Seksuele delinquenten
Seksuele delinquenten
Seksuele delinquenten
You also want an ePaper? Increase the reach of your titles
YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.
- in de letterlijke zin des woords een schending van de (seksuele) fatsoensnormen en de ‘goede smaak’:<br />
ongepast tonen van naakt of van seksuele handelingen. Het is de vraag in hoeverre het bezit van<br />
kinderporno ook als zedendelict in deze zin valt aan te merken.<br />
- schending van een plicht tot bescherming van jeugdigen en schending van het verbod op consensuele<br />
seksuele interacties met personen die off limit zijn (met jeugdige prostituees en afhankelijken zijn<br />
seksuele interacties dus altijd strafbaar, ook als ze wederzijds vrijwillig zijn).<br />
- seksuele geweldsdelinquentie als aanduiding van alle vormen van seksuele interactie waarbij geweld,<br />
dwang, intimidatie of evident machtsmisbruik een rol spelen.<br />
De in dit themanummer behandelde onderwerpen hebben (vrijwel) volledig betrekking op<br />
zedendelinquentie in laatstgenoemde betekenis.<br />
Het onderwerp seksuele geweldsdelinquentie kan vanuit verschillende sociaal- en<br />
gedragswetenschappelijke perspectieven worden benaderd.<br />
In cultuurhistorisch perspectief gaat het om de ontwikkeling van denkbeelden over strafbare seksualiteit<br />
in samenhang met het denken over seksuele moraal. In concreto komen hierbij vragen naar seksuele<br />
zelfbestemming, seksuele vrijheid en de bescherming van kwetsbaren in de samenleving aan de orde.<br />
Vanuit dit perspectief wordt getracht enig inzicht te bieden in de spanningsverhouding tussen deze in<br />
onze samenleving belangrijke waarden.<br />
Binnen deze benadering past ook de toespitsing op het meer juridische perspectief van rechtsfilosofische,<br />
rechtshistorische en criminaliseringsvragen. Met name de geleidelijke neerslag van een zich<br />
ontwikkelende (seksuele) moraal in strafbaarstelling en strafrechtstoepassing komt hierbij aan de orde.<br />
Vrijheid, blijheid 1 van Kool past geheel binnen dit cultuur- en rechtshistorische perspectief. Zij gaat in<br />
op de dominante waarden in drie verschillende tijdsperioden. Tot medio jaren zestig van de vorige eeuw<br />
stond de zorg om de publieke moraal voorop, daarna was tot ongeveer 1985 het seksuele vrijheidsconcept<br />
toonaangevend en sindsdien werd het accent van moraal en strafrecht verlegd naar de bescherming van<br />
zwakkeren. In dit artikel worden de dilemma’s duidelijk bij strafwetgeving en toepassing, die moeten<br />
laveren tussen vrijheid van seksuele expressie, vrijwaring van dwang en geweld, en de rechtstatelijke<br />
bescherming van verdachten van seksuele geweldsdelinquentie. De subtiele vertaling van moraal- en<br />
rechtsfilosofische uitgangspunten naar concrete strafrechtelijke afwegingen wordt in dit artikel wijze<br />
uiteengezet. En passant komen ook enkele beleidspolitieke ontwikkelingen aan de orde.<br />
De relatie tussen moraal en strafwetgeving (criminaliseringsprocessen) ligt op de grens van een<br />
cultuurhistorische en een criminologische benadering. Vanuit criminologisch perspectief worden vragen<br />
gesteld naar de aard, toedracht en prevalentie van specifieke vormen van seksuele geweldsdelinquentie.<br />
Daarnaast wordt getracht inzicht te verschaffen in criminaliteitsprofielen van plegers van seksuele<br />
geweldsdelinquentie en in de sociaal-economische aspecten van (de ontwikkeling van) verschillende<br />
verschijningsvormen van delicten. Daarmee houdt de criminologie zich bezig met de sociale en<br />
etiologische kenmerken van typen seksuele geweldsdelinquentie zoals bijvoorbeeld pedoseksuele<br />
delinquentie, incest of aanranding en verkrachting.<br />
Zeer belangrijk is de vraag in hoeverre plegers van seksuele geweldsdelinquentie specialisten zijn die hun<br />
delicten vooral plegen op basis van deviante seksualiteit (seksuele voorkeur en wijzen van verwerving<br />
van seksuele partners) of dat de seksuele geweldsdelinquentie eerder past in een algemene geneigdheid<br />
tot het plegen van commune criminaliteit (kort gezegd diefstal en geweldpleging). De mogelijke<br />
betekenis van neiging tot criminaliteit in het algemeen bij de verklaring van seksueel kindermisbruik<br />
wordt door Smallbone e.a. (2001) als volgt onder woorden gebracht:<br />
‘many child sexual offenses may be explained as extensions of more general antisocial patterns of<br />
behavior, perhaps involving opportunistic exploitation of interpersonal relationships, or the<br />
disregard of socially accepted codes of behavior.’<br />
1 Titels en auteursnamen in vet verwijzen naar andere artikelen in dit themanummer.