Onder straatniveau! - Gemeente Dordrecht
Onder straatniveau! - Gemeente Dordrecht
Onder straatniveau! - Gemeente Dordrecht
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
4. Bewoning aan het Ciboriestraatje<br />
De constructies die in de ondergrond van de Grote<br />
Markt werden aangetroffen kunnen in drie groepen<br />
worden verdeeld. In de diepste lagen zijn dat de<br />
ophogingsconstructies die ervoor zorgden dat de<br />
ondergrond kon worden opgehoogd om het terrein<br />
bouwrijp te maken (paragraaf 4.1.) De tweede groep<br />
bestaat uit bouwstructuren. Deze kunnen worden<br />
onderverdeeld in vier bouwfasen, waarbij de eerste<br />
fase de eerste bewoning in het midden van de 14e<br />
eeuw betreft en de laatste fase de bewoning in de<br />
achttiende eeuw (paragraaf 4.2). De derde en laatste<br />
groep bevat vijf fasen van de vroegere ’s Heer Boeienstraat:<br />
het Ciboriestraatje (paragraaf 4.3).<br />
4.1. Ophogingsconstructies<br />
Uit eerdere opgravingen aan de noordzijde van<br />
de Groenmarkt/Wijnstraat is gebleken dat er drie<br />
verschillende fasen aangewezen kunnen worden in<br />
het ophoginsgproces. Het betreft zowel een opeenvolging<br />
in tijd als een verschuiving van zuid naar<br />
noord.<br />
De eerste fase is de typische terpophoging op de<br />
oeverwal, waarbij plaatselijk de ondergrond met<br />
schone grond wordt opgehoogd.<br />
In de tweede fase verloopt het werk gestructureerder.<br />
Op grotere schaal wordt stelselmatig land<br />
gewonnen om het leefareaal te vergoten. In eerste<br />
instantie wordt dat nog gedaan met ophogingen<br />
binnen een zogenaamde stabboom, een houten beschoeiing<br />
die het water buiten en de grond binnen<br />
moet houden. Later wordt een stenen bouwhoofd<br />
verder noordwaarts gebouwd, die de invloed van<br />
de rivier moet weerstaan. Twee bijzonderheden zijn<br />
tekenend in deze tweede fase. Om de opgehoogde<br />
ondergrond een stevige basis te geven zijn houtconstructies<br />
gebruikt, waaronder de staander-liggerconstructies.<br />
Daarbij zijn behalve lagen schone<br />
grond ook lagen huisvuil en puin gebruikt.<br />
De derde fase is de fase van het aanplempen buiten<br />
het hoofd. Aan de oever van de rivier worden lagen<br />
stadsvuil (minder huisvuil) gestort. Hierdoor ontstond<br />
een glooiende helling, die langs de houtconstructies<br />
langzaam dicht kon slibben. 19<br />
Ophogingsfase Datering<br />
1e fase: terpuitbreiding 12d-14a<br />
2e fase: ophoging binnen stabboom 12c-14a<br />
2e fase: ophoging binnen bouwhoofd 14a-14c<br />
3e fase: ophoging buiten hoofd/steiger 14b-15c<br />
Tabel 1. Datering ophogingsfasen van de Tolbrugstraat<br />
Uit het noord-zuid profiel van het onderzoek Tolbrugstraat<br />
kan worden opgemaakt in welk deel van<br />
de landaanwinning de proefput van de Grote Markt<br />
zich bevindt. Uit het profiel blijkt dat deze zich ter<br />
hoogte van het bouwhoofd aan de Tolbrugstraat bevond<br />
(afb. 18). Ten zuiden van dit bouwhoofd, richting<br />
Groenmarkt, lagen staander-ligger constructies<br />
die voor het eerst zichtbaar werden op ca. 1 meter<br />
beneden NAP. Deze constructies zagen er als volgt<br />
uit:<br />
“De opbouw hiervan kende een soort van standaardmodel,<br />
al kon dit in details nogal uiteenlopen. Het<br />
model was steeds gebaseerd op een constructie<br />
van een tweetal liggers waartussen staanders gedreven<br />
werden (…). De liggers waren van zachte<br />
houtsoorten (zachter dan eiken). Zij waren 4 á 5 m<br />
lang en rond op de doorsnee (12 tot 20 cm ø). Sommige<br />
vertoonden een taps einde waarin een (sleep)<br />
gat was aangebracht. De beide parallelle liggers<br />
werden op een vaste afstand van elkaar gehouden<br />
door twee korte eikenhouten dwarslatten die aan de<br />
uiteinden op de liggers gepend waren. De tussenafstand<br />
kon per paar variëren van 20 tot 30 cm (…).<br />
Tussen elk paar liggers stonden vier tot vijf staanders<br />
op regelmatige afstand van elkaar. Zij waren<br />
doorgaans van eikenhout, gekantrecht en van onderen<br />
aangepunt. In iedere paal was in de lengterichting<br />
een staand rechthoekig gat gemaakt dat<br />
door en door ging en waardoorheen een even grote<br />
eikenhouten pen of spie gestoken werd, die lang<br />
genoeg moest zijn om dwars over de liggers aan<br />
weerszijden van de staander te kunnen reiken. Wanneer<br />
de staander tussen de liggers volledig ingeheid<br />
was, rustte de pen stevig op beide, zodat een zeer<br />
hechte en stijve constructie was ontstaan.” 20<br />
Bovenstaande variant A is allerminst het enige model,<br />
maar wel het meest voorkomende. Sarfatij is in<br />
zijn verschillende opgravingen in de Dordtse binnenstad<br />
nog twee andere typen tegengekomen. Bij variant<br />
B ligt er een balk bovenop de staanders, bij variant<br />
C zijn de staanders gestut door middel van een<br />
blokconstructie in plaats van liggers. In de proefsleuf<br />
van de Grote Markt zijn staanders teruggevonden<br />
van variant C. Het probleem bij dit type staanders is<br />
dat ze niet alleen bij ophogingsconstructies werden<br />
gebruikt, maar ook als funderingspalen voor de bouw<br />
van huizen en andere constructies (afb. 19 t/m 22).<br />
Een aantal van de staanders van de Grote Markt<br />
is dendrochronologisch gedateerd op 1325-1375.<br />
Vergelijking met de stratigrafie van de Tolbrugstraat<br />
geeft helaas geen uitkomst. Aan de Tolbrugstraat is<br />
de eerste bebouwing (1300-1350) namelijk min of<br />
meer gelijktijdig met de staander-ligger constructies<br />
van de Tolbrugstraat (1350-1375), zoals bleek uit de<br />
dendro-dateringen.<br />
NAP hoogtes bieden in dit geval uitkomst. De toppen<br />
van de staanders liggen tussen de -0,50 en 0 NAP.<br />
19