You also want an ePaper? Increase the reach of your titles
YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.
4<br />
begroeten <strong>van</strong> Maria. De kleine poort naar de tuin, naar<br />
buiten, heeft zij tevoren al opengemaakt.<br />
De vlucht<br />
Zodra Beatrijs de haar nieuwe kleren heeft aangetrokken<br />
kust de jongeman haar op de mond. Te paard vluchten<br />
ze door de nacht, en tegen de ochtend stellen ze opgelucht<br />
vast dat ze niet op de hielen worden gezeten door achtervolgers.<br />
Toch merk ja al de eerste twijfel <strong>van</strong> Beatrijs over<br />
haar beslissing.<br />
De jongeling trekt zich <strong>dit</strong> persoonlijk aan, en geïrriteerd<br />
verzekert hij Beatrijs opnieuw <strong>van</strong> zijn eeuwige trouw. En<br />
financieel hoeft ze zich ook al geen zorgen te maken. Ze<br />
hebben zoveel geld: dat krijgen ze in geen zeven jaar op.<br />
Geen seks in het bos<br />
Als het jonge paar even later door een prachtig bos<br />
rijdt, krijgt de jongeman zin in seks. Hij stelt Beatrijs voor<br />
bloemen te plukken en - wat op hetzelfde neerkomt - in het<br />
gras de liefde te bedrijven.<br />
De plek in het bos, tussen de bloemen, onder zingende<br />
vogeltjes en met lekker weer, is best romantisch. Maar het<br />
is toch meer een plek waar overspel gepleegd kan worden,<br />
of waar een ridder zich waagt aan een vluggertje met een<br />
herderinnetje of een hoer. Beatrijs is dan ook boos<br />
dat haar minnaar uitgerekend hier met haar wil vrijen. Zij<br />
is niet preuts, maar eist een beschaafde omgeving voor<br />
hun eerste seksuele contact: in de slaapkamer op een luxe<br />
en goed opgemaakt bed. En ze zegt dat zij zich dood zou<br />
schamen wanneer zij, alsof ze een hoer is, in het vrije veld<br />
de liefde zou moeten bedrijven.<br />
Zeven vette en zeven magere jaren<br />
Beatrijs en haar vriend gaan samenwonen in een stad.<br />
En de seks komt er natuurlijk. Het paar krijgt twee zoontjes,<br />
die <strong>van</strong>zelfsprekend hun knappe voorkomen erven <strong>van</strong> hun<br />
adellijke ouders.<br />
Dankzij de meegebrachte rijkdommen leidt het gezin<br />
een luxe leventje, maar na zeven jaar is het geld op en<br />
moeten de bezittingen in rap tempo worden verkocht.<br />
Tot overmaat <strong>van</strong> ramp breekt er in het land een tijd <strong>van</strong><br />
schaarste aan, waardoor voedsel en drank extra duur<br />
worden. Het gezin komt in grote geldproblemen. Geen <strong>van</strong><br />
de ouders heeft ooit een vak geleerd om de kost mee te<br />
verdienen: arbeid adelt weliswaar, maar de adel arbeidt<br />
niet! Het is hun eer te na om te gaan bedelen, en spoedig<br />
drijft de armoede de geliefden uit elkaar. Het is de man die<br />
zijn eed <strong>van</strong> trouw breekt en met de noorderzon vertrekt.<br />
Nu staat Beatrijs er alleen voor. Terwijl zij als vrouw<br />
juist zo romantisch verlangd had naar een warme, standvastige<br />
relatie. De jongeman was intussen in hun relatie<br />
meer uit op een leven in weelde en snelle seks.<br />
Na zeven vette jaren breken voor Beatrijs zeven magere<br />
jaren aan. Zij bidt Maria om hulp, zodat haar kindertjes niet<br />
<strong>van</strong> de honger omkomen. Zoals gezegd: een vak heeft<br />
Beatrijs nooit geleerd, want normaal gesproken leeft de<br />
adel <strong>van</strong> pachtgelden, wat wij belastinginkomsten zouden<br />
noemen. En ook voor veel kloosterlingen geldt hetzelfde:<br />
voor hen wórdt gewerkt. Beatrijs kan zelfs geen draad spinnen<br />
op een spinnewiel.<br />
Bermprostitutie<br />
Beatrijs ziet nog maar twee manieren om zichzelf en<br />
haar kinderen in leven te houden: bedelarij of prostitutie.<br />
Zeven jaar eerder heeft zij met haar vriend nog flink ruzie<br />
gemaakt over ‘vrijen in de open lucht als een hoer’, maar<br />
nu ziet ze zich gedwongen om zelf te gaan doen aan bermprostitutie.<br />
Zeven barre jaren leeft Beatrijs als ‘ghemeen wijf’, als<br />
prostitué, maar zelfs in die jaren vergeet zij niet om de<br />
weesgegroetjes en de zeven getijden <strong>van</strong> Maria te bidden.<br />
En al die tijd koestert zij de hoop met Maria’s hulp weer op<br />
het rechte pad te komen.<br />
Nadat ze veertien jaar in de wereld heeft geleefd, zendt<br />
God haar berouw over haar zonden in het hart. Vanaf dat<br />
moment sterft ze liever, dan dat ze haar lichaam nog langer<br />
verkoopt.<br />
Maar Beatrijs weet als katholiek dat alleen berouw en<br />
boetedoening niet genoeg zijn om weer bij God in de gratie<br />
te komen. Zij zal haar zonden moeten opbiechten, maar dat<br />
durft zij nog niet. Wel roept ze alvast de bijstand <strong>van</strong> Maria<br />
als middelares in, want zelfs voor de zwaarste zonden<br />
moet vergeving mogelijk zijn.<br />
Een leven als bedelares<br />
Beatrijs legt haar adellijke trots en schaamtegevoelens<br />
af. De ‘hoofse’ Beatrijs verkoos prostitutie boven bedelarij,<br />
maar de godvruchtige Beatrijs kiest het omgekeerde. Ze<br />
komt tot het inzicht dat ze beter gezichtsverlies kan lijden<br />
dan te blijven zondigen: ze neemt haar kinderen bij de hand<br />
en gaat als bedelares door het land zwerven. Bedelen is<br />
immers geen zonde.<br />
Op een avond komt Beatrijs op haar zwerftocht in de buurt