Rijden zonder geldig rijbewijs in Nederland - SWOV
Rijden zonder geldig rijbewijs in Nederland - SWOV
Rijden zonder geldig rijbewijs in Nederland - SWOV
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
'expositie' van bestuurders is echter niet voorhanden voor bestuurders<br />
<strong>zonder</strong> <strong>geldig</strong> <strong>rijbewijs</strong>. Daarom moet er een alternatieve expositiemaat<br />
worden gevonden.<br />
De zogenoemde quasi-<strong>in</strong>duced exposure methode biedt hiervoor een<br />
oploss<strong>in</strong>g (DeYoung, Peck & Helander, 1997). Deze veelgebruikte methode,<br />
die <strong>in</strong> Paragraaf 3.3 verder wordt uitgelegd, gaat uit van de aanname dat de<br />
bestuurders die buiten hun schuld zijn betrokken bij een ongeval, een<br />
representatieve steekproef uit de totale bestuurderspopulatie vormen. De<br />
vraag is vervolgens: zijn er <strong>in</strong> <strong>Nederland</strong> gegevens voorhanden die de<br />
toepass<strong>in</strong>g van deze methode mogelijk maken?<br />
In BRON, het bestand waar<strong>in</strong> de door de politie geregistreerde ongevallen<br />
worden gecodeerd, wordt onderscheid gemaakt tussen een zogeheten<br />
eerste en tweede botser. De eerste botser is degene die door de politie als<br />
veroorzaker wordt aangemerkt, de tweede botser is de niet-schuldige<br />
betrokkene. Hoewel er diverse onzekerheden aan deze kwalificaties kleven<br />
(zie Bijlage L), en ook vanwege een gebrek aan expositiegegevens van<br />
bestuurders <strong>zonder</strong> <strong>geldig</strong> <strong>rijbewijs</strong>, is dit gegeven uit BRON gebruikt om de<br />
quasi-<strong>in</strong>duced exposure methode toe te passen op de <strong>Nederland</strong>se<br />
ongevallengegevens. Daarbij is alleen gekeken naar ongevallen tussen twee<br />
personenauto's, omdat die <strong>in</strong> het algemeen goed door de politie worden<br />
geregistreerd. Als het gaat om rijden <strong>zonder</strong> <strong>geldig</strong> <strong>rijbewijs</strong>, vormen<br />
bestuurders van personenauto’s bovendien de belangrijkste groep. Om<br />
voldoende grote aantallen te hebben, is gekeken naar alle geregistreerde<br />
ongevallen, ongeacht de ernst van het eventuele letsel.<br />
Paragraaf 3.3 gaat dieper <strong>in</strong> op de voor dit onderzoek gehanteerde<br />
methode.<br />
2.4. De onderzoeksvraag nauwkeurig gedef<strong>in</strong>ieerd<br />
Op basis van de <strong>in</strong>formatie <strong>in</strong> dit hoofdstuk zijn de onderzoeksvragen als<br />
volgt geformuleerd.<br />
1. Wat is de omvang van het rijden <strong>zonder</strong> <strong>geldig</strong> <strong>rijbewijs</strong> <strong>in</strong> <strong>Nederland</strong>?<br />
a. Hoeveel personen met een rijontzegg<strong>in</strong>g besturen tóch weleens<br />
een motorrijtuig?<br />
b. Welk aandeel van de personen met een rijontzegg<strong>in</strong>g bestuurt<br />
tóch weleens een motorrijtuig?<br />
c. Hoeveel bestuurders <strong>in</strong> het dagelijks verkeer rijden terwijl zij een<br />
rijontzegg<strong>in</strong>g hebben?<br />
2. Wat is de ernst van het rijden <strong>zonder</strong> <strong>geldig</strong> <strong>rijbewijs</strong> <strong>in</strong> <strong>Nederland</strong> met<br />
betrekk<strong>in</strong>g tot de verkeersveiligheid?<br />
a. Zijn bestuurders <strong>zonder</strong> <strong>geldig</strong> <strong>rijbewijs</strong> relatief vaker, even vaak<br />
of m<strong>in</strong>der vaak betrokken bij ongevallen?<br />
b. Met welk percentage zou het aantal ongevallen afnemen als<br />
personen <strong>zonder</strong> <strong>geldig</strong> <strong>rijbewijs</strong> niet meer als bestuurder van<br />
een motorrijtuig aan het verkeer deel zouden nemen?<br />
De onderzoeksvragen betreffen de jaren 2003 tot en met 2008.<br />
<strong>SWOV</strong>-rapport R-2010-13 17<br />
Sticht<strong>in</strong>g Wetenschappelijk Onderzoek Verkeersveiligheid <strong>SWOV</strong> - Leidschendam