SCRIPTIE scoliose 08.Juni 2008 VERSION4.pdf - Tapingbase
SCRIPTIE scoliose 08.Juni 2008 VERSION4.pdf - Tapingbase
SCRIPTIE scoliose 08.Juni 2008 VERSION4.pdf - Tapingbase
You also want an ePaper? Increase the reach of your titles
YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.
Afstudeerproject 2007 - <strong>2008</strong><br />
het lichaam in de ruimte te handhaven. Als deze functionele vorm van <strong>scoliose</strong> binnen<br />
de groei plaatsvindt, adapteren de nog vervormbaren structuren waardoor een<br />
asymmetrie binnen het lichaam gaat ontstaan. De binnen de groei vervormde ossale<br />
structuren kunnen nadat het individu is uitgegroeid structureel van aard worden. Verder<br />
ontstaat door de asymmetrische scoliotische houding een asymmetrische aanpassingen<br />
van de spieren en de andere structuren van het lichaam. Samenvattend kan men dus<br />
zeggen dat door deze asymmetrie van de wervelkolom en/of de onderste extremiteiten<br />
in samenwerking met de zwaartekracht en de verticale correctie mechanisme van het<br />
hoofd de <strong>scoliose</strong> ontstaat en/of instant wordt gehouden.<br />
De instrumenten van het lichaam om deze asymmetrische correctie actief te<br />
bewerkstelligen zijn de spieren.<br />
Hoewel er veel onderzoek naar is gedaan is het nog steeds niet honderd procent<br />
duidelijk welke spieren het meest invloed op het ontstaan en/of in van een <strong>scoliose</strong><br />
hebben.<br />
Zeker is dat de ontwikkeling van verschillende spieren niet symmetrisch verloopt. Terwijl<br />
de spieren aan de concave kant geneigd zijn tot verkorting en of hypotonisme neigen de<br />
spieren aan de convexe kant tot verlenging en/of hypertonisme.<br />
De forse myogene activiteit aan de convexe kant(en) is r<br />
te verklaren doordat de spieren aan deze kant(en) van de<br />
wervelkolom het zich craniaal aansluitende gedeelte van de<br />
wervelkolom alleen moeten dragen (zie Afb.15 ).<br />
De spieren aan de kant van de lumbale bocht (a.) en de spieren<br />
aan de thoracale bocht (b.) zijn door de werking van de zwarte-<br />
kracht al in een verlengde positie waardoor ze niet optimaal<br />
kracht kunnen leveren om de wervelkolom weer op te richten.<br />
Dit omdat spieren in een sterk verlengde positie actief insufficiënt<br />
en in een sterk verkorte positie passief insufficiënt worden waar-<br />
door ze geen optimale werking meer kunnen uitoefenen op de<br />
wervelkolom. Hierdoor verlengen de spieren aan de convexe kant en<br />
verkorten de spieren aan de concave kant steeds meer tot ossale<br />
factoren een verdere versterking van de scoliotische curvatuur<br />
tegenhouden.<br />
Meerdere onderzoeken in de midden en het eind van de 20 e eeuw<br />
bevestigen deze theorie [ 9,10,15].<br />
Een onderzoek van Zetterberg et al (1983) toonde aan dat deze<br />
hogere spieractiviteit aan de convexe zijde van de<br />
wervelkolom alleen bij curvaturen boven de 30 graden waar te<br />
nemen zijn. Bij kleiner curvaturen is er geen significant verschil<br />
in spieractiviteiten aan de convexe en/of de concave kant<br />
tussen proefpersonen met <strong>scoliose</strong> onder de 30 graden en<br />
proefpersonen zonder <strong>scoliose</strong> gevonden.<br />
Deze thesis wordt onderbouwd door een onderzoek van Reuber et al in 1983 die een<br />
asymmetrische spieractiviteit bij curvaturen van boven de 25 graden rapporteren [9].<br />
Verder gaat in de wetenschap de mening over welke spier(en) het meest corrigerend<br />
Afb.15 S-<strong>scoliose</strong> met<br />
verlengte hypertone en<br />
verkorte hypotone<br />
spieren<br />
effect op <strong>scoliose</strong> hebben uit elkaar. Uit een onderzoek van Schultz et al in 1981 waarin<br />
het corrigeren van <strong>scoliose</strong> via spierstimulatie het doel was bleek dat spieren die meer<br />
lateraal van de wervelkolom geplaatst zijn door hun grotere hefboomwerking effectiever<br />
zijn dan spieren die meer mediaal van de wervelkolom geplaatst zijn [10]. Een andere<br />
Anja Bürgel & Björn Paulsen - 19 -