Bodemsanering vervuilde grond in Vlaanderen - UNIZO.be
Bodemsanering vervuilde grond in Vlaanderen - UNIZO.be
Bodemsanering vervuilde grond in Vlaanderen - UNIZO.be
You also want an ePaper? Increase the reach of your titles
YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.
BODEMSANERING VERVUILDE GROND<br />
IN VLAANDEREN<br />
1 2 M E I 2 0 0 5<br />
<strong>UNIZO</strong>-STUDIEDIENST
Inhoudsopgave<br />
Inleid<strong>in</strong>g............................................................................................................................. 3<br />
1. Vlaamse verontre<strong>in</strong>igde <strong>grond</strong>en: facts en figures ........................................................ 4<br />
2. Kostenram<strong>in</strong>g bodemonderzoeken en bodemsaner<strong>in</strong>gswerken..................................... 8<br />
3. Wie <strong>be</strong>taalt? ................................................................................................................. 10<br />
4. <strong>Bodemsaner<strong>in</strong>g</strong>splichtigen en saner<strong>in</strong>gsaansprakelijken............................................. 11<br />
5. Verzeker<strong>in</strong>gen.............................................................................................................. 13<br />
6. <strong>Bodemsaner<strong>in</strong>g</strong>sfondsen.............................................................................................. 14<br />
7. Incentives ontwikkelen................................................................................................ 16<br />
8. Leegstandsheff<strong>in</strong>g........................................................................................................ 18<br />
9. Vereenvoudig<strong>in</strong>g papierw<strong>in</strong>kel en procedures ............................................................ 19<br />
10. Register van verontre<strong>in</strong>igde <strong>grond</strong>en......................................................................... 21<br />
11. Onafhankelijke bodem-ombudsdienst ....................................................................... 21<br />
12. Grondverzet ............................................................................................................... 22<br />
13. Budgetten Vlaamse overheid voor bodemsaner<strong>in</strong>g................................................... 24<br />
Bijlage.............................................................................................................................. 26<br />
2
B O D E M S A N E R I N G V E RV U I L D E G R O N D I N V L A A N D E R E N<br />
I N L E I D I N G<br />
Bodemverontre<strong>in</strong>ig<strong>in</strong>g en bodemsaner<strong>in</strong>g is een onderschat probleem <strong>in</strong> <strong>Vlaanderen</strong>.<br />
Vooral voor kle<strong>in</strong>e <strong>be</strong>drijven kan de problematiek uitgroeien tot een f<strong>in</strong>ancieel en<br />
emotioneel drama.<br />
In dit dossier wordt een ram<strong>in</strong>g gemaakt van het aantal verontre<strong>in</strong>igde <strong>grond</strong>en en de nog<br />
uit te voeren bodemsaner<strong>in</strong>gen <strong>in</strong> <strong>Vlaanderen</strong>. De kosten voor onderzoeken en<br />
saner<strong>in</strong>gswerken worden <strong>in</strong> kaart gebracht. Een Vlaamse ondernemer die geconfronteerd<br />
wordt met (historische) verontre<strong>in</strong>ig<strong>in</strong>g dient <strong>in</strong> pr<strong>in</strong>cipe onmiddellijk de procedure op te<br />
starten en alle onderzoeken en saner<strong>in</strong>gswerken zelf te f<strong>in</strong>ancieren. Hij moet op zijn m<strong>in</strong>st<br />
alle kosten voorf<strong>in</strong>ancieren, maar hoe zit dat <strong>in</strong> Nederland? Zijn daar subsidies voorzien?<br />
Kan <strong>Vlaanderen</strong> iets leren uit de Nederlandse aanpak?<br />
<strong>UNIZO</strong> heeft haar visie over solidariteitsfondsen en de rol van de overheid daar<strong>in</strong>.<br />
Voor toekomstige nieuwe verontre<strong>in</strong>ig<strong>in</strong>g <strong>be</strong>staan voor verschillende sectoren<br />
<strong>in</strong>strumenten ter remediër<strong>in</strong>g (bv. verzeker<strong>in</strong>gsproducten). Voor historische<br />
bodemverontre<strong>in</strong>ig<strong>in</strong>g (historisch passief) dient de overheid een aantal <strong>in</strong>centives te<br />
ontwikkelen om de gebruikers en eigenaars van de verontre<strong>in</strong>igde terre<strong>in</strong>en te stimuleren<br />
om tot saner<strong>in</strong>g over te gaan. Momenteel zijn er nogal wat, zeer verscheiden, drempels die<br />
ontradend én kostverhogend werken voor effectieve uitvoer<strong>in</strong>g van<br />
bodemsaner<strong>in</strong>gswerken. <strong>UNIZO</strong> somt ze op en stelt concrete maatregelen voor. De<br />
vereiste papierw<strong>in</strong>kel en de te doorlopen procedures zijn complex en moeten<br />
vereenvoudigd worden. <strong>UNIZO</strong> doet voorstellen. Het register van verontre<strong>in</strong>igde <strong>grond</strong>en<br />
moet snel omgevormd worden tot “<strong>grond</strong>en<strong>in</strong>formatieregister”. <strong>UNIZO</strong> pleit voor de<br />
opricht<strong>in</strong>g van een onafhankelijke bodem-ombudsdienst, los van de OVAM. De<br />
<strong>grond</strong>verzetregel<strong>in</strong>g kan nog aangepast, ver<strong>be</strong>terd en vereenvoudigd worden. Het budget<br />
van de Vlaamse overheid voor bodemsaner<strong>in</strong>g is ontoereikend en moet dr<strong>in</strong>gend verhoogd<br />
worden. Ook hier wordt verwezen naar Nederland.<br />
3
1 . V L A A M S E V E R O N T R E I N I G D E G R O N D E N: FACTS EN FIGURES<br />
1 . 1 . G E K E N D A A N T A L V E R O N T R E I N I G D E G R O N D E N I N V L A A N D E R E N<br />
Uit de reeds uitgevoerde bodemonderzoeken blijkt dat er volgens de meest recente cijfers<br />
van OVAM (<strong>be</strong>g<strong>in</strong> 2005) circa 16.000 verontre<strong>in</strong>igde <strong>grond</strong>en geregistreerd waren. Omdat<br />
tot op heden slechts een deel van alle “risico<strong>grond</strong>en” kon worden onderzocht, zal dit<br />
aantal nog toenemen. Een <strong>grond</strong> kan meerdere aaneengesloten kadastrale percelen<br />
omvatten. De 16.000 verontre<strong>in</strong>igde <strong>grond</strong>en <strong>be</strong>slaan circa 39.000 kadastrale percelen. Ze<br />
<strong>be</strong>slaan een oppervlakte van circa 400 km². Dit is bijna 3% van de totale oppervlakte van<br />
het Vlaamse Gewest 1 .<br />
E<strong>in</strong>d 2003 waren er bij OVAM 14.671 2 verontre<strong>in</strong>igde <strong>grond</strong>en geregistreerd, e<strong>in</strong>d 2002<br />
waren dat er 13.305 3 , wat <strong>be</strong>tekent dat er per kalenderjaar circa 1.350 <strong>grond</strong>en bijkomend<br />
werden geregistreerd als verontre<strong>in</strong>igd.<br />
1 . 2 . G E R A A M D A A N T A L O P B A S I S V A N B O D E M O N D E R Z O E K E N O P G R O N D E N<br />
M E T B O D E M R I S I C O-ACTIVITEITEN<br />
Om een ram<strong>in</strong>g te maken van het aantal verontre<strong>in</strong>igde <strong>grond</strong>en kunnen verschillende<br />
onderzoeksmethodes gebruikt worden.<br />
Meestal maakt men ram<strong>in</strong>gen uitgaande van het aantal <strong>grond</strong>en waarop Vlareboactiviteiten<br />
uitgeoefend werden/worden. Vlarebo-activiteiten zijn activiteiten die<br />
opgenomen zijn <strong>in</strong> de lijst <strong>in</strong> bijlage bij het Vlaams Reglement <strong>in</strong>zake de bodemsaner<strong>in</strong>g<br />
(Vlarebo) en als bodemrisico-activiteiten <strong>be</strong>schouwd worden, bv. stookolietanks of<br />
dieseltanks van meer dan 20.000 liter <strong>in</strong>houd, zuiver<strong>in</strong>gs<strong>in</strong>stallatie voor zuiver<strong>in</strong>g van<br />
<strong>be</strong>drijfsafvalwater, <strong>be</strong>nz<strong>in</strong>epomp (één volstaat reeds), garagewerkplaatsen voor het<br />
herstellen van motorvoertuigen, metaal-werkateliers voor mechanische <strong>be</strong>werk<strong>in</strong>g van<br />
metaal of het vervaardigen van metalen voorwerpen met een geïnstalleerde totale<br />
drijfkracht van meer dan 10 kW, e.d.<br />
Het geschat aantal <strong>grond</strong>en waarop momenteel risico-activiteiten worden uitgeoefend<br />
<strong>be</strong>draagt 65.000. Het aantal <strong>grond</strong>en waarop <strong>in</strong> het verleden risico-activiteiten werden<br />
uitgeoefend wordt geraamd op 11.200.<br />
Het totaal aantal Vlaamse risico<strong>grond</strong>en wordt dus geraamd op 76.200 4 . De onzekerheid<br />
op dit cijfergegeven blijft evenwel groot, vandaar dat <strong>in</strong> artikels <strong>in</strong> tijdschriften en kranten<br />
soms ook andere cijfers gelanceerd worden, doch <strong>in</strong> dezelfde grootteorde, bv. 85.000 5 .<br />
1 De totale oppervlakte van het Vlaamse Gewest verschilt naargelang de bron. Uit<br />
voorzichtigheidsoverweg<strong>in</strong>gen werd het cijfer van 13.522 km² genomen, dit is het cijfer uit het Ruimtelijk<br />
Structuurplan <strong>Vlaanderen</strong> (1997), dat overeenkomt met het cijfer van het NIS, Fiscale statistieken (1992)<br />
2 Vlaamse Milieumaatschappij (2004) Milieu- en natuurrapport <strong>Vlaanderen</strong> 2004 (MIRA-T 2004)<br />
3 Vlaamse Milieumaatschappij (2003) Milieu- en natuurrapport <strong>Vlaanderen</strong> 2003 (MIRA-T 2003)<br />
4 Vlaamse Milieumaatschappij (2004) Milieu- en natuurrapport <strong>Vlaanderen</strong> 2004 (MIRA-T 2004)<br />
5 MilieuDirect (2005) Dossier Bodem, MilieuDirect maart 2005, blz. 12<br />
4
Voor het vervolg van dit dossier gaan wij uit van het cijfer van 76.200 uit het<br />
wetenschappelijke MIRA-rapport van de Vlaamse overheid.<br />
In Nederland raamt het M<strong>in</strong>isterie van Volkshuisvest<strong>in</strong>g, Ruimtelijke Orden<strong>in</strong>g en<br />
Milieu<strong>be</strong>heer (VROM) dat er ongeveer 600.000 mogelijk verontre<strong>in</strong>igde locaties zijn, het<br />
gaat om verdachte terre<strong>in</strong>en op basis van actuele en historische gegevens en activiteiten, te<br />
vergelijken met onze “risico<strong>grond</strong>en”. De Nederlandse Algemene Rekenkamer<br />
publiceerde een rapport op 8 maart 2005 waarbij zij het aantal verdachte locaties raamt op<br />
750.000.<br />
Voor de Vlaamse risico<strong>grond</strong>en moet vroeg of laat een oriënterend bodemonderzoek<br />
ge<strong>be</strong>uren, bv. omwille van de wettelijk opgelegde periodieke verplicht<strong>in</strong>g of omwille van<br />
een verkoop. De hoogste bodemrisicoklassen heb<strong>be</strong>n reeds een oriënterend<br />
bodemonderzoek achter de rug.<br />
Beg<strong>in</strong> 2005 had OVAM voor bijna 21.000 <strong>grond</strong>en een oriënterend bodemonderzoek<br />
ontvangen. Op basis daarvan werden circa 16.000 verontre<strong>in</strong>igde <strong>grond</strong>en geregistreerd 6 .<br />
Dat wil zeggen dat circa 77% van de onderzochte risico<strong>grond</strong>en ook effectief vervuild is.<br />
Naarmate de <strong>in</strong>ventarisatie vordert zal het absolute cijfer stijgen, en zal het <strong>be</strong>eld <strong>be</strong>ter en<br />
completer worden. Anderzijds is het ook zo dat de zwaarste risico<strong>grond</strong>en al grotendeels<br />
onderzocht zijn en de overige 55.200 <strong>grond</strong>en relatief m<strong>in</strong>der risico <strong>in</strong>houden op effectieve<br />
vervuil<strong>in</strong>g. Het aantal effectief <strong>vervuilde</strong> risico<strong>grond</strong>en zal waarschijnlijk gelegen zijn<br />
tussen 35.000 en 45.000. Dit <strong>be</strong>tekent nog niet noodzakelijk dat deze allemaal gesaneerd<br />
moeten worden. De noodzaak tot daadwerkelijke saner<strong>in</strong>g is afhankelijk van de ernst van<br />
de verontre<strong>in</strong>ig<strong>in</strong>g, de geologische toestand, de <strong>grond</strong>watersituatie, de functie van de<br />
bodem en de periode waar<strong>in</strong> de verontre<strong>in</strong>ig<strong>in</strong>g tot stand kwam (“nieuwe” of “historische”<br />
verontre<strong>in</strong>ig<strong>in</strong>g). Voor een ram<strong>in</strong>g van het aantal risico<strong>grond</strong>en dat effectief gesaneerd<br />
moet worden: zie verder onder 1.6.1.<br />
1 . 3 . G E R A A M D A A N T A L T . G.V. KLEINERE, LEKKENDE STOOKOLIETANKS<br />
Kle<strong>in</strong>ere stookolietanks (< 20.000 liter) worden niet als bodemrisico-activiteit<br />
gecatalogeerd <strong>in</strong> Vlarebo, maar kunnen uiteraard ook bodemverontre<strong>in</strong>ig<strong>in</strong>g veroorzaken.<br />
Premaz (Preventie Mazout) deed onderzoek naar de lekdichtheid van onder<strong>grond</strong>se, kle<strong>in</strong>e<br />
stookolietanks <strong>in</strong> de gemeenten Bier<strong>be</strong>ek, Bovenistier, Jurbise, Jupille, Stoumont en Ukkel.<br />
Het project testte 2.102 tanks <strong>in</strong> de periode 1999-2000. De studie toonde aan dat 3,5<br />
procent van de tanks niet helemaal dicht waren. 0,85 procent bleek echte verontre<strong>in</strong>ig<strong>in</strong>g<br />
te veroorzaken. Als we de resultaten van dit proefproject extrapoleren op de circa<br />
450.000 7 onder<strong>grond</strong>se stookolietanks <strong>in</strong> <strong>Vlaanderen</strong>, dan zou dat <strong>be</strong>tekenen dat 15.750<br />
onder<strong>grond</strong>se tanks lekken en dat circa 3.825 tanks verontre<strong>in</strong>ig<strong>in</strong>g veroorzaken. Over dat<br />
cijfer is er veel discussie, o.m. omdat een aantal deskundigen op basis van hun ervar<strong>in</strong>g<br />
<strong>be</strong>weren dat het aantal lekkende stookolietanks <strong>in</strong> <strong>Vlaanderen</strong> veel hoger ligt. Sommigen<br />
6 OVAM (2005) Telefonische contacten met OVAM (dhr. J. Ceename) <strong>in</strong> maart 2005<br />
7 Informazout vzw (2004) Persdossier Informazout februari 2004; Toelicht<strong>in</strong>g Milieu<strong>be</strong>leidsovereenkomst<br />
(MBO) gasolietanks voor de verwarm<strong>in</strong>g van gebouwen (B.S. 7 novem<strong>be</strong>r 2000)<br />
5
hanteren cijfers <strong>in</strong> de grootteorde van 15% 8 . Veel hangt af van de geologie en<br />
<strong>grond</strong>watertafel <strong>in</strong> de gemeenten waar de onderzoeken ge<strong>be</strong>urden. Deze <strong>be</strong>paalt immers<br />
de mate van corrosie-<strong>in</strong>vloed, de situatie <strong>in</strong> bv. Bier<strong>be</strong>ek zou volgens sommige<br />
deskundigen niet representatief zijn voor gans <strong>Vlaanderen</strong>. Het cijfer van 3.825 tanks die<br />
verontre<strong>in</strong>ig<strong>in</strong>g veroorzaken zou dus een m<strong>in</strong>imalistische schatt<strong>in</strong>g zijn.<br />
Ook kle<strong>in</strong>e onder<strong>grond</strong>s stookolietanks zijn <strong>in</strong> <strong>Vlaanderen</strong> onderworpen aan verplichte<br />
periode controles op dichtheid. Midden 2003 hadden 200 kle<strong>in</strong>ere stookolietanks al een<br />
officiële rode dop gekregen, wat <strong>be</strong>tekent dat deze zeker lekken.<br />
Volgens de erkende deskundigen is er een moeilijk <strong>in</strong> te schatten aantal onder<strong>grond</strong>se<br />
tanks waarbij stookolie weglekt via de toevoer- of terugloopleid<strong>in</strong>g, ook het aantal<br />
gevallen waar terre<strong>in</strong>en verontre<strong>in</strong>igd zijn door overvull<strong>in</strong>gen en/of morsen <strong>in</strong> het verleden<br />
is niet geraamd. Dat totale aantal blijft koffiedik kijken, maar zou volgens deskundigen<br />
m<strong>in</strong>stens even groot zijn als het aantal tanks dat verontre<strong>in</strong>ig<strong>in</strong>g veroorzaakt.<br />
Dit <strong>be</strong>tekent dat er m<strong>in</strong>stens 7.650 <strong>grond</strong>en zijn die verontre<strong>in</strong>igd zijn door lekkende,<br />
kle<strong>in</strong>e stookolietanks, of ten gevolge van lekkende toevoer- of terugloopleid<strong>in</strong>gen naar die<br />
tanks. Een gedeelte daarvan <strong>be</strong>v<strong>in</strong>dt zich bij particulieren, een ander deel <strong>be</strong>v<strong>in</strong>dt zich bij<br />
KMO’s, handelzaken, vrije <strong>be</strong>roepen of zelfstandigen.<br />
1 . 4 . G E R A A M D A A N T A L I N VLAANDEREN<br />
Uit voorgaand blijkt dat het aantal verontre<strong>in</strong>igde <strong>grond</strong>en <strong>in</strong> <strong>Vlaanderen</strong> kan geraamd<br />
worden op circa 42.000 à 53.000. Een meerderheid van die <strong>grond</strong>en is <strong>in</strong> handen van<br />
ondernem<strong>in</strong>gen.<br />
1 . 5 . R E E D S U I T G E V O E R D E B O D E M S A N E R I N G E N<br />
E<strong>in</strong>d 2002 waren op 135 9 verontre<strong>in</strong>igde <strong>grond</strong>en de bodemsaner<strong>in</strong>gswerken afgerond,<br />
e<strong>in</strong>d 2003 was dat het geval op 186 10 verontre<strong>in</strong>igde <strong>grond</strong>en, en <strong>be</strong>g<strong>in</strong> 2005 op circa 250<br />
verontre<strong>in</strong>igde <strong>grond</strong>en 11 .<br />
Het bodemsaner<strong>in</strong>gsfonds BOFAS <strong>be</strong>g<strong>in</strong>t <strong>in</strong> mei 2005 met de eerste saner<strong>in</strong>gswerken bij<br />
tankstations. BOFAS heeft 121 saner<strong>in</strong>gen gepland voor kalenderjaar 2005, de kostprijs<br />
ervan wordt geraamd op circa 17 miljoen euro.<br />
Een m<strong>in</strong>derheid van de verontre<strong>in</strong>igde <strong>grond</strong>en moet niet onmiddellijk gesaneerd worden,<br />
de rest zit nog <strong>in</strong> procedure, d.w.z. dat de <strong>grond</strong> momenteel een <strong>be</strong>schrijvend<br />
bodemonderzoek doorloopt of <strong>in</strong> de project- of uitvoer<strong>in</strong>gsfase zit.<br />
8 Zo o.m. erkend technicus Peter d’Hoker <strong>in</strong> De Standaard dd. 17 juli 2002<br />
9 Vlaamse Milieumaatschappij (2003) Milieu- en natuurrapport <strong>Vlaanderen</strong> 2003 (MIRA-T 2003)<br />
10 Vlaamse Milieumaatschappij (2004) Milieu- en natuurrapport <strong>Vlaanderen</strong> 2004 (MIRA-T 2004)<br />
11 OVAM (2005) Telefonische contacten met OVAM (dhr. J. Ceename)<br />
6
1 . 6 . N O G U I T T E V O E R E N B O D E M S A N E R I N G E N I N V L A A N D E R E N<br />
1.6.1. Op <strong>grond</strong>en waar “bodemrisico-activiteiten” plaatsvonden of plaatsv<strong>in</strong>den<br />
Geraamd wordt dat er bodemsaner<strong>in</strong>g vereist is bij ruim 14% 12 van het aantal Vlaamse<br />
risico<strong>grond</strong>en (i.c. 76.200).<br />
De Nederlandse ervar<strong>in</strong>g leert dat op circa 10% 13 van de verdachte <strong>be</strong>drijfsterre<strong>in</strong>en<br />
(vergelijkbaar met onze risico<strong>grond</strong>en) ook echt gesaneerd moet worden.<br />
Dat <strong>be</strong>tekent dat er bij circa 11.000 Vlaamse <strong>grond</strong>en saner<strong>in</strong>gswerken vereist zijn. Ter<br />
vergelijk<strong>in</strong>g: <strong>in</strong> Nederland wordt het aantal te saneren terre<strong>in</strong>en geraamd op 60.000 à<br />
75.000.<br />
Saner<strong>in</strong>g <strong>be</strong>tekent dat de verontre<strong>in</strong>ig<strong>in</strong>g effectief verwijderd moet worden, of de<br />
verspreid<strong>in</strong>g ervan moet <strong>be</strong>perkt worden. De overige verontre<strong>in</strong>igde Vlaamse<br />
risico<strong>grond</strong>en (circa 24.000 à 34.000) zullen niet onmiddellijk gesaneerd moeten worden.<br />
Ze zijn wel opgenomen <strong>in</strong> het register van verontre<strong>in</strong>igde <strong>grond</strong>en en kunnen niet langer<br />
multifunctioneel gebruikt worden.<br />
1.6.2. Op <strong>grond</strong>en met kle<strong>in</strong>e stookolietanks<br />
Hier geldt vermoedelijk een zelfde verhoud<strong>in</strong>g verontre<strong>in</strong>igde <strong>grond</strong>en waar<br />
saner<strong>in</strong>gswerken vereist zijn, wat <strong>be</strong>tekent dat op ruim 2.100 <strong>grond</strong>en zal moeten<br />
gesaneerd worden.<br />
1.6.3 Totaal<br />
Vermoedelijk moeten <strong>in</strong> <strong>Vlaanderen</strong> op nog ruim 13.100 <strong>grond</strong>en bodemsaner<strong>in</strong>gswerken<br />
uitgevoerd worden.<br />
12 Vlaamse Milieumaatschappij (2004) Milieu- en natuurrapport <strong>Vlaanderen</strong> 2004 (MIRA-T 2004)<br />
13 M<strong>in</strong>isterie van Volkshuisvest<strong>in</strong>g, Ruimtelijke Orden<strong>in</strong>g en Milieu<strong>be</strong>heer (VROM), www.vrom.nl.<br />
7
2 . K O S T E N R A M I N G B O D E M O N D E R Z O E K E N E N<br />
B O D E M S A N E R I N G S W E R K E N<br />
2 . 1 . M I C R O-NIVEAU (PER BEDRIJF)<br />
2.1.1. Droogkuissector<br />
In <strong>Vlaanderen</strong> wordt op verontre<strong>in</strong>igde terre<strong>in</strong>en van de sector meestal verontre<strong>in</strong>ig<strong>in</strong>g met<br />
gechloreerde solventen vastgesteld. Slechts een <strong>be</strong>perkt aantal droogkuis<strong>be</strong>drijven heb<strong>be</strong>n<br />
effectief de saner<strong>in</strong>gswerken aangevat zodat er we<strong>in</strong>ig praktijkervar<strong>in</strong>gen zijn. Een studie<br />
van Arion Milieuadvies 14 (<strong>in</strong> opdracht van de sector) <strong>be</strong>vat ram<strong>in</strong>gen voor de kostprijs van<br />
een oriënterend bodemonderzoek (OBO), een <strong>be</strong>schrijvend bodemonderzoek (BBO), een<br />
bodemsaner<strong>in</strong>gsproject (BSP) en de bodemsaner<strong>in</strong>gswerken (BSW) voor de sector, een<br />
Ecolas-studie 15 <strong>be</strong>vat een ram<strong>in</strong>g van de bodemsaner<strong>in</strong>gswerken op een verontre<strong>in</strong>igde<br />
<strong>grond</strong>.<br />
Als we alles op een rijtje zetten komen we aan volgende ram<strong>in</strong>gen:<br />
Kostprijs Euro<br />
OBO 2.210<br />
BBO 6.100<br />
BSP 14.000<br />
BSW 167.000 à 200.000<br />
Totaal 189.310 à 222.310<br />
2.1.2. Tankstations of garages met (gewezen) tankstation<br />
Op haar website heeft OVAM een fictief voor<strong>be</strong>eld uitgewerkt voor de kostenram<strong>in</strong>g van<br />
een oriënterend bodemonderzoek . Het gaat om een veel voorkomende, realistische<br />
Vlaamse situatie, nl. een terre<strong>in</strong> van ca. 500 m² met daarop een won<strong>in</strong>g met tu<strong>in</strong>, én een<br />
garagewerkplaats met tankstation. De prijzen die gehanteerd worden komen uit<br />
ambtshalve offertes van deskundigen die bovendien uitgemiddeld werden met prijzen die<br />
een aantal willekeurig gekozen deskundigen heb<strong>be</strong>n opgegeven. De wijze van aanpak,<br />
t.t.z. het aantal bor<strong>in</strong>gen, peilbuizen en labo-analyses, alsook de kostprijzen leiden tot een<br />
totale kostprijs voor het oriënterend bodemonderzoek van ruim 5.200 euro. Het gaat wel<br />
om een <strong>grond</strong> met verschillende verdachte locaties.<br />
Bevoorrechte getuigen schatten de totale kostprijs van alle onderzoeken (oriënterend en<br />
<strong>be</strong>schrijvend bodemonderzoek + saner<strong>in</strong>gsproject) op circa 25.000 euro per terre<strong>in</strong>.<br />
14 Arion Milieuadvies (2002) E<strong>in</strong>drapport Project Bodem CTR<br />
15 Ecolas (2001) F<strong>in</strong>anciële <strong>be</strong>hoefteram<strong>in</strong>g m.b.t. bodemsaner<strong>in</strong>g, OVAM, Mechelen<br />
8
Volgens het bodemsaner<strong>in</strong>gsfonds voor tankstations BOFAS variëren de kosten voor de<br />
totale saner<strong>in</strong>g sterk van geval tot geval, maar moet er gerekend worden met gemiddeld<br />
100.000 euro per terre<strong>in</strong>.<br />
De som van de bodemonderzoeken en saner<strong>in</strong>gswerken voor een terre<strong>in</strong> <strong>in</strong> de sector moet<br />
bijgevolg geraamd worden op 125.000 euro.<br />
2.1.3. Metaalverwerk<strong>in</strong>g<br />
Ecolas 16 raamde <strong>in</strong> 2001 de gemiddelde saner<strong>in</strong>gskost voor een <strong>be</strong>drijf <strong>in</strong> de sector op circa<br />
545.000 euro.<br />
2.1.4. Andere sectoren<br />
De gemiddelde kostprijs voor bodemonderzoek en bodemsaner<strong>in</strong>g <strong>in</strong> de door OVAM<br />
conform verklaarde projecten ligt op 400.000 euro. Dit is een “<strong>in</strong>terprofessioneel” cijfer,<br />
en moet worden gerelativeerd omdat de megaprojecten de gemiddelde saner<strong>in</strong>gskost ferm<br />
optrekken. Bij meer dan 50% van de dossiers ligt de saner<strong>in</strong>gskost tussen de 25.000 en de<br />
125.000 euro.<br />
2 . 2 . M A C R O-NIVEAU<br />
<strong>Vlaanderen</strong>: Een studie van het studiebureau Ecolas 17 raamt de totale kost verbonden aan<br />
de bodemsaner<strong>in</strong>gswerken bij de ruim 11.000 Vlaamse verontre<strong>in</strong>igde risico<strong>grond</strong>en op<br />
circa 6 à 7 miljard euro. Deze schatt<strong>in</strong>gen hadden enkel <strong>be</strong>trekk<strong>in</strong>g op historische<br />
bodemverontre<strong>in</strong>ig<strong>in</strong>g en hielden geen reken<strong>in</strong>g met aanpak van nieuwe verontre<strong>in</strong>ig<strong>in</strong>g<br />
die mogelijks <strong>in</strong> de toekomst zou veroorzaakt worden.<br />
Deskundigen van OVAM hanteren meestal de grootteorde van m<strong>in</strong>imum 7 miljard euro.<br />
Studiebureau Ecolas <strong>be</strong>keek <strong>in</strong> 2001 ook een aantal sectoren <strong>in</strong> detail, en maakte een<br />
<strong>in</strong>schatt<strong>in</strong>g van de saner<strong>in</strong>gskost voor 3 sectoren, nl. voor de droogkuissector, de<br />
metaalverwerkende <strong>be</strong>drijven en de garagesector.<br />
Droogkuissector: Ecolas raamde <strong>in</strong> 2001 het aantal bodemsaner<strong>in</strong>gen <strong>in</strong> de droogkuissector<br />
op circa 89, en de totale saner<strong>in</strong>gskost voor de sector op circa 15 miljoen euro.<br />
Ondertussen zijn er evenwel recentere onderzoeken ge<strong>be</strong>urd door de sector zelf en zijn er<br />
meer gegevens <strong>be</strong>kend bij OVAM. Volgens OVAM telt de sector <strong>in</strong> <strong>Vlaanderen</strong> circa 320<br />
verontre<strong>in</strong>igde <strong>grond</strong>en. Arion Milieuadvies 18 voerde <strong>in</strong> 2002 een studie uit <strong>in</strong> opdracht<br />
van de sector waaruit bleek dat er circa 86 miljoen euro nodig is om de verontre<strong>in</strong>igde<br />
<strong>grond</strong>en van de sector te saneren.<br />
Tankstations:<br />
16 Ecolas (2001) F<strong>in</strong>anciële <strong>be</strong>hoefteram<strong>in</strong>g m.b.t. bodemsaner<strong>in</strong>g, OVAM, Mechelen<br />
17 Ecolas (2001) F<strong>in</strong>anciële <strong>be</strong>hoefteram<strong>in</strong>g m.b.t. bodemsaner<strong>in</strong>g, OVAM, Mechelen<br />
18 Arion Milieuadvies (2002) E<strong>in</strong>drapport Project Bodem CTR<br />
9
De vzw BOFAS raamde de saner<strong>in</strong>gskost bij Belgische tankstations op 400 miljoen euro.<br />
BOFAS raamt dat er <strong>in</strong> België circa 4.000 gevallen zijn van verontre<strong>in</strong>igde terre<strong>in</strong>en van<br />
reeds gesloten of nog <strong>in</strong> exploitatie zijnde tankstations.<br />
Het voor<strong>be</strong>eld uit de droogkuissector toont aan dat de totale kosten voor bodemsaner<strong>in</strong>g <strong>in</strong><br />
<strong>Vlaanderen</strong> uit de Ecolas-studie van 2001 waarschijnlijk onderschat zijn, en we moeten<br />
<strong>be</strong>sluiten dat de totale saner<strong>in</strong>gskost van 7 miljard euro hoogstwaarschijnlijk nog een<br />
onderschatt<strong>in</strong>g is. Bovendien geldt die 7 miljard slechts voor de ruim 11.000<br />
verontre<strong>in</strong>igde risico<strong>grond</strong>en. Saner<strong>in</strong>gen als gevolg van lekkende kle<strong>in</strong>e stookolietanks<br />
zijn niet meegerekend.<br />
3 . W I E B E T A A L T?<br />
Het decreet op de bodemsaner<strong>in</strong>g voerde het <strong>be</strong>grip “saner<strong>in</strong>gsplichtige” <strong>in</strong>. Ondernemers<br />
bij wie verontre<strong>in</strong>ig<strong>in</strong>g vastgesteld wordt, zijn verplicht om de saner<strong>in</strong>gsprocedure op te<br />
starten én te f<strong>in</strong>ancieren, ook al zijn ze niet verantwoordelijk voor de vervuil<strong>in</strong>g. Ze<br />
kunnen wel de kosten verhalen op de werkelijke ‘saner<strong>in</strong>gsaansprakelijke’.<br />
De decreetgever heeft er dus voor geopteerd de kosten (en tijd) voor het opsporen van de<br />
aansprakelijke persoon door te schuiven naar de saner<strong>in</strong>gsplichtige; dit om te <strong>be</strong>letten dat<br />
de saner<strong>in</strong>g van <strong>grond</strong>en jaren op zich zou laten wachten. In de praktijk is het evenwel<br />
veelal zo dat de saner<strong>in</strong>gsaansprakelijke (vennootschap / persoon) zoek is, niet meer<br />
<strong>be</strong>staat, of ontbonden is.<br />
In de bodemwetgev<strong>in</strong>g is <strong>in</strong> geval van historische verontre<strong>in</strong>ig<strong>in</strong>g wel één redd<strong>in</strong>gsboei<br />
<strong>in</strong>gebouwd, nl. de mogelijke classificatie als “onschuldig <strong>be</strong>zitter of gebruiker”. Dit is<br />
evenwel gekoppeld aan voorwaarden, men moet <strong>be</strong>wijzen dat men de vervuil<strong>in</strong>g niet zelf<br />
veroorzaakt heeft én men moet <strong>be</strong>wijzen “dat men niet van de vervuil<strong>in</strong>g op de hoogte was,<br />
of <strong>be</strong>hoorde te zijn, op het ogenblik dat men eigenaar of gebruiker werd”<br />
Dat men de verontre<strong>in</strong>ig<strong>in</strong>g niet zelf heeft veroorzaakt, kan meestal nog relatief éénvoudig<br />
aangetoond worden. Dat men niet op de hoogte was of hoorde te zijn, blijkt <strong>in</strong> de praktijk<br />
zeer moeilijk, soms onmogelijk, te <strong>be</strong>wijzen. Men moet kunnen aantonen dat op het<br />
ogenblik van verwerv<strong>in</strong>g of <strong>in</strong>gebruiknem<strong>in</strong>g er geen (restanten van) <strong>in</strong>stallaties van de<br />
vervuilende activiteiten meer zichtbaar waren (bv. fabrieksgebouw, tanks,<br />
brandstofpompen, ….). Op het terre<strong>in</strong> zelf mag toen niets gewezen heb<strong>be</strong>n op mogelijke<br />
verontre<strong>in</strong>ig<strong>in</strong>g (bv. ophog<strong>in</strong>gen, afwezigheid van plantengroei, …).<br />
Daar het bijzonder moeilijk is om de OVAM hiervan te overtuigen, is die ene <strong>in</strong>gebouwde<br />
redd<strong>in</strong>gsboei <strong>in</strong> de praktijk meestal een maat voor niets.<br />
Op vandaag is het dus zo dat <strong>in</strong> veruit de meeste gevallen de Vlaamse ondernemer<br />
onmiddellijk de procedure moet opstarten en alle onderzoeken en saner<strong>in</strong>gswerken zelf<br />
moet f<strong>in</strong>ancieren. Hij moet op zijn m<strong>in</strong>st alle kosten voorf<strong>in</strong>ancieren. Het gaat bijna altijd<br />
om gigantische <strong>be</strong>dragen. Voor KMO’s, bv. zelfstandige pomphouders,<br />
droogkuis<strong>be</strong>drijven, drukkerijen, kle<strong>in</strong>e metaal<strong>be</strong>werkende <strong>be</strong>drijven, e.a. is dit f<strong>in</strong>ancieel<br />
niet haalbaar.<br />
10
In Nederland wordt gewerkt met convenanten, daar<strong>in</strong> is vastgelegd dat <strong>be</strong>drijven subsidies<br />
kunnen krijgen bij saner<strong>in</strong>g van historische verontre<strong>in</strong>ig<strong>in</strong>g. De kosten van kle<strong>in</strong>e<br />
<strong>be</strong>drijven worden tot maximaal 70% vergoed door de overheid. Naar schatt<strong>in</strong>g 35% van<br />
de totale kosten voor bodemsaner<strong>in</strong>gen <strong>in</strong> 2001 werden <strong>be</strong>taald door ondernem<strong>in</strong>gen en<br />
particulieren, de rest met overheidsgeld 19 . In Denemarken wordt de saner<strong>in</strong>g van de<br />
meeste historisch verontre<strong>in</strong>igde <strong>grond</strong>en voor 100% gef<strong>in</strong>ancierd door de overheid.<br />
4 . B O D E M S A N E R I N G S P L I C H T I G E N E N S A N E R I N G S A A N S P R A K E L I J K E N<br />
<strong>UNIZO</strong> vraagt een dr<strong>in</strong>gend <strong>in</strong>itiatief voor aanpass<strong>in</strong>g van de wettelijke regel<strong>in</strong>g <strong>in</strong>zake<br />
bodemverontre<strong>in</strong>ig<strong>in</strong>g en bodemsaner<strong>in</strong>g.<br />
De huidige reglementer<strong>in</strong>g leidt <strong>in</strong> de praktijk tot f<strong>in</strong>ancieel en sociaal dramatische<br />
situaties, vooral dan bij zelfstandigen en KMO’s. KMO’s worden nu immers gedwongen<br />
om f<strong>in</strong>ancieel op te draaien voor zeer zware facturen voor saner<strong>in</strong>g van <strong>grond</strong>en die ze:<br />
• Ofwel niet zelf heb<strong>be</strong>n vervuild (<strong>in</strong> de wetgev<strong>in</strong>g is men aangeduid als<br />
saner<strong>in</strong>gsplichtige, het saner<strong>in</strong>gsaansprakelijk <strong>be</strong>drijf/persoon is zoek, <strong>be</strong>staat niet<br />
meer, of is ontbonden);<br />
• Ofwel vervuild heb<strong>be</strong>n <strong>in</strong> een periode waar<strong>in</strong> modale mensen nog niet op de hoogte<br />
waren van de milieu- en bodemrisico’s verbonden aan hun <strong>be</strong>roepsactiviteiten en de<br />
producten die ze toen hanteerden; ze konden zich <strong>in</strong> die periode ook onmogelijk<br />
<strong>in</strong>dekken tegen die - toen nog onvoldoende gekende -risico’s en hun latere gevolgen<br />
(geen verzeker<strong>in</strong>gsmogelijkheden!).<br />
In een aantal concrete gevallen gaan KMO’s (soms met significante tewerkstell<strong>in</strong>g) failliet,<br />
louter en alleen als gevolg van deze milieureglementer<strong>in</strong>g.<br />
Eerste geval: de KMO heeft zijn <strong>grond</strong> zelf niet vervuild maar is toch<br />
“saner<strong>in</strong>gsplichtig”.<br />
De Vlaamse overheid heeft de juridische term “saner<strong>in</strong>gsplichtige” <strong>in</strong>gevoerd, <strong>in</strong> de<br />
praktijk is dit de uitbater van de ondernem<strong>in</strong>g die op verontre<strong>in</strong>igde <strong>grond</strong> gevestigd is, op<br />
voorwaarde dat het gaat om een <strong>be</strong>drijf dat over een milieuvergunn<strong>in</strong>g moet <strong>be</strong>schikken of<br />
meld<strong>in</strong>gsplichtig is (<strong>in</strong> het andere geval is het de eigenaar van de <strong>grond</strong>). De <strong>be</strong>voegde<br />
overheids<strong>in</strong>stell<strong>in</strong>g OVAM zal zich steeds richten tot de saner<strong>in</strong>gsplichtige, die – het<br />
woord zegt het zelf – verplicht is de saner<strong>in</strong>g voor zijn reken<strong>in</strong>g te nemen, ook al is hij niet<br />
verantwoordelijk voor de vervuil<strong>in</strong>g. Hij kan echter steeds deze kosten verhalen op de<br />
werkelijke ‘saner<strong>in</strong>gsaansprakelijke’. Doorgaans zal hij hiertoe genoodzaakt zijn een<br />
gerechtelijke procedure te starten.<br />
De decreetgever heeft er dus voor geopteerd de kosten (en tijd) voor het opsporen van de<br />
aansprakelijke persoon door te schuiven naar de saner<strong>in</strong>gsplichtige; dit om te <strong>be</strong>letten dat<br />
de saner<strong>in</strong>g van <strong>grond</strong>en jaren op zich zou laten wachten. In de praktijk is het evenwel<br />
veelal zo dat de saner<strong>in</strong>gsaansprakelijke (vennootschap / persoon) zoek is, niet meer<br />
19 zie het Nederlandse milieuloket, luik <strong>Bodemsaner<strong>in</strong>g</strong>, www.milieuloket.nl<br />
11
estaat, of ontbonden is. In zo’n gevallen is het onrechtvaardig en onbillijk dat de huidige<br />
uitbater / ondernemer moet opdraaien voor alle saner<strong>in</strong>gskosten terwijl de kans kle<strong>in</strong> is dat<br />
hij die ooit nog kan recuperen.<br />
De overheid moet hier <strong>in</strong>itiatief nemen om de onrechtvaardige situatie recht te zetten.<br />
In geval van historische verontre<strong>in</strong>ig<strong>in</strong>g is het niet logisch dat gebruikers of eigenaars<br />
saner<strong>in</strong>gsplichtig zijn als de verontre<strong>in</strong>ig<strong>in</strong>g dateert van “voor hun tijd”.<br />
Tweede geval: de KMO heeft zijn <strong>grond</strong> “vervuild” <strong>in</strong> een periode waar<strong>in</strong> modale<br />
mensen nog niet op de hoogte waren van de milieu- en bodemrisico’s verbonden aan<br />
hun <strong>be</strong>roepsactiviteiten en de producten die ze toen aanwendden.<br />
Tot voor de <strong>in</strong>werk<strong>in</strong>gtred<strong>in</strong>g van de milieuwetgev<strong>in</strong>g via de uitvoer<strong>in</strong>gs<strong>be</strong>sluiten Vlarem I<br />
(1991) en Vlarem II (1995) waren de uitbaters van KMO’s <strong>in</strong> verschillende sectoren<br />
(droogkuis, garages, ….) meestal onvoldoende op de hoogte van de milieurisico’s<br />
verbonden aan de uitbat<strong>in</strong>g van hun <strong>be</strong>drijf en de mogelijke gevolgen ervan op langere<br />
termijn. De bodemwetgev<strong>in</strong>g (midden jaren ’90) legt de saner<strong>in</strong>gsplicht bij<br />
bodemverontre<strong>in</strong>ig<strong>in</strong>g bij de exploitant van de zaak. Volgens <strong>UNIZO</strong> is het evenwel niet<br />
correct om ondernemers die destijds alle opgelegde maatregelen (vb. verplichte<br />
uitbat<strong>in</strong>gsvergunn<strong>in</strong>g, correcte nalev<strong>in</strong>g uitbat<strong>in</strong>gsvoorwaarden, enz…) namen, te doen<br />
<strong>be</strong>talen voor verontre<strong>in</strong>ig<strong>in</strong>g die is veroorzaakt zonder dat zij daar toen van op de hoogte<br />
konden zijn. In dergelijke saner<strong>in</strong>gssituaties worden de gigantische facturen - die de<br />
draagkracht van een modaal éénmans<strong>be</strong>drijf of KMO ver overschrijden – door de<br />
<strong>be</strong>trokken ondernemers terecht als onbillijk en onrechtvaardig ervaren.<br />
Als de <strong>be</strong>trokken KMO failliet gaat, dan blijft het verontre<strong>in</strong>igde <strong>be</strong>drijfsterre<strong>in</strong> vaak vele<br />
jaren verkommeren. Soms moet vele jaren gewacht worden tot wanneer de overheid het<br />
terre<strong>in</strong> aanpakt via een ambtshalve saner<strong>in</strong>g (met geld van de <strong>be</strong>last<strong>in</strong>g<strong>be</strong>taler), en dat<br />
terwijl <strong>Vlaanderen</strong> al kampt met een schrijnend gebrek aan <strong>be</strong>drijfsterre<strong>in</strong>en. In dat geval<br />
verliest iedereen op alle vlak (zowel sociaal, economisch als ecologisch).<br />
Bij bodemverontre<strong>in</strong>ig<strong>in</strong>g kan men <strong>in</strong> <strong>Vlaanderen</strong> <strong>in</strong> pr<strong>in</strong>cipe tot de opricht<strong>in</strong>g van de<br />
Belgische Staat <strong>in</strong> 1830 teruggaan om de kosten te verhalen op de “vervuiler”. Dit geeft<br />
aanleid<strong>in</strong>g tot halluc<strong>in</strong>ante situaties. Andere Europese landen zijn veel pragmatischer <strong>in</strong> de<br />
aanpak van dit gevoelig probleem.<br />
In Nederland werd <strong>be</strong>paald dat de wetgever enkel naar de vervuiler kan teruggaan als de<br />
vervuil<strong>in</strong>g dateert van na 1980. Wat voor die datum vervuild werd, wordt <strong>in</strong> pr<strong>in</strong>cipe op<br />
kosten van de staat gesaneerd. Ook de Nederlandse rechtspraak velt Arresten <strong>in</strong> de zie z<strong>in</strong>.<br />
Zo heeft het Hof van Arnhem <strong>in</strong> Nederland geoordeeld <strong>in</strong> een Arrest van 28 januari 1997<br />
dat het <strong>in</strong> de textielbranche tot aan het <strong>be</strong>g<strong>in</strong> van de jaren ’80 on<strong>be</strong>kend was dat het<br />
gebruik van PER gevaar kon opleveren voor de bodem en het <strong>grond</strong>water. Het Hof<br />
concludeerde dit op basis van de destijds door het Instituut voor<br />
Re<strong>in</strong>ig<strong>in</strong>gstechnieken/TNO opgestelde contra-expertise. Daar de zorg voor leefmilieu <strong>in</strong><br />
Nederland vroeger aan de orde was dan <strong>in</strong> <strong>Vlaanderen</strong>, kan zeker gesteld worden dat <strong>in</strong><br />
12
<strong>Vlaanderen</strong> de kennis dat het gebruik van PER gevaar kon opleveren voor de bodem en het<br />
<strong>grond</strong>water niet voor het e<strong>in</strong>de van de jaren ’80 <strong>be</strong>kend was.<br />
5 . V E R Z E K E R I N G E N<br />
Sedert april 2002 kunnen Vlaamse ondernemers zich verzekeren tegen de gevolgen van<br />
nieuwe bodemverontre<strong>in</strong>ig<strong>in</strong>g. Een aantal “gevoelige” sectoren heeft geen toegang tot de<br />
verzeker<strong>in</strong>gspolissen, zo wordt o.a. textielveredel<strong>in</strong>g en droogkuis uitgesloten.<br />
Ondernem<strong>in</strong>gen moeten vooraf een oriënterend bodemonderzoek laten uitvoeren. Pas dan<br />
kan een verzeker<strong>in</strong>gspolis afgesloten worden. De verzeker<strong>in</strong>g die momenteel op de<br />
Vlaamse markt is <strong>be</strong>treft een polis waar de verzekerde waarborg de vorm van een doeprestatie<br />
aanneemt. Dit <strong>be</strong>tekent dat de verzekeraar zelf het <strong>in</strong>tegrale saner<strong>in</strong>gsproject<br />
organiseert en <strong>be</strong>taalt. De polis dekt enkel de saner<strong>in</strong>gskosten voor verontre<strong>in</strong>ig<strong>in</strong>g die<br />
ontstaan is én vastgesteld wordt tijdens de duur van de polis. De verzeker<strong>in</strong>g dekt ook de<br />
aansprakelijkheid van de verzekerde voor schade aan derden. Als bv. een gevaarlijk<br />
product het perceel van een omwonende heeft verontre<strong>in</strong>igd of als tijdens de<br />
saner<strong>in</strong>gwerken terre<strong>in</strong>en van derden of delen van (woon)wijken tijdelijk niet meer<br />
toegankelijk zijn, dan leidt dat tot schade aan derden die eveneens gedekt wordt.<br />
De verzeker<strong>in</strong>gspolis omvat rechtsbijstand. Als bv. een accidentele bodemverontre<strong>in</strong>ig<strong>in</strong>g<br />
bij een ondernem<strong>in</strong>g of <strong>in</strong>stell<strong>in</strong>g <strong>in</strong> de buurt aanleid<strong>in</strong>g geeft tot schade bij de verzekerde,<br />
dan zal deze geholpen worden voor het verkrijgen van een schadeloosstell<strong>in</strong>g.<br />
De prijs van dergelijke verzeker<strong>in</strong>g is uiteraard afhankelijk van de aard van de activiteiten<br />
en de <strong>be</strong>drijfsgrootte. Om toch een <strong>be</strong>eld te schetsen voor courante KMO-situaties, hierna<br />
enkele voor<strong>be</strong>elden:<br />
• Voor een kle<strong>in</strong> tankstation met vier verdeelslangen, nl. twee voor diesel én twee<br />
voor <strong>be</strong>nz<strong>in</strong>e, <strong>be</strong>draagt de jaarlijkse verzeker<strong>in</strong>gspremie bijna 500 euro;<br />
• Een kle<strong>in</strong>e garage zonder brandstofpompen: ruim 500 euro/jaar;<br />
• Voor een grotere garage met meerdere smeerputten, spuitcab<strong>in</strong>es,<br />
brandstoftanks,….. loopt de jaarlijkse premie al snel op tot boven de 1.000 euro.<br />
De mogelijkheid <strong>be</strong>staat om de polis uit te breiden met de dekk<strong>in</strong>g “<strong>be</strong>drijfsschade”, d.w.z.<br />
ook de schade die de verzekerde ondernemer zelf moet ondergaan tijdens de uitvoer<strong>in</strong>g van<br />
de saner<strong>in</strong>gswerken is dan verzekerd. Als het <strong>be</strong>drijf bv. tijdelijk geheel of gedeeltelijk<br />
moet sluiten, dan wordt dat gedekt.<br />
Het is uiteraard een goede zaak dat dergelijke verzeker<strong>in</strong>gsproducten nu op de Vlaamse<br />
markt komen. Daarmee spelen commerciële verzeker<strong>in</strong>gs<strong>in</strong>stell<strong>in</strong>gen <strong>in</strong> op een zeer reële<br />
<strong>be</strong>hoefte.<br />
De verzeker<strong>in</strong>gsproducten bieden evenwel geen oploss<strong>in</strong>g voor <strong>be</strong>staande verontre<strong>in</strong>igde<br />
terre<strong>in</strong>en. Ook wanneer verontre<strong>in</strong>ig<strong>in</strong>g vandaag of morgen vastgesteld wordt bij het<br />
oriënterend bodemonderzoek naar aanleid<strong>in</strong>g van een overdracht (bv. verkoop), een<br />
periodieke verplicht<strong>in</strong>g, of specifiek met het oog op het afsluiten van een<br />
verzeker<strong>in</strong>gspolis, kan men op geen enkel verzeker<strong>in</strong>gsproduct terugvallen. Daar ligt het<br />
grote knelpunt dat niet zal opgelost worden door (verzeker<strong>in</strong>gs)producten van commerciële<br />
13
<strong>in</strong>stell<strong>in</strong>gen. De overheid heeft een grote maatschappelijke verantwoordelijkheid voor het<br />
historisch passief, en dient zelf oploss<strong>in</strong>gen en <strong>in</strong>centives aan te reiken.<br />
6 . B O D E M S A N E R I N G S F O N D S E N<br />
6 . 1 . S E C T O R A L E F O N D S E N?<br />
Het Vlaams Regeerakkoord 2004-2009 stelt “We richten een apart fonds op, b<strong>in</strong>nen PMV,<br />
voor de versnelde saner<strong>in</strong>g en her<strong>in</strong>gebruiknem<strong>in</strong>g van <strong>vervuilde</strong> <strong>be</strong>drijfs<strong>grond</strong>en.” Naast<br />
een fonds voor brownfields is er b<strong>in</strong>nen een aantal KMO-sectoren ook <strong>be</strong>hoefte aan<br />
sectorale saner<strong>in</strong>gsfondsen.<br />
<strong>Bodemsaner<strong>in</strong>g</strong>sfondsen zijn <strong>in</strong> essentie solidariteitsfondsen die moeten voorkomen dat<br />
KMO’s, ondernemers en hun gez<strong>in</strong>nen die door pech getroffen worden <strong>in</strong> dramatische<br />
situaties verzeilen en overkop gaan. Uiteraard is dit niet evident, grote, mult<strong>in</strong>ationale<br />
ondernem<strong>in</strong>gen heb<strong>be</strong>n meer draagkracht, zijn <strong>be</strong>ter <strong>be</strong>stand tegen (éénmalige)<br />
tegenslagen, en voelen zich niet spontaan geroepen tot solidariteit met de kle<strong>in</strong>e<br />
zelfstandige <strong>in</strong> de sector. Toch zal fondsvorm<strong>in</strong>g <strong>in</strong> een aantal KMO-sectoren<br />
noodzakelijk zijn om sociale en menselijke drama’s te vermijden. De droogkuissector is<br />
alvast vragende partij. De onderhandel<strong>in</strong>gen met de overheid zitten reeds <strong>in</strong> een ver<br />
gevorderde fase. De Vlaamse overheid moet nu snel de nodige decretale aanpass<strong>in</strong>gen<br />
doorvoeren om dergelijke fondsvorm<strong>in</strong>g wettelijk mogelijk te maken. De Vlaamse<br />
overheid moet voor m<strong>in</strong>stens 50% van de werk<strong>in</strong>gsmiddelen van het fonds zorgen. Het<br />
fonds moet operationeel zijn op 1 januari 2006.<br />
6 . 2 . BOFAS<br />
BOFAS is een fonds dat opgericht werd om <strong>in</strong> gans België f<strong>in</strong>anciële steun te verlenen aan<br />
tankstationuitbaters die conform de milieuwetgev<strong>in</strong>g een bodemsaner<strong>in</strong>g uitvoeren. Het<br />
Fonds is een <strong>in</strong>itiatief van de voornaamste petroleumfederaties en de overheid. BOFAS<br />
verleent zowel f<strong>in</strong>anciële als operationele steun bij de saner<strong>in</strong>g van verontre<strong>in</strong>igde bodems,<br />
veroorzaakt door vloeibare brandstoffen. Wie aan de voorwaarden voldoet, kan bij sluit<strong>in</strong>g<br />
van het tankstation rekenen op een volledige f<strong>in</strong>ancier<strong>in</strong>g en uitvoer<strong>in</strong>g van de saner<strong>in</strong>g.<br />
Bij voortzett<strong>in</strong>g of vernieuw<strong>in</strong>g van het tankstation komt BOFAS gedeeltelijk tussen met<br />
een maximum van 62.000 euro.<br />
Dit steunregime is evenwel slechts een tijdelijk regime. De uitbaters of eigenaars van een<br />
tankstation dat gesloten werd na 31/12/1992, of zal sluiten, moesten hun aanvraag <strong>in</strong>dienen<br />
vóór 26 maart 2005. Uitbaters of eigenaars die een <strong>be</strong>roep willen doen op het fonds voor<br />
saner<strong>in</strong>g én de exploitatie van het tankstation willen verderzetten, moeten hun<br />
aanvraagdossier <strong>in</strong>dienen vóór 26 maart 2006.<br />
14
België telt circa 5.700 tankstations, waarvan er zich circa 3.000 <strong>in</strong> <strong>Vlaanderen</strong> <strong>be</strong>v<strong>in</strong>den. 20<br />
BOFAS raamde dat circa 4.000 Belgische stations <strong>in</strong> aanmerk<strong>in</strong>g komen voor tussenkomst<br />
van het fonds, waarvan ruim 1.000 gesloten stations en circa 3.000 stations die hun<br />
exploitatie verder zetten. Vermoedelijk heeft ruim 95% van de Vlaamse “gesloten”<br />
stations die <strong>in</strong> aanmerk<strong>in</strong>g komen een aanvraag <strong>in</strong>gediend voor de e<strong>in</strong>ddatum van 26 maart<br />
2005. Van de naar schatt<strong>in</strong>g 1.800 Vlaamse tankstations die hun exploitatie wensen verder<br />
te zetten en <strong>in</strong> aanmerk<strong>in</strong>g komen voor tussenkomst, hadden <strong>be</strong>g<strong>in</strong> april 2005 circa 370<br />
stations een aanvraagdossier <strong>in</strong>gediend. 21<br />
Het fonds <strong>be</strong>schikt over 400 miljoen euro. Op dit ogenblik is het nog onduidelijk of er nog<br />
extra middelen zullen overblijven na de deadl<strong>in</strong>e van 26 maart 2006 (e<strong>in</strong>de<br />
<strong>in</strong>dien<strong>in</strong>gstermijn). Dat hangt af van het aantal dossiers dat nog zal <strong>in</strong>gediend worden,<br />
alsook van de saner<strong>in</strong>gskost per dossier.<br />
Als er f<strong>in</strong>anciële middelen overblijven, dan is het voor <strong>UNIZO</strong> evident dat deze nuttig en<br />
efficiënt aangewend worden voor bodemsaner<strong>in</strong>gsdoele<strong>in</strong>den t.g.v. vloeibare brandstoffen.<br />
<strong>UNIZO</strong> vraagt om <strong>in</strong> dat geval een tweede <strong>in</strong>schrijv<strong>in</strong>gstermijn te openen en de<br />
tussenkomst van het fonds uit te breiden tot alle voormalige tankstations, dus ook tot<br />
diegene die gesloten werden vóór datum van 1 januari 1993. Afhankelijk van de<br />
overblijvende f<strong>in</strong>anciële middelen kan de tussenkomst mogelijks zelfs uitgebreid worden<br />
tot private pompen, d.w.z. pompen voor de eigen voertuigen van KMO’s.<br />
6 . 3 . F O N D S V O O R L E K K E N D E S T O O K O L I E T A N K S<br />
Het Vlaams Regeerakkoord 2004-2009 stelt “de kosten voor de saner<strong>in</strong>g van <strong>grond</strong>en,<br />
vervuild door o.m. lekkende (huisbrand)olietanks, worden gef<strong>in</strong>ancierd via sectorfondsen.”<br />
Reeds op 7 novem<strong>be</strong>r 2000 werd een milieu<strong>be</strong>leidsovereenkomst (MBO) afgesloten tussen<br />
het Vlaams Gewest en de <strong>be</strong>drijfsfederaties van stookolieleveranciers waarbij de opricht<strong>in</strong>g<br />
van een fonds aangekondigd werd dat zal tussenkomen <strong>in</strong> de saner<strong>in</strong>g van<br />
bodemverontre<strong>in</strong>ig<strong>in</strong>g door lekkende tanks. Het fonds zou een vzw-structuur aannemen.<br />
De f<strong>in</strong>ancier<strong>in</strong>g van het fonds zou ge<strong>be</strong>uren door de tot het fonds toegetreden <strong>be</strong>drijven en<br />
door een kle<strong>in</strong>e bijdrage per liter stookolie. Het f<strong>in</strong>ancier<strong>in</strong>gsmechanisme wordt<br />
voor<strong>be</strong>reid door een federale Werkgroep, de uitwerk<strong>in</strong>g moet ge<strong>be</strong>uren <strong>in</strong> de drie<br />
Gewesten. Bedoel<strong>in</strong>g is om een analoge regel<strong>in</strong>g te <strong>be</strong>komen <strong>in</strong> de drie Gewesten.<br />
Het fonds zou e<strong>in</strong>d 2005 <strong>in</strong> werk<strong>in</strong>g moeten treden. 22 Er is evenwel nog veel wetgevend<br />
werk noodzakelijk <strong>in</strong> de regionale en federale reger<strong>in</strong>gen en parlementen. Er wordt<br />
gewerkt aan een samenwerk<strong>in</strong>gsakkoord tussen de Federale overheid, de Gewesten en de<br />
federaties van stookolieleveranciers. Dat akkoord moet vervolgens geratificeerd worden<br />
door de verschillende Parlementen.<br />
20 Persmededel<strong>in</strong>g van het Kab<strong>in</strong>et van M<strong>in</strong>ister Kris Peeters, Vlaams M<strong>in</strong>ister van Openbare Werken,<br />
Energie, Leefmilieu en Natuur dd. 18 maart 2005<br />
21 Statistieken BOFAS.<br />
22 Belga-Pers<strong>be</strong>richt dd. 15 februari 2005: “Fonds voor lekkende tanks e<strong>in</strong>delijk <strong>in</strong> zicht”.<br />
15
Bedoel<strong>in</strong>g is dat de <strong>in</strong>komsten gebruikt worden voor de f<strong>in</strong>ancier<strong>in</strong>g van de bodemsaner<strong>in</strong>g<br />
ten gevolge van kle<strong>in</strong>e, lekkende stookolietanks. Zelfstandigen, KMO’s en handelszaken<br />
die stookolie gebruiken voor gebouwenverwarm<strong>in</strong>g en geconfronteerd worden met de<br />
gevolgen van een lekkende stookolietank zouden kunnen genieten van tussenkomst van het<br />
fonds.<br />
<strong>UNIZO</strong> vraagt dat aan het fonds ook een (<strong>be</strong>perkte) retro-actieve werk<strong>in</strong>g wordt<br />
toegekend. Het fonds zou m<strong>in</strong>stens enkele jaren moeten teruggaan <strong>in</strong> de tijd. Facturen<br />
kunnen daarbij dienen als <strong>be</strong>wijsstukken voor terug<strong>be</strong>tal<strong>in</strong>g.<br />
7 . I N C E N T I V E S O N T W I K K E L E N<br />
Voor toekomstige nieuwe verontre<strong>in</strong>ig<strong>in</strong>g <strong>be</strong>staan voor verschillende sectoren<br />
<strong>in</strong>strumenten ter remediër<strong>in</strong>g (bv. verzeker<strong>in</strong>gsproducten, zie hiervoor). Voor historische<br />
bodemverontre<strong>in</strong>ig<strong>in</strong>g dient de overheid een aantal <strong>in</strong>centives te ontwikkelen om de<br />
gebruikers en eigenaars van de verontre<strong>in</strong>igde terre<strong>in</strong>en te stimuleren om tot saner<strong>in</strong>g over<br />
te gaan.<br />
Incentives voor historische bodemverontre<strong>in</strong>ig<strong>in</strong>g (historisch passief) zijn <strong>in</strong> elk geval<br />
100% te verantwoorden. Maatschappelijk is het immers verantwoord en redelijk om bv. <strong>in</strong><br />
wel<strong>be</strong>paalde gevallen het pr<strong>in</strong>cipe “de vervuiler <strong>be</strong>taalt alles” te nuanceren tot “de<br />
vervuiler, de <strong>be</strong>langheb<strong>be</strong>nde én de overheid <strong>be</strong>talen elk een billijk deel”. De <strong>in</strong>centives<br />
die hierna voorgesteld worden (bv. cof<strong>in</strong>ancier<strong>in</strong>g) spelen daar op <strong>in</strong>. Toepass<strong>in</strong>g van bv.<br />
cof<strong>in</strong>ancier<strong>in</strong>g is overigens volledig <strong>in</strong> overeenstemm<strong>in</strong>g met de <strong>in</strong>vull<strong>in</strong>g van het <strong>be</strong>grip<br />
“vervuiler” conform de Europese Richtlijn <strong>in</strong>zake staatssteun, want het <strong>be</strong>grip “vervuiler”<br />
omvat zowel diegene die de verontre<strong>in</strong>ig<strong>in</strong>g heeft veroorzaakt als diegene die de<br />
voorwaarden gecreëerd heeft zodat de verontre<strong>in</strong>ig<strong>in</strong>g is kunnen ontstaan. De overheid<br />
heeft op zeker ogenblik de voorwaarden geschapen waarbij verontre<strong>in</strong>ig<strong>in</strong>g is kunnen<br />
ontstaan, doordat bij het verlenen van vergunn<strong>in</strong>gen en de daaraan gekoppelde<br />
(uitbat<strong>in</strong>gs)voorwaarden onvoldoende reken<strong>in</strong>g werd gehouden met risico’s op<br />
bodemverontre<strong>in</strong>ig<strong>in</strong>g en doordat niet steeds <strong>in</strong> voldoende mate handhav<strong>in</strong>g werd<br />
uitgeoefend. 23<br />
7 . 1 . C O-FINANCIERING<br />
Hiervoor werd al aangegeven dat de overheid sectorale fondsvorm<strong>in</strong>g moet faciliteren.<br />
Uiteraard zal dit niet alle problemen oplossen. Er zullen nog steeds KMO’s overblijven<br />
die niet <strong>be</strong>horen tot een sector met een solidariteitsfonds. Om ook deze <strong>be</strong>drijven die<br />
kampen met historische bodemverontre<strong>in</strong>ig<strong>in</strong>g te helpen moet een decretale cof<strong>in</strong>ancier<strong>in</strong>gsregel<strong>in</strong>g<br />
ontwikkeld worden. Er moeten duidelijke voorwaarden vastgelegd<br />
worden waartegen ondernem<strong>in</strong>gen kunnen genieten van een cof<strong>in</strong>ancier<strong>in</strong>g. De<br />
23 Memorie Voorontwerp Decreet tot aanvull<strong>in</strong>g DABM met Titel <strong>in</strong>zake Bodem<strong>be</strong>leid (okto<strong>be</strong>r 2003)<br />
Algemene Toelicht<strong>in</strong>g.<br />
16
overheidsbijdrage kan daarbij uitgedrukt worden als een percentage van de kost van de<br />
onderzoeken én bodemsaner<strong>in</strong>g.<br />
Er wordt <strong>be</strong>st gekozen voor een systeem van gedifferentieerde co-f<strong>in</strong>ancier<strong>in</strong>gsratio’s<br />
waarbij de mate van cof<strong>in</strong>ancier<strong>in</strong>g <strong>be</strong>paald wordt aan de hand van objectieve criteria,<br />
zoals bv.:<br />
• Tijdstip van veroorzaken van de verontre<strong>in</strong>ig<strong>in</strong>g;<br />
• Tijdstip van verwerv<strong>in</strong>g van de <strong>grond</strong> (vóór of na de totstandkom<strong>in</strong>g van de<br />
bodemregelgev<strong>in</strong>g);<br />
• Verontre<strong>in</strong>ig<strong>in</strong>g eigen terre<strong>in</strong> én verspreid<strong>in</strong>g van de verontre<strong>in</strong>ig<strong>in</strong>g;<br />
• Aard van de saner<strong>in</strong>gsplichtige: éénmans<strong>be</strong>drijf, KMO of grote ondernem<strong>in</strong>g;<br />
• Tijdstip van uitvoeren van de bodemsaner<strong>in</strong>g.<br />
7 . 2 . D R A A G K R A C H T R E G E L I N G<br />
Momenteel zijn er heel wat éénmanszaken en KMO’s die onvoldoende draagkracht heb<strong>be</strong>n<br />
om een bodemsaner<strong>in</strong>g tot een goed e<strong>in</strong>de te brengen. Zelfs wanneer eventueel een cof<strong>in</strong>ancier<strong>in</strong>gsregel<strong>in</strong>g<br />
<strong>in</strong> praktijk zou gebracht worden, zullen er concrete situaties<br />
overblijven waarbij KMO’s onvoldoende draagkracht heb<strong>be</strong>n om een bodemsaner<strong>in</strong>g te<br />
overleven. Zij moeten kunnen genieten van een draagkrachtregel<strong>in</strong>g die wettelijk<br />
verankerd is. Het Nederlandse systeem voorziet die mogelijkheid. Een<br />
draagkrachtregel<strong>in</strong>g is een f<strong>in</strong>ancier<strong>in</strong>gsregel<strong>in</strong>g voor concrete probleemdossiers, en zou<br />
bv. kunnen <strong>be</strong>staan uit pref<strong>in</strong>ancier<strong>in</strong>g gekoppeld aan een “af<strong>be</strong>tal<strong>in</strong>gsplan”. Uiteraard<br />
dient dergelijke regel<strong>in</strong>g voor<strong>be</strong>houden te blijven voor een m<strong>in</strong>derheid van de kle<strong>in</strong>e<br />
<strong>be</strong>drijven die kampen met historische verontre<strong>in</strong>ig<strong>in</strong>g én met <strong>be</strong>perkte f<strong>in</strong>anciële<br />
draagkracht. Die draagkracht blijkt niet altijd uit de boekhoud<strong>in</strong>g omdat <strong>be</strong>drijven streven<br />
naar <strong>be</strong>last<strong>in</strong>gm<strong>in</strong>imalisatie. Er zullen dus randvoorwaarden en controlemechanismen<br />
moeten ontwikkeld worden om te vermijden dat een groot deel van de ondernem<strong>in</strong>gen <strong>in</strong><br />
een draagkrachtregel<strong>in</strong>g terecht komen waarvan sommigen het niet nodig heb<strong>be</strong>n. Als er<br />
teveel <strong>be</strong>drijven <strong>in</strong> zo’n regel<strong>in</strong>g vallen, dan is de organisatie ervan niet meer <strong>be</strong>heersbaar.<br />
<strong>UNIZO</strong> stelt voor dat men als één van de randvoorwaarden <strong>in</strong>voert dat de<br />
draagkrachtregel<strong>in</strong>g enkel openstaat voor KMO’s met m<strong>in</strong>der dan 50 werknemers. Een<br />
randvoorwaarde voor het aanvaarden van een draagkrachtregel<strong>in</strong>g <strong>in</strong> het Nederlandse<br />
systeem is dat alle schuldeisers een rang opschuiven als er een hypotheek op het vastgoed<br />
rust. Diegene die pref<strong>in</strong>anciert eist een eerste rang hypotheek.<br />
7 . 3 . N U L - H E F F I N G O P V E R W I J D E R I N G V A N A F V A L E N V E R O N T R E I N I G D E<br />
G R O N D V A N B O D E M S A N E R I N G S O P E R A T I E S<br />
Momenteel geldt een – weliswaar verlaagd – milieuheff<strong>in</strong>gstarief voor het storten of<br />
verbranden van afvalstoffen afkomstig van door OVAM goedgekeurde<br />
bodemsaner<strong>in</strong>gsoperaties. Hetzelfde geldt voor residu’s van <strong>grond</strong>re<strong>in</strong>ig<strong>in</strong>gscentra.<br />
<strong>UNIZO</strong> wijst er op dat voor sommige verwijder<strong>in</strong>gswijzen van afval een nultarief geldt,<br />
bv. voor het verbranden van diermeel dat niet aan het vee vervoederd mag worden.<br />
17
<strong>UNIZO</strong> v<strong>in</strong>dt dit logisch, en v<strong>in</strong>dt dat dit pr<strong>in</strong>cipe verruimd moet worden tot alle<br />
verwijder<strong>in</strong>gsmethodes van afvalstoffen waarvoor geen andere alternatieve<br />
verwerk<strong>in</strong>gsmogelijkheden <strong>be</strong>staan. Zo moet het nultarief ook gelden voor afvalstoffen<br />
afkomstig van door OVAM goedgekeurde bodemsaner<strong>in</strong>gsoperaties én voor residu’s van<br />
<strong>grond</strong>re<strong>in</strong>ig<strong>in</strong>gscentra.<br />
7 . 4 . O N R O E R E N D E V O O R H E F F I N G<br />
<strong>UNIZO</strong> vraagt dat de onroerende voorheff<strong>in</strong>g opgeschort wordt van zodra de exploitant of<br />
eigenaar start met een bodemsaner<strong>in</strong>gsprocedure conform de geldende bodemwetgev<strong>in</strong>g.<br />
7 . 5 . O V E R B R U G G I N G S K R E D I E T<br />
<strong>UNIZO</strong> vraagt om uitbaters van <strong>be</strong>drijfspanden en handelszaken te helpen met<br />
overbrugg<strong>in</strong>gskredieten als ze hun zaak niet of slechts gedeeltelijk kunnen uitbaten t.g.v.<br />
bodemsaner<strong>in</strong>gswerken gedurende een <strong>be</strong>paalde periode.<br />
8 . L E E G S T A N D S H E F F I N G<br />
Verontre<strong>in</strong>igde <strong>grond</strong>en met <strong>be</strong>drijfsgebouwen staan vaak gedurende een zekere periode<br />
(noodgedwongen) leeg. Gedurende de periode van leegstand, tijdens de opeenvolgende<br />
onderzoeksprocedures, <strong>in</strong> afwacht<strong>in</strong>g van, of tijdens de saner<strong>in</strong>gswerken, dient men een<br />
leegstandsheff<strong>in</strong>g te <strong>be</strong>talen. In het Vlaams Regeerakkoord 2004-2009 staat dat “tijdens de<br />
saner<strong>in</strong>g” de leegstandsheff<strong>in</strong>g zal “gestuit” worden. <strong>UNIZO</strong> dr<strong>in</strong>gt aan op snelle<br />
uitvoer<strong>in</strong>g van deze <strong>be</strong>lofte en vraagt dat de leegstandsheff<strong>in</strong>g opgeschort wordt van zodra<br />
de exploitant of eigenaar start met een bodemsaner<strong>in</strong>gsprocedure conform de geldende<br />
bodemwetgev<strong>in</strong>g. Ook bij de verontre<strong>in</strong>igde voormalige (garage)panden die reeds formeel<br />
aanvaard zijn door het BOFAS-fonds voor saner<strong>in</strong>g, moet de leegstandsheff<strong>in</strong>g<br />
onmiddellijk opgeschort worden.<br />
18
9 . V E R E E N V O U D I G I N G P A P I E R W I N K E L E N P R O C E D U R E S<br />
9 . 1 . B O D E M A T T E S T E N E N O R I Ë N T E R E N D E B O D E M O N D E R Z O E K E N<br />
<strong>UNIZO</strong> stelt vast dat OVAM jaarlijks zo'n 150.000 à 170.000 aanvragen voor<br />
bodemattesten te verwerken krijgt 24 . Een gigantisch aantal. Daar komen jaarlijks<br />
gemiddeld nog zo’n 4.500 oriënterende bodemonderzoeken bij 25 .<br />
<strong>UNIZO</strong> doet hierna een aantal concrete voorstellen om de <strong>be</strong>staande adm<strong>in</strong>istratieve<br />
rompslomp te verm<strong>in</strong>deren, zowel voor de overheid, als voor de ondernemers. Het gaat<br />
daarbij om voorstellen die het aantal attesten of oriënterende bodemonderzoeken<br />
verm<strong>in</strong>deren, zonder dat een toekomstige gebruiker of eigenaar daarbij extra risico’s lopen.<br />
Sommige van die voorstellen worden ook gedragen door OVAM en/of werden reeds<br />
opgenomen <strong>in</strong> draft-teksten (voorontwerpen) voor een nieuw bodemsaner<strong>in</strong>gsdecreet die<br />
evenwel nooit de f<strong>in</strong>ish haalden. Ook het risico op bodemverontre<strong>in</strong>ig<strong>in</strong>g zal niet<br />
toenemen door uitvoer<strong>in</strong>g van de <strong>UNIZO</strong>-voorstellen.<br />
Bij elke “overdracht” van een <strong>grond</strong> is m<strong>in</strong>imaal een bodemattest vereist, bij <strong>grond</strong>en<br />
waarop risico-activiteiten plaatvonden/plaatsv<strong>in</strong>den is een voorafgaand oriënterend<br />
bodemonderzoek vereist. Het <strong>be</strong>grip “overdracht” is momenteel zeer ruim gedef<strong>in</strong>ieerd, en<br />
omvat niet alleen verkoop, maar ook <strong>be</strong>paalde vormen van huur. Dit leidt tot een grote<br />
jaarlijkse stroom aan bodemattesten en een groot aantal bodemonderzoeken. De te ruime<br />
def<strong>in</strong>iër<strong>in</strong>g heeft voor gevolg dat de toegevoegde waarde niet altijd <strong>in</strong> verhoud<strong>in</strong>g staat tot<br />
de lasten.<br />
<strong>UNIZO</strong> stelt twee zaken voor ter vereenvoudig<strong>in</strong>g:<br />
• starten of <strong>be</strong>ë<strong>in</strong>digen van een handelshuurovereenkomst voor niet-bodemrisicoactiviteiten<br />
niet langer als “overdracht” <strong>be</strong>schouwen; daardoor zal het aantal<br />
verplichte bodemattesten <strong>in</strong> <strong>Vlaanderen</strong> dalen;<br />
• bij overdracht van een perceel waar <strong>in</strong> het verleden risico-activiteiten plaatsvonden,<br />
waar evenwel een vroeger oriënterend bodemonderzoek aantoonde dat er geen<br />
problemen zijn, en er s<strong>in</strong>ds het onderzoek geen bodemrisico-activiteiten meer<br />
ge<strong>be</strong>urden, is de toegevoegde waarde van een nieuw bodemonderzoek<br />
verwaarloosbaar. Deze verplicht<strong>in</strong>g moet geschrapt worden.<br />
Momenteel is bij elke wijzig<strong>in</strong>g van gegevens <strong>in</strong> het register van verontre<strong>in</strong>igde <strong>grond</strong>en<br />
een bodemattest vereist. Dat geldt bv. bij wijzig<strong>in</strong>g van het kadastraal perceelnummer of<br />
eigenaar. <strong>UNIZO</strong> stelt voor om het automatisme van bodemattesten bij elke wijzig<strong>in</strong>g niet<br />
langer aan te houden.<br />
24 OVAM (2005) Telefonisch contact met dhr. J. Ceename, april 2005<br />
25 Vlaamse Milieumaatschappij (2004) Milieu- en natuurrapport <strong>Vlaanderen</strong> 2004 (MIRA-T 2004); en<br />
OVAM (2005) Telefonische contact met dhr. J. Ceename, april 2005<br />
19
Momenteel worden appartementen <strong>in</strong> een build<strong>in</strong>g met een risico-activiteit, of waar zich <strong>in</strong><br />
het verleden een risico-activiteit <strong>be</strong>vond, adm<strong>in</strong>istratief zwaar <strong>be</strong>last. In<br />
appartementsgebouwen met bv. met een grote stookolietank of een transfo moet bij elke<br />
“overdracht” van een appartement een onderzoek ge<strong>be</strong>uren, vaak is dat ook periodiek (bv.<br />
om de 20 jaar) noodzakelijk.<br />
<strong>UNIZO</strong> stelt twee zaken voor ter vereenvoudig<strong>in</strong>g:<br />
• Appartementen <strong>in</strong> gebouwen waar zich momenteel een “risico-activiteit” <strong>be</strong>v<strong>in</strong>dt<br />
niet langer onderwerpen aan verplichte onderzoeken bij “overdracht”, enkel nog<br />
periodiek.<br />
• Appartementen waar zich <strong>in</strong> het verleden een “risico-activiteit” <strong>be</strong>vond: éénmalige<br />
onderzoeksplicht <strong>in</strong> plaats van bij elke overdracht, dat kan bv. bij de eerstvolgende<br />
overdracht van een appartement, of voor een duidelijk vastgestelde datum (bv. vóór<br />
2010).<br />
9 . 2 . P R O C E D U R E S V E R E E N V O U D I G E N<br />
De <strong>be</strong>staande adm<strong>in</strong>istratieve procedures kunnen vereenvoudigd worden zonder afbreuk te<br />
doen aan het e<strong>in</strong>dresultaat. Hierna enkele voorstellen die ook al door OVAM naar voor<br />
geschoven werden.<br />
Eén bodemonderzoek <strong>in</strong> plaats van twee:<br />
<strong>UNIZO</strong> stelt voor om de huidige procedure, eerst een oriënterend bodemonderzoek, pas<br />
daarna een <strong>be</strong>schrijvend bodemonderzoek, te vereenvoudigen. Als het gaat om gevallen<br />
waarvan het quasi zeker is dat <strong>be</strong>ide bodemonderzoeken sowieso noodzakelijk zullen zijn,<br />
dan dienen ze samengevoegd te worden tot één enkel onderzoek.<br />
Schrappen van een aantal tussenstappen <strong>in</strong> de onderzoeksprocedures die nauwelijks<br />
toegevoegde waarde heb<strong>be</strong>n:<br />
• Voorstel van het <strong>be</strong>schrijvend bodemonderzoek;<br />
• Schrappen van de tussentijdse verslagen van het <strong>be</strong>schrijvend bodemonderzoek.<br />
Door effectieve uitvoer<strong>in</strong>g van deze voorstellen kan de Vlaamse Reger<strong>in</strong>g <strong>in</strong>vull<strong>in</strong>g geven<br />
aan een Reger<strong>in</strong>gs<strong>be</strong>lofte. Het Vlaams Regeerakkoord 2004-2009 stelt immers “We<br />
zorgen voor kortere en efficiëntere procedures met m<strong>in</strong>der vormvereisten, zonder dat dit de<br />
kwaliteit van de saner<strong>in</strong>g aantast.”<br />
20
1 0 . R E G I S T E R V A N V E R O N T R E I N I G D E G R O N D E N<br />
Ook na uitvoer<strong>in</strong>g van de bodemsaner<strong>in</strong>g blijft een perceel opgenomen <strong>in</strong> het register van<br />
verontre<strong>in</strong>igde <strong>grond</strong>en. Naar potentiële kopers toe is dit een bijzonder negatief signaal.<br />
De reeds voorgestelde suggestie om het register om te vormen naar een<br />
“<strong>grond</strong>en<strong>in</strong>formatieregister” is een voorstel dat de negatieve connotatie van het register<br />
(zwarte lijst) kan wegnemen. Daartoe is een decretale aanpass<strong>in</strong>g vereist.<br />
Op korte termijn en <strong>in</strong> afwacht<strong>in</strong>g van de modificatie tot “<strong>grond</strong>en<strong>in</strong>formatieregister” stelt<br />
<strong>UNIZO</strong> voor om terre<strong>in</strong>en die gesaneerd werden conform de wettelijke procedures niet<br />
langer te vermelden <strong>in</strong> het “register van de verontre<strong>in</strong>igde <strong>grond</strong>en”.<br />
Gronden waarop een bodemonderzoek uitgevoerd werd en waar analyseresultaten<br />
<strong>be</strong>komen werden die de saner<strong>in</strong>gsnormen niet overschrijden, maar waar er één of meer<br />
resultaten hoger liggen dan 80% van de norm moeten uiteraard niet gesaneerd worden,<br />
maar worden anderzijds toch opgenomen <strong>in</strong> het register van de verontre<strong>in</strong>igde <strong>grond</strong>en.<br />
Dit is totaal onlogisch. Ook om die reden moet het register van verontre<strong>in</strong>igde <strong>grond</strong>en<br />
snel gewijzigd worden tot “<strong>grond</strong>en<strong>in</strong>formatieregister”. In afwacht<strong>in</strong>g daarvan vraagt<br />
<strong>UNIZO</strong> om dergelijke terre<strong>in</strong>en te schrappen uit het “register van de verontre<strong>in</strong>igde<br />
<strong>grond</strong>en”.<br />
1 1 . O N A F H A N K E L I J K E B O D E M-OMBUDSDIENST<br />
Zelfstandigen heb<strong>be</strong>n nood aan <strong>be</strong>grijpelijke <strong>in</strong>formatie en ondersteun<strong>in</strong>g. Deze moet<br />
uitgaan van een onafhankelijke <strong>in</strong>stantie.<br />
Momenteel zorgt OVAM wel voor controle op:<br />
• De nalev<strong>in</strong>g van wettelijke <strong>be</strong>pal<strong>in</strong>gen bij bodemsaner<strong>in</strong>gsprocedures,<br />
bodemonderzoeken, staalnames en analyses;<br />
• De nalev<strong>in</strong>g van wettelijke <strong>be</strong>pal<strong>in</strong>gen bij bodemsaner<strong>in</strong>gswerken;<br />
• De nalev<strong>in</strong>g van de erkenn<strong>in</strong>gsvoorwaarden door de erkende<br />
bodemsaner<strong>in</strong>gsdeskundigen<br />
OVAM heeft evenwel geen <strong>in</strong>spraak <strong>in</strong> de prijs die bodemsaner<strong>in</strong>gsdeskundigen vragen<br />
voor bodemonderzoeken en bodemsaner<strong>in</strong>gswerken. Daar speelt de vrije markt. De facto<br />
<strong>be</strong>slissen de bodemsaner<strong>in</strong>gsdeskundigen over de te volgen procedure. De modale<br />
ondernemer is technisch en juridisch onvoldoende onderlegd om de voorstellen van de<br />
deskundige te toetsen aan mogelijke alternatieven. Daarbij gebruikt de erkende<br />
deskundige een vakjargon dat ver staat van dat van de modale zelfstandige. De<br />
zelfstandige of KMO wordt voor de eerste (en meestal enige maal) <strong>in</strong> zijn leven<br />
geconfronteerd met een gigantisch probleem dat hij <strong>in</strong> handen moet geven van een<br />
deskundige die zijn taal niet spreekt, en zich <strong>be</strong>weegt <strong>in</strong> een complexe nichewereld die niet<br />
de zijne is. Dat leidt vaak tot een procedure én een <strong>be</strong>geleid<strong>in</strong>g, waarvan de opdrachtgever<br />
de draagwijdte onmogelijk kan <strong>in</strong>schatten. Hij moet zich 100% overleveren aan de<br />
erkende bodemsaner<strong>in</strong>gdeskundige. De voorspelbaarheid van de ganse procedure is<br />
21
meestal ger<strong>in</strong>g. Men kan het e<strong>in</strong>de van het verhaal niet zelf meer <strong>in</strong>schatten. De<br />
transparantie is kle<strong>in</strong>. Eens het dossier gekend bij OVAM kan men de tre<strong>in</strong> onmogelijk<br />
stoppen.<br />
Dat leidt vaak tot veel onzekerheid, frustratie, woede,… ja vaak zelfs f<strong>in</strong>anciële en<br />
emotionele drama’s.<br />
OVAM is de <strong>in</strong>stantie die de controle uitoefent op de erkende<br />
bodemsaner<strong>in</strong>gsdeskundigen, de saner<strong>in</strong>gsprocedures en –werken, daarnaast is er een grote<br />
<strong>be</strong>hoefte aan een onafhankelijke bodem-ombudsdienst waar ondernemers terecht moeten<br />
kunnen met al hun bodemvragen, zonder dat ze daarbij reeds “<strong>in</strong> procedure gaan”.<br />
Taken van de bodem-ombudsdienst:<br />
• Info verschaffen aan ondernemers met vragen <strong>in</strong>zake bodemwetgev<strong>in</strong>g en gangbare<br />
prijzen <strong>in</strong> de sector.<br />
• Actieve ondersteun<strong>in</strong>g en <strong>be</strong>geleid<strong>in</strong>g van saner<strong>in</strong>gsplichtigen.<br />
Om tegemoet te komen aan de noodzaak van meer transparantie en voorspelbaarheid is<br />
wettelijk <strong>in</strong>grijpen noodzakelijk.<br />
Daaromtrent stelt het Vlaams Regeerakkoord 2004-2009 “Tevens worden <strong>in</strong> de fase van<br />
het <strong>be</strong>schrijvend bodemonderzoek de kosten en afspraken zo vroeg mogelijk <strong>be</strong>kend<br />
gemaakt.” <strong>UNIZO</strong> rekent erop dat de Vlaamse Reger<strong>in</strong>g de wettelijke criteria daaromtrent<br />
zo snel mogelijk verankert.<br />
1 2 . G R O N D V E R Z E T<br />
1 2 . 1 . I N D I C A T O R V O O R B O D E M V E R O N T R E I N I G I N G I N V L A A N D E R E N ?<br />
Om te vermijden dat bodemverontre<strong>in</strong>ig<strong>in</strong>g zouden verspreid worden naar andere niet<strong>vervuilde</strong><br />
percelen, ontwikkelde de Vlaamse Reger<strong>in</strong>g een regelgev<strong>in</strong>g die het <strong>grond</strong>verzet<br />
regelt. Deze is sedert 1 april 2004 van kracht. Als men <strong>grond</strong> uitgraaft om af te voeren<br />
naar andere terre<strong>in</strong>en, dan valt men onder de regel<strong>in</strong>g die opgenomen is <strong>in</strong> het Vlaams<br />
Reglement <strong>be</strong>treffende de bodemsaner<strong>in</strong>g (het zgn. VLAREBO). Grondverzet van meer<br />
dan 250 m³ is enkel toegestaan als er een technisch verslag opgemaakt is door een erkende<br />
bodemsaner<strong>in</strong>gsdeskundige. Daarvoor dient een <strong>grond</strong>analyse te ge<strong>be</strong>uren. Er is ook<br />
bodem<strong>be</strong>heerrapport vereist dat aangeeft voor welke toepass<strong>in</strong>gen de <strong>grond</strong> <strong>in</strong> aanmerk<strong>in</strong>g<br />
komt. Het bodem<strong>be</strong>heerrapport wordt afgeleverd worden door een erkende<br />
bodem<strong>be</strong>heersorganisatie. Voor “verdachte <strong>grond</strong>en”, daaronder verstaat men <strong>grond</strong>en van<br />
<strong>in</strong>richt<strong>in</strong>gen met bodemrisico’s (vb. tankstations, garages, opslag gevaarlijke stoffen, …),<br />
is men strenger en geldt bovenvermelde ook voor <strong>grond</strong>verzet van m<strong>in</strong>der dan 250 m³.<br />
Circa één jaar na het van kracht worden van deze <strong>grond</strong>verzetregel<strong>in</strong>g, zijn de eerste,<br />
voorlopige resultaten <strong>be</strong>kend: <strong>in</strong> volume uitgedrukt zou circa 4% van de uitgegraven <strong>grond</strong><br />
“zwaar vervuild” zijn. Dit percentage van <strong>grond</strong> als “roerend goed” is moeilijk<br />
extrapoleerbaar naar percentage <strong>grond</strong> als “onroerend goed” dat vervuild is en waar<br />
22
saner<strong>in</strong>g noodzakelijk is, maar het geeft toch een <strong>in</strong>dicatie. Deze <strong>be</strong>vestigt de ram<strong>in</strong>gen<br />
aan verontre<strong>in</strong>igde <strong>grond</strong>en op basis van reeds uitgevoerde bodemonderzoeken op<br />
“risico<strong>grond</strong>en”. In oppervlakte uitgedrukt werd daar een percentage van bijna 3%<br />
verontre<strong>in</strong>ig<strong>in</strong>g vastgesteld, maar dat percentage is een voorlopig cijfer dat nog zal stijgen<br />
omdat de <strong>in</strong>ventarisatie nog niet voltooid is (zie hoofdstuk 1).<br />
1 2 . 2 . R E G E L G E V I N G A A N P A S S E N E N V E R E E N V O U D I G E N<br />
Bij aan<strong>be</strong>sted<strong>in</strong>gen is het voor aannemers bijna onmogelijk om een correcte prijs op te<br />
geven, want de kwaliteit van de af te voeren <strong>grond</strong> is niet vooraf gekend. Om aan dit<br />
probleem te verhelpen zou men bv. de opdrachtgever kunnen verplichten om het technisch<br />
verslag bij het aan<strong>be</strong>sted<strong>in</strong>gsdocument te voegen.<br />
Als <strong>grond</strong> uitgegraven wordt om ter plaatse opnieuw te verwerken dan is <strong>in</strong> sommige<br />
gevallen toch een technisch verslag of bodem<strong>be</strong>heerrapport vereist. Dit is overbodige<br />
adm<strong>in</strong>istratieve rompslomp want de uitgegraven <strong>grond</strong> wordt ter plaatse herbruikt, er is<br />
geen risico op nieuwe bodemverontre<strong>in</strong>ig<strong>in</strong>g op andere <strong>grond</strong>en. Bovendien geldt op<br />
risico<strong>grond</strong>en reeds een regel<strong>in</strong>g die periodieke bodemonderzoeken voorziet.<br />
1 2 . 3 . O N V O L D O E N D E A F Z E T G E B I E D E N V O O R G R O N D O V E R S C H O T T E N<br />
Momenteel zijn er te we<strong>in</strong>ig <strong>be</strong>taalbare en praktisch haalbare afzetgebieden voor<br />
<strong>grond</strong>overschotten. Daardoor is de vrije concurrentie geschaad.<br />
Als bv. de <strong>grond</strong> kan worden afgezet mits een voorafgaande studie van de ontvangende<br />
<strong>grond</strong>, dan heb<strong>be</strong>n aannemers die <strong>in</strong>schrijven op een aan<strong>be</strong>sted<strong>in</strong>g <strong>in</strong> de praktijk niet de tijd<br />
om eerst dergelijke voorafgaande studie te laten uitvoeren, en zelfs als de tijd zouden<br />
heb<strong>be</strong>n, zou dit naar kosten toe niet te verantwoorden zijn. Verschillende <strong>in</strong>schrijvende<br />
aannemers zouden deze studie dan laten uitvoeren, terwijl er maar één het project kan<br />
uitvoeren. Het ophogen van lager gelegen terre<strong>in</strong>en is nog slechts een theoretische<br />
mogelijkheid, want daarvoor is een stedenbouwkundige vergunn<strong>in</strong>g vereist en <strong>in</strong> de<br />
praktijk duurt het te lang om daarop te wachten. Bij <strong>in</strong>schrijv<strong>in</strong>g voor een aan<strong>be</strong>sted<strong>in</strong>g<br />
heeft een aannemer geen zekerheid dat de vereiste stedenbouwkundige vergunn<strong>in</strong>g voor<br />
reliëfwijzig<strong>in</strong>g zal toegekend worden. Dit <strong>be</strong>moeilijkt een correcte prijszett<strong>in</strong>g.<br />
Om dit probleem te verhelpen stellen <strong>UNIZO</strong> en Bouwunie voor dat de opdrachtgevers<br />
(bv. overheids<strong>in</strong>stanties) <strong>in</strong> hun <strong>be</strong>stekken aangeven waar de <strong>grond</strong>overschotten naar toe<br />
gebracht kunnen worden. Zo zal de lat voor alle aannemers gelijk liggen bij openbare<br />
aan<strong>be</strong>sted<strong>in</strong>gen. Uiteraard moet de overheid er ook voor zorgen dat er meer afzetgebieden<br />
komen dan momenteel het geval is. Zo wordt vermeden dat een <strong>be</strong>perkt aantal actoren<br />
onevenredig profiteren van de schaarste.<br />
23
1 2 . 4 . B E W I J S L A S T O M K E R E N<br />
Er is nu een duidelijke regelgev<strong>in</strong>g én procedure. Deze moet een meerwaarde heb<strong>be</strong>n voor<br />
aannemers ze nauwgezet uitvoeren. Dit is momenteel nauwelijks het geval, vandaar dat<br />
<strong>UNIZO</strong> en Bouwunie voorstellen om de <strong>be</strong>wijslast om te keren. Als de aannemer kan<br />
aantonen dat hij conform de wettelijk procedure handelde, d.w.z. via een<br />
traceerbaarheidssysteem van een erkende bodem<strong>be</strong>heerorganisatie, dan kan hij niet meer<br />
aangesproken worden voor bodemverontre<strong>in</strong>ig<strong>in</strong>g die zou ontstaan zijn op de plaats waar<br />
hij <strong>grond</strong> heeft gedeponeerd, tenzij manifest <strong>be</strong>drog zou kunnen worden aangetoond. Dat<br />
<strong>be</strong>tekent dat een aannemer niet moet <strong>be</strong>wijzen dat hij “onschuldig” is, er moet worden<br />
aangetoond dat de aannemer heeft gefraudeerd.<br />
1 3 . B U D G E T T E N V L A A M S E O V E R H E I D V O O R B O D E M S A N E R I N G<br />
In 2001 werd geraamd dat de totale kost van de bodemsaner<strong>in</strong>gswerken <strong>in</strong> <strong>Vlaanderen</strong><br />
circa 6 à 7 miljard euro (230 à 280 miljard BEF) 26 <strong>be</strong>draagt. Deze schatt<strong>in</strong>gen hadden<br />
enkel <strong>be</strong>trekk<strong>in</strong>g op historische bodemverontre<strong>in</strong>ig<strong>in</strong>g en hielden geen reken<strong>in</strong>g met<br />
aanpak van nieuwe verontre<strong>in</strong>ig<strong>in</strong>g die mogelijks <strong>in</strong> de toekomst zou veroorzaakt worden.<br />
Bovendien werd <strong>in</strong> hoofdstuk 2 aangetoond dat het cijfer van 7 miljard euro<br />
hoogstwaarschijnlijk nog een onderschatt<strong>in</strong>g is.<br />
E<strong>in</strong>d jaren ’90 <strong>be</strong>rekende het Rekenhof dat de overheid jaarlijks m<strong>in</strong>imaal 57 miljoen euro<br />
(2,3 miljard BEF) diende te voorzien als <strong>in</strong>breng <strong>in</strong> het totale budget van 173,5 miljoen<br />
euro (7 miljard BEF) dat overheid en privé samen jaarlijks moeten ophoesten om de<br />
langetermijndoelstell<strong>in</strong>gen uit de opeenvolgende milieu<strong>be</strong>leidsplannen te halen. Die<br />
overheids<strong>in</strong>breng is o.m. nodig om de langetermijndoelstell<strong>in</strong>g van 2036, nl. alle<br />
historische bodemverontre<strong>in</strong>ig<strong>in</strong>g moet tegen die datum gesaneerd zijn, te halen.<br />
Voor 2005 is slechts 4,5 miljoen euro voorzien voor bodemsaner<strong>in</strong>g. Naar aanleid<strong>in</strong>g van<br />
de <strong>be</strong>grot<strong>in</strong>gscontrole werd e<strong>in</strong>d maart 2005 wel een aantal resterende fondsen bij OVAM<br />
verzameld <strong>in</strong> het bodem<strong>be</strong>scherm<strong>in</strong>gsfonds en <strong>be</strong>schikbaar gemaakt voor nieuwe projecten<br />
ter waarde van 4 miljoen euro, ook werd 1,5 miljoen euro ter <strong>be</strong>schikk<strong>in</strong>g gesteld voor<br />
wel<strong>be</strong>paalde saner<strong>in</strong>gsprojecten (bv. <strong>vervuilde</strong> <strong>grond</strong>en langs het Al<strong>be</strong>rtkanaal). In het<br />
<strong>be</strong>ste geval is er dus circa 10 miljoen euro <strong>be</strong>schikbaar.<br />
Voor de saner<strong>in</strong>g en <strong>in</strong>gebruikname van brownfields (verlaten <strong>vervuilde</strong> <strong>in</strong>dustrieterre<strong>in</strong>en)<br />
stelt het Vlaams Regeerakkoord 2004-2009 dat een apart fonds zal opgericht worden<br />
b<strong>in</strong>nen Participatiemaatschappij <strong>Vlaanderen</strong> (PMV). Uit het Regeerakkoord blijkt ook dat<br />
er sterk gerekend wordt op PPS-constructies.<br />
Als we reken<strong>in</strong>g houden met de <strong>be</strong>dragen die noodzakelijk zijn om de verontre<strong>in</strong>igde sites<br />
die gevaren <strong>in</strong>houden voor de volksgezondheid te saneren en die dr<strong>in</strong>gend aangepakt<br />
moeten worden, dan is bijna alle budget vastgelegd. Gevolg is dat er dit jaar nauwelijks<br />
26 OVAM (2001) Ontwerp van Strategisch Plan <strong>Bodemsaner<strong>in</strong>g</strong>; en Ecolas (2001) F<strong>in</strong>anciële <strong>be</strong>hoefteram<strong>in</strong>g<br />
m.b.t. bodemsaner<strong>in</strong>g, OVAM, Mechelen.<br />
24
iets overblijft om KMO’s en KMO-sectoren te ondersteunen <strong>in</strong> hun <strong>in</strong>spann<strong>in</strong>gen om<br />
verontre<strong>in</strong>igde terre<strong>in</strong>en te saneren.<br />
Zoals de Vlaamse Reger<strong>in</strong>g <strong>in</strong> 2005 <strong>be</strong>zig is, zal men de langetermijndoelstell<strong>in</strong>gen <strong>in</strong>zake<br />
bodemsaner<strong>in</strong>g niet halen. Een budget van circa 10 miljoen euro waarvan (bijna) alles al<br />
vast ligt voor ambtshalve saner<strong>in</strong>gen van verlaten <strong>in</strong>dustrieterre<strong>in</strong>en en black po<strong>in</strong>ts is<br />
zwaar onvoldoende. Er is dr<strong>in</strong>gend nood aan budget voor saner<strong>in</strong>gen bij KMO’s. Zo moet<br />
de Reger<strong>in</strong>g sectorale saner<strong>in</strong>gsfondsen ondersteunen. Het fonds <strong>in</strong> de droogkuissector<br />
moet tegen uiterlijk 1 januari 2006 operationeel zijn en de Vlaamse overheid moet voor<br />
m<strong>in</strong>stens 50% van de werk<strong>in</strong>gsmiddelen van het fonds zorgen. Dergelijke budgetten<br />
moeten voorzien worden <strong>in</strong> de <strong>be</strong>grot<strong>in</strong>g. Het fonds moet operationeel zijn op 1 januari<br />
2006. Doordat <strong>Vlaanderen</strong> momenteel onvoldoende f<strong>in</strong>anciële middelen voorziet moeten<br />
KMO’s die “onschuldig” eigenaar of gebruiker zijn van een verontre<strong>in</strong>igd terre<strong>in</strong> langer<br />
wachten op de uitvoer<strong>in</strong>g van de noodzakelijke “ambtshalve saner<strong>in</strong>g”. Momenteel<br />
heb<strong>be</strong>n zij zelfs geen uitzicht op saner<strong>in</strong>g b<strong>in</strong>nen een redelijke termijn. Zij moeten het<br />
stellen met de officiële tijdshorizon van 2036, d.w.z. <strong>in</strong> de plann<strong>in</strong>g is enkel voorzien dat<br />
zij voor 2036 aan de <strong>be</strong>urt komen. Dergelijke vooruitzichten zijn niet ernstig.<br />
Verder moet er voldoende budget vrijgemaakt worden voor uitvoer<strong>in</strong>g van<br />
pref<strong>in</strong>ancier<strong>in</strong>gen, co-f<strong>in</strong>ancier<strong>in</strong>gen en draagkrachtregel<strong>in</strong>gen voor KMO’s die zelf hun<br />
verontre<strong>in</strong>igde terre<strong>in</strong>en willen aanpakken.<br />
<strong>Vlaanderen</strong> kan <strong>be</strong>st een voor<strong>be</strong>eld nemen aan Nederland en Denemarken.<br />
Voor de periode 2005-2009 heeft Nederland circa 1 miljard euro uitgetrokken voor<br />
bodemsaner<strong>in</strong>gsoperaties. Jaarlijks wordt daar circa 200 miljoen euro uitgetrokken onder<br />
vorm van subsidies aan hoofdzakelijk ondernem<strong>in</strong>gen. De afspraken staan <strong>in</strong> het<br />
Convenant <strong>Bodemsaner<strong>in</strong>g</strong> (zie ook de fiche <strong>in</strong> bijlage). De saner<strong>in</strong>gskosten voor<br />
historische verontre<strong>in</strong>ig<strong>in</strong>g bij KMO’s worden tot maximaal 70% vergoed door de<br />
overheid. Zo werd bv. <strong>in</strong> 2001 circa 35% van de totale kosten voor bodemsaner<strong>in</strong>gen<br />
<strong>be</strong>taald door ondernem<strong>in</strong>gen en particulieren, de rest met overheidsgeld 27 .<br />
In Denemarken wordt de saner<strong>in</strong>g van de meeste historisch verontre<strong>in</strong>igde <strong>grond</strong>en voor<br />
100% gef<strong>in</strong>ancierd door de overheid.<br />
27 zie het Nederlandse milieuloket, luik <strong>Bodemsaner<strong>in</strong>g</strong>, www.milieuloket.nl<br />
25
B I J L A G E<br />
N E D E R L A N D S E A A N PA K B O D E M S A N E R I N G B E D R I J F S T E R R E I N E N<br />
Ook <strong>in</strong> Nederland is (nog) niet exact gekend hoeveel verontre<strong>in</strong>igde terre<strong>in</strong>en er zijn. Ook<br />
daar moet men zich <strong>be</strong>helpen met voorlopige <strong>in</strong>ventarisaties en ram<strong>in</strong>gen. Het M<strong>in</strong>isterie<br />
van Volkshuisvest<strong>in</strong>g, Ruimtelijke Orden<strong>in</strong>g en Milieu<strong>be</strong>heer (VROM) raamt dat er<br />
ongeveer 600.000 mogelijk verontre<strong>in</strong>igde locaties zijn, het gaat om verdachte terre<strong>in</strong>en op<br />
basis van historische gegevens. De Nederlandse Algemene Rekenkamer publiceerde een<br />
rapport op 8 maart 2005 waarbij zij het aantal verdachte locaties raamt op 750.000. De<br />
Nederlandse ervar<strong>in</strong>g leert dat daarvan circa 10% ook echt gesaneerd moet worden. Het<br />
aantal te saneren terre<strong>in</strong>en wordt dan ook geraamd op 60.000 à 75.000.<br />
Voor de aanpak van historische bodemverontre<strong>in</strong>ig<strong>in</strong>g op <strong>be</strong>drijfsterre<strong>in</strong>en wordt <strong>in</strong><br />
Nederland subsidie gegeven. De afspraken staan <strong>in</strong> het Convenant <strong>Bodemsaner<strong>in</strong>g</strong> dat op<br />
11 juni 2001 afgesloten werd tussen het M<strong>in</strong>isterie van Volkshuisvest<strong>in</strong>g, Ruimtelijke<br />
Orden<strong>in</strong>g en Milieu<strong>be</strong>heer (VROM), het M<strong>in</strong>isterie van Economische Zaken, prov<strong>in</strong>cies,<br />
gemeenten en de werkgeversorganisaties. Het convenant is voorgelegd aan de Europese<br />
Commissie (EC) <strong>in</strong> verband met mogelijke staatssteun aan ondernem<strong>in</strong>gen. De EC heeft<br />
het convenant verenigbaar verklaard met het EG-verdrag.<br />
Het moet gaan om historische verontre<strong>in</strong>ig<strong>in</strong>g, d.w.z. bodemverontre<strong>in</strong>ig<strong>in</strong>g die<br />
hoofdzakelijk veroorzaakt is voor 1975. Het jaartal 1975 vloeit voort uit uitspraken van de<br />
Hoge Raad, het hoogste Nederlandse rechtscollege.<br />
Het subsidie<strong>be</strong>drag is afhankelijk van het tijdstip van verwerv<strong>in</strong>g van de <strong>grond</strong>, de<br />
<strong>be</strong>trokkenheid van de eigenaar bij de verontre<strong>in</strong>ig<strong>in</strong>g, en het effectief aanvatten van de<br />
saner<strong>in</strong>g (voor of na 2011). Voor KMO’s gelden hogere subsidiepercentages <strong>in</strong><br />
vergelijk<strong>in</strong>g met grote ondernem<strong>in</strong>gen.<br />
Voor KMO’s gelden subsidiepercentages tot 70%, die overdraagbaar zijn op een nieuwe<br />
eigenaar of erfpachter.<br />
Voor m<strong>in</strong>der draagkrachtige <strong>be</strong>drijven zijn onder voorwaarden extra bijdragen mogelijk<br />
mits een f<strong>in</strong>anciële draagkrachttoets.<br />
Naar schatt<strong>in</strong>g 35% van de totale kosten voor bodemsaner<strong>in</strong>gen <strong>in</strong> 2001 werden <strong>be</strong>taald<br />
door ondernem<strong>in</strong>gen en particulieren, de rest met overheidsgeld 28 .<br />
Voor de periode tussen 2005 en 2009 heeft Nederland circa 1 miljard euro uitgetrokken<br />
voor bodemsaner<strong>in</strong>gsoperaties. Jaarlijks geeft het M<strong>in</strong>isterie van VROM dus circa 200<br />
28 zie het Nederlandse milieuloket, luik <strong>Bodemsaner<strong>in</strong>g</strong>, www.milieuloket.nl<br />
26
miljoen euro uit onder vorm van subsidies. Nederland wil alle saner<strong>in</strong>gsoperaties rond<br />
heb<strong>be</strong>n tegen 2030. Vraag is of dat zal lukken, want de plann<strong>in</strong>gen voorzien circa 2.400<br />
saner<strong>in</strong>gsoperaties per jaar, terwijl er <strong>in</strong> de praktijk jaarlijks slechts een duizendtal<br />
uitgevoerd worden.<br />
***************<br />
27