hoofdstuk 1 - Basisboek Kwalitatief Onderzoek - Noordhoff Uitgevers
hoofdstuk 1 - Basisboek Kwalitatief Onderzoek - Noordhoff Uitgevers
hoofdstuk 1 - Basisboek Kwalitatief Onderzoek - Noordhoff Uitgevers
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
© <strong>Noordhoff</strong> <strong>Uitgevers</strong> bv<br />
het betreffende onderwerp in de literatuur, voordat je tot een min<br />
of meer definitieve formulering van de onderzoeksvraag overgaat.<br />
Meestal hebben verschillende formuleringen de revue al<br />
gepasseerd, alvorens besloten wordt tot een definitieve onderzoeksvraag.<br />
Ook dan is het vaak nog niet helemaal definitief.<br />
Zelfs een ogenschijnlijk eenvoudige vraagstelling blijkt meestal<br />
ingewikkelder te zijn dan je vooraf dacht. Het vergadercultuuronderzoek<br />
in casus 4 is daar een goed voorbeeld van. Het probleem<br />
is duidelijk: er heerst onvrede over de vergadercultuur.<br />
Het antwoord op de vraag ‘hoe komt dat?’ is echter onduidelijk.<br />
Mogelijk is er ook verschil van mening tussen leidinggevenden<br />
en niet-leidinggevenden. Leidinggevenden verwachten waarschijnlijk<br />
andere informatie van jou als onderzoeker, bijvoorbeeld<br />
over de inzet, houding en betrokkenheid van de werknemers<br />
bij het werk. Niet-leidinggevenden daarentegen verwachten<br />
informatie over de hiërarchische werkverhoudingen en toenemende<br />
werkdruk. Waarschijnlijk wordt het nog ingewikkelder<br />
als je je gaat verdiepen in de literatuur over vergadercultuur.<br />
Dan zul je merken dat ook factoren als leeftijd van de werknemer,<br />
geslacht, opleidingsniveau en positie in het bedrijf daarbij een rol<br />
kunnen spelen, maar ook de manier van leiding geven en het type<br />
werkorganisatie. Het is belangrijk met de opdrachtgever goed te<br />
bespreken wat hij wil weten. Dat is soms heel verwarrend: hij<br />
weet vaak wel wat hij met de informatie wil bereiken, maar hij<br />
weet niet precies welke informatie hij wil hebben. Het ligt dan<br />
voor de hand om eerst een uitgebreide literatuurstudie te doen; in<br />
dit geval naar vergadercultuur in non-profitorganisaties. Op<br />
basis van de resultaten van die studie kan dan aan de opdrachtgever<br />
een voorstel voor een onderzoeksvraag gedaan worden.<br />
Soms kan de opdrachtgever ook niet goed aangeven wat het probleem<br />
is. Het onderzoek bij casus 1 is daar een voorbeeld van. Is<br />
het probleem de parkeergelegenheid, waardoor de klanten gestresst<br />
binnen komen en gehaast achter hun karretje door de zaak<br />
rennen? Of gaat het om het voortdurend veranderen van de opstelling<br />
van de producten, of is het inderdaad de sfeer in de filialen<br />
en wat betekent dat dan voor de tevredenheid van de klanten?<br />
In feite vertaal je de vraagstelling van je opdrachtgever in een<br />
onderzoeksvraag. De vraagstelling van de opdrachtgever bij<br />
casus 2 – ‘hoe kan ik de verkoop van het blad Jong[en] bevorderen<br />
en dus verhogen?’ – is in feite een (beleids)vraag naar voorstellen<br />
of maatregelen die kunnen leiden tot het verhogen van het<br />
aantal abonnees en de losse verkoop. De marktonderzoeker heeft<br />
deze beleidsvraag vertaald en ingeperkt tot de volgende onderzoeksvraag:<br />
wat is het imago van het blad Jong[en] bij de beoogde<br />
doelgroep?<br />
§1.3 Formuleren van onderzoeksvragen<br />
35