voorstudie Maatwerk-architecten [ PDF, 2,69 MB] - Stad Leuven
voorstudie Maatwerk-architecten [ PDF, 2,69 MB] - Stad Leuven
voorstudie Maatwerk-architecten [ PDF, 2,69 MB] - Stad Leuven
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
- Travee 2 : de muurplaat en de kepervoeten zijn nat en ingerot. Er ontwikkelt zich een vruchtlichaam<br />
van de poriënzwam. Spanten nr. 4 en 5 hellen licht over naar het zuiden. De centrale trekker van<br />
deze spanten staat niet meer onder spanning (foto 367 en 368).<br />
- Travee 3 : alle spanten (nr. 6, 7 en 8 ) hellen over naar het zuiden. Het oostelijke spantbeen van<br />
spant nr. 7 is verbogen.<br />
- Travee 4 : het westelijke spantbeen van spant nr. 10 is verstevigd : aan weerszijden van het<br />
spantbeen zijn houten balken aangebracht (foto 3<strong>69</strong>). De 3 elementen zijn aan elkaar verbonden<br />
m.b.v. metalen beugels en bouten en moeren. De centrale trekker van dit spant zit los. Tussen spant<br />
nr. 10 en 11 is de onderste gording in het oostelijke dakvlak nat (foto 370).<br />
- Travee 5: in het oostelijke dakvlak ontbreekt tussen het middelste spant en het noordelijke spant,<br />
boven de hoogte gording een pan. De gording en keper zijn nat en vertonen mogelijk lichte<br />
inrottingen. De oostelijke spantbeenvoet van het noordelijke spant is nat en is licht ingerot door de<br />
lekken in de zakgoot. Het centrale spant (nr.13) helt licht over naar het zuiden. De verticale trekker is<br />
verbogen. In het westelijke dakvlak is de 2 de gording vervangen. De nieuwe gording is niet correct<br />
geplaatst : hij rust op de oorspronkelijke gordingen van de naastliggende velden (foto 371).<br />
- Travee 6 : spant nr. 15 helt licht over naar het noorden.<br />
- Travee 7 : de spantbenen staan krom. De gordingen van het westelijke dakvlak buigen sterk<br />
door (foto 372). Het dak vertoont hierbij een erge verzakking. Spant nr. 16 helt over naar het zuiden.<br />
- Travee 8 : de spantbenen staan krom. De gordingen van het westelijke dakvlak buigen sterk<br />
door (foto 373).<br />
Centrale hal ( hal 4.2) :<br />
- De westelijke en oostelijke muurplaten en de bodemplanken van de zakgoten vertonen op diverse<br />
plaatsen sporen van vocht en inrottingen. Er ontwikkelen zich lokaal vruchtlichamen van<br />
vermoedelijk de poriënzwam.<br />
- Travee 1: in het oostelijke dakvlak ontbreken pannen (foto 374). Er loopt water naar binnen. Het<br />
spantbeen van het 1ste spant en de middelste gording zijn nat.<br />
- Travee 2 : bij de 2de gording, tellende van beneden, is de liplasverbinding lichtjes verschoven. Dit<br />
heeft echter geen structurele gevolgen.<br />
- Travee 3: de middelste en laagste gording in het oostelijke dakvlak zijn in de aansluiting met het<br />
noordelijke spant nat. Er ontwikkelt zich een zwam op. Ook op één keper is een vruchtlichaam van<br />
een zwam aanwezig (foto 375). De keper is eveneens gebroken en verzwakt. Spanten nr. 7 en 8<br />
hellen over in noordelijke richting. De centrale trekker van spanten nr. 6 en 8 staat niet meer onder<br />
spanning.<br />
- Travee 4: het westelijke spantbeen van het noordelijke spant is bovenaan nat (foto 376). Alle<br />
spanten (nr. 9, 10 en 11) hellen over in de noordelijke richting. De centrale trekker van spant nr. 9<br />
staat niet meer onder spanning.<br />
- Travee 6: de twee noordelijk gelegen spanten (nr. 15 en 16) hellen over naar het zuiden. De<br />
oostelijke spantbeenvoet van het middelste spant is door brand beschadigd. In het oostelijke dakvlak<br />
ontbreekt de onderste gording (foto 377).<br />
Oostelijke hal (hal 4.3) :<br />
- Alle spanten van dit gebouwdeel hellen over naar het noorden.<br />
- Travee 1: alle oostelijke en westelijke spantbeenvoeten en de basis van de kepers aan de oostzijde<br />
vertonen sporen van vocht door de slechte staat van de zakgoot (foto 378). In aansluiting met de<br />
zuidelijke kopgevel ontbreken heel wat pannen waardoor de inklemmingen van de gordingen vochtig<br />
zijn en lichte sporen van inrottingen vertonen.<br />
- Travee 2 : alle oostelijke spantbeenvoeten en de basis van de kepers vertonen sporen van vocht<br />
door de slechte staat van de zakgoot.<br />
- Travee 3: de oostelijke spantbeenvoet van spant nr. 7 is door inrotting verzakt.<br />
- Travee 6: het noordelijke spant is gedemonteerd.<br />
Het oostelijke dakvlak is ter hoogte van de 6de travee, door een gebroken gording (middelste gording<br />
tussen spant nr. 14 en 15), verzakt (foto 379). De onderste gording aan de oostzijde is losgekomen.<br />
De dakconstructie van de zuidelijke uitbouw (hal 4.4) zit structureel goed in elkaar. De profielen vertonen<br />
oppervlakkige sporen van roest. De verflagen worden licht schraal.<br />
Afwerkingslagen wanden<br />
De verflagen op de muren bladderen op verschillende plaatsen af (o.a. links boven raam W 4.3, rechts<br />
boven raam W 4.6, links boven raam W 4.7, westgevel travee 6, onder de oostelijke opleg van de Iliggers<br />
in de zuidelijke topgevel ) en zijn vervuild (foto 383). Op plaatsen met insijpelend vocht zijn zij<br />
verdwenen (foto 384).<br />
86