30.08.2013 Views

Alles wat je altijd al wilde weten over de sociale zekerheid

Alles wat je altijd al wilde weten over de sociale zekerheid

Alles wat je altijd al wilde weten over de sociale zekerheid

SHOW MORE
SHOW LESS

Create successful ePaper yourself

Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.

Fe<strong>de</strong>r<strong>al</strong>e Overheidsdienst<br />

Soci<strong>al</strong>e Zekerheid<br />

<strong>Alles</strong> <strong>wat</strong> <strong>je</strong> <strong><strong>al</strong>tijd</strong> <strong>al</strong> <strong>wil<strong>de</strong></strong><br />

<strong>weten</strong> <strong>over</strong> <strong>de</strong> soci<strong>al</strong>e<br />

<strong>zekerheid</strong><br />

Juli 2010


<strong>Alles</strong> <strong>wat</strong> <strong>je</strong> <strong><strong>al</strong>tijd</strong> <strong>al</strong> <strong>wil<strong>de</strong></strong><br />

<strong>weten</strong> <strong>over</strong> <strong>de</strong> soci<strong>al</strong>e<br />

<strong>zekerheid</strong><br />

2


Woord vooraf<br />

Soci<strong>al</strong>e <strong>zekerheid</strong>. Ie<strong>de</strong>reen heeft er <strong>al</strong> wel van gehoord. In <strong>de</strong>ze brochure willen we het Belgische<br />

soci<strong>al</strong>e<strong>zekerheid</strong>ssysteem toelichten.<br />

Concreet kunnen we in ons soci<strong>al</strong>e-beschermingssysteem twee systemen on<strong>de</strong>rschei<strong>de</strong>n,<br />

namelijk <strong>de</strong> “klassieke sectoren” van <strong>de</strong> soci<strong>al</strong>e <strong>zekerheid</strong> en <strong>de</strong> “soci<strong>al</strong>e bijstand”.<br />

De klassieke soci<strong>al</strong>e <strong>zekerheid</strong> bevat zeven takken:<br />

1. rust- en <strong>over</strong>levingspensioenen;<br />

2. werkloosheid;<br />

3. arbeidsongev<strong>al</strong>lenverzekering;<br />

4. beroepsziekteverzekering;<br />

5. gezinsbijslag;<br />

6. verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen;<br />

7. jaarlijkse vakantie.<br />

Voor zelfstandigen bestaat ook een soci<strong>al</strong>e verzekering in gev<strong>al</strong> van faillissement en een stelsel<br />

van uitkeringen na een bev<strong>al</strong>ling of een adoptie.<br />

Als we spreken <strong>over</strong> “soci<strong>al</strong>e bijstand” of “<strong>de</strong> residuaire regelingen” dan bedoelen we<br />

concreet:<br />

- leefloon (en soci<strong>al</strong>e bijstand in bre<strong>de</strong> zin);<br />

- inkomensgarantie voor ou<strong>de</strong>ren;<br />

- gewaarborg<strong>de</strong> gezinsbijslag;<br />

- tegemoetkomingen aan gehandicapten.<br />

Het gehele klassieke soci<strong>al</strong>e<strong>zekerheid</strong>sstelsel v<strong>al</strong>t globa<strong>al</strong> genomen uiteen in drie stelsels: een<br />

stelsel voor werknemers (bijvoorbeeld bankbedien<strong>de</strong>n, arbei<strong>de</strong>rs in een autoassemblagebedrijf),<br />

een stelsel voor zelfstandigen en een stelsel voor (fe<strong>de</strong>r<strong>al</strong>e) ambtenaren. In <strong>de</strong>ze brochure<br />

vertrekken we vanuit het werknemersstelsel en geven we <strong>de</strong> verschilpunten met <strong>de</strong> an<strong>de</strong>re<br />

stelsels aan. De meeste mensen zijn immers aan het werknemersstelsel on<strong>de</strong>rworpen.<br />

Belangrijk hierbij is dat we ons voornamelijk hebben beperkt tot <strong>de</strong> <strong>al</strong>gemene voorwaar<strong>de</strong>n en<br />

regels. Uiteraard zijn er steeds wel enkele uitzon<strong>de</strong>ringen. Achteraan in <strong>de</strong>ze brochure staan <strong>de</strong><br />

adressen en telefoonnummers van <strong>de</strong> instellingen van <strong>de</strong> soci<strong>al</strong>e <strong>zekerheid</strong> waar <strong>je</strong> met <strong>al</strong>lerlei<br />

vragen en problemen terecht kunt.<br />

Deze brochure werd bijgewerkt tot 1 juli 2010.<br />

3


Inhoud<br />

Woord vooraf 3<br />

Inhoud 4<br />

Inleiding 6<br />

A. Het belang van <strong>de</strong> soci<strong>al</strong>e <strong>zekerheid</strong> 6<br />

B. Een beet<strong>je</strong> geschie<strong>de</strong>nis 6<br />

C. I<strong>de</strong>ologische achtergrond 8<br />

D. Organisatie 9<br />

E. Het handvest van <strong>de</strong> socia<strong>al</strong> verzeker<strong>de</strong> 10<br />

F. In<strong>de</strong>xering van <strong>de</strong> soci<strong>al</strong>e uitkeringen 10<br />

G. E-g<strong>over</strong>nment 11<br />

Financiering 12<br />

A. Werknemers 12<br />

B. Alternatieve financiering 13<br />

C. Zelfstandigen 14<br />

D. Ambtenaren 14<br />

Statistieken en budgetten 16<br />

A. Statistieken – aant<strong>al</strong> gerechtig<strong>de</strong>n van <strong>de</strong> belangrijkste soci<strong>al</strong>e uitkeringen 16<br />

B. Beste<strong>de</strong> budgetten (voor het jaar 2009 of 2010) 17<br />

Het Belgische soci<strong>al</strong>e<strong>zekerheid</strong>sstelsel voor werknemers 19<br />

A. Toepassingsgebied 19<br />

B. Soci<strong>al</strong>e <strong>zekerheid</strong>sbijdragen 19<br />

C. Uitbreiding van het werknemersstelsel 20<br />

D. Niet-on<strong>de</strong>rwerping aan het werknemersstelsel 20<br />

E. Zeelie<strong>de</strong>n ter koopvaardij 20<br />

De verschillen<strong>de</strong> takken van <strong>de</strong> soci<strong>al</strong>e <strong>zekerheid</strong> 21<br />

Gezinsbijslag 21<br />

A. Rechthebben<strong>de</strong>n 21<br />

B. Bijslagtrekken<strong>de</strong> 22<br />

C. Rechtgevend kind 23<br />

D. Soorten bijslag 24<br />

Werkloosheid 27<br />

A. Toelaatbaarheids- en toekenningsvoorwaar<strong>de</strong>n 27<br />

B. Uitkeringen 29<br />

C. Uitsluiting en sancties 32<br />

D. Bruggepensioneer<strong>de</strong>n en jonge schoolverlaters 33<br />

E. Tewerkstellingsmaatregelen 33<br />

Pensioenen 34<br />

A. Steeds meer gepensioneer<strong>de</strong>n 34<br />

B. Rustpensioenen 34<br />

C. Overlevingspensioen 38<br />

Geneeskundige verzorging 40<br />

A. Rechthebben<strong>de</strong>n 40<br />

B. Geneeskundige verstrekkingen 40<br />

4


C. Terugbet<strong>al</strong>ingstarieven 41<br />

D. De maximumfactuur (MaF) 44<br />

Ziekte-uitkeringen 46<br />

A. Werknemers 46<br />

B. Zelfstandigen 47<br />

C. Fe<strong>de</strong>r<strong>al</strong>e ambtenaren 48<br />

Moe<strong>de</strong>rschapsuitkeringen 49<br />

A. Moe<strong>de</strong>rschapsbescherming 49<br />

B. Va<strong>de</strong>rschapsverlof 50<br />

Arbeidsongev<strong>al</strong>len 51<br />

A. Ge<strong>de</strong>kte risico’s 51<br />

B. Vergoe<strong>de</strong> scha<strong>de</strong> 51<br />

C. Bet<strong>al</strong>ing van <strong>de</strong> vergoedingen 53<br />

D. Burgerlijke aansprakelijkheid 53<br />

E. Ambtenaren 54<br />

F. Zelfstandigen 54<br />

Beroepsziekten 55<br />

A. Wat is een beroepsziekte? 55<br />

B. Vergoe<strong>de</strong> risico’s 55<br />

C. Ambtenaren 56<br />

D. Zelfstandigen 56<br />

E. Het asbestfonds 56<br />

Jaarlijkse vakantie 57<br />

A. Arbei<strong>de</strong>rs (en arbei<strong>de</strong>rs op leercontract) en kunstenaars 57<br />

B. Bedien<strong>de</strong>n (en bedien<strong>de</strong>n op leercontract) 58<br />

C. Ambtenaren 59<br />

De soci<strong>al</strong>e verzekering in gev<strong>al</strong> van faillissement 60<br />

Hulp ten gunste van zelfstandigen na een bev<strong>al</strong>ling, een adoptie, een ernstige ziekte<br />

van het kind of in gev<strong>al</strong> van p<strong>al</strong>liatieve zorgen 61<br />

A. Moe<strong>de</strong>rschapshulp na een bev<strong>al</strong>ling 61<br />

B. Uitkering na een adoptie 61<br />

C. Ernstige ziekte van het kind of p<strong>al</strong>liatieve zorgen verleend aan het kind of aan <strong>de</strong> partner 62<br />

Internation<strong>al</strong>e aspecten van <strong>de</strong> soci<strong>al</strong>e <strong>zekerheid</strong> 63<br />

A. Inleiding 63<br />

B. Internation<strong>al</strong>e soci<strong>al</strong>e<strong>zekerheid</strong>sakkoor<strong>de</strong>n 63<br />

C. De Europese Unie (EU) – De Europese Economische Ruimte (EER) - Zwitserland 65<br />

Soci<strong>al</strong>e bijstand 67<br />

A. Uitkeringen aan gehandicapten 67<br />

B. Het recht op maatschappelijke integratie – leefloon 69<br />

C. Inkomensgarantie voor ou<strong>de</strong>ren en tegemoetkoming voor hulp aan bejaar<strong>de</strong>n 71<br />

D. Gewaarborg<strong>de</strong> gezinsbijslag 72<br />

Nuttige adressen en telefoonnummers 74<br />

A. Fe<strong>de</strong>r<strong>al</strong>e <strong>over</strong>heidsdiensten (vroegere ministeries) 74<br />

B. Openbare organismes van soci<strong>al</strong>e <strong>zekerheid</strong> 75<br />

C. An<strong>de</strong>re instellingen 76<br />

5


Inleiding<br />

A. Het belang van <strong>de</strong> soci<strong>al</strong>e <strong>zekerheid</strong><br />

Het centr<strong>al</strong>e begrip van ons soci<strong>al</strong>e<strong>zekerheid</strong>ssysteem is solidariteit. Solidariteit tussen:<br />

- werken<strong>de</strong>n en werklozen;<br />

- jongeren en ou<strong>de</strong>ren;<br />

- gezon<strong>de</strong>n en zieken;<br />

- mensen met een inkomen en mensen zon<strong>de</strong>r;<br />

- gezinnen zon<strong>de</strong>r kin<strong>de</strong>ren en gezinnen met kin<strong>de</strong>ren;<br />

- enz.<br />

Die solidariteit is gewaarborgd doordat:<br />

- werken<strong>de</strong> mensen bijdragen moeten bet<strong>al</strong>en in verhouding tot hun loon;<br />

- <strong>de</strong> financiering groten<strong>de</strong>els gebeurt door <strong>de</strong> gemeenschap, dat zijn dus <strong>al</strong>le burgers samen;<br />

- <strong>de</strong> vakbon<strong>de</strong>n, <strong>de</strong> ziekenfondsen en <strong>de</strong> werkgeversorganisaties mee beslissen <strong>over</strong> verschillen<strong>de</strong><br />

aspecten van het systeem.<br />

Concreet zorgt <strong>de</strong> soci<strong>al</strong>e <strong>zekerheid</strong> voor drie zaken:<br />

- bij loonverlies (werkloosheid, pensionering, arbeidsongeschiktheid) ontvang <strong>je</strong> een<br />

vervangingsinkomen;<br />

- <strong>al</strong>s <strong>je</strong> bepa<strong>al</strong><strong>de</strong> “soci<strong>al</strong>e lasten”, zo<strong>al</strong>s het opvoe<strong>de</strong>n van kin<strong>de</strong>ren of ziektekosten, moet dragen,<br />

ontvang <strong>je</strong> een aanvulling op het inkomen;<br />

- <strong>al</strong>s <strong>je</strong> onvrijwillig niet <strong>over</strong> een beroepsinkomen beschikt, dan ontvang <strong>je</strong><br />

bijstandsuitkeringen.<br />

B. Een beet<strong>je</strong> geschie<strong>de</strong>nis<br />

Het Belgische soci<strong>al</strong>e<strong>zekerheid</strong>sstelsel is niet in één dag ontstaan. Onze soci<strong>al</strong>e <strong>zekerheid</strong> is het<br />

resultaat van verschei<strong>de</strong>ne evoluties die zich <strong>de</strong> voorbi<strong>je</strong> 150 jaar hebben voorgedaan. Van <strong>de</strong><br />

verschillen<strong>de</strong> perio<strong>de</strong>s die het stelsel heeft doorlopen, zijn er nog steeds kenmerken aanwezig.<br />

Het begin van ons soci<strong>al</strong>e<strong>zekerheid</strong>ssysteem v<strong>al</strong>t in <strong>de</strong> perio<strong>de</strong> van <strong>de</strong> eerste industriële revolutie<br />

en het ontstaan van het kapit<strong>al</strong>isme. Armoe<strong>de</strong>, die voorheen steeds in familia<strong>al</strong> verband of<br />

met a<strong>al</strong>moezen werd opgelost, wordt vanaf dan <strong>al</strong>s een samenlevingsprobleem beschouwd.<br />

Dat leid<strong>de</strong> tot <strong>de</strong> oprichting van “Burgerlijke Godshuizen” en “Burelen van Weldadigheid”, <strong>de</strong><br />

voorlopers van onze huidige OCMW’s (Openbare Centra voor Maatschappelijk Welzijn). Tevens<br />

zijn er door die industriële revolutie specifieke risico’s ontstaan, doordat men verplicht was om<br />

<strong>al</strong>s arbei<strong>de</strong>r in <strong>de</strong> fabriek te werken, namelijk ziekten en arbeidsongeschiktheid, werkloosheid,<br />

enz. Om zich daartegen te verzekeren, gingen <strong>de</strong> arbei<strong>de</strong>rs zelf “Maatschappi<strong>je</strong>n voor<br />

On<strong>de</strong>rlinge Bijstand” oprichten. Die vrijwillige on<strong>de</strong>rlinge verzekeringskassen bescherm<strong>de</strong>n <strong>de</strong><br />

aangesloten werknemers tegen <strong>de</strong> nieuwe soci<strong>al</strong>e risico’s. Zo werd voorzien in een uitkering<br />

in gev<strong>al</strong> van werkloosheid of arbeidsongeschiktheid van <strong>de</strong> kostwinner, <strong>al</strong>s die te oud werd om<br />

te werken, enz. On<strong>de</strong>r impuls van <strong>de</strong> opkomen<strong>de</strong> arbei<strong>de</strong>rsbeweging wer<strong>de</strong>n <strong>de</strong>ze plaatselijke<br />

Maatschappi<strong>je</strong>n voor On<strong>de</strong>rlinge Bijstand omgevormd tot mutu<strong>al</strong>iteiten (ziekenfondsen). Maar<br />

naast <strong>de</strong> initiatieven van <strong>de</strong> arbei<strong>de</strong>rs zelf, gingen ook christelijk geïnspireer<strong>de</strong> werkgevers<br />

kin<strong>de</strong>rbijslagkassen oprichten die in een zekere tegemoetkoming voorzagen voor arbei<strong>de</strong>rs met<br />

6


kin<strong>de</strong>ren. Het ging hier telkens om privé-initiatieven, er was dus nog geen sprake van bijdragen<br />

vanwege <strong>de</strong> <strong>over</strong>heid.<br />

Door <strong>de</strong> enorme crisis die geleid heeft tot <strong>de</strong> nation<strong>al</strong>e stakingen van 1886, werd het dui<strong>de</strong>lijk<br />

dat <strong>over</strong>heidsinterventie onontbeerlijk was. Vanaf 1891 gaat <strong>de</strong> <strong>over</strong>heid <strong>de</strong> mutu<strong>al</strong>iteiten<br />

subsidiëren. Zowel op financieel <strong>al</strong>s op structureel vlak heeft <strong>de</strong>ze <strong>over</strong>heidsinmenging positieve<br />

effecten gehad. De verschei<strong>de</strong>ne plaatselijke mutu<strong>al</strong>iteiten wer<strong>de</strong>n gegroepeerd en kregen<br />

hierdoor een efficiënter beheer. Zo ontston<strong>de</strong>n <strong>de</strong> “landsbon<strong>de</strong>n” die we nu nog kennen.<br />

Nochtans bleef het een verzekering op vrijwillige basis: <strong>de</strong> arbei<strong>de</strong>rs waren niet verplicht eraan<br />

<strong>de</strong>el te nemen.<br />

De eerste verplichte verzekering ontstond pas in 1903, het gaat om <strong>de</strong> verzekering tegen<br />

arbeidsongev<strong>al</strong>len. Tussen <strong>de</strong> twee wereldoorlogen is het geheel van <strong>de</strong> verplichte verzekeringen<br />

danig uitgebreid. Werknemers waren voortaan verplicht zich te verzekeren voor rust- en<br />

<strong>over</strong>levingspensioenen, beroepsziekten, gezinsbijslag en beta<strong>al</strong>d verlof (nu bekend <strong>al</strong>s <strong>de</strong><br />

“jaarlijkse vakantie”). Zelfstandigen waren enkel voor gezinsbijslag verplicht verzekerd vanaf 1937.<br />

De “soci<strong>al</strong>e risico’s” (ziekte, inv<strong>al</strong>iditeit en werkloosheid) bleven in <strong>de</strong> gesubsidieer<strong>de</strong> privésfeer<br />

van mutu<strong>al</strong>iteiten en syndicaten. Belangrijk is tevens dat tussen <strong>de</strong> twee wereldoorlogen <strong>de</strong><br />

eerste wet met het oog op het gewaarborgd inkomen voor gehandicapten tot stand kwam.<br />

Tij<strong>de</strong>ns <strong>de</strong> Twee<strong>de</strong> Wereldoorlog kwamen afgevaardig<strong>de</strong>n van <strong>de</strong> werknemerssyndicaten,<br />

<strong>de</strong> werkgeversorganisaties en enkele hoge functionarissen samen om een “Ontwerp van<br />

Overeenkomst tot Soci<strong>al</strong>e Solidariteit” voor na <strong>de</strong> oorlog op te stellen. In 1944 werd het socia<strong>al</strong> pact<br />

door die drie parti<strong>je</strong>n on<strong>de</strong>rtekend. Het socia<strong>al</strong> pact steun<strong>de</strong> op twee grote pijlers, namelijk <strong>de</strong><br />

soci<strong>al</strong>e vre<strong>de</strong> tussen <strong>de</strong> werknemers- en werkgeversorganisaties en <strong>de</strong> solidariteitsgedachte<br />

(<strong>de</strong> soci<strong>al</strong>e verzekering moest <strong>de</strong> leefomstandighe<strong>de</strong>n van <strong>de</strong> arbei<strong>de</strong>rs verbeteren). Uitein<strong>de</strong>lijk<br />

was het socia<strong>al</strong> pact louter <strong>de</strong> technische coördinatie van <strong>wat</strong> voorheen vrij ongestructureerd<br />

was gegroeid. Toch heeft het socia<strong>al</strong> pact enkele belangrijke vernieuwingen met zich<br />

meegebracht:<br />

- <strong>al</strong>le soci<strong>al</strong>e verzekeringen (ook <strong>de</strong> werkloosheids- en ziekte- en inv<strong>al</strong>iditeitsverzekering) wer<strong>de</strong>n<br />

voor <strong>al</strong>le werknemers verplicht;<br />

- <strong>de</strong> uitkeringen gingen omhoog;<br />

- <strong>de</strong> Rijksdienst voor Maatschappelijke Zekerheid (later <strong>de</strong> Rijksdienst voor Soci<strong>al</strong>e Zekerheid, RSZ)<br />

werd opgericht <strong>al</strong>s centra<strong>al</strong> orgaan om <strong>de</strong> bijdragen te innen;<br />

- <strong>de</strong> soci<strong>al</strong>e <strong>zekerheid</strong> werd paritair beheerd, dat wil zeggen door <strong>de</strong> werknemers en <strong>de</strong><br />

werkgevers samen.<br />

In het socia<strong>al</strong> pact werd niets gezegd <strong>over</strong> <strong>de</strong> arbeidsongev<strong>al</strong>len en <strong>de</strong> beroepsziekten, die via<br />

privé-verzekeringen wer<strong>de</strong>n geregeld, en het gehandicaptenbeleid, dat via belastinggeld werd<br />

gefinancierd. Belangrijk om te <strong>weten</strong> is dat het socia<strong>al</strong> pact enkel gold voor werknemers en niet<br />

voor zelfstandigen.<br />

Reeds vanaf 1937 bestond er een verplichte kin<strong>de</strong>rbijslagregeling voor zelfstandigen. An<strong>de</strong>re<br />

verzekeringen, zo<strong>al</strong>s tegen ou<strong>de</strong>rdom en voor geneeskundige verzorging, wer<strong>de</strong>n pas veel later<br />

verplicht. In 1956 werd er een verplichte pensioenverzekering opgelegd en acht jaar later moesten<br />

<strong>de</strong> zelfstandigen zich verplicht verzekeren tegen <strong>de</strong> grote risico’s binnen <strong>de</strong> geneeskundige<br />

verzorging. Pas in 1967 werd het “socia<strong>al</strong> statuut van <strong>de</strong> zelfstandigen” opgericht, dat <strong>al</strong> <strong>de</strong><br />

verschillen<strong>de</strong> bestaan<strong>de</strong> regelingen <strong>over</strong>koepel<strong>de</strong>. Vanaf 1971 zijn <strong>de</strong> zelfstandigen ook verzekerd<br />

voor uitkeringen in gev<strong>al</strong> van arbeidsongeschiktheid.<br />

7


Tij<strong>de</strong>ns <strong>de</strong> naoorlogse perio<strong>de</strong>, die voornamelijk gekenmerkt werd door economische expansie,<br />

nam het hele soci<strong>al</strong>e<strong>zekerheid</strong>ssysteem sterk uitbreiding. Niet <strong>al</strong>leen ging <strong>de</strong> soci<strong>al</strong>e <strong>zekerheid</strong><br />

zich naar nieuwe soci<strong>al</strong>e categorieën richten (zo<strong>al</strong>s <strong>de</strong> zelfstandigen), maar on<strong>de</strong>rgingen ook<br />

<strong>de</strong> bestaan<strong>de</strong> prestaties (pensioenen, werkloosheid en kin<strong>de</strong>rbijslag) positieve veran<strong>de</strong>ringen.<br />

Daarmee ontston<strong>de</strong>n er ook wijzigingen in <strong>de</strong> financieringswijze; <strong>de</strong> inbreng van <strong>de</strong> <strong>over</strong>heid<br />

nam toe.<br />

Langzaam aan evolueer<strong>de</strong> ons soci<strong>al</strong>e<strong>zekerheid</strong>ssysteem van een gewone verzekering<br />

tegen soci<strong>al</strong>e risico’s naar een waarborg voor bestaans<strong>zekerheid</strong> voor ie<strong>de</strong>reen. De wet van<br />

1974 inzake het bestaansminimum moet zeker in <strong>de</strong>ze context wor<strong>de</strong>n gezien.<br />

Tij<strong>de</strong>ns <strong>de</strong> economische crisis die in het mid<strong>de</strong>n van <strong>de</strong> jaren 1970 toeslaat, stijgt <strong>de</strong> werkloosheid,<br />

neemt het aant<strong>al</strong> rechthebben<strong>de</strong>n toe en wordt het moeilijk om <strong>de</strong> kosten van <strong>de</strong> soci<strong>al</strong>e <strong>zekerheid</strong><br />

on<strong>de</strong>r controle te hou<strong>de</strong>n. De enige oplossing was <strong>de</strong> inkomsten te verhogen en <strong>de</strong> soci<strong>al</strong>e<br />

uitkeringen te verlagen. Vanaf 1982 wordt een crisisbeleid gevoerd. Zo wer<strong>de</strong>n verschillen<strong>de</strong><br />

categorieën in <strong>de</strong> werkloosheidsregeling ingevoerd. De verlaging van <strong>de</strong> uitkeringen trof<br />

voornamelijk <strong>de</strong> samenwonen<strong>de</strong>n, <strong>de</strong> <strong>al</strong>leenstaan<strong>de</strong>n en <strong>de</strong> jongeren tij<strong>de</strong>ns hun wachttijd.<br />

Om het concurrentievermogen van <strong>de</strong> on<strong>de</strong>rnemingen te verhogen, wer<strong>de</strong>n <strong>de</strong> laatste jaren <strong>de</strong><br />

werkgeversbijdragen voor <strong>de</strong> soci<strong>al</strong>e <strong>zekerheid</strong> fors verlaagd en ge<strong>de</strong>eltelijk vervangen door<br />

“<strong>al</strong>ternatieve financieringsbronnen” (afkomstig van BTW-inkomsten).<br />

Wat <strong>de</strong> uitkeringen betreft wer<strong>de</strong>n onlangs <strong>de</strong> minimumpensioenen opgetrokken en wer<strong>de</strong>n <strong>de</strong><br />

wetgevingen <strong>over</strong> het leefloon (het vroegere bestaansminimum) en <strong>de</strong> “inkomensgarantie voor<br />

ou<strong>de</strong>ren” (het vroegere gewaarborgd inkomen voor bejaar<strong>de</strong>n) gewijzigd. Daarnaast mogen<br />

zelfstandigen vanaf 2008 eveneens een terugbet<strong>al</strong>ing krijgen voor <strong>de</strong> “kleine risico’s” inzake<br />

geneeskundige verzorging.<br />

Ten slotte wordt <strong>de</strong> gelijke behan<strong>de</strong>ling van vrouwen en mannen <strong>wat</strong> betreft <strong>de</strong> pensioengerechtig<strong>de</strong><br />

leeftijd voor werknemers en zelfstandigen in 2009 bereikt. De norm<strong>al</strong>e pensioengerechtig<strong>de</strong><br />

leeftijd is voortaan 65 jaar voor ie<strong>de</strong>reen.<br />

C. I<strong>de</strong>ologische achtergrond<br />

Aan <strong>de</strong> basis van <strong>de</strong> soci<strong>al</strong>e <strong>zekerheid</strong> in <strong>de</strong> verschillen<strong>de</strong> lan<strong>de</strong>n liggen steeds twee belangrijke<br />

grondleggers, namelijk Bismarck en Beveridge.<br />

Bismarck, <strong>de</strong> Duitse kanselier op het ein<strong>de</strong> van <strong>de</strong> 19<strong>de</strong> eeuw, heeft een soci<strong>al</strong>e<strong>zekerheid</strong>ssysteem<br />

uitgewerkt waarvan <strong>de</strong> financiering wordt gedragen door <strong>de</strong> werknemers en <strong>de</strong> werkgevers, met<br />

een staatsbijdrage voor <strong>de</strong> pensioenen. De uitkeringen zijn aan het loon gekoppeld, omdat men<br />

ernaar streef<strong>de</strong> <strong>al</strong>le arbei<strong>de</strong>rs het behoud van hun levensstandaard te verzekeren <strong>al</strong>s bepa<strong>al</strong><strong>de</strong><br />

risico’s optre<strong>de</strong>n. Je kan dus spreken van een solidariteit on<strong>de</strong>r <strong>de</strong> werken<strong>de</strong>n.<br />

Lord Beveridge, die we in <strong>de</strong> eerste helft van <strong>de</strong> 20ste eeuw situeren, vond dat niet <strong>al</strong>leen<br />

<strong>de</strong> werknemers, maar <strong>de</strong> tot<strong>al</strong>e bevolking recht heeft op bestaans<strong>zekerheid</strong>. Via belastingen<br />

voorziet hij, ongeacht het type tewerkstelling, in eenzelf<strong>de</strong> forfaitaire uitkering voor elke burger<br />

bij werkloosheid, ziekte, pensionering, enz.<br />

Het Belgische systeem bevat kenmerken van bei<strong>de</strong> stromingen. Zo wor<strong>de</strong>n <strong>de</strong> pensioenen<br />

(met uitzon<strong>de</strong>ring van <strong>de</strong> minimum- en maximumbedragen) bepa<strong>al</strong>d op basis van <strong>de</strong> beta<strong>al</strong><strong>de</strong><br />

bijdragen (Bismarck), maar heeft (bijna) ie<strong>de</strong>reen recht op terugbet<strong>al</strong>ing van ziekenhuiskosten<br />

8


(Beveridge). Ook <strong>de</strong> regelingen van <strong>de</strong> soci<strong>al</strong>e bijstand kunnen volledig in het Beveridge-concept<br />

wor<strong>de</strong>n gezien.<br />

De verschillen<strong>de</strong> soci<strong>al</strong>e<strong>zekerheid</strong>ssystemen die onze buurlan<strong>de</strong>n hanteren, zijn vaak (geheel of<br />

ge<strong>de</strong>eltelijk) terug te brengen tot het Bismarckiaans systeem (Duitsland) of zijn gebouwd op <strong>de</strong><br />

basisi<strong>de</strong>eën van Beveridge (Verenigd Koninkrijk).<br />

D. De organisatie<br />

Bij <strong>de</strong> organisatie van het Belgische soci<strong>al</strong>e<strong>zekerheid</strong>ssysteem moet er in <strong>de</strong> eerste plaats een<br />

on<strong>de</strong>rscheid wor<strong>de</strong>n gemaakt tussen <strong>de</strong> drie stelsels.<br />

Voor het werknemersstelsel - het grootste van <strong>de</strong> drie - is <strong>de</strong> RSZ (Rijksdienst voor Soci<strong>al</strong>e Zekerheid)<br />

<strong>de</strong> <strong>over</strong>koepelen<strong>de</strong> instelling. De RSZ int zowel <strong>de</strong> werknemers- <strong>al</strong>s <strong>de</strong> werkgeversbijdragen<br />

voor <strong>de</strong> soci<strong>al</strong>e <strong>zekerheid</strong>. De uitbet<strong>al</strong>ing van <strong>de</strong> uitkeringen gebeurt door bet<strong>al</strong>ingsinstellingen,<br />

parastat<strong>al</strong>e instellingen genoemd. Ie<strong>de</strong>re tak van <strong>de</strong> soci<strong>al</strong>e <strong>zekerheid</strong> heeft één specifieke<br />

parastat<strong>al</strong>e, namelijk:<br />

RKW Rijksdienst voor Kin<strong>de</strong>rbijslag voor Werknemers<br />

RVA Rijksdienst voor Arbeidsvoorziening<br />

RVP Rijksdienst voor Pensioenen<br />

RIZIV Rijksinstituut voor Ziekte- en Inv<strong>al</strong>iditeitsverzekering<br />

FAO Fonds voor Arbeidsongev<strong>al</strong>len<br />

FBZ Fonds voor Beroepsziekten<br />

RJV Rijksdienst voor Jaarlijkse Vakantie<br />

Zelfstandigen zijn verzekerd voor vijf takken in <strong>de</strong> soci<strong>al</strong>e <strong>zekerheid</strong> (geneeskundige verzorging,<br />

arbeidsongeschiktheid of inv<strong>al</strong>iditeit, moe<strong>de</strong>rschapsverzekering, gezinsbijslag, pensioen en<br />

faillissement).<br />

Zelfstandigen sluiten zich aan bij en bet<strong>al</strong>en soci<strong>al</strong>e bijdragen aan een socia<strong>al</strong> verzekeringsfonds<br />

voor zelfstandigen of bij <strong>de</strong> Nation<strong>al</strong>e Hulpkas voor <strong>de</strong> Soci<strong>al</strong>e Verzekeringen <strong>de</strong>r Zelfstandigen,<br />

die beheerd wordt door het Rijksinstituut voor <strong>de</strong> Soci<strong>al</strong>e Verzekeringen <strong>de</strong>r Zelfstandigen (RSVZ).<br />

Soci<strong>al</strong>e verzekeringsfondsen hebben ook <strong>de</strong> taak om bepa<strong>al</strong><strong>de</strong> uitkeringen uit te bet<strong>al</strong>en aan<br />

zelfstandigen (gezinsbijslag, moe<strong>de</strong>rschapshulp, uitkeringen van <strong>de</strong> verzekering in gev<strong>al</strong> van<br />

faillissement en onvoorwaar<strong>de</strong>lijke pensioenen).<br />

Het RSVZ heeft twee taken, namelijk:<br />

a) het innen van <strong>al</strong>le bijdragen;<br />

b) het coördineren van <strong>de</strong> uitbet<strong>al</strong>ing van uitkeringen (beh<strong>al</strong>ve voor ziekte en inv<strong>al</strong>iditeit).<br />

Ambtenaren kan <strong>je</strong> op<strong>de</strong>len tussen personeelsle<strong>de</strong>n van plaatselijke en provinci<strong>al</strong>e <strong>over</strong>he<strong>de</strong>n<br />

en van an<strong>de</strong>re administraties. Voor die welke tot <strong>de</strong> eerste categorie behoren, is <strong>de</strong> RSZPPO<br />

(Rijksdienst voor Soci<strong>al</strong>e Zekerheid van <strong>de</strong> Plaatselijke en Provinci<strong>al</strong>e Overheidsdiensten) opgericht<br />

<strong>al</strong>s <strong>over</strong>koepelend orgaan. Voor <strong>de</strong> an<strong>de</strong>re ambtenaren is <strong>de</strong> tewerkstellen<strong>de</strong> <strong>over</strong>heid zelf<br />

verantwoor<strong>de</strong>lijk voor <strong>de</strong> inning en uitbet<strong>al</strong>ing van <strong>de</strong> bijdragen, met uitzon<strong>de</strong>ring van <strong>de</strong> bijdragen<br />

voor geneeskundige verzorging, die in <strong>de</strong> gewone werknemersregeling terechtkomen.<br />

9


E. Het handvest van <strong>de</strong> socia<strong>al</strong> verzeker<strong>de</strong><br />

Sinds 1997 is er een nieuwe wet in werking getre<strong>de</strong>n met <strong>de</strong> welklinken<strong>de</strong> naam “het handvest<br />

van <strong>de</strong> socia<strong>al</strong> verzeker<strong>de</strong>”. Dat handvest bevat een aant<strong>al</strong> belangrijke principes in verband met<br />

<strong>de</strong> rechten en plichten van <strong>de</strong> bevolking (<strong>de</strong> socia<strong>al</strong> verzeker<strong>de</strong>n) in hun contacten met <strong>de</strong><br />

soci<strong>al</strong>e<strong>zekerheid</strong>sinstellingen. De meeste rechten en plichten beston<strong>de</strong>n <strong>al</strong>, maar het handvest<br />

geeft ze een systematischer karakter. Het voornaamste doel van het handvest is <strong>de</strong> bevolking<br />

te beschermen door een geheel van regels waaraan <strong>al</strong>le soci<strong>al</strong>e<strong>zekerheid</strong>sinstellingen<br />

zich moeten hou<strong>de</strong>n. Alle soci<strong>al</strong>e<strong>zekerheid</strong>sinstellingen dus <strong>de</strong> parastat<strong>al</strong>en voor werknemers,<br />

zelfstandigen en ambtenaren, maar ook <strong>de</strong> instellingen van <strong>de</strong> soci<strong>al</strong>e bijstand.<br />

We beperken ons hier tot <strong>de</strong> voornaamste principes van dit handvest zon<strong>de</strong>r ver<strong>de</strong>r <strong>over</strong> bepa<strong>al</strong><strong>de</strong><br />

uitzon<strong>de</strong>ringen te spreken.<br />

In <strong>de</strong> eerste plaats is <strong>de</strong> soci<strong>al</strong>e<strong>zekerheid</strong>sinstelling verplicht om <strong>de</strong> bevolking zo dui<strong>de</strong>lijk<br />

mogelijk te informeren <strong>over</strong> haar rechten. Enerzijds kan een socia<strong>al</strong> verzeker<strong>de</strong> zelf specifieke<br />

vragen stellen aan een instelling, an<strong>de</strong>rzijds is <strong>de</strong> soci<strong>al</strong>e<strong>zekerheid</strong>sinstelling verplicht om ook uit<br />

eigen beweging initiatieven te nemen om <strong>de</strong> bevolking te informeren. Als blijkt dat iemand recht<br />

heeft op een uitkering, is <strong>de</strong> instelling, in bepa<strong>al</strong><strong>de</strong> gev<strong>al</strong>len, verplicht om ze uit te keren.<br />

Bij een aanvraag voor een uitkering moet <strong>de</strong> soci<strong>al</strong>e<strong>zekerheid</strong>sinstelling binnen een zo kort<br />

mogelijke termijn antwoord geven. Binnen vier maan<strong>de</strong>n moet ze een beslissing mee<strong>de</strong>len en<br />

dan binnen vier maan<strong>de</strong>n <strong>de</strong> uitkering uitbet<strong>al</strong>en. Bij vertraging moet zij intresten bet<strong>al</strong>en aan<br />

<strong>de</strong> uitkeringsgerechtig<strong>de</strong>.<br />

Bij elke beslissing moet <strong>de</strong> instelling <strong>al</strong>le mogelijkhe<strong>de</strong>n om in beroep te gaan, <strong>de</strong> re<strong>de</strong>nen van<br />

<strong>de</strong> beslissing, <strong>de</strong> referenties van het dossier, enz. aan <strong>de</strong> socia<strong>al</strong> verzeker<strong>de</strong> mee<strong>de</strong>len.<br />

De beroepstermijn voor een rechtscollege (in <strong>de</strong> meeste gev<strong>al</strong>len <strong>de</strong> arbeidsrechtbank) tegen<br />

een beslissing van een instelling van soci<strong>al</strong>e <strong>zekerheid</strong> is nu minstens drie maan<strong>de</strong>n.<br />

Uit dit socia<strong>al</strong> handvest blijkt dui<strong>de</strong>lijk dat <strong>de</strong> <strong>over</strong>heid <strong>de</strong> burger meer en beter wil informeren.<br />

Achteraan in <strong>de</strong>ze brochure vind <strong>je</strong> een lijst met adressen en telefoonnummers van <strong>de</strong> meeste<br />

administraties en openbare instellingen van soci<strong>al</strong>e <strong>zekerheid</strong> waar <strong>je</strong> terecht kan met <strong>al</strong>lerlei<br />

vragen en problemen.<br />

F. In<strong>de</strong>xering van <strong>de</strong> soci<strong>al</strong>e uitkeringen<br />

De automatische koppeling van <strong>de</strong> soci<strong>al</strong>e uitkeringen aan <strong>de</strong> evolutie van <strong>de</strong> in<strong>de</strong>x <strong>de</strong>r<br />

consumptieprijzen beoogt te vermij<strong>de</strong>n dat <strong>de</strong> koopkracht <strong>al</strong> te sterk zou wor<strong>de</strong>n uitgehold door<br />

<strong>de</strong> inflatie. De wet van 2 augustus 1971 is <strong>de</strong> referentiewet inzake <strong>de</strong> in<strong>de</strong>xering van <strong>de</strong> soci<strong>al</strong>e<br />

uitkeringen.<br />

De uitkeringen wor<strong>de</strong>n verhoogd wanneer <strong>de</strong> gemeten verhoging van <strong>de</strong> kosten van het<br />

levenson<strong>de</strong>rhoud 2 % bereikt. De aanzet tot het in<strong>de</strong>xeren van <strong>de</strong> uitkeringen wordt gegeven<br />

telkens wanneer <strong>de</strong> zogenaam<strong>de</strong> “afgevlakte gezondheidsin<strong>de</strong>x” een bedrag bereikt dat<br />

“spilin<strong>de</strong>x” wordt genoemd. De afgevlakte gezondheidsin<strong>de</strong>x is het rekenkundige gemid<strong>de</strong>l<strong>de</strong><br />

van <strong>de</strong> gezondheidsin<strong>de</strong>xcijfers van <strong>de</strong> betrokken maand en van <strong>de</strong> voorafgaan<strong>de</strong> drie maan<strong>de</strong>n.<br />

De maan<strong>de</strong>lijks te vereffenen bedragen wor<strong>de</strong>n dan aangepast met ingang van <strong>de</strong> maand die<br />

volgt op <strong>de</strong> maand waarin <strong>de</strong> spilin<strong>de</strong>x werd bereikt. De per kwarta<strong>al</strong> vereffen<strong>de</strong> bedragen<br />

10


wor<strong>de</strong>n aangepast met ingang van het k<strong>al</strong>en<strong>de</strong>rkwarta<strong>al</strong> dat volgt op <strong>de</strong> maand waarin <strong>de</strong><br />

spilin<strong>de</strong>x werd bereikt.<br />

Bijvoorbeeld: het gemid<strong>de</strong>l<strong>de</strong> van <strong>de</strong> in<strong>de</strong>xcijfers van mei, juni, juli en augustus 2008 bereikte <strong>de</strong><br />

spilin<strong>de</strong>x. De maan<strong>de</strong>lijkse soci<strong>al</strong>e uitkeringen wer<strong>de</strong>n <strong>de</strong> volgen<strong>de</strong> maand dan ook verhoogd,<br />

dus in september 2008.<br />

G. E-g<strong>over</strong>nment<br />

E-g<strong>over</strong>nment staat voor <strong>de</strong> uitbouw van <strong>de</strong> dienstverlening door <strong>de</strong> <strong>over</strong>he<strong>de</strong>n met maxima<strong>al</strong><br />

gebruik van <strong>de</strong> mogelijkhe<strong>de</strong>n die <strong>de</strong> nieuwe informatie- en communicatietechnologieën<br />

bie<strong>de</strong>n.<br />

E-g<strong>over</strong>nment in <strong>de</strong> soci<strong>al</strong>e <strong>zekerheid</strong> moet lei<strong>de</strong>n tot:<br />

- een vermin<strong>de</strong>ring van het aant<strong>al</strong> in te vullen aangifteformulieren;<br />

- een vermin<strong>de</strong>ring van het aant<strong>al</strong> keren dat <strong>de</strong> instellingen van soci<strong>al</strong>e <strong>zekerheid</strong> een beroep<br />

moeten doen op <strong>de</strong> werkgevers en <strong>de</strong> werknemers;<br />

- een vermin<strong>de</strong>ring van <strong>de</strong> tijd die nodig is om <strong>de</strong> <strong>over</strong>blijven<strong>de</strong> aangifteformulieren in te vullen<br />

door het aant<strong>al</strong> rubrieken te beperken.<br />

De vereenvoudiging gebeurt via diverse kan<strong>al</strong>en:<br />

- <strong>de</strong> onmid<strong>de</strong>llijke aangifte van tewerkstelling (DIMONA genaamd, <strong>wat</strong> staat voor Déclaration<br />

immédiate <strong>de</strong> l’emploi – Onmid<strong>de</strong>llijke aangifte van tewerkstelling);<br />

- <strong>de</strong> aangifte soci<strong>al</strong>e risico’s (ASR);<br />

- <strong>de</strong> elektronische en multifunctionele RSZ-aangifte (<strong>de</strong> DmfA);<br />

- <strong>de</strong> verschillen<strong>de</strong> diensten die <strong>de</strong> Kruispuntbank van <strong>de</strong> soci<strong>al</strong>e <strong>zekerheid</strong> aanbiedt aan <strong>de</strong><br />

soci<strong>al</strong>e actoren met <strong>de</strong> bedoeling <strong>de</strong> rechten en verplichtingen van <strong>de</strong> socia<strong>al</strong> verzeker<strong>de</strong>n zo<br />

veel mogelijk te automatiseren.<br />

11


Financiering<br />

De financiering wordt in <strong>de</strong> drie stelsels an<strong>de</strong>rs geregeld. We bespreken <strong>de</strong>ze financieringswijzen<br />

een voor een.<br />

A. Werknemers<br />

In het werknemersstelsel moeten zowel <strong>de</strong> werknemers <strong>al</strong>s <strong>de</strong> werkgevers bijdragen<br />

bet<strong>al</strong>en aan <strong>de</strong> RSZ. Tot 1994 wer<strong>de</strong>n die bijdragen afzon<strong>de</strong>rlijk vastgelegd voor ie<strong>de</strong>re tak. De<br />

RSZ beta<strong>al</strong><strong>de</strong> aan <strong>de</strong> verschillen<strong>de</strong> parastat<strong>al</strong>e instellingen het percentage uit dat bestemd was<br />

voor <strong>de</strong> tak(ken) on<strong>de</strong>r hun beheer. Sinds 1 januari 1995 echter is er een globa<strong>al</strong> financieel<br />

beheer van kracht. Dit globa<strong>al</strong> beheer financiert <strong>de</strong> takken van <strong>de</strong> soci<strong>al</strong>e <strong>zekerheid</strong> volgens hun<br />

thesauriebehoeften, en niet langer volgens vaste percentages.<br />

Het stelsel voor arbei<strong>de</strong>rs en dat voor werknemers verschillen. De jaarlijkse vakantie van bedien<strong>de</strong>n<br />

wordt rechtstreeks door <strong>de</strong> werkgever beta<strong>al</strong>d, terwijl die van arbei<strong>de</strong>rs beta<strong>al</strong>d wordt door <strong>de</strong><br />

Rijksdienst voor jaarlijkse vakantie of door een vakantiekas gefinancierd met specifieke soci<strong>al</strong>e<br />

bijdragen die <strong>de</strong> werkgever aan <strong>de</strong> RSZ beta<strong>al</strong>t. Die bijdragen bestaan uit een driemaan<strong>de</strong>lijkse<br />

bijdrage van 6 % berekend op het tot 108 % verhoog<strong>de</strong> brutoloon, en een jaarlijkse bijdrage<br />

van 10,27 % berekend op het eveneens tot 108 % verhoog<strong>de</strong> brutoloon van het jaar voordien.<br />

Gewoonlijk (met name vanuit internationa<strong>al</strong> standpunt) wordt <strong>de</strong> jaarlijkse vakantie niet tot <strong>de</strong><br />

soci<strong>al</strong>e <strong>zekerheid</strong> gerekend.<br />

De volgen<strong>de</strong> tabel geeft <strong>de</strong> bijdragepercentages van toepassing op 1 juli 2010 weer. Er wordt<br />

een on<strong>de</strong>rscheid gemaakt tussen het aan<strong>de</strong>el van <strong>de</strong> werknemer en dat van <strong>de</strong> werkgever.<br />

Sector<br />

1. Ziekte en inv<strong>al</strong>iditeit<br />

Werknemersbijdrage (%) Werkgeversbijdrage (%) Tota<strong>al</strong> (%)<br />

- geneeskundige verzorging 3,55 3,80 7,35<br />

- inv<strong>al</strong>iditeitsuitkeringen 1,15 2,35 3,50<br />

2. Werkloosheid 0,87 1,46 2,33<br />

3. Pensioenen 7,50 8,86 16,36<br />

4. Kin<strong>de</strong>rbijslag 0,00 7,00 7,00<br />

5. Arbeidsongev<strong>al</strong>len 0,00 0,30 0,30<br />

6. Beroepsziektens 0,00 1,00 1,00<br />

Tota<strong>al</strong> (= glob<strong>al</strong>e bijdrage) 13,07 24,77 37,84<br />

Vaak bestaan er ondui<strong>de</strong>lijkhe<strong>de</strong>n <strong>over</strong> het brutoloon waarop <strong>je</strong> bijdragen moet bet<strong>al</strong>en. Als loon<br />

moet wor<strong>de</strong>n begrepen: “elk voor<strong>de</strong>el in geld of in geld waar<strong>de</strong>erbaar dat <strong>de</strong> werkgever aan <strong>de</strong><br />

werknemer toekent <strong>al</strong>s tegenprestatie voor gelever<strong>de</strong> arbeid en waarop <strong>de</strong> werknemer wegens<br />

zijn dienstbetrekking rechtstreeks of onrechtstreeks recht heeft ten laste van zijn werkgever.” Dat<br />

betekent dat ook commissielonen, premies, voor<strong>de</strong>len in natura, enz. <strong>al</strong>s loon wor<strong>de</strong>n beschouwd<br />

en dat er dus ook bijdragen op moeten wor<strong>de</strong>n beta<strong>al</strong>d.<br />

De opgesom<strong>de</strong> bijdragen zijn niet <strong>de</strong> enige. Zo zijn <strong>de</strong> werkgevers on<strong>de</strong>r an<strong>de</strong>re ook nog een<br />

loonmatigingsbijdrage verschuldigd. Deze is gelijk aan <strong>de</strong> som van 5,67 % van het bedrag van het<br />

loon van <strong>de</strong> werknemer en 5,67 % van het bedrag van <strong>de</strong> verschuldig<strong>de</strong> werkgeversbijdragen,<br />

12


waarin begrepen <strong>de</strong> bijdragen voor beta<strong>al</strong>d educatief verlof (0,06 %) en sluiting van on<strong>de</strong>rneming<br />

(een basisbijdrage van 0,09% voor <strong>de</strong> on<strong>de</strong>rnemingen die 1 tot 19 werknemers tewerkstellen,<br />

0,10 % voor <strong>de</strong> on<strong>de</strong>rnemingen die 20 en meer werknemers tewerkstellen of 0,12% voor<br />

werkgevers zon<strong>de</strong>r industrieel of commercieel doel, en een bijzon<strong>de</strong>re bijdrage van 0,14%.).<br />

Voor <strong>de</strong> bedien<strong>de</strong>n die on<strong>de</strong>r <strong>de</strong> toepassing v<strong>al</strong>len van <strong>de</strong> wetten op <strong>de</strong> jaarlijkse vakantie<br />

<strong>de</strong>r werknemers wordt <strong>de</strong> bijdrage met 0,40 % verhoogd. Ver<strong>de</strong>r zijn on<strong>de</strong>r an<strong>de</strong>re ook nog<br />

verschuldigd: een bijdrage van 0,05 % voor kin<strong>de</strong>ropvang en een bijdrage van 0,10 % voor <strong>de</strong><br />

risicogroepen. Werkgevers die geduren<strong>de</strong> een referentieperio<strong>de</strong> die loopt vanaf het vier<strong>de</strong> kwarta<strong>al</strong><br />

van het jaar -2 tot en met het <strong>de</strong>r<strong>de</strong> kwarta<strong>al</strong> van het jaar -1 gemid<strong>de</strong>ld tien of meer werknemers<br />

tewerkstel<strong>de</strong>n, bet<strong>al</strong>en een bijzon<strong>de</strong>re werkloosheidsbijdrage van 1,69 %. Bovendien wordt er<br />

vanaf 1 april 2007 een bijdrage van 0,01 % van <strong>de</strong> loonmassa bestemd voor <strong>de</strong> financiering van<br />

<strong>de</strong> Asbestfonds. Een specifieke werkgeversbijdrage van 0,02 pct. is verschuldigd vanaf 1 januari<br />

2010 door <strong>de</strong> werkgevers die on<strong>de</strong>r <strong>de</strong> toepassing v<strong>al</strong>len van <strong>de</strong> arbeidsongev<strong>al</strong>lenwet van 10<br />

april 1971 om <strong>de</strong> kosten te <strong>de</strong>kken die voortvloeien uit het fenomeen van <strong>de</strong> on<strong>de</strong>raangifte van<br />

arbeidsongev<strong>al</strong>len, dat een kosten<strong>over</strong>dracht naar <strong>de</strong> sector ziekte en inv<strong>al</strong>iditeit teweegbrengt.<br />

T<strong>al</strong>rijke tewerkstellingsbevor<strong>de</strong>ren<strong>de</strong> maatregelen vermin<strong>de</strong>ren nochtans <strong>de</strong> soci<strong>al</strong>e<strong>zekerheid</strong>sb<br />

ijdragen ten gunste van bepa<strong>al</strong><strong>de</strong> doelgroepen: ou<strong>de</strong>re werknemers, langdurig werkzoeken<strong>de</strong>n,<br />

eerste aanwervingen, jonge werknemers, lage lonen, hoge lonen, werknemers die genieten van<br />

<strong>de</strong> collectieve arbeidsduurvermin<strong>de</strong>ring in hun on<strong>de</strong>rneming of van <strong>de</strong> vierdagenweek.<br />

Er bestaat oo k een systeem voor structurele vermin<strong>de</strong>ring van soci<strong>al</strong>e<strong>zekerheid</strong>sbijdragen,<br />

dat beoogt om <strong>de</strong> werkgeversbijdragen voor <strong>de</strong> soci<strong>al</strong>e <strong>zekerheid</strong> <strong>de</strong>finitief te verlagen en het<br />

concurrentievermogen van <strong>de</strong> bedrijven te verhogen.<br />

De werkgevers en <strong>de</strong> werknemers dragen <strong>de</strong> last van <strong>de</strong> soci<strong>al</strong>e <strong>zekerheid</strong> niet <strong>al</strong>leen. De fe<strong>de</strong>r<strong>al</strong>e<br />

Staat beta<strong>al</strong>t jaarlijks een vast bedrag aan <strong>de</strong> RSZ, dat in 2007, 5.509.689.000 € bedroeg. Daarnaast<br />

bestaat er sinds enkele jaren ook een <strong>al</strong>ternatieve financiering van <strong>de</strong> soci<strong>al</strong>e <strong>zekerheid</strong>.<br />

B. Alternatieve financiering<br />

Naast <strong>de</strong> klassieke financieringswijze van <strong>de</strong> soci<strong>al</strong>e <strong>zekerheid</strong> bestaat er een <strong>al</strong>ternatieve<br />

financiering. Het doel hiervan is tweeërlei, namelijk een inperking van <strong>de</strong> staatstoelagen en<br />

een d<strong>al</strong>ing van <strong>de</strong> werkgeversbijdrage. In plaats van arbeid te belasten, zoekt men <strong>al</strong>ternatieve<br />

mid<strong>de</strong>len die <strong>de</strong> grote pot van <strong>de</strong> soci<strong>al</strong>e <strong>zekerheid</strong> vullen.<br />

Alternatieve financiering bestaat uit een percentage van <strong>de</strong> BTW-ontvangsten. In 2007 ging<br />

9.440.856.000 € van <strong>de</strong> tot<strong>al</strong>e BTW-ontvangsten naar <strong>de</strong> soci<strong>al</strong>e <strong>zekerheid</strong> voor werknemers<br />

en 422.256.000 € naar <strong>de</strong> soci<strong>al</strong>e <strong>zekerheid</strong> voor zelfstandigen. Daarenboven werd een bedrag<br />

van 1.540.366.000 €, afkomstig van an<strong>de</strong>re fisc<strong>al</strong>e inkomsten zo<strong>al</strong>s accijnzen en <strong>de</strong> roeren<strong>de</strong><br />

voorheffing, ook aan <strong>de</strong> soci<strong>al</strong>e <strong>zekerheid</strong> gestort <strong>al</strong>s <strong>al</strong>ternatieve financiering.<br />

13


C. Zelfstandigen<br />

Zelfstandigen bet<strong>al</strong>en een driemaan<strong>de</strong>lijkse soci<strong>al</strong>e<strong>zekerheid</strong>sbijdrage aan het socia<strong>al</strong><br />

verzekeringsfonds waarbij ze zijn aangesloten. Die bijdrage wordt berekend volgens het<br />

nettoberoepsinkomen dat <strong>de</strong> zelfstandige verdient in het <strong>de</strong>r<strong>de</strong> k<strong>al</strong>en<strong>de</strong>rjaar (het referentiejaar)<br />

dat voorafgaat aan het jaar waarin <strong>de</strong> bijdrage verschuldigd is. Voor het jaar 2010 (inkomen<br />

2007) bedraagt ze:<br />

Nettoberoepsinkomen per schijf Bijdrage<br />

Tot 11.824,39 € 650,34 € per kwarta<strong>al</strong><br />

Tussen 11.824,39 € en 51.059,94 € 22,00 % van het nettoberoepsinkomen<br />

Tussen 49.315,46 € en 72.675,38 € 14,16 % van het nettoberoepsinkomen<br />

Hoger dan 75.246,19 € 0 €<br />

De bovenstaan<strong>de</strong> tarieven gel<strong>de</strong>n voor <strong>de</strong> <strong>al</strong>gemene categorie zelfstandigen (hoofdberoepen).<br />

Beginnen<strong>de</strong> zelfstandigen die nog geen referentiejaar hebben, bet<strong>al</strong>en een bijdrage berekend<br />

op een voorlopige basis.<br />

Mensen die naast hun hoofdberoep (bijvoorbeeld <strong>al</strong>s werknemer) ook een zelfstandig bijberoep<br />

uitoefenen, en tewerkgestel<strong>de</strong> (“actieve”) gepensioneer<strong>de</strong>n bet<strong>al</strong>en geen bijdrage of bet<strong>al</strong>en<br />

een vermin<strong>de</strong>r<strong>de</strong> bijdrage, tenzij hun jaarinkomen hoger ligt dan een bepa<strong>al</strong>d bedrag dat jaarlijks<br />

wordt bepa<strong>al</strong>d.<br />

D. Ambtenaren<br />

Voor ambtenaren die niet tewerkgesteld zijn bij een plaatselijke of provinci<strong>al</strong>e <strong>over</strong>heidsdienst<br />

beta<strong>al</strong>t <strong>de</strong> tewerkstellen<strong>de</strong> <strong>over</strong>heid zelf <strong>de</strong> soci<strong>al</strong>e uitkeringen. Die ambtenaren hoeven enkel<br />

persoonlijke bijdragen te bet<strong>al</strong>en van 7,5 % voor <strong>de</strong> <strong>over</strong>levingspensioenen en van 3,55 % voor <strong>de</strong><br />

tak geneeskundige verzorging. Die laatste bijdrage wordt verhoogd met <strong>de</strong> werkgeversbijdrage<br />

(3,86 %) en wordt aan <strong>de</strong> RSZ beta<strong>al</strong>d.<br />

De Rijksdienst voor <strong>de</strong> Soci<strong>al</strong>e Zekerheid van <strong>de</strong> Plaatselijke en Provinci<strong>al</strong>e Overheidsdiensten<br />

(RSZPPO) is bevoegd voor <strong>de</strong> personeelsle<strong>de</strong>n van <strong>de</strong> provinci<strong>al</strong>e en <strong>de</strong> lok<strong>al</strong>e <strong>over</strong>heidsdiensten.<br />

De in artikel 32 van <strong>de</strong> samengeor<strong>de</strong>n<strong>de</strong> wetten betreffen<strong>de</strong> <strong>de</strong> kin<strong>de</strong>rbijslag opgesom<strong>de</strong><br />

werkgevers zijn van rechtswege aangesloten bij <strong>de</strong> RSZPPO. De RSZPPO int <strong>de</strong> volgen<strong>de</strong><br />

bijdragen:<br />

- De soci<strong>al</strong>e<strong>zekerheid</strong>sbijdragen verschuldigd krachtens <strong>de</strong> wet van 29 juni 1981 hou<strong>de</strong>n<strong>de</strong><br />

<strong>de</strong> <strong>al</strong>gemene beginselen van <strong>de</strong> soci<strong>al</strong>e <strong>zekerheid</strong> voor werknemers. Voor <strong>de</strong> statutaire<br />

personeelsle<strong>de</strong>n is enkel <strong>de</strong> bijdrage voor <strong>de</strong> ziekte- en inv<strong>al</strong>iditeitsverzekering verschuldigd (sector<br />

geneeskundige verzorging), <strong>de</strong> werkgeversbijdrage bedraagt 3,80 % <strong>de</strong> werknemersbijdrage<br />

3,55 %. Voor <strong>de</strong> contractuele personeelsle<strong>de</strong>n zijn bijdragen verschuldigd voor <strong>de</strong> ziekte-<br />

en inv<strong>al</strong>iditeitsverzekering (sector geneeskundige verzorging en uitkeringen), voor <strong>de</strong><br />

pensioenregeling en voor <strong>de</strong> werkloosheidsregeling, hier bedraagt <strong>de</strong> werkgeversbijdrage 16,47 %<br />

en <strong>de</strong> werknemersbijdrage 13,07 %.<br />

14


- De specifieke soci<strong>al</strong>e<strong>zekerheid</strong>sbijdragen voor <strong>de</strong> plaatselijke sector. Het betreft uitsluitend<br />

werkgeversbijdragen, verschuldigd voor <strong>de</strong> sectoren van <strong>de</strong> kin<strong>de</strong>rbijslag (5,25 %) en <strong>de</strong><br />

beroepsziekten (0,17 %).<br />

De RSZPPO int ook nog:<br />

- <strong>de</strong> loonmatigingsbijdrage die 5,67 % van het loon van <strong>de</strong> werknemer bedraagt en 5,67 % van<br />

het tota<strong>al</strong> van <strong>de</strong> verschuldig<strong>de</strong> werkgeversbijdragen,<br />

- <strong>de</strong> bijdrage voor kin<strong>de</strong>ropvang (werkgeversbijdrage: 0,05 %),<br />

- <strong>de</strong> pensioenbijdrage verschuldigd door <strong>de</strong> <strong>over</strong>he<strong>de</strong>n waarvan <strong>de</strong> vastbenoem<strong>de</strong> personeelsle<strong>de</strong>n<br />

aangesloten zijn bij het gemeenschappelijke pensioenstelsel van <strong>de</strong> RSZPPO of bij het stelsel<br />

van <strong>de</strong> nieuw bij <strong>de</strong> Rijksdienst aangeslotenen, voor <strong>de</strong> vastbenoem<strong>de</strong> personeelsle<strong>de</strong>n<br />

van <strong>de</strong> plaatselijke <strong>over</strong>he<strong>de</strong>n die aangesloten zijn bij <strong>de</strong>ze stelsels. De bijdragevoet wordt<br />

jaarlijks vastgesteld door <strong>de</strong> RSZPPO. Voor 2007 bedraagt <strong>de</strong> werknemersbijdrage 7,5 % en <strong>de</strong><br />

werkgeversbijdrage 20 % voor <strong>wat</strong> betreft het gemeenschappelijke pensioenstelsel. Voor <strong>wat</strong><br />

betreft het stelsel van <strong>de</strong> nieuw aangeslotenen bedraagt <strong>de</strong> werknemersbijdrage 7,5 % en <strong>de</strong><br />

werkgeversbijdrage 27 % voor 2007.<br />

Het (niet-statutair) personeel van <strong>de</strong> plaatselijke en provinci<strong>al</strong>e <strong>over</strong>heidsdiensten dat aangeworven<br />

is met een arbeids<strong>over</strong>eenkomst, v<strong>al</strong>t on<strong>de</strong>r <strong>de</strong> <strong>al</strong>gemene regeling voor werknemers.<br />

15


Statistieken en budgetten<br />

Ie<strong>de</strong>re burger ontvangt in <strong>de</strong> loop van zijn leven vroeg of laat één of meer<strong>de</strong>re soci<strong>al</strong>eze<br />

kerheidsuitkeringen. Daarvoor moet hij ook bijdragen bet<strong>al</strong>en. De sommen die voor <strong>de</strong>ze<br />

collectieve solidariteit moeten wor<strong>de</strong>n voorzien, vertegenwoordigen een aanzienlijk <strong>de</strong>el van <strong>de</strong><br />

Rijksbegroting.<br />

Om beknopt te blijven, komen enkel <strong>de</strong> uitkeringen aan bod die voor een groot aant<strong>al</strong> burgers<br />

van belang zijn.<br />

A. Statistieken – aant<strong>al</strong> gerechtig<strong>de</strong>n van <strong>de</strong> belangrijkste soci<strong>al</strong>e uitkeringen<br />

Pensioenen – 2009<br />

Gepensioneer<strong>de</strong>n (rust- en <strong>over</strong>levingspensioen):<br />

- Werknemers: 1.662.574 gerechtig<strong>de</strong>n (26.122 meer dan 2008)<br />

- Zelfstandigen: 490.524 gerechtig<strong>de</strong>n (3.735 meer dans 2008)<br />

- Ambtenaren (fe<strong>de</strong>r<strong>al</strong>e en an<strong>de</strong>re): 433.959 gerechtig<strong>de</strong>n (11.016 meer dan 2008)<br />

Het tota<strong>al</strong> aant<strong>al</strong> gerechtig<strong>de</strong>n voor <strong>de</strong> drie regelingen is evenwel niet gelijk aan <strong>de</strong> som van <strong>de</strong><br />

drie regelingen. Vele gepensioneer<strong>de</strong>n hebben immers een gemeng<strong>de</strong> loopbaan (bijvoorbeeld<br />

een pensioen voor het <strong>de</strong>el van <strong>de</strong> loopbaan <strong>al</strong>s zelfstandige en een pensioen voor het <strong>de</strong>el van<br />

<strong>de</strong> loopbaan <strong>al</strong>s werknemer).<br />

Werkloosheidsuitkeringen – in april 2010<br />

- Vergoe<strong>de</strong> werklozen: 683.724 gerechtig<strong>de</strong>n<br />

- Werknemers die door <strong>de</strong> RVA wor<strong>de</strong>n on<strong>de</strong>rsteund: 345.340 gerechtig<strong>de</strong>n<br />

- Werknemers die met steun van RVA hun arbeidstijd aanpassen: 265.836 gerechtig<strong>de</strong>n<br />

Dat brengt het tota<strong>al</strong> op 1.294.900 gerechtig<strong>de</strong>n<br />

16<br />

Wekrnemers<br />

Zelfstandigen<br />

Ambtenaren ( fe<strong>de</strong>r<strong>al</strong>e en<br />

an<strong>de</strong>re )<br />

Tota<strong>al</strong><br />

Werknemers die met steun van<br />

RVA hun arbeidstijd aanpassen<br />

Werknemers die door <strong>de</strong> RVA<br />

wor<strong>de</strong>n on<strong>de</strong>rsteund<br />

Vergoe<strong>de</strong> werklozen<br />

265836<br />

345340<br />

Aant<strong>al</strong> pensioenen<br />

Werkloosheid - april 2009<br />

683724<br />

433959<br />

16 %<br />

490524<br />

19 % 1662574<br />

65 %<br />

1294900<br />

0 200000 400000 600000 800000 1000000 1200000 1400000<br />

gerechtig<strong>de</strong>n


Kin<strong>de</strong>rbijslag – op 1 januari 2008<br />

- Aant<strong>al</strong> kin<strong>de</strong>ren die recht geven op kin<strong>de</strong>rbijslag voor werknemers en ambtenaren: 1.929.012<br />

- Aant<strong>al</strong> kin<strong>de</strong>ren die recht geven op kin<strong>de</strong>rbijslag voor zelfstandigen: 197.060<br />

Geneeskundige verzorging<br />

- Rechthebben<strong>de</strong>n van <strong>de</strong> <strong>al</strong>gemene regeling: 6.405.630 gerechtig<strong>de</strong>n en 3.087.434 personen<br />

ten laste (op 30 juni 2009)<br />

- An<strong>de</strong>re rechthebben<strong>de</strong>n (zelfstandigenregeling,…): 696.955 gerechtig<strong>de</strong>n en 353.845 personen<br />

ten laste(op 30 juni 2009)<br />

- Aant<strong>al</strong> vergoe<strong>de</strong> dagen in 2008 (primaire arbeidsongeschiktheid, <strong>al</strong>gemene regeling):<br />

28.580.101 dagen<br />

- Aant<strong>al</strong> inv<strong>al</strong>i<strong>de</strong>n (<strong>al</strong>gemene regeling) op 31 <strong>de</strong>cember 2008: 232.153 personen<br />

De begunstig<strong>de</strong>n van an<strong>de</strong>re uitkeringen<br />

- Aant<strong>al</strong> gerechtig<strong>de</strong>n op het leefloon (in <strong>de</strong>cember 2009): 96.362<br />

- Aant<strong>al</strong> gerechtig<strong>de</strong>n op <strong>de</strong> inkomensgarantie voor ou<strong>de</strong>ren (in januari 2009): 86.199<br />

- Aant<strong>al</strong> gerechtig<strong>de</strong>n op <strong>de</strong> inkomensvervangen<strong>de</strong> en integratietegemoetkoming (IVT/IT) (in<br />

<strong>de</strong>cember 2009): 152.694<br />

- Aant<strong>al</strong> gerechtig<strong>de</strong>n op <strong>de</strong> tegemoetkoming voor hulp aan bejaar<strong>de</strong>n (THAB) (in <strong>de</strong>cember<br />

2009): 138.626<br />

B. Beste<strong>de</strong> budgetten (voor het jaar 2009 of 2010)<br />

Pensioenbudgetten<br />

Gepensioneer<strong>de</strong>n (rust- en <strong>over</strong>levingspensioenen)<br />

- Werknemers: 1.374.727.124 € maan<strong>de</strong>lijkse uitgave voor januari 2009<br />

- Zelfstandigen: 211.591.830 € maan<strong>de</strong>lijkse uitgave voor januari 2009<br />

- Ambtenaren (fe<strong>de</strong>r<strong>al</strong>e en an<strong>de</strong>re): 9.983.417.413 € jaarlijks, toestand voor 2009, met inbegrip<br />

van <strong>de</strong> pensioenen, <strong>de</strong> achterst<strong>al</strong>len en het vakantiegeld dat in mei wordt uitbeta<strong>al</strong>d.<br />

Ver<strong>de</strong>ling mannen/vrouwen (voor werknemers en zelfstandigen) : maan<strong>de</strong>lijkse uitgaven voor<br />

januari 2009<br />

- Mannen: 845.014.549 € voor 840.104 personen, hetzij een gemid<strong>de</strong>ld pensioen van 1005 €<br />

(944 € in 2008)<br />

- Vrouwen: 741.304.405 € voor 945.350 personen, hetzij een gemid<strong>de</strong>ld pensioen van 784 € (732 €<br />

in 2008)<br />

Ver<strong>de</strong>ling volgens <strong>de</strong> gezinssituatie (voor werknemers en zelfstandigen): maan<strong>de</strong>lijkse uitgaven<br />

voor januari 2009<br />

- Gehuwd, rustpensioen gezinsbedrag: 419.620.880 €<br />

- Gehuwd, rustpensioen <strong>al</strong>leenstaan<strong>de</strong>nbedrag: 391.018.751 €<br />

- Niet gehuwd, rustpensioen <strong>al</strong>leenstaan<strong>de</strong>nbedrag: 274.650.949 €<br />

- Rust- en <strong>over</strong>levingspensioen: 301.085.690 €<br />

- Overlevingspensioen: 199.942.683 €<br />

17


RIZIV-budget (Rijksinstituut voor ziekte- en inv<strong>al</strong>iditeitsverzekering) voor het jaar 2010<br />

Verstrekkingen en uitkeringen: 29.553.364.000 € waarvan:<br />

- Geneeskundige verzorging: 24.249.164.000 €<br />

- Uitkeringen bij arbeidsongeschiktheid, moe<strong>de</strong>rschap, va<strong>de</strong>rschap en adoptie: 5.301.565.000 €,<br />

waarvan 4.982.418.000 € voor <strong>de</strong> <strong>al</strong>gemene regeling en 319.147.000 € voor <strong>de</strong><br />

zelfstandigenregeling<br />

FAO-budget (Fonds voor arbeidsongev<strong>al</strong>len) voor het jaar 2009<br />

Arbeidsongev<strong>al</strong>len (uitkeringen): 205 535 514,83 €<br />

FBZ-budget (Fonds voor <strong>de</strong> beroepsziekten) voor het jaar 2009<br />

Beroepsziekten (soci<strong>al</strong>e uitkeringen): 326.687.389 €<br />

RVA-budget (Rijksdienst voor arbeidsvoorziening) voor het jaar 2009<br />

- Werkloosheidsuitkeringen: 9.474.800.000 € toegekend aan <strong>de</strong> drie groepen uitkeringsgerechtig<strong>de</strong>n<br />

(<strong>de</strong> vergoe<strong>de</strong> werklozen – 6.783.030.000 €- , <strong>de</strong> werknemers die door <strong>de</strong> RVA wor<strong>de</strong>n on<strong>de</strong>rsteund<br />

– 1.939.750.000 € - en <strong>de</strong> werknemers die met steun van <strong>de</strong> RVA hun arbeidstijd aanpassen<br />

– 752.020.000 € -)<br />

- Conventionele brugpensioenen: 1.499.300.000 €<br />

Bijstandsregelingen<br />

- IGO (inkomensgarantie voor ou<strong>de</strong>ren): 33.902.823 € (maan<strong>de</strong>lijkse uitgave voor januari 2010)<br />

- Tegemoetkomingen voor personen met een handicap<br />

- inkomensvervangen<strong>de</strong> tegemoetkoming en integratietegemoetkoming:<br />

1.082.210.625,78 €<br />

- tegemoetkoming voor hulp aan personen met een handicap: 431.599.520,83 €<br />

- Achterstand : 169.595.642,23 €<br />

- Leefloon (2009):<br />

- recht op maatschappelijke integratie: 577.920.916 €<br />

- recht op maatschappelijke hulp: 236.643.711 €<br />

18


Het Belgische soci<strong>al</strong>e<strong>zekerheid</strong>sstelsel voor werknemers<br />

A. Toepassingsgebied<br />

Tenzij een internation<strong>al</strong>e <strong>over</strong>eenkomst het an<strong>de</strong>rs bepa<strong>al</strong>t, v<strong>al</strong>len werknemers die in België<br />

wor<strong>de</strong>n tewerkgesteld met een arbeids<strong>over</strong>eenkomst in dienst van een werkgever die in<br />

België is gevestigd of van een exploitatiezetel in België, in principe on<strong>de</strong>r het Belgische<br />

soci<strong>al</strong>e<strong>zekerheid</strong>sstelsel voor werknemers.<br />

De soci<strong>al</strong>e <strong>zekerheid</strong> voor werknemers geldt voor <strong>al</strong>le werknemers en werkgevers die met<br />

elkaar een arbeids<strong>over</strong>eenkomst hebben gesloten. Het bestaan van een arbeids<strong>over</strong>eenkomst<br />

is doorslaggevend. Een arbeids<strong>over</strong>eenkomst is een contract waarbij een persoon (<strong>de</strong> werknemer)<br />

zich ertoe verbindt arbeidsprestaties te leveren in ruil voor een loon, ten bate en on<strong>de</strong>r het gezag<br />

van een an<strong>de</strong>re persoon (<strong>de</strong> werkgever). De gezagsuitoefening van <strong>de</strong> werkgever veron<strong>de</strong>rstelt<br />

<strong>de</strong> macht (zowel <strong>de</strong> mogelijkheid <strong>al</strong>s het recht) om <strong>de</strong> leiding waar te nemen en toezicht uit te<br />

oefenen <strong>over</strong> <strong>de</strong> werknemer. Toch hoeft <strong>de</strong> werkgever dat gezag niet voortdurend uit te oefenen.<br />

Het volstaat dat <strong>de</strong> werkgever het recht heeft om <strong>de</strong> werknemer instructies te geven <strong>over</strong> <strong>de</strong><br />

organisatie en <strong>de</strong> uitvoering van het afgesproken werk.<br />

In <strong>de</strong> soci<strong>al</strong>e <strong>zekerheid</strong> geldt dat <strong>de</strong> exploitatiezetel van een bedrijf <strong>de</strong> zetel is, die gewoonlijk<br />

het loon van <strong>de</strong> werknemer beta<strong>al</strong>t, die een rechtstreeks gezag uitoefent <strong>over</strong> <strong>de</strong> werknemer en<br />

waar <strong>de</strong> werknemer verslag uitbrengt <strong>over</strong> zijn activiteiten.<br />

Het Belgische soci<strong>al</strong>e<strong>zekerheid</strong>sstelsel voor werknemers is van “openbare or<strong>de</strong>”, er kan dus niet<br />

van wor<strong>de</strong>n afgeweken met bijzon<strong>de</strong>re <strong>over</strong>eenkomsten, want die zou<strong>de</strong>n van rechtswege nietig<br />

zijn.<br />

Vrijwel <strong>al</strong>le internation<strong>al</strong>e <strong>over</strong>eenkomsten scheppen <strong>de</strong> mogelijkheid om werknemers te<br />

<strong>de</strong>tacheren. Detachering betekent dat <strong>de</strong> werkgever een werknemer die gewoonlijk in zijn<br />

bedrijf werkt naar het buitenland kan sturen voor een welbepa<strong>al</strong><strong>de</strong> opdracht van korte duur (in<br />

het bijzon<strong>de</strong>r in een land waarmee België een soci<strong>al</strong>e<strong>zekerheid</strong>s<strong>over</strong>eenkomst heeft afgesloten).<br />

Tij<strong>de</strong>ns <strong>de</strong> <strong>de</strong>tachering blijft <strong>de</strong> werknemer exclusief on<strong>de</strong>rworpen aan het soci<strong>al</strong>e<strong>zekerheid</strong>sstelsel<br />

waaraan hij ook <strong>al</strong> voor <strong>de</strong> <strong>de</strong>tachering was on<strong>de</strong>rworpen (zie het hoofdstuk “Internation<strong>al</strong>e<br />

aspecten van <strong>de</strong> soci<strong>al</strong>e <strong>zekerheid</strong>”).<br />

B. Soci<strong>al</strong>e <strong>zekerheid</strong>sbijdragen<br />

Bij elke loonbet<strong>al</strong>ing moet <strong>de</strong> werkgever <strong>de</strong> bijdragen inhou<strong>de</strong>n die ten laste van <strong>de</strong> werknemer<br />

v<strong>al</strong>len (persoonlijke bijdragen). Hij voegt daarbij <strong>de</strong> bijdragen die hij zelf verschuldigd is (<strong>de</strong><br />

werkgeversbijdrage). Voor bepa<strong>al</strong><strong>de</strong> categorieën van werknemers wor<strong>de</strong>n <strong>de</strong> bijdragen<br />

berekend op een forfaitair bedrag in plaats van op het brutoloon (bijvoorbeeld voor<br />

zeevissers, sportlui en <strong>de</strong> werknemers van <strong>de</strong> horecasector die volledig of <strong>de</strong>els met fooien<br />

wor<strong>de</strong>n beta<strong>al</strong>d). Dat forfaitaire bedrag varieert met het beroep.<br />

De werkgever kan van <strong>de</strong> werknemer geen bijdragen terugvor<strong>de</strong>ren die hij <strong>de</strong>stijds is vergeten<br />

in te hou<strong>de</strong>n op het loon.<br />

Het tot<strong>al</strong>e bedrag aan werknemers- en werkgeversbijdragen moet <strong>de</strong> werkgever bet<strong>al</strong>en aan<br />

<strong>de</strong> Rijksdienst voor Soci<strong>al</strong>e Zekerheid (RSZ), die optreedt <strong>al</strong>s inningsinstelling voor soci<strong>al</strong>ezekerh<br />

eidsbijdragen of aan <strong>de</strong> Rijksdienst voor <strong>de</strong> Soci<strong>al</strong>e Zekerheid van <strong>de</strong> Plaatselijke en Provinci<strong>al</strong>e<br />

Overheidsdiensten (RSZPPO).<br />

19


C. Uitbreiding van het werknemersstelsel<br />

Omwille van <strong>de</strong> soci<strong>al</strong>e bescherming werd <strong>de</strong> werknemersregeling uitgebreid tot werknemers die<br />

niet verbon<strong>de</strong>n zijn door een arbeids<strong>over</strong>eenkomst en die tewerkgesteld wor<strong>de</strong>n in welbepa<strong>al</strong><strong>de</strong><br />

omstandighe<strong>de</strong>n, zo<strong>al</strong>s bepa<strong>al</strong><strong>de</strong> on<strong>de</strong>rzoekers met een doctoraatsbeurs of <strong>de</strong> geneesheren die<br />

<strong>de</strong> opleiding tot geneesheer-speci<strong>al</strong>ist volgen, en <strong>de</strong> kunstenaars on<strong>de</strong>r bepa<strong>al</strong><strong>de</strong> voorwaar<strong>de</strong>n.<br />

D. Niet-on<strong>de</strong>rwerping aan het werknemersstelsel<br />

Ook <strong>al</strong> is er sprake van een arbeids<strong>over</strong>eenkomst, bepa<strong>al</strong><strong>de</strong> categorieën van werknemers zijn niet<br />

on<strong>de</strong>rworpen aan het <strong>al</strong>gemene soci<strong>al</strong>e<strong>zekerheid</strong>sstelsel voor werknemers, <strong>de</strong>nk maar aan:<br />

- werknemers die maxima<strong>al</strong> 25 dagen per jaar een socia<strong>al</strong>-culturele activiteit uitoefenen (on<strong>de</strong>r<br />

welbepa<strong>al</strong><strong>de</strong> omstandighe<strong>de</strong>n);<br />

- stu<strong>de</strong>nten die tewerkgesteld zijn in het ka<strong>de</strong>r van een <strong>over</strong>eenkomst voor tewerkstelling van<br />

stu<strong>de</strong>nten geduren<strong>de</strong> maximum 46 werkdagen, opgesplitst in twee tewerkstellingsperio<strong>de</strong>s: een<br />

eerste perio<strong>de</strong> van 23 dagen in <strong>de</strong> loop van <strong>de</strong> maan<strong>de</strong>n juli, augustus en september; een twee<strong>de</strong><br />

perio<strong>de</strong> van 23 dagen in <strong>de</strong> loop van het eerste, het twee<strong>de</strong> en het vier<strong>de</strong> kwarta<strong>al</strong> van het jaar,<br />

uitsluitend geduren<strong>de</strong> <strong>de</strong> perio<strong>de</strong>s van niet verplichte aanwezigheid in <strong>de</strong> on<strong>de</strong>rwijsinstellingen.<br />

Voor <strong>de</strong> tewerkstelling van 23 dagen in <strong>de</strong> loop van <strong>de</strong> maan<strong>de</strong>n juli, augustus en september is<br />

er voorzien in een solidariteitsbijdrage van 5 % ten laste van <strong>de</strong> werkgever en 2,5 % procent ten<br />

laste van <strong>de</strong> werknemer. Bovendien is er in het ka<strong>de</strong>r van <strong>de</strong> <strong>over</strong>eenkomst voor tewerkstelling<br />

van stu<strong>de</strong>nten een speci<strong>al</strong>e bijdrage van 12,5 % verschuldigd op het loon van <strong>de</strong> stu<strong>de</strong>nten die<br />

buiten <strong>de</strong> perio<strong>de</strong> van juli tot september tewerkgesteld wor<strong>de</strong>n: 8 % ten laste van <strong>de</strong> werkgever<br />

en 4,5 % ten laste van <strong>de</strong> werknemer.<br />

E. Zeelie<strong>de</strong>n ter koopvaardij<br />

Om historische re<strong>de</strong>nen 1 en wegens <strong>de</strong> bijzon<strong>de</strong>re omstandighe<strong>de</strong>n waarin het beroep wordt<br />

uitgeoefend zijn <strong>de</strong> zeelie<strong>de</strong>n ter koopvaardij onttrokken aan het <strong>al</strong>gemene werknemersstelsel.<br />

Voor <strong>de</strong>ze categorie werknemers bestaat er een afzon<strong>de</strong>rlijke soci<strong>al</strong>e <strong>zekerheid</strong>sregeling met een<br />

eigen administratieve en financiële structuur. De Hulp- en Voorzorgskas voor Zeevaren<strong>de</strong>n (HVKZ)<br />

staat in voor <strong>de</strong> inning en ver<strong>de</strong>ling van <strong>de</strong> soci<strong>al</strong>e <strong>zekerheid</strong>sbijdragen van zowel <strong>de</strong> re<strong>de</strong>r<br />

(werkgever) <strong>al</strong>s <strong>de</strong> zeeman (werknemer) en keert daarnaast ook <strong>de</strong> prestaties van <strong>de</strong> ziekte- en<br />

inv<strong>al</strong>iditeitsverzekering uit aan <strong>de</strong> zeelie<strong>de</strong>n. De HVKZ wordt, <strong>al</strong>s openbare instelling van soci<strong>al</strong>e<br />

<strong>zekerheid</strong>, paritair beheerd.<br />

1<br />

De Wet van 21 juli 1844 op grond waarvan <strong>de</strong> Hulp- en Voorzorgskas voor Zeevaren<strong>de</strong>n on<strong>de</strong>r Belgische vlag (HVKZ) werd opgericht, is <strong>de</strong> oudste<br />

soci<strong>al</strong>e <strong>zekerheid</strong>swet uit <strong>de</strong> Belgische geschie<strong>de</strong>nis.<br />

20


De verschillen<strong>de</strong> takken van <strong>de</strong> soci<strong>al</strong>e <strong>zekerheid</strong><br />

Gezinsbijslag<br />

Zowel <strong>de</strong> werknemers, <strong>de</strong> zelfstandigen <strong>al</strong>s <strong>de</strong> ambtenaren hebben recht op gezinsbijslag. Voor<br />

wie in geen enkele Belgische, buitenlandse of internation<strong>al</strong>e regeling kin<strong>de</strong>rbijslag kan krijgen,<br />

is er <strong>de</strong> “gewaarborg<strong>de</strong> gezinsbijslag” in het soci<strong>al</strong>e bijstandssysteem (zie het hoofdstuk <strong>over</strong><br />

“soci<strong>al</strong>e bijstand”).<br />

De gezinsbijslag omvat <strong>de</strong> gewone kin<strong>de</strong>rbijslag, <strong>de</strong> wezenbijslag, <strong>de</strong> forfaitaire bijslag<br />

voor kin<strong>de</strong>ren geplaatst bij een particulier, <strong>de</strong> bijkomen<strong>de</strong> bijslagen (soci<strong>al</strong>e bijslagen,<br />

bijslagen voor kin<strong>de</strong>ren getroffen door een aandoening of voor gehandicapte kin<strong>de</strong>ren,<br />

leeftijdsbijslagen, <strong>de</strong> toeslag voor eenou<strong>de</strong>rgezinnen en een jaarlijkse leeftijdsbijslag),<br />

het kraamgeld en <strong>de</strong> adoptiepremie. (De bedragen komen ver<strong>de</strong>r aan bod on<strong>de</strong>r punt D.<br />

Soorten bijslag.) Er bestaan drie betrokken personen in <strong>de</strong> gezinsbijslagregeling; namelijk<br />

<strong>de</strong> rechthebben<strong>de</strong>, het rechtgevend kind en <strong>de</strong> bijslagtrekken<strong>de</strong>. We bespreken ze kort.<br />

A. Rechthebben<strong>de</strong>n<br />

De rechthebben<strong>de</strong> is diegene die het recht op gezinsbijslag doet ontstaan door zijn arbeid<br />

<strong>al</strong>s werknemer, zelfstandige of ambtenaar. Niet meer werken<strong>de</strong> personen, zo<strong>al</strong>s werklozen,<br />

gepensioneer<strong>de</strong>n, zieken, inv<strong>al</strong>i<strong>de</strong>n, mensen in loopbaanon<strong>de</strong>rbreking en ge<strong>de</strong>tineer<strong>de</strong>n,<br />

hebben eveneens on<strong>de</strong>r bepa<strong>al</strong><strong>de</strong> voorwaar<strong>de</strong>n recht op gezinsbijslag. Tevens kunnen werklozen,<br />

gepensioneer<strong>de</strong>n en inv<strong>al</strong>i<strong>de</strong>n <strong>al</strong>s ze aan bepa<strong>al</strong><strong>de</strong> voorwaar<strong>de</strong>n voldoen, een bijkomen<strong>de</strong> bijslag<br />

bij <strong>de</strong> gewone kin<strong>de</strong>rbijslag genieten. Daarnaast wordt er ook nog, on<strong>de</strong>r specifieke voorwaar<strong>de</strong>n,<br />

een recht op gezinsbijslag toegekend aan <strong>de</strong> verlaten echtgeno(o)t(e), <strong>de</strong> weduwe/weduwnaar<br />

(met <strong>over</strong>levingspensioen), <strong>de</strong> stu<strong>de</strong>nt, <strong>de</strong> leerling, <strong>de</strong> jonge werkzoeken<strong>de</strong> tij<strong>de</strong>ns <strong>de</strong> wachttijd,<br />

<strong>de</strong> persoon die verbon<strong>de</strong>n is door een <strong>over</strong>eenkomst voor beroepsopleiding in een on<strong>de</strong>rneming<br />

en <strong>de</strong> gehandicapte.<br />

Stel dat er meer rechthebben<strong>de</strong>n zijn binnen hetzelf<strong>de</strong> gezin, dan hanteert men een rangor<strong>de</strong><br />

om <strong>de</strong> uitein<strong>de</strong>lijke rechthebben<strong>de</strong> te bep<strong>al</strong>en, namelijk:<br />

1. <strong>de</strong> wees;<br />

2. diegene die voor <strong>de</strong> opvoeding van het kind instaat, heeft voorrang op diegene die niet voor<br />

<strong>de</strong> opvoeding van het kind instaat;<br />

3. va<strong>de</strong>r > moe<strong>de</strong>r > stiefva<strong>de</strong>r > stiefmoe<strong>de</strong>r > oudste rechthebben<strong>de</strong>;<br />

4. Bij gezamenlijk ou<strong>de</strong>rlijk gezag heeft een va<strong>de</strong>r buiten het gezin steeds voorrang op een<br />

moe<strong>de</strong>r binnen het gezin.<br />

Belangrijk hierbij is tevens dat <strong>de</strong> bep<strong>al</strong>ing van <strong>de</strong> rechthebben<strong>de</strong> in principe ten voor<strong>de</strong>le van het<br />

kind is. Doordat <strong>je</strong> voor een eerste kind in het zelfstandigensysteem min<strong>de</strong>r ontvangt dan in het<br />

werknemerssysteem, z<strong>al</strong> een “werkneemster-moe<strong>de</strong>r” (<strong>al</strong>s ze meer dan h<strong>al</strong>ftijds tewerkgesteld<br />

is) voorrang krijgen op een va<strong>de</strong>r die zelfstandig is. Er bestaat dus binnen bepa<strong>al</strong><strong>de</strong> perken een<br />

voorrangsrecht van <strong>de</strong> werknemersregeling. De bep<strong>al</strong>ing van <strong>de</strong> uitein<strong>de</strong>lijke rechthebben<strong>de</strong> is<br />

belangrijk voor <strong>de</strong> uitbet<strong>al</strong>ing van <strong>de</strong> gezinsbijslag.<br />

In het stelsel van <strong>de</strong> werknemers moet ie<strong>de</strong>re werkgever zich aansluiten bij een kin<strong>de</strong>rbijslagfonds.<br />

21


Doet hij dit niet binnen <strong>de</strong> 90 dagen vanaf <strong>de</strong> aanvang van zijn activiteit, dan is hij automatisch<br />

aangesloten bij <strong>de</strong> Rijksdienst voor Kin<strong>de</strong>rbijslag voor Werknemers (RKW). In sommige gev<strong>al</strong>len<br />

heeft <strong>de</strong> werkgever niet <strong>de</strong> keuze om voor een privé-kin<strong>de</strong>rbijslagfonds te kiezen, maar is<br />

steeds <strong>de</strong> RKW zelf <strong>de</strong> uitbet<strong>al</strong>en<strong>de</strong> instantie (bijvoorbeeld bij horecapersoneel, <strong>de</strong> kunstenaars).<br />

Ook voor personen die een recht op kin<strong>de</strong>rbijslag kunnen verkrijgen, hoewel ze niet door een<br />

arbeids<strong>over</strong>eenkomst zijn gebon<strong>de</strong>n (stu<strong>de</strong>nten en gehandicapten), is <strong>de</strong> RKW bevoegd. Voor<br />

gepensioneer<strong>de</strong>n, <strong>de</strong> verlaten echtgenoot, enz., is in principe het vroegere kin<strong>de</strong>rbijslagfonds -<br />

bevoegd voor men in <strong>de</strong>ze toestand terechtkwam - belast met het uitbet<strong>al</strong>en van <strong>de</strong> gezinsbijslag.<br />

De werkgever beta<strong>al</strong>t <strong>de</strong> bijdragen voor <strong>de</strong> gezinsbijslagregeling.<br />

Zelfstandigen sluiten zich op hun beurt aan bij een socia<strong>al</strong> verzekeringsfonds of bij <strong>de</strong> Nation<strong>al</strong>e<br />

Hulpkas voor <strong>de</strong> Soci<strong>al</strong>e Verzekeringen <strong>de</strong>r Zelfstandigen. Ook voor <strong>de</strong> weduwe, <strong>de</strong> weduwnaar<br />

en wezen van een <strong>over</strong>le<strong>de</strong>n zelfstandige is het socia<strong>al</strong> verzekeringsfonds waarbij hij het laatst<br />

was aangesloten, verantwoor<strong>de</strong>lijk voor <strong>de</strong> uitbet<strong>al</strong>ing.<br />

Ambtenaren van <strong>de</strong> plaatselijke en provinci<strong>al</strong>e <strong>over</strong>heidsdiensten ontvangen hun gezinsbijslag<br />

van <strong>de</strong> RSZPPO. Voor <strong>de</strong> an<strong>de</strong>re ambtenaren is <strong>de</strong> tewerkstellen<strong>de</strong> <strong>over</strong>heid samen met <strong>de</strong><br />

Centr<strong>al</strong>e Dienst <strong>de</strong>r Vaste Uitgaven, of in bepa<strong>al</strong><strong>de</strong> gev<strong>al</strong>len <strong>de</strong> Rijksdienst voor Kin<strong>de</strong>rbijslag voor<br />

Werknemers zelf verantwoor<strong>de</strong>lijk voor <strong>de</strong> uitbet<strong>al</strong>ing van <strong>de</strong> gezinsbijslag.<br />

B. Bijslagtrekken<strong>de</strong><br />

De bijslagtrekken<strong>de</strong> is diegene die <strong>de</strong> gezinsbijslag ontvangt. In <strong>de</strong> werknemersregeling<br />

wordt <strong>de</strong> gezinsbijslag uitbeta<strong>al</strong>d aan:<br />

1. <strong>de</strong> moe<strong>de</strong>r;<br />

2. <strong>de</strong> persoon die het kind daadwerkelijk opvoedt (kan ook een instelling zijn);<br />

3. het rechtgevend kind zelf <strong>al</strong>s het gehuwd, ontvoogd of 16 jaar is en niet meer woont bij<br />

<strong>de</strong> persoon die het kind effectief opvoedt, of <strong>al</strong>s het zelf bijslagtrekkend is voor een of meer<br />

kin<strong>de</strong>ren. Dat kind kan zijn va<strong>de</strong>r of moe<strong>de</strong>r aandui<strong>de</strong>n <strong>al</strong>s bijslagtrekken<strong>de</strong> (kan van belang zijn<br />

voor <strong>de</strong> rangbep<strong>al</strong>ing en dus voor het bedrag van <strong>de</strong> kin<strong>de</strong>rbijslag).<br />

In het stelsel voor zelfstandigen wordt <strong>de</strong> gezinsbijslag in <strong>de</strong> eerste plaats aan <strong>de</strong> va<strong>de</strong>r<br />

uitbeta<strong>al</strong>d. Indien gewenst kan <strong>de</strong> bijslag ook aan <strong>de</strong> moe<strong>de</strong>r wor<strong>de</strong>n beta<strong>al</strong>d. Als <strong>de</strong> ou<strong>de</strong>rs<br />

schei<strong>de</strong>n, krijgt <strong>de</strong> moe<strong>de</strong>r voorrang om <strong>de</strong> gezinsbijslag te ontvangen.<br />

In <strong>de</strong> ambtenarenregeling wordt <strong>de</strong> gezinsbijslag beta<strong>al</strong>d aan <strong>de</strong> moe<strong>de</strong>r of <strong>de</strong> persoon die het<br />

kind effectief opvoedt.<br />

22


C. Rechtgevend kind<br />

De <strong>de</strong>r<strong>de</strong> aparte persoon - en <strong>de</strong> belangrijkste, an<strong>de</strong>rs is er immers geen sprake van gezinsbijslag<br />

- is het rechtgevend kind. Een rechtgevend kind moet een aant<strong>al</strong> voorwaar<strong>de</strong>n vervullen.<br />

In <strong>de</strong> eerste plaats moet er een verwantschap bestaan tussen het rechtgevend kind en <strong>de</strong><br />

rechthebben<strong>de</strong>. Dit betekent dat <strong>je</strong> recht op kin<strong>de</strong>rbijslag hebt voor:<br />

- eigen kin<strong>de</strong>ren;<br />

- adoptiekin<strong>de</strong>ren of kin<strong>de</strong>ren on<strong>de</strong>r pleegvoogdij;<br />

- kleinkin<strong>de</strong>ren, achterkleinkin<strong>de</strong>ren, neven en nichten;<br />

- broers en zussen (mits aan enkele specifieke voorwaar<strong>de</strong>n wordt voldaan);<br />

- geplaatste kin<strong>de</strong>ren en kin<strong>de</strong>ren <strong>over</strong> wie men per vonnis het ou<strong>de</strong>rlijke gezag kreeg<br />

toegewezen.<br />

Het rechtgevend kind moet steeds zulke band van verwantschap hebben met <strong>de</strong> rechthebben<strong>de</strong><br />

zelf, met zijn echtgeno(o)t(e) of met <strong>de</strong> persoon met wie hij een feitelijk gezin vormt of wettelijk<br />

samenwoont.<br />

Er wor<strong>de</strong>n voorwaar<strong>de</strong>n opgelegd inzake on<strong>de</strong>rwijs en leeftijd. Wettelijk gezien heeft ie<strong>de</strong>r kind,<br />

wegens <strong>de</strong> leerplicht, recht op kin<strong>de</strong>rbijslag tot 31 augustus van het k<strong>al</strong>en<strong>de</strong>rjaar in <strong>de</strong> loop<br />

waarvan het <strong>de</strong> leeftijd van 18 jaar bereikt. Hierop bestaan er wel vele uitbreidingen.<br />

Tot <strong>de</strong> leeftijd van 25 jaar bestaat er een recht op kin<strong>de</strong>rbijslag on<strong>de</strong>r <strong>de</strong> volgen<strong>de</strong><br />

voorwaar<strong>de</strong>n:<br />

- leerjongens of leermeis<strong>je</strong>s;<br />

- kin<strong>de</strong>ren die nog on<strong>de</strong>rwijs volgen of stage lopen om in een ambt te wor<strong>de</strong>n benoemd<br />

(kandidaat gerechts<strong>de</strong>urwaar<strong>de</strong>r);<br />

- thesisstu<strong>de</strong>nten;<br />

- tij<strong>de</strong>ns <strong>de</strong> wachttijd, dat is <strong>de</strong> perio<strong>de</strong> tussen het beh<strong>al</strong>en van het diploma en <strong>de</strong> eerste<br />

werkloosheidsuitkering (het kind moet ingeschreven zijn <strong>al</strong>s werkzoeken<strong>de</strong>).<br />

Een gehandicapt kind heeft steeds tot 21 jaar recht op kin<strong>de</strong>rbijslag.<br />

Het is belangrijk op te merken dat <strong>de</strong> kin<strong>de</strong>rbijslag niet verschuldigd is ten behoeve van <strong>de</strong><br />

kin<strong>de</strong>ren die buiten het Rijk wor<strong>de</strong>n opgevoed of lessen volgen.<br />

Dit principe wordt gematigd door <strong>al</strong>gemene maatregelen, met name voor het kind dat tij<strong>de</strong>lijk<br />

buiten het Rijk verblijft en waarvan het verblijf geen twee maan<strong>de</strong>n in hetzelf<strong>de</strong> k<strong>al</strong>en<strong>de</strong>rjaar<br />

<strong>over</strong>schrijdt of zes maan<strong>de</strong>n wegens gezondheidsre<strong>de</strong>nen, voor het kind dat in het buitenland<br />

verblijft geduren<strong>de</strong> <strong>de</strong> schoolvakanties of ook voor het kind dat een studiebeurs geniet om<br />

studies in het buitenland te volgen. Algemene maatregelen zijn er eveneens voor <strong>de</strong> kin<strong>de</strong>ren<br />

die in België reeds een einddiploma secundair on<strong>de</strong>rwijs beha<strong>al</strong>d hebben en die niet-hoger<br />

on<strong>de</strong>rwijs volgen in een land buiten <strong>de</strong> Europese Economische Ruimte (<strong>de</strong> <strong>al</strong>gemene afwijking<br />

wordt beperkt tot maximum één schooljaar), voor <strong>de</strong> kin<strong>de</strong>ren die noch in België noch in het<br />

buitenland reeds een einddiploma hoger on<strong>de</strong>rwijs beha<strong>al</strong>d hebben en die hoger on<strong>de</strong>rwijs<br />

volgen in een land buiten <strong>de</strong> Europese Economische Ruimte en voor <strong>de</strong> kin<strong>de</strong>ren die in België of<br />

in het buitenland reeds een einddiploma hoger on<strong>de</strong>rwijs beha<strong>al</strong>d hebben en die hoger on<strong>de</strong>rwijs<br />

volgen in een land buiten <strong>de</strong> Europese Economische Ruimte ( <strong>de</strong> <strong>al</strong>gemene afwijking is beperkt<br />

tot maximum één schooljaar).<br />

23


De kin<strong>de</strong>ren van Belgische of buitenlandse rechthebben<strong>de</strong>n, opgevoed in een lidstaat van <strong>de</strong><br />

Europese Economische Ruimte, kunnen kin<strong>de</strong>rbijslag genieten bij toepassing van <strong>de</strong> wetgeving<br />

van <strong>de</strong> Europese Gemeenschap.<br />

De kin<strong>de</strong>ren van Belgische of buitenlandse rechthebben<strong>de</strong>n opgevoed in an<strong>de</strong>re lan<strong>de</strong>n<br />

waarmee België een akkoord betreffen<strong>de</strong> <strong>de</strong> soci<strong>al</strong>e <strong>zekerheid</strong> heeft gesloten, kunnen eveneens<br />

kin<strong>de</strong>rbijslag genieten tegen <strong>de</strong> bedragen en on<strong>de</strong>r <strong>de</strong> voorwaar<strong>de</strong>n van <strong>de</strong>ze akkoor<strong>de</strong>n.<br />

De Minister van Soci<strong>al</strong>e Zaken of <strong>de</strong> ambtenaar van <strong>de</strong> Fe<strong>de</strong>r<strong>al</strong>e Overheidsdienst Soci<strong>al</strong>e Zekerheid<br />

die hij aanduidt, kan evenwel, in behartigenswaardige gev<strong>al</strong>len, vrijstelling verlenen van <strong>de</strong><br />

voorwaar<strong>de</strong> om opgevoed te wor<strong>de</strong>n of lessen te volgen in het Rijk.<br />

D. Soorten bijslag<br />

De gezinsbijslagregeling bevat zes soorten bijslagen:<br />

1. het kraamgeld;<br />

2. <strong>de</strong> adoptiepremie;<br />

3. <strong>de</strong> gewone kin<strong>de</strong>rbijslag;<br />

4. <strong>de</strong> forfaitaire bijslag voor kin<strong>de</strong>ren geplaatst bij een particulier;<br />

5. <strong>de</strong> wezenbijslag;<br />

6. <strong>de</strong> bijkomen<strong>de</strong> bijslagen.<br />

Bij <strong>de</strong> geboorte van ie<strong>de</strong>r kind dat recht geeft op kin<strong>de</strong>rbijslag ontvang <strong>je</strong> kraamgeld.<br />

Kraamgeld z<strong>al</strong> ook toegekend wor<strong>de</strong>n ten gunste van het kind waarvoor een akte van aangifte<br />

van een levenloos kind is opgesteld door <strong>de</strong> ambtenaar van <strong>de</strong> burgerlijke stand. Kraamgeld kan<br />

<strong>je</strong> aanvragen vanaf <strong>de</strong> zes<strong>de</strong> maand zwangerschap en kan toegekend wor<strong>de</strong>n twee maan<strong>de</strong>n<br />

voor <strong>de</strong> vermoe<strong>de</strong>lijke geboortedatum vermeld in het bij <strong>de</strong> aanvraag te voegen geneeskundig<br />

getuigschrift. Het bedrag van het kraamgeld hangt af van <strong>de</strong> rang van het kind in het gezin. Voor<br />

een kind, eerstgeborene van <strong>de</strong> va<strong>de</strong>r of <strong>de</strong> moe<strong>de</strong>r (rang 1), bedraagt dit 1.129,95 €, voor <strong>de</strong><br />

an<strong>de</strong>re kin<strong>de</strong>ren 850,15 € (bedragen op 1 juli 2010). Als uit <strong>de</strong> zwangerschap een meerling wordt<br />

geboren, ontvangen <strong>de</strong> ou<strong>de</strong>rs voor <strong>al</strong> <strong>de</strong> kin<strong>de</strong>ren kraamgeld van rang 1.<br />

De adoptiepremie wordt toegekend bij <strong>de</strong> adoptie van een kind on<strong>de</strong>r bepa<strong>al</strong><strong>de</strong> voorwaar<strong>de</strong>n.<br />

Deze premie is gelijk aan het kraamgeld voor een eerste kind, dus 1.129,95 € (op 1 juli 2010).<br />

De adoptiepremie en het kraamgeld zijn verschuldigd door <strong>de</strong> instelling die <strong>de</strong> kin<strong>de</strong>rbijslag aan<br />

<strong>de</strong> ou<strong>de</strong>r uitbeta<strong>al</strong>t.<br />

De gewone kin<strong>de</strong>rbijslag is afhankelijk van <strong>de</strong> rang van het kind ten opzichte van <strong>de</strong> an<strong>de</strong>re<br />

rechtgeven<strong>de</strong> kin<strong>de</strong>ren die in hetzelf<strong>de</strong> gezin wor<strong>de</strong>n opgevoed. Deze bedragen zijn voor:<br />

- rang 83,40 € per maand voor werknemers en 78,00 € voor zelfstandigen<br />

- rang 154,33 € per maand<br />

- rang en volgen<strong>de</strong> 230,42 € per maand<br />

(Deze bedragen gel<strong>de</strong>n op 1 juli 2010)<br />

Als een kind ophoudt rechtgevend te zijn op kin<strong>de</strong>rbijslag omdat <strong>de</strong> vereiste voorwaar<strong>de</strong>n niet<br />

24


langer vervuld zijn, dan schuiven <strong>de</strong> an<strong>de</strong>re kin<strong>de</strong>ren in het gezin een rang op (een kind van rang<br />

2 wordt een kind van rang 1, enz.).<br />

De bijslagtrekken<strong>de</strong> die kin<strong>de</strong>rbijslag voor een kind ontving, krijgt on<strong>de</strong>r bepa<strong>al</strong><strong>de</strong> voorwaar<strong>de</strong>n<br />

een forfaitaire bijslag, wanneer dit kind geplaatst is bij een particulier door bemid<strong>de</strong>ling of ten<br />

laste van een openbare <strong>over</strong>heid. Deze forfaitaire bijslag bedraagt 55,96 € (op 1 juli 2010). In<br />

het stelsel <strong>de</strong>r zelfstandigen is het bedrag van <strong>de</strong> bijslag 28,46 € voor het eerste kind en 55,96 €<br />

vanaf het twee<strong>de</strong> (op 1 juli 2010).<br />

Wezen ontvangen steeds 320,40 € (op 1 juli 2010). Zij blijven hierop gerechtigd zolang hun<br />

<strong>over</strong>leven<strong>de</strong> ou<strong>de</strong>r geen nieuwe partner heeft die bij het gezin inwoont.<br />

Voor <strong>de</strong> bijkomen<strong>de</strong> bijslagen zijn er vijf mogelijkhe<strong>de</strong>n:<br />

1) Leeftijdsbijslag<br />

Naar gelang van <strong>de</strong> leeftijd van het kind ontvangt men een leeftijdstoeslag bij <strong>de</strong> gewone<br />

gezinsbijslag. Er bestaan drie leeftijdscategorieën, namelijk van 6 tot 12 jaar, van 12 tot 18 jaar<br />

en vanaf 18 jaar. Er bestaan <strong>over</strong>gangsmaatregelen ten voor<strong>de</strong>le van kin<strong>de</strong>ren die geboren zijn<br />

vóór 1991.<br />

2) Toeslag voor eenou<strong>de</strong>rgezinnen<br />

De gewone kin<strong>de</strong>rbijslag die beta<strong>al</strong>d wordt aan een persoon die een kind <strong>al</strong>leen opvoedt, wordt<br />

verhoogd met een toeslag van 42,46 € voor een eerste kind, van 26,32 € voor een twee<strong>de</strong><br />

kind en 21,22 € voor het <strong>de</strong>r<strong>de</strong> kind en elk van <strong>de</strong> volgen<strong>de</strong> op voorwaar<strong>de</strong> dat <strong>de</strong>ze persoon<br />

geen feitelijk gezin vormt en niet gehuwd is, tenzij het huwelijk is gevolgd door een feitelijke<br />

scheiding en dat <strong>de</strong> beroeps- en/of vervangingsinkomsten een bepa<strong>al</strong>d bedrag niet <strong>over</strong>schrij<strong>de</strong>n<br />

(op 1 juli 2010, 2.060,91 € per maand en 1.648,73 € netto per maand indien het gaat om een<br />

zelfstandige).<br />

Als <strong>de</strong>ze persoon reeds een soci<strong>al</strong>e bijslag geniet op grond van <strong>de</strong> situatie van <strong>de</strong> rechthebben<strong>de</strong>,<br />

wordt <strong>de</strong> soci<strong>al</strong>e bijslag voor het <strong>de</strong>r<strong>de</strong> en elk van <strong>de</strong> volgen<strong>de</strong> kin<strong>de</strong>ren vervangen door <strong>de</strong><br />

toeslag voor eenou<strong>de</strong>rgezinnen.<br />

3) Jaarlijkse bijslag bij <strong>de</strong> kin<strong>de</strong>rbijslag<br />

De gewone kin<strong>de</strong>rbijslag en wezenbijslag met betrekking tot <strong>de</strong> maand juli wordt verhoogd met<br />

een jaarlijkse leeftijdsbijslag. Op 1 juli 2010 varieert <strong>de</strong>ze bijslag, volgens <strong>de</strong> leeftijd, tussen<br />

25,50 € en 75,77 €.<br />

4) Soci<strong>al</strong>e bijslagen<br />

Pensioengerechtig<strong>de</strong>n, volledig uitkeringsgerechtig<strong>de</strong> werklozen vanaf <strong>de</strong> zeven<strong>de</strong> maand<br />

van werkloosheid en arbeidsongeschikte werknemers vanaf <strong>de</strong> zeven<strong>de</strong> maand van<br />

arbeidsongeschiktheid, die rechthebbend zijn op kin<strong>de</strong>rbijslag, ontvangen een extra soci<strong>al</strong>e<br />

bijslag. Deze personen behou<strong>de</strong>n, on<strong>de</strong>r bepa<strong>al</strong><strong>de</strong> voorwaar<strong>de</strong>n, hun rechten op <strong>de</strong> soci<strong>al</strong>e<br />

bijslag wanneer ze een werknemersactiviteit aanvangen. Deze bijslag hangt ook af van <strong>de</strong> rang<br />

van het kind in het gezin. De bijslag voor het eerste kind bedraagt 42,46 € (werklozen) of 91,35 €<br />

(inv<strong>al</strong>i<strong>de</strong>n). De bijslag voor <strong>de</strong> an<strong>de</strong>re kin<strong>de</strong>ren varieert tussen 4,62 € en 26,32 €.<br />

25


5) Bijkomen<strong>de</strong> bijslag voor kin<strong>de</strong>ren getroffen door een aandoening en voor gehandicapte<br />

kin<strong>de</strong>ren tot 21 jaar<br />

De kin<strong>de</strong>ren die getroffen zijn door een aandoening die voor hen gevolgen heeft voor <strong>de</strong><br />

lichamelijke of geestelijke ongeschiktheid (pijler 1) of voor <strong>de</strong> graad van activiteit en participatie<br />

(pijler 2) of voor hun famili<strong>al</strong>e omgeving (pijler 3) zijn rechtgevend op een bijslag tot <strong>de</strong> leeftijd<br />

van 21 jaar in functie van <strong>de</strong> ernst van <strong>de</strong> gevolgen van <strong>de</strong> aandoening.<br />

Deze bijslag bedraagt vanaf 1 juli 2010:<br />

Beha<strong>al</strong>t het minimum 4 punten in <strong>de</strong> pijler 1 en maximum 5 punten <strong>over</strong> <strong>de</strong><br />

drie pijlers op <strong>de</strong> medisch-soci<strong>al</strong>e scha<strong>al</strong><br />

Beha<strong>al</strong>t het minimum 6 punten en maximum 8 punten <strong>over</strong> <strong>de</strong> drie pijlers van<br />

<strong>de</strong> medisch-soci<strong>al</strong>e scha<strong>al</strong><br />

Beha<strong>al</strong>t het minimum 9 punten en maximum 11 punten <strong>over</strong> <strong>de</strong> drie pijlers<br />

van <strong>de</strong> medisch-soci<strong>al</strong>e scha<strong>al</strong><br />

Beha<strong>al</strong>t het minimum 12 punten en maximum 14 punten <strong>over</strong> <strong>de</strong> drie pijlers<br />

van <strong>de</strong> medisch-soci<strong>al</strong>e scha<strong>al</strong> of beha<strong>al</strong>t het minimum 4 punten in <strong>de</strong> pijler<br />

1 en minimum 6 punten en maximum 11 punten <strong>over</strong> <strong>de</strong> drie pijlers van <strong>de</strong><br />

medisch-soci<strong>al</strong>e scha<strong>al</strong><br />

Beha<strong>al</strong>t het minimum 15 punten en maximum 17 punten <strong>over</strong> <strong>de</strong> drie pijlers<br />

van <strong>de</strong> medisch-soci<strong>al</strong>e scha<strong>al</strong><br />

Beha<strong>al</strong>t het minimum 18 punten en maximum 20 punten <strong>over</strong> <strong>de</strong> drie pijlers<br />

van <strong>de</strong> medisch-soci<strong>al</strong>e scha<strong>al</strong><br />

Beha<strong>al</strong>t het minimum 21 punten <strong>over</strong> <strong>de</strong> drie pijlers van <strong>de</strong> medisch-soci<strong>al</strong>e<br />

scha<strong>al</strong><br />

De kin<strong>de</strong>ren die getroffen zijn door een lichamelijke of geestelijke ongeschiktheid van minstens<br />

66 % op basis van het ou<strong>de</strong> ev<strong>al</strong>uatiesysteem zijn rechtgevend op een bijslag tot <strong>de</strong> leeftijd van<br />

21 jaar in functie van hun graad van zelfredzaamheid.<br />

Deze bijslag bedraagt vanaf 1 juli 2010:<br />

Beha<strong>al</strong>t het kind 0, 1, 2 of 3 punten voor zelfredzaamheid 375,22 €<br />

Beha<strong>al</strong>t het 4, 5 of 6 punten voor zelfredzaamheid 410,73 €<br />

Beha<strong>al</strong>t het 7, 8 of 9 punten voor zelfredzaamheid 439,07 €<br />

26<br />

73,14 €<br />

97,41 €<br />

227,31 €<br />

375,22 €<br />

426,65 €<br />

457,13 €<br />

487,60 €


Werkloosheid<br />

Wij belichten hier voornamelijk <strong>de</strong> belangrijkste rol van <strong>de</strong> sector werkloosheid: het verschaffen<br />

van een vervangingsinkomen aan <strong>de</strong> werknemer die onvrijwillig zijn werk verliest. De sector<br />

bestrijkt echter een veel ruimer actieterrein: hij geeft ook on<strong>de</strong>rsteuning bij tij<strong>de</strong>lijke werkloosheid,<br />

bij <strong>de</strong>eltijdse of volledige on<strong>de</strong>rbreking van <strong>de</strong> arbeid (loopbaanon<strong>de</strong>rbreking/tijdskrediet), in<br />

gev<strong>al</strong> van <strong>de</strong>eltijdse werkhervatting maar ook aan personen die een opleiding volgen en aan<br />

ontha<strong>al</strong>ou<strong>de</strong>rs; <strong>de</strong> sector moedigt ook <strong>de</strong> werkhervatting aan bij risicogroepen (activering) en<br />

steunt <strong>de</strong> ontwikkeling van buurtdiensten (PWA en dienstencheques).<br />

In principe richt <strong>de</strong> sector werkloosheid zich uitsluitend tot <strong>de</strong> werknemers in loondienst.<br />

Zelfstandigen kunnen niet op het werkloosheidsstelsel terugv<strong>al</strong>len, ze bet<strong>al</strong>en er immers geen<br />

bijdragen voor. Zelfstandigen die hun activiteit stopzetten maar vóór hun zelfstandigenstatuut<br />

<strong>al</strong>s werknemer hebben gewerkt (of werkloos zijn geweest), hebben on<strong>de</strong>r bepa<strong>al</strong><strong>de</strong><br />

voorwaar<strong>de</strong>n nog wel recht op werkloosheidsuitkeringen. Hoewel ook zij niet bijdragen tot het<br />

werkloosheidsstelsel, genieten vast benoem<strong>de</strong> ambtenaren een specifieke regeling dat hun (on<strong>de</strong>r<br />

bepa<strong>al</strong><strong>de</strong> voorwaar<strong>de</strong>n) <strong>de</strong> mogelijkheid biedt om in gev<strong>al</strong> van ontslag werkloosheidsuitkeringen<br />

te genieten. Voor <strong>de</strong> militairen geldt een gelijkaardige regeling.<br />

Samengevat, kan arbeid in loondienst die aanleiding geeft tot soci<strong>al</strong>e<strong>zekerheid</strong>sbijdragen voor<br />

<strong>de</strong> sector werkloosheid, het recht openen op werkloosheidsuitkeringen. Dit is bijvoorbeeld<br />

niet het gev<strong>al</strong> voor occasionele arbeid, stu<strong>de</strong>ntenarbeid, arbeid <strong>al</strong>s huispersoneel (wanneer <strong>de</strong><br />

huisarbei<strong>de</strong>r niet bij zijn werkgever woont en niet meer dan vier uur per dag bij een werkgever<br />

werkt of minstens 24 uur per week bij verschillen<strong>de</strong> werkgevers).<br />

A. Toelaatbaarheids- en toekenningsvoorwaar<strong>de</strong>n<br />

Het feit dat men <strong>al</strong>s loontrekken<strong>de</strong> on<strong>de</strong>rworpen is aan <strong>de</strong> soci<strong>al</strong>e <strong>zekerheid</strong>, sector werkloosheid,<br />

volstaat op zich nog niet om recht te hebben op werkloosheidsuitkeringen. De betrokken persoon<br />

moet eveneens een voldoen<strong>de</strong> aant<strong>al</strong> arbeids- of gelijkgestel<strong>de</strong> dagen bewijzen tij<strong>de</strong>ns een<br />

bepa<strong>al</strong><strong>de</strong> referteperio<strong>de</strong>. Deze referteperio<strong>de</strong> is <strong>de</strong> perio<strong>de</strong> die voorafgaat aan <strong>de</strong> aanvraag om w<br />

erkloosheidsuitkeringen. Zowel het vereiste aant<strong>al</strong> arbeidsdagen <strong>al</strong>s <strong>de</strong> duur van <strong>de</strong> referteperio<strong>de</strong><br />

hangen af van <strong>de</strong> leeftijd, op het ogenblik van <strong>de</strong> uitkeringsaanvraag zo<strong>al</strong>s <strong>de</strong> volgen<strong>de</strong> tabel<br />

toont:<br />

Leeftijdsgroep Aant<strong>al</strong> arbeids- of gelijkgestel<strong>de</strong> dagen Referteperio<strong>de</strong><br />

Jonger dan 36 jaar 312 dagen 18 maan<strong>de</strong>n<br />

Van 36 tot 49 jaar 468 dagen 27 maan<strong>de</strong>n<br />

50 jaar en ou<strong>de</strong>r 624 dagen 36 maan<strong>de</strong>n<br />

27


Indien iemand niet voldoet aan <strong>de</strong> voorwaar<strong>de</strong>n die gel<strong>de</strong>n voor zijn leeftijdscategorie maar wel<br />

aan <strong>de</strong>ze van een ou<strong>de</strong>re leeftijdscategorie, zijn <strong>de</strong> voorwaar<strong>de</strong>n eveneens vervuld. Vanaf <strong>de</strong><br />

leeftijd van 36 jaar is het nog mogelijk om on<strong>de</strong>r bepa<strong>al</strong><strong>de</strong> voorwaar<strong>de</strong>n rekening te hou<strong>de</strong>n met<br />

naar <strong>de</strong> arbeids- of gelijkgestel<strong>de</strong> dagen van <strong>de</strong> 10 jaar die voorafgaan aan <strong>de</strong> referteperio<strong>de</strong>.<br />

De referteperio<strong>de</strong> vermeld in <strong>de</strong> tabel kan om verschillen<strong>de</strong> re<strong>de</strong>nen verlengd wor<strong>de</strong>n<br />

(bijvoorbeeld, in gev<strong>al</strong> van zelfstandige activiteit, <strong>over</strong>macht, loopbaanon<strong>de</strong>rbreking of<br />

tijdskediet). Met gelijkgestel<strong>de</strong> dagen wordt on<strong>de</strong>r meer bedoeld: ziektedagen vergoed door <strong>de</strong><br />

ziekte- en inv<strong>al</strong>iditeitsverzekering, dagen ge<strong>de</strong>kt door vakantiegeld, stakingsdagen, <strong>de</strong> perio<strong>de</strong><br />

ge<strong>de</strong>kt door een verbrekingsvergoeding.<br />

Ook arbeid verricht in het buitenland kan on<strong>de</strong>r bepa<strong>al</strong><strong>de</strong> voorwaar<strong>de</strong>n in aanmerking wor<strong>de</strong>n<br />

genomen voor <strong>de</strong> berekening van het aant<strong>al</strong> arbeidsdagen <strong>al</strong>s loontrekken<strong>de</strong> dat bewezen moet<br />

wor<strong>de</strong>n in <strong>de</strong> voormel<strong>de</strong> referteperio<strong>de</strong>.<br />

Wie vrijwillig <strong>de</strong>eltijds heeft gewerkt moet hetzelf<strong>de</strong> aant<strong>al</strong> h<strong>al</strong>ve arbeidsdagen aantonen in <strong>de</strong><br />

voormel<strong>de</strong> referteperio<strong>de</strong>, verlengd met zes maan<strong>de</strong>n. De reglementering voorziet uitzon<strong>de</strong>ringen<br />

die sommige vrijwillig <strong>de</strong>eltijdse werknemers <strong>de</strong> kans geven om gelijkgesteld te wor<strong>de</strong>n met<br />

voltijdse werknemers.<br />

Om werkloosheidsuitkeringen te kunnen genieten, moet men eveneens voldoen aan bepa<strong>al</strong><strong>de</strong><br />

specifieke toekenningsvoorwaar<strong>de</strong>n. Wij <strong>over</strong>lopen ze hier.<br />

1) Geen loon ontvangen<br />

Een werknemer die nog steeds een opzeggings- of verbrekingsvergoeding ontvangt ten laste<br />

van zijn vroegere werkgever, kan geen uitkeringen genieten tij<strong>de</strong>ns <strong>de</strong> perio<strong>de</strong> ge<strong>de</strong>kt door <strong>de</strong>ze<br />

vergoeding. De werknemer kan evenmin uitkeringen genieten voor <strong>de</strong> vakantiedagen die ge<strong>de</strong>kt<br />

zijn door vakantiegeld.<br />

2) Geen arbeid verrichten<br />

Een werkloze mag geen arbeid verrichten voor eigen rekening, die het gewone beheer van<br />

zijn eigen bezit te boven gaat en ingeschakeld kan wor<strong>de</strong>n in het economische ruilverkeer van<br />

goe<strong>de</strong>ren en diensten. Hij mag ook geen enkele vorm van arbeid verrichten voor een <strong>de</strong>r<strong>de</strong>,<br />

waardoor hij loon of enig materieel voor<strong>de</strong>el voor hem of voor zijn gezin verwerft. Arbeid voor<br />

rekening van een <strong>de</strong>r<strong>de</strong> wordt veron<strong>de</strong>rsteld vergoed te zijn; het is <strong>de</strong> betrokken persoon die het<br />

bewijs van het tegen<strong>de</strong>el moet leveren. Vrijwilligerswerk (bijvoorbeeld voor een privé-persoon of<br />

een vereniging) kan toegelaten zijn mits men dit vooraf aanvraagt. Als men er vooraf aangifte van<br />

doet, mag men ook bepa<strong>al</strong><strong>de</strong> bijberoepen uitoefenen, op voorwaar<strong>de</strong> dat men <strong>de</strong>ze <strong>al</strong> minstens<br />

drie maan<strong>de</strong>n voor <strong>de</strong> uitkeringsaanvraag <strong>de</strong>ed, terwijl men nog in loondienst werkte. Bovendien<br />

moet men dat bijberoep hoofdzakelijk uitoefenen buiten <strong>de</strong> norm<strong>al</strong>e uren van tewerkstelling<br />

(voor 7 uur en na 18 uur) en zijn sommige activiteiten verbo<strong>de</strong>n (horeca, verzekeringen, ...).<br />

3) Werkloos zijn buiten <strong>je</strong> wil<br />

Een werknemer die zelf verantwoor<strong>de</strong>lijk is voor zijn werkloosheid kan in <strong>de</strong> meeste gev<strong>al</strong>len pas<br />

uitkeringen ontvangen na een perio<strong>de</strong> van uitsluiting.<br />

28


4) Beschikbaar zijn voor <strong>de</strong> arbeidsmarkt<br />

Dat betekent dat <strong>de</strong> werkloze zich <strong>al</strong>s werkzoeken<strong>de</strong> moet inschrijven bij <strong>de</strong> VDAB (Vlaams<br />

Gewest), ACTIRIS (Brussels Gewest), <strong>de</strong> FOREM (Wa<strong>al</strong>s Gewest) of ADG (Duitst<strong>al</strong>ige Gemeenschap)<br />

en dat hij elke betrekking die <strong>al</strong>s passend wordt beschouwd, moet aanvaar<strong>de</strong>n. Het betekent<br />

ook dat hij actief werk moet zoeken. Sinds 2004 wordt het zoekgedrag naar werk van <strong>de</strong><br />

werklozen systematisch opgevolgd en wie niet actief naar werk zoekt, riskeert een sanctie. Deze<br />

opvolgingsprocedure heeft <strong>de</strong> schorsing van het recht op werkloosheidsuitkeringen wegens<br />

langdurige werkloosheid vervangen.<br />

5) Arbeidsgeschikt zijn<br />

Men moet arbeidsgeschikt zijn. Is <strong>de</strong> betrokken persoon arbeidsongeschikt, dan heeft hij recht op<br />

ziekte- of inv<strong>al</strong>iditeitsuitkeringen.<br />

6) In België verblijven<br />

Om uitkeringen te genieten moet men zijn gewone verblijfplaats in België hebben en er effectief<br />

wonen. Werklozen van 60 jaar of ou<strong>de</strong>r die een maxivrijstelling genieten <strong>al</strong>s ou<strong>de</strong>re werkloze,<br />

mogen echter tij<strong>de</strong>lijk in het buitenland verblijven, op voorwaar<strong>de</strong> dat ze hun hoofdverblijfplaats<br />

in België behou<strong>de</strong>n en er dus geduren<strong>de</strong> het grootste <strong>de</strong>el van het jaar verblijven.<br />

7) In verband met <strong>de</strong> leeftijd<br />

De jonge werknemer heeft geen recht op uitkeringen zolang hij on<strong>de</strong>rworpen is aan <strong>de</strong> voltijdse<br />

of <strong>de</strong>eltijdse leerplicht, beh<strong>al</strong>ve in gev<strong>al</strong> van tij<strong>de</strong>lijke werkloosheid.<br />

De werkloze die <strong>de</strong> wettelijke pensioenleeftijd bereikt (65 jaar voor mannen én vrouwen) heeft<br />

geen recht meer op uitkeringen vanaf <strong>de</strong> eerste dag van <strong>de</strong> maand die volgt op <strong>de</strong>ze waarin hij<br />

<strong>de</strong>ze leeftijd bereikt.<br />

Er zijn t<strong>al</strong> van uitzon<strong>de</strong>ringen op <strong>de</strong>ze voorwaar<strong>de</strong>n. Sommige hebben we <strong>al</strong> vermeld.<br />

Bruggepensioneer<strong>de</strong>n moeten niet in het bezit zijn van een controlekaart, zij kunnen hun uitkeringen<br />

behou<strong>de</strong>n <strong>al</strong>s ze arbeidsongeschikt zijn. Zij mogen ook on<strong>de</strong>r bepa<strong>al</strong><strong>de</strong> voorwaar<strong>de</strong>n een activiteit<br />

verrichten voor eigen rekening en zon<strong>de</strong>r winstoogmerk (bijvoorbeeld, het verbouwen van hun<br />

eigen woning) of een bijberoep aanvatten tij<strong>de</strong>ns hun brugpensioen. Ook ou<strong>de</strong>re werklozen<br />

kunnen on<strong>de</strong>r bepa<strong>al</strong><strong>de</strong> voorwaar<strong>de</strong>n vrijgesteld wor<strong>de</strong>n van <strong>de</strong>ze voorwaar<strong>de</strong>n.<br />

B. Uitkeringen<br />

1) Werkloos zijn na een voltijdse betrekking<br />

Een voltijdse werknemer die volledig werkloos wordt, kan werkloosheidsuitkeringen genieten<br />

voor <strong>al</strong>le dagen van <strong>de</strong> week, beh<strong>al</strong>ve <strong>de</strong> zondagen.<br />

Een voltijdse betrekking impliceert dat aan twee voorwaar<strong>de</strong>n is voldaan: <strong>de</strong> norm<strong>al</strong>e contractuele<br />

arbeidsduur stemt <strong>over</strong>een met <strong>de</strong> maxim<strong>al</strong>e wekelijkse arbeidsduur in <strong>de</strong> on<strong>de</strong>rneming en het<br />

ontvangen loon moet gelijk zijn aan het loon van een volledige werkweek.<br />

29


Ook wie een loon ontvangt dat minstens gelijk is aan het gemid<strong>de</strong>ld minimum maandinkomen en<br />

voldoet aan <strong>de</strong> toelaatbaarheidsvoorwaar<strong>de</strong>n (zie hiervoor), wordt beschouwd <strong>al</strong>s een voltijdse<br />

werknemer. De werkloze die werkloosheidsuitkeringen geniet <strong>al</strong>s voltijdse werknemer kan dit<br />

recht zelfs na een <strong>de</strong>eltijdse werkhervatting behou<strong>de</strong>n. Hiertoe volstaat het om in het begin van<br />

<strong>de</strong>ze <strong>de</strong>eltijdse werkhervatting het statuut van <strong>de</strong>eltijdse werknemer met behoud van rechten<br />

aan te vragen. Bovendien is het tij<strong>de</strong>ns <strong>de</strong>ze <strong>de</strong>eltijdse betrekking on<strong>de</strong>r bepa<strong>al</strong><strong>de</strong> voorwaar<strong>de</strong>n<br />

mogelijk boven op het loon een aanvullen<strong>de</strong> vergoeding te ontvangen, <strong>de</strong> inkomensgarantieuitkering.<br />

Wie <strong>de</strong>eltijds werkt en niet voldoet aan <strong>de</strong> voorwaar<strong>de</strong>n om gelijkgesteld te wor<strong>de</strong>n met een<br />

voltijdse werknemer of om dit te blijven, kan eventueel toegelaten wor<strong>de</strong>n en uitkeringen<br />

genieten <strong>al</strong>s vrijwillig <strong>de</strong>eltijdse werknemer. In gev<strong>al</strong> van volledige werkloosheid, ontvangt hij<br />

dan h<strong>al</strong>ve uitkeringen, in verhouding tot <strong>de</strong> contractuele wekelijkse arbeidsduur. Het moet gaan<br />

om een <strong>de</strong>eltijdse betrekking van minstens 12 uur per week of van minstens een <strong>de</strong>r<strong>de</strong> van<br />

een voltijdse betrekking. Bij werkhervatting met min<strong>de</strong>r uren is het eventueel nog mogelijk een<br />

bepa<strong>al</strong>d aant<strong>al</strong> h<strong>al</strong>ve uitkeringen te behou<strong>de</strong>n voor <strong>de</strong> niet-gewerkte dagen.<br />

2) Het bedrag van <strong>de</strong> uitkeringen<br />

Het bedrag van <strong>de</strong> uitkeringen is afhankelijk van <strong>de</strong> gezinstoestand, <strong>de</strong> werkloosheidsduur en van<br />

het laatste loon dat men <strong>al</strong>s loontrekken<strong>de</strong> ontving.<br />

Binnen het werkloosheidsstelsel on<strong>de</strong>rschei<strong>de</strong>n we drie categorieën werknemers:<br />

- <strong>de</strong> werknemer met gezinslast. In gev<strong>al</strong> van werkloosheid verliest hij het enige gezinsinkomen<br />

terwijl hij personen ten laste heeft;<br />

- <strong>de</strong> <strong>al</strong>leenwonen<strong>de</strong>. Hij verliest zijn enige inkomen maar heeft geen personen ten laste.<br />

- <strong>de</strong> samenwonen<strong>de</strong>. Hij verliest niet het enige gezinsinkomen.<br />

Werknemers met gezinslast ontvangen 60 % van hun laatste loon tij<strong>de</strong>ns <strong>de</strong> hele duur van hun<br />

werkloosheid.<br />

Alleenwonen<strong>de</strong>n ontvangen 60% van hun laatste loon tij<strong>de</strong>ns het eerste jaar werkloosheid en<br />

daarna 53,8%.<br />

Samenwonen<strong>de</strong>n ontvangen 60% van het laatste loon tij<strong>de</strong>ns het eerste jaar werkloosheid.<br />

De volgen<strong>de</strong> 3 maan<strong>de</strong>n ontvangen zij 40 % van dit loon. Deze perio<strong>de</strong> wordt verlengd met 3<br />

maan<strong>de</strong>n per gewerkt jaar in loondienst. Vervolgens ontvangen zij een forfaitaire uitkering van<br />

447,20 euro per maand (bedrag op 1 juli 2010). Samenwonen<strong>de</strong>n met 20 jaar beroepsverle<strong>de</strong>n<br />

<strong>al</strong>s loontrekken<strong>de</strong> of met een blijven<strong>de</strong> arbeidsongeschiktheid van minstens 33% op het ogenblik<br />

dat zij op <strong>de</strong> forfaitaire uitkeringen terugv<strong>al</strong>len, behou<strong>de</strong>n hun uitkering aan 40%.<br />

30


De volgen<strong>de</strong> tabel geeft <strong>de</strong> percentages van het loon weer waarop <strong>de</strong> verschillen<strong>de</strong> categorieën<br />

werklozen recht hebben tij<strong>de</strong>ns <strong>de</strong> verschillen<strong>de</strong> vergoedingsperio<strong>de</strong>s.<br />

Perio<strong>de</strong>s<br />

Categorieën<br />

Werknemers met<br />

gezinslast<br />

De werkloosheidsuitkering wordt berekend op basis van het loon dat <strong>de</strong> werknemer ontving<br />

tij<strong>de</strong>ns zijn laatste betrekking <strong>al</strong>s loontrekken<strong>de</strong> van minstens 4 opeenvolgen<strong>de</strong> weken bij<br />

<strong>de</strong>zelf<strong>de</strong> werkgever.<br />

Dit loon is begrensd. De eerste 6 maan<strong>de</strong>n van <strong>de</strong> eerste vergoedbaarheidsperio<strong>de</strong> geldt<br />

een loonplafond van 2.206,46 euro per maand. De volgen<strong>de</strong> 6 maan<strong>de</strong>n van <strong>de</strong> eerste<br />

vergoedbaarheidsperio<strong>de</strong> geldt een loonplafond van 2.056,46 euro per maand. Na <strong>de</strong> eerste<br />

vergoedbaarheidsperio<strong>de</strong> wordt een basisloonplafond (van 1.921,71 euro per maand) toegepast<br />

(bedragen op 1 juli 2010).<br />

Anciënniteitstoeslag<br />

Ou<strong>de</strong>re werklozen vanaf 50 jaar kunnen na hun eerste jaar werkloosheid aanspraak maken op<br />

een anciënniteitstoeslag indien ze aan <strong>de</strong> volgen<strong>de</strong> voorwaar<strong>de</strong>n voldoen:<br />

- een beroepsverle<strong>de</strong>n van minstens 20 jaar loondienst bewijzen;<br />

- geen conventioneel brugpensioen of brugpensioen <strong>al</strong>s grensarbei<strong>de</strong>r genieten en niet verzaakt<br />

hebben aan een conventioneel brugpensioen.<br />

Het bedrag van <strong>de</strong>ze toeslag wordt bepa<strong>al</strong>d op basis van <strong>de</strong> gezinscategorie waartoe <strong>de</strong> werklozen<br />

behoren en van hun leeftijd.<br />

Naast <strong>al</strong>le uitkeringen die we tot nu toe hebben opgesomd, zijn er ook nog <strong>de</strong> wachtuitkeringen.<br />

Deze uitkeringen wor<strong>de</strong>n toegekend aan <strong>de</strong> jongeren die na hun studies en na het doorlopen<br />

van een wachttijd tot <strong>de</strong> werkloosheid wor<strong>de</strong>n toegelaten. Zij ontvangen in dat gev<strong>al</strong> (forfaitaire)<br />

wachtuitkeringen waarvan het bedrag varieert afhankelijk van hun leeftijd en hun gezinstoestand<br />

(zie ver<strong>de</strong>r, punt D).<br />

3) Procedure<br />

1ste perio<strong>de</strong><br />

(= 1ste jaar<br />

werkloosheid)<br />

2<strong>de</strong> perio<strong>de</strong><br />

(= eerste 3 maan<strong>de</strong>n<br />

van het 2<strong>de</strong> jaar,<br />

eventueel verlengd)<br />

60 % 60 % 60 %<br />

Alleenwonen<strong>de</strong>n 60 % 53,8 % 53,8 %<br />

3<strong>de</strong> perio<strong>de</strong><br />

(= na <strong>de</strong> 2<strong>de</strong> perio<strong>de</strong>)<br />

Samenwonen<strong>de</strong>n 60 % 40 % forfaitaire uitkering<br />

De uitkeringen wor<strong>de</strong>n niet automatisch toegekend. De betrokken persoon moet een aanvraag<br />

indienen bij een uitbet<strong>al</strong>ingsinstelling naar keuze. Dit zijn ofwel instellingen verbon<strong>de</strong>n met<br />

een vakbond (ABVV, ACLVB of ACV), ofwel <strong>de</strong> openbare uitbet<strong>al</strong>ingsinstelling, <strong>de</strong> Hulpkas voor<br />

Werkloosheidsuitkeringen (HVW).<br />

31


C. Uitsluiting en sancties<br />

In bepa<strong>al</strong><strong>de</strong> gev<strong>al</strong>len kan een werkloze uitgesloten wor<strong>de</strong>n van het recht op uitkeringen of een<br />

sanctie krijgen. De belangrijkste re<strong>de</strong>nen voor een uitsluiting of een sanctie zijn:<br />

a) Vrijwillige werkloosheid<br />

De werkloosheid wordt <strong>al</strong>s vrijwillig beschouwd in <strong>de</strong> volgen<strong>de</strong> gev<strong>al</strong>len:<br />

- het verlaten van een passen<strong>de</strong> dienstbetrekking zon<strong>de</strong>r wettige re<strong>de</strong>n;<br />

- het ontslag dat het gevolg is van een foutieve houding van <strong>de</strong> werknemer;<br />

- het zich zon<strong>de</strong>r voldoen<strong>de</strong> rechtvaardiging niet aanmel<strong>de</strong>n bij een werkgever na een uitnodiging<br />

van <strong>de</strong> bemid<strong>de</strong>lingsdienst of het weigeren van een passen<strong>de</strong> betrekking;<br />

- het zon<strong>de</strong>r voldoen<strong>de</strong> rechtvaardiging niet komen opdagen bij <strong>de</strong> bevoeg<strong>de</strong> dienst voor<br />

arbeidsbemid<strong>de</strong>ling en/of beroepsopleiding;<br />

- het weigeren of mislukken van een inschakelingsparcours;<br />

- voor <strong>de</strong> ontslagen werknemer van 45 jaar of ou<strong>de</strong>r met minstens 1 jaar anciënniteit in <strong>de</strong><br />

on<strong>de</strong>rneming: het feit niet <strong>de</strong>el te nemen aan een outplacement dat hij heeft gevraagd of dat<br />

<strong>de</strong> werkgever hem verplicht moest aanbie<strong>de</strong>n; het feit <strong>de</strong> werkgever niet tijdig in gebreke te<br />

hebben gesteld terwijl <strong>de</strong>ze verplicht was het outplacement aan te bie<strong>de</strong>n; het feit zich niet<br />

tijdig in te schrijven bij <strong>de</strong> verplichte tewerkstellingscel in het ka<strong>de</strong>r van het activerend beleid bij<br />

herstructureringen.<br />

b) Niet beschikbaar zijn voor <strong>de</strong> arbeidsmarkt<br />

- <strong>al</strong>s gevolg van een reglementaire bep<strong>al</strong>ing of een feitelijke toestand, zo<strong>al</strong>s pre- of postnata<strong>al</strong><br />

verlof;<br />

- wanneer een werkloze voor zijn we<strong>de</strong>rtewerkstelling voorwaar<strong>de</strong>n stelt die op basis van <strong>de</strong><br />

criteria van <strong>de</strong> passen<strong>de</strong> dienstbetrekking niet gerechtvaardigd zijn;<br />

- een negatieve ev<strong>al</strong>uatie van <strong>de</strong> inspanningen van <strong>de</strong> werkloze om werk te zoeken.<br />

c) N<strong>al</strong>aten een verplichte aangifte te doen, een laattijdige, onjuiste of onvolledige aangifte of het<br />

gebruik van onjuiste documenten kan aanleiding geven tot <strong>de</strong> terugvor<strong>de</strong>ring van <strong>de</strong> onterecht<br />

ontvangen uitkeringen en tot een uitsluiting van het recht op uitkeringen voor een bepa<strong>al</strong><strong>de</strong><br />

perio<strong>de</strong>.<br />

Als bedrieglijk opzet wordt bewezen, kan ook een gerechtelijke straf volgen.<br />

Vóór elke beslissing tot sanctie of uitsluiting wordt <strong>de</strong> werkloze opgeroepen naar het<br />

werkloosheidsbureau om gehoord te wor<strong>de</strong>n in zijn verweermid<strong>de</strong>len. Tij<strong>de</strong>ns dit verhoor wordt<br />

<strong>de</strong> werkloze geïnformeerd <strong>over</strong> <strong>de</strong> feiten die hem ten laste wor<strong>de</strong>n gelegd en krijgt hij <strong>de</strong> kans<br />

om <strong>de</strong>ze te weerleggen, om zijn argumenten te geven en nieuwe stukken toe te voegen aan het<br />

dossier. Hij mag zich daarbij laten vertegenwoordigen of bijstaan door een vakbondsafgevaardig<strong>de</strong><br />

of een advocaat.<br />

Wanneer <strong>de</strong> directeur een beslissing tot uitsluiting of sanctie heeft genomen, ontvangt <strong>de</strong><br />

betrokkene hiervan een kennisgeving. De beslissing moet naar recht en in feite gemotiveerd<br />

wor<strong>de</strong>n en vermel<strong>de</strong>n welke procedure gevolgd moet wor<strong>de</strong>n om een gerechtelijk beroep in te<br />

stellen, indien <strong>de</strong> werkloze <strong>de</strong> beslissing betwist. De werkloze beschikt vanaf <strong>de</strong> kennisgeving<br />

van <strong>de</strong> beslissing <strong>over</strong> een termijn van drie maan<strong>de</strong>n om een <strong>de</strong>rgelijk beroep in te stellen.<br />

32


D. Bruggepensioneer<strong>de</strong>n en jonge schoolverlaters<br />

Het brugpensioen is voorbehou<strong>de</strong>n aan door <strong>de</strong> werkgever ontslagen ou<strong>de</strong>re werklozen,<br />

op wie een collectieve arbeids<strong>over</strong>eenkomst (CAO) van toepassing is, die <strong>de</strong> vereiste leeftijd<br />

hebben bereikt en een voldoen<strong>de</strong> lang beroepsverle<strong>de</strong>n <strong>al</strong>s loontrekken<strong>de</strong> bewijzen. Als zij op<br />

brugpensioen wor<strong>de</strong>n gesteld, hebben zij tot hun pensioen recht op werkloosheidsuitkeringen<br />

aan 60 % van hun begrensd loon, ongeacht hun gezinstoestand. Bovendien ontvangen zij een<br />

aanvullen<strong>de</strong> vergoeding ten laste van hun vroegere werkgever.<br />

Schoolverlaters ontvangen niet onmid<strong>de</strong>llijk een uitkering. Eerst moeten zij een wachttijd doorlopen<br />

(zij moeten zich inschrijven <strong>al</strong>s werkzoeken<strong>de</strong> en beschikbaar zijn voor <strong>de</strong> arbeidsmarkt). Tij<strong>de</strong>ns<br />

<strong>de</strong>ze wachttijd blijven zij recht hebben op kin<strong>de</strong>rbijslag. Na <strong>de</strong> wachttijd, waarvan <strong>de</strong> duur afhangt<br />

van hun leeftijd, kunnen zij wachtuitkeringen aanvragen. Indien <strong>al</strong>le voorwaar<strong>de</strong>n vervuld zijn<br />

(on<strong>de</strong>r meer <strong>de</strong> vereiste studies voltooid hebben en <strong>de</strong> wachttijd op een geldige wijze doorlopen<br />

hebben), kunnen ze een (forfaitaire) wachtuitkering ontvangen, waarvan het bedrag ook afhangt<br />

van <strong>de</strong> gezinssituatie en <strong>de</strong> leeftijd van <strong>de</strong> jongere.<br />

E. Tewerkstellingsmaatregelen<br />

Om <strong>de</strong> tewerkstelling te bevor<strong>de</strong>ren en <strong>de</strong> werkloosheid te doen d<strong>al</strong>en, zijn er <strong>de</strong> afgelopen<br />

jaren t<strong>al</strong> van maatregelen getroffen. Ze beogen voor<strong>al</strong> <strong>de</strong> werkgevers ertoe aan te zetten<br />

meer werknemers uit bepa<strong>al</strong><strong>de</strong> categorieën in dienst te nemen door hen on<strong>de</strong>r an<strong>de</strong>re een<br />

bijdragevermin<strong>de</strong>ring voor <strong>de</strong> soci<strong>al</strong>e <strong>zekerheid</strong> toe te staan, zo<strong>al</strong>s <strong>de</strong> soci<strong>al</strong>e Maribel of <strong>de</strong><br />

startbaan<strong>over</strong>eenkomsten.<br />

Er zijn ook maatregelen genomen in het ka<strong>de</strong>r van <strong>de</strong> activering van <strong>de</strong> werkloosheidsuitkeringen<br />

en het wegwerken van <strong>de</strong> zogenaam<strong>de</strong> werkloosheidsv<strong>al</strong>len Dit wil zeggen dat nieuwe types<br />

van uitkeringen gecreëerd wer<strong>de</strong>n of toepassingsregels van <strong>de</strong> bestaan<strong>de</strong> wer<strong>de</strong>n aangepast<br />

om we<strong>de</strong>rtewerkstelling zoveel mogelijk aan te moedigen en <strong>de</strong> werkgelegenheidsgraad<br />

van bepa<strong>al</strong><strong>de</strong> doelgroepen te verhogen, on<strong>de</strong>r an<strong>de</strong>re via <strong>de</strong> volgen<strong>de</strong> maatregelen: Activa<br />

(“werkuitkering”) en <strong>de</strong> recente variant hierop, het win-win plan, <strong>de</strong> buurtdiensten en<br />

dienstbanen, <strong>de</strong> doorstromingsprogramma’s en <strong>de</strong> PWA’s, <strong>de</strong> werkhervattingstoeslag, <strong>de</strong> <strong>je</strong>ugd-<br />

en seniorvakantie, <strong>de</strong> opleidings-, stage- en vestigingsuitkering.<br />

Ver<strong>de</strong>r hebben ook <strong>de</strong> verschillen<strong>de</strong> Gewesten een aant<strong>al</strong> tewerkstellingsprogramma’s ingevoerd,<br />

voornamelijk gericht op langdurig werklozen.<br />

33


Pensioenen<br />

Pensioenen! Je kunt er werkelijk niet meer omheen! De problematiek van <strong>de</strong> pensioenen vormt<br />

een van <strong>de</strong> voornaamste bekommernissen in het soci<strong>al</strong>e<strong>zekerheid</strong>sstelsel. Wat gaat <strong>de</strong> toekomst<br />

ons brengen?<br />

A. Steeds meer gepensioneer<strong>de</strong>n<br />

De hele pensioenproblematiek en <strong>de</strong> aangekondig<strong>de</strong> verergering ervan, is niet terug te brengen<br />

tot één basisoorzaak. We kunnen verschillen<strong>de</strong> factoren aanwijzen die elkaar nog versterken in<br />

hun invloed op <strong>de</strong> pensioenen. In <strong>de</strong> eerste plaats is er <strong>de</strong> stijging van <strong>de</strong> levensverwachting.<br />

Door <strong>de</strong> nieuwe medische technieken leven mensen steeds langer. Dit betekent natuurlijk ook<br />

dat ze tij<strong>de</strong>ns een steeds langere perio<strong>de</strong> een pensioen kunnen genieten.<br />

Daarnaast stoppen werknemers steeds vroeger met hun loopbaan. Door <strong>al</strong>lerlei nieuwe<br />

maatregelen die <strong>de</strong> ou<strong>de</strong>re beroepsbevolking doen afvloeien ten voor<strong>de</strong>le van <strong>de</strong> werkgelegenheid<br />

voor jongeren, stemt <strong>de</strong> feitelijke pensioenleeftijd niet langer <strong>over</strong>een met <strong>de</strong> wettelijke<br />

pensioenleeftijd. Die trend moet wor<strong>de</strong>n omgebogen met maatregelen die ou<strong>de</strong>re werknemers<br />

langer aan het werk hou<strong>de</strong>n.<br />

Ook <strong>de</strong> steeds langer wor<strong>de</strong>n<strong>de</strong> studieperio<strong>de</strong>s in het begin van <strong>de</strong> carrière hebben tot gevolg<br />

dat <strong>de</strong> beroepsbevolking die voor <strong>de</strong> pensioenen bijdragen beta<strong>al</strong>t, steeds kleiner wordt.<br />

Voorts kampt België <strong>al</strong> tient<strong>al</strong>len jaren met een d<strong>al</strong>end geboortecijfer.<br />

Tot slot z<strong>al</strong> <strong>de</strong> toenemen<strong>de</strong> vrouwelijke tewerkstelling ook <strong>de</strong> toename van <strong>de</strong> pensioenkosten<br />

beïnvloe<strong>de</strong>n. Werken<strong>de</strong> vrouwen bouwen immers ook een persoonlijk pensioen op. Hierdoor<br />

ontvangt een samenwonend koppel twee <strong>al</strong>leenstaan<strong>de</strong>npensioenen in plaats van één<br />

gezinspensioen, en dat is nu eenma<strong>al</strong> duur<strong>de</strong>r.<br />

Samengevat kan <strong>je</strong> eenvoudig stellen dat <strong>de</strong> “afhankelijkheidsgraad” (<strong>de</strong> verhouding tussen<br />

het aant<strong>al</strong> gepensioneer<strong>de</strong>n en het aant<strong>al</strong> actieven) toeneemt.<br />

We zetten hieron<strong>de</strong>r <strong>de</strong> specifieke bep<strong>al</strong>ingen van het gehele pensioenstelsel op een rijt<strong>je</strong>.<br />

We vertrekken van het werknemersstelsel om zo <strong>de</strong> verschillen met <strong>de</strong> an<strong>de</strong>re stelsels aan<br />

te geven. In <strong>de</strong> eerste plaats moeten we een on<strong>de</strong>rscheid maken tussen rustpensioenen en<br />

<strong>over</strong>levingspensioenen:<br />

- een rustpensioen is een uitkering die <strong>je</strong> ontvangt door vroegere tewerkstelling nadat <strong>je</strong> een<br />

bepa<strong>al</strong><strong>de</strong> leeftijd hebt bereikt;<br />

- een <strong>over</strong>levingspensioen is een uitkering die <strong>je</strong> ontvangt wegens <strong>de</strong> tewerkstelling van <strong>de</strong><br />

<strong>over</strong>le<strong>de</strong>n echtgeno(o)t(e).<br />

We behan<strong>de</strong>len <strong>de</strong>ze twee soorten pensioenen afzon<strong>de</strong>rlijk.<br />

B. Rustpensioenen<br />

Om een rustpensioen te verkrijgen, moet <strong>je</strong> aan een aant<strong>al</strong> voorwaar<strong>de</strong>n voldoen. In <strong>de</strong><br />

eerste plaats moet <strong>je</strong> een zekere leeftijd hebben bereikt, in <strong>de</strong> twee<strong>de</strong> plaats mag <strong>je</strong> geen<br />

beroepsactiviteit meer uitoefenen.<br />

34


B.1. Pensioenleeftijd<br />

De norm<strong>al</strong>e pensioenleeftijd is thans 65 jaar voor mannen en voor vrouwen. Van januari 1991<br />

tot juni 1997 was het voor ie<strong>de</strong>re werknemer mogelijk om vanaf 60 jaar op pensioen te gaan.<br />

Vrouwen moesten 40 dienstjaren, mannen 45 dienstjaren vervullen om een volledige loopbaan<br />

te hebben. Om dit verschil op te lossen, werd beslist om, na een lange <strong>over</strong>gangsperio<strong>de</strong>, die is<br />

afgelopen op 1 januari 2009, <strong>de</strong> norm<strong>al</strong>e pensioenleeftijd voor zowel mannen <strong>al</strong>s vrouwen op 65<br />

jaar vast te leggen. Zowel mannen <strong>al</strong>s vrouwen moeten dan 45 dienstjaren vervullen om recht te<br />

hebben op een volledig pensioen.<br />

De mogelijkheid om vroeger dan <strong>de</strong> gewone pensioenleeftijd op pensioen te gaan, blijft bestaan.<br />

Voor werknemers en werkneemsters is dit mogelijk vanaf 60 jaar voor z<strong>over</strong> <strong>de</strong> loopbaan<br />

minstens 35 jaar telt.<br />

Voor zelfstandigen ligt <strong>de</strong> pensioenleeftijd op 65 jaar voor mannen en vrouwen. Net zo<strong>al</strong>s<br />

werknemers kunnen zelfstandigen vervroegd met pensioen gaan vanaf 60 jaar. In gev<strong>al</strong> van<br />

vervroegd pensioen, wordt voor mannen, beh<strong>al</strong>ve <strong>al</strong>s <strong>de</strong> loopbaan ten minste 42 jaar omvat, het<br />

bedrag van het pensioen met 5 % vermin<strong>de</strong>rd wanneer het pensioen voor <strong>de</strong> leeftijd van 61 jaar<br />

ingaat, met 4,5 % wanneer het pensioen vanaf <strong>de</strong> leeftijd van 61 jaar en voor <strong>de</strong> leeftijd van 62<br />

jaar ingaat, met 4 % wanneer het pensioen vanaf <strong>de</strong> leeftijd van 62 jaar en voor <strong>de</strong> leeftijd van<br />

63 jaar ingaat, met 3,5 % wanneer het pensioen vanaf <strong>de</strong> leeftijd van 63 jaar en voor <strong>de</strong> leeftijd<br />

van 64 jaar ingaat, en met 3 % wanneer het pensioen vanaf <strong>de</strong> leeftijd van 64 jaar en voor <strong>de</strong><br />

leeftijd van 65 jaar ingaat. Net zo<strong>al</strong>s in het stelsel voor werknemers bedraagt het aant<strong>al</strong> vereiste<br />

loopbaanjaren (zowel voor mannen <strong>al</strong>s vrouwen) 35 jaar sinds 2005.<br />

Voor vastbenoem<strong>de</strong> ambtenaren is <strong>de</strong> norm<strong>al</strong>e pensioenleeftijd gelijk voor mannen en<br />

vrouwen: 65 jaar. Ambtenaren kunnen <strong>over</strong>igens vragen vanaf <strong>de</strong> leeftijd van 60 jaar op pensioen<br />

te wor<strong>de</strong>n gesteld, op voorwaar<strong>de</strong> dat ze ten minste vijf dienstjaren hebben en dat ze diensten of<br />

in aanmerking komen<strong>de</strong> perio<strong>de</strong>n na 31 <strong>de</strong>cember 1976 kunnen laten gel<strong>de</strong>n.<br />

Voor sommige categorieën van ambtenaren kan <strong>de</strong> leeftijdsgrens hoger liggen (voor magistraten<br />

bijvoorbeeld) of lager liggen (bijvoorbeeld voor sommige militairen).<br />

De contractuele ambtenaren ontvangen een pensioen <strong>al</strong>s werknemer.<br />

On<strong>de</strong>rstaan<strong>de</strong> tabel vat <strong>de</strong> pensioenleeftij<strong>de</strong>n in <strong>de</strong> drie sectoren samen.<br />

Werknemers Zelfstandigen Ambtenaren<br />

Norma<strong>al</strong> Vervroegd Norma<strong>al</strong> Vervroegd Norma<strong>al</strong> Vervroegd<br />

65 60 65 60 65 Verschilt<br />

In het werknemersstelsel is <strong>de</strong>ze pensioenregeling niet verplicht. Een werknemer kan<br />

dus, <strong>al</strong>s <strong>de</strong> werkgever akkoord is, nog na zijn 65ste verjaardag blijven werken. Hij moet<br />

dan wel <strong>de</strong>zelf<strong>de</strong> bijdragen bet<strong>al</strong>en <strong>al</strong>s <strong>de</strong> an<strong>de</strong>re actieven, en dus eveneens bijdragen voor <strong>de</strong><br />

pensioenen. Ambtenaren daarentegen moeten ten laatste op hun 65ste op pensioen behou<strong>de</strong>ns<br />

enkele uitzon<strong>de</strong>ringen hierop.<br />

Beh<strong>al</strong>ve <strong>de</strong> leeftijdsvoorwaar<strong>de</strong> mag <strong>je</strong> het pensioen niet combineren met een beroepsactiviteit.<br />

Als beroepsactiviteit wordt beschouwd: “ie<strong>de</strong>re activiteit die beroepsinkomsten kan opleveren in<br />

<strong>de</strong> zin van het wetboek van inkomstenbelastingen”. Dit betekent echter niet dat <strong>je</strong> zo<strong>al</strong>s in het<br />

werkloosheidsstelsel geen enkele activiteit mag uitoefenen. Er is hiervoor een financiële grens<br />

35


epa<strong>al</strong>d die <strong>je</strong> niet mag <strong>over</strong>schrij<strong>de</strong>n. Die grens hangt af van het statuut, <strong>de</strong> gezinssituatie, <strong>de</strong><br />

leeftijd en <strong>de</strong> aard van het toegeken<strong>de</strong> pensioen.<br />

On<strong>de</strong>rstaan<strong>de</strong> tabel bevat <strong>de</strong> grensbedragen voor 2010<br />

36<br />

Tewerkstelling <strong>al</strong>s:<br />

Werknemer<br />

(privésectorof<br />

<strong>over</strong>heidssector)<br />

(bruto bedragen)<br />

Zelfstandige<br />

(netto bedragen)<br />

Vóór <strong>de</strong><br />

pensioengerechtig<strong>de</strong><br />

leeftijd<br />

Vanaf <strong>de</strong><br />

pensioengerechtig<strong>de</strong><br />

leeftijd<br />

- basis 7.421,57 € 21.436,50 €<br />

- met ten minste<br />

1 kind ten laste<br />

11.132,37 € 26.075,00 €<br />

- basis 5.937,26 € 17.149,19 €<br />

- met ten minste<br />

1 kind ten laste<br />

8.905,89 € 20.859,98 €<br />

Als <strong>je</strong> die grenzen met minstens 15 % <strong>over</strong>schrijdt, dan wordt het volledige pensioen geschorst voor<br />

het volledige betrokken k<strong>al</strong>en<strong>de</strong>rjaar.<br />

Als <strong>je</strong> ze slechts met min<strong>de</strong>r dan 15 % <strong>over</strong>schrijdt, dan wordt het pensioen in verhouding tot <strong>de</strong><br />

<strong>over</strong>schrijding vermin<strong>de</strong>rd. Als <strong>je</strong> aan <strong>de</strong>ze twee voorwaar<strong>de</strong>n (leeftijd en geen beroepsactiviteit)<br />

voldoet, kan <strong>je</strong> <strong>je</strong> rechten op een pensioen doen gel<strong>de</strong>n.<br />

Voor <strong>de</strong> berekening van een pensioen is het on<strong>de</strong>rscheid tussen <strong>de</strong> drie stelsels, namelijk het<br />

werknemersstelsel, het stelsel van <strong>de</strong> openbare sector en dat van <strong>de</strong> zelfstandigen, fundamenteel. Een<br />

pensioen kan bovendien opgebouwd zijn met verschillen<strong>de</strong> pensioenen uit verschillen<strong>de</strong> stelsels <strong>al</strong>s <strong>je</strong><br />

tij<strong>de</strong>ns <strong>je</strong> loopbaan verschillen<strong>de</strong> statuten hebt gehad.<br />

Per loopbaanjaar past men volgen<strong>de</strong> formule toe:<br />

Jaarloon aangepast aan inflatie x 60 % (<strong>al</strong>leenstaan<strong>de</strong>) of 75 % (gezin)<br />

45<br />

De uitkomsten wor<strong>de</strong>n opgeteld en geven het bruto pensioen.<br />

Afhankelijk van <strong>de</strong> gezinssituatie ontvang <strong>je</strong> een pensioen dat gelijk is aan 75 % of 60 %. Als <strong>je</strong><br />

gezinshoofd bent, d.w.z. dat <strong>je</strong> <strong>je</strong> echtgenoot ten laste hebt (geen persoonlijk pensioen en geen of<br />

beperkte persoonlijke inkomsten), dan heb <strong>je</strong> recht op 75 %, an<strong>de</strong>rs maar op 60 %.<br />

B.2. Beroepsloopbaan<br />

De beroepsloopbaanjaren zijn jaren die voor <strong>de</strong> pensioenberekening in aanmerking komen. Naast <strong>de</strong><br />

bewezen activiteitsjaren heb <strong>je</strong> ook nog <strong>de</strong> gelijkgestel<strong>de</strong> perio<strong>de</strong>n <strong>al</strong> dan niet na bet<strong>al</strong>ing van bijdragen.<br />

Perio<strong>de</strong>n van inactiviteit die zon<strong>de</strong>r bet<strong>al</strong>ing van bijdragen met perio<strong>de</strong>n van tewerkstelling <strong>al</strong>s werknemer<br />

wor<strong>de</strong>n gelijkgesteld zijn on<strong>de</strong>r meer <strong>de</strong> perio<strong>de</strong>n van werkloosheid, ziekte- en inv<strong>al</strong>iditeitsperio<strong>de</strong>n,<br />

vakantieperio<strong>de</strong>n, militaire dienst, enz. Om <strong>de</strong> an<strong>de</strong>re perio<strong>de</strong>n te kunnen regulariseren, moet <strong>je</strong> een<br />

aanvraag indienen bij <strong>de</strong> Rijksdienst voor Pensioenen (RVP). De studieperio<strong>de</strong>n vanaf <strong>de</strong> 20ste verjaardag<br />

kunnen ook geregulariseerd wor<strong>de</strong>n door mid<strong>de</strong>l van een aanvraag binnen <strong>de</strong> 10 jaar na <strong>de</strong> studies bij


<strong>de</strong> Rijksdienst voor pensioenen(RVP)en het bet<strong>al</strong>en van een persoonlijke bijdrage.<br />

Het aant<strong>al</strong> dienstjaren dat uitein<strong>de</strong>lijk voor <strong>de</strong> pensioenberekening wordt gebruikt, mag nooit meer dan<br />

45 bedragen, zowel voor vrouwen <strong>al</strong>s voor mannen. Als <strong>je</strong> wel aan meer komt, wordt met <strong>de</strong> minst<br />

gunstige jaren geen rekening gehou<strong>de</strong>n.<br />

B.3. Brutolonen<br />

Beh<strong>al</strong>ve het aant<strong>al</strong> loopbaanjaren spelen ook <strong>de</strong> brutolonen een belangrijke rol bij het bep<strong>al</strong>en van<br />

het pensioen. We kunnen hierbij een on<strong>de</strong>rscheid maken tussen <strong>de</strong> werkelijke lonen (die lonen<br />

waarop <strong>de</strong> pensioenbijdragen wer<strong>de</strong>n berekend), <strong>de</strong> fictieve lonen (die hebben betrekking op <strong>de</strong><br />

inactiviteitsperio<strong>de</strong>n die wor<strong>de</strong>n gelijkgesteld) en <strong>de</strong> forfaitaire lonen.<br />

Voor <strong>de</strong> beroepsloopbaanjaren gepresteerd voor 1955 (arbei<strong>de</strong>rs) of voor 1958 (bedien<strong>de</strong>n) wordt er<br />

steeds een forfaitair loon in rekening gebracht. Het is eveneens mogelijk dat voor gehandicapten of<br />

werknemers met een arbeidsongev<strong>al</strong> of beroepsziekte een forfaitair loon in rekening wordt gebracht <strong>al</strong>s<br />

dat gunstiger uitv<strong>al</strong>t dan hun werkelijk loon.<br />

Het tota<strong>al</strong> van die lonen wordt per werknemer ingeschreven op een persoonlijke rekening die door<br />

<strong>de</strong> VZW Sigedis wordt bijgehou<strong>de</strong>n. Ie<strong>de</strong>r jaar ontvangt ie<strong>de</strong>re werknemer een uittreksel van zijn<br />

persoonlijke rekening.<br />

Op <strong>de</strong> lonen die voor het pensioen in aanmerking komen, wor<strong>de</strong>n er twee bewerkingen uitgevoerd. Zo<br />

wor<strong>de</strong>n ze eerst aangepast aan <strong>de</strong> in<strong>de</strong>x <strong>de</strong>r consumptieprijzen. Vervolgens wor<strong>de</strong>n ze ook aangepast<br />

aan het peil van het <strong>al</strong>gemene welzijn om tegemoet te komen aan <strong>de</strong> <strong>al</strong>gemene welzijnsstijging on<strong>de</strong>r<br />

<strong>de</strong> bevolking. Dit wordt <strong>de</strong> herwaar<strong>de</strong>ring genoemd.<br />

Tot slot is er ook een maximumgrens bepa<strong>al</strong>d. Het jaarlijkse brutoloon komt maar in aanmerking<br />

tot maxima<strong>al</strong> <strong>de</strong>ze grens. De grens ligt nu op 47.171,84 € voor het jaar 2009, zodat het pensioen<br />

eveneens tot een zeker maximum wordt beperkt. Maar er is ook een minimum vooropgesteld. Als <strong>je</strong><br />

aan een te laag pensioen komt, kan het wor<strong>de</strong>n aangevuld. Dat brengt ons bij <strong>de</strong> inkomensgarantie voor<br />

ou<strong>de</strong>ren, dat tot <strong>de</strong> soci<strong>al</strong>e bijstand behoort.<br />

Voor <strong>de</strong> berekening van het zelfstandigenpensioen werkt men met forfaitaire, reële of fictieve<br />

(voor gelijkgestel<strong>de</strong> perio<strong>de</strong>s) beroepsinkomsten. Voor <strong>de</strong> loopbaanjaren gelegen vóór 1984 wordt<br />

er per jaar een forfaitair beroepsinkomen (een vast bedrag) in aanmerking genomen. Voor <strong>de</strong> jaren<br />

na 1983 wordt rekening gehou<strong>de</strong>n met <strong>de</strong> reële inkomsten - tot maxima<strong>al</strong> 51.059,94 € (op 1 juli<br />

2010). De reële inkomsten wor<strong>de</strong>n vermenigvuldigd met een zogenaam<strong>de</strong> ‘harmonisatiecoëfficiënt’<br />

die <strong>de</strong> verhouding aangeeft tussen <strong>de</strong> uitgaven voor <strong>de</strong> pensioenuitkeringen en <strong>de</strong> tot<strong>al</strong>e uitgaven<br />

binnen het socia<strong>al</strong> statuut <strong>de</strong>r zelfstandigen. Net zo<strong>al</strong>s bij <strong>de</strong> werknemers van <strong>de</strong> privésector hangt het<br />

zelfstandigenpensioen tot slot ook af van <strong>de</strong> gezinssituatie.<br />

De berekening van het ambtenarenpensioen verloopt niet op <strong>de</strong>zelf<strong>de</strong> manier. In plaats van <strong>al</strong>le<br />

brutolonen van <strong>de</strong> volledige loopbaan brengt men hier enkel <strong>de</strong> gemid<strong>de</strong>l<strong>de</strong> niet-geïn<strong>de</strong>xeer<strong>de</strong> wed<strong>de</strong><br />

van <strong>de</strong> laatste vijf jaren in rekening (uitgezon<strong>de</strong>rd voor <strong>de</strong> militairen waar dit <strong>de</strong> laatste wed<strong>de</strong> is).<br />

Deze referentiewed<strong>de</strong> wordt vermenigvuldigd met het aant<strong>al</strong> jaren aanneembare dienst ge<strong>de</strong>eld door<br />

60. Voor bepa<strong>al</strong><strong>de</strong> personeelscategorieën wordt <strong>de</strong> breuk 1/60 vervangen door een an<strong>de</strong>re breuk (bijv.<br />

leerkrachten, magistraten, …).<br />

Bepa<strong>al</strong><strong>de</strong> afwezigheidsperio<strong>de</strong>n wor<strong>de</strong>n slechts in aanmerking genomen tot een bepa<strong>al</strong>d percentage van<br />

<strong>de</strong> werkelijk gepresteer<strong>de</strong> diensten. Daarenboven, kunnen bepa<strong>al</strong><strong>de</strong> perio<strong>de</strong>n van loopbaanon<strong>de</strong>rbreking<br />

slechts meetellen mits het verrichten van <strong>de</strong> nodige stortingen.<br />

Indien het bezit van een diploma (voor post-secundaire studies) een vereiste was bij <strong>de</strong> aanwerving of<br />

bij een latere bevor<strong>de</strong>ring, wor<strong>de</strong>n <strong>de</strong>ze studiejaren in aanmerking genomen bij <strong>de</strong> berekening van het<br />

<strong>over</strong>heidspensioen (er moeten hiervoor geen bijdragen wor<strong>de</strong>n beta<strong>al</strong>d).<br />

37


Het <strong>over</strong>heidspensioen wordt beperkt tot 2 soorten maximumbedragen: het relatief maximum dat gelijk<br />

is aan ¾ van <strong>de</strong> referentiewed<strong>de</strong> waarop het pensioen werd berekend en het absoluut maximum dat<br />

gelijk is aan een maximum ingesteld bruto maandbedrag van 5 805,26 € per maand (op 1 juli 2010).<br />

Een pensioencomplement wordt toegekend aan <strong>de</strong> ambtenaren die hun loopbaan hebben voortgezet na<br />

<strong>de</strong> leeftijd van 60 jaar. Dit complement verhoogt voor ie<strong>de</strong>re maand werkelijk gepresteer<strong>de</strong> dienst na <strong>de</strong><br />

leeftijd van 60 jaar. Voor pensioenen die ingegaan zijn vanaf 1 januari 2007 met werkelijk gepresteer<strong>de</strong><br />

diensten na 31 <strong>de</strong>cember 2005, mag het leeftijdscomplement het relatief maximum <strong>over</strong>schrij<strong>de</strong>n tot<br />

uiterlijk 9/10<strong>de</strong>n van <strong>de</strong> referentiewed<strong>de</strong>.<br />

Een pensioenbonus wordt eveneens toegekend aan werknemers en zelfstandigen die hun beroepsactiviteit<br />

voortzetten na <strong>de</strong> leeftijd van 62 jaar of na een beroepsloopbaan van ten minste 44 jaar.<br />

Tot slot willen we nog opmerken dat er in <strong>al</strong>le regelingen regels bestaan om kleine pensioenen te vermij<strong>de</strong>n<br />

voor mensen die tij<strong>de</strong>ns hun loopbaan een laag loon had<strong>de</strong>n. Voor <strong>de</strong> werknemerspensioenen voorziet<br />

<strong>de</strong> wetgeving bijvoorbeeld in een minimumrecht per loopbaanjaar, voor z<strong>over</strong> <strong>de</strong> gepensioneer<strong>de</strong> een<br />

loopbaan van minstens 15 jaar heeft en elk jaar van tewerkstelling minstens gelijk aan een <strong>de</strong>r<strong>de</strong> van<br />

een voltijdse betrekking was. Er bestaat tevens een minimumpensioen voor <strong>de</strong> personen die hebben<br />

gewerkt tij<strong>de</strong>ns een perio<strong>de</strong> gelijk aan minstens twee <strong>de</strong>r<strong>de</strong> van een volledige loopbaan.<br />

C. Overlevingspensioen<br />

Een <strong>over</strong>levingspensioen wordt enkel toegekend aan weduwen of weduwnaars volgens het<br />

beroepsverle<strong>de</strong>n van hun <strong>over</strong>le<strong>de</strong>n echtgeno(o)t(e). Net zo<strong>al</strong>s bij het rustpensioen moet <strong>je</strong> bij een<br />

<strong>over</strong>levingspensioen een aant<strong>al</strong> voorwaar<strong>de</strong>n vervullen om er recht op te hebben.<br />

- In <strong>de</strong> eerste plaats moet <strong>je</strong> een zekere leeftijd bereikt hebben. Principieel moet <strong>je</strong> 45 jaar oud<br />

zijn om <strong>over</strong>levingspensioengerechtigd te zijn (voor <strong>de</strong> <strong>over</strong>levingspensioenen van <strong>de</strong> <strong>over</strong>heidssector<br />

bestaat er een speci<strong>al</strong>e regeling voor <strong>de</strong> pensioengerechtig<strong>de</strong>n jonger dan 45 jaar). Als <strong>je</strong> evenwel een<br />

kind ten laste hebt of minstens 66 % arbeidsongeschikt bent, geldt <strong>de</strong> leeftijdsvoorwaar<strong>de</strong> niet.<br />

- Vervolgens moest <strong>je</strong> met <strong>de</strong> <strong>over</strong>le<strong>de</strong>ne gehuwd geweest zijn. Het huwelijk moet minstens een<br />

jaar hebben geduurd of er moet een kind uit zijn geboren. Als <strong>je</strong> nog an<strong>de</strong>re kin<strong>de</strong>ren ten laste hebt -<br />

bijvoorbeeld uit een vorig huwelijk - is het eveneens niet noodzakelijk dat <strong>je</strong> een jaar gehuwd was. Ook<br />

<strong>al</strong>s het <strong>over</strong>lij<strong>de</strong>n het gevolg was van een ongev<strong>al</strong> of een beroepsziekte die plaatshad na het huwelijk,<br />

moet niet aan <strong>de</strong> opgeleg<strong>de</strong> huwelijksduur wor<strong>de</strong>n voldaan. Zodra <strong>de</strong> langstleven<strong>de</strong> echtgenoot<br />

hertrouwt, wordt het <strong>over</strong>levingspensioen geschorst.<br />

- Voor <strong>over</strong>levingspensioengerechtig<strong>de</strong>n is er ook een grens gesteld aan <strong>de</strong> beroepsactiviteiten,<br />

<strong>al</strong> ligt die, voor <strong>de</strong> gerechtig<strong>de</strong>n jonger dan 65 jaar, aanzienlijk hoger dan die, voor <strong>de</strong> gerechtig<strong>de</strong>n op<br />

een rustpensioen jonger dan 65 jaar.<br />

Als <strong>de</strong> <strong>over</strong>le<strong>de</strong>n echtgeno(o)t(e) werknemer of zelfstandige was, zijn er twee mogelijkhe<strong>de</strong>n.<br />

Als <strong>de</strong> <strong>over</strong>le<strong>de</strong>n echtgeno(o)t(e) nog niet op rustpensioen was, wordt het <strong>over</strong>levingspensioen <strong>al</strong>s volgt<br />

berekend:<br />

Per loopbaanjaar past men <strong>de</strong> volgen<strong>de</strong> formule toe:<br />

38<br />

Jaarloon aangepast aan inflatie x 60 %<br />

Aant<strong>al</strong> jaren tussen <strong>de</strong> 20ste verjaardag en het <strong>over</strong>lij<strong>de</strong>n<br />

De uitkomsten wor<strong>de</strong>n opgeteld en geven het bruto pensioen.<br />

Hoe korter <strong>de</strong> in aanmerking genomen perio<strong>de</strong>, hoe groter het bedrag dat <strong>de</strong>ze berekening kan<br />

opleveren, omdat rekening wordt gehou<strong>de</strong>n met doorgaans hogere recente lonen. Er wordt dan ook een


eperking toegepast waarbij ervan fictief wordt uitgegaan dat <strong>de</strong> loopbaan volledig is en door rekening<br />

te hou<strong>de</strong>n met een (relatief laag) forfaitair loon voor <strong>de</strong> fictief toegevoeg<strong>de</strong> jaren.<br />

Het loon dat in aanmerking komt voor <strong>de</strong> beroepsloopbaanjaren die <strong>de</strong> <strong>over</strong>le<strong>de</strong>n echtgeno(o)t(e)<br />

presteer<strong>de</strong> of die gelijkgesteld wor<strong>de</strong>n, hangt af van het statuut waarin hij of zij tewerkgesteld was.<br />

Als <strong>de</strong> <strong>over</strong>le<strong>de</strong>n echtgeno(o)t(e) <strong>al</strong> op rustpensioen was, ontvangt <strong>de</strong> gerechtig<strong>de</strong> een<br />

<strong>over</strong>levingspensioen voor werknemers dat gelijk is aan 80 % van het rustpensioen tegen gezinsbedrag<br />

van <strong>de</strong> <strong>over</strong>le<strong>de</strong>n echtgenoot (gelijkwaardig aan een <strong>al</strong>leenstaan<strong>de</strong>npensioen).<br />

Het is best mogelijk dat <strong>de</strong> <strong>over</strong>leven<strong>de</strong> echtgeno(o)t(e) zelf <strong>al</strong> gerechtigd was op een rustpensioen.<br />

Hij of zij mag dan dit rustpensioen met een <strong>over</strong>levingspensioen combineren tot maxima<strong>al</strong> 110 % van<br />

het <strong>over</strong>levingspensioen. Als het <strong>over</strong>levingspensioen een onvolledige loopbaan betreft, wordt <strong>de</strong> grens<br />

bepa<strong>al</strong>d <strong>al</strong>sof <strong>de</strong> loopbaan volledig was.<br />

Het is dui<strong>de</strong>lijk dat een <strong>over</strong>levingspensioen enkel voorbehou<strong>de</strong>n is aan echtgenoten die op<br />

<strong>de</strong> datum van het <strong>over</strong>lij<strong>de</strong>n gehuwd waren. Uit <strong>de</strong> echt geschei<strong>de</strong>n echtgenoten kunnen wel een<br />

ou<strong>de</strong>rdomspensioen aanvragen op basis van <strong>de</strong> beroepsactiviteit van hun voorm<strong>al</strong>ige echtgenoot<br />

tij<strong>de</strong>ns hun huwelijksjaren (laatstgenoem<strong>de</strong> regel geldt niet voor ambtenaren). Er bestaan ook regels in<br />

verband met minimumpensioenen. Die regels gelijken op die voor <strong>de</strong> rustpensioenen.<br />

Indien <strong>de</strong> <strong>over</strong>le<strong>de</strong>n echtgeno(o)t(e) een statutair ambtenaar was, dan z<strong>al</strong> het <strong>over</strong>levingspensioen<br />

wor<strong>de</strong>n berekend volgens <strong>de</strong> volgen<strong>de</strong> basisformule: 60 % van <strong>de</strong> gemid<strong>de</strong>l<strong>de</strong> wed<strong>de</strong> van <strong>de</strong> laatste<br />

5 dienstjaren, vermenigvuldigt met een breuk waarvan <strong>de</strong> teller het aant<strong>al</strong> maan<strong>de</strong>n aanneembare<br />

diensten omvat en <strong>de</strong> noemer het aant<strong>al</strong> maan<strong>de</strong>n tussen <strong>de</strong> 20ste verjaardag en het <strong>over</strong>lij<strong>de</strong>n,<br />

met een maximum van 480 maan<strong>de</strong>n. Het <strong>over</strong>levingspensioen wordt evenwel beperkt tot 50%<br />

van <strong>de</strong> maximumwed<strong>de</strong> verbon<strong>de</strong>n aan <strong>de</strong> laatste graad van <strong>de</strong> <strong>over</strong>le<strong>de</strong>n echtgenoot waarop het<br />

<strong>over</strong>levingpensioen werd berekend, vermenigvuldigd met <strong>de</strong> bovengenoem<strong>de</strong> breuk. Opgelet: <strong>de</strong><br />

mod<strong>al</strong>iteiten verschillen indien er een voorgaand huwelijk is geweest gevolgd door een echtscheiding.<br />

Het <strong>over</strong>levingspensioen wordt geschorst ingev<strong>al</strong> van een nieuw huwelijk.<br />

39


Geneeskundige verzorging<br />

Wat houdt geneeskundige verzorging juist in? Wat wordt er terugbeta<strong>al</strong>d, hoeveel en voor wie? Op <strong>de</strong>ze<br />

vragen trachten we concrete antwoor<strong>de</strong>n te geven.<br />

A. Rechthebben<strong>de</strong>n<br />

De verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging richt zich zowel tot werknemers, zelfstandigen<br />

en ambtenaren, <strong>al</strong>s tot werklozen, gepensioneer<strong>de</strong>n, personen die recht hebben op het leefloon,<br />

gehandicapten, stu<strong>de</strong>nten, wezen, <strong>de</strong> niet-begelei<strong>de</strong> min<strong>de</strong>rjarige vreem<strong>de</strong>lingen, enz., plus <strong>de</strong><br />

personen die zij ten laste hebben en die aan <strong>de</strong> voorwaar<strong>de</strong>n voldoen om persoon ten laste te kunnen<br />

zijn: echtgenoten, samenwonen<strong>de</strong>n, kin<strong>de</strong>ren, kleinkin<strong>de</strong>ren, achterkleinkin<strong>de</strong>ren, enz.<br />

Dit zijn <strong>de</strong> voorwaar<strong>de</strong>n om <strong>al</strong>s persoon ten laste te wor<strong>de</strong>n beschouwd:<br />

- beschikken <strong>over</strong> een bruto-inkomen dat niet hoger is dan 2.120,78 € per kwarta<strong>al</strong> (voor het twee<strong>de</strong><br />

kwarta<strong>al</strong> van 2010);<br />

- <strong>de</strong>el uitmaken van het gezin van <strong>de</strong> gerechtig<strong>de</strong> op <strong>de</strong> ziekteverzekering, met uitzon<strong>de</strong>ring van <strong>de</strong><br />

(van tafel en bed of feitelijk) geschei<strong>de</strong>n echtgeno(o)t(e), kin<strong>de</strong>ren van min<strong>de</strong>r dan 25 jaar en <strong>de</strong><br />

echtgenoot, die een an<strong>de</strong>re hoofdverblijfplaats heeft omdat in hoof<strong>de</strong> van <strong>de</strong>ze echtgenoot of in hoof<strong>de</strong><br />

van <strong>de</strong> gerechtig<strong>de</strong> krachtens een reglementaire bep<strong>al</strong>ing een verplichting geldt <strong>de</strong> hoofdverblijfplaats<br />

op een bepa<strong>al</strong><strong>de</strong> plaats te vestigen.<br />

In <strong>de</strong> praktijk kan men stellen dat dus <strong>de</strong> hele Belgische bevolking, op enkele uitzon<strong>de</strong>ringen na, toegang<br />

heeft tot <strong>de</strong> gezondheidsprestaties. Toch moet elke gerechtig<strong>de</strong> aan een aant<strong>al</strong> voorwaar<strong>de</strong>n voldoen<br />

om het recht op prestaties inzake <strong>de</strong> ziekteverzekering te doen ontstaan:<br />

a) Alle gerechtig<strong>de</strong>n op <strong>de</strong> verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging moeten zich<br />

aansluiten of inschrijven bij een verzekeringsinstelling (ziekenfonds of gewestelijke dienst van <strong>de</strong><br />

Hulpkas voor Ziekte- en Inv<strong>al</strong>iditeitsverzekering of <strong>de</strong> Kas <strong>de</strong>r Geneeskundige verzorging van <strong>de</strong> NMBS-<br />

Holding). De keuze van <strong>de</strong> verzekeringsinstelling is vrij, beh<strong>al</strong>ve voor het statutair personeel van <strong>de</strong><br />

Belgische Spoorwegen.<br />

b) Het recht op geneeskundige verzorging ontstaat slechts indien <strong>de</strong> bijdragen beta<strong>al</strong>d zijn en een<br />

minimumwaar<strong>de</strong> bereiken. Indien het vereiste minimum niet wordt bereikt, is <strong>de</strong> bet<strong>al</strong>ing van een<br />

aanvullen<strong>de</strong> bijdrage noodzakelijk om <strong>de</strong> rechten op geneeskundige verzorging te behou<strong>de</strong>n.<br />

c) In principe dient men geen stage van zes maan<strong>de</strong>n te voldoen om een terugbet<strong>al</strong>ing voor geneeskundige<br />

verstrekkingen te verkrijgen door <strong>de</strong> verplichte verzekering voor geneeskundige verstrekkingen, tenzij<br />

in <strong>de</strong> uitzon<strong>de</strong>rlijke gev<strong>al</strong>len expliciet voorzien in <strong>de</strong> reglementering en steeds in het gev<strong>al</strong> van het niet<br />

respecteren van <strong>de</strong> bovenvermel<strong>de</strong> bijdrageverplichting.<br />

B. Geneeskundige verstrekkingen<br />

De geneeskundige verstrekkingen omvatten zowel <strong>de</strong> preventieve <strong>al</strong>s <strong>de</strong> curatieve verzorging die<br />

nodig zijn voor het behoud en het herstel van <strong>de</strong> gezondheid. De verzorging werd on<strong>de</strong>rgebracht in<br />

29 verschillen<strong>de</strong> categorieën van geneeskundige verstrekkingen, waarvan dit <strong>de</strong> voornaamste zijn:<br />

a) <strong>de</strong> gewone geneeskundige hulp, met on<strong>de</strong>r an<strong>de</strong>re bezoeken en raadplegingen van <strong>al</strong>gemeen<br />

geneesheren en geneesheer-speci<strong>al</strong>isten en <strong>de</strong> verzorging verstrekt door kinesitherapeuten;<br />

b) tandheelkundige verzorging;<br />

c) verlossingen;<br />

d) verstrekkingen van farmaceutische producten (magistr<strong>al</strong>e bereidingen, farmaceutische speci<strong>al</strong>iteiten,<br />

generische geneesmid<strong>de</strong>len,…);<br />

e) ziekenhuisverpleging;<br />

f) verzorging die nodig is voor rev<strong>al</strong>idatie.<br />

40


Al <strong>de</strong> terugbeta<strong>al</strong>bare (hetzij geheel of ge<strong>de</strong>eltelijk) geneeskundige verstrekkingen zijn<br />

opgenomen in <strong>de</strong> nomenclatuur van <strong>de</strong> geneeskundige verstrekkingen. Dat is een lijst die niet<br />

<strong>al</strong>leen <strong>de</strong> relatieve waar<strong>de</strong> van <strong>de</strong> verstrekkingen bevat, maar ook specifieke toepassingsregels,<br />

bekwaamheidsvereisten van <strong>de</strong> zorgverleners, enz. Zulke lijst bestaat ook voor <strong>de</strong> farmaceutische<br />

speci<strong>al</strong>iteiten die kunnen wor<strong>de</strong>n terugbeta<strong>al</strong>d.<br />

Zelfstandigen hebben net <strong>al</strong>s werknemers en ambtenaren recht op geneeskundige verzorging, met<br />

inbegrip van <strong>de</strong> “kleine risico’s” sinds 2008.<br />

C. Terugbet<strong>al</strong>ingstarieven<br />

C.1. Geneeskun<strong>de</strong><br />

Als <strong>je</strong> naar een dokter gaat of an<strong>de</strong>re geneeskundige verzorging krijgt, moet <strong>je</strong> in principe eerst<br />

het tot<strong>al</strong>e bedrag bet<strong>al</strong>en in ruil voor een doktersattest of getuigschrift. Daarmee stap <strong>je</strong> naar <strong>de</strong><br />

verzekeringsinstelling (het ziekenfonds), die een <strong>de</strong>el terugbeta<strong>al</strong>t.<br />

De verzekeringstegemoetkoming in <strong>de</strong> verstrekkingskosten varieert voornamelijk volgens <strong>de</strong> aard<br />

van <strong>de</strong> verstrekking, het statuut van <strong>de</strong> verzeker<strong>de</strong> en <strong>de</strong> hoedanigheid van <strong>de</strong> zorgverlener. In <strong>de</strong><br />

meeste gev<strong>al</strong>len wordt niet het volledige bedrag terugbeta<strong>al</strong>d. Vaak moet <strong>je</strong> een persoonlijk aan<strong>de</strong>el<br />

bet<strong>al</strong>en, het zogeheten “remgeld”. In principe bedraagt het persoonlijk aan<strong>de</strong>el of “remgeld” 25 %. Het<br />

kan hoger of lager liggen afhankelijk van het type verstrekking.<br />

Er bestaan evenwel verschillen<strong>de</strong> manieren om een stelsel van verhoog<strong>de</strong> terugbet<strong>al</strong>ing voor<br />

geneeskundige verstrekkingen voor bepa<strong>al</strong><strong>de</strong> categorieën personen te verkrijgen. Het gaat om <strong>de</strong><br />

zogenaam<strong>de</strong> verhoog<strong>de</strong> tegemoetkoming, die nog vaak an<strong>de</strong>rs genoemd wordt aangezien <strong>de</strong>ze regels<br />

in <strong>de</strong> loop <strong>de</strong>r jaren geëvolueerd zijn, namelijk “voorkeurregeling”, “WIGW-statuut”, “RVV-statuut” of<br />

“OMNIO-statuut”:<br />

• Eerste manier: op basis van een ontvangen socia<strong>al</strong> voor<strong>de</strong>el (RVV-statuut):<br />

o rechthebben<strong>de</strong>n op het “leefloon” van het OCMW<br />

o rechthebben<strong>de</strong>n op een gelijkaardige hulp van het OCMW<br />

o personen die <strong>de</strong> inkomensgarantie voor bejaar<strong>de</strong>n (IGO) genieten, personen die het<br />

gewaarborgd inkomen voor bejaar<strong>de</strong>n genieten of die het recht op <strong>de</strong> rentebijslag behou<strong>de</strong>n<br />

o rechthebben<strong>de</strong>n op één van <strong>de</strong> uitkeringen van gehandicapten volgens <strong>de</strong> wet van 27 februari<br />

1987<br />

o <strong>de</strong> niet-begelei<strong>de</strong> vreem<strong>de</strong>lingen jonger dan 18 jaar (BNBM-ers)<br />

o gehandicapte kin<strong>de</strong>ren met een lichamelijke of geestelijke ongeschiktheid van ten minste 66 %<br />

• Twee<strong>de</strong> manier: op basis van een inkomenscontrole, uitgevoerd door <strong>de</strong> verzekeringsinstellingen (ook<br />

RVV-statuut):<br />

o <strong>de</strong> wezen, inv<strong>al</strong>i<strong>de</strong>n, gepensioneer<strong>de</strong>n en weduwen (ex-WIGW)<br />

o <strong>de</strong> geduren<strong>de</strong> minstens 1 jaar volledig werklozen ou<strong>de</strong>r dan 50 jaar<br />

o <strong>de</strong> resi<strong>de</strong>nten die ten minste vijfenzestig jaar oud zijn,<br />

o <strong>de</strong> persoon die erkend is <strong>al</strong>s gehandicapte is (en geen tegemoetkoming ontvangt)<br />

o <strong>de</strong> le<strong>de</strong>n van het <strong>over</strong>heidspersoneel die sinds één jaar in disponibiliteit zijn gesteld wegens<br />

ziekte of gebrekkigheid en <strong>de</strong> militairen die tij<strong>de</strong>lijk om gezondheidsre<strong>de</strong>nen uit hun ambt zijn<br />

ontheven sinds één jaar<br />

o <strong>de</strong> eenou<strong>de</strong>rgezinnen<br />

41


Het in aanmerking genomen gezin is samengesteld uit <strong>de</strong> rechthebben<strong>de</strong> zelf, zijn echtgenoot of<br />

levenspartner en hun personen ten laste.<br />

Het belastbare bruto gezinsinkomen van het gezin van <strong>de</strong> rechthebben<strong>de</strong> mag het bedrag van 15.063,45 €<br />

niet <strong>over</strong>stijgen verhoogd met een bedrag van 2.788,65 € per persoon ten laste (plafonds op 1 januari<br />

2010)<br />

• Der<strong>de</strong> manier: op basis van een controle van het inkomen door <strong>de</strong> verzekeringsinstellingen (OMNIOstatuut).<br />

Het gaat <strong>over</strong> gezinnen met beschei<strong>de</strong>n inkomens.<br />

Het in aanmerking genomen gezin in het raam van het OMNIO-statuut is het “Rijksregistergezin”<br />

samengesteld op 1 januari van het jaar waarvoor het recht op OMNIO wordt on<strong>de</strong>rzocht. Het gezin moet<br />

genieten van een inkomen die on<strong>de</strong>r het grensbedrag van 14.778,26 € ligt, verhoogd met 2.735,26 €<br />

per bijkomen<strong>de</strong> persoon (belastbare bruto gezinsinkomen 2009 op <strong>de</strong> datum van 1 januari 2010)<br />

De gerechtig<strong>de</strong>n op <strong>de</strong> verhoog<strong>de</strong> tegemoetkoming genieten on<strong>de</strong>r an<strong>de</strong>re hogere terugbet<strong>al</strong>ingen<br />

voor geneeskundige verzorging en geneesmid<strong>de</strong>len en een gunstiger stelsel voor <strong>de</strong> vooruitbet<strong>al</strong>ingen<br />

en het persoonlijk aan<strong>de</strong>el (remgeld) in gev<strong>al</strong> van hospit<strong>al</strong>isatie.<br />

C.2. Apotheek<br />

In <strong>de</strong> apotheek hoef <strong>je</strong> met een voorschrift van een erkend geneesheer niet het volledige bedrag te<br />

bet<strong>al</strong>en, op voorwaar<strong>de</strong> dat <strong>je</strong> in or<strong>de</strong> bent op het vlak van verzekerbaarheid en dat <strong>de</strong> voorgeschreven<br />

geneesmid<strong>de</strong>l wordt ge<strong>de</strong>kt door <strong>de</strong> ziektekostenverzekering, <strong>de</strong> terugbet<strong>al</strong>ingstarieven wor<strong>de</strong>n <strong><strong>al</strong>tijd</strong><br />

direct toegepast (<strong>de</strong>r<strong>de</strong>bet<strong>al</strong>ersregeling). Rechthebben<strong>de</strong>n op <strong>de</strong> verhoog<strong>de</strong> tegemoetkoming hebben<br />

ook recht op hogere terugbet<strong>al</strong>ingstarieven.<br />

Farmaceutische verstrekkingen omvatten farmaceutische speci<strong>al</strong>iteiten en magistr<strong>al</strong>e bereidingen,<br />

door <strong>de</strong> apotheker zelf gemaakt. Op basis van hun soci<strong>al</strong>e en therapeutische nut zijn terugbeta<strong>al</strong>bare<br />

farmaceutische speci<strong>al</strong>iteiten on<strong>de</strong>rver<strong>de</strong>eld in vijf terugbet<strong>al</strong>ingscategorieën.<br />

De categorie van terugbet<strong>al</strong>ing die wordt toegekend geeft aan in welke mate <strong>de</strong> verplichte verzekering<br />

tussenkomt in <strong>de</strong> kosten. Vanaf 1 april 2010 wordt het persoonlijk aan<strong>de</strong>el van <strong>de</strong> (niet gehospit<strong>al</strong>iseer<strong>de</strong>)<br />

patiënt berekend op basis van <strong>de</strong> terugbet<strong>al</strong>ing van het geneesmid<strong>de</strong>l af-fabriek.<br />

In <strong>de</strong> berekening wordt er rekening gehou<strong>de</strong>n met <strong>de</strong> plafonds van <strong>de</strong> volgen<strong>de</strong> remgel<strong>de</strong>n (bedragen<br />

op 1 juli 2010)<br />

Categorie A (levensnoodzakelijke<br />

speci<strong>al</strong>iteiten)<br />

- Categorie B (therapeutisch belangrijke<br />

farmaceutische speci<strong>al</strong>iteiten)<br />

- Categorie B: grote verpakkingen<br />

Categorie C (geneesmid<strong>de</strong>len bestemd<br />

voor symptomatische behan<strong>de</strong>ling)<br />

42<br />

Persoonlijk aan<strong>de</strong>el van<br />

gewone rechthebben<strong>de</strong>n<br />

25 %<br />

- Max. 10,80 €<br />

- Max. 13,50 €<br />

Geen persoonlijk aan<strong>de</strong>el (2)<br />

Persoonlijk aan<strong>de</strong>el van<br />

<strong>de</strong> voorkeurcategorie<br />

15 %<br />

- Max. 7,20 €<br />

- Max. 8,90 €<br />

50 %<br />

Max. 13,50 € Max. 8,90 €<br />

Categorie Cs 60 % - Remgeld zon<strong>de</strong>r maximum<br />

Categorie Cx 80 % - Remgeld zon<strong>de</strong>r maximum


Een grote verpakking is een verpakking die meer dan 60 gebruikseenhe<strong>de</strong>n bevat.<br />

Echter, in aanvulling van dit remgeld, kan een supplement van maximum 10,80 EUR (het verschil tussen<br />

<strong>de</strong> prijs en <strong>de</strong> basis van terugbet<strong>al</strong>ing) eveneens in aanmerking genomen wor<strong>de</strong>n in het ka<strong>de</strong>r van <strong>de</strong><br />

referentieterugbet<strong>al</strong>ing.<br />

Ook magistr<strong>al</strong>e bereidingen wor<strong>de</strong>n on<strong>de</strong>rver<strong>de</strong>eld volgens hun soci<strong>al</strong>e en therapeutische nut. De<br />

terugbet<strong>al</strong>ingstarieven, uitgedrukt in forfaitaire bedragen, zijn voor gewone rechthebben<strong>de</strong>n 0 €, 1,10 €<br />

of 2,20 € en 0 €, 0,30 € of 0,60 € voor rechthebben<strong>de</strong>n op <strong>de</strong> verhoog<strong>de</strong> tegemoetkoming.<br />

Bij opname in een ziekenhuis wordt er per verpleegdag een forfaitair bedrag van 0,62 € aangerekend<br />

voor <strong>de</strong> geneesmid<strong>de</strong>len. Magistr<strong>al</strong>e bereidingen zijn in <strong>de</strong> verpleegdagprijs inbegrepen.<br />

C.3. Ziekenhuis<br />

In gev<strong>al</strong> van verblijf in een <strong>al</strong>gemeen ziekenhuis is dit het aan<strong>de</strong>el van <strong>de</strong> verzeker<strong>de</strong>, beh<strong>al</strong>ve voor<br />

geneesmid<strong>de</strong>len (bedragen op 1 juli 2010):<br />

Rechthebben<strong>de</strong>n<br />

Op <strong>de</strong> 1ste<br />

dag (*)<br />

De eerste dag wordt een forfaitair bedrag van 27,27 € aangerekend per opname, ongeacht of er <strong>al</strong> dan<br />

niet technische geneeskundige verstrekkingen wer<strong>de</strong>n verleend. Dat forfaitaire bedrag geldt niet voor<br />

rechthebben<strong>de</strong>n op <strong>de</strong> verhoog<strong>de</strong> tegemoetkoming.<br />

Vanaf <strong>de</strong> 91ste dag bet<strong>al</strong>en <strong>al</strong>le categorieën van gerechtig<strong>de</strong>n, met uitzon<strong>de</strong>ring van <strong>de</strong> gewone<br />

gerechtig<strong>de</strong>n zon<strong>de</strong>r persoon ten laste, een persoonlijk aan<strong>de</strong>el (remgeld) van 5,02 €.<br />

In gev<strong>al</strong> van opname in een psychiatrisch ziekenhuis is het persoonlijk aan<strong>de</strong>el van <strong>de</strong> gerechtig<strong>de</strong><br />

tij<strong>de</strong>ns <strong>de</strong> eerste vijf jaar hetzelf<strong>de</strong> <strong>al</strong>s bij een opname in een <strong>al</strong>gemeen ziekenhuis. Vanaf het zes<strong>de</strong><br />

jaar bedraagt het persoonlijk aan<strong>de</strong>el 23,57 € voor <strong>de</strong> gewone gerechtig<strong>de</strong>n zon<strong>de</strong>r personen ten laste,<br />

14,14 € voor <strong>de</strong> gerechtig<strong>de</strong>n van <strong>de</strong> regeling van <strong>de</strong> verhoog<strong>de</strong> verzekeringstegemoetkoming en<br />

voor <strong>de</strong> werklozen zon<strong>de</strong>r persoon ten laste of die niet gehou<strong>de</strong>n zijn <strong>al</strong>imentatiegeld te bet<strong>al</strong>en bij<br />

gerechtelijke beslissing of bij notariële akte en 5,02 € voor <strong>al</strong>le an<strong>de</strong>re gerechtig<strong>de</strong>n.<br />

Alle bovenvermel<strong>de</strong> bedragen en percentages zijn van toepassing op 1 juli 2010.<br />

Vanaf <strong>de</strong><br />

2<strong>de</strong> dag<br />

Vanaf <strong>de</strong><br />

91ste dag<br />

Gewone gerechtig<strong>de</strong>n zon<strong>de</strong>r persoon ten laste<br />

Gewone gerechtig<strong>de</strong> met persoon ten laste (met inbegrip van<br />

41,41 € 14,14 € 14,14 €<br />

diegene die <strong>al</strong>imentatie moeten bet<strong>al</strong>en wegens een rechterlijke<br />

beslissing of een notariële akte en hun personen ten laste)<br />

41,41 € 14,14 € 5,02 €<br />

Kin<strong>de</strong>ren ten laste van gewone gerechtig<strong>de</strong>n 32,29 € 5,02 € 5,02 €<br />

Gerechtig<strong>de</strong> op het WIGW-statuut en hun personen ten laste 5,02 € 5,02 € 5,02 €<br />

Gerechtig<strong>de</strong>n in gecontroleer<strong>de</strong> werkloosheid die sinds<br />

minstens twa<strong>al</strong>f maan<strong>de</strong>n volledig werkloos zijn met<br />

gezinslast of <strong>al</strong>s <strong>al</strong>leenstaan<strong>de</strong>, plus hun personen ten laste<br />

32,29 € 5,02 € 5,02 €<br />

43


C.4. An<strong>de</strong>re verzorgingsinstellingen<br />

Buiten het verblijf in een ziekenhuis (<strong>al</strong>gemeen of psychiatrisch), geven ook prestaties verleend in rust-<br />

en verzorgingstehuizen (RVT’s), psychiatrische verzorgingstehuizen, rustoor<strong>de</strong>n voor bejaar<strong>de</strong>n en/of<br />

gemeenschappelijke woon- en verblijfplaatsen voor bejaar<strong>de</strong>n, dagverzorgingscentra en <strong>de</strong> plaatsing in<br />

beschut wonen recht op een forfaitaire terugbet<strong>al</strong>ing.<br />

D. De maximumfactuur (MaF)<br />

Een <strong>de</strong>el van <strong>de</strong> kosten voor geneeskundige verzorging wordt terugbeta<strong>al</strong>d door <strong>de</strong> ziekenfondsen.<br />

Des<strong>al</strong>niettemin kan het te bet<strong>al</strong>en <strong>de</strong>el na <strong>de</strong> tegemoetkoming door <strong>de</strong> ziekenfondsen (d.i. het persoonlijk<br />

aan<strong>de</strong>el of remgeld) hoog blijven in gev<strong>al</strong> van langdurige of ernstige ziekte. De maximumfactuur biedt<br />

hiervoor een oplossing.<br />

De maximumfactuur verleent <strong>de</strong> rechthebben<strong>de</strong> en zijn gezin <strong>de</strong> garantie om niet meer te moeten<br />

bet<strong>al</strong>en dan een vastgesteld bedrag (dit bedrag wordt vastgesteld op basis van <strong>de</strong> inkomens van het<br />

gezin) van <strong>de</strong> ziektekosten.<br />

Het gezin bestaat in principe, hetzij uit een persoon die gewoonlijk <strong>al</strong>leen woont; hetzij uit twee of meer<br />

personen die gewoonlijk op <strong>de</strong>zelf<strong>de</strong> plaats verblijven en er samen leven. De samenstelling van het<br />

gezin wordt dus bepa<strong>al</strong>d door <strong>de</strong> gegevens uit het Rijksregister van <strong>de</strong> natuurlijke personen.<br />

• Ziektekosten zijn on<strong>de</strong>r an<strong>de</strong>re: het remgeld voor verstrekkingen van artsen, tandartsen,<br />

kinesitherapeuten, verpleegkundigen en an<strong>de</strong>re zorgverleners<br />

• het remgeld voor geneesmid<strong>de</strong>len uit categorie A, B en C en voor magistr<strong>al</strong>e bereidingen<br />

(geneesmid<strong>de</strong>len die <strong>de</strong> apotheker zelf maakt)<br />

• het remgeld voor technische prestaties (bijvoorbeeld operaties, röntgenfoto’s, labo-on<strong>de</strong>rzoeken,<br />

technische testen…)<br />

• persoonlijk aan<strong>de</strong>el in <strong>de</strong> ligdagprijs in een <strong>al</strong>gemeen ziekenhuis (volledig) en in een psychiatrisch<br />

ziekenhuis (enkel <strong>de</strong> eerste 365 dagen)<br />

• forfaitair persoonlijk aan<strong>de</strong>el voor geneesmid<strong>de</strong>len tij<strong>de</strong>ns hospit<strong>al</strong>isatie<br />

• enter<strong>al</strong>e voeding via son<strong>de</strong> of stoma voor jongeren van min<strong>de</strong>r dan 19 jaar<br />

• endoscopisch en viscerosynthesemateria<strong>al</strong><br />

• afleveringsmarges (supplement) voor implantaten<br />

Het principe is dat zodra het bedrag van het persoonlijk aan<strong>de</strong>el voor bepa<strong>al</strong><strong>de</strong> geneeskundige verzorging<br />

van een rechthebben<strong>de</strong> of van zijn gezin een vooropgesteld plafond bereikt, <strong>de</strong> kosten voor ver<strong>de</strong>re<br />

verzorging integra<strong>al</strong> wor<strong>de</strong>n terugbeta<strong>al</strong>d door <strong>de</strong> ziekenfondsen. Het vastgesteld maximumbedrag<br />

varieert naargelang <strong>de</strong> soci<strong>al</strong>e categorie van <strong>de</strong> rechthebben<strong>de</strong>, <strong>de</strong> leeftijd van <strong>de</strong> rechthebben<strong>de</strong> of<br />

naargelang <strong>de</strong> inkomsten van het gezin. Dit plafond wordt, vanaf 1 januari 2009, vermin<strong>de</strong>rd met 100 €<br />

voor het gezin wanneer één gezinslid <strong>de</strong> 2 voorafgaan<strong>de</strong> k<strong>al</strong>en<strong>de</strong>rjaren individueel telkens 450 €<br />

remgeld heeft gedragen (MaF chronische ziekten).<br />

Er bestaan verschillen<strong>de</strong> soorten maximumfactuur:<br />

- <strong>de</strong> soci<strong>al</strong>e MaF<br />

- <strong>de</strong> MaF op grond van individuele titel<br />

- <strong>de</strong> MaF inkomens<br />

44


De soci<strong>al</strong>e MaF<br />

De tegemoetkoming van <strong>de</strong> verzekering wordt vastgesteld op 100% van <strong>de</strong> vergoedingsbasis zodra het<br />

tota<strong>al</strong> van <strong>de</strong> persoonlijke aan<strong>de</strong>len (met betrekking tot <strong>de</strong> verstrekkingen die tij<strong>de</strong>ns het lopen<strong>de</strong> jaar<br />

zijn verricht) die daadwerkelijk ten laste zijn genomen door het gezin 450 € bereikt. Dit voor<strong>de</strong>el wordt<br />

slechts verleend aan <strong>de</strong> rechthebben<strong>de</strong>n op <strong>de</strong> verhoog<strong>de</strong> tegemoetkoming en aan hun partners en<br />

personen ten laste.<br />

Het plafond bedraagt, vanaf 1 januari 2009, evenwel 350 € wanneer één gezinslid van dat <strong>de</strong>el van<br />

het gezin <strong>de</strong> 2 voorafgaan<strong>de</strong> k<strong>al</strong>en<strong>de</strong>rjaren individueel telkens 450 € remgeld heeft gedragen (MaF<br />

chronische ziekten zie boven).<br />

De MaF op grond van individuele titel<br />

Er is een bijzon<strong>de</strong>re oplossing voor kin<strong>de</strong>ren jonger dan 19 jaar.<br />

Kin<strong>de</strong>ren die op 1 januari van het jaar waarin <strong>de</strong> MAF wordt toegekend, jonger zijn dan 19 jaar en die<br />

daadwerkelijk 650 € aan persoonlijke aan<strong>de</strong>len hebben beta<strong>al</strong>d, kunnen individueel in aanmerking<br />

komen voor <strong>de</strong> MaF en dit zon<strong>de</strong>r <strong>de</strong> inkomsten van hun gezin in aanmerking te nemen.<br />

Wanneer het kind in <strong>de</strong> 2 voorafgaan<strong>de</strong> k<strong>al</strong>en<strong>de</strong>rjaren individueel telkens 450 EUR remgeld heeft<br />

gedragen, wordt het maximumbedrag vanaf 1 januari 2009, op 550 EUR gebracht.<br />

De MaF inkomens<br />

Hier is het in aanmerking genomen gezin het Rijksregistergezin. Alle gezinnen komen in aanmerking<br />

voor <strong>de</strong> inkomens-MAF. Het te bereiken remgeldbedrag verschilt in functie van het nettojaarinkomen<br />

van het gezin.<br />

Inkomensgrenzen (€) (2009)<br />

Grensbedragen persoonlijke<br />

aan<strong>de</strong>len (€)<br />

Beschermd statuut (soci<strong>al</strong>e MaF) 450 350<br />

MaF inkomens<br />

Tot 16.106,04 450 350<br />

Tussen 16.106,05 en 24.760,02 650 550<br />

De MaF ten individuele titel<br />

Kin<strong>de</strong>ren jonger dan 19 jaar<br />

650 550<br />

Tussen 24.760,03 en 33.414,03 1.000 900<br />

Tussen 33.414,04 en 41.707,44 1.400 1.300<br />

Vanaf 41.707,45 1.800 1.700<br />

Vermin<strong>de</strong>ringen chronische<br />

ziekten<br />

Dit plafond wordt, vanaf 1 januari 2009, vermin<strong>de</strong>rd met 100 EUR voor het gezin wanneer één gezinslid<br />

<strong>de</strong> 2 voorafgaan<strong>de</strong> k<strong>al</strong>en<strong>de</strong>rjaren individueel telkens 450 EUR remgeld heeft gedragen. Voor <strong>de</strong> Maf<br />

inkomens zullen <strong>de</strong> grensbedragen dus respectievelijk 350 €, 550 €, 900 €, 1.300 € en 1.700 € zijn.<br />

45


Ziekte-uitkeringen<br />

In gev<strong>al</strong> van ziekte wor<strong>de</strong>n niet <strong>al</strong>leen <strong>je</strong> ziektekosten terugbeta<strong>al</strong>d, maar heb <strong>je</strong> <strong>al</strong>s gerechtig<strong>de</strong> ook<br />

recht op uitkeringen die het loonverlies moeten <strong>de</strong>kken. Dergelijke regelingen zijn enkel van toepassing<br />

op ziekten en ongev<strong>al</strong>len in <strong>de</strong> privésfeer. <strong>Alles</strong> <strong>wat</strong> <strong>al</strong>s arbeidsongev<strong>al</strong> of beroepsziekte kan wor<strong>de</strong>n<br />

beschouwd, komt later aan bod.<br />

Bij <strong>de</strong> uitkeringen moet er een on<strong>de</strong>rscheid wor<strong>de</strong>n gemaakt tussen werknemers, ambtenaren en<br />

zelfstandigen. Zo<strong>al</strong>s <strong><strong>al</strong>tijd</strong> is <strong>de</strong> regeling voor <strong>de</strong> werknemers ons uitgangspunt. Daarna wor<strong>de</strong>n <strong>de</strong><br />

voornaamste verschilpunten met <strong>de</strong> twee an<strong>de</strong>re stelsels toegelicht.<br />

A. Werknemers<br />

Doorgaans kan men stellen dat een werknemer die bij <strong>de</strong> geneeskundige verzorging het recht op<br />

terugbet<strong>al</strong>ing van medische kosten doet ontstaan, ook gerechtigd is op uitkeringen in gev<strong>al</strong> van ziekte.<br />

Gerechtig<strong>de</strong>n moeten wel aan bepa<strong>al</strong><strong>de</strong> voorwaar<strong>de</strong>n voldoen om hun recht op uitkeringen te doen<br />

gel<strong>de</strong>n.<br />

a) Gerechtig<strong>de</strong> werknemers moeten in een perio<strong>de</strong> van zes maan<strong>de</strong>n, voorafgaand aan het verkrijgen van<br />

<strong>de</strong> uitkeringen, 120 arbeidsdagen of ermee gelijkgestel<strong>de</strong> dagen (beta<strong>al</strong><strong>de</strong> dagen en ziektedagen)<br />

presteren.<br />

b) Gerechtig<strong>de</strong> werknemers moeten het bewijs leveren dat ze voldoen<strong>de</strong> bijdragen voor <strong>de</strong> sector<br />

uitkeringen hebben beta<strong>al</strong>d. Die bijdragen moeten een bepa<strong>al</strong>d minimumbedrag bereiken of met<br />

persoonlijke bijdragen wor<strong>de</strong>n aangevuld.<br />

c) Gerechtig<strong>de</strong>n die aan <strong>de</strong> vorige voorwaar<strong>de</strong>n voldoen, behou<strong>de</strong>n het recht op uitkeringen tot het<br />

ein<strong>de</strong> van het kwarta<strong>al</strong> na dat waarin zij hun wachttijd hebben beëindigd.<br />

Gerechtig<strong>de</strong>n die aan <strong>de</strong> vorige voorwaar<strong>de</strong>n voldoen, behou<strong>de</strong>n het recht op uitkeringen tot het ein<strong>de</strong><br />

van het kwarta<strong>al</strong> na dat waarin zij hun wachttijd hebben beëindigd.<br />

Arbeidsongeschiktheid bestaat uit twee tijdvakken, met name <strong>de</strong> primaire arbeidsongeschiktheid<br />

en <strong>de</strong> inv<strong>al</strong>iditeit.<br />

Als er geen vermoe<strong>de</strong>n van arbeidsongeschiktheid bestaat (vb.: ziekenhuisopname), moet <strong>de</strong><br />

arbeidsongeschiktheid aan <strong>de</strong> verzekeringsinstelling wor<strong>de</strong>n aangegeven met een geneeskundig<br />

getuigschrift dat is ingevuld, gedateerd, on<strong>de</strong>rtekend en dat <strong>de</strong> re<strong>de</strong>n van ongeschiktheid vermeldt.<br />

Daarna moet <strong>de</strong> adviseren<strong>de</strong> geneesheer van <strong>de</strong> verzekeringsinstelling <strong>de</strong> graad van ongeschiktheid<br />

vaststellen. Hij kan <strong>de</strong> betrokkene eveneens oproepen voor een geneeskundig on<strong>de</strong>rzoek om <strong>de</strong><br />

ongeschiktheid en <strong>de</strong> duur ervan (begin en ein<strong>de</strong>) te ev<strong>al</strong>ueren.<br />

A.1. Primaire arbeidsongeschiktheid<br />

De vergoeding door <strong>de</strong> verzekering begint na <strong>de</strong> eventuele toekenning van het gewaarborgd loon door<br />

<strong>de</strong> werkgever (<strong>over</strong> het <strong>al</strong>gemeen verschuldigd geduren<strong>de</strong> een maand voor bedien<strong>de</strong>n en geduren<strong>de</strong><br />

twee weken voor arbei<strong>de</strong>rs). De perio<strong>de</strong> van primaire arbeidsongeschiktheid duurt maxima<strong>al</strong> 1<br />

jaar en vangt aan bij het begin van <strong>de</strong> arbeidsongeschiktheid. Tij<strong>de</strong>ns <strong>de</strong>ze perio<strong>de</strong> krijg <strong>je</strong> van <strong>je</strong><br />

verzekeringsinstelling 60 % van <strong>je</strong> loon (begrensd op 113,9847 € voor arbeidsongeschiktheid vóór 1<br />

januari 2005, 116,2643 € voor arbeidsongeschiktheid tussen 1 januari 2005 tot en met 31 <strong>de</strong>cember<br />

2006, 117,4270 € voor arbeidsongeschiktheid tussen 1 januari 2007 tot en met 31 <strong>de</strong>cember 2008 en<br />

118,3664 € voor arbeidsongeschiktheid vanaf 1 januari 2009). De uitkeringen wor<strong>de</strong>n in principe niet<br />

toegekend voor <strong>de</strong> perio<strong>de</strong>n ge<strong>de</strong>kt door het gewaarborgd loon ten laste van <strong>de</strong> werkgever.<br />

Bij een werkloze is het bedrag van <strong>de</strong> primaire arbeidsongeschiktheidsuitkeringen tij<strong>de</strong>ns <strong>de</strong> eerste<br />

46


zes maan<strong>de</strong>n gelijk aan <strong>de</strong> werkloosheidsuitkering waarop hij norma<strong>al</strong> recht zou hebben <strong>al</strong>s hij niet<br />

arbeidsongeschikt zou zijn geweest.<br />

Zodra <strong>je</strong> terug gaat werken, neemt <strong>de</strong> perio<strong>de</strong> van primaire arbeidsongeschiktheid een ein<strong>de</strong>. Als <strong>je</strong><br />

echter binnen <strong>de</strong> twee weken weer ziek wordt, wordt <strong>de</strong> nieuwe arbeidsongeschiktheid geacht <strong>de</strong><br />

perio<strong>de</strong> niet te hebben on<strong>de</strong>rbroken (herv<strong>al</strong>).<br />

Een perio<strong>de</strong> van moe<strong>de</strong>rschapsrust schorst <strong>de</strong> perio<strong>de</strong> van primaire arbeidsongeschiktheid.<br />

A.2. Inv<strong>al</strong>iditeit<br />

De inv<strong>al</strong>iditeitsperio<strong>de</strong> begint na één jaar primaire arbeidsongeschiktheid. De inv<strong>al</strong>iditeit wordt<br />

vastgesteld door <strong>de</strong> Geneeskundige Raad voor Inv<strong>al</strong>iditeit van het RIZIV op basis van een verslag<br />

opgesteld door <strong>de</strong> adviseren<strong>de</strong> geneesheer van <strong>de</strong> verzekeringsinstelling. Het ein<strong>de</strong> van <strong>de</strong> staat van<br />

<strong>de</strong> inv<strong>al</strong>iditeit wordt vastgesteld door <strong>de</strong> adviseren<strong>de</strong> geneesheer of <strong>de</strong> geneesheer-inspecteur of <strong>de</strong><br />

Geneeskundige Raad voor Inv<strong>al</strong>iditeit.<br />

Voor het vaststellen van het bedrag van <strong>de</strong> inv<strong>al</strong>iditeitsuitkeringen houdt men rekening met <strong>de</strong><br />

gezinstoestand en <strong>de</strong> datum van <strong>de</strong> aanvang van <strong>de</strong> ongeschiktheid en met het <strong>al</strong> dan niet wegv<strong>al</strong>len van<br />

het enige inkomen. Een gerechtig<strong>de</strong> met personen ten laste heeft recht op een uitkeringspercentage van<br />

65 % van het ge<strong>de</strong>rfd loon (eveneens begrensd op 113,9847 €, 116,2643 €, 117,4270 € of 118,3664 €<br />

volgens <strong>de</strong> datum van arbeidsongeschiktheid). Voor <strong>de</strong> an<strong>de</strong>re gerechtig<strong>de</strong>n zon<strong>de</strong>r personen ten laste<br />

wordt het uitkeringspercentage vermin<strong>de</strong>rd tot 55 % (<strong>al</strong>leenstaan<strong>de</strong>) of 40 % (samenwonen<strong>de</strong>) van<br />

hetzelf<strong>de</strong> begrens<strong>de</strong> loon.<br />

Het <strong>al</strong>leenstaan<strong>de</strong> percentage (55%) wordt dus aan <strong>de</strong> rechthebben<strong>de</strong> toegekend in <strong>de</strong> volgen<strong>de</strong><br />

situaties:<br />

- <strong>de</strong> gerechtig<strong>de</strong> die bewijst dat hij, hetzij <strong>al</strong>leen woont, hetzij uitsluitend samenwoont met personen<br />

die geen inkomen genieten en niet beschouwd wor<strong>de</strong>n <strong>al</strong>s personen ten laste,<br />

- <strong>de</strong> gerechtig<strong>de</strong> die samenwoont met een persoon die een vervangingsinkomen ontvangt waarvan het<br />

maan<strong>de</strong>lijkse bedrag hoger is dan 805,06 € zon<strong>de</strong>r evenwel 930 € per maand te <strong>over</strong>schrij<strong>de</strong>n.<br />

- <strong>de</strong> gerechtig<strong>de</strong> die samenwoont met een persoon die een maan<strong>de</strong>lijks beroepsinkomen of een<br />

beroepsinkomen gecombineerd met een vervangingsinkomen ontvangt waarvan het bedrag hoger is<br />

dan 805,06 € maar lager dan het bedrag van 1.387,49 €,<br />

Het tijdvak van <strong>de</strong> inv<strong>al</strong>iditeit wordt niet on<strong>de</strong>rbroken door een herneming van het werk geduren<strong>de</strong><br />

min<strong>de</strong>r dan drie maan<strong>de</strong>n (herv<strong>al</strong>). Een perio<strong>de</strong> van moe<strong>de</strong>rschapsrust schorst een perio<strong>de</strong> van<br />

inv<strong>al</strong>iditeit. De bet<strong>al</strong>ing van <strong>de</strong> uitkering gebeurt maan<strong>de</strong>lijks tussen <strong>de</strong> <strong>de</strong>r<strong>de</strong> laatste dag van <strong>de</strong><br />

lopen<strong>de</strong> maand en <strong>de</strong> vijf<strong>de</strong> dag van <strong>de</strong> volgen<strong>de</strong> maand. Tij<strong>de</strong>ns <strong>de</strong> perio<strong>de</strong> van arbeidsongeschiktheid<br />

is het verbo<strong>de</strong>n om te werken, beh<strong>al</strong>ve in beperkte mate <strong>al</strong>s <strong>je</strong> vooraf een aanvraag hebt ingediend bij<br />

<strong>de</strong> adviseren<strong>de</strong> geneesheer en <strong>de</strong> toelating hebt verkregen.<br />

In bepa<strong>al</strong><strong>de</strong> gev<strong>al</strong>len kunnen uitkeringen wor<strong>de</strong>n geweigerd (vb.: voor <strong>de</strong> perio<strong>de</strong> waarin <strong>je</strong> recht hebt<br />

op loon, enz.) of vermin<strong>de</strong>rd (vb.: in gev<strong>al</strong> van cumulatie met een gewone, bijzon<strong>de</strong>re of aanvullen<strong>de</strong><br />

uitkering aan gehandicapten, enz.)<br />

B. Zelfstandigen<br />

Net zo<strong>al</strong>s werknemers moeten zelfstandigen zich inschrijven bij een verzekeringsinstelling en moeten ze<br />

een wachttijd van zes maan<strong>de</strong>n vervullen waarin ze bijdragen bet<strong>al</strong>en voor <strong>de</strong> sector uitkeringen.<br />

Een zelfstandige moet binnen 28 k<strong>al</strong>en<strong>de</strong>rdagen na het begin van zijn arbeidsongeschiktheid een<br />

verklaring van arbeidsongeschiktheid, ingevuld en on<strong>de</strong>rtekend door <strong>de</strong> behan<strong>de</strong>lend geneesheer,<br />

47


opsturen naar <strong>de</strong> adviserend geneesheer van zijn verzekeringsinstelling. De adviserend geneesheer kan<br />

beslissen om <strong>de</strong> zelfstandige op te roepen om zijn arbeidsongeschiktheid te controleren. In het eerste<br />

jaar hangt <strong>de</strong> ev<strong>al</strong>uatie van <strong>de</strong> arbeidsongeschiktheid af van het beroep dat <strong>de</strong> zelfstandige uitoefen<strong>de</strong><br />

vóór zijn arbeidsongeschiktheid. Daarna wordt er rekening gehou<strong>de</strong>n met <strong>al</strong>le beroepsbezighe<strong>de</strong>n die<br />

<strong>de</strong> zelfstandige gelet op zijn situatie, gezondheidstoestand en beroepsopleiding nog billijkerwijze zou<br />

kunnen uitoefenen.<br />

In het stelsel <strong>de</strong>r zelfstandigen on<strong>de</strong>rschei<strong>de</strong>n we drie perio<strong>de</strong>n van arbeidsongeschiktheid:<br />

- een niet-vergoe<strong>de</strong> perio<strong>de</strong> van primaire arbeidsongeschiktheid van één maand;<br />

- een vergoe<strong>de</strong> perio<strong>de</strong> van primaire arbeidsongeschiktheid van elf maan<strong>de</strong>n;<br />

- na een jaar primaire arbeidsongeschiktheid begint een perio<strong>de</strong> van inv<strong>al</strong>iditeit.<br />

Zelfstandigen ontvangen geen percentage van het loon dat zij verliezen, maar een forfaitair<br />

bedrag dat varieert in functie van hun gezinssituatie en <strong>de</strong> <strong>al</strong> dan niet stopzetting van hun<br />

bedrijf:<br />

De bedragen in <strong>de</strong> tabel zijn dagbedragen en gel<strong>de</strong>n op 1 juli 2010.<br />

Met ingang van 1 januari 2007 werd <strong>de</strong> categorie van rechthebben<strong>de</strong> samenwonen<strong>de</strong>n ingevoerd in het<br />

stelsel van <strong>de</strong> arbeidsongeschiktheid voor <strong>de</strong> zelfstandigen.<br />

Daaruit volgt dat drie soorten uitkeringen kunnen toegepast wor<strong>de</strong>n naargelang <strong>de</strong><br />

gezinsomstandighe<strong>de</strong>n:<br />

- met personen ten laste;<br />

- <strong>al</strong>leenstaan<strong>de</strong>;<br />

- samenwonen<strong>de</strong>.<br />

C. Fe<strong>de</strong>r<strong>al</strong>e ambtenaren<br />

Het ziekterisico van fe<strong>de</strong>r<strong>al</strong>e ambtenaren is ge<strong>de</strong>kt met een specifieke regeling waarbij een<br />

ziektekrediet wordt opgebouwd. Per 12 maan<strong>de</strong>n dienstanciënniteit wor<strong>de</strong>n 21 werkdagen<br />

ziekteverlof toegekend met een minimum van 63 werkdagen voor <strong>de</strong> drie eerste dienstjaren. Tij<strong>de</strong>ns<br />

het ziekteverlof blijft <strong>de</strong> ambtenaar 100 % van zijn wed<strong>de</strong> ontvangen.<br />

Als <strong>al</strong>le ziekteverlofdagen op zijn, wordt <strong>de</strong> ambtenaar in disponibiliteit gesteld wegens ziekte. In dat<br />

gev<strong>al</strong> ontvangt hij een wachtgeld gelijk aan minima<strong>al</strong> 60 % van zijn laatste activiteitswed<strong>de</strong> (<strong>de</strong> wed<strong>de</strong><br />

die hij verdien<strong>de</strong> toen hij het laatst werkte), ongeacht zijn gezinssituatie.<br />

Als <strong>de</strong> aandoening waaraan <strong>de</strong> ambtenaar lijdt erkend is <strong>al</strong>s een ernstige ziekte en lang duurt, dan heeft<br />

hij recht op een maan<strong>de</strong>lijks wachtgeld gelijk aan zijn laatste activiteitswed<strong>de</strong>.<br />

Indien <strong>de</strong> ziekteverlofdagen waarop <strong>de</strong> ambtenaar recht had op basis van zijn dienstanciënniteit uitgeput<br />

zijn, kan hij <strong>de</strong>finitief ongeschikt wor<strong>de</strong>n verklaard. Hij z<strong>al</strong> dan vervroegd op pensioen wor<strong>de</strong>n gesteld en<br />

een jaarlijks bedrag ontvangen afhankelijk van zijn wed<strong>de</strong> en zijn gezinslast.<br />

48<br />

Met personen<br />

ten laste<br />

Alleenstaan<strong>de</strong><br />

samenwonen<strong>de</strong><br />

Primaire niet-vergoedbare perio<strong>de</strong> van één maand 0 € 0 € 0 €<br />

Primaire vergoedbare perio<strong>de</strong> van<br />

arbeidsongeschiktheid (van <strong>de</strong> 2<strong>de</strong> tot <strong>de</strong> 12<strong>de</strong> maand)<br />

47,44 € 36,37 € 29,64 €<br />

Algemene inv<strong>al</strong>iditeit zon<strong>de</strong>r stopzetting activiteit 47,44 € 36,37 € 29,64 €<br />

Inv<strong>al</strong>iditeit bij stopzetting activiteit 48,30 € 38,65 € 33,14 €


Moe<strong>de</strong>rschapsuitkeringen<br />

Zwangere vrouwen hebben recht op moe<strong>de</strong>rschapsverlof en een vergoeding tij<strong>de</strong>ns dat verlof. Hier<br />

bestaan er grote verschillen tussen <strong>de</strong> verschillen<strong>de</strong> stelsels.<br />

De perio<strong>de</strong>n van moe<strong>de</strong>rschapsbescherming mogen niet <strong>al</strong>s perio<strong>de</strong>n van arbeidsongeschiktheid<br />

wor<strong>de</strong>n beschouwd. Zij bie<strong>de</strong>n <strong>de</strong> zwangere vrouw <strong>de</strong> gelegenheid te rusten en haar in die perio<strong>de</strong> een<br />

vervangingsinkomen te verschaffen.<br />

A. Moe<strong>de</strong>rschapsbescherming<br />

A.1. Werkneemsters<br />

De moe<strong>de</strong>rschapsbescherming is on<strong>de</strong>rver<strong>de</strong>eld in twee tijdvakken:<br />

- een perio<strong>de</strong> van voorbev<strong>al</strong>lingsrust die maxima<strong>al</strong> 6 weken voor <strong>de</strong> vermoe<strong>de</strong>lijke bev<strong>al</strong>lingsdatum<br />

duurt (8 weken in gev<strong>al</strong> van een meerling), waarvan 5 facultatieve (7 weken in gev<strong>al</strong> van een meerling)<br />

die mogen <strong>over</strong>gedragen wor<strong>de</strong>n na <strong>de</strong> bev<strong>al</strong>ling en één verplichte week waarin het verbo<strong>de</strong>n is te<br />

werken.<br />

- een perio<strong>de</strong> van nabev<strong>al</strong>lingsrust in <strong>de</strong> 9 weken na <strong>de</strong> bev<strong>al</strong>ling. Die perio<strong>de</strong> kan eventueel verlengd<br />

wor<strong>de</strong>n met <strong>de</strong> 5 (of 7) weken voorzien in <strong>de</strong> perio<strong>de</strong> van voorbev<strong>al</strong>lingsrust. Bij <strong>de</strong> geboorte van een<br />

meerling kan <strong>de</strong> postnat<strong>al</strong>e rustperio<strong>de</strong> van 9 weken met 2 weken wor<strong>de</strong>n verlengd. Een zwangere of<br />

bev<strong>al</strong>len werkneemster of een werkneemster die borstvoeding geeft, kan on<strong>de</strong>r bepa<strong>al</strong><strong>de</strong> voorwaar<strong>de</strong>n<br />

aanspraak maken op een moe<strong>de</strong>rschapsuitkering.<br />

Bij <strong>over</strong>lij<strong>de</strong>n of ziekenhuisopname van <strong>de</strong> moe<strong>de</strong>r kan <strong>de</strong> va<strong>de</strong>r <strong>de</strong> rest van <strong>de</strong> nabev<strong>al</strong>lingsrust van <strong>de</strong><br />

moe<strong>de</strong>r opnemen op voorwaar<strong>de</strong> dat hij rechthebbend is op uitkeringen (zie hoger).<br />

Het bedrag van <strong>de</strong> moe<strong>de</strong>rschapsuitkering is in principe vastgesteld op een percentage van het<br />

begrens<strong>de</strong> loon (118,3664 €), met uitzon<strong>de</strong>ring van <strong>de</strong> uitkering voor <strong>de</strong> eerste <strong>de</strong>rtig dagen<br />

moe<strong>de</strong>rschapsrust van <strong>de</strong> werkneemster.<br />

Toestand van <strong>de</strong><br />

gerechtig<strong>de</strong><br />

Met<br />

arbeids<strong>over</strong>eenkomst<br />

Arbeidsongeschiktheid<br />

en zon<strong>de</strong>r<br />

arbeids<strong>over</strong>eenkomst<br />

Werkloze<br />

Tij<strong>de</strong>ns <strong>de</strong> eerste <strong>de</strong>rtig<br />

k<strong>al</strong>en<strong>de</strong>rdagen van <strong>de</strong><br />

moe<strong>de</strong>rschapsrust<br />

82 % van het onbegrensd<br />

brutoloon<br />

79,5 % van het begrensd<br />

verloren loon<br />

60 % (=basisuitkering(*))<br />

+19,5 %<br />

(=aanvullen<strong>de</strong> uitkering)<br />

=79,5%<br />

Vanaf <strong>de</strong> 31ste k<strong>al</strong>en<strong>de</strong>rdag<br />

van <strong>de</strong> perio<strong>de</strong> van<br />

moe<strong>de</strong>rschapsrust<br />

75 % op een begrensd brutoloon<br />

75 % van het begrensd verloren<br />

loon<br />

60 % (=basisuitkering(*))<br />

+15 % (=aanvullen<strong>de</strong> uitkering)<br />

=75%<br />

(*) De basisuitkering bedraagt 60 % van het begrens<strong>de</strong> loon. Voor werklozen is <strong>de</strong> basisuitkering gelijk aan hun<br />

werkloosheidsuitkering (<strong>al</strong>s <strong>de</strong> duur van <strong>de</strong> arbeidsongeschiktheid min<strong>de</strong>r is dan 7 maan<strong>de</strong>n).<br />

49


A.2. De vrouwelijke zelfstandigen<br />

Vrouwelijke zelfstandigen en helpsters hebben recht op een moe<strong>de</strong>rschapsrust van maxima<strong>al</strong> 8 weken<br />

(9 in gev<strong>al</strong> van meervoudige geboorte). Er is geen verplichting om <strong>al</strong>le weken op te nemen. Sinds 1<br />

januari 2009 moeten daarvan nog maar drie weken verplicht opgenomen wor<strong>de</strong>n, meer bepa<strong>al</strong>d één<br />

week voor en twee weken na <strong>de</strong> bev<strong>al</strong>ling. De <strong>over</strong>ige vijf weken (of zes weken bij een meerling)<br />

kan <strong>de</strong> moe<strong>de</strong>r naar keuze opnemen vanaf drie weken voor <strong>de</strong> vermoe<strong>de</strong>lijke bev<strong>al</strong>lingsdatum tot 23<br />

weken na <strong>de</strong> bev<strong>al</strong>ling. Sinds 1 januari 2010, kan het tijdvak van moe<strong>de</strong>rschapsrust bovendien verlengd<br />

wor<strong>de</strong>n wanneer het pasgeboren kind na <strong>de</strong> zeven dagen te rekenen vanaf <strong>de</strong> geboorte opgenomen<br />

moet blijven in het ziekenhuis. In dat gev<strong>al</strong> wordt het tijdvak van moe<strong>de</strong>rschapsrust verlengd met een<br />

duur gelijk aan het aant<strong>al</strong> volledige weken hospit<strong>al</strong>isatie van het kind die <strong>de</strong>ze eerste zeven dagen<br />

<strong>over</strong>schrijdt. De duur van <strong>de</strong>ze verlenging mag echter vierentwintig weken niet <strong>over</strong>schrij<strong>de</strong>n. Deze<br />

verlenging vangt aan op <strong>de</strong> eerste dag die volgt op <strong>de</strong> twee weken verplichte nabev<strong>al</strong>lingsrust.<br />

De perio<strong>de</strong> van facultatieve nabev<strong>al</strong>lingsrust vangt dan aan op <strong>de</strong> eerste dag die volgt op het ein<strong>de</strong> van<br />

<strong>de</strong> perio<strong>de</strong> van verlenging.<br />

Deze rustperio<strong>de</strong>s moeten wor<strong>de</strong>n opgenomen in perio<strong>de</strong>s van zeven opeenvolgen<strong>de</strong> k<strong>al</strong>en<strong>de</strong>rdagen.<br />

Geduren<strong>de</strong> die perio<strong>de</strong> heeft <strong>de</strong> vrouwelijke zelfstandige recht op een forfaitair bedrag van € 375,72 per<br />

week (bedrag op 1 juli 2010).<br />

A.3. Ambtenaren<br />

Net zo<strong>al</strong>s werkneemsters uit <strong>de</strong> privésector hebben ook vrouwelijke fe<strong>de</strong>r<strong>al</strong>e ambtenaren recht op 15<br />

weken moe<strong>de</strong>rschapsrust (19 weken in gev<strong>al</strong> van een meerling). Zij ontvangen in die perio<strong>de</strong> 100 %<br />

van hun wed<strong>de</strong>.<br />

De laatste twee weken van <strong>de</strong> postnat<strong>al</strong>e rustperio<strong>de</strong> kunnen op verzoek van <strong>de</strong> vrouwelijke ambtenaar<br />

wor<strong>de</strong>n omgezet in verlofdagen van postnat<strong>al</strong>e rust, wanneer zij <strong>de</strong> arbeidson<strong>de</strong>rbreking na <strong>de</strong> negen<strong>de</strong><br />

week met ten minste twee weken kan verlengen.<br />

B. Va<strong>de</strong>rschapsverlof<br />

Bij <strong>de</strong> geboorte van zijn kind heeft elke werknemer het recht om geduren<strong>de</strong> 10 dagen afwezig te zijn op<br />

het werk. Deze dienen opgenomen te wor<strong>de</strong>n binnen <strong>de</strong> vier maan<strong>de</strong>n vanaf <strong>de</strong> dag van <strong>de</strong> geboorte.<br />

Deze tien dagen kunnen in één of in verschillen<strong>de</strong> perio<strong>de</strong>s wor<strong>de</strong>n opgenomen.<br />

De werknemer ontvangt zijn norma<strong>al</strong> loon tij<strong>de</strong>ns <strong>de</strong> eerste drie dagen van zijn afwezigheid. De volgen<strong>de</strong><br />

zeven dagen heeft hij recht op een va<strong>de</strong>rschapsuitkering. Het bedrag van <strong>de</strong> uitkering is vastgelegd op<br />

82 % van het ge<strong>de</strong>rf<strong>de</strong> loon. Dit loon is evenwel begrensd tot een maximumbedrag.<br />

De betrokkene moet een aanvraag richten tot het ziekenfonds en moet hiervoor een uittreksel uit<br />

<strong>de</strong> geboorteakte voorleggen. De werknemer ontvangt een inlichtingsblad op <strong>de</strong> uitkeringen van zijn<br />

ziekenfonds.<br />

De fe<strong>de</strong>r<strong>al</strong>e ambtenaar heeft eveneens recht op tien dagen va<strong>de</strong>rschapsverlof (omstandigheidsverlof);<br />

<strong>de</strong>ze wor<strong>de</strong>n volledig bezoldigd door <strong>de</strong> werkgever.<br />

50


Arbeidsongev<strong>al</strong>len<br />

Alle werknemers zijn ge<strong>de</strong>kt tegen arbeidsongev<strong>al</strong>len en ongev<strong>al</strong>len op <strong>de</strong> weg van en naar het<br />

werk. Zelfstandigen v<strong>al</strong>len buiten <strong>de</strong>ze regelgeving. Ambtenaren hebben dan weer een specifieke<br />

regeling die we kort toelichten.<br />

Ie<strong>de</strong>re werkgever moet een verzekering tegen arbeidsongev<strong>al</strong>len afsluiten bij een bevoeg<strong>de</strong><br />

verzekeringsinstelling. Het Fonds voor Arbeidsongev<strong>al</strong>len (FAO) oefent <strong>de</strong> controle zowel technisch <strong>al</strong>s<br />

medisch uit op <strong>de</strong> verzekeringsinstellingen. In bepa<strong>al</strong><strong>de</strong> gev<strong>al</strong>len (voor re<strong>de</strong>rs, zeelie<strong>de</strong>n, werknemers<br />

voor wie geen arbeidsongev<strong>al</strong>lenverzekering werd afgesloten) treedt het Fonds ook op <strong>al</strong>s verzekeraar.<br />

Het FAO beta<strong>al</strong>t ook bijkomen<strong>de</strong> bijslagen.<br />

Ie<strong>de</strong>r arbeidsongev<strong>al</strong> moet binnen <strong>de</strong> 8 werkdagen door <strong>de</strong> werkgever wor<strong>de</strong>n aangegeven bij<br />

<strong>de</strong> verzekeringsinstelling. Dat moet gebeuren met een specia<strong>al</strong> formulier of via elektronische weg.<br />

Indien <strong>de</strong> werkgever het ongev<strong>al</strong> niet aangeeft, kan <strong>de</strong> werknemer of één van <strong>de</strong> gezinsle<strong>de</strong>n van <strong>de</strong><br />

werknemer dit nog steeds doen.<br />

A. Ge<strong>de</strong>kte risico’s<br />

Zowel ongev<strong>al</strong>len op <strong>de</strong> werkplaats zelf, <strong>al</strong>s ongev<strong>al</strong>len op <strong>de</strong> weg van en naar het werk, v<strong>al</strong>len on<strong>de</strong>r<br />

<strong>de</strong> arbeidsongev<strong>al</strong>lenwetgeving.<br />

Een arbeidsongev<strong>al</strong> in <strong>de</strong> strikte zin van het woord is ie<strong>de</strong>r ongev<strong>al</strong> dat een werknemer tij<strong>de</strong>ns en<br />

wegens <strong>de</strong> uitvoering van zijn arbeids<strong>over</strong>eenkomst <strong>over</strong>komt en dat een letsel veroorzaakt. De<br />

oorzaak van ie<strong>de</strong>r ongev<strong>al</strong> moet een “plotselinge gebeurtenis” zijn, bijvoorbeeld struikelen <strong>over</strong> een<br />

plank. Eén enkele uitwendige oorzaak is voldoen<strong>de</strong> opdat er sprake kan zijn van een scha<strong>de</strong>loosstelling.<br />

Wanneer het slachtoffer kan aantonen dat er een plotselinge gebeurtenis plaatsvond en dat die<br />

gebeurtenis een letsel veroorzaakte, wordt <strong>de</strong>ze combinatie <strong>al</strong>s een ongev<strong>al</strong> beschouwd. Als dit ongev<strong>al</strong><br />

zich heeft voorgedaan tij<strong>de</strong>ns <strong>de</strong> uitvoering van <strong>de</strong> arbeids<strong>over</strong>eenkomst, neemt men aan dat het om<br />

een arbeidsongev<strong>al</strong> gaat.<br />

Ongev<strong>al</strong>len op <strong>de</strong> weg van en naar het werk wor<strong>de</strong>n eveneens <strong>al</strong>s arbeidsongev<strong>al</strong>len beschouwd.<br />

On<strong>de</strong>r het begrip “<strong>de</strong> weg van en naar het werk” verstaat men het norm<strong>al</strong>e tra<strong>je</strong>ct dat <strong>de</strong> werknemer<br />

moet afleggen om zich vanaf <strong>de</strong> drempel van zijn verblijfplaats naar het werk te begeven en omgekeerd.<br />

Dat is niet noodzakelijk <strong>de</strong> kortste weg! On<strong>de</strong>rbrekingen en omwegen zijn on<strong>de</strong>r bepa<strong>al</strong><strong>de</strong> voorwaar<strong>de</strong>n<br />

mogelijk.<br />

B. Vergoe<strong>de</strong> scha<strong>de</strong><br />

B.1. Medische en aanverwante kosten<br />

Een slachtoffer van een arbeidsongev<strong>al</strong> heeft recht op <strong>de</strong> terugbet<strong>al</strong>ing van <strong>de</strong> kosten van een opname<br />

in het ziekenhuis, kinesitherapie, medische, chirurgische, tandheelkundige en farmaceutische verzorging<br />

en orthopedische toestellen. De verzorging wordt terugbeta<strong>al</strong>d volgens <strong>de</strong> gel<strong>de</strong>n<strong>de</strong> tarieven van <strong>de</strong><br />

ziekteverzekering en <strong>de</strong> verzekeringsinstelling moet het remgeld bet<strong>al</strong>en. Er mogen het slachtoffer geen<br />

kosten wor<strong>de</strong>n aangerekend. In principe mag het slachtoffer <strong>de</strong> behan<strong>de</strong>len<strong>de</strong> arts of het ziekenhuis zelf<br />

kiezen. Als <strong>de</strong> werkgever of <strong>de</strong> verzekeringsinstelling echter <strong>over</strong> een erken<strong>de</strong> medische, farmaceutische<br />

of ziekenhuisdienst beschikt, verv<strong>al</strong>t <strong>de</strong> keuzevrijheid van het slachtoffer. Die bedrijfsdiensten zijn<br />

volledig gratis.<br />

51


B.2. Vergoeding voor inkomensverlies<br />

Niet <strong>al</strong>leen <strong>de</strong> medische kosten wor<strong>de</strong>n vergoed. Tij<strong>de</strong>ns <strong>de</strong> arbeidsongeschiktheidsperio<strong>de</strong> veroorzaakt<br />

door een arbeidsongev<strong>al</strong> heeft het slachtoffer recht op vergoedingen. We kunnen twee perio<strong>de</strong>n<br />

on<strong>de</strong>rschei<strong>de</strong>n, namelijk <strong>de</strong> tij<strong>de</strong>lijke arbeidsongeschiktheid en <strong>de</strong> blijven<strong>de</strong> arbeidsongeschiktheid.<br />

Tij<strong>de</strong>ns <strong>de</strong> perio<strong>de</strong> van tij<strong>de</strong>lijke volledige arbeidsongeschiktheid ontvangt ie<strong>de</strong>r slachtoffer 90 %<br />

van zijn gemid<strong>de</strong>l<strong>de</strong> dagloon. Dat gemid<strong>de</strong>l<strong>de</strong> dagloon komt <strong>over</strong>een met 1/365ste van het basisloon.<br />

Bijgevolg ontvangt het slachtoffer een dagvergoeding niet <strong>al</strong>leen ie<strong>de</strong>re werkdag, maar ook <strong>al</strong>le<br />

zaterdagen, zondagen en feestdagen van het jaar. Het basisloon is het loon waarop <strong>de</strong> werknemer<br />

recht had tij<strong>de</strong>ns het jaar voorafgaand aan het jaar van het arbeidsongev<strong>al</strong>. Dit basisloon bedraagt,<br />

geïn<strong>de</strong>xeerd op 1 januari 2010, is begrensd op 36.809,73 €.<br />

Ook tij<strong>de</strong>lijke ge<strong>de</strong>eltelijke arbeidsongeschiktheid wordt vergoed. Hier ligt <strong>de</strong> nadruk echter meer op<br />

<strong>de</strong> hervatting van het werk en <strong>de</strong> reïntegratie van <strong>de</strong> werknemer in het arbeidsmilieu. Op advies van <strong>de</strong><br />

preventieadviseur-arbeidsgeneesheer en met het akkoord van het slachtoffer kan het werk ge<strong>de</strong>eltelijk<br />

wor<strong>de</strong>n hervat. Het slachtoffer ontvangt dan een vergoeding die gelijk is aan het verschil tussen zijn loon<br />

vóór het ongev<strong>al</strong> en het loon dat hij ontvangt door <strong>de</strong> we<strong>de</strong>rtewerkstelling.<br />

De perio<strong>de</strong> van tij<strong>de</strong>lijke arbeidsongeschiktheid kan op twee manieren eindigen: ofwel wordt het<br />

slachtoffer genezen verklaard, ofwel wordt hij blijvend arbeidsongeschikt verklaard.<br />

De perio<strong>de</strong> van blijven<strong>de</strong> arbeidsongeschiktheid begint vanaf <strong>de</strong> “consolidatie”. De consolidatie is<br />

<strong>de</strong> vaststelling dat het letsel dat door het arbeidsongev<strong>al</strong> veroorzaakt werd een zekere stabiliteit<br />

vertoont. De arbeidsongeschiktheid wordt uitgedrukt <strong>al</strong>s een percentage dat weergeeft in welke mate<br />

het arbeidsvermogen van het slachtoffer ten gevolge van het ongev<strong>al</strong> is afgenomen (het slachtoffer<br />

wordt vergoed voor het verlies van economische geschiktheid, niet voor <strong>de</strong> fysieke aantasting). De<br />

graad van blijven<strong>de</strong> ongeschiktheid, het basisloon en datum van consolidatie moeten opgenomen<br />

wor<strong>de</strong>n in een akkoord tussen <strong>de</strong> verzekeringsinstelling en het slachtoffer en z<strong>al</strong> nadien bekrachtigd<br />

wor<strong>de</strong>n door het FAO.<br />

Vanaf <strong>de</strong> datum van consolidatie ontvangt het slachtoffer een jaarlijkse vergoeding die afhangt van het<br />

basisloon en <strong>de</strong> graad van arbeidsongeschiktheid die in bovengenoemd akkoord zijn vastgesteld.<br />

Bij een minieme arbeidsongeschiktheid wordt <strong>de</strong> vergoeding verlaagd. Als <strong>de</strong> graad min<strong>de</strong>r dan 5 %<br />

bedraagt, wordt zij met <strong>de</strong> helft verlaagd, <strong>al</strong>s hij meer dan 5 % bedraagt, maar min<strong>de</strong>r dan 10 %, wordt<br />

<strong>de</strong> toelage met een vier<strong>de</strong> verlaagd.<br />

De jaarlijkse vergoeding wordt verhoogd <strong>al</strong>s het slachtoffer geregeld hulp van een an<strong>de</strong>re persoon<br />

(een “<strong>de</strong>r<strong>de</strong>”) nodig heeft. De toelage bedraagt maxima<strong>al</strong> twa<strong>al</strong>f keer het gewaarborgd gemid<strong>de</strong>ld<br />

minimummaandinkomen.<br />

Tij<strong>de</strong>ns <strong>de</strong> drie jaar na <strong>de</strong> bekrachtiging van het akkoord door het FAO kunnen bei<strong>de</strong> parti<strong>je</strong>n, dus zowel<br />

<strong>de</strong> verzekeringsinstelling <strong>al</strong>s het slachtoffer, vragen om een herziening van <strong>de</strong> graad van ongeschiktheid.<br />

Na het verstrijken van die drie jaar, <strong>de</strong> zogeheten herzieningstermijn, wordt <strong>de</strong> toestand <strong>de</strong>finitief<br />

vastgesteld en ontvangt het slachtoffer een lijfrente die eveneens gebaseerd is op het basisloon en <strong>de</strong><br />

arbeidsongeschiktheidsgraad. Als <strong>de</strong> arbeidsongeschiktheidsgraad vastgesteld is op meer dan 19 %,<br />

dan kan het slachtoffer vragen om maxima<strong>al</strong> een <strong>de</strong>r<strong>de</strong> van <strong>de</strong> rente in kapita<strong>al</strong> uit te keren. De<br />

vergoeding of het ge<strong>de</strong>elte van <strong>de</strong> vergoeding tot 20 % arbeidsongeschiktheid is niet belastbaar.<br />

52


B.3. Verplaatsingskosten<br />

De verplaatsingskosten van zowel het slachtoffer zelf <strong>al</strong>s van zijn gezinsle<strong>de</strong>n kunnen on<strong>de</strong>r bepa<strong>al</strong><strong>de</strong><br />

voorwaar<strong>de</strong>n in aanmerking komen voor terugbet<strong>al</strong>ing. Er wordt wel een on<strong>de</strong>rscheid gemaakt naargelang<br />

<strong>de</strong> dringendheid, het doel van <strong>de</strong> verplaatsing, wie zich verplaatst, <strong>de</strong> gebruikte transportmid<strong>de</strong>len,<br />

enz.<br />

B.4. Do<strong>de</strong>lijk arbeidsongev<strong>al</strong><br />

Als een werknemer <strong>over</strong>lijdt ten gevolge van een arbeidsongev<strong>al</strong> of een ongev<strong>al</strong> op <strong>de</strong> weg van en naar<br />

het werk, geeft dit aanleiding tot <strong>de</strong> volgen<strong>de</strong> vergoedingen:<br />

a) Een vergoeding voor begrafeniskosten<br />

Die bedraagt 30 keer het gemid<strong>de</strong>l<strong>de</strong> dagloon van het slachtoffer.<br />

b) Vergoeding voor <strong>de</strong> kosten van transport van <strong>de</strong> <strong>over</strong>le<strong>de</strong>ne<br />

De kosten (ook die voor administratieve form<strong>al</strong>iteiten) voor <strong>de</strong> <strong>over</strong>brenging van <strong>de</strong> <strong>over</strong>le<strong>de</strong>ne naar <strong>de</strong><br />

plaats waar hij z<strong>al</strong> wor<strong>de</strong>n begraven, wor<strong>de</strong>n volledig vergoed.<br />

c) Een lijfrente voor <strong>de</strong> echtgeno(o)t(e) of <strong>de</strong> wettelijk samenwonen<strong>de</strong><br />

De echtgeno(o)t(e) of <strong>de</strong> wettelijk samenwonen<strong>de</strong> hebben recht op een lijfrente van 30 % van het<br />

basisloon van <strong>de</strong> <strong>over</strong>le<strong>de</strong>ne. In bepa<strong>al</strong><strong>de</strong> gev<strong>al</strong>len kunnen ook ou<strong>de</strong>rs of grootou<strong>de</strong>rs op een lijfrente<br />

aanspraak maken.<br />

d) Een tij<strong>de</strong>lijke rente voor <strong>de</strong> kin<strong>de</strong>ren<br />

Volle wezen ontvangen elk 20 % van het basisloon van het <strong>over</strong>le<strong>de</strong>n slachtoffer (met een maximum<br />

van 60 % voor <strong>al</strong>le kin<strong>de</strong>ren samen).<br />

H<strong>al</strong>ve wezen ontvangen elk 15 % van het basisloon van het <strong>over</strong>le<strong>de</strong>n slachtoffer (met een maximum<br />

van 45 % voor <strong>al</strong>le kin<strong>de</strong>ren samen).<br />

Die tij<strong>de</strong>lijke rente wordt uitgekeerd tot <strong>de</strong> leeftijd van 18 jaar of zolang het kind recht heeft op<br />

kin<strong>de</strong>rbijslag. In bepa<strong>al</strong><strong>de</strong> gev<strong>al</strong>len hebben ook kleinkin<strong>de</strong>ren, broers of zussen recht op een tij<strong>de</strong>lijke<br />

rente.<br />

C. Bet<strong>al</strong>ing van <strong>de</strong> vergoedingen<br />

De vergoeding wegens tij<strong>de</strong>lijke arbeidsongeschiktheid wordt op <strong>de</strong>zelf<strong>de</strong> dag uitbeta<strong>al</strong>d <strong>al</strong>s het<br />

loon. Na <strong>de</strong> consolidatie wordt <strong>de</strong> vergoeding, afhankelijk van het gev<strong>al</strong>, per maand of per kwarta<strong>al</strong><br />

uitgekeerd. De renten bij do<strong>de</strong>lijke arbeidsongev<strong>al</strong>len wor<strong>de</strong>n eveneens per maand, per kwarta<strong>al</strong> of per<br />

jaar uitbeta<strong>al</strong>d.<br />

D. Burgerlijke aansprakelijkheid<br />

De vergoeding die een slachtoffer van een arbeidsongev<strong>al</strong> ontvangt, is dus een forfaitaire vergoeding<br />

die gebaseerd is op het loon. Het slachtoffer moet zich hierbij neerleggen en kan geen eis tot<br />

scha<strong>de</strong>vergoeding indienen tegen <strong>de</strong> werkgever om ook scha<strong>de</strong>, an<strong>de</strong>re dan die on<strong>de</strong>r B, te vergoe<strong>de</strong>n<br />

(bv. scha<strong>de</strong> aan goe<strong>de</strong>ren, morele scha<strong>de</strong>), beh<strong>al</strong>ve in een aant<strong>al</strong> specifiek door <strong>de</strong> wet voorziene<br />

gev<strong>al</strong>len (o.a. wanneer <strong>de</strong> werkgever het arbeidsongev<strong>al</strong> opzettelijk veroorzaakte).<br />

Het slachtoffer kan wel een eis tot scha<strong>de</strong>vergoeding instellen tegen een eventuele <strong>de</strong>r<strong>de</strong> die<br />

aansprakelijk is voor het ongev<strong>al</strong>. Wat verkeersongev<strong>al</strong>len betreft, daar kan het slachtoffer, naast <strong>de</strong><br />

forfaitaire vergoeding in het ka<strong>de</strong>r van <strong>de</strong> arbeidsongev<strong>al</strong>lenverzekering, <strong><strong>al</strong>tijd</strong> een eis tot vergoeding<br />

van <strong>de</strong> an<strong>de</strong>re scha<strong>de</strong> instellen, wie ook aansprakelijk is voor het ongev<strong>al</strong> (werkgever of <strong>de</strong>r<strong>de</strong>).<br />

53


E. Ambtenaren<br />

De regeling betreffen<strong>de</strong> <strong>de</strong> arbeidsongev<strong>al</strong>len voor ambtenaren is op an<strong>de</strong>re wetten gebaseerd dan die<br />

voor werknemers, maar ze vertoont toch zeer veel gelijkenissen.<br />

Ook zij on<strong>de</strong>rscheidt een perio<strong>de</strong> van tij<strong>de</strong>lijke arbeidsongeschiktheid en een perio<strong>de</strong> van blijven<strong>de</strong><br />

arbeidsongeschiktheid. De perio<strong>de</strong> van tij<strong>de</strong>lijke arbeidsongeschiktheid is niet beperkt in <strong>de</strong> tijd en<br />

heeft geen invloed op <strong>de</strong> ziekteverlofdagen. Tij<strong>de</strong>ns <strong>de</strong>ze perio<strong>de</strong> ontvangt <strong>de</strong> ambtenaar zijn volledige<br />

loon. Na <strong>de</strong> consolidatie komt hij terecht in <strong>de</strong> perio<strong>de</strong> van blijven<strong>de</strong> arbeidsongeschiktheid. Vanaf<br />

dan heeft <strong>de</strong> ambtenaar recht op een rente. Eventueel, <strong>al</strong>s dit mogelijk is, moet <strong>de</strong> ambtenaar een<br />

an<strong>de</strong>re baan krijgen. Als hij nood heeft aan hulp van <strong>de</strong>r<strong>de</strong>n kan <strong>de</strong> rente verhoogd wor<strong>de</strong>n met een<br />

bijkomen<strong>de</strong> vergoeding die berekend wordt op basis van <strong>de</strong> gewaarborg<strong>de</strong> maandvergoeding of van<br />

het gewaarborgd gemid<strong>de</strong>ld minimummaandinkomen, naar gelang <strong>de</strong> bezoldigingsregeling die het<br />

slachtoffer geniet. Het uitgangspunt voor <strong>de</strong> berekening van <strong>de</strong> rente is het barema (loonscha<strong>al</strong>) van<br />

het slachtoffer op het moment van het ongev<strong>al</strong>.<br />

Bij een do<strong>de</strong>lijk arbeidsongev<strong>al</strong> ontvangt diegene die <strong>de</strong> begrafenis heeft beta<strong>al</strong>d een begrafenisvergoeding<br />

die <strong>over</strong>eenstemt met <strong>de</strong> laatste brutomaandwed<strong>de</strong> van <strong>de</strong> <strong>over</strong>le<strong>de</strong>n ambtenaar. Net zo<strong>al</strong>s in <strong>de</strong><br />

privésector hebben <strong>de</strong> <strong>over</strong>leven<strong>de</strong> echtgeno(o)t(e) of <strong>de</strong> wettelijk samenwonen<strong>de</strong> partner en <strong>de</strong><br />

kin<strong>de</strong>ren ook recht op een tegemoetkoming.<br />

Verergerings- en <strong>over</strong>lij<strong>de</strong>nsbijslagen kunnen ook toegekend wor<strong>de</strong>n.<br />

F. Zelfstandigen<br />

Zelfstandigen zijn niet verzekerd tegen arbeidsongev<strong>al</strong>len, maar ze kunnen terugv<strong>al</strong>len op <strong>de</strong> ziekte- en<br />

inv<strong>al</strong>iditeitsverzekering die in het zelfstandigenstelsel geldt.<br />

54


Beroepsziekten<br />

Arbeidsongev<strong>al</strong>len en beroepsziekten wor<strong>de</strong>n vaak in één a<strong>de</strong>m genoemd. Zij v<strong>al</strong>len immers <strong>al</strong>lebei<br />

on<strong>de</strong>r <strong>de</strong> “beroepsrisico’s”. Het is dan ook logisch dat <strong>de</strong> regeling voor beroepsziekten vaak gelijkloopt<br />

met die voor arbeidsongev<strong>al</strong>len. Daarom verwijzen we hier geregeld naar het vorige <strong>de</strong>el.<br />

Ie<strong>de</strong>r slachtoffer of één van zijn gezinsle<strong>de</strong>n kan een aanvraag indienen tot erkenning van een<br />

beroepsziekte met een officieel formulier. Dat moet naar het Fonds voor <strong>de</strong> beroepsziekten (FBZ)<br />

wor<strong>de</strong>n gezon<strong>de</strong>n. De arbeidsgeneesheer moet elk gev<strong>al</strong> van beroepsziekte doorgeven aan het FBZ.<br />

Vervolgens wordt het slachtoffer gevraagd om een aanvraag tot scha<strong>de</strong>loosstelling in te dienen.<br />

Het FBZ is een openbare instelling van soci<strong>al</strong>e <strong>zekerheid</strong> die instaat voor <strong>de</strong> verzekering tegen<br />

beroepsziekten en zorgt voor <strong>de</strong> scha<strong>de</strong>loosstelling van slachtoffers. Er zijn geen privéverzekeraars zo<strong>al</strong>s<br />

bij <strong>de</strong> arbeidsongev<strong>al</strong>len.<br />

A. Wat is een beroepsziekte?<br />

Een beroepsziekte is niet zo eenvoudig te <strong>de</strong>finiëren. Vaak is immers het verband tussen <strong>de</strong> blootstelling<br />

aan een risico en <strong>de</strong> uitein<strong>de</strong>lijke ziekte niet zo dui<strong>de</strong>lijk. De ziekte kan immers lang na <strong>de</strong> blootstelling<br />

optre<strong>de</strong>n.<br />

Daarom heeft men een lijst met erken<strong>de</strong> beroepsziekten opgesteld. Hierdoor wordt het voor een<br />

slachtoffer eenvoudig om zijn beroepsziekte te bewijzen. Als <strong>de</strong> beroepsziekte op <strong>de</strong> lijst voorkomt<br />

en het slachtoffer in een sector werkt waar men aan het risico van <strong>de</strong>ze ziekte is blootgesteld,<br />

dan wordt zijn ziekte <strong>al</strong>s beroepsziekte erkend. De bewijslast ligt dus niet bij het slachtoffer. Er is een<br />

onweerlegbaar vermoe<strong>de</strong>n ten gunste van het slachtoffer.<br />

Maar het lijstsysteem heeft ook na<strong>de</strong>len. Stress en <strong>over</strong>vermoeidheid zijn bijvoorbeeld niet opgenomen.<br />

Daarom heeft een slachtoffer ook <strong>de</strong> mogelijkheid om voor een beroepsziekte die niet op <strong>de</strong> lijst<br />

staat zelf het bewijs te leveren van enerzijds <strong>de</strong> blootstelling aan een zeker risico en an<strong>de</strong>rzijds het<br />

oorzakelijk verband tussen <strong>de</strong> ziekte en <strong>de</strong> blootstelling. Een commissie van het FBZ beslist uitein<strong>de</strong>lijk,<br />

in dit specifieke dossier, <strong>over</strong> <strong>de</strong> erkenning van <strong>de</strong>ze ziekte <strong>al</strong>s beroepsziekte. De bewijslast ligt nu wel<br />

bij het slachtoffer of zijn rechthebben<strong>de</strong>.<br />

Het FBZ houdt zich niet <strong>al</strong>leen bezig met <strong>de</strong> curatieve kant van <strong>de</strong> beroepsziekten, maar doet ook<br />

aan preventie. Zo wor<strong>de</strong>n er uiteenlopen<strong>de</strong> maatregelen getroffen om het aant<strong>al</strong> beroepsziekten<br />

drastisch te vermin<strong>de</strong>ren (bijvoorbeeld vaccinatie tegen hepatitis of het aandui<strong>de</strong>n van lage rugpijn <strong>al</strong>s<br />

arbeidsgerelateer<strong>de</strong> ziekte bij <strong>de</strong> personen die zware taken voor <strong>de</strong> rug uitvoeren).<br />

B. Vergoe<strong>de</strong> risico’s<br />

Op dit vlak bestaat er een zeker par<strong>al</strong>lellisme tussen beroepsziekten en arbeidsongev<strong>al</strong>len. De<br />

regelingen voor <strong>de</strong> basisvergoedingen, <strong>de</strong> ev<strong>al</strong>uatie van <strong>de</strong> arbeidsongeschiktheid, <strong>de</strong> vergoedingen bij<br />

<strong>over</strong>lij<strong>de</strong>n, <strong>de</strong> arbeidsongeschiktheidsvergoedingen en <strong>de</strong> vergoeding voor geneeskundige verzorging<br />

en verplaatsingskosten zijn gelijkaardig.<br />

Er zijn enkele verschilpunt<strong>je</strong>s die te wijten zijn aan <strong>de</strong> specifieke aard van beroepsziekten:<br />

- een beroepsziekte kan vanaf het begin blijvend van aard zijn;<br />

- een ziekte die niet op <strong>de</strong> lijst voorkomt, kan <strong>al</strong>s beroepsziekte wor<strong>de</strong>n vergoed wanneer er een<br />

oorzakelijk verband tussen het beroep en <strong>de</strong> ziekte kan wor<strong>de</strong>n bewezen. Naast het lijstsysteem bestaat<br />

er immers ook een open systeem;<br />

55


- bij <strong>de</strong> beroepsziekten wordt er niet met een herzieningstermijn gewerkt, omdat <strong>de</strong> ziekten steeds<br />

kunnen evolueren, ook na een lange perio<strong>de</strong>;<br />

- het slachtoffer heeft recht op een volledige terugbet<strong>al</strong>ing van <strong>de</strong> kosten, maar het FBZ vergoedt<br />

<strong>al</strong>leen het remgeld en <strong>de</strong> niet-terugbeta<strong>al</strong>bare prestaties in het ka<strong>de</strong>r van <strong>de</strong> ziekteverzekering <strong>al</strong>s ze bij<br />

koninklijk besluit opgenomen wer<strong>de</strong>n in <strong>de</strong> specifieke nomenclatuur van het FBZ.<br />

C. Ambtenaren<br />

De specifieke regeling voor <strong>de</strong> beroepsziekten in <strong>de</strong> privésector - zo<strong>al</strong>s het lijstsysteem en het open<br />

systeem - zijn eveneens van toepassing voor <strong>de</strong> openbare sector, rekening hou<strong>de</strong>nd met enkele<br />

specifieke regels voor <strong>de</strong> openbare sector.<br />

Men moet <strong>wat</strong> <strong>de</strong> beroepsziekten betreft, een on<strong>de</strong>rscheid maken tussen <strong>de</strong> Provinci<strong>al</strong>e en Plaatselijke<br />

Overheidsdiensten (PPO) en <strong>de</strong> an<strong>de</strong>re <strong>over</strong>heidsdiensten. Voor <strong>de</strong>ze laatste kan het FBZ <strong>al</strong>leen op hun<br />

vraag optre<strong>de</strong>n <strong>al</strong>s medisch expert.<br />

Voor <strong>de</strong> PPO-sector is het FBZ bevoegd <strong>al</strong>s herverzekeraar inzake <strong>de</strong> scha<strong>de</strong>loosstelling en <strong>de</strong> preventie<br />

van beroepsziekten. Het adviseert <strong>de</strong> bevoeg<strong>de</strong> besturen en het beta<strong>al</strong>t uitgekeer<strong>de</strong> vergoedingen terug<br />

aan <strong>de</strong>ze laatste.<br />

Dezelf<strong>de</strong> voor<strong>de</strong>len kunnen wor<strong>de</strong>n toegekend aan het personeel uit <strong>de</strong> provinci<strong>al</strong>e en plaatselijke<br />

<strong>over</strong>heidsdiensten <strong>al</strong>s aan <strong>de</strong> getroffenen uit <strong>de</strong> openbare sector.<br />

D. Zelfstandigen<br />

Zelfstandigen zijn niet verzekerd tegen beroepsziekten (zie het hoofdstuk “Arbeidsongev<strong>al</strong>len”).<br />

E. Het asbestfonds<br />

Sinds april 2007 is het mogelijk om een scha<strong>de</strong>loosstelling te krijgen <strong>al</strong>s men ziek is gewor<strong>de</strong>n ten<br />

gevolge van blootstelling aan asbest. Het asbestfonds is opgericht binnen <strong>de</strong> schoot van het Fonds<br />

voor <strong>de</strong> beroepsziekten en kan vergoedingen uitbet<strong>al</strong>en aan zij die het slachtoffer zijn gewor<strong>de</strong>n van<br />

mesothelioom of asbestose (of diffuse bilater<strong>al</strong>e pleur<strong>al</strong>e verdikkingen). Ook bij een <strong>over</strong>lij<strong>de</strong>n van het<br />

slachtoffer z<strong>al</strong> het Fonds een vergoeding uitbet<strong>al</strong>en aan eventuele rechthebben<strong>de</strong>n.<br />

Ie<strong>de</strong>reen mag een aanvraag voor scha<strong>de</strong>loosstelling indienen, of men nu ambtenaar, zelfstandige,<br />

bedien<strong>de</strong> of werkloos is.<br />

56


Jaarlijkse vakantie<br />

Nu lijkt het voor ie<strong>de</strong>reen logisch dat <strong>je</strong> jaarlijks recht hebt op enkele weken vakantie, maar dat is niet<br />

<strong><strong>al</strong>tijd</strong> zo geweest. Al in het begin van <strong>de</strong> vorige eeuw hebben vakbon<strong>de</strong>n gestre<strong>de</strong>n voor beta<strong>al</strong><strong>de</strong><br />

vakantiedagen voor werknemers. Het is <strong>de</strong> RJV (Rijksdienst voor Jaarlijkse Vakantie) die tussenkomt voor<br />

<strong>de</strong> jaarlijkse vakantie van arbei<strong>de</strong>rs en <strong>de</strong> kunstenaars. Het vakantiegeld voor bedien<strong>de</strong>n en ambtenaren<br />

wordt immers rechtstreeks door <strong>de</strong> werkgever beta<strong>al</strong>d. Hier gaan we dieper in op <strong>de</strong> drie categorieën<br />

van werknemers. Het is dui<strong>de</strong>lijk dat zelfstandigen, die niet voor <strong>de</strong> tak jaarlijkse vakantie verzekerd<br />

zijn, geen vakantiegeld krijgen.<br />

A. Arbei<strong>de</strong>rs (en arbei<strong>de</strong>rs op leercontract) en kunstenaars<br />

Het vakantiegeld van <strong>de</strong> arbei<strong>de</strong>rs en <strong>de</strong> leerling-arbei<strong>de</strong>rs die on<strong>de</strong>rworpen zijn aan het wettelijk stelsel<br />

van <strong>de</strong> jaarlijkse vakantie van <strong>de</strong> werknemers, wordt automatisch uitgekeerd door <strong>de</strong> Rijksdienst voor<br />

Jaarlijkse Vakantie (RJV) of door een bijzon<strong>de</strong>r vakantiefonds. Het vakantiegeld van <strong>de</strong> niet-zelfstandige<br />

kunstenaar wordt eveneens automatisch uitgekeerd door <strong>de</strong> RJV. De begunstig<strong>de</strong> dient hiervoor geen<br />

aanvraag in te dienen.<br />

Hun werkgever dient evenmin specifieke stappen te on<strong>de</strong>rnemen voor <strong>de</strong> aansluiting bij een<br />

vakantiefonds. Zodra <strong>de</strong> Rijksdienst voor Soci<strong>al</strong>e Zekerheid (RSZ) aan <strong>de</strong> RJV <strong>de</strong> eerste aangifte van<br />

loon- en arbeidstijdgegevens van een <strong>de</strong>rgelijke werknemer <strong>over</strong>maakt, gebeurt <strong>de</strong> aansluiting bij het<br />

RJV-vakantiefonds of bij een bijzon<strong>de</strong>r vakantiefonds automatisch op basis van <strong>de</strong> activiteit van <strong>de</strong><br />

werkgever.<br />

De Rijksdienst voor Jaarlijkse Vakantie ontvangt <strong>de</strong> werkgeversbijdragen geïnd door <strong>de</strong> RSZ en ver<strong>de</strong>elt<br />

ze on<strong>de</strong>r <strong>de</strong> bijzon<strong>de</strong>re vakantiefondsen. Omdat <strong>de</strong> werkgever en <strong>de</strong> werknemer ook tij<strong>de</strong>ns <strong>de</strong> vakantie<br />

soci<strong>al</strong>e<strong>zekerheid</strong>sbijdragen moeten bet<strong>al</strong>en en <strong>de</strong>ze bet<strong>al</strong>ing niet ten laste van het vakantiefonds mag<br />

v<strong>al</strong>len, wor<strong>de</strong>n <strong>de</strong> soci<strong>al</strong>e<strong>zekerheid</strong>sbijdragen geduren<strong>de</strong> het hele jaar berekend op het brutoloon aan<br />

108 %.<br />

De vakantieduur van <strong>de</strong>ze werknemers hangt af van het tota<strong>al</strong> aant<strong>al</strong> effectief gepresteer<strong>de</strong> arbeidsdagen<br />

en <strong>de</strong> dagen die hiermee wor<strong>de</strong>n gelijkgesteld tij<strong>de</strong>ns het vakantiedienstjaar (k<strong>al</strong>en<strong>de</strong>rjaar voorafgaand<br />

aan het jaar van <strong>de</strong> bet<strong>al</strong>ing van het vakantiegeld). De vakantieduur bij een voltijdse tewerkstelling<br />

(231 dagen en meer), bedraagt 20 dagen in het vijfdagenweekstelsel. Het aant<strong>al</strong> vakantiedagen<br />

wordt steeds bepa<strong>al</strong>d in verhouding tot het aant<strong>al</strong> effectief gepresteer<strong>de</strong> en gelijkgestel<strong>de</strong> dagen van<br />

het vakantiedienstjaar of een maxim<strong>al</strong>e vakantieduur van 4 weken in het arbeidsstelsel waarin <strong>de</strong><br />

werknemers werken op het ogenblik dat zij vakantie nemen.<br />

Het vakantiegeld omvat het enkel vakantiegeld (8 % op <strong>de</strong> brutolonen tegen 108 %) en het<br />

dubbel vakantiegeld (7,38 % van <strong>de</strong> brutolonen tegen 108 %). Het enkel en het dubbel vakantiegeld<br />

wor<strong>de</strong>n uitbeta<strong>al</strong>d voor een perio<strong>de</strong> van maximum 4 weken. Het dubbel vakantiegeld is eigenlijk een<br />

soort van <strong>de</strong>kking van <strong>de</strong> extra kosten die een vakantieperio<strong>de</strong> (bijvoorbeeld op reis gaan) met zich<br />

brengt. Op een ge<strong>de</strong>elte van het dubbel vakantiegeld wordt nog een inhouding van 13,07 % toegepast.<br />

Bij <strong>de</strong> berekening van het vakantiegeld wordt niet <strong>al</strong>leen rekening gehou<strong>de</strong>n met <strong>de</strong> lonen maar ook<br />

met het fictief loon voor <strong>de</strong> gelijkgestel<strong>de</strong> inactiviteitsdagen. Voor <strong>de</strong> berekening van het vakantiegeld<br />

van <strong>de</strong> kunstenaars dient men rekening te hou<strong>de</strong>n met hun specificiteit.<br />

Het vakantiegeld wordt uitbeta<strong>al</strong>d op het moment van <strong>de</strong> hoofdvakantie en ten vroegste op 2 mei van<br />

het vakantiejaar.<br />

57


Voor <strong>de</strong> arbei<strong>de</strong>rs in <strong>de</strong> privésector of <strong>de</strong> niet zelfstandige kunstenaars, kan <strong>de</strong> beveilig<strong>de</strong> toepassing<br />

“Mijn vakantierekening” (op <strong>de</strong> site van <strong>de</strong> RJV) veel informatie verschaffen, zo<strong>al</strong>s <strong>de</strong> persoonlijke<br />

gegevens, een simulatie (bedrag, duur, datum van <strong>de</strong> bet<strong>al</strong>ing), <strong>al</strong> uitgekeer<strong>de</strong> bedragen en eventuele<br />

inhoudingen door schul<strong>de</strong>isers.<br />

Sinds april 2008 is <strong>de</strong> toepassing “Mijn vakantierekening” uitgebreid. Het is nu ook mogelijk zelf bepa<strong>al</strong><strong>de</strong><br />

gegevens in te brengen of te wijzigen (<strong>de</strong> ta<strong>al</strong>rol, het financieel rekeningnummer en een an<strong>de</strong>r dan het<br />

officiële correspon<strong>de</strong>ntieadres).<br />

B. Bedien<strong>de</strong>n (en bedien<strong>de</strong>n op leercontract)<br />

Het vakantiegeld voor bedien<strong>de</strong>n wordt door <strong>de</strong> werkgever zelf beta<strong>al</strong>d. Er is dus geen enkele<br />

tussenkomst van een soci<strong>al</strong>e<strong>zekerheid</strong>sinstelling.<br />

Bedien<strong>de</strong>n hebben recht op 2 vakantiedagen en dit per volledig gewerkte maand in het jaar dat<br />

voorafgaat aan het jaar waarin <strong>de</strong> vakantie wordt opgenomen (= het vakantiedienstjaar). Dat stemt<br />

<strong>over</strong>een met 24 vakantiedagen (in het stelsel van <strong>de</strong> zesdagenweek) en met 20 vakantiedagen (in het<br />

stelsel van <strong>de</strong> vijfdagenweek) voor een volledig werkjaar of gelijkgestel<strong>de</strong> tijdvakken, of met maxima<strong>al</strong><br />

4 weken vakantie in het stelsel waarin <strong>de</strong> bedien<strong>de</strong> werkt op het ogenblik van <strong>de</strong> vakantie. Net zo<strong>al</strong>s<br />

bij <strong>de</strong> arbei<strong>de</strong>rs bestaat het vakantiegeld van <strong>de</strong> bedien<strong>de</strong>n uit een enkel vakantiegeld en een dubbel<br />

vakantiegeld. Het enkel vakantiegeld is eigenlijk louter <strong>de</strong> doorbet<strong>al</strong>ing van het maandloon tij<strong>de</strong>ns <strong>de</strong><br />

vakantieperio<strong>de</strong>. Daarnaast ontvangen zij een supplement bij hun brutomaandwed<strong>de</strong> op het ogenblik<br />

van het hoofdverlof: dit noemt men het dubbel vakantiegeld en dient om <strong>de</strong> extra vakantiekosten<br />

te <strong>de</strong>kken. Het dubbel vakantiegeld komt <strong>over</strong>een met een supplement op het brutomaandloon en<br />

bedraagt 12/12 van 92 % van het brutomaandloon van <strong>de</strong> maand waarin <strong>de</strong> vakantie ingaat. Als <strong>je</strong><br />

geen volledig jaar werkte, wordt dit dubbel vakantiegeld verhoudingsgewijs vermin<strong>de</strong>rd.<br />

Bovendien, in bepa<strong>al</strong><strong>de</strong> gev<strong>al</strong>len (ein<strong>de</strong> van <strong>de</strong> arbeids<strong>over</strong>eenkomst of bij loopbaanon<strong>de</strong>rbreking of<br />

tijdskrediet) beta<strong>al</strong>t zijn werkgever hem, bij zijn vertrek, een vertrekvakantiegeld gelijk aan 15,34 % <strong>de</strong>r<br />

bij hem tij<strong>de</strong>ns het lopend vakantiedienstjaar verdien<strong>de</strong> brutowed<strong>de</strong>, eventueel verhoogd met een fictieve<br />

wed<strong>de</strong> voor met dagen norm<strong>al</strong>e werkelijke arbeid gelijkgestel<strong>de</strong> dagen van arbeidson<strong>de</strong>rbreking.<br />

Heeft <strong>de</strong> bedien<strong>de</strong> of <strong>de</strong> leerling-bedien<strong>de</strong> <strong>de</strong> op vorig dienstjaar betrekking hebben<strong>de</strong> vakantie nog niet<br />

genoten, dan beta<strong>al</strong>t <strong>de</strong> werkgever hem bovendien 15,34 % <strong>de</strong>r bij hem tij<strong>de</strong>ns dat vakantiedienstjaar<br />

verdien<strong>de</strong> brutowed<strong>de</strong>n, eventueel verhoogd met een fictieve wed<strong>de</strong> voor met dagen norm<strong>al</strong>e werkelijke<br />

arbeid gelijkgestel<strong>de</strong> dagen van arbeidson<strong>de</strong>rbreking. De werkgever moet een (<strong>de</strong>) vakantieattest(en)<br />

opstellen en <strong>de</strong>ze afgeven aan <strong>de</strong> werknemer.<br />

Wanneer een werkgever met een bij hem tewerkgestel<strong>de</strong> bedien<strong>de</strong> een nieuwe arbeids<strong>over</strong>eenkomst<br />

sluit die <strong>al</strong>s gevolg heeft dat het gemid<strong>de</strong>ld aant<strong>al</strong> te presteren uren per week verlaagt, beta<strong>al</strong>t<br />

<strong>de</strong> werkgever, met <strong>de</strong> uitbet<strong>al</strong>ing van <strong>de</strong> maand <strong>de</strong>cember van het jaar waarin <strong>de</strong>ze vermin<strong>de</strong>ring<br />

plaatsgevon<strong>de</strong>n heeft, een vertrekvakantiegeld volgens <strong>de</strong> hierboven vermel<strong>de</strong> bep<strong>al</strong>ingen. De vaste<br />

ein<strong>de</strong>jaarpremies wor<strong>de</strong>n hierbij echter niet in aanmerking genomen, dit wil zeggen <strong>de</strong> premies<br />

waarvan <strong>de</strong> toekenning niet gekoppeld is aan een beoor<strong>de</strong>ling van <strong>de</strong> prestaties van <strong>de</strong> bedien<strong>de</strong>,<br />

aan zijn productiviteit, aan het resultaat van <strong>de</strong> on<strong>de</strong>rneming of van een af<strong>de</strong>ling ervan of aan ie<strong>de</strong>r<br />

criterium dat <strong>de</strong> bet<strong>al</strong>ing ervan onzeker en wisselend maakt.<br />

58


C. Ambtenaren<br />

Ambtenaren hebben eveneens recht op vakantie en vakantiegeld. De jaarlijkse vakantie van <strong>de</strong> fe<strong>de</strong>r<strong>al</strong>e<br />

ambtenaar wijzigt naargelang zijn leeftijd. Tot 45 jaar heeft hij recht op 26, tussen 45 en 49 jaar op 27<br />

en vanaf 50 jaar op 28 vakantiedagen en vanaf 55 jaar op 29 vakantiedagen. De ambtenaren genieten<br />

vanaf 60 jaar een bijkomend jaarlijks vakantieverlof waarvan <strong>de</strong> duur varieert:<br />

-60-61 jaar = 30 werkdagen ;<br />

-62 jaar = 31 werkdagen ;<br />

-63 jaar = 32 werkdagen ;<br />

-64-65 jaar = 33 werkdagen.<br />

Het bijkomend jaarlijks vakantieverlof (> 29 werkdagen) wordt niet vermin<strong>de</strong>rd.<br />

Tij<strong>de</strong>ns <strong>de</strong> vakantieperio<strong>de</strong> ontvangt <strong>de</strong> fe<strong>de</strong>r<strong>al</strong>e ambtenaar gewoon zijn maandwed<strong>de</strong>. Daarnaast<br />

ontvangt hij in <strong>de</strong> loop van <strong>de</strong> maand mei nog extra vakantiegeld. Dat vakantiegeld bestaat uit een<br />

forfaitair en een wijzigbaar ge<strong>de</strong>elte. In 2010 bedroeg het forfaitaire ge<strong>de</strong>elte 1.062,1504 €. Het<br />

wijzigbare ge<strong>de</strong>elte komt <strong>over</strong>een met 1,1 % van <strong>de</strong> jaarlijkse brutowed<strong>de</strong> van <strong>de</strong> ambtenaar.<br />

Bovendien, vanaf 2002, genieten <strong>de</strong> meeste personeelsle<strong>de</strong>n een toeslag van een vakantiegeld, <strong>de</strong><br />

“Copernicus-premie” genaamd, waardoor <strong>de</strong> ambtenaren een vakantiegeld gelijk aan 92 % van een<br />

twa<strong>al</strong>f<strong>de</strong> van hun jaarwed<strong>de</strong> ontvangen.<br />

Ten slotte wordt een inhouding van 13,07 % verricht op het vakantiegeld en <strong>de</strong> Copernicus-premie.<br />

59


De soci<strong>al</strong>e verzekering in gev<strong>al</strong> van faillissement<br />

Het socia<strong>al</strong> statuut <strong>de</strong>r zelfstandigen voorziet in een soci<strong>al</strong>e verzekering in gev<strong>al</strong> van faillissement.<br />

Kunnen on<strong>de</strong>r bepa<strong>al</strong><strong>de</strong> voorwaar<strong>de</strong>n van <strong>de</strong>ze verzekering genieten:<br />

• zelfstandigen die failliet verklaard wer<strong>de</strong>n;<br />

• zelfstandigen die niet in staat zijn om hun schul<strong>de</strong>n te vereffenen door kennelijk onvermogen en voor<br />

wie een collectieve schul<strong>de</strong>nregeling geldt;<br />

• zaakvoer<strong>de</strong>rs, bestuur<strong>de</strong>rs en werken<strong>de</strong> vennoten van een han<strong>de</strong>lsvennootschap die failliet werd<br />

verklaard.<br />

Diegene die strafrechtelijk werd vervolgd in het ka<strong>de</strong>r van het faillissement of die zelf zijn onvermogen<br />

met bedrog heeft georganiseerd, komt niet in aanmerking voor <strong>de</strong> soci<strong>al</strong>e verzekering in gev<strong>al</strong> van<br />

faillissement.<br />

Deze verzekering:<br />

• vrijwaart rechten inzake gezinsbijslagen en verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging<br />

geduren<strong>de</strong> maximum 4 kwart<strong>al</strong>en;<br />

• opent rechten op een maan<strong>de</strong>lijkse uitkering geduren<strong>de</strong> maximum 12 maan<strong>de</strong>n.<br />

Het bedrag van <strong>de</strong>ze uitkering bedraagt, op 1 juli 2010, 1.213,44 € of 920,62 €, naargelang <strong>de</strong> betrokkene<br />

<strong>al</strong> dan niet minstens één persoon ten laste heeft.<br />

De financiële tussenkomst wordt toegekend vanaf <strong>de</strong> eerste dag van <strong>de</strong> maand volgend op die van het<br />

vonnis van faillietverklaring, of, in voorkomend gev<strong>al</strong>, te rekenen vanaf <strong>de</strong> eerste dag van <strong>de</strong> maand<br />

volgend op <strong>de</strong> stopzetting van <strong>de</strong> zelfstandige activiteit.<br />

Crisismaatregelen voor zelfstandigen in moeilijkhe<strong>de</strong>n<br />

In het ka<strong>de</strong>r van <strong>de</strong> crisismaatregelen voor zelfstandigen in moeilijkhe<strong>de</strong>n bestaat er een uitkering<br />

waarvan het bedrag gelijk is aan dat van <strong>de</strong> soci<strong>al</strong>e verzekering in gev<strong>al</strong> van faillissement. Deze uitkering<br />

kan gestort wor<strong>de</strong>n geduren<strong>de</strong> maximum zes maan<strong>de</strong>n. In tegenstelling tot bij <strong>de</strong> soci<strong>al</strong>e verzekering<br />

ingev<strong>al</strong> van faillissement die na het faillissement gebeurt, is het bij <strong>de</strong> tij<strong>de</strong>lijke uitbreiding ervan <strong>de</strong><br />

bedoeling om een faillissement te voorkomen door <strong>de</strong> zelfstandige te helpen zijn moeilijkhe<strong>de</strong>n te<br />

<strong>over</strong>winnen.<br />

60


Hulp ten gunste van zelfstandigen na een bev<strong>al</strong>ling, een<br />

adoptie, een ernstige ziekte van het kind of in gev<strong>al</strong> van<br />

p<strong>al</strong>liatieve zorgen<br />

A. Moe<strong>de</strong>rschapshulp na een bev<strong>al</strong>ling<br />

Deze hulp is bedoeld om <strong>de</strong> situatie te verbeteren van <strong>de</strong> zelfstandige moe<strong>de</strong>rs die hun zelfstandige<br />

activiteit hervatten en die tegelijk hun huishou<strong>de</strong>n moeten beheren en moeten zorgen voor hun<br />

kind. Deze moe<strong>de</strong>rschapshulp kan wor<strong>de</strong>n genoten door <strong>de</strong> vrouwelijke zelfstandigen of helpsters<br />

on<strong>de</strong>rworpen aan het socia<strong>al</strong> statuut <strong>de</strong>r zelfstandigen die minstens <strong>de</strong> minimumbijdragen verschuldigd<br />

zijn voor een zelfstandig hoofdberoep en <strong>de</strong> meewerken<strong>de</strong> echtgenoten aangesloten in het maxistatuut<br />

die <strong>de</strong> daarin gel<strong>de</strong>n<strong>de</strong> minimumbijdragen verschuldigd zijn, en die<br />

• vanaf 1 januari 2006 bev<strong>al</strong>len zijn van 1 of meer<strong>de</strong>re kin<strong>de</strong>ren,<br />

• in or<strong>de</strong> zijn met <strong>de</strong> bet<strong>al</strong>ing van hun bijdragen voor twee kwart<strong>al</strong>en voorafgaand aan het kwarta<strong>al</strong> van<br />

<strong>de</strong> bev<strong>al</strong>ling,<br />

• een attest van <strong>de</strong> gemeente voorleggen dat <strong>de</strong> inschrijving van het (<strong>de</strong>) kind(eren) in het gezin van<br />

<strong>de</strong> vrouwelijke zelfstandige bewijst,<br />

• na <strong>de</strong> bev<strong>al</strong>lingsrust hun activiteit <strong>al</strong>s zelfstandige moeten hervatten tot aan <strong>de</strong> toekenning van hun<br />

hulp.<br />

Deze hulp geeft <strong>de</strong> vrouwelijke zelfstandige na <strong>de</strong> bev<strong>al</strong>ling recht op een uitkering on<strong>de</strong>r <strong>de</strong> vorm van<br />

105 gratis dienstencheques die toelaten om beroep te doen op <strong>de</strong> diensten van een persoon (1 cheque<br />

per uur) die taken van huishou<strong>de</strong>lijke aard verricht. De hulp dient te wor<strong>de</strong>n aangevraagd bij het socia<strong>al</strong><br />

verzekeringsfonds uiterlijk op het ein<strong>de</strong> van <strong>de</strong> 15<strong>de</strong> week volgend op <strong>de</strong> bev<strong>al</strong>lingsdatum.<br />

B. Uitkering na een adoptie<br />

De mannelijke of vrouwelijke zelfstandige die een kind adopteert, kan on<strong>de</strong>r bepa<strong>al</strong><strong>de</strong> voorwaar<strong>de</strong>n,<br />

aanspraak maken op een uitkering van 375,72 € per week (op 1 juli 2010) die gelijk is aan het bedrag<br />

van <strong>de</strong> moe<strong>de</strong>rschapsuitkering. De uitkering mag geduren<strong>de</strong> maximum 6 weken toegekend wor<strong>de</strong>n<br />

wanneer het kind bij het begin van <strong>de</strong> perio<strong>de</strong> <strong>de</strong> leeftijd van 3 jaar niet heeft bereikt. Indien het kind<br />

zich tussen <strong>de</strong> leeftijd van 3 tot 8 jaar bij het begin van <strong>de</strong>ze perio<strong>de</strong> bevindt, is <strong>de</strong>ze maximum 4 weken.<br />

De maximumduur van <strong>de</strong>ze perio<strong>de</strong> wordt verdubbeld wanneer het een gehandicapt kind betreft dat<br />

<strong>al</strong>s zodanig erkend werd.<br />

Geduren<strong>de</strong> <strong>de</strong>ze perio<strong>de</strong> mag <strong>de</strong> zelfstandige, op persoonlijke titel, geen enkele beroepsactiviteit<br />

uitoefenen en mag hij geen aanspraak maken op primaire arbeidsongeschiktheidsuitkeringen of inv<strong>al</strong><br />

iditeitsuitkeringen. Bovendien dient hij in or<strong>de</strong> te zijn met zijn soci<strong>al</strong>e bijdrage zo<strong>al</strong>s voor het genieten<br />

van <strong>de</strong> verzekering in gev<strong>al</strong> van arbeidsongeschiktheid of moe<strong>de</strong>rschap. De aanvraag moet ingediend<br />

wor<strong>de</strong>n bij <strong>de</strong> verzekeringsinstelling (ziekenfonds).<br />

61


C. Ernstige ziekte van het kind of p<strong>al</strong>liatieve zorgen verleend aan het kind of<br />

aan <strong>de</strong> partner<br />

Sinds 1 januari 2010 kan <strong>de</strong> zelfstandige die zijn activiteit geduren<strong>de</strong> minstens 4 opeenvolgen<strong>de</strong> weken<br />

on<strong>de</strong>rbreekt om te zorgen voor zijn ernstig ziek kind, voor een kwarta<strong>al</strong> vrijgesteld wor<strong>de</strong>n van <strong>de</strong><br />

bijdragebet<strong>al</strong>ing en voor het betrokken kwarta<strong>al</strong> op pensioenvlak gelijkstelling bekomen.<br />

Eveneens sinds 1 januari 2010 kan <strong>de</strong> zelfstandige die zijn activiteit geduren<strong>de</strong> minstens 4 opeenvolgen<strong>de</strong><br />

weken on<strong>de</strong>rbreekt om p<strong>al</strong>liatieve zorgen te geven aan zijn kind of aan zijn partner een forfaitaire<br />

uitkering bekomen waarvan het bedrag op 1 juli 2010 gelijk is aan 1.891,24 €. De bet<strong>al</strong>ing van <strong>de</strong><br />

uitkering gebeurt maan<strong>de</strong>lijks in drie keer. In dit ka<strong>de</strong>r kan eveneens <strong>de</strong> zelfstandige voor een kwarta<strong>al</strong><br />

vrijgesteld wor<strong>de</strong>n van <strong>de</strong> bijdragebet<strong>al</strong>ing en voor het betrokken kwarta<strong>al</strong> op pensioenvlak gelijkstelling<br />

bekomen.<br />

Een zelfstandige kan voor hetzelf<strong>de</strong> kind achtereenvolgens van <strong>de</strong> twee bep<strong>al</strong>ingen genieten mits<br />

telkens <strong>de</strong> toekenningsvoorwaar<strong>de</strong>n zijn vervuld.<br />

62


Internation<strong>al</strong>e aspecten van <strong>de</strong> soci<strong>al</strong>e <strong>zekerheid</strong><br />

A. Inleiding<br />

Het internation<strong>al</strong>e economische en soci<strong>al</strong>e leven wordt steeds intensiever.<br />

Je wilt in een an<strong>de</strong>r land op vakantie gaan, wonen, werken, werk zoeken of stu<strong>de</strong>ren. Z<strong>al</strong> <strong>je</strong> in dit an<strong>de</strong>r<br />

land aanspraak kunnen maken op uitkeringen van <strong>de</strong> soci<strong>al</strong>e <strong>zekerheid</strong>?<br />

Immers,<br />

- heb <strong>je</strong> recht op geneeskundige verzorging <strong>al</strong>s <strong>je</strong> ziek wordt in het buitenland? Z<strong>al</strong> jouw<br />

verzekeringsinstelling <strong>de</strong>ze verzorging terugbet<strong>al</strong>en?<br />

- behoud <strong>je</strong> jouw rustpensioen <strong>al</strong>s <strong>je</strong> in het buitenland gaat wonen?<br />

- waar beta<strong>al</strong> <strong>je</strong> jouw bijdragen voor <strong>de</strong> soci<strong>al</strong>e <strong>zekerheid</strong> <strong>al</strong>s <strong>je</strong> in het buitenland werkt?<br />

Belangrijk:<br />

Als <strong>je</strong> recht hebt op soci<strong>al</strong>e<strong>zekerheid</strong>suitkeringen dan kan <strong>je</strong>, voor <strong>je</strong> België verlaat, best contact<br />

opnemen met <strong>de</strong> instelling die jouw uitkering beta<strong>al</strong>t om te <strong>weten</strong> <strong>wat</strong> <strong>je</strong> moet doen. (informatie<br />

hier<strong>over</strong> kan <strong>je</strong> vin<strong>de</strong>n op https://www.soci<strong>al</strong>security.be/CMS/nl/leaving_belgium/in<strong>de</strong>x.html).<br />

Indien <strong>je</strong> jouw activiteit buiten <strong>de</strong> grenzen van <strong>de</strong> Europese Unie uitoefent, kan <strong>je</strong> <strong>je</strong> vrij aansluiten<br />

bij <strong>de</strong> soci<strong>al</strong>e<strong>zekerheid</strong>sregeling van <strong>de</strong> Dienst voor <strong>de</strong> Overzeese Soci<strong>al</strong>e Zekerheid (DOSZ).<br />

Wanneer <strong>je</strong> in België komt wonen of werken, moet <strong>je</strong> <strong>je</strong> in elk gev<strong>al</strong> aansluiten bij een ziekenfonds<br />

of bij <strong>de</strong> Hulpkas voor Ziekte- en Inv<strong>al</strong>iditeitsverzekering.<br />

Voor werknemers z<strong>al</strong> <strong>de</strong> werkgever <strong>de</strong> an<strong>de</strong>re form<strong>al</strong>iteiten vervullen.<br />

Personen die in België komen werken <strong>al</strong>s werknemer, zelfstandige of stagiair, moeten, voor<br />

ze het werk in België aanvatten, elektronisch wor<strong>de</strong>n aangegeven bij <strong>de</strong> bevoeg<strong>de</strong> Belgische<br />

instellingen. Meer informatie vind <strong>je</strong> op http://www.limosa.be.<br />

B. Internation<strong>al</strong>e soci<strong>al</strong>e<strong>zekerheid</strong>sakkoor<strong>de</strong>n<br />

Om <strong>de</strong> mobiliteit van personen tussen lan<strong>de</strong>n vlotter te laten verlopen, heeft België internation<strong>al</strong>e<br />

soci<strong>al</strong>e<strong>zekerheid</strong>sakkoor<strong>de</strong>n gesloten.<br />

Internation<strong>al</strong>e soci<strong>al</strong>e<strong>zekerheid</strong>sakkoor<strong>de</strong>n wor<strong>de</strong>n gesloten tussen verschillen<strong>de</strong> lan<strong>de</strong>n (multilater<strong>al</strong>e<br />

akkoor<strong>de</strong>n) of tussen twee lan<strong>de</strong>n (bilater<strong>al</strong>e akkoor<strong>de</strong>n).<br />

B – 1 Multilater<strong>al</strong>e akkoor<strong>de</strong>n<br />

Doorgaans wor<strong>de</strong>n multilater<strong>al</strong>e akkoor<strong>de</strong>n gesloten in het ka<strong>de</strong>r van een internation<strong>al</strong>e organisatie:<br />

- <strong>de</strong> Europese Unie (EU) en <strong>de</strong> Europese Economische Ruimte (EER) (Zie punt C);<br />

- <strong>de</strong> Internation<strong>al</strong>e Arbeidsorganisatie (IAO - Europees verdrag betreffen<strong>de</strong> <strong>de</strong> soci<strong>al</strong>e <strong>zekerheid</strong> van<br />

arbei<strong>de</strong>rs werkzaam bij het internationa<strong>al</strong> vervoer) – of <strong>de</strong> Raad van Europa (Europees verdrag inzake<br />

soci<strong>al</strong>e <strong>zekerheid</strong>).<br />

63


B- 2 Bilater<strong>al</strong>e akkoor<strong>de</strong>n<br />

België heeft bilater<strong>al</strong>e <strong>over</strong>eenkomsten gesloten met <strong>de</strong> volgen<strong>de</strong> lan<strong>de</strong>n:<br />

Algeri<strong>je</strong>, Austr<strong>al</strong>ië, Canada, Chili, <strong>de</strong> Filippijnen, India, Israël, Japan, Joegoslavië (<strong>de</strong>ze <strong>over</strong>eenkomst<br />

is nog van toepassing op <strong>de</strong> voorm<strong>al</strong>ige Joegoslavische republieken Bosnië-Herzegovina, Kosovo,<br />

Montenegro en Servië), Kongo, Kroatië, <strong>de</strong> voorm<strong>al</strong>ige Joegoslavische Republiek Macedonië, Marokko,<br />

San Marino, Tunesië, Turki<strong>je</strong>, Uruguay, <strong>de</strong> Verenig<strong>de</strong> Staten en Zuid-Korea.<br />

B – 3 Wat zijn <strong>de</strong> doelstellingen van <strong>de</strong> internation<strong>al</strong>e soci<strong>al</strong>e<strong>zekerheid</strong>sakkoor<strong>de</strong>n?<br />

De internation<strong>al</strong>e soci<strong>al</strong>e<strong>zekerheid</strong>sakkoor<strong>de</strong>n regelen in het <strong>al</strong>gemeen <strong>de</strong> toepassing van <strong>de</strong> nation<strong>al</strong>e<br />

soci<strong>al</strong>e<strong>zekerheid</strong>swetgeving wanneer <strong>je</strong> <strong>je</strong> van het ene naar het an<strong>de</strong>re land verplaatst.<br />

De internation<strong>al</strong>e soci<strong>al</strong>e<strong>zekerheid</strong>sakkoor<strong>de</strong>n die België heeft on<strong>de</strong>rtekend, hebben doorgaans <strong>de</strong>zelf<strong>de</strong><br />

doestellingen:<br />

- een gelijke behan<strong>de</strong>ling nastreven: <strong>de</strong> personen op wie <strong>de</strong> wetgeving van <strong>de</strong> akkoordsluiten<strong>de</strong><br />

lan<strong>de</strong>n van toepassing is, hebben in <strong>de</strong>zelf<strong>de</strong> situatie <strong>de</strong>zelf<strong>de</strong> rechten en plichten (recht op <strong>de</strong>zelf<strong>de</strong><br />

uitkeringen, zelf<strong>de</strong> verplichte me<strong>de</strong>financiering van <strong>de</strong> soci<strong>al</strong>e <strong>zekerheid</strong> door mid<strong>de</strong>l van bijdragen of<br />

belastingen, …)<br />

- <strong>de</strong> toepasselijke soci<strong>al</strong>e<strong>zekerheid</strong>swetgeving bep<strong>al</strong>en: om te voorkomen dat een persoon aan meer<br />

dan één of aan geen enkele soci<strong>al</strong>e<strong>zekerheid</strong>swetgeving on<strong>de</strong>rworpen zou zijn, leggen <strong>de</strong> akkoor<strong>de</strong>n <strong>de</strong><br />

regels vast die bep<strong>al</strong>en welke wetgeving van toepassing is;<br />

- <strong>de</strong> verworven of bijna verworven rechten veilig stellen: tijdvakken van verzekering die in <strong>de</strong><br />

akkoordsluiten<strong>de</strong> lan<strong>de</strong>n wor<strong>de</strong>n vervuld, wor<strong>de</strong>n samengeteld om het recht op uitkeringen te doen<br />

ontstaan of om ze te berekenen (bv. rustpensioenen);<br />

- zorgen voor exporteerbaarheid van soci<strong>al</strong>e<strong>zekerheid</strong>suitkeringen: <strong>de</strong> verblijfsvoorwaar<strong>de</strong>n voor<br />

<strong>de</strong> toekenning van uitkeringen wor<strong>de</strong>n opgeheven (bv. inv<strong>al</strong>iditeitspensioenen).<br />

B – 4 Beperkte toepassing van <strong>de</strong> internation<strong>al</strong>e soci<strong>al</strong>e<strong>zekerheid</strong>sakkoor<strong>de</strong>n<br />

De internation<strong>al</strong>e soci<strong>al</strong>e<strong>zekerheid</strong>sakkoor<strong>de</strong>n bevatten drie toepassingsbeperkingen:<br />

- het territoria<strong>al</strong> toepassingsgebied (waar): het akkoord bepa<strong>al</strong>t op welke grondgebie<strong>de</strong>n het van<br />

toepassing is;<br />

- het materieel toepassingsgebied (waarop): het akkoord vermeldt <strong>de</strong> soci<strong>al</strong>e<strong>zekerheid</strong>stakken waarop<br />

het van toepassing is;<br />

- het persoonlijke toepassingsgebied (voor wie): het akkoord bepa<strong>al</strong>t op welke personen het van<br />

toepassing is: on<strong>de</strong>rdanen, gezinsle<strong>de</strong>n, nagelaten betrekkingen, staatlozen, vluchtelingen, …<br />

B - 5 Toepasselijke regels<br />

De internation<strong>al</strong>e akkoor<strong>de</strong>n bep<strong>al</strong>en eveneens:<br />

- welke nation<strong>al</strong>e soci<strong>al</strong>e<strong>zekerheid</strong>swetgeving van toepassing is en in welk gev<strong>al</strong>;<br />

- <strong>de</strong> voorwaar<strong>de</strong>n voor <strong>de</strong> toekenning van <strong>de</strong> uitkeringen;<br />

- <strong>de</strong> anticumulatieregels voor gelijkaardige uitkeringen in verschillen<strong>de</strong> lan<strong>de</strong>n.<br />

64


C. De Europese Unie (EU) – De Europese Economische Ruimte (EER) - Zwitserland<br />

Gezien hun belang nemen we <strong>de</strong> EU, <strong>de</strong> EER en Zwitserland <strong>al</strong>s voorbeeld.<br />

De internation<strong>al</strong>e soci<strong>al</strong>e<strong>zekerheid</strong>sakkoor<strong>de</strong>n van toepassing in <strong>de</strong> EU zijn:<br />

- Veror<strong>de</strong>ning (EG) nr. 883/2004 van het Europees Parlement en <strong>de</strong> Raad van 29 april 2004 betreffen<strong>de</strong><br />

<strong>de</strong> coördinatie van <strong>de</strong> soci<strong>al</strong>e<strong>zekerheid</strong>sstelsels;<br />

- Veror<strong>de</strong>ning (EG) nr. 987/2009 van het Europees Parlement en <strong>de</strong> Raad van 16 september 2009 tot<br />

vaststelling van <strong>de</strong> wijze van toepassing van Veror<strong>de</strong>ning (EG) nr. 883/2004 betreffen<strong>de</strong> <strong>de</strong> coördinatie<br />

van <strong>de</strong> soci<strong>al</strong>e<strong>zekerheid</strong>sstelsels.<br />

Deze veror<strong>de</strong>ningen zijn van toepassing op <strong>de</strong> grondgebie<strong>de</strong>n van:<br />

België, Bulgari<strong>je</strong>, Cyprus, Denemarken, Duitsland, Estland, Finland, Frankrijk, Griekenland, Hongari<strong>je</strong>,<br />

Ierland, It<strong>al</strong>ië, Letland, Litouwen, Luxemburg, M<strong>al</strong>ta, Ne<strong>de</strong>rland, Oostenrijk, Polen, Portug<strong>al</strong>, <strong>de</strong> Republiek<br />

Ts<strong>je</strong>chië, Roemenie, Slovenië, Span<strong>je</strong>, het Verenigd Koninkrijk en Zwe<strong>de</strong>n.<br />

Deze Europese veror<strong>de</strong>ningen zijn van toepassing op ie<strong>de</strong>reen, die on<strong>de</strong>rworpen is aan <strong>de</strong> soci<strong>al</strong>ezekerh<br />

eidsregeling van één van <strong>de</strong> <strong>de</strong>ze lan<strong>de</strong>n en die zich in een grens<strong>over</strong>schrij<strong>de</strong>n<strong>de</strong> situatie bevindt binnen<br />

<strong>de</strong> EU, <strong>al</strong>sook op hun gezinsle<strong>de</strong>n en nagelaten betrekkingen. Enkel Denemarken vereist daarbij dat <strong>de</strong><br />

betrokkene <strong>de</strong> nation<strong>al</strong>iteit heeft van een EU-lidstaat.<br />

Voor <strong>de</strong> <strong>over</strong>ige EER-lan<strong>de</strong>n namelijk IJsland, Liechtenstein, Noorwegen, <strong>al</strong>sook voor Zwitserland<br />

zijn vergelijkbare regels van toepassing. Deze gel<strong>de</strong>n enkel voor on<strong>de</strong>rdanen van <strong>de</strong> EU, <strong>de</strong> EER en<br />

Zwitserland.<br />

C - 1. Welke soci<strong>al</strong>e<strong>zekerheid</strong>swetgeving is van toepassing?<br />

- Algemene regel<br />

Je bent on<strong>de</strong>rworpen aan <strong>de</strong> soci<strong>al</strong>e<strong>zekerheid</strong>swetgeving van het land waar <strong>je</strong> werkt, ook <strong>al</strong> woon <strong>je</strong><br />

in een an<strong>de</strong>r akkoordsluitend land of bevindt jouw werkgever of <strong>de</strong> zetel van jouw bedrijf zich op het<br />

grondgebied van een an<strong>de</strong>r akkoordsluitend land. Indien <strong>je</strong> werkt in verschillen<strong>de</strong> lan<strong>de</strong>n gel<strong>de</strong>n er<br />

specifieke regels (voor meer informatie kan <strong>je</strong>, <strong>al</strong> naargelang het gev<strong>al</strong>, <strong>de</strong> RSZ, het RIZIV of <strong>de</strong> RSZPPO<br />

contacteren – zie het hoofdstuk “Nuttige adressen en telefoonnummers”).<br />

- Uitzon<strong>de</strong>ring<br />

Detachering betekent dat een werknemer zijn activiteit tij<strong>de</strong>lijk in een an<strong>de</strong>r land uitoefent dan dat waar<br />

hij gewoonlijk werkt. Geduren<strong>de</strong> <strong>de</strong> perio<strong>de</strong> van <strong>de</strong>tachering en on<strong>de</strong>r bepa<strong>al</strong><strong>de</strong> voorwaar<strong>de</strong>n blijft <strong>de</strong><br />

werknemer on<strong>de</strong>rworpen aan <strong>de</strong> soci<strong>al</strong>e<strong>zekerheid</strong>swetgeving van het land waar hij gewoonlijk werkt.<br />

C -.2 Toekenning van <strong>de</strong> prestaties<br />

De Belgische soci<strong>al</strong>e<strong>zekerheid</strong>stakken die bij Europese veror<strong>de</strong>ningen wor<strong>de</strong>n geregeld zijn:<br />

a) prestaties voor ziekte, moe<strong>de</strong>rschap en va<strong>de</strong>rschap in twee categorieën:<br />

- verstrekkingen (medische en tandheelkundige verzorging, geneesmid<strong>de</strong>len, ziekenhuisopname,<br />

enz.) die on<strong>de</strong>r bepa<strong>al</strong><strong>de</strong> omstandighe<strong>de</strong>n wor<strong>de</strong>n toegediend in het woon- of verblijfland volgens <strong>de</strong><br />

wetgeving daar;<br />

- uitkeringen (vervanging van inkomensverlies, van loon) die wor<strong>de</strong>n uitbeta<strong>al</strong>d volgens <strong>de</strong> wetgeving<br />

van het land on<strong>de</strong>r wiens toepassingsgebied <strong>de</strong> werknemer v<strong>al</strong>t.<br />

b) vergoedingen voor arbeidsongev<strong>al</strong>len en beroepsziekten wor<strong>de</strong>n op enkele uitzon<strong>de</strong>ringen na<br />

toegekend volgens <strong>de</strong>zelf<strong>de</strong> regels <strong>al</strong>s <strong>de</strong> ziekte- en moe<strong>de</strong>rschapsverzekering.<br />

65


c) uitkeringen voor inv<strong>al</strong>iditeit wor<strong>de</strong>n ongeacht het woonland toegekend. Er zijn twee soorten:<br />

inv<strong>al</strong>iditeitsstelsels in <strong>de</strong> verschillen<strong>de</strong> lidstaten: inv<strong>al</strong>iditeitspensioenen die wor<strong>de</strong>n berekend volgens<br />

<strong>de</strong> verzekeringstijdvakken, en inv<strong>al</strong>iditeitspensioenen die daarvan losstaan (zo<strong>al</strong>s in België). Uitkeringen<br />

voor inv<strong>al</strong>iditeit wor<strong>de</strong>n toegekend in verhouding tot <strong>de</strong> tijdvakken in ie<strong>de</strong>re lidstaat of volgens <strong>de</strong><br />

wetgeving van <strong>de</strong> lidstaat waar <strong>de</strong> inv<strong>al</strong>iditeit is opgetre<strong>de</strong>n.<br />

d) rustpensioenen. Personen die in verschillen<strong>de</strong> EU-lidstaten hebben gewerkt, ontvangen van elk van<br />

die lan<strong>de</strong>n een pensioen in verhouding tot het aant<strong>al</strong> tijdvakken dat ze er hebben gewerkt.<br />

e) <strong>over</strong>levingspensioenen wor<strong>de</strong>n toegekend volgens <strong>de</strong>zelf<strong>de</strong> regels <strong>al</strong>s <strong>de</strong> rustpensioenen.<br />

f) in principe is het onmogelijk om werkloosheidsuitkeringen te vragen in een land waarin men niet<br />

on<strong>de</strong>r <strong>de</strong> soci<strong>al</strong>e <strong>zekerheid</strong> viel voor<strong>al</strong>eer men zijn baan verloor. In bepa<strong>al</strong><strong>de</strong> omstandighe<strong>de</strong>n blijft het<br />

recht op werkloosheidsuitkeringen behou<strong>de</strong>n <strong>al</strong>s men in een an<strong>de</strong>r land werk zoekt.<br />

g) kin<strong>de</strong>rbijslag wordt beta<strong>al</strong>d door het land waarin men on<strong>de</strong>r <strong>de</strong> soci<strong>al</strong>e <strong>zekerheid</strong> v<strong>al</strong>t. On<strong>de</strong>r<br />

bepa<strong>al</strong><strong>de</strong> voorwaar<strong>de</strong>n kunnen ook aanvullen<strong>de</strong> bijslagen wor<strong>de</strong>n beta<strong>al</strong>d.<br />

Meer informatie is te verkrijgen bij <strong>de</strong> bevoeg<strong>de</strong> diensten (zie hoofdstuk “Nuttige adressen en<br />

telefoonnummers”).<br />

Wie prestaties aanvraagt, is verplicht officiële procedures en formulieren daartoe te gebruiken. Die<br />

formulieren bevatten <strong>al</strong>le informatie die nodig is voor <strong>de</strong> samenwerking van <strong>de</strong> soci<strong>al</strong>e<strong>zekerheid</strong>sinstelli<br />

ngen in <strong>de</strong> betrokken lan<strong>de</strong>n. De formulieren zijn in <strong>de</strong> officiële ta<strong>al</strong> van het bevoeg<strong>de</strong> land opgesteld.<br />

Indien <strong>je</strong> ver<strong>de</strong>re informatie wenst, dan kan <strong>je</strong> contact opnemen met <strong>de</strong> Directie Genera<strong>al</strong><br />

Beleidson<strong>de</strong>rsteuning van <strong>de</strong> Fe<strong>de</strong>r<strong>al</strong>e Overheidsdienst Soci<strong>al</strong>e Zekerheid (zie hoofdstuk “Nuttige<br />

adressen en telefoonnummers”)<br />

66


Soci<strong>al</strong>e bijstand<br />

Wat <strong>al</strong>s <strong>je</strong> <strong>al</strong>leen komt te staan en geen recht hebt op werkloosheidsuitkeringen? Wat <strong>al</strong>s <strong>je</strong> pensioen<br />

ontoereikend is? Wat <strong>al</strong>s <strong>je</strong> gehandicapt bent en niet kunt werken? Wat <strong>al</strong>s <strong>je</strong> geen kin<strong>de</strong>rbijslag<br />

ontvangt? Wat <strong>al</strong>s <strong>je</strong> net naast het vangnet van <strong>de</strong> soci<strong>al</strong>e <strong>zekerheid</strong> v<strong>al</strong>t? Gelukkig bestaat hiervoor ook<br />

een oplossing! Men heeft namelijk nog een groter vangnet opgespannen waar, in principe, niemand<br />

naast kan v<strong>al</strong>len, namelijk <strong>de</strong> soci<strong>al</strong>e bijstand! Deze soci<strong>al</strong>e bijstand behoort niet tot <strong>de</strong> soci<strong>al</strong>e<br />

<strong>zekerheid</strong> in strikte zin, maar maakt wel <strong>de</strong>el uit van <strong>de</strong> tot<strong>al</strong>e soci<strong>al</strong>e bescherming van <strong>de</strong><br />

Belgische bevolking. Daarom willen we hierop dieper ingaan.<br />

Het doel van <strong>de</strong> soci<strong>al</strong>e bijstand is eigenlijk een minimuminkomen te garan<strong>de</strong>ren aan <strong>de</strong> gehele<br />

bevolking. Deze bijstand wordt gefinancierd met belastingbijdragen en is dus niet gebaseerd op het<br />

loon. Tevens zijn er steeds voorwaar<strong>de</strong>n aan verbon<strong>de</strong>n <strong>al</strong>vorens <strong>je</strong> soci<strong>al</strong>e bijstand ontvangt. Zo wordt<br />

ie<strong>de</strong>re toekenning van soci<strong>al</strong>e bijstand steeds voorafgegaan door een bestaansmid<strong>de</strong>lenon<strong>de</strong>rzoek.<br />

Soci<strong>al</strong>e bijstand bevat <strong>de</strong> volgen<strong>de</strong> voorzieningen:<br />

- uitkeringen aan gehandicapten;<br />

- leefloon;<br />

- inkomensgarantie voor ou<strong>de</strong>ren;<br />

- gewaarborg<strong>de</strong> gezinsbijslag.<br />

Op <strong>de</strong> volgen<strong>de</strong> pagina’s wor<strong>de</strong>n <strong>de</strong>ze voorzieningen kort beschreven. Belangrijk om op te merken is dat<br />

er steeds t<strong>al</strong> van uitzon<strong>de</strong>ringen mogelijk zijn op <strong>de</strong> <strong>al</strong>gemene regels en voorwaar<strong>de</strong>n.<br />

A. Uitkeringen aan gehandicapten<br />

De uitkeringen aan gehandicapten beogen inkomen toe te kennen aan of het inkomen te verhogen van<br />

<strong>de</strong> personen met een handicap die omwille van hun handicap niet in staat zijn of niet meer in staat zijn<br />

om <strong>over</strong> voldoen<strong>de</strong> inkomen te beschikken voor hun behoeften.<br />

De aanvraag tot toekenning gebeurt <strong><strong>al</strong>tijd</strong> door <strong>de</strong> persoon met een handicap (of zijn gemachtig<strong>de</strong>) bij<br />

<strong>de</strong> gemeente waar <strong>de</strong> persoon met een handicap zijn hoofdverblijfplaats heeft.<br />

Bij het bezoek van <strong>de</strong> persoon met een handicap (of zijn gemachtig<strong>de</strong>) bij <strong>de</strong> betrokken gemeentelijke<br />

administratie, brengt het personeelslid onmid<strong>de</strong>llijk <strong>de</strong> aanvraag elektronisch in <strong>de</strong> gegevensbank van <strong>de</strong><br />

Directie-genera<strong>al</strong> Personen met een handicap, via een beveilig<strong>de</strong> internettoegang. Het personeelslid<br />

krijgt daarop het ontvangstbewijs en <strong>de</strong> formulieren (waaron<strong>de</strong>r <strong>de</strong> medische formulieren die door een<br />

arts moeten wor<strong>de</strong>n ingevuld), vooringevuld met <strong>de</strong> i<strong>de</strong>ntificatiegegevens van <strong>de</strong> persoon met een<br />

handicap, terug, die het <strong>over</strong>handigt aan <strong>de</strong> persoon.<br />

Alle ingevul<strong>de</strong> formulieren moeten daarna door <strong>de</strong> persoon met een handicap wor<strong>de</strong>n teruggestuurd<br />

naar of terugbezorgd aan <strong>de</strong> Directie-genera<strong>al</strong> Personen met een handicap om <strong>de</strong> opvolging van het<br />

dossier te garan<strong>de</strong>ren.<br />

We kunnen voor niet-bejaar<strong>de</strong> mensen twee tegemoetkomingen on<strong>de</strong>rschei<strong>de</strong>n:<br />

- <strong>de</strong> inkomensvervangen<strong>de</strong> tegemoetkoming;<br />

- <strong>de</strong> integratietegemoetkoming.<br />

Voor bejaar<strong>de</strong> personen bestaat eveneens een <strong>de</strong>r<strong>de</strong> tegemoetkoming, die <strong>de</strong> tegemoetkoming is<br />

voorbehou<strong>de</strong>n aan mensen ou<strong>de</strong>r dan 65 jaar. Wat betreft het gewaarborgd inkomen voor bejaar<strong>de</strong>n en<br />

tegemoetkoming voor hulp aan bejaar<strong>de</strong>n; daar gaan we dieper op in on<strong>de</strong>r punt C.<br />

67


Niet ie<strong>de</strong>reen krijgt noodzakelijkerwijs een tegemoetkoming. Er zijn een aant<strong>al</strong> voorwaar<strong>de</strong>n die voldaan<br />

moeten wor<strong>de</strong>n. Die kan men on<strong>de</strong>rver<strong>de</strong>len in administratieve en medische voorwaar<strong>de</strong>n.<br />

De <strong>al</strong>gemene administratieve voorwaar<strong>de</strong>n zijn:<br />

1) Je moet <strong>je</strong> hoofdverblijfplaats in België hebben en effectief in België verblijven (*) ;<br />

2) Ingeschreven zijn in het bevolkingsregister of Belg of gelijkgesteld (*) ;<br />

3) Ten minste 21 jaar zijn en jonger dan 65 jaar (*) ;<br />

4) Er wordt steeds een on<strong>de</strong>rzoek naar <strong>je</strong> inkomen gevoerd. Zowel <strong>de</strong> aanvrager zelf <strong>al</strong>s <strong>de</strong> persoon<br />

waarmee hij een huishou<strong>de</strong>n vormt, moeten <strong>over</strong> ontoereiken<strong>de</strong> bestaansmid<strong>de</strong>len beschikken.<br />

Bepa<strong>al</strong><strong>de</strong> inkomsten zijn wel vrijgesteld, afhankelijk van <strong>de</strong> gezinstoestand of van het soort van<br />

inkomsten (bijvoorbeeld inkomsten uit arbeid, vervangingsinkomsten, ...). Het is dan ook mogelijk dat<br />

<strong>je</strong> niet <strong>de</strong> volledige tegemoetkoming, maar slechts een ge<strong>de</strong>elte <strong>al</strong>s aanvulling op <strong>je</strong> an<strong>de</strong>re inkomsten<br />

ontvangt.<br />

Over <strong>de</strong> medische kant spreekt <strong>de</strong> aangedui<strong>de</strong> geneesheer van <strong>de</strong> Directie-genera<strong>al</strong> Personen met een<br />

handicap zich uit: ie<strong>de</strong>re aanvrager moet immers een “minimum-handicap” vertonen.<br />

Voor een inkomensvervangen<strong>de</strong> tegemoetkoming wordt on<strong>de</strong>rzocht in welke mate waarin <strong>de</strong><br />

gehandicapte, wegens zijn handicap, min<strong>de</strong>r mogelijkhe<strong>de</strong>n heeft om in het gewone arbeidscircuit<br />

te werken. Het bedrag van <strong>de</strong> tegemoetkoming is vervolgens afhankelijk van <strong>de</strong> gezinssituatie.<br />

De maxim<strong>al</strong>e jaarbedragen zijn (op 1 juli 2010):<br />

- gerechtig<strong>de</strong> behoren<strong>de</strong> tot Cat. C (vroegere categorie personen ten laste): 11.618,44 €<br />

- gerechtig<strong>de</strong> behoren<strong>de</strong> tot Cat. B (vroegere categorie <strong>al</strong>leenstaan<strong>de</strong>): 8.713,83 €<br />

- gerechtig<strong>de</strong> behoren<strong>de</strong> tot Cat. A (vroegere categorie samenwonen<strong>de</strong>): 5.809,22 €<br />

Voor een integratietegemoetkoming wordt er gekeken naar <strong>de</strong> vermin<strong>de</strong>ring van <strong>de</strong> zelfredzaamheid.<br />

Hiervoor wordt er een medisch-soci<strong>al</strong>e scha<strong>al</strong> gebruikt waarin rekening wordt gehou<strong>de</strong>n met het<br />

vermogen:<br />

- om zich te verplaatsen;<br />

- om zelf te eten en eten klaar te maken;<br />

- om voor zijn persoonlijke hygiëne in te staan en zich te kle<strong>de</strong>n;<br />

- om zijn woning te on<strong>de</strong>rhou<strong>de</strong>n en het huishou<strong>de</strong>n te doen;<br />

- om te leven zon<strong>de</strong>r toezicht, bewust te zijn van gevaar en dit te kunnen vermij<strong>de</strong>n;<br />

- tot communicatie en socia<strong>al</strong> contact.<br />

Voor elk criterium wordt een aant<strong>al</strong> punten toegekend. Het tota<strong>al</strong> van <strong>de</strong>ze punten is bep<strong>al</strong>end voor<br />

<strong>de</strong> in<strong>de</strong>ling van <strong>de</strong> tegemoetkoming per categorie. Als <strong>je</strong> min<strong>de</strong>r dan zeven punten beha<strong>al</strong>t, heb <strong>je</strong><br />

geen recht op een tegemoetkoming. Als <strong>je</strong> aan <strong>de</strong> administratieve voorwaar<strong>de</strong>n voldoet, bedraagt <strong>de</strong><br />

tegemoetkoming (jaarbedragen op 1 juli 2010):<br />

Categorie I 7 en 8 punten 1.061,26 €<br />

Categorie II 9 tot 11 punten 3.616,37 €<br />

Categorie III 12 tot 14 punten 5.778,51 €<br />

Categorie IV 15 en 16 punten 8.418,56 €<br />

Categorie V 17 en 18 punten 9.550,33 €<br />

De inkomensvervangen<strong>de</strong> tegemoetkoming en <strong>de</strong> integratietegemoetkoming kunnen zowel afzon<strong>de</strong>rlijk<br />

<strong>al</strong>s samen wor<strong>de</strong>n toegekend. De Fe<strong>de</strong>r<strong>al</strong>e Overheidsdienst Soci<strong>al</strong>e Zekerheid beta<strong>al</strong>t ze ie<strong>de</strong>re maand uit.<br />

(*) uitzon<strong>de</strong>ringen zijn mogelijk.<br />

68


B. Het recht op maatschappelijke integratie – leefloon<br />

Het OCMW van elke gemeente heeft tot taak ie<strong>de</strong>reen <strong>de</strong> mogelijkheid te bie<strong>de</strong>n om een menswaardig<br />

bestaan te lei<strong>de</strong>n, dat wordt <strong>de</strong> maatschappelijke dienstverlening van het OCMW genoemd. Deze<br />

maatschappelijke dienstverlening omvat eigenlijk twee prestaties:<br />

- het recht op maatschappelijke integratie door een tewerkstelling of een leefloon, die <strong>al</strong> dan niet<br />

gepaard gaan met een geïndividu<strong>al</strong>iseerd pro<strong>je</strong>ct voor maatschappelijke integratie;<br />

- <strong>de</strong> soci<strong>al</strong>e bijstand in ruime zin.<br />

Als <strong>de</strong> voorwaar<strong>de</strong>n voor het recht op maatschappelijke integratie zijn vervuld, dan krijgt dat voorrang<br />

op <strong>de</strong> soci<strong>al</strong>e bijstand.<br />

Als men <strong>over</strong> “maatschappelijke dienstverlening” spreekt, gaat het vaak <strong>over</strong> <strong>de</strong> soci<strong>al</strong>e bijstand in<br />

ruime zin. Soci<strong>al</strong>e bijstand kan vele vormen aannemen:<br />

- materiële hulp (zowel financieel, <strong>al</strong>s <strong>je</strong> niet aan <strong>de</strong> voorwaar<strong>de</strong>n voor een leefloon voldoet, <strong>al</strong>s in<br />

natura, bijvoorbeeld <strong>de</strong> uitreiking van voedselbonnen);<br />

- immateriële hulp (zo<strong>al</strong>s budgetbegeleiding, juridisch advies, enz.).<br />

Elk OCMW beslist zelf welke <strong>de</strong> meest geschikte vorm van hulpverlening is naar gelang van elke<br />

persoonlijke en gezinssituatie. Als <strong>je</strong> niet akkoord gaat met <strong>de</strong> beslissing van het OCMW kan <strong>je</strong> bij <strong>de</strong><br />

arbeidsrechtbank in beroep gaan.<br />

Waaruit bestaat het recht op maatschappelijke integratie?<br />

Het OCMW van elke gemeente heeft <strong>de</strong> opdracht het recht op maatschappelijke integratie te waarborgen<br />

aan <strong>de</strong> personen die <strong>over</strong> onvoldoen<strong>de</strong> bestaansmid<strong>de</strong>len beschikken en die <strong>de</strong> voorwaar<strong>de</strong>n van <strong>de</strong> wet<br />

vervullen. Er moet wor<strong>de</strong>n gestreefd naar een maxim<strong>al</strong>e integratie en participatie aan het maatschappelijk<br />

leven. Hiervoor beschikt het OCMW <strong>over</strong> drie belangrijke instrumenten: <strong>de</strong> tewerkstelling, een leefloon<br />

en een geïndividu<strong>al</strong>iseerd pro<strong>je</strong>ct voor maatschappelijke integratie, <strong>al</strong> dan niet gecombineerd.<br />

In <strong>al</strong>le gev<strong>al</strong>len beschik <strong>je</strong> <strong>over</strong> een inkomen om van te leven. On<strong>de</strong>r tewerkstelling wordt steeds een<br />

volwaardige job verstaan waar <strong>al</strong>le regels van het arbeidsrecht op van toepassing zijn, inclusief <strong>de</strong><br />

loonbeschermingsregels. Wanneer een tewerkstelling niet of nog niet mogelijk is, heb <strong>je</strong> recht op een<br />

financiële tussenkomst, leefloon genaamd. De toekenning van het leefloon kan gevolgd wor<strong>de</strong>n door het<br />

sluiten van een geïndividu<strong>al</strong>iseerd pro<strong>je</strong>ct voor maatschappelijke integratie tussen <strong>de</strong> steunaanvrager<br />

en het OCMW. De keuze van het meest gepaste tra<strong>je</strong>ct gebeurt in <strong>over</strong>leg met <strong>de</strong> betrokkene met het<br />

doel een maxim<strong>al</strong>e integratie en soci<strong>al</strong>e participatie te bewerkstelligen.<br />

Wie heeft recht op maatschappelijke integratie?<br />

Om te kunnen genieten van het recht op maatschappelijke integratie moet <strong>je</strong> aan volgen<strong>de</strong> voorwaar<strong>de</strong>n<br />

voldoen:<br />

1. Je moet <strong>je</strong> werkelijke verblijfplaats in België hebben, dat wil zeggen gewoonlijk en bestendig op<br />

Belgisch grondgebied verblijven.<br />

2. Je moet <strong>de</strong> Belgische nation<strong>al</strong>iteit hebben, ofwel v<strong>al</strong>len on<strong>de</strong>r één van volgen<strong>de</strong> categorieën:<br />

- vreem<strong>de</strong>lingen ingeschreven in het bevolkingsregister;<br />

- erken<strong>de</strong> vluchtelingen en staatlozen;<br />

69


- burgers van <strong>de</strong> Europese Unie of familiele<strong>de</strong>n die hen begelei<strong>de</strong>n of bij hen voegen, die genieten van<br />

een verblijfsrecht voor meer dan drie maan<strong>de</strong>n.<br />

3. Je moet meer<strong>de</strong>rjarig zijn. Ook min<strong>de</strong>rjarigen die ontvoogd zijn door het huwelijk, of die één of meer<br />

kin<strong>de</strong>ren ten laste hebben of die zwanger zijn, kunnen een aanvraag indienen.<br />

4. Je mag niet <strong>over</strong> toereiken<strong>de</strong> bestaansmid<strong>de</strong>len beschikken, noch kan <strong>je</strong> er aanspraak op maken,<br />

noch ben <strong>je</strong> in staat <strong>de</strong>ze hetzij door eigen inspanningen, hetzij op een an<strong>de</strong>re manier te verwerven. Via<br />

het socia<strong>al</strong> on<strong>de</strong>rzoek gaat het OCMW na <strong>over</strong> hoeveel bestaansmid<strong>de</strong>len <strong>de</strong> aanvrager beschikt. Het<br />

OCMW houdt ook rekening met <strong>de</strong> bestaansmid<strong>de</strong>len van <strong>de</strong> echtgeno(o)t(e) van <strong>de</strong> aanvrager en <strong>de</strong><br />

bestaansmid<strong>de</strong>len van <strong>de</strong> persoon waarmee <strong>de</strong> aanvrager een feitelijk gezin vormt. Het OCMW kan ook<br />

rekening hou<strong>de</strong>n met <strong>de</strong> bestaansmid<strong>de</strong>len van <strong>de</strong> ou<strong>de</strong>rs of <strong>de</strong> meer<strong>de</strong>rjarige kin<strong>de</strong>ren waarmee hij<br />

samenwoont. In principe komen <strong>al</strong>le bestaansmid<strong>de</strong>len in aanmerking van welke aard of oorsprong ook,<br />

zo<strong>al</strong>s het beroepsinkomen, soci<strong>al</strong>e uitkeringen, inkomen uit roeren<strong>de</strong> en onroeren<strong>de</strong> goe<strong>de</strong>ren, voor<strong>de</strong>len<br />

in natura, … Een aant<strong>al</strong> inkomsten die zijn opgesomd in <strong>de</strong> reglementering wor<strong>de</strong>n niet in aanmerking<br />

genomen, zo<strong>al</strong>s gezinsbijslagen waarvoor <strong>de</strong> aanvrager <strong>de</strong> hoedanigheid van bijslagtrekken<strong>de</strong> bezit en<br />

voor z<strong>over</strong> hij <strong>de</strong> kin<strong>de</strong>ren opvoedt en volledig of ge<strong>de</strong>eltelijk te zijnen laste heeft, eenm<strong>al</strong>ige giften,<br />

hulp verleend door het OCMW, on<strong>de</strong>rhoudsgeld ontvangen ten gunste van <strong>de</strong> ongehuw<strong>de</strong> kin<strong>de</strong>ren ten<br />

laste van <strong>de</strong> betrokkene voor z<strong>over</strong> hij hen opvoedt, …<br />

5. Vervolgens moet <strong>je</strong> bereid zijn te werken, tenzij dit om gezondheids- of billijkheidsre<strong>de</strong>nen niet<br />

mogelijk is.<br />

6. Tenslotte moet <strong>je</strong> <strong>je</strong> rechten laten gel<strong>de</strong>n op uitkeringen die <strong>je</strong> kan genieten krachtens <strong>de</strong> Belgische<br />

of buitenlandse soci<strong>al</strong>e wetgeving. Het recht op maatschappelijke integratie moet wor<strong>de</strong>n beschouwd<br />

<strong>al</strong>s het <strong>al</strong>lerlaatste soci<strong>al</strong>e vangnet. Als <strong>je</strong> werkelijk <strong>al</strong> het mogelijke hebt gedaan om op een an<strong>de</strong>re<br />

wijze aan een inkomen te geraken, bijvoorbeeld via een werkloosheidsuitkering of tegemoetkomingen<br />

aan personen met een handicap of an<strong>de</strong>ren, dan pas heb <strong>je</strong> recht op maatschappelijke integratie.<br />

Vanzelfsprekend moet <strong>je</strong> ook voldoen aan <strong>de</strong> an<strong>de</strong>re voorwaar<strong>de</strong>n.<br />

Welke rechten op maatschappelijke integratie gel<strong>de</strong>n voor aanvragers vanaf 25 jaar?<br />

Wanneer <strong>je</strong> 25 jaar of ou<strong>de</strong>r bent en voldoet aan <strong>de</strong> voorwaar<strong>de</strong>n heb <strong>je</strong> recht op maatschappelijke<br />

integratie door ofwel <strong>de</strong> toekenning van een leefloon, ofwel doordat het OCMW aan jou een tewerkstelling<br />

aanbiedt. Zo kan het OCMW zelf gerechtig<strong>de</strong>n op maatschappelijke integratie tewerkstellen door zelf <strong>al</strong>s<br />

werkgever op te tre<strong>de</strong>n of door een werkgever te zoeken of bij bepa<strong>al</strong><strong>de</strong> vormen van tewerkstelling<br />

financieel bij te springen om <strong>de</strong> loonkosten voor werkgevers te verlichten.<br />

De toekenning en het behoud van het leefloon kunnen gepaard gaan met een geïndividu<strong>al</strong>iseerd<br />

pro<strong>je</strong>ct voor maatschappelijke integratie, op vraag van <strong>de</strong> betrokkene of van het OCMW. Naar gelang<br />

<strong>de</strong> behoeften van <strong>de</strong> betrokkene z<strong>al</strong> dit pro<strong>je</strong>ct betrekking hebben ofwel op <strong>de</strong> inschakeling in het<br />

beroepsleven, ofwel op <strong>de</strong> integratie in <strong>de</strong> maatschappij.<br />

Welke rechten op maatschappelijke integratie gel<strong>de</strong>n voor aanvragers jonger dan 25 jaar?<br />

Wanneer <strong>je</strong> jonger bent dan 25 jaar en voldoet aan <strong>de</strong> voorwaar<strong>de</strong>n heb <strong>je</strong> recht op maatschappelijke<br />

integratie, bij voorrang door tewerkstelling aangepast aan <strong>je</strong> persoonlijke situatie en capaciteiten<br />

binnen <strong>de</strong> 3 maan<strong>de</strong>n na <strong>je</strong> aanvraag. De tewerkstelling bestaat uit hetzij een arbeids<strong>over</strong>eenkomst,<br />

hetzij een geïndividu<strong>al</strong>iseerd pro<strong>je</strong>ct voor maatschappelijke integratie dat binnen een bepa<strong>al</strong><strong>de</strong> perio<strong>de</strong><br />

leidt tot een arbeids<strong>over</strong>eenkomst. Zo kan het OCMW zelf gerechtig<strong>de</strong>n op maatschappelijke integratie<br />

tewerkstellen door zelf <strong>al</strong>s werkgever op te tre<strong>de</strong>n of door een werkgever te zoeken of bij bepa<strong>al</strong><strong>de</strong><br />

vormen van tewerkstelling financieel bij te springen om <strong>de</strong> loonkosten voor werkgevers te verlichten.<br />

70


In 3 bijzon<strong>de</strong>re situaties heeft <strong>de</strong> jongere recht op een leefloon:<br />

1. vanaf het ogenblik van zijn aanvraag tot op het ogenblik dat hij effectief in dienst treedt;<br />

2. wanneer hij geniet van een geïndividu<strong>al</strong>iseerd pro<strong>je</strong>ct voor maatschappelijke integratie;<br />

3. wanneer hij om gezondheids- of billijkheidsre<strong>de</strong>nen niet kan wor<strong>de</strong>n tewerkgesteld.<br />

Vanzelfsprekend moet <strong>de</strong> jongere in <strong>de</strong>ze gev<strong>al</strong>len ook nog voldoen aan <strong>de</strong> wettelijke voorwaar<strong>de</strong>n.<br />

De toekenning en het behoud van het leefloon moeten gepaard gaan met een geïndividu<strong>al</strong>iseerd<br />

pro<strong>je</strong>ct voor maatschappelijke integratie, op vraag van <strong>de</strong> betrokkene of van het OCMW. Naar<br />

gelang <strong>de</strong> behoeften van <strong>de</strong> betrokkene z<strong>al</strong> dit pro<strong>je</strong>ct betrekking hebben ofwel op <strong>de</strong> inschakeling<br />

in het beroepsleven, ofwel op <strong>de</strong> integratie in <strong>de</strong> maatschappij. Indien het OCMW op grond van<br />

billijkheidsre<strong>de</strong>nen aanvaardt dat <strong>de</strong> jongere met het oog op een verhoging van zijn inschakelingskansen<br />

in het beroepsleven, een studie met voltijds leerplan wil aanvatten, hervatten of voortzetten, wordt er<br />

verplicht een geïndividu<strong>al</strong>iseerd pro<strong>je</strong>ct voor maatschappelijke integratie met betrekking tot <strong>de</strong> studies<br />

vastgelegd.<br />

Hoeveel bedraagt het leefloon?<br />

Het leefloon is een minimuminkomen voor mensen, die niet <strong>over</strong> toereiken<strong>de</strong> bestaansmid<strong>de</strong>len<br />

beschikken, noch er aanspraak op kunnen maken, noch in staat zijn <strong>de</strong>ze hetzij door eigen inspanningen,<br />

hetzij op een an<strong>de</strong>re manier te verwerven. Het bedrag ervan is afhankelijk van <strong>de</strong> gezinssituatie. Er zijn<br />

3 categorieën:<br />

Categorieën Jaarbedrag Maandbedrag<br />

Samenwonen<strong>de</strong> persoon 5.806,30 € 483,36 €<br />

Alleenstaan<strong>de</strong> persoon of een<br />

dakloze die recht heeft op een<br />

geïndividu<strong>al</strong>iseerd pro<strong>je</strong>ct voor<br />

maatschappelijke integratie<br />

8.709,45 € 725,79 €<br />

Persoon die samenwoont met<br />

een gezin te zijnen laste<br />

11.612,61 € 967,72 €<br />

(Bedragen op 1 juli 2010)<br />

Soms beschik <strong>je</strong> wel <strong>over</strong> een bepa<strong>al</strong>d inkomen, maar blijft dat on<strong>de</strong>r het leefloon. Op dat moment past<br />

het OCMW het verschil bij, zodat <strong>je</strong> in het tota<strong>al</strong> ook het leefloon bereikt.<br />

C. Inkomensgarantie voor ou<strong>de</strong>ren en tegemoetkoming voor hulp aan<br />

bejaar<strong>de</strong>n<br />

Er bestaan eigenlijk twee soorten tegemoetkomingen voor bejaar<strong>de</strong>n: <strong>de</strong> inkomensgarantie voor<br />

ou<strong>de</strong>ren en <strong>de</strong> tegemoetkoming voor hulp aan bejaar<strong>de</strong>n.<br />

De inkomensgarantie voor ou<strong>de</strong>ren (IGO) ) is eigenlijk een soort leefloon dat toegekend wordt vanaf<br />

65 jaar voor mannen en vrouwen.<br />

De voorwaar<strong>de</strong>n waaraan <strong>je</strong> moet voldoen om er recht op te hebben, zijn bijna <strong>de</strong>zelf<strong>de</strong> <strong>al</strong>s die voor<br />

het leefloon. Ie<strong>de</strong>re toekenning wordt dus ook steeds voorafgegaan door een on<strong>de</strong>rzoek naar <strong>de</strong><br />

bestaansmid<strong>de</strong>len. De inkomensgarantie is een forfaitair bedrag per jaar (bedragen op 1 juli 2010):<br />

- 7.186,77 € voor een gehuw<strong>de</strong> of samenwonen<strong>de</strong> (598,90 € per maand);<br />

- 10.780,16 € voor een <strong>al</strong>leenstaan<strong>de</strong> (898,35 € per maand).<br />

71


Rekening hou<strong>de</strong>n<strong>de</strong> met <strong>de</strong> individu<strong>al</strong>isatie van rechten, verkrijgen twee begunstig<strong>de</strong>n, die <strong>de</strong>zelf<strong>de</strong><br />

hoofdverblijfplaats <strong>de</strong>len, samen 14.373,54 € (1.197,80 € per maand).<br />

De tegemoetkoming voor hulp aan bejaar<strong>de</strong>n ka<strong>de</strong>rt eigenlijk binnen <strong>de</strong> tegemoetkomingen voor<br />

gehandicapten die hierboven reeds wer<strong>de</strong>n beschreven.<br />

Om <strong>de</strong>ze tegemoetkoming te genieten, moet <strong>je</strong> doorgaans aan <strong>de</strong>zelf<strong>de</strong> administratieve en medische<br />

voorwaar<strong>de</strong>n voldoen <strong>al</strong>s voor <strong>de</strong> integratietegemoetkoming. Een belangrijk verschil vormt <strong>de</strong><br />

leeftijdsvoorwaar<strong>de</strong>: een tegemoetkoming voor hulp aan bejaar<strong>de</strong>n ontvang <strong>je</strong> pas vanaf <strong>de</strong> dag<br />

dat <strong>je</strong> 65 jaar bent gewor<strong>de</strong>n. Deze tegemoetkoming is niet cumuleerbaar met een integratie- of<br />

inkomensvervangen<strong>de</strong> tegemoetkoming.<br />

Begunstig<strong>de</strong>n die <strong>al</strong> voor hun 65ste een integratie- of inkomensvervangen<strong>de</strong> tegemoetkoming<br />

ontvangen, kunnen die tegemoetkomingen blijven ontvangen na hun 65ste <strong>al</strong>s dat stelsel voor hen<br />

voor<strong>de</strong>liger uitv<strong>al</strong>t.<br />

Het uitein<strong>de</strong>lijk bedrag van <strong>de</strong> tegemoetkoming is afhankelijk van <strong>de</strong> graad van zelfredzaamheid (zie<br />

<strong>de</strong> specifieke voorwaar<strong>de</strong>n voor <strong>de</strong> integratietegemoetkoming). Bij een score van min<strong>de</strong>r dan zeven<br />

punten ontvang <strong>je</strong> geen tegemoetkoming. Bij een hogere score ontvang <strong>je</strong> maxima<strong>al</strong> (jaarbedragen op<br />

1 juli 2010):<br />

Categorie van zelfredzaamheid Tegemoetkoming<br />

Categorie I (7 en 8 punten) 906,91 €<br />

Categorie II (9 tot 11 punten) 3.461,89 €<br />

Categorie III (12 tot 14 punten) 4.209,10 €<br />

Categorie IV (15 en 16 punten) 4.956,09 €<br />

Categorie V (17 en 18 punten) 6.087,86 €<br />

D. Gewaarborg<strong>de</strong> gezinsbijslag<br />

De gewaarborg<strong>de</strong> gezinsbijslag is enkel voorbehou<strong>de</strong>n aan kin<strong>de</strong>ren voor wie op grond van een Belgische,<br />

buitenlandse of internation<strong>al</strong>e regeling geen enkel recht op gezinsbijslag bestaat. De gewaarborg<strong>de</strong><br />

gezinsbijslag is bedoeld voor <strong>de</strong> meest behoeftige gezinnen. Hierdoor wordt <strong>de</strong> band tussen <strong>de</strong><br />

arbeid van het gezinshoofd en het recht op kin<strong>de</strong>rbijslag doorbroken.<br />

Waaruit bestaat <strong>de</strong> gewaarborg<strong>de</strong> gezinsbijslag? De gewaarborg<strong>de</strong> gezinsbijslag omvat <strong>de</strong> kin<strong>de</strong>rbijslag,<br />

<strong>de</strong> leeftijdsbijslag, het kraamgeld, <strong>de</strong> forfaitaire bijzon<strong>de</strong>re bijslag voor kin<strong>de</strong>ren ten laste van een openbare<br />

<strong>over</strong>heid geplaatst in een instelling, <strong>de</strong> jaarlijkse toeslag en <strong>de</strong> toeslag voor eenou<strong>de</strong>rgezinnen.<br />

Wie kan <strong>de</strong> aanvraag indienen? Ie<strong>de</strong>reen die volledig of voor het grootste <strong>de</strong>el <strong>de</strong> last van een kind<br />

heeft, kan een aanvraag indienen voor gewaarborg<strong>de</strong> gezinsbijslag, op voorwaar<strong>de</strong> dat hij in België<br />

verblijft. Als het niet gaat om iemand die on<strong>de</strong>r <strong>de</strong> toepassing v<strong>al</strong>t van <strong>de</strong> EG-veror<strong>de</strong>ningen inzake<br />

soci<strong>al</strong>e <strong>zekerheid</strong>, een staatloze, een erkend politiek vluchteling of een on<strong>de</strong>rdaan van een staat die het<br />

Europees Socia<strong>al</strong> Handvest of het (herziene) Europees Socia<strong>al</strong> Handvest heeft geratificeerd, dan moet <strong>de</strong><br />

aanvrager geduren<strong>de</strong> <strong>de</strong> laatste vijf jaar in België hebben verbleven.<br />

De aanvrager moet echter niet voldoen aan <strong>de</strong> voorwaar<strong>de</strong> van een voorafgaand verblijf van 5 jaar in<br />

België indien <strong>de</strong> aanvraag gebeurt voor een kind dat on<strong>de</strong>r <strong>de</strong> toepassing v<strong>al</strong>t van <strong>de</strong> EG-veror<strong>de</strong>ningen<br />

inzake soci<strong>al</strong>e <strong>zekerheid</strong>, een staatloze, een erkend politiek vluchteling of een on<strong>de</strong>rdaan is van een staat<br />

die het Europees Socia<strong>al</strong> Handvest of het (herziene) Europees Socia<strong>al</strong> Handvest heeft geratificeerd.<br />

De aanvraag moet aan <strong>de</strong> Rijksdienst voor Kin<strong>de</strong>rbijslag voor Werknemers wor<strong>de</strong>n gericht.<br />

72


Wie zijn <strong>de</strong> rechtgeven<strong>de</strong> kin<strong>de</strong>ren? Net zo<strong>al</strong>s <strong>de</strong> aanvrager moeten ook <strong>de</strong> kin<strong>de</strong>ren werkelijk in België<br />

verblijven. In uitzon<strong>de</strong>rlijke gev<strong>al</strong>len moet het kind geduren<strong>de</strong> <strong>de</strong> laatste vijf jaar onon<strong>de</strong>rbroken in<br />

België hebben verbleven.<br />

Net zo<strong>al</strong>s bij <strong>de</strong> an<strong>de</strong>re soci<strong>al</strong>e bijstandsregelingen wordt er een on<strong>de</strong>rzoek naar <strong>de</strong> bestaansmid<strong>de</strong>len<br />

gehou<strong>de</strong>n. Zo mogen <strong>de</strong> bestaansmid<strong>de</strong>len van <strong>de</strong> persoon die het kind ten laste heeft - of zijn<br />

echtgenoot of <strong>de</strong> persoon waarmee hij/zij samenwoont - per kwarta<strong>al</strong> niet hoger liggen dan 3.753,37 €<br />

(op 1 juli 2010).<br />

De bestaansmid<strong>de</strong>len wor<strong>de</strong>n verhoogd met 20 % voor ie<strong>de</strong>r rechtgevend kind vanaf het twee<strong>de</strong>. De<br />

gewaarborg<strong>de</strong> gezinsbijslag omvat het kraamgeld, <strong>de</strong> gewone kin<strong>de</strong>rbijslag en <strong>de</strong> leeftijdsbijslag.<br />

De aanvraag om gewaarborg<strong>de</strong> kin<strong>de</strong>rbijslag en kraamgeld moet ingediend wor<strong>de</strong>n bij <strong>de</strong> Rijksdienst<br />

voor Kin<strong>de</strong>rbijslag voor Werknemers.<br />

De kin<strong>de</strong>rbijslag, eventueel verhoogd met <strong>de</strong> leeftijdsbijslag, wordt toegekend ten vroegste vanaf <strong>de</strong><br />

maand die één jaar voorafgaat aan <strong>de</strong> datum waarop <strong>de</strong> aanvraag werd ingediend. De aanvraag om<br />

kraamgeld moet wor<strong>de</strong>n ingediend binnen een jaar na <strong>de</strong> geboorte.<br />

73


Nuttige adressen en telefoonnummers<br />

We zetten hier enkele nuttige adressen en telefoonnummers op een rijt<strong>je</strong> waar <strong>je</strong> terecht kan met<br />

vragen <strong>over</strong> <strong>de</strong> soci<strong>al</strong>e <strong>zekerheid</strong>. Meer informatie vind <strong>je</strong> online op <strong>de</strong> porta<strong>al</strong>site www.soci<strong>al</strong>security.be.<br />

A. Fe<strong>de</strong>r<strong>al</strong>e <strong>over</strong>heidsdiensten (vroegere ministeries)<br />

Fe<strong>de</strong>r<strong>al</strong>e Overheidsdienst Soci<strong>al</strong>e Zekerheid<br />

Finance Tower, Kruidtuinlaan 50, bus 100, Brussel, www.soci<strong>al</strong>security.fgov.be<br />

Directie Genera<strong>al</strong> Socia<strong>al</strong><br />

Beleid: arbeidsongev<strong>al</strong>len en<br />

beroepsziekten, geneeskundige<br />

verzorging en uitkeringen,<br />

jaarlijkse vakantie, kin<strong>de</strong>rbijslag,<br />

on<strong>de</strong>rwerping, rust- en<br />

<strong>over</strong>levingspensioenen<br />

Directie Genera<strong>al</strong><br />

Beleidson<strong>de</strong>rsteuning (o.a.<br />

bevoegd voor internation<strong>al</strong>e<br />

betrekkingen)<br />

Programmatorische Overheidsdienst Maatschappelijke Integratie, Armoe<strong>de</strong>bestrijding, Soci<strong>al</strong>e<br />

Economie en Grootste<strong>de</strong>nbeleid<br />

Koning Albert II-laan 30, 1000 Brussel: www.mi-is.be<br />

Fe<strong>de</strong>r<strong>al</strong>e Overheidsdienst Werkgelegenheid, Arbeid en Socia<strong>al</strong> Overleg<br />

Ernest Blerotstraat 1, 1070 Brussel: www.werk.belgie.be<br />

Fe<strong>de</strong>r<strong>al</strong>e Overheidsdienst Personeel en Organisatie<br />

Wetstraat 51, 1040 Brussel: www.p-o.belgium.be<br />

74<br />

02 528 63 00 dg-soc@minsoc.fed.be<br />

02 528 60 30 dgstrat@minsoc.fed.be<br />

Directie Genera<strong>al</strong> Zelfstandigen 02 528 64 50 zelfIn<strong>de</strong>p@minsoc.fed.be<br />

Directie Genera<strong>al</strong> van <strong>de</strong> Soci<strong>al</strong>e<br />

Inspectie<br />

Directie Genera<strong>al</strong> Personen<br />

met een handicap:<br />

tegemoetkomingen voor<br />

hulp aan bejaar<strong>de</strong>n en<br />

inkomensvervangen<strong>de</strong><br />

tegemoetkoming en<br />

integratietegemoetkoming<br />

02 528 62 20 guido.<strong>de</strong>muynck@minsoc.fed.be<br />

0800 987 99 handin@minsoc.fed.be<br />

http://handicap.fgov.be<br />

Informatieambtenaar 02 528 60 31<br />

Enkel voor dringen<strong>de</strong> gev<strong>al</strong>len<br />

0477 848 664<br />

Contactpunt 02 508 85 86 vraag@mi-is.be<br />

soci<strong>al</strong>.security@minsoc.fed.be<br />

Directie van <strong>de</strong> communicatie 02 233 40 23 information@emploi.belgique.be<br />

Contactpunt 02 790 58 00 fedwebteam@p-o.belgium.be


B. Openbare organismen van soci<strong>al</strong>e <strong>zekerheid</strong><br />

Dienst voor <strong>de</strong> Overzeese Soci<strong>al</strong>e Zekerheid (DOSZ)<br />

(www.dosz.be, info@dosz.fgov.be)<br />

Louiz<strong>al</strong>aan 194, 1050 Brussel, 02 642 05 11<br />

Fonds voor Arbeidsongev<strong>al</strong>len (FAO)<br />

(www.fat.fgov.be, info@faofat.fgov.be)<br />

Troonstraat 100, 1050 Brussel, 02 506 84 11<br />

Fonds voor <strong>de</strong> Beroepsziekten (FBZ)<br />

(www.fbz.fgov.be, secr@fmp-fbz.fgov.be)<br />

Sterrenkun<strong>de</strong>laan 1, 1210 Brussel, 02 226 62 11<br />

Hulp- en Voorzorgskas voor Zeevaren<strong>de</strong>n (HVKZ)<br />

(www.hvkz-cspm.fgov.be, info@hvkz-cspm.fgov.be)<br />

Olijftakstraat 7-13 bus 1, 2060 Antwerpen, 03 220 74 60<br />

Kruispuntbank van <strong>de</strong> Soci<strong>al</strong>e Zekerheid (KSZ)<br />

(www.ksz.fgov.be, service<strong>de</strong>sk@ksz-bcss.fgov.be)<br />

Sint-Pieterssteenweg 375, 1040 Brussel, 02 741 84 00<br />

Pensioendienst voor <strong>de</strong> Overheidssector (PDOS)<br />

(www.pdos.fgov.be, info@pdos.fgov.be)<br />

Victor Hortaplein 40 bus 30, 1060 Brussel, tel. 02 558.60.00<br />

Rijksdienst Voor Arbeidsvoorziening (RVA)<br />

(www.rva.fgov.be, reglement@rva.be)<br />

Keizerslaan 7, 1000 Brussel, 02-515 41 11<br />

Rijksdienst voor Jaarlijkse Vakantie (RJV)<br />

(www.rjv.fgov.be, communications@rjv.fgov.be)<br />

Elyzeese Vel<strong>de</strong>nstraat 12, 1050 Brussel, 02-627 97 60<br />

Rijksdienst voor Kin<strong>de</strong>rbijslag voor Werknemers (RKW)<br />

(www.rkw.be, info.bemid<strong>de</strong>ling@rkw-onafts.fgov.be)<br />

Trierstraat 70, 1000 Brussel, 02 237 21 11<br />

Rijksdienst voor Pensioenen (RVP)<br />

(www.rvp.fgov.be, info@rvp.fgov.be)<br />

Zui<strong>de</strong>rtoren, 1060 Brussel, gratis groene lijn: 0800 50 246<br />

Rijksdienst voor Soci<strong>al</strong>e Zekerheid (RSZ)<br />

(www.rsz.fgov.be, contactcenter@eranova.fgov.be), Victor Hortaplein 11, 1060 Brussel,<br />

02 509 31 11<br />

Rijksdienst voor Soci<strong>al</strong>e Zekerheid van <strong>de</strong> Provinci<strong>al</strong>e en Plaatselijke Overheidsdiensten (RSZPPO)<br />

(www.rszppo.fgov.be, com@rszppo.fgov.be)<br />

Jozef II-straat 47, 1040 Brussel, 02 234 32 11<br />

Rijksinstituut voor <strong>de</strong> Soci<strong>al</strong>e Verzekeringen <strong>de</strong>r Zelfstandigen (RSVZ)<br />

(www.rsvz.be, info@rsvz-inasti.fgov.be)<br />

Jan Jacobsplein 6, 1000 Brussel, 02 546 42 11<br />

75


Rijksinstituut voor Ziekte- en Inv<strong>al</strong>iditeitsverzekering (RIZIV)<br />

(www.riziv.be, communication@riziv.fgov.be)<br />

Tervurenlaan 211, 1150 Brussel, 02 739 71 11<br />

C. An<strong>de</strong>re instellingen<br />

- Openbaar Centrum voor Maatschappelijk Welzijn (OCMW): er is een OCMW per gemeente.<br />

Je vindt <strong>de</strong> adressen in <strong>de</strong> telefoongids of op <strong>de</strong> website van <strong>je</strong> gemeentebestuur (meest<strong>al</strong> www.<br />

naamvan<strong>de</strong>gemeente.be).<br />

- De ziekenfondsen (“mutu<strong>al</strong>iteiten”) zijn verenigd in <strong>de</strong> volgen<strong>de</strong> landsbon<strong>de</strong>n:<br />

Landsbond <strong>de</strong>r christelijke mutu<strong>al</strong>iteiten<br />

Landsbond van liber<strong>al</strong>e mutu<strong>al</strong>iteiten<br />

Landsbond van <strong>de</strong> neutr<strong>al</strong>e ziekenfondsen<br />

Nationa<strong>al</strong> Verbond van soci<strong>al</strong>istische mutu<strong>al</strong>iteiten<br />

Onafhankelijke ziekenfondsen<br />

Je kan <strong>je</strong> evenwel aansluiten bij:<br />

Hulpkas voor ziekte- en inv<strong>al</strong>iditeitsverzekering<br />

- De vier uitbet<strong>al</strong>ingsinstellingen (waarvan 3 “vakbon<strong>de</strong>n”) i.v.m. werkloosheidsuitkeringen zijn:<br />

A.B.V.V. - Algemeen Belgisch Vakverbond<br />

A.C.L.V.B - Algemene Centr<strong>al</strong>e <strong>de</strong>r Liber<strong>al</strong>e Vakbon<strong>de</strong>n van<br />

België<br />

A.C.V. - Algemeen Christelijk Vakverbond<br />

H.V.W. - Hulpkas Voor Werkloosheidsuitkeringen<br />

76<br />

Haachtsesteenweg 579, Bus 40, 1031 Brussel<br />

Tel. 02 246 41 11<br />

www.cm.be, landsbond@cm.be<br />

Livornostraat 25, 1050 Brussel<br />

Tel. 02 542 86 00<br />

www.mut400.be, info@mut400.be<br />

Charleroisesteenweg 145, 1060 Brussel<br />

Tel. 02 538 83 00<br />

www.neutr<strong>al</strong>e-ziekenfondsen.be, info@lnz.be<br />

Sint-Jansstraat 32-38, 1000 Brussel<br />

Tel. 02 515 02 11<br />

www.socmut.be, info@socmut.be<br />

Sint-Huibrechtsstraat 19, 1150 Brussel<br />

Tel. 02 778 92 11<br />

www.mloz.be, info@mloz.be<br />

Troonstraat 30A, 1000 Brussel<br />

Tel. 02 229 35 00<br />

www.caami-hziv.fgov.be, info@caami-hziv.fgov.be<br />

Hoogstraat 42, 1000 Brussel<br />

Tel. 02 506 82 11<br />

www.abvv.be, info@abvv.be<br />

Koning Albertlaan, 95 ,9000 Gent<br />

Tel. 09 222 57 51<br />

www.aclvb.be, aclvb@aclvb.be<br />

Haachtsesteenweg 579, 1030 Brussel<br />

Tel. 02 246 31 11<br />

www.acv-online.be, acv@acv-csc.be<br />

Brabantstraat 62, 1210 Brussel<br />

Tel. 02 209 13 13<br />

www.hvw.fgov.be, info@hvw.fgov.be


- Vzw Sigedis (loopbaanbeheer – gestion <strong>de</strong>s carrières)(voor <strong>de</strong> werknemerspensioenen)<br />

(http://www.sigedis.be, info@sigedis.fgov.be)<br />

Zui<strong>de</strong>rtoren, Baraplein, 7<strong>de</strong> verdieping,1060 Brussel, tel. 02 791 50 00<br />

- Asbestfonds (AFA) (www.afa.fgov.be, info.nl@afa.fgov.be)<br />

Sterrenkun<strong>de</strong>laan 1, 1210 Brussel, tel.: 02 226 63 16<br />

- De lijst van <strong>de</strong> soci<strong>al</strong>everzekeringsfondsen is beschikbaar op het adres www.soci<strong>al</strong>security.fgov.<br />

be/docs/fr/specifieke_info/zelfstandigen/lijst_kassen.pdf of is beschikbaar bij <strong>de</strong> Directie Genera<strong>al</strong><br />

Zelfstandigen, Administratief Centrum Kruidtuin, Finance Tower, Kruidtuinlaan 50, bus 120, 1000 Brussel,<br />

tel. 02 528 64 50, zelfIn<strong>de</strong>p@minsoc.fed.be.<br />

- De lijst van <strong>de</strong> soci<strong>al</strong>e secretariaten verschijnt jaarlijks in het Belgisch Staatsblad<br />

www.ejustice.just.fgov.be/cgi/welcome.pl (laatste publicatie op 15 februari 2010, pagina 9184).<br />

Je kan <strong>de</strong>ze eveneens verkrijgen <strong>al</strong>s <strong>je</strong> contact neemt met: Belgisch Staatsblad, Leuvenseweg 40-42,<br />

1000 Brussel, tel. 0800 98 809.<br />

In gev<strong>al</strong> van betwisting<br />

- De lijst van <strong>de</strong> arbeidsrechtbanken is beschikbaar op het adres www.juridat.be/cgi_adres/adrf.pl.<br />

Je kan <strong>de</strong>ze eveneens verkrijgen <strong>al</strong>s <strong>je</strong> contact neemt met: Belgisch Staatsblad, Leuvenseweg 40-42,<br />

1000 Brussel, tel. 0800 98 809.<br />

- De fe<strong>de</strong>r<strong>al</strong>e ombudsman is bevoegd o.a. voor <strong>de</strong> klachten in verband met <strong>de</strong> soci<strong>al</strong>e<strong>zekerheid</strong>s instellingen<br />

(beh<strong>al</strong>ve voor <strong>de</strong> pensioenen):<br />

(www.fe<strong>de</strong>ra<strong>al</strong>ombudsman.be, contact@fe<strong>de</strong>ra<strong>al</strong>ombudsman.be)<br />

Hertogsstraat 43, 1000 Brussel, tel. 0800 99 962 – 02 289 27 27<br />

- De ombudsmannen voor <strong>de</strong> pensioenen zijn bevoegd voor openbare en private pensioendiensten<br />

die wettelijke pensioenen uitkeren, bet<strong>al</strong>en of beheren<br />

(www.ombudsmanpensioenen.be, klacht@ombudsmanpensioenen.be)<br />

WTC III, Simon Bolivarlaan 30 bus 5, 1000 Brussel, tel: 02 274 19 80<br />

77


Brochures bestellen kan:<br />

- schriftelijk: Fe<strong>de</strong>r<strong>al</strong>e Overheidsdienst Soci<strong>al</strong>e Zekerheid, informatieambtenaar, Finance Tower,<br />

Kruidtuinlaan 50, bus 100,1000 Brussel<br />

- telefonisch op het nummer 02 509 85 20<br />

- per e-mail: guy.ringoot@minsoc.fed.be<br />

Ge<strong>de</strong>tailleer<strong>de</strong>re teksten <strong>over</strong> <strong>de</strong> soci<strong>al</strong>e <strong>zekerheid</strong> kan <strong>je</strong> terugvin<strong>de</strong>n in het “Beknopt <strong>over</strong>zicht van <strong>de</strong><br />

soci<strong>al</strong>e <strong>zekerheid</strong> in België” (2006). Dit boek van ongeveer 500 bladzij<strong>de</strong>n kan online vanaf <strong>de</strong> pagina<br />

www.soci<strong>al</strong>security.fgov.be/nl/nieuws-publicaties/publicaties/beknopt-<strong>over</strong>zicht.htm geraadpleegd wor<strong>de</strong>n.<br />

78


Coördinatie (juli 2010): Didier Coeurnelle, informatieambtenaar,<br />

didier.coeurnelle@minsoc.fed.be, tel. 02 528 60 31.<br />

79


80<br />

Fe<strong>de</strong>r<strong>al</strong>e Overheidsdienst<br />

Soci<strong>al</strong>e Zekerheid

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!