05.09.2013 Views

Ingestorte Idealen – Duurzame dragers voor particulier ... - PlanDag

Ingestorte Idealen – Duurzame dragers voor particulier ... - PlanDag

Ingestorte Idealen – Duurzame dragers voor particulier ... - PlanDag

SHOW MORE
SHOW LESS

Create successful ePaper yourself

Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.

Waarden in ontwikkeling<br />

Het denken over de stad is nooit eenduidig geweest. Maar de liefde <strong>voor</strong> de stad met haar urban fabric<br />

zoals deze door Jane Jacobs en haar opvolgers tot op de dag van vandaag ervaren wordt is relatief<br />

jong. Eeuwenlang werd de stad <strong>voor</strong>al gezien als plek van verderf, armoede en onveiligheid. Met de<br />

industriële revolutie in de 19 e eeuw groeiden de steden razendsnel. Veel werk verplaatste zich van het<br />

platteland naar de fabrieken en havens, de groeiende behoefte aan betaalbare arbeiderswoningen werd<br />

aanvankelijk <strong>voor</strong>al door <strong>particulier</strong>e bouwers (revolutiebouw) opgepakt. Door de combinatie van de<br />

enorme woningnood en de beperkte financiele draagkracht van arbeiders zijn de omstandigheden<br />

waarin geleefd wordt schrijnend. SDAP-kamerlid Schaper noemde in een discussie ‘...een geval in<br />

Groningen, dat ik zelf opgemerkt heb, waar twee à drie gezinnen woonden in één kamer. Het komt<br />

soms <strong>voor</strong> dat er (...) eenvoudig een krijtstreep wordt getrokken waarbinnen dan ieder gezin zijn<br />

privaatterrein heeft.’ (De Vreeze 2001)<br />

Het zijn de artsen die zich beginnen te realiseren dat er een verband bestaat tussen de vele epidemiën<br />

die in de volksbuurten ontstaan en de omstandigheden waarin geleefd wordt. In 1855 rapporteert het<br />

Koninklijk Instituut van Ingenieurs aan koning Willem III: ‘De woning van den werkman is niet<br />

zelden eene plaats van schrik <strong>voor</strong> den meer beschaafde, waar de onreinheid soms ten top stijgt, de<br />

dampkring verpest is door alles wat er opeengestapeld en verrigt wordt, waar de zedeloosheid hare<br />

wieg en bakermat vindt, en waar brandpunten ontstaan van ziekten, wier invloed zich wijd rondom<br />

zich verspreidt, om alle standen aan te tasten en den gesel der verwoesting te doen rondgaan tot in de<br />

huizen der meer beschaafden.’ (eene Commissie uit het Koninklijk Instituut van Ingenieurs 1855). Een<br />

wets<strong>voor</strong>stel dat het gemeentebestuur de mogelijkheid geeft woningverbetering te verplichten<br />

bij huiseigenaren wordt echter verworpen. Het is pas een halve eeuw later dat de ministers Goeman<br />

Borgesius, Pierson en Cort van der Linden het wetsontwerp <strong>voor</strong> de Woningwet indienen die op 1<br />

augustus 1902 in werking zal treden. (De Vreeze 2001)<br />

Deze uit nood geboren woningwet, bestaande uit 10 paragrafen en 54 artikelen, maakte <strong>voor</strong> het eerst<br />

overheidsbemoeienis op het gebied van volkshuisvesting mogelijk. Het verplichtte iedere gemeente<br />

met meer dan 20.000 inwoners uitbreidingsplannen te maken en bouw<strong>voor</strong>schriften vast te leggen en<br />

legde daarmee de basis <strong>voor</strong> een lange traditie van planners, <strong>voor</strong> de stedenbouw als discipline en <strong>voor</strong><br />

subsidie op de bouw en huur van arbeiderswoningen. Met de wet werd beoogd de levenswijze van de<br />

arbeidersklasse op alle fronten te verbeteren. ‘Er zijn helaas vele huisvaders, die een groot deel van<br />

hun weekgeld buitenshuis zoek maken.Ongerijmd zou het zijn te willen beweren, dat dit niet meer zal<br />

<strong>voor</strong>komen, indien slechts <strong>voor</strong> betere woningen wordt gezorgd maar even ongerijmd zou het zijn te<br />

willen volhouden, dat uithuizigheid niet door slechte huisvesting wordt bevorderd, dat gemis van een<br />

gezelligen huiselijken haard den man nooit naar de kroeg jaagt.’ (Memorie van Toelichting bij de<br />

Woningwet, 1901).<br />

Men streefde er naar om het model van de volksbuurten om te keren van een ‘open gezin’ (met weinig<br />

samenhang) in een ‘gesloten samenleving’ (wie <strong>voor</strong> een dubbeltje geboren werd, werd nooit een<br />

kwartje) naar dat van een meer ‘gesloten gezin in een open samenleving’. Woningen met voldoende<br />

ruimte en huiselijkheid om een gezinsleven te ontwikkelen, goed onderwijs en een open stedenbouw<br />

moesten daaraan bijdragen.

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!