05.09.2013 Views

Help, ik ben een ambtsdrager! (Ambtsdragerscursus CGK Haarlem)

Help, ik ben een ambtsdrager! (Ambtsdragerscursus CGK Haarlem)

Help, ik ben een ambtsdrager! (Ambtsdragerscursus CGK Haarlem)

SHOW MORE
SHOW LESS

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

-1-<br />

1. NIEUWTESTAMENTISCHE GEGEVENS IN VERBAND MET DE<br />

DIAKEN<br />

1.1 Het woord 'diaken' in het Nieuwe Testament<br />

Het woord 'diaken' is afgeleid van het Griekse woord<br />

diakonein, wat in de eerste plaats betekent: aan tafel<br />

bedienen. In die betekenis wordt het bijvoorbeeld van Martha<br />

gezegd in Luc.10:40. Vervolgens heeft dit werkwoord <strong>een</strong> veel<br />

bredere betekenis en is dan uitdrukking voor 'dienstbaar zijn',<br />

<strong>een</strong> dienst verrichten aan anderen. Dienen als liefdedaad<br />

jegens de naaste. Deze diakonia, dienst, is kenmerkend voor<br />

<strong>een</strong> discipel van Jezus, en Jezus' eigen dienst tot in de dood is<br />

de basis en het voorbeeld voor de dienst van zijn discipelen.<br />

Het woord diakonia wordt gebru<strong>ik</strong>t voor allerlei soorten van<br />

dienstbetoon, maar het wordt ook specifiek gebru<strong>ik</strong>t voor<br />

ambtelijke arbeid. Het apostelambt heet bv. <strong>een</strong> dienst<br />

(Rom.11:13, 2 Kor.4:1), en ook het ambt van evangelist (2<br />

Tim.4:5). Heel in het bijzonder heet het bij<strong>een</strong>brengen van<br />

gelden voor de heiligen in Jeruzalem <strong>een</strong> dienst (2 Kor. 8:4,<br />

9:1,12).<br />

Slechts op twee plaatsen komen we in het NT diakonia tegen<br />

als aanduiding van het ambt van diaken. Allereerst in Fil.1:1<br />

waar de diakenen naast en op één lijn met de opzieners<br />

worden genoemd. Vervolgens in 1 Tim.3:8 en 12 waar de<br />

vereisten voor <strong>een</strong> diaken worden opgesomd. Over het<br />

ontstaan van het ambt van diaken licht het NT ons niet duidelijk<br />

in. Soms wordt hiervoor verwezen naar de verkiezing van<br />

de zeven mannen in Hand.6:1-6, maar waarschijnlijker is dat<br />

we hier te maken heb<strong>ben</strong> met de instelling van het ambt van<br />

de oudsten, die waarschijnlijk aanvankelijk ook de dienst der<br />

barmhartigheid in de kerken heb<strong>ben</strong> behartigd. Wij weten niet<br />

hoe het diakonale ambt nog weer van dat van de oudsten is<br />

afgesplitst. Duidelijk is wel dat het ambt dat in Hand.6<br />

ingesteld werd mede de diakonale taak omvatte, en dat die<br />

diakonale taak dus al heel vroeg in de kerk <strong>een</strong> plaats heeft<br />

gehad.<br />

In 1 Tim.3:8-13 somt Paulus de voorwaarden op waaraan <strong>een</strong><br />

diaken moet voldoen. Opvallend is het verschil met de<br />

vereisten voor het opzienersambt. We vinden hier de<br />

voorwaarde om niet met twee tongen te spreken en om het<br />

geheimenis van het geloof te bewaren in <strong>een</strong> rein geweten.<br />

Diakenen moeten in hun zorg voor de mensen niet met twee<br />

monden spreken maar waarachtig zijn. Uit het zo naast elkaar<br />

noemen van oudsten en diakenen blijkt dat Paulus het

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!