VOL 7 - N° 2 - UCL
VOL 7 - N° 2 - UCL
VOL 7 - N° 2 - UCL
You also want an ePaper? Increase the reach of your titles
YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.
NOSO-info, vol.VII n°2, 2003<br />
16<br />
de Gezondheidszorg dat "voor het opstellen van het protocol<br />
de Infectiecommissie zeker een compliment verdient en dat<br />
het nu zaak is te bewaken dat iedereen zich houdt aan<br />
hetgeen is afgesproken".<br />
Het belangrijkste is echter de "winst" voor de patiënten. Deze<br />
vorm van samenwerking betekent dat zij zonder al te veel<br />
ingrijpende voorzorgsmaatregelen zoals isolatiemaatregelen<br />
die veel impact hebben, én met beheersbare risico's, zonder<br />
terughoudendheid behandeld kunnen worden in het UZA.<br />
Dit is de grootste beloning voor alle inspanningen!<br />
Met dank aan de collega’s uit de genoemde ziekenhuizen.<br />
Literatuur<br />
1. Dupont P. Belgische ziekenhuizen lonken naar patiënten uit<br />
Groot-Brittannië. De Morgen, 2 februari 2002.<br />
2. Dupont P. Steeds meer Nederlandse kinderen op Vlaamse<br />
intensive care. De Morgen, 15 maart 2002.<br />
RECHT OP ANTWOORD<br />
3. Galle C. Patiënten Volendam-brand in België besmet met<br />
ziekenhuisbacterie. De Morgen, 5 april 2001.<br />
4. Van den Eynde H, Beel V. Nederland sluit grenzen voor<br />
Belgische ziekenhuisbacterie. De Standaard, 19 maart 2002.<br />
5. Bogaers-Hofman D. Protocol "Overplaatsing intensive care<br />
neonaten Universitair Ziekenhuis Antwerpen", 22 december<br />
1999.<br />
6. Van Mier M. Protocol "MRSA. Overname van patiënten uit het<br />
UZA", 5 maart 2001.<br />
7. WIV-GOSPIZ. Surveillance van multiresistente Staphylococcus<br />
aureus (MRSA) in de Belgische ziekenhuizen. Surveillance<br />
rapport van het tweede semester van 2000.<br />
8. Inspectie voor de Gezondheidszorg. Brief aan de Raad van<br />
Bestuur Ziekenhuis Walcheren, d.d. 1 oktober 2001, met als<br />
kenmerk CSG/2001-4868/KV/PB.<br />
De nieuwe belgische aanbevelingen voor de beheersing van<br />
MRSA (update 2003) zijn beschikbaar op website :<br />
http://www.gospiz-gdepih.be<br />
Deelname aan de nationale surveillance van ziekenhuisinfecties,<br />
1992-2002<br />
Carl Suetens, voor het NSIH team. Wetenschappelijk Instituut Volksgezondheid, Brussel.<br />
Inleiding<br />
In het Noso-info nummer van december 2002 werd in een<br />
artikel over de kwaliteit in de ziekenhuizen vermeld dat<br />
slechts 37% van de ziekenhuizen in 2000 deelnamen aan de<br />
nationale surveillance van ziekenhuisinfecties (NSIH) van het<br />
WIV. Deze informatie was gebaseerd op de resultaten van<br />
een nationale enquête georganiseerd door de kwaliteitscel<br />
van het Ministerie van Volksgezondheid.<br />
Mogelijk werd deze enquête ingevuld door personen die niet<br />
noodzakelijk op de hoogte zijn van al de activiteiten van de<br />
ziekenhuishygiënist of andere personen die aan de<br />
surveillance deelnemen (bv. intensivisten, microbiologen).<br />
Anderzijds kan het ook berusten op een verkeerde<br />
interpretatie van de vraag, bijvoorbeeld in de zin van<br />
"continue deelname" of "participatie aan alle componenten".<br />
In ieder geval geeft het cijfer van 37% een ongenuanceerd<br />
beeld, zoals mag blijken uit dit artikel.<br />
NSIH bestaat uit 3 componenten voor de surveillance van<br />
ziekenhuisinfecties (NI-componenten: nosocomiale septicemieën,<br />
nosocomiale infecties op intensieve zorgen en<br />
postoperatieve wondinfecties) en 2 componenten voor de<br />
surveillance van multiresistente kiemen in de ziekenhuizen<br />
(R-componenten: MRSA en MREA). Hoewel de MRSA en<br />
MREA problematiek niet minder belangrijk is in het domein<br />
van de ziekenhuisinfecties, heeft het ministerieel besluit dat<br />
de financiering van de surveillance regelt alleen betrekking<br />
op de 3 eerste componenten.<br />
Methode<br />
De jaarlijkse deelname aan NSIH wordt berekend aan de<br />
hand van de ziekenhuizen die voor de component waaraan<br />
ze deelnamen correcte data (dwz opgenomen in de nationale<br />
gegevensbank) hebben doorgestuurd voor een periode van<br />
tenminste 3 maanden voor de NI-componenten en 6<br />
maanden voor de R-componenten.<br />
De deelname wordt op 2 manieren berekend, namelijk per<br />
site en per fusieziekenhuis. De gegevens waarvan sprake in<br />
bovenvermeld artikel hebben betrekking op de<br />
fusieziekenhuizen. Wanneer één site (campus) deelneemt<br />
wordt de de deelname van de fusie geteld. Dit gebeurt omdat<br />
nogal wat ziekenhuizen hun gegevens niet meer per site<br />
registreren omwille van een doorgedreven reorganisatie van<br />
het ziekenhuis. Eén site in 2002 kan dus overeenkomen met<br />
meerdere sites in 1997. De resultaten betreffen enkel de<br />
akute ziekenhuizen. Het aantal sites bedroeg 192 eind 2002,<br />
het aantal fusieziekenhuizen 116.<br />
De gegevens voor 2002 kunnen nog niet als volledig worden<br />
beschouwd. De gegevens van o.m. het laatste kwartaal of<br />
semester worden vaak pas opgestuurd na juni omdat de<br />
opvolging van de dossiers en het inbrengen en valideren van<br />
de gegevens erg tijdrovend is.<br />
Resultaten<br />
Gemiddeld namen in de periode 2000 tot 2002 jaarlijks 77%<br />
van de fusieziekenhuizen deel aan minstens één NI-