Hoogerbrugge Marloes _ Paper.pdf - PlanDag
Hoogerbrugge Marloes _ Paper.pdf - PlanDag
Hoogerbrugge Marloes _ Paper.pdf - PlanDag
You also want an ePaper? Increase the reach of your titles
YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.
“De Veerkrachtige Metropool:<br />
het Proces van Metropoolvorming in Theorie en Praktijk”<br />
<strong>Marloes</strong> <strong>Hoogerbrugge</strong> – Junior onderzoeker bij OTB, Technische Universiteit Delft, Sectie Stedelijke<br />
en Regionale Ontwikkeling en junior projectleider bij Platform31.<br />
De ruimtelijke configuratie van Nederland en Vlaanderen lijkt sterk op elkaar: ze kennen beide geen<br />
echte grote steden en worden gekenmerkt door stedelijke netwerken van middelgrote en kleinere<br />
steden. Vanuit de ruimte zijn de stedelijke netwerken goed te zien (zie figuur 1). Londen en Parijs zijn<br />
duidelijke concentraties van licht met minder grote steden in de nabije omgeving, terwijl er in<br />
Vlaanderen en Nederland verschillende steden oplichten. In het groenboek voor het beleidsplan<br />
ruimte Vlaanderen, getiteld “Vlaanderen 2050: Mensenmaat in een Metropool”, wordt Vlaanderen<br />
omschreven als “een polycentrisch netwerk van functionele stedelijke regio’s die samen voldoende<br />
stedelijke kracht genereren om boven de middenmaat van de kleine stad uit te stijgen” (p. 29).<br />
Uitgangspunt van het groenboek is dat stedelijke regio’s de drijvende kracht zijn en blijven achter de<br />
economische ontwikkeling van Vlaanderen. “De steden in de Metropool Vlaanderen moeten daarom<br />
gezamenlijk in staat zijn om binnen de wereldwijde concurrentiestrijd tussen metropolitane regio’s<br />
bekwame professionals, investeringen en bezoekers aan te trekken” (p. 41). Ook Nederland is bekend<br />
met de metropooldiscussie. Verschillende stedelijke regio’s in Nederland hebben de ambitie om uit te<br />
groeien tot veekrachtige metropoolregio’s. Kijk bijvoorbeeld naar de verschillende initiatieven van de<br />
Metropoolregio Amsterdam en de Metropoolregio Rotterdam-Den Haag.<br />
Figuur 1: Stedelijke netwerken zichtbaar vanuit de ruimte<br />
Bron: Google Afbeeldingen ‘Europe by Night’, André Kuipers.<br />
Verschillende redenen kunnen aangedragen worden voor de vraag waarom steden inzetten op het<br />
versterken van de relaties met naburige steden. Stedelijke netwerken kunnen verschillende<br />
middelgrote en kleinere steden de mogelijkheid bieden hun krachten te bundelen en samen de<br />
voordelen van een grote stad te exploiteren (Meijers, 2005). Schaalvergroting kan ervoor zorgen dat<br />
steden zogenoemde agglomeratievoordelen behalen, zoals een gevarieerd en hoogwaardig aanbod<br />
aan voorzieningen (zoals theaters, musea en winkels) en grootschalige evenementen (uiteenlopend<br />
van belangrijke sportwedstrijden tot filmfestivals). Ook veel kennisintensieve bedrijven prefereren een<br />
vestiging in een stad dichtbij een arbeidsmarkt met een gevarieerd aanbod aan kwalificaties. Een<br />
1
ander voordeel van stedelijke netwerken is dat zij vaak niet de problemen van grote steden kennen,<br />
zoals congestie, criminaliteit en milieuvervuiling (Parr, 2002). In het Vlaamse groenboek ruimte wordt<br />
de “menselijke maat” van polycentrische stedelijke regio’s geprezen. Door samenwerking op het<br />
metropolitane schaalniveau kunnen steden een efficiëntieslag maken door verschillende diensten en<br />
producten samen aan te bieden en/of op elkaar af te stemmen. Samen sterk, krachten bundelen, één<br />
plus één is drie: allemaal krachtige termen maar in de praktijk is het nog niet zo eenvoudig om een<br />
netwerk van meerdere steden optimaal te laten functioneren. De vraag blijft hoe nabijgelegen steden<br />
kunnen uitgroeien tot een metropool en, door middel van het stedelijke netwerk, optimaal profijt van<br />
elkaar kunnen hebben. Dit paper bespreekt het proces van metropoolvorming dat beschrijft hoe een<br />
betrekkelijk losse verzameling van nabijgelegen middelgrote en kleine steden steeds meer functioneel,<br />
cultureel en bestuurlijk geïntegreerd raakt. De aanname is dat een vergaande integratie van de steden<br />
een positieve invloed heeft op het presteren van de metropoolregio als geheel. Door het proces van<br />
metropoolvorming in drie Europese stedelijke regio’s te analyseren wordt er ingegaan op de vraag hoe<br />
metropoolvorming in de praktijk werkt. Hoe kunnen steden en dorpen samen een robuust en<br />
veerkrachtig stedelijk netwerk realiseren en welke rol kunnen bestuurders en beleidsmakers hierin<br />
spelen? Op basis van een kwalitatieve case studie analyse wordt het proces van metropoolvorming in<br />
drie Europese regio’s geanalyseerd: de Zweedse metropoolregio Linköping-Norrköping, de Poolse<br />
regio Gdansk-Gdynia en de Nederlandse metropoolregio Rotterdam-Den Haag. Dit paper is<br />
gebaseerd op eerder onderzoek in het kader van de kennis- en onderzoeksagenda “Polycentric<br />
Metropolitan Areas” van het European Metropolitan network Institute (EMI, 2012). De agenda is het<br />
resultaat van een uitgebreide literatuurstudie, een enquête uitgezet onder honderd Europese<br />
stedelijke regio’s en aanvullend case studie onderzoek naar zes Europese regio’s.<br />
Metropoolvorming<br />
De integratie tussen steden bepaalt in hoeverre zij gebruik maken van elkaars nabijheid. Steden<br />
kunnen op verschillende manieren met elkaar integreren (Champion, 2001). Een centrale stad kan<br />
geleidelijk de omliggende steden opnemen in haar invloedssfeer (incorporatiemodel) of verschillende<br />
steden kunnen integreren tot één stedelijk netwerk (fusiemodel). In dit paper ligt de nadruk op het<br />
laatst genoemde model. Er kan een onderscheid gemaakt worden tussen drie verschillende dimensies<br />
van integratie: functionele, culturele en institutionele integratie (European Metropolitan network<br />
Institute, 2012). De functionele integratie richt zich op de functionele relaties tussen de steden. Hierbij<br />
wordt er gekeken naar de relaties of stromen van mensen, goederen, diensten, geld of informatie. De<br />
culturele dimensie van integratie richt zich op de identificatie van bewoners en bedrijven met de<br />
metropool en de mate waarin zij zich onderdeel van een regio voelen. De institutionele dimensie richt<br />
zich op de regionale samenwerking en afstemming. In hoeverre werken publieke maar ook private<br />
partijen met elkaar samen? De veronderstelling is dat de drie dimensies niet los van elkaar staan,<br />
maar dat zij met elkaar samenhangen. Ter illustratie: een nieuwe lightrail connectie kan voor meer<br />
regionale activiteiten en netwerken zorgen (functionele integratie) en de kans vergroten dat bewoners<br />
en bedrijven zich steeds meer gaan identificeren met de metropoolregio (culturele integratie). Voor<br />
bestuurders en beleidsmakers kan dit een signaal zijn voor een groeiend draagvlak voor regionale<br />
afstemming en samenwerking (institutionele integratie). Gevolg is dat de instituties meer kunnen<br />
inzetten op projecten en strategieën die de culturele en institutionele integratie bevorderen. Door het<br />
veronderstelde versterkende effect dat de drie dimensies van integratie op elkaar hebben, kan het<br />
proces van metropoolvorming schematisch weergegeven worden met een spiraal (zie figuur 2). Voor<br />
beleidsmakers en bestuurders is het een uitdaging om in de opwaartse spiraal van metropoolvorming<br />
te geraken om op deze manier optimaal te profiteren van de voordelen die metropoolvorming biedt.<br />
2
Figuur 2: Opwaartse spiraal van metropoolvorming<br />
De spiraal is een hypothetische veronderstelling en het is de vraag hoe het proces van<br />
metropoolvorming in de weerbarstige stedelijke praktijk werkt. Met behulp van een analyse van drie<br />
Europese metropoolregio’s kan worden onderzocht of er bewijs gevonden kan worden van een<br />
opwaartse spiraal. Daarnaast kan onderzocht worden of er lessen getrokken kunnen worden uit de<br />
metropolitane strategieën van verschillende Europese regio’s. Door middel van welke plannen en<br />
projecten proberen publieke en private partijen metropoolvorming te stimuleren en te faciliteren en in<br />
hoeverre zijn deze partijen succesvol? Dit paper is gebaseerd op een kwalitatieve case studie analyse<br />
van drie Europese metropoolregio’s: Linköping-Norrköping in Zweden, Gdansk-Gdynia in Polen en<br />
Rotterdam-Den Haag in Nederland (zie figuur 3). De steden in de regio’s zijn zogenaamde ‘twin cities’<br />
omdat ze bestaan uit twee kernsteden die de afgelopen jaren steeds meer naar elkaar toegegroeid<br />
zijn. Per metropoolregio zijn tien tot vijftien interviews afgenomen met verschillende stakeholders<br />
variërend van beleidsmakers van verschillende afdelingen, onderzoekers, vertegenwoordigers van het<br />
bedrijfsleven en (semi)-publieke instellingen. Daarnaast maken verschillende beleidsdocumenten,<br />
studies en onderzoeken naar de regio onderdeel uit van de analyse.<br />
Figuur 3: Drie geselecteerde case studies in Europa<br />
Bron: ESRI/National Geographic World Map<br />
3
Case studies<br />
Linköping-Norrköping<br />
Linköping en Norrköping zijn middelgrote Zweedse steden met ieder iets minder dan 150.000<br />
inwoners, maar samen vormen ze de vierde grootste metropolitane regio van Zweden. De steden zijn<br />
min of meer tot elkaar veroordeeld, omdat ze geografisch geïsoleerd liggen. Daarnaast hebben ze<br />
elkaar nodig om een aantrekkelijk gebied te vormen dat bewoners en bedrijven weet te behouden en<br />
aan te trekken. Voor beide steden is metropoolvorming een bewuste strategie die inmiddels zijn<br />
vruchten afwerpt. De beide arbeidsmarkten zijn zover geïntegreerd dat ze door de Zweedse overheid<br />
formeel als één markt gezien worden. Die functionele integratie wordt bevorderd doordat de beide<br />
steden complementair aan elkaar zijn voor wat betreft bedrijvigheid en dienstverlening, maar ook voor<br />
wat betreft woon- en werkmilieus. Door middel van verschillende maatregelen is de onderlinge<br />
verwevenheid sterk toegenomen. Onder andere door frequente shuttletreinen tussen de steden, maar<br />
ook door de opening van een campus van de universiteit van Linköping in Norrköping. Met name<br />
studenten reizen nu (gratis) veel heen en weer tussen beide steden, waardoor een nieuwe generatie<br />
het heel natuurlijk vindt om de mogelijkheden van beide steden te benutten. Naast de functionele<br />
integratie neemt ook de culturele integratie in de regio toe, en veel geïnterviewden gaven aan dat de<br />
traditionele rivaliteit tussen de steden steeds meer als folklore moet worden gezien. Steeds meer<br />
mensen en bedrijven hebben een regionale mindset en weten elkaar te vinden. Deze culturele<br />
integratie werkt door in het draagvlak voor bestuurlijke samenwerking, een rol die sterk opgepakt<br />
wordt door de regionale overheid (provincie) waar beide steden deel van uitmaken. Dit heeft onder<br />
andere geresulteerd in een integraal ruimtelijk plan voor de regio, en strategieën die met name de<br />
functionele samenhang in de regio bevorderen. Toch blijft het beeld hangen dat men momenteel<br />
voornamelijk het laaghangend fruit plukt. De echte hete hangijzers, zoals de discussie over de twee<br />
bestaande vliegvelden, blijft vooralsnog onbesproken. Momenteel hebben beide steden een vliegveld<br />
met zeer beperkte verbindingen, maar eventuele samenwerking op dit gebied ligt politiek gevoelig.<br />
Beide steden zijn (nog) niet bereid om ‘hun’ vliegveld op te geven ten gunste van de andere stad.<br />
Metropoolregio Rotterdam-Den Haag<br />
De metropolitane strategie van de Metropoolregio Rotterdam-Den Haag (MRDH) is gericht op een<br />
drietal punten: (1) betere benutting van het daily urban system, (2) betere benutting van en investeren<br />
in het enorme kennis- en innovatiepotentieel in de regio en (3) het ten volle benutten van het<br />
voorzieningenniveau. Dagelijks bewegen zich een half miljoen mensen kriskras door de regio en in<br />
toenemende mate wordt er gebruik gemaakt van de aanwezige verscheidenheid in werkgelegenheid,<br />
woonmilieus, culturele- en sportvoorzieningen. Eén van de ambities van de MRDH is het bereikbaar<br />
maken van alle belangrijke locaties binnen een reistijd van 45 minuten. De Randstadrail - een lightrail<br />
verbinding tussen het stadscentrum van Rotterdam en Den Haag die beide lokale netwerken verbindt -<br />
is een belangrijke stap hierin. De realisatie van de autosnelweg A4 tussen Delft en Schiedam zal een<br />
andere impuls geven aan de functionele integratie van de regio. Uit de interviews met verschillende<br />
actoren in de metropoolregio blijkt dat de culturele integratie in de regio nog enigszins achter blijft.<br />
Ondanks dat de metropoolregio (nog) niet echt leeft onder de bewoners en bedrijven, vormt de sterke<br />
lokale, in plaats van regionale identiteit in de meeste gevallen geen belemmering in het proces van<br />
bewustwording van de kansen die de metropoolregio bewoners en bedrijven biedt. De<br />
naamsverandering van de luchthaven, van Rotterdam Airport naar Rotterdam-The Hague Airport,<br />
geeft het signaal af dat de steden als een dubbelstad moeten worden gezien en dergelijke<br />
topvoorzieningen met elkaar delen. Om de bestuurlijke samenwerking vorm te geven heeft de MRDH<br />
een drie-ringen model geïntroduceerd. Iedere ring kent een andere mate van samenwerking en al dan<br />
niet gedeelde budgetten, taken en bevoegdheden. Lastig is dat de regio geen gesloten systeem is;<br />
veel steden hebben intensieve relaties met nabijgelegen steden die niet tot de regio worden gerekend<br />
(bijvoorbeeld Den Haag met Leiden en Rotterdam met de Drechtsteden). In hoeverre de verschillende<br />
vormen van institutionele samenwerking in de praktijk werken, zal nog moeten blijken.<br />
Gdansk-Gdynia<br />
De geschiedenis van deze regio is van belang bij het begrijpen van het proces van metropoolvorming<br />
in deze regio. Gdansk is de Poolse naam voor de voormalige Duitse Vrije Stad Danzig en na de<br />
Eerste Wereldoorlog heeft de stad enkele jaren onder toezicht van de Volkenbond gestaan. Gdynia is<br />
destijds ontwikkeld om te kunnen concurreren met deze stad. Ondanks het feit dat Gdansk sinds de<br />
4
eëindiging van de Tweede Wereldoorlog net als Gdynia een Poolse stad is, werkt de geschiedenis<br />
van beide steden nog altijd door in de manier waarop zij met elkaar omgaan. Van oudsher zijn de<br />
steden gewend om met elkaar te concurreren en dit heeft gevolgen voor de functionele, culturele en<br />
institutionele integratie in de regio. Beide steden zijn havensteden en kennen een vergelijkbare<br />
economische structuur. Gdansk en Gdynia hebben onlangs nog geïnvesteerd in nieuwe<br />
containerterminals met een capaciteitsoverschot tot gevolg. Ondanks de onderlinge concurrentie zijn<br />
de steden steeds meer met elkaar verweven geraakt. De gemeentegrenzen zijn nauwelijks meer<br />
zichtbaar: de steden zijn uitgegroeid tot één stedelijke agglomeratie. Er zijn veel functionele relaties<br />
tussen de steden. Het is bijvoorbeeld heel normaal om in Gdansk te werken en in Gdynia te wonen<br />
(en andersom) en om naar de andere stad te reizen voor voorzieningen (variërend van cultuur, sport<br />
en leisure). In vergelijking met de functionele integratie blijven de culturele en institutionele integratie<br />
enigszins achter. Veel bewoners en bedrijven identificeren zich voornamelijk met de lokale stad en<br />
niet zozeer met de regio. Bij de laatste gemeentelijke verkiezingen werden er twee burgemeesters<br />
gekozen die zich expliciet uitspraken tegen (verregaande) regionale samenwerking. De bestuurders<br />
zijn ervan overtuigd dat de onderlinge competitie geen kwaad kan. Dat zij door de onderlinge<br />
competitie de strijd met andere stedelijke regio’s in Polen en Europa kunnen verliezen blijft (nog)<br />
onbesproken. De gebrekkige institutionele integratie blijkt ook uit het initiatief van de stad Gdansk om<br />
een metropolitaan samenwerkingsverband op te richten waar de stad Gdynia geen deel vanuit maakt.<br />
De steden konden het – onder andere – niet eens worden over de naam van dit metropolitane<br />
initiatief.<br />
Conclusie en beleidsimplicaties<br />
In de hierboven beschreven case studies zijn de twin cities steeds meer met elkaar verweven geraakt<br />
en als één metropool gaan functioneren. De mate van integratie verschilt nog wel per case studie:<br />
Rotterdam-Den Haag en Linköping-Norrköping bevinden zich beduidend verder in de opwaartse<br />
spiraal van metropoolvorming in vergelijking met Gdansk en Gdynia. De case studies laten zien dat<br />
zowel functionele, culturele en institutionele dimensies van integratie van belang zijn in het proces van<br />
metropoolvorming. Gdansk en Gdynia zijn functioneel geïntegreerd geraakt ondanks de gebrekkige<br />
institutionele integratie. Op basis hiervan kan gesteld worden dat de strategieën, plannen en projecten<br />
voornamelijk gericht moeten zijn op het bevorderen van de juiste functionele relaties binnen de regio,<br />
en niet teveel moeten blijven hangen in bestuurlijke vraagstukken. Men moet niet vergeten dat dat<br />
stedelijke netwerken vaak al in behoorlijke mate functioneren als één regionaal gebied zonder<br />
expliciete bestuurlijke steun en/of bestuurlijke interventies. Daarnaast blijkt uit de case studies dat de<br />
culturele integratie daadwerkelijk een belangrijke rol speelt in het proces van metropoolvorming terwijl<br />
deze dimensie vaak nog onderbelicht blijft. De culturele dimensie kan de integratie versterken door de<br />
metropool in de mental maps van de bewoners en bedrijven te krijgen. Als zij de potentie van de<br />
metropool inzien, ontdekken ze dat een regionale mindset meer kansen biedt dan een lokale<br />
oriëntatie. Europese metropoolregio’s kunnen nog veel van elkaar leren en kennis en ervaringen<br />
uitwisselen. Met name de manier waarop Linköping en Norrköping eensgezind aan hun gezamenlijke<br />
toekomst werken, kan als een goed voorbeeld dienen voor Nederlandse en Vlaamse stedelijke<br />
netwerken. Ook de betrokkenheid van private en semipublieke partijen bij de metropoolvorming is<br />
leerzaam.<br />
Uit de case studies blijkt dat beleidsmakers en bestuurders een belangrijke rol spelen in het<br />
aanzwengelen van het proces van metropoolvorming en het mogelijk maken van verregaande<br />
integratie. Vaak kunnen ze hierbij bouwen op trends die al door bedrijven en bewoners zijn ingezet,<br />
maar die nog beperkt zijn door allerlei barrières, zoals institutionele grenzen en het ontbreken van een<br />
goede infrastructuur en regionale openbaar vervoerssystemen. In de metropolitane strategie voor de<br />
Metropoolregio Rotterdam-Den Haag is vastgesteld dat de 24 gemeenten die onderdeel uitmaken van<br />
de regio samen een kantoren- en bedrijventerreinenprogramma gaan opstellen. Door<br />
programmatische afstemming kan overaanbod van kantoren en bedrijventerreinen worden<br />
tegengegaan en kan een duplicatie van dezelfde type terreinen worden voorkomen.<br />
De toekomst zal uitwijzen in hoeverre Vlaanderen zich zal ontwikkelen tot een metropool met een<br />
mensenmaat en in hoeverre de metropoolregio’s in Nederland van de grond komen. De ambities<br />
liegen er in ieder geval niet om. Steeds meer bestuurders en beleidsmakers zien metropoolvorming<br />
als de sleutel om internationaal de concurrentiestrijd aan te kunnen gaan. Dit is ook de reden waarom<br />
de burgemeesters van Den Haag en Rotterdam een belangrijke voortrekkersrol spelen in het proces<br />
5
en zich sterk aan het metropoolinitiatief committeren. Door samen meer gewicht in de schaal te leggen<br />
maken stedelijke netwerken een grotere kans om bewoners en bedrijven vast te houden en aan te<br />
trekken. Ze bieden mensen en bedrijven immers meer mogelijkheden, zoals een grotere variatie aan<br />
woon- en werkmilieus, meer gespecialiseerde diensten en infrastructuur en dit is cruciaal met het oog<br />
op de toekomst.<br />
Referenties<br />
Champion, A. (2001) A changing demographic regime and evolving polycentric urban regions:<br />
consequences for the size, composition and distribution of city populations, Urban Studies, 38, p. 657-<br />
677.<br />
European Metropolitan network Institute(EMI)(2012) A Strategic Knowledge and Research Agenda on<br />
Polycentric Metropolitan Areas, The-Hague: EMI.<br />
Meijers, E.J. (2005) Polycentric urban regions and the quest for synergy: is a network of cities more<br />
than the sum of the parts? Urban Studies, 42, p. 765-781.<br />
Metropoolregio Rotterdam – Den Haag (2012) Vernieuwend Besturen in de Metropoolregio Rotterdam<br />
Den Haag, Zienswijzedocument Metropoolregio Rotterdam Den Haag, Rotterdam.<br />
Ruimte Vlaanderen (2012) Groenboek “Vlaanderen 2050: mensenmaat in de metropool?” Beleidsplan<br />
Ruimte Vlaanderen, Brussel: Ruimte Vlaanderen.<br />
Parr, J. B. (2002) Agglomeration economies: ambiguities and confusions, Environment and Planning<br />
A, 34, p. 717-731.<br />
6