22.08.2013 Views

Hoofdstuk 3 - Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed

Hoofdstuk 3 - Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed

Hoofdstuk 3 - Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed

SHOW MORE
SHOW LESS

Create successful ePaper yourself

Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.

46<br />

—<br />

Afb. 3.4 Eersel-Kerkebogten De ligging van de laatmiddeleeuwse wallen vertoont een duidelijk samenhang met de<br />

verkaveling zoals die tot <strong>voor</strong> kort nog aanwezig was (naar Lascaris 2011, fig. 18.7).<br />

zeventiende eeuw) (Groenewoudt et al. 1998).<br />

In een onderzoek naar de ouderdom van vermeende<br />

hakhoutstoven te Garderen-Wilde<br />

kamp is een sleuf door een wal gegraven om de<br />

opbouw en ouderdom te bestuderen<br />

(Groenewoudt & Van Kregten 2005). De betreffende<br />

wal ligt tegenwoordig in <strong>het</strong> bos, maar<br />

omgaf oorspronkelijk waarschijnlijk een laatmiddeleeuwse<br />

kampontginning aan de rand van<br />

<strong>het</strong> akkerland van Garderen (Veluwe). Ook is <strong>het</strong><br />

mogelijk dat de wal (in tweede instantie?) deel<br />

uitmaakte van een schapendrift tussen Garderen<br />

en de weidegronden van dit dorp. Op palynologische<br />

gronden is de aanleg van de wal omstreeks<br />

1500 gedateerd. Getuige de (eveneens<br />

palynologische) datering van een eerdere greppel,<br />

bestond de betreffende grens omstreeks<br />

1200 al.<br />

Daar waar wallen op een steilkant tussen hoog<br />

en laag land lagen, bij<strong>voor</strong>beeld langs de rand<br />

van een dekzandrug, hadden wallen nogal eens<br />

een asymmetrisch dwarsprofiel. Aan de binnenkant<br />

van de wal (de zijde van de akker) bevond<br />

zich dan een greppel, aan de buitenzijde<br />

een - beduidend bredere - sloot. Te Hengelo-<br />

Hasselo zijn resten van een dergelijke houtwal<br />

uit de Late Middeleeuwen of Nieuwe tijd opgegraven<br />

(Scholte Lubberink 2011: 58-60) (afb. 3.7).<br />

In dit geval is de greppel aan de binnenzijde als<br />

de standgreppel van een omheining geïnterpreteerd.<br />

Vanwege de sterke gelijkenis met de situatie<br />

te Raalte-Jonge Raan (Groenewoudt et al.<br />

2008) is <strong>het</strong> aannemelijk dat deze standgreppel<br />

tussen de veertiende en zeventiende eeuw dateert.<br />

Zelfs bij gering reliëf komt <strong>het</strong> nogal eens<br />

<strong>voor</strong> dat de ‘binnenste’ greppel smaller is en<br />

minder diep dan de sloot aan de buitenkant. Te<br />

Borne-Bornsche Maten/Zuidesch bedroeg de<br />

afstand tussen greppel en sloot een meter of 4<br />

(Scholte Lubberdink 2007, 64-68, kaartbijlage<br />

1). Op de nabijgelegen Grutterskamp (Scholte<br />

Lubberink & Willemse 2009, 120) liggen sloot<br />

en greppel maar 1.5 tot 2 meter uit elkaar (afb.<br />

3.8). Dat doet vermoeden dat hier geen wal lag,<br />

maar een heg of bomenrij. De datering is achttiende<br />

eeuw. De vele opeenvolgende greppels<br />

langs de rand van de hooggelegen Looërenk bij<br />

Zutphen gaan terug tot de dertiende eeuw<br />

(Fermin 2008a, 305). De houtsingel langs de

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!