Alumnispecial - Technische Universiteit Eindhoven
Alumnispecial - Technische Universiteit Eindhoven
Alumnispecial - Technische Universiteit Eindhoven
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
Jaargang 16, <strong>Alumnispecial</strong> 2009<br />
MATRIX<br />
KWARTAALBLAD VAN DE TECHNISCHE UNIVERSITEIT EINDHOVEN<br />
<strong>Alumnispecial</strong><br />
Aukje Doornbos wilde eigenlijk medicijnen studeren<br />
Patrick Kaas verkiest glamour boven lijm en lood<br />
Gerard Vroomen: de échte fietsenmaker
Studiereis Zuid-Korea<br />
Hyundai, de grens tussen Noord en Zuid, kernreactoren, het vulkanische<br />
eiland Jeju-Do, Samsung en een verblijf in een boeddhistische tempel.<br />
Enkele indrukken uit het gevarieerde programma van een onvergetelijke<br />
studiereis. Het UFe maakte deze studiereis naar Zuid-Korea mogelijk, waar<br />
vijfendertig studenten Werktuigbouwkunde kostbare internationale<br />
ervaring hebben opgedaan. In een gevarieerd programma maakten ze<br />
kennis met de overweldigende cultuur en de wereldleidende techniek van<br />
dit Aziatische land.<br />
Met dank van de deelnemers aan de studiereis Zuid-Korea van<br />
Werktuigkundige Studievereniging Simon Stevin aan het UFe.<br />
Geen betere reclame dan een tevreden ´klant´.<br />
Internationale samenwerking is een belangrijk thema voor de TU/e.<br />
Een belangrijke impuls gaat uit van onze studenten die internationale<br />
studiereizen ondernemen en contacten leggen.<br />
Het UFe maakt zich hier sterk voor en sponsort deze reizen.<br />
Wilt u het Fonds steunen in deze ambitie?<br />
Ga voor meer informatie naar: www.ufeindhoven.nl<br />
en word sponsor of donateur.
Op zoek naar verloren alumni<br />
Bij de aanvang van het Academisch Jaar begin september telde<br />
onze universiteit 31.127 alumni. Daarvan zijn er 19.678 geregistreerd<br />
in Alumninet. Ingenieurs, die hier een vijfjarige opleiding<br />
of een variant daarvan hebben gevolgd. Bachelors, die na<br />
hun driejarige opleiding hun studie elders hebben voortgezet.<br />
En masters, die hier of aan een andere instelling hun bachelor<br />
hebben behaald en dan hier in totaal vijf of twee jaar gezeten<br />
hebben. Nominaal dan wel, want menig student doet er wel wat<br />
langer over. Ook al heb je aanleg, een technische studie blijft<br />
lastig. En laten we ook onze ontwerpers in opleiding en promovendi<br />
uit binnen- en buitenland niet vergeten.<br />
Vraag is waar de resterende 11.449 alumni verkeren? Statistisch<br />
gezien zal een aantal van hen onvermijdelijk zijn overleden,<br />
maar er blijft een grote groep over die we graag meer bij de<br />
TU/e willen betrekken, omdat we denken hen nog veel te kunnen<br />
bieden: een kennisnetwerk, state-of-the-art faciliteiten<br />
voor bijscholing, workshops en cursussen voor life long learning,<br />
mogelijkheden om onderlinge contacten te leggen, en<br />
Colofon<br />
<strong>Technische</strong> <strong>Universiteit</strong> <strong>Eindhoven</strong><br />
Communicatie Expertise Centrum<br />
Postbus 513<br />
5600 MB <strong>Eindhoven</strong><br />
www.tue.nl<br />
matrix@tue.nl<br />
Hoofdredactie<br />
Drs. Han Konings<br />
(040) 247 3330 / 2472961<br />
j.l.konings@tue.nl<br />
Medewerkers aan dit nummer<br />
Tim van Dorsten<br />
Sabine Geers<br />
Chriz van de Graaf<br />
Gertjan Harberink<br />
Ilse Hunink<br />
Tom Jeltes<br />
Ingrid Magilsen<br />
Frits van Otterdijk<br />
Meike Remmers<br />
Norbine Schalij<br />
Eindredactie en coördinatie<br />
VeertienElf Media, Tilburg<br />
Foto’s en illustraties<br />
Stijn van den Branden<br />
Marieke Duijsters<br />
Ector Hoogstad<br />
Dierk Hendriks<br />
Hilbert Krane<br />
Bart van Overbeeke<br />
Vormgeving<br />
Onnink Grafische Communicatie bv,<br />
Oudenbosch<br />
Druk<br />
E.M. de Jong, Baarle-Nassau<br />
Matrix wordt gemaakt door het<br />
Communicatie Expertise Centrum van de<br />
TU/e en verschijnt vier keer per jaar. Het<br />
blad wordt (na schriftelijk verzoek) kosteloos<br />
toegezonden aan TU/e-ingenieurs<br />
en aan scala van andere, externe relaties.<br />
Gehele of gedeeltelijke overname<br />
van artikelen uit Matrix is alleen toegestaan<br />
na overleg met de redactie en met<br />
bronvermelding. Voor het gebruik van de<br />
foto’s of andere illustraties is toestemming<br />
van de maker nodig.<br />
In dit nummer:<br />
4 Een hechte relatie<br />
tussen universiteit<br />
en alumni<br />
Jo van Ham<br />
8 ‘Ik wilde eigenlijk<br />
medicijnen studeren’<br />
Aukje Doornbos<br />
11 Berichtenpagina<br />
12 ‘Een sluitend<br />
bewijs geeft een<br />
stoot adrenaline’<br />
Arno Kuijlaars<br />
16 ‘In de bouwkunde<br />
kan ik mijn creativiteit<br />
kwijt’<br />
Joost Ector<br />
20 Bèta’s in de<br />
Tweede Kamer<br />
Martijn van Dam, Paulus<br />
Jansen en Antoinette<br />
Vietsch<br />
meer praktische voordelen zoals sportfaciliteiten, toegang tot<br />
de bibliotheek en korting op een aantal opleidingen. Natuurlijk<br />
krijgt ook de universiteit er wat voor terug. Onder het motto<br />
‘onze alumni zijn onze beste ambassadeurs’ is deze specifieke<br />
groep immers een optimale bron voor crowdsourcing. Een nog<br />
onderbenutte bron vol technologische expertise, bedrijfskennis<br />
en maatschappelijke inzichten. Duizenden betrokken alumni,<br />
die best een deel van hun tijd willen spenderen aan het actief<br />
meedenken met hun universiteit. Over innovatie van onderwijs<br />
en onderzoek en kennisvalorisatie bijvoorbeeld. De komende<br />
maanden gaan we daarom, samen met de faculteiten en alumniverenigingen,<br />
op zoek naar onze ‘verloren’ alumni. Kent u er<br />
nog? Elke tip is welkom.<br />
In deze alumnispecial van Matrix presenteren we u weer een<br />
breed en bont scala aan verhalen van mensen die net als u voor<br />
hun carrière hier het fundament hebben gelegd.<br />
24 ‘Mijn vakantie vier<br />
ik het liefst gewoon<br />
in Rijsbergen’<br />
Marieke Kleemans<br />
27 Berichtenpagina<br />
28 Onzinnige rituelen<br />
voor zinnige zaken<br />
Studentengezelligheidsvereniging<br />
VVVZ<br />
30 ‘Juist géén domme<br />
oppervlakkige<br />
mensen’<br />
Bastiaan en Marguerite<br />
Bergman<br />
32 Passie<br />
voor informatica<br />
Arnoud Engelfriet<br />
35 Berichtenpagina<br />
36 Terechte drager van<br />
titel ‘fietsenmaker’<br />
Gérard Vroomen<br />
Herman van Hoeven<br />
Directeur Alumni Office<br />
40 Liever onderzoeken<br />
dan ontwerpen<br />
Irene Joris<br />
42 ‘Mijn doel?<br />
Wereldkampioen in<br />
het enkelspel!’<br />
Bart Theelen<br />
44 ‘Een goed manager is<br />
niet alleen een baas<br />
maar ook een mentor’<br />
Josephine Schoolkate<br />
47 Berichtenpagina<br />
48 Naakt, erotica en<br />
glamour in plaats<br />
van lijm en lood<br />
Patrick Kaas<br />
52 Mens en natuur,<br />
verenigd in een fles<br />
Regina Meij<br />
M A T R I X / A L U M N I S P E C I A L / 2 0 0 9 3
Foto: Dierk Hendriks<br />
4<br />
VISIE<br />
EEN HECHTE RELATIE TUSSEN UNIVERSITEIT EN ALUMNI<br />
‘Dat is ons beider belang’<br />
Na een loopbaan van dertig jaar bij het ministerie van OCW, trad mr. Jo van Ham vorig jaar<br />
toe als derde lid van het College van Bestuur van de TU/e. Hij houdt zich bezig met financiën,<br />
huisvesting, personeelszaken, communicatie én het contact met alumni. Van Ham heet u welkom<br />
in deze uitgave voor alumni van de TU/e.<br />
M A T R I X / A L U M N I S P E C I A L / 2 0 0 9
Het collegelid filosofeert hardop over<br />
de relatie die alumni hebben met hun<br />
Alma Mater. ‘De huidige alumni kwamen<br />
meestal de universiteit binnen toen ze<br />
nog geen twintig waren. Vervolgens<br />
liepen ze hier rond gedurende zes, zeven<br />
jaar – da’s lang, zeker op die leeftijd.<br />
Geen onbelangrijke jaren ook. Het is de<br />
tijd dat je leert, je ontwikkelt, sociale<br />
contacten voor het leven aangaat en een<br />
fundament legt voor een loopbaan. Ik<br />
denk dat de binding met een universiteit<br />
daarom een vanzelfsprekende diepgang<br />
heeft. Alumni houden altijd een zekere<br />
belangstelling voor hun universiteit. Dit<br />
gevoel, die hechting – dat de TU/e úw<br />
universiteit is – willen wij graag versterken.<br />
Dat is in ons beider belang.’<br />
‘De TU/e is van oudsher geen universiteit<br />
die op zichzelf staat’, stelt Van Ham. ‘We<br />
kiezen al decennia voor een verbinding<br />
tussen enerzijds ons onderwijs en onderzoek<br />
en anderzijds de hightech maakindustrie,<br />
in de regio en ver daarbuiten.<br />
In die zin zijn wij zeer geïnteresseerd in<br />
waar mensen terecht komen in deze wereld.<br />
Hoe ontwikkelen loopbanen zich?<br />
Wat komt er van de alumni terecht? We<br />
krijgen dit steeds beter in beeld. In de<br />
eerste jaren werkt men vaak in de richting<br />
‘We zoeken nog<br />
ruim tienduizend<br />
alumni – en graag<br />
nog meer.’<br />
van de opleiding, maar al naar enkele<br />
jaren zie je afsplitsingen ontstaan. Dan<br />
gaat het contact met de universiteit ook<br />
wel eens verloren. Dat is jammer.’<br />
Meer contact met alumni<br />
Daarom vindt het bestuur van de TU/e<br />
dat de relatie met alumni nog steviger<br />
mag. ‘We hebben op dit moment contact<br />
met ongeveer zestig procent van onze<br />
alumni. Daar willen we tachtig procent<br />
van maken. We zoeken dus nog ruim tienduizend<br />
alumni – en graag nog meer. Dat<br />
is haalbaar, maar het is een hele opgave.<br />
Vraag daarom aan bekenden die ook aan<br />
de TU/e hebben gestudeerd of ze zich al<br />
hebben ingeschreven op Alumninet, onze<br />
site voor alumni.’<br />
Het Alumnibureau start dit najaar in<br />
samenwerking met de faculteiten een<br />
actie om het aantal inschrijvingen bij<br />
Alumninet te vergroten. Op die portal<br />
komen alumni samen. U beschikt er over<br />
een eigen, persoonlijke pagina, waarop<br />
leven en loopbaan aan bod komt. Er<br />
worden foto’s getoond, contacten met<br />
studiegenoten gelegd en activiteiten georganiseerd<br />
door alumniverenigingen en<br />
het Alumnibureau. Dat bureau heeft<br />
overigens een nieuwe directeur: drs.<br />
Herman van Hoeven.<br />
Het contact tussen TU/e en alumni is<br />
overduidelijk hechter geworden, maar<br />
de ambities rijken verder. Zo denkt Van<br />
Ham na over een communicatienetwerk<br />
voor alumni. ‘De natuurlijke binding voor<br />
alumni verloopt meestal via de faculteit.<br />
Dat is primair de plek waar relaties liggen.<br />
Daarom zullen deze netwerken op het<br />
niveau van faculteiten worden georganiseerd.’<br />
Daarnaast kunnen op centraal<br />
niveau activiteiten worden georganiseerd,<br />
liefst aansluitend op al bestaande TU/eevenementen.<br />
Zoals onlangs op de<br />
Publieksdag van de TU/e, toen 5000<br />
M A T R I X / A L U M N I S P E C I A L / 2 0 0 9 5
Foto: Dierk Hendriks<br />
6<br />
VISIE<br />
mensen de universiteit bezochten. Een<br />
deel van hen is alumnus. Vaders die hun<br />
kinderen laten zien wat hier gebeurt en<br />
waar ze hebben gestudeerd. Die dag<br />
organiseerde het Alumnibureau een<br />
VIP-ontvangst voor TU/e-alumni aan de<br />
faculteit Werktuigbouwkunde. Daaraan<br />
namen 500 mensen deel en niet alleen<br />
werktuigbouwkundigen. ‘Van dit soort<br />
initiatieven kunt u er in de toekomst<br />
meer verwachten. Er wordt hier zo veel<br />
georganiseerd; dat is vaak heel leuk en<br />
leerzaam voor alumni.’<br />
Een voorbeeld waarbij gebruik wordt<br />
gemaakt van alumni, is het initiatief om<br />
ervaren ondernemers te laten helpen bij<br />
het opzetten van nieuwe bedrijfjes aan<br />
de TU/e. De laatste jaren zien steeds<br />
meer technostarters het levenslicht.<br />
Veelal jonge mensen gaan aan de slag<br />
met een eigen idee of een vinding van<br />
de universiteit, waarbij ze met jeugdig<br />
enthousiasme de markt bestormen.<br />
‘We hebben natuurlijk een groot aantal<br />
alumni die ervaring hebben als ondernemer.<br />
Zij kunnen onze studenten helpen<br />
met kennis, ervaring, coaching, een netwerk<br />
en/of middelen om de onderneming<br />
meer kans te geven. En als u zich voelt<br />
aangesproken als ondernemer, dan moet<br />
u zeker contact met ons opnemen.’<br />
TU/e-ambassadeurs<br />
Een belangrijke nieuwe groep alumni zijn<br />
de buitenlandse studenten. Steeds meer<br />
studenten van elders komen hier naartoe,<br />
meestal voor hun masteropleiding.<br />
Maar ook promotieplaatsen worden in<br />
hoge mate ingevuld door buitenlanders.<br />
Deze mensen werken vaak eerst een<br />
periode in Nederland, maar daarna gaan<br />
ze ook direct of op termijn terug naar<br />
hun eigen land. ‘Dat is bijzonder interessant,<br />
want zij zijn de ambassadeurs van<br />
de TU/e in het buitenland. En het zijn<br />
goede en enthousiaste vertegenwoordigers,<br />
omdat ze meestal trotser zijn op<br />
de TU/e dan de Nederlandse student.<br />
Voor een Nederlander is de TU/e één van<br />
de universiteiten in zijn land. Voor een<br />
buitenlander is het dé universiteit die<br />
zorgvuldig is gekozen en waarvoor flink<br />
is betaald om er te studeren. Een studie<br />
aan de universiteit van jouw eerste keuze<br />
maakt je trots. Wij doen onze best om<br />
contact met deze alumni te houden en te<br />
hervinden.’<br />
Andere ambassadeurs zijn natuurlijk de<br />
M A T R I X / A L U M N I S P E C I A L / 2 0 0 9<br />
vele succesvolle alumni, waarvan sommigen<br />
heel nadrukkelijk aanwezig zijn<br />
in het maatschappelijk leven. Zoals ir.<br />
Marijn Dekkers, die vanaf oktober 2010<br />
de nieuwe topman is van farmaceut<br />
Bayer. ‘Maar we hebben er nog wel een<br />
paar, hoor: technisch bedrijfskundige<br />
ir. Piet van Schijndel is sinds 2002 lid<br />
van de Raad van Bestuur Rabobank, ir.<br />
Gerard Kleisterlee van Philips natuurlijk,<br />
ir. Rokus van Iperen is president bij Océ<br />
en tevens de nieuwe voorzitter van onze<br />
Raad van Toezicht en bouwkundige dr.ir.<br />
René van der Bruggen van Imtech. Met<br />
mensen zoals hen willen we graag een<br />
ambassadeursnetwerk oprichten. Zij<br />
kunnen ons helpen om het goede imago<br />
van de TU/e uit te dragen en zo gezicht<br />
geven aan deze universiteit. Veel van<br />
onze succesvolle alumni zijn natuurlijk<br />
al bij ons betrokken. Neem Gerard<br />
Kleisterlee, jarenlang voorzitter Raad van<br />
Toezicht. Dat hij zo’n functie bekleedt<br />
aan de TU/e is natuurlijk geen toeval. Hij<br />
heeft een band met deze instelling en wil<br />
zich daar graag voor inzetten. Hetzelfde<br />
geldt voor Van Iperen. Hij kent de sfeer,<br />
het onderzoek, de gebouwen. Dat praat<br />
gewoon wat gemakkelijker. Maar er zijn
‘De TU/e is van oudsher geen<br />
universiteit die op zichzelf staat.’<br />
veel meer alumni die iets voor ons kunnen<br />
betekenen – ook als ze geen CEO<br />
zijn.’<br />
Fondsenwerving<br />
Een nieuw idee van Van Ham is het werven<br />
van fondsen onder alumni. Van de<br />
TU/e-begroting van 280 miljoen komen<br />
slechts enkele tientallen miljoenen uit<br />
private financiering, voornamelijk onderzoeksprojecten<br />
in samenwerking met<br />
de industrie. Daarom denkt het College<br />
van Bestuur erover na of het naast de<br />
krimpende rijkssubsidie andere bronnen<br />
kan aanboren. ‘Ik was enige tijd geleden<br />
bij de universiteiten van Berkeley en<br />
Stanford, twee instellingen van wereldniveau.<br />
Die zijn voor een groot deel<br />
afhankelijk van gelden van derden. In<br />
het geval van Berkeley komt ongeveer de<br />
helft van de overheid, bij Stanford niks.<br />
Aan beide universiteiten zie je dat alumni<br />
zeer bereid zijn om als individu bij te dra-<br />
gen aan de ontwikkeling van de universiteit.<br />
Het idee daarachter is: terugbetalen<br />
aan de samenleving en teruggeven aan<br />
jouw universiteit.’<br />
‘De mentaliteit in Nederland is anders’,<br />
zegt Van Ham. ‘Onderwijs zien wij als<br />
overheidstaak. Dat doen we collectief.<br />
Dat geldt overigens ook voor de gezondheidszorg,<br />
dat is een overheidstaak.<br />
Echter, op hetzelfde moment geven we<br />
wel aan doelen als het Liliane Fonds en<br />
de Kankerstichting. Je ziet dit ook bij<br />
sport en milieu, daar hebben we als individuen<br />
veel voor over.’<br />
Van Ham zou het toejuichen wanneer<br />
onderwijs, kennisontwikkeling en vooruitgang<br />
ook thema’s worden waarvoor<br />
mensen zich persoonlijk verantwoordelijk<br />
voelen. ‘Dat ze ons helpen om<br />
onze taak nog beter te volbrengen. Dat<br />
kan in de vorm van geld, maar ook in<br />
de vorm van samenwerkingen in onder-<br />
zoeksprojecten of het schenken van een<br />
onderzoeksfaciliteit. Je organiseert dit<br />
niet van de een op de andere dag; het is<br />
een cultuuromslag. Het is echter niet de<br />
cultuur van de universiteit om de hand in<br />
de samenleving op te houden – dat doen<br />
we alleen bij de overheid. Daarbij moet je<br />
weten dat er aan de Amerikaanse universiteiten<br />
dagelijks honderden mensen<br />
bezig zijn met het werven van de<br />
fondsen. Dat is netwerken op diners<br />
en recepties en glasheldere contracten<br />
sluiten. Je moet ook zorgen dat de gevers<br />
weten wat we met het geld doen, transparantie<br />
is in fondsenwerving van groot<br />
belang. Het vraagt inspanning en een<br />
nieuwe mentaliteit, maar we zijn serieus<br />
bezig met dit idee.’<br />
Het zal een lastige klus worden voor de<br />
universiteit, dat is zeker, maar we<br />
moeten ons volgens Van Ham realiseren<br />
dat de TU/e nu al uitstekend presteert in<br />
het binnenhalen van onderzoeksprojecten<br />
waaraan door het bedrijfsleven wordt<br />
meebetaald, de zogenaamde derde geldstroom.<br />
‘Wanneer je alle universiteiten<br />
vergelijkt, dan doen we dit misschien het<br />
best van heel Nederland. Dat is bemoedigend.’<br />
M A T R I X / A L U M N I S P E C I A L / 2 0 0 9 7<br />
Foto: Dierk Hendriks
8<br />
LOOPBAAN<br />
‘Ik wilde<br />
eigenlijk<br />
medicijnen<br />
studeren’<br />
Ze heeft bijnamen als ‘Yup van het Jaar’ en<br />
‘Business Babe’. Maar TU/e-alumna Aukje<br />
Doornbos (Scheikundige Technologie), in<br />
maart verkozen tot Young Professional of the<br />
Year 2009 voor haar werk bij chemieconcern<br />
DSM, blijft bescheiden onder alle aandacht. ‘Ik<br />
doe maar gewoon mijn werk.’<br />
Aukje Doornbos – witte skinny jeans, ballerina’s en haar bedrijfsfiets<br />
aan de hand – haalt haar schouders op als het gaat<br />
over de dalende kwartaalcijfers van haar werkgever DSM. Het<br />
chemieconcern in Geleen, met wereldwijd meer dan 23.000<br />
werknemers, voerde in 2009 verschillende herstructeringsmaatregelen<br />
door. Zoals zoveel bedrijven, merkt ook DSM dat klanten<br />
minder afnemen als gevolg van de recessie, licht de Limburgse<br />
toe. ‘Maar we zijn niet de enige en we draaien in ieder geval<br />
nog geen verlies.’ Een nuchtere, optimistische verklaring en<br />
typerend voor Doornbos. Mede dankzij deze houding werd zij in<br />
maart uitgeroepen tot ‘Young Professional of the Year’.<br />
Een hoop staal<br />
Doornbos, die geboren werd in Geleen, groeide op met de fabrieken<br />
van de voormalige Staatsmijnen. Het indrukwekkende<br />
fabrieksterrein – je doet er een uur over om van de ene naar de<br />
andere kant te fietsen – prikkelde al vroeg haar fantasie. ‘Altijd<br />
als we er vroeger langsreden, dacht ik: “Wow, wat een hoop<br />
staal.” Ik vroeg me af wat daar gemaakt werd.’ Dat ze er nu<br />
werkt, is eigenlijk toeval. ‘Ik wilde medicijnen gaan studeren.<br />
Maar ik werd uitgeloot. Omdat ik goed was in exacte vakken,<br />
ben ik maar een kijkje gaan nemen bij de TU/e. Toen kwam ik<br />
erachter, dat ik met de studie Scheikundige Technologie bij die<br />
grote fabrieken kon gaan werken.’<br />
Als procestechnoloog is Doornbos nu verantwoordelijk voor het<br />
productieproces in zeven van de meer dan vijftig fabrieken. DSM<br />
maakt producten die worden gebruikt in verschillende eindmarkten,<br />
zoals de voedingsindustrie, de bouw en de<br />
geneesmiddelenindustrie. Via de controlekamer houdt<br />
M A T R I X / A L U M N I S P E C I A L / 2 0 0 9<br />
Foto: Dierk Hendriks<br />
Aukje Doornbos: ‘Voorlopig zit ik hier helemaal op mijn plek.’<br />
Doornbos continu de veiligheid van het proces in de gaten.<br />
Daarnaast is het haar taak de uitstoot van vervuilende stoffen<br />
tot een minimum te beperken. Eerder werkte ze op de afdeling<br />
Research & Development. ‘Maar ik ben niet iemand van de<br />
diepte. Ik wil graag snel resultaat en ben toepassingsgericht.’<br />
Doornbos overlegde met haar werkgever en kon aan de slag als<br />
procestechnoloog. Geen typische negen-tot-vijf-baan. Doornbos<br />
legt uit: ‘Onlangs hadden we een te hoog gehalte van een bijproduct<br />
in een eindproduct. Dan kun je niet om vijf voor vijf zeggen:<br />
“Ik ga naar huis.” Toen hebben we alle parameters, zoals<br />
temperatuur, ijzergehalte en menging nagekeken en zijn we<br />
gaan wegstrepen.’ Pas na anderhalve week vonden Doornbos<br />
en haar collega’s het probleem. ‘Dat is ernstig lang. Meestal proberen<br />
we toch wel in vier tot zes uur de oorzaak te vinden.’
‘Er lopen al genoeg<br />
blablafiguren rond.’<br />
Soms moet Doornbos besluiten om een fabriek stil te leggen.<br />
Een dergelijke beslissing is niet makkelijk, geeft ze toe. ‘In mijn<br />
werk moet je goed met druk kunnen omgaan en vooral snel<br />
analytisch denkwerk kunnen verrichten. Dat heb ik te danken<br />
aan de TU/e. Ik heb vanochtend nog een warmteoverdrachtscoëfficiënt<br />
berekend. Dat doe ik dan niet tot drie cijfers achter<br />
de komma nauwkeurig, maar ik maak een grove ‘dikke duim<br />
berekening’ op een hoekje van de krant. Geleerd van professor<br />
Drinkenburg’, herinnert ze zich lachend. ‘Als student kon ik me<br />
niet voorstellen, dat ik zo weinig tijd zou hebben. Maar meneer<br />
Drinkenburg heeft toch gelijk gekregen!’<br />
Blabla<br />
Als de fabrieken rustig draaien en er zich geen problemen voordoen,<br />
werkt Doornbos aan diverse projecten om de productiecapaciteit<br />
van de fabrieken te vergroten. Hiervoor onderhoudt<br />
ze nauw contact met de werknemers die dagelijks in de fabrieken<br />
staan. ‘Ik vind het belangrijk om mezelf regelmatig te laten<br />
zien op de werkvloer en probeer altijd naar de werknemers te<br />
luisteren. Ik weet nog dat ik diezelfde toegankelijkheid op de<br />
TU/e heel prettig vond. De professoren kenden je bij naam en<br />
gaven voldoende sturing en begeleiding. Daardoor voelde ik me<br />
M A T R I X / A L U M N I S P E C I A L / 2 0 0 9 9
Foto: Dierk Hendrikx<br />
1 0<br />
LOOPBAAN<br />
er snel thuis.’ Toch was de overstap van de middelbare school<br />
naar de TU/e niet makkelijk. Doornbos vertelt: ‘Mijn vriendinnen<br />
waren echte alfameisjes. Ik was de enige die naar <strong>Eindhoven</strong><br />
ging.’ Maar Doornbos raakte vervolgens nauw betrokken bij<br />
haar studievereniging Japie en was vicevoorzitter van haar dispuut<br />
Kekulé. ‘Het was een heel plezierige tijd. Ik heb niet alleen<br />
veel inhoudelijke kennis opgedaan, maar heb ook als persoon<br />
heel veel geleerd. Ik denk ook dat de TU/e dat type mensen<br />
aantrekt. Het zijn nuchtere studenten die naar <strong>Eindhoven</strong> gaan.<br />
Ik merk dat die nuchterheid wordt gewaardeerd in het bedrijfsleven.<br />
Er lopen al genoeg van die blablafiguren rond.’<br />
Rode wangen<br />
Haar toegankelijkheid en eerlijkheid leverden Doornbos in<br />
Young Professional of the Year<br />
De Young Professional of the Year Award is een initiatief van<br />
Volkskrant Banen en ICA (InterCompany Association), een overkoepelende<br />
organisatie voor jongerenverenigingen van grote bedrijven. Alle<br />
deelnemende bedrijven mogen een kandidaat afvaardigen. Die wordt<br />
middels een interne verkiezing gekozen. De kandidaten moeten minstens<br />
een jaar werkervaring hebben en uitblinken in hun vakgebied.<br />
Daarnaast moeten ze een groot draagvlak hebben binnen hun bedrijf.<br />
Het doel van de award is om jonge talenten met elkaar in contact<br />
te brengen. De YPY Award is een jaarlijks terugkerende verkiezing<br />
en werd dit jaar voor de tweede keer gehouden. Behalve Doornbos<br />
waren ook TU/e-alumni Rob Augusteijn en Bas Klerkx genomineerd.<br />
Voor meer informatie gaat u naar www.youngprofessionaloftheyear.nl.<br />
M A T R I X / A L U M N I S P E C I A L / 2 0 0 9<br />
maart de titel Young Professional of the Year op, een wedstrijd<br />
georganiseerd door Volkskrant Banen en ICA. Tweeëntwintig<br />
jonge werknemers – onder meer werkzaam bij ABN AMRO, Delta<br />
Lloyd en KPN – waren drie maanden lang op campagnepad.<br />
Zowel het publiek, dat kon stemmen via internet, als de vakjury<br />
was lovend over Doornbos. Ze won een weekend weg, een<br />
TomTom, een maatpak en een jaar lang een personal coach. ‘Ik<br />
geniet van alles wat er gebeurt en wat ik meemaak. Maar het<br />
voelt raar om al die eer te krijgen voor het feit dat ik gewoon<br />
mijn werk doe’, vertelt ze bescheiden over haar overwinning.<br />
Dat zelfs de echtgenotes van DSM-medewerkers haar hun steun<br />
betuigden, verbaast haar oprecht. ‘Daar krijg ik helemáál rode<br />
wangen van! Al die aandacht is leuk en de award is fantastisch,<br />
maar op een gegeven moment is het ook wel weer klaar. Ik ben<br />
er toch het meest trots op dat ik gewoon mezelf ben gebleven.<br />
Ik behandel mensen zoals ik zelf ook behandeld wil worden.’<br />
Van haar vrouw-zijn wil ze verder geen issue maken – ondanks<br />
dat er bij DSM meer dan negentig procent mannen werken.<br />
‘Maar ik snap wel dat die vraag altijd wordt gesteld. Voor mij is<br />
het heel normaal.’<br />
Praktijkvoorbeelden<br />
Met de TU/e heeft Doornbos voor altijd een band. ‘Ik ben er<br />
trots op dat ik aan die universiteit heb gestudeerd. Dat mag<br />
iedereen weten.’ Spijt dat het geen studie medicijnen is geworden,<br />
heeft ze niet. Op de lange termijn zou Doornbos plantmanager<br />
willen worden. Dat wil zeggen dat ze echt de leiding heeft<br />
over de fabrieken. Maar een (gast)docentschap bij de TU/e<br />
sluit ze ook niet uit. ‘Als ze ooit eens met iets komen, zou ik dat<br />
hartstikke leuk vinden’, laat ze doorschemeren. ‘Ik heb best veel<br />
praktijkvoorbeelden die wellicht voor studenten interessant zijn.<br />
Maar voorlopig zit ik hier helemaal op mijn plek!’
Alumni<br />
Berichtenpagina<br />
ARCHITECT MARTIEN<br />
JANSEN WINT BNA-PRIJS<br />
Een ontwerp van ir. Martien Jansen (1950),<br />
die in 1978 aan de TU/e afstudeerde als<br />
bouwkundig ingenieur, werd in mei dit jaar<br />
bekroond met de BNA-prijs Gebouw van het<br />
Jaar 2009. Jansen, directeur van Studio M10 in<br />
<strong>Eindhoven</strong>, maakte het winnende ontwerp voor<br />
de Oostvaarderskliniek voor tbs-veroordeelden<br />
in Almere. De prijs wordt jaarlijks door de Bond<br />
van Nederlandse Architecten (BNA) uitgereikt.<br />
Een jury onder leiding van TU/e-alumnus ir. Jo<br />
Coenen, die in 2007 zelf winnaar was van de<br />
BNA-prijs met de <strong>Eindhoven</strong>se Vesteda-toren,<br />
gaf aan dat het knap is dat Jansen een ‘menselijk<br />
gebouw’ heeft weten te realiseren dat<br />
‘in sterke mate bijdraagt aan een gevoel van<br />
welbevinden en herstel’. Jansen zelf vond het<br />
enigszins bizar om voor een dergelijk gebouw<br />
in de bloemetjes te worden gezet. Het maken<br />
van het ontwerp was volgens hem een uitdaging,<br />
omdat er gewerkt moest worden met<br />
een grote hoeveelheid veiligheidsmaatregels.<br />
Daarnaast bevat het ontwerp diverse technische<br />
innovaties op het gebied van bouwmateriaal,<br />
zoals bijvoorbeeld werken met versterkt<br />
glas. De visie van de kliniek is gevat in de woorden<br />
‘licht’, ‘lucht’ en ‘zicht’.<br />
Studio M10 werkt veel in de Randstad, maar<br />
voelt zich erg thuis in <strong>Eindhoven</strong>. In <strong>Eindhoven</strong><br />
zelf ontwierp men onder meer het nieuwe<br />
onderkomen van de faculteit Scheikundige<br />
Technologie, Helix. Studio M10 is opgericht<br />
in 1996 en vanaf 2004 gevestigd in de Witte<br />
Dame. Daarvoor was Jansen tien jaar verbon-<br />
TU/e-ALUMNUS WINT SIMON STEVIN GEZELPRIJS<br />
Ir. Rick Scholte heeft begin oktober de Simon<br />
Stevin Gezelprijs 2009 van STW gewonnen.<br />
Tijdens het jaarcongres van de technologiestichting<br />
versloeg Scholte met zijn presentatie<br />
‘Sound Imaging voor een stillere leefomgeving’<br />
twee andere genomineerde promovendi<br />
uit Delft en Twente. Het publiek beoordeelde<br />
hen op kwaliteiten als wetenschappelijke<br />
excellentie, het communicatieve vermogen<br />
om mensen het belang van hun onderzoek<br />
te laten inzien en een actieve bijdrage aan<br />
de toepassing van de onderzoeksresultaten.<br />
Scholte promoveerde in 2008 aan de faculteit<br />
Martien Jansen (rechts) licht zijn ontwerp toe.<br />
den als architect aan OD 205 en onder andere<br />
verantwoordelijk voor projecten als de universiteitsbibliotheek<br />
en het collegezalengebouw<br />
in Tilburg, de belastingkantoren in Helmond en<br />
Heerlen en het Rijksmuseum voor Volkenkunde<br />
in Leiden.<br />
TU/e-ALUMNUS TOPMAN BIJ BAYER<br />
Dr.ir. Marijn Dekkers, die in 1981 afstudeerde<br />
aan de faculteit Scheikundige Technologie en<br />
daar vier jaar later ook promoveerde, treedt in<br />
oktober 2010 aan als nieuwe topman van het<br />
Duitse farmacie- en chemieconcern Bayer in<br />
Leverkusen. Op dit moment is Dekkers (51) nog<br />
bestuursvoorzitter van het Amerikaanse bedrijf<br />
Thermo Fisher Scientific (TFS), leverancier van<br />
laboratoriumapparatuur en -benodigdheden.<br />
Bij Bayer gaat Dekkers leiding geven aan een<br />
bedrijf met een jaaromzet van 32,9 miljard euro<br />
Werktuigbouwkunde. Zijn onderzoek richtte<br />
zich op sound imaging, het in beeld brengen<br />
van geluid. Met behulp van een meetrobot<br />
wordt zeer nauwkeurig een geluidsbron opgespoord.<br />
Het biedt ontwerpers de gelegenheid<br />
om het ontwerp aan te passen, waardoor een<br />
irritant geluid verdwijnt of in ieder geval minder<br />
wordt. Scholte heeft inmiddels zijn eigen<br />
bedrijf Sorama opgericht.<br />
STW kent de titel Simon Stevin Gezel jaarlijks<br />
toe aan een veelbelovende jonge onderzoeker<br />
die het jaar ervoor gepromoveerd is op een<br />
STW-project, en die een bijdrage heeft gele-<br />
en ruim 100.000 werknemers. Hij wordt de<br />
eerste topman die niet uit het bedrijf zelf komt<br />
en ook de eerste buitenlander. In januari 2010<br />
treedt hij toe tot het bestuur en gaat hij eerst<br />
leiding geven aan de divisie Bayer Healthcare.<br />
Tien maanden later volgt hij dan de zittende<br />
topman Werner Wenning op.<br />
verd aan de valorisatie van de resultaten uit<br />
het promotieonderzoek.<br />
M A T R I X / A L U M N I S P E C I A L / 2 0 0 9 11
Foto: Fotostijn<br />
1 2<br />
LOOPBAAN<br />
‘Een sluitend<br />
bewijs geeft<br />
een stoot<br />
adrenaline’<br />
Na vele omzwervingen in dienst van de wetenschap kwam prof.dr.ir. Arno Kuijlaars (1963)<br />
in 1998 terecht aan de Katholieke <strong>Universiteit</strong> Leuven. Daar werkt hij als ‘gewoon<br />
hoogleraar’ aan het Departement Wiskunde. In de rust van een tijdloze omgeving<br />
en met een vergezicht over de bomen van het Heverleebos.<br />
Vijfde etage, Departement Wiskunde,<br />
Leuven. De donkere gangen van het<br />
universiteitsgebouw aan de rand van<br />
Leuven zien er – deze warmste dag van<br />
augustus – uit, alsof ze de afgelopen<br />
tientallen jaren nauwelijks zijn veranderd.<br />
Er komt op de prikborden hooguit<br />
soms een foto bij of er valt een poster<br />
Arno Kuijlaars: ‘Erkenning geeft energie.’<br />
naar beneden. Op de kamerdeur naast<br />
die van de Nederlandse wiskundige is<br />
een sticker, een klever in het Vlaams, geplakt.<br />
‘I love approximation theory’, staat<br />
er te lezen. Het vroegere vakgebied van<br />
Kuijlaars.<br />
Als jongen uit Valkenswaard ging hij na<br />
zijn middelbare school, bijna als vanzelf-<br />
M A T R I X / A L U M N I S P E C I A L / 2 0 0 9<br />
sprekend, naar de TU in <strong>Eindhoven</strong>. In<br />
de loop van de jaren kwam hij erachter<br />
dat de techniek hem minder boeide.<br />
Het ging hem vooral om de wiskunde.<br />
Toepassingen heeft het vak van zijn bewondering<br />
niet nodig. Na zijn doctoraal<br />
in 1987 ging hij voor een promotie naar<br />
Utrecht, de fundamentele wiskunde
‘Ik wilde in<br />
de wiskunde<br />
nieuwe dingen<br />
ontdekken.’<br />
tegemoet. Daarna deed hij als postdoc<br />
onderzoek in Amsterdam, de Verenigde<br />
Staten en Hong Kong. Ruim tien jaar geleden<br />
kwam hij terecht bij de Katholieke<br />
<strong>Universiteit</strong> Leuven.<br />
In deze romantische universiteitsstad<br />
ging het snel: Kuijlaars kwam binnen als<br />
gastdocent, kreeg een aanstelling als<br />
hoofddocent en werd hoogleraar. Nu is hij<br />
‘gewoon hoogleraar’, in België één graad<br />
hoger dan ‘hoogleraar’. Leuven past bij<br />
hem, zegt hij. ‘Het is een relaxte omgeving.<br />
In Amsterdam heerst een andere<br />
mentaliteit. Niet vervelend, maar ik ben<br />
een jongen van het zuiden. Daarbij krijg<br />
ik hier alle kansen: men heeft vertrouwen<br />
in mij, dat is prettig.’ In het accent van<br />
Kuijlaars galmt ook al het timbre van de<br />
Vlaming door; het gedempt volume, de<br />
begeleidende bescheiden glimlach.<br />
Kuijlaars vertelt over het plezier dat de<br />
wiskunde hem schenkt. Al was zijn keuze<br />
voor wetenschap niet altijd duidelijk<br />
omlijnd. ‘Ik wilde in de wiskunde nieuwe<br />
dingen ontdekken. Maar een keuze voor<br />
wetenschap is ook een gok: je weet niet<br />
of een goede onderzoeksplaats zich<br />
aandient. Een leven in de wetenschap<br />
is daarom lastig te plannen; je hebt wat<br />
geluk nodig. In mijn begintijd ging men<br />
ook veelvuldig naar het buitenland,<br />
omdat de vacatures in Nederland schaars<br />
waren.’<br />
Hij begon zijn loopbaan in de potentiaaltheorie,<br />
vervolgde in Amsterdam met de<br />
approximatietheorie en houdt zich nu<br />
bezig met kansrekening en mathematische<br />
fysica. Hij doet onderzoek naar de<br />
eigenwaarden van grote random<br />
matrices. Met de centrale vraag: ‘Hoe<br />
gedragen de eigenwaarden zich, wanneer<br />
de matrix steeds groter wordt? Een<br />
typisch gedrag is dat er afstoting plaatsvindt<br />
tussen de eigenwaarden van de matrix:<br />
ze komen nooit heel dicht bij elkaar.<br />
De afstoting gebeurt steeds regelmatiger<br />
naarmate de afmetingen van de matrix<br />
toeneemt. Kort gezegd: hoe groter de<br />
matrix, hoe eenvoudiger de analyse van<br />
het model.<br />
Anderzijds zijn er uitzonderingen, de interessante<br />
verschijnselen die zijn aandacht<br />
opeisen. Met een internationaal gezelschap<br />
van promovendi en postdocs –<br />
ongeveer tien in totaal – doet de ‘gewoon<br />
hoogleraar’ zijn onderzoek. Het is een<br />
onderzoek waar mondiaal behoorlijk wat<br />
groepen mee bezig zijn en waarin veel<br />
ontwikkelingen plaatsvinden. ‘Onlangs<br />
was er nog een belangrijke doorbraak,<br />
maar helaas niet in onze groep. Ik heb<br />
begrippen en technieken toegevoegd om<br />
problemen te beschouwen. Het meest<br />
trots ben ik op een methode, waarbij je<br />
twee matrices aan elkaar koppelt.’<br />
Kick<br />
Het is abstracte wiskunde: je kunt er niet<br />
direct een toepassing voor bedenken, al<br />
M A T R I X / A L U M N I S P E C I A L / 2 0 0 9 13
Foto: Fotostijn<br />
1 4<br />
LOOPBAAN<br />
wordt het wel gebruikt in de financiële<br />
wiskunde. Maar dat is voor Kuijlaars<br />
minder belangrijk. Het genoegen is simpelweg<br />
ermee bezig te zijn. ‘Het vinden<br />
van verbanden, het bewijzen van stelling<br />
– wiskundigen bewijzen stellingen, dat is<br />
ónze taak. Je geeft een logische redenering,<br />
een sluitend bewijs waar geen speld<br />
tussen is te krijgen. Als dat lukt en je<br />
vindt zo’n bewijs, dan geeft dat een kick.’<br />
Waar vindt u, geografisch gesproken,<br />
zo’n bewijs?<br />
‘Thuis, op de fiets of op de bank. Dat kan<br />
Personalia<br />
elk moment gebeuren. Je herkent het direct:<br />
het geeft een stoot adrenaline.’<br />
Wilt u dan snel naar een pen en papier<br />
om het op te schrijven?<br />
‘Sommige mensen hebben hiervoor een<br />
kladblok naast hun bed liggen. Ik niet:<br />
als het echt belangrijk is, onthoud ik het<br />
wel.’<br />
Kunt u als wetenschapper zonder een publiek<br />
van vakgenoten?<br />
‘Het grootste plezier is om het idee uit te<br />
werken en anderen ermee te verbazen.<br />
Arnoldus Bernardus Jacobus (roepnaam: Arno) Kuijlaars werd geboren in 1963. De Nederlandse<br />
wiskundige is vooral bekend vanwege zijn bijdrage met betrekking tot de approximatietheorie.<br />
Hiervoor ontving hij in 1998 de driejaarlijkse Popovprijs. Tegenwoordig is hij werkzaam aan de<br />
Katholieke <strong>Universiteit</strong> van Leuven.<br />
M A T R I X / A L U M N I S P E C I A L / 2 0 0 9<br />
Die erkenning geeft energie, ik heb het<br />
nodig.’<br />
Hoe lang duurt het: van het moment van<br />
inzicht op de fiets en de erkenning van de<br />
omgeving?<br />
‘Daar kan een jaar tussen zitten. Je moet<br />
eraan werken het bewijs te beschrijven.’<br />
Dus in dat ene moment op de fiets past<br />
een gedachte, die zich uitstrekt tot een<br />
jaar werk?<br />
‘Ja, maar soms blijkt het ook niet te kloppen.<br />
Dan krijg ik wél een speld tussen het<br />
bewijs en stop ik. Of het is een aanleiding<br />
om in een andere richting te zoeken. Dan<br />
begint het weer van voor af aan.’<br />
Is dit bedenken van een bewijs en dit<br />
uitwerken tot een artikel het levensritme<br />
van de wetenschapper?<br />
‘In zeker zin wel, het is de dagelijkse<br />
onderzoekspraktijk – al moet ik ook<br />
lesgeven, studenten begeleiden en vergaderen.’<br />
Neemt het aantal momenten waarop u<br />
tot inzichten komt toe naarmate u ouder<br />
wordt?<br />
‘Veel belangrijk werk in de wetenschap<br />
wordt gedaan door jonge mensen. Ik ben<br />
van middelbare leeftijd en daarmee in de<br />
wetenschap misschien al een oude man.<br />
Toch is een belangrijker probleem dat je<br />
als hoogleraar steeds minder tijd hebt om<br />
nutteloos bezig te zijn. Gewoon een week<br />
zonder direct nut doorbrengen. Als promovendus<br />
heb je tijd om op onderzoek<br />
te gaan. Je kunt dan de mogelijkheden<br />
aftasten en ontdekken wat niet werkt. Die<br />
tijd heb ik niet meer, dat kan ik me niet<br />
meer veroorloven.’<br />
Dus met uw hoogleraarschap, en de daarbij<br />
komende drukte, bent u direct een<br />
minder goede wetenschapper geworden?<br />
‘Ik teer meer op mijn ervaring. Ik ken<br />
technieken en die pas ik nu toe. Ervaring<br />
weegt zwaar in de wetenschap. Maar:<br />
volgend jaar heb ik een sabbatical om<br />
nutteloos bezig te zijn! Ik ga dan naar een<br />
onderzoeksinstituut in Berkeley, waar<br />
een semester in mijn vakgebied wordt georganiseerd.<br />
Ik kijk hier erg naar uit.’
3TU. School for Technological Design STAN ACKERMANS INSTITUTE<br />
Two-year traineeships<br />
to boost your career:<br />
Post-MSc programmes<br />
Jobs in an environment which is<br />
. multidisciplinary<br />
. high-tech<br />
. industry and business oriented<br />
More information:<br />
www.3tu.nl/sai, tel.: +31 (0)40 - 247 2452
Foto: Hilbert Krane<br />
1 6<br />
BETROKKEN<br />
M A T R I X / A L U M N I S P E C I A L / 2 0 0 9
‘In de bouwkunde kan ik<br />
mijn creativiteit kwijt’<br />
TU/e-alumnus Joost Ector werd in 2002 al op dertigjarige leeftijd mede-eigenaar en ‘artistiek<br />
leider’ van het Rotterdamse architectenbureau Ector Hoogstad, een bureau met vijftig<br />
medewerkers. De architect is verantwoordelijk voor het ontwerp van de ‘nieuwe W-hal’: het<br />
onderkomen van de faculteit Wiskunde & Informatica en de Centrale Studentenvoorziening, dat<br />
binnenkort op de universiteitscampus moet verrijzen.<br />
De totstandkoming van de nieuwe W-hal heeft nog wel wat voeten<br />
in de aarde gehad. Nadat ir. Joost Ector zijn eerste plan presenteerde,<br />
ging er nog bijna twee jaar voorbij voordat het definitieve<br />
ontwerp op tafel lag. Het oorspronkelijke ontwerp – waarin<br />
de oude W-hal met de grond gelijk gemaakt zou worden – leidde<br />
tot protest van de Stichting Bescherming Wederopbouwerfgoed<br />
<strong>Eindhoven</strong>. Ector kwam daarop met een nieuw ontwerp, waarin<br />
het grootste deel van de W-hal behouden blijft. Ook dit ontwerp<br />
moest – ditmaal om financiële redenen – aangepast worden. Het<br />
eindresultaat is een blauwdruk voor een complex van zestig miljoen<br />
euro, een ambitieus bouwproject dat recht doet aan zowel<br />
verleden als toekomst.<br />
Ector doet luchtig over de problemen. ‘Een ontwerp is een<br />
levend iets, dat aangepast kan worden als de omstandigheden<br />
veranderen’, zegt hij. ‘En ik vond het belangrijk dat er een goede<br />
discussie over de waarde van de oude W-hal werd gevoerd.’ Hij<br />
zegt te begrijpen dat de eigenaar van een gebouw, in dit geval<br />
de TU/e, er moeite mee heeft als hieraan plotseling een monumentale<br />
waarde wordt toegekend. ‘Maar ik heb mezelf proberen<br />
te beperken tot de rol van adviseur. Ik heb nooit een uitgesproken<br />
standpunt ingenomen.’ De architect is blij met het eindresultaat<br />
van de discussie: een ontwerp waarin de lichte draagconstructie,<br />
het kenmerkende daklandschap en de transparante<br />
omhulling van het oorspronkelijke gebouw in stand blijven. Ook<br />
blijft de nieuwe W-hal via loopbruggen verbonden met de omliggende<br />
gebouwen, als een spin in het web van de TU/e-campus.<br />
Illustraties: Ector Hoogstad<br />
Onderdeel van de nieuwe W-hal is een kubus van vijf verdiepingen,<br />
op twintig kolommen uitstijgend boven de rest van<br />
het gebouw, met kantoorruimte voor de faculteit Wiskunde en<br />
Informatica. In het hieronder liggende souterrain is de universiteitsbibliotheek<br />
gepland. Vanaf de eerste verdieping – het<br />
niveau van de loopbruggen – kun je twee verdiepingen naar<br />
beneden kijken. Bovendien wordt het gebouw geïntegreerd in<br />
de zogeheten groene loper, de centrale autovrije middenzone<br />
die is voorzien voor Campus 2020.<br />
Emotionele waarde<br />
‘Er is wel wat scepsis ontstaan door de gang van zaken’, zegt<br />
Ector. ‘Maar ik ben ervan overtuigd dat die scepsis verdwijnt als<br />
het gebouw er eenmaal staat.’ Hij verwacht dat op dat moment<br />
ook bij zichzelf de voldoening weer de overhand neemt. ‘Op dit<br />
moment voelt het vooral even als werk, maar toen we de opdracht<br />
binnensleepten gaf dat een heel mooi gevoel. Het heeft<br />
toch wel een emotionele waarde. Niet alleen omdat ik aan de<br />
TU/e Bouwkunde heb gestudeerd, maar ook omdat de campus<br />
een interessante architectonische geschiedenis heeft en de<br />
W-hal neemt hier een centrale plek in. Sjoerd van Embden, de<br />
ontwerper van de oorspronkelijke W-hal, was bovendien een<br />
groot architect.’<br />
Anders dan zijn bliksemcarrière misschien lijkt te suggereren,<br />
was het nooit een jongensdroom voor Ector om architect te<br />
M A T R I X / A L U M N I S P E C I A L / 2 0 0 9 17
Illustraties: Ector Hoogstad<br />
1 8<br />
BETROKKEN<br />
worden. ‘Als ik ergens mee bezig was, dan was het muziek. En<br />
ik was creatief. Pas toen mijn ouders in Nuenen zelf een huis<br />
gingen bouwen, begon het me te dagen: als je je creativiteit<br />
kwijt wil op universitair niveau, dan is bouwkunde geen slechte<br />
optie. Een gebouw tekenen dat vervolgens ook daadwerkelijk<br />
wordt gebouwd, dat idee sprak me wel aan. Maar eigenlijk is<br />
het betrekkelijk toevallig dat ik bouwkunde ben gaan studeren.’<br />
Uiteraard in <strong>Eindhoven</strong>, op een steenworp afstand van zijn<br />
ouderlijk huis. ‘Het is wellicht heel Brabants, maar mijn ouders<br />
en ik zagen het nut er niet van in om helemaal naar Delft te gaan.<br />
Ik was me destijds ook niet bewust van de verschillen.’<br />
Achteraf kun je stellen dat het een goede keuze is geweest,<br />
geeft Ector toe. ‘Aan de TU/e wordt toch met een bredere blik<br />
naar bouwkunde gekeken dan in Delft. Daar staan vooral de<br />
culturele aspecten van het vak centraal, terwijl in <strong>Eindhoven</strong> ook<br />
Ector Hoogstad ook actief in Twente en Delft<br />
Al sinds de jaren negentig is Ector Hoogstad Architecten nauw betrokken<br />
bij de vernieuwing van de campus van de <strong>Universiteit</strong> Twente, waarvoor<br />
men een masterplan ontwierp. Het masterplan is gebaseerd op de twee<br />
belangrijkste polen van het terrein: het woon- en leefcentrum en het<br />
onderwijs- en onderzoekscentrum. Ector Hoogstad kreeg zelf drie<br />
opdrachten voor nieuwbouw: het nieuwe ICT-centrum (T-huis), het Carré<br />
en het Nanolab. In het Carré worden de voornaamste kantoor- en laboratoriumfaciliteiten<br />
ondergebracht en het Nanolab gaat de meest hoog-<br />
M A T R I X / A L U M N I S P E C I A L / 2 0 0 9<br />
aandacht wordt besteed aan de technische en managementdimensie.<br />
Maar om een afgewogen oordeel te kunnen vellen,<br />
zou ik natuurlijk ook bouwkunde moeten gaan studeren in<br />
Delft.’ Het is wel typisch <strong>Eindhoven</strong>s om de vergelijking met Delft<br />
te trekken, denkt hij. ‘Volgens mij houden ze zich daar in Delft<br />
helemaal niet mee bezig en gaan ze gewoon uit van hun eigen<br />
kracht. Dat zou aan de TU/e ook wel meer mogen gebeuren.’<br />
Stempel<br />
Het stempel dat de opleidingsplek drukt op het werk van een<br />
architect moet overigens niet overschat worden, vindt Ector.<br />
‘Nederland staat bekend om zijn grote variatie in architectonische<br />
signaturen. Dat wordt toch allemaal gevoed vanuit<br />
slechts twee universiteiten. Maar je ontwikkelt eigenlijk pas na<br />
je opleiding een eigen stijl.’<br />
waardige laboratoria van de universiteit huisvesten. Begin 2010 worden<br />
beide gebouwen opgeleverd. TU Delft koos Ector Hoogstad voor het<br />
eerste grootschalige bouwproject buiten het eigen terrein. Het betreft<br />
nieuwbouw voor Delft Chem Tech en voor de afdeling Biotechnologie<br />
van de faculteit <strong>Technische</strong> Natuurkunde. Het complex bestaat uit<br />
26.000 vierkante meter laboratoria en onderwijs- en kantoorruimten, te<br />
bouwen op de nieuwe ‘business campus’ langs de A13, het zogeheten<br />
Technopolis. Deze nieuwbouw moet er in 2011 staan.
Wat is dan een typische Ector? Die vraag is volgens de architect<br />
niet zo makkelijk te beantwoorden. ‘Wij proberen vooral niet<br />
dogmatisch te worden, dat zie ik als een deugd. De<br />
verschijningsvorm van een gebouw moet altijd het resultaat zijn<br />
van de context binnen en buiten het gebouw. Architectonische<br />
inzichten evolueren en als het goed is, ga je daarin mee. Die<br />
evolutie leidt dan automatisch tot een divers oeuvre. Dat zie je<br />
bijvoorbeeld bij een architect als Herman Hertzberger. Ik heb<br />
veel bewondering voor de variatie in zijn werk.’<br />
Als er al sprake is van een duidelijke lijn in het werk van Ector,<br />
dan is dat eerder een signatuur van zijn bureau Ector Hoogstad<br />
Architecten dan van Ector persoonlijk. ‘Je werkt met heel veel<br />
mensen aan zo’n groot project als de W-hal. Mijn taak is vooral<br />
het managen van het ontwerpproces. Je zou mijn functie kunnen<br />
vergelijken met die van een hoofdredacteur op een redactie: ik<br />
zet de grote lijnen uit en houd ze in de gaten. Aan de W-hal werken<br />
alleen al vier architecten en houden ook nog vier mensen<br />
zich met de bouwkundige uitwerking bezig.’<br />
Maquettes<br />
Na het afronden van zijn studie, in 1997, kwam Ector direct<br />
terecht bij het toenmalige Hoogstad Architecten. ‘Ik was cum<br />
laude afgestudeerd en kon aan de slag bij een internationaal<br />
hoog aangeslagen bureau in Amsterdam, de echte avant-garde.<br />
Dat was op zich heel aantrekkelijk, maar ik zou het met een<br />
stagevergoeding moeten doen en had me moeten beperken tot<br />
het maken van maquettes. Ik had niet het gevoel dat ik daar op<br />
korte termijn een zinvolle bijdrage kon leveren. Toen kwam ik<br />
Foto: Hilbert Krane<br />
‘Het was vroeger<br />
niet mijn droom om<br />
architect te worden.’<br />
in contact met Jan Hoogstad. Met hem klikte het heel goed, we<br />
deelden een interesse voor de relatie tussen architectuur en<br />
muziek. En hij was wél bereid me vrij te laten.’<br />
De samenwerking met Hoogstad, een architect die bekend staat<br />
om zijn gevoel voor ruimtelijkheid, bleek vruchtbaar. Ector<br />
ondervond er de vrijheid en ruimte, die hij kende van zijn studie.<br />
En dat werkte goed voor hem. ‘Ik was nog maar 28 jaar, toen Jan<br />
me het ontwerp voor de Hogeschool voor Economische Studies<br />
in Amsterdam liet maken. Mijn eerste echt grote project dat ik<br />
helemaal zelf mocht uitzoeken. En sinds 2002 heb ik de leiding<br />
over het bureau.’ Het is allemaal heel snel gegaan, geeft Ector<br />
toe. En dat houdt ook een risico in. ‘Ik moet nu vooral proberen<br />
het leuk te houden en niet te vroeg oud te worden.’<br />
M A T R I X / A L U M N I S P E C I A L / 2 0 0 9 19
Foto: Hilbert Krane<br />
2 0<br />
POLITIEK<br />
Van links naar rechts Martijn van Dam (PvdA), Antoinette Vietsch (CDA) en Paulus Jansen (SP).<br />
POLITICI MET EEN ANDERE AANVLIEGROUTE<br />
Bèta’s in de Tweede Kamer<br />
Ze zijn schaars in de Tweede Kamer, afgestudeerden of gepromoveerden van technische<br />
universiteiten. Op dit moment zijn er vier kamerleden met een TU/e-verleden. Met drie van hen<br />
spreken we over bèta’s in de politiek, de aanwezigheid van technologieregio <strong>Eindhoven</strong> in Den<br />
Haag en de toekomst van de drie technische universiteiten in Nederland.<br />
De geïnterviewden<br />
Ir. Martijn van Dam (1978), PvdA, studeerde<br />
af als technisch bedrijfskundige aan de TU/e.<br />
Houdt zich bezig met Buitenlandse Zaken,<br />
Mediabeleid en Telecom.<br />
Ir. Paulus Jansen (1954), SP, studeerde bouwkunde<br />
aan de TU/e. Is namens zijn partij<br />
woordvoerder voor Volkshuisvesting, Energie,<br />
Klimaat en Water.<br />
Dr.ir. Antoinette Vietsch (1957), CDA, studeerde<br />
bouwkunde in Delft en promoveerde aan de<br />
TU/e. Nu heeft ze Bouw, Volksgezondheid,<br />
Aanbestedingen en Afval in haar portefeuille.<br />
M A T R I X / A L U M N I S P E C I A L / 2 0 0 9<br />
Welke band heeft u nog met de TU/e?<br />
Vietsch: ‘Ik bracht vier jaar door in<br />
<strong>Eindhoven</strong>, tot 1987. Daarna woonde ik<br />
Londen en Utrecht. Toen ik voor mijn promotie<br />
naar de TU in <strong>Eindhoven</strong> ging, was<br />
ik net afgestudeerd in Delft. De ene dag<br />
zat ik met de kersverse ex-studiegenootjes<br />
te praten over het studentenleven<br />
en het afstuderen en de volgende dag in<br />
<strong>Eindhoven</strong> bekeek ik de afstudeerders<br />
om te zien hoe hun studievoortgang was.
Omdat we wat betreft leeftijd zo dicht bij<br />
elkaar zaten, raakte ik vanzelf bevriend<br />
met hen. Daarom ben ik nog steeds lid<br />
van de studentenclub van de vakgroep<br />
van toen. Ik schrijf ook voor het blad. Als<br />
er festiviteiten zijn, word ik uitgenodigd<br />
en ga er soms ook naartoe. Terwijl ik<br />
nooit student ben geweest in die groep.’<br />
Van Dam: ‘Ik heb nauwelijks nog een<br />
band met de TU/e, behalve dat ik trots<br />
ben dat ik heb gestudeerd aan de<br />
Nederlandse universiteit met het beste<br />
onderzoek. Ik heb er plezier in om collega’s<br />
in Den Haag daarmee te confronteren.<br />
Bestuurlijk Nederland is namelijk<br />
gericht op de Randstad. Ze leven, wonen<br />
en werken hier. Je moet van buiten<br />
de Randstad komen om te weten dat<br />
Nederland niet alleen om het westen<br />
draait. Voor de toekomst van onze economie<br />
is <strong>Eindhoven</strong> de belangrijkste<br />
motor, samen met het voedingscluster<br />
rond Wageningen. Voor groei moet je<br />
het daarvan hebben, niet alleen van het<br />
traditionele Nederland van logistiek en<br />
Van Dam: ‘Voor<br />
de toekomst van<br />
onze economie<br />
is <strong>Eindhoven</strong> de<br />
belangrijkste<br />
motor.’<br />
kantoren. De slimme economie komt van<br />
buiten de Randstad.’<br />
Vietsch: ‘De PvdA is dan toch een andere<br />
partij. Bij het CDA draait het niet<br />
alleen om de Randstad, maar zeker ook<br />
om het gebied daarbuiten. Wij hebben<br />
regionale vertegenwoordigers uit het<br />
hele land.’<br />
Van Dam: ‘Dat hebben wij ook. Maar<br />
waar het mij om gaat is dat de beleids-<br />
makers – de ambtenaren en adviseurs<br />
dus – allemaal uit de Randstad komen.<br />
Wij politici moeten hen confronteren met<br />
de wereld daarbuiten.’<br />
Hoe zit het met het aantal ingenieurs?<br />
Vietsch: ‘Bij ons in de fractie zijn er<br />
steeds minder ingenieurs, ik ben nu<br />
de enige. De laatste die wegging was<br />
Roland Kortenhorst. Daarvoor Karien van<br />
Gennip uit Delft. En Camiel Eurlings, ook<br />
<strong>Eindhoven</strong>.’<br />
Van Dam: ‘Bij de PvdA zijn er vijf: Staf<br />
Depla, Jeroen Dijsselbloem, Diederik<br />
Samsom, Chantal Gill’ard en ik.’<br />
Jansen: ‘In de fractie hebben we geen<br />
TU-mensen, in de Statenfracties wel.<br />
Het heeft natuurlijk een meerwaarde,<br />
wanneer je in een fractie een vertegenwoordiging<br />
hebt van mensen met een<br />
technische of een exacte achtergrond.<br />
Ingenieurs kunnen over het algemeen<br />
uitstekend rekenen. Ze schatten daarmee<br />
de praktische kant van voorstellen goed<br />
M A T R I X / A L U M N I S P E C I A L / 2 0 0 9 21
2 2<br />
POLITIEK<br />
in. Ze prikken snel door slappe praatjes<br />
heen. Maar het is ook belangrijk dat er<br />
mensen in de Kamer zitten die in een fabriek<br />
of in de zorgsector hebben gewerkt.<br />
Kortom, de volksvertegenwoordiging<br />
moet een redelijke afspiegeling zijn van<br />
de maatschappij.’<br />
Vietsch: ‘Wij bèta’s kijken sneller naar de<br />
details om te ontdekken wat er echt aan<br />
de hand is. Daarna vormen we pas een<br />
mening. Dat is te danken aan de technische<br />
aanleg: je wilt eerst weten hoe iets<br />
zit.’<br />
Van Dam: ‘Er is een groot verschil tussen<br />
alfa’s en bèta’s in de politiek. Bèta’s zijn<br />
goed in het zoeken naar werkende oplossingen.<br />
Helaas houden te veel mensen<br />
in de Tweede Kamer zich hoofdzakelijk<br />
bezig met het problematiseren van<br />
vragen. Het valt mij op dat die mensen<br />
veel problemen en weinig oplossingen<br />
aandragen. Weet wel: ik generaliseer nu<br />
enorm, maar laten we dat maar doen om<br />
het verschil duidelijk te krijgen.<br />
Bèta’s hebben overigens ook tekortkomingen.<br />
Het zijn over het algemeen<br />
rationele mensen met niet zo veel gevoel<br />
voor de onzekerheden van mensen.<br />
Daarin zijn alfa’s beter.’<br />
Jansen:<br />
‘Ingenieurs<br />
schatten de<br />
praktische kant<br />
van voorstellen<br />
goed in.’<br />
Vietsch: ‘Je regelt zaken en lost problemen<br />
op: voor mij de essentie van politiek<br />
en dat past bij bèta. Het gebeurt wel<br />
eens dat een journalist mij opbelt voor<br />
een verhaal. Vervolgens leg ik uit hoe de<br />
vork écht in de steel zit. Dan krijg ik het<br />
antwoord: “Jammer, nu heb ik geen verhaal<br />
meer.” Zo haal je als politicus niet<br />
de krantenartikelen, maar je draagt wel<br />
bij aan de samenleving.’<br />
Jansen: ‘Ik kan erg droevig worden van<br />
debatten die niet meer zijn dan een politiek<br />
spel. Dat kost veel energie en leidt<br />
af van hetgeen waarvoor we gekozen<br />
zijn.’<br />
M A T R I X / A L U M N I S P E C I A L / 2 0 0 9<br />
Foto: Hilbert Krane<br />
Van Dam: ‘Die behoefte aan oplossingen<br />
is tevens het manco van bèta’s. Dat hoor<br />
je ook in bedrijven: bèta’s hebben te weinig<br />
aandacht voor het proces naar een<br />
oplossing toe. Je moet mensen mee laten<br />
groeien in een idee. Dat heeft tijd nodig.’<br />
Vietsch: ‘Als bouwkundige krijg je daarmee<br />
meer te maken. Wanneer je bijvoorbeeld<br />
een inspraakavond voor bewoners<br />
moet voorzitten. Als student heb ik op<br />
die avonden notulen gemaakt. Dan leer<br />
je wel om rekening te houden met de<br />
gevoeligheden van verschillende partijen.<br />
Maar ook daar zie je dat bèta’s sneller<br />
een oplossing aanvaarden die niet het<br />
hunne is.’<br />
Jansen: ‘In mijn onderwerp Energie zijn<br />
relatief veel bèta’s. Hierdoor kom ik vaak<br />
over de partijen heen tot deals, zeker ook<br />
met de VVD en coalitiepartijen. Het gaat<br />
dan om de inhoud en minder over het<br />
bedrijven van het politieke spel. Ik heb<br />
overigens ook Water in mijn portefeuille:<br />
daar is het veel moeilijker.’<br />
Van Dam: ‘Ik heb een tijd Telecom en ICT<br />
gedaan. Dat zijn bij uitstek onderwerpen,<br />
waarvoor je verstand van zaken moet<br />
hebben. Wanneer collega’s van andere<br />
partijen op de hoogte zijn van de materie,<br />
kun je veel dieper insteken. In de vorige<br />
periode maakte ik de beste afspraken<br />
met de VVD, omdat daar een ICT’er zat.<br />
Ondanks dat we een verschillende kijk<br />
hebben op de rol van de overheid, waren<br />
we het altijd snel eens over de rol van<br />
de overheid in ICT. Er waren echter ook<br />
woordvoerders die de ballen verstand<br />
ervan hadden. Bij frequentieverdelingen<br />
of nieuwe internettechnologieën moet<br />
je wel met iemand praten die weet hoe<br />
etherdistributie werkt of wat een proxyserver<br />
is. Anders heeft het nauwelijks zin<br />
om in debat te gaan.<br />
Zo was er een keer een vergadering over<br />
de verdeling van 2,6 gigahertzfrequentie.<br />
Die kun je gebruiken voor draadloos internet<br />
en mobiel internet. Maar de ruimte<br />
is beperkt. Intussen komen alle bedrijven<br />
uit die sectoren bij je lobbyen. Daarna<br />
moet je keuzes maken. Dat is politiek<br />
relevant, omdat je de markt kunt sturen.<br />
Je kunt dominantie van marktpartijen<br />
breken. Voorwaarde is wel dat je precies<br />
weet hoe het technisch in elkaar steekt.<br />
Dat wisten maar weinig kamerleden.’
Vietsch: ‘De vraag is altijd: hoe diep<br />
ga je in een onderwerp en wat versta je<br />
onder politiek? Ik wil op mijn eigen terrein<br />
precies weten hoe iets zit, maar af<br />
en toe komt er ook iets voorbij waarvan<br />
je niet van de hoed en de rand weet. Die<br />
discussies zijn in wezen eenvoudiger: je<br />
let beter op wat collega’s zeggen en hoe<br />
de bevolking erover denkt. Je kunt gehinderd<br />
worden door kennis, dat is soms een<br />
manco van bèta’s.’<br />
Jansen: ‘Je hebt bij techneuten ook een<br />
aantal smaken: mensen die de diepte<br />
ingaan en generalisten. Ik behoor tot de<br />
laatste groep. Ik heb me met tal van onderwerpen<br />
bezig gehouden.<br />
Het gaat in mijn ogen meestal om de samenhang<br />
der dingen – je kunt onderwerpen<br />
niet losmaken uit hun maatschappelijke<br />
context. Een deel van de mensen<br />
met een bèta-achtergrond blijkt prima in<br />
staat om integraal tegen problemen aan<br />
te kijken. Iemand als Pieter Winsemius<br />
bijvoorbeeld – zeker geen specialist<br />
op het terrein van Integratiebeleid en<br />
Stadsvernieuwing – heeft er toch heel<br />
verstandige dingen over gezegd. Dat zie<br />
je ook op sleutelposities in bedrijven.<br />
Generalisten met een technische achtergrond<br />
blijken het daar vaak ook goed te<br />
doen als manager.’<br />
Dan gaat het over de lobby van de technologieregio<br />
<strong>Eindhoven</strong> in Den Haag.<br />
Zoals Van Dam al zei: ‘Het ambtenarenapparaat<br />
van de ministeries heeft weinig<br />
oog voor de rest van Nederland.’<br />
Van Dam: ‘Philips heeft in haar lobby een<br />
slag gemaakt. ASML heb ik nog nooit<br />
gezien in Den Haag, maar misschien is<br />
dat strategie. De Brainport is gezamenlijk<br />
met Philips hier aanwezig, ze hebben in<br />
Den Haag een kantoor. Maar de lobby is<br />
nog steeds niet goed – men kan nog veel<br />
leren.’<br />
Vietsch: ‘De vraag is waarom het relevant<br />
is om in Den Haag te lobbyen. Ik<br />
studeerde in Delft, daar vond men de<br />
politiek vies. In <strong>Eindhoven</strong> was dat anders,<br />
Brabanders zijn wat meer politiek<br />
georganiseerd. De vraag blijft: waarom is<br />
het nodig?’<br />
Van Dam: ‘Veel, er gaat een hoop geld<br />
naar projecten omdat er een goede lobby<br />
is geweest. En niet omdat het de meest<br />
effectieve besteding is van de middelen.<br />
Waarom zou je je geld naar de kennisregio<br />
van Twente sturen in plaats van naar<br />
een kansrijk gebied als <strong>Eindhoven</strong>? Kies<br />
voor de Brainport, kies voor Wageningen.<br />
Helaas kiest Nederland niet. Als je<br />
kijkt naar de koplopers zoals Helsinki,<br />
Stockholm en Stuttgart zie je dat ze kiezen<br />
voor één sterke technologiesector.<br />
Wij doen dat niet, wij verdelen de koek.<br />
Iedereen krijgt een beetje zonder dat er<br />
een echt zwaartepunt komt. Daarmee<br />
redden we het niet.’<br />
Vietsch: ‘Ik ben<br />
een voorstander<br />
van nauwere<br />
samenwerking<br />
tussen de<br />
universiteiten.’<br />
Vietsch: ‘Moet je dan ook naar één technische<br />
universiteit? Dat lijkt me een interessante<br />
vraag voor de lezers van Matrix.’<br />
Van Dam: ‘Je moet het onderwijs en onderzoek<br />
concentreren bij de relevante<br />
economische activiteiten. Dat is voor<br />
ICT, elektronica en life sciences rond<br />
<strong>Eindhoven</strong>, voeding en industrie rond<br />
Wageningen en Utrecht, chemie, energie<br />
en logistiek in de Rijnmond en een deel in<br />
Zuid-Limburg.’<br />
Vietsch: ‘Dat is een te eenvoudige opvatting<br />
over wat universiteiten doen. Je moet<br />
niet alleen heel grof naar de vakgebieden<br />
kijken, maar ook naar de afstudeerrich-<br />
Andere oud-TU/e’ers<br />
tingen en zelfs de individuele hoogleraren.<br />
Als ik iemand spreek die op mijn<br />
terrein is afgestudeerd, wil ik weten bij<br />
wie hij heeft afgestudeerd. Dat zegt me<br />
vaak veel meer dan aan welke universiteit<br />
of faculteit iemand heeft gezeten. Goede<br />
wetenschap wordt dus niet alleen bepaald<br />
door de nabijheid van de bedrijven<br />
in die sector.<br />
Ik ben overigens wel een voorstander van<br />
nauwere samenwerking tussen de universiteiten.’<br />
Jansen: ‘Ik ben het met Martijn van Dam<br />
eens dat de koppeling tussen onderzoek<br />
en praktijk in de technische studies erg<br />
belangrijk is. Die koppeling maak je natuurlijk<br />
eenvoudiger als je bij elkaar in de<br />
buurt zit. Ik ben tegenwoordig ook veel<br />
positiever over mensen uit de industrie<br />
die parttime lesgeven aan een universiteit.<br />
Toen ik studeerde – in de jaren<br />
zeventig – was dat vloeken in de kerk.<br />
Die mensen waren verdacht. De keerzijde<br />
is dat je controles moet inbouwen om te<br />
voorkomen dat de dubbele petten niet<br />
worden misbruikt.<br />
Je moet oppassen om alle onderzoek per<br />
thema te concentreren op één plaats.<br />
Er moet ruimte zijn voor de eigenwijze<br />
donders die zeggen: “En toch doen wij<br />
het anders.” Bijvoorbeeld Wetsus in<br />
Leeuwarden, een onderzoeksinstituut<br />
voor water dat in vier jaar uit de grond<br />
is gestampt. Dat kan omdat een paar<br />
slimme mensen met weinig middelen<br />
iets neerzetten wat ertoe doet. Als we de<br />
redenering van Martijn volgen, zou het<br />
wateronderzoek vanuit de historie allemaal<br />
in Delft zitten en was Wetsus niet<br />
ontstaan.’<br />
Van Dam: ‘Het belangrijkste is dat<br />
Nederland echt werk maakt van kennis,<br />
technologie en innovatie. Dat doen we<br />
niet, we kabbelen voort. De urgentie ontbreekt.’<br />
PVV’er Teun van Dijck had geen tijd voor dit interview. Namens de Partij voor de Vrijheid is hij<br />
woordvoerder voor Financiën, Rijksuitgaven en Sociale Zaken en Werkgelegenheid. Hij studeerde<br />
van 1982 tot en met 1988 Bedrijfskunde aan de TU/e.<br />
Camiel Eurlings, minister van Verkeer en Waterstaat, studeerde <strong>Technische</strong> Bedrijfskunde aan de<br />
TU/e van 1993 tot en met 1998. Hij studeerde cum laude af in de studierichting Bedrijfseconomie<br />
en Marketing.<br />
M A T R I X / A L U M N I S P E C I A L / 2 0 0 9 23
Foto’s: Privécollectie<br />
2 4<br />
BETROKKEN<br />
Kleemans als vertegenwoordiger van<br />
Micronesië tijdens de Klimaatconferentie<br />
van de VN in Bali.<br />
Marieke Kleemans op de<br />
stoel van VN secretaris-generaal<br />
Ban Ki-moon.<br />
‘Mijn vakantie vier<br />
ik het liefst gewoon<br />
in Rijsbergen’<br />
Ze studeerde niet alleen aan de TU/e, maar ook aan de <strong>Universiteit</strong> van Tilburg en<br />
Yale University. En nu promoveert ze aan Berkeley. Op haar CV staan organisaties als<br />
UNICEF, de Verenigde Naties en de Wereldbank. Haar leeftijd? Pas 27 jaar!<br />
Druk wil ze haar leven niet noemen. Eerder intensief. Het valt<br />
daarom ook niet mee om een interview met Marieke Kleemans<br />
te regelen. Ook gezien het tijdverschil van negen uur. Maar gelukkig<br />
kun je tegenwoordig bellen via het internet. Doe er een<br />
webcam bij en je ziet elkaar zelfs. ‘Echt ideaal: ik bel vaak op<br />
deze manier met mijn ouders, familie en vrienden. Iedereen lijkt<br />
Op het strand van Los Angeles.<br />
M A T R I X / A L U M N I S P E C I A L / 2 0 0 9<br />
Samen met twee andere vertegenwoordigers van Micronesië.<br />
zo veel dichterbij.’<br />
Ze belt met name ’s nachts (haar nacht is de Nederlandse<br />
ochtend) en opblijven tot diep in de nacht is eerder regel dan<br />
uitzondering. Voor de Verenigde Naties heeft ze enkele keren tot<br />
05.00 uur ’s ochtends doorgewerkt, bijvoorbeeld aan het Human<br />
Development Report 2009 (zie kader).
Op de Walk of Fame in Hollywood, bij de ster van Bruce Willis.<br />
Kleemans neemt afscheid<br />
van Yale. Hier schrijft ze<br />
haar naam ‘Marieke’ in het<br />
Arabisch op het bord.<br />
Maar dat rapport is niet de voornaamste reden dat Kleemans<br />
in Berkeley zit. Ze heeft die universiteit in Californië uitgekozen<br />
om te promoveren. In 2008 haalde ze haar master economie aan<br />
Yale University en afgelopen zomer rondde ze de TU/e-master<br />
Technologie & Policy af bij de faculteit Industrial Engineering &<br />
Innovation Sciences. Daarna stroomde ze in één moeite door<br />
naar die Amerikaanse universiteit. ‘Ik wilde graag naar Berkeley.<br />
Op het gebied van ontwikkelingseconomie – mijn gebied – is<br />
die universiteit de absolute top is. Afgelopen september ben ik<br />
begonnen met mijn promotie in Development Economics. Sinds<br />
mijn dertiende weet ik al dat ik dit wil doen.’<br />
‘Dit’ is het helpen van mensen in ontwikkelingslanden. ‘Op<br />
mijn dertiende las ik het boek ‘Blauw is bitter’ van de Belgische<br />
schrijver Dirk Bracke. Het boek gaat over een Filipijns meisje<br />
dat door haar vader wordt verkocht om in de prostitutie te gaan<br />
werken. Dat boek greep me erg aan, helemaal omdat ik toen<br />
even oud was als dat meisje.’<br />
Mensen helpen<br />
Op haar negentiende koos Kleemans voor <strong>Technische</strong><br />
Innovatiewetenschappen aan de TU/e. ‘Techniek is een goede<br />
manier om mensen te helpen. Denk maar eens aan technologische<br />
ontwikkelingen in de medische wereld of in de landbouw.’<br />
Al snel ontdekte ze waar ze écht moest zijn: de mas-<br />
Marieke Kleemans in New York bij de VN.<br />
Ook de zoon van Tony Blair studeerde af aan Yale. En daar was Blair zelf<br />
natuurlijk bij.<br />
terstudie International and Development Economics aan Yale<br />
University. ‘Ik heb hierover advies gekregen van T&P-professor<br />
Eddy Szirmai, die tegenwoordig verbonden is aan de <strong>Universiteit</strong><br />
van Maastricht. Om aangenomen te worden, moest ik testen<br />
doen, zoals een IQ-test en een Engelse test. Als voorbereiding<br />
heb ik aan de <strong>Universiteit</strong> van Tilburg enkele colleges van de<br />
pre-masteropleiding Economie gevolgd. Achteraf waren die colleges<br />
helemaal niet nodig. Ik had zelfs een voordeel met mijn<br />
ingenieursachtergrond. Tijdens een ingenieursopleiding krijg je<br />
veel wiskunde. Economie op Ph.D-niveau rust volledig op wiskunde.’<br />
Dat was niet het enige voordeel van haar <strong>Eindhoven</strong>se periode.<br />
‘De TU/e nodigt studenten uit om actief te zijn. Zo krijgt iedereen<br />
die een bestuursjaar doet – ik dus ook, als bestuurslid van<br />
de studievereniging Intermate – een beurs van de TU/e. Mijn tijd<br />
Human Development Report<br />
In het Human Development Report staat de Human Development<br />
Index. Daarin worden gezondheid, opleiding en economische welvaart<br />
van alle VN-landen berekend. In de index van 2009 staat Nederland op<br />
de zesde plaats. Kleemans deed onderzoek voor het thema ‘migratie’<br />
in dat rapport.<br />
M A T R I X / A L U M N I S P E C I A L / 2 0 0 9 25
2 6<br />
BETROKKEN<br />
Marieke Kleemans in Bali.<br />
bij Intermate was supergezellig én ik heb er veel geleerd. Zo heb<br />
ik borrels georganiseerd en geholpen bij de organisatie van een<br />
studiereis naar Vietnam en een excursie naar Parijs. Verder heb<br />
ik als ‘commissaris onderwijs’ studenten van een aantal opleidingen<br />
vertegenwoordigd.’<br />
Verenigde Naties<br />
Die ervaringen kwamen van pas tijdens haar stage bij de<br />
Verenigde Naties. Tijdens de Algemene Vergaderingen vertegenwoordigde<br />
ze Micronesië, een eilandengroep in de Grote<br />
Oceaan. Dankzij die stage vond ze haar afstudeeronderwerp. ‘Ik<br />
heb onderzocht of Micronesië op energiegebied zelfvoorzienend<br />
kan zijn en ben er ook een tijdje geweest. Tot die tijd kende ik alleen<br />
de Micronesiërs die bij de VN werkten: vier mannen in pak.<br />
M A T R I X / A L U M N I S P E C I A L / 2 0 0 9<br />
Mijn verblijf in Micronesië was geen vakantie, hoor! Ik was daar<br />
druk bezig met afstuderen.’<br />
Inmiddels is ze weer ‘terug’ in de Verenigde Staten. In Berkeley<br />
is ze net met haar promotieonderzoek begonnen. ‘Ik heb erover<br />
getwijfeld om in New York te blijven wonen. Tijdens mijn<br />
VN-stage woonde ik in Manhattan, temidden van de hectiek:<br />
dat was echt super! En dankzij Yale heb ik ook gewerkt voor<br />
UNICEF en de Wereldbank. Voor UNICEF werkte ik bijvoorbeeld<br />
met verschillende ministeries van de Jordaanse overheid om<br />
hun beleid voor de vroege kindontwikkeling – Early Childhood<br />
Development – te verbeteren.’<br />
‘Sinds mijn dertiende<br />
weet ik al dat ik dit wil.’<br />
‘Hier in Berkeley is het veel rustiger, maar dat bevalt me ook erg<br />
goed. Bovendien heb je je Ph.D. nodig om een hoge functie te<br />
bekleden bij instanties zoals de VN of de Wereldbank. Ze praten<br />
hier zelfs over een glass ceiling, een glazen plafond: voor de<br />
écht hoge en interessante banen is promoveren een pre.’<br />
Enthousiasme<br />
De Amerikanen zijn haar erg meegevallen. ‘Net als veel andere<br />
Nederlanders had ik over Amerikanen het vooroordeel dat ze<br />
overdreven en oppervlakkig zijn. Nu vind ik ze juist heel open en<br />
enthousiast. Ze zijn ook écht geïnteresseerd. En ik heb me ontpopt<br />
tot een echte patriot. Vroeger was ik kritisch op Nederland,<br />
maar nu draag ik juist heel erg uit dat ik Nederlandse ben.’<br />
Op een paar Engelse woordjes na praat ze nog ‘gewoon’<br />
Nederlands, dus zónder Amerikaans accent. ‘Ik spreek iedere<br />
dag Nederlands: sowieso met mijn moeder, maar ook met<br />
Nederlandse medestudenten. Bij het International Office<br />
van de TU/e heb ik me aangeboden als contactpersoon voor<br />
de komende jaren. De faculteiten van de TU/e – Industrial<br />
Engineering & Innovation Sciences – en van Berkeley zijn met<br />
elkaar verbonden. Als uitwisselingsstudenten naar Berkeley<br />
komen, kunnen ze met mij contact opnemen.’<br />
Promotie<br />
Ze heeft het dus erg naar haar zin, maar uiteindelijk zit ze in<br />
Berkeley voor één doel: promoveren op ontwikkelingseconomie.<br />
‘Mijn promotieonderzoek duurt zo’n vijf jaar, dus ik ben er nog<br />
wel even mee bezig. Ik zal niet steeds in de universiteit of in<br />
de bibliotheek aan dat onderzoek werken. Ook het bezoeken<br />
van ontwikkelingslanden hoort daarbij: de data kan ik alleen<br />
maar uit de praktijk halen.’ Reizen is haar niet vreemd. Zo ging<br />
ze als reisbegeleidster naar Thailand en gaf ze Spaanse les en<br />
wiskundeles op een school en in een ziekenhuis in Guatemala.<br />
Voor de <strong>Eindhoven</strong>se Studentenkerk ging ze zelfs naar de<br />
Pan Afrikaanse Conferentie in Rwanda. ‘Als ik reis, wil ik mijn<br />
tijd nuttig besteden. Mijn vakantie vier ik het liefst gewoon in<br />
Rijsbergen: lekker bij mijn ouders, met een kopje thee op de<br />
bank.’
Alumni<br />
Berichtenpagina<br />
MAURER UNITED ARCHITECTS<br />
ONTWERPT OPMERKELIJKE<br />
UITKIJKTOREN<br />
Maurer United Architects (MUA) is de naam<br />
van het collectief waarbinnen Marc Maurer en<br />
Nicole Maurer-Lemmens, beiden geboren in<br />
1969 en beiden afgestudeerd aan de faculteit<br />
Bouwkunde, sinds 1998 gezamenlijk werken<br />
aan een grote diversiteit van projecten. MUA,<br />
gevestigd in Maastricht en inmiddels bestaande<br />
uit een team van elf medewerkers, ontwierp dit<br />
jaar een spectaculaire, 36 meter hoge uitkijktoren,<br />
die staat opgesteld langs de snelweg A4<br />
tussen Aken en Keulen. Begin september werd<br />
deze zogeheten ‘Indemann’ (hij werd gemaakt<br />
in opdracht van de nabijgelegen gemeente<br />
Inden) officieel in gebruik genomen. De volledig<br />
Nicole en Marc Maurer, allebei afgestudeerd<br />
bij de faculteit Bouwkunde.<br />
De Indemann bij dag en bij nacht.<br />
in staal uitgevoerde uitkijktoren in de vorm van<br />
een twaalf verdiepingen hoge robot vertoont<br />
meerdere technische snufjes, zoals een uitkragende<br />
roostervloer op achttien meter hoogte<br />
en een rondom volledig van led’s voorziene<br />
gevelbekleding in roestvrij staan. ‘Met het<br />
bouwwerk willen we een baken realiseren: de<br />
overgang tussen het industriële tijdperk naar<br />
het mediatijdperk’, aldus Nicole Maurer. De<br />
toren kijkt uit op een enorm afgravingsterrein<br />
INTERNATIONALE PRIJS VOOR<br />
ALUMNUS ELEKTROTECHNIEK<br />
Ir. Ralph Hermans van de faculteit Electrical<br />
Engineering (voorheen Elektrotechniek)<br />
heeft voor zijn afstuderen binnen de<br />
groep Control Systems de internationale<br />
IEEE-prijs gekregen voor het beste afstudeerwerk.<br />
Tijdens een presentatie in juni<br />
van dit jaar van alle genomineerden in het<br />
Russische Sint-Petersburg werd het werk<br />
en de presentatie van Hermans als beste<br />
verkozen door een internationale jury.<br />
Hermans heeft gewerkt aan een snelle<br />
regeling voor de brandstofinspuiting<br />
van automotoren in samenwerking met<br />
Ford USA. Hij heeft een nieuwe methode<br />
bedacht, uitgewerkt en toegepast, die<br />
van bruinkool, dat in de loop der jaren zal transformeren<br />
tot een waterrecreatiegebied. Aan de<br />
TU/e is MUA waarschijnlijk het bekendst dankzij<br />
het skatebowlproject ‘Area 51’. Deze skatebowl,<br />
door studenten van de TU/e ontworpen<br />
onder projectbegeleiding van MUA, werd zeven<br />
jaar geleden opgeleverd in een oude vliegtuighangar<br />
in de <strong>Eindhoven</strong>se wijk Meerhoven. Het<br />
skatepark heeft inmiddels onderdak gevonden<br />
op Strijp-S.<br />
aanmerkelijk betere resultaten geeft. In<br />
een vergelijking van Ford met andere methoden,<br />
kwam zijn voorstel als beste naar<br />
voren. Ford is van plan zijn aanpak te gaan<br />
toepassen. Hermans zet zijn loopbaan<br />
voort met een promotie binnen de groep<br />
Control Systems.<br />
M A T R I X / A L U M N I S P E C I A L / 2 0 0 9 27
Foto: Archief<br />
2 8<br />
VRIENDSCHAPSBANDEN<br />
VVVZ TU <strong>Eindhoven</strong>: Op 22 april 2009, voor velen voor het eerst in<br />
jaren, brachten de leden van VVVZ een bezoek aan de TU/e.<br />
VERENIGING VAN VERLOREN ZIELTJES 1963<br />
‘Onzinnige rituelen<br />
voor zinnige zaken’<br />
Op het eerste oog was het een vereniging als vele andere. VVVZ, Vereniging Van<br />
Verloren Zieltjes, opgericht in augustus 1961 door ir. Nico Linssen (werkzaam als<br />
wiskundige aan de TU/e) en ir. Bert Gielen. Maar in tegenstelling tot de traditionele<br />
studentenverenigingen voerde ironie de boventoon in deze gezelligheidsclub voor THstudenten.<br />
Een korte schets van een ludiek gezelschap.<br />
VVVZ was een vereniging, en zo werd<br />
het ook genoemd. Maar bovenal was<br />
VVVZ een groep vrienden. Vrienden die<br />
samen pret maakten en op elkaars steun<br />
M A T R I X / A L U M N I S P E C I A L / 2 0 0 9<br />
konden rekenen. De studie was indertijd<br />
niet eenvoudig: menigeen liep zo nu
en dan met de ziel onder arm. Op die<br />
momenten kwamen de leden gevraagd<br />
en ongevraagd bij elkaar over de vloer<br />
om de helpende hand te bieden. Elk<br />
onderwerp sneden ze aan, zonder dat de<br />
jongens bang hoefden te zijn dat iemand<br />
aan de haal ging met het vertrouwelijke<br />
verhaal.<br />
Er werd niet bewust naar nieuwe<br />
leden gezocht, ze kwamen aanwaaien.<br />
Ontmoetingen vonden plaats in het<br />
Stratumse café De Oude Vlek. Als het<br />
klikte, was je onderdeel van de groep<br />
en werd je min of meer vanzelf lid van<br />
VVVZ. Rond 1966 telde de vereniging<br />
zo’n veertig leden. Er was voor nieuwe<br />
leden een procedure, maar die ging niet<br />
gepaard met de serieuze rituelen zoals<br />
bij andere studentenverenigingen. Op<br />
een ludieke wijze werd men tot lid ge-<br />
Voor het<br />
thuishonk van<br />
VVVZ, café De<br />
Oude Vlek aan<br />
de Stratumsedijk<br />
op 6 maart 1965.<br />
Links staat Mart<br />
van den Boomen,<br />
TU/e-alumnus<br />
Werktuigbouwkunde.<br />
Rechts<br />
staat Jo Bindels,<br />
die later aan de<br />
universiteit van<br />
Aken chemie ging<br />
studeren.<br />
Carnavalfeest,<br />
januari 1967. De<br />
man op de voorgrond,<br />
prominent<br />
staande in beeld<br />
aanwezig, is<br />
Piet Ladeur. Hij<br />
studeerde chemie<br />
aan de TH<br />
<strong>Eindhoven</strong>, zoals<br />
VVVZ-leden soms<br />
nog zeggen.<br />
maakt, zoals VVVZ allerlei formaliteiten<br />
had die ‘op onzinnige wijze uiting gaven<br />
aan zinnige dingen’.<br />
Erelid<br />
Wanneer een lid van VVVZ een vrouw trof<br />
en zich verloofde, was hij ‘Verloren Zieltje’<br />
af. Je verloor de status van lid, werd benoemd<br />
tot erelid en kreeg een gekalligrafeerde<br />
erelidmaatschapoorkonde uitgereikt.<br />
Het verloofde stel kreeg cadeautjes,<br />
waaraan vooral de gevers plezier beleefden.<br />
Die momenten gingen gepaard met<br />
een glas bier en veel gezelligheid.<br />
Wekelijks was er een verenigingsavond<br />
op woensdag na 22.00 uur in De Oude<br />
Vlek aan de Stratumsedijk. Het café<br />
werd gerund door de oude heer Dort<br />
Theunisz met zijn drie bevallige dochters.<br />
Het beeld van deze dames staat gegra-<br />
veerd in de herinnering van veel vurige<br />
Stratumse jongemannen. Ook de leden<br />
van VVVZ koesteren warme herinnering<br />
aan de dochters.<br />
In De Oude Vlek zongen de studenten<br />
volop uit het liedboek van de vereniging.<br />
De eerste jaren was het café nog een<br />
rustig buurtkroegje en konden ze met een<br />
gerust hart luidkeels zingen. Door het<br />
gezang en de gezelligheid werd De Oude<br />
Vlek echter zo populair dat vanuit de hele<br />
stad <strong>Eindhoven</strong>aren kwamen om ervan<br />
mee te genieten. Uiteindelijk was er nauwelijks<br />
nog plaats voor de<br />
vereniging. De gezelligheid die ze zelf<br />
brachten, verjoeg de studenten uiteindelijk<br />
uit hun eigen stamcafé, vertelt een<br />
VVVZ-lid.<br />
Zwerven<br />
Nadat De Oude Vlek in februari 1971 werd<br />
afgebroken, was de vereniging zwervende<br />
– en nooit vonden de jongens nog<br />
een café met de geborgenheid van De<br />
Oude Vlek. Verschillende etablissementen<br />
in Stratum kregen bezoek van de vereniging.<br />
En ook de Hut van Mie Pils, een<br />
eeuwenoud cafeetje aan de bosrand bij<br />
de Leenderheide. Vooral in de zomer was<br />
VVVZ daar te vinden.<br />
In de jaren tussen 1968 en 1970 studeerde<br />
de harde kern van de vereniging<br />
af, de club dunde uit. Vanaf dat moment<br />
kwamen er geen nieuwe leden meer bij.<br />
Maar nog altijd komen zeven heren van<br />
de vereniging van toen – VVVZ 1963 – regelmatig<br />
bij elkaar, al is het wel minder<br />
uitbundig geworden. Ze zijn tenslotte ook<br />
allemaal rond de 65 jaar. De zangbundel<br />
komt sporadisch nog tevoorschijn.<br />
Achteraf zijn dat gezellige avonden. De<br />
jongens vinden bij elkaar nog steeds de<br />
steun, die ze toen bij elkaar vonden. Zo<br />
delen ze al veertig jaar lief en leed. Ook<br />
de vrouwen zijn altijd van de partij – nog<br />
dezelfde als in de begindagen van de<br />
Vereniging Van Verloren Zieltjes.<br />
En op de vraag of de vereniging ooit zal<br />
ophouden te bestaan, is het antwoord te<br />
vinden in het huishoudelijk reglement.<br />
Artikel 16: De vereniging kan nooit worden<br />
ontbonden. Indien leden mochten<br />
besluiten niet-leden te worden, wordt<br />
met zachte dwang gewezen op artikel<br />
102 van het Burgerlijk Wetboek. De<br />
vereniging stelt zich niet aansprakelijk<br />
voor enig lichamelijk of ander letsel.<br />
M A T R I X / A L U M N I S P E C I A L / 2 0 0 9 29
Foto: Privécollectie<br />
3 0<br />
FAMILIEBANDEN<br />
Marguerite, Bastiaan en Constantijn Bergman.<br />
‘Juist géén domme<br />
oppervlakkige mensen’<br />
Dr.ir. Bastiaan Bergman en ir. Marguerite Haans kregen in 1996<br />
tijdens hun studie aan de TU/e een relatie. De vonken sprongen<br />
over tijdens een gala van het ESC. Ze trouwden nog snel in<br />
2004, vlak voor hun vertrek naar de Verenigde Staten. ‘Een<br />
flitsbruiloft; in zes weken in elkaar gedraaid.’ Nu woont het stel<br />
met baby Constantijn in Californië, in San José, in een Duckstadhuis<br />
met Duckstad-gazonnetje.<br />
Vier jaar geleden stapten de twee alumni<br />
met ieder een koffer uit het vliegtuig in<br />
San José, een stad in de Amerikaanse<br />
staat Californië. Een nieuw land en nog<br />
geen plek om te wonen. Marguerite<br />
had haar baan in Nederland opgezegd,<br />
Bastiaan ging een promotieonderzoek<br />
doen bij IBM. Marguerite: ‘We kwamen<br />
hier aan zoals migranten hier altijd<br />
aankomen: we hadden niks, wisten niks<br />
M A T R I X / A L U M N I S P E C I A L / 2 0 0 9<br />
en leefden in een hotel. Het was alleen<br />
maar regelen, die eerste periode.’<br />
Het salaris van Bastiaan leek op voorhand<br />
ruim voldoende voor een comfortabel<br />
bestaan. Het leven is echter duur in<br />
Bay Area, dé technologie hotspot van de<br />
wereld (zie kader pagina 31), en woonruimtes<br />
zijn niet eenvoudig te vinden.<br />
Althans, niet tegen prettige prijzen. ‘We<br />
hebben toen toch iets heel leuks gevonden’,<br />
vertelt Marguerite. ‘Een soort<br />
Melrose Place met een zwembad in het<br />
midden en de woningen eromheen.<br />
Inmiddels hebben we een Duckstad-huis<br />
met een brievenbusje aan de straat, een<br />
grote garage en een grasveld voor de
deur waar je nooit iemand ziet, behalve<br />
wanneer het gemaaid wordt.’ Bastiaan:<br />
‘We kennen eigenlijk niemand in deze<br />
buurt, alleen de directe buren. Voor<br />
bezoek aan vrienden stappen we in de<br />
auto. Je stapt hier voor alles in de auto.<br />
Toen ik net bij IBM werkte, ging ik met<br />
collega’s wat drinken in de stad. Dit<br />
werd een kroegentocht waarbij we tus-<br />
Bastiaan Bergman:<br />
‘Ik ben hier een<br />
vriendelijker mens.’<br />
sen twee cafés twintig minuten op de<br />
snelweg zaten. Dat is het leven hier: een<br />
weidse stad en alles is ver weg. Behalve<br />
een McDonald’s – die is altijd dichtbij.’<br />
Zoon<br />
De twee kregen ruim een jaar geleden<br />
hun zoon Constantijn. Een gebeurtenis<br />
die in de VS heel anders verloopt dan in<br />
Nederland. ‘We kregen een cursus van<br />
vier avonden, waarin werd uitgelegd hoe<br />
je voor een baby zorgt’, vertelt de jonge<br />
moeder. ‘Constantijn werd geboren in<br />
het ziekenhuis: dat is hier standaard,<br />
net als een ruggenprik. Ik deed het<br />
zonder die verdoving: een zogeheten<br />
natural birth. Dat vond men geweldig. Ik<br />
kreeg ook fantastische zorg. Er is altijd<br />
iemand standby en je kiest zelf precies<br />
hoe je het wilt hebben. Het ziekenhuis is<br />
als een hotel, met een eigen badkamer<br />
en zo. Bastiaan kwam bij me logeren. De<br />
service is in de VS erg goed.’<br />
En zo is Constantijn een Amerikaanse<br />
baby. Hij is overigens ook Nederlander.<br />
Op zijn achttiende verjaardag mag hij<br />
kiezen met welke nationaliteit hij door<br />
het leven gaat. Bastiaan: ‘Daar zijn we<br />
wel jaloers op: hij heeft zijn verblijfsvergunning<br />
al geregeld, terwijl wij er hard<br />
voor moeten werken.’ Deze Amerikaanse<br />
nationaliteit is niet zonder gevolgen.<br />
Wanneer de ouders op het vliegveld zijn<br />
met Constantijn kunnen ze maar beter<br />
zorgen dat ze te allen tijde kunnen<br />
bewijzen dat hij hun zoon is. Anders<br />
worden ze beschuldigd van het<br />
ontvoeren van een Amerikaans staats-<br />
burger – een misdrijf waarop geen prijs<br />
wordt gesteld.<br />
Geïnteresseerd<br />
Bastiaan was nooit van plan zijn leven<br />
in het buitenland door te brengen. De<br />
Verenigde Staten trokken hem al<br />
helemaal niet, met die ‘domme oppervlakkige<br />
mensen’. ‘Toen kreeg ik<br />
de kans om een stage bij Seagate in<br />
Pittsburgh te doen. Ik ontdekte dat mijn<br />
beeld helemaal niet klopte. Amerikanen<br />
zijn juist geïnteresseerd in mensen. Ik<br />
werd in Pittsburgh lid van een roeiclub<br />
en werd direct door iedereen mee<br />
naar huis genomen wanneer er een<br />
feestje was. Daar werd ik aan alle<br />
gasten voorgesteld en door hen ondervraagd.<br />
Mensen willen weten hoe het in<br />
Nederland gaat en hoe we hier denken.<br />
Nieuwsgierig, geïnteresseerd en juist<br />
heel persoonlijk.’<br />
Marguerite: ‘In Nederland zit je met<br />
vrienden een hele avond aan een bar en<br />
voer je heftige discussies. Amerikanen<br />
houden daar niet van, maar ze willen<br />
wel heel graag weten wie je bent en hoe<br />
je denkt. Ze onthouden ook altijd na één<br />
keer voorstellen mijn naam. Dat zegt mij<br />
wel wat. Mensen groeten elkaar, aan de<br />
kassa van de supermarkt vraagt men of<br />
je alles hebt kunnen vinden. Je weet dat<br />
ze dit moeten van hun baas, maar het<br />
is wel prettiger om zo met elkaar om te<br />
gaan. Mensen zijn gewoon vriendelijk,<br />
althans in dit gebied van de Verenigde<br />
Staten. Aan de oostkust schijnt het wat<br />
anders te zijn.’<br />
Bastiaan: ‘De mensen in de Bay Area<br />
komen uit alle hoeken van de wereld.<br />
Ze zijn hier om een leven op te bouwen.<br />
Dat is een cultuur van ondernemingszin<br />
en een open geest. Ik ben zelf ook zo’n<br />
mens geworden: ik zeg heel enthousiast<br />
“Thank you for asking!”, wanneer iemand<br />
vraagt hoe het gaat. Ik ben hier<br />
een vriendelijker mens.’ Marguerite:<br />
‘Een tijdje geleden gingen we in<br />
Nederland een stuk rijden met de auto.<br />
Ik deed zoals ik in de VS doe: ik stopte<br />
op een kruispunt, keek rustig rond om<br />
te kijken wie als eerste zou gaan, een<br />
knikje hier een glimlach daar. Om me<br />
heen werd getoeterd en kreeg boze blikken<br />
toegeworpen. Met een Amerikaanse<br />
mentaliteit ben je heel vriendelijk, maar<br />
je staat eindeloos te wachten.’<br />
Bay Area<br />
De San Francisco Bay Area is een grootstedelijke<br />
agglomeratie in het noorden<br />
van de Amerikaanse staat Californië. Het<br />
gebied bestaat uit de steden San José,<br />
San Francisco, Oakley en Berkeley, die<br />
allemaal rond de Baai van San Francisco<br />
liggen. In het gebied wonen 7,4 miljoen<br />
inwoners; daarmee is de agglomeratie<br />
de op vijf na grootste van de Verenigde<br />
Staten. Alleen de agglomeraties van New<br />
York (22,2 miljoen), Los Angeles (17,8 miljoen),<br />
Chicago (9,7 miljoen), Washington<br />
D.C. (8,3 miljoen) en Boston (7,5 miljoen)<br />
zijn groter, volgens de Combined<br />
Statistical Area uit 2008.<br />
In het zuiden van de Baai ligt Silicon<br />
Valley, een hightechindustriegebied dat<br />
belangrijk is voor Bay Area. De naam<br />
komt van het element silicium, dat voorkomt<br />
in de chips voor allerlei technische<br />
toepassingen. In Silicon Valley staan dan<br />
ook veel computergerelateerde bedrijven,<br />
zoals de hoofdkantoren van Apple,<br />
Hewlett-Packard, Intel en Google Inc.<br />
Daarnaast bevinden de gerenommeerde<br />
universiteiten Berkeley en Stanford zich<br />
in Bay Area.<br />
Personalia<br />
Bastiaan Bergman (36) studeerde<br />
<strong>Technische</strong> Natuurkunde in <strong>Eindhoven</strong>.<br />
Hij deed promotieonderzoek bij IBM<br />
in San Jose. In het voorjaar van 2009<br />
rondde hij dit onderzoek af aan de TU/e.<br />
Nu zoekt hij naar een baan en werkt<br />
intussen nog bij IBM. De banen liggen<br />
in Silicon Valley niet meer voor het oprapen.<br />
Marguerite Haans (31) studeerde<br />
<strong>Technische</strong> Bedrijfskunde. Ze studeerde<br />
af in 2001 en werkte in Rotterdam bij<br />
Procter & Gamble. Daarna vertrok ze<br />
naar de Verenigde Staten, waar ze nu<br />
bij Logitec werkt. Via LinkedIn vond ze<br />
een baan, ondanks een tijdelijk visum.<br />
Inmiddels leidt ze een team dat bezig is<br />
met product life cycle management.<br />
Baastiaan en Marguerite hebben een<br />
zoon: Constantijn (1).<br />
M A T R I X / A L U M N I S P E C I A L / 2 0 0 9 31
Foto: Dierk Hendriks<br />
3 2<br />
ONDERNEMING<br />
Passie voor informatica<br />
Anderhalf jaar geleden stapte TU/e-alumnus Arnoud Engelfriet van Philips over naar zijn<br />
eigen bedrijf ICTRecht, een juridisch adviesbureau voor ICT en internet. Daarnaast blogt hij<br />
dagelijks op zijn site www.iusmentis.com. Toch wil hij van drukte niets weten. ‘Als je met je<br />
passie bezig bent, dan let je niet op de tijd.’<br />
Iets voor twaalf uur ’s middags loopt Engelfriet het <strong>Eindhoven</strong>se<br />
New York Café binnen. Nadat hij een cappuccino heeft besteld,<br />
klapt hij zijn laptop open om ‘nog even snel iets te checken’.<br />
‘Ik doe dit erg vaak’, vertelt hij. ‘Ik werk overal waar ik wil en<br />
kan. Dit café is één van de weinige waar dat ongestoord kan. Ik<br />
spreek zo ook regelmatig af met klanten. Wekelijks ben ik misschien<br />
anderhalve dag op kantoor.’<br />
M A T R I X / A L U M N I S P E C I A L / 2 0 0 9<br />
Dat kantoor is het juridisch adviesbureau ICTRecht in<br />
Amsterdam, waarvan hij sinds juni 2008 vennoot is. ‘Ik ken de<br />
oprichter Steven Ras via het internet. Hij vroeg me om ICTRecht<br />
uit te bouwen tot een groter bureau. Dat is gelukt: inmiddels<br />
beschikken we over vijf werknemers. Sinds september 2009<br />
hebben we een eigen kantoor aan de Panamalaan, in de buurt<br />
van het IJ. Uiteindelijk willen we hét bureau worden voor juri-
Arnoud Engelfriet:<br />
‘Ga je passie achterna!’<br />
disch advies over ICT en internet.’<br />
Engelfriet is erg blij met zijn overstap. ‘Misschien wel mijn beste<br />
keuze ooit. Hiervoor heb ik bijna negen jaar bij Philips op de<br />
octrooiafdeling gewerkt. Maar toen deze mogelijkheid zich aandiende,<br />
wist ik meteen dat ik de overstap moest maken. Dit is<br />
mijn passie: het combineren van recht met informatica.’<br />
‘Informatica fascineerde me al toen ik jong was. Begin jaren negentig<br />
kon je via het BBS-systeem – het bulletin board system –<br />
e-mails versturen. Dat gebeurde ’s nachts, massaal op een vast<br />
tijdstip. Prachtig vond ik dat. Een studie informatica was dan<br />
ook een logische keuze.’ Met zijn ouderlijk huis in Geldrop – op<br />
een kleine tien kilometer van de TU in <strong>Eindhoven</strong> – vond hij het<br />
niet nodig op kamers te gaan. Wel sloot hij zich aan bij MCGV<br />
Stack, de computervereniging voor TU-studenten. ‘Dat was een<br />
erg leuke tijd. Ik vond er mensen die mijn interesses deelden.’<br />
In 1996 zat hij een jaar als voorzitter in het bestuur. Zijn<br />
ervaringen in dat jaar bleken doorslaggevend voor zijn loopbaan.<br />
‘We gaven leden een eigen webpagina die ze naar hartenlust<br />
mochten inrichten. Iemand zette Garfield-plaatjes op<br />
zijn site, maar vanwege de auteursrechten stuurden advocaten<br />
boze faxen. Dat bracht ons in een lastig parket: waren wij als<br />
vereniging aansprakelijk voor wat onze leden deden?’ Toen het<br />
Anarchistisch Cookbook van William Powell op de Stacksite<br />
‘In de technische wereld<br />
is de titel ‘ingenieur’ niet<br />
zo belangrijk.’<br />
stond, werden er zelfs kamervragen gesteld.<br />
Door die voorvallen zette hij, samen met medestudenten Friso<br />
Kuipers en Wouter Slegers, de werkgroep JUR op. ‘Voor onze<br />
vereniging hebben we uitgezocht hoe het juridisch zit met bijvoorbeeld<br />
auteursrecht op het internet. Zo’n tien jaar geleden<br />
was internet nog niet zo bekend als nu.’<br />
Recht<br />
Zijn afstudeeronderzoek aan de TU/e lag in het verlengde daarvan:<br />
de juridische aspecten van digitale handtekeningen bij de<br />
overheid. Na die stage in Den Haag kwam hij weer terug naar<br />
<strong>Eindhoven</strong>. Bij Philips ging hij aan de slag op de octrooiafdeling.<br />
‘Ik wilde recht met techniek combineren. Dan kom je al snel uit<br />
bij octrooien. Ik vond het trouwens niet erg om terug te komen<br />
naar <strong>Eindhoven</strong>. Ik zit hier graag.’ Bij Philips specialiseerde hij<br />
zich in softwarewetgeving en licenties. ‘Tijdens mijn werk stuitte<br />
ik steeds vaker op juridische vraagstukken. Philips bood me de<br />
mogelijkheid om in deeltijd de masterstudie informatierecht aan<br />
de <strong>Universiteit</strong> van Amsterdam te volgen. Na twee jaar behaalde<br />
ik het diploma. Het enige probleem was soms het reizen: een retour<br />
<strong>Eindhoven</strong>-Amsterdam duurt drie uur. De opleiding viel me<br />
erg mee; door mijn ervaringen vielen alle puzzelstukjes op de<br />
juiste plaatsen. Veel ging op basis van herkenning, ik heb niet<br />
veel nieuws geleerd. Aan de TU/e was dat wel anders:<br />
vakken als lineaire algebra en theoretische informatica vond ik<br />
erg lastig.’<br />
Behalve ingenieur mag hij zich dus meester in de rechten<br />
noemen. ‘Ik vind die laatste titel niet zo belangrijk, maar de<br />
juridische wereld juist wel. Dat verbaasde me: in de technische<br />
wereld is de titel ‘ingenieur’ niet zo belangrijk. “Leuk dat je zo<br />
lang gestudeerd hebt, maar kún je ook iets?”, hoor je dan.’<br />
Personal branding<br />
Wat tegenwoordig populair is dankzij websites als Hyves,<br />
Facebook en LinkedIn, deed Engelfriet al tijdens zijn studie:<br />
personal branding op het internet. Eerst via de site Anonymity<br />
and Privacy on the Internet (1995-1998), daarna via de site PGP<br />
FAQ (1996-2002) en in 2001 richtte hij de site www.iusmentis.<br />
com op. ‘Dat is Latijn voor ‘(juridische) rechten op het geeste-<br />
M A T R I X / A L U M N I S P E C I A L / 2 0 0 9 33
Foto: Dierk Hendriks<br />
3 4<br />
ONDERNEMING<br />
lijke’ ofwel ‘geestesrechten’. Er was nog weinig bekend over intellectueel<br />
eigendom, zoals auteursrecht, octrooien en merken.<br />
Daarover informeer ik mensen nu: door te bloggen, maar ook<br />
door hun vragen te beantwoorden. Kort gezegd: ik leg de wet uit<br />
aan techneuten en de techniek aan juristen.’<br />
Hoe zorg je ervoor dat mensen je site vinden en je blogs lezen?<br />
‘Ik heb een boek gekocht met adviezen over blogs. Een tipje<br />
voor – toekomstige – bloggers: eindig je blog nooit met “En dat<br />
is dat”. Daarmee ‘vermoord’ je iedere vorm van discussie en dat<br />
zoek je juist. In ieder artikel op mijn blog neem ik een standpunt<br />
in; mede- en tegenstanders reageren daarop. Daarnaast heb ik<br />
me bij zoekmachines gepromoot en inmiddels heb ik een vaste<br />
schare van 30.000 bezoekers per maand.’<br />
Hij schrijft ook artikelen voor verschillende sites en blogt sinds<br />
2007 dagelijks over internetrecht. ‘Ik zorg ervoor dat mijn blogs<br />
kort en bondig zijn. Ze dienen als achtergrondinformatie bij het<br />
dagelijkse nieuws. Het einde is zeker nog niet in zicht, want<br />
internetrecht is altijd in ontwikkeling. En ik schrijf vooruit. Nu<br />
liggen er nog blogs voor de komende anderhalve week.’<br />
Passie<br />
Het bedrijf ICTRecht is Engelfriets passie. ‘Het sluit aan bij<br />
iusmentis.com. Het is moeilijk te zeggen, waar de site stopt en<br />
waar ICTRecht begint. Zelf zie ik geen grens.’ Engelfriet voelt<br />
zich helemaal thuis bij het juridisch adviesbureau. Startende<br />
en gevestigde bedrijven kunnen bij het bedrijf aankloppen voor<br />
juridisch advies over ICT en internet. Ondanks zijn werkzaamheden<br />
voor ICTRecht en zijn blogs heeft hij nog tijd voor andere<br />
M A T R I X / A L U M N I S P E C I A L / 2 0 0 9<br />
‘Informatica fascineerde<br />
me al toen ik jong was.’<br />
zaken. In 2008 gaf hij het boek ‘De wet op het internet’ uit: een<br />
verzameling van al zijn op internet gepubliceerde artikelen.<br />
‘Sommige artikelen heb ik moeten actualiseren. In totaal ben<br />
ik een halfjaar bezig geweest, voordat het boek op de markt<br />
kwam.’<br />
En sinds 2002 geeft hij lezingen. Voorafgaand aan zijn lezing<br />
test hij zijn microfoon op de manier van wijlen Edsger Dijkstra,<br />
oud-hoogleraar Informatica aan de TU/e: ‘0-1-2-test’. ‘Normaal<br />
zeg je ‘1-2-3-test’. Die nul verwijst naar de informatica: computersystemen<br />
werken namelijk altijd met nullen en enen.’<br />
Niet alleen die ‘<strong>Eindhoven</strong>se’ ervaring heeft hij meegenomen.<br />
Zo heeft hij als voorzitter van Stack leren communiceren met<br />
verschillende groepen. ‘Met informatici praat je anders dan met<br />
studenten bedrijfskunde. Ik probeer altijd af te stemmen op het<br />
publiek: waar komen ze voor, wat wil ik ze meegeven?<br />
En steeds staan informatica en recht centraal: zijn passie. ‘Dat<br />
adviseer ik iedereen: ga je passie achterna! Zorg ervoor dat je je<br />
werk leuk vindt. Ik hou de tijd niet in de gaten: overal waar het<br />
kan, klap ik mijn laptop open om te werken. Zoals nu ook hier.’<br />
En dus gaat Engelfriet weer aan de slag: in een rustig café in<br />
<strong>Eindhoven</strong>.
Alumni<br />
Berichtenpagina<br />
WILHELMINA-RING VOOR<br />
ALUMNUS JOHN KÖRMELING<br />
TU/e-alumnus ir. John Körmeling kreeg eind augustus<br />
de Wilhelmina-ring uitgereikt, een landelijke<br />
oeuvre-prijs die iedere twee jaar wordt<br />
toegekend aan een prominente Nederlandse<br />
beeldhouwer. Körmeling (1951) studeerde<br />
aan de <strong>Eindhoven</strong>se faculteit Bouwkunde.<br />
De Wilhelmina-ring bestaat uit een geldprijs<br />
van 7500 euro, een speciaal ontworpen ring<br />
en een opdracht van de gemeente Apeldoorn<br />
NEW VENTURE-PRIJS VOOR STUDENT EN ALUMNUS TU/e<br />
om een beeld te maken dat in het plaatselijke<br />
Sprengenpark komt te staan. De prijs is<br />
eerder toegekend aan Maria Roosen, Carel<br />
Visser, Jan van Munster, Joep van Lieshout<br />
en Joop Beljon. Voor Körmeling is architectuur<br />
een combinatie van bouwkunst, stedenbouwkunde<br />
en beeldende kunst. Hij heeft<br />
zowel in Nederland als in het buitenland<br />
naam gemaakt met een aantal opvallende<br />
projecten die zich kenmerken door ironische<br />
observaties en een fijn gevoel voor humor.<br />
Daartoe behoren onder meer Het Draaiend<br />
Het businessplan van TU/e-student Thijs Putman en TU/e-alumnus <strong>Technische</strong> Bedrijfskunde ir.<br />
Edwin van Rest voor hun site Mastersportal.eu won eind juni één van drie hoofdprijzen van 25.000<br />
euro bij de businesswedstrijd New Venture. Van Rest, die in 2007 is afgestudeerd, is samen met<br />
Thijs Putman, masterstudent Business Information Systems, en de Zweed Martin Olson, twee jaar<br />
terug van start gegaan met de site Mastersportal.eu. De site biedt een overzicht van meer dan<br />
10.500 masters verspreid over 400 universiteiten in 300 landen. De site had medio dit jaar per<br />
maand zo’n 250.000 bezoekers en is volgens Van Rest leidend op dit gebied. Naast de hoofdlocatie<br />
op Strijp-S, waar tien mensen werken, is er ook een vestiging opgezet in de Duitse universiteitsstad<br />
Heidelberg, waar drie mensen actief zijn.<br />
Van links naar rechts: prijswinnaars Martin Olson, Thijs Putman en Edwin van Rest.<br />
Huis in Tilburg en het roze bruggetje bij het<br />
Van Abbemuseum in <strong>Eindhoven</strong>. Ook maakte<br />
hij het spraakmakende ‘Drive-in Wheel’, een<br />
reuzenrad voor auto’s aan het Ontariomeer<br />
bij Toronto, Canada. De kunstenaar maakte<br />
ook het winnende Happy Street, voor het<br />
Nederlandse paviljoen op de World Expo in<br />
Shanghai in 2010. De organisatoren van de<br />
wereldtentoonstelling, die volgend jaar loopt<br />
van begin mei tot eind oktober, verwachten<br />
zeventig miljoen bezoekers te verwelkomen.<br />
OCÉ-TOPMAN VAN IPEREN<br />
VOORZITTER RAAD VAN TOEZICHT<br />
Ir. Rokus van Iperen, alumnus van de<br />
faculteit Werktuigbouwkunde, is op 1<br />
september van dit jaar aangetreden<br />
als nieuwe voorzitter van de Raad van<br />
Toezicht van de TU/e. Hij volgt Philipspresident<br />
dr.ir. Gerard Kleisterlee op, die<br />
op die datum zijn tweede termijn van vier<br />
jaar afsloot. Van Iperen, voorzitter van de<br />
Raad van Bestuur van Océ, maakt al sinds<br />
2004 deel uit van de Raad van Toezicht en<br />
is door de andere leden gekozen tot hun<br />
nieuwe voorman. Bij Océ is hij inmiddels<br />
tien jaar actief als bestuursvoorzitter.<br />
M A T R I X / A L U M N I S P E C I A L / 2 0 0 9 35
Foto:<br />
3 6<br />
SPORT<br />
Terechte drager<br />
van titel ‘fietsenmaker’<br />
Gérard Vroomen is een van de velen die aan de <strong>Eindhoven</strong>se faculteit<br />
Werktuigbouwkunde heeft gestudeerd. Van al deze ‘fietsenmakers’ is hij de enige die<br />
deze geuzennaam met recht draagt. Als ontwerper van weergaloze snelle tweewielers en<br />
als mede-eigenaar van een eigen wielerploeg in de Pro Tourkaravaan – Cervélo – behoort<br />
Vroomen tot de absolute wereldtop van echte fietsenmakers.<br />
Waarom ben je destijds<br />
Werktuigbouwkunde<br />
gaan doen?<br />
‘Uitstel van executie. Ik wist niet wat ik<br />
wilde doen. Ik was goed in natuurwetenschappen<br />
en wiskunde.<br />
Werktuigbouwkunde is een mooie<br />
algemene studie, waarmee je alle<br />
M A T R I X / A L U M N I S P E C I A L / 2 0 0 9<br />
mogelijkheden openhoudt als je de keuze<br />
wil uitstellen. Ik denk dat de manier van<br />
denken – de logisch aanpak, die ik bij<br />
Werktuigbouwkunde heb geleerd –
Cervélo-eigenaren Gérard Vroomen (links) en<br />
Phil White: ‘In zijn eenvoud is een fiets toch<br />
een complex en wonderlijk technisch product.’<br />
nuttig is geweest voor mijn verdere<br />
loopbaan.’<br />
Waarom de keuze om een<br />
snelle fiets te ontwerpen?<br />
Lachend: ‘Daarmee valt tegenwoordig<br />
meer geld te verdienen dan met het bouwen<br />
van auto’s. Dus misschien dat het<br />
toch een goede greep was. Nee, ik was<br />
altijd al geïnteresseerd in de fiets. Het<br />
is misschien wel het laatste technische<br />
voorwerp dat een mens nog kan begrijpen.<br />
Vergis je niet; in zijn eenvoud is een<br />
fiets toch complex en een wonderlijk<br />
technisch product. Met weinig hulpmiddelen<br />
ben je in staat om je snelheid<br />
enorm op te voeren.’<br />
Een fiets van Cervélo heb je anders<br />
niet voor een paar tientjes.<br />
‘Nee. Een complete fiets kost tussen de<br />
twee- en zevenduizend euro.’<br />
En daar vind je genoeg klanten<br />
voor?<br />
‘Het zijn klanten die misschien niet zo’n<br />
fiets nodig hebben, maar wel ontzettend<br />
van fietsen houden. Het is voor hen een<br />
hobby waar ze veel plezier aan beleven.<br />
Niemand heeft een Porsche nodig om<br />
mee rond te rijden. Maar het is wel leuker<br />
om mee te toeren dan een Lada. Als je<br />
niets om fietsen geeft, dan is het zinloos<br />
om een Cervélo te kopen.’<br />
Waarin onderscheidt jullie merk<br />
zich ten opzichte van andere<br />
fabrikanten?<br />
‘Onze focus ligt constant op de techniek<br />
en de ambitie om technisch betere oplossingen<br />
te vinden. Met het uiteindelijke<br />
doel dat fietsen een meer plezierige<br />
ervaring is voor de klant. Niet dat we de<br />
enige goede fiets ter wereld bouwen. Er<br />
zijn genoeg merken die tussen twee- en<br />
zevenduizend euro kosten en die andere<br />
zaken bieden die mensen op prijs stellen.’<br />
Cervélo heeft dit wielerseizoen<br />
veel gewonnen. Worden de ambities<br />
bijgesteld?<br />
‘Voor mij niet. Het enige dat me interesseert<br />
is zo goed mogelijk ondersteuning<br />
bieden aan onze rijders zodat ze optimaal<br />
kunnen presteren. Of ze uiteindelijk<br />
eerste of tiende worden, is voor mij echt<br />
niet van belang. We hebben in het wielrennen<br />
zo’n beetje alles al gewonnen wat<br />
er te winnen valt. De gele, groene, witte<br />
en bolletjestrui. Etappes, klassiekers en<br />
wereldkampioenschappen. Het enige<br />
waarin we progressie kunnen boeken, is<br />
productverbetering.’<br />
Wie wint, krijgt aandacht.<br />
Direct na de WK wielrennen in<br />
Mendrisio stond de fiets van de regerend<br />
wereldkampioen tijdrijden Fabian<br />
Cancellara te pronken in het televisieprogramma<br />
‘Holland Sport’. Had jouw fiets<br />
daar niet moeten schitteren?<br />
‘Ik zat tijdens de Ronde van Frankrijk in<br />
het tv-programma ‘Avondetappe’ van<br />
Mart Smeets. Zo hebben we allemaal<br />
wat. Maar onze klanten zijn over het<br />
algemeen goed opgeleide mensen.<br />
Personalia<br />
Gérard Vroomen (38) is geboren in<br />
Nijmegen en opgegroeid in Venray. Nu<br />
woont hij in Zwitserland en is hij getrouwd.<br />
Van 1989 tot 1995 studeert hij<br />
Werktuigbouwkunde aan de TU/e. Als<br />
afstudeerproject ontwerpt hij een<br />
aerodynamische fiets aan de McGill<br />
University in Montréal, Canada. Samen met<br />
medestudent Phil White bouwt hij een prototype.<br />
Na zijn studie leurt hij het prototype<br />
tevergeefs langs diverse fietsfabrikanten.<br />
Daarna besluit hij samen met White om de<br />
fiets in productie te nemen. Merknaam:<br />
Cervélo, een combinatie van het Italiaanse<br />
Cervello (brein) en het Franse woord Vélo<br />
(fiets). De eerste jaren is het sappelen.<br />
Vroomen woont Canada in de kelder van zijn<br />
eerste dealer en blijft fietsen ontwerpen.<br />
Met nieuwe modellen worden titels op de<br />
WK en de Olympische Spelen binnengehaald.<br />
De onderneming groeit en sponsort<br />
in 2002 met gratis fietsen de CSC-ploeg van<br />
voormalig Tour de France-winnaar Bjarne<br />
Riis. Diens kopman Ivan Basso wint in 2006<br />
de Ronde van Italië, maar raakt betrokken<br />
bij een dopingschandaal. Om zaken<br />
in eigen hand te kunnen houden, richten<br />
Vroomen en White hun eigen wielerploeg<br />
op: Test Team Cervélo. Dit seizoen boekte<br />
de ploeg acht etappezeges in de rondes van<br />
Italië, Frankrijk en Spanje. De Nederlandse<br />
sprinter Theo Bos is onlangs aangetrokken.<br />
Andere grote namen zijn Thor Hushovd `<br />
(winnaar puntenklassement in de Tour<br />
2009) en Carlos Sastre (Tourwinnaar 2008).<br />
Buiten het wielerteam telt de onderneming<br />
tachtig medewerkers. Cervélo verkoopt<br />
fietsen in ongeveer vijfentwintig landen.<br />
Techniek staat bij het merk voorop. Ter<br />
illustratie: het verwisselen van een achteren<br />
voorwiel gaat zo razendsnel, dat op de<br />
website van Cervélo daarom een filmpje met<br />
vertraagde beelden is geplaatst. Zie ook<br />
www.cervelo.com.<br />
M A T R I X / A L U M N I S P E C I A L / 2 0 0 9 37
Foto:<br />
3 8<br />
SPORT<br />
Die begrijpen ook dat Cancellara de<br />
wedstrijd wint omdat hij Cancellara is.<br />
Zelfs op een driewieler had hij nog een<br />
goede kans gemaakt. Voor onze klanten<br />
is het belangrijker dat wij dingen<br />
doen die onze fietsen beter maken en<br />
daardoor het fietsgenot vergroten, dan<br />
dat wij veel geld betalen voor een renner<br />
die veel wedstrijden wint. Daar worden<br />
onze fietsen namelijk niet beter van.’<br />
UCI heeft bepaalde voorschriften<br />
waaraan fietsen moeten voldoen.<br />
Zouden jullie ook met een heel ander<br />
concept kunnen komen voor een ‘vrije’<br />
markt?<br />
‘De meeste klanten willen zich aan die<br />
regels houden. Voor ons hoeft dat niet zo<br />
nodig. Toch zijn de regels niet zo restrictief.<br />
Ze zijn eerder onduidelijk en worden<br />
soms vreemd geïnterpreteerd. Dat is een<br />
beetje het probleem waarmee de fietswereld<br />
zit. Als je het reglement leest, zie je<br />
dat Cancellara wint op een illegale fiets.<br />
Er zit een soort neus onder het stuur dat<br />
alleen aerodynamisch nut heeft: dat is<br />
niet toegestaan. Voor dit jaar heeft de<br />
internationale wielerbond UCI besloten<br />
dat het in orde is, maar volgend jaar waarschijnlijk<br />
niet, tenzij de mening weer verandert.<br />
Dit soort onduidelijkheden zijn<br />
een groter probleem dan de regels zelf.’<br />
M A T R I X / A L U M N I S P E C I A L / 2 0 0 9<br />
Zit je eigenlijk niet het liefst<br />
in een garage te sleutelen?<br />
‘Nee, ik doe het allemaal met plezier.<br />
Conceptueel ontwerpen vind ik leuk, net<br />
als kijken wat de markt wil. Ik vind het<br />
een beetje zinloos om dingen te<br />
ontwerpen die je zelf leuk vindt, als<br />
er geen relevantie is voor je klanten.<br />
Sommigen van die klanten zijn ook nog<br />
eens de beste wielrenners ter wereld. Dat<br />
maakt het extra interessant.’<br />
Helpt het om een fietsenmerk<br />
te promoten als Bekende<br />
Nederlander?<br />
‘Geen idee. Het programma van Mart
Smeets wordt in Zwitserland niet uitgezonden<br />
dus ik kan hier gewoon over<br />
straat. Ik denk dat Cervélo in de high<br />
end-fietsenmarkt – waar wij opereren<br />
– wel bekend is en als gevolg daarvan de<br />
branche ook weet wie ik en Phil zijn. Maar<br />
we zijn geen rockstars, dat valt allemaal<br />
reuze mee.’<br />
Hoe is de samenwerking met<br />
mede-eigenaar Phil White?<br />
‘We ontwerpen evenveel. Phil is meer<br />
verantwoordelijk voor Noord-Amerika en<br />
geeft leiding aan de ingenieurs die het detailwerk<br />
doen. Ik houd me meer bezig met<br />
de wielerploeg, omdat die in Europa zit.’<br />
Dat blijft zo?<br />
Lachend: ‘Ja, tenzij de Ronde<br />
van Californië belangrijker wordt dan de<br />
Ronde van Frankrijk. Dan moeten we misschien<br />
van plek wisselen.’<br />
Helpt de feedback van wielrenners<br />
bij de innovatie van jullie<br />
fietsen?<br />
‘Het versnelt de zaken. Tijdens de Ronde<br />
van Frankrijk hadden we twijfels over een<br />
bepaald detail van een fiets. Dan vragen<br />
we liever de mening van een wielrenner<br />
zoals Thor Hushovd dan dat we dagenlang<br />
theoretisch doorpraten. Met een<br />
prototype kun je zelf een maand rond-<br />
rijden of je kunt Thor er een uurtje op<br />
laten trappen en hem laten vertellen wat<br />
er allemaal mis mee is.’<br />
Stellen jullie fietsen speciaal<br />
af op een renner of zijn het<br />
seriefietsen?<br />
‘We ontwerpen een fiets voor een wielrenner<br />
als Thor. Daarna stellen we die ook<br />
beschikbaar aan onze normale klanten.<br />
Dus Thor fietst niet op een seriefiets, die<br />
we voor onze klanten hebben ontworpen.’<br />
Hoogte- en dieptepunt<br />
als eigenaar van Cervélo?<br />
‘Uit het niets op een heel nieuw ontwerp<br />
uitkomen. Dat is mijn beste ervaring.<br />
‘Het enige waarin<br />
we nog progressie<br />
kunnen boeken, is<br />
productverbetering.’<br />
Zowel in 2005 als in 2009 hebben we<br />
– zonder dat buiten Cervélo hier ook maar<br />
iets van bekend was – een nieuw model<br />
ontwikkeld en ter verrassing op de fietsbeurzen<br />
gepresenteerd. Het is prachtig<br />
om dan al je concurrenten op je stand te<br />
zien rondstruinen op zoek naar informatie.<br />
De vervelendste ervaring is als een<br />
klant een ernstig ongeluk krijgt op zijn<br />
fiets. Zeker in de Verenigde Staten is<br />
fietsen in sommige regio’s niet ongevaarlijk<br />
en worden regelmatig mensen aangereden<br />
door auto’s.’<br />
Woon je permanent in<br />
Zwitserland?<br />
‘Het meest zit ik in het vliegtuig.’<br />
Heb je nog een persoonlijk<br />
leven als je zo’n druk bedrijf<br />
leidt?<br />
‘Het kan altijd beter. Je moet een beetje<br />
je prioriteiten in de gaten houden. Ik<br />
denk niet dat er veel mensen zijn die op<br />
hun doodsbed zeggen dat ze niet genoeg<br />
tijd op kantoor hebben doorgebracht. Je<br />
moet dat ook tijdens je leven een beetje<br />
realiseren.’<br />
M A T R I X / A L U M N I S P E C I A L / 2 0 0 9 39
Foto: Bart van Overbeeke<br />
4 0<br />
LOOPBAAN<br />
Liever onderzoeken<br />
dan ontwerpen<br />
M A T R I X / A L U M N I S P E C I A L / 2 0 0 9<br />
Irene Joris: ‘Ik<br />
ben niet iemand<br />
die het nieuwste<br />
van het nieuwste<br />
op elektronicagebied<br />
in huis heeft.’
Irene Joris Msc, TU/ealumna<br />
Industrial Design,<br />
werkt sinds november 2008<br />
bij de Consumentenbond als<br />
productonderzoeker in de kennisgroep<br />
Digitaal Thuis. ‘Ik richt me voornamelijk<br />
op digitale apparaten, zoals televisies,<br />
dvd-recorders en Blu-ray spelers. Een<br />
interessant gebied waarover ik steeds meer<br />
kennis opbouw.’<br />
Ze kwam tijdens haar studie al tot de conclusie dat ze veel<br />
affiniteit heeft met onderzoek. ‘Ik vond de onderzoeksprojecten<br />
zelfs interessanter dan de ontwerpprojecten. Ik vind het<br />
leuk om op een juiste manier conclusies te trekken uit een<br />
verzameling gegevens. Het was mogelijk geweest om verder<br />
te gaan als onderzoeker aan de TU/e, maar ik wilde graag een<br />
andere omgeving leren kennen. Ik ben gaan kijken waar onderzoek<br />
naar verschillende producten wordt uitgevoerd en zo<br />
kwam ik bij de Consumentenbond terecht.’<br />
De Consumentenbond onderzoekt allerlei producten en<br />
diensten voor consumenten, onder meer op het gebied van<br />
financiële diensten, auto’s, reizen, voeding, gezondheid, elektronica<br />
en communicatie. Op de afdeling Onderzoek werken in<br />
totaal zo’n 45 mensen. ‘Onze marktverkenners bekijken welke<br />
producten getest gaan worden. Fabrikanten vertellen hun wat<br />
er op de markt komt en wat naar verwachting goed gaat lopen.<br />
De redactie van de Consumentengids, de website of de special<br />
interest-bladen van de Consumentenbond – zoals de GeldGids<br />
en de Digitaalgids – geeft meestal de opdracht voor een onderzoeksproject.<br />
Vervolgens zet ik dat project op en kijk ik<br />
hoeveel geld en tijd ervoor nodig is. Verder stem ik met de desbetreffende<br />
redactie af welke informatie ze in het artikel wil.<br />
Uiteindelijk voer ik het onderzoek uit, of laat ik het uitvoeren.<br />
Internationale samenwerking<br />
De Consumentenbond voert zowel onderzoek uit in eigen huis<br />
als in internationaal verband met zusterorganisaties uit andere<br />
landen. Een voorbeeld van zo’n internationaal project is het<br />
testen van televisies. Dat gebeurt meerdere keren per jaar. ‘Het<br />
is duur om dat zelf te doen. Bovendien worden over het algemeen<br />
in alle landen van Europa dezelfde modellen verkocht.<br />
Daarom laten de verschillende consumentenorganisaties de televisies<br />
samen in een extern laboratorium testen en worden de<br />
resultaten vervolgens naar alle partners gestuurd. Dat scheelt<br />
veel tijd en geld. De data die ik daarvan krijg, verwerk ik in een<br />
verslag. Daarover schrijft de redactie dan een stuk voor de gids<br />
of voor de website.’<br />
Gedreven<br />
‘Ik vind het leuk om voor de Consumentenbond te werken’,<br />
aldus Joris. ‘Mijn collega’s zijn ook allemaal erg gedreven. Het<br />
maakt niet uit of ze spaarrekeningen of televisies onderzoeken:<br />
alles wordt even grondig gedaan.’<br />
Joris vertelt dat ze de producten op verschillende manieren<br />
onderzoeken. ‘Bij televisies kijken we bijvoorbeeld naar beeldkwaliteit,<br />
geluidskwaliteit, gebruiksgemak, veelzijdigheid,<br />
extra functies en energieverbruik. Binnen die categorieën worden<br />
ook weer verschillende aspecten getest: de meting van de<br />
beeldkwaliteit gebeurt voor alle verschillende ingangen.’<br />
In haar kennisgroep, en in de kennisgroep die huishoudelijke<br />
producten test, heeft bijna de helft Industrial Design gestudeerd.<br />
‘Allemaal in Delft, ik ben de enige uit <strong>Eindhoven</strong>’, zegt<br />
ze lachend. ‘Die achtergrond – onze technische kennis en kennis<br />
van gebruikersonderzoek – komt goed van pas. Tijdens<br />
mijn studie hebben we veel gebruikersonderzoek gedaan dat<br />
gericht is op problemen die mensen hebben. Op basis daarvan<br />
ontwikkelden we een product. Dat vond ik ook heel erg leuk.<br />
Als we bijvoorbeeld de opdracht kregen om “iets” voor gehandicapte<br />
kinderen te ontwerpen, dan liepen we een dag met die<br />
kinderen en hun begeleiders mee. Het is jammer dat ik dat nu<br />
niet doe in mijn werk, maar ik mis het nog niet. We houden wel<br />
gebruikersonderzoek:<br />
mensen voeren dan bepaalde taken met een product<br />
uit en dat laten we hen beoordelen. Op eenzelfde soort<br />
manier heb ik dat ook tijdens mijn studie gedaan.’<br />
Geen ‘gadgetfreak’<br />
En is Joris zelf een ‘gadgetfreak’? ‘Ik ben niet iemand die het<br />
nieuwste van het nieuwste op elektronicagebied in huis heeft.<br />
Ik test wel platte televisies, maar zelf heb ik nog een oude kijkbuis.<br />
Verder heb ik een degelijke mobiele telefoon waarmee je<br />
amper kunt internetten en thuis gebruik ik nog mijn oude TU/elaptop.’<br />
De Consumentenbond heeft een betrouwbaar imago. ‘Het is<br />
belangrijk dat we onafhankelijk en betrouwbaar zijn’, vertelt<br />
Joris. ‘De vereniging wordt gefinancierd door de contributie<br />
van de circa 500.000 leden en door de verkoop van boeken en<br />
andere publicaties. We krijgen geen subsidie van de overheid<br />
of van het bedrijfsleven. We voeren weleens onderzoek in opdracht<br />
van de overheid uit, maar we zijn geen overheidsinstantie.<br />
We brengen fabrikanten op de hoogte als we een test uitvoeren.<br />
Ze krijgen ook de gelegenheid om het testprogramma<br />
te bekijken en daarover vragen te stellen. Verder ontvangen ze<br />
inventarisatie- en meetgegevens, zodat ze kunnen nakijken of<br />
daar misschien fouten zijn ingeslopen. Maar voorafgaand aan<br />
de publicatie krijgen ze de uiteindelijke oordelen over de producten<br />
niet te zien.’<br />
Joris vertelt dat leden ook met suggesties voor tests komen. Bij<br />
de afdeling Service en Advies komen vragen en suggesties binnen.<br />
Verder houdt de afdeling Marketing lezersonderzoeken. Ze<br />
gaat bijvoorbeeld na wat leden interessant vinden om te lezen.<br />
Leren<br />
Joris werkt nu een jaar bij de Consumentenbond. Hoe bevalt<br />
het? ‘Ik merk dat er binnen deze functie nog zo veel te leren<br />
valt. Dat wil ik voorlopig graag blijven doen. Daarnaast wil ik<br />
meer achtergrondkennis opbouwen over de producten die ik<br />
test. Er zijn volop ontwikkelingen op dit gebied, zoals televisies<br />
die verbonden kunnen worden met internet en televisie “on<br />
demand”. Voor de Consumentenbond is een rol weggelegd om<br />
consumenten hierover goed te informeren.’<br />
M A T R I X / A L U M N I S P E C I A L / 2 0 0 9 41
Foto’s: Marieke Duijsters<br />
4 2<br />
SPORT<br />
‘Mijn doel?<br />
Wereldkampioen<br />
in het enkelspel!’<br />
Ir. Bart Theelen (1965) had talent, maar<br />
bovenal was hij fanatiek. ‘Bloedfanatiek’,<br />
zoals hij zelf zegt. Op zijn achttiende kreeg<br />
de TU/e-alumnus Scheikundige Technologie<br />
het idee dat hij bij de mondiale tennistop zou<br />
kunnen behoren. Door een zwakke rug kwam<br />
hij echter niet hoger dan de top 700. Nu is de<br />
ICT-projectmanager wereldkampioen in het<br />
dubbelspel bij de 40-plussers.<br />
Bart Theelen groeide op in Grubbenvorst, een dorpje net boven<br />
Venlo. Hij kwam uit een sportfamilie. Hij deed aan tafeltennis,<br />
voetbal, tennis en zelfs basketbal. In alle sporten was hij meer<br />
dan gemiddeld goed. Om ergens echt in uit te blinken, moest<br />
hij kiezen. Eerst vielen basketbal en tafeltennis af. Het voetbal<br />
achterlaten deed meer pijn, maar tennis werd zijn sport. Al snel<br />
versloeg hij iedereen in de Limburgse provincie. Op het tennisinternaat<br />
in Kerkrade wist hij als 17-jarige: na mijn atheneum ga<br />
ik naar de Verenigde Staten om via een scholarship te studeren<br />
én te tennissen. ‘Een profcarrière zat wel in mijn hoofd, maar er<br />
waren in Nederland nog veel betere tennissers dan ik. Daarom<br />
bleef het aanvankelijk bij dromen. Tot ik op mijn achttiende<br />
veel B- en A-toernooien won en tweede van Nederland werd. Ik<br />
werd geselecteerd voor Jong Oranje. Die kans wilde ik niet laten<br />
lopen: tennis werd mijn beroep.’<br />
Zwakke rug<br />
Het eerste jaar ging goed, het tweede ging het mis. Zijn rug<br />
deed pijn en niet zo’n beetje ook. ‘Hoewel ik tot de fitsten<br />
behoorde, kon mijn rug de zes uur training per dag niet aan.<br />
Ik zat meer in de lappenmand dan dat ik tenniste. Soms lag ik<br />
dagen op bed en kon ik niet eens rechtop staan.’<br />
Na een medische rondgang bleek de oorzaak niet duidelijk en<br />
een oplossing was niet in zicht. Fitness in sportscholen stond<br />
toen nog in de kinderschoenen. ‘Zonder programma en zonder<br />
M A T R I X / A L U M N I S P E C I A L / 2 0 0 9<br />
begeleiding drukte ik vooral veel kilo’s. Niemand wist precies<br />
welke spieren ik moest trainen om te voorkomen dat ik door<br />
mijn rug ging.’<br />
Na een groot aantal revalidatietrainingen realiseerde Theelen<br />
zich dat hij afstand moest doen van zijn tennisdroom. Hij ging<br />
verder met zijn opleiding en begon met een studie aan de TU<br />
<strong>Eindhoven</strong>, aan de faculteit Scheikundige Technologie. ‘Mijn<br />
propedeuse ging goed – ik tenniste niet. Daarna ging ik toch<br />
weer spelen, ook grote toernooien in het buitenland. Door<br />
minder trainingsuren, een strak regime voor fitnessgym en<br />
regelmatige medische begeleiding, kon ik de blessures enigszins<br />
beperken. Er gloorde weer hoop op een tennisloopbaan,<br />
maar twee jaar later ging het weer vreselijk mis. Inmiddels was<br />
ik 23, te oud om nog prof te worden. Vanaf die dag heb ik zeven<br />
jaar lang nauwelijks nog een bal geslagen.’<br />
Tenniscoach<br />
Hij ging aan de slag als proces engineer bij het ingenieursbureau<br />
Comprimo en ontwierp zes jaar lang petrochemische<br />
installaties. Hoewel de droom van de tennisprof dood en begraven<br />
was, wilde Bart Theelen het tennis niet loslaten. Daarom<br />
haalde hij zijn tennistrainersdiploma’s en werd in Duitsland<br />
coach van het team waarin hij zelf had gespeeld. Toen kreeg hij<br />
de kans om een Zweeds proftennisser – een speler in de top 200<br />
van de wereld – te begeleiden en reisde een jaar de wereld rond.
‘Ik zat meer in de lappenmand<br />
dan dat ik tenniste.’<br />
Een groot avontuur, maar zonder dik belegde boterham. Alleen<br />
de coaches van de allerbeste spelers krijgen een goed salaris.<br />
Uit passie, maar ook om geld met tennis te kunnen verdienen,<br />
ontwikkelde hij ondertussen een tennisanalyse softwareprogramma,<br />
waarmee tennissers objectiever beoordeeld kunnen<br />
worden. Diepgaandere statistieken dan die op TV vertoond<br />
werden, moesten er voor zorgen dat tennissers, trainers en coaches<br />
maar ook journalisten de sterktes en zwaktes van spelers<br />
en wedstrijden inzichtelijk werden. Hij richtte SportCounts<br />
op om het product op de markt te zetten. SportCounts analyseerde<br />
spelers van groot en klein formaat, onder meer voor het<br />
Nederlandse Daviscupteam en het tennisvakblad ‘Tennis en<br />
Coach’.<br />
Theelen zet zich ook al enkele jaren vrijwillig in als technische<br />
man voor een stichting die tennistalentjes uit de sloppenwijken<br />
van Nigeria in staat stelt een tenniscarrière op te bouwen.<br />
Enkelen van deze talenten hebben het al gebracht tot het<br />
Nigeriaanse Daviscupteam en spelen ATP-toernooien. Voor deze<br />
en andere tennistalenten start hij, samen met een financiële<br />
partner, in 2010 een bedrijf dat optimale begeleiding wil bieden<br />
in het internationale circuit.<br />
De rug bleef een verhaal. Op zijn dertigste ging de tennisser<br />
naar het Spine & Joint Centre, een kliniek gespecialiseerd in<br />
diagnostiek en behandeling van rug-, bekken- en nekklachten.<br />
In drie maanden doorliep hij een programma. Het bleek gestaag<br />
beter te gaan: Theelen trainde weer, speelde weer eens een<br />
toernooitje en dat met veel plezier en zonder veel problemen.<br />
‘Toen was ik vijfendertig en bleek er een heel veteranentenniscircuit<br />
te zijn. Ik heb toen voor de lol meegedaan aan de<br />
Nederlandse Kampioenschappen. Meer dan tien jaar na mijn<br />
Nederlands Studentenkampioenschap werd ik tot mijn verbazing<br />
Nederlands Veteranenkampioen.’<br />
Inmiddels is Theelen met het nationale veteranenteam twee<br />
keer tweede geworden bij de wereldkampioenschappen. Bij de<br />
individuele veteranen wereldkampioenschappen werd hij twee<br />
keer wereldkampioen in het dubbelspel met de Oostenrijker<br />
Manfred Hunsdorfer: in 2007 en in 2009.<br />
Op dit moment is hij ICT-projectmanager voor ERP-software bij<br />
een internationaal metaalrecyclingbedrijf, gaat hij af en toe voor<br />
SportCounts op pad, geeft regelmatig tennisles en tennist met<br />
veel plezier en passie. Een druk leven. Toch heeft hij nog één<br />
doel: wereldkampioen bij de veteranen in het enkelspel.<br />
M A T R I X / A L U M N I S P E C I A L / 2 0 0 9 43
4 4<br />
LOOPBAAN<br />
‘Een goed manager<br />
is niet alleen baas<br />
maar ook mentor’<br />
Josephine Schoolkate (TU/e-alumna <strong>Technische</strong> Bedrijfskunde) nam lang geleden<br />
afscheid van Nederland. Sinds 1991 woonde en werkte ze in vijf verschillende Europese<br />
landen. Toen kreeg ze de kans bij het Zwitserse IMD aan de slag te gaan. ‘Daar kreeg ik<br />
een visitekaartje met de opdracht: “Go for it, Josephine.” Dat gaf veel nieuwe energie en<br />
inspiratie.’ Een Brabantse wereldburger met grenzeloze interesses en een aanstekelijk<br />
enthousiasme over authentic leadership en management.<br />
M A T R I X / A L U M N I S P E C I A L / 2 0 0 9
‘Een bijkomstige charme van IMD is dat<br />
ik met de stoomboot over het Meer van<br />
Genève naar mijn werk kan gaan’, zegt<br />
Josephine Schoolkate. ‘En als je dan uitkijkt<br />
over het diep blauwe water, vraag<br />
je jezelf soms af: Waar is dit allemaal<br />
begonnen?’ Het antwoord, om precies<br />
te zijn, is ’s Hertogenbosch. Vader was<br />
ingenieur, moeder kwam uit een familie<br />
van koopmannen. Nu brengt Schoolkate<br />
deze technische kant en deze businesskant<br />
dagelijks bij elkaar voor haar werk<br />
als Executive Director bij het International<br />
Institute for Management Development.<br />
IMD – gevestigd op een prachtige campus<br />
tussen de besneeuwde bergtoppen<br />
van Lausanne – staat te boek als één van<br />
de beste businessschools ter wereld.<br />
De ‘studenten’ zijn executive managers<br />
tussen dertig en vijftig jaar en komen uit<br />
alle uithoeken van de aarde. Schoolkate:<br />
‘Vroeger was ik continu op reis om mensen<br />
bij elkaar te brengen. IMD is nu mijn<br />
Global Meeting Place, een inspirerende<br />
campus van bijzondere mensen en<br />
ideeën.’<br />
Geen agenda<br />
Zo’n tweehonderd internationale bedrijven<br />
zijn lid van IMD, waaronder Philips,<br />
Shell, ING, Nestlé, Procter & Gamble,<br />
Mittal Steel, Siemens, Caterpillar en<br />
Coca-Cola. Allemaal grote Forbes 500<br />
corporates. Schoolkate is verantwoordelijk<br />
voor het aanleggen en onderhouden<br />
van de Customer Relations met<br />
de Benelux, Verenigde Staten, Groot-<br />
Brittannië en Scandinavië. Samen met de<br />
IMD teams en professors worden klanten<br />
bezocht – vaak op board level – om<br />
Transformational Learning te ontwikkelen,<br />
waarbij zowel de impact van<br />
strategische veranderingsprojecten als<br />
high potential teams en individuen besproken<br />
worden. ‘Mijn typische werkdag?<br />
Die bestaat niet. Ik heb ook geen al te<br />
vastgelegde agenda. Als je niet alles volplant,<br />
pik je vanzelf het essentiële eruit.’<br />
Dat is een groot contrast met haar vorige<br />
‘Mijn typische<br />
werkdag? Die<br />
bestaat niet!’<br />
baan. Vijftien jaar lang werkte ze voor<br />
Johnson Controls, een onderneming met<br />
120.000 werknemers wereldwijd die het<br />
interieur van auto’s – cockpits, stoelen,<br />
deurpanelen en elektronica – verzorgt.<br />
‘Geregeld had ik 7-1-7-8 meetings:<br />
dan konden we op één dag zowel de<br />
Verenigde Staten (07.00 uur), Europa<br />
(13.00 uur), China (19.00 uur) en Japan<br />
(20.00 uur) in een conference call rondom<br />
de tafel krijgen. De Just in Time-productielijn<br />
in de automobielindustrie mocht<br />
nooit stoppen, want dan was je zo een<br />
paar miljoen kwijt. We deden aan teambuilding<br />
met klanten en leveranciers.<br />
Samen met Volvo gingen we bijvoorbeeld<br />
naar het hoge noorden van Zweden.<br />
Josephine Schoolkate:<br />
IMD<br />
‘Je moet jezelf nooit opgeven.’ Foto:<br />
We aten de lokale specialiteit (rotte<br />
vis), deden wedstrijdjes bijlgooien…’<br />
Schoolkate geeft toe: ‘De 24-uurs<br />
economie is een soort een roes: als je<br />
wereldwijd verantwoordelijk bent voor<br />
grote projecten, ga je daar helemaal in op!’<br />
Haar laatste project voor Johnson was in<br />
Korea. Schoolkate pendelde regelmatig<br />
op en neer tussen haar woonplaats Parijs<br />
en Seoul. Het was de bedoeling dat haar<br />
volgende functie in Tokyo zou zijn. Op<br />
dat moment zag Schoolkates man – op<br />
zakenreis in Zwitserland – de advertentie<br />
voor de functie bij IMD en stelde voor om<br />
“eens aan het Meer van Genève te gaan<br />
wonen.” ‘Mijn profiel paste perfect. Er<br />
moet wel een engeltje boven mijn hoofd<br />
gehangen hebben. Toen ik op de campus<br />
kwam, was ik onder de indruk van de<br />
optimistische atmosfeer en professionaliteit<br />
van de mensen. Mijn buikgevoel gaf<br />
meteen aan dat dit een goede plek was<br />
om te blijven.’<br />
Kunstje<br />
Het was goed voor haar om uit de autoindustrie<br />
te stappen, blikt Schoolkate<br />
terug. ‘Na verloop van tijd stop je met<br />
leren. Je doet in feite steeds hetzelfde<br />
kunstje. Toen ik bij IMD begon, zeiden<br />
ze: “Hier heb je ons netwerk en onze<br />
kennis, go for it!” Dat is heel verrijkend,<br />
ik heb veel geleerd door een compleet<br />
nieuwe weg te bewandelen en actief deel<br />
te nemen aan IMD’s curriculum. In de<br />
filosofie van IMD betekent groeien: bagage<br />
dumpen. Oppikken wat belangrijk<br />
is en de rest achter je laten. De zakenmannen<br />
en -vrouwen die voor hun MBA<br />
(Master of Business Administration) of<br />
Executive Training bij IMD komen, worden<br />
continu geconfronteerd met zichzelf<br />
in een leiderschapsrol. Maar ook met<br />
de laatste managementtechnieken en<br />
strategische vraagstukken, waarmee<br />
hun onderneming worstelt. Door de intensiteit<br />
van de programma’s kan er bij<br />
de deelnemers veel loskomen, soms tot<br />
huilens toe.’<br />
De deelnemers komen van over de<br />
hele wereld en uit allerlei verschillende<br />
industrieën. Sommigen zijn door hun<br />
bedrijf gestuurd, anderen betalen het<br />
lesgeld van vijftigduizend euro uit eigen<br />
zak. Behalve de elf maanden durende<br />
MBA geeft IMD ook kortere cursussen.<br />
Belangrijkste insteek is dat de managers<br />
van elkaar leren. ‘In eerste instantie<br />
benadrukken mensen de verschillen in<br />
M A T R I X / A L U M N I S P E C I A L / 2 0 0 9 45
4 6<br />
LOOPBAAN<br />
plaats van wat ze gemeen hebben. Maar<br />
wat je toepast in industrie 1, kun je ook<br />
toepassen in industrie 2. Veel managers<br />
hebben moeite out of the box te denken.<br />
Ze zitten vast in hun eigen wereld.’ Door<br />
middel van buzzgroups – kleine groepjes<br />
van vijf à zes man, begeleid door een<br />
zeer ervaren professor – stimuleert IMD<br />
kennisuitwisseling. Het brein wordt geprikkeld<br />
tot nieuw denken. ‘In veel grote<br />
organisaties dwing je macht af door de<br />
positie die je hebt. Dat werkt niet. Je moet<br />
mensen overtuigen door ze te inspireren.’<br />
Daarnaast zijn er het hele jaar door<br />
grote events op de campus. ‘Alle grote<br />
bedrijven sturen sprekers naar onze<br />
events. Maar er komen ook sprekers van<br />
buiten het bedrijfsleven, mensen die iets<br />
bijzonders hebben gedaan. Een maand<br />
geleden was de Jamaicaanse atleet Usain<br />
Bolt bij ons op de campus. Op de vraag<br />
“Wat wil je eigenlijk doen met je leven?”,<br />
antwoordde hij heel simpel: “Een legende<br />
worden.” Pure eenvoud in ambitie.<br />
Prestaties door continu hard werken.<br />
Daarvan kan iedereen leren.’<br />
Discovery trips<br />
Een ander onderdeel van de Executive<br />
MBA bestaat uit zogeheten “Discovery<br />
trips”. ‘Studenten – tussen de 35 en 45<br />
jaar – gaan naar het Amerikaanse Silicon<br />
Valley, Shanghai of India en moeten zich<br />
zien te redden zonder hun familie en de<br />
westerse infrastructuur. Ze worden uit<br />
hun comfortzone gehaald.’ Studenten<br />
M A T R I X / A L U M N I S P E C I A L / 2 0 0 9<br />
hebben vaak een personal coach of mentor<br />
om de prioriteiten goed af te stemmen.<br />
‘Je privé- en businessleven moet je sturen<br />
vanuit een geheel, omdat iedereen je<br />
aandacht wil. Hierop speelt IMD goed in,<br />
inclusief kinderopvang en fitnessmogelijkheden<br />
op de campus. Je hebt een hechte<br />
gemeenschap nodig om topprestaties te<br />
leveren.’ De (E)MBA is voor de deelnemers<br />
vaak een heel ingrijpende periode, waarbij<br />
hun rol als leider centraal staat. ‘Een goed<br />
manager is niet alleen baas, maar ook<br />
mentor. Je moet mensen begeleiden in<br />
plaats van ze te vertellen wat ze moeten<br />
doen. Want dat weten ze wel.’ Daarnaast<br />
is het heel belangrijk om dicht bij jezelf<br />
te blijven. ‘Moet een vrouw in een leiderschapspositie<br />
zich ineens mannelijk gaan<br />
gedragen? Nee’, zegt Schoolkate stellig.<br />
‘Authentiek leiderschap wil zeggen: pro-<br />
‘De TU/e is<br />
een belangrijke<br />
bouwsteen in<br />
mijn carrière.’<br />
beer niet te voldoen aan een opgelegd<br />
model. Je moet jezelf nooit opgeven.’<br />
Blijven leren<br />
Schoolkate is bij IMD als een vis in het<br />
water. Het geldt als een plus als je iets<br />
‘geks’ hebt gedaan. Niet alles via de gebaande<br />
wegen. Dat is Schoolkate ten voeten<br />
uit. ‘Ik heb nota bene Frans leren spreken<br />
met Vietnamese bootvluchtelingen.<br />
Toen ik na mijn studie aan de TU/e naar<br />
Frankrijk ging, moest ik van voren af aan<br />
beginnen – de taal leren, een netwerk opbouwen,<br />
enzovoorts. Op dat moment ben<br />
je gewoon puur jezelf aan het verkopen.<br />
Ik merkte toen dat het ontzettend hielp<br />
dat ik aan de TU/e had gestudeerd. De<br />
reputatie en de kwaliteit van de opleiding<br />
bleken in internationale kringen heel goed<br />
bekend te staan. De TU/e is een belangrijke<br />
bouwsteen in mijn carrière. Ik kom<br />
veel ingenieurs tegen bij IMD die zich in<br />
de breedte willen ontwikkelen. De cultuur<br />
van IMD past goed bij hun curiositeit. Ik<br />
hou ook van nieuwe avonturen. Dit is nog<br />
niet het einde van mijn reis.’
Alumni<br />
Berichtenpagina<br />
TU/e-ALUMNUS WINT EDISON<br />
PUBLIEKPRIJS<br />
Dr. Ralph Rousseau Meulenbroeks, alumnus<br />
van de faculteit <strong>Technische</strong> Natuurkunde, won<br />
in juni van dit jaar de Edison Klassiek Luister<br />
Publieksprijs. Hij ontving de onderscheiding<br />
voor zijn spel op het strijkinstrument viola da<br />
gamba. Zijn plaat ‘Chansons d’amour’ werd<br />
door de lezers van het tijdschrift Luister verkozen<br />
tot het populairste klassieke album van<br />
2008.<br />
Meulenbroeks (1967) combineerde zijn studie<br />
en promotie aan de TU/e met een conservatoriumstudie<br />
contrabas. Hij was onder andere<br />
bassist in het Koninklijk Concertgebouworkest,<br />
maar schakelde in 1996 over op de zevensnarige<br />
viola da gamba. Na zijn promotie werkte hij<br />
enkele jaren in het bedrijfsleven, onder meer bij<br />
Shell en Océ. Sinds 2001 is de alumnus fulltime<br />
muzikant.<br />
TU/e-ALUMNUS NIEUWE RECTOR DELFT<br />
Prof.ir. Karel Luyben, alumnus van de<br />
<strong>Eindhoven</strong>se faculteit Scheikundige<br />
Technologie, wordt per 1 januari 2010 de<br />
nieuwe rector magnificus van de TU Delft.<br />
Luyben, momenteel decaan van de faculteit<br />
<strong>Technische</strong> Natuurwetenschappen, volgt<br />
prof.dr.ir. Jacob Fokkema op. Volgens de<br />
Delftse Raad van Toezicht (RvT) is de TU/ealumnus<br />
de juiste persoon om ‘de positie van<br />
de TU Delft als gerenommeerde internationale<br />
technische universiteit met kracht uit te<br />
bouwen’.<br />
AFRIKAANSE PRIJZEN<br />
VOOR HOLLAND CAR<br />
Het bedrijf Holland Car dat ir. Wim Guns, alumnus<br />
Werktuigbouwkunde, samen met zijn<br />
Ethiopisch-Nederlandse zakenpartner Tadesse<br />
Tessema in 2005 is opgestart in Ethiopië,<br />
heeft medio oktober twee onderscheidingen<br />
ontvangen van het Africagrowth Institute in<br />
Stellenbosch, Zuid-Afrika. De twee SMME<br />
Awards (Small, Micro and Medium Enterprises)<br />
die toevielen aan Holland Car, waren voor<br />
het ‘meest innovatieve bedrijf’ en de ‘overall’<br />
prijs. De competitie bij deze jaarlijkse prijsvraag<br />
betrof volgens Guns heel Afrika. Guns<br />
en zijn partner startten vier jaar geleden met<br />
het assembleren van een Turkse variant van<br />
de Fiat 131. Zeer robuuste wagens, die uitermate<br />
geschikt zijn voor de omstandigheden<br />
in Ethiopië, aldus Guns. Inmiddels is het<br />
bedrijf overgestapt op twee modellen van het<br />
Chinese automerk JAC: de Abay en de Awash.<br />
Dit zijn namen van twee Ethiopische rivieren.<br />
Bij het bedrijf, dat vlakbij de hoofdstad Addis<br />
Luyben studeerde in 1977 af aan de TU/e. Hij<br />
werkte als onderzoeker aan de Wageningen<br />
<strong>Universiteit</strong> en later korte tijd als contractonderzoeker<br />
bij Bayer in Duitsland en Cehave<br />
in Nederland. In 1983 werd hij hoogleraar in<br />
Delft, eerst met als leeropdracht biokinetiek<br />
en vanaf 1988 als hoogleraar bioprocestechnologie.<br />
In 1984 werd hij tevens voorzitter<br />
van het samenwerkingsverband biotechnologie<br />
Delft-Leiden en van 1993 tot 1999 was<br />
hij wetenschappelijk directeur van de onderzoekschool<br />
die hieruit voortkwam.<br />
Ababa is gevestigd, zijn zo’n 150 mensen in<br />
dienst, waarvan bijna een derde vrouw is. De<br />
productie is volledig voor de thuismarkt. Dit<br />
jaar zet men zo’n achthonderd auto’s af. Guns:<br />
‘De werkwijze is als volgt: we ontvangen eerst<br />
een aanbetaling van vijfendertig procent op de<br />
auto, waarna we de onderdelen bestellen en<br />
de auto in Ethiopië assembleren. De kosten liggen<br />
rond de tienduizend à twaalfduizend euro.<br />
Dat is relatief duur, maar er zit dan ook een<br />
enorm bedrag aan belasting op en ook het verpakken<br />
en transporteren van de onderdelen is<br />
duur. Het is grappig om te zien dat onze klanten<br />
ook hier steeds meer oog krijgen voor allerlei<br />
extra luxe in de auto. Wat dat aangaat is<br />
de Ethiopiër niet veel anders dan een westerling.<br />
Ook hier wil men het wel even laten zien<br />
aan de buurman.’ Guns heeft het plan om de<br />
fabriek op termijn helemaal over te laten gaan<br />
in Ethiopische handen. Mogelijk wil hij ook in<br />
Tanzania een vergelijkbare fabriek opstarten<br />
en wellicht nog ergens in Afrika een assemblagefabriek<br />
voor fietsen. Ook dat is volgens hem<br />
een schaars artikel in Afrika.<br />
M A T R I X / A L U M N I S P E C I A L / 2 0 0 9 47
Foto: Dierk Hendriks<br />
4 8<br />
BETROKKEN<br />
Patrick Kaas: ‘Ik heb tot vorig jaar<br />
meegesleuteld in de Philips R&D<br />
organisatie Apptech.’<br />
Naakt, erotica en glamour<br />
in plaats van lijm en lood<br />
‘Ik heb het toch ver geschopt’, zegt de ingenieur, die niets<br />
meer doet met zijn diploma Scheikundig Technoloog. Op<br />
zijn 37 e halen zijn foto’s namelijk regelmatig de cover van<br />
mannenglossy Playboy. Patrick Kaas is fulltime naaktfotograaf,<br />
maar wil best een bijbaan in de chemie.<br />
‘Kan ik je niet assisteren?’ en ‘Wow, dat<br />
wil ik ook!’. Dat zijn de meest voorkomende<br />
opmerkingen die TU/e-alumnus ir.<br />
Patrick Kaas hoort, wanneer hij mannen<br />
vertelt wat zijn werk is. Hij is dan ook fulltime<br />
fotograaf, gespecialiseerd in naakt,<br />
erotica en glamour. Zijn grootste opdrachtgever<br />
is Playboy, daarnaast maakt<br />
hij naaktportretten voor particulieren.<br />
Achtmaal per jaar brengt hij een hele dag<br />
door met een Playmate. Ze gaat zitten,<br />
staan en liggen op de manieren die hij<br />
M A T R I X / A L U M N I S P E C I A L / 2 0 0 9<br />
voorstelt. Af en toe belanden zijn foto’s<br />
zelfs op de cover van de beroemde mannenglossy,<br />
zoals in februari 2009.<br />
Interactie<br />
Het gaat hem, zegt hij, om de interactie<br />
met mensen. ‘Gebouwen of landschappen<br />
boeien me niet. Wanneer ik bijvoorbeeld<br />
op pad ben met TU/e-fotoclub<br />
Dekate Mousa voor een architectuurworkshop,<br />
merk ik dat ik binnen de kortste<br />
keren weer mensen fotografeer.’<br />
Pas sinds zijn eenentwintigste is Kaas<br />
serieus aan het fotograferen. Met het
geld dat hij verdiende als student-assistent<br />
kocht hij zijn eerste spiegelreflexcamera:<br />
een Praktica van ongeveer driehonderd<br />
gulden. In 1993 begon hij aan<br />
de opleiding Scheikundige Technologie<br />
aan de TU/e en zeven jaar later studeerde<br />
hij af op vaste stof chemie met een onderzoek<br />
naar loodvrij soldeer. Tijdens<br />
zijn studie maakte hij veel foto’s met een<br />
elektronenmicroscoop, maar of dat van<br />
invloed is geweest op zijn fotografencarrière<br />
is nog maar de vraag. Meer invloed<br />
hebben de medestudentes gehad, die<br />
zich voor zijn camera durfden uit te kleden.<br />
Direct na het behalen van zijn bul<br />
schreef hij zich als zelfstandig fotograaf<br />
in bij de Kamer van Koophandel.<br />
Tegelijkertijd ging hij parttime aan de<br />
slag als chemisch technoloog. ‘Ik heb tot<br />
vorig jaar meegesleuteld in de Philips<br />
R&D organisatie Apptech. Voor ASML<br />
moest ik als lijmexpert vlakken van een<br />
chip op een koelelement vastmaken.<br />
Sinds januari 2009 ben ik fulltime fotograaf.<br />
Ik mis het wetenschappelijk werk<br />
wel. Graag had ik een flexibele, parttime<br />
baan in research, want mijn passie is het<br />
oplossen van problemen.’ Maar de fotografie<br />
gaat voor, erkent hij.<br />
<strong>Eindhoven</strong><br />
Natuurlijk ging hij naar de TU in<br />
<strong>Eindhoven</strong>. Lekker dichtbij en prettig bekend.<br />
Zijn vader, dr. Kaas, was docent bij<br />
Werktuigbouwkunde. Puber Patrick heeft<br />
heel wat open dagen bezocht en merkte<br />
dat bij scheikunde meer praktijk kwam<br />
kijken dan bij natuurkunde, zijn andere<br />
lievelingsvak. Dat was ook de tijd waarin<br />
hij thuis stiekem Playboys van zijn broer<br />
bekeek. Op de manier waarop mannen<br />
vaak zeggen dat ze Playboy lezen vanwege<br />
de interviews, zo zegt Kaas dat hij<br />
vooral de belichting bestudeerde.<br />
‘Het gaat me<br />
om de interactie<br />
met mensen.’<br />
Acht jaar geleden vroeg zijn bevriende<br />
collega René de Haan of hij technische<br />
assistentie wilde verlenen bij een<br />
fotoshoot van een Playmate. Kaas zag<br />
zijn droom beginnen: aan zijn medestudenten<br />
had hij namelijk meer dan eens de<br />
wens geuit ooit op de cover van Playboy<br />
te willen publiceren.<br />
Van het een kwam het ander. De mooiste<br />
opdracht die Kaas zich herinnert, is de<br />
serie die hij schoot op Fuerteventura, één<br />
van de Canarische Eilanden. Een week<br />
lang was hij met vier modellen (en het<br />
team van visagisten, styliste, art director<br />
M A T R I X / A L U M N I S P E C I A L / 2 0 0 9 49
Foto’s: Dierk Hendriks<br />
5 0<br />
BETROKKEN<br />
en collega De Haan) op het eiland. Alle<br />
foto’s ogen zonnig, maar schijn bedriegt<br />
en photoshoppen helpt. ‘Het was miezerig,<br />
regenachtig weer’, zegt Kaas. ‘Kijk,<br />
hier zie je nog kippenvel op de borsten.<br />
Arme meisjes, ze hadden het echt koud.’<br />
Studio<br />
Prettige opdrachtlocatie zo’n eiland, maar<br />
zeventig procent van zijn werk doet hij<br />
op verzoek van particulieren op hotelkamers<br />
of in zijn eigen studio aan huis.<br />
Het mooiste aan zijn rijtjeswoning in De<br />
Stoutheuvel is het adres; dat levert hem<br />
de ondeugende naam Studio Stout op.<br />
Zijn voortuin en de studio zullen niet snel<br />
in de woonbladen verschijnen. De tuin<br />
detoneert met die van de buren. Tussen<br />
hun keurige paadjes en hekjes staan op<br />
nummer 33 enorm uit de kluiten<br />
gewassen coniferen. ‘Dat is voor de<br />
privacy van de bezoekers’, legt Kaas uit.<br />
‘Dat zijn meestal vrouwen die hun partner<br />
willen verrassen met een leuke pin-up<br />
van zichzelf.’ In de studio – voorheen de<br />
woonkamer – staat slechts het hoognodige<br />
materiaal op de plavuizen. Veel<br />
statieven en lichtschermen, een matras<br />
M A T R I X / A L U M N I S P E C I A L / 2 0 0 9<br />
‘Mijn passie<br />
is het oplossen<br />
van problemen.’<br />
en twee stoelen die sinds de jaren zeventig<br />
niet opnieuw gestoffeerd lijken te zijn.<br />
Het bureautje, annex kaptafel, heeft een<br />
grote spiegel en er hangen opvallende<br />
sieraden en een setje handboeien aan.<br />
De gordijnen zijn voor driekwart gesloten.<br />
Maar licht is ook niet nodig, dat komt uit<br />
de flitser. Een leuke achtergrond is net<br />
zomin essentieel voor de modellen, zij<br />
poseren toch voor een effen achterwand.<br />
In deze studio maakte Kaas ook het<br />
portret dat in 2001 in de lustrumkalender<br />
van Dekate Mousa stond, die iedere<br />
TU/e-medewerker in zijn of haar kerstpakket<br />
kreeg. Dat had Patrick Kaas in<br />
1993 zich niet kunnen indenken, toen<br />
hij zich inschreef bij Scheikundige<br />
Technologie. Het kan verkeren.<br />
Kijk op www.pk-foto.nl voor meer werk<br />
van Patrick Kaas.
Stichting Techniekpromotie<br />
biedt een gevarieerd pakket van activiteiten<br />
aan op het gebied van techniek.<br />
Ons aanbod bevat shows en workshops voor verschillende<br />
leeftijden tussen de 4 en de 15 jaar.<br />
Een greep uit ons activiteitenpakket:<br />
<br />
<br />
<br />
<br />
<br />
<br />
<br />
<br />
<br />
<br />
www.techniekpromotie.nl
Foto: Privécollectie<br />
5 2<br />
ONDERNEMING<br />
Regina Meij: ‘Het werd een<br />
eigen bedrijf en het werd wijn.’<br />
M A T R I X / A L U M N I S P E C I A L / 2 0 0 9
REGINA MEIJ HANDELT IN OOSTENRIJKSE WIJN<br />
Mens en natuur,<br />
verenigd in een fles<br />
Ze is de grootste importeur van Oostenrijkse wijnen in Nederland. Ir. Regina Meij (1964) houdt<br />
kantoor in een bosrijke omgeving in Den Dolder. Daar woont ze met haar man en drie kinderen.<br />
Aan Regina Meij volstaat hier slechts één vraag: ‘Vertel eens mevrouw Meij, waarom wijn?’<br />
‘Ik begon in 1982 met een studie<br />
<strong>Technische</strong> Informatica. Of het de goede<br />
opleiding voor mij was, vroeg ik me niet<br />
af. Die vraag kwam pas veel later. Het<br />
ging me ook te gemakkelijk af om me<br />
zorgen te maken. Het was veel wiskunde,<br />
gecombineerd met elektrotechniek. Pas<br />
bij mijn afstuderen heb ik voor het eerst<br />
een scriptie op een PC gemaakt – PC-software<br />
gebruikten we pas net. Ik studeerde<br />
af op <strong>Technische</strong> Bedrijfskunde, omdat<br />
een praktische toepassing in de bestuurlijke<br />
informatica mij het meest interesseerde.<br />
‘Wijn maakt<br />
mensen blij, als<br />
het met mate<br />
wordt gedronken.’<br />
Na mijn afstuderen kon ik bij allerlei<br />
bedrijven terecht. Het werd het bedrijf<br />
waar ik ook mijn afstudeerstage had gedaan:<br />
Shell. Bij Shell begon ik in Pernis,<br />
waar ik werkte aan bestuurlijke informatievoorziening.<br />
Ik bleef er drie jaar. Mijn<br />
toenmalige vriend, nu mijn man, werkte<br />
ook bij Shell en kon een baan krijgen bij<br />
Shell Oostenrijk, vooral een marketingbedrijf<br />
en een smeermiddelenfabriek. Ik kon<br />
er ook naartoe voor een meer marketing<br />
gerichte baan, precies wat ik op dat<br />
moment zocht.’<br />
Leven in Wenen<br />
‘In Oostenrijk leerde ik de wijn kennen.<br />
Dat was in 1992. We bezochten wijngoederen,<br />
dat is daar gebruikelijk. Je proeft<br />
de wijn van het domein en eet er iets<br />
kleins bij. Wij woonden in Wenen en alle<br />
wijngebieden van Oostenrijk liggen in een<br />
halve cirkel rond de stad. Met een uur rijden<br />
zijn ze bijna allemaal te bereiken.<br />
Daarbij hadden we op 200 meter van ons<br />
huis de beste wijnwinkel van de stad,<br />
waar we proeverijen bezochten en wijn<br />
kochten. Wijn is in Wenen een onderdeel<br />
van het leven.<br />
Wij vlogen regelmatig naar Nederland om<br />
vrienden en familie te bezoeken. Ik wilde<br />
ze dan Oostenrijkse wijn laten proeven,<br />
maar ik kwam er telkens achter dat deze<br />
wijnen in de Nederlandse wijnhandels<br />
niet te vinden waren. Mensen hier wisten<br />
niet eens dat er in Oostenrijk wijn werd<br />
verbouwd! Oostenrijk had ook een flink<br />
schandaal achter de rug. In 1985 werd<br />
bekend dat enkele Oostenrijkse wijnboeren<br />
hun wijn hadden gezoet met antivries.<br />
Dat ze hadden gerotzooid was waar: het<br />
was alleen niet met antivries, al wordt dat<br />
tot de dag van vandaag verteld. Het<br />
gevolg was wel dat de export van Oostenrijkse<br />
wijnen kelderde en jaren later in<br />
Nederland nog steeds nauwelijks een fles<br />
te vinden was. Duitsland, Zwitserland en<br />
de VS dronken overigens inmiddels wel<br />
weer vrolijk van de Oostenrijkse wijnen.’<br />
Olie of wijn<br />
‘Mijn werk bij Shell beviel me steeds<br />
minder. Ik had een baas, die de carrière<br />
van een vrouw niet erg serieus nam. Het<br />
was voor het eerst dat ik ging nadenken<br />
over wat ik nu eigenlijk wilde met mijn<br />
leven. Ik kwam er ook achter dat ik helemaal<br />
niet zo gek was op het werk met een<br />
product als olie. Ook zag ik voor mijzelf<br />
steeds meer de nadelen van een groot<br />
bedrijf. Ik wilde me meer juist met alle<br />
aspecten van een bedrijf bezig kunnen<br />
houden en minder vergaderen. Ik wilde<br />
niet iedere drie jaar doorschuiven in een<br />
andere baan. De keuze was: een klein<br />
bedrijf of als zelfstandige verder. Mensen<br />
waarschuwden me mijn baan en studie<br />
niet zomaar aan de wilgen te hangen.<br />
Maar het ging niet om het verleden, het<br />
gaat om de toekomst.’<br />
‘Het werd een eigen bedrijf en het werd<br />
wijn. Ik kende de Oostenrijkse wijn<br />
redelijk, maar ik had geen contacten in<br />
Nederland: niet met winkeliers en sommeliers,<br />
niet met wijnjournalisten. Ik ben toch<br />
begonnen en op een bijzondere manier<br />
kwam ik steeds de juiste mensen tegen<br />
die mij weer in contact brachten met anderen.<br />
Toen ik pas bezig was, organiseerde<br />
een wijntijdschrift een proeverij voor<br />
Oostenrijkse wijnen. Dat is toen een proeverij<br />
met alleen mijn wijnen geworden,<br />
al woonde ik nog in Oostenrijk en had ik<br />
nog geen fles geïmporteerd. Ik liet toppers<br />
proeven aan de sommeliers van<br />
bekende restaurants in Nederland. Zij<br />
wilden de wijnen graag op de kaart.’<br />
Topwijnen<br />
‘Mijn businessplan werd het volgende: ik<br />
begin met de top van de Oostenrijkse wijnen<br />
en ga die aanbieden aan de tophoreca<br />
van Nederland. Bij hen maak ik veel<br />
‘lawaai’. Het waren natuurlijk geen goedkope<br />
wijnen, maar ik wist dat iedereen<br />
die het proeft onder de indruk is. En zo is<br />
het ook gegaan, want de kwaliteit van de<br />
Oostenrijkse wijnen is geweldig. In korte<br />
tijd had ik de wijnen op de wijnkaarten<br />
van veel prestigieuze restaurants. De<br />
volgende stap bleek lastiger: klanten<br />
M A T R I X / A L U M N I S P E C I A L / 2 0 0 9 53
Foto: Privécollectie<br />
5 4<br />
ONDERNEMING<br />
bestelden niet direct grote hoeveelheden<br />
van deze wijnen. De volumes waren dus<br />
niet meteen groot genoeg om een rendabel<br />
bedrijf op te bouwen. Daarvoor gaf ik<br />
mezelf drie jaar.<br />
In die begintijd stond ik op een concours<br />
voor de beste wijnen van Nederland. Ik<br />
had vijf wijnen in de finale. Dat was al erg<br />
veel. Toch liep bijna iedereen mijn proeftafel<br />
voorbij. Oostenrijk, geen interesse.<br />
Tot ik in de klasse van de witte wijn de<br />
algemeen winnaar werd. Ik werd overlopen<br />
door geïnteresseerden.’<br />
Geen kleintje<br />
‘In de jaren erna ging het langzaam<br />
steeds beter. Het bedrijf groeide uit tot<br />
de grootste importeur van Oostenrijkse<br />
wijn in Nederland, bijna iedereen in de<br />
handel kent nu mijn bedrijf Imperial<br />
Wijnkoperij. Met 3,2 fte in mijn bedrijf<br />
ben ik voor de wijnhandel geen kleintje<br />
meer. Naast de verkoop aan restaurants<br />
lever ik ook aan particuliere wijnwinkels<br />
en ben ik een tussenpersoon voor<br />
bijvoorbeeld Sligro, Makro, HEMA en<br />
Gall&Gall die een Oostenrijkse wijn willen<br />
‘Wijn is een<br />
gebundelde<br />
levenskracht.’<br />
aanbieden. Ik help hen met het maken<br />
van een goede keuze.’<br />
‘Waarom wijn? Het is een product dat<br />
mensen blij maakt, althans wanneer het<br />
met mate wordt gedronken. De wijnhandel<br />
zit vol met gepassioneerde mensen.<br />
Je doet dit niet om miljonair te worden.<br />
Mijn ingang tot de wijn zijn de makers<br />
in Oostenrijk die ik al heel lang ken. Er<br />
wordt daar veel biologisch gewerkt. Het<br />
is prachtig hoe deze mensen met hun<br />
wijnstokken omgaan. Dat omgaan met de<br />
natuur maakt blij, maar ook nederig. De<br />
natuur geeft wat ze geeft. In de wijnkelder<br />
is het wel techniek waarmee de wijn<br />
gemaakt wordt, maar het belangrijkste<br />
speelt zich af in de wijngaard. Ik verkoop<br />
ook geen fles met een etiket, ik verkoop<br />
M A T R I X / A L U M N I S P E C I A L / 2 0 0 9<br />
het ambacht van een wijnmaker op een<br />
bepaald stuk grond in Oostenrijk.’<br />
Tranen boven een glas<br />
‘Ik heb twee keer gehuild van blijdschap<br />
over wat ik in mijn glas kreeg. Die wijn<br />
importeer ik nu nog steeds. Ik stond daar<br />
met een grote groep klanten. We hadden<br />
door de wijngaarden gewandeld en gehoord<br />
over de passie en het vakmanschap<br />
van de wijnmaker. Daarna proefden we<br />
deze wijnen die zo stralend en krachtig<br />
zijn. Ik werd er zo blij van: hoe geweldig<br />
dat dit bestaat! De tranen liepen over mijn<br />
wangen – ik schaamde mij wel een beetje.<br />
Wijn is een gebundelde levenskracht. Als<br />
het klopt, dan maakt dat blij en ontroert<br />
het. Net als een schilderij kan doen, of<br />
mooie muziek. Deze puurheid heb ik nog<br />
nooit ervaren met technische wijnen die<br />
door machines zijn geplukt. Het is de<br />
mens die deze kracht uit bodem, lucht en<br />
wijnstok in harmonie samenbrengt in een<br />
fles wijn.’<br />
Kijk voor meer informatie over Regina Meijs<br />
bedrijf op www.imperialwijnkoperij.nl.
De doos bestaat uit:<br />
Speciaal voor de Matrix-lezers heeft Regina Meij een bijzondere aanbieding<br />
gemaakt van enkele van haar mooiste wijnen uit haar assortiment. Deze wijnen geven een goede indruk<br />
van de kwaliteit die zij levert. Ze hebben stuk voor stuk een geheel eigen “onvervalst” karakter, die<br />
iedere wijnconnaisseur of -liefhebber eens geproefd moet hebben.<br />
6 FLESSEN<br />
OOSTENRIJKSE WIJN<br />
VOOR MAAR<br />
1x 2007 Grüner Veltliner Federspiel, Nikolaihof, Wachau<br />
Het wijngoed Nikolaihof werkt sinds meer dan 30 jaar biodynamisch<br />
en is – net als de kleine regio Wachau – een ware parel van klassieke<br />
Oostenrijkse wijncultuur.<br />
1x 2006 Grüner Veltliner Thal, Hiedler, Kamptal<br />
De licht peperige Grüner Veltliner druif is het visitekaartje van de<br />
Oostenrijkse wijnbouw en de Thal wijn uit 1993 werd indertijd verkozen<br />
tot “witte wijn van het jaar”.<br />
1x 2008 Nussberg alte Reben, Wieninger, Wenen<br />
Een klassieke droge en rijke Gemischter Satz wijn, gemaakt van dertien<br />
kriskras door elkaar geplante druivenrassen uit wijngaarden rond<br />
Wenen.<br />
€ 100,-<br />
Het pakket bestaat uit 6 flessen: 4 witte wijnen en 2 rode wijnen van kwalitatief vooraanstaande topwijnboeren. Deze unieke selectie wijnen kost € 100,<br />
inclusief gratis levering en inclusief BTW. Bestellen kan via info@imperialwijnkoperij.nl of telefoonnummer 030-2294658.<br />
1x 2008 Gimmeldinger Riesling, A. Christmann, Pfalz<br />
De regio Pfalz is geweldige voor sappige droge Rieslingwijnen, die<br />
heerlijk geuren naar abrikoos en perzik.<br />
1x 2007 Zweigelt, Umathum, Burgenland<br />
Wijnboer Josef Umathum is de ongekroonde keizer van de minerale<br />
Zweigelt. Dit blauwe druivenras geeft een rijke, mediumvolle rode<br />
wijn met een fijne kruidigheid en lange afdronk.<br />
1x 2005 Pinot Noir, Schlossweingut Hardegg, Weinviertel<br />
Oostenrijk beschikt niet alleen over een groot wijnpotentieel met de<br />
eigen “inheemse” druiven, maar ook met beroemde Franse rassen<br />
zoals Pinot Noir. Deze delicate druif geeft in Oostenrijk verbluffende<br />
resultaten.
Den Dolech 2<br />
Postbus 513<br />
5600 MB <strong>Eindhoven</strong><br />
Telefoon (040) 247 91 11<br />
e-mail: voorlichting@tue.nl<br />
Internet: http://www.tue.nl