21.08.2013 Views

Alumnispecial - Technische Universiteit Eindhoven

Alumnispecial - Technische Universiteit Eindhoven

Alumnispecial - Technische Universiteit Eindhoven

SHOW MORE
SHOW LESS

Create successful ePaper yourself

Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.

Jaargang 16, <strong>Alumnispecial</strong> 2009<br />

MATRIX<br />

KWARTAALBLAD VAN DE TECHNISCHE UNIVERSITEIT EINDHOVEN<br />

<strong>Alumnispecial</strong><br />

Aukje Doornbos wilde eigenlijk medicijnen studeren<br />

Patrick Kaas verkiest glamour boven lijm en lood<br />

Gerard Vroomen: de échte fietsenmaker


Studiereis Zuid-Korea<br />

Hyundai, de grens tussen Noord en Zuid, kernreactoren, het vulkanische<br />

eiland Jeju-Do, Samsung en een verblijf in een boeddhistische tempel.<br />

Enkele indrukken uit het gevarieerde programma van een onvergetelijke<br />

studiereis. Het UFe maakte deze studiereis naar Zuid-Korea mogelijk, waar<br />

vijfendertig studenten Werktuigbouwkunde kostbare internationale<br />

ervaring hebben opgedaan. In een gevarieerd programma maakten ze<br />

kennis met de overweldigende cultuur en de wereldleidende techniek van<br />

dit Aziatische land.<br />

Met dank van de deelnemers aan de studiereis Zuid-Korea van<br />

Werktuigkundige Studievereniging Simon Stevin aan het UFe.<br />

Geen betere reclame dan een tevreden ´klant´.<br />

Internationale samenwerking is een belangrijk thema voor de TU/e.<br />

Een belangrijke impuls gaat uit van onze studenten die internationale<br />

studiereizen ondernemen en contacten leggen.<br />

Het UFe maakt zich hier sterk voor en sponsort deze reizen.<br />

Wilt u het Fonds steunen in deze ambitie?<br />

Ga voor meer informatie naar: www.ufeindhoven.nl<br />

en word sponsor of donateur.


Op zoek naar verloren alumni<br />

Bij de aanvang van het Academisch Jaar begin september telde<br />

onze universiteit 31.127 alumni. Daarvan zijn er 19.678 geregistreerd<br />

in Alumninet. Ingenieurs, die hier een vijfjarige opleiding<br />

of een variant daarvan hebben gevolgd. Bachelors, die na<br />

hun driejarige opleiding hun studie elders hebben voortgezet.<br />

En masters, die hier of aan een andere instelling hun bachelor<br />

hebben behaald en dan hier in totaal vijf of twee jaar gezeten<br />

hebben. Nominaal dan wel, want menig student doet er wel wat<br />

langer over. Ook al heb je aanleg, een technische studie blijft<br />

lastig. En laten we ook onze ontwerpers in opleiding en promovendi<br />

uit binnen- en buitenland niet vergeten.<br />

Vraag is waar de resterende 11.449 alumni verkeren? Statistisch<br />

gezien zal een aantal van hen onvermijdelijk zijn overleden,<br />

maar er blijft een grote groep over die we graag meer bij de<br />

TU/e willen betrekken, omdat we denken hen nog veel te kunnen<br />

bieden: een kennisnetwerk, state-of-the-art faciliteiten<br />

voor bijscholing, workshops en cursussen voor life long learning,<br />

mogelijkheden om onderlinge contacten te leggen, en<br />

Colofon<br />

<strong>Technische</strong> <strong>Universiteit</strong> <strong>Eindhoven</strong><br />

Communicatie Expertise Centrum<br />

Postbus 513<br />

5600 MB <strong>Eindhoven</strong><br />

www.tue.nl<br />

matrix@tue.nl<br />

Hoofdredactie<br />

Drs. Han Konings<br />

(040) 247 3330 / 2472961<br />

j.l.konings@tue.nl<br />

Medewerkers aan dit nummer<br />

Tim van Dorsten<br />

Sabine Geers<br />

Chriz van de Graaf<br />

Gertjan Harberink<br />

Ilse Hunink<br />

Tom Jeltes<br />

Ingrid Magilsen<br />

Frits van Otterdijk<br />

Meike Remmers<br />

Norbine Schalij<br />

Eindredactie en coördinatie<br />

VeertienElf Media, Tilburg<br />

Foto’s en illustraties<br />

Stijn van den Branden<br />

Marieke Duijsters<br />

Ector Hoogstad<br />

Dierk Hendriks<br />

Hilbert Krane<br />

Bart van Overbeeke<br />

Vormgeving<br />

Onnink Grafische Communicatie bv,<br />

Oudenbosch<br />

Druk<br />

E.M. de Jong, Baarle-Nassau<br />

Matrix wordt gemaakt door het<br />

Communicatie Expertise Centrum van de<br />

TU/e en verschijnt vier keer per jaar. Het<br />

blad wordt (na schriftelijk verzoek) kosteloos<br />

toegezonden aan TU/e-ingenieurs<br />

en aan scala van andere, externe relaties.<br />

Gehele of gedeeltelijke overname<br />

van artikelen uit Matrix is alleen toegestaan<br />

na overleg met de redactie en met<br />

bronvermelding. Voor het gebruik van de<br />

foto’s of andere illustraties is toestemming<br />

van de maker nodig.<br />

In dit nummer:<br />

4 Een hechte relatie<br />

tussen universiteit<br />

en alumni<br />

Jo van Ham<br />

8 ‘Ik wilde eigenlijk<br />

medicijnen studeren’<br />

Aukje Doornbos<br />

11 Berichtenpagina<br />

12 ‘Een sluitend<br />

bewijs geeft een<br />

stoot adrenaline’<br />

Arno Kuijlaars<br />

16 ‘In de bouwkunde<br />

kan ik mijn creativiteit<br />

kwijt’<br />

Joost Ector<br />

20 Bèta’s in de<br />

Tweede Kamer<br />

Martijn van Dam, Paulus<br />

Jansen en Antoinette<br />

Vietsch<br />

meer praktische voordelen zoals sportfaciliteiten, toegang tot<br />

de bibliotheek en korting op een aantal opleidingen. Natuurlijk<br />

krijgt ook de universiteit er wat voor terug. Onder het motto<br />

‘onze alumni zijn onze beste ambassadeurs’ is deze specifieke<br />

groep immers een optimale bron voor crowdsourcing. Een nog<br />

onderbenutte bron vol technologische expertise, bedrijfskennis<br />

en maatschappelijke inzichten. Duizenden betrokken alumni,<br />

die best een deel van hun tijd willen spenderen aan het actief<br />

meedenken met hun universiteit. Over innovatie van onderwijs<br />

en onderzoek en kennisvalorisatie bijvoorbeeld. De komende<br />

maanden gaan we daarom, samen met de faculteiten en alumniverenigingen,<br />

op zoek naar onze ‘verloren’ alumni. Kent u er<br />

nog? Elke tip is welkom.<br />

In deze alumnispecial van Matrix presenteren we u weer een<br />

breed en bont scala aan verhalen van mensen die net als u voor<br />

hun carrière hier het fundament hebben gelegd.<br />

24 ‘Mijn vakantie vier<br />

ik het liefst gewoon<br />

in Rijsbergen’<br />

Marieke Kleemans<br />

27 Berichtenpagina<br />

28 Onzinnige rituelen<br />

voor zinnige zaken<br />

Studentengezelligheidsvereniging<br />

VVVZ<br />

30 ‘Juist géén domme<br />

oppervlakkige<br />

mensen’<br />

Bastiaan en Marguerite<br />

Bergman<br />

32 Passie<br />

voor informatica<br />

Arnoud Engelfriet<br />

35 Berichtenpagina<br />

36 Terechte drager van<br />

titel ‘fietsenmaker’<br />

Gérard Vroomen<br />

Herman van Hoeven<br />

Directeur Alumni Office<br />

40 Liever onderzoeken<br />

dan ontwerpen<br />

Irene Joris<br />

42 ‘Mijn doel?<br />

Wereldkampioen in<br />

het enkelspel!’<br />

Bart Theelen<br />

44 ‘Een goed manager is<br />

niet alleen een baas<br />

maar ook een mentor’<br />

Josephine Schoolkate<br />

47 Berichtenpagina<br />

48 Naakt, erotica en<br />

glamour in plaats<br />

van lijm en lood<br />

Patrick Kaas<br />

52 Mens en natuur,<br />

verenigd in een fles<br />

Regina Meij<br />

M A T R I X / A L U M N I S P E C I A L / 2 0 0 9 3


Foto: Dierk Hendriks<br />

4<br />

VISIE<br />

EEN HECHTE RELATIE TUSSEN UNIVERSITEIT EN ALUMNI<br />

‘Dat is ons beider belang’<br />

Na een loopbaan van dertig jaar bij het ministerie van OCW, trad mr. Jo van Ham vorig jaar<br />

toe als derde lid van het College van Bestuur van de TU/e. Hij houdt zich bezig met financiën,<br />

huisvesting, personeelszaken, communicatie én het contact met alumni. Van Ham heet u welkom<br />

in deze uitgave voor alumni van de TU/e.<br />

M A T R I X / A L U M N I S P E C I A L / 2 0 0 9


Het collegelid filosofeert hardop over<br />

de relatie die alumni hebben met hun<br />

Alma Mater. ‘De huidige alumni kwamen<br />

meestal de universiteit binnen toen ze<br />

nog geen twintig waren. Vervolgens<br />

liepen ze hier rond gedurende zes, zeven<br />

jaar – da’s lang, zeker op die leeftijd.<br />

Geen onbelangrijke jaren ook. Het is de<br />

tijd dat je leert, je ontwikkelt, sociale<br />

contacten voor het leven aangaat en een<br />

fundament legt voor een loopbaan. Ik<br />

denk dat de binding met een universiteit<br />

daarom een vanzelfsprekende diepgang<br />

heeft. Alumni houden altijd een zekere<br />

belangstelling voor hun universiteit. Dit<br />

gevoel, die hechting – dat de TU/e úw<br />

universiteit is – willen wij graag versterken.<br />

Dat is in ons beider belang.’<br />

‘De TU/e is van oudsher geen universiteit<br />

die op zichzelf staat’, stelt Van Ham. ‘We<br />

kiezen al decennia voor een verbinding<br />

tussen enerzijds ons onderwijs en onderzoek<br />

en anderzijds de hightech maakindustrie,<br />

in de regio en ver daarbuiten.<br />

In die zin zijn wij zeer geïnteresseerd in<br />

waar mensen terecht komen in deze wereld.<br />

Hoe ontwikkelen loopbanen zich?<br />

Wat komt er van de alumni terecht? We<br />

krijgen dit steeds beter in beeld. In de<br />

eerste jaren werkt men vaak in de richting<br />

‘We zoeken nog<br />

ruim tienduizend<br />

alumni – en graag<br />

nog meer.’<br />

van de opleiding, maar al naar enkele<br />

jaren zie je afsplitsingen ontstaan. Dan<br />

gaat het contact met de universiteit ook<br />

wel eens verloren. Dat is jammer.’<br />

Meer contact met alumni<br />

Daarom vindt het bestuur van de TU/e<br />

dat de relatie met alumni nog steviger<br />

mag. ‘We hebben op dit moment contact<br />

met ongeveer zestig procent van onze<br />

alumni. Daar willen we tachtig procent<br />

van maken. We zoeken dus nog ruim tienduizend<br />

alumni – en graag nog meer. Dat<br />

is haalbaar, maar het is een hele opgave.<br />

Vraag daarom aan bekenden die ook aan<br />

de TU/e hebben gestudeerd of ze zich al<br />

hebben ingeschreven op Alumninet, onze<br />

site voor alumni.’<br />

Het Alumnibureau start dit najaar in<br />

samenwerking met de faculteiten een<br />

actie om het aantal inschrijvingen bij<br />

Alumninet te vergroten. Op die portal<br />

komen alumni samen. U beschikt er over<br />

een eigen, persoonlijke pagina, waarop<br />

leven en loopbaan aan bod komt. Er<br />

worden foto’s getoond, contacten met<br />

studiegenoten gelegd en activiteiten georganiseerd<br />

door alumniverenigingen en<br />

het Alumnibureau. Dat bureau heeft<br />

overigens een nieuwe directeur: drs.<br />

Herman van Hoeven.<br />

Het contact tussen TU/e en alumni is<br />

overduidelijk hechter geworden, maar<br />

de ambities rijken verder. Zo denkt Van<br />

Ham na over een communicatienetwerk<br />

voor alumni. ‘De natuurlijke binding voor<br />

alumni verloopt meestal via de faculteit.<br />

Dat is primair de plek waar relaties liggen.<br />

Daarom zullen deze netwerken op het<br />

niveau van faculteiten worden georganiseerd.’<br />

Daarnaast kunnen op centraal<br />

niveau activiteiten worden georganiseerd,<br />

liefst aansluitend op al bestaande TU/eevenementen.<br />

Zoals onlangs op de<br />

Publieksdag van de TU/e, toen 5000<br />

M A T R I X / A L U M N I S P E C I A L / 2 0 0 9 5


Foto: Dierk Hendriks<br />

6<br />

VISIE<br />

mensen de universiteit bezochten. Een<br />

deel van hen is alumnus. Vaders die hun<br />

kinderen laten zien wat hier gebeurt en<br />

waar ze hebben gestudeerd. Die dag<br />

organiseerde het Alumnibureau een<br />

VIP-ontvangst voor TU/e-alumni aan de<br />

faculteit Werktuigbouwkunde. Daaraan<br />

namen 500 mensen deel en niet alleen<br />

werktuigbouwkundigen. ‘Van dit soort<br />

initiatieven kunt u er in de toekomst<br />

meer verwachten. Er wordt hier zo veel<br />

georganiseerd; dat is vaak heel leuk en<br />

leerzaam voor alumni.’<br />

Een voorbeeld waarbij gebruik wordt<br />

gemaakt van alumni, is het initiatief om<br />

ervaren ondernemers te laten helpen bij<br />

het opzetten van nieuwe bedrijfjes aan<br />

de TU/e. De laatste jaren zien steeds<br />

meer technostarters het levenslicht.<br />

Veelal jonge mensen gaan aan de slag<br />

met een eigen idee of een vinding van<br />

de universiteit, waarbij ze met jeugdig<br />

enthousiasme de markt bestormen.<br />

‘We hebben natuurlijk een groot aantal<br />

alumni die ervaring hebben als ondernemer.<br />

Zij kunnen onze studenten helpen<br />

met kennis, ervaring, coaching, een netwerk<br />

en/of middelen om de onderneming<br />

meer kans te geven. En als u zich voelt<br />

aangesproken als ondernemer, dan moet<br />

u zeker contact met ons opnemen.’<br />

TU/e-ambassadeurs<br />

Een belangrijke nieuwe groep alumni zijn<br />

de buitenlandse studenten. Steeds meer<br />

studenten van elders komen hier naartoe,<br />

meestal voor hun masteropleiding.<br />

Maar ook promotieplaatsen worden in<br />

hoge mate ingevuld door buitenlanders.<br />

Deze mensen werken vaak eerst een<br />

periode in Nederland, maar daarna gaan<br />

ze ook direct of op termijn terug naar<br />

hun eigen land. ‘Dat is bijzonder interessant,<br />

want zij zijn de ambassadeurs van<br />

de TU/e in het buitenland. En het zijn<br />

goede en enthousiaste vertegenwoordigers,<br />

omdat ze meestal trotser zijn op<br />

de TU/e dan de Nederlandse student.<br />

Voor een Nederlander is de TU/e één van<br />

de universiteiten in zijn land. Voor een<br />

buitenlander is het dé universiteit die<br />

zorgvuldig is gekozen en waarvoor flink<br />

is betaald om er te studeren. Een studie<br />

aan de universiteit van jouw eerste keuze<br />

maakt je trots. Wij doen onze best om<br />

contact met deze alumni te houden en te<br />

hervinden.’<br />

Andere ambassadeurs zijn natuurlijk de<br />

M A T R I X / A L U M N I S P E C I A L / 2 0 0 9<br />

vele succesvolle alumni, waarvan sommigen<br />

heel nadrukkelijk aanwezig zijn<br />

in het maatschappelijk leven. Zoals ir.<br />

Marijn Dekkers, die vanaf oktober 2010<br />

de nieuwe topman is van farmaceut<br />

Bayer. ‘Maar we hebben er nog wel een<br />

paar, hoor: technisch bedrijfskundige<br />

ir. Piet van Schijndel is sinds 2002 lid<br />

van de Raad van Bestuur Rabobank, ir.<br />

Gerard Kleisterlee van Philips natuurlijk,<br />

ir. Rokus van Iperen is president bij Océ<br />

en tevens de nieuwe voorzitter van onze<br />

Raad van Toezicht en bouwkundige dr.ir.<br />

René van der Bruggen van Imtech. Met<br />

mensen zoals hen willen we graag een<br />

ambassadeursnetwerk oprichten. Zij<br />

kunnen ons helpen om het goede imago<br />

van de TU/e uit te dragen en zo gezicht<br />

geven aan deze universiteit. Veel van<br />

onze succesvolle alumni zijn natuurlijk<br />

al bij ons betrokken. Neem Gerard<br />

Kleisterlee, jarenlang voorzitter Raad van<br />

Toezicht. Dat hij zo’n functie bekleedt<br />

aan de TU/e is natuurlijk geen toeval. Hij<br />

heeft een band met deze instelling en wil<br />

zich daar graag voor inzetten. Hetzelfde<br />

geldt voor Van Iperen. Hij kent de sfeer,<br />

het onderzoek, de gebouwen. Dat praat<br />

gewoon wat gemakkelijker. Maar er zijn


‘De TU/e is van oudsher geen<br />

universiteit die op zichzelf staat.’<br />

veel meer alumni die iets voor ons kunnen<br />

betekenen – ook als ze geen CEO<br />

zijn.’<br />

Fondsenwerving<br />

Een nieuw idee van Van Ham is het werven<br />

van fondsen onder alumni. Van de<br />

TU/e-begroting van 280 miljoen komen<br />

slechts enkele tientallen miljoenen uit<br />

private financiering, voornamelijk onderzoeksprojecten<br />

in samenwerking met<br />

de industrie. Daarom denkt het College<br />

van Bestuur erover na of het naast de<br />

krimpende rijkssubsidie andere bronnen<br />

kan aanboren. ‘Ik was enige tijd geleden<br />

bij de universiteiten van Berkeley en<br />

Stanford, twee instellingen van wereldniveau.<br />

Die zijn voor een groot deel<br />

afhankelijk van gelden van derden. In<br />

het geval van Berkeley komt ongeveer de<br />

helft van de overheid, bij Stanford niks.<br />

Aan beide universiteiten zie je dat alumni<br />

zeer bereid zijn om als individu bij te dra-<br />

gen aan de ontwikkeling van de universiteit.<br />

Het idee daarachter is: terugbetalen<br />

aan de samenleving en teruggeven aan<br />

jouw universiteit.’<br />

‘De mentaliteit in Nederland is anders’,<br />

zegt Van Ham. ‘Onderwijs zien wij als<br />

overheidstaak. Dat doen we collectief.<br />

Dat geldt overigens ook voor de gezondheidszorg,<br />

dat is een overheidstaak.<br />

Echter, op hetzelfde moment geven we<br />

wel aan doelen als het Liliane Fonds en<br />

de Kankerstichting. Je ziet dit ook bij<br />

sport en milieu, daar hebben we als individuen<br />

veel voor over.’<br />

Van Ham zou het toejuichen wanneer<br />

onderwijs, kennisontwikkeling en vooruitgang<br />

ook thema’s worden waarvoor<br />

mensen zich persoonlijk verantwoordelijk<br />

voelen. ‘Dat ze ons helpen om<br />

onze taak nog beter te volbrengen. Dat<br />

kan in de vorm van geld, maar ook in<br />

de vorm van samenwerkingen in onder-<br />

zoeksprojecten of het schenken van een<br />

onderzoeksfaciliteit. Je organiseert dit<br />

niet van de een op de andere dag; het is<br />

een cultuuromslag. Het is echter niet de<br />

cultuur van de universiteit om de hand in<br />

de samenleving op te houden – dat doen<br />

we alleen bij de overheid. Daarbij moet je<br />

weten dat er aan de Amerikaanse universiteiten<br />

dagelijks honderden mensen<br />

bezig zijn met het werven van de<br />

fondsen. Dat is netwerken op diners<br />

en recepties en glasheldere contracten<br />

sluiten. Je moet ook zorgen dat de gevers<br />

weten wat we met het geld doen, transparantie<br />

is in fondsenwerving van groot<br />

belang. Het vraagt inspanning en een<br />

nieuwe mentaliteit, maar we zijn serieus<br />

bezig met dit idee.’<br />

Het zal een lastige klus worden voor de<br />

universiteit, dat is zeker, maar we<br />

moeten ons volgens Van Ham realiseren<br />

dat de TU/e nu al uitstekend presteert in<br />

het binnenhalen van onderzoeksprojecten<br />

waaraan door het bedrijfsleven wordt<br />

meebetaald, de zogenaamde derde geldstroom.<br />

‘Wanneer je alle universiteiten<br />

vergelijkt, dan doen we dit misschien het<br />

best van heel Nederland. Dat is bemoedigend.’<br />

M A T R I X / A L U M N I S P E C I A L / 2 0 0 9 7<br />

Foto: Dierk Hendriks


8<br />

LOOPBAAN<br />

‘Ik wilde<br />

eigenlijk<br />

medicijnen<br />

studeren’<br />

Ze heeft bijnamen als ‘Yup van het Jaar’ en<br />

‘Business Babe’. Maar TU/e-alumna Aukje<br />

Doornbos (Scheikundige Technologie), in<br />

maart verkozen tot Young Professional of the<br />

Year 2009 voor haar werk bij chemieconcern<br />

DSM, blijft bescheiden onder alle aandacht. ‘Ik<br />

doe maar gewoon mijn werk.’<br />

Aukje Doornbos – witte skinny jeans, ballerina’s en haar bedrijfsfiets<br />

aan de hand – haalt haar schouders op als het gaat<br />

over de dalende kwartaalcijfers van haar werkgever DSM. Het<br />

chemieconcern in Geleen, met wereldwijd meer dan 23.000<br />

werknemers, voerde in 2009 verschillende herstructeringsmaatregelen<br />

door. Zoals zoveel bedrijven, merkt ook DSM dat klanten<br />

minder afnemen als gevolg van de recessie, licht de Limburgse<br />

toe. ‘Maar we zijn niet de enige en we draaien in ieder geval<br />

nog geen verlies.’ Een nuchtere, optimistische verklaring en<br />

typerend voor Doornbos. Mede dankzij deze houding werd zij in<br />

maart uitgeroepen tot ‘Young Professional of the Year’.<br />

Een hoop staal<br />

Doornbos, die geboren werd in Geleen, groeide op met de fabrieken<br />

van de voormalige Staatsmijnen. Het indrukwekkende<br />

fabrieksterrein – je doet er een uur over om van de ene naar de<br />

andere kant te fietsen – prikkelde al vroeg haar fantasie. ‘Altijd<br />

als we er vroeger langsreden, dacht ik: “Wow, wat een hoop<br />

staal.” Ik vroeg me af wat daar gemaakt werd.’ Dat ze er nu<br />

werkt, is eigenlijk toeval. ‘Ik wilde medicijnen gaan studeren.<br />

Maar ik werd uitgeloot. Omdat ik goed was in exacte vakken,<br />

ben ik maar een kijkje gaan nemen bij de TU/e. Toen kwam ik<br />

erachter, dat ik met de studie Scheikundige Technologie bij die<br />

grote fabrieken kon gaan werken.’<br />

Als procestechnoloog is Doornbos nu verantwoordelijk voor het<br />

productieproces in zeven van de meer dan vijftig fabrieken. DSM<br />

maakt producten die worden gebruikt in verschillende eindmarkten,<br />

zoals de voedingsindustrie, de bouw en de<br />

geneesmiddelenindustrie. Via de controlekamer houdt<br />

M A T R I X / A L U M N I S P E C I A L / 2 0 0 9<br />

Foto: Dierk Hendriks<br />

Aukje Doornbos: ‘Voorlopig zit ik hier helemaal op mijn plek.’<br />

Doornbos continu de veiligheid van het proces in de gaten.<br />

Daarnaast is het haar taak de uitstoot van vervuilende stoffen<br />

tot een minimum te beperken. Eerder werkte ze op de afdeling<br />

Research & Development. ‘Maar ik ben niet iemand van de<br />

diepte. Ik wil graag snel resultaat en ben toepassingsgericht.’<br />

Doornbos overlegde met haar werkgever en kon aan de slag als<br />

procestechnoloog. Geen typische negen-tot-vijf-baan. Doornbos<br />

legt uit: ‘Onlangs hadden we een te hoog gehalte van een bijproduct<br />

in een eindproduct. Dan kun je niet om vijf voor vijf zeggen:<br />

“Ik ga naar huis.” Toen hebben we alle parameters, zoals<br />

temperatuur, ijzergehalte en menging nagekeken en zijn we<br />

gaan wegstrepen.’ Pas na anderhalve week vonden Doornbos<br />

en haar collega’s het probleem. ‘Dat is ernstig lang. Meestal proberen<br />

we toch wel in vier tot zes uur de oorzaak te vinden.’


‘Er lopen al genoeg<br />

blablafiguren rond.’<br />

Soms moet Doornbos besluiten om een fabriek stil te leggen.<br />

Een dergelijke beslissing is niet makkelijk, geeft ze toe. ‘In mijn<br />

werk moet je goed met druk kunnen omgaan en vooral snel<br />

analytisch denkwerk kunnen verrichten. Dat heb ik te danken<br />

aan de TU/e. Ik heb vanochtend nog een warmteoverdrachtscoëfficiënt<br />

berekend. Dat doe ik dan niet tot drie cijfers achter<br />

de komma nauwkeurig, maar ik maak een grove ‘dikke duim<br />

berekening’ op een hoekje van de krant. Geleerd van professor<br />

Drinkenburg’, herinnert ze zich lachend. ‘Als student kon ik me<br />

niet voorstellen, dat ik zo weinig tijd zou hebben. Maar meneer<br />

Drinkenburg heeft toch gelijk gekregen!’<br />

Blabla<br />

Als de fabrieken rustig draaien en er zich geen problemen voordoen,<br />

werkt Doornbos aan diverse projecten om de productiecapaciteit<br />

van de fabrieken te vergroten. Hiervoor onderhoudt<br />

ze nauw contact met de werknemers die dagelijks in de fabrieken<br />

staan. ‘Ik vind het belangrijk om mezelf regelmatig te laten<br />

zien op de werkvloer en probeer altijd naar de werknemers te<br />

luisteren. Ik weet nog dat ik diezelfde toegankelijkheid op de<br />

TU/e heel prettig vond. De professoren kenden je bij naam en<br />

gaven voldoende sturing en begeleiding. Daardoor voelde ik me<br />

M A T R I X / A L U M N I S P E C I A L / 2 0 0 9 9


Foto: Dierk Hendrikx<br />

1 0<br />

LOOPBAAN<br />

er snel thuis.’ Toch was de overstap van de middelbare school<br />

naar de TU/e niet makkelijk. Doornbos vertelt: ‘Mijn vriendinnen<br />

waren echte alfameisjes. Ik was de enige die naar <strong>Eindhoven</strong><br />

ging.’ Maar Doornbos raakte vervolgens nauw betrokken bij<br />

haar studievereniging Japie en was vicevoorzitter van haar dispuut<br />

Kekulé. ‘Het was een heel plezierige tijd. Ik heb niet alleen<br />

veel inhoudelijke kennis opgedaan, maar heb ook als persoon<br />

heel veel geleerd. Ik denk ook dat de TU/e dat type mensen<br />

aantrekt. Het zijn nuchtere studenten die naar <strong>Eindhoven</strong> gaan.<br />

Ik merk dat die nuchterheid wordt gewaardeerd in het bedrijfsleven.<br />

Er lopen al genoeg van die blablafiguren rond.’<br />

Rode wangen<br />

Haar toegankelijkheid en eerlijkheid leverden Doornbos in<br />

Young Professional of the Year<br />

De Young Professional of the Year Award is een initiatief van<br />

Volkskrant Banen en ICA (InterCompany Association), een overkoepelende<br />

organisatie voor jongerenverenigingen van grote bedrijven. Alle<br />

deelnemende bedrijven mogen een kandidaat afvaardigen. Die wordt<br />

middels een interne verkiezing gekozen. De kandidaten moeten minstens<br />

een jaar werkervaring hebben en uitblinken in hun vakgebied.<br />

Daarnaast moeten ze een groot draagvlak hebben binnen hun bedrijf.<br />

Het doel van de award is om jonge talenten met elkaar in contact<br />

te brengen. De YPY Award is een jaarlijks terugkerende verkiezing<br />

en werd dit jaar voor de tweede keer gehouden. Behalve Doornbos<br />

waren ook TU/e-alumni Rob Augusteijn en Bas Klerkx genomineerd.<br />

Voor meer informatie gaat u naar www.youngprofessionaloftheyear.nl.<br />

M A T R I X / A L U M N I S P E C I A L / 2 0 0 9<br />

maart de titel Young Professional of the Year op, een wedstrijd<br />

georganiseerd door Volkskrant Banen en ICA. Tweeëntwintig<br />

jonge werknemers – onder meer werkzaam bij ABN AMRO, Delta<br />

Lloyd en KPN – waren drie maanden lang op campagnepad.<br />

Zowel het publiek, dat kon stemmen via internet, als de vakjury<br />

was lovend over Doornbos. Ze won een weekend weg, een<br />

TomTom, een maatpak en een jaar lang een personal coach. ‘Ik<br />

geniet van alles wat er gebeurt en wat ik meemaak. Maar het<br />

voelt raar om al die eer te krijgen voor het feit dat ik gewoon<br />

mijn werk doe’, vertelt ze bescheiden over haar overwinning.<br />

Dat zelfs de echtgenotes van DSM-medewerkers haar hun steun<br />

betuigden, verbaast haar oprecht. ‘Daar krijg ik helemáál rode<br />

wangen van! Al die aandacht is leuk en de award is fantastisch,<br />

maar op een gegeven moment is het ook wel weer klaar. Ik ben<br />

er toch het meest trots op dat ik gewoon mezelf ben gebleven.<br />

Ik behandel mensen zoals ik zelf ook behandeld wil worden.’<br />

Van haar vrouw-zijn wil ze verder geen issue maken – ondanks<br />

dat er bij DSM meer dan negentig procent mannen werken.<br />

‘Maar ik snap wel dat die vraag altijd wordt gesteld. Voor mij is<br />

het heel normaal.’<br />

Praktijkvoorbeelden<br />

Met de TU/e heeft Doornbos voor altijd een band. ‘Ik ben er<br />

trots op dat ik aan die universiteit heb gestudeerd. Dat mag<br />

iedereen weten.’ Spijt dat het geen studie medicijnen is geworden,<br />

heeft ze niet. Op de lange termijn zou Doornbos plantmanager<br />

willen worden. Dat wil zeggen dat ze echt de leiding heeft<br />

over de fabrieken. Maar een (gast)docentschap bij de TU/e<br />

sluit ze ook niet uit. ‘Als ze ooit eens met iets komen, zou ik dat<br />

hartstikke leuk vinden’, laat ze doorschemeren. ‘Ik heb best veel<br />

praktijkvoorbeelden die wellicht voor studenten interessant zijn.<br />

Maar voorlopig zit ik hier helemaal op mijn plek!’


Alumni<br />

Berichtenpagina<br />

ARCHITECT MARTIEN<br />

JANSEN WINT BNA-PRIJS<br />

Een ontwerp van ir. Martien Jansen (1950),<br />

die in 1978 aan de TU/e afstudeerde als<br />

bouwkundig ingenieur, werd in mei dit jaar<br />

bekroond met de BNA-prijs Gebouw van het<br />

Jaar 2009. Jansen, directeur van Studio M10 in<br />

<strong>Eindhoven</strong>, maakte het winnende ontwerp voor<br />

de Oostvaarderskliniek voor tbs-veroordeelden<br />

in Almere. De prijs wordt jaarlijks door de Bond<br />

van Nederlandse Architecten (BNA) uitgereikt.<br />

Een jury onder leiding van TU/e-alumnus ir. Jo<br />

Coenen, die in 2007 zelf winnaar was van de<br />

BNA-prijs met de <strong>Eindhoven</strong>se Vesteda-toren,<br />

gaf aan dat het knap is dat Jansen een ‘menselijk<br />

gebouw’ heeft weten te realiseren dat<br />

‘in sterke mate bijdraagt aan een gevoel van<br />

welbevinden en herstel’. Jansen zelf vond het<br />

enigszins bizar om voor een dergelijk gebouw<br />

in de bloemetjes te worden gezet. Het maken<br />

van het ontwerp was volgens hem een uitdaging,<br />

omdat er gewerkt moest worden met<br />

een grote hoeveelheid veiligheidsmaatregels.<br />

Daarnaast bevat het ontwerp diverse technische<br />

innovaties op het gebied van bouwmateriaal,<br />

zoals bijvoorbeeld werken met versterkt<br />

glas. De visie van de kliniek is gevat in de woorden<br />

‘licht’, ‘lucht’ en ‘zicht’.<br />

Studio M10 werkt veel in de Randstad, maar<br />

voelt zich erg thuis in <strong>Eindhoven</strong>. In <strong>Eindhoven</strong><br />

zelf ontwierp men onder meer het nieuwe<br />

onderkomen van de faculteit Scheikundige<br />

Technologie, Helix. Studio M10 is opgericht<br />

in 1996 en vanaf 2004 gevestigd in de Witte<br />

Dame. Daarvoor was Jansen tien jaar verbon-<br />

TU/e-ALUMNUS WINT SIMON STEVIN GEZELPRIJS<br />

Ir. Rick Scholte heeft begin oktober de Simon<br />

Stevin Gezelprijs 2009 van STW gewonnen.<br />

Tijdens het jaarcongres van de technologiestichting<br />

versloeg Scholte met zijn presentatie<br />

‘Sound Imaging voor een stillere leefomgeving’<br />

twee andere genomineerde promovendi<br />

uit Delft en Twente. Het publiek beoordeelde<br />

hen op kwaliteiten als wetenschappelijke<br />

excellentie, het communicatieve vermogen<br />

om mensen het belang van hun onderzoek<br />

te laten inzien en een actieve bijdrage aan<br />

de toepassing van de onderzoeksresultaten.<br />

Scholte promoveerde in 2008 aan de faculteit<br />

Martien Jansen (rechts) licht zijn ontwerp toe.<br />

den als architect aan OD 205 en onder andere<br />

verantwoordelijk voor projecten als de universiteitsbibliotheek<br />

en het collegezalengebouw<br />

in Tilburg, de belastingkantoren in Helmond en<br />

Heerlen en het Rijksmuseum voor Volkenkunde<br />

in Leiden.<br />

TU/e-ALUMNUS TOPMAN BIJ BAYER<br />

Dr.ir. Marijn Dekkers, die in 1981 afstudeerde<br />

aan de faculteit Scheikundige Technologie en<br />

daar vier jaar later ook promoveerde, treedt in<br />

oktober 2010 aan als nieuwe topman van het<br />

Duitse farmacie- en chemieconcern Bayer in<br />

Leverkusen. Op dit moment is Dekkers (51) nog<br />

bestuursvoorzitter van het Amerikaanse bedrijf<br />

Thermo Fisher Scientific (TFS), leverancier van<br />

laboratoriumapparatuur en -benodigdheden.<br />

Bij Bayer gaat Dekkers leiding geven aan een<br />

bedrijf met een jaaromzet van 32,9 miljard euro<br />

Werktuigbouwkunde. Zijn onderzoek richtte<br />

zich op sound imaging, het in beeld brengen<br />

van geluid. Met behulp van een meetrobot<br />

wordt zeer nauwkeurig een geluidsbron opgespoord.<br />

Het biedt ontwerpers de gelegenheid<br />

om het ontwerp aan te passen, waardoor een<br />

irritant geluid verdwijnt of in ieder geval minder<br />

wordt. Scholte heeft inmiddels zijn eigen<br />

bedrijf Sorama opgericht.<br />

STW kent de titel Simon Stevin Gezel jaarlijks<br />

toe aan een veelbelovende jonge onderzoeker<br />

die het jaar ervoor gepromoveerd is op een<br />

STW-project, en die een bijdrage heeft gele-<br />

en ruim 100.000 werknemers. Hij wordt de<br />

eerste topman die niet uit het bedrijf zelf komt<br />

en ook de eerste buitenlander. In januari 2010<br />

treedt hij toe tot het bestuur en gaat hij eerst<br />

leiding geven aan de divisie Bayer Healthcare.<br />

Tien maanden later volgt hij dan de zittende<br />

topman Werner Wenning op.<br />

verd aan de valorisatie van de resultaten uit<br />

het promotieonderzoek.<br />

M A T R I X / A L U M N I S P E C I A L / 2 0 0 9 11


Foto: Fotostijn<br />

1 2<br />

LOOPBAAN<br />

‘Een sluitend<br />

bewijs geeft<br />

een stoot<br />

adrenaline’<br />

Na vele omzwervingen in dienst van de wetenschap kwam prof.dr.ir. Arno Kuijlaars (1963)<br />

in 1998 terecht aan de Katholieke <strong>Universiteit</strong> Leuven. Daar werkt hij als ‘gewoon<br />

hoogleraar’ aan het Departement Wiskunde. In de rust van een tijdloze omgeving<br />

en met een vergezicht over de bomen van het Heverleebos.<br />

Vijfde etage, Departement Wiskunde,<br />

Leuven. De donkere gangen van het<br />

universiteitsgebouw aan de rand van<br />

Leuven zien er – deze warmste dag van<br />

augustus – uit, alsof ze de afgelopen<br />

tientallen jaren nauwelijks zijn veranderd.<br />

Er komt op de prikborden hooguit<br />

soms een foto bij of er valt een poster<br />

Arno Kuijlaars: ‘Erkenning geeft energie.’<br />

naar beneden. Op de kamerdeur naast<br />

die van de Nederlandse wiskundige is<br />

een sticker, een klever in het Vlaams, geplakt.<br />

‘I love approximation theory’, staat<br />

er te lezen. Het vroegere vakgebied van<br />

Kuijlaars.<br />

Als jongen uit Valkenswaard ging hij na<br />

zijn middelbare school, bijna als vanzelf-<br />

M A T R I X / A L U M N I S P E C I A L / 2 0 0 9<br />

sprekend, naar de TU in <strong>Eindhoven</strong>. In<br />

de loop van de jaren kwam hij erachter<br />

dat de techniek hem minder boeide.<br />

Het ging hem vooral om de wiskunde.<br />

Toepassingen heeft het vak van zijn bewondering<br />

niet nodig. Na zijn doctoraal<br />

in 1987 ging hij voor een promotie naar<br />

Utrecht, de fundamentele wiskunde


‘Ik wilde in<br />

de wiskunde<br />

nieuwe dingen<br />

ontdekken.’<br />

tegemoet. Daarna deed hij als postdoc<br />

onderzoek in Amsterdam, de Verenigde<br />

Staten en Hong Kong. Ruim tien jaar geleden<br />

kwam hij terecht bij de Katholieke<br />

<strong>Universiteit</strong> Leuven.<br />

In deze romantische universiteitsstad<br />

ging het snel: Kuijlaars kwam binnen als<br />

gastdocent, kreeg een aanstelling als<br />

hoofddocent en werd hoogleraar. Nu is hij<br />

‘gewoon hoogleraar’, in België één graad<br />

hoger dan ‘hoogleraar’. Leuven past bij<br />

hem, zegt hij. ‘Het is een relaxte omgeving.<br />

In Amsterdam heerst een andere<br />

mentaliteit. Niet vervelend, maar ik ben<br />

een jongen van het zuiden. Daarbij krijg<br />

ik hier alle kansen: men heeft vertrouwen<br />

in mij, dat is prettig.’ In het accent van<br />

Kuijlaars galmt ook al het timbre van de<br />

Vlaming door; het gedempt volume, de<br />

begeleidende bescheiden glimlach.<br />

Kuijlaars vertelt over het plezier dat de<br />

wiskunde hem schenkt. Al was zijn keuze<br />

voor wetenschap niet altijd duidelijk<br />

omlijnd. ‘Ik wilde in de wiskunde nieuwe<br />

dingen ontdekken. Maar een keuze voor<br />

wetenschap is ook een gok: je weet niet<br />

of een goede onderzoeksplaats zich<br />

aandient. Een leven in de wetenschap<br />

is daarom lastig te plannen; je hebt wat<br />

geluk nodig. In mijn begintijd ging men<br />

ook veelvuldig naar het buitenland,<br />

omdat de vacatures in Nederland schaars<br />

waren.’<br />

Hij begon zijn loopbaan in de potentiaaltheorie,<br />

vervolgde in Amsterdam met de<br />

approximatietheorie en houdt zich nu<br />

bezig met kansrekening en mathematische<br />

fysica. Hij doet onderzoek naar de<br />

eigenwaarden van grote random<br />

matrices. Met de centrale vraag: ‘Hoe<br />

gedragen de eigenwaarden zich, wanneer<br />

de matrix steeds groter wordt? Een<br />

typisch gedrag is dat er afstoting plaatsvindt<br />

tussen de eigenwaarden van de matrix:<br />

ze komen nooit heel dicht bij elkaar.<br />

De afstoting gebeurt steeds regelmatiger<br />

naarmate de afmetingen van de matrix<br />

toeneemt. Kort gezegd: hoe groter de<br />

matrix, hoe eenvoudiger de analyse van<br />

het model.<br />

Anderzijds zijn er uitzonderingen, de interessante<br />

verschijnselen die zijn aandacht<br />

opeisen. Met een internationaal gezelschap<br />

van promovendi en postdocs –<br />

ongeveer tien in totaal – doet de ‘gewoon<br />

hoogleraar’ zijn onderzoek. Het is een<br />

onderzoek waar mondiaal behoorlijk wat<br />

groepen mee bezig zijn en waarin veel<br />

ontwikkelingen plaatsvinden. ‘Onlangs<br />

was er nog een belangrijke doorbraak,<br />

maar helaas niet in onze groep. Ik heb<br />

begrippen en technieken toegevoegd om<br />

problemen te beschouwen. Het meest<br />

trots ben ik op een methode, waarbij je<br />

twee matrices aan elkaar koppelt.’<br />

Kick<br />

Het is abstracte wiskunde: je kunt er niet<br />

direct een toepassing voor bedenken, al<br />

M A T R I X / A L U M N I S P E C I A L / 2 0 0 9 13


Foto: Fotostijn<br />

1 4<br />

LOOPBAAN<br />

wordt het wel gebruikt in de financiële<br />

wiskunde. Maar dat is voor Kuijlaars<br />

minder belangrijk. Het genoegen is simpelweg<br />

ermee bezig te zijn. ‘Het vinden<br />

van verbanden, het bewijzen van stelling<br />

– wiskundigen bewijzen stellingen, dat is<br />

ónze taak. Je geeft een logische redenering,<br />

een sluitend bewijs waar geen speld<br />

tussen is te krijgen. Als dat lukt en je<br />

vindt zo’n bewijs, dan geeft dat een kick.’<br />

Waar vindt u, geografisch gesproken,<br />

zo’n bewijs?<br />

‘Thuis, op de fiets of op de bank. Dat kan<br />

Personalia<br />

elk moment gebeuren. Je herkent het direct:<br />

het geeft een stoot adrenaline.’<br />

Wilt u dan snel naar een pen en papier<br />

om het op te schrijven?<br />

‘Sommige mensen hebben hiervoor een<br />

kladblok naast hun bed liggen. Ik niet:<br />

als het echt belangrijk is, onthoud ik het<br />

wel.’<br />

Kunt u als wetenschapper zonder een publiek<br />

van vakgenoten?<br />

‘Het grootste plezier is om het idee uit te<br />

werken en anderen ermee te verbazen.<br />

Arnoldus Bernardus Jacobus (roepnaam: Arno) Kuijlaars werd geboren in 1963. De Nederlandse<br />

wiskundige is vooral bekend vanwege zijn bijdrage met betrekking tot de approximatietheorie.<br />

Hiervoor ontving hij in 1998 de driejaarlijkse Popovprijs. Tegenwoordig is hij werkzaam aan de<br />

Katholieke <strong>Universiteit</strong> van Leuven.<br />

M A T R I X / A L U M N I S P E C I A L / 2 0 0 9<br />

Die erkenning geeft energie, ik heb het<br />

nodig.’<br />

Hoe lang duurt het: van het moment van<br />

inzicht op de fiets en de erkenning van de<br />

omgeving?<br />

‘Daar kan een jaar tussen zitten. Je moet<br />

eraan werken het bewijs te beschrijven.’<br />

Dus in dat ene moment op de fiets past<br />

een gedachte, die zich uitstrekt tot een<br />

jaar werk?<br />

‘Ja, maar soms blijkt het ook niet te kloppen.<br />

Dan krijg ik wél een speld tussen het<br />

bewijs en stop ik. Of het is een aanleiding<br />

om in een andere richting te zoeken. Dan<br />

begint het weer van voor af aan.’<br />

Is dit bedenken van een bewijs en dit<br />

uitwerken tot een artikel het levensritme<br />

van de wetenschapper?<br />

‘In zeker zin wel, het is de dagelijkse<br />

onderzoekspraktijk – al moet ik ook<br />

lesgeven, studenten begeleiden en vergaderen.’<br />

Neemt het aantal momenten waarop u<br />

tot inzichten komt toe naarmate u ouder<br />

wordt?<br />

‘Veel belangrijk werk in de wetenschap<br />

wordt gedaan door jonge mensen. Ik ben<br />

van middelbare leeftijd en daarmee in de<br />

wetenschap misschien al een oude man.<br />

Toch is een belangrijker probleem dat je<br />

als hoogleraar steeds minder tijd hebt om<br />

nutteloos bezig te zijn. Gewoon een week<br />

zonder direct nut doorbrengen. Als promovendus<br />

heb je tijd om op onderzoek<br />

te gaan. Je kunt dan de mogelijkheden<br />

aftasten en ontdekken wat niet werkt. Die<br />

tijd heb ik niet meer, dat kan ik me niet<br />

meer veroorloven.’<br />

Dus met uw hoogleraarschap, en de daarbij<br />

komende drukte, bent u direct een<br />

minder goede wetenschapper geworden?<br />

‘Ik teer meer op mijn ervaring. Ik ken<br />

technieken en die pas ik nu toe. Ervaring<br />

weegt zwaar in de wetenschap. Maar:<br />

volgend jaar heb ik een sabbatical om<br />

nutteloos bezig te zijn! Ik ga dan naar een<br />

onderzoeksinstituut in Berkeley, waar<br />

een semester in mijn vakgebied wordt georganiseerd.<br />

Ik kijk hier erg naar uit.’


3TU. School for Technological Design STAN ACKERMANS INSTITUTE<br />

Two-year traineeships<br />

to boost your career:<br />

Post-MSc programmes<br />

Jobs in an environment which is<br />

. multidisciplinary<br />

. high-tech<br />

. industry and business oriented<br />

More information:<br />

www.3tu.nl/sai, tel.: +31 (0)40 - 247 2452


Foto: Hilbert Krane<br />

1 6<br />

BETROKKEN<br />

M A T R I X / A L U M N I S P E C I A L / 2 0 0 9


‘In de bouwkunde kan ik<br />

mijn creativiteit kwijt’<br />

TU/e-alumnus Joost Ector werd in 2002 al op dertigjarige leeftijd mede-eigenaar en ‘artistiek<br />

leider’ van het Rotterdamse architectenbureau Ector Hoogstad, een bureau met vijftig<br />

medewerkers. De architect is verantwoordelijk voor het ontwerp van de ‘nieuwe W-hal’: het<br />

onderkomen van de faculteit Wiskunde & Informatica en de Centrale Studentenvoorziening, dat<br />

binnenkort op de universiteitscampus moet verrijzen.<br />

De totstandkoming van de nieuwe W-hal heeft nog wel wat voeten<br />

in de aarde gehad. Nadat ir. Joost Ector zijn eerste plan presenteerde,<br />

ging er nog bijna twee jaar voorbij voordat het definitieve<br />

ontwerp op tafel lag. Het oorspronkelijke ontwerp – waarin<br />

de oude W-hal met de grond gelijk gemaakt zou worden – leidde<br />

tot protest van de Stichting Bescherming Wederopbouwerfgoed<br />

<strong>Eindhoven</strong>. Ector kwam daarop met een nieuw ontwerp, waarin<br />

het grootste deel van de W-hal behouden blijft. Ook dit ontwerp<br />

moest – ditmaal om financiële redenen – aangepast worden. Het<br />

eindresultaat is een blauwdruk voor een complex van zestig miljoen<br />

euro, een ambitieus bouwproject dat recht doet aan zowel<br />

verleden als toekomst.<br />

Ector doet luchtig over de problemen. ‘Een ontwerp is een<br />

levend iets, dat aangepast kan worden als de omstandigheden<br />

veranderen’, zegt hij. ‘En ik vond het belangrijk dat er een goede<br />

discussie over de waarde van de oude W-hal werd gevoerd.’ Hij<br />

zegt te begrijpen dat de eigenaar van een gebouw, in dit geval<br />

de TU/e, er moeite mee heeft als hieraan plotseling een monumentale<br />

waarde wordt toegekend. ‘Maar ik heb mezelf proberen<br />

te beperken tot de rol van adviseur. Ik heb nooit een uitgesproken<br />

standpunt ingenomen.’ De architect is blij met het eindresultaat<br />

van de discussie: een ontwerp waarin de lichte draagconstructie,<br />

het kenmerkende daklandschap en de transparante<br />

omhulling van het oorspronkelijke gebouw in stand blijven. Ook<br />

blijft de nieuwe W-hal via loopbruggen verbonden met de omliggende<br />

gebouwen, als een spin in het web van de TU/e-campus.<br />

Illustraties: Ector Hoogstad<br />

Onderdeel van de nieuwe W-hal is een kubus van vijf verdiepingen,<br />

op twintig kolommen uitstijgend boven de rest van<br />

het gebouw, met kantoorruimte voor de faculteit Wiskunde en<br />

Informatica. In het hieronder liggende souterrain is de universiteitsbibliotheek<br />

gepland. Vanaf de eerste verdieping – het<br />

niveau van de loopbruggen – kun je twee verdiepingen naar<br />

beneden kijken. Bovendien wordt het gebouw geïntegreerd in<br />

de zogeheten groene loper, de centrale autovrije middenzone<br />

die is voorzien voor Campus 2020.<br />

Emotionele waarde<br />

‘Er is wel wat scepsis ontstaan door de gang van zaken’, zegt<br />

Ector. ‘Maar ik ben ervan overtuigd dat die scepsis verdwijnt als<br />

het gebouw er eenmaal staat.’ Hij verwacht dat op dat moment<br />

ook bij zichzelf de voldoening weer de overhand neemt. ‘Op dit<br />

moment voelt het vooral even als werk, maar toen we de opdracht<br />

binnensleepten gaf dat een heel mooi gevoel. Het heeft<br />

toch wel een emotionele waarde. Niet alleen omdat ik aan de<br />

TU/e Bouwkunde heb gestudeerd, maar ook omdat de campus<br />

een interessante architectonische geschiedenis heeft en de<br />

W-hal neemt hier een centrale plek in. Sjoerd van Embden, de<br />

ontwerper van de oorspronkelijke W-hal, was bovendien een<br />

groot architect.’<br />

Anders dan zijn bliksemcarrière misschien lijkt te suggereren,<br />

was het nooit een jongensdroom voor Ector om architect te<br />

M A T R I X / A L U M N I S P E C I A L / 2 0 0 9 17


Illustraties: Ector Hoogstad<br />

1 8<br />

BETROKKEN<br />

worden. ‘Als ik ergens mee bezig was, dan was het muziek. En<br />

ik was creatief. Pas toen mijn ouders in Nuenen zelf een huis<br />

gingen bouwen, begon het me te dagen: als je je creativiteit<br />

kwijt wil op universitair niveau, dan is bouwkunde geen slechte<br />

optie. Een gebouw tekenen dat vervolgens ook daadwerkelijk<br />

wordt gebouwd, dat idee sprak me wel aan. Maar eigenlijk is<br />

het betrekkelijk toevallig dat ik bouwkunde ben gaan studeren.’<br />

Uiteraard in <strong>Eindhoven</strong>, op een steenworp afstand van zijn<br />

ouderlijk huis. ‘Het is wellicht heel Brabants, maar mijn ouders<br />

en ik zagen het nut er niet van in om helemaal naar Delft te gaan.<br />

Ik was me destijds ook niet bewust van de verschillen.’<br />

Achteraf kun je stellen dat het een goede keuze is geweest,<br />

geeft Ector toe. ‘Aan de TU/e wordt toch met een bredere blik<br />

naar bouwkunde gekeken dan in Delft. Daar staan vooral de<br />

culturele aspecten van het vak centraal, terwijl in <strong>Eindhoven</strong> ook<br />

Ector Hoogstad ook actief in Twente en Delft<br />

Al sinds de jaren negentig is Ector Hoogstad Architecten nauw betrokken<br />

bij de vernieuwing van de campus van de <strong>Universiteit</strong> Twente, waarvoor<br />

men een masterplan ontwierp. Het masterplan is gebaseerd op de twee<br />

belangrijkste polen van het terrein: het woon- en leefcentrum en het<br />

onderwijs- en onderzoekscentrum. Ector Hoogstad kreeg zelf drie<br />

opdrachten voor nieuwbouw: het nieuwe ICT-centrum (T-huis), het Carré<br />

en het Nanolab. In het Carré worden de voornaamste kantoor- en laboratoriumfaciliteiten<br />

ondergebracht en het Nanolab gaat de meest hoog-<br />

M A T R I X / A L U M N I S P E C I A L / 2 0 0 9<br />

aandacht wordt besteed aan de technische en managementdimensie.<br />

Maar om een afgewogen oordeel te kunnen vellen,<br />

zou ik natuurlijk ook bouwkunde moeten gaan studeren in<br />

Delft.’ Het is wel typisch <strong>Eindhoven</strong>s om de vergelijking met Delft<br />

te trekken, denkt hij. ‘Volgens mij houden ze zich daar in Delft<br />

helemaal niet mee bezig en gaan ze gewoon uit van hun eigen<br />

kracht. Dat zou aan de TU/e ook wel meer mogen gebeuren.’<br />

Stempel<br />

Het stempel dat de opleidingsplek drukt op het werk van een<br />

architect moet overigens niet overschat worden, vindt Ector.<br />

‘Nederland staat bekend om zijn grote variatie in architectonische<br />

signaturen. Dat wordt toch allemaal gevoed vanuit<br />

slechts twee universiteiten. Maar je ontwikkelt eigenlijk pas na<br />

je opleiding een eigen stijl.’<br />

waardige laboratoria van de universiteit huisvesten. Begin 2010 worden<br />

beide gebouwen opgeleverd. TU Delft koos Ector Hoogstad voor het<br />

eerste grootschalige bouwproject buiten het eigen terrein. Het betreft<br />

nieuwbouw voor Delft Chem Tech en voor de afdeling Biotechnologie<br />

van de faculteit <strong>Technische</strong> Natuurkunde. Het complex bestaat uit<br />

26.000 vierkante meter laboratoria en onderwijs- en kantoorruimten, te<br />

bouwen op de nieuwe ‘business campus’ langs de A13, het zogeheten<br />

Technopolis. Deze nieuwbouw moet er in 2011 staan.


Wat is dan een typische Ector? Die vraag is volgens de architect<br />

niet zo makkelijk te beantwoorden. ‘Wij proberen vooral niet<br />

dogmatisch te worden, dat zie ik als een deugd. De<br />

verschijningsvorm van een gebouw moet altijd het resultaat zijn<br />

van de context binnen en buiten het gebouw. Architectonische<br />

inzichten evolueren en als het goed is, ga je daarin mee. Die<br />

evolutie leidt dan automatisch tot een divers oeuvre. Dat zie je<br />

bijvoorbeeld bij een architect als Herman Hertzberger. Ik heb<br />

veel bewondering voor de variatie in zijn werk.’<br />

Als er al sprake is van een duidelijke lijn in het werk van Ector,<br />

dan is dat eerder een signatuur van zijn bureau Ector Hoogstad<br />

Architecten dan van Ector persoonlijk. ‘Je werkt met heel veel<br />

mensen aan zo’n groot project als de W-hal. Mijn taak is vooral<br />

het managen van het ontwerpproces. Je zou mijn functie kunnen<br />

vergelijken met die van een hoofdredacteur op een redactie: ik<br />

zet de grote lijnen uit en houd ze in de gaten. Aan de W-hal werken<br />

alleen al vier architecten en houden ook nog vier mensen<br />

zich met de bouwkundige uitwerking bezig.’<br />

Maquettes<br />

Na het afronden van zijn studie, in 1997, kwam Ector direct<br />

terecht bij het toenmalige Hoogstad Architecten. ‘Ik was cum<br />

laude afgestudeerd en kon aan de slag bij een internationaal<br />

hoog aangeslagen bureau in Amsterdam, de echte avant-garde.<br />

Dat was op zich heel aantrekkelijk, maar ik zou het met een<br />

stagevergoeding moeten doen en had me moeten beperken tot<br />

het maken van maquettes. Ik had niet het gevoel dat ik daar op<br />

korte termijn een zinvolle bijdrage kon leveren. Toen kwam ik<br />

Foto: Hilbert Krane<br />

‘Het was vroeger<br />

niet mijn droom om<br />

architect te worden.’<br />

in contact met Jan Hoogstad. Met hem klikte het heel goed, we<br />

deelden een interesse voor de relatie tussen architectuur en<br />

muziek. En hij was wél bereid me vrij te laten.’<br />

De samenwerking met Hoogstad, een architect die bekend staat<br />

om zijn gevoel voor ruimtelijkheid, bleek vruchtbaar. Ector<br />

ondervond er de vrijheid en ruimte, die hij kende van zijn studie.<br />

En dat werkte goed voor hem. ‘Ik was nog maar 28 jaar, toen Jan<br />

me het ontwerp voor de Hogeschool voor Economische Studies<br />

in Amsterdam liet maken. Mijn eerste echt grote project dat ik<br />

helemaal zelf mocht uitzoeken. En sinds 2002 heb ik de leiding<br />

over het bureau.’ Het is allemaal heel snel gegaan, geeft Ector<br />

toe. En dat houdt ook een risico in. ‘Ik moet nu vooral proberen<br />

het leuk te houden en niet te vroeg oud te worden.’<br />

M A T R I X / A L U M N I S P E C I A L / 2 0 0 9 19


Foto: Hilbert Krane<br />

2 0<br />

POLITIEK<br />

Van links naar rechts Martijn van Dam (PvdA), Antoinette Vietsch (CDA) en Paulus Jansen (SP).<br />

POLITICI MET EEN ANDERE AANVLIEGROUTE<br />

Bèta’s in de Tweede Kamer<br />

Ze zijn schaars in de Tweede Kamer, afgestudeerden of gepromoveerden van technische<br />

universiteiten. Op dit moment zijn er vier kamerleden met een TU/e-verleden. Met drie van hen<br />

spreken we over bèta’s in de politiek, de aanwezigheid van technologieregio <strong>Eindhoven</strong> in Den<br />

Haag en de toekomst van de drie technische universiteiten in Nederland.<br />

De geïnterviewden<br />

Ir. Martijn van Dam (1978), PvdA, studeerde<br />

af als technisch bedrijfskundige aan de TU/e.<br />

Houdt zich bezig met Buitenlandse Zaken,<br />

Mediabeleid en Telecom.<br />

Ir. Paulus Jansen (1954), SP, studeerde bouwkunde<br />

aan de TU/e. Is namens zijn partij<br />

woordvoerder voor Volkshuisvesting, Energie,<br />

Klimaat en Water.<br />

Dr.ir. Antoinette Vietsch (1957), CDA, studeerde<br />

bouwkunde in Delft en promoveerde aan de<br />

TU/e. Nu heeft ze Bouw, Volksgezondheid,<br />

Aanbestedingen en Afval in haar portefeuille.<br />

M A T R I X / A L U M N I S P E C I A L / 2 0 0 9<br />

Welke band heeft u nog met de TU/e?<br />

Vietsch: ‘Ik bracht vier jaar door in<br />

<strong>Eindhoven</strong>, tot 1987. Daarna woonde ik<br />

Londen en Utrecht. Toen ik voor mijn promotie<br />

naar de TU in <strong>Eindhoven</strong> ging, was<br />

ik net afgestudeerd in Delft. De ene dag<br />

zat ik met de kersverse ex-studiegenootjes<br />

te praten over het studentenleven<br />

en het afstuderen en de volgende dag in<br />

<strong>Eindhoven</strong> bekeek ik de afstudeerders<br />

om te zien hoe hun studievoortgang was.


Omdat we wat betreft leeftijd zo dicht bij<br />

elkaar zaten, raakte ik vanzelf bevriend<br />

met hen. Daarom ben ik nog steeds lid<br />

van de studentenclub van de vakgroep<br />

van toen. Ik schrijf ook voor het blad. Als<br />

er festiviteiten zijn, word ik uitgenodigd<br />

en ga er soms ook naartoe. Terwijl ik<br />

nooit student ben geweest in die groep.’<br />

Van Dam: ‘Ik heb nauwelijks nog een<br />

band met de TU/e, behalve dat ik trots<br />

ben dat ik heb gestudeerd aan de<br />

Nederlandse universiteit met het beste<br />

onderzoek. Ik heb er plezier in om collega’s<br />

in Den Haag daarmee te confronteren.<br />

Bestuurlijk Nederland is namelijk<br />

gericht op de Randstad. Ze leven, wonen<br />

en werken hier. Je moet van buiten<br />

de Randstad komen om te weten dat<br />

Nederland niet alleen om het westen<br />

draait. Voor de toekomst van onze economie<br />

is <strong>Eindhoven</strong> de belangrijkste<br />

motor, samen met het voedingscluster<br />

rond Wageningen. Voor groei moet je<br />

het daarvan hebben, niet alleen van het<br />

traditionele Nederland van logistiek en<br />

Van Dam: ‘Voor<br />

de toekomst van<br />

onze economie<br />

is <strong>Eindhoven</strong> de<br />

belangrijkste<br />

motor.’<br />

kantoren. De slimme economie komt van<br />

buiten de Randstad.’<br />

Vietsch: ‘De PvdA is dan toch een andere<br />

partij. Bij het CDA draait het niet<br />

alleen om de Randstad, maar zeker ook<br />

om het gebied daarbuiten. Wij hebben<br />

regionale vertegenwoordigers uit het<br />

hele land.’<br />

Van Dam: ‘Dat hebben wij ook. Maar<br />

waar het mij om gaat is dat de beleids-<br />

makers – de ambtenaren en adviseurs<br />

dus – allemaal uit de Randstad komen.<br />

Wij politici moeten hen confronteren met<br />

de wereld daarbuiten.’<br />

Hoe zit het met het aantal ingenieurs?<br />

Vietsch: ‘Bij ons in de fractie zijn er<br />

steeds minder ingenieurs, ik ben nu<br />

de enige. De laatste die wegging was<br />

Roland Kortenhorst. Daarvoor Karien van<br />

Gennip uit Delft. En Camiel Eurlings, ook<br />

<strong>Eindhoven</strong>.’<br />

Van Dam: ‘Bij de PvdA zijn er vijf: Staf<br />

Depla, Jeroen Dijsselbloem, Diederik<br />

Samsom, Chantal Gill’ard en ik.’<br />

Jansen: ‘In de fractie hebben we geen<br />

TU-mensen, in de Statenfracties wel.<br />

Het heeft natuurlijk een meerwaarde,<br />

wanneer je in een fractie een vertegenwoordiging<br />

hebt van mensen met een<br />

technische of een exacte achtergrond.<br />

Ingenieurs kunnen over het algemeen<br />

uitstekend rekenen. Ze schatten daarmee<br />

de praktische kant van voorstellen goed<br />

M A T R I X / A L U M N I S P E C I A L / 2 0 0 9 21


2 2<br />

POLITIEK<br />

in. Ze prikken snel door slappe praatjes<br />

heen. Maar het is ook belangrijk dat er<br />

mensen in de Kamer zitten die in een fabriek<br />

of in de zorgsector hebben gewerkt.<br />

Kortom, de volksvertegenwoordiging<br />

moet een redelijke afspiegeling zijn van<br />

de maatschappij.’<br />

Vietsch: ‘Wij bèta’s kijken sneller naar de<br />

details om te ontdekken wat er echt aan<br />

de hand is. Daarna vormen we pas een<br />

mening. Dat is te danken aan de technische<br />

aanleg: je wilt eerst weten hoe iets<br />

zit.’<br />

Van Dam: ‘Er is een groot verschil tussen<br />

alfa’s en bèta’s in de politiek. Bèta’s zijn<br />

goed in het zoeken naar werkende oplossingen.<br />

Helaas houden te veel mensen<br />

in de Tweede Kamer zich hoofdzakelijk<br />

bezig met het problematiseren van<br />

vragen. Het valt mij op dat die mensen<br />

veel problemen en weinig oplossingen<br />

aandragen. Weet wel: ik generaliseer nu<br />

enorm, maar laten we dat maar doen om<br />

het verschil duidelijk te krijgen.<br />

Bèta’s hebben overigens ook tekortkomingen.<br />

Het zijn over het algemeen<br />

rationele mensen met niet zo veel gevoel<br />

voor de onzekerheden van mensen.<br />

Daarin zijn alfa’s beter.’<br />

Jansen:<br />

‘Ingenieurs<br />

schatten de<br />

praktische kant<br />

van voorstellen<br />

goed in.’<br />

Vietsch: ‘Je regelt zaken en lost problemen<br />

op: voor mij de essentie van politiek<br />

en dat past bij bèta. Het gebeurt wel<br />

eens dat een journalist mij opbelt voor<br />

een verhaal. Vervolgens leg ik uit hoe de<br />

vork écht in de steel zit. Dan krijg ik het<br />

antwoord: “Jammer, nu heb ik geen verhaal<br />

meer.” Zo haal je als politicus niet<br />

de krantenartikelen, maar je draagt wel<br />

bij aan de samenleving.’<br />

Jansen: ‘Ik kan erg droevig worden van<br />

debatten die niet meer zijn dan een politiek<br />

spel. Dat kost veel energie en leidt<br />

af van hetgeen waarvoor we gekozen<br />

zijn.’<br />

M A T R I X / A L U M N I S P E C I A L / 2 0 0 9<br />

Foto: Hilbert Krane<br />

Van Dam: ‘Die behoefte aan oplossingen<br />

is tevens het manco van bèta’s. Dat hoor<br />

je ook in bedrijven: bèta’s hebben te weinig<br />

aandacht voor het proces naar een<br />

oplossing toe. Je moet mensen mee laten<br />

groeien in een idee. Dat heeft tijd nodig.’<br />

Vietsch: ‘Als bouwkundige krijg je daarmee<br />

meer te maken. Wanneer je bijvoorbeeld<br />

een inspraakavond voor bewoners<br />

moet voorzitten. Als student heb ik op<br />

die avonden notulen gemaakt. Dan leer<br />

je wel om rekening te houden met de<br />

gevoeligheden van verschillende partijen.<br />

Maar ook daar zie je dat bèta’s sneller<br />

een oplossing aanvaarden die niet het<br />

hunne is.’<br />

Jansen: ‘In mijn onderwerp Energie zijn<br />

relatief veel bèta’s. Hierdoor kom ik vaak<br />

over de partijen heen tot deals, zeker ook<br />

met de VVD en coalitiepartijen. Het gaat<br />

dan om de inhoud en minder over het<br />

bedrijven van het politieke spel. Ik heb<br />

overigens ook Water in mijn portefeuille:<br />

daar is het veel moeilijker.’<br />

Van Dam: ‘Ik heb een tijd Telecom en ICT<br />

gedaan. Dat zijn bij uitstek onderwerpen,<br />

waarvoor je verstand van zaken moet<br />

hebben. Wanneer collega’s van andere<br />

partijen op de hoogte zijn van de materie,<br />

kun je veel dieper insteken. In de vorige<br />

periode maakte ik de beste afspraken<br />

met de VVD, omdat daar een ICT’er zat.<br />

Ondanks dat we een verschillende kijk<br />

hebben op de rol van de overheid, waren<br />

we het altijd snel eens over de rol van<br />

de overheid in ICT. Er waren echter ook<br />

woordvoerders die de ballen verstand<br />

ervan hadden. Bij frequentieverdelingen<br />

of nieuwe internettechnologieën moet<br />

je wel met iemand praten die weet hoe<br />

etherdistributie werkt of wat een proxyserver<br />

is. Anders heeft het nauwelijks zin<br />

om in debat te gaan.<br />

Zo was er een keer een vergadering over<br />

de verdeling van 2,6 gigahertzfrequentie.<br />

Die kun je gebruiken voor draadloos internet<br />

en mobiel internet. Maar de ruimte<br />

is beperkt. Intussen komen alle bedrijven<br />

uit die sectoren bij je lobbyen. Daarna<br />

moet je keuzes maken. Dat is politiek<br />

relevant, omdat je de markt kunt sturen.<br />

Je kunt dominantie van marktpartijen<br />

breken. Voorwaarde is wel dat je precies<br />

weet hoe het technisch in elkaar steekt.<br />

Dat wisten maar weinig kamerleden.’


Vietsch: ‘De vraag is altijd: hoe diep<br />

ga je in een onderwerp en wat versta je<br />

onder politiek? Ik wil op mijn eigen terrein<br />

precies weten hoe iets zit, maar af<br />

en toe komt er ook iets voorbij waarvan<br />

je niet van de hoed en de rand weet. Die<br />

discussies zijn in wezen eenvoudiger: je<br />

let beter op wat collega’s zeggen en hoe<br />

de bevolking erover denkt. Je kunt gehinderd<br />

worden door kennis, dat is soms een<br />

manco van bèta’s.’<br />

Jansen: ‘Je hebt bij techneuten ook een<br />

aantal smaken: mensen die de diepte<br />

ingaan en generalisten. Ik behoor tot de<br />

laatste groep. Ik heb me met tal van onderwerpen<br />

bezig gehouden.<br />

Het gaat in mijn ogen meestal om de samenhang<br />

der dingen – je kunt onderwerpen<br />

niet losmaken uit hun maatschappelijke<br />

context. Een deel van de mensen<br />

met een bèta-achtergrond blijkt prima in<br />

staat om integraal tegen problemen aan<br />

te kijken. Iemand als Pieter Winsemius<br />

bijvoorbeeld – zeker geen specialist<br />

op het terrein van Integratiebeleid en<br />

Stadsvernieuwing – heeft er toch heel<br />

verstandige dingen over gezegd. Dat zie<br />

je ook op sleutelposities in bedrijven.<br />

Generalisten met een technische achtergrond<br />

blijken het daar vaak ook goed te<br />

doen als manager.’<br />

Dan gaat het over de lobby van de technologieregio<br />

<strong>Eindhoven</strong> in Den Haag.<br />

Zoals Van Dam al zei: ‘Het ambtenarenapparaat<br />

van de ministeries heeft weinig<br />

oog voor de rest van Nederland.’<br />

Van Dam: ‘Philips heeft in haar lobby een<br />

slag gemaakt. ASML heb ik nog nooit<br />

gezien in Den Haag, maar misschien is<br />

dat strategie. De Brainport is gezamenlijk<br />

met Philips hier aanwezig, ze hebben in<br />

Den Haag een kantoor. Maar de lobby is<br />

nog steeds niet goed – men kan nog veel<br />

leren.’<br />

Vietsch: ‘De vraag is waarom het relevant<br />

is om in Den Haag te lobbyen. Ik<br />

studeerde in Delft, daar vond men de<br />

politiek vies. In <strong>Eindhoven</strong> was dat anders,<br />

Brabanders zijn wat meer politiek<br />

georganiseerd. De vraag blijft: waarom is<br />

het nodig?’<br />

Van Dam: ‘Veel, er gaat een hoop geld<br />

naar projecten omdat er een goede lobby<br />

is geweest. En niet omdat het de meest<br />

effectieve besteding is van de middelen.<br />

Waarom zou je je geld naar de kennisregio<br />

van Twente sturen in plaats van naar<br />

een kansrijk gebied als <strong>Eindhoven</strong>? Kies<br />

voor de Brainport, kies voor Wageningen.<br />

Helaas kiest Nederland niet. Als je<br />

kijkt naar de koplopers zoals Helsinki,<br />

Stockholm en Stuttgart zie je dat ze kiezen<br />

voor één sterke technologiesector.<br />

Wij doen dat niet, wij verdelen de koek.<br />

Iedereen krijgt een beetje zonder dat er<br />

een echt zwaartepunt komt. Daarmee<br />

redden we het niet.’<br />

Vietsch: ‘Ik ben<br />

een voorstander<br />

van nauwere<br />

samenwerking<br />

tussen de<br />

universiteiten.’<br />

Vietsch: ‘Moet je dan ook naar één technische<br />

universiteit? Dat lijkt me een interessante<br />

vraag voor de lezers van Matrix.’<br />

Van Dam: ‘Je moet het onderwijs en onderzoek<br />

concentreren bij de relevante<br />

economische activiteiten. Dat is voor<br />

ICT, elektronica en life sciences rond<br />

<strong>Eindhoven</strong>, voeding en industrie rond<br />

Wageningen en Utrecht, chemie, energie<br />

en logistiek in de Rijnmond en een deel in<br />

Zuid-Limburg.’<br />

Vietsch: ‘Dat is een te eenvoudige opvatting<br />

over wat universiteiten doen. Je moet<br />

niet alleen heel grof naar de vakgebieden<br />

kijken, maar ook naar de afstudeerrich-<br />

Andere oud-TU/e’ers<br />

tingen en zelfs de individuele hoogleraren.<br />

Als ik iemand spreek die op mijn<br />

terrein is afgestudeerd, wil ik weten bij<br />

wie hij heeft afgestudeerd. Dat zegt me<br />

vaak veel meer dan aan welke universiteit<br />

of faculteit iemand heeft gezeten. Goede<br />

wetenschap wordt dus niet alleen bepaald<br />

door de nabijheid van de bedrijven<br />

in die sector.<br />

Ik ben overigens wel een voorstander van<br />

nauwere samenwerking tussen de universiteiten.’<br />

Jansen: ‘Ik ben het met Martijn van Dam<br />

eens dat de koppeling tussen onderzoek<br />

en praktijk in de technische studies erg<br />

belangrijk is. Die koppeling maak je natuurlijk<br />

eenvoudiger als je bij elkaar in de<br />

buurt zit. Ik ben tegenwoordig ook veel<br />

positiever over mensen uit de industrie<br />

die parttime lesgeven aan een universiteit.<br />

Toen ik studeerde – in de jaren<br />

zeventig – was dat vloeken in de kerk.<br />

Die mensen waren verdacht. De keerzijde<br />

is dat je controles moet inbouwen om te<br />

voorkomen dat de dubbele petten niet<br />

worden misbruikt.<br />

Je moet oppassen om alle onderzoek per<br />

thema te concentreren op één plaats.<br />

Er moet ruimte zijn voor de eigenwijze<br />

donders die zeggen: “En toch doen wij<br />

het anders.” Bijvoorbeeld Wetsus in<br />

Leeuwarden, een onderzoeksinstituut<br />

voor water dat in vier jaar uit de grond<br />

is gestampt. Dat kan omdat een paar<br />

slimme mensen met weinig middelen<br />

iets neerzetten wat ertoe doet. Als we de<br />

redenering van Martijn volgen, zou het<br />

wateronderzoek vanuit de historie allemaal<br />

in Delft zitten en was Wetsus niet<br />

ontstaan.’<br />

Van Dam: ‘Het belangrijkste is dat<br />

Nederland echt werk maakt van kennis,<br />

technologie en innovatie. Dat doen we<br />

niet, we kabbelen voort. De urgentie ontbreekt.’<br />

PVV’er Teun van Dijck had geen tijd voor dit interview. Namens de Partij voor de Vrijheid is hij<br />

woordvoerder voor Financiën, Rijksuitgaven en Sociale Zaken en Werkgelegenheid. Hij studeerde<br />

van 1982 tot en met 1988 Bedrijfskunde aan de TU/e.<br />

Camiel Eurlings, minister van Verkeer en Waterstaat, studeerde <strong>Technische</strong> Bedrijfskunde aan de<br />

TU/e van 1993 tot en met 1998. Hij studeerde cum laude af in de studierichting Bedrijfseconomie<br />

en Marketing.<br />

M A T R I X / A L U M N I S P E C I A L / 2 0 0 9 23


Foto’s: Privécollectie<br />

2 4<br />

BETROKKEN<br />

Kleemans als vertegenwoordiger van<br />

Micronesië tijdens de Klimaatconferentie<br />

van de VN in Bali.<br />

Marieke Kleemans op de<br />

stoel van VN secretaris-generaal<br />

Ban Ki-moon.<br />

‘Mijn vakantie vier<br />

ik het liefst gewoon<br />

in Rijsbergen’<br />

Ze studeerde niet alleen aan de TU/e, maar ook aan de <strong>Universiteit</strong> van Tilburg en<br />

Yale University. En nu promoveert ze aan Berkeley. Op haar CV staan organisaties als<br />

UNICEF, de Verenigde Naties en de Wereldbank. Haar leeftijd? Pas 27 jaar!<br />

Druk wil ze haar leven niet noemen. Eerder intensief. Het valt<br />

daarom ook niet mee om een interview met Marieke Kleemans<br />

te regelen. Ook gezien het tijdverschil van negen uur. Maar gelukkig<br />

kun je tegenwoordig bellen via het internet. Doe er een<br />

webcam bij en je ziet elkaar zelfs. ‘Echt ideaal: ik bel vaak op<br />

deze manier met mijn ouders, familie en vrienden. Iedereen lijkt<br />

Op het strand van Los Angeles.<br />

M A T R I X / A L U M N I S P E C I A L / 2 0 0 9<br />

Samen met twee andere vertegenwoordigers van Micronesië.<br />

zo veel dichterbij.’<br />

Ze belt met name ’s nachts (haar nacht is de Nederlandse<br />

ochtend) en opblijven tot diep in de nacht is eerder regel dan<br />

uitzondering. Voor de Verenigde Naties heeft ze enkele keren tot<br />

05.00 uur ’s ochtends doorgewerkt, bijvoorbeeld aan het Human<br />

Development Report 2009 (zie kader).


Op de Walk of Fame in Hollywood, bij de ster van Bruce Willis.<br />

Kleemans neemt afscheid<br />

van Yale. Hier schrijft ze<br />

haar naam ‘Marieke’ in het<br />

Arabisch op het bord.<br />

Maar dat rapport is niet de voornaamste reden dat Kleemans<br />

in Berkeley zit. Ze heeft die universiteit in Californië uitgekozen<br />

om te promoveren. In 2008 haalde ze haar master economie aan<br />

Yale University en afgelopen zomer rondde ze de TU/e-master<br />

Technologie & Policy af bij de faculteit Industrial Engineering &<br />

Innovation Sciences. Daarna stroomde ze in één moeite door<br />

naar die Amerikaanse universiteit. ‘Ik wilde graag naar Berkeley.<br />

Op het gebied van ontwikkelingseconomie – mijn gebied – is<br />

die universiteit de absolute top is. Afgelopen september ben ik<br />

begonnen met mijn promotie in Development Economics. Sinds<br />

mijn dertiende weet ik al dat ik dit wil doen.’<br />

‘Dit’ is het helpen van mensen in ontwikkelingslanden. ‘Op<br />

mijn dertiende las ik het boek ‘Blauw is bitter’ van de Belgische<br />

schrijver Dirk Bracke. Het boek gaat over een Filipijns meisje<br />

dat door haar vader wordt verkocht om in de prostitutie te gaan<br />

werken. Dat boek greep me erg aan, helemaal omdat ik toen<br />

even oud was als dat meisje.’<br />

Mensen helpen<br />

Op haar negentiende koos Kleemans voor <strong>Technische</strong><br />

Innovatiewetenschappen aan de TU/e. ‘Techniek is een goede<br />

manier om mensen te helpen. Denk maar eens aan technologische<br />

ontwikkelingen in de medische wereld of in de landbouw.’<br />

Al snel ontdekte ze waar ze écht moest zijn: de mas-<br />

Marieke Kleemans in New York bij de VN.<br />

Ook de zoon van Tony Blair studeerde af aan Yale. En daar was Blair zelf<br />

natuurlijk bij.<br />

terstudie International and Development Economics aan Yale<br />

University. ‘Ik heb hierover advies gekregen van T&P-professor<br />

Eddy Szirmai, die tegenwoordig verbonden is aan de <strong>Universiteit</strong><br />

van Maastricht. Om aangenomen te worden, moest ik testen<br />

doen, zoals een IQ-test en een Engelse test. Als voorbereiding<br />

heb ik aan de <strong>Universiteit</strong> van Tilburg enkele colleges van de<br />

pre-masteropleiding Economie gevolgd. Achteraf waren die colleges<br />

helemaal niet nodig. Ik had zelfs een voordeel met mijn<br />

ingenieursachtergrond. Tijdens een ingenieursopleiding krijg je<br />

veel wiskunde. Economie op Ph.D-niveau rust volledig op wiskunde.’<br />

Dat was niet het enige voordeel van haar <strong>Eindhoven</strong>se periode.<br />

‘De TU/e nodigt studenten uit om actief te zijn. Zo krijgt iedereen<br />

die een bestuursjaar doet – ik dus ook, als bestuurslid van<br />

de studievereniging Intermate – een beurs van de TU/e. Mijn tijd<br />

Human Development Report<br />

In het Human Development Report staat de Human Development<br />

Index. Daarin worden gezondheid, opleiding en economische welvaart<br />

van alle VN-landen berekend. In de index van 2009 staat Nederland op<br />

de zesde plaats. Kleemans deed onderzoek voor het thema ‘migratie’<br />

in dat rapport.<br />

M A T R I X / A L U M N I S P E C I A L / 2 0 0 9 25


2 6<br />

BETROKKEN<br />

Marieke Kleemans in Bali.<br />

bij Intermate was supergezellig én ik heb er veel geleerd. Zo heb<br />

ik borrels georganiseerd en geholpen bij de organisatie van een<br />

studiereis naar Vietnam en een excursie naar Parijs. Verder heb<br />

ik als ‘commissaris onderwijs’ studenten van een aantal opleidingen<br />

vertegenwoordigd.’<br />

Verenigde Naties<br />

Die ervaringen kwamen van pas tijdens haar stage bij de<br />

Verenigde Naties. Tijdens de Algemene Vergaderingen vertegenwoordigde<br />

ze Micronesië, een eilandengroep in de Grote<br />

Oceaan. Dankzij die stage vond ze haar afstudeeronderwerp. ‘Ik<br />

heb onderzocht of Micronesië op energiegebied zelfvoorzienend<br />

kan zijn en ben er ook een tijdje geweest. Tot die tijd kende ik alleen<br />

de Micronesiërs die bij de VN werkten: vier mannen in pak.<br />

M A T R I X / A L U M N I S P E C I A L / 2 0 0 9<br />

Mijn verblijf in Micronesië was geen vakantie, hoor! Ik was daar<br />

druk bezig met afstuderen.’<br />

Inmiddels is ze weer ‘terug’ in de Verenigde Staten. In Berkeley<br />

is ze net met haar promotieonderzoek begonnen. ‘Ik heb erover<br />

getwijfeld om in New York te blijven wonen. Tijdens mijn<br />

VN-stage woonde ik in Manhattan, temidden van de hectiek:<br />

dat was echt super! En dankzij Yale heb ik ook gewerkt voor<br />

UNICEF en de Wereldbank. Voor UNICEF werkte ik bijvoorbeeld<br />

met verschillende ministeries van de Jordaanse overheid om<br />

hun beleid voor de vroege kindontwikkeling – Early Childhood<br />

Development – te verbeteren.’<br />

‘Sinds mijn dertiende<br />

weet ik al dat ik dit wil.’<br />

‘Hier in Berkeley is het veel rustiger, maar dat bevalt me ook erg<br />

goed. Bovendien heb je je Ph.D. nodig om een hoge functie te<br />

bekleden bij instanties zoals de VN of de Wereldbank. Ze praten<br />

hier zelfs over een glass ceiling, een glazen plafond: voor de<br />

écht hoge en interessante banen is promoveren een pre.’<br />

Enthousiasme<br />

De Amerikanen zijn haar erg meegevallen. ‘Net als veel andere<br />

Nederlanders had ik over Amerikanen het vooroordeel dat ze<br />

overdreven en oppervlakkig zijn. Nu vind ik ze juist heel open en<br />

enthousiast. Ze zijn ook écht geïnteresseerd. En ik heb me ontpopt<br />

tot een echte patriot. Vroeger was ik kritisch op Nederland,<br />

maar nu draag ik juist heel erg uit dat ik Nederlandse ben.’<br />

Op een paar Engelse woordjes na praat ze nog ‘gewoon’<br />

Nederlands, dus zónder Amerikaans accent. ‘Ik spreek iedere<br />

dag Nederlands: sowieso met mijn moeder, maar ook met<br />

Nederlandse medestudenten. Bij het International Office<br />

van de TU/e heb ik me aangeboden als contactpersoon voor<br />

de komende jaren. De faculteiten van de TU/e – Industrial<br />

Engineering & Innovation Sciences – en van Berkeley zijn met<br />

elkaar verbonden. Als uitwisselingsstudenten naar Berkeley<br />

komen, kunnen ze met mij contact opnemen.’<br />

Promotie<br />

Ze heeft het dus erg naar haar zin, maar uiteindelijk zit ze in<br />

Berkeley voor één doel: promoveren op ontwikkelingseconomie.<br />

‘Mijn promotieonderzoek duurt zo’n vijf jaar, dus ik ben er nog<br />

wel even mee bezig. Ik zal niet steeds in de universiteit of in<br />

de bibliotheek aan dat onderzoek werken. Ook het bezoeken<br />

van ontwikkelingslanden hoort daarbij: de data kan ik alleen<br />

maar uit de praktijk halen.’ Reizen is haar niet vreemd. Zo ging<br />

ze als reisbegeleidster naar Thailand en gaf ze Spaanse les en<br />

wiskundeles op een school en in een ziekenhuis in Guatemala.<br />

Voor de <strong>Eindhoven</strong>se Studentenkerk ging ze zelfs naar de<br />

Pan Afrikaanse Conferentie in Rwanda. ‘Als ik reis, wil ik mijn<br />

tijd nuttig besteden. Mijn vakantie vier ik het liefst gewoon in<br />

Rijsbergen: lekker bij mijn ouders, met een kopje thee op de<br />

bank.’


Alumni<br />

Berichtenpagina<br />

MAURER UNITED ARCHITECTS<br />

ONTWERPT OPMERKELIJKE<br />

UITKIJKTOREN<br />

Maurer United Architects (MUA) is de naam<br />

van het collectief waarbinnen Marc Maurer en<br />

Nicole Maurer-Lemmens, beiden geboren in<br />

1969 en beiden afgestudeerd aan de faculteit<br />

Bouwkunde, sinds 1998 gezamenlijk werken<br />

aan een grote diversiteit van projecten. MUA,<br />

gevestigd in Maastricht en inmiddels bestaande<br />

uit een team van elf medewerkers, ontwierp dit<br />

jaar een spectaculaire, 36 meter hoge uitkijktoren,<br />

die staat opgesteld langs de snelweg A4<br />

tussen Aken en Keulen. Begin september werd<br />

deze zogeheten ‘Indemann’ (hij werd gemaakt<br />

in opdracht van de nabijgelegen gemeente<br />

Inden) officieel in gebruik genomen. De volledig<br />

Nicole en Marc Maurer, allebei afgestudeerd<br />

bij de faculteit Bouwkunde.<br />

De Indemann bij dag en bij nacht.<br />

in staal uitgevoerde uitkijktoren in de vorm van<br />

een twaalf verdiepingen hoge robot vertoont<br />

meerdere technische snufjes, zoals een uitkragende<br />

roostervloer op achttien meter hoogte<br />

en een rondom volledig van led’s voorziene<br />

gevelbekleding in roestvrij staan. ‘Met het<br />

bouwwerk willen we een baken realiseren: de<br />

overgang tussen het industriële tijdperk naar<br />

het mediatijdperk’, aldus Nicole Maurer. De<br />

toren kijkt uit op een enorm afgravingsterrein<br />

INTERNATIONALE PRIJS VOOR<br />

ALUMNUS ELEKTROTECHNIEK<br />

Ir. Ralph Hermans van de faculteit Electrical<br />

Engineering (voorheen Elektrotechniek)<br />

heeft voor zijn afstuderen binnen de<br />

groep Control Systems de internationale<br />

IEEE-prijs gekregen voor het beste afstudeerwerk.<br />

Tijdens een presentatie in juni<br />

van dit jaar van alle genomineerden in het<br />

Russische Sint-Petersburg werd het werk<br />

en de presentatie van Hermans als beste<br />

verkozen door een internationale jury.<br />

Hermans heeft gewerkt aan een snelle<br />

regeling voor de brandstofinspuiting<br />

van automotoren in samenwerking met<br />

Ford USA. Hij heeft een nieuwe methode<br />

bedacht, uitgewerkt en toegepast, die<br />

van bruinkool, dat in de loop der jaren zal transformeren<br />

tot een waterrecreatiegebied. Aan de<br />

TU/e is MUA waarschijnlijk het bekendst dankzij<br />

het skatebowlproject ‘Area 51’. Deze skatebowl,<br />

door studenten van de TU/e ontworpen<br />

onder projectbegeleiding van MUA, werd zeven<br />

jaar geleden opgeleverd in een oude vliegtuighangar<br />

in de <strong>Eindhoven</strong>se wijk Meerhoven. Het<br />

skatepark heeft inmiddels onderdak gevonden<br />

op Strijp-S.<br />

aanmerkelijk betere resultaten geeft. In<br />

een vergelijking van Ford met andere methoden,<br />

kwam zijn voorstel als beste naar<br />

voren. Ford is van plan zijn aanpak te gaan<br />

toepassen. Hermans zet zijn loopbaan<br />

voort met een promotie binnen de groep<br />

Control Systems.<br />

M A T R I X / A L U M N I S P E C I A L / 2 0 0 9 27


Foto: Archief<br />

2 8<br />

VRIENDSCHAPSBANDEN<br />

VVVZ TU <strong>Eindhoven</strong>: Op 22 april 2009, voor velen voor het eerst in<br />

jaren, brachten de leden van VVVZ een bezoek aan de TU/e.<br />

VERENIGING VAN VERLOREN ZIELTJES 1963<br />

‘Onzinnige rituelen<br />

voor zinnige zaken’<br />

Op het eerste oog was het een vereniging als vele andere. VVVZ, Vereniging Van<br />

Verloren Zieltjes, opgericht in augustus 1961 door ir. Nico Linssen (werkzaam als<br />

wiskundige aan de TU/e) en ir. Bert Gielen. Maar in tegenstelling tot de traditionele<br />

studentenverenigingen voerde ironie de boventoon in deze gezelligheidsclub voor THstudenten.<br />

Een korte schets van een ludiek gezelschap.<br />

VVVZ was een vereniging, en zo werd<br />

het ook genoemd. Maar bovenal was<br />

VVVZ een groep vrienden. Vrienden die<br />

samen pret maakten en op elkaars steun<br />

M A T R I X / A L U M N I S P E C I A L / 2 0 0 9<br />

konden rekenen. De studie was indertijd<br />

niet eenvoudig: menigeen liep zo nu


en dan met de ziel onder arm. Op die<br />

momenten kwamen de leden gevraagd<br />

en ongevraagd bij elkaar over de vloer<br />

om de helpende hand te bieden. Elk<br />

onderwerp sneden ze aan, zonder dat de<br />

jongens bang hoefden te zijn dat iemand<br />

aan de haal ging met het vertrouwelijke<br />

verhaal.<br />

Er werd niet bewust naar nieuwe<br />

leden gezocht, ze kwamen aanwaaien.<br />

Ontmoetingen vonden plaats in het<br />

Stratumse café De Oude Vlek. Als het<br />

klikte, was je onderdeel van de groep<br />

en werd je min of meer vanzelf lid van<br />

VVVZ. Rond 1966 telde de vereniging<br />

zo’n veertig leden. Er was voor nieuwe<br />

leden een procedure, maar die ging niet<br />

gepaard met de serieuze rituelen zoals<br />

bij andere studentenverenigingen. Op<br />

een ludieke wijze werd men tot lid ge-<br />

Voor het<br />

thuishonk van<br />

VVVZ, café De<br />

Oude Vlek aan<br />

de Stratumsedijk<br />

op 6 maart 1965.<br />

Links staat Mart<br />

van den Boomen,<br />

TU/e-alumnus<br />

Werktuigbouwkunde.<br />

Rechts<br />

staat Jo Bindels,<br />

die later aan de<br />

universiteit van<br />

Aken chemie ging<br />

studeren.<br />

Carnavalfeest,<br />

januari 1967. De<br />

man op de voorgrond,<br />

prominent<br />

staande in beeld<br />

aanwezig, is<br />

Piet Ladeur. Hij<br />

studeerde chemie<br />

aan de TH<br />

<strong>Eindhoven</strong>, zoals<br />

VVVZ-leden soms<br />

nog zeggen.<br />

maakt, zoals VVVZ allerlei formaliteiten<br />

had die ‘op onzinnige wijze uiting gaven<br />

aan zinnige dingen’.<br />

Erelid<br />

Wanneer een lid van VVVZ een vrouw trof<br />

en zich verloofde, was hij ‘Verloren Zieltje’<br />

af. Je verloor de status van lid, werd benoemd<br />

tot erelid en kreeg een gekalligrafeerde<br />

erelidmaatschapoorkonde uitgereikt.<br />

Het verloofde stel kreeg cadeautjes,<br />

waaraan vooral de gevers plezier beleefden.<br />

Die momenten gingen gepaard met<br />

een glas bier en veel gezelligheid.<br />

Wekelijks was er een verenigingsavond<br />

op woensdag na 22.00 uur in De Oude<br />

Vlek aan de Stratumsedijk. Het café<br />

werd gerund door de oude heer Dort<br />

Theunisz met zijn drie bevallige dochters.<br />

Het beeld van deze dames staat gegra-<br />

veerd in de herinnering van veel vurige<br />

Stratumse jongemannen. Ook de leden<br />

van VVVZ koesteren warme herinnering<br />

aan de dochters.<br />

In De Oude Vlek zongen de studenten<br />

volop uit het liedboek van de vereniging.<br />

De eerste jaren was het café nog een<br />

rustig buurtkroegje en konden ze met een<br />

gerust hart luidkeels zingen. Door het<br />

gezang en de gezelligheid werd De Oude<br />

Vlek echter zo populair dat vanuit de hele<br />

stad <strong>Eindhoven</strong>aren kwamen om ervan<br />

mee te genieten. Uiteindelijk was er nauwelijks<br />

nog plaats voor de<br />

vereniging. De gezelligheid die ze zelf<br />

brachten, verjoeg de studenten uiteindelijk<br />

uit hun eigen stamcafé, vertelt een<br />

VVVZ-lid.<br />

Zwerven<br />

Nadat De Oude Vlek in februari 1971 werd<br />

afgebroken, was de vereniging zwervende<br />

– en nooit vonden de jongens nog<br />

een café met de geborgenheid van De<br />

Oude Vlek. Verschillende etablissementen<br />

in Stratum kregen bezoek van de vereniging.<br />

En ook de Hut van Mie Pils, een<br />

eeuwenoud cafeetje aan de bosrand bij<br />

de Leenderheide. Vooral in de zomer was<br />

VVVZ daar te vinden.<br />

In de jaren tussen 1968 en 1970 studeerde<br />

de harde kern van de vereniging<br />

af, de club dunde uit. Vanaf dat moment<br />

kwamen er geen nieuwe leden meer bij.<br />

Maar nog altijd komen zeven heren van<br />

de vereniging van toen – VVVZ 1963 – regelmatig<br />

bij elkaar, al is het wel minder<br />

uitbundig geworden. Ze zijn tenslotte ook<br />

allemaal rond de 65 jaar. De zangbundel<br />

komt sporadisch nog tevoorschijn.<br />

Achteraf zijn dat gezellige avonden. De<br />

jongens vinden bij elkaar nog steeds de<br />

steun, die ze toen bij elkaar vonden. Zo<br />

delen ze al veertig jaar lief en leed. Ook<br />

de vrouwen zijn altijd van de partij – nog<br />

dezelfde als in de begindagen van de<br />

Vereniging Van Verloren Zieltjes.<br />

En op de vraag of de vereniging ooit zal<br />

ophouden te bestaan, is het antwoord te<br />

vinden in het huishoudelijk reglement.<br />

Artikel 16: De vereniging kan nooit worden<br />

ontbonden. Indien leden mochten<br />

besluiten niet-leden te worden, wordt<br />

met zachte dwang gewezen op artikel<br />

102 van het Burgerlijk Wetboek. De<br />

vereniging stelt zich niet aansprakelijk<br />

voor enig lichamelijk of ander letsel.<br />

M A T R I X / A L U M N I S P E C I A L / 2 0 0 9 29


Foto: Privécollectie<br />

3 0<br />

FAMILIEBANDEN<br />

Marguerite, Bastiaan en Constantijn Bergman.<br />

‘Juist géén domme<br />

oppervlakkige mensen’<br />

Dr.ir. Bastiaan Bergman en ir. Marguerite Haans kregen in 1996<br />

tijdens hun studie aan de TU/e een relatie. De vonken sprongen<br />

over tijdens een gala van het ESC. Ze trouwden nog snel in<br />

2004, vlak voor hun vertrek naar de Verenigde Staten. ‘Een<br />

flitsbruiloft; in zes weken in elkaar gedraaid.’ Nu woont het stel<br />

met baby Constantijn in Californië, in San José, in een Duckstadhuis<br />

met Duckstad-gazonnetje.<br />

Vier jaar geleden stapten de twee alumni<br />

met ieder een koffer uit het vliegtuig in<br />

San José, een stad in de Amerikaanse<br />

staat Californië. Een nieuw land en nog<br />

geen plek om te wonen. Marguerite<br />

had haar baan in Nederland opgezegd,<br />

Bastiaan ging een promotieonderzoek<br />

doen bij IBM. Marguerite: ‘We kwamen<br />

hier aan zoals migranten hier altijd<br />

aankomen: we hadden niks, wisten niks<br />

M A T R I X / A L U M N I S P E C I A L / 2 0 0 9<br />

en leefden in een hotel. Het was alleen<br />

maar regelen, die eerste periode.’<br />

Het salaris van Bastiaan leek op voorhand<br />

ruim voldoende voor een comfortabel<br />

bestaan. Het leven is echter duur in<br />

Bay Area, dé technologie hotspot van de<br />

wereld (zie kader pagina 31), en woonruimtes<br />

zijn niet eenvoudig te vinden.<br />

Althans, niet tegen prettige prijzen. ‘We<br />

hebben toen toch iets heel leuks gevonden’,<br />

vertelt Marguerite. ‘Een soort<br />

Melrose Place met een zwembad in het<br />

midden en de woningen eromheen.<br />

Inmiddels hebben we een Duckstad-huis<br />

met een brievenbusje aan de straat, een<br />

grote garage en een grasveld voor de


deur waar je nooit iemand ziet, behalve<br />

wanneer het gemaaid wordt.’ Bastiaan:<br />

‘We kennen eigenlijk niemand in deze<br />

buurt, alleen de directe buren. Voor<br />

bezoek aan vrienden stappen we in de<br />

auto. Je stapt hier voor alles in de auto.<br />

Toen ik net bij IBM werkte, ging ik met<br />

collega’s wat drinken in de stad. Dit<br />

werd een kroegentocht waarbij we tus-<br />

Bastiaan Bergman:<br />

‘Ik ben hier een<br />

vriendelijker mens.’<br />

sen twee cafés twintig minuten op de<br />

snelweg zaten. Dat is het leven hier: een<br />

weidse stad en alles is ver weg. Behalve<br />

een McDonald’s – die is altijd dichtbij.’<br />

Zoon<br />

De twee kregen ruim een jaar geleden<br />

hun zoon Constantijn. Een gebeurtenis<br />

die in de VS heel anders verloopt dan in<br />

Nederland. ‘We kregen een cursus van<br />

vier avonden, waarin werd uitgelegd hoe<br />

je voor een baby zorgt’, vertelt de jonge<br />

moeder. ‘Constantijn werd geboren in<br />

het ziekenhuis: dat is hier standaard,<br />

net als een ruggenprik. Ik deed het<br />

zonder die verdoving: een zogeheten<br />

natural birth. Dat vond men geweldig. Ik<br />

kreeg ook fantastische zorg. Er is altijd<br />

iemand standby en je kiest zelf precies<br />

hoe je het wilt hebben. Het ziekenhuis is<br />

als een hotel, met een eigen badkamer<br />

en zo. Bastiaan kwam bij me logeren. De<br />

service is in de VS erg goed.’<br />

En zo is Constantijn een Amerikaanse<br />

baby. Hij is overigens ook Nederlander.<br />

Op zijn achttiende verjaardag mag hij<br />

kiezen met welke nationaliteit hij door<br />

het leven gaat. Bastiaan: ‘Daar zijn we<br />

wel jaloers op: hij heeft zijn verblijfsvergunning<br />

al geregeld, terwijl wij er hard<br />

voor moeten werken.’ Deze Amerikaanse<br />

nationaliteit is niet zonder gevolgen.<br />

Wanneer de ouders op het vliegveld zijn<br />

met Constantijn kunnen ze maar beter<br />

zorgen dat ze te allen tijde kunnen<br />

bewijzen dat hij hun zoon is. Anders<br />

worden ze beschuldigd van het<br />

ontvoeren van een Amerikaans staats-<br />

burger – een misdrijf waarop geen prijs<br />

wordt gesteld.<br />

Geïnteresseerd<br />

Bastiaan was nooit van plan zijn leven<br />

in het buitenland door te brengen. De<br />

Verenigde Staten trokken hem al<br />

helemaal niet, met die ‘domme oppervlakkige<br />

mensen’. ‘Toen kreeg ik<br />

de kans om een stage bij Seagate in<br />

Pittsburgh te doen. Ik ontdekte dat mijn<br />

beeld helemaal niet klopte. Amerikanen<br />

zijn juist geïnteresseerd in mensen. Ik<br />

werd in Pittsburgh lid van een roeiclub<br />

en werd direct door iedereen mee<br />

naar huis genomen wanneer er een<br />

feestje was. Daar werd ik aan alle<br />

gasten voorgesteld en door hen ondervraagd.<br />

Mensen willen weten hoe het in<br />

Nederland gaat en hoe we hier denken.<br />

Nieuwsgierig, geïnteresseerd en juist<br />

heel persoonlijk.’<br />

Marguerite: ‘In Nederland zit je met<br />

vrienden een hele avond aan een bar en<br />

voer je heftige discussies. Amerikanen<br />

houden daar niet van, maar ze willen<br />

wel heel graag weten wie je bent en hoe<br />

je denkt. Ze onthouden ook altijd na één<br />

keer voorstellen mijn naam. Dat zegt mij<br />

wel wat. Mensen groeten elkaar, aan de<br />

kassa van de supermarkt vraagt men of<br />

je alles hebt kunnen vinden. Je weet dat<br />

ze dit moeten van hun baas, maar het<br />

is wel prettiger om zo met elkaar om te<br />

gaan. Mensen zijn gewoon vriendelijk,<br />

althans in dit gebied van de Verenigde<br />

Staten. Aan de oostkust schijnt het wat<br />

anders te zijn.’<br />

Bastiaan: ‘De mensen in de Bay Area<br />

komen uit alle hoeken van de wereld.<br />

Ze zijn hier om een leven op te bouwen.<br />

Dat is een cultuur van ondernemingszin<br />

en een open geest. Ik ben zelf ook zo’n<br />

mens geworden: ik zeg heel enthousiast<br />

“Thank you for asking!”, wanneer iemand<br />

vraagt hoe het gaat. Ik ben hier<br />

een vriendelijker mens.’ Marguerite:<br />

‘Een tijdje geleden gingen we in<br />

Nederland een stuk rijden met de auto.<br />

Ik deed zoals ik in de VS doe: ik stopte<br />

op een kruispunt, keek rustig rond om<br />

te kijken wie als eerste zou gaan, een<br />

knikje hier een glimlach daar. Om me<br />

heen werd getoeterd en kreeg boze blikken<br />

toegeworpen. Met een Amerikaanse<br />

mentaliteit ben je heel vriendelijk, maar<br />

je staat eindeloos te wachten.’<br />

Bay Area<br />

De San Francisco Bay Area is een grootstedelijke<br />

agglomeratie in het noorden<br />

van de Amerikaanse staat Californië. Het<br />

gebied bestaat uit de steden San José,<br />

San Francisco, Oakley en Berkeley, die<br />

allemaal rond de Baai van San Francisco<br />

liggen. In het gebied wonen 7,4 miljoen<br />

inwoners; daarmee is de agglomeratie<br />

de op vijf na grootste van de Verenigde<br />

Staten. Alleen de agglomeraties van New<br />

York (22,2 miljoen), Los Angeles (17,8 miljoen),<br />

Chicago (9,7 miljoen), Washington<br />

D.C. (8,3 miljoen) en Boston (7,5 miljoen)<br />

zijn groter, volgens de Combined<br />

Statistical Area uit 2008.<br />

In het zuiden van de Baai ligt Silicon<br />

Valley, een hightechindustriegebied dat<br />

belangrijk is voor Bay Area. De naam<br />

komt van het element silicium, dat voorkomt<br />

in de chips voor allerlei technische<br />

toepassingen. In Silicon Valley staan dan<br />

ook veel computergerelateerde bedrijven,<br />

zoals de hoofdkantoren van Apple,<br />

Hewlett-Packard, Intel en Google Inc.<br />

Daarnaast bevinden de gerenommeerde<br />

universiteiten Berkeley en Stanford zich<br />

in Bay Area.<br />

Personalia<br />

Bastiaan Bergman (36) studeerde<br />

<strong>Technische</strong> Natuurkunde in <strong>Eindhoven</strong>.<br />

Hij deed promotieonderzoek bij IBM<br />

in San Jose. In het voorjaar van 2009<br />

rondde hij dit onderzoek af aan de TU/e.<br />

Nu zoekt hij naar een baan en werkt<br />

intussen nog bij IBM. De banen liggen<br />

in Silicon Valley niet meer voor het oprapen.<br />

Marguerite Haans (31) studeerde<br />

<strong>Technische</strong> Bedrijfskunde. Ze studeerde<br />

af in 2001 en werkte in Rotterdam bij<br />

Procter & Gamble. Daarna vertrok ze<br />

naar de Verenigde Staten, waar ze nu<br />

bij Logitec werkt. Via LinkedIn vond ze<br />

een baan, ondanks een tijdelijk visum.<br />

Inmiddels leidt ze een team dat bezig is<br />

met product life cycle management.<br />

Baastiaan en Marguerite hebben een<br />

zoon: Constantijn (1).<br />

M A T R I X / A L U M N I S P E C I A L / 2 0 0 9 31


Foto: Dierk Hendriks<br />

3 2<br />

ONDERNEMING<br />

Passie voor informatica<br />

Anderhalf jaar geleden stapte TU/e-alumnus Arnoud Engelfriet van Philips over naar zijn<br />

eigen bedrijf ICTRecht, een juridisch adviesbureau voor ICT en internet. Daarnaast blogt hij<br />

dagelijks op zijn site www.iusmentis.com. Toch wil hij van drukte niets weten. ‘Als je met je<br />

passie bezig bent, dan let je niet op de tijd.’<br />

Iets voor twaalf uur ’s middags loopt Engelfriet het <strong>Eindhoven</strong>se<br />

New York Café binnen. Nadat hij een cappuccino heeft besteld,<br />

klapt hij zijn laptop open om ‘nog even snel iets te checken’.<br />

‘Ik doe dit erg vaak’, vertelt hij. ‘Ik werk overal waar ik wil en<br />

kan. Dit café is één van de weinige waar dat ongestoord kan. Ik<br />

spreek zo ook regelmatig af met klanten. Wekelijks ben ik misschien<br />

anderhalve dag op kantoor.’<br />

M A T R I X / A L U M N I S P E C I A L / 2 0 0 9<br />

Dat kantoor is het juridisch adviesbureau ICTRecht in<br />

Amsterdam, waarvan hij sinds juni 2008 vennoot is. ‘Ik ken de<br />

oprichter Steven Ras via het internet. Hij vroeg me om ICTRecht<br />

uit te bouwen tot een groter bureau. Dat is gelukt: inmiddels<br />

beschikken we over vijf werknemers. Sinds september 2009<br />

hebben we een eigen kantoor aan de Panamalaan, in de buurt<br />

van het IJ. Uiteindelijk willen we hét bureau worden voor juri-


Arnoud Engelfriet:<br />

‘Ga je passie achterna!’<br />

disch advies over ICT en internet.’<br />

Engelfriet is erg blij met zijn overstap. ‘Misschien wel mijn beste<br />

keuze ooit. Hiervoor heb ik bijna negen jaar bij Philips op de<br />

octrooiafdeling gewerkt. Maar toen deze mogelijkheid zich aandiende,<br />

wist ik meteen dat ik de overstap moest maken. Dit is<br />

mijn passie: het combineren van recht met informatica.’<br />

‘Informatica fascineerde me al toen ik jong was. Begin jaren negentig<br />

kon je via het BBS-systeem – het bulletin board system –<br />

e-mails versturen. Dat gebeurde ’s nachts, massaal op een vast<br />

tijdstip. Prachtig vond ik dat. Een studie informatica was dan<br />

ook een logische keuze.’ Met zijn ouderlijk huis in Geldrop – op<br />

een kleine tien kilometer van de TU in <strong>Eindhoven</strong> – vond hij het<br />

niet nodig op kamers te gaan. Wel sloot hij zich aan bij MCGV<br />

Stack, de computervereniging voor TU-studenten. ‘Dat was een<br />

erg leuke tijd. Ik vond er mensen die mijn interesses deelden.’<br />

In 1996 zat hij een jaar als voorzitter in het bestuur. Zijn<br />

ervaringen in dat jaar bleken doorslaggevend voor zijn loopbaan.<br />

‘We gaven leden een eigen webpagina die ze naar hartenlust<br />

mochten inrichten. Iemand zette Garfield-plaatjes op<br />

zijn site, maar vanwege de auteursrechten stuurden advocaten<br />

boze faxen. Dat bracht ons in een lastig parket: waren wij als<br />

vereniging aansprakelijk voor wat onze leden deden?’ Toen het<br />

Anarchistisch Cookbook van William Powell op de Stacksite<br />

‘In de technische wereld<br />

is de titel ‘ingenieur’ niet<br />

zo belangrijk.’<br />

stond, werden er zelfs kamervragen gesteld.<br />

Door die voorvallen zette hij, samen met medestudenten Friso<br />

Kuipers en Wouter Slegers, de werkgroep JUR op. ‘Voor onze<br />

vereniging hebben we uitgezocht hoe het juridisch zit met bijvoorbeeld<br />

auteursrecht op het internet. Zo’n tien jaar geleden<br />

was internet nog niet zo bekend als nu.’<br />

Recht<br />

Zijn afstudeeronderzoek aan de TU/e lag in het verlengde daarvan:<br />

de juridische aspecten van digitale handtekeningen bij de<br />

overheid. Na die stage in Den Haag kwam hij weer terug naar<br />

<strong>Eindhoven</strong>. Bij Philips ging hij aan de slag op de octrooiafdeling.<br />

‘Ik wilde recht met techniek combineren. Dan kom je al snel uit<br />

bij octrooien. Ik vond het trouwens niet erg om terug te komen<br />

naar <strong>Eindhoven</strong>. Ik zit hier graag.’ Bij Philips specialiseerde hij<br />

zich in softwarewetgeving en licenties. ‘Tijdens mijn werk stuitte<br />

ik steeds vaker op juridische vraagstukken. Philips bood me de<br />

mogelijkheid om in deeltijd de masterstudie informatierecht aan<br />

de <strong>Universiteit</strong> van Amsterdam te volgen. Na twee jaar behaalde<br />

ik het diploma. Het enige probleem was soms het reizen: een retour<br />

<strong>Eindhoven</strong>-Amsterdam duurt drie uur. De opleiding viel me<br />

erg mee; door mijn ervaringen vielen alle puzzelstukjes op de<br />

juiste plaatsen. Veel ging op basis van herkenning, ik heb niet<br />

veel nieuws geleerd. Aan de TU/e was dat wel anders:<br />

vakken als lineaire algebra en theoretische informatica vond ik<br />

erg lastig.’<br />

Behalve ingenieur mag hij zich dus meester in de rechten<br />

noemen. ‘Ik vind die laatste titel niet zo belangrijk, maar de<br />

juridische wereld juist wel. Dat verbaasde me: in de technische<br />

wereld is de titel ‘ingenieur’ niet zo belangrijk. “Leuk dat je zo<br />

lang gestudeerd hebt, maar kún je ook iets?”, hoor je dan.’<br />

Personal branding<br />

Wat tegenwoordig populair is dankzij websites als Hyves,<br />

Facebook en LinkedIn, deed Engelfriet al tijdens zijn studie:<br />

personal branding op het internet. Eerst via de site Anonymity<br />

and Privacy on the Internet (1995-1998), daarna via de site PGP<br />

FAQ (1996-2002) en in 2001 richtte hij de site www.iusmentis.<br />

com op. ‘Dat is Latijn voor ‘(juridische) rechten op het geeste-<br />

M A T R I X / A L U M N I S P E C I A L / 2 0 0 9 33


Foto: Dierk Hendriks<br />

3 4<br />

ONDERNEMING<br />

lijke’ ofwel ‘geestesrechten’. Er was nog weinig bekend over intellectueel<br />

eigendom, zoals auteursrecht, octrooien en merken.<br />

Daarover informeer ik mensen nu: door te bloggen, maar ook<br />

door hun vragen te beantwoorden. Kort gezegd: ik leg de wet uit<br />

aan techneuten en de techniek aan juristen.’<br />

Hoe zorg je ervoor dat mensen je site vinden en je blogs lezen?<br />

‘Ik heb een boek gekocht met adviezen over blogs. Een tipje<br />

voor – toekomstige – bloggers: eindig je blog nooit met “En dat<br />

is dat”. Daarmee ‘vermoord’ je iedere vorm van discussie en dat<br />

zoek je juist. In ieder artikel op mijn blog neem ik een standpunt<br />

in; mede- en tegenstanders reageren daarop. Daarnaast heb ik<br />

me bij zoekmachines gepromoot en inmiddels heb ik een vaste<br />

schare van 30.000 bezoekers per maand.’<br />

Hij schrijft ook artikelen voor verschillende sites en blogt sinds<br />

2007 dagelijks over internetrecht. ‘Ik zorg ervoor dat mijn blogs<br />

kort en bondig zijn. Ze dienen als achtergrondinformatie bij het<br />

dagelijkse nieuws. Het einde is zeker nog niet in zicht, want<br />

internetrecht is altijd in ontwikkeling. En ik schrijf vooruit. Nu<br />

liggen er nog blogs voor de komende anderhalve week.’<br />

Passie<br />

Het bedrijf ICTRecht is Engelfriets passie. ‘Het sluit aan bij<br />

iusmentis.com. Het is moeilijk te zeggen, waar de site stopt en<br />

waar ICTRecht begint. Zelf zie ik geen grens.’ Engelfriet voelt<br />

zich helemaal thuis bij het juridisch adviesbureau. Startende<br />

en gevestigde bedrijven kunnen bij het bedrijf aankloppen voor<br />

juridisch advies over ICT en internet. Ondanks zijn werkzaamheden<br />

voor ICTRecht en zijn blogs heeft hij nog tijd voor andere<br />

M A T R I X / A L U M N I S P E C I A L / 2 0 0 9<br />

‘Informatica fascineerde<br />

me al toen ik jong was.’<br />

zaken. In 2008 gaf hij het boek ‘De wet op het internet’ uit: een<br />

verzameling van al zijn op internet gepubliceerde artikelen.<br />

‘Sommige artikelen heb ik moeten actualiseren. In totaal ben<br />

ik een halfjaar bezig geweest, voordat het boek op de markt<br />

kwam.’<br />

En sinds 2002 geeft hij lezingen. Voorafgaand aan zijn lezing<br />

test hij zijn microfoon op de manier van wijlen Edsger Dijkstra,<br />

oud-hoogleraar Informatica aan de TU/e: ‘0-1-2-test’. ‘Normaal<br />

zeg je ‘1-2-3-test’. Die nul verwijst naar de informatica: computersystemen<br />

werken namelijk altijd met nullen en enen.’<br />

Niet alleen die ‘<strong>Eindhoven</strong>se’ ervaring heeft hij meegenomen.<br />

Zo heeft hij als voorzitter van Stack leren communiceren met<br />

verschillende groepen. ‘Met informatici praat je anders dan met<br />

studenten bedrijfskunde. Ik probeer altijd af te stemmen op het<br />

publiek: waar komen ze voor, wat wil ik ze meegeven?<br />

En steeds staan informatica en recht centraal: zijn passie. ‘Dat<br />

adviseer ik iedereen: ga je passie achterna! Zorg ervoor dat je je<br />

werk leuk vindt. Ik hou de tijd niet in de gaten: overal waar het<br />

kan, klap ik mijn laptop open om te werken. Zoals nu ook hier.’<br />

En dus gaat Engelfriet weer aan de slag: in een rustig café in<br />

<strong>Eindhoven</strong>.


Alumni<br />

Berichtenpagina<br />

WILHELMINA-RING VOOR<br />

ALUMNUS JOHN KÖRMELING<br />

TU/e-alumnus ir. John Körmeling kreeg eind augustus<br />

de Wilhelmina-ring uitgereikt, een landelijke<br />

oeuvre-prijs die iedere twee jaar wordt<br />

toegekend aan een prominente Nederlandse<br />

beeldhouwer. Körmeling (1951) studeerde<br />

aan de <strong>Eindhoven</strong>se faculteit Bouwkunde.<br />

De Wilhelmina-ring bestaat uit een geldprijs<br />

van 7500 euro, een speciaal ontworpen ring<br />

en een opdracht van de gemeente Apeldoorn<br />

NEW VENTURE-PRIJS VOOR STUDENT EN ALUMNUS TU/e<br />

om een beeld te maken dat in het plaatselijke<br />

Sprengenpark komt te staan. De prijs is<br />

eerder toegekend aan Maria Roosen, Carel<br />

Visser, Jan van Munster, Joep van Lieshout<br />

en Joop Beljon. Voor Körmeling is architectuur<br />

een combinatie van bouwkunst, stedenbouwkunde<br />

en beeldende kunst. Hij heeft<br />

zowel in Nederland als in het buitenland<br />

naam gemaakt met een aantal opvallende<br />

projecten die zich kenmerken door ironische<br />

observaties en een fijn gevoel voor humor.<br />

Daartoe behoren onder meer Het Draaiend<br />

Het businessplan van TU/e-student Thijs Putman en TU/e-alumnus <strong>Technische</strong> Bedrijfskunde ir.<br />

Edwin van Rest voor hun site Mastersportal.eu won eind juni één van drie hoofdprijzen van 25.000<br />

euro bij de businesswedstrijd New Venture. Van Rest, die in 2007 is afgestudeerd, is samen met<br />

Thijs Putman, masterstudent Business Information Systems, en de Zweed Martin Olson, twee jaar<br />

terug van start gegaan met de site Mastersportal.eu. De site biedt een overzicht van meer dan<br />

10.500 masters verspreid over 400 universiteiten in 300 landen. De site had medio dit jaar per<br />

maand zo’n 250.000 bezoekers en is volgens Van Rest leidend op dit gebied. Naast de hoofdlocatie<br />

op Strijp-S, waar tien mensen werken, is er ook een vestiging opgezet in de Duitse universiteitsstad<br />

Heidelberg, waar drie mensen actief zijn.<br />

Van links naar rechts: prijswinnaars Martin Olson, Thijs Putman en Edwin van Rest.<br />

Huis in Tilburg en het roze bruggetje bij het<br />

Van Abbemuseum in <strong>Eindhoven</strong>. Ook maakte<br />

hij het spraakmakende ‘Drive-in Wheel’, een<br />

reuzenrad voor auto’s aan het Ontariomeer<br />

bij Toronto, Canada. De kunstenaar maakte<br />

ook het winnende Happy Street, voor het<br />

Nederlandse paviljoen op de World Expo in<br />

Shanghai in 2010. De organisatoren van de<br />

wereldtentoonstelling, die volgend jaar loopt<br />

van begin mei tot eind oktober, verwachten<br />

zeventig miljoen bezoekers te verwelkomen.<br />

OCÉ-TOPMAN VAN IPEREN<br />

VOORZITTER RAAD VAN TOEZICHT<br />

Ir. Rokus van Iperen, alumnus van de<br />

faculteit Werktuigbouwkunde, is op 1<br />

september van dit jaar aangetreden<br />

als nieuwe voorzitter van de Raad van<br />

Toezicht van de TU/e. Hij volgt Philipspresident<br />

dr.ir. Gerard Kleisterlee op, die<br />

op die datum zijn tweede termijn van vier<br />

jaar afsloot. Van Iperen, voorzitter van de<br />

Raad van Bestuur van Océ, maakt al sinds<br />

2004 deel uit van de Raad van Toezicht en<br />

is door de andere leden gekozen tot hun<br />

nieuwe voorman. Bij Océ is hij inmiddels<br />

tien jaar actief als bestuursvoorzitter.<br />

M A T R I X / A L U M N I S P E C I A L / 2 0 0 9 35


Foto:<br />

3 6<br />

SPORT<br />

Terechte drager<br />

van titel ‘fietsenmaker’<br />

Gérard Vroomen is een van de velen die aan de <strong>Eindhoven</strong>se faculteit<br />

Werktuigbouwkunde heeft gestudeerd. Van al deze ‘fietsenmakers’ is hij de enige die<br />

deze geuzennaam met recht draagt. Als ontwerper van weergaloze snelle tweewielers en<br />

als mede-eigenaar van een eigen wielerploeg in de Pro Tourkaravaan – Cervélo – behoort<br />

Vroomen tot de absolute wereldtop van echte fietsenmakers.<br />

Waarom ben je destijds<br />

Werktuigbouwkunde<br />

gaan doen?<br />

‘Uitstel van executie. Ik wist niet wat ik<br />

wilde doen. Ik was goed in natuurwetenschappen<br />

en wiskunde.<br />

Werktuigbouwkunde is een mooie<br />

algemene studie, waarmee je alle<br />

M A T R I X / A L U M N I S P E C I A L / 2 0 0 9<br />

mogelijkheden openhoudt als je de keuze<br />

wil uitstellen. Ik denk dat de manier van<br />

denken – de logisch aanpak, die ik bij<br />

Werktuigbouwkunde heb geleerd –


Cervélo-eigenaren Gérard Vroomen (links) en<br />

Phil White: ‘In zijn eenvoud is een fiets toch<br />

een complex en wonderlijk technisch product.’<br />

nuttig is geweest voor mijn verdere<br />

loopbaan.’<br />

Waarom de keuze om een<br />

snelle fiets te ontwerpen?<br />

Lachend: ‘Daarmee valt tegenwoordig<br />

meer geld te verdienen dan met het bouwen<br />

van auto’s. Dus misschien dat het<br />

toch een goede greep was. Nee, ik was<br />

altijd al geïnteresseerd in de fiets. Het<br />

is misschien wel het laatste technische<br />

voorwerp dat een mens nog kan begrijpen.<br />

Vergis je niet; in zijn eenvoud is een<br />

fiets toch complex en een wonderlijk<br />

technisch product. Met weinig hulpmiddelen<br />

ben je in staat om je snelheid<br />

enorm op te voeren.’<br />

Een fiets van Cervélo heb je anders<br />

niet voor een paar tientjes.<br />

‘Nee. Een complete fiets kost tussen de<br />

twee- en zevenduizend euro.’<br />

En daar vind je genoeg klanten<br />

voor?<br />

‘Het zijn klanten die misschien niet zo’n<br />

fiets nodig hebben, maar wel ontzettend<br />

van fietsen houden. Het is voor hen een<br />

hobby waar ze veel plezier aan beleven.<br />

Niemand heeft een Porsche nodig om<br />

mee rond te rijden. Maar het is wel leuker<br />

om mee te toeren dan een Lada. Als je<br />

niets om fietsen geeft, dan is het zinloos<br />

om een Cervélo te kopen.’<br />

Waarin onderscheidt jullie merk<br />

zich ten opzichte van andere<br />

fabrikanten?<br />

‘Onze focus ligt constant op de techniek<br />

en de ambitie om technisch betere oplossingen<br />

te vinden. Met het uiteindelijke<br />

doel dat fietsen een meer plezierige<br />

ervaring is voor de klant. Niet dat we de<br />

enige goede fiets ter wereld bouwen. Er<br />

zijn genoeg merken die tussen twee- en<br />

zevenduizend euro kosten en die andere<br />

zaken bieden die mensen op prijs stellen.’<br />

Cervélo heeft dit wielerseizoen<br />

veel gewonnen. Worden de ambities<br />

bijgesteld?<br />

‘Voor mij niet. Het enige dat me interesseert<br />

is zo goed mogelijk ondersteuning<br />

bieden aan onze rijders zodat ze optimaal<br />

kunnen presteren. Of ze uiteindelijk<br />

eerste of tiende worden, is voor mij echt<br />

niet van belang. We hebben in het wielrennen<br />

zo’n beetje alles al gewonnen wat<br />

er te winnen valt. De gele, groene, witte<br />

en bolletjestrui. Etappes, klassiekers en<br />

wereldkampioenschappen. Het enige<br />

waarin we progressie kunnen boeken, is<br />

productverbetering.’<br />

Wie wint, krijgt aandacht.<br />

Direct na de WK wielrennen in<br />

Mendrisio stond de fiets van de regerend<br />

wereldkampioen tijdrijden Fabian<br />

Cancellara te pronken in het televisieprogramma<br />

‘Holland Sport’. Had jouw fiets<br />

daar niet moeten schitteren?<br />

‘Ik zat tijdens de Ronde van Frankrijk in<br />

het tv-programma ‘Avondetappe’ van<br />

Mart Smeets. Zo hebben we allemaal<br />

wat. Maar onze klanten zijn over het<br />

algemeen goed opgeleide mensen.<br />

Personalia<br />

Gérard Vroomen (38) is geboren in<br />

Nijmegen en opgegroeid in Venray. Nu<br />

woont hij in Zwitserland en is hij getrouwd.<br />

Van 1989 tot 1995 studeert hij<br />

Werktuigbouwkunde aan de TU/e. Als<br />

afstudeerproject ontwerpt hij een<br />

aerodynamische fiets aan de McGill<br />

University in Montréal, Canada. Samen met<br />

medestudent Phil White bouwt hij een prototype.<br />

Na zijn studie leurt hij het prototype<br />

tevergeefs langs diverse fietsfabrikanten.<br />

Daarna besluit hij samen met White om de<br />

fiets in productie te nemen. Merknaam:<br />

Cervélo, een combinatie van het Italiaanse<br />

Cervello (brein) en het Franse woord Vélo<br />

(fiets). De eerste jaren is het sappelen.<br />

Vroomen woont Canada in de kelder van zijn<br />

eerste dealer en blijft fietsen ontwerpen.<br />

Met nieuwe modellen worden titels op de<br />

WK en de Olympische Spelen binnengehaald.<br />

De onderneming groeit en sponsort<br />

in 2002 met gratis fietsen de CSC-ploeg van<br />

voormalig Tour de France-winnaar Bjarne<br />

Riis. Diens kopman Ivan Basso wint in 2006<br />

de Ronde van Italië, maar raakt betrokken<br />

bij een dopingschandaal. Om zaken<br />

in eigen hand te kunnen houden, richten<br />

Vroomen en White hun eigen wielerploeg<br />

op: Test Team Cervélo. Dit seizoen boekte<br />

de ploeg acht etappezeges in de rondes van<br />

Italië, Frankrijk en Spanje. De Nederlandse<br />

sprinter Theo Bos is onlangs aangetrokken.<br />

Andere grote namen zijn Thor Hushovd `<br />

(winnaar puntenklassement in de Tour<br />

2009) en Carlos Sastre (Tourwinnaar 2008).<br />

Buiten het wielerteam telt de onderneming<br />

tachtig medewerkers. Cervélo verkoopt<br />

fietsen in ongeveer vijfentwintig landen.<br />

Techniek staat bij het merk voorop. Ter<br />

illustratie: het verwisselen van een achteren<br />

voorwiel gaat zo razendsnel, dat op de<br />

website van Cervélo daarom een filmpje met<br />

vertraagde beelden is geplaatst. Zie ook<br />

www.cervelo.com.<br />

M A T R I X / A L U M N I S P E C I A L / 2 0 0 9 37


Foto:<br />

3 8<br />

SPORT<br />

Die begrijpen ook dat Cancellara de<br />

wedstrijd wint omdat hij Cancellara is.<br />

Zelfs op een driewieler had hij nog een<br />

goede kans gemaakt. Voor onze klanten<br />

is het belangrijker dat wij dingen<br />

doen die onze fietsen beter maken en<br />

daardoor het fietsgenot vergroten, dan<br />

dat wij veel geld betalen voor een renner<br />

die veel wedstrijden wint. Daar worden<br />

onze fietsen namelijk niet beter van.’<br />

UCI heeft bepaalde voorschriften<br />

waaraan fietsen moeten voldoen.<br />

Zouden jullie ook met een heel ander<br />

concept kunnen komen voor een ‘vrije’<br />

markt?<br />

‘De meeste klanten willen zich aan die<br />

regels houden. Voor ons hoeft dat niet zo<br />

nodig. Toch zijn de regels niet zo restrictief.<br />

Ze zijn eerder onduidelijk en worden<br />

soms vreemd geïnterpreteerd. Dat is een<br />

beetje het probleem waarmee de fietswereld<br />

zit. Als je het reglement leest, zie je<br />

dat Cancellara wint op een illegale fiets.<br />

Er zit een soort neus onder het stuur dat<br />

alleen aerodynamisch nut heeft: dat is<br />

niet toegestaan. Voor dit jaar heeft de<br />

internationale wielerbond UCI besloten<br />

dat het in orde is, maar volgend jaar waarschijnlijk<br />

niet, tenzij de mening weer verandert.<br />

Dit soort onduidelijkheden zijn<br />

een groter probleem dan de regels zelf.’<br />

M A T R I X / A L U M N I S P E C I A L / 2 0 0 9<br />

Zit je eigenlijk niet het liefst<br />

in een garage te sleutelen?<br />

‘Nee, ik doe het allemaal met plezier.<br />

Conceptueel ontwerpen vind ik leuk, net<br />

als kijken wat de markt wil. Ik vind het<br />

een beetje zinloos om dingen te<br />

ontwerpen die je zelf leuk vindt, als<br />

er geen relevantie is voor je klanten.<br />

Sommigen van die klanten zijn ook nog<br />

eens de beste wielrenners ter wereld. Dat<br />

maakt het extra interessant.’<br />

Helpt het om een fietsenmerk<br />

te promoten als Bekende<br />

Nederlander?<br />

‘Geen idee. Het programma van Mart


Smeets wordt in Zwitserland niet uitgezonden<br />

dus ik kan hier gewoon over<br />

straat. Ik denk dat Cervélo in de high<br />

end-fietsenmarkt – waar wij opereren<br />

– wel bekend is en als gevolg daarvan de<br />

branche ook weet wie ik en Phil zijn. Maar<br />

we zijn geen rockstars, dat valt allemaal<br />

reuze mee.’<br />

Hoe is de samenwerking met<br />

mede-eigenaar Phil White?<br />

‘We ontwerpen evenveel. Phil is meer<br />

verantwoordelijk voor Noord-Amerika en<br />

geeft leiding aan de ingenieurs die het detailwerk<br />

doen. Ik houd me meer bezig met<br />

de wielerploeg, omdat die in Europa zit.’<br />

Dat blijft zo?<br />

Lachend: ‘Ja, tenzij de Ronde<br />

van Californië belangrijker wordt dan de<br />

Ronde van Frankrijk. Dan moeten we misschien<br />

van plek wisselen.’<br />

Helpt de feedback van wielrenners<br />

bij de innovatie van jullie<br />

fietsen?<br />

‘Het versnelt de zaken. Tijdens de Ronde<br />

van Frankrijk hadden we twijfels over een<br />

bepaald detail van een fiets. Dan vragen<br />

we liever de mening van een wielrenner<br />

zoals Thor Hushovd dan dat we dagenlang<br />

theoretisch doorpraten. Met een<br />

prototype kun je zelf een maand rond-<br />

rijden of je kunt Thor er een uurtje op<br />

laten trappen en hem laten vertellen wat<br />

er allemaal mis mee is.’<br />

Stellen jullie fietsen speciaal<br />

af op een renner of zijn het<br />

seriefietsen?<br />

‘We ontwerpen een fiets voor een wielrenner<br />

als Thor. Daarna stellen we die ook<br />

beschikbaar aan onze normale klanten.<br />

Dus Thor fietst niet op een seriefiets, die<br />

we voor onze klanten hebben ontworpen.’<br />

Hoogte- en dieptepunt<br />

als eigenaar van Cervélo?<br />

‘Uit het niets op een heel nieuw ontwerp<br />

uitkomen. Dat is mijn beste ervaring.<br />

‘Het enige waarin<br />

we nog progressie<br />

kunnen boeken, is<br />

productverbetering.’<br />

Zowel in 2005 als in 2009 hebben we<br />

– zonder dat buiten Cervélo hier ook maar<br />

iets van bekend was – een nieuw model<br />

ontwikkeld en ter verrassing op de fietsbeurzen<br />

gepresenteerd. Het is prachtig<br />

om dan al je concurrenten op je stand te<br />

zien rondstruinen op zoek naar informatie.<br />

De vervelendste ervaring is als een<br />

klant een ernstig ongeluk krijgt op zijn<br />

fiets. Zeker in de Verenigde Staten is<br />

fietsen in sommige regio’s niet ongevaarlijk<br />

en worden regelmatig mensen aangereden<br />

door auto’s.’<br />

Woon je permanent in<br />

Zwitserland?<br />

‘Het meest zit ik in het vliegtuig.’<br />

Heb je nog een persoonlijk<br />

leven als je zo’n druk bedrijf<br />

leidt?<br />

‘Het kan altijd beter. Je moet een beetje<br />

je prioriteiten in de gaten houden. Ik<br />

denk niet dat er veel mensen zijn die op<br />

hun doodsbed zeggen dat ze niet genoeg<br />

tijd op kantoor hebben doorgebracht. Je<br />

moet dat ook tijdens je leven een beetje<br />

realiseren.’<br />

M A T R I X / A L U M N I S P E C I A L / 2 0 0 9 39


Foto: Bart van Overbeeke<br />

4 0<br />

LOOPBAAN<br />

Liever onderzoeken<br />

dan ontwerpen<br />

M A T R I X / A L U M N I S P E C I A L / 2 0 0 9<br />

Irene Joris: ‘Ik<br />

ben niet iemand<br />

die het nieuwste<br />

van het nieuwste<br />

op elektronicagebied<br />

in huis heeft.’


Irene Joris Msc, TU/ealumna<br />

Industrial Design,<br />

werkt sinds november 2008<br />

bij de Consumentenbond als<br />

productonderzoeker in de kennisgroep<br />

Digitaal Thuis. ‘Ik richt me voornamelijk<br />

op digitale apparaten, zoals televisies,<br />

dvd-recorders en Blu-ray spelers. Een<br />

interessant gebied waarover ik steeds meer<br />

kennis opbouw.’<br />

Ze kwam tijdens haar studie al tot de conclusie dat ze veel<br />

affiniteit heeft met onderzoek. ‘Ik vond de onderzoeksprojecten<br />

zelfs interessanter dan de ontwerpprojecten. Ik vind het<br />

leuk om op een juiste manier conclusies te trekken uit een<br />

verzameling gegevens. Het was mogelijk geweest om verder<br />

te gaan als onderzoeker aan de TU/e, maar ik wilde graag een<br />

andere omgeving leren kennen. Ik ben gaan kijken waar onderzoek<br />

naar verschillende producten wordt uitgevoerd en zo<br />

kwam ik bij de Consumentenbond terecht.’<br />

De Consumentenbond onderzoekt allerlei producten en<br />

diensten voor consumenten, onder meer op het gebied van<br />

financiële diensten, auto’s, reizen, voeding, gezondheid, elektronica<br />

en communicatie. Op de afdeling Onderzoek werken in<br />

totaal zo’n 45 mensen. ‘Onze marktverkenners bekijken welke<br />

producten getest gaan worden. Fabrikanten vertellen hun wat<br />

er op de markt komt en wat naar verwachting goed gaat lopen.<br />

De redactie van de Consumentengids, de website of de special<br />

interest-bladen van de Consumentenbond – zoals de GeldGids<br />

en de Digitaalgids – geeft meestal de opdracht voor een onderzoeksproject.<br />

Vervolgens zet ik dat project op en kijk ik<br />

hoeveel geld en tijd ervoor nodig is. Verder stem ik met de desbetreffende<br />

redactie af welke informatie ze in het artikel wil.<br />

Uiteindelijk voer ik het onderzoek uit, of laat ik het uitvoeren.<br />

Internationale samenwerking<br />

De Consumentenbond voert zowel onderzoek uit in eigen huis<br />

als in internationaal verband met zusterorganisaties uit andere<br />

landen. Een voorbeeld van zo’n internationaal project is het<br />

testen van televisies. Dat gebeurt meerdere keren per jaar. ‘Het<br />

is duur om dat zelf te doen. Bovendien worden over het algemeen<br />

in alle landen van Europa dezelfde modellen verkocht.<br />

Daarom laten de verschillende consumentenorganisaties de televisies<br />

samen in een extern laboratorium testen en worden de<br />

resultaten vervolgens naar alle partners gestuurd. Dat scheelt<br />

veel tijd en geld. De data die ik daarvan krijg, verwerk ik in een<br />

verslag. Daarover schrijft de redactie dan een stuk voor de gids<br />

of voor de website.’<br />

Gedreven<br />

‘Ik vind het leuk om voor de Consumentenbond te werken’,<br />

aldus Joris. ‘Mijn collega’s zijn ook allemaal erg gedreven. Het<br />

maakt niet uit of ze spaarrekeningen of televisies onderzoeken:<br />

alles wordt even grondig gedaan.’<br />

Joris vertelt dat ze de producten op verschillende manieren<br />

onderzoeken. ‘Bij televisies kijken we bijvoorbeeld naar beeldkwaliteit,<br />

geluidskwaliteit, gebruiksgemak, veelzijdigheid,<br />

extra functies en energieverbruik. Binnen die categorieën worden<br />

ook weer verschillende aspecten getest: de meting van de<br />

beeldkwaliteit gebeurt voor alle verschillende ingangen.’<br />

In haar kennisgroep, en in de kennisgroep die huishoudelijke<br />

producten test, heeft bijna de helft Industrial Design gestudeerd.<br />

‘Allemaal in Delft, ik ben de enige uit <strong>Eindhoven</strong>’, zegt<br />

ze lachend. ‘Die achtergrond – onze technische kennis en kennis<br />

van gebruikersonderzoek – komt goed van pas. Tijdens<br />

mijn studie hebben we veel gebruikersonderzoek gedaan dat<br />

gericht is op problemen die mensen hebben. Op basis daarvan<br />

ontwikkelden we een product. Dat vond ik ook heel erg leuk.<br />

Als we bijvoorbeeld de opdracht kregen om “iets” voor gehandicapte<br />

kinderen te ontwerpen, dan liepen we een dag met die<br />

kinderen en hun begeleiders mee. Het is jammer dat ik dat nu<br />

niet doe in mijn werk, maar ik mis het nog niet. We houden wel<br />

gebruikersonderzoek:<br />

mensen voeren dan bepaalde taken met een product<br />

uit en dat laten we hen beoordelen. Op eenzelfde soort<br />

manier heb ik dat ook tijdens mijn studie gedaan.’<br />

Geen ‘gadgetfreak’<br />

En is Joris zelf een ‘gadgetfreak’? ‘Ik ben niet iemand die het<br />

nieuwste van het nieuwste op elektronicagebied in huis heeft.<br />

Ik test wel platte televisies, maar zelf heb ik nog een oude kijkbuis.<br />

Verder heb ik een degelijke mobiele telefoon waarmee je<br />

amper kunt internetten en thuis gebruik ik nog mijn oude TU/elaptop.’<br />

De Consumentenbond heeft een betrouwbaar imago. ‘Het is<br />

belangrijk dat we onafhankelijk en betrouwbaar zijn’, vertelt<br />

Joris. ‘De vereniging wordt gefinancierd door de contributie<br />

van de circa 500.000 leden en door de verkoop van boeken en<br />

andere publicaties. We krijgen geen subsidie van de overheid<br />

of van het bedrijfsleven. We voeren weleens onderzoek in opdracht<br />

van de overheid uit, maar we zijn geen overheidsinstantie.<br />

We brengen fabrikanten op de hoogte als we een test uitvoeren.<br />

Ze krijgen ook de gelegenheid om het testprogramma<br />

te bekijken en daarover vragen te stellen. Verder ontvangen ze<br />

inventarisatie- en meetgegevens, zodat ze kunnen nakijken of<br />

daar misschien fouten zijn ingeslopen. Maar voorafgaand aan<br />

de publicatie krijgen ze de uiteindelijke oordelen over de producten<br />

niet te zien.’<br />

Joris vertelt dat leden ook met suggesties voor tests komen. Bij<br />

de afdeling Service en Advies komen vragen en suggesties binnen.<br />

Verder houdt de afdeling Marketing lezersonderzoeken. Ze<br />

gaat bijvoorbeeld na wat leden interessant vinden om te lezen.<br />

Leren<br />

Joris werkt nu een jaar bij de Consumentenbond. Hoe bevalt<br />

het? ‘Ik merk dat er binnen deze functie nog zo veel te leren<br />

valt. Dat wil ik voorlopig graag blijven doen. Daarnaast wil ik<br />

meer achtergrondkennis opbouwen over de producten die ik<br />

test. Er zijn volop ontwikkelingen op dit gebied, zoals televisies<br />

die verbonden kunnen worden met internet en televisie “on<br />

demand”. Voor de Consumentenbond is een rol weggelegd om<br />

consumenten hierover goed te informeren.’<br />

M A T R I X / A L U M N I S P E C I A L / 2 0 0 9 41


Foto’s: Marieke Duijsters<br />

4 2<br />

SPORT<br />

‘Mijn doel?<br />

Wereldkampioen<br />

in het enkelspel!’<br />

Ir. Bart Theelen (1965) had talent, maar<br />

bovenal was hij fanatiek. ‘Bloedfanatiek’,<br />

zoals hij zelf zegt. Op zijn achttiende kreeg<br />

de TU/e-alumnus Scheikundige Technologie<br />

het idee dat hij bij de mondiale tennistop zou<br />

kunnen behoren. Door een zwakke rug kwam<br />

hij echter niet hoger dan de top 700. Nu is de<br />

ICT-projectmanager wereldkampioen in het<br />

dubbelspel bij de 40-plussers.<br />

Bart Theelen groeide op in Grubbenvorst, een dorpje net boven<br />

Venlo. Hij kwam uit een sportfamilie. Hij deed aan tafeltennis,<br />

voetbal, tennis en zelfs basketbal. In alle sporten was hij meer<br />

dan gemiddeld goed. Om ergens echt in uit te blinken, moest<br />

hij kiezen. Eerst vielen basketbal en tafeltennis af. Het voetbal<br />

achterlaten deed meer pijn, maar tennis werd zijn sport. Al snel<br />

versloeg hij iedereen in de Limburgse provincie. Op het tennisinternaat<br />

in Kerkrade wist hij als 17-jarige: na mijn atheneum ga<br />

ik naar de Verenigde Staten om via een scholarship te studeren<br />

én te tennissen. ‘Een profcarrière zat wel in mijn hoofd, maar er<br />

waren in Nederland nog veel betere tennissers dan ik. Daarom<br />

bleef het aanvankelijk bij dromen. Tot ik op mijn achttiende<br />

veel B- en A-toernooien won en tweede van Nederland werd. Ik<br />

werd geselecteerd voor Jong Oranje. Die kans wilde ik niet laten<br />

lopen: tennis werd mijn beroep.’<br />

Zwakke rug<br />

Het eerste jaar ging goed, het tweede ging het mis. Zijn rug<br />

deed pijn en niet zo’n beetje ook. ‘Hoewel ik tot de fitsten<br />

behoorde, kon mijn rug de zes uur training per dag niet aan.<br />

Ik zat meer in de lappenmand dan dat ik tenniste. Soms lag ik<br />

dagen op bed en kon ik niet eens rechtop staan.’<br />

Na een medische rondgang bleek de oorzaak niet duidelijk en<br />

een oplossing was niet in zicht. Fitness in sportscholen stond<br />

toen nog in de kinderschoenen. ‘Zonder programma en zonder<br />

M A T R I X / A L U M N I S P E C I A L / 2 0 0 9<br />

begeleiding drukte ik vooral veel kilo’s. Niemand wist precies<br />

welke spieren ik moest trainen om te voorkomen dat ik door<br />

mijn rug ging.’<br />

Na een groot aantal revalidatietrainingen realiseerde Theelen<br />

zich dat hij afstand moest doen van zijn tennisdroom. Hij ging<br />

verder met zijn opleiding en begon met een studie aan de TU<br />

<strong>Eindhoven</strong>, aan de faculteit Scheikundige Technologie. ‘Mijn<br />

propedeuse ging goed – ik tenniste niet. Daarna ging ik toch<br />

weer spelen, ook grote toernooien in het buitenland. Door<br />

minder trainingsuren, een strak regime voor fitnessgym en<br />

regelmatige medische begeleiding, kon ik de blessures enigszins<br />

beperken. Er gloorde weer hoop op een tennisloopbaan,<br />

maar twee jaar later ging het weer vreselijk mis. Inmiddels was<br />

ik 23, te oud om nog prof te worden. Vanaf die dag heb ik zeven<br />

jaar lang nauwelijks nog een bal geslagen.’<br />

Tenniscoach<br />

Hij ging aan de slag als proces engineer bij het ingenieursbureau<br />

Comprimo en ontwierp zes jaar lang petrochemische<br />

installaties. Hoewel de droom van de tennisprof dood en begraven<br />

was, wilde Bart Theelen het tennis niet loslaten. Daarom<br />

haalde hij zijn tennistrainersdiploma’s en werd in Duitsland<br />

coach van het team waarin hij zelf had gespeeld. Toen kreeg hij<br />

de kans om een Zweeds proftennisser – een speler in de top 200<br />

van de wereld – te begeleiden en reisde een jaar de wereld rond.


‘Ik zat meer in de lappenmand<br />

dan dat ik tenniste.’<br />

Een groot avontuur, maar zonder dik belegde boterham. Alleen<br />

de coaches van de allerbeste spelers krijgen een goed salaris.<br />

Uit passie, maar ook om geld met tennis te kunnen verdienen,<br />

ontwikkelde hij ondertussen een tennisanalyse softwareprogramma,<br />

waarmee tennissers objectiever beoordeeld kunnen<br />

worden. Diepgaandere statistieken dan die op TV vertoond<br />

werden, moesten er voor zorgen dat tennissers, trainers en coaches<br />

maar ook journalisten de sterktes en zwaktes van spelers<br />

en wedstrijden inzichtelijk werden. Hij richtte SportCounts<br />

op om het product op de markt te zetten. SportCounts analyseerde<br />

spelers van groot en klein formaat, onder meer voor het<br />

Nederlandse Daviscupteam en het tennisvakblad ‘Tennis en<br />

Coach’.<br />

Theelen zet zich ook al enkele jaren vrijwillig in als technische<br />

man voor een stichting die tennistalentjes uit de sloppenwijken<br />

van Nigeria in staat stelt een tenniscarrière op te bouwen.<br />

Enkelen van deze talenten hebben het al gebracht tot het<br />

Nigeriaanse Daviscupteam en spelen ATP-toernooien. Voor deze<br />

en andere tennistalenten start hij, samen met een financiële<br />

partner, in 2010 een bedrijf dat optimale begeleiding wil bieden<br />

in het internationale circuit.<br />

De rug bleef een verhaal. Op zijn dertigste ging de tennisser<br />

naar het Spine & Joint Centre, een kliniek gespecialiseerd in<br />

diagnostiek en behandeling van rug-, bekken- en nekklachten.<br />

In drie maanden doorliep hij een programma. Het bleek gestaag<br />

beter te gaan: Theelen trainde weer, speelde weer eens een<br />

toernooitje en dat met veel plezier en zonder veel problemen.<br />

‘Toen was ik vijfendertig en bleek er een heel veteranentenniscircuit<br />

te zijn. Ik heb toen voor de lol meegedaan aan de<br />

Nederlandse Kampioenschappen. Meer dan tien jaar na mijn<br />

Nederlands Studentenkampioenschap werd ik tot mijn verbazing<br />

Nederlands Veteranenkampioen.’<br />

Inmiddels is Theelen met het nationale veteranenteam twee<br />

keer tweede geworden bij de wereldkampioenschappen. Bij de<br />

individuele veteranen wereldkampioenschappen werd hij twee<br />

keer wereldkampioen in het dubbelspel met de Oostenrijker<br />

Manfred Hunsdorfer: in 2007 en in 2009.<br />

Op dit moment is hij ICT-projectmanager voor ERP-software bij<br />

een internationaal metaalrecyclingbedrijf, gaat hij af en toe voor<br />

SportCounts op pad, geeft regelmatig tennisles en tennist met<br />

veel plezier en passie. Een druk leven. Toch heeft hij nog één<br />

doel: wereldkampioen bij de veteranen in het enkelspel.<br />

M A T R I X / A L U M N I S P E C I A L / 2 0 0 9 43


4 4<br />

LOOPBAAN<br />

‘Een goed manager<br />

is niet alleen baas<br />

maar ook mentor’<br />

Josephine Schoolkate (TU/e-alumna <strong>Technische</strong> Bedrijfskunde) nam lang geleden<br />

afscheid van Nederland. Sinds 1991 woonde en werkte ze in vijf verschillende Europese<br />

landen. Toen kreeg ze de kans bij het Zwitserse IMD aan de slag te gaan. ‘Daar kreeg ik<br />

een visitekaartje met de opdracht: “Go for it, Josephine.” Dat gaf veel nieuwe energie en<br />

inspiratie.’ Een Brabantse wereldburger met grenzeloze interesses en een aanstekelijk<br />

enthousiasme over authentic leadership en management.<br />

M A T R I X / A L U M N I S P E C I A L / 2 0 0 9


‘Een bijkomstige charme van IMD is dat<br />

ik met de stoomboot over het Meer van<br />

Genève naar mijn werk kan gaan’, zegt<br />

Josephine Schoolkate. ‘En als je dan uitkijkt<br />

over het diep blauwe water, vraag<br />

je jezelf soms af: Waar is dit allemaal<br />

begonnen?’ Het antwoord, om precies<br />

te zijn, is ’s Hertogenbosch. Vader was<br />

ingenieur, moeder kwam uit een familie<br />

van koopmannen. Nu brengt Schoolkate<br />

deze technische kant en deze businesskant<br />

dagelijks bij elkaar voor haar werk<br />

als Executive Director bij het International<br />

Institute for Management Development.<br />

IMD – gevestigd op een prachtige campus<br />

tussen de besneeuwde bergtoppen<br />

van Lausanne – staat te boek als één van<br />

de beste businessschools ter wereld.<br />

De ‘studenten’ zijn executive managers<br />

tussen dertig en vijftig jaar en komen uit<br />

alle uithoeken van de aarde. Schoolkate:<br />

‘Vroeger was ik continu op reis om mensen<br />

bij elkaar te brengen. IMD is nu mijn<br />

Global Meeting Place, een inspirerende<br />

campus van bijzondere mensen en<br />

ideeën.’<br />

Geen agenda<br />

Zo’n tweehonderd internationale bedrijven<br />

zijn lid van IMD, waaronder Philips,<br />

Shell, ING, Nestlé, Procter & Gamble,<br />

Mittal Steel, Siemens, Caterpillar en<br />

Coca-Cola. Allemaal grote Forbes 500<br />

corporates. Schoolkate is verantwoordelijk<br />

voor het aanleggen en onderhouden<br />

van de Customer Relations met<br />

de Benelux, Verenigde Staten, Groot-<br />

Brittannië en Scandinavië. Samen met de<br />

IMD teams en professors worden klanten<br />

bezocht – vaak op board level – om<br />

Transformational Learning te ontwikkelen,<br />

waarbij zowel de impact van<br />

strategische veranderingsprojecten als<br />

high potential teams en individuen besproken<br />

worden. ‘Mijn typische werkdag?<br />

Die bestaat niet. Ik heb ook geen al te<br />

vastgelegde agenda. Als je niet alles volplant,<br />

pik je vanzelf het essentiële eruit.’<br />

Dat is een groot contrast met haar vorige<br />

‘Mijn typische<br />

werkdag? Die<br />

bestaat niet!’<br />

baan. Vijftien jaar lang werkte ze voor<br />

Johnson Controls, een onderneming met<br />

120.000 werknemers wereldwijd die het<br />

interieur van auto’s – cockpits, stoelen,<br />

deurpanelen en elektronica – verzorgt.<br />

‘Geregeld had ik 7-1-7-8 meetings:<br />

dan konden we op één dag zowel de<br />

Verenigde Staten (07.00 uur), Europa<br />

(13.00 uur), China (19.00 uur) en Japan<br />

(20.00 uur) in een conference call rondom<br />

de tafel krijgen. De Just in Time-productielijn<br />

in de automobielindustrie mocht<br />

nooit stoppen, want dan was je zo een<br />

paar miljoen kwijt. We deden aan teambuilding<br />

met klanten en leveranciers.<br />

Samen met Volvo gingen we bijvoorbeeld<br />

naar het hoge noorden van Zweden.<br />

Josephine Schoolkate:<br />

IMD<br />

‘Je moet jezelf nooit opgeven.’ Foto:<br />

We aten de lokale specialiteit (rotte<br />

vis), deden wedstrijdjes bijlgooien…’<br />

Schoolkate geeft toe: ‘De 24-uurs<br />

economie is een soort een roes: als je<br />

wereldwijd verantwoordelijk bent voor<br />

grote projecten, ga je daar helemaal in op!’<br />

Haar laatste project voor Johnson was in<br />

Korea. Schoolkate pendelde regelmatig<br />

op en neer tussen haar woonplaats Parijs<br />

en Seoul. Het was de bedoeling dat haar<br />

volgende functie in Tokyo zou zijn. Op<br />

dat moment zag Schoolkates man – op<br />

zakenreis in Zwitserland – de advertentie<br />

voor de functie bij IMD en stelde voor om<br />

“eens aan het Meer van Genève te gaan<br />

wonen.” ‘Mijn profiel paste perfect. Er<br />

moet wel een engeltje boven mijn hoofd<br />

gehangen hebben. Toen ik op de campus<br />

kwam, was ik onder de indruk van de<br />

optimistische atmosfeer en professionaliteit<br />

van de mensen. Mijn buikgevoel gaf<br />

meteen aan dat dit een goede plek was<br />

om te blijven.’<br />

Kunstje<br />

Het was goed voor haar om uit de autoindustrie<br />

te stappen, blikt Schoolkate<br />

terug. ‘Na verloop van tijd stop je met<br />

leren. Je doet in feite steeds hetzelfde<br />

kunstje. Toen ik bij IMD begon, zeiden<br />

ze: “Hier heb je ons netwerk en onze<br />

kennis, go for it!” Dat is heel verrijkend,<br />

ik heb veel geleerd door een compleet<br />

nieuwe weg te bewandelen en actief deel<br />

te nemen aan IMD’s curriculum. In de<br />

filosofie van IMD betekent groeien: bagage<br />

dumpen. Oppikken wat belangrijk<br />

is en de rest achter je laten. De zakenmannen<br />

en -vrouwen die voor hun MBA<br />

(Master of Business Administration) of<br />

Executive Training bij IMD komen, worden<br />

continu geconfronteerd met zichzelf<br />

in een leiderschapsrol. Maar ook met<br />

de laatste managementtechnieken en<br />

strategische vraagstukken, waarmee<br />

hun onderneming worstelt. Door de intensiteit<br />

van de programma’s kan er bij<br />

de deelnemers veel loskomen, soms tot<br />

huilens toe.’<br />

De deelnemers komen van over de<br />

hele wereld en uit allerlei verschillende<br />

industrieën. Sommigen zijn door hun<br />

bedrijf gestuurd, anderen betalen het<br />

lesgeld van vijftigduizend euro uit eigen<br />

zak. Behalve de elf maanden durende<br />

MBA geeft IMD ook kortere cursussen.<br />

Belangrijkste insteek is dat de managers<br />

van elkaar leren. ‘In eerste instantie<br />

benadrukken mensen de verschillen in<br />

M A T R I X / A L U M N I S P E C I A L / 2 0 0 9 45


4 6<br />

LOOPBAAN<br />

plaats van wat ze gemeen hebben. Maar<br />

wat je toepast in industrie 1, kun je ook<br />

toepassen in industrie 2. Veel managers<br />

hebben moeite out of the box te denken.<br />

Ze zitten vast in hun eigen wereld.’ Door<br />

middel van buzzgroups – kleine groepjes<br />

van vijf à zes man, begeleid door een<br />

zeer ervaren professor – stimuleert IMD<br />

kennisuitwisseling. Het brein wordt geprikkeld<br />

tot nieuw denken. ‘In veel grote<br />

organisaties dwing je macht af door de<br />

positie die je hebt. Dat werkt niet. Je moet<br />

mensen overtuigen door ze te inspireren.’<br />

Daarnaast zijn er het hele jaar door<br />

grote events op de campus. ‘Alle grote<br />

bedrijven sturen sprekers naar onze<br />

events. Maar er komen ook sprekers van<br />

buiten het bedrijfsleven, mensen die iets<br />

bijzonders hebben gedaan. Een maand<br />

geleden was de Jamaicaanse atleet Usain<br />

Bolt bij ons op de campus. Op de vraag<br />

“Wat wil je eigenlijk doen met je leven?”,<br />

antwoordde hij heel simpel: “Een legende<br />

worden.” Pure eenvoud in ambitie.<br />

Prestaties door continu hard werken.<br />

Daarvan kan iedereen leren.’<br />

Discovery trips<br />

Een ander onderdeel van de Executive<br />

MBA bestaat uit zogeheten “Discovery<br />

trips”. ‘Studenten – tussen de 35 en 45<br />

jaar – gaan naar het Amerikaanse Silicon<br />

Valley, Shanghai of India en moeten zich<br />

zien te redden zonder hun familie en de<br />

westerse infrastructuur. Ze worden uit<br />

hun comfortzone gehaald.’ Studenten<br />

M A T R I X / A L U M N I S P E C I A L / 2 0 0 9<br />

hebben vaak een personal coach of mentor<br />

om de prioriteiten goed af te stemmen.<br />

‘Je privé- en businessleven moet je sturen<br />

vanuit een geheel, omdat iedereen je<br />

aandacht wil. Hierop speelt IMD goed in,<br />

inclusief kinderopvang en fitnessmogelijkheden<br />

op de campus. Je hebt een hechte<br />

gemeenschap nodig om topprestaties te<br />

leveren.’ De (E)MBA is voor de deelnemers<br />

vaak een heel ingrijpende periode, waarbij<br />

hun rol als leider centraal staat. ‘Een goed<br />

manager is niet alleen baas, maar ook<br />

mentor. Je moet mensen begeleiden in<br />

plaats van ze te vertellen wat ze moeten<br />

doen. Want dat weten ze wel.’ Daarnaast<br />

is het heel belangrijk om dicht bij jezelf<br />

te blijven. ‘Moet een vrouw in een leiderschapspositie<br />

zich ineens mannelijk gaan<br />

gedragen? Nee’, zegt Schoolkate stellig.<br />

‘Authentiek leiderschap wil zeggen: pro-<br />

‘De TU/e is<br />

een belangrijke<br />

bouwsteen in<br />

mijn carrière.’<br />

beer niet te voldoen aan een opgelegd<br />

model. Je moet jezelf nooit opgeven.’<br />

Blijven leren<br />

Schoolkate is bij IMD als een vis in het<br />

water. Het geldt als een plus als je iets<br />

‘geks’ hebt gedaan. Niet alles via de gebaande<br />

wegen. Dat is Schoolkate ten voeten<br />

uit. ‘Ik heb nota bene Frans leren spreken<br />

met Vietnamese bootvluchtelingen.<br />

Toen ik na mijn studie aan de TU/e naar<br />

Frankrijk ging, moest ik van voren af aan<br />

beginnen – de taal leren, een netwerk opbouwen,<br />

enzovoorts. Op dat moment ben<br />

je gewoon puur jezelf aan het verkopen.<br />

Ik merkte toen dat het ontzettend hielp<br />

dat ik aan de TU/e had gestudeerd. De<br />

reputatie en de kwaliteit van de opleiding<br />

bleken in internationale kringen heel goed<br />

bekend te staan. De TU/e is een belangrijke<br />

bouwsteen in mijn carrière. Ik kom<br />

veel ingenieurs tegen bij IMD die zich in<br />

de breedte willen ontwikkelen. De cultuur<br />

van IMD past goed bij hun curiositeit. Ik<br />

hou ook van nieuwe avonturen. Dit is nog<br />

niet het einde van mijn reis.’


Alumni<br />

Berichtenpagina<br />

TU/e-ALUMNUS WINT EDISON<br />

PUBLIEKPRIJS<br />

Dr. Ralph Rousseau Meulenbroeks, alumnus<br />

van de faculteit <strong>Technische</strong> Natuurkunde, won<br />

in juni van dit jaar de Edison Klassiek Luister<br />

Publieksprijs. Hij ontving de onderscheiding<br />

voor zijn spel op het strijkinstrument viola da<br />

gamba. Zijn plaat ‘Chansons d’amour’ werd<br />

door de lezers van het tijdschrift Luister verkozen<br />

tot het populairste klassieke album van<br />

2008.<br />

Meulenbroeks (1967) combineerde zijn studie<br />

en promotie aan de TU/e met een conservatoriumstudie<br />

contrabas. Hij was onder andere<br />

bassist in het Koninklijk Concertgebouworkest,<br />

maar schakelde in 1996 over op de zevensnarige<br />

viola da gamba. Na zijn promotie werkte hij<br />

enkele jaren in het bedrijfsleven, onder meer bij<br />

Shell en Océ. Sinds 2001 is de alumnus fulltime<br />

muzikant.<br />

TU/e-ALUMNUS NIEUWE RECTOR DELFT<br />

Prof.ir. Karel Luyben, alumnus van de<br />

<strong>Eindhoven</strong>se faculteit Scheikundige<br />

Technologie, wordt per 1 januari 2010 de<br />

nieuwe rector magnificus van de TU Delft.<br />

Luyben, momenteel decaan van de faculteit<br />

<strong>Technische</strong> Natuurwetenschappen, volgt<br />

prof.dr.ir. Jacob Fokkema op. Volgens de<br />

Delftse Raad van Toezicht (RvT) is de TU/ealumnus<br />

de juiste persoon om ‘de positie van<br />

de TU Delft als gerenommeerde internationale<br />

technische universiteit met kracht uit te<br />

bouwen’.<br />

AFRIKAANSE PRIJZEN<br />

VOOR HOLLAND CAR<br />

Het bedrijf Holland Car dat ir. Wim Guns, alumnus<br />

Werktuigbouwkunde, samen met zijn<br />

Ethiopisch-Nederlandse zakenpartner Tadesse<br />

Tessema in 2005 is opgestart in Ethiopië,<br />

heeft medio oktober twee onderscheidingen<br />

ontvangen van het Africagrowth Institute in<br />

Stellenbosch, Zuid-Afrika. De twee SMME<br />

Awards (Small, Micro and Medium Enterprises)<br />

die toevielen aan Holland Car, waren voor<br />

het ‘meest innovatieve bedrijf’ en de ‘overall’<br />

prijs. De competitie bij deze jaarlijkse prijsvraag<br />

betrof volgens Guns heel Afrika. Guns<br />

en zijn partner startten vier jaar geleden met<br />

het assembleren van een Turkse variant van<br />

de Fiat 131. Zeer robuuste wagens, die uitermate<br />

geschikt zijn voor de omstandigheden<br />

in Ethiopië, aldus Guns. Inmiddels is het<br />

bedrijf overgestapt op twee modellen van het<br />

Chinese automerk JAC: de Abay en de Awash.<br />

Dit zijn namen van twee Ethiopische rivieren.<br />

Bij het bedrijf, dat vlakbij de hoofdstad Addis<br />

Luyben studeerde in 1977 af aan de TU/e. Hij<br />

werkte als onderzoeker aan de Wageningen<br />

<strong>Universiteit</strong> en later korte tijd als contractonderzoeker<br />

bij Bayer in Duitsland en Cehave<br />

in Nederland. In 1983 werd hij hoogleraar in<br />

Delft, eerst met als leeropdracht biokinetiek<br />

en vanaf 1988 als hoogleraar bioprocestechnologie.<br />

In 1984 werd hij tevens voorzitter<br />

van het samenwerkingsverband biotechnologie<br />

Delft-Leiden en van 1993 tot 1999 was<br />

hij wetenschappelijk directeur van de onderzoekschool<br />

die hieruit voortkwam.<br />

Ababa is gevestigd, zijn zo’n 150 mensen in<br />

dienst, waarvan bijna een derde vrouw is. De<br />

productie is volledig voor de thuismarkt. Dit<br />

jaar zet men zo’n achthonderd auto’s af. Guns:<br />

‘De werkwijze is als volgt: we ontvangen eerst<br />

een aanbetaling van vijfendertig procent op de<br />

auto, waarna we de onderdelen bestellen en<br />

de auto in Ethiopië assembleren. De kosten liggen<br />

rond de tienduizend à twaalfduizend euro.<br />

Dat is relatief duur, maar er zit dan ook een<br />

enorm bedrag aan belasting op en ook het verpakken<br />

en transporteren van de onderdelen is<br />

duur. Het is grappig om te zien dat onze klanten<br />

ook hier steeds meer oog krijgen voor allerlei<br />

extra luxe in de auto. Wat dat aangaat is<br />

de Ethiopiër niet veel anders dan een westerling.<br />

Ook hier wil men het wel even laten zien<br />

aan de buurman.’ Guns heeft het plan om de<br />

fabriek op termijn helemaal over te laten gaan<br />

in Ethiopische handen. Mogelijk wil hij ook in<br />

Tanzania een vergelijkbare fabriek opstarten<br />

en wellicht nog ergens in Afrika een assemblagefabriek<br />

voor fietsen. Ook dat is volgens hem<br />

een schaars artikel in Afrika.<br />

M A T R I X / A L U M N I S P E C I A L / 2 0 0 9 47


Foto: Dierk Hendriks<br />

4 8<br />

BETROKKEN<br />

Patrick Kaas: ‘Ik heb tot vorig jaar<br />

meegesleuteld in de Philips R&D<br />

organisatie Apptech.’<br />

Naakt, erotica en glamour<br />

in plaats van lijm en lood<br />

‘Ik heb het toch ver geschopt’, zegt de ingenieur, die niets<br />

meer doet met zijn diploma Scheikundig Technoloog. Op<br />

zijn 37 e halen zijn foto’s namelijk regelmatig de cover van<br />

mannenglossy Playboy. Patrick Kaas is fulltime naaktfotograaf,<br />

maar wil best een bijbaan in de chemie.<br />

‘Kan ik je niet assisteren?’ en ‘Wow, dat<br />

wil ik ook!’. Dat zijn de meest voorkomende<br />

opmerkingen die TU/e-alumnus ir.<br />

Patrick Kaas hoort, wanneer hij mannen<br />

vertelt wat zijn werk is. Hij is dan ook fulltime<br />

fotograaf, gespecialiseerd in naakt,<br />

erotica en glamour. Zijn grootste opdrachtgever<br />

is Playboy, daarnaast maakt<br />

hij naaktportretten voor particulieren.<br />

Achtmaal per jaar brengt hij een hele dag<br />

door met een Playmate. Ze gaat zitten,<br />

staan en liggen op de manieren die hij<br />

M A T R I X / A L U M N I S P E C I A L / 2 0 0 9<br />

voorstelt. Af en toe belanden zijn foto’s<br />

zelfs op de cover van de beroemde mannenglossy,<br />

zoals in februari 2009.<br />

Interactie<br />

Het gaat hem, zegt hij, om de interactie<br />

met mensen. ‘Gebouwen of landschappen<br />

boeien me niet. Wanneer ik bijvoorbeeld<br />

op pad ben met TU/e-fotoclub<br />

Dekate Mousa voor een architectuurworkshop,<br />

merk ik dat ik binnen de kortste<br />

keren weer mensen fotografeer.’<br />

Pas sinds zijn eenentwintigste is Kaas<br />

serieus aan het fotograferen. Met het


geld dat hij verdiende als student-assistent<br />

kocht hij zijn eerste spiegelreflexcamera:<br />

een Praktica van ongeveer driehonderd<br />

gulden. In 1993 begon hij aan<br />

de opleiding Scheikundige Technologie<br />

aan de TU/e en zeven jaar later studeerde<br />

hij af op vaste stof chemie met een onderzoek<br />

naar loodvrij soldeer. Tijdens<br />

zijn studie maakte hij veel foto’s met een<br />

elektronenmicroscoop, maar of dat van<br />

invloed is geweest op zijn fotografencarrière<br />

is nog maar de vraag. Meer invloed<br />

hebben de medestudentes gehad, die<br />

zich voor zijn camera durfden uit te kleden.<br />

Direct na het behalen van zijn bul<br />

schreef hij zich als zelfstandig fotograaf<br />

in bij de Kamer van Koophandel.<br />

Tegelijkertijd ging hij parttime aan de<br />

slag als chemisch technoloog. ‘Ik heb tot<br />

vorig jaar meegesleuteld in de Philips<br />

R&D organisatie Apptech. Voor ASML<br />

moest ik als lijmexpert vlakken van een<br />

chip op een koelelement vastmaken.<br />

Sinds januari 2009 ben ik fulltime fotograaf.<br />

Ik mis het wetenschappelijk werk<br />

wel. Graag had ik een flexibele, parttime<br />

baan in research, want mijn passie is het<br />

oplossen van problemen.’ Maar de fotografie<br />

gaat voor, erkent hij.<br />

<strong>Eindhoven</strong><br />

Natuurlijk ging hij naar de TU in<br />

<strong>Eindhoven</strong>. Lekker dichtbij en prettig bekend.<br />

Zijn vader, dr. Kaas, was docent bij<br />

Werktuigbouwkunde. Puber Patrick heeft<br />

heel wat open dagen bezocht en merkte<br />

dat bij scheikunde meer praktijk kwam<br />

kijken dan bij natuurkunde, zijn andere<br />

lievelingsvak. Dat was ook de tijd waarin<br />

hij thuis stiekem Playboys van zijn broer<br />

bekeek. Op de manier waarop mannen<br />

vaak zeggen dat ze Playboy lezen vanwege<br />

de interviews, zo zegt Kaas dat hij<br />

vooral de belichting bestudeerde.<br />

‘Het gaat me<br />

om de interactie<br />

met mensen.’<br />

Acht jaar geleden vroeg zijn bevriende<br />

collega René de Haan of hij technische<br />

assistentie wilde verlenen bij een<br />

fotoshoot van een Playmate. Kaas zag<br />

zijn droom beginnen: aan zijn medestudenten<br />

had hij namelijk meer dan eens de<br />

wens geuit ooit op de cover van Playboy<br />

te willen publiceren.<br />

Van het een kwam het ander. De mooiste<br />

opdracht die Kaas zich herinnert, is de<br />

serie die hij schoot op Fuerteventura, één<br />

van de Canarische Eilanden. Een week<br />

lang was hij met vier modellen (en het<br />

team van visagisten, styliste, art director<br />

M A T R I X / A L U M N I S P E C I A L / 2 0 0 9 49


Foto’s: Dierk Hendriks<br />

5 0<br />

BETROKKEN<br />

en collega De Haan) op het eiland. Alle<br />

foto’s ogen zonnig, maar schijn bedriegt<br />

en photoshoppen helpt. ‘Het was miezerig,<br />

regenachtig weer’, zegt Kaas. ‘Kijk,<br />

hier zie je nog kippenvel op de borsten.<br />

Arme meisjes, ze hadden het echt koud.’<br />

Studio<br />

Prettige opdrachtlocatie zo’n eiland, maar<br />

zeventig procent van zijn werk doet hij<br />

op verzoek van particulieren op hotelkamers<br />

of in zijn eigen studio aan huis.<br />

Het mooiste aan zijn rijtjeswoning in De<br />

Stoutheuvel is het adres; dat levert hem<br />

de ondeugende naam Studio Stout op.<br />

Zijn voortuin en de studio zullen niet snel<br />

in de woonbladen verschijnen. De tuin<br />

detoneert met die van de buren. Tussen<br />

hun keurige paadjes en hekjes staan op<br />

nummer 33 enorm uit de kluiten<br />

gewassen coniferen. ‘Dat is voor de<br />

privacy van de bezoekers’, legt Kaas uit.<br />

‘Dat zijn meestal vrouwen die hun partner<br />

willen verrassen met een leuke pin-up<br />

van zichzelf.’ In de studio – voorheen de<br />

woonkamer – staat slechts het hoognodige<br />

materiaal op de plavuizen. Veel<br />

statieven en lichtschermen, een matras<br />

M A T R I X / A L U M N I S P E C I A L / 2 0 0 9<br />

‘Mijn passie<br />

is het oplossen<br />

van problemen.’<br />

en twee stoelen die sinds de jaren zeventig<br />

niet opnieuw gestoffeerd lijken te zijn.<br />

Het bureautje, annex kaptafel, heeft een<br />

grote spiegel en er hangen opvallende<br />

sieraden en een setje handboeien aan.<br />

De gordijnen zijn voor driekwart gesloten.<br />

Maar licht is ook niet nodig, dat komt uit<br />

de flitser. Een leuke achtergrond is net<br />

zomin essentieel voor de modellen, zij<br />

poseren toch voor een effen achterwand.<br />

In deze studio maakte Kaas ook het<br />

portret dat in 2001 in de lustrumkalender<br />

van Dekate Mousa stond, die iedere<br />

TU/e-medewerker in zijn of haar kerstpakket<br />

kreeg. Dat had Patrick Kaas in<br />

1993 zich niet kunnen indenken, toen<br />

hij zich inschreef bij Scheikundige<br />

Technologie. Het kan verkeren.<br />

Kijk op www.pk-foto.nl voor meer werk<br />

van Patrick Kaas.


Stichting Techniekpromotie<br />

biedt een gevarieerd pakket van activiteiten<br />

aan op het gebied van techniek.<br />

Ons aanbod bevat shows en workshops voor verschillende<br />

leeftijden tussen de 4 en de 15 jaar.<br />

Een greep uit ons activiteitenpakket:<br />

<br />

<br />

<br />

<br />

<br />

<br />

<br />

<br />

<br />

<br />

www.techniekpromotie.nl


Foto: Privécollectie<br />

5 2<br />

ONDERNEMING<br />

Regina Meij: ‘Het werd een<br />

eigen bedrijf en het werd wijn.’<br />

M A T R I X / A L U M N I S P E C I A L / 2 0 0 9


REGINA MEIJ HANDELT IN OOSTENRIJKSE WIJN<br />

Mens en natuur,<br />

verenigd in een fles<br />

Ze is de grootste importeur van Oostenrijkse wijnen in Nederland. Ir. Regina Meij (1964) houdt<br />

kantoor in een bosrijke omgeving in Den Dolder. Daar woont ze met haar man en drie kinderen.<br />

Aan Regina Meij volstaat hier slechts één vraag: ‘Vertel eens mevrouw Meij, waarom wijn?’<br />

‘Ik begon in 1982 met een studie<br />

<strong>Technische</strong> Informatica. Of het de goede<br />

opleiding voor mij was, vroeg ik me niet<br />

af. Die vraag kwam pas veel later. Het<br />

ging me ook te gemakkelijk af om me<br />

zorgen te maken. Het was veel wiskunde,<br />

gecombineerd met elektrotechniek. Pas<br />

bij mijn afstuderen heb ik voor het eerst<br />

een scriptie op een PC gemaakt – PC-software<br />

gebruikten we pas net. Ik studeerde<br />

af op <strong>Technische</strong> Bedrijfskunde, omdat<br />

een praktische toepassing in de bestuurlijke<br />

informatica mij het meest interesseerde.<br />

‘Wijn maakt<br />

mensen blij, als<br />

het met mate<br />

wordt gedronken.’<br />

Na mijn afstuderen kon ik bij allerlei<br />

bedrijven terecht. Het werd het bedrijf<br />

waar ik ook mijn afstudeerstage had gedaan:<br />

Shell. Bij Shell begon ik in Pernis,<br />

waar ik werkte aan bestuurlijke informatievoorziening.<br />

Ik bleef er drie jaar. Mijn<br />

toenmalige vriend, nu mijn man, werkte<br />

ook bij Shell en kon een baan krijgen bij<br />

Shell Oostenrijk, vooral een marketingbedrijf<br />

en een smeermiddelenfabriek. Ik kon<br />

er ook naartoe voor een meer marketing<br />

gerichte baan, precies wat ik op dat<br />

moment zocht.’<br />

Leven in Wenen<br />

‘In Oostenrijk leerde ik de wijn kennen.<br />

Dat was in 1992. We bezochten wijngoederen,<br />

dat is daar gebruikelijk. Je proeft<br />

de wijn van het domein en eet er iets<br />

kleins bij. Wij woonden in Wenen en alle<br />

wijngebieden van Oostenrijk liggen in een<br />

halve cirkel rond de stad. Met een uur rijden<br />

zijn ze bijna allemaal te bereiken.<br />

Daarbij hadden we op 200 meter van ons<br />

huis de beste wijnwinkel van de stad,<br />

waar we proeverijen bezochten en wijn<br />

kochten. Wijn is in Wenen een onderdeel<br />

van het leven.<br />

Wij vlogen regelmatig naar Nederland om<br />

vrienden en familie te bezoeken. Ik wilde<br />

ze dan Oostenrijkse wijn laten proeven,<br />

maar ik kwam er telkens achter dat deze<br />

wijnen in de Nederlandse wijnhandels<br />

niet te vinden waren. Mensen hier wisten<br />

niet eens dat er in Oostenrijk wijn werd<br />

verbouwd! Oostenrijk had ook een flink<br />

schandaal achter de rug. In 1985 werd<br />

bekend dat enkele Oostenrijkse wijnboeren<br />

hun wijn hadden gezoet met antivries.<br />

Dat ze hadden gerotzooid was waar: het<br />

was alleen niet met antivries, al wordt dat<br />

tot de dag van vandaag verteld. Het<br />

gevolg was wel dat de export van Oostenrijkse<br />

wijnen kelderde en jaren later in<br />

Nederland nog steeds nauwelijks een fles<br />

te vinden was. Duitsland, Zwitserland en<br />

de VS dronken overigens inmiddels wel<br />

weer vrolijk van de Oostenrijkse wijnen.’<br />

Olie of wijn<br />

‘Mijn werk bij Shell beviel me steeds<br />

minder. Ik had een baas, die de carrière<br />

van een vrouw niet erg serieus nam. Het<br />

was voor het eerst dat ik ging nadenken<br />

over wat ik nu eigenlijk wilde met mijn<br />

leven. Ik kwam er ook achter dat ik helemaal<br />

niet zo gek was op het werk met een<br />

product als olie. Ook zag ik voor mijzelf<br />

steeds meer de nadelen van een groot<br />

bedrijf. Ik wilde me meer juist met alle<br />

aspecten van een bedrijf bezig kunnen<br />

houden en minder vergaderen. Ik wilde<br />

niet iedere drie jaar doorschuiven in een<br />

andere baan. De keuze was: een klein<br />

bedrijf of als zelfstandige verder. Mensen<br />

waarschuwden me mijn baan en studie<br />

niet zomaar aan de wilgen te hangen.<br />

Maar het ging niet om het verleden, het<br />

gaat om de toekomst.’<br />

‘Het werd een eigen bedrijf en het werd<br />

wijn. Ik kende de Oostenrijkse wijn<br />

redelijk, maar ik had geen contacten in<br />

Nederland: niet met winkeliers en sommeliers,<br />

niet met wijnjournalisten. Ik ben toch<br />

begonnen en op een bijzondere manier<br />

kwam ik steeds de juiste mensen tegen<br />

die mij weer in contact brachten met anderen.<br />

Toen ik pas bezig was, organiseerde<br />

een wijntijdschrift een proeverij voor<br />

Oostenrijkse wijnen. Dat is toen een proeverij<br />

met alleen mijn wijnen geworden,<br />

al woonde ik nog in Oostenrijk en had ik<br />

nog geen fles geïmporteerd. Ik liet toppers<br />

proeven aan de sommeliers van<br />

bekende restaurants in Nederland. Zij<br />

wilden de wijnen graag op de kaart.’<br />

Topwijnen<br />

‘Mijn businessplan werd het volgende: ik<br />

begin met de top van de Oostenrijkse wijnen<br />

en ga die aanbieden aan de tophoreca<br />

van Nederland. Bij hen maak ik veel<br />

‘lawaai’. Het waren natuurlijk geen goedkope<br />

wijnen, maar ik wist dat iedereen<br />

die het proeft onder de indruk is. En zo is<br />

het ook gegaan, want de kwaliteit van de<br />

Oostenrijkse wijnen is geweldig. In korte<br />

tijd had ik de wijnen op de wijnkaarten<br />

van veel prestigieuze restaurants. De<br />

volgende stap bleek lastiger: klanten<br />

M A T R I X / A L U M N I S P E C I A L / 2 0 0 9 53


Foto: Privécollectie<br />

5 4<br />

ONDERNEMING<br />

bestelden niet direct grote hoeveelheden<br />

van deze wijnen. De volumes waren dus<br />

niet meteen groot genoeg om een rendabel<br />

bedrijf op te bouwen. Daarvoor gaf ik<br />

mezelf drie jaar.<br />

In die begintijd stond ik op een concours<br />

voor de beste wijnen van Nederland. Ik<br />

had vijf wijnen in de finale. Dat was al erg<br />

veel. Toch liep bijna iedereen mijn proeftafel<br />

voorbij. Oostenrijk, geen interesse.<br />

Tot ik in de klasse van de witte wijn de<br />

algemeen winnaar werd. Ik werd overlopen<br />

door geïnteresseerden.’<br />

Geen kleintje<br />

‘In de jaren erna ging het langzaam<br />

steeds beter. Het bedrijf groeide uit tot<br />

de grootste importeur van Oostenrijkse<br />

wijn in Nederland, bijna iedereen in de<br />

handel kent nu mijn bedrijf Imperial<br />

Wijnkoperij. Met 3,2 fte in mijn bedrijf<br />

ben ik voor de wijnhandel geen kleintje<br />

meer. Naast de verkoop aan restaurants<br />

lever ik ook aan particuliere wijnwinkels<br />

en ben ik een tussenpersoon voor<br />

bijvoorbeeld Sligro, Makro, HEMA en<br />

Gall&Gall die een Oostenrijkse wijn willen<br />

‘Wijn is een<br />

gebundelde<br />

levenskracht.’<br />

aanbieden. Ik help hen met het maken<br />

van een goede keuze.’<br />

‘Waarom wijn? Het is een product dat<br />

mensen blij maakt, althans wanneer het<br />

met mate wordt gedronken. De wijnhandel<br />

zit vol met gepassioneerde mensen.<br />

Je doet dit niet om miljonair te worden.<br />

Mijn ingang tot de wijn zijn de makers<br />

in Oostenrijk die ik al heel lang ken. Er<br />

wordt daar veel biologisch gewerkt. Het<br />

is prachtig hoe deze mensen met hun<br />

wijnstokken omgaan. Dat omgaan met de<br />

natuur maakt blij, maar ook nederig. De<br />

natuur geeft wat ze geeft. In de wijnkelder<br />

is het wel techniek waarmee de wijn<br />

gemaakt wordt, maar het belangrijkste<br />

speelt zich af in de wijngaard. Ik verkoop<br />

ook geen fles met een etiket, ik verkoop<br />

M A T R I X / A L U M N I S P E C I A L / 2 0 0 9<br />

het ambacht van een wijnmaker op een<br />

bepaald stuk grond in Oostenrijk.’<br />

Tranen boven een glas<br />

‘Ik heb twee keer gehuild van blijdschap<br />

over wat ik in mijn glas kreeg. Die wijn<br />

importeer ik nu nog steeds. Ik stond daar<br />

met een grote groep klanten. We hadden<br />

door de wijngaarden gewandeld en gehoord<br />

over de passie en het vakmanschap<br />

van de wijnmaker. Daarna proefden we<br />

deze wijnen die zo stralend en krachtig<br />

zijn. Ik werd er zo blij van: hoe geweldig<br />

dat dit bestaat! De tranen liepen over mijn<br />

wangen – ik schaamde mij wel een beetje.<br />

Wijn is een gebundelde levenskracht. Als<br />

het klopt, dan maakt dat blij en ontroert<br />

het. Net als een schilderij kan doen, of<br />

mooie muziek. Deze puurheid heb ik nog<br />

nooit ervaren met technische wijnen die<br />

door machines zijn geplukt. Het is de<br />

mens die deze kracht uit bodem, lucht en<br />

wijnstok in harmonie samenbrengt in een<br />

fles wijn.’<br />

Kijk voor meer informatie over Regina Meijs<br />

bedrijf op www.imperialwijnkoperij.nl.


De doos bestaat uit:<br />

Speciaal voor de Matrix-lezers heeft Regina Meij een bijzondere aanbieding<br />

gemaakt van enkele van haar mooiste wijnen uit haar assortiment. Deze wijnen geven een goede indruk<br />

van de kwaliteit die zij levert. Ze hebben stuk voor stuk een geheel eigen “onvervalst” karakter, die<br />

iedere wijnconnaisseur of -liefhebber eens geproefd moet hebben.<br />

6 FLESSEN<br />

OOSTENRIJKSE WIJN<br />

VOOR MAAR<br />

1x 2007 Grüner Veltliner Federspiel, Nikolaihof, Wachau<br />

Het wijngoed Nikolaihof werkt sinds meer dan 30 jaar biodynamisch<br />

en is – net als de kleine regio Wachau – een ware parel van klassieke<br />

Oostenrijkse wijncultuur.<br />

1x 2006 Grüner Veltliner Thal, Hiedler, Kamptal<br />

De licht peperige Grüner Veltliner druif is het visitekaartje van de<br />

Oostenrijkse wijnbouw en de Thal wijn uit 1993 werd indertijd verkozen<br />

tot “witte wijn van het jaar”.<br />

1x 2008 Nussberg alte Reben, Wieninger, Wenen<br />

Een klassieke droge en rijke Gemischter Satz wijn, gemaakt van dertien<br />

kriskras door elkaar geplante druivenrassen uit wijngaarden rond<br />

Wenen.<br />

€ 100,-<br />

Het pakket bestaat uit 6 flessen: 4 witte wijnen en 2 rode wijnen van kwalitatief vooraanstaande topwijnboeren. Deze unieke selectie wijnen kost € 100,<br />

inclusief gratis levering en inclusief BTW. Bestellen kan via info@imperialwijnkoperij.nl of telefoonnummer 030-2294658.<br />

1x 2008 Gimmeldinger Riesling, A. Christmann, Pfalz<br />

De regio Pfalz is geweldige voor sappige droge Rieslingwijnen, die<br />

heerlijk geuren naar abrikoos en perzik.<br />

1x 2007 Zweigelt, Umathum, Burgenland<br />

Wijnboer Josef Umathum is de ongekroonde keizer van de minerale<br />

Zweigelt. Dit blauwe druivenras geeft een rijke, mediumvolle rode<br />

wijn met een fijne kruidigheid en lange afdronk.<br />

1x 2005 Pinot Noir, Schlossweingut Hardegg, Weinviertel<br />

Oostenrijk beschikt niet alleen over een groot wijnpotentieel met de<br />

eigen “inheemse” druiven, maar ook met beroemde Franse rassen<br />

zoals Pinot Noir. Deze delicate druif geeft in Oostenrijk verbluffende<br />

resultaten.


Den Dolech 2<br />

Postbus 513<br />

5600 MB <strong>Eindhoven</strong><br />

Telefoon (040) 247 91 11<br />

e-mail: voorlichting@tue.nl<br />

Internet: http://www.tue.nl

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!