04.09.2013 Views

Zedige bedenkingen over het aanbod van genade - dewoesteweg.nl

Zedige bedenkingen over het aanbod van genade - dewoesteweg.nl

Zedige bedenkingen over het aanbod van genade - dewoesteweg.nl

SHOW MORE
SHOW LESS

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

Maar dat <strong>het</strong> echter ten volle zeker is, (zoals allang door verscheidene godgeleerden is aangewezen) dat<br />

dit niet altijd door de Heilige Schrijvers in die bepaalde betekenis gebruikt wordt, maar doorgaans en<br />

wel <strong>het</strong> allermeest voor de ganse leer en prediking <strong>van</strong> Jezus en Zijn apostelen. Dan sluit <strong>het</strong> alles in wat<br />

de mens tot zaligheid te weten, te geloven en te betrachten heeft, of de gehele leer der waarheid die naar<br />

de Godzaligheid is. Dit kan elk die maar zonder vooroordeel de Schriften <strong>van</strong> de apostelen en in <strong>het</strong><br />

bijzonder de brieven <strong>van</strong> Paulus leest, bijna op elke bladzijde vinden. Zie onder vele plaatsen: Gal. 1:6-9;<br />

2:5, 7; 2 Thess. 1:8; 2 Tim. 1:8-10.<br />

Daaruit volgt dat <strong>het</strong> vals is om uit de betekenis <strong>van</strong> dat woord te willen afleiden dat de echte prediking<br />

<strong>van</strong> <strong>het</strong> E<strong>van</strong>gelie daarin zou bestaan dat aan allen die daaronder verkeren die blijde boodschap moet<br />

gebracht worden dat Christus en Zijn heil aan hen in de beloften geschonken is. Want wat in Mark.<br />

16:15 genoemd wordt <strong>het</strong> E<strong>van</strong>gelie te prediken, wordt in Matth. 28:19 genoemd onderwijzen, of zoals<br />

onze kanttekeningen er<strong>van</strong> zeggen, discipelen te maken. Vergelijk Hand. 14:21, waar <strong>het</strong> Griekse woord<br />

zo vertaald wordt en wat opmerkelijk is, daar gebruikt Lukas die beide woorden, <strong>het</strong> E<strong>van</strong>gelie te<br />

prediken en discipelen te maken of te onderwijzen, om te verhalen wat Paulus en Barnabas te Derbe<br />

verricht hebben en wat daar<strong>van</strong> de vruchten geweest zijn. Want Lukas zegt daar: “en als zij derzelve stad<br />

<strong>het</strong> E<strong>van</strong>gelie verkondigd en veel discipelen gemaakt hadden”, enz. Hieruit ziet men dat zij geleraard<br />

hebben met de heidenen de ware God te leren kennen en hen te onderrichten aangaande hun diepe<br />

ellendestaat en aangaande de weg en wijze hoe God, met behoud <strong>van</strong> Zijn deugden, zondige mensen kan<br />

en wil zaligen. Daaruit volgt dan ook noodzakelijk dat zij Christus moeten prediken en <strong>het</strong> geloof in<br />

Hem om door Hem behouden te worden. En wanneer dat ingang vond dan was <strong>het</strong> eerst de tijd om de<br />

beloften <strong>van</strong> <strong>het</strong> E<strong>van</strong>gelie te verkondigen. Gelijk te zien is, Hand. 2:37, 38, 39, Hand. 10:34-44 en<br />

16:29-33. Deze plaatsen verdienen wel ingezien te worden om te weten, hoe en tot wie zij <strong>het</strong> E<strong>van</strong>gelie<br />

(in de nauwste zin genomen) gepredikt hebben.<br />

En daaruit volgt dat zij die meer direct of meer ingewikkeld de prediking <strong>van</strong> de wet (om de mens te<br />

brengen tot een rechte kennis <strong>van</strong> zijn ellendestaat) verzuimen of niet nodig achten en dat onder <strong>het</strong><br />

schoonschijnend voorwendsel <strong>van</strong> <strong>het</strong> E<strong>van</strong>gelie te prediken, niet vrijgepleit worden <strong>van</strong> zich aan groot<br />

plichtsverzuim schuldig te maken. En daardoor geven zij aa<strong>nl</strong>eiding dat velen met een ingebeeld<br />

deelgenootschap aan Jezus verdiensten ongelukkig verloren gaan. Deze beide stukken moeten wij een<br />

weinig nader ophelderen.<br />

Groot plichtsverzuim<br />

Zulke E<strong>van</strong>geliepredikers kunnen niet vrijgepleit worden <strong>van</strong> zich aan groot plichtsverzuim schuldig te<br />

maken. Want <strong>het</strong> is toch tot geen ander einde, dat God aan gevallen mensen Zijn wet die ook mede een<br />

wet <strong>van</strong> <strong>het</strong> werkverbond is, laat bekendmaken, ja Zelf in Zijn Woord bekend maakt, dan om de mens te<br />

brengen tot kennis <strong>van</strong> zijn diepe ellendestaat en om hem tegelijk alle gedachten te benemen <strong>van</strong> enige<br />

eigen waardigheid of gerechtigheid. Want uit de wet is de kennis der zonde, volgens Rom. 3:20, 7:7. De<br />

wet spreekt de vloek uit <strong>over</strong> de zondaar, Rom. 3:19, Gal. 3:10. De wet is een tuchtmeester tot Christus,<br />

Die er <strong>het</strong> einde <strong>van</strong> is, volgens Gal. 3:24 en Rom. 10:4. Hieruit volgt dat zij die zich daar<strong>van</strong> onttrekken<br />

om <strong>het</strong> de mensen bekend te maken, geheel afwijken <strong>van</strong> <strong>het</strong> grote oogmerk waartoe God aan de<br />

gevallen mens Zijn wet bekend maakt.<br />

Daarenboven hoe zal de mens er toe gebracht worden om Christus te kennen in Zijn noodzakelijkheid<br />

en dierbaarheid zo hij er niet door de prediking <strong>van</strong> de wet toe gebracht wordt? Ik meen grond te<br />

hebben om te zeggen dat zij die dit verzuimen veeleer de eigen aard <strong>van</strong> <strong>het</strong> E<strong>van</strong>gelie bedekken en<br />

toesluiten, wat toch is Christus als <strong>het</strong> einde <strong>van</strong> de wet bekend te maken aan de mens. Die door een<br />

recht inzien in de wet zijn diepe ellendestaat heeft leren kennen, daardoor <strong>van</strong> alle gedachten <strong>van</strong> eigen<br />

waardigheid is afgebracht, en tot die heilige wanhoop gebracht is, dat hij <strong>het</strong> bij zichzelf en bij alles wat<br />

er buiten Jezus is, voor eeuwig hopeloos moet opgeven. Zoals <strong>het</strong> zich zo toedroeg met de mannen op<br />

<strong>het</strong> Pinksterfeest, die verslagen werden in <strong>het</strong> hart en dus in verlegenheid uitriepen wat zullen wij doen<br />

mannenbroeders? En met de stokbewaarder die zeer bevende werd en uitriep lieve heren! Wat moet ik<br />

doen opdat ik zalig worde? Hand. 2:37; 16:29,30.<br />

En zal de Heilige Geest de mens <strong>over</strong>tuigen <strong>van</strong> zonden, gerechtigheid en oordeel, <strong>het</strong> geschiedt op geen<br />

andere wijze dan dat Hij door Zijn verlichting de mens doet inzien in de spiegel <strong>van</strong> Gods Wet om zijn<br />

ten enenmale ellendige en rampzalige beeld daaruit te leren kennen. Dan komt eige<strong>nl</strong>ijk <strong>het</strong> E<strong>van</strong>gelie<br />

24

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!