31.07.2013 Views

Koloniaal Verslag van 1914

Koloniaal Verslag van 1914

Koloniaal Verslag van 1914

SHOW MORE
SHOW LESS

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

KOLONIAAL VERSLAG <strong>1914</strong>. - I. NEDERLAKDSCH (OOST) INDIË. U<br />

Bfll JI,U'( k<br />

!.<br />

(Zie hoofdstuk J, af< S i>, <strong>van</strong> hel verslag.)<br />

I. JAARVERSLAG <strong>van</strong> de Kolonisatie-proeven in de residentie Lampongsehe districten met <strong>van</strong><br />

Leiding en toezieht. Hierin bobben de ondervolgende<br />

mutaties plaats gehad.<br />

Aan den mantri bij de kolonisatie Raden Ahmad. weid<br />

l)ij besluit <strong>van</strong> den directeur <strong>van</strong> binnenlandsch bestuur,<br />

• hl. (i Januari 1913 n". 14, op verzoek, eervol ontslag ver-<br />

Leend; lii.j vertrok den 14den Februari d. a.v. In zijne plaats<br />

word l)ij beslui! <strong>van</strong> lxjvengeiioeinden departeinentsehei', dd.<br />

•'i November 1913 n". 1472, tot tijdelijk mantri benoemd de<br />

o]i liet kolonisatieterrein bescheiden inlandsche schrijver Mat<br />

Sarnio. De door bovengenoemde benoeming ontstane vacature<br />

<strong>van</strong> inlandsen schrijver is nog niet vervuld.<br />

Verder hebben er ook tengevolge <strong>van</strong> ontslag. overplaatsing<br />

en overlijden eenige mutaties plaats gehad ouder het<br />

mindere personeel (de verschillende dosabesturen).<br />

Hij besluit <strong>van</strong> den directeur vau binnenlandsch bestuur,<br />

dd. 29 December 1913 n°. 1742, werd de heer A. VAN ERVE<br />

benoemd tot ziekenverpleger.<br />

Al deze mutaties hebben niet nagelaten een eenigszins<br />

nadeel igen invloed op den gang vau zaken uit te oefenen;<br />

vooral de afwezigheid <strong>van</strong> een tweeden mantri juist in een<br />

tijd, dat de nieuwe kolonisten met kracht het ontginnings*<br />

werk moesten heginnen en daartoe, wilde er iets goeds tot<br />

stand komen, steeds moesten worden aangespoord en op hun<br />

arbeid eene voortdurende controle moest worden uitgeoefend,<br />

heeft zich goed doen gevoelen.<br />

Do proeven volgens de nieuwe werkwijze, d. w. z. het onlginnen<br />

met financieele hul]) <strong>van</strong> de Lampongsehe Bank. zijn<br />

thans in vollen gang: de in den beginne toegepaste ,,tanggneng-ronteng"-leeningcn<br />

echter zijn, op verzoek der koloiiislen<br />

en na bekomen goedkeuring <strong>van</strong> hef bestuur der Lampongsche<br />

Bank (vergadering <strong>van</strong> den 29sten Augustus 1913),<br />

omgezet iu individueele kredietovereenkomsten <strong>van</strong> f 2(10 en<br />

f 300, al naai' gelang <strong>van</strong> het grondbezit. De oude werkwijze,<br />

voor enkele desa's en bij desa I nog <strong>van</strong> toepassing, zal vermoeilelijk<br />

in den loop <strong>van</strong> 191 f beëindigd zijn<br />

Java afkomstige gezinnen over het jaar 1913.<br />

Het aantal sterfgevallen bedroeg: in Januari 21, in Februari<br />

31, in Maart 26, in April 14, in Mei 17, in Juni 12,<br />

in .luli J(i, in Augustus 26, in September 23, in October 16,<br />

in November 11 en in December 20.<br />

De meest voorkomende ziekten zijn koortsen, vooral in<br />

de pas aangelegde» desa's, dysenterie, mijnwormziekte en<br />

wonden.<br />

liet bestaande hospitaal in de desa Hagelen, dat fleer verwaarloosd<br />

was en «aar zoo goed als geen gebruik <strong>van</strong> werd<br />

gemaakt, werd, nadat het weder in behoorlijken staat was<br />

gebracht en er voor eene betere ligging, verlichting, voeding,<br />

kleeding, verpleging, verplegingspersoneel en medicijnen,<br />

alles in overleg met den civielen geneesheer te Telokbetong,<br />

was gezorgd, in de maand Mei <strong>van</strong> het verslagjaar weder<br />

in gebruik genomen.<br />

Niettegenstaande de kolonisten geheel op de hoogte zijn<br />

<strong>van</strong> al deze verbeteringen, laten de meesten zich toch nog<br />

bijna altijd in een veel te ver gevorderd stadium hunner<br />

ziekte in het hospitaal opnemen, waar<strong>van</strong> het gevolg is, dat<br />

zij ondanks eene zorgvuldige behandeling en verpleging,<br />

toch bezwijken.<br />

Ook bij wonden is dit het geval. Men staat er eenvoudig<br />

verbaasd <strong>van</strong>, wanneer men ziet hoe de Javaan wonden kan<br />

vet waarloozen. Eerst wanneer deze die]), ja tot op het been<br />

toe, zijn uitgevreten on de patiënt bijna niet moor kan loopen,<br />

dan pas laat hij zich in liet hospitaal opnemen.<br />

In de maanden Augustus en September hebben zich helaas<br />

enkele gevallen <strong>van</strong> < holera voorgedaan, het eerst in het<br />

hospitaal, later ook in enkele desa's. In het geheel 'stierven<br />

er 9 lijdeis aan genoemde ziekte. Naar aanleiding vaii die<br />

gevallen heeft de civiele geneesheer te Telokbetong alle<br />

lieden uit de desa's waar de ziekte zich heeft voorgedaan ingeënt<br />

: na die behandeling zijn er geene lieden meer aatigetast.<br />

Van de aan het hospitaal verbonden en in de morgen uren<br />


". laten velen zieli door de hoogere premies overhalen<br />

om als contractant dienst te nemen.<br />

Met liet OOJJ op eventueele liefere resultaten in <strong>1914</strong> is door<br />

steller deses in September a. p. voorgesteld den resident <strong>van</strong><br />

X A A M<br />

<strong>van</strong> de desa.<br />

Aanwezig op.uit<br />

December 1912.<br />

Gezinnen. Zielen.<br />

Tambahredjo . . 134 891<br />

Wonosari . . . 130 188<br />

Wonokrio . . . 23 SS<br />

Aantal<br />

in 1913<br />

bijgekomen<br />

zielen.<br />

214<br />

103<br />

9<br />

Aantal<br />

in 1913<br />

geborenen.<br />

23<br />

2<br />

1<br />

Ketloe Ie verzoeken middels de Kuropeesi lie en ililalidselie<br />

bestuursambtenaren onder de bevolking in zijn gewest alvast<br />

te willen doen bekend maken de voorwaarden waarop nieuwe<br />

kolonisten kunnen emigreeren en <strong>van</strong> de daartoe genegen<br />

bevonden lieden lijsten Ie doen opmaken en dal rapporteur<br />

persoonlijk in de maand Mei op nader aan Ie geVOU data de<br />

l'iili (ipeesi lie en inlandsi lie best iiursa mlileiiaren behulpzaam<br />

zal zijn hij de verdere afdoening vim zaken.<br />

De bekend te maken voorwaarden zijn:<br />

ii. vrije overtocht <strong>van</strong> alle emigranten-gezinnen en vrij<br />

transport <strong>van</strong> bunne goederen <strong>van</strong> de plaats <strong>van</strong> aanwerving<br />

naar Qedong Tatiliin ;<br />

/(. uitkeering eener premie <strong>van</strong> t 22,60 per geainshoofd;<br />

0. liij aankomst op hel kolonisatielerrein kan elke kolonist<br />

eene krediet-overeenkomst met de Dampongsehe Dank<br />

aangaan tot een maximum bedrag <strong>van</strong> i' 200, uit te keeren<br />

uaar gelang <strong>van</strong> behoefte en na ingewonnen advies <strong>van</strong> den<br />

leider, tegen eene rente <strong>van</strong> ü % 'sjaars;<br />

'/. met de afbetaling <strong>van</strong> bovengenoemde schuld moet in<br />

het derde jaar na aankomst worden begonnen;<br />

i'. verder kunnen ook nog Leeningen worden aangegaan<br />

voor den aankoop <strong>van</strong> fok- en ploegvee, ploegmatenaal,<br />

plantmateriaal, huisenbouw, enz.<br />

]>


Veestapel. Over bei algemeen verkeerde gedurende verslagjaar<br />

de veestapel in goede conditie.<br />

In de inaiiiid(Mi April en Mei hebben zich Benige gevallen<br />

MUI 1111111- en klauwzoei voorgeduuu, Het eerste geval daar»<br />

<strong>van</strong> deed zieli voor bij eene kor vttn een kolonist in de den<br />

Hagelen, die uun den trrooteu postweg <strong>van</strong> Telokbetong Daar<br />

Semangka woont, zoodat liet vermoeden, dat die ziekte <strong>van</strong><br />

elders op liel kolonisat ielerrein 18 overgebracht, gcrechtvaar- |<br />

digd is. In het geheel stierven aan die Kiekte 0 koeien. De<br />

anderen genazen door toepassing <strong>van</strong> eene creoline-oploating<br />

voor de tongblaren en <strong>van</strong> mlfai cupri voor de boefwonden.<br />

Uitbreiding kon worden voorkomen door strenge toepasging<br />

<strong>van</strong> isoleeringsmaatregelen.<br />

In de laatste maand <strong>van</strong> verslagjaar deed lick in de desa<br />

Bagelen nog een geval <strong>van</strong> piroplasmose voor,<br />

Aanvulling <strong>van</strong> den veestapel bad plaats door aankoop<br />

(middels liiinm ieele hulp <strong>van</strong> de Lainpongsche Mank) <strong>van</strong><br />

78 fokkoeien ni 1 liel regentschap Karanganjar.<br />

In de maand Juni <strong>van</strong> verslagjaar bad erf evenals in vorig<br />

verslagjaar, eene openbare veeveiling plaats. Deze veiling,<br />

die bijgewoond werd door liet hoofd <strong>van</strong> gewestelijk bestuur,<br />

heeft niet aan de verwachtingen beantwoord. De prijzen<br />

waren zoo Laag, dat er niet meer dan 40 beesten werden ver-<br />

Icocht, tot een totaal bedrag <strong>van</strong> f 2616. Naar verluidt ligt<br />

de oorzaak daar<strong>van</strong> in liet zoo bijzonder snel toegenomen<br />

verkeer per vrachtauto, dat de grobflkvoerders wel wat<br />

huiverig maakte veel geld voor trekossen te besteden.<br />

De op bovengenoemde veiling niet verkochte beesten werden<br />

later eeliler ondershands tegen een igszins betere prijzen<br />

verkocht.<br />

Van de kosten der ingevolge Gouv. Bt. 1 April 1908 n". 41<br />

en Gouv. Bt. 19 Mei 1910 n°. 18 <strong>van</strong> regeeringawege geïm-<br />

NEDERZETTING.<br />

1. Eerde nederzetting<br />

o. Bagelon-Djembangan .<br />

b. Karanganjar . . . .<br />

c. Koetoardjo-Wonoredjo.<br />

><br />

u.<br />

b.<br />

c.<br />

d.<br />

4.<br />

H.<br />

b.<br />

e.<br />

Tiveede nederzetting. .<br />

Gadingredjo-Krandegan<br />

Derde nederzetting . .<br />

PoerworedjoBaledono.<br />

Tegalsari<br />

Poerwosari . . . .<br />

Karangredjo . . . .<br />

Vierde nederzetting . .<br />

Wonodadi * . . .<br />

Wonosari<br />

Wonokrio<br />

Vijfde nederzetting<br />

Tambahredjo . .<br />

Cultures. De oogst <strong>van</strong> de laatst in September 1912 uitgepoote<br />

padi-gogo en <strong>van</strong> de in November d.a.v. uitgeplante<br />

tawah-padi was *in April 1913 geheel afgeloopen. De opbrengsl<br />

bedroeg:<br />

<strong>van</strong> de 90") hoiiws gogo 24 159 pikol<br />

.. „ 390 „ sawahs 24 442 ,,<br />

totaal 48 001 pikol.<br />

8 G<br />

1 porteerde tokkoeieii i> respectievelijk afbetaald 1 9666 en<br />

l l 786,81'.<br />

Van de si iei kal veren werden gedurende verslagjaar 09.<br />

. H'aarouder een minderwaardig kali uit bei Ouggola-koppel,<br />

i niet succes nuildels ile kleiiiinet liode gecastreerd.<br />

Vindt uyer bel algemeeu bei vee na den oogst volop voedsel<br />

op :1e braakliggende sawahs, in den planttijd moei het zich,<br />

aangezien (vernevelden, behalve in de tweede nederzetting,<br />

ontbreken, tevredeu stellen met het langs de desawegen en<br />

in het jonge hosch groeiende gras. Gedurende dien tijd <strong>van</strong><br />

het jaar ziet het vee er dan ook over het algemeen wat<br />

mager uit.<br />

De tweede nederzetting Gadingredjo heeft eene in genaeen-<br />

•chappelijken arbeid aangelegde weidt'. Van de kosten,<br />

ad f 1200, geleend hij de Lampongsche Bank, is bereids<br />

f 718,50 afbetaald. Dit weideveld is gelegen ten zuiden <strong>van</strong><br />

de desa en grenst aan het oerwoud. In het laatst <strong>van</strong> verslagjaar<br />

zijn er twee kalveren door een tijger aangevallen en<br />

gedood. Met beest heeft men tot nu toe nog niet kunnen<br />

dooden.<br />

Wat het Onggola-(Goedjirat>)vee betreft, vermeld dient<br />

te worden, dat gedurende verslagjaar drie moederdieren<br />

wegens ouderdom gestorven zijn. Ken moederdier blijkt<br />

onvruchtbaar te zijn en zal worden verkocht. Vier stierkab<br />

veren zijn als dekstieren aan andere desa's afgestaan. Een<br />

minderwaardig stierkalf werd gecastreerd. Van den kostprijs<br />

<strong>van</strong> dit vee, ad f 4000, is afbetaald f 2443,61.<br />

Bovengenoemde fokstam bestaat thans uit;<br />

1 dekstier. 17 moederdieren, I os, 13 stier- en 15 koekab<br />

veren.<br />

De veestapel is in de velschillende nederzettingen verdeeld<br />

als aangegeven in de volgende tabel.<br />

STAAT aiintooiiendc den stand <strong>van</strong> den veestapel <strong>van</strong> de verschillende nederzettingen op liet<br />

kolonisatieterrein op uit. 1913.<br />

Veestapel<br />

in elke<br />

nedcizetting.<br />

; Dekstieren.<br />

811<br />

290<br />

125<br />

50<br />

782 11<br />

Verdeeld in de verschillende dorpen als volgt:<br />

Ossen. Koeien.<br />

17 63<br />

8 41<br />

— 50<br />

44 149<br />

9 4Ü<br />

1 10<br />

1 17<br />

3 29<br />

83 105<br />

Stierkal<br />

voren.<br />

Koekal<br />

veren.<br />

Totaal in<br />

elke desa.<br />

19 39 140<br />

14 23 87<br />

17 15 81<br />

29<br />

97<br />

of' respectievelijk gemiddeld ruim 26| en 02J. pikol per<br />

houw. minder dus dan in 1912. die toen bedroeg 1 respectiev<br />

el ijk 32 en 70 pikol per houw. Deze achteruitgang is toe te<br />

schrijven aan de mindere vruchtbaarheid <strong>van</strong> de reeds eens<br />

beplante gogovelden. den bijzonder wclige.n groei <strong>van</strong> het<br />

onkruid, plagen, zooals varkens, muizen en wantsen gedurende<br />

het rijpen <strong>van</strong> de sawah-padi (ook de door olifanten<br />

vernielde oppervlakte <strong>van</strong> 29.1 bouws gogo-aanplant heeft<br />

69<br />

19<br />

5<br />

3<br />

1<br />

12<br />

180<br />

2(10<br />

82<br />

IS<br />

24<br />

1<br />

511<br />

782


jongen leeftijd,<br />

ei te hing mede te wachten zon de bibit onbruikbaar (te oud)<br />

E venals in 1912 waren aanhoudende regenbuien oorzaak, worden. Velen hebben dan ook maar op hoop <strong>van</strong> zegen, in<br />

dal de bevolking er toe overging < 1 ;i


gaven, looals: belastingen, afbetalingen <strong>van</strong> vee, aankoop<br />

<strong>van</strong> kleeding, Landhouwger [schappen, enz., enz., mede te<br />

best rijden, en eindelijk dat de reeds geuoemde Coöperatieve<br />

Wiukelvereeuigiug, in den Loop <strong>van</strong> verslagjaar door de Lumpongsche<br />

Hank overgeumneu, geen rijst of padi meer op<br />

krediet verstrekte (contanten bezaten de kolonisten uiet), dan<br />

kali men «el begrijpen, dit de i ijslschaarschte, vooral in de<br />

laatste maanden <strong>van</strong> verslagjaar, zich goed heeft doen gevoelen.<br />

Vele kolonisten waren dan ook gedwongen om, wilden<br />

zij aan den kost komen, naast hun eigene iverkiaamheden,<br />

ook nog buiten bel emigratieterrein werk te zoeken. Ook de<br />

vrouwen bielpen mede. De mannen vonden werk bij den aan*<br />

Ie»' der staatsspoorwegen of op de naburige erfpachtspercee-<br />

Len, wam zij een leer goed daggeld verdienden. Helaas' klagen<br />

ook bier de werkgevers over hunne luiheid. De vrouwen verdienden<br />

met stampen bij Lampongera een daggeld <strong>van</strong> f 0,40<br />

lot t' 0,50, of verkochten op innen- ot' desawegen. Hoofdwegen zijn:<br />

. genoemde weg<br />

voor verharding in aanmerking. Deze weg is nu nog, evenals<br />

andere liinneiiwegen, onverhard en in den regen eson bijna<br />

geheel oliliegaanliaar; zij zijn door het heen en weer geloop<br />

VBU het vee bijna niet in orde Ie houden. De bruggen en<br />

duikers gelegen in den weg n uir Margakaja verkeereli. hehalve<br />

die over de Wuv Deres en de W'av licne, in goeden<br />

staat; die gelegen in de vcrsch illelide desawegen zijn slecht,<br />

docll zullen na den oogst in desadienst worden vernieuwd.<br />

Leenlngen <strong>van</strong> de Lampongtehe Hank. Door de Lampongsche<br />

Hink is uitgeleend: aan de 4de nederzetting<br />

I 10:144.90; aan de 6de nederzetting f 14 689,76; aan veeleeningen<br />

(restant) f 12927,22; voor aankoop klappers<br />

f 1839; voor aanleg weide (rest) f633,99 en aan diverse persouen<br />

(rest) f 912,98.<br />

De aan de 4de en 6de nederzetting gedane leeningen zijn<br />

kredietovereenkomsten tot ontginning, aangegaan met de<br />

nieuwe kolonisten. Met de geleidelijke afbetaling, welke na<br />

7 jaren geheid moet zijn afgeloopen, moet in 1918 een begin<br />

wolden gemaakt.<br />

Gemeentelijke emigratie-buk. In September 1911 opgeriehl<br />

met een werkkapitaal <strong>van</strong> f 1000 (hij (jouv. Bt.<br />

Jl 011 •'{") door de Hegeering in leen verstrekt),<br />

had de hank een zoodanige tl toeloop, dat zij in 1912 twee en<br />

in 1913 drie malen in de week geopend moest worden.<br />

De stand <strong>van</strong> zaken blijkt uit de hieronder volgende balans<br />

en \vinst- en verlies-rekeiiing:<br />

Balans der gemeentelijke emigratie-bank op uit. December 1913.<br />

Hoelang.<br />

1. Saldo dalem kas . . . f 169 21 r > 1. f 900 —<br />

2. Disimpenken dl L. Bank <br />


G<br />

Bestuui wilde de uu gevorderde reute vuil '»'l % uiel nunnodig directeur vele luueielijkliedeu bezorgde en ook veel <strong>van</strong> zijn<br />

ver! geu en uu \> zich de u°8 resteerende gehuld \;HI tijd vorderde, zoodul zijue eigenlijke werkzuumheden I. w.<br />

I Kin zoo ^|i Ii}>- mogelijk terug te betalen, die <strong>van</strong> mantrï bij de kolonisatie er teu zeerste onder leden.<br />

Gevolg <strong>van</strong> een en ander was, dut rapporteur in overleg met<br />

Onderwijs. Ook voorde kolonisten sol, naar aanleiding den administrateur der Lumpougsche Bank dieeene balans<br />

<strong>van</strong> bet beaoek <strong>van</strong> den adjunct-inspecteur voor bet inlandsen opmaakte en in J«»*-«> den «tand <strong>van</strong> zaken naging . een<br />

volksonderwijs, bet volksonderwijs worden gereorganiseerd. Er voorstel tot overname iudieude, welk voorste] aan olie hezullen<br />

op bet terrein 6 desuscholen komen. Anugesien de kolo- stuursleden weid toegezonden ter leaing en ter bestudeering<br />

uisten uog niet hij machte ziju de oprichtingskosten, de kosten '"" dat in <br />

grondbezit (in bouws).<br />

Kl f.<br />

662 56<br />

508 15'/,.<br />

640 36<br />

1535<br />

1 9 I l'<br />

56] 34<br />

462 63<br />

861 51<br />

349 52<br />

IS7 67'/,<br />

107 68' |<br />

173 27VJ<br />

566 98<br />

)1 6701 690 1 /,<br />

op bei koloniaatie-terrein bestaan thans 5 nederzettingen,<br />

oamelijk :<br />

1, u. de moederdesa Bagelen met het gehucht Djèmban*<br />

gan en de bijdorpen Karanganjaren Koetoardjo mei<br />

bet gehncht Wonoredjo.<br />

h. de moederdesa Uadingredjo met bet bijdorp Kran<br />

degau.<br />

Bawab of<br />

semi-sawah<br />

130'/,.<br />

95<br />

150<br />

185<br />

119'/.,<br />

17» ,<br />

73' ,<br />

801<br />

Uitgestrektheid<br />

aanplantingen (in bouws).<br />

Tegalan. Gogo. Sawab.<br />

«Vs<br />

139'/,<br />

65'/j<br />

21<br />

37<br />

74<br />

11<br />

73<br />

10<br />

120<br />

81<br />

125'/,<br />

72<br />

88'/,,<br />

65<br />

102'/2<br />

31<br />

lil' ,<br />

133 881- ,<br />

Veestapel.<br />

123 140<br />

02 87<br />

ir, 84<br />

1 15' , 296<br />

32'/, 82<br />

— 18<br />

87»/^ 21<br />

50<br />

KW»/* 782<br />

De desa's, gehuchten en bijdorpen genoemd sub 1 zijn<br />

gesticht met bebul]) <strong>van</strong> bel Gouvernement, die genoemd<br />

sub2 werken met financieele I)tilp <strong>van</strong> de Lampongsene Bank.<br />

Sub I u. De eerste nederzetting Bagelen met bel gehncht<br />

Djembangan telt 145 gesinnen en 662 zielen. De erven voor<br />

ieder gesin zijn hier 60 UK. groot. Enkele kolonisten hebben<br />

zich in de laatste jaren grootere erven aangelegd door ontginning<br />

<strong>van</strong> het IMISCII gelegen ten noorden <strong>van</strong> de desa. In<br />

e. de moederdesa Poerworedjo met het gehucht Bale- verslagjaar heeft bet grondbezit zich uitgebreid met 3 bouw<br />

dono en de bijdorpen Tegalsari, Poerwosari en erf, 6] bouw tegalgrond en 1\ bouw sawahs. De huizen zijn<br />

Karangredjo.<br />

over het algemeen slecht te noemen; gelukkig echter is daarin<br />

in de laatste jaren, doch niet dan nu seer veel aansporing,<br />


staan kluppel'hoornen, dii' i I vrucht beginnen te dragen';<br />

verdei pisang, pupaju en liii'i en duat ook andere vrucht*<br />

liooinen OHp(> pikol nat<br />

per bouw.<br />

Velen hebben zich ook nog tegalans ontgonnen, die bijna<br />

het geheele jaar duur beplant zijn. De erven zijn beplant met<br />

klapperboomen, die reeds vrucht beginnen te dragen; bieren<br />

daar nuk enkele andere vruchllinomeii. pisang, pa pa ja, enz.<br />

7<br />

liet grondbezit heef! zich in verslagjaai uitgebreid met<br />

18.^ bouw erf en 1 bouw tegalgrond^ De meeste huizen, hier<br />

i en daar zelfs reeds met pannen gedekt, zien er goed uil ell<br />

| wijzen op eene meerdere welvaart. De kolonisten uit deze<br />

[ nederzetting zijn dan ook veel ijveriger dan die uit de eerste<br />

nederzettiug. Die uit het bijdorp Krandegan echter zijn weer<br />

lui en bovendien ook verslaafd aan opium.<br />

Van de lön gezinnen zijn er 123 in het bezit <strong>van</strong> vee; de<br />

geheele veest ipe] het vee <strong>van</strong> Gadingredjo is zeer mooi<br />

is groot 296 I steu; ei zijn 6 dekstieren. Onder dit vee is<br />

trek* en ploegvee, waarmede in den oogst* en pepertijd aardig<br />

wal geld verdiend wordt (padi-transporl tussclien de desa's<br />

onderling en peper <strong>van</strong> de Way Lima-streek naar Telokhetong<br />

i.<br />

De Ja<strong>van</strong>en uit deze nederzetting zijn heereudieustplichtig<br />

en belast ingschuldig.<br />

Suli I r. De derde nederzetting Poerworedjo met hel gehucht<br />

Baledono telt l">(l huisgezinnen en 661 zielen. De toegewezen<br />

erven zijn hier vuur ieder gezin SI U.H. groot, Evenall<br />

hel bijdorp Karaiigan jar is nuk deze desa erg drassig en<br />

ongezond. THt eigen beweging hebben de desalieden de desa<br />

dan ook verplaatst naar een hooger gelegen terrein ten noorden<br />

<strong>van</strong> de vroegere desa. De mide erven zijn sawah's geworden.<br />

Hel grondbezit heeft zich in verslagjaar uitgebreid<br />

met '{.1 bouw sawah. De kolonisten uil deze desa zijn ijverige<br />

landbouwers en velen kennen bovendien nog een ambacht<br />

(timmerman, smid. metselaar). Zij zijn in het bezit <strong>van</strong> heel<br />

aardige Javaansche huizen. De erven zijn <strong>van</strong>wege de drassigheid<br />

weinig beplant. De sawahaandeelen bedragen hier \'<br />

bouw. De waterleiding daarvoor is in verslagjaar gereed gekomen.<br />

De gemiddelde productie <strong>van</strong> de vroegere gogn-velden<br />

bedroeg ; i0 pikol nat per bouw. Poerworedjo met hare bijdorpen<br />

is in het bezit <strong>van</strong> een goed onderhouden koppel Onggolavec.<br />

bestaande uit: een dekstier. 17 inoederdiereii. 1-1 stier- en<br />

ló koekalveren en een os. Buiten dit koppel zijn er nog 82<br />

andere beesten, in het bezit <strong>van</strong> 42 gezinnen.<br />

De lieden <strong>van</strong> Poerworedjo (moederdesa) zijn heerendienstpliehtig<br />

en belastingschuldig.<br />

Hel bijdorp Tegaltari. Dit bijdorp telt 110 huisgezinnen.<br />

IG2 zielen. 11 veebezitters en een veestapel <strong>van</strong> 18 koeien. De<br />

kolonisten uit dit bijdorp zijn ijverige landbouwers: elk gezin<br />

heeft ' bouw erf, dat bijna het geheele jaar door bebouwd is,<br />

ZOO niet met gOgO (in den regenmoeson) dan met diverse<br />

tweede gewassen (in den oostmoeson).<br />

Op alle erven vindt men jonge klapperboomen. pisang en<br />

j papaja. Het grondbezit heeft zich in 1013 uitgebreid met 1 :> ><br />

houw tegalgrond. De voorloopige pondoki ziet men langzamerhand<br />

veranderen in goedel nette Javaansche huizen. Voor<br />

ieder huis dat gereed is wordt eene premie <strong>van</strong> f29 betaald.<br />

Het complex gronden bestemd voor de a'.s. sawahs — voor<br />

ieder gezin .'. bouw is jammer genoeg niet irrigeerbaar: het<br />

blijven dus tegalans. Rapporteur heeft echter voor de lieden<br />

uit dit bijdorp een strook reeds geveld, doch nog niet upgeruimd<br />

bosch, bestemd, gelegen tusschen de oude desa Poerworedjo<br />

en het reeds verplaatste gehucht Baledono, dat w-el<br />

Ie irrigeeren is en dat na den a.s. oogst tut sawahs zal worden<br />

bewerkt. Teder gezin krijgt dan iets minder dan $ bouw. De<br />

aanleg dezer sawahs zal plaats hebben zonder tegemoetkoming<br />

<strong>van</strong> het Gouvernement. De tut nu verkregen opbrengst per<br />

bouw <strong>van</strong> de gogovelden bedroeg ; !0 pikol nat.<br />

De kolonisten uit dit biidorp worden in 191 i heerendienstplichtig<br />

en belastingschuldig.<br />

//e/ bijdorp Poerwotari. Dit bijdorp teil 99 gezinnen. -".-~> 1<br />

zielen. |ii veebezitters en een veestapel <strong>van</strong> 21 koeien. De<br />

! lieden zijn niet zoo ijveritr als die <strong>van</strong> Tegalsari. Hunne<br />

erven, voor elk gezin .'. houw, zijn slecht beplant en ook slecht<br />

onderhouden. Aan hunne woningen laten zij zich weinig gelegen<br />

liggen: slechts enkelen hebben zich reeds eene goede<br />

woning gebouwd, waarvoor eene premie <strong>van</strong> f29 is uitbetaald.<br />

Verder heeft ieder gezin ] bouw sawah. De leiding voor<br />

deze sawahs is in verslagjaar geleed gekomen. De gemiddelde<br />

opbrengst per bouw gogo-vela bedroeg 26 pikol nat. Aan de<br />

cultuur <strong>van</strong> tweede gewas-en wordt in dit bijdorp niet veel<br />

gedaan. Het grondbezit heeft zich in verslagjaar uitgebreid<br />

met 1 bouw erf, 21 bouw tegalgrond en 1 : ' bouw sawah.<br />


(.<br />

In 191 l worden cli' lieden lieerendienstplichtig en l>olastingschuldig.<br />

Uil bijdorp hiiniiii/niljii. Dil hijdnrp lelt 100 gezin hen.<br />

340 zielen, I veebezittel en I koe. Hel zijn lil illilel mat ige lnlidbouwers.<br />

Hunne erven voor ieder gezin J bouw zijn<br />

steeds beplant, liet onderhoud echter Laai soms ie wenschen<br />

over. Hel grondbezit heeft zich in verslagjaar uitgebreid mei<br />

191 bouw iegalana.<br />

Velen hebben znli reed» eene goede woning gebouwd en is<br />

daarvoor uitgekeerd eene premie <strong>van</strong> 129.<br />

Hun Rawanaandeel voor ieder gesin \ bouw i> mv<br />

niel e reed; men is no»' Inzie ) Let branden en opruimen.<br />

Er dien! nog te worden uitgemaakt boe «Ie leiding vooi deze<br />

gawahi zal loopen en uil welke rivier zal worden afgetapt.<br />

Ook deze lieden worden in HM I heerendienstplichtig en<br />

belast ingschuldig.<br />

De lieden <strong>van</strong> de derde nederaetting hebben I>ï.i de Lam*<br />

pongsche Bank som uitbreiding hunner klapperaanplantingen<br />

f 1382 geleend.<br />

Sub I


mag' worden verondersteld, kan al direct worden overgegaan<br />

tot de beantwoording ran de volgende vragen:<br />

.1. Welke voordeden levert de thans ingestelde liezitsvorin<br />

voor de kolonisten opf<br />

liet antwoord daarop luidt:<br />

1. de mogelijkheid eener meer intensieve grondbewerking,<br />

en _ •<br />

2. de mogelijkheid tol omzetting in z.g. agrarisdi eigen-<br />

(Idin.<br />

Tegenover deze op lange na oog niet, geheel zekere» voordoe*<br />

len .staat het groote nadeel <strong>van</strong> ophooping <strong>van</strong> grondbezit in<br />

één hand. <strong>van</strong> grootgrondbezil'dus, niet al de daaruit voort- |<br />

vloeiende minder geweiischte ge vol gen op economisch en<br />

agronomisch gebied.<br />

Immers vervreemding aan anderen dan desagenooten is j<br />

thans niet uitgesloten.<br />

En wat (ie toestand op het kolonisatie-terrein zal zijn zoodra<br />

het tijdstip <strong>van</strong> het erfelijk individueel bezit is ingetredeii,<br />

laat zich gemakkelijk denken.<br />

De Javaan-kolonist, Ondanks de vele en kostbare hulp <strong>van</strong> de<br />

Regeeiïhg, economisch de zwakkere <strong>van</strong> de hein omringende<br />

Lampongers en andere (vrijwillige) emigranten, zooals .Javu- !<br />

nen en Bantammere, zal de kracht missen zijne bezittingen j<br />

voor zijne kinderen te behouden, lteeds nu wijzen vele ver- j<br />

schijiiseleii er op, dat liet dien kant zal uilgaan (onderlinge<br />

verhuur <strong>van</strong> grond, soms zelfs voor meer dan een oogst. ver- |<br />

koop <strong>van</strong> het te veld staande gewas, overdracht <strong>van</strong> koelischap<br />

aan rejats, enz.). En zeer terecht soa men dan de vraag<br />

mogen stellen: ,,heeft de Regeering zich daarvoor al die |<br />

moeite en kosten getroost":'<br />

Lag bet niet juist in de bedoeling de armere uiets-bezittende i<br />

bevolking <strong>van</strong> .lava te helpen aan grond- en andere 'bezittingen<br />

f<br />

li. Welke vooideelen zou de communale bezitsvorm met<br />

vaste aandeden opleveren?'<br />

Het antwoord op «leze vraag kan kort zijn al. : dit eenige,<br />

maar dan ook zeer belangrijke voordeel, vooral met het oog j<br />

o]) de bekende zorgeloosheid <strong>van</strong> den Javaan, dat vervreemding<br />

<strong>van</strong> grondbezit, boe dan ook. tot de onmogelijkheden :<br />

behoort.<br />

Daai tegenover staat echter dit nadeel, dat bij toename der j<br />

bevolking eene ongunstige verhouding ontstaat tussehen \<br />

grondbezitters en niet-grondbezitters.<br />

De bedoeling <strong>van</strong> het bovenstaande is geenszins een critiek<br />

te leveren op hetgeen door tot oordeelen meer bevoegden is in<br />

het leven geroepen', doch rapporteur wilde daarmede slechts<br />

de aandacht vestigen op hetgeen in de naaste toekomst zou<br />

kunnen gebeuren.<br />

Irrigatie. Ten einde een juist overzicht te geven vau den<br />

tegenwoordigen irrigatie-toestand moge ondervolgende beschrijving<br />

dienen, waarbij gemakshalve het terrein verdeeld<br />

is' in irrigatie-gebieden.<br />

1. Eerste, irrigatie-gebied (Way Semah). Dit omvat de<br />

sawahs <strong>van</strong> de desa's nagelen, Karanganjar en Koetoardjo,<br />

gelegen ten westen <strong>van</strong> de Way Semah, ten oosten <strong>van</strong> de<br />

Way Lim en ten zuiden <strong>van</strong> de Way Tenong en beslaat eene<br />

oppervlakte <strong>van</strong> ongeveer M50 bouws.<br />

In dit gebied zijn aangebracht twee aanvoerleidingen t. w.<br />

de Bagelen* en de Karaiigaiijar-leiding.<br />

In de Bagelen-leiding zijn aangebracht de volgende kunstwerken:<br />

een stuwdam <strong>van</strong> brondjongs (gevlochten korven<br />

<strong>van</strong> ijzerdraad), een overlaat, een aquaduct <strong>van</strong> metselwerk,<br />

twee verdeelsluizen en drie stortdaninien.<br />

Deze leiding bevloeit de sawahs <strong>van</strong> Bagelen en Koetoardjo,<br />

Tn de Karanganjar-leiding zijn aangelegd: een stuwdam<br />

<strong>van</strong> brondjongs, een inlaatsluis. een overlaat, een meetschot<br />

en een aquaduct <strong>van</strong> hout.<br />

Deze leiding bevloeit de sawahs <strong>van</strong> Karanganjar en gedeeltelijk<br />

<strong>van</strong> Wonoredjo (ongeveer 96 bouws').<br />

2. Tweede irrigatie-gebied (Way Gading). Ook in dit<br />

gebied zijn twee leidingen aangelegd: de boven- en de '<br />

beneden-leiding. De l>oven-leiding heeft een permanenten<br />

stuwdam en bevloeit ongeveer :?0 bouws. De beneden-leiding<br />

9 G<br />

bevloeit OngOVeer 151 bouws en heelt een stuwdam <strong>van</strong><br />

blond jongs en een syphon.<br />

Deze beide leidingen In vloeien de sawahs <strong>van</strong> (iadingredjo<br />

en Kralidegan, gedeeltelijk ook die <strong>van</strong> Koetoardjo en l'oerworedjo.<br />

3. Derde irrigatie-gebied ( Way Apoes). In dit gebied<br />

is in 1918 eene leiding gegraven. De aflapping geschiedt ten<br />

zuidwesten <strong>van</strong> 1'oerwosari uit de Way Apoes middels een<br />

stuwdam <strong>van</strong> brondjongs.<br />

Deze leiding heeft twee ijzeren aquaducten en bevloeit<br />

ongeveer 104 bouws sawahs <strong>van</strong> 1'oerwosari, Poerworedjo,<br />

Baledonn en gedeeltelijk («ik die <strong>van</strong> (iadingredjo.<br />

I. Vierde irrigatie-gebied ( Il 'ai/ /Jeres). Ook in dit<br />

geliied is in 1918 eene leiding aangelegd, waartoe de Way<br />

Deres middels een stuwdam <strong>van</strong> tijdelijk materiaal is afgedamd.<br />

Zij bevloeit ongeveer 80 bouws sawahs <strong>van</strong> de desa<br />

Wonodadi.<br />

5. Vijfde irrigatie-gebied (Way Nenop of Way Gatel).<br />

In dit gebied zijn nog geene leidingen aangelegd en dient<br />

nog te worden uitgemaakt of uit de Way Nenop dan wel uit<br />

de Way Gatel zal worden afgetapt.<br />

Sub 1. Eerste irrigatie-gebied. A. De Bagelen-leiding.<br />

Toegestaan bij Gouv. Bt. 1!) Oct. 1905 n". 46.<br />

Aangelegd in Juli 1906. Afgetapt wordt uit de Way<br />

Semah. Heeft geen taluds doch wel vertikale wanden; de<br />

breedte <strong>van</strong> de leiding is <strong>van</strong> boven en <strong>van</strong> beneden 1 M.<br />

Door het groote verhang, ongeveer 11 M. op eene lengte<br />

<strong>van</strong> ; 5 K.M.. zijn de wanden, vooral in den benedenloop, door<br />

den sterken stroom belangrijk afgekalfd. Ook zand en grind<br />

komen in de leiding.<br />

Kunstwerken komen voor: bij (' een overlaat, bij D en E<br />

eene verdeelsluis, bij B is een aquaduct <strong>van</strong> metselwerk over<br />

de Lampongsche leiding. Deze kunstwerken zijn in 1911 en<br />

1912 verbeterd. '<br />

In 191-3 is deze leiding voor een klein gedeelte omgelegd.<br />

De onmiddellijk na den aanleg gebouwde stortdammen zijn<br />

door den sterken stroom weggeslagen.<br />

Deze leiding loopt <strong>van</strong> af den mond evenwijdig aan de<br />

Lampongsche leiding en is daar<strong>van</strong> tot punt B ongeveer<br />

5 M. verwijderd: bij de mondingen bedraagt de afstand<br />

ongeveer 20 M. Het gevolg <strong>van</strong> dezen toestand is, dat op<br />

verscheidene plaatsen door Lampongers gaten in onze leiding<br />

zijn gemaakt om er vischfuiken voor te plaatsen. Deze gaten<br />

moeten ieder jaar weder worden dichtgegooid, in 1912 is er<br />

zelfs een moeten worden dichtgemetseld.<br />

Tot 1911 kreeg de Javaansche leiding <strong>van</strong> af punt C haar<br />

water uit de Lampongsche leiding. Deze toestand gaf aanleiding<br />

tot voortdurende geschillen. Dit is sedert veranderd<br />

en de Javaansche leiding onafhankelijk gemaakt <strong>van</strong> de<br />

Lampongsche. De Bagelen-feiding bevloeit eene oppervlakte<br />

<strong>van</strong> ongeveer 222 bouws. De 1T bouws sawahs <strong>van</strong> het gehucht<br />

Djembangan worden l>evloeid met afloopwater <strong>van</strong> de<br />

Lampongsche sawahs, waarvoor bij punt H een vergaarbak<br />

is gegraven, <strong>van</strong> waar uit de leiding H—/ is aangelegd.<br />

liet hierin stroomende water was echter niet voldoende,<br />

zoodat de Ja<strong>van</strong>en <strong>van</strong> Djembangan uit eigen beweging het<br />

riviertje •/—A* hebben afgedamd. Dit riviertje krijgt eveneens<br />

afloopwater <strong>van</strong> de Lampongsehe sawahs.<br />

In 1912 is een stuwdam <strong>van</strong> brondjongs aangelegd beneden<br />

de monding <strong>van</strong> de Lampongsche leiding, waardoor:<br />

a. zoowel in de Lampongsche als in de Javaansche leiding<br />

meer water wordt aangevoerd, en<br />

h. ook de D>embaugan-leiding meer afloopwater <strong>van</strong> de<br />

Lampongsche leiding krijgt.<br />

Ter l>evloeiing <strong>van</strong> de sawahs <strong>van</strong> Koetoardjo is de leiding<br />

in 1912 doorgetrokken.<br />

IL De Karangan jar-leiding. Toegestaan bij Gouv. Bt.<br />

20 Xov. 1907 n°. 4.<br />

Aangelegd in 1909. Bevloeit ongeveer 95 bouws sawahs.<br />

Aanwezige kunstwerken: een stuwdam <strong>van</strong> brondjongs. een<br />

inlaatsluis, een overlaat, een meetschot en een houten aquaduct.<br />

Ook hier geen taluds. doch vertikale thans afgekalfde<br />

wanden. Het verhang is zeer belangrijk. De breedte <strong>van</strong> de<br />

leiding was oorspronkelijk <strong>van</strong> hoven en <strong>van</strong> beneden 1 If.<br />

Handelingen der Staten-Generaal. Bijlagen <strong>1914</strong>/1915. N ederlandsch-Indië. 8


G<br />

Sub 2. Tweede irriyatie-aiibtrd. (Jadingredjo-leiding.<br />

Toegestaan bij Gouv. Bt. 7 Maart 1900 u°. ö.<br />

Aangelegd in 1007. Deze Leidingen, ermaneiiten stuwdam, en<br />

b. benedenitroomi middels een stuwdam <strong>van</strong> brondjougs.<br />

Ei' is één kunstwerk, n.1. een .syphon in de Way Gading<br />

bij Krandegan.<br />

Aangezien de z.g. Krandegan-leiding, waarvoor de syphon,<br />

roor de lx'vloeiing <strong>van</strong> de sawahs <strong>van</strong> Krandegan gedeeltelijk<br />

\an Koeloardjo en Baledono geen genoegzaam water toevoerde,<br />

is in 1913 de Way Gading beneden bovengenoemden<br />

syphon nogmaals middels een stuwdam <strong>van</strong> brondjongs nfgedamd.<br />

Sub :j. Derde irrigatie-gebied. De Pocrworedjo-leiding.<br />

Toegestaan bij Gouv. Bt. 8 Febr. 1907 n°. 7.<br />

Aangelegd in 1913. Lengte 1840 M. Hoogte <strong>van</strong> de leiding,<br />

hier en daar bij het begin 2\ M., verloopende tot 1 M. ;<br />

breedte <strong>van</strong> boven 1 M., <strong>van</strong> beneden f M.<br />

Attapping uit de Way Apoes ten zuidwesten <strong>van</strong> de desa<br />

Poerwosari middels een stuwdam <strong>van</strong> brondjongs.<br />

Bevloeit de sawahs <strong>van</strong> Poerwosari, Poerworedjo, Baledono<br />

en een gedeelte <strong>van</strong> de sawahs <strong>van</strong> Gadingredjo, in het<br />

het geheel ongeveer 164 bouws.<br />

In deze leiding bevinden zich twee ijzeren aquaducten.<br />

Aangezien deze leiding geen genoegzamen watertoevoer<br />

bezit, wordt het afloopwater <strong>van</strong> de sawahs <strong>van</strong> Wonodadi,<br />

vierde irrigatie-gebied, geleid naar de Way Apoes.<br />

Sub 4. Vierde irrigatie-gebied. De Wonodadi-leidinq.<br />

Toegestaan bij Gouv. Bt. 27 Jan. 1910 n°. 5.<br />

Aftapping uit de Way Deres middels een stuwdam <strong>van</strong><br />

tijdelijke materialen. Lengte leiding 1000 M. Hoogte 1 M. ;<br />

breedte <strong>van</strong> boven 1 M., <strong>van</strong> beneden J M.<br />

Hevloeit de sawahs <strong>van</strong> Wonodadi, ongeveer 80 bouws.<br />

Deze leiding zal later ook de sawahs <strong>van</strong> Wonosari en Wono-<br />

10<br />

krio moeten bevloeien, doch alsdan zal eene supT)letoire leiding<br />

<strong>van</strong> de Way Padangraloe naar de Way Deres behaoren<br />

te wolden aangelegd.<br />

Sub 5. Vijfde irriijatie-t/ebied. Kan worden aangelegd op<br />

grond <strong>van</strong> Gouv. Btn. 19 Oct. 1911 n°. 30 en 1 Mei 1912 n u . 13.<br />

Vermoedelijk zal moeten worden afgetapt uit de Way<br />

Qstel, welke rivier in staat zal zijn ongeveer 1500 bouws<br />

sawahs te bevloeien. Nadere opmetingen zullen dit echter<br />

nog moeten uitmaken.<br />

Uit bovenstaande beschrijving kan blijken, hoe ondeskundig<br />

en onvolkomen liet irrigatie-vraagstuk in den aan<strong>van</strong>g<br />

is opgezet. De geheele bevloeiing op het kolonisatie-terrein is<br />

met uitsluiting <strong>van</strong> deskundige voorlichting ontworpen en<br />

uitgevoerd door aan den leider toegevoegde irrigatie-mantri's.<br />

Dat de irrigatietoestand dan ook momentaal zeer gebrekkig<br />

is, hetgeen ook door den ingenieur VAN TUIIKRGEN in diens<br />

rapport <strong>van</strong> 30 Juli 1913 duidelijk in het licht is gesteld,<br />

behoeft geen nadere toelichting.<br />

Uit geen enkele terreinkaart kan blijken of de bestaande<br />

prieel d'eau wel op zijn voordeeligst gelegen zijn, op welke<br />

wijze eventueele sawahuitbreiding het best kan worden bevloeid<br />

en uit welke rivieren. Van eene rationeele wateuverdeeling<br />

is geen sprake; de kunstwerkjes en dammen zijn<br />

ondeskundig opgetrokken en dienen elk jaar op nieuw te<br />

worden hersteld; de leidingen zijn verwilderd en niet beteugeld.<br />

Een dergelijke toestand kan naar rapporteurs bescheiden<br />

meening onmogelijk bestendigd blijven.<br />

Het irrigatie-vraagstuk toch is bij de kolonisatie-proeven<br />

wel de meest belangrijke factor en behoort al datgene wat<br />

te dien opzichte reeds tot stand is gebracht, doch niet deugt,<br />

verbeterd, en al wat in de toekomst nog tot «tand zal moeten<br />

worden gebracht, onder deskundig toezicht te geschieden,<br />

hetgeen echter alleen dan mogelijk is, wanneer het terrein<br />

deskundig is opgemeten en in kaart gebracht.<br />

Voor dit doel zijn de noodige voorstellen bereids ingediend.<br />

(«;. g.) A. COOMAXS JR.<br />

II. VERSLAG over 1913 omtrent de proefneming met de overbrenging <strong>van</strong> Soendaneesehe<br />

gezinnen naar de onderaf deeling Redjang (Benkoelen).<br />

Dij besluit <strong>van</strong> den Gouverneur-Generaal <strong>van</strong> Nedérlandsch-Indië<br />

dd. 8 November 1913 n°. 22 werd de resident<br />

<strong>van</strong> Benkoelen gemachtigd om nader te beschikken over het<br />

op ultimo 1912 onverbruikt gebleven gedeelte <strong>van</strong> een bij<br />

Gouv. Bt. 19 Sept. 1910 n". 39 toegestaan bedrag <strong>van</strong> ten<br />

hoogste f 20 000 voor de overbrenging <strong>van</strong> emigranten-gezinnen<br />

<strong>van</strong> Java naar terreinen in de tijdelijke onderafdeeling<br />

Redjang en tot het doen <strong>van</strong> andere naar zijn oordeel in het<br />

belang dezer kolonisatieproef noodige uitgaven.<br />

Werving. De gunstige resultaten verkregen met de werving<br />

<strong>van</strong> Javaansche huisge'zinnen uit de Bagelen in het<br />

jaar 1912, leidden in 1913 tot het besluit wederom pogingen<br />

aan te wenden tot het overbrengen <strong>van</strong> nieuwe emigranten<br />

uit meergenoemde streek naar de onderafdeeling Bedjang<br />

der residentie Benkoelen.<br />

. Daartoe vertrokken op den 24sten Mei 1913 de Kepala<br />

Kanipoeng <strong>van</strong> de Javaansche nederzetting te ïjoeroeb, genaamd<br />

Iladjiman, met diens vrouw Djemina en zijne helpers<br />

Soeropawiro en Setrowirono naar Koetoardjo om te trachten<br />

armoedige landbouwers over te halen naar deze onderafdeeling<br />

te verhuizen.<br />

Dank zij de welwillende medewerking <strong>van</strong> den betrokken<br />

controleur werden deze pogingen niet een gunstig resultaat<br />

bekroond.<br />

In het geheel werden tijdens deze reis geworven 20 manhen<br />

(waar<strong>van</strong> 18 gehuwd), 18 vrouwen en 15 kinderen. Deze<br />

emigranten vestigden zich allen nabij pasar Tjoeroeb. Zij<br />

zijn afkomstig uit de omstreken <strong>van</strong> Koetoardjo. De wervingskosten<br />

bedroegen f 265,30, tegen f 422,46 in het vorige<br />

jaar.<br />

In verband met de geringe fondsen welke voor de voort-<br />

zetting der emigratieproef in genoemd jaar- beschikbaar<br />

bleven, moest worden afgezien <strong>van</strong> verdere pogingen tot<br />

werving <strong>van</strong> meerdere gezinnen.<br />

Van belang is voorts de in dit jaar plaats gevonden werving,<br />

op eigen initiatief ondernomen door eenige Soendaneesche<br />

emigranten afkomstig <strong>van</strong> de landbouw-koloniën<br />

nabij Kepahiang. Geheel op eigen kosten brachten zij uit<br />

het Jnuitenzorgsche naar Kepahiang over 4 mannen, 4 vrouwen<br />

en 3 kinderen, in totaal 11 personen.<br />

Bovendien verdient vermelding het feit, dat zich meer<br />

en meer ontslagen contractanten afkomstig <strong>van</strong> de mijnbouwonderneming<br />

Redjang Lebong en de kof'fieonderneming<br />

Soeban Ajam in de emigrantenkoloniën komen vestigen. Door<br />

het verstrekken <strong>van</strong> kleine voorschotten (f 15 aan een gezin)<br />

wordt zulks zooveel mogelijk bevorderd.<br />

Voorwaarden. Degenen die genegen zijn te emigreeren<br />

ont<strong>van</strong>gen een kleine premie, welke tevens moet strekken tot<br />

het aflossen <strong>van</strong> oude schulden, w. o. achterstallige belastingen.<br />

den aanschaf <strong>van</strong> eenige kleedingstukken en voeding<br />

tijdens den overtocht tot Benkoelen (reede).<br />

Voorts komt het vervoer <strong>van</strong> de emigranten te land en te<br />

water geheel ten laste <strong>van</strong> het Gouvernement. Ter plaatse<br />

der nederzetting aangekomen zullen behalve de noodige gronden<br />

om niet <strong>van</strong> gouvernementswege worden verstrekt eenig<br />

huisraad, landbouwwerktuigen en plantmateriaal als padi,<br />

zaden voor groenten en tweede gewassen. De verdere ondersteuning<br />

komt geheel ten laste <strong>van</strong> den kolonist.<br />

Premie. In het geheel werd aan premie's uitbetaald<br />

f 435 tegen f 454,50 in het vorige jaar.<br />

Het bedrag der premie was verschillend voor ongehuwden


en gehuwden. Als regel werd betaald aan ongehuwden<br />

t' 10 u 1 ]5 en aan gehuwden f 25.<br />

Desertie onder de lieden, aan wie een premie was verstrekt,<br />

deed zich niet voor.<br />

Overtochtskosten. Hieronder zijn te rekenen alle kosten<br />

voor vervoer <strong>van</strong> de emigranten te land en te water en voedingsgelden<br />

<strong>van</strong> at' Hen koelen (reede) tot de plaats <strong>van</strong> bestciiiniing.<br />

De kosten <strong>van</strong> overtocht bedroegen f' 316,65 tegen<br />

f 390,26 in het vorige jaar.<br />

Kosten bij aankomst op de plaats der nederzetting, l-.i<br />

plaatse <strong>van</strong> bestemming werden voorschotten verleend voor<br />

den eersten aanschaf <strong>van</strong> het noódige huisraad, landbouwwerktuigen<br />

en plantniaterialen tot een bedrag <strong>van</strong>:<br />

aan huisraad f 159.02 5<br />

aan landbouw werktuigen , 199,49 5<br />

aan plaatmateriaal ; 36,34<br />

in totaal f 394,86<br />

tegen f 3 ( J(i,26 in het vorige jaar.<br />

Huisvesting. De nieuw aangekomen kolonisten worden<br />

tijdelijk bij de reeds op de nederzetting gevestigde huisgezinncn<br />

ingekwartierd. Zij hadden allen na een maand een<br />

huisje gebouwd. Enkele ongehuwden bouwden gezamenlijk<br />

eene woning of gingen ook wel bij gehuwden inwonen.<br />

De huizen werden langs te voren getraceerde kampongwegen<br />

geplaatst en zijn omgeven door een erf ter grootte <strong>van</strong><br />

een halve bouw. Evenals het vorige jaar werd aan de pas<br />

aangekomen emigranten Chineesch papier verstrekt teneinde<br />

de reten in de ploepoeh-omwanding der woningen dicht<br />

te plakken, hetgeen vooral noodig was tegen de zeer koude<br />

winden.<br />

De reeds gevestigde emigranten gingen geregeM voort<br />

met het verbeteren en vernieuwen hunner woningen. Over<br />

het algemeen zijn deze goed gebouwd en zien er zeer net uit.<br />

Ondersteuning. Aan alle pas aangekomen emigranten<br />

werd <strong>van</strong> gouvernementswege eene ondersteuning bestaande<br />

uit rijst, gezouten viscb en eenige andere levensmiddelen<br />

verleend.<br />

Evenabi in 1912 kon de ondersteuning na drie maanden<br />

worden gestaakt, hetgeen zeer wel mogelijk was, wijl de<br />

emigranten op allerhande wijze veel geld konden verdienen.<br />

Vooral het sprokkelen en verkoopen <strong>van</strong> brandhout, dat ter<br />

pasar ïjoeroeb voor 30 cent de bundel grif <strong>van</strong> de hand ging,<br />

leverde eene ruime bijverdienste op.<br />

De ondersteuning kostte f 987.66, tegen f 587,27 5 in het<br />

vorige jaar.<br />

Het groote belang <strong>van</strong> eene korte ondersteuning is vooral<br />

daarin gelegen, dat deze komt ten laste <strong>van</strong> den kolonist, die<br />

de schuld binnen eenige jaren moet terugbetalen. Worden de<br />

emigranten te zwaar belast, zoo zal zulks allicht aanleiding<br />

geven tot ontstemming, hetgeen niet bevorderlijk is om de<br />

lust tot emigreeren bij de familieleden en andere landgenooten<br />

aan te wakkeren.<br />

Landbouw. Door alle emigranten te Tjoeroeb werden<br />

gronden voor den drogen rijstbouw (ladangbouw) in bewerking<br />

genomen, hetgeen noodzakelijk bleek, wijl de aangelegde<br />

waterleiding op verschillende plaatsen onderloops was en<br />

door het wegspoelen <strong>van</strong> den bergwand dreigde in te storten.<br />

Aangezien reeds tijdens het graafwerk werd vermoed, dat<br />

de leiding tengevolge <strong>van</strong> den lossen l>odem aan dit euvel<br />

zou mank gaan, konden de emigranten nog in tij ds worden<br />

aangespoord tot het in gereedheid brengen <strong>van</strong> de noodige<br />

velden voor den drogen rijstbouw.<br />

Dank zij de bijzonder gunstige weersgesteldheid en den<br />

humusrijken bodem was de <strong>van</strong> deze gronden verkregen rijstoogst<br />

schitterend.<br />

Van de bestaande emigranten-kolonie Sempiang nabij<br />

Kepahiang moesten evenals vorige jaren verscheidene kolonisten<br />

wegens gebrek aan water ladangs aanleggen (zie<br />

voort* onder irrigatie).<br />

Te Permoe, waar voldoende water beschikbaar is, wordt<br />

geregeld voortgegaan met het uitbreiden der sawahgronden.<br />

Het in verslagjaar op sawahs geteelde rijstgewas is goed<br />

opgekomen, had weinig VMII riekten en lehadelijk gedierte te<br />

lijden en leverde een zeer ruim U-schot op.<br />

Het totaal oppervlak sawahs bedroeg:<br />

te Sempiang 26 DOUW<br />

te 1'ernioe 51 bouw<br />

G<br />

in totaal 77 bouw<br />

Oogst. Dank zij eene gunstige weersgesteldheid, gepaard<br />

aan eene tijdige en goede grondbewerking, was de<br />

sawah- zoowel als de ladang-padi-oogst bijzonder mooi.<br />

Bohaarsohte aan rijst, ook bij de pas aangekomen emigranten,<br />

deed zich in verslagjaar niet voor.<br />

De verkregen oogst bedroeg:<br />

aan ladaug padi 1690 pikol<br />

,, iawab ,, 2435 ,,<br />

tegen 2130 pikol in 1912.<br />

of in totaal 4125 pikol<br />

Irrigatie. Ten liehoeve <strong>van</strong> het onderhoud <strong>van</strong> eenige<br />

kleine irrigatiewerken werd besteed een bedrag <strong>van</strong> f 15,<br />

tegen f 700,57 5 in het vorige jaar.<br />

Het onder leiding <strong>van</strong> den irrigatiedienst in dit gewest in<br />

uitvoering zijnde werk: verbetering <strong>van</strong> de bakleiding der<br />

emigratie-kolonie Seinpian»'. waarvoor bij (iouv. Bt. 10 Dec.<br />

1912 n". 26 een bedrag <strong>van</strong> f 21 500 werd toegestaan, nadert<br />

hare voltooiing. Hoewel de algeheele uitvoering, nl. de bouw<br />

der prise d'eau en die der walgoot, alsmede bet graven der<br />

leiding tengevolge <strong>van</strong> velerlei tegenslag niet binnen den<br />

daarvoor gestelden termijn <strong>van</strong> zes maanden kon gereed zijn,<br />

is de kolonie toch door het aanbrengen <strong>van</strong> een tijdelijk hulpwerk<br />

<strong>van</strong> het noodige bevloeiingswater voorzien geworden,<br />

zoodat de bewerking der sawahgronden ongestoord kon plaats<br />

hebben.<br />

De dam in de Air EemlKiet zoowel als de leiding zullen<br />

binnenkort geheel voltooid zijn.<br />

Met het verzamelen <strong>van</strong> materialen voor den bouw <strong>van</strong> de<br />

verdeelbak met de daaraan sluitende hellende goot is begonnen<br />

en zullen deze werkzaamheden binnen 4 maanden<br />

beëindigd zijn. Alsdan zal de kolonie over voldoende water<br />

beschikken om 200 IHMIWS sawah te lievloeien.<br />

De emigratiekolonie Permoe. eveneens nabij Kepahiang<br />

gelegen, voorziet hare gronden zonder eenige moeielijkheden<br />

<strong>van</strong> het noodige water. Bijzondere voorzieningen behoefden<br />

ten aanzien <strong>van</strong> de irrigatieleidingen dezer nederzetting niet<br />

te worden getroffen. Voor uitbreiding der bouwvelden is voldoende<br />

water beschikbaar.<br />

Zooals te voren reeds onder de rubriek ., landbouw''<br />

werd gereleveerd, kon het irrigatiewerk voor de landbouwkolonie<br />

nabij pasar Tjoeroeb niet in gebruik worden gesteld,<br />

aangezien de leiding tengevolge <strong>van</strong> den lossen bodem<br />

op ettelijke plaatsen onderloops bleek te zijn en daardoor<br />

dreigde in te storten. Op advies <strong>van</strong> den ingenieur voor den<br />

dienst der irrigatie werd de leiding, die langs de helling <strong>van</strong><br />

een bergrug was ingegraven, meer binnenwaarts verlegd.<br />

De daarvoor noodige uitgravingen <strong>van</strong> den bergwand zijn<br />

thans voltooid, terwijl tevens de voet <strong>van</strong> de berghelling, die<br />

door de diep ingesneden Air Doekoe op verschillende plaatsen<br />

was aangetast, middels brondjongs ongevuld met steen werd'<br />

beschermd. Het thans nog onderhanden zijnde werk, de bouw<br />

<strong>van</strong> een inlaat bij de inmondiiig der leiding, zal spoedig<br />

voltooid zijn. Alsdan zal deze leiding 175 bouw «awahterrein<br />

<strong>van</strong> voldoende bevloeiingswater kunnen, voorzien, terwijl zoo<br />

noodig de capaciteit op eenvoudige wijze kan worden opgevoerd<br />

tot eene hoeveelheid water voldoende voor liet irrigeeren<br />

<strong>van</strong> 250 bouw sawah. De uitgestrektheid <strong>van</strong> het terrein dezer<br />

nederzetting bedraagt ± 300 bouw.<br />

Uit het vorenstaande kan blijken, dat zoowel de emigrantenkolonie<br />

nabij Kepahiang als de nederzetting bij pasar<br />

Tjoeroeb voor eventueele uitbreiding over voldoende irrigeerbare<br />

terreinen beschikken.<br />

Wegen. Met het doel de emigratiekolonie Sempiang door<br />

een grobakweg met de groote wegen te pasar Kepahiang te<br />

verbinden werd aange<strong>van</strong>gen niet den aanleg <strong>van</strong> een nieuwen<br />

aarden baan <strong>van</strong> genoemde landbouwkolonie naar de Kampong<br />

Pensioenan te Kepahiang.


o<br />

Bovendien moesten twee dooi /«are bandjirs vernielde<br />

bruggen welke naar deze kolonie toegang verleenden worden<br />

vernieuwd. De voor deze werkzaamheden gemaakte IcOiten bedroegen<br />

I1K1.<br />

Tweede gewassen. Evenals voriffe jaren worden voor<br />

eigen gebruik en verkoop op de wekelrjksehe markt te Kepabiang<br />

aangeplant pisang, suikerriet, aardappelen, diverse<br />

katjang- en oehi-snorten, mais, komkommers, (aboe, boontjei<br />

sesawi en andere (groentesoorten.<br />

Ten behoeve <strong>van</strong> de pas aangekomen emigranten te Tjoeroeb<br />

werden groentesaden ingekocht tot een bedrag <strong>van</strong> 15,<br />

tegen f 132,79 in liet vorige jaar. Dit bedrag is geer gering<br />

•wijl de nieuwe emigranten de verschillende groentesaden <strong>van</strong><br />

de reeds Ie Tjoeroeb gevestigde kolonisten tegen eene zeer<br />

geringe vergoeding konden verkrijgen.<br />

('iiltiiiil'gewasscii. Niettegenstaande de inkoopsprijs voor<br />

honderd, hij de Algemeene Tabakmaatschappij in te leveren<br />

tabaksbladeren <strong>van</strong> 6 tot leent werd verhoogd, bedroeg de verdienste<br />

niet de tabakscultuur behaald slechts f 4364,78, tegen<br />

f6477,39 in het vorige jaar. De geringere opbrengst is te<br />

wijten aan een minder goeden oogst als gevolg <strong>van</strong> het in gebmik<br />

nemen <strong>van</strong> slecht Deli-zaad. waardoor kleine zwakke<br />

tabaksplanten werden verkregen.<br />

Hoewel de verdienste hierdoor ruim duizend gulden lager<br />

dan het vorige jaar bleef moet ze naar omstandigheden nog<br />

vrij bevredigend worden genoemd.<br />

Bovendien werd door vrouwen en kinderen in den slappen<br />

tijd met het sorteeren, fijnbundelen en andere schuurwerkzaamheden<br />

een dagloon <strong>van</strong> f 0,40 a f 0,50 verdiend. Enkele<br />

niet deze werkzaamheden zeer bedreven vrouwen baalden een<br />

dagloon <strong>van</strong> f 0,70 tot f' 1. De met deze cultuur verkregen verdiensten<br />

hebben hoofdzakelijk gediend tot het aflossen <strong>van</strong> de<br />

schulden der emigranten aan den lande.<br />

Betreurd moet het daarom worden, dat de Algemeene<br />

Tabakmaatschappij te Kepahiang wegens voortdurend geleden<br />

verliezen sedert 1 Januari <strong>1914</strong> heeft opgehouden met<br />

bet planten en inkoopen <strong>van</strong> tabak en sedert dien een aan<strong>van</strong>g<br />

beeft gemaakt met het in cultuur brengen <strong>van</strong> robusta-koffie.<br />

Ten einde voor het verlies dezer belangrijke verdiensten een<br />

aequivalent te vinden, is het wenscbelijk de emigranten aan<br />

te sporen tot liet planten <strong>van</strong> Moesi- instede <strong>van</strong> Deli-tabak.<br />

Door de kolonisten te Tjoeroeb werd daartoe reeds bet voorbeeld<br />

gegeven. Door hen werden 8000 Moesi-tabaksplanten<br />

met goed succes gecultiveerd. Volgens de inlandsche hoofden<br />

dezer onderafdeeling bedragen als regel de verdiensten verkregen<br />

<strong>van</strong> een behoorlijk aangelegden en goed onderhouden<br />

tabaksaanplant veertig tot honderd rijksdaalders. De door de<br />

inheemsche bevolking gekweekte en bereide Moesi-tabak<br />

bracht f 25 tot f 40 de pikol op.<br />

Aan de cultuur <strong>van</strong> thee wordt nog steeds groote uitbreiding<br />

gegeven.<br />

De in 1912 door tusschen komst <strong>van</strong> de firma PEET en Co.<br />

te Batavia voor een bedrag <strong>van</strong> f92,50 bestelde theezaden,<br />

werden op het einde der maand Januari 1913 ont<strong>van</strong>gen en<br />

uitgelegd.<br />

In verslagjaar werd wederom <strong>van</strong> dezelfde firma voor een<br />

bedrag <strong>van</strong> f 97,70 aan theezaden besteld. Het zaadgoed werd<br />

• hier 18 Februari <strong>1914</strong> ont<strong>van</strong>gen en onmiddellijk na ontpakking<br />

op de pépinières uitgelegd. Deze partij tbeezaad is ten<br />

laste der margakas besteld en moet het kostende daar<strong>van</strong> ten<br />

deele door de betrokken emigranten worden gerestitueerd.<br />

Van de door emigranten middels eigen zaadtuinen verkregen<br />

zaden kwamen ruim 4000 plantjes op. terwijl ook geringe<br />

hoeveelheden werden verkocht aan de bevolking in de onderaf<br />

deeling Lebong.<br />

In totaal zijn thans in de theetuinen geplant:<br />

te Sempiang 33 420 planten.<br />

te Tjoeroeb 200<br />

te Permoe 14 275<br />

in totaal 47 895 planten,<br />

tegen 19 945 in het vorige jaar.<br />

De thee wordt aan eene coöperatie <strong>van</strong> drie Chineezen verkocht<br />

ad f 0.05 de kati groen of wel zelf bereid en op de markt<br />

te Kepahiang verhandeld voor f 0,35 de kati.<br />

Door de Cbineesche kongsi wordt maandelijks 40 a 50 pikol<br />

aan theebladeren opgekocht.<br />

\1<br />

De door haar bereide thee brengt I'0,00 tot f 0,70 de kati<br />

! op en wordt als groene thee, speciaal bestemd voor de nminmptie<br />

<strong>van</strong> Chineezen, naar Lebong, Denkoelen en Batavia<br />

uitgevoerd.<br />

In verband met het koele klimaat dezer streken, tengevolge<br />

waar<strong>van</strong> do vruohtdracht <strong>van</strong> de klapperboom zeer gering is,<br />

j werd de klepper-aanplant niet aangemoedigd.<br />

In totaal zijn 303 klappernoten uitgezet, tege^n 193 in 1912.<br />

In verslagjaar werd geregeld voortgegaan met de verstrekking<br />

vaii robusta-koiïiezaad en plantjes. In het geheel zijn<br />

door de emigranten thans in den vollen grond gebracht:<br />

te Sempiang 20328 planten.<br />

te Permoe 10 058<br />

Ie Tjoeroeb , 9 000<br />

in totaal 3!) 380 planten,<br />

tegen 5749 in het vorige jaar.<br />

Bovendien bevinden zieh op de pépinières te Kepahiang<br />

nog 47 000 robusta-koffieplantjes en te Tjoeroeb 204 958<br />

uganda-, (|iiillou- en robusta-koffieplantjes, of in totaal<br />

311 958 plantjes. Deze zijn thans bijna allen reeds overplantbaar.<br />

De robusta-koffiezaden werden verkregen <strong>van</strong> de koffieonderneming<br />

Boeban Ajam, terwijl de uganda- en quillousaden<br />

door tussehenkomst <strong>van</strong> het departement <strong>van</strong> landbouw<br />

werden besteld.<br />

Het kostende der zaden bedraagt slechts f31,34. Dit bedrag<br />

geeft de totale kostprijs niet met juistheid weer, aangezien<br />

het meeste zaadgoed ten laste der marga-kas is aangeschaft;<br />

de kosten daar<strong>van</strong> moeten ten deele door de belanghebbende<br />

emigranten worden gerestitueerd.<br />

Aan den aanplant <strong>van</strong> rubber (ficus elastica) werd behoorlijk<br />

uitbreiding gegeven. In het geheel werden geplant:<br />

te Sempiang 90 planten.<br />

te Permoe 282<br />

te Tjoeroeb 34<br />

406 planten,<br />

tegen 252 in het vorige jaar. Bovendien werden nog 600 heveaplantjes<br />

uitgezet.<br />

Bovendien werden nog gekweekt nieraml>oeng ogan (d. i.<br />

i een goede wildhoutsoort), kapok, rimbio en diverse vruehtboomen.<br />

Veeteelt. De veestapel bestond in het geheel uit 5 bufj<br />

fels, 23 runderen, 196 geiten en 5 schapen. Verder zijn de<br />

emigranten in het bezit <strong>van</strong> 2234 kippen ; met het kouden<br />

<strong>van</strong> dit pluimgedierte werden ruime bijverdiensten verkregen.<br />

De prijs <strong>van</strong> 12 kippen <strong>van</strong> zeer matige grootte bedroeg<br />

in verslagjaar f 8 tot f 12.<br />

ViM'hvijvers. Aangezien alle kolonisten thans in het bezit<br />

zijn <strong>van</strong> voldoende goudvisschen en de goudvisckcultuur zich<br />

in de landbouwkolouiën voor goed heeft ingeburgerd, behoefde<br />

niet meer te worden voortgegaan met de verstrekking<br />

<strong>van</strong> goudvisschen aan emigranten. Goudvisschen werden<br />

verkocht naar Benkoelen, Lebong, Moearobeliti, Tebingtinggi<br />

en Pager Alam. De prijs te pasar Kepahiang bedroeg<br />

voor 1000 visschen ter grootte <strong>van</strong> 5 c.M. f 10 a f 12,50, en<br />

voor 1000 visschen ter grootte <strong>van</strong> 10 a 15 c.M.. f 18 a f 20.<br />

.<br />

Nijverheid. Onder de emigranten bevinden zich een<br />

koper- en een ijzersmid met de noodige helpers. Daar deze<br />

lieden niet in staat zijn alleen door ahibachtswerk in hun<br />

dagelijksch onderhoud te voorzien, hebben ook zij irrigeerbare<br />

gronden in bewerking genomen en leggen evenals de<br />

, andere kolonisten koffie- en theetuinen aan.<br />

Wat ten aanzien <strong>van</strong> de prijzen der door hen geproduceerde<br />

1 voorwerpen in het verslag <strong>van</strong> 1912 is vermeld blijft <strong>van</strong><br />

kracht. »<br />

Kredietinstellingen. Met het doel een eind te maken aan<br />

den financieelen steun <strong>van</strong> gouvernementswege verleend aan<br />

emigranten die in behoeftige omstandigheden verkeeren. werd<br />

in 1912 in de kolonie Sempiang een desakredietbank opgericht.<br />

De bank, die met ingelegde gelden werkt, bezit thans<br />

een kapitaal <strong>van</strong> f 631,56. Het bankje wordt beheerd door den<br />

panghoeloe en het dorpshoofd. De administratie en gelden<br />

werden geregeld geïnsjiecteerd en zijn tot dusverre goed bevonden.


Bovendien k 11 iiII«*II kredietwaardige kolonisten geld*]] op-<br />

nemen bjj de districtskredietbank „Kepahiang", waar<strong>van</strong> nu<br />

ra dan gebruik werd gemaakt, Desa kredietbank werkt niet<br />

een kapitaal ran ruim f' 2000.<br />

Onderwijs. Voor de emigranten te Kepahiang en te Tjoe><br />

roeb bestaat voldoende gelegenheid hunne kinderen op de te<br />

genoemde? plaateen aenweaige gouvernementeeoliolen der<br />

2de klasse Ie doen onderwijzen, (ielijk liet vorige jaar reeds<br />

is gemeld beslaat tot dusverre bij de ou


ü<br />

afgeleid, dut de genomen euiigratieproef op onmiskenbare<br />

wijze met ei ii volledig lucces ia bekroond.<br />

De emigranten voelen giek in desa streken volkomen thuis,<br />

voorsien allen gebee] in bun eigen onderhoudt zijn in bei<br />

beul <strong>van</strong> eene goede woning mei ruin) erf, voldoende bouw»<br />

relden, ei»chvijven en uitgebreide koffie* en theeaanplantingen,<br />

beneveni andere gewassen, zoodat onvoorwaardelijk<br />

kan «orden getuigd dat liel beoogde doel, zil. ,,liet scheppen<br />

<strong>van</strong> eene gelegenheid om de emigranten door landl>ouw een<br />

zoo goed mogelijk en onafhankelijk bestaan te verschaffen",<br />

volkomen ia bereikt.<br />

V*O0rtl i> liet hier de plaa'ts te wijzen op den gunstigen<br />

invloed die de agronomisch beter ontwikkelde tëoendaneezen<br />

en Ja<strong>van</strong>en op de Eledjangen uitoefenen. W'aar de inheem-<br />

§che bevolking vroeger bijna uitsluitend haai rijst op ladangs<br />

teelde, gaat zij nu op voorbeeld der emigranten meer en meer<br />

er toe over sawahs aan te leggen en toont zij tevens door liet<br />

maken <strong>van</strong> visch vijvers de, niet de emigranten ingevoerde<br />

goudviachcultuur zeer o]i prijs te stellen.<br />

Aangezien de bij liet in hooide dezes aangehaald GoUV. lit.<br />

toegestane gelden tot een bedrag <strong>van</strong> 1' 20000 bijna geheel<br />

zijn besteed, behoort thans de vraag te worden overwogen of<br />

het wenechelijk is wederom gelden beschikbaar te (tellen voor<br />

de voortzetting der emigratieproef.<br />

u<br />

Volgem mijne zienswijze is het onnoodig en ook ongeweiischt<br />

meerdere gelden beschikbaar te stellen zoodia o])<br />

spontane wij/c eene emigratie <strong>van</strong> .lavaansche huisgezinnen<br />

naar deze streken is verkregen. Zoolang dit zich niet voordoet<br />

zal het noodzakelijk zijn de cmigraiitenkoloiiiëii dusdanig te<br />

bevolken, dat een krachtige kern gevormd wordt, die op de<br />

achtergebleven familieleden en landgenooten eene voldoende<br />

aantrekking uitoefent om eene spontane emigratie in het leven<br />

te roepen.<br />

Wel verhuisden in verslagjaar f mannen, I vrouwen en<br />

.'{ kinderen op eigen initiatief uit het Buitenaorgsche naar<br />

deze streken, doch dit heugelijk teil staat tot dusverre geheel<br />

op zich zelf. werd niet gevolgd door andere en kan bezwaarlijk<br />

worden aangemerkt als een ernstig bewijs, dat de emigratieproef<br />

het tijdperk 'Ier spontane emigratie is ingetreden.<br />

Ten einde voor deze streken dit desideratum te verwezenl<br />

ij ken, belmoren <strong>van</strong> staatswege de noodige fondsen beschikbaar<br />

te worden gesteld tot het verder bevolken der koloniën<br />

i met Javaansche gezinnen.<br />

Eepahiantr, 22 Februari <strong>1914</strong>.<br />

/>r Controleur <strong>van</strong> Rodjcng,<br />

(ir. ff.) SWAAB.


212/ 1846<br />

**> Qs*,<br />

D«. KRANDWOAN<br />

' ; '


stuwdam<br />

213/1847<br />

LEGENDA<br />

Jav. leiding.<br />

Desa'3 of kampongs<br />

Sawah's.<br />

TWEEDE EN DERDE IRRIGATIE-GEBIED.<br />

•5"<br />

c<br />

Behoort bij bijlage O <strong>van</strong> K.V. <strong>1914</strong>.


21 4/1848<br />

Sawah's.<br />

VIERDE IRRIGATIE-GEBIED.<br />

Behoort bij bijlage G <strong>van</strong> K.V.

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!