot menging met onze vogten bereid*<br />

Dit vastmakend, om wel uit te drukken, mengfel<br />

der natuur, word dwaaslyk door de kunstbereidingen<br />

verdeeld en uit zyn verband geworpen; dit<br />

ftrookt lynregt tegen de natuur-wetten van vegetatie<br />

en dierlyke voeding: waarom dan deeze<br />

gekaauwt, of in poeder ingegeeven, ftandvastiglyk,<br />

direcc en in geringe hoeveelheid, zyne werking<br />

verrigr. De natuurfpraak is hier weder eenvoudig'<br />

heid. Ongerymd dan de benaminge van zamen.<br />

trekking, zenuwfterkend , en bederf-tegengaande<br />

geneeskragt , vermits dit eigenfchappen zyn van<br />

de wording en beftaanbaarheid des lichaams zelfs.<br />

§. 36. De oncfpannende geneeswyze bevestigt<br />

de grondftelling van het tegenovergeftelde volkomentlyk,<br />

en ftaat tot de ontbinding der vochten<br />

en vaste deelen in een tegenovergeftelden<br />

P a zin,


428" E. KRÜMPELMAN OVER DE<br />

zin, gelyk de kina tot de verdikking der vochten<br />

en aanwas van de vaste vezeldraden.<br />

§. 37. De wiskundige reden van deeze genees-<br />

kragt is wanneer de kruiden , plantgewasfen en<br />

andere geneesmiddelen met veel flym- , oly-, of<br />

zoutdeelen begaaft zyn , door wier tusfchen-<br />

komst zy alleen hunne kragt oeffenen. Slym- en<br />

gomachtige deelen maaken groote vereeniging<br />

der vaste deelen met vloei-ftoffen , welke an-<br />

derzints in een te grooten afftand van elkan­<br />

der gefcheiden zyn. Namentlyk door de aan­<br />

kleving van het plakkend midden-lichaam, dat de<br />

vaste deelen aanhangt en het vochtige inneemt en<br />

aanbrengt, en moeilyk doet affcheiden.<br />

§. 33. De glibberige oly-deelen hebben een<br />

vermogen van door hunne leenigheid de fterke vast-<br />

houdentheid der deelen te verminderen, glibberig<br />

te maken, en de aantrekking te beneemen. Deeze<br />

kragt oeffenen de kruiden, die veel geparfte oly<br />

in hebben , zelve met deezen gelyk.<br />

§. 39. Infnydende geneeskragt, hoe verfchillen­<br />

de het fchynt, bepaalt zich nogthans op deeze<br />

werking. De kruiden , vrugten , wortels, wate­<br />

ren , enz. voeren dit uit door de 'er in zynde<br />

zout-deelen, welke nogthans wegens hunne ver­<br />

fchillende fcherpte , trap van hoeveelheid , enz.<br />

duister zyn en vry menigvuldig, en wanneer zy<br />

met de vochten omgevoert worden, verdeelen zy<br />

derzelver vasthoudentheid , voeren den aangroei-<br />

jen-


SPREUK VAN BOERHAAVE. 229<br />

jende vezel zyn gelei - voedzel af, doordringen het<br />

verband, doch maaken prikkeling.<br />

§. 40. Naar maate deeze grondbeginzels , in<br />

kruiden door de natuur ondermengt zyn, verfchik<br />

hunne geneeskragt. De oly-deelen op zich zeiven<br />

maken de deelen, waar .zy aangebragt worden,<br />

glibberig, zagt, doch treeden niet in de weivaten,<br />

waarom de olie inwendig alleenlyk buik-ontlasting<br />

maakt. Doch met middelmatige zouten vereenigt,<br />

is zy een natuurlyke zeep, en bezit de kragt van<br />

niet alleen de vezel te verzagten , maar aan de<br />

vochten, door de naauwe openingen der vliezen,<br />

klieren,enz. een gemakkelyken doortogt te verke­<br />

nen. — De oly-deelen met zuure zout-deelen in<br />

de groeijing zelf verzadigt, geeven weder vertonin­<br />

gen op, die even wonderlyk zyn als geneeskun­<br />

dig. Het is een wet, dac zuuren, naar mate zy<br />

zuiver en ftremmend zyn, de oly-deelen coc min­<br />

der fmeltbaarheid in 'c water brengen , van wel­<br />

ken aard de gomharfen en harfen zyn; in tegen­<br />

deel wanneer de zuuren in de groeijing meer tot<br />

den aard van wynfteen overgaan , de oly-deelen<br />

met zig vereenigen , en alsdan tot een gom, in<br />

water ce eenemaal fmelcbaar, bereid worden. Be-<br />

merkc hoe de nacuur hier onze artfeny - bereider<br />

zelf is, hoe zy volmaakte weezens, door haare on-<br />

navorschlyke fcheikunde, oplevert.<br />

§. 41. Raadpleegen wy nu de eenvoudigheid,<br />

dan vinden wy in de gemeene gom tragant, en<br />

P 3 Ara-


23o E. K R U M P E L M A N OVER DE<br />

Arabifche gom de verzagtende kragten vry voor-<br />

treflyker dan in onze bereidingen. Deeze gommen<br />

zyn van grooter vaschoudentheid dan hec flym<br />

van althéa, tus/ilago ,faleb, moschus Mand., enz. —•<br />

Deeze gommen zyn op verre na zo veel veran­<br />

dering en bederf niet onderworpen als die ter-<br />

ftond zuur- en dufwordende afkookzels. Zy zyn<br />

door de natuur gekookt, en hebben iets fyns,<br />

aangenaams van de planc, dac zenuwftreelend<br />

is; de andere afkookfels zyn walgende en on-<br />

gaare bereidingen. Ook zyn de gommen klein<br />

in beftek, koscen geen moeice van bereiding,<br />

en oncruimen een grooc aancal van overvloe­<br />

digheden.<br />

§. 42. Veeltyds, wanneer wy de zeepachtige<br />

kragc der geneesmiddelen te hulp roepen, is 'er<br />

wel een taaije flymachtige dikte voorhanden, die<br />

de fcherpte der zoutdeelen inwikkelc , en zo<br />

lang de vasce deelen befchermc voor de aandoe-<br />

ninge, tot dat deeze t'eenemaal verdeelc is; doch<br />

deeze geneesmiddelen hebben veel geweldiger wer»<br />

king op de deelen, waar zy eersc aangebragc wor­<br />

den , dan op deelen , by welke zy niec dan na<br />

een ruime verdeeltheid kunnen genaaken. Wes-<br />

halven zouce middelen in de maag naar proportie<br />

vry fcerker zyn dan wanneer zy in de groote hoe­<br />

veelheid circuieerende vochten worden verdeelt.<br />

Men kan dit ongemak voorkomen, mee de zouten<br />

te verdeelen of derzelver fcherpe punten door fly-<br />

mi*


SPREUK VAN BOERHAAVE. 231<br />

mige weezens te verzagten. Men vraagt nu. weder<br />

of "men niet alle eindens kan beöogen met een<br />

onzydigzouc, als falpolychr., nitrum, fal epfon.9-<br />

Zekerlyk deeze zyn wel zo werkzaam als eenig<br />

kruid; hun kragt is naauwkeuriger te bepaalen ,<br />

hun bereiding en aandiening gemaklyker , en ze<br />

kunnen altoos, door middel van arabifche gom, en<br />

oly , toe een zagte zeep gemaakt worden in na­<br />

volging der natuur. Al willens heb ik deeze<br />

regelen .voor laten gaan om te betoogen , hoe de<br />

aangebragte ftoffelyke weezens vastheid en veer-<br />

kragt aanbrengen, naar maate zy uit vaste hoofd-<br />

ftoffen beftaan ; en integendeel, wanneer dezelve<br />

nieerendeels vloeibaar zyn, of geene vaste aarddee­<br />

len bezitten, maar flechts doordringende zyn, hoe<br />

dezelve dan het verband verzwakken , en den in­<br />

gang der waterige deelen bevorderende, de vezelen<br />

ontfpannen en van haare veerkracht berooven; dan ,<br />

deeze ontfpanning wordt nog veel eenvoudiger ver-<br />

rigt, namentlyk door warmen waazem, en baden.<br />

S 43. Ik zal my hier niet lang ophouden met<br />

derzelver nuttigheid aan te pryzen. Wy vinden zeer<br />

omftandig van de eerfte eeuwen af 'er melding van<br />

gemaakt. Het voldoet hier genoeg aan te wyzen,<br />

dat alle lichamen., geheel of ten deele in warm<br />

water gelegt, door een vochtige warmte met al­<br />

leen uitzetten, zagt worden, de vloeibaare ftoffen<br />

van de binnenfte opgevulde holtens naar den omtrek<br />

vloeijen , en vervolgens een aangenaame aandoe-<br />

P 4 ning,


232 E. KRUMPELMAN OVER DE<br />

ning, welke zeer krampftillend is, ondergaan; maar<br />

dat dezelve, volgens wiskundige wetten, even als alle<br />

onbezielde lichamen,de doordringendfte waasfems ,<br />

Wegens derzelver eindelooze verdeeling, niet kunnen<br />

wederftaan , 't welk de olla papiniana zeer fraai<br />

en proefkundig aantoont. Getoont hebbende, hoe<br />

algemeen de Ievenskragt en veerkragt der vaste<br />

deelen derzelver verhouding tegen de vogten ver­<br />

andert , deeze te dik zynde verdunt, en tegen-<br />

overgeftelde dunheid of raauwe fcherpte, verzagt,<br />

verdikt, en inwikkelt, blyft nog over de fcherp­<br />

te , weike de ondervinding ftandvastig ge-<br />

toont heeft dat zonder onderfteunende genees­<br />

middelen zelden door de kookende kragten der na­<br />

tuur alleen geneezen kan worden.<br />

§. 44. 'Er zyn fcherptens der vochten, welke<br />

door de natuurkragten wel geneezen worden, doch<br />

door tusfchenkomst eeniger foortgelyke middelen<br />

groote voordeden en hulp erlangen.<br />

' Ik hoope, myne bedenkingen hier te zullen<br />

plaats vinden, vermits geen weetenfchap ter vol-<br />

hiakinge komt, zo lang men by de gevoelens der<br />

ouderen blyft ftaan. Sommigen zweeren by de ont­<br />

kennende wyze, anderen by het tegenovergeftelde.<br />

Het voorbeeld deezer zal zyn de geneezing der<br />

Venus-ziekte. Ik zal tragten dit afteleiden van<br />

wis- en geneeskundige wetten, en betogen, dat<br />

de aanhangers der kwyling, nevens de tegenfpree-<br />

feers derzelver, beide in de onweetendheid verkeeren.<br />

$' 4*


SPREUK VAN BOERHAAVE. 233<br />

§. 45. Op welke wyze men de kwik ingeeve,<br />

wanneer deeze tot een zekere hoeveelheid, met be­<br />

trekking tot des lichaams aandoenlykheid, .gegeven<br />

is, veroorzaakt zy de zeer bekende kwyling. De<br />

groote ontlastinge, de vuile ltank van 't uitgewor­<br />

pen flym, de menigte geneezingen hier door veroor­<br />

zaakt , hebben den Geneesheer in meening gebragt,<br />

dat de venerifche fcherpte door deeze metaaldeelen<br />

Verzadigt, nedergeploft, en dus ten eenenmaale<br />

ontlast wordt. Verderflyke Helling, die door mid­<br />

del haarer voorftanders een groot getal uit hun tyd<br />

fleept ! Immers deeze verfchynfelen komen voorc<br />

door de verdeeling en bederving der weivoch-<br />

ten, de ontroering der vaste deelen , der gevoe­<br />

lige weivaten, en de gevaaren uit het geweld,<br />

dat de kragten aangedaan wordt. Duidelyk floot<br />

dan het buitenfpoorig gedrag deezer Artzen regt-<br />

ftreeks den oordeelkundige ten gemoede, en wordt<br />

door redenen en ondervinding verworpen.<br />

1 §. 46. Anderen gezien hebbende , dat buiten<br />

de kwyling , door middel van de kwik , deeze<br />

ziekte vry voorfpoedig geneezen wierde , floegen<br />

het tegenovergeftelde in , de 'kwyling fchadelyk<br />

achtende, en vertrouwende byzonder op de gehei­<br />

me kragt der bereidingen, als zoete kwik en by-<br />

tende opgeheeven kwik; Doch zy wierden even<br />

als de voorigen te leur gefleld, vermits veeltyds<br />

deeze ziekte wederkwam , of andere overblyffelen<br />

naaliet, en ook veeltyds niets vorderde, maar zelf3<br />

P 5 de


*34 E. KRUMPELMAN OVER DE<br />

de ziekte erger maakte. Zonderling is het voorbeeld,<br />

dat degeleerde Heelmeester NOEL in zyn<br />

werk over de ziekte der weivaten aanhaalt, dat<br />

een Soldaat te Lyon in het Gasthuis, naa dat men<br />

driemaal de Hoogleeraars in confult. 'er over gehadt,<br />

en met de koekjes van KEIZER aangehouden<br />

heeft, de verzweerende lieschbuis een<br />

omtrek hadc van34duim,en eindelyk niet geneezen<br />

wierd dan door kina en anüfcorbutica. NB. Wanneer<br />

deeze ziekte door de kwikbereiding op deeze<br />

wyze niet genas, als dan fchreef men de oorzaak<br />

toe aan de fcheurbuik en kwaadfappigheid: het welk<br />

byna een Cartefiaanfche toevlugt is. Eenvoudig,<br />

ftandvastig, overeenkomfüg met de reden en ondervinding<br />

vinde ik deeze geneeswys. De kwik<br />

namentlyk, op welke wyze zy gereed gemaakt moge<br />

zyn, worde tot die hoeveelheid gegeeven, dat de<br />

lyders uit hunnen adem beginnen een benaauwden<br />

reuk te geeven, doch als dan moet men zorgvuldig<br />

oplecten om deezen trap van werking te houden,<br />

en de gelukkige gevolgen zyn zelf zeer fpoedig.<br />

§. 47. De kwik dan, door zyne zwaarheid met<br />

de weivochten in' de naauwe weivaten en klieren<br />

getreeden, en grooter tegenftand biedende, wekt deeze<br />

tot eene byna koortswyze beweeging op. Het<br />

gevolg deezer bewerking is een kooking der weivochten,<br />

waardoor het vreemde zo wel der kwikdeelen<br />

zelf als der venerifche fcherpte verzagt,<br />

verzadigt, verplaatst of ontlast word. De weivaten


SPREUK VAN BOERHAAVE. 235<br />

beginnen dan hunne werking te doen, wanneer zy<br />

nog hun volle kragt hebben, en kunnen deeze<br />

werking voleinden tot een grondlyke geneezing<br />

toe, vermits zy hunne kragten, door een overma­<br />

tig geweld , niet vroegtydig veifpillen. Men be-<br />

grype hier uit, dat de kwyling, wanneer zy ge­<br />

lukkig is, by toeval maar gelukkig is.<br />

§. 48. De kwik, in eene geringe hoeveelheid<br />

ingegeeven , wekt de weivaten tot deeze gepaste<br />

beweeging niet op, waarom 'er dan geene genee­<br />

zing door kooking en ontlasting gefchied , maar<br />

zomtyds een geringe verzagting en tydelyke ver­<br />

berging des onheils. Veeltyds is de kwik, langen<br />

tyd in geringe hoeveelheid ingenomen , als een<br />

vergift, dat een verzwakking en kwyning der vas­<br />

te deelen, en een verdeeltheid , kwaadfappigheid<br />

(die zogenaamde fcheurbuik} in de vochten te<br />

weeg brengt. Ziet hier de redenen, waarom de ve-<br />

nus-ziekte in veele gevallen ongeneeslyk word ge­<br />

houden, te weeten: wie het werktuiglyk lichaam,<br />

en zyne natuurwetten niet kent , zal nimmer de<br />

werking der geneesmiddelen kunnen begrypen.<br />

§. 49. Tot meerder fiaving deezer (telling zal ik<br />

een voorbeeld bybrengen. Ik ontmoettede een my-<br />

ner kennisfen, die verfcheide kwikbereidfels langen<br />

tyd gebruikt hadt, doch zonder hulp, en my fchier<br />

wanhoopig zyn lot klaagde. Hy hadt eenige vlak­<br />

ken en affchilferende puisten in zyn aangezigt, ne­<br />

vens eenige beenknobbels op den procesjus mas-<br />

toi-


236 E. KRUMPELMAN OVER DE<br />

toideus; hy klaagde ook over vtnirigheid in zyn<br />

keel ; dit was een kanker aan de umla en een<br />

ontvelling in den boog van 't zagte vliezige verheemelte.<br />

Ik , vertrouwende veel op de eenvoudige<br />

faturaüe van kwik in fterkwater, fchreef hem<br />

pillen voor, beftaande elk uit befchuit , zoethout<br />

, en een droppel liquor mercurialh, en voor<br />

een drank lynzaad, als thee getrokken , met faffraan.<br />

Vier weeken nam hy daaglyks vier pillen, doch<br />

voelde weinig beterfchap. Wel is waar, de puisten<br />

verdweenen; doch de keel bleef in dezelfde gedaante.<br />

Ik liet hem trapswys vermeerderen tot op 'tpunt<br />

van kwyling; hy nam zes en zeven daaglyks; zyn<br />

adem begon te ruiken; hy zweetede 's nachts veel<br />

meer, loosde beter fluimen; en binnen vyf dagen<br />

verdween de kanker; de ontvelling genas, en hy<br />

begon weder tabak te rooken, welk hy in eenige<br />

maanden niet konde doen. Mooglyk was deeze<br />

lyder ook een genoemd geworden, die een ongeneeslyk<br />

venus - fmet hadt , gelyk ik nog iemand<br />

befchouwe , die ondanks de groote hoeveelheid<br />

kwiks, evenwel zyn neus al verlooren heeft, en<br />

wie weet wanneer hy zal geneezen.<br />

§ 50. Kwik, zonder fcheikundige verdeeling ingegeeven,<br />

is gevaarlyk; zonder tusfchenkomst veréenigt<br />

zy zig nimmer met de vochten, en loopt<br />

groot gevaar van niet alleen niets, of onftuimig te<br />

werken, maar in fommige deelen vloeibaar zig van<br />

de vochten af te fcheiden, zich te vereenigen, en in<br />

het


SPREUK VAN BOERHAAVE. 237<br />

hec een of ander deel plaacs ce neemen. De fmel-<br />

ting door fterkwater toe verzadiging is de gemak-<br />

kelykfte en eenvoudigfte bereiding, overeenkomftig<br />

met de natuurlyke eigenfehappen van metaal-aarde,<br />

vitrioolen, en mineraale wateren. Ik wil hier niet<br />

aanroeren , of de kwik fpecifiek is of niet.<br />

Zy is veel te waardig door de getrouwe hulp­<br />

bieding, dan dac wy 'er tegenwerpingen op maa­<br />

ken , offchoon groote Geneesheeren waargenomen<br />

hebben dat de lyders dan door heete ziektens,<br />

zelfs als rotkoorts en kinderpokken , door den drui­<br />

per, volgens T H o D E , dan door antimonium, dan we­<br />

der door lobelia et lignum guajacum geneezen zyn!<br />

§. 5 u Van de genoemde fcherpte is die der rot-<br />

ziekte zeer onderfcheiden, vermits zy die beder­<br />

ving in de vochten en vaste deelen, welke by<br />

venus-ziekte langzaamerhand gefchied , directelyk<br />

voortbrengt, en wel in korten tyd de kragten<br />

verfpilt, en den dood veroorzaakc. Zy vereischt<br />

wel alle zorg om ten fpoedigfte de kragtigfte ge­<br />

neesmiddelen werkftellig te maaken, zal men het<br />

groot gevaar des lyders ontwyken.<br />

§. 52. Omtrent de kennisfe der verrotting vindt<br />

men weinig klaarheid by de Schryvers; en even­<br />

wel is het te meer noodzaakeiyk, zal men fpoe­<br />

dig en zeker mee onderfteunende verfterkende ge­<br />

neesmiddelen flaagen. Indien wy op de natuurlyke<br />

zamenftelling der vochten acht geeven, dan onder­<br />

vinden wy, dat deeze door ftrydende grondbegin-<br />

fe-


«38 E. KRUMPELMAN OVER DE<br />

felen in verband gehouden worden , het welk hun<br />

weezen beftaanbaar maakt; doch wanneer deeze<br />

zich ontzwagtelen, is derzelver fcheiding ondergang,<br />

onmiddelyk naderend bederf; dit is het begrip<br />

van de verrotting.<br />

§• 53- Gelyk een fterkere beweeging der vaten,<br />

wryvingopde vochten, grooter graad van warmte,<br />

veel tot derzelver verdunning toebrengen, zo word<br />

het natuurlyk ingebooren zuur • beginzel, dat het<br />

phlogistiek gedeelte vast maakt, ten onderen ge-<br />

bragt. Vermits nu het phlogiston de overhand<br />

krygt, en de overige deelen mede doet in beder­<br />

ving treden, is de eenigfte grondftelling dit phlo­<br />

giston te bepaalen door aanbrenging van een nieuw<br />

zuur-gedeelte.<br />

§. 54. De waarheid van deeze Helling word<br />

meer bevestigt door het gebruik van azyn in de<br />

huishoudelyke zaken. Wanneer deeze drabbig<br />

word, en zyn zuur verliest, bederft hy mede met<br />

de daar in gelegen vleesch- of vischdeelen; wes-<br />

halven men die zuuren, welke minder verander-<br />

lyk zyn, verre boven de ligtere zuuren te verkie­<br />

zen heeft. Zie daar weder de nuttigfte eenvoudig­<br />

heid, het kenmerk der zuivere waarheid. Vitriool­<br />

zuur, met dun bier verdeeld, gaf de groote SY-<br />

DENHAM voor een algemeenen drank, 't Wordt<br />

ook niet minder door de ondervinding dan door<br />

gegronde redeneering geftaafc, dat de zuurach­<br />

tige reuk , die in de uitwaasfeming in rotziek-<br />

tens


SPREUK VAN BOERHAAVE. 239<br />

tens gemerkt wordt, de herftelling te kennen<br />

geeft. Toevallig en onzeker in tegendeel is de<br />

bederf - tegengaande kragt van campher en kina,<br />

vermits deeze maar alleen de gevoel- en beweeging<br />

- kragt veranderen, en de gelukkige gevolgen<br />

beraamen, wanneer deeze krachten opgewekt, zeiven<br />

inltaat zyn om het vreemde te overwinnen.<br />

§. 55. Letten wy op de veranderingen, welke<br />

ontftaan moeten uit de werking van campher en<br />

kina, alsdan ondervind men een grooter en voller<br />

polsflag, grooter warmte, en geftadiger klimmen<br />

der ziekte; 'er gefchied als dan door eene<br />

onderbrenging der fcherpe deelen, een verzading,<br />

welke veeltyds veel kragten verfpilt, tot verplaatzingen<br />

de ftoffe bereid maakt, en voor zo verre eenige<br />

overeenkomst met de kinderziekte heeft; waarna ten<br />

tweeden deeze ftoffe, tot dus verre overwonnen,<br />

door een verdere bereiding bekwaam gemaakt<br />

word, om door de natuurlyke ontlastingen te kunnen<br />

afgezondert worden. Zekerlyk is deeze geneeswys<br />

niet zeer aanteraaden, dan wanneer veel aanwyzingen<br />

zaamenloopen , die deeze middelen by<br />

het zuurachtig middel gemengt vorderen.<br />

§. 56. Welk onderfcheid toont nu deeze manier<br />

van geneezing? De wiskundige verbetert direct<br />

de vochten, en verfchaft zo veel als een refolutie;<br />

de andere, om naar den zin van de Heelmeester<br />

te fpreken , is zamengefteld, doet het<br />

lichaam, de werktuigen aan, verfpilt de kragten,<br />

brengt


s4o E. KRUMPELMAN OVER DE<br />

brengt de lyders in levensgevaar, welke in de voorige<br />

behouden bleven. Ik heb door aderlaatingen,<br />

by abuis ingefteld, en een zeer verkoelende geneeswys,<br />

even als in ontfteeking gefchied, kwaade<br />

rotkoortfen zien geneezen. Dit zoude onmogelyk<br />

zyn, waaren de campher en kina zo noodzaakeiyk<br />

als de voorftanders voorgeeven.<br />

§. 57. Ik zal ook niet verzwygen, welk voordeel<br />

, byzonder in de Hospitaalen en andere ziekeplaatfen,<br />

door zulke eenvoudige geneeswys verkreegen<br />

word, wanneer deeze zuure vitrioolgeest<br />

met water verdunt , fuiker en weinig gemeene<br />

gom verzagt, en tot een aangenaame limonade, zo<br />

veel de zieken drinken kunnen, ingegeeven word.<br />

Dit geeft vooreerst een bevryding voor groote<br />

onkosten, die vry beter tot gemak en oppasfing<br />

der ziekte, en beter voedfel der opkomenden kan<br />

befteed worden; ten tweede maakt deeze verbetering<br />

der tot rotting neigende vochten , tevens de<br />

ongevoelige uitwaasfeming beter, voorkomt eenigermaate<br />

de vervuiling van den omtrek der lucht, en de<br />

verdere befmetting, welke laatfte my in twyfel doet<br />

komen, of zy niet door die tonica word bevordert.<br />

§. 58. Overige fcherptens der weivochten als<br />

fcorbutus , podagra, dienen veeleer voor ongaarhedens,<br />

cruditas acris aangemerkt te worden, afkomftig<br />

van een onvoldoende werking der weivaten.<br />

Alle geheimen en foortgelyke geneesmiddelen<br />

komen hier op uit, dat zy de weivaten vertier-


SPREUK VAN BOERHAAVE. 341<br />

fterken ; hier van de groote kragt in de fcheur­<br />

buik, in de podagra , van kina , ftaal , antima*<br />

nium, koud water, campher, magnefia, enz.<br />

s § . 59. De derdegrondftelling,de geneeskundige<br />

hulpbieding aan hec werktuiglyk deel, gefchiedt<br />

door ondervinding , en gevolgtrekking, die wy<br />

nuttig bevonden hebben. Ik zal hier de ziekte­<br />

kundige fraaiheden , als anaftomops, diapedefis ,<br />

diarefis , alwillens achterlaten , vermits die<br />

eene te groote uitbreiding vereifchen, .— De mid­<br />

delen, die een fterke verandering op de gevoel-<br />

kragc van hec een of ander deel ce weeg bren­<br />

gen , verwekken ongewoone bewegingen , wel­<br />

ke by toeval als dan van grooc nuc zyn*<br />

Deeze cergmiddelen , by voorbeeld, de braak-<br />

wynfteen , braakwyn van HUXHAM, braakwortel,<br />

en andere, tergen dusdanig de maag, dat zy, in<br />

byzondere beweging geraakt zynde , alles uit­<br />

werpt, en, in fommige gevallen, het lichaam<br />

van veel fchadelyke oorzaaken ontlast , of<br />

ander voordeel uitwerkt., •—• Senebladen , rha­<br />

barber , aloë, jalappe werken desgelyks op de<br />

darmen, dac zy alles wat in dezelve bevonden<br />

wordt , door ftoelgang uitwerpen. — Zommige<br />

andere, middelen , byzonder die veel zoutdeelen<br />

hebben, prikkelen de weivaten en waterwegen,<br />

gelyk ook het vlug aroma doec. — Blaarcrekken-<br />

de middelen , fecons, koppen, brandingen, enz.<br />

oeffenen zoo veel bewegingen op de huid , dac<br />

. IX. DEEL. Q dee-


242 E. K R U M P E L M A N OVER DE<br />

deeze ontdoken word en zweert, waardoor de<br />

vogten des iichaams naar den omtrek gevoerd, of<br />

naar de plaatzen der ontftekingen nieuwe ontlast-<br />

plaatzen bezorgd worden, 't welk in diathefpuru-<br />

lenta de beste metbode is. — Opfnuivingen van<br />

fcherpe geuren, als gebrande wierook, enz. maken<br />

ontlasting der neus, ogen, borst, enz.; met een<br />

woord, naar de gefchapenheid der plaatfe, wor­<br />

den door de prikkelende middelen, niet alleen<br />

plaatslyke veranderingen gemaakt, maar zelfs om­<br />

wentelingen in de directien der vochten.<br />

g. 60. Deeze middelen, in zo verre de plaats­<br />

lyke werkingen der deelen op het algemeen zamen-<br />

geftel van het lichaam invloed hebben , kunnen<br />

niet anders werken; alles gefchiedt in hét levendig<br />

lichaam alleen door de gevoel- en beweegings-<br />

kragt; de uitwerking derzei ven hangt af van de<br />

geüeldheid des werktuigs. Men ziet hier duidelyk,<br />

hoe de natuur, door gemelde middelen ten regte<br />

tyde c aangefpoort, alleen Geneesheer is , doch<br />

integendeel veel ge weidt lydt, wanneer zy zonder<br />

noodzaakelykheid gedwongen wordt.<br />

%. 61. Ziet hier de uitgebreidheid desartfeny-<br />

winkels: campher, opium, kina, kwik,-water,<br />

wyn, vuur, oly, gemeene gom, fal.polychr., fp t<br />

vitriol., tart. emet., rhabarber, Spaanfche vliegen,<br />

welke, zo in heete als in veel kwynende ziekten,<br />

even toereikend zyn, als negen of tien cyfers voor<br />

den rekenmeester.<br />

- J. f52.


SPREUK VAN BOERHAAVE. 243<br />

5. 62. Ik zoude wel onwetende zyn, indien ik<br />

niet wist, welke hulp ons lichaamelyk werktuig<br />

door wiskundige werktuigen erlangde. De zwakte<br />

der beenderen word wonderlyk fraai door yze'ren<br />

of houten werktuigen onderfteund, de yzere laarsr<br />

beugels, keurslyven , de gang door verlies ver­<br />

hindert door krukken en nagemaakte beenen; de<br />

zwakke deelen door breukbanden , zwagte*<br />

len , enz.; het zintuig des gezigts door brillen,<br />

verrekykers en microscoopen ; het gehoor door<br />

vermeerdering of veranderinge der lugtgolvingeri<br />

in dito werktuigen ; het gevoel door weekmaa-<br />

kingen , affchrapingen der opperhuid, en nog<br />

andere kunstnaryen.<br />

§. 63. De handwerken der heelkunde > worden<br />

thans met vry minder werktuigen dan voorheen<br />

verrigt. Het is hier mede als by een kundig werk­<br />

man , die met weinig inftrumenten meer verrigt dan<br />

een onbekwaame , die in derzelver menigte en za-<br />

mengefteldheid zyne toevlugt zoekt. —1 Met recht<br />

dan worden alle ongemakkelyke mesfen, haaken,<br />

tangen, moordpriemen, brandwerktuigen uit de<br />

Heel- en Vroedkunde verbannen; fchandvlekken,<br />

die tot de eeuwige geheugenis den wreden onwe­<br />

tenden Heelmeester, ter ftraffe van zyn vorig gedrag<br />

door het vonnis der Romeinen zullen aankleven.<br />

§. 64. Aanmerkingswaardig is de Helling van de<br />

Heer LOB STEIN, dat de afbinding der zaadftreng.<br />

indien in eenmaal gefchied, nimmer zo gevaarlyk<br />

Q 2 is


•244 E<br />

« K R U M P E L M A N OVER DE<br />

is als 'èr gewag van gemaakt wordt. Deeze be-<br />

werkt te gelyker tyd van toetrekking de verdoo ?<br />

ving der zenuw, gelyk by affnyding gefchied; de<br />

andere doet in tegendeel de zenuw , door een<br />

langzaame toetrekking, alle trappen van toeknypin-<br />

gen gewaar worden, van den geringften tot den<br />

meesten, en veroorzaakt, alsdan, ftuipen en kramp­<br />

trekkingen.<br />

, § 65. Voor 't overige heeft de Heelkundige<br />

veel hulp door' een eenvoudig mes of priem.<br />

Vochten buiten hunne bepaalde plaats gevoerd,<br />

en in oneigene holten geftort, ontlast hy, door<br />

gemaakte openingen , het water immers uit<br />

de borst, buik en andere holtens. Etterftoffen , in<br />

de een of andere holte, öf tusfchen de zelfftandig-<br />

heid van 't vleesch in geraakte vreemde lichaamen,<br />

zo door fchietgeweer als toevallig geweld ,<br />

ingewanden zelfs door de banden, waar het tus-<br />

Ichengeperfte beknelt word, ja fteenen zelfs der<br />

blaas of pisbuis, worden door deeze openingen uitge-<br />

haalt. Een zaag, een tang, een boor zyn immers<br />

noodzaakeiyk by den geringften werktuig-arbeider;<br />

en buiten deeze zyn weinig meer nodig. De moei-<br />

jelykfte bewerkingen , zelfs by ontwrigtingen, ge­<br />

fchieden zeer veilig met de hand alleen , gelyk<br />

ook, in de moeijelykfte verlosfinge, de omkee-<br />

'ring door een band boven die met werktuigen de<br />

voorkeur verdient.<br />

:<br />

§. 66. De wondheelkunde wordt alleen door<br />

ef de


SPREUK VAN BOERHAAVE. 245<br />

de natuur verrigt. Zy vereischt nimmer de zo­<br />

genaamde vleeschmakende kragt van zalf- en plaas-<br />

terkunde, en voltooit zelve, zonder eenige hulp,<br />

haare uitwerking. Zyn niec alle olyen en vetach-<br />

tigheden, byzonder wanneer ze ransch geworden<br />

zyn, tergmiddelen voor de weivaten, welke, deeze<br />

als met een afkeer van zich ftootende, in plaatfe<br />

van een lymig , tot een roof overgaand vocht,<br />

een fcherpe, etterachtige verflappende en invree-<br />

tende wei voortbrengen? Maaken-niet alle fcher­<br />

pe , zandige , aardachtige metaalkalken op de<br />

raauwe vleeschplaaczen nieuwe oncftekingen ?<br />

Maaken niet alle zamentrekkende middelen de<br />

kanten der wonden hard, ongevoelig en tot her-<br />

ftelling onbekwaam ? Vermeerdert hec aanhou­<br />

dend gebruik van pappen en Hovingen hec be­<br />

derf niet meer en meer in de vocht - vergaderin­<br />

gen ? Zyn de fteekwieken, byzonder in heete<br />

balfemen bevogtigt, niet als alle fchadelyke<br />

vreemde lichamen ce vermyden ? Droog plukfel<br />

alleen, van grof en oud linnen, (nieuw is im­<br />

mers te hard, en wol zuigt te vast op het ont­<br />

velde) op de vlakte der opene wond gelegc,<br />

wanneer door een ruime opening de vreemde<br />

ftoffe zich ontlasten kan , zuivere dezelve , be-<br />

fchermc voor hec geweld der luchc, en belet<br />

niec, dac de natuur in haare geneezing ongehindert<br />

voortgaat. Kleine wondjes kunnen geen beter<br />

verband hebben dan den roof; deeze hoeft<br />

Q 3 niet


246* E, K R U M P E L M A N OVER DE<br />

niet verbonden te worden , en valt van zelf af.<br />

§. 67. Dit is genoegzaam voor de herftelling<br />

der gezondheid , in zo verre wy dezelve , min<br />

uitgebreid, onbepaalt met een wiskundig oordeel<br />

befchouwen, en voor een yder, die fmaak voor<br />

een nuttige redenvoering heeft, verftaanbaar ver­<br />

klaart. Immers zoude dezelve een groot werk<br />

uitmaaken , wanneer zy een gantfche verbetering<br />

der geneeskunde bedoelde, daar ik in dit kort beftek<br />

veel ftoffe geef .voor yders gedagten.<br />

§. 68. Eenvoudig is weder dog kragtig het be-<br />

ftier der gemoedsaandoeningen tot bewaaring der<br />

gezondheid. Buitenmatige blydfchappen, fchrik-<br />

ken, hebben fpoedigen dood veroorzaakt. Verlan­<br />

gen , droefgeestigheid, nyd , zyn immers ver­<br />

zweeringen in de ziel, en wortels van kwynende<br />

ongemakken. Gelukkig hy , die zyne driften paaien<br />

ftelt, en de aanhoudentheid van een zelfde met<br />

een andere beurtelings weet te verwisfelen.<br />

§. 69. De maathouding der zogenaamde niet na­<br />

tuurlyke zaken, en eene gefchikte directie derzelver,<br />

met de gefteldheid der lichamen en met de gewoon­<br />

ten overeenkomende, maakt het lichaam fterk en<br />

duurzaam. De ingeflopen gewoonte van koffy en<br />

theedranken diende, met de ftelling van BONTEKOE,<br />

welkers oogmerk was het bloed te verdunnen ,<br />

en vloeibaarst te maken, alleen maar toegeftaan te<br />

worden aan die , welke door een meerdere be­<br />

weging veel vochten door uitwaasfeming verlie­<br />

zen;


SPREUK VAN BOERHAAVE. 247<br />

zen ; doch die een zittend leven leiden, ftudien<br />

oeffenen, moeten , indien zy al iets gebruiken,<br />

veeleer inheemfche aftrekfels drinken, welke mee<br />

een aangenaame ligte prikkeling de vertraagende<br />

kookende kragten opwekken , en zo alle wanor­<br />

ders in de kooking der fpysverteering, als de om-<br />

loopende vochten, te gemoet komen. Het is ook<br />

veel gemakkelyker de kamillen , eerenprys, hys-<br />

foop, munt, rofemaryn , enz. hier te plukken ,<br />

dan vreemde planten uit een ander gewest met<br />

groote onkosten en moeite te laten haaien; veel<br />

eenvoudiger deeze zo als zy groeijen afcetrekken,<br />

dan met branden een vreemde en oneige kragt,<br />

welke het zenuw -geitel veel geweld aandoet, te<br />

bereiden.<br />

§. 70. De geneeskunde door zulke waarheden<br />

gemakkelyk gemaakt, fchynt haaren luister by het<br />

onkundig gemeen haast te verliezen, vermits dat<br />

geene hunne bewondering fleept, dat onbekent is,<br />

en achting vewerfc, naar evenredigheid hetzelve<br />

met cieraad omkleedt wordt. Intusfchen konden<br />

deeze aanftootingen den edelmoedigen BOERHAA-<br />

VE niet beletten van zyne deugdelyke bevorderin­<br />

gen te volvoeren; liefde en oprechtheid moesten<br />

zyne ziel bezitten. Hoe zoude hy door onbeta-<br />

melyke eerzugt dusdanig gedreven kunnen worden,<br />

dat hy , de waarheid ter zyde latende, alleenlyk<br />

den triomph op zyne mededingers.bedoelde? Geen-<br />

zints; hy wenscht liever het rechtvaardig oordeel<br />

Q 4 der


S48 E. K R U M P E L M A N OVER DE<br />

der nakomelingfchap te ondergaan , dan ' met<br />

kunst van taal, uicgezogte bloemen , aangeno­<br />

men ftellingen en fchynredenen te kampvechten.<br />

Hoe zoude hem, die zyn ongemeen verftand<br />

als met het zog van Minerva gevoed en be-<br />

fchaaft heefc , het verfoeilyk eigenbelang kon­<br />

nen treffen, om naar den fmaak van het ge­<br />

meen met wichelaryen , toverkunst, van de<br />

verkeerde geneeswys afkomftig, aangelegde mid­<br />

delen, plaatsmiddelen, uitgezonderde geneeswys,<br />

en overige kwakzalveryen te willen behaagen ,<br />

en langs dezen weg gelegendheid tot hun fchat-<br />

kist te vinden , zelfs der armen , welker op­<br />

komst, door geringe fomme, vertrapt wordt? Geen-<br />

zincs; zyne edelmoedigheid was genoeg voldaan<br />

met inwendig overtuigc te zyn van zyne be­<br />

vordering in een volmaakter en zekerder byftand<br />

des menschdoms.<br />

§. ft. Hy, die tot redding der menfehen ge-<br />

fchapen was , moest immer aangedaan zyn, wan­<br />

neer hy de jonge zuigelingen in hunne opkomst<br />

door verkeerde geneeskunst zag fmooren, door<br />

ftyf zwagtelen , gedwongen houdingen, broeijin-<br />

gen, bakeren, zweeten, flikken, ja door drek en<br />

andere vuilheden voor geneesmiddelen ingegeven,<br />

zag fneuvelen; zuigelingen, zeg ik, welke veelligc<br />

tot luisters der wetenfehappen , wyze beftierders<br />

der wetcen, voorbeelden der zeden', krygshelden<br />

des lands, en gelukmakers aller volkeren door de<br />

na*


SPREUK VAN BOERHAAVE. 249<br />

natuur gefchikt waren , den prooi worden van<br />

misflag en waanwysheid.<br />

- §. 72. Hy, wiens ziel door liefderykheid fchit-<br />

terde in de oogen zyns benyders , wierde door<br />

mededogendheid getroffen, met weduwen en wee­<br />

zen , die, ongelukkig door verlies van ouder en echt­<br />

genoot ontrooft van hun wezentlyk deel, en me-<br />

nigwerf van hun beftaanmiddel ontzenuwt , ge­<br />

dompeld werden in de uiterfte armoede! dit dub­<br />

bel verlies, dat geen vloed van tranen kan vergoe­<br />

den , wierd door zyne zorg en voortgang te vooren<br />

gekomen.<br />

§. 73. Befchouwtmen hem, als een groot Leeraar,<br />

welke duidlykheid blonk niet uit zyne manier van<br />

voordraging! als een der taalkundigrten, hoe ge-<br />

makkelyk en met welke ongeveinsde gemeenzaam­<br />

heid der fpraak , voor de verftaanbaarheid der<br />

jongelingen alleen gelchikt, verklaarde hy de ge­<br />

wigtige puncten , die over het weezen en beftaan-<br />

baarheid der menfehen liepen! Hy, die de befpie-<br />

geling een nieuwe glimp gaf, toonde opzigdyk<br />

waar van hy al het aangenomene ontleend hadt,<br />

namentlyk, uit een Waarneemer der natuur, een<br />

HIPPOCRATES , en met hem uit het lichaam<br />

zelf, trekkende, niet ligtvaardig, maar door een ke­<br />

ten van bewysreden overtuigt, de gevolgen, na­<br />

mentlyk uit deszelfs bouwkundige zamenftelling.<br />

Gelukkig, dat hem geen tydelyke tegenfpoeden in<br />

zynen leeftyd hinderlyk zyn geweest , en dat de<br />

Q 5 ver-


25o E. KRUMPELMAN OVER DK<br />

vervolging niet dan na zyn dood de vyandlyke<br />

pylen konde uitwerpen.<br />

§. 74. Het zoude immers ongelukkig zyn,<br />

wanneer wy langer in de fchaduwe der onzekerheid<br />

gebleven waaren. Verftoken van die<br />

goede gronden , welke in het werktuiglyk<br />

zamenftel des lichaams geleert , en door waarneeming<br />

bevestigt zyn, zouden wy, ons vertrouwen<br />

op de geneesmiddelen ftellende , niets<br />

anders uitwerken dan fterk hoopen , en met 'er<br />

daad fchaade aanbrengen. Het lichaam werkt immers<br />

op het geneesmiddel als dit op het lichaam;<br />

dit laatfte, ziek zynde, werkt op het ontydig geneesmiddel<br />

als op een ziekelyke oorzaak, en wordt<br />

dus niet alleen geftoort in zyne bewerking, maar<br />

met een nieuwe ziekte bezwaart.<br />

§. 75. Dus is alles wac men geneesmiddel<br />

noemt, geen geneesmiddel, maar wordt dan geneesmiddel<br />

, wanneer het te pas komt. Doch gefield<br />

, dat alle kruiden , dieren , en aardftoffen<br />

welke voor geneesmiddelen verkogt worden, dezelve<br />

waaren , welke gronden van zekerheid ?<br />

welke verkiezing? PLINIUS, DODONEUS,<br />

MATTHIOLUS en anderen hebben menige kruidverzamelingen<br />

gemaakt, als merktekens van hunne<br />

byna bovenmenfchelyke zorg en kunst; maar<br />

welk geneeskruid zullen wy verkiezen ? de aangepreezene<br />

zelfs der oudvaderen der geneeskunst<br />

vindt men by hun in een andere benaming; hunne


SPREUK VAN BOERHAAVE. «51<br />

ne gronden van aanpryzing (leunden op veel by-<br />

geloof, en toevallige hoedanigheden, als long-,<br />

lever-, milt-kruid, blaas - kruid, enz. Ik zal hunne<br />

gronden niet meer ontzwagtelen; maar welke ze­<br />

kerheid voor onze verkiezing? Elke plant, of ander<br />

geneesmiddel wordt om het fterksc gepreezen , zo<br />

dat wy om het beste in 't (Irydperk gaan, en wor­<br />

den beide in verwagting bedroogen.<br />

5.76. Welke zekerheid ontmoeten wymeerbyde<br />

Arabieren RHASIS , AVICENNA; of by AEGI-<br />

N E T A ? Zy meenden deezen knoop losgemaakt te<br />

hebben, met een menigte der vorige te vermen­<br />

gen , om dus meer kragten ineengedrongen te ma*<br />

ken, en den twyffel van verkiezing te ontgaan;<br />

doch hun vrugtelooze arbeid betaalde hunne ver­<br />

keerde zorg ; hun zoeken deed het getal der<br />

mengfels grooter worden, dan dat der enkelvou­<br />

dige middelen by de Grieken; en de twyffel van<br />

verkiezing groeide aan, benevens de moeijelykheid<br />

der gelyke artfenywinkels.<br />

§. 77. Welke zekerheid geven ons de fecten.<br />

der geheimverkoopers en bovenfcheikundigen,die,<br />

veel erger dan de wichelaars en tovenaars, een<br />

duisterheid en onweetendheid in een konst ver­<br />

anderden , ik zeg een moordkunst , en hunne<br />

vergiften deden hoogen prys gelden. Hadt de<br />

eene een geneesmiddel uitgevonden, dat voor alle<br />

ziektens goed was, een ander had een diergelyk,<br />

dat ook overal goed was, nochtans van het voori<br />

rr


252 E- K R U M P E L M A N OVER DE<br />

rig geneesmiddel gantsch verfcheelde. Welk van de<br />

twee moest alsdan de voorkeur hebben ? Elendi-<br />

gen, die maar alleen uic waaren om hunne onver­<br />

zadigde woekerzugc te ftreelen, de bedriegeryen,<br />

en grove Hukken van onwetendheid , coc onder­<br />

gang van ons dierlyk werktuig voor geneeskunde<br />

uicvencten!<br />

§. 78. De waare fcheikunde, offchoon deeze<br />

uitgebreid nuttig is, hoe gevaarlyk is zy fomtyds<br />

door bykomende deelen, of door minder kundigheid<br />

des Geneesheers (dit punt betreffende), ook door<br />

de onzekerheid der bewerkingen, die het middel in<br />

een lichaam ondergaat! Men zoude mee bydoenin-<br />

gen van middelen, die anderzints onfchadelyk fchy-<br />

nen , de grootfte onheilen kunnen verwekken.<br />

BOERHAAVE, BOYLE, de odorum productione.<br />

%• 79' Wat meerder hebben die voortgebragc,<br />

dewelke , met den Sylviaafchen fcroom medege­<br />

voerd , fommige bewerkingen der natuur als ziekely-<br />

ke hoedanigheden tegengingen, door zweeten, hon-<br />

'gerlyden dood-laten, en meer diergelyke mid­<br />

delen, het fchadelyke volgens hunne phantafie zog­<br />

ten te overwinnen , en gevolgen na fleepten in<br />

gelykheid, mee hunne hinderlyke concepcen? On-<br />

begrypelyk , dac een VAN HELMONT , nadat<br />

hy reeds door hongerlyden had doen omko­<br />

men , nog geen misflag zyner gevoelens ontdekte!<br />

§. 80. Nutteloos moeten zy dan ook zyn, die,<br />

geenzints betrouwende, de natuur de noodige hulp<br />

onc-


SPREUK VAN BOERHAAVE. 253<br />

onttrekken , nu eene te hevig woedende niet te<br />

toornen, dan eene te traag gaande, geen fpooren te<br />

geven, eene afwykende in den regten weg te hel»<br />

pen, eene werktuiglyke hindernis, regelmatig te<br />

helpen. Dusdanige Geneesheeren berooven den ly­<br />

der van het geene hy volgens een dierlyk inftinct<br />

zoude tot zyne gezondheid werkftellig maaken ;<br />

en dus doen zy, met niets te doen, even zo veel<br />

kwaad , als de voorigen met hunne kunstnaryen.<br />

Gelukkig dan , die de wyze middelmaat houdt,<br />

die niets doet, wanneer niets nodig is, die met wei­<br />

nig te doen, wanneer het nodig is, veel verrigt.<br />

§. 81. De thans regeerende geneeswys is eenig- 1<br />

zints overeenkomitig met die van SYLVIUS en<br />

wederom èenigzints met die van HIPPOCRATES,<br />

doch als een trots verdigtfel en gewrogt vari<br />

herfenfchimmen. Wel wetende de werkingen en<br />

ontlastingen der natuur - bewegingen , doch het<br />

naauwkeurig beloop der tydperken niet ondervin­<br />

dende , ontkennen de hedendaagfchen de nauwe<br />

bepaalingen van den tyd der koking en crifis'i<br />

maar wanneer deeze door geneesmiddelen met me­<br />

dehulp der natuur gefchied, begrypen zy dezelve<br />

te kunnen bepaalen. Kina, campher, tart.emet.,<br />

kermes minerale, alcalina volatilia, zyn by hun<br />

weder de middelen geworderf in de gevaarlykfte<br />

ziektens en akelige tyden ; zy geneezen by epi-<br />

crifis. Ik heb op het einde van deezen weg den<br />

dood gezien; en een myner vrienden zoude ook,<br />

1<br />

was


254 E. KRUMPELMAN 'OVER DE<br />

was hy niec een cegenovergeftelden- weg ingefla»<br />

gen , den 1 col hebben moeten betaalen.<br />

§. 82. Men ziet duidelyk, dac alle geneeskundige<br />

befpiegelingen, hoe zinryk uicgedagc, indien<br />

van de Hippocracifche berooft, mank gaan; hoe<br />

verwarrend de overvloedigheid; hoe gevaarlyk de<br />

geheimkunde en kwakzalveryen ; hoe berovend<br />

in hec geheel niecs • te doen ; hoe naadeelig de<br />

natuurdwinglandy zy. De laatere eeuwen der geneeskunst,<br />

en de latere dagen der beoeffenaars, die<br />

niecs doen, wanneer de nacuur alleen genoegzaam<br />

is, haar helpen wanneer zy hulp vordert, wyzen<br />

den weg van zekerheid , de regce lyn tusfchen<br />

twee kromme. Beati qui medium tenuere,<br />

§. 83. Zy , welker oordeel te bekrompen is om<br />

door .een geneeskundig betoog van deeze waarheid<br />

overtuigt te worden, kunnen in alle andere<br />

zaken, waar fmaak, of kunde mede verknogt is,<br />

een gelykenis opvatten. Hoe zal hec cieraac het<br />

yerbergnodige ten toon ftellen, wanneer hec weggenomen<br />

is! Hoe zullen de geleende roodverwige<br />

pronk-couleuren, den akeligen doodfteek zien laaten<br />

, wanneer zy weggenomen zyn! Waarheid is op<br />

dusdanige wyze van logcntaal verfchillende, als deeze<br />

grondlyke eenvoudige geneeswys van de pronkartfeny;<br />

en de -uitvoering deezer is mee de zelfde<br />

yoordeelen op onze geneezing begaafc, als een<br />

waare ongeveinsde vriendfehap , of een bedriegende,<br />

doch vriendelyke huiglaary , in onze huis-<br />

hou-


SPREUK VAN BOERHAAVE. 255<br />

houdelyke zamenleving beftaanbaarheid of verderf<br />

veroorzaakt. Wenfchelyk was het, dat dusda­<br />

nige beker , die vol met vergift is, ontdekt, en<br />

zyne uitdeelders ten toon: geftelc en verbannen<br />

wierden. Dit zoude even aangenaam zyn voor een<br />

rechtzinnig Geneesheer, als het nuttig is voor het<br />

gemeen , de zeer gepaste Spreuk te weeten:<br />

Fuge medicos & medicinam.<br />

§. 84. Niet minder overvloedig zyn de voor­<br />

beelden , zelfs der grootfte geneesmiddelen, in zo<br />

verre zy, zonder aanwyzing der natuurwetten, ge­<br />

neeskundig op zich zeiven befchouwt wierden ,<br />

die- de nietigheid der omltallige, geheime ver­<br />

menging, enz. aantoonen, en deszelfs onftandvas-<br />

tigheid, deden ondervinden.<br />

§. 85. De kina dan op den throon der genees­<br />

middelen is ook wel ten eenemaal buiten gebruik<br />

geweest, ja zelfs door de nadeelen , die deszelfs<br />

ontydig gebruik veroorzaakt had, als een mid­<br />

del, door den Duivel beftiert, voor de genees­<br />

kunde verbannelyk van veele gehouden (d).<br />

§. 86. Het fpiesglas is mede het voorwerp van<br />

onftandvastigheid geweest. De geneeskundige fa­<br />

culteit van Parys verbood deszelfs gebruik in het<br />

jaar 1566 , en hierom wierd een voornaam Ge­<br />

neesheer in het jaar 1609 buiten dezelve gefloo-<br />

ten. Hetzelve wierd 1Ó37 onder de geneesmidde-<br />

^ len<br />

O) H 0 v 1 u s, Haarl. Maatfchappy VI. D. II. Stuk. pag. 836.


25ö E. K R U M P E L M A N OVER DE<br />

len geftelc, en in hec jaar 1650 wierdc hec ver­<br />

bod van 1566 verniecige. Eindelyk wierd LODE-<br />

WYK de XIV. door heczelve in hec jaar 1658<br />

van een gevaarlyke ziekte geneezen (b).<br />

§. 87. De campher wierd by den een verkoelen­<br />

de, by den ander verhitcende geoordeelt, en nu in<br />

ontftekingen aangedienc , dan als allerfchadelykst<br />

uitgeroepen. Mahomet belooft den Turken zo veel<br />

vrouwen als zy begeeren in hunne gelukzaligheid,<br />

benevens de campher-dranken toe hunne verzadi­<br />

ging; andere Arabieren hebben hem de kragt van<br />

den teellust ce beneemen coegefchreven. Desgelyks<br />

heeft men ook van hec heulfap geredenkavelc.<br />

- §. 88. Pokhouc, cascarille , farfaparil , kina<br />

vind men by fommigen hemelhoog gepreezen;<br />

anderen wederom hebben naauwlyks haaren naam<br />

aan hec geheugen overgelaacen.<br />

§. 89. Omcrenc de kwik hebben de Schryvers<br />

byzonder over. deszelfs bereidingen zeer verfchil-<br />

lend ge dage, zo dac zelfs mannen, die in de Genees-<br />

kunsc .van de grooefte verdienften geweesc zyn ,<br />

met veel lastertaal gehoond wierden.<br />

§. 90. Kleinigheden, die in zo verre nuttig zyn,<br />

waar zy, door hec vertrouwen der lyders te win­<br />

nen, een macigheid aan derzelver gemoedsaandoe­<br />

ningen verfohaffen, wil ik niec aanraaken. Zy zyn<br />

even voordeelig als een gerustheid des gemoeds,<br />

(b) Ho.vius, ibid. pag. 837.


SPREUK VAN BOERHAAVE, a 5?<br />

byzonder in fleepende ziektens noodzakelyk': 'er<br />

moec iets zyn; hec zy men het den fpeelpop der<br />

geleerden, of de modevolging der onnozele wysneuzen<br />

noeme.<br />

§* 91. Stellingen, uic de werktuiglyke zamenftélJ<br />

ling van ons lichaam met gegrond oordeel afgeleidden<br />

de ondervinding der natuurwetten, gecrouwlyb<br />

waargenomen, hebben de Geneeskonst cegen alle<br />

veranderlykheid gevestigt ; en wie deeze verftaat,:<br />

zal nimmer aan geneesmiddelen gebrek hebben, 1<br />

§. .92; Men zoude wel onwetende zyn, wanneer:<br />

men niet overwoog, welke .voordeden de landman<br />

boven veele ftedelingeti>. heefc. Zich van<br />

een onkundig-Heelmeester, en eerst in noodzaken<br />

lykheid i bedienende , komen vzy. evenwel de ' ziek-*<br />

tens door.-, en. leiden een lang leven: die bevestigt<br />

immers de huJp, der. nacuur, die zelfs kleine exgesfen<br />

buixemde piekte, noch óverwinc, en veel Hek<br />

ver onkundigere dan fty f hoofdige.' bedienaars .'vordert.<br />

Zy, die met ;twyifei 'aderlaten, wanneer, dit<br />

geen voordeel aanbrengt , fchrikken wel af van mee<br />

een. tweede:grooter nadeel te doen; maar de on*<br />

dervinding; leert, dac eene ontydige aderlating,<br />

alcyd niec doodelyk is; en dus werkt de nacuur in<br />

weerwil des Geneesheers. Waanwyzen .in tegendeel<br />

voeren, hunne, begrippen uic, tot dac zy zien.géen:<br />

redding meer te vindennen zoeken nog ongelukkig<br />

de oorzaak in een 'anderèV fchyn. u$w,<br />

• §. 93-Overtollige ontlascmiddelen^ met fty^hdbf-


t 53 E. K R U M P E L M A N OVER DE<br />

dïgheid aangehouden , doen dezelfde nadeelen.<br />

Hét > zelfde ziet men ook van tegenovergeftelde<br />

artfenyen ; doch wanneer de geneeswys, op<br />

waarneeming en kennis van 't lichamelyk werktuig-<br />

lyk geftel rustende, alleen gebezigt. word, is zy<br />

eenvoudig , nooit bedriegende en volmaakt vol­<br />

doende.<br />

§. 94. De eerde weg tot overtuiging der voor­<br />

naamfte geneesmiddelen, en manier van waarnee­<br />

ming, word ons gebaand door de Heilige bladeren<br />

zelf, namentlyk de voor- en naadeelen der gemoeds­<br />

aandoening , rust , fpysnuttiging, en de gevolgen<br />

der wanorders derzelve. .Eenige, welke my thans<br />

invallen, zal ik flegts aannaaien. Latitia cordis est<br />

vita ipfa hominis., ac exultatio producü dies vit*.<br />

Ecclefiafl.Spiritusfractus exficcat osfa.SALOMON.<br />

§. 95. Verders zegt dezelfde wyze man: Sicut<br />

tinea- vesümento. .& vermis ligno., ita tristitia<br />

iti.viro nocet Cordi.<br />

§. 96; Mos ES , die een byzondere zorg hadt<br />

ter voorkooming van befmettende ziekte , leert<br />

de lugt-, die eenigzints vervuilt was, als allerfcha-<br />

delykst te vermyden , zelfs plaatfen en wateren<br />

waar aas gevallen was.<br />

ï;4-97-<br />

D e<br />

fpysnuttiging wordt ook zeer wel be­<br />

paalt,, en derzelver matigheid aangeprezen. Ne esto<br />

itifdmrabilis- .omnibus-, delkiis, neque projectus ad<br />

escas; nam multis ébisadhceret morbus. Ecclefiaft.<br />

' ,S 08. De besteTpyze kenden die mannen Gods<br />

ook


SPREUK VAN BöERHAA.VE. 259<br />

ook de zo gemeene fpys, water en brood ce zyn,<br />

Pracipua vita humana funt aqua & panis; en<br />

de Propheec DAVID roemt de hertverfterkende<br />

kragc van hec brood. Pfalm CIV: vs» 15.<br />

§. 99. Een weinig wyn zal. immer uitmunten<br />

onder alle geneesmiddelen; 't bevorderc de ver­<br />

fterking, en geneest mee vermaak. Cito tuto<br />

jucunde , exultationem, lat'ixiamque. animi. efficit<br />

vinum potum tempestive quod fat/s est.<br />

%. 100. P AU LUS fchreef ook recepten vooraan<br />

THIMOTHKUS. Aquam ne bibas.J'ed vlni módicuni<br />

bibe, propter flomachum tuum, & propter mor­<br />

bos tuos asfiduos.<br />

%. 101. SALOMON raad ook de daagelykfche-<br />

beweeging. In omnibus tuis operibus esto promptus ,<br />

& ulla infirmitas non obveniet tibi. Hy vèrbied<br />

ook alle exces in hec ftaapen, hec waaken byzon­<br />

der. Figitia divitiarum caufa tabefaciunt carnes*<br />

§. ion. Dezelfde SALOMON geeft ook<br />

een goede les ' voor de jongelingen , en die<br />

van een buitenfpoorig gedrag zyn. Qitl aggluti-<br />

tiatur fcortis, est audax, tinea & vermes hare*<br />

ditario juré posfidebunt eum, & arefiet traduc-<br />

fus in exemplum infamite maxima. Ecclef. Cap.<br />

XIX: vs. 2. Zekerlyk is deeze eenvoudige les,<br />

wanneer ze in agc genoomen word , beter prïe-<br />

fervatif, dan eenig kwikbereidfel zyn kan.<br />

§. 103. Die zal genoeg zyn om ce toonen hoe<br />

wel de grondige doch eenvoudige geneeswyze<br />

R 2 ftrookt


46o E. KRUMPELMAN- ÖVSR DI<br />

ftrookt te* den zin der Heilige bladeren. Ik zal<br />

-nige aannaaien , die de foorcgelyke<br />

aanduidingen in kracht ftellcn.<br />

«. xol'Podagra , zynde het proefonderwerp.<br />

geweest van alle kunstnaryen, :wierd zeer d.kwils<br />

door koud water alleen geneezen. RONDELET.<br />

in praxi, pzg- 611. _<br />

§. 105. RivicRitrs getuigt openhartig,^-^-<br />

C*/>.' dat hy in opgeftopte Honden , en m<br />

derzelver ongeregeldheden, vaneen herhaald ge­<br />

bruik van koud water meer voordeel gehad heete<br />

dan van alle onderbuik.zuiverende.emmenagoga.<br />

§ 106. De eigen woorden van CEL sus zyn,<br />

m I- Cap. 15: -Quos caphis imbecüitas torquet,<br />

vs ufus aquxfrigidaprodest-Jediis eiïam, m<br />

asfidu* üppitudïnes , gravedines , deftülationes ,<br />

tonfMceque male habent.<br />

- §107. ASCLEPIADES leeraarde eerst het regt<br />

bellier der dierlyke huishouding, en de levenswys<br />

te fchikken naar de gefteldheid en ziekte der licha T<br />

men , vermoedende dat de geneesmiddelen uit<br />

kwaade fappen beftonden , en de maag kwetften,<br />

waardoor het gebruik deezer merklyk verminderde.<br />

§. io8. HIPPOCRATES, wanneer men zyne<br />

echte werken doorfnuffelt, hoe weinig genees­<br />

middelen gebruikte (O hy ! - SYDENH.AM en<br />

r> A n-<br />

• (c) Hovius, ibid. pag. 801.<br />

reooif»


S P R E U K VAN BOERHAAVE. 261<br />

RADcLI v; hebben' ook maar weinig geneesmid­<br />

delen gebruikt (d).<br />

• §. 109. PATYN klaagt, dat aan de geneeskonst<br />

veel nadeel toegebragt word door het invoeren<br />

van een menigte geneesmiddelen (e).<br />

§. 110. J. HOFFMAN klaagt , dat men gebrek<br />

heefc aan nuttige en verlangde geneesmiddelen<br />

door hec overladen van middelen, die ten on­<br />

rechte geprezen worden (ƒ).<br />

• §. in. M E AD maakte, oud geworden zynde,<br />

onder veel ondervindingen , als by zyn'uiterden<br />

WÜ, aan zyne medeburgers alle die dingen bekend,<br />

welke hy regens de meeste ziektens nuttig gé-<br />

vonden hadc; doch deeze waaren ook zeer wei­<br />

nig (£)• •<br />

§. 112. BOERHAAVE, die in alle zyné leet-<br />

ftukken de zuiverheid , de wiskundige waarheid,<br />

de Hippocratifche ondervinding aanpryst , merkc<br />

aan, dac de zamenftelling en ( menigte der genees­<br />

middelen nergens toe dienen, dan om de genees­<br />

konst , de nuttigde der konden , befpottelyk te<br />

maken (Ji).<br />

§. 113. Gemelde HOVIUS geeft insgelyks, in<br />

zyne roemwaardige aanmerkingen over de genees­<br />

middelen , overal blyken van zyne fchrandere<br />

00 Ibidem.<br />

(V) Ibidem, pag. 809.<br />

(ƒ) Ibidem.<br />

(£•) Ibidem.<br />

(hS Ibidem.<br />

R3<br />

ge-


«6a E. KRUMPELM. OVEH DE SPR. VAN BOERH.<br />

gevoelens, die niet alleen deeze eenvoudigheid aanpryzen,<br />

maar tevens middelen aan de hand geeven 4,<br />

waardoor wy de zuivering der kwaade gewoon,<br />

lykhedens kunnen beraamen. Ik wil my verder<br />

hier niet meer over uitlaten , als verre beneden<br />

de reeds genoemde mannen.<br />

§. 114. Wat blyft nu over? de geneeskonst<br />

van een der grootfte Leermeesters ontwikkelt, —<br />

deszelfs gemakkelyke eenvoudigheid door een algemeene<br />

zuivering aangetoont, — deszelfs vermydelyke<br />

klippen gewaarfchuwt, — deszelfs waarheid<br />

met die der reden en ondervinding, gezag<br />

der wyzen, overeenkomftig bevonden. Gelukkig<br />

indien elk Geneesheer hem klaarlyk verftaat ,<br />

en zich in navolging herinnert de gulde fpreuk,<br />

Simplex veri 'figillum.<br />

Quantum est in rebus inanei<br />

VIER-


V I E R D E<br />

ANTW OORD<br />

OP DE<br />

V R A A G ,<br />

VOORGESTELD DOOR HET<br />

GENEESKUNDIG GENOOTSCHAP,<br />

ONDER DE ZINSPREUK<br />

S ERVANDIS CIVIBUSx<br />

Over de Spreuk van den Grooten Boerhaave,<br />

SIMPLEX VERI SIGILLUM.<br />

D O O R<br />

JF. MTT C M W M 3SL %<br />

Heelmeester te Amflerdatn.<br />

onder de zinfpreuk:<br />

tlC UUR AD ASTB.il


Dat onder de goede verrigtingen der ftervelingen geen* voortreffelyker<br />

is dan deeze, waar door de behoeftige van 't nodig»<br />

verzorgt, de elendige verkwikt , de moedeiooze getroost,<br />

de bloode befchermd word , ontkend niemand: maar wie zal<br />

lochenen dat zy , die den broozen mensch aan zo veele gebreken<br />

onderworpen, in zyn nooden en gevaaren zo>byftaan,<br />

dat zyn leeven hem als op nieuws word weergegeeven, of<br />

zyn ongemakken draaglyk gemaakt worden, wie zal tegenfpreeken<br />

(zeg ik) dat de zodanigen de voortreffelykfte leden der<br />

Maatfchappy zyn ? Geen wonder, dat de in den Godsdienst blinde<br />

Volkeren hun Godsdienftige eer beweezen.


D at de meeste dingen zaamgefteld zyn, en den<br />

klank van eenvoudig, dien men zo dikwerf ge­<br />

bruikt, zo weinig verdienen, als 'c getal der een­<br />

voudigheden zints 's waerelds fchepping gering is,<br />

zal my misfchien niemand tegenfpreeken. Doch<br />

als wy fpreeken van eenvoudigheden verftaan wy<br />

'er door<br />

, (a) Zulke dingen , die nog haar eerfte wezen<br />

hebben, als daar zyn b. v. de hoofdftolFen, enz.<br />

die, hoe zeer men een zamenftelling aan de meeste<br />

toekent, egter om hunne eenheid in de befchou-<br />

wing voor eenvoudigheden gehouden worden.<br />

(b) Of de zodanige, die niet te zeer zyn zaam­<br />

gefteld.<br />

(c) Of die wegens hunne mindere omflagtigheid<br />

in vergelyking van anderen , die men te vooren<br />

gebruikte of nog te werk fielt, verkiesbaar zyn,<br />

waarom men die by tegenftelling van deze enkel­<br />

voudig noemt: of welken zin men daar ook aan<br />

verkiest te hegten.<br />

Een foortgelyk denkbeeld, als dit laatfte, ver­<br />

beelde ik my dat het Genootfchap, dat ten Zin­<br />

fpreuk houd Servandis Chibus, bewoog, althans<br />

ten fpoorflag ftrekte, om een prysvraag als deze,<br />

naar welke ik fchryve,, voor te ftellen, door welke<br />

het heil der ftervelingen langs de eenvoudigfte<br />

wegen meer en meer bewerkt wierd , de kunst<br />

opgeluisterd, en haare beoeflènaars de welverdien-<br />

R 5<br />

d e


i66 F. B U C H N E R OVER DE<br />

de lof gefchonken, op dat men nu en vervolgens<br />

op deze zo heerlyke kunst in volle kragt dit op-<br />

fchrift leeze, Simplex veri figillum.<br />

Eene Verhandeling van dezen aard, die den<br />

eerften prys ftaat wegtedragen, zal, beantwoord<br />

die aan tnyne verwagting, voor de geheele Maat-<br />

fchappy der menfehen niet dan voordeelig zyn kun­<br />

nen. Derhalven te dingen naar een prys als deze,<br />

is mogelyk een te ftoute onderneming , — een<br />

last, onder welken myn fchouders zullen inbui­<br />

gen. — Doch daar vrywillige arbeid nooit zwaar<br />

is, is dit voor ray de ergfte uitkomst, dat ik, de<br />

bekroonde Verhandelingen lezende, mynen tyd be-<br />

klaage; en uit een zekere drift myn gefchryf ten<br />

vuure doem. Des niet te min zal myn gefchryf<br />

my nog voordeelig zyn; want ik zal nu meer<br />

vrugts plukken van den noesten arbeid en fchran-<br />

dere oordeelkunde in de met lauweren gekroonde<br />

Verhandeling, dan , wanneer ik 'er geheel niec<br />

aan gedagt had. — Wel aan dan.<br />

Ik zal ter bereiking van 't plan , dat ik my<br />

heb voorgefteld, deze order houden, dat ik<br />

I. De Genees- en Heelkunst, zo als die van<br />

ouds was, met een vlugtig oog zal nagaan, met<br />

betrekking tot 't voorgeftelde doel.<br />

II. Zal ik de redenen opgeven, waarom de<br />

kunst (naar myn inzien) geen meer volkomenheid<br />

kreeg; dat is, waarom haar toeftel veel minder dan<br />

zy konde eenvoudig is; en eindelyk


SPREUK VAN BOERHAAVE. 267<br />

III. Zal ik de middelen opgeven, waardoor de<br />

volkomenheid der kunst, myns erachtens, zo veel<br />

mogelyk, kan bereikt worden.<br />

I. Dat de Ouden zig op de geneezing der<br />

lichaams-gebreken toeleiden door de eenvouJigfte<br />

middelen en wegen, blykt middagklaar, als men<br />

nagaat, hoe, hunne manier van waarnemen, metho*<br />

dus empirica, of zulk een geneeswys, die op de er­<br />

varing fteunt, plaats hebbende , zy zig trachtten<br />

in ftaat te' dellen tot het geneezen der gebreken,<br />

alleen uit proefnemingen, welke zy aan zogenaam­<br />

de toevalligheden, voor zo verre zy die bezaten,<br />

alleen konden dank weten; zy beproefden de zulke<br />

in de gevallen, en men Haagde foms even geluk­<br />

kig , — en men verzon langs dezen weg de ge­<br />

melde methode.<br />

Maar daar hunne ervaringen flegts blinde navol­<br />

gingen, van waarheden \ ja wat zeg ik? van valsch-<br />

heden waren, konde dezelve niet lange ftand hou­<br />

den. Des niet tegendaande hebben zy voor de<br />

volgende Genees- en Heelkundigen eenen weg<br />

geopend, welke daar na tot een min of meer be­<br />

treden voetpad diende , byzonder voor de zulken,<br />

die uit deze verzameling een zamenftel van kunst<br />

of wetenfchap zouden hervoort brengen: en Vader<br />

HIPPOCRATESwas de man, die hier den hoogden<br />

lof verdienen moest. Laat ik het een en ander door<br />

een paar voorbeelden daaven. Zy (de ouden na-<br />

mentlyk) vonden, dat de fcordium, als een ber<br />

derf-


2Ö8 F. B U C H N E R OVER DE<br />

derfweerend middel, moest nuttig zyn, terwyl zul­<br />

ke der gefneuvelde lyken, of wel fommige der­<br />

zelver deelen langer onbefchadigd, dac is voor 'c<br />

bederf bewaard bleeven , die te midden van die<br />

gewas, en daar door bedekc op 'e veld lagen. —<br />

De aderlating en paracenthefis hebben geen min­<br />

der eenvoudige beginfels; en daar de eenvou­<br />

dige Natuur al dikwerf ten Ieidsvrouwe ftrekte van<br />

foortgelyke vindingen, word het gezeg van den<br />

grooten VERULAMIUS waar: de natuur is de fpie-<br />

gel der kunsc! Doch hoe zeker die ging, echcer<br />

was deze verrigcing, alzo de kunsc haare zo no­<br />

dige gidze miste, de reden namentlyk, meestal niét<br />

veel meer, gelyk ik reeds zeide, dan een blinde<br />

navolging zelfs van valschheden. Zy fteunde dies­<br />

wegen op een te losfen grond om ze algemeen<br />

toe te pasfen. Welk een geluk daarom, dat een<br />

man, als HIPPOCRATES, te voorfchyn kwam,<br />

juist in ftaat om het waare van 't valfche te<br />

fchiften, en de wetenfehap der kunst tot zulk<br />

eenén trap van volkomenheid te brengen door zyn<br />

welwikkend oordeel en onvermoeiden yver, dac de<br />

andere HIPPOCRATES, BOERHAAVE, vraagtr<br />

wac fchiec 'er over by 'c werk van dien groo­<br />

ten man ? — Niet minder eenvoudig in zyn be-<br />

dryf was hy, dan de beginfeis der eerflen eenvou­<br />

dig waaren : maar de zyne was die verftandige<br />

eenvoudigheid, die door de zuivere reden, (waar­<br />

om ze ook rationalis geheeten wierd) beftierd<br />

word.


SPREUK VAN BOERHAAVE. 269<br />

word. Hy doorfnuffelde 's menfehen lichaam,-hy<br />

ging den gezonden en zieken ftaat naauwkeurig<br />

na, enz. en langs dezen weg maakte hy zyn Hel­<br />

lingen gebouwd op de ervaring.<br />

Maar ongelukkig,dat deze methode al vroeg van<br />

fommige, om dat tot deszelfs beoeffening te veej<br />

vlyt gevorderd wierd, verlaten werd; en dus waarr<br />

lyk de gelegenheid verzuimd om eenvoudig te<br />

worden, dat is. om op zekere gronden, langs de<br />

konfte wegen, en door de beproeffte middelen<br />

fpoedig en zeker, te geneezen: om nu van de laatst-<br />

afgelopen eeuwen niets opzettelyks te gewaagen,<br />

zy had. haare ebbe en vloed. — BOERHAAVE,<br />

die eer en luister van Neerland, was de herlleller<br />

der eenvoudigheid; hy had, wel is 't waar, nevens<br />

alle menfehen, zyne onvolkomenheid; des niet te<br />

min, waar is hy, die hem in alles op zy komt,<br />

ik laat ftaan hem overtreft? —> Hy was 't, die alle<br />

fpits - vondigheden verbande, — die alleen het<br />

waare wit zogt te treffen , het heil der men­<br />

fehen! —<br />

Laat my nu nagaan , waarom deze heerlyke<br />

kunst geen meer volkomenheid kreeg ; dit was<br />

myn tweede ftuk.<br />

II. Om hierin geregeld voort te gaan, zal ik<br />

deze order houden, dat ik myne ftelling, de toe-<br />

ftel der Genees- en Heelkunst is veel minder<br />

dan zy konde eenvoudig , zal ontwikkelen , en<br />

daarna de redenen opgeven, waarom dit zo is. s<br />

Wat


27o F. B U C H N E R OVER DE<br />

Wat ik door eenvoudigheden in de kunst ver-<br />

ftaa, blykt reeds ten deele uit 't geene ik in 't be­<br />

gin heb te kennen gegeven; maar met betrekking<br />

tot dit gezegde, de coeftel (waartoe ik hier wil<br />

gebragt hebben, het toedienen, het gebruikmaken<br />

van Genees- en Heelkundige middelen) is minder<br />

eenvoudig: zal ik een weinig nader ontvouwen.'—-<br />

Ik verftaa 'er door, dat haare onvolkomenheid nog<br />

van dien aard is , dat men vry wat zal moeten<br />

aanvullen en verbeteren, eer men van haar zeggen<br />

mag, zy is zo volkomen als zy kan. Daar nu alles<br />

zyn onvolkomenheid heeft, en de meeste zaakert<br />

voor verbetering en toeneming vatbaar zyn, moet<br />

dit ook waar zyn van deze kunst. Trouwens, wat<br />

aangaat 't laatfte; ik fpreek ftellig: de kunst maakte<br />

reeds vorderingen, gelyk ik zeide, dat men voor-<br />

tyds de ervaring zonder de reden gelden deed,<br />

maar dac, toen deze zaamen gingen, men zekerder<br />

ging. En dat men dit van den laatsc-afgeloopen tyd<br />

ook zeggen kan (terwyl 'er middencyden waren;<br />

in welke men op befchaaving en verbetering mee<br />

eens gedagt heeft) blykt: hoe groot is 'c verfchil<br />

en de vordering tot 't bovengemelde einde tus-<br />

fchen de jongst-verftreken eeuw, 1<br />

eri dien zelfden<br />

omtrek


SPREUK VAN BOERHAAVE. 271<br />

niet den cortex peruv.! — welk een verfchil is 'er<br />

in de behandeling der heete ziektens by vroegere<br />

•tyden! -— van welk een heilzaame uitwerking heeft<br />

men meer dan ooit voorheen de braakmiddelen<br />

bevonden! Zo ergens, hec is hier waar: de eenvour<br />

digheid is 't zegel der waarheid. Welke vorderingen<br />

maakte de kunst in het inenten der variolae<br />

mee derzelver verdere geneezing! hec vooroordeel<br />

wierd ook hierin meer dan voorheen met<br />

voordeel beftreeden. — Welke flappen coc volmaaking<br />

der kunsc hebben de Heelkundige operatien<br />

niec gedaan zints dien tyd! en hier by moet<br />

ik vooral niec vergeeten, dat dit tot bewys verftrekc<br />

van de coeneeming derzelve, dac de Operacien<br />

nu minder dan ce vooren gedaan worden, en men<br />

zig meer dan ooic 'er op toelegt om de groote<br />

toeftellen der ouden te weeren. Ten bewyze<br />

ftrekc het verbannen van die moord - tuigen, die<br />

wel eer de cordaatheid des Heelmeesters kwanswys<br />

tekenden. —<br />

Welk eene vordering heefc niet de behandeling'der<br />

beenbreuken en ontwrigtingen gemaakt!<br />

is niet de electriciteic nu meer dan ooic voor<br />

dezen tot nut van 'c menschdom met voordeel<br />

beproeft ? en waarom hier meerder by gedaan,<br />

gelyk men zou kunnen doen ?• Dit ftaat vast: de<br />

kunsc heefc grooce flappen gedaan toe • de volkomenheid<br />

; doch, hoe die zyn moge, zy is desniettegenftaande<br />

noch minder éénvoudig dan zy<br />

kon-


«7» F. ' D U C H N E R OVEII DE<br />

'konde. Laat ik deze fchynbaare harde taal door een<br />

foortgelyk, immers ingewikkeld bevestigend zeg­<br />

gen, bevestigen. VAN SWIETEN zegt comm. aph.<br />

1147. 00 « De kunst zou eene zeer groote nut-<br />

„ tigheid hebben, indien ze door een ftreng en<br />

„ voorzigtig onderzoek onthefc wierd van alles ,<br />

„ 't geen men onwaar of twyffelagtig, wegens<br />

„ de kragten der geneesmiddelen leest; " een ge­<br />

brek, een groot gebrek; een onvolmaaktheid! —<br />

Niemand wraake dan myn gezegde; myne be­<br />

doeling is eerlyk, zy heeft geen fnoóde inzigten, in<br />

tegendeel, zy,loopt uit tot heerlykheid der kunst,<br />

en dus van haare beoeffenaarsj tot hêil der ftefve-<br />

lingen, en dus ook van ons eigen zelfs. — Ik hoor,<br />

dunkt my,iemand zeggen: gefteld het is zo; maar<br />

welke zyn de middelen om de-kunst zo te verber<br />

teren, op dat ..dit, van haar met- reden niet kan<br />

gezegd worden? Deze zal ik in myn derde Hoofd?-<br />

deel trachten op te geeven-.Nu 2al ik de redenen*,<br />

die my toefchynen oorzaaken kier,: van te zyn^<br />

ontdekken. Zy zyn de twee volgende.<br />

:. Vooreerst, dat men zig geene moeite genoeg geeft<br />

tot het nafpooren van alles , waarop :<br />

de kunst<br />

eene onmiddelyke betrekking heeft, als daar zyn ,<br />

. De Ontleedkunst.<br />

De Natuurkunde; ,<br />

De Ziektekunde.<br />

• «d ,<br />

. Ca) Zie Haart. IV^aatfch.. 6. Deel 2, Stuk. pag. Soa.


SPREUK VAN BOERHAAVE. 273<br />

De kennis van de kragt en aard der middelen*<br />

het pit en merg der Genees-. of Heelkunde , hec<br />

onderzoeken van Waarneemingen en proefneemen<br />

met dezelve.<br />

Ten anderen, dat men niet eeriyk genoeg was<br />

en is, om zynen elendigen medemensch langs da<br />

kortfte en zekerfte wegen te herftellen, en in 't<br />

mededelen van zyn ervaring aan de. maacfchappy. •<br />

- Laat ik van elk van deze dingen iets zeggen;<br />

Wat betreft het eerfte, hierin zal ik dus. handelen;<br />

dat ik klaarheidshalven eerst het nut der onder?<br />

werpen zalaanftippen; en daarna, hec geen ik by<br />

ontkenning van dezelve zeide, eenigzins becoogen.<br />

I. Wac, aangaac de Ontleedkunst, ik plaats dezelve<br />

voor aan, omdat zy de, ba/is is, waarop 'c<br />

.gantfche. gebQuvy der aanftaande kundigheden eens<br />

-wel of kwalyk zal gevestigd worden. .Een Genees*<br />

•en Heelkundige zonder deze kennis kan nimmes<br />

zeker zyn in zyne onderneemingen; hy moet altoos<br />

in 't blinde omtasten, wyl hy.niet weet, wat,<br />

hy myden of wat hy doen moec; hec kunftig za*<br />

menftel niec kennende, kan hy zig niet dan als een<br />

redenlooze gedraagen ; en daar ;men anders ce<br />

regt roemt op een redelyke kunsc, keert by de<br />

zodanigen de lang verlieten metkodus empirica we?derom,<br />

— en hun gedrag verfchilt niets van een<br />

Kwakzalver; dat meer is, zulk een weet niets v,gjj<br />

een verftandige ftoutmoedigheid en een bedaarde<br />

vreesagcigheid ; twee zo nodiga, vereischtens in<br />

. IX. DEEL. S èën


274 F- B Ü C H N E R OVER DE<br />

een verftandigen Arts. — Hoe noodzakelyk is de<br />

kennis van 's menfehen lichaam voor Genees- en<br />

Heelkundigen in de beoordeling van zulke gebre­<br />

ken, die een fpoedige hulp vorderen;-en aan wel­<br />

ke veel van des lyders gelukkige of ongelukkige<br />

omftandigheid afhangt, — ja niet zelden ook 't<br />

leven van een kwaadwillige of ter kwaader.uur<br />

geboorenc ! — Jk zou hier meer kunnen by voegen,<br />

maar gaa liever voort, dat offchoon dit onttgen-<br />

zeggelyk is , men des niet te min hier uit niet<br />

moet beduiten, dat zy, die ik hier bedoele, tot in<br />

Se geheimfte (chuilhoeken van 's menfehen lichaam<br />

met hunne nalpooririgen hadden moeten geweest<br />

ifv\ ,?èer zy den naam waardig waren van een goed<br />

Genees- en Heelkundige. Ik geloof dat men veel<br />

eer het tegendeel zou kunnen zeggen, dat, nament-<br />

lyk , als men-zyn réden te veel doet gelden, hier<br />

door zou omkeeren het gulden zeggen van Vader<br />

HIPPOCRATES , de natuur is de Geneesvrouwe<br />

der ziektens. — En men ziet ook wel eens, dat,zo<br />

lang de belpit-gelende begrippen al te zeer op de<br />

practicale worden toegepast, de kunst haare een­<br />

voudigheid r>y zulk eene althans niet verkrygt. ~<br />

Evénwel, hoe 't zyn mag, dit is zeer zeker, hy,<br />

die al eens door zyn veel weerenlchap doolde, is eer<br />

te regt te brengen , dan een Idioot, diê ?<br />

er niet<br />

met al van weet. —<br />

De Natuurkundige befchouwing van 's menfehen<br />

lichaam verfchaft niet minder groot voordeel aan<br />

haa-


SPREUK VAN BOERHAAVE. 275<br />

haare bezitters dan de eerfte. Behalven 't geen daar<br />

gezegd, ook hier toepasfelyk is, hoe onontbeerlyk<br />

is niet de'-"kennis van de gantfche dierlyke<br />

huishouding nevens de andere werkingen I welke<br />

raadfels en knoopen worden door derzelver be.<br />

lèhouwing niet opgelost! hoe vernuftig weet niet<br />

een des kundige zig van dezelve te bedienen, in<br />

zeer veel gewigtige voorvallen, tot heil der menfehen<br />

ï in den gezonden en zieken ftaat! in uit- en<br />

inwendige gebreken, enz«!<br />

De Ziektekunde, gebouwd op deze gelegde gronden<br />

, geeft haaren beminnaaren duizend Waar»<br />

neemingeri aan de hand. Gelukkig hy, zeide men<br />

yoor langë, die de oorzaken der kwaaien kentl<br />

En waarlyk, op deze wys word een wyd veld afgelopen<br />

; nimmer tast een des kundige zo zeer in<br />

h duistere om. Zy is zo nodig, dat men byna zeker<br />

zeggen kan, dat- het kennen van de-oorzaak van<br />

eenige kwaal de helft der geneezing is ; de bepaalingen<br />

van den aard des gebreks op oordeelkundige<br />

gronden doen des?elfs voortgang en einde<br />

kennen. Maar zal dit, zal deze kennis voordeel<br />

verfchaften aan de.elendigen ,de Arts moet zig<br />

bevlytigd hebben op 't geen ik vervolgens<br />

optelde.<br />

Hy moet zig toeleggen op den aard en kragt<br />

der middelen. Hoe nodig, hoe onontbeerlyk is 'c,<br />

de kragt, 'c vermogen derzelven te weeten! Wan?<br />

welk voordeel toch zou de grootfte geleerdheid in<br />

S » al-


H?6 F. B U C H N E R OVER DE<br />

allé haare takken aan een zieltoogenden geeven,<br />

zo niet haare kennis' verkeerde omtrent de beste<br />

middelen, in deze en gene kwaal?: byzonder daar<br />

de mistasting het leven of de gezondheid des ly­<br />

ders in zekere oogenblikken kan doen behouden<br />

öf verliezen. Het kennen der middelen ,leerr henl<br />

dezelfde regelen in de giften, toediening , juiste<br />

applicatie, enz. Maar zal hy ook hierin gelukkig<br />

fktagen , hy behoort byzonder zig op 't pit en<br />

merg der Genees- en Heelkunde te hebben toe-<br />

gelegt. Zig op eene wetenfchap toeleggen, of 'er<br />

op uit te wezen om de zie) en 't wezen van de­<br />

zelve te bevatten, weet niemand, dan die met de<br />

borst (gelyk men zegt) 'er op valt , die 'er zig<br />

op uitlegt om te ervaaren , dat deze twee zeer<br />

•wyd van elkaar verfchillende zaaken zyn. Dit is<br />

ook de reden, dat ik niet fpreek van de Genees-<br />

en Heelkunst in 't algemeen, maar van derzelver<br />

inferieure deel;'t fpreekt toch van zeif, dat niemand<br />

tot deze te regt kan worden toegelaten, zonder<br />

hiervan genoegzaame blyken te hebben gegeven.<br />

Dit dan, waar van ik fpreek, en nog meer te zeg­<br />

gen heb, is ook een werk van een ryper over­<br />

weeging; en deszelfs gewigt, als men een nayve-<br />

rigen geest heeft, word dan meest befpeurd, als<br />

men bevorderd is, om den naam van Genees- of<br />

Heelkundige te mogen dragen; dan, wanneer men<br />

zynen geest niet langer behoefd onledig te houden<br />

met fynheden, verfchillen , met zulke zaaken, die<br />

aan


SPREUK VAN BOERHAAVE. 377<br />

aan'de practyk nier- geeven noch neemen; dan, wan­<br />

neer men die , onder welke fommige vermaaks-<br />

haiven geoeffend worden,in zyn fludie minder no­<br />

dig keurt, en 't 'er nu op aankomt, te toonen in<br />

de gevallen, wat gronden men gelegd heeft; dan,<br />

wanneer deze daatkundige regel een Genees- en<br />

Heelkundige regel word : Het heil der menfehen<br />

is de hooglle wet!<br />

Dan leert hy met den grooten HOFPMAN, „dat<br />

„ een groote zwaai van Geneeskundige (ik doe<br />

„ hier by en Heelkundige) geleerdheid meesttyds<br />

„ belet de werking der natuur , en dezelve be-<br />

„ roert ; 't welk de ziekte dikwils doet verer-<br />

„ geren: hy ervaart met den uitmuntenden VERU-<br />

„ LAMIÜS, dat het voorfchryven van een groot<br />

„ getal en. verfcheidenheid van geneesmiddelen de<br />

„ dogter is van de onkunde." — Hy is dan in<br />

de. gelegenheid om uit de middelen de geheel en<br />

meest beproefde te verzamelen, ja maar ook om<br />

derzelver applicatie naar de zekerde grondwetten te<br />

leeren regelen ; hy leert daarom uit de middelen<br />

de beste te kippen, gelyk BOERHAAVE zegt van<br />

HIPPOCRATES en SVI.ENHAM, (om dit voor­<br />

beeld hier eens te bezigen) om heete ziektens te<br />

geneezen, bedienden zy zig van deze eenvoudige,<br />

water, azyn, gort, falpeter, honig, opium,<br />

\ vuur, 't lancet; wat verminderd dan 't getal der<br />

middelen; als NIC. M VB OPSIS 'er 4000 op­<br />

leid ; en JUNKER 'er niet meer als 5000 nog<br />

S 3 meest


«78 F. B U C H N E R OVER DE<br />

meest verfchillende van de eerfte opgeeft uit 't<br />

zogenaamde ryk der dieren , der planten , der<br />

delfftofFen , of door de. natuur of kunst 'er uitgehaald<br />

aan de hand geeft. Hy roept met BOER­<br />

HAAVE, en, naar maate hy de eenvoudigheid meer<br />

en meer opfpoort, ervaart hy dies te beter deze<br />

waarheid , wat hebben de tyden al gezweet door<br />

deze verzamelingen ! de Genees- en Heelkunst<br />

zig afgeflooft en uirgeput ! door welken geest<br />

wierd men gedreeven! — En om hier af te flappen,<br />

hy, die 't pit en merg der dingen (als gezegd<br />

is) uit die ontzachlyke menigte geneesmiddelen<br />

heeft leeren haaien , is niet ongelyk aan<br />

de reine dieren , die door hun herkaauwen de<br />

beste voedfels uit hunne fpys uitmelken , en met z


SPREUK VAN BOERHAAVE. ^<br />

ben een onbegrypelyke waarde. Hier zou het noo-<br />

deloos zyn , van zo veele Geleerden , I die dezelve<br />

wel wilden verzamelen, oorfprongklyk, of ui> an­<br />

dere taaien en fpraaken overgezet, te fpreeken Door<br />

deze voornaamelyk is de kunst gefteegen tot dien trap<br />

van volkomenheid. Elk begrypt, dat ik niet bedoel,<br />

van al wat maar Waarneeming heet, by de eerfte ge­<br />

legenheid de beste, gebruik te maaken. Het niet ge­<br />

noegzaam letten op de geneeskragt der middelen heeft<br />

'er zo veele doen uitdenken, en by een brengen;<br />

en die zelfde reden is oorzaak, benevens eenige an­<br />

dere omftandigheden , dat de waarneeming van<br />

een en 't zelfde gebrek , of met een niet noemens­<br />

waardig verfchil, zeer veelmaalen geboekltaafd<br />

wierd , en 't aantal waarneemingen mogelyk zo<br />

talloos is geworden, andere verminkt opgegeven,<br />

meer fomtyds op den keurigen ftyj van Ichryven,<br />

als op 't waare der zaak achtgevende ; en wac<br />

niet al ! Maar ik heb op 't oog, waarneemingen<br />

van de beste, eerlykfte en kundigile, die niet zel­<br />

den de eenvoudigheid ten opichrift hebben; waar­<br />

in zonder opfchik en zwier van geleerdheid de<br />

zaaken behandeld zyn , zo als de Waarneemer<br />

die ervaarde; en deze waarneemingen, zo als ze<br />

de praktyk daagelyks, kan doen maaken , hebben<br />

een önbegrypelyke waarde ; en is 'er ooic eenig<br />

bekwaam middel daargeltelt om de kunst eenvou­<br />

dig te maaken, het is ongetwyfFeid door dat foort<br />

van waarneemingen. Wil men dan van dezJve<br />

S 4 ge-


,s8o F. BÜCHNER OVER DE<br />

gebruik maaken, men dient dan ook dit nog onder<br />

't oog te houden, dac men de omftandigheden,<br />

door aen waarneemer opgegeeven, in agt neeme.<br />

Men kan hierom by 'c mislukken eerier. proef'<br />

nimmer kwaad dezelve meer dan eens re herhaa-<br />

len; en men moec altoos onbevooroordeeld te<br />

werk gaan. De waarneemer zo wel als de be-<br />

proever behooren bun manier van geneezing of<br />

behandeling langs den eenvoudigflen weg gedaan<br />

te hebben, op dac zo na mogelyk, al ware 't aan<br />

't geringfle, bepaald worde , waar aan de kunst<br />

haare verbetering ce danken hebbe; ja maar ook<br />

een ander beveiligd worde om geen vergeeffche<br />

moeice te doen. Langs dezen weg is 'er moge-<br />

'lykheid, dat de kunst haare volkomenheid, zo na<br />

tdic gefchieden kan,bereike. Ik fpreek niec te fterk;<br />

fwanc zyn niet die middelen zo even gemeld, die<br />

aan HIPPOCRATES in hun vermogen bekend waa­<br />

ien, niet nog dezelfde? en waarom zou men in<br />


SPREUK VAN BOERHAAVE. s8i<br />

ginfelen der ftudie, of't verwaande, gevoelen van<br />

de bezitting derzelve in een tyd, die de beste be­<br />

hoorde te zyn ter volmaking , en zo de aange-<br />

•mamfte vrugcen te leveren, wie twyfelt (zeg ik><br />

of deze zyn geen geringe redenen tot de weinige<br />

bevordering van de beste der kunllen ? En, daar<br />

uit de nuttigheid de noodzaakelykheid van zelf<br />

blykt, daar 't gemis daar van by tegenftelling een<br />

onvolkomenheid der kunst is; zal 't genoeg zyn,<br />

als ik nog met een enkel woord kan aantoonen,<br />

dat dit waarlyk het geval der kunst zy. Ik zal<br />

dit by wyze van vraagen trachten af te doen. Word<br />

'er niet een vry groot getal j Genees- :en Heel­<br />

kundigen gevonden, die van de opgegeeven zaaken<br />

weinig onderregt zyn ? Zou men hier van niec ten<br />

bewyze kunnen bybrengen de weinige vordering,<br />

althans van veelen, in hun opgang? Is dit niet op<br />

te maaken uit de verkeerde ideën en behandeling<br />

over , en der gebreken in de gevallen ? Is dit niec<br />

te befpeuren in een duidelyke walg , die men<br />

ziet dat fommigen fteekt van 'c vervolg der ftudie?<br />

Blykc'c niecby een grooc getal van agteren,dat 't de<br />

naam alleen was van Doctor of Heelmeester, die<br />

den prikkel gaf aan hunne eerfte bevlytiging ?<br />

Mag men als een reden hier niet by doen, al­<br />

thans, wat betreft de Heelkunst, dat fchaarschheid<br />

van bekwaame oeffenaars ftroomen vreemde­<br />

lingen naar ons land en ftad gelokt heeft? en kan<br />

hier van wel een andere reden wezen, dan on-<br />

S 5 S e<br />

'


sS2 F. BÜCHNER OVER DB<br />

geoefendheid ? de Regeering zou 't anders wel<br />

belet hebben, die toch waakt voor de regten en<br />

vryheden der burgers! (en offchoon dat in dien<br />

nadruk als toen niet gezien word, blyft egter die<br />

gewoonte tot fchande van Neerland en deze ftad).<br />

Ik zou hier nog een groot getal vraagen kunnen<br />

byvoegen; maar ik twyffel niet of de eerlyke on-<br />

partydige Lezer erkent, dat 'er, wel is waar, nu<br />

mogelyk meer dan ooit bekwaame doorkundige<br />

Practici gevonden worden, en dat egter in deze alles-<br />

overtreffende kunsc een groot gebrek huisvest ,<br />

namelyk, dat men over 'c algemeen by voorberei­<br />

ding en vervolgens zig niet genoeg toelegt op de<br />

bovengenoemde kundigheden; laat ik 'er nog dit by<br />

doen, dac ten deele tot bedekking van dit gedrag,<br />

anderdeels ter befchaming van anderen, de kun-<br />

ften en wetenfchappen in Neêriand niec na haare<br />

waarde gefchat worden. Een die zig zelf affloofde<br />

in die kundigheden, vind zyn moeite, door een en­<br />

kele mislukking van zyn onderneemingen, beloond<br />

met fchande, zonder dat iemand hem te gemoet<br />

komt; en dit is de reden, immers zy kan 'c zyn,<br />

van den wanlust in de ftudie by fommigen; maar dit<br />

zelfde zet anderen aan; want wyl toch de meerdere<br />

bekwaamheid niet fchynt nodig te zyn tot iemands<br />

opgang in de waereld (de ervaring leert dit niet<br />

zelden), oordeelt men, dat een geringe een mid­<br />

delmatige kunde genoegzaam is, kan men de<br />

menfehen maar voor zig inneemen; en welke is<br />

de


SPREUK VAN BOERHAAVE. 283<br />

de bron , waaruit dit wangedrag ontfpruit anders<br />

dan oneerlykheid ? Laat ik myn voornemen volvoeren<br />

en aantoonen, dat men #<br />

II. Niet eerlyk genoeg is om zyn elendigen me»<br />

demensch langs de kortfte en zekerlle wegen te<br />

herftellen. Ik kan niet nalaten hier by vooraf te<br />

vermaanen, dac ik (offchoon die genoeg blykc en<br />

nader blyken zal) over 'c algemeen fpreeke; waarom<br />

ik ook verzoeke, dac myn verder gefchryf uic<br />

die gezigespune befchouwd worde.<br />

Wac aanbelangc myn gezegde, — laat my zien<br />

in hoe verre ik de waarfchynelykheid kan opgeeven,<br />

en 'c zekere van zommige bepalen. — Men<br />

lette daartoe met my op de volgende zaken. Het<br />

fchier oneindig getal middelen (bovengemeld)<br />

heefc wel deze en die aangezec om zo veel mogelyk<br />

dezelve ce verminderen ; hier van daan ook een<br />

zeker gegeven getal in de onderfcheiden Apotheken;<br />

des niec ce min heefc men deze zelfde boeken met<br />

voorfchrifcen gevuld gelaten , en in deze fommige<br />

middelen, die zig in hunne werking by de eerfte<br />

leezing tegenfpreeken, of voor 't minst overtollig<br />

bevonden worden. Men heefc 'c dan tot die enkelvoudigheid<br />

niet kunnen of willen brengen als de<br />

praktyk van een oordeelkundig Genees- en Heelkundige<br />

beOaat; ik zeg willen brengen — heefc<br />

't gezag van dezen of genen Voorfchryver het een<br />

en ander middel daarom niet aanwezig doen blyven?<br />

Getuigen bier van zyn de theriaca, mithridaat,


284- F. B.U C H N E R OVER DE<br />

daat, artemifia en een groot gétal zalven, plaas­<br />

ters, enz,, die, zo men gewild had, onder de voor-<br />

fchrifcen of niet meer geteld zouden zyn geweest,<br />

of •meerendeels haar luister verlooren hebben.<br />

Character veri (_ zegt BOERHAAVE) ubique est<br />

fimplicitas \ tlH indagando fidisfima haec index est.<br />

Mag men 't, moet men 't geen onopregtheid op<br />

zyn zagtde noemen, dat men om eenig voorfchry-<br />

vers wil, een middel, hoe zaamgedelt ook uitge-<br />

dagt , goedkeurt, aanpryst , ja , dat nog erger<br />

gaat, om die zelfde reden, als een middel tegen<br />

eenig kwaadaartig gebrek , hemelhoog verheft ? Ge­<br />

lukkig , dat dezen 't loon van hun gedrag verkry-<br />

gen door de ervaaring, dewelke hun doen in 't<br />

helderst dagligt delt,voor't minst althans ontdekt,<br />

dat deze menfehen geen bevoegde proefneemers<br />

zyn. — Zou men 't geen oneerlykheid moogen noe­<br />

men , als men 't gebruik van eenig middel afkeurt,<br />

om dat men terllond of deszelfs geneeskragt niet<br />

bevat, gelyk dit 't gevolg was van veele daarna<br />

heilzaam bevonden middelen ; of om dat de uit­<br />

vinder geene zulke verdienden heeft, als men zig<br />

in zodanig een voordek?Profesfor CORNACHINUS<br />

veroordeelde eerst 'c poeder van WARVICH om<br />

die reden , maar wierd daarna een ieverig voor­<br />

dander "van hetzelve. Gelukkig als dit 't geval word,<br />

trouwens 't einde kroont 't werk! Mag men 't geen<br />

oneerlykheid noemen , als men , niet gelyk die<br />

edele zielen, die verlangend uitzien om eens ein­<br />

de-


SPREUK VAN BOERHAAVE. 285<br />

delyk nog zulke middelen 1<br />

te vinden, die niet<br />

langer hunne beste poogingen befpotcen, om zo<br />

deze heerlyke kunst aan de gispingen van 't on­<br />

kundig gemeen te ontrukken, zig hierom.niet be*<br />

kommert ; maar , den ouden flenter volgende j<br />

zyn kunst, oeffent enkel om 'er- zyn kost meê te.<br />

winnen, wat 'er ook. van de lyders worde?<br />

Of alles beproeft is, of zy langs de korcftè<br />

wegen gered worden , óf hunne kwaal met de<br />

beste middelen drogelyk gemaakt worde, dit ver-<br />

fcheelt niet, zo de waereld den Arts flegts voor<br />

kundig.houd, en zyn beurs vet maakt. Mag men<br />

uit het een en ander niet opmaaken, dat oneerlyk­<br />

heid het roerfel is van der zulker bedryven ? En<br />

moet 't niet noodwendig volgen, dat dezulken<br />

hunne .ongelukkige lyders langs de kortfte en ze-<br />

kerfte wegen niet herftellen , ja, zelfs, wegens dit<br />

hun gedrag niet in de gelegenheid zyn om 'er ooic<br />

toe te komen ? Immers, als de ervaaring hen .fomtyds<br />

het een of ander beproeft middel heeft leeren ken­<br />

nen , zyn zy niec eerlyk genoeg om dit aan de<br />

Maatfchappy aan te bieden. Die blykt, als ik<br />

aanwyze , welk een groot getal Schryvers van<br />

tyd tot tyd zyn te' voorfchyn gekomen , zo dac<br />

hunne optelling fchier een menfehen leeftyd zon<br />

vorderen, en dat een groot deel van dit ..ge­<br />

fchryf dikwerf niet veel meer is dan opgewarm­<br />

de kost , fleges mee eenige geringe veran­<br />

deringen en verbeteringen , niet waard te noe­<br />

men.


a85 F. BUC HN E R OVER DE<br />

men. Zyn niet zeer veelen, die men onder de<br />

Aucreurs ibelt, niets anders dan naauwkeurige Co-<br />

piïsten? — Had men elkaêr verbeterd, had men by<br />

voorbeeld een voornaam Schryver door aanmer­<br />

kingen vermeerdert, uit de dagelykfche ervaa­<br />

ring opgehelderd, hier en daar verbeterd; de<br />

waereld zou minder boeken bevatten , en de<br />

kunst eenvoudiger geworden zyn. Dit blykt al ver­<br />

der , als men over eenig ftuk een en ander Aucteur<br />

naleest. Ondervind men dan niet, dat men , en<br />

met betrekking tot de bepaaling of kenmerkende<br />

befcbryving van eenig gebrek, en met betrekking<br />

tot de Genees- en Heelwyze, by den een zo wel<br />

als by den ander niets zaakelyks vind? dat men<br />

by flot van - rekening een chaos van verwarring<br />

omtrent het eerfte , en wat't laatfte aangaat, by<br />

elkaêr opgeteld een geheele lyst middelen aantreft,<br />

die die Schryvers óf zelfs nooit beproeft, en<br />

maar enkel op eens anders gezag overgenomen,<br />

of verminkt medegedeeld kebben ? — Als men dit<br />

nagaat , wat moet men dan 'befl Uiten , daar wy'<br />

niet dan door fommigen hebben i zien uitoeffenen<br />

eene pooging om langs zekere en korte wegen<br />

hét eenvoudige der kunst te beöögen, en 'er even­<br />

wel veel geichreeven is, gefchreeven van dezul­<br />

ke , die door' 1<br />

hun ervaaring zeer veel (immers<br />

naar oogenfchyn) aan de kunst hadden kunnen toe­<br />

brengen ? Hoe menigmaal ftelde. de verwagting<br />

ons te leur ! Men legt zig toe om den lezer<br />

groot-


SPREUK VAN BOERHAAVE. 287<br />

grootfche denkbeelden van zyn bekwaamheid in<br />

te boezemen door een trotfchen tycel, geleerde<br />

opdragt, en eenige verrigtingen van belang, die<br />

7ig door opfchik en gemis van eenvoudige<br />

mededeeling fpoedig verraaden, enz. Moet men<br />

dan niet befluiten, mag men niet gelooven, dat,<br />

als fommige Schryvers, in plaats van den grooten<br />

naam van Aucteur te beöogen , en op de puin*<br />

hoopen van een andermans werk hun gebouw te<br />

gronden, zig hadden verledigd, gelyk eene BOER­<br />

HAAVE , SYDEN HAM , DE GORTER, HOFF-<br />

MAN, enz. tot 't mededeelen, tot 't onbewimpeld<br />

ihededeelen van hunne ervaaring, de kunst die ge­<br />

lukkige vorderingen zou gemaakt hebben, die na-<br />

tuurlyk aan 1<br />

deze pooging vast zyn ? Ik behoef<br />

ten bewyze alleen by te brengen de gevolgen van<br />

deze opregtheid door de gemelde Schryvers, en<br />

van hun, die nog de kunst verryken met hunné<br />

waarneemingen eh eerlyke manier van fchryverf.<br />

Men zou dan deze Goddelyke kunst tot eené<br />

byna wiskundige, ten minde hoogst waarfchynlyk<br />

zekere geneeswys, immers met betrekking tot ver­<br />

fcheiden gebreken , gebragt hebben: en heeft dit<br />

ook niet de grootlte waarfchynlykheid , als men<br />

den tyd nagaat, reeds gemeld, waarin zo veel over<br />

de 'kunst gefchreeven is?<br />

Maar zo lang 'er e*m kwakzalveragtige geheim­<br />

houding, gelyk by lömmigen, plaats vind is-de<br />

oorzaak van 't tegendeel ligt te bevroeden; eene<br />

ge.


^88 F. B Ü C H N E R ÓVER DS<br />

geheimhouding, die te fnooder is , om dat 'er der<br />

menfehen gezonde of ongezonde ftaat van afhangt;<br />

eene geheimhouding, die, zo ze anders<br />

in een verftandigen valt,hem tot een dwaas maakt,<br />

althans by kundigen , wyl hem dit gedrag verdagt<br />

maakt , dat deze zyne eenige.- kundigheid is";<br />

eene geheimhouding , die in zulke geheimbezitters<br />

niet zeiden het zeggen bewaarheid, dat men<br />

van fommige menfehen doet, dat zy flimmer zyn<br />

dan de varkens , die onnut in hun leven , alleen<br />

goed zyn na hun dood ; want offchoon zy de<br />

Maatfchappy vleien, aan dezelve nog eens door<br />

gemeenmaaking van hunne ervaaring te zullen ge?<br />

denken, neemen zy affcheid van deze waereld ,<br />

en beveelen zo hun geheim aan den fombren<br />

nagt van eeuwige vergetelheid. Zyn dit wel vrienden<br />

der menschheid? In tegendeel, vuige pesten<br />

van dezelve; en alzo hunne dryfveer, (niet zelden<br />

is dit 't geval,) eenig en alleen is eigenbaat door<br />

fnoode winzugt geteeld, past op. geene ondeugd<br />

met meer nadruk het gezeg. van VIRGILIUS dan<br />

op deze:<br />

— Oüid non mortalia pectora cogis<br />

Aitn Jacra fa mes?<br />

Vervloekte geldzugt, waartoe vervoert gy de<br />

ftervelingen!<br />

Het geen de groote BOERHAAVE ten dezen<br />

opzigte fchryft -voldingt dit verder: ><br />

Si


SPREUK VAN BOERHAAVE. 289<br />

Si qui vero fint, qui arcana fe habere jactitant»<br />

quae in praemium privati laboris eelent, juccesfum<br />

faltem horum orbi vere approbent.<br />

Lat&iit arcanum, pateat virtus; explorata dig-<br />

nitas movebit hos, qui remunerari proni funt &<br />

validi; &t. (b~).<br />

Zyn deze redenen nu niec van dien aarc, dac<br />

zy de kunsc nog in haare onvolkomenheid laaten<br />

moeten, immers ten opzigte van ibmmige takken<br />

derzelve; ik zou volllaan kunnen mee te zeggen ,<br />

de onvolkomenheid der deelen fluit de onvolmaakc-<br />

heid van .'c geheel in; maar behalven dit zal men<br />

wel willen erkennen, dac de kunsc nog misc, hoe<br />

zeer verbeterc, hetgeen haar, zo na mogelyk, den<br />

trap van volkomenheid geeft. — Laat my dan na<br />

myn genomen beftek beproèven, in hoe verre ik<br />

de middelen tot dat einde kan opgeeven.<br />

III. Hoe veelen hebben niec voor lang ondervon­<br />

den , dat naar maate de kimsc enkelvoudiger werd,<br />

derzelver volkomenheid aanwies! Hier van daan zo<br />

veele vorderingen ten deele aangeroerd ; en welk<br />

was hier 'c natuurlyk gevolg van? Immers die, dat<br />

langs dezen weg de gebreken der menfehen fpoe-<br />

diger en zekerer wierden geneezen; en welke was<br />

hier van de reden ? Deze , omdat hier door en.,<br />

de kunsc zelf in 'c algemeen en de middelen in<br />

'c byzonder die opfchrifc hadden:<br />

De eenvoudigheid is V Zegel der waarheid!<br />

Al<br />

(b~) Oratio H. BOERHAAVE, pag. iS,<br />

IX. DEEL. T


«go F. B U C H N E R OVER DB<br />

AI wat derhalven 't zelfde einde blyft bereiken,<br />

moet dezelfde uitkomst hebben. Laat my dan be­<br />

proeven, onder eenige Hellingen op te geeven,<br />

weike zaaken myns bedunkens hier aan zouden<br />

bevorderlyk kunnen zyn:<br />

Daarna eenige bedenkingen , die ik ter over­<br />

weging aanbiede, opperen; terwyl ik de vooron-<br />

derHelde waarheden, in 't laatfie ftuk ingewikkeld<br />

opgegeeven, om herhaaling te myden, niec we­<br />

der zal ophaalen.<br />

Wat aangaat 't eerfte.<br />

1. Men moet uit alle de middelen, de minst-<br />

zaarrgeftelde uitkippen, op dat men langs dezen<br />

weg, de juiste kragt van 't meest werkend middel<br />

kennende, aan 'c eigenclyke middel de geneezing<br />

toekennen mooge. Men moet hier toe<br />

2. De kunst van alle overtolligheden zuiveren,<br />

niet alleen om de middelen tot zulk een getal te<br />

brengen, waarop men volkomen kan ftaat maaken,<br />

maar men moet<br />

(a) Alle kunst-termen der gebreken zo veel<br />

mogelyk verminderen; genoeg zal 't zyn als men<br />

eenig gebrek onder zekeren naam kent:<br />

(b) De onderfcheiden gebreken, die tot eene<br />

Glasfe behooren, onder eéne benaming brengen:<br />

(c) Een naauwkeurige definitie der gebreken<br />

met alle mogelyke oplettenheid zoeken te maken,<br />

om het eene van 't ander duidelyk te kunnen<br />

onderkennen.<br />

3-


SPREUK VAN BOERHAAVE. 491<br />

3. Men moet by de eerfte ontdekking van al<br />

dat geen, dat de geneezing van eenig gebrek, tot<br />

hier voor ortgeneeslyk gehouden, kan daar ftel-<br />

len — of in 'r slgemeen de geneeswys van eenig<br />

gebrek kan verhaasten , of de onderhoudende ge­<br />

neezing van >fc zelve draaglyker of gemakkelyker<br />

maaken voor den lyder of voor den Arts, hetzelve<br />

zo dra moirelyk mededeelen.<br />

4. Men behoorr geen bezitter te zyn van een<br />

eenig geheim , waaruit 't algemeen voordeel kan<br />

trekken en de kunst opgeluistert worden; integen­<br />

deel men moet<br />

5. Uic zyn ervaaring, gelyk MEAO deed, aan<br />

de maatfehuppy fchenken alle die middelen, die<br />

men op de proef dikmaals leerde kennen als<br />

dienftig, en de beste.<br />

6. Men moec zo veel vertrouwen ftellen in de<br />

middelen , die anderen mededeelen , als in zyn<br />

eigen , al vat men op 'c ogenblik de kragt en 'c<br />

vermogen van dat middel niet, ten zy dan dat de<br />

onopregiheid van den mededeeler openelyk bekent<br />

ware. Van gebrek aan oordeelkunde fpreek ik hier<br />

niet; want de beste middelen hebben allen niet<br />

de grootfte vernuften toe hun voortbrengfter. —<br />

Minder op fpitsvindigheden , dan op de zuivere<br />

werking der zogenaamde natuur, moet men zig<br />

uitleggen.<br />

Ik eindige deze met de woorden van den uic<br />

eigen oogen zienden O'HALLORAN, over 'c hete<br />

Ta en


2ï?5 F. B U C H N E R OVER. DE<br />

eri koud vüur, pag. iaa, alwaar hy dus fchryft :<br />

,; Men moet rooit' denken, dat men volleerd is<br />

„ ih een wetenfchap-, die voor 'c menschdom zo<br />

„ nuttig is, en diensvolgens moet men altoos ge-<br />

„ reed zyn om zig te laaten overtuigen, het zy<br />

„ dit gefchied door nieuwe waarnemingen , die<br />

,, anderen genomen hebben , of door zulke, die<br />

„ door ons zelf genomen zyn: " Het zeggen van<br />

SENECA, door dien zelfden Schry ver by 't eindigen<br />

van zyn Voorreden gebruikt, vind dat toejuiching ter<br />

bevestiging van dit ftuk, neemt men dat voor de<br />

kunst over, het moet zeer voordeelig zyn: „ lk<br />

^ ben van oordeel ,' dat veelen tot de wysheid<br />

„ zouden gekomen zyn, waar 'c niet, dat zy die<br />

„ waanden te bezitten."<br />

De zaaken, die ik ter overweging meen voor<br />

te' (tellen, en .flegts als bedenkingen opgeef, zyn<br />

de; volgende: n<br />

3 Vooreerst geeve ik op, of men niet eenig werk<br />

over Genees-en Heelkunst, elk afzonderlyk , uit de<br />

praktyk der beste Schryvers, in korte Hellingen<br />

zaamgefteld, zou kunnen vervaardigen,. waarin al­<br />

les, wat ter zaak niet deed, zorgvuldig gemyd<br />

ware. Niemand denke, dat ik hier een zogenaam><br />

de ezelsbrug langs dezen weg wilde leggen; het<br />

tegendeel hier van blykt uit het te vooren gemelde.;<br />

maar myn oogmerk was hier door enkel voor min<br />

vermogenden een gemakkelyker pad te maaken, om<br />

hun-


SPREUK VAN BOERHAAVE. igft<br />

hunnen medemensen gelukkiger te hulp re kun­<br />

nen komen.<br />

De Genootfchappen , welker prajmien (trekken<br />

om de wetenfchap van eenig ftuk der Genees- of<br />

Heelkunst in 't algemeen bekend te doen worden ,<br />

zyn allen lof waardig; maar ik geef<br />

Ten tweeden in bedenking, of men uit derzelver<br />

Verhandelingen niet meerder voordeel zou trek­<br />

ken , wierd flegts het wezentlyk deel derzelve in<br />

een ander werk by elkaar uitgetrokken. Want wie<br />

weet niet, hoe veel omflags 'er by elke Verhande­<br />

ling is , en ook fomtyds nodig is ter opfiering<br />

van dezelve, in 't aanhaakn van Schryvers, wyd-<br />

lopige redeneringen,enz.? Langs dezen weg,wilde<br />

men een zeker plan daartoe volgen, zoude men door<br />

den tyd een volkomen Genees- en Heelkundig<br />

ilelzel , dat zeker niet van 't minfte zyn zou ,<br />

bekomen.<br />

Ten derden geef ik in overweging, of men niec<br />

in de Godshuizen een weg zou kunnen vinden,<br />

om jonge Practici toe te laten onder 't opzigt van<br />

twee of meer zeer bekwaame , van eigenbelang<br />

wars zynde, mannen, om de practyk dagelyks zo<br />

lange zy zig hier in wilden bezig houden, te kun­<br />

nen oeffenen. Kwam hier by hec houden van<br />

practicale lesfèn, als ook de aanwyzingen van de<br />

dadelyke Handwerk-kunst, in alle haare uitgebreid­<br />

heid; dan zou de leergierigheid van geen vreem­<br />

den , die van buiten inkomen, en niec zelden ver-<br />

T 3 fcheU


ap4 F. B U C H N E R OVER DE<br />

fcheide elendigen, voor zy hun werk fiks hebben,<br />

aan hun onkunde opofferen, eenig onderwys, en<br />

dat fomtyds nog fteelswys, behoeven te zoeken.<br />

Ten laatften geef ik in bedenking, of men zig<br />

niet behoorde 'er op toe te leggen, om zo veel<br />

mogelyk het publiek te overreden van de nuttig­<br />

heid om lyken van hun , die aan onbekende,<br />

twyffrlagcige of gemengde kwalen dezer waereld<br />

overleden zyn, te ontleden. Och of de vooroor-<br />

deelen en 'c bygeloof, in zo veele gevallen de<br />

overhand hebbende, althans omtrent dit ftuk eens<br />

mogt wyken, en elk, wien dit aangaat, uit liefde<br />

voor zig en anderen zig genegen toonde, terftond<br />

het verzoek daar omtrent in te willigen ! Naar<br />

myn inzien, al wierd dit in de bekendlte kwalen<br />

zo veel mogelyk gedaan, de kunst zou 'er voor­<br />

deel van hebben. De Godshuizen bieden hiertoe<br />

de fchoonfte gelegenheid aan; langs dezen weg zou­<br />

den op grond van de opgegeven wetenfchappen,<br />

door vergelyking van den gezonden en ongezonden<br />

ftaat, myns bedunkens, voornaame waarheden ge­<br />

leerd, de fchoonfte proeven genomen, en de<br />

kunsc hierdoor groocelyks bevorderd worden ,<br />

ter volmaaking van de gebrekkige bepaalingen van<br />

verfcheiden gebreken, ter inllaat-ftelling om an­<br />

dere middelen te beproeven , en dus tot de mo-<br />

gelyke verbetering der kunsr.<br />

Ik eindige myne bedenkingen mee deze korte<br />

aanfpraak: Hoe verdrietig, boe treffend is 't voor<br />

uwe


SPREUK VAN BOERHAAVE. 295<br />

uwe eerlyke harten , braave Kunstminnaars ! van<br />

deze zo-heerlyke kunst te moeten zeggen: hier<br />

ftaat zy pal — zy fchiet te kort — zy is doof<br />

voor de akeligfte vertooning van jammer en elen-<br />

de! en — zou men wel kunnen op goede<br />

gronden beweeren , dat alle die rampzaligheden<br />

van dien aart zyn, dat 'er nimmer eenig tegengift<br />

voor zal ontdekt worden? Wel aan dan: laat het<br />

eerfte ons ten fpoorflag dienen , en 't andere<br />

nayverig maken ; laat ons alle onze kragten in-<br />

fpannen, om , ware 't mogelyk, voor deze, waar­<br />

onder zo zeer fmertende kwaaien , eindelyk ook<br />

nog eens gepaste middelen te vinden ; laat ons<br />

alles, wat verder de kunst volmaaken, en dus de<br />

fmercen der lyders fpoediger en zekerer geneezen<br />

of dragelyker maaken , poogen aan te wenden.<br />

Dan zal de waereld ons den dankbaarden lof geeven»;<br />

de veege fterveling zelf de welriekenlte wierook<br />

toezwaaijen ; de Kunsc van haare verguizing by<br />

lommigen ontheven, en in beter nadruk dan voor­<br />

heen de beste der kunften genoemd worden; ja<br />

maar ook den lnfteller der kunften en wetenfchap­<br />

pen de zuiverde dank-offers worden coegebragt.<br />

Zouden de middelen, door welke ik de volko-<br />

nienheid der kunsc meende te bevorderen in deze<br />

opgaaf nu niet van dien aart zyn, immers voor<br />

een deel, als ik wenschte? Ik vieije my hier mede<br />

om deze reden , omdat de gemelde en andere ver­<br />

beteringen dezelfde of foortgelyke redenen tot hun<br />

T 4 be-


2yö F. BUCHNER OVKR DE SPR. VAN BOERH.<br />

beftaan gehad hebben; en al waren ze allen on­<br />

nut — mogelyk zet dit een' man van een vernuf­<br />

tiger brein aan, om een goed plan hier toe te for-<br />

meeren ; en dan trekt de maatfchappy zelve van<br />

myn gefchryf voordeel.<br />

Zie daar myne webbe afgefponnen. In hoe<br />

verre ik 't doel der Ileeren opgevers, betrekkelyk<br />

het zeggen Simplex veri fïgillum, getroffen heb,<br />

zal de uitkomst leeren. Dit alleen moet ik nog zeg­<br />

gen ten aanzien van myne manier van handelen:<br />

Ik begreep, dat, als de kunst zelve in haar geheel dc<br />

opgegeeven .Spreuk in haar voordeel had of kreeg,<br />

door befchaaving, verbetering, enz. de gevolgen<br />

der deelen dezelve zyn zouden; en dit is de re­<br />

den, dat ik my niet zo zeer heb willen toeleggen,<br />

om alle de verbeteringen op te tellen ; te meer,<br />

wyl men wel eens, door al te zeer te ftaroogen<br />

op 't voortreffelyke van eenige zaak, 't gebrekkige<br />

geheel 'uit 't oog verliest; en de bel'chouwing<br />

van 't onvolkomene baant dikwils den naasten weg<br />

tot de volmaaktheid. Obtinui portum, qua mihi<br />

curfus er at.<br />

RE-


REDEVOERING<br />

W A A R I N<br />

DE GEMAKKELYKE EENVOUDIGHEID<br />

DER GEZUIVERDE GENEESKUNST<br />

BETOOGD WORDT.<br />

DOOR<br />

Gehouden by 't aanvaarden van het ampt van<br />

Hoogleeraar in de Genees- en Kruidkunde,<br />

te Leiden, op den 20. Maart des<br />

jaars 1709.<br />

(Uit het Latyn vertaald.)


Vo, gens het byna beftendige gevoelen der Wy-<br />

zen bezit de waarheid eene zo fchitterende fchoon-<br />

heid, dat, indien zy ontbloot verfcheen, de fter­<br />

velingen haar gezigt niet zouden kunnen verdraa.<br />

gen. Die derhalven zegt, dat zy, indien men haar<br />

onvermomd zag, zeer eenvoudig zou weezen, zal<br />

gerekend worden haare fchoonheid te willen ver­<br />

kleinen. Evenwel zyn 'er treffende bewyzen, die<br />

my dringen om zo te denken. Immers wanneer<br />

iemand duidelyk ziet, wat die waarheid zy, welke<br />

den naam heeft van zo verwonderlyk te weezen,<br />

bevindt hy, dat niers eenvoudiger , niets minder<br />

verwonderlyk is, dan zy zelve. Eeniglyk gegrond­<br />

vest op de klaare. befchouwing der denkbeelden,<br />

geeft zy haaren beoefenaaren geen ander werk ,<br />

dan, volgens dit heldere doorzigt, over derzelver<br />

overeenkomst of verfchil, ernftig te denken. Wie<br />

zal nu ontkennen, dat dit verrigt wordt door de<br />

zuivere aandagc van 't verftand op die gedagten,<br />

welke het in zig zelf befehouwt, waaruit ze ook<br />

mogen geboren zyn ? En , wanneer deeze gedag­<br />

ten, zuiver van alle vreemde befmetting, voor den<br />

geest komen, o hoe eenvoudig zyn ze dan! Ook<br />

is de aandagt zelve, hierop alleen gevestigd , de<br />

eenvoudigfte van alle werkingen der ziel. Hoe<br />

eenvoudig is derhalven, wanneer men ze waarlyk<br />

bezie, die zelfde waarheid , welke met zo veei-<br />

ophef, voor de moeder van alles , wat verwon­<br />

der-


3©o H. B O E R H A A V E<br />

derlyk is, wordt uitgegeeven! iïy ziet bet waare,<br />

die verwerpt het geen daartoe niet behoort. Al<br />

wie het masker, hec blanketfel, hec tooifel weg­<br />

neemt , ontdekt ligcelyk de waarheid, die daar­<br />

onder fchuilr. Ik vraag u, Wiskundigen, zuiverfte<br />

beoefenaars der onvervalschte waarheid: hoe lang<br />

treft u het vervvonderlyke in hec ingewikkeldfte<br />

'probkma! Gewisfelyk flegts toe dat de ,knoop op­<br />

gelost is; wanc dan komc, nevens de ontdekte<br />

waarheid, terftond de eenvoudigheid te voorfchyn,<br />

en verdwynt al hec verwonderlyke. Ook prysc gy,<br />

ten aanzien van deeze weecenfehap , wanneer de<br />

vraag op menigvuldige wyzen opgelost kan wor­<br />

den , flegts ééne; gy geeft naamelyk den voorrang<br />

aan die oplosling alleen , welke boven andere in<br />

eenvoudigheid uitmunt. U , Werktuigkundigen ,<br />

die het beste gedeelte der Meetkundigen zyt, u,<br />

die telkens het eenvoudigfle werktuig alleen goed­<br />

keurt, wanneer gy veele hebt, waardoor hec zelf­<br />

de werk verrigt kan worden , u tel ik mede<br />

onder de bevestigers myner Helling. Eindelyk ,<br />

al wie eenige waarheden grondigst ontdekt heeft,<br />

moet om geene andere reden geagt worden boven<br />

de overigen uitgemunt te hebben, dan omdat hy<br />

de naakte zaaken, op eene bekwaame wyze, toe<br />

de onbevlekte eenvoudigheid heefc weeten te<br />

brengen.<br />

De gefchiedenis, hec register der eeuwen, be-<br />

kfagtigt dit ten opsigt van alle menfehelyke wys*<br />

beid,


OVER DE EENVOUDIGHEID. 301.<br />

heid. AESOPUS, SOKRATES, DEMOKRITÖS;<br />

HIPPOKRATES, VEKULA1U , DE SC ARTES,<br />

hebben een' uitfteekenden roem, waarvan de nyd<br />

zelf met luider Item me gewaagt, verworven, door<br />

overal waarheden te ontdekken, op wier nafpoo-<br />

ring zy zig bevlytigden. Maar wat is de kenne-<br />

lyke oorzaak van zo veel luister. Voornaamelyk<br />

de naaktheid , die zig openbaart, wanneer men<br />

hun leeven en hunne gedenkfehriften gadeflaati<br />

Eenvoudigheid is derhalven overal het kenmerk<br />

van waarheid ; zy is , ter nafpooring van deeze ,<br />

de getrouwde gids.<br />

• Dikwyls hierover gedagt hebbende, geloof ik,<br />

dat men zig op de eenvoudigheid ook in die kunst<br />

behoort toe te leggen, aan wier trouw de bevei­<br />

liging van de gezondheid der menfehen hangt.<br />

Wie van ons twyfelt, of die kunsc is de Genees­<br />

kunst ? Dac deeze , Wanneer ze in haare volko-<br />

mene eenvoudigheid beoefend worde , eenvoudig<br />

en gemakkelyk is , zal ik kortelyk beroogen.<br />

Want, volgens de wee der gewoonce verpligc om<br />

over eene geneeskundige ftof ce fpreeken, fcheen<br />

my geene waardiger om voor u door myne Rede*<br />

voering opgehelderd ce worden ; inzonderheid-/<br />

dewyl veelen zig opzettelyk toeleggen om het<br />

moeijelyke deezer kunst zo oneindig breed uit te<br />

meeten, dat de vlyt, door moedeloosheid aan 'c<br />

kwynen gebragt, geenen weg open ziec om den<br />

zwaaren toegang te verligcen. Ook verbeeld ik<br />

my»


302 H. B O E R H A A V E<br />

my, dat dit onderwerp niet onovereenkoraltïg is<br />

met myne nieuwe bediening , waarvan een groot<br />

gedeelte beftaat in de ontwikkeling van eenvoudige<br />

zaaken.<br />

Verleent my , terwyl eenvoudige taal de ge­<br />

voelens van mynen vryen geest beknoptelyk voor­<br />

draagt, eene gunitige aandagt, cn oordeelt, vol­<br />

gens uwe bekende opregtheid, onpartydiglyk, of<br />

ik myne fteliing met goede bewyzen (laaf.<br />

Dat die zaaken alleen tot de geneeskunst be-<br />

hooren, welke, door het leeven en de gezond­<br />

heid te befchermen, de menfehen voor de nadee-<br />

len der ziekten beveiligen , agt ik zeker te zyn.<br />

Men gelooft doorgaans, als by overlevering, dat<br />

de menigte deezer zaaken oneindig groot is. Van<br />

daar het gewoone zeggen, dat, onder alle kun-<br />

ften, die in agting zyn , de Geneeskunst de uit-<br />

gebreidfte, en uit dien hoofde de zwaarfte is.<br />

Doch, die het twyfelagtige van het zekere, het<br />

valfehe van het waare,, voorzigtiglyk afzondert,<br />

behoudt flegts weinige leerftellingen der zuivere<br />

kunst. Want in 't opbouwen van deeze niets aan<br />

te neemen, welks geloofwaardigheid by een' er-<br />

vaaren' man verdagt is, beveelc de voorzigtigheid,<br />

voor dwaaling bedugt, en hét befef van de doo-<br />

delyke gevolgen der misleiding.<br />

Nooit zal deeze gelukkiger vermyd worden ,<br />

dan door te verwerpen al wat de fekten eigen<br />

is. Nooit zal de waarheid gemakkelyker ingezien<br />

wor-


OVER DE EENVOUDIGHEID. 303<br />

worden, dan wanneer men alleen voor egt aan-<br />

neemt, 't geen alle bevoegde oordeelers ten allen<br />

tyde eenpaarig toeftemmen. Naar dit voorfchrift<br />

gezuiverd, zal de geneeskunst, het vreemde, dat<br />

haar deed zwellen , weggenomen zynde, ftraks tot<br />

haare eigene kleinte inkrimpen.<br />

Ter lhaving van myn zeggen agt ik dienftig<br />

hen te monfteren, die door anderen nagefchree-<br />

ven en gevolgd zyn.<br />

Elk , die met dit oogmerk de gedenkftukken<br />

der Geneeskunst onderzoekt, zal aan den Godde-<br />

lyken HIPPOKRATES het meeste dank weeten.<br />

Doch zyne fehriften , van vlekken gezuiverd ,<br />

leveren flegts weinige , en wel zeer eenvoudige,<br />

zaaken op. Het vuur en het water , de grond-<br />

ftoffen en derzelver magten , de natuur, derzelver<br />

min, haat, aantrekkingen, afftootingen en rede­<br />

neeringen, de natuurlyke warmte, de hemelfche<br />

oorzaaken, de fouten, in de ontleedkunde begaan,<br />

en voorts het geen daaraan vasthangt, en de fehrif­<br />

ten van HIPPOKRATES wonderlyk vergroo.; dit<br />

alles geheel uitgemonfterd zynde, wat blyft 'er<br />

dan over? Eene kleine verzameling van waarnee­<br />

mingen , vry bevattelyk voor de zinnen en het<br />

verftand.<br />

Met hoe veele fehriften heeft de lieflyke PLATO,<br />

en de talryke fekte van dien grooten man , de<br />

boekeryen der Geneeskundigen geftoffeerd! Maar<br />

verwerpt de driehoeken , de getalen , de denkbeel-


t?04 ïl. B O E R H A A.V E<br />

beelden, de gröndftoffen, de vogten, de geesten,<br />

de neigingen , harmonien, parabolen , en tevens<br />

de menigvuldige valfche gevolgen daarvan ; wat<br />

blyft 'er dan, bid ik u, over? Slegts weinige zaa­<br />

ken, welke Hip'i'OKRATES reeds gezegd had. I<br />

Zo gy Wyders uwe gedagcen wendt tot den<br />

man, die met even groote eerzugt naar den hoog-<br />

ften rang in de weetenfchappen ftaat , als zyn<br />

moedige leerling naar de heerfchappy over de<br />

gantfche aarde, gy ziet eenen Schryver, aan wiens<br />

woorden, van PLATO af tot PAKACELSUS toe,<br />

byna de ganfche Geneeskunst met opgetoogen*<br />

heid verkleefd wasj Egter heeft de Arillotelifche<br />

School niets goeds , niets, dat in de kunst eenig<br />

nut te wege brengc, of het is uit de Coïfche<br />

gedenkilukken overgenomen, en geheel van HIP­<br />

POKRATES afkomilig. Het overige is zo duis­<br />

ter, of zö valsqh en algemeen, dat 'er de Genees­<br />

kunst niets by gewint.<br />

Eindelyk, welke waarlyk nuttige zaaken hebt<br />

gy , CLAIJDIUS GALENOS , behalven het ont­<br />

leedkundige, in uwe zo uitgebreide, werken be-<br />

fchreeven ?- 't Geen daarin uitblinkt, is zuiver<br />

Hippokratisch. Neemt men 'er dat uit , ftraks<br />

ziet men het overige van glans en kragt beroofd.<br />

Ik befluit derhalven. — Doch het eerwaardige<br />

koor der Arabieren ftuit den driftigen ftroom<br />

myner redenvoering. Welk een aanzienelyke fcha c<br />

van boeken! Welk een rykdom is daarin voor de<br />

Ge-


OVER DÈ EENVOUDIGHEID» 305<br />

Geneeskunst bewaard! Ja, deeze rykdom zou my<br />

inderdaad beweegen om van gevoelen te veran­<br />

deren, had ik niec bevonden dat ARISTOTELES<br />

en GALENUS de eenigen zyn, die in de fehriften<br />

der Arabieren fpreeken, fchoon in eene ari-<br />

dere taal.<br />

Indien dit alles waar is , gelyk de geleerden<br />

het waar bevonden hebben , wac volgt 'er dan<br />

uit ? Zekerlyk iets anders, dan iemand losfejyk<br />

gehoopt zou hebben; iets verwonderlyks, naame-<br />

lyk, dac alle noodige zaaken, die men, van 't be­<br />

gin der wereld toe den tyd der Scheikundigen,<br />

ten behoeve der Geneeskunst geboekt heeft, in<br />

een klein beftek vervat kunnen worden , en zeer<br />

eenvoudig zyn.<br />

Verre de grootfte :zwaarigheid van geneeskun?<br />

dige weecenlchap uit de Ouden te haaien is dus<br />

hierin gelegen, dat de nieuweling de nafchryvers,<br />

die hy te vermyden heeft , moet onderfcheiden.<br />

van de weinige uitvinders, die zyne aandagtige<br />

leezing waardig zyn. Moec derhalven een leer­<br />

ling der Geneeskunst aangefpoord worden om<br />

zig geheel aan 'c doorzoeken der oude fehriften<br />

over te geeven ? Dit doende, zou hy de gele­<br />

genheid van mee, vrugc te werken , onherftel-<br />

baar, laaten yerlooren gaan. Hy leeze die . al­<br />

leen , welke doorzogc hebbende , by veilig .de<br />

overigen kan misfen; ten, waare men mogt<br />

meenen , dac zulk een groote vorderingen zou<br />

. IX. DEEL. V doen?


3o6 H. B O E R H A A V E<br />

doen die , om een' regten weg af te leggen,<br />

yverig in een' kring liep.<br />

Onkunde , ónvoorzigtigheid, onwettige onder»<br />

Helling van valfche- gronden , traagheid, van ar­<br />

beid tot toeftemming neigende, zyn gebreken der<br />

menfehen , niec der eeuwen. Zy waren oudtyds<br />

nadeelig, en zyn het ook hedendaags. Hy worde<br />

door panyzugc gedreeven, en oordeelc niec kun­<br />

dig, die, de fchoonfte uicvindingen der laate eeu­<br />

wen gering agtende, de Ouden alleen, als Goden,<br />

eert. En waarlyk,'tis den knaagenden nyd eigen,<br />

gunftiger ce zyn aan hec oude dan aan hec tegen-<br />

woordige. Doch zeer veelen , in hec tegenover-<br />

ftaande gebrek-vallende, zyn geneigd om laag te<br />

denken over den arbeid der Ouden , en zwaaien<br />

den roem, welken zy met blydfchap den Ouden<br />

órttneemen, mildelyk aan hunne eeuw toe. Van­<br />

daar het gezwets over de uitbreiding der Genees­<br />

kunst in. deezen tyd. Vandaar zo veel gefchimp<br />

op de onkunde der Ouden.<br />

Doch, vermids de reden , van den grond af';<br />

alles naauwkeuriglyk behoort op te helderen, zal<br />

ik de vrugc van den arbeid, aan hec overweegen<br />

van deeze zaaken befteed , thans vryelyk en zon­<br />

der haat te voorfchyn brengen.<br />

Die , de leer des grooten Wiskunftenaars vol­<br />

gende, van wien de jongst-voorleedene eeuw haa-<br />

ren luister ontving, zig op de bevordering der<br />

Geneeskunst hebben toegelegd , zyn door groote<br />

dwaa-


O V E R D E EENVOUDIGHEID. 307<br />

dwaaling, haare'bedervers geworden. Zy hebben',<br />

door 't verftand, oorzaaken uitgedagc , van wier<br />

kragt zy de Geneeskundige uickomften afleidden;<br />

daar nogchans onze weetenfchap vereischt, dat het<br />

verftand, van de verfchynfelen, in de ligchaatiien<br />

waargenomen , opklimme tot het ontdekken -van<br />

den aarc der oorzaak, en, deezen gevonden heb-;<br />

bende , vervolgens het overige daaruit aftelde*<br />

Naardien derhalven de Cartefiaanfche School<br />

het meeste uit verdigte oorzaaken afgeleid, en,<br />

op de algemeene zaaken vertrouwende , vandaar<br />

een' grooten fprong tot de byzondere . gedaan<br />

heefc, is haar arbeid zo nutteloos voor den Ge­<br />

neesheer , dac de kunsc veilig zulk een' lasc van<br />

zig affchudt. En ziet, bid ik u, van welk een<br />

zwaar pak zy dus ontheven wordt L Wanc al het<br />

nieUwe,,dac, na de tyden van H A R V E Ü S , in de<br />

Geneeskunst ingevoerd is , .uitgezonderd hec ont­<br />

leedkundige en een weinig uic de werktuigkunde,<br />

heeft men den i Cartefiaanen of den Scheikundigen<br />

dank te weeten.<br />

Maar wat zal ik zeggen-;van..het; yoojdeekj,<br />

waarmede deeze laatften de, ^Ggneeskunst ver-<br />

rykt hebben ? Zo ik de waarhe^. fpreek, • heb<br />

ik twist te wagten ; doch te zwygen verbiedt<br />

my de zaak , waarin ik gecreeden "ben. Indien<br />

zy hunne voorbeelden mee goede oogen aan­<br />

zien , zal ik i, zonder dac hec kwaalyk opgeno?'<br />

men wordt, mogen zeggen, 'c geen, waar ',is»<br />

V a Naa-


-503 H. B O E R H A A V E<br />

Naamelyk, terwyl zy ligchaameh by ligchaamen<br />

doende, de uitwerkfels daarvan met yverige oplet­<br />

tendheid waarneemen , hebben zy de kragten en<br />

werkingen van fommige derzelven, voor zo verre<br />

zulks aan 't vermogen deezer kunst vergund is ,<br />

zeer wel ontdekt, 't Zou haatelyk zyn, de nood-<br />

zaakelykheid van deezen dienst, door hen den<br />

Natuur- en Geneeskundigen beweezen, in twyfel<br />

te trekken. Doch, zo dra zy, hierop bouwende,<br />

wetten wilden geeven , waaraan alle ligchaamen<br />

'zouden onderworpen zyn, hebben zy een' fchan-<br />

delyken mkflag begaan. Want, gelyk zy, zig aan<br />

*t neérïien van proeven overgeevende, lof verdien­<br />

den, zo zyn zy, door fchielyk uic de engten van<br />

*c byzondere naar de onmeetbaare' ruimten van 't<br />

algemeene over ce vliegen, aan dwaaling onder­<br />

hevig geworden. De Geneeskunde heefc derhal­<br />

ven , door hunnen invloed, meer nadeel dan voor­<br />

deel ontvangen. Vandaar ftraks een niets - beduir<br />

dend geraas van elementen ; ydele verbeeldingen<br />

van gestftoffen ; verdigte werkingen van opbrui-<br />

fchende ligchaamen; zouten van eene byzondere<br />

kragt, ftrydig met die van het ftelfel der werkende<br />

natuur; beloften, niets fterflyks ademende ; alle<br />

voortbrengfels der fcheikunst heilzaam; de bedry-<br />

ven van een' Arcs aan deeze fprookjes onderwor­<br />

pen ! Gy ziec hier de bronnen van oneindige dwaa­<br />

ling. Zo men uic PARACELSUS, VAN HEL*<br />

MONT , TACHENIUS, en uit de oude. fehriften<br />

der


OVER DE EENVOUDIGHEID. 509<br />

der Scheikundigen, deeze dingen voorzigtiglyk weg­<br />

neemt , en die, welke in de Geneeskunst te ftade<br />

komen, met naauwkeurigheid verzamelt: leveren<br />

ze dan, vraag ik, nog veel op ? Inderdaad, flegts<br />

weinige en eenvoudige waarheden, welke de kun­<br />

dige B 0 Y L E , met noesten arbeid , voorzigtige<br />

kieschheid , zuivere trouw en verftaanbaare taal,<br />

voor allen verklaard heefc.<br />

Ziedaar de Geneeskunst voor onze zinnen bloot­<br />

gelegd ; ziedaar de geftalte , welke zy , bekend<br />

zynde, thans aan ons vercoonc. Kan ons nu nog<br />

haare zwaarlyvigheid verfchrikken? Heefc zy, nu<br />

zy gezuiverd is, nog zulk eene overmaac van ftof?<br />

Geenzins. Wy zien zeer weinige zaaken, die eigen­<br />

lyk toe de kunsc behooren ; en in deeze fchaarsch-<br />

heid ftraalc de eenvoudigheid door. Al wac, bui­<br />

ten deeze zaaken, gefcheenen heeft de vertooning<br />

te vergrooten, raakc de Geneeskunsc niec meer,<br />

dan eenige andere weecenfehap, hoe ook genoemd.<br />

„ IYJaar, fchoon wy coeftemmen, dac deeze wee-<br />

tenfehap, nog niec verre gevorderd zynde, een­<br />

voudig is, misfchien zal zy c'eeniger tyd, wanneer<br />

zy den hoogfeen crap van volmaaktheid bereikt ,<br />

moeielyker worden." Ik ben van een geheel ver-<br />

fchillend gevoelen, en, zo ik my niet bedrieg,<br />

met reden. Want iedere zaak heefc flegts ééne<br />

geaartheid, welke haar eigen is. Die deeze ten<br />

vollen kent, zal over de zaak nimmer andera<br />

denken. Maar, die over onbekende zaaken veel<br />

V 3 met


§to H. B O E R H A A V E<br />

met voorbaarigheid redeneert, zal , hoe minder<br />

waarheid hy te voorfchyn brengt , des te meer<br />

zyne {tellingen vermenigvuldigen. Gelyk iemand,<br />

die langs den regten weg naar den eindpaal treedt,<br />

alleen met weinig moeite in zyn oogmerk flaagt,<br />

terwyl anderen, die van den eenigen regten weg<br />

afwyken, op onteibaare, en telkens nieuwe, dool­<br />

wegen, mee vrugtloozen yver, omzwerven: zo zal<br />

de Geneeskunst, tot volmaaktheid komende, hoe<br />

gelukkiger zy de waarheid bereikt, des te fchoo-<br />

ner eenvoudigheid verkrygen.<br />

Immers, toen weleer flaaperige vadfigheid, en<br />

buitenrpoorige losheid in 't uitdenken van wille­<br />

keurige gevoelens , hec maakfel van ons geftel<br />

niet gezien , maar verdigc had : welk eene ver-<br />

fcheidenheid in 'c menfehelyke ligchaam, hoe<br />

fchroomlyk voor de leerenden , deed ons coen<br />

fchrikken! Maar , nadac de opgewekce vlyc het<br />

voorheen van de zinnen verwyderde maakfel aan<br />

't cog vertoond heeft, verwonderc zig de Genees­<br />

kunst, op gecrouwer aanwyzers (leunende, dac zy<br />

ontheven is, van 't geen zy, als het haare, ge­<br />

koesterd had, naamelyk de verborgene gedaanten<br />

der vaste deelen , de cfyptae archaei , de mil-<br />

lioenen van gestuoffen , de tallooze zeeven met<br />

oneindig verfchillende openingen, de magtige me­<br />

nigten van onverklaarbaare kragten. O moeielyke<br />

'kunst, coc welker verkryging de kennis deezer<br />

zaaken noodig gerekend werd!<br />

ISfaauw-


OVER. DE EENVOUDIGHEID. 311<br />

Naauwlyks was dat heldere licht van HAR-<br />

VEUS , naauwlyks de fchitterende fter van MAL­<br />

PIGHIUS, voor ons opgedaagd, of alle nevels van<br />

't weelige vernuft verdweenen by de klaare be-<br />

fchouwing van ons voorheen verborgen maakfel.<br />

Doch tevens , verbaasd door de overgroote een­<br />

voudigheid in dit nieuwe licht , durfde de voor-<br />

zigtigheid van den opregten man naauwlyks ver­<br />

trouwen , dat zyn oog niet gefeild had. Wat was<br />

't gevolg hiervan? Belust op het navorfchen van<br />

nog grooter wonderen, vond de fcherpziende geest,<br />

door verdubbelde vlyt, effener wegen der natuur,<br />

dan ooit voorheen. En nu, de verborgenfte bin-<br />

nenkameren des ligchaams ontflooten zynde, roept<br />

hy openlyk uit, dat zyne weetenfehap, hoe meer<br />

zy in zekerheid aanwint, zo veel te meer in uit­<br />

gebreidheid verliest.<br />

Wie kan klaarder licht begeeren, dan het ge­<br />

bruik der mikroskoopen over het maakfel der in­<br />

gewanden verfpreidt ? Daardoor wordt in de klein-<br />

fte vaten het zelfde ontdekt, dat in de groote<br />

met het bloote oog was waargenomen. Overal is<br />

de aart, de eenvoudigheid der gedaante, de wer­<br />

king zelve , eenerlei. By de naauwkeurigfte be-<br />

fchouwing verdwynt al het onderfcheid, dat eer-<br />

tyds onderfteld werd.<br />

Wac is eindelyk de vrugt van die fraaie, ver-<br />

maakelyke en reeds met een' wonderbaaren uitflag<br />

geoefende kunst, waardoor de kleintle vaten groot,<br />

V 4 de


Sis H. D O E R H A A V Ë<br />

de onzigtbaare zigtbaar, de verborgene te voor-<br />

fchyn gebragt, en de verwarde in orde gefchikt<br />

worden? Ik bedoel het infpuken van gekleurde<br />

ftof in de kronkelige buizen des ligchaams, welke,<br />

ledig zynde, voor 't gezigc wegfchuilden. Inder­<br />

daad , hec uitwerkfel deezer kunst llrekc ook ter<br />

wederlegging der geenen,die van zulk eene groote<br />

en voor den mensch byna onbevaccelyke, verfchei»<br />

denheid, in de verborgene deelen des menfchely-<br />

ken ligchaams, droomden. Immers leert ons de<br />

kunftigfte nafpooring, dat het kleine en verborgene<br />

zeer gelyk is aan het groote en zigcbaare. En<br />

zal men, daar nooit iemand, ten aanzien van het<br />

laatfte, over moeielykheid geklaagd heefc, zulks<br />

met regt kunnen doen omtrent het eerfte? Neen;<br />

hoe juister ons ligchaamsgeftel gekend wordt, zo<br />

veel te eenvoudiger zal het bevonden worden.<br />

Doch , opdat niemand zwaarmoedige gedagten<br />

voede over het onderzoek der vogten, ben ik,<br />

uit hoofde van de taak, die ik op my genomen<br />

heb, verpligt om daaromtrent eenige verklaaring<br />

te geeven. Want, naardien zy, die in de kunst<br />

ervaaren zyn , ontelbaare uicwerkfels der vogten<br />

waarneemen, beftuiten zy , dac derzelver geaarc-<br />

heid zeer verfcheiden is ; doch fonregc. Wel is<br />

waar, dac ieder uicwerkfel afhangc van zyne by­<br />

zondere oorzaak, maar niec, dac deeze oorzaaken<br />

altoos van de verfchillende gefteldheden der vog­<br />

ten afhangen , alzo de zelfde werking van een<br />

vogc.


OVER DE EENVOUDIGHEID. 313<br />

vogt, op verfchillende kanaalen des ligchaams aan­<br />

gewend, zeer verfchillende gevolgen heeft, welke<br />

dus geenzins een' verfchillenden aart der werken­<br />

de vloeiftof te kennen geeven.<br />

Befchouwen wy nu de vogten zeiven, wy zul­<br />

len door een nieuw bewys overtuigd worden, dat<br />

men zig daarin grooter verfchil verbeeldt, dan 'er<br />

in te vinden is. Water, vlug zout, olie en aarde<br />

worden door de kunst uit de menfchelyke vogten<br />

te voorfchyn gebragt. Deeze weinige deelen,<br />

welke men ligtelyk tot de eenvoudigfte ligchaamen<br />

kan brengen, hebben egter niet eens plaats in den<br />

leevenden mensch. In hem ligt flegts de ftof,<br />

welke door de fcheikunst zo veranderd kan wor­<br />

den , dat zy de opgenoemde deelen, daaruit ge­<br />

boren, vertoont. Het natuurlyke vogt is derhal­<br />

ven eenvoudiger, dan dit voortbrengfel der kunsc,<br />

dat egter zelf ook niet veelvoudig is.<br />

De ftraalbuiging , die door middel van bolle<br />

glazen gefchiedt , maakt de waarheid van myn<br />

zeggen zigtbaar. Want welk eene eenvoudigheid<br />

wordt het oog in de vogten des leevenden lig­<br />

chaams gewaar, wanneer het dezelven door een<br />

mikroskoop befchouwt! Het zoute water voert de<br />

roode bolletjes, welke, naar de verfcheidenheid van<br />

famenvloeijing, hunne kleuren veranderen; eindelyk<br />

ieder op zig zeiven loopen, nadat ze in de engten<br />

der vaten gekomen zyn; en voorts, langs de ver­<br />

fchillende trappen der kleuren, van rood tot door-<br />

V 5 fchy-


1U. H. B O E R H A A V E<br />

fchynende, verdwynen. Op deeze wyzen alleen<br />

veranderd , komen de vogten ten laatften in na-<br />

huurige. katiaalen , wier wydte aan hunne dikte<br />

beantwoordt; en daar , wederom door dezelfde<br />

oorzaaken gedreeven, brengen ze , hoe eenvou­<br />

dig , nogthans zeer veele uitwerkfels te wege.<br />

Gelyk het oog zelf dit ten klaarften ontdekt ,-<br />

zo blykt het ook uit de eenvoudige gefteldheid<br />

van het voedfel , dat tot de ververfching onzer<br />

vogten genoegzaam is. Uit water en hooi , of<br />

malsch gras bereidt het rundvee vogten , zeer<br />

gelyk aan die van ons ligchaam. De mensch,<br />

met koemelk alleen gevoed, maakt uit dezelve,<br />

door de verandering, die zy ondergaat, zyne vog­<br />

ten , welke een fobere ook uit water eh brood<br />

herftelt.<br />

: De eenvoudigheid groeit derhalven aan, naar-<br />

maate de aart der vogten naauwkeuriger gekend<br />

wordt. Vandaar de verwerping van zo veele ydele<br />

Hellingen over de wonderbaare oorzaak der lee-<br />

venswarmte; over de verborgene natuur van het<br />

grondvogt; over den verfchillenden dienst der<br />

gistftoffen; over de inwendige beweegingen der<br />

vogten; over de voortbrengfels der fcheikunst, in<br />

het bloed aanweezig; over de zouten des bloeds,<br />

ten fterkften tegen elkander werkende ; over de<br />

famenftooting deezer zouten, vonken van 't lich­<br />

tende leeven voortbrengende ; over den balfem ,<br />

die het leeven zou onderhouden; over de zwavel,<br />

als


OVER DE EENVOUDIGHEID. 315<br />

als oorzaak van de roodheid des bloeds; over het<br />

zout, dat de vogten voor de verrotting zou be­<br />

hoeden. Alle deeze moeielyke voortbrengfels van<br />

'c beuzelende brein , alle deeze weleer zo aange-<br />

preezene verdigtfels , met het geloof aan welke<br />

men meende dat de gantfche Geneeskunst ftond<br />

of viel, zyn thans verdweenen. En hoe klein van<br />

beftek, hoe eenvoudig is de waare kennis der vog­<br />

ten geworden , nadac men 'er den droesfem uit<br />

weggevaagd, en de menigvuldige wanbegrippen,<br />

die daaruit fprooten, met wortel en al uitgerukt<br />

heefc !<br />

„ Doch, dit toegeftemd zynde met betrekking<br />

tot den gezonden ftaat, is 'er dan evenwel niet<br />

iets anders , dat de Geneeskunst met eene over-<br />

groote menigte van zaaken bezwaart , en haar<br />

moeijelyker maakc dan alle andere cakken van<br />

geleerdheid? Welk een magcig heir van ziekten,<br />

wier gecal nog niec begrooc is! ziekten, die onder<br />

zo veele verfchillende gedaanten, onder zo veele<br />

misleidende "vermommingen , verfchynen, dac zelfs<br />

een lange leeftyd cot de bloote optelling te kort<br />

is ! en die dus alleen reeds eindeloos werk ver-<br />

fchaffen!"<br />

Dat men zo denkt, heb ik overlang bevonden;<br />

doch tevens ben ik ten vollen bewust, dat hier­<br />

van het meeste gefchreeuw gemaakt wordt door<br />

zulken, die zig minst met de oefening der kunst<br />

ophouden, en dus in woorden klaar, maar in daaden


3i6 H. B O E R H A A V E<br />

den zeer duister zyn. Ik vraag egter alle deezen,<br />

of niec de eenvoudigfte befmeccing van 'c een­<br />

voudigfte deel , door 'c verhinderen van deszelfs<br />

werking, eene byzondere ziekte voortbrenge. Dat<br />

nu deeze, wegens hec verband mee de nabuurige<br />

deelen , eene fooregelyke befmetting in dezelven<br />

kan voorebrengen , lydc geenen twyfel. Maar daar­<br />

door alleen belemmert zy de werkingen van die<br />

deelen , in welke zy zig geplaatsc heefc. En ,<br />

vermids deeze hindernis eene nieuwe ziekte ge­<br />

noemd wordt, doen zig zeer veele uitwerkfels van<br />

ééne krankheid onder menigvuldige gedaanten op,<br />

als verfchillende ziekeen. Wanneer dan een on-<br />

bedreeven Arts deeze verfchynfels ziet, brengt hy,<br />

zelf misleid zynde, anderen ftraks in de verbeeU<br />

ding, als of de ziekten, die hy opnoemt, in aart<br />

verfchilden; daar 't ondertusfehen by naauwkeuri-<br />

ger onderzoek blykt, dat ze allen uit éénen ftam<br />

gefprooten zyn, en door 'c uieroeien van deezen<br />

terfcond verniecigd worden.<br />

O welk een vermaakelyk veld lokc my chans<br />

om uic ce weiden! Doch ik mag de infchikkelyk-<br />

heid, mee welke gy my hoorc, niec misbruiken.<br />

Die eenige zulc gy, wegens de regtmaatigheid van<br />

mynen yver, my wel vergunnen ce zeggen: Wan­<br />

neer een vogc uic de wydte van een kanaal naar<br />

deszelfs engten vloeic, ondergaae ieder punc van<br />

hee inwendige der buis den aandrang van dac ge­<br />

deelte vloeilïof, welk regeftreeks van den oorfprong<br />

der


OVER. DE EENVOUDIGHEID. 317<br />

der beweeging derwaards droomt. Als derhalven<br />

een fcherp ligchaampje in eenig punt van dit kanaal<br />

derwyze zig gevestigd heeft, dat de punt daarin<br />

vast blyft deeken, ontvangt het gedeelte, welk,<br />

boven de holle oppervlakte uitfteekt, het geweld<br />

van dien geheelen ftroom, wiens regten loop het<br />

door zyne tusfchenkomst onderfchept heeft. Gevolgelyk<br />

zal het, naarmaate de uicdeekende klomp,<br />

grooter is dan het punt, waartegen een gelyk<br />

gedeelte vogt, regtftreeks voortvloeiende, plagt<br />

aan te botfen, met des te meerder geweld gedreeven<br />

worden. Deeze gantfche kragt nu rammeit<br />

tegen dat eenige punt, waarin het fcherpe lig-?<br />

chaampje vast zit. Weshalven het vat daar moet<br />

fcheuren, breeken, en de weg voor het leevensvogt<br />

afgefneeden worden. Zo dra dit gebeurt ,<br />

zal het dunfte gedeelte der gedutte vloeidof doof<br />

de gemaakte fcheur uitvloeien , terwyl het dikkere<br />

dremt, dolt en opgepropt wordt. De doordrooming<br />

nu hier belet zynde, wordt de omloop iri<br />

andere vaten, die open zyn, fneller, en de wryving<br />

grooter. Vandaar koorts, en een veel hooger<br />

graad van hitte, waardoor het dildaande vogt<br />

heet wordt, den zagten aart aflegt, eene vlugge<br />

fcherpte aanneemt, en dus, de kwaal verdubbeld<br />

zynde , de tedere vezels vernielt. Wanneer die<br />

gebeurt in een deel , welks ongefchondenheid<br />

noodzaakeiyk tot ons leeven vereischt worde, is<br />

de kwaal buiten twyfel doodelyk. Maar in deezen


3i8 H. B O E R H A A V E<br />

zen overgang van gezondheid tot dood moeten<br />

natuurlykerwyze alle midden - werkingen , welke<br />

van de goede, gefteldheid des leevens afhingen ,<br />

gekrenkt worden. En, naardien deeze werkingen<br />

zeer menigvuldig zyn, kan ééne ziekte, gefproo-<br />

ten uit ééne oorzaak , welke zeer eenvoudig is,<br />

in het gezondfte ligchaam, duizend verfchillende<br />

gedaanten aanneemen.<br />

Dus vervak ook een ander begjnfel van fcha-<br />

delyke dwaaling, hierin beftaande, dat men de on­<br />

gezonde vogten, die by 't eindigen eener ziekte<br />

befpeurd worden, voor de ftof en voorafgegaane<br />

oorzaak der overwonnene kwaal houdt. Men be­<br />

roept zig gemeenlyk op de groote verfcheiden-<br />

heid deezer ziekelyke vogten , om daardoor het<br />

menigvuldige verfchil in de hoofdkwaal te bewy*><br />

zen. Doch de zaak fchynt te vereifchen, dat wy<br />

'er anders over denken. Want de zuivere vogten<br />

veranderen geduurig door de kragt der ziekte.<br />

Gevolgelyk is deeze verandering de oorzaak der<br />

ziekte nietmaar het uitwerklèl. Die derhalven<br />

de geneezing der hoofdkwaal naar alle. deeze ver-<br />

fcheidenheden wil inrigten , doet. ..vergeeffche<br />

moeite; zonder den wortel te raaken , trekt hy<br />

aan de vrugt ; zonder vordering , maakt hy de<br />

kunst, welke voor hem reeds zwaar genoeg is»<br />

door grooter'yomflag nog zwaarder.<br />

Van welk een' drukkenden last wordt daarente­<br />

gen, de oefenaar der kunst, door behulp van den<br />

5 g C<br />

*


OVER DE EENVOUDIGHEID. 319<br />

,gegeeven' regel, verlost! Ik bedoel de wydloo-<br />

pige en verwarde leer van de cftfis, welke uit<br />

het voorgefteide duidelyk begreepen wordt, doch<br />

• zonder hetzelve niet te verftaan is* Want hec<br />

geen, aan 't einde van eene ziekte, door de crïjis\<br />

als een uitwerpfel , geloosd wordt , behoorde,<br />

toen de kwaal begon, natuurlyk coc-het ligchaam,<br />

maar is door de kragt der ziekte bedorven , en<br />

ontaart. Indien derhalven de ziekte in den aan­<br />

vang vernietigd was , zou de critieke ftof goed-<br />

aartig gebleeven zyn. Want een Arts , die dè<br />

.verdervende oorzaak, zo dra ze in de aders op­<br />

genomen is, door konst verbetert, voorkomt daar­<br />

door de.gantfche cr-ifis. 't Is nogthans de ryp-<br />

maaking, het beloop en de rigting van deeze,.<br />

-waarin de halve geneeskunst beftaac.<br />

Een gemeen voorbeeld zal myne' vreemdluiden-<br />

de Helling bewyzen , indien wy dé werking van<br />

een venyn op gezonde ligchaamen gadeflaan. Laat<br />

•ons ftellen , dat een zeer fterk mensen bycend<br />

kwikzilver heefc ingenomen. Wat gebeurt 'er ?<br />

Alle werkingen geraaken in wanorde ; de lyder<br />

gloeit; zyne vogten verrotten; en de bedorvene<br />

ftof dringt overal, daar zy kan, uit het ligchaami<br />

Al dit geweld, nogthans, na zo veele ontlastin­<br />

gen bedaarende, geeft de waarheid van 'c geen<br />

ik zeide , duidelyk re kennen. Want de Arts<br />

wagt deezè crifis niet in ledigheid af, maar voor­<br />

komt , door het ingenomene venyn ftraks të<br />

tem-


S2o H. B O E R H A A V E<br />

temperen , al het bederf der vogten ; en dus ,<br />

hoe minder hy uitwerkt, des te beter doet hy<br />

zynen pligc.<br />

De naaste trap aan het toppunt der volmaakt­<br />

heid ontdekt derhalven tevens de hoogfte een­<br />

voudigheid in de kunst. Hiervan kan men we­<br />

derom klaarder overtuigd worden, indien men met<br />

HIPPOKRATES den aart der (kepende kwaaien<br />

befchouwt.<br />

Deeze kwaaien ontftaan allengs van zelf, wan­<br />

neer het genuttigde voedfel niet overgaat in ftof­<br />

fen , gelykvormig aan die van 't gezonde ligchaam;<br />

een gebrek, dat voortvloeit uit zwakheid der in­<br />

gewanden , of uit fchaarschheid van 't leevens-<br />

vogt, waarmede het voedfel vermengd moet wor­<br />

den; want deeze oorzaaken maaken , dat de fpy«<br />

zen haaren eigen' aart behouden , en dus onge-<br />

fchikt zyn tot onderhoud van ons ligchaam. Lig-<br />

telyk kan men nu, de uitwerkfels deezer onver-<br />

anderlykheid waargenomen hebbende , den aart<br />

der meeste (kepende kwaaien daaruit opmaaken,<br />

terwyl men andere aan te merken heeft als ge­<br />

volgen van (hel - afloopende ziekten, die kwaalyk<br />

behandeld zyn.<br />

Hier zou myne redevoering eindigen , indien<br />

'er niet nog ééne tegenwerping overbleef. „ In de<br />

kennis der artfenyen, zegt men, is voor den oefe­<br />

naar der kunst alles gelegen. Oneindig is onder-<br />

tusfchen derzelver getal; en nogthans heefc elke<br />

art-


OVER DE EENVOUDIGHEID. 3Ü<br />

artfeny haare eigenfchap, uit hoofde van welke zy<br />

het gepaste hulpmiddel is tegen ééne ziekte in 'E<br />

byzonder. Niets behoort 'er derhalven in de kunsE<br />

gedaan, noch zelfs beproefd te worden, dan door<br />

hem, die elke byzondere foort van ziekte met een<br />

byzonder geneesmiddel weet weg te neemen."<br />

Indien deeze redeneering iets bewyst, volgt 'er<br />

uit , dat men reden heeft om de geheele ftudiei<br />

der Geneeskunst te verwerpen. Niemand zal im­<br />

mers , Zo hy niet zinneloos is, zig toeleggen op<br />

eene weetenfchap, welke hy begrypt dac onmogelyk<br />

de gevvenschte vrügten kan voortbrengen. Maar<br />

hebben HIPPOKRATES en SYDENHAM, mannen,<br />

die met lof genoemd worden, in de oefening der<br />

kunst zig zo gedraagen ? Zy maatigen, ter genee­<br />

zing van fnei - afloopende ziekten, de driftige be­<br />

weeging, wekken de vadfige op, of onderfteunèn<br />

de kragten door voedfel. En welke middelen ge­<br />

bruiken zy, om die uic ce voeren? Zulke, die deri<br />

overvloed verminderen, de fcherpcen verzagcen,<br />

de dikke vogten verdunnen, de verdunde verdik­<br />

ken, de verflapte deelen famentrekken, de famen-<br />

gecrokkene verflappen, den Herken ftroom afleiden<br />

naar fchadelooze plaacfen , of flaap verwekken ,<br />

wanneer eene ftilling vereisehc wordt; doch zul­<br />

ke, die door verdunnen de vezels prikkelen, wan­<br />

neer de kwynende natuur hulp noodig heefc. Wa­<br />

ter, azyn, wyn, gerst, faipeter, honig, rhabar­<br />

ber, opium, vuur en de laacvlym voldoen toe dit<br />

IX. DE Et,. X 002-


3*2 H. B O E R H A A V E<br />

oogmerk. Mee zyne gewoónè' opregtheid roept<br />

6YüENHAM-uit, dat het Hem, die weet, wat hy<br />

doen moet, zelderi aan een geneesmiddel ontbreekt.<br />

• „ Maar de zelfde man klaagi.evenwel, dat hy<br />

Zulk eene lastige verfcheidenheid in de ziekten<br />

vindt , terwyl hy ze met bekommerde zorg on*<br />

derzoekt , dat de ftafidvastigheid eener geharde<br />

Ziel, en een lang leeven den arbeid niet kan ver*<br />

duurerï, welken de geneeswyze, voor iedere ziek­<br />

te byzonderlyk gefchikt, vereischt."<br />

't Is zo ; maar hy, die , in • zyne jeugd , het<br />

noodlot der Geneeskunst zo beklaagd yk had voor­<br />

gemeld, heefcittas, toen hy oud was géworden,<br />

méér . geluk aangekondigd. Hy-verklaarde naame-<br />

}yk in 't laatfte zynerdagen, hoe men alle die<br />

ziekten , welke hy eertyds gefchree'veri had dat<br />

ieder haare byzondere behandeling vereischten,<br />

op;'eene algemeene wyze kan geneezen , volgens<br />

weike de-buikzuivering, het aderlaaten vervangen­<br />

de , door opium geftild wordt , terwyl de leef-<br />

régel het overige volbrengr.<br />

Ziedaar de kennis van ziekte en hulpmiddel,<br />

èp Welke de voortreffelykfte A-rcfen vertrouwden.<br />

Hebben anderen j terwyl zy van hen afweeken ,<br />

iets beters te voorfchyn gebragt? Neen, het ge-<br />

preezene heeft minder dienst gedaan dan het ver-<br />

agce :<br />

; want de deügd van ' een- hulpmiddel is af<br />

te mééten naar de eenvoudigheid , -aangezien de<br />

geneeskunst door overvloed gevaarlyk wordt.<br />

Waar-


OVER DÉ EENVOUDIGHEID. 353<br />

Waartoe is derhalven zulk een groote en zwierige<br />

toeftel van geneesmiddelen noodig? Hoe veele<br />

eeuwen hebben gezweet om ze te verzamelen!<br />

Hoe veele Geneeskundigen hebben zig vermoeid<br />

om ze in eene gefchikre orde te brengen! Hoe<br />

veelen hebben in het bereiden hun leeven verfleeten<br />

! Maar op de Casfiaanfche vraag, tot wat<br />

nut? antwoordt niemand.<br />

De arbeidzaame kruidmengkunst en de moeielyke<br />

fcheikunst geeven naauwlyks beter vrugt dan<br />

de eenvoudigheid. Want zyn 'er wel veele beproefde<br />

middelen tegen fleepende ziekten ? De<br />

bronwateren-, het vermogen der zouten, de kunftige<br />

uitdryving van zweet, de kragt van zeep,<br />

kwikzilver, ftaal en een klein getal artfenyen uit<br />

het ryk der planten, nevens eene goede ligchaamsoefening<br />

, doen alles af. Waartoe derhalven zo<br />

c<br />

veele artfenyen , door kunst of natuur uit delf-<br />

'ftoffen, planten en dieren bereid , dat de waardigfte<br />

der weetenfchappen by fchrandere lieden<br />

belagchelyk wordt?<br />

Ligtelyk immers ziet een man van gezond verftand,<br />

wat het voordeel van zulk een' ongefchikten<br />

overvloed zy, naamelyk, dat eenen Arts, dié<br />

met de zaaken verlegen is, geen dekmantel zyner<br />

onkunde ontbreeke , dat 'er, na verfcheidene vergeeffche<br />

proeven, altoos nog eenig middel over*<br />

blyve , waarmede hy de bedroogene hoop van<br />

X % den


324 H. B O E R H A A V E<br />

den lyder, die de nutteloosheid daarvan nog niet<br />

ondervonden heeft, kan onderhouden.<br />

Ik keur goed, dat dit gefchiedt om den lyder<br />

niet te laaten wanhoopen; maar tevens verwon­<br />

der ik my, dat de Geneesheeren zeiven zig hier-<br />

by zo gedraagen, als of 'er met dit alles iets an­<br />

ders, iets fchooners, uitgevoerd wierd. Want,<br />

indien gy, die van de kragten der artfenyen, door de<br />

ouden beproefd, een' grooten ophef maakt, zeiven<br />

niet weet, welke deeze artfenyen waren, waarom ze<br />

dan verdigt ? En , zo gy ze kent, waarom dan<br />

gezweegen ? Inderdaad , de artfenyen , die door<br />

HIPPOKRATES, THEOPHRASTUS, PLINIUS en<br />

DIOSKORIDES gepreezen worden , kennen wy<br />

niet , en zullen ze nooit kennen , indien men<br />

misfchien zeer weinige uitzondert. De oudheid<br />

heelt de kragten befchreeven, maar de afbeelding<br />

van gevvasfen , die toen bekend genoeg waren ,<br />

verzuimd. In laater' tyd is men naauwkeurig ge­<br />

weest in 't aftekenen der gedaanten, en zeer fchran-<br />

der in 't maaken van rangfchikkingen; maar van<br />

de kragt der kruiden heefc men naauwlyks iets<br />

gemeld, dan 't geen men op een' twyfelagtigen<br />

naam geboekc vond , en , mee een' onzekeren<br />

uitflag, uic de Ouden overnam.<br />

Doch indien 'er zyn, die voorgeeven geheimen<br />

te bezitten, welke zy, eer belooning hunner by­<br />

zondere vlyt, verbergen, laac hen dan ten min­<br />

nen


OVER DE EENVOUDIGHEID. 305<br />

den de goede uitwerkfels daarvan met waare bewyzen<br />

ftaaven. Het geneesmiddel zelf mag een<br />

geheim blyven ; de kragt, die daarin ligt, moet<br />

flegts opengelegd worden. De beproefde waardy<br />

zal vergelding vinden by hen, die geneigd en in<br />

Haat zyn om verdienften te beloonen. Maar altoos<br />

hebben geopenbaarde geheimen de verwagting<br />

te leur gefteld , niet wegens eenige kwaade<br />

trouw, maar omdat 'er , zo dra men de artfeny<br />

kent, meer gelegenheid is om van haare kragteloosheid<br />

overtuigd te worden.<br />

Eindelyk,indien men de verdrietelykheden eener<br />

zeer moeielyke bereiding overdenkt, wat vindt<br />

men dan , dat zulk eene pooging waardig is ?<br />

Inderdaad, geene vergelding voor den arbeid van<br />

een' HERKULES. Kwikzilver, opium, koonsbasr,<br />

vuur en water zyn, gelyk den besten bekend is,<br />

in de praktyk, de zekerfte hulpmiddelen; welke<br />

nogthans , ruw, zo als de milde natuur ze opgeeft,<br />

meer dienst doen, dan wanneer ze door de<br />

kunst, die zig in ledigheid werkzaam betoont ,<br />

veranderd zyn. Door eenvoudigheid geleid, moeten<br />

wy aan niets wanhoopen ; maar de uitflag<br />

van een' verwarden arbeid fielt de hoop te leur.<br />

PITCARN geeft hiervan een klaar bewys, daar<br />

hy de verwonderlyke uitwerkingen van 't kwikzilver<br />

in ziekten eenvoudiglyk verklaart. Allen,<br />

die dezelven opgemerkt hadden , waren ze zo<br />

byzonder voorgekomen , dac zy ze van eene ge-<br />

X 3 heel


gatf H. B O E R H A A V E<br />

heel ongewoone oorzaak afleidden. Hy, daaren­<br />

tegen , zyne aandagt vestigende op de bekende<br />

zwaarte deezer verdeelde ftof, oncwikkelt daaruit<br />

alleen het werkende vermogen.<br />

Met welk een fchoon voorbeeld wordt dit door<br />

HOMBURG bekragtigd ! Deeze heeft ons onlangs<br />

geleerd, dat de geneezende en vernielende krag­<br />

ten zo min buiten 'c bereik van een' verftan-<br />

digen onderzoeker zyn , dat de eenvoudigheid<br />

der werking , hoe ongelooflyk het moge fchy-<br />

nen, zelfs eene wiskundige berekening toelaat.<br />

En hoe bewyst hy dit ? Door aan te toonen,<br />

dat de kragc der zuuren overeenkomt met de<br />

zwaarte, die bevonden wordt in hec verdunnende<br />

water te zyn.<br />

Waarheen vervoert gy mynen vermoeiden geest,<br />

o voortreffelykite der Scheikundigen? Deeze eeni­<br />

ge regel fpreidt lichc over den weg, die naar de<br />

binnenfle heiligdommen der nacuur leidc. U er­<br />

kennen wy voor den bekwaamden in 'c neemen<br />

van fcheikundige proeven, en voor den voorzig-<br />

tigften in 'c famenvlegten van daarop gegronde<br />

redeneeringen. De dankbaare nakomelingfchap zal<br />

ten allen tyde aan Lodewyk den XIV. de eer gee­<br />

ven , dac nimmer een Vorsc geleefd heefc, aan<br />

wiens zorg en mildheid de aankweeking van ver­<br />

nuft en natuurkunde zo veel verfchuldigd is.<br />

Want van de wyze en edelmoedige inftelling der<br />

Koninglyke Akademie mogen wy verwagten, dat<br />

eer-


OVER DE EENVOUDIGHEID. 327<br />

eerlang vrugtbaare waarheid, in eenvoudigheid, de<br />

geneeskunst zal beftraalen.<br />

Doch 't is tyd, dat ik myne redevoering eindig.<br />

Schoon de ftof nog geenzins uitgeput is,<br />

meen ik egter de geloofwaardigheid van myn<br />

voorftel genoegzaam aangeweezen te hebben.<br />

(Hierop volgen eenige aanfpraaken , welke'<br />

geene betrekking hebben tot het bedoelde oogmerk<br />

deezer vertaaling.)<br />

X 4<br />

WAAR,


WAARNEEMINGEN.<br />

X5


D R I E<br />

WA ARNEEMINGEN,<br />

ALS VAN EENE BLOEDBRAK ING, R00-<br />

DELOOP, EN BLOEDIG EN AFGANG,<br />

DOOR MYN LIQUOR STIPTICUS<br />

GELUKKIG GENEEZEN.<br />

DOOR<br />

P H. J. L O O F F,<br />

Mcdicinae Doctor te Groningen.<br />

HOOG EN ZEER GELEERDE, ZEER BEROEMDE<br />

HEEREN!<br />

Eenige waarneemingen van voorfpoedige genee-<br />

zingen door myn liquor ftipticuss heb ik de eere<br />

gehad U Wel Ed. toe te zenden, en met U Wel<br />

Ed. goedkeuring vereert zynde, heefc hec my aan-<br />

gemoedigc om een algemeenen nuc ook hec vol­<br />

gende mede ce deelen ; ce meer omdac ik van<br />

die foorc van bloedftorting, door myn liq. ftipti-<br />

cus geneezen , tot hier toe nooic melding heb<br />

gemaake.<br />

Eerfte Waarneeming.<br />

Hec was in den jaare 1779 , dac ik by een<br />

Schoenmaker in deeze Scad geroepen wierd; naa<br />

eenige zeer dunne mee bloed gemengde en zeer<br />

pynlyke afgangen , ging hy zuiver bloed af met<br />

zeer weinig fucces. De hoeveelheid was aanmer-<br />

kelyk, en, gelyk my vertoonc wierd, omtrenc een<br />

halve waterpoc vol , en daar die ontlasting vry<br />

fchie-


3 3a W A A R N E E M I N G E N .<br />

fchielyk op den ander volgde , en de lyder daar<br />

benevens geen robusc man was, maar rank en<br />

tenger , zynde in de 40 jaaren oud , zo liet ik<br />

hem ten eerften een mixtuur toedienen van enkel<br />

water, waar van ieder lepel vol een drup van het<br />

liq. flipticus hield. Alle uur nam hy een lepel<br />

vol, en naa vier of vyf giften hielden de ftoel-<br />

gangen op, zynde de volgende zesde zonder bloed.<br />

Den volgenden dag lier ik hem om de drie uur<br />

een lepel vol gebruiken. En omdat hy verzwakt en<br />

koortfigwas, fchreef ik hem den koortsbast voor,<br />

waarna hy gezond wierd, en ook zo tot hier toe<br />

gebleeven is.<br />

Tweede Waarneeming.<br />

In het begin deezer maand February, wierd ik<br />

door een voornaam Medicus deezer Stad gecon-<br />

fuleert over een Heer van aanzien, bloedryk van<br />

geitel, een zittend leven leidende, en over de<br />

zestig jaaren oud, welke naa een groote ongefteld-<br />

heid van zyn maag,en een zeer onrustige en koort-<br />

fige nagt, geweldig en met groote benaauwdheid<br />

begon te braaken, vermengd met zeer veel bloed,<br />

terwyl de afgang insgelyks ten eenemaal bloedig<br />

was. En daar de ontlasting van bloed aanmerke-<br />

lyk veel was, en de lyder door flaauwtens over­<br />

vallen wierd , zo vreesde men voor zyn leven.<br />

Zyn Ed. vroeg my dan of ik raadzaam oordeelde<br />

myn liq. ftipticus te gebruiken ? Ik vroeg of 'er<br />

een aderlating gefchied was ? Ik kreeg tot ant­<br />

woord


W A A R N E E M I N G E N . 333<br />

woord dat zulks in het werk was gefield: maar<br />

dat men geen bloed had kunnen krygen, Ik begreep<br />

dan dat 'er geen tyd verzuimd moest worden<br />

, maar hoe eerder hoe beter het liq. flipticus<br />

toe te dienen, en wel tot zes druppen<br />

op eens met wac koud water, en , indien de<br />

ontlasting van bloed mogt aanhouden, die zelfde<br />

gifte drie uuren daarnaa te herhaalen. En om<br />

verzekerd te wezen , dat het middel zonder vervalfching<br />

was, gaf ik aan zyn Wel Ed. omtrent<br />

dertig druppen van my zelf bereide liq. mede. Zes<br />

druppen wierden dan aanftonds ingenomen : het<br />

beantwoordde aan de hoop en myne verwagting:<br />

geen meer dan zes druppen wierden 'er vereischt,<br />

en alle ontlasting van bloed cesfeerde , waarnaa<br />

de patienc begon te beteren , en in kragten toe<br />

te neemen.<br />

Derde Waarneeming.<br />

. Eenige weinige dagen naa die voorval wierd ik<br />

geroepen by een Heer van eenenzestig jaaren,<br />

of daaromtrent, teder van geftel, welken ik zedert<br />

eenige jaaren bediend had, van een zeer regelmatig<br />

gedrag, in alles wat den leefregel betreft. Zyn<br />

Ed. was zwak van maag en ingewanden, en veel<br />

onderworpen aan krimpingen : en kolykpynen,<br />

fomtyds traag van afgang en hardlyvig , fomtyds<br />

wederom zeer loslyvig. Naa een zeer geruste nagt<br />

des morgens onder bet ontbyt fterke perfing tot<br />

afgang gevoelende, ging hy ter ftoel en had een<br />

zeer


334 W A A R N E E M I N GEN.<br />

zeer zwaare, losfe en overvloedige afgang, met<br />

eenige krimpingen: dikwyls nieuwsgierig en op­<br />

lettend op de hoedanigheid der ontlaste ftoffen ,<br />

-zo voldeed hy thans ook aan die begeerte, en<br />

ontroerde niet weinig, als hy alle de foeces met<br />

een overvloed van bloed vermengd vond, en Wel<br />

.zo, dat alles byna geronnen bloed fcheen, zo als<br />

tiy my ook gelegenheid gaf zulks te befchouwen.<br />

Op myne ondervraging betuigde hy my,' dat hy<br />

mooit onderhevig geweest was aan eenige vloeijing<br />

•der htsmorrhoides, en het zelve nooit ondervon*<br />

den had: en toen nog zeer onlangs een fterk<br />

:en robust man aan een diergelyk'e bloedige afgang<br />

jnet bloedbrakiog 'vérzeld zeer fubiet overleden<br />

was, zo was zyn Ed. zeer bedugt voor de ge­<br />

volgen. Ik Helde hem nogthans gerust, zeer veel<br />

vertrouwende op het liq. jlipticus, offchoon ik zelfs<br />

bedugt was, .dac een al te kwaadaartige oorzaak<br />

iomtyds wel eens de uitwerking van die heilzaam<br />

middel mogte te leur ftellen. Ik liet zyn Ed. dan<br />

aanftonds vier druppen van myn eigen bereid liq.<br />

geven, met een theekopje vol koud water,om drie<br />

uuren daar naa hetzelve te herhalen , indien 'er we*<br />

derom bloed gezien wierd, en fchreef met een voor<br />

een decoct. demulcens & robor-am , mee dr. ij.rhei<br />

om alle twee uur een köffykop vol té neemen; en<br />

ordonneerde verder om het middagmaal met wat<br />

gekookte ryst te doen. De uitwerking was, dat<br />

zyn Ed. dien dag geen afgang meer kreeg, den<br />

vol-


WAA R N EEM'IN GE N. 535<br />

volgenden nagt zeèr gerust fliep, en den anderen<br />

morgen wel een overvloedigen ftoelgang had, dog<br />

fconder eenig bloed gewaar te worden. Hy was<br />

•welvaarend, offchoon eenigzints verzwakt, maar<br />

ï>eefc tot hier- toe niet diergetyks wederom vernomen',<br />

en geniet tegenswoordig een goede gezondheid.<br />

' '<br />

• Toe wat clüsfe dit laatfte geval te brengen is,<br />

betuig ik met geen betoogbaare reden te kunnen<br />

Raven. Htsmorrköides fiuentes had deeze Heer<br />

nooit gezien; vermoeden van eenig inwendig abfces<br />

kon ook geen plaats hebben , daar de lyder<br />

nimmer over een vastgezette pyn in die deelen<br />

klaagde, ook was 'er geen bewys van etter in de<br />

ïbeces. Ik denk dan voor het naast, dat gelyk in<br />

een roodeloop aanmerkelyke takjes - der darmsbloedvaten<br />

door fcherpe ftoffen worden doorgëknaagt<br />

, en daar in een bloedbraaking, vomiius<br />

cruentus, een bloedvat in de maag kóomt te breken<br />

, het zy door al te fterke opvulling van dat<br />

ingewand, waarvan ik voorleden jaar nog getuige<br />

geweest ben, of ook door eenige' fcherpte aldaar<br />

voor handen; dat, zeg ik, gelyk deeze gevallen<br />

plaats kunnen hebben , ook aldus in de darmen<br />

door eenige byzondere fcherpte een bloedvat der<br />

darmen kan komen te breken, zonder- dac echter<br />

die fcherpte aan een bederf der vochten, gelyk in<br />

een kwaadaartige roodeloop plaats heefc, behoeft<br />

toegefchreven te worden : of ook wel door een<br />

al


336 W A A R N E E M I N G E N .<br />

al te fterke drukking , door winden veroorzaakt, eri<br />

welke in onzen patiënt niet zelden plaats hadden.<br />

. Ook zien wy, dat het neusbloeden veelmaalen<br />

door fterk niezen, of fterk de neus te fnuiten ont-<br />

ftaat, en dat de bloedfpuwing .ontftaat door een al<br />

te fterke drukking der longs- bloedvaten, veroor­<br />

zaakt door al te hard of lang te fpreeken, roepen,<br />

zingen, fluitfpelen, of gebruik van andere blaas- in­<br />

ftrumenten : aldus , vermeen ik, kan ook deeze<br />

bloedftortirig alhier, zonder ziekte of bederf der<br />

vogten, veroorzaakt geweest zyn, en welke, in­<br />

dien niet tydig, door hec gebruik van dit voorcref-<br />

lyk middel, geftuic was geworden , misfchien ver­<br />

meerderd zoude zyn geworden door hec vergro­<br />

ten der breuke , waardoor de zieke door verlies<br />

van bloed zeer verzwakc en in levensgevaar ge-r<br />

bragc, de ziekte zelve ook een anderen of bepaal-<br />

deren naam gekreegen zoude hebben.<br />

Ik vleije my, zeer beroemde Ileeren, dac deeze<br />

waarneemingen nog eenig nuc in hec coekomende<br />

zouden kunnen hebben,door hec fpoedig aanwenden<br />

van die middel in foortgelyke gevallen. En indien<br />

uw Hooggeleerden hier in met my van een gevoe­<br />

len zyn, zal hec my zeer aangenaam weezen, das<br />

hec, door in uwe Verhandelingen geplaacst te wor­<br />

den, dienen mag Servandis Civibus.<br />

Groningen !<br />

den 2i Febr. 1^84.<br />

P H. J. L O O F F.<br />

WAAK-


WAARNEEMING<br />

VAN EEN È KWAAD AARTIGE ZINKING­<br />

KOORTS, WELKE IN HET ROOMSCHB<br />

MEISJES -WEESHUIS TE AMSTER­<br />

DAM, IN DE MAANDEN NOVEM-<br />

BER EN DECEMBER 1782 , ÉN<br />

JANUARY EN FEBRUARY I783,<br />

GEREGEERD HEEFT*<br />

D O O R<br />

C Ö RN. HENR. A. ROYj<br />

Medicinae Doctor te Aiufterdanti<br />

De ziekté , weikef befchryving ik de eer hebaan<br />

het Genootfchap Servandis Civibus :<br />

mede te<br />

deelen , heeft met regt den aandagt van veelen<br />

gaande gemaakt, om deeze drie redenen: vooreerst<br />

Om deszelfs algemeenheid ; ten anderen omdat<br />

in de gancfche ftad van Amfterdam en omliggende"<br />

plaatfen, op den Zelfden tyd , zeer weinige zieken<br />

gevonden wierden , en ten derden omdat in dit<br />

Weeshuis nooit zoo groot een aantal zieken heeft<br />

plaats gehad.<br />

De loop der ziekte was de volgende: de kinde-*<br />

ren wierden in den beginne aangetast door luste*<br />

loosheid , toornigheid , een geringe pyn in hef<br />

hoofd, lendenen en ledemaaten, geduurige huiveringen<br />

die door oogenblikkelyke hitte vervangen<br />

wierden, flaapeloosheid, verminderde eetlust, en,<br />

IX. DEEL- Y hoe*


S38l WA ARNE ËlVil N G E N.<br />

hoewel de • fmaak • dan • veeltyds nog. - goed was,<br />

door een ligte misfelykheid.<br />

Detze ftaat duurde egter niet -Iang , :maar na<br />

een, twee of op zyn hoogst drie dagen weerden de<br />

genoemde^ toevallen flimmer, het gemoed wierdt<br />

neerflagtig ; de walgingen vermeerderdea jen gingen<br />

in braakingen : van flym-. en ; .rottige ftoffen<br />

over; de eetlust raakte geheel weg; de tong wierd<br />

met een geelagtige flyrhfge kbrst bedekt; de fmaak<br />

wierd, bitter, en lelyk ; de , adem ftonk fterk ; de<br />

huid wierd droog; de ontlasting van "de pis gering;<br />

de ftoelgangen by de meesten verhinderd; de dorst<br />

groot; de pols fnel en klein, en de koorts vertoonde<br />

Zig fchielyk, die zig voort als een continuo- rc~<br />

mittens opdeed , hebbende geene zigtbaare- tus^<br />

fchenpoozinge. ,<br />

Zommigen klaagden, in deezen ftaat der ziekte ,<br />

over eene krampagtige pyn in de maag en omr<br />

trent de hypQchondria; de .meesten gevoelden een<br />

fpanning op de borst , hoesteden fterk en raakten<br />

met veel moeite niet dan een weinig taaije ilyrn,<br />

kwyt; eenigen vervielen fchielyk :in de doodlykft.0<br />

benaauwdheid, zoodat zy byna geen, adem. haaien<br />

konden; allen.klaagden over onlydelyke pynen in<br />

h§q -hoofd , lendenen en Iedemaacen, als of hee<br />

gantfche lichaam ftukken geflaagen ;was,:en. de kragten<br />

van allen wierden terftond zoodanig uitgedoofd,<br />

dat de fterkfte ;kinderen in eenen- :dag bypa geen<br />

vermogen meer hadden om het koofAof lichaam op-


W A A R N E E M I N G E N . '<br />

terigten, wanneer naaraeJyk de ziekte'fchielyk tot'<br />

den hoogften trap gekomen was.<br />

• By zommigen wierd de keèl pynelyk aangedaan', 1<br />

dog bezigtigd zynde vertoonde zig dezelve flegts een<br />

weinig rood. In maar een enkel kind heb ik een<br />

waare angina catarrhalis gezien. Eenige weini­<br />

gen hadden dé; fprouw. By twee kindéren was'<br />

het geluid der Hem geheel weg,' en zyn geflorven.'<br />

Zomtyds wierd het zenüwgeftël méde in onre-<br />

gelmaatigè beweegingen gebragt, zoodat riien zom­<br />

migen zag zoo ftyf en ónbeweeglyk' als blokken<br />

leggen, terwyl anderen door- geduurige :<br />

ftuiptrekkin.»<br />

gen van alle leden, met akelig gillen efi ;<br />

fcftreeü-1<br />

wen vergezeld, geflingerd wiérden. In een hooge<br />

graad van ziekte heb ik tweemaal het geheele<br />

lichaam met roode vlakken bezet gezien, die van<br />

zelve verdweenen zyn. - Twee 'kinderen heb ik<br />

veel bloed zien braaken , waarvan een overleer<br />

den tëfè ••'•> ui > .--> 03 rrofcoi ai 'noo Al<br />

- Zomwylen heb ik gezien de zieke ftof zig neer­<br />

zetten op de oogen en groote korften maaken op<br />

derzelver: léden; by anderen, in de fpierèri'van deri<br />

buik, waardoor de lyderesfen klaagden over een<br />

hevige ftéek in de zyde, zondef' dat ik nogthans<br />

by een eenige een waare' omfteeking gevonden<br />

heb. By een- heb ik het hoofd door de ziekte<br />

zoo zeer aangetast gezien, dat. 'er een weezenloos-<br />

héid uit voortkwam, die egter,- nadat de'-ziekwi<br />

voorby was eii ,;<br />

dé'kragtèn zig herfteldén, ïang*<br />

Y a zaa-.


34o WAARNEEMINGEN.<br />

zaamerhand verdweenen is: Eenigen hadden fterke<br />

buikpynen. Zommigen loosden haar water niet<br />

dan met veel pyn , en alle deeze toevallen ver-<br />

fchilden naar de verfchillendheid der deelen die<br />

krampagtig wierden aangedaan.<br />

Het koudvuur was in deeze ziekte mede een<br />

droevig toeval, en vertoonde zig vry algemeen aan<br />

die deelen die geduurende de ziekte aan drukking<br />

blootgefteld waren; ja zelfs zomtyds aan die dee­<br />

len die in het geheel geen drukking ondergaan<br />

konden, en hierom .liever aan de kwaadaartigheid<br />

der ziekte diende toegefchreeven te worden: dus<br />

heb ik in vier lyderesfen. het koudvuur aan de<br />

partes genitaks fterk zien woeden, waaraan een<br />

overleeden is.<br />

j De loop der ziekte aldus in alle derzelver toe­<br />

vallen befchouwd zynde , .is het nodig den aart<br />

derzelve ook van naby te overweegen.<br />

Ik oordeel alle reden te hebben om deeze. ziekte<br />

eene kwaadaartige Zinkingkoorts tè noemen. Des­<br />

zelfs kwaadaartigheid blykt genoegzaam uit het<br />

verhaal van alle die fymptomata die ik zoo even<br />

heb aangetekend, en wierd ook grootelyks vermeer­<br />

derd doordien de zieke en gezonde kinderen in<br />

het begin by elkander bleeven liggen, waardoor aan<br />

deeze ziekte, die met allerrottigfte uitwaasfeming;en<br />

gepaard ging, .fchjelyk' een kwaadaartigheid wierd<br />

bygezet, en veele kinderen te gelyk' ziek wierden,<br />

hoewel de ziekte in zig zelve njec belmettelyk<br />

fcheen,


WAARNEEMINGEN. 3 4 l<br />

fcheen, want ik heb geduurende dezelve tyd, in myn<br />

burger-praktyk, in verfcheide huizen dezelve ziekte<br />

gezien, maar nooit met die verfchrikkelyke gevol­<br />

gen ; de ziekte liep daar gemakkelyker af, en hec<br />

was niet dan door toedoen van de lyders zelveri<br />

of anderen dat ik iets kwaadaartigs zag voorvallen.<br />

Dat de ziekte uit eene belette doorwaasfeming<br />

voortkwam wordt bevestigd, wanneer men naauw­<br />

keurig nagaat alle die oorzaaken die tot deeZe ziek­<br />

te aanleiding gegeeven hebben. Het huis waarin<br />

de kinderen woonden was flegt, oud, bedompt,<br />

niet groot genoeg om een getal van by de drie­<br />

honderd menfehen gevoegelyk te bevatten, waar­<br />

door de meeste kinderen verpligt waren' met haar<br />

drieën byeen te flaapen, in vertrekken waarvan<br />

zommigen klein, anderen laag van verdieping, in<br />

den grond en vogtig waren. In dit huis<br />

aten de kinderen zelden, vooral in het na­<br />

jaar en in den winter , verfche groenten,<br />

meestal beftond hun fpys in erwten , boonen en<br />

gort met vet gereed gemaakt, of in karne- en<br />

zoetemelkspap, en in een overvloed van boter­<br />

hammen waar de kaas niet by vergeeten wierd.<br />

Des winters is het pekelvleesch mede tot hun<br />

voedfel gefchikt, en in den flagttyd wordt van de<br />

beenderen en pooten van het osfenvleesch dikwyls<br />

foup bereid,daar wel groenten in gekookt wor­<br />

den, maar die egter altoos zeer vet zyn. Onder-<br />

tusfehen moet ik bekennen dat zedert eenigen tyd<br />

Y 3 het


34» ^ A A R N E E-MINGE N.<br />

hec gezoute vleesch , buiten den winter, minder<br />

opgedischt wierd dan voorheen, en dac de.kinderen<br />

op. Zondag meermaalen ibupen van versch<br />

fchaapenvleesch kreegen. dan van te vooren gebruikelyk<br />

was.<br />

By zoorrgelyke fpyzen maaken de kinderen wei»<br />

pig beweeging, het zyn immers, alle meisjes die<br />

in dit huis woonen, blyvende alcyd t'huis om haar<br />

werk. ce doen , hec welk beftaac in braaijen en<br />

naaijen en dus alcoos zictend verrigc worde, en wel,<br />

wanneer hec koud is, in vercrekken die dooreen<br />

menigte ftooven zoo heet worden, dac men daar<br />

inkoomende terftond een grooce benaauwdheid<br />

ontwaar word. Het werk voor het huis afgedaan<br />

hehbende , gaan zy voor een korten tyd op de binnenplaats<br />

om zig te verlugten , daarna, begeeven<br />

zy zig> voornamelyk de groote meisjes, op haar<br />

flaapkamers wederom aan het zitten om voor haar<br />

eigen iets ce werken, als wanneer zy dan teffens<br />

onder eikanderen veel gebruik maaken van warme<br />

coffy en daarby haar booterham voor haar avondmaaltyd<br />

eeten; fchoon anders de gewoone drank<br />

in goed dun bier beftaat. Is hec koud, dan neemt<br />

ieder een ftoof met vuur, waarby zy fomtyds nog<br />

Uitgedoofde kooien doen. Wanneer het tyd is<br />

om ce gaan fiaapen , begeeven zy zig mee die<br />

warmte te bed. — Men begrypt ligcelyk hoedanig<br />

de lugt in zulke flaapvertrekken moec bederven,<br />

en hoedanig de lichaamen moeten gefield zyn die<br />

door


W A A R N E E MI N G EN. 343<br />

door voorgemelde levensmanier verzwakt, dan<br />

nog in bedompte, warme en vogtige plaatfen in<br />

groot getal by een flaapen. Dat immers de be~<br />

fchreeven dieet dier kinderen de maag zeer verzwakt<br />

en dus tot veele ziekten aanleiding geeft;,<br />

zoude niet moeielyk zyn, voor deskundigen , te<br />

bewyzen , en wordt zelf door de dagelykfche ontdervinding<br />

in dit zelve , Weeshuis allerduidclykst<br />

bevestigd, doordien geen ziekte hier meerder<br />

gevonden wordt dan ongefteldheid der maag, en<br />

alle diergelyke ongemakken die de Geneeskonst<br />

ons uit deeze oorzaak alleen leert afleiden. Myn<br />

beftek laat niet toe in deeze ftof breeder uit te<br />

weiden, hoewel anders hierover al vry veel zoude<br />

kunnen gezegd worden.<br />

By dit alles komt nog grootelyks in aanmerking<br />

dat in dit. oude huis geen gefchikte<br />

afgezonderde zieke-kamer was ; daar was<br />

wel een vertrek voor zieken, het welk men ziekekamer<br />

noemde, maar konde boven de twintig<br />

kinderen niet bevatten, en behalven dac was het<br />

zelve nog altyd door gezondeii bezet, om dat het<br />

huis niet groot genoeg was om alle de kinderen<br />

behoorlyk te plaatfen. Wanneer 'er dus veel zieken<br />

kwamen, bleeven dezelve onder de gezonden<br />

meestentyd huisvesten, en zieken en gezonden<br />

fliepen onder een.<br />

Men heeft nogthans, wanneer de ziekte hevig<br />

begon te regeeren, zoodanige fchikkingen gemaakt<br />

Y 4 dat


'344 WA ARNE È MINGÊN.<br />

dac de zieken van de gezonden zorgvuldig afgezonderd<br />

bleeven, en dat men allen ommegang onder<br />

elkander ftreng verbooden heeft, ten einde hier<br />

•door den voortgang en de kwaadaartigheid der ziekte<br />

te beletten, waar toe ook zeer veel geholpen heeft<br />

het meerder lugt in de zieke-vertrekken te bezorgen<br />

, en de bedorven lugt door waasfem van<br />

azyn, of rook van jenever-besfen, wierook, enz.<br />

te verbeteren.<br />

Is het nu, na overweeging van dit alles, wel<br />

mogelyk dat diergelyke levenswyze, zonder nadeel<br />

aan de gezondheid, lang kan verdraagen worden?<br />

Is het niet veel meer te verwonderen dat in dit<br />

oude Weeshuis niet eerder een zwaare ziekte is<br />

voorgevallen ? en blyft 'er nu nog eenige twyfel<br />

over om deeze ziekte een febris catarrhalis te<br />

noemen ? Deeze kinderen waren immers allergefchiktst<br />

om door de geringde bykomende omftandigheden<br />

(gelyk in en omtrent deezen tyd van<br />

het jaar menigvuldig voorvallen, wanneer het faifoen<br />

begint te veranderen en de vogtige en koude<br />

lugt de lichaamen der menfehen gevoeliger begint<br />

aan te doen) in diergelyke ziekten te vervallen,<br />

die men aan belette uitwaasfeming toefchryft,<br />

voornaamelyk wanneer hier een epidemifche gefteldheid<br />

medewerkt.<br />

Voeg hier nog ten laatften by , dat, hoewel<br />

in dit huis zeldzaam varkenvleesch gegeeten wordt,<br />

nu egter, dit najaar, voor dat de ziekte begonnen


ls, :<br />

W A A R N E E M I N G E N . 345<br />

door een zeker Heer eenige varkens aan die<br />

Weeshuis prefent zyn gedaan, waarop de kinde­<br />

ren, dus rykelyk onthaald wordende, haar fiappe<br />

maagen niet weinig ontftelden , en dat zy, de<br />

flagttyd kort daarop volgende, door het gebruik<br />

van vette osfenfoupen , dit zoo hoog tot de ge­<br />

zondheid noodzaakeiyk ingewand nog meerder be­<br />

dorven hebben.<br />

Hier van was het immers dat men in de<br />

maand September reeds veele kinderen vond, wel­<br />

ker maag ontfteld en met een fcherpe galfterige<br />

ftof belaaden was , klaagende over walging,<br />

vuile fmaak, met een geelagtige beflaagen tong,<br />

waarvan zy egter door het gebruik van zagte<br />

laxeermiddelen fchielyk herftelden, en ten minften<br />

niets dan eenvoudige maagverfterkende middelen<br />

ter verbetering van de maag nodig hadden.<br />

In de maand Oécober begonden 'er verfcheiden<br />

meer ziek te worden, by welken, behalven een<br />

ontftelde maag, zig reeds eenige tekens van zin­<br />

kingkoorts deeden opmerken , als lusteloosheid,<br />

loomheid der leden, rheumatike pynen hier en<br />

daar door hec lichaam verfpreid enz. Dog wel­<br />

ke toevallen gemakkelyk overwonnen wierden, en<br />

geen andere, dan zoo even genoemde medicynen,<br />

benevens een gepast diëec, vereischcen.<br />

Maar wanneer omcrent het einde van deeze maand<br />

het weder ongunftiger wierd, en de lugt kouder<br />

en vogciger, toen was het dat deeze ligte toe-<br />

Y 5 val-


346 W A A R N E E M I N G E N ;<br />

vallen ras verflimmerden,, dat hec getal der zie*<br />

ken merkelyk vermeerderde, en dac die geenen die<br />

toen ziek wierden, de kentekens van deeze<br />

epidemie: duidelyker aankondigden, zoo dat men<br />

in de eerfte dagen van November die verfchrikkelyke<br />

toevallen meer en meer ontdekce, welke<br />

naderhand in deeze ziekte regelmatig zyn waargenomen.<br />

Men telde reeds in deeze maand eenenveertig<br />

kinderen aan deeze ziekte , waarvan<br />

vyf in dezelve maand zyn overleeden. Vervolgens<br />

wierd de ziekte van tyd tot tyd algemeener<br />

: in December lagen 'er vierentagtig ziek,<br />

waarvan agt geftorven zyn. De maand January<br />

daar aan volgende leverde de meeste zieken, ten<br />

getale van honderd en dertien, waar onder twee<br />

oppasfers, die egcer zeer weinig ziek geweest zyn;<br />

agt kwamen door de hevigheid der ziekte om.<br />

Op het einde deezer maand wierd de ziekte een<br />

weinig minder hevig, en deszelfs algemeenheid<br />

nam zagtjes af, want in February en Maarc celde<br />

men flegts in het geheel vierendertig zieke<br />

kinderen en cwee dooden, en op het einde der<br />

laatstgenoemde maand konde men in het huis niets<br />

meer van de iziekte befpeuren.<br />

Men vind dus tweehonderd tweeënzeventig<br />

perfoonen, die door deeze kwaadaartige ziek-,<br />

te aangetast geweest zyn; hier onder begreepen<br />

zynde alle die geenen welke weder ingeftort waren,<br />

welker getal wel veertig beloopt, en waaron-


W A A R N E E M INGE N. 3 4 7<br />

onder nog zyn geweest die voor de tweede keer<br />

een recidief gehad hebben ; het geen niemand<br />

vreemd moet voorkomen, want daar de kragten<br />

door de eerfte ziekte zoo verbaazend verboren<br />

waren, moest de wederinftorting door de geringfte<br />

oorzaken ligtelyk voorvallen.<br />

Opmerkenswaardig is het dat de oudfte kinderen<br />

het meesc ziek geweest en geftorven zyn,<br />

daar onder de jongeren de ziekte en fterfte veel<br />

geringer geweest is. Over het algemeen genomen,<br />

is egter de fterfte niet zeer groot geweest, want<br />

van de tweehonderd tweeënzeventig zieken zyn<br />

niet meer dan drieëntwintig overleeden , welk<br />

getal zeker niet groot is, in evenredigheid van het<br />

aantal zieken, voornaamelyk wanneer men hierby<br />

overweegt de gefteldheid der lyderesfen, de weinige<br />

ruimte waarin dezelve zig ophielden, en den<br />

kwaadaartigen aart der ziekte zelve. Voeg hierby<br />

dat onder de drieëntwintig geftorvenen zig nog fommigen<br />

bevonden wier gezondheid door voorgaande<br />

ziekten reeds merkelyk verzwakt was, en welke<br />

reeds te voren aan teering, die in dit huis vry<br />

gemeen is , tusfchenpoozende koortfen en andere<br />

ziekten, lang gezukkeld hadden; ja dat 'er<br />

zelve onder gerekend zyn, die, na de kwaadaartige<br />

ziekte doorgedaan te hebben , naderhand door<br />

al te groot verval van kragten uitgeteerd zyn ,<br />

en eindelyk dat fommigen omgekomen zyn uit<br />

hoof-


3 48 W A A R N E E M I N G E N .<br />

hoofde dat zy alle foorc van geneesmiddelen vol-<br />

ftrekt weigerden te gebruiken.<br />

Zodraa de ziekte op het hoogst was, waar­<br />

van ik egter geen vaste tyd heb kunnen opmer­<br />

ken (nademaal fommige lyderesfen binnen weinig<br />

dagen herftelden, anderen wederom langer en zelfs<br />

eenige weeken ziek lagen), zag men ras alle die<br />

erge toevallen bedaaren: de koorts hield op, of<br />

wierd ten minften meer tusfchenpoozend; de pols<br />

wierd voller en zagter; de huid vogtiger; de ont­<br />

lasting der pis overvloediger; en, het geen opmer­<br />

kenswaardig was en waaraan men de beterfchap<br />

fpoedig kon befpeuren, de kleur van het aange-<br />

zigt, die eerst bleek, geelagtig en doodelyk was,<br />

wierd levendig rood, en het gemoed vrolyker.<br />

Critifche beweegingen heb ik niet kunnen waar-<br />

neemen: kinderen die heden gevaarlyk ziek waren,<br />

vond men dikwils den volgenden dag reeds buiten<br />

gevaar, zonder dat eenige zigtbaare crifis zig had<br />

opgedaan. Die geduurende het begin der ziekte<br />

gemakkelyk en overvloedig uit haar eigen open<br />

lyf hadden , heritelden doorgaans het fchielykst.<br />

Nogthans bleeven zy alle na de ziekte zeer<br />

zwak, en die geene wier ziekte een hooger graad<br />

gehad heeft, hebben een langen tyd nodig gehad,<br />

voor dat zy haare gewoone bezigheden hebben<br />

kunnen hervatten.<br />

Om eindelyk van de geneeswyze, die ik in<br />

dee-


W A A R N E E M I N G E N . 349<br />

deeze ziekte aangewend heb, te fpreeken ; zoo<br />

heb ik aan alle kinderen, zoo dra dezelve begon-<br />

den te klaagen, terftond een braak-poeder gegee-<br />

ven uit de radix ipecacuanha met den tartarus<br />

emeticus, gefchikt naar de jaaren en kragten der<br />

lyderesfen. De.geringfte dofös-is geweest een fcru-<br />

pel ipecacuanha met een grein tartarus emeticus. —<br />

Wanneer dit middel in eene keer de maag niet<br />

genoegzaam fcheen gezuiverd te hebben, herhaalde<br />

ik hetzelve. Was de ziekte dan nog niet veel ge­<br />

vorderd of van geen geheel kwaadaartigen aart, dan<br />

liet ik gebruik maaken van een mixtura digestiva uit<br />

het-[al abfynthii met de fyroop van citroen-fap,<br />

onder hetvvelke ik altoos tragtede open lyf te<br />

bezorgen, op de manier die ik hier onder zal<br />

aanduiden. Was het dat . de ziekte na deeze<br />

middelen luisterde , dan herfïelde ik verder de<br />

maag door eenvoudige maagmiddelen. Maar nam<br />

de ziekte fchielyk toe en vertoonde dezelve zig<br />

kwaadaartiger, dan gaf ik, den volgenden dag na het<br />

braakpoeder, een drank met eene groote hoeveel­<br />

heid van het extractum cort. peruviani , of een<br />

fterk afkookfel van deeze bast met een goede<br />

dofis kermes minerale, of eenige greinen van den<br />

tartarus emeticus, of een genoegzame kwantiteit<br />

vamhet een of ander fal medium. Indien de buik<br />

teffens niet genoeg ontlast wierd, liet ik tusfchen;<br />

beiden gebruiken een kopje van een. ordinaire<br />

laxeerdrank, uit de tamarinden met | de folia fenna.<br />

Maar


$ 5o WAARNEEMINGEN.<br />

Maar waren de kragten van dert beginne der ziekte<br />

'eeds al te zwak , dan ordonneerde ik 's avonds<br />

eéne verkoelende clysreer , waardoor de zieken gerhakkelyk<br />

ontlasting hadden. Zomwylen egter, indien<br />

de ftaat der ly'deresfen het toeliet, fchreef ik<br />

voor het gebruik de'r'kina', ha het braaken, alleeneen<br />

infufio laxans op; maar wanneer de kragteni<br />

fchielyk verminderd waren , gaf ik voort na het<br />

braakmiddel den cortex peruvianus , hoewel de<br />

eerfte wegen met bedorven ftoffen nog bezet bleeven<br />

altoos wel zorg dragende de nog overig<br />

zynde flaauwe natuur - vermogens door overtollig<br />

purgeeren niet meerder te onderdrukken. Om<br />

dezelve reden heb ik ook nóóit eene enkele aderlaating<br />

in het werk gefteld.<br />

3<br />

Was het verval der kragten bovenmaaten groot,<br />

dan Voegde ik by de kina de campher (die egter<br />

de kinderen niet gaarne gebruikten), of de radix 1<br />

contrajervce. Toonde zig het zenuwgeftel fterk<br />

aangedaan, liet ik den fpiritus cornu cervi gebruiken<br />

, welke tegen de benaauwdheid omtrent de!<br />

borst mede van zeer goede uitwerking bevonden<br />

wierd, maar was deeze fpanning en benaauwdheid<br />

hevig, dan nam ik een gefatureèfde fölutie van den'<br />

tartarus emeticus te baat, lepels'wyze te neemen<br />

tot dat 'er eeh J<br />

ligte braaking op volgde, en liet<br />

aanftonds een fterke Spaanfche-vliegpleister omtrent<br />

dé' alm'gedaane plaats leggeü, waardoor dir<br />

dringend tóeval V rheestentyd, onbegrypelyk fchrèv<br />

lyk


WAARNEEMINGEN. 3 5r<br />

lyk ophield, en ging dan tot het gebruik van de<br />

kina wederom over.<br />

De pyn in de zyde wierd. ook door een blaartrekkende<br />

pleister, op het aangèdaane deel geplaatst,<br />

fchielyk weggenomen.<br />

Het'koudvuur wierd door den Chirurgyn met<br />

gepaste middelen • uitwendig tegengegaan.<br />

(<br />

Voor de groóte pynelykheid .van hec hoofd wierd<br />

zuurdeeg aan dë voeten, of een Spaanfche yliegpfeister<br />

aan de beenen gelegd, welke ,tot opbeuring<br />

der kragten ceffens < zeer? veel-toebragt.<br />

' Tegen dë- pyn in de keel liet ik een mixtuur<br />

Uit hec extrtictum • corticis pemviani en borax<br />

gebruiken, waardoor, fchoon--''er-al' geen.'fprouw<br />

plaats had, die ongemak veel verzagtën de door,<br />

zwelging gemakkelyker gemaakt wierd* •<br />

Dikwyls gebruikte ik met•'• veel nut, terftond<br />

na het eerfte braakmiddel, Avanuder: zelfs 'de tong<br />

nog fterk béflagen was en nogthans" de geringe<br />

kragten verbooden alleenlyk te purgeeren, een<br />

decoctum tamarindorum, waar 'tn ik het extrac*<br />

turn corticis pemviani en eenigec greinen ;van den<br />

tartarus emeticus $ of een zekëter;hoéveelhèid-;vaü<br />

hec een of ander fal medium*, ftet öplosfert, waart<br />

door de ontlastingen zagtjes bewerkt wieraten^<br />

Zonder veel te vefówakkert. ;<br />

' b qO<br />

• Men vond, zoo als ik heb- aiaftgémerkt, veel<br />

kinderen die zeer ongemakkelyk Ci<br />

w8fëh- om- mödi«<br />

cynen > te gebruiken; deezen' liét ik alle nu*étf<br />

een


352 W A A R N E E M I N G E N .<br />

een. eijerlepeltje neemen van een limtus nic het<br />

extractum corticis peruviani in gemeene fyroop<br />

ontbonden , waarby ik, naar omftandigheden, de<br />

campher, kermes minerale, tartarus emeticus of<br />

borax liet mengen.<br />

Voor hec overige beval ik aan allen veel te<br />

drinken; ik prees de zindelykheid ten fterkften<br />

aan; ik beurde de gemoederen der kinderen zoo<br />

veel doenlyk op, en tragcede de bedorven lugc der<br />

vertrekken, op de bekende wyzen, zoo veel mogelyk,<br />

ce verbeteren, terwyl de Regenten en Regentesfen<br />

van het Weeshuis, geene kosten fpaarende.,<br />

met veel genegenheid alles lieten verzorgen<br />

wat tot verfrisfing voor de zieke kinderen<br />

dienen konde.<br />

Wierd de ziekte, op deeze manier, gelukkig,<br />

overwonnen, dan hield ik de kinderen, nog eenigen<br />

tyd, aan het gebruik van de kina, om de<br />

wederinflortingen, die in deeze ziekte zeer gemakkelyk<br />

gebeurden, . voortekomen; en gelyk ik<br />

alle dierlyke voedzels, geduurende den gancfchen<br />

loop der ziekce, met veel ernst verbood, zoo<br />

droeg ik ook zorg dat aan de reconvalescerenden<br />

maar weinig en gemakkelyk verteerbaare fpyzen<br />

voorgezet wierden.<br />

Op dusdanige manier ben ik gewoon geweest<br />

deeze kwaadaartige ziekte te behandelen , waarvan<br />

de uitwerking my deeze vergenoeging gegeeven<br />

heeft, dat maar zeer weinige kinderen door<br />

dee-


W A A R N E E M I N G E N . 353<br />

deeze ziekte overleeden zyn, en dat genoegzaam<br />

alle, die de voorgefchreeven middelen, naar behoo-<br />

ren, gebruikt hebben , tot haar voorige gezond­<br />

heid herfteld zyn. Voor het overige laat ik deeze<br />

geheele Verhandeling, zoo ten opzigte van myn<br />

gedagte aangaande de oorzaaken en den aart der<br />

ziekte, als de geneesvvyze derzelve, aan het oordeel<br />

van het geleerd Genootfchap en aan dat van andere<br />

kundige lieden over; en fchoon my overbekend<br />

te hoe kwaadfpreekers en benyders my, geduuren-<br />

de den gantfchen tyd der ziekte, hebben gelas­<br />

terd , zal het my ondertusfchen altyd tot een on-<br />

uitfpreekelyke vergenoeging verftrekken de goed­<br />

keuring van myn grooten Leermeester, den on-<br />

fterflyken VAN DOEVEREN, dien ik my genood*<br />

zaakt vond in deeze omuandighedeh , tot myn<br />

eigen voldoening, te raadpleegen, weggedraagen<br />

te hebben.<br />

Op dat ik evenwel deeze kwaadfpreekers en<br />

partyzugtigen, zoo veel in my is, den mond ftop-<br />

pe, denk ik het niet ongevoegelyk te weezen<br />

hiernevens te laaten volgen het antwoord van<br />

deezen grooten Man, op den brief welken ik zyn<br />

Hoog-Geleerden over deeze ziekte gefchreeven heb ,<br />

en waar in ik zyn Wel Ed. verflag gedaan heb<br />

van de geneeswyze die ik tegen deeze ziekte<br />

van den beginne heb aangewend, en die toen<br />

reeds dezelve was als ik hier breedvoerig be*<br />

fchreeven hebi<br />

IK .DEEL. Z Het


354 WAARNEEMINGEN.<br />

Het antwoord was aldus:<br />

„ Het fpyt my zeer, dat Ik door uit de ftad<br />

„ te moeten gaan, veele bezigheden en verfchei-<br />

„ de opkomende verhinderingen, U Wel Ed. Brief<br />

„ niet fpoediger heb kunnen beantwoorden. Thans<br />

„ neeme ik den verlangden tyd waar, om U Wel Ed.<br />

„ myn genoegen en erkentenis te melden, voor<br />

„ de allezins exacte befchryving der finguliere<br />

„ Epidemie in 't Roomsch Maagden - huis te Am-<br />

„ fterdam grasfeerende , als mede de communi-<br />

,, catie der geneeswyze, welke U Wel Ed. in de-<br />

„ zelve aangewend heeft. — De aart der ziek-<br />

„ te komt my gegrond voor zoodanig te zyn,<br />

„ als die door U Wel Ed. is befchreeven , en<br />

„ met reden afgeleid te zyn uit de oorzaaken,<br />

„ welke uit de gefleltenis van het Huis, de le-<br />

;, venswyze en het voedzel der kinderen, Zig ver-<br />

„ eenigende met een epidemifche conftitutie,<br />

„ voortvloeijen, en dezelve zeer vermeerderen en<br />

„ aan den gang houden: zoo dat een grondige ge-<br />

„ neezing voornaamentlyk in het verbeteren en<br />

„ wegneemen dier oorzaaken moet gezogt- wor-<br />

„ den. — Uwe geneezing - wyze in die ziekte<br />

komt my voor naar den aart derzelye zeer ge-<br />

'„ fchikc te zyn, en de gelukkige uitkomst uwer<br />

„ aangewende middelen toonen door de onder-<br />

„ vinding derzelver wel geplaatfte aanwending:<br />

„ het is zeer gelukkig onder zoo een groot aan-<br />

„ tal (by de door U Wel Ed. gemelde omftandig-<br />

„ he-


W A A R N E E M I N G E N . 355<br />

,; heden en te faamen- loopende nadeelen en zwaa-<br />

righeden tegen de Indicatien) zoo weinige uwer<br />

„ zieken verlooren te hebben. —- lk twyffele<br />

„ zeer , of U Wel Ed. met minder efficacieufe<br />

„ middelen, en eenvoudiger trant van behandeling<br />

„ om de goed koop, zoo wel gereüsfeerd zou-<br />

„ dc hebben : misfchien zoude het gebruik<br />

„ vati 't èxtr. cort. peruv. wat gemenageerc kun-<br />

„ nen zyn; dog elk, die weet, hoe moeilyk de<br />

cortex peruv. in fubftantia, condito, decoctó<br />

,, enz. meestal den lyderen in te krygen is, is<br />

„ ook bekend, hoe dikwyls men van den nood<br />

„ eene deugd moet maaken. —- Ik raade dan op<br />

,, uwe welberaamde manier voort te gaan, kwaad-<br />

,, fpreeken en refiexien van onkundigen te verag-<br />

,, ten, en uwe rust en tranquilliteic te zoeken in<br />

,, U ze!ven, recte agendo et neminem timende*<br />

,, Ik ben<br />

W. VAN DOEVEREN."<br />

,, Leiden<br />

„ 2(5 Jan. 1783."<br />

Blykt het dus hier uit niet volledig dat ik re­<br />

den heb gehad om myne manier van geneezen al­<br />

toos op denzelfden voet voort te zetten ? en blykt<br />

het hieruit mede niet zonneklaar dat men my ten<br />

onregte by het publiek befchuldigt, wanneer men<br />

voorgeeft dat ik deeze ziekte niet wel gekend, en<br />

door geen gepaster of minder kostbaare middelen<br />

behandeld heb? en kan men dus nog langer te-<br />

Z a gen»


356* W A A R N E E M I N G E N .<br />

genwerperi dat niet ik, maar myn vriend de Heer<br />

Doctor DÜRCKS, de woede deezer ziekte gefluit<br />

heeft? terwyl die Heer niet voor den 8 February<br />

(toen ik door dezelfde ziekte overvallen zynde,<br />

myn praktyk niet langer konde waarneemen) de<br />

zieken in dit Weeshuis bezogt heeft; daar onder-<br />

tusfchen myn brief aan den Hoog-Geleerden Heer<br />

VAN :<br />

DOEVEREN reeds in het begin van January,<br />

en het antwoord van dien grooten Man reeds<br />

den 26 van dezelfde maand gefchreeven is;en daar,<br />

op dien tyd wanneer de Heer DÜRCKS deeze<br />

kinderen het eerst voor my bezogt heefc , de<br />

ziekte reeds merkelyk aan het bedaaren en de<br />

woede derzelver zeer verminderd was, zoo als<br />

uit myn gegeeven befchryving duidelyk blykt.<br />

CORN. HENR. 1 ROY.<br />

Med. Doctor.<br />

WAAK-


WAARNEEM ING<br />

OVER DE WITTE ZWELLING VAN HET<br />

KNIKGEWHIGT , AAN HET GENEES­<br />

KUNDIG GENOOTSCHAP SER VAN­<br />

DIS CIVIBUS MEDEGEDEELD,<br />

D O O R .<br />

J A N S T E E N H U Y S E N ,<br />

Heelmeester te Buik/loot,<br />

WEL EDELE ZEER GELEERDE HEER EN!<br />

IVÏet het uiterst genoegen ben ik U Wel Ed.<br />

beloften, dat niets , hoe gering, indien nuttig,<br />

zoude verworpen, ontwaar geworden! en zeker,<br />

dus doende, zullen U Wel Ed. het roemryk doel­<br />

wit uwer edelaartige poogingen op de uitmun-<br />

tendfte wyze bereiken. — Dan Wel Edele Hee-<br />

ren! het zy my nu ook gegund, andermaal myne<br />

zwakke poogingen, die ik omtrent de. witte zwel­<br />

lingen der kniegewrigten heb aangewend, in uwe<br />

zeer nuttige Verhandelingen , indien 't U Wel Ed.<br />

wezenlyk nuttig en voordeelig voorkome, ge­<br />

plaatst te zien.<br />

Het is allen Heelkundigen bekend, dat,, onder<br />

alle de moeijelyke uitwendige gebreken , welke<br />

het konstgebouw van 's menfehen lichaam aantas­<br />

ten , en een Heelmeester kunnen voorkomen, mee<br />

Z 3 groot


358 W A A R N E E M INGE N.<br />

grooc regc de weeke uitzectingen der gewrigterj<br />

te cellen zyn, waarvan hec volgend geval coc een<br />

duidelyk voorbeeld kan verftrekken.<br />

In 'c begin van die loopende jaar I783,namelyk<br />

op den achttienden January, wierd ik verzogc te ko­<br />

men by eene jonge dogter, 28 jaaren oud zynde,<br />

welke in behoei'tigheid leefde, en gedwongen was<br />

haar ondeihoud op eene tnoeijelyke wyze te zoe­<br />

ken ; zy laboreerde aan eene febris continua rheuma-<br />

tica, met pyn in 'c hoofd en de ledemaaten, zy was<br />

dorlligen onrustig, enz.— Tegen gemelde lichaams<br />

ongefteldheid diende ik haar toe remedia anti-<br />

phlogistica, refrigerantia, refolventia , & Unem<br />

tranfpirationem excitantia, — doch eenige weinige<br />

dagen, na dac zy deeze geneesmiddelen had ge­<br />

nomen , ontdekte men rondom de geleeding van<br />

haare linker knie, eene ronde, bleeke, en op het<br />

gevoel fponsachtige zwelling , gaande met eene<br />

aanhoudende en behendige pyn aan de binnen zyde<br />

van de kniefchyf vergezeld, waardoor de natuur­<br />

lyke grootte der geleeding ruim tweemaal zo groot<br />

als anders, en de beweeging byna ten eenenmaa-<br />

ie verlooren was; zy kon niec ftaan of zicten ,<br />

en was uit dien hoofde genoodzaakt hec bed te<br />

houden.<br />

' Tweeledig was myne indicatio curatha. Ten<br />

eerilen: om de taaije en lymige verftopte vogten<br />

op te losfen en te verdeelen.<br />

Ten tweeden: om de bezweeken veerkragc in<br />

het


W A A R N E E M I N G E N. 350<br />

het zieke deel wederom op te wekken. — Om<br />

dit doelwit te bereiken, bereidde ik de volgende<br />

Hoving.<br />

Lithargyr. aur. 8SJ3.<br />

Boli armen.<br />

Gum. Myrrhü.<br />

lYIastichis aa |0.<br />

Aceti vini figj.<br />

Dit liet ik een quartier uurs kooken , in 't<br />

afziedzel drukdoeken nat maaken, en '3 morgens<br />

en 's avonds in het bed warm om het deel .{laan.<br />

Gelukkig , op dat ik 'er dit, als eene korte<br />

aanmerking, by voege, heeft my deeze ftoving in<br />

twee dergelyke voorwerpen, die beide dit onge­<br />

mak in de regter knie hadden, zynde hec eene een<br />

meisje te Amfterdam, by welke een groot gedeelte<br />

van de dye en 't been was aangedaan, en de an­<br />

der een jongeling hier ter plaatze woonagtig ,<br />

doen ftaagen, om ze volmaakt te herftellen.<br />

Het fymbolum, ufus magister egregius, ftrekte<br />

my tot een dryfveer en fpoorflag, om daadelyk den<br />

zo evengemelden fotus aanteleggen, met die ftree-<br />

lend vooruitzigc, om, mee even gelyke uitkomst<br />

van geneezing het werk bekroond te zien, en de<br />

lyderesfe daardoor van haar rampfpoedig ongeval<br />

te ontheffen. — Dan, dit harsfenfehimmig denk­<br />

beeld is , van dag tot dag , in louter rook ver-<br />

dweenen! Want, wel verre van voor het zelve te<br />

Z 4 wy-


Sfo W A A R N E E M I N G E N .<br />

wyken, of te verminderen , nam hec integendeel<br />

meer en meer coe , waardoor ik in de nood-<br />

zaaklykheid verviel , om naar andere middelen<br />

uic ce zien. — Ik liec dierhalven het ganfche hd<br />

met een Spaanfche vlieg bedekken , en omtrent<br />

een week lang open houden, dog met geen voordeel;<br />

maar ik had reeds vooraf van de veficaioria al te<br />

gunftige gedagten in 'c beftryden van deeze onge­<br />

makken opgevac, om 'er mee eens van af ce zien,<br />

en dezelve niét andermaal te beproeven.<br />

Ik liec dan wederom de geleeding mee een groote<br />

Spaanfche vliegpleister beleggen. Ter zeiver tyd<br />

gebruikte zy driemaal daags een halve drachma<br />

koortsbast in poeder. De Spaanfche vlieg tien<br />

dagen haare werking gedaan hebbende, fcheen de<br />

zwelling wel eenigzints verminderd, dog van zo<br />

weinig belang , dac het naauwlyks in aanmerking<br />

konde komen. — Misnoegd en verdrietig kreeg<br />

ik een weerzin om dit lastig en pynlyk huipraiddejl<br />

langer vrugteloos te gebruiken.<br />

Hierom heb ik het gezwel tweemaalen daags<br />

laaten wryven met den fp. fal ammon. met een<br />

fluitend windfel, en vogtig gehouden met aq. vul-<br />

•tier. miner. & aq. calc. 5 p. aqual.; maar, m<br />

een geruime tyd hiermede aangehouden te hebben,<br />

ondervond ik tot myn innige fmart, dat ik my'<br />

ook in deezen, in myne rekening- vergist had ]<br />

want hec bleef wederfpannig en hardnekkig ge­<br />

lyk een hydra , of liever gelyk een proteus ,<br />

al-


W A A R N E E M I N G E N . 361<br />

alle de middelen , tot hiertoe gebezigd , weer-<br />

flreeven.<br />

Dus nam ik myn toevlugt, naar de Franfche<br />

wyze, tot het ung. de fiyrace, het welk zy, in<br />

alle hardnekkige, taaije en koude gezwellen in ge­<br />

bruik hebben. — Ik vervaardigde het zelve, naar<br />

de befchryving van den beroemden SAVIARD, in<br />

zyne obfervatien pag. 584, als volgt:<br />

Olei Nucum | v.<br />

Gum. Elemni.<br />

Cerae. flava aa 5 üj. & 3 üj r<br />

Colophoniae ^vij. /3.<br />

Styracis liquidae. g iij. & 9 iij.<br />

Dit zonder den flyrax onder elkander gemengd,<br />

en met een zagt vuur gefmolten zynde, laat men<br />

doorzygen; dan mengt men 'er den flyrax by, en<br />

men roert dit wel om , tot dat de zalf door de<br />

koude ftyf wordt. — Hiermede een ftuk linnen<br />

heel dik beftreeken zynde, liet ik als een pleister<br />

om de knie flaan , en om de acht dagen ver­<br />

nieuwen.<br />

By het afneemen der derde pleister had jk het<br />

genoegen, het gezwel aanmerklyk verminderd te<br />

zien. Verwondert en als opgetogen over dit ge­<br />

luk, vond ik my aangemoedigd, om met gelyke<br />

pleister ftandvastig voort te vaaren : en waarlyk!<br />

het gebruik van dit middel wierd van een zo goe­<br />

den uitflag gevolgd , dat het met de zes weeken<br />

Z 5 reeds


S62 W A A R N E E M I N G E N ,<br />

reeds tot over de helfc was afgenomen , tot dat<br />

eindelyk dit hardnekkig ongemak in drie maanden/<br />

en eenige dagen byna geheel is verdweenen.<br />

Wanneer de lyderes voor 't eerst wederom uitging,<br />

liep ze met een kruk by den weg, als ook<br />

nog eenigen tyd daarna, maar thans heeft ze dezelve<br />

afgelegd, loopt daaglyks langs de ftraat zonder<br />

eenig fteunzel , en werkt by de burgers in<br />

haare wooningen, enz.<br />

Wat nu de reden geweest zy, waarom de Hoving<br />

niet zo wel in dit, als in de twee andere<br />

gevallen, de geneezing gewrogt hebbe, en wederom<br />

door de pleister al gefchied zy , hierin<br />

wil ik gaarne myne onweetendheid belyden: want<br />

de natuur fpreidt een digt floers over haare werkplaats.<br />

J. STEENHU VSEN, Heelmeester.<br />

Buik/loot<br />

den 31 July 1783.<br />

EINDE VAN HET NEGENDE DEEL.


By PETRUS CONRADI wordt, onder anderen,<br />

uitgegeeven:<br />

Verhandeling over de Koortfen, en de Kinderpokjes. Voor<br />

een grooc deel OP nieuwe gronden voorgedraageo, door<br />

den Heer JOHN HUXHAM, Med. Doet., Lid van de £oninglyke<br />

Genootfchappen te Edinburg en London, enz.<br />

Waarby een Vertoog over de bewaaring der Gezondheid<br />

op de Schepen , door denzelfden Autheur. Naar den<br />

Derden Druk uit het Ëhgelsch vertaald. In gr. 8vo. a f :-i8 •;<br />

Be Ontleedkunde volledig verhandeld; of naauwkeunge Ut-<br />

' fchryving van alle de deelen des Menfchelyken Ligchaams:<br />

door den Heer SABATIER, Lid van het Heelkundig Genootfchap<br />

en van de Koninglyke Akademie der Weeterifchappen,<br />

en die der Heelkunde te Parys. Eerfte Deel,<br />

handelende over de Beenderen en Spieren. Uit het transen<br />

vertaald, en met verfcheiden nuttige Aanmerkingen vermeerderd<br />

door A. LENTFRINCK, Medicinae Doctor en<br />

Lid van het Bataafsch Genootfchap te Rotterdam. In<br />

groot 8vo. . • • . ii f 2: IG; -<br />

Het tweede Deel is op de Pers.<br />

Verhandeling over de Vallende 7Jektc, door s. A. D. TIS-<br />

• SOT. Men vindt hier fraaie waarneemingen, zeldzaame<br />

geneezingen, en heerlyke aanmoedigingen om zelfs in<br />

den iammerlyküen ftaat niet geheel te wanhoepen; onder<br />

andere de genezing van een Kind, het welk, door een<br />

Pistoolfchoot verfchrikt, deze ziekte gekreegen had, en<br />

drie jaar laater, door het vallen in een komfoor met vuur,<br />

geneezen wierd. — De Sehryver is ook zeer breedvoerig<br />

in de verfchillende Geneeswyzen, waaronder mede hec<br />

trepaneeren geteld wordt. Een Reiziger, aan deze Kwaal<br />

onderhevig, wierdt van Roovers overvallen, en zwaar gekwetst<br />

aan 't hoofd, met dit gevolg dat hy eene volkomene<br />

Geneezing bekwam. — Wegens de Opium zyn hier<br />

ook veele Waarneemingen; onder anderen van een Kind,<br />

dat nooit anders dan (kapende de Vallende Ziekte kreeg,<br />

' en evenwel, na dat men alles te vergeefsch beproefd had ,<br />

alleen door Opium geneezen wierd. In gr. 8vo. a/i :8-:<br />

Verhandeling over eene byzondere bereiding en gebruik van<br />

het Bytende Sublimaat in de Venus- ziekte; door Proeven<br />

onderzogt en bevestigd. Beneffens eenige Aanmerkingen<br />

omtrent de Gonorrhoea, en eene andere Druiping<br />

die zonder Venerifche befmetting kan ontftaan. Door<br />

G. J. VAN WY, Heelmeester en Operateur van den Steen<br />

te Amfterdam, en Lid van het Provinciaale Utrechtfche<br />

Genootfchap van Konden en Weetenfchappen. De Tweede<br />

Druk, merkelyk vermeerderd en verbeterd. In gr. Svp.<br />

. . a ƒ -: 14 : -<br />

Ver-


Verhandeling over de Vernis - ziekte, cioor M. ï'ftlöH nt<br />

LA CHAUME. Waarin alle de verfcheidene toevallen der<br />

kwaaie befchreeven, en derzelver genreswyze wordt aangeweezen<br />

; gefchikt naar de vatbaarheid niet alleen van<br />

jonge Chinugyiis, maar ook der Lyderen, om zelvcn té<br />

oordeelen over de got'de of kwaadc behandeling van hunnen<br />

Geneesmeester. In gr. 8vo. .<br />

Naauwkeurig Onderwys in de Vroedkunde; door JAN 'DE<br />

REUS. Met eene Voorrede van den Hooggeleerden Heere<br />

PETRUS CAMPER. Tweede Druk. Vermeerderd met<br />

veeie nuttige Aantekeningen, en een Aanhangzel over de<br />

Vcilosfing der Nageboorte. In gr. 8vo. . ' a /:-i8-. ;<br />

Kort verhaal van de Roode Loop tc Harlingen. Met een<br />

Byvoegzel, aanwyzende de oorzaaken der Befmetting, en<br />

de behoedmiddelen daartegen. Door JAN DE REUS. In<br />

gr. 8vo. . . . . a ƒ:- 5- Ö<br />

Met berugte Geheim in de Vroedkunde, van R. HOON-<br />

HUYZEN, ontdekt, en uitgegeeven , op Hooge order, door<br />

j. p. RA TH LA uw , Vroedmeester. In gr. 8vo. met<br />

Plaaten. . . . a/:-i2-:<br />

Het a/gemeen Genees- en Heelkundig Handboek, door den<br />

beroemden Heere j. A. UNZER, Sehryver van den Artz<br />

of Geneesheer; waarin de Middelen voor Ziekten en Ongemakken,<br />

die eene fpoedige hulp noodig hebben, klaar<br />

en duide'yk, tot gebruik van een ieder, worden voorgefchreeven;<br />

als, onder anderen: Raadgeeving tegen de<br />

Ongemakken uit Overlading eii Gebrek van Spyzen en<br />

Dranken; Middelen tegen de uitwendige Vergiften, 'als<br />

yan viervoetige Dieren en Vogels, Tekens van Vergiftigingen<br />

van Dolle Dieren , Behandeling van de Wond , de<br />

Geneeswyze enz.; over het fleeken van Spinnekoppen,<br />

Bycn, Muggen, Vliegen en kleiner Infecten; Hulpmiddelen<br />

voor fchynbaare Dooden; Voorbehoeding tegen Aanfteekende<br />

Ziekten; over de noodzaakelykheid der verfche<br />

Lugt in Woon- en Slaapvertrekken; over de Drenkelingen;<br />

Voorbehoeding tegen de Vorst; Geneeswyze van Bevroozene<br />

Leden; Hulpmiddelen tegen de ongelukkig doorgeflokte<br />

Dingen, als die in de Keel blyven zitten, of in de<br />

Maag gekomen zyn; over de Toevallen door Verhitting<br />

en Vermoeidheid, en door Verkoeling en koud Drinken;<br />

over de Bloedflortin^en, als Neusbloeden, Bloedhoesten ,<br />

Bloedbmken enz. Verders Middelen tegen de Aambeijen,<br />

Aamborftigheid. Beroerte, Buikloop, Colyk, Duizeling,<br />

Flaauwte, Ilardlyvigheid , Hartklopping, de Hik,<br />

Hoest, Hoofdpyn, kwaacie Keel, Kinderpokjes , de Kramp,<br />

Maagkramp, gefprongene Lippen, Mazelen, Oorpyn,<br />

Tandpyn, Steen in de Blaas, Stuipen, vallende Ziekte,<br />

Verlamming, Verkoudheid, Opfpanning van Winden, Zin-


kingen, Zunr in de Maag enz. enz. Van dit Werk, dat eetl<br />

nuttig Huisboek kan genoemd worden, is de Prys ƒ I - 10-:<br />

Geneeskundige Proefneeming met den door konst gemaakten<br />

Magneet; door den Heer], c. UNZER, Med. Doet. te<br />

Altona. Uit het Hoogduitsch vertaald en met een Voorreden<br />

vermeerderd door j. R. DEIMAN, Med. Doctor te<br />

Amfterdam. In gr. 8-!<br />

Nieuwe Natuur- en Geneeskundige Bihotheek, ol zakelyke<br />

Inhoud der nieuwe Buitenlandfche Werken, die tot de Geneeskunde<br />

en de Natuurlyke Historie betrekkelyk zyn.<br />

Door B. TERSIER, Med. Doctor te Haarlem, 111 Stukken,<br />

in gr. 8vo. met Plaaten. . ' . & fz-- ••<br />

Geneeswyze van de Ziekten en Kwaaien der Paarden. Beftaande<br />

meestal uit eenvoudige en onkostbare Geneesmiddelen.<br />

Ten nutte van Landlieden, Stalhouders, Smeden,<br />

en kortom allen, die, uit hoofde van hun beroep<br />

of uit lief hebbery, gewoon zyn Paarden te houden. Getrokken<br />

uit het Fransch van den Heer VITET, Doctor en<br />

Profesfor in de Geneeskunst te Lions, en met eenige<br />

nieuwe Hoofdftukken vermeerderd, door REINER FON­<br />

TEIN. In gr. 8vo. . • è<br />

/ :<br />

* l 8<br />

" :<br />

JVerkdaadige Verhandeling over de Scnoorfteenen, ot vol.<br />

komene onderrichtingen om het Rooken derzelve voor te<br />

komen of weg te neemen; uic het Engelsen overgezet, en<br />

met aanmerkingen, ten dienfte der Nederlanders vermeerderd<br />

, door een Liefhebber der Wysbegeerie, Met naauWkeurige<br />

figuuren. In gr. 8vo. . . kfi-14. :<br />

De


De Scaphander, of Konst om in de diepfïe Wateren dryvende<br />

te gaan en allerhande werk te verrigren. Door<br />

den Heer DE LA CHAPELLE. .— Opeedraagen, door<br />

den Heer c. VAN ENGELEN, aan de"Direkteuren der<br />

ÏVlaatfchappy tot redding van Drenkelingen , opgeregt<br />

binnen Amlterdam. In gr. 8vo. met Plaaten. a ƒ1:2-:<br />

Verjlag van de verbaazende Historiën der zogenaamde<br />

BUIK SPREEK E R s ,nü onlangs in Frankryk voorgevallen*<br />

Door den Heer DE LA CHAPELLE. Waarin tevens de<br />

oorzaak van dit wonderlyk vermogen onderzogt, en deszelfs<br />

weezenlyk beftaan met verfcheidene voorbeelden,<br />

zo uit de oude als nieuwe Gefchiedenisfen , bevestigd<br />

wordt. In gr. 8vo. . . a /:-i5-:<br />

< Le Opkomst en Bloei der Vereenigde Nederlanden , • door<br />

s. STYL. Tweede Druk. Vermeerderd met eene Vrorrede<br />

nx wederlegging van den Heer PIETER PAÜLUS,<br />

en met een Slotzang ter liefde van het Vaderland. In<br />

gr. 8vo. , i . a ƒ3-: :<br />

De Mityleners, Treurfpel^Jpor s. STYL. 8VO. a ƒ: 7:-:<br />

C. H. TROTZ Commentarius Legum fundamentalium Foederati<br />

Belgii, bevattende t. 't Groot Privilegie van Vrouw<br />

Maria , 2. de Pacificatie van Gend , 3. "de Unie van<br />

Utrecht, 4. het twaalfjaarig Beftand, en'eindelyk 5. het<br />

Tractaat van den Vrede te Munfter. In 4to. a ƒ5-:-:<br />

Nieuwe Algemeene Befchryving van de KAAP DE GOEDE<br />

HOOP, bevattende, onder andere byzonderheden , de<br />

wyze waarop de Hollanders de Kaap het eerst bebouwden,<br />

hoe de Nederl. O. I. Compagnie zig hier in zekerheid<br />

gefield heeft, alles in vier Colonien verdeeld, Vestingen<br />

en Gebouwen aangelegd als Kasteel, Kerk, Ziekenhuis,<br />

Pakhuizen, Loots ter huisvestinge van de Slaaven, Paardeftallen,<br />

Tuinen enz.; — de inkomften der Regeering,<br />

de kosten welke de Compagnie jaarlyks doet, en de voordeden<br />

welke zy trekt; — gezag en invloed welke de<br />

Hollanders hebben in de zaaken der Hottentotten; de<br />

levenswyze der Europeaanen aan de Kaap, hoe zy elkauderen<br />

onthaalen, hunne Wynen, Landbouw, Koophandel,<br />

Veeweidery , hunne Slaaven ; — de gelegenheid des<br />

Lands, deszelfs aangenaamheid en vrugtbaarheid; de<br />

tyd wanneer de Schepen aan de Kaap aankomen, en hoe zy<br />

daar ontvangen worden, mitsgaders de voordeden welke<br />

men daar trekt van de Schepen der vreemde Natiën. In<br />

Twee Deelen, in groot 8vo, met XXV uitfiaande Plaaten.<br />

De Prys is . . . ƒ10:10:zonder<br />

Plaaten. . . a ƒ 5: - : -<br />

De Afbeelding der Ree de van de Kaap apart, it ƒ 1: - :-


HANDELINGEN<br />

V A N H E T<br />

GENEESKUNDIG<br />

GENOOTSCHAP »<br />

ONDER DE ZINSPREUK<br />

SERfANDIS QMBUS.<br />

N E G E N D E D E I U<br />

HANDELINGEN<br />

V A N H E T<br />

GENEESKUNDIG<br />

GENOOTSCHAP,<br />

ONDER DB ZINSPREUK<br />

SERVANDIS CIVIBÜS.<br />

WEGENDE DEEL.

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!