Dijkwel Renske _ Paper.pdf - PlanDag
Dijkwel Renske _ Paper.pdf - PlanDag
Dijkwel Renske _ Paper.pdf - PlanDag
You also want an ePaper? Increase the reach of your titles
YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.
Organische gebiedsontwikkeling<br />
Hype or here to stay?<br />
drs. <strong>Renske</strong> <strong>Dijkwel</strong><br />
Stellingen<br />
- Organische gebiedsontwikkeling is oude wijn in nieuwe zakken.<br />
- De overheid is nog zoekende naar zijn nieuwe rol in organische gebiedsontwikkeling.<br />
- De vroegtijdige introductie van nieuwe partijen, zoals energiebedrijven, is noodzakelijk om een<br />
gebiedsontwikkeling te laten slagen.<br />
Grontmij Nederland B.V.<br />
Postbus 119, 3990 DC Houten / renske.dijkwel@grontmij.nl<br />
+31 30 637 4778 / +31 6 5378 9794
Abstract<br />
De Nederlandse ruimtelijke planning en gebiedsontwikkeling is lange tijde te karakteriseren geweest<br />
als integraal en grootschalig. Met name in de periode 1991 – 2008 heeft de integrale<br />
gebiedsontwikkeling zijn grote bloeiperiode gehad (De Zeeuw, 2012). Gebiedsontwikkeling gaat over<br />
de vernieuwing van een gebied teneinde in dat gebied waarde te vermeerderen. Het betreft “de kunst<br />
van het verbinden van functies, disciplines, partijen, belangen en geldstromen, met het oog op de<br />
(her-)ontwikkeling van een gebied” (De Zeeuw, 2012). Doel van integrale gebiedsontwikkeling was<br />
altijd het realiseren van winst op grond- en opstalontwikkeling. Het samenwerkings- en financiële<br />
model hield op aan het einde van de realisatiefase (Peek, 2012).<br />
Op tal van plaatsen in Nederland wordt sinds enkele jaren door partijen geëxperimenteerd met nieuwe<br />
en kleinschaligere vormen van gebiedsontwikkelingen. Dit wordt aangeduid als “organische<br />
gebiedsontwikkeling”. Er is meer ruimte voor “ ideeën en initiatieven van marktpartijen, ondernemers<br />
en particulieren en waarin spontane, onverwachte en avontuurlijke ondernemingen leiden tot het<br />
uiteindelijke doel” (Agentschap NL, 2012). Organische gebiedsontwikkeling richt zich naast de<br />
ontwikkelfase ook op de exploitatie- c.q. beheerfase.<br />
Deze paper gaat over de vraag waarom organische gebiedsontwikkeling opkomt en of het blijvend is.<br />
Hebben we met een hype te maken? Om dat te kunnen beantwoorden blikt de paper terug op de<br />
integrale gebiedsontwikkeling van de afgelopen decennia en wordt ingegaan op wat organische<br />
gebiedsontwikkeling behelst.
Organische gebiedsontwikkeling<br />
Hype or here to stay?<br />
Inleiding<br />
De Binckhorst in Den Haag is geen onbekende in gebiedsontwikkelend Nederland. Het is een van de<br />
negen gebieden die in de “Structuurvisie Wereldstad aan Zee” uit 2005 werden aangewezen als<br />
ontwikkelingsgebied. Het doel was om de Binckhorst in relatief korte tijd te transformeren tot een<br />
duurzaam en hoogwaardig woon-, werk- en leefgebied. In een masterplan waren de ambities voor de<br />
grootschalige integrale gebiedsontwikkeling uitgewerkt. De noodzakelijke investeringen waren fors en<br />
zouden vooral gedragen worden door de gemeente, de rijksoverheid en een select aantal grote<br />
ontwikkelaars (Bekx, 2011).<br />
De Binckhorst, Den Haag<br />
De gemeente heeft in de afgelopen periode haar inzet voor de herontwikkeling van deze locatie echter<br />
opnieuw moeten vormgeven (Sparreboom, 2012). De gemeenteraad heeft daartoe op 22 december<br />
2011 de 'Gebiedsaanpak Binckhorst' vastgesteld. Het accent verschuift van het realiseren en faseren<br />
van een vastomlijnd eindbeeld naar een aanpak die is gericht op de voorzienbare termijn (Bekx, 2011).<br />
De gemeente vervult verschillende rollen in de ontwikkeling van de Binckhorst. Zij neemt een<br />
uitvoerende rol op zich voor wat betreft de upgrading van de regionale infrastructuur. Ook speelt de<br />
gemeente in het gebied een faciliterende rol in relatie tot de verschillende deelontwikkelingen en<br />
lokale projecten van potentiële initiatiefnemers.<br />
De veranderingen in de gebiedsontwikkeling De Binckhorst in de periode tussen 2008 en heden geven<br />
goed weer welke veranderingen in gebiedsontwikkeling overal in Nederland gaande zijn. De<br />
gebiedsaanpak wijkt sterk af van de manier waarop grote binnenstedelijke ontwikkelingen sinds begin<br />
jaren negentig vorm kregen (Bekx, 2011). De vakbladen staan er ook vol van: voorbeelden van<br />
plannen die de integraliteit en grootschaligheid van zich afschudden en gaan voor “een lagere<br />
complexiteit, betere faseerbaarheid en meer oog voor individuele belangen en risicobeheersing” (Van<br />
Dijk, juni 2012). Dit wordt “organische gebiedsontwikkeling” genoemd.
Deze paper gaat over de vraag waarom organische gebiedsontwikkeling opkomt en of het blijvend is.<br />
Hebben we met een hype te maken? Om dat te kunnen beantwoorden blikt de paper terug op de<br />
integrale gebiedsontwikkeling van de afgelopen decennia en wordt ingegaan op wat organische<br />
gebiedsontwikkeling behelst. Het eindigt met een doorkijk naar de toekomst. Is organische<br />
gebiedsontwikkeling een hype or here to stay?<br />
Hoe heeft gebiedsontwikkeling zich ontwikkeld?<br />
Gebiedsontwikkeling is een containerbegrip. Het is “de kunst van het verbinden van functies,<br />
disciplines, partijen, belangen en geldstromen, met het oog op de (her-)ontwikkeling van een gebied”<br />
(De Zeeuw, 2012). Gebiedsontwikkeling betreft de vernieuwing van een gebied teneinde in dat gebied<br />
waarde te vermeerderen . In deze gebieden “vernieuw” je niet alleen gebouwen, maar ook de openbare<br />
ruimte waaronder wegen, water, groen en speelterreinen. Het eerste betreft de wereld van private<br />
partijen zoals projectontwikkelaars en de tweede van oudsher die van gemeenten. Private en publieke<br />
partijen trekken samen op in gebiedsontwikkeling.<br />
Periode 1970-2008<br />
De jaren zeventig van de twintigste eeuw markeren de beginfase van de integrale gebiedsontwikkeling<br />
(De Zeeuw, 2012). De Nederlandse ruimtelijke planning en ontwikkeling kan lange tijde worden<br />
gekarakteriseerd als integraal en grootschalig. Woningen en kantoren worden daarin als verhandelbare<br />
objecten gezien (Buitelaar en Van der Wouden, 2012). Met name in de periode 1991 – 2008 heeft de<br />
integrale gebiedsontwikkeling zijn grote bloeiperiode (De Zeeuw, 2012). Dit wordt door het<br />
Planbureau voor de Leefomgeving “gebiedsontwikkeling 1.0” genoemd. Kenmerken zijn<br />
grootschalige plannen en nog grotere ambities, gedreven door een aanbodgestuurde markt. Zoals het<br />
ook de oorspronkelijke bedoeling in De Binckhorst was. Doel was het realiseren van winst op grond-<br />
en opstalontwikkeling. Het samenwerkings- en financieel model hield op aan het einde van de<br />
realisatiefase (Peek, 2012).<br />
Samenwerkingsmodel integrale gebiedsontwikkeling<br />
Grond en<br />
vastgoed<br />
transformatie<br />
Periode 2008-heden<br />
Op tal van plaatsen in Nederland wordt door partijen sinds enkele jaren echter geëxperimenteerd met<br />
nieuwe manieren van gebiedsontwikkeling. Top-down stedenbouw verdwijnt daarbij op steeds meer<br />
plekken naar de achtergrond (Nirov, 2012). Deze nieuwe, kleinschaligere vormen van<br />
gebiedsontwikkelingen worden aangeduid als “organische gebiedsontwikkeling”. Ze hebben gemeen
dat ze een grote mate van flexibiliteit kennen. In tegenstelling tot gebiedsontwikkeling 1.0 is er bij<br />
organische gebiedsontwikkeling meer ruimte voor “ ideeën en initiatieven van marktpartijen,<br />
ondernemers en particulieren en waarin vele spontane, onverwachte en avontuurlijke ondernemingen<br />
moeten leiden tot het uiteindelijke doel” (Agentschap NL, 2012). Organische gebiedsontwikkeling<br />
staat voor een ontwikkeling die haar eigen weg zoekt en onvoorspelbaar is.<br />
De rol van de overheid is steeds vaker stimulerend en faciliterend (PBL/Urhahn, 2012). Een recent<br />
voorbeeld is de oprichting van Maastricht LAB, als aanjager van experimenten in herbestemming,<br />
tijdelijkheid en flexibilisering in de stad. Het gaat in Maastricht om een transformatieproces over een<br />
lange periode zonder in detail het eindbeeld te weten (Bayer, 2012). Alle geïnteresseerde partijen<br />
kunnen met ruimtelijke initiatieven komen. De overheid gaat hier te werk door experimenten te<br />
steunen en faciliteren.<br />
Een belangrijk aspect is ook dat de samenwerking niet ophoudt bij oplevering, maar doorloopt in de<br />
beheers- en exploitatiefase. Deze fasen lopen ook steeds meer door elkaar heen in gebieden. Dit heet<br />
ook wel de levenscyclus benadering.<br />
Samenwerkingsmodel organische gebiedsontwikkeling<br />
Grond en<br />
vastgoed<br />
Beheer en onderhoud<br />
transformatie instandhouding<br />
L E V E N S C Y C L U S<br />
De onderstaande tabel geeft een overzicht van de meest kenmerkende verschillen tussen integrale en<br />
organische gebiedsontwikkeling.<br />
Vergelijking integrale & organische gebiedsontwikkeling<br />
Integrale gebiedsontwikkeling Organische gebiedsontwikkeling<br />
Ruimtelijke neerslag In een keer Gespreid<br />
Schaal Grootschalig Kleinschalig<br />
Proces Projectmatig Open einde<br />
Plan Eindbeeld Strategisch<br />
Type ontwikkelaar Grote professionele ontwikkelaars Kleine ontwikkelaars en particulieren /<br />
collectieven
Rol gemeente Actief en risicodragend Faciliterend / Stimulerend/ Actief op<br />
onderdelen<br />
Ontwikkeling en beheer Volgtijdelijk Door elkaar<br />
Organische gebiedsontwikkeling is in Nederland overigens niet nieuw. Integendeel. Het was tot het<br />
eind van de negentiende eeuw zeer gebruikelijk (Buitelaar & Van der Wouden, 2012). De Nederlandse<br />
binnensteden en de uitbreidingswijken uit de tweede helft van de negentiende eeuw zijn allemaal min<br />
of meer organisch, op grond van particuliere initiatieven en met een kaderstellende overheid ontstaan<br />
(PBL/Urhahn, 2012).<br />
Waarom is organische gebiedsontwikkeling (weer) in opkomst?<br />
Gebiedsontwikkeling 1.0, inclusief de bijbehorende financieringswijzen, verhoudt zich niet met de<br />
huidige context van economische stagnatie, financiële crisis en bezuinigingen die we thans meemaken.<br />
De vastgoedsector is ten nauwste verbonden met de economische conjunctuur en ook met de<br />
mogelijkheid om op de kapitaalmarkt geld voor nieuwe projecten te bemachtigen (De Zeeuw, 2012).<br />
De bereidheid tot risicovolle investeringen door banken, beleggers, beleggende ontwikkelaars is dan<br />
ook drastisch minder. Grootschalige investeringen worden niet gedaan gezien het gebrek aan<br />
zekerheid over returns on investment. Voor projectontwikkelaars is eenmalig cashen na oplevering<br />
van vastgoed er niet per definitie meer bij.<br />
Ook bij de grondbedrijven van gemeenten gaat het financieel niet voor de wind. Zij hebben jarenlang<br />
speculatief grond gekocht met het idee dat die bebouwd zou worden. Echter, de vraag naar<br />
nieuwbouwwoningen en bedrijventerreinen is gedaald en bouwprojecten zijn stopgezet of worden<br />
gewijzigd uitgevoerd (Toonen, 2012). Gemeenten blijven met de grond zitten. Gemeente Maastricht<br />
ontkwam er niet aan 55 miljoen euro af te boeken op verworven grondposities (Bayer, 2012). Ook zeer<br />
bekend is het voorbeeld van gemeente Apeldoorn, waar 200 miljoen euro moest worden<br />
afgewaardeerd. Uit recent onderzoek van het Vakberaad Gemeentefinanciën blijkt dat de Nederlandse<br />
gemeenten met elkaar 3,2 miljard euro verlies lijden op hun grondbedrijven. Het probleem speelt in 64<br />
van de 415 gemeenten (Toonen, 2012).<br />
Aan beide zijden, publiek en privaat, is er een nieuwe financiële werkelijkheid van schaarste. Dit<br />
beïnvloedt de wijze van samenwerken van private partijen met publieke partners. Men moet op zoek<br />
gaan naar een meer crisisbestendiger vorm van samenwerken (De Zeeuw, 2012), maar ook naar<br />
nieuwe partners om de opgaven van gebiedsontwikkeling mee aan te pakken. We zien dan ook<br />
verschillende typen van samenwerking ontstaan de organische gebiedsontwikkeling, zoals in de<br />
Binckhorst en Maastricht waar de gemeenten initiatieven van verschillende partijen aanmoedigen.<br />
Hebben we met een hype te maken?<br />
Organische gebiedsontwikkeling lijkt sinds enkele jaren (weer) in opkomst en zal naar mijn mening<br />
om een aantal redenen standhouden en zich bovendien nog verder ontplooien.<br />
De invloed van de crisis<br />
Ten eerste zijn de condities van de stedelijke gebiedsontwikkeling radicaal veranderd door de<br />
economische crisis. Enkele cijfers maken dit tastbaarder. Huizenprijzen zijn in 2012 met 8% gedaald<br />
ten opzichte van 2011. De prijzen zijn nu weer op het prijsniveau van 2004. In de eerste drie kwartalen
van 2012 wisselden 81.000 woningen van eigenaar. Dit is maar liefst 8% minder dan in dezelfde<br />
periode in 2011 . Een ommekeer in deze trend die sinds 2009 is ingezet wordt niet op korte termijn<br />
verwacht. Er is onzekerheid op de huizen- en kantorenmarkten en dat heeft zijn (negatieve) invloed<br />
aan de vraagzijde. En de verminderde vraag heeft zijn invloed op hoeveel er gebouwd wordt en in<br />
welk tempo. Voor grootschalige projecten betekent dit dat de afzetrisico’s voorlopig te groot zijn<br />
(Boer, 2012). De realisatietermijnen van gebiedsontwikkelingen worden daardoor steeds langer. De<br />
belofte van groei keert niet zo maar terug (Buitelaar, 2012). Voorlopig verstrekken de banken nog<br />
steeds maar moeizaam kredieten ten behoeve van gebiedsontwikkelingen.<br />
Binnenstedelijk bouwen<br />
Ten tweede komt de nadruk in de gebiedsontwikkeling steeds meer op de binnenstedelijke<br />
herontwikkelingsopgaven te liggen (PBL/Urhahn, 2012). De herontwikkeling van naoorlogse wijken<br />
zal niet in een keer noodzakelijk zijn, maar eerder per straat of buurt plaatsvinden. We komen niet<br />
meer te staan voor de integrale gebiedsontwikkelingsopgaven zoals de grootschalige, nieuwbouw<br />
VINEX-wijken. Een stap voor stap benadering, zoals organische gebiedsontwikkeling voorstelt, past<br />
beter bij de ontwikkeling binnenstedelijke gebieden.<br />
Vraaggestuurd ontwikkelen<br />
Ten derde zet de trend van vraaggestuurde ontwikkeling zich door. Dit hangt samen met een algemene<br />
trend in de maatschappij: een terugtrekkende overheid en mondiger, beter opgeleide burger die wil<br />
meebeslissen. Vraaggestuurde gebiedsontwikkeling is ‘een aanpak voor vastgoed- en<br />
gebiedsontwikkeling waarbij private partijen en particulieren gezamenlijk de proces- en<br />
productontwikkeling aansturen’ (Straub, 2012). Daarbij wordt samen met de gebruikers vooraf<br />
gezocht worden naar passende oplossingen op lokale schaal. Deze kleinschaligheid is een van de<br />
kenmerken van organisch ontwikkelen.<br />
Demografische trends<br />
Tenslotte spelen de verwachte demografische ontwikkelingen een rol van betekenis. In de laatste<br />
bevolkingsprognose van het CBS staat dat het inwonertal van Nederland zal toenemen van de huidige<br />
16,2 miljoen naar 17,8 miljoen rond 2040 (Van Duin, 2010), een toename van 1,6 miljoen inwoners in<br />
30 jaar. Dit klinkt als veel, maar als we het vergelijken met de ontwikkelingen in de afgelopen jaren<br />
dan is dat beduidend minder. In de afgelopen 30 jaar (1980-2010) is de bevolking namelijk gegroeid<br />
met 2,6 miljoen inwoners, van 14 naar 16,6 miljoen (Statline, 2012). Er zijn overigens ook nog<br />
regionale verschillen. In sommige delen van het land zal in de komende 30 jaar zelfs sprake zijn van<br />
bevolkingskrimp.<br />
Het aantal huishoudens stijgt ook nog door. Volgens de nieuwe huishoudensprognose naar<br />
verwachting van ruim 7,4 miljoen nu naar 8,5 miljoen in 2045 (Van Duin, 2011). In de komende<br />
dertig jaar is dit een groei van 1,1 miljoen huishoudens, voornamelijk door de toename van<br />
eenpersoonshuishouden. Ter vergelijking, in de afgelopen vijftien jaar (1995-2010) is het aantal<br />
huishoudens ook met 1,1 miljoen gestegen, van 6,5 naar 7,6 miljoen (Statline, 2012). De vraag naar<br />
huisvesting groeit dus wel in de komende 30 jaar, maar dus een trager tempo dan in de afgelopen<br />
periode het geval was. Dit vergt een getemporiseerde aanpak van gebiedsontwikkelingen of<br />
kleinschaligere, meer organische, gebiedsontwikkelingen.
Organische gebiedsontwikkeling: here to stay!<br />
Door de huidige economische en financiële ontwikkelingen is de noodzaak ontstaan om op een andere<br />
manier aan gebiedsontwikkeling te doen. We kunnen constateren dat zowel de private als de publieke<br />
partijen met financiële malaise te maken hebben gekregen. Tegen de achtergrond van de noodzaak<br />
voor nieuwe wijzen van samenwerken tussen de traditionele partijen en met “nieuwe” partijen, de<br />
nadruk op binnenstedelijke transformatie, de groei van vraaggerichte ontwikkeling en de verwachte<br />
demografische ontwikkeling in het land, zijn er op korte termijn geen aanknopingspunten te<br />
verwachten voor een wederopstanding van gebiedsontwikkeling in de vorm die wij in de periode voor<br />
2008 hebben gekend (gebiedsontwikkeling 1.0). Organische gebiedsontwikkeling is in dat optiek geen<br />
kortstondige hype.<br />
Sterker, gebiedsontwikkeling zal naar mijn idee nog verder doorontwikkelen richting een meer<br />
duurzame variant. We zullen in Nederland steeds meer financiële doorrekening doen over de gehele<br />
levenscyclus van gebieden, inclusief de exploitatie- c.q. beheersfase. Dit schept mogelijkheden voor<br />
de toename van de haalbaarheid van ontwikkelingen. In dit licht is het opleveren van vastgoed in een<br />
gebied niet het einde, maar het begin van investeringen. Daarbij wordt ook de koppeling aan de<br />
stromen in een gebied gezocht, zoals energie, water, afval en warmte. Zie de voorbeelden in het land<br />
waarbij bijvoorbeeld energiebedrijven en netbeheerders al vroegtijdig betrokken zijn bij<br />
gebiedsontwikkelingen, zoals de realisatie van een duurzaam, klimaatbestendig en energieneutraal<br />
Heijplaat in Rotterdam (Duurzaam Heijplaat, 2012). Vooral vanuit de ontstane financieringsbehoefte<br />
in gebiedsontwikkeling is het haast noodzakelijk om deze nieuwe “stroompartijen” te betrekken bij de<br />
gebiedsontwikkeling. Ruimte voor initiatief! Dit wordt ook wel gebiedsontwikkeling 3.0 genoemd<br />
(Peek, 2012).<br />
Samenwerkingsmodel gebiedsontwikkeling “3.0”<br />
S<br />
T<br />
R<br />
O<br />
M<br />
E<br />
N<br />
Grond en<br />
vastgoed<br />
………….<br />
Welzijn<br />
Water<br />
Energie<br />
Afval<br />
Beheer en onderhoud<br />
transformatie instandhouding<br />
L E V E N S C Y C L U S<br />
Gebiedsontwikkelingen zullen een langere doorlooptijd kennen, stap voor stap worden ontwikkeld en<br />
ruimte bieden aan nieuwe partijen. Een crisis kan louterend werken en leiden tot nieuwe concepten,<br />
houdingen van partijen en manieren van werken (De Zeeuw, 2012). Daar sluit ik me beslist bij aan.
Referenties<br />
Agentschap NL (mei 2012). Toolbox financieringsconstructies: Organische ontwikkelstrategie<br />
Gebiedsontwikkeling. (http://www.agentschapnl.nl/onderwerp/tfc-constructie-organischeontwikkelstrategie-gebiedsontwikkeling).<br />
Bayer, M. (2012). Maastricht experimenteert met ‘nieuwe stadsontwikkeling’. RO Magazine, oktober,<br />
24-25.<br />
Bekx, S. (2011) Gebiedsaanpak De Binckhorst. Gemeente Den Haag: Dienst Stedelijke Ontwikkeling.<br />
Boer, J. (2012). Corporatie experimenteert met “spontane” stadsontwikkeling. RO Magazine, juni, 10-<br />
11.<br />
Buitelaar, R. en R. van der Wouden (2012). Herdefiniëring van onze planningscultuur: Binnenstedelijk<br />
en organisch. RO Magazine, juni, 12-15.<br />
Dijk, P. van (2012). Centrumvisie Krimpen ad IJssel, Opgeknipte aanpak. RO Magazine, juni, 14-15.<br />
Duin, C. van en J. Garssen (2010) Bevolkingsprognose 2010-2060: sterkere vergrijzing, langere<br />
levensduur. Den Haag/Heerlen: Centraal Bureau voor de Statistiek.<br />
Duin, C. van (2011) Een miljoen huishoudens meer in 2045. Webmagazine CBS, april.<br />
Duurzaam Heijplaat/RDM (juni 2012) Nota Afspraken kader - ambities en processen. Rotterdam.<br />
Peek, G.J. en Y. van Remmen (2012). Investeren in gebiedsontwikkeling nieuwe stijl, Handreikingen<br />
voor samenwerking en verdienmodellen. Den Haag: Ministerie van I&M & Fakton.<br />
Nirov (2012). Organische ontwikkeling met eigen ogen. (www.nirov.nl).<br />
Planbureau voor de Leefomgeving en Urhahn Urban Design (2012). Vormgeven aan de spontane stad:<br />
belemmeringen en kansen voor organische stedelijke herontwikkeling. Den Haag: Uitgeverij PBL.<br />
Sparreboom, H. (2012) Organische ontwikkelstrategie gebiedsontwikkeling, voorbeeld De Binckhorst,<br />
Den Haag. (www.agentschapnl.nl/onderwerp/tfc-organische-ontwikkelstrategie-gebiedsontwikkelingvoorbeeld-1)<br />
Statline (2012) Cijfers bevolking en huishoudens (www.cbs.nl/statline)<br />
Straub, S (2012.) Co-creatie in gebiedsontwikkeling, Vraaggericht sturen op waardecreërende bedrijfconsumentrelaties<br />
in gebiedsontwikkeling. (www.gebiedsontwikkeling.nu)<br />
Toonen, A. (2012). Apeldoorn vertilt zich aan dure grond. NRC Handelsblad, 20 januari 2012, 25.<br />
Zeeuw, F. de (2012). Gebiedsontwikkeling in Nederland: diepe val dwingt to reflectie. Rooilijn, jg. 44,<br />
nr 6, 404-411.