You also want an ePaper? Increase the reach of your titles
YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.
HANDELINGEN<br />
V A N HET<br />
G E N E E S K U N D I G<br />
GENOOTSCHAP,<br />
ONDER DE ZINSPREUK<br />
SER VA ND IS CIVIBUS.<br />
N E G E N D E DEEL.
HANDELINGEN<br />
\<br />
VAN HET<br />
GENEESKUNDIG<br />
GENOOTSCHAP,<br />
ONDER DE ZINSPREUK<br />
SERVANBIS CiFIBUS,<br />
N E G E N D E D E E L .<br />
Te A M S T E R D AJFÈéf \-; ;U<br />
By PETRUS CO NM#|RI<br />
MDCCLXXX lW. ( - Z:>\ %
INLEIDEND VERTOOG<br />
V A N H E T<br />
G E N O O T S C H A P .<br />
M e n kan in twyffel ftaan of het ons moet ver-<br />
maaken of bedroeven , wanneer wy den traagen<br />
voortgang en de geduurige omwentelingen be«<br />
fchouwen, zonder welke de heilzaamfte aller kun-<br />
ften den trap, waartoe zy thans gebragt is, met<br />
heeft beklommen, 't Is wel zeer aangenaam, de<br />
wezenlyke vermogens die zy thans bezie, zo wel<br />
om de gezondheid te bewaaren , als om dezelve,<br />
wanneer zy verlooren is , te herftellen , in een<br />
vrolyk lichc gade te (laan; en 't fchync dan zelfs<br />
dat die genoegen word: vermeerderd door de<br />
moeite, welke dat voordeel heefc moeten kosten;<br />
maar aan den anderen kant overweegende hoe<br />
verre deeze kunst noch van het gewenschte top<br />
punt verwyderd is , komen wy tot de treurige<br />
voorfpelling, dat het menfchelyk geflacht, indien<br />
zy voortaan geen fneller aanwas verwerft , noch<br />
veele eeuwen , door eene menigte van deerlyke<br />
kwaaien en kastydingen zal gefolterd worden. On-<br />
dertusfehen legt 'er vooraf dit nut in opgedooten,<br />
dat wy dus onze waare voordeden van de gewaan<br />
de leeren onderfcheiden; 't welk bovenal te pas<br />
komt in eene kunstoefening, die wel groote en<br />
* 3<br />
u k<br />
*
m INLEIDEND VERTOOG<br />
uitgebreide kundigheden vereischt, maar noch veel<br />
meer van een gezond en welgefleepen oordeel<br />
afhangt.<br />
- Het leven is korty, de kunst lang, - de gelegen*<br />
held fchichtig ,^ 'de ftroefneemwg'iïedrieglyk , het<br />
oordeel feilbaar. Met deeze weinige woorden<br />
heeft Vader HIPPOK RATES aan zyne leerlingen<br />
een diepen indruk willen geeven van het gewigt<br />
der zaaken , waartoe zy hunne krachten moesten<br />
infpannen. - Had hy 'er by gedaan, V Eenvoudige<br />
is het Zegel der waarheid; deeze zes fpreuken<br />
zouden genoegzaam in eenen adem de groote<br />
hoofdles behelzen , die een Geneesheer van het<br />
begin tot het einde zyner loopbaane onophoudelyk<br />
moet befpiegelen. 't Was eerst na ruim twee*<br />
duizend jaaren voor den grooten BOERHAAVE<br />
bewaard, deeze hoofdles aldus te volmaaken. Zie<br />
daar aireede een treffend voorbeeld, van de traage<br />
voortgangen, waaraan het menfchelyk verftand onderhevig<br />
is» Doch by: nadere overweeging zal ook<br />
dit laatfte lid, of byvoegzel, wel :<br />
het gewigtigfre<br />
van allen fchynen ; naardien alle de voorgaande<br />
gevoelens zich veel gemaklyker opdoen , en als<br />
by de eerfte betrachting te voorfchyn komen ;<br />
daar het Jaaifte zelden anders, dan na veele mislukte<br />
onderneemingen en beklagenswaardige doolingen<br />
te laat uit berouw en leedweezen gebooren<br />
wordt, en dan noch dikwyls van het hoogmoedig<br />
zelfbedrog veele verduisteringen ondergaat.<br />
De
VAN HET GENOOTSCHAP. >vn<br />
• De kortheid van het langde leven , dat een<br />
fterveling zich zou kunnen belooven, is een iegé-<br />
lyk bekend; de langheid, dat is de uitgebreidheid<br />
der kunften in het algemeen , en der Genees<br />
kunst -in het byzonder , openbaart zich welhaast<br />
in de menigvuldige verfcheidenheid van zo veeler-<br />
leie ziekten; te meer om dat men, iets geneezen<br />
hebbende , ftraks daarna alles geneezen wil: het<br />
fchichtig voorbygaan der gelegenheden, het be<br />
drog van kwaalyk begreepene proeven, de feil<br />
baarheid van het oordeel in dien toedand ; dit<br />
alles blyft niet lang voor de verftandige, onkunde<br />
verborgen, dewyl 't haar bykans op eiken dap in<br />
eene toeneemende verlegenheid moet brengen.<br />
Maar in die verlegenheid, in dien zamenloop van<br />
duistere, ingewikkelde en onverwachte verwarrin<br />
gen, zyne toevlugt te neemen tot eenvoudige en<br />
in dén eerden opflag niets beduidende poogin<br />
gen; dat fchynt, niet alleen in den aanvang, maar<br />
noch lang daarna , eene verbystering die buiten<br />
alle evenredigheden loopt. Hoe! daar tot de on-<br />
derfcheiding van ziekten en kwaaien , ja van de<br />
geringde toevallen, eene naauwkeurige kennis van<br />
het menfchelyk lichaam en de dierlyke huishou<br />
ding noodzaakelyk is; daar deeze kennis, om eeni-<br />
gen trap van zekerheid te bekomen, in eene op<br />
volging van veele eeuwen door de naauwkeurigde<br />
waarneemingen moet gefterkt worden ; daar zo<br />
veelerleie weetenfchappen vooraf moeten veree-<br />
* 4 nigd
vm INLEIDEND VERTOOG<br />
nigd worden, om het verftand hiertoe te bereiden; daar<br />
zo veele andere weetenfchappen ter voltooijinge van<br />
deeze kennis noch dagelyks dieper moeten gepeild<br />
Worden: daar loopt dan alles eindelyk uit op de<br />
magere eenvoudigheid van eenige weinige maatregelen,<br />
die, zonderal dien omflag, zo men waant,<br />
onder het geringde verftand gemaklyk zouden gevallen<br />
zyn ? Heeft men zich niets anders te' belooven<br />
van eene onvermoeide kunst, die de diepstverborgene<br />
ingewanden der Natuure befpiedc en<br />
doorfnuffelt, dan dat zy Hechts met de bepaaling<br />
van een onthoudenden leefregel, met een laatvlym ,<br />
met garstwater en amandelmelk, met drie of vierderleie<br />
zouten en gommen , en een half dozyn<br />
wortels of basten , haare grootde wonderen zal<br />
verrichten ? Voorzeker niet: het is maar al te<br />
waar ; en tevens maar al te beklaaglyk dat zo<br />
veele edele verdanden zich afgedoofd, gewordeld<br />
en gewroet hebben , om deeze vernederende<br />
waarheid niet te begrypen.<br />
FLINIUS verhaalt dat Romen zeshonderd jaaren<br />
zonder Geneesheeren, hoewel niet zonder geneesmiddelen<br />
geweest is; en dat het in die eenvoudjge<br />
tyden veel beter ging, dan in de dagen der<br />
weelde, toen de Griekfche Geneesheeren daar een<br />
grooten omdag van kostbasre middelen invoerden,<br />
ten koste van veele ongelukkigen, die zich<br />
aan zulk eene ydele vertooning vergaapten, donec<br />
expmam damnaverunt. En welke waren de<br />
voor-
VAN HET G E N O O T S C H A P .<br />
voorheen zo eenvoudige middelen ? radys, raapen,<br />
en kool! 't Schynt dat de Heer HALL ER zelf zich<br />
naar dien fmaak niet wel heeft kunnen fchikken:<br />
Pünio irato excidit, zegt hy; fchoon. wy niet gelooven<br />
dat PLINIUS op die, en meer foortgelyke<br />
plaatfen andere blyken van gramfchap geeft,<br />
dan zulke als men aan de billykfte verontwaardiging<br />
tegen een bedorven volk moet toefchryven: veel<br />
min, dat hem dit tegen reden zou outfnapt zyn.<br />
Het eerfte Hoofdftuk des negenëntwintigften<br />
Boeks van PLINIUS, vergeleeken met het algemeen<br />
beloop van de Gefchiedenisfen der Geneeskunst,<br />
kan ons een zeer juist denkbeeld geeven<br />
van de verwisfelingen en omwentelingen , welke<br />
zy in haaren eigenen boezem heeft moeten ondergaan,<br />
eer deeze zo nuttige, zo noodzaakelyke,<br />
en voor alle waare Wyzen zo beminlyke Eenvoudigheid<br />
genoegzaam heeft kunnen bekrachtigd<br />
worden. HIPPOKRATES , GALENUS, SYDEN-<br />
HAM, en eenige weinige groote Mannen meer,<br />
hebben ze wel gekend, en, de een meer de ander<br />
min duidelyk, begreepen; HIPPOKRATES buiten<br />
twyffel beter dan GALENUS, en mhfchien beter<br />
dan alle de anderen: doch UOERHAAVE fchynt de<br />
eerfte geweest te zyn , die dit ftuk tot op den<br />
bodem doordacht heeft; en die , het geen niet<br />
minder tot zyne glorie ftrekt, met den vereischten<br />
moed bezield geweest is, om het rondborftig<br />
uit te drukken , met kracht en nadruk voor te<br />
* < Hel-
i INLEIDEND VERTOOG<br />
ftellen, en reeds in het ontluiken van zynen<br />
bloei, tot fpyt van vyanden en benydersj openlyk<br />
te beweeren.<br />
De Natuur, die maar zelden zulke alles omva-<br />
demende verftanden te voorfchyn brengt , fchynt<br />
in zommige tydgewrichten het verloop der men-<br />
fchelyke wysheid, dat onder het bellier van mid^<br />
delbaare, of zelfs vry groote -<br />
geesten, dagelyks in-<br />
fluipt, krachtdaadig te willen herftellen. Maar zy<br />
zou dus ook haar oogmerk nooit genoegzaam be<br />
reiken , indien zy niet meteen de nakomeling-<br />
fchap van tyd tot tyd aanfpoorde, om de groote<br />
trekken van die doorluchtige Wezens by herhaa<br />
ling te verlevendigen , en als uit hunnen naam<br />
daarvan eene plegtige aankondiging te doen. Uit<br />
dit beginzel was het, dat wy, verfcheidene prys-<br />
vraagen ten nutte van het menschdom, naar ons<br />
gering vermogen, voorgefteld hebbende , het be-<br />
fluit namen om de onwaardeerbaare Spreuk Sim*<br />
plex veri figillum , als een Geneeskundig onder<br />
werp, op te geeven aan alle waare en oprechte<br />
beminnaars van licht en waarheid. Wy hebben<br />
het genoegen gehad, dat een groot getal der zul-<br />
ken , waaronder verfcheidene zeer bekwaame en<br />
welgeoeffende pennen , zich heeft bevlytigd om<br />
aan ons vuurig verlangen te voldoen. Wy betui<br />
gen openlyk hiervoor onze allerlevendiglte dank<br />
baarheid , zelfs aan eenigen, die, zeer veel beloo-<br />
vende indien zy tot rypere kennis komen, echter<br />
tot
VAN'HET GENOOTSCHAP.' xr<br />
tót noch roe , onzes oordecis, de vereischte be<br />
kwaamheid niet hadden om op zulk een wit te:<br />
fchieten.<br />
- Het is dan met ongemeen vermaak , dat Wy.<br />
dit boekdeel in het licht geeven , ons vleiend©<br />
dat hetzelve met geene mindere graagte dan de<br />
voorgaande van het Publiek zal ontfangon wor<br />
den : te meer, naardien ook in de niet gekroonde<br />
Verhandelingen Veele zeer fraaie en hoogstnuttige-<br />
aanmerkingen voorkomen , welke wy oordeelden<br />
niet aan de Drukpers te kunnen onttrekken, zon<br />
der zo wel het memchelyk geflacht, als de roem*<br />
waardige Schryvers- dier Verhandelingen, eene<br />
zwaarc beleediging aan te doen. Doch het zal<br />
ook,hoopen wy, zelfs de gekroonde Schryvers<br />
riiet belgen,, dat wy óm het gewigt der zaake<br />
hébben goedgevonden de Redevoering des groo-<br />
ten Mans, die 't meest van alle zyne onfterflyke<br />
fchriften op' zyne Zinfpreuk toepaslyk fchynt, in<br />
eene Nederduitfche Vertaaling hierby te voegen;<br />
In de kortfte gezegden van groote Mannen legt<br />
alryd noch iets opgeflooten, 't welk men na de<br />
zorgvuldigfle overweeging eerst gewaar wordt.<br />
Hoe kunnen zy beter verklaard worden dan door<br />
zichzelven ; en wie zal beter dan zy zeiven ons<br />
oordeel beftieren, in de navolging van hunne ver<br />
hevene en diepzinnige lesfen? wie den zin van<br />
het Orakel nader verklaaren, dan Apollo zelf?<br />
Ontegenzeglyk! maar zal het nu geenen fchyn<br />
van
XII INLEIDEND VERTOOG<br />
van vermeetelheid , of van ecnig langer beginfel,<br />
hebben , dat wy ook daarenboven met onze eigene<br />
aanmerkingen te voorfchyn treeden? 't Zy verre van<br />
ons, den wezenlyken en welverdienden roem van<br />
onze Schryvers, of rechtftreeks of van ter zyden,<br />
te willen verduisteren, 't Zy noch verder van<br />
ons , het altaar van den Nederlandfchen Eskula-<br />
pius anders dan met den diepflen eerbied te na<br />
deren , hem roekeloos tegen te fpreeken, of an<br />
ders ter ftaavinge van zyn zo welgegrond gezag<br />
iets van het onze armhartig toe te brengen. Het<br />
eenige, dat wy bedoelen, is, eenige bedenkingen<br />
uit den weg te ruimen , die men waarfchynlyk<br />
mogt aanvoeren, wanneer de meening van onzen<br />
grooten Wetgeever eens buiten het rechte licht<br />
geplaatst, en kwaêlyk begreepen wierd. Wy ver<br />
dichten deeze bedenkingen niet; wy verzamelen ze<br />
uit hier en gins verfpreide trekken, die men, zo<br />
in de leezing van hedendaagfche Schryvers , als<br />
in den omgang met Kunstoeffenaars, noch al dik-<br />
wyls ontmoet; en waaraan wy zeiven weleer, by<br />
gebrek van doorzigt, misfchien niet gantsch on-<br />
fchuldig geweest zyn. Indien derzelver wederleg<br />
ging het oordeel der zodaanigen eenigzins verlich<br />
ten mag, houden wy ons byna verzekerd van de<br />
goedkeuring der bekwaamften.<br />
Vooreerst , zal men misfchien aanmerken dat<br />
de waarheid, zodra ze gevonden is, wel het Zegel<br />
der eenvoudigheid met zich draagt, gelyk de afmee-
VAN HET GENOOTSCHAP. xm<br />
meetingen van eene wiskundige figuur , na dat<br />
alle voorbereidende lynen zyn uitgewischt: maar<br />
dat het, juist gelyk in de wiskundige bewerking,<br />
geheel wat anders is , zich van gevondene waar<br />
heden te bedienen , dan nieuwe waarheden ter<br />
uitbreidinge van kunden en weetenfchappen op<br />
te delven. Men zal met recht en reden zeggen,<br />
dat dit laatde, fchoon het een geluk is dat wei<br />
nigen te beurt valt, niettemin altoos onder de<br />
bedoelingen van elk rechtfchapen Geneesheer be<br />
hoorde plaats te vinden. En, indien nu de aan-<br />
gepreezene Eenvoudigheid kwaêlyk overeenftemt<br />
met dien geduchten omdag van proeven, zonder<br />
welke zelden of nooit eene gewigtige ontdekking<br />
gedaan wordt, zal men vervolgens beweeren dat<br />
auv .INLEIDEND VERTOOG<br />
welhaast tot die volkomenheid zal opleiden, waar»<br />
van zy zullen waanen. reeds niet. verre verwydefd<br />
xe zyn. Men zal, hoewel men in de eerde plaats<br />
dit kwaad gevolg op de rekening van BOERHAA-<br />
VJJ Helt, het-nochthans dien grooten Man geree-<br />
delyk vergeeven; maar ons niet, dat wy het kwaad<br />
yergrooc heöbemdoor.de ontydige. erinnering van<br />
gevoelens, die hy, zal men voorwenden, te verre<br />
getrokken heeft.<br />
Ten derden , en wel ten hoogden , zullen zy,<br />
•die 't zich in onze dagen tot eere rekenen vry<br />
verre van de Bberhaaviaanfche Praktiek- af te wy-<br />
•ken , ter liefde van deeze of geene nieuwe men-<br />
nier, ons te gemoet voeren dat wel""alle theore-<br />
rrifche waarheden eenvoudig zyn; maar dat deeze<br />
eenvoudigheid in de praktiek altoos met veele be-<br />
;kleedzelen omzwachteld en begroeid is, waardoor<br />
•mén zé noodzaakelyk uit het oog verliezen moet.<br />
Want, dat een iegelyk, die zich op de eenvoudigdé<br />
b'efpiégcling al tte gerust verlaaten wil, wél niet<br />
©nverdandigjdoolen kan, maar evenwel eindelyk tot<br />
jOPgerymde dwaasheden vervallen zal. Anderen, die<br />
-wat ruwer zyn, zullen verder gaan , eh-ftout be-<br />
fweeren dar zulk een- blaam me,e récht op BOER-<br />
-HAAVES grootde verwondaareh legt. Abfit Omen!<br />
Wy kunnen 'dit' alles voorloopig met deeze al*<br />
gemeenè aanmerking beantwoorden : dat geene<br />
•les,' wet of delrégel 1<br />
, immer onder eene zo vol-<br />
ftrekte uitdrukking valt, dat dezelve niet of door<br />
mis-
VAN HET GENOOTSCHAP. ixv<br />
-misyerfland, of door kwaadwilligheid, tot eene<br />
verkeerde uitlegging zou kunnen verdraaid worden.<br />
Wy voegen hierby dat het reeds eene groote zaak<br />
is, wanneer men begrypt dat-de waarheid , zó<br />
lang zy onder zo veele fluiers en bekleedzelen<br />
fchuilt, Hechts ten .halven gevonden is, en lig-<br />
telyk wederom uit het oog verlooren wordt. Maar<br />
het. zal, meenen wy, niet min nuttig dan ver-<br />
maakelyk zyn,..by.de voorgemelde.bedenkingen<br />
hoofd voor hoofd wat flikte Haan, om ze op te<br />
losfen en te wederleggen. Dit zal vervolgens de<br />
voornaamfte arbeid zyn, dien wy ons in dit ver<br />
boog voorftellen.. Bereiken wy inderdaad dit oog-<br />
nierk, het zal:ons geene geringe voldoening ver-<br />
fchaff'en; en blyven 'er integendeel, eenige weinige<br />
•uitzonderingen over, dit zal niets anders beteke<br />
nen , dan dat in het; ondermaanfche de volmaakt<br />
heid nooit gevonden wordt.<br />
(•j.-.< i ' .:>•• téri"röu'^h-••ogibBs^ö-'-nb ,-ivn<br />
. i'i&L I .. 'i'l. • • ; l::)»M3.ri.3f!c-..; .2<br />
-.rifn i< d 9b rfö^g Sb . ;
xvi INLEIDEND VERTOOG<br />
overvloeic, en juist den kortften weg baant, om<br />
te komen daar men weezen wil.<br />
. De noodzaakelykheid, gepaard met de natuur-<br />
lyke liefde tot het leven, en den afkeer van py-<br />
nen en benaauwdheden, gaf den eerften oorfprong<br />
aan de Genees- en Heelkunst. Het medelyden,<br />
gegrond op wederkeerig belang, noopte den yver<br />
meer en meer, om ze door dagelykfche oefFening<br />
en oplettendheid te verfterken. Zeker, de ziekten<br />
en kwaaien hebben ten minften dit zedelyk nut,<br />
dat zy de ruwheid van het menschdom verzachten,<br />
•en de wreedheid zelve dikwyls tot reden brengen.<br />
De beide Kunften maakten toen., en noch lang<br />
daarna , maar een lichaam uit. Zelfs is het vry<br />
"zeker dat de: Heelkunst wel het voornaamfte deel<br />
geweest zy; vermits in die fobere en gemaatigde<br />
tyden , toen het menschdom noch maar weinige<br />
fchreeden van den ftaat der Natuure verwyderd<br />
was, de inwendige ziekten veel minder moeten<br />
geheerscht hebben; terwyl aan den anderen kant<br />
de jagt, de gevechten, zelfs de boerfche vermaa-<br />
ken, niet zonder kwetfuuren, beenbreuken , ont<br />
wrichtingen , en wat dies meer is, kunnen voorge<br />
vallen zyn. Men bekwam dan welhaast vry bekwaa-<br />
me Heelmeesters,'gelyk van ouds uit HOMERUS<br />
af te neemen is : het blykt met een uit deezen<br />
alleroudften Dichter , in welk eene achting zy<br />
reeds ten zynen tyde ftonden, en lang te voored<br />
hadden geftaan.<br />
IV
VAN HET GENOOTSCHAP, xvil<br />
iVfo'jr y«£ «vjjg ffoAAaV dnd^w olhKuv.<br />
Toen de Aziatifche pracht en weelde zich vervol<br />
gens door Griekenland verfpreidden , wierden deeze<br />
misbruiken welhaast gevolgd van een legioen koort-<br />
fen, ontfteekingen, verzweeringen, beroerten , pest-<br />
koolen; die als uit Pandoraas doos te voorfchyn kwa*<br />
men. Hiertegen te voorzien, was een werk van een<br />
geheel anderen aard, dan de heelkundige verrich<br />
tingen , die meest al van werktuiglyke belchou-<br />
wing afhangen, en welker befchouwing zelve, ten<br />
minden in die eeuwen, zelden tot afgelegene oor-<br />
zaaken opklom. Men paste nochthans de bekende<br />
beginzelen der Heelkunst op de Geneeskunde toe;<br />
hoewel geenszins op die geregelde en beredeneer<br />
de manier, welke het menfchelyk gedacht nu aan<br />
onzen grooten Meester verfchuldigd is, en waar<br />
van wy vervolgens breeder zullen fpreeken. Men<br />
zocht, men vroeg, men raadpleegde, men beproefde<br />
alles; maar zelden behield men het goede.<br />
Niettemin bekwam de Kunst van tyd tot tyd<br />
eenige vorderingen. Daartoe hielp niet weinig ,<br />
dat zy, die van eene zwaare ziekte gebeterd wa<br />
ren , het verhaal en de befchryving daarvan , bene<br />
vens het. voor- en nadeel der gebruikte middelen,<br />
in den Tempel ten toon delden. Zie daar de wieg<br />
van deeze thans zo aanzienlyke Kunst, De nabe-<br />
ftaanden der zieken begaven zich eerlang naar den<br />
naasten Tempel , om aldaar deeze of geene, be-<br />
fchryving te vinden, die met het tegenwoordige<br />
** ge-
XVIII INLEIDEND VERTOOG<br />
geval overeenkomst hebben mogt. Men volgde<br />
gemeenlyk de maatregelen , welke men daar als<br />
gelukkig aangepreezen vond; doch een iegelyk<br />
begrypt dat zulks by gebrek van onderfcheiding<br />
veelal met een hachlyken uitflag gefchiedde. Zom-<br />
tyds bragt men ook de zieken zeiven naar den<br />
Tempel , wanneer de geneezing den Priesteren<br />
wierd aanbevolen; doch dit deed wederom den<br />
opgang van de Kunst verachteren,naardien het aan<br />
deneenen kant niet zonder bygeloof gefchiedde, en<br />
voor het overige het bedrog hieruit maar al te<br />
veel aanleiding nam om de hoofdrol te fpeelen.<br />
AUISTOFANES , en LUCIANUS noch lang na<br />
hem , veri'chaffen hier overvloedige getuigenis-<br />
fen van.<br />
üp het Eiland Cos hadden echter deeze zaaken<br />
een heel ander aanzien. Dit Eiland was aan Esku-<br />
lapius geheiligd , en zyn nagefiacht bloeide daar<br />
in de uiterfte eere en achting. HIPPOKRATES<br />
verfcheen. Hy was mede uit dien Ham gefproo-<br />
ten , niet als een nazaat , maar juist als of de<br />
goddelyke Stamvader zelf in hem verreezen waare.<br />
Hy begreep welhaast de noodzaakelykheid om uit<br />
den ryken fchat van zo veele alom verfpreide ver-<br />
haaien en waarneemingen een welgefchikt geheel<br />
te vormen. Hy bezigde daartoe vooreerst den<br />
Voorraad der Tempelen van Cos en Cnidos, alwaar<br />
de naauwkeurigfte en getrouwfte waarneemingen<br />
gevonden wierden; en reisde voorts door alle de<br />
om-
VAN HET GENOOTSCHAP. xix<br />
omgelegene Streeken van Griekenland en klein<br />
Azie , waar hy Hechts denken kon iets goeds te<br />
zullen aantreffen. De brand, die omtrent deezen<br />
tyd den Tempel van Cnidos verteerde, heeft zyne<br />
gedachtenis bezwalkt met eenen valfchen blaam,<br />
als of hy, dien het aan geene middelen ontbrak<br />
om de allerzuiverfte glorie te behaalen, zich aan<br />
zulk een misdryf zou fchuldig gemaakt hebben,<br />
om de kunstregelen , welke hy daar had gevonden,<br />
naderhand by uitfluiting in eigendom te<br />
bezitten.<br />
De verbaazende meerderheid van zyn verftand<br />
trok welhaast een groot getal der fchranderfte<br />
geesten tot hem , om onder zyn geleide toe te<br />
treeden tot de nieuwe heiligdommen van eene<br />
Kunst, die men reeds als een doorluchtig gewrocht<br />
van zyne handen befchouwde. Maar hy, zo zedig<br />
als eenvoudig, was van gevoelen dat hy, om geen<br />
onwaardig Meester te worden , de Leerling van<br />
alle zyne navolgers moest zyn, of, gelyk so KRA<br />
T-ES zich zou uitgedrukt hebben, de Froedmeester<br />
•van hunne denkbeelden. Langs deezen weg volvoerde<br />
hy dat groote werk, waarvan in de Jaarboeken<br />
der waereld geene weergade gevonden<br />
wordt. Hy hield de minstkundigen onder zyn<br />
oog , en zond de bekwaamften naar afgelegener<br />
gewesten, om, zo veel mogelyk, van alle kanten<br />
een onmeetelyken voorraad van befchryvingen en<br />
waarneemingen op te doen. Daaruit vormde hy<br />
** a. een
INLEIDEND VERTOOG<br />
een geregeld magazyn van ftellige waarheden en<br />
regelen, die naauwlyks eenige andere miswyzing<br />
onderhevig waren, dan dewelke men nog dage-<br />
lyks ondervindt, en wel altoos ondervinden zal»<br />
in de verfcheidenheid van byzondere geitellen, of<br />
in het ongelyk beloop der Epidemifche ziekten.<br />
Hoe eenvoudig is een welgefchikt gebouw hoe<br />
verward zyn de bouwftoffen , zo lang zy opge<br />
hoopt leggen , gelyk zy door het geval of door<br />
onbedachte werklieden zyn byeen gebragt : maar<br />
hoe groot moet de geest van den bouwmeester<br />
zyn, die dit alles zal doen opklaaren, afmeeten,<br />
verdeelen, het overtollige affnyden , het noodige<br />
te pas brengen, en het aangenaame in de ruimfte<br />
maate daarmede paaren. Zodaanig was de geest<br />
van HIPPOKRATES , die zonder voorbeeld uit<br />
een mengelklomp van duisternis, doolingen, voor<br />
oordeel en bygeloof, de allerbeminlykfte, de over-<br />
tuigendfte eenvoudigheid , waarvoor de grootfte<br />
mannen zich in verwondering verliezen, heeft te<br />
voorfchyn gebragt. Die eenvoudigheid heerscht<br />
wel niet eenpaarig in alle zyne fchriften , maar<br />
in de beste zo fterk, dat veele geleerde Mannen<br />
daarom een gedeelte van zyne werken voor on<br />
echt houden, fchoon onze BOERHAAVE zich met<br />
die twyffelingen niet veel opgehouden heeft. Kan<br />
men ook niet onderftellen dat HIPPOKRATES<br />
by trappen daartoe is opgeklommen ? Insgelyks<br />
wordt het ook van niemand ontkend dat in dit<br />
za-
V'AN HET GENOOTSCHAP. xxi<br />
zamenftel noch merkwaardige gebreken zyn; maar<br />
die moeten meest aan 's Mans leeftyd geweeten<br />
worden; en 't is de eenvoudigheid van zyne Wer<br />
ken zelve, die ons in ftaat ftelt om ze gemaklyk<br />
te onderfcheiden van het waare, het zuivere, het<br />
edele , waaronder zy anders ongenaakbaar zouden<br />
fchuil gaan.<br />
Men ontmoet by HIPPOKRATES twee voor-<br />
naame beginzelen, die, naar het fchynt, den grond-<br />
flag van zyne Praktiek uitmaaken. Het eerfte is:<br />
dat eigenlyk de Natuur, en niet de Geneesheer,<br />
de ziekten tot geneezing brengt; terwyl deeze<br />
laatfte alleenlyk verpligt is, indien hy kan, de<br />
beletzelen weg te neemen. Het tweede: dat de<br />
Geneesheer, die ongeneeslyke ziekten als zodaanig<br />
onderfcheidt, even groot is als hy, die de overige<br />
noaarlyk geneest. Het eerfte had de meeste be<br />
trekking tot heete en kortftondige , het tweede<br />
tot langduurige en fleepende ziekten. En fchoon<br />
men nu in beiden zich niet naauw aan de letter<br />
moet bepaalen, niettemin is het zeker dat deeze<br />
algemeene waarheden, veel zwaaren en fchadely-<br />
ken arbeid affnydende , den Koningklyken weg<br />
baanden, waarvan de Nakomelingfchap zich nooit<br />
zonder merkelyk nadeel heeft verwyderd. 't Zal niet<br />
ondienftig zyn dat wy ons noch een oogenblik<br />
hierby ophouden.<br />
Zodra men aan de Natuur het richtfnoer in de<br />
«eneezing der ziekten vertrouwde , en de Arts<br />
** 3 al-
xxrr INLEIDEND VERTOOG<br />
alleenlyk als haar eerfte Dienaar wierd aangemerkt,<br />
volgden daaruit onmiddellyk verfcheidene aanwy-<br />
zingen, die over alle ziekten in het algemeen een<br />
helder licht verfpreidden. By voorbeeld, i. Ter-<br />
ftond in den aanvang door bekwaame ontlastin<br />
gen alle hinderpaalen weg te neemen. a. In het<br />
verdere beloop de krachten des lyders te fpaa-<br />
ren. 3. Ten deezen einde de toevallen te onder-<br />
fcheiden van de hoofdzaak. 4. De beweegingen<br />
der Natuure, dat is de koortfen , nu door ver<br />
koeling , dan door verwarmende middelen , op<br />
haare juiste maat te temperen. 5. De tyden van<br />
fcheiding waar te neemen, wanneer inzonderheid<br />
de gelegenheid fchichtig is. 6. De wegen, langs<br />
welke de Natuur die fcheiding volbrengen wil,<br />
uit voorafgaande tekenen te leeren kennen , en<br />
dezelve op de gemaklykfte wyze ten haaren dienfte<br />
te bereiden. 7. Vooral, de beweegingen welke<br />
de Natuur tot deeze fcheiding werkftellig maakt,<br />
niet te fluiten; fchoon dezelve zomtyds naar be<br />
vinding eenigzins moeten gebreideld of aange-<br />
fpoord worden. Zie hier hoe veele gewigtige<br />
lesfen in eene enkele eenvoudige waarheid kunnen<br />
opgeflooten zyn. Zie hier het voornaamfte richt-<br />
fnoer van onze aderlaatingen , braakmiddelen ,<br />
buikzuiveringen, verzachtende borstdranken, ftree-<br />
lcnde rustmiddelen, zachte zweetdryvingen , geu<br />
rige verfterkingen , en wat dies meer is. Men<br />
voege hier de afleidingen by, door mostert-pap<br />
pen,
VAN HET GENOOTSCHAP, xxm<br />
pen , Spaanfche - vliegen , of dikwyls door noch<br />
heilzaamer voetbaden. Wat ontbreekt 'er tot de<br />
gelukkigfte Praktiek in heete ziekten , mits dat<br />
de Geneesheer een man van oordeel zy?<br />
Het andere beginzel is van geen minder nut<br />
ten aanzien van fleepende ziekten en kwaaien, die<br />
of gevolgen zyn van voorafgaande heere ziekten,<br />
of oorfprongklyk in de ingewanden, in de bekleedzelen,<br />
in het gebeente, of elders, zich hebben<br />
gevest. De Cura palliativa, waaraan veele lyders<br />
te danken hebben , dat zy met hunne kwaaien een<br />
vry hoogen ouderdom bereiken, is hieruit gebooren.<br />
Een Geneesheer, die behoorlyk onderfcheid weet<br />
te maaken tusfchen geneeslyke en ongeneeslyke<br />
kwaaien , zal nooit zynen lyder vruchteloos afmatten<br />
met fterke en gevaarlyke middelen, die,<br />
eene zwaare fchudding in het verzwakt geitel verwekkende<br />
, hetzelve daarenboven door overvloedige<br />
ontlastingen uitputten; veel min hem opofferen<br />
aan verre gezochte befpiegelingen, die alleen<br />
haaren grondflag in eene levendige verbeelding<br />
hebben, of die het aangemaatigd gezag van een<br />
onvoorzigtigen Waarneemer heeft ingevoerd. Hy<br />
zal in tegendeel den lyder door een gemaatigden<br />
leefregel trachten te bewaaren, en maar zomtyds<br />
eenige toevallen te keer gaan , wanneer ze zyns<br />
oordeels te hoog loopen. Voor het overige zal<br />
't hem genoeg zyn alle gelegenheden af te fnyden,<br />
waaruit de kwaal eenig nieuw voedzel zou kun-<br />
** 4 nen
xxiv INLEIDEND VERTOOG<br />
Hen fcheppen, by wege van lichaamelyke of gemoe-<br />
delyke ontroeringen. Byzonder zal by , op het<br />
voorbeeld van RAMAZZINI, bedacht zyn op de<br />
ongemakken die aan elk beroep als verknocht<br />
zyn, en dus met een enkel woord. menigen braa-<br />
ven Kunstenaar behouden, die anders naar de re<br />
gelen had moeten vermoord worden.<br />
Aldus wordt de teering dikwyls, met de vro-<br />
lykheid die haar natuurlyk is, lange jaaren draa-<br />
gende gehouden. Dus laat men ontlastingen, waar<br />
aan de Natuur gewend is , begaan. Dus houdt<br />
men knoestgezwellen , die om de nabyheid van<br />
groote vaten of zwaare zenuwen niet mogen weg<br />
genomen worden, ja zelfs verzweerende kankers,<br />
niet zelden zo lang op een gelyken voet , tot<br />
dat de lyder langs een anderen weg den onver-<br />
mydelyken tol betaale. Men heeft wel eens ge<br />
zegd, wanneer fleepende ziekten niet wierden ge<br />
neezen , dat de fout of by den Arts of by den<br />
lyder fchuilen moest: by den eerften , dat hy<br />
kwaade maatregelen nam, of by den laatflen, dac<br />
hy naar goede zich niet fchikte. Men wilde<br />
naamelyk, daar zo veel tyd was om de zaak van<br />
alle kanten te befchouwen en te beproeven, dat<br />
het niet misfen konde , of onder veele vergeefs<br />
gebruikte middelen moest eindelyk het waare ge<br />
troffen worden. Dit was, op zyn best genomen,<br />
welgegrond ten opzigte van geneeslyke kwaaien;<br />
doch het rechte middel kon ook wel te laat gevonden
VAN HET GENOOTSCHAP. xxv<br />
den worden, na dat het kwaad door veele verkeerde<br />
aanwyzingen getergd en verergerd waare. By den<br />
regel ex nocentihus et juvantibus dient men de<br />
waarfchuwing van HIPPOKRATES, experimentum<br />
fallax, niet te vergeeten; noch ook deeze andere<br />
, die van de aderlaating in eene byzondere<br />
ziekte gezegd is, ni juvat occidit.<br />
Befpiegelt de eenvoudige Geneesheer nu voorts<br />
de ganfche Kunst in haaren wyden omtrek, zo is<br />
geene bedenking bekwaamer, om zynen lust tot<br />
het naarftigtte onderzoek van zaaken aan te fpocren,<br />
dan deeze : dat het eene even groote zaak<br />
is ongeneeslyke ziekten te kennen, als andere te<br />
geneezen. De Natuur geneest indien zy kan: kan<br />
deeze niet, zo moet de Kunst tot haare veriterking<br />
aanwenden wat zy kan; cito, tuto, et jucunde-,<br />
maar tevens fat cito, fi fat bene: Hy vraagt<br />
dan eerst, wat kari ik; wat ontbreekt my? Straks<br />
leert hem de ondervinding , dat hy ongelooflyk<br />
veel vermag, door een vriendelyk gelaat , door<br />
eene minzaame vermaaning, door het openen van<br />
eene deur of venfter, door verfchooning van linnen<br />
, door de goede keuze van voedzel en aangenaamen<br />
drank, zelfs door de toelaating van iets<br />
lchadelyks, waaraan de lyder by geval gewend is.<br />
De Pedant zegt , heb ik daarom geftudeerd ? is<br />
dat fcientifiek ? de groote Man antwoordt, myn<br />
Vriend en Medeburger is behouden.<br />
Dus ziet hy dat veelal in heete ziekten de<br />
** 5 maat-
xxvi INLEIDEND VERTOOG<br />
maarregelen van eene welbegr.eepene Cura palliaiiva<br />
voldoende zyn toe de vollirekte herltelling,<br />
mits dat men zich in dé onderfcheiding der ziekten<br />
en toevallen weinig of niet vergisfe. Doch<br />
hieromtrent ontmoet hy een verbaazenden zamenloop<br />
van verfcheidenheden , die in den eerften<br />
opflag zyn verftand te boven gaat. Evenwel, op<br />
den rechten weg zynde , doet hy geen ftap zonder<br />
voordeel ; en dus meer en meer aangemoedigd<br />
, leert hy eindelyk zyn bellek in alles wat<br />
hem voorkomt met de zelfde gerustheid maaken,<br />
als de Wiskunltenaar , die door drie gegeevene<br />
punten , mits niet in eene rechte Iyn geplaatst,<br />
een cirkel weet te trekken.<br />
Moet 'er iets meer verricht worden, gelyk zomtyds<br />
in fleepende ziekten plaats heeft, of ook in<br />
heete, die, anderszins niet zeer gevaarlyk , door<br />
een of ander geweldig toeval met een droevigen<br />
uitgang gedreigd worden; de voldoening van het<br />
voorgemelde noopt hem aan om ook hier zynen<br />
aandacht in te fpannen. De vaste kennis, welke<br />
hy reeds bezit, doet hem niet zelden ftout fchynen<br />
in het oog van onkundigen, fchoon hy altyd<br />
voorzigtig is. Hy gebruikt nu en dan uit nood<br />
fterke middelen, maar altoos met tegenzin; en dan<br />
verzacht hy gemeenlyk de onvermydelyke ongemakken<br />
, welke hy den lyder heeft aangedaan, met<br />
een ftreelend rustmiddel of door gepaste verpoozing.<br />
Hy ziet echter onophoudelyk om naar vei-<br />
li-
VAN HET GENOOTSCHAP, XXVII<br />
liger wegen, om verpoppingen te ontbinden ,<br />
verzamelingen af te leiden en te ontlasten, flymen<br />
te verdunnen , fcherpe vochten te verbeteren ,<br />
zwakke vezelen te fterken, en lterke te ontfpannen.<br />
Dus hebben de waare Kunstoeffenaars, in plaats<br />
van vreemde gommen en balfems, de heilzaame<br />
uitwerking van azyn en honing, van rype vruch<br />
ten , van zoet wei , zuuring en waterkersfe; en<br />
in plaats van heete fpeceryen, de lieflyke falie en<br />
rosmaryn leeren kennen, met de munte, die zo<br />
verwonderlyk de braakzucht ftillen kan. Langs<br />
deezen weg is men insgelyks van die geweldige<br />
drastica , welke by de Ouden huns ondanks in<br />
zwang gingen , tot het zacht gebruik van rhabar-<br />
her, [enne, manna, casfïa, en tamarinden over<br />
gegaan ; en de ipecacoanna, welk een afrtand!<br />
heeft zich in plaats van den helleborus aangebooden.<br />
Gemeenlyk fchryven de Geleerden het invoeren<br />
van deeze zachte buikzuiveringen aan de Arabie<br />
ren toe; hoewel KHAZES, dien men den Arabi-<br />
fchen GALENOS mag noemen, in zommige ge<br />
vallen al vry krachtige middelen toediende. Onder<br />
anderen genas hy, zegt men , de heupjicht met<br />
koloquint-klysteeren, dat 'er het bloed na volgde.<br />
Waarfchynlyk heeft hy , die van oordeel was<br />
dat men geen purgeermiddel moest geeven dan na<br />
voorafgaande braaking, veelal in deeze ontlasting<br />
weinig belang gefceld, en daarom die zachte mid<br />
delen vervolgens maar fpeelende voorgefchreeven;<br />
tot
xxvm INLEIDEND VERTOOG<br />
tot dat AVICENNA, ALBUCASIS, en anderen,<br />
hieruit een nieuw licht fcheppende, derzelver<br />
gebruik algemeener uitgeftrekt hebben.<br />
Men is den Arabieren insgelyks de Scheikunst<br />
verfchuldigd, waarvan wy zo veel te liever fpree-<br />
ken, om dat zy eene der fchoonfte paarlen is aan<br />
de kroon van BOERHAAVË. Zy wisten reeds<br />
den bytenden fublimaat te bereiden, en 't gaat<br />
vast dat zy door deeze vermeerdering aan de Art-<br />
fenykunde eenen vruchtbaaren tak hebben toege<br />
voegd, waardoor nu de drie Ryken der Natuure<br />
aan haaren fcepter onderworpen zyn. Een aan-<br />
zienlyke rei van andere kunften wierd welhaast<br />
door de Scheikunst verrykt en in top gevyzeld4<br />
maar men kan billyk vraagen of de Geneeskunde ,<br />
fints de tiende tot de achttiende eeuw , van haare<br />
ontdekkingen niet meer nadeel dan nut getrokken<br />
hebbe. De Arabifche School raakte welhaast in<br />
vergeetelheid, om plaats te maaken voor de Saler-<br />
nitaanfche, die, in plaats van de Geneeskunst te<br />
verryken of te befchaaven , haar een belachelyk<br />
aanzien gaf door de Leoninifche vaerzen, waarin<br />
zy haare regelen ter gezondheid voordroeg. Zeker,<br />
de fmaak der Dichtkunst was 'er ook in die dagen<br />
veel minder toe gefchikt, dan naderhand tot de<br />
SiphyHs van FRAKASTORIUS, en thans tot de<br />
Varis van den Hoogleeraar COOPMANS.<br />
Een aanzienlyk getal nuttige vindingen , maar<br />
zonder verband, was niet genoegzaam in vergel<br />
ding
VAN HÉT GENOOTSCHAP, xxix<br />
ding van duizend ongerymdheden- en gedrochte-<br />
lyke gevoelens , welke door de Scheikunst, of<br />
liever door de overvliegende maar verwilderde<br />
vernuften van PARACELSUS en HELMONT, wier<br />
den ingevoerd. De belofte van een algemeen<br />
middel tegen alle ziekten, ja tegen de dood, (of<br />
voor altoos , of ten minften tot den uiterften<br />
ouderdom,) betoverde het menschdom door een<br />
valsch voorkomen van eenvoudigheid, het welk<br />
inderdaad zynen oorfprong uit eene verwarde<br />
denkwyze had genomen. Deeze overvliegers be-<br />
droogen zichzelven door trotsheid, en hunnen ligt-<br />
geloovigen medemensch door de ydele vertooning<br />
van een gedroomd geluk , *t welk misfchien, in<br />
dien het ook wezenlyk beftond , bezwaarlyk den<br />
naam van geluk zou kunnen draagen.<br />
't Is niet onwaarfchynlyk dat de groote BOER<br />
HAAVË , die de fchriften van deeze vermaarde<br />
Mannen, en meest alle hunne Aanhangers, ernftig<br />
had geleezen, uit dien hoofde aanleiding genomen<br />
heeft, om de Kunst, welke in zeer veele andere<br />
opzigten zyne herltellende hand van nooden had,<br />
evenwel eerst en bovenal van die zyde te her<br />
vormen. Hoe 't zy , wy hebben 't aan zynen<br />
onvermoeiden yver te danken , dat de Scheikunst<br />
thans het heerlykst licht over alle onze geneeskun<br />
dige verrichtingen verfpreidt, met een invloed ,<br />
die zo veel te grooter is, als haare paaien naau-<br />
wer ingetrokken zyn.<br />
Wi!
xxx INLEIDEND VERTOOG<br />
Wil men een treffend kontrast van duisterheid,<br />
verwarring en zwetfery , tegen klaare en zuivere<br />
eenvoudigheid ; om dan te oordeelen welke van<br />
beiden de uitbreidinge van nutte Kunlten best be<br />
vorderen zal? Men leeze PHILIPPUS AUREO-<br />
LUS THEOPHRASTUS PARACELSUS BOM<br />
BAST AB HOHENHEIM, Paramira de origine<br />
morborum ex fale, fuif ure & mercurio microcos-<br />
micis, aan de eene zyde; en aan de andere HER-<br />
MANNUS BOERHAAVE , de Igne. Moet men<br />
niet verwonderd ftaan , als men leest dat onze<br />
ERASMUS, die geliefde Gunfteling der Natuure,<br />
den vriend BOMBAST noch over zyne gezondheid<br />
heeft kunnen raadpleegen?<br />
Eer wy nu deeze afdeeling fluiten, zal het niet<br />
ondienftig zyn by de voorgemelde eenvoudigheid van<br />
HIPPOKRATES insgelyks het tegenbeeld te {tel<br />
len van een ouden Wysgeer, die wel geen Genees<br />
heer was, maar niettemin als Natuurkundige by<br />
alle Geneesheeren groptelyks plag .in .aanmerking te<br />
komen; te meer naardien ook zyn Vader N I K O M A-<br />
CHUS onder de Artfen van zynen tyd had uitgemunt.<br />
Wy bedoelen ARISTOTELES, dien wy noch.<br />
thans in geenen deele met eenen PARACELSUS<br />
vergelyken. ARISTOTELES had inderdaad alles<br />
wat tot een groot Man wordt vereischt, behalven<br />
dat Eenvoudige , dat veri figillum. En 't is juist<br />
door dit gebrek , dat hy, die zo veele eeuwen<br />
het Orakel der Wysgeeren geweest is, gelyk HIP-<br />
PO-
VAN HET GENOOTSCHAP. xxxi<br />
POKRATES der Artfen , de waereld even blind<br />
gelaaten heeft als hy ze had gevonden , terwyl<br />
aan den anderen kant de leeringen van HIPPO-<br />
CRATUS fchier dagelyks ten aanwas van de Kunst<br />
gediend hebben , en noch dienen. De ingewikkelde<br />
en verwarde Filozoofie van ARISTOTELES<br />
was en bleef onvruchtbaar, tot aan D E S C A K T E S ...<br />
neen tot NEWTON toe: de eenvoudige Geneeskunst<br />
van HIPPOKRATES, zyne enkele Aforismen<br />
, hebben geene eeuw , zelfs in de ruwlle<br />
tyden, in weerwil van zo veele pneumatifche,<br />
epifyntheüfche , methodistifche fekten, laaten voorbygaan<br />
, 'zonder aanleiding te geeven tot eenig<br />
voortreflyk gefchrift, of tot eenige fchoone ontdekking.<br />
De fchilderachtige befchryvingen van zo veele<br />
ziekten,als men vindt by ARETEDS CAPPADOX,<br />
de gulde lesfen van den^velfpreekenden CELSUS,<br />
het beste dat men by GALENUS, by de Arabieren ,<br />
by FORESTUS, LOMMIUS en zo veel anderen<br />
ontmoet; dit allés is, zo niet van HIPPOKRATES<br />
ontleend, ten minden uit zyne edele eenvoudigheid<br />
afgeleid en voortgefprooten. Maar , gelyk<br />
wy boven reeds aanmerkten, alles heeft op aarde<br />
zyn verloop; en hierom .was het noodig dat 'er<br />
wederom in onze eeuw een Herftellcr kwam.<br />
Men leeze by genoeg bekende Schryvers, of liever<br />
by SYLVIUS zelf* wat de Syhiamfche Praktiek<br />
omtrent den aanvang deezer eeuwe was; men<br />
over-
XXXII INLEIDEND VERTOOG<br />
overweege vervolgens wat de Geneeskunst heden<br />
is. Men flaê dan eens de fchriften van den Baron<br />
VAN SWIETEN op ; wy twyffelen geenszins of<br />
het fterkfte vooroordeel zal zich gevangen geeven,<br />
op het zien van zo veele voordeden , als eveneens<br />
afgeleid en gefprooten zyn uit de leerwyze van<br />
den grooten, den onrterflyken, den onnavolgbaa-<br />
ren, maar alleszins eenvoudigen BOERHAAVE.<br />
II.<br />
Gaat het nu vast, gelyk wy meenen ten over<br />
vloede te hebben beweezen, dat het juist deeze<br />
eenvoudigheid is, die ons de meeste denkbeelden<br />
verfchaft, en de fchoonfte gelegenheden in de<br />
oeffening en uitbreiding der Geneeskunde aan<br />
biedt; zo kan ons de bedenking, welke hier moet<br />
beantwoord worden, gQjine groote bekommering<br />
baaren. 't Staat geenszins te vreezen dat de jonge<br />
Geneesheer , van deezen kant meer gemak ont<br />
moetende dan hy verwachten kon, tot onverfchil-<br />
ligheid zal overflaan. De Kunst, die hy te voo-<br />
ren als eene ftuurfche meesteres of trotfe Vorftin<br />
heeft aangemerkt, zal nu in zyne oogen eene<br />
gemeenzaame vriendin worden ; maar die gemeen<br />
zaamheid zal nimmer fmaakeloos zyn, enhy zal om<br />
haare natuurlyke fchoonheid meer en meer op haar<br />
verlieven, zo dat hem de noodzaakelyke zorgen,<br />
die aan haaren dienst verknocht zyn, geenszins<br />
las-
VAN HET GENOOTSCHAP, xxxm<br />
lastig fchynen, maar veeleer eene aangenaame be<br />
zigheid verfchafTen. In die bezigheid, in die zorgen<br />
zal by noch zo veel moeite vinden, dat hem 'c roe*<br />
men vooreerst niet oirbaar weezen kan. Deeze<br />
moeite zal door gedaurige aanmoedigingen allengs<br />
verminderen onder den geregelden arbeid, maar<br />
zy zal wel altoos zwaar genoeg zyn om een voor<br />
werp van zynen aandacht te blyven. Eindelyk zal<br />
deeze weleer zo trotfe meesteres, deeze nader<br />
hand zo gemeenzaame vriendin , hem opleiden<br />
tot de tedere gevoelens, die men heeft voor eene<br />
weldaadige en achtbaare moeder.<br />
Men verbeelde zich, ter ophelderinge van het<br />
gezegde, het af beeldzel van den jongen Genees<br />
heer , uit eenige hoofdtrekken, die 't ons lust hier<br />
by te voegen. Wy Hellen hem kundig van alles<br />
wat aan de Hooge Schooien met betrekking tot<br />
zyne kunst te leeren is: volkomen kundig, 'c geen<br />
zelden of nooit gebeurté ALBINÜS, RUISCH,<br />
MORGAGNE ftaan in alles levendig voor zyn ge*<br />
heugen, en hy zou LI N NEUS in den Tuin zo<br />
vaardig beantwoorden, als BOERHAAVE in het<br />
Laboratorium: maar zyn geliefd onderwerp is de<br />
kennis der ziekten, de Pathologie. Hy verftaat zyn<br />
GAUBIUS volmaakt wel: hy weet u alle ziekten<br />
uitvoerig te befchryven, haare afgelegene en aan-<br />
leidende oorzaaken op te tellen , de tekenen en<br />
meest gewoone toevallen te melden, de voorte<br />
kenen van dood en leven door alle tydperken heen<br />
_*** aan
Xxxiv INLEIDEND VERTOOG<br />
aan de hand te geeven: hy weet zo wel Praktisch<br />
als Phyfiologisch van alle deeze onderwerpen te<br />
fpreekcn. Hy verftaat ook het gebruik van ader<br />
laatingen , braaking, buikzuiverirgen , Spaanfche<br />
vliegen , pynftillingen , ftoovingen en wat dies<br />
meer is. Kortom, al wat in boeken fteekt is in<br />
zyn hoofd beflooten.<br />
Zeg ons nu, gy oude ervaarene PO DA LIER,<br />
die grys geworden zyr onder den tabbaard , en<br />
deezen braaven jongeling zo gunftig onder uwe<br />
befcherming neemt; zeg ons wat gy boven hem<br />
bezit , wat hem ontbreekt om met u gelyk te<br />
ftaan? Gy zwygt, en wenkt ons met een goed-<br />
aardigen lach, om ongemerkt hem benevens u te<br />
volgen naar den eerften lyder, dien gy te zamen<br />
zult bezoeken. Welaan!<br />
De lyder klaagt fints drie dagen van pyn en<br />
fpanning in den buik, meest rondom den navel,<br />
niet zonder walging en benaauwdheden, met ge-<br />
flooten lyf, en fterke koorts; de pols is na de<br />
tweede aderlaating noch hard en fnel; de amandel-<br />
melken worden terftond uitgebraakt, de poeders<br />
van falpeter, kreeftsoogen, koraalen, camfer, enz.<br />
hebben niets verricht, de klysteeren komen on<br />
verrichter zaake te rug, de purgeermiddelen, per<br />
epicrajïn genomen, hebben zo wel als de carmi-<br />
nantia de pyn vermeerderd, en de pappen wor<br />
den zelfs door haare zwaarte ondraaglyk op den<br />
gefolterden buik. „ Is dit een Heus, of eene be-<br />
»> gin-
VAN HET GENOOTSCHAP, xxxtf<br />
u ginnende colica pictonum ? Moet nu opium dó<br />
„ /kra anchora zyn ; of zal men de klyfteeren<br />
„ noch wac verfterken ; by de hiera picra de<br />
„ trochisci alhandal. voegen ? Wac dunkt myrt<br />
„ Heer, van een tabaksklysteer ? immers is hec<br />
„ een goede regel, duro nodo durus cuneus."<br />
Als het zo verre gekomen is, treedt de oude<br />
Heer zachtelyk naar de bedtteede , fteekt zyne<br />
hand onder den deken , gebiedt den lyder moed<br />
te fcheppen , trekt ze na weinige oogenblikken<br />
te rugge ; en zie daar den armen ellendeling uit<br />
den open muil des doods verlost , kusfende de<br />
hand die hem behouden heeft. — „ Jonge Heer!<br />
„ het was eene hernia incarcerata." — Maar,<br />
myn Heer, dan braaken ze immers eene bruine<br />
flof, als dik van koffie; daar had ik wel om gedacht:<br />
ten minften moet dan alleen het omentum<br />
maar uitgezakt zyn. Garengeot zegt: —<br />
„ Zeer wel, dat kan wel zyn ; maar die bruine<br />
„ ftof zou 'er zich welhaast bygevoegd hebben,<br />
„ en dan had men misfchien tot eene gevaarlyke<br />
„ Operatie moeten overgaan. Men moet", laat<br />
hy 'er op volgen , „ wel alle tekenen van elke<br />
„ ziekte kennen , maar tevens in 't oog houden<br />
,, dat ze zelden allen te zamen in een geval vef-<br />
„ eenigd zyn. Zomtyds komen 'er ook eenige<br />
„ tusfchen beide , die naar eene andere ziekte<br />
„ zweemen , maar inderdaad flechts aan de idio-<br />
„ fyncrafie zyn toe te fchryven. Daar is veel mis<br />
*** a » OP*
xxxvi INLEIDEND VERTOOG<br />
„ op , en men moet zyne Auteurs hieromtrent<br />
„ altyd cum grano falis verdaan. In allen ge-<br />
„ valle, waar doorgaans beproefde middelen niets<br />
„ afdoen, dient men de hoofd-indicatie noch wel<br />
„ eens zorgvuldig te onderzoeken , eer men tot<br />
„ die geweldige geleerdheid zyne toevlugt neeme.<br />
„ Wees vooral bedacht, om nooic van den Apo-<br />
„ theeker te verwachten, 't geen gy verpligt zyt<br />
„ by den Chirurgyn te zoeken."<br />
Wy bekennen dat dit geval wat fterk gefchil-<br />
derd is; maar wy hebben zulks met voordacht ge<br />
daan , en hier het meerdere voorgedeld , op dat<br />
ee'n iegelyk daar het mindere uit afleide, terwyl<br />
niemand ontkennen zal dat jonge Geneesheeren,<br />
zelfs door hunne uitgebreide kennis , voor dus-<br />
daanige misdagen bloot daan. De vraag is hier<br />
alleenlyk, of deeze lesfen van eenvoudigheid den<br />
Jongeling , dien wy ten voorbeeld dellen , niet<br />
zullen overtuigen , in weêrwil van zyne groote<br />
geleerdheid , dat zyne eerde les noch maar be<br />
gonnen is? Indien hy dus zyne oogen opent, zal<br />
hy dien dag in zegening houden , en femper<br />
acerbum , femper honoratum noemen. Voortaan<br />
zal hy de ganfche Kunst in het treffen der juiste<br />
aanwyzing dellen, en dagelyks met blydfchap on<br />
dervinden , dat hem, als deeze getroffen is, al het<br />
overige niet de minde moeite kost. Maar de<br />
moeite, die ook hieraan verknocht is, zal de Kunst<br />
een aanzien van verhevene eenvoudigheid byzet-<br />
ten,
VAN HET GENOOTSCHAP, xxxvu<br />
ten, die haar in zyne oogen aanbiddelyk maakt.<br />
Wy kennen geene fterkere aanmoediging voor<br />
eene edele inborst.<br />
Van de fteilte deezer verhevene Eenvoudigheid<br />
wilden wy nu gaarne den Leezer wac uitvoeriger<br />
denkbeeld geeven; doch al waren onze vermogens<br />
toereikende , gelyk wy geenszins denken , om<br />
zulks in een ryk tafereel te doen ; wy zouden<br />
voor onkundigen nooic genoeg kunnen zeggen; en<br />
't zal den ervaarenen aangenaamer zyn, Hechts op<br />
weinige voorbeelden het oog te flaan, welke wy<br />
eenigermaate naar de wyze der Ouden , van het<br />
hoofd beginnende, zullen aanroeren.<br />
Hoe klaar zyn de tekenen van eene beroerte,<br />
hoe duister dikwyls haare oorzaaken, en de aan-<br />
wyzingen welke men daar uit haaien moet. Is<br />
het volbloedigheid ? Schuilen 'er uitgeftorte voch<br />
ten na een reeds vergeetenen val of flag ? Heeft<br />
eenig fcherp vocht, in gevolge van opgehoudene<br />
ontlastingen, zich in de harsfenen of harsfenvlie-<br />
zen geplaatst? Zyn de harsfenen mee wei of flym<br />
belaaden? Hoe 'c zy, de harde en fnelle pols eischt<br />
wel vooreerst eene ruime aderlaating ; maar die<br />
pols zal den lyder byblyven tot zyn laatften fnik,<br />
misfchien tot den laatften druppel bloeds: dat is<br />
eigen aan eene beroerte. Vervolgens, Spaanfche<br />
vliegen? ja, die moeten fterk zyn , zo de revuljïe<br />
iets betekenen zal ; maar dan vermeerderen zy<br />
meteen de beweeging der vaten , den harden en<br />
*** 3 fnel-<br />
)'
xxxvm INLEIDEND VERTOOG<br />
fnellen pols. Klyfleeren ? maar de lyder is niet<br />
handelbaar. Wat gebeurt 'er na zo veele over<br />
weegingen ? De Natuur geefc braaking , en het<br />
blykc dat de oorzaak, die wy boven zochten, zich<br />
in de maag onthield. Wederkeerig : men zoekt<br />
gemeenlyk de oorzaak van het braaken in de<br />
maag , en het blykt zomtyds dat hetzelve zyn<br />
beginzel alleenlyk had in eene fterke fchudding<br />
der harsfenen.<br />
Vallende ziekte , de fterkfte fchok , dien het<br />
harsfengeftel met alle zyne zenuwen ondergaat, is<br />
buiten twyfFel meest oorfprongklyk uit de brein-<br />
kasfe , maar wordt nochtans niet zelden veroor<br />
zaakt door wormen in den onderbuik, ja dikwyls<br />
door eenige vreemde i aandoening in den kleinen<br />
vinger of teen, die, allengs opklimmende, nu en<br />
dan by afbinding fchynt bedwongen te worden.<br />
Hoe fcherp moet het onderzoek niet zyn , eer<br />
men zal weeten of zy geneeslyk zy, of aan haar<br />
lot moet worden overgelaaten ?<br />
De peripneumonia is eene ontfteeking der lon<br />
gen : doch haar ontbreeken twee tekenen , die<br />
anders van eene ontfteeking byna onaffcheidelyk<br />
zyn; naamelyk pyn, met een harden en fnellen<br />
pols. De zelfftandigheid der longen, gelyk trou<br />
wens van verfcheidene ingewanden , fchynt voor<br />
pyn niet zeer vatbaar te zyn ; en de verhinderde<br />
doorftraaling van het bloed by ontfteekene lon<br />
gen, veroorzaakt wel een fnellen, maar kleinen<br />
pols,
VAN HET GENOOTSCHAP, xxxix<br />
pols. Benaauwdheid gaat 'er altoos mede gepaard;<br />
maar dit toeval, benevens eenen kleinen en fnel<br />
len pols heeft in veele andere zeer onderfcheidene<br />
gevallen plaats. Eene aderlaating , daar 't hier<br />
op aankomt, zou in die gevallen doodelyk zyn,<br />
gelyk een braakmiddel, hoe heilzaam elders, bui<br />
ten tegenfpraak hier; naamelyk, indien het waar-<br />
lyk eene peripneumonia is. Wel nu; de hitte,<br />
de droogte, de bloozende kleur; alles fchynt toch<br />
eene aderlaating aan te wyzen. J« ! maar de hitte<br />
is juist niet zeer groot, en de bejaarde lyder geeft<br />
veele dikke taaie fluimen op: 't geval trekt zo wat<br />
naar eene peripneumonia notha. Men kieze dan<br />
den veiligften weg, met honingdranken, Spaanfche<br />
vliegen , afleidende klysteeren, kermes, camfer, enz.<br />
Goed...! Evenwel blyft de vraag : verzuimen wy<br />
niets, indien wy geene aderlaating doen? of zou<br />
eene aderlaating hem vermoorden?<br />
Wy hebben de keelziekten overgeflagen, om<br />
dat het onmogelyk was van alle derzeiver verfchei-<br />
denheden te fpreeken , daar zo veele epidemijche<br />
ziekten zich eerst onder die gedaante vertoonen,<br />
en vervolgens of op eene peripneumonia, of op<br />
heel iets anders uitloopen. Maar hoe dikwyls ge-<br />
beurc het niet dat men , na vergeefs beproefde<br />
aderlaatingen , eene keelziekte , die tot ftikkens<br />
toe gevorderd was, oogenbliklyk geneest, door<br />
de eenvoudige inftroojing der flores Jalis ammonia*<br />
ci? Dit middel, waardoor naar allen ichyn voor-<br />
*** ^ maals
BC INLEIDEND VERTOOG<br />
tnaals de Walcherfche keelboeren beroemd ge<br />
worden zyn, befchaamt niet zelden de bronchoto-<br />
mie; doch het vereischc al mede een zorgvuldig<br />
oordeel.<br />
Wy vermenigvuldigen de zwaarigheden niet,<br />
als wy zeggen dat ze met de eenvoudigfte en<br />
meest bekende ziekten noch al dikwyls gepaard<br />
gaan. Zie daar eene Pleuris. Na twee of drie<br />
aderlaatingen, die telkens eenige verligting hebben<br />
toegebragt, verheffen zich de pynen op nieuw ;<br />
misfchien wegens eene onvoorzigrigheid van den<br />
lyder, of van zyne oppasfers. De tekenen van eene<br />
aanftaande cri/is, die gisteren vry gunftig waren,<br />
vertoonen zich nu in het water met een dun en<br />
hoogdryvend wolkje. De fluimen zyn noch taame-<br />
lyk goed, maar evenwel bloediger, en fpaarzaamer<br />
dan te vooren: en ,fchoon de pols noch vry vast is,<br />
de lyder is toch van geen bloedryk geitel; ook fchy-<br />
nen, Hellen we eens, de aderlaatingen gemeenlyk<br />
dit voorjaar zo wel niet gedraagen te worden, als<br />
doorgaans. Wat nu gedaan ? Za] men door verlies<br />
van bloed de crifis, die misfchien noch wel volgen<br />
zou , verydelen ; of eene ontfteeking, die mis<br />
fchien noch op te losfen was, gelegenheid geeven,<br />
om tot een empyema over te gaan. Wy hebben,<br />
het zy gezegd zonder iemands achting te kren<br />
ken , voornaame Artfen in zodaanige gevallen eene<br />
deftige confultatie in een afgezonderd vertrek zien<br />
houden; niet zo zeer, om den lyder te behou<br />
den,
VAN HET GENOOTSCHAP. xu<br />
den, als om wederkeerig elkanders fatfoen en goe<br />
den naam te dekken, ingevalle hy kwam te over-<br />
lyden. De Eenvoudigheid is dan wel fteil! doch<br />
laaten wy dit ft uk noch wat vervolgen.<br />
Geene ziekte vertoont zich duidelyker in haare<br />
onderfcheidene trappen en fchakeeringen, dan de<br />
Geelzucht. Haare eerfte aankomst laat zich dui-<br />
delyk zien in het wit van de oogen. De geele<br />
en bruinachtige kleur verfpreidt zich verder over<br />
het ganfche lichaam , met jeukte , die meer en<br />
meer toeneemt, waarby zich een duizeligheid<br />
voegt, die den lyder niet meer toelaat te gaan<br />
of te ftaan. Ondertusfchen wordt het water, dat<br />
eerst bruin was, ten naasten by zwart; de bleeke<br />
afgang wordt eerlang volkomen wit. De water<br />
zucht voegt zich hierby , en ftraks daarna klopt<br />
de dood reeds aan de deur. Zo duidelyk laat<br />
zich de geelzucht onderfcheiden ; maar zyn nu<br />
haare oorzaaken en aanwyzingen even kenbaar ?<br />
Haare zitplaats is de lever; maar de oorzaak zit zom-<br />
tyds in het duodenum, en dan is dezelve best te<br />
kennen en te overwinnen. Maar indien de galvoe-<br />
rende buizen door ontfteeking geflooten, of door<br />
fteentjes geftopt zyn? By ontfteeking is het braa-<br />
ken zeer gevaarlyk : zyn 'er fteenen , dan wordt<br />
het ter loozinge vereischt. Braakzucht wordt ook<br />
uit ontfteeking gebooren, en eene tamelyke koorts<br />
kan zo wel uit de pooging der Natuur om zich<br />
yan een vreemd lichaam te ontflaan, als uit ont-<br />
*** - ftee-
XLII INLEIDEND VERTOOG<br />
fteeking gebooren worden. Zo dat alles hiet<br />
wederom in veeie gevallen vry duister kan voorkomen<br />
: en waar zouden deeze befchouwingen<br />
een einde vinden, indien men ze vervolgde?<br />
De (tinkende galachtige ftof, die in veele ziekten<br />
van beneden ontlast wordt; is dat bedorvene<br />
gal , die gy verder met rhabarber en cremor<br />
tartari moet uicdryven ; of worden de bedorvene<br />
vochten uit den omtrek van het lichaam naar 't<br />
gedarmte gevoerd , om zich langs dien weg té<br />
ondasten; en zoudt gy dan met uwe purgatie evenveel<br />
kwaad doen , als of gy eene fcheurbuikige<br />
bloeding door aderlaaten wilde bedwingen ? Wy<br />
gelooven dat zulks maar al te dikwyls gebeurt.<br />
IVlaar, zegt een ander , de fchuld is dikwyls by<br />
den Arts ; hy moest in den beginne een braakmiddel<br />
hebben gegeeven , om de bron van dit<br />
bederf te dempen. Movenda principïo move»<br />
„ Goed: 'er was ook braakzucht. Maar de pok-<br />
„ jes gaan om ; en verfcheidene verfcbynzelen<br />
„ deeden hem gelooven, dat het met den lyder<br />
„ die nooit gepokt heeft , daarop uit zou<br />
„ komen. "<br />
GALENUS heeft zeer fraai gezegd dat de kennis<br />
van ziekten met de Kruidkunde veel overeenkomst<br />
had; in deezen zin , dat men volwasfene<br />
kruiden'gemaklyk onderfcheiden kan, maar dat 'er<br />
een allerkundigsc oog wordt vereischt , om ze,<br />
als zy eerst uit den grond opfchiecen,hunnen rechten
VAN HET GENOOTSCHAP, XLIH<br />
ten naam te geeven. Zeer toepaslyk op beginnen<br />
de ziekten; maar zou men wel durven denken dat<br />
het oordeel over eene meer gevorderde ziekte zo<br />
vast ging, als de kennis van een volwasfen kruid?<br />
Hoe twyffelachtig befchouwc men dikwyls de ont<br />
roeringen der Natuure , wanneer zy eene crifis<br />
werkftelüg maakt? Waar, en wanneer is de toe<br />
gang voor depas/io hy/ïerica geflooten, om haare<br />
bedrieglyke rol te fpeelen ? Want, fchoon de be-<br />
naaming van dit toeval alleen het vrouwelyk ge<br />
nacht betreft, het manlyke is aan de zaak zelve<br />
weinig minder onderworpen.<br />
Aldus is de Praktiek der medicynen eene wyde<br />
zee vol blinde klippen; daar men zich altoos, zo<br />
geene dikke duisternis, ten minden eene mistige<br />
lucht verbeelden moet, en daar veele bedrieglyke<br />
dwaallichten zwerven, die noch dikwyls de Ervaa-<br />
renheid zelve misleiden. Ook vertoonen zich de<br />
voorwerpen daar nooit in eene geregelde opvol-<br />
ging; maar dwarsch en fchuins, 't achterst voor,<br />
't onderst boven, zo 't maar vallen wil, juist als<br />
een Chaos. De Kunstoeffenaar moet zich altoos<br />
kwyten met het befluit van een oogenblik, gelyk<br />
'er de lyder zich aan waagt. Op deeze wyze maakt<br />
hy 's morgefls een bedek, dat hem, 's avonds of<br />
's anderendaags wederkomende, byna vergeeten is,<br />
of wel averechts in 't geheugen legt. Geen won.<br />
der: hy heefc in dien tusfchentyd ten minden vyf-<br />
tig anderen op dezelfde wyze bezocht; waaronder<br />
zom-
XLIV INLEIDEND VERTOOG<br />
zomtyds weinigen zyn , die met deezen eenige<br />
overeenkomst hebben. Het veiligfte is gemeenlyk<br />
in den dagelykfchen wandel, zo men 't niet ver<br />
der weet te brengen , zich met deeze en eenige<br />
weinige andere vraagen , voor de groffte misvat<br />
tingen te dekken. „ Moet 'er eene aderlaating<br />
„ gefchieden ? zo ja, hoe fterk ? komt 'er een<br />
„ klysteer te pas? dat kan, al was het overtollig,<br />
„ zonder gevaar gefchieden , zo de lyder te han-<br />
teeren is. Spaanfche vliegen? al mede. Braa-<br />
„ king ? niet dan zeer omzigtig. Opium ? indien<br />
„ 'er geene ontfteeking is. Laxeermiddelen ? door-<br />
„ gaans niet kwaad. Kina? meest altoos veilig;<br />
„ en daar ze nut doet, kan ze nooit te fterk ge-<br />
„ bruikt worden. Merkurius ? dat heeft wel<br />
„ tyd tot nader onderzoek. " Wy hebben een<br />
Geneesheer gekend , die gewoon was zyne vry<br />
fterke Praktiek veelal tot deezen Katechismus te<br />
bepaalen,en, door het gebruik hieromtrent zelden<br />
dooiende , over 't geheel met weinige kundighe<br />
den zeer gelukkig was.<br />
Maar hoe dikwyls wordt men ook opzetlyk mis<br />
leid; en wel zo, dat men zelfs geene achterdocht<br />
durft te kennen geeven. Arme lieden, vooral in de<br />
Gasthuizen, verdichten zomtyds kwaaien en onge<br />
makken, of haaien zich dezelve op den hals, om het<br />
medelyden der vermogenden te winnen, en langs<br />
dien weg rykelyk aalmoesfen te verwerven. By an<br />
deren fchuilc eene kwaal, die men met geene reden<br />
on-
VAN HET GENOOTSCHAP. XLV<br />
onderftellen kon; de vrouw is door den man be-<br />
fmet, zonder eenig denkbeeld van haar ongeluk<br />
te hebben; 't welk men haar ook, al komt men<br />
achter het geheim, niet geeven moet. Een jong<br />
meisje , zomtyds eene aanzienlyke Juffer, klaagt<br />
van opgehoudene (tonden, walging, opgeblazen<br />
heid enz. De Geneesheer wendt vruchteloos aan<br />
al wat in zyn vermogen is ; maar valt welhaast<br />
op de gedachten, dat deeze ganfche ziekte het ge<br />
volg is der overyling van een ongelukkig oogen-<br />
blik. Hy durft zich echter niet verklaaren, maar<br />
acht het genoeg de zaak wat verder aan den tyd<br />
te beveelen , tot dat de verdere voortgang het<br />
kluwen nader ontwinde. Hoe zou men hem be-<br />
fchuldigen,zo hy,op enkel vermoeden,de veront<br />
waardiging van eene tedere moeder tegen haar<br />
verwekte: maar hoe zou hy fidderen, zo hy, al<br />
te welmeenende om argwaan te voeden , zich<br />
fchuldig had gemaakt ... misfchien aan een dub<br />
belen moord!<br />
Zo gewigtig zyn de vertwyffeldheden, waaraan<br />
ieder Arts elk oogenblik is blootgefteld. Zo noo-<br />
dig is het, beuzelachtige befpiegelingen van groo<br />
te belangen, daar leven en dood aan hangt, te on-<br />
derfcheiden ; zo nuttig is de eenvoudigheid, om<br />
den weidenkenden daartoe op te leiden. Maar<br />
zo edel is meteen de voldoening voor mensch-<br />
lievendheid en eerzucht , (men vergeeve 't ons<br />
dat wy van geen voordeel fpreeken,) als dit oog<br />
merk
H.vt INLEIDEND VERTOOG<br />
merk bereikc wordt, en dagelyks met gelukkige<br />
gevolgen den zwaaren arbeid zegent. De jonge<br />
Geneesheer zal, zodra hy dit begreepen heeft ,<br />
eene fchifcing in zyne kundigheden maaken, de<br />
nuttigde en noodzaakelykde in zulk eenen rang<br />
fchikken, als het gemeen beloop van zaaken me<br />
debrengt , en al het overige op den vereischten<br />
afftand plaatfen. Hy zal bevroeden dat de nuttig<br />
de meubelen in de onderde verdieping zyn , en<br />
dat men de pronkzaal maar zelden by gelegen<br />
heid bezoekt. Hy zal op deezen voet de ziekten<br />
niet meer ftukswyze befchouwen, maar in drom<br />
men, ry aan ry, nu dus dan zo vereenigd of ge-<br />
fcheiden, eikanderen helpende, of tegeneen ge<br />
kant, en onder denzelfden naam geduurig weder<br />
om anders gemiddeld , en anders ingevlochten.<br />
Daarna zal by zich als in een middelpunt plaat<br />
fen , van waar de zamenloop van zo veel dui-<br />
zenderleie verfchynzelen , in andere oogen zo<br />
verward, in de zyne niet anders dan eene natuur-<br />
lyke en vermaakelyke omwinding fchynen zal.<br />
Wy gelooven niet, wel is waar, dat dit juiste<br />
middelpunt door een derveling op 't naauwde kan<br />
gevonden worden. Men zwerft hieromtrent ge-<br />
meenlyk, zo 't geoorlofd is eene uitdrukking van<br />
de Starrekundigen te ontleenen, in eene foort van<br />
excentriciteit; maar die ftaat altoos, op dat wy<br />
de vergelyking in hunne taal vervolgen, in<br />
eene omgekeerde reden van de natuurlyke ver-<br />
mo-
VAN HET GENOOTSCHAP, XLVII<br />
mogens, vermenigvuldigd mee welbeftierde op<br />
lettendheid.<br />
Doch dat wy het eenvoudige, ook in de wyze<br />
van voorftellen, niet uit het oog verliezen. Hy,<br />
die niet zeer verre van dat middelpunt verwyderd<br />
is, zal ook het genoegen hebben, dat hy minst be-<br />
droogen wordt door de vermommingen , waaronder<br />
nu deeze dan geene ziekte zich verfchuilt. Hy zal<br />
op zyne hoede zyn, dat geene bedrieglyke ande-<br />
rendaagfehe koorts , onder de gedaante van een ge-<br />
rusten (hap, zynen lyder van het leven beroove,<br />
dat geene aderlaating in eene rotkoorts het laatfte<br />
olyfzel ltrekke , dat geen aneurysma onder zyne<br />
oogen voor een absces geopend worde. Hy zal,<br />
zo veel mogelyk , bedacht zyn om den kanker,<br />
of liever het knoestgezwel, van andere verhardin<br />
gen te onderfcheiden, op dat hy nooit den waa-<br />
ren kanker in zyne fchuilboeken terge, noch den<br />
gewaanden voor ongeneeslyk uitkryte. Heeft de<br />
Natuur hem met groote vermogens begaafd , hy<br />
zal de onfeilbaarheid naby komen: is hy een mid<br />
delbaar mensch , hy zal wat minder wonderen<br />
doen; maar niemand zal hem ook van eenig ver<br />
zuim befchuldigen, veel min zich beklaagen van<br />
eenig onheil, dat door zyn toedoen veroorzaakt is.<br />
Ondertusfchen is 'c eene noodlottige waarheid, Ne~<br />
tno mortalium omnibus horis fapit. Wie deeze waar-<br />
fchuwingen veracht, begrypt 'er de kracht niet van.<br />
Onder veele voorbeelden is ons van goederhand hec<br />
vol-
XLViu INLEIDEND VERTOOG<br />
volgende bekend, dat wy zonder haatelykheid kun»<br />
nen ophaalen, dewyl het reeds verfcheidene jaa-<br />
ren oud is. Zekere vrouw vervoegde zich, met<br />
eene reeds verzweerende hardigheid in de borst,<br />
by veele bekwaame Genees- en Heelmeesters, en<br />
ontfing met eenpaarige ftemmen het vonnis, dat<br />
de bont moest afgezet worden. Zy, hiertoe niet<br />
kunnende befluiten , verzoekt uitftel , en gaat<br />
eenigen tyd daarna by een beroemd Hoogleeraar,<br />
die het voorgemelde oordeel bevestigt; maar met<br />
by voeging, dat het reeds te laat was. De wan-<br />
hoopige vrouw fpreekt eindelyk noch eens eenen<br />
Heelmeester van bekende bekwaamheid, die, het<br />
ftuk onderzocht hebbende, zyne uiterfte verwon<br />
dering betuigt over de gemelde raadflagen, en haar<br />
eene gelukkige geneezing beloofc, binnen weinige<br />
weeken. Het bleef geenszins by de belofte; hy<br />
volbragt ze, en op de allereenvoudigfte manier ,<br />
die daarom hier niet behoeft befchreeven te wor<br />
den : 't was enkel de onderfcheiding van het kun<br />
dig oog , die in dit geval alles befliste. Deeze<br />
braave man was de Friefche Vroedmeester JAN DE<br />
HEUS, aan wien de waereld onder anderen ook een<br />
voortreflyk werkje in den fmaak van waare een<br />
voudigheid , over de Vroedkunde, verfchuldigd is.<br />
Wy fpreeken hiervan met zo veel te meer vermaak,<br />
om dat by den tweeden Druk van hetzelve, ter by-<br />
zondere aanpryzinge van het Eenvoudige, als Zegel<br />
der waarheid •, de fraaifte aanmerkingen, die ons<br />
ba-
VAN HÈT GENOOTSCHAP; xüx<br />
bekend zyn, over de nacuurlyke verlosfingen der<br />
Nageboorte 4 gevonden worden.<br />
Zulke voldoeningen , voor het menschlievend<br />
hart onbetaalbaar, zyn meteen fcherpe prikkelen<br />
om zich in de allerheilzaamfte oeffening van Kunst<br />
en kennis te verfterken. Misfchien zal onder bur-<br />
gerlyke bedry ven'niet een kunnen genoemd wor<br />
den , 't welk zo veel ftoffe oplevert om zich in<br />
weldaaden te verheugen; hoewel 'er veele zyn»<br />
die, om de eerzucht te voldoen, meer fchitceren<br />
en grooter gerucht maaken. De glorie is wel<br />
eene fchaduw van de deugd; maar de deugd ftaac<br />
zomtyds in een licht dat weinig van fchaduw ver-<br />
fchilr. De Heelkunst heeft noch veele verrichtin<br />
gen die fterk de verbeelding treffen, maar de Ge^<br />
neeskunde werkt gemeenlyk als met den invloed<br />
van een onzigtbaaren geest; en na gedaane zaakert<br />
weet niemand wat door haar is toegebragt. Zy<br />
kan haare dwaalingen beter bedekken, maar ook<br />
minder haare meesterflagen aanwyzen. Men oor<br />
deelt wisfer over het zetten van een trepaan, hec<br />
ftryken van eene ftaar, het fteenfnyden, dan over<br />
de geneezing van eene duizelhoofdigheid, van een<br />
zwak gezigt, van het graveel of een verouderden<br />
hoest. Het inbrengen van eene ontwrigte fchoii-<br />
der overtuigt meer, dan het ontbinden van eene<br />
verftopping in de klieren van het darmfcheil. Dds<br />
behaalt ook de Vroedmeester, die een geklerhd<br />
hoofd verlost, veel grooter roem dan de Genees-<br />
**** heer^
INLETDEND VERTOOG<br />
heer, die naderhand eene ontfteeking der lyfmoe-<br />
der door de 'aderlaating en gepaste middelen ge<br />
neest. Beide hebben zy nochthans een even<br />
grooten dienst gedaan; maar de een heeft den<br />
Gordiaanfchen knoop doorgehouwen, als Alexan-<br />
der met zyn zwaard ; terwyl de ander tot ver<br />
veelens toe aan den zynen getispeld heeft. De<br />
Heelmeester is een held , die komt, en ziet, en<br />
wint ; de Arts een zoete praater , daar men 't<br />
evenwel niet buiten weet te klaaren. Zal deeze<br />
lof dan een edel hart voldoen, voor V minjle dat<br />
het, gelyk toch aan jeugdige harten eigen is, van<br />
ongeduldige eerzucht ontvonkt worde? j.i, jonge<br />
ling ! dit moet u voldoen door de menigvuldige<br />
herhaaling van gelukkige onderneemingen, en door<br />
de enkele tusfchenkomst van gewigtige raadplee<br />
gingen, daar gy triomfeeren zult van de ziekte,<br />
van den dood, ja zomtyds van Medebroeders, die<br />
ouder en geleerder zyn dan gy.<br />
I I I.<br />
Wy vinden ons, eer wy 't wisten, genaderd<br />
tot onze derde Afdeeling, waarin wy beloofd heb<br />
ben te antwoorden op de bedenkingen, welke van<br />
zommigen mogten gemaakt worden op de Boer-<br />
haaviaanfche Praktiek, als of zy al te theoretisch,<br />
te weinig op waarneemingen gegrond, en wegens<br />
haare eenvoudigheid niet toereikende waare, om<br />
het wyde veld van de Kunst genoegzaam te beflaan.<br />
Men
VAN HET GENOOTSCHAP.<br />
Men verwachte van ons over dit onderwerp geen<br />
breedvoerig pleitgeding: het zal den Leezer, die<br />
de moeite neemt om na te denken wat wy tot<br />
hiertoe over de Praktiek verhandeld hebben, aan<br />
geene aanmerkingen ontbreeken om de Boerhaa-<br />
viaanfche Theorie volkomen zuiver te fchouwen,<br />
en te erkennen, dat zyne Praktiek juist zodaanig<br />
is als ze moest zyn, om op zodaanig een Theorie<br />
te fluiten. Zy maaken te zaamen, om duidelyk de<br />
waarheid te zeggen , den eerften goeden grond-<br />
flag, dien de Kunst immer heeft gehad. Heeft<br />
men naderhand hier een hoekjen afgebeiteld , en<br />
daar wederom iets aangeplakt, het is 'er ook niet<br />
in alle opzigten beter om geworden. Wy ftaan<br />
toe dat na de dagen van BOERHAAVE de Kunst<br />
merkeiyk is verrykt; maar men betwiste hem de<br />
eer niet van daartoe den weg gebaand te hebben.<br />
Moet 'er iets in zyn fystema veranderd worden;<br />
men roeme, gelyk wy boven van HIPPOKRATES<br />
hebben gefproken , zyne eenvoudigheid zelve ,<br />
die ons dat lachende aan de hand geeft. Maar<br />
is hy van zommigen by gebrek van toepasfing<br />
niet grondig begreepen; dat zy zwygen en leerenl<br />
Terwyl wy tot dit onderwerp toetreeden, zal<br />
het onzes oordeels niet ongerymd zyn, den afge<br />
broken draad van onze eerfte Afdeeling wederom<br />
op te vatten; op dat men de tweede als eene uit<br />
weiding befchouwe, waarna wy ons op nieuw tot<br />
de ftudie der Ouden, en wel na HIPPOKRATES,<br />
**** a be^
LH INLEIDEND VERTOOG<br />
begeeven. Ten dien einde zullen wy hier eene<br />
beknopte fchets geeven van de traage vorderingen<br />
en verachteringen , waarmede de Kunst zo veele<br />
eeuwen heeft geworileld , tevens acht geevende<br />
op de redenen die zulks veroorzaakt hebben. Men<br />
zal dus duidelyk zien wat de Geneeskunst van<br />
nooden had om eindelyk eens eene vaste Fyzionomie,<br />
indien deeze uitdrukking geoorlofd is, te verkrygen;<br />
als mede van wiens hand zy die ontfangen heefc,<br />
en hoe gevaarlyk het is in die geregelde trek<br />
ken eenige merkelyke verandering te maaken. Men<br />
zal na dit alles ook niet meer ontkennen dat be-<br />
fpiegelingen nuttig zyn, zo lang de eenvoudigheid<br />
in het oog gehouden wordt. Zy zyn vruchteloos<br />
zo lang het aan juiste brandpunten ontbreekt; zy<br />
worden recht fchadelyk, zo dra men floopen wil<br />
wat met verftand en oordeel is gefticht, om roe<br />
keloos op de puinhoopen te dansfen.<br />
Boven hebben wy gezien hoe de Ouden, eerst<br />
uk wydverfpreide , en voorts uit meer geregelde<br />
Waarneemingen hunne ziektekennis opmaakten, en<br />
insgelyks daaruit hunne geneeswyze vry gelukkig<br />
afleidden, 't Is echter niet vreemd dat men zich<br />
met deeze enkel ondervindelyke manier geenszins<br />
te vreden hield. Reden te willen geeven van de<br />
verfchynzelen , die men gewaar wordt, is den<br />
rriensch natuurlyk eigen. Het groot getal der on-<br />
geneeslyke ziekten gaf ook billyke aanleiding om<br />
«lies dieper te !<br />
onderzoeken, in hoope van iets<br />
meer
VAN HET GENOOTSCHAP. uil<br />
meer te verrichten, indien men eenmaal tot de<br />
kennis der oorzaaken doordringen moge.<br />
Felix-, qui rerum potuit cognofcere caufas.<br />
Hiertoe was in de eerfte plaats de Ontleed<br />
kunde noodzaakelyk; maar deeze vond in het<br />
hardnekkiglte bygeloof onverzetlyke hinderpaalen.<br />
Men moest zich dan gebrekkig behelpen met de<br />
ontleeding van dieren, gelyk DEMOKRTTÜS te<br />
Abdera reeds deed, toen hy door HIPPOKRA<br />
TES daar wierd bezocht; indien het anders waar<br />
is dat dit verhaal voor echt moet gehouden<br />
worden, 't geen veele Geleerden in twyffel trek<br />
ken. Deeze Ontleedkunde fcheen wel eenig licht<br />
te geeven; maar zy was geenszins voldoende, om<br />
dat men zelfs niet weeten kon hoe verre de over<br />
eenkomst der dieren die men ontleedde, met den<br />
inensch dien men niet ontleeden mogt, moest be-<br />
greepen worden. Ook zou de ontleeding van<br />
menlehelyke lichaamen, behalven meerdere zeker<br />
heid noopens het gezond geitel, 1<br />
aan de ziekteken<br />
nis een heel ander licht bygezet hebben, door<br />
het onderzoek der deelen, welke in deeze of gee<br />
ne ziekte, waaraan de lyder mogt overleeden<br />
zyn, 't meest waaren aangedaan geweest. Doch<br />
om zulk een onderzoek met vrucht te doen ge<br />
fchieden, moet al een grooc getal waarneemin<br />
gen vooraf gaan, op dat men de uitwerkzelen<br />
der ziekte niet in het doode lichaam voor haare<br />
**** g oor-
uv INLEIDEND V E R T O O G<br />
oorzaaken aanzie. Hoe veel te meer moest om<br />
voorgemelde redenen de ontleeding der dieren, met<br />
toepasfing op den mensch , voor de Ouden bedrieglyk<br />
zyn? Zy was inderdaad voor hun eene<br />
bron van valfche ftellingen, die, geduurig tegen<br />
de ondervinding aanloopende, alles in verwarring<br />
bragten. Wy moeten 'c nader zien.<br />
Zy hadden geen denkbeeld van den omloop<br />
des bloeds. By de ontleeding de aderen meest<br />
vervuld van bloed vindende, en de flagaderen ledig,<br />
befchouwden zy ook de aderen als de voornaamfte<br />
verbiyfplaatfen van hetzelve, zonder te<br />
begrypen dat de meerdere Hevigheid der flagaderen,<br />
zich na den dood noch eenigzins te zamen<br />
trekkende, het bloed van daar in de aderen had<br />
gedrongen. Zy wisten echter ook dac 'er bioed<br />
in de flagaderen van een leevend lichaam was.<br />
Doch dit kwam minder in aanmerking, en fcheen<br />
Hechts te dienen als een voermiddel voor de levensgeesten<br />
, tot welker dienst de flagaderen voornaamelykgefchikt<br />
fcheenen.Het bloed vloeide dan,dacht<br />
men, uit de lever, daar men ook meende dat het gemaakt<br />
wierd, naar alle deelen des lichaams; zonder<br />
dat men zich bekommerde waar het vervolgens<br />
bleef, en wat 'er van wierd. Zommigen begreepen<br />
echter noch eenige gemeenfchap tusfchen de aderen<br />
en flagaderen. ERAZISTRATUS Helde dat het<br />
bloed van de eerfte in de laatstgemelde kon overgaan,<br />
en dus oorzaak zyn van zwaare ziekten.<br />
Op
VAN HET GENOOTSCHAP. -. LT<br />
Op zulk een voet kon zelfs de opening der flag<br />
aderen, die ten minften reeds voor OUIBAZIUS<br />
is bekend geweest, zwaare omfteekingen genee<br />
zen, zonder dat men in de kennis der dierlyke<br />
huishouding een ftap nader aan de waarheid kwam.<br />
Met de klopping der fladderen was niemand<br />
verlegen; die fchreef men aan de uitzetting der<br />
geesten 10e: zo deed ten minden de Pneumati-<br />
fche fekte. Met de klapvliezen , die in de ade<br />
ren zo menigvuldig zyn, en geene andere door-<br />
ftraaling dan naar het hart toelaacen, zou men<br />
meer verlegen geweest zyn, had men de Ont<br />
leedkunst naauwkeurig genoeg geoeffcnd om daar<br />
een juist denkbeeld van te hebben.<br />
Het maakzel der poortader, van het algemeen<br />
beloop der aderen zo zeer ondcrfcheiden, was in<br />
zonderheid bekwaam om de naauwkeurigde Waar-<br />
neemers te misleiden. Deeze, uit een onnoeme-<br />
lyk getal van zamenvloeiende darmfcheiladeren<br />
voortgebragt, gaat naauwlyks in de lever, of ver<br />
deelt zich daar op nieuw in veele takken, die<br />
door de zelfflandigheid der lever zich alom ver-<br />
fpreiden, te fyn om in dien tyd nagefpoord te<br />
•worden. Niets was derhalven natuurlyker, dan<br />
dat men haaren dienst vlak in het omgekeerde<br />
begreep, en het bloed, in de lever gemaakt,<br />
door de aantrekking der milt, gelyk mede mis<br />
fchien door de af kleinzing der galle, gezuiverd,<br />
door deeze ader naar de voornaamfte ingewanden<br />
**** 4 van
LW INLEIDEND VERTOOG<br />
van den onderbuik verzond. Dit eens gefield<br />
zynde, was ook niets gereeder dan dat men het<br />
overig gedeelte des bloeds naar boven door de<br />
holle ader in het hart, en vervolgens qua data<br />
porta, deed vlieten.<br />
Een iegelyk, die thans den omloop des bloeds<br />
verflaat, begrypt zonder moeite de verwarringen,<br />
' welke uit het misverltand der Ouden moesten ontflaan,<br />
zodra zy zich onderwonden de natuurlyke<br />
verfchynzelen, zo wel in den gezonden ftaat als<br />
in het beloop der ziekten , redenkundig te ver-^<br />
klaaren. Veele verklaaringen ftrookten vry wel,<br />
en fcheenen daarom onbetwistbaar; veele andere<br />
liepen daar wederom regelrecht tegen aan, en<br />
wierpen alles om verre. Zy bevonden zich dus<br />
genoegzaam in dezelfde verlegenheid als de Starrekundigen,<br />
zo lang men het ftelzel van PTOLE-<br />
MEUS aankleefde, in het verklaaren van de beweegingen<br />
der dwaalftarren. HARVEJUS heeft<br />
de kleine waereld in zulk een helder licht gefield<br />
, als KOPERNIKUS de groote; en \ is<br />
al merkwaardig dat deeze beide zo gewigtige ontdekkingen<br />
, waarvan zo veele eeuwen zyn verfteeken<br />
geweest, in de registers der weetenfehappen<br />
naauwelyks eene enkele eeuw van eikanderen<br />
verwyderd zyn.<br />
Het waar' dan beter geweest dat men zich wederom<br />
tot de verlaatene eenvoudigheid van HIP-<br />
POKR'ATES begeeven had. JViaar dat is het men-<br />
fche-
VAN HET GENOOTSCHAP. LVH<br />
fehelyk geflacht niet eigen: de nazaaten willen,<br />
ook ten koste van hun eigen welzyn , altoos hun<br />
ne voorouders te boven gaan. Men floeg verfchil-<br />
lende wegen in, en elk hield zich onverzettelyk<br />
aan het zyne: alles ging op onderftelhng door; en<br />
dus, hoe leevendiger verbeelding hoe breeder aan<br />
hang. ERAZISTRATUS, een naneef van ARIS<br />
TOTELES , had reeds al zyn vernuft tegen HIP<br />
POKRATES werkftellig gemaakt, gelyk zyn Oom<br />
gewoon was tegen PLATO te doen: anderen<br />
deeden hetzelfde wederom tegen hem; niet om<br />
HIPPOKRATES te verdeedigen, maar om van<br />
HIPPOKRATES en ERAZISTRATUS bei Je te<br />
triomfeeren. Dus ontitond 'er een vreemd gewoel<br />
van fekten, die , als luchtverhevelingen , verfchee-<br />
nen en verdweenen. Zommige bleeven nochthans<br />
een geruimen cyd in hooge achting, tot groot nadeel<br />
van de Kunst. Van de Pneumatijche hebben wy<br />
reeds gefproken; van de Epfynthetifche is niets<br />
meer dan de naam overgebleeven ; van de Me-<br />
thodifche, die 't langst geduurd heeft, zou niet<br />
veel meer bekend zyn, zo GALENUS door zyne<br />
wederleggingen,en COELIUS AURELIANUS door<br />
zynen betoogtrant , dezelve niet vereeuwigd had-<br />
den. Men zal niet verwonderd ftaan, dat deeze<br />
laatfte, tweehonderd jaaren na GALENUS, gelyk<br />
de Geleerden meenen, de Methodifche Pekte we<br />
derom heeft opgehaald; ook niet dat p ROS PER<br />
ALPINUS omtrent het begin der zeventiende eeuw<br />
**** g dien
LVIII INLEIDEND V E R T O O G<br />
dien arbeid heeft hervat; maar 't moet vreemd<br />
fchynen dat JOHAN CONRAD AMMAN, noch in<br />
het jaar 1708 , ter verbeteringe der bedorvene Praktiek,<br />
eene nieuwe uitgaave van COELIUS AURIJ-<br />
LI ANUS heeft kunnen noodig achten.<br />
Men moet bekennen dat deeze Methodisten de<br />
eenvoudigheid zochten; maar 't was de waare niet.<br />
Zy bragten alles tot het ftrictum en laxum, en<br />
de ziekten hadden , volgens hen, geene andere<br />
oorzaak , dan dat de vezelen of te flap , of re<br />
ftyf gefpannen waren. Die wederfprak zich zeiven<br />
dikwyls in eene zelfde ziekte, daar de hevigheid<br />
der koorts te ftyve , en het zweet of de overvloedige<br />
afgang te flappe vezelen fcheen te bewyzen.<br />
Zo ftond men dan in de behandeling<br />
verlegen : en dit bewyst meteen hoe fchielyk de<br />
valfche eenvoudigheid moet vast loopen , terwyl<br />
waare en verlichte kennis met wisfe fchreeden<br />
haaren weg vervolgt.<br />
GALENUS waande de Methodisten tot zwygen<br />
gebragt te hebben , en beroemde zich dat de<br />
Kunst, door HIPPOKRATES ontworpen , door<br />
hem haar toppunt had bereikt. Hy vergeleek zich<br />
daarom, niet zeer zedig, by Keizer TRAJAAN,<br />
die de vervallene wegen van Italië had verbeterd<br />
en voltrokken. Wat had hy tot HIPPOKRATES<br />
toegevoegd? Zekerlyk wel eenige nutte waarneemingen<br />
, meest misfchien ten aanzien van den<br />
polsflag , daar HIPPOKRATES niet veel van<br />
fpreekt,
VAN HET GENOOTSCHAP. ux<br />
fpreekt, maar ook wonderlyke grollen; a's onder<br />
anderen deeze fraaie les, dat in gevalle een geneesmiddel<br />
in den vierden graad verwarmende<br />
vereischt wordt, maar niet te bekomen is, in<br />
plaats, van hetzelve twee andere moeten gezocht<br />
worden, waarvan het eene in den derden, het<br />
andere in den vyfden graad verwarmt. Rifum<br />
teneatis Amici!<br />
Het menschdom heeft zevenhonderd jaaren na<br />
GALENUS ter genade van zulk eene Kunst gedobberd,<br />
buiten tegenfpraak veel ongelukkiger<br />
dan die Romeinen, daar PLINIUS van fpreekt,<br />
in de zes eerfte eeuwen van Rome. Toen hebben<br />
de Arabieren wederom wat goeds gedaan ; doch<br />
meest, gelyk boven gemeld is, door het invoeren<br />
van zachcer buikzuiveringen; want van de Scheikunst<br />
heeft het menfchelyk gedacht , door de<br />
buitenfpoorigheden van PARACEL sus noch veel<br />
te lyden gehad , eer zy bekwaam was heilzaame<br />
vruchten voort te brengen. HELMONT , die<br />
minder buitenfpoorig was , heeft misfchien meer<br />
kwaads gedaan , doordien zyne redeneeringen<br />
noch eenig zweemzel van gezond oordeel met<br />
zich droegen. Langs deezen weg heeft de Scheikunst<br />
, zelfs in de naast voorgaande eeuw, in<br />
Duitschland ten naasten by een onbepaald gebied<br />
behouden, zo wel in het verklaaren der dierlyke<br />
huishoudinge , als in het verkiezen en bereiden<br />
der geneesmiddelen. Men haalde genoegzaam ailes<br />
uic
LX INLEIDEND VERTOOG<br />
uit het delfryk; de plantgewasfen waren in vergeetelheid<br />
geraakt : en , wil men een voorbeeld<br />
van het oordeel over dezelve ? Q u ts u c E T AN ÜS<br />
zegt dat kruiden die een roodachtig zap hebben,<br />
als hypericum, androfemon, enz. het bloed zuiveren:<br />
juist om dezelfde koleur worden zy by anderen<br />
bloedftelpende genoemd. Ook was , behalven<br />
onkunde en verkeerdheid , het bygeloof<br />
in hec einde der zestiende Eeuwe noch zo fterk,<br />
dat men de enkele aanraaking van eene Koningklyke<br />
hand onfeilbaar oordeelde ter geneezinge van<br />
kropgezwellen. Men heeft breedvoerig getwist<br />
of de Koningen van Vrankryk, of van Engeland,<br />
by uitfluiting met dat vermogen begaafd waren.<br />
ANDREAS LAURENTIÜS, onwaardig leerling<br />
van DURETÜS, dien beroemden Hippokratifchen<br />
uitlegger , heeft over dat belachlyk onderwerp<br />
een geleerd boek gefchreeven. Wac moet men<br />
denken van zulke tyden ?<br />
Verfcheidene vreemde ziekten, welke zich omtrent<br />
die tyden door Europa verfpreidden, bragten<br />
niet weinig toe om de verwarring te vermeerderen.<br />
De kinderziekte, naast afkomftig van de<br />
Arabieren, die ze ook verftandig hadden befchreeven,<br />
bekrachtigde echter eenigzins door verfcheidene<br />
verfchynzelen de gisfingen, die men in het<br />
algemeen over de natuur der ziekten had opgevat,<br />
als of alles door Chemifche werkingen , by opbruifching,<br />
affchuiming, neêrploffing, en wac dies<br />
meer
VAN HET GENOOTSCHAP. mi<br />
meer is , wierd te wege gebragt. De Amerikaanfche<br />
pokken, waartegen men de falfaparilla<br />
en het guajacum te zwak vondt, verfterkten het<br />
gezag van de kwik , en tevens alle merkuriaak<br />
begrippen. Het koliek van POITOU , te vooren<br />
reeds aan PAULUS EGINETA bekend, maar verfcheidene<br />
eeuwen, naar het fchynt , gezweegen<br />
hebbende, openbaarde zich wederom met fterken<br />
opgang omtrent 't jaar 1572 , en vermeerderde ten<br />
minsten de droevige noodzaakelykheid, om van<br />
zulke Artfen, als wy befchreeven hebben, hulp te<br />
fmeeken. Dus mede het Engelsch zweet , de<br />
Poolfche hairvlechc, en herhaalde pestziekten, die<br />
van tyd tot tyd met dubbele woede zich vertoonden.<br />
De zaaken veranderden merkelyk van gedaante,<br />
na dat HARVEJUS den omloop van het bloed<br />
ontdekt en onwederfpreekelyk beweezen had. Men<br />
redeneerde op nieuw, maar op vaster gronden,<br />
met meer klaarheid, en met grooter voordeel.<br />
Men verklaarde veele duisterheden in de dierlyke<br />
huishouding; waartoe insgelyks de nadere kennis<br />
der melk- en watervaten, in levendige dieren nagefpoord,<br />
benevens de vinding van den chylbuis,<br />
omtrent dien zelfden tyd voorgevallen, niet weinig<br />
hielp. Zommigen begreepen ook het nut<br />
van deeze ontdekking, om ten minften alle Ziekten<br />
, die met ontfteeking gepaard gingen, of daaruit<br />
gebooren waren, beter te verftaan en te behandelen.<br />
Maar anderen, niet zeer genegen tot<br />
nieu-
LStH INLEIDEND VERTOOG<br />
nieuwigheden, kleefden noch geduurig het oud<br />
vooroordeel aan; 'c welk, in veele andere op-<br />
zigten fchadelyk, allerfchadelyksc was ten aanzien<br />
Van ontfteekingen en foortgelyke ziekten, vooral<br />
van pokjes en meer andere zogenaamde kwaad<br />
aardige koortfen , die men door zweetdryvende<br />
en verhittende middelen veelal doodelyk maakte.<br />
En fchoon de beroemde SYDENHAM zich daar<br />
wel tegen had verzet, vooral noopens de kinder-<br />
pokjes, hy had zelfs in zyn Vaderland van MOR<br />
TON en de zynen niet genoegzaam kunnen triom<br />
feeren. In Nederland regeerde SYLVIUS , in<br />
Duitschland STAHL; terwyl de Franfchen en Ita-<br />
liaanen uit verlegenheid wederom naar de oude<br />
ondervindelyke manier begonden om te zien; ech<br />
ter zo, dat zy den vervaarlyken omflag van GA<br />
LENUS boven de gemaklyke eenvoudigheid van<br />
HIPPOKRATES verkoozen.<br />
Toen was het tyd dat het albefpiegelend oog<br />
van BOERHAAVE door alle nevelen drong, om<br />
de verloorene eenvoudigheid in te haaien, haar<br />
bewind te ftaaven, en haare wegen af te perken,<br />
met eene zekerheid,<br />
Quam nee Jovis ira, nee ignes,<br />
Nee poterit ferrum, nee edax abolere vetustas.<br />
Dat heeft hy gedaan in zyne Aforismen: een<br />
werk, waarvan wy gelooven dat in geene taal,<br />
van
VAN HET GENOOTSCHAP, LXIII<br />
v a n wdke Kunst of Weetenfchap men fpreeke,<br />
de weêrgaê te vinden is , in rykdom van bon<br />
dige gedachten, in juistheid van orde, kracht en<br />
klaarheid van zeggen, gemaklyke eenvoudigheid,<br />
nadrukkelyken ernst en verhevene bevalligheid;<br />
beknopt, volledig, en overvloeiende; wiskunftig<br />
van redeneertrant, en fchilderachtig, om niet te<br />
zeggen Poëetisch, in alle befchryvingen: ja Poëe-<br />
tisch, in den zin van die waare en alleen groote<br />
Dichters, die met een enkel woord den blikfem<br />
zwaaien , of het aardryk met vrede en voorlpoed<br />
zegenen, ö BOERHAAVE! hadt gy onder de<br />
Franfchen gtbloeid , wat al wierook zouden zy<br />
noch dagelyks toezwaaien aan zulk een génie<br />
créateurl _<br />
De eerfte, de eenige Theorie, die het bewind<br />
over de Kunst mag voeren, is te vinden in deeze<br />
-aforismen. Zy verklaart niet ftukswyze deeze of<br />
geene verfchynzelen , gelyk men te vooren ge-<br />
woon was te doen: neen; zy plaatst zich in dat<br />
middelpunt, waarvan wy in onze tweede Afdee-<br />
Jing hebben gefprooken, en monitert van daar<br />
dat ganlche heir van ziekten en kwaaien, in zulk<br />
eene rangfchikking, als gemaklykst valt voor een<br />
opflag van het oog, en meest overeenkomt met<br />
de aaneen fchakeling der oorzaaken , waaruit zy<br />
gebooren worden. Deeze Theorie beroept zich<br />
op geene onderftelling, maar op vaste lVIechani-<br />
fche en hydraulifche wetten, toegepast op het ge-
LXIV INLEIDEND VERTOOG<br />
ftel, niet van een levenloos werktuig , maar van<br />
een ademend en gevoelig lichaam. Zy toetst haare al<br />
gemei ne regelen aan zigtbaare en tastelyke gewaar<br />
wording , en verzekert niets ten aanzien van in<br />
wendige ziekten , dan 't geen men eveneens aan<br />
de uitwendige deelen des lichaams verneemt;<br />
mits dat het daarenboven bevestigd worde door<br />
de opening van lyken, overal waar zulke ziekten<br />
doodelyk geweest zyn. Zy verklaart met geene<br />
mindere omzigtigheid de gefteltenis van onze<br />
vochten in den gezonden Haat, en derzelver ont<br />
aarding in ziekten, uit geene gedroomde , maar<br />
beweezene en onwrikbaare gronden der Schei<br />
kunst. Zy ftelt dus elke Weetenfchap of Kunst<br />
als op haaren hoefflag , en bepaalt den invloed<br />
die aan elk beginzel moet worden toegefcbree-<br />
ven. Zo worden alle wegen ter verwarringe af*<br />
gefneeden; zo wordt de waare Eenvoudigheid be<br />
krachtigd, die hier zo heerlyk uitblinkt, dat bui<br />
ten dit voorbeeld misfchien maar twee kunnen<br />
genoemd worden, die het evenaaren: NEWTON<br />
over het licht, en BOERHAAVE zelf over het vuur.<br />
Wy voelen hier, 't kan niet ontkend worden,<br />
dat ons de verwondering over deezen grooten Man<br />
in eene foort van verrukking wegvoert, die ons,<br />
indien men hem te hoog kon pryzen , ligtelyk<br />
daartoe brengen zou. Maar de kundige en onbe-<br />
vooroor ic elde Leezer ftaê met ons ftil, en beden<br />
ke zien , eer wy te zamen verder gaan* Is het<br />
zo?
VAN HET GENOOTSCHAP. LXV<br />
zo? hebben wy iets bezyden de zuivere waarheid<br />
gezegd? iets te fterk, te zwellende uitgedrukt...?<br />
Helaas! neen ; op verre na niet genoeg : zyne<br />
glorie moest met heel andere klanken uitgeboe-<br />
zemd worden, om met zyne verdienften in even<br />
redigheid te ftaan. Wel nu dan; zo vraagen wy<br />
verder, of eenig mensch, die een gezond oordeel<br />
bezit, kan twyffelen welke maatregelen men, in<br />
de geneezing der ziekten, te wachten hebbe van<br />
Hem, die al wat 'er betrekking toe heeft, onder<br />
zocht, ontwikkeld, gewoogen en gewikt had?<br />
Buiten alle tegenfpraak de allerheilzaamfte en<br />
voorzigtigfte , die onder menfchelyk begrip kun<br />
nen vallen. En deeze zyn inderdaad de maatre<br />
gelen der Boerhaaviaanfche Praktiek : gelukkig ,<br />
zo wy ze maar wel verftaan en met oordeel wee<br />
ten te volgen. De lesfen van een groot Man ,<br />
hoe klaar en duidelyk , hebben dit gemeenlyk,<br />
dat zy wat te veel in den leezer of toehoorder<br />
onderftellen. Hy doorziet alles: hoe kan hy den<br />
ken dat wy hier of daar eene zwarte ftip in 't net<br />
vlies hebben ; hoe zal hy raaden, waar die ftip<br />
geplaatst is?<br />
't Voornaamfte, dat men tegen deeze Praktiek<br />
gewoon is in te brengen, loopt op deeze twee<br />
punten uit:<br />
Dat BOERHAAVE, gewoon meestalles uit de<br />
ontfteeking en haare gevolgen af te leiden, zyne<br />
tura antiPhlogistica te verre uitftrekt, en dikwyls<br />
***** kwaê-
LXVI INLEIDEND VERTOOG<br />
ftwaëlyk toepast op rottige , en kwaadaardige<br />
koorden, die de natuur zo bedrieglyk overvallen,<br />
dat zy, als overftelpt, geen breidel, maar veeieer<br />
geduurige prikkelen van nooden hebbe , om zich<br />
te verweeren. Gelooft men dit ernftig ?<br />
Dat BOERHAAVE, te veel gezag toefchryvende<br />
aan de overleveringen van HIPPOKRATES, den<br />
lyder zomtyds in gevaar Helt door het langwylig<br />
verwachten van eene onzekere crifis, daar men de<br />
koorts in herba zon kunnen vernietigen.<br />
Op dit laatfte zullen wy antwoorden, na vooraf<br />
op het eerfte aangemerkc te hebben , dat men<br />
flechts het oog behoeft te flaan op de zorgvul<br />
dige verdeeling der koortien by BOE.RHAAVE,<br />
om van het tegendeel overtuigd te worden. Waar<br />
toe die naauwkeurige tekenen om de febris. con-<br />
tinud- van eene ardens te onderlcheiden, zo het<br />
niet was om het onderfcheid dat hieruit in de<br />
behandeling volgde, aan te wyzen? Waar beveelt hy<br />
ook aderlatingen :en koeldranken? veelal daar een<br />
harde pols is, met hitte en dorst, enz. Vindt<br />
men zulks in die loome koortfen, welke naderhand<br />
uitvoeriger door HUXHAM befchreeven zyn?Geens<br />
zins: wie verbeeldt zich dan met eenig recht dat<br />
BOERHAAVE daar zyne cura antipHlogistica zou<br />
aanraaden ? Op de peripneumonia notha zegt hy<br />
uitdrukkelyk, noopens de aderlaating, primo juvare<br />
vifa, mox mala auget. Men zie over de behan<br />
deling van koorden in het algemeen §. 609, daar<br />
wy
VAN HET GENOOTSCHAP, LXV»<br />
wy wel gewaarfchuwd worden te zorgen , ne nimio<br />
motu disfipentur liquida ; maar ook ne ante<br />
coctionem motus torpeat nimis* Men zie, wegens<br />
den rottigen ftaat der vochten, de aantekeningen van<br />
den beroemden VAN SWIETEN, op §. 1393* al<br />
"<br />
waar van de kwaadaardiglte foort van pokjes gehandeld<br />
wordt. Toen de Heer VAN SWIETEN<br />
noch onder het oog van zynen groocen Meester<br />
de Kunst oeffende, droeg hy reeds, op deszelfs<br />
raad, altoos de tinctura croci, zeer fterk getrokken,<br />
en door hem zelf ten dien einde bereid, in<br />
zyn zak ; om daar de nood het eischte, in zodaanige<br />
omltandigheden, ftraks gereed te zyn. Men<br />
vindt in dezelfde aantekening ook eenen brief van<br />
BOERHAAVE zelf, welks laatfte gedeelte, ten<br />
aanzien van deeze zyne gevoelens, geen twyffel<br />
overlaat. Neen : BOERHAAVE heeft van alexipharmaca<br />
om geene andere reden zo weinig gefproken<br />
, dan om dat men 'er in zyne dagen te<br />
veel van fprak, te fterk by zwoer.<br />
Nu tot het tweede punt. Bedriegen wy ons<br />
niet, zo is de koorts in de inwendige Praktiek het<br />
allermoeilykst te verklaaren; 't zy dat men fpreeke<br />
van haare menigvuldige oorzaaken, 't zy dat men<br />
zo veelerleie koortfen als 'er zyn tot eenig algemeen<br />
beginzel trachte te brengen. Het zenuwgeitel,<br />
ja zomtyds de ziel zelve, fpeek hier eene<br />
rol onder, die niet wel te bepaalen, veel min te<br />
begrypen is, zo lang wy deszelfs innerlyk beftaan<br />
***** a niee
LXVIII INLEIDEND VERTOOG<br />
niet nader kennen. Hiertoe zal noch, indien het<br />
ooit gebeurt , eene ontdekking vereischt worden<br />
van oneindig grooter waarde dan die van HAU-<br />
VEJUS; en dan zal 'er wederom een BOEUHAAVE<br />
moeten komen, om in de gezonde Theorie aan<br />
te vullen 't geen haar thans ontbreekt , en tot<br />
zo verre wel altoos ontbreeken zal. Vergeefs heb<br />
ben de grootfte Ontleeders met zo veel vlyt de<br />
-harsfenen doorfnuffeld , den oorfprong der zenu<br />
wen nagefpoord, alle doorgangen gepeild, alle<br />
heuveltjes gemeeten, alle kamertjes befpied. Nie<br />
mand weet iets te zeggen van 't geen hier omgaat.<br />
Men kan u niet eens reden geeven waarom gy de<br />
voorwerpen, die omgekeerd in uwe oogen ge-<br />
fchilderd ftaan, rechtftandig ziet; noch ook waar<br />
om gy met uwe beide oogen, die elk eene ge-<br />
lyke fchildery op hun netvlies ontfangen, maar<br />
een voorwerp gewaar wordt, zo lang zy niet<br />
fcheel zien. Kortom , hier komt de verklaaring<br />
van SOK RAT ES, te weeten dat men niets weet,<br />
inzonderheid te pas. BOERHAAVE betracht ten<br />
deezen opzigte juist de les van dien goddelyken<br />
Wysgeer, en bepaalt zich omtrent alles, wat van<br />
deeze duistere beginzelen afhangt, tot de enkele<br />
ondervinding; die, zyns oordeels, alleen in den<br />
uitgeftrektften zin by HIPPOKRATES aan te tref<br />
fen is. En wie zou dat oordeel tegenfpreeken ?<br />
't Is waar, dat federd zyne dagen de Waarneemin<br />
gen noch merkelyk vermenigvuldigd zyn. Men<br />
heeft
VAN HET GENOOTSCHAP, LXIX<br />
heefc Genootfchappen ingedeld , pryzen uitgefchreeven<br />
, de gelegenheden om al wat nuttig<br />
fcheen waereldkundig te maaken aan de hand gegeeven,<br />
en alle onderlinge verftandhoudingen, fchier<br />
over gansch Europa, algemeen gemaakt. Met vrucht;<br />
met groote vrucht. Ons Vaderland in 't byzonder<br />
mag roemen op eene Sociëteit tot redding der<br />
Drenkelingen, op eene andere Sociëteit van Correspondentie<br />
, in 's Haage onder den Heer VAN<br />
DEN BOSCH, op al wat in deezen loflyk is.<br />
Maar wy vraagen zonder fchroom , zo men de<br />
zaaken in 't groot befchouwen wil, of onder alle<br />
die vorderingen wel eene enkele gevonden wordt,<br />
die HIPPOKRATES, SYDENHAJM, en BOER<br />
HAAVE logenftraft?<br />
Mogelyk zegt iemand ; immers ja ten aanzien<br />
van de crifis, daar men hedendaags veel minder van<br />
afhangt, dan in hunne dagen : en dus vinden wy<br />
ons gebragt tot het juiste punt , daar 't ganfche<br />
gefchil op draait. De zaak, wel ingezien zynde,<br />
zal hierop uitloopen dat het gebruik van den<br />
koortsbast toen wat minder in zyne uitgedrektheid<br />
bekend was, dan wy het kennen. Dit beftaat<br />
in waarheid. Men zie , om hiervan nader overtuigd<br />
te worden , hoe zorgvuldig de Heer VAN<br />
SWIETEN noch fpreekt van den koortsbast in de<br />
gangraena, en hoe veel ruimer hy eenige jaaren<br />
laater van deszelfs gebruik gewaagt in de gangraeneerende<br />
pokjes. Thans weet de minde baard-<br />
***** 3 fcheer-
t«x INLEIDEND VERTOOG<br />
fcheerder meer van deeze zaak, dan v A N SWIETEN<br />
wist toen hy over de gangraena fchreef; maar<br />
hoe fraai zou het ondertuslchen een baardfcheerder<br />
ftaan, de toenmaalige onkunde van zulk een Man<br />
te befchimpea; en te lachen, omdat in de proef<br />
nemingen, welke hy aanhaalt, de koortsbast maar<br />
tot een half drachtna, of op 't hoogst vier fcru-<br />
pelen, om de vier uuren gegeeven was ? Volgens<br />
dat oordeel zou HANNIBAL onze verachting ver<br />
dienen, om dat hy volgens PLUTAUCHUS de<br />
Alpen zo wac gebrekkig met azyn deed barften,<br />
die immers veel gereeder zouden gefprongen zyn<br />
door een gepast mengzel van zeer bekende zaa-<br />
ken, falpeter, zwavel, en houtkool.<br />
Maar zyn ook de vermogens van den bast, om<br />
de koortfen zonder afwachting van crifis te over<br />
winnen , wel zo grooc als men voorgeeft ? Het<br />
zy ons geoorlofd vrymoedig ons gevoelen voor<br />
te draagen, Wy gelooven , op tamelyke onder<br />
vinding, dat het vry wel gelukt- in koortfen van<br />
het afloopende foort, die , by verdubbeling ge-<br />
duurig geworden zynde , onder de gedaante van<br />
eene continua remittent haaren lóöp vervolgen.<br />
Nochthans met deeze uitzondering, dat 'er geene<br />
omftandigheid zy die naar een beginzel van ont<br />
fteeking zweemt, gelyk maar al te dikwyls in<br />
zogenaamde Semitertiaanen plaats vindt : maar<br />
voornaamlyk dan, wanneer men eenig verval van<br />
krachten heeft te vreezen. En al zyn ook in zulk<br />
een
VAN HET GENOOTSCHAP, LXXI<br />
een geval de eerfte wegen, niet genoeg gezuiverd,<br />
al is de rong vry zwart , zulks behoort ons niet<br />
af te fchrikken. dewyl men naderhand gelegenheid<br />
zal vinden om dat gebrek te vervullen. Wy hebben<br />
zelfs, na eene dus afgefneedene koörts, de<br />
fprouw zien komen zonder eenig kwaad gevolg:<br />
Zie daar het weinige,, dat wy,- als dwergjes op de<br />
fchouderen van onzen reus " geplaatst', verder<br />
meenen te zien dan hy : men herdenke hier aan<br />
HAN N IB AL !<br />
Want in geduurige koortfendie met-vèrfbhefdene<br />
foorten van uitflag , niet kritiek ',^gepaard<br />
gaan , gelooven wy dat de bast gemeënty ;<br />
k r<br />
-6'nvermogende<br />
is, en dikwyls wegens de 'groote giften,<br />
die hy vereischt, den lyder zal :<br />
benaauweri.<br />
Zy, die allerhoogst deszelfs-gebruik tegen dè rdttigfte<br />
pokjes, met bedreiging van gangraeneus bederf,<br />
aanptyzen , waarfchuwen ons echter tegen<br />
die omftandigheden, daar'de borst bezet is. Wy<br />
moeten niet ontveinzen dat zommige beroemde<br />
Geneesheeren, als onder anderen de Heer DE<br />
HA EN te Weenen , dëszeifs; gebruik ook in de<br />
kwaadaardigde Petechiaaten hoog hebben- opgevyzeld.<br />
Maar wat.zal men zeggen van hooffche<br />
Geneesheeren ? Zy blyven 'zelden zo eenvoudig<br />
als de beminlyke.VAN SWI-EÏEN. Ten minden<br />
meenen wy dit, indien het -aangenomen worde ,<br />
veilig ter mogen verklaaren voor iets byzonders ,<br />
't welk niisi'chien in deeze ,of geene - epidemie<br />
***** 4 heeft
txxii INLEIDEND VERTOOG<br />
heeft plaats gehad, en wederom zal plaats hebben;<br />
gelyk 'er Komeeten geweest zyn, en wel eens<br />
Komeeten zullen wederkomen. PETRUS SALIUS<br />
DIVERSUS getuigt van afloopende pesckoortfen:<br />
misfchien zyn de Weener Petechiaaten ten naasten<br />
by van dat foort geweest, en dan kon de<br />
zaak door onze zo even voorgeftelde gedachten<br />
opgehelderd worden. •<br />
Zekerlyk is 'er geen middel , dat zyn gebied<br />
over het ganfche wyde veld der Geneeskunde zo<br />
verre uitftrekt als de Koortsbast. In afloopende<br />
en daaruit geboorene geduurige koortfen, periodifchepynen,<br />
ftuipen, verftervingen , teering, waterzucht,<br />
verlammingen: in, of na welke ziekten<br />
komt hy niet te pas? wat middel kan maar eenigzins<br />
zyne plaats bekleeden? hoe zelden ontbreekt<br />
hem iets om de gegeevene aanwyzing geheel te vervullen<br />
? Dit laatfle is in een ander Deel onzer<br />
Verhandelingen uitvoeriger, en eenigzins van een<br />
anderen kant, voorgedraagen. Maar is 't niet waar,<br />
dat, in 't algemeen gefproken, meest alle hulp, die<br />
de koortsbast van nooden heeft, zich bepaalt of tot<br />
een greintje opium , wat ftaalvylzel, contrajerva,<br />
eenige greinen jcilla, of tot een half drachma rhabarber,<br />
[al polychrest enz.? De halve uitgeftrektheid<br />
van dat gebied was -in de dagen van BOER<br />
HAAVE flechts bekend; maar wy meenenklaar genoeg<br />
getoond te hebben dat in die dagen.de weg<br />
gebaand is, dien wy thans zo vrolyk en gerust betree»
VAN HET GENOOTSCHAP, LXXIII<br />
treeden. Wy verbeelden ons meteen, de eenvoudigheid<br />
van het Boerhaaviaanfche Systema, indien<br />
men 't zo noemen wil, niet alleen duidelyk<br />
aangeweezen, maar ook van alle berisping vry gepleit<br />
te hebben. Ook dit, dat de Theorie van<br />
BOERHAAVE de beste blyven zal, zo lang het<br />
menfchelyk geflacht niet wordt gezegend met<br />
nieuwe ontdekkingen, welke men by die van<br />
HARVEJUS of PECQUET zal kunnen vergelyken<br />
; en dat , zo lang 'er geen nieuw middel<br />
gevonden wordt, dat wederom in een ander opzigt<br />
de voortreflykheid van den koortsbast evenaart,<br />
zyne Praktiek wel zo lang de heilzaamfte, de verftandigfte<br />
en veiligfte zal blyven; met gebreken,<br />
die geene andere ergernis baaren dan drukfeilen in<br />
den Bybel.<br />
Hier zouden wy fchier meenen onze taak afgedaan<br />
te hebben, zo niet eene enkele aanmerking ,<br />
ter aanbeveelinge der Eenvoudigheid, noch gewigtig<br />
genoeg fcheen om dezelve hier te laaten volgen.<br />
Zy beftaat hierin , dat eene eenvoudige<br />
denk- en handelwyze even bekwaam is om ons te<br />
beveiligen tegen den opgang van verdichtzelen, of<br />
roekeloos beftemde ondervindingen, als om ons te<br />
fterken in de loflyke aankleeving aan waarheden,<br />
die den tyd verduuren. Sints vyfentwintig of dertig<br />
jaaren, dat verfcheidene leden van dit Genootfchap<br />
de Praktiek hebben geoeffend, erinneren zy<br />
zich veelerleie geneesmiddelen en kunsrgreepen,<br />
***** - die
LXXIV INLEIDEND VERTOOG<br />
die in de Genees- en Heelkunst van tyd tot tyd<br />
zyn ingevoerd, wydluchtig aangepreezen, en niet<br />
lang daarna wederom afgefchaft. Wy zullen 'er<br />
geene lyst van opmaaken; vooreerst om dat wy den<br />
Leezèr niet gaarne zouden verveelen, doch voor-<br />
naamelyk om dat wy niemand, hoe genaamd, wil<br />
len kwetfen. 't- Zy genoeg dac Wy de Ckuta<br />
noemen; een middel, 't welk voor eenige jaaren<br />
zo veel geruchts maakte , en nu byna vergeeten<br />
wordt. Dit kruid, wiens nuttigheid in het Uit<br />
wendig gebruik van ouds bekend was , is reeds<br />
omtrent 't jaar 1600, door RENEAÜLME, inwen<br />
dig tegen zommige verhardingen der ingewanden<br />
gebruikt geweest, en in onze dagen door den<br />
Heer STORCK tegen den kanker aangepreezen.<br />
Deeze ophef was zo groot, dac het by geen kan<br />
ker bleef; men gaf welhaast voor, fchier alle ffee-<br />
pende ziekten , het Venus-fmet niet. uitgezonderd,<br />
met de ckuta te kunnen geneezen; ja 't icheelde<br />
weinig dat men de-waereld met geene volkomene<br />
panacea geluk wenschte. .Wat is 'er van gewor<br />
den? eene chimaera in vacuo bombillans, zou RA-<br />
BEL AIS zeggen. En langs welken weg is men zo<br />
ichielyk van die dooling te rugge gekomen ? Hoe<br />
anders dan' door de eenvoudige defikwyze , die<br />
fints den leefcyd van BOERHAAVE ZO aigeraeen<br />
is doorgedrongen? Voordeezen was men gewoon,<br />
de middelen, waarvan men iets goeds verwachtte,<br />
met groocen omflag van byvoegzelen te temperen ,<br />
aan
VAN HET GENOOTSCHAP, LXXV<br />
ttante zetten, te verzachten, te bereiden, zo men-<br />
'c noemde. Nu zet men voet by 't ftuk , men<br />
laat de eenvoudige ondervinding getuigen ; en<br />
de zaak is , om zo te fpreeken, op 't oogen-<br />
blik beflist.<br />
Hoewel het inwendig gebruik van den meer-<br />
gemelden bast volftrekt onfchadelyk is, 't welk<br />
men van de ckuta zo niet kan zeggen; echter<br />
moest hy, om in zyne kracht bekend te worden,<br />
veel meer zwaarigheden overwinnen, dan de ch<br />
cuta , had ze maar half zo veel gedaan als men<br />
wenschte , zoude ontmoet hebben. De eenige<br />
reden was, dat men, den bast in geene genoeg-<br />
zaame hoeveelheid durvende gebruiken, de gebre<br />
ken welke hy niet genas , in hunnen verderen<br />
aanwas op zyne rekening ftelde. Men had zo<br />
dra de giften niet vergroot, of alle die vooroor-<br />
deelen waren in rook verdweenen. Voorts ont<br />
dekte men ook, dat hy, als het uitgedrukte Zegel<br />
der waarheid, op weinige uitzonderingen na, zon<br />
der hulp van buiten, zonder bereiding of by voeg<br />
sel, alleen, onvermengd, en ongerept de grootlle<br />
dienden deed.<br />
In waarheid, men verfchoone deeze korte uit<br />
weiding , geen middel kan eenvoudiger zyn; geen<br />
middel verliest meer door de minde Kunscberei-<br />
ding De bast behoeft alleen gedooten te wor<br />
den, om zyne uiterde werking te verrichten. Slaan<br />
wy het oog op de weinige/i>^,. die buiten
LXXVI INLEIDEND VERTOOG<br />
hem bekend zyn ; het heulzap zelfs wordt door<br />
den Eenvoudigen SYDENHAM geoordeeld noch al<br />
door aromatifche geuren te kunnen verbeterd<br />
worden , 'en zyn laudanum liquidum is nu ten<br />
minften reeds eene eeuw uit dien hoofde in ach<br />
ting gebleeven. Naast opium, zomtyds boven het<br />
zelve, houden wy, onverminderd de achting van<br />
muskus en duivelsdrek , onder de antihyfterica<br />
voor 't beste, het oleum animale Dippelii. Maar<br />
dat is een kunstgewrocht van langen en lastigen<br />
arbeid. Zo is mede de geest van zeezout, die byna<br />
onfeilbaar den waterkanker geneest, op zichzelven<br />
geen voortbrengzel van de natuur. Het kwikzilver,<br />
dat misfchien de grootfte wonderen doet, moet ech<br />
ter verfcheidene veranderingen, eer men 'er zich op<br />
verlaat, ondergaan, en vereischt dan in het gebruik de<br />
uiterfte omzigtigheid, om niet op het onvoorzienst<br />
veel erger dan de kwaal te worden. De zwa<br />
vel, wel een zeer eenvoudig middel, en dat ook<br />
onder de fpecifica mag genoemd worden, is ech<br />
ter zwak, en moet noch al vooraf in het helm<br />
glas opklimmen. Het raauwe fpiesglas , op dat<br />
wy dit noch by deeze optelling voegen, geneest,<br />
indien de maag het kan verdraagen, zommige ge*<br />
breken van den huid: maar al het overige, dat<br />
men van het fpiesglas geniet, moet door de be<br />
reiding verkreegen worden. En 't waar' misfchien<br />
te wenfchen, zo men Hechts den tartarus eme-<br />
iicus met het kermes minerale uitzondert , dat<br />
des-
VAN HET GENOOTSCHAP, LXXVII<br />
deszelfs overige bereidzelen cane pejus et angue<br />
gefchuwd wierden ; wat men voor het inwendige<br />
ook zegge van het vitrum antimonii ceratum, en<br />
voor het uitwendige van het butyrum antimonii;<br />
't welk ten minften, indien het al waar is dat men<br />
dusdaanige dingen noodig heeft, zich door den<br />
lapis infernalis ruim genoeg laat opweegen.<br />
Om nu noch iets te zeggen van de meerdere<br />
Eenvoudigheid dan voormaals,in Genees- en Heel<br />
kundige maatregelen , behoeven wy de Venus<br />
ziekte Hechts aan te roeren. Hoe yslyk was men<br />
weleer gewoon veele lyders tot ftikkens toe te<br />
martelen, door eene wreede kwylkuur, die met<br />
de dagelykfche ontlasting van veele Hinkende<br />
plasfen het vergif fcheen uit te dryven \ juist als of<br />
die ftank , een louter voortbrengzel van het ge<br />
neesmiddel , bovenal de kwaadaardigheid der ziekte<br />
bewees. Thans overwint men dien fmet zo gemak-<br />
lyk , zo veilig, en meest overal zo zeker , dat<br />
daaruit het gevoelen fchynt gebooren te zyn, als<br />
of de ziekte in haar eigen beflaan veel zachter en<br />
goedaardiger geworden waare.<br />
Toen de Inenting der kinderziekte in ons Va<br />
derland begon veld te winnen, kwamen 'er En-<br />
gelfche Kwakzalvers over, die ons wie weet wat<br />
al voorbereidingen opdrongen: niet alleen aderlaa<br />
tingen en purgatien, maar zelfs kwikmiddelen tot<br />
op den rand der kwylinge toe. Men heeft hun,<br />
wy bekennen het , uic eene onwederftaanbaare<br />
ligt-
LXXVIII INLEIDEND VERTOOG<br />
ligtgeloovigheid, die onze landaard gewoon i 3<br />
voor vreemdelingen te koesteren, te veel gehoor<br />
gegeeven ; maar de eenvoudige maatregelen, die<br />
men echter noch in die gevaarlyke dooling niet<br />
vergac, bragten welhaast de verbysterde verftanden<br />
te recht. Nu laat men niets voorafgaan, zo het<br />
lichaam gezond is ; maakt men wegens den on<br />
gezonden ftaat te veel zwaarigheid, want kleinig<br />
heden komen ook in deezen niet meer in aanmer<br />
king , men verkiest liever een anderen tyd te<br />
verbeiden.<br />
Welk eene verfchrikkelyke ziekte is de Scheur<br />
buik, en onder kinderen èeRhachitis ofEngelfche<br />
ziekte, noch zelfs in de oogen van onzen grooten<br />
Meester. Wat ziekte wordt thans eenvoudiger<br />
geneezen dan deeze, door lepelbladen, zuuring,<br />
rype vruchten, en, zo de vochten te veel verdund<br />
zyn, door mineraale zuuren ? Wy zoeken voor een<br />
groot deel de oorzaak van dat ónderfcheid hierin,<br />
dat voorheen bykans alle kwaadfappigheid hier<br />
te lande voor fcheurbuik wierd gehouden, fchoon<br />
ze dikwyls alleenlyk uit langduurige koortfen ,<br />
met eene vervuilde maag en ligt verdopte inge<br />
wanden , oorfprongklyk was. Na dat men veelerleie<br />
verbasteringen van dien aard door den koortsbast<br />
heeft leeren geneezen , is 'er naauwlyks eenige<br />
fcheurbuik, die niet wykt voor de bovengemelde<br />
middelen; noch Engelfche ziekte, die zich onder<br />
een goed bellier, tegen den bast, gepaard met<br />
eeni-
VAN HET GENOOTSCHAP, LXXIX<br />
eenige yzerdeelen of eenig Tacheniaansch zout,<br />
hardnekkig draagt. EUGALENÜS heeft een in<br />
den tyd voortreffelyk Traktaat gefchreeven, 't geen<br />
nu niet of naauwlyks leezenswaardig is, dan om<br />
ons in deeze gevoelens te bevestigen.<br />
Is 'er hoop, dac wy langs de voorgeftelde we<br />
gen eenmaal zullen opklimmen tot de geneezing<br />
van zo veele kwaaien als uit Podagra , jicht ,<br />
fcrofuleuze en kankerachtige vochten ontftaan ? dat<br />
wy den fteen zullen verdeelen, of, noch wat wis-<br />
fer dan door kalkwater, deszelfs beginzelen in de<br />
nieren wederllaan? dat wy de vallende ziekte in<br />
haaren zetel met voordeel zullen aancasten , van<br />
de teering en andere erfgebreken triomfeeren, en<br />
de zwaarlle Epidemifche ziekten ten minden eeni-<br />
germaate beteugelen ? Waarom geene hoop ge<br />
koesterd ? Mogt het verhandelde , benevens de<br />
verklaaringen van onze lofwaardige Schryvers op<br />
de goddelyke Spreuk van dien grooten BOER<br />
HAAVE, iets toebrengen om den yver van alle<br />
kundigen , die verre boven onze onderrichting<br />
zyn, evenwel op te wekken en te fcherpen!<br />
Wy kunnen naauwlyks eindigen: zo rykis de ftof.;<br />
Verfcheidene groote Wysgeeren, onder anderen de<br />
Hoogleeraar MUSSCHUNBROEK , hebben ge<br />
klaagd dac de onderzoekers der Natuure gemeenlyk<br />
een al te wyd veld verkiezen, waardoor het hun<br />
aan gelegenheid en tyd, ook wel aan vermogens,<br />
ontbrak om hunne waarneemingen met de vereischte
LXXX INLEIDEND VERTOOG.<br />
te naauwkeurigheid te volbrengen. MONTAGNE<br />
heeft reeds in zynen tyd gezegd dat veelen, die<br />
maar het een of ander beekje wat nader kenden<br />
dan hunne vrienden , ftraks de ganfche landouw<br />
wilden befchryven. De Weetenfchappen zullen<br />
zich dus wel wac ryker voordoen; maar met eene<br />
opgeblaazene zwelling, die in kundige oogen eerst<br />
lastig, en eerlang belachlyk wordt. Beter was<br />
het, fchoon men de gelegenheid, als ze zich aanbiedt<br />
, nimmer moet afwyzen , dat voor het overige<br />
, volgens den raad der ftraks gemelde Wysgeeren,<br />
een iegelyk zich cot eenig byzonder ftuk bepaalde,<br />
dac besc onder zyn bereik viel of mee zynen<br />
lmaak overeenkwam; om hetzelve oorfprongklyk,<br />
uicvoerig, naauwkeurig , eenvoudig en opregc ce<br />
onderzoeken, en zyne eerzuchc hiermede voldaan<br />
te houden, al gelukte 't hem flechts de kroon van<br />
onze heilzaamfte en verwonderenswaardigfte aller<br />
menfehelyke kunften met een enkel juweeltje te<br />
verryken. Zo, gelyk PRINGLE gedaan heeft<br />
over de verrotting ; SCHLOSSEI: , die braave<br />
SCHLOSSER, over het natuurlyk piszout; sTIN<br />
STRA over den roodenloop Maar ach! de<br />
bittere droefheid over hec verfcheiden van twee<br />
zo waardige Geneesheeren, in den bloei hunner<br />
jaaren weggerukt, hec onherftelbaar verlies van<br />
twee weleer zo dierbaare vrienden, ftremt hier den<br />
loop van onze gedachten.... Hec zy genoeg!<br />
ANT-
ANTWOORD<br />
OP DE<br />
V R A A G ,<br />
VOORGESTELD DOOR HET<br />
GENEESKUNDIG GENOOTSCHAP,<br />
ONDER DE ZINSPREUK<br />
SER VA ND IS Cl VI BUS:<br />
Over de Spreuk van den Grooten Boerhaave,<br />
SIMPLEX VERI SIGILLUM.<br />
DOOR.<br />
C a T M M W JE n<br />
MIedicinae Doctor, Praelector in de Vroedkonst, en<br />
Stads Froedmeester te Leiden.<br />
onder de zinfpreuk:<br />
NON riGF.BIT ME SICUBI HAESITO QUAERER.E,<br />
NEC PUDEBIT SICUBI ER.lt O Dl S CE RE.<br />
Aan den Schryver van har, welke de Gouden<br />
Gedenkpenning is toegeweezen.
De groote BOERHAAVE heefc door zyn ukmuntenden<br />
yver, groote geleerdheid, byzondere<br />
kennis in de taaien, verheven denkvvyze , gezond<br />
verftand, voornaamlyk door't naauwkeurig onderzoeken<br />
der oudePhilofophifche, Genees- en Heelkundige<br />
fchriften, een onbegrypelyke verbetering<br />
aan de Genees- en Heelkunde te weeg gebragt.<br />
BOERHAAVE heeft de Hippocratifche Genees,<br />
kunde zodanig hervormd, op onverzettelyke fundamenten<br />
zo gevestigd en ter tinne toe opgehaald,<br />
dat ze nimmer voor waggelen, ik laat ftaan voor<br />
inftorten, behoeft bevreesd te zyn. BOERHAAVE<br />
begon de Geneeskunde te oefenen, doch zoo, dat<br />
het begin geenzins GALENUS fchatten beloofde.<br />
— Zyn drempel wierd door geen drang van<br />
raadvraageren in 't begin warm gecreeden; doch<br />
hy zogc niet door een ydele pragtige vertooning<br />
van onnodig rosfen en ryden den kwakzalver te<br />
fpeelen, en door kruipende laagheden zieken op te<br />
zoeken. Neen, BOERHAAVE'S ziel was te groot,<br />
hy kende de waardy van den vlugtigen tyd te wel<br />
om dien zo onnut niet te verfpillen en dood te<br />
flaan. Hy bezogt zyn zieken, tekende naauwkeurig<br />
alles aan, wat hy zag, gewaar wierd , en ondervond<br />
by zyn lyders ; waarna hy zich in zyn<br />
kamer verftak, en zich begraafde onder zyn boeken<br />
, om de verfchynfelen, welke hy by de zieken<br />
ondervonden hadt, te vergelyken by die van<br />
IX. DEEL. A a de
4jp=" C. TERNE O V E R D E<br />
de oude Geneeskundigen. VULCAANS oven Kook<br />
te hy önóphoudelyk, en aüe'decièn der Genees<br />
kunde mërgelde hy met een onbegrypelyken yver<br />
uit. Door deezen arbeidzaamen, moeijelyken en<br />
zoó zeldzaam nagevolgden Weg wierd BOERHAA<br />
VE de grootile Geneeskundige van de Waereld,<br />
met welken Koningen en Vortlen -niet fchaamden<br />
raad tc pleegen. B'ÜI:RHAAVI! heeft veel gedaan<br />
en langs eenvoudige en verirandige wegen hec<br />
waare" der Genees- én Heelkunde zoeken te be<br />
werken, en öok bewerkt.-<br />
Non' finitüs est BOERHA AVIUS noster :-neque<br />
v.nquam jinictur. BOERHAAVE leeft door zyne<br />
fchriften in de gedagtenis van alle Genees- en Heel<br />
kundigen. BOERHAAVE leeft door hec herltellen<br />
en verbeeteren der Geneeskunde tot heil van hec<br />
menfchelyk geflagt noch in de geheele Waereld,<br />
en wy verwonderen ons.<br />
Vivet in aternum BOERH AAVI nobile nomen,<br />
Qui fuit orbis honos, orbis & urbis amor,<br />
Ddicice Piicebi; verte virtutis, imago:<br />
Major emque virum Jecitla nuüa dabunt (a).<br />
Hec eeuwig marmer , ter eere en gedagcenis<br />
van onzen grooten BOCIIHAAVE in dePieters-Kerk<br />
te Leiden geftigt, dat zoo dikmaals hec oog crekc<br />
vin<br />
(
SPREUK VAN BOERHAAVE. 5»<br />
van de ruivende reizigers, bewyst meer, dan ooit een<br />
pen kan befehryven, tot lof en grootheid van onzen<br />
growcn,,,:)i^f e<br />
want zo<br />
r:<br />
Él^ ° veel ik<br />
' We£t<br />
' ' S<br />
lS|S:'Vl3iS AVli de E E N I<br />
8 ! L E Geneeskun-<br />
• ^illl'ï'ifël zyn dood een <strong>monumentum</strong><br />
^ Ut ze Republiek.<br />
. r- • 1. 1 A,.T<br />
\ L 4 .'.'«siAAVK ieeit in ae naucu u - i<br />
% l ogunftigers onuitwischbaar? zulks<br />
blykt I -hangen lauwer* van het nuttig<br />
: l<br />
hap AVJW» ü:
6 C. T E R N E O V E R D E<br />
ken. In de eerfte afdeeling zal ik my tot de Ge<br />
neeskunde , in de tweede afdeeling tot de Heel<br />
kunde en eindelyk in de derde afdeeling tot de<br />
Vroed- of Verloskunde bepaalen.<br />
E E R S T E A F D E E L I N G .<br />
De zinfpreuk van onzen grooten BOERHAAVE,<br />
fimplex veri figillum, betreklyk op de<br />
Geneeskunde gemaakt.<br />
H oe naauwkeuriger kennis een Geneesmeester<br />
van de ontleedkunde, natuurlyke huishouding en<br />
werkingen der gezonde deelen heeft, hoe zeker<br />
der hy haare afwykingen zal kunnen bepaalen en<br />
de waaFe bronnen en oorzaaken zal kunnen ont<br />
dekken van de ziektens ; hoe ervarener nu een.<br />
Geneesmeester is in de Pathologie of ziektekun<br />
de , hoe meerder hy zal bevinden dat het funda<br />
ment der geheele geneeskunde in de natuur van<br />
den mensch zelve gelegen is. Suis natura vi-<br />
ribus fola , fine Mcdico, plerorumque tuetur fani-<br />
tatem, morbis medetur. Hac deficiënte aut repug-<br />
nante irrita artis molimina Q). Die natuur te<br />
bellieren en te leiden is de pligt van een natio<br />
naal Medicus; en die beftiering kan men geen<br />
zins door veel geneesmiddelen, maar wel door een<br />
goe-<br />
(3) GAUHIUS lnflit. Pat hol. $. 18. CELSÜS Lib. III.
SPREUK VAN BOERHAAVE. ?<br />
goede indicatie, naar den aart en natuur der afwy-<br />
kingen ingerigt , verkrygen; unde, fi vel cognitum<br />
naturts [olim ad morbi propulfionem fufficiens ro*<br />
bur, vel abfoluta mali immedicabilitas, vel pravt-<br />
fumex morbi curatione pejus nasciturum malum,<br />
vel dubia hactenus morbi indoles&c. absquemora<br />
periculo, agendum nihil dictant; probum est 4<br />
prafcriptione abftinere: ne vel noceatur agro,vel<br />
is fine necesfitate emungatur. Medici plus inter*<br />
dum quiete, quam movendo & agendo proficiunt.<br />
LIVIUS (c> Zoo lang door een goed regimen en<br />
leefregel een Medicus zyn oogmerk bereiken kan,<br />
zyn de geneesmiddelen uit de Apotheek onnodig<br />
ja fchadelyk.<br />
Daar waren reeds goede Artfen, eer 'er Doc<br />
tores gemaakt wierden. Summa medicina est non<br />
uti medicamentis,zegt c u L s U S. Zoo de natuur niet<br />
genoegzaam in ftaat is om de verlooren gezond<br />
heid te herftellen, of te hevig werkt, zoo dat een<br />
Medicus bevreesd is, dat het lichaam des lyders 'er<br />
onder zoude bezwyken of 'er nadeel door lyden, en<br />
de leefregel en 't goed bcftier daartoe niet genoeg*<br />
zaam fchynt te zyn, komen de geneesmiddelen te<br />
pas. De minst zamengeftelde geneesmiddelen zyn<br />
meest altoos voldoende, verdienen met regt de<br />
voorkeur, en zyn ver boven de compoftta operofa<br />
te verkiezep. Simplicitati quam maxime in pra-<br />
(A GAUBIUS de Meth. Cóncinn. Form. §. XIII.<br />
A 4<br />
fcri-
f . C. T E R N E o v ic u c E<br />
fcribendis remedürfntdeat .Medicus, zegt de groote<br />
ziektekenner G A U B i LTS , «en gjoégn out nu-<br />
mr-um , comifam brcvitatem, pompmn,<br />
fed ejjicaciam,afeclet. En hy vervolgt:'hethapra-<br />
parans, fimplicia compojitis., .prafiraatur , $<br />
««MfOtt p&ftu a». Praparatio -atque com-<br />
pofitio , pratterquam quod ex je aliquando mali<br />
'plus, ^Uiirn boni+..a0erant, infupér a pharmaco-<br />
pveh:jïtfe\ ac déxtcritate , nowiunquam minime<br />
(audandis, dependent. Simplicium contra genitrix<br />
est natura, bona fcmpér, fibiqus cpnflans Qd).<br />
Hoe menigmaalen , helaas !. word tegen deeze<br />
zoo heilige nuttige en noodzaakelyke eenvoudigheid<br />
gezondigd , zoo van Genees- als Heelkundigen !<br />
•De'zinfpreuk , welke op BOERHAA VE'S Graf<br />
tombe ftaat, Simplex Hert figittum , is hen niet<br />
Onbekend, ja rolEhen daaglyks uit den mond; maar<br />
tlezelve tot heil van de zieken in de uitoefening<br />
te- brengen en te betragten is by veelen in onbruik<br />
gebleeven. Het gaat met veele Genees- en Heel<br />
kundige - oefenaare'n , als met fomrrige ftrenge<br />
zedenmeesteren ;• zy nellen de fchoonfte zeden-<br />
lesfen voor, en fchetfen .de deugd met haare be-<br />
koorlykheden op het voortreffelykite-af, maar too-<br />
nen door flegte zeden en ondeugend gedrag, dat<br />
zy noch de waardy van zeden , noch van deugd<br />
kennen. Onze groote BOERHAAVE, het jam<br />
00 De meth. cohcinri. Form. %. 31. §j 33.<br />
mert
SPREUK VAN BOERHAAVE. 9<br />
mert my, dat ik het zeggen moet, die in zoo veele<br />
gevallen, in zyn uitmuntende lchriften, het nuttige<br />
van het eenvoudige : aangetoond heeft , en zelf<br />
deeze zinfpreuk op de eenvoudige geneesmiddelen<br />
toepast, is me'rgeen mogelykheid vry te pleiten, van<br />
dezelve hier en daar niet in agt genoomen te heb<br />
ben. Getuigen vindmien in zyne •'materia medica,<br />
alwaar men' ladders '-tón voorfchrifren vind , van<br />
twintig, dertig en meerder fporten; en zoo men<br />
eik medicament, waar uit zommige compojita za-<br />
mengefteld worden , voor een byzonder genees-<br />
middel neemt,- dat het waarlyk'is, dan vindt men<br />
voorfchr ;iften,wnar honderdmiddelen in de hoeveel<br />
heid van zes oneen vogt door BOERHAAVE zyn<br />
voorgefchreeven in zyn materia medica, p'ag.<br />
49. erz. — Nog een monfter heeft BOERHAA<br />
VE in de Geneeskunde gedoogd , het welk hy ,<br />
die het vertrouwen hadt, en wiens woorden<br />
orakelen waaren , gemaklyk hadt- kunnen fmoo-<br />
ren , naamlyk het piskyken zonder zelfs de zie<br />
ken te zien: een gedrogt , 'dat thans door oneg-<br />
te zoonen van Esculaap nog gekoesterd en<br />
ïucrï cauja fchande'lyk aangekweekt wordt, waar<br />
door de menfehen fchar.delyk bedroogen en<br />
met medicamenten gevuld worden, die met den<br />
aart en natuur der ziekten fomtyds gantsch ftry-<br />
dig zyn , waardoor den armen zieken verkeerde<br />
medicynen worden toegediend, en de middelen uit<br />
Stads-Apotheeken , ten kosten van de goede inge-<br />
A 5
i,o C. T E R N E o v E R D B<br />
zetenen, onnut verfpild worden: want het is by<br />
alle kundige Geneesrncesteren een bekende waarheid,<br />
dat het bloote water te bezien,.zonder eenig berigt<br />
van de ziekte te krygen, niets zekers aan .de band<br />
geeft, om 'er met grond een voorfchrift op voor<br />
te fchryven; en hoe zulks gedaan- kan worden met<br />
nut voor de zieken , als eens twintig, dertig of meer<br />
der lyders hun water zenden , beken ik niet te<br />
weeten; te meer, als een buurvrouw met vyf- of<br />
zesderlei water by een Stads-Doctor komt, waar<br />
voor zy van elk arm mensch een dubbeltje krygt,<br />
en dus een broodwinning maakt, en hoe meerder<br />
water zy mede- kan krygen hoe voordeeliger dus;<br />
hoe ligt vergeet zo een vrouw, aan wien de pis<br />
behoort, en toont hec verkeerde waterbaan den<br />
Doctor! en hoe kan zo een Medicus met een goed<br />
geweeten een hulpmiddel voorfcbryven zonder<br />
Stads-geld onnut te verkwisten,en den ongelukkigen<br />
lyderen verkeerde geneesmiddelen voor te fchryven ?<br />
Wenfchelyk ware het, dac de Regeerders der Ste<br />
den zulk een manier van practiièeren verbooden,<br />
althans voor die geenen, welken ten kosten der<br />
Steden Geneesmeesteren en hulpmiddelen wier<br />
den toegediend; dan zouden veele regtgeaarde Ge<br />
neesheeren zich verheugen, de zieken kunnen kry<br />
gen dat hun dienftig was, enStads-geld niet onnoo-<br />
dig uitgegeven worden.<br />
Laaten wy nu eens fommige compofita vooraf<br />
onderzoeken, welke men in de Apotheeken be<br />
waart ,
SPREUK VAN BOERHAAVE. H<br />
waart, en zien of het wel veilige middelen zyn<br />
om aa'n lyderen voor te fchryven.<br />
De Geneeskundigen hebben hunne wapenen<br />
eenomen , om de ziekten voor te komen, te ge<br />
neezen of draagbaar te houden , uit het dieren ryk,<br />
planten - ryk en het ryk der mineraalen; niets heeft<br />
Ln onbeproefr gelaaten; wy plunderen de geheele<br />
natuur, om de natuur te onderfteunen en de ziekten<br />
tegen te gaan; ja men heeft zich geenzins verge<br />
noegd met de zoo heilzaame enkele geneesmidde<br />
len welke uit alle waerelddeelen tot de Genees<br />
kundigen gebragt worden, neen; men mengt nog<br />
een verbaazende menigte van heilzaame geneesmid<br />
delen onder een, zoo dat 'er in de medicyn-w.n-<br />
kels naauwlyks plaats meer is, om de fimphcta en<br />
compofita medkamënta behoorlyk te bergen en te<br />
bewaaren. Veele compofita zyn fchadelyke, of ten<br />
minden voor een goed Medicus onnoodige midde<br />
len by wier volftrekte verwerping de lyders niets<br />
verliezen zouden. Onder de geenen, welke te<br />
ontbeeren zyn , munten uit veele electuana.<br />
Meest alle de electuaria verliezen binnen weinig<br />
tyd niet alleen den natuurlyken fmaak, maar wy-<br />
ken ook af van hunne natuurlyke werkingen ,<br />
door de ontaarding, welke zy ondergaan. Geen<br />
electuaria zyn my bekend, die niet vroeger<br />
of laater aan bederf onderworpen zyn , voor-<br />
naamlyk als zy niet goed geconferveerd worden;<br />
en hoe menigmaalen word door onagtzaamheid<br />
van
12 C. T E R N É o v E u D ü<br />
van' den Apotbeeker'of zyn bedienden zulks-niet<br />
verwaarloosd! Het is niet mogelyk, dat een Medicus<br />
zulks vooraf altoos kanI onderzoeken. Sommige<br />
electuaria bederven door de fermentatie; andere >•<br />
doordien 'er maijen, wormen en i'nfecten zich in.<br />
verlleeken, en hun begraafplaats-daar in vinden. —<br />
Het cholagogum fylvii fermenteert byna zo spoedig<br />
als het gemaakt word; en word hec eens eenige<br />
maanden of een jaar oud, en is de atmospheer warm ;<br />
of fchynt de zon 'met haare ftraalen op den poe,<br />
waar in men hec bewaart, dan wordt.hec een wee-<br />
zenlyk nadeelig geneesmiddel. Hoe zorgvuldig dit<br />
geneesmiddel ook'bewaard wordt, men kan en mag<br />
het onder de- vèrarcholagogankt rekenen ; hec<br />
jtammonium kim met geen fchyn van regt onder de<br />
goede en beproefde cholagoga geplaatst worden,<br />
maar behoort in waarheid tot de. hydragow,<br />
gelyk reeds over lang door D C K K E R is aangemerkt<br />
O). H O E F M A N waarfchouwt zelfs regen het ge<br />
bruik van de fenebladen in galkoprtfen (ƒ). Wel<br />
ke nadeelige gevolgen zullen wy da» niet hebben<br />
van een middel als het fcammonium is, dac zo<br />
fterke ontlasting te weeg brengt, de. bederving en<br />
ontbinding der vogten zoo begunftigt, als het ge<br />
bruikt wordt in i galkoortfen , die • meestenryds<br />
rotziekten zyn! . Hoe fterk het fcammonium de<br />
-9009 . m$6S . ,no rrabsd r,c?. i ïrot-><br />
(O 1<br />
?<br />
- DEKKER Exercit. Pract. p. iVi<br />
. (/') De fcb. Petech. ver. Tom. JF. ;„<br />
ttt'i " .•
SPREUK VAN BOERHAAVE. i |<br />
rotting der vogten bevordert, blyfei zeer klaar in<br />
menfehen, die ulcera mananüa hebben en men<br />
mst/c-ammomvm laat . purgeeren ; want binnen korc<br />
beginnen de zvveeren te (Hnken, en de etter word<br />
fcherp. HuxHAM havent het fcammonium naar<br />
verdienlten in die gevallen, en zegt: al wie de<br />
zelve in zulk een geval gebruikt, mag zyne har-<br />
fenen wel purgeeren, zo hy die heelt (g).<br />
Waartoe, langer een medicament in de Apothee-<br />
ken bewaard , welks naam onkundigen kan mis<br />
leiden , dat door zyn uitwerking toont geen heilzaam<br />
hulpmiddel te zyn, en dat meest bedorven is.<br />
De rhabarber , alleen of gemengd met middel<br />
zouten , is zeer gefchikc om de galftoften zagt te<br />
ontlasten; en in een febris biliofa zyn naauw<br />
lyks andere ondastmiddelen veilig, dewyl de mate-<br />
ria biliofa van zelve door den ftoelgang zich. zoekt<br />
te ontlasten. Is men al eens gezind om zyn lyders<br />
een ekctuarium cholagogum voor te fchryven, hoe<br />
gemaklyk kan men het uit eenige van deeze midde<br />
len zamenitellen, als uit de manna, crem. tart. ,<br />
fal mirab. Glaub. , :fal defcignett., casjia, tamarind.,<br />
rhabarber, enz. niet een of ander llroop gemengd<br />
tot een ekctuarium L Waarom dan noch langer het<br />
cholagogum fylvü voorgefchreeven en in gebruik<br />
gehouden? Simplex veri figillum.<br />
Het ekctuarium hkra pkra Galeni is ook een<br />
Gr) Pag- 138. - -<br />
over-
14 C. T E R N E O V E R D E<br />
overvloedig en onnut ingrediënt in de Apo-<br />
theeken ; het is meestencyds, doordien het zeer<br />
zeldzaam van medici rationales gebruikt wordt, oud<br />
en bedorven. Ook is het dwaas zoodanig een ekc<br />
tuarium in de Apotheeken te bewaaren, dewyl,<br />
als men het al eens noodig hadc, men aanftonds uit<br />
de pulv, hier* fimp. Galen., met honig , een<br />
ekctuarium maaken kan. — Deszelfs kwaade<br />
fmaak en het niet beantwoorden aan den ouden<br />
verbeelden lof, heeft hec byna in onbruik gebragt,<br />
behalven voor fommige vrouwen, die het gebrui<br />
ken om het op den tepel van de borst te fmeeren,<br />
als zy voorneemens zyn om haar kind te fpeenen,<br />
dat evenwel hier mede niet altoos flaagt, dewyl<br />
het kind in weerwil van den bitteren en onaangenaa-<br />
men fmaak, fomtyds de borst niet verlaat,en met de<br />
melk het opgefmeerde ekctuarium inzuigt, waar<br />
door het aan geweldige ontlastingen blootgefteld<br />
worde, welke vast volgen, als eenige keeren het<br />
opfmeeren herhaald word. Eenvoudiger, zekerder<br />
en veiliger middel vindt men , (als men noodig<br />
oordeelt om een kind te fpeenen en een afkeer<br />
van 's moeders borst te doen krygen) in een wit<br />
ten wollen draad , om het agterfte deel van den<br />
tepel eens omgewonden en toegeknoopt. Nimmer<br />
heb ik dit eenvoudig middel zien gebruiken, of<br />
de kinderen verlieten aanftonds de borst; ja zelfs<br />
worden zy bang voor de borst; en hoe de moeder<br />
haar de borst voorhoudt, zy willen 'er wel mede<br />
fpee-
SPREUK .VAN BOERHAAVE. *5<br />
fpeelen, maar 'er niet aan zuigen, het welk niet on<br />
aardig is om te aanfchouwen. Hoe eenvoudig dk<br />
middel is,nogthans kan het de proef uitftaan, gelyk<br />
doorgaans de eenvoudigfte ondervindingen de beste<br />
grondflagen zyn voor een natuurkundige zekerheid.<br />
Het is dus onnoodig het elect. hiera picra Galen.<br />
in de winkels te bewaaren. Het ekctuarium kniti-<br />
vum kan men, zoo inwendig ingenomen,als onder<br />
clisteeren gemengd, met yrugt gebruiken. Indien<br />
het minder zaamengefteld was, zoude men nog-<br />
thans dezelfde uitwerking kunnen hebben. Zoo als<br />
het ekctuarium lenitivum volgens fommige Apo-<br />
theeken bereid word, verliest het veel van zyn<br />
waardy en deugd: want als men de herb.,flor. ,<br />
rad. 9 fok, enz. alle een nagc laat weeken en dan<br />
te gelyk laat kooken, zal men weinig dienst van<br />
de liquirit. en fok fenna hebben. Het best is, dat<br />
een Apotheeker de rad. liquirit. en fok fenna af-<br />
zonderlyk laat trekken, en op het einde der kooking<br />
by de overige middelen doet, of, dac nog beter is,<br />
tot poeders maakt en ondermengt. Zie de Rotter-<br />
damfche Apoth. door VAN LIS p. III.<br />
Indien het ekctuarium lang bewaard word, dat<br />
dikwyls zyn noodlot is , befchimmelt hec; door<br />
de fermentatie oncaardc hec, en worde dus een fcha-<br />
delyk middel: want al wat bedorven is, is nadee-<br />
lig voor gezonden, laat ftaan voor zieken. Een<br />
voudiger en beter doet een Medicus, als hy uit<br />
de fimplkia , welke in de winkels by de hand<br />
zyn,
J6 C. T E R NE O V E R DE<br />
Zyn, een knitivum- ex tempore voorfchryfc, wan<br />
neer hy zyn zieken op een ekctuarium wil ver<br />
gasten en omhaalen.<br />
' 'Het ekctuarium e casfia, volgens de Haa^fche<br />
Apotheek , is een voorcrefiyk,' allergefchiktst, zagt<br />
efj verkoelend ontlastmidde! , maar heeft net ge<br />
brek, dac alle ekctuaria onderworpen zyn, van<br />
fpoedig te befchimmelen, te bederven en zuur te<br />
worden. De Heeren opftellers van de pharma-<br />
cop. waarfchouwen ons zeiven , dat het fpoedig be<br />
derft, met deeze woorden:prceftat continuo recens<br />
parare. iVlyns bedunkens moest men zulk een ekc<br />
tuarium niet in gereedheid houden,dat zo fpoedig<br />
bederven kan. Beter ware hec, dat in de win<br />
kels elk middel, waar uit het beftaat, afzonderlyk<br />
bewaard wierd, en dac de Heeren Doctoren het niet<br />
onder den naam van elect. e cas/ia voorfchreeven,<br />
maar gelyk men gewoon is een ander mengfel te<br />
ordonneeren. Dan kon men verzekerd zyn geen<br />
bedorven mixtum te krygen; en dus zou dit ekc<br />
tuarium van zelf uit de winkels wegvallen. De<br />
theriaca andromachi Jenioris, een compofitum, by<br />
GALENUS te vinden in jambifche verfen, van de<br />
oude Geneeskundigen reeds zoo hoog geroemd,<br />
dac het tot nog toe uit de harten der moderne<br />
Medici niet uirgewischt is het zelve voor te fchry<br />
ven, zo in- als uitwendig; de theriaca, van ouds<br />
beroemd tegen de pest, morbi contagiofi, dyfen-<br />
teria, enz. hec welk hedendaags van fommigen<br />
nog
SPREUK VAN BOERHAAVE. i?<br />
nog toegeftemd worde, hoewel op zwakke grorn<br />
den; het is genoeg dat wy het onder de elendige<br />
en fchadelyke middelen plaatfen j en dat het 'er ve r<br />
af is om het te erkennen voor een tegengift, gelyk<br />
men eertyds geloofde, toen men de vergiften weinig<br />
, en derhalven de tegengiften nog minder kende.<br />
Het is een compofitum, dat thans uit meer dan tachtig<br />
geneesmiddelen ibeftaat (fchoon het in zyn<br />
begin uit minder middelen wierd zaamengefteld);<br />
een enkel middel, waar uit het zaamengefteld<br />
is, is op zich zelve een gewigtig geneesmiddel»<br />
en genoeg in ftaat om een gezond mensch te<br />
dooden, in een ruime gift ingenoomen, doch<br />
kan in de eene of andere ziekte in een bepaalde<br />
dofis met voordeel gebruikt worden. Moet een<br />
zieke niet beeven, en denken , myn noodlot<br />
is beflist, als hy hoort, dat hy een medicament<br />
zal gebruiken, dat uit zoo veel enkele gewigtige<br />
middelen heiraat ? Moet hy byna niet wanhoopende<br />
worden en van angst de handen wringen, als hy<br />
verneemt , dat zoo veel middelen te gelyk zyn<br />
ziekte moeten beftryden , ja denken, myn Doctor<br />
zoekt maar naar middelen om my in te geven, doch<br />
kent de oorzaak van myn kwaal of ziekte niet;<br />
want ik kan anders niet begrypen, hoe hy zoo<br />
veel keurige en gewigtige middelen , onder malkander<br />
gemengd , welke elk zoo zeer van elkander<br />
verfchillen in reuk, fmaak en uitwerkingen, my<br />
zoude voorfchryven: kan hy, ja kan de beste Ge-<br />
IX. DEEL. 15 ... '\ ' nees-
i8 C. T E R N E OVER. DE<br />
neesheer onder het gebruik van zoo veel middelen<br />
wel naagaan, quid natura faciat aut ferat? neen!<br />
gewis niet, en hierom wil ik my liever aan myn<br />
noodlot'overgeeven, dan naar myn kwaal te laaten<br />
flaan als een blinde naar 't wir. En moet elk kun<br />
dig Doctor niet toeftemmen, dat zulk een zieke<br />
gezond oordeelt ?<br />
' Indien men met een gezond oordeel zoodanig<br />
een compofitum als te- theriaca is, eens naadenkt,<br />
ihoéten wy ons verwonderen, hoe het moogelyk<br />
geweest is, dat de wyze oudheid tot zoodanige ge-<br />
'dagten gekoomen is, om zoo veel keurige midde<br />
len ondereen te mengen; en dat een ARETJE-US<br />
cAPPAöoxde theriaca tot tweemaalen toe, in<br />
zyn uitmuntend werk de curatione morborum diu*<br />
tumonim (K), aangepreezen heeft, is onbegrype-<br />
lyk. Moeten wy ons niet verbaazen, dat wy zoo<br />
dwaas geweest zyn , dit, voetfpoor te volgen en<br />
'zoo een onzeker mengelmoes voor te fchryven?<br />
'Als wy- door de fchriften van BOERHAAVE en<br />
andere groote Mannen niet overtuigd' waaren, dat<br />
zy de theriaca voorgefchreeven hadden, wy zou<br />
den ens byna in de bres begeeven , om te be-<br />
weeren,dat het onmogelyk was,dat zulke verftan-<br />
den dezelve voorgefchreeven hadden. Maar he<br />
laas! wy moeten zwygen, vermits zy door hen<br />
honderdmaalen is aangepreezen. Ik voor my<br />
geloof dat dit middel, door den loozen ANDRO-<br />
. C*) Ut. II, cap. IR & cap. FI.
SPREUK VAN BOERHAAVE. ÏO,<br />
MACHUS te zaamengefteld, zo in- als uitwendig te<br />
gebruiken, geen veilig middel is, en dac een ra-<br />
tionaal Medicus het nooit nodig heeft. Uit de<br />
Apotheek 'er mede! 'Er is geen behoedende kragt<br />
in voor pestziekten, rottige buikloopen en an-r<br />
dere befmettende ziekten. Ik weet wel, dat het<br />
uiterlyk in clisteeren , of als een pleister op den buik,<br />
met vrugt gebruikt is om verzwakkende buikloo<br />
pen te ftillen; maar ik ben verzekerd, dat men de<br />
zelfde uitwerking zal hebben, als men zuiver opium.<br />
onder zalven mengt of by de clisceeren voege.<br />
Simplex veri figillum.<br />
De Afiaanen en andere volkeren, zege HUX-<br />
H A M (0, alwaar de pestziekcens veel gemeener zyn<br />
dan by ons, ftellen meer heil. in het fap van ci<br />
troenen in deeze koortfen dan in de be'roemdfte<br />
pestmiddelen. Hec is niec fleges in deeze byzon-<br />
derheid, maar in veele andere , dac wy van de<br />
konsc zoeken , hec geen de goedgunftige natuur<br />
ons gereedelyk en allerkragtigst aanbiedt, zoo wy<br />
flegts fchranderheid genoeg hebben , of naarftig-<br />
heid genoeg gebruiken , om haare giften op ce<br />
merken of uic haare handen te gaan ontvangen. 1<br />
In alle ziekeen, daar onefteeking aanweezig is,<br />
of vrees voor dezelve, is zy fchaadelyk ,en in rot<br />
tige buikloopen is zy niet zonder gevaar te ge<br />
bruiken. Het getal der lyderen, die door hec<br />
CO Pag- HP-<br />
B 3<br />
ge-
aó C. T E R N E O V E R D Ë<br />
gebruik der theriaca' in Indiën en op de fchepen<br />
omkoomen, zal de Oostindifche Compagnie jaarlyks<br />
al eenige manfchap kosten, dewyl het in Indiën<br />
door veele onervaarene Practici gemeen is<br />
in de dyfenteria 's avonds een paregoricum te geeven<br />
uit de theriaca. Ik verzeker, dat ik in 't jaar<br />
1766 en 67 door die fchandelyke practyk honderden<br />
heb zien fneuvelen op Batavia en omleggende<br />
plaatfen, ja 'er geen van zien herftellen, welken de<br />
theriaca toegediend wierd. Welk een naadeel<br />
voor de Oostindifche Maatfchappy! Men behoeft<br />
geen groot Philofooph te zyn, om zulks gemakkelyk<br />
te begrypen, als men den dorst en de hitte<br />
van de lyders, aan rottende koortfen en buikloo- •<br />
pen ziek leggende, eens naagaat, de hitte van de<br />
higt aldaar overweegt, en dan de heete middelen,<br />
waaruit de theriaca gemaakt wordt, naadenkt.<br />
H. BONT, toen die de Geneeskunde in Oostindiën<br />
oeffende, bediende zich van opium en faffraan, en<br />
maakte zoo veel werk van dit middel, dat hy altoos<br />
, zoo in den roodenloop als in den buikloop,<br />
'er als een heilig plegtanker zyn toevlugt toe<br />
nam (£).<br />
, Ik heb, zoo in myn eigen Iighaam als in andere<br />
lyderen, in den pynelyken loop en lastige tenesmi,<br />
na behoorlyke zuivering, van enkel opium de<br />
tref-<br />
" (*) Hifi. Nat. Med. India Oriënt. Lib. II. cap.<br />
III. p. 19.
SPREUK-VAN BOERHAAVE.<br />
treflëlykfte uitwerking gehad, en wel inzonderheid,<br />
als men door middel van dat heerlyk geneesmiddel,<br />
den cort.peruvian., de vervallene leevenskragt onderfteunde,<br />
opwekte, en de bederving der vogten<br />
op een kragtige wyze tegenging; maar van de<br />
theriaca zag ik altoos nadeelige uitwerking ; en<br />
de lyders ftierven altoos ylende of fiaapende.<br />
In de Westindiën kost het gebruik van de theriaca<br />
ook meenig mensch het leven; en wien is<br />
onbekend, dat 'er jaarlyks honderden ponden naar<br />
toe gezonden worden tot verderf der inwoonderen ?<br />
Een voorzigtige ftaatkunde zou hier in voorzien<br />
kunnen ; en eerlyke Medici moeten niet fchroomen<br />
zulks onder het oog te brengen aan hunne<br />
seliefde Regenten. DEGNER fchynt in de waare<br />
dyfenteria ook op de theriaca geen groote<br />
hoop gehad te hebben (/) ; en indien men naa-<br />
Saat dat door de fcherpe ftoffen, welke in den<br />
Lp ontlast worden, de tunica villofa intestmorum<br />
afgeknaagd, ontveld, en daar door zeer gevoelig<br />
word, zoo fchynen de heete, fcherpe en fpeceryagdae<br />
middelen uit welke de theriaca zaamengefteld*<br />
wordt, niet zeer te pas te koomen: dit zal<br />
emand, die een aas gezond verftand heeft van de<br />
"eskonst, niet tegenfpreken. Daarenboven is<br />
Tveekyds bedorven; ik heb in de winkels theriaca<br />
aangetroffen, die 'er 5, 8, 10en<br />
Pag. 136» 153.<br />
B 3
22 C. T E R N E OVER DE<br />
meerder jaaren in bewaard was. Ook kan men<br />
ligt naagaan, dat, als dezelve over zee gevoerd<br />
wordt, en den heeten keerkring of de linie pasfeeren<br />
moet, zy zeer van haar natuurlyken aart verandert.<br />
Veelen verkiezen de oude theriaca nog voor de<br />
versch bereide; ja G A L E N U s wil, dat men dezelve<br />
een tyd lang moet bewaaren, (welk een dwaasheid f)<br />
gewis, omdat dan de kragt van 't opium en van<br />
de aromata weg is , waar door het een flegt<br />
middel wordt. PLINIUS merkte dezelve in oude<br />
tyden aan, en in laater dagen JUNKER, voor een<br />
ftraf Gods, waardoor hy het menfchelyk geflagt<br />
heeft willen kastyden; en dus wenfchen wy, dat<br />
alle kundige en braave Geneesmeesteren alle zenuwen<br />
aanwenden, om deeze oude landverdervende<br />
plaag met vereende kragcen uit te roeijen. Hier<br />
by komt nog dat veele bereiders dezelve zaamenftellen<br />
van allerlei ftof en reeds verworpene<br />
middelen, welke zy uit de potten by een krabben<br />
om de theriaca te maaken. Welk een bedriegery<br />
! In den Haag gebruikt men deeze voorzorg:<br />
naamlyk de Apotheekers zyn verpligt om de theriaca<br />
te koopen van het Colleg. Pharmac. waardoor<br />
zy in ftaat gefteld worden goede en onbedorvene<br />
te kunnen leveren, hebbende geen Apotheeker<br />
vryheid om dezelve voor zyn gebruik te<br />
maaken , of vervalt in eene geldboete. Hoe<br />
versch en wel bereid de theriaca ook zy, het is<br />
een verbaazend compofïtum, dac men, zonder dac<br />
het
SPREUK VAN BOERHAAVE, &%<br />
het menschdom 'er by verliezen zoude, wel zoude,<br />
kunnen misfen; en het ware te wehfchen , als<br />
men eens een reformatie in de Apotheeken hieldy<br />
dat men de theriaca 'er uit doemde, met meer-,<br />
der compofita. Het Collegium Med. et Fharm. m<br />
den Haag zoude met een ander nuttig middel<br />
voordeeliger negotieeren kunnen, als by voorbeeld,<br />
met het Uq. anod. mm. Hof nu, dewyl dit<br />
van verfcheiden Apotheekers niet behoorlyk gemaakt<br />
wordt, en een middel van de mode «;,<br />
dat zeer veel aftreks heeft, ja na het theedrinken<br />
van de Dames voor ftaatfie gebruikt wordt. Als<br />
men 'erde verzending van had,men zou er op een<br />
Academie-plaats een Hospitaal voor onderhouden<br />
kunnen, zoo wel als in Halte het Weeshuis door<br />
verkoop van medicynen onderfchraagt wordt<br />
Over het Mithridatium Damocratis oordeel ik<br />
niet gunftiger; trouwens deszelfs gebruik is raar;<br />
en indien het in de Apotheek niet was te bekoomen<br />
het publiek zou 'er weinig aan verliezen, en<br />
de Medici zouden ook buiten ftaat gefield worden<br />
hetzelve voor te fchryven.<br />
Het Diafcordium Syhii, het Vhilonium Mefu*<br />
enz. verdienen geen gunftiger lof, dan om<br />
niet'voorgefchreeven, en uit de Apotheeken uiigeroeid<br />
te worden. Om hier niet langer by de<br />
electuaria M te ftaan, merk ik aan, dat hoewel<br />
men het zeer wel zoude kunnen misfen , het<br />
Diafcordium Fracastorii nog een van de besten is,<br />
€ a<br />
B 4
H C. T E R N E O V E R DE<br />
en dat ook nog al vry algemeen gebruikt wordt.<br />
Ongetwyfeld, zou egter een Medicus uit eenige<br />
daar in voorkomende fimplicia een voldoender<br />
ekctuarium -ex tempore kunnen voorfchryven, en<br />
voegen 'er zoodanige middelen by , welke hem<br />
het meest dienftig fchynen.<br />
Indien men het gebruik en misbruik van het<br />
diafcordium eens tegen eikanderen opweegt, ben ik<br />
verzekerd, dat het laatfte zeer verre het eerfte zal<br />
overtreffen. Het is zeer in gebruik by gemeene lie<br />
den, voornaamlyk te Amfterdam, als een vrouw in<br />
arbeid is, en het wat langzaam met de baaring<br />
voortgaat, wat uic de Froedmoers-pot, (een woord<br />
van de gemeene lieden) te haaien in de Apotheek;<br />
en meestal wordt haar dan diafcordium Fracas-<br />
torii gegeeven. Ik laat het aan elk oordeelkundig<br />
Geneesheer over , welke fchadelyke uitwerkingen<br />
'er van voortkomen kunnen, voornaamlyk als een<br />
vrouw eens twee, drie en meerder giften na el<br />
kander gebruikt, dat zeer gemeen is. Een baaren-<br />
de vrouw , reeds door middel van de pynen of<br />
baarensweeën een koortfige beweeging hebbende,<br />
wordt door dit heete middel , daar gember,<br />
kaneel, galbanum en meerder heete middelen<br />
in zyn, veel koortfiger, de drift van het blped<br />
aangezet, gepredisponeerd tot inflammatie, en in<br />
dien reeds een beginzel (dat dikwyls plaats heeft)<br />
van ontfteeking in de partes genitaks, door de<br />
drukking van het hoofd van 't kind in 't bekken,<br />
ftand
'SPREUK VAN BOERHAAVE. 25<br />
ftand gegreepen heeft, hoe gevaarlyk worde dan<br />
de omftandigheid niee voor delyderes, en niec zeldzaam<br />
doodelyk! Deeze haacelyke en ingekankerde<br />
gewoonee moecen de Medici mee kragc eegengaan ,<br />
dewyl hee een verdervend middel is voor baarende<br />
vrouwen, inzonderheid, als hec door onkundigen eoegediend<br />
wordt. Ik weec wel, dac hec beste geneesmiddel<br />
door een kwaade applicatie in een fchadelyk<br />
middel kan veranderen, en dus de fchuld niet<br />
in het medicament altoos legt; zulks is volkomen<br />
waar; maar Geneeskundigen dienen te waaken<br />
zoo veel in hun is, dat fchaadelyke middelen<br />
door geen onkundigen aan de menfehen worden<br />
toegediend ; zy moeten met vrymoedigheid aan de<br />
Regeering hunner Steden onder het oog brengen,<br />
dateer zulk een ongeoorloofde en fchaadelyke handel<br />
plaats heeft. Te Leiden is, voor twee jaaren, op<br />
het aandringen van eenige agtenswaardige Medici,<br />
aan de Apotheekers door de loflyke en eerbiedwaardige<br />
Regeering der Scad verbooden, hec verkoopen<br />
van fiaapverwekkende middelen, zonder ordonnantie<br />
of voorfchrift van een Med. Doctor. Dit<br />
mogt in alle Steden wel plaats hebben, mits de<br />
Doctoren niet aan de menfehen een ordonnantie<br />
gaven, waar op zy altoos flaap-fyroop voor de<br />
kinderen by de Apotheekers te koop konden krygen<br />
, dat ook al den zuiveren weg niec is bewandeld.<br />
In Amfterdam is hec verkoopen van (laapmiddelen<br />
voor de kinderen ruim zoo algemeen als<br />
t e<br />
B 5
&6 C. T E R N E O V E R D E<br />
te Leiden. Men heeft maar 's avonds by zommige<br />
Apotheekers aan de deur te ftaan, om hen dat langzaam<br />
vergift te zien verkoopen voor de kinderen,<br />
waardoor meenig kind langzaam omkomt , of<br />
tot een altoosduurende zotheid gebragt wordt, en<br />
dus een onnut inwooner voor de maatfchappy<br />
wordt, of tot last der Stad of Kerk en armen vervalt.<br />
De Regeering van Amfterdam, welke met<br />
zoo veel yver, trouw en zorgen altoos voor hec<br />
welzyn hunner burgeren waakt , zoude tot nut van<br />
de ingezeetenen niet weigeren fchaadelyke gewoontens<br />
uit te roeijen , indien het aan Hunne Wei-<br />
Edele Groot-Agtbaarheden, door verftandige, en<br />
eerlyke Medici, dien niet hun eigen belang, maar<br />
het algemeene welzyn ter harte gaat, onder het<br />
oog gebragt wierd. Wy kunnen met geen fchyn<br />
van regt van Overheden eifchen, dat zy grondig<br />
ervaaren zyn in de Genees-, Heel- en Vroedkonst,<br />
maar wel van ons eigen hart en deugd vorderen,<br />
om de dwaalingen, welke 'er tot nadeel der menfehen<br />
ingefloopen zyn, op een verftandige en eenvoudige<br />
wyze de Overheden onder het oog te<br />
brengen, opdat zy in ftaat gefteld worden om door<br />
hunne magt zulks te beletten. Ik weet wel, dac<br />
hy, die zulks onderneemt, den haat, nyd, afgunst<br />
en vervolging van laage en onkundige zielen zich<br />
op den hals haalt ; maar deugd blyft deugd,<br />
fchoon zy my haat berokkent; en een eerlyk<br />
kundig en deugdzaam Medicus moet zich tegen<br />
in-
SPREUK VAN BOERHAAVE. 27<br />
irigefloopene en fchaadelyke dwaalingen kloekmoedig<br />
verzetten, en denken aan de woorden van HO<br />
RA TIUS, wanneer hy zegt:<br />
Justam et tenacem propofiti virum,<br />
Non clvium ar dor prava jubentium,<br />
Non vultus inflantis Tyranni<br />
Mente quatit folida.<br />
Si fractus illabatur Orbis<br />
Impavidum ferient ruina.<br />
Dat is:<br />
Een eerlyk en ftandvastig Man<br />
' Laat nimmer zich door 't graauw verzetten;<br />
Het dreigend oog van een Tyran<br />
Verbindt hem niet aan fnoode wetten:<br />
Schoon Aarde en Hemel wierd verwoest,<br />
Hy zou betrachten wat hy moest.<br />
Maar ik wyk te ver van het diafcordium af.<br />
Door een verkoelende beftiering en eenvoudige<br />
middelen kan men aan de baarende vrouwen meerder<br />
dienst doen. Een halve once fyr. diacodii of<br />
pap. alb. of eenige droppelen laud. liq. Sydenh.<br />
gum vehkulo, zyn veiliger middelen voor baarende<br />
vrouwen. VAN SWIETEN roemt ook niet<br />
zeer alle de ekctuaria compofita om rust te verwekken<br />
naa de verlosfing. A compofitis, zegt hy,<br />
medkamentis opiatis femper abfiinui; qualia funt<br />
theriaca Andromachi, mithridatium Damocratii,
s8 C. T E R N E O V E R DE<br />
tis, philonium Mefues et his jimitta: partim, quia<br />
unica dofi asfumi folent; partim, quia catidis aro-<br />
matibus fimul conflant, et periculo quandoque non\<br />
vacat horum exhibitio, cum diverfam adeo quan-<br />
titatem opü in fe contineant, licet promiscue lau-<br />
dari foleant. Theriaca enim triplo plus opü habet,<br />
quam mithridatium ; philonium longe magis fopo-<br />
riferum est, quam ipfa theriaca, et praterea pi-<br />
per is, calidisfimi ar oma tis, notabilem copiam ha-<br />
bet. Cum autem fucci papaveris efficacia fola hic<br />
opus fit, purum exhibere praftat, quam aliis<br />
inutilibus, quandoque et noxiis, mistum Qn).<br />
Ik ontken niet, dat men in koude geitellen, waar<br />
in men naar de huid de ftoffe zoekt te ontlasten,<br />
en eenige pynen te verzagten, het diafcordium met<br />
vrugt zou kunnen gebruiken ; maar niemant zal<br />
ontkennen, dac men het kan doen met eenvou<br />
diger , veiliger en nacuurlyker middelen , en<br />
die zoo lang niet in de potten gelegen hebben,<br />
als het diafcordium zomtyds doet, welks fmaak den<br />
meesten lyderen mishaagt. Simplex veri figillum.<br />
De zoogenaamde verwerkende electuaria, als de<br />
confectio alkermes, de confectio corroborans, die<br />
nen , even als de voorgaande , de vergeetelheid<br />
toegewyd te worden. Dat by voorbeeld de con<br />
fectio alkermes en andere , welke uit aromata<br />
g e-<br />
(in*) VAN SWIETEN in Comm, ad /Iphorism. BOERH,<br />
1324. Tom. W. p, 588.
SPREUK VAN BOERHAAVE. 29<br />
gecomponeerd worden , de heilzaame uitwerking<br />
van de zenuwen en deelen te verfterken niet<br />
lang behouden, zal ik met korte woorden aantoonen<br />
De confectio alkermes beftaat volgens het<br />
vco'rfchrifc van de Pharmacop. Leidens. uit<br />
ruim dertig oneen. Stellen wy maar eens , dat<br />
een Apotheeker zestien oneen, te gelyk maakt,<br />
hoe lang zit hy zomtyds niet met dit ekctuarium,<br />
«er het op gebruikt is! want de confectio alkermes<br />
valt tegenwoordig niet daaglyks uit de pen van<br />
•de Medici, (fommigen, die aan een gewoonce verflaaft<br />
zyn, zonderen wy uit) vermits wy andere<br />
eenvoudige middelen by de hand hebben. Hoe<br />
fpoedig kan de confectio alkermes aan 't gisten gaan,<br />
voornaamlyk in de warmte! Het zoete van den fy*<br />
rupus , met de daar by gemengde poeders gaat ligt<br />
in fermentaties, gelyk wy weeten, en daar<br />
4oor verandert het verfchriklyk van gedaante,<br />
aart en natuur, ja word een fchaadelyk middel;<br />
maar daarenboven, wie weet niet, dat amber<br />
en kaneel zeer fpoedig veel van t hunne aror<br />
maiieke deelen, volatile kragt en verfterkend<br />
vermogen verliezen, als zy niet wel bewaard worden?<br />
Men vraage het maar aan de kooplieden.<br />
Hoe zal, nu het aroma , het volatile van amber<br />
en kaneel lang. goed en wel bewaard worden<br />
in een confectio , zonder dat zyn beste kragt
go C. T E R N E O V E R DE<br />
len ? Zonder de anima aromatic, zyn de fpeceryeri<br />
nuctelooze ballasten en ontbloot van ve'rmoogen;<br />
Veele Apotheekers bewaaren afzonderlyk het poe<br />
der; en als het voorgefchreeven wordt, mengen<br />
zy 'er de fyr. granor. kerm. by. Zulks is niet te<br />
verwerpen. Als een Apotheeker het altoos versch,<br />
goed gemaakt en in order levert, dan is het zeker<br />
een kostbaar en duur middel, dat dienftig.kan zyn<br />
in enkele gevallen; maar hoe weinig kragt zal 'er<br />
in zyn, als het een half, geheel of meerder<br />
jaaren oud is 1 Hierom zie ik geen groote re<br />
denen om dit duure middel in voorraad in de<br />
winkels gereed te houden. Zeldzaam zou het<br />
leeven van een lyder in gevaar komen, of 'er zoii<br />
nog wel zoo veel tyd zyn , om het in geringe<br />
quantiteit voor te fchryven, als men dan dit hoofd-<br />
middel begeerde; want de fyr. gran. kerm. is in<br />
de meeste winkels gereed , waar van men een<br />
once kan voorfchryven, en voegen 'er eenige grei-<br />
nen van de amb.gryfea, lign. aloès, cinamom. en<br />
margarit. by.<br />
Dit zy genoeg van de zaamengeflelde electua-<br />
ria , welke men in de winkels bewaart. Elk<br />
Doctor doet, naar het my toefchynt, beter,<br />
uit de fimplicia, welke in de winkels behoo<br />
ren te zyn, electuaria ex tempore voor te fchry<br />
ven , en inzonderheid die compofita, welke oud<br />
en bedorven zyn, niet te ordonneeren. De enkel<br />
voudigheid in 't voorfchryven te betrachten, en<br />
zich
SPREUK VAN BOERHAAVE. 31<br />
zich te regelen naar den aart en de natuur der ziekten<br />
en temperamenten, is konftiger, geleerder en<br />
verlhndiger danladders van recepten voor te fchryven.<br />
Simplex veri figillum.<br />
• Ik gaa over tot de zaamengeftelde pillen, welke in<br />
de winkels gevonden worden, en in gebruik zyn. Sommige<br />
ziekten, inzonderheid de morbi chroma,doch<br />
wel voornaamlyk de afkeer der medicamenten, ja<br />
by fommige lyderen een volltrekte onwil om poeders,<br />
dranken of conferven te gebruiken, hebben<br />
het gebruik der pillen in.de geneeskunde gebragt<br />
en onderhouden. Alle geneesmiddelen, welke men<br />
door het een of ander byvoegzel tot een bekwaame<br />
masfa en vastheid kan brengen , zyn gefchikt<br />
om pillen van te maaken. Dus zyn kruiden, basten,<br />
en alles, wat men in poeders kan veranderen,<br />
door het bymengen van een lym of wateragtig<br />
vogc of ander bekwaam hulpmiddel, daar toe in<br />
ftaat. Veele gommen zyn bekwaam om zonder<br />
byvoegzel in pillen te veranderen. De extracten<br />
uit kruiden, basten en wortelen laaten zich niet<br />
altoos zonder byvoegfel tot bekwaame pillen maaken.<br />
De zomertyden maaken jveele extracten zo<br />
vloeibaar, dat men ze zonder by voeging van poeders<br />
tot geen bekwaame masfa kan brengen, 't welk in<br />
de wintertyden, zonder dezelve, gemaklyk gefchieden<br />
kan. Jonge Medici dwaalen meenigmaal hier<br />
in , en ftellen zich daar door aan de befpotting<br />
van de Apotheekers bloot, inzonderheid,als zy by<br />
een
3a C. T E R N E O V E R D È<br />
een Vloeibaar extract nog voegen eenige drop<br />
pelen ol. ftillatit. of fpirit. of fyrup., gelyk wel<br />
gebeurt. Beter is het, dat men by de extracten , in<br />
zonderheid by warm weêr, eenige poeders voegt.<br />
Maar ter zaak. Alle compofita uit de winkels te<br />
verbannen, is noch nuttig noch noodig; maar die<br />
middelen, welke hunnen intrest voor een Apo?<br />
theeker niet opbrengen kunnen, en naadeelig voor<br />
de lyders zyn, te behouden, is dwaas. De<br />
pilula compofita zyn thans niet veel in getal ,<br />
maar evenwel nog te veel; ook worden zy niet<br />
uit zulk een meenigte van medicamenten zaamen<br />
gefteld als eertyds, toen men in gebruik had de<br />
zoogenaamde pilul. polychrest. en andere , welke<br />
uit 40 of 50 byzondere middelen zaamengefteld<br />
wierden. Indien men uit de zaamengeftelde pur<br />
geer-pillen alleenlyk ten dienfte der Geneesmees-<br />
teren en lyderen bewaarde de pilul. extr. cathol.,<br />
cochia en de masf. pilul. Ruf., het zoude al over<br />
vloedig genoeg zyn; men zoude de overige pilul.<br />
purgantes veilig en zonder hinder kunnen mis-<br />
fen , en in derzelver plaats enkelvoudige midde<br />
len kunnen voorfchryven. Wat zullen toch eeni<br />
ge greinen fol. betome, card. bened., melifs., rotk<br />
marim, fem. cent. min., enz. voor dienst doen op<br />
't lighaam van een mensch by de overige purgeer^<br />
middelen, waar uit de pil. Majerna zaamengefteld<br />
zyn, dewyl men die maar by geringe giften voor-<br />
fchryft? eischt de indicatie , welke een Genees-<br />
mees-
SPREUK VAN BOERHAAVE. 33<br />
meester met zyn lyder heeft, dat hy, by voor<br />
beeld, purgeermiddelen uit aloe, rheum en fok<br />
fenna voorfchryve; deeze fimpücia zyn by de<br />
hand, waarvan een Medicus zich naar bevinding<br />
van zaaken bedienen kan, en de lyder heeft ook<br />
minder pillen te flikken. Maar, zal men zeggen,<br />
•er dient iets gevoegd te worden by deeze fterkö<br />
purgeermiddelen. De volftrekte noodzaakelykheid<br />
daarvan zou eerst dienen beweezen te worden. Im<br />
mers kan men de giften kleiner neemen; men kan,<br />
als de lighaamen te zwak of te aandoenlyk zyn voor<br />
die pillen, zagter middelen gebruiken; of anders<br />
Voege men 'er eenige greinen van het poeder der<br />
kruiden by, dan is het compofituni compleet; of mett<br />
kieze tot corrigem de ocuk cancr.pulv., de gum.<br />
Arak met de zeep, dan zyn de pillen even goed;<br />
misfchien beter en enkelvoudiger. De zogenaamde<br />
pilula foetida, pilul. aurea, enz. kunnen wy ook<br />
zeer wel in de praktyk misfen. Wat dienst doet toch<br />
het castoreum in zoo een heroicum als de pilula<br />
foetida zyn? Niets, volftrekt niets. Dit heilzaa<br />
me en kostbaare middel wordt dus onnut verkwist;<br />
om van de overige middelen, waaruit deeze pillen<br />
beftaan, niet eens te fpreeken. Ik geloof, dat dé<br />
gevallen zeer zeldzaam zyn, waarin een Medicus<br />
drastica, met nervina en amihyfterica, onder el<br />
kander gemengd, met nut kan gebruiken: want ly-<br />
ders, die zwak, teer en aandoenlyk van zenuwge-*<br />
ftel zyn, verdraagen niet geraaklyk fterke purgeer-*<br />
IX. DEEL. C mid-
$4 . C. TERNE O V E R DÈ<br />
middelen; ja, alle ontlastingen, bet zy aderlaatingen<br />
of purgeermiddelen, hoe noodzaakelyk fomtyds in<br />
dringende gevallen, brengen altoos het aandoenlyk<br />
zenuwgeftel in beweeging, waarom men ze met een<br />
fpaarzaame hand by zulke lyders dient voor te fchry<br />
ven. Ja maar, zal men zeggen, men gebruikt die<br />
pillen alleen niet; men voegt maar eenige greinen<br />
daarvan by andere zagte ontlastmiddelen, om daar<br />
door een fpoediger ontlasting te bevorderen en te<br />
erlangen. Ik beken , het is waar, dat men in fom-<br />
mige gevallen zulks met vrugt doet; maar zoude<br />
men daartoe zoo wel geen pilul. cochia, rufi.,<br />
cath. kunnen neemen? Zou één middel uit de pilul.<br />
foetida b. v. de pulv. alhand. compofh. , of de<br />
aloe, of de fcammonium met een van de gommen<br />
daaruit, niet voldoender,eenvoudiger,min kostbaar<br />
en beter zyn? Want als een Medicus met één middel<br />
zyn oogmerk, bereiken kan, heeft hy 'er geen meer<br />
by te voegen. De kragt van de cinamom., cast.,<br />
croc., enz. kan in zoo een geringe gift niet veel<br />
te weeg brengen; en als de masfa lang bewaard<br />
word, blyft 'er niets van de kragt en werking in,<br />
maar vervliegt en wordt dus onnut voor het gebruik<br />
van een Medicus en lyder! Niet lang geleeden zag ik<br />
in een winkel van een Apotheeker de masf. pilul.<br />
foetid., welke meer dan twintig jaaren oud was; hoe<br />
weinig kragt 'er in was van de castor. cinamom;<br />
en faffraan, kan men ligt naagaan. Het best zou<br />
zyn dezelve uit de Apotheeken uit te laaten, wyl<br />
~ . . . . .<br />
e e n
SPREUK VAN BOERHAAVE. 35<br />
een Medicus eenvoudiger middelen heeft, en 'er<br />
zich van bedienen kan mee meerder vriichc dan van<br />
compofita, welke oud, bedorven , kostbaar en onnue<br />
zyn. Die zy van de pilul* purgantes genoeg. De<br />
pilulee -narcotica zyn niec veel in getal. Die, welke<br />
e fiyrace en cynoglofs. genaamd zyn, zyn het meest<br />
zaamengefteld. De pilul* e fiyrace zoude men in 'c<br />
geheel misfen kunnen en depilul* cynoglofs. zouden,<br />
als ze uic de rad. cynoglofs., opium en puk. castor.,<br />
alleen beftonden, voldoender, zekerder en eenvoudiger<br />
zyn ;• alle de overige middelen doen 'er geen<br />
dienst; zelfs zyn 'er onder , welke door prikkeling<br />
wezentlyk fchaade doen; de rad. cynoglofs*<br />
zelve doet niets 'er by dan. om 'er een naam aan<br />
te geven : want welk Medicus zal zoo ruim met<br />
de pilul* cynoglofs. zyn., ,dac van de overige<br />
middelen wëzentlyke uitwerking te: verwagcen<br />
is ? Ik bedien my in plaats van de m. p. de<br />
cynoglofs. wel van de gum.arab., eenige greinen<br />
opium en castoreum, welke ik tot dac zelfde oogimerk,<br />
waar men de pilul* de cynoglofs. coe gebruikc<br />
, aanwende ; en ik geloof, dac men die<br />
masfa zoo goed en dienstig zal bevinden, als die<br />
van de pilul. de cynoglofs.; hec eenigfte gebrek is;<br />
dat ze uic zoo veel medicamencen niec beftaat;<br />
zulks houden onkundige voor een gebrek, maar<br />
niet die geloof flaan aan de zinryke fpreuk van<br />
onzen groocen BOERHAAVE: Simplex veri figilium.<br />
-^Ik gaa over tot de zaamengeftelde poeders.<br />
Ga Dè
36 C. T E R N E OVER DI<br />
De zaamengeftelde purgeerpoeders zyn thans zoo<br />
veel niet in getal. Meest alle de purgeerpoeders<br />
zyn heroica; en fommige kunnen met vrugt ge»<br />
bruikt worden in geitellen , welker ingewanden<br />
voor zagter ftimulantia niet vatbaar zyn: geen<br />
van dezelve kan men in heete ziekten met een<br />
weezentlyk nut gebruiken.<br />
De pulv. alhand. compojit. en de pulv. coma'<br />
chinus zyn onder allen het meest in gebruik en<br />
ook de beste. Hunne werking is fomtyds, hoe<br />
wel in een maatige dofis gebruikt, geweldig, en<br />
zwakke geitellen verdraagen dezelve niet gemak-<br />
lyk. De pulv. cornachin. verwe"kt zelfs fomtyd3<br />
geweldige hypercatharfïs, waarom de Hoogleeraar<br />
HAHN gewoon is zyn coehoorderen te waarfchou-<br />
wen en onder het oog. te brengen de les van<br />
GALENUS: Het zy. gy purgeer-- of braakmid<br />
delen gegeven hebt enz., de eerfte gift is in<br />
uwe magt, het overige komt aan 't geluk toe («)»<br />
Indien men de lyders niet genoeg kent, is het best<br />
per epicrafin dezelve te laaten gebruiken. — De<br />
pulv. diafen. is van zagter werking. De foelie en<br />
kaneel zyn daar niet zeer noodzaakelyk in , en<br />
maaken zelfs, dat men in heete ziekten, gelyk in<br />
de pokjes en mazelen, voor de kinderen 'er geen<br />
gebruik van maaken kan. Ook zie ik geen<br />
groote reden , waarom men dit poeder nodig<br />
heeft.<br />
(») GALENUS de F. Sectione adverfus Erafi/traf,<br />
Cap. 7. Chart. Tom. X. p. 401.
SPREUK VAN BOERHAAVÊ. 37<br />
heeft. Een Medicus kan gemaklyk, als hy met de<br />
pulv. fena en crem. tart. laxeeren wil, dezelve<br />
voorfchryven. Waar toe dan dit compofitum in<br />
voorraad te houden ?<br />
De puk. hier* fimpl. Galeni kan men zeer wel<br />
in de Geneeskunde ontbeeren; en zoo men de pi-<br />
Ma cochia in de Apotheeken niet meer noodig<br />
oordeelde , zoude men dit poeder geheel en al<br />
kunnen misfen, en dit zou volgens den regel van<br />
de fubflractie al weder den omflag van de Apothee<br />
kers verminderen. Wy zouden de puk. alhancl.<br />
compofit. met de aloë daar voor kunnen gebruiken.<br />
De pulv. ad vermes compofitus zou men ook der<br />
ven kunnen: want elk Geneeskundige zal toeftem-<br />
men moeten, dat als men voorneemens is mercu-<br />
rius dulc. tegen de wormen te gebruiken, het best<br />
is daarvan zo veel voor te fchryven als geoordeeld<br />
wordt noodzaakelyk te zyn, en het geftel der lyde-<br />
ren verdraagen kan.Ik heb menigmaal ondervonden,<br />
dat de natuurlyke werking van den merc. dulc. on<br />
taardde , als hy lang in poeder bewaard was. Ook is de<br />
merc. geen middel, dat alle menfehen in een en<br />
dezelfde hoeveelheid verdraagen kunnen. Op 't<br />
gebruik van vier greinen merc. didc. heb ik in een<br />
lyder een ligte falivatie zien komen; en in een<br />
ander was met geen zestig greinen 'er eenig teken<br />
van. Men kan zoo wel en fpoedig een puk. ad<br />
vermes gereed maaken, als of men dit famenftelfel<br />
in voorraad hadt. Ook is dit poeder geen fpeeift-<br />
Q 3 cum
38 C. T E R N E O V E R DE<br />
cum tegen de wormen, gelyk fommigen zich<br />
verbeelden, die het enkel om den naam, welken<br />
het draagt, gebruiken. — De pulver es aromatki<br />
zyn meer in getal; en veelen van dezelve zoude<br />
men kunnen misfen, gelyk pulv, allekeng. compofit.<br />
, aromatic., rojaceus, cachectic. , diaga.<br />
lang*, diarrhod., haly ad tabem, myrrh* compofit.,<br />
pulv. terr* figillat* en nog meer anderen.<br />
Ik geloof niet, dat 'er een Geneesheer is of hy<br />
zal met my moeten toeftemmen, dat onder al die<br />
opgenoemde poeders geen is , waaraan men zoo<br />
een byzondere kragt tegen deeze of geene ziekte<br />
kan toel'chry ven, dat men niet in ftaat zou zyn met<br />
minder zaamengeftelde medicamenten, of eenige<br />
fimplicia , ondereen gemengd , zyn oogmerk te<br />
bereiken. Waartoe dan zoo een ballast in de<br />
winkels ? Waartoe zoo een menigte zaamengeftelde<br />
poeders, waar van zommige zeldzaam te pas<br />
koomen , en door den tyd hunne kragt en aromatike<br />
deelen verliezen , bewaard ? Is het om<br />
dat de Iyders zo veel te duurder middelen moeten<br />
betaalen, en de kosten draagen van die middelen,<br />
welke in de Apotheeken bederven ? Moet de eene<br />
burger den ander zoo zyn zweet en bloed onnoodig<br />
uitzuigen ? is hec niet genoeg de pulv. e chelis<br />
cancrorum, comitifs. kent., marchion., diaireo<br />
fimp., diatragac frigid. en de troch. alk rhas. in<br />
voorraad gereed te hebben, en dan nog al de andere<br />
nierzaamengefteide poeders, waarvan een Medicus,<br />
wan-
SPREUK V A N BOERHAAVE. 39<br />
wanneer 't noodig is, compo/ïtakm maaken, zoo groot<br />
hy wil? HIP PO CR AT ES gaf aan zyn ly deren door<br />
gaans eenvoudige middelen; en als die grondlegger<br />
der geneeskonsc veel middelen te gelyk ordonneer<br />
de, was het een teken dat hy noch oorzaak noch<br />
natuur der ziekte kende. Dus was onkunde oor<br />
zaak van veele medicamenten ondereen te mengen,<br />
en dit is het noch. Als ik zoo een verward men<br />
gelmoes op een voorfchrift zie, denk ik altoos:<br />
wat zou HIPPOCRATES van zoo een voorfchtift<br />
zeggen ? Enkelvoudige medicamenten voor te<br />
fchryven en te beproeven is een teken, dat men<br />
naar een bepaalde en gekende ziekte zyn ge-<br />
neezing inrigt, en hec waare heil der ly deren trage<br />
te bewerken. Ik weet wel, dat men fomtyds een<br />
ftatie-poeder voor moet fchryven, en den lyder goud<br />
met lepels geven te eeten, gelyk het poeder van den<br />
Gravin I{ent,van den markies,parlemoer,om den<br />
vrienden en den lyder genoegen te geven, fchoon<br />
men het met kreefes-oogen, roodkoraal of magnefi<br />
albazoude kunnen doen; te meer, zegt VAN SWIE<br />
TEN, dewyl dikwils anderen tot raad geroepen<br />
worden, vooral in de Hoven, die deeze middelen.<br />
met Jlyve kaaken aanpryzen : men moet egter,<br />
gaat hy voort, zorg draagen, dat men, op deeze<br />
zyn vertrouwen gefield hebbende , geen andere<br />
veel kragtiger middelen verzuime (0). De ge-<br />
mee-<br />
(0) VAN SWIETEN in Comm. ad Aph. BOERH. §. 713.<br />
Tom. II. P. 362.<br />
C 4
4o C. TERNE O V E R DE<br />
meene lieden gebruiken voor hunne kinderen<br />
tegen het zuur rhabarber met kreefts-oogen, en<br />
ontlasten fpoedig het geen oorzaak van de pynen<br />
en krimpingen in den buik is; maar zulke effica»<br />
Cieufe middelen zyn naauwlyks geoorloofd voor<br />
te fchryven by ryke lieden, welker kinderen ook,<br />
met al die ftatie - poeders, als martelaaren van de<br />
mode, elendig leven, en naa langduurige worftelmgen,<br />
met al die pragt-, ftatie- en goud-poeders,<br />
ten grave daalen , waardoor de maatfchappy zich<br />
van menig goed ingezeten beroofd ziet.<br />
Wy zullen tot de zaamengeftelde fyroopen overgaan<br />
, en ons gevoelen over eenige mededeelen. —<br />
Gemeenlyk worden de Jyrupi door de Geneesheeren<br />
voorgefchreeven om de geneesmiddelen voor<br />
de zieken fmaakelyker te maaken, en het onaangenaame<br />
van dezelve te verbeteren. Een genoeg-<br />
Zaame hoeveelheid van zaamengeftelde en enkelvoudige<br />
fyroopen heeft men daartoe in de winkels<br />
gereed, zoo dat een Geneesheer keus heeft om<br />
uit te kiezen een fyrupus, welke zyn voorgenoomen<br />
oogmerk kan begunftigen, ten minften niet<br />
hinderlyk kan zyn. Zeldzaam worden de fyrupi op<br />
zich zeiven alleen gebruikt, maar gemeenlyk als een<br />
jivans of corrigens by andere middelen. Nog<br />
geldzaamer zyn die fyrupi, waar aan men zoodanig<br />
een kragt toefchryft, dat zy, op zich zei ven<br />
gebruikt, in ftaat zyn om ziekten ten onder te<br />
brengen. Men heeft egter eenige .met dien lof be-<br />
gun-
SPREUK VAN BOERHAAVE. 4!<br />
gunftigd. Dus gewaagt DANIEL SENERTUS(J)),<br />
uic ANT. DON AB ALTON de med. corp. hu-<br />
man mal. cap. 7 , van een fyroop, hebbende<br />
eenige overeenkomst met den fyr. fumaria,<br />
doch uit meerder kruiden zaamengefteld, welke<br />
in den morbus hypochondriacus zeer aangepreezen<br />
wordt met het aq. boragin. of lupinorum te ge<br />
bruiken. Het zy hier mede zoo het wil, meestal<br />
geeft men fyrupi, met andere middelen gemengd ,<br />
om de toegediende middelen te verkerken en aan<br />
genaam te maaken. o<br />
Wy verwonderen ons,en vinden het ongerymd,<br />
dat men twintig, dertig en meerder kruiden on<br />
dereen mengt om zaamengeftelde fyrupi te maa<br />
ken. Vier, vyf, of zes medicamenten uitgekoozen<br />
uit de dertig, waarvan men gewoon is fyrup. ar-<br />
temifite van te maaken, is beter, eenvoudiger, min<br />
der kostbaar, en de nuttigheid, welke 'er de ly-<br />
ders van kunnen hebben, zal zoo goed zyn , als<br />
of men het geheele mengelmoes, waaruit men thans<br />
deezen fyroop maakt, genoomen had. In 't alge<br />
meen merk ik over de fyrupi compofiti maar aan,<br />
dac zy uit veel minder middelen zouden kunnen be-<br />
ftaan,en even nuttig zyn. Daarenboven hebben wy<br />
nog zoo veel enkelvoudige fyroopen en verfchiet<br />
van lekkernyen , om de vertroetelde gehemelten<br />
te behaagen, en 'er de medicamenten en lyders<br />
fom-<br />
O) Lib. V. Part. III. Sect. III. cap. VII.<br />
C 5
42 C. T E R N E O V E R DÉ<br />
forrityds mede te verflimmeren. Men zoude ook<br />
eenige fyrupi compofiti geheel ontbeeren kunnen,<br />
als de fyr. ftoechad, myrtin., hysfopi Zwelferi en<br />
anderen meer. Misfchien is onder de fyrupi het<br />
oxym.fimp. de oudfte, enkelvoudigfte en beste,en<br />
heeft meer dienst gedaan dan alle de fyr. compofit.<br />
ooit gedaan hebben of zullen kunnen doen. O hei<br />
lige enkelvoudigheid! Jammer is het,dat men geen<br />
meerder verftand heeft en fchranderheid aanwendt<br />
om van u gebruik te maaken ten nutte van de Ge-<br />
neeskonst. Doch laat ons verder gaan, en onze<br />
gedagten mededeelen over de zaamengeftelde<br />
oliën, wateren en geestryke vogten.<br />
De natuur, mild in 't bedeelen van alles, wat toe<br />
gemak , vermaak, nuttigheid en gezondheid kan<br />
(trekken, verfchaft ons of door druiping, of door<br />
perfing, of door disteleeren uit de planten, vrug.<br />
ten, zaaden, bloemen, basten, enz., veelerhande<br />
oliën, welke door de Geneeskundigen, zoo in in-<br />
nerlyke als uiterlyke gebreken, met zeer veel nut<br />
kunnen gebruikt worden. — Het is te verwonde<br />
ren , dat, daar het getal van enkelvoudige oliën<br />
zoo groot is , men nog zo veel zaamengeftel<br />
de heeft uitgevonden en tot hulp genoomen. De<br />
meeste zaamengeftelde oliën , welke men in de<br />
winkels vindt, zyn nuttelooze lasten , uitvindin<br />
gen, die tot geen heilzaam gebruik voor een Ge<br />
neesheer gefchikt zyn. Het is myns bedunkens<br />
genoeg, als een Apotheeker die enkelvoudige oliën<br />
be-
SPREUK VAN BOERHAAVE. 43<br />
bewaart, welke bekend zyn, waar van veele en<br />
kel nog maar dienen om door den reuk te be-<br />
haagen. Waartoe zyn omflag vergroot mee<br />
kostbuare middelen , welker gebruik een kundig<br />
Geneesheer zeldzaam of nooit noodig heeft?<br />
Zodanige zyn hec oleum castor., capparum,<br />
crocin. , irin. , en meer zaamengeftelde oliën. —I<br />
De menigvuldigheid van de fpirit. & aq. ftiïïat.<br />
fimplices maake, dac men de meeste zoo<br />
zeer zaamengeftelde wateren en geesten gevoeglyk<br />
ontbeeren kan ; en zoo wy niec geheel coc een<br />
empirie vervallen willen, moecen wy bekennen,<br />
dac wy in alle die aq, en fpirit. cephalic., apoplec-<br />
tic, antineph., antiparalytic., contra eolieam,<br />
vertiginem, enz. zoodanig een fpecifike krage niec<br />
vinden , als derzelver uicvinders 'er van opgeven.<br />
Hec is ook volftrekt onmogelyk een fpecificunt<br />
te vinden voor een ongemak, dac uic zoo veel<br />
verfchillende oorzaaken voorekoomen kan. Somtyds-<br />
is een fomtyds een vomitief, nu een antikei-<br />
minticum , dan een purgans, en in een ander geftel<br />
een fudoriferum, hec waare en zekere fpecificum. —<br />
Zoodanige middelen , welke coc deeze of geene<br />
kwaal zoo hoog opgevyzeld worden, zyn, in handen<br />
van half - geleerden en onkundigen, die dikmaals<br />
maar op denbloocen klank van hec middel, coc dee<br />
ze of geene kwaal aangepreezen, en beflempeld<br />
met den naam van de ziekte, vertrouwen, meest<br />
altoos gevaarlyk. Myns bedunkens moest men
44 C. T E R N E O V E R D E<br />
al die zaamengeftelde en benaamde wateren en<br />
fpiritus uic de Apotheek verbannen, gelyk het aq.<br />
antinephritic., antiparalytic., fp. mastichin. fyhii\<br />
half. antapoplectic, balf. feu fpirit. embryott.]<br />
aq. vit* mathiol. en meer diergelyke. Doch ik<br />
vrees dat hierop aan te dringen den moriaan wasfchen<br />
is.<br />
Welk Geneesheer, die een grein gezond oordeel<br />
heeft, zal aan die middelen zoodanig een byzondere<br />
kragt toefchryven , om deeze of geene<br />
kwaal te geneezen, waar mede het genoemd word?<br />
De naam is het dan, dien men verkiest, even als de<br />
naam een Doctor maakt. Hoe vertchillende zyn<br />
niet de oorzaaken , door welke een graveel, een<br />
apoplexia, paralyfis, een hy drops, enz. kunnen veroorzaakt<br />
worden, waarin die benaamde middelen<br />
gevaarlyker zyn, dan de kwaal zelve! Zoo maakt<br />
ook de naam van Doctor geen goed Geneesmeester<br />
uit.<br />
Ik weet zeer wel dat een racionaal Geneesheer<br />
zich op die naam - middelen niet verlaat,<br />
maar zyn geneezing inrigt naar de oorzaak,<br />
aart en natuur der ziekte, verfchillende temperamenten<br />
, verfchynfelen, byzondere geaardheid en<br />
toevallen der lyderen ; doch op hoe veele Dorpen<br />
en Plaatfen, ja zelfs in Amfterdam, daar Chirurgyn<br />
en Apocheeker byna ongeftoord de inwendige<br />
ziekten behandelen, ondervindt men menigmaal<br />
, dat zy zich nog beroemen deeze mid-<br />
de-
SPREUK VAN BOERHAAVE. 45<br />
delen toegediend te hebben, fchoon een Medicus<br />
liever wenschte, dat den lyderen niets was toegediend<br />
geworden , dan kwalyk geappliceerde middelen.<br />
Medkamenta in manu imperiti funt mi gladius<br />
in dextra furiofi. Hoe menigmaal word de half.<br />
.embryon. kwalyk aan zwangere vrouwen toe*<br />
gediend ! enkel en alleen, om dat zyn naam onkundigen<br />
misleid, welke niec eens weeten, dat<br />
hy uit zoo veel pelkntia zaamengefteld word. De<br />
naam van Doctor en van medicynen bedriegt dus<br />
veel menfehen. Zoo men al deeze compofita<br />
wilde behouden men konde ze nog verbeteren,<br />
•door minder middelen ondereen te mengen. Zelfs<br />
heeft de ondervinding my geleerd, dat het laudan.<br />
liquid. Sydenhami, eenvoudiger bereid, zonder<br />
faffraan, cinamom. en caryophyll., veel geruster, veiliger<br />
en met meerder nut kan gebruikt worden in<br />
veele gevallen; 't welk duidelyk genoeg bewyst,<br />
dat het enkelvoudige het egte kenmerk draagt van<br />
het waare.<br />
Eer ik de weezenlyke compofita , welke<br />
in de winkels ten dienste der Genees- en Heelkundigen<br />
bewaard worden, verlaat, zal ik noch<br />
met een enkel woord aanroeren de zalven en pleisters.<br />
— Onder de medewerking der natuur heeft<br />
een Genees- en Heelmeester dikmaals een goeden<br />
uitflag van deeze of geene pleister of zalf ondervonden;<br />
doch men roemt dikwyls de aangewende<br />
hulpmiddelen, zegt VERULAMIUS, en de natuur<br />
heeft
40* C. TERNE O V E R D E<br />
heeft alleen het werk verrigt. De groote menigte<br />
van middelen, waaruit fommige zalven en pleisters<br />
zaamengefteld worden, vermeerdert geenzints haa<br />
re kr:'gt en deugd , gelyk verkeerdelyk geloofd<br />
word; en veele, waarin twee, drie, vier of meer-<br />
iler gommen voorkomen , zouden met eene en-<br />
iele genoegzaam kunnen volftaan.<br />
Veele kundige Chirurgyns reguleeren zich in 't<br />
-zaamenftellen van zalven en pleisters niet naar de<br />
voorlchriften van de Apotheeken , maar maaken<br />
•het empl defenfiv.ruh., vigoms,labdun.,melilot.m<br />
dkrgelyke, naar hun eigen goedvinden , minder<br />
zaamengefteld, dat niet te laaken is: de eene Heel<br />
meester gebruikt die wond-balfem en een ander<br />
weder wat anders, en de goedgunstige natuur ge-<br />
neesc Het misbruik van de zaken is, geloof ik,<br />
ruim zoo groot als het nut : doeh dewyl ze<br />
uiterlyk gebezigd worden, komt de nadeelige uit<br />
werking fpoedig 8an den dag, en een verftandige<br />
bedient zich dan van gefchikter middelen. Men- v<br />
fchen, die geen zalven, hoe genaamd, verdraagen<br />
kunnen, hebben ons geleerd zonder pleisters en<br />
zalven fpoedig te geneezen.<br />
Voor en aleer ik nogthans van de pleisters ein<br />
dig, moet ik nog iats van het emplast. veficato*<br />
riftm zeggen-, dewyl aan deszelfs, deugd en goe<br />
de bereiding een Geneesheer meer gelegen<br />
is dan aan alle de overige pleister - kraam; en<br />
hier uic zal genoegzaam bJyken, dat door het by-<br />
men-
SPREUK VAN BOERHAAVE. 47<br />
mengen van alle. de ingrediënten en prikkelende<br />
middelen, waar uit het empl. veficatorium zaamengefteld<br />
wordt,deszelfs deugd,nut, kragt en uitwerking<br />
vermindert. Onze bewyzen zullen, zoo een*<br />
voudig zyn, dat de waarheid daar van aanftonds in<br />
't oog valt. • De beste empl. vefïcatoria verdie.<br />
nen in gewigtige. gevallen, en in ziekten van aanbelang<br />
, daar het op het leven van onzen evenmensen<br />
aankomt, geen genoegzaam vertrouwen,<br />
om van een Chirurgyn voor Spaanfche vliegen gebruikt<br />
en geappliceerd te worden. De Geneeskundigen<br />
behoorden dit volftrekt niet te gedoogen.<br />
Laaten Chirurgyns en Apotheekers hunne Spaan»<br />
fche vliegen - pleisters maaken waarvan zy willen^<br />
en by de cantharide! mengen wat zy goedvinden<br />
, om ze uit de winkels te verkoopen ;<br />
zulks willen .wy hun gaarn vergunnen; maar<br />
voor het gebruik van een Medicus , die iets,<br />
van de kragten en werkingen der middelen op een<br />
leevend' lighaam weet, dient hun mengfel niet,<br />
inzonderheid in gewigtige gevallen. Spaanfche<br />
vliegen zyn gewigtige en veelvermogende geneesmiddelen.<br />
Spaanfche vliegen-pleisters zyn,<br />
in hoopelooze gevallen , dikmaals het heilig<br />
plegt- en nood-anker , waarop een Medicus<br />
zich moet veriaaren. Spaanfche vliegen - pleisters<br />
zyn, in de handen van een ervaaren Medicus,<br />
die voortreffelyke geneesmiddelen , door welker<br />
prikkel hy de kwynende vis vitalii op een onbegry-<br />
pe-
»8 'C. TERNE O V E R Dg<br />
pelyke wyze.opbeurt, de ifftSnct (welke HIPPÖ-<br />
CRATES gewild heeft dat een Medicus zal gade-<br />
flaan) op een kragtdaadige wyze aan 't werken<br />
brengt, en den verdoofden en flaapenden AR.<br />
CHAEÜS HELMONTXI opwekt, om de fecretiones<br />
en excretiones van de zieke - ftoffen (mater ia mor<br />
bi) te begunftigen, .af te leiden en buiten het<br />
lighaam te brengen. —<br />
Hoe noodzaakelyk is het derbalven niet, dat een<br />
Geneesheer zich op die voortrelfelyk geneesmiddel<br />
verlaaten kan,en dat de Spaanfche vliegen-pleisters,<br />
goed, deugdzaam, versch en onbedorven aan de<br />
zieken geappliceerd worden , vermits het volatile<br />
en de vermoogende kragt van de cantharides door<br />
den tyd, en ouderdom vervliegt, of door het by-<br />
mengen van andere medicamenten te zwak gemaakt<br />
wordt, of ten minften beroofd van het vermoo-<br />
gen om op de waterwegen te werken, welken<br />
weg zoo menigmaal de medewerkende natuur<br />
zoekt, om de zieke-ftoffen te ontlasten! Waar<br />
is. een middel dac 'er bygemengd worde waarin<br />
die byzondere flimulus is? In geen van alle is hy<br />
te vinden. Hoe notare mihi liceat, zegt de Hoog<br />
leeraar FORSTEN in zyn voortreffelyke Verhan<br />
deling over de Spaanfche vliegen, naad conducere<br />
ut ullum emplastrum veficatorium officinale indis-<br />
criminatim omni in cafu adhibeant Medici: pras-<br />
taret, ut non nifi recenter in pulverem redacta<br />
cantharides adhiberentur, quia in dia confervato<br />
pul-
SPREUK VAN BOERHAAVE. 49<br />
pulvere acriores particula volatilitate dïsfipari<br />
videntur; dein ut justam & necesfdriam pulveris<br />
do/in cum emplastro quodam emoliiente offkinali<br />
commiscendam juberent, vel forfan (quod probe<br />
notandwri) ne emplastrorwn partibus oleofis vel<br />
adipo/is nimis mitigentur, potius conduceret puU<br />
verem recentem cum fermento , vel mica panis<br />
humectata, commifcere, circumjecto emplastri te*<br />
nacis circulo , ut applicatio firmetur: pc eer tui<br />
esje potest Medicus, vefcatorium cum conflitutione ,<br />
tetate & morbo tegroti [ui convenire, nee factie<br />
actionis efficacia carebit Men kan hier ook<br />
over nazien de Handelingen van het Genootfchap<br />
Servandis Civibüs, inzonderheid M. J. D E MAN (r) ;<br />
de eenvoudigfte bereiding van de Spaanfche vlie*<br />
gen-pleister is de beste. Ik heb altoos rrty bediend<br />
van het verfche poeder, met azyn gemengd, en,<br />
'er een weinig bafilicon onder gedaan. De azyn<br />
alleen is te fpoedig droog op de huid, en dus wer<br />
ken de vliegen zoo goed niet als wanneer zy met<br />
de eene of andere kleverige zalf gemengd worden;<br />
maar men moet 'er zoo veel van de zalf niet on»<br />
der roeren, dat de werking der vliegen belet kan<br />
worden. Alle andere bygevoegde prikkelende<br />
middelen in de Spaanfche vliegen-pleisters zyn<br />
minder kragtig; 't is de prikkeling en het afleidend<br />
Disfert. med. inaugural. p> 77.<br />
(r) Bladz.. 29. /. Deel.<br />
IX. DEEL. D<br />
ver*
09 C; TERNE O V E R DE<br />
Vermoogen van de cantharides alleen, waarop een<br />
Medicus zyn hoop vestigt. Wenfchelyk ware het,<br />
dat alle Medici met één hart en ziel de fchande-<br />
lyke en nadeelige gewoonten van fommige naam-<br />
Chirürgyns tegengingen , die gewoon zyn hunne<br />
zamengeftelde en fomtyds verouderde Spaanfche vlie<br />
gen - pleisters te appliceeren, en het zeer kwalyk<br />
neemen, als een Medicus, die door reden en on<br />
dervinding overtuigd is, begeert, dat de vliegen-<br />
pleisters zullen gemaakt worden van versch Spaan<br />
fche vliegen - poeder. Men hoort die waanwyzen<br />
dikwyls op hun kragcig Spaanfche vlieg-compofitum<br />
roemen , zeggende, dat zy het wel aan 't werken<br />
kunnen brengen, door eenige droppelen ol. vitriott,<br />
even als of hunne uitgedroogde pleister door het<br />
opdruipen van ol. vitrioli kon veranderen, en die<br />
byzondere eigenfchap dien kragtigen prikkel ver-<br />
krygen, welken men in verfche Spaanfche vliegen<br />
vind. Credat Judaus Apella; non ego. De een-<br />
voudigfte en op verfche daad bereide Spaanfche<br />
vliegen-pleisters zyn de beste. Simplex veri fi m<br />
gillum.<br />
Hiermede zullen wy het onderzoek van com<br />
pofita medicamenta laaten berusten. Dictum fa-<br />
pienti fat est. Genoeg , dat wy getooid heb<br />
ben, dat veele van dezelven ondienstig zyn voor<br />
een Geneeskundigen, en fchadelyk voor de lyde-<br />
ren , en dat het dwaasheid is dezelve in gereed<br />
heid te houden, eerftelyk uit hoofde van het be<br />
derf
SPREUK VAN BOERHAAVE. 51<br />
derf dat zy onderworpen zyn, ten anderen, om<br />
dat het vermengen van een menigte middelen de<br />
goede werking van die middelen , welke men<br />
voornaamlyk noodig heeft, grootelyks belemmert,<br />
(hoe dikwyls word de werking van rhabarber ,<br />
cort. peruvian., fimarub., lign. quasfi., van de<br />
antihyfierica, enz. verydeld, doordien men deeze<br />
middelen te veel met andere involveert, om ze<br />
behaaglyk aan de zieken te maaken!) en eindelyk,<br />
om kort te zyn, ten derden, om dat groote<br />
compofita direct ftrydig zyn met een gezuiverde<br />
Geneeskonst, die niet anders dan een weetenfchap<br />
en voorzigtig bellier der kragten of vermoogens<br />
der menfchelyke natuur is, tot verdeediging<br />
of befcherming van 'c leven en de gezondheid<br />
, tegen de ziekten en den dood (0- Hoe nu door<br />
zoodanige groote menigte van geneesmiddelen een<br />
voorzigtig beftier plaats kan hebben , beken ik<br />
niet te weeten. De Republiek, het menfchelyk<br />
gedacht, lydc by die groote menigte van onzekere<br />
middelen te veel nadeel,dan dat zulks nog behoort<br />
aantehouden; men heeft te lang op de oude en met<br />
vooroordeel bezette lier getokkeld, naar welke de<br />
Artzen zedert eeuwen gedanst hebben.<br />
Te vergeefsch heeft de Oudheid fpecificamedicamenta<br />
gezogt in de groote zaamenmengfels; en<br />
de hedendaagfche Medici zullen 'er zoo mm m<br />
HM*<br />
(j) GAUBIUS Inflit. Pathol. %. 9.<br />
D a
52 .C. TE RN E O V 6 R DE<br />
flaagen als de ouden. Begeert men middelen, die<br />
tegen de oorzaaken der gebreken en ziekten opgewasfen<br />
zyn, en 'by uitfteekendheid fpecifica<br />
genaamd kunnen worden, dan moeten wy de enkelvoudige<br />
middelen (fimplicia) verftandig onderzoeken<br />
, voorzigtig beproeven; en dat dezelve in de<br />
fimptkia te vinden zyn, leert de dagelykfche ondervinding.<br />
Het is een der voornaamfte pligten<br />
van een Ceneesheer de enkelvoudige middelen<br />
te onderzoeken; en het zyn dwaaze theoretici, die<br />
met fchrifcen en woorden dit onderzoek veragten,<br />
en uitmuntende practizyns om die reden hoon aandoen.<br />
Wy zullen met weinig woorden maar eenige<br />
enkelvoudige middelen aanhaalen, en ons gezegde<br />
daardoor bevestigen. Is 'er wel een groot compofitum,<br />
dat zoodanig een heerlyk geneesmiddel is<br />
als hec zuiver water? Het in- en uitwendig gebruik<br />
van water overtreft alle geneesmiddelen, die bekend<br />
zyn, en verdient in veele ziekten den naam<br />
van een waar en enkelvoudig fpecificum.<br />
De azyn is in fommige ziekten een voortreffelyk<br />
geneesmiddel. Zyn doordringende en verkwikkende<br />
reuk, wekt in bezwymingen, fiaauwten<br />
en vertraagde beweegingen van 't bloed hec<br />
kwynend leven op, en is het eenigfte reukmiddel<br />
dat veilig kan gebruikt worden. De azyn maatigt<br />
den dorst, tempert de hitte, bevordert de<br />
perfpiratie,Raude bederving tegen, enz. HIPPO-<br />
CRATES bediende zich van water, honig en azyn<br />
in
SPREUK VAN,BOERHAAVE. 53<br />
in meest alle heete ziekten met de heerlykfte<br />
uitwerkingen wy bevinden 'er ons nog niet kwalyk<br />
by in veele gevallen. Jammer is het, dat de<br />
lyders en inzonderheid de Apotheekers meenen, dat<br />
w y de konst niet verftaan, .als men zoo eenvoudig<br />
voorfchryfc. De azyn is een fpccificum tegen<br />
veele vergiften, van mosfelen, champignons,<br />
hyofcyamus, belladona, enz.<br />
BOERHAAVE pryst den azyn tegen den beet van<br />
de flang dipfas, tegen de fchadelyke uitwerking,<br />
van de antimoniata, loodwit, gips, kooperaguge<br />
vergiften, enz.<br />
BOERHAAVE hielp een meisje en een vrouw,<br />
welke by ongeluk naalden hadden doorgenikt, enkel<br />
met azyn-water, waardoor de punten werden<br />
weggevreeten, en dus verftompt. Is 'er wel een<br />
groot compofmm^ de ondervinding, zulke heilzaame<br />
uitwerkingen van getoond, heeft,als men dezelve<br />
met verftand heeft: in 't werk gefteld?<br />
De mercurius,ók veel -vermoogend. geneesmiddel<br />
e n fpeeifieum tegen veele ziekten , de —<br />
i s het eenige en waare antidotum tegen de haatelyke<br />
venusziekte. Qnnbus faue (zegt onze<br />
groote BOERHAAVE in prxfatione ad morbos<br />
athrodifiacos) rite expenfis ,apparet vera vis, qua<br />
ad expugnandam luem veneream Jolus e$cax*<br />
molens Jolus mercurius habetur. De memmus ^<br />
alleen overtreft alle geneesmiddelen in 't geneezen.<br />
van deeze booze en algemeene kwaal. Alle com*<br />
D 3 *°'
54 C. T E R N E O V E R DE<br />
pofïta, hoe hoog ook geroemd , zyn zonder mer-<br />
curius van weinig of geene uitwerking tegen de<br />
lues of venus-fmec; en het is te verwonderen, dat<br />
een wys man nog openlyk zich durft aankanten<br />
met woordentegen het beproeven van enkelvou<br />
dige middelen: indien men de enkelvoudige mid<br />
delen niet beproefd hadt , wy zouden tot deeze<br />
verfchriklyke kwaal nog geen zeker middel ge<br />
vonden hebben ; en hoe veel kwaaien zouden<br />
tot nog toe ongeneeslyk gebleeven zyn! De mer<br />
curius , zoodanig bereid , dat hy veilig kan ge<br />
bruikt worden, is alleen in ftaat om deeze haatelyke<br />
en verderflyke'ziekte te geneezen. Ik ontken niet,<br />
dat , om byzondere toevallen , of om de byzon-<br />
dere gèfteldheid der'Iyderen, andere medicamen<br />
ten fomtyds 'er by noodzaakclyk zyn-, maar om dë<br />
fltiet te verbeteren, en de kwaaien, daar uit gebooren,<br />
ten onder te brengen, is de mercurius- het voor-<br />
naamfte hulpmiddel,-gelyk zulks door geen kundig<br />
Geneesheer ontkend zal worden. Het is niet alleen<br />
de venüs-ziekte, waartegen de mercurius een be<br />
proefd middel bevonden wordt, maar daarenboven<br />
nog heeft de ondervinding geleerd , dat veele<br />
andere ziekten 'er door overwonnen kunnen wor<br />
den. Onze groote meester BOERHAAVE zogt in<br />
Het flibium en den mercurius een antidotum tegen<br />
dé vernielende kmder-pokken; maar helaas! jam<br />
mer is het, dat wy naa het gebruik van hetzelve<br />
evenwel zeer kwaadaardige pokken hebben zien te<br />
voor-
SPREUK VAN BOERHAAVE; 55<br />
voorfchyn koomen, en de hoop tot hiertoe verbo<br />
ren fchynt, om een antidotum tegen deeze kwaad<br />
aardige ziekte, die voor het menfchelyke geflagc<br />
veel verdervender is dan de pest, te bezitten, de<br />
nuttige inenting alleen uitgezonderd. Met zeer veel<br />
vrugt nogthans gebruikt men mercurius, met anti-<br />
monium vereenigd, onder de voorbereidende midde<br />
len, als men de pokjes inenten wil; en de alombe-<br />
roemde Hoogleeraar G. VAN DOEVEREN, myn<br />
groote leermeester en byzondere begunftïger, getuigt<br />
nimmer eenige fchaadelyke uitwerking onder de<br />
inenting 'er van gezien te hebben, maar wel, dat<br />
door dit middel , dikwyls ontlast wierden wor<br />
men , flym en andere onreinheden , die fomtyds<br />
anders een fchaadelyke rol in de pokjes kunnen<br />
fpeelen, 'c welk men dan gaarn aan de inentinge *<br />
doch verkeerdelyk, toefchryft. Ik zou eene menig<br />
te van fchryveren kunnen aanhaalen, die den mer-<br />
furius tegen dehydrophobia aanpryzen. Men kan<br />
daarover naazienvAN SWIETEN, SAUVAGES»<br />
ÏAMES, TYSSOT, HOUTTuV-N en veele anderen.<br />
Schoon wy niec Hellen kunnen-, dat de mercurius<br />
een fpectficum is tegen deeze. woedende ziekce ;<br />
nogthans kunnen wy niec ontkennen, dat deszelfs<br />
gebruik in de hydrophobia van groote nuttigheid<br />
geweest is. Hei is te beklaageri, dat men in veele<br />
gevallen dit middel niet vroegtydiger aanwendt; mis<br />
fchien zou het veele van de overige middelen , tegen<br />
deeze ongelukkige en deerniswaardige kwaal aan-<br />
D 4 S e<br />
'
C T E R N E O V E R D E<br />
gepréezeri ) overtreffen, dewyl myirog-geen middel<br />
békend'is, of hec heeft fomtydsonze verwagtirig in<br />
deeze .ziekte te kur .gefield. .BOERHAAVE geuigtvan<br />
ten ..mercurius, in. zeer veel oogziekten<br />
uitmuntende uitwerkingen gehad' te .hebben, gelyk<br />
te . zien is in zyn ..pralect.-de morbis oculorum.<br />
B OY;L.E/verhaak oi^ ri ö:. z y ö exercuat. de utilita-<br />
*küëM/èpA, Wmment. .van een foldaac , die<br />
döOR de cataracta op beide oogen ileekeblind<br />
^as;,^§n .geneezen vyerd door hec opfnuiven van<br />
frmaArigUÏk die wy wceten dat uit mercu-<br />
«W^wepgftfteJd -wprdr. ,Solus mercurius, zegt<br />
B«#RHdAVE, fohitaiwipientem et jam confirmamm^mrwam.<br />
Sc HEN K >in zymCbj: Med. verfcaatfons,<br />
dat dooreen Imeering -van mercumus vkus<br />
e§§ memch vm.te cataracta-bevryd is geworden.<br />
-&gSft de amaurofxs .df-zwar.ee naari-,'.word.de rrer-<br />
««W ^mmm-k middel' bevonden, gdyk<br />
fcy. H*l ' s<br />
T E K ». IVH^fUUS^RI^Kü S,.ERNON,<br />
A. Q ft HJWÏ N F ena anderen ce zien ig. :Ghze BOER!<br />
HAA'VE föiryfir ;ook-/io-zyn^/^.^';» w-tó ^<br />
een amaurvfis.geneezen' ce hebben door'<br />
eeay'gewddige.kwyimg, en. hec opfnuiven van.<br />
piercuntH dulcis, .„Voor zeven jaaren heb ik den<br />
Hoogleeraar G V A N<br />
' «OMVEREN.in zyn nuttig^.<br />
fuaal coUegie, ten ..dienste van de behoeftige zieken<br />
v^n grootbelang voor de I keren. Studenten, zien<br />
geneezen eenen Willem Ramaker, oud zevenug<br />
.jaaren, van. een .volkoomen jmaurofts, door<br />
mer~
SPREUK VAN BOERHAAVE. 57<br />
mercurius fublimat. corrofiv, met fpirit. frumenti<br />
of hec vermogend middel van den beroemden<br />
VAN SWIETEN; en deeze man is tot heden toe<br />
zeer wel by Ygezigc.<br />
ïen-en de wonnen is de mercurius een vermoogend<br />
middel bevonden ; en deszelfs kragt om de.<br />
wormen te dooden en buiten hec lighaam ce bren-,<br />
gen ondervindt, daaglyks elk.Clinicus. Zie BOER<br />
HAAVE, VAN SWIETEN, A. DE IIAEN»,<br />
F. HOFFMAN , HEISTER, R. VAN ROOZEN-<br />
STEIN , VAN.DOE VER EN , enz. J. Z. PEAT-<br />
NER pryst zeer een deel mercurius dulcis met<br />
drie. deelen fuiker ; tegen de wormen. Tegen de<br />
fcabies , om een einde te maaken van alle de kwaa- ;<br />
len en ziekten , waar de mercurius met vrugt in.<br />
bevonden word,, is de mercurius een kragtig middel<br />
om die vuile en befmettende kwaal te genee-.<br />
zen, zie CAROL.MUCIT ANUS, VOGEL, STORCK,<br />
SANDIFORT geneeskundige Bibliotheek , enz.<br />
Voor dertien jaaren genas ik te Samarang op Java<br />
een flaaven - jonge, welke van het hoofd tot de<br />
voeten toe mee fchurfc bezec -was,. door hec middel<br />
van VAN SWIETEN. EHRMAN genas een kind<br />
van cien jaaren met zes greinen mercurius fublir<br />
matus corrofivus, opgelost in een pond aq. finipl.,<br />
zoet gemaakt met twee oneen fyr. violarum,<br />
s' morgens en 's' avonds een.Jepel ce gebruiken,,<br />
van een vogtigen ftinkend fchurfc, hetwelk lan-,<br />
ger dan een jaar: alle middelen wederltaan hadt;<br />
TS e zie
58 C. T E R N E O V E R D E<br />
zie zyne verhandeling de hydrarg. praparat. in--<br />
tem. in fanguin. effect. — Kunnen wy wel varj.<br />
alle de zoo gepreezenen en hooggeroemde compo-s<br />
fita zeggen, dac zy in 'c geneezen der ziekeen,,<br />
tegen welke zy aangepreezen worden, den enkelen<br />
mercurius eenigzins evenaaren ? Neen, zy zyn ia i<br />
vergelyking by de fimplicia een fchaduw van een<br />
fchaduwe. Moogen wy niec wel Heilig zeggen,<br />
dat als wy antidota en fpecifica begeeren, wy ze<br />
dan in de Jïmplicia moeten zoeken , en niec in<br />
de vermenging van twintig , dertig , ja honderd:<br />
middelen? Simplex veri figillum.<br />
De cort. peruvianus, mede een van de voor-<br />
naamfte en enkelvoudige wapenen der Geneeskun<br />
digen , de cort. peruv. is, verftandig en kundig<br />
toegediend, het voornaamfte zekerfte en kragtigfte-<br />
hulpmiddel, het beste fpecipZcum tégen alle koort<br />
fen byna, waar eenige remisfio plaats heeft. Zonder,<br />
den cortex peruv. zouden wy, even als II.PPO.<br />
CRAT ES , in veelen ziekten groote aantekenini<br />
gen kunnen houden van de phcenomena of ver-<br />
fchynfelen der ziekten , en van haare byzondere<br />
toevallen; wy zouden naauwkeuriger kunnen voor<br />
zeggen en bepaalen, op hoeveelften dag de lyderar<br />
moeten fterven.<br />
De cortex peruvianus behoort mede onder de<br />
voornaamfte hulpmiddelen, welke de natuur voort*<br />
brengt, en de Stigter der natuur aan het mensch*<br />
dom gefchonken heeft, om de-menfehen tegen<br />
ziek-
SPREUK VAN BOERHA'AVË. 59<br />
ziekten en dood te befchermen. Het is het beste<br />
en gefchiktfte prafervatief'dat men gebruiken-kan,<br />
als heerfchende ziekten woeden , welke van een<br />
rottenden aart zyn. De Profesfor VAN DOEVE<br />
REN, heeft voor eenige jaaren , toen te Sapmeer<br />
een verderflyke ziekte onder de kraamvrouwen<br />
heerschte , ondervonden, dat alle zwangere vrou<br />
wen, welke den cort. peruv. als een voorbehoed<br />
middel gebruikten, van deeze ziekte bevrydbleeven<br />
en gelukkig herftelden, en dat daarentegen alle de<br />
overige ftierven.<br />
De cortex peruvian. is een middel, dat op een<br />
verwonderlyke wyze niet alleen de koortfen ver<br />
dry ft , maar ook op een ons onbekende manier<br />
door zyn verfterkend vermoogen, regtftreeks op<br />
ons levens-beginzel werkt, en een magtige vyand<br />
van verderving en van den dood is. Hoe dikmaals-<br />
moet dezelve voor den cortex peruvianus zwig-<br />
rèn! Waar is een middel bekend, dat in ongenees-<br />
lyke morbi chfonici, gelyk in phthifis, hyiropes,<br />
enz. de levensvlam zoo lang kan uitrekken, als<br />
de eenvoudige koortsbast? Ik zeg, de eenvoudige<br />
koortsbast ; want alle compofita hebben minder'<br />
kragt; alle kunftige-bereidingen zyn te verwerpen,<br />
wanneer de lyder den bast in fubftantie, het zy irf<br />
poeder of in een conditum, kan en mag gebrui<br />
ken. De enkelvoudigfte manier van voorfchryven<br />
is hier, gelyk overal, de waare. Ik zou honderden<br />
fchry veren te berde kunnen brengen, welke aan dit"<br />
heer-
6o C. T E R N E , O V E R DE<br />
heerlyk , ja Godlyk middel den verdienden lof<br />
geeven ; ja de digtkunst behoort niet ,langer te<br />
zwygen om naar. waardy zyn nut. en dienst op ce<br />
zingen. Hier en daar; mag nqeh een oud Doctor<br />
zyn, die weinig leest, ziet of hoort, maar,<br />
gelyk de ezels ,. den ouden tred .gaat, die nog<br />
geweetenshalven dit heerlyk middel fchuwc. De<br />
zoodanigen, zege UNZER niet onaardig, zyn in<br />
zekere opzigten wel gelyk aan de voorzigtige<br />
Eiephanten , die-nooit een tweeden voet voortzetten<br />
, eer zy voelen, dat de eerfte wel ter deegen<br />
vast ftaat; maar ten deezen opzigte, zyn zy<br />
beneden dezelve, dat zy geen been willen opligten,<br />
ten zy het vooraf .door vooroordeel en eigenzinnigheid<br />
onderfteund wordt. Als de Oostindifche.<br />
Compagnie een vyftig pond cort. peruv. meer<br />
mede gaf, in plaats van fommige conferven, en<br />
dezelve dan kundig aangewend wierd , 'er zoude<br />
meerder manfehap behouden blyven, en dus zyn<br />
nut toebrengen om den kvvynenden .ftaat van een<br />
zieltoogende Compagnie te onderfteunem<br />
De inenting der kinderpokken .is mede een<br />
van de eenvoudige , zekere en- waare middelen<br />
om 't menfchelyke geflagt van een booze en verderü\ke<br />
ziekte te bevryden,als zy voorzigtig, wys,<br />
en met oordeel, gelyk alle middelen, dienen gebruikt<br />
te worden, aangewend wordt. De eenvoudigfte<br />
manier van pokken in te enten is de beste;<br />
een enkele fteek met een puntig inftrumenc<br />
is
SPREUK-TAN'BOERHAAVE. 61<br />
is voldoender dan de infnyding, ja overtreft alle<br />
overige manieren. De eenvoudige inenting, door<br />
een kundig Geneesheer beltierd, fiaagc meest al<br />
toos gelukkig, en men mag met regc wel vraagen:<br />
is 'er in de geheele Geneeskonst wek een hulp<br />
middel bekend, dat eenvoudiger, zekerder, en van<br />
meerder nut voor het menfchelyk geflagt bevonr<br />
den is, dan deeze praktyk? „ De inënting van<br />
„ de pokken" zegt CAMPOMANES, „ welke zoo<br />
„ veele kinderen voor hec gevaar behoed , om geen<br />
„ flagcoffers van de verwoestende kwaal der pokken<br />
te worden, en die zulk een beproefd en veilig<br />
„ middel is, zoude de coeneeming der bevolking<br />
„ mei klyk bevorderen, indien wy eens de vooringe-<br />
noomen ongegronde vrees cegen die behoedmid-<br />
a a r h e , a a s ! h o e<br />
„ del overwinnen konden (O-" M<br />
weinig invloed heeft die Godlyk, gezegend, een<br />
voudig en waar geneesmiddel , dat zoo duidelyk<br />
toont, dat het enkelvoudige het kenmerk is van<br />
het waare-, nog in onze Republiek gevonden !<br />
Die behoorc mede toe hec onbegrypelyke , waar<br />
onze Republiek vol van is. Welke draaijing, welke<br />
omweg en uitvlugt blyfe ons dan nog over, waar<br />
om wy aan de bevolking een hulpmiddel van zoo<br />
veel belang onthouden , dwarsboomen en ont<br />
trekken ?<br />
De menfehelyke reden ftrydc 'er voor; wanc zy<br />
raadt<br />
CO Verhandeling over de Induftrie, p. 58.
6a C. ' T E R N E o-VB* DE<br />
raadc ons den weg in te flaan, waar door veelen<br />
kunnen behouden worden.<br />
De zuivere Godsdienst, van dweepery, bygeloof<br />
en Turkfche gronden gezuiverd, ftrydc 'er voor;<br />
want zy leert ons hetzelfde.<br />
- De gezonde Staatkunde pleit 'er voor; want,<br />
zegt SUZMILCH , die Vorst handelt verftandig,<br />
die door het vermeerderen van zyn ingezetenen<br />
de vermeerdering van zyn rykdommen zoekt.<br />
Men kan de fterflykheid van 't menfchelyk gefiagt<br />
door de inenting verminderen, derhalven ook<br />
de weezentlyke fchatten en rykdommen van den<br />
ftaat 'er door vermeerderen. Elk derhalven, die<br />
dezelve beftrydt, belet en verhindert, wroet in<br />
zyn eigen ingewanden , dewyl 's lands fchatkist 'er<br />
door verminderd word. De marktfchreeuwers en<br />
kwakzalvers vermoorden meer menfehen ongeftoord<br />
in een jaar, dan in duizend eeuwen door de<br />
niet wel gellaagde inenting zouden kunnen omkoomen;<br />
en hoe weinig goede maatregelen worden<br />
daartoe aangewend om de kwakzalvery te<br />
beletten 1 Jaa fommige hoofden van de gilden<br />
befchermen dezelve nog, men mag ook wel zeggen,<br />
't geen VESPASIANUS tegen zyn zoon zeide,<br />
toen hy een belasting op de fecreeten gelegd hadt,<br />
en het geld ontving: de reuk van het geld is altyd<br />
aangenaam,het mag komen van wat plaats het wil.<br />
Lucri bonus odor ex re qualibet.<br />
De ondervinding van een goeden uitflag ftryd 'er<br />
voor;
SPREUK VAN BOERHAAVE. 63<br />
Voor- zy is ons door Mannen in de konst medege<br />
deeld, op wier eerlykheid, deugd, en trouw wy<br />
Volkomen ftaat maaken kunnen. De zinfpreuk van<br />
•onzen groote B O E R H A A V E , Simplex veri figiU<br />
hm, ftryd 'er voor; zy leert ons door eenvou<br />
dige middelen hec heil der menfehen te betragten.<br />
Eindelyk , de befchryving , welke alle Genees<br />
kundigen gegeven hebben, wat eigenlyk de ge<br />
neeskunde is, en wat men eigenlyk door dezelve<br />
Verttaat, ftryd voor de inenting van de kinderpok<br />
ken. Men kan naazien, welk een definitie HIP-<br />
POCRATES (»), GALENUS (V) , HEROPHILUS<br />
(«0, WALSCHMID (tf) , BOERHAAVE (jO ,<br />
OOSTERDYK (z), F. HOFFMAN O), en in<br />
zonderheid de groote Pathologus GAUBIUS (è)><br />
van de geneeskunde geeft, door my reeds<br />
aangehaald pag. 5i. Schoon alles zaamenloopt<br />
voor de nuttigheid en noodzaaklykheid der inen<br />
ting, nogthans wil men liever door een pynelyke<br />
ziekte gemarteld en gefolterd worden,dan door de<br />
eenvoudige inënting zich gemaklyk van deeze ziekte<br />
Jaa<br />
rna) TIJ Lil. de flatibus.<br />
O") In lntroduct. cap. $.<br />
(V) Ita GALEN, de fub fis-<br />
«<br />
Ef<br />
»P ir<br />
' e<br />
medica, cap. 2.<br />
& d e<br />
*P' *<br />
a r t t<br />
' (x) In inftitut. cap. 1. §. 5- „ . . »<br />
Q)) De method. difcendr artem tned. %. I. & tn tnjt.<br />
med. §. 22. et a'-ibi.<br />
(z) In(i. med. §. 1.<br />
00 Tom. I. med. rat. fijt. Cap. I. §. c.<br />
\b~) Injl. Patk. §. Q.
64 C. T E R N E O V E R DE<br />
haten bevryden. Voor eenige maanden ftierf een<br />
vrouw alhier aan de pokken , welke een jaar te<br />
vooren my zeer kwalyk nam, dat ik gunftig van<br />
de inenting fprak, en zeide, liever aan de pokken<br />
te willen derven, dan de inenting te ondergaan; en<br />
200 dagt haar Medicus ook. Het mensch heeft<br />
haar zin gedaan, en haar onbedagten wensch ver-<br />
kreegen ; zy ftierf als een martelaares aan de pok<br />
ken , en met haar een vrugt van zes maanden, naar<br />
ik meen. Welk een verlies voor de maatfchap-<br />
py! Twee zielen, die door de inenting den dood<br />
hadden onttrokken kunnen worden!<br />
De inenting der pokken , dat wonderbaar ge-<br />
fchenk der Voorzienigheid, fchynt het publiek<br />
en deszelfs beftryderen te zeker, te veel op den<br />
grond van een voorzigtige beftiering der genees<br />
kunde gegrond te zyn, ja met een woord , het<br />
fchynt te eenvoudig. Men wil liever geteisterd<br />
worden van een benaauwde, elendige en gevaarly-<br />
ke ziekte,(die fomtyds, als SENAC zegt, een pest<br />
is, die de wereld verwoest, welke op fommige<br />
tyden de helft van die geenen wegrukt, die 'er van<br />
aangedaan worden) , dan zich gemaklyk door de<br />
min gevaarlyke inënting 'er van bevryden.<br />
Het is een groote ondankbaarheid tegen het Op<br />
perweezen , welk zoo een beproefd, eenvoudig en<br />
gezegend middel, tegen deeze befmettelyke en wree-<br />
de ziekte aan de hand gegeven heeft, het niet te wil<br />
len onderzoeken, beproeven, aanwenden of gebrui<br />
ken.
SPREUK VAN BOERHAAVE. 65<br />
ken. Dac een nuccig geneesmiddel fomtyds twee,<br />
tien, ja cwintig jaaren en meerder tegenftand vindc,<br />
is nog ce begrypen; maaj dac een geneesmiddel, zoo<br />
heerlyk, zoo baarblykelyk door de Goddelyke Voor<br />
zienigheid begunftigd,na veele jaaren, na honderd<br />
duizenden menfehen het leeven verlengd te hebben,<br />
nog agterwegen gelaacen worde, is onbegrypelyk<br />
voor my, en voor allen, dien maar eenigzins de popu<br />
latie en onderhouding der menfehen ter harte gaat*<br />
Men fchrikt en is bang voor de inenting, en<br />
men is niet bang (welk een heidenfche domheid en<br />
dwaasheid!) pokkige perfoonen te bezoeken,<br />
gemeenzaam met hun om te gaan, om op dusda<br />
nig een manier de pokken te krygen, 't welk een<br />
ongerymde onvoorzigtigheid is, en even goed als<br />
of men een brandend vuur mee olie wilde blus-<br />
fchen. Men weerc in fommige fteeden de ineneing<br />
van de pokken af, uic hoofde van de ingebeelde<br />
befmeteing, welke 'er zoude kunnen veroorzaakt<br />
worden; (welk een harfenfehim!) en men verhin-<br />
derc niec dac befmecce en pokkige perfoonen in<br />
de fteden van buicen ingebragc worden om te her-<br />
ftellen , uic de koscfchoolen en andere plaacfen.<br />
Men verbiedc de eenvoudige inëncing, en men ge-<br />
doogc dac pokkige perfoonen vervoerd, en (let<br />
wel, ik zal nog meer zeggen,) naast den ingang<br />
van de kerkdeur geplaatst worden, daar duizen<br />
den menfehen weeklyks voorbygaan, en van het<br />
fmec aangedaan kunnen worden. Ja, men is te-<br />
IX. DEEL E gen
66 C. T E R N E O V E R DE<br />
gen de nuttige en eenvoudige inenting , om de<br />
ingezetenen voor de gewaande befmetting en<br />
epidemie te bevryden ; en men laat (welk een<br />
dolheid!) de pokkige lyken van buiten in de fte-<br />
den inbrengen , en met ftatie in de kerken<br />
begraaven, daar duizendmaal meer gevaar door<br />
veroorzaakt wordt, om de pokken voort te plan<br />
ten , dan ooit door de inënting kan gefchieden.<br />
In 't Londenfche Magazyn van 't jaar 1752<br />
vindt men een voorbeeld van een lyk, dat reeds<br />
dertig jaaren begraaven was en aan de pokken<br />
overleeden ; dat by het openen van de kist alle<br />
de aanweezigen , en, in de omleggende dorpen<br />
allen, die niet gepokt hadden , befmette. Kan nu<br />
een lyk, dat dertig jaaren is begraaven geweest,<br />
het vuur van befmetting ontfteeken, hoe fchadelyk<br />
is dan niet het begraaven van pokkige perfoonen<br />
in de kerken! en hoe nuttig zoude het zyn, dat<br />
men hier zich tegen verzette, en de inënting onge<br />
moeid als een geneesmiddel liet gebruiken ! te meer,<br />
dewyl men, om plaats in de kerken te hebben,<br />
en ook op fommige kerkhoven , de lyken al te<br />
vroeg fchudt. Daar in te voorzien is billyk.<br />
De Hotteritotten aan de Caap gebruiken nog<br />
meer verftand en voorzorg om de pokken af te<br />
keeren, dan onze Republiek 'er tegen aanwendt;<br />
in 't jaar 1768 woedde daar die ziekte, en myn<br />
familie , welke naar buiten gevlugt was, konde<br />
'er niet toe overgaan om my toegang by<br />
hen
SPREUK VAN BOERHAAVE. 67<br />
hen te geven; ja, op fommige plaatfen worden<br />
de wegen mee kanon beplant, om de gemeenfehap<br />
van de Caap met de buitendorpen of gehugten<br />
te beletten.<br />
De eenigfte voorzorg, die men hier te lande<br />
aanwendt, is tegen de eenvoudige, zekere, waare,<br />
nuttige en zeldzaam mislukkende inënting , uit een<br />
vooroordeel, dat tot nadeel der ingezetenen verftrekt,<br />
die ongelukkig den tol betaalen moeten van<br />
de fuffende mymering , welke in onze Republiek<br />
heerscht. Maar ik raak te ver van 't fpoor: wy<br />
zullen zoo lang begunftigers van de inënting<br />
blyven, tot dat 'er beter behoedmiddelen in 'c<br />
werk gefteld worden dan tot heden toe gedaan<br />
zyn, en een veiliger middel aan de hand gegeven<br />
wor'dt om het menschdom, de zuilen en rykdommen<br />
van den Staat, gemaklyk, zeker, en gelukkig<br />
van deeze ziekte te bevryden. De hoop is nog<br />
niet weg; de vooroordeelen en het bygeloof zullen<br />
nog verdwynen. Hec zal met de inënting van de<br />
pokken nog gaan, gelyk het met meer nuttige geneesmiddelen<br />
gegaan is, als met het opium, den<br />
cort. peruv., mercurius, enz. Tandem bona caufa<br />
triumphat.<br />
Om nu geen meerder medicamenta fpecifica aan<br />
te haaien, als opium , helladona , ckuta , cort.<br />
fimaruba, flor. zinci, enz., zy het voor ons genoeg,<br />
dat wy in de enkelvoudige medicamenten<br />
de waare middelen vinden om ziekten te ge-<br />
E a nee-
68 C. T E R N E O V E R at<br />
iiëezen, en inzonderheid die ziekten, welker aart en<br />
natuur van 'timet ons nog niet genoeg bekend zyn,<br />
als lues, de variola, enz. en misfchien is de oor<br />
zaak , waarom wy nog geen middel voor den wreeden<br />
kanker (wiens aart en fcherpte my toefchynt met<br />
den phospher overeen te komen) en andere onge-<br />
neeslyke ziekten gevonden hebben, alleen daar in<br />
gelegen, dat wy nog geen werk genoeg gemaakt<br />
hebben van de enkelvoudige middelen te beproe<br />
ven. Wie zoude a priori gelooven, dat in de fuiker<br />
een byzondere kragt was om een venynigen beet<br />
voor alle gevaaren te bewaaren, was het niet, dac<br />
wy a posteriori 'er van overtuigt waren? Laaten<br />
wy altoos indagtig zyn, dac in de grootfte een<br />
voudigheid de waare wysheid te ontdekken is.<br />
Laaten wy altoos voor het voorfchryven van hulp<br />
middelen indagtig zyn aan het gezegde van PLATO,<br />
ad bonam valetudinem confequendam omnia prius<br />
tentanda esfe , quam corpus pharmacis operofe<br />
commovendum. Laaten wy altoos bedenken, dat<br />
wy niet op de wereld gefield zyn om veele re<br />
cepten te fchryven , maar om de bronnen der<br />
ziekten op te zoeken , en dezelve te geneezen.<br />
Laaten wy onder hec voorfchryven altoos in<br />
dagtig zyn aan de Zinfpreuk van den grooten<br />
reformateur der Geneeskunst , den verftandi-<br />
gen BOERHAAVE. Simplex veri figillum. Aan<br />
een ftreek meer of min op een voorfchrifc hangc<br />
hec leven van een zieken. Hy is de beste<br />
Doe-
SPREUK VAN BOERHAAVE. 6$<br />
Doctor, zegt UNZER, die het minste voorfchryft.<br />
Laaten wy alle compofita operofa, zoo veel möge-<br />
l yk is, vermyden; en ze'zullen uit de Apotheekóh<br />
fmelten, als wasch voor-het vuur. Laaten wy een<br />
vast voorneemen neemen onvde enkelvoudige mid*<br />
delen te beproeven, ten fpyt'Van:verwaande^pge-<br />
blaazene, theoretifche leermeesters. Laaaefl^Wy^vaa<br />
onze recepten voor ecuwig alle caracters bat«ï@m<br />
Ik zoude myn grooten meester VAN DOEvkRË-ïï<br />
met geen recept onder de oogen durven vkomen;<br />
dat doorzaaid was met', caracters;. Zy zyn gévaarlyk<br />
op een recept : want hoe.. ligt.kan 'er een
70 C. T E R N E OVER D «<br />
aanwent. Ook weet ik geen redenen, waarom een<br />
Medicus den pulv. cornachini onder den naam van<br />
pulvis e tribus voorfchryft, vermits de Apotheekers<br />
met den pulvis diaireos fimplex in verwarring kunnen<br />
komen; en welkeen onderfcheidheeft tusfchen deeze<br />
twee medicamenten niet plaats! Zoude een Medicus<br />
niet aanfpraakelyk zyn als een Apotheeker zich<br />
hierin vergiste? Ik meen,ja. Door eenvoudige middelen<br />
kunnen wy onze gezondheid bewaaren: want,<br />
zegt SENECA, muitos morbos multa ferculafecerunt,<br />
et fimplex morbus ex fimplici cibo. Si innumerabiles<br />
miraris morbos, numera coquos. Ja, de keel dood<br />
meer menfehen dan het zwaard. Door eenvoudige<br />
middelen, wél, kundig en verftandig ingerigt, kunnen<br />
wy onze verloorene gezondheid herftellen ,<br />
zoo de natuur ons gunftig byftaat; en dat men zich<br />
aan den weg, dien ons de natuur heeft voorgefchreeven<br />
, houden moet, en van denzei ven niet moet<br />
afgaan , beveelt ons SENECA. Niet het groot getal<br />
van middelen,maar weinige, die wel ingerigt zyn,<br />
zyn de waare middelen, welke de natuur op een<br />
wonderbaarlyke wyze onder de armen grypt en onderfteund.<br />
Tempor ibus medicina valet, data tempor e profunt\<br />
Et data non apto tèmpore vina nocet.<br />
Zegt OVIDIUS; en VEIUNUS zegt met regt:<br />
Impediunt certam medicamina crebra falutem. —<br />
Eindelyk zal ik deeze eerfte afdeeling fluiten met<br />
de
SPREUK VAN BOERHAAVE. 71<br />
de gewigtige woorden van FRED. HOFFMAN (C).<br />
Praxis Medica incredibile damnum ac detrimentum<br />
olim pasja est a tanta ineptarum compofitionum<br />
pharmaceuticarum farragine & fimplicium<br />
fupino neglectu;neque minus, qüod Medicina-tanta<br />
ab Ulo tempore obfervationum , qua plenam &<br />
exactam morbi historiam compleet eb antur, inopia<br />
laboravit: Nostris vero tempor ibus non parum deer ementi<br />
artis exercitatio pasja est a Chymicis, qui<br />
validisfimas ex mineralium regno Medkïnas, magnifica<br />
arcana & fpecijka pro expugnandis morbis<br />
temer e jactarunt, fecuram vero medendi viam,<br />
qua fit per Duetam & parabiliera fimplkia, «ihili<br />
habuerunt. Si quod igitur incrementum arti<br />
nostra accedere, & ad perfectionem propius pervenire<br />
hac debet; cèrte in eo maxime laborandum<br />
erit, ut thefaurum felectisfimarum obfervationum<br />
practicarum nobis comparemus, ut paucis, fecuris<br />
Cj? probatisfimis remediis uti confuefcamus, eorumque<br />
vires & facultates, in tam diferentibus corporihus<br />
& morbis,plenius exactiufque addifcamus,<br />
& tot practicarum compofitiones & chymkorum<br />
tantopere jactata remedia mis fa tandem faciamus,<br />
hisque repudiatis, ex diata vitaque regimine,<br />
potius quam ex pharmacopolio ,falutem agris aferre<br />
laboremus, prafertim in arcendis morbis. —<br />
CO Med. Raiiori. fyst. Tom. I. Cap. 5. p. 26.<br />
E 4<br />
TWEE-
7* C. T E R N E O V E R D E<br />
T W E E D E A F D E E L I N G .<br />
De zinfpreuk van onzen grooten BOERHAAVE,<br />
fimplex veri fïgillum, betreklyk op de<br />
Heelkunde gemaakt.<br />
Veele zaaken , welke in de voorgaande afdeeling<br />
gevonden worden, kunnen ook betreklyk gemaakt<br />
worden op deeze afdeeling. „ De Heel-<br />
„ konst, is een konst en wetenfchap, welke door<br />
„ een voorzigtig beftier van de kragten der natuur<br />
„ tracht de uiterlyke en fommige innerlyke gebre-<br />
,, ken der menfehen te geneezen, te verminderen of<br />
„ draagbaar te houden, door een goeden leefregel,<br />
„ opgelegde geneesmiddelen, en eindelyk door een<br />
„ gewapende of ongewapende hand." Qua medicament<br />
a non fanam, ea fer rum fanat. Qua:<br />
ferrum non fanat, ea ignis fanat. Qua vero ignis<br />
non fanat, ea infanabilia existimare oportet (d).<br />
De Heelkonst overtreft in ouderdom de Geneeskonst:<br />
MACHAON en PODALIRIUS, beideZoonen<br />
van den grooten ESCULAPIUS, hebben de uiterlyke<br />
gebreken door ftaal en geneesmiddelen geneezen<br />
(
SPREUK VAN BOERHAAVE. 73<br />
van den navelrtreng aan de naageboorte vast waren',<br />
welke door af te fnyden moesten ontfnoerd worden<br />
; en wie zoude ontkennen , dat zulks eene<br />
operatie was, welke tot de Chirurgie behoort ?<br />
Het niet affnyden van den navelftreng wordt het<br />
Joodfche volk als een groote fchande voorgehouden<br />
in de Heilige bladeren. Uw navel, doe gy geboor<br />
en -wierd, is niet afgefneeden; zoo heeft mén u<br />
met water ook niet gewasfchen,dat gy rein wierd,<br />
noch met zout gewreeven, noch in windelen gewonden<br />
; maar gy wierd op H veld geworpen (ƒ><br />
Wy hebben ook zoo veel waarfchynlykheid<br />
niet, dat het eerfte ouderpaar hunne kinderen fyroop<br />
van rhabarber ingegeven hebben, om de zwarte<br />
drek,meconium,te ontlasten; daar toe waren zy te<br />
eenvoudig en niet diep genoeg geleerd. Het is zeker,<br />
dzt Eva, de ingeeving der natuur volgende,<br />
haar pligt deed om 't kind te drenken met de<br />
borst, welke voor prikkeling verftrekte om de<br />
zwarte drek te ontlasten; maar het affnyden van<br />
de ftreng is veel waarfchynlyker dat plaats gehad<br />
heeft. — De Heelkonst heeft voor de Geneeskonst<br />
in voortrefFelykheid, edelheid en noodzaakelykheid<br />
niet te zwigten, en in veele gevallen overtreft zy<br />
de Geneeskonst. Men vindt weinig Chirurgyns, die<br />
de vereischtens bezitten, welke CELsus (g) 'er<br />
met<br />
Cf) EZECHIEL XVI. vers 3, 4, 5-<br />
U) L> ib V L L i n<br />
'<br />
t r<br />
"ï' ations<br />
-<br />
E 5
74 C. T E R N E O V E R D E<br />
met regt van vordert. Een goed Heelmeester moet<br />
alle de eigenfchappen en kundigheden byna bezitten<br />
, welke in een goed Geneesheer vereischc worden<br />
, en dan nog daarenboven een gefchikte hand en<br />
hart hebben, waardoor hy, uit medelyden voor zyn<br />
medemensen,onverlaagd de zwaarte engevaariykfte<br />
konst-bewerkingen verrigten kan, zonder te toonen,<br />
dat zyn geest of hart onder de operatie door<br />
het gekerm der lyderen of omftanderen beroerd<br />
wordt. In onze verwyfde en vertroetelde Eeuw<br />
vind men zulke natuuren zeldzaam. Met één<br />
woord, een Heelmeester moet een mensch zyn,<br />
die de menschlykheid verbergen, en zyn hartstogten<br />
beteugelen kan, zoo dat zyn lighaam 'er<br />
niet van aangedaan wordt. De Geneeskundigen<br />
kunnen veel dienst en nut aan de Heelkundigen te<br />
weeg brengen; en die beide konften en weetenfchappen<br />
zyn zoo naauw aan elkander verknogt,<br />
dat de eene de andere niet ontbeeren kan. De<br />
Doctoren, zegt de Heer HOUTTUYN, mogen zich<br />
wel vlytiger,dan tot dus verre van veelen gefchied<br />
is, op de Chirurgie toeleggen (K). Men kan met<br />
vrugt die geheele aanteekening hier over leezen.<br />
De yver en vlyt , welke veele Studenten in de<br />
medicynen aanwenden, om iets van de Chirurgie<br />
te leeren, toont genoeg, dat het zoo zeer niet aan<br />
hunnen yver te wyten is , dat veele Medici flegt<br />
Qi) Aantekening op PLATNER, I. Deel, Bladz. 8.<br />
er-
SPREUK VAN BOERHAAVE. 75<br />
ervaaren in de Heelkunde zyn, maar wel, dat het<br />
hun ontbreekt aan bekwaame gelegenheid om de<br />
Chirurgie en Vroedkunde grondig, fyflematisch en<br />
by de lyderen zeiven te leeren. Waar vindt men in<br />
onze Republiek op de Academie • plaatfen de zoo<br />
noodige en onontbeerlyke Hospitaalen, die de Heeren<br />
Studenten gelegenheid geeven om de ziekten<br />
in de zieken zeiven te zien, en zoo wel in- als uiterlyke<br />
gebreken te zien behandelen , en de operatien<br />
in leevende lyderen door kundige Heelmeesteren te<br />
zien ter uitvoer brengen ? Hoe kundig zouden dan<br />
de Medici niet kunnen van de Academiën te rug<br />
komen , met een goede theorie en praktyk voorzien<br />
, de ongelukkige lyders in hunne ziekten te hulp<br />
komen, en tot waardige conjüiarü aan de Heelmeesteren<br />
verftrekken ! Het ltrekt myn Vaderland<br />
tot geen eer en roem, dat ik 'er van getuigen moet,<br />
dat men 'er nog niec bedagt is geweest om een<br />
Hospitaal op te rigten in een Academie-Stad.<br />
Wy hebben op onze Academiën altoos de bloem<br />
van Hoogleeraaren in de Geneeskunde gehad, en<br />
hebben nog Mannen, die aan Holland, Duitschland,<br />
Frankryken Engeland tot verwondering (trekken, en<br />
tot wier wyze lesfen de vreemdelingen gretig<br />
komen. Hoe veel grooter zou die toeloop zyn,<br />
als teffens nuctige Hospitaalen opgerigc wierden!<br />
te meer, dewyl de manier van onderwyzen, en de<br />
goede order, welke onze Hoogleeraaren houden,<br />
alle vreemde Hooge-Schooien byna overtreft. Leiden,
76 C. ' T E R N E O V E R DE<br />
den, dat bekoorlyk Leiden, beroemd wegens zyn<br />
Academie, (zou een vreemdeling het wel gelooven?)<br />
is zonder Hospitaal; en de arme zieken en<br />
gebrekkigen moeten, geteisterd door ongemakken en<br />
gebreken , van kommer en ongemak byna in hunne<br />
armoedige wooningen en bouwvallige ftulpen ,<br />
zonder gemak en gerak,aan hun elendig noodlot<br />
overgelaatert worden; ja, de beste Genees-, Heelen<br />
Vroedkundigen zien hunne hoop en moeite meenigmaalen<br />
verydelen, doordien het treffend gebrek en<br />
de nypende armoede te groot is, dan dat de Geneesen<br />
Heelmiddelen en handig uitgeoeffende operatien<br />
, de gewensehte uitwerking zouden kunnen hebben<br />
; waardoor de Stad nuttige handen komt te. misfen<br />
om de fabrieken en trafieken te doen bloeijen<br />
als van ouds. Genees- en Heelmiddelen en operatien<br />
zyn het alleen niet, die de lyders kunnen<br />
herllellen. Een goede oppasüng, leefregel, noodig<br />
voedfel en verfchooning zyn dikwyls noodiger dan<br />
alle overige hulp, welke men den lyderen toebrengt;<br />
en hoe keurlyk zou zulks door een goed<br />
en wel ingerigt Hospitaal kunnen erlangd worden!<br />
Maar helaas!<br />
Een gezonde Staatkunde eischt, dat men van<br />
de menfehen op de best moogelyke wyze gebruik<br />
maakt. Hoe nuttig zoude men dit kunnen doen<br />
door het oprigten van een Hospitaal tot onderfteuning<br />
van behoeftige zieken, zwangere en baarende<br />
vrouwen en gekwetften! Zy konden door de eerfte<br />
Ge-
SPREUK VAN BOERHAAVE. 77<br />
Genees-, Heel- en Vroedkundigen behandeld en<br />
herfteld worden, terwyl de leergierige en yverige<br />
Studenten gelegenheid bekwamen om niet alleen<br />
van de beroemde Hoogleeraaren in de theoretifche<br />
gronden onderweezen te worden, maar ook zig<br />
daadelyk in de praktyk te oefenen, en operatien,<br />
verlosfingen, en behandelingen van kraamvrouwen<br />
te verrigten; waarvan het gevolg zou zyn, dat zy<br />
allen, die 'er een goed gebruik van gemaakt had<br />
den , by de zieken niet als bloote theoretifche,<br />
maar als geoefende. Medici zouden verfchynen.<br />
Welk een nut zoude zulks niet voor Neerlands<br />
inwoonderen zyn! Dewyl onze geheele Republiek<br />
'er belang in heeft, dat zy van goede en geoefen<br />
de Medici , Chirurgi en Vroedmeesters voorzien<br />
zy., zoo behoorde ook de geheele Republiek<br />
zoodanig een nuttige inrigting te bekostigen. Maar,<br />
om de waarheid te zeggen, de Staat heeft uitgaaven<br />
genoeg. Das Heer, auch wohl die Flotte, nicht<br />
feiten die Jagd, und gewifs der Hof/iaat er hei-<br />
fchen fo vief dafs für die Gemeinbedwfnisfe menig<br />
mehr abfallen kan, als höchfiens die Justitzpflege<br />
erfodert (/> Het is ook niet wel moogelyk de<br />
Chirurgie van hooren zeggen te leeren , en dat<br />
fomiyds nog wel van Mannen , die zeiven van<br />
de Chirurgie en Vroedkonst niets weeten dan by<br />
overleevering en uit goede Chirurgyns - boeken;<br />
(O Deutsch Mufdeum. Februar. 177S. S. 182.<br />
van
?8 C. T E R N E o v u u D E<br />
van Onderwyzers en Leermeesters, die nooit zei<br />
ven de gebreken gezien hebben, noch operatien<br />
hebben zien doen, of een muis in arbeid zien zit<br />
ten of kraamen, ja, van alle ondervinding ontbloot<br />
zyn, Claudicat, qui alterum crus defiderat, et<br />
tnancus est Medicus, qui folam rationem aut ex-<br />
perientiam habet (k).<br />
Een Hospitaal op te regten in een Academie-<br />
Stad was het gefchiktue middel om de Medici gron<br />
dig ervaren in de Genees-, Heel- en Verloskunde<br />
te maaken, en om vreemdelingen naar onze zoo<br />
beroemde Hooge-Schoolen te lokken, die thans naar<br />
andere Academiën gaan;en hoe zoude een kwynen-<br />
de Academie daar door niet herleeven, en den in-<br />
woonderen groote voordeden toegebragt worden!<br />
Deeze ftof kan tot overweeging ftrekken aan Man<br />
nen , wier post het is zulks te verzorgen, en die<br />
met magt voorzien zyn om zulks ter uitvoer te bren<br />
gen. — De Heelkonst is zoo wel als de Genees<br />
konst de gelukkigfte geneezing van gebreken aan<br />
de natuur verfchuldigd. Zonder de kragtdaadige<br />
medewerking der natuur zyn veele Heelkonftige<br />
gebreken ongeneeslyk ; een verftandig Heelmees<br />
ter, zegt PLATNER (/), zal deeze werkingen der<br />
natuur wel begrypen, en weeten , hoe veel hy<br />
haar kan vertrouwen, en hoe veel niet. De natuur<br />
^ , doet<br />
(*) ERASMUS Lib. 7. Apopht. 112.<br />
UJ Pag. 4. §. 4. Tem. I.
SPREUK VAN BOERHAAVE. 79<br />
doet wonderen , en een verflandig waarneemer<br />
maakt 'er een goed gebruik van. HIPPOCRATES<br />
zege: de Geneeskonst (die wy weten dat toen van<br />
de Heelkunde niet gefcheiden was) moet haare<br />
grondregels in de natuur zelve zoeken; ieder grond<br />
van een bewys moet zoo eenvoudig zyn, dat de<br />
waarheid daarvan aanftonds in de oogen valt. De<br />
ondervinding moet de trappen en voortgangen der<br />
bewyzen onderfteunen, en de daaruit afgeleide gevolgen<br />
moeten zonneklaar zyn. Schoon de natuur<br />
in de gebreken te geneezen veel vermoogen heeft,<br />
nogthans is zy niet geheel vermoogende. GALE<br />
NUS laat zich hier over fraai uit, daar hy zegt:<br />
Sunt alia natura , alia Medicis negata , atque<br />
concesfa. Natura quidem imposfibik est os ita confractum,<br />
ut partes ejus aberrent, membrumque<br />
distortum fit, erigere et confirmare, quod Medico<br />
(aut Chirurgo) posfibile fit : fic etiam luxatum<br />
Medicus (vel Chirurgus) reponere pot est, natura<br />
non potest; cavum ulcus carne replere natura potest,<br />
Medicus (vel Chirurgus} autem non potest:<br />
ficut ex femi coctis , aut crudis aliquid concoquere<br />
(ni). Hoe eenvoudiger en minder zaamengefteld<br />
de Heelmiddelen zyn, waarmede men de natuur te<br />
hulp komt, zo veel te zekerder mag een Heelmeester<br />
'er zich op verlaaten, en zo veel te naauwkeuriger<br />
volgt hy de natuur. Men kan de eerfte<br />
af-<br />
(tn) De Conft. arte Med. Cap. XII.
80 C. T E R N E O V Ë R D E<br />
afdeeling daar over nazien. Menigvuldige gebre<br />
ken zyn ce geneezen alleenlyk door een eenvoudig<br />
goed beftier, en door hec afwenden van 'c geen<br />
de nacuur hinderlyk zyn kan om de geneezing ce<br />
bevorderen. Hec geneezen van veele gebreken<br />
doec de magtige natuur ; de Heelmeester dienc in<br />
die gevallen alleen om zorg te draagen dat de<br />
zelve door onkunde in haare zekere werkingen niet<br />
geftoord worde.<br />
Het geneezen van wonden is alleenlyk een wer<br />
king der natuur; de Heelmeester dient alleen om<br />
alles, wac de natuur hinderlyk kan zyn, uit den<br />
weg te ruimen, als by voorbeeld niet alleen vreem<br />
de lighaamen , welke veeltyds oorzaak zyn van<br />
aanhoudende bloedftortingen, maar ook toevallen<br />
veroorzaaken, en de geneezing verhinderen kun<br />
nen : waarom Heelmeesteren altoos, zoo het vei<br />
lig gefchieden kan, de wonden van alles zoeken<br />
te zuiveren, inzonderheid van vreemde lighaa<br />
men. Met een fpons met laauw water of zoete<br />
melk kan men de wonden genoeg uitfpoelen<br />
van gruis, zand, glas, enz.; en hec is een hoog-<br />
ften nadeelig daarcoe brandewyn ce gebruiken,<br />
inzonderheid als hec wonden zyn in zeer gevoeli<br />
ge deelen.<br />
Byaldien hec ingebleevene lighaam door deezen<br />
weg niec naar buicen gebragc kan worden, en hec<br />
volftrekt noodzaakelyk is, dac heczelve 'er uicge-<br />
haald moet worden, 't welk wel van een Heel-<br />
kun-
SPREUK VAN BOERHAAVE. 81<br />
kundigen dient overwoogen te worden, vermits 'er<br />
fomtyds omftandigheden zyn, daar her, veiliger is een<br />
vreemd lighaam niec uit te neemen dan al, inzon<br />
derheid wanneer het zoo diep ingedrongen is, dat<br />
het zonder gevaar niet naar buiten gebragt kan wor<br />
den («). De beroemde Hoogleeraar G. VAN DOE<br />
VEREN heefc in zyn uitmuntend kabinet, onder<br />
andere zeldzaamheden, een anchylo/is van den<br />
atlas met den epistropheus, waar in voor het regter<br />
dwarfche uitfteekzel van den atlas een kogel zit,<br />
reeds naauwkeurig befchreeven door den Heer<br />
D. VAN DE WYNPERSSE. Niet zonder grond<br />
en reden merkt die Heer aan, dat de patiënt die<br />
gevaarlyke wond overleeft heefc (p). Hier kon-<br />
de de handigfte Heelmeester niec zonder groot<br />
gevaar het vreemde lighaam naar buiten brengen;<br />
en hier uit blykt genoeg , dat men de vreemde<br />
lighaamen niet altoos kan, mag of moet wegnee-<br />
men. Indien nogthans hec tegennacuurlyke uic de<br />
wond genomen moec worden , kan gemeenlyk een<br />
zagte vaneenfcheiding der wond, door middel van<br />
de vingers, volftaan om daar toe den weg te baa-<br />
nen. Hec uithaalen zelf gefchiedt doorgaans best<br />
met de vingers, of met een bekwaame koorentang.<br />
Wanneer men door deeze behandeling het oogmerk<br />
niet<br />
(«) Hou TTÜYN, Aanmerkingen op PLATNER,/. 351.<br />
O) D. VAN DE WYINPERSSE Disfert. de anc/iylos.f<br />
pag. 21 & 22.<br />
IX. DEEL. F . .
'82 C. T E R N E o v E u D E'<br />
'niet kan bereiken , is de dilatatie met het mes<br />
meestal voldoender , hoewel het in fommige ge<br />
vallen veiliger en eenvoudiger is,'een tegen-ope<br />
ning te maaken om het vreemde lighaam te ont<br />
lasten. Het ruim verwyderen van de wond, als het<br />
zonder gevaar gefchieden kan, is veel beter en een<br />
voudiger dan alle kunftig - uitgedagte en zoo zeer<br />
'zaamengeftelde kogel-en fplintertrekkers , welke<br />
byna alle uit de Chirurgie verdienen uitgeroeid te<br />
worden , dewyl ze yslyke kneuzingen, pynen,<br />
verfcheuringen, ja den dood, kunnen veroorzaaken.<br />
Simplex veri figillunt. Zoo door de verwydering<br />
der wond een regennatuurlyk lighaam niet naar<br />
buiten gebragt kan worden, is het veiliger het<br />
zelve in den wond te laaten, en aftewagten wat<br />
de natuur uitwerkt, dewyl wy veel voorbeelden<br />
hebben, dat lyders lang met fplinters,' kogels en<br />
öndere zaaken geleefd• hebben, als mede, dat zy<br />
door de fuppuratie van zelve naar buiten ge-<br />
koomen zyn. Somtyds belet de ontfteeking de uit<br />
neeming der vreemde lighaamen, welke, bedaard<br />
zynde, gemaklyk toegang geeft om het vreemde<br />
lighaam te ontlasten. Ook wordt fomtyds de ont<br />
fteeking door het vreemde lighaam veroorzaakt;en<br />
een oordeelkundig Heelmeester dient zulks te<br />
onderfcheiden , opdat hy weete, wac hem te<br />
doen ftaa.<br />
De bloedftortmgen en vloeijingen kunnen niet<br />
. a!-
SPREUK VAN BOERHAAVE. 83:<br />
alleen de geneezing van wonden beletten , maar<br />
zelfs ook door haar hevigheid den lyder het lee-<br />
ven beneemen ; waarom des Heelmeesters voor<br />
naamfte zorg is, naa het uitneemen der vreemde<br />
lighaamen,dezelve op de :<br />
zeker(te , minst-gevaaiüyke<br />
en eenvou ligfte wyze tegen te gaan en te ftillen.<br />
De ondervinding heeft geleerd , dat de eenvou-<br />
digfte manier on/de bloedftortmgen der'wonden<br />
te ftillen de beste en zêkerfte is. De uinnun-<br />
tende bekroonde Verhandelingen van de voortref-<br />
felyke. kundige en handige Heelmeesteren, de Hee*<br />
ren MARTËRS, VAN G'ESSCHER, VAN WY en<br />
anderen, te vinden in het derde Deel van het Ge-<br />
nootfchap Servandis Civibus, kunnen hier tot ge-<br />
noegzaame waarborgen zyn. Alle wreede en om^<br />
ïlagtige behandelingen, waardoor'men oudtyds de<br />
bloedingen der wonden tragtte te ftuiten, vallen van<br />
zelf weg; en daar mede verbannen wy byna alle<br />
brandyzers en wreede werktuigen, die tot dat oog<br />
merk gebruikt geweest zyn. — Het fchroef- en draai*<br />
tourmquet zyn eenvoudige werktuigen, waar van<br />
men zich in de wonden der ïëdemaaten en ampu<br />
teeringen met een verbaazend nut kan bedienen.<br />
Veele Chirurgyns moogen zich wel bevlytigen<br />
om die werktuigen wat handiger te leeren aan<br />
leggen , opdat zy in onverwagre gevallen niet<br />
met verkeerde handen ftaan. Het eenvoudige draai-<br />
tourniqitet, v<br />
«n een fnoer gehaakt, overtreft fom-<br />
tyds het konftige fchroef tourniquet^ LE DUA.N<br />
F a zegt
84 C. T E R N E O V E R D E<br />
zegt met regt, dat zy beiden iets goeds en iets<br />
gebreklyks 'hebben (ƒ>). Zie ook SHARP (#).,<br />
en inzonderheid PLATNER en HOUTTUYN (r).<br />
Dat federt de ontdekking van deeze eenvoudige<br />
werktuigen de Heelkonst veel verbeterd is, kan<br />
niemand der konstoefenaaren onbekend zyn ; zie<br />
de Hisl. de VAcad. des fciences de Van. 1732; en<br />
mogen wy niet met regt de zinfpreuk van onzen<br />
grooten BOERHAAVE, Simplex veri figillum, dus<br />
toepasfelyk maaken , dat door eenvoudige werk<br />
tuigen de Heelkonst verbeterd is en nog verbe<br />
terd zal worden, als wy ons werk 'er van maa<br />
ken om dezelve te beproeven.<br />
Veeltyds | is een behoorlyke en eenvoudige op<br />
vulling der wond met pluklel , bovist , gepre<br />
pareerde fpons en een goed konllig verband, ge<br />
noeg in ftaat om de bloedftortingen der wonden te<br />
ftillen; zie, de Memoires de VAcad. Roi. des fcien<br />
ces (i). Een eenvoudige/goede drukking, door een<br />
wel aangelegd verband, verdient boven alle andere<br />
middelen de voorkeur, om bloedingen der wonden<br />
te fluiten. Waariyk, het is te beklaagen, dat den leer<br />
lingen in de Chirurgie de konst van wel te ver<br />
binden niet vlytiger-geleerd wordt, en dat'er nog<br />
in onze Republiek fteden zyn, ja Academie• plaat-'<br />
Kip : ' -. , . fen,<br />
Cp) Traité des operat. p. 556*, 557.<br />
(JI) Oordeelkundige Aanmerkingen, bladz. 493.<br />
Öp Bladz. 188, 189, 190 en 191.<br />
00 !732. p.536. enp. 139. VAN SWIETEN Comm. T.T.<br />
V/fSki 218. p. 347.
SPREUK VAN BOERHAAVE. b'5<br />
fen waarin geen Profesforen of Lectoren zyn,'<br />
om'de leerlingen der Chirurgie te onderwyzen<br />
in een voor hen verftaanbaare taal.<br />
Wel is waar, dat men door middel van plukfel,<br />
bovisc,fpons en goede drukking niet altoos, voor-<br />
naamentlyk als groote vaten gekwetst zyn, de bloe<br />
ding meester kan worden; doch een handig Chi-<br />
rur-yn kan met een goed verband in menigvuldige<br />
getallen veel doen; en zoo zulks niet voldoende<br />
is, is de onderfchepping boven de wreede behan<br />
deling der ouden, en boven de zoo hoog geroemde<br />
zaamengeftelde onzekere ftypiica, te ftellen.<br />
In zwaare wonden en kwetzingen der groote<br />
vaten, waar de hand van een Heelmeester niet by<br />
koomen kan, is de zwakheid van den lyder het<br />
eenvoudige hulpmiddel, 'c welk de natuur gebruikt<br />
om den lyder uit zyn gevaarlyken toelbnd te red-<br />
den; en deezen eenvoudigen weg, ons van de na<br />
tuur geleerd, moet een Heelmeester in dien onze-<br />
keren en gevaarlyken toeftand der lyderen volgen.<br />
Men vindt by verfcheiden fchryveren, in de hoope-<br />
looste gevallen, zeer gelukkige gevolgen hier van<br />
aangeteekend.<br />
Het geval, het welk onze groote LOERHAA-<br />
VE gewoon was zyn toehoorderen te verhaalen,<br />
en zelfs gezien hadt, ons door den beroemden VAN<br />
SWIETEN medegedeeld, is te byzonder om hier<br />
„iet geplaatst te worden. In een naby gelegen<br />
dorp van Leiden, zegt VAN SWIETEN, werd een<br />
F 3 boer
86 C. T E R N E O V E R D<br />
boer in een drinkgelag met een mes onder de<br />
oxel gekwetst, en de arteria axülaris dourgtfnee-<br />
den. Het bloed fprong 'er met ongeloofbaare drift<br />
uit; kort daarnaa, nedervallende, werd hy geloofd<br />
geftorven te zyn, en dus voor dood nedergcugd.<br />
Wanneer zy, die door openbaar gezag de lyken<br />
der gedooden moeten fchouwen, 'er den volgen<br />
den dag by kwamen, om van de doodeiykheid der<br />
wonde aan de gewoone Regters verflag te doen,<br />
vonden zy nog eenige warmte aan de borst ;<br />
voorts geen teken;, van leeven. Zy fteiden de<br />
fchouwmg der wonde eenige uuren uit ; de ge<br />
wonde begon allengskens wat verkwikt te wor<br />
den ; evenwel dagten alle omftanderen dat hy bin<br />
nen kort zoude fterven. De gewonde, lang in<br />
zulk een groote zwakheid bly vende , kwam 'er<br />
eindelyk door, tegen alle gedagten; maar de arm<br />
van die zyde bleef het geheele leeven droog , en<br />
voiftrekc fappeloos (V). Een jaar naa \ geval zag<br />
BOERHAAVE den man in dien toeftand (u). Dit<br />
uitmuntend geval leert ons deezen eenvoudigen weg<br />
der natuur , by zulke zonderlinge en gevaarlyke<br />
kwetzingen en bloedingen, ook in te flaan, om de<br />
lyders, zoo lang, tot dac het gevaar van bloe<br />
dingen over is, in dien zeer zwakken toeftand te<br />
hou-<br />
O) VAN SWIETEN comment.ad Aph. BOERH. «. 161<br />
Tom. I. p. 235.<br />
J<br />
*<br />
00 Prex, med. Tom. I. p. 345.
SPREUK VAN BOERHAAVE. 87<br />
houden. Alle konstverrigtingen en (ïimulantia y<br />
dienende om het geringe leeven op te wekken ,<br />
zyn in gevallen van deezen aart voiftrekc te verwerpen,<br />
dewyl daardoor de motus fanguinis verfoeid,<br />
de bloeding vermeerderd, en de zoo noodige con~<br />
tractio vaforum belet wordt. BOERHAAVE hield<br />
een Student, wiens arteria vertebraüs afgefneeden<br />
was, door een horizontale ligging, met dun<br />
vleeschnat, negen a tien dagen in 't leeven, en beklaagde<br />
zich zeer, dat men den lyder, die anders<br />
misfchien gered zou zyn, in zyn afweezendheid<br />
door prikkelende en verfterkende middelen hadt<br />
doen herleeven, om aan de bloeding te fterven.<br />
Hy oordeelde te regt dat de Chirurgyns zoodanig<br />
een lyder op een zeer ftille plaacs moesten legden,<br />
zeer ftü houden, en hec geringe overgebleven<br />
leeven onderhouden, maar niec vermeerderen<br />
mee verfterkende middelen, gelyk men gewoon is;<br />
en daar toe is een enkelde dunne foep of zoece<br />
melk voldoende (V).<br />
Onder die eenvoudige en verftandige behandelin
88 C. T E R N E O V E R DB<br />
veren daar van vinden, inzonderheid by TULP (V),<br />
HILD ANUS (x) en KALTSCHM1D (j) , PLAT-<br />
NER en HOUTTUYN (z), en anderen. De keizerfneede<br />
en de operatie van den fteen leeren zulks<br />
ook genoegzaam; want zalven, pleisters en balfemen<br />
doen daarby niets tot de geneezing; maar indien<br />
de Heelmeester flegts zorgvuldig in agc<br />
neemt, dat het uitgeftorte bloed en andere ftoffen<br />
kunnen ontlast worden, redt zich de natuur op<br />
een verbaazende wyze. Een aanmerklyk geval zag<br />
ik voor eenige jaaren in 't militaire Hospitaal te<br />
Straatsburg: een foldaat wierd met een degen gewond,<br />
tusfchen de bovenfte ribben, met kwetzing<br />
van de long ; het bloed gudsde de keel uit met<br />
geweld, en een groot gedeelte ftortte in de holligheid<br />
van de borst, welke tot ftikkens toe den lyder<br />
benaauwde ; de wond hoog zynde, zoo dat hec<br />
bloed geen uitloozing door de wond konde krygen<br />
, ftelde men aanftonds, zonder lang delibereeren<br />
en confuleeren , de paracentefis thoracis in<br />
't werk, om het uirgeftorte blóed te ontlasten ,<br />
waardoor een menigte geklonterd en vloeibaar<br />
bloed ontlastte; een aderlaating wierd verder ter<br />
beteugeling van de drift des bloeds in 't werk<br />
gefteld, en een diepe rust bevoolen, waardoor de<br />
O) Obferv. med. Lib. II. Obferv. XFII. p. ia?<br />
(x) Cent. II. Obf. 34. p. 110. . 5<br />
*<br />
(j) De vulnere hepath curatq,<br />
(z) Tom. I. p. 340,341,342.<br />
ly-
SPREUK VAN BOERHAAVE. 89<br />
lyder fpoedig herftelde. Wanneer, zege VAN<br />
SWIETEN, de dood volgt op uitftortingen van<br />
bloed in de holligheden van 't lighaam, en de lugt<br />
tevens vryen toegang heefc, en men in het lyk niec<br />
vindc, dat de wond uit haar aart doodelyk was,<br />
moet men den dood aan deeze oorzaak toefchry-<br />
ven, indien naamlyk het bloed veilig door de<br />
konst hadc kunnen ondasc worden (a). Hoe nood-<br />
zaakelyk het is in die gevallen door de trepaan<br />
of paracentejis de ontlasting te bevorderen ,<br />
blykt van zelve , fchoon zulks menigmaalen<br />
verwaarloosd wordt ; en hoe weinig Heelmees-<br />
teren vindc men , die dan den dood des lyders<br />
aan hunne negligentie en onkunde toefchryven !<br />
dat evenwel behoorde gedaan te worden.<br />
Verder doet een Heelmeester niets aan wonden,<br />
dan het geen de natuur als noodzaakeiyk eischt,<br />
en men door natuurlyke ingeeving zelve leert, naa-<br />
melyk het afwenden van de lugt door een goed<br />
vereenigend verband, zoodanig ingerigt, dat de bloe*<br />
dige en etteragcige ftoffe een vrye ontlasting kan<br />
hebben; voorts een diepe rust en onthouding van<br />
alle beweeging van hec beleedigde deel, en een<br />
goeden leefregel; zie BOERHAAVE en VANSWIE-<br />
TEN (£). Hec afwenden van de uiterlyke lugt<br />
is zeer noodzaakeiyk; zie BOERHAAVE en VAN<br />
(a) VAN SWIETEN APH. 172, pag. 281. Tom, I,<br />
h) §. 172. Tom. I. pag. 282—285.<br />
F 5<br />
s WIE-
90 C. T E R N E O V E R D E<br />
SWIETEN(C), als mede PLATNER(^). Dat aan-<br />
merkelyke wonden eenvoudig door het eerfte ver<br />
band geneezen, heeft my de ondervinding in verfchei-<br />
den gevallen geleerd^ Een man, genaamd Teunen-<br />
broek, hakte zich met een byl, in 'c midden van den<br />
zomer, des jaars 1769 , onder de binnen - enkel, en<br />
bragt zich een wond toe, die vyf duimen groot<br />
was, een aanmerklyk diepte had en geweldig bloedde.<br />
Ik vulde de wond met plukfel, en appliceerde een<br />
goed fluitend verband. Des anderdaags vierde ik<br />
hec verband een weinig, om de zwelling en pynen<br />
te verminderen. Den derden dag bevogtigde ik het<br />
verband met een weinig oxycraat; en zulks con<br />
tinueerde ik daaglyks, laatende het verband veertien<br />
dagen zitten, dewyl alles wel was. Hec ongeduld<br />
van den pacienc, en hec gepraac van de menfehen,<br />
noodzaakte my toen hec verband 'er geheel af te.<br />
neemen; en de wond was byna geheel geneezen.<br />
Hec klein gedeelce van een halfduim grootte van<br />
de wond, dat daaglyks toen verbonden moest wor<br />
den, duurde langer eer het volkomen geneezen was,<br />
dan hec groot gedeelte zonder daaglyks te verbin<br />
den. Aanmerkelyke wonden by fractuuren, en die<br />
men uic hoofde van de breuken fomtyds onver<br />
bonden moec laacen, vindc men coc verwondering<br />
geneezen, als men het verband naa drie, vier of<br />
ok §. 204. pag. 326.<br />
QJ) Bladz. 5- en 373.<br />
meer
SPREUK VAN BOERHAAVE. 91<br />
meerder weekerr 'er afneemt.- Welk Heelmeester<br />
heefc zulks niec by ondervinding?<br />
Wel is waar, dac in fommige gevallen de toe<br />
vloed van vogten te grooc kan worden , of<br />
ook , dac hec geltolde bloed in hec verband<br />
ontaarden en bederven , of dat de etterftoffe<br />
door het langduurig zitten fcherp worden, en<br />
door de vafa inhalantia opgeflorpt kan wor<br />
den, en dus gelegenheid geeven toe kwaadaardige<br />
rotkoortfen en meer kwaade toevallen, voornaam<br />
lyk als de wonden grooc zyn , of naa hec afzec-<br />
ten van een voornaam lid; maar dat de vrees hier<br />
gemeenlyk grooter is dan hec gevaar, heefc my de<br />
ondervinding geleerd. Nimmer ziec men zoo grooc<br />
een coe^loed van vogten naar de gewonde deelen ,<br />
als wanneer zy menigmaalen verbonden worden.<br />
Hec eerfte verband, fchoon lang gelegen hebbende,<br />
bevac zelden zoo veel ftoffe, als men in elk ver<br />
band naderhand bevindc. De bederving , welke<br />
door hec geftolde bloed veroorzaakc kan worden,<br />
is ook zoo gedugc niec; en zoo de vrees voor<br />
de bloeding over is, kan men een bederfiveerend<br />
middel, gelyk eau de arquebufade, eau de gou*<br />
lard, of eenvoudig brandewyn en kamfer, mee<br />
wacer verlengd, gebruiken om hec verband en de<br />
wonde ce bevogtigen.<br />
Dat de etterltoffen door cyd, broeijing en warm<br />
te van 't deel fcherp worden kunnen , ontken<br />
ik niec, als zynde van deeze waarheid overtuigd;<br />
en
pa C. T E R N E O V E U D E<br />
en dac ze verzakken, of in de vafa abforbentia<br />
indringen kunnen, ftem ik ook gaarne coe; maar<br />
of in een zeer gezond mensen zoo veel voor dit<br />
alles te dugcen is, wanneer een verkoelende en<br />
bederfcegehftaande leefregel aangewend worde ,<br />
twyfel ik grootelyks.<br />
Het is waar, een enkele koorts kan de vogten<br />
zoodanig beroeren, dat zy fpoedig fcherp worden ;<br />
maar 't zoude moeten beweezen worden, dat zulks<br />
inderdaad plaats hadde, en ons verpligtte tot vroegtydig<br />
verbinden. Elk Genees- en Heelkundige ftemt<br />
toe dat goede en wei-gebonden etter de beste balfem<br />
der natuur is, om wonden te geneezen; en dac goede<br />
eccer, wanneer men zorgvuldig de lugc afweerc,<br />
niec fpoedig bederft , leerc de ondervinding.<br />
BOYLE heefc gecoond, dac de lighaamen der dieren<br />
, als men alle lugc afweerc lang zonder bederf<br />
bewaard, en zelfs heen en weder naar Indien<br />
gevoerd kunnen worden , zonder ce bederven<br />
(
SPREUK VAN BOERHAAVE. 93<br />
is al te groote naauwkeurigheid en het fpoedig<br />
verbinden meer fchaadelyk dan goed; daarentegen<br />
geneezen door deeze eenvoudige behandeling<br />
de wonden veel fpoediger, en men heeft<br />
dan zeldzaam te vreezen voor groote fuppuratie<br />
en weelige uitgroeijing van 't vleesch. De eenvoudigfte<br />
verbanden en hegtingen, waardoor men<br />
de gefcheidene deelen aan elkander brengen moet,<br />
verdienen de voorkeur; en een Heelmeester moet<br />
altoos daar by indagtig zyn de fpreuk van onzen<br />
groote BOERHAAVE: Het enkelvoudige is het kenmerk<br />
van V waare.<br />
Men moet altoos, zoo veel moogelyk is, de<br />
bloedige, pynelyke en omltandige hegtingen vermy-<br />
.den. Het is onbegrypelyk, dat men by veele wonden,<br />
welke men enkel door een goede bandagie<br />
en hegtpleisters kan vereenigen, nog' tot bloedige<br />
hegtingen overgaat. Heelmeesters, die een verband<br />
gefchikt naar het beledigde deel handig weeten te<br />
leggen, zullen het minst bloedige hegtingen noodig<br />
hebben. De flegtfte timmerlieden maaken de<br />
meeste fpaanders.<br />
Ik weet wel, dat een Heelmeester in 't geheel<br />
de bloedige hegtingen niet misfen kan, als in zeer<br />
groote en diepe wonden, waar niet zeer gemakkelyk<br />
door hegtpleisters en een verband de zaarrienvoeging<br />
gefchieden kan, of ook na de fectio cafarea,<br />
om dat de ingewanden naar buiten dringen;<br />
maar, zoo veel als moogelyk, zich van hegtpleisters
94 C T E R N E O V E R D g<br />
ters te bedienen met een aanfluitend verband, ia<br />
de pligt van Chirurgyns.<br />
Hoeveel bekwaame Chirurgyns door een goed en<br />
wel-aangelegd verband kunnen doen, kan men zien<br />
in 't Journal de Med. et Chirurg, (ƒ), en in de uit<br />
muntende Verhandeling van de Heer BIBRAC over<br />
het misbruik der hegtingen(g). Nazonder reden,<br />
zegt de voortreflyke VAN SWIETEN, moet men<br />
de onkunde , onbezonnenheid en wreedheid van<br />
fommige Heelmeesteren ten hoogften veroordee-<br />
Jen, die byna alle wonden, zonder onderfcheid, als<br />
of ze gefcheurde lappen waaren, toenaaijen<br />
Hoe lang men zoo. een eerst .verband en hegtingen<br />
moet op de wonden laaten kggen, is juist niec<br />
wel te bepaalen; nogthans, indien geen toevallen<br />
van gewigt, geen vrees voor verzakking, geen<br />
gevaar voor bederving te dugten is, is'het<br />
best hetzelve zoo lang te laaten leggen, tot dac<br />
de etterltofle genoegzaam van zelve het verband<br />
aficheidt, of althans de vrees van bloeding geheel<br />
voorby is; en de hegtingen dienen te blyven, tot<br />
dat de wonden genoegzaam geconfolideerd zyn,<br />
behalven indien eenige toevallen ons verpiig'<br />
ten het verband met de geheele hegtingen af fe<br />
neemen, hoedanige gevallen dikwyls de ydelheid en<br />
onnoodigheid van de bloedige hegtingen bewyzen.<br />
- (/) Sept. 1726. pag. 257.<br />
Naa-<br />
92 n 6<br />
'"' de<br />
f /J<br />
, ca<br />
, d<br />
- d e<br />
Chirurg. Tom. III. pag. 4 0g.<br />
; fji) Comm. ad Aph. BOEUH. §.- 2J 5, Tom. I. p. ijo
SPREUK VAN BOERHAAVE. 93<br />
Naadat het eerfte verband afgenoomen is, worde<br />
men verpligt in zeer groote wonden gemeenlyk<br />
daadyks, en fomtyds tweemaal, te verbinden,<br />
vermits de toevloed van -etter en de vrees voor<br />
bederving grooter wordt; doch, .zoo zulks niet<br />
plaats heefc, kan men het verband langer laaten<br />
zitcen;en elk kundig Heelmeester zal zich verftan-<br />
digfehikken naar dat de wond zich bevindt, en<br />
door geen onnoodigen roeftel en dikmaal verbin<br />
den zyn lyders kwellen , en vooral niet door<br />
iterk drukken de materie geheel uit de wonden<br />
veegen; want zy is de balfem der natuur, waar<br />
door de wonden geneezen; en in de geheele Apo<br />
theek is zoo een zagte en nuctige wondbalferö<br />
niec te vinden, als goede en weigebonden etter.<br />
Waarlyk, het ruuwe uicveegen, peuteren, en fori-<br />
deeren der wonden breekt de nieuwe aangegroeide<br />
vleesch-henveltjes,en is dus veeltydsfchadelyk. Wy<br />
zyn geen Chirurgyns, om in een oogenblik weder<br />
om af te breeken 'c geen de natuur in vierentwintig<br />
uuren laat groeijen; wij zyn Heelmeesteren, maar<br />
•geen breekmeesteren. De nieuwsgierigheid van<br />
veele onkundige Chirurgyns brengt gedugte coe-<br />
Vallen te weeg, niet alleen om dat de prikkeling<br />
in de gevoelige wonden en raauw vleesch naa-<br />
deelig is, maar ook om dat de wonden te veel aan<br />
de uiterlyke lugt bloot gefteld worden. Ook is<br />
•hec niec minder naadeelig, en een fchandelyke ge<br />
woonte , by de -minne uitgroeijing van zooge<br />
naamd
o6 C. T E R N E O V E R DB<br />
naamd weelig vleesch , de wonden met fcherpe<br />
en bytende poeders te beflrooijen. Beproefde<br />
men hec drooge en eenvoudige plukfel mee een<br />
aaneenfluitend verband, men zoude die haacelyke<br />
en pynelyke poeders minder noodig hebben, en<br />
fpoediger geneezen. Onnoodige wreede behande<br />
lingen maaken langduurige paciencen, ja, fomvvylen,<br />
ongeneeslyke lyders. Hec fpreekvvoord zege, zagce<br />
Meesters maaken.Hinkende wonden; maar wreede<br />
Meesters ook daarentegen ongeneeslyke,ja,doode-<br />
lyke kwaaien. De byzondere toevallen, als pyn ,<br />
ontfteekingkoortfen, enz. moeten elk na hunnen<br />
byzonderen aart, natuur en gefteldheid der lyderen<br />
behandeld worden. Tot de verdere geneezing der<br />
wonden zyn de eenvoudige, zagce, balfemagtige en<br />
olyagtige wondmiddelen genoeg voldoende, als de<br />
half arcai, copaiva, peruvianus, of welke gehei<br />
men en geroemde wondheel middelen men hoog-<br />
fchac, zeer dun op wieken gefmeerd, en bevestigd<br />
door een gelyk en goed aaneenfluitend verband ,<br />
dat verwonderlyk hec weelig vleesch niec alleen<br />
in teugel houdt, maar ook de geneezing vervroegt.<br />
De haatelyke gewoonte van veele onkundige<br />
Heelmeesteren is zeer te verfoeijen , welke door<br />
een menigte dikke en zeer vet gefineerde wieken<br />
de wonden vullen, meenende zich nog wonder<br />
uit te flooven, en daar door de geneezing te be<br />
vorderen , welke zy inderdaad door hunne omflan-<br />
digheden en vettigheid werkelyk. benaadeelen en<br />
doen
SPREUK VAN BOERHAAVE.<br />
doen daardoor het weelig uitfpatten veroorzaaken<br />
en dus de geneezing vertraagen. Die Heelmees<br />
ters handelen wel eenvoudig, maar teffens ver-<br />
ftandig,die zeer weinig balfemen op hunne wieken<br />
fmeeren. De natuur geneest de wonden, en niet<br />
de balfems, hoe hoog ook gepreezen.<br />
,5 Het blykc, zegt VAN SWIETEN, dat tot de<br />
geneezing der wonden een kleine hoeveelheid van<br />
deeze balfemen vereischt wordt, en dat zy kwalyk<br />
doen, die de wonden met een groote hoeveelheid<br />
derzelven opvullen: want zalven en balfemen zyn<br />
vreemde lighaamen in de wonden, die de zaamen-<br />
groeijing der deelen, door 'er zich tusfchen in te<br />
voegen, beletten. De natuur alleen, vervolgt hy,<br />
zal de vereeniging der zoodanig gefielde deelen<br />
vry fchielyk verrigten,en zelfs in zeer groote won<br />
den. Dan zyn zelfs de beste wondbalfems, tus<br />
fchen de lippen der wonden gevoegd, fchaadelyk;<br />
want zy zyn een vreemd lighaam, dat nooit met<br />
de deelen van ons lighaam kan zaamengroeijen ;<br />
maar 'er wordt alleen vereischt de aaneenvoe<br />
ging der gefcheidene deelen tot elkander, zonder<br />
eenig tusfchengevoegd middel"<br />
Deeze woorden van den beroemden VAN SWIE<br />
TEN moogen van veele Heelkundigen wel wat<br />
naauwkeurig overwoogen en betragt worden. In<br />
de<br />
(>) In Comment. ad Aph. BOERH. §. 204. Tem. ƒ.<br />
2 1<br />
pag. 7,17- §• °' P a<br />
S- 333'<br />
IX. DEEL. G
$8 C. TERNE O V E R D E<br />
de grootfte eenvoudigheid is een diepe en onuk-<br />
putbaare wysheid verborgen; en door die te be<br />
tragten zal men een menigte zoo hooggepreezene<br />
wondmiddelen kunnen ontbeeren, en de lyders we-<br />
zenlyk eenvoudiger, maar gelukkiger herftellen.<br />
Simplex veri Jigillum.<br />
Ik gaa over tot de Beenbreuken. — Zoo ooit de<br />
werkende kragt der natuur gezien wordt in 't ge<br />
neezen der gebreken, het is in de beenbreuken.<br />
Al wat tot heden toe de konst bedagt heeft, om<br />
gebroken beenderen te geneezen, is vrugteloos<br />
geweest.<br />
Zoo de hulp der natuur ontbreekt of tegen<br />
werkt, zyn alle poogingen der konst te vergeefsch,<br />
zegt de groote ziektekenner GAUBIOS (k).<br />
De natuur is het alleen, welke de gebroken<br />
einden aan elkander geneest door middel van cal-<br />
lus; en die is een voortbrengfel van 't leevendmaa-<br />
kende grondbeginfel onzes lighaams.<br />
Schoon de geneezing der fractuuren een werk<br />
der natuur is, nogthans is de eenvoudige hulp van<br />
een Chirurgyn van uitmuntenden dienst. Hy tragt<br />
naamlyk vooreerst de beenderen, zoo zy van el<br />
kander geweeken zyn, in hunne natuurlyke geftal-<br />
te re herdellen ; ten tweeden, dezelve door be<br />
kwaame verbanden en plaatzing 'er in te houden en<br />
te bewaaren; en eindelyk, tenderden, de tegen-<br />
ee Inftituf. Pathol. %. iS.<br />
weer
SPREUK VAN BOERHAAVE. 9?<br />
woordige toevallen te doen bedaaren, en de dreigende<br />
toevallen af te keeren. Hoe eenvoudiger nu<br />
een Chirurgyn deeze drie hoofdindicatien ter<br />
uitvoer brengt, hoe gelukkiger de natuur zal te<br />
hulp koomen, en hoe fpoediger en beter de waare<br />
geneezing zal volgen.<br />
De zinfpreuk van onzen grooten BOERHAAVE,<br />
het eenvoudige is het egte kenmerk van het waare<br />
, is dus een voornaame zaak om nimmer uit<br />
het oog te verliezen, wil men in 't geneezen van<br />
beenbreuken gelukkig flaagen. Indien de beenderen<br />
niet uit elkander geweeken zyn , eischt de<br />
konst en eenvoudigheid de eerfte inrigting te laaten<br />
vaaren, en aanftonds tot de tweede over te<br />
gaan (/). Hier wordt dikwyls in gezondigd door<br />
onkundige baardfchrappers, welke altoos in fractuuren<br />
meenen lustig te moeten arbeiden, rekken<br />
en tegenrekken; zich verbeeldende door hunne<br />
wreedheden den lyderen weezenlyk dienst te doen,<br />
daar zy inderdaad meer fchaade dan voordeel te<br />
weeg brengen, en uit elkander rekken 't geen wel<br />
geplaatst is. Eenvoudig het verband aanftonds aanteleggen<br />
, zonder uit- of tegenrekking, is in dit<br />
geval de Heelkonst wel uicoefenen. Geheel anders<br />
nogthans is het gelegen, indien de afgebrokene einden<br />
(7) BOERHAAVE de cognofc. & curand. morb. %. 34 8<br />
«<br />
VAN SWIETEN/». 575» PLATNER %. 1275.<br />
G a
oo C. T E R N E OVER DÈ<br />
den van elkander geweeken zyn; want dan moeten<br />
dezelve eerst in hunne naruurlyke gefialte gebragt<br />
worden; en zulke beenbreuken moeten de drie bovengenoemde<br />
inrigtingen ondergaan.<br />
Hoe voorzigciger, eenvoudiger, gelyker, fpoediger<br />
en min omffandig een Heelmeester met zyne<br />
helpers de verplaatfte beenderen in hunne natuurlyke<br />
ligging brengt, hoe beter. Alle werktuigen,<br />
welke men daartoe uitgedagt heeft, zyn by handige<br />
Heelmeesteren van weinig, "waarde ; de handen<br />
zyn genoegzaam in ftaat om beenbreuken wel<br />
en behoorlyk te plaatfen; inilrumenten zyn daartoe<br />
onbekwaamer.<br />
Ik beken, dat HIPPOCRATES, FABRICTUS<br />
AB AQU APENDENTÜ, E. HILDANUS, PARÉ,<br />
BOERHAAVE, VAN SWIETEN en een menigte<br />
andere Schry veren de werktuigen daartoe aanpryzen.<br />
111ppoc UATES vermaant ons nogthans, dat wy,<br />
als de zaak het niet vereischt, geen werktuigen gebruiken<br />
om ydele vertooning te'maaken (m). VAN<br />
SWIETEN zegt ook zelfs, dac de uitrekking best<br />
gefchiedc mee de handen, om dat met de handen<br />
beter de breuk beftierd , en 't gemaklyker oncdekc<br />
worde, of men van de regtheid afwykc; ook<br />
vreesc hy door hec gebruik der inftrumencen de<br />
beleediging der deelen (»). Ook geloof ik niec,<br />
dac<br />
De fract. CJ;art. Tom. XII. pag. 209, 213.<br />
(«) In Comm. Tom. I. pag. 577. & pag. 579.
SPREUK VAN BOERHAAVE. 101<br />
dac BOERHAAVE of VAN SWIETEN ooit been<br />
breuken door middel van werktuigen in -elkander<br />
heeft zien brengen ; want zy zouden ons zulks wel<br />
aangetekend hebben , 't geen ik my niet errinne-<br />
ren kan dac zy gedaan hebben. My is niet onbe<br />
kend, dat fomtyds de been-einden ver van elkan<br />
der wyken, ja een magtigen tegenftand doen, en<br />
al heel veel geweld en kragt vereischc wordt om<br />
de gebroken beenderen op de natuurlyke plaats<br />
te brengen; maar dat de handigheid van een Heel<br />
meester en de fterkte en kragc van die geenen.,<br />
welke de uitrekking en tegenrekking doen , veel<br />
te weeg brengen kunnen zonder inftrumenten,<br />
heefc my dè ondervinding by zeer veel been<br />
breuken geleerd. 'Er moec al een zeer gewel<br />
dige verplaatfing voorvallen, als fterke handen ,<br />
en een geoefend Heelmeester , niec genoegzaam<br />
zyn om een beenbreuk wel te zetten. Ik beken<br />
nooit het geval gezien te hebben, waarin gefchikce<br />
handen niet voldoende waren.<br />
Zoo die al niet voldoende zyn mogten , dan zou<br />
men, door twee banden of fteevige windfelen of<br />
handdoeken onder en boven de breuk te binden<br />
op de been-einden, en niet om de geledingen-,<br />
een fterker uit- en tegenrekking kunnen maaken.<br />
Hoe kunftig de uicgedagte werktuigen ook zyn,<br />
zy kunnen zeldzaam of nooit te pas koomen , en<br />
wy moogen ze met regc uit een gezuiverde Heel<br />
konst bannen,<br />
G 3 Het
los C. TERNE O V E R o E<br />
Het zyn niet allen handige Chirurgyns, die met<br />
veel inftrumencen pronken, welker gebruik men<br />
naauwlyks weet, en welker ongefchikte gedaan<br />
te geen bedoelingen laat vermoeden, waar toe<br />
de uitvinders dezelve uitgedagt hebben. Hec<br />
kan nogthans by gecomponeerde beenbreuken ge<br />
beuren , dat de onderlte been - einden ver over of<br />
onder de bovenfte been-einden getrokken wor<br />
den, en dus een der einden buiten hec vleesch<br />
fteekt; doch het zal zelden mislukken, indien een<br />
goede uit- en tegenrekking gedaan wordt, of men<br />
zal de been-einden in een behoorlyke order kry<br />
gen , voornaamlyk als een Heelmeester te gelyk<br />
door middel van zyn vingeren, of een fteevigen fpatel<br />
of hefboom, trage de herftelling te bewerken; en<br />
zoo hec daarmede niec op zyn plaats komc, zal<br />
een grooter rekking door middel van inllrumenten<br />
gevaariyker zyn (ook heefc men die zoo niec by<br />
de hand), dan het uitfteekende been-einde door<br />
middel van een kabinetwerkers - zaag af te zaagen.<br />
De tangen van OARENGEOT, HEISTER en<br />
ULHOORN zyn daartoe zoo goed niet gefchikt;<br />
zy maaken ligter fplinters; en het geweld, dac men<br />
doen moet om het been af te knypen, maakt veel<br />
grooter dreuning, dan dat men het met zoo een<br />
eenvoudige zaag afneemt. Byaldien de beenderen<br />
vermorfeld zyn , zyn de rekkingen en tegenrek-<br />
kingen zeer gevaarlyk en fchadelyk voor de pa-<br />
tienten , wegens de gedugte toevallen, welke te<br />
wag-
SPREUK VAN B O E R H A A V E . 103<br />
wagten zyn; en de Heelmeester wordt,zoo hy maar<br />
eenige kundigheid bezit, van zelve tot de enkelvoudige<br />
plaatfing en verbinding gedreeven en ge*<br />
noodzaakt, wil hy het heil der lyderen bewerken.<br />
HIPPOCRATES laat zich met zyn gewoone kortheid<br />
hier over fraai uit: „ Want, zegt hy, indien de<br />
„ beenderen niet gezet worden, fchynt de Ge-<br />
„ neesmeester het op te geven; maar zoo zy gezet<br />
„ worden, is men den mensch meerder tot zyn on-<br />
„ dergang dan tot zyn heil" (O- Hoe nuttig is het,<br />
dat Medici, Chirurgiien Obftetrici wat geduldig en<br />
hardhoorig zyn omtrent de oordeelen, die andere<br />
menfehen over hen vellen 1 Voor eenige jaaren<br />
zag ik een man , wien onder het raam van den<br />
Zaagmolen de Rommelpot, buiten de Haarlemmer-<br />
Poort te Amfterdam, de geheele tibia en fibula<br />
vermorfeld was, en misfchien aan honderd zoo<br />
groote als kleine fplinters , (want het raam was<br />
driemaal op en neder geflagen op zyn been, eer<br />
men de vang hadt laaten vallen). Alle de<br />
zagte deelen waren verpletterd, en met de<br />
beenderen plat gedrukt. De kundige Heelmeester<br />
c. OUDENDVK (ƒ>) , myn geweezene agtingwaardige<br />
leermeester in de Heelkunde, plaatfte<br />
(o) De fract. text. t. Chart. Tom. XII. p. 250,<br />
(p~) Naa dat de Verhandeling, doof het Genoodchap was<br />
bekroond geworden, heb ik nodig geoordeeld de verbloemde<br />
wyze, welke ik gebruikt hadtom myn perfoou onbekend<br />
te houden, te veranderen, en met duidelyke naamea<br />
de gevallen te noemen, en door wie behandeld.<br />
G 4<br />
in
104 C. T E R N E 0
SPREUK VAN BOERHAAVE. l»5<br />
indien het veilig , zeker, en zonder gevaar gefchie<br />
den kan, zoo natuurlyk als tnogelyk, vereemgd<br />
zynde, dient men -ze-door een goed verband m<br />
bekwaame legging, en in hunnen natuurlykcn ftand<br />
te bewaaren. Dit is de tweede indicatie , welke<br />
een Heelmeester, en ook voornaamlyk de lyders<br />
en omftanders betragten moeten. Oportet autem non<br />
modoMedicumfe ipfum exhibere ,.qua oportet facien?<br />
temjed etiam agrum et prafentes et externa (r><br />
Van een goed verband en bekwaame iegging<br />
hangt het wél , gllyk en fpoedig geneezen der<br />
fractuuren af; en de .lyders ktmnen daar in mede-<br />
of tegenwerken tot kruis of vermaak van elk regt-<br />
geüard Chirurgyn. Wordt niet een beenbreuk enkel<br />
door een goed verband geneezen ? Helt de Heet<br />
«ASS vraagswyze voor, in zyn Voorrede van het<br />
grondig berigt der Verbanden, een boek, te wei-<br />
L in de handen van leerlingen ; en moeten wy<br />
Jne vraag niet voImondig*met ja beantwoorden?<br />
De eenvoudigheid en netheid in 't verbinden te be<br />
tragten is van het hoogde"nut. De eigenfchappen ,<br />
welke in alle windfèlen vereischt worden, tekent<br />
I I 1 P P O C R A T E S zeer,deftig aan, zeggende: fascia<br />
parandé funt leves, tenues, molles, muntte, la-<br />
t* nullas feuuras -nequc eminentias haltes,<br />
fatis vatidx, ut extentwes ferant, pauloque for-<br />
tióres, non arid
ioö C. TERNE O V E R DE<br />
innebriari confueverunt. Het verband en de legging<br />
moet ingerigc zyn naar het byzondere deel, dat ge<br />
broken is, waar over men BASS, GARENGEOT,<br />
HEISTER, UEHOORN, PLATNER en ande<br />
ren kan naazien. Ik merk alleenlyk maar aan ,<br />
dat fractuuren van de bovenfte leden altoos met<br />
eenvoudige rondgaande windfelen moeten verbon-<br />
' den worden, en dat het in de onderlle ledemaaten<br />
altoos meest beftaanbaar is, het eenvoudige boek<br />
verband te gebruiken , zoo wel in enkelvoudige<br />
als gecomponeerde beenbreuken. Alle pleisters<br />
en zalven, hoe hoog geroemd, zyn onnutte meu-<br />
bilen, en doen altoos meer naadeel dan voordeel;<br />
waarom wy, die het welzyn der lyderen ter harte<br />
neemen en de enkelvoudigheid beminnen, dezelve<br />
verwerpen. De windfelen of boekverbanden die<br />
nen vooraf met gemeen oxycraat bevogtigd te wor<br />
den; zy moeten zoo lievig aangehaald worden,<br />
dat zy'behoorlyk de breuk op haare plaats kunnen<br />
houden, doch niet zoo vast, dat de zwelling der<br />
deelen daar door belet kan worden.<br />
Zoo 'er by de beenbreuk te gelyk een wond,<br />
verplettering,enz. plaats heeft,dient men die voor<br />
af met droog pluklel, of bevogtigd met een zeer<br />
zagt oxycraat, te verbinden. Zoo 'er losfe fplinters<br />
of iets tegennatuurlyks plaats heeft, neemt men<br />
het 'er voorzigtig uit, laaiende alles, dat vast zit,<br />
zonder gevaar vast blyven. De goedgunllige natuur<br />
zal onder deeze zagte, eenvoudige en waare be-<br />
han-
SPREUK VAN BOERHAAVE. 107<br />
handeling affcheiden, het geen niec aan elkander<br />
wederom vereenigen moet noch kan. Ter bevesti<br />
ging van hec verband, en zoo mert bedugt is voor<br />
verplaat fing der been-einden, ook zoo de lyders<br />
niec geneegen zyn om zich zeer ftil te houden, kan<br />
men over hec verband eenvoudige fpalken plaatfen.<br />
Hoe minder fpalken nogthans men nodig heeft, hoe<br />
beter. Om belachlyken zwier te maaken moet<br />
men ze niet aanleggen. Ik weet wel dat de<br />
menfehen meenen , dat de beenen niet gebroken<br />
zyn, als men geen fpalken aanlegt; maar wat gee<br />
ven wy 'er om wat onkundigen denken? Zwaare,<br />
gekneusde en verpletterde fractuuren dulden in 't<br />
geheel dezelve niet, voornaamlyk in 't begin, als<br />
'er toevallen te wagcen zyn.<br />
Twee fpalken zyn gemeenlyk genoeg. Die tot<br />
het dyebeen en opperarmbeen zullen dienen ,<br />
moeten maar alleenlyk wac breeder zyn, om beter<br />
hec been ce omvangen; en die tot hec onderarm<br />
en fcheenbeen dienllig zyn , moeten fmaller zyn,<br />
om dac de applicatie meerder zydewaards dan<br />
boven- en onderwaards nodig is. Zoo geen vrees<br />
voor vaneenwyking te dugten is , en de lyders<br />
zich zeer ftil houden, zyn geen fpalken in'c geheel<br />
noodig; en ik heb meenig beenbreuk geneezen zon<br />
der fpalken. Ook heb ik wel fpalken gebruikt,<br />
fchoon 'er geen breuk plaats hadc, in verlluikingen<br />
en kneuzingen der deelen, om den lyder het be-<br />
weegen ce beletten. De beste, meesc - voldoende<br />
en
10S C. T E R N E O V K R O E<br />
en eenvoudigfte fpalken zyn greenen of eiken kuipers-fpaanen<br />
, aan welke een Heelmeester gemaklyk<br />
met zyn fchaar zoodanig een gedaante en<br />
grootte geven kan, als de omftandigheid van het<br />
deel vereischt.<br />
Hoe omftandig en kondig alle andere fpalken zyn,<br />
zy zyn minder voldoende; want een Heelmeester<br />
dient zich dan naar zyne konflige fpalken- te fchikken,<br />
daar .men in tegendeel de fpaanen net zoo<br />
groot, breed, fmal en klein op ftaande voet kan<br />
knippen, als men noodig heefr. De met linnen<br />
omwonden fpalken gelegd zynde, is het beter dezelve<br />
door banden vast te maaken, dan door een<br />
rondgaand windfel, om dat , indien een beenbreuk<br />
verbonden moet worden, men dezelve met minder<br />
.moeite kan los maaken; en van de onderlte ledejnaaten,<br />
waar hec boekverband aangelegd is, kan<br />
men de fpalken afneemen, en de banden laaten<br />
leggen, zonder dat het been nodig heeft opgeligt<br />
te worden, het welk .men niet doen kan met een<br />
rondgaand windfel,<br />
Naadac het gebroken deel metj verband en fpalken<br />
voorzien is, moec men hec een behoorlyke ligging<br />
geeven ,. welke meesc overeenkomt mee de<br />
fraccuur en de natuurlyke gefteldheid der deelen,<br />
zoo dat zy en ook de lyders gemaklyk rusten<br />
kunnen.<br />
De menigvuldige konftige uitgedagte beenladen<br />
en machines, welke de fchranderheid hunner uitvin-
SPREUK VAN BOERHAAVE. 109<br />
vinderen kenbaar maaken, zyn waarlyk veeltyds<br />
onnoodig. De beenlaaden kunnen nogthans dien.<br />
ftig zyn; doch het is zeker, dat meerder beenbreuken<br />
zonder, dan met dezelve geneezen; en dat<br />
zy menigmaalen onnodig gebruikt worden , bewyst<br />
de daaglykfche bevinding; ook zyn zy gemeenlyk<br />
den lyderen ongemaklyk en lastig. Het best is,<br />
dat men de beenbreuken der opperfte ledemaaten<br />
flegts in een goeden draagband verzorgt (de blikken<br />
machine van GARENGEOT (7) is onnodig), den<br />
elleboog geboogen, en den duim opwaards gekeerd<br />
houdt; en hier toe is een fervet het eenvoudigfte<br />
en bekwaamde, en verdient boven alle werktuigen<br />
de voorkeur. De lyders moeten zich ftil houden,<br />
of de gevolgen van hunne ongezeggelykheid verwagten<br />
, en verdraagen het geen zy door hun<br />
eigen fchuld lyden. De beenbreuken van de tibia<br />
en fibula kan men gevoeglyk in een kusfen leggen,<br />
met banden vast geftrikt, waar over men een<br />
boog plaatst : dus wordt ook het dyebeen maar<br />
eenvoudig verbonden. Hoe eenvoudiger men de<br />
dyebeenbreuken behandelt , hoe minder gevaar<br />
van mank gaan. Zoo de breuk hoog is, kan men<br />
zulks zelden verhinderen; maar de knie een weinig<br />
hooger te plaatfen, en het been wat binnenwaards<br />
te buigen, zoo dat het een gemaklyke legging<br />
heeft, prees my de lofiyke en uitmuntende<br />
Heel-<br />
(j) Traité des inftniments, Tom, 11. pag. 253.
HO C. TERNE OVER DE<br />
Heelmeester, de Heer j. sTYGER,voor eenige jaaren<br />
aan, en gaf my gelegenheid om verfcheiden ly.<br />
ders in 't Gasthuis te Amfterdam zoodanig geplaatst<br />
te zien. De eerfte gelegenheid nam ik waar om<br />
er de proef van te neemen aan een kind van vyf<br />
jaaren, welks dyebeen zeer hoog gebroken was.<br />
Dit kind herftelde volkoomen zonder mank gaan;<br />
maar in een ander geval Haagde ik zoo gelukkig<br />
niet; de lyder genas, maar ging een weinig mank;<br />
en dit displaifier hebben veele Heelmeesters met<br />
my gemeen. Unanhni confenfu, zegt V A N SWIE<br />
T E N , omnes ehirargi testantur, fracturas os fis fe<br />
moris raro fine claudicatione fanari, fi in parte<br />
juperiori prope coxam fuerint: fi autem in medio<br />
vel circa genu idem os fractum fuerit, longe majo<br />
felicis curationis fpes fuperest (V). Het wel, gelukkig<br />
en regt geneezen van beenbreuken, hangt<br />
niec alleen van de handigheid des Heelmeesters af.<br />
Veel, wel is waar, kan hy met zyne handigheid,<br />
vaardigheid, goed oordeel, en door de eenvoudig*<br />
heid te betragten, uitvoeren, maar het is, gelyk<br />
ARETEUs CAPPADOX zich uitdrukt, niet altoos<br />
is de magt der Goden, de lyders te geneezen (V).<br />
De zwaarwigtigheid van 't geval kan de ongeluk,<br />
kige geneezing te weeg brengen ; de lyders en<br />
om-<br />
CO I» continent, ad /Iph. BOERH. §. 343. p, sgu<br />
00 De cauf. et fign. Mtrborum Diuturn, Lib. II. CaP. I.<br />
pag. 51. *
SPREUK VAN BOERHAAVE. in<br />
omflanders brengen ook dikwerf het hunne niec<br />
toe; en nogthans legt men de fchuld gemeenlyk<br />
den Heelmeesteren op, wanneer de lyders verminkt<br />
geneezen, gelyk men meest alle kwaade gevolgen<br />
van wel uitgevoerde konstbewerkingen en<br />
operatien gewoon is den Heelmeester op den hals<br />
te fchuiven. Zeer wel zegt OVIDIUS:<br />
Cura quoque interdum nulla medicabilis arte.<br />
Aut fi fit, longa est attenuanda mora (y).<br />
Doch wat gaat het ons aan , hoe onze welmeenende<br />
daaden en pogingen befchouwd worden.<br />
Wy denken 'er aan en zulks is fatisfactie genoeg.<br />
De derde indicatie eischt, dat een Heelmeester de<br />
aanweezig zynde en de verwagt wordende toevallen<br />
te keer gaat of geneest. Wy moogen ons<br />
billyk verwonderen, dat by beenbreuken in 't algemeen<br />
geen meerder toevallen koomen, en wy<br />
mogen met GAUBIÜS wel zeggen, fi pradispofitio<br />
eb fit, caufa non nocet. Neutra ergo fola producendo<br />
tnorbo fufficit; fed ambarum concur/us requiretur<br />
(w). Eenmaal heb ik een dronkaarc gezien,<br />
welken door een balk zyn geheele been vermorfeld<br />
was; de Heelmeester voegde het been by<br />
elkander zoo goed doenlyk was ; binnen agt dagen<br />
beloofde het veel; geen toevallen verfcheenen ,<br />
en het been lag nog al in een natuurlyke legging;<br />
Cv) Lib. I. de Ponto.<br />
(wj Ittjl. Pathol. §. 59-
lia C. T E R N E ó V a DE<br />
ging ; den twaalfden dag kreeg de patiënt, terwyl<br />
hy alleen was, de brandewyns fles, welke op de<br />
tafel ffond, en dronk 'er wel een pint van; bezoo-<br />
pen zynde, maakte hy zyn been los, en op den kant<br />
der rustbank floeg hy zyn gebroken been weer uit<br />
elkander, en liet het in zoodanig een fituatie,tot dat<br />
de Heelmeester en ik kwamen; wy vonden hem<br />
zonder windfels of doeken ; de been - pypen ftaken<br />
door de huid; wy plaatften het gebrokene en ver<br />
bonden 't wederom; agt dagen naderhand behaag<br />
de het den patiënt nog eens die konst te doen,<br />
zoodat de fplinters van hec been 'er uitgevallen waa-<br />
ren; desniettegenftaande , dat byna onbegrypelyk<br />
is, heb ik noch ontfteeking, noch zwaare pyn, of<br />
koorts kunnen ontdekken. De patiënt kreeg zyn ver<br />
dienden loon, een krom been, dat hy zich zeiven<br />
op den hals gehaald hadt; hy moest zyn leven lang<br />
de flypfteen op de Compagnies-werf ce Amfterdam<br />
draaijen, om dac hy onbekwaam was voor zyn<br />
beroep. Nogthans kunnen 'er onnoemelyke en<br />
gevaarlyke toevallen by beenbreuken ontftaan<br />
uic de rekking, drukking en verfcheuring der ge<br />
voelige deelen; zie GAUBIUS (X). Een Heel<br />
meester gaat het best de toevallen tegen door de<br />
twee voorfte indicacien wel ce betragten.<br />
Het los maaken van het verband , alle beenla<br />
den en fpalken weg te neemen, aderlaatingen, een<br />
O) Inft. Pat hl. §. 217.<br />
zag-
SPREUK VAN BOERHAAVE. lïj<br />
zagte en verkoelende leefregel, temperende mid<br />
delen , en vooral een diepe ongeftoorde rust<br />
van ziel en lighaam, kunnen de angstvallige<br />
toevallen voorkoomen , geheel beletten en be*<br />
daaren. De Heelmeester bevogtigt daaglyks een<br />
of meermaalen het gebroken been met een meng-<br />
fel van water, azyn en brandewyn , het welk<br />
öp het gebroken deel een aangenaame verkwik<br />
king geeft , de ontfteeking afweert , de jeukte<br />
belet, en inzonderheid het verband in order houdt;<br />
de verdere geneezing beveelt hy aan de natuur,<br />
die wyslyk werkt het geen de Stichter der natuur<br />
bevolen heeft te werken. — Hoe lang zoodanig<br />
verband moet blyven leggen, is niet naauwkeurig<br />
te bepaalen, aangezien het eene deel langer tyd<br />
nodig heeft om te geneezen, dan het ander. On-<br />
dertusfchen, zoo geen dringende toevallen ons de<br />
•wet voorfchryven, is het best het eerfte verband<br />
niet af te neemen, eer de breuk geheel geneezen<br />
is. Al het verbinden zonder gewigtige redenen<br />
dient maar om een ydele vertooning te maaken. Het<br />
eerfte verband te laaten zitten , tot dat de lyder<br />
het vermogen heeft om door zyn eigen kragt het<br />
deel te onderfteunen, is eene zoo wyze als een<br />
voudige praktyk, waarvan men te dikwerf afwykt.<br />
Ik heb menig beenbreuk geneezen met één ver<br />
band, 't Is waar , indien 'er wonden, kneuzin<br />
gen en verbryzelingen der beenderen en zagte dee<br />
len plaats hebben, dient men, zoo om de wort*<br />
IX. DEEL H den
ii4 C. T E R N E O V E R D E<br />
den als om de ftoffe, welke ontlast wordt, en orn<br />
de toevallen af te keeren, fomtyds het verband te<br />
vernieuwen; en zulks gefchied aan den arm, als hy<br />
wel gehouden wordt, nog al gemaklyk ; ook is<br />
aan 't been zeer ligt een nieuw boek-verband te<br />
leggen, inzonderheid, als men het met eenige fteei<br />
ken aan .het oude verband vast naait: doch hoe<br />
minder zulks nodig is, hoe beter; en nooit moet<br />
een Heelmeester uit weelde zyn patiënten kwaad<br />
doen , of den zin der patiënten volgen , om<br />
onnodig te verbinden. Wy moeten ons gezag met<br />
yriendelykhfid doen gelden, en meesters over onze<br />
lyders biyven, opdat wy de natuur, welker die<br />
naars wy zyn,. haaren eisch geeven, dat is, rust,<br />
ftilte, en geen beweeging. Onder deeze zagte,<br />
eenvoudige en waare behandeling geneezen de<br />
beenbreuken, best, fpoedigst en zekerst.<br />
Schoon de Chirurgyns , lyders ] en omftanders<br />
alles betragten, wat noodig is,nogthans weigert de<br />
natuur fomtyds de geneezing te volbrengen; en<br />
heiaas ! het is bitter weinig, dat de Genees- en<br />
Heelmeester ter uitvoer kan brengen. De beste<br />
poogingen der kunst worden menigmaal , door<br />
eene venerifche of fcorbutifche fcherpce , door<br />
eene byzondere kwaadfappigheid , wier aart men<br />
niet kent, ;<br />
door de zwangerheid, of door andere<br />
beletfels, verydeld. Somtyds heeft 'er alleen een<br />
gebrek van voeding in 'c gebroken beenplaats,<br />
zonder dat de oorzaaken ons bekend zyn, of door<br />
• het
SPREUK VAN BOERHAAVE. 115<br />
het diepzinnigfte vernuft ontdekt kunnen worden.<br />
De osteocolla meenen ibmmigen gefchikt te zyn<br />
om hier de natuur te begunftigen ; ook heb ik<br />
dit middel op de Catheder wel hooren aanpryzen.<br />
Tuto dari posfe, zegt VAN SWIETEN, iners et t er-,<br />
restre hoe remedium, certo conjlat; vires auteni<br />
habere tantas in calli generatione , nondum probatum<br />
est fj). De wonderbaarlyke en veel vermoogende<br />
cort. peruvian. fchynt my toe in deeze:<br />
gevallen van dienst te kunnen zyn; en indien hec<br />
my geoorloofd is ex analogia te mogen redenkavelen,<br />
twyfel ik aan deszelfs goede uitwerking geen<br />
oogenblik , zoo 'er geen kennelyke oorzaaken<br />
van byzondere ziekten plaats hebben. De cortex<br />
peruvian. is het gefchiktfte middel om de kwynende<br />
leeverskragt op te wekken, de fpysverteering<br />
te bevorderen, en op een zigtbaare wyze de deelen<br />
te verfterken. Hierom is hy waardig in zulke<br />
gevallen beproefd te worden, mits ook te gelyk<br />
goed voedfel gegeeven, en voor de rust van 't<br />
deel gezorgd worde.<br />
Ik zoude een al te wyd veld intreeden, wilde<br />
ik alle gebreken der Chirurgie aanroeren. Uic<br />
het voorgemelde zal genoeg gebleeken zyn ,<br />
dat , indien een Heelmeester door daaden hulde<br />
doet aan de Zinfpreuk van BOERHAAVE^<br />
Simplex veri figillum , indien hy verftandig én<br />
en~<br />
(V) In eminent. »OSJ&H. Aph. Tom, I, f, 574,<br />
Ha
ïï6 C. T E R N E O V E R . DK<br />
enkelvoudig de natuur te hulp komt, de gebreken<br />
zich best ter geneezing zullen fchikken; en<br />
dat alle laborieufe behandelingen meer nadeel dan<br />
wezenlyk voordeel te weeg brengen. Dit was<br />
het, *t geen ik verpligt was te betoogen. Men<br />
kan zulks op de meeste andere gebreken toepasfelyk<br />
maaken , en "er nuttige gevolgen uit trekken<br />
; waarom ik hec nu eenigzints over een<br />
andere boeg zal wenden , om aan. het einde te geraaken.<br />
— De menigie van inftrumencen en konsrtuigen<br />
, welke moeijelyk te appliceeren, te bellieren<br />
en te gebruiken zyn , hebben de Heelkonst<br />
meer verüimmerd dan verbeterd,<br />
Wy zullen, om de Zinfpreuk van onzen groote<br />
BOERHAAVE, Het eenvoudige is het zegel<br />
van de waarheid, verder toepasfelyk op de Heelkunde<br />
te maaken, ons thans bepaalen tot eenige<br />
inftrumenten, welke,om de Heelkunde uit te oefenen<br />
, te voorfchyn gekoomen zyn. Over hun groot<br />
getal, hunne ongefchiktheid en zaamengelïeldheid<br />
Haan wy verbaasd , dewyl de meeste onnut zyn<br />
voor een Heelmeester en lyder. Men kan ze by<br />
HIPPOCRATES, FABRICIUS, VAN SOLINGEN,<br />
PARÉ, SCHULTEIUS, GAREN GEOT, HEIS<br />
TER, ULHOOUN en anderen befchreeven en afgebeeld<br />
vinden. Aile inftrumenten. zyn hoe eenvoudiger<br />
gemaakt, hoe beter om ce gebruiken; alle<br />
mmelooze fieraad, waarmede dezelve pronken, is<br />
fchadelykj de deugd der ftoffe, waar uic zy gemaakt
SPREUK VAN BOERHAAVE. 117<br />
maakt worden, en of zy nuttig zyn, komt alleen-<br />
lyk te pas.<br />
„ De werktuigen," zegt de fchrandere UL-<br />
HO'ORN, „welke tot de operatien dienen, moeten<br />
wel geproportioneert en van goede ftoffe ge<br />
il maakt zyn, die, God zy geklaagt, dikwyls zoo<br />
, elendig gevonden worden, dat dezelve in ge-<br />
" nerlei manieren in ftaat zyn door een bekwaame<br />
hand nuttelyk gedirigeert te worden, ik laat hec<br />
" daar , hoe een onbekwaame daar mede zoude<br />
" kunnen te regt komen, inzonderheid de zulke<br />
|| die als zeevarende niets als prullen voor hun<br />
" geld mede krygen, en in de hand geftopc wor<br />
den • derhalven volgen verdubbelde plaagen<br />
" voor de elendige lyders, die tot het geneezen<br />
van hun kwaaien flegte Heelmeesters, en onnut-<br />
te werktuigen bekoomen (z) ".<br />
" De konstkundige ULHOORN, die niet alleen<br />
handig wist de Chirurgie te tracteeren, maar ook<br />
de inftrumenten zelve konde maaken, heeft weinig<br />
dank behaald voor zyn zwoegen, nagtbraaken en<br />
onvermoeid arbeiden, zoo met handen als narie<br />
pen- ja, hy is zelfs arm geworden, ten kosten van<br />
,, p^liek en de Heelkonst, en heeft daarom ook<br />
weinig,ja, ik mag zeggen in 't geheel geen naavol-<br />
£ e r s gehad in onze Republiek; hy, die met zoo<br />
een handigheid en oordeel niet alleen werktuigen<br />
CO Aantekening op L. utisTER, pag. 619.<br />
H 3
IÏS C. T E R N E OVIR DB<br />
maakte, maar ook vlug en onverzaagt opereerde ,<br />
en nuttige Schriften fchreef, welke nog een wonder<br />
in onze oogen zyn! Men mag van ur,HOORN<br />
ook wel zeggen gelyk iemand van A R I O S T O zong :<br />
Natura il fece, e poi romps la /lampa.<br />
dat is:<br />
Natuur heeft hem geformeerd, en toen de form<br />
gebroken.<br />
't Geen BOERHAAVE in de Geneeskunde geweest<br />
is, is u L H o o R N in de Heelkunde geweest, en<br />
eeuwen gaan voorby zonder zulke Mannen te vo'orfchyn<br />
te brengen; fchoon men in onze Republiek<br />
waare verdienften weinig beloont of erkent.<br />
Zoo lang de natuur magtig is, om een ongemak<br />
te overwinnen, onder zagte plaatsmiddelen of handgreepen<br />
, ongewapend, moet men geen werktuigen<br />
gebruiken. By voorbeeld, in een zwangere vrouw<br />
drukt het hoofd van den foetus op de urethra, en<br />
veroorzaakt opftopping van 't water; de buiging<br />
en verplaatfing van 't lighaam der vrouw is dikwyls<br />
genoeg om haar wederom vry te doen wateren;<br />
en zoo lang dit haar helpen kan, heefc zy<br />
niets anders noodig dan zoo een plaatfing aan haar<br />
lighaam te geven, dac hec hoofd niec meer den hals<br />
der blaas drukc. Is die niec voldoende , dan kan<br />
een handig Heelmeester dikmaals de vrouwen<br />
doen wateren door de vingers in de vagina te brengen<br />
t
SPREUK VAN BOERHAAVE. 119<br />
gen, en hec hoofd van het kind wac op te ligten.<br />
Deeze handgreep is my een menigte keeren ge-<br />
ïukc, wanneer enkel de drukking van hec hoofd<br />
in caufa was j en zeldzaam gebruik ik in die geval<br />
den catheter; maar is zulks niet voldoende, of zyn<br />
'er andere oorzaaken [ gelyk kramptrekkingen<br />
van de urethra of iets anders , dan moet men<br />
den catheter ftellen; en die operatie is in de vrou<br />
wen genoegzaam, voor een naauwkeurigen kenner<br />
der deélen, blindeling te doen. „ Zoo moet een<br />
„ Heelmeester bynaa in alle gevallen langzaam<br />
„ van de neiginge der natuur, om een mensen te<br />
„ herftellen, tot handgreepen overgaan, en dan, zoo<br />
„ die niec baaten, tot inllrumenten".<br />
Menigvuldige gezwellen en verzweeringen koo-<br />
men onder zagte plaatsmiddelen tot ettering,<br />
doorbreeking en volkomen geneezing. De ver<br />
zweeringen, welke in klieragtige deelen, gelyk in<br />
de borllen der vrouwen, liezen, agter de ooren<br />
en onder de okfelen voorvallen, zyn dikwyls on-<br />
p-eraaden door het mes te openen.<br />
'° Onder een zagte pap van gort of lynmeel met<br />
water, de natuur af te wagcen is minder omftandig,<br />
en niet zoo yslyk de Heelkonst uic ce oefenen,ook<br />
altoos veiliger. Ja, de jongsc-overledene Profesfor<br />
FRED. BERNARD. ALBINUS, wiens heilzaame<br />
lesfen ik mee een ftreelend genoegen altoos hoor<br />
de, was, gelyk zeer wel bekend is, een grooc lief<br />
hebber van 'c mes tydig te gebruiken; doch in<br />
II 4 ver-
i2o C. TERNE O V E R na<br />
verzweeringen van klieragtige deelen raadde hy zyn<br />
toehoorderen de afwagting der natuur aan, en was<br />
van oordeel, dat het altoos veiliger was,dat die ver<br />
zweeringen van zelfs onder zagte plaatsmiddelen<br />
openbraken,en daar door voorgekoomen wierden die<br />
lastige , ja gevaarlyke verhardingen in de borst-<br />
fchyf of andere klieragtige deelen.<br />
Wordt evenwel een Heelmeester uit vrees voor<br />
verzakking en toevallen verpligt om te openen, zoo<br />
is het best zulks te verrigten met een zeer fcherp,<br />
van rugge dik, vast-ftaand knipmes. Het apos-<br />
tematie - lancet deugt in veele gevallen niet, om<br />
dat het te kleine openingen maakt. Ruim te ope<br />
nen is meestentyd beter, dan met de huid te<br />
fpaarzaam te zyn.<br />
Zoo lang een Heelmeester, wy herhaalen zulks,<br />
met de hand de volkoomen geneezing volbrengen<br />
7<br />
>kan, zyn geen werktuigen noodig. De meeste dis-<br />
locatien kunnen door middel van de hand alleen<br />
hertfeld worden, gelyk de ondervinding leert. Veel<br />
hangt af van de dexteriteit van den Chirurgyn. Het<br />
Waar te wenfehen, dat men die handgreepen de jon<br />
gelingen op doode lighaamen liet oefenen, dewyl<br />
men in een lyk gemaklyk de deelen kan ontwrig-<br />
ten , en daarna weder op hun plaats brengen ;<br />
dan zouden fommige jonge Heelmeesteren zoo on<br />
handig niet liaan by dislocatien.<br />
In de ontwrigting v;m het opperarmbeen is de<br />
eenvoudige rekking en zetting met de handen vol<br />
doen-
SPREUK VAN BOERHAAVE. 121<br />
doende. Zoo nogthans de handen niet genoegzaam<br />
zyn, is het best, een eenvoudigen en fterken handdoek<br />
of fervet onder den arm te plaatfen , het eene einde<br />
over de borst, en het andere einde over den rug<br />
te brengen, en door twee ftevige gasten het lig<br />
haam en de deelen wel tegen te houden. Als dan de<br />
lyder wel en onbeweeglyk geplaatst is, dient men<br />
een goeden band of fterken handdoek om het op<br />
perarmbeen te knoopen, aan wiens flippen twee<br />
goede en fterke helpers zyn, om de rekking te doen,<br />
terwyl ondertusfchen de Heelmeester, 't zy met<br />
bloote handen of met een doek om zyn hals, de<br />
herftelling van den arm bewerkt, en het hoofd van<br />
't opperarmbeen dien weg weder invoert, waar het<br />
uitgekoomen is. Door deeze eenvoudige manier<br />
heb ik verfcheiden zeer moeijelyke ontwrigtingen<br />
herlteld, en zien herftellen. Wel is waar, ik heb<br />
deeze handelwys zien mislukken, ja, ook alle be<br />
kende werktuigen en glosfocomia zien vergeefsch<br />
in 't werk ftellen. Zie hier het geval. Een man<br />
ontwrong zyn opperarmbeen voorwaards , op<br />
St. Euftathius; de fcheeps Heelmeester kende de<br />
ontwrigting niet, en verwaarloosde dus de herftelling;<br />
alle onderwaardfche beweeging kon de lyder zon<br />
der hinder doen , maar opwaards konde hy den arm<br />
niet brengen. Dus gefield, kwam de man naa ze<br />
ven weeken te Amfterdam. Den Heer P. B HES-<br />
SELMEYER, zeer ervaaren Heelmeester, by wien<br />
ik de beginzelen der Chirurgie leerde, en menig-<br />
H 5 vul-
122 C. T E R N E OVER. DE<br />
vuldige gevallen onder het oog kreeg, wierd de<br />
patiënt toegezonden. Deeze ontdekte en toonde<br />
duidelyk aanftonds de ontwrigting, doch wanhoopte<br />
aan deszelfs herftelling. Des niettegenftaande<br />
, oordeelde hy verpligt te zyn om alles<br />
in 't werk te ftellen, wat goed doen kon; maar<br />
vergeefsch waren alle zyne poogingen; de ontwrigting<br />
bleef onverzettelyk. Het glosfocomium was zo<br />
wel zonder vrugt als alle overige wel ingerigte<br />
handgreepen; ja, veele Heelkundigen hebben 'er<br />
naderhand te vergeefsch hunne beproeving op gedaan.<br />
Eindelyk verviel de patiënt in de handen<br />
van een onkundig Chirurgyn, doch een listig bedrieger,<br />
die hem fpoedig zoude herftellen. Deeze<br />
deed hem eenige ligte handgreepen , en zeide:„nu<br />
is de arm herfteld en op zyn plaats; de bovenhands-beweeging<br />
zal wel komen , als de pynen van<br />
rekken en trekken bedaard zyn. " Wy waren 'er<br />
geweldig over verwonderd, te meer, dewyl wy<br />
vernamen hoe de Heelmeester zulks zoude gedaan<br />
hebben. Gelegenheid om den lyder te zien<br />
werdt ons benomen ; maar myn braave, eerlyke en<br />
kundige Leermeester, de Heer HESSELMEYER,<br />
voer in fülte aan boord, en vond den lyder in den<br />
zelfden toeftand; den arm ontwrigt, gelyk hy hem<br />
gelaaten hadc, en geenzints den arm herfteld, zynde<br />
de patiënt en de Redery door de loosheid van den<br />
Chirurgyn verfchalkt.<br />
Zoo de bovengenoemde uitrekking niet genoeg
SPREUK VAN BOERHAAVE. 123<br />
noeg voldoende is, zal men fterker uitrekking<br />
kunnen doen door een katrol, waaraan banden<br />
zyn , om het opperarmbeen vast gemaakt. Hec<br />
katrol dient , zoo wel als de patiënt , ftevig<br />
vast gemaakt te worden. Indien dan twee helpers<br />
door middel van een handdoek het lighaam en<br />
de deelen tegenhouden, kan men een zeer fterke<br />
uitrekking met het katrol doen , zynde veel min<br />
der pynelyk dan de glosfocomia, welke alle door<br />
hunne tegenrekking de lyders zeer teisteren. Het<br />
komt toch maar op de rekking van het deel voor<br />
naamlyk aan; de tegenrekking dient enkel om hec<br />
medegeeven van den -lyder te verhinderen; en<br />
daar toe is, als de lyder vast zit, de tegenrek<br />
king van fterke helpers voldoende. Zoo alles<br />
niet baat, moet men, niet alleen om zich van<br />
zyn pligt te kwyten , maar ook omdat wy en<br />
anderen het met goed fucces gedaan hebben, de<br />
glosfocomia beproeven.<br />
II1 P P 0 c R A T E s heeft een ambe uitgcdagt, wel<br />
ke, hoewel buiten gebruik geraakt, nogthans gele<br />
genheid gegeven heeft tot veel werktuigen. P E T I T ,<br />
DU VERNEY,HEISTER, u MI o o R N , elk meent<br />
dat zyn werktuig het beste is. Dat van PUR-<br />
MAN (tf) verdient boven alle werktuigen gekoo-<br />
zen te worden; en PLATNER zegt, dat het boven<br />
allen uitmunt (£). Men kan het afgebeeld vinden<br />
r<br />
a~) Chirurg, curios. pag. 692.<br />
li) Tom. II. p. 266.<br />
in
124 C TERNE O V E R . D E<br />
in de 18. figuur van de derde plaat by PLATNER,<br />
Nederduitfche uitgaaf. In waarheid, dit inftru-<br />
ment kan met vrugt gebruikt worden, als men 'er<br />
handig mede weet om te gaan, zoo de bovenge<br />
noemde vrugteloos zyn. Alle overige ontleedin<br />
gen helpt men best door de handgreep. Wan<br />
neer het dyebeen niet door middel van doeken en<br />
ftrikken herfteld kan worden , zyn gemeenlyk de<br />
werktuigen fchadelyk.<br />
Dat volkomen dislocatien van de dye herfteld<br />
zyn, vindt men uit verfcheiden Schryveren aange<br />
haald door den Heer Doctor HOUTTUYN (V).<br />
Maar door werktuigen zulks verrigtende , heeft<br />
men te vreezen, dat de lyders veel flegter en man<br />
ker zullen herftellen ; waarom men dezelve ge<br />
meenlyk agterlaat. Simplex veri figillum.<br />
De enkelvoudigheid in 't doen van operatien te<br />
betragten is van groot nut en gewigt. Hoe<br />
minder inftrumenten men uitkraamt by het doen<br />
van operatien ,hoe beter; en vooral dienen zy niet<br />
in 't oog van de ongelukkige lyders te leggen.<br />
Geen inftrumenten zyn 'er, welke men meerder<br />
gebruikt, dan waarmede men aderlaat. Het lancet<br />
verdient, om zyn zekerheid, veiligheid en eenvoudig<br />
heid, altoos tot het aderlaaten gekoozen te worden.<br />
De knippen zyn verwerpelyke inftrumenten. Zoo<br />
lang men goede lancetten bekomen kan , moet men<br />
CO Aantekening op PLATNEK, pag. 2?
SPREUK VAN BOERHAAVE. 125<br />
nooit een knip gebruiken. Onhandige , lompe ,<br />
ongefchikce handen en waanwyze koppen maaken<br />
'er het meeste gebruik van. Knippen werken onveiliger<br />
dan lancetten. Een lancet kan een handig<br />
Heelmeester bellieren, zoo hy wil, en 'er een opening<br />
daar mede maaken, zoo groot en klein als noodig<br />
is en hem goeddunkt; en zoo een ader diep legt,<br />
kan hy die vervolgen. Daarentegen, als men den<br />
knip laat fpringen, is hy buiten de magt van den<br />
Heelmeester; zyn diepte kan niet vervolgd of bepaald<br />
worden; wanneer de lyder eens onverwagt den<br />
arm beweegt, en de haan is overgehaald en gefprongen,<br />
dan is men niet zoo in ftaat om het vlym te<br />
bepaalen als het lancet. De grootte der opening<br />
hangt niet af van den wil des Heelmeesters, maar van<br />
het vlym ; de flag, dien hy veroorzaakt, doet altyd<br />
fchrikken aan de geenen, Welke men aderlaat.<br />
Noodzaakeiyk is het, dat Chirurgyns hunne leerlingen<br />
leeren de linkerhand zoo wel te gebruiken<br />
als de regter: want als men met de regterhand op<br />
den linker arm aderlaat, verrigt men nimmer zoo<br />
zindelyk en veilig de operatie; waarom ik gewoon<br />
was myn leerlingen altoos eerst met de linkerhand<br />
op den linkerarm te leeren, en dan met de regterhand<br />
op den regterarm onderwees het lancet te<br />
beftuuren. De knip is een vreemd product ; wy<br />
laaten die ook aan vreemdelingen over, en inzonderheid<br />
aan de Paardemeesters; wy verkiezen<br />
het eenvoudig lancet. Simplex veri figillum.<br />
Dat
126 C. T E R N E O V E R D E<br />
Dat de eenvoudige inlhumenten en kunstbe<br />
werkingen duidelyk het .kenmerk van het waare<br />
zyn, blykc aan de groote verbetering, welke de<br />
operatien ondergaan hebben, enkel door 'c gebruik<br />
van eenvoudiger werktuigen en handgreepen. Het<br />
yslyke armatuur , door Heelkundigen bedagt,<br />
maakt het ons niet moeijelyk om te begrypen ,<br />
waarom CATO hen uic Rome jaagde. Welke<br />
verbaasde, wreede én verfchriklyke werktuigen<br />
heefc men niec al bedagt om een borst van een<br />
vrouw b. v. af te zetten ! Wreede beugels, haa-<br />
ken, nypende tangen, fteekende vorken, het door-<br />
fteeken met naalden, en welke onbermhartige werk<br />
tuigen niec al meer, om de borstfchyf van den<br />
mujculus pectoraüs af te haaien! gelyk te zien is by<br />
HELVETIUS, HEIgTER, ULHOORN, TABOR,<br />
PLATNER, enz.: Ondertusfchen heefteen Heel<br />
meester niecsdan een kloek hare, een gefchikté hand<br />
en een fcherp mes noodig. Welk een eenvoudigheid J<br />
Welk een verbetering J welk een vermindering van<br />
skeligen toeftel! De Heelmeester plaatse, by voorr<br />
beeld, de lyderes wel en vasc, laac den arm uitge-<br />
ftn kc agterwaards houden, en vae mee zyn linker<br />
hand de rnam, haalt dezelve van de borstfpier af,<br />
en fepareert mee zyn feherpfnydend mes de borst<br />
van den onderleggenden mujculus pectoraüs af.<br />
Ook komc hec 'er niec op aan, of hy van onderen<br />
of boven begint te fnyden. De bloedftorting, zal<br />
een kloek en handig Heelmeester niet beletcen te<br />
wer-
SPREUK VAN BOERHAAVE. 127<br />
werken. Door een goed verband en gradueele<br />
drukking kan men na de operatie de bloeding meester<br />
worden; doch het is goed, dat een Heelmeester<br />
altoos, alshy operatien van gewigc moet doen,<br />
onderfchep - naalden by de hand heeft. Welkeen<br />
onderfcheid, en welk een verbetering heeft deeze<br />
operatie niet ondergaan door de eenvoudigheid!<br />
Wat menfchelyk Heelmeester zal die yslyke inftrumenten<br />
en wreede werktuigen ooit gebruiken?<br />
Waarom pronken 'er de kasfen nog mede , tot<br />
fchrik der lyderen ? Men doe ze weg of een gordyn'er<br />
voor, op dat niemand zie, hoe barbaarsch<br />
men eertyds de loflyke Heelkonst uitoefende !<br />
Simplex veri figillum.<br />
Welk een verbetering heeft de amputatie der<br />
ledetnaaten niet ondergaan, federt dezelve enkelvoudiger<br />
behandeld wordt! Eer het tourniquet<br />
bekend was, had men de wreedheid het vleesch<br />
met een gloeijend mes door te fnyden, gelyk VE-<br />
SALIUS, die uitmuntende Anatomicus, doch ongelukkige<br />
balling, deed (d). Hoe deeze operatie door<br />
den tyd en door eenvoudigheid verbeterd is, kan<br />
men vinden in de Hist. de VAcad. des fciences de<br />
Van. 1732, en inzonderheid, by SHARP in zyne<br />
oordeelkundige Aanmerkingen.<br />
Het is altoos veiligst, by het doen van zwaarr<br />
wigtige operatien , weinige, doch genoegzaam<br />
kun-<br />
(J) Chirurg, magn. Lib. F. Cap. XII. pag. 1083,
is8 C. TERNE O V E R DE<br />
kundige, eerlyke en handige helpers te hebben,<br />
welken, zoo wel als den Heelmeester, die de ope<br />
ratie doen moet , het welzyn van den lyder ter<br />
harte gaat. Niet zonder reden fchryft men de ge<br />
lukkige operatien van LË DRAN daaraan toe, dat<br />
hy door kundige en eerlyke Heelmeesteren on-<br />
derfteund wierd.<br />
De helpers moeten zeiven ook de operatien<br />
verfhan, en telkens aan de oogen en handen van<br />
den Operateur kunnen zien , welk werktuig zy<br />
verpligc zyn hem toe te reiken , zonder dat hy<br />
behoeft te fpreeken. Alle aterlingen, welke dit<br />
waare oogmerk niet hebben, en die men voor<br />
af weet dat koomen uit haat, nyd, bedilzugt ,<br />
eigenbaat, en om den Operateur te traiteren, ge<br />
lyk, helaas! veeltyds, dat fchande genoeg is, on<br />
der Genees- en Heelkundigen plaats heeft, moet<br />
een Operateur afweeren; en de Overheden die<br />
nen die vryheid aan Heelmeesteren te vergunnen;<br />
van kwakzalvers fpreek ik niet. De ondervinding<br />
heeft geleerd, dat tot het doen van de amputatie,<br />
een regt mes zoo gefchikt is als een krom mes;<br />
en als een Heelmeester een regt mes gebruikt,<br />
wint het een ander mes uit, om dat, wanneer de<br />
onderarm of het been onder de knie geamputeerd<br />
word, het zelfde mes gebruikt kan worden om het<br />
vleesch tusfchen de twee beenpypen weg te fnyden;<br />
waarom veelen het regte mes verkiezen, het welk,<br />
gelyk HOUTTUYN zeer wel zegt, den yslyken<br />
toe-
SPREUK VAN BOERHAAVE*<br />
toeftel, doch tevens, dit beken ik, de prachtige ver<br />
tooning, verminden. Simplex veri figillum. Hec<br />
lange tweefnydend mes is dus onnoodig, zoo ook<br />
dat mes,'t welk GARENGEOT ons afbeeldt.in zyn<br />
Traité des inflrtiments de Chirurgie „pag. 17a.<br />
De meeste Heelkundigen zyn'er voor, dat men een<br />
band ter geleiding van het mes binde om het deel dac<br />
afgezet zal worden; maar hier tegen komt in aanmer<br />
king , dat, zoo draa men het mes gezet heeft, de band<br />
ons gezigt ontwykt; weshalven deszelfs dienst weinig<br />
gefchat moet worden. Ook heb ik gezien, dat hec<br />
mes over den band ging. Misfchien was het beter,<br />
dat men den band voor het mes bond, of voor de<br />
plaats, daar men fnyden moet; misfchien doch 't is<br />
nog beter geen band te gebruiken. Zonder denzei ven<br />
heb ik de operatie zeer vlug zien verrigten.<br />
Twee banden om het deel te binden, dat afge<br />
zet moet worden, zoo als ULHOORN wilde, is<br />
volflrekt onnoodig; en de Heelmeesters , die zoo<br />
onhandig zyn , d3t zy twee banden noodig hebben<br />
om het mes te bellieren, zyn myns bedunkens niec<br />
gefchikc tot zulk een operatie.<br />
De koperen ring , door den oordeelkundï-<br />
gen ÜLHOORN uitgedagt, en afgebeeld Tab.<br />
V. Fig. 8, 9, in 't werk van HEISTER, cm hec<br />
.vleesch tegen te houden naa de doorfnyding, is<br />
ook te omftandig en onnoodig. De twee Heel<br />
meesters , die den arm of hec been van boveri<br />
vast houden, zyn genoeg in ftaat om het vleesch<br />
IX. DEEL. Ï op-
tgo £ T E R N E O V S R DB<br />
opwaards te haaien, ten einde het onder het afzaagerï<br />
niet hindere. Ook trekt het vleesch van zelf naar<br />
agteren. Zoo zulks niet genoeg het vleesch te rug<br />
houdt, verkiezen fommigen een linnen doek om<br />
het vleesch te rug te houden. MON'RO verwerpt<br />
dien, en niet zonder eenige redenen; doch een dunne<br />
linnen of zyden doek is nog te verkiezen boven den<br />
ring van ULHOORN. De arterie-tang, valet apatin,<br />
ons by GARENGEOT afgebeeld , is ook een onnut<br />
meubel (e). Zie Doctor HOUTTUYN Cf). — De<br />
zaag, weike gebruikt wordt om het been af te zaagen<br />
, wordt gemeenlyk met te veel fieraad voorzien.<br />
De gemeene eenvoudige kabinet- of kasmaakers<br />
- zaag is boven alle andere te verkiezen; en als<br />
een Chirurgyn voorzigtig en gelyk het been of de<br />
beenderen afzaagt, heeft hy geen tang noodig<br />
om de fplinters af te knypen. Alle die inftrumenten,<br />
welke voorheen tot het affchrappen van 't<br />
beenvlies gebruikt wierden, zyn ook onnoodig. Zoo<br />
men na de operatie door plukfel, bovist of geprepareerde<br />
fpons , en een goed verband, de bloeding<br />
kan fluiten, is het best zulks te verkiezen. Zoo evenwel<br />
de Heelmeester daar aan twyffelt, is het raadzaamst<br />
de onderfchepping der vaten in 't werk te<br />
ftellen; doch men moet zoo ruirafchootig met de<br />
hegting of onderfchepping der vaten niet omgaan<br />
als SHARP gewoon was te doen. Zie de<br />
Hee-<br />
(e) Traité des inflruments.<br />
(f) Aanmerkingen OPJLATNER, Tom. Lp. 193.
SPREUK VAN BOERHAAVE. 131<br />
Heeren MARTENS, VAN GESSCHER en VAN<br />
WY, in de bekroonde Verhandelingen van hec Ge-<br />
nootfchap , onder de Zinfpreuk Servandis Civibus.<br />
Men kan ook over de bloedllortingen mee zeer<br />
veel nut leezen de Verhandeling van den Heer<br />
BALTHAZAAR, over de bloedfiortingen. — Om<br />
nu niec langer hec geduld van hec Genootfchap ce<br />
vergen, zal ik geen meerder byzondere gebreken<br />
öf operacieri aanhaalen, welke door eenvoudiger<br />
behandeling verbeterd zyn. 'c Zy genoeg, uic deeze<br />
voorbeelden geleerd te hebben, dat de eenvoudige<br />
genees- en heelmiddelen, handgreepen en operacien<br />
de Waare zyn. Dit óveral in 't oog houdende,<br />
zullen Wy de.natuur op eeri Jtragtdaadige manier<br />
kunnen ce gemoec komen, onderfteunen ,. volgen ,<br />
en Wac door de natuur zónder hulp der konsc ge<br />
heel onmoogdyk is; veilig, zeker, en verftandig<br />
ter uitvoer brengen. Laat ieder' Heelmeester zig<br />
bevlytigen om alle omftandige handgreepen, alle<br />
önnoodige operatien en inftrumenten , zoo veel<br />
maar eenigzins mogelyk is, te vermyden, altoos<br />
gedagtig zynde aan de voortreffelyke Zinfpreuk<br />
van onzen grooten BOERHAAVE : Het een<br />
voudige is het egte kenmerk van het waare.<br />
Dan , dan zal de edele Heelkonsc een coppunt<br />
ftygen, zoodanig, dac het laate nageflagt over<br />
haare verbetering zal juichen, en zig verwon<br />
deren , hoe men eertyds zoo omftandig , wreed<br />
cn ongefchikc heeft kunrten te werk gaan. Dan<br />
- I a zul?
Ï3s C. T E R N E OVER DÉ<br />
zullen de ongelukkige lyders het waare heil erï<br />
de gelukkigfte geneezingen ondervinden. Dan zal<br />
't blyken, dat wy met weinig inftrumenten veel ,<br />
zeer veel kunnen ten uitvoer brengen; dat wy nog<br />
een menigte van kogeltangen , trekkers, fchroeven,<br />
haaken, ysfelyke mond-, fondament-, moeder-<br />
en oogenfpiegels , verborgene en onzekere<br />
fnymesfen, tot het opereeren van breuken en andere<br />
konstverrigtingen, als ook een vervaarlyken<br />
toette!-van fpuiten, brandyzers, knellende keurslyven<br />
(welke door een fyn bedrog de kinderen mismaakter<br />
maaken, en alleen tot byna een goudmyn<br />
voor de leveranfiers verftrekken), en andere oraflagtige<br />
werktuigen, te veel om op te noemen,<br />
ontbeeren kunnen.<br />
Ik gaa over tot myne'derde of laatfte Afdeeling,<br />
waarin ik de Zinfpreuk van BOERHAAVE zal<br />
tragten betrekkelyk te maaken op de Vroed- of<br />
Verloskunde.<br />
DER-
SPREUK VAN BOERHAAVE. 133<br />
D E R D E A F D E E L I N G .<br />
De zinfpreuk van onzen grooten BOERHAAVE,<br />
fimplex veri figillum, betreklyk op de<br />
Heelkundige Verlos- of Vroedkonst<br />
gemaakt.<br />
D e Vroedkonst, een onaffcheidelyke gezellin der<br />
Geneeskonst, een der voornaamfte en zwaarwigtig-<br />
fte takken der loflyke Heelkonst, is een konst en<br />
weetenfchap, welke-, door een voorzigtig beftier van<br />
de kragten der natuur , de in baarensnood zynde<br />
zwangere vrouwen in natuurlyke., moeijelyke en re-<br />
gennatuurlyke gevallen, op een gemaklyke, voor-<br />
zigtige, fpoedige, eenvoudige, zekere en waare<br />
wyze, alle mogelyke hulp toebrengt, alle hinder-<br />
paalen uit den weg ruimt, de vrugt een vryen<br />
uitgang te weeg brengt , en na de verlcsfing<br />
moeder en kind verzorgt. De Vroedkonst is de<br />
voortreffelykfte en noodzaakelykfte konst, boven<br />
alle andere te fchatten. Allen worden wy im<br />
mers gebooren ; niemand, van den grootften Vorst<br />
tot den armften bedelaar, is een andere weg ge<br />
baand dan een pynelyke geboorte; en het oogenblik,<br />
dac de natuur ons ter geboorte fchikt, is dikwyls<br />
voor de vrouwen en kinderen zoo naar, dat, in<br />
dien de konst geene hulp vertehafce, moeder en<br />
kind beide zouden omkomen. De berugte daaden<br />
I 3 van
134 C. T E R N E O V E R DE<br />
van JULIUS CES AR zouden ons voor altyd<br />
onbekend gebleeven zyn , was niet door de<br />
gevaarlyke keizerfneede zyne geboorte te weeg<br />
gebragt. En duizenden vrouwen en kinderen<br />
Zyn aan deeze uitmuntende konst het leven en<br />
da gezondheid verfchuldigd. 'Er is geen konst of<br />
weetenfchap tc bedenken , daar de maatfchappy<br />
meerder aan gelegen is dan aan de Vroedkonst; en<br />
ondertusfchen is 'er geen konst, daar fommi-<br />
gen minder werk van maaken. Aüerbeklaa-<br />
genswaardigst is het, dat deeze zoo noodzaakelyke<br />
konst, die langs eenvoudige en waare wegen<br />
zoo ten toppunt gefleegen is , nog door zulke<br />
onbekwaame en ongefchikte handen op veele plaat-<br />
fen van onze Republiek zoo heidens dom uitgeoe<br />
fend wordt, dat veele baarende vrouwen en onno<br />
zele kinderen , op de erbarmlykfte en ongelukkigfre<br />
wyze, van aller kundigen hulp ontbloot, jammer-<br />
lyk omkoomen; waardoor de Staat van zyne in-<br />
woonderen beroofd wordt, en dus zyne behendige<br />
en wezenlyke welvaart moet ontbeeren.<br />
Ongelukkige Vrouwen! inwooneresfen van myn<br />
dierbaar Vaderland! gy verdient ons zugten, ons<br />
treuren , ons medelyden ; voor u is 't dat wy<br />
in de bres treden , en zoo menigmaal ons lee<br />
ven , onze gezondheid, en al wat ons dierbaar is,<br />
opofferen. Ongelukkige Landman, die den Staat<br />
van zoo veel nut zyt! Burgers van 'Nederland !<br />
moeten fommigen van u , voor uwe opgebragte<br />
fchat-
SPREUK VAN BOERHAAVE. 135<br />
fchattingen en lasten, waarmede gy de Republiek<br />
onderfteunt, zoo menigmaal uwe tedere en lieve<br />
echtgenooten , uw zwak kroost, uit uwe armen<br />
25ien rukken, door een te vroegen dood de braafïïe<br />
moeders voor een talryk huisgezin zien omkomen,<br />
welke een kundige hand en een voorzigtige, wyze<br />
en gezonde Staatkunde zoude hebben kunnen fpaa-<br />
ren ? Myn ziel zinkt weg van medelyden , als ik<br />
herdenk, wat ik gezien , gehoord, ondervonden<br />
heb , en nog daaglyks ondervind. Met regt be<br />
klaagde PRIMKROSIUS de vrouwelyke fexe, en<br />
de vroome Doctor VOET hadc groote redenen<br />
om op deezen droeven toon te zingen.<br />
Al, wac voorheen ooic juichce , creurc;<br />
Hecaardryk weigert nu den landman zyn vermoogen;<br />
De woeste wolken, door den donder afgefcheurt,<br />
Bedekken, al ce vaak, de blaauwe hemelboogen.<br />
Maar ftorc daar iemand uic met regt zyn jammerklagt,<br />
Hec is hec vrouwelyk gcflagc.<br />
De ziel, mee zwakker vac omzet,<br />
Voelt dies te feller al de doornen van dit leven;<br />
En 't lighaam draagc met fmert de vrugc van 'c huw-<br />
lyksbed,<br />
Die 'c laas! te dikwerf moet al dervende overgeven ,<br />
En noemen die, cerwyl reeds de adem vlugc tot God ,<br />
Of Benoni, of Ibbod (g).<br />
GO 7* .<br />
I 4<br />
Wan-
136 C. T E R N E O V E R D E<br />
Wanneer zullen fommige Regenten van Ster<br />
den en Dorpen wys worden , om door het<br />
vermeerderen hunner inwoonderen hunne waa<br />
re en wezenlyke rykdommen te vermeerderen, en<br />
beter zorge draagen, dat bekwaamer, gtfchikrer<br />
en kundiger Vroedvrouwen aangefteld worden ,<br />
die de nuttige Vroedkonst loflyk kunnen uitoefe<br />
nen , waaraan een man gerust zyn vrouw en kind<br />
kan vertrouwen, en die de voor haar ondoenlyke<br />
verlosfingen , te regter en bekwaamer tyd aap<br />
Vroedmeesters overgeven'?<br />
Gelukkig nog;hans is het, dat de natuur het be-<br />
koorlyk geflagt zoo ffandvastig en onverzettelyk<br />
blyft vergezellen, en de meeste baaringen, zonder<br />
dat de konst te pas komt, helpt voorfpoedig ter<br />
uitvoer brengen. Was zulks niet, moest de konst<br />
meermaalen re hulp koomen, onze Republiek zou<br />
fpoedig ontvolkt worden en verarmd zyn ; maar<br />
veelligt zoude men dan beter agt geeven op de<br />
bekwaamheid der Vroedvrouwen , dat thans ver<br />
zuimd wordt, doordien het verlies zoo llerk niet<br />
in 't oog valt. Maar ter zaak! —<br />
De eenvoudigheid is het kenmerk van dc<br />
waare behandeling in natuurlyke, moeijelyke ,<br />
en tegennatuurlyke baaringen. In eene gezonde<br />
vrouw, welke op haar tyd van zwangerheid i$, en<br />
wel gefteld van deelen en bekken is, daar het kind<br />
£n de baarmoeder in een regte legging bevonden<br />
wordt,
SPREUK VAN BOERHAAVE. Ï37<br />
wordt, en daar waare weeën de baaring "getrouw<br />
verzeilen, kortom daar alles natuurlyk is, heefc de<br />
natuur geen of weinig hulp van nooden;de natuur,<br />
van niemand geleerd , volbrengt alles beter<br />
dan de konst immer doen kan. Geen geneesmid?<br />
delen zyn 'er nodig om de natuur op te wekken,<br />
noch om pynen ce ftillen of ce doen bedaaren; ook<br />
koomen geen konftige handgreepen nog te pa s<br />
om de natuur te helpen. Eenvoudig de natuur<br />
af te wagten is hec werk van een verftandig Vroed<br />
kundige , die binnen weinig tyds de vrouw tot<br />
een blyde moeder maaken zal.<br />
Een Vroedkundige dienc by een natuurlyke baa<br />
ring nogthans tegenwoordig ce zyn, om van de<br />
natuur te leeren,en dezelve te dienen. De natuur<br />
lyke baaringen leeren ons den natuurlyken ingang<br />
van hec kind, in en uit hec bekken, en hoe de<br />
natuur werkt om een vrouw van een kind te ver-<br />
losfen; waardoor wy in ftaat gefteld worden om,<br />
in moeijelyke en tegennatuurlyke gevallen, een<br />
voudig de werking der natuur ons ten nutte te<br />
maaken, en dezelve , zoo veel ons mogelyk is,<br />
onder onze konstbewerkingen te volgen. Gelyk<br />
een regte lyn, als de eenigfte in haar aart, het<br />
rigtfnoer is, naar welk men de afwykingen van<br />
een kromme lyn bepaalt; zoo is de natuurlyke baa<br />
ring , als de eenige in haar aart, de regel en het rigt<br />
fnoer, waar naar men de afwykingen der overige<br />
I 5 baa-
133 C. T E R N E O V E R DE<br />
baaringen beoordeelt (ji). Een Vroedkundige is ver-<br />
pligc om in een natuurlyke baaring geenzins de na<br />
tuur te verkragten, maar eenvoudig haar te dienen,<br />
en wat haar hinderlyk is, uit den weg te ruimen.<br />
Hy dient haar door de baarende goede hoop te<br />
geven, en te verzekeren van een gelukkige verlos-<br />
fing. De hoop geeft moed, de moed fterkte en<br />
kragt;en daardoor wordt de natuur opgewekt, om<br />
den last der pynen geduldig te verdraagen; daardoor<br />
verkrygen de baarende vrouwen een geloovig verr<br />
trouwen op de albeftierende en aanbiddelyke<br />
Voorzienigheid. Hy dient de natuur, en ruimt<br />
uit den weg wat haar hinderlyk zyn kan, door de<br />
veelheid der omftanderen en nieuwsgierige vrou<br />
wen te verdryven, een fchandelyke gewoonte in<br />
fommige Steden en Plaatfen, daar geheele buurten<br />
famenkoomen by een vrouw , die in arbeid<br />
is, voornaamlyk by gemeene lieden; waardoor de<br />
lugt bedorven wordt, door de menigte van uit-<br />
waasfemingen, zoo dat een vrouw geen vrye lugt<br />
Jtan fcheppen, en dus benaauwd worde en te zwak<br />
om haare pynen te verwerken. Ook moesten door<br />
hoog gezag de fmul-partyen kort na de verlosfing<br />
verbooden worden, waar door fatzoenlyke lieden<br />
byna geruineerd worden.<br />
Een Vroedkundige dient de natuur , en ruimt<br />
(T) STEIN Anleitung zur geburtshnlfe. Tom. II. p. i.<br />
uit
SPREUK VAN BOERHAAVE. 139<br />
uic den weg al wat de natuur kan hinderen ,<br />
als het water in de blaas, de drek in de darmen»<br />
welke fomtyds in de allernatuurlykfte baarin<br />
gen kunnen hinderen. Hy dient de natuur, door<br />
de baarende af te raaden het geen haar fchaaden<br />
kan, en aan te pryzen het geen haar nuttig en<br />
dienftig is. Hy onderfteunt de baarende,en maakt<br />
haar alles zoo gemaklyk als mogelyk is. Hy verbiedt<br />
of gebiedt haar al of niet haar pynen te verwerken,<br />
Hy maakt zich, onder zekere voorwaarden, geheel<br />
eigen den wil en de neigingen zyner baarende,<br />
zoo dat alles, wac hy haar ten besten raad,gehoor<br />
zaamd en opgevolgd wordt; en ter regter tyd plaatst<br />
hy de baarende vrouw op 'c bed zoodanig, dat de<br />
uitgang van de vrugt niet belet worde. Door de<br />
weeën worden de vliezen gebroken ; de wateren<br />
ontvlieden; de vroede hand zorgt, dat de baarende<br />
vrouw wel gelegd, en goed onderfteund worde,<br />
zoodaanig dat zy met kragt haare pynen op de<br />
gemaklykfte wyze verwerken kan, onderfteunt en<br />
beveiligt het perineüm , op dat hec door den gewel<br />
digen en ce fchielyken doorgang van hec kind niet<br />
verbreeke; en eindelyk, hy ontvangt uit handen<br />
van den milden Geever der natuur het kinds hoofd.<br />
De natuur het hoofd van \ kind dus wonderbaarlyk<br />
ontwikkeld hebbende, herftelc zich van haare ver-<br />
moeijing fpoedig; hec aangezigc van 'c kind draait<br />
zich min of meerder zydewaards; en hec lighaam<br />
van hec kind zoekt .met zyne fchouderen de onder-<br />
fte
140 C. T E R N E O V E R ® t<br />
fte en wydfte opening van 't bekken uit te gaa*<br />
Deeze omwending gemaakt zynde, komt 'er een<br />
nieuwe pyn, welke de geheele vrugt naar buicen<br />
brengt; en de hand der Vroedkundige beftiert het<br />
kind zoodanig , dat het hoofd naar de eene lies<br />
der vrouw, en de beenen naar de andere zyde zig<br />
komen te plaatfen, waar door de navelftreng van<br />
alle rekking bevryd wordt. Het kind gebooren<br />
zynde, bindt men de navelftreng met één bindfel<br />
(meerder komen niet te pas, of'er moeten meer<br />
der kinderen zyn te wagten) , fnydt het van de<br />
ftreng af, en geeft het, in een luur, aan een der<br />
omftanderen over. De Vroedkundige wind de<br />
ftreng een of meerder fiagen om zyn vinger van<br />
de linker- of regterhand , en doet dezelve byna<br />
gefpannen ftaan, waarop kort of langzaam, de na<br />
tuur der baarmoeder weder in beweeging komt,en<br />
door nieuwe pynen de naageboorte naar buiten<br />
zoekt te ontlasten, welke de vroede hand ontvangt<br />
of met de vingeren vat, en naar buiten brengt.<br />
Waarop men de vrouw vanfchoon linnen voorziet,<br />
een breed fluitlaaken om 't lyf of den verfiapten<br />
onderbuik doet , en beveelt haar een diepe rust<br />
en ftille plaatzing. Gelyk een vermoeid mensch, die<br />
van een lange of korte lastige reis komt, verlangt<br />
om te rusten, zoo verlangt de afgematte vrouw ook<br />
'er naar, en geen omftanderen moeten zulks hin<br />
deren. Hec kind, gezuiverd en gewasfchen zynde<br />
mei
SPREUK VAN BOERHAAVE. 14!<br />
met zeepwater of met boterbief, dat wat raorfiger<br />
is, en geen hinder of ongemak hebbende aan de<br />
deelen, moet eenvoudig zagt gebakert worden naar<br />
de wyze van 't land, doch moet niet als een ge<br />
vangene daar in gekluisterd worden. Dus leert<br />
men van de natuur, en komt , in de natuur<br />
lyke baaring, de natuur te hulp. Te vergeefsch,<br />
ja fchadelyk zyn fommige handgreepen , welke<br />
men in 't werk gefteld heeft, om het.verfcheurett<br />
van den bilnaad voor te komen,. inzonderheid de<br />
manier welke SÏEIN voorftelt, óm de vingeren<br />
tusfehen dit hoofd en hec perin&üm gekromt te<br />
plaatfen, en dus het hoofd naar buiten te bren*<br />
gen (0; die zou de regte handgreep zyn om het<br />
përineüm ce doen fcheuren; en ik kan niec be-<br />
grypen, hoe zoo een domme handgreep in een<br />
sTE IN opkomc; want elk, die gezien of gevoeld<br />
heefc, hoe een kind den uitgang van de fchede<br />
pasfeert, moec zig 'er over verbaazen; en de Roon-<br />
huyfiaanfche hefboom, welken hy daartoe aam-<br />
prysc , als geen vingeren naar binnen kunnen, is<br />
ook te verwerpen. STEIN klaagt,.dat .de Vroed r<br />
vrouwen te weinig inzigt hebben om in dit<br />
geval den hefboom- te kunnen gebruiken.; en<br />
wy zyn blyde dat zy 'er niets van w.eeten ,<br />
door dien dezelve fchadelyk is. Ook is te ver<br />
werpen de buigzaame plaat, welke GEHLER aanpryst<br />
(t) Ankitimg zur geburtshülfe, §. t>or.<br />
1
14* C. TERNE ó v E ti b c<br />
pryst
SPREUK VAN BOERHAAVE. 143<br />
ftonds af re haaien, zelfs voordat men het kindvari<br />
de ftreng gefneeden heeft. Eenvoudig de natuur<br />
af te wagten en ter regeer tyd dezelve, als de na<br />
tuur gereed is, naar buiten te brengen, is de<br />
Vroedkonst verftandig uitoefenen. Men kan hier<br />
over naazien RUISCH, DE REUS en inzonderheid<br />
VAN DER HAAR (m), offchoon de uitmuntende<br />
Verhandeling van den Heer VAN DER HAAR, in'<br />
moeijelyke naageboorcen , my wat te algemeen<br />
voorkomt, en men in die zwaare gevallen eenige<br />
uitzondering dient te maaken, en de verlosfing<br />
door de hand ter uitvoer te brengen.<br />
Alle vrouwen nogthans baaren zoo gelukkig<br />
niec, en alle kinderen koomen zoo gemaklyk niet.<br />
Een menigte hinderblokken en oorzaaken vindc<br />
men in de naageboorte, welke de baaringen fom<br />
tyds moeijelyk, tegennatuurlyk, ja, langs de na<br />
tuurlyke wegen, geheel onmogelyk maaken, waar<br />
over men kan nazien HIPPOCRATES, AVICEN-<br />
NA, P. AEGINETA, HILDANUS, PARÉ, VAM<br />
DEVENTER, MAURICEAU, VAN HOORN,<br />
SMELLIE, LEVKET, VAN DOEVEREN, ROË-<br />
DERER, STEIN, FRIED, PLENCK, STEIDEL,<br />
VAN DE LAAR, VAN LEUWEN, SAMOILO-<br />
WITZ, en anderen.<br />
De Genees- Heel- en Vroedkundigen hebben<br />
van<br />
(?») Bataafsch Genootfchap te Rotterdam, IV. Deel.
144 C. T E R N E OVÊÜ DÉ<br />
van alle tyden af getragt deeze hiriderpaalen tö<br />
overwinnen. Hoe ver zy daar in geflaagd zyn<br />
door eenvoudige wegen, leert de dagelykfche be<br />
vinding. Voor dat de eenvoudige en nuttige leer-<br />
ftelling, van de verkeerd-leggende kinderen te keé-<br />
ren, en by de voeten te verlosfen, algemeen be<br />
kend was, en ter uitvoer gebragt wierd , was hec<br />
met de baarende vrouwen, in die gevallen, akelig<br />
gefield. Door de omflandige, moeijelyke en on-<br />
verftandige. handgreepen , om naamlyk het kind<br />
met het hoofd voor te werken, of met haaken<br />
en tangen te verfcheuren, zyn duizenden vrouwen<br />
en-kinderen, als martelaaresfen der onkunde, ge-<br />
fneuveld, welke wy thans door eenvoudige hand<br />
greepen wiskunftig zeker kunnen fpaaren, als ter<br />
regter en bekwaamer tyd de noodige hulp worde<br />
toegebragt. Gelukkige verbetering voor de fexel<br />
PETRUS FRANKEN was het , die de nuttige<br />
leeritelling en eenvoudige konstbewerking, van<br />
de verkeerd-leggende kinderen te keeren en by<br />
de voecen te verlosfen ,. leerde, in een Verhan<br />
deling over de Breuken , welke te Lyon in<br />
't jaar 1561 te voorfchyn kwam. Misfchien heb<br />
ben de fchriften van CELSUS en PAULUS AEGI-<br />
NETA hem daartoe aanleiding gegeven. Waar over<br />
mtn kan naazien G. VAN DOEVEREN in zyne<br />
Obfervationes Academicae.<br />
Deeze eenvoudige en nuttige handgreep, ge<br />
grond
SPREUK VAN BOERHAAVE. 145<br />
grond op reden en het maakfel der deelen, won,<br />
gelyk 'c met meerder nuttige zaaken in de Genees- en<br />
Heelkunde gaat, egter, weinig veld. Door A M B RO-<br />
SIUS PARÉ , die de Heelkonst in veele gevallen<br />
eenvoudiger gemaakt en verbeterd heeft, werd<br />
nogthans 't eenvoudig leerftuk van de keering en<br />
de verlosfing by de voeten in een helder daglicht<br />
gefteld. GUILLEMEAU, zyn leerling, belchreef<br />
dezelve deftig. MAURICEAU hervormde byna<br />
de geheele Vroedkonst, en leerde niet alleen de<br />
keering, maar toonde door zyne practyk de nut<br />
tigheid, noodzaaklykheid, gemaklykheid , en een<br />
voudigheid daarvan aan. V A N DEVENTER oefen<br />
de dezelve ook met vrugt en goeden uitflag. Naa<br />
MAURICEAU en VAN DEVENTER weet ik<br />
niet dat het ooit in een Vroedkundige, die een aas<br />
gezond verftand hadt, opgekomen is , die konst-<br />
bewerking te laaten vaaren in verkeerd leggende<br />
gevallen; maar aanmerklyk is dezelve verbeterd.<br />
Wel is waar, men is te ver gegaan, en men heefc<br />
geleerd dezelve in 'c werk te nellen daar zy<br />
niet nodig was, gelyk BOUNDER, een blinde naa-<br />
volger van zyn leermeester SERIN, leert, de<br />
zelve ten uitvoer te brengen in de allernatuurlykfte<br />
baaring (ji). Doch zulks is kwakzalvery, die een<br />
braaf man niet betaamt te fchryven of te doen.<br />
Ge-<br />
(») Disf. fistens ntv. method. retnovendi a partu Omnta $<br />
qua pravideri posfunt, obftacula. Argent, 1775'<br />
IX. DEEL. K
146 C. TERNE ovïïii DE<br />
Gelukkig, dat dit gevoelen nimmer ingang zal vin<br />
den ! Allerfraaist vindt men het waanwys en onver-<br />
ftandig gevoelen van BOÜNDER wederlegd door<br />
den Heer VAN LEUWEN, Med. Doctor te Amfter<br />
dam; zie zyn uitmuntende Verhandeling (0). De<br />
keering is veel eenvoudiger,gemaklyker,zekerder,<br />
en mindergevaarlyk, dan de omftandige konstbewer-<br />
king, welke HIPPOCRATES en anderen voor<br />
de tyden van FRANKEN en PARÉ leerden,om het<br />
hoofd voor te werken in een verkeerd leggend kind.<br />
De eenvoudigheid en gemaklykheid , waarmede<br />
deskundigen dezelve verrigten, toont genoeg, dat<br />
zy de waare handgreep is om een verkeerd leg<br />
gend kind te verlosfen. — Meest altoos is het on-<br />
mogelyk, in verkeerd leggende kinderen, het hoofd<br />
zoodanig voor te werken , dat het in een na<br />
tuurlyke legging komt. Zy, die de hand in de<br />
baarmoeder gehad hebben, om vrouwen te verlos<br />
fen , weeten 'er de moeijelykheid van; en bloote<br />
oordeelkundigen, theoretici, valt het niet moeijelyk<br />
zulks te begrypen. Daarenboven, al konde men het<br />
hoofd in een natuurlyke legging plaatfen, hoe komt<br />
het dan nog door het bekken? Een vrouw, die<br />
reeds zoo veel geleeden heeft door de hand van een<br />
Verloskundige, is vermoeid, kragteloos, afgemat,<br />
en krygt weinig hulp meer van de natuur; ja, ge-<br />
meen-<br />
tj)) Disf. de art is obïï. hoiiirn. prae veterum prafiantia,<br />
ratione part. difficil. et praternatural. pag. 49.
SPREUK VAN BOERHAAVE. 147<br />
meenlyk houden alle pynen op, welke de verlos-<br />
fing moesten afmaaken. Met de handen is het niet<br />
mogelyk het hoofd te vatten; daar is nergens vac<br />
aan; en om zyn rond- en gladheid ontflipt het ons.<br />
Zoodanige inftrumenten , welke de hoofden der<br />
kinderen zagt omvatten, en de kinderen leevende<br />
konden ter waereld brengen, waren den Ouden<br />
onbekend; niets fchoot 'er over om de vrouwen<br />
nog te redden, dan zekere doodelyke werktuigen<br />
voor het kind aan te leggen, welke niet min ge-<br />
vaarlyk zyn voor de moeders ; ja , men moest<br />
de kinderen plukken, als de fperver de duif. Welk<br />
een zieltreffende aandoening geeft zulks niet!<br />
en wat een akelige vertooning aan Vroedkundigen<br />
en omftanderen, waarin nog eenige menfchelyk-<br />
heid is ! Ja, in onze dagen, daar wy van beter<br />
werktuigen voorzien zyn , die de hoofden der<br />
kinderen zeer zagt kunnen omvatten, zonder<br />
. de huid zelfs te kwetzen, en voor de moeders min<br />
der gevaarlyk zyn, verdient de verlosfing by de<br />
voeten van verkeerd leggende kinderen nog den<br />
voorrang, dewyl men de geheele verlosfing daar<br />
door gemaklyk en eenvoudig ten einde brengen<br />
kan ; en waar is een Vroedkundige, die anders<br />
leert of doet, welke geen openbaare befpotting<br />
waardig is ? Wel is waar, dat veele Vroedvrouwen<br />
van geen andere keering weeten, dan van die om-<br />
buiteling en keering, welke zy zig inbeelden in<br />
of naa de zevende maand plaats te hebben, hoe-<br />
K a wei
148 C. T E R N E O V E R DE<br />
wel dezelve nimmer plaats heeft, dan in de harfe-<br />
nen van domme en ftyfhoofdige menfehen, en op<br />
onkunde gegrond is , ja , tegen een verftandige<br />
redenkaveling en het maakfèl der deelen ftrydt, en<br />
tegen de daaglykfche ondervinding aanloopt, die<br />
men by miskraamen en door het onderdaan ten<br />
tyde der zwangerheid verkrygt; zie vAN DOE<br />
VEREN Ja, helaas! in onze dagen, zyn<br />
'er nog Vroedkundigen en Artfen , ten minften<br />
die 'er den naam van draagen , die van geen<br />
andere keering weeten, dan van die, welke in de<br />
zevende maand valschlyk gemeend wordt plaats te<br />
hebben , om het hoofd in een regte leg-'<br />
ging te keeren; zy zyn in dit ftuk , gelyk in<br />
alle oude vooroordeelen en overleeveringen, vol<br />
komen Hippocratisch. — De verlosfing by de<br />
voeten is, in alle verkeerd leggende kinderen, het<br />
egte kenmerk van de waare en verftandige uit<br />
oefening der Verloskunde. Om de keering en de<br />
verlosfing by de voeten van verkeerd leggende<br />
kinderen gelukkig te doen , ook in andere moei-<br />
jelyke en verkeerd leggende hoofdgeboorten, waar<br />
men deeze konstbewerking ter uitvoer moet bren<br />
gen , is een gemakkelyke en bekwaame legging<br />
voor de baarende vrouwe, en een goede en niet<br />
vermoeijende zitting voor een Vroedkundige, noo<br />
dig; en nimmer behoort men die in een gewoon-<br />
iy-<br />
QO Obf. Academie. Cap. FII. p. 107. g? feqq.
SPREUK VAN BOERHAAVE. 149<br />
lyke legging op 't bed te onderneemen. — De<br />
menigte van konstbedden en ftoelen, welke men<br />
daar toe uitgedagt heeft, zyn omftandige werk<br />
tuigen, welke een gezuiverde Vroedkonst niet noo-<br />
dig heefc. In een natuurlyke baaring is het best op<br />
het gewoone bed of op eene ruscbank te verlosfen.<br />
In verkeerdleggende kinderen en moeijelyke verlos-<br />
fingen is nogthans de verlosfing op 'c bed niet<br />
veilig en gemakkelyk te doen ; zie de Waar<br />
neeming , door my medegedeeld in het 7de Deels<br />
tweede Stuk van het Genootfchap Servandis O-<br />
vibus. Het eenvoudige kortbed, dat van ftoelen<br />
gemaakt wordt , is best en meesc - voldoende<br />
dewyl hec fpoedig is op te maaken en af te bree-<br />
ken ; ook kan men hec by de armfte menfehen<br />
bekomen. Men heefc 'er nogthans by in agc te<br />
neemen, dat de ftoelen niet te hoog noch te laag zyn;<br />
dat de vrouw 'er behoorlyk op gelegd worde; dat<br />
zy niet te hoog of te laag met het bovenlyf legge^;<br />
dat het onderlyf vry zy voor den uitgang van 't<br />
kind; dac de Vroedkundige gemaklyk geplaacsc zy<br />
om zig onbelemmerd te kunnen roeren; dac dè vrouw<br />
door middel van helpers cegengehouden worde, en<br />
dac de knien wel cegen- en van elkander gehouden<br />
worden; ookmoecen debeenen niec hangen, maar<br />
rusten op ftooven of andere vaste lighaamen. Hec<br />
is best, dac-de rokken van de vrouwen uitge<br />
daan worden; maar daarentegen moet hec lyf van<br />
de vrouw zoo wel als de handen van een Vroed-<br />
K 3 kun-
iSo C T E R N E O V E R DE<br />
kundige, door middel van een deken of laken,<br />
gedekt worden,zoo wel om de koude van de dee<br />
len ce verhoeden, als om de welvoeglykheid en<br />
eerbaarheid te bewaaren. — In Hospitaalen, gelyk<br />
in Frankryk,Engeland, Duicschland, Straatsburg,<br />
Kasfel,enz., waar men vrouwen verlost om anderen<br />
de Vroedkunst te leeren (daar men in onze Repu<br />
bliek weinig van weet),is het konstbed van FRIED<br />
het eenvoudigfte en beste, 'c welk wy afgebeeld<br />
vinden in zyn allernuttigst werk Anfangsgrïmd&<br />
der geburts-külfe, op de derde PJaat. Doch by<br />
den burger kan men mee hec korebed overgenoeg<br />
beftaan ; dus is het niet noodig kraamftoelen<br />
mede te fleepen,gelyk men nog op fommige plaat-<br />
fen doet. Dwars over een beduede, die niet te<br />
hoog is, of over een rustbank, kan men ook gemak-<br />
lyk de vrouwen helpen. Een Vroedkundige moet,<br />
gelyk de Zeelieden , zig weten te behelpen,en van<br />
den nood een deugd maaken. Daar kunnen geval<br />
len zyn, dat men verpiigc is de vrouw op de knien<br />
voor over te plaatfen , wil men gemaklyk en<br />
fpoedig verlosfen (q~), inzonderheid als de beenen<br />
boven het fchaambeen leggen. De vrouw dus ge-<br />
plaacsc zynde, zie of knielt de Vroedkundige agter<br />
de vrouw, en kan dan zeer gemaklyk, zonder de<br />
hand te krommen, aanftemds de beenen boven het<br />
fchaambeen grypen en naar buiten brengen; waarna<br />
men<br />
' C?) VAN HOORN Siphra en Pue ,pag. 115,187 fi? 18ï,
SPREUK V A N BOERHAAVE. 15I<br />
men verder de vrouw op 'c kortbed legt, om de<br />
geheele verlosfing te eindigen. Deeze eenvoudige<br />
plaatfing heb ik in moeijelyke gevallen uitmuntend<br />
bevonden,aks ik op het kortbed de beenen niet ge<br />
maklyk kondè vatten; zie ROEDERER(r), EN GEL-<br />
HART (0 en anderen, 'l ot het doen van de keizer-<br />
fneede moet men de vrouw op een tafel of op een<br />
rustbank plaatfen,zoo dat men rondom gaan kan. De.<br />
eenvoudigfie en minst onülandigfie legging is de-<br />
beste , zo zy maar wel ingerigc is. — Wanneer een<br />
Vroedkundige de keering,om bloedftorting,uuipcn<br />
of om een verkeerd leggend kind, in 't werk Hellen<br />
moet, is de eenvoudig.te handgreep wederom de<br />
waare, en bevestigc middagklaar de Zinfpreuk va*<br />
onzen grooten BOERHAAVE, Simplex verifigillum.<br />
Het is een zekere waarheid, dat een groot onder-<br />
fcheidin de koost - verrigdng plaats heeft, wanneer<br />
het hoofd, hals, borst, armen, buik , enz. voorlegt.<br />
In alle nogthans is het oogmerk om de verlosfing<br />
by de voeten ten einde te brengen. De eene leg--<br />
ging van 't kind is moeijelyker om te verlosfen<br />
dan de andere; ook is het eene bekken ruimer dan<br />
het andere \ ook moet de vrouw ert het kind<br />
meer lyden in de eene dan in de andere legging. In<br />
't algemeen, hoe nader de beenen aan 'c ostium<br />
uteri leggen, hoe gemak'yker en fpoediger men de;<br />
ver-<br />
f>) Elan. artis ohft. §. 396<br />
(s) De partu difficili &. praternatur. ob depravat.<br />
fat. fit. Argent. 1779. pag. 3, - Wh<br />
K 4
152 C. T E R N E O V E R DE<br />
verlosflng ten einde brengen kan , oflchoon on<br />
kundigen denken,dat.alle verlosfingen even gemak<br />
lyk en fpoedig ter uitvoer gebragt kunnen worden.<br />
Welk deel ook voorlegge of op den mond der<br />
baarmoeder zig bevinde , de Vroedkundige hand<br />
moet zorgen , dat zy ruimte krygt om by de<br />
voeten te komen. In naauwe bekkens en<br />
groote hoofden, als het water lang afgeloopen<br />
is , kost zulks zweet, arbeid , tyd en geduld.<br />
Inzonderheid dient een Vroedkundige zorg te dra<br />
gen , dat hy niet te driftig werkt; want dan ver-<br />
fpüt hy te vroeg zyn kragten, die hem op jt laatst<br />
het meeste noodig zyn ; en het is aan 'niemant<br />
begrypelyk te maaken, die nimmer zelf gevroed<br />
heeft, hoedaanig een Vroedmeester of Vrouw, onder<br />
zoodanig een bewerking,afgemat kan worden. Zul<br />
ke naauwe bekkens zouden een eerlyk man wel een<br />
fchrik voor het vroeden op den hals jaagen; het<br />
zyn de klippen , waar op wy leeven , gezond<br />
heid, goeden naam en faam gemaklyk verzeilen<br />
kunnen; maar de zwaare arbeid, door ons verrigt,<br />
verdwynt, als een fchreeuwend kind ons verkwikt<br />
en een benaauwde vrouw ons haar liefdeblyken<br />
toont voor den byftand , welken wy haar en<br />
haar kind beweezen ; hebben. Dit aangenaame<br />
ziels- en gemoeds- vermaak is ook byna de eenigOe<br />
vergenoeging, welke een Vroedmeester op dit on-<br />
dermaanfche geniet , en hem doet volharden<br />
in zyn zwaarwigtig ampr. — Het te rug brengen
SPREUK VAN BOERHAAVE. 153<br />
gen van het voorgevallen deel , inzonderheid<br />
van de armen, is een gevaarlyke , fchadelyke,<br />
nuttelooze, omftandige, en naadeeiige konst-<br />
bewerking , die veele vrouwen en kinderen het<br />
leeven kost. Men moet de keering van 't kind<br />
meer doen, als men reeds de beenen heeft gevat,<br />
dan vooraf. Zoo het hoofd voorlegt, en hoog in<br />
'| bekken ftaat, en men om gewigtige redenen de<br />
keering doen moet, is men, wel is't waar, verpligc<br />
het hoofd ter zyde naar het eene of andere heup<br />
been te plaatfen, om dus by de beenen te komen;<br />
ia zelfs, wanneer het in 't bekken gedaald, en niet<br />
gefchikt is om met het hoofd vooruit te kunnen ver<br />
lost worden, moet het opwaards gebragt en ter-<br />
zyde naar de heupbeenderen geplaatst worden; zoo<br />
ook de billen,als zy in het bekken gezakt zyn:maar<br />
alle andere fchikking, opduwing of prepareering,<br />
is fchadelyk, onnodig, pyneiyk, ja gevaarlyk voor<br />
moeder en kind, weshalven wy dezelve verwerpen.<br />
Het eenvoudigfte , het beste en het minst-gevaar<br />
lyke ,voor de baarende en het kind, is, dat men van<br />
het deel, dat voorlegt, met een gefehikte hand voor<br />
zigtig tusfchen de vliezen en *t kind naar de beenen<br />
toegaat, die aanvat, en naar den mond der baar<br />
moeder toebrengt. Dit is de waare handgreep,<br />
welke een Vroedkundige doen moet; ja, zoo men<br />
zeer zeker weet, dat het kind verkeerd legt, de<br />
mond der baarmoeder genoeg geopend zynde,<br />
en men een zeer bedreevene hand bezit, kan men,<br />
K 5 zon-
154 C. T E R N E O V E R DS<br />
zonder de vliezen te breeken, tot naar de beenen<br />
toe zig begeeven , aldaar de vliezen fcheuren ,<br />
en te gelyk de beenen naar den mond der baar--<br />
moeder toebrengen; of men kan de vliezen bree<br />
ken in den baarmoeders-mond, en dan,gelyk voor<br />
heen gezegd is, aanftonds de keering zonder voor-<br />
afbereiding ter uitvoer brengen.<br />
My is niet onbekend , dat deeze manier van<br />
keeren beftryders heeft; en om dat LEVRET (/) de<br />
vooraf bereiding noodzaakeiyk ftëlt, heeft hy vee<br />
le navolgers gekreegen; ook is 't, ik beken het,<br />
gemaklyker om het te befchryven dan om het te<br />
doen ; maar de zoogenaamde prepareering is ook<br />
gemaklyker om te zeggen dan om ten uitvoer te<br />
brengen ; daarenboven hebben wy een zee van<br />
getuigen en ondervindingen tot onze- verfterking.<br />
In verkeerdleggende kinderen, waar een of twee<br />
armen of handen uitgevallen zyn, eischt de konst<br />
en eenvoudigheid, de handen of armen te laaten<br />
leggen, waar zy zyn, of een hand moest uitge<br />
vallen zyn met het hoofd, hec welk zeer laag Hond,<br />
en-de vrouw zeer ruim, zoo dac mee een , twee of<br />
drie weeën het hoofd naar buiten gebragt kon wor<br />
den ; in die geval kon men de hand van voor het<br />
hoofd wegftryken;maar anders moeten de handen,<br />
als men keeren wil, nimmer te i rug gebragc wor<br />
den; een Vroede hand kan, zonder dac zy de handen<br />
(/) UArt des accoucJiemens, §. 732. £? alibi.<br />
te
SPREUK VAN BOERHAAV.E. 155<br />
te rug brengt, wel naar binnen komen, en in de<br />
baarmoeder de beenen vinden. Met regt zegt LA<br />
MOTTE „ Cette reduction est inutile, desavanta-<br />
„ geufe ou fuppofée, et „ vervolgt hy " cettepretendue<br />
„ reduction d'un bras forti jusqua tépaule, est<br />
„ une chofe moralement imposfibile (u) ". Aanmerkelyk<br />
zyn de woorden van PLENCK: „ De<br />
I,, Vroedvrouwen bemoeijen zig eenige uuren<br />
„ lang met den arm te rug te brengen ; doch<br />
„ geheel kan men denzelven niec in de baar-<br />
„ moeder brengen, wyl dezelve van het kind gei,<br />
vuld is; en als men den arm honderdmaal te<br />
„ rug brengt , valt hy honderdmaal wederom<br />
„ naarbuicen. Dit vooroordeel, de arm kan en moet<br />
„ weder ingebragt worden, is nog diep in de harten<br />
„ der oude Vroedvrouwen ingeworteld. Te ver-<br />
„ geefsch hebben zig de beste Leermeesters den<br />
„ adem uitgefchreeuwd, men zal by de arm-ge-<br />
;, böorte den arm laaten leggen daar hy is, dewyl<br />
„ hy in de keering niet hindert ". Waarlyk, het<br />
is te beklaagen, dac niec alleen veele Vroedvrouwen<br />
zoo veel moeite doen om den arm wederom in te<br />
werken, maar dat fommige onkundige Medici<br />
deeze heidenfche domheid der Vroedvrouwen nog<br />
begunftigen, en met ftyve kaaken de Vroedvrouwen<br />
aanpryzen. Welk een fchande voor de kunsc, en<br />
fa) Traite des Accouchemens, p r 844. & p. 848.<br />
(v) Anfangsgriinde der geburts-hülfe, p. 294, 295,<br />
voor
i 56 C. T E R N E O V E R D E<br />
voor de Academie, waar zy gepromoveerd zyn!<br />
Daar zyn 'er, die in zulke gevallen de Vroed vrouwen<br />
uuren, ja nagt en dag byfiaan,en het eene geneesmiddel<br />
na het ander voorfchryven, (onbefeffelyke<br />
blindheid en onkunde !) tot dat het water tot<br />
den laatfte droppel toe uit de baarmoeder geloopen<br />
is, de deelen droog, pyneiyk, ontftooken, gezwollen<br />
zyn, de uterus zoodanig om het kind geconftringeerd<br />
is, dat het van een ligte in een zeer<br />
moeijelyke verlosfing veranderd is, het kind reeds<br />
gefiorven, en de moeder in doods worfteling; zoo dac<br />
men dan maar een Vroedmeester ontbiedt om hem<br />
het akelig affterven van een tot den dood toe verwaarloosde<br />
vrouw te laaten aanfchouwen, of om<br />
gelegenheid te hebben om den dood van moeder en<br />
kind op den hals van den Vroedmeester te fchuiven.<br />
Myn God! is het niet genoeg (het zy met eerbied<br />
voor het Opperwezen gezegd), dat de vrouwen uw<br />
vloek en toorn ondervinden, met finerte zult gy<br />
kinderen baaren? Moet de eene rnensch den anderen<br />
nog zoo roekeloos, zonder bekwaame hulp toe<br />
te laaten brengen, doen omkomen ?<br />
Zulke domme handgreepen behoorden in deeze<br />
dagen niet ongeftrafc te blyven ; de Vroedmeesteren<br />
moesten by het doen van hun eed verpligt<br />
worden, zoodanige vertroetelde en verwaarloosde<br />
gevallen aan de Heeren Hoofd-Officieren<br />
der Steden aan te geeven, even als Chirurgyns verpligt<br />
zyn de gewonden aan te geeven. Hier helpen<br />
geen
SPREUK VAN BOERHAAVE. 157<br />
geen geneesmiddelen ; hier komen geen pynffil-<br />
lende noch dryvende medicamenten te pas; de<br />
hand is het alleen, Konst-broederen, die de nut<br />
tige vrouwen en kinderen van den dood kan red<br />
den , mits ter regter tyd behendig en verftandig<br />
aangewend. Aanftonds by den binnenkant van<br />
den uitgevallen arm de Vroedkundige hand in-<br />
gebragt, de beenen gezogt, en, dezelve naar den<br />
mond van den baarmoeder gebragt, en zoo draa<br />
' de beenen nederwaards komen , het kind gedraaid<br />
en gekeerd; en de uitgevallene arm zal gemeenlyk<br />
van zelve te rug gaan. Dit, dit is de eenvoudige en<br />
waare konstbewerking , welke een Vroedmeester<br />
of Vroedvrouw in 't werk ftellen moet; deeze han-<br />
delwys, o Artfen, moogt gy de Vroedvrouwen<br />
wel aanpryzen , maar geen uuren den tyd ver<br />
troetelen , met den uitgevallen arm te rug te<br />
laaten ftooten. Een oogenblik verwaarloosd kan<br />
den dood van moeder en kind veroorzaaken ; en<br />
daar roekeloos gelegenheid toe te geeven is<br />
een misdaad, welke zeer naby met een dood-<br />
flag overeen komt. Hoort, wat LA MOTTE zegt,<br />
na dat hy MAURICEAU keurlyk wederlegd heeft:<br />
, Je coule feulement ma main dans le vagin le<br />
„ long du bras de Venfant, & vais chercher les<br />
„ pieds, que je prens, les attire dehors, & finis<br />
„ Vaccouchement Cvi) ". Voor deeze woorden was<br />
f/«0 L. cit. pag. 852*<br />
LA
158 C. T E R N E O V E R D E<br />
LA MOTTE een eerzuil waardig. PLENCK laat<br />
in dit geval zig dus uit: „ Men laat den arm leg-<br />
„ gen in de fcheede, waar hy legt; men brengt<br />
„ de vlakke hand aan den binnenkant van het kind<br />
„ naar binnen, over de borst en buik, tot aan de<br />
„ beenen, welke men aangrypt en in den moeder-<br />
„ mond brengt. Op deeze wyze gaat onder de<br />
„ keering de arm van zelfs in de baarmoeder te<br />
„ rug, of hy blyft in de fcheede en men heeft als<br />
„ dan geen moeite om hem met het hoofd naar Bui-<br />
„ ten te brengen f» ". Zie ook STEIDEL (y)><br />
ï'usos (2), BAUDELOCQUES (a), en een menigte<br />
andere Schryveren. — Ik weet wel, dat, als<br />
de wateren lang afgeloopen zyn, en de deelen van 't<br />
kind en de baarmoeder gezwollen zyn, het zoo gemaklyk<br />
niet gaat om de hand aanftonds tot aan<br />
de beenen te brengen, en dat SMELLIE , LE-<br />
VRET, STEIN en anderen, fchoon zy het inbrengen<br />
van den arm van 't kind geheel afkeuren,<br />
nogthans de inrigting begunlh'gen; maar, hoe veel<br />
agting ik voor hen en hunne fchrifren heb, nogthans<br />
kan ik tot hun gevoelen niet overhellen om<br />
dat het te gevaarlyk is. Hoe geweldig moet de<br />
force niec zyn om het kind op te duwen<br />
en in de hoogte te krygen 1 Ja, als de wateren<br />
(x) Anfangsgründe der geburfs-Mlfe, pag. 293 , 294.<br />
Q~) Lehrbuch von der Hebamm. kunst, p. 260.<br />
(z~) Traité des accouckemens, pag. 183.<br />
Ca) Grondbeginfels der Verloskunde, pag. 203.<br />
lang
SPREUK VAN BOERHAAVE. 159<br />
lang afgeloopen zyn, en de uterus om het kind<br />
geweldig zaamengerrokken is , dan is het natuur-<br />
kundig zeker onmogelyk , het kind zoodanig op<br />
te werken en eerst te keeren, of de baarmoeder<br />
breekt of fcheurt van de fcheede, 't welk ik door<br />
deeze domme handgreep en opwerking heb zien<br />
gebeuren. Bovendien komt hét kind om, en het<br />
is de ondervinding die leert, dat de borst, buik of<br />
deelen van 't kind zoo gemaklyk niet in de hoogte<br />
te werken zyn, als fommigen zig verbeelden,maar<br />
dat wel de hand langzaam, voorzigtig, voorby de<br />
deelen kan ftryken tot aan de kniën en beenen,<br />
welke, zoo draa men die nederwaards haalt, ruimte<br />
geefc aan 't kind, dat dus in de hoogte ryst en<br />
zonder gevaar keert. Dat de opwerking van hec<br />
kind met een mee wacer gevulde baarmoeder ge<br />
maklyk te doen is, ben ik zeker; maar dat het<br />
onnodig is, lydt geen twyfel , dewyl men dus<br />
gemaklyker ook by de beenen komen kan , en<br />
niet nodig heeft het kind op ce werken. Met pop<br />
pen en phantomes kan men opwerken zoo veel<br />
men wil; de machines zyn ongevoelig , en ligtelyk<br />
weder te herftellen; verbreekt men de lederen baar<br />
moeder, of fcheurt men die los, men kan ze w^der<br />
vast naaijen ; maar in levendige vrouwen moet men<br />
veilig, zeker en voorzigtig de deelen zoeken voor<br />
fcheimpg te bevryden, waar op ligcelyk de dood<br />
zoude kunnen volgen. Buicen hec ingezakte hoofd,<br />
billen en navelftreng , moet men nooit ingezak-
i6b C. T E R N E O V E R D E<br />
zakte deelen van hec kind te rug werken, maar,<br />
zoo dra men mee de hand 'er voorby kan ftryken.<br />
naar de knieën of voeten tasten. Die is de kortfte,<br />
eenvoudiglte, zekerfceen waare handgreep enkonsc-<br />
bewerking. Simplex veri figillum. — Hoe veel<br />
deeze handgreep boven de zogenaamde terug<br />
brenging, voorbereiding of circulwyze omwending<br />
voor heefc, kan men in de bovengenoemde Schry-<br />
veren nazien, als ook by SAXTORPH (£),BUR-<br />
T ON CO' DELEUREV (i) , 1'EGELAUW (e) ,<br />
en andere Schryvers meer. Hoe meerder men de<br />
Zinfpreuk van onzen grooce BOERHAAVE ,<br />
als men de beenen gevac heefc, en onder hec uic-<br />
haalen van hec kind, betrage,'hoe gelukkiger men<br />
zal flaagen. Hec wel aanvaccen en uithaalen van<br />
de beenen is van groot gewigc; nimmer moec men<br />
de beenen aanvatten aan de geleedingen, en voor<br />
naamlyk zig voegen naar de buiging der leden,<br />
ook zorgen dac men dezelve niec breeke op den<br />
rand van 'c bekken, als mede, dac men altoos, hoe laa-<br />
ger de beenen komen des te hooger ze aanvat. Als men<br />
beide de beenen bekomen kan , is zulks het besc;<br />
doch zulks niec doenlyk zynde kan men hec kind<br />
by een been keeren, waarop men dan gemeenlyk<br />
gemaklyk by hec ander been kan komen; verder<br />
heeft<br />
C^) De diverfo partu, Lipf. 1771. pag. ï^z.&feqq.<br />
(r) Lett. to WILLIAM SMELLIS, Lond. 1753.<br />
(/) Traité des accouchement, 1770.<br />
De foetus brachio in partu prodeunte. Argent. 177a*
SPREUK VAN BOERHAAVE. i6t<br />
heefc men onder het uitnaaien van hec kind zich<br />
alcoos te gedraagen naar den loop en de meeting van<br />
het bekken, en eenvoudig maar te betragten, in het<br />
nederwaards haaien van het kind, het zoodanig te<br />
wenden, dat de rug van het kind, meer opwaards<br />
naar den buik van de vrouw gekeerd zy, dan naar<br />
den rug van de vrouw , om dus te verhoeden,<br />
dat het kind tegennatuurlyk verkeerd afgehaald<br />
worde, waar door men naderhand gevaar loopc, dat<br />
de kin op den rand van 't fchaambeen zich hegt en<br />
te rug gehouden wordt. Als men van het begin der<br />
keering en uichaaling daar wel en eenvoudig voor<br />
zorgt, is de omwending, om hec kind op zyn buik<br />
te wenden, wanneer het kind half geboren is :<br />
*<br />
onnoodig. Bovendien is die laate omwending<br />
niec van alle gevaar ontblootten een Vroedkun<br />
dige, als hy van 'c begin de keering wel inrigti<br />
en de nederwaardshaaling met verftand, omzigtig-<br />
heid en langzaam volbrengc, kan hy daar meest<br />
alcoos voorzorgen, door van hec begin af aan het<br />
kind op zyde te wenden. — Indien evenwel een<br />
kind in een verkeerde legging van de tegenna-<br />
tuurlyke geboorten afgezakt- of gehaald is , met<br />
de toonen, buik, borst en aangezigt naa 't fchaam<br />
been gekeerd, is de omwending onnoodig; doch<br />
het kind geheel op den buik te wenden ismoeijelyk,<br />
en ook niet volftrekt noodig; het kind op zyde te<br />
wenden is voldoende genoeg in de meeste ge<br />
vallen, en volgens myne gedagten en ondervinding<br />
IX. DEEL. L OOlS
i6z C T E R N E O V E R DE<br />
ook beter. De armen hinderen zeldzaam , ten min.<br />
ften minder dan men zich wel verbeeldt, en zoo<br />
die al hinderen, kan men ze gemaklyk naa buiten<br />
brengen.<br />
Van de zydelingfche wending heefc men dit<br />
voordeel, dat hec hoofd mee zyn groocite meecing<br />
in de bovenfle groote meeting van hec bekken<br />
komc te vallen, het welk den uitgang van het hoofd<br />
gemaklyk maakt. Ook heefc men zoo bang voor<br />
het hegten van de kin op 't fchaambeen in dit ge<br />
val niet te zyn; want dewyl het lighaam van het<br />
kind op zyde is gedraaid, zoo is ook meest altoos<br />
hec agterhoofd en aangezigc naar hec eene of andere<br />
heupebeen gekeerd, dat is in linea obliqua vei<br />
transver fa pelvis, Maar al is zulks niet eens volko<br />
men zoo, het ronde agterhoofd rust zelden lang<br />
op hec ronde gedeelte van het promontorium osfts<br />
Jacri; twee ronde lighaamen flippen elkander ligt<br />
ypprby, inzonderheid als zy beide glad zyn ; en<br />
de, kin, maar eenigzints zydewaards gekeerd zynde,<br />
flipt ook niec ongemaklyk voorby den drens osfium<br />
pubis , voornaamlyk als hec geheel op zyde ge<br />
wend is. Misfchien als men die ftuk wat riaauw-<br />
keuriger overweegc, zullen veel zwaarigheden en<br />
bevreesdheden uic den weg vallen 5 eh indien men<br />
langzaam en voorzigtig hec uithaalen van het kind<br />
in 't werk ftelc, rJchoon hec kind mee de borse,<br />
buik , en teenen opwaards naar .hec fchaambeen<br />
gekeerd is, zou de kin nimmer op 't fchaambeen<br />
zit-
SPREUK VAN BOERHAAVE. 163<br />
gitten blyven •; want natuurlykerwys keert het<br />
hoofd zydewaarts. Maar men is veeltyds al te<br />
haastig;en door het geweldig enforsch nederhaalen<br />
daalt het agterhoofd te fpoedig nederwaarts, en de<br />
kin'blyft in de hoogte zitten. Men kan hier over<br />
BAUDKLOCQUE en LAUVEUZAT naazien. —<br />
De ftrikken , welke merf by het gebruik van de<br />
keering fomtyds voorftelt om te gebruiken , zyn<br />
gemeenlyk moefielyk om te appliceeren, zoo lang<br />
de beenen in de baarmoeder zyn. De Schryvers<br />
mogen zulks gemaklyk voordellen; maar by de<br />
uitoefening vindt men dikwyls 'er de onmogelykheid<br />
van; ook komen zy zeer weinig te pas. Doch<br />
als het eene been buiten is, en men met de hand<br />
weder naar binnen moet, om het ander been te<br />
haaien, dari kan en moet men fomtyds een ftrik of<br />
zagten doek van'genoegzaame fterkteom het buiten<br />
zynde been liaan. Ook is het onnoodig een ftrik<br />
om een uitgevallen arm te leggen, gelyk BAUDE*<br />
L 0 c Q ü E aanraadt (ƒ); zelfs kan de moeijelykheid<br />
van 't keeren 'er mede - vergroot worden.<br />
Simplex veri figillum. —<br />
Indien het hoofd, naa de keering, of om zyn<br />
grootte, of om de mismaaktheid van het bekken, of<br />
om dat de kin boven den rand van 't fchaambeen<br />
•*F heiligbeen blyft zitten, te ruggehouden wordt*<br />
4s' de eenvoudige handgreep , het kind wat opte-<br />
(ƒ) Lib. citat. pag. 206.<br />
L s
it>4 C. TERNE O V E R DE<br />
tezetten, en door middel van de eene of andere<br />
hand het hoofd te verplaatfen, zoo dat de grootfte<br />
meeting van het hoofd in den grootften doorgang<br />
van het bekken komt te vallen , de vingers ter<br />
zyde van den neus te plaatfen, en dus het hoofd te<br />
verlosfen. Ook moet men by het doen van deeze<br />
handgreep alcoos tragten hec agterhoofd wac op-<br />
tezetten. De vingers in den mond van 't kind te<br />
brengen is niet zonder gevaar, doch kan , voorzigtig.<br />
gedaan zynde,van dienst zyn. Deeze handgreep is,<br />
gelyk BAÜDELOCQUE zeer wel aanmerkt<br />
moeijelyk om te doen, pynelyk voor de moeder en<br />
gevaarlyk voor het kind, doch is boven de trek<br />
king aan 't kind te agten , waarby men gevaar<br />
loopt om het kind de romp aftefcheuren, inzonder<br />
heid als men tegen den loop van 'c bekken trekt.<br />
Als men deeze inrigting niet doen kan, kan men<br />
met zeer veel nut den Roonhuyfiaanfchen hefboom<br />
gebruiken, of het eene blad van de Smellifche<br />
tang, of de groote kromme, tang van FRIED of<br />
LEVRET, die hier meest altoos het geval gelukkig<br />
ten einde brengt.<br />
• Wy meenen dus eenigzints de Spreuk van den<br />
grooten BOERHAA VE. Simplex veri figillum, op<br />
•de konftige keering der kinderen in de baarmoeder<br />
becrekkelyk gemaakc te hebben, door" te toonen, dat<br />
de eenvoudigfte handgreepen de waare zyn. Alles-,<br />
(jg~) Lib. sitat. pag. 140, 141.<br />
waï
SPREUK VAN BOERHAAVE. 1S5<br />
wat by de keering in agc te neemen is,en derzelver<br />
onderfcheid naar hec byzonder deel, dac voorlege,<br />
te behandelen, zou ce wydloopig zyn. Ik gaa over<br />
toe de verlosfingen welke door werkcuigen of in<br />
ftrumenten een uicvoer gebragc moecen worden. —<br />
Zoo min een Geneesheer geneesmiddelen ont-<br />
beeren kan , zoo min een Heelmeester hec lancet<br />
of mes misfen kan, zoo min kan een Vroedmees<br />
ter inftrumenten en werktuigen derven, als hy<br />
de Vroedkunde gelukkig en verftandig wil uit<br />
oefenen. Doch zoo lang de natuur, een eenvou<br />
dig goed beftier.en een gefchikte hand de verlos<br />
fing voor moeder en kind heilzaam, voorfpoedig<br />
en gelukkig kunnen volbrengen , komen dezelve<br />
niec ce pas.<br />
De inftrumenten zyn tot behulp in nood , en<br />
behooren dus nimmer gebruikt te worden, ten zy<br />
de nood voorzien, of reeds aanweezig is. —<br />
De menigce van inftrumenten, ftrikken , banden,<br />
netjes, moordtuigen, haaken, tangen,, mesfen,<br />
fchaaren, moederfchroeven, enz., welke men uic<br />
gedagc heefc, van HIPPOCRATES tyden af coc<br />
heden coe, om baarende vrouwen en kinderen te<br />
verlosfen, is zoo groot, dat derzelver getal niec<br />
wel te bepaalen. is; het zoude my verdrieten<br />
dezelve alle te befchryven, en het geduld van hec<br />
Genootfchap te veel gevergd zyn om zulks te<br />
leezen. Genoeg, dat wy een menigte inftrumen<br />
ten niet meer noodig hebben, waar van een en.<br />
L 3<br />
k d
16*5 C. T E R N E OVER DE<br />
kei fomtyds zoo zwaar was dat een Vroedmeester<br />
wel een kruijer noodig hadc om het te draagen,<br />
of een paard en flee om het te fleepen. Gelukkige<br />
verandering voor de baarende vrouwen en<br />
kinderen! Over het al of niet gebruiken der inftrumenten<br />
in de Vroedkonst is in alle tyden onder<br />
de Vroedkundigen hevig getwist; zelfs mengden<br />
zich niet zelden in dien twist Mannen, die by gebrek<br />
van kundigheid daartoe t'eenemaal onbevoegd<br />
waren. Terwyl de een het gebruik der inftrumenten<br />
hemelhoog verhefte, doemde de ander dezelve<br />
in den diepften afgrond. Men vergelyke ,<br />
om geen menigte van Schryveren aan te haaien ,<br />
flegts de twee Verhandelingen van FRIESE, de ufu<br />
forcipis in partu, Ar gent. 1772. en die van<br />
L AU VENT de ufu & abufu inftrumentorum in<br />
arte obftetricia, Ar gent. 1774. tegen elkander;<br />
en 'er zal genoeg uit blyken. Het verfchil ging<br />
op de Academie te Straatsburg in onze dagen zoo<br />
ver , dat de Senaat goedvond, geen Verhandelingen<br />
meer, dit ftuk betreffende , te permitteeren.<br />
VAN DEVENTER, die trouwe, braave, en kundige<br />
Vroedmeester in zyn tyd, verzette zich tegen<br />
het gebruik der inftrumenten, om dat die, welke<br />
toen bekend waren , altoos doodelyk voor de<br />
kinderen waren. Waarlyk, van die inftrumenten,<br />
welke voor de kinderen altoos doodelyk zyn, en<br />
zeer gevaarlyk voor de moeders, hebben wy zoo<br />
wel als VAN DEVENTER een afgryzen, ja,<br />
ger
SPREUK VAN BOERHAAVE. i6><br />
gebruiken die ook ongaarn; en de Voorzienigheid<br />
zy eeuwig dank, dac wy dezelve thans weinig noodig<br />
hebben; doch hooge nood, een zekere dood<br />
van 'c kind, en verwaarloosde gevallen maaken,<br />
dac wy ze niec geheel ontbeeren kunnen.<br />
Waren zoodanige inftrumenten aan den braaven<br />
VAN DEVENTER bekend geweest, als wy<br />
thans bezitten en kunnen gebruiken, zonder gevaar<br />
van moeder en kind, hy zoude zich 'er zoo<br />
niet tegen verzec hebben;doch die gelukkige tyden<br />
heeft hy niec beleefd. LA MOTTE zoude zoo<br />
veel hoofden niec doorboord, en de wreede DENYS<br />
de Leyenaar, om anderen ce verzwygen , zoude zulke<br />
domme handgreepen niec in 'c werk gefteld hebben.<br />
Sommigen, die voorgeeven navolgers van VAN<br />
DEVENTER ce zyn, en den menfehen willen wysmaaken,<br />
dac zy alle verlosfingen zonder inftrumenten<br />
kunnen doen, zyn in moeijelyke gevallen en<br />
hoofdgeboorten nooic gelukkig geflaagd mee behoud<br />
van moeder en kind. Zy misleiden en<br />
bedriegen de wereld , en zyn nadeelig voor de<br />
vrouwen , kinderen en maatfehappy ; wanc de<br />
ondervinding en de getuigenisfen van groote<br />
Mannen (Jï) leeren ons , dac in moeijelykè<br />
hoofdgeboorten een ongewaapende hand niets<br />
doen kan. De Vroedkonst zou fpoedig tot haar<br />
voo-<br />
(Ji) PETRUS CAMPER in de Voorrede voor MAURI<br />
CEAU, pag. 31.<br />
L 4
168 C. T E R N E O V E R D E<br />
voorigen ongelukkigen toeftand vervallen, daar zy<br />
voor vyfcig jaaren in was gedompeld, als men alle<br />
inftrumenten wilde verwerpen. Men zag haar<br />
reeds kwynen te Straatsburg toen de Heer SERIN,<br />
door gebrek aan kundigheid en handigheid om de<br />
inftrumenten te bellieren, dezelve veroordeelde en<br />
tot geen nuttig gebruik aanwendde, ja, zyn dom<br />
gevoelen wilde doordringen, tot nadeel van de<br />
vrouwen, kinderen en Academie. — Het gebruik<br />
van inftrumenten , welke , als konftige en nage<br />
maakte handen de hoofden der kinderen zagt om<br />
vatten, is veilig genoeg, indien zy kundig, han<br />
dig en ter regter tyd aangewend worden ; maar<br />
men moet niet denken , dat zy het vermogen be<br />
zitten om doode, ja, reeds verrotte kinderen we<br />
derom op te wekken , wier dood menigmaal de<br />
Vroedmeester zeer onregtvaardig ten laste wordt<br />
gelegd. Was men de noodzaakelyke keering van<br />
verkeerd-leggende kinderen aan de voorige eeu<br />
wen verfchuldigd, onze eeuw, niet minder ryk in<br />
vinding, mag zich beroemen byna de Vroedkonst<br />
ten toppunt gebragt en inftrumenten uitgevonden<br />
te hebben, waardoor men veilig, zeker, eenvou<br />
dig, en zonder gevaar moeder en kind kan red-<br />
den , eenige zeer weinige gevallen uitfluitende ,<br />
welke nogthans door middel van de keizermeede<br />
kunnen behouden worden. Sedert dertig jaaren<br />
heeft men de Vroedkonst gelukkig in moeijelyke<br />
gevallen kunnen uitoefenen met deeze weinige en<br />
een»
SPREUK VAN BOERHAAVE. 169<br />
eenvoudige inftrumenten: een hefboom, een<br />
tang,hec zy die van SMELLIE, LEVRET, FRIED<br />
of j 0 H N s 0 N , een hoofdboor of fchaar, een ftompe<br />
en fcherpe haak en een band om de tang te bin<br />
den. Meerder werktuigen heefc men niec noodig,<br />
dan eenige weinige by hec doen van de kei<br />
zermeede, en om hec wacer af ce cappen eenige<br />
cacheecers. Alle overige cangen, haaken , hoofdcrek-<br />
kers, van welke uicvinders bedagc, zyn onnoodig,<br />
zoo ook een menigce waterfpringers, mesfen, balei<br />
nen, ja, de haaken van STEIDEL voor de bilge-<br />
boorcen, en nog een menigte andere werktuigen en<br />
inftrumenten kunnen wyzeer wel misfen. Welkeen<br />
verbetering heeft de Vroedkonst niet ondergaan,<br />
door de eenvoudigheid te betragcen ! Mogen wy<br />
niet met regt de Zinfpreuk van onzen grooten<br />
BOERHAAVE hier op ook toepaslyk maaken?<br />
Simplex veri figillum.<br />
Hoe akelig naar en droevig was het in 't begin<br />
van deeze eeuw mee de baarende vrouwen en kin<br />
deren gefteld , wanneer hec hoofd in de on-<br />
• derfte opening van 'c kleine bekken , wegens<br />
zyne groocte of ongefchikte legging , bekneld<br />
raakte, en de mond der baarmoeder reeds weg<br />
getrokken was voor het hoofd van hec kind, lt<br />
welk de keering byna onmogelyk, een minfte zeer<br />
gevaarlyk, maake (*)! Hoe worftelden de ongeluk-<br />
& ki-<br />
fY) BAUDEL.OCQ.UE, pag' 153-<br />
5
170 C. T E R N E O V E R D E<br />
kige vrouwen drie, vier, zes, ja meerder dagen<br />
en nagren met de bangfte, feifte en wreedfte<br />
pynen, met de doodelykfte benaauwheid, naa hec<br />
ipringen van het water, en kreegen, zoo de natuur<br />
haar nog gelukkig bleef vergezellen , naa zoo veel<br />
maanden pynelyk een vrugt gedraagen, en naa zoo<br />
veel nypende fmerten uitgeftaan te hebben, een<br />
doode vrugt tot loon. Ja, hoe veel vrouwen en<br />
kinderen gingen hulpeloos ten grave! i\iemand<br />
wist raad; de wreede moorddolk moest het geval<br />
en 't lot beflisfen, ja, veeltyds te laat om de<br />
moeder 'er mede te redden, 't Gedenken aan die<br />
angftige tyden moet ieder gevoelig hart doen bloe<br />
den. — Welk een ontaard geflagt van menfehen<br />
heefc onze aardbodem, onze Republiek niec ge<br />
voed ! en als vernielende onmededoogende adders<br />
in haar eigen fchooc gekoesterd! die zeventig<br />
jaaren lang een nuctig en eenvoudig werktuig ver<br />
donkerden, waarmede men veilig, zeker en fpoe<br />
dig, vrouw en kind konde redden, en dac gele<br />
genheid gegeven heefc coc nuttige tangen. —<br />
Misfchien heeft een DOMITIAAN ZOO veel<br />
menfehen van 't leven niet beroofd als deeze<br />
gedrogten van Vroedmeesters zouden hebben kun<br />
nen fpaaren. Hoe is hec mogelyk, Vaderland, dac<br />
gy zulke inonfters hebt kunnen voorebrengen, en,<br />
vrouwen, dac gy ze hebt kunnen baaren? Men<br />
kan hunne naamen met een zwarte kool getee-<br />
kend
SPREUK VAN BOERHAAVE. 171<br />
kend vinden by SMELLIE. Ach mogt de on<br />
vermoeide en verdienftelyke RUISCH onder dat<br />
geweeten- en godloos rot niet geweest zyn! Hoe<br />
word een eerlyk en deugdzaam hart niet door geld<br />
en kwaade verkeering bedorven! Triumph, vrou<br />
wen en kinderen! die duistere nevelen zyn opge<br />
klaard , die akelige oogenblikken verdweenen ;<br />
het gordyn van alle die geheimen is weggefchoo-<br />
ven, ten fpyt der Monopolisten: de Heer Doctor<br />
VISSER, en een ander, kogten het geheim en<br />
maakten het openhartig de geheele wereld bekend,<br />
tot grievende fmart van de geheimfchreeuwers, en<br />
geldfchraapers van RO GIER, gelyk bekend genoeg is.<br />
Sedert het ontdekken van dit eenvoudig en<br />
nuttig inftrument, dat om zyne eenvoudigheid in<br />
groote waarde te houden is, heefc de Verloskunde<br />
veel zekerder en gelukkiger kunnen flaagen.<br />
Men ftuit thans byna niec op voor de flimfte<br />
gevallen en toevallen, of de bekkeds moeten zoo<br />
naauw zyn, dat 'er in 't geheel geen kind door<br />
kan , in welk geval de keizerfneede alleen over-<br />
fchiec;of hec kind, zoo hec dood is, ce verdeelen,<br />
na dat men evenwel vooraf de tangen beproefd<br />
heeft. De befaamde doorfnyding van 't fchaam<br />
been zal nooit de plaats der keizerfneede kun<br />
nen vullen met veiliger en beter gevolg. Zie hier<br />
over de Verhandelingen van deHeeren BENTHEM,<br />
MICHELL en anderen. De eenvoudige hefboom<br />
heeft in die gevallen zyn nuttigheid, als de hoof<br />
den
172 C. T E R N E O V E R DE<br />
den van de kinderen zoo laag in 'c bekken be<br />
klemd zitten, dat men, zonder diep in te voelen,<br />
de hoofden kan beflaan , ja met oogen zien , en<br />
in die gevallen gebruikten de geheimhouders van<br />
ROGIER VAN ROONHUYSEN denzelven ook.<br />
Men kan hier over nazien Profesfor CAMPER in<br />
de Voorrede voor MAURICEAU. De navolgers<br />
van SMELLIE, LEVRET, FRIED, SAXTORPH,<br />
STEIN, PLENCKen anderen,hebben niet noodig<br />
te vvagten tot het kind zoo laag gezakt is, maar<br />
kunnen door middel van de tang, als dringende<br />
gevallen noodzaaken , de verlosfing ter uitvoer<br />
brengen, ja, fchoon het hoofd nog in de boven-<br />
fte opening van 't bekken is; en zulks zal men nim<br />
mer met den hefboom kunnen doen. — lk weec<br />
wel, dat de liefhebbers van den hefboom deszelfs<br />
nuttigheid verder uitftrekken, ja zelfs verder dan<br />
het de Roonhuyfiaanen gedaan hebben; en nog on<br />
langs heeft H ERB IN E A&J'X , accoucheur te Brusfel,<br />
in zyn Traité fur divers accouchemens laborieux<br />
& fur les Polypes de la matrice , de voortreflè-<br />
lykheid van den hefboom in alle gevallen zeer<br />
fcherp verdeedigd, doch op geen fterke en vaste<br />
gronden. Met den hefhoom kan men niec anders<br />
dan door nederdrukking en zagte wrikking wer<br />
ken, en dus een vastgekneld hoofd omknellen;<br />
maar hoeveel gevallen zyn 'er , daar men<br />
evenwel de verloifing dient te onderneemen, of-<br />
fchoon het hoofd niec gekneld is J gelyk om bloed-<br />
ftor-
SPREUK VAN BOERHAAVE. 173<br />
ftortingen, ftuipen , enz. en daar men zonder gevaar<br />
de verlosfing niec durft uitftellen. Men kan het hoofd<br />
niec zoo met den hefboom omvatten en uithaalen<br />
als mee de cang. Indien nu de tegenftand fterk,<br />
het bekken zeer naauw, en in 'c geheel geen hulp<br />
van de natuur of weeën te hoopen is, zal men<br />
niet gemaklyk de verlosfing 'er mede kunnen doen;<br />
en gefield, dat men in de onderfte opening van 't<br />
bekken, als het kind natuurlyk geklemd legt, zulks<br />
al doen kan, gelyk men waarlyk kan, dan blyft<br />
het nogthans ondoenlyk , als het hoofd op die<br />
plaats tegennatuurlyk legt, het zy het met het<br />
aangezigt, oor, of met het hoofd verkeerd voor<br />
komt. Zoo men nu in die gevallen' lang met den<br />
hefboom werkt,kneust men het kind geweldig, ja,<br />
men doodt het, en de vrouw bekomt ook kneuzing.<br />
En hoe, als 't kind eens in de bovenfte ope<br />
ning van 't bekken, om zyne overmaatige groot<br />
heid, ten opzigt van den doorgang, tegengehouden<br />
wordt? Dan kan men met den hefboom niets uit<br />
voeren; maar met de tang kan men, met behoud<br />
van moeder en kind, de verlosfing gelukkig ten<br />
einde brengen; en zy, die de tang gebruiken kun<br />
nen , behoeven niet tot de keering over te gaan,<br />
maar de Roonhuyfiaanen wel; en hoe moeijelyk is<br />
dan naa de keering het hoofd te krygen! Het<br />
wordt door de keering niet kleiner gemaakt ;<br />
maar door de tang wordt het ingedrukt , en dus<br />
in grootte verminderd , 't welk aanmerklyk de<br />
ver-
i?4 C. T E R N E O V B R D K<br />
verlosfing gemaklyker maakc. Men kan hier ovef<br />
nazien SMELLIE , LEVRET, STEIN, SAX-<br />
TORPH, DELEURYE, PLENCK , F RIE D ,<br />
FRIESE , STEIDEL , en een menigte andere*<br />
Schryveren.<br />
Hoewel de hefboom in veele gevallen te onvermogend<br />
is, nogthans heefc dezelve gelegenheid<br />
gegeven tot de uitvinding der nuccige en ononcbeerlyke<br />
tangen, welke op een wonderbaarlyke manier<br />
de onvermogende nacuur onder de armen grypen.<br />
De cangen zyn niecs anders dan twee eenvoudige<br />
hefboomen, welke, naa dat zy wel aangelegd zyn,<br />
vereenigd en zamengevoegd worden , de hoofden<br />
der kinderen zagc omvatten, en als konftige<br />
handen aangrypen kunnen, en door de handen der<br />
Vroedkundigen zagtjes op-, neder-en zydewaards<br />
bewoogen worden, en eindelyk haaien derwyze de<br />
hoofden langzaam en voorzigtig naar dén loop van<br />
'c bekken ontwikkelen , zoo dat de geboorte<br />
volbragc wordt. De groote kromme tangen van<br />
LEVRET, FRIED en JOHNSON ftryden, welke<br />
de beste is. De eene Vroedmeester zal deeze<br />
en een ander die verkiezen en aanpryzen. By<br />
my is de groote kromme tang van LEVRET,<br />
jegens hec floc, zoo veel niec in agting eri<br />
gebruik als de Friedfche en Johnfonfche cangen,<br />
welker floc veel eenvoudiger is in dè manier eri<br />
navolging van SMELLIE. De beroemde STEIN<br />
ftelc de Levrecfche ver boven de Friedfche<br />
tang
SPREUK VAN BOERHAAVE. 175<br />
tang; ook heefc STEIN meer ketteragtige gevoe<br />
lens, en is in 't geheel niet FRIEDS-gezind. Als<br />
de handen van den Vroedmeester en de tang met<br />
bloed, flytn, en fmeer, glad en glibberig zyn,heeft<br />
men te veel werk en tyd noodig om 't flot van<br />
de tang van LEVRET te fluiten; doch veel hangt<br />
af van de gewoonte van een Chirurgyn, en of hy<br />
gewend is aan het inftrument. De erena, welke in<br />
de Levretfche tang is, is van zoo veel dienst niet als<br />
zich fommigen verbeelden, en kan wel eens kneuzing,<br />
ontvelling en ongemak veroorzaaken, dac men zoo<br />
ligt van de tang van FRIED niet te vreezen heefc,<br />
ten minden my 'er nog nooit mede gebeurd is.<br />
De tang van JOHNSON, van veelen veragt, inzon<br />
derheid van STEIN (&), is nogthans een voortref-<br />
lyk inftrument; de bogt, welke onder aan dezelve<br />
is, bevryd het perineüm voor foheuren of drukken<br />
geheel en al; maar dat ze geheel anders geappli-<br />
ceert moet worden, dan de tangen van LEVRET'<br />
of FRIED,is waar; en om dat 'STEIN dezelve niec<br />
wist te appliceeren , heeft hy ze veragt. Ik<br />
heb ze in zeer moeijelyke verlosfingen met zeer<br />
veel dienst en nut gebruikt, waar de hoofden der<br />
kinderen zeer hoog in 't bekken waren gelegen.<br />
De hefboom, welken LEAKE nogby de tang ge<br />
voegd heeft, is een onnut byvoegfel, dewyl, als-<br />
'er reeds twee inftrumenten aangelegd zyn, het zeer<br />
. i 1.' be-<br />
Kê §• 579-
176- C. T E R N E O V E R D E<br />
bezwaarlyk is een derde aan te leggen. Ook houdt<br />
de tang hec hoofd vasc genoeg, als ze wel aangelegd<br />
is, en goed gebonden met een fterken band.<br />
Daarenboven worde men door dien hefboom voiftrekc<br />
belet met de tang naar den loop van 'c bekken<br />
te werken, en het hoofd die draaijing te geven,<br />
welke het moet hebben in den doorgang en<br />
ontwikkeling uic hec bekken ; en zonder die in<br />
agc te neemen loopt men gevaar den bilnaad<br />
te verfcheuren, dac noodzaakeiyk moec vermyd<br />
worden. — Men moec, als men de cangen gebruiken<br />
wil, zoo veel als mogelyk is, altoos de<br />
bladen van de tangen zydelings aanleggen; en als<br />
het hoofd in de onderfte opening van 'c bekken<br />
natuurlyk of een weinig fchuins lege, komen alle<br />
Vroedkundigen hierin overeen; maar als hec hoofd<br />
in eene natuurlyke legging is in de bovenfte openingvan<br />
'c bekken, dac is, mee hec aangezigc naar hec eene<br />
heupbeen en mee hec agterhoofd naar hec andere<br />
heupbeen, en aldaar tegengehouden wordt, of dat<br />
hec in die legging in de onderfte opening van 'c<br />
bekken zake, en aldaar cegennacuurlyk genaamd<br />
worde en is; als hec hoofd in zodaanig een legging<br />
is, is 'er onder de Vroedmeesceren verfchil. Zoramigen<br />
willen dac men het eene blad onder het es<br />
pubis, en hec andere blad voor het os facrum zal<br />
inbrengen, en de vrouw op zyde plaatfen; hoe<br />
veel omflag en moeijelykheid daaraan vast is,<br />
om de tang dus wel aan te leggen, is gemaklyk ~te<br />
be-
SPREUK VAN BOERHAAVE. 177<br />
begrypen; en welke kneuzingen zulks aan de dee<br />
len der moeder kan veroorzaaken, heefc de onder<br />
vinding geleerd. De kromme cang dienc daar in<br />
'c geheel niec toe. Eenvoudiger is 'c, volgens den<br />
raad van anderen , hec hoofd te vaccen zoo hec<br />
lege, en de bladen van eer zyde aan te leggen over<br />
hec aangezige en agterhoofd. Die is wel gemak<br />
lyker , maar de tang flipt zeer ligc af. Beide<br />
manieren heb ik beproefd, en de laatfte de een-<br />
voudigfte , beste en gemaklykfte bevonden , en<br />
gelukkig 'er mede gedaagd; doch de tang is my<br />
wel eens en meermaalen afgeflipc van 'c agcer-<br />
hoofd; ook waren de neuzen plac gedrukt; doch<br />
de blaauwheid en drukking verdvveenen fpoe<br />
dig. Als de kinderen zeer hoog in die legging<br />
zyn, is het nog moeijelyker. Veelen verkiezen<br />
dan liever de keering, en niet zonder redenen;<br />
gelyk ik in die gevallen ook tot de keering myn<br />
toevlugc wel genomen heb met den besten uit-<br />
flag. — Eerst hec blad van de tang aan ce leggen,<br />
aan de zyde, welke niec geklemd is (/) , en dan<br />
hec zelve naar de andere zyde over ce brengen,<br />
is veel ce omftandig, gevaarlyk, en dus geheel en<br />
al ce verwerpen. Nimmer is de klemming zoo<br />
fterk als ROEDERER zege, dac geen ftilee tus-<br />
fchen het hoofd en 'c bekken ingebragc kan wor<br />
den ; en nooit vulc hec hoofd zoodanig hec bekken,<br />
(/) ROEDERER Ekm. Art. Obf. §. 441.<br />
IX. DEEL. M<br />
of
178 C. T E R N E O V E R D B<br />
of een handig Vroedmeester kan wel zagrjes en<br />
fchuivenderwyze de tang , geleid door zyn vin-<br />
geren, rusfchen het osthim uteri en het hoofd voor<br />
zigtig inbrengen. Om kort te zyn, al is de klem<br />
ming nog zoo fterk , en het bekken nog zoo<br />
naauw, men kan altoos wel, als de baarmoeder-<br />
mond geopend genoeg is, de tang aanleggen ;<br />
maar het hoofd , fchoon de tang nog zoo wel<br />
gelegd is, naar buiten te brengen , is altoos niec<br />
mogelyk, als een grooc hoofd voor een naauw<br />
bekken legt, welk een oplettenheid en geweld men<br />
ook fomtyds gebruike. Men kan over het een<br />
en ander nazien SMELLIE , L E V R E T , SAX-<br />
TORPH, STEIN, GIST, DE LEURYE, GER-<br />
SON, FRIED, FRIES, IiAUDELOCQUE, VAN<br />
L E U W E N , enz. Tot het verdeelen en ver-<br />
breeken van het kind is een hoofdboor of fchaar<br />
genoeg. Die van STEIDEL is een van de een-<br />
voudigfle en de beste, en afgeteekend te vindeu<br />
in zyn werk over het gebruik der inftrumencen<br />
in de Vroedkonsc ; doch de hoofdbreeker van<br />
FRIED is ook niec te verwerpen. Als een Vroed<br />
meester hec hoofd geopend heefc, is 'c besc zich<br />
van zyn vingeren te bedienen , zoo veel<br />
maar eehigzins mogelyk is , om de been<br />
deren vari de pan uicteneemen, en ce verhoeden,<br />
dac -de punten van de beenderen de gevoelige<br />
deelen der vrouwen niec kwecfen. Een, cwee, of<br />
meerder fcherpe" haaken zyn genoeg ; en die van<br />
SM EL»
SPREUK VAN BOERHAAVE. 179<br />
SMELLIE kunnen voor ftompe en fcherpe m<br />
gelyk dienen.<br />
Alle konsttuigen en inftrumenten, uitgedagt orn-<br />
een te rug gebleeven hoofd, dat van de romp af-<br />
gelcheurd is, te verlosfen, zyn gebrekkige werk<br />
tuigen, die niet wel aangelegd kunnen worden,,<br />
en zyn dus van geen dienst.' Zoo een afge-<br />
fcheurd hoofd met de hand niec te verlosfen,<br />
en de tang vergeefs beproefd is, is het best;<br />
en eenvoudigst, het hoofd met de fchaar te<br />
openen, en dan mee de vingers door de ge<br />
maakte opening hec hoofd naar buicen te brengen,<br />
of'er de beenderen uit te breeken,het zy met de<br />
vingeren of mee den hoofdbreéker van FRIED; zie<br />
myn Waarneeming in het VIL'Deel van het'Ge-<br />
nootfehap Servandis Civibus. Naa dat de vrouwen<br />
van haare vrngten verlost zyn, in moeijelyke en<br />
verkeerde gevallen, moeten zy vooral door een<br />
verkoelenden leefregel en geneesmiddelen behan<br />
deld, en, gelyk CELSUS zegt, als zwaare ge-<br />
wonden , aangemerkt worden. Een diepe rust is<br />
vooral noodig; en het volgen van de wet, eer-<br />
tyds aan 't oud Israël voorgefchreeven voor de<br />
kraamvrouwen door den besten kenner der natuur,<br />
zal veelen de dringendfte gevaaren doen te<br />
boven komen. Hier mede meen ik eenigzints<br />
getoond te hebben, dat de eenvoudige handgree<br />
pen en inftrumenten de waare vermoogens be<br />
zitten om de vrouwen gelukkig te verlosfen van<br />
M a haa-
i8o C. TERNE OVER DE SPREUK VAN BOERH.<br />
haare kinderen, en dat de Vroedkonst, door de<br />
zelve eenvoudiger uit te oefenen, oogdhynlyk ea<br />
merkbaar is verbeterd geworden.<br />
Dus meen ik voldaan te hebben aan het oogmerk<br />
Van 't Genootfchap, en de Zinfpreuk van onzen<br />
grooten BOERHAAVE, Simplex veri Jïgillum, ee-<br />
nigzints betrekkelyk gemaakt te hebben op de<br />
Genees-, Heel en Vroedkunde* Hoe ver ik daar<br />
in gedaagd ben, is aan de Wel Edele , en zeer<br />
Geleerde Heeren oprigters en beftierders van<br />
het Genootfchap Servandis Civibus aanbevolen. >vi<br />
Non pigebit me Jïcubi haefiio quaerere,<br />
Nee pudebit ficubi erro dis eer e.<br />
TWEE-
T W E E D E<br />
ANTWOORD<br />
OP DE<br />
V R A A G ,<br />
VOORGESTELD DOOR. HET<br />
GENEESKUNDIG GENOOTSCHAP.<br />
ONDER DE ZINSPREUK<br />
SER VA N D IS CIVIBUS:<br />
Over de Spreuk van den Grooten Boerhaave,<br />
SIMPLEX VEKI SIGILLUM.<br />
D O O R<br />
C. 1* 3£ -R. JEJB OOM,<br />
Medicina' Doctor te Amflerdam , Lid van de Keizerlyke<br />
Academie der Natuuronderzoekeren.<br />
onder de zinfpreuk:<br />
SIMP LI CITER.<br />
Uit het Latyn Vertaald, door<br />
N. E. P E R E B 0 0 M,<br />
onder opzicht van den Auteur.<br />
Aan den Schryver van het welke de Zilveren<br />
Gedenkpenning is toegeweezen.
Een zeker gegeven gezag aan elke zaak, is een<br />
Zegel. Doch in 't byzonder verzekerd alle een<br />
voudige zaak het openbaare der waarheid , dan<br />
wanneer die deszelfs zegel word; dat is, alwaar<br />
eenige leering van waarheid buiten kyf gefteld<br />
word : deeze (telling is zoo zeker , dat al wie<br />
eenvoudige zaaken, baarblyklyk door zich zeiven,<br />
wilde ontkennen, zoude in algemeene twyffehng<br />
vervallen , en geen antwoord waardig worden ,<br />
als geen prys op eenige zegels, ja zelfs niet op<br />
de waarheid zelve, (lellende : het word daarente<br />
gen van allen overbekend gehouden, dat alle we-<br />
tenfchap, konst of leer,fteund op haare zoo zeer<br />
blykbaare kundigheden, dat dezelven geen verder<br />
bewys van noden hebben, om de waarheid , als<br />
uit haare natuurlyke bron, afteleiden. De leere<br />
der Wiskunde bewysd alderbest derzelven nood-<br />
zaaklykheid, als dewelke enkel, en alleen op on-<br />
lochenbaare kundigheden gegrond is , het geene<br />
gemakkelyk uit een voorbeeld zal blyken , ora<br />
onze redeneering niet ontbloot van bewys te laa<br />
ten. Daartoe neemen wy Waarheidshalve het vierde<br />
voorftel uit het eerfte Boek van EUCLIDES, al<br />
waar de gelykheid van twee Driehoeken door<br />
geene andere redeneering word opgemaakt, als<br />
enkel uit het pasfen van den eenen op den an<br />
deren , maar welke pasCng eene allereenvou<br />
dige klaarblyklykheid is. Niemand der Wiskun-<br />
M 4 di-
184 C. P E R E B O O M OVER DE<br />
digen zal ontkennen, dat elk voorftel van EUCLI<br />
DES dergelyk een klaar voorbeeld zoude kunnen<br />
opleveren.<br />
, V o o r h e c<br />
overige; zo dra eenige bewezene (tel<br />
ling geplaatst is onder hec getal der waarheden,<br />
mag dezelve in den voortgang der leere, als eene<br />
onlochenbaare kundigheid der Geleerden worden<br />
aangemerkt, den grond leggende voor hoogere<br />
redekavelingen; gelyk, by voorbeeld, het zeven<br />
enveertigure voorftel van het zelvde Bock van<br />
EUCLIDES verklaard word uit het vierde : maar<br />
waartoe is fe^edvoeriger inleiding van noden; daar<br />
de Gcnu- av„,- .;
SPREUK VAN BOERHAAVE. 185<br />
gefield hebben; hoedanig was dat verfchil, of het<br />
hanezakje water onthoude, dan niet? zo als uit de<br />
befchouwing van het lyk gefield, maar het zelvde<br />
ontkend word uit ontleding van levendige dieren.<br />
Maar dit geding blyfc niet hangen , zo dra wy<br />
flegcs bezadigd vastgefleld hebben, dat 'er water<br />
by den gellorvenen, maar damp by den levendigen,<br />
geweest zy, en dat de damp verdikt is geworden<br />
door den dood, volgens de wet der natuure: dus<br />
het fpreekwoord hier geld ; die wel onderfcheid,<br />
leerd wel. Dcsgelyks is de proef ongemakkelyk<br />
om te verklaaren, waardoor de natuurlyke ligging<br />
der longen in de borst te zien is, en niet om<br />
te beflisfen, ten zy op het oogenblik der borsc-<br />
openinge zelve. Van hier heefc die befchroomd-<br />
heid, om de verzekerde zaaken door anderen toece-<br />
ftemmen, haaren oorfprongk genomen. HALLE<br />
RUS (a), by brengende den ontdekker der klapvliezen<br />
in de aderen, CANNANUS, verfoeyd met recht,<br />
hoedanig onbillyk gebied de vooroordeelen oeffe-<br />
nen, ook tegen de geleerdfle Mannen. De klap<br />
vliezen der ader zonder paar, ook bevestigd door<br />
een proef, hebben de toejuiching niet gevonden,<br />
wegens geene andere reden, dan omdat zy mis<br />
haagden aan VESALIUS, FALLOIMUS, CARCA-<br />
NUS, ja zelfs aan EUSTACHIUS, voor't overige<br />
groote mannen. Maar de zedigheid van CANS AN ;<br />
O) Phyfiol. T. I. p. 1374<br />
M 5
iB6 C P E R E B O O M OVER DE<br />
heefc eindelyk de eer weggedragen uic de fcherpheid<br />
zyner tegenparcyders, nademaal zyn Zegel der waar<br />
heid eenvoudig ware. Laac dan de Natuuronder<br />
zoeker zich wachten, dat nooit eenige vuile ver<br />
zinning de eenvoudigheid van het Zegel bevlek-<br />
ke , zo als wel pleegen ce doen, die door ver-<br />
fierfelen mee waare dingen ce mengen, alles dus<br />
danig bezegelen, dac men naauwlyks onderfchei-<br />
den kan , wat behouden, wat verworpen, moet<br />
worden. Zommigen hebben niet gefchroomd om<br />
de eer aan zich toe te kennen van de uitvinding<br />
van anderen , waar door hec zomcyds raadzaam<br />
geoordeeld is, naauwkeurig aangerekend ce heb<br />
ben den dag der uitvindinge zelve, op dac niec<br />
een ander zich misfchien dezelve eer mochc coe-<br />
ëigenen : hier van leverd de hiscorie der Wacer-<br />
vacen (b) een voorbeeld op: onder de nieuwere<br />
Oncleedkundigen heefc NI COLA AS MASSA in het<br />
jaar 1632 flegts eenmaal en noch wel duister eeni<br />
ge watervaten in een menfehen lyk gezien, maar<br />
FALLOPIUS duidelyker , dewelke liepen van de<br />
lever na hec al vleesch. Daarna is CA SPAR A S EL-<br />
LI US nader by de waarheid gekoomen. Maar<br />
VESLINGIUS heefc in hec jaar 1649 een klaar<br />
den aangecoond, veele vacen als melkvaten, daar<br />
alwaar de maag aan den milt hangd. Dan wat<br />
zoude fchyneenvoudiger kunnen uitgedagc wor<br />
(£) HALL ER. P&yfiol. p. 157.<br />
den,
SPREUK VAN BOERHAAVE. 187<br />
den , dan om uit het voorgaande te i bedri<br />
ten , als of de watervaten eeniglyk werktuigen<br />
waren, van den lever ? en nochthans is 't dus ge<br />
beurd, of fchoon deeze fchielyk gemaakte drog<br />
reden fchielyk vergaan is , nadat CONRINGIUS<br />
en JOLYFFIÜS in het jaar 1650 beweezen , dat<br />
de vaten verfpreid zyn door de holle ader , en<br />
anderen beweezen hadden, dezelven door het ge<br />
heele lichaam verfpreid te zyn. Wat meer is,<br />
de zaaken zyn met recht verdacht te houden, in<br />
dien zy voortgebracht worden zonder eenvoudig<br />
heid; hoedanig was die zaak van SILVIUS, die<br />
in het jaar 1660 voorftelde , gezien te hebben<br />
reeds voor twintig jaaren, en dus in het jaar 1640,<br />
watervaten op den lever , in welk getuigfchrifc<br />
gy kunt verlangen, dat hy zelfs zich niec een<br />
maal herinnerd heeft van zoo groote uitvinding,<br />
gedurende al dien tyd, op de talrykfte Academie.<br />
Desgelyks heefc SCHNEIDERUS, een Man voor<br />
'c overige zeer geleerd, fchrifcelyk nagelaten, de<br />
wacervacen reeds in hec jaar 1638 gezien ce heb<br />
ben, edoch zonder eenig gecuigen. Zeker de ce<br />
grooce eenvoudigheid van deezen heefc verydeld<br />
de levendige eer der uicvindinge.<br />
Hec Zegel der waarheid kan ook verduisterd<br />
worden, wanneer men moec cwyffelen wegens de<br />
omftandigheden. De donkere vertelling van RUD-<br />
BËKIUS , en hec uicftel der verkondiging bene<br />
velde de eer van de uitgevonden watervaten, als<br />
me-
188 C. P E R E B O O M OVER DE<br />
mede, op dat ik bybrengede woorden van HALLE<br />
RUS (c) , nademaal BARTHOLINUS vriendfchap<br />
hield met de meeste Doctoren van Europa, zom<br />
tyds ook nieuwe boeken uicgaf, veele zeer erva<br />
rene leerlingen in de Ontleedkonst had , maar<br />
RUDUEKIUS daarentegen jonger was en byna ge<br />
brek had aan vrienden, en minder welfprekend<br />
was, en niets fchreef, behalve geringe boekjes,<br />
is het gefchied, dat het ganfche lichaam der Ge<br />
neesheeren tot BARTHOLINUS is overgebracht,<br />
als tot den ondekker der doorfchynende vaten:<br />
Daarna is de waarheid door te veel twisten ver-<br />
looren. Eindelyk zy dwaalen geheel van de waar<br />
heid af, die haare gezegdens volfïrekt beitempe-<br />
len met valfche Zegels, gelyk als LODOVICUS<br />
BI LSIUS, dewelke naauwlyks iets dan dwaaling tot<br />
de historie der watervaten heeft toegebracht (d),<br />
hoedanig was zyn zogenaamd muscus, zyne on-<br />
ftandvastigheid wegens de klapvliezen (e), en zo<br />
ais hy uit den chylleider den oorfprongk deezer<br />
vaten wilde afleiden.<br />
Maar om op de watervaten niet te blyven ftaan,<br />
laat ons het geene volgd door andere voorbeelden<br />
ophelderen. En wel, zeer bekwaame Mannen (ƒ)<br />
in de konst belyden, hoe moeijelyk zomyds de<br />
(c) L. c. p. 161.<br />
(d) HALL ER. /. c. p. 153.<br />
(e) NUCK. Adenograph. p. 43,<br />
(J') Runen, de vahut. Lymphat. in prir.cip.<br />
be-
SPREUK VAN BOERHAAVE. 189<br />
befchryving zy der deelen van het menfchelyk<br />
lichaam, daar uic, dac derzelven eenvoudigheid<br />
wegens hunne fynheid het oog oncvlugc, zoo dat<br />
die naauwlyks kan onderfcheiden worden. Gelyk aan<br />
min doorzigtigen weinig werks kon fchynen de<br />
ontwarring der vezelen van eenigen fbier ; maar<br />
indien hy de laagen der vezelen van het hare na-<br />
fpeurde, zal hy een' zaak zo moejelyk om gezegd<br />
te worden aantreffen, dac noch HALLEUUS (g),<br />
noch VESALIÜS, noch ALBINUS zelf, dat raad-<br />
zei hebben konnen ontknoopen. De moeijelykheid<br />
word gemaakt, daar uic dac de netsgewys verwarde<br />
vezelen op geenerleye manier konnen afgefeheiden<br />
worden, gelyk als wel in andere fpieren. Daarna<br />
ook laaten de kortere en ontelbaardere netvezel-<br />
tjes niet toe om afgefeheiden te worden, gelyk el<br />
ders ; en welke vezels, (eene andere fynheid,)<br />
niet weinigen , noch gemeene ontleedkundigen,<br />
als waarlyk dwarfchen, befchreeven hebben.<br />
Eindelyk worden in het herte, behalven op de<br />
buitenfle oppervlakte , de binnenfle fpierlaagen<br />
door geen vet omgeeven, waaruic men wederom<br />
ziec, hoe zeer de eenvoudigheid, voiftrekc zuiver<br />
zynde, de waarheid fomtyds beneveld. Niet al<br />
leen de vezelen van het herte, maar ook van de<br />
tong, zyn zeer ingewikkeld. Derhalven moec een<br />
ontleedkundige niet alleen voortgaan met zeer<br />
(g) Phyfiol. T. I. p. 35 *•<br />
goe-
IQO C. P E R E B O O M OVER DE<br />
goede oprechtheid , maar ook met de hoogde<br />
handigheid, om het Zegel der waarheid uittedruk-<br />
ken. Hoe groote konst heefc niet wel de wyd-<br />
beroemde RUISCH gebruikt, op dat hy de klu<br />
wens der vaten aantoonde, die MALPIGHIUS<br />
voor klieren gehouden heeft. Te weten , het<br />
gevoelen van MALPIGHIUS was dusdanig' dat<br />
byna de geheele waereld ' der Geneesheeren het<br />
aannam voor beweezen , en onder de onbetwis-<br />
baare kundigheden ftelde , dat alle affcheiding<br />
gefchied door klieren, en dat de affcheiding niet<br />
kan volbracht worden , zonder een klierbuisje<br />
maar daar RUISCHIUS niet alleenlyk zyn pleit'<br />
geding door zeer fterke redenen, maar daarenbö-<br />
-ven door vertooning der zeer fchoone lykberei*<br />
dingen, van zyn eigen hand , bevestigde, is het<br />
allengskens gefchied , dac het gevoelen van hem<br />
de overhand genomen heefc: namentlyk, hy heeft<br />
aangetoond (i), dat de ingewanden tot affcheiding<br />
gefchikt,- en voornamelyk derzelven klierkorlen en<br />
zaamgekluwende klieren, uic enkele vacen worden<br />
zaamgefteld, door middel van hec vetvlies vereenigd;<br />
en mee. die kragt verbonden, op dat de klierkorl<br />
beftaa: en daar BOERHAAVE, de fcherpziende<br />
Advocaat van MALPIGHIUS. in dat pleitgeding,<br />
zyne zeer zwaare bewysredenen aan RtJiscmus<br />
tegenwierp , antwoordde deeze eenvoudiglyk y<br />
W H ALLER. /. c. T. II. p. 3s4. (0 L. c. p. 394. --*~\ A k\ •<br />
k o o m
SPREUK VAN BOERHAAVE. 191<br />
koom en zie. Voorts zoo dra RUISCHIUS on<br />
dernomen had te bewyzen , dat ook die klier-<br />
korlcn, dewelke MALPIGHIUS had voortgebracht<br />
voor zyne meening, wel degelyk , en derhalven<br />
de geheele ingewanden , en geheel de klieren,<br />
beftaan uit enkele vaatjes, word dit fchouwfpel<br />
verhaald, als zo (F) eenvoudig geweest te zyn,<br />
dat BOERHAAVE , de hoogfte voorftander der<br />
tegenoverftaande fekte, beleed naar zyne oprecht<br />
heid, dat hy niets zag in de klierkorrels der le<br />
ver, behalven vaatjes. Eindelyk dezelve BOER<br />
HAAVE, fteeds oprecht zynde, heefc zyn gemoed<br />
in de laatfte jaaren zyns levens derwaars geneigd,<br />
dat hy toe de meening (/) van zyn' vriend overging.<br />
Uit welk ftaaltje blykt, dat men meer moet too<br />
kennen aan onderzoekingen, gedaan met een' een<br />
voudige hand , en welke de waarheid naakt te<br />
voorfchyn brengen, dan aan de fcherpzinnigfte re<br />
deneeringen. Hec geval zelfs kan voorwaar zom<br />
tyds iets doen, dac de proefneemingen, offchoon<br />
zeer behoedzaam genomen, ongelukkig uicvallen.<br />
Hec lyk hebbe (lechcs iecs bovennatuurlyks voort-<br />
tebrengen, en laat de gelegentheid om de proef<br />
te herhaalen ontbreeken, hoe licht zal de fcherpst-<br />
ziende van den regel afwyken : gelyk die hand<br />
greep , waardoor beweezen word, dac 'er geen<br />
(£) L. c. p. 388.<br />
CO L. c. p. 3i>5-<br />
lucht
192 C. P E R E B O O M OVER DE<br />
lucht is in de holligheid van de borst , om de<br />
aangroejing van het borstvlies met de longen ,<br />
door de uitkomst dikwiis word te leur gefield.<br />
Waarom het herhaalen der proeven wel raadzaam<br />
is om de waarheid na te fpeuren: derhalve gee<br />
ven voortreffelyke Mannen de voorkeuze aan de<br />
waarheid, gehaald uit bereidingen met eigen hand<br />
en eigene oogen, boven het zweeren in de woor<br />
den van zyn' Meester, of boven hec opflapelen<br />
der uitvindingen van anderen : het geene de oor<br />
zaak is geweest, dat de voor 't overige onfterfe-<br />
lyke BOERHAAVE, onder het vlytigst verzame<br />
len der voortbrengzelen van MALPIGHIUS en<br />
RUISCHIUS over hec zamenftel der klieren, min<br />
der gelukkig gedaagd is , om beide gevoelens<br />
overeen te brengen, mee de affcheiding door vaat<br />
jes, alleenlyk in de nieren en ballen, coecelaaten,<br />
welk gevoelen daarom laacere Schryvers Qn) met<br />
recht vereenvoudigd hebben. En zekerlyk, indien in<br />
eenige konst, geld hec in de ontleedkunde, dat<br />
gelykende dingen niet gelyk zyn , want hoezeer<br />
de ontleeding der dieren voorlicht, nogthans is<br />
deeze niec genoeg, om het gefchil, wegens het<br />
zamenflel van het menlchelyk lichaam, te beflegten:<br />
gelyk, by voorbeeld, aangaande hec oogappelvlies van<br />
nieuwgeboorenen, de overeenkomsc in 'c eersc uit<br />
0») BOF.RIIAAVE Pralect. HALL. «o/» §. 353. T. JIL<br />
p. 223.<br />
de
SPREUK VAN BOERHAAVE. 103<br />
de vogelen zeer groote kracht gehad heeft: daar<br />
na hebben de voornaamften der Ontleedkundigen,<br />
ALBINUS; de oprechte ert uicrieemende WACH<br />
T E N DORP; de zeer geleerde en zedige H*L-<br />
LER eindelyk ; zich als mededingende uitvinders<br />
verklaard van dit oogappel vlies, in jonge dieren;<br />
en ten laatften ook in de rhenfchelyke vrucht:<br />
maar de dierontleeding fteld zomtyds de verwach<br />
ting te leur: want men mag niet uit overeenkomst<br />
befluiten , dat het vlies allantoides zy een be-<br />
kleedzel der menfchelyke vrucht , offchoon dat<br />
ftandvastig in de dieren gevonden -word : zo zedig<br />
behoord hy wys te zyn , die behaagen fchept,<br />
om onder het geleide van dien eenvotidigen draad<br />
der natuure , de doolhoven der lyken te door<br />
wandelen. Maar laat ons overgaan tot de men<br />
fchelyke Huishoudingskunde, om ook het voor-<br />
treffelyke der eenvoudigheid in deeze leere waar<br />
te neemen: waarvan, wel is waar, de eerfte be<br />
ginzelen zyn de Ontleedkunde zelve, welke we-<br />
tenfchap wy beweezen hebben geheel eenvoudig<br />
te zyn , door oprechtheid en achtbaarheid; als<br />
mede de geheele Natuurkunde, welker leerftellin-<br />
gen, in 't byzonder op de dierlyke Huishouding<br />
toegepast, worden opgemaakt uit de allereenvou-<br />
digfte proefneemingen: te weeten, de omloop des<br />
bloeds is de voornaamfte leerftelling der Phyfio-<br />
logie. Edoch HARVEJUS heefc reeds uit het<br />
zamenftel der klapvliezen kunnen bewyzen , dat<br />
IX. DEEL. N het
194 C. P E R E B O O M OVER DE<br />
hec bloed noodzaakeiyk uit het herce vliecce in de<br />
flagaderen, en heefc wel op hec zoo eenvoudig<br />
als redelyk beginzel, welk in de fchoolen uit het<br />
ongerymde genoemd word , zyn zeer gewigtig<br />
voorftel gegrond. Voorts volgde LEEUWEN<br />
HOEK noch nader dezelfde eenvoudigheid van<br />
bewyzen op , als hy den flagaderlykên Aroom<br />
van het bloed mee hec vergrootglas voor hec<br />
oog te voorfchyn bracht. Anderen hebben den<br />
loop van het bloed door eenvoudige binding der<br />
vaten aangewcezen , en 't blykt alzins dat alle<br />
waarheid , die wy van den omloop des bloeds<br />
hebben, byna geheel op eenvoudige proefneemin-<br />
gen rust. En alzo is hec met hec overige ge-<br />
Ieegen: hoe fchoon worden de beenderen als hef-<br />
boomen aangemerkc om de meenigvuldige bewee-<br />
gingen van hec menfchelyk lichaam te verklaaren,<br />
en van welken de beweegkrachten de fpieren zyn:<br />
de longen zyn als een blaasbalg , waardoor de<br />
lucht met beurtelingfche beweeging van de borst<br />
en het middelrifc word uicgeblaazen: de bewee<br />
ging van ons menfchelyk werktuig zelve gefchied<br />
volgens wetten van het evenwicht; de werking<br />
van het gezichc word opgehelderd door vergely-<br />
king mee eene donkere kamer; mee een woord,<br />
de zeer eenvoudige wetten van NEWTON wor<br />
den van de Natuurlykehuishoudingskundigen als<br />
regels aangenoomen, door welken het befluit ge<br />
fchied van hec algemeene tot het byzondere.<br />
Maar
SPREUK VAN BOERHAAVE. 195<br />
Maar op dac wy de deeltjes , waaruic onze vasce<br />
en vloeibaare deelen zaamgefteld worden, meer<br />
onderfcheiden konden, moesc de Scheidkunde ce<br />
hulpe geroepen worden , welke wecenfchap ,<br />
offchoon die volbrachc word door een langen<br />
voortgang , de voorkennis der eenvoudigheid en<br />
de leere der baarblyklykheid medebrengt : doch<br />
men meend hiermede niec zodanige eenvoudigheid,<br />
als of elke bewerking niec c'zaamgefteld wierd uk<br />
verfcheiden samenlopende dingen , noch ook de<br />
verfcheidenheid van veele werkcuigen behoefd, maar<br />
dusdanig, ook volgens de lesfen van BOERHAA<br />
VE ( N) , dac die bewerking gemakkelyk, weinig<br />
veranderende, en onderfcheiden zy. Alzo leerd Hy;<br />
hec bloed , onderworpen aan de fcheidkundige onc-<br />
leeding, beftaac, voor eersc uic water,geest, zout,<br />
en oly. Daarna geeft het koolig overfchot zuur,<br />
zouc, onbeweegelyke luchc, en aarde: wac zoude<br />
eilieve eenvoudiger na zeer langen arbeid kunnen<br />
uicgebrachc worden: en nochthans worden de al-<br />
lerfynlle redenen der Natuurhuishoudingskundigen<br />
van de menging der vochten, byna uic dezelfde<br />
fonteinen gehaald: wac meer is, de krachcen der<br />
geneesmiddelen worden gebrachc coc zekere ben-<br />
dens, uic hunne verfcheiden fcheidkundige begin<br />
zelen ; of nadac ook beweezen was door een een*<br />
voudigen coettel, dac, by voorbeeld, het plantzuur<br />
Q>) Infl. Chem. T. II. proleg. ƒ>. 5«<br />
N Ü<br />
het
196" C. PEREBOOM OVER DE<br />
het bloed verdund, en het mineraaizuur dat ver<br />
dikt; word de fcheidkundige reden in 't gemeen<br />
uit die bewerking verkregen, om te befluiten,<br />
welk een kracht deeze Arczenyen op het men<br />
fchelyk lichaam pleegen te oefïenen.<br />
Ik ga over tot de Ziektekunde , een doolhof<br />
voor hun, die ontbloot zyn van den draad der<br />
eenvoudigheid,ondertusfchen een rechrenweg voor<br />
ons, nadat BOERHAAVE ons geleerd heeft onder<br />
anderen, om de ziektens van haare eigentlyke oor-<br />
zaaken afteleiden. Maar de Natuurkunde is een<br />
groot grondbeginsel van doeze wetenfchap, daar<br />
de natuur der beledigde werktuigen getnakkelyk<br />
verklaard word uit het denkbeeld van gezondheid.<br />
Dus, ziekte word genoemd (V) het denkbeeld der<br />
afwezigheid van hec vereischte tot alle mogelyke<br />
oeffening , of van de tegenwoordigheid van het<br />
beflrydende tegen dezelve oeffening: derhalve de<br />
ziekelyke afwyking word van zelfs voorgefteld uit<br />
de kennis der gezonde werkingen. Dan hoe groot<br />
is de eenvoudigheid van BOERHAAVE, daar wy<br />
uit deeze bron de ziektens der vezelen, ja ik mag<br />
Byna zeggen , der hoofdftoffen , uit welken ons<br />
lichaam beftaat, kunnen afleiden! gelyk allerklaarst<br />
uit even dezelfde beginzelen kunnen verkregen<br />
worden de denkbeelden der verfcheiden ziektens<br />
van zwakheid, flapheid, ftyfheid, en veerkracht.<br />
(*) BOEIUI. Inft. Med. §. 696.<br />
Maar
SPREUK VAN BOERHAAVE. 197<br />
Maar wie, ten zy een vreemdeling in de School<br />
van EO ÜUH AAVE (ƒ>) , is onkundig, dat ook de<br />
denkbeelden der verwardfte ziektens door kracht<br />
van redeneering kunnen herleid, en als ontbon<br />
den worden tot de gezegde eenvoudigen? het is<br />
wel waar, dat de vezelen, afzonderlyk befchouwd<br />
zynde, nooit derzelven enkelvoudige ziektens, als<br />
waargenoomen, en geiieezen door de Geneeshee<br />
ren , bellhreeven worden; maar nochthans de zeer<br />
eenvoudige ziektens zyn niet raar, van vezelen te<br />
zaamgegroeid uit vereenigde draaden, en leggen den<br />
grondllag voor het begrip van anderen, zodra men<br />
die ziektekundig ontleed. Maar opdat niet iemand<br />
zegge, als of genoeg zy, orn de ziektens te onder<br />
fcheiden, dat een Arts onderweezen .worde ia de<br />
beginzelen der iNatuurlykehuishouding , moet die<br />
groote betrekking ook aangewezen worden, waar<br />
door het gezonde lichaam verknogt is-, mee de<br />
zes zo genaamde niec natuurlyke dingen.<br />
De zeer fyne BOERHAAVE heefc de zeer<br />
eenvoudige hoofddeelen van deeze zes , herleid onder<br />
vier Bendens, of hy ook zyne eenvoudigheid in<br />
de leere zelve mogt iniyven, om dus den rechten<br />
weg te openen ter doorgrondinge der ziektens:<br />
maar men enderfcheid de oorzaaken der .ziektens<br />
in naaste en verafgüvgene; de naaste oorzaak der<br />
ziektens is een mee de ziekte ZJIVC, en deszelfs<br />
O) BOF.RII. §. r- *<br />
W) Infii Med. §. 736. ^_<br />
N 3<br />
toe*
198 C. P E R E B O O M OVER D E<br />
toevallen kunnen wederom als nieuwe ziektens<br />
aangemerkt worden , immers welker naaste oor,<br />
zaak uit de voornaame ziekte afgeleid word- het<br />
geene toegedaan zynde, word licht beweezen,<br />
dat volgens deeze leere doch de allerzaam^efieldlte<br />
ziektens onder zeer eenvoudige hoofddukken kun,<br />
nen gebracht worden, en aan redelyke öhriéedn*<br />
onderworpen zyn: het geene noch klaarder te<br />
verdaan is, zo dra geene verfchynfelen van ziek<br />
tens voor waare toegelaaten worden , tenzy zy<br />
voor de zinnen bevattelyk zyn, gelyk ook geene<br />
tekenen of voortekenen van ziekte geloof verdie.<br />
nen, bebalven die, welke regelrecht uic de fon<br />
teinen der Ziektekunde gefchept worden.<br />
Thans is de weg gebaand, om op niec minder<br />
eenvoudige beginzelen de leere der Heeikonsc ce<br />
gronden. Zulks is aan B O E R H A A V E in 't gemeen<br />
gelukt in zyne kortbondige fpreuken na de nirgaave<br />
door van SWIETEN: in welk onvermoeid getuigt<br />
fchrift uit den beledigden omloop, verfloppinge;<br />
Uit de verftopping,ontfteeking; uit de ontfteeking,<br />
etterwording; uic de etterwording, wederom an<br />
dere toevallen, ten fraaiften afgeleid worden: op<br />
dezelfde wyze heeft die voordander der Genees<br />
konst over de beenbreuken, de wonden, de ont-<br />
wrigtingen gehandeld, zoo dac ik een ruim veld zou<br />
de hebben , indien ik flegts de cytels van een<br />
voudigheid, die in dac onfierfelyk werk voorkoo-<br />
rtien, wilde aamvyzen.<br />
Laat
SPREUK VAN BOERHAAVE. 199<br />
Laat ons flegts de Ontfteeking ten voorbeelde<br />
neemen, dewelke BOERHAAVE (O befchryft te<br />
beftaan in eene drukking van het roode bloed,<br />
dildaande in de kleinfte kanaalen , en eene wryving<br />
door de beweeging van het overige omloopende<br />
bloed, welke omloop door koorts verfneld<br />
word. Ik zal my niet inlaaten om deeze leere<br />
van BOERHAAVE hier of te betwisten ofte verdedigen;<br />
ons is genoeg daaruit te zien, hoe de<br />
groote man met alle mogelykheid getracht heeft<br />
eenvoudig, dat is, klaarblyklyk, te zyn, om zyne<br />
gevoelens te ftaaven. Hy veronderfteld eene drukking<br />
en eenen dildand van bloed, dat is hy veronderfteld<br />
verftopping die niet op zichzelven gelaaten<br />
word, maar de tegenwerking van het levendige<br />
lichaam moec uitftaan en verdragen, waardoor<br />
een aanval op het roode bloed , dat de flagaderen<br />
en aderen verftopt heefc , gefchied. Deeze<br />
veronderftelling is geenzins onberedeneerd , maar<br />
in cegendeel door hem in een geheel daarcoe gefchikc<br />
hoofddeel afgehandeld (O > en de Verftopping<br />
bereids als oorzaak van oncfteeking (O aangewezen.<br />
De verftopping door drukking beledigd<br />
wordende, kan hier uic ontdaan Verbreking van<br />
hec verdopte deel en uitvaating van hec ftilftaande<br />
roo-<br />
(r) L. c. p. M.<br />
(ï) P. 160. §.. 107.<br />
CO §• 122<br />
- ft fr . . .<br />
" 'N 4
tco C. P E R E B O O M OVER DK<br />
röode bloed , hec gene nochtans geen ontff.ee.<br />
king is; maar wanneer by de gezegde drukking<br />
komc Wryving en febuuring van hec overige bloed,<br />
jnec vermeerde!.len koonsachtigen omloop, daar<br />
heeft men het juiste denkbeeld, hoe BOERHAAVE<br />
de ontfteeking heefc begrepen. Toets nu, Leezer,<br />
aan dit denkbeeld alle gevallen van ontfteeking,<br />
en gy moogt veilig den ftcmpel der waarheid Haan<br />
op een van beide; te weten of op de zekere aan-<br />
wezencheid van ontfteeking, of ten minften van die<br />
ziekte, welke BOEK HA AVE onder den naam van<br />
ontfteeking befchryfe, zo dikwerf gy eene gedrukte<br />
verftopping der bloedvaten , met hitte cn koorts<br />
verzeld, hebt aangetroffen.<br />
Geen duisterheid blyft 'er thans in het verkiaa-<br />
ren der geheele ziekte meer overig. De zitplaats<br />
der ontfteeking is reeds bepaald'in 't bloed en de<br />
-bloedvaten. De eerfte oorzaak is verftopphg of<br />
bever hec beginzel van verftopping, hec zy in de<br />
bloedvaten zeiven huisvetcende, of.meer byzonder<br />
in het bloed, of in de nabygelegen deelen. De<br />
daarby komende drukking en koorts hebben wy<br />
reeds aangewezen. De ontfteeking word derhalven<br />
vermeerderd door alles wat verftopping maakt, en<br />
geneezen door dezelve tegen ce gaan. Van hier<br />
de aanwyziugen om de belediging der verftopte<br />
vaten te verhoeden , en zo 'c mogelyk is , de<br />
verftopping zelve wegteneemen; om de verftopte<br />
ftoffe te ontlasten en langs bekwaame wegen te<br />
loo-
SPREUK VAN BOERHAAVE. 201.<br />
loozen en afteleiden; en om de gevolgen der ont<br />
fteeking voortekomen.<br />
Voor 't overige , deeze dingen zyn zo klaar<br />
door zig zeiven, en loopen ieder een in 't oog,<br />
dat wy veilig moogen overgaan tot de uit- en in-<br />
wendige geneesmiddelen,. dewelken ik weder kor-<br />
telyk Ml^aantoonen , dat volgens de leere van<br />
BOERHAAVE moeten vereenvoudigd worden. Te<br />
weeten, de vergelyking van iedere ziekte met den<br />
gezonden ftaat, leverd op voorbehoedende :en ge<br />
nezende aanwyzingen, dewelken kunnen leeren,<br />
(na de uitvinding der Geneeskunde door eenvou<br />
dige ondervinding ,) hoedanige Artzenyen moeten<br />
aangewend worden. Maar opdat alle geneesmid<br />
delen aan de ondervinding, als aan een toetfteen,<br />
moogen getoetst worden, moeten zy volftrekq<br />
eenvoudig zyn, opdat uit het zaamgeftelde geen<br />
verwarring en onoplosbaare zwaarigheid ontftaan.<br />
Wy begrypen thans de gegronde reden, waarom<br />
de voornaamfte konftenaars met weinige , doch<br />
beproefde geneesmiddelen, te vrede zyn geweest,<br />
en voor lichtvaardige Artzen gehouden hebben<br />
hen, die nieuwe, doch onbeproefde geneesmid<br />
delen, flechts uit praalzugt, aan hec gemeen plee<br />
gen optedringen : wyders wie bezefc niet, dat ge<br />
gronde ondervinding in de praktyk niet volmaakt<br />
kan verkregen worden, dan met weinige, dikwils<br />
herhaalde , artzenyen , derwelken ftandvastige wer<br />
king een onwankelbaar vertrouwen baard. Ja, een<br />
N 5 e<br />
"
«ca C. PEREBOOM OVER DE<br />
en dezelfde vöorfchriften zyn voortreffelyksr, om<br />
aan een en dezelfde aanvvyzing te voldoen.<br />
Wyders hoe nuttig is het niet voor de beurs<br />
der zieken, en hoe geredelyk is het middel niec<br />
aan de hand, wanneer men met eenvoudige arezenybereidingen<br />
weet ziektens te bedryden. Men<br />
is op het geringde dorpje niet verlegen, daar veele<br />
faamgedelde voortbrengzels met grooten toedel<br />
naauwelyks in een dad kunnen klaargemaakt worden.<br />
Ik zal degts ten voorbedde bybrengen, -dat<br />
volgens B O E R H A A V E een windbrekend klisteer<br />
kan gemaakt worden uit een eenvoudig afkookzel<br />
van gemeene camille met een weinig honig ;<br />
daarentegen is het volgende voorfchrift niet anders<br />
dan het windbrekende klisteer van MVNsicHT;ze<br />
zyn beide daarenboven even goed, maar welk een<br />
Verbazend onderfcheid in het eerde eenvoudige en<br />
het andere famengedelde, van omtrent 17 oneen<br />
colatuur.<br />
3<br />
jji. Rad. zedoar.<br />
Bacc. jumper, aa ij.<br />
. Herb.. chamom. vuig.<br />
Aneth.<br />
Fcenicul.<br />
Mercur.<br />
Chozrefol. "a 3/3.<br />
Sein.
SPREUK VAN BOERHAAVE. 205<br />
Sem. Agni casti.<br />
Cymin.<br />
Anif.<br />
Ammios.<br />
Carvi. 7 3 üj.<br />
Pulp. Colocynth. 3/3.<br />
Coq. 6P i£. Colatur aj.<br />
Ol. Rutac. pfy<br />
Elec. de bacc. laur. |j.<br />
Casf. ree. extract. §/3.<br />
Sal. Comm. 5 ij.<br />
Castor. d}.<br />
M. & F. Emma.<br />
Duizend zodanige windrige voorfchrifcen uittefchryven,<br />
zoude niet moeijelyk zyn. Men fia het<br />
oog flegs op de theriaak Van ANDROMACHUS, en<br />
overweege den loozen trek van deszelfs uitvinder<br />
om zich een' naam te maaken. Hy had algemeen<br />
"hooren pryzen de geneeskracht van het mithridatium<br />
van DEMOCRATES: hiervan kon hy veilig<br />
en ondervindelyk gebruik gemaakt hebben , maar<br />
behendig bedacht hy eene nieuwe artzenybereiding,<br />
door eenige weinige drogeryen Uit het mi"<br />
thridaat te verwerpen, de overigen netjes te kopiëeren,<br />
daarna zyne theriaak te vermeerderen <br />
(0 roemruchtige kunstgreep, waarvoor de waereld<br />
altoos aan ANDROMACHUS zal verplicht blyven!><br />
mat flangenvleesch, en het welk de fpil der zaake<br />
was,
5C-4 Cï P E R E B O O M OVER DE<br />
was, met vermeerderde hoeveelheid opium. Tot<br />
pynftilling en flaap ver wekking is een greintje opium<br />
even krachtig als een drachma theriaak: ja me<br />
nigmaal is de eenvoudige opium veel veiiiger<br />
middel.<br />
Of is de ipecacof
SPREUK VAN BOERHAAVE. 205<br />
voudiger gefchied, door uitgeleczene en beproef<br />
de middelen, en veel meer dan door zodanig<br />
mengelmoes , hoedanig doorgaans aanbevoolen<br />
word in de Apotheeken , alwaar de zaamgeftel-<br />
den, als by geval, fchynen aangewaayd te zyn.<br />
Eindelyk die aanmerking opend eene nieuwe myn<br />
van eenvoudigheid: te weeten, dat ieder genees<br />
middel is begaafd met verfcheiden , zo wel hoe<br />
danigheden, als krachten; om tegelyk genoegzaam<br />
te worden tot veele gebruiken. Gelyk als de<br />
ipecacoanha by voorrang wel een braakmiddel is,<br />
maar daarenboven heeft zy eene buikzuiverende<br />
kracht, is verfterkende, en een tegengift: insge-<br />
lyks heeft rhabarber pisdryvende en buikzuiveren<br />
de krachten : alle pisdryvende middelen zyn ook<br />
borstmiddelen: en alzo zal alle geneesmiddel kon<br />
nen aangewend worden tegen verfcheiden ziektens.<br />
Maar de pen haast zich reeds: vermids my zelfs,<br />
daar ik wilde over de eenvoudigheid handelen,<br />
niets meer ter herte gaat, dan dat de inhoud, de<br />
ftyl, en orde van deeze Redenvoering, niet on-<br />
gelyk zouden zyn aan de Zinfpreuk:<br />
S'mpliciter.<br />
DER-
D E R D E<br />
ANTWOORD<br />
OP DE<br />
V R A A G ,<br />
VOOllGEST ELD DOOR HET<br />
GENEESKUNDIG GENOOTSCHAP,<br />
ONDER DE ZINSPREUK<br />
S ERVJNDIS CIVIBUS:<br />
Over de Spreuk van den Grooten Boerhaave,<br />
SIMPLEX VERI SIGILLUM.<br />
DOOK.<br />
Medicinae Doctor te Amfterdam.<br />
onder de zinfpreuk:<br />
QUANTUM EST IN REBUS INNANE!<br />
Aan den Schryver van het welke de Zilveren<br />
Gedenkpenning in de tweede plaats<br />
is toegeweezen.
s-1..<br />
Oneerbiedig is hy die den naam van den grooten<br />
Leermeester BOERHAAVE zonder voorafgegaane<br />
loffpraak aanhaalt , en onbekwaam die<br />
hem mee cieraadjen omkleed wil voordellen.<br />
BOERHAAVE ftygc boven alle lofgedingen: alle<br />
gaven der natuure, de gelukkigfte gaven, maaken,<br />
in het voetfpoor van wysheid en deugd, voortgangen<br />
, ongenaakbaar voor het begrip der Loffpreekers<br />
en Redenaars. BOERHAAVE'S zonderling<br />
verftand, boven menschlyke zorgen yver,<br />
en zyne poogingen tot deugdzaame inzichten ,<br />
konden niet anders dan allernuttigst zyn voor het<br />
menschdom; immers de bewaaring en verzekering<br />
var*.deszelfs beflaanbaarheid zyn de'tweede<br />
vermogens , wanneer men de fchepping de<br />
eerfte noemt : heeft die dan lof nodig, die in<br />
rangfehikking de eerfte den Schepper volgt,<br />
BOERHAAVE?<br />
§. 2. Het geen de helfte der Geneeskunde uitmaakte<br />
, werd gezegd van de Goden afkomftig, en<br />
door een erflyk . recht aan den ftamling HIPPO-<br />
CRATES naagelaaten te zyn; het geen HIPPO-<br />
CRATES door een erflyk recht bezeten heeft,<br />
heeft onze groote Leermeester ook in bezitting<br />
gehad , en is dus gelyk met de erven der Godlyke<br />
gefchenken.<br />
§. 3. Uitvindingen i op gezonde redenen fteutiende,<br />
en proeven, op het werktuiglyke lichaam<br />
JX. D B EL. O ge-
aio E. KRUMPELMAN OVER DE<br />
genomen, hebben deeze konst verrykt: de navor-<br />
fching der byzondere lichaamsdeelen door VESA-<br />
LIUS, ASELLIUS, HARVEUS, PECQUET, LI-<br />
BERIN, WARTHON, DRELINCURT1US, BAR<br />
THOLINUS, RUISCH, de wetten van derzelver<br />
zamenftelling, door BOY LE, BOREL, BELLINI,<br />
MALPIGHII, PITCARN, waargenomen, maaken<br />
deeze wetenfcbap meer uitgebreid, en van groo<br />
ter waarde. Hy, die het wanbegrip der Genees<br />
kunde van de waarheid wist af te fcheiden, rukte<br />
het menschdom uit grooter gevaar en verwoes<br />
ting, dan ooit pest of verdelgende oorlogen kon<br />
den te weeg brengen, namelyk uit het bellier der<br />
verfchillende fecten, die de Geneeskunde een lan<br />
ge reeks achtereenvolgende eeuwen tot moord-<br />
greepen hadt verbasterd. — Hy, die-den invloed<br />
aller wetenfchappen op het werktuiglyke lichaam<br />
gekend, en derzelver wetten met die der natuure<br />
vereenigd heeft , moet immers als de oprechtfte<br />
hervormer der Geneeskunde , en zuiverde Leer-<br />
fteller door ons, zyne Leerlingen, geëerd wor<br />
den. — Met welke nedrigheid beantwoordde hy<br />
de verwondering over groote geneezing hemf ;<br />
dank-<br />
betuigd? — hoe naarftig toonde hy de aanwyzing<br />
der natuur! het tuigwerklyk gebrek, het wiskun<br />
dig einde der geneezing ! !— hoe affchrikkelyk<br />
was hy van wanftallige vermengingen en bereidin<br />
gen.' — hoe mistrouwde hy de geheime kracht<br />
van onbekende geneesmiddelen, wanneer hy met<br />
• de
SPREUK VAN BOERHAAVE. au<br />
de fpreuke onderrichtte: „ kent een waar genees-<br />
„ middel aan zyne eenvoudigheid," Simplex verl<br />
figillum.<br />
$. 4. Men begrypt ligtlyk, dat deeze zin niet<br />
gelyk is aan die der kruidmengers, dat namentlyk<br />
de eenvoudigheid beftaan zoude in de vermyding<br />
van eenige vermengingen, welke konstgrepen vorderen<br />
, of in de toediening van een enkel geneesmiddel,<br />
dat in laagen prys is, en aan hun woeker -<br />
zuchc voldoet. Geenzins; de eenvoudigheid van de<br />
geneeswys wordt als dan verftaan , wanneer ze<br />
de gebrekkelykheid onzes lichaams verbetert, aan<br />
het einde voldoet, en niets overvloedigs heefc ,<br />
dat nimmer voordeel, maar altyd naadeel kan te<br />
weeg brengen. Konstlyke werktuigen, van welke<br />
clasfe die zyn , . vergeleeken met dat van ons<br />
lichaam , zouden den konstarbeider den lust beneemen<br />
wegens den verren afftand, indien hy niet<br />
tevens bewonderde de grootheid des Scheppers in<br />
zyn fchepzel. De vastheid der beenderen, derzelver<br />
figuur, gepastheid , geledingen, uitfteekfels,<br />
geven zy niet het model aller bouwkundige<br />
werktuigen? — de byzondere plaatzingen der fpieren,<br />
fteunpuncen, geven zy niet hec leerfruk der<br />
kracht- en gewigtkunde zo eenvoudig als zamengefteld?<br />
— de buizen, holheden, de vochten,<br />
hunne proportie tegen elkander, hunne beweeging,<br />
geven zy niet de fraaifte konstvertooningen en<br />
onderrechtingen van wacerkunde, fonteinkunde,<br />
O % meet-
212 E. K R U M P E L M A N OVER DI<br />
meetkunde? — De zintuigen het oog, oor, enz.<br />
zyn de bewysgronden zelf der lichtkunde, ftraal-<br />
breeking en terugkaatzing, hec natuurlyk micros<br />
coop , chelescoop ? —-de long is immers de lugt-<br />
pomp in volmaakcheid gelyk , en de voortduuring<br />
en befïaanbaarheid uic hoe weinig ftoffelyks ge<br />
fchied die? en welke harmonie oeffenen deeze by-<br />
zondere werkcuigen op elkander in hec herftellen<br />
der ziekelykheden ? hec is fchandelyk , dac hec<br />
menschdom, hec model van alle meescerftukken ,<br />
het kort begrip van de natuurwetten, waar mede<br />
het Opperwezen ons mee onze fchepping heefc<br />
willen verryken, heefc verwaarloosd, en deeze heeft<br />
willen uitvinden in weelderige denkbeelden en<br />
veranderlyke phantafien.<br />
§. 5. Welk Geneesheer,wanneer hy tot byftand<br />
ran een zieken geraadpleegt wordt , verwondert<br />
zich niet over de geneeswyze, welke de natuur<br />
menigwerf zelf verrigt, en voorzigtig befluit niets<br />
té moeten aanwenden, het geen deeze geneeskun<br />
dige kragten der natuur moge ftooren. Men<br />
mag te rechc zommige ziekcens f», gezond<br />
noemen, alwaar kwynende ongemakken, die door<br />
geen geneesmiddelen ce herftellen zyn , door<br />
eene nieuwkomende ziekte ontruimc worden.<br />
Voorwaar eenvoudiger kan niecs begonnen wor<br />
den, dan alleen aanfehouwer te zyn, en aan<br />
en) Morbus fahtbris, ASCLEPIADES.<br />
mer
SPREUK VAN BOERHAAVE. 213<br />
merkingen te maaken, welke bewegingen , langs<br />
welken weg, met welke gepastheid en maate het<br />
lichaam als dan is geneezende. Dwaaslyk zoude<br />
hy immers doen, die de juiste proportie der vaten<br />
tot de vloeiftofTen vind, geen fpanning der wan<br />
den , geen belemmering, maar vryen loop in be<br />
weging bemerkt, aderlatingen werkftellig te maa<br />
ken, enz. — Gevaarlyk is hy, die, de natuurly<br />
ke ontlasting ongehindert vindende , waardoor<br />
het lichaam, indien zo gemodereerc is, zich ver-<br />
beetert, dezelve wil forceren, waardoor de na<br />
tuur een doodelyken cours zoude kunnen doen.<br />
Deeze geneeswys is wel de eenvoudigfte en bezit<br />
wel de meeste konst , vermits een Geneesheer<br />
te meer onderfcheiding moet bezitten, wil hy van<br />
doen of laaten zich gerust Hellen.<br />
§. 6. Hy is dan een wiskundig Geneesheer, wan<br />
neer hy het werktuig van ons lichaam kent, en<br />
derzelver wetten weet, en dirigeert naar de ge-<br />
brekkelykheden in hec voorige. 'Er zyn wel te<br />
genwerpingen die veel kragt tegen deeze geneeswys<br />
fchynen te hebben. Wanneer de Voorftanders der<br />
Stahlianen de neiging en afkeer der ziel op het<br />
ziekelyk bewyzen willen , ons vragen , welke de<br />
wiskundige werking van het opium is: mogelyk<br />
zoude die eenvoudig te beantwoorden zyn, waaren<br />
wy nader tot de kennis van het levensbeginzel<br />
gekomen. Men ondervind dac die levensbeginzel,<br />
zynde de gevoel- en beweegkragc, de veer, hec<br />
O S ge-
214 E. K R U M P E L M A N OVER DE<br />
gewigc van hec werktuig, door zommige geurige<br />
middelen opgewekt, door andere byzonder (tin<br />
kende beteugelt en uitgedooft worde. Maar hoe?<br />
de magneetkragt is ook duister, en evenwel niet<br />
buiten hec beftek der wiskunde.<br />
§. 7. Verwonderlyk is het, hoe weinig onder<br />
houd dit werktuig , op een onbekende wyze in<br />
beweging gebragc, doch regelmatig volgens wis<br />
kundige gronden voortduurende, tot zyn beftaan<br />
nodig heeft. Het heefc immers by de oudheid<br />
gebleken, dac het menschdom, vry fterker in krag-<br />
ten, minder ziekelyk , toe vry hooger trap van<br />
ouderdom geraakte. Welke redenen zouden hier<br />
van zyn? De lugtsgefteltenisfe, denke ik, is wel de<br />
zelfde geweest, die nu nog is. De gemoedsaan<br />
doeningen waaren zelf toe hun nadeel, vermits<br />
zy minder befchaaft waaren. Hunne beweegingen,<br />
hunne kledingen verfchilden weinig van die van<br />
onzen Landman; edoch hun drank was water, en<br />
hunne fpyze was hec voedzel der aarde, namenclyk<br />
de groentens, en hec vleesch raauw,of een hoog-<br />
ften gefchroeir,<br />
$. 8. Deeze eenvoudige leefwyze ftrookc vol<br />
komen met myn zin , en de Engelfche keuken<br />
heefc by my veel meer ingang dan die der Fran-<br />
fche, Laac ons immers de vleeschbereiding eersc<br />
coc een bafis houden. DeEngelfchen fchroeijen hec<br />
door een groote hitte; hec braad niec maar kookc in<br />
zyn eigen zap; de fchielyke uiczecting breekt ogen<br />
blik-
SPREUK VAN BOERHAAVE. 215<br />
blikkelyk hec verband, hec weefzel van den caai-<br />
jen vezeldraad, en hec vleesch, offchoon hec bloe<br />
dig en omcrenc raauw zich vercoonc, is evenwel<br />
malsch. Die hec langzaam en al ce gaar kooken of<br />
braden, doen door een langzamere hitce hec ge-<br />
leiachcige van het vascere gedeelte affcheiden; dit<br />
droogc voor eerst uit, word hard, en gelyk aan<br />
mufiek-fnaaren; de uitlekkende fappen verdeelen<br />
zig; het vetachtige word rans, en hec geleiachtige<br />
oncaarc, verbrand en verlooren. Weinig zal hec<br />
bacen mee knoflook of andere geuren den vleesch-<br />
fmaak nog meer ce vervreemden. Ik denk, dac deeze<br />
leefwys onze vochcen eerder verdeelc, oncaarc, en<br />
de vasthechcing des voedzels, de flerkte der vasce<br />
deelen cegenhoudc. Hec raauwe vleesch en deszelfs<br />
fappen zyn immers aan ons bloed en vezeldraad<br />
nader in gelykheid; een voorbeeld zy hec ey. Ik<br />
zal my hier niet verder over ophouden, dit zy ge<br />
noeg voor de overige bereidingen.<br />
§. 9. Het water , de drank der ouden, is hun<br />
prjefervacif geweest en geneesmiddel in alle ziek<br />
ten. Die is, zegt HOFFMAN, het remedium, fiv&<br />
panacea univerfaüs. Dit middel tempert de in-<br />
gebooren warmte, wekt de geesten zelf op, en<br />
drukt die neder in verfchillende gevallen. Dit is<br />
een zuiverend middel , dac de onreinheden van<br />
maag en darmen affpoelc, ja, naar dac het warm of<br />
koud is, alle kragcen bezie. Laauw gemaakc is het<br />
ontlastende door braaking, welke werking mees-<br />
O 4 tyds
2i5 E. KRUMPELMAN OVER DB<br />
tyds door ftoelgang achtervolgt worde; tot meer<br />
der trap van warmte gebragt, is 'er niets dat meer<br />
weekmaakende is, dat den toegekrompenen vezel<br />
draad verzagt, uitweekt, fleepvocht van het dikke<br />
flymerige word , en doortogc maakt door de<br />
buikvaten. Het zelfde gefchied in de overige<br />
omlopende vochten , dezelfde verzagting op den<br />
vezejdraad, en dezelfde verdunning der taaije en<br />
afwasfing der fcherpe vochten, welke, zo in heete<br />
als flepende ziektens, door een bevorderende uit-<br />
waasfeming ontlast worden. Gebruikt men het<br />
koud,-wat is meer verkwikkende? zenuwfter-<br />
kende ? veerkragtiger ? Het koude water geneest<br />
ftandvastig verzwakkinge der maag en ingewan<br />
den, hypochondrie en hyfterie, (indien uit atonia);<br />
het is een byzonder borst- en uitwaasfeming - ver<br />
fterkend middel, by toevallen welke uit aandoen-<br />
lykheid voortkomen; waarom het koude water de<br />
hebbelykheid tot verkouwing, zinkings, hoofdpynen<br />
en huids - aandoeningen promptelyk wegneemt.<br />
Buiten noch deeze voordeden heeft het niets, dat<br />
ons in verdenking brengt, niets geestryks, dat ons<br />
herfenftel verftooren kan , niets vreemds, dat<br />
of zuur, of loogachtigheid of vervuiling , of<br />
ontvreemding kan veroorzaken in ons lichaam ,<br />
en is dus niets anders dan een volmaaktheid in<br />
zyne eenvoudigheid, gaave der natuur ! genees<br />
middel uit de hand van den Opperften artfenybe-<br />
reider, die het menschdom, dat in zyn begin, in<br />
de
SPREUK VAN BOERHAAVE. 3.17<br />
de gronden der wetenfchappen geenzints volleerd<br />
was , door een dierlyk inftincc, zyn prafervatif<br />
en geneesmiddel heeft tot zyn welzyn leeren ken<br />
nen en gebruiken.<br />
$. 10. De konst van geneezing, naar maate dee<br />
ze naderhand heeft toegenomen , heeft te gelyk<br />
de geringheid v«n des menfehen begrip gelee-<br />
raart \ de gronden , waaruit de aanduidingen<br />
der natuur eerftelyk getrokken wierden , hebben<br />
onze onweetendheid aangetoond door laatere en<br />
nauwkeurige waarneemingen; de meenigte der<br />
kruiden, planten , en andere voortbrengfels der<br />
natuur, als geneesmiddel (zonder bepaaling) ge-<br />
beezigc, hebben weinig voordeel, maar veel byge-<br />
loof en verwarring veroorzaakt; — de zaamenftel-<br />
ling van geneesmiddelen heeft verkeerdelyk het<br />
vertrouwen gewonnen ; — de fcheikundigen<br />
hebben in de aanpryzing van hunne door<br />
vuur bereide ertfen , enz. niets anders dan loo-<br />
gentaal en bedrog in plaatze van geneezing doen<br />
ondervinden. Ik herhaal het , naar maate wy,<br />
door opgeblaazendheid , van de Goddelyke ge-<br />
fchenken afgegaan zyn, hebben wy ondervin<br />
dingen gemaakt in ons verderf en vernietiging.<br />
Gelukkig dan voor ons menfehen, dat onder de<br />
konst-aanbidders één is opgeftaan , een HIPPO-<br />
cRATKs, die niets verdigt heeft, niets vermeer<br />
dert, maar alleen de natuur en haare wetten zor-<br />
gelyk heeft gade geflaagen , en opregt opgegeven,<br />
O 5 Hy
2iS E. K R U M P E L M A N OVZR DB<br />
Hy heeft, naar den zin van de Goddelyke wys-<br />
heid zelf, de verfchillende gefteidheden , en ge<br />
volgen van hec geen voordeelig of nadeelig was,<br />
waargenomen en getrouwlyk aangecekent. Fili,dum<br />
vivis periculum fac animi tui , ac vide quid fit<br />
malum, ac ne des UIL Non enim omnia omnibus<br />
conferunt. Ecclef. cap. XXXVIII. vers 30.<br />
§. 11. Het gecal der geneesmiddelen , waar<br />
mede de winkels pronken, heeft zodanig toege-<br />
noomen, dac de weezendyke vergiften , die met<br />
geen becrekking op eenig toeval anders dan ver<br />
dervend kunnen worden , het roccekruid, cobalc,<br />
loodbereidfels , padden en andere vuilheden niec<br />
uitgenomen , 'er onder begreepen worden- Wy<br />
zullen die voor onze Verhandeling even als voor<br />
den menfchelyken welftand verwerpelyk houden,<br />
en alleenlyk de nuttigheid der eenvoudige genees-<br />
wyze betoogen.<br />
§. 12. Wy befchouwen ons lichaam als een<br />
wacerwerktuig, beftaande uic een menigce bewe<br />
gende buizen, die een byzonder vochc voeren in<br />
byzondere direccien, naar dac deeze werkcuiglyk<br />
zyn ; en de gevolgen deezer bewerkingen zyn<br />
veranderingen , dienende cot beftaanbaarheid des<br />
lichaams, volmaaking der gezondheid , en afwee<br />
ring der ziekelykheden.<br />
§• 13- Wy ondervinden, in ons lichaam even als<br />
in water- of andere bewegende werktuigen,een ge<br />
pastheid van hec bewegende beginzel, de veer, het<br />
ge-
SPREUK VAN BOERHAAVE. 219<br />
gevvigc, de levenskragt, ook dezelfde wanordens<br />
die door eene ovcrmaatige of ongencegzaame<br />
beweegkragc voortgebragc worden. Welke aan<br />
merking ons de aanleiding geeft tot de eerfte grond-<br />
ftelling, namentlyk , de maathouding van het hé-<br />
wegend beginzel.<br />
%. 14. Wy merken verder aan, dat de beweging<br />
der vaten, de vrye loop der vochten , gefchied<br />
door eene byzondere evenredigheid tot elkan<br />
der , en door eenige vereischtens in de vaste of<br />
vloeibaare deelen zelf. Doch deeze vereischtens<br />
komen door de lichamelyke bewerkingen , eerst<br />
in de vloeibaare, dan in de vaste deelen ; en door<br />
deeze vereischtens gefchied de verfterking en be-<br />
kwaammaking der werktuigen. Zoo loopt alles in<br />
elkander. Zodanig is die Godlyke kring, cnz.divi-<br />
nus ille circulus, quo conjenfus unus & confpiratio<br />
una. HIPPOCRATES. Indien nu deeze bewer-<br />
kinge van de vaste deelen afhangt, indien men<br />
nu deeze deelen in grooter bekwaamheid tot hunne<br />
werking ftelt, zoude men dit, in eenen genees<br />
kundigen algemeenen zin , verfterking kunnen<br />
noemen, waar uit dan volgt een tweede grond-<br />
ftelling. De verfterking van het werktuiglyk deel.<br />
§. 15. Vermits nu de menigte der verfchillende<br />
werktuigen, welke dit zamengeftel bevat, aan<br />
veelerhande verfchillende wetten onderworpen is,<br />
is het zeer ligt te begrypen, dat nu het eene<br />
dan het andere, door verfchillende oorzaaken ge-<br />
hin-
aao E. KRUMPELMAN OVER DE<br />
hindert wordt. Zullende dit een reden geven tot<br />
een derde grondftelling.<br />
§. 16. De geneeskundige herfielling der byzon-<br />
dere deelen, volgens hunne werktuiglyke wetten.<br />
$. 17. Ziet hier drie grondftellingen , welke<br />
zeer eenvoudig zyn , doch de gantfcbe Genees-<br />
en Heelkonst omvatten. Steunende alleenlyk op<br />
grondlyk begrip en zuivere ondervinding.<br />
§. 18. De aloudheid heefc reeds ondervonden<br />
de werking der plantgewasfen , byzonder der geu<br />
rige , op het levensbeginzel, nevens die der geest-<br />
ryke dranken, als hebbende de eerfte meer invloed<br />
op het lichamelyke , de andere op de gemoeds<br />
aandoeningen. Doch men zoude, wegens de onze<br />
kerheid der kruiden , zo met opzigt toe de ver<br />
fchillende rangfehikkingen, der geuren, als der<br />
zelver hoeveelheid van vermogen , kunnen voor<br />
dellen , door welke oorzaak zy werken op hec<br />
dierlyk lichaam? Zekerlyk 'er zyn plantgewasfen<br />
die het lichamelyk levensbeginzel byzonder opwek<br />
ken , gelyk deeze geurige die wy bedoelen , en<br />
deeze meer of min uitwerken naar evenredigheid<br />
deeze kragt kenbaar is.<br />
§. 10. De vergelyking, welke deeze groeiftof-<br />
fen mee de gegeste geestryke vogten hebben, is<br />
in evenredigheid, namentlyk de dronkenmakende<br />
geesten, van welken aart die zyn , bezitten een<br />
fynen vluggen geest, fp. aither, aan zich zeiven<br />
gelyk, in hoeveelheid als hun dronkenmakende<br />
kragc
SPREUK VAN BOERHAAVE. 221<br />
kragt groot is; de geurige plantgewasfen leveren<br />
een fynen geest, van vaster zelfftandigheid, gelyk<br />
aan zich zeiven, in hoeveelheid als hunne op<br />
wekkende kragt is. Den campher.<br />
§. 20. Campher, uit een foortvan laurierboom<br />
getrokken, kan niet alleen uit fpeceryen als ka<br />
neel, cardamom, jenever, munt, zever, duizend<br />
blad , maar ook uit onze balfemieke planten als<br />
rosmaryn, faly, hysfoop, lavendel, majoryn, thym<br />
en een menigte andere voortgebragc worden.<br />
§.21. Wanneer wy deezen ontleden willen , ont<br />
dekken wy niet klaar zyne zaamenftelling. De aard<br />
of zuure grondbeginzels, worden door de konst<br />
niet ontwikkelt, maar wy zien een vast vetachtig,<br />
doorfchynend, ten eenemaal in warme lugt weg<br />
vliegend lichaam ; het word nergens door , de<br />
verbranding uitgenomen , vernietigt , noch treed<br />
in eenige algemeene vermenging, dan op dezelfde<br />
wyze als het door de konst is losgemaakt. Cam<br />
pher door geconcentreerde zuuren, door fcherpe<br />
loogzouten, door wyngeesten, door flymachtige<br />
weezens verandert, herftelt zyn gedaante, zo dra<br />
het van zyn fcherp aanhangfel afgewasfen en ver<br />
lost wordt.<br />
§. 22. Neemen wy de balfemen en gomharfen<br />
in onderzoeking, dan vinden wy een naauwkeuri-<br />
ge door de natuur gemaakte vereeniging te zyn<br />
van zuurdeelen, phlogistike aard- en waterdeelen ,<br />
doch byzonder een groote hoeveelheid lugts; daar<br />
'in
au E. K R U M PEL M A N OVER DE<br />
in tegendeel de campher een vetachtig lichaam op<br />
zich zeiven is, van voorige grondbeginzels afge*<br />
fcheiden: de wynfteen, een lichaam, beftaande uit<br />
water, aard , flym , zuur , phlogiston , en veel<br />
luchtgedeeltens , door rust , koude , verandering<br />
der vochten van diergelyk olyachtig weezen afge<br />
feheiden , neemt den campher in zyn boezem ,<br />
vereenigt hier innerlyk mede, fmelt met hem in<br />
water , als cristal doorfchynende, beneemt zelf<br />
zyn onaangenaamen brandenden fmaak , gelyk de<br />
fchifring door vitriool - zuur duidelyk bewyst.<br />
§. 23. De geneeskundige kragt van den campher,<br />
verdunt, en dusdanig verzagt, is zeer gemakkelyk<br />
af te leiden, vermits hy, als de prins der geurige<br />
middelen, in de omlopende vochten , byzonder<br />
in de wey, opgenomen, de wey-voerende vaten<br />
prikkelt en derzelver bewerkingen bevordert: dit<br />
zyn affcheidingen van flymvochten, neusvlies, long-<br />
klieren , darmklieren , onderbuikzuivering, pisloo-<br />
zing, uitwaasfeming, polsverheffing, koking, etter-<br />
making ; bewerkingen, die ook in een hoogeren<br />
graad van kwetzing der zenuwen zelf gevolgt<br />
worden. Wyl nu hec ingedrongen aroma op het<br />
levensbegin als zamengedrongen fcherpte of zwaar<br />
te op het vaste werktuiglyk deel kwetzing maakt,<br />
zo is deeze wyze (§. 22.) veel veiliger dan andere<br />
mengfels van den campher.<br />
Welke ruimte geeft deeze geneeswys in de artfe-<br />
nywinkel! welke bepaaling en zekerheid der werking,<br />
in -
SPREUK VAN BOERHAAVE. 223<br />
indien het middel trapsgewys wordt ingenomen!<br />
Klaarlyk wordt hiergetoont de algemeene uitgebrei<br />
de geneeskragt der natuur, en de luttelheid des ge<br />
neesmiddels ; wy worden bevryd van een bygelovige<br />
onzekerheid, van ftimulantïa , cordialia, cepha-<br />
lica, ftomachica, hepatica , viseer alia , pectora-<br />
lia, diuretica, emmenagoga, nephritica, alexite-<br />
rica, prophylactica.<br />
$. 24. Tegenovergefteld wordt de levenskragt,<br />
die der fpiervezel onaangeroerd , veranderc, ver<br />
dooft of vernietigt, door eenige gewasfen, waar<br />
onder het heulzap het veiligfte is, het zy door<br />
een vreemde geur een andere aandoening te ver-<br />
oorzaaken of een andere eigentlyke kragt, die<br />
wy maar ondervindinglyk weten , uit te voeren;<br />
dit is fmeltbaar in water. Eerbiedshalven zullen wy<br />
het aftrekzei van SYDENHAM alleenlyk aanpryzen.<br />
§. 25. Uit hoofde deezer leeren wy op een<br />
eenvoudige en gemaklyke wyze, alle ziektens, die<br />
uit een groote aandoenlykheid voortkomen, te ver<br />
minderen , en fomtyds terftond te geneezen, als aan<br />
houdende zenuw-koortfen, tusfehenpoozende koort<br />
fen en ontroeringen, — alle foorten van vaste en pe<br />
riodieke zenuwpynen, — ja zelfs de ongeregeldhe<br />
den des lichaams, uit pynen, of natuurlyke onge-<br />
maklykheden voortvloeijende, te bedaaren, gelyk<br />
brakinge by wonden, breuken, en de zogenaamde<br />
valfche vlaagen in verlosfingen, welk laatfte ik door<br />
een voorbeeld, daar tien droppelen laud. iïq. Syd.<br />
de
034 E. KRUMPELMAN OVER DE<br />
de valfche vlaagen deed ophouden, en de gelukkige<br />
'er op volgende verlosfing, hebbe bevestigc<br />
gezien. Gemakkelyk kunnen wy dan de Hinkende<br />
geneeskraam ; als castoreum , aangebrand vet ,<br />
en andere grilligheden ontbeeren, onder den naam<br />
van nervofa antifpasmodica , antihyfterica , antihypochondriaca,<br />
antipileptica, enz.<br />
Ziet hier twee geneesmiddelen, campher en opium,<br />
waar mede wy de beginzelen van gevoel en beweging<br />
tusfchen zweep en toom houden. Men<br />
zoude 'er een derde nog by kunnen voegen ,<br />
naamelyk een weinig wyn.<br />
%. 26. De tweede grondftelling, de verfterking<br />
van hetwerktuiglykdeel, wordt op verfcheide wyze<br />
volvoert. Wanneer de vaste deelen de gepaste hoedanigheden<br />
hebben, doch dat hec gewigt, de tegenftand<br />
der vochten, die door deeze vaste deelen<br />
omgevoert moeten worden, te groot is, als dan is<br />
niets meer eigen, niets meer verfterkend, dan den<br />
overmatigen regenftand wegteneemen; dit gefchied<br />
door aderlatingen; dit is de fchynbaare zwakte,<br />
debilitas jimulata, van zo veel aanbelang in de beoeffenende<br />
geneeskonst.<br />
§. 27. De vezeldraad op zich zelve befchouwt,<br />
-in geftadige beweging en veerkragtige inkrimping,<br />
verliest veeltyds veel van zyn veeTkragtig vermogen.<br />
§. 28. De middelen, welke toe verbetering eh<br />
vermeerdering deezer veerkragt gebezigc worden,<br />
zyn in grooce menigte, verfcheide ftoffen van het<br />
delf-
SPREUK VAN BOERHAAVE. 225<br />
delfryk als aluin, yzer, bloedfteen en andere, zeer<br />
veele der plantgewasfen, kruiden, houten, basten,<br />
wortels, en van het dierlyk ryk, gezout, gerookt<br />
vleesch , enz. Doch onder alle deeze munt een ee<br />
nig middel uit, naamelyk de peruviaanfche koorts<br />
bast, welken wy in voorftelling der andere in alle<br />
gevallen voldoende erkennen moeten, indien des<br />
zelfs gebruik niet ontydig te werk gefield wordt.<br />
§. 29. De geneeskragc van den koortsbast, uit<br />
verfcheide grondbeginzels afgeleic , wordt nog<br />
zeer verfchillend beoordeelt en aangepreezen door<br />
de Geneesheeren. Doch wanneer wy de wetten<br />
van wording en beftaanbaarheid in acht neemen,<br />
wanneer wy op de voeding en fpysverteering onze<br />
aanmerking bepalen , vinden wy de duidelykfte<br />
aanwyzing van deszelfs werktuigkundige hulp. Het<br />
is een uitgemaakte waarheid dat de aangroei van<br />
des lichaams vczeldraad gefchied uit de aanplaatzing<br />
van lichamelyke ftoffen, die tot een gelykheid door<br />
de natuurlyke bewerkingen gebragt zyn, en dat ook<br />
de gefteldheid deezer vezel veel afhangt van de<br />
vastheid der fpyze en goede 1<br />
voeding, by voor<br />
beeld die harde vaste fpys nuttigt in overftelling<br />
van fappige en vetachtige.<br />
§. 30. De onderfcheidene geneeskragten, aan de<br />
kina toegefchreven, hebben hun oorfprong uit de<br />
goede gevolgen , welker redenen duister zyn.<br />
Zo heeft men gezegt, hy is een antifepticum, we<br />
gens de gelukkige gevolgen, die hy getoont heefc<br />
IX. DEEL. P in
226 E. KRUMPELMAN OVER DE<br />
in diergelyke gevallen. Zo is zy een antifebrile ,<br />
antifpasmodicum , nervojüm et confortans, ftomachicum.<br />
§.31. Stel- en werktuigkundigen hebben dit allen<br />
van zyn zamentrekkende bitterheid afgeleid.<br />
§. 32. Zamentrekking , offchoon de fcheikundige<br />
proeven het toonen , kan een gezondheidkundig<br />
Geneesheer nimmer aanneemen , dan dat<br />
deeze zig bepaalt op de inwendige oppervlakte van<br />
mond, keel, maag en darmbuis, welke werking<br />
zich als dan door braak- en buik- ontlasting te kennen<br />
geeft. Aluin en fterke thee, enz. zelfs deeze<br />
oppervlakte zaamentrekkende, al waaren de pooren<br />
der melk- en wei vaten ongevoelig, zouden, volgens<br />
een wiskundige wet, dezelve toetrekken en door<br />
hunne droefheid den doortogt beletten.<br />
§. 33. De kina dan, geneeskundig befchouwt,<br />
wordt door de digestie met maag- en darmfappen,<br />
vereent , gaat mede met de chyl tot de overige<br />
vochten;immers de vereeniging deezer bedekt,verftompt,<br />
verzagt zyn bitter, zyne droefheid, met<br />
onze vochten, zo dat hy geene andere dan gematigde<br />
aandoening op het vaat- en zenuwgedel kan<br />
veroorzaaken.<br />
§. 34. De voordeden, welke onze vochten van<br />
zulk mengzel winnen, zyn, daar zy tot een eendaantig,gelykvormig<br />
mengfel, in trappen maar verfcheelende<br />
van de vaste deelen des lichaams , uit de<br />
zogenaamde hoofd - elementen bedaande , gebragt<br />
wor-
SPREUK VAN BOERHAAVE. sa?<br />
worden, en een ftoffelyke hulp krygen , die de<br />
bafis van voeding, wording en voortduuring is.<br />
§. 35. De chyl dan van koortsbast, moetende<br />
bybrengen tot het ftoffelyk weezen, is een vocht<br />
beftaande uit een flym- of liever gom-, en hars-,<br />
zout-, lugt-, en yzer-aarddeelen. De natuur heeft<br />
in den groei van deezen bast een verzadiging gemaakt<br />
van verfcheide hoofddeelen en verfchillende<br />
kragten, waar van geen de overhand heefc. De<br />
aarddeelen, uit hun aard zamentrekkende, zyn door<br />
een zout fyn gemaakt; deeze twee weder door een<br />
hars- en oly-deel verftompc, en door flym en lugt<br />
verbonden,en tot menging met onze vogten bereid*<br />
Dit vastmakend, om wel uit te drukken, mengfel<br />
der natuur, word dwaaslyk door de kunstbereidingen<br />
verdeeld en uit zyn verband geworpen; dit<br />
ftrookt lynregt tegen de natuur-wetten van vegetatie<br />
en dierlyke voeding: waarom dan deeze<br />
gekaauwt, of in poeder ingegeeven, ftandvastiglyk,<br />
direcc en in geringe hoeveelheid, zyne werking<br />
verrigr. De natuurfpraak is hier weder eenvoudig'<br />
heid. Ongerymd dan de benaminge van zamen.<br />
trekking, zenuwfterkend , en bederf-tegengaande<br />
geneeskragt , vermits dit eigenfchappen zyn van<br />
de wording en beftaanbaarheid des lichaams zelfs.<br />
§. 36. De oncfpannende geneeswyze bevestigt<br />
de grondftelling van het tegenovergeftelde volkomentlyk,<br />
en ftaat tot de ontbinding der vochten<br />
en vaste deelen in een tegenovergeftelden<br />
P a zin,
428" E. KRÜMPELMAN OVER DE<br />
zin, gelyk de kina tot de verdikking der vochten<br />
en aanwas van de vaste vezeldraden.<br />
§. 37. De wiskundige reden van deeze genees-<br />
kragt is wanneer de kruiden , plantgewasfen en<br />
andere geneesmiddelen met veel flym- , oly-, of<br />
zoutdeelen begaaft zyn , door wier tusfchen-<br />
komst zy alleen hunne kragt oeffenen. Slym- en<br />
gomachtige deelen maaken groote vereeniging<br />
der vaste deelen met vloei-ftoffen , welke an-<br />
derzints in een te grooten afftand van elkan<br />
der gefcheiden zyn. Namentlyk door de aan<br />
kleving van het plakkend midden-lichaam, dat de<br />
vaste deelen aanhangt en het vochtige inneemt en<br />
aanbrengt, en moeilyk doet affcheiden.<br />
§. 33. De glibberige oly-deelen hebben een<br />
vermogen van door hunne leenigheid de fterke vast-<br />
houdentheid der deelen te verminderen, glibberig<br />
te maken, en de aantrekking te beneemen. Deeze<br />
kragt oeffenen de kruiden, die veel geparfte oly<br />
in hebben , zelve met deezen gelyk.<br />
§. 39. Infnydende geneeskragt, hoe verfchillen<br />
de het fchynt, bepaalt zich nogthans op deeze<br />
werking. De kruiden , vrugten , wortels, wate<br />
ren , enz. voeren dit uit door de 'er in zynde<br />
zout-deelen, welke nogthans wegens hunne ver<br />
fchillende fcherpte , trap van hoeveelheid , enz.<br />
duister zyn en vry menigvuldig, en wanneer zy<br />
met de vochten omgevoert worden, verdeelen zy<br />
derzelver vasthoudentheid , voeren den aangroei-<br />
jen-
SPREUK VAN BOERHAAVE. 229<br />
jende vezel zyn gelei - voedzel af, doordringen het<br />
verband, doch maaken prikkeling.<br />
§. 40. Naar maate deeze grondbeginzels , in<br />
kruiden door de natuur ondermengt zyn, verfchik<br />
hunne geneeskragt. De oly-deelen op zich zeiven<br />
maken de deelen, waar .zy aangebragt worden,<br />
glibberig, zagt, doch treeden niet in de weivaten,<br />
waarom de olie inwendig alleenlyk buik-ontlasting<br />
maakt. Doch met middelmatige zouten vereenigt,<br />
is zy een natuurlyke zeep, en bezit de kragt van<br />
niet alleen de vezel te verzagten , maar aan de<br />
vochten, door de naauwe openingen der vliezen,<br />
klieren,enz. een gemakkelyken doortogt te verke<br />
nen. — De oly-deelen met zuure zout-deelen in<br />
de groeijing zelf verzadigt, geeven weder vertonin<br />
gen op, die even wonderlyk zyn als geneeskun<br />
dig. Het is een wet, dac zuuren, naar mate zy<br />
zuiver en ftremmend zyn, de oly-deelen coc min<br />
der fmeltbaarheid in 'c water brengen , van wel<br />
ken aard de gomharfen en harfen zyn; in tegen<br />
deel wanneer de zuuren in de groeijing meer tot<br />
den aard van wynfteen overgaan , de oly-deelen<br />
met zig vereenigen , en alsdan tot een gom, in<br />
water ce eenemaal fmelcbaar, bereid worden. Be-<br />
merkc hoe de nacuur hier onze artfeny - bereider<br />
zelf is, hoe zy volmaakte weezens, door haare on-<br />
navorschlyke fcheikunde, oplevert.<br />
§. 41. Raadpleegen wy nu de eenvoudigheid,<br />
dan vinden wy in de gemeene gom tragant, en<br />
P 3 Ara-
23o E. K R U M P E L M A N OVER DE<br />
Arabifche gom de verzagtende kragten vry voor-<br />
treflyker dan in onze bereidingen. Deeze gommen<br />
zyn van grooter vaschoudentheid dan hec flym<br />
van althéa, tus/ilago ,faleb, moschus Mand., enz. —•<br />
Deeze gommen zyn op verre na zo veel veran<br />
dering en bederf niet onderworpen als die ter-<br />
ftond zuur- en dufwordende afkookzels. Zy zyn<br />
door de natuur gekookt, en hebben iets fyns,<br />
aangenaams van de planc, dac zenuwftreelend<br />
is; de andere afkookfels zyn walgende en on-<br />
gaare bereidingen. Ook zyn de gommen klein<br />
in beftek, koscen geen moeice van bereiding,<br />
en oncruimen een grooc aancal van overvloe<br />
digheden.<br />
§. 42. Veeltyds, wanneer wy de zeepachtige<br />
kragc der geneesmiddelen te hulp roepen, is 'er<br />
wel een taaije flymachtige dikte voorhanden, die<br />
de fcherpte der zoutdeelen inwikkelc , en zo<br />
lang de vasce deelen befchermc voor de aandoe-<br />
ninge, tot dat deeze t'eenemaal verdeelc is; doch<br />
deeze geneesmiddelen hebben veel geweldiger wer»<br />
king op de deelen, waar zy eersc aangebragc wor<br />
den , dan op deelen , by welke zy niec dan na<br />
een ruime verdeeltheid kunnen genaaken. Wes-<br />
halven zouce middelen in de maag naar proportie<br />
vry fcerker zyn dan wanneer zy in de groote hoe<br />
veelheid circuieerende vochten worden verdeelt.<br />
Men kan dit ongemak voorkomen, mee de zouten<br />
te verdeelen of derzelver fcherpe punten door fly-<br />
mi*
SPREUK VAN BOERHAAVE. 231<br />
mige weezens te verzagten. Men vraagt nu. weder<br />
of "men niet alle eindens kan beöogen met een<br />
onzydigzouc, als falpolychr., nitrum, fal epfon.9-<br />
Zekerlyk deeze zyn wel zo werkzaam als eenig<br />
kruid; hun kragt is naauwkeuriger te bepaalen ,<br />
hun bereiding en aandiening gemaklyker , en ze<br />
kunnen altoos, door middel van arabifche gom, en<br />
oly , toe een zagte zeep gemaakt worden in na<br />
volging der natuur. Al willens heb ik deeze<br />
regelen .voor laten gaan om te betoogen , hoe de<br />
aangebragte ftoffelyke weezens vastheid en veer-<br />
kragt aanbrengen, naar maate zy uit vaste hoofd-<br />
ftoffen beftaan ; en integendeel, wanneer dezelve<br />
nieerendeels vloeibaar zyn, of geene vaste aarddee<br />
len bezitten, maar flechts doordringende zyn, hoe<br />
dezelve dan het verband verzwakken , en den in<br />
gang der waterige deelen bevorderende, de vezelen<br />
ontfpannen en van haare veerkracht berooven; dan ,<br />
deeze ontfpanning wordt nog veel eenvoudiger ver-<br />
rigt, namentlyk door warmen waazem, en baden.<br />
S 43. Ik zal my hier niet lang ophouden met<br />
derzelver nuttigheid aan te pryzen. Wy vinden zeer<br />
omftandig van de eerfte eeuwen af 'er melding van<br />
gemaakt. Het voldoet hier genoeg aan te wyzen,<br />
dat alle lichamen., geheel of ten deele in warm<br />
water gelegt, door een vochtige warmte met al<br />
leen uitzetten, zagt worden, de vloeibaare ftoffen<br />
van de binnenfte opgevulde holtens naar den omtrek<br />
vloeijen , en vervolgens een aangenaame aandoe-<br />
P 4 ning,
232 E. KRUMPELMAN OVER DE<br />
ning, welke zeer krampftillend is, ondergaan; maar<br />
dat dezelve, volgens wiskundige wetten, even als alle<br />
onbezielde lichamen,de doordringendfte waasfems ,<br />
Wegens derzelver eindelooze verdeeling, niet kunnen<br />
wederftaan , 't welk de olla papiniana zeer fraai<br />
en proefkundig aantoont. Getoont hebbende, hoe<br />
algemeen de Ievenskragt en veerkragt der vaste<br />
deelen derzelver verhouding tegen de vogten ver<br />
andert , deeze te dik zynde verdunt, en tegen-<br />
overgeftelde dunheid of raauwe fcherpte, verzagt,<br />
verdikt, en inwikkelt, blyft nog over de fcherp<br />
te , weike de ondervinding ftandvastig ge-<br />
toont heeft dat zonder onderfteunende genees<br />
middelen zelden door de kookende kragten der na<br />
tuur alleen geneezen kan worden.<br />
§. 44. 'Er zyn fcherptens der vochten, welke<br />
door de natuurkragten wel geneezen worden, doch<br />
door tusfchenkomst eeniger foortgelyke middelen<br />
groote voordeden en hulp erlangen.<br />
' Ik hoope, myne bedenkingen hier te zullen<br />
plaats vinden, vermits geen weetenfchap ter vol-<br />
hiakinge komt, zo lang men by de gevoelens der<br />
ouderen blyft ftaan. Sommigen zweeren by de ont<br />
kennende wyze, anderen by het tegenovergeftelde.<br />
Het voorbeeld deezer zal zyn de geneezing der<br />
Venus-ziekte. Ik zal tragten dit afteleiden van<br />
wis- en geneeskundige wetten, en betogen, dat<br />
de aanhangers der kwyling, nevens de tegenfpree-<br />
feers derzelver, beide in de onweetendheid verkeeren.<br />
$' 4*
SPREUK VAN BOERHAAVE. 233<br />
§. 45. Op welke wyze men de kwik ingeeve,<br />
wanneer deeze tot een zekere hoeveelheid, met be<br />
trekking tot des lichaams aandoenlykheid, .gegeven<br />
is, veroorzaakt zy de zeer bekende kwyling. De<br />
groote ontlastinge, de vuile ltank van 't uitgewor<br />
pen flym, de menigte geneezingen hier door veroor<br />
zaakt , hebben den Geneesheer in meening gebragt,<br />
dat de venerifche fcherpte door deeze metaaldeelen<br />
Verzadigt, nedergeploft, en dus ten eenenmaale<br />
ontlast wordt. Verderflyke Helling, die door mid<br />
del haarer voorftanders een groot getal uit hun tyd<br />
fleept ! Immers deeze verfchynfelen komen voorc<br />
door de verdeeling en bederving der weivoch-<br />
ten, de ontroering der vaste deelen , der gevoe<br />
lige weivaten, en de gevaaren uit het geweld,<br />
dat de kragten aangedaan wordt. Duidelyk floot<br />
dan het buitenfpoorig gedrag deezer Artzen regt-<br />
ftreeks den oordeelkundige ten gemoede, en wordt<br />
door redenen en ondervinding verworpen.<br />
1 §. 46. Anderen gezien hebbende , dat buiten<br />
de kwyling , door middel van de kwik , deeze<br />
ziekte vry voorfpoedig geneezen wierde , floegen<br />
het tegenovergeftelde in , de 'kwyling fchadelyk<br />
achtende, en vertrouwende byzonder op de gehei<br />
me kragt der bereidingen, als zoete kwik en by-<br />
tende opgeheeven kwik; Doch zy wierden even<br />
als de voorigen te leur gefleld, vermits veeltyds<br />
deeze ziekte wederkwam , of andere overblyffelen<br />
naaliet, en ook veeltyds niets vorderde, maar zelf3<br />
P 5 de
*34 E. KRUMPELMAN OVER DE<br />
de ziekte erger maakte. Zonderling is het voorbeeld,<br />
dat degeleerde Heelmeester NOEL in zyn<br />
werk over de ziekte der weivaten aanhaalt, dat<br />
een Soldaat te Lyon in het Gasthuis, naa dat men<br />
driemaal de Hoogleeraars in confult. 'er over gehadt,<br />
en met de koekjes van KEIZER aangehouden<br />
heeft, de verzweerende lieschbuis een<br />
omtrek hadc van34duim,en eindelyk niet geneezen<br />
wierd dan door kina en anüfcorbutica. NB. Wanneer<br />
deeze ziekte door de kwikbereiding op deeze<br />
wyze niet genas, als dan fchreef men de oorzaak<br />
toe aan de fcheurbuik en kwaadfappigheid: het welk<br />
byna een Cartefiaanfche toevlugt is. Eenvoudig,<br />
ftandvastig, overeenkomfüg met de reden en ondervinding<br />
vinde ik deeze geneeswys. De kwik<br />
namentlyk, op welke wyze zy gereed gemaakt moge<br />
zyn, worde tot die hoeveelheid gegeeven, dat de<br />
lyders uit hunnen adem beginnen een benaauwden<br />
reuk te geeven, doch als dan moet men zorgvuldig<br />
oplecten om deezen trap van werking te houden,<br />
en de gelukkige gevolgen zyn zelf zeer fpoedig.<br />
§. 47. De kwik dan, door zyne zwaarheid met<br />
de weivochten in' de naauwe weivaten en klieren<br />
getreeden, en grooter tegenftand biedende, wekt deeze<br />
tot eene byna koortswyze beweeging op. Het<br />
gevolg deezer bewerking is een kooking der weivochten,<br />
waardoor het vreemde zo wel der kwikdeelen<br />
zelf als der venerifche fcherpte verzagt,<br />
verzadigt, verplaatst of ontlast word. De weivaten
SPREUK VAN BOERHAAVE. 235<br />
beginnen dan hunne werking te doen, wanneer zy<br />
nog hun volle kragt hebben, en kunnen deeze<br />
werking voleinden tot een grondlyke geneezing<br />
toe, vermits zy hunne kragten, door een overma<br />
tig geweld , niet vroegtydig veifpillen. Men be-<br />
grype hier uit, dat de kwyling, wanneer zy ge<br />
lukkig is, by toeval maar gelukkig is.<br />
§. 48. De kwik, in eene geringe hoeveelheid<br />
ingegeeven , wekt de weivaten tot deeze gepaste<br />
beweeging niet op, waarom 'er dan geene genee<br />
zing door kooking en ontlasting gefchied , maar<br />
zomtyds een geringe verzagting en tydelyke ver<br />
berging des onheils. Veeltyds is de kwik, langen<br />
tyd in geringe hoeveelheid ingenomen , als een<br />
vergift, dat een verzwakking en kwyning der vas<br />
te deelen, en een verdeeltheid , kwaadfappigheid<br />
(die zogenaamde fcheurbuik} in de vochten te<br />
weeg brengt. Ziet hier de redenen, waarom de ve-<br />
nus-ziekte in veele gevallen ongeneeslyk word ge<br />
houden, te weeten: wie het werktuiglyk lichaam,<br />
en zyne natuurwetten niet kent , zal nimmer de<br />
werking der geneesmiddelen kunnen begrypen.<br />
§. 49. Tot meerder fiaving deezer (telling zal ik<br />
een voorbeeld bybrengen. Ik ontmoettede een my-<br />
ner kennisfen, die verfcheide kwikbereidfels langen<br />
tyd gebruikt hadt, doch zonder hulp, en my fchier<br />
wanhoopig zyn lot klaagde. Hy hadt eenige vlak<br />
ken en affchilferende puisten in zyn aangezigt, ne<br />
vens eenige beenknobbels op den procesjus mas-<br />
toi-
236 E. KRUMPELMAN OVER DE<br />
toideus; hy klaagde ook over vtnirigheid in zyn<br />
keel ; dit was een kanker aan de umla en een<br />
ontvelling in den boog van 't zagte vliezige verheemelte.<br />
Ik , vertrouwende veel op de eenvoudige<br />
faturaüe van kwik in fterkwater, fchreef hem<br />
pillen voor, beftaande elk uit befchuit , zoethout<br />
, en een droppel liquor mercurialh, en voor<br />
een drank lynzaad, als thee getrokken , met faffraan.<br />
Vier weeken nam hy daaglyks vier pillen, doch<br />
voelde weinig beterfchap. Wel is waar, de puisten<br />
verdweenen; doch de keel bleef in dezelfde gedaante.<br />
Ik liet hem trapswys vermeerderen tot op 'tpunt<br />
van kwyling; hy nam zes en zeven daaglyks; zyn<br />
adem begon te ruiken; hy zweetede 's nachts veel<br />
meer, loosde beter fluimen; en binnen vyf dagen<br />
verdween de kanker; de ontvelling genas, en hy<br />
begon weder tabak te rooken, welk hy in eenige<br />
maanden niet konde doen. Mooglyk was deeze<br />
lyder ook een genoemd geworden, die een ongeneeslyk<br />
venus - fmet hadt , gelyk ik nog iemand<br />
befchouwe , die ondanks de groote hoeveelheid<br />
kwiks, evenwel zyn neus al verlooren heeft, en<br />
wie weet wanneer hy zal geneezen.<br />
§ 50. Kwik, zonder fcheikundige verdeeling ingegeeven,<br />
is gevaarlyk; zonder tusfchenkomst veréenigt<br />
zy zig nimmer met de vochten, en loopt<br />
groot gevaar van niet alleen niets, of onftuimig te<br />
werken, maar in fommige deelen vloeibaar zig van<br />
de vochten af te fcheiden, zich te vereenigen, en in<br />
het
SPREUK VAN BOERHAAVE. 237<br />
hec een of ander deel plaacs ce neemen. De fmel-<br />
ting door fterkwater toe verzadiging is de gemak-<br />
kelykfte en eenvoudigfte bereiding, overeenkomftig<br />
met de natuurlyke eigenfehappen van metaal-aarde,<br />
vitrioolen, en mineraale wateren. Ik wil hier niet<br />
aanroeren , of de kwik fpecifiek is of niet.<br />
Zy is veel te waardig door de getrouwe hulp<br />
bieding, dan dac wy 'er tegenwerpingen op maa<br />
ken , offchoon groote Geneesheeren waargenomen<br />
hebben dat de lyders dan door heete ziektens,<br />
zelfs als rotkoorts en kinderpokken , door den drui<br />
per, volgens T H o D E , dan door antimonium, dan we<br />
der door lobelia et lignum guajacum geneezen zyn!<br />
§. 5 u Van de genoemde fcherpte is die der rot-<br />
ziekte zeer onderfcheiden, vermits zy die beder<br />
ving in de vochten en vaste deelen, welke by<br />
venus-ziekte langzaamerhand gefchied , directelyk<br />
voortbrengt, en wel in korten tyd de kragten<br />
verfpilt, en den dood veroorzaakc. Zy vereischt<br />
wel alle zorg om ten fpoedigfte de kragtigfte ge<br />
neesmiddelen werkftellig te maaken, zal men het<br />
groot gevaar des lyders ontwyken.<br />
§. 52. Omtrent de kennisfe der verrotting vindt<br />
men weinig klaarheid by de Schryvers; en even<br />
wel is het te meer noodzaakeiyk, zal men fpoe<br />
dig en zeker mee onderfteunende verfterkende ge<br />
neesmiddelen flaagen. Indien wy op de natuurlyke<br />
zamenftelling der vochten acht geeven, dan onder<br />
vinden wy, dat deeze door ftrydende grondbegin-<br />
fe-
«38 E. KRUMPELMAN OVER DE<br />
felen in verband gehouden worden , het welk hun<br />
weezen beftaanbaar maakt; doch wanneer deeze<br />
zich ontzwagtelen, is derzelver fcheiding ondergang,<br />
onmiddelyk naderend bederf; dit is het begrip<br />
van de verrotting.<br />
§• 53- Gelyk een fterkere beweeging der vaten,<br />
wryvingopde vochten, grooter graad van warmte,<br />
veel tot derzelver verdunning toebrengen, zo word<br />
het natuurlyk ingebooren zuur • beginzel, dat het<br />
phlogistiek gedeelte vast maakt, ten onderen ge-<br />
bragt. Vermits nu het phlogiston de overhand<br />
krygt, en de overige deelen mede doet in beder<br />
ving treden, is de eenigfte grondftelling dit phlo<br />
giston te bepaalen door aanbrenging van een nieuw<br />
zuur-gedeelte.<br />
§. 54. De waarheid van deeze Helling word<br />
meer bevestigt door het gebruik van azyn in de<br />
huishoudelyke zaken. Wanneer deeze drabbig<br />
word, en zyn zuur verliest, bederft hy mede met<br />
de daar in gelegen vleesch- of vischdeelen; wes-<br />
halven men die zuuren, welke minder verander-<br />
lyk zyn, verre boven de ligtere zuuren te verkie<br />
zen heeft. Zie daar weder de nuttigfte eenvoudig<br />
heid, het kenmerk der zuivere waarheid. Vitriool<br />
zuur, met dun bier verdeeld, gaf de groote SY-<br />
DENHAM voor een algemeenen drank, 't Wordt<br />
ook niet minder door de ondervinding dan door<br />
gegronde redeneering geftaafc, dat de zuurach<br />
tige reuk , die in de uitwaasfeming in rotziek-<br />
tens
SPREUK VAN BOERHAAVE. 239<br />
tens gemerkt wordt, de herftelling te kennen<br />
geeft. Toevallig en onzeker in tegendeel is de<br />
bederf - tegengaande kragt van campher en kina,<br />
vermits deeze maar alleen de gevoel- en beweeging<br />
- kragt veranderen, en de gelukkige gevolgen<br />
beraamen, wanneer deeze krachten opgewekt, zeiven<br />
inltaat zyn om het vreemde te overwinnen.<br />
§. 55. Letten wy op de veranderingen, welke<br />
ontftaan moeten uit de werking van campher en<br />
kina, alsdan ondervind men een grooter en voller<br />
polsflag, grooter warmte, en geftadiger klimmen<br />
der ziekte; 'er gefchied als dan door eene<br />
onderbrenging der fcherpe deelen, een verzading,<br />
welke veeltyds veel kragten verfpilt, tot verplaatzingen<br />
de ftoffe bereid maakt, en voor zo verre eenige<br />
overeenkomst met de kinderziekte heeft; waarna ten<br />
tweeden deeze ftoffe, tot dus verre overwonnen,<br />
door een verdere bereiding bekwaam gemaakt<br />
word, om door de natuurlyke ontlastingen te kunnen<br />
afgezondert worden. Zekerlyk is deeze geneeswys<br />
niet zeer aanteraaden, dan wanneer veel aanwyzingen<br />
zaamenloopen , die deeze middelen by<br />
het zuurachtig middel gemengt vorderen.<br />
§. 56. Welk onderfcheid toont nu deeze manier<br />
van geneezing? De wiskundige verbetert direct<br />
de vochten, en verfchaft zo veel als een refolutie;<br />
de andere, om naar den zin van de Heelmeester<br />
te fpreken , is zamengefteld, doet het<br />
lichaam, de werktuigen aan, verfpilt de kragten,<br />
brengt
s4o E. KRUMPELMAN OVER DE<br />
brengt de lyders in levensgevaar, welke in de voorige<br />
behouden bleven. Ik heb door aderlaatingen,<br />
by abuis ingefteld, en een zeer verkoelende geneeswys,<br />
even als in ontfteeking gefchied, kwaade<br />
rotkoortfen zien geneezen. Dit zoude onmogelyk<br />
zyn, waaren de campher en kina zo noodzaakeiyk<br />
als de voorftanders voorgeeven.<br />
§. 57. Ik zal ook niet verzwygen, welk voordeel<br />
, byzonder in de Hospitaalen en andere ziekeplaatfen,<br />
door zulke eenvoudige geneeswys verkreegen<br />
word, wanneer deeze zuure vitrioolgeest<br />
met water verdunt , fuiker en weinig gemeene<br />
gom verzagt, en tot een aangenaame limonade, zo<br />
veel de zieken drinken kunnen, ingegeeven word.<br />
Dit geeft vooreerst een bevryding voor groote<br />
onkosten, die vry beter tot gemak en oppasfing<br />
der ziekte, en beter voedfel der opkomenden kan<br />
befteed worden; ten tweede maakt deeze verbetering<br />
der tot rotting neigende vochten , tevens de<br />
ongevoelige uitwaasfeming beter, voorkomt eenigermaate<br />
de vervuiling van den omtrek der lucht, en de<br />
verdere befmetting, welke laatfte my in twyfel doet<br />
komen, of zy niet door die tonica word bevordert.<br />
§. 58. Overige fcherptens der weivochten als<br />
fcorbutus , podagra, dienen veeleer voor ongaarhedens,<br />
cruditas acris aangemerkt te worden, afkomftig<br />
van een onvoldoende werking der weivaten.<br />
Alle geheimen en foortgelyke geneesmiddelen<br />
komen hier op uit, dat zy de weivaten vertier-
SPREUK VAN BOERHAAVE. 341<br />
fterken ; hier van de groote kragt in de fcheur<br />
buik, in de podagra , van kina , ftaal , antima*<br />
nium, koud water, campher, magnefia, enz.<br />
s § . 59. De derdegrondftelling,de geneeskundige<br />
hulpbieding aan hec werktuiglyk deel, gefchiedt<br />
door ondervinding , en gevolgtrekking, die wy<br />
nuttig bevonden hebben. Ik zal hier de ziekte<br />
kundige fraaiheden , als anaftomops, diapedefis ,<br />
diarefis , alwillens achterlaten , vermits die<br />
eene te groote uitbreiding vereifchen, .— De mid<br />
delen, die een fterke verandering op de gevoel-<br />
kragc van hec een of ander deel ce weeg bren<br />
gen , verwekken ongewoone bewegingen , wel<br />
ke by toeval als dan van grooc nuc zyn*<br />
Deeze cergmiddelen , by voorbeeld, de braak-<br />
wynfteen , braakwyn van HUXHAM, braakwortel,<br />
en andere, tergen dusdanig de maag, dat zy, in<br />
byzondere beweging geraakt zynde , alles uit<br />
werpt, en, in fommige gevallen, het lichaam<br />
van veel fchadelyke oorzaaken ontlast , of<br />
ander voordeel uitwerkt., •—• Senebladen , rha<br />
barber , aloë, jalappe werken desgelyks op de<br />
darmen, dac zy alles wat in dezelve bevonden<br />
wordt , door ftoelgang uitwerpen. — Zommige<br />
andere, middelen , byzonder die veel zoutdeelen<br />
hebben, prikkelen de weivaten en waterwegen,<br />
gelyk ook het vlug aroma doec. — Blaarcrekken-<br />
de middelen , fecons, koppen, brandingen, enz.<br />
oeffenen zoo veel bewegingen op de huid , dac<br />
. IX. DEEL. Q dee-
242 E. K R U M P E L M A N OVER DE<br />
deeze ontdoken word en zweert, waardoor de<br />
vogten des iichaams naar den omtrek gevoerd, of<br />
naar de plaatzen der ontftekingen nieuwe ontlast-<br />
plaatzen bezorgd worden, 't welk in diathefpuru-<br />
lenta de beste metbode is. — Opfnuivingen van<br />
fcherpe geuren, als gebrande wierook, enz. maken<br />
ontlasting der neus, ogen, borst, enz.; met een<br />
woord, naar de gefchapenheid der plaatfe, wor<br />
den door de prikkelende middelen, niet alleen<br />
plaatslyke veranderingen gemaakt, maar zelfs om<br />
wentelingen in de directien der vochten.<br />
g. 60. Deeze middelen, in zo verre de plaats<br />
lyke werkingen der deelen op het algemeen zamen-<br />
geftel van het lichaam invloed hebben , kunnen<br />
niet anders werken; alles gefchiedt in hét levendig<br />
lichaam alleen door de gevoel- en beweegings-<br />
kragt; de uitwerking derzei ven hangt af van de<br />
geüeldheid des werktuigs. Men ziet hier duidelyk,<br />
hoe de natuur, door gemelde middelen ten regte<br />
tyde c aangefpoort, alleen Geneesheer is , doch<br />
integendeel veel ge weidt lydt, wanneer zy zonder<br />
noodzaakelykheid gedwongen wordt.<br />
%. 61. Ziet hier de uitgebreidheid desartfeny-<br />
winkels: campher, opium, kina, kwik,-water,<br />
wyn, vuur, oly, gemeene gom, fal.polychr., fp t<br />
vitriol., tart. emet., rhabarber, Spaanfche vliegen,<br />
welke, zo in heete als in veel kwynende ziekten,<br />
even toereikend zyn, als negen of tien cyfers voor<br />
den rekenmeester.<br />
- J. f52.
SPREUK VAN BOERHAAVE. 243<br />
5. 62. Ik zoude wel onwetende zyn, indien ik<br />
niet wist, welke hulp ons lichaamelyk werktuig<br />
door wiskundige werktuigen erlangde. De zwakte<br />
der beenderen word wonderlyk fraai door yze'ren<br />
of houten werktuigen onderfteund, de yzere laarsr<br />
beugels, keurslyven , de gang door verlies ver<br />
hindert door krukken en nagemaakte beenen; de<br />
zwakke deelen door breukbanden , zwagte*<br />
len , enz.; het zintuig des gezigts door brillen,<br />
verrekykers en microscoopen ; het gehoor door<br />
vermeerdering of veranderinge der lugtgolvingeri<br />
in dito werktuigen ; het gevoel door weekmaa-<br />
kingen , affchrapingen der opperhuid, en nog<br />
andere kunstnaryen.<br />
§. 63. De handwerken der heelkunde > worden<br />
thans met vry minder werktuigen dan voorheen<br />
verrigt. Het is hier mede als by een kundig werk<br />
man , die met weinig inftrumenten meer verrigt dan<br />
een onbekwaame , die in derzelver menigte en za-<br />
mengefteldheid zyne toevlugt zoekt. —1 Met recht<br />
dan worden alle ongemakkelyke mesfen, haaken,<br />
tangen, moordpriemen, brandwerktuigen uit de<br />
Heel- en Vroedkunde verbannen; fchandvlekken,<br />
die tot de eeuwige geheugenis den wreden onwe<br />
tenden Heelmeester, ter ftraffe van zyn vorig gedrag<br />
door het vonnis der Romeinen zullen aankleven.<br />
§. 64. Aanmerkingswaardig is de Helling van de<br />
Heer LOB STEIN, dat de afbinding der zaadftreng.<br />
indien in eenmaal gefchied, nimmer zo gevaarlyk<br />
Q 2 is
•244 E<br />
« K R U M P E L M A N OVER DE<br />
is als 'èr gewag van gemaakt wordt. Deeze be-<br />
werkt te gelyker tyd van toetrekking de verdoo ?<br />
ving der zenuw, gelyk by affnyding gefchied; de<br />
andere doet in tegendeel de zenuw , door een<br />
langzaame toetrekking, alle trappen van toeknypin-<br />
gen gewaar worden, van den geringften tot den<br />
meesten, en veroorzaakt, alsdan, ftuipen en kramp<br />
trekkingen.<br />
, § 65. Voor 't overige heeft de Heelkundige<br />
veel hulp door' een eenvoudig mes of priem.<br />
Vochten buiten hunne bepaalde plaats gevoerd,<br />
en in oneigene holten geftort, ontlast hy, door<br />
gemaakte openingen , het water immers uit<br />
de borst, buik en andere holtens. Etterftoffen , in<br />
de een of andere holte, öf tusfchen de zelfftandig-<br />
heid van 't vleesch in geraakte vreemde lichaamen,<br />
zo door fchietgeweer als toevallig geweld ,<br />
ingewanden zelfs door de banden, waar het tus-<br />
Ichengeperfte beknelt word, ja fteenen zelfs der<br />
blaas of pisbuis, worden door deeze openingen uitge-<br />
haalt. Een zaag, een tang, een boor zyn immers<br />
noodzaakeiyk by den geringften werktuig-arbeider;<br />
en buiten deeze zyn weinig meer nodig. De moei-<br />
jelykfte bewerkingen , zelfs by ontwrigtingen, ge<br />
fchieden zeer veilig met de hand alleen , gelyk<br />
ook, in de moeijelykfte verlosfinge, de omkee-<br />
'ring door een band boven die met werktuigen de<br />
voorkeur verdient.<br />
:<br />
§. 66. De wondheelkunde wordt alleen door<br />
ef de
SPREUK VAN BOERHAAVE. 245<br />
de natuur verrigt. Zy vereischt nimmer de zo<br />
genaamde vleeschmakende kragt van zalf- en plaas-<br />
terkunde, en voltooit zelve, zonder eenige hulp,<br />
haare uitwerking. Zyn niec alle olyen en vetach-<br />
tigheden, byzonder wanneer ze ransch geworden<br />
zyn, tergmiddelen voor de weivaten, welke, deeze<br />
als met een afkeer van zich ftootende, in plaatfe<br />
van een lymig , tot een roof overgaand vocht,<br />
een fcherpe, etterachtige verflappende en invree-<br />
tende wei voortbrengen? Maaken-niet alle fcher<br />
pe , zandige , aardachtige metaalkalken op de<br />
raauwe vleeschplaaczen nieuwe oncftekingen ?<br />
Maaken niet alle zamentrekkende middelen de<br />
kanten der wonden hard, ongevoelig en tot her-<br />
ftelling onbekwaam ? Vermeerdert hec aanhou<br />
dend gebruik van pappen en Hovingen hec be<br />
derf niet meer en meer in de vocht - vergaderin<br />
gen ? Zyn de fteekwieken, byzonder in heete<br />
balfemen bevogtigt, niet als alle fchadelyke<br />
vreemde lichamen ce vermyden ? Droog plukfel<br />
alleen, van grof en oud linnen, (nieuw is im<br />
mers te hard, en wol zuigt te vast op het ont<br />
velde) op de vlakte der opene wond gelegc,<br />
wanneer door een ruime opening de vreemde<br />
ftoffe zich ontlasten kan , zuivere dezelve , be-<br />
fchermc voor hec geweld der luchc, en belet<br />
niec, dac de natuur in haare geneezing ongehindert<br />
voortgaat. Kleine wondjes kunnen geen beter<br />
verband hebben dan den roof; deeze hoeft<br />
Q 3 niet
246* E, K R U M P E L M A N OVER DE<br />
niet verbonden te worden , en valt van zelf af.<br />
§. 67. Dit is genoegzaam voor de herftelling<br />
der gezondheid , in zo verre wy dezelve , min<br />
uitgebreid, onbepaalt met een wiskundig oordeel<br />
befchouwen, en voor een yder, die fmaak voor<br />
een nuttige redenvoering heeft, verftaanbaar ver<br />
klaart. Immers zoude dezelve een groot werk<br />
uitmaaken , wanneer zy een gantfche verbetering<br />
der geneeskunde bedoelde, daar ik in dit kort beftek<br />
veel ftoffe geef .voor yders gedagten.<br />
§. 68. Eenvoudig is weder dog kragtig het be-<br />
ftier der gemoedsaandoeningen tot bewaaring der<br />
gezondheid. Buitenmatige blydfchappen, fchrik-<br />
ken, hebben fpoedigen dood veroorzaakt. Verlan<br />
gen , droefgeestigheid, nyd , zyn immers ver<br />
zweeringen in de ziel, en wortels van kwynende<br />
ongemakken. Gelukkig hy , die zyne driften paaien<br />
ftelt, en de aanhoudentheid van een zelfde met<br />
een andere beurtelings weet te verwisfelen.<br />
§. 69. De maathouding der zogenaamde niet na<br />
tuurlyke zaken, en eene gefchikte directie derzelver,<br />
met de gefteldheid der lichamen en met de gewoon<br />
ten overeenkomende, maakt het lichaam fterk en<br />
duurzaam. De ingeflopen gewoonte van koffy en<br />
theedranken diende, met de ftelling van BONTEKOE,<br />
welkers oogmerk was het bloed te verdunnen ,<br />
en vloeibaarst te maken, alleen maar toegeftaan te<br />
worden aan die , welke door een meerdere be<br />
weging veel vochten door uitwaasfeming verlie<br />
zen;
SPREUK VAN BOERHAAVE. 247<br />
zen ; doch die een zittend leven leiden, ftudien<br />
oeffenen, moeten , indien zy al iets gebruiken,<br />
veeleer inheemfche aftrekfels drinken, welke mee<br />
een aangenaame ligte prikkeling de vertraagende<br />
kookende kragten opwekken , en zo alle wanor<br />
ders in de kooking der fpysverteering, als de om-<br />
loopende vochten, te gemoet komen. Het is ook<br />
veel gemakkelyker de kamillen , eerenprys, hys-<br />
foop, munt, rofemaryn , enz. hier te plukken ,<br />
dan vreemde planten uit een ander gewest met<br />
groote onkosten en moeite te laten haaien; veel<br />
eenvoudiger deeze zo als zy groeijen afcetrekken,<br />
dan met branden een vreemde en oneige kragt,<br />
welke het zenuw -geitel veel geweld aandoet, te<br />
bereiden.<br />
§. 70. De geneeskunde door zulke waarheden<br />
gemakkelyk gemaakt, fchynt haaren luister by het<br />
onkundig gemeen haast te verliezen, vermits dat<br />
geene hunne bewondering fleept, dat onbekent is,<br />
en achting vewerfc, naar evenredigheid hetzelve<br />
met cieraad omkleedt wordt. Intusfchen konden<br />
deeze aanftootingen den edelmoedigen BOERHAA-<br />
VE niet beletten van zyne deugdelyke bevorderin<br />
gen te volvoeren; liefde en oprechtheid moesten<br />
zyne ziel bezitten. Hoe zoude hy door onbeta-<br />
melyke eerzugt dusdanig gedreven kunnen worden,<br />
dat hy , de waarheid ter zyde latende, alleenlyk<br />
den triomph op zyne mededingers.bedoelde? Geen-<br />
zints; hy wenscht liever het rechtvaardig oordeel<br />
Q 4 der
S48 E. K R U M P E L M A N OVER DE<br />
der nakomelingfchap te ondergaan , dan ' met<br />
kunst van taal, uicgezogte bloemen , aangeno<br />
men ftellingen en fchynredenen te kampvechten.<br />
Hoe zoude hem, die zyn ongemeen verftand<br />
als met het zog van Minerva gevoed en be-<br />
fchaaft heefc , het verfoeilyk eigenbelang kon<br />
nen treffen, om naar den fmaak van het ge<br />
meen met wichelaryen , toverkunst, van de<br />
verkeerde geneeswys afkomftig, aangelegde mid<br />
delen, plaatsmiddelen, uitgezonderde geneeswys,<br />
en overige kwakzalveryen te willen behaagen ,<br />
en langs dezen weg gelegendheid tot hun fchat-<br />
kist te vinden , zelfs der armen , welker op<br />
komst, door geringe fomme, vertrapt wordt? Geen-<br />
zincs; zyne edelmoedigheid was genoeg voldaan<br />
met inwendig overtuigc te zyn van zyne be<br />
vordering in een volmaakter en zekerder byftand<br />
des menschdoms.<br />
§. ft. Hy, die tot redding der menfehen ge-<br />
fchapen was , moest immer aangedaan zyn, wan<br />
neer hy de jonge zuigelingen in hunne opkomst<br />
door verkeerde geneeskunst zag fmooren, door<br />
ftyf zwagtelen , gedwongen houdingen, broeijin-<br />
gen, bakeren, zweeten, flikken, ja door drek en<br />
andere vuilheden voor geneesmiddelen ingegeven,<br />
zag fneuvelen; zuigelingen, zeg ik, welke veelligc<br />
tot luisters der wetenfehappen , wyze beftierders<br />
der wetcen, voorbeelden der zeden', krygshelden<br />
des lands, en gelukmakers aller volkeren door de<br />
na*
SPREUK VAN BOERHAAVE. 249<br />
natuur gefchikt waren , den prooi worden van<br />
misflag en waanwysheid.<br />
- §. 72. Hy, wiens ziel door liefderykheid fchit-<br />
terde in de oogen zyns benyders , wierde door<br />
mededogendheid getroffen, met weduwen en wee<br />
zen , die, ongelukkig door verlies van ouder en echt<br />
genoot ontrooft van hun wezentlyk deel, en me-<br />
nigwerf van hun beftaanmiddel ontzenuwt , ge<br />
dompeld werden in de uiterfte armoede! dit dub<br />
bel verlies, dat geen vloed van tranen kan vergoe<br />
den , wierd door zyne zorg en voortgang te vooren<br />
gekomen.<br />
§. 73. Befchouwtmen hem, als een groot Leeraar,<br />
welke duidlykheid blonk niet uit zyne manier van<br />
voordraging! als een der taalkundigrten, hoe ge-<br />
makkelyk en met welke ongeveinsde gemeenzaam<br />
heid der fpraak , voor de verftaanbaarheid der<br />
jongelingen alleen gelchikt, verklaarde hy de ge<br />
wigtige puncten , die over het weezen en beftaan-<br />
baarheid der menfehen liepen! Hy, die de befpie-<br />
geling een nieuwe glimp gaf, toonde opzigdyk<br />
waar van hy al het aangenomene ontleend hadt,<br />
namentlyk, uit een Waarneemer der natuur, een<br />
HIPPOCRATES , en met hem uit het lichaam<br />
zelf, trekkende, niet ligtvaardig, maar door een ke<br />
ten van bewysreden overtuigt, de gevolgen, na<br />
mentlyk uit deszelfs bouwkundige zamenftelling.<br />
Gelukkig, dat hem geen tydelyke tegenfpoeden in<br />
zynen leeftyd hinderlyk zyn geweest , en dat de<br />
Q 5 ver-
25o E. KRUMPELMAN OVER DK<br />
vervolging niet dan na zyn dood de vyandlyke<br />
pylen konde uitwerpen.<br />
§. 74. Het zoude immers ongelukkig zyn,<br />
wanneer wy langer in de fchaduwe der onzekerheid<br />
gebleven waaren. Verftoken van die<br />
goede gronden , welke in het werktuiglyk<br />
zamenftel des lichaams geleert , en door waarneeming<br />
bevestigt zyn, zouden wy, ons vertrouwen<br />
op de geneesmiddelen ftellende , niets<br />
anders uitwerken dan fterk hoopen , en met 'er<br />
daad fchaade aanbrengen. Het lichaam werkt immers<br />
op het geneesmiddel als dit op het lichaam;<br />
dit laatfte, ziek zynde, werkt op het ontydig geneesmiddel<br />
als op een ziekelyke oorzaak, en wordt<br />
dus niet alleen geftoort in zyne bewerking, maar<br />
met een nieuwe ziekte bezwaart.<br />
§. 75. Dus is alles wac men geneesmiddel<br />
noemt, geen geneesmiddel, maar wordt dan geneesmiddel<br />
, wanneer het te pas komt. Doch gefield<br />
, dat alle kruiden , dieren , en aardftoffen<br />
welke voor geneesmiddelen verkogt worden, dezelve<br />
waaren , welke gronden van zekerheid ?<br />
welke verkiezing? PLINIUS, DODONEUS,<br />
MATTHIOLUS en anderen hebben menige kruidverzamelingen<br />
gemaakt, als merktekens van hunne<br />
byna bovenmenfchelyke zorg en kunst; maar<br />
welk geneeskruid zullen wy verkiezen ? de aangepreezene<br />
zelfs der oudvaderen der geneeskunst<br />
vindt men by hun in een andere benaming; hunne
SPREUK VAN BOERHAAVE. «51<br />
ne gronden van aanpryzing (leunden op veel by-<br />
geloof, en toevallige hoedanigheden, als long-,<br />
lever-, milt-kruid, blaas - kruid, enz. Ik zal hunne<br />
gronden niet meer ontzwagtelen; maar welke ze<br />
kerheid voor onze verkiezing? Elke plant, of ander<br />
geneesmiddel wordt om het fterksc gepreezen , zo<br />
dat wy om het beste in 't (Irydperk gaan, en wor<br />
den beide in verwagting bedroogen.<br />
5.76. Welke zekerheid ontmoeten wymeerbyde<br />
Arabieren RHASIS , AVICENNA; of by AEGI-<br />
N E T A ? Zy meenden deezen knoop losgemaakt te<br />
hebben, met een menigte der vorige te vermen<br />
gen , om dus meer kragten ineengedrongen te ma*<br />
ken, en den twyffel van verkiezing te ontgaan;<br />
doch hun vrugtelooze arbeid betaalde hunne ver<br />
keerde zorg ; hun zoeken deed het getal der<br />
mengfels grooter worden, dan dat der enkelvou<br />
dige middelen by de Grieken; en de twyffel van<br />
verkiezing groeide aan, benevens de moeijelykheid<br />
der gelyke artfenywinkels.<br />
§. 77. Welke zekerheid geven ons de fecten.<br />
der geheimverkoopers en bovenfcheikundigen,die,<br />
veel erger dan de wichelaars en tovenaars, een<br />
duisterheid en onweetendheid in een konst ver<br />
anderden , ik zeg een moordkunst , en hunne<br />
vergiften deden hoogen prys gelden. Hadt de<br />
eene een geneesmiddel uitgevonden, dat voor alle<br />
ziektens goed was, een ander had een diergelyk,<br />
dat ook overal goed was, nochtans van het voori<br />
rr
252 E- K R U M P E L M A N OVER DE<br />
rig geneesmiddel gantsch verfcheelde. Welk van de<br />
twee moest alsdan de voorkeur hebben ? Elendi-<br />
gen, die maar alleen uic waaren om hunne onver<br />
zadigde woekerzugc te ftreelen, de bedriegeryen,<br />
en grove Hukken van onwetendheid , coc onder<br />
gang van ons dierlyk werktuig voor geneeskunde<br />
uicvencten!<br />
§. 78. De waare fcheikunde, offchoon deeze<br />
uitgebreid nuttig is, hoe gevaarlyk is zy fomtyds<br />
door bykomende deelen, of door minder kundigheid<br />
des Geneesheers (dit punt betreffende), ook door<br />
de onzekerheid der bewerkingen, die het middel in<br />
een lichaam ondergaat! Men zoude mee bydoenin-<br />
gen van middelen, die anderzints onfchadelyk fchy-<br />
nen , de grootfte onheilen kunnen verwekken.<br />
BOERHAAVE, BOYLE, de odorum productione.<br />
%• 79' Wat meerder hebben die voortgebragc,<br />
dewelke , met den Sylviaafchen fcroom medege<br />
voerd , fommige bewerkingen der natuur als ziekely-<br />
ke hoedanigheden tegengingen, door zweeten, hon-<br />
'gerlyden dood-laten, en meer diergelyke mid<br />
delen, het fchadelyke volgens hunne phantafie zog<br />
ten te overwinnen , en gevolgen na fleepten in<br />
gelykheid, mee hunne hinderlyke concepcen? On-<br />
begrypelyk , dac een VAN HELMONT , nadat<br />
hy reeds door hongerlyden had doen omko<br />
men , nog geen misflag zyner gevoelens ontdekte!<br />
§. 80. Nutteloos moeten zy dan ook zyn, die,<br />
geenzints betrouwende, de natuur de noodige hulp<br />
onc-
SPREUK VAN BOERHAAVE. 253<br />
onttrekken , nu eene te hevig woedende niet te<br />
toornen, dan eene te traag gaande, geen fpooren te<br />
geven, eene afwykende in den regten weg te hel»<br />
pen, eene werktuiglyke hindernis, regelmatig te<br />
helpen. Dusdanige Geneesheeren berooven den ly<br />
der van het geene hy volgens een dierlyk inftinct<br />
zoude tot zyne gezondheid werkftellig maaken ;<br />
en dus doen zy, met niets te doen, even zo veel<br />
kwaad , als de voorigen met hunne kunstnaryen.<br />
Gelukkig dan , die de wyze middelmaat houdt,<br />
die niets doet, wanneer niets nodig is, die met wei<br />
nig te doen, wanneer het nodig is, veel verrigt.<br />
§. 81. De thans regeerende geneeswys is eenig- 1<br />
zints overeenkomitig met die van SYLVIUS en<br />
wederom èenigzints met die van HIPPOCRATES,<br />
doch als een trots verdigtfel en gewrogt vari<br />
herfenfchimmen. Wel wetende de werkingen en<br />
ontlastingen der natuur - bewegingen , doch het<br />
naauwkeurig beloop der tydperken niet ondervin<br />
dende , ontkennen de hedendaagfchen de nauwe<br />
bepaalingen van den tyd der koking en crifis'i<br />
maar wanneer deeze door geneesmiddelen met me<br />
dehulp der natuur gefchied, begrypen zy dezelve<br />
te kunnen bepaalen. Kina, campher, tart.emet.,<br />
kermes minerale, alcalina volatilia, zyn by hun<br />
weder de middelen geworderf in de gevaarlykfte<br />
ziektens en akelige tyden ; zy geneezen by epi-<br />
crifis. Ik heb op het einde van deezen weg den<br />
dood gezien; en een myner vrienden zoude ook,<br />
1<br />
was
254 E. KRUMPELMAN 'OVER DE<br />
was hy niec een cegenovergeftelden- weg ingefla»<br />
gen , den 1 col hebben moeten betaalen.<br />
§. 82. Men ziet duidelyk, dac alle geneeskundige<br />
befpiegelingen, hoe zinryk uicgedagc, indien<br />
van de Hippocracifche berooft, mank gaan; hoe<br />
verwarrend de overvloedigheid; hoe gevaarlyk de<br />
geheimkunde en kwakzalveryen ; hoe berovend<br />
in hec geheel niecs • te doen ; hoe naadeelig de<br />
natuurdwinglandy zy. De laatere eeuwen der geneeskunst,<br />
en de latere dagen der beoeffenaars, die<br />
niecs doen, wanneer de nacuur alleen genoegzaam<br />
is, haar helpen wanneer zy hulp vordert, wyzen<br />
den weg van zekerheid , de regce lyn tusfchen<br />
twee kromme. Beati qui medium tenuere,<br />
§. 83. Zy , welker oordeel te bekrompen is om<br />
door .een geneeskundig betoog van deeze waarheid<br />
overtuigt te worden, kunnen in alle andere<br />
zaken, waar fmaak, of kunde mede verknogt is,<br />
een gelykenis opvatten. Hoe zal hec cieraac het<br />
yerbergnodige ten toon ftellen, wanneer hec weggenomen<br />
is! Hoe zullen de geleende roodverwige<br />
pronk-couleuren, den akeligen doodfteek zien laaten<br />
, wanneer zy weggenomen zyn! Waarheid is op<br />
dusdanige wyze van logcntaal verfchillende, als deeze<br />
grondlyke eenvoudige geneeswys van de pronkartfeny;<br />
en de -uitvoering deezer is mee de zelfde<br />
yoordeelen op onze geneezing begaafc, als een<br />
waare ongeveinsde vriendfehap , of een bedriegende,<br />
doch vriendelyke huiglaary , in onze huis-<br />
hou-
SPREUK VAN BOERHAAVE. 255<br />
houdelyke zamenleving beftaanbaarheid of verderf<br />
veroorzaakt. Wenfchelyk was het, dat dusda<br />
nige beker , die vol met vergift is, ontdekt, en<br />
zyne uitdeelders ten toon: geftelc en verbannen<br />
wierden. Dit zoude even aangenaam zyn voor een<br />
rechtzinnig Geneesheer, als het nuttig is voor het<br />
gemeen , de zeer gepaste Spreuk te weeten:<br />
Fuge medicos & medicinam.<br />
§. 84. Niet minder overvloedig zyn de voor<br />
beelden , zelfs der grootfte geneesmiddelen, in zo<br />
verre zy, zonder aanwyzing der natuurwetten, ge<br />
neeskundig op zich zeiven befchouwt wierden ,<br />
die- de nietigheid der omltallige, geheime ver<br />
menging, enz. aantoonen, en deszelfs onftandvas-<br />
tigheid, deden ondervinden.<br />
§. 85. De kina dan op den throon der genees<br />
middelen is ook wel ten eenemaal buiten gebruik<br />
geweest, ja zelfs door de nadeelen , die deszelfs<br />
ontydig gebruik veroorzaakt had, als een mid<br />
del, door den Duivel beftiert, voor de genees<br />
kunde verbannelyk van veele gehouden (d).<br />
§. 86. Het fpiesglas is mede het voorwerp van<br />
onftandvastigheid geweest. De geneeskundige fa<br />
culteit van Parys verbood deszelfs gebruik in het<br />
jaar 1566 , en hierom wierd een voornaam Ge<br />
neesheer in het jaar 1609 buiten dezelve gefloo-<br />
ten. Hetzelve wierd 1Ó37 onder de geneesmidde-<br />
^ len<br />
O) H 0 v 1 u s, Haarl. Maatfchappy VI. D. II. Stuk. pag. 836.
25ö E. K R U M P E L M A N OVER DE<br />
len geftelc, en in hec jaar 1650 wierdc hec ver<br />
bod van 1566 verniecige. Eindelyk wierd LODE-<br />
WYK de XIV. door heczelve in hec jaar 1658<br />
van een gevaarlyke ziekte geneezen (b).<br />
§. 87. De campher wierd by den een verkoelen<br />
de, by den ander verhitcende geoordeelt, en nu in<br />
ontftekingen aangedienc , dan als allerfchadelykst<br />
uitgeroepen. Mahomet belooft den Turken zo veel<br />
vrouwen als zy begeeren in hunne gelukzaligheid,<br />
benevens de campher-dranken toe hunne verzadi<br />
ging; andere Arabieren hebben hem de kragt van<br />
den teellust ce beneemen coegefchreven. Desgelyks<br />
heeft men ook van hec heulfap geredenkavelc.<br />
- §. 88. Pokhouc, cascarille , farfaparil , kina<br />
vind men by fommigen hemelhoog gepreezen;<br />
anderen wederom hebben naauwlyks haaren naam<br />
aan hec geheugen overgelaacen.<br />
§. 89. Omcrenc de kwik hebben de Schryvers<br />
byzonder over. deszelfs bereidingen zeer verfchil-<br />
lend ge dage, zo dac zelfs mannen, die in de Genees-<br />
kunsc .van de grooefte verdienften geweesc zyn ,<br />
met veel lastertaal gehoond wierden.<br />
§. 90. Kleinigheden, die in zo verre nuttig zyn,<br />
waar zy, door hec vertrouwen der lyders te win<br />
nen, een macigheid aan derzelver gemoedsaandoe<br />
ningen verfohaffen, wil ik niec aanraaken. Zy zyn<br />
even voordeelig als een gerustheid des gemoeds,<br />
(b) Ho.vius, ibid. pag. 837.
SPREUK VAN BOERHAAVE, a 5?<br />
byzonder in fleepende ziektens noodzakelyk': 'er<br />
moec iets zyn; hec zy men het den fpeelpop der<br />
geleerden, of de modevolging der onnozele wysneuzen<br />
noeme.<br />
§* 91. Stellingen, uic de werktuiglyke zamenftélJ<br />
ling van ons lichaam met gegrond oordeel afgeleidden<br />
de ondervinding der natuurwetten, gecrouwlyb<br />
waargenomen, hebben de Geneeskonst cegen alle<br />
veranderlykheid gevestigt ; en wie deeze verftaat,:<br />
zal nimmer aan geneesmiddelen gebrek hebben, 1<br />
§. .92; Men zoude wel onwetende zyn, wanneer:<br />
men niet overwoog, welke .voordeden de landman<br />
boven veele ftedelingeti>. heefc. Zich van<br />
een onkundig-Heelmeester, en eerst in noodzaken<br />
lykheid i bedienende , komen vzy. evenwel de ' ziek-*<br />
tens door.-, en. leiden een lang leven: die bevestigt<br />
immers de huJp, der. nacuur, die zelfs kleine exgesfen<br />
buixemde piekte, noch óverwinc, en veel Hek<br />
ver onkundigere dan fty f hoofdige.' bedienaars .'vordert.<br />
Zy, die met ;twyifei 'aderlaten, wanneer, dit<br />
geen voordeel aanbrengt , fchrikken wel af van mee<br />
een. tweede:grooter nadeel te doen; maar de on*<br />
dervinding; leert, dac eene ontydige aderlating,<br />
alcyd niec doodelyk is; en dus werkt de nacuur in<br />
weerwil des Geneesheers. Waanwyzen .in tegendeel<br />
voeren, hunne, begrippen uic, tot dac zy zien.géen:<br />
redding meer te vindennen zoeken nog ongelukkig<br />
de oorzaak in een 'anderèV fchyn. u$w,<br />
• §. 93-Overtollige ontlascmiddelen^ met fty^hdbf-
t 53 E. K R U M P E L M A N OVER DE<br />
dïgheid aangehouden , doen dezelfde nadeelen.<br />
Hét > zelfde ziet men ook van tegenovergeftelde<br />
artfenyen ; doch wanneer de geneeswys, op<br />
waarneeming en kennis van 't lichamelyk werktuig-<br />
lyk geftel rustende, alleen gebezigt. word, is zy<br />
eenvoudig , nooit bedriegende en volmaakt vol<br />
doende.<br />
§. 94. De eerde weg tot overtuiging der voor<br />
naamfte geneesmiddelen, en manier van waarnee<br />
ming, word ons gebaand door de Heilige bladeren<br />
zelf, namentlyk de voor- en naadeelen der gemoeds<br />
aandoening , rust , fpysnuttiging, en de gevolgen<br />
der wanorders derzelve. .Eenige, welke my thans<br />
invallen, zal ik flegts aannaaien. Latitia cordis est<br />
vita ipfa hominis., ac exultatio producü dies vit*.<br />
Ecclefiafl.Spiritusfractus exficcat osfa.SALOMON.<br />
§. 95. Verders zegt dezelfde wyze man: Sicut<br />
tinea- vesümento. .& vermis ligno., ita tristitia<br />
iti.viro nocet Cordi.<br />
§. 96; Mos ES , die een byzondere zorg hadt<br />
ter voorkooming van befmettende ziekte , leert<br />
de lugt-, die eenigzints vervuilt was, als allerfcha-<br />
delykst te vermyden , zelfs plaatfen en wateren<br />
waar aas gevallen was.<br />
ï;4-97-<br />
D e<br />
fpysnuttiging wordt ook zeer wel be<br />
paalt,, en derzelver matigheid aangeprezen. Ne esto<br />
itifdmrabilis- .omnibus-, delkiis, neque projectus ad<br />
escas; nam multis ébisadhceret morbus. Ecclefiaft.<br />
' ,S 08. De besteTpyze kenden die mannen Gods<br />
ook
SPREUK VAN BöERHAA.VE. 259<br />
ook de zo gemeene fpys, water en brood ce zyn,<br />
Pracipua vita humana funt aqua & panis; en<br />
de Propheec DAVID roemt de hertverfterkende<br />
kragc van hec brood. Pfalm CIV: vs» 15.<br />
§. 99. Een weinig wyn zal. immer uitmunten<br />
onder alle geneesmiddelen; 't bevorderc de ver<br />
fterking, en geneest mee vermaak. Cito tuto<br />
jucunde , exultationem, lat'ixiamque. animi. efficit<br />
vinum potum tempestive quod fat/s est.<br />
%. 100. P AU LUS fchreef ook recepten vooraan<br />
THIMOTHKUS. Aquam ne bibas.J'ed vlni módicuni<br />
bibe, propter flomachum tuum, & propter mor<br />
bos tuos asfiduos.<br />
%. 101. SALOMON raad ook de daagelykfche-<br />
beweeging. In omnibus tuis operibus esto promptus ,<br />
& ulla infirmitas non obveniet tibi. Hy vèrbied<br />
ook alle exces in hec ftaapen, hec waaken byzon<br />
der. Figitia divitiarum caufa tabefaciunt carnes*<br />
§. ion. Dezelfde SALOMON geeft ook<br />
een goede les ' voor de jongelingen , en die<br />
van een buitenfpoorig gedrag zyn. Qitl aggluti-<br />
tiatur fcortis, est audax, tinea & vermes hare*<br />
ditario juré posfidebunt eum, & arefiet traduc-<br />
fus in exemplum infamite maxima. Ecclef. Cap.<br />
XIX: vs. 2. Zekerlyk is deeze eenvoudige les,<br />
wanneer ze in agc genoomen word , beter prïe-<br />
fervatif, dan eenig kwikbereidfel zyn kan.<br />
§. 103. Die zal genoeg zyn om ce toonen hoe<br />
wel de grondige doch eenvoudige geneeswyze<br />
R 2 ftrookt
46o E. KRUMPELMAN- ÖVSR DI<br />
ftrookt te* den zin der Heilige bladeren. Ik zal<br />
-nige aannaaien , die de foorcgelyke<br />
aanduidingen in kracht ftellcn.<br />
«. xol'Podagra , zynde het proefonderwerp.<br />
geweest van alle kunstnaryen, :wierd zeer d.kwils<br />
door koud water alleen geneezen. RONDELET.<br />
in praxi, pzg- 611. _<br />
§. 105. RivicRitrs getuigt openhartig,^-^-<br />
C*/>.' dat hy in opgeftopte Honden , en m<br />
derzelver ongeregeldheden, vaneen herhaald ge<br />
bruik van koud water meer voordeel gehad heete<br />
dan van alle onderbuik.zuiverende.emmenagoga.<br />
§ 106. De eigen woorden van CEL sus zyn,<br />
m I- Cap. 15: -Quos caphis imbecüitas torquet,<br />
vs ufus aquxfrigidaprodest-Jediis eiïam, m<br />
asfidu* üppitudïnes , gravedines , deftülationes ,<br />
tonfMceque male habent.<br />
- §107. ASCLEPIADES leeraarde eerst het regt<br />
bellier der dierlyke huishouding, en de levenswys<br />
te fchikken naar de gefteldheid en ziekte der licha T<br />
men , vermoedende dat de geneesmiddelen uit<br />
kwaade fappen beftonden , en de maag kwetften,<br />
waardoor het gebruik deezer merklyk verminderde.<br />
§. io8. HIPPOCRATES, wanneer men zyne<br />
echte werken doorfnuffelt, hoe weinig genees<br />
middelen gebruikte (O hy ! - SYDENH.AM en<br />
r> A n-<br />
• (c) Hovius, ibid. pag. 801.<br />
reooif»
S P R E U K VAN BOERHAAVE. 261<br />
RADcLI v; hebben' ook maar weinig geneesmid<br />
delen gebruikt (d).<br />
• §. 109. PATYN klaagt, dat aan de geneeskonst<br />
veel nadeel toegebragt word door het invoeren<br />
van een menigte geneesmiddelen (e).<br />
§. 110. J. HOFFMAN klaagt , dat men gebrek<br />
heefc aan nuttige en verlangde geneesmiddelen<br />
door hec overladen van middelen, die ten on<br />
rechte geprezen worden (ƒ).<br />
• §. in. M E AD maakte, oud geworden zynde,<br />
onder veel ondervindingen , als by zyn'uiterden<br />
WÜ, aan zyne medeburgers alle die dingen bekend,<br />
welke hy regens de meeste ziektens nuttig gé-<br />
vonden hadc; doch deeze waaren ook zeer wei<br />
nig (£)• •<br />
§. 112. BOERHAAVE, die in alle zyné leet-<br />
ftukken de zuiverheid , de wiskundige waarheid,<br />
de Hippocratifche ondervinding aanpryst , merkc<br />
aan, dac de zamenftelling en ( menigte der genees<br />
middelen nergens toe dienen, dan om de genees<br />
konst , de nuttigde der konden , befpottelyk te<br />
maken (Ji).<br />
§. 113. Gemelde HOVIUS geeft insgelyks, in<br />
zyne roemwaardige aanmerkingen over de genees<br />
middelen , overal blyken van zyne fchrandere<br />
00 Ibidem.<br />
(V) Ibidem, pag. 809.<br />
(ƒ) Ibidem.<br />
(£•) Ibidem.<br />
(hS Ibidem.<br />
R3<br />
ge-
«6a E. KRUMPELM. OVEH DE SPR. VAN BOERH.<br />
gevoelens, die niet alleen deeze eenvoudigheid aanpryzen,<br />
maar tevens middelen aan de hand geeven 4,<br />
waardoor wy de zuivering der kwaade gewoon,<br />
lykhedens kunnen beraamen. Ik wil my verder<br />
hier niet meer over uitlaten , als verre beneden<br />
de reeds genoemde mannen.<br />
§. 114. Wat blyft nu over? de geneeskonst<br />
van een der grootfte Leermeesters ontwikkelt, —<br />
deszelfs gemakkelyke eenvoudigheid door een algemeene<br />
zuivering aangetoont, — deszelfs vermydelyke<br />
klippen gewaarfchuwt, — deszelfs waarheid<br />
met die der reden en ondervinding, gezag<br />
der wyzen, overeenkomftig bevonden. Gelukkig<br />
indien elk Geneesheer hem klaarlyk verftaat ,<br />
en zich in navolging herinnert de gulde fpreuk,<br />
Simplex veri 'figillum.<br />
Quantum est in rebus inanei<br />
VIER-
V I E R D E<br />
ANTW OORD<br />
OP DE<br />
V R A A G ,<br />
VOORGESTELD DOOR HET<br />
GENEESKUNDIG GENOOTSCHAP,<br />
ONDER DE ZINSPREUK<br />
S ERVANDIS CIVIBUSx<br />
Over de Spreuk van den Grooten Boerhaave,<br />
SIMPLEX VERI SIGILLUM.<br />
D O O R<br />
JF. MTT C M W M 3SL %<br />
Heelmeester te Amflerdatn.<br />
onder de zinfpreuk:<br />
tlC UUR AD ASTB.il
Dat onder de goede verrigtingen der ftervelingen geen* voortreffelyker<br />
is dan deeze, waar door de behoeftige van 't nodig»<br />
verzorgt, de elendige verkwikt , de moedeiooze getroost,<br />
de bloode befchermd word , ontkend niemand: maar wie zal<br />
lochenen dat zy , die den broozen mensch aan zo veele gebreken<br />
onderworpen, in zyn nooden en gevaaren zo>byftaan,<br />
dat zyn leeven hem als op nieuws word weergegeeven, of<br />
zyn ongemakken draaglyk gemaakt worden, wie zal tegenfpreeken<br />
(zeg ik) dat de zodanigen de voortreffelykfte leden der<br />
Maatfchappy zyn ? Geen wonder, dat de in den Godsdienst blinde<br />
Volkeren hun Godsdienftige eer beweezen.
D at de meeste dingen zaamgefteld zyn, en den<br />
klank van eenvoudig, dien men zo dikwerf ge<br />
bruikt, zo weinig verdienen, als 'c getal der een<br />
voudigheden zints 's waerelds fchepping gering is,<br />
zal my misfchien niemand tegenfpreeken. Doch<br />
als wy fpreeken van eenvoudigheden verftaan wy<br />
'er door<br />
, (a) Zulke dingen , die nog haar eerfte wezen<br />
hebben, als daar zyn b. v. de hoofdftolFen, enz.<br />
die, hoe zeer men een zamenftelling aan de meeste<br />
toekent, egter om hunne eenheid in de befchou-<br />
wing voor eenvoudigheden gehouden worden.<br />
(b) Of de zodanige, die niet te zeer zyn zaam<br />
gefteld.<br />
(c) Of die wegens hunne mindere omflagtigheid<br />
in vergelyking van anderen , die men te vooren<br />
gebruikte of nog te werk fielt, verkiesbaar zyn,<br />
waarom men die by tegenftelling van deze enkel<br />
voudig noemt: of welken zin men daar ook aan<br />
verkiest te hegten.<br />
Een foortgelyk denkbeeld, als dit laatfte, ver<br />
beelde ik my dat het Genootfchap, dat ten Zin<br />
fpreuk houd Servandis Chibus, bewoog, althans<br />
ten fpoorflag ftrekte, om een prysvraag als deze,<br />
naar welke ik fchryve,, voor te ftellen, door welke<br />
het heil der ftervelingen langs de eenvoudigfte<br />
wegen meer en meer bewerkt wierd , de kunst<br />
opgeluisterd, en haare beoeflènaars de welverdien-<br />
R 5<br />
d e
i66 F. B U C H N E R OVER DE<br />
de lof gefchonken, op dat men nu en vervolgens<br />
op deze zo heerlyke kunst in volle kragt dit op-<br />
fchrift leeze, Simplex veri figillum.<br />
Eene Verhandeling van dezen aard, die den<br />
eerften prys ftaat wegtedragen, zal, beantwoord<br />
die aan tnyne verwagting, voor de geheele Maat-<br />
fchappy der menfehen niet dan voordeelig zyn kun<br />
nen. Derhalven te dingen naar een prys als deze,<br />
is mogelyk een te ftoute onderneming , — een<br />
last, onder welken myn fchouders zullen inbui<br />
gen. — Doch daar vrywillige arbeid nooit zwaar<br />
is, is dit voor ray de ergfte uitkomst, dat ik, de<br />
bekroonde Verhandelingen lezende, mynen tyd be-<br />
klaage; en uit een zekere drift myn gefchryf ten<br />
vuure doem. Des niet te min zal myn gefchryf<br />
my nog voordeelig zyn; want ik zal nu meer<br />
vrugts plukken van den noesten arbeid en fchran-<br />
dere oordeelkunde in de met lauweren gekroonde<br />
Verhandeling, dan , wanneer ik 'er geheel niec<br />
aan gedagt had. — Wel aan dan.<br />
Ik zal ter bereiking van 't plan , dat ik my<br />
heb voorgefteld, deze order houden, dat ik<br />
I. De Genees- en Heelkunst, zo als die van<br />
ouds was, met een vlugtig oog zal nagaan, met<br />
betrekking tot 't voorgeftelde doel.<br />
II. Zal ik de redenen opgeven, waarom de<br />
kunst (naar myn inzien) geen meer volkomenheid<br />
kreeg; dat is, waarom haar toeftel veel minder dan<br />
zy konde eenvoudig is; en eindelyk
SPREUK VAN BOERHAAVE. 267<br />
III. Zal ik de middelen opgeven, waardoor de<br />
volkomenheid der kunst, myns erachtens, zo veel<br />
mogelyk, kan bereikt worden.<br />
I. Dat de Ouden zig op de geneezing der<br />
lichaams-gebreken toeleiden door de eenvouJigfte<br />
middelen en wegen, blykt middagklaar, als men<br />
nagaat, hoe, hunne manier van waarnemen, metho*<br />
dus empirica, of zulk een geneeswys, die op de er<br />
varing fteunt, plaats hebbende , zy zig trachtten<br />
in ftaat te' dellen tot het geneezen der gebreken,<br />
alleen uit proefnemingen, welke zy aan zogenaam<br />
de toevalligheden, voor zo verre zy die bezaten,<br />
alleen konden dank weten; zy beproefden de zulke<br />
in de gevallen, en men Haagde foms even geluk<br />
kig , — en men verzon langs dezen weg de ge<br />
melde methode.<br />
Maar daar hunne ervaringen flegts blinde navol<br />
gingen, van waarheden \ ja wat zeg ik? van valsch-<br />
heden waren, konde dezelve niet lange ftand hou<br />
den. Des niet tegendaande hebben zy voor de<br />
volgende Genees- en Heelkundigen eenen weg<br />
geopend, welke daar na tot een min of meer be<br />
treden voetpad diende , byzonder voor de zulken,<br />
die uit deze verzameling een zamenftel van kunst<br />
of wetenfchap zouden hervoort brengen: en Vader<br />
HIPPOCRATESwas de man, die hier den hoogden<br />
lof verdienen moest. Laat ik het een en ander door<br />
een paar voorbeelden daaven. Zy (de ouden na-<br />
mentlyk) vonden, dat de fcordium, als een ber<br />
derf-
2Ö8 F. B U C H N E R OVER DE<br />
derfweerend middel, moest nuttig zyn, terwyl zul<br />
ke der gefneuvelde lyken, of wel fommige der<br />
zelver deelen langer onbefchadigd, dac is voor 'c<br />
bederf bewaard bleeven , die te midden van die<br />
gewas, en daar door bedekc op 'e veld lagen. —<br />
De aderlating en paracenthefis hebben geen min<br />
der eenvoudige beginfels; en daar de eenvou<br />
dige Natuur al dikwerf ten Ieidsvrouwe ftrekte van<br />
foortgelyke vindingen, word het gezeg van den<br />
grooten VERULAMIUS waar: de natuur is de fpie-<br />
gel der kunsc! Doch hoe zeker die ging, echcer<br />
was deze verrigcing, alzo de kunsc haare zo no<br />
dige gidze miste, de reden namentlyk, meestal niét<br />
veel meer, gelyk ik reeds zeide, dan een blinde<br />
navolging zelfs van valschheden. Zy fteunde dies<br />
wegen op een te losfen grond om ze algemeen<br />
toe te pasfen. Welk een geluk daarom, dat een<br />
man, als HIPPOCRATES, te voorfchyn kwam,<br />
juist in ftaat om het waare van 't valfche te<br />
fchiften, en de wetenfehap der kunst tot zulk<br />
eenén trap van volkomenheid te brengen door zyn<br />
welwikkend oordeel en onvermoeiden yver, dac de<br />
andere HIPPOCRATES, BOERHAAVE, vraagtr<br />
wac fchiec 'er over by 'c werk van dien groo<br />
ten man ? — Niet minder eenvoudig in zyn be-<br />
dryf was hy, dan de beginfeis der eerflen eenvou<br />
dig waaren : maar de zyne was die verftandige<br />
eenvoudigheid, die door de zuivere reden, (waar<br />
om ze ook rationalis geheeten wierd) beftierd<br />
word.
SPREUK VAN BOERHAAVE. 269<br />
word. Hy doorfnuffelde 's menfehen lichaam,-hy<br />
ging den gezonden en zieken ftaat naauwkeurig<br />
na, enz. en langs dezen weg maakte hy zyn Hel<br />
lingen gebouwd op de ervaring.<br />
Maar ongelukkig,dat deze methode al vroeg van<br />
fommige, om dat tot deszelfs beoeffening te veej<br />
vlyt gevorderd wierd, verlaten werd; en dus waarr<br />
lyk de gelegenheid verzuimd om eenvoudig te<br />
worden, dat is. om op zekere gronden, langs de<br />
konfte wegen, en door de beproeffte middelen<br />
fpoedig en zeker, te geneezen: om nu van de laatst-<br />
afgelopen eeuwen niets opzettelyks te gewaagen,<br />
zy had. haare ebbe en vloed. — BOERHAAVE,<br />
die eer en luister van Neerland, was de herlleller<br />
der eenvoudigheid; hy had, wel is 't waar, nevens<br />
alle menfehen, zyne onvolkomenheid; des niet te<br />
min, waar is hy, die hem in alles op zy komt,<br />
ik laat ftaan hem overtreft? —> Hy was 't, die alle<br />
fpits - vondigheden verbande, — die alleen het<br />
waare wit zogt te treffen , het heil der men<br />
fehen! —<br />
Laat my nu nagaan , waarom deze heerlyke<br />
kunst geen meer volkomenheid kreeg ; dit was<br />
myn tweede ftuk.<br />
II. Om hierin geregeld voort te gaan, zal ik<br />
deze order houden, dat ik myne ftelling, de toe-<br />
ftel der Genees- en Heelkunst is veel minder<br />
dan zy konde eenvoudig , zal ontwikkelen , en<br />
daarna de redenen opgeven, waarom dit zo is. s<br />
Wat
27o F. B U C H N E R OVER DE<br />
Wat ik door eenvoudigheden in de kunst ver-<br />
ftaa, blykt reeds ten deele uit 't geene ik in 't be<br />
gin heb te kennen gegeven; maar met betrekking<br />
tot dit gezegde, de coeftel (waartoe ik hier wil<br />
gebragt hebben, het toedienen, het gebruikmaken<br />
van Genees- en Heelkundige middelen) is minder<br />
eenvoudig: zal ik een weinig nader ontvouwen.'—-<br />
Ik verftaa 'er door, dat haare onvolkomenheid nog<br />
van dien aard is , dat men vry wat zal moeten<br />
aanvullen en verbeteren, eer men van haar zeggen<br />
mag, zy is zo volkomen als zy kan. Daar nu alles<br />
zyn onvolkomenheid heeft, en de meeste zaakert<br />
voor verbetering en toeneming vatbaar zyn, moet<br />
dit ook waar zyn van deze kunst. Trouwens, wat<br />
aangaat 't laatfte; ik fpreek ftellig: de kunst maakte<br />
reeds vorderingen, gelyk ik zeide, dat men voor-<br />
tyds de ervaring zonder de reden gelden deed,<br />
maar dac, toen deze zaamen gingen, men zekerder<br />
ging. En dat men dit van den laatsc-afgeloopen tyd<br />
ook zeggen kan (terwyl 'er middencyden waren;<br />
in welke men op befchaaving en verbetering mee<br />
eens gedagt heeft) blykt: hoe groot is 'c verfchil<br />
en de vordering tot 't bovengemelde einde tus-<br />
fchen de jongst-verftreken eeuw, 1<br />
eri dien zelfden<br />
omtrek
SPREUK VAN BOERHAAVE. 271<br />
niet den cortex peruv.! — welk een verfchil is 'er<br />
in de behandeling der heete ziektens by vroegere<br />
•tyden! -— van welk een heilzaame uitwerking heeft<br />
men meer dan ooit voorheen de braakmiddelen<br />
bevonden! Zo ergens, hec is hier waar: de eenvour<br />
digheid is 't zegel der waarheid. Welke vorderingen<br />
maakte de kunst in het inenten der variolae<br />
mee derzelver verdere geneezing! hec vooroordeel<br />
wierd ook hierin meer dan voorheen met<br />
voordeel beftreeden. — Welke flappen coc volmaaking<br />
der kunsc hebben de Heelkundige operatien<br />
niec gedaan zints dien tyd! en hier by moet<br />
ik vooral niec vergeeten, dat dit tot bewys verftrekc<br />
van de coeneeming derzelve, dac de Operacien<br />
nu minder dan ce vooren gedaan worden, en men<br />
zig meer dan ooic 'er op toelegt om de groote<br />
toeftellen der ouden te weeren. Ten bewyze<br />
ftrekc het verbannen van die moord - tuigen, die<br />
wel eer de cordaatheid des Heelmeesters kwanswys<br />
tekenden. —<br />
Welk eene vordering heefc niet de behandeling'der<br />
beenbreuken en ontwrigtingen gemaakt!<br />
is niet de electriciteic nu meer dan ooic voor<br />
dezen tot nut van 'c menschdom met voordeel<br />
beproeft ? en waarom hier meerder by gedaan,<br />
gelyk men zou kunnen doen ?• Dit ftaat vast: de<br />
kunsc heefc grooce flappen gedaan toe • de volkomenheid<br />
; doch, hoe die zyn moge, zy is desniettegenftaande<br />
noch minder éénvoudig dan zy<br />
kon-
«7» F. ' D U C H N E R OVEII DE<br />
'konde. Laat ik deze fchynbaare harde taal door een<br />
foortgelyk, immers ingewikkeld bevestigend zeg<br />
gen, bevestigen. VAN SWIETEN zegt comm. aph.<br />
1147. 00 « De kunst zou eene zeer groote nut-<br />
„ tigheid hebben, indien ze door een ftreng en<br />
„ voorzigtig onderzoek onthefc wierd van alles ,<br />
„ 't geen men onwaar of twyffelagtig, wegens<br />
„ de kragten der geneesmiddelen leest; " een ge<br />
brek, een groot gebrek; een onvolmaaktheid! —<br />
Niemand wraake dan myn gezegde; myne be<br />
doeling is eerlyk, zy heeft geen fnoóde inzigten, in<br />
tegendeel, zy,loopt uit tot heerlykheid der kunst,<br />
en dus van haare beoeffenaarsj tot hêil der ftefve-<br />
lingen, en dus ook van ons eigen zelfs. — Ik hoor,<br />
dunkt my,iemand zeggen: gefteld het is zo; maar<br />
welke zyn de middelen om de-kunst zo te verber<br />
teren, op dat ..dit, van haar met- reden niet kan<br />
gezegd worden? Deze zal ik in myn derde Hoofd?-<br />
deel trachten op te geeven-.Nu 2al ik de redenen*,<br />
die my toefchynen oorzaaken kier,: van te zyn^<br />
ontdekken. Zy zyn de twee volgende.<br />
:. Vooreerst, dat men zig geene moeite genoeg geeft<br />
tot het nafpooren van alles , waarop :<br />
de kunst<br />
eene onmiddelyke betrekking heeft, als daar zyn ,<br />
. De Ontleedkunst.<br />
De Natuurkunde; ,<br />
De Ziektekunde.<br />
• «d ,<br />
. Ca) Zie Haart. IV^aatfch.. 6. Deel 2, Stuk. pag. Soa.
SPREUK VAN BOERHAAVE. 273<br />
De kennis van de kragt en aard der middelen*<br />
het pit en merg der Genees-. of Heelkunde , hec<br />
onderzoeken van Waarneemingen en proefneemen<br />
met dezelve.<br />
Ten anderen, dat men niet eeriyk genoeg was<br />
en is, om zynen elendigen medemensch langs da<br />
kortfte en zekerfte wegen te herftellen, en in 't<br />
mededelen van zyn ervaring aan de. maacfchappy. •<br />
- Laat ik van elk van deze dingen iets zeggen;<br />
Wat betreft het eerfte, hierin zal ik dus. handelen;<br />
dat ik klaarheidshalven eerst het nut der onder?<br />
werpen zalaanftippen; en daarna, hec geen ik by<br />
ontkenning van dezelve zeide, eenigzins becoogen.<br />
I. Wac, aangaac de Ontleedkunst, ik plaats dezelve<br />
voor aan, omdat zy de, ba/is is, waarop 'c<br />
.gantfche. gebQuvy der aanftaande kundigheden eens<br />
-wel of kwalyk zal gevestigd worden. .Een Genees*<br />
•en Heelkundige zonder deze kennis kan nimmes<br />
zeker zyn in zyne onderneemingen; hy moet altoos<br />
in 't blinde omtasten, wyl hy.niet weet, wat,<br />
hy myden of wat hy doen moec; hec kunftig za*<br />
menftel niec kennende, kan hy zig niet dan als een<br />
redenlooze gedraagen ; en daar ;men anders ce<br />
regt roemt op een redelyke kunsc, keert by de<br />
zodanigen de lang verlieten metkodus empirica we?derom,<br />
— en hun gedrag verfchilt niets van een<br />
Kwakzalver; dat meer is, zulk een weet niets v,gjj<br />
een verftandige ftoutmoedigheid en een bedaarde<br />
vreesagcigheid ; twee zo nodiga, vereischtens in<br />
. IX. DEEL. S èën
274 F- B Ü C H N E R OVER DE<br />
een verftandigen Arts. — Hoe noodzakelyk is de<br />
kennis van 's menfehen lichaam voor Genees- en<br />
Heelkundigen in de beoordeling van zulke gebre<br />
ken, die een fpoedige hulp vorderen;-en aan wel<br />
ke veel van des lyders gelukkige of ongelukkige<br />
omftandigheid afhangt, — ja niet zelden ook 't<br />
leven van een kwaadwillige of ter kwaader.uur<br />
geboorenc ! — Jk zou hier meer kunnen by voegen,<br />
maar gaa liever voort, dat offchoon dit onttgen-<br />
zeggelyk is , men des niet te min hier uit niet<br />
moet beduiten, dat zy, die ik hier bedoele, tot in<br />
Se geheimfte (chuilhoeken van 's menfehen lichaam<br />
met hunne nalpooririgen hadden moeten geweest<br />
ifv\ ,?èer zy den naam waardig waren van een goed<br />
Genees- en Heelkundige. Ik geloof dat men veel<br />
eer het tegendeel zou kunnen zeggen, dat, nament-<br />
lyk , als men-zyn réden te veel doet gelden, hier<br />
door zou omkeeren het gulden zeggen van Vader<br />
HIPPOCRATES , de natuur is de Geneesvrouwe<br />
der ziektens. — En men ziet ook wel eens, dat,zo<br />
lang de belpit-gelende begrippen al te zeer op de<br />
practicale worden toegepast, de kunst haare een<br />
voudigheid r>y zulk eene althans niet verkrygt. ~<br />
Evénwel, hoe 't zyn mag, dit is zeer zeker, hy,<br />
die al eens door zyn veel weerenlchap doolde, is eer<br />
te regt te brengen , dan een Idioot, diê ?<br />
er niet<br />
met al van weet. —<br />
De Natuurkundige befchouwing van 's menfehen<br />
lichaam verfchaft niet minder groot voordeel aan<br />
haa-
SPREUK VAN BOERHAAVE. 275<br />
haare bezitters dan de eerfte. Behalven 't geen daar<br />
gezegd, ook hier toepasfelyk is, hoe onontbeerlyk<br />
is niet de'-"kennis van de gantfche dierlyke<br />
huishouding nevens de andere werkingen I welke<br />
raadfels en knoopen worden door derzelver be.<br />
lèhouwing niet opgelost! hoe vernuftig weet niet<br />
een des kundige zig van dezelve te bedienen, in<br />
zeer veel gewigtige voorvallen, tot heil der menfehen<br />
ï in den gezonden en zieken ftaat! in uit- en<br />
inwendige gebreken, enz«!<br />
De Ziektekunde, gebouwd op deze gelegde gronden<br />
, geeft haaren beminnaaren duizend Waar»<br />
neemingeri aan de hand. Gelukkig hy, zeide men<br />
yoor langë, die de oorzaken der kwaaien kentl<br />
En waarlyk, op deze wys word een wyd veld afgelopen<br />
; nimmer tast een des kundige zo zeer in<br />
h duistere om. Zy is zo nodig, dat men byna zeker<br />
zeggen kan, dat- het kennen van de-oorzaak van<br />
eenige kwaal de helft der geneezing is ; de bepaalingen<br />
van den aard des gebreks op oordeelkundige<br />
gronden doen des?elfs voortgang en einde<br />
kennen. Maar zal dit, zal deze kennis voordeel<br />
verfchaften aan de.elendigen ,de Arts moet zig<br />
bevlytigd hebben op 't geen ik vervolgens<br />
optelde.<br />
Hy moet zig toeleggen op den aard en kragt<br />
der middelen. Hoe nodig, hoe onontbeerlyk is 'c,<br />
de kragt, 'c vermogen derzelven te weeten! Wan?<br />
welk voordeel toch zou de grootfte geleerdheid in<br />
S » al-
H?6 F. B U C H N E R OVER DE<br />
allé haare takken aan een zieltoogenden geeven,<br />
zo niet haare kennis' verkeerde omtrent de beste<br />
middelen, in deze en gene kwaal?: byzonder daar<br />
de mistasting het leven of de gezondheid des ly<br />
ders in zekere oogenblikken kan doen behouden<br />
öf verliezen. Het kennen der middelen ,leerr henl<br />
dezelfde regelen in de giften, toediening , juiste<br />
applicatie, enz. Maar zal hy ook hierin gelukkig<br />
fktagen , hy behoort byzonder zig op 't pit en<br />
merg der Genees- en Heelkunde te hebben toe-<br />
gelegt. Zig op eene wetenfchap toeleggen, of 'er<br />
op uit te wezen om de zie) en 't wezen van de<br />
zelve te bevatten, weet niemand, dan die met de<br />
borst (gelyk men zegt) 'er op valt , die 'er zig<br />
op uitlegt om te ervaaren , dat deze twee zeer<br />
•wyd van elkaar verfchillende zaaken zyn. Dit is<br />
ook de reden, dat ik niet fpreek van de Genees-<br />
en Heelkunst in 't algemeen, maar van derzelver<br />
inferieure deel;'t fpreekt toch van zeif, dat niemand<br />
tot deze te regt kan worden toegelaten, zonder<br />
hiervan genoegzaame blyken te hebben gegeven.<br />
Dit dan, waar van ik fpreek, en nog meer te zeg<br />
gen heb, is ook een werk van een ryper over<br />
weeging; en deszelfs gewigt, als men een nayve-<br />
rigen geest heeft, word dan meest befpeurd, als<br />
men bevorderd is, om den naam van Genees- of<br />
Heelkundige te mogen dragen; dan, wanneer men<br />
zynen geest niet langer behoefd onledig te houden<br />
met fynheden, verfchillen , met zulke zaaken, die<br />
aan
SPREUK VAN BOERHAAVE. 377<br />
aan'de practyk nier- geeven noch neemen; dan, wan<br />
neer men die , onder welke fommige vermaaks-<br />
haiven geoeffend worden,in zyn fludie minder no<br />
dig keurt, en 't 'er nu op aankomt, te toonen in<br />
de gevallen, wat gronden men gelegd heeft; dan,<br />
wanneer deze daatkundige regel een Genees- en<br />
Heelkundige regel word : Het heil der menfehen<br />
is de hooglle wet!<br />
Dan leert hy met den grooten HOFPMAN, „dat<br />
„ een groote zwaai van Geneeskundige (ik doe<br />
„ hier by en Heelkundige) geleerdheid meesttyds<br />
„ belet de werking der natuur , en dezelve be-<br />
„ roert ; 't welk de ziekte dikwils doet verer-<br />
„ geren: hy ervaart met den uitmuntenden VERU-<br />
„ LAMIÜS, dat het voorfchryven van een groot<br />
„ getal en. verfcheidenheid van geneesmiddelen de<br />
„ dogter is van de onkunde." — Hy is dan in<br />
de. gelegenheid om uit de middelen de geheel en<br />
meest beproefde te verzamelen, ja maar ook om<br />
derzelver applicatie naar de zekerde grondwetten te<br />
leeren regelen ; hy leert daarom uit de middelen<br />
de beste te kippen, gelyk BOERHAAVE zegt van<br />
HIPPOCRATES en SVI.ENHAM, (om dit voor<br />
beeld hier eens te bezigen) om heete ziektens te<br />
geneezen, bedienden zy zig van deze eenvoudige,<br />
water, azyn, gort, falpeter, honig, opium,<br />
\ vuur, 't lancet; wat verminderd dan 't getal der<br />
middelen; als NIC. M VB OPSIS 'er 4000 op<br />
leid ; en JUNKER 'er niet meer als 5000 nog<br />
S 3 meest
«78 F. B U C H N E R OVER DE<br />
meest verfchillende van de eerfte opgeeft uit 't<br />
zogenaamde ryk der dieren , der planten , der<br />
delfftofFen , of door de. natuur of kunst 'er uitgehaald<br />
aan de hand geeft. Hy roept met BOER<br />
HAAVE, en, naar maate hy de eenvoudigheid meer<br />
en meer opfpoort, ervaart hy dies te beter deze<br />
waarheid , wat hebben de tyden al gezweet door<br />
deze verzamelingen ! de Genees- en Heelkunst<br />
zig afgeflooft en uirgeput ! door welken geest<br />
wierd men gedreeven! — En om hier af te flappen,<br />
hy, die 't pit en merg der dingen (als gezegd<br />
is) uit die ontzachlyke menigte geneesmiddelen<br />
heeft leeren haaien , is niet ongelyk aan<br />
de reine dieren , die door hun herkaauwen de<br />
beste voedfels uit hunne fpys uitmelken , en met z
SPREUK VAN BOERHAAVE. ^<br />
ben een onbegrypelyke waarde. Hier zou het noo-<br />
deloos zyn , van zo veele Geleerden , I die dezelve<br />
wel wilden verzamelen, oorfprongklyk, of ui> an<br />
dere taaien en fpraaken overgezet, te fpreeken Door<br />
deze voornaamelyk is de kunst gefteegen tot dien trap<br />
van volkomenheid. Elk begrypt, dat ik niet bedoel,<br />
van al wat maar Waarneeming heet, by de eerfte ge<br />
legenheid de beste, gebruik te maaken. Het niet ge<br />
noegzaam letten op de geneeskragt der middelen heeft<br />
'er zo veele doen uitdenken, en by een brengen;<br />
en die zelfde reden is oorzaak, benevens eenige an<br />
dere omftandigheden , dat de waarneeming van<br />
een en 't zelfde gebrek , of met een niet noemens<br />
waardig verfchil, zeer veelmaalen geboekltaafd<br />
wierd , en 't aantal waarneemingen mogelyk zo<br />
talloos is geworden, andere verminkt opgegeven,<br />
meer fomtyds op den keurigen ftyj van Ichryven,<br />
als op 't waare der zaak achtgevende ; en wac<br />
niet al ! Maar ik heb op 't oog, waarneemingen<br />
van de beste, eerlykfte en kundigile, die niet zel<br />
den de eenvoudigheid ten opichrift hebben; waar<br />
in zonder opfchik en zwier van geleerdheid de<br />
zaaken behandeld zyn , zo als de Waarneemer<br />
die ervaarde; en deze waarneemingen, zo als ze<br />
de praktyk daagelyks, kan doen maaken , hebben<br />
een önbegrypelyke waarde ; en is 'er ooic eenig<br />
bekwaam middel daargeltelt om de kunst eenvou<br />
dig te maaken, het is ongetwyfFeid door dat foort<br />
van waarneemingen. Wil men dan van dezJve<br />
S 4 ge-
,s8o F. BÜCHNER OVER DE<br />
gebruik maaken, men dient dan ook dit nog onder<br />
't oog te houden, dac men de omftandigheden,<br />
door aen waarneemer opgegeeven, in agt neeme.<br />
Men kan hierom by 'c mislukken eerier. proef'<br />
nimmer kwaad dezelve meer dan eens re herhaa-<br />
len; en men moec altoos onbevooroordeeld te<br />
werk gaan. De waarneemer zo wel als de be-<br />
proever behooren bun manier van geneezing of<br />
behandeling langs den eenvoudigflen weg gedaan<br />
te hebben, op dac zo na mogelyk, al ware 't aan<br />
't geringfle, bepaald worde , waar aan de kunst<br />
haare verbetering ce danken hebbe; ja maar ook<br />
een ander beveiligd worde om geen vergeeffche<br />
moeice te doen. Langs dezen weg is 'er moge-<br />
'lykheid, dat de kunst haare volkomenheid, zo na<br />
tdic gefchieden kan,bereike. Ik fpreek niec te fterk;<br />
fwanc zyn niet die middelen zo even gemeld, die<br />
aan HIPPOCRATES in hun vermogen bekend waa<br />
ien, niet nog dezelfde? en waarom zou men in<br />
•
SPREUK VAN BOERHAAVE. s8i<br />
ginfelen der ftudie, of't verwaande, gevoelen van<br />
de bezitting derzelve in een tyd, die de beste be<br />
hoorde te zyn ter volmaking , en zo de aange-<br />
•mamfte vrugcen te leveren, wie twyfelt (zeg ik><br />
of deze zyn geen geringe redenen tot de weinige<br />
bevordering van de beste der kunllen ? En, daar<br />
uit de nuttigheid de noodzaakelykheid van zelf<br />
blykt, daar 't gemis daar van by tegenftelling een<br />
onvolkomenheid der kunst is; zal 't genoeg zyn,<br />
als ik nog met een enkel woord kan aantoonen,<br />
dat dit waarlyk het geval der kunst zy. Ik zal<br />
dit by wyze van vraagen trachten af te doen. Word<br />
'er niet een vry groot getal j Genees- :en Heel<br />
kundigen gevonden, die van de opgegeeven zaaken<br />
weinig onderregt zyn ? Zou men hier van niec ten<br />
bewyze kunnen bybrengen de weinige vordering,<br />
althans van veelen, in hun opgang? Is dit niet op<br />
te maaken uit de verkeerde ideën en behandeling<br />
over , en der gebreken in de gevallen ? Is dit niec<br />
te befpeuren in een duidelyke walg , die men<br />
ziet dat fommigen fteekt van 'c vervolg der ftudie?<br />
Blykc'c niecby een grooc getal van agteren,dat 't de<br />
naam alleen was van Doctor of Heelmeester, die<br />
den prikkel gaf aan hunne eerfte bevlytiging ?<br />
Mag men als een reden hier niet by doen, al<br />
thans, wat betreft de Heelkunst, dat fchaarschheid<br />
van bekwaame oeffenaars ftroomen vreemde<br />
lingen naar ons land en ftad gelokt heeft? en kan<br />
hier van wel een andere reden wezen, dan on-<br />
S 5 S e<br />
'
sS2 F. BÜCHNER OVER DB<br />
geoefendheid ? de Regeering zou 't anders wel<br />
belet hebben, die toch waakt voor de regten en<br />
vryheden der burgers! (en offchoon dat in dien<br />
nadruk als toen niet gezien word, blyft egter die<br />
gewoonte tot fchande van Neerland en deze ftad).<br />
Ik zou hier nog een groot getal vraagen kunnen<br />
byvoegen; maar ik twyffel niet of de eerlyke on-<br />
partydige Lezer erkent, dat 'er, wel is waar, nu<br />
mogelyk meer dan ooit bekwaame doorkundige<br />
Practici gevonden worden, en dat egter in deze alles-<br />
overtreffende kunsc een groot gebrek huisvest ,<br />
namelyk, dat men over 'c algemeen by voorberei<br />
ding en vervolgens zig niet genoeg toelegt op de<br />
bovengenoemde kundigheden; laat ik 'er nog dit by<br />
doen, dac ten deele tot bedekking van dit gedrag,<br />
anderdeels ter befchaming van anderen, de kun-<br />
ften en wetenfchappen in Neêriand niec na haare<br />
waarde gefchat worden. Een die zig zelf affloofde<br />
in die kundigheden, vind zyn moeite, door een en<br />
kele mislukking van zyn onderneemingen, beloond<br />
met fchande, zonder dat iemand hem te gemoet<br />
komt; en dit is de reden, immers zy kan 'c zyn,<br />
van den wanlust in de ftudie by fommigen; maar dit<br />
zelfde zet anderen aan; want wyl toch de meerdere<br />
bekwaamheid niet fchynt nodig te zyn tot iemands<br />
opgang in de waereld (de ervaring leert dit niet<br />
zelden), oordeelt men, dat een geringe een mid<br />
delmatige kunde genoegzaam is, kan men de<br />
menfehen maar voor zig inneemen; en welke is<br />
de
SPREUK VAN BOERHAAVE. 283<br />
de bron , waaruit dit wangedrag ontfpruit anders<br />
dan oneerlykheid ? Laat ik myn voornemen volvoeren<br />
en aantoonen, dat men #<br />
II. Niet eerlyk genoeg is om zyn elendigen me»<br />
demensch langs de kortfte en zekerlle wegen te<br />
herftellen. Ik kan niet nalaten hier by vooraf te<br />
vermaanen, dac ik (offchoon die genoeg blykc en<br />
nader blyken zal) over 'c algemeen fpreeke; waarom<br />
ik ook verzoeke, dac myn verder gefchryf uic<br />
die gezigespune befchouwd worde.<br />
Wac aanbelangc myn gezegde, — laat my zien<br />
in hoe verre ik de waarfchynelykheid kan opgeeven,<br />
en 'c zekere van zommige bepalen. — Men<br />
lette daartoe met my op de volgende zaken. Het<br />
fchier oneindig getal middelen (bovengemeld)<br />
heefc wel deze en die aangezec om zo veel mogelyk<br />
dezelve ce verminderen ; hier van daan ook een<br />
zeker gegeven getal in de onderfcheiden Apotheken;<br />
des niec ce min heefc men deze zelfde boeken met<br />
voorfchrifcen gevuld gelaten , en in deze fommige<br />
middelen, die zig in hunne werking by de eerfte<br />
leezing tegenfpreeken, of voor 't minst overtollig<br />
bevonden worden. Men heefc 'c dan tot die enkelvoudigheid<br />
niet kunnen of willen brengen als de<br />
praktyk van een oordeelkundig Genees- en Heelkundige<br />
beOaat; ik zeg willen brengen — heefc<br />
't gezag van dezen of genen Voorfchryver het een<br />
en ander middel daarom niet aanwezig doen blyven?<br />
Getuigen bier van zyn de theriaca, mithridaat,
284- F. B.U C H N E R OVER DE<br />
daat, artemifia en een groot gétal zalven, plaas<br />
ters, enz,, die, zo men gewild had, onder de voor-<br />
fchrifcen of niet meer geteld zouden zyn geweest,<br />
of •meerendeels haar luister verlooren hebben.<br />
Character veri (_ zegt BOERHAAVE) ubique est<br />
fimplicitas \ tlH indagando fidisfima haec index est.<br />
Mag men 't, moet men 't geen onopregtheid op<br />
zyn zagtde noemen, dat men om eenig voorfchry-<br />
vers wil, een middel, hoe zaamgedelt ook uitge-<br />
dagt , goedkeurt, aanpryst , ja , dat nog erger<br />
gaat, om die zelfde reden, als een middel tegen<br />
eenig kwaadaartig gebrek , hemelhoog verheft ? Ge<br />
lukkig , dat dezen 't loon van hun gedrag verkry-<br />
gen door de ervaaring, dewelke hun doen in 't<br />
helderst dagligt delt,voor't minst althans ontdekt,<br />
dat deze menfehen geen bevoegde proefneemers<br />
zyn. — Zou men 't geen oneerlykheid moogen noe<br />
men , als men 't gebruik van eenig middel afkeurt,<br />
om dat men terllond of deszelfs geneeskragt niet<br />
bevat, gelyk dit 't gevolg was van veele daarna<br />
heilzaam bevonden middelen ; of om dat de uit<br />
vinder geene zulke verdienden heeft, als men zig<br />
in zodanig een voordek?Profesfor CORNACHINUS<br />
veroordeelde eerst 'c poeder van WARVICH om<br />
die reden , maar wierd daarna een ieverig voor<br />
dander "van hetzelve. Gelukkig als dit 't geval word,<br />
trouwens 't einde kroont 't werk! Mag men 't geen<br />
oneerlykheid noemen , als men , niet gelyk die<br />
edele zielen, die verlangend uitzien om eens ein<br />
de-
SPREUK VAN BOERHAAVE. 285<br />
delyk nog zulke middelen 1<br />
te vinden, die niet<br />
langer hunne beste poogingen befpotcen, om zo<br />
deze heerlyke kunst aan de gispingen van 't on<br />
kundig gemeen te ontrukken, zig hierom.niet be*<br />
kommert ; maar , den ouden flenter volgende j<br />
zyn kunst, oeffent enkel om 'er- zyn kost meê te.<br />
winnen, wat 'er ook. van de lyders worde?<br />
Of alles beproeft is, of zy langs de korcftè<br />
wegen gered worden , óf hunne kwaal met de<br />
beste middelen drogelyk gemaakt worde, dit ver-<br />
fcheelt niet, zo de waereld den Arts flegts voor<br />
kundig.houd, en zyn beurs vet maakt. Mag men<br />
uit het een en ander niet opmaaken, dat oneerlyk<br />
heid het roerfel is van der zulker bedryven ? En<br />
moet 't niet noodwendig volgen, dat dezulken<br />
hunne .ongelukkige lyders langs de kortfte en ze-<br />
kerfte wegen niet herftellen , ja, zelfs, wegens dit<br />
hun gedrag niet in de gelegenheid zyn om 'er ooic<br />
toe te komen ? Immers, als de ervaaring hen .fomtyds<br />
het een of ander beproeft middel heeft leeren ken<br />
nen , zyn zy niec eerlyk genoeg om dit aan de<br />
Maatfchappy aan te bieden. Die blykt, als ik<br />
aanwyze , welk een groot getal Schryvers van<br />
tyd tot tyd zyn te' voorfchyn gekomen , zo dac<br />
hunne optelling fchier een menfehen leeftyd zon<br />
vorderen, en dat een groot deel van dit ..ge<br />
fchryf dikwerf niet veel meer is dan opgewarm<br />
de kost , fleges mee eenige geringe veran<br />
deringen en verbeteringen , niet waard te noe<br />
men.
a85 F. BUC HN E R OVER DE<br />
men. Zyn niet zeer veelen, die men onder de<br />
Aucreurs ibelt, niets anders dan naauwkeurige Co-<br />
piïsten? — Had men elkaêr verbeterd, had men by<br />
voorbeeld een voornaam Schryver door aanmer<br />
kingen vermeerdert, uit de dagelykfche ervaa<br />
ring opgehelderd, hier en daar verbeterd; de<br />
waereld zou minder boeken bevatten , en de<br />
kunst eenvoudiger geworden zyn. Dit blykt al ver<br />
der , als men over eenig ftuk een en ander Aucteur<br />
naleest. Ondervind men dan niet, dat men , en<br />
met betrekking tot de bepaaling of kenmerkende<br />
befcbryving van eenig gebrek, en met betrekking<br />
tot de Genees- en Heelwyze, by den een zo wel<br />
als by den ander niets zaakelyks vind? dat men<br />
by flot van - rekening een chaos van verwarring<br />
omtrent het eerfte , en wat't laatfte aangaat, by<br />
elkaêr opgeteld een geheele lyst middelen aantreft,<br />
die die Schryvers óf zelfs nooit beproeft, en<br />
maar enkel op eens anders gezag overgenomen,<br />
of verminkt medegedeeld kebben ? — Als men dit<br />
nagaat , wat moet men dan 'befl Uiten , daar wy'<br />
niet dan door fommigen hebben i zien uitoeffenen<br />
eene pooging om langs zekere en korte wegen<br />
hét eenvoudige der kunst te beöögen, en 'er even<br />
wel veel geichreeven is, gefchreeven van dezul<br />
ke , die door' 1<br />
hun ervaaring zeer veel (immers<br />
naar oogenfchyn) aan de kunst hadden kunnen toe<br />
brengen ? Hoe menigmaal ftelde. de verwagting<br />
ons te leur ! Men legt zig toe om den lezer<br />
groot-
SPREUK VAN BOERHAAVE. 287<br />
grootfche denkbeelden van zyn bekwaamheid in<br />
te boezemen door een trotfchen tycel, geleerde<br />
opdragt, en eenige verrigtingen van belang, die<br />
7ig door opfchik en gemis van eenvoudige<br />
mededeeling fpoedig verraaden, enz. Moet men<br />
dan niet befluiten, mag men niet gelooven, dat,<br />
als fommige Schryvers, in plaats van den grooten<br />
naam van Aucteur te beöogen , en op de puin*<br />
hoopen van een andermans werk hun gebouw te<br />
gronden, zig hadden verledigd, gelyk eene BOER<br />
HAAVE , SYDEN HAM , DE GORTER, HOFF-<br />
MAN, enz. tot 't mededeelen, tot 't onbewimpeld<br />
ihededeelen van hunne ervaaring, de kunst die ge<br />
lukkige vorderingen zou gemaakt hebben, die na-<br />
tuurlyk aan 1<br />
deze pooging vast zyn ? Ik behoef<br />
ten bewyze alleen by te brengen de gevolgen van<br />
deze opregtheid door de gemelde Schryvers, en<br />
van hun, die nog de kunst verryken met hunné<br />
waarneemingen eh eerlyke manier van fchryverf.<br />
Men zou dan deze Goddelyke kunst tot eené<br />
byna wiskundige, ten minde hoogst waarfchynlyk<br />
zekere geneeswys, immers met betrekking tot ver<br />
fcheiden gebreken , gebragt hebben: en heeft dit<br />
ook niet de grootlte waarfchynlykheid , als men<br />
den tyd nagaat, reeds gemeld, waarin zo veel over<br />
de 'kunst gefchreeven is?<br />
Maar zo lang 'er e*m kwakzalveragtige geheim<br />
houding, gelyk by lömmigen, plaats vind is-de<br />
oorzaak van 't tegendeel ligt te bevroeden; eene<br />
ge.
^88 F. B Ü C H N E R ÓVER DS<br />
geheimhouding, die te fnooder is , om dat 'er der<br />
menfehen gezonde of ongezonde ftaat van afhangt;<br />
eene geheimhouding, die, zo ze anders<br />
in een verftandigen valt,hem tot een dwaas maakt,<br />
althans by kundigen , wyl hem dit gedrag verdagt<br />
maakt , dat deze zyne eenige.- kundigheid is";<br />
eene geheimhouding , die in zulke geheimbezitters<br />
niet zeiden het zeggen bewaarheid, dat men<br />
van fommige menfehen doet, dat zy flimmer zyn<br />
dan de varkens , die onnut in hun leven , alleen<br />
goed zyn na hun dood ; want offchoon zy de<br />
Maatfchappy vleien, aan dezelve nog eens door<br />
gemeenmaaking van hunne ervaaring te zullen ge?<br />
denken, neemen zy affcheid van deze waereld ,<br />
en beveelen zo hun geheim aan den fombren<br />
nagt van eeuwige vergetelheid. Zyn dit wel vrienden<br />
der menschheid? In tegendeel, vuige pesten<br />
van dezelve; en alzo hunne dryfveer, (niet zelden<br />
is dit 't geval,) eenig en alleen is eigenbaat door<br />
fnoode winzugt geteeld, past op. geene ondeugd<br />
met meer nadruk het gezeg. van VIRGILIUS dan<br />
op deze:<br />
— Oüid non mortalia pectora cogis<br />
Aitn Jacra fa mes?<br />
Vervloekte geldzugt, waartoe vervoert gy de<br />
ftervelingen!<br />
Het geen de groote BOERHAAVE ten dezen<br />
opzigte fchryft -voldingt dit verder: ><br />
Si
SPREUK VAN BOERHAAVE. 289<br />
Si qui vero fint, qui arcana fe habere jactitant»<br />
quae in praemium privati laboris eelent, juccesfum<br />
faltem horum orbi vere approbent.<br />
Lat&iit arcanum, pateat virtus; explorata dig-<br />
nitas movebit hos, qui remunerari proni funt &<br />
validi; &t. (b~).<br />
Zyn deze redenen nu niec van dien aarc, dac<br />
zy de kunsc nog in haare onvolkomenheid laaten<br />
moeten, immers ten opzigte van ibmmige takken<br />
derzelve; ik zou volllaan kunnen mee te zeggen ,<br />
de onvolkomenheid der deelen fluit de onvolmaakc-<br />
heid van .'c geheel in; maar behalven dit zal men<br />
wel willen erkennen, dac de kunsc nog misc, hoe<br />
zeer verbeterc, hetgeen haar, zo na mogelyk, den<br />
trap van volkomenheid geeft. — Laat my dan na<br />
myn genomen beftek beproèven, in hoe verre ik<br />
de middelen tot dat einde kan opgeeven.<br />
III. Hoe veelen hebben niec voor lang ondervon<br />
den , dat naar maate de kimsc enkelvoudiger werd,<br />
derzelver volkomenheid aanwies! Hier van daan zo<br />
veele vorderingen ten deele aangeroerd ; en welk<br />
was hier 'c natuurlyk gevolg van? Immers die, dat<br />
langs dezen weg de gebreken der menfehen fpoe-<br />
diger en zekerer wierden geneezen; en welke was<br />
hier van de reden ? Deze , omdat hier door en.,<br />
de kunsc zelf in 'c algemeen en de middelen in<br />
'c byzonder die opfchrifc hadden:<br />
De eenvoudigheid is V Zegel der waarheid!<br />
Al<br />
(b~) Oratio H. BOERHAAVE, pag. iS,<br />
IX. DEEL. T
«go F. B U C H N E R OVER DB<br />
AI wat derhalven 't zelfde einde blyft bereiken,<br />
moet dezelfde uitkomst hebben. Laat my dan be<br />
proeven, onder eenige Hellingen op te geeven,<br />
weike zaaken myns bedunkens hier aan zouden<br />
bevorderlyk kunnen zyn:<br />
Daarna eenige bedenkingen , die ik ter over<br />
weging aanbiede, opperen; terwyl ik de vooron-<br />
derHelde waarheden, in 't laatfie ftuk ingewikkeld<br />
opgegeeven, om herhaaling te myden, niec we<br />
der zal ophaalen.<br />
Wat aangaat 't eerfte.<br />
1. Men moet uit alle de middelen, de minst-<br />
zaarrgeftelde uitkippen, op dat men langs dezen<br />
weg, de juiste kragt van 't meest werkend middel<br />
kennende, aan 'c eigenclyke middel de geneezing<br />
toekennen mooge. Men moet hier toe<br />
2. De kunst van alle overtolligheden zuiveren,<br />
niet alleen om de middelen tot zulk een getal te<br />
brengen, waarop men volkomen kan ftaat maaken,<br />
maar men moet<br />
(a) Alle kunst-termen der gebreken zo veel<br />
mogelyk verminderen; genoeg zal 't zyn als men<br />
eenig gebrek onder zekeren naam kent:<br />
(b) De onderfcheiden gebreken, die tot eene<br />
Glasfe behooren, onder eéne benaming brengen:<br />
(c) Een naauwkeurige definitie der gebreken<br />
met alle mogelyke oplettenheid zoeken te maken,<br />
om het eene van 't ander duidelyk te kunnen<br />
onderkennen.<br />
3-
SPREUK VAN BOERHAAVE. 491<br />
3. Men moet by de eerfte ontdekking van al<br />
dat geen, dat de geneezing van eenig gebrek, tot<br />
hier voor ortgeneeslyk gehouden, kan daar ftel-<br />
len — of in 'r slgemeen de geneeswys van eenig<br />
gebrek kan verhaasten , of de onderhoudende ge<br />
neezing van >fc zelve draaglyker of gemakkelyker<br />
maaken voor den lyder of voor den Arts, hetzelve<br />
zo dra moirelyk mededeelen.<br />
4. Men behoorr geen bezitter te zyn van een<br />
eenig geheim , waaruit 't algemeen voordeel kan<br />
trekken en de kunst opgeluistert worden; integen<br />
deel men moet<br />
5. Uic zyn ervaaring, gelyk MEAO deed, aan<br />
de maatfehuppy fchenken alle die middelen, die<br />
men op de proef dikmaals leerde kennen als<br />
dienftig, en de beste.<br />
6. Men moec zo veel vertrouwen ftellen in de<br />
middelen , die anderen mededeelen , als in zyn<br />
eigen , al vat men op 'c ogenblik de kragt en 'c<br />
vermogen van dat middel niet, ten zy dan dat de<br />
onopregiheid van den mededeeler openelyk bekent<br />
ware. Van gebrek aan oordeelkunde fpreek ik hier<br />
niet; want de beste middelen hebben allen niet<br />
de grootfte vernuften toe hun voortbrengfter. —<br />
Minder op fpitsvindigheden , dan op de zuivere<br />
werking der zogenaamde natuur, moet men zig<br />
uitleggen.<br />
Ik eindige deze met de woorden van den uic<br />
eigen oogen zienden O'HALLORAN, over 'c hete<br />
Ta en
2ï?5 F. B U C H N E R OVER. DE<br />
eri koud vüur, pag. iaa, alwaar hy dus fchryft :<br />
,; Men moet rooit' denken, dat men volleerd is<br />
„ ih een wetenfchap-, die voor 'c menschdom zo<br />
„ nuttig is, en diensvolgens moet men altoos ge-<br />
„ reed zyn om zig te laaten overtuigen, het zy<br />
„ dit gefchied door nieuwe waarnemingen , die<br />
,, anderen genomen hebben , of door zulke, die<br />
„ door ons zelf genomen zyn: " Het zeggen van<br />
SENECA, door dien zelfden Schry ver by 't eindigen<br />
van zyn Voorreden gebruikt, vind dat toejuiching ter<br />
bevestiging van dit ftuk, neemt men dat voor de<br />
kunst over, het moet zeer voordeelig zyn: „ lk<br />
^ ben van oordeel ,' dat veelen tot de wysheid<br />
„ zouden gekomen zyn, waar 'c niet, dat zy die<br />
„ waanden te bezitten."<br />
De zaaken, die ik ter overweging meen voor<br />
te' (tellen, en .flegts als bedenkingen opgeef, zyn<br />
de; volgende: n<br />
3 Vooreerst geeve ik op, of men niet eenig werk<br />
over Genees-en Heelkunst, elk afzonderlyk , uit de<br />
praktyk der beste Schryvers, in korte Hellingen<br />
zaamgefteld, zou kunnen vervaardigen,. waarin al<br />
les, wat ter zaak niet deed, zorgvuldig gemyd<br />
ware. Niemand denke, dat ik hier een zogenaam><br />
de ezelsbrug langs dezen weg wilde leggen; het<br />
tegendeel hier van blykt uit het te vooren gemelde.;<br />
maar myn oogmerk was hier door enkel voor min<br />
vermogenden een gemakkelyker pad te maaken, om<br />
hun-
SPREUK VAN BOERHAAVE. igft<br />
hunnen medemensen gelukkiger te hulp re kun<br />
nen komen.<br />
De Genootfchappen , welker prajmien (trekken<br />
om de wetenfchap van eenig ftuk der Genees- of<br />
Heelkunst in 't algemeen bekend te doen worden ,<br />
zyn allen lof waardig; maar ik geef<br />
Ten tweeden in bedenking, of men uit derzelver<br />
Verhandelingen niet meerder voordeel zou trek<br />
ken , wierd flegts het wezentlyk deel derzelve in<br />
een ander werk by elkaar uitgetrokken. Want wie<br />
weet niet, hoe veel omflags 'er by elke Verhande<br />
ling is , en ook fomtyds nodig is ter opfiering<br />
van dezelve, in 't aanhaakn van Schryvers, wyd-<br />
lopige redeneringen,enz.? Langs dezen weg,wilde<br />
men een zeker plan daartoe volgen, zoude men door<br />
den tyd een volkomen Genees- en Heelkundig<br />
ilelzel , dat zeker niet van 't minfte zyn zou ,<br />
bekomen.<br />
Ten derden geef ik in overweging, of men niec<br />
in de Godshuizen een weg zou kunnen vinden,<br />
om jonge Practici toe te laten onder 't opzigt van<br />
twee of meer zeer bekwaame , van eigenbelang<br />
wars zynde, mannen, om de practyk dagelyks zo<br />
lange zy zig hier in wilden bezig houden, te kun<br />
nen oeffenen. Kwam hier by hec houden van<br />
practicale lesfèn, als ook de aanwyzingen van de<br />
dadelyke Handwerk-kunst, in alle haare uitgebreid<br />
heid; dan zou de leergierigheid van geen vreem<br />
den , die van buiten inkomen, en niec zelden ver-<br />
T 3 fcheU
ap4 F. B U C H N E R OVER DE<br />
fcheide elendigen, voor zy hun werk fiks hebben,<br />
aan hun onkunde opofferen, eenig onderwys, en<br />
dat fomtyds nog fteelswys, behoeven te zoeken.<br />
Ten laatften geef ik in bedenking, of men zig<br />
niet behoorde 'er op toe te leggen, om zo veel<br />
mogelyk het publiek te overreden van de nuttig<br />
heid om lyken van hun , die aan onbekende,<br />
twyffrlagcige of gemengde kwalen dezer waereld<br />
overleden zyn, te ontleden. Och of de vooroor-<br />
deelen en 'c bygeloof, in zo veele gevallen de<br />
overhand hebbende, althans omtrent dit ftuk eens<br />
mogt wyken, en elk, wien dit aangaat, uit liefde<br />
voor zig en anderen zig genegen toonde, terftond<br />
het verzoek daar omtrent in te willigen ! Naar<br />
myn inzien, al wierd dit in de bekendlte kwalen<br />
zo veel mogelyk gedaan, de kunst zou 'er voor<br />
deel van hebben. De Godshuizen bieden hiertoe<br />
de fchoonfte gelegenheid aan; langs dezen weg zou<br />
den op grond van de opgegeven wetenfchappen,<br />
door vergelyking van den gezonden en ongezonden<br />
ftaat, myns bedunkens, voornaame waarheden ge<br />
leerd, de fchoonfte proeven genomen, en de<br />
kunsc hierdoor groocelyks bevorderd worden ,<br />
ter volmaaking van de gebrekkige bepaalingen van<br />
verfcheiden gebreken, ter inllaat-ftelling om an<br />
dere middelen te beproeven , en dus tot de mo-<br />
gelyke verbetering der kunsr.<br />
Ik eindige myne bedenkingen mee deze korte<br />
aanfpraak: Hoe verdrietig, boe treffend is 't voor<br />
uwe
SPREUK VAN BOERHAAVE. 295<br />
uwe eerlyke harten , braave Kunstminnaars ! van<br />
deze zo-heerlyke kunst te moeten zeggen: hier<br />
ftaat zy pal — zy fchiet te kort — zy is doof<br />
voor de akeligfte vertooning van jammer en elen-<br />
de! en — zou men wel kunnen op goede<br />
gronden beweeren , dat alle die rampzaligheden<br />
van dien aart zyn, dat 'er nimmer eenig tegengift<br />
voor zal ontdekt worden? Wel aan dan: laat het<br />
eerfte ons ten fpoorflag dienen , en 't andere<br />
nayverig maken ; laat ons alle onze kragten in-<br />
fpannen, om , ware 't mogelyk, voor deze, waar<br />
onder zo zeer fmertende kwaaien , eindelyk ook<br />
nog eens gepaste middelen te vinden ; laat ons<br />
alles, wat verder de kunst volmaaken, en dus de<br />
fmercen der lyders fpoediger en zekerer geneezen<br />
of dragelyker maaken , poogen aan te wenden.<br />
Dan zal de waereld ons den dankbaarden lof geeven»;<br />
de veege fterveling zelf de welriekenlte wierook<br />
toezwaaijen ; de Kunsc van haare verguizing by<br />
lommigen ontheven, en in beter nadruk dan voor<br />
heen de beste der kunften genoemd worden; ja<br />
maar ook den lnfteller der kunften en wetenfchap<br />
pen de zuiverde dank-offers worden coegebragt.<br />
Zouden de middelen, door welke ik de volko-<br />
nienheid der kunsc meende te bevorderen in deze<br />
opgaaf nu niet van dien aart zyn, immers voor<br />
een deel, als ik wenschte? Ik vieije my hier mede<br />
om deze reden , omdat de gemelde en andere ver<br />
beteringen dezelfde of foortgelyke redenen tot hun<br />
T 4 be-
2yö F. BUCHNER OVKR DE SPR. VAN BOERH.<br />
beftaan gehad hebben; en al waren ze allen on<br />
nut — mogelyk zet dit een' man van een vernuf<br />
tiger brein aan, om een goed plan hier toe te for-<br />
meeren ; en dan trekt de maatfchappy zelve van<br />
myn gefchryf voordeel.<br />
Zie daar myne webbe afgefponnen. In hoe<br />
verre ik 't doel der Ileeren opgevers, betrekkelyk<br />
het zeggen Simplex veri fïgillum, getroffen heb,<br />
zal de uitkomst leeren. Dit alleen moet ik nog zeg<br />
gen ten aanzien van myne manier van handelen:<br />
Ik begreep, dat, als de kunst zelve in haar geheel dc<br />
opgegeeven .Spreuk in haar voordeel had of kreeg,<br />
door befchaaving, verbetering, enz. de gevolgen<br />
der deelen dezelve zyn zouden; en dit is de re<br />
den, dat ik my niet zo zeer heb willen toeleggen,<br />
om alle de verbeteringen op te tellen ; te meer,<br />
wyl men wel eens, door al te zeer te ftaroogen<br />
op 't voortreffelyke van eenige zaak, 't gebrekkige<br />
geheel 'uit 't oog verliest; en de bel'chouwing<br />
van 't onvolkomene baant dikwils den naasten weg<br />
tot de volmaaktheid. Obtinui portum, qua mihi<br />
curfus er at.<br />
RE-
REDEVOERING<br />
W A A R I N<br />
DE GEMAKKELYKE EENVOUDIGHEID<br />
DER GEZUIVERDE GENEESKUNST<br />
BETOOGD WORDT.<br />
DOOR<br />
Gehouden by 't aanvaarden van het ampt van<br />
Hoogleeraar in de Genees- en Kruidkunde,<br />
te Leiden, op den 20. Maart des<br />
jaars 1709.<br />
(Uit het Latyn vertaald.)
Vo, gens het byna beftendige gevoelen der Wy-<br />
zen bezit de waarheid eene zo fchitterende fchoon-<br />
heid, dat, indien zy ontbloot verfcheen, de fter<br />
velingen haar gezigt niet zouden kunnen verdraa.<br />
gen. Die derhalven zegt, dat zy, indien men haar<br />
onvermomd zag, zeer eenvoudig zou weezen, zal<br />
gerekend worden haare fchoonheid te willen ver<br />
kleinen. Evenwel zyn 'er treffende bewyzen, die<br />
my dringen om zo te denken. Immers wanneer<br />
iemand duidelyk ziet, wat die waarheid zy, welke<br />
den naam heeft van zo verwonderlyk te weezen,<br />
bevindt hy, dat niers eenvoudiger , niets minder<br />
verwonderlyk is, dan zy zelve. Eeniglyk gegrond<br />
vest op de klaare. befchouwing der denkbeelden,<br />
geeft zy haaren beoefenaaren geen ander werk ,<br />
dan, volgens dit heldere doorzigt, over derzelver<br />
overeenkomst of verfchil, ernftig te denken. Wie<br />
zal nu ontkennen, dat dit verrigt wordt door de<br />
zuivere aandagc van 't verftand op die gedagten,<br />
welke het in zig zelf befehouwt, waaruit ze ook<br />
mogen geboren zyn ? En , wanneer deeze gedag<br />
ten, zuiver van alle vreemde befmetting, voor den<br />
geest komen, o hoe eenvoudig zyn ze dan! Ook<br />
is de aandagt zelve, hierop alleen gevestigd , de<br />
eenvoudigfte van alle werkingen der ziel. Hoe<br />
eenvoudig is derhalven, wanneer men ze waarlyk<br />
bezie, die zelfde waarheid , welke met zo veei-<br />
ophef, voor de moeder van alles , wat verwon<br />
der-
3©o H. B O E R H A A V E<br />
derlyk is, wordt uitgegeeven! iïy ziet bet waare,<br />
die verwerpt het geen daartoe niet behoort. Al<br />
wie het masker, hec blanketfel, hec tooifel weg<br />
neemt , ontdekt ligcelyk de waarheid, die daar<br />
onder fchuilr. Ik vraag u, Wiskundigen, zuiverfte<br />
beoefenaars der onvervalschte waarheid: hoe lang<br />
treft u het vervvonderlyke in hec ingewikkeldfte<br />
'probkma! Gewisfelyk flegts toe dat de ,knoop op<br />
gelost is; wanc dan komc, nevens de ontdekte<br />
waarheid, terftond de eenvoudigheid te voorfchyn,<br />
en verdwynt al hec verwonderlyke. Ook prysc gy,<br />
ten aanzien van deeze weecenfehap , wanneer de<br />
vraag op menigvuldige wyzen opgelost kan wor<br />
den , flegts ééne; gy geeft naamelyk den voorrang<br />
aan die oplosling alleen , welke boven andere in<br />
eenvoudigheid uitmunt. U , Werktuigkundigen ,<br />
die het beste gedeelte der Meetkundigen zyt, u,<br />
die telkens het eenvoudigfle werktuig alleen goed<br />
keurt, wanneer gy veele hebt, waardoor hec zelf<br />
de werk verrigt kan worden , u tel ik mede<br />
onder de bevestigers myner Helling. Eindelyk ,<br />
al wie eenige waarheden grondigst ontdekt heeft,<br />
moet om geene andere reden geagt worden boven<br />
de overigen uitgemunt te hebben, dan omdat hy<br />
de naakte zaaken, op eene bekwaame wyze, toe<br />
de onbevlekte eenvoudigheid heefc weeten te<br />
brengen.<br />
De gefchiedenis, hec register der eeuwen, be-<br />
kfagtigt dit ten opsigt van alle menfehelyke wys*<br />
beid,
OVER DE EENVOUDIGHEID. 301.<br />
heid. AESOPUS, SOKRATES, DEMOKRITÖS;<br />
HIPPOKRATES, VEKULA1U , DE SC ARTES,<br />
hebben een' uitfteekenden roem, waarvan de nyd<br />
zelf met luider Item me gewaagt, verworven, door<br />
overal waarheden te ontdekken, op wier nafpoo-<br />
ring zy zig bevlytigden. Maar wat is de kenne-<br />
lyke oorzaak van zo veel luister. Voornaamelyk<br />
de naaktheid , die zig openbaart, wanneer men<br />
hun leeven en hunne gedenkfehriften gadeflaati<br />
Eenvoudigheid is derhalven overal het kenmerk<br />
van waarheid ; zy is , ter nafpooring van deeze ,<br />
de getrouwde gids.<br />
• Dikwyls hierover gedagt hebbende, geloof ik,<br />
dat men zig op de eenvoudigheid ook in die kunst<br />
behoort toe te leggen, aan wier trouw de bevei<br />
liging van de gezondheid der menfehen hangt.<br />
Wie van ons twyfelt, of die kunsc is de Genees<br />
kunst ? Dac deeze , Wanneer ze in haare volko-<br />
mene eenvoudigheid beoefend worde , eenvoudig<br />
en gemakkelyk is , zal ik kortelyk beroogen.<br />
Want, volgens de wee der gewoonce verpligc om<br />
over eene geneeskundige ftof ce fpreeken, fcheen<br />
my geene waardiger om voor u door myne Rede*<br />
voering opgehelderd ce worden ; inzonderheid-/<br />
dewyl veelen zig opzettelyk toeleggen om het<br />
moeijelyke deezer kunst zo oneindig breed uit te<br />
meeten, dat de vlyt, door moedeloosheid aan 'c<br />
kwynen gebragt, geenen weg open ziec om den<br />
zwaaren toegang te verligcen. Ook verbeeld ik<br />
my»
302 H. B O E R H A A V E<br />
my, dat dit onderwerp niet onovereenkoraltïg is<br />
met myne nieuwe bediening , waarvan een groot<br />
gedeelte beftaat in de ontwikkeling van eenvoudige<br />
zaaken.<br />
Verleent my , terwyl eenvoudige taal de ge<br />
voelens van mynen vryen geest beknoptelyk voor<br />
draagt, eene gunitige aandagt, cn oordeelt, vol<br />
gens uwe bekende opregtheid, onpartydiglyk, of<br />
ik myne fteliing met goede bewyzen (laaf.<br />
Dat die zaaken alleen tot de geneeskunst be-<br />
hooren, welke, door het leeven en de gezond<br />
heid te befchermen, de menfehen voor de nadee-<br />
len der ziekten beveiligen , agt ik zeker te zyn.<br />
Men gelooft doorgaans, als by overlevering, dat<br />
de menigte deezer zaaken oneindig groot is. Van<br />
daar het gewoone zeggen, dat, onder alle kun-<br />
ften, die in agting zyn , de Geneeskunst de uit-<br />
gebreidfte, en uit dien hoofde de zwaarfte is.<br />
Doch, die het twyfelagtige van het zekere, het<br />
valfehe van het waare,, voorzigtiglyk afzondert,<br />
behoudt flegts weinige leerftellingen der zuivere<br />
kunst. Want in 't opbouwen van deeze niets aan<br />
te neemen, welks geloofwaardigheid by een' er-<br />
vaaren' man verdagt is, beveelc de voorzigtigheid,<br />
voor dwaaling bedugt, en hét befef van de doo-<br />
delyke gevolgen der misleiding.<br />
Nooit zal deeze gelukkiger vermyd worden ,<br />
dan door te verwerpen al wat de fekten eigen<br />
is. Nooit zal de waarheid gemakkelyker ingezien<br />
wor-
OVER DE EENVOUDIGHEID. 303<br />
worden, dan wanneer men alleen voor egt aan-<br />
neemt, 't geen alle bevoegde oordeelers ten allen<br />
tyde eenpaarig toeftemmen. Naar dit voorfchrift<br />
gezuiverd, zal de geneeskunst, het vreemde, dat<br />
haar deed zwellen , weggenomen zynde, ftraks tot<br />
haare eigene kleinte inkrimpen.<br />
Ter lhaving van myn zeggen agt ik dienftig<br />
hen te monfteren, die door anderen nagefchree-<br />
ven en gevolgd zyn.<br />
Elk , die met dit oogmerk de gedenkftukken<br />
der Geneeskunst onderzoekt, zal aan den Godde-<br />
lyken HIPPOKRATES het meeste dank weeten.<br />
Doch zyne fehriften , van vlekken gezuiverd ,<br />
leveren flegts weinige , en wel zeer eenvoudige,<br />
zaaken op. Het vuur en het water , de grond-<br />
ftoffen en derzelver magten , de natuur, derzelver<br />
min, haat, aantrekkingen, afftootingen en rede<br />
neeringen, de natuurlyke warmte, de hemelfche<br />
oorzaaken, de fouten, in de ontleedkunde begaan,<br />
en voorts het geen daaraan vasthangt, en de fehrif<br />
ten van HIPPOKRATES wonderlyk vergroo.; dit<br />
alles geheel uitgemonfterd zynde, wat blyft 'er<br />
dan over? Eene kleine verzameling van waarnee<br />
mingen , vry bevattelyk voor de zinnen en het<br />
verftand.<br />
Met hoe veele fehriften heeft de lieflyke PLATO,<br />
en de talryke fekte van dien grooten man , de<br />
boekeryen der Geneeskundigen geftoffeerd! Maar<br />
verwerpt de driehoeken , de getalen , de denkbeel-
t?04 ïl. B O E R H A A.V E<br />
beelden, de gröndftoffen, de vogten, de geesten,<br />
de neigingen , harmonien, parabolen , en tevens<br />
de menigvuldige valfche gevolgen daarvan ; wat<br />
blyft 'er dan, bid ik u, over? Slegts weinige zaa<br />
ken, welke Hip'i'OKRATES reeds gezegd had. I<br />
Zo gy Wyders uwe gedagcen wendt tot den<br />
man, die met even groote eerzugt naar den hoog-<br />
ften rang in de weetenfchappen ftaat , als zyn<br />
moedige leerling naar de heerfchappy over de<br />
gantfche aarde, gy ziet eenen Schryver, aan wiens<br />
woorden, van PLATO af tot PAKACELSUS toe,<br />
byna de ganfche Geneeskunst met opgetoogen*<br />
heid verkleefd wasj Egter heeft de Arillotelifche<br />
School niets goeds , niets, dat in de kunst eenig<br />
nut te wege brengc, of het is uit de Coïfche<br />
gedenkilukken overgenomen, en geheel van HIP<br />
POKRATES afkomilig. Het overige is zo duis<br />
ter, of zö valsqh en algemeen, dat 'er de Genees<br />
kunst niets by gewint.<br />
Eindelyk, welke waarlyk nuttige zaaken hebt<br />
gy , CLAIJDIUS GALENOS , behalven het ont<br />
leedkundige, in uwe zo uitgebreide, werken be-<br />
fchreeven ?- 't Geen daarin uitblinkt, is zuiver<br />
Hippokratisch. Neemt men 'er dat uit , ftraks<br />
ziet men het overige van glans en kragt beroofd.<br />
Ik befluit derhalven. — Doch het eerwaardige<br />
koor der Arabieren ftuit den driftigen ftroom<br />
myner redenvoering. Welk een aanzienelyke fcha c<br />
van boeken! Welk een rykdom is daarin voor de<br />
Ge-
OVER DÈ EENVOUDIGHEID» 305<br />
Geneeskunst bewaard! Ja, deeze rykdom zou my<br />
inderdaad beweegen om van gevoelen te veran<br />
deren, had ik niec bevonden dat ARISTOTELES<br />
en GALENUS de eenigen zyn, die in de fehriften<br />
der Arabieren fpreeken, fchoon in eene ari-<br />
dere taal.<br />
Indien dit alles waar is , gelyk de geleerden<br />
het waar bevonden hebben , wac volgt 'er dan<br />
uit ? Zekerlyk iets anders, dan iemand losfejyk<br />
gehoopt zou hebben; iets verwonderlyks, naame-<br />
lyk, dac alle noodige zaaken, die men, van 't be<br />
gin der wereld toe den tyd der Scheikundigen,<br />
ten behoeve der Geneeskunst geboekt heeft, in<br />
een klein beftek vervat kunnen worden , en zeer<br />
eenvoudig zyn.<br />
Verre de grootfte :zwaarigheid van geneeskun?<br />
dige weecenlchap uit de Ouden te haaien is dus<br />
hierin gelegen, dat de nieuweling de nafchryvers,<br />
die hy te vermyden heeft , moet onderfcheiden.<br />
van de weinige uitvinders, die zyne aandagtige<br />
leezing waardig zyn. Moec derhalven een leer<br />
ling der Geneeskunst aangefpoord worden om<br />
zig geheel aan 'c doorzoeken der oude fehriften<br />
over te geeven ? Dit doende, zou hy de gele<br />
genheid van mee, vrugc te werken , onherftel-<br />
baar, laaten yerlooren gaan. Hy leeze die . al<br />
leen , welke doorzogc hebbende , by veilig .de<br />
overigen kan misfen; ten, waare men mogt<br />
meenen , dac zulk een groote vorderingen zou<br />
. IX. DEEL. V doen?
3o6 H. B O E R H A A V E<br />
doen die , om een' regten weg af te leggen,<br />
yverig in een' kring liep.<br />
Onkunde , ónvoorzigtigheid, onwettige onder»<br />
Helling van valfche- gronden , traagheid, van ar<br />
beid tot toeftemming neigende, zyn gebreken der<br />
menfehen , niec der eeuwen. Zy waren oudtyds<br />
nadeelig, en zyn het ook hedendaags. Hy worde<br />
door panyzugc gedreeven, en oordeelc niec kun<br />
dig, die, de fchoonfte uicvindingen der laate eeu<br />
wen gering agtende, de Ouden alleen, als Goden,<br />
eert. En waarlyk,'tis den knaagenden nyd eigen,<br />
gunftiger ce zyn aan hec oude dan aan hec tegen-<br />
woordige. Doch zeer veelen , in hec tegenover-<br />
ftaande gebrek-vallende, zyn geneigd om laag te<br />
denken over den arbeid der Ouden , en zwaaien<br />
den roem, welken zy met blydfchap den Ouden<br />
órttneemen, mildelyk aan hunne eeuw toe. Van<br />
daar het gezwets over de uitbreiding der Genees<br />
kunst in. deezen tyd. Vandaar zo veel gefchimp<br />
op de onkunde der Ouden.<br />
Doch, vermids de reden , van den grond af';<br />
alles naauwkeuriglyk behoort op te helderen, zal<br />
ik de vrugc van den arbeid, aan hec overweegen<br />
van deeze zaaken befteed , thans vryelyk en zon<br />
der haat te voorfchyn brengen.<br />
Die , de leer des grooten Wiskunftenaars vol<br />
gende, van wien de jongst-voorleedene eeuw haa-<br />
ren luister ontving, zig op de bevordering der<br />
Geneeskunst hebben toegelegd , zyn door groote<br />
dwaa-
O V E R D E EENVOUDIGHEID. 307<br />
dwaaling, haare'bedervers geworden. Zy hebben',<br />
door 't verftand, oorzaaken uitgedagc , van wier<br />
kragt zy de Geneeskundige uickomften afleidden;<br />
daar nogchans onze weetenfchap vereischt, dat het<br />
verftand, van de verfchynfelen, in de ligchaatiien<br />
waargenomen , opklimme tot het ontdekken -van<br />
den aarc der oorzaak, en, deezen gevonden heb-;<br />
bende , vervolgens het overige daaruit aftelde*<br />
Naardien derhalven de Cartefiaanfche School<br />
het meeste uit verdigte oorzaaken afgeleid, en,<br />
op de algemeene zaaken vertrouwende , vandaar<br />
een' grooten fprong tot de byzondere . gedaan<br />
heefc, is haar arbeid zo nutteloos voor den Ge<br />
neesheer , dac de kunsc veilig zulk een' lasc van<br />
zig affchudt. En ziet, bid ik u, van welk een<br />
zwaar pak zy dus ontheven wordt L Wanc al het<br />
nieUwe,,dac, na de tyden van H A R V E Ü S , in de<br />
Geneeskunst ingevoerd is , .uitgezonderd hec ont<br />
leedkundige en een weinig uic de werktuigkunde,<br />
heeft men den i Cartefiaanen of den Scheikundigen<br />
dank te weeten.<br />
Maar wat zal ik zeggen-;van..het; yoojdeekj,<br />
waarmede deeze laatften de, ^Ggneeskunst ver-<br />
rykt hebben ? Zo ik de waarhe^. fpreek, • heb<br />
ik twist te wagten ; doch te zwygen verbiedt<br />
my de zaak , waarin ik gecreeden "ben. Indien<br />
zy hunne voorbeelden mee goede oogen aan<br />
zien , zal ik i, zonder dac hec kwaalyk opgeno?'<br />
men wordt, mogen zeggen, 'c geen, waar ',is»<br />
V a Naa-
-503 H. B O E R H A A V E<br />
Naamelyk, terwyl zy ligchaameh by ligchaamen<br />
doende, de uitwerkfels daarvan met yverige oplet<br />
tendheid waarneemen , hebben zy de kragten en<br />
werkingen van fommige derzelven, voor zo verre<br />
zulks aan 't vermogen deezer kunst vergund is ,<br />
zeer wel ontdekt, 't Zou haatelyk zyn, de nood-<br />
zaakelykheid van deezen dienst, door hen den<br />
Natuur- en Geneeskundigen beweezen, in twyfel<br />
te trekken. Doch, zo dra zy, hierop bouwende,<br />
wetten wilden geeven , waaraan alle ligchaamen<br />
'zouden onderworpen zyn, hebben zy een' fchan-<br />
delyken mkflag begaan. Want, gelyk zy, zig aan<br />
*t neérïien van proeven overgeevende, lof verdien<br />
den, zo zyn zy, door fchielyk uic de engten van<br />
*c byzondere naar de onmeetbaare' ruimten van 't<br />
algemeene over ce vliegen, aan dwaaling onder<br />
hevig geworden. De Geneeskunde heefc derhal<br />
ven , door hunnen invloed, meer nadeel dan voor<br />
deel ontvangen. Vandaar ftraks een niets - beduir<br />
dend geraas van elementen ; ydele verbeeldingen<br />
van gestftoffen ; verdigte werkingen van opbrui-<br />
fchende ligchaamen; zouten van eene byzondere<br />
kragt, ftrydig met die van het ftelfel der werkende<br />
natuur; beloften, niets fterflyks ademende ; alle<br />
voortbrengfels der fcheikunst heilzaam; de bedry-<br />
ven van een' Arcs aan deeze fprookjes onderwor<br />
pen ! Gy ziec hier de bronnen van oneindige dwaa<br />
ling. Zo men uic PARACELSUS, VAN HEL*<br />
MONT , TACHENIUS, en uit de oude. fehriften<br />
der
OVER DE EENVOUDIGHEID. 509<br />
der Scheikundigen, deeze dingen voorzigtiglyk weg<br />
neemt , en die, welke in de Geneeskunst te ftade<br />
komen, met naauwkeurigheid verzamelt: leveren<br />
ze dan, vraag ik, nog veel op ? Inderdaad, flegts<br />
weinige en eenvoudige waarheden, welke de kun<br />
dige B 0 Y L E , met noesten arbeid , voorzigtige<br />
kieschheid , zuivere trouw en verftaanbaare taal,<br />
voor allen verklaard heefc.<br />
Ziedaar de Geneeskunst voor onze zinnen bloot<br />
gelegd ; ziedaar de geftalte , welke zy , bekend<br />
zynde, thans aan ons vercoonc. Kan ons nu nog<br />
haare zwaarlyvigheid verfchrikken? Heefc zy, nu<br />
zy gezuiverd is, nog zulk eene overmaac van ftof?<br />
Geenzins. Wy zien zeer weinige zaaken, die eigen<br />
lyk toe de kunsc behooren ; en in deeze fchaarsch-<br />
heid ftraalc de eenvoudigheid door. Al wac, bui<br />
ten deeze zaaken, gefcheenen heeft de vertooning<br />
te vergrooten, raakc de Geneeskunsc niec meer,<br />
dan eenige andere weecenfehap, hoe ook genoemd.<br />
„ IYJaar, fchoon wy coeftemmen, dac deeze wee-<br />
tenfehap, nog niec verre gevorderd zynde, een<br />
voudig is, misfchien zal zy c'eeniger tyd, wanneer<br />
zy den hoogfeen crap van volmaaktheid bereikt ,<br />
moeielyker worden." Ik ben van een geheel ver-<br />
fchillend gevoelen, en, zo ik my niet bedrieg,<br />
met reden. Want iedere zaak heefc flegts ééne<br />
geaartheid, welke haar eigen is. Die deeze ten<br />
vollen kent, zal over de zaak nimmer andera<br />
denken. Maar, die over onbekende zaaken veel<br />
V 3 met
§to H. B O E R H A A V E<br />
met voorbaarigheid redeneert, zal , hoe minder<br />
waarheid hy te voorfchyn brengt , des te meer<br />
zyne {tellingen vermenigvuldigen. Gelyk iemand,<br />
die langs den regten weg naar den eindpaal treedt,<br />
alleen met weinig moeite in zyn oogmerk flaagt,<br />
terwyl anderen, die van den eenigen regten weg<br />
afwyken, op onteibaare, en telkens nieuwe, dool<br />
wegen, mee vrugtloozen yver, omzwerven: zo zal<br />
de Geneeskunst, tot volmaaktheid komende, hoe<br />
gelukkiger zy de waarheid bereikt, des te fchoo-<br />
ner eenvoudigheid verkrygen.<br />
Immers, toen weleer flaaperige vadfigheid, en<br />
buitenrpoorige losheid in 't uitdenken van wille<br />
keurige gevoelens , hec maakfel van ons geftel<br />
niet gezien , maar verdigc had : welk eene ver-<br />
fcheidenheid in 'c menfehelyke ligchaam, hoe<br />
fchroomlyk voor de leerenden , deed ons coen<br />
fchrikken! Maar , nadac de opgewekce vlyc het<br />
voorheen van de zinnen verwyderde maakfel aan<br />
't cog vertoond heeft, verwonderc zig de Genees<br />
kunst, op gecrouwer aanwyzers (leunende, dac zy<br />
ontheven is, van 't geen zy, als het haare, ge<br />
koesterd had, naamelyk de verborgene gedaanten<br />
der vaste deelen , de cfyptae archaei , de mil-<br />
lioenen van gestuoffen , de tallooze zeeven met<br />
oneindig verfchillende openingen, de magtige me<br />
nigten van onverklaarbaare kragten. O moeielyke<br />
'kunst, coc welker verkryging de kennis deezer<br />
zaaken noodig gerekend werd!<br />
ISfaauw-
OVER. DE EENVOUDIGHEID. 311<br />
Naauwlyks was dat heldere licht van HAR-<br />
VEUS , naauwlyks de fchitterende fter van MAL<br />
PIGHIUS, voor ons opgedaagd, of alle nevels van<br />
't weelige vernuft verdweenen by de klaare be-<br />
fchouwing van ons voorheen verborgen maakfel.<br />
Doch tevens , verbaasd door de overgroote een<br />
voudigheid in dit nieuwe licht , durfde de voor-<br />
zigtigheid van den opregten man naauwlyks ver<br />
trouwen , dat zyn oog niet gefeild had. Wat was<br />
't gevolg hiervan? Belust op het navorfchen van<br />
nog grooter wonderen, vond de fcherpziende geest,<br />
door verdubbelde vlyt, effener wegen der natuur,<br />
dan ooit voorheen. En nu, de verborgenfte bin-<br />
nenkameren des ligchaams ontflooten zynde, roept<br />
hy openlyk uit, dat zyne weetenfehap, hoe meer<br />
zy in zekerheid aanwint, zo veel te meer in uit<br />
gebreidheid verliest.<br />
Wie kan klaarder licht begeeren, dan het ge<br />
bruik der mikroskoopen over het maakfel der in<br />
gewanden verfpreidt ? Daardoor wordt in de klein-<br />
fte vaten het zelfde ontdekt, dat in de groote<br />
met het bloote oog was waargenomen. Overal is<br />
de aart, de eenvoudigheid der gedaante, de wer<br />
king zelve , eenerlei. By de naauwkeurigfte be-<br />
fchouwing verdwynt al het onderfcheid, dat eer-<br />
tyds onderfteld werd.<br />
Wac is eindelyk de vrugt van die fraaie, ver-<br />
maakelyke en reeds met een' wonderbaaren uitflag<br />
geoefende kunst, waardoor de kleintle vaten groot,<br />
V 4 de
Sis H. D O E R H A A V Ë<br />
de onzigtbaare zigtbaar, de verborgene te voor-<br />
fchyn gebragt, en de verwarde in orde gefchikt<br />
worden? Ik bedoel het infpuken van gekleurde<br />
ftof in de kronkelige buizen des ligchaams, welke,<br />
ledig zynde, voor 't gezigc wegfchuilden. Inder<br />
daad , hec uitwerkfel deezer kunst llrekc ook ter<br />
wederlegging der geenen,die van zulk eene groote<br />
en voor den mensch byna onbevaccelyke, verfchei»<br />
denheid, in de verborgene deelen des menfchely-<br />
ken ligchaams, droomden. Immers leert ons de<br />
kunftigfte nafpooring, dat het kleine en verborgene<br />
zeer gelyk is aan het groote en zigcbaare. En<br />
zal men, daar nooit iemand, ten aanzien van het<br />
laatfte, over moeielykheid geklaagd heefc, zulks<br />
met regt kunnen doen omtrent het eerfte? Neen;<br />
hoe juister ons ligchaamsgeftel gekend wordt, zo<br />
veel te eenvoudiger zal het bevonden worden.<br />
Doch , opdat niemand zwaarmoedige gedagten<br />
voede over het onderzoek der vogten, ben ik,<br />
uit hoofde van de taak, die ik op my genomen<br />
heb, verpligt om daaromtrent eenige verklaaring<br />
te geeven. Want, naardien zy, die in de kunst<br />
ervaaren zyn , ontelbaare uicwerkfels der vogten<br />
waarneemen, beftuiten zy , dac derzelver geaarc-<br />
heid zeer verfcheiden is ; doch fonregc. Wel is<br />
waar, dac ieder uicwerkfel afhangc van zyne by<br />
zondere oorzaak, maar niec, dac deeze oorzaaken<br />
altoos van de verfchillende gefteldheden der vog<br />
ten afhangen , alzo de zelfde werking van een<br />
vogc.
OVER DE EENVOUDIGHEID. 313<br />
vogt, op verfchillende kanaalen des ligchaams aan<br />
gewend, zeer verfchillende gevolgen heeft, welke<br />
dus geenzins een' verfchillenden aart der werken<br />
de vloeiftof te kennen geeven.<br />
Befchouwen wy nu de vogten zeiven, wy zul<br />
len door een nieuw bewys overtuigd worden, dat<br />
men zig daarin grooter verfchil verbeeldt, dan 'er<br />
in te vinden is. Water, vlug zout, olie en aarde<br />
worden door de kunst uit de menfchelyke vogten<br />
te voorfchyn gebragt. Deeze weinige deelen,<br />
welke men ligtelyk tot de eenvoudigfte ligchaamen<br />
kan brengen, hebben egter niet eens plaats in den<br />
leevenden mensch. In hem ligt flegts de ftof,<br />
welke door de fcheikunst zo veranderd kan wor<br />
den , dat zy de opgenoemde deelen, daaruit ge<br />
boren, vertoont. Het natuurlyke vogt is derhal<br />
ven eenvoudiger, dan dit voortbrengfel der kunsc,<br />
dat egter zelf ook niet veelvoudig is.<br />
De ftraalbuiging , die door middel van bolle<br />
glazen gefchiedt , maakt de waarheid van myn<br />
zeggen zigtbaar. Want welk eene eenvoudigheid<br />
wordt het oog in de vogten des leevenden lig<br />
chaams gewaar, wanneer het dezelven door een<br />
mikroskoop befchouwt! Het zoute water voert de<br />
roode bolletjes, welke, naar de verfcheidenheid van<br />
famenvloeijing, hunne kleuren veranderen; eindelyk<br />
ieder op zig zeiven loopen, nadat ze in de engten<br />
der vaten gekomen zyn; en voorts, langs de ver<br />
fchillende trappen der kleuren, van rood tot door-<br />
V 5 fchy-
1U. H. B O E R H A A V E<br />
fchynende, verdwynen. Op deeze wyzen alleen<br />
veranderd , komen de vogten ten laatften in na-<br />
huurige. katiaalen , wier wydte aan hunne dikte<br />
beantwoordt; en daar , wederom door dezelfde<br />
oorzaaken gedreeven, brengen ze , hoe eenvou<br />
dig , nogthans zeer veele uitwerkfels te wege.<br />
Gelyk het oog zelf dit ten klaarften ontdekt ,-<br />
zo blykt het ook uit de eenvoudige gefteldheid<br />
van het voedfel , dat tot de ververfching onzer<br />
vogten genoegzaam is. Uit water en hooi , of<br />
malsch gras bereidt het rundvee vogten , zeer<br />
gelyk aan die van ons ligchaam. De mensch,<br />
met koemelk alleen gevoed, maakt uit dezelve,<br />
door de verandering, die zy ondergaat, zyne vog<br />
ten , welke een fobere ook uit water eh brood<br />
herftelt.<br />
: De eenvoudigheid groeit derhalven aan, naar-<br />
maate de aart der vogten naauwkeuriger gekend<br />
wordt. Vandaar de verwerping van zo veele ydele<br />
Hellingen over de wonderbaare oorzaak der lee-<br />
venswarmte; over de verborgene natuur van het<br />
grondvogt; over den verfchillenden dienst der<br />
gistftoffen; over de inwendige beweegingen der<br />
vogten; over de voortbrengfels der fcheikunst, in<br />
het bloed aanweezig; over de zouten des bloeds,<br />
ten fterkften tegen elkander werkende ; over de<br />
famenftooting deezer zouten, vonken van 't lich<br />
tende leeven voortbrengende ; over den balfem ,<br />
die het leeven zou onderhouden; over de zwavel,<br />
als
OVER DE EENVOUDIGHEID. 315<br />
als oorzaak van de roodheid des bloeds; over het<br />
zout, dat de vogten voor de verrotting zou be<br />
hoeden. Alle deeze moeielyke voortbrengfels van<br />
'c beuzelende brein , alle deeze weleer zo aange-<br />
preezene verdigtfels , met het geloof aan welke<br />
men meende dat de gantfche Geneeskunst ftond<br />
of viel, zyn thans verdweenen. En hoe klein van<br />
beftek, hoe eenvoudig is de waare kennis der vog<br />
ten geworden , nadac men 'er den droesfem uit<br />
weggevaagd, en de menigvuldige wanbegrippen,<br />
die daaruit fprooten, met wortel en al uitgerukt<br />
heefc !<br />
„ Doch, dit toegeftemd zynde met betrekking<br />
tot den gezonden ftaat, is 'er dan evenwel niet<br />
iets anders , dat de Geneeskunst met eene over-<br />
groote menigte van zaaken bezwaart , en haar<br />
moeijelyker maakc dan alle andere cakken van<br />
geleerdheid? Welk een magcig heir van ziekten,<br />
wier gecal nog niec begrooc is! ziekten, die onder<br />
zo veele verfchillende gedaanten, onder zo veele<br />
misleidende "vermommingen , verfchynen, dac zelfs<br />
een lange leeftyd cot de bloote optelling te kort<br />
is ! en die dus alleen reeds eindeloos werk ver-<br />
fchaffen!"<br />
Dat men zo denkt, heb ik overlang bevonden;<br />
doch tevens ben ik ten vollen bewust, dat hier<br />
van het meeste gefchreeuw gemaakt wordt door<br />
zulken, die zig minst met de oefening der kunst<br />
ophouden, en dus in woorden klaar, maar in daaden
3i6 H. B O E R H A A V E<br />
den zeer duister zyn. Ik vraag egter alle deezen,<br />
of niec de eenvoudigfte befmeccing van 'c een<br />
voudigfte deel , door 'c verhinderen van deszelfs<br />
werking, eene byzondere ziekte voortbrenge. Dat<br />
nu deeze, wegens hec verband mee de nabuurige<br />
deelen , eene fooregelyke befmetting in dezelven<br />
kan voorebrengen , lydc geenen twyfel. Maar daar<br />
door alleen belemmert zy de werkingen van die<br />
deelen , in welke zy zig geplaatsc heefc. En ,<br />
vermids deeze hindernis eene nieuwe ziekte ge<br />
noemd wordt, doen zig zeer veele uitwerkfels van<br />
ééne krankheid onder menigvuldige gedaanten op,<br />
als verfchillende ziekeen. Wanneer dan een on-<br />
bedreeven Arts deeze verfchynfels ziet, brengt hy,<br />
zelf misleid zynde, anderen ftraks in de verbeeU<br />
ding, als of de ziekten, die hy opnoemt, in aart<br />
verfchilden; daar 't ondertusfehen by naauwkeuri-<br />
ger onderzoek blykt, dat ze allen uit éénen ftam<br />
gefprooten zyn, en door 'c uieroeien van deezen<br />
terfcond verniecigd worden.<br />
O welk een vermaakelyk veld lokc my chans<br />
om uic ce weiden! Doch ik mag de infchikkelyk-<br />
heid, mee welke gy my hoorc, niec misbruiken.<br />
Die eenige zulc gy, wegens de regtmaatigheid van<br />
mynen yver, my wel vergunnen ce zeggen: Wan<br />
neer een vogc uic de wydte van een kanaal naar<br />
deszelfs engten vloeic, ondergaae ieder punc van<br />
hee inwendige der buis den aandrang van dac ge<br />
deelte vloeilïof, welk regeftreeks van den oorfprong<br />
der
OVER. DE EENVOUDIGHEID. 317<br />
der beweeging derwaards droomt. Als derhalven<br />
een fcherp ligchaampje in eenig punt van dit kanaal<br />
derwyze zig gevestigd heeft, dat de punt daarin<br />
vast blyft deeken, ontvangt het gedeelte, welk,<br />
boven de holle oppervlakte uitfteekt, het geweld<br />
van dien geheelen ftroom, wiens regten loop het<br />
door zyne tusfchenkomst onderfchept heeft. Gevolgelyk<br />
zal het, naarmaate de uicdeekende klomp,<br />
grooter is dan het punt, waartegen een gelyk<br />
gedeelte vogt, regtftreeks voortvloeiende, plagt<br />
aan te botfen, met des te meerder geweld gedreeven<br />
worden. Deeze gantfche kragt nu rammeit<br />
tegen dat eenige punt, waarin het fcherpe lig-?<br />
chaampje vast zit. Weshalven het vat daar moet<br />
fcheuren, breeken, en de weg voor het leevensvogt<br />
afgefneeden worden. Zo dra dit gebeurt ,<br />
zal het dunfte gedeelte der gedutte vloeidof doof<br />
de gemaakte fcheur uitvloeien , terwyl het dikkere<br />
dremt, dolt en opgepropt wordt. De doordrooming<br />
nu hier belet zynde, wordt de omloop iri<br />
andere vaten, die open zyn, fneller, en de wryving<br />
grooter. Vandaar koorts, en een veel hooger<br />
graad van hitte, waardoor het dildaande vogt<br />
heet wordt, den zagten aart aflegt, eene vlugge<br />
fcherpte aanneemt, en dus, de kwaal verdubbeld<br />
zynde , de tedere vezels vernielt. Wanneer die<br />
gebeurt in een deel , welks ongefchondenheid<br />
noodzaakeiyk tot ons leeven vereischt worde, is<br />
de kwaal buiten twyfel doodelyk. Maar in deezen
3i8 H. B O E R H A A V E<br />
zen overgang van gezondheid tot dood moeten<br />
natuurlykerwyze alle midden - werkingen , welke<br />
van de goede, gefteldheid des leevens afhingen ,<br />
gekrenkt worden. En, naardien deeze werkingen<br />
zeer menigvuldig zyn, kan ééne ziekte, gefproo-<br />
ten uit ééne oorzaak , welke zeer eenvoudig is,<br />
in het gezondfte ligchaam, duizend verfchillende<br />
gedaanten aanneemen.<br />
Dus vervak ook een ander begjnfel van fcha-<br />
delyke dwaaling, hierin beftaande, dat men de on<br />
gezonde vogten, die by 't eindigen eener ziekte<br />
befpeurd worden, voor de ftof en voorafgegaane<br />
oorzaak der overwonnene kwaal houdt. Men be<br />
roept zig gemeenlyk op de groote verfcheiden-<br />
heid deezer ziekelyke vogten , om daardoor het<br />
menigvuldige verfchil in de hoofdkwaal te bewy*><br />
zen. Doch de zaak fchynt te vereifchen, dat wy<br />
'er anders over denken. Want de zuivere vogten<br />
veranderen geduurig door de kragt der ziekte.<br />
Gevolgelyk is deeze verandering de oorzaak der<br />
ziekte nietmaar het uitwerklèl. Die derhalven<br />
de geneezing der hoofdkwaal naar alle. deeze ver-<br />
fcheidenheden wil inrigten , doet. ..vergeeffche<br />
moeite; zonder den wortel te raaken , trekt hy<br />
aan de vrugt ; zonder vordering , maakt hy de<br />
kunst, welke voor hem reeds zwaar genoeg is»<br />
door grooter'yomflag nog zwaarder.<br />
Van welk een' drukkenden last wordt daarente<br />
gen, de oefenaar der kunst, door behulp van den<br />
5 g C<br />
*
OVER DE EENVOUDIGHEID. 319<br />
,gegeeven' regel, verlost! Ik bedoel de wydloo-<br />
pige en verwarde leer van de cftfis, welke uit<br />
het voorgefteide duidelyk begreepen wordt, doch<br />
• zonder hetzelve niet te verftaan is* Want hec<br />
geen, aan 't einde van eene ziekte, door de crïjis\<br />
als een uitwerpfel , geloosd wordt , behoorde,<br />
toen de kwaal begon, natuurlyk coc-het ligchaam,<br />
maar is door de kragt der ziekte bedorven , en<br />
ontaart. Indien derhalven de ziekte in den aan<br />
vang vernietigd was , zou de critieke ftof goed-<br />
aartig gebleeven zyn. Want een Arts , die dè<br />
.verdervende oorzaak, zo dra ze in de aders op<br />
genomen is, door konst verbetert, voorkomt daar<br />
door de.gantfche cr-ifis. 't Is nogthans de ryp-<br />
maaking, het beloop en de rigting van deeze,.<br />
-waarin de halve geneeskunst beftaac.<br />
Een gemeen voorbeeld zal myne' vreemdluiden-<br />
de Helling bewyzen , indien wy dé werking van<br />
een venyn op gezonde ligchaamen gadeflaan. Laat<br />
•ons ftellen , dat een zeer fterk mensen bycend<br />
kwikzilver heefc ingenomen. Wat gebeurt 'er ?<br />
Alle werkingen geraaken in wanorde ; de lyder<br />
gloeit; zyne vogten verrotten; en de bedorvene<br />
ftof dringt overal, daar zy kan, uit het ligchaami<br />
Al dit geweld, nogthans, na zo veele ontlastin<br />
gen bedaarende, geeft de waarheid van 'c geen<br />
ik zeide , duidelyk re kennen. Want de Arts<br />
wagt deezè crifis niet in ledigheid af, maar voor<br />
komt , door het ingenomene venyn ftraks të<br />
tem-
S2o H. B O E R H A A V E<br />
temperen , al het bederf der vogten ; en dus ,<br />
hoe minder hy uitwerkt, des te beter doet hy<br />
zynen pligc.<br />
De naaste trap aan het toppunt der volmaakt<br />
heid ontdekt derhalven tevens de hoogfte een<br />
voudigheid in de kunst. Hiervan kan men we<br />
derom klaarder overtuigd worden, indien men met<br />
HIPPOKRATES den aart der (kepende kwaaien<br />
befchouwt.<br />
Deeze kwaaien ontftaan allengs van zelf, wan<br />
neer het genuttigde voedfel niet overgaat in ftof<br />
fen , gelykvormig aan die van 't gezonde ligchaam;<br />
een gebrek, dat voortvloeit uit zwakheid der in<br />
gewanden , of uit fchaarschheid van 't leevens-<br />
vogt, waarmede het voedfel vermengd moet wor<br />
den; want deeze oorzaaken maaken , dat de fpy«<br />
zen haaren eigen' aart behouden , en dus onge-<br />
fchikt zyn tot onderhoud van ons ligchaam. Lig-<br />
telyk kan men nu, de uitwerkfels deezer onver-<br />
anderlykheid waargenomen hebbende , den aart<br />
der meeste (kepende kwaaien daaruit opmaaken,<br />
terwyl men andere aan te merken heeft als ge<br />
volgen van (hel - afloopende ziekten, die kwaalyk<br />
behandeld zyn.<br />
Hier zou myne redevoering eindigen , indien<br />
'er niet nog ééne tegenwerping overbleef. „ In de<br />
kennis der artfenyen, zegt men, is voor den oefe<br />
naar der kunst alles gelegen. Oneindig is onder-<br />
tusfchen derzelver getal; en nogthans heefc elke<br />
art-
OVER DE EENVOUDIGHEID. 3Ü<br />
artfeny haare eigenfchap, uit hoofde van welke zy<br />
het gepaste hulpmiddel is tegen ééne ziekte in 'E<br />
byzonder. Niets behoort 'er derhalven in de kunsE<br />
gedaan, noch zelfs beproefd te worden, dan door<br />
hem, die elke byzondere foort van ziekte met een<br />
byzonder geneesmiddel weet weg te neemen."<br />
Indien deeze redeneering iets bewyst, volgt 'er<br />
uit , dat men reden heeft om de geheele ftudiei<br />
der Geneeskunst te verwerpen. Niemand zal im<br />
mers , Zo hy niet zinneloos is, zig toeleggen op<br />
eene weetenfchap, welke hy begrypt dac onmogelyk<br />
de gevvenschte vrügten kan voortbrengen. Maar<br />
hebben HIPPOKRATES en SYDENHAM, mannen,<br />
die met lof genoemd worden, in de oefening der<br />
kunst zig zo gedraagen ? Zy maatigen, ter genee<br />
zing van fnei - afloopende ziekten, de driftige be<br />
weeging, wekken de vadfige op, of onderfteunèn<br />
de kragten door voedfel. En welke middelen ge<br />
bruiken zy, om die uic ce voeren? Zulke, die deri<br />
overvloed verminderen, de fcherpcen verzagcen,<br />
de dikke vogten verdunnen, de verdunde verdik<br />
ken, de verflapte deelen famentrekken, de famen-<br />
gecrokkene verflappen, den Herken ftroom afleiden<br />
naar fchadelooze plaacfen , of flaap verwekken ,<br />
wanneer eene ftilling vereisehc wordt; doch zul<br />
ke, die door verdunnen de vezels prikkelen, wan<br />
neer de kwynende natuur hulp noodig heefc. Wa<br />
ter, azyn, wyn, gerst, faipeter, honig, rhabar<br />
ber, opium, vuur en de laacvlym voldoen toe dit<br />
IX. DE Et,. X 002-
3*2 H. B O E R H A A V E<br />
oogmerk. Mee zyne gewoónè' opregtheid roept<br />
6YüENHAM-uit, dat het Hem, die weet, wat hy<br />
doen moet, zelderi aan een geneesmiddel ontbreekt.<br />
• „ Maar de zelfde man klaagi.evenwel, dat hy<br />
Zulk eene lastige verfcheidenheid in de ziekten<br />
vindt , terwyl hy ze met bekommerde zorg on*<br />
derzoekt , dat de ftafidvastigheid eener geharde<br />
Ziel, en een lang leeven den arbeid niet kan ver*<br />
duurerï, welken de geneeswyze, voor iedere ziek<br />
te byzonderlyk gefchikt, vereischt."<br />
't Is zo ; maar hy, die , in • zyne jeugd , het<br />
noodlot der Geneeskunst zo beklaagd yk had voor<br />
gemeld, heefcittas, toen hy oud was géworden,<br />
méér . geluk aangekondigd. Hy-verklaarde naame-<br />
}yk in 't laatfte zynerdagen, hoe men alle die<br />
ziekten , welke hy eertyds gefchree'veri had dat<br />
ieder haare byzondere behandeling vereischten,<br />
op;'eene algemeene wyze kan geneezen , volgens<br />
weike de-buikzuivering, het aderlaaten vervangen<br />
de , door opium geftild wordt , terwyl de leef-<br />
régel het overige volbrengr.<br />
Ziedaar de kennis van ziekte en hulpmiddel,<br />
èp Welke de voortreffelykfte A-rcfen vertrouwden.<br />
Hebben anderen j terwyl zy van hen afweeken ,<br />
iets beters te voorfchyn gebragt? Neen, het ge-<br />
preezene heeft minder dienst gedaan dan het ver-<br />
agce :<br />
; want de deügd van ' een- hulpmiddel is af<br />
te mééten naar de eenvoudigheid , -aangezien de<br />
geneeskunst door overvloed gevaarlyk wordt.<br />
Waar-
OVER DÉ EENVOUDIGHEID. 353<br />
Waartoe is derhalven zulk een groote en zwierige<br />
toeftel van geneesmiddelen noodig? Hoe veele<br />
eeuwen hebben gezweet om ze te verzamelen!<br />
Hoe veele Geneeskundigen hebben zig vermoeid<br />
om ze in eene gefchikre orde te brengen! Hoe<br />
veelen hebben in het bereiden hun leeven verfleeten<br />
! Maar op de Casfiaanfche vraag, tot wat<br />
nut? antwoordt niemand.<br />
De arbeidzaame kruidmengkunst en de moeielyke<br />
fcheikunst geeven naauwlyks beter vrugt dan<br />
de eenvoudigheid. Want zyn 'er wel veele beproefde<br />
middelen tegen fleepende ziekten ? De<br />
bronwateren-, het vermogen der zouten, de kunftige<br />
uitdryving van zweet, de kragt van zeep,<br />
kwikzilver, ftaal en een klein getal artfenyen uit<br />
het ryk der planten, nevens eene goede ligchaamsoefening<br />
, doen alles af. Waartoe derhalven zo<br />
c<br />
veele artfenyen , door kunst of natuur uit delf-<br />
'ftoffen, planten en dieren bereid , dat de waardigfte<br />
der weetenfchappen by fchrandere lieden<br />
belagchelyk wordt?<br />
Ligtelyk immers ziet een man van gezond verftand,<br />
wat het voordeel van zulk een' ongefchikten<br />
overvloed zy, naamelyk, dat eenen Arts, dié<br />
met de zaaken verlegen is, geen dekmantel zyner<br />
onkunde ontbreeke , dat 'er, na verfcheidene vergeeffche<br />
proeven, altoos nog eenig middel over*<br />
blyve , waarmede hy de bedroogene hoop van<br />
X % den
324 H. B O E R H A A V E<br />
den lyder, die de nutteloosheid daarvan nog niet<br />
ondervonden heeft, kan onderhouden.<br />
Ik keur goed, dat dit gefchiedt om den lyder<br />
niet te laaten wanhoopen; maar tevens verwon<br />
der ik my, dat de Geneesheeren zeiven zig hier-<br />
by zo gedraagen, als of 'er met dit alles iets an<br />
ders, iets fchooners, uitgevoerd wierd. Want,<br />
indien gy, die van de kragten der artfenyen, door de<br />
ouden beproefd, een' grooten ophef maakt, zeiven<br />
niet weet, welke deeze artfenyen waren, waarom ze<br />
dan verdigt ? En , zo gy ze kent, waarom dan<br />
gezweegen ? Inderdaad , de artfenyen , die door<br />
HIPPOKRATES, THEOPHRASTUS, PLINIUS en<br />
DIOSKORIDES gepreezen worden , kennen wy<br />
niet , en zullen ze nooit kennen , indien men<br />
misfchien zeer weinige uitzondert. De oudheid<br />
heelt de kragten befchreeven, maar de afbeelding<br />
van gevvasfen , die toen bekend genoeg waren ,<br />
verzuimd. In laater' tyd is men naauwkeurig ge<br />
weest in 't aftekenen der gedaanten, en zeer fchran-<br />
der in 't maaken van rangfchikkingen; maar van<br />
de kragt der kruiden heefc men naauwlyks iets<br />
gemeld, dan 't geen men op een' twyfelagtigen<br />
naam geboekc vond , en , mee een' onzekeren<br />
uitflag, uic de Ouden overnam.<br />
Doch indien 'er zyn, die voorgeeven geheimen<br />
te bezitten, welke zy, eer belooning hunner by<br />
zondere vlyt, verbergen, laac hen dan ten min<br />
nen
OVER DE EENVOUDIGHEID. 305<br />
den de goede uitwerkfels daarvan met waare bewyzen<br />
ftaaven. Het geneesmiddel zelf mag een<br />
geheim blyven ; de kragt, die daarin ligt, moet<br />
flegts opengelegd worden. De beproefde waardy<br />
zal vergelding vinden by hen, die geneigd en in<br />
Haat zyn om verdienften te beloonen. Maar altoos<br />
hebben geopenbaarde geheimen de verwagting<br />
te leur gefteld , niet wegens eenige kwaade<br />
trouw, maar omdat 'er , zo dra men de artfeny<br />
kent, meer gelegenheid is om van haare kragteloosheid<br />
overtuigd te worden.<br />
Eindelyk,indien men de verdrietelykheden eener<br />
zeer moeielyke bereiding overdenkt, wat vindt<br />
men dan , dat zulk eene pooging waardig is ?<br />
Inderdaad, geene vergelding voor den arbeid van<br />
een' HERKULES. Kwikzilver, opium, koonsbasr,<br />
vuur en water zyn, gelyk den besten bekend is,<br />
in de praktyk, de zekerfte hulpmiddelen; welke<br />
nogthans , ruw, zo als de milde natuur ze opgeeft,<br />
meer dienst doen, dan wanneer ze door de<br />
kunst, die zig in ledigheid werkzaam betoont ,<br />
veranderd zyn. Door eenvoudigheid geleid, moeten<br />
wy aan niets wanhoopen ; maar de uitflag<br />
van een' verwarden arbeid fielt de hoop te leur.<br />
PITCARN geeft hiervan een klaar bewys, daar<br />
hy de verwonderlyke uitwerkingen van 't kwikzilver<br />
in ziekten eenvoudiglyk verklaart. Allen,<br />
die dezelven opgemerkt hadden , waren ze zo<br />
byzonder voorgekomen , dac zy ze van eene ge-<br />
X 3 heel
gatf H. B O E R H A A V E<br />
heel ongewoone oorzaak afleidden. Hy, daaren<br />
tegen , zyne aandagt vestigende op de bekende<br />
zwaarte deezer verdeelde ftof, oncwikkelt daaruit<br />
alleen het werkende vermogen.<br />
Met welk een fchoon voorbeeld wordt dit door<br />
HOMBURG bekragtigd ! Deeze heeft ons onlangs<br />
geleerd, dat de geneezende en vernielende krag<br />
ten zo min buiten 'c bereik van een' verftan-<br />
digen onderzoeker zyn , dat de eenvoudigheid<br />
der werking , hoe ongelooflyk het moge fchy-<br />
nen, zelfs eene wiskundige berekening toelaat.<br />
En hoe bewyst hy dit ? Door aan te toonen,<br />
dat de kragc der zuuren overeenkomt met de<br />
zwaarte, die bevonden wordt in hec verdunnende<br />
water te zyn.<br />
Waarheen vervoert gy mynen vermoeiden geest,<br />
o voortreffelykite der Scheikundigen? Deeze eeni<br />
ge regel fpreidt lichc over den weg, die naar de<br />
binnenfle heiligdommen der nacuur leidc. U er<br />
kennen wy voor den bekwaamden in 'c neemen<br />
van fcheikundige proeven, en voor den voorzig-<br />
tigften in 'c famenvlegten van daarop gegronde<br />
redeneeringen. De dankbaare nakomelingfchap zal<br />
ten allen tyde aan Lodewyk den XIV. de eer gee<br />
ven , dac nimmer een Vorsc geleefd heefc, aan<br />
wiens zorg en mildheid de aankweeking van ver<br />
nuft en natuurkunde zo veel verfchuldigd is.<br />
Want van de wyze en edelmoedige inftelling der<br />
Koninglyke Akademie mogen wy verwagten, dat<br />
eer-
OVER DE EENVOUDIGHEID. 327<br />
eerlang vrugtbaare waarheid, in eenvoudigheid, de<br />
geneeskunst zal beftraalen.<br />
Doch 't is tyd, dat ik myne redevoering eindig.<br />
Schoon de ftof nog geenzins uitgeput is,<br />
meen ik egter de geloofwaardigheid van myn<br />
voorftel genoegzaam aangeweezen te hebben.<br />
(Hierop volgen eenige aanfpraaken , welke'<br />
geene betrekking hebben tot het bedoelde oogmerk<br />
deezer vertaaling.)<br />
X 4<br />
WAAR,
WAARNEEMINGEN.<br />
X5
D R I E<br />
WA ARNEEMINGEN,<br />
ALS VAN EENE BLOEDBRAK ING, R00-<br />
DELOOP, EN BLOEDIG EN AFGANG,<br />
DOOR MYN LIQUOR STIPTICUS<br />
GELUKKIG GENEEZEN.<br />
DOOR<br />
P H. J. L O O F F,<br />
Mcdicinae Doctor te Groningen.<br />
HOOG EN ZEER GELEERDE, ZEER BEROEMDE<br />
HEEREN!<br />
Eenige waarneemingen van voorfpoedige genee-<br />
zingen door myn liquor ftipticuss heb ik de eere<br />
gehad U Wel Ed. toe te zenden, en met U Wel<br />
Ed. goedkeuring vereert zynde, heefc hec my aan-<br />
gemoedigc om een algemeenen nuc ook hec vol<br />
gende mede ce deelen ; ce meer omdac ik van<br />
die foorc van bloedftorting, door myn liq. ftipti-<br />
cus geneezen , tot hier toe nooic melding heb<br />
gemaake.<br />
Eerfte Waarneeming.<br />
Hec was in den jaare 1779 , dac ik by een<br />
Schoenmaker in deeze Scad geroepen wierd; naa<br />
eenige zeer dunne mee bloed gemengde en zeer<br />
pynlyke afgangen , ging hy zuiver bloed af met<br />
zeer weinig fucces. De hoeveelheid was aanmer-<br />
kelyk, en, gelyk my vertoonc wierd, omtrenc een<br />
halve waterpoc vol , en daar die ontlasting vry<br />
fchie-
3 3a W A A R N E E M I N G E N .<br />
fchielyk op den ander volgde , en de lyder daar<br />
benevens geen robusc man was, maar rank en<br />
tenger , zynde in de 40 jaaren oud , zo liet ik<br />
hem ten eerften een mixtuur toedienen van enkel<br />
water, waar van ieder lepel vol een drup van het<br />
liq. flipticus hield. Alle uur nam hy een lepel<br />
vol, en naa vier of vyf giften hielden de ftoel-<br />
gangen op, zynde de volgende zesde zonder bloed.<br />
Den volgenden dag lier ik hem om de drie uur<br />
een lepel vol gebruiken. En omdat hy verzwakt en<br />
koortfigwas, fchreef ik hem den koortsbast voor,<br />
waarna hy gezond wierd, en ook zo tot hier toe<br />
gebleeven is.<br />
Tweede Waarneeming.<br />
In het begin deezer maand February, wierd ik<br />
door een voornaam Medicus deezer Stad gecon-<br />
fuleert over een Heer van aanzien, bloedryk van<br />
geitel, een zittend leven leidende, en over de<br />
zestig jaaren oud, welke naa een groote ongefteld-<br />
heid van zyn maag,en een zeer onrustige en koort-<br />
fige nagt, geweldig en met groote benaauwdheid<br />
begon te braaken, vermengd met zeer veel bloed,<br />
terwyl de afgang insgelyks ten eenemaal bloedig<br />
was. En daar de ontlasting van bloed aanmerke-<br />
lyk veel was, en de lyder door flaauwtens over<br />
vallen wierd , zo vreesde men voor zyn leven.<br />
Zyn Ed. vroeg my dan of ik raadzaam oordeelde<br />
myn liq. ftipticus te gebruiken ? Ik vroeg of 'er<br />
een aderlating gefchied was ? Ik kreeg tot ant<br />
woord
W A A R N E E M I N G E N . 333<br />
woord dat zulks in het werk was gefield: maar<br />
dat men geen bloed had kunnen krygen, Ik begreep<br />
dan dat 'er geen tyd verzuimd moest worden<br />
, maar hoe eerder hoe beter het liq. flipticus<br />
toe te dienen, en wel tot zes druppen<br />
op eens met wac koud water, en , indien de<br />
ontlasting van bloed mogt aanhouden, die zelfde<br />
gifte drie uuren daarnaa te herhaalen. En om<br />
verzekerd te wezen , dat het middel zonder vervalfching<br />
was, gaf ik aan zyn Wel Ed. omtrent<br />
dertig druppen van my zelf bereide liq. mede. Zes<br />
druppen wierden dan aanftonds ingenomen : het<br />
beantwoordde aan de hoop en myne verwagting:<br />
geen meer dan zes druppen wierden 'er vereischt,<br />
en alle ontlasting van bloed cesfeerde , waarnaa<br />
de patienc begon te beteren , en in kragten toe<br />
te neemen.<br />
Derde Waarneeming.<br />
. Eenige weinige dagen naa die voorval wierd ik<br />
geroepen by een Heer van eenenzestig jaaren,<br />
of daaromtrent, teder van geftel, welken ik zedert<br />
eenige jaaren bediend had, van een zeer regelmatig<br />
gedrag, in alles wat den leefregel betreft. Zyn<br />
Ed. was zwak van maag en ingewanden, en veel<br />
onderworpen aan krimpingen : en kolykpynen,<br />
fomtyds traag van afgang en hardlyvig , fomtyds<br />
wederom zeer loslyvig. Naa een zeer geruste nagt<br />
des morgens onder bet ontbyt fterke perfing tot<br />
afgang gevoelende, ging hy ter ftoel en had een<br />
zeer
334 W A A R N E E M I N GEN.<br />
zeer zwaare, losfe en overvloedige afgang, met<br />
eenige krimpingen: dikwyls nieuwsgierig en op<br />
lettend op de hoedanigheid der ontlaste ftoffen ,<br />
-zo voldeed hy thans ook aan die begeerte, en<br />
ontroerde niet weinig, als hy alle de foeces met<br />
een overvloed van bloed vermengd vond, en Wel<br />
.zo, dat alles byna geronnen bloed fcheen, zo als<br />
tiy my ook gelegenheid gaf zulks te befchouwen.<br />
Op myne ondervraging betuigde hy my,' dat hy<br />
mooit onderhevig geweest was aan eenige vloeijing<br />
•der htsmorrhoides, en het zelve nooit ondervon*<br />
den had: en toen nog zeer onlangs een fterk<br />
:en robust man aan een diergelyk'e bloedige afgang<br />
jnet bloedbrakiog 'vérzeld zeer fubiet overleden<br />
was, zo was zyn Ed. zeer bedugt voor de ge<br />
volgen. Ik Helde hem nogthans gerust, zeer veel<br />
vertrouwende op het liq. jlipticus, offchoon ik zelfs<br />
bedugt was, .dac een al te kwaadaartige oorzaak<br />
iomtyds wel eens de uitwerking van die heilzaam<br />
middel mogte te leur ftellen. Ik liet zyn Ed. dan<br />
aanftonds vier druppen van myn eigen bereid liq.<br />
geven, met een theekopje vol koud water,om drie<br />
uuren daar naa hetzelve te herhalen , indien 'er we*<br />
derom bloed gezien wierd, en fchreef met een voor<br />
een decoct. demulcens & robor-am , mee dr. ij.rhei<br />
om alle twee uur een köffykop vol té neemen; en<br />
ordonneerde verder om het middagmaal met wat<br />
gekookte ryst te doen. De uitwerking was, dat<br />
zyn Ed. dien dag geen afgang meer kreeg, den<br />
vol-
WAA R N EEM'IN GE N. 535<br />
volgenden nagt zeèr gerust fliep, en den anderen<br />
morgen wel een overvloedigen ftoelgang had, dog<br />
fconder eenig bloed gewaar te worden. Hy was<br />
•welvaarend, offchoon eenigzints verzwakt, maar<br />
ï>eefc tot hier- toe niet diergetyks wederom vernomen',<br />
en geniet tegenswoordig een goede gezondheid.<br />
' '<br />
• Toe wat clüsfe dit laatfte geval te brengen is,<br />
betuig ik met geen betoogbaare reden te kunnen<br />
Raven. Htsmorrköides fiuentes had deeze Heer<br />
nooit gezien; vermoeden van eenig inwendig abfces<br />
kon ook geen plaats hebben , daar de lyder<br />
nimmer over een vastgezette pyn in die deelen<br />
klaagde, ook was 'er geen bewys van etter in de<br />
ïbeces. Ik denk dan voor het naast, dat gelyk in<br />
een roodeloop aanmerkelyke takjes - der darmsbloedvaten<br />
door fcherpe ftoffen worden doorgëknaagt<br />
, en daar in een bloedbraaking, vomiius<br />
cruentus, een bloedvat in de maag kóomt te breken<br />
, het zy door al te fterke opvulling van dat<br />
ingewand, waarvan ik voorleden jaar nog getuige<br />
geweest ben, of ook door eenige' fcherpte aldaar<br />
voor handen; dat, zeg ik, gelyk deeze gevallen<br />
plaats kunnen hebben , ook aldus in de darmen<br />
door eenige byzondere fcherpte een bloedvat der<br />
darmen kan komen te breken, zonder- dac echter<br />
die fcherpte aan een bederf der vochten, gelyk in<br />
een kwaadaartige roodeloop plaats heefc, behoeft<br />
toegefchreven te worden : of ook wel door een<br />
al
336 W A A R N E E M I N G E N .<br />
al te fterke drukking , door winden veroorzaakt, eri<br />
welke in onzen patiënt niet zelden plaats hadden.<br />
. Ook zien wy, dat het neusbloeden veelmaalen<br />
door fterk niezen, of fterk de neus te fnuiten ont-<br />
ftaat, en dat de bloedfpuwing .ontftaat door een al<br />
te fterke drukking der longs- bloedvaten, veroor<br />
zaakt door al te hard of lang te fpreeken, roepen,<br />
zingen, fluitfpelen, of gebruik van andere blaas- in<br />
ftrumenten : aldus , vermeen ik, kan ook deeze<br />
bloedftortirig alhier, zonder ziekte of bederf der<br />
vogten, veroorzaakt geweest zyn, en welke, in<br />
dien niet tydig, door hec gebruik van dit voorcref-<br />
lyk middel, geftuic was geworden , misfchien ver<br />
meerderd zoude zyn geworden door hec vergro<br />
ten der breuke , waardoor de zieke door verlies<br />
van bloed zeer verzwakc en in levensgevaar ge-r<br />
bragc, de ziekte zelve ook een anderen of bepaal-<br />
deren naam gekreegen zoude hebben.<br />
Ik vleije my, zeer beroemde Ileeren, dac deeze<br />
waarneemingen nog eenig nuc in hec coekomende<br />
zouden kunnen hebben,door hec fpoedig aanwenden<br />
van die middel in foortgelyke gevallen. En indien<br />
uw Hooggeleerden hier in met my van een gevoe<br />
len zyn, zal hec my zeer aangenaam weezen, das<br />
hec, door in uwe Verhandelingen geplaacst te wor<br />
den, dienen mag Servandis Civibus.<br />
Groningen !<br />
den 2i Febr. 1^84.<br />
P H. J. L O O F F.<br />
WAAK-
WAARNEEMING<br />
VAN EEN È KWAAD AARTIGE ZINKING<br />
KOORTS, WELKE IN HET ROOMSCHB<br />
MEISJES -WEESHUIS TE AMSTER<br />
DAM, IN DE MAANDEN NOVEM-<br />
BER EN DECEMBER 1782 , ÉN<br />
JANUARY EN FEBRUARY I783,<br />
GEREGEERD HEEFT*<br />
D O O R<br />
C Ö RN. HENR. A. ROYj<br />
Medicinae Doctor te Aiufterdanti<br />
De ziekté , weikef befchryving ik de eer hebaan<br />
het Genootfchap Servandis Civibus :<br />
mede te<br />
deelen , heeft met regt den aandagt van veelen<br />
gaande gemaakt, om deeze drie redenen: vooreerst<br />
Om deszelfs algemeenheid ; ten anderen omdat<br />
in de gancfche ftad van Amfterdam en omliggende"<br />
plaatfen, op den Zelfden tyd , zeer weinige zieken<br />
gevonden wierden , en ten derden omdat in dit<br />
Weeshuis nooit zoo groot een aantal zieken heeft<br />
plaats gehad.<br />
De loop der ziekte was de volgende: de kinde-*<br />
ren wierden in den beginne aangetast door luste*<br />
loosheid , toornigheid , een geringe pyn in hef<br />
hoofd, lendenen en ledemaaten, geduurige huiveringen<br />
die door oogenblikkelyke hitte vervangen<br />
wierden, flaapeloosheid, verminderde eetlust, en,<br />
IX. DEEL- Y hoe*
S38l WA ARNE ËlVil N G E N.<br />
hoewel de • fmaak • dan • veeltyds nog. - goed was,<br />
door een ligte misfelykheid.<br />
Detze ftaat duurde egter niet -Iang , :maar na<br />
een, twee of op zyn hoogst drie dagen weerden de<br />
genoemde^ toevallen flimmer, het gemoed wierdt<br />
neerflagtig ; de walgingen vermeerderdea jen gingen<br />
in braakingen : van flym-. en ; .rottige ftoffen<br />
over; de eetlust raakte geheel weg; de tong wierd<br />
met een geelagtige flyrhfge kbrst bedekt; de fmaak<br />
wierd, bitter, en lelyk ; de , adem ftonk fterk ; de<br />
huid wierd droog; de ontlasting van "de pis gering;<br />
de ftoelgangen by de meesten verhinderd; de dorst<br />
groot; de pols fnel en klein, en de koorts vertoonde<br />
Zig fchielyk, die zig voort als een continuo- rc~<br />
mittens opdeed , hebbende geene zigtbaare- tus^<br />
fchenpoozinge. ,<br />
Zommigen klaagden, in deezen ftaat der ziekte ,<br />
over eene krampagtige pyn in de maag en omr<br />
trent de hypQchondria; de .meesten gevoelden een<br />
fpanning op de borst , hoesteden fterk en raakten<br />
met veel moeite niet dan een weinig taaije ilyrn,<br />
kwyt; eenigen vervielen fchielyk :in de doodlykft.0<br />
benaauwdheid, zoodat zy byna geen, adem. haaien<br />
konden; allen.klaagden over onlydelyke pynen in<br />
h§q -hoofd , lendenen en Iedemaacen, als of hee<br />
gantfche lichaam ftukken geflaagen ;was,:en. de kragten<br />
van allen wierden terftond zoodanig uitgedoofd,<br />
dat de fterkfte ;kinderen in eenen- :dag bypa geen<br />
vermogen meer hadden om het koofAof lichaam op-
W A A R N E E M I N G E N . '<br />
terigten, wanneer naaraeJyk de ziekte'fchielyk tot'<br />
den hoogften trap gekomen was.<br />
• By zommigen wierd de keèl pynelyk aangedaan', 1<br />
dog bezigtigd zynde vertoonde zig dezelve flegts een<br />
weinig rood. In maar een enkel kind heb ik een<br />
waare angina catarrhalis gezien. Eenige weini<br />
gen hadden dé; fprouw. By twee kindéren was'<br />
het geluid der Hem geheel weg,' en zyn geflorven.'<br />
Zomtyds wierd het zenüwgeftël méde in onre-<br />
gelmaatigè beweegingen gebragt, zoodat riien zom<br />
migen zag zoo ftyf en ónbeweeglyk' als blokken<br />
leggen, terwyl anderen door- geduurige :<br />
ftuiptrekkin.»<br />
gen van alle leden, met akelig gillen efi ;<br />
fcftreeü-1<br />
wen vergezeld, geflingerd wiérden. In een hooge<br />
graad van ziekte heb ik tweemaal het geheele<br />
lichaam met roode vlakken bezet gezien, die van<br />
zelve verdweenen zyn. - Twee 'kinderen heb ik<br />
veel bloed zien braaken , waarvan een overleer<br />
den tëfè ••'•> ui > .--> 03 rrofcoi ai 'noo Al<br />
- Zomwylen heb ik gezien de zieke ftof zig neer<br />
zetten op de oogen en groote korften maaken op<br />
derzelver: léden; by anderen, in de fpierèri'van deri<br />
buik, waardoor de lyderesfen klaagden over een<br />
hevige ftéek in de zyde, zondef' dat ik nogthans<br />
by een eenige een waare' omfteeking gevonden<br />
heb. By een- heb ik het hoofd door de ziekte<br />
zoo zeer aangetast gezien, dat. 'er een weezenloos-<br />
héid uit voortkwam, die egter,- nadat de'-ziekwi<br />
voorby was eii ,;<br />
dé'kragtèn zig herfteldén, ïang*<br />
Y a zaa-.
34o WAARNEEMINGEN.<br />
zaamerhand verdweenen is: Eenigen hadden fterke<br />
buikpynen. Zommigen loosden haar water niet<br />
dan met veel pyn , en alle deeze toevallen ver-<br />
fchilden naar de verfchillendheid der deelen die<br />
krampagtig wierden aangedaan.<br />
Het koudvuur was in deeze ziekte mede een<br />
droevig toeval, en vertoonde zig vry algemeen aan<br />
die deelen die geduurende de ziekte aan drukking<br />
blootgefteld waren; ja zelfs zomtyds aan die dee<br />
len die in het geheel geen drukking ondergaan<br />
konden, en hierom .liever aan de kwaadaartigheid<br />
der ziekte diende toegefchreeven te worden: dus<br />
heb ik in vier lyderesfen. het koudvuur aan de<br />
partes genitaks fterk zien woeden, waaraan een<br />
overleeden is.<br />
j De loop der ziekte aldus in alle derzelver toe<br />
vallen befchouwd zynde , .is het nodig den aart<br />
derzelve ook van naby te overweegen.<br />
Ik oordeel alle reden te hebben om deeze. ziekte<br />
eene kwaadaartige Zinkingkoorts tè noemen. Des<br />
zelfs kwaadaartigheid blykt genoegzaam uit het<br />
verhaal van alle die fymptomata die ik zoo even<br />
heb aangetekend, en wierd ook grootelyks vermeer<br />
derd doordien de zieke en gezonde kinderen in<br />
het begin by elkander bleeven liggen, waardoor aan<br />
deeze ziekte, die met allerrottigfte uitwaasfeming;en<br />
gepaard ging, .fchjelyk' een kwaadaartigheid wierd<br />
bygezet, en veele kinderen te gelyk' ziek wierden,<br />
hoewel de ziekte in zig zelve njec belmettelyk<br />
fcheen,
WAARNEEMINGEN. 3 4 l<br />
fcheen, want ik heb geduurende dezelve tyd, in myn<br />
burger-praktyk, in verfcheide huizen dezelve ziekte<br />
gezien, maar nooit met die verfchrikkelyke gevol<br />
gen ; de ziekte liep daar gemakkelyker af, en hec<br />
was niet dan door toedoen van de lyders zelveri<br />
of anderen dat ik iets kwaadaartigs zag voorvallen.<br />
Dat de ziekte uit eene belette doorwaasfeming<br />
voortkwam wordt bevestigd, wanneer men naauw<br />
keurig nagaat alle die oorzaaken die tot deeZe ziek<br />
te aanleiding gegeeven hebben. Het huis waarin<br />
de kinderen woonden was flegt, oud, bedompt,<br />
niet groot genoeg om een getal van by de drie<br />
honderd menfehen gevoegelyk te bevatten, waar<br />
door de meeste kinderen verpligt waren' met haar<br />
drieën byeen te flaapen, in vertrekken waarvan<br />
zommigen klein, anderen laag van verdieping, in<br />
den grond en vogtig waren. In dit huis<br />
aten de kinderen zelden, vooral in het na<br />
jaar en in den winter , verfche groenten,<br />
meestal beftond hun fpys in erwten , boonen en<br />
gort met vet gereed gemaakt, of in karne- en<br />
zoetemelkspap, en in een overvloed van boter<br />
hammen waar de kaas niet by vergeeten wierd.<br />
Des winters is het pekelvleesch mede tot hun<br />
voedfel gefchikt, en in den flagttyd wordt van de<br />
beenderen en pooten van het osfenvleesch dikwyls<br />
foup bereid,daar wel groenten in gekookt wor<br />
den, maar die egter altoos zeer vet zyn. Onder-<br />
tusfehen moet ik bekennen dat zedert eenigen tyd<br />
Y 3 het
34» ^ A A R N E E-MINGE N.<br />
hec gezoute vleesch , buiten den winter, minder<br />
opgedischt wierd dan voorheen, en dac de.kinderen<br />
op. Zondag meermaalen ibupen van versch<br />
fchaapenvleesch kreegen. dan van te vooren gebruikelyk<br />
was.<br />
By zoorrgelyke fpyzen maaken de kinderen wei»<br />
pig beweeging, het zyn immers, alle meisjes die<br />
in dit huis woonen, blyvende alcyd t'huis om haar<br />
werk. ce doen , hec welk beftaac in braaijen en<br />
naaijen en dus alcoos zictend verrigc worde, en wel,<br />
wanneer hec koud is, in vercrekken die dooreen<br />
menigte ftooven zoo heet worden, dac men daar<br />
inkoomende terftond een grooce benaauwdheid<br />
ontwaar word. Het werk voor het huis afgedaan<br />
hehbende , gaan zy voor een korten tyd op de binnenplaats<br />
om zig te verlugten , daarna, begeeven<br />
zy zig> voornamelyk de groote meisjes, op haar<br />
flaapkamers wederom aan het zitten om voor haar<br />
eigen iets ce werken, als wanneer zy dan teffens<br />
onder eikanderen veel gebruik maaken van warme<br />
coffy en daarby haar booterham voor haar avondmaaltyd<br />
eeten; fchoon anders de gewoone drank<br />
in goed dun bier beftaat. Is hec koud, dan neemt<br />
ieder een ftoof met vuur, waarby zy fomtyds nog<br />
Uitgedoofde kooien doen. Wanneer het tyd is<br />
om ce gaan fiaapen , begeeven zy zig mee die<br />
warmte te bed. — Men begrypt ligcelyk hoedanig<br />
de lugt in zulke flaapvertrekken moec bederven,<br />
en hoedanig de lichaamen moeten gefield zyn die<br />
door
W A A R N E E MI N G EN. 343<br />
door voorgemelde levensmanier verzwakt, dan<br />
nog in bedompte, warme en vogtige plaatfen in<br />
groot getal by een flaapen. Dat immers de be~<br />
fchreeven dieet dier kinderen de maag zeer verzwakt<br />
en dus tot veele ziekten aanleiding geeft;,<br />
zoude niet moeielyk zyn, voor deskundigen , te<br />
bewyzen , en wordt zelf door de dagelykfche ontdervinding<br />
in dit zelve , Weeshuis allerduidclykst<br />
bevestigd, doordien geen ziekte hier meerder<br />
gevonden wordt dan ongefteldheid der maag, en<br />
alle diergelyke ongemakken die de Geneeskonst<br />
ons uit deeze oorzaak alleen leert afleiden. Myn<br />
beftek laat niet toe in deeze ftof breeder uit te<br />
weiden, hoewel anders hierover al vry veel zoude<br />
kunnen gezegd worden.<br />
By dit alles komt nog grootelyks in aanmerking<br />
dat in dit. oude huis geen gefchikte<br />
afgezonderde zieke-kamer was ; daar was<br />
wel een vertrek voor zieken, het welk men ziekekamer<br />
noemde, maar konde boven de twintig<br />
kinderen niet bevatten, en behalven dac was het<br />
zelve nog altyd door gezondeii bezet, om dat het<br />
huis niet groot genoeg was om alle de kinderen<br />
behoorlyk te plaatfen. Wanneer 'er dus veel zieken<br />
kwamen, bleeven dezelve onder de gezonden<br />
meestentyd huisvesten, en zieken en gezonden<br />
fliepen onder een.<br />
Men heeft nogthans, wanneer de ziekte hevig<br />
begon te regeeren, zoodanige fchikkingen gemaakt<br />
Y 4 dat
'344 WA ARNE È MINGÊN.<br />
dac de zieken van de gezonden zorgvuldig afgezonderd<br />
bleeven, en dat men allen ommegang onder<br />
elkander ftreng verbooden heeft, ten einde hier<br />
•door den voortgang en de kwaadaartigheid der ziekte<br />
te beletten, waar toe ook zeer veel geholpen heeft<br />
het meerder lugt in de zieke-vertrekken te bezorgen<br />
, en de bedorven lugt door waasfem van<br />
azyn, of rook van jenever-besfen, wierook, enz.<br />
te verbeteren.<br />
Is het nu, na overweeging van dit alles, wel<br />
mogelyk dat diergelyke levenswyze, zonder nadeel<br />
aan de gezondheid, lang kan verdraagen worden?<br />
Is het niet veel meer te verwonderen dat in dit<br />
oude Weeshuis niet eerder een zwaare ziekte is<br />
voorgevallen ? en blyft 'er nu nog eenige twyfel<br />
over om deeze ziekte een febris catarrhalis te<br />
noemen ? Deeze kinderen waren immers allergefchiktst<br />
om door de geringde bykomende omftandigheden<br />
(gelyk in en omtrent deezen tyd van<br />
het jaar menigvuldig voorvallen, wanneer het faifoen<br />
begint te veranderen en de vogtige en koude<br />
lugt de lichaamen der menfehen gevoeliger begint<br />
aan te doen) in diergelyke ziekten te vervallen,<br />
die men aan belette uitwaasfeming toefchryft,<br />
voornaamelyk wanneer hier een epidemifche gefteldheid<br />
medewerkt.<br />
Voeg hier nog ten laatften by , dat, hoewel<br />
in dit huis zeldzaam varkenvleesch gegeeten wordt,<br />
nu egter, dit najaar, voor dat de ziekte begonnen
ls, :<br />
W A A R N E E M I N G E N . 345<br />
door een zeker Heer eenige varkens aan die<br />
Weeshuis prefent zyn gedaan, waarop de kinde<br />
ren, dus rykelyk onthaald wordende, haar fiappe<br />
maagen niet weinig ontftelden , en dat zy, de<br />
flagttyd kort daarop volgende, door het gebruik<br />
van vette osfenfoupen , dit zoo hoog tot de ge<br />
zondheid noodzaakeiyk ingewand nog meerder be<br />
dorven hebben.<br />
Hier van was het immers dat men in de<br />
maand September reeds veele kinderen vond, wel<br />
ker maag ontfteld en met een fcherpe galfterige<br />
ftof belaaden was , klaagende over walging,<br />
vuile fmaak, met een geelagtige beflaagen tong,<br />
waarvan zy egter door het gebruik van zagte<br />
laxeermiddelen fchielyk herftelden, en ten minften<br />
niets dan eenvoudige maagverfterkende middelen<br />
ter verbetering van de maag nodig hadden.<br />
In de maand Oécober begonden 'er verfcheiden<br />
meer ziek te worden, by welken, behalven een<br />
ontftelde maag, zig reeds eenige tekens van zin<br />
kingkoorts deeden opmerken , als lusteloosheid,<br />
loomheid der leden, rheumatike pynen hier en<br />
daar door hec lichaam verfpreid enz. Dog wel<br />
ke toevallen gemakkelyk overwonnen wierden, en<br />
geen andere, dan zoo even genoemde medicynen,<br />
benevens een gepast diëec, vereischcen.<br />
Maar wanneer omcrent het einde van deeze maand<br />
het weder ongunftiger wierd, en de lugt kouder<br />
en vogciger, toen was het dat deeze ligte toe-<br />
Y 5 val-
346 W A A R N E E M I N G E N ;<br />
vallen ras verflimmerden,, dat hec getal der zie*<br />
ken merkelyk vermeerderde, en dac die geenen die<br />
toen ziek wierden, de kentekens van deeze<br />
epidemie: duidelyker aankondigden, zoo dat men<br />
in de eerfte dagen van November die verfchrikkelyke<br />
toevallen meer en meer ontdekce, welke<br />
naderhand in deeze ziekte regelmatig zyn waargenomen.<br />
Men telde reeds in deeze maand eenenveertig<br />
kinderen aan deeze ziekte , waarvan<br />
vyf in dezelve maand zyn overleeden. Vervolgens<br />
wierd de ziekte van tyd tot tyd algemeener<br />
: in December lagen 'er vierentagtig ziek,<br />
waarvan agt geftorven zyn. De maand January<br />
daar aan volgende leverde de meeste zieken, ten<br />
getale van honderd en dertien, waar onder twee<br />
oppasfers, die egcer zeer weinig ziek geweest zyn;<br />
agt kwamen door de hevigheid der ziekte om.<br />
Op het einde deezer maand wierd de ziekte een<br />
weinig minder hevig, en deszelfs algemeenheid<br />
nam zagtjes af, want in February en Maarc celde<br />
men flegts in het geheel vierendertig zieke<br />
kinderen en cwee dooden, en op het einde der<br />
laatstgenoemde maand konde men in het huis niets<br />
meer van de iziekte befpeuren.<br />
Men vind dus tweehonderd tweeënzeventig<br />
perfoonen, die door deeze kwaadaartige ziek-,<br />
te aangetast geweest zyn; hier onder begreepen<br />
zynde alle die geenen welke weder ingeftort waren,<br />
welker getal wel veertig beloopt, en waaron-
W A A R N E E M INGE N. 3 4 7<br />
onder nog zyn geweest die voor de tweede keer<br />
een recidief gehad hebben ; het geen niemand<br />
vreemd moet voorkomen, want daar de kragten<br />
door de eerfte ziekte zoo verbaazend verboren<br />
waren, moest de wederinftorting door de geringfte<br />
oorzaken ligtelyk voorvallen.<br />
Opmerkenswaardig is het dat de oudfte kinderen<br />
het meesc ziek geweest en geftorven zyn,<br />
daar onder de jongeren de ziekte en fterfte veel<br />
geringer geweest is. Over het algemeen genomen,<br />
is egter de fterfte niet zeer groot geweest, want<br />
van de tweehonderd tweeënzeventig zieken zyn<br />
niet meer dan drieëntwintig overleeden , welk<br />
getal zeker niet groot is, in evenredigheid van het<br />
aantal zieken, voornaamelyk wanneer men hierby<br />
overweegt de gefteldheid der lyderesfen, de weinige<br />
ruimte waarin dezelve zig ophielden, en den<br />
kwaadaartigen aart der ziekte zelve. Voeg hierby<br />
dat onder de drieëntwintig geftorvenen zig nog fommigen<br />
bevonden wier gezondheid door voorgaande<br />
ziekten reeds merkelyk verzwakt was, en welke<br />
reeds te voren aan teering, die in dit huis vry<br />
gemeen is , tusfchenpoozende koortfen en andere<br />
ziekten, lang gezukkeld hadden; ja dat 'er<br />
zelve onder gerekend zyn, die, na de kwaadaartige<br />
ziekte doorgedaan te hebben , naderhand door<br />
al te groot verval van kragten uitgeteerd zyn ,<br />
en eindelyk dat fommigen omgekomen zyn uit<br />
hoof-
3 48 W A A R N E E M I N G E N .<br />
hoofde dat zy alle foorc van geneesmiddelen vol-<br />
ftrekt weigerden te gebruiken.<br />
Zodraa de ziekte op het hoogst was, waar<br />
van ik egter geen vaste tyd heb kunnen opmer<br />
ken (nademaal fommige lyderesfen binnen weinig<br />
dagen herftelden, anderen wederom langer en zelfs<br />
eenige weeken ziek lagen), zag men ras alle die<br />
erge toevallen bedaaren: de koorts hield op, of<br />
wierd ten minften meer tusfchenpoozend; de pols<br />
wierd voller en zagter; de huid vogtiger; de ont<br />
lasting der pis overvloediger; en, het geen opmer<br />
kenswaardig was en waaraan men de beterfchap<br />
fpoedig kon befpeuren, de kleur van het aange-<br />
zigt, die eerst bleek, geelagtig en doodelyk was,<br />
wierd levendig rood, en het gemoed vrolyker.<br />
Critifche beweegingen heb ik niet kunnen waar-<br />
neemen: kinderen die heden gevaarlyk ziek waren,<br />
vond men dikwils den volgenden dag reeds buiten<br />
gevaar, zonder dat eenige zigtbaare crifis zig had<br />
opgedaan. Die geduurende het begin der ziekte<br />
gemakkelyk en overvloedig uit haar eigen open<br />
lyf hadden , heritelden doorgaans het fchielykst.<br />
Nogthans bleeven zy alle na de ziekte zeer<br />
zwak, en die geene wier ziekte een hooger graad<br />
gehad heeft, hebben een langen tyd nodig gehad,<br />
voor dat zy haare gewoone bezigheden hebben<br />
kunnen hervatten.<br />
Om eindelyk van de geneeswyze, die ik in<br />
dee-
W A A R N E E M I N G E N . 349<br />
deeze ziekte aangewend heb, te fpreeken ; zoo<br />
heb ik aan alle kinderen, zoo dra dezelve begon-<br />
den te klaagen, terftond een braak-poeder gegee-<br />
ven uit de radix ipecacuanha met den tartarus<br />
emeticus, gefchikt naar de jaaren en kragten der<br />
lyderesfen. De.geringfte dofös-is geweest een fcru-<br />
pel ipecacuanha met een grein tartarus emeticus. —<br />
Wanneer dit middel in eene keer de maag niet<br />
genoegzaam fcheen gezuiverd te hebben, herhaalde<br />
ik hetzelve. Was de ziekte dan nog niet veel ge<br />
vorderd of van geen geheel kwaadaartigen aart, dan<br />
liet ik gebruik maaken van een mixtura digestiva uit<br />
het-[al abfynthii met de fyroop van citroen-fap,<br />
onder hetvvelke ik altoos tragtede open lyf te<br />
bezorgen, op de manier die ik hier onder zal<br />
aanduiden. Was het dat . de ziekte na deeze<br />
middelen luisterde , dan herfïelde ik verder de<br />
maag door eenvoudige maagmiddelen. Maar nam<br />
de ziekte fchielyk toe en vertoonde dezelve zig<br />
kwaadaartiger, dan gaf ik, den volgenden dag na het<br />
braakpoeder, een drank met eene groote hoeveel<br />
heid van het extractum cort. peruviani , of een<br />
fterk afkookfel van deeze bast met een goede<br />
dofis kermes minerale, of eenige greinen van den<br />
tartarus emeticus, of een genoegzame kwantiteit<br />
vamhet een of ander fal medium. Indien de buik<br />
teffens niet genoeg ontlast wierd, liet ik tusfchen;<br />
beiden gebruiken een kopje van een. ordinaire<br />
laxeerdrank, uit de tamarinden met | de folia fenna.<br />
Maar
$ 5o WAARNEEMINGEN.<br />
Maar waren de kragten van dert beginne der ziekte<br />
'eeds al te zwak , dan ordonneerde ik 's avonds<br />
eéne verkoelende clysreer , waardoor de zieken gerhakkelyk<br />
ontlasting hadden. Zomwylen egter, indien<br />
de ftaat der ly'deresfen het toeliet, fchreef ik<br />
voor het gebruik de'r'kina', ha het braaken, alleeneen<br />
infufio laxans op; maar wanneer de kragteni<br />
fchielyk verminderd waren , gaf ik voort na het<br />
braakmiddel den cortex peruvianus , hoewel de<br />
eerfte wegen met bedorven ftoffen nog bezet bleeven<br />
altoos wel zorg dragende de nog overig<br />
zynde flaauwe natuur - vermogens door overtollig<br />
purgeeren niet meerder te onderdrukken. Om<br />
dezelve reden heb ik ook nóóit eene enkele aderlaating<br />
in het werk gefteld.<br />
3<br />
Was het verval der kragten bovenmaaten groot,<br />
dan Voegde ik by de kina de campher (die egter<br />
de kinderen niet gaarne gebruikten), of de radix 1<br />
contrajervce. Toonde zig het zenuwgeftel fterk<br />
aangedaan, liet ik den fpiritus cornu cervi gebruiken<br />
, welke tegen de benaauwdheid omtrent de!<br />
borst mede van zeer goede uitwerking bevonden<br />
wierd, maar was deeze fpanning en benaauwdheid<br />
hevig, dan nam ik een gefatureèfde fölutie van den'<br />
tartarus emeticus te baat, lepels'wyze te neemen<br />
tot dat 'er eeh J<br />
ligte braaking op volgde, en liet<br />
aanftonds een fterke Spaanfche-vliegpleister omtrent<br />
dé' alm'gedaane plaats leggeü, waardoor dir<br />
dringend tóeval V rheestentyd, onbegrypelyk fchrèv<br />
lyk
WAARNEEMINGEN. 3 5r<br />
lyk ophield, en ging dan tot het gebruik van de<br />
kina wederom over.<br />
De pyn in de zyde wierd. ook door een blaartrekkende<br />
pleister, op het aangèdaane deel geplaatst,<br />
fchielyk weggenomen.<br />
Het'koudvuur wierd door den Chirurgyn met<br />
gepaste middelen • uitwendig tegengegaan.<br />
(<br />
Voor de groóte pynelykheid .van hec hoofd wierd<br />
zuurdeeg aan dë voeten, of een Spaanfche yliegpfeister<br />
aan de beenen gelegd, welke ,tot opbeuring<br />
der kragten ceffens < zeer? veel-toebragt.<br />
' Tegen dë- pyn in de keel liet ik een mixtuur<br />
Uit hec extrtictum • corticis pemviani en borax<br />
gebruiken, waardoor, fchoon--''er-al' geen.'fprouw<br />
plaats had, die ongemak veel verzagtën de door,<br />
zwelging gemakkelyker gemaakt wierd* •<br />
Dikwyls gebruikte ik met•'• veel nut, terftond<br />
na het eerfte braakmiddel, Avanuder: zelfs 'de tong<br />
nog fterk béflagen was en nogthans" de geringe<br />
kragten verbooden alleenlyk te purgeeren, een<br />
decoctum tamarindorum, waar 'tn ik het extrac*<br />
turn corticis pemviani en eenigec greinen ;van den<br />
tartarus emeticus $ of een zekëter;hoéveelhèid-;vaü<br />
hec een of ander fal medium*, ftet öplosfert, waart<br />
door de ontlastingen zagtjes bewerkt wieraten^<br />
Zonder veel te vefówakkert. ;<br />
' b qO<br />
• Men vond, zoo als ik heb- aiaftgémerkt, veel<br />
kinderen die zeer ongemakkelyk Ci<br />
w8fëh- om- mödi«<br />
cynen > te gebruiken; deezen' liét ik alle nu*étf<br />
een
352 W A A R N E E M I N G E N .<br />
een. eijerlepeltje neemen van een limtus nic het<br />
extractum corticis peruviani in gemeene fyroop<br />
ontbonden , waarby ik, naar omftandigheden, de<br />
campher, kermes minerale, tartarus emeticus of<br />
borax liet mengen.<br />
Voor hec overige beval ik aan allen veel te<br />
drinken; ik prees de zindelykheid ten fterkften<br />
aan; ik beurde de gemoederen der kinderen zoo<br />
veel doenlyk op, en tragcede de bedorven lugc der<br />
vertrekken, op de bekende wyzen, zoo veel mogelyk,<br />
ce verbeteren, terwyl de Regenten en Regentesfen<br />
van het Weeshuis, geene kosten fpaarende.,<br />
met veel genegenheid alles lieten verzorgen<br />
wat tot verfrisfing voor de zieke kinderen<br />
dienen konde.<br />
Wierd de ziekte, op deeze manier, gelukkig,<br />
overwonnen, dan hield ik de kinderen, nog eenigen<br />
tyd, aan het gebruik van de kina, om de<br />
wederinflortingen, die in deeze ziekte zeer gemakkelyk<br />
gebeurden, . voortekomen; en gelyk ik<br />
alle dierlyke voedzels, geduurende den gancfchen<br />
loop der ziekce, met veel ernst verbood, zoo<br />
droeg ik ook zorg dat aan de reconvalescerenden<br />
maar weinig en gemakkelyk verteerbaare fpyzen<br />
voorgezet wierden.<br />
Op dusdanige manier ben ik gewoon geweest<br />
deeze kwaadaartige ziekte te behandelen , waarvan<br />
de uitwerking my deeze vergenoeging gegeeven<br />
heeft, dat maar zeer weinige kinderen door<br />
dee-
W A A R N E E M I N G E N . 353<br />
deeze ziekte overleeden zyn, en dat genoegzaam<br />
alle, die de voorgefchreeven middelen, naar behoo-<br />
ren, gebruikt hebben , tot haar voorige gezond<br />
heid herfteld zyn. Voor het overige laat ik deeze<br />
geheele Verhandeling, zoo ten opzigte van myn<br />
gedagte aangaande de oorzaaken en den aart der<br />
ziekte, als de geneesvvyze derzelve, aan het oordeel<br />
van het geleerd Genootfchap en aan dat van andere<br />
kundige lieden over; en fchoon my overbekend<br />
te hoe kwaadfpreekers en benyders my, geduuren-<br />
de den gantfchen tyd der ziekte, hebben gelas<br />
terd , zal het my ondertusfchen altyd tot een on-<br />
uitfpreekelyke vergenoeging verftrekken de goed<br />
keuring van myn grooten Leermeester, den on-<br />
fterflyken VAN DOEVEREN, dien ik my genood*<br />
zaakt vond in deeze omuandighedeh , tot myn<br />
eigen voldoening, te raadpleegen, weggedraagen<br />
te hebben.<br />
Op dat ik evenwel deeze kwaadfpreekers en<br />
partyzugtigen, zoo veel in my is, den mond ftop-<br />
pe, denk ik het niet ongevoegelyk te weezen<br />
hiernevens te laaten volgen het antwoord van<br />
deezen grooten Man, op den brief welken ik zyn<br />
Hoog-Geleerden over deeze ziekte gefchreeven heb ,<br />
en waar in ik zyn Wel Ed. verflag gedaan heb<br />
van de geneeswyze die ik tegen deeze ziekte<br />
van den beginne heb aangewend, en die toen<br />
reeds dezelve was als ik hier breedvoerig be*<br />
fchreeven hebi<br />
IK .DEEL. Z Het
354 WAARNEEMINGEN.<br />
Het antwoord was aldus:<br />
„ Het fpyt my zeer, dat Ik door uit de ftad<br />
„ te moeten gaan, veele bezigheden en verfchei-<br />
„ de opkomende verhinderingen, U Wel Ed. Brief<br />
„ niet fpoediger heb kunnen beantwoorden. Thans<br />
„ neeme ik den verlangden tyd waar, om U Wel Ed.<br />
„ myn genoegen en erkentenis te melden, voor<br />
„ de allezins exacte befchryving der finguliere<br />
„ Epidemie in 't Roomsch Maagden - huis te Am-<br />
„ fterdam grasfeerende , als mede de communi-<br />
,, catie der geneeswyze, welke U Wel Ed. in de-<br />
„ zelve aangewend heeft. — De aart der ziek-<br />
„ te komt my gegrond voor zoodanig te zyn,<br />
„ als die door U Wel Ed. is befchreeven , en<br />
„ met reden afgeleid te zyn uit de oorzaaken,<br />
„ welke uit de gefleltenis van het Huis, de le-<br />
;, venswyze en het voedzel der kinderen, Zig ver-<br />
„ eenigende met een epidemifche conftitutie,<br />
„ voortvloeijen, en dezelve zeer vermeerderen en<br />
„ aan den gang houden: zoo dat een grondige ge-<br />
„ neezing voornaamentlyk in het verbeteren en<br />
„ wegneemen dier oorzaaken moet gezogt- wor-<br />
„ den. — Uwe geneezing - wyze in die ziekte<br />
komt my voor naar den aart derzelye zeer ge-<br />
'„ fchikc te zyn, en de gelukkige uitkomst uwer<br />
„ aangewende middelen toonen door de onder-<br />
„ vinding derzelver wel geplaatfte aanwending:<br />
„ het is zeer gelukkig onder zoo een groot aan-<br />
„ tal (by de door U Wel Ed. gemelde omftandig-<br />
„ he-
W A A R N E E M I N G E N . 355<br />
,; heden en te faamen- loopende nadeelen en zwaa-<br />
righeden tegen de Indicatien) zoo weinige uwer<br />
„ zieken verlooren te hebben. —- lk twyffele<br />
„ zeer , of U Wel Ed. met minder efficacieufe<br />
„ middelen, en eenvoudiger trant van behandeling<br />
„ om de goed koop, zoo wel gereüsfeerd zou-<br />
„ dc hebben : misfchien zoude het gebruik<br />
„ vati 't èxtr. cort. peruv. wat gemenageerc kun-<br />
„ nen zyn; dog elk, die weet, hoe moeilyk de<br />
cortex peruv. in fubftantia, condito, decoctó<br />
,, enz. meestal den lyderen in te krygen is, is<br />
„ ook bekend, hoe dikwyls men van den nood<br />
„ eene deugd moet maaken. —- Ik raade dan op<br />
,, uwe welberaamde manier voort te gaan, kwaad-<br />
,, fpreeken en refiexien van onkundigen te verag-<br />
,, ten, en uwe rust en tranquilliteic te zoeken in<br />
,, U ze!ven, recte agendo et neminem timende*<br />
,, Ik ben<br />
W. VAN DOEVEREN."<br />
,, Leiden<br />
„ 2(5 Jan. 1783."<br />
Blykt het dus hier uit niet volledig dat ik re<br />
den heb gehad om myne manier van geneezen al<br />
toos op denzelfden voet voort te zetten ? en blykt<br />
het hieruit mede niet zonneklaar dat men my ten<br />
onregte by het publiek befchuldigt, wanneer men<br />
voorgeeft dat ik deeze ziekte niet wel gekend, en<br />
door geen gepaster of minder kostbaare middelen<br />
behandeld heb? en kan men dus nog langer te-<br />
Z a gen»
356* W A A R N E E M I N G E N .<br />
genwerperi dat niet ik, maar myn vriend de Heer<br />
Doctor DÜRCKS, de woede deezer ziekte gefluit<br />
heeft? terwyl die Heer niet voor den 8 February<br />
(toen ik door dezelfde ziekte overvallen zynde,<br />
myn praktyk niet langer konde waarneemen) de<br />
zieken in dit Weeshuis bezogt heeft; daar onder-<br />
tusfchen myn brief aan den Hoog-Geleerden Heer<br />
VAN :<br />
DOEVEREN reeds in het begin van January,<br />
en het antwoord van dien grooten Man reeds<br />
den 26 van dezelfde maand gefchreeven is;en daar,<br />
op dien tyd wanneer de Heer DÜRCKS deeze<br />
kinderen het eerst voor my bezogt heefc , de<br />
ziekte reeds merkelyk aan het bedaaren en de<br />
woede derzelver zeer verminderd was, zoo als<br />
uit myn gegeeven befchryving duidelyk blykt.<br />
CORN. HENR. 1 ROY.<br />
Med. Doctor.<br />
WAAK-
WAARNEEM ING<br />
OVER DE WITTE ZWELLING VAN HET<br />
KNIKGEWHIGT , AAN HET GENEES<br />
KUNDIG GENOOTSCHAP SER VAN<br />
DIS CIVIBUS MEDEGEDEELD,<br />
D O O R .<br />
J A N S T E E N H U Y S E N ,<br />
Heelmeester te Buik/loot,<br />
WEL EDELE ZEER GELEERDE HEER EN!<br />
IVÏet het uiterst genoegen ben ik U Wel Ed.<br />
beloften, dat niets , hoe gering, indien nuttig,<br />
zoude verworpen, ontwaar geworden! en zeker,<br />
dus doende, zullen U Wel Ed. het roemryk doel<br />
wit uwer edelaartige poogingen op de uitmun-<br />
tendfte wyze bereiken. — Dan Wel Edele Hee-<br />
ren! het zy my nu ook gegund, andermaal myne<br />
zwakke poogingen, die ik omtrent de. witte zwel<br />
lingen der kniegewrigten heb aangewend, in uwe<br />
zeer nuttige Verhandelingen , indien 't U Wel Ed.<br />
wezenlyk nuttig en voordeelig voorkome, ge<br />
plaatst te zien.<br />
Het is allen Heelkundigen bekend, dat,, onder<br />
alle de moeijelyke uitwendige gebreken , welke<br />
het konstgebouw van 's menfehen lichaam aantas<br />
ten , en een Heelmeester kunnen voorkomen, mee<br />
Z 3 groot
358 W A A R N E E M INGE N.<br />
grooc regc de weeke uitzectingen der gewrigterj<br />
te cellen zyn, waarvan hec volgend geval coc een<br />
duidelyk voorbeeld kan verftrekken.<br />
In 'c begin van die loopende jaar I783,namelyk<br />
op den achttienden January, wierd ik verzogc te ko<br />
men by eene jonge dogter, 28 jaaren oud zynde,<br />
welke in behoei'tigheid leefde, en gedwongen was<br />
haar ondeihoud op eene tnoeijelyke wyze te zoe<br />
ken ; zy laboreerde aan eene febris continua rheuma-<br />
tica, met pyn in 'c hoofd en de ledemaaten, zy was<br />
dorlligen onrustig, enz.— Tegen gemelde lichaams<br />
ongefteldheid diende ik haar toe remedia anti-<br />
phlogistica, refrigerantia, refolventia , & Unem<br />
tranfpirationem excitantia, — doch eenige weinige<br />
dagen, na dac zy deeze geneesmiddelen had ge<br />
nomen , ontdekte men rondom de geleeding van<br />
haare linker knie, eene ronde, bleeke, en op het<br />
gevoel fponsachtige zwelling , gaande met eene<br />
aanhoudende en behendige pyn aan de binnen zyde<br />
van de kniefchyf vergezeld, waardoor de natuur<br />
lyke grootte der geleeding ruim tweemaal zo groot<br />
als anders, en de beweeging byna ten eenenmaa-<br />
ie verlooren was; zy kon niec ftaan of zicten ,<br />
en was uit dien hoofde genoodzaakt hec bed te<br />
houden.<br />
' Tweeledig was myne indicatio curatha. Ten<br />
eerilen: om de taaije en lymige verftopte vogten<br />
op te losfen en te verdeelen.<br />
Ten tweeden: om de bezweeken veerkragc in<br />
het
W A A R N E E M I N G E N. 350<br />
het zieke deel wederom op te wekken. — Om<br />
dit doelwit te bereiken, bereidde ik de volgende<br />
Hoving.<br />
Lithargyr. aur. 8SJ3.<br />
Boli armen.<br />
Gum. Myrrhü.<br />
lYIastichis aa |0.<br />
Aceti vini figj.<br />
Dit liet ik een quartier uurs kooken , in 't<br />
afziedzel drukdoeken nat maaken, en '3 morgens<br />
en 's avonds in het bed warm om het deel .{laan.<br />
Gelukkig , op dat ik 'er dit, als eene korte<br />
aanmerking, by voege, heeft my deeze ftoving in<br />
twee dergelyke voorwerpen, die beide dit onge<br />
mak in de regter knie hadden, zynde hec eene een<br />
meisje te Amfterdam, by welke een groot gedeelte<br />
van de dye en 't been was aangedaan, en de an<br />
der een jongeling hier ter plaatze woonagtig ,<br />
doen ftaagen, om ze volmaakt te herftellen.<br />
Het fymbolum, ufus magister egregius, ftrekte<br />
my tot een dryfveer en fpoorflag, om daadelyk den<br />
zo evengemelden fotus aanteleggen, met die ftree-<br />
lend vooruitzigc, om, mee even gelyke uitkomst<br />
van geneezing het werk bekroond te zien, en de<br />
lyderesfe daardoor van haar rampfpoedig ongeval<br />
te ontheffen. — Dan, dit harsfenfehimmig denk<br />
beeld is , van dag tot dag , in louter rook ver-<br />
dweenen! Want, wel verre van voor het zelve te<br />
Z 4 wy-
Sfo W A A R N E E M I N G E N .<br />
wyken, of te verminderen , nam hec integendeel<br />
meer en meer coe , waardoor ik in de nood-<br />
zaaklykheid verviel , om naar andere middelen<br />
uic ce zien. — Ik liec dierhalven het ganfche hd<br />
met een Spaanfche vlieg bedekken , en omtrent<br />
een week lang open houden, dog met geen voordeel;<br />
maar ik had reeds vooraf van de veficaioria al te<br />
gunftige gedagten in 'c beftryden van deeze onge<br />
makken opgevac, om 'er mee eens van af ce zien,<br />
en dezelve niét andermaal te beproeven.<br />
Ik liec dan wederom de geleeding mee een groote<br />
Spaanfche vliegpleister beleggen. Ter zeiver tyd<br />
gebruikte zy driemaal daags een halve drachma<br />
koortsbast in poeder. De Spaanfche vlieg tien<br />
dagen haare werking gedaan hebbende, fcheen de<br />
zwelling wel eenigzints verminderd, dog van zo<br />
weinig belang , dac het naauwlyks in aanmerking<br />
konde komen. — Misnoegd en verdrietig kreeg<br />
ik een weerzin om dit lastig en pynlyk huipraiddejl<br />
langer vrugteloos te gebruiken.<br />
Hierom heb ik het gezwel tweemaalen daags<br />
laaten wryven met den fp. fal ammon. met een<br />
fluitend windfel, en vogtig gehouden met aq. vul-<br />
•tier. miner. & aq. calc. 5 p. aqual.; maar, m<br />
een geruime tyd hiermede aangehouden te hebben,<br />
ondervond ik tot myn innige fmart, dat ik my'<br />
ook in deezen, in myne rekening- vergist had ]<br />
want hec bleef wederfpannig en hardnekkig ge<br />
lyk een hydra , of liever gelyk een proteus ,<br />
al-
W A A R N E E M I N G E N . 361<br />
alle de middelen , tot hiertoe gebezigd , weer-<br />
flreeven.<br />
Dus nam ik myn toevlugt, naar de Franfche<br />
wyze, tot het ung. de fiyrace, het welk zy, in<br />
alle hardnekkige, taaije en koude gezwellen in ge<br />
bruik hebben. — Ik vervaardigde het zelve, naar<br />
de befchryving van den beroemden SAVIARD, in<br />
zyne obfervatien pag. 584, als volgt:<br />
Olei Nucum | v.<br />
Gum. Elemni.<br />
Cerae. flava aa 5 üj. & 3 üj r<br />
Colophoniae ^vij. /3.<br />
Styracis liquidae. g iij. & 9 iij.<br />
Dit zonder den flyrax onder elkander gemengd,<br />
en met een zagt vuur gefmolten zynde, laat men<br />
doorzygen; dan mengt men 'er den flyrax by, en<br />
men roert dit wel om , tot dat de zalf door de<br />
koude ftyf wordt. — Hiermede een ftuk linnen<br />
heel dik beftreeken zynde, liet ik als een pleister<br />
om de knie flaan , en om de acht dagen ver<br />
nieuwen.<br />
By het afneemen der derde pleister had jk het<br />
genoegen, het gezwel aanmerklyk verminderd te<br />
zien. Verwondert en als opgetogen over dit ge<br />
luk, vond ik my aangemoedigd, om met gelyke<br />
pleister ftandvastig voort te vaaren : en waarlyk!<br />
het gebruik van dit middel wierd van een zo goe<br />
den uitflag gevolgd , dat het met de zes weeken<br />
Z 5 reeds
S62 W A A R N E E M I N G E N ,<br />
reeds tot over de helfc was afgenomen , tot dat<br />
eindelyk dit hardnekkig ongemak in drie maanden/<br />
en eenige dagen byna geheel is verdweenen.<br />
Wanneer de lyderes voor 't eerst wederom uitging,<br />
liep ze met een kruk by den weg, als ook<br />
nog eenigen tyd daarna, maar thans heeft ze dezelve<br />
afgelegd, loopt daaglyks langs de ftraat zonder<br />
eenig fteunzel , en werkt by de burgers in<br />
haare wooningen, enz.<br />
Wat nu de reden geweest zy, waarom de Hoving<br />
niet zo wel in dit, als in de twee andere<br />
gevallen, de geneezing gewrogt hebbe, en wederom<br />
door de pleister al gefchied zy , hierin<br />
wil ik gaarne myne onweetendheid belyden: want<br />
de natuur fpreidt een digt floers over haare werkplaats.<br />
J. STEENHU VSEN, Heelmeester.<br />
Buik/loot<br />
den 31 July 1783.<br />
EINDE VAN HET NEGENDE DEEL.
By PETRUS CONRADI wordt, onder anderen,<br />
uitgegeeven:<br />
Verhandeling over de Koortfen, en de Kinderpokjes. Voor<br />
een grooc deel OP nieuwe gronden voorgedraageo, door<br />
den Heer JOHN HUXHAM, Med. Doet., Lid van de £oninglyke<br />
Genootfchappen te Edinburg en London, enz.<br />
Waarby een Vertoog over de bewaaring der Gezondheid<br />
op de Schepen , door denzelfden Autheur. Naar den<br />
Derden Druk uit het Ëhgelsch vertaald. In gr. 8vo. a f :-i8 •;<br />
Be Ontleedkunde volledig verhandeld; of naauwkeunge Ut-<br />
' fchryving van alle de deelen des Menfchelyken Ligchaams:<br />
door den Heer SABATIER, Lid van het Heelkundig Genootfchap<br />
en van de Koninglyke Akademie der Weeterifchappen,<br />
en die der Heelkunde te Parys. Eerfte Deel,<br />
handelende over de Beenderen en Spieren. Uit het transen<br />
vertaald, en met verfcheiden nuttige Aanmerkingen vermeerderd<br />
door A. LENTFRINCK, Medicinae Doctor en<br />
Lid van het Bataafsch Genootfchap te Rotterdam. In<br />
groot 8vo. . • • . ii f 2: IG; -<br />
Het tweede Deel is op de Pers.<br />
Verhandeling over de Vallende 7Jektc, door s. A. D. TIS-<br />
• SOT. Men vindt hier fraaie waarneemingen, zeldzaame<br />
geneezingen, en heerlyke aanmoedigingen om zelfs in<br />
den iammerlyküen ftaat niet geheel te wanhoepen; onder<br />
andere de genezing van een Kind, het welk, door een<br />
Pistoolfchoot verfchrikt, deze ziekte gekreegen had, en<br />
drie jaar laater, door het vallen in een komfoor met vuur,<br />
geneezen wierd. — De Sehryver is ook zeer breedvoerig<br />
in de verfchillende Geneeswyzen, waaronder mede hec<br />
trepaneeren geteld wordt. Een Reiziger, aan deze Kwaal<br />
onderhevig, wierdt van Roovers overvallen, en zwaar gekwetst<br />
aan 't hoofd, met dit gevolg dat hy eene volkomene<br />
Geneezing bekwam. — Wegens de Opium zyn hier<br />
ook veele Waarneemingen; onder anderen van een Kind,<br />
dat nooit anders dan (kapende de Vallende Ziekte kreeg,<br />
' en evenwel, na dat men alles te vergeefsch beproefd had ,<br />
alleen door Opium geneezen wierd. In gr. 8vo. a/i :8-:<br />
Verhandeling over eene byzondere bereiding en gebruik van<br />
het Bytende Sublimaat in de Venus- ziekte; door Proeven<br />
onderzogt en bevestigd. Beneffens eenige Aanmerkingen<br />
omtrent de Gonorrhoea, en eene andere Druiping<br />
die zonder Venerifche befmetting kan ontftaan. Door<br />
G. J. VAN WY, Heelmeester en Operateur van den Steen<br />
te Amfterdam, en Lid van het Provinciaale Utrechtfche<br />
Genootfchap van Konden en Weetenfchappen. De Tweede<br />
Druk, merkelyk vermeerderd en verbeterd. In gr. Svp.<br />
. . a ƒ -: 14 : -<br />
Ver-
Verhandeling over de Vernis - ziekte, cioor M. ï'ftlöH nt<br />
LA CHAUME. Waarin alle de verfcheidene toevallen der<br />
kwaaie befchreeven, en derzelver genreswyze wordt aangeweezen<br />
; gefchikt naar de vatbaarheid niet alleen van<br />
jonge Chinugyiis, maar ook der Lyderen, om zelvcn té<br />
oordeelen over de got'de of kwaadc behandeling van hunnen<br />
Geneesmeester. In gr. 8vo. .<br />
Naauwkeurig Onderwys in de Vroedkunde; door JAN 'DE<br />
REUS. Met eene Voorrede van den Hooggeleerden Heere<br />
PETRUS CAMPER. Tweede Druk. Vermeerderd met<br />
veeie nuttige Aantekeningen, en een Aanhangzel over de<br />
Vcilosfing der Nageboorte. In gr. 8vo. . ' a /:-i8-. ;<br />
Kort verhaal van de Roode Loop tc Harlingen. Met een<br />
Byvoegzel, aanwyzende de oorzaaken der Befmetting, en<br />
de behoedmiddelen daartegen. Door JAN DE REUS. In<br />
gr. 8vo. . . . . a ƒ:- 5- Ö<br />
Met berugte Geheim in de Vroedkunde, van R. HOON-<br />
HUYZEN, ontdekt, en uitgegeeven , op Hooge order, door<br />
j. p. RA TH LA uw , Vroedmeester. In gr. 8vo. met<br />
Plaaten. . . . a/:-i2-:<br />
Het a/gemeen Genees- en Heelkundig Handboek, door den<br />
beroemden Heere j. A. UNZER, Sehryver van den Artz<br />
of Geneesheer; waarin de Middelen voor Ziekten en Ongemakken,<br />
die eene fpoedige hulp noodig hebben, klaar<br />
en duide'yk, tot gebruik van een ieder, worden voorgefchreeven;<br />
als, onder anderen: Raadgeeving tegen de<br />
Ongemakken uit Overlading eii Gebrek van Spyzen en<br />
Dranken; Middelen tegen de uitwendige Vergiften, 'als<br />
yan viervoetige Dieren en Vogels, Tekens van Vergiftigingen<br />
van Dolle Dieren , Behandeling van de Wond , de<br />
Geneeswyze enz.; over het fleeken van Spinnekoppen,<br />
Bycn, Muggen, Vliegen en kleiner Infecten; Hulpmiddelen<br />
voor fchynbaare Dooden; Voorbehoeding tegen Aanfteekende<br />
Ziekten; over de noodzaakelykheid der verfche<br />
Lugt in Woon- en Slaapvertrekken; over de Drenkelingen;<br />
Voorbehoeding tegen de Vorst; Geneeswyze van Bevroozene<br />
Leden; Hulpmiddelen tegen de ongelukkig doorgeflokte<br />
Dingen, als die in de Keel blyven zitten, of in de<br />
Maag gekomen zyn; over de Toevallen door Verhitting<br />
en Vermoeidheid, en door Verkoeling en koud Drinken;<br />
over de Bloedflortin^en, als Neusbloeden, Bloedhoesten ,<br />
Bloedbmken enz. Verders Middelen tegen de Aambeijen,<br />
Aamborftigheid. Beroerte, Buikloop, Colyk, Duizeling,<br />
Flaauwte, Ilardlyvigheid , Hartklopping, de Hik,<br />
Hoest, Hoofdpyn, kwaacie Keel, Kinderpokjes , de Kramp,<br />
Maagkramp, gefprongene Lippen, Mazelen, Oorpyn,<br />
Tandpyn, Steen in de Blaas, Stuipen, vallende Ziekte,<br />
Verlamming, Verkoudheid, Opfpanning van Winden, Zin-
kingen, Zunr in de Maag enz. enz. Van dit Werk, dat eetl<br />
nuttig Huisboek kan genoemd worden, is de Prys ƒ I - 10-:<br />
Geneeskundige Proefneeming met den door konst gemaakten<br />
Magneet; door den Heer], c. UNZER, Med. Doet. te<br />
Altona. Uit het Hoogduitsch vertaald en met een Voorreden<br />
vermeerderd door j. R. DEIMAN, Med. Doctor te<br />
Amfterdam. In gr. 8-!<br />
Nieuwe Natuur- en Geneeskundige Bihotheek, ol zakelyke<br />
Inhoud der nieuwe Buitenlandfche Werken, die tot de Geneeskunde<br />
en de Natuurlyke Historie betrekkelyk zyn.<br />
Door B. TERSIER, Med. Doctor te Haarlem, 111 Stukken,<br />
in gr. 8vo. met Plaaten. . ' . & fz-- ••<br />
Geneeswyze van de Ziekten en Kwaaien der Paarden. Beftaande<br />
meestal uit eenvoudige en onkostbare Geneesmiddelen.<br />
Ten nutte van Landlieden, Stalhouders, Smeden,<br />
en kortom allen, die, uit hoofde van hun beroep<br />
of uit lief hebbery, gewoon zyn Paarden te houden. Getrokken<br />
uit het Fransch van den Heer VITET, Doctor en<br />
Profesfor in de Geneeskunst te Lions, en met eenige<br />
nieuwe Hoofdftukken vermeerderd, door REINER FON<br />
TEIN. In gr. 8vo. . • è<br />
/ :<br />
* l 8<br />
" :<br />
JVerkdaadige Verhandeling over de Scnoorfteenen, ot vol.<br />
komene onderrichtingen om het Rooken derzelve voor te<br />
komen of weg te neemen; uic het Engelsen overgezet, en<br />
met aanmerkingen, ten dienfte der Nederlanders vermeerderd<br />
, door een Liefhebber der Wysbegeerie, Met naauWkeurige<br />
figuuren. In gr. 8vo. . . kfi-14. :<br />
De
De Scaphander, of Konst om in de diepfïe Wateren dryvende<br />
te gaan en allerhande werk te verrigren. Door<br />
den Heer DE LA CHAPELLE. .— Opeedraagen, door<br />
den Heer c. VAN ENGELEN, aan de"Direkteuren der<br />
ÏVlaatfchappy tot redding van Drenkelingen , opgeregt<br />
binnen Amlterdam. In gr. 8vo. met Plaaten. a ƒ1:2-:<br />
Verjlag van de verbaazende Historiën der zogenaamde<br />
BUIK SPREEK E R s ,nü onlangs in Frankryk voorgevallen*<br />
Door den Heer DE LA CHAPELLE. Waarin tevens de<br />
oorzaak van dit wonderlyk vermogen onderzogt, en deszelfs<br />
weezenlyk beftaan met verfcheidene voorbeelden,<br />
zo uit de oude als nieuwe Gefchiedenisfen , bevestigd<br />
wordt. In gr. 8vo. . . a /:-i5-:<br />
< Le Opkomst en Bloei der Vereenigde Nederlanden , • door<br />
s. STYL. Tweede Druk. Vermeerderd met eene Vrorrede<br />
nx wederlegging van den Heer PIETER PAÜLUS,<br />
en met een Slotzang ter liefde van het Vaderland. In<br />
gr. 8vo. , i . a ƒ3-: :<br />
De Mityleners, Treurfpel^Jpor s. STYL. 8VO. a ƒ: 7:-:<br />
C. H. TROTZ Commentarius Legum fundamentalium Foederati<br />
Belgii, bevattende t. 't Groot Privilegie van Vrouw<br />
Maria , 2. de Pacificatie van Gend , 3. "de Unie van<br />
Utrecht, 4. het twaalfjaarig Beftand, en'eindelyk 5. het<br />
Tractaat van den Vrede te Munfter. In 4to. a ƒ5-:-:<br />
Nieuwe Algemeene Befchryving van de KAAP DE GOEDE<br />
HOOP, bevattende, onder andere byzonderheden , de<br />
wyze waarop de Hollanders de Kaap het eerst bebouwden,<br />
hoe de Nederl. O. I. Compagnie zig hier in zekerheid<br />
gefield heeft, alles in vier Colonien verdeeld, Vestingen<br />
en Gebouwen aangelegd als Kasteel, Kerk, Ziekenhuis,<br />
Pakhuizen, Loots ter huisvestinge van de Slaaven, Paardeftallen,<br />
Tuinen enz.; — de inkomften der Regeering,<br />
de kosten welke de Compagnie jaarlyks doet, en de voordeden<br />
welke zy trekt; — gezag en invloed welke de<br />
Hollanders hebben in de zaaken der Hottentotten; de<br />
levenswyze der Europeaanen aan de Kaap, hoe zy elkauderen<br />
onthaalen, hunne Wynen, Landbouw, Koophandel,<br />
Veeweidery , hunne Slaaven ; — de gelegenheid des<br />
Lands, deszelfs aangenaamheid en vrugtbaarheid; de<br />
tyd wanneer de Schepen aan de Kaap aankomen, en hoe zy<br />
daar ontvangen worden, mitsgaders de voordeden welke<br />
men daar trekt van de Schepen der vreemde Natiën. In<br />
Twee Deelen, in groot 8vo, met XXV uitfiaande Plaaten.<br />
De Prys is . . . ƒ10:10:zonder<br />
Plaaten. . . a ƒ 5: - : -<br />
De Afbeelding der Ree de van de Kaap apart, it ƒ 1: - :-
HANDELINGEN<br />
V A N H E T<br />
GENEESKUNDIG<br />
GENOOTSCHAP »<br />
ONDER DE ZINSPREUK<br />
SERfANDIS QMBUS.<br />
N E G E N D E D E I U<br />
HANDELINGEN<br />
V A N H E T<br />
GENEESKUNDIG<br />
GENOOTSCHAP,<br />
ONDER DB ZINSPREUK<br />
SERVANDIS CIVIBÜS.<br />
WEGENDE DEEL.