Verticale meertraps centrifugaalpompen - DP Pumps
Verticale meertraps centrifugaalpompen - DP Pumps
Verticale meertraps centrifugaalpompen - DP Pumps
You also want an ePaper? Increase the reach of your titles
YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.
<strong>Verticale</strong> <strong>meertraps</strong> <strong>centrifugaalpompen</strong><br />
Bedienings- en bedrijfsvoorschriften<br />
serie: <strong>DP</strong>VE/<strong>DP</strong>V(S)/<strong>DP</strong>VCF/<strong>DP</strong>LHS<br />
<strong>DP</strong>VE <strong>DP</strong>V(S) <strong>DP</strong>VCF <strong>DP</strong>LHS
2<br />
Inhoudsopgave<br />
1 Inleiding van de handleiding<br />
1.1 Voorwoord.............................................................................................................................................. 4<br />
1.2 Pictogrammen en symbolen .................................................................................................................. 4<br />
2 Identificatie, service en technische ondersteuning<br />
2.1 Identificatie, service en technische ondersteuning ................................................................................ 5<br />
2.2 Nominale stroom.................................................................................................................................... 6<br />
2.3 Aanvullende documentatie..................................................................................................................... 6<br />
3 Garantie<br />
3.1 Garantievoorwaarden ............................................................................................................................ 7<br />
4 Veiligheid en milieu<br />
4.1 Algemeen............................................................................................................................................... 8<br />
4.2 Gebruikers ............................................................................................................................................. 8<br />
4.3 Veiligheidsvoorzieningen ....................................................................................................................... 8<br />
4.4 Veiligheidsmaatregelen.......................................................................................................................... 9<br />
4.5 Milieuaspecten ....................................................................................................................................... 9<br />
5 Inleiding van de pomp<br />
5.1 Algemeen............................................................................................................................................. 10<br />
5.2 Gebruik volgens bestemming .............................................................................................................. 10<br />
5.3 Werkbereik............................................................................................................................................11<br />
5.4 Explosieveiligheid ................................................................................................................................ 12<br />
5.5 Werking................................................................................................................................................ 13<br />
6 Transport<br />
6.1 Transport.............................................................................................................................................. 14<br />
6.2 Gewicht ................................................................................................................................................ 15<br />
6.3 Opslag.................................................................................................................................................. 15<br />
7 Installeren<br />
7.1 De pomp opstellen ............................................................................................................................... 16<br />
7.2 Een motor op de pomp monteren. ....................................................................................................... 17<br />
7.3 Elektrische installatie ........................................................................................................................... 19<br />
7.4 In bedrijf stellen.................................................................................................................................... 20<br />
8 Bediening<br />
8.1 Bediening ............................................................................................................................................. 22<br />
9 Onderhoud<br />
9.1 Inleiding................................................................................................................................................ 23<br />
9.2 Smering................................................................................................................................................ 23<br />
9.3 De pomp voor een lange stilstandperiode onderhouden ..................................................................... 23<br />
9.4 Vervang de <strong>DP</strong>VE keerklep ................................................................................................................. 23
10 Storingen<br />
10.1 Storingstabel ........................................................................................................................................ 24<br />
11 Bijlagen<br />
11.1 Reservedelensets ................................................................................................................................ 27<br />
11.2 Technische gegevens .......................................................................................................................... 40<br />
11.3 Aanhaalmomenten van de bouten van de koppeling........................................................................... 42<br />
11.4 CE conformiteitsverklaring ................................................................................................................... 43<br />
3
4<br />
1 Inleiding van de handleiding<br />
1.1 Voorwoord<br />
De handleiding bevat belangrijke informatie voor<br />
betrouwbare, juiste en efficiënte werking. Het is van<br />
cruciaal belang om de bedieningsinstructies op te<br />
volgen om betrouwbaarheid en een lange levensduur<br />
van het product te verzekeren en risico’s te<br />
vermijden. De eerste hoofdstukken bevatten<br />
informatie over deze handleiding en veiligheid in het<br />
algemeen. De volgende hoofdstukken geven<br />
informatie over normaal gebruik, installatie,<br />
onderhoud en reparaties van het product. In de<br />
bijlagen staan de technische gegevens, de<br />
onderdelentekeningen en de<br />
conformiteitsverklaring(en).<br />
• Raak vertrouwd met de inhoud.<br />
• Volg de aanwijzingen en instructies nauwgezet.<br />
• Wijzig nooit de volgorde van de te verrichten<br />
handelingen.<br />
• Bewaar deze handleiding of een kopie daarvan<br />
samen met het logboek op een voor alle<br />
personeel toegankelijke, vaste plaats in de<br />
nabijheid van het product.<br />
1.2 Pictogrammen en symbolen<br />
In deze handleiding en in alle bijbehorende<br />
documentatie worden de volgende pictogrammen en<br />
symbolen gebruikt.<br />
WAARSCHUWING<br />
Gevaar voor elektrische spanning.<br />
Veiligheidsaanduiding voor IEC 417 -<br />
5036.<br />
WAARSCHUWING<br />
Handelingen of procedures die, indien<br />
onvoorzichtig uitgevoerd, persoonlijk<br />
letsel of schade aan het product tot<br />
gevolg kunnen hebben. Algemene<br />
gevaaraanduiding voor ISO 7000-0434.<br />
OPMERKING<br />
Wordt gebruikt voor het introduceren<br />
van veiligheidsinstructies die, indien zij<br />
niet worden opgevolgd, kunnen leiden<br />
tot schade aan het product en de<br />
functies hiervan.<br />
MILIEU-INSTRUCTIE<br />
Opmerkingen met betrekking tot het<br />
milieu.
2 Identificatie, service en technische<br />
ondersteuning<br />
2.1 Identificatie, service en<br />
technische ondersteuning<br />
De typeplaat geeft de typeserie / afmetingen, de<br />
belangrijkste bedrijfsgegevens en het serienummer.<br />
Vermeld deze gegevens (staan in de eerste twee<br />
regels op de sticker *) in alle vragen om inlichtingen,<br />
herhalingsorders en in het bijzonder bij het bestellen<br />
van reserveonderdelen. Neem als u enige extra<br />
gegevens of instructies nodig heeft die niet in deze<br />
handleiding worden gegeven of in geval van schade<br />
contact op met het dichtstbijzijnde<br />
klantenservicecentrum van <strong>DP</strong>-<strong>Pumps</strong>.<br />
ID2446/13062005<br />
duijvelaar pompen<br />
dp pumps Holland<br />
Q: H:<br />
I nom:<br />
Pomp met motor<br />
Ser.Nr:<br />
P: n:<br />
Aanduiding Betekenis<br />
<strong>DP</strong>V 4-40 Pomptype *<br />
S: / ser.nr. Serienummer *<br />
19/2004/234567 19 Productieweek *<br />
2446/13062005<br />
2004 Productiejaar *<br />
ID 2517/13062005<br />
Pomp zonder motor<br />
ID 2470/07052004<br />
duijvelaar pompen<br />
dp pumps Holland<br />
Q: H:<br />
P.req:<br />
H nom<br />
234567 Productidentificatie (as built file) *<br />
Ser.Nr:<br />
P: n:<br />
Ca / Sic / EPDM Ca Mechanische afdichting van roterende onderdelen (koolstof) *<br />
Sic Stationair onderdeel van de mechanische afdichting (Siliciumcarbide) *<br />
EPDM Statische afdichting, O-ringen (EPDM) *<br />
PN 10 Drukklasse (flens-)aansluiting *<br />
Q m3 /u - l/sec - USGPM Nominale capaciteit in kubieke meters per uur (zie bovenstaand diagram)<br />
H mWk - PSI Nom. opvoerhoogte in meters vloeistof kolom (zie bovenstaand diagram)<br />
1<br />
Inom A Nominale stroom (zie )<br />
n<br />
1<br />
/min Nominaal toerental<br />
P kW Geïnstalleerd motorvermogen op de pomp<br />
Preq kW - HP Benodigd motorvermogen voor de pomp<br />
1. Voor pompen geleverd met speciale motoren zijn geen waardes gegeven (gebruik de waardes aangegeven op het<br />
motortype plaatje).<br />
Q nom<br />
2517/13062005<br />
2470/07052004<br />
5
6<br />
Voor service en technische ondersteuning zijn de<br />
volgende adresgegevens beschikbaar:<br />
<strong>DP</strong>-<strong>Pumps</strong><br />
Kalkovenweg 13<br />
2401 LJ Alphen a/d Rijn<br />
Nederland<br />
2.2 Nominale stroom<br />
Tel: +31 172 488325<br />
Fax: +31 172 468930<br />
Internet: www.dp-pumps.com<br />
E-mail: dp@dp-pumps.com<br />
De maximaal toelaatbare stroom van de motor is als<br />
I. max. aangegeven op het motortype plaatje. Deze<br />
maximaal toelaatbare stroom duidt het maximale<br />
werkbereik van de motor aan en kan gebruikt worden<br />
om de motor te beveiligen.<br />
WAARSCHUWING<br />
Voorzichtigheid is geboden wanneer u<br />
het op deze manier wilt gebruiken,<br />
zowel pomp als motor dient beveiligd te<br />
worden binnen zijn werkbereik<br />
Op het pomptype plaatje staat deze waarde bij 400<br />
Volt aangegeven als I.nom. en kan gebruikt worden<br />
om de beveiligingsschakelaar in te stellen om de<br />
motor- en pompcombinatie thermisch te beveiligen.<br />
ID 2446/13062005<br />
duijvelaar pompen<br />
dp pumps Holland<br />
Q: H:<br />
I nom:<br />
Ser.Nr:<br />
P: n:<br />
De waarde voor de nominale stroom kan ook gebruikt<br />
worden om de juiste elektrische apparatuur te<br />
selecteren zoals frequentie omvormers,<br />
hoofdschakelaar, diameter van de bedrading enz.<br />
2.3 Aanvullende documentatie<br />
Behalve deze handleiding is ook de onderstaande<br />
documentatie beschikbaar.<br />
Document Datum/versie Codering<br />
Algemene leveringsvoorwaarden Oktober 1998 119 / 1998<br />
Technische handleiding April 2003 95001210-G<br />
Documentatie Maart 2003 97004418<br />
Motec bedieningsinstructies<br />
Zie ook www.dp-pumps.com<br />
September 2001 BA-8200-motec-frequentie-omvormers V3-<br />
0.EM<br />
2446/13062005
3 Garantie<br />
3.1 Garantievoorwaarden<br />
De garantieperiode wordt bepaald door de<br />
voorwaarden in uw contract of ten minste door de<br />
algemene leveringsvoorwaarden.<br />
OPMERKING<br />
Aanpassingen of wijzigingen met<br />
betrekking tot het geleverde product<br />
zijn alleen toegestaan na overleg met de<br />
fabrikant. Originele reserveonderdelen<br />
en accessoires die door de fabrikant<br />
zijn goedgekeurd garanderen de<br />
veiligheid. Door gebruik van andere<br />
onderdelen kan iedere<br />
aansprakelijkheid van de fabrikant voor<br />
gevolgschade komen te vervallen.<br />
OPMERKING<br />
De garantie met betrekking tot de<br />
betrouwbare werking en veiligheid van<br />
het geleverde product is alleen geldig<br />
als het product volgens de hiervoor<br />
bedoelde toepassingen zoals deze in de<br />
onderstaande paragrafen van deze<br />
handleiding worden beschreven wordt<br />
gebruikt. De in het informatieblad<br />
genoemde limieten mogen onder geen<br />
enkele omstandigheid worden<br />
overschreden.<br />
De garantie vervalt als van één of meer van<br />
onderstaande punten sprake is.<br />
• De afnemer brengt zelf wijzigingen aan.<br />
• De afnemer voert zelf reparaties uit of laat die<br />
door derden uitvoeren.<br />
• Het product is onoordeelkundig behandeld of<br />
onderhouden.<br />
• Op het product zijn geen originele <strong>DP</strong>-<strong>Pumps</strong><br />
reserveonderdelen gemonteerd.<br />
<strong>DP</strong>-<strong>Pumps</strong> verhelpt defecten onder garantie als aan<br />
onderstaande punten voldaan wordt.<br />
• Defecten het gevolg zijn van gebreken in het<br />
ontwerp, de materialen of de uitvoering.<br />
• Het defect binnen de garantietermijn is gemeld.<br />
Overige garantiebepalingen zijn opgenomen in de<br />
algemene leveringsvoorwaarden, die op verzoek<br />
beschikbaar zijn.<br />
7
8<br />
4 Veiligheid en milieu<br />
4.1 Algemeen<br />
Dit <strong>DP</strong>-<strong>Pumps</strong> product is ontwikkeld volgens de<br />
allernieuwste technologie; hij is gefabriceerd met de<br />
uiterste zorg en onderworpen aan constante<br />
kwaliteitscontrole.<br />
<strong>DP</strong>-<strong>Pumps</strong> aanvaardt geen aansprakelijkheid voor<br />
schade en letsel die veroorzaakt worden door het niet<br />
opvolgen van de voorschriften en instructies in deze<br />
handleiding. Dit geldt eveneens in gevallen van<br />
onachtzaamheid gedurende installatie, gebruik en<br />
onderhoud van het product.<br />
Het niet opvolgen van de veiligheidsinstructies kan de<br />
veiligheid van personeel, het milieu en het product<br />
zelf in gevaar brengen. Het niet opvolgen van de<br />
veiligheidsinstructies kan ook leiden tot het verlies<br />
van alle rechten op schadeclaims.<br />
Het niet opvolgen kan in het bijzonder leiden tot,<br />
bijvoorbeeld:<br />
• het uitvallen van belangrijke functies van het<br />
product of het systeem,<br />
• het niet uitvoeren van voorgeschreven<br />
onderhouds- en servicewerkzaamheden,<br />
• gevaar voor personen door elektrische,<br />
mechanische en chemische invloeden,<br />
• gevaar voor het milieu door lekkage van<br />
gevaarlijke stoffen,<br />
• explosies.<br />
Afhankelijk van specifieke werkzaamheden kunnen<br />
aanvullende veiligheidsmaatregelen nodig zijn. Neem<br />
contact op met <strong>DP</strong>-<strong>Pumps</strong> als tijdens het gebruik een<br />
potentieel gevaar naar voren komt.<br />
OPMERKING<br />
De eigenaar van het product is<br />
verantwoordelijk voor de naleving van<br />
lokale veiligheidsvoorschriften en<br />
interne bedrijfsrichtlijnen.<br />
OPMERKING<br />
Niet alleen moeten de algemene<br />
veiligheidsvoorschriften die in dit<br />
hoofdstuk over ”veiligheid” worden<br />
beschreven worden opgevolgd, maar<br />
ook de veiligheidsvoorschriften die<br />
onder de specifieke koppen worden<br />
uiteengezet.<br />
4.2 Gebruikers<br />
Alle medewerkers die betrokken zijn bij de bediening,<br />
het onderhoud, de inspectie en installatie van het<br />
product moeten volledig zijn opgeleid om de<br />
betreffende werkzaamheden uit te voeren.<br />
Verantwoordelijkheden, vaardigheden en toezicht<br />
moeten duidelijk door de bediener worden<br />
gedefinieerd. Als de betreffende medewerker nog niet<br />
de vereiste kennis heeft, moeten hiervoor geschikte<br />
training en instructies worden aangeboden. Indien<br />
nodig kan de bediener de fabrikant / leverancier<br />
opdracht geven om deze training te verzorgen.<br />
Daarnaast is de bediener verantwoordelijk voor het<br />
verzekeren dat de verantwoordelijke medewerkers de<br />
inhoud van de bedieningsinstructies volledig hebben<br />
begrepen.<br />
4.3 Veiligheidsvoorzieningen<br />
Het product is met de grootst mogelijke zorg<br />
ontworpen. Originele onderdelen en accessoires<br />
voldoen aan de veiligheidsvoorschriften.<br />
Constructiewijzigingen of het gebruik van niet<br />
originele onderdelen kunnen leiden tot een<br />
veiligheidsrisico.<br />
OPMERKING<br />
Zorg dat het product binnen het<br />
werkbereik werkt. Alleen dan kan de<br />
goede werking van het product worden<br />
gegarandeerd.
4.3.1 Labels op het product<br />
De op het product aangebrachte pictogrammen,<br />
waarschuwingen en instructies maken deel uit van de<br />
getroffen veiligheidsvoorzieningen. De labels mogen<br />
niet worden verwijderd of afgedekt. Labels moeten<br />
gedurende de hele levensduur van het product<br />
leesbaar blijven. Vervang beschadigde labels direct.<br />
4.4 Veiligheidsmaatregelen<br />
4.4.1 Gedurende normaal gebruik<br />
• Neem contact op met het lokale energiebedrijf<br />
voor vragen over elektriciteitsvoorzieningen.<br />
• Scherm onderdelen die warm kunnen worden<br />
zodanig af, dat direct contact niet mogelijk is.<br />
• Plaats, wanneer van toepassing, altijd niet<br />
vervormde koppelingsbeschermplaten als<br />
afscherming van de koppeling alvorens de pomp<br />
in gebruik te nemen. Zorg dat de<br />
koppelingsbeschermplaten nooit met de<br />
draaiende koppeling in contact komen.<br />
• Sluit altijd de schakelkast.<br />
4.4.2 Tijdens installatie, onderhoud en<br />
reparatie<br />
Alleen bevoegd personeel mag het product<br />
installeren, onderhouden, inspecteren en elektrische<br />
componenten repareren. Neem de plaatselijke<br />
veiligheidsvoorschriften in acht.<br />
WAARSCHUWING<br />
Ontkoppel altijd eerst de<br />
energietoevoer naar het product,<br />
voorafgaande aan installatie,<br />
onderhoud en reparatie. Beveilig deze<br />
ontkoppeling.<br />
WAARSCHUWING<br />
Na continue bedrijf kunnen de<br />
oppervlakken van een pomp heet zijn.<br />
WAARSCHUWING<br />
Zorg ervoor dat niemand in de buurt<br />
van draaiende componenten aanwezig<br />
kan zijn bij het starten van een pomp.<br />
WAARSCHUWING<br />
Behandel een pomp met gevaarlijke<br />
vloeistoffen met de grootst mogelijke<br />
voorzichtigheid. Voorkom gevaar voor<br />
personen of het milieu bij het verhelpen<br />
van lekkages, het aftappen van vloeistof<br />
en het ontluchten. Het is aangeraden<br />
om een lekbak onder de pomp te<br />
plaatsen.<br />
WAARSCHUWING<br />
Alle veiligheids- en beschermende<br />
voorzieningen moeten direct na<br />
afronding van de werkzaamheden terug<br />
worden geplaatst en/of weer in werking<br />
worden gesteld.<br />
WAARSCHUWING<br />
Neem alle instructies die in het<br />
hoofdstuk over "Inbedrijfstelling/<br />
Opstarten" worden beschreven in acht<br />
voordat het product weer in werking<br />
wordt gesteld.<br />
4.5 Milieuaspecten<br />
4.5.1 Algemeen<br />
De producten van <strong>DP</strong>-<strong>Pumps</strong> zijn ontworpen om<br />
gedurende de gehele levensduur milieuvriendelijke te<br />
kunnen functioneren. Gebruik (waar van toepassing)<br />
altijd biologisch afbreekbare smeermiddelen voor het<br />
onderhoud.<br />
MILIEU-INSTRUCTIE<br />
Handel altijd volgens de wetten,<br />
voorschriften en instructies inzake<br />
gezondheid, veiligheid en milieu.<br />
4.5.2 Ontmanteling<br />
Ontmantel en voer het product op milieuvriendelijke<br />
wijze af. De verantwoordelijkheid hiervoor ligt bij de<br />
eigenaar.<br />
MILIEU-INSTRUCTIE<br />
Informeer bij de plaatselijke overheid<br />
over hergebruik of milieuvriendelijke<br />
verwerking van afgedankte materialen.<br />
9
10<br />
5 Inleiding van de pomp<br />
5.1 Algemeen<br />
ID 2543/07072006<br />
<strong>Verticale</strong> pompen:<br />
<strong>DP</strong>VE <strong>DP</strong>V(S) <strong>DP</strong>VCF <strong>DP</strong>LHS<br />
De verticale, <strong>meertraps</strong> <strong>centrifugaalpompen</strong> van het<br />
type <strong>DP</strong>VE, <strong>DP</strong>V(S), <strong>DP</strong>VCF en <strong>DP</strong>LHS worden<br />
geproduceerd door <strong>DP</strong>-<strong>Pumps</strong>.<br />
5.2 Gebruik volgens bestemming<br />
De pompen <strong>DP</strong>VE, <strong>DP</strong>V(S), <strong>DP</strong>VCF en <strong>DP</strong>LHS zijn<br />
geschikt voor het transporteren en verhogen van de<br />
druk van koud en warm water zonder slijtage aan<br />
onderdelen binnen het aangegeven werkbereik. Het<br />
transport van vloeistoffen met een andere viscositeit<br />
of dichtheid dan water is ook mogelijk. Hiervoor wordt<br />
een motor met aangepast vermogen gebruikt. Vraag<br />
advies aan <strong>DP</strong>-<strong>Pumps</strong> of aan uw distributeur.<br />
Elk ander of verdergaand gebruik van de pomp is niet<br />
conform de bestemming. <strong>DP</strong>-<strong>Pumps</strong> aanvaardt geen<br />
enkele aansprakelijkheid voor hieruit voortvloeiende<br />
schade of letsel. De pomp is geproduceerd in<br />
overeenstemming met de geldende normen en<br />
richtlijnen. Gebruik de pomp uitsluitend in een<br />
technisch perfecte conditie, conform de hieronder<br />
beschreven bestemming.<br />
Het Gebruik volgens bestemming, zoals vastgelegd<br />
in EN 12100-1, is het gebruik waarvoor het product<br />
volgens de opgave van de fabrikant geschikt is. Het<br />
gebruik van het product is beschreven in de<br />
beschikbare documentatie / informatie. Volg altijd de<br />
instructies op zoals beschreven in de bedienings- en<br />
bedrijfsvoorschriften. Bij twijfel moet het product<br />
gebruikt worden zoals dat blijkt uit de constructie,<br />
uitvoering en functie van het product.<br />
20040265-B
5.3 Werkbereik<br />
Het werkbereik van de pompen in deze serie kan als<br />
volgt worden samengevat:<br />
Tabel 1: Specificatie van het werkbereik<br />
type <strong>DP</strong>VE <strong>DP</strong>V(S) <strong>DP</strong>V(S)F /<br />
<strong>DP</strong>VCF<br />
<strong>DP</strong>V(S)V <strong>DP</strong>LHS<br />
omgevingstemperatuur [°C] +4 tot 50 +4 tot 50 +4 tot 50 +4 tot 50 +4 tot 50<br />
Vloeistoftemperatuur [°C] -15 tot 60 -15 tot 120 -15 tot 120 -15 tot 120 -15 tot 120<br />
Maximale werkdruk [kPa]/<br />
[bar]<br />
10001 /10 16001 /16 25001 /25 25001 /25 40001 /40<br />
Minimale voordruk Niet caviterend 2 .<br />
Viscositeit vloeistof [cSt] 1<br />
Bij hogere viscositeit kan een hoger motorvermogen nodig zijn. 2<br />
Dichtheid vloeistof [kg/m 3 ] 1000<br />
Bij hogere dichtheden kan een hoger motorvermogen nodig zijn. 2<br />
Koeling De ruimte boven de motorkoelvin moet minimaal gelijk zijn aan 1/4 van de diameter van de<br />
motorkoelvininlaat om voldoende luchttoevoer te verkrijgen.<br />
Aantal starts Afhankelijk van de motor3 Minimale frequentie [Hz] 10<br />
Maximale frequentie [Hz] 60 4<br />
1. Het totaal van de voordruk en nullastpersdruk bij gesloten persafsluiter mag de maximale werkdruk niet overschrijden.<br />
2. Wendt u zich tot of uw leverancier voor nader advies.<br />
3. Zie voor standaardmotoren bijlage 11.2. Wanneer de pomp is uitgevoerd met een motor van een ander merk, neem dan<br />
contact op met die motorleverancier.<br />
4. Pompen die bestemd zijn voor 50 Hz bedrijf mogen niet worden aangesloten op 60 Hz.<br />
Q [%]<br />
30<br />
25<br />
20<br />
15<br />
10<br />
5<br />
0<br />
40 50 60 70 80 90 100 110 120<br />
Minimale volumestromen (Q) in % van Q nom<br />
optimale temperaturen (t).<br />
Tabel 2: Minimale volumestromen (Q min )<br />
50 Hz<br />
Qmin in m<br />
60 Hz<br />
3 /u<br />
2 0,3 0,3<br />
4 0,6 0,65<br />
6 0,8 0,8<br />
10 1,2 1,4<br />
14 1,0 1,1<br />
t [°C]<br />
50 Hz 60 Hz<br />
Qmin in m3 /u<br />
18 2,4 2,4<br />
24 2,2 2,6<br />
32 4,0 4,0<br />
45 4,6 5,1<br />
65 6,1 6,1<br />
Tabel 3: Specifieke toepassingen<br />
type toepassingsgebied<br />
<strong>DP</strong>V (Drink)watervoorzieningssystemen, irrigatiesystemen,<br />
waterbehandelingssystemen,<br />
autowassystemen, sprinklersystemen.<br />
<strong>DP</strong>VS Watervoorzieningssystemen voor drinkwater,<br />
onthard en gedemineraliseerd water,<br />
systemen voor brakwater, zeewater en<br />
zwembadwater, echter met begrenzingen<br />
ten aanzien van temperatuur, druk en<br />
chloorpercentage.<br />
<strong>DP</strong>VCF Systemen voor ketelvoeding en afvoer van<br />
condenswater<br />
<strong>DP</strong>LHS Omgekeerde osmosesystemen en hogedrukreinigingssystemen.<br />
<strong>DP</strong>VE (Drink)watervoorzieningssystemen.<br />
11
12<br />
5.4 Explosieveiligheid<br />
OPMERKING<br />
Dit hoofdstuk bevat essentiële<br />
informatie die in acht moet worden<br />
genomen bij het installeren van de<br />
pomp met toestemming van ATEX in<br />
een gevaarlijke omgeving.<br />
5.4.1 Algemeen<br />
Stickers of indicators op de pompmantel en op de<br />
motor geven aan of de pomp geschikt is voor gebruik<br />
in een explosiegevaarlijke omgeving.<br />
De pomp mag in een zone die in richtlijn 1999/92/EG<br />
is geclassificeerd worden geïnstalleerd.<br />
In geval van twijfel bent u verplicht de bovenstaande<br />
richtlijn te raadplegen.<br />
5.4.2 Aanduiding<br />
ID 2512/04112004<br />
2512/04112004<br />
Tabel 4: Explosieveiligheid<br />
Aanduiding Betekenis<br />
II Productgroep voor bovengronds gebruik<br />
met uitzondering van werkzaamheden in<br />
mijnen waar explosiegevaar aanwezig is ten<br />
gevolge van mijngas en/of brandbare stof.<br />
2/3 Categorie 2: Apparatuur in deze categorie is<br />
bedoeld voor gebruik in gebieden waar een<br />
grote kans op een explosieve omgeving is,<br />
veroorzaakt door mengsels van lucht en<br />
gassen, dampen of nevels of door lucht/stofmengsels.<br />
Categorie 3: Apparatuur in deze categorie is<br />
bedoeld voor gebruik in gebieden waar een<br />
grote kans op een explosieve omgeving is,<br />
veroorzaakt door mengsels van lucht en<br />
gassen, dampen of nevels of door lucht/stofmengsels<br />
of, als deze voorkomen, zij naar<br />
alle waarschijnlijkheid slechts zelden en<br />
alleen gedurende een korte periode voorkomen.<br />
G Geschikt voor een omgeving die explosief is<br />
door gas, damp of nevel; niet geschikt voor<br />
een omgeving die explosief is door stof.<br />
EEx c Beschermingsprincipe type c: voor producten<br />
die constructief veilig zijn.<br />
T4/T3 Temperatuurklasse:<br />
T4 voor mediumtemperaturen tot 100°C;<br />
T3 voor mediumtemperaturen boven 100°C<br />
OPMERKING<br />
Wanneer een pomp is voorzien van een<br />
ATEX sticker mag de pomp alleen<br />
worden gebruikt voor het verpompen<br />
van een medium met een geleiding die<br />
hoger is dan 50 pS/m. Het medium mag<br />
niet brandbaar zijn.<br />
OPMERKING<br />
Als de pomp in een explosiegevaarlijke<br />
omgeving wordt geplaatst, mogen er<br />
geen pompen ter plekke worden<br />
geopend of gedemonteerd. Dit met het<br />
oog op de kans op het ontstaan van<br />
vonken tijdens het los- en vastdraaien<br />
van moeren en bouten.
5.4.3 Inbedrijfstelling (controlelijst)<br />
Het is verplicht om deze punten alvorens de pomp in<br />
werking te stellen te controleren.<br />
• Controleer of de ATEX-gegevens op de motor<br />
en de pomp met de aangegeven categorie<br />
overeenkomen. Zie tabel 5 ATEX-categorieën<br />
• Als de categorieën van de motor en de pomp<br />
verschillen, is de laagste categorie bepalend.<br />
• Voor Categorie 2: zorg dat de pomp tegen<br />
beschadiging van buitenaf is beschermd.<br />
• Controleer of de motorkabel geschikt is voor de<br />
stroom die de motor opneemt. Zie:<br />
motortypeplaat.<br />
• Controleer of de pomp volledig met vloeistof is<br />
gevuld (ontlucht). Laat de pomp niet drooglopen.<br />
• Controleer de draairichting van de motor. De<br />
motor moet rechtsom draaien (gezien vanaf de<br />
niet-aandrijfzijde). Deze richting wordt met een<br />
pijl op het kopstuk van de pomp aangegeven.<br />
• Controleer of de vloeistoftemperatuur de in de<br />
explosieveiligheidscode T3 of T4 genoemde<br />
temperatuur niet overschrijdt. Zie tabel .4<br />
Explosieveiligheid<br />
• Vermijd oververhitting van de pomp door<br />
minimale flow door de pomp te garanderen, zie<br />
hoofdstuk .5.3 Werkbereik<br />
• De pomp moet weer worden ontlucht als:<br />
• de pomp buiten bedrijf is geweest.<br />
• er lucht in de pomp is opgehoopt.<br />
• Zorg dat de pomp en de motoras soepel en<br />
zonder al te veel geluid lopen (dus er lopen geen<br />
onderdelen tegen elkaar).<br />
• Zorg dat het product geaard is.<br />
Tabel 5: ATEX-categorieën<br />
Groep Categorie Zone Pompen Motor<br />
I M 1 niet niet<br />
2 niet niet<br />
II 1 G 0 niet niet<br />
D 20 niet niet<br />
2 G 1 <strong>DP</strong>V(S)<br />
<strong>DP</strong>VCF<br />
<strong>DP</strong>LHS<br />
D 21 niet niet<br />
3 G 2 <strong>DP</strong>V(S)<br />
<strong>DP</strong>VCF<br />
<strong>DP</strong>LHS<br />
D 22 niet niet<br />
2G Eex e T3<br />
2G Eex d T4<br />
2G Eex e T3<br />
2G Eex d T4<br />
5.5 Werking<br />
De vloeistof wordt via de pompinlaat (A) aan de<br />
toevoerzijde met een minimale druk aangezogen.<br />
Door de pomp wordt de druk opgevoerd. De vloeistof<br />
verlaat de pomp via de pompuitlaat (B) onder<br />
verhoogde druk aan de perszijde.<br />
ID 0304/02072003<br />
A Pompinlaat<br />
B Pompuitlaat<br />
C Motoraansluitblok<br />
D Vulplug / ontluchtingsplug<br />
E Aftapplug<br />
ID 2458/07052004<br />
A<br />
C<br />
A<br />
D<br />
B E<br />
B<br />
0304/02072003<br />
2458/07052004<br />
13
14<br />
6 Transport<br />
6.1 Transport<br />
1. Vervoer de pomp in de positie zoals aangegeven<br />
op de pallet of verpakking.<br />
2. Zorg dat de pomp stabiel staat.<br />
3. Houd rekening met de aanwijzingen op de<br />
(eventueel aanwezige) verpakking.<br />
WAARSCHUWING<br />
Hef de pomp, eventueel met behulp van<br />
een hijswerktuig en geschikte<br />
hijsbanden, op. Bevestig de banden aan<br />
de hijsogen op de verpakking, indien<br />
aanwezig.<br />
WAARSCHUWING<br />
De pomp moet volgende de geldende<br />
hijsrichtlijnen worden opgehesen.<br />
Alleen hiervoor opgeleid personeel mag<br />
de pomp ophijsen.<br />
WAARSCHUWING<br />
Hef de pomp niet aan de<br />
frequentieomvormer (indien aanwezig),<br />
elektrische delen of de motorkap. Zorg<br />
dat de pomp altijd in balans is.<br />
WAARSCHUWING<br />
De pomp zal ongeveer 2 tot 15 graden<br />
kantelen. Verwijder het hefwerktuig of<br />
bescherming niet voordat de pomp juist<br />
geplaatst en gemonteerd is.<br />
20050327<br />
20050327
6.2 Gewicht<br />
Motor Minimum<br />
gewicht<br />
6.3 Opslag<br />
Maximum<br />
gewicht<br />
Minimum<br />
gewicht met<br />
frequentieomvormer<br />
[kW] [kg] [kg] [kg] [kg]<br />
0.37 11 14 18 21<br />
0.55 13 23 20 30<br />
0.75 16 24 23 31<br />
1.1 19 61 26 68<br />
1.5 25 63 32 70<br />
2.2 29 72 38 81<br />
3 43 82 52 91<br />
4 49 86 59 96<br />
5.5 81 120 71.5 130.5<br />
7.5 68 138 78.5 148.5<br />
Vul de pomp met glycol ter bescherming tegen<br />
bevriezing.<br />
Maximum<br />
gewicht met<br />
frequentieomvormer<br />
Opslag<br />
tomgeving [°C] -10/40<br />
Max. relatieve luchtvochtig- 80% bij 20°C niet condenseheid<br />
[%]<br />
rend<br />
6.3.1 Inspectie tijdens opslag<br />
1. Draai de as iedere drie maanden en vlak voor de<br />
inbedrijfstelling of spuit siliconenolie tussen het<br />
kopstuk van de pomp en de koppeling. Dit<br />
beschermt de afdichtingen tegen vastzitten.<br />
15
16<br />
7 Installeren<br />
7.1 De pomp opstellen<br />
ID 0238/23062003<br />
OPMERKING<br />
Zorg dat de pompaansluitingen<br />
spanningsloos worden geïnstalleerd<br />
(dus geen zware belasting op de zuig-<br />
en persaansluitingen). Het wordt<br />
aangeraden om leidingcompensators te<br />
gebruiken, zie de bovenstaande<br />
tekening. Alleen op voorwaarde dat de<br />
pomp is voorzien van een versterkt<br />
gegoten huis, model <strong>DP</strong>VCF, kan de<br />
kracht van boven naar beneden op de<br />
flenzen in overeenstemming met de<br />
onderstaande tabel zijn.<br />
Tabel 6: Kracht van boven naar beneden <strong>DP</strong>VCF<br />
Type <strong>DP</strong>VCF<br />
2<br />
Max. belasting<br />
[kNm]<br />
<strong>DP</strong>VCF<br />
4<br />
<strong>DP</strong>VCF<br />
10<br />
9 18 26 52<br />
0238/23062003<br />
<strong>DP</strong>VCF<br />
18<br />
ID 2637/15062005<br />
ID2638/15062005<br />
OPMERKING<br />
Pompen die uit zichzelf niet stabiel of<br />
stevig staan, dienen bevestigd te<br />
worden op een voldoende sterke en<br />
stabiele basis.<br />
OPMERKING<br />
Plaats de pomp waar mogelijk altijd in<br />
een ruimte waar het minste risico<br />
bestaat voor geluidshinder.<br />
1. Plaats en installeer de pomp op een vlakke,<br />
stabiele ondergrond in een droge en vorstvrije<br />
ruimte.<br />
2. Zorg ervoor dat voldoende lucht de koelvin van<br />
de motor kan bereiken.<br />
3. Installeer de pomp met tegenflenzen. Pompen<br />
met niet-genormaliseerde aansluitingen;<br />
tegenflenzen worden meegeleverd.<br />
4. Installeer een klep op de toevoer- en op de<br />
persaansluiting van de pomp.<br />
5. Indien de mogelijkheid bestaat dat het medium<br />
bij een stilstaande pomp kan terugstromen,<br />
wordt geadviseerd om een keerklep te<br />
installeren.<br />
6. Zorg dat de inlaat van de pomp nooit verstopt<br />
raakt.<br />
20050373
7.1.1 Indicatoren<br />
ID 0237/24062003<br />
De pijl (A) op de pompvoet geeft de stroomrichting<br />
van de vloeistof aan. De pijl (B) op het kopstuk geeft<br />
de draairichting van de motor aan.<br />
Als de pijl (A) niet tegenover de aftapplug staat, is de<br />
pompvoet verkeerd teruggeplaatst. Zie voor het<br />
controleren van de zuigzijde en de perszijde de<br />
doorsnedetekening in hoofdstuk 5.5 Werking.<br />
7.1.2 Omloopleiding installeren<br />
Installeer een omloopleiding als de pomp tegen een<br />
gesloten systeem werkt. De vereiste capaciteit van de<br />
omloopleiding is minimaal 10% van de optimale<br />
volumestroom. Bij hoge bedrijfstemperaturen is een<br />
hogere volumestroom nodig. Zie hiervoor de tabel<br />
“Minimale volumestromen” in de paragraaf<br />
“Werkbereik”.<br />
7.2 Een motor op de pomp<br />
monteren.<br />
0237/24062003<br />
OPMERKING<br />
Het wordt aangeraden om een speciaal<br />
ontworpen <strong>DP</strong>-<strong>Pumps</strong> motor te<br />
gebruiken. Alvorens een motor van een<br />
ander merk/standaard IEC-norm te<br />
installeren, moet <strong>DP</strong>-<strong>Pumps</strong> worden<br />
geraadpleegd om de bruikbaarheid<br />
hiervan te beoordelen.<br />
B<br />
A<br />
De motor moet aan de volgende voorwaarden<br />
voldoen:<br />
• Verhoogd vermogen (om het standaard<br />
geïnstalleerde motorvermogen te beperken)<br />
• Versterkte lager aan de aandrijfzijde (om de<br />
axiale kracht te kunnen weerstaan)<br />
• Vaste lager aan de aandrijfzijde (om de axiale<br />
speling zo klein mogelijk te maken)<br />
• Gladde as, geen spiebaan (ter verbetering van<br />
de koppelingsgreep en de motorbalans)<br />
• Tegen hoge temperaturen bestand vet (om de<br />
pomp tot 120 °C te kunnen laten werken en de<br />
motor niet via warmteoverdracht vanuit het<br />
kopstuk te oververhitten)<br />
De geadviseerde lagers per motortype zijn:<br />
[kW] Axiaal lager [kW] Co-axiaal lager<br />
0,37 6203-2RS 5,5 6308-2Z-C3<br />
0,55 6203-2RS 7,5 6308-2Z-C3<br />
0,75 6204-2RS 11 7309-BEP<br />
1,1 6204-2RS 15 7309-BEP<br />
1,5 6305-2Z-C3 18,5 7309-BEP<br />
2,2 6305-2Z-C3 22 7311-BEP<br />
3 6306-2Z-C3 30 7312-BEP<br />
4 6306-2Z-C3 37 7312-BEP<br />
17
18<br />
7.2.1 Monteren van een motor op pompen<br />
met een standaard mechanische<br />
afdichting.<br />
ID 2463/07042004<br />
681<br />
901.01<br />
20040168<br />
862<br />
914.01<br />
433<br />
210<br />
560<br />
862<br />
920.01<br />
341<br />
554.02<br />
901.02<br />
903.01<br />
411.01<br />
412.02<br />
160<br />
1. Reinig het kopstuk (341), de as (210), de<br />
koppelingschaal (862) en de motoras grondig.<br />
2. Draai de koppelingsschalen (862) met de<br />
koppelingspin (560) losjes op de as (210).<br />
Gebruik hiervoor de zeskantinbustapbout<br />
(914.01) en de moer (920.01).<br />
3. Plaats de motor op het kopstuk (341).<br />
4. Draai de onderste bouten van de<br />
koppelingschalen (862) zo ver aan dat de<br />
koppeling licht om de motoras klemt.<br />
5. Til het hydraulische pakket aan de koppeling<br />
omhoog en markeer op de as. Gebruik hiervoor<br />
een bandenlichter onder de koppeling.<br />
OPMERKING<br />
Blokkeer bij motoren van 11 kW of<br />
hoger de rotor wanneer de koppeling<br />
wordt afgesteld. Dit garandeert dat de<br />
rotor niet uit de lagers komt.<br />
6. Druk het hydraulisch pakket volledig naar<br />
beneden en markeer op de as.<br />
ID 0971/05082003<br />
20050567<br />
7. Til het hydraulische pakket tot halverwege de<br />
speling (A).<br />
ID 2457/12032004<br />
20030733<br />
A<br />
A= Amax+Amin<br />
2<br />
8. Draai de koppeling volledig vast met het juiste<br />
aanhaalmoment (zie “Aanhaalmomenten” in de<br />
bijlagen).<br />
9. Zet de koppelingsbeschermplaten (681) met de<br />
zeskantbouten (901.01) op het kopstuk (341)<br />
vast.<br />
10. Sluit de juiste elektrische voeding op de motor<br />
aan.
7.2.2 Monteren van een motor op pompen,<br />
geleverd zonder motor, met een<br />
cartridge mechanische afdichting<br />
ID 2465/15032004<br />
901.01<br />
681<br />
341<br />
20040169<br />
903.01<br />
412.02<br />
411.01<br />
160<br />
914.01<br />
901.02<br />
210<br />
920.01<br />
560<br />
862<br />
904<br />
500<br />
914.03<br />
471<br />
433<br />
412.06<br />
525.07<br />
412.05<br />
1. Reinig het kopstuk (341), de as (210), de<br />
koppelingschalen (862) en de motoras grondig.<br />
2. Draai de koppelingsschalen (862) met de<br />
koppelingspin (560) losjes op de as (210).<br />
Gebruik hiervoor de zeskantinbustapbout<br />
(914.01) en de moer (920.01).<br />
3. Plaats de motor op het kopstuk (341).<br />
4. Draai de drie cartridgeborgschroeven (904) een<br />
slag los.<br />
5. Duw het hydraulische pakket in de onderste<br />
positie.<br />
6. Draai de drie cartridgeborgschroeven (904)<br />
stevig vast op de as.<br />
7. Draai de onderste bouten van de<br />
koppelingschalen (862) zo ver aan dat de<br />
koppeling licht om de motoras klemt.<br />
8. Til het hydraulische pakket aan de koppeling<br />
omhoog en markeer op de as. Gebruik hiervoor<br />
een bandenlichter onder de koppeling.<br />
OPMERKING<br />
Blokkeer bij motoren van 11 kW of<br />
hoger de rotor wanneer de koppeling<br />
wordt afgesteld. Dit garandeert dat de<br />
rotor niet uit de lagers komt.<br />
9. Druk het hydraulische pakket volledig naar<br />
beneden en markeer op de as (210). Zie ook<br />
stap 7 in de vorige paragraaf.<br />
10. Til het hydraulische pakket tot halverwege de<br />
speling op. Zie ook de tekening in stap 7 van de<br />
vorige paragraaf.<br />
11. Draai de koppeling volledig vast met het juiste<br />
aanhaalmoment (zie bijlage 11.3<br />
Aanhaalmomenten van de bouten van de<br />
koppeling).<br />
12. Monteer de koppelingsbeschermplaten (681)<br />
met de parkers (901.01) op het kopstuk (341).<br />
13. Sluit de motor elektrisch aan.<br />
7.3 Elektrische installatie<br />
WAARSCHUWING<br />
Alleen hiervoor opgeleid personeel mag<br />
elektrische aansluitingen op de motor<br />
aanbrengen. Dit is overeenkomstige de<br />
plaatselijke voorschriften.<br />
OPMERKING<br />
Controleer altijd, na het aansluiten<br />
volgens de tekening, de draairichting<br />
van de motor.<br />
Elektrische aansluitingen:<br />
• Let erop dat de motorgegevens overeenkomen<br />
met de spanning waarop de motor van de pomp<br />
wordt aangesloten. Raadpleeg “Elektrische<br />
aansluitschema’s“ in de bijlagen voor het<br />
passende aansluitschema.<br />
• Sluit de motor aan met een<br />
motorbeveiligingsschakelaar.<br />
19
20<br />
ID 2482/10082005<br />
PTC aansluiting STM 140 EK:<br />
• Alle motoren vanaf 3 kW en hoger zijn<br />
uitgevoerd met een PTCthermistor. Voor<br />
gegevens zie "PTC gegevens" in de bijlage<br />
• Sluit de PTC thermistor aan via een thermistor<br />
relais.<br />
7.4 In bedrijf stellen<br />
WAARSCHUWING<br />
De pomp mag niet worden<br />
ingeschakeld als hij niet helemaal<br />
gevuld is met vloeistof.<br />
OPMERKING<br />
Gezien vanaf de bovenzijde van de<br />
motor moet de pomp rechtsom (B)<br />
draaien. Zie 7.1.1 Indicatoren. Bij een<br />
driefasenmotor kan de draairichting<br />
veranderd worden door het wisselen<br />
van twee van de drie fasedraden.<br />
7.4.1 In een open of gesloten circuit met<br />
voldoende voordruk<br />
ID 0239/24062003<br />
0239/24062003<br />
1. Sluit de toevoerafsluiter (A) en de persafsluiter<br />
(B).<br />
2. Open de vulplug (C).<br />
3. Open geleidelijk de toevoerafsluiter totdat de<br />
vloeistof uit de vulplug (C) vloeit.<br />
4. Sluit de vulplug.<br />
5. Open de toevoerafsluiter volledig.<br />
6. Controleer de draairichting van de pomp.<br />
7. Open de persafsluiter volledig.<br />
A<br />
C<br />
B<br />
2482/10082005
7.4.2 In een open circuit met een<br />
vloeistofniveau lager dan de pomp<br />
1. Draai de aftapplug (A) gedeeltelijk los. Bij <strong>DP</strong>VE,<br />
<strong>DP</strong>VCF en <strong>DP</strong>LHS moet de aftapplug in zijn<br />
geheel worden verwijderd.<br />
2. Verwijder de vulplug (B) uit het kopstuk.<br />
3. Blokkeer de toegang van de aftapplug aan de<br />
buitenkant van de pompvoet.<br />
4. Sluit de persafsluiter.<br />
5. Vul het pomphuis via de vulplug in het kopstuk<br />
volledig met de te verpompen vloeistof.<br />
6. Draai de aftapplug in de pompvoet.<br />
7. Draai de vulplug in het kopstuk.<br />
8. Controleer de draairichting van de pomp.<br />
9. Open de persafsluiter.<br />
7.4.3 Na een lange periode niet gebruiken of<br />
van opslag<br />
Controleer tijdens de eerste start de as-afdichtingen<br />
op lekkage door verkleving of uitdroging van de<br />
smeerfilm. Als dit het geval is, ga als volgt te werk:<br />
1. Draai de als met de hand of,<br />
2. Start de pomp, open en sluit dan persafsluiter<br />
snel tijdens het inwerking zijn.<br />
3. Controleer of de as-afdichting nog steeds lekt.<br />
Als de as nog steeds lekt:<br />
1. Demonteer de as-afdichting.<br />
2. Reinig en ontvet de loopvlakken.<br />
3. Monteer de as-afdichting opnieuw en herhaal de<br />
het opstarten.<br />
Als de aslekkage hierdoor niet verholpen is, moet de<br />
as-afdichting vervangen worden.<br />
B<br />
A<br />
21
22<br />
8 Bediening<br />
8.1 Bediening<br />
De pomp wordt extern bestuurd en vereist daarom<br />
geen begeleiding bij de bediening.
9 Onderhoud<br />
9.1 Inleiding<br />
WAARSCHUWING<br />
Houd rekening met de algemene<br />
veiligheidsmaatregelen voor installatie,<br />
onderhoud en reparatie.<br />
Regelmatig onderhoud is nodig voor goede werking<br />
van een pomp. Neem voor onderhoud van de pomp<br />
contact op met uw leverancier. Een concept<br />
onderhoudscontract is op aanvraag beschikbaar.<br />
9.2 Smering<br />
Standaardmotoren, met een maximaal vermogen van<br />
7,5 kW, zijn voorzien van onderhoudsvrije afgedichte<br />
lagers.<br />
Motoren met smeernippels moeten na 2000 uur<br />
gesmeerd worden. Indien de pomp functioneert bij<br />
extreme condities, zoals trillingen en hoge<br />
temperaturen, moeten de motoren vaker worden<br />
gesmeerd.<br />
Gebruik het smeermiddel SKF LGHT 3 (ongeveer 15<br />
gram).<br />
Raadpleeg als de pomp zonder motor wordt geleverd<br />
en van een een ander merk motor wordt voorzien of<br />
als de standaardmotor door een ander merk dan <strong>DP</strong>-<br />
<strong>Pumps</strong> wordt vervangen, de onderhoudsinstructies<br />
van de motorleverancier.<br />
OPMERKING<br />
Volg tevens de instructies in § 7.2 Een<br />
motor op de pomp monteren.<br />
9.3 De pomp voor een lange<br />
stilstandperiode<br />
onderhouden<br />
Draai de as iedere drie maanden. Dit beschermt de<br />
afdichtingen tegen vastzitten.<br />
Bescherm de pomp tegen bevriezing bij dreigend<br />
vorstgevaar. Ga als volgt te werk:<br />
1. Sluit alle pompkleppen.<br />
2. Tap elke pomp en/of het systeem af.<br />
3. Verwijder alle pluggen van de pomp.<br />
4. Open de afsluiters en de vul/ontluchtingsplug,<br />
indien aanwezig.<br />
9.4 Vervang de <strong>DP</strong>VE keerklep<br />
ID 0996/15082003<br />
Ga voor het vervangen van de keerklep van de<br />
pomptypes <strong>DP</strong>VE als volgt te werk:<br />
0996/15082003<br />
1 Gebruik een tang om de keerklep te verwijderen.<br />
2 Verwijder de O-ring.<br />
3 Plaats een nieuwe O-ring.<br />
4 Monteer de nieuwe keerklep.<br />
23
24<br />
10 Storingen<br />
10.1 Storingstabel<br />
WAARSCHUWING<br />
Houd rekening met de algemene veiligheidsmaatregelen voor installatie, onderhoud en<br />
reparatie.<br />
Probleem Mogelijke oorzaak Mogelijke oplossing Controlepunten<br />
Lekkage langs de as Loopvlakken van de asafdichting<br />
versleten of<br />
beschadigd<br />
Nieuwe pomp: verkleving<br />
van de seal door montage<br />
Asafdichting niet goed<br />
gemonteerd<br />
Lekkage langs de mantel<br />
bij het kopstuk of bij de<br />
pompvoet<br />
Elastomeren aangetast<br />
door medium<br />
Vervang de asafdichting. Controleer de pomp op<br />
vervuiling - slijtende deeltjes.<br />
Open en sluit (snel) de<br />
persafsluiter tijdens bedrijf<br />
Monteer de asafdichting<br />
op de juiste manier.<br />
Gebruik water en zeep als<br />
smeermiddel<br />
Gebruik een juiste elastomeercombinatie<br />
voor de<br />
asafdichting<br />
Te hoge druk Gebruik het juiste type<br />
asafdichting<br />
As versleten Plaats nieuwe as en asafdichting<br />
Pomp heeft zonder water Vervang de asafdichting<br />
gedraaid<br />
O-ring versleten Vervang de O-ring<br />
O-ring niet bestand tegen<br />
het te verpompen medium<br />
Te grote spanning op de<br />
pompvoet, hij wordt ovaal<br />
Vervang de O-ring door<br />
een O-ring met betere<br />
resistentie<br />
Haal de spanning van het<br />
leidingwerk af. Ondersteun<br />
de aansluitingen.<br />
Monteer de versterkte<br />
pompvoet.
Probleem Mogelijke oorzaak Mogelijke oplossing Controlepunten<br />
Pomp trilt en maakt lawaai Koppeling niet goed<br />
gemonteerd<br />
Foutieve instelling van het<br />
hydraulische pakket<br />
Er zit geen water in de<br />
pomp<br />
Monteer de koppeling<br />
evenwijdig<br />
Stel het hydraulische pakket<br />
af volgens de handleiding<br />
Vul en ontlucht de pomp<br />
Geen aanvoer Zorg voor voldoende aanvoer.<br />
Controleer of de aanvoerleiding<br />
niet verstopt is<br />
Lagers van pomp / motor<br />
defect<br />
Beschikbare NPSH te laag<br />
(cavitatie)<br />
Pomp werkt niet in zijn<br />
werkgebied<br />
Inwendige vervuiling of<br />
verstopping in de pomp<br />
Pomp staat op een ongelijke<br />
ondergrond<br />
Pomp start niet Geen spanning op de aansluitklemmen<br />
De motor draait, maar de<br />
pomp werkt niet<br />
Thermische motorbeveiliging<br />
aangesproken<br />
Laat de lagers vervangen<br />
door een erkend bedrijf<br />
Aanzuigconditie verbeteren<br />
Kies een andere pomp of<br />
stel het systeem op werking<br />
binnen het werkgebied<br />
af.<br />
Laat de pomp inspecteren<br />
door een erkend bedrijf<br />
Egaliseer de ondergrond<br />
Controleer de stroomvoorziening<br />
Controleer de motorbeveiliging<br />
Reset de thermische<br />
motorbeveiliging. Neem<br />
contact op met de leverancier<br />
indien dit probleem<br />
vaker voorkomt.<br />
Motoras is gebroken. Neem contact op met de<br />
leverancier<br />
De pompas is gebroken Neem contact op met de<br />
leverancier<br />
De pomp/motoras koppeling<br />
zit los<br />
Draai de aansluitschroeven<br />
tot het juiste aanhaalmoment<br />
aan<br />
• Stroomkring<br />
• Hoofdschakelaar<br />
• Zekeringen<br />
• Aardlekschakelaar<br />
• Beveiligingsrelais<br />
Controleer of de juiste<br />
waarde is ingesteld. De<br />
juiste waarde staat vermeld<br />
op de pomp (Inom ),<br />
zie § 2.1 Identificatie, service<br />
en technische ondersteuning.<br />
25
26<br />
Probleem Mogelijke oorzaak Mogelijke oplossing Controlepunten<br />
Pomp levert niet voldoende<br />
capaciteit en/of<br />
druk<br />
Pers- en/of zuigafsluiter is Open beide afsluiters<br />
dicht<br />
Er zit lucht in de pomp Ontlucht de pomp<br />
Er is onvoldoende zuig- Verhoog de aanzuigdruk<br />
druk<br />
Pomp draait de verkeerde<br />
kant op<br />
De zuigleiding is niet ontlucht<br />
Verwissel L1 en L2 van de<br />
driefasige voeding.<br />
Ontlucht de zuigleiding<br />
Luchtbel in de zuigleiding Monteer de zuigleiding<br />
zodanig dat deze altijd<br />
omhoog blijft lopen en er<br />
geen luchtbel in achter<br />
kan blijven<br />
Pomp zuigt lucht aan door Repareer de lekkage<br />
lekkage in de zuigleiding<br />
Te weinig waterafname<br />
waardoor lucht in de pomp<br />
blijft hangen<br />
Diameter van de zuigleiding<br />
is te klein<br />
Watermeter in de toevoer<br />
te klein<br />
Zorg voor grotere afname<br />
of voor kleinere pomp<br />
Vergroot de diameter van<br />
de zuigleiding<br />
Vergroot de watermeter<br />
Voetklep verstopt Reinig de voetklep<br />
De waaier of het leidapparaat<br />
is geblokkeerd<br />
Reinig de pomp inwendig<br />
O-ringen verdwenen tussen<br />
de waaier en het leidapparaat<br />
Vervang de O-ringen<br />
O-ringen niet bestand Vervang de O-ringen voor<br />
tegen het te verpompen O-ringen met betere resi-<br />
medium<br />
stentie
11 Bijlagen<br />
11.1 Reservedelensets<br />
Reservedelenset Set nr.<br />
Ventilatorkapset<br />
832<br />
Ventilatorkap (832) + ventilatorwaaier (831)<br />
Koppelingsset<br />
862<br />
4/6 x Moer (920.01) + 4/6 x zeskantinbustapbout (914.01) + 2 x koppelingsschaal (862) + koppelingsbout (560)<br />
Aftapplug / ontluchtingsplugset<br />
903<br />
Schroefdop (903.01) + afdichtingsring (411.01) + schroefdop (903.02) + afdichtingsring (411.02)<br />
Trappenhuis compl. met lagerset<br />
10-5<br />
Trappenhuis met lager (108.02) + lagerhuls (529) + waaier (230) + afstandhuls kort (525.01)<br />
Afstandshulsset<br />
525<br />
2 x afstandhuls kort (525.01) + 6 x afstandhuls lang (525.03) + afstandsring (525.08) + afstandhulsafdichting<br />
(525.05)<br />
Afdichtingsset<br />
Mechanisch afdichting (433) + 2 x O-ring (412.01) + 2 x pakking (400)<br />
Aseindset<br />
Afstandhulseinde (525.04) + borgmoer (920.02) + veiligheidsvoorziening, Nord-vergrendeling (930) + borgring<br />
(932)<br />
Flenset<br />
2 x flens (723) + 4/8/16 x zeskantbout (901.03) + 0/4/8/16 x moer (920) + 4/8/16/32 x sluitring (554.03) + 2 x pakking<br />
(400)<br />
Klemmenkastset<br />
Pakking (400.02) + klemmenkast (833) + klemmenbord (835) + pakking (400.03) + klemmenkastdeksel (81.37) +<br />
4 x schroef (900)<br />
Condensator<br />
Condensator (837)<br />
433<br />
81-88<br />
723<br />
833<br />
837<br />
27
28<br />
11.1.1 Lijst van reservedelen<br />
number (ZN) name<br />
101 Pomphuis<br />
108 Trappenhuis<br />
160 Deksel<br />
171 Leiwiel<br />
210 As<br />
230 Waaier<br />
341 Aandrijflantaarn<br />
400 Vlakke dichting<br />
411 Afdichtingsring<br />
412 O-ring<br />
433 Mech. asafdichting<br />
471 Afdichtingsdeksel<br />
500 Ring<br />
509 Tussenring<br />
525 Afstandsring<br />
525.08 Spacer sleeve<br />
529 Lagerhuls<br />
554 Vulplaat<br />
560 Stift<br />
681 Koppeling beschermer<br />
722 Flensovergang<br />
723 Flens<br />
742 Vrijloop-terugslagklep<br />
800 Motor<br />
801 Flensmotor<br />
802 Blokmotor<br />
827 Kabelmof<br />
831 Ventilator waaier<br />
832 Ventilator kap<br />
833 Klemmenkast<br />
835 Klemplaat<br />
837 Condensator<br />
862 Koppelingschaal<br />
890 Fundatieplaat<br />
900 Bout<br />
901 6KT-bout<br />
903 Plug<br />
904 Tapeind<br />
905 Verbindingsschroef<br />
913 Ontluchtingsschroef<br />
914 6KT inbusbout<br />
920 Moer<br />
930 Borg<br />
932 Borgring<br />
10-6 Pompmantel<br />
81-37 Klemmenkastschuif
11.1.2 Onderdelen tekening motor<br />
ID 2479/090206<br />
800/801<br />
0.37 -<br />
1.1 kW<br />
1.5 -<br />
7.5 kW<br />
(82-5)<br />
(900.02)<br />
(400.03)<br />
(400.02)<br />
(81-55)<br />
(900.03)<br />
(832)<br />
(831)<br />
832<br />
1~<br />
(400.02)<br />
(833)<br />
(835)<br />
(400.03)<br />
(81-37)<br />
(900.01)<br />
833<br />
837<br />
20040343-B<br />
29
30<br />
11.1.3 Onderdelen tekening <strong>DP</strong>VE2-14<br />
ID 2483/18072005<br />
20040231
11.1.4 Onderdelen tekening <strong>DP</strong>V2-18<br />
ID 2763/05122005<br />
20040230-F<br />
31
32<br />
11.1.5 Onderdelen tekening <strong>DP</strong>VF2-18<br />
ID 2767/05122005<br />
20040243-E
11.1.6 Onderdelen tekening <strong>DP</strong>VCF2-18<br />
ID 2764/05122005<br />
20040239-F<br />
33
34<br />
11.1.7 Onderdelen tekening <strong>DP</strong>VV2-18<br />
ID 2771/05122005<br />
20041223-D
11.1.8 Onderdelen tekening <strong>DP</strong>VF24-45<br />
ID 2768/05122005<br />
20010717-E<br />
35
36<br />
11.1.9 Onderdelen tekening <strong>DP</strong>VF24-45 Cartridge<br />
ID 2769/05122005<br />
20040240-H
11.1.10 Onderdelen tekening <strong>DP</strong>VF65<br />
ID 2770/05122005<br />
99000539-J<br />
37
38<br />
11.1.11 Onderdelen tekening <strong>DP</strong>VCF65<br />
ID 2772/07062006<br />
(914.01)<br />
862<br />
(862)<br />
(920.01)<br />
(560)<br />
681<br />
901.01<br />
(171.02)<br />
(525.05)<br />
(525.03)<br />
(525.02)<br />
(525.08)<br />
(525.01)<br />
914.02<br />
509.02<br />
230<br />
509.01<br />
525<br />
210<br />
10-5<br />
341<br />
920.03<br />
554.01 412.01<br />
904<br />
500<br />
(171.02)<br />
(525.01)<br />
(529)<br />
(525.03)<br />
(230)<br />
901.05<br />
471<br />
10-6<br />
171.01<br />
412.02<br />
160<br />
525.07<br />
171.01<br />
(412.05)<br />
(433)<br />
433<br />
(412.06)<br />
230<br />
509.03<br />
(411.01)<br />
(411.03)<br />
550<br />
412.01<br />
905<br />
101<br />
723<br />
(400)<br />
(901.03)<br />
(723)<br />
(554.03)<br />
(920.04)<br />
APPENDIX 3H<br />
Am. proj. Tolerancing of F Ventplug added 30-03-06 MK<br />
form and location<br />
according to E Updated 13-12-05 MK<br />
ISO 1101.<br />
Safety according D 411.01 added to sealkit 01-06-05 MK<br />
to : MA-IW-404<br />
Dimensions in mm<br />
- 23-11-04 MK<br />
unless mentioned<br />
otherwise.<br />
Rev. Description Date Drawn Appr.<br />
Project:<br />
Model --<br />
Engineering Manual<br />
Material --<br />
No part of this drawing<br />
may be reproduced<br />
Description:<br />
Location APP 3H<br />
without the prior written<br />
VCF 65 Exploded<br />
Weight --<br />
consent of<br />
Scale --<br />
<strong>DP</strong>- INDUSTRIES<br />
(932)<br />
(525.04)<br />
(930)<br />
(920.02)<br />
81-88<br />
903<br />
(913)<br />
(411.01)<br />
(411.03)<br />
(914.03)<br />
20041205-F
11.1.12 Onderdelen tekening <strong>DP</strong>LHS<br />
ID 2762/05122005<br />
20040232-D<br />
39
40<br />
11.2 Technische gegevens<br />
OPMERKING<br />
De motorgegevens zijn alleen van toepassing op standaardmotoren die op de pomp worden<br />
geleverd en niet op explosieresistente motoren.<br />
OPMERKING<br />
* motoren zijn uitgerust met een PTC.<br />
Tabel 7: Technische specificaties van pompen met 2-polige, 1-fase 50 Hz motoren<br />
P [kW]<br />
P [HP]<br />
η [%]<br />
L p [dB(A)]<br />
Max. starts [h -1 ]<br />
n [min -1 ]<br />
Tabel 8: Technische specificaties van pompen met 2-polige, 3-fase 50 Hz motoren<br />
C [μF]<br />
I max [A]<br />
220V 230V 240V<br />
0,37 0.5 63 64 10 2750 12 2,9 2,9 2,9<br />
0,55 0.75 64 64 10 2750 16 4,5 4,5 4,5<br />
0,75 1 63 67 10 2750 20 6,9 6,9 6,9<br />
1,1 1.5 64 67 10 2750 25 8,7 8,7 8,7<br />
1,5 2 67 67 10 2750 30 11 11 11<br />
2,2 3 74 71 10 2820 60 15,2 15,2 15,2<br />
P [kW]<br />
P [HP]<br />
η [%]<br />
L p [dB(A)]<br />
Max. starts [h -1 ]<br />
n [min -1 ]<br />
I max [A]<br />
<br />
<br />
220V 230V 240V 380V 400V 420V 660V 692V 725V<br />
0,37 0.5 73 60 50 2865 2,5 2,4 2,3 1,5 1,4 1,3<br />
0,55 0.75 82 60 50 2880 2,7 2,6 2,5 1,6 1,5 1,4<br />
0,75 1 78 60 50 2865 3,9 3,7 3,6 2,2 2,1 2<br />
1,1 1.5 82 60 50 2890 5,9 5,8 5,5 3,4 3,3 3<br />
1,5 2 84,1 69 30 2880 7,6 7,6 7,6 4,4 4,4 4,4<br />
2,2 3 85,6 72 30 2875 10,4 10,4 10,4 6 6 6<br />
3* 4 83,6 67 20 2915 13,3 13,3 13,3 7,7 7,7 7,7 4,4 4,4 4,4<br />
4* 5 87,3 69 20 2935 16,8 16,8 16,8 9,7 9,7 9,7 5,6 5,6 5,6<br />
5,5* 7.5 86 74 15 2890 20,8 20,8 20,8 12 12 12 6,9 6,9 6,9<br />
7,5* 10 86,8 70 12 2880 26,8 26,8 26,8 15,5 15,5 15,5 8,9 8,9 8,9<br />
11* 15 89,3 74 10 2950 52,8 52,8 52,8 30,5 30,5 30,5 17,6 17,6 17,6<br />
15* 20 90,5 74 10 2920 54,9 54,9 54,9 31,7 31,7 31,7 18,3 18,3 18,3<br />
18,5* 25 91 74 10 2930 70,1 70,1 70,1 40,5 40,5 40,5 23,4 23,4 23,4<br />
22* 30 90,6 87 10 2920 77,1 77,1 77,1 44,5 44,5 44,5 25,7 25,7 25,7<br />
30* 40 93 74 6 2960 102,3 97,5 93,4 59,2 56,3 53,6 34,0 32,4 N-A<br />
37* 50 93 74 6 2960 118,7 113,5 108,8 68,7 65,3 62,2 39,7 37,8 N-A
Tabel 9: Technische specificaties van pompen met 4-polige, 3-fase 50 Hz motoren<br />
P [kW]<br />
P [HP]<br />
η [%]<br />
L p [dB(A)]<br />
Max. starts [h -1 ]<br />
n [min -1 ]<br />
I max [A]<br />
<br />
Tabel 10: Technische specificaties van pompen met 2-polige, 3-fase 60 Hz motoren<br />
<br />
220V 230V 240V 380V 400V 420V 660V 692V 725V<br />
0,55 0.75 73 58 50 1450 4,7 4,5 4,3 2,7 2,6 2,5<br />
0,75 1 74 58 50 1450 6 5,7 5,5 3,8 3,3 3,1<br />
1,1 1.5 76,7 60 30 1405 5,2 5,2 5,2 3 3 3<br />
1,5 2 79 58 30 1410 7,1 7,1 7,1 4,1 4,1 4,1<br />
2,2 3 82 61 20 1425 9 9 9 5,2 5,2 5,2<br />
3* 4 78,4 64 20 1430 14 14 14 8,1 8,1 8,1 4,7 4,7 4,7<br />
4* 5 85 65 20 1445 17,2 17,2 17,2 9,9 9,9 9,9 5,7 5,7 5,7<br />
5,5* 7.5 85,9 64 15 1450 20,8 20,8 20,8 12 12 12 6,9 6,9 6,9<br />
7,5* 10 87 64 10 1450 27,7 27,7 27,7 16 16 16 9,2 9,2 9,2<br />
P [kW]<br />
P [HP]<br />
η [%]<br />
L p [dB(A)]<br />
Max. starts [h -1 ]<br />
n [min -1 ]<br />
I max [A]<br />
<br />
<br />
220V 240V 280V 380V 420V 480V 660V 725V 797V<br />
0,37 0.5 73,0 60 50 3430 2,5 2,3 2,0 1,5 1,3 1,2<br />
0,55 0.75 82,0 60 50 3460 2,7 2,5 2,1 1,6 1,4 1,2<br />
0,75 1 78,0 60 50 3430 3,9 3,6 3 2,2 2 1,8<br />
1,1 1.5 82,0 60 50 3470 5,9 5,5 4,3 3,4 3 2,7<br />
1,5 2 84,1 69 30 3455 7,8 7,8 7,8 4,5 4,5 4,5<br />
2,2 3 85,6 72 30 3450 10,9 10,9 10,9 6,3 6,3 6,3<br />
3* 4 83,6 67 20 3495 13,6 13,6 13,6 7,9 7,9 7,9 4,6 4,6 4,6<br />
4* 5 87,3 69 20 3520 17,2 17,2 17,2 9,9 9,9 9,9 5,7 5,7 5,7<br />
5,5* 7.5 86 74 15 3465 21 21 21 12,1 12,1 12,1 7 7 7<br />
7,5* 10 86,8 70 12 3455 26,8 26,8 26,8 15,5 15,5 15,5 8,9 8,9 8,9<br />
11* 15 89,5 74 10 3540 53,7 53,7 53,7 31 31 31 17,9 17,9 17,9<br />
15* 20 90,5 74 10 3500 56,3 56,3 56,3 32,5 32,5 32,5 18,8 18,8 18,8<br />
18,5* 25.0 91 74 10 3515 72,1 72,1 72,1 41,6 41,6 41,6 24 24 24<br />
22* 30.0 90,6 87 10 3500 78,8 78,8 78,8 45,5 45,5 45,5 26,3 26,3 26,3<br />
30* 40.0 93 74 6 3552 102,3 93,4 N-A 59,2 53,6 N-A 34 N-A N-A<br />
37* 50.0 93 74 6 3552 118,7 108,8 N-A 68,7 62,2 N-A 39,7 N-A N-A<br />
41
42<br />
Tabel 11: Technische specificaties van pompen met 4-polige, 3-fase 60 Hz motoren<br />
P [kW]<br />
P [HP]<br />
η [%]<br />
L p [dB(A)]<br />
Max. starts [h -1 ]<br />
n [min -1 ]<br />
Tabel 12: Technische specificaties PTC STM 140 EK<br />
I max [A]<br />
<br />
11.3 Aanhaalmomenten van de bouten van de koppeling<br />
<br />
220V 240V 280V 380V 420V 480V 660V 725V 797V<br />
0,55 0.75 73 58 50 1740 4,7 4,3 3,7 2,7 2,5 2,2<br />
0,75 1 74 58 50 1740 6 5,5 4,7 3,8 3,1 2,8<br />
1,1 1.5 76,7 60 30 1685 4,8 4,8 4,8 2,8 2,8 2,8<br />
1,5 2 79 58 30 1690 6,5 6,5 6,5 3,7 3,7 3,7<br />
2,2 3 82 61 20 1710 8,4 8,4 8,4 4,9 4,9 4,9<br />
3* 4 78,4 64 20 1715 14,5 14,5 14,5 8,4 8,4 8,4 4,9 4,9 4,9<br />
4* 5 85 65 20 1725 17,5 17,5 17,5 10,1 10,1 10,1 5,8 5,8 5,8<br />
5,5* 7.5 85,9 64 15 1740 19,8 19,8 19,8 11,5 11,5 11,5 6,6 6,6 6,6<br />
7,5* 10 87 64 10 1740 27 27 27 15,6 15,6 15,6 9 9 9<br />
tn [<br />
Waarde<br />
oC] 140<br />
R20 °C [Ώ] ~ 20<br />
Rtn-20 °C [Ώ] ~ 250<br />
Rtn-5 °C [Ώ] < 550<br />
Rtn+5 °C [Ώ] > 1330<br />
Rtn+15 °C [Ώ] > 4000<br />
Un [VDC] 2.5 < U < 30<br />
Materiaal Afmetingen Aanhaalmoment [Nm]<br />
Staal M6 16<br />
Staal / Gietijzer M8 30<br />
Aluminium M8 22<br />
Gietijzer M10 70
11.4 CE conformiteitsverklaring<br />
fabrieksverklaring (2.1) volgens EN 10204<br />
Ondergetekende:<br />
<strong>DP</strong>-<strong>Pumps</strong><br />
Kalkovenweg 13<br />
2401 LJ Alphen aan den Rijn, Nederland<br />
Tel: (+31)(0)-172-48 83 25<br />
Fax: (+31)(0)-172-46 89 30<br />
Verklaart als fabrikant geheel onder zijn eigen verantwoordelijkheid, dat de producten:<br />
zonder motor<br />
<strong>Verticale</strong> <strong>meertraps</strong> <strong>centrifugaalpompen</strong><br />
Type: <strong>DP</strong>VE, <strong>DP</strong>V(S), <strong>DP</strong>VCF, <strong>DP</strong>LHS<br />
met motor met explosieresistente motor<br />
(verklaring IIB) (verklaring IIA) (verklaring IIA)<br />
waarop deze verklaring betrekking heeft, in overeenstemming is met de volgende norm:<br />
EN 809 EN 809 EN 809<br />
EN 13463-1 en EN 13463-5<br />
volgens de voorschriften van de geharmoniseerde norm voor pompen en die de voorschriften inhoudt van<br />
machine, EMC en laagspanning en (indien van toepassing) ATEX.<br />
Machinerichtlijn 98/37/EG Machinerichtlijn 98/37/EG<br />
Machinerichtlijn 98/37/EG<br />
EMC-richtlijn 89/336/EEG<br />
EMC-richtlijn 89/336/EEG<br />
Laagspanningsrichtlijn 73/23/EEG Laagspanningsrichtlijn 73/23/EEG<br />
ATEX-richtlijn 94/9/EG<br />
Als de pomp wordt gebruikt als een op zichzelf staand product, dan valt hij onder deze conformiteitsverklaring.<br />
Als de pomp in een apparaat wordt ingebouwd, of samen met andere apparatuur wordt geassembleerd in<br />
bepaalde systemen, dan dient hij niet in gebruik genomen te worden voordat er van de betreffende apparatuur<br />
een verklaring is afgegeven dat hij in overeenstemming is met bovengenoemde richtlijnen.<br />
2401 JL Alphen aan den Rijn<br />
18-05-2005<br />
Verantwoordelijke:<br />
W. Ouwehand, technisch directeur<br />
43
dp pumps<br />
dp pumps<br />
P.O. Box 28<br />
2400 AA Alphen aan den Rijn<br />
The Netherlands<br />
t +31 172 48 83 25<br />
f +31 172 46 89 30<br />
dp@dp-pumps.com<br />
www.dp-pumps.com<br />
03-2007<br />
BE00000252