16.09.2013 Views

Poppe_Paper-ShanaPoppe.pdf - PlanDag

Poppe_Paper-ShanaPoppe.pdf - PlanDag

Poppe_Paper-ShanaPoppe.pdf - PlanDag

SHOW MORE
SHOW LESS

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

Departement Ontwerpwetenschappen<br />

Mutsaardstraat 31 - 2000 Antwerpen<br />

MEER MET MINDER...<br />

Space sharing: een nieuwe strategie of eendagsvlieg?<br />

Het ‘traditionele gezin’ vormt niet meer het meest dominante samenlevingsmodel, maar maakt plaats<br />

voor een veelvoud aan gezinstypes met een veelvoud aan levenswijzen en –stijlen. Hierdoor zijn ook de<br />

woonbehoeftes heel flexibel geworden. Veel mensen willen op een andere manier samenleven of<br />

samenhuizen.<br />

<strong>Paper</strong> van de opleiding<br />

‘Master in de Stedenbouw en Ruimtelijke Planning’<br />

Ingediend door<br />

Shana <strong>Poppe</strong><br />

shana.poppe@student.artesis.be<br />

Begeleider: Prof. Dr. Ir. Arch. Tom Coppens


INHOUD<br />

Space sharing: een nieuwe strategie of eendagsvlieg I 01<br />

Inhoud ..............................................................................................................................01<br />

Abstract.............................................................................................................................02<br />

§1. Wooncultuur van de 21 ste eeuw ...............................................................................03<br />

1.1 Ruimtelijk Structuurplan Vlaanderen ............................................................03<br />

1.2 Stijging van de vastgoedprijzen .................................................................... 03<br />

1.3 Demografische ontwikkelingen .....................................................................04<br />

§2. Delen als antwoord ...................................................................................................05<br />

2.1 Samen zijn we goedkoper ..............................................................................05<br />

2.2 Space sharing ................................................................................................ 05<br />

2.3 Cohousing ......................................................................................................06<br />

2.4 Toegevoegde waarde .....................................................................................06<br />

§3. Cohousing Vinderhoute ...........................................................................................08<br />

3.1 Initiatiefneming .............................................................................................08<br />

3.2 Het ontwerp ...................................................................................................08<br />

3.3 Financiering ...................................................................................................10<br />

3.4 Gemeenschapsvorming ................................................................................. 11<br />

3.5 Motivatie ....................................................................................................... 12<br />

3.6 Gezamenlijke activiteiten ..............................................................................12<br />

3.7 Navolging ......................................................................................................12<br />

§4. De andere kant van de medaille ..............................................................................14<br />

4.1 Local Spaces of Resistance ............................................................................14<br />

4.2 The Tragedy of The Commons .......................................................................15<br />

4.3 The Logic of Collective Action ......................................................................16<br />

§5. Slotsom: een nieuwe strategie of eendagsvlieg .......................................................17<br />

Bibliografie ......................................................................................................................18


Space sharing: een nieuwe strategie of eendagsvlieg I 02<br />

ABSTRACT - Samen zijn we goedkoper. Naast autodelen en coworking wordt ook<br />

cohousing steeds populairder. Volgens trendwatcher TOM PALMAERTS vindt er een<br />

evolutie plaats van eigendom naar gebruik. Het ultieme delen is terug te vinden in het<br />

grootste cohousing project van Vlaanderen, meer bepaald in Vinderhoute. Hier leven 17<br />

gezinnen samen met elk hun eigen huis, maar in een gemeenschappelijk paviljoen doen<br />

ze zoveel mogelijk samen: eten, wassen en werken. Nochtans is delen volgens<br />

wetenschappers zoals GARRETT HARDIN, ‘The Tragedy of the Commons’, en MANCUR<br />

OLSON, ‘The Logic of Collective Action’, per definitie tot mislukking gedoemd. Deze<br />

paper tracht na te gaan of deze nieuwe vorm van delen levensvatbaar is of slechts een kort<br />

leven is beschoren.<br />

STELLINGNAME - Het ‘traditionele gezin’ vormt niet meer het meest dominante<br />

samenlevingsmodel, maar maakt plaats voor een veelvoud aan gezinstypes met een<br />

veelvoud aan levenswijzen en –stijlen. Hierdoor zijn ook de woonbehoeftes heel flexibel<br />

geworden. Veel mensen willen op een andere manier samenleven of samenhuizen.


§1. WOONCULTUUR VAN DE 21 STE EEUW<br />

De laatste decennia hebben zich een aantal opvallende wijzigingen voorgedaan met<br />

betrekking tot de Vlaamse wooncultuur. Onder invloed van volgende aspecten, vond een<br />

evolutie plaats in onze woonbehoeftes<br />

1.1. Ruimtelijk Structuurplan Vlaanderen<br />

Vooreerst is er het Ruimtelijk Structuurplan Vlaanderen. Deze beleidsnota is sinds 1997<br />

van kracht en legt met haar slagzin ‘Vlaanderen open en stedelijk’ een wetenschappelijk<br />

onderbouwde visie neer over de wijze waarop we in Vlaanderen met onze schaarse<br />

ruimte moeten omspringen. 1 Deze strategie vormt een reactie op de vrijstaande woningen<br />

en wildgroei aan verkavelingen en lintbebouwing die het huidige Vlaamse landschap<br />

kenmerken. Met de uitbouw van de welvaartsstaat in de 20 ste eeuw werd het eigen huis<br />

met tuin, buiten de stadscentra, het algemeen nagestreefde en ook bereikbare woonideaal<br />

van de meeste Vlamingen. Dit typisch Vlaamse woonmodel is vandaag de dag niet langer<br />

haalbaar, noch wenselijk. Er is een toenemende maatschappelijke weerstand tegen een<br />

verder uitdijende voetafdruk van de stad, die in strijd is met duurzaamheid en met de<br />

noodzaak om het resterende landschap zoveel mogelijk intact te houden. Men streeft naar<br />

kernversterking, naar het spaarzaam omspringen met woonuitbreidingsgebieden en naar<br />

een redelijk gemiddelde woondichtheid. De woningmarkt reageert op dit alles in de eerste<br />

plaats met een nieuwe standaardproductie. Sinds kort klimt het aandeel<br />

appartementsbouw op de nieuwbouwmarkt tot gelijke hoogte met de<br />

eengezinswoningbouw. Deze appartementsbouw scoort echter ondermaats, zowel op<br />

ruimtelijk vlak als op het vlak van woonkwaliteit. Daarbij verschrompelen de individuele<br />

percelen tot minuscule lapjes grond en wordt het openbaar domein zoveel mogelijk<br />

beperkt tot ontsluitingswegen. 2<br />

1.2. Stijging van de vastgoedprijzen<br />

Space sharing: een nieuwe strategie of eendagsvlieg I 03<br />

Daarnaast is wonen duur en lijkt het alsmaar duurder te worden. Dit geldt zowel voor<br />

potentiële kopers als huurders. De vraag naar bijkomende woningen stijgt jaarlijks terwijl<br />

de nieuwbouwproductie daalt. De schaarste op de woonmarkten neemt toe en dit weegt<br />

door op de woonprijzen. Zo zijn de prijzen van de goedkoopste woningen sinds 2005 met<br />

meer dan 50 procent gestegen. 3 Door de hoge vastgoedprijzen wordt het klassieke huisjetuintje-boompje<br />

voor heel wat mensen onrealistisch. Er zit niets anders op dan<br />

alternatieven te bedenken die bij voorkeur de kosten doen dalen.<br />

1<br />

Gecoördineerde versie Ruimtelijk Structuurplan Vlaanderen, Vlaamse Overheid, 2011,<br />

www2.vlaanderen.be/ruimtelijk/docs/rsv2011/RSV2011.<strong>pdf</strong>, 183 p.<br />

2<br />

K. VAN HERCK en B. DE MEULDER, Wonen in Meervoud, groepswoningbouw in Vlaanderen 2000-2010,<br />

Amsterdam, SUN, 2009, 14-15 p.<br />

3<br />

J. ALBRECHT, en R. VAN HOOFSTA, ‘Huisvesting in tijden van schaarste. Naar een renovatie van het<br />

woonbeleid’, Itinera Institute, 2011, 156 p.


1.3. Demografische ontwikkelingen<br />

Space sharing: een nieuwe strategie of eendagsvlieg I 04<br />

Daarnaast is het conventionele 20 ste eeuwse verkavelingsmodel niet langer het enige<br />

vruchtbare antwoord op de woonwensen van de Vlamingen. Onze samenleving is<br />

voortdurend in verandering, ook wat betreft samenlevingsvormen. Sinds de jaren ’60 is<br />

de demografische samenstelling van de maatschappij sterk gewijzigd. Ondanks het<br />

afnemende geboortecijfer is de vraag naar woningen niet gedaald. Vlaanderen telt 13<br />

procent alleenwonende mannen en 15 procent alleenwonende vrouwen. 4 Volgens het<br />

Nationaal Instituut voor de Statistiek (NIS) zijn er drie echtscheidingen per vier<br />

huwelijken. 5 Daarbij bestaan in Vlaanderen 203.156 huishoudens uit een moeder met<br />

kinderen, dat is 12 procent van het totaal aantal huishoudens. 6 Het ‘traditionele gezin’<br />

vormt niet meer het meest dominante samenlevingsmodel, maar maakt plaats voor een<br />

veelvoud aan gezinstypes met een veelvoud aan levenswijzen en –stijlen. Hierdoor zijn<br />

ook de woonbehoeftes heel flexibel geworden. Veel mensen willen op een andere manier<br />

samenleven of samenhuizen.<br />

Ten gevolge van deze gediversifieerde wooncultuur staan voor de komende jaren<br />

belangrijke uitdagingen op de agenda. Namelijk het realiseren van een woningaanbod dat<br />

een kwalitatief alternatief biedt voor de individuele gezinswoning met tuin, tegemoet<br />

komt aan de toenemende diversiteit aan levenswijzen en inspeelt op de hedendaagse<br />

uitdagingen zoals duurzame ontwikkeling of betaalbaarheid.<br />

4<br />

FOD Economie, Algemene Directie Statistiek en Economische Informatie,<br />

www.statbel.fgov.be/figures /d24_nl.asp.<br />

5<br />

FOD Economie, Algemene Directie Statistiek en Economische Informatie, Nieuwsflits 40, 12 juni 2003,<br />

www.statbel.fgov.be/press/fl040_nl.asp.<br />

6<br />

FOD Economie, Algemene Directie Statistiek en Economische Informatie,<br />

www.statbel.fgov.be/figures/d24_nl.asp.


§2. DELEN ALS ANTWOORD<br />

2.1. Samen zijn we goedkoper<br />

Volgens trendwatcher TOM PALMAERTS 7 vindt er een evolutie plaats van eigendom naar<br />

gebruik. Autodelen is een goed voorbeeld van de opkomst van delen. Vlaanderen telt<br />

ongeveer een 5.500 autodelers. Dat zijn er 1000 meer dan vorig jaar. Ook couchsurfen is<br />

internationaal al enkele jaren een trend onder vaak jonge reizigers die op zoek zijn naar<br />

een goedkoop alternatief voor een hotelkamer. Wereldwijd delen 4 miljoen avonturiers<br />

elkaars zetel. Op de couchsurfing website zijn om en bij de 60.000 Vlamingen<br />

ingeschreven. 8<br />

2.2. Space sharing<br />

Space sharing: een nieuwe strategie of eendagsvlieg I 05<br />

Naast autodelen en couchsurfing wint ook het delen van ruimte of space sharing aan<br />

belang. Pas afgestudeerden delen steeds vaker een huis zoals ze dat op kot deden. Het<br />

Onderzoeks- en Informatiecentrum van de Verbruikersorganisaties (OIVO) heeft in 2010<br />

een peiling uitgevoerd over alle vormen van gemeenschappelijk wonen in België. Hierbij<br />

had 12 procent van de ondervraagden ervaring met huisdelen: 4 procent nu, 8 procent<br />

vroeger. Daarvan stond 72 procent, of 931.400 mensen, er positief tegenover. 9<br />

Er zijn verschillende vormen van ruimte delen. Het kan gaan om gedeelde woningen,<br />

kangoeroewonen, cohousing, leefgemeenschappen of woonwerkgemeenschappen. Allen<br />

vallen ze onder het begrip ‘gemeenschappelijk wonen’. Men kan gemeenschappelijk<br />

wonen opdelen in woongemeenschappen onder één dak en woongemeenschappen die<br />

bestaan uit autonome privéwoonruimtes, aangevuld met gemeenschappelijke ruimtes. 10 In<br />

de eerste groep gaat het om privékamers in een grotere woonst, met een grotere of minder<br />

grote mate van gemeenschappelijkheid. De studentenwoning en het gemeenschapshuis<br />

vallen hieronder, maar ook de leefgemeenschappen zoals communes en kloosters waar<br />

men meer samen doet dan in een gemeenschapshuis. In de tweede groep, namelijk<br />

autonome privéwoonsten met gemeenschappelijke delen, wordt het onderscheid gemaakt<br />

tussen centraal wonen 11 en cohousing.<br />

7 Trendwatcher en partner bij Trendwolves.<br />

8 Reportage Koppen, Hebben is out, delen is in, 2012, te raadplegen op www.deredactie.be.<br />

9 Voorstel van decreet (M. VOGELS, E. MEULEMAN) houdende wijziging van het decreet van 15 juli 1997<br />

houdende de Vlaamse Wooncode, dat het ondersteunen van projecten van gemeenschappelijk wonen<br />

betreft, Parl.St. Vl. Parl. 2011-12, nr. 121/2, 8 p.<br />

10 Voorstel van decreet (M. VOGELS, E. MEULEMAN) houdende wijziging van het decreet van 15 juli 1997<br />

houdende de Vlaamse Wooncode, wat het ondersteunen van projecten van gemeenschappelijk wonen<br />

betreft, Parl.St. Vl. Parl. 2011-12, nr. 121/2, 4 p.<br />

11 Bij deze woonvorm heeft elke bewoner een eigen unit met woonkamer, keuken, badkamer en slaapkamer.<br />

Daarnaast zijn op de site een aantal voorzieningen zoals bewonerscafé, werkplaats, gastenkamers e.d.<br />

georganiseerd. Zelden is er een keuken en eetzaal voor de volledige gemeenschap.


2.3. Cohousing<br />

De focus van deze paper ligt voornamelijk bij de tweede groep, namelijk cohousing. Dit<br />

is een vorm van gemeenschappelijk wonen waarbij verschillende gezinnen over een eigen<br />

privéwoning beschikken, en dus hun privacy behouden. Daarnaast is er ook een<br />

gemeenschappelijk paviljoen, of common house, waar bewoners samen activiteiten<br />

kunnen organiseren. De redenen voor cohousing kunnen heel divers zijn: om langer<br />

zelfstandig thuis te kunnen blijven, om eenzaamheid tegen te gaan of voor extra steun of<br />

hulp. Ook betaalbaarheid van wonen kan een belangrijke drijfveer zijn. Uit de European<br />

Union Statistics on Income and Living Conditions (EU-SILC) blijkt dat het<br />

armoederisico bij alleenstaanden, alleenstaande ouders, ouderen en vrouwen hoger ligt.<br />

Voor alleenstaande ouders bedraagt het armoederisico 31 procent wat betekent dat 31<br />

procent van de alleenstaanden in een huishouden woont waar het beschikbare inkomen<br />

beneden de 9270 euro ligt. 12<br />

2.4. Toegevoegde waarde<br />

Space sharing: een nieuwe strategie of eendagsvlieg I 06<br />

Wie het thema van naderbij bekijkt, merkt meteen dat woongemeenschappen een<br />

meerwaarde bieden. Niet enkel voor de bewoners, maar ook op een breed<br />

maatschappelijk vlak. Wonen in meervoud is méér dan de loutere vermenigvuldiging van<br />

woningen. Door de doordachte groepering van woningen, de goede architectuur, de met<br />

zorg vormgegeven semipublieke en publieke ruimte, de wijze van inpassing en door het<br />

aanwenden van schaalvoordelen komen andere kwaliteiten binnen bereik.<br />

De meerwaarde van cohousing is op verschillende vlakken gesitueerd. Zo ontstaat er in<br />

de eerste plaats een voordeel door het gemeenschappelijk gebruik van ruimtes. Daarnaast<br />

worden luxe artikelen betaalbaar door de spreiding van de kostprijs. Op die manier kan<br />

iedereen over een redelijk comfort beschikken.<br />

Ook op sociaal niveau biedt het concept een grote meerwaarde. Samenhorigheid,<br />

gezelschap, steun, opvang, hulp en een groter veiligheidsgevoel behoren tot de essentie<br />

van het project. Gemeenschappelijk wonen creëert een omgeving waar spontane<br />

uitwisseling van kennis, vaardigheden en expertise kan ontstaan. Zodoende biedt<br />

cohousing een antwoord op de toenemende individualisering van onze samenleving. Er is<br />

de cohesie van het buurtleven, de integratie in de wijk, de sociale mix en de integratie en<br />

ondersteuning van senioren en zorgbehoevenden. Dit soort meerwaarde wordt ook wel<br />

omschreven als ‘sociaal kapitaal’.<br />

12 FOD Economie, Algemene Directie Statistiek en Economische Informatie,<br />

De inkomens en levensomstandigheden van Belgische huishoudens, Resultaten van de SILC-enquête,<br />

www.statbel.fgov.be/press/pr084_nl.asp.


Space sharing: een nieuwe strategie of eendagsvlieg I 07<br />

ROBERT PUTNAM 13 verwijst met het begrip naar de aanwezigheid van normen van<br />

wederkerigheid, een sterke mate van veralgemeend vertrouwen, en de aanwezigheid van<br />

netwerken van maatschappelijk engagement. 14<br />

Bovendien is eveneens de ecologische meerwaarde niet te onderschatten. Men kan bij de<br />

realisatie van het project kiezen voor duurzaam materiaalgebruik en milieuvriendelijke<br />

kringlopen van water en energie. De toegang tot gedeelde ruimtes kan de vraag naar<br />

grotere individuele woningen verlagen. Ook het niet afscheiden van de tuinen zorgt voor<br />

een efficiënter gebruik van de beschikbare ruimte. Parkeren gebeurt collectief, waar bij<br />

het klassieke wonen aan elke woning een eigen oprit nodig is. Een tweede ecologische<br />

meerwaarde ontstaat als een synergetisch voordeel bij het samenleven binnen het project.<br />

Zo kan men eenvoudig autodelen en kan men een efficiënt afvalbeheersysteem<br />

uitwerken: composteren, selecteren en hergebruiken. 15<br />

13<br />

Amerikaans politicoloog (1941).<br />

14<br />

H. COFFÉ en J. VANDEWEYER, ‘Sociaal Kapitaal en praktijkkeuze’, Vrije Universiteit Brussel Vakgroep<br />

Sociologie, 2002, 2 p.<br />

15<br />

Voorstel van decreet (M. VOGELS, E. MEULEMAN) houdende wijziging van het decreet van 15 juli 1997<br />

houdende de Vlaamse Wooncode, wat het ondersteunen van projecten van gemeenschappelijk wonen<br />

betreft, Parl.St. Vl. Parl. 2011-12, nr. 121/2, 5 p.


§3. COHOUSING VINDERHOUTE<br />

“Het voordeel is dat je nooit alleen bent. En het nadeel is dat je nooit alleen bent.”<br />

Lene Kemps 16<br />

Het ultieme delen vinden we terug in het cohousing project te Vinderhoute nabij Gent.<br />

Hier namen 17 enthousiaste gezinnen collectief het initiatief een cohousing project op te<br />

richten. Ze vormen daarbij de grootste groep cohousers in Vlaanderen.<br />

3.1. Initiatiefneming<br />

Opmerkelijk bij cohousing is dat alles van onderuit wordt georganiseerd. Een groep<br />

huishoudens ontwikkelt zelf het project met de bedoeling een sociale meerwaarde te<br />

creëren. Er is geen projectontwikkelaar bij het initiatief betrokken. We noemen dit het<br />

principe van zelfontwikkeling, zelfbouw met mogelijk externe begeleiding. In Nederland<br />

wordt dat collectief particulier opdrachtgeverschap (CPO) genoemd. Er is sprake van<br />

collectief particulier opdrachtgeverschap als een groep particulieren een bouwlocatie<br />

verwerft en gezamenlijk in eigen beheer met zelf gekozen partners zonder winstoogmerk<br />

een bouwproject ontwikkelt en organiseert. 17 Daar bestaat, in tegenstelling tot hier, voor<br />

dergelijke projecten al heel wat facilitatie en ondersteuning door de overheid. Ook<br />

Zweden beschikt over een soortgelijk systeem. In de Verenigde Staten is cohousing reeds<br />

ingeburgerd, hier worden projecten voorbereid en opgezet door gespecialiseerde privé<br />

projectontwikkelaars enerzijds of sociale wooncorporaties anderzijds.<br />

3.2. Het ontwerp<br />

Space sharing: een nieuwe strategie of eendagsvlieg I 08<br />

Cohousing betekent dus samen ontwerpen, bouwen en beheren. De deelnemers worden<br />

daarbij geholpen door een architect. De woongroep te Vinderhoute deed beroep op het<br />

ontwerpbureau Stramien. Dit is een multidisciplinair ontwerpbureau op het terrein van<br />

architectuur, stedenbouw, ruimtelijke planning en ontwerp van publieke ruimte. Naast de<br />

integratie van deze disciplines richt het bureau zich op duurzaam bouwen en duurzame<br />

stedenbouw.<br />

Met de bijstand van Stramien kozen de bewoners van het project te Vinderhoute samen<br />

voor het ‘passiefhuis concept’. Er werden in totaal 9 passiefhuiswoningen en 8<br />

laagenergiewoningen gerealiseerd. De zoektocht naar een geschikte architect is niet zo<br />

evident als bij particuliere woningbouw. Elk gezin moet zich tevreden stellen met de<br />

beslissing van de groep. Overigens zijn er slechts weinig ontwerpbureaus die ervaring<br />

hebben met de realisatie van dergelijke projecten.<br />

16 Hoofdredactrice Knack Weekend.<br />

17 Meer informatie over collectief particulier opdrachtgeverschap op www.particulieropdrachtgeverschap.nl.


Het volledige terrein te Vinderhoute bedraagt 1,2ha. Hierop werden 17 individuele<br />

woningen gerealiseerd waarvan de grootte varieert naargelang de behoeften en wensen<br />

van de bewoners met een gemiddelde oppervlakte van maximaal 105m 2 . Dit werd<br />

bepaald aan de hand van de standaardoppervlakte die in Denemarken 95m 2 bedraagt.<br />

Omdat de projecten in Denemarken relatief kleine individuele wooneenheden bevatten<br />

werd deze richtoppervlakte met 10 procent vermeerderd. Door een maximale gemiddelde<br />

oppervlakte te bepalen wordt de diversiteit aan woontypes gegarandeerd. De individuele<br />

woningen worden volledig uitgerust met onder andere een eigen keuken, badkamer en<br />

slaapkamer. Omdat de bewoners ervoor kiezen een aantal dingen samen te organiseren<br />

zijn de private ruimtes doorgaans kleiner. De kostprijs voor een volledig afgewerkte<br />

passiefwoning varieert tussen de 142.000 en 375.000 euro. De 17 compacte houtbouwwoningen<br />

werden L-vormig op het zuiden georiënteerd naar het voorbeeld te Trudeslund<br />

in Denemarken.<br />

Daarnaast beschikt de woongemeenschap over een gemeenschappelijk paviljoen waar de<br />

bewoners samen activiteiten organiseren, samen eten, vergaderen en nog veel meer. Het<br />

common house bevindt zich centraal tussen de woningen, op het kruispunt van de twee<br />

woonstraten. Het programma dat ondergebracht wordt in het paviljoen verschilt van<br />

project tot project. De bewoners beslissen zelf waar ze samen in willen investeren.<br />

Daarom wordt op architecturaal en organisatorisch vlak ook alles door de groep zelf<br />

besproken en ontworpen. Zo bestaat het gemeenschapshuis in Vinderhoute onder meer uit<br />

een eetruimte, keuken, speelruimte, wasruimte, berging en sanitair en op de tweede<br />

verdieping uit een gezamenlijke muziekruimte, gastenkamers, lounge en werkruimte.<br />

Voorts kozen de bewoners nog voor een gemeenschappelijke sauna, zwemvijver en<br />

tuinhuis met het nodige werkmateriaal. De oppervlakte voor gemeenschappelijk gebruik<br />

bedraagt ongeveer 15 procent van de totale vloeroppervlakte.<br />

Het ontwerp van een cohousing project is er op gericht zoveel mogelijk interactie tussen<br />

de bewoners mogelijk te maken. Zo worden alle postbussen bij elkaar geplaatst zodat<br />

spontaan een ontmoetingsplaats kan ontstaan. Ook worden de afzonderlijke<br />

wooneenheden gegroepeerd langs een gemeenschappelijke voetgangersweg of rond een<br />

gemeenschappelijk plein. Daarnaast parkeren alle bewoners aan de rand van het terrein<br />

waarbij er zo weinig mogelijk plaatsen worden voorzien om autodelen maximaal te<br />

stimuleren. Op die manier ontstaat er centraal een verkeersvrije groene ruimte. Het terrein<br />

wordt overigens niet fysiek afgesloten van de omgeving om te vermijden dat de<br />

woongemeenschap evolueert tot een gated community. 18<br />

18 Ontwerp te raadplegen op www.stramien.be.<br />

Space sharing: een nieuwe strategie of eendagsvlieg I 09


3.3. Financiering<br />

Space sharing: een nieuwe strategie of eendagsvlieg I 10<br />

Naast het vinden van een geschikte architect is ook de juridische kant van het project niet<br />

vanzelfsprekend. De huidige wetteksten en reglementeringen zeggen zo goed als niets<br />

over gemeenschappelijk wonen. 19 De initiatiefnemers van het cohousing project te<br />

Vinderhoute riepen voor de juridische begeleiding van het project de hulp in van het<br />

kantoor notaris Debyser. 20<br />

Veel projecten maken gebruik van de techniek van de rechtspersoon, maar dit hoeft niet<br />

altijd zo te zijn. Er kan eventueel ook gebruik gemaakt worden van een feitelijke<br />

vereniging, de maatschap. Dit is een samenwerkingsvorm zonder rechtspersoonlijkheid.<br />

Het voordeel hiervan is dat deze enorm flexibel is en slechts minimaal gereglementeerd.<br />

De betrokken partijen kunnen de samenwerkingsvorm dus in grote mate zelf structureren<br />

en afstemmen op de eigen noden. De maatschap zal kunnen dienen in het bouwtechnische<br />

en financiële beheer van het project. Daarnaast zullen de maten slechts aansprakelijk zijn<br />

voor hun deel in de schulden, gezien het hier gaat om een burgerlijke maatschap.<br />

Bovendien is de maatschap fiscaal transparant, waardoor ze nooit aan de vennootschaps-<br />

of rechtspersonenbelasting onderworpen is. Indien men liever gebruik maakt van de<br />

rechtspersoonlijkheid, zou men kunnen opteren voor het oprichten van een coöperatieve<br />

vennootschap (CVBA of CVOA, naargelang het aansprakelijkheidsregime). Tevens kan<br />

men in sommige gevallen ook kiezen voor de oprichting van een VZW.<br />

Daarnaast zou men ook op de gemeenrechtelijke regeling van mede-eigendom kunnen<br />

terugvallen. Wanneer het eigendomsrecht van een onroerend goed aan meerdere personen<br />

toebehoort, is het verdeeld. Elke deelnemer is hierbij eigenaar van zijn eigen kavel,<br />

woning of appartement en daarnaast mede-eigenaar van de gemeenschappelijke delen.<br />

Via de regels van de mede-eigendom zijn deze twee delen aan elkaar verbonden. Indien<br />

men overgaat tot de verkoop van het private deel, verkoopt men automatisch ook zijn<br />

aandeel in de gemeenschappelijke delen. In het geval van cohousing zal het hierbij om<br />

een gedwongen onverdeeldheid gaan. Het wettelijk kader laat hierbij in principe toe dat<br />

iedereen uit de onverdeeldheid kan treden zodra men dat wenst. Wel dient op te merken<br />

dat cohousing onder de regels van appartementsmede-eigendom zal vallen (wet van 30<br />

juni 1994). De wet bepaalt immers dat ze van toepassing is “op ieder gebouw of groep<br />

van gebouwen waarvan het eigendomsrecht tussen verschillende personen verdeeld is<br />

volgens kavels die elk een gebouwd privatief gedeelte en een aandeel in<br />

gemeenschappelijke onroerende bestanddelen bevatten.” 21<br />

19 Voorstel van decreet (M. VOGELS, E. MEULEMAN) houdende wijziging van het decreet van 15 juli 1997<br />

houdende de Vlaamse Wooncode, dat het ondersteunen van projecten van gemeenschappelijk wonen<br />

betreft, Parl.St. Vl. Parl. 2011-12, nr. 121/2, 13 p.<br />

20 J. DEBYSER is een klassieke notaris uit Ardooie die vijftien jaar geleden voor het eerst cohousers over de<br />

vloer kreeg en sindsdien talrijke projecten in heel het land juridisch heeft vormgegeven.<br />

21 Art. 577 §3 Burgerlijk Wetboek.


De wet vereist hierbij een basisakte, een reglement van mede-eigendom en een<br />

huishoudelijk reglement. Het biedt ook een wettelijk kader voor de algemene<br />

vergaderingen en de opdeling tussen gemeenschappelijke en private delen. Deze vorm<br />

leidt overigens vaak tot problemen, gezien de wet niet steeds aangepast is aan de wensen<br />

van de deelnemers. Toch bepaalt de wet dat ze niet van toepassing is indien de aard van<br />

de goederen zulks niet rechtvaardigt en alle mede-eigenaars instemmen met de<br />

afwijking. 22 Indien de regels van de appartementsmede-eigendom niet van toepassing<br />

zouden zijn, valt men terug op de klassieke mede-eigendom die een aantal belangrijke<br />

afwijkingen bevat. We merken wel op dat het stelsel van appartementsmede-eigendom<br />

behoudens tegenbewijs geacht wordt van toepassing te zijn. 23<br />

Het bouwen en wonen zelf veroorzaakt niet veel problemen op vlak van financiering.<br />

Men moet wel over voldoende kapitaalkrachtige deelnemers beschikken. Wanneer één<br />

van de bestaande bewoners uit de groep trekt, dan heeft de rest van de groep recht op<br />

voorverkoop. Koopt een buitenstaander zich in, dan moeten de anderen zich unaniem<br />

akkoord verklaren met diens komst.<br />

Bij de oprichting van het cohousing project te Vinderhoute werden vooraf enkele regels<br />

opgesteld met betrekking tot het lidmaatschap. Zo dien je als gast minstens 1 infoavond<br />

en een algemene vergadering bij te wonen. Maximum 2 maand na de infoavond kan je<br />

beslissen om kandidaat lid te worden of uit het project te stappen. Kandidaat lid word je<br />

na betaling van 50 euro per persoon. Hiervoor dien je actief deel te nemen aan 2/3 van de<br />

algemene vergaderingen. Een volwaardig lid betaalt 2.500 euro per woon unit als eerste<br />

voorafbetaling. Hij of zij moet daarbij een financiële toets doorstaan en een optie nemen<br />

op een woon unit.<br />

3.4. Gemeenschapsvorming<br />

Space sharing: een nieuwe strategie of eendagsvlieg I 11<br />

Het aantal individuele eenheden wordt minimaal bepaald op 8 en maximaal op 36 om<br />

gemeenschapsvorming mogelijk te maken. Bij grotere projecten wordt het<br />

gemeenschapsgevoel terug kleiner. 24 De bewonersgroep te Vinderhoute bestaat uit 17<br />

gezinnen met in totaal 48 individuen. Er wordt gestreefd naar een diversiteit in leeftijd,<br />

gezinstype, inkomen en er is respect en tolerantie voor de politieke, filosofische en<br />

culturele verschillen. Toch vinden we in het project voornamelijk jonge gezinnen terug.<br />

Zo zijn er in Vinderhoute 10 gezinnen met jonge kinderen (allen onder de 7 jaar), 3<br />

jongere koppels, 2 iets oudere koppels en 2 alleenstaanden. In de loop van het proces<br />

groeit er een vertrouwensrelatie tussen mensen die aanvankelijk vreemden voor elkaar<br />

waren. Om elkaars wensen te kennen voor de realisatie van de bouw, besloten de<br />

22 Art. 577 §3 Burgerlijk Wetboek.<br />

23 R. TIMMERMANS, ‘Het nieuwe appartementsrecht’, Deurne, Kluwer rechtswetenschappen, 1994, 81, nr. 70.<br />

24 Voorstel van decreet (M. VOGELS, E. MEULEMAN) houdende wijziging van het decreet van 15 juli 1997<br />

houdende de Vlaamse Wooncode, dat het ondersteunen van projecten van gemeenschappelijk wonen<br />

betreft, Parl.St. Vl. Parl. 2009, nr. 121/1, 7 p.


ewoners van het cohousing project te Vinderhoute samen een weekend naar de<br />

Ardennen te trekken.<br />

3.5. Motivatie<br />

De stimulans om aan een cohousing project deel te nemen is voor elk gezin van zeer<br />

diverse aard. Individuen kunnen uitgaan van verwachte voordelen op praktisch,<br />

persoonlijk en economisch vlak. Ze kunnen ook gedragen zijn door sociale bewogenheid<br />

en ecologisch bewustzijn. Meestal is er een combinatie van verscheidene motieven.<br />

Kinderen vinden in cohousing talrijke speelkameraden en groeien op omringd door<br />

meerdere volwassenen van wie ze veel kunnen leren. Ook de ouders zelf<br />

vertegenwoordigen niet meer het enige volwassen rolmodel voor hun kinderen in hun<br />

dagelijks leven. Ouders groeien op te midden van andere volwassenen met onder meer<br />

andere interesses, eigenaardigheden en een ander gevoel voor humor. Ook ouder worden<br />

kan perfect in een woongemeenschap. Er bestaat een sociaal weefsel waardoor mensen<br />

langer in hun eigen woning kunnen blijven. Niet enkel voor senioren, maar ook voor<br />

mindervaliden en voor alleenstaande ouders betekent een natuurlijk vangnet van de<br />

woongemeenschap een grotere zekerheid en een betere inbedding in de samenleving.<br />

3.6. Gezamenlijke activiteiten<br />

Hoewel elke individuele unit uitgerust is met een eigen keuken, is er een collectieve<br />

keuken en eetkamer voorzien in het common house. Deze ruimtes zijn beschikbaar voor<br />

gemeenschappelijke maaltijden en speciale gelegenheden zo vaak als men dit wenst.<br />

Gezamenlijke activiteiten zijn steeds vrijwillig, maar de gemeenschappelijke<br />

voorzieningen en vooral de gedeelde maaltijden vormen een verbindend aspect van het<br />

buurtleven. In de meeste projecten is er een gemiddelde bezettingsgraad van 30 tot 50<br />

procent. In het cohousing project te Vinderhoute eten de bewoners gemiddeld twee keer<br />

per week samen. Dit betekent dat elke bewoner een tot twee keer in de maand verplicht is<br />

te koken voor alle geïnteresseerden. Er kan hierbij ook een vervangtaak worden<br />

toegewezen. 25<br />

3.7. Navolging<br />

Space sharing: een nieuwe strategie of eendagsvlieg I 12<br />

Cohousing staat nog in zijn kinderschoenen, nochtans is het volgens de voorstanders de<br />

beste manier om te wonen. In Vlaanderen blijft dergelijk concept slechts beperkt tot een<br />

aantal experimenten. Wel zijn er reeds 63 projecten voor centraal wonen 26 uitgevoerd en<br />

zijn er 39 projecten in diverse stadia van ontwikkeling. In Wallonië, in Clabecq-Tubeke,<br />

is er wel reeds een cohousing project gerealiseerd. Het gaat om een vierkantshoeve met<br />

25 Informatie terug te vinden op www.cohousing.be.<br />

26 Bij deze woonvorm heeft elke bewoner een eigen unit met woonkamer, keuken, badkamer en slaapkamer.<br />

Daarnaast zijn op de site een aantal voorzieningen zoals bewonerscafé, werkplaats, gastenkamers e.d.<br />

georganiseerd. Zelden is er een keuken en eetzaal voor de volledige gemeenschap.


Space sharing: een nieuwe strategie of eendagsvlieg I 13<br />

22 wooneenheden voor 56 bewoners van 1 tot 84 jaar, waaronder 23 kinderen en 11<br />

vijftigplussers. 27 De reden voor deze snellere ontwikkeling is dat men in Wallonië op<br />

stedenbouwkundig vlak meer mogelijkheden heeft om hoeves te gebruiken in dergelijke<br />

projecten. In Vlaanderen moet een hoeve een eengezinswoning blijven, in Wallonië<br />

wordt een meergezinswoning toegelaten. Toch heerst er volgens bestuurslid LUK<br />

JONCKHEERE 28 van Samenhuizen VZW, een vrijwilligersvereniging die tot doel heeft om<br />

in ons land allerlei vormen van gemeenschappelijk wonen te promoten en te<br />

ondersteunen, een enorme vraag en potentieel in Vlaanderen. 29 In Zweden bedraagt het<br />

totaal aantal cohousing bewoners 1 op 2.000. In Nederland, waar de sociale<br />

huisvestingscoöperaties meewerken, bedraagt het totaal aantal cohousers 0,15 procent<br />

van de bevolking en in Denemarken, waar deze woonvorm al het langst bestaat, gaat het<br />

om minstens 1 procent, volgens de voorzichtigste raming. 30 Het project in Vinderhoute,<br />

vormt het eerste cohousing project in Vlaanderen. Er zullen nog projecten volgen in<br />

Mechelen, Gent en Sint-Niklaas.<br />

De beweging van gemeenschappelijk wonen kent de laatste jaren veel succes. Dit merken<br />

we aan het toenemend aantal geïnteresseerden en initiatiefgroepen. Ook in de media<br />

verschijnen regelmatig reportages over het onderwerp. Op wetgevend vlak diende de<br />

partij Groen onlangs een voorstel van decreet in dat voornamelijk een gunstig kader wil<br />

scheppen voor leningen aan cohousing projecten. 31<br />

27 Informatie te vinden op www.lagrandecense.be.<br />

28 Bestuurslid vereniging gemeenschappelijk wonen (RvB) bij samenhuizen VZW.<br />

29 Informatie te vinden op www.samenhuizen.be.<br />

30 Voorstel van decreet (M. VOGELS, E. MEULEMAN) houdende wijziging van het decreet van 15 juli 1997<br />

houdende de Vlaamse Wooncode, wat het ondersteunen van projecten van gemeenschappelijk wonen<br />

betreft, Parl.St. Vl. Parl. 2011-12, nr. 121/2, 8 p.<br />

31 Informatie terug te vinden op www.cohousingplatform.be.


§4. DE ANDERE KANT VAN DE MEDAILLE<br />

“We shape our buildings, thereafter they shape us”<br />

Frank Lloyd Wright 32<br />

Naast de problematiek van de dwingende marktlogica, meer bepaald het kapitalisme, is<br />

delen volgens wetenschappers zoals GARRETT HARDIN 33 , ‘The Tragedy of the Commons’,<br />

en MANCUR OLSON 34 , ‘The Logic of Collective Action’, per definitie tot mislukking<br />

gedoemd.<br />

4.1. Local Spaces of Resistance<br />

Space sharing: een nieuwe strategie of eendagsvlieg I 14<br />

De actuele evolutie van eigendom naar gebruik gaat in tegen het kapitalisme dat onze<br />

maatschappij sinds lange tijd kenmerkt. Bij dit politiek-economisch systeem ligt de<br />

nadruk zowel op het individu, de privé-eigendom en het winststreven of de<br />

kapitaalsaccumulatie als het marktmechanisme en de ondernemingsgewijze productie. 35<br />

De huidige trend waarbij men een bepaald goed niet meer hoeft te hebben, maar het ook<br />

kan delen staat haaks op dit systeem. Het kapitalisme is er op gericht alles te verhandelen<br />

wat men oorspronkelijk deelde. Meer en meer worden diensten, goederen en denkbeelden<br />

te koop aangeboden. Ze worden met andere woorden een commodity of koopwaar.<br />

De antikapitalist KARL MARX 36 introduceerde in dit kader het begrip commodification,<br />

een proces waarbij steeds meer aspecten van het menselijk handelen en de resultaten<br />

daarvan worden uitgedrukt in geldwaarde in plaats van intrinsieke of inherente waarde. 37<br />

Daarenboven is deze marktlogica zo dwingend dat men er praktisch niet aan kan<br />

ontsnappen. Ook bij space sharing of het delen van ruimte speelt dit een rol. “Deze vorm<br />

van wonen overstijgt het individuele bouwinitiatief dat de Vlaming decennia lang heeft<br />

gekenmerkt. Ieder van ons realiseert nog steeds graag zijn eigen individuele woning op<br />

maat.” 38 De vraag is of de Vlaming weerstand zal kunnen bieden aan deze dominante<br />

marktlogica.<br />

Uit het eerder beschreven onderzoek van OIVO is gebleken dat cohousing projecten goed<br />

liggen bij de brede publieke opinie. Ook LUK JONCKHEERE 39 bevestigde de enorme vraag<br />

naar gemeenschappelijk wonen in Vlaanderen.<br />

32<br />

Amerikaans architect en schrijver over architectuur (1867-1959).<br />

33<br />

Amerikaans ecoloog (1915-2003).<br />

34<br />

Amerikaans econoom (1932-1998).<br />

35<br />

Inleiding tot het marxisme, www.ernestmandel.org/nl/werken/txt/1980/inleidingmarxisme/5.htm.<br />

36<br />

Duitse denker die belangrijke invloed heeft gehad op de (politieke) filosofie, de economie, de sociologie en<br />

de historiografie (1818-1883).<br />

37<br />

Commodification, http://mediatedche.wordpress.com/begrippenlijst.<br />

38<br />

P. SWINNEN ,Vlaams Bouwmeester (1972).<br />

39<br />

Bestuurslid vereniging gemeenschappelijk wonen (RvB) bij samenhuizen VZW.


Daarnaast kunnen we concluderen dat de traditionele woonvorm niet langer haalbaar,<br />

noch wenselijk is. Vroeg of laat zullen we moeten overstappen op alternatieven.<br />

Cohousing komt daarvoor in aanmerking. “We shape our buildings, thereafter they shape<br />

us” zei FRANK LLOYD WRIGHT. 40 Geef ons ruimtes waarin we kunnen samenwonen, en<br />

in ons hoofd komt wel plaats voor het concept.<br />

4.2. The Tragedy of the Commons<br />

Space sharing: een nieuwe strategie of eendagsvlieg I 15<br />

De theorie omtrent ‘The Tragedy of the Commons’ handelt over een sociaal dilemma,<br />

meer bepaald over de spanning tussen de belangen van een individu, het zogenaamde<br />

eigen belang, en deze van een groep individuen in een situatie waarin men samen gebruik<br />

maakt van een gemeenschappelijk goed. Veelal wegen de privévoordelen op korte termijn<br />

zwaarder door dan de collectieve voordelen op lange termijn. Volgens GARETT HARDIN 41<br />

is dit alleen te bestrijden door een zeer strikte regulering. 42<br />

De vraag is hoe cohousers ontkomen aan dergelijk dilemma. Cohousing klinkt idyllisch,<br />

maar in de praktijk is het dat niet altijd. De diversiteit binnen de gemeenschap is enorm<br />

en dit geeft meermaals aanleiding tot discussie. Er werd reeds aangehaald dat men enkel<br />

door het opstellen van concrete regels kan ontsnappen aan de problematiek die ontstaat<br />

bij het gebruik van collectieve goederen. Tenslotte staan tussen droom en daad veel en<br />

goede afspraken.<br />

Transparantie en volledige informatie maken integraal deel uit van een cohousing project.<br />

De woongemeenschap heeft geen leider. Elk lid heeft een evenwaardige toegang tot<br />

informatie en draagt een even grote verantwoordelijkheid voor de genomen beslissingen.<br />

Om dit te realiseren steunen cohousing projecten daarom op een vergader- en<br />

consensusstructuur. Dit houdt in dat er net zo lang wordt onderhandeld over<br />

geschilpunten totdat er een formule is gevonden die voor elke deelnemer aanvaardbaar is.<br />

Er wordt in principe niet gestemd, maar het voorstel wordt aanvaard als er niemand meer<br />

om stemming vraagt. Hierdoor bereikt men het maximaal haalbare waar iedereen zich in<br />

kan vinden.<br />

Wanneer er rond een probleem geen consensus wordt gevonden, gaat de groep over tot<br />

stemming. De regels daaromtrent worden ook in de basisbepalingen van de gemeenschap<br />

beschreven, bijvoorbeeld in het reglement van mede-eigendom. Een nadeel is dat hierbij<br />

veel vergaderen aan te pas komt. Dit neemt voornamelijk gedurende de ontwikkelingsfase<br />

van het project veel tijd in beslag. Het cohousing project te Vinderhoute werkte hiervoor<br />

enerzijds met werkgroepen, die alle te nemen beslissingen voorbereidde, en anderzijds<br />

met algemene vergaderingen, waar de beslissingen genomen werden. Voor de opstart van<br />

het project te Vinderhoute werden er in totaal 580 vergaderingen van gemiddeld 2 uur<br />

40 Amerikaans architect en schrijver over architectuur (1867-1959).<br />

41 Amerikaans ecoloog (1915-2003).<br />

42 G. HARDIN, ‘The Tragedy of the Commons’, Science, 1968, vol. 162, www.sciencemag.org.


georganiseerd. De opstart van het project nam 6 jaar tijd in beslag, van oktober 2006 tot<br />

juni 2012. 43<br />

4.3. The Logic of Collective Action<br />

Space sharing: een nieuwe strategie of eendagsvlieg I 16<br />

Deze gedachtegang houdt in dat individuele rationaliteit kan leiden tot collectieve<br />

irrationaliteit. Deze theorie beschouwt het free-rider probleem als een belangrijk obstakel<br />

voor de mobilisatie van deze belangen. Individuen ervaren immers geen prikkel om zich<br />

aan te sluiten bij een groep die ervoor zorgt dat een collectief goed er komt, omdat zij de<br />

baten ook zonder die inspanning zullen genieten: ze kunnen afwachten en in een free-ride<br />

profiteren van de inspanningen van anderen. Hierdoor kunnen mensen gebruik maken van<br />

een goed of dienst zonder ervoor te betalen of bij te dragen aan de instandhouding ervan,<br />

of gegeven een bepaalde bate hun inspanningen of andere kosten proberen te<br />

minimaliseren. 44<br />

Voor het gebruik van de gezamenlijke wasmachine bijvoorbeeld is het in het woonproject<br />

te Vinderhoute voldoende per gezin elke wasbeurt met een streepje aan te duiden. Op<br />

basis van de gebruiksfrequentie wordt de kost van het wasmiddel en de machine over de<br />

verschillende huishoudens verdeeld. Dit relatief open systeem maakt free-riding<br />

mogelijk.<br />

43 P. LEROY, ‘Groepswonen: zorgen voor elkaar’, Stramien CVBA, 2012, presentatie te vinden op<br />

www.west-vlaanderen.be/provincie/beleid_bestuur/winvorm2/Presentaties/20110329_Cohousing.<strong>pdf</strong>.<br />

44 A. KORSTEN, ‘Belangen, belangenstrijd en belangenafweging, De rol van belangen in politiek en bestuur’,<br />

www.arnokorsten.nl/PDF/Bestuur/Belangen,%20belangenstrijd%20en%20belangenafweging.<strong>pdf</strong>, 9 p.


§5. SLOTSOM: EEN NIEUWE STRATEGIE OF EENDAGSVLIEG<br />

Space sharing: een nieuwe strategie of eendagsvlieg I 17<br />

Op het eerste zicht biedt cohousing een antwoord op heel wat uitdagingen van deze tijd.<br />

Waaronder betaalbaar wonen, energie- en ruimtezuinig wonen en de nood aan sociaal<br />

contact. Pas wanneer we het concept nader bestuderen komen er een aantal contradicties<br />

aan het licht.<br />

Zo zijn alle recente voorbeelden van cohousing vormen van nieuwbouw. Gezien de<br />

beperkte open ruimte in Vlaanderen zou het interessanter zijn cohousing projecten te<br />

ontwikkelen in functie van vernieuwbouw.<br />

Bovendien is de kostprijs van een ecologische cohousing woonst te Vinderhoute niet<br />

lager dan die van een traditionele woning, namelijk tussen de 142.000 en 375.00 euro.<br />

Omdat je bij cohousing ook meebetaalt voor de gemeenschappelijke ruimten, komen de<br />

kosten in de start- en bouwfase overeen met die van een gemiddelde woning. De<br />

financiële voordelen situeren zich voornamelijk in de alledaagse levenskosten nadien<br />

door onder andere het delen van apparaten en gereedschap.<br />

Ook de intergenerationele mix wordt in twijfel getrokken. Hoofdzakelijk zijn het<br />

twintigers en dertigers die zich komen informeren over de kwaliteiten van<br />

gemeenschappelijk wonen. 45 Ook bij het cohousing project te Vinderhoute vormen jonge<br />

gezinnen de voornaamste bewonersgroep. Mede door de lange realisatietijd van het<br />

project wordt het voor ouderen minder aantrekkelijk mee in het project te stappen.<br />

Toch kunnen we besluiten dat cohousing stilaan evolueert naar een nieuwe woonstrategie.<br />

Dankzij de vele voordelen heerst er een enorm groeipotentieel voor het concept. Om tot<br />

een goede inburgering van deze woonvorm te komen, dienen er onder andere juridische<br />

structuren worden uitgebouwd en erkend ten gunste van betaalbaarheid en inclusie.<br />

Daarnaast ligt de toekomst van cohousing bij het betrekken van de sociale<br />

huisvestingsmaatschappij. Deze organisatie kan een deel van de individuele woningen<br />

ontwikkelen en via sociale huurkantoren verhuren. Op dit moment is de drempel zo hoog<br />

dat gezinnen met een lager inkomen niet over het geld en de middelen beschikken om de<br />

lange weg af te leggen. Nochtans is deze manier van wonen uiterst interessant voor<br />

mensen met minder kansen.<br />

45 L. STINISSEN, ‘Aanvragen alternatieve woonvormen in de lift’, De Standaard, 2007, www.standaard.be.


1. Beleidsdocumenten<br />

Burgerlijk Wetboek.<br />

BIBLIOGRAFIE<br />

Gecoördineerde versie Ruimtelijk Structuurplan Vlaanderen,<br />

Vlaamse Overheid, 2011, 489 p.<br />

TIMMERMANS, R., ‘Het nieuwe appartementsrecht’, Deurne, Kluwer<br />

rechtswetenschappen, 1994, 81, nr. 70.<br />

Voorstel van decreet (M. VOGELS, E. MEULEMAN) houdende wijziging van het decreet<br />

van 15 juli 1997 houdende de Vlaamse Wooncode, dat het ondersteunen van projecten<br />

van gemeenschappelijk wonen betreft, Parl.St. Vl. Parl. 2009, nr. 121/1, 7 p.<br />

Voorstel van decreet (M. VOGELS, E. MEULEMAN) houdende wijziging van het decreet<br />

van 15 juli 1997 houdende de Vlaamse Wooncode, dat het ondersteunen van projecten<br />

van gemeenschappelijk wonen betreft, Parl.St. Vl. Parl. 2011-12, nr. 121/2, 8 p.<br />

2. Boeken en verzamelwerken<br />

ALBRECHT, J., en VAN HOOFSTA, R., ‘Huisvesting in tijden van schaarste. Naar een<br />

renovatie van het woonbeleid’, Itinera Institute, 2011, 304 p.<br />

COFFÉ, H., en VANDEWEYER, J., ‘Sociaal Kapitaal en praktijkeuze’, Vrije Universiteit<br />

Brussel Vakgroep Sociologie, 2002, 32 p., http://www.vub.ac.be.<br />

KORSTEN, A., ‘Belangen, belangenstrijd en belangenafweging, De rol van belangen in<br />

politiek en bestuur’, 148 p., www.arnokorsten.nl.<br />

VAN HERCK, K. en DE MEULDER, B., Wonen in Meervoud, groepswoningbouw in<br />

Vlaanderen 2000-2010, Amsterdam, SUN, 2009, 207 p.<br />

3. Artikels<br />

HARDIN, G., ‘The Tragedy of the Commons’, Science 1968, vol. 162,<br />

www.sciencemag.org.<br />

STINISSEN, L., ‘Aanvragen alternatieve woonvormen in de lift’, De Standaard, 2007,<br />

www.standaard.be.<br />

4. Reportages<br />

Reportage Koppen, Hebben is out, delen is in, 2012.<br />

Space sharing: een nieuwe strategie of eendagsvlieg I 18


5. Online<br />

Inleiding tot het marxisme,<br />

www.ernestmandel.org.<br />

FOD Economie, Algemene Directie Statistiek en Economische Informatie,<br />

www.statbel.fgov.be.<br />

FOD Economie, Algemene Directie Statistiek en Economische Informatie, Nieuwsflits<br />

40, 12 juni 2003,<br />

www.statbel.fgov.be.<br />

FOD Economie, Algemene Directie Statistiek en Economische Informatie, De inkomens<br />

en levensomstandigheden van Belgische huishoudens, Resultaten van de SILC-enquête,<br />

www.statbel.fgov.be.<br />

LEROY, P., ‘Groepswonen: zorgen voor elkaar’, Stramien CVBA, 2012,<br />

www.west-vlaanderen.be, (presentatie).<br />

http://mediatedche.wordpress.com.<br />

www.cohousing.be.<br />

www.cohousingplatform.be.<br />

www.lagrandecense.be.<br />

www.particulieropdrachtgeverschap.nl.<br />

www.samenhuizen.be.<br />

www.stramien.be.<br />

Space sharing: een nieuwe strategie of eendagsvlieg I 19

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!