Tussenrapport Commissie Bestuurlijke Inrichting - VVD ...
Tussenrapport Commissie Bestuurlijke Inrichting - VVD ...
Tussenrapport Commissie Bestuurlijke Inrichting - VVD ...
You also want an ePaper? Increase the reach of your titles
YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.
1<br />
voorstellen tot bestuurlijke herinrichting – werkgroep bestuurlijke herinrichting<br />
Veghel, 25 oktober 2012<br />
Onderwerp: voorlopige rapportage werkgroep <strong>Bestuurlijke</strong> herinrichting<br />
Geachte leden van de <strong>VVD</strong> Bestuurdersvereniging,<br />
Op uw verzoek hebben wij de afgelopen maanden gewerkt aan een analyse van<br />
en oplossingsrichting voor een meer krachtige bestuurlijke inrichting van<br />
Nederland. Bijgaand treft u onze tussenrapportage die we bespreken tijdens het<br />
congres van de Bestuurdersvereniging in Lunteren.<br />
In deze tussenrapportage geven we vanuit de maatschappelijke context en<br />
bestuurlijke opgaven de problemen met het huidige bestuurlijke bestel aan.<br />
Vervolgens benoemen we twaalf uitgangspunten waar concrete voorstellen<br />
voor verandering uit afgeleid gaan worden.<br />
Ten aanzien van de uiteindelijke voorstellen heeft de werkgroep in de<br />
tussenrapportage geen standpunten ingenomen. Ten aanzien van enkele<br />
onderwerpen leest u wel aan welke oplossingsrichtingen wij denken. Ook treft u<br />
een overzicht van onderwerpen in de bijlage die in de uiteindelijke rapportage<br />
verwerkt kunnen worden.<br />
Op 2 november bespreken we de voorlopige resultaten met u. Per<br />
deelgezelschap is een vertegenwoordiging van de werkgroep aanwezig. Na<br />
afloop van de deelsessies brengt de werkgroep de inbreng samen zodat we ’s<br />
avonds kunnen aangeven hoe we verder gaan richting de eindrapportage die u<br />
in het eerste kwartaal van 2013 van ons kunt verwachten.<br />
We kijken uit naar een goede bespreking!<br />
Hartelijke groet,<br />
Mede namens de leden van de werkgroep<br />
Ina Adema<br />
Voorzitter werkgroep <strong>Bestuurlijke</strong> herinrichting
2<br />
voorstellen tot bestuurlijke herinrichting – werkgroep bestuurlijke herinrichting<br />
Klaar voor de toekomst<br />
voorstellen voor een bestuurlijke<br />
herinrichting van Nederland<br />
Werkgroep <strong>Bestuurlijke</strong> herinrichting<br />
<strong>VVD</strong> Bestuurdersvereniging
3<br />
voorstellen tot bestuurlijke herinrichting – werkgroep bestuurlijke herinrichting
4<br />
voorstellen tot bestuurlijke herinrichting – werkgroep bestuurlijke herinrichting<br />
Klaar voor de toekomst<br />
voorstellen voor een bestuurlijke herinrichting van Nederland<br />
Werkgroep <strong>Bestuurlijke</strong> herinrichting <strong>VVD</strong> Bestuurdersvereniging<br />
De overheid is er voor haar burgers. De overheid is er om de vrijheid en veiligheid<br />
van burgers te waarborgen en te faciliteren. De overheid is er om burgers de ruimte<br />
en de kans te bieden om hun leven in verantwoordelijkheid te leiden en hun<br />
talenten te ontwikkelen. De mate waarin de overheid daarin slaagt, is de<br />
belangrijkste maatstaf voor de bestuurlijke inrichting van ons land.<br />
De hoofdstructuur van de bestuurlijke inrichting van Nederland is al meer dan 200<br />
jaar oud. De Bataafse Staatsregeling van 1798 verving de grote verscheidenheid aan<br />
vormen van lokaal bestuur door ‘gemeenten’. 1 Het lokaal bestuur kreeg daarmee in<br />
het hele land dezelfde organisatievorm; of het nu om de verstedelijkte gebieden in<br />
Holland of de veengebieden van Drenthe ging. In 1798 werden ook de oude<br />
gewesten vervangen door ‘departementen’ met andere grenzen en namen die naar<br />
de belangrijkste rivieren verwezen. In 1801 keerden de provincies van de Republiek<br />
der Verenigde Nederlanden alweer terug. Op de vorming van Limburg (1815/1839) en<br />
Flevoland (1986), de splitsing van Holland (1840) en enkele grenscorrecties na is de<br />
provinciale indeling van ons land daarmee gebaseerd op vanaf de elfde eeuw vaak<br />
toevallig ontstane en in de zeventiende eeuw bestendigde grenzen die niettemin in<br />
de loop der tijd voor een deel zijn verbonden met een gevoel van territoriale<br />
identiteit.<br />
Met de Gemeentewet van 1807 werd ook de inrichting van de gemeenten geregeld.<br />
Het bleef echter zoeken naar de beste verhouding tussen de bestuurslagen en de<br />
1 G.J. Leenknegt, R. Kubben & B. Jacobs, Opstand en eenwording. Een institutionele geschiedenis van het Nederlandse<br />
openbaar bestuur, derde herziene druk, Nijmegen: Wolf Legal Publishers, 2010, pp. 113-116.
5<br />
voorstellen tot bestuurlijke herinrichting – werkgroep bestuurlijke herinrichting<br />
beste inrichting van gemeenten en provincies. Zeker in de beginjaren van de<br />
negentiende eeuw werd er ten aanzien van bestuurlijke inrichting en taken nog<br />
verschil gemaakt op basis van bevolkingsomvang. Pas tijdens de regeringsjaren van<br />
Johan Rudolf Thorbecke kwam een duurzame en uniforme regeling voor de<br />
provinciale en gemeentelijke besturen tot stand. Sindsdien wordt het Nederlandse<br />
openbaar bestuur binnen het kader van de gedecentraliseerde eenheidsstaat in de<br />
basis gevormd door drie territoriale, algemene besturen met daarnaast de<br />
waterschappen als functioneel bestuur voor de waterhuishouding.<br />
Tot op de dag van vandaag staat Thorbeckes huis recht overeind. In de voorbije<br />
eeuw zijn veranderingen opgetreden. Zo is de balans tussen autonomie en<br />
medebewind omgeslagen naar de kant van het medebewind. Steeds meer taken<br />
worden ‘gedecentraliseerd’ waarbij het Rijk aangeeft dat een taak uitgevoerd moet<br />
worden in plaats van de keuze aan gemeenten te laten. Ook is steeds meer en<br />
ingewikkelde regelgeving op Rijksniveau geïnitieerd.<br />
Het lokaal bestuur is door golven van herindeling behoorlijk opgeschaald. Het aantal<br />
gemeenten is gedaald van ongeveer 1.100 rond 1900 tot iets meer dan 400 nu. 2 Om<br />
met hun groeiend takenpakket om te kunnen gaan, zijn gemeenten voorts<br />
veelvuldig gaan samenwerken met buurgemeenten en zijn binnen de grootste<br />
gemeenten deelgemeenten ontstaan. Organisch en niet zelden min of meer<br />
toevallig is een veelheid aan tussenlagen, samenwerkingsverbanden en<br />
uitvoeringsorganisaties ontstaan. Niettemin is de basisstructuur nog altijd dezelfde<br />
als halverwege de negentiende eeuw.<br />
Ons land en de wereld zijn inmiddels sterk veranderd. De bevolking van ons land is<br />
bijna verachtvoudigd. Delen van het land hebben zich ontwikkeld tot dichtbevolkte,<br />
grootstedelijke agglomeraties bestaande uit meerdere gemeenten en soms<br />
provinciegrens overstijgend. Andere plaatsen hebben hun karakter van groen<br />
plattelandsdorp behouden. Burgers zijn hoger opgeleid en mondiger geworden.<br />
Anderzijds is de samenleving complexer geworden en moeten burgers met meer<br />
onzekerheid en verandering om kunnen gaan. Moderne massamedia en<br />
communicatiemiddelen, het internet voorop, hebben hun intrede gedaan. De<br />
mobiliteit is sterk toegenomen. We kunnen direct praten met mensen aan de<br />
andere kant van de wereld en binnen enkele uren aan de overkant van de<br />
Atlantische oceaan zijn. Sociale nabijheid is geen kwestie meer van concentrische<br />
cirkels gemeten in kilometers van ons huis, maar van de beschikbaarheid van iphone,<br />
Skype of Facebook en van toegang tot hogesnelheidstrein of vliegtuig.<br />
Ons land is een belangrijke schakel in een globaliserende wereld. Stromen van<br />
goederen, kapitaal en mensen over staatsgrenzen heen zijn enorm toegenomen.<br />
Europa als geheel is de belangrijkste afzetmarkt van het Nederlands bedrijfsleven<br />
geworden. Productieprocessen vinden niet meer in hun geheel op één locatie plaats<br />
maar zijn over de hele wereld verspreid geraakt. Veel bedrijven zijn multinationaal<br />
gaan opereren. Helaas geldt hetzelfde voor criminele organisaties en hebben we<br />
inmiddels te maken met globale milieuproblemen zoals de verspreiding van<br />
vervuiling en besmettelijke ziekten. Tegelijkertijd voelen veel mensen zich nog sterk<br />
verbonden met lokale gemeenschappen en worden regionale en lokale identiteit<br />
versterkt in reactie op de vervreemdende werking van globalisering. Daarmee zijn<br />
de wereld en de eigen buurt tegelijk de meest relevante belevingssferen in het<br />
leven van mensen.<br />
2 http://www.cbs.nl/NR/rdonlyres/D6B519AD-B7DB-478F-BD48-87196D408B6E/0/2004k1b15p056art.pdf.
6<br />
voorstellen tot bestuurlijke herinrichting – werkgroep bestuurlijke herinrichting<br />
De overheid is veranderd in een verzorgingsstaat die in veel grotere mate in de<br />
samenleving ingrijpt. De overheid ziet zich geconfronteerd met de<br />
onbetaalbaarheid van de huidige verzorgingsstaat en stevig onder druk staande<br />
overheidsfinanciën. De overheid heeft tegelijk te maken met processen van<br />
horizontalisering waarbij burgers participatie in besluitvorming opeisen en<br />
bedrijven en maatschappelijke organisaties partners in beleidsvorming en –<br />
uitvoering zijn geworden. Vaak wordt overheidsbeleid uitgevoerd door private<br />
organisaties of door (semi)publieke instanties die op afstand van het algemene<br />
bestuur zijn geplaatst. De samenleving is bovendien sterk gejuridiseerd en<br />
gedigitaliseerd. 3 Voorts is ons land deel gaan uitmaken van internationale verbanden<br />
en in het bijzonder van de Europese Unie,.<br />
Ten slotte doen zich twee paradoxen voor. De overheid wordt geconfronteerd met<br />
een sociale paradox waarbij het de meeste mensen persoonlijk goed gaat maar er<br />
toch sprake is van een gevoel van maatschappelijke onvrede. Daarnaast wordt de<br />
overheid geconfronteerd met een reguleringsparadox waarbij mensen voortdurend<br />
roepen om regels voor anderen maar niet voor zichzelf. Ook wie in het algemeen<br />
een kleinere overheid wil, dringt bij concrete problemen vaak aan op<br />
overheidsoptreden. Ondanks deze paradox ontstaat een kleinere overheid waarbij<br />
de burger weer meer verantwoordelijkheid moet nemen op diverse terreinen waar<br />
tot nu toe vaak te gemakkelijk op de overheid werd geleund.<br />
Al die veranderingen roepen de vraag op of de inrichting van de overheid wel<br />
zodanig is, dat inwoners en bedrijven optimaal ruimte hebben hun talenten te<br />
benutten en dat de overheid zelf optimaal is toegerust om de belangrijke<br />
bestuurlijke opgaven van de toekomst – het overeind houden van kwalitatief goede<br />
en betaalbare voorzieningen voor iedereen en inspelen op de dynamiek van de<br />
wereldeconomie – aan te kunnen.<br />
2. Klein, slagvaardig en gedragen<br />
Een kleine overheid<br />
De <strong>VVD</strong> staat voor een krachtige, kleine overheid. 4 De overheid is er voor onze<br />
interne en externe veiligheid. De overheid zorgt voor collectieve goederen zoals<br />
dijken, rechtspraak en infrastructuur. De overheid treedt op als marktmeester door<br />
kaders te stellen en toezicht te houden. Een kleine overheid is een overheid die<br />
‘nee’ kan zeggen als er om overheidsoptreden geroepen wordt. Want alleen een<br />
overheid die zich tot haar kerntaken beperkt, kan klein zijn en geeft daarmee<br />
burgers, samenleving en bedrijfsleven optimaal de ruimte om zichzelf te<br />
ontwikkelen en activiteiten te ontplooien. In de kern is dit geen kwestie van<br />
bestuurlijke inrichting. Beperking tot kerntaken vergt vooral zelfbeperking en<br />
zelfdiscipline van bestuurders en volksvertegenwoordigers op alle niveaus, inclusief<br />
het Rijk en de EU. Zij moeten ‘nee’ durven zeggen. Zij moeten verdragen dat een<br />
andere overheid verantwoordelijk is. Zij moeten de neiging onderdrukken om<br />
mensen onmiddellijk hun problemen af te nemen. Hoe meer bestuurders en hoe<br />
meer overheden, hoe groter de kans dat ergens iemand dat niet op kan brengen.<br />
Het komt erop aan om de verwachtingen die burgers van de overheid hebben te<br />
matigen. Beperking tot kerntaken vergt een cultuuromslag bij bestuurders en bij<br />
burgers. Burgers moeten de neiging onderdrukken om bij problemen meteen naar<br />
de overheid te kijken. Zelfredzaamheid en eigen verantwoordelijkheid van burgers<br />
3 Teldersstichting, Een onbetwistbaar recht? Juridisering en het evenwicht tussen rechtsstaat en democratie, Geschrift<br />
113, Den Haag, 2012.<br />
4 <strong>VVD</strong> Beginselverklaring 2008; Orde op zaken, <strong>VVD</strong> programma Tweede Kamerverkiezingen 2010.
7<br />
voorstellen tot bestuurlijke herinrichting – werkgroep bestuurlijke herinrichting<br />
en een kleine overheid die vrijheid zo min mogelijk beperkt, zijn twee zijden van<br />
dezelfde medaille. Als het gesneeuwd heeft en de stoep voor je huis of winkel<br />
onbegaanbaar is, kun je de hele dag gaan mopperen dat de gemeente de stoep nog<br />
niet schoongemaakt heeft of je kunt een sneeuwschep pakken en zelf een half<br />
uurtje sneeuwruimen. Bij een kleine overheid passen burgers die zelf de<br />
sneeuwschep ter hand nemen.<br />
Een slagvaardige overheid<br />
De <strong>VVD</strong> zet al jaren in op beperking van alle overheden tot kerntaken. Op dat punt<br />
zijn al belangrijke stappen gezet. 5 Een overheid die zich tot haar kerntaken beperkt,<br />
kan ook als organisatie klein zijn. De omvang van het takenpakket is immers een<br />
belangrijke factor voor de omvang van vertegenwoordigende organen en het<br />
ambtelijke apparaat. Andersom geldt dat bij minder bestuurders, ambtenaren en<br />
overheidsinstanties het makkelijker is om het takenpakket klein te houden. De<br />
beperking tot kerntaken wordt deels gedragen door de bestuurlijke inrichting van<br />
ons land. Die inrichting geeft immers aan wie bepaalt wat de kerntaken van de<br />
verschillende overheden zijn. De huidige inrichting is gebaseerd op autonomie en<br />
een open huishouding van provincies en gemeenten. Dat betekent dat provincie- en<br />
gemeentebesturen in beginsel zelf bepalen wat de kerntaken van hun provincie of<br />
gemeente zijn. Uiteenlopende antwoorden staan een duidelijke taakverdeling<br />
tussen overheden in de weg, leiden tot overlap en maken afstemming en afspraken<br />
tussen overheden nodig.<br />
De vragen wat overheidstaken zijn en hoe Nederland bestuurlijk ingericht dient te<br />
worden, kunnen niet los van elkaar bezien worden. Deels volgen structuren van de<br />
bestuurlijke inrichting de takendiscussie. Deels is het juist in het licht van de<br />
kerntaken van de overheid van belang om naar de bestuurlijke inrichting te kijken.<br />
De <strong>VVD</strong> wil niet alleen een kleine overheid. De overheid moet ook krachtig zijn. De<br />
overheid heeft een aantal wezenlijke functies te vervullen en moet dat ook adequaat,<br />
tijdig en doeltreffend kunnen doen. De overheid hoeft niet veel te doen, maar wat<br />
zij moet doen, moet zij goed kunnen doen. De overheid moet dus over de slagkracht<br />
beschikken om haar kerntaken ook echt te kunnen behartigen en de belangen van<br />
burgers goed te kunnen dienen. Bij gemeenten in het bijzonder is de komende jaren<br />
meer slagkracht nodig om de extra taken voortvloeiend uit de aankomende<br />
decentralisatieoperaties – denk aan de jeugdzorg – aan te kunnen. Juist de<br />
slagvaardigheid van de overheid wordt momenteel door velen als een probleem<br />
ervaren. 6 Het vermogen van de overheid om maatschappelijke problemen adequaat<br />
en tijdig aan te pakken is in het gedrang. Dat gaat ten koste van kwaliteit van beleid<br />
en uitvoering, van het probleemoplossend vermogen van de overheid en van de<br />
beheersbaarheid van kosten.<br />
In de afgelopen decennia is het Rijk steeds meer van provincies en gemeenten gaan<br />
vragen. De extra taken die door middel van decentralisatieoperaties bij gemeenten<br />
zijn neergelegd, gaan de bestuurskracht van veel gemeenten te boven. Vooral kleine<br />
gemeenten zijn onvoldoende toegerust om de opgelegde taken uit te voeren.<br />
Daarvoor missen zij bijvoorbeeld ambtelijke capaciteit en benodigde expertise. De<br />
uitvoering van Rijksbeleid slokt bij alle gemeenten lokale middelen, aandacht en<br />
ambtelijke capaciteit op. De lokale autonomie wordt hierdoor uitgehold, zeker als<br />
5 Gemengde commissie decentralisatievoorstellen provincies (<strong>Commissie</strong>-Lodders), Ruimte, regie en rekenschap, Den<br />
Haag, 2008; Vrijheid en verantwoordelijkheid, Regeerakkoord <strong>VVD</strong>-CDA, 2010; Kabinetsvisie ‘Bestuur en bestuurlijke<br />
inrichting’, 10 oktober 2011; VNG-IPO-UvW-Rijk, Bestuursakkoord 2011-2015; Niet doorschuiven, maar aanpakken, <strong>VVD</strong><br />
programma Tweede Kamerverkiezingen 2012.<br />
6 Zie onder meer VNG-commissie Gemeentewet en Grondwet (<strong>Commissie</strong>-Van Aartsen), De eerste overheid, Den Haag,<br />
2007.
8<br />
voorstellen tot bestuurlijke herinrichting – werkgroep bestuurlijke herinrichting<br />
landelijke wetgeving weinig ruimte laat voor lokale keuzes in de uitvoering.<br />
Gemeenten hebben, vaak niet ten onrechte, het gevoel tot uitvoeringsorganen van<br />
het Rijk gereduceerd te worden. Dit verlies aan controle wordt versterkt door het<br />
ontstaan van intergemeentelijke samenwerkingsverbanden op regionaal niveau. Uit<br />
noodzaak geboren schuiven gemeenten gedecentraliseerde taken weer door naar<br />
dergelijke verbanden; hetgeen de vraag oproept wat je als gemeente eigenlijk nog<br />
zelf doet en zelf bepaalt. In de komende jaren nemen capaciteitsproblemen alleen<br />
maar toe, omdat een krimpende arbeidsbevolking het potentieel aan bijvoorbeeld<br />
raadsleden en ambtenaren kleiner maakt. Er zijn steeds minder mensen beschikbaar<br />
om beleid te vormen en uit te voeren.<br />
De feitelijke opschaling naar het regionaal niveau heeft niet alleen te maken met een<br />
beperkte bestuurskracht van gemeenten. Door allerlei ontwikkelingen buiten de<br />
overheid is er sprake van een mismatch van het schaalniveau van maatschappelijke<br />
problemen en de bestuurlijke organisatie. De commissie-Bovens merkt terecht op<br />
dat de maatschappelijke werkelijkheid zich vaak niets aantrekt van bestuurlijke<br />
indelingen en bevoegdheden. 7 De schaal waarop maatschappelijke problemen en<br />
uitdagingen om aanpak vragen, het bereik van voorzieningen en de relevante sfeer<br />
van bijvoorbeeld economisch of milieubeleid is steeds meer regionaal. De regio's<br />
waarbinnen gemeenten samenwerken zijn vaak ook het meest aangewezen niveau<br />
om beleid te voeren of voorzieningen te organiseren. Met name in grootstedelijke,<br />
dichtbevolkte gebieden is de economische en sociale samenhang onder meer door<br />
toegenomen mobiliteit zodanig dat bestuurlijke en juridische grenzen van<br />
gemeenten (en provincies) niet overeenkomen met het schaalniveau van problemen<br />
of het verzorgingsgebied van voorzieningen.<br />
Het proces van Europese integratie en de vorming van een gemeenschappelijke<br />
markt van een half miljard Europeanen versterkt deze ontwikkeling naar<br />
(economische) regio's nog meer. De Europese Unie is een eigenstandige<br />
bestuurslaag en speler in het politiek en bestuurlijk krachtenveld geworden. Dat is<br />
een voortgaande ontwikkeling die aanzet tot regionalisering en veel van decentrale<br />
overheden vraagt. Tegelijk wordt de (fysieke) afstand van de burger tot een deel van<br />
het bestuur door de Europese afstand vergroot. Dat vraagt om een stevige lokale<br />
verankering van bestuur als tegenpool.<br />
Het huis van Thorbecke is niet op deze beweging naar regio's ingericht. De huidige<br />
inrichting met drie algemene besturen maakt dat er in de bestuurlijke indeling van<br />
ons land geen sprake is van afstemming van schaal op taken. Bij de waterschappen is<br />
in het recente verleden bijvoorbeeld wel gekozen om de indeling af te stemmen op<br />
de taak door bij de herindeling van waterschappen rekening te houden met<br />
stroomgebieden.<br />
De optimale schaal voor het voeren van beleid verschilt per onderwerp en per<br />
gebied. Dat wringt met een bestuurlijke inrichting die uitgaat van drie territoriaal<br />
afgebakende, algemene besturen met in het hele land uniforme organisatie, taken<br />
en bevoegdheden. Ten slotte brengt de huidige indeling met zich dat waar<br />
maatschappelijke problemen regionaal zijn geworden, bevoegdheden en<br />
democratische wilsvorming, controle en verantwoording lokaal zijn gebleven.<br />
Het groeiend takenpakket van gemeenten en de maatschappelijke beweging naar<br />
het regionaal niveau leiden tot een scala aan weinig overzichtelijke bestuurlijke<br />
verhoudingen, onduidelijke verantwoordelijkheidsverdeling, diffuse spreiding van<br />
besluitvorming en gebrekkige democratische controle. Er is sprake van<br />
7 <strong>Commissie</strong> Toekomst Lokaal Bestuur (<strong>Commissie</strong>-Bovens), Wil tot Verschil. Gemeenten in 2015, Den Haag, 2006, p. 10.
9<br />
voorstellen tot bestuurlijke herinrichting – werkgroep bestuurlijke herinrichting<br />
rolverwarring omdat onvoldoende duidelijk is wie waarover gaat. De verdeling van<br />
verantwoordelijkheden tussen Rijk, provincie, waterschap en gemeente, maar ook<br />
tussen overheid en publieke, semipublieke of private uitvoeringsorganisaties is voor<br />
veel burgers en zelfs voor veel bestuurders onduidelijk.<br />
Er is bovendien sprake van wat 'bestuurlijke drukte' is gaan heten. 8 Op veel terreinen<br />
zijn (te) veel overheden en overheidsinstanties tegelijk bij besluitvorming en/of<br />
uitvoering betrokken. Dat noodzaakt tot veel overleg en schept onnodige<br />
hindermacht. Een beperking van elke overheid tot kerntaken vermindert deze<br />
drukte op zichzelf al en veel is te winnen door een heldere taakverdeling, 9 maar de<br />
huidige bestuurlijke inrichting noodzaakt ook dan nog tot veelvuldig samenwerken,<br />
overleg en afstemmen.<br />
Een ander obstakel bij het adequaat aanpakken van maatschappelijke problemen is<br />
het gebrek aan flexibiliteit en mogelijkheid tot maatwerk binnen de bestuurlijke<br />
inrichting. Uniformiteit van de organisatie van het lokaal en middenbestuur wat<br />
betreft interne organisatie, taken en bevoegdheden past niet bij de verscheidenheid<br />
tussen verschillende delen van het land. In een grootstedelijk gebied worden door<br />
burgers andere dingen van de overheid gevraagd dan in een landelijk gebied. De<br />
problemen van de Randstad, Brainport Eindhoven of het verstedelijkt gebied van<br />
Zuid-Limburg zijn niet hetzelfde als de problemen in Zeeuws-Vlaanderen, De<br />
Graafschap of Oostermoer. Toch hebben gemeenten overal dezelfde taken en<br />
hetzelfde instrumentarium. De sociale, economische en fysieke context waarin het<br />
bestuur opereert verschilt en daarmee verschillen de problemen en opgaven<br />
waarmee de overheid geconfronteerd wordt. Dat vraagt om andersoortig bestuur.<br />
Uniformiteit in organisatie en verantwoordelijkheden past bovendien niet omdat de<br />
verhoudingen binnen het huis van Thorbecke behoorlijk scheef zijn. In algemene<br />
termen denken over gemeenten of provincies komt niet overeen met de<br />
werkelijkheid waarin de gemeente Amsterdam meer inwoners heeft dan de<br />
provincies Flevoland en Zeeland samen en ruim 800 keer meer dan de kleinste<br />
gemeente (Schiermonnikoog), waarin de Rotterdamse deelgemeente Prins<br />
Alexander met bijna 90.000 inwoners groter is dan ruim 380 zelfstandige gemeenten<br />
en waarin de gemeente Noordoostpolder naar landoppervlakte meer dan 73 keer<br />
groter is dan de gemeente Schoonhoven. Ook deze constatering geeft aanleiding<br />
om vragen te stellen bij de huidige uniformiteit.<br />
Nederland is onvoldoende in staat snel adequate besluiten te nemen. De fricties<br />
tussen bestuurlijke organisatie enerzijds en taakverdeling en maatschappelijke<br />
opgaven anderzijds zijn daarvan de oorzaak. Voldoende bestuurlijke slagkracht is<br />
nodig om ervoor te zorgen dat onze economische belangen en welvaart niet in het<br />
gedrang komen en om het hoge tempo van wereldwijde economische, politieke en<br />
sociale ontwikkelingen bij te benen. Daarom is het zaak te zoeken naar<br />
mogelijkheden om via herinrichting van het bestuurlijk bestel de slagkracht van het<br />
bestuur te vergroten.<br />
Een gedragen overheid<br />
De <strong>VVD</strong> staat niet alleen voor een slagvaardige overheid. Dat de overheid kan doen<br />
wat zij moet doen, is maar één kant van de medaille. De <strong>VVD</strong> staat ook voor een<br />
democratische overheid die door haar burgers gedragen wordt. Met het oog daarop<br />
8 Gemengde <strong>Commissie</strong> <strong>Bestuurlijke</strong> Coördinatie (<strong>Commissie</strong>-De Grave), Je gaat erover of niet, Den Haag, 2005; Raad voor<br />
het openbaar bestuur, Slagvaardig bestuur. Advies over integraliteit en vertrouwen in het openbaar bestuur, Den Haag,<br />
2009.<br />
9 Gemengde <strong>Commissie</strong> <strong>Bestuurlijke</strong> Coördinatie (<strong>Commissie</strong>-De Grave), Je gaat erover of niet, Den Haag, 2005.
10<br />
voorstellen tot bestuurlijke herinrichting – werkgroep bestuurlijke herinrichting<br />
is het zorgwekkend dat het vertrouwen van veel burgers in politiek en bestuur en<br />
daarmee de legitimiteit van de overheid onder druk lijken te staan.<br />
De waardering van burgers voor de overheid is van een groot aantal factoren<br />
afhankelijk. In de eerste plaats wordt de overheid via democratische weg<br />
gelegitimeerd. De overheid is er voor haar<br />
burgers. In een democratie is de overheid een vorm van collectieve actie waarbij<br />
uiting wordt gegeven aan gezamenlijke zelfbeschikking van burgers, direct of door<br />
middel van vertegenwoordigers, ten aanzien van voorzieningen en zaken die<br />
individuen niet zelf kunnen regelen. Een gedragen overheid vraagt om een bestuur<br />
waardoor de bevolking zich op een goede manier vertegenwoordigd voelt, dat oog<br />
heeft voor problemen en wensen van burgers en dat waar mogelijk burgers<br />
gelegenheid biedt om inbreng te leveren. Legitimiteit hangt af van de mate waarin<br />
burgers, direct of indirect, toegang hebben tot de overheid en besluitvorming om<br />
inbreng te leveren en wensen en zorgen kenbaar te maken. Daarbij is het belangrijk<br />
dat de mondige burger ook bereid is zelf verantwoordelijkheid te nemen voor de<br />
inrichting van zijn leven en omgeving. De overheid heeft te lang de burger<br />
weggehouden van zijn eigen verantwoordelijkheid en daarbij afhankelijk gemaakt.<br />
Het is zaak om in te zetten op een bestuur dat herkenbaar is en voldoende aandacht<br />
heeft voor maatschappelijke problemen en in de samenleving levende opvattingen.<br />
Voor een belangrijk deel is dit een zaak van bestuursstijl en manier van politiek<br />
bedrijven. Het overbruggen van de inherente kloof tussen burger en overheid vergt<br />
lokale en provinciale politici die als volksvertegenwoordigers een echte brug tussen<br />
burger en gemeente- of provinciehuis vormen. Volksvertegenwoordiging is niet<br />
enkel een zaak van kundig meebesturen, maar ook van actief deel uitmaken van<br />
lokale gemeenschappen, van open, zichtbaar en benaderbaar zijn op het schoolplein<br />
of het voetbalveld, bij de bakker of in het dorpscafé. Lokale partijen hebben vaak<br />
juist aan dat laatste hun succes te danken.<br />
Maar deze vorm van legitimiteit is ook een zaak van bestuurlijke inrichting en stelt<br />
eisen aan die inrichting. Het vergroten van afstand draagt haast onvermijdelijk bij<br />
aan beperking van toegang van burgers tot het bestuur. De overheid wordt minder<br />
benaderbaar en zichtbaar, hoewel moderne media zichtbaarheid op fysieke afstand<br />
mogelijk maken; via televisie is de premier voor veel mensen bijvoorbeeld bekender<br />
dan de wethouders van de eigen gemeenten. Opschalen ten behoeve van slagkracht<br />
botst daarom met deze vorm van legitimiteit als niet tegelijkertijd nabijheid van<br />
bestuur geborgd en georganiseerd wordt. Anderzijds is voor een herkenbaar en<br />
benaderbaar bestuur noodzakelijk dat de burger weet waar hij terecht kan. De<br />
overheid voor de burger overzichtelijk houden is daarom deel van het bevorderen<br />
van herkenbaarheid. Een heldere bestuurlijke inrichting met een heldere verdeling<br />
van taken en verantwoordelijkheden draagt bij aan vertrouwen en legitimiteit.<br />
In de tweede plaats hangt de legitimiteit van politiek en bestuur af van de<br />
effectiviteit en kwaliteit van overheidsoptreden. Een gedragen overheid vraagt om<br />
een bestuur dat zichtbaar doet wat het moet doen, dat diensten van voldoende<br />
kwaliteit efficiënt en snel levert, dat resultaten boekt. Vertrouwen kan<br />
teruggewonnen worden door een dienstverlenende en klantvriendelijke werkwijze<br />
van overheden, met andere woorden door burgers redelijk, fatsoenlijk en respectvol<br />
te behandelen. 10 Op dit punt is dalend vertrouwen een gevolg van te hoge<br />
verwachtingen aan de kant van de burger, maar ook van onvoldoende slagkracht en<br />
lange doorlooptijd van besluitvorming. Een slagvaardige overheid is deels dan ook<br />
nodig om het vertrouwen van de burger in de overheid te herstellen. Wat dat<br />
10 Niet doorschuiven, maar aanpakken, <strong>VVD</strong> programma Tweede Kamerverkiezingen 2012.
11<br />
voorstellen tot bestuurlijke herinrichting – werkgroep bestuurlijke herinrichting<br />
betreft kan het organiseren van taken op een meer passend, hoger schaalniveau<br />
dienend zijn. Maar het boeken van resultaten vraagt vaak ook om een gerichte<br />
aanpak die kan worden afgestemd op de lokale situatie. Geforceerde uniformiteit en<br />
gebrekkige flexibiliteit staan eraan in de weg in te spelen op wat lokaal speelt, werkt<br />
en nodig is. Ook hierom blijft het organiseren van nabijheid van bestuur noodzakelijk.<br />
Door 1) de overheid zo in te richten dat je tot gedeelde en gedragen besluiten komt<br />
en 2) die besluiten vervolgens daadkrachtig te verwezenlijken, kan een dubbele<br />
legitimiteitswinst geboekt worden.<br />
Ten slotte is de legitimiteit van de overheid afhankelijk van hoe het bestuur werkt.<br />
Een gedragen overheid vraagt om een bestuur dat burgers fatsoenlijk behandelt,<br />
dat willekeur en corruptie vermijdt en dat op een zorgvuldige en transparante<br />
manier te werk gaat in overeenstemming met de beginselen van behoorlijk bestuur<br />
en rechtsstatelijke waarden zoals wetmatigheid, respect voor grondrechten en<br />
minderheden, rechtsbescherming en machtsverdeling. Deze legitimiteitbepalende<br />
factor is in beginsel neutraal ten aanzien van bestuurlijk schaalniveau.<br />
Slagvaardigheid en legitimiteit van de overheid gaan deels hand in hand, maar<br />
kunnen ook om tegengestelde bewegingen vragen. De <strong>VVD</strong> wil het vertrouwen van<br />
burgers in de overheid terugwinnen. Daarom is het zaak om bij bestuurlijke<br />
herinrichting ervoor te zorgen dat door herinrichting de condities voor een<br />
gedragen overheid worden versterkt én dat herinrichting ten behoeve van meer<br />
slagkracht niet ten koste van legitimiteit gaat.<br />
3. <strong>Bestuurlijke</strong> inrichting voor de 21 ste eeuw<br />
Voor een slagvaardige en gedragen overheid is het zaak om door bestuurlijke<br />
herinrichting van ons land de slagkracht van de overheid te vergroten en tegelijk de<br />
nabijheid en herkenbaarheid van de overheid voor burgers te waarborgen of zelfs te<br />
versterken. Een slagvaardige en gedragen overheid vraagt om bestuurlijke<br />
herinrichting. Zowel wat de slagvaardigheid als wat de legitimiteit betreft zijn er<br />
spanningen die het nodig maken om de bestuurlijke inrichting beter af te stemmen<br />
op de maatschappelijke context van de eenentwintigste eeuw. Enerzijds gaat het er<br />
dan om de bestuurlijke indeling beter te laten aansluiten bij de economische<br />
dynamiek van ons land. Anderzijds gaat het erom een antwoord om de<br />
vertrouwenscrisis te geven door bestuurders meer zichtbaar en aanspreekbaar te<br />
laten zijn voor de burger om bijvoorbeeld leefbaarheidvraagstukken in dorpen en<br />
stadswijken aan te pakken. 11<br />
Terecht heeft de Raad voor het Openbaar Bestuur erop gewezen dat het bij bestuurlijke<br />
herindeling weinig zinvol is om in termen van een nieuwe, uniforme blauwdruk te<br />
denken. 12 Daarom wordt ook hier gekozen voor het duiden van een aantal<br />
uitgangspunten waar vervolgens voorstellen voor concrete veranderingen uit<br />
afgeleid worden.<br />
1. De mondige en verantwoordelijke burger<br />
<strong>Bestuurlijke</strong> herinrichting neemt de mondige en verantwoordelijke burger als<br />
uitgangspunt. Daarop worden organisatie, besluitvorming en dienstverlening<br />
ingericht. Uitgangspunt is ten principale een overheid die burgers zich in vrijheid<br />
11 Orde op zaken, <strong>VVD</strong> programma Tweede Kamerverkiezingen 2010.<br />
12 Raad voor het openbaar bestuur, Het einde van het blauwdruk-denken. Naar een nieuwe inrichting van het openbaar<br />
bestuur, Den Haag, 2010.
12<br />
voorstellen tot bestuurlijke herinrichting – werkgroep bestuurlijke herinrichting<br />
laat ontwikkelen door hen ruimte te laten en kansen te bieden en een overheid die<br />
opvattingen, wensen en zorgen van burgers serieus neemt. 13<br />
2. De gedecentraliseerde eenheidsstaat<br />
Nederland is een gedecentraliseerde eenheidsstaat. Decentrale overheden hebben<br />
eigen taken en verantwoordelijkheden en kennen intern een eigen politiek proces.<br />
Dat vraagt om open huishoudingen. Binnen de gedecentraliseerde eenheidsstaat is<br />
de bevoegdheid om de vraag wie bepaalt wat overheidstaken zijn en wat taken van<br />
een bepaalde overheid zijn, te beantwoorden verspreid over de verschillende<br />
overheden met inachtneming van de boven- en benedengrens van autonomie (dat<br />
wil zeggen dat decentrale overheden bij de keuze voor autonoom beleid wel in het<br />
algemeen belang moeten handelen en beperkt worden door hogere regelingen).<br />
3. De bestuurlijke inrichting is gebaseerd op een heldere taakverdeling<br />
Ook bij open huishoudingen hoort de bestuurlijke inrichting afgestemd te zijn op<br />
een idee van welke taken het best door wie verricht kunnen worden. Een<br />
slagvaardige en gedragen overheid vraagt om duidelijke keuzes ten aanzien van het<br />
beleggen van taken en verantwoordelijkheden en om het respecteren van die<br />
keuzes. 14 Een heldere taakverdeling is noodzakelijk. Bij de gedecentraliseerde<br />
eenheidsstaat past dat interbestuurlijke afspraken vooralsnog de manier zijn om tot<br />
een heldere taakverdeling te komen, maar autonomie mag geen excuus zijn om<br />
duidelijke afspraken te ontlopen of te ontduiken.<br />
4. Schaal volgt taak<br />
Als taken het uitgangspunt voor de bestuurlijke inrichting zijn, dan is de aard van<br />
maatschappelijke problemen leidend bij het vaststellen van gewenste schaalniveaus.<br />
De keuze van de schaalgrootte is afhankelijk van effectiviteit en legitimiteit van<br />
overheidsoptreden. De kerntaken van een overheid zijn daarom richtinggevend voor<br />
de omvang van het grondgebied van die overheid. Voor de bestuurlijke inrichting<br />
wordt aansluiting gezocht bij sociaal-economische samenhang of de samenhang<br />
van de fysieke ruimte, afhankelijk van welke taak voorop staat. <strong>Bestuurlijke</strong><br />
herinrichting is daarom geen zaak van simpelweg groter maken, van opschalen om<br />
het opschalen, maar van het beter afstemmen van schaal op kerntaak. Elke overheid<br />
beschikt over de slagkracht en het instrumentarium om haar taken adequaat uit te<br />
voeren.<br />
5. Als het kan, decentraal<br />
Beleid en uitvoering horen op het laagst mogelijke niveau vorm te krijgen. De<br />
gemeente is met recht als 'eerste overheid' gepositioneerd. 15 Maar als voor<br />
decentralisatie gekozen wordt, moet het wel goed gedaan worden. Decentraliseren<br />
kan alleen als de 'ontvangende' overheden toegerust zijn op de taak en als de<br />
overheid die kiest om een taak aan een ander over te laten, bereid is zich er niet<br />
meer mee te bemoeien en de nieuw verantwoordelijke overheid toestaat eigen<br />
keuzes te maken. Als de andere overheid het niet kan, als je uniforme uitvoering in<br />
het hele land wenst of als je controle op de uitvoering wilt houden, zorg je zelf voor<br />
beleid en uitvoering.<br />
6. Liefst één, maximaal twee bestuurslagen per taak<br />
Om bestuurlijke drukte te verminderen is het zaak het aantal betrokken overheden<br />
bij eenzelfde vraagstuk te beperken. Daarom hoort de taakverdeling zodanig te zijn<br />
13 Zie ook: <strong>Commissie</strong> Toekomst Lokaal Bestuur (<strong>Commissie</strong>-Bovens), Wil tot Verschil. Gemeenten in 2015, Den Haag, 2006,<br />
p. 11.<br />
14 Gemengde <strong>Commissie</strong> <strong>Bestuurlijke</strong> Coördinatie (<strong>Commissie</strong>-De Grave), Je gaat erover of niet, Den Haag, 2005<br />
15 VNG-commissie Gemeentewet en Grondwet (<strong>Commissie</strong>-Van Aartsen), De eerste overheid, Den Haag, 2007.
13<br />
voorstellen tot bestuurlijke herinrichting – werkgroep bestuurlijke herinrichting<br />
dat er bij voorkeur één overheid verantwoordelijk is en maximaal twee (exclusief de<br />
EU). 16<br />
7. De Europese Unie is een van de betrokken bestuurslagen<br />
De Europese Unie is een gegeven. De EU is een van de bestuurslagen waar we mee<br />
te maken hebben en daarmee deel van de hele constellatie van gelaagd bestuur. Alle<br />
overheden hebben te maken met Europese regelgeving en maken allemaal deel uit<br />
van de Europese ruimte waarin zij zich moeten kunnen bewegen en hun gebied<br />
moeten kunnen positioneren. Ook decentrale overheden horen een serieuze<br />
gesprekspartner voor Europa te kunnen zijn.<br />
8. Eenheid in de hoofdstructuur, differentiatie in taken,<br />
verantwoordelijkheden en interne organisatie<br />
Voor de herkenbaarheid en overzichtelijkheid van de overheid is het zaak om een<br />
uniforme indeling op hoofdlijnen als uitgangspunt te nemen. Binnen en tussen<br />
overheden is evenwel ruimte om verschil toe te laten. Dat kan gaan om taken en<br />
verantwoordelijkheden, maar ook om de interne organisatie. De commissie-Bovens<br />
spreekt van een ‘recht op ongelijkheid’. 17 Binnen de uniforme hoofdstructuur is<br />
maatwerk mogelijk. Lokaal is er ruimte voor het maken van eigen keuzes en voor<br />
maatwerk. Verschillen en contrasten tussen gebieden – bijvoorbeeld wat betreft<br />
economische activiteiten, sociale problemen, geografische ligging, regionale<br />
identiteit of demografische ontwikkeling – kunnen dan beter meegenomen worden.<br />
9. Taak, verantwoordelijkheid en financiering in één hand<br />
Als je verantwoordelijk bent voor een taak dan ligt de financieringsvraag ook bij jou.<br />
Financiering van beleid en uitvoering wordt zo dicht mogelijk bij de<br />
verantwoordelijke gebracht. Belastingheffing vindt daarom zo dicht mogelijk bij de<br />
taak plaats en lokale afwegingen worden lokaal gefinancierd. Dan ligt de<br />
verantwoordelijkheid voor de financiering bij degene die invloed kan uitoefenen op<br />
de kostenbeheersing. Bovendien is dan sprake van integraliteit van inkomsten en<br />
uitgaven bij het maken van beleidskeuzen. Dat leidt tot transparante politieke<br />
keuzes en versterkt de democratie. Bij veel voorzieningen betekent dit dat nationaal<br />
een basisniveau bepaald wordt en er ruimte is voor lokale aanvulling. Dit<br />
uitgangspunt vergt overigens wel dat de totale lastendruk voor burgers gelijk blijft.<br />
Daarnaast versterkt de uitbreiding van het lokale belastinggebied de democratische<br />
kracht van de gemeenteraden. Er valt immers wat te kiezen, terwijl op dit moment<br />
bij veel burgers het idee bestaat dat Den Haag het allemaal regelt.<br />
10. Elke bestuursmacht vraagt om democratisch georganiseerde wilsvorming<br />
en om democratische controle<br />
Beleid wordt gemaakt door of met betrokkenheid van democratisch gekozen<br />
volksvertegenwoordigers en de uitvoering van beleid is te allen tijde onderworpen<br />
aan controle door een gekozen vertegenwoordigend orgaan. Taken, bevoegdheden<br />
en financiering (inclusief belastingen) liggen daarom waar democratische<br />
verantwoording en controle mogelijk zijn.<br />
11. De bestuurlijke inrichting biedt voldoende garanties tegen willekeur en<br />
voor een zo groot mogelijke individuele vrijheid.<br />
Bij de bestuurlijke inrichting worden rechtsstatelijke waarborgen tegen willekeur en<br />
voor vrijheid zoals legaliteit, adequate rechtsbescherming, machtsverdeling en het<br />
organiseren van tegenmacht gerespecteerd.<br />
16 Motie-Van der Burg; Orde op zaken, <strong>VVD</strong> programma Tweede Kamerverkiezingen 2010; Vrijheid en verantwoordelijkheid.<br />
Regeerakkoord <strong>VVD</strong>-CDA, 2010; <strong>VVD</strong> Tweede Kamerfractie, Strategienotitie Bestuur, 2011.<br />
17 <strong>Commissie</strong> Toekomst Lokaal Bestuur (<strong>Commissie</strong>-Bovens), Wil tot Verschil. Gemeenten in 2015, Den Haag, 2006, p. 41.
14<br />
voorstellen tot bestuurlijke herinrichting – werkgroep bestuurlijke herinrichting<br />
12. Bestuur is herkenbaar, zichtbaar en aanspreekbaar<br />
Ook als taken aanleiding geven voor bestuur op een hoger schaalniveau is het zaak<br />
om het bestuur voor burgers zichtbaar en aanspreekbaar te houden. De nabijheid<br />
van politiek en bestuur tot burgers hoort geborgd te worden waarbij ook hier geldt<br />
dat uniformiteit geen uitgangspunt mag zijn.<br />
4. Voorstellen tot bestuurlijke herinrichting<br />
Overheden met een helder profiel<br />
In het licht van de opgaven die maatschappelijke dynamiek en economische<br />
ontwikkelingen aan de overheid stellen, is bestuurlijke hervorming in Nederland<br />
onontbeerlijk. Een robuust bestuur dat deze opgaven aankan, vraagt om helderheid<br />
over wie waarover gaat. Alleen dan kan vertragende bestuurlijke drukte<br />
tegengegaan worden. Bovendien past bij een heldere taakverdeling dat door<br />
herinrichting gekomen wordt tot overheden met de slagkracht voor adequate<br />
taakuitvoering. <strong>Bestuurlijke</strong> herinrichting dient ten slotte de herkenbaarheid van de<br />
overheid, omdat de overzichtelijkheid van het openbaar bestuur vergroot wordt.<br />
Aan het zoeken naar een optimaal niveau voor elke overheidstaak gaat de vraag wat<br />
overheidstaken zijn vooraf. Het huidige staatkundig bestel beantwoordt de vraag<br />
wat een taak van de overheid is en wie verantwoordelijk is, ten principale niet. In het<br />
huidige bestel is enkel de bevoegdheid om die vraag te beantwoorden belegd en<br />
wel op een zodanige manier dat in wezen elke overheid zelf een antwoord op die<br />
vraag mag geven. Dat is een consequentie van de gedecentraliseerde eenheidsstaat<br />
en het systeem van onze Grondwet. De Grondwet geeft provincies en gemeenten<br />
bevoegdheden tot regelgeving en bestuur. De Grondwet koppelt die bevoegdheden<br />
niet aan taken. De Grondwet zegt niet wat de taken van gemeenten, provincies en<br />
het Rijk zijn, met andere woorden ten behoeve van welke taken de algemene<br />
bevoegdheden tot regeling en bestuur uitgeoefend mogen worden. Wat de taken<br />
van provincies en gemeenten zijn kan op twee manieren bepaald worden. In de<br />
eerste plaats kan bij of krachtens de wet regelgeving en bestuur van decentrale<br />
overheden gevraagd worden. Zij krijgen dan specifieke medebewindstaken.<br />
Daarbuiten bepalen provincies en gemeenten zelf wat hun taken zijn zolang zij in<br />
het algemeen belang en niet in strijd met hogere regelgeving handelen. Zij zijn<br />
immers autonoom en hebben open huishoudingen.<br />
De werkgroep bestuurlijke herinrichting stelt voor om vast te houden aan de open<br />
huishouding van de decentrale overheden en om binnen die kaders sterker in te<br />
zetten op een heldere taakverdeling, kerntaken en een duidelijker functioneel<br />
profiel van de verschillende overheden.<br />
Met interbestuurlijke afspraken kan veel bereikt worden, maar naar de mening van<br />
de werkgroep is voor een heldere taakverdeling tevens een bestuurlijke<br />
herinrichting nodig. Een duidelijke taakverdeling hoort gebaseerd te zijn op de<br />
uitgangspunten 'als het kan, decentraal' , 'schaal volgt taak' en het<br />
tweebestuurslagenbeginsel.<br />
Een heldere taakverdeling volgens deze principes vraagt om een afweging waarbij<br />
de toedeling van taken aan de verschillende schaalniveaus gebaseerd wordt op wie<br />
welke taak het best op kan pakken. De optimale schaal verschilt echter per<br />
onderwerp en per gebied. Dat noodzaakt in de eerste plaats tot differentiatie. Het is<br />
weinig zinvol om te denken in een voor het hele land geldende minimumomvang.
15<br />
voorstellen tot bestuurlijke herinrichting – werkgroep bestuurlijke herinrichting<br />
De beste omvang wordt op basis van inhoudelijke, kwalitatieve overwegingen<br />
bepaald afhankelijk van de context van het betreffende gebied. Dat is in<br />
grootstedelijke gebieden anders dan in het landelijke gebied. Maar ook dan zou het<br />
volledig afstemmen van schaal op taak vragen om een spaghetti aan functioneel<br />
bestuur. Dat botst met het uitgangspunt van overzichtelijkheid en herkenbaarheid.<br />
Grotere gemeenten<br />
3De werkgroep bestuurlijke herinrichting stelt voor gemeenten in de toekomst<br />
meer ruimte te geven voor hun sociaal-cultureel en sociaal-economisch profiel en<br />
hun profiel op het gebied van veiligheid en openbare ruimte. De schaal van de<br />
gemeente sluit dan aan bij de economische samenhang van een gebied en het<br />
verzorgingsgebied van (sociaal-culturele) voorzieningen. Voor een deel komt dat<br />
verzorgingsgebied overeen met de oriëntatie van mensen. Dit profiel kan een<br />
aangrijpingspunt voor herindeling zijn: gaan de mensen in dit dorp naar het<br />
winkelcentrum, theater, zwembad of de middelbare school in stad A of stad B?. Wat<br />
de werkgroep bestuurlijke inrichting betreft, krijgt het Nederlands openbaar<br />
bestuur dan ook (opgeschaalde) gemeenten als eerste overheid, dat wil zeggen als<br />
bestuurlijke eenheid aan de basis van de hoofdstructuur. Bij de voorziene<br />
herindeling zijn bestaande grenzen niet heilig.<br />
Er zijn meerdere redenen om in te zetten op opschaling of regiovorming. In de<br />
eerste plaats toont de omvang van intergemeentelijke samenwerking op regionaal<br />
niveau in samenhang met recente bestuurskrachtmetingen aan dat pas bij een<br />
grotere schaal vaak sprake is van voldoende slagkracht om voorzieningen adequaat<br />
en efficiënt te organiseren. 18 Veel voorzieningen die tot het taakveld van de<br />
opgeschaalde gemeenten gaan behoren, worden nu feitelijk al door allerlei, vaak<br />
wisselende, gemeentelijke samenwerkingsverbanden verzorgd. Een steeds<br />
complexer wordende samenleving vraagt om een bestuur dat voldoende<br />
slagvaardig is. Als gevolg van lopende decentralisatieoperaties – denk aan de<br />
jeugdzorg – wordt de behoefte aan voldoende slagkracht alleen maar groter. De<br />
werkgroep kiest dan voor opschaling in plaats van nog meer samenwerking en<br />
hulpstructuren. Gemeenten krijgen in beginsel een voldoende schaal om<br />
gedecentraliseerde taken zelfstandig uit te voeren. Er moet altijd ergens een grens<br />
getrokken worden. Je kunt immers niet blijven opschalen. Bij elke indeling blijven<br />
zich grensoverschrijdende problemen voordoen (zelfs over staatsgrenzen heen;<br />
denk aan de euregio's). De noodzaak tot coördinatie en samenwerking blijft bestaan.<br />
Echter, met de vorming van grotere gemeenten – die aansluiten bij<br />
verzorgingsgebieden - trekt de mismatch tussen schaal van maatschappelijke<br />
problemen enerzijds en bestuurlijke organisatie anderzijds grotendeels recht. De<br />
opgeschaalde gemeenten nemen dan ook een groot deel van de bestaande<br />
gemeenschappelijke regelingen, samenwerkingsverbanden en vormen van verlengd<br />
lokaal bestuur in zich op. Door de vorming van grotere gemeenten kunnen de Wgrplusregio's<br />
en veel van de gewone gemeenschappelijke regelingen daarom<br />
opgeheven worden. Samenwerking blijft mogelijk, maar zal veel minder nodig zijn.<br />
Samenwerking met andere (opgeschaalde) gemeenten is een vrijwillige keuze en<br />
wordt niet afgedwongen. Dat vermindert de bestuurlijke drukte aanzienlijk. Daar<br />
waar de problematiek vraagt om een grotere schaal dan de toekomstige<br />
opgeschaalde gemeente wordt nog steeds samengewerkt maar is het aantal<br />
deelnemende gemeenten vanzelfsprekend veel beperkter waardoor de slagkracht<br />
wordt vergroot.<br />
18 Adviescommissie Krachtig Bestuur in Brabant (<strong>Commissie</strong>-Huijbregts), Voorlopige aanbevelingen: Veerkrachtig bestuur<br />
in Noordoost-Brabant, augustus 2012.
16<br />
voorstellen tot bestuurlijke herinrichting – werkgroep bestuurlijke herinrichting<br />
In de tweede plaats wordt het probleem van de gebrekkige democratische<br />
legitimatie en verantwoording van samenwerkingsverbanden voor een groot deel<br />
opgelost. De democratische besluitvorming, controle en verantwoording, het<br />
maken van politieke keuzes, worden naar het niveau getild dat nu al een groot deel<br />
van het werk doet. De gemeenteraad hoort zo veel mogelijk rechtstreeks betrokken<br />
te zijn bij de vormgeving en controle op de uitvoering van beleid en niet slechts via<br />
vertegenwoordiging in gemeenschappelijke regelingen. Bovendien betekent het<br />
aansluiten bij economische samenhang en verzorgingsgebieden dat vrijwel alle<br />
gebruikers in hetzelfde bestuurlijk gebied wonen. Zij hebben dus stemrecht voor<br />
het politieke orgaan dat over het niveau van de voorzieningen beslist. Anderzijds<br />
betalen ze allemaal via gemeentelijke belastingen mee aan de voorzieningen waar<br />
momenteel vermogende gebruikers van voorzieningen in centrumgemeenten<br />
regelmatig in buurgemeenten wonen. Ook dat versterkt de democratische waarde<br />
van de besluitvorming. Hetzelfde geldt voor tal van andere<br />
besluitvormingsprocessen.<br />
Voorts denkt de wereldeconomie in regio’s. Dan heb je het over Europese regio's<br />
die vaak veel groter zijn dan de regio's in de zin van verzorgingsgebieden van<br />
publieke voorzieningen waar gemeenten bij aan kunnen sluiten. Met bijvoorbeeld<br />
Brainport Eindhoven en de metropolen in de Noord- en Zuidvleugel van de Randstad<br />
staat Nederland er goed voor. Om economisch sterk te zijn door goed bestuur, is<br />
het nodig om op het niveau van deze regio's een krachtig bestuur voor de<br />
economische motoren te organiseren. Het samenbrengen van economische clusters<br />
met functionele samenhang betekent dat die gebieden optimaal gepositioneerd<br />
kunnen worden in internationale economische netwerken. Ook binnen deze regio<br />
zal de slagkracht groter worden indien niet of met veel minder andere overheden<br />
overlegd hoeft te worden.<br />
Het voorgaande leidt tot schaalvergroting van gemeenten. Risico is dat daarmee de<br />
eigenheid van een gemeenschap in het gedrang komt of dat bestuurders<br />
onvoldoende aanspreekbaar zijn. De werkgroep komt daar onder meer bij de<br />
‘experimenteerwet decentraal bestuur’ en ‘nabijheid van bestuur’ op terug.<br />
Het hoofdvoorstel van de werkgroep bestuurlijke herinrichting behelst daarom om<br />
toe te werken naar een bestuurlijke hoofdstructuur met grotere gemeenten aan de<br />
basis. Dan zijn twee modellen denkbaar.<br />
Model I. regiogemeenten en Rijk<br />
In het eerste model kent Nederland nog maar twee bestuurslagen: de<br />
regiogemeenten en het Rijk. Gemeenten worden opgeschaald tot het niveau van<br />
samenhangende regio's en de provincies worden afgeschaft. Het Rijk respecteert de<br />
eigen, autonome taakvelden van de regiogemeenten in de geest van 'je gaat erover<br />
of niet'. Met de vorming van regiogemeenten verliezen de huidige provincies hun<br />
bestaansrecht. Daarom wordt de provincie als bestuurslaag afgeschaft. Daarbij moet<br />
bepaald worden welke provinciale taken naar het Rijk en welke provinciale taken<br />
naar de regiogemeenten gaan. Ook de positie van de waterschappen binnen de<br />
hoofdstructuur moet opnieuw bezien worden.<br />
Invoering van dit model vergt grondwetherziening en een grondige hertekening<br />
van de bestuurlijke kaart van Nederland, Bovendien zijn ingrijpende<br />
organisatieveranderingen op lokaal en regionaal niveau en wijziging van wettelijke<br />
regelingen nodig. De werkgroep bestuurlijke herinrichting voorziet daarom dat dit
17<br />
voorstellen tot bestuurlijke herinrichting – werkgroep bestuurlijke herinrichting<br />
model in 2022/2026 volledig ingevoerd zou kunnen zijn. In de tussentijd blijven de<br />
huidige gemeenten en provincies functioneren.<br />
Model II. opgeschaalde gemeenten, opgeschaalde provincies en Rijk<br />
In het tweede model blijven de provincies naast de gemeenten en het Rijk bestaan.<br />
Ook hier worden de gemeenten opgeschaald. In veel gebieden kan de opschaling<br />
beperkter van omvang zijn vanwege het voortbestaan van de provincies. Het<br />
opschalen van de gemeenten heeft consequenties voor de omvang van provincies.<br />
De provincies volgen de opschaling van de gemeenten op hun grondgebied en<br />
provinciegrenzen ondergaan wijzigingen waar dat voor de opschaling van<br />
gemeenten nodig is. Ook bij de opschaling van provincies is maatwerk geboden op<br />
basis van verschillen tussen gebieden. Daarbij moet ook de culturele identiteit van<br />
gebieden meegenomen worden. Bij het opschalen van provincies moet vooral<br />
gekeken worden naar de effecten die ontstaan doordat de provincie en het Rijk te<br />
dicht in elkaars vaarwater komen. In een provincie waar nog maar heel weinig<br />
gemeenten over zijn is maatwerk geboden om ook hier te voorkomen dat<br />
gemeenten, provincie en veiligheidsregio elkaar te veel op de lip zitten. Ook bij<br />
opgeschaalde provincies is het zaak nabijheid tot burgers opnieuw te organiseren.<br />
De opschaling van gemeenten en provincies heeft onvermijdelijk gevolgen voor het<br />
functioneren van het Rijk. Het Rijk zal bemoeienis met de uitvoering moeten<br />
loslaten en zich meer richten op strategische vragen op de Europese agenda. Bij de<br />
opschaling van gemeenten en provincies moet voorts bekeken wat hiervan de<br />
betekenis voor de waterschappen is. Ten slotte is het zaak om door de lagen heen te<br />
kijken.<br />
Aangezien de gemeenten een profiel met taken op sociaal-cultureel en economisch<br />
gebied en het gebied van veiligheid en openbare ruimte krijgen, wordt het profiel<br />
van de provincies gevormd door taakvelden op het gebied van ruimtelijke ordening,<br />
regionale economie, natuur en milieu, beheer van het landelijk gebied en eventueel<br />
openbaar vervoer en ontwikkeling en beheer van bovenlokale infrastructuur. De<br />
provinciale indeling sluit aan bij dit taakprofiel.<br />
Voor dit model is grondwetherziening niet nodig. Invoering van dit model kan<br />
daarom op kortere termijn plaatsvinden. De grondige hertekening van de<br />
bestuurlijke kaart van Nederland, wetswijzigingen en reorganisaties op lokaal en<br />
regionaal niveau blijven evenwel nodig. Dit model kan daarom ook pas in 2018/2022<br />
volledig ingevoerd zijn.<br />
De hier voorgestelde bestuurlijke herinrichting is een ingrijpende en omvangrijke<br />
operatie. De werkgroep bestuurlijke herinrichting stelt voor om een proceswet<br />
bestuurlijke herinrichting te maken om deze operatie in goede banen te leiden. In<br />
de proceswet kunnen de regering en het parlement randvoorwaarden voor<br />
herindeling vastleggen en een tijdspad aangeven. Tegelijk kan in de proceswet de<br />
‘hoe-vraag’ binnen bepaalde kaders bij gemeenten gelegd worden. De werkgroep<br />
bestuurlijke herinrichting stelt voor om in lijn met het standpunt over herindeling in<br />
het recente verkiezingsprogramma regiovorming primair van onderop te laten<br />
plaatsvinden door gemeentelijke fusies positief te stimuleren. 19 Als initiatieven van<br />
onderop te lang op zich laten wachten, mag op de lange termijn opschaling van<br />
gemeenten van bovenaf niet geschuwd worden.<br />
De werkgroep sluit zich aan bij de eerder gekozen lijn om in elk geval in de Randstad<br />
te komen tot minder provincies. Het Rijk neemt het initiatief om tot herindeling en<br />
19 Niet doorschuiven, maar aanpakken, <strong>VVD</strong> programma Tweede Kamerverkiezingen 2012.
18<br />
voorstellen tot bestuurlijke herinrichting – werkgroep bestuurlijke herinrichting<br />
samenvoeging van deze provincies zo snel mogelijk tot stand te brengen. In de<br />
andere delen van Nederland worden fusies tussen provincies gestimuleerd. Gelet op<br />
de verschillen tussen provincies blijft maatwerk geboden. 20<br />
Financiën decentrale overheden<br />
Opgeschaalde gemeenten en provincies hebben ruimere en meer flexibele<br />
financieringsarrangementen nodig om hun takenpakket aan te kunnen. Gelet op de<br />
gewenste decentralisaties en de afslanking van de Rijksoverheid moeten ook<br />
concrete stappen worden gezet in het herinrichten van de financiële verhoudingen.<br />
Decentraliseren van taken en verantwoordelijkheden houdt ook in dat decentrale<br />
overheden in staat moeten zijn eigen afwegingen te maken over de inzet van<br />
middelen. De verantwoordelijkheid houdt ook in dat uitgaven van gemeenten die<br />
het gevolg zijn van lokale politieke voorkeuren uit lokale belastingen moeten<br />
worden bekostigd. 21 In beide modellen voorziet de werkgroep bestuurlijke<br />
herinrichting daarom een vergroting van het belastinggebied van decentrale<br />
overheden en een verlaging van de belastingdruk op nationaal niveau. Opgeschaalde<br />
gemeenten hebben behoefte aan een groter aandeel eigen middelen naast de<br />
algemene uitkering uit het Gemeentefonds en specifieke uitkeringen om de<br />
gemeentelijke democratie te versterken en lokale keuzes mogelijk te maken. 22<br />
Vergroting van het eigen belastinggebied is ook nodig in het licht van het<br />
uitgangspunt ' Taak, verantwoordelijkheid en financiering in één hand'. Het is wel<br />
zaak om de totale lastendruk voor burgers in de gaten te houden. Het gaat hier om<br />
een verschuiving binnen de totale lastendruk. Verruiming van het belastinggebied<br />
van decentrale overheden zal daarom moeten leiden tot lagere Rijksbelastingen. Het<br />
Rijk zal daarom moeten bezuinigen als taken worden overgedragen.<br />
Experimenteerwet decentraal bestuur<br />
De gepresenteerde modellen zijn stippen op een scala aan mogelijkheden. Er zijn<br />
verschillende tussenvormen mogelijk. Bovendien zijn voor de korte termijn<br />
aanpassingen mogelijk.<br />
Een van de tussenvormen is om de provinciale besturen getrapt samen te stellen of<br />
om binnen grote gemeenten te werken met een districtenstelsel waarbij de<br />
gemeenteraad hetzij getrapt wordt samengesteld, hetzij direct wordt gekozen maar<br />
zichzelf vervolgens opsplitst voor zaken die alleen een bepaald district aangaan. Aan<br />
deze tussenvormen zijn voordelen en nadelen verbonden. De genoemde<br />
tussenvormen zouden nader uitgewerkt kunnen worden. Voor de werkgroep<br />
bestuurlijke herinrichting staat vast dat dergelijke tussenvormen niet tot toch weer<br />
extra bestuurslagen mogen leiden.<br />
Een maatregel voor de korte termijn is het mogelijk maken van de<br />
samenwerkingsbestuurder. Het recente verkiezingsprogramma omvat het voorstel<br />
dat één persoon tegelijkertijd wethouder in meerdere samenwerkende gemeenten<br />
kan zijn. 23 Dat zou het mogelijk maken om als samenwerkende gemeenten dat<br />
wensen een projectwethouder aan te stellen die verantwoordelijk is voor een<br />
bepaald project binnen een samenwerkingsverband. Een andere mogelijkheid zou<br />
zijn om bij gemeenten met een gezamenlijk ambtelijk apparaat één wethouder te<br />
20 Niet doorschuiven, maar aanpakken, <strong>VVD</strong> programma Tweede Kamerverkiezingen 2012.<br />
21 Zie het advies van de Raad voor de financiële verhoudingen aan de informateurs van 26 september 2012.<br />
22 <strong>VVD</strong>, Om de vrijheid. Liberaal Manifest, 2005; <strong>Commissie</strong> Toekomst Lokaal Bestuur (<strong>Commissie</strong>-Bovens), Wil tot Verschil.<br />
Gemeenten in 2015, Den Haag, 2006; VNG-commissie Gemeentewet en Grondwet (<strong>Commissie</strong>-Van Aartsen), De eerste<br />
overheid, Den Haag, 2007.<br />
23 Niet doorschuiven, maar aanpakken, <strong>VVD</strong> programma Tweede Kamerverkiezingen 2012.
19<br />
voorstellen tot bestuurlijke herinrichting – werkgroep bestuurlijke herinrichting<br />
hebben die dat apparaat aanstuurt. In beide vormen is die bestuurder, omdat hij van<br />
alle samenwerkende gemeenten wethouder is, aan alle gemeenteraden<br />
verantwoording verschuldigd. De samenwerkingsbestuurder is dus vooral een<br />
manier om de democratische controle op intergemeentelijke samenwerking te<br />
versterken. Dergelijke constructies zouden ook bij burgemeesters en<br />
gedeputeerden mogelijk moeten zijn.<br />
Ten slotte mogen de voorstellen voor de lange termijn volgens de werkgroep<br />
bestuurlijke herinrichting geen aanleiding zijn om op de korte termijn<br />
mogelijkheden tot efficiencywinst door samenwerking in de bedrijfsvoering te laten<br />
liggen.<br />
De samenwerkingsbestuurder is één van de mogelijkheden om door kleine ingrepen<br />
het lokaal en middenbestuur meer in overeenstemming met de uitgangspunten<br />
voor bestuurlijke inrichting te brengen. In dit kader is ruimte om te experimenteren<br />
gewenst. Op die manier kunnen samenwerkende gemeenten of provincies de<br />
voordelen van schaalvergroting op korte termijn realiseren zonder dat daarmee de<br />
eigenheid van een gemeenschap in het gedrang komt of dat bestuurders niet meer<br />
aanspreekbaar zijn. De werkgroep bestuurlijke herinrichting stelt daarom voor op<br />
korte termijn te komen tot een experimenteerwet decentraal bestuur die<br />
experimenten op lokaal niveau mogelijk maakt. 24<br />
Differentiatie in taakuitvoering<br />
De opgeschaalde gemeenten worden robuuste overheden met behoorlijke<br />
slagkracht en adequate democratische legitimatie en controle. Dat zijn<br />
medeoverheden waar het Rijk vertrouwen in kan en moet hebben. Het Rijk kan de<br />
grotere gemeenten daarom veel vrijheid laten. Daarnaast is de ene gemeente de<br />
andere niet. De ene gemeente opereert in een grootstedelijk gebied, de andere in<br />
een landelijk gebied. De ene gemeente valt samen met een bloeiende economische<br />
motor, de andere met een krimpregio. De ene gemeente moet om kunnen gaan met<br />
massa's strandtoeristen op zonnige dagen, de andere gemeente heeft te maken<br />
met overlast van buitenlandse drugstoeristen. Rotterdam heeft wel behoefte aan<br />
instrumentarium voor de aanpak van grootstedelijke problematiek, terwijl een<br />
plattelandsgemeente dat instrumentarium niet nodig heeft. Anderzijds hoeft de<br />
gemeente Den Haag geen taak te hebben ten aanzien van intensieve veehouderij<br />
terwijl dat bij plattelandsgemeenten juist wel een belangrijke taak kan zijn. Dat<br />
maakt dat er verschil kan zijn in de mate waarin gemeenten bepaalde taken<br />
uitvoeren.<br />
Enerzijds betekent dit dat gemeenten ruimte moeten hebben om eigen keuzes te<br />
maken en maatwerk te leveren. De verschillen die daaruit voortvloeien, horen<br />
geaccepteerd te worden. Dit vraagt om een Rijk dat loslaat of in elk geval voldoende<br />
ruimte voor keuzes en verscheidenheid inbouwt in wetgeving. De uitvoering van<br />
Rijksbeleid waarbij nauwelijks ruimte bestaat voor lokale keuzes en het Rijk geen<br />
verschillen wil toestaan, kan beter ondergebracht worden bij gedeconcentreerde,<br />
regionale uitvoeringsdiensten onder directe verantwoordelijkheid van het Rijk zelf.<br />
Anderzijds betekent dit dat om de flexibiliteit van uitvoering van taken te vergroten<br />
en maatwerk te leveren, differentiatie van taakuitvoering en het bijbehorend<br />
instrumentarium tussen bestuurslagen nodig is of in elk geval mogelijk moet zijn.<br />
Dit wil niet zeggen dat de bestuurskracht van gemeenten ondermaats mag zijn.<br />
<strong>Bestuurlijke</strong> slagkracht is bij elke gemeente nodig. Differentiatie kan geen vluchtweg<br />
24 Zie ook: Interbestuurlijke Taakgroep Gemeenten (<strong>Commissie</strong>-D’Hondt), Vertrouwen en verantwoorden. Voorstellen voor<br />
decentralisatie en bestuurskracht, 4 juni 2008.
20<br />
voorstellen tot bestuurlijke herinrichting – werkgroep bestuurlijke herinrichting<br />
zijn om aan noodzakelijke opschaling te ontkomen. Het wil wel zeggen dat het<br />
takenpakket van gemeenten afgestemd kan worden op de situatie en de<br />
bestuurlijke opgaven van de gemeente.<br />
Nabijheid van bestuur<br />
Met de vorming van grotere gemeenten krijgt het Nederlandse openbaar bestuur<br />
een herkenbare hoofdstructuur. De keuze om slagvaardigheid leidend te laten zijn<br />
bij het vaststellen van de schaal van deze gemeenten brengt met zich dat een<br />
gemeenten per definitie meerdere gemeenschappen dient. De veronderstelling dat<br />
gemeente en gemeenschap samenvallen gaat dan niet meer op. Binnen de<br />
gemeenten hoort naar de mening van de werkgroep bestuurlijke inrichting<br />
nabijheid tot burgers geborgd en aansluiting bij lokale gemeenschappen gezocht te<br />
worden.<br />
Waar de schaal van gemeenten op taken en de daarvoor benodigde slagkracht<br />
wordt afgestemd, is het belangrijk om binnen gemeenten nabijheid tot<br />
gemeenschappen te organiseren, het bestuur zichtbaar te laten zijn en de mondige<br />
burger als uitgangspunt voor beleidsvorming, uitvoering en dienstverlening te<br />
nemen. Binnen de grote gemeenten is het een opgave voor bestuurders, politici en<br />
ambtenaren om betrokkenheid van burgers te stimuleren, om aandacht te houden<br />
voor lokale gemeenschappen, om voorzieningen in kleine kernen op peil te houden<br />
en om lokaal te blijven. Dat vraagt om interne compensatie van bestuurlijke<br />
opschaling. Het gemeentebestuur hoort in te zetten op de band tussen bestuur en<br />
lokale gemeenschappen. Het gemeentebestuur sluit dan aan bij sociale verbanden<br />
die burgers zelf vormen. Zo zijn de gemeentebesturen een tegenpool voor de<br />
globalisering omdat zij zich opstellen als een bestuur dat herkenbaar en<br />
benaderbaar is.<br />
De <strong>VVD</strong> heeft de afgelopen tien jaar gepleit voor de rechtstreeks gekozen<br />
burgemeester. Deze brengt zijn wethouders met zich mee en vormt daarmee een<br />
herkenbaar bestuursorgaan voor de burgers. De rechtstreeks gekozen<br />
burgemeester (met een vorm van een presidentieel stelsel) geeft met de raad het<br />
dualisme vorm. 25<br />
De band met lokale gemeenschappen en de kwaliteit van voorzieningen in kleine<br />
kernen moeten bestuurlijk geborgd worden. Deels is dat een kwestie van<br />
bestuursstijl en bestuurscultuur. Deels is het een kwestie van hoe binnen de<br />
gemeente de gemeentelijke organisatie en besluitvormingsprocessen vorm worden<br />
gegeven (zie de eerder geschetste tussenvormen onder ‘Experimenteerwet<br />
decentraal bestuur’). De vorming van grotere gemeenten is wat dit betreft niet<br />
alleen een bedreiging maar ook een kans voor het organiseren van nabijheid. Een<br />
keuze voor radicale opschaling maakt dat duidelijk is dat nabijheid op andere<br />
manieren georganiseerd moet worden, terwijl bij herindelingen nu een soort<br />
schemerzone ontstaat rondom de fictie dat de oude werkwijze voldoende is. Met de<br />
vorming van grotere gemeenten is het evident dat de aansluiting met lokale<br />
gemeenschappen juist weer lager gezocht moet worden dan binnen gemeenten die<br />
nu na herindelingen ontstaan. Juist door opschaling van de gemeente tot het<br />
regioniveau ontstaat intern de ruimte om het bestuur op deelterreinen weer<br />
dichter bij de burger te brengen. Nu niet het gehele gemeentelijk bestuur de<br />
vereisten aan de omvang van het ambtelijk apparaat moet volgen en er een<br />
behoorlijke ruimte ontstaat tussen gemeenteraad en het niveau van buurt of dorp,<br />
25 Zie voor de betekenis van de rechtstreeks gekozen burgemeester voor het gemeentelijk bestel, het<br />
rapport-Opstelten en het rapport-Te Veldhuijs.
21<br />
voorstellen tot bestuurlijke herinrichting – werkgroep bestuurlijke herinrichting<br />
kan binnen opgeschaalde gemeenten bestuurlijk aan schaalverkleining gedaan<br />
worden. Het grotere verband maakt intern flexibiliteit mogelijk.<br />
De grote vraag is hoe je die nabijheid en zichtbaarheid borgt. Ook op het gebied van<br />
de interne organisatie zal differentiatie toegestaan moeten worden. Het Rijk geeft<br />
kaders aan, maar onthoudt zich van het opleggen van bepaalde organisatievormen.<br />
De gemeenten wordt de ruimte gelaten om de interne organisatie en werkwijze zelf<br />
vorm te geven naar eigen keuze en afgestemd op de situatie in de eigen gemeente.<br />
Het is wel zaak om geen nieuwe politieke structuren of nieuwe lagen met eigen<br />
democratisch mandaat in het leven te roepen. Nabijheid hoort niet gezocht te<br />
worden in binnengemeentelijke structuren. Vermindering van bestuurlijke drukte<br />
vraagt immers juist om de afschaffing van deelgemeenten. 26 Daaraan houdt de <strong>VVD</strong><br />
ook bij opgeschaalde gemeenten vast.<br />
Er zijn andere manieren om nabijheid en zichtbaarheid tot stand te brengen. Bij<br />
publieke voorzieningen, informatievoorziening en gemeentelijke dienstverlening<br />
kan gedacht worden aan de inzet van ICT. Een digitaal overheidsloket maakt de<br />
gemeente voor elke burger in de eigen woonkamer bereikbaar. Zo'n loket kan<br />
worden aangevuld met 'buurtbalies' in de verschillende kernen die werken volgens<br />
de eenloketgedachte, zodat burgers dicht bij huis voor allerlei diensten terecht<br />
kunnen.<br />
Ook de betrokkenheid van burgers bij besluitvorming en responsief bestuur kunnen<br />
op innovatieve manieren vorm krijgen binnen het grote verband van de gemeente.<br />
Politici, bestuurders en ambtenaren kunnen op dit punt nog grote stappen zetten.<br />
Binnen de gemeenten moet worden ingespeeld op de mondige burger door middel<br />
van mengvormen van directe en indirecte democratie. De <strong>VVD</strong> staat voor<br />
vertegenwoordigende democratie. 27 Daaraan wordt in de basis vastgehouden. Maar<br />
lokaal en zeker ten aanzien van de eigen leefomgeving kunnen hybride vormen<br />
ingezet worden om nabijheid van bestuur te borgen. Het is dan belangrijk om<br />
onderscheid te maken tussen wilsvorming en uitvoering. Uitvoering van beleid of<br />
het uitdenken van hoe bepaalde doelen het best bereikt kunnen worden, is vaak een<br />
vrij technische aangelegenheid die het best aan experts overgelaten kan worden.<br />
Dat is anders bij wilsvorming, het bepalen van doelen en het stellen van prioriteiten:<br />
wat willen we als lokale gemeenschap? Bij die vraag kunnen burgers op het niveau<br />
van de eigen buurt of dorp zelf betrokken worden. Binnen grote gemeenten kan op<br />
deelterreinen teruggekeerd worden naar het niveau van dorp of buurt zonder te<br />
dicht op de gemeenteraad te zitten.<br />
Ervaringen binnen tal van Nederlandse gemeenten en bestuurlijke structuren<br />
binnen de Engelse boroughs of de Duitse Kreitsen bieden op dit punt inspiratie en<br />
laten zien dat nabijheid ook zonder zelfstandig binnengemeentelijk democratisch<br />
mandaat gerealiseerd kan worden. In Nederland is vanuit het ‘actieprogramma<br />
lokaal bestuur’ met deze vraagstukken veel ervaring opgedaan en kennis<br />
voorhanden. 28<br />
Nabijheid van bestuur kan op tal van manieren georganiseerd worden.<br />
Bovenstaande manieren zijn slechts enkele suggesties uit een veelheid aan<br />
mogelijkheden. Bovendien, wat in de ene gemeente werkt, werkt in de andere<br />
gemeente niet en andersom. Op dit punt is het dus zaak om maatwerk binnen<br />
gemeenten mogelijk te maken en om ruimte te scheppen voor eigen ideeën.<br />
26 Niet doorschuiven, maar aanpakken, <strong>VVD</strong> programma Tweede Kamerverkiezingen 2012.<br />
27 <strong>VVD</strong> Beginselprogramma 2008.<br />
28<br />
www.actieprogrammalokaalbestuur.nl.
22<br />
voorstellen tot bestuurlijke herinrichting – werkgroep bestuurlijke herinrichting<br />
Onderdeel van de experimenteerwet decentraal bestuur is ook dat gemeenten die<br />
door een fusie in omvang groeien, via vernieuwende constructies zichtbaar en<br />
aanspreekbaar kunnen blijven voor alle inwoners van de gemeente. Niettemin<br />
kunnen gemeenten wel van elkaar leren en is er, onder andere gelet op de<br />
uitgangspunten 10 en 11, behoefte aan landelijk vastgestelde kaders. Behoefte aan<br />
en wijze van differentiatie vragen om nadere uitwerking. De werkgroep bestuurlijke<br />
herinrichting stelt daarom voor om binnen de <strong>VVD</strong> / Bestuurdersvereniging de<br />
discussie aan te gaan over hoe nabijheid van bestuur innovatief vormgegeven kan<br />
worden. Maar het blijft maatwerk, passend bij de lokale omstandigheden. Haagse<br />
voorschriften moeten hierbij achterwege blijven.<br />
Een laatste vraag die aandacht verdient, is hoe je als (landelijke) politieke partij<br />
binnen zo'n bestel functioneert. Volgens de werkgroep bestuurlijke herinrichting<br />
vraagt de opschaling van gemeenten in combinatie met het binnen die gemeenten<br />
organiseren van nabijheid en zichtbaarheid van bestuur om een sterke lokale basis<br />
van een (landelijke) politieke partij. Lokale afdelingen en raadsfracties zijn er niet<br />
alleen om de gemeente mee te besturen, maar ook om de brug tussen burger,<br />
lokale gemeenschappen en gemeentehuis te slaan. Dat vergt een sterke lokale<br />
inbedding van de partij. Binnen zo'n grote gemeente moet ook een afdeling van een<br />
landelijke politieke partij zich als lokale partij gedragen, maar dan met het bijkomend<br />
voordeel van lijnen naar geestverwanten in buurgemeenten, (provincie,) Den Haag<br />
en Brussel. Over wat de bestuurlijke herinrichting verder voor de organisatie en<br />
werkwijze van (landelijke) politieke partijen betekent, moet binnen de <strong>VVD</strong> de<br />
discussie gevoerd worden.
23<br />
voorstellen tot bestuurlijke herinrichting – werkgroep bestuurlijke herinrichting<br />
Samenvatting voorstellen<br />
- kom tot een meer heldere taakverdeling tussen overheden door een sterkere<br />
focus op kerntaken en een duidelijker functioneel profiel van de verschillende<br />
bestuurslagen<br />
- kom tot de vorming van grotere gemeenten als basis van de bestuurlijke<br />
hoofdstructuur; kies daarbij voor een model met twee bestuurslagen<br />
(regiogemeenten en Rijk) of een model waarin de huidige gemeenten<br />
worden opgeschaald en opgeschaalde provincies als tussenlaag blijven<br />
bestaan (het Rijk neemt initiatief tot herindeling van provincies in de<br />
Randstad; in de andere delen worden fusies tussen provincies gestimuleerd;<br />
gelet op de verschillen tussen provincies blijft maatwerk geboden)<br />
- laat bij de vorming van de grotere gemeenten economische samenhang van<br />
gebieden en de omvang van het verzorgingsgebied van voorzieningen<br />
leidend zijn<br />
- ga bij de vorming van grotere gemeenten niet uit van een uniforme<br />
blauwdruk, maar biedt maatwerk op basis van de context en aard van de<br />
onderscheiden gebieden<br />
- vergroot het gemeentelijk belastinggebied, verlaag de belastingdruk op<br />
nationaal niveau<br />
- kom met een proceswet bestuurlijke herinrichting<br />
- kom op korte termijn met een experimenteerwet decentraal bestuur die<br />
onder andere de figuur van de samenwerkingsbestuurder mogelijk maakt<br />
- laat tussen de gemeenten differentiatie in taakuitvoering, bevoegdheden en<br />
interne organisatie toe<br />
- bied gemeenten de mogelijkheden en de vrijheid om intern nabijheid tot<br />
burgers en lokale gemeenschappen bestuurlijk te borgen en om in te spelen<br />
op de mondige burger zonder uit te monden in nieuwe structuren en lagen<br />
- initieer de discussie over manieren waarop nabijheid tot de burger en lokale<br />
gemeenschappen binnen gemeenten vorm kan krijgen<br />
- initieer de discussie over hoe de <strong>VVD</strong> als politieke partij binnen het<br />
voorgestelde bestel kan en hoort te functioneren
24<br />
voorstellen tot bestuurlijke herinrichting – werkgroep bestuurlijke herinrichting<br />
BIJLAGE 1<br />
Samenstelling van de werkgroep<br />
Ina Adema (voorzitter) burgemeester gemeente Veghel en voorzitter<br />
partijcommissie Binnenlandse Zaken en<br />
Koninkrijksrelaties<br />
Jeannette Baljeu wethouder gemeente Rotterdam<br />
Willibrord van Beek lid Tweede Kamer (tot 20/9/2012)<br />
Don Bijl burgemeester gemeente Purmerend<br />
Jan Franssen Commissaris van de Koningin in Zuid-Holland<br />
Michiel van Haersma Buma dijkgraaf van hoogheemraadschap Delfland en oud-<br />
voorzitter <strong>VVD</strong> Bestuurdersvereniging<br />
Marianne Kallen-Morren oud-voorzitter <strong>VVD</strong>-Bestuurdersvereniging en<br />
voormalig gedeputeerde, wethouder en<br />
waarnemend burgemeester<br />
Ruud Luchtenveld wethouder gemeente Lelystad<br />
Toon Mans burgemeester gemeente Castricum<br />
Arno Visser wethouder gemeente Almere<br />
Ewald van Vliet burgemeester gemeente Lansingerland<br />
Aukje Visser fractievoorzitter Provinciale Staten Friesland<br />
Laura Werger fractievoorzitter gemeente Gouda<br />
Désirée de Groot beleidsmedewerker Tweede Kamerfractie<br />
Secretariaat:<br />
Christophe van der Maat senior adviseur strategie & beleid bestuursdienst<br />
gemeente Dordrecht, zelfstandig publiek<br />
professional bij De Netwerkstad en lid van het <strong>VVD</strong><br />
Hoofdbestuur<br />
Raymond Kubben universitair docent Tilburg Law School, bestuurslid<br />
<strong>VVD</strong> Kamercentrale Brabant en secretaris<br />
partijcommissie Binnenlandse Zaken en<br />
Koninkrijksrelaties<br />
Werkwijze<br />
De werkgroep bestuurlijke herinrichting is in het najaar van 2011 ingesteld door het bestuur van<br />
de <strong>VVD</strong> Bestuurdersvereniging. De werkgroep heeft als opdracht meegekregen om de paragraaf<br />
'bestuurlijke vernieuwing' voor het nieuwe verkiezingsprogramma te schrijven. Als<br />
werkomschrijving is meegegeven: maak voorstellen voor de korte en de lange termijn, sluit aan bij<br />
de lijn die de <strong>VVD</strong> in de afgelopen jaren heeft gevoerd (in <strong>VVD</strong> Beginselprogramma, Liberaal<br />
Manifest en verkiezingsprogramma voor de Tweede Kamer) en betrek de partij bij de<br />
ideeënvorming.<br />
De werkgroep is op 28 januari 2012 bijeen geweest in Almere. Tijdens deze bijeenkomst is van<br />
gedachte gewisseld over wat er ten aanzien van de bestuurlijke inrichting aan de hand is, welke<br />
problemen zich voordoen, waar het openbaar bestuur op toegerust zou moeten zijn gelet op de<br />
context van de 21 ste eeuw en welke ontwerpprincipes voor bestuurlijke inrichting daarbij passen.<br />
Op basis van deze bespreking hebben diverse werkgroepleden gesprekken gevoerd met<br />
geledingen binnen de partij en hun 'achterban'. De resultaten van deze besprekingen zijn op 14<br />
april besproken in Veghel. Vervolgens is gesproken over richtingen voor concrete voorstellen tot<br />
bestuurlijke herinrichting. Het oogmerk was deze voorstellen op het voorjaarscongres van de<br />
Bestuurdersvereniging in juni te bespreken. De vervroegde verkiezingen voor de Tweede Kamer<br />
noodzaakten tot een aanpassing van het beoogde proces en de opdracht. Tijdens een bijeenkomst<br />
in Gouda op 23 mei heeft de werkgroep besloten om de werkzaamheden voort te zetten en meer<br />
tijd te nemen voor het uitwerken van de voorstellen. In overleg met het bestuur van de<br />
Bestuurdersvereniging is besloten om de voorstellen op het najaarscongres van 2012 te bespreken.<br />
Ter voorbereiding heeft de werkgroep in het najaar gewerkt aan een basistekst.
25<br />
voorstellen tot bestuurlijke herinrichting – werkgroep bestuurlijke herinrichting<br />
BIJLAGE 2<br />
Aanvullende voorstellen<br />
Tijdens de beraadslagingen van de werkgroep bestuurlijke herinrichting en in voorgestelde<br />
amendementen op het conceptprogramma voor de Tweede Kamerverkiezingen zijn ook<br />
voorstellen gedaan ten aanzien van het gemeentelijk of nationaal regeringsstelsel. Deze<br />
voorstellen zijn nog onvoldoende door de werkgroep bediscussieerd om reeds in de voorliggende<br />
conceptrapportage te vermelden. Onderstaande voorstellen kunnen alsnog onderdeel worden van<br />
het eindproduct van de werkgroep..<br />
-‐ Houd vast aan de keuze die de <strong>VVD</strong> gemaakt heeft ten aanzien van de gekozen<br />
burgemeester.<br />
-‐ Verleng de zittingsduur van gemeenteraden tot vijf jaar.<br />
-‐ Verleng de zittingsduur van de Tweede Kamer en van de Eerste Kamer.<br />
-‐ Geef gemeenten en provincies de mogelijkheid zelf tussentijdse verkiezingen uit te<br />
schrijven.<br />
-‐ Voer constitutionele toetsing van wetgeving door de rechterlijke macht in.<br />
-‐ Schaf de Eerste Kamer af als heroverweging en stel tegelijk een constitutioneel hof in om<br />
de grondwettelijkheid van wetten te toetsen.<br />
-‐ Kom tot een taakverdeling tussen Eerste en Tweede Kamer op basis van beleidsterreinen.<br />
Bijvoorbeeld buitenlandse zaken, defensie en verdragen bij de Eerste Kamer en<br />
binnenlandse aangelegenheden bij de Tweede Kamer.<br />
-‐ Bij een heldere taakverdeling tussen bestuurslagen moet de werkwijze van de gekozene<br />
nader worden gericht op het niveau van de toegewezen taakuitoefening.<br />
-‐ Stel de Eerste Kamer samen uit vertegenwoordigers van de provincies met een gelijk<br />
aantal zetels per provincies (eventueel in fases herkozen).<br />
-‐ Stel een kiesdrempel (van meer dan 1x de kiesdeler) in voor gemeenteraden, Provinciale<br />
Staten en Tweede Kamer.<br />
-‐ Organiseer de samenwerking van de gemeenten en waterschappen in de waterketen meer<br />
efficiënt.