You also want an ePaper? Increase the reach of your titles
YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.
8<br />
Over het boek en de<br />
Een voorleesboek voor jong een oud<br />
De Beatrijs lijkt geschreven te zijn om voorgedragen<br />
te worden. Zo is de tekst kort genoeg om in pakweg drie<br />
kwartier voor te dragen. En tussenzinnetjes als ‘luister<br />
nu’ en ‘hoor hoe het verder ging’ maken duidelijk dat het<br />
gedicht oorspronkelijk bedoeld was om naar te luisteren.<br />
En het is op rijm geschreven, dat maakt het voordragen, en<br />
het luisteren, makkelijker.<br />
De middeleeuwse rijmteksten waren dus bestemd voor<br />
een luisterend publiek, en niet voor een leespubliek.<br />
Omdat de boekdrukkunst nog niet was uitgevonden<br />
moest elk afzonderlijk boek in die tijd met de hand worden<br />
geschreven. Dat werd vooral door monniken in kloosters<br />
gedaan. Het was een enorme klus, <strong>van</strong>daar dat wij nog<br />
steeds de uitdrukking ‘monnikenwerk’ gebruiken voor zo’n<br />
klus. En het materiaal, de handgemaakte inkten in alle<br />
kleuren, en het perkament waarop werd geschreven, was<br />
peperduur.<br />
Een boek was dan ook een kapitaal bezit, zo kostbaar<br />
dat alleen de rijken ze konden kopen. Het manuscript<br />
waarin <strong>dit</strong> verhaal <strong>van</strong> Beatrijs werd opgeschreven, (dat nu<br />
in het bezit is <strong>van</strong> de Koninklijke bibliotheek), kostte toen<br />
veel meer dan een doorsnee huis.<br />
Begrijpelijk dat het overgrote deel <strong>van</strong> de mensen in<br />
Middeleeuwen niet kon lezen. Toch waren verhalen als de<br />
Beatrijs (en Reinaert de vos, en Karel ende Elegast) bekend<br />
in die tijd. Ze werden niet alleen voorgedragen op kastelen<br />
of voor rijke mensen. De Reinaert werd ook vast vaak voorgedragen<br />
op marktpleinen in de hoop dat het publiek de voordracht<br />
beloonde met munten of voedsel. En de Beatrijs door<br />
priesters in de kerk in de hoop daarmee zieltjes te winnen.<br />
De Middelnederlandse taal<br />
De taal die in de Middeleeuwen in Nederland en Vlaanderen<br />
werd gesproken (en geschreven), het Middelnederlands,<br />
verschilt nogal <strong>van</strong> het tegenwoordige Nederlands.<br />
In <strong>dit</strong> <strong>bulkboek</strong> hebben we zowel de volledige originele<br />
tekst <strong>van</strong> de Beatrijs, als de hertaling-op-rijm <strong>van</strong> Willem<br />
Wilmink opgenomen. Bij de originele tekst hebben we ook<br />
nog uitvoerige annotaties geplaatst, voor wie graag het<br />
origineel wil lezen.<br />
Tegelijk zal je merken dat sommige woorden nog<br />
steeds begrijpelijk zijn als je ze hardop voorleest. Andere<br />
woorden lijken dan ineens op moderne Duitse, Engelse of<br />
Franse woorden. Of op dialecten als het Limburgs, Brabants<br />
of Twents <strong>van</strong> tegenwoordig. Ook de uitspraak <strong>van</strong><br />
toen - ‘bij mij thuis’ zou toen uitgesproken worden als ‘bie<br />
mie tuus’, kom je nog in dialecten tegen.<br />
Ook kende het Middelnederlands nog naamvalsvormen,<br />
zoals het Duits die nog steeds heeft. In het moderne<br />
Nederlands kennen we alleen nog ‘versteende’ vormen <strong>van</strong><br />
die naamvallen, zoals ‘op den duur’ en ‘in groten getale’.<br />
Sprooksprekers,<br />
de middeleeuwse rappers<br />
De naam <strong>van</strong> de (waarschijnlijk Brabantse) auteur <strong>van</strong><br />
de Beatrijs is ons onbekend gebleven. Maar we hebben<br />
door de openingsregels wel een vermoeden wát hij was.<br />
‘Van dichten comt mi cleine bate. Die liede raden mi dat iet<br />
late. Ende minen sin niet en vertare’. Zo begint de Beatrijs.<br />
In <strong>dit</strong> <strong>bulkboek</strong> is dat vertaald als: ‘Het dichten brengt me<br />
weinig voordeel. De meeste mensen zijn <strong>van</strong> oordeel, dat ik<br />
een ander vak moet leren’.<br />
Hier spreekt een beroepsdichter; iemand die met het<br />
maken en voordragen <strong>van</strong> zijn gedichten zijn brood moest verdienen,<br />
een rapper dus. En een volhouder: ook al kan hij met<br />
zijn voordrachtskunst maar nauwelijks in zijn levensonderhoud<br />
voorzien, en moet hij zijn stinkende best doen om iets<br />
moois te verzinnen dat desondanks weinig geld oplevert,<br />
hij kan het dichten niet laten.<br />
In de dertiende eeuw heetten zulke brooddichters<br />
vaak ‘minstreel’, in de veertiende eeuw ‘sprookspreker’. Zij<br />
schreven niet achter hun schrijftafel af en toe een boek, dat<br />
zij hun opdrachtgevers presenteerden, of dat zij de wereld<br />
in stuurden om te laten kopiëren voor geïnteresseerde<br />
kopers.