22.08.2013 Views

Hoofdstuk 3 - Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed

Hoofdstuk 3 - Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed

Hoofdstuk 3 - Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed

SHOW MORE
SHOW LESS

Create successful ePaper yourself

Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.

Afb. 3.10 Gemert/Bakel-Doonheide (Bosman 2009). Archeologische sporen van een landweer uit waarschijnlijk de<br />

15e-16e eeuw.<br />

Overblijfselen van landweren (meestal uit de<br />

14e-15e eeuw; Brokamp 2007 en deze bundel),<br />

liggen op diverse plaatsen in oost- en zuid<br />

Nederland als houtwal op grenzen van percelen<br />

landbouwgrond. Maar dat is dus niet hun primaire<br />

functie. Er zijn nog twee redenen om landweren<br />

hier niet over te slaan. In de eerste plaats<br />

blijkt de archeologie iets toe te kunnen voegen<br />

aan ons inzicht in de constructie van landweren.<br />

Dat geldt bij<strong>voor</strong>beeld <strong>voor</strong> de soms gefaseerde<br />

opbouw van landweren en de toepassing van<br />

greppels. Uit de beschikbare archeologische dataset<br />

blijkt ook dat in veel gevallen aan de <strong>voor</strong>kant<br />

van de landweer een brede strook met<br />

dicht opeen geplaatste diepe kuilen aanwezig<br />

was. Dat is een gegeven wat – <strong>voor</strong> zover bekend<br />

- niet uit historische bronnen naar voren<br />

komt. Gesuggereerd is, dat dit ‘struikelkuilen’<br />

waren die moesten helpen de opmars van ruiterij<br />

te vertragen (Modderman 1981). De kuilen<br />

hebben de vorm van grote paalkuilen, maar er<br />

zijn geen aanwijzingen dat er daadwerkelijk palen<br />

in hebben gestaan. Goed gedocumenteerde<br />

<strong>voor</strong>beelden van dit verschijnsel zijn onder andere<br />

opgegraven bij Kesseleik (Modderman<br />

1981), Holten (Mousch et al. 2006) en Gemert-<br />

Bakel (Bosman 2009); afb. 3.10). Het fenomeen<br />

‘struikelkuil’ is evenwel bijzonder onwaarschijnlijk.<br />

In zandgrond zullen dergelijke kuilen na de<br />

eerste flinke regenbui weer grotendeels zijn ingezakt<br />

en dichtgeraakt met zand. Ook een interpretatie<br />

als paalkuil is bezwaarlijk. De diepte van<br />

de meeste kuilen is onvoldoende om een paal<br />

voldoende stevigheid te bieden om een echte<br />

solide barrière te vormen. Zet er een paard tegenaan<br />

en <strong>het</strong> zaakje ligt om. Bovendien is de<br />

spoorconfiguratie zodanig dat de structuur van<br />

een eventuele palissade wel erg open is. Veel<br />

waarschijnlijker is dat <strong>het</strong> hier, net als bij de<br />

houtwallen, gaat om kuilen die gegraven zijn<br />

<strong>voor</strong> de aanplant van struiken. Met name meidoorn<br />

en aanverwante prikkers vormen een serieus<br />

opstakel wanneer ze vergroeid zijn tot een<br />

dichte heg. Veel ondoordringbaarder dan een<br />

palissade. Te Holten zijn als onderdeel van een<br />

landweer verder minstens 7 parallelle greppels<br />

waargenomen (Mousch et al. 2006).<br />

Iets anders wat uit de beschikbare archeologische<br />

dataset naar voren komt, is dat de constructie<br />

van een en dezelfde landweer van plaats<br />

tot plaats aanmerkelijk kon verschillen. Op de<br />

ene plaats bestond <strong>het</strong> hoofdelement van de<br />

landweer uit een wal, een eind verderop uit een<br />

brede sloot. Deze variatie had ongetwijfeld te<br />

maken met lokale verschillen in bodem en<br />

grondwaterstand, en uiteraard ook met <strong>het</strong> verwachte<br />

risico van een aanval.<br />

Nog een reden om ze hier niet helemaal over te<br />

51<br />

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!