Zes eeuwen rekenkamers in Brabant 1 - Thuis in Brabant
Zes eeuwen rekenkamers in Brabant 1 - Thuis in Brabant
Zes eeuwen rekenkamers in Brabant 1 - Thuis in Brabant
You also want an ePaper? Increase the reach of your titles
YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.
In <strong>Brabant</strong><br />
Piet de Kroon<br />
<strong>Zes</strong> <strong>eeuwen</strong> <strong>rekenkamers</strong><br />
<strong>in</strong> <strong>Brabant</strong> 1
Zonder het enthousiaste werk van de vele onderzoekers die zich met het <strong>Brabant</strong>se erfgoed bezighouden, zou de bron waar-<br />
uit ook In <strong>Brabant</strong> put weldra leeg raken. In <strong>Brabant</strong> biedt daarom iedere editie een gastauteur uitgebreid de ruimte om zijn<br />
of haar verhaal te doen, om te tonen hoe diep hij of zij <strong>in</strong> het <strong>Brabant</strong>se verleden is gedoken.<br />
De prov<strong>in</strong>cies Noord-<strong>Brabant</strong> en Limburg besloten <strong>in</strong> 2004 een gezamenlijke rekenkamer<br />
<strong>in</strong> te stellen. Dat besluit leidde een jaar later tot de start van de Zuidelijke Rekenkamer.<br />
De prov<strong>in</strong>ciale rekenkamer lijkt een nieuw fenomeen, tenm<strong>in</strong>ste voor wie alleen naar de<br />
recente staatkundige geschiedenis van Nederland kijkt. Ruim zes <strong>eeuwen</strong> geleden waren er<br />
echter al <strong>rekenkamers</strong> <strong>in</strong> het <strong>Brabant</strong>se actief. 2<br />
De moderne rekenkamer doet onderzoek naar de<br />
rechtmatigheid, doelmatigheid en doeltreffendheid<br />
van het openbaar bestuur. Zo staat het <strong>in</strong> de wet.<br />
Dat onderzoek richt zich vooral op de maatschappelijke<br />
effecten van de bested<strong>in</strong>g van gemeenschapsgeld<br />
en op de manier waarop die effecten<br />
worden behaald. Naast de Zuidelijke Rekenkamer<br />
die <strong>in</strong> E<strong>in</strong>dhoven is gevestigd, telt Nederland nog<br />
vier andere prov<strong>in</strong>ciale <strong>rekenkamers</strong>. Ze zijn een uitvloeisel<br />
van de Wet dualiser<strong>in</strong>g prov<strong>in</strong>ciebestuur uit<br />
2003. Die wet maakt een scherp onderscheid tussen<br />
besturen en controleren: Prov<strong>in</strong>ciale Staten<br />
stellen kaders voor beleid, Gedeputeerde Staten<br />
voeren dat beleid vervolgens uit en Prov<strong>in</strong>ciale<br />
Staten controleren wat daarvan terecht is gekomen.<br />
Om die controle door Prov<strong>in</strong>ciale Staten te<br />
voeden met gedegen onderzoek werden de <strong>rekenkamers</strong><br />
<strong>in</strong> het leven geroepen.<br />
De oorspronkelijke <strong>rekenkamers</strong> hadden een veel<br />
meer naar b<strong>in</strong>nen gerichte functie <strong>in</strong> dienst van<br />
de vorst. Al aan het beg<strong>in</strong> van de vijftiende eeuw<br />
werd een dergelijke rekenkamer van <strong>Brabant</strong><br />
<strong>in</strong>gesteld, die tot e<strong>in</strong>d 1795 zou bestaan, en ook<br />
aan het beg<strong>in</strong> van de negentiende eeuw was er op<br />
het grondgebied van de huidige prov<strong>in</strong>cie Noord-<br />
<strong>Brabant</strong> een eigen departementale rekenkamer<br />
werkzaam. De belangrijkste taak was de boekhoudkundige<br />
en adm<strong>in</strong>istratieve controle van<br />
ontvangsten en uitgaven. Het adm<strong>in</strong>istratieve<br />
toezicht werd uitgeoefend door een controleur.<br />
Hij had het recht om ter plaatse <strong>in</strong>specties uit te<br />
oefenen en daarover bij de rekenkamer verslag<br />
uit te brengen. Later namen de <strong>in</strong>specteurs van<br />
de rekenkamer die bevoegdheid over. Hoeksteen<br />
van de f<strong>in</strong>anciële controle was de gang van een<br />
controleur, na afloop van een boekjaar, naar de<br />
rekenkamer om daar persoonlijk verantwoord<strong>in</strong>g<br />
af te komen leggen over de gevoerde boekhoud<strong>in</strong>g.<br />
Het afhoren van de reken<strong>in</strong>g (daar hebben we ook<br />
de woorden ‘auditeur’ en ‘audit’ aan te danken, van<br />
het Latijnse ‘audire’ = ‘horen’) begon met een verklar<strong>in</strong>g<br />
onder ede dat de reken<strong>in</strong>g juist was. Alle<br />
reken<strong>in</strong>gen werden nagerekend door een auditeur<br />
en vervolgens een rekenmeester.<br />
Camere vander Reken<strong>in</strong>ghen<br />
De geschiedenis van de rekenkamer beg<strong>in</strong>t bij Filips<br />
de Stoute (1342-1404), hertog van Bourgondië en<br />
graaf van Vlaanderen. Hij stelde op 15 februari 1386<br />
een ‘Camere van den Rade’ (Chambre du Conseil)<br />
<strong>in</strong>. Deze raadkamer had een gerechtelijke en een<br />
f<strong>in</strong>anciële afdel<strong>in</strong>g. Uit de gerechtelijke afdel<strong>in</strong>g<br />
zou zich de Raad van Vlaanderen ontwikkelen,<br />
uit de f<strong>in</strong>anciële afdel<strong>in</strong>g de rekenkamer van<br />
Vlaanderen <strong>in</strong> Rijsel, de eerste echte rekenkamer<br />
<strong>in</strong> de Nederlanden.<br />
Antoon van Bourgondië, de tweede zoon van Filips<br />
de Stoute, erfde het hertogdom <strong>Brabant</strong> en Limburg.<br />
Onder Antoons reger<strong>in</strong>g onderg<strong>in</strong>gen de <strong>Brabant</strong>se<br />
<strong>in</strong>stell<strong>in</strong>gen <strong>in</strong>grijpende wijzig<strong>in</strong>gen. Op 29 juni 1404<br />
gaf Antoon drie ambtenaren de opdracht om <strong>in</strong> de<br />
archieven van het slot van Tervuren alle stukken<br />
op te sporen die nodig waren voor het onderzoek van<br />
de reken<strong>in</strong>gen. Een paar dagen later, op 1 juli, kregen<br />
dezelfde ambtenaren officieel opdracht om de<br />
boekhoud<strong>in</strong>g van alle rekenplichtigen b<strong>in</strong>nen het<br />
<strong>in</strong>brabant N UMMER 4 AUGUSTUS 2012<br />
41<br />
Auteur<br />
Piet de Kroon (1950)<br />
is werkzaam als<br />
directeur-secretaris<br />
van de Zuidelijke<br />
Rekenkamer. Hij<br />
groeide op <strong>in</strong> Made<br />
en Breda en houdt<br />
zich onder meer<br />
bezig met genea-<br />
logisch en historisch<br />
onderzoek naar zijn<br />
geboortestreek.<br />
foto l<strong>in</strong>ks:<br />
In 1407 verhuisde de<br />
<strong>Brabant</strong>se Reken-<br />
kamer van Vilvoorde<br />
naar Brussel, waar<br />
zij haar <strong>in</strong>trek nam<br />
<strong>in</strong> de rechtervleugel<br />
van het paleis op de<br />
Koudenberg. (Atlas<br />
van Loon, 1649)
Antoon van Bourgondië (1384-1415), de tweede zoon van Filips de<br />
Stoute, richtte op 20 februari 1406 een ‘Camere vander reken<strong>in</strong>ghen’<br />
voor <strong>Brabant</strong> op. (<strong>Brabant</strong>-Collectie, Tilburg University)<br />
42<br />
<strong>in</strong>brabant TIJDSCHRIFT VOOR BRABANTS HEEM EN ERFGOED<br />
hertogdom op te vragen en te controleren. De akte<br />
waar<strong>in</strong> deze opdracht werd vastgelegd, vormt het<br />
feitelijke beg<strong>in</strong> van de <strong>Brabant</strong>se Rekenkamer.<br />
Twee jaar later volgde de officiële <strong>in</strong>stell<strong>in</strong>g, toen<br />
Antoon bij patentbrieven van 20 februari 1406<br />
een ‘Camere vander reken<strong>in</strong>ghen’ oprichtte. Deze<br />
Rekenkamer van <strong>Brabant</strong> werd gevestigd <strong>in</strong><br />
Vilvoorde. Ze werd belast met het onderzoek naar<br />
de reken<strong>in</strong>gen van alle kashouders en betalers van<br />
het hertogdom. Antoon stelde drie auditeurs aan<br />
met ruime bevoegdheden voor het verzamelen<br />
van alle stukken die voor de f<strong>in</strong>anciële controle<br />
van belang kunnen zijn. Een jaar later verhuisde de<br />
<strong>Brabant</strong>se Rekenkamer van Vilvoorde naar Brussel,<br />
waar zij haar <strong>in</strong>trek nam <strong>in</strong> de rechtervleugel van het<br />
paleis op de Koudenberg.<br />
Uitbreid<strong>in</strong>g<br />
De Rekenkamer van Vlaanderen en de Rekenkamer<br />
van <strong>Brabant</strong> kwamen <strong>in</strong> 1430 beide onder<br />
het gezag van Filips de Goede (1396-1467).<br />
De Vlaamse Rekenkamer <strong>in</strong> Rijsel werd hiërarchisch<br />
gesteld boven de <strong>Brabant</strong>se Rekenkamer<br />
<strong>in</strong> Brussel. De beide <strong>rekenkamers</strong> sloegen hun<br />
vleugels <strong>in</strong> snel tempo uit, toen Filips de Goede<br />
<strong>in</strong> korte tijd een aanzienlijk aantal heerlijkheden<br />
en vorstendommen verwierf: Henegouwen,<br />
Namen, <strong>Brabant</strong> (met <strong>in</strong>begrip van Limburg en de<br />
landen van Overmaas), Holland, Zeeland, Friesland,<br />
Luxemburg, Ch<strong>in</strong>y en La Roche. De nieuwe gebieden<br />
werden zoveel mogelijk ondergebracht <strong>in</strong> het<br />
ressort van de twee bestaande <strong>rekenkamers</strong>. De<br />
Rekenkamer van Vlaanderen werd bevoegd voor<br />
Luxemburg, de Rekenkamer van <strong>Brabant</strong> voor<br />
Namen en Henegouwen.<br />
In Den Haag werd vervolgens <strong>in</strong> 1446 een derde<br />
rekenkamer <strong>in</strong>gesteld, speciaal voor Holland en<br />
Zeeland. In 1463 werd deze Hollandse Rekenkamer<br />
overigens weer opgeheven en gedurende een aantal<br />
jaren geïncorporeerd <strong>in</strong> de <strong>Brabant</strong>se Rekenkamer<br />
<strong>in</strong> Brussel. De competentie van de <strong>Brabant</strong>se<br />
Rekenkamer werd <strong>in</strong> 1465 vervolgens uitgebreid tot<br />
de rekenplichtigen <strong>in</strong> Luxemburg-Ch<strong>in</strong>y.
Als gevolg van al deze uitbreid<strong>in</strong>gen waren de<br />
lokalen van de rekenkamer aan de Koudenberg<br />
langzamerhand te kle<strong>in</strong> geworden. De rekenkamer<br />
vond andere kantoorruimte b<strong>in</strong>nen de stad en verhuisde<br />
naar twee gebouwen naast een toren van<br />
de oude stadsmuur.<br />
In december 1473 verv<strong>in</strong>g Karel de Stoute (1433-<br />
1477) - die het gehele bestuursapparaat reorganiseerde,<br />
waaronder de centrale f<strong>in</strong>anciën en rechtspraak<br />
- de drie <strong>rekenkamers</strong> door één centrale<br />
<strong>in</strong>stell<strong>in</strong>g met zetel <strong>in</strong> Mechelen. Het personeel<br />
van de <strong>Brabant</strong>se Rekenkamer en de Staten van<br />
<strong>Brabant</strong> protesteerden heftig tegen deze verander<strong>in</strong>g.<br />
Zij beriepen zich daarbij op de plechtige<br />
belofte van Karel, gedaan tijdens zijn ‘Blijde<br />
Inkomst’ (<strong>in</strong>stallatie als hertog) <strong>in</strong> 1467, om de<br />
<strong>Brabant</strong>se Rekenkamer ongemoeid te laten. Het<br />
protest mocht niet baten. Op 2 januari 1474 begon<br />
de nieuwe Rekenkamer <strong>in</strong> Mechelen formeel haar<br />
werkzaamheden.<br />
Na de dood van Karel de Stoute werd een aantal<br />
van zijn centraliserende maatregelen ongedaan<br />
gemaakt. De Rekenkamer <strong>in</strong> Mechelen werd <strong>in</strong> 1477<br />
opgeheven en de voormalige Rekenkamers van<br />
Rijsel, Brussel en Den Haag werden <strong>in</strong> ere hersteld.<br />
<strong>Brabant</strong><br />
De Rekenkamer van <strong>Brabant</strong> was een strikt<br />
<strong>Brabant</strong>se aangelegenheid. Artikel 92 van de<br />
Blijde Inkomst van Maria van Bourgondië (de<br />
dochter van Karel de Stoute) van 29 mei 1477<br />
bepaalde dat de toegang tot het college van de<br />
Rekenkamer van <strong>Brabant</strong> was beperkt tot ambtenaren<br />
uit <strong>Brabant</strong> of Overmaas. Om ervoor te<br />
zorgen dat daar niet de hand mee gelicht werd,<br />
hadden de benoem<strong>in</strong>gsakten voor hun rechtsgeldigheid<br />
het grootzegel van <strong>Brabant</strong> nodig.<br />
Ook moesten de ambtenaren <strong>in</strong> de handen van de<br />
<strong>Brabant</strong>se kanselier zweren om de privileges van<br />
het gewest te eerbiedigen.<br />
Filips de Schone (1478-1506) voegde <strong>in</strong> 1496,<br />
precies zoals zijn grootvader Karel de Stoute<br />
twee decennia daarvoor had gedaan, de drie<br />
Portret van Filips de Goede (1396-1467) door Rogier van der<br />
Weyden (1399/1400-1464). (Collectie Musée des Beaux-Arts de<br />
Dijon. Bron: Wikimedia Commons)<br />
Rekenkamers weer samen tot één <strong>in</strong>stell<strong>in</strong>g <strong>in</strong><br />
Mechelen. Opnieuw felle protesten bij de rekenkamer,<br />
die andermaal niet gehonoreerd werden.<br />
Volgens Filips waren <strong>rekenkamers</strong> vorstelijke <strong>in</strong>stell<strong>in</strong>gen<br />
waarmee hij kon doen en laten wat hij<br />
wilde. Het personeel van de rekenkamer werd gesommeerd<br />
zich ‘sans plus d’excuse’ naar Mechelen<br />
te begeven en van daaruit het werk voort te zetten.<br />
De centrale Mechelse rekenkamer liep echter<br />
al snel uit op een mislukk<strong>in</strong>g en <strong>in</strong> het voorjaar van<br />
1498 waren de drie <strong>rekenkamers</strong> weer zelfstandig<br />
aan het werk <strong>in</strong> Rijsel, Brussel en Den Haag.<br />
Het werk van de rekenkamer werd <strong>in</strong>middels<br />
steeds omvangrijker. Een van de gevolgen daarvan<br />
was dat er steeds meer archiefruimte nodig<br />
was. In 1503 kreeg de <strong>Brabant</strong>se rekenkamer<br />
<strong>in</strong>brabant N UMMER 4 AUGUSTUS 2012 43
Filips de Schone (1478-1506). (Collectie Rijksmuseum, <strong>in</strong><br />
bruikleen bij Noordbrabants Museum)<br />
44<br />
daarom de beschikk<strong>in</strong>g over de toren van de oude<br />
stadsmuur naast haar gebouw. Het archief werd<br />
<strong>in</strong> de toren ondergebracht.<br />
De Instructie voor de Rekenkamer van <strong>Brabant</strong><br />
uit 1541 bepaalde de samenstell<strong>in</strong>g van het vaste<br />
personeelsbestand op drie rekenmeesters (<strong>in</strong>clusief<br />
de voorzitter), twee auditeurs en een griffier.<br />
De rekenmeesters zagen toe op het ‘afsluiten’<br />
van de reken<strong>in</strong>gen, die door de auditeurs werden<br />
onderzocht. De griffier was verantwoordelijk<br />
voor alle correspondentie.<br />
<strong>in</strong>brabant TIJDSCHRIFT VOOR BRABANTS HEEM EN ERFGOED<br />
De Nederlanden<br />
Met het e<strong>in</strong>de van de Gelderse Oorlogen <strong>in</strong> 1543<br />
kwam ook Gelre onder het gezag van Karel V<br />
(1500-1558), die op dat moment al heerste over<br />
de Bourgondische Nederlanden. In 1546 zond de<br />
rekenkamer een van haar rekenmeesters naar<br />
Arnhem om daar ter plaatse de f<strong>in</strong>anciële beheers-<br />
en controletaken uit te oefenen. Na korte<br />
tijd keerde hij terug naar Brussel en werden de<br />
Gelderse particuliere ontvangers gedwongen<br />
om voortaan zelf de gang naar Brussel te maken<br />
en <strong>in</strong> het gebouw van de <strong>Brabant</strong>se Rekenkamer<br />
hun reken<strong>in</strong>gen te overleggen en te laten controleren.<br />
In Gelre groeide het verzet tegen deze regel<strong>in</strong>g.<br />
Vanaf 1555 kwam er vervolgens met tussen-<br />
pozen weer een rekenmeester vanuit Brussel<br />
naar Arnhem om de reken<strong>in</strong>gen ter plaatse af te<br />
horen. De kritiek op de ondergeschiktheid aan<br />
<strong>Brabant</strong> hield echter aan en zou uite<strong>in</strong>delijk gehoor<br />
v<strong>in</strong>den. Per ordonnantie van Karels opvolger Filips<br />
II (1527-1598) van 9 februari 1559 kwam er een<br />
vierde rekenkamer bij, die van Gelre. De nieuwe<br />
rekenkamer werd gevestigd <strong>in</strong> Arnhem en was alleen<br />
bevoegd <strong>in</strong> Gelre.<br />
Een aardig beeld van de positie van de rekenkamer<br />
<strong>in</strong> het staatsbestel zien we bij de vredesonderhandel<strong>in</strong>gen<br />
<strong>in</strong> 1576, die een e<strong>in</strong>de probeerden te maken<br />
aan de Nederlandse Opstand. Op 19 oktober<br />
van dat jaar begonnen deze onderhandel<strong>in</strong>gen op de<br />
Collatiezolder te Gent tussen de kon<strong>in</strong>gsgetrouwe<br />
gewesten (de Staten van <strong>Brabant</strong>, Vlaanderen,<br />
Henegouwen, Artesië, Namen, Utrecht, Mechelen,<br />
Doornik en het Doornikse Valenciennes, Rijsel,<br />
Douai en Orchies) aan de ene kant en de Staten van<br />
Holland en Zeeland en de Pr<strong>in</strong>s van Oranje voor de<br />
opstandige gewesten aan de andere kant. Er zaten<br />
achttien onderhandelaars aan tafel. Namens de<br />
kon<strong>in</strong>gsgez<strong>in</strong>de gewesten was dat voor de derde<br />
stand (de burgerij) onder meer Jan de Pennantz,<br />
voorzitter van de Rekenkamer van <strong>Brabant</strong>, die tevens<br />
als secretaris fungeerde.
<strong>in</strong>brabant N UMMER 4 AUGUSTUS 2012 45<br />
Karel de Stoute<br />
(1433-1477), hier<br />
afgebeeld <strong>in</strong> volle<br />
wapenuitrust<strong>in</strong>g<br />
als de graaf van<br />
Charolais, <strong>in</strong><br />
het Wapenboek<br />
van de Orde<br />
van het Gulden<br />
Vlies. (Collectie<br />
Bibliothèque de<br />
l’Arsenal, Parijs.<br />
Bron: Wikimedia<br />
Commons)
Willem van Oranje vaart <strong>in</strong> een schip door de Nieuwe Vaart te<br />
Brussel. De pr<strong>in</strong>s is gezeten aan een tafel <strong>in</strong> een boot versierd<br />
met takkengroen of bomen en wapenschilden. Onderdeel van<br />
de <strong>in</strong>tocht van Willem van Oranje te Brussel, 18 september 1577.<br />
(Houtsnede van Antoni van Leest. Collectie Rijskmuseum)<br />
46<br />
<strong>in</strong>brabant TIJDSCHRIFT VOOR BRABANTS HEEM EN ERFGOED<br />
Dissidenten<br />
De rekenkamer werd overigens zelf ook steeds<br />
meer <strong>in</strong>zet van politieke strijd. Landvoogd<br />
Don Juan van Oostenrijk besloot <strong>in</strong> 1578 om de<br />
<strong>Brabant</strong>se Rekenkamer uit Brussel weg te halen<br />
en naar Namen over te brengen. Hij had daar een<br />
goede reden voor. Hij was namelijk <strong>in</strong> ernstige<br />
aanvar<strong>in</strong>g gekomen met de opstandige Staten-<br />
Generaal, nadat hij een jaar eerder de citadel van<br />
Namen had <strong>in</strong>genomen en dat met veel ceremonieel<br />
had gevierd; als reactie daarop was Willem<br />
van Oranje vervolgens op zijn beurt triomfantelijk<br />
b<strong>in</strong>nengehaald <strong>in</strong> Brussel, waar zich steeds meer<br />
aanhangers van het calv<strong>in</strong>isme bevonden. In deze gespannen<br />
verhoud<strong>in</strong>gen was het voor een kon<strong>in</strong>klijke<br />
<strong>in</strong>stell<strong>in</strong>g als de <strong>Brabant</strong>se Rekenkamer steeds<br />
moeilijker werken <strong>in</strong> Brussel.<br />
Vanuit Namen controleerde de rekenkamer de boekhoud<strong>in</strong>g<br />
van de rekenplichtigen die trouw waren gebleven<br />
aan de kon<strong>in</strong>g van Spanje: Limburg (ten noorden<br />
van de rivier de Vesder), Luxemburg, een deel<br />
van <strong>Brabant</strong> en Namen (eigenlijk ressorteerde het<br />
graafschap Namen onder de Vlaamse Rekenkamer,<br />
maar omdat de <strong>Brabant</strong>se Rekenkamer al <strong>in</strong> Namen<br />
was gehuisvest, had de landvoogd de rekenplichtigen<br />
van het graafschap bij deze Kamer ondergebracht).<br />
In deze tumultueuze periode werden ondertussen<br />
ook ‘dissidente’ <strong>rekenkamers</strong> opgericht, die de boekhoud<strong>in</strong>g<br />
moesten controleren van de ontvangers<br />
<strong>in</strong> het gebied dat onder toezicht stond van de<br />
Staten-Generaal. In <strong>Brabant</strong> zien we dergelijke <strong>rekenkamers</strong><br />
<strong>in</strong> de periode 1578-1584 <strong>in</strong> Antwerpen<br />
en <strong>in</strong> Brussel, de belangrijkste calv<strong>in</strong>istische<br />
steunpunten <strong>in</strong> het hertogdom. Ook Vlaanderen<br />
kreeg, naar het voorbeeld van <strong>Brabant</strong>, <strong>in</strong> 1580<br />
een eigen opstandige kamer. In Arnhem werd het<br />
personeel van de Gelderse Rekenkamer vervangen<br />
door personeelsleden met een anti-Spaanse<br />
gez<strong>in</strong>dheid. De kon<strong>in</strong>gsgetrouwen verhuisden<br />
<strong>in</strong> 1581 naar Roermond om daar hun eigen rekenkamer<br />
voort te zetten.
Tussen 1580 en 1585 kwamen het hertogdom<br />
<strong>Brabant</strong> en het graafschap Vlaanderen geleidelijk<br />
terug onder Spaans gezag en verdwenen de ‘rebelse’<br />
<strong>rekenkamers</strong> <strong>in</strong> Antwerpen, Brussel en Gent.<br />
Op 6 juli 1585 kreeg de <strong>Brabant</strong>se Rekenkamer te<br />
Namen het bevel om naar Brussel terug te keren<br />
en werd de oude situatie <strong>in</strong> ere hersteld.<br />
Een kaart van de vier kwartieren van het hertogdom <strong>Brabant</strong>.<br />
(<strong>Brabant</strong>-Collectie, Tilburg University)<br />
<strong>in</strong>brabant N UMMER 4 AUGUSTUS 2012 47
48<br />
Wantoestanden<br />
De <strong>rekenkamers</strong> werden geacht <strong>in</strong> grote gestrengheid<br />
toe te zien op een juiste vastlegg<strong>in</strong>g<br />
van ontvangsten en uitgaven van derden. Met<br />
hun eigen ontvangsten en uitgaven bleken zij het<br />
niet altijd even nauw te nemen. Dat werd l<strong>in</strong>ks<br />
en rechts opgemerkt en er ontstond gaandeweg<br />
steeds meer kritiek op de manier waarop de <strong>rekenkamers</strong><br />
anderen de maat namen, terwijl ze gelijktijdig<br />
voor zichzelf grote vrijheden claimden. In<br />
1658 kwam een aantal misbruiken en wantoestanden<br />
bij de <strong>Brabant</strong>se Rekenkamer naar buiten. De<br />
bestuurlijke reactie: er werd een onderzoekscommissie<br />
<strong>in</strong>gesteld die <strong>in</strong> de eerste helft van 1659<br />
<strong>in</strong>derdaad talrijke ongeregeldheden aan het licht<br />
bracht. Personeelsleden bleken het niet zo nauw te<br />
nemen met de werktijden, onkostennota’s waren<br />
vervalst, er was geknoeid met de wedden en reisvergoed<strong>in</strong>gen.<br />
Ook de kwaliteit van het werk liet<br />
volgens de onderzoekscommissie te wensen over.<br />
In reactie op het onderzoeksrapport werd een<br />
nieuw reglement toegezegd. Het zou overigens<br />
alleen bij die toezegg<strong>in</strong>g blijven. In de praktijk veranderde<br />
er we<strong>in</strong>ig, de kritiek op de <strong>rekenkamers</strong><br />
bleef bestaan.<br />
Inmiddels was de Rekenkamer van <strong>Brabant</strong> doorgegroeid<br />
en telde <strong>in</strong> 1664 tweeëndertig ambtenaren.<br />
In hun publicatie Het Rekenhof geven Rion et<br />
al. aan dat er <strong>in</strong> de tweede helft van de zeventiende<br />
eeuw een verdrievoudig<strong>in</strong>g van het aantal ambtenaren<br />
had plaatsgevonden <strong>in</strong> de <strong>rekenkamers</strong> van<br />
Vlaanderen, <strong>Brabant</strong>, Holland en Gelre. Daarvoor<br />
wordt een aantal verklar<strong>in</strong>gen opgevoerd: de ontwikkel<strong>in</strong>g<br />
van de venaliteit b<strong>in</strong>nen de ambtenarij<br />
(het toekennen van ambten <strong>in</strong> ruil voor een len<strong>in</strong>g),<br />
de aanstell<strong>in</strong>gen op aanbevel<strong>in</strong>g en het nepotisme.<br />
De f<strong>in</strong>anciële last van een alsmaar uitdijend ambtenarenapparaat<br />
werd ondertussen zo groot, dat er <strong>in</strong>grijpend<br />
bezu<strong>in</strong>igd moest worden. Het personeelsbestand<br />
van de Rekenkamer van <strong>Brabant</strong> werd als<br />
gevolg daarvan teruggebracht naar acht meesters,<br />
vier auditeurs en een griffier.<br />
<strong>in</strong>brabant TIJDSCHRIFT VOOR BRABANTS HEEM EN ERFGOED<br />
Centraal of niet<br />
Ook <strong>in</strong> de daarop volgende periode zouden de<br />
<strong>rekenkamers</strong> afwisselend zelfstandig, dan wel<br />
onder één paraplu opereren. In 1681 werden de<br />
Rekenkamer van Vlaanderen en die van <strong>Brabant</strong><br />
<strong>in</strong> één pand ondergebracht, <strong>in</strong> het hotel van de<br />
Rekenkamer van <strong>Brabant</strong> <strong>in</strong> Brussel. Een van de<br />
<strong>rekenkamers</strong> kreeg er een afdel<strong>in</strong>g bij om de<br />
zaken van Gelre te behartigen. Aan het beg<strong>in</strong> van<br />
de achttiende eeuw werden de beide <strong>rekenkamers</strong><br />
gedurende korte tijd ook formeel weer <strong>in</strong> één centrale<br />
<strong>in</strong>stell<strong>in</strong>g ondergebracht, de ‘Chambre des<br />
Comptes du Roy’, waarna op 1 september 1706 de<br />
<strong>Brabant</strong>se Rekenkamer weer werd heropgericht.<br />
In 1735 werden de Rekenkamer van <strong>Brabant</strong> en<br />
de Rekenkamer van Vlaanderen – voor de laatste<br />
maal - verenigd <strong>in</strong> één centrale <strong>in</strong>stell<strong>in</strong>g voor de<br />
hele Oostenrijkse Nederlanden. Wel bleven er afzonderlijke<br />
bureaus bestaan die de respectievelijke<br />
taken van de vroegere <strong>rekenkamers</strong> van Vlaanderen<br />
en van <strong>Brabant</strong> uitoefenden. Aan het hoofd van de<br />
rekenkamer stond een gemeenschappelijk voorzitter,<br />
vanaf 1794 bijgestaan door een vice-voorzitter,<br />
die de leid<strong>in</strong>g had over zes rekenmeesters, zes<br />
auditeurs en twee griffiers. Daar kwamen dan nog<br />
buitengewone auditeurs en meesters bij, evenals<br />
de ereleden. In totaal telde de rekenkamer, <strong>in</strong>clusief<br />
lager personeel, <strong>in</strong> 1735 vijftig personen, <strong>in</strong> 1786<br />
zeventig en <strong>in</strong> 1791 meer dan honderd.<br />
Bataafs <strong>Brabant</strong><br />
Toen Frankrijk per decreet van 1 oktober 1795 de<br />
Zuidelijke Nederlanden <strong>in</strong>lijfde, betekende dat het<br />
e<strong>in</strong>de van het hertogdom <strong>Brabant</strong>. De oude politieke,<br />
adm<strong>in</strong>istratieve en gerechtelijke <strong>in</strong>stell<strong>in</strong>gen werden<br />
afgeschaft. Staats-<strong>Brabant</strong>, de voorloper van<br />
het huidige Noord-<strong>Brabant</strong>, trad <strong>in</strong> 1796 als achtste<br />
prov<strong>in</strong>cie toe tot de Staten-Generaal van de nieuwe<br />
Bataafse Republiek. Ook voor de rekenkamer viel<br />
het doek. Haar taken werden door nieuwe <strong>in</strong>stell<strong>in</strong>gen<br />
overgenomen. Een Comité van F<strong>in</strong>anciën<br />
van Bataafs-<strong>Brabant</strong> vormde van juli 1795 tot april
1796 het college tot afhor<strong>in</strong>g van de reken<strong>in</strong>gen van<br />
de belast<strong>in</strong>gontvangers <strong>in</strong> <strong>Brabant</strong>; tussen april<br />
1796 en maart 1799 werd deze taak overgenomen<br />
door het Comité van Dome<strong>in</strong>en en F<strong>in</strong>anciën van<br />
Bataafs-<strong>Brabant</strong> en vervolgens tot juli 1802 door de<br />
Commissie tot de Adm<strong>in</strong>istratie der F<strong>in</strong>anciën van<br />
het voormalig gewest Bataafs-<strong>Brabant</strong>.<br />
Een kaart van de Bataafse Republiek uit 1806,<br />
gemaakt door Eustache Hérisson als onder-<br />
deel van zijn Atlas Portatif. Contenant La<br />
Geographie Universelle Ancienne et Moderne.<br />
<strong>in</strong>brabant N UMMER 4 AUGUSTUS 2012 49
50<br />
Departementale Rekenkamer<br />
In juni 1802 trad het nieuwe departementale bestuur<br />
van <strong>Brabant</strong> <strong>in</strong> werk<strong>in</strong>g. Het werd belast met<br />
het beheer van de geldmiddelen van het departement<br />
en van de Bataafse Republiek, voor zover<br />
die <strong>in</strong> het departement voor reken<strong>in</strong>g van het<br />
land geheven werden. Daarnaast werd toezicht<br />
uitgeoefend op de kantoren van de generale en<br />
particuliere ontvangers. Voor de uitoefen<strong>in</strong>g van<br />
deze taken werd <strong>in</strong> september 1802 een departementale<br />
Rekenkamer van <strong>Brabant</strong> opgericht, die<br />
gehuisvest zou worden <strong>in</strong> ’s-Hertogenbosch, <strong>in</strong><br />
het pand aan de H<strong>in</strong>thamerstraat waar thans De<br />
Muzerije is gevestigd.<br />
Die rekenkamer bestond uit vijf leden die volgens<br />
voorschrift afkomstig waren uit de verschillende<br />
gebiedsdelen van <strong>Brabant</strong>. Op 2 september 1802<br />
werden ze door het departementaal bestuur benoemd:<br />
J. L<strong>in</strong>sen de Jonge voor de stad Grave en<br />
het land van Cuijk; N.F. de Wijs voor de stad Den<br />
Bosch; F. van der Borght voor de vier kwartieren<br />
van de Meierij; P.C. van Ghert voor de stad en het<br />
land van Breda en J.A. Creyghton voor stad en land<br />
van Bergen op Zoom, Steenbergen en Willemstad. 3<br />
Om <strong>in</strong> aanmerk<strong>in</strong>g te komen voor het ambt van<br />
lid van de rekenkamer had een aantal van hen hun<br />
eerdere functie moeten opzeggen. Dat gold voor<br />
Van Ghert, die het schoutambt vervulde <strong>in</strong> Alphen<br />
en secretaris van de gemeente Alphen was, en<br />
voor Van der Borght die ontslag nam als districtsgecommitteerde<br />
tot de Heff<strong>in</strong>gen.<br />
De nieuw benoemde leden, die bij toerbeurt ieder<br />
voor een maand als president g<strong>in</strong>gen fungeren,<br />
werden uitgenodigd om op d<strong>in</strong>sdag 21 september<br />
om 10.00 uur ’s ochtends de eed af te komen leggen<br />
<strong>in</strong> handen van de President van het prov<strong>in</strong>ciaal<br />
bestuur, Van Berkel.<br />
Vervolgens ontstond tijdens de vergader<strong>in</strong>g van<br />
2 september enige commotie, omdat er twijfel<br />
was gerezen of Van Ghert wel b<strong>in</strong>nen de Bataafse<br />
Republiek was geboren. Blijkens de notulen g<strong>in</strong>g<br />
dezelfde dag nog een brief uit aan Van Ghert<br />
met de vraag ‘om ten spoedigsten zijn doopceel<br />
<strong>in</strong>brabant TIJDSCHRIFT VOOR BRABANTS HEEM EN ERFGOED<br />
of doopbrief <strong>in</strong> te zenden of enig ander bewijs<br />
waaruit zijn geboorteplaats blijkt’. Een week later<br />
was dat geregeld en op 21 september legde Van<br />
Ghert met zijn collega’s de eed af. Op 7 oktober<br />
werd vervolgens C. de Roon als secretaris van de<br />
rekenkamer aangesteld.<br />
In de <strong>Brabant</strong>-Collectie van de Universiteit van<br />
Tilburg bev<strong>in</strong>dt zich nog een exemplaar van de<br />
Instructie van deze departementale rekenkamer<br />
uit 1803. Het pamflet, dat als officiële bekendmak<strong>in</strong>g<br />
van de opricht<strong>in</strong>g van de rekenkamer tegen<br />
de muren van alle gemeentehuizen <strong>in</strong> <strong>Brabant</strong><br />
werd opgehangen, geeft iets prijs van de maatschappelijke<br />
functie die de rekenkamer werd toegedicht.<br />
De annonce opent met de mededel<strong>in</strong>g<br />
dat deze opricht<strong>in</strong>g heeft plaatsgevonden ‘tot<br />
waarborg en geruststell<strong>in</strong>g der Ingezetenen’.<br />
De Instructie geeft een omschrijv<strong>in</strong>g van de werkzaamheden<br />
van de rekenkamer en legt precies vast<br />
welke honorer<strong>in</strong>g daar tegenover staat: ‘Aan presentiegeld<br />
wordt 6 gulden per gewone vergader<strong>in</strong>g<br />
betaald, gelijkelijk te verdelen onder de aanwezige<br />
leden en de secretaris. Die na het slaan van het uur <strong>in</strong><br />
de Vergader<strong>in</strong>g komt, verliest de helft van zijn aandeel’.<br />
Ook het aantal vergader<strong>in</strong>gen is vastgelegd:<br />
drie per week, waarvan één op woensdag. En om<br />
ervoor te zorgen dat er ook echt werk wordt afgeleverd,<br />
is er nog een f<strong>in</strong>anciële prikkel <strong>in</strong>gebouwd.<br />
Wie zonder toestemm<strong>in</strong>g wegblijft of vroegtijdig de<br />
vergader<strong>in</strong>g verlaat, verbeurt tien gulden.<br />
Bij besluit van het Staatsbew<strong>in</strong>d van 28 april 1803<br />
werd vervolgens de adm<strong>in</strong>istratie van alle dome<strong>in</strong>en<br />
gedelegeerd aan de departementale besturen. In<br />
<strong>Brabant</strong> betekende dit dat de Rekenkamer van het<br />
departement <strong>Brabant</strong> de taak van de <strong>in</strong> 1799 <strong>in</strong>gestelde<br />
‘Commissie tot de Adm<strong>in</strong>istratie der F<strong>in</strong>anciën<br />
van het voormalig gewest Bataafs <strong>Brabant</strong>’ overnam.<br />
De departementale rekenkamer was slechts een<br />
kort leven beschoren. In de vergader<strong>in</strong>g van de<br />
rekenkamer van 23 juli 1805 werd kennisgenomen<br />
van het staatsbesluit van vier dagen eerder ‘betreffende<br />
het dissolveren der Departementale<br />
Rekenkamers’. Een maand later vond de officiële
opheff<strong>in</strong>g plaats. Nederland werd <strong>in</strong>gelijfd bij<br />
Frankrijk. Het was de opmaat naar het ontstaan<br />
van het Kon<strong>in</strong>krijk der Nederlanden met eigen<br />
staats<strong>in</strong>stell<strong>in</strong>gen. Een daarvan was de Algemene<br />
Rekenkamer die s<strong>in</strong>ds 1814 <strong>in</strong> Den Haag zetelt en<br />
de controle op de f<strong>in</strong>anciën van de rijksoverheid<br />
voor haar reken<strong>in</strong>g neemt. De prov<strong>in</strong>ciale <strong>rekenkamers</strong><br />
leken voorgoed van het toneel verdwenen.<br />
Tot beg<strong>in</strong> van de eenentw<strong>in</strong>tigste eeuw de<br />
dualiser<strong>in</strong>g van het prov<strong>in</strong>ciaal bestuur de prov<strong>in</strong>ciale<br />
rekenkamer nieuw leven <strong>in</strong>blaast en de<br />
Zuidelijke Rekenkamer ten tonele verschijnt.<br />
‘Afrekenkamer’<br />
Ondanks verschillen <strong>in</strong> aard en reikwijdte van de<br />
controle, zijn er nog steeds overeenkomsten tussen<br />
de vroegere <strong>rekenkamers</strong> en hun moderne op-<br />
De Bossche H<strong>in</strong>thamerstraat aan het beg<strong>in</strong> van de vorige<br />
eeuw. In het pand rechts vooraan op de foto is tegenwoordig<br />
De Muzerije gevestigd. In 1802 werd hier de departementale<br />
Rekenkamer van <strong>Brabant</strong> gehuisvest. (<strong>Brabant</strong>-Collectie,<br />
Tilburg University)<br />
volger. In hun besprek<strong>in</strong>g van de controle op de<br />
overheidsf<strong>in</strong>anciën <strong>in</strong> de Nederlanden tot 1600<br />
melden Brokken en De Schepper 4 dat de controleurs<br />
erop letten of alles correct en op de juiste<br />
wijze was opgevoerd en <strong>in</strong>geschreven. Zo niet,<br />
dan werd commentaar gegeven dat een en ander<br />
diende te worden veranderd of dat een bepaald<br />
bewijsstuk ontbrak. ‘Bij een regelmatige uitker<strong>in</strong>g<br />
<strong>in</strong>brabant N UMMER 4 AUGUSTUS 2012 51
52<br />
<strong>in</strong>brabant TIJDSCHRIFT VOOR BRABANTS HEEM EN ERFGOED<br />
Instructie van de departementale rekenkamer uit 1803.<br />
Het pamflet, dat als officiële bekendmak<strong>in</strong>g van de oprich-<br />
t<strong>in</strong>g van de rekenkamer tegen de muren van alle gemeen-<br />
tehuizen <strong>in</strong> <strong>Brabant</strong> werd opgehangen, geeft iets prijs<br />
van de maatschappelijke functie die de rekenkamer werd<br />
toegedicht. (<strong>Brabant</strong>-Collectie, Tilburg University)<br />
van een salaris bijvoorbeeld diende de eerste keer<br />
een authentieke kopie te worden gevoegd van de<br />
benoem<strong>in</strong>gsbrief.’ Vijfhonderd jaar later deed de<br />
Zuidelijke Rekenkamer vrijwel hetzelfde. In 2007<br />
onderzocht ze alle 885 personeelsdossiers van<br />
medewerkers van de prov<strong>in</strong>cie Noord-<strong>Brabant</strong><br />
die <strong>in</strong> de periode 1997-2007 de organisatie hadden<br />
verlaten. Het onderzoek vond plaats op<br />
verzoek van Prov<strong>in</strong>ciale Staten, nadat er veel<br />
commotie was ontstaan naar aanleid<strong>in</strong>g van een<br />
serie artikelen <strong>in</strong> het <strong>Brabant</strong>s Dagblad, waar<strong>in</strong><br />
enorme ‘gouden handdrukken’ aan het licht waren<br />
gekomen. Prov<strong>in</strong>ciale Staten wilden weten of<br />
dit <strong>in</strong>cidenten waren of juist vaker voorkwam. De<br />
rekenkamer plaatste <strong>in</strong> haar rapport onder meer<br />
kritische opmerk<strong>in</strong>gen bij de dossiervorm<strong>in</strong>g <strong>in</strong><br />
het prov<strong>in</strong>ciehuis. ‘De door de rekenkamer onderzochte<br />
885 personeelsdossiers bleken vaak niet<br />
compleet te zijn. Veelal ontbraken besluiten over<br />
aanstell<strong>in</strong>g en ontslag. (…) Daarnaast ontbraken<br />
vaak de motiver<strong>in</strong>g en onderbouw<strong>in</strong>g van regel<strong>in</strong>gen<br />
of bleken deze, <strong>in</strong>dien wel aanwezig, <strong>in</strong> veel<br />
gevallen uiterst pover.’ 5<br />
De moderne rekenkamer mag dan een andere<br />
maatschappelijke functie vervullen dan haar voorgangers,<br />
de attitude van de onderzoeker is nog<br />
steeds herkenbaar: controleren aan de hand van<br />
bewijsstukken of er goed met het geld is omgesprongen.<br />
Niet langer het geld waar de vorst een<br />
persoonlijk recht op kon claimen, maar gemeenschapsgeld<br />
dat gebruikt wordt voor de ‘res publica’.<br />
De machtsmiddelen waarover de rekenkamer<br />
beschikt zijn <strong>in</strong> de loop der <strong>eeuwen</strong> wel enorm afgenomen.<br />
De Zuidelijke Rekenkamer van 2011 legt
volgens de Prov<strong>in</strong>ciewet haar bev<strong>in</strong>d<strong>in</strong>gen en oordelen<br />
vast <strong>in</strong> rapporten en deelt aan Prov<strong>in</strong>ciale<br />
Staten en Gedeputeerde Staten de opmerk<strong>in</strong>gen<br />
en bedenk<strong>in</strong>gen mee die zij naar aanleid<strong>in</strong>g van<br />
haar bev<strong>in</strong>d<strong>in</strong>gen van belang acht. Daarnaast<br />
staat <strong>in</strong> de wet dat de rekenkamer aan Prov<strong>in</strong>ciale<br />
Staten of Gedeputeerde Staten voorstellen kan<br />
doen. Dat is alles, meer machtsmiddelen heeft de<br />
prov<strong>in</strong>ciale rekenkamer niet. En natuurlijk, van de<br />
openbare adviezen van de rekenkamer en het debat<br />
daarover <strong>in</strong> de politieke arena, kan een dw<strong>in</strong>gende<br />
werk<strong>in</strong>g uitgaan. Maar <strong>in</strong> de Bourgondische<br />
tijd g<strong>in</strong>g het er toch wel heel anders aan toe. Om<br />
te beg<strong>in</strong>nen waren rekenplichtige ambtenaren<br />
persoonlijk aansprakelijk voor tekorten waaraan<br />
zij <strong>in</strong> hun reken<strong>in</strong>g schuldig werden bevonden.<br />
Brokken en De Schepper beschrijven <strong>in</strong> het<br />
gedenkboek dat werd uitgegeven bij het 175-jarig<br />
bestaan van de Algemene Rekenkamer <strong>in</strong> 1989<br />
het lot van Jan Baillart, algemeen ontvanger van<br />
<strong>Brabant</strong> rond 1430. Baillart had twee jaar lang verzuimd<br />
om bij de rekenkamer <strong>in</strong> Brussel zijn reken<strong>in</strong>gen<br />
af te laten horen. Het kostte hem zijn baan,<br />
zijn vermogen en tw<strong>in</strong>tig jaar gevangenisstraf <strong>in</strong><br />
de Brusselse gevangenis De Vrunte. Wie dat risico<br />
niet nam en wel op tijd verscheen voor het<br />
afhoren van zijn reken<strong>in</strong>gen werd trouwens ook<br />
nog behoorlijk onder druk gezet om de waarheid<br />
geen geweld aan te doen. Bekend is het opschrift<br />
boven de grote toegangspoort van de Rijselse<br />
Rekenkamer <strong>in</strong> de zestiende en zeventiende<br />
eeuw. 6 Die tekst waarschuwt dat iedereen op een<br />
dag rekenschap moet afleggen en vroeg of laat de<br />
reken<strong>in</strong>g krijgt gepresenteerd, want het oordeel<br />
zal streng, maar gefundeerd zijn.<br />
De moderne rekenkamer is geen ‘afrekenkamer’,<br />
maar wil met haar werk een bijdrage leveren aan<br />
de kwaliteit van het openbaar bestuur. Dat zouden<br />
de voorgangers van de hedendaagse rekenkamer<br />
maar een slap aftreksel gevonden hebben van<br />
waar het volgens hen om g<strong>in</strong>g: het veilig stellen van<br />
het geld van de vorst. En dat mocht best met wat<br />
dreig<strong>in</strong>g gepaard gaan.<br />
Literatuur<br />
•<br />
•<br />
•<br />
•<br />
•<br />
•<br />
•<br />
•<br />
•<br />
•<br />
Tip<br />
Erik Aerts, ‘Spanje of Oranje? Loyale en dissidente <strong>rekenkamers</strong> <strong>in</strong> <strong>Brabant</strong> en<br />
Vlaanderen bij het beg<strong>in</strong> van de Tachtigjarige Oorlog (1577-1585)’,<br />
<strong>in</strong>: Miscellanea archivistica. Studia 118 (Algemeen Rijksarchief en Rijksarchief<br />
<strong>in</strong> de Prov<strong>in</strong>ciën, Brussel, 1999) 9-46.<br />
Erik Aerts en Anne Vandenbulcke (red.), Adm<strong>in</strong>istreren en controleren door de<br />
<strong>eeuwen</strong> heen – De <strong>rekenkamers</strong> <strong>in</strong> de Zuidelijke Nederlanden (14 e – 18 e eeuw);<br />
catalogus bij de gelijknamige tentoonstell<strong>in</strong>g <strong>in</strong> het Algemeen Rijksarchief van<br />
5 november 1997 tot 30 januari 1998 (Algemeen Rijksarchief en Rijksarchief <strong>in</strong><br />
de Prov<strong>in</strong>ciën, Educatieve Dienst, Brussel, 1997).<br />
Mario Damen, ‘De Staat van Dienst – De gewestelijke ambtenaren van Holland<br />
en Zeeland <strong>in</strong> de Bourgondische periode (1425-1482)’, <strong>in</strong>: Hollandse Studiën 36<br />
(Historische Verenig<strong>in</strong>g Holland, 2000).<br />
Jan Dumolyn, Staatsvorm<strong>in</strong>g en vorstelijke ambtenaren <strong>in</strong> het graafschap<br />
Vlaanderen (1419-1477) (Antwerpen/Apeldoorn, Garant, 2003).<br />
Het Departementaal Bestuur van Braband, doet te weeten: dat ‘er, tot waar-<br />
borg en geruststell<strong>in</strong>g der <strong>in</strong>gezetenen, eene departementale rekenkamer’;<br />
pamflet (’s-Hertogenbosch, H. Palier & zoon en P. Arkesteyn, 1803).<br />
J. Sanders, J. Bos-Rops, A. Vliet, Noord-<strong>Brabant</strong> <strong>in</strong> de Bataafs-Franse Tijd,<br />
1794 – 1814; een <strong>in</strong>stitutionele handleid<strong>in</strong>g (Rijksarchief Noord-<strong>Brabant</strong> en<br />
Uitgeverij Verloren, Hilversum, 2002).<br />
Wil van de Pas, ‘Tussen centraal en lokaal gezag. De bestuurlijke organisatie van<br />
Gelre <strong>in</strong> transitie (1543-1581)’, <strong>in</strong>: F. Keverl<strong>in</strong>g Buisman et al., Verdrag en<br />
Tractaat van Venlo, herdenk<strong>in</strong>gsbundel, 1543-1993. (Uitgeverij Verloren,<br />
Hilversum, 1993).<br />
Pierre Rion, Erik Aerts, Anne Vandenbulcke, Het Rekenhof (Uitgeverij Lanno,<br />
1999).<br />
P.J. Margry, E.C. van Heukelom en A.J.R.M. L<strong>in</strong>ders (red.), Van ‘Camere vander<br />
Reken<strong>in</strong>ghen’ tot Algemene Rekenkamer; zes <strong>eeuwen</strong> Rekenkamer; gedenk-<br />
boek bij het 175-jarig bestaan van de Algemene Rekenkamer (SDU Uitgeverij,<br />
Den Haag, 1989).<br />
Anne Vandenbulcke, Les chambres des comptes des Pays-Bas espagnols.<br />
Histoire d’une <strong>in</strong>stitution et son personnel au XVIIe siècle (Brussel, 1996).<br />
Een volledig geannoteerde versie van dit artikel is terug te v<strong>in</strong>den op de<br />
websites www.tijdschrift<strong>in</strong>brabant.nl en www.thuis<strong>in</strong>brabant.nl.<br />
<strong>in</strong>brabant N UMMER 4 AUGUSTUS 2012<br />
53
Noten<br />
54<br />
1<br />
2<br />
3<br />
4<br />
5<br />
De <strong>in</strong>formatie over de Rekenkamer van <strong>Brabant</strong><br />
is met name ontleend aan de volgende twee publicaties:<br />
Erik Aerts en Anne Vandenbulcke (red.),<br />
Adm<strong>in</strong>istreren en controleren door de <strong>eeuwen</strong> heen<br />
– De <strong>rekenkamers</strong> <strong>in</strong> de Zuidelijke Nederlanden<br />
(14e – 18e eeuw); catalogus bij de gelijknamige<br />
tentoonstell<strong>in</strong>g <strong>in</strong> het Algemeen Rijksarchief van<br />
5 november 1997 tot 30 januari 1998. (Algemeen<br />
Rijksarchief en Rijksarchief <strong>in</strong> de Prov<strong>in</strong>ciën,<br />
Educatieve Dienst, Brussel, 1997); en Pierre Rion,<br />
Erik Aerts, Anne Vandenbulcke, Het Rekenhof<br />
(Uitgeverij Lanno, 1999).<br />
Wanneer hierna gesproken wordt over (het hertogdom)<br />
<strong>Brabant</strong>, wordt gedoeld op het totaal<br />
van de ‘kwartieren’ Antwerpen, Brussel, Leuven<br />
en ’s-Hertogenbosch. De bestuurlijke <strong>in</strong>del<strong>in</strong>g <strong>in</strong><br />
kwartieren heeft bestaan tot 1795, toen het ancien<br />
régime werd afgeschaft en onder Frans bew<strong>in</strong>d<br />
departementen werden <strong>in</strong>gesteld. Zie ook: J.G.M.<br />
Sanders, Noord-<strong>Brabant</strong> tijdens de Republiek der<br />
Verenigde Nederlanden, 1572-1795. Een <strong>in</strong>stitutionele<br />
handleid<strong>in</strong>g (’s-Hertogenbosch/Hilversum,<br />
1996).<br />
<strong>Brabant</strong>s Historisch Informatie Centrum, archieven<br />
01.01.16: Departementaal Bestuur van Bataafs<br />
<strong>Brabant</strong> 1802 – 1807, Besluiten september – oktober<br />
1802, nr. 409.<br />
H.M. Brokken en H. de Schepper, ‘Beheer en controle<br />
van de overheidsf<strong>in</strong>anciën <strong>in</strong> de Nederlanden<br />
tot omstreeks 1600’, <strong>in</strong>: Van ‘Camere vander<br />
Reken<strong>in</strong>ghen’ tot Algemene Rekenkamer (’s-Gravenhage,<br />
1989).<br />
Zuidelijke Rekenkamer, Loon naar werken – Ontslagregel<strong>in</strong>gen<br />
prov<strong>in</strong>cie Noord-<strong>Brabant</strong> (E<strong>in</strong>dhoven,<br />
december 2007).<br />
<strong>in</strong>brabant TIJDSCHRIFT VOOR BRABANTS HEEM EN ERFGOED<br />
6<br />
Het opschrift boven de grote toegangspoort van<br />
de Rijselse Rekenkamer:<br />
‘Si vous pensez par folie ou erreur,<br />
Que nul ne rend enf<strong>in</strong> compte, s<strong>in</strong>on<br />
Ceux qui ont tître & nom de Receveur<br />
Ou s<strong>in</strong>guliere adm<strong>in</strong>istration des biens<br />
D’aucuns Pr<strong>in</strong>ces, Seigneurs ou Villes,<br />
Otez de vous tels pensers <strong>in</strong>utiles.’<br />
‘Lors ouvrira au son de la bucc<strong>in</strong>e<br />
Sa generale & grande Chambre des Comptes,<br />
Où il faudra sans autre cri ni signe,<br />
Tous les huma<strong>in</strong>s trists & cra<strong>in</strong>tifs, & domptez<br />
Enir compter & faire ostension<br />
De leurs receptes & villications.’<br />
‘Car nous sommes tous Receveurs & faut bien,<br />
Que rendons compte au Pr<strong>in</strong>ce Souvera<strong>in</strong>,<br />
Tout ce qu’avons & sommes est du sien,<br />
Rien nest nôtre fors par & sous sa ma<strong>in</strong>.<br />
Tout vient de luy, ame, sens, volonté,<br />
Memoire, corps, agilité, beauté.’<br />
(…)<br />
‘Tout y sera noté, écrit, & mis<br />
Jusques au mo<strong>in</strong>dre & dernier quadrant,<br />
Les excés faits, tems perdu, biens omis,<br />
O que bien nez & très-heureux seront<br />
Qui lors bon compte & juste apporteront.’<br />
J. de Seur, La Flandre illustrée par l’<strong>in</strong>stitution de<br />
la Chambre du Roi à Lille, l’an 1385, par Philippe le<br />
Hardi, Duc de Bourgogne, etc. (Rijsel, 1713), <strong>in</strong>: Erik<br />
Aerts en Anne Vandenbulcke (red.), Adm<strong>in</strong>istreren<br />
en controleren door de <strong>eeuwen</strong> heen – De <strong>rekenkamers</strong><br />
<strong>in</strong> de Zuidelijke Nederlanden (14e – 18e<br />
eeuw); catalogus bij de gelijknamige tentoonstell<strong>in</strong>g<br />
<strong>in</strong> het Algemeen Rijksarchief van 5 november<br />
1997 tot 30 januari 1998. (Algemeen Rijksarchief<br />
en Rijksarchief <strong>in</strong> de Prov<strong>in</strong>ciën, Educatieve<br />
Dienst, Brussel, 1997)