22.08.2013 Views

Download GRID Feedback 2002 No.2 - Delft Center for Systems and ...

Download GRID Feedback 2002 No.2 - Delft Center for Systems and ...

Download GRID Feedback 2002 No.2 - Delft Center for Systems and ...

SHOW MORE
SHOW LESS

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

FEEDBACK<br />

PERIODIEK<br />

van het<br />

GENOOTSCHAP<br />

REGELTECHNIEK<br />

INGENIEURS<br />

DELFT<br />

Jaargang 13, nummer 2, november <strong>2002</strong>


Inhoud<br />

Van het bestuur en redactie 3<br />

Oprichting <strong>Delft</strong> <strong>Center</strong> <strong>for</strong> <strong>Systems</strong> <strong>and</strong> Control 5<br />

The Evolution of Intelligent Control 7<br />

Ordina – Not the Ordinary 13<br />

Modelleren en Optimaliseren van Bioprocessen 17<br />

De Liberalisering van de Nederl<strong>and</strong>se Elektriciteitsmarkt 24<br />

Voorspellend besturingsmodel voor de zuivelproductie krijgt subsidie van Senter 30<br />

Sportdag 33<br />

Personalia 35<br />

Afstudeerders 35<br />

Colofon<br />

Bestuur <strong>GRID</strong> Co van Eijkelenburg, voorzitter<br />

Ben Klaassens, secretaris<br />

Onno Nouwen, penningmeester<br />

Ger Honderd<br />

Robert van Amerongen<br />

Leo de Keizer<br />

André van der Ham<br />

Jelmer Braaksma<br />

Redactie <strong>Feedback</strong> Ger Honderd, Ben Klaassens,<br />

Robert van Amerongen, Kitty Dukker<br />

Secretariaat- en<br />

redactieadres Faculteit In<strong>for</strong>matietechnologie en Systemen<br />

Opleiding Elektrotechniek<br />

Control <strong>Systems</strong> Engineering<br />

Postbus 5031<br />

2600 GA <strong>Delft</strong><br />

Postrekening 6065902<br />

Tel. 015-2785119<br />

Fax. 015-2786679<br />

Email: j.b.klaassens@its.tudelft.nl<br />

web: http://Icewww.et.tudelft.nl/~klaassens/<br />

grid/cent_grid.htm<br />

Abonnement FEEDBACK is het periodiek van <strong>GRID</strong>. Alle leden en aspirantleden ( te<br />

weten alle studenten van de werkeenheid Regeltechniek) van <strong>GRID</strong> krijgen<br />

FEEDBACK toegezonden. Lidmaatschap van <strong>GRID</strong> staat open voor alle<br />

afgestudeerden van de basiseenheid Regeltechniek van de Faculteit<br />

In<strong>for</strong>matietechnologie en Systemen. In<strong>for</strong>matie over Grid is te krijgen bij het<br />

secretariaat.<br />

2


Van het bestuur en redactie<br />

Na de aankondiging in het vorige nummer van <strong>Feedback</strong> over de reorganisatie van<br />

het vakgebied van de regeltechniek aan onze TUD, is er weinig respons gekomen<br />

van onze leden.<br />

In zijn reactie geeft prof. Piet de Jong (afgestudeerd in 1966) aan dat juist in de<br />

relatie met het vakgebied der regeltechniek, de dynamica van systemen van cruciale<br />

betekenis is. Omdat de TUD midden in een dynamische wereld staat, is het niet<br />

vreemd dat ook de oorspronkelijk succesvolle faculteit- en vakgroepindeling in deze<br />

tijd sterk ter discussie komt te staan. In zijn reactie bepleit Piet voor een<br />

“beweeglijkheid” van mensen in bedrijven en organisaties, inclusief universiteiten<br />

door vooral jonge mensen op de voorgrond te zetten om die beweeglijkheid inhoud te<br />

geven. Zoals hij het stelt: snelheid van ver<strong>and</strong>eren wordt bepaald door de (on-)<br />

beweeglijkheid van mensen. Het lijkt hem op zich heel gezond als er een aantal<br />

speerpunten worden gedefinieerd, waarna daarop de sterkte van de groep wordt<br />

geconcentreerd. Dat daarbij doorgroei of continuïteit van besta<strong>and</strong>e vakgroepen ter<br />

discussie komt te staan of in een <strong>and</strong>ere setting worden gezien, is dat<br />

onoverkomelijk? Zijn advies is dat zo h<strong>and</strong>ig mogelijk te doen en mogelijke<br />

persoonlijke problemen door goede regelingen (!) tot oplossing te brengen.<br />

Dank voor deze reactie van een deskundige uit zowel de industriële wereld als uit de<br />

universiteit. In dit nummer vindt u de visie van onze nieuwe jonge hoogleraar Michel<br />

Verhaegen, waarin hij een prognose geeft over de toekomst.<br />

In elk geval heeft deze ver<strong>and</strong>erde structuur direct effect op onze alumnivereniging<br />

<strong>GRID</strong>. Daarover is de afgelopen ma<strong>and</strong>en in diverse gremia gesproken. De mening<br />

van de tot nu gepolste hoogleraren van de faculteiten OCP en TNW is, dat ernaar<br />

gestreefd dient te worden om de huidige organisatie <strong>GRID</strong> te vervangen door een<br />

alumnivereniging met een brede basis van regeltechnisch afgestudeerden aan de<br />

TUD. Wij hopen dit punt uitdrukkelijk met u allen te kunnen bespreken op de<br />

aansta<strong>and</strong>e jaarvergadering, die op 15 november wordt gehouden, in combinatie met<br />

een excursie bij TNO-Automotive in <strong>Delft</strong>. Van harte nodig ik u uit deze bijeenkomst<br />

bij te wonen, zowel voor de belangrijke punten die staan te gebeuren voor <strong>GRID</strong><br />

maar niet minder gezien het fascinerende inhoudelijke beeld dat door medewerkers<br />

van TNO zal worden gegeven op de ontwikkeling van het verkeer in de toekomst,<br />

met demonstraties van futuristische auto’s.<br />

In dit nummer heeft de redactie voor u een cocktail aan interessante bijdragen<br />

verzameld. Na de toekomstvisie van Michel Verhaegen is er een bijdrage van Robert<br />

Babuška. Robert heeft onlangs voor de hoogleraren van ITS een presentatie<br />

gegeven van het onderzoek op de vakgroep Regeltechniek (huidige naam:<br />

Werkeenheid), dit ter gelegenheid van zijn benoeming tot Anthonie-van-<br />

Leeuwenhoek hoogleraar. Rob Kempers presenteert zijn TWAIO-onderzoek, terwijl<br />

onze penningmeester Onno Nouwen inzicht geeft in het marketing beleid van de<br />

elektriciteitswereld. In het kader van mijn bemoeienis met de EZ-organisatie<br />

SENTER is ook een in<strong>for</strong>matief stukje opgenomen over het werk, in regeltechnisch<br />

verb<strong>and</strong>, binnen deze organisatie. Op 5 juni is door Verstelregel weer een sportdag<br />

georganiseerd. Het verslag treft u aan in dit nummer. In de personele rubriek staat<br />

het 40-jarige TU-jubileum van Daan Noteboom op 1 september <strong>2002</strong>. Een terechte<br />

huldiging voor een bijzonder mens, hulpvaardig en bereid problemen op<br />

computergebied voor een ieder te helpen oplossen Daarnaast hebben we recentelijk<br />

weer een promotie gehad: Hans Roubos is op 25 september doctor in de Technische<br />

3


Wetenschappen geworden op zijn onderzoek naar de modelvorming en regeling van<br />

biotechnologische processen.<br />

Het bestuur wenst u weer een paar momenten leesplezier en zal het zeer op prijs<br />

stellen reacties van u te vernemen. Maar vooral: noteert u vast de <strong>GRID</strong>-excursie<br />

annex jaarvergadering op vrijdagmiddag, 15 november a.s.<br />

Met vriendelijke groeten,<br />

namens het <strong>GRID</strong>-bestuur,<br />

Ger Honderd.<br />

4


Oprichting <strong>Delft</strong> <strong>Center</strong> <strong>for</strong> <strong>Systems</strong> <strong>and</strong> Control<br />

door Michel Verhaegen<br />

In de strategienota “Engineering The Future” van de TU <strong>Delft</strong> wordt het strategisch<br />

belang van het kennisgebied “Mechatronics <strong>and</strong> Control” duidelijk in de verf gezet.<br />

Op basis van deze nota heeft het CvB, de drie regeltechniek groepen van de<br />

faculteiten ITS 1 , TNW 2 en OCP 3 uitgenodigd om de groepen te bundelen in een<br />

nieuw centrum dat ingehuisd zal worden bij OCP.<br />

De drie hoogleraren Prof. Okko Bosgra, Prof. Paul van den Hof en Prof. Michel<br />

Verhaegen van de betrokken groepen en hun medewerkers staan positief tegenover<br />

deze uitnodiging. Dit vooral omdat zij nieuwe mogelijkheden en uitdagingen zien in<br />

deze bundeling. Van de vele mogelijkheden worden hier kort een viertal aangestipt.<br />

Ten eerste zal de nieuwe groep nu als eenheid de ‘markt’ op het gebied van de<br />

regeltechniek binnen en buiten de universiteit kunnen bedienen. In dit gezamenlijk<br />

optreden zullen de expertise gebieden van de groepen elkaar kunnen versterken<br />

daar waar er overlap bestond en zal een betere afstemming gemaakt kunnen worden<br />

in de keuze van nieuw te exploiteren werkterreinen.<br />

Ten tweede is de bundeling een gevolg van het generieke karakter van het<br />

regeltechnisch vakgebied. Daarom vormde dit vakgebied voor geen van de<br />

genoemde faculteiten een gezichtsbepalende activiteit. De bundeling zal toelaten om<br />

hierin in de toekomst ver<strong>and</strong>ering aan te brengen. Dit omdat de gebundelde<br />

regeltechniek groepen een toonaangevende rol zullen spelen in het opzetten en<br />

uitbouwen van het speerpunt “Mechatronics <strong>and</strong> Microsystems” van de universiteit.<br />

De bundeling maakt het mogelijk een belangrijke traditie van de drie groepen die hen<br />

wereldbekendheid heeft gegeven verder te zetten. In deze traditie wordt naast<br />

fundamenteel georiënteerd onderzoek, waarbij nieuwe rekenmethoden worden<br />

ontwikkeld voor systeem- en regeltheoretische problemen, ook innovatief<br />

toepassingsgericht onderzoek verricht om de ontwikkelde methoden te valideren in<br />

gebieden zoals de biotechnologie, de proces-, vliegtuig-, voertuig- industrie.<br />

Ten derde zal op een meer efficiënte manier de beschikbare capaciteit van de drie<br />

groepen ingezet kunnen worden om het bachelors onderwijs op het gebied van de<br />

regeltechniek aan de verschillende faculteiten in <strong>Delft</strong> te vernieuwen en te<br />

verbeteren. Deze vernieuwing, die bijvoorbeeld het opzetten van computer assisted<br />

lecturing omvat, is zeer arbeidsintensief. Zij is echter noodzakelijk om het vaak<br />

abstracte onderwijs in de regeltechniek aantrekkelijk en inzichtelijk te maken. De<br />

expertise en de onderwijsvernieuwing binnen de gebundelde regeltechniek groepen<br />

vormen belangrijke troeven om dit onderwijs op bachelors niveau aan de <strong>and</strong>ere<br />

‘zuster’-faculteiten ITS en TNW te blijven verzorgen.<br />

1<br />

Waarvan de voormalige faculteit Elektrotechniek deel uitmaakt.<br />

2<br />

Waarvan de voormalige faculteit Natuurkunde deel uitmaakt.<br />

3<br />

Die de voormalige faculteit Werktuigbouw omvat.<br />

5


Ten vierde heeft de bundeling de weg vrijgemaakt voor de oprichting van de nieuwe<br />

Master’s opleiding ‘<strong>Systems</strong> <strong>and</strong> Control’. Deze nieuwe opleiding zal in het academie<br />

jaar 2003-2004 voor het eerst van start gaan. Het doel van de gebundelde groepen is<br />

om deze nieuwe opleiding te laten uitgroeien tot een nationaal- en internationaal<br />

hooggewaardeerde kweekvijver van toptalent. De systeembenadering die als een<br />

rode draad doorheen de verschillende vakken van deze opleiding zal lopen, zal een<br />

belangrijke troef blijven van de polyvalent opgeleide afgestudeerde om in zeer<br />

verschillende bedrijfssectoren van de Nederl<strong>and</strong>se en Europese industrie een<br />

leidinggevende management of onderzoek functie te (blijven) vervullen.<br />

Naast de ontegensprekelijke meerwaarde die deze bundeling bezit, brengt ze ook<br />

extra verantwoordelijkheden met zich mee die met zorg ter harte zullen worden<br />

genomen. Op zowel onderwijs als onderzoeksgebied in de regeltechniek zullen de<br />

zusterfaculteiten ITS en TNW in hun behoefte voorzien dienen te blijven worden.<br />

Continue overleg en afstemming met de belanghebbende studenten en hun<br />

onderwijsdirecteuren enerzijds en de onderzoeksgroepen <strong>and</strong>erzijds vormen een<br />

belangrijke uitdaging voor het management van de nieuw gebundelde groepen.<br />

Afspraken zullen gemaakt worden over de voortzetting van het kwalitatief<br />

hoogwaardig regeltechnisch onderwijs bij ITS en TNW. Deze afspraken zullen de<br />

eindtermen vastleggen, waardoor de studenten van deze zusterfaculteiten ‘seamless’<br />

kunnen doorstromen naar de Master’s opleiding in <strong>Systems</strong> <strong>and</strong> Control. Goede<br />

afspraken is één zaak, ze invullen op een blijvende en kwalitatief hoogsta<strong>and</strong>e<br />

manier is een <strong>and</strong>ere niet te verwaarlozen zaak. Ze vormt een belangrijke uitdaging<br />

voor de leidinggevende Prof. Verhaegen en Prof. Van de Hof van de nieuwe groep.<br />

Op dit moment wordt de laatste h<strong>and</strong> gelegd aan de ver<strong>and</strong>erplannen die een<br />

concrete uitwerking moeten geven aan de bundeling. Hoe het centrum precieze vorm<br />

zal krijgen zal de toekomst uitwijzen. Wat we nu reeds kunnen verklappen is de<br />

naamgeving die recent boven het doopvont werd gehouden, nl. “<strong>Delft</strong> <strong>Center</strong> <strong>for</strong><br />

<strong>Systems</strong> <strong>and</strong> Control”, afgekort DCSC 4<br />

4<br />

Uitgesproken dee-see-es-see, om aan te geven dat er in de toekomst wel degelijk wat te zien zal zijn.<br />

6


What is intelligent control?<br />

door Robert Babuška<br />

The term ‘intelligent control’ has been introduced some three decades ago to denote<br />

a control paradigm with considerably more ambitious goals than typically used in<br />

conventional automatic control. While conventional control methods require more or<br />

less detailed knowledge about the process to be controlled (in the <strong>for</strong>m of a<br />

mathematical model), an intelligent system should be able to autonomously control<br />

complex, poorly understood processes such that some well-defined goal can be<br />

achieved. It should also cope with unanticipated changes in the process or its<br />

environment, learn from past experience, actively acquire <strong>and</strong> organize knowledge<br />

about the surrounding world <strong>and</strong> plan its future behavior. Given these highly<br />

ambitious goals, clearly motivated by the wish to replicate the most prominent<br />

capabilities of our human brain, it is perhaps not so surprising that no truly intelligent<br />

control system has been implemented to date.<br />

In the current literature on control, the word ‘intelligent’ is often used as a general<br />

label <strong>for</strong> techniques originating from the field of artificial intelligence (AI), which are<br />

intended to replicate some of the key components of intelligence, such as reasoning,<br />

learning, etc. Among these techniques are artificial neural networks, expert systems,<br />

fuzzy logic systems, genetic algorithms <strong>and</strong> various combinations of these tools.<br />

While in some cases, these techniques really add some truly intelligent features to<br />

the system, in other situations they are merely used as an alternative way to<br />

represent a fixed nonlinear control law, process model or uncertainty. In this latter<br />

case, we cannot speak of any direct contribution to a higher degree of machine<br />

intelligence, but this does not mean that these methods are not useful. The opposite<br />

is true - intelligent techniques have enriched the area of control by employing<br />

alternative representation schemes <strong>and</strong> <strong>for</strong>mal methods to incorporate extra relevant<br />

in<strong>for</strong>mation that cannot be used in the st<strong>and</strong>ard control-theoretic framework of<br />

differential <strong>and</strong> difference equations. For instance, fuzzy control is an example of a<br />

rule-based representation of human knowledge <strong>and</strong> the corresponding deductive<br />

processes. Artificial neural networks can realize complex learning <strong>and</strong> adaptation<br />

tasks by imitating the function of biological neural systems.<br />

In the rest of this article, the key features of these methods are first briefly described.<br />

Then, an overview is given of the current research at Regeltechniek in the area of<br />

‘Intelligent Modeling <strong>and</strong> Control’. Finally, some perspectives <strong>for</strong> future developments<br />

in this field are outlined.<br />

Techniques<br />

The Evolution of Intelligent Control<br />

Fuzzy logic systems describe relations by means of if-then rules, such as ‘if heating<br />

valve is open then temperature is high.’ The ambiguity (uncertainty) in the definition<br />

of the linguistic terms (e.g., high temperature) is represented by using fuzzy sets,<br />

which are sets with overlapping boundaries, see Figure 1. In the fuzzy set framework,<br />

7


a particular domain element can simultaneously belong to several sets, with different<br />

degrees of membership. For instance, t = 20 o C belongs to the set of High<br />

temperatures with membership 0.4 <strong>and</strong> to the set of Medium temperatures with<br />

membership 0.2. This gradual transition from membership to non-membership<br />

facilitates a smooth outcome of the reasoning (deduction) with fuzzy if-then rules; in<br />

fact a kind of interpolation.<br />

Figure 1: Partitioning of the temperature domain into three fuzzy sets.<br />

Fuzzy logic systems are a suitable framework <strong>for</strong> representing qualitative knowledge,<br />

either provided by human experts (knowledge-based fuzzy control) or automatically<br />

acquired from data (rule induction, learning). In the latter case, fuzzy clustering<br />

algorithms are often used to partition data into groups of similar objects. Fuzzy sets<br />

<strong>and</strong> if-then rules are then induced from the obtained partitioning, see Figure 2. In this<br />

way, a compact, qualitative summary of a large amount of possibly high-dimensional<br />

data is generated. To increase the flexibility <strong>and</strong> representational power, local<br />

regression models can be used in the conclusion part of the rules (the so-called<br />

Takagi-Sugeno fuzzy system).<br />

Figure 2: Fuzzy clustering can be used to extract qualitative if-then rules<br />

from numerical data.<br />

Artificial Neural Networks are simple models imitating the function of biological<br />

neural systems. While in fuzzy logic systems, in<strong>for</strong>mation is represented explicitly in<br />

8


the <strong>for</strong>m of if-then rules, in neural networks, it is implicitly ‘coded’ in the network <strong>and</strong><br />

its parameters. In contrast to knowledge-based techniques, no explicit knowledge is<br />

needed <strong>for</strong> the application of neural nets. Their main strength is the ability to learn<br />

complex functional relations by generalizing from a limited amount of training data.<br />

Neural nets can be used, <strong>for</strong> instance, as (black-box) models <strong>for</strong> nonlinear,<br />

multivariable static <strong>and</strong> dynamic systems <strong>and</strong> can be trained by using input-output<br />

data observed on the system.<br />

Figure 3: Multi-layer artificial neural network.<br />

Figure 3 shows the most common artificial feed<strong>for</strong>ward neural network, which<br />

consists of several layers of simple nonlinear processing elements called neurons,<br />

inter-connected through adjustable weights. The in<strong>for</strong>mation relevant to the inputoutput<br />

mapping of the net is stored in these weights. There are many other network<br />

architectures, such as multi-layer recurrent nets, Hopfield networks, or self-organizing<br />

maps. Neural networks <strong>and</strong> fuzzy systems are often combined in neuro-fuzzy<br />

systems, which effectively integrate qualitative rule-based techniques with datadriven<br />

learning.<br />

Genetic algorithms are r<strong>and</strong>omized optimization techniques inspired by the<br />

principles of natural evolution <strong>and</strong> survival of the fittest. C<strong>and</strong>idate solutions to the<br />

problem at h<strong>and</strong> are coded as strings of binary or real numbers. The fitness (quality,<br />

per<strong>for</strong>mance) of the individual solutions is evaluated by means of a fitness function,<br />

which is defined externally by the user or another higher-level algorithm. The fittest<br />

individuals in the population of solutions are reproduced, using genetic operators like<br />

the crossover <strong>and</strong> mutation. In this way, a new, generation of fitter individuals is<br />

obtained <strong>and</strong> the whole cycle starts again (Figure 4). Genetic algorithms proved to be<br />

effective in searching high-dimensional spaces <strong>and</strong> have found applications in a large<br />

number of domains, including the optimization of model or controller structures, the<br />

tuning of parameters in nonlinear systems, etc.<br />

Current Research <strong>and</strong> Applications at Regeltechniek<br />

Research in the area of intelligent control has a long tradition at Regeltechniek. The<br />

pioneering work prof. van Nauta Lemke <strong>and</strong> his co-workers was focused on<br />

knowledge-based fuzzy control <strong>and</strong> fuzzy decision making. More recently, the<br />

9


attention has shifted toward data-driven fuzzy <strong>and</strong> neuro-fuzzy modeling <strong>and</strong><br />

nonlinear model-based control.<br />

Figure 4: Genetic algorithms are based on a simplified simulation of the<br />

natural evolution cycle.<br />

The importance of effective model building tools <strong>for</strong> control can hardly be<br />

underestimated. Virtually all advanced control techniques require a reasonably<br />

accurate dynamic model of the plant. It is well known that the development of a<br />

nonlinear control-oriented model consumes a considerable part of the total project<br />

time <strong>and</strong> ef<strong>for</strong>t. By using fuzzy identification techniques, transparent <strong>and</strong> interpretable<br />

nonlinear models can be obtained through effectively combining partial physical<br />

knowledge with process data (gray-box modeling). Learning methods <strong>for</strong> fuzzy<br />

models have been developed that preserve semantic interpretability <strong>and</strong><br />

transparency under numerical optimization of parameters in these systems.<br />

Our current research in the area of nonlinear model-based control proceeds along<br />

four basic lines: 1. robust gain-scheduling (automated identification of operating<br />

points <strong>and</strong> scheduling functions, robust local <strong>and</strong> global design), 2. predictive control<br />

(development of effective optimization techniques, robustness issues), 3. faulttolerant<br />

control (consolidation of signals from redundant sensors, analytical<br />

redundancy, soft sensors), 4. self-tuning <strong>and</strong> adaptive control systems <strong>for</strong> partly<br />

unknown <strong>and</strong> time-varying systems (supervision of adaptation, identification of<br />

nonlinear actuator characteristics).<br />

The main current application domains are bioprocess industry (modeling <strong>and</strong><br />

adaptive control) <strong>and</strong> fly-by-wire aircraft control systems (gain-scheduling <strong>and</strong> faulttolerant<br />

control). The previous issue of <strong>Feedback</strong> included articles describing some<br />

of these activities in on going projects. Application examples from some of the past<br />

projects are: decision-support systems <strong>for</strong> various industrial processes (Henkel,<br />

Vermeer), nonlinear predictive controllers <strong>for</strong> indoor climate control (TNO Bouw),<br />

10


nonlinear identification <strong>and</strong> pattern recognition in biomedical applications (Erasmus<br />

Medical <strong>Center</strong>), etc<br />

Future perspectives<br />

At this moment, the term ‘intelligent control’ is more like an umbrella <strong>for</strong> various<br />

modeling, control <strong>and</strong> optimization techniques replicating some aspects of biological<br />

intelligence, rather than a compact research discipline aiming at the development of<br />

systems with a high degree of machine intelligence. The progress in the development<br />

of truly intelligent control systems has been slower than the prominent researchers in<br />

the field predicted. There may be various reasons <strong>for</strong> this:<br />

High per<strong>for</strong>mance, low cost<br />

Automatic control, although hidden from the user, is present practically everywhere -<br />

in our homes, industry, communication systems, cars, etc. In many applications,<br />

control systems are becoming mission critical; a failure of the control system often<br />

means a failure of the system as a whole. Consequently, severe requirements are<br />

being imposed on the per<strong>for</strong>mance of control systems (ultimate stability <strong>and</strong><br />

robustness, high accuracy <strong>and</strong> sampling rates, guaranteed real-time per<strong>for</strong>mance,<br />

etc.). On top of this, the development <strong>and</strong> production costs are kept as low as<br />

possible. As a consequence, we often build systems with the minimal possible<br />

number of sensors, actuators, etc., leaving little space <strong>for</strong> additional intelligent<br />

features.<br />

In contrast to the above, intelligent biological systems do not seem to be driven by<br />

this greedy strategy of low-cost, optimal, fail-safe per<strong>for</strong>mance <strong>and</strong> high accuracy at<br />

each <strong>and</strong> every step toward the final goal. Instead, they adaptively focus <strong>and</strong> defocus<br />

attention, conduct deliberate explorative actions that temporarily worsen the<br />

per<strong>for</strong>mance, but on the long term lead to improvement, unwillingly make mistakes<br />

that eventually facilitate more effective learning. By judging novel control paradigms<br />

according to established per<strong>for</strong>mance criteria <strong>and</strong> stability analysis methods, we may<br />

actually be hampering the progress in the field. What we may need to introduce are<br />

modified or refined per<strong>for</strong>mance requirements <strong>and</strong> criteria to assess intelligent control<br />

systems.<br />

Generic tools<br />

One of the main drivers in control theory is the development of generic tools,<br />

independent of the application domain. Consequently, control algorithms <strong>and</strong> design<br />

techniques are applicable to classes of systems, characterized by the dynamic<br />

properties of the mathematical model, thus abstracting from the actual physical<br />

process. This allows control engineers to reuse similar control concepts in completely<br />

different domains <strong>and</strong> without having detailed knowledge of the application. This<br />

approach obviously has many advantages, but it also imposes some limitations on<br />

the obtained solutions. First of all, no process exactly fits in one particular class (e.g.,<br />

linear time-invariant, nonlinear input-affine, Hammerstein, Wiener, etc.) <strong>and</strong> thus<br />

approximations <strong>and</strong> simplifying assumptions have to be made. Secondly, one tends<br />

to select the control structure at an early stage, often on the basis of limited a priori<br />

in<strong>for</strong>mation. The choice is then done based on one's background <strong>and</strong> experience<br />

from previous projects, without seriously considering other solutions.<br />

11


A possible future direction is to focus on the development of design-support tools that<br />

will automatically generate alternative solutions (models, controllers) to the problem<br />

at h<strong>and</strong>. By means of an autonomous commissioning system, several of these<br />

solutions could then be deployed simultaneously in some kind of self-organizing<br />

controller (by using evolutionary programming, <strong>for</strong> instance). A step further would be<br />

the integration of this concept with the design of the process itself.<br />

Sensors <strong>and</strong> cognition<br />

Biological organisms are equipped with a highly efficient, redundant system <strong>for</strong><br />

sensing the environment, processing <strong>and</strong> storing the acquired in<strong>for</strong>mation. This is<br />

something we still can only dream of in the case of man-made systems. Clearly, a<br />

major progress can only be achieved with the use of new, much more af<strong>for</strong>dable<br />

sensor technologies. However, along with better sensors, we need to develop tools<br />

<strong>for</strong> interpreting the acquired data <strong>and</strong> storing them in the <strong>for</strong>m of knowledge.<br />

Step by step?<br />

AI techniques, such as neural networks, fuzzy logic, genetic algorithms, etc., have<br />

undoubtedly contributed to the progress of automatic control by gradually extending<br />

the functionality of more traditional control systems. However, the intriguing question<br />

is whether these small incremental improvements in control will eventually lead to the<br />

synthesis of truly intelligent systems. Some believe they will, others argue that this is<br />

like trying to build an airplane by successively improving the car engine. It is difficult<br />

to predict the future developments, but, at this moment, it seems quite certain that <strong>for</strong><br />

the next several decades, intelligent control will remain one of the most challenging<br />

fields of engineering <strong>and</strong> science.<br />

Contact: r.babuska@its.tudeft.nl, http://Lcewww.et.tudelft.nl/~babuska<br />

Further reading<br />

Harris, C.J., C.G. Moore <strong>and</strong> M. Brown (1993). Intelligent Control, Aspects of Fuzzy<br />

Logic <strong>and</strong> Neural Nets. World Scientific, Singapore.<br />

Haykin, S. (1994). Neural Networks. Macmillan Maxwell International, New York.<br />

Jang, J.-S.R., C.-T. Sun <strong>and</strong> E. Mizutani (1997). Neuro-Fuzzy <strong>and</strong> Soft Computing; a<br />

Computational Approach to Learning <strong>and</strong> Machine Intelligence. Prentice-Hall,<br />

Upper Saddle River.<br />

Klir, G.J. <strong>and</strong> B. Yuan (1995). Fuzzy sets <strong>and</strong> fuzzy logic; theory <strong>and</strong> applications.<br />

Prentice Hall, Upper Saddle River.<br />

Passino, K. M. <strong>and</strong> S. Yurkovich (1998). Fuzzy Control. Addison-Wesley,<br />

Massachusetts.<br />

Zurada, Jacek M., Robert J. Marks II <strong>and</strong> Charles J. Robinson (Eds.) (1994).<br />

Computational Intelligence: Imitating Life. IEEE Press, Piscataway, NJ.<br />

12


Introductie Rob Kemper<br />

door Rob Kemper<br />

Rob Kemper, afgestudeerd bij de vakgroep regeltechniek in 1996 en<br />

daarna twee jaar in dienst geweest als Twaio Mechatronica, is sinds<br />

juni 1999 in dienst bij Ordina Technical Automation in <strong>Delft</strong>. Na André<br />

van der Ham in de <strong>Feedback</strong> van begin <strong>2002</strong>, geeft ook hij - als<br />

alternatief op “de 11 vragen” - een kijk op het bedrijf waar hij werkt en<br />

het werk dat hij nu doet.<br />

Introductie Ordina<br />

Ordina is een (beursgenoteerde) dienstverlener voor In<strong>for</strong>matie en Communicatie<br />

Technologie (ICT) en heeft op dit moment ruim 4000 medewerkers. Ik werk zelf bij<br />

het onderdeel Ordina Technical Automation (TA). Dit is een autonome<br />

werkmaatschappij binnen de Ordina groep met zo’n 220 medewerkers en met<br />

vestigingen in Bilthoven, Deventer, Eindhoven en <strong>Delft</strong>. TA is één van de<br />

marktleiders op het gebied van technische software ontwikkeling. Speerpunten hierbij<br />

zijn het ontwikkelen van:<br />

?? productsoftware (embedded software in de eindproducten van de klanten)<br />

?? productiesoftware (technische software voor industriële toepassingen)<br />

?? technische applicaties (applicaties met een sterke bèta component zoals<br />

natuurkundige of regeltechnische algoritmen)<br />

Hoe kom ik bij Ordina terecht?<br />

Tijdens de eindfase van mijn Twaio opleiding vonden de jaarlijkse bedrijvendagen bij<br />

Elektrotechniek plaats. Daar heb ik kennis gemaakt met veel verschillende bedrijven,<br />

die allemaal wel iets interessants te bieden hadden. Dat maakte de keuze niet<br />

gemakkelijker. Ik wilde daarom eerst bij een detacheringbedrijf beginnen: je krijgt dan<br />

immers de kans om overal op projectbasis in de keuken te kijken. Het<br />

detacheringbedrijf dat er op dat moment uitsprong, was High Tech Automation, wat<br />

toen al onderdeel van Ordina was en nu dus Ordina Technical Automation heet. Het<br />

klikte eigenlijk meteen: interessant werk, aardige mensen en lekker dichtbij. Ik ben<br />

overigens niet de enige TU’er van Regeltechniek die bij Ordina TA werkt, op dit<br />

moment zijn er 6 oud-Regeltechniekers werkzaam in <strong>Delft</strong>, dus over de collega’s<br />

niets te klagen…<br />

Verleden<br />

Ordina – Not the Ordinary<br />

Toen ik begon bij TA, hoefde ik niet lang te wachten op een geschikt project: binnen<br />

3 dagen was er een leuke opdracht gevonden. Voor een bedrijf in Petten moest de<br />

besturingssoftware worden ontwikkeld voor het vullen van medicijncapsules met<br />

radioactief jodium. Het besturingssysteem stuurt hiervoor een afvulunit, twee<br />

draaiplateaus en een eenvoudige pneumatische robotarm aan. Het ging hier om een<br />

13


PLC applicatie, dus geen pure regeltechniek, maar meer logisch denken. Aangezien<br />

ik altijd al een zwak heb gehad voor robotbesturingen, paste dit perfect. Tussendoor<br />

heb ik voor hetzelfde bedrijf een tweede PLC besturing gemaakt (ik was er toch) en<br />

wel voor de controle van de kwaliteit van z<strong>and</strong> in een enorme z<strong>and</strong>winninginstallatie.<br />

Hierna kwam ik voor het eerst in aanraking met de defensietak. Voor een bedrijf in<br />

Zoetermeer heb ik gewerkt aan een systeem waarmee door middel van ingegraven<br />

sensoren gedetecteerd kan worden waar auto’s, personen en tanks zich bevinden,<br />

waarna deze gegevens draadloos naar het basisstation worden verzonden en daar<br />

op een geografische kaart geprojecteerd worden. Mijn werkzaamheden hadden<br />

vooral betrekking op de problemen met de communicatie protocollen (alle 7 OSI<br />

lagen).<br />

Wat ook te maken heeft met telecommunicatie, is de nieuwe telefooncentrale van de<br />

Tweede Kamer. Deze nieuwe centrale werd naast een oud pager systeem<br />

gehangen. Ze spraken beide weliswaar dezelfde taal, maar gebruikten verschillende<br />

grammatica. Er moest dus er een convertor gemaakt worden. Dit systeem (deels<br />

embedded, deels PC applicatie) hebben we in de kelder van de Tweede Kamer<br />

geïnstalleerd, en het draait sinds de ingebruikname nog steeds zonder problemen.<br />

Het is een erg leuk idee dat als iem<strong>and</strong> de premier wil oproepen, dit door ‘mijn’<br />

systeem op zijn pager verschijnt.<br />

Hierna volgde mijn eerste echt grote opdracht, bij de Koninklijke Nederl<strong>and</strong>se<br />

Marine. Ik maakte toen door middel van dit project kennis met simulatoren, iets wat<br />

Ordina TA vaak doet en wat ik zelf ook erg interessant vind. Voor de Marine is een<br />

simulator gemaakt van de technische centrale van het M-Fregat. In deze centrale<br />

wordt de toest<strong>and</strong> van alle technische installaties van het M-Fregat in de gaten<br />

gehouden. Ik heb me beziggehouden met de low-level modellering van onder <strong>and</strong>ere<br />

de dieselmotoren, hun regelsystemen en de voortstuwingsregelingen. Natuurlijk moet<br />

het gedrag van de modellen onder normale bedrijfsvoering niet van echt te<br />

onderscheiden zijn, maar de uitdaging lag vooral in het modelleren van allerlei<br />

foutscenario’s, zoals br<strong>and</strong> in een gasturbine of het uitvallen van een<br />

dieselgenerator. Uiteindelijk was het een mooi compliment, dat de mariniers tijdens<br />

trainingen binnen 5 minuten met rode hoofden en bezwete ruggen comm<strong>and</strong>o’s naar<br />

elkaar aan het schreeuwen waren. ’t Is toch echt maar een spelletje…<br />

Vervolgens heb ik een jaar gewerkt bij een bedrijf, dat glastuinbouwautomatisering<br />

ontwikkelt. Denk hierbij bijvoorbeeld aan klimaatregelingen, bewateringsregelingen<br />

en energiemanagement. Ik heb voor dit bedrijf de infrastructuur ontworpen waarmee<br />

voor een klant een compleet regelsysteem op maat samengesteld kan worden uit<br />

losse bouwstenen (“2x bewatering, 4x ventilatie type 2, wat temperatuursensoren.<br />

Verder nog iets gewenst meneer?”). Hierbij worden de afzonderlijke regelingen in<br />

Simulink gebouwd en getest, waarna deze modules als onderdelen van een<br />

samenwerkend regelsysteem op dedicated hardware modules geplaatst worden.<br />

Vooral het werken op het grensgebied van software en hardware is mij hier erg goed<br />

bevallen.<br />

Hierna heb ik weer aan een simulatie gewerkt. Deze keer ging het niet om een<br />

marinefregat, maar om een onderdeel in een zogenaamde ‘embedded trainer’ voor<br />

piloten van gevechtstoestellen. De term ‘embedded training’ houdt in dat piloten niet<br />

14


meer plaats nemen in een simulator op de grond, maar daadwerkelijk in hun toestel<br />

vliegen en daar allerlei scenario’s voorgeschoteld krijgen met virtuele objecten.<br />

Samen met 2 collega’s heb ik een model gemaakt van een SAM (Surface to Air<br />

Missile) site, zodat de piloten tijdens de training hun defensieve h<strong>and</strong>elingen kunnen<br />

oefenen. Het gaat hier overigens om een internationaal project, waarbij onder <strong>and</strong>ere<br />

ook Duitsl<strong>and</strong>, Italië en Turkije betrokken zijn.<br />

Aangezien ik me altijd al geïnteresseerd heb voor zowel technische als niettechnische<br />

zaken, ben ik na ongeveer een jaar in de ondernemingsraad gestapt. Een<br />

ondernemingsraad is de vertegenwoordiging van de medewerkers tijdens overleg<br />

met het bestuur. Ik had op geen mooier moment in kunnen stappen: de laatste<br />

<strong>and</strong>erhalf jaar hebben we al 2 keer een nieuwe directeur en 1 maal een nieuwe<br />

bedrijfsnaam gekregen, wordt er ‘driftig’ gereorganiseerd, hebben we een<br />

harmonisatietraject gehad voor de arbeidsvoorwaarden, noem maar op. Het kost wel<br />

wat tijd natuurlijk, maar ik krijg steeds beter inzicht in de organisatiestructuur van<br />

Ordina. Bovendien krijgen we veel – voornamelijk positieve – feedback van de<br />

medewerkers, zij zijn dus wel tevreden met wat wij daar allemaal uitspoken in die<br />

vergaderzaal (nee, we praten niet alleen mee over de kleur van het fietsenhok…).<br />

Heden<br />

Op dit moment zit ik al weer enkele ma<strong>and</strong>en bij een internationale organisatie in<br />

Den Haag. Ook hier werk ik aan een simulatie, deze keer om de kwaliteit van<br />

logistieke planningen te evalueren. Er zullen gedetailleerde modellen gemaakt<br />

worden van logistieke onderdelen als havens, schepen en konvooien. De reeds<br />

aanwezige logistieke planningen zullen vervolgens omgezet worden in deze<br />

modellen. Hierna zal een generiek simulator framework, dat ook ingezet moet<br />

kunnen worden voor niet-logistieke doeleinden, deze modellen doorrekenen waarbij<br />

tevens stochastische invloeden gebruikt zullen worden. Het nieuwe systeem moet<br />

eind <strong>2002</strong> de eerste resultaten gaan opleveren. Dit project geeft mij ook de kans om<br />

meer richting systeemontwerp en teamleiding te gaan, waar toch meer mijn<br />

interesses liggen dan bij de pure regeltechniek of software engineering.<br />

Toekomst<br />

Als je voor een bedrijf werkt dat zelf producten ontwikkelt of zelf aan research doet,<br />

dan weet je vaak wat er in de nabije toekomst allemaal op stapel staat. Je kunt je dus<br />

wel een beeld vormen van de werkzaamheden, die je zult gaan verrichten als je<br />

huidige werkzaamheden ten einde raken. Binnen een detacheringbedrijf is dit<br />

natuurlijk heel <strong>and</strong>ers: ik heb nog geen idee waar ik over een half jaar werkzaam zal<br />

zijn en wat voor soort werk ik dan zal doen. Gelukkig heb je een zogenaamde Field<br />

Manager, die samen met jou een persoonlijke loopbaan planning maakt, waarin je<br />

eigen doelen verwoord zijn. Ordina zal zijn best doen om een opdracht te vinden die<br />

hierbij aansluit, want dan zijn zowel werkgever als werknemer tevreden en dat<br />

weerspiegelt zich altijd direct in de kwaliteit van het werk. Dit noemen wij “de juiste<br />

man op de juiste plaats”.<br />

Ik hoop dat ik met dit artikel duidelijk heb kunnen maken, dat ik bij Ordina goed op<br />

mijn plek zit: leuke collega’s, interessante projecten en afwisselend werk. Mocht je<br />

nog vragen hebben of gewoon bij willen praten, mail me dan even.<br />

15


Alles samengevat kan ik dus met recht zeggen: “Ordina… not the ordinary”.<br />

Ordina Technical Automation B.V.<br />

Vestiging <strong>Delft</strong><br />

<strong>Delft</strong>echpark 3<br />

2628 XJ <strong>Delft</strong><br />

Telefoon (015) 251 91 00<br />

web: www.ordina.nl<br />

mail: rob.kemper@ordina.nl<br />

16


door Hans Roubos<br />

Abstract - Dit artikel verschijnt naar aanleiding<br />

van mijn promotie, 25 september jongstleden.<br />

Het proefschrift 5 met de Nederl<strong>and</strong>se titel "Biotechnologische<br />

procesmodellering en optimalisatie''<br />

en de ondertitel "Fed-batch clavulaanzuurproductie<br />

met Streptomyces clavuligerus''<br />

beh<strong>and</strong>eld het gebruik van wiskundige modellen<br />

voor de ontwikkeling van fed-batch bioprocessen<br />

(figuur 1). Dergelijke modellen worden nog niet<br />

uitgebreid toegepast in the biotechnologische<br />

industrie vanwege allerlei redenen. Het ligt<br />

echter in de verwachting dat modelgebaseerde<br />

ontwikkeling van bioprocessen zal leiden tot een<br />

kortere ontwikkelingstijd en daarnaast zal leiden<br />

tot een beter begrip van de onderliggende procesdynamica. Het werk is uitgevoerd in<br />

een samenwerkingsverb<strong>and</strong> tussen Regeltechniek en het Kluyver Laboratorium voor<br />

Biotechnologie van de TU <strong>Delft</strong> en DSM Anti-Infectives in <strong>Delft</strong>.<br />

Introductie.<br />

Modelleren en Optimaliseren van Bioprocessen<br />

Figuur 1. Proefschrift<br />

Biotechnologische processen worden in de industrie o.a. gebruikt voor de productie<br />

van gist, alcohol, fijnchemicaliën en medicijnen. Deze processen worden vaak<br />

uitgevoerd als batch (ladingsgewijs) of fed-batch processen in een fermentor, zie<br />

figuur 2. In het laatste geval worden er tijdens het proces substraten aan het proces<br />

toegevoerd. Daarnaast is het mogelijk om biotechnologische processen als continu<br />

proces uit te voeren. In ons werk hebben we gekeken naar batch en fed-batch<br />

processen, omdat deze het meest relevant zijn voor de biotech industrie.<br />

Tijdens het onderzoek hebben we a<strong>and</strong>acht besteed aan het modelleren en<br />

optimaliseren van fed-batch bioprocessen. Bioprocessen hebben een aantal typische<br />

kenmerken die het modelleren bemoeilijken:<br />

(I) De onderliggende processen zijn complex;<br />

(II) Belangrijke toest<strong>and</strong>svariabelen zijn niet online te meten (o.a.,<br />

biomassa en substraat concentraties);<br />

(III) Aantal offline metingen (via het laboratorium) is beperkt;<br />

(IV) Experimenten zijn tijdrovend (> 1 week ) en kostbaar (> 3000 EUR).<br />

5<br />

J.A. Roubos (<strong>2002</strong>). Bioprocess modeling <strong>and</strong> optimization - Fed-batch clavulanic acid production by<br />

Streptomyces clavuligerus. Technische Universiteit <strong>Delft</strong>, Nederl<strong>and</strong>. ISBN 90-6464-868-9.<br />

17


Figuur 2. Laboratoriumopstelling met links de fermentor, in het midden de pompen en<br />

reservoirs met substraat, base en zuur voor pH regulatie en rechts de regelkast. Zowel de<br />

fermentor als de reservoirs staan op balansen om de volumestromen in de tijd te meten<br />

(nauwkeuriger dan de pompsnelheden). Verder zijn er flowregelaars voor de gastoevoer en<br />

afvoer naar de gasanalyzers. De gasfles in het midden achter bevat pure zuurstof om bij te<br />

mengen indien de zuurstofbehoefte groter is dat de mogelijke toevoer via gewone lucht en<br />

maximale menging.<br />

Door deze beperkingen is het van belang om naar modelleermethoden te zoeken,<br />

die met beperkte data een model kunnen genereren, dat geschikt is voor<br />

procesoptimalisatie. Daarnaast is het van belang om de experimenten zo te<br />

ontwerpen, dat er voldoende geschikte data verkregen wordt (experimental design).<br />

Modellen voor bioprocessen.<br />

Bij het modelleren maken we onderscheid tussen kennisgebaseerde<br />

(mechanistische, witte) modellen en datagebaseerde (zwarte) modellen. In het eerste<br />

geval van witte modellen (white-box) wordt er vanuit de proceskennis een<br />

modelstructuur voor het proces gevormd en de parameters worden met<br />

experimentele data geschat. Voorbeelden voor bioprocessen zijn stoichiometrische,<br />

kinetische en metabole modellen. Afhankelijk van de biomassa beschrijving spreken<br />

we ook van ongestructureerde of gestructureerde modellen, waarbij in het laatste<br />

geval rekening wordt gehouden met de subonderdelen van de biomassa over de tijd.<br />

Het maken van witte modellen is vaak tijdrovend en de modelkwaliteit (benadering<br />

van de data) is soms beperkt. Echter de modellen geven vaak wel een redelijk beeld<br />

voor het proces, zowel binnen (interpolatie) als buiten de grenzen van de<br />

beschikbare data (extrapolatie).<br />

Bij zwarte (black-box) modellen worden zowel de modelstructuur, als de parameters<br />

vanuit de data geschat. Dit betekent over het algemeen, dat meer experimentele<br />

data nodig is om het proces goed te modelleren. Vaak is een nauwkeurig model te<br />

18


maken voor de beschikbare data, echter de extrapolatie eigenschappen zijn meestal<br />

beperkt. Voorbeelden zijn neurale netwerk en fuzzy logic modellen.<br />

Beide modeltypen kunnen ook gecombineerd worden in hybride (semimechanistische,<br />

grijze) modelstructuren, waarbij de voordelen van beide aanpakken<br />

worden gecombineerd. Bij bioprocessen en chemische processen zijn de<br />

massabalansen voor het proces goed te beschrijven als de inga<strong>and</strong>e en uitga<strong>and</strong>e<br />

stromen naar de reactor bekend zijn. De dynamica van de (bio)conversies, de<br />

(reactie)kinetiek is echter veel lastiger te bepalen. Dit deel kan dan beschreven<br />

worden met zwarte modellen. Verder zijn de groei en productvorming evenredig met<br />

de hoeveelheid biomassa in het systeem.<br />

In ons werk hebben we diverse typen hybride modellen gevormd, waarbij eenvoudige<br />

en gedetailleerde (met metabole netwerken) witte model-structuren gebruikt zijn.<br />

Hierbij was het doel om te kijken naar de verschillen in kwaliteit en eigenschappen<br />

van deze modellen voor gebruik in online en offline procesoptimalisatie.<br />

Procesoptimalisatie.<br />

Bioprocesoptimalisatie kan plaatsvinden op drie niveaus: (I) optimalisatie van microorganismen,<br />

(II) procesontwikkeling en (III) industriële proces- optimalisatie. In het<br />

eerste geval wordt door middel van selectie of (genetische) modificatie gezocht naar<br />

een beter organisme. In het tweede geval wordt gezocht naar een optimale<br />

procesvoering. In het laatste geval wordt doormiddel van uitgebreide (statistische)<br />

data-analyse gezocht naar kleine afwijkingen in de st<strong>and</strong>aard procesvoering, die<br />

leiden naar een hogere productie. Wij hebben ons vooral bezig gehouden met<br />

modellering en optimalisatie tijdens de procesontwikkelingsfase. In deze fase is<br />

relatief weinig kennis en data over het proces beschikbaar.<br />

Fed-batch clavulaanzuurproductie.<br />

De ontwikkelde technieken zijn toegepast voor de optimalisatie van de fed-batch<br />

productie van clavulaanzuur 6 (CA) met de filamenteus groeiende bacterie<br />

Streptomyces clavuligerus. Het proces, dat plaatsvindt in de bioreactor is<br />

schematisch weergegeven in figuur 3. Diverse grondstoffen worden vanuit het<br />

groeimedium opgenomen door het micro-organisme (de biomassa). Het microorganisme<br />

groeit in de eerste procesfase exponentieel onder ideale omst<strong>and</strong>igheden<br />

(geen limiterende en belemmerende groeifactoren). Vervolgens raakt een van de<br />

mediumcomponenten op en de groeisnelheid neemt af. Dit is de fase waarin meestal<br />

productvorming optreedt. In ons geval bleek een fosfaatlimitering optimaal voor de<br />

productie van clavulaanzuur. De productvorming is verder afhankelijk van de<br />

mediumsamenstelling en procescondities (pH, temperatuur). Verder is het product<br />

instabiel, waardoor ook met productafbraak rekening moet worden gehouden.<br />

Daarnaast treedt ook celdood op, waardoor de hoeveelheid biomassa afneemt. Dit<br />

6<br />

Clavulaanzuur is een ß-lactamase inhibitor (blokkeert enzymen, die penicillines afbreken in het menselijke<br />

lichaam) en wordt verkocht in combinatie met diverse penicillines, o.a. onder de merknaam Augmentin in<br />

combinatie met amoxiciline.<br />

19


kan zowel een fysiologische als mechanische oorzaak hebben. Het laatste geval<br />

treedt op bij hoge biomassa concentraties door te hoge vermogensinput van de<br />

roerder voor de beluchting voor zuurstoftoevoer.<br />

Het gehele proces vindt plaats in een laboratoriumschaal geroerd vat bioreactor met<br />

een volume van 42 liter. De daadwerkelijke industriële productie wordt gedaan in<br />

reactoren van meer dan 10000 m 3 . Tijdens het proces wordt de pH gereguleerd door<br />

toevoeging van loog en zuur. De temperatuur wordt gereguleerd op 30 o C. Tijdens<br />

het proces kunnen extra grondstoffen via substraatpompen worden toegevoerd in de<br />

fed-batch, waarmee de groei en productvorming worden beïnvloed. Aan het einde<br />

van het proces (typisch 5-7 dagen) wordt de clavulaanzuur gezuiverd in een serie<br />

opwerkingsstappen.<br />

Hybride model.<br />

O2<br />

Glycerol<br />

Glutamaat<br />

Ammonium<br />

Fosfaat<br />

Sporenelementen<br />

S. clavuligerus<br />

C 1 N 0.21 O 0.6 H 1.8 P 0.02<br />

20<br />

Celdood<br />

(lysis)<br />

CO2<br />

Biomassa<br />

Clavulaanzuur<br />

Bijproducten ?<br />

Afbraak<br />

(decay)<br />

Figuur 3. Schematische weergave van de microbiele omzetting<br />

van substraten in biomassa en clavulaanzuur.<br />

Voor dit werk zijn tien batch experimenten gedaan, verdeeld over <strong>and</strong>erhalf jaar en<br />

vervolgens nog zeven fed-batch experimenten over de laatste <strong>and</strong>erhalf jaar. Alle<br />

experimenten zijn uitgevoerd met minerale (chemisch gedefinieerde) groeimedia<br />

samengesteld uit combinaties van glycerol, glutamaat, succinaat, maltose als<br />

koolstofbron (C), glutamaat, ammonia als stikstofbron (N) en fosfaat als fos<strong>for</strong>bron<br />

(P). In eerste instantie hebben we een hybride modelleertechniek voorgesteld voor<br />

een eenvoudigere ontwik-keling van (fed)batch modellen. De hybride modelstructuur<br />

combineert differentiaalvergelijkingen, afgeleid uit de massabalansen, met een<br />

metabool netwerkmodel (het witte modeldeel) met fuzzy logic en neural netwerk<br />

deelmodellen, die de kinetische relaties beschrijven (zwarte modeldeel). De<br />

parameters van het zwarte model worden geoptimaliseerd met een integrale<br />

methode met gebruik van de experimentele data.<br />

De gevormde hybride modellen hebben een redelijke kwaliteit, maar het aantal<br />

parameters is erg hoog. Verder bleek, dat de kinetiek (dynamica) in het huidige<br />

proces een beperkte invloed heeft tijdens de diverse fasen (wel verschillend in iedere<br />

fase), waardoor voor een groot deel met statische faseafhankelijke relaties gewerkt<br />

kan worden. Verder bleek het gevormde metabole netwerk niet nauwkeurig genoeg<br />

en is later verder uitgewerkt. Daarnaast bleek, dat zowel de afbraak van biomassa,


als ook CA degradatie een belangrijk negatief effect hebben op de uiteindelijke<br />

productconcentratie hebben. Deze aspecten zijn daarom later in detail onderzocht.<br />

Metabool model.<br />

Er is ook een gedetailleerd, voor het organisme specifiek, metabool netwerkmodel<br />

ontwikkelt voor S. clavuligerus. Met metabool model bedoelen we een beschrijving<br />

van de interne reacties in het micro-organisme, zie figuur 4. Door intensief<br />

biochemisch onderzoek en genoomsequencing projecten is hiervoor heel veel<br />

in<strong>for</strong>matie beschikbaar. Bij een juiste beschrijving van de belangrijkste<br />

reactiestappen wordt de processtoichiometrie vastgelegd doormiddel van<br />

biochemische r<strong>and</strong>voorwaarden. Dit netwerk van reacties wordt beschreven door<br />

een lineaire matrix (voor iedere procesfase) met een zeer beperkt aantal<br />

vrijheidsgraden. Hierdoor hoeft niet elke (externe) opname en productiesnelheid<br />

onafhankelijk beschreven te worden, maar worden lineaire relaties gebruikt.<br />

Voeding<br />

Interne<br />

conc.<br />

Metabool netwerk<br />

Monomeren<br />

Energie<br />

Opslag<br />

Cel<br />

Figuur 4. Black box beschrijving vs. Metabole netwerk<br />

De metabole reacties zijn geselecteerd m.b.v. de beschikbare biochemische,<br />

fysiologische en genoomin<strong>for</strong>matie voor S. clavuligerus en aanverwante bacteriën.<br />

Deze studie laat specifieke verschillen zien met E. coli reacties die generiek gebruikt<br />

worden. Het model is gevalideerd voor de groeifase met gebruik van de batch<br />

experimenten met vijf verschillende minerale media. Deze studie toont het belang<br />

van een goede schatting van de macromoleculaire samenstelling van de biomassa.<br />

Metabole reactie-patroonanalyse duidt op de glutamine synthese als maximalegroeisnelheid-bepalende<br />

reactie. Daarnaast zijn de bio-energetische parameters<br />

geschat.<br />

Dit deelwerk heeft laten zien, dat het gebruik van metabole netwerken potentiële<br />

voordelen biedt indien gedetailleerde in<strong>for</strong>matie over het organisme of soortgelijke<br />

organismen beschikbaar is. Het huidige genomics en proteomics onderzoek vormt<br />

hiervoor een belangrijke basis voor de toekomst.<br />

Semi-stoichiometrisch model en procesoptimalisatie.<br />

Naast de beschreven hybride en metabole netwerken is ook gewerkt met een<br />

eenvoudiger model, dat bestaat uit globale en faseafhankelijke submodellen in<br />

21<br />

Polymeren<br />

Producten<br />

Biomassa<br />

Producten


combinatie met de generieke elementen (extra r<strong>and</strong>voorwaarden) en<br />

massabalansen. Dit zogenaamde semi-stoichiometrisch model ontwikkelt voor het<br />

fedbatch proces met combinaties van C- en N-voeding. Het model bestaat uit<br />

fysiologische-fase-specifieke stoichiometrische modellen in combinatie met <strong>and</strong>ere<br />

voor biomassa sterfte, CA productiviteit, CA afbraak en biomassaspecifiek<br />

energiegebruik. Ongespecificeerde opname en productiesnelheden volgen via de<br />

algemene massastromen en elementen balansen.<br />

Dit model is vervolgens succesvol toegepast voor modelgebaseerde optimalisatie<br />

van het groeimedium en de voedingstromen. De geoptimaliseerde fedbatch wordt<br />

gekarakteriseerd door (I) een lange batch fase, (II) een P-gelimiteerde fase voor het<br />

opstarten van de CA productie, en (III) de toepassing van een voedingprofiel, dat<br />

gebruik maakt van een schakeling in N-bron, waardoor optimaal gebruik gemaakt<br />

wordt van het verschil in groei- en productie-eigenschappen bij aanwezigheid van<br />

glutamaat en/of ammonium. Voor online implementatie wordt een biomassa schatting<br />

gemaakt met continue beschikbare afgasdata. De geoptimaliseerde fedbatch is<br />

uitgevoerd en resultaten zijn geanalyseerd. Deze optimalisatiestudie heeft<br />

geresulteerd in nieuwe inzichten in de procesvoering. De verwachting is, dat de<br />

uiteindelijke productie met enkelen tientallen procenten verhoogd kan worden.<br />

Conclusies.<br />

Modelleren van biotechnologische systemen in de procesontwikkelingsfase is lastig<br />

door gebrek aan experimentele data als gevolg van kostbare en tijdrovende<br />

experimenten. Daarnaast zijn veel systeemtoest<strong>and</strong>en, zoals biomassa en substraat<br />

concentraties slechts offline te meten. Het laatste aspect bemoeilijkt ook de online<br />

processregeling en optimalisatie. In het huidige werk zijn diverse modeltypen<br />

gebruikt. Hieruit blijkt vooralsnog dat het gebruik van relatief eenvoudige<br />

stoichiometrische/kinetische modellen de voorkeur heeft voor procesoptimalisatie.<br />

Het gebruik van meer gedetailleerde metabole modellen levert echter wel extra<br />

kennis van het systeem op, die in de toekomst gebruikt kan worden voor zowel<br />

vernieuwde proces-voeringstrategieën, als de optimalisatie van de micro-organismen<br />

d.m.v. genetische ver<strong>and</strong>eringen. Een derde type, de hybride modellen, lijkt<br />

vooralsnog meer geschikt voor de toepassingen in industriële optimalisatie waar<br />

grote hoeveelheden data beschikbaar.<br />

Huidige werk bij Halotec.<br />

Vanaf 1 september werk ik voor Halotec (www.halotec.com), een biotech bedrijf dat<br />

software en hardware ontwikkelt voor de farmaceutische, biotech-nologische en<br />

voedingsindustrie. Het bedrijf heeft zowel biotechnologen, als in<strong>for</strong>matici in dienst,<br />

waardoor we beide gebieden kunnen integreren om zo tot goede oplossingen te<br />

komen voor onze klanten. Recente producten zijn o.a. een database en datamining<br />

pakket voor de analyse van industriële procesdata van batch processen, een<br />

simulatiepakket voor SMB (simulated moving bed) systemen en de hardware<br />

regeling van een SMB systeem.<br />

22


Internet Links:<br />

<strong>Download</strong> proefschrift en stellingen:<br />

http://LCEwww.et.tudelft.nl/~roubos/promotie.html<br />

Biotechnologie in Nederl<strong>and</strong>: http://www.holl<strong>and</strong>biotechnology.nl/<br />

Regeltechniek: http://lcewww.et.tudelft.nl/<br />

Kluyver Laboratorium voor Biotechnologie: http://www.bt.tudelft.nl/<br />

23


De Liberalisering van de Nederl<strong>and</strong>se Elektriciteitsmarkt<br />

door Onno Nouwen<br />

Het zal weinigen ontgaan zijn, maar de Europese elektriciteitsmarkten zijn<br />

momenteel volop in beweging. Door de Europese richtlijn van 1996 om tot een open<br />

interne elektriciteitsmarkt te komen, vinden in de diverse EU l<strong>and</strong>en op verschillende<br />

wijze en in een verschillend tempo deregulering van de elektriciteitsmarkt plaats. De<br />

Europese richtlijn schrijft alleen een minimale opening van de markt voor (33% van<br />

de markt op 28 februari 2003), maar de diverse lidstaten hebben het recht een<br />

verdere opening toe te staan, wat in diverse l<strong>and</strong>en het geval is. Met name in<br />

Engel<strong>and</strong> en de Sc<strong>and</strong>inavische l<strong>and</strong>en is de markt al volledig geliberaliseerd. In<br />

Nederl<strong>and</strong> zal dit naar verwachting eind 2003 gebeuren wanneer ook de<br />

huishoudens het recht hebben hun elektriciteitsleverancier te kiezen. In <strong>and</strong>ere<br />

l<strong>and</strong>en, zoals Frankrijk en België, waar grote staatsbedrijven, zoals Electricité de<br />

France (EDF) en Electrabel nog steeds een monopoly positie hebben, verloopt de<br />

liberalisering een stuk trager.<br />

Als gevolg van de liberalisering van de elektriciteitsmarkten vinden er in Europa op<br />

grote schaal overnames en fusies plaats. Overal in Europa worden kleinere regionale<br />

energiebedrijfjes, veelal in h<strong>and</strong>en van gemeentes en lokale overheden,<br />

overgenomen door de buitenl<strong>and</strong>se kapitaalkrachtige energiebedrijven. Het Duitse<br />

E.ON bijvoorbeeld, is mede door overname van het engelse PowerGen en het Duitse<br />

gasbedrijf RuhrGas al een van de grootste energiebedrijven ter wereld geworden.<br />

Ook in Nederl<strong>and</strong> hebben er de afgelopen jaren een aantal overnames en<br />

consolidatie plaatsgevonden. De 4 grootste elektriciteitsproducenten zijn met<br />

uitzondering van één - EPZ is in h<strong>and</strong>en van Essent gebleven - overgenomen door<br />

buitenl<strong>and</strong>se bedrijven. En verder zijn er door fusies en overnames nog maar een<br />

h<strong>and</strong>vol distributiebedrijven over, waarvan de grote drie (Nuon, Essent en Eneco)<br />

verreweg het grootste markta<strong>and</strong>eel hebben. Naar verwachting zullen er uiteindelijk<br />

maar een paar grote spelers op de Europese energiemarkten overblijven. Ook in<br />

Nederl<strong>and</strong> zijn er nog verdere consolidatierondes te verwachten, waarbij de ook de<br />

grote drie overgenomen zullen worden, of zelf buiten de grens op zoek zullen gaan<br />

naar sterke partners.<br />

Het Nederl<strong>and</strong>se marktmodel<br />

Door de deregulering van de Nederl<strong>and</strong>se elektriciteitsmarkt, zoals is vastgelegd in<br />

de Elektriciteitswet van 1998, is de structuur van de energievoorziening in Nederl<strong>and</strong><br />

behoorlijk ver<strong>and</strong>erd. De belangrijkste wijzigingen zijn:<br />

?? Gehele contractvrijheid voor zowel afnemers als leveranciers en producenten<br />

van elektriciteit<br />

?? De oprichting van de ‘Amsterdam Power Exchange’ (APX)<br />

?? De splitsing tussen netwerkbedrijven en leveranciers/producenten<br />

Het Nederl<strong>and</strong>se model kenmerkt zich door een marktsituatie, die een gehele<br />

contractvrijheid voor zowel vrije afnemers als leveranciers en producenten van<br />

24


elektriciteit geeft. Niet alle afnemers van elektriciteit hebben de vrijheid om<br />

momenteel contracten af te sluiten met de leverancier van hun keuze. In Nederl<strong>and</strong><br />

is ervoor gekozen om de nieuwe elektriciteitsmarkt gefaseerd in te voeren. De<br />

wetgever heeft hiervoor een aantal criteria opgesteld om aan te geven wie vanaf een<br />

bepaald moment vrij was in zijn keuze voor een bepaalde leverancier. Vanaf 1<br />

januari 1999 waren het met name alleen de bijzondere grootverbruikers, met een<br />

aansluitcapaciteit van > 2 MW die als zogenaamde vrije klanten elektriciteit in konden<br />

kopen. Sinds 1 januari van dit jaar geldt dit ook voor de klein zakelijke markt. Naar<br />

verwachting zullen alle overige afnemers, waaronder de huishoudens, vanaf eind<br />

2003 vrij zijn in hun keuze. De uitzondering op de wet geldt overigens voor afnemers<br />

van groene stroom. Alle afnemers van groene stroom, ook huishoudens, zijn sinds 1<br />

januari <strong>2002</strong> vrij om een contract af te sluiten met de leverancier van hun keuze.<br />

Omgekeerd is er overigens geen leveringsplicht aan vrije klanten en is er geen<br />

toezicht op het eindtarief zoals dat in de oude situatie wel het geval was.<br />

Inmiddels is er in de praktijk een dynamisch patroon ontstaat van h<strong>and</strong>elaren,<br />

producenten (die zelf ook als h<strong>and</strong>elaar op kunnen treden), bemiddelaars, etc., die<br />

met elkaar bilaterale energieleveringscontracten afsluiten. Bovendien zijn er naast de<br />

traditionele energiebedrijven de laatste tijd allerlei nieuwkomers op de markt<br />

verschenen. Nieuwe leveranciers als Energiebedrijf.com, EnergyXS en Spark<br />

Energie zijn al redelijk succesvol. Daarnaast zijn er h<strong>and</strong>elaren actief, zijn er<br />

inkooporganisaties ontstaan en zijn er zelfs supermarktketens (o.a. Albert Heijn) die<br />

zich met de h<strong>and</strong>el in elektriciteit bezig zijn gaan houden. Bovendien willen afnemers<br />

van (grote hoeveelheden) elektriciteit hun teveel gecontracteerde hoeveelheid<br />

elektriciteit ook op de markt afzetten en kunnen dus feitelijk zelf ook als h<strong>and</strong>elaren<br />

optreden.<br />

Het elektriciteitsnetwerk blijft een natuurlijk monopolie. In de elektricteitswet is<br />

geregeld dat er geen misbruik van dit monopolie gemaakt kan worden door de<br />

netbeheerders. De wet gar<strong>and</strong>eert dat iedereen non-discriminatoir op het net<br />

aangesloten kan worden. De consequenties van de liberalisering voor de betrokken<br />

partijen zijn groot. De bedrijfsonderdelen van de huidige distributie- en<br />

productiebedrijven die betrokken zijn bij het beheer van distributie- en transportnetten<br />

zullen hun activiteiten meer onafhankelijk van <strong>and</strong>ere bedrijfsonderdelen moeten<br />

uitvoeren. Dit is in de elektriciteitswet beschreven om er o.a. voor te zorgen dat een<br />

netbeheerder geenszins haar eigenaar of gelieerde bedrijfsonderdelen mag<br />

bevoordelen d.m.v. tariefstelling, operationele bedrijfsvoering, in<strong>for</strong>matie, etc.<br />

Bovendien is er onlangs vastgelegd dat in het geval van een overname, het<br />

netwerkbedrijf in h<strong>and</strong>en van de overheid moet blijven.<br />

Elektriciteit kan in beginsel niet opgeslagen worden. Daarom moet op elk moment<br />

van de dag vraag en aanbod op elkaar afgestemd worden. Dit is de taak van de<br />

systeem operator. In Nederl<strong>and</strong> is TenneT, een afsplitsing van het voormalige SEP,<br />

naast de beheerder van het l<strong>and</strong>elijke hoogspanningsnet aangesteld als<br />

onafhankelijke systeem operator. Om TenneT en de netbedrijven van goede<br />

instrumenten te voorzien om de kwaliteit van het hoogspanningsnet te waarborgen is<br />

in de Nederl<strong>and</strong>se markt is daarom het concept van programmaverantwoordelijkheid<br />

ingesteld.<br />

Programmaverantwoordelijkheid<br />

Kort gezegd, Programma Verantwoordelijkheid is de verantwoordelijkheid van<br />

marktpartijen om dagelijks een inschatting te maken van de productie, het transport<br />

25


en de afname van elektriciteit en om deze planning op te geven aan TenneT en de<br />

netbedrijven. Vervolgens moeten alle marktpartijen zich ook aan dit plan houden.<br />

Dit houdt in dat afnemers en producenten, die middels een of meerdere<br />

aansluitpunten op het elektriciteitnet aangesloten zijn, verplicht zijn om dagelijks een<br />

inschatting te maken wat de invoeding c.q. afname over deze aansluitpunten zal zijn.<br />

Dit resulteert uiteindelijk in een schema – of programma – waarin per kwartier is<br />

aangegeven wat de energiestromen per aansluitpunt zal zijn. Deze programma’s<br />

moeten vervolgens naar TenneT en de netbedrijven gestuurd worden.<br />

Er zijn twee type programma’s. Een T(ransport)-programma dat aan de netbedrijven<br />

gestuurd wordt en een E(nergie)-programma dat aan TenneT gestuurd wordt. De Tprogramma’s<br />

worden door de netbedrijven gebruikt om vooraf de te verwachten<br />

netverliezen te bepalen en om mogelijke transportbeperkingen te bepalen. De Eprogramma’s<br />

worden door Tennet gebruikt om te bepalen of het systeem in balans is<br />

(d.w.z. bepalen of vraag en aanbod zijn op elkaar afgestemd zijn). Bovendien wordt<br />

er door TenneT bepaald hoeveel regel- en reserve vermogen er gecontracteerd moet<br />

worden. De inzet van productiemiddelen wordt niet gereguleerd, d.w.z de inzet wordt<br />

volledig bepaald door de bilaterale h<strong>and</strong>el in elektriciteit en de op de beurs<br />

gecontracteerde hoeveelheid elektriciteit. Wel is een producent verplicht om vrije<br />

capaciteit als reserve- en/of regelvermogen aan te bieden aan de systeemoperator.<br />

De prijs hiervoor kan zelf bepaald worden.<br />

In de praktijk zal er een afwijking ontstaan tussen de opgegeven programma’s en de<br />

werkelijke afname of invoeding. In het systeem ontstaat dan een onbalans. TenneT<br />

is dan verplicht om regel- en reservevermogen in te zetten. Op basis van de<br />

opgegeven programma’s en de werkelijk gemeten afname zal er achteraf een<br />

verrekening van onbalans plaatsvinden met die marktpartij(en) die een verkeerde<br />

inschatting gemaakt hebben. Onbalans is dus een transactie met TenneT en deze<br />

partijen zijn aansprakelijk voor de financiële gevolgen van de verschillen tussen deze<br />

programma’s en de werkelijke invoeding of afname. Afhankelijk van het moment van<br />

de dag, de mate van onbalans en of er in de markt een tekort dan wel een overschot<br />

is, kunnen deze gevolgen aanzienlijk zijn. Zie het voorbeeld van afgelopen augustus.<br />

Gedurende deze dagen was er door diverse factoren, waaronder importbeperkingen<br />

en koelwaterproblemen en de uitval van grote koleneenheden, een enorm tekort op<br />

de markt ontstaan, waardoor de onbalansprijzen gigantisch waren. Ter illustratie,<br />

onder normale omst<strong>and</strong>igheden ligt de marktprijs (basislast) zo rond de 35 €/MWh.<br />

Euro/MWh<br />

1400.00<br />

1200.00<br />

1000.00<br />

800.00<br />

600.00<br />

400.00<br />

200.00<br />

0.00<br />

-200.00<br />

1<br />

Onbalansprijs 19-21 Augustus <strong>2002</strong><br />

19<br />

37<br />

55<br />

73<br />

91<br />

109<br />

127<br />

26<br />

145<br />

PTE's<br />

163<br />

181<br />

199<br />

Afnemen Leveren<br />

217<br />

235<br />

253<br />

271


In de praktijk wordt de programmaverantwoordelijkheid door afnemers overgedragen<br />

aan de leveranciers. Dit houdt in dat er maar een paar programmaverantwoordelijke<br />

partijen in de markt zijn (producenten, distributiebedrijven/leveranciers en<br />

h<strong>and</strong>elaren).<br />

De elektriciteitsbeurs<br />

Evenals in Sc<strong>and</strong>inavië - en inmiddels in diverse <strong>and</strong>ere l<strong>and</strong>en - is er in Nederl<strong>and</strong><br />

een beurs voor elektriciteit opgericht. Begin 1999 is deze elektriciteitsbeurs, de<br />

"Amsterdam Power Exchange" van start gegaan. H<strong>and</strong>el via de beurs is niet<br />

verplicht. Op de beurs is momenteel alleen sprake van een zogenaamde spotmarkt<br />

of Day-Ahead markt. Dat wil zeggen dat er alleen geboden kan worden op<br />

elektriciteit voor de volgende dag.<br />

Elke dag wordt de elektriciteit voor de dag daarop verh<strong>and</strong>eld in blokken van 24 uur<br />

met biedingen per uur. Alle partijen mogen een bod – zowel bieden of laten - doen<br />

vòòr een bepaald sluitingstijdstip (10:30 uur). Er kunnen biedingen per uur gedaan<br />

worden, maar er kan ook op blokken van een aantal aaneengesloten uren geboden<br />

worden. Aan de h<strong>and</strong> van de totale vraag en aanbod worden per uur de prijs en het<br />

volume bepaald. Het aanbod onder de prijs en de vraag boven de prijs worden<br />

gehonoreerd en de rest wordt afgewezen. De gemaakte deal wordt dan gemeld aan<br />

de betrokken partijen (voor 11:00 uur). Daarna hebben betrokken partijen twee uur<br />

de tijd om het over eventueel gerezen verschillen eens te worden. Daarna worden<br />

resultaten t.b.v. de evaluatie van de E-Programma’s aan TenneT verstuurd.<br />

H<strong>and</strong>el op de APX is met name bedoeld voor het optimaliseren van de portefeuilles<br />

of voor het sluiten van de laatste open posities. In de toekomst zal er op de APX ook<br />

in termijncontracten, zoals <strong>for</strong>wards en futures, geh<strong>and</strong>eld kunnen worden.<br />

Naast de APX markt vindt er ook een levendige h<strong>and</strong>el plaats op de zogenaamde<br />

Over The Counter of OTC markt. In tegenstelling tot de h<strong>and</strong>el op de APX, wordt er<br />

op de OTC voornamelijk geh<strong>and</strong>eld in st<strong>and</strong>aard producten voor de (midde-) lange<br />

termijn op basis van bilaterale afspraken tussen twee partijen of via een broker.<br />

H<strong>and</strong>el vindt plaats op basis van st<strong>and</strong>aard producten zoals basislast, peak<br />

(werkdagen tussen 07:00 en 23:00) en off-peak (alle overige uren). De tijdsduur is<br />

veelal een vaste periode. Zo is er een week ahead markt (voor volgende week), een<br />

markt voor de komende ma<strong>and</strong>(en), kwartalen en volgend(e) jaren. Als voorbeeld; 25<br />

MW basislast Q4 2003, wat op het moment van schrijven tussen de 31.20 en 31.90<br />

€/MWh doet, houdt in dat er in het derde kwartaal van 2003 25 MW basislast<br />

geleverd wordt. De h<strong>and</strong>el op deze marketen heeft vooral een speculatief karakter.<br />

De elektriciteitsproducenten<br />

Is de structuur van de elektriciteitsmarkt al danig ver<strong>and</strong>erd, voor<br />

elektriciteitsproducenten zijn deze ver<strong>and</strong>eringen waarschijnlijk het grootst. Hielden<br />

de producenten zich in het gereguleerde tijdperk bezig met het operationele<br />

management van hun eenheden op basis van een normvergoeding die van tevoren<br />

bepaald werd, terwijl de inzet van de productiemiddelen dagelijks door SEP bepaald<br />

werd, nu zijn ook de producenten gedwongen om als leveranciers in deze<br />

commerciële en competitieve markt te opereren waarbij niet alleen betrouwbaarheid<br />

maar ook winstmaximalisatie en optimale benutting van resources de Key<br />

Per<strong>for</strong>mance Indicators zijn.<br />

27


De producenten zijn het ook die in deze markt de grootste risico’s met zich<br />

meedragen. Nederl<strong>and</strong> is een onvolkomen markt. Alhoewel er verbindingen zijn met<br />

het buitenl<strong>and</strong> is de (import) capaciteit relatief beperkt. Dit houdt in dat we<br />

voornamelijk aangewezen zijn op onze eigen opgestelde capaciteit. Door een<br />

toevallige loop van omst<strong>and</strong>igheden – zie het voorbeeld van 20 augustus - kan de<br />

onbalansprijs en/of de spotprijzen voor de komende dagen gigantisch stijgen. Een<br />

storingen of de uitval van een eenheid van 500 MW heeft in dit geval dus grote<br />

financiële gevolgen.<br />

Wie v<strong>and</strong>aag de dag bij een productiebedrijf te gast is treft daar naar naast een<br />

volwaardig marketing en verkoopapparaat dus naar alle waarschijnlijkheid een<br />

volledig uitgeruste h<strong>and</strong>elsvloer aan waar groepen traders voorzien van Trading en<br />

Risk Management systemen naast de h<strong>and</strong>el in elektriciteit op de APX en OTC<br />

markten, zich ook bezig houden met de h<strong>and</strong>el in br<strong>and</strong>stoffen zoals kolen gas en<br />

olie en aanverwante derivaten. In nauw contact met de traders, zelfs veelal in<br />

dezelfde ruimte, staat een tweede groep, de dispatchers, die zich volcontinue bezig<br />

houden met het zo optimaal mogelijk inzetten van productie-eenheden en <strong>and</strong>ere<br />

resources (contracten, afschakelbaar vermogen, lokale opwekking bij klanten, etc),<br />

een activiteit dat vroeger de taak was van SEP.<br />

Deze optimale benutting is waar het v<strong>and</strong>aag de dag om draait. Een productiepark<br />

van een energiebedrijf bestaat in de regel uit verschillende type eenheden. Naast de<br />

wijze van energieopwekking – natuurlijk aangedreven eenheden zoals windmolens<br />

en waterkracht centrales en thermisch aangedreven eenheden zoals stoom en<br />

gasturbines - heeft iedere eenheid bepaalde karakteristieken die bepalend zijn voor<br />

de inzet van de eenheid. Niet alleen het type br<strong>and</strong>stof ((kolen, gas, kernenergie,<br />

maar ook biogas en afval) speelt hierin een grote rol, ook het rendement – hoeveel<br />

GJ warmte, en dus br<strong>and</strong>stof, heb ik nodig om 1 MW elektriciteit de produceren - van<br />

de eenheid is belangrijk. Daarnaast zijn er dynamische beperkingen van een eenheid<br />

die de inzet bepalen. Elke eenheid heeft zo zijn karakteristieke opstartsnelheden,<br />

minimale en maximale stilst<strong>and</strong>tijden voor een koude of warmte start, etc. Zo kun je<br />

met een kernenergiecentrale geen startstop bedrijf voeren, een veel duurdere<br />

gasturbine is daarin veel flexibeler. Bovendien kost een start veel geld waardoor het<br />

soms voordeliger is om een eenheid op minimale last te laten draaien en overtollige<br />

elektriciteit tegen verlies te dumpen op markt.<br />

Naast deze technische beperkingen zijn er ook contractuele beperkingen of<br />

beperkingen die te maken hebben met vergunningen en milieueisen. Zo zijn er<br />

eenheden die een maximaal aantal uur per jaar mogen draaien, speelt het al eerder<br />

genoemde probleem rond de koelwaterbeperkingen een rol en zijn er eenheden die<br />

naast het produceren van elektriciteit ook de verplichting hebben om warmte te<br />

produceren ten behoeve van stadsverwarming. Dit laatste kan weer gedeeltelijk<br />

opgevangen worden door het gebruik van (veel duurdere) hulpketels en door het<br />

gebruik van warmtebuffers, die bijvoorbeeld s’ nachts gevuld worden om ze<br />

vervolgens overdag te benutten. (Ook al lijkt warmte een restproduct te zijn van<br />

elektriciteitsopwekking, warmtelevering gaat ten koste van de productie van<br />

elektriciteit omdat er stoom uit de ketel of de stoomturbine ontrokken wordt. De<br />

vergoeding voor warmte daarentegen is een stuk lager).Het is de taak van de<br />

dispatchers om al deze zaken af te wegen teneinde het productiepark zo optimaal te<br />

laten draaien.<br />

28


Het is dagelijks de zorg van het productiebedrijf om van te voren in inschatting te<br />

maken naar de vraag van elektriciteit en warmte waarbij gebruik gemaakt wordt van<br />

allerlei instrumenten en in<strong>for</strong>matiebronnen die hierop van invloed zou kunnen zijn<br />

zoals het weersbericht. Deze inschatting bepaald uiteindelijk de inzet van de<br />

eenheden, wat op zijn beurt weer bepalend is voor de marginale kosten van het<br />

systeem. In overleg met de traders kan er dan vervolgens een afweging gemaakt om<br />

elektriciteit in te kopen op de markt in plaats van het opstarten van een eenheid, dan<br />

wel te overtollige elektriciteit te verkopen op de markt. Bovendien vormt dit de basis<br />

voor het bepalen van de strategie voor het aanbieden van regel en reserve<br />

vermogen. De prijs van regel en reserve vermogen is uiteindelijk weer bepalend voor<br />

de onbalansprijs.<br />

Het is dit spel, dat dagelijks 24 uur per dag gespeeld wordt, waardoor de eens zo<br />

saaie nutswereld getrans<strong>for</strong>meerd is tot een uiterst dynamisch en boeiende<br />

bedrijfstak.<br />

29


door Martin Clarijs en Mark Nellen<br />

Het zal niem<strong>and</strong> verbazen, dat veel hoogleraren aan technische universiteiten een<br />

goede kijk hebben op wat er zich afspeelt op het gebied van onderzoek en<br />

ontwikkeling in Nederl<strong>and</strong>. Juist om die reden worden zij vaak om hun deskundig<br />

oordeel gevraagd in allerlei commissies. Zo is prof.ir. G. Honderd behalve lid van het<br />

<strong>GRID</strong>-bestuur ook lid van de adviescommissie voor het subsidieprogramma<br />

Energiebesparing door innovatie (afgekort tot EDI), dat wordt uitgevoerd door Senter.<br />

Senter<br />

Senter is een agentschap van het Ministerie van Economische Zaken, dat<br />

verantwoordelijk is voor het uitvoeren van subsidie-, krediet- en fiscale regelingen en<br />

programma's op het gebied van technologie, energie, milieu, export en internationale<br />

samenwerking. Doelstelling hierbij is het duurzaam versterken van de positie van het<br />

bedrijfsleven en kennisinstellingen in Nederl<strong>and</strong>.<br />

EDI<br />

Voorspellend besturingsmodel voor de zuivelproductie krijgt<br />

subsidie van Senter<br />

Energiebesparing door innovatie maakt als zodanig deel uit van het energiebeleid<br />

van het Ministerie van Economische Zaken. Dit beleid is gericht op de bevordering<br />

van energiebesparing en duurzame energie. Het ministerie wil het Nederl<strong>and</strong>se<br />

bedrijfsleven stimuleren efficiënter om te gaan met energie en een bijdrage te<br />

leveren aan het terugdringen van CO2-uitstoot. Een van de instrumenten waarmee<br />

zij deze doelstelling verwacht te bereiken is het programma energiebesparing door<br />

innovatie. Dit programma is in 2001 begonnen. Met EDI wil het ministerie de vraag<br />

naar energie bij het produceren van goederen en/of diensten verminderen.<br />

Essentieel is hierbij, dat de projecten zich richten op de ontwikkeling en toepassing<br />

van nieuwe technologieën of de nieuwe toepassing van besta<strong>and</strong>e technologieën<br />

met energiebesparing als resultaat.<br />

Een brede aanpak<br />

Binnen het nieuwe programma komen verschillende typen projecten voor subsidie in<br />

aanmerking: haalbaarheidsprojecten, onderzoek- of ontwikkelingsprojecten,<br />

praktijkexperimenten, demonstratieprojecten, marktintroducties en<br />

kennisoverdrachtprojecten. Ieder type project moet leiden tot vermindering van de<br />

energiebehoefte per eenheid product of per geleverde dienst. De herkomst van de<br />

energie, bijvoorbeeld fossiele br<strong>and</strong>stoffen, afval, duurzame energie, is hierbij niet<br />

van belang. Voorbeelden van terreinen waarop energiebesparing door innovatie<br />

plaats kan vinden, zijn het verbeteren van het rendement van procesapparatuur, het<br />

verbeteren van de besturing van productieprocessen, procesintegratie,<br />

dematerialisatie, optimalisatie van energiestromen, conversie van energie of<br />

energiegerichte geïntegreerde ketenaanpak.<br />

30


Subsidie<br />

In de beoordeling van subsidieaanvragen wordt gekeken naar de potentiële<br />

energiebesparing in relatie tot de gevraagde subsidie en de innovativiteit van het<br />

project. De subsidiepercentages variëren van 25% tot 60%, afhankelijk van het soort<br />

project. Voor alle projecten, behalve kennisoverdracht- en haalbaarheidsprojecten,<br />

vindt de toekenning van subsidie plaats binnen een tenderprocedure. Voor de<br />

inhoudelijke beoordeling van tenderprojecten wordt gebruik gemaakt van de<br />

adviescommissie, waar professor Honderd deel van uitmaakt. In <strong>2002</strong> was 20<br />

miljoen euro voor de tenderprojecten beschikbaar, verdeeld over twee tenders. De<br />

laatste tender is inmiddels gesloten. Binnenkort zal duidelijk worden of en hoe het<br />

programma in 2003 vervolgd gaat worden. Naast de tenderprojecten kunt u vrijwel<br />

het gehele jaar haalbaarheidsstudies en kennisoverdrachtprojecten indienen. Deze<br />

worden door Senter zelf beoordeeld. In <strong>2002</strong> is voor haalbaarheidsstudies en<br />

kennisoverdrachtprojecten 0.9 miljoen euro aan budget ter beschikking gesteld.<br />

Regeltechniek<br />

Ook projecten op het gebied van regeltechniek kunnen in aanmerking komen voor<br />

subsidie van het EDI programma. Zo is vanuit het EDI programma subsidie verstrekt<br />

aan het Nederl<strong>and</strong>s Instituut voor Zuivel Onderzoek (NIZO), dat een voorspellend<br />

besturingsmodel (PREMIC) heeft ontwikkeld om de productie van zuivel efficiënter uit<br />

te kunnen voeren.<br />

De zuivelindustrie is een sector met een lange historie. Veel proceskennis berust op<br />

ervaring. De processen zijn vaak op vaste setpoints ingesteld om de meest<br />

voorkomende productie problemen te voorkomen, zoals het aankoeken van<br />

melkeiwitten of verhoogde microbiële activiteit. De zuivelindustrie gebruikt wel off-line<br />

systemen, die op basis van grondstof en procescondities de productspecificaties<br />

bepalen. Maar door het ontbreken van moderne procesbesturingssystemen blijft een<br />

snelle verbetering van processen of ontwikkeling van nieuwe producten uit.<br />

NIZO Food Research wil daarom een in-line besturingsmodel ontwikkelen, dat op<br />

basis van de productspecificatie en de grondstofsamenstelling de procescondities<br />

bepaalt en deze bovendien realtime aanstuurt en optimaliseert. Een dergelijk<br />

regelsysteem biedt zowel voordelen voor de procesbeheersing als<br />

productontwikkeling. Zo kan het model voorspellen, wanneer aankoeking van eiwit<br />

zal optreden en kan het door aanpassing van de procesparameters dit probleem<br />

voorkomen. Ook regelt een dergelijk systeem de aansturing van de benodigde<br />

verhittingsapparatuur, indampers en drogers veel efficiënter.<br />

31


Toepassing van een in-line procesbesturingssysteem betekent voor de<br />

zuivelindustrie een energiezuinig proces met hogere productiecapaciteit, minder<br />

reinigingsbeurten, minder stilst<strong>and</strong> en minder grondstofverlies. Vertaalt naar een<br />

productie van 30.000 ton per jaar levert dit een energiebesparing op van 0,014 PJ.<br />

De kostenbesparing door vermindering van productverlies en proceskosten ligt zo<br />

tussen de 10 en 20%. Dat in-linebesturing eveneens het instellen van het proces aan<br />

de gewenste productspecificaties verkort, is een aspect, dat steeds belangrijker<br />

wordt, omdat meer verschillende producten op één productielijn worden vervaardigd.<br />

NIZO voert het project uit samen met Honeywell BV, dat de interface en de installatie<br />

verzorgt. NIZO ontwikkelt het systeem in eerste instantie voor de zuivelsector, maar<br />

verwacht, dat ook de dranken-, suiker- en zetmeelsectoren belangstelling zullen<br />

tonen voor het procesbesturingssysteem.<br />

In<strong>for</strong>matie<br />

Als u meer in<strong>for</strong>matie of advies over het EDI programma wilt, dan kunt contact<br />

opnemen via telefoonnummer (070) 3610909 of mailen naar<br />

energiebesparing@senter.nl. Een uitgebreide beschrijving van het programma en<br />

een toelichting door middel van vele projectvoorbeelden is te vinden op<br />

www.senter.nl/energiebesparing.<br />

32


Sportdag<br />

Na een veel te lange stilte was het dan eindelijk zover: op woensdag 5 juni was er<br />

een VerstelRegel vakgroep sportdag. Om één uur kwam iedereen, die geen kater<br />

had van het feest van Govert Monsees ter ere van zijn promotie (nogmaals van harte<br />

gefelicteerd namens het hele VerstelRegel bestuur) naar de sporthal. Hier was voor<br />

iedereen in de grote hal de mogelijkheid om te kunnen volleyballen, badmintonnen of<br />

tafeltennisen.<br />

Om de teamgeest te versterken en<br />

de spieren op te warmen werd er<br />

begonnen met een aantal<br />

gezamelijke vriendschappelijke<br />

potjes volleybal. Door<br />

professionele aanwijzingen van de<br />

sport- fanaten en volleybalexperts<br />

wisten ook de minder soepelen<br />

onder ons zich te redden en<br />

ontstond er een spannende maar<br />

sportieve wedstrijd. En nadat<br />

Jacquelien met menig<br />

levensgevaarlijke duik haar ploeg<br />

wist te redden, van de snoeiharde ballen, die Emile met zijn niet geringe lengte over<br />

het net heen dunkte, was het tijd voor het meer competieve gedeelte van de dag.<br />

De groep werd in tweeën gesplitst omdat er <strong>and</strong>ers niet genoeg tijd zou zijn om<br />

volledige competities te organiseren voor beide sporten: badminton en tafeltennis.<br />

Nadat de namen genoteerd waren en materiaal uit het vet was gehaald, de echte<br />

pro’s brachten zelfs hun eigen gereedschap voor de werkbank van de overwinning<br />

mee, kon het zweet- en zwoegwerk aanvangen. De competitie was fel en de sfeer te<br />

snijden, maar al gauw kwamen de<br />

echte kampioenen aan het licht! De<br />

uitslag was dan ook als volgt:<br />

Badminton - Ton van den Boom,<br />

Tafeltennis - Robert Babuška.<br />

Helaas was dat dan toch het<br />

einde van het sportieve deel van de<br />

dag en iedereen kon lekker afkoelen<br />

onder de douche. Op eigen<br />

gelegenheid ging men nu naar de<br />

eetgelegenheid. Hoewel orgineel een<br />

BBQ (= het eten van licht verkoold<br />

vlees met te veel saus) was gepl<strong>and</strong> kon dit wegens de slechte bui van de<br />

33


weergoden niet door gaan. De nieuwe lokatie om de net weggesporte grammetjes<br />

vet weer aan te vullen was het restaurant Pasta Company, waar een stevig dak ons<br />

kon beschermen van eerder genoemde slecht gemutste hemelbewoners. Zoals te<br />

verwachten was viel het best mee met het weer, maar toch zaten we gezellig aan de<br />

lange tafel bij de Pasta Company.<br />

Na een heerlijk en ook gevarieerd menu en menig glas wijn ging iedereen<br />

moe, spreekwoordelijk voldaan en soms licht dan wel zwaar aangeschoten weer op<br />

huis aan. Al met al een geslaagde dag, die<br />

liet merken dat VerstelRegel weer geheel<br />

terug is!<br />

Volgend jaar zal VerstelRegel weer<br />

een aantal lunches organiseren. De<br />

sportdag zal zeker een jaarlijks<br />

terugkerende traditie worden en er is nog<br />

ruimte voor een een <strong>and</strong>ere leuke aktiviteit,<br />

suggesties hiervoor zijn welkom. Stuur<br />

deze naar verstel@control-lab.et.tudelft.nl!<br />

We hopen dat iedereen, die aanwezig was<br />

genoten heeft en dat iedereen die er niet was erg jaloers op de <strong>and</strong>eren is geworden<br />

en de volgende keer zich sportief van zijn/haar beste kant gaat laten zien.<br />

Het bestuur van VerstelRegel<br />

http://lcewww.et.tudelft.nl/~verstel/<br />

34


Op 4 juni is Govert Monsees gepromoveerd. De titel van zijn proefschrift is<br />

“Discrete-Time Sliding Mode Control. Promotoren zijn: Prof. M.H.G. Verhaegen en<br />

Dr.ir. J.M.A. Scherpen.<br />

Op 18 juni hebben Fatima en Samir Mešic een dochter gekregen. Haar naam is<br />

Ifetta.<br />

Ton en Astrid v.d. Boom hebben op 30 juni een dochter gekregen. Haar naam is<br />

Emma.<br />

Sinds 9 september is Kenji Fujimoto weer terug bij de vakgroep. Hij blijft deze keer<br />

tot 8 december. Hij doceert samen met Jacquelien Scherpen een Disc cursus 1 .<br />

Titel: Model reduction <strong>for</strong> nonlinear systems.<br />

Ook sinds september is Onno Kramer bij ons. Voorlopig voor 2 ma<strong>and</strong>en werkt hij<br />

aan integrale automatisering van drinkwater zuivering installaties.<br />

Op 1 september is Daan Noteboom 40 jaar bij de TU-<strong>Delft</strong>. Ter gelegenheid daarvan<br />

wordt hem op 1 oktober een receptie aangeboden. Daan is een fijne collega.<br />

Hulpvaardig en bereid problemen op computergebied voor iedereen op te lossen.<br />

Sinds 19 september is Stoyan Kanev bij ons gekomen vanuit UTwente.Hij wil<br />

promoveren in oktober 2003. Zijn onderwerp is: Fault tolerant control.<br />

Op 25 september is Hans Roubos gepromoveerd. De titel van zijn proefschrift is:<br />

Bioprocess Modeling <strong>and</strong> optimization. Hans werkt momenteel bij Halotec in <strong>Delft</strong>.<br />

Promotoren zijn: Prof.ir. H.B. Verbruggen, Prof.dr. R. Babuška en Prof.dr.ir. J.J.<br />

Heijnen.<br />

Attilla Almos heeft de vakgroep per 30 september verlaten. Hij is gaat in militaire<br />

dienst in Hongarije.<br />

1 Info Disc cursus:. 4 ma<strong>and</strong>agen in oktober, vergadercentrum La Vie, Utrecht, inspanning voor volgen cursus (ook buiten<br />

colleges) ca. 80 uur.<br />

Docenten: Dr.ir. Jacquelien M.A. Scherpen, Regeltechniek, Fac. ITS, TU<strong>Delft</strong>.<br />

Dr. Kenji Fujimoto, Dept. of <strong>Systems</strong> Science Kyoto University Japan. (op bezoek in <strong>Delft</strong> van 10 september t/m 8 december<br />

<strong>2002</strong>)<br />

Personalia<br />

AFSTUDEERDERS <strong>2002</strong><br />

25 april <strong>2002</strong><br />

R.J.M van der Arend<br />

Titel: Intelligent Agents in Traffic Management<br />

Afstudeerdocent: Prof.dr.ir. J. Hellendoorn<br />

35


25 april <strong>2002</strong><br />

Sjoerd van Geloven<br />

Titel: Combining Target Selection Algorithms <strong>for</strong> Direct Marketing<br />

Afstudeerdocent: Prof.dr. R. Babuska<br />

13 mei <strong>2002</strong><br />

M. Patrascu<br />

Titel: Condition Monitoring, Diagnosis <strong>and</strong> Control of Wind Turbines<br />

Afstudeerdocent: Prof.dr.ir. J. Hellendoorn<br />

14 mei, <strong>2002</strong><br />

L.J. van Koppen<br />

Titel: SmartRoad – A Feasibility Study <strong>for</strong> a new Traffic Detection, Control <strong>and</strong><br />

Warning System.<br />

Afstudeerdocent: Prof.dr.ir. J. Hellendoorn<br />

3 juni, <strong>2002</strong><br />

J. Hidajat<br />

Titel: (Experimental) Validation of Discrete-Time Sliding Mode Control<br />

Afstudeerdocent: Dr.ir. J.M.A. Scherpen<br />

27 augustus, <strong>2002</strong>.<br />

W. Bas<br />

Titel : Design <strong>and</strong> evaluation of a cockpit human machine interface <strong>for</strong> a future air<br />

traffic management concept.<br />

Afstudeerdocent: Dr.ir. A.J.J. van den Boom, Dr.ir. B. De Schutter<br />

28 augustus, <strong>2002</strong><br />

L. Wasfi<br />

Titel : Communication module between the ABB Sattline controllers <strong>and</strong> the Siemens<br />

S 5-95 U L2 controllers.<br />

Afstudeerdocent: Dr.ir. A.J.J. van den Boom, Dr.ir. J.B. Klaassens.<br />

15 november, <strong>2002</strong><br />

Jaarvergadering & Excursie <strong>GRID</strong> bij TNO-Automotive, Schoemakerstraat 97,<br />

2628 VK <strong>Delft</strong>, 13.00-17.00 uur.<br />

36

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!