29.08.2013 Views

Toeval en Kwantummechanica

Toeval en Kwantummechanica

Toeval en Kwantummechanica

SHOW MORE
SHOW LESS

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

Inhoudsopgave<br />

Module Algem<strong>en</strong>e Natuurwet<strong>en</strong>schapp<strong>en</strong>:<br />

<strong>Toeval</strong> <strong>en</strong> <strong>Kwantummechanica</strong><br />

Rogier Bos<br />

1 Inleiding 2<br />

1.1 <strong>Toeval</strong> of ge<strong>en</strong> toeval? . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 2<br />

1.2 Causaliteit . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 3<br />

1.3 <strong>Toeval</strong>lige gebeurt<strong>en</strong>iss<strong>en</strong> . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 3<br />

1.4 Zuiver versus onzuiver toeval . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 4<br />

2 Wat is kans? 6<br />

2.1 Relatieve frequ<strong>en</strong>tie . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 6<br />

2.2 Kans volg<strong>en</strong>s Bayes . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 7<br />

2.3 Kans volg<strong>en</strong>s de wiskundige . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 7<br />

3 Determinisme 9<br />

4 <strong>Kwantummechanica</strong> 10<br />

4.1 Atom<strong>en</strong> <strong>en</strong> subatomaire deeltjes . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 10<br />

4.2 Superpositie . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 11<br />

4.3 Waarneming<strong>en</strong> <strong>en</strong> kans . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 12<br />

4.4 Het twee splet<strong>en</strong>-experim<strong>en</strong>t . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 14<br />

4.5 Schrödinger’s kat . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 14<br />

4.6 Kwantumtunnels . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 16<br />

1


Figuur 1: <strong>Toeval</strong>? La Nona Ora (Het Neg<strong>en</strong>de Uur) van Maurizio Cattelan (1960) is e<strong>en</strong> beeld van<br />

paus Johannes Paulus II geraakt door e<strong>en</strong> meteoriet. Op de t<strong>en</strong>toonstelling stond het beeld onder<br />

e<strong>en</strong> glaz<strong>en</strong> dak met e<strong>en</strong> gat waardoor de meteoriet naar binn<strong>en</strong> was gevall<strong>en</strong>; vandaar de scherv<strong>en</strong>.<br />

Het beeld werd door e<strong>en</strong> liefhebber voor 3 miljo<strong>en</strong> dollar gekocht.<br />

1 Inleiding<br />

1.1 <strong>Toeval</strong> of ge<strong>en</strong> toeval?<br />

Wat is de kans dat e<strong>en</strong> meteoriet precies op je hoofd valt? Maak je je er ook wel e<strong>en</strong>s<br />

zorg<strong>en</strong> over? De kans is heel erg klein, maar niet nul! Misschi<strong>en</strong> moet je af <strong>en</strong> toe<br />

e<strong>en</strong>s omhoog kijk<strong>en</strong> of het niet beter is e<strong>en</strong> pas opzij te do<strong>en</strong>. Dat gebeurt<strong>en</strong>iss<strong>en</strong><br />

waarop de kans heel klein is toch kunn<strong>en</strong> plaatsvind<strong>en</strong> is e<strong>en</strong> grote inspiratie voor<br />

kunst<strong>en</strong>aars. Het is terug vind<strong>en</strong> in bijvoorbeeld het kunstwerk La Nona Ora van<br />

Maurizio Cattelan. Het bestaat uit e<strong>en</strong> beeld van paus Johannes Paulus II geraakt<br />

door e<strong>en</strong> meteoriet. Het kunstwerk is cynisch, aangezi<strong>en</strong> in veel religies, waaronder<br />

het Rooms Katholicisme, het plaatsvind<strong>en</strong> van e<strong>en</strong> onwaarschijnlijke gebeurt<strong>en</strong>is<br />

soms aan e<strong>en</strong> ingreep van god wordt toegewez<strong>en</strong>. In het boek De ontdekking van de<br />

hemel van Harry Mulisch wordt ook expliciet met dit idee gespeeld.<br />

In het dagelijks lev<strong>en</strong> heb je onophoudelijk te mak<strong>en</strong> met kleine <strong>en</strong> grote toevallighed<strong>en</strong>.<br />

Daar staat teg<strong>en</strong>over dat bij andere gebeurt<strong>en</strong>iss<strong>en</strong> toeval ge<strong>en</strong> rol lijkt te<br />

spel<strong>en</strong> (zie de onderstaande tabel). Misschi<strong>en</strong> b<strong>en</strong> je het wel niet helemaal e<strong>en</strong>s met<br />

toeval ge<strong>en</strong> toeval<br />

winn<strong>en</strong> bij e<strong>en</strong> loterij dat de zon elke dag opkomt<br />

je eig<strong>en</strong>schapp<strong>en</strong> bij je geboorte dat 1+1=2<br />

of het reg<strong>en</strong>t dat e<strong>en</strong> ste<strong>en</strong> naar b<strong>en</strong>ed<strong>en</strong> valt<br />

2


deze indeling: je kunt het weer toch voorspell<strong>en</strong>? Hoe weet je zo zeker dat de zon<br />

weer opkomt morg<strong>en</strong>?<br />

Opdracht 1.1. Maak zelf e<strong>en</strong> schema met voorbeeld<strong>en</strong> van toeval <strong>en</strong> ge<strong>en</strong> toeval.<br />

1.2 Causaliteit<br />

E<strong>en</strong> zeer handig vermog<strong>en</strong> van de m<strong>en</strong>s is dat hij verband<strong>en</strong> tuss<strong>en</strong> gebeurt<strong>en</strong>iss<strong>en</strong><br />

kan zi<strong>en</strong>. Als je hard je hoofd teg<strong>en</strong> e<strong>en</strong> muur aan bonkt, dan doet dat pijn. De<br />

m<strong>en</strong>s ziet normaal het verband tuss<strong>en</strong> het “je hoofd bonk<strong>en</strong> teg<strong>en</strong> de muur” <strong>en</strong> “pijn<br />

aan je hoofd”. Het <strong>en</strong>e is namelijk het gevolg van het ander. Ook veel dier<strong>en</strong> zijn<br />

hier trouw<strong>en</strong>s toe in staat. De m<strong>en</strong>s spreekt van e<strong>en</strong> causaal verband tuss<strong>en</strong> de<br />

gebeurt<strong>en</strong>iss<strong>en</strong>. Schematisch zou je het zo kunn<strong>en</strong> weergev<strong>en</strong><br />

<br />

Hoofd teg<strong>en</strong> muur bonk<strong>en</strong><br />

<br />

<br />

Pijn aan je hoofd .<br />

Je kunt nog meer voorbeeld<strong>en</strong> gev<strong>en</strong>. Als de het reg<strong>en</strong>t, dan word<strong>en</strong> de strat<strong>en</strong> nat.<br />

Als ik e<strong>en</strong> iets loslaat, dan valt het op de grond. Het is vaak niet duidelijk of er e<strong>en</strong><br />

oorzakelijk verband bestaat tuss<strong>en</strong> twee gebeurt<strong>en</strong>iss<strong>en</strong>. Soms is er uitgebreid wet<strong>en</strong>schappelijk<br />

onderzoek nodig om e<strong>en</strong> causaal verband tuss<strong>en</strong> twee gebeurt<strong>en</strong>iss<strong>en</strong><br />

aan te ton<strong>en</strong>; of soms juist om aan te ton<strong>en</strong> dat er ge<strong>en</strong> causaal verband is: kan te<br />

weinig kler<strong>en</strong> aan in de winter leid<strong>en</strong> tot griep of niet? Heeft de naam die je ouders<br />

je gev<strong>en</strong> invloed op het succes dat je zult hebb<strong>en</strong> in je lev<strong>en</strong>?<br />

Opdracht 1.2. Verzin zelf e<strong>en</strong> voorbeeld van twee gebeurt<strong>en</strong>is waarvan onduidelijk<br />

is of er e<strong>en</strong> causaal verband tuss<strong>en</strong> is of niet.<br />

Het (evolutionaire) voordeel van dit vermog<strong>en</strong> om causale verband<strong>en</strong> te zi<strong>en</strong> is<br />

dat je toekomstige plann<strong>en</strong> erop aan kan pass<strong>en</strong>. Je kunt er bijvoorbeeld van afzi<strong>en</strong><br />

je hoofd teg<strong>en</strong> de muur te bonk<strong>en</strong> om beschading van de muur <strong>en</strong>/of je hoofd te<br />

voorkom<strong>en</strong>.<br />

1.3 <strong>Toeval</strong>lige gebeurt<strong>en</strong>iss<strong>en</strong><br />

<strong>Toeval</strong> heeft te mak<strong>en</strong> met hoe gebeurt<strong>en</strong>iss<strong>en</strong> elkaar opvolg<strong>en</strong> in de tijd. Zoals we<br />

hierbov<strong>en</strong> besprok<strong>en</strong> hebb<strong>en</strong> bestaat er tuss<strong>en</strong> sommige gebeurt<strong>en</strong>iss<strong>en</strong> e<strong>en</strong> causaal<br />

verband. In het geval van e<strong>en</strong> causaal van verband tuss<strong>en</strong> twee gebeurt<strong>en</strong>iss<strong>en</strong>, dan<br />

noem<strong>en</strong> de eerste de oorzaak <strong>en</strong> de tweede het gevolg. Als we veel alternatiev<strong>en</strong> gevolg<strong>en</strong><br />

zi<strong>en</strong> van één gebeurt<strong>en</strong>is <strong>en</strong> er gebeurt precies die <strong>en</strong>e “gunstige”, dan zegg<strong>en</strong><br />

we: “Hee! Dat is toeval!”. Miljo<strong>en</strong><strong>en</strong> lot<strong>en</strong> in de loterij <strong>en</strong> ik win de hoofdprijs:<br />

“Hee! Dat is toeval!” 20 minut<strong>en</strong> in de stad <strong>en</strong> ik kom jou teg<strong>en</strong>: “Hee! Dat is<br />

toeval!” Meteoriet op mijn hoofd: “Hee! Dat is toeval!”<br />

Bij ge<strong>en</strong>-toeval zijn er juist ge<strong>en</strong> alternatiev<strong>en</strong>. De zon komt iedere ocht<strong>en</strong>d weer<br />

op, want de aarde blijft in e<strong>en</strong> vaste baan om de zon. Er is ge<strong>en</strong> ontkom<strong>en</strong> aan de<br />

wett<strong>en</strong> van Kepler (dat zijn de natuurwett<strong>en</strong> die daarover gaan). 1 + 1 = 2, want<br />

dat ligt vast in e<strong>en</strong> definitie.<br />

In Figuur 2 <strong>en</strong> Figuur 3 zie je het verschil tuss<strong>en</strong> toeval <strong>en</strong> ge<strong>en</strong> toeval schematisch<br />

weergegev<strong>en</strong>. Bij toeval is er dus sprake van verschill<strong>en</strong>de gebeurt<strong>en</strong>iss<strong>en</strong> die kunn<strong>en</strong><br />

volg<strong>en</strong> op de toestand nu. Als er slechts sprake is van één mogelijk vervolg van de<br />

toestand nu dan is er ge<strong>en</strong> toeval in het spel.<br />

3


Gebeurt<strong>en</strong>is <br />

1<br />

<br />

<br />

<br />

<br />

<br />

<br />

<br />

Gebeurt<strong>en</strong>is 2<br />

<br />

<br />

<br />

<br />

<br />

<br />

<br />

<br />

<br />

Toestand nu<br />

<br />

<br />

<br />

Gebeurt<strong>en</strong>is 3<br />

<br />

<br />

<br />

<br />

<br />

<br />

<br />

<br />

<br />

<br />

<br />

<br />

<br />

<br />

Gebeurt<strong>en</strong>is<br />

4<br />

<br />

<br />

<br />

<br />

Gebeurt<strong>en</strong>is 5<br />

Figuur 2: We sprek<strong>en</strong> over toeval als er verschill<strong>en</strong>de mogelijkhed<strong>en</strong> voor de toekomst zijn.<br />

<br />

Toestand nu<br />

<br />

<br />

Gebeurt<strong>en</strong>is Figuur 3: Als er maar 1 gebeurt<strong>en</strong>is kan volg<strong>en</strong> op de toestand nu, dan is er ge<strong>en</strong> sprake van<br />

toeval.<br />

1.4 Zuiver versus onzuiver toeval<br />

Hiervoor werd over toeval gesprok<strong>en</strong> als je e<strong>en</strong> bek<strong>en</strong>de in de stad teg<strong>en</strong>komt. Dat is<br />

natuurlijk toeval, maar er is toch iets subtielers aan de hand dan in het bov<strong>en</strong>staande<br />

schema. Er zijn natuurlijk veel alternatiev<strong>en</strong>: jullie hadd<strong>en</strong> allebei op veel andere<br />

plekk<strong>en</strong> kunn<strong>en</strong> zijn op dat mom<strong>en</strong>t. Aan de andere kant, als jullie ’s ocht<strong>en</strong>d je<br />

planning voor die dag naast elkaar hadd<strong>en</strong> gelegd, dan hadd<strong>en</strong> jullie gezi<strong>en</strong> dat je<br />

op hetzelfde mom<strong>en</strong>t daar zoud<strong>en</strong> zijn.<br />

Het punt is dat als je de toestand nu niet goed in kaart br<strong>en</strong>gt, dan kun je<br />

ook toekomstige gebeurt<strong>en</strong>iss<strong>en</strong> niet precies voorspell<strong>en</strong> <strong>en</strong> lijk<strong>en</strong> die toevallig. Als<br />

<br />

Gebeurt<strong>en</strong>is 1<br />

<br />

<br />

<br />

<br />

Toestand nu 1<br />

Toestand nu 2 <br />

<br />

Gebeurt<strong>en</strong>is 2<br />

Toestand nu 3<br />

<br />

<br />

<br />

<br />

Gebeurt<strong>en</strong>is 3<br />

Figuur 4: Als ik niet weet wat de toestand nu is, dan kan de toekomstige gebeurt<strong>en</strong>is toevallig<br />

lijk<strong>en</strong>.<br />

de beschrijving van mijn toestand nu eig<strong>en</strong>lijk nog verschill<strong>en</strong>de alternatiev<strong>en</strong> omvat,<br />

dan zijn er ook nog verschill<strong>en</strong>de toekomstontwikkeling<strong>en</strong> mogelijk <strong>en</strong> lijkt de<br />

specifieke gebeurt<strong>en</strong>is die vervolg<strong>en</strong>s plaatsvindt toevallig. Om dit soort toeval te<br />

onderscheid<strong>en</strong> van het toeval zoals hierbov<strong>en</strong> besprok<strong>en</strong> noemt m<strong>en</strong> het toeval zoals<br />

4


hierbov<strong>en</strong> zuiver toeval. Dan k<strong>en</strong>n<strong>en</strong> we dus precies de toestand nu, maar zijn er<br />

toch verschill<strong>en</strong>de vervolg-gebeurt<strong>en</strong>iss<strong>en</strong> mogelijk.<br />

Nog e<strong>en</strong> voorbeeld: als je e<strong>en</strong> dobbelste<strong>en</strong> gooit, dan bepal<strong>en</strong> de wett<strong>en</strong> van<br />

Newton hoe de dobbelste<strong>en</strong> valt. Als ik heel precies controleer hoe ik de dobbelste<strong>en</strong><br />

gooi, dan is er ge<strong>en</strong> sprake meer van toeval. Dan heet het valsspel<strong>en</strong>. Normaal<br />

gesprok<strong>en</strong> gooi je echter zonder veel aandacht met de dobbelste<strong>en</strong> <strong>en</strong> acht je elke<br />

uitkomst ev<strong>en</strong> waarschijnlijk. Dan is er dus wel sprake van e<strong>en</strong> soort toeval, maar<br />

ge<strong>en</strong> zuiver toeval. Het toeval zit hem er dan in dat je niet precies weet wat de<br />

begintoestand van de dobbelste<strong>en</strong> is als hij je hand verlaat.<br />

Het is vaak het geval dat je je toestand niet tot in detail kan vaststell<strong>en</strong>. Dus zit<br />

het dagelijks lev<strong>en</strong> vol van dit soort toeval. Je zult misschi<strong>en</strong> teg<strong>en</strong>werp<strong>en</strong> dat als<br />

ik ongeveer de toestand nu weet, dan weet ik ook ongeveer wat er in de toekomst<br />

gebeurt. Helaas is dit niet altijd het geval <strong>en</strong> dat heeft alles te mak<strong>en</strong> met het<br />

verschijnsel “chaos”. Hierover later misschi<strong>en</strong> meer.<br />

Opdracht 1.3. Geef bij de voorbeeld<strong>en</strong> uit het bov<strong>en</strong>staande schema <strong>en</strong> ook bij je<br />

zelf-verzonn<strong>en</strong> voorbeeld<strong>en</strong> van toeval aan om wat voor soort toeval het gaat, zuiver<br />

of niet?<br />

5


2 Wat is kans?<br />

2.1 Relatieve frequ<strong>en</strong>tie<br />

Kans is e<strong>en</strong> getal dat we gebruik<strong>en</strong> om de mate van toeval van e<strong>en</strong> gebeurt<strong>en</strong>is weer<br />

te gev<strong>en</strong>. Je wordt van jongs af aan geconfronteerd met dit soort kansgetall<strong>en</strong> tuss<strong>en</strong><br />

0 <strong>en</strong> 1 of 0% <strong>en</strong> 100%. Daardoor kun je vaak e<strong>en</strong> aardige inschatting gev<strong>en</strong> van de<br />

kans erg<strong>en</strong>s op. Ook kun je hierdoor conclusies verbind<strong>en</strong> aan boodschapp<strong>en</strong> als<br />

op Teletekst: “kans op reg<strong>en</strong> 30 proc<strong>en</strong>t”. Maar kunn<strong>en</strong> we ook preciezer onder<br />

woord<strong>en</strong> br<strong>en</strong>g<strong>en</strong> wat we met kans bedoel<strong>en</strong>?<br />

Figuur 5: Wat wordt er bedoeld met 30% kans op reg<strong>en</strong> op Teletekst?<br />

Er zijn verschill<strong>en</strong>de manier<strong>en</strong> om de vraag wat is kans te beantwoord<strong>en</strong>. De<br />

eerste manier richt zich op e<strong>en</strong> b<strong>en</strong>adering via relatieve frequ<strong>en</strong>ties. Bijvoorbeeld:<br />

e<strong>en</strong> munt opgooi<strong>en</strong> kan ik in principe eindeloos herhal<strong>en</strong>. Als ik zeg “de kans op munt<br />

is e<strong>en</strong> half”, dan bedoel ik dat in grofweg de helft van de gevall<strong>en</strong> munt bov<strong>en</strong> ligt.<br />

Dat wil zegg<strong>en</strong>, de kans op de uitkomst “munt” is de relatieve frequ<strong>en</strong>tie waarmee<br />

deze uitkomst optreedt, als je het experim<strong>en</strong>t herhaalt.<br />

Het probleem met deze beschrijving van kans zit in het woord “grofweg”. Het kan<br />

goed dat na 1000 keer e<strong>en</strong> (zuivere) munt opwerp<strong>en</strong> slechts 470 keer munt bov<strong>en</strong> ligt.<br />

Toch is het wat voorbarig om dan te concluder<strong>en</strong> dat de kans 47% of 47<br />

100<br />

is. Vooruit,<br />

we gooi<strong>en</strong> nog 1.000.000 keer e<strong>en</strong> munt op! Niet onwaarschijnlijk dat 532.000 keer<br />

munt verschijnt. Toch is de kans op munt ge<strong>en</strong> 53, 2%.<br />

Volg<strong>en</strong>s sommig<strong>en</strong> betek<strong>en</strong>t dit dat deze b<strong>en</strong>adering van kans via relatieve frequ<strong>en</strong>tie<br />

onjuist is. Ander<strong>en</strong> wijz<strong>en</strong> op de zwakke wet van de grote aantall<strong>en</strong> uit de<br />

wiskunde. Die stelt dat hoe vaker je het kansexperim<strong>en</strong>t herhaalt, hoe groter de kans<br />

is dat de relatieve frequ<strong>en</strong>tie de kans b<strong>en</strong>adert. Deze wet kan word<strong>en</strong> afgeleid uit<br />

e<strong>en</strong> wiskudige definitie van het begrip kans, waarover straks meer. In het geval van<br />

e<strong>en</strong> munt opwerp<strong>en</strong> zegt de wet dus dat hoe vaker je de munt opgooit, hoe groter<br />

de kans dat het aantal keer munt gedeeld door het totaal aantal worp<strong>en</strong> in de buurt<br />

van e<strong>en</strong> half komt.<br />

Opdracht 2.1. Leg uit waarom de zwakke wet van de grote aantall<strong>en</strong> niet zegt dat<br />

6


het zeker is dat relatieve frequ<strong>en</strong>tie in de buurt van de kans komt. Probeer nog e<strong>en</strong><br />

nadeel van relatieve frequ<strong>en</strong>tie als omschrijving van kans te gebruik<strong>en</strong>.<br />

2.2 Kans volg<strong>en</strong>s Bayes<br />

E<strong>en</strong> ander probleem met de relatieve frequ<strong>en</strong>tie opvatting van kans is dat niet iedere<br />

gebeurt<strong>en</strong>is waar je e<strong>en</strong> kans aan toek<strong>en</strong>t ook herhaald kan word<strong>en</strong> in e<strong>en</strong> experim<strong>en</strong>t.<br />

De uitspraak “de kans op reg<strong>en</strong> op 13 september 2009 is 30 proc<strong>en</strong>t” kan niet in e<strong>en</strong><br />

experim<strong>en</strong>t eindeloos getest word<strong>en</strong>: het is maar 1 keer 13 september 2009.<br />

E<strong>en</strong> oplossing voor dit probleem komt met de b<strong>en</strong>adering van kans die Bayesiaans<br />

g<strong>en</strong>oemd wordt, naar Thomas Bayes (1702-1761). Volg<strong>en</strong>s deze opvatting is de<br />

kans op e<strong>en</strong> gebeurt<strong>en</strong>is e<strong>en</strong> maat voor de k<strong>en</strong>nis dat deze volgt op de toestand<br />

nu. Die k<strong>en</strong>nis kan verwijz<strong>en</strong> naar k<strong>en</strong>nis of geloof van e<strong>en</strong> individu (subjectief<br />

Bayesiaans), logisch mogelijke k<strong>en</strong>nis (objectief Bayesiaans) of iets daar tuss<strong>en</strong>in.<br />

Dus de bov<strong>en</strong>staande uitspraak zegt iets over de aannemelijkheid van reg<strong>en</strong> op 13<br />

september 2009 gebaseerd op k<strong>en</strong>nis. Als de voorspelling<strong>en</strong> nauwkeuriger war<strong>en</strong> dan<br />

zou het KNMI t<strong>en</strong>slotte wel 100% of 0% gebruik<strong>en</strong>. Dit is wat zij met hun (huidige)<br />

k<strong>en</strong>nis kunn<strong>en</strong> voorspell<strong>en</strong>.<br />

2.3 Kans volg<strong>en</strong>s de wiskundige<br />

Er zijn door wiskundig<strong>en</strong> verschill<strong>en</strong>de modell<strong>en</strong> voorgesteld om het begrip kans<br />

te beschrijv<strong>en</strong>. We zull<strong>en</strong> hier de b<strong>en</strong>adering van Andrej Kolmogorov (1903–1987)<br />

schets<strong>en</strong>.<br />

Figuur 6: Andrej Kolmogorov leverde belangrijke bijdrag<strong>en</strong> aan de grondslag<strong>en</strong> van de kansrek<strong>en</strong>ing.<br />

Om kans te definiër<strong>en</strong> heb je om te beginn<strong>en</strong> het begrip uitkomstruimte (of<br />

gebeurt<strong>en</strong>isruimte) nodig. De uitkomstruimte van e<strong>en</strong> experim<strong>en</strong>t is e<strong>en</strong> overzicht<br />

van alle mogelijke uitkomst<strong>en</strong>. Het makkelijkst is om dit overzicht op de e<strong>en</strong> of<br />

andere manier in e<strong>en</strong> schema te vatt<strong>en</strong>. Wiskundig<strong>en</strong> sprek<strong>en</strong> over e<strong>en</strong> verzameling<br />

in plaats van e<strong>en</strong> overzicht <strong>en</strong> zett<strong>en</strong> er dan accolades omhe<strong>en</strong>. Bijvoorbeeld, bij het<br />

opgooi<strong>en</strong> van e<strong>en</strong> munt is de uitkomstruimte Kop of Munt; de wiskundige schrijft:<br />

de uitkomstruimte is<br />

{Kop, Munt}.<br />

Bij het gooi<strong>en</strong> van e<strong>en</strong> dobbelste<strong>en</strong> is de uitkomstruimte<br />

{1, 2, 3, 4, 5, 6}.<br />

7


Bij het gooi<strong>en</strong> van 2 dobbelst<strong>en</strong><strong>en</strong> mak<strong>en</strong> we eerst e<strong>en</strong> schema. De uitkomstruimte<br />

1 2 3 4 5 6<br />

1 (1,1) (1,2) (1,3) (1,4) (1,5) (1,6)<br />

2 (2,1) (2,2) (2,3) (2,4) (2,5) (2,6)<br />

3 (3,1) (3,2) (3,3) (3,4) (3,5) (3,6)<br />

4 (4,1) (4,2) (4,3) (4,4) (4,5) (4,6)<br />

5 (5,1) (5,2) (5,3) (5,4) (5,5) (5,6)<br />

6 (6,1) (6,2) (6,3) (6,4) (6,5) (6,6)<br />

bestaat dus uit 36 gebeurt<strong>en</strong>iss<strong>en</strong> {(1, 1), (1, 2), (1, 3), (1, 4), (1, 5), (1, 6), (2, 1)(2, 2),<br />

(2, 3), (2, 4), (2, 5), (2, 6), (3, 1), (3, 2), (3, 3), (3, 4), (3, 5), (3, 6), (4, 1), (4, 2), (4, 3), (4, 4),<br />

(4, 5), (4, 6), (5, 1), (5, 2), (5, 3), (5, 4), (5, 5), (5, 6), (6, 1), (6, 2)(6, 3), (6, 4), (6, 5), (6, 6)}<br />

Opdracht 2.2. Wat is de uitkomstruimte bij het gooi<strong>en</strong> met 3 munt<strong>en</strong>?<br />

Volg<strong>en</strong>s Kolmogorov was e<strong>en</strong> kans (in wiskundige zin) e<strong>en</strong> machi<strong>en</strong>tje dat aan<br />

elke uitkomst of groepje uitkomst<strong>en</strong> in de uitkomstruimte e<strong>en</strong> getal tuss<strong>en</strong> nul <strong>en</strong> 1<br />

toek<strong>en</strong>t. Hij noteerde die kans met P.<br />

Opdracht 2.3. Waar zou die P voor staan? Hint: d<strong>en</strong>k aan het Engels.<br />

of<br />

of<br />

Bijvoorbeeld<br />

Hierbij wordt bedoeld<br />

P(Munt) = 1<br />

2<br />

P((2, 1)) = 1<br />

36<br />

P((2, 1), (3, 4), (5, 5)) = 3 1<br />

=<br />

36 12 .<br />

P((2, 1), (3, 4), (5, 5)) := P((2, 1) of (3, 4) of (5, 5)).<br />

Opdracht 2.4. Wat P((1, 1), (2, 2), . . . , (6, 6))? Wat is P(De som van de og<strong>en</strong> is ev<strong>en</strong>)?<br />

Daarbij is de kans dat er iets gebeurt natuurlijk 1:<br />

<strong>en</strong> bij het werp<strong>en</strong> van e<strong>en</strong> dobbelste<strong>en</strong><br />

P(Kop of Munt) = 1<br />

P(1, 2, 3, 4, 5, 6) = P(1 of 2 of 3 of 4 of 5 of 6) = 1<br />

8


Bov<strong>en</strong>di<strong>en</strong> mag je de kans<strong>en</strong> van losse gebeurt<strong>en</strong>iss<strong>en</strong><br />

bij elkaar optell<strong>en</strong><br />

P((2, 1) of (3, 4)) = P((2, 1)) + P((3, 4))<br />

= 1 1 1<br />

+ =<br />

36 36 18 .<br />

3 Determinisme<br />

Met de opkomst van de natuurkunde in de zev<strong>en</strong>ti<strong>en</strong>de<br />

eeuw (de zogehet<strong>en</strong> wet<strong>en</strong>schappelijke revolutie)<br />

werd vastgesteld dat veel verschijnsel<strong>en</strong> uiting<strong>en</strong><br />

war<strong>en</strong> van e<strong>en</strong> achterligg<strong>en</strong>de natuurwet. Met<br />

behulp van die natuurwett<strong>en</strong> kond<strong>en</strong> dan voorspelling<strong>en</strong><br />

gedaan word<strong>en</strong> over de toekomst. Bijvoorbeeld,<br />

de ban<strong>en</strong> van planet<strong>en</strong> volded<strong>en</strong> aan de wett<strong>en</strong><br />

van Kepler <strong>en</strong> diezelfde wett<strong>en</strong> kond<strong>en</strong> word<strong>en</strong><br />

ingezet om het toekomstig verloop van die ban<strong>en</strong> te<br />

Figuur 7: De wett<strong>en</strong> van Newton<br />

bepal<strong>en</strong> de ban<strong>en</strong> van planet<strong>en</strong> én<br />

van object<strong>en</strong> op aarde.<br />

voorspell<strong>en</strong>. En die voorspelling<strong>en</strong> kwam<strong>en</strong> uit! Isaac Newton (1642-1727) schreef<br />

natuurwett<strong>en</strong> op waarmee hij de ban<strong>en</strong> van object<strong>en</strong> (vall<strong>en</strong>de appels, de baan van<br />

e<strong>en</strong> kanonskogel) op aarde kon voorspell<strong>en</strong>. Bov<strong>en</strong>di<strong>en</strong> kond<strong>en</strong> uit diezelfde wett<strong>en</strong><br />

de wett<strong>en</strong> van Kepler word<strong>en</strong> afgeleid.<br />

M<strong>en</strong> begon e<strong>en</strong>s goed na te d<strong>en</strong>k<strong>en</strong> over de betek<strong>en</strong>is van die wett<strong>en</strong> <strong>en</strong> het feit<br />

dat de voorspelling<strong>en</strong> goed uitkwam<strong>en</strong>. Ligt al het gedrag van de natuur dan al<br />

vast? Verloopt alles volg<strong>en</strong>s wett<strong>en</strong>? Heeft de toestand nu altijd maar één mogelijk<br />

vervolg bepaald door e<strong>en</strong> natuurwet?<br />

Het idee dat iedere gebeurt<strong>en</strong>is al bepaald is door<br />

het verled<strong>en</strong> heet determinisme. Dat houdt dus in<br />

dat heel de toekomst in zekere zin beslot<strong>en</strong> ligt in<br />

het mom<strong>en</strong>t nu. Determinist<strong>en</strong> ontk<strong>en</strong>n<strong>en</strong> dus dat er<br />

zuiver toeval bestaat. Pierre-Simon Laplace (1749-<br />

1827) was e<strong>en</strong> groot voorstander van het determinisme<br />

<strong>en</strong> stelde<br />

“Voor e<strong>en</strong> intellig<strong>en</strong>t wez<strong>en</strong> dat op e<strong>en</strong> bepaald mom<strong>en</strong>t<br />

zowel alle kracht<strong>en</strong> in de natuur k<strong>en</strong>t als de<br />

toestand van alle deeltjes zou niets onzeker zijn, <strong>en</strong><br />

zoud<strong>en</strong> zowel de toekomst als het verled<strong>en</strong> bek<strong>en</strong>d<br />

zijn.”<br />

Laplace was tot dit inzicht gekom<strong>en</strong> door nauwkeurig<br />

de wett<strong>en</strong> van Newton te bestuder<strong>en</strong>. Hij concludeerde<br />

dat deze deterministisch war<strong>en</strong> in bov<strong>en</strong>staande<br />

zin. Het intellig<strong>en</strong>te wez<strong>en</strong> van Laplace zou<br />

precies de wett<strong>en</strong> van Newton toepass<strong>en</strong>.<br />

Opdracht 3.1. Is determinisme met toeval te ver<strong>en</strong>ig<strong>en</strong>?<br />

Figuur 8: Laplace was voorstander<br />

van het determinisme.<br />

Opdracht 3.2. In welke mate geloof jij dat de natuur deterministisch is?<br />

9


4 <strong>Kwantummechanica</strong><br />

We zull<strong>en</strong> in deze inleiding in de kwantummechanica bijna ge<strong>en</strong> formules gebruik<strong>en</strong>.<br />

Bijna alle<strong>en</strong> het qualitatieve aspect komt aan bod, nauwelijks het quantitatieve.<br />

Deg<strong>en</strong><strong>en</strong> die natuurkunde hebb<strong>en</strong> gekoz<strong>en</strong> zull<strong>en</strong> later nog meer over kwantummechanica<br />

hor<strong>en</strong> <strong>en</strong> van e<strong>en</strong> aantal verschijnsel<strong>en</strong> de bijbehor<strong>en</strong>de formules ler<strong>en</strong>.<br />

4.1 Atom<strong>en</strong> <strong>en</strong> subatomaire deeltjes<br />

<strong>Kwantummechanica</strong> is e<strong>en</strong> theorie die het gedrag van atom<strong>en</strong> <strong>en</strong> subatomaire deeltjes<br />

beschrijft. Atom<strong>en</strong> zijn geord<strong>en</strong>d in het periodiek systeem van elem<strong>en</strong>t<strong>en</strong>. Deze<br />

indeling is onstaan door de eig<strong>en</strong>schapp<strong>en</strong> van atom<strong>en</strong> heel precies in kaart te br<strong>en</strong>g<strong>en</strong>.<br />

Atom<strong>en</strong> zijn zeer klein! Helium is bijvoorbeeld ongeveer 1 miljardste millimeter<br />

groot <strong>en</strong> e<strong>en</strong> haar is ongeveer 1 miljo<strong>en</strong> koolstofatom<strong>en</strong> breed.<br />

Figuur 9: Het periodiek system van elem<strong>en</strong>t toont alle soort<strong>en</strong> atom<strong>en</strong>.<br />

Nog kleiner zijn subatomaire deeltjes. Dit zijn de deeltjes waar atom<strong>en</strong> uit zijn<br />

opgebouwd. E<strong>en</strong> atoom bestaat uit e<strong>en</strong> kern van proton<strong>en</strong> <strong>en</strong> neutron<strong>en</strong> met daar<br />

omhe<strong>en</strong> e<strong>en</strong> “wolk” van electron<strong>en</strong>. Maar er bestaan nog veel meer subatomaire<br />

deeltjes. De bouwst<strong>en</strong><strong>en</strong> van alle subatomaire deeltjes het<strong>en</strong> de elem<strong>en</strong>taire deeltjes.<br />

Voorbeeld<strong>en</strong> zijn de quarks (up, down, bottom, top, strange, and charm), het<br />

electron, het electron neutrino, het muon, het muon neutrino, het tauon, het tauon<br />

neutrino <strong>en</strong> speciale deeltjes voor het overbr<strong>en</strong>g<strong>en</strong> van kracht<strong>en</strong> (zogehet<strong>en</strong> boson<strong>en</strong>):<br />

foton<strong>en</strong>, gluon<strong>en</strong> <strong>en</strong> W <strong>en</strong> Z bozon. Al deze deeltjes zijn ingedeeld in e<strong>en</strong> omvatt<strong>en</strong>de<br />

theorie g<strong>en</strong>aamd het Standaard Model voor de Subatomaire Fysica. Deze theorie<br />

is e<strong>en</strong> absoluut hoogtepunt van de 20ste eeuwse natuurkunde. De voorspelling<strong>en</strong><br />

zijn tot vele decimal<strong>en</strong> achter de komma bevestigd, o.a. door experim<strong>en</strong>t<strong>en</strong> met de<br />

beroemde deeltjesversneller in het CERN-laboratorium in het zwitserland.<br />

Atom<strong>en</strong> <strong>en</strong> subatomaire deeltjes kunn<strong>en</strong> niet direct word<strong>en</strong> waarg<strong>en</strong>om<strong>en</strong>. Je<br />

hebt ingewikkelde wet<strong>en</strong>schappelijke instrum<strong>en</strong>t<strong>en</strong> nodig om ze indirect zichtbaar<br />

te mak<strong>en</strong>. Zo is het mogelijk dat voor zulke kleine object<strong>en</strong> andere wett<strong>en</strong> geld<strong>en</strong>,<br />

dan voor direct waarneembare object<strong>en</strong>. Voor die direct waarneembare object<strong>en</strong><br />

wordt de beweging beschrev<strong>en</strong> door de wett<strong>en</strong> van Newton: de klassieke mechani-<br />

10


ca. Voor de atomaire <strong>en</strong> subtomaire deeltjes geld<strong>en</strong> daar<strong>en</strong>teg<strong>en</strong> de wett<strong>en</strong> van de<br />

kwantummechanica.<br />

Opdracht 4.1. E<strong>en</strong> haar is ongeveer 50 micrometer breed. E<strong>en</strong> micrometer is e<strong>en</strong><br />

miljo<strong>en</strong>ste meter. Hoe groot is e<strong>en</strong> koolstof atoom ongeveer?<br />

Opdracht 4.2. Als elk koolstofatoom in e<strong>en</strong> haar e<strong>en</strong> voetbal zou zijn, hoe lang<br />

zou die rij van voetball<strong>en</strong> zijn?<br />

Opdracht 4.3. E<strong>en</strong> foton is e<strong>en</strong> lichtdeeltje. Waarin zie je terug dat licht zich als<br />

e<strong>en</strong> stroom van deeltjes gedraagt? Welke kracht d<strong>en</strong>k je dat het foton overbr<strong>en</strong>gt?<br />

4.2 Superpositie<br />

We stot<strong>en</strong> mete<strong>en</strong> door tot in het hart van de kwantummechanica <strong>en</strong> daar treff<strong>en</strong> we<br />

het superpositie principe aan. In de kwantummechanica kan e<strong>en</strong> object (e<strong>en</strong> deeltje)<br />

zich bevind<strong>en</strong> in e<strong>en</strong> som van twee of meer toestand<strong>en</strong>. In de klassieke mechanica<br />

spint e<strong>en</strong> bal links of recht om zijn as, maar in de quantum mechanica kan e<strong>en</strong><br />

deeltje zich e<strong>en</strong> beetje linksom plus e<strong>en</strong> beetje rechtsom om zijn as draai<strong>en</strong>; in e<strong>en</strong><br />

superpositie van linsom <strong>en</strong> rechtsom. Wat? Ja echt! Het is niet anders... Wat heeft<br />

dat te betek<strong>en</strong><strong>en</strong>? Daar mak<strong>en</strong> filosof<strong>en</strong> (<strong>en</strong> natuurkundig<strong>en</strong> zelf) zich nu al zo’n 80<br />

jaar zorg<strong>en</strong> om.<br />

Maar het wordt nog erger, want dit is niet alle<strong>en</strong> voor het draai<strong>en</strong> om de as zo,<br />

het geldt ook voor de positie van e<strong>en</strong> deeltje. E<strong>en</strong> deeltje kan zich e<strong>en</strong> beetje op één<br />

plaats plus e<strong>en</strong> beetje op e<strong>en</strong> andere plek bevind<strong>en</strong>. E<strong>en</strong> bewijs daarvan levert het<br />

twee-splet<strong>en</strong>-experim<strong>en</strong>t, waarover later meer. Sterker nog e<strong>en</strong> deeltje kan zich op<br />

deze manier over de hele ruimte uitsmer<strong>en</strong>. En dit geldt niet alle<strong>en</strong> voor de locatie<br />

van het deeltje, maar ook zijn snelheid. Ook de snelheid kan feitelijk e<strong>en</strong> som van<br />

verschill<strong>en</strong>de snelhed<strong>en</strong> zijn.<br />

Nog e<strong>en</strong> voorbeeld: e<strong>en</strong> atoom kan instabiel zijn <strong>en</strong> uite<strong>en</strong> vall<strong>en</strong>. Dit is e<strong>en</strong> kwantummechanisch<br />

proces. Als gevolg daarvan kan e<strong>en</strong> atoom op e<strong>en</strong> gegev<strong>en</strong> mom<strong>en</strong>t<br />

zich in e<strong>en</strong> superpositie bevind<strong>en</strong> van ‘uite<strong>en</strong>gevall<strong>en</strong> zijn’ <strong>en</strong> ‘niet uite<strong>en</strong>gevall<strong>en</strong>’<br />

zijn. Ziehier het Grote Mysterie van de kwantummechanica!<br />

E<strong>en</strong> paar uitsprak<strong>en</strong> van beroemde natuurkundig<strong>en</strong> over kwantummechanica:<br />

“For those who are not shocked wh<strong>en</strong> they first come across quantum theory<br />

cannot possibly have understood it.” (Niels Bohr)<br />

“I think I can safely say that nobody understands quantum mechanics.” (Richard<br />

Feynman)<br />

“Marvelous, what ideas the young people have these days. But I don’t believe<br />

a word of it.” (Albert Einstein)<br />

Einstein was in feite helemaal niet zo oud to<strong>en</strong> de kwantummechanica het licht zag<br />

in de jar<strong>en</strong> ’20 van de vorige eeuw <strong>en</strong> e<strong>en</strong> van zijn eig<strong>en</strong> ontdekking<strong>en</strong> heeft zelfs e<strong>en</strong><br />

belangrijke aanzet ertoe geleverd. Toch heeft hij zijn hele lev<strong>en</strong> problem<strong>en</strong> met de<br />

kwantummechanica gehad, maar daarover later meer.<br />

Opdracht 4.4. Leg uit waarom het zo shocker<strong>en</strong>d is dat deeltjes in e<strong>en</strong> superpositie<br />

van toestand<strong>en</strong> kunn<strong>en</strong> verker<strong>en</strong>.<br />

11


Figuur 10: Volg<strong>en</strong>s Albert Einstein was er iets niet in de haak met kwantummechanica.<br />

4.3 Waarneming<strong>en</strong> <strong>en</strong> kans<br />

Ev<strong>en</strong> terug naar het deeltje dat e<strong>en</strong> beetje linksom plus e<strong>en</strong> beetje rechtsom om zijn<br />

as draait. E<strong>en</strong> concreet getall<strong>en</strong>-voorbeeld zou kunn<strong>en</strong> zijn dat de toestand<br />

1<br />

2<br />

1√<br />

〈linksom〉 + 3 〈rechtsom〉<br />

2<br />

is. Stel we gaan e<strong>en</strong> meting do<strong>en</strong> aan het deeltje om vast te stell<strong>en</strong> of het linksom<br />

of rechtsom draait. Zet je schrap, want nu komt de eig<strong>en</strong>lijke Grote Schok! Op het<br />

mom<strong>en</strong>t dat we de meting do<strong>en</strong> springt het deeltje uit zijn oude toestand<br />

naar e<strong>en</strong> toestand van linksom draai<strong>en</strong> of naar e<strong>en</strong> toestand van rechtsom<br />

draai<strong>en</strong>. Onze meting heeft invloed op het deeltje!<br />

Wat is nu de betek<strong>en</strong>is van die getall<strong>en</strong> 1<br />

√<br />

1<br />

2 <strong>en</strong> 2 3 die voor linksom respectievelijk<br />

rechtsom staan? Het kwadraat van die getall<strong>en</strong> is de kans dat het deeltje naar de<br />

toestand springt die erachter staat. Dus de kans dat het deeltje op het mom<strong>en</strong>t van<br />

de meting ine<strong>en</strong>s alle<strong>en</strong> nog maar linksom draait is ( 1<br />

2 )2 = 1<br />

4 .<br />

Opdracht 4.5. Leg uit dat de kans dat het deeltje op het mom<strong>en</strong>t van de meting<br />

ine<strong>en</strong>s alle<strong>en</strong> nog maar rechtsom draait 3<br />

4 is.<br />

Opdracht 4.6. Stel de toestand (qua draai<strong>en</strong> om de as) van het deeltje is onbek<strong>en</strong>d<br />

<strong>en</strong> ik schrijf<br />

x 〈linksom〉 + y 〈rechtsom〉<br />

met x <strong>en</strong> y variabel<strong>en</strong>. Leg uit dat het punt (x, y) op e<strong>en</strong> cirkel met straal 1 ligt.<br />

Opdracht 4.7. Waarom is het zo’n Grote Schok dat onze meting het deeltje beïnvloedt?<br />

Hetzelfde f<strong>en</strong>ome<strong>en</strong> vindt plaats als je de locatie van e<strong>en</strong> atoom of elem<strong>en</strong>tair<br />

deeltje gaat met<strong>en</strong>. Stel dat het zich voor de meting in e<strong>en</strong> superpositie van locaties<br />

bevindt. Het deeltje is uitgesmeerd over de ruimte. Op het mom<strong>en</strong>t dat we de<br />

meting do<strong>en</strong>, door bijvoorbeeld het deeltje op e<strong>en</strong> scherm te lat<strong>en</strong> bots<strong>en</strong> waar het<br />

12


e<strong>en</strong> lichtpuntje achterlaat, springt het deeltje van zijn uitgesmeerde toestand ine<strong>en</strong>s<br />

naar toestand gelocaliseerd op de plek van het lichtpuntje. Op e<strong>en</strong>zelfde soort manier<br />

als hierbov<strong>en</strong> (die wiskundig gezi<strong>en</strong> nu te ver gaat) kun je de kans berek<strong>en</strong><strong>en</strong> dat je<br />

het uitgesmeerde deeltje terugvindt op e<strong>en</strong> plek.<br />

Opdracht 4.8. Leg uit dat er in de kwantummechanica sprake is van zuiver toeval.<br />

Einstein was niet blij met deze fundam<strong>en</strong>tele rol voor toeval in de kwantummechanica.<br />

Dit had ook te mak<strong>en</strong> met zijn geloof in God als schepper <strong>en</strong> als beschikker<br />

over het lot. Hij baseerde zich daarbij onder andere op het werk van de beroemde<br />

filosoof Spinoza. Einstein’s overtuiging was dat de natuur zich volg<strong>en</strong>s deterministische<br />

wett<strong>en</strong> gedraagt. Zuiver toeval past daar niet in <strong>en</strong> dus schreef hij de volg<strong>en</strong>de<br />

beroemde woord<strong>en</strong> in e<strong>en</strong> brief aan Max Born:<br />

“Die Theorie liefert viel, aber dem Geheimnis des Alt<strong>en</strong> bringt sie uns kaum naher.<br />

Jed<strong>en</strong>falls bin ich überzeugt, dass der nicht würfelt.”<br />

In vertaling:<br />

“De theorie levert veel op, maar br<strong>en</strong>gt ons nauwelijks dichter bij het geheim van<br />

God. In ieder geval b<strong>en</strong> ik er van overtuigd dat hij niet dobbelt.”<br />

Opdracht 4.9. Wat bedoelt Einstein als hij zegt dat God niet dobbelt?<br />

Figuur 11: Dobbelt god?<br />

13


4.4 Het twee splet<strong>en</strong>-experim<strong>en</strong>t<br />

E<strong>en</strong> van de meest illustratieve (<strong>en</strong> illustere) experim<strong>en</strong>tele bevestiging<strong>en</strong> van de<br />

kwantummechanica is het twee splet<strong>en</strong>-experim<strong>en</strong>t. Bij dit experim<strong>en</strong>t word<strong>en</strong> electron<strong>en</strong><br />

op e<strong>en</strong> plaat met twee splet<strong>en</strong> afgeschot<strong>en</strong>. Achter de plaat bevindt zich e<strong>en</strong><br />

scherm waar e<strong>en</strong> puntje oplicht als er e<strong>en</strong> electron op botst. Als e<strong>en</strong> electron zich zou<br />

gedrag<strong>en</strong> als e<strong>en</strong> balletje, dan zoud<strong>en</strong> er op het scherm dus twee strep<strong>en</strong> te zi<strong>en</strong> zijn<br />

recht achter de strep<strong>en</strong>. Maar in praktijk gebeurt er iets heel anders. De puntjes lijk<strong>en</strong><br />

eerst op willekeurige plekk<strong>en</strong> acht de splet<strong>en</strong> op te licht<strong>en</strong>, maar vele electron<strong>en</strong><br />

later ontstaat er e<strong>en</strong> zogehet<strong>en</strong> interfer<strong>en</strong>tiepatroon. Dit soort patron<strong>en</strong> ontstaan<br />

normaal alle<strong>en</strong> als er e<strong>en</strong> golf door de twee splet<strong>en</strong> wordt lat<strong>en</strong>. De conclusie is dus<br />

dat het electron zich als e<strong>en</strong> golf gedraagt als het door de splet<strong>en</strong> passeert.<br />

In die vorige zin wringt het al: ... het electron.. door de splet<strong>en</strong> passeert.<br />

Hoe kan het nou dat 1 electron door 2 splet<strong>en</strong> gaat? En daarna verschijnt het<br />

toch weer als e<strong>en</strong> puntje op het scherm. De verklaring ligt dus in de notie van<br />

superpositie. Op het mom<strong>en</strong>t dat het electron door de splet<strong>en</strong> gaat, bevindt het zich<br />

op e<strong>en</strong> superpositie van plaats<strong>en</strong>. Op het mom<strong>en</strong>t dat het electron op het scherm<br />

botst vindt er e<strong>en</strong> meting plaats <strong>en</strong> wordt het dus gedwong<strong>en</strong> te verschijn<strong>en</strong> op e<strong>en</strong><br />

klassiek acceptabele manier. Met e<strong>en</strong> kans bepaald door de specefieke waard<strong>en</strong> in<br />

de superpositie verschijnt het deeltje als e<strong>en</strong> oplicht<strong>en</strong>d puntje op het scherm.<br />

Als er vervolg<strong>en</strong>s e<strong>en</strong> meetapparaat wordt geplaatst bij<br />

de splet<strong>en</strong>, ontstaat er ge<strong>en</strong> interfer<strong>en</strong>tiepatroon meer. In<br />

plaats daarvan zi<strong>en</strong> we gewoon twee strep<strong>en</strong> recht achter<br />

de splet<strong>en</strong>! Dit komt omdat het meetapparaat het electron<br />

in e<strong>en</strong> klassiek acceptabele positie dwingt voor het<br />

de splet<strong>en</strong> bereikt. Het electron bevindt zich niet meer in<br />

e<strong>en</strong> superpositie bij de splet<strong>en</strong> <strong>en</strong> gaat dus door de <strong>en</strong>e<br />

of door de andere spleet. Als gevolg daarvan vindt er<br />

ge<strong>en</strong> interfer<strong>en</strong>tie meer plaats <strong>en</strong> er verschijnt ge<strong>en</strong> interfer<strong>en</strong>tiepatroon<br />

meer op het scherm. De meting door het<br />

meetapparaat heeft dus invloed gehad op electron! Dit<br />

is geheel in contrast met de klassieke mechanica: als ik<br />

de locatie van e<strong>en</strong> planeet bepaal of van e<strong>en</strong> biljartbal,<br />

dan heeft dat ge<strong>en</strong> <strong>en</strong>kele invloed op die planeet of op die<br />

biljartbal.<br />

4.5 Schrödinger’s kat<br />

So far, so good, deeltjes in superposities: e<strong>en</strong> beetje<br />

vreemd, maar wat je niet ziet, deert niet. Op het mom<strong>en</strong>t<br />

dat je e<strong>en</strong> meting doet spring het deeltje t<strong>en</strong>slotte<br />

weer in e<strong>en</strong> acceptabele toestand: linksom of rechtsom,<br />

uite<strong>en</strong>gevall<strong>en</strong> of niet. Dus je neemt nooit direct e<strong>en</strong> deeltje<br />

in superpositie waar. Maar wat nu als je het niet-direct<br />

zichtbare deeltje koppelt aan iets dat wel direct zichtbaar is, zoals e<strong>en</strong> kat?<br />

Figuur 12: Het onstaan van<br />

het interfer<strong>en</strong>tiepatroon bij<br />

het 2 splet<strong>en</strong>-experim<strong>en</strong>t.<br />

Het volg<strong>en</strong>de is e<strong>en</strong> gedachte-experim<strong>en</strong>t van Schrödinger, gebaseerd op e<strong>en</strong> idee<br />

van Einstein. Het is e<strong>en</strong> gedachte-experim<strong>en</strong>t dus niet e<strong>en</strong> experim<strong>en</strong>t dat je ook<br />

echt uit gaat voer<strong>en</strong> (don’t try this at home!) Je stelt je voor wat er zou gebeur<strong>en</strong><br />

14


als je het uit zou voer<strong>en</strong>. Einstein was dol op gedachte-experim<strong>en</strong>t<strong>en</strong>; zijn speciale<br />

relativiteitstheorie ontdekte hij bijvoorbeeld mede door het gedachte-experim<strong>en</strong>t dat<br />

hij op e<strong>en</strong> lichtstraal zou meereiz<strong>en</strong>.<br />

Figuur 13: Schrödinger’s kat:<br />

1<br />

√ 2 〈dood〉 + 1 √ 2 〈lev<strong>en</strong>d〉?<br />

B<strong>en</strong>odigdhed<strong>en</strong>: e<strong>en</strong> hermetisch afsluitbare kist, e<strong>en</strong> instabiel atoom, e<strong>en</strong> flesje<br />

cyanide dat op<strong>en</strong> gaat als het atoom uite<strong>en</strong>valt <strong>en</strong> e<strong>en</strong> kat. Je voelt al aan waarom<br />

dit e<strong>en</strong> gedachte-experim<strong>en</strong>t is: je stopt de kat met atoom <strong>en</strong> cyanide in de kist <strong>en</strong><br />

sluit de kist; als het atoom uite<strong>en</strong>valt, dan komt de cyanide vrij <strong>en</strong> sterft het arme<br />

diertje. Alhoewel... het uite<strong>en</strong>vall<strong>en</strong> van het atoom wordt door de kwantummechanica<br />

beschrev<strong>en</strong>. Op e<strong>en</strong> gegev<strong>en</strong> mom<strong>en</strong>t bevindt het atoom zich in e<strong>en</strong> superpositie<br />

van uite<strong>en</strong>gevall<strong>en</strong> <strong>en</strong> niet-uite<strong>en</strong>gevall<strong>en</strong>. Bevindt de kat zich dus ook in e<strong>en</strong> superpositie<br />

van dood <strong>en</strong> lev<strong>en</strong>d? “Belachelijk!” vond Schrödinger <strong>en</strong> daarmee de hele<br />

interpretatie van kwantummechanica in term<strong>en</strong> van superposities <strong>en</strong> kans<strong>en</strong> zoals<br />

voorgesteld door Bohr c.s. in Kop<strong>en</strong>hag<strong>en</strong>.<br />

Opdracht 4.10. Wat vind/d<strong>en</strong>k jij: kan e<strong>en</strong> kat zich in e<strong>en</strong> superpositie bevind<strong>en</strong>,<br />

bijvoorbeeld e<strong>en</strong> superpositie van dood <strong>en</strong> lev<strong>en</strong>d?<br />

Volg<strong>en</strong>s de kwantummechanica vindt er pas e<strong>en</strong> meting plaats op het mom<strong>en</strong>t<br />

dat we de kist op<strong>en</strong><strong>en</strong>. Dan pas wordt er door toeval bepaald of de kat dood is of<br />

niet. Of geldt de “meting” door de kat ook al als meting?<br />

Het debat over Schrödingers kat is nog niet beslecht. Volg<strong>en</strong>s Lee Smolin, Roger<br />

P<strong>en</strong>rose <strong>en</strong> e<strong>en</strong> aantal andere belangrijke hed<strong>en</strong>daagse wet<strong>en</strong>schappers is het zelfs één<br />

van de belangrijkste problem<strong>en</strong> van de natuurkunde op dit mom<strong>en</strong>t. Het oploss<strong>en</strong><br />

ervan zou e<strong>en</strong> belangrijke doorbraak zijn. Zijn er misschi<strong>en</strong> toch manier<strong>en</strong> waarop<br />

e<strong>en</strong> deeltje van superpositie in e<strong>en</strong> klassiek acceptabele toestand springt, zonder dat<br />

er e<strong>en</strong> meting plaatsvindt? Want hoe zit dat met afgeleg<strong>en</strong> planet<strong>en</strong> waarop nooit<br />

e<strong>en</strong> waarneming plaatsvindt? Zijn daar alle deeltjes in superposities?<br />

15


4.6 Kwantumtunnels<br />

Figuur 14: Wie lost het probleem met Schrödinger’s kat op?<br />

Het bestaan van superposities in de kwantummechanica heeft drastische gevolg<strong>en</strong>.<br />

Eén van deze gevolg<strong>en</strong> is dat de positie van e<strong>en</strong> deeltje in superpositie niet zeker is.<br />

Het kan bij e<strong>en</strong> meting op allerlei plekk<strong>en</strong> opduik<strong>en</strong> afhankelijk van hoe de kans<strong>en</strong><br />

zich verdel<strong>en</strong>.<br />

Dit gaat zelfs zo ver dat e<strong>en</strong> muur voor e<strong>en</strong> deeltje ge<strong>en</strong> echte muur meer is.<br />

Stel e<strong>en</strong> deeltje komt heel dicht bij e<strong>en</strong> muur. De kans dat het deeltje voorbij de<br />

muur tevoorschijn komt, bij e<strong>en</strong> meting, neemt heel snel af. Toch is de kans niet<br />

helemaal nul. Het deeltje bevindt zich dus in e<strong>en</strong> superpositie van links + e<strong>en</strong> heel<br />

klein beetje rechts van de muur. Dus als ik ga met<strong>en</strong>, <strong>en</strong> daarmee het deelt dwing<br />

in e<strong>en</strong> acceptabele toestand, dan is er e<strong>en</strong> kleine kansje dat het aan de andere kant<br />

van de muur opduikt. Dit effect heet de kwantumtunnel (in het <strong>en</strong>gels quantum<br />

tunneling). Het is ook echt zo waarg<strong>en</strong>om<strong>en</strong> in experim<strong>en</strong>t<strong>en</strong>, waarbij er duiz<strong>en</strong>d<strong>en</strong><br />

deeltjes op e<strong>en</strong> muur werd<strong>en</strong> geschot<strong>en</strong> <strong>en</strong> er toch af e<strong>en</strong> toe e<strong>en</strong>tje aan de andere<br />

kant gemet<strong>en</strong> werd.<br />

Opdracht 4.11. Waarom is het heel onwaarschijnlijk dat e<strong>en</strong> hele t<strong>en</strong>nisbal door<br />

e<strong>en</strong> muur zou gaan via e<strong>en</strong> kwantumtunnel, d<strong>en</strong>k je?<br />

Je krijgt misschi<strong>en</strong> de indruk dat kwantumtunnels heel obscure ding<strong>en</strong> zijn, maar<br />

het teg<strong>en</strong>deel is waar. E<strong>en</strong> belangrijke toepassing van het f<strong>en</strong>ome<strong>en</strong> is in flash<br />

geheug<strong>en</strong> (van je mp3-speler). Bij het lad<strong>en</strong> van gegev<strong>en</strong>s op de kaart vind<strong>en</strong> miljar<strong>en</strong><br />

kleine kwantumtunnels plaats!<br />

Opdracht 4.12. Waarom is het zinloos (<strong>en</strong> dus zonde) om nu je mp3-speler op<strong>en</strong><br />

te slop<strong>en</strong> <strong>en</strong> op zoek te gaan naar de kwantumtunnels?<br />

16


Figuur 15: Door de muur? Electron<strong>en</strong> wel! m<strong>en</strong>s<strong>en</strong>? Heel onwaarschijnlijk... Het bronz<strong>en</strong> beeld<br />

le passe-muraille van Jean Marais is te zi<strong>en</strong> in Montmarte in Parijs. Het is gebaseerd op e<strong>en</strong> kort<br />

verhaal van Marcel Aym (1902 - 1967), dat zich in Montmartre afspeelt.<br />

17

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!