VOL 7 - N° 2 - UCL
VOL 7 - N° 2 - UCL
VOL 7 - N° 2 - UCL
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
NOSO-info, vol.VII n°2, 2003<br />
12<br />
Voorwoord<br />
In Nederland zijn slechts ongeveer 1% van de S. aureusstammen<br />
MRSA’s. Wereldwijd bedraagt de resistentie<br />
daarentegen 20-55%. Nederland doet dan ook alle mogelijke<br />
inspanningen om deze lage resistentie, die te danken is aan<br />
strikte hygiënische maatregelen en een terughoudend<br />
antibioticumbeleid, te behouden. Er wordt met name een<br />
beleid van "search and destroy" gevoerd. In de praktijk<br />
betekent dit o.a. dat patiënten die vanuit een buitenlands<br />
ziekenhuis naar Nederland komen in strikte isolatie worden<br />
opgenomen totdat bewezen is dat ze MRSA-vrij zijn.<br />
Samenvatting<br />
De overname van patiënten uit buitenlandse ziekenhuizen is<br />
in Nederland gebonden aan voorschriften zoals isolatie en<br />
microbiële controle. Dit wordt gedaan om eventuele<br />
besmetting met MRSA vroegtijdig vast te stellen en<br />
kruisbesmettingen te voorkomen.<br />
Onder andere door de lange wachttijden en te weinig<br />
specialisten in de Nederlandse ziekenhuizen wordt steeds<br />
vaker beroep gedaan op buitenlandse ziekenhuizen. Zo<br />
ontstond er een samenwerking tussen een aantal Nederlandse<br />
ziekenhuizen en het UZA in Antwerpen.<br />
Het hanteren van de Nederlandse voorschriften stuitte op<br />
problemen naarmate het aantal overplaatsingen toenam.<br />
Specifiek traden capaciteitsproblemen op ten aanzien van de<br />
isolatiefaciliteiten en de personele inzet. De voorschriften van<br />
de betrokken Nederlandse ziekenhuizen en het UZA werden<br />
daarom aangepast. Intensief werd gecontroleerd of de<br />
oplossingen verantwoord waren. In dit artikel wordt<br />
beschreven hoe dat gedaan werd en wat de resultaten waren.<br />
Inleiding<br />
ORIGINEEL ARTIKEL<br />
MRSA zonder grenzen<br />
F. Van Laer, verpleegkundige-ziekenhuishygiënist, Universitair Ziekenhuis, Antwerpen en Margreet van Mier,<br />
hygiëniste, Streekziekenhuis Walcheren, Vlissingen (Nederland)<br />
(Met toestemming overgenomen uit Het Tijdschrift voor Hygiëne en Infectiepreventie, 2003;2:31-34.<br />
In het Belgische VRT (Vlaamse Radio en TV)<br />
televisieprogramma "Van Kapitaal Belang" werd op 4 februari<br />
2002 de uitdrukking "Medische immigratie" gelanceerd.<br />
Hiermee werd kernachtig het fenomeen omschreven waarbij<br />
buitenlandse patiënten omwille van onvoldoende<br />
opvangcapaciteit in eigen land hun toevlucht zoeken in<br />
Belgische ziekenhuizen. In een krantenartikel van 2 februari<br />
2002 werd uitgebreid ingegaan op de problematiek van de<br />
Britse gezondheidszorg: lange wachttijden voor de patiënten,<br />
te weinig artsen en verpleegkundigen,… Als gevolg hiervan is<br />
de National Health Service (NHS) druk op zoek naar<br />
geschikte Belgische en andere Europese ziekenhuizen 1 . Ook<br />
Nederlandse patiënten worden vanwege structurele<br />
problemen in de opvangcapaciteit frequent naar<br />
buitenlandse ziekenhuizen overgeplaatst.<br />
In het Universitair Ziekenhuis Gent zou tien tot twintig<br />
procent van de 1000 tot 1200 kinderen op medium care- en<br />
intensive care-afdelingen uit Nederland komen 2 . De<br />
keerzijde van dit, door de media genoemde<br />
"ziekenhuistoerisme", werd al vlug duidelijk naar aanleiding<br />
van het Volendam-drama. Als gevolg van onvoldoende<br />
isolatiekamers in Nederlandse ziekenhuizen diende de<br />
Nederlandse Gezondheidsinspectie (GHI) op zoek te gaan<br />
naar alternatieve quarantainemaatregelen 3,4 . Enkele<br />
slachtoffers van de Volendambrand die in Belgische en<br />
Duitse ziekenhuizen waren verzorgd bleken nadien besmet<br />
te zijn met MRSA (methicilline (oxacilline) resistente<br />
Staphylococcus aureus).<br />
Geschiedenis<br />
In Nederland is het beleid ten aanzien van overplaatsingen<br />
uit buitenlandse ziekenhuizen gebonden aan voorschriften<br />
zoals isolatie en microbiële controle van de overnamepatiënt.<br />
Dit wordt gedaan om eventuele besmetting met<br />
MRSA vroegtijdig vast te stellen en kruisbesmettingen te<br />
voorkomen.<br />
Mede om de wachttijden in de Nederlandse ziekenhuizen te<br />
beperken wordt er op steeds grotere schaal samengewerkt<br />
met bijvoorbeeld ziekenhuizen in België. Vanwege het<br />
Nederlandse MRSA beleid geeft dit capaciteitsgevolgen ten<br />
aanzien van de isolatiefaciliteiten en personele inzet die<br />
daarbij nodig is. In december 1999 zochten enkele<br />
ziekenhuizen uit Breda en het Universitair Ziekenhuis<br />
Antwerpen (UZA) naar een praktische, doch ook<br />
verantwoorde oplossing ten aanzien van overplaatsingen van<br />
neonaten vanuit het UZA naar de ziekenhuizen in Breda en<br />
vice versa. Hierbij werd uitgegaan van de lage incidentie van<br />
MRSA in het UZA en het toepassen van een antibiotica- en<br />
isolatiebeleid om MRSA-verspreiding tegen te gaan. Voor de<br />
ziekenhuizen in Breda waren deze gegevens aanleiding om,<br />
afwijkend van het Nederlandse beleid een aangepast beleid<br />
te maken voor heropnames van neonaten uit het UZA. Een<br />
protocol werd uitgewerkt en geïmplementeerd.<br />
Enkele jaren voordien, in 1994, was er ook al een eerste<br />
contact geweest tussen de ziekenhuishygiënisten van het<br />
UZA en cardiologen uit Ziekenhuis Walcheren (ZW) in<br />
Vlissingen om cardiochirurgische patiënten vanuit ZW naar<br />
het UZA te verwijzen. Op dat ogenblik was er echter weinig