JAARVERSLAG 2011 - De Panne

PERSONEEL
42
> werking en organisatie
op de wedden van de actieve vastbenoemden financieren hierbij de pensioenen
van de gepensioneerde statutairen.
Bij de RSZPPO waren in dit kader tot 2011 vijf pools te onderscheiden. Binnen
de afzonderlijke pools gold het principe van solidariteit wat betekende dat de
overschotten van bepaalde besturen de tekorten van de andere besturen opvingen.
Als klein bestuur was De Panne aangesloten bij pool 1 en betaalde tot 2009
reeds een aantal jaar een stabiele bijdragevoet op het loon van de vastbenoemden
tot financiering van de pensioenen van 27,5 %. Pool 1 kampt al sinds 2004
globaal als pool met tekorten en ook de andere pools kampen reeds een aantal
jaren met tekorten. De oorzaken hiervan zijn onder meer de dalende trend van de
vaste benoemingen, de vergrijzing, de gevolgen van de fusiepolitiek van de ziekenhuizen
(openbare ziekenhuizen fusioneren met privé ziekenhuizen waardoor
vastbenoemden bij pensioen worden vervangen door contractuelen), de politiehervorming
(enkel de gepensioneerden vanaf 2001 zijn ten laste van pool 5) en
de politiek van de laattijdige benoeming.
Initieel werden de tekorten in de verschillende pools opgevuld door de aanwending
van voordien opgebouwde reserves, doch dit was een situatie die op lange
termijn niet houdbaar was. Hervorming van het financieringssysteem drong zich
op om de financiering van de pensioenen van de ambtenaren ook op lange termijn
te verzekeren.
De wet van 24 oktober 2011 (met inwerkingtreding op 1 januari 2012) zorgt voor
volgende belangrijke wijzigingen:
- Een fusie van de pools.
- Geleidelijke evolutie voor alle pools naar basisbijdragepercentage van 41,5%
in 2016.
- Het principe van solidariteit blijft gehandhaafd maar besturen waarvan de bijdragen
de pensioenkost niet dekken zullen vanaf 2012 naast de basisbijdrage
ook een responsabiliseringsbijdrage moeten betalen. Voor De Panne werd
deze responsabiliseringsbijdrage voor 2012 geraamd op 68.138,00 euro.
Er kan geconcludeerd worden dat niet alleen de stijging van de basisbijdrage
(stijging van de bijdragevoet van 27,5 % in 2009 tot 41,5% in 2016) maar ook de
bijkomende kost van de responsabiliseringsbijdrage de begroting van het bestuur
in de toekomst zal verzwaren.