04.09.2013 Views

Commander SK - Control Techniques

Commander SK - Control Techniques

Commander SK - Control Techniques

SHOW MORE
SHOW LESS

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

<strong>Commander</strong> <strong>SK</strong> remlogica bij een heftoepassing<br />

<strong>Commander</strong> <strong>SK</strong> uitvoering:<br />

De <strong>Commander</strong> <strong>SK</strong> moet uitgerust zijn met een remweerstand. Raadpleeg voor de weerstandswaarde de tabellen<br />

voorin deze handleiding. Het vermogen van de weerstand moet in overeenstemming zijn met de totale hoeveelheid<br />

regeneratieve energie die vrijkomt. Stel zeker dat de overtemperatuurschakelaar in de remweerstand schakeltechnisch<br />

is verwerkt zoals in het stuurstroomschema op de volgende pagina is weergegeven.<br />

Frequentie wenswaarde:<br />

Over het algemeen in de vorm van 10 V of presets. De draairichting moet gegeven worden met de richtingscommando's<br />

run vooruit (klem B5) en run achteruit (klem B6). Een wenswaarde met een negatief voorteken is niet mogelijk.<br />

Remaansturing:<br />

Sluit een 24 V interfacerelais aan op de <strong>Commander</strong> <strong>SK</strong> overeenkomstig een van de schakeltechnische voorbeelden op<br />

de volgende pagina. Stuur de magneetschakelaar van de mechanische motorrem aan overeenkomstig het stuurstroom-<br />

schema op de volgende pagina. Wijk uit veiligheidsoverwegingen niet van dit schema af. Stel zeker dat het noodstop-<br />

circuit minimaal de functionaliteit bezit zoals op de volgende pagina is weergegeven. Neem bij voorkeur een separate<br />

overtoerendetectie op in het systeem en verwerk dit in het noodstop circuit. Het is raadzaam remsnelschakeling toe te<br />

passen, raadpleeg hiervoor uw motorleverancier.<br />

Inregelprocedure:<br />

1. Sluit de <strong>Commander</strong> <strong>SK</strong> stuurstroomtechnisch aan zoals op de volgende pagina is weergegeven.<br />

2. Neem de spoel van de remmagneetschakelaar los zodat zeker gesteld wordt dat de rem niet kan vrijkomen.<br />

3. Programmeer de motormap in #06, #08 en #09 zoals in de beschrijving van het nulmenu elders in dit handboek is<br />

weergegeven en vul dit aan met de volgende programmering.<br />

Standaard 0-10 V Aavulling bij presets<br />

#10 = L3 #05 = Pr<br />

#05 = AI.AV #18 = preset 1<br />

#02 = max. 50 #19 = preset 2<br />

#41 = Vr I #20 = preset 3<br />

#30 = 0 (FASt) #21 = preset 4<br />

#07 = 0 Reset (rode toets)<br />

#9.04 = 12.40<br />

#9.06 = 10.03<br />

#9.07 = On<br />

#35 = USEr<br />

#8.21 = 9.01<br />

#8.31 = out<br />

#12 = USEr<br />

#46 = 25<br />

#47 = 10<br />

#50 = 0,0<br />

#51 = 0,5<br />

Reset (rode toets)<br />

4. Bereken de nominale slipfrequentie van de motor, Fslip = ((Nsynchroon - Nmotor) / Nsynchroon) x 50<br />

Bijvoorbeeld: een motor van 1440 rpm: Fslip = ((1500 - 1440) / 1500) x 50 = 2 Hz<br />

5. #48, #49 en #3.05 = Fslip (binnen ons voorbeeld, 2 Hz.)<br />

6. Programmeer het motortoerental in #07 op de synchrone frequentie, binnen ons voorbeeld 1500 rpm.<br />

7. Programmeer #38 op 1 en druk op de rode toets.<br />

8. Geef een runsignaal, de <strong>Commander</strong> <strong>SK</strong> zal nu een statische autotune uitvoeren en ter afsluiting zal ih in display<br />

verschijnen. Neem het runsignaal nu weer weg.<br />

9. Sluit de spoeldraad van de remmagneetschakelaar weer aan.<br />

10. Geef een runsignaal en bepaal tijdens bedrijf de gewenste acceleratie- en deceleratietijd in #02 en #03.<br />

11. Maak zonodig een fijnafstemming van #51, dit is de mechanische responstijd van de rem.<br />

12. Indien via de programmering via CTSoft heeft plaatsgevonden, sla dan de parameters op in het geheugen (save)<br />

<strong>SK</strong> handleiding, versie 7 pagina 112 van 154

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!