Preek over Johannes 13,1-20 - Hans-Jan Roosenbrand
Preek over Johannes 13,1-20 - Hans-Jan Roosenbrand
Preek over Johannes 13,1-20 - Hans-Jan Roosenbrand
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
<strong>Preek</strong> <strong>over</strong> <strong>Johannes</strong> <strong>13</strong>,1-<strong>20</strong><br />
Ik wil vandaag en <strong>over</strong> twee weken met jullie stilstaan bij het onderwerp<br />
gastvrijheid. Gastvrijheid is niet alleen het huisbezoekthema voor dit jaar, maar<br />
het is ook een belangrijke pijler onder het Delftproject – onze plannen voor het<br />
missionaire werk onder internationals. Vandaag doen we dat n.a.v. een<br />
bekende geschiedenis uit het Nieuwe Testament, door vooral goed te letten op<br />
Petrus.<br />
Over twee weken staan we dan stil bij een bekende geschiedenis uit het Oude<br />
Testament. Dan gaan we leren wat gastvrijheid is van Abraham. Vandaag zet ik<br />
jullie vooral stil bij de basics of het principe achter christelijke gastvrijheid. Over<br />
twee weken gaan we het dan ook wat meer praktisch maken. Over twee weken<br />
dus: hoe doe je dat, gastvrij zijn? En vandaag: wat is christelijke gastvrijheid?<br />
[lezen <strong>Johannes</strong> <strong>13</strong>:1-<strong>20</strong>]<br />
We beperken ons vanochtend vooral tot de reactie van Petrus op wat Jezus<br />
hier doet. Aan die reactie kunnen we zien dat wat Jezus doet, ronduit<br />
schokkend is. En hij doet het bewust! Daar legt <strong>Johannes</strong> alle nadruk op.<br />
Tijdens het eten (de groep wat bij elkaar voor de Pesach-maaltijd) staat Jezus<br />
op en dan doet Hij iets dat blijkbaar niemand tot nu toe heeft gedaan en iets<br />
dat in ieder geval Petrus gewoon echt niet meemaakt.<br />
Wie van de kinderen moet er wel eens klusjes doet thuis? Opruimen, tafel<br />
dekken of stofzuigen? En wat vinden jullie dan het meest vervelende klusje om<br />
te doen? Weet je wat ik thuis het minst leuk vond? Afwassen. Nu hoef ik dat<br />
niet meer te doen want we hebben een afwasmachine. Maar wat ik wel eens<br />
moet doen vind ik nog minder leuk: de WC schoonmaken. En toch doet Jezus<br />
net zoiets. Tijdens de maaltijd staat Jezus op, knoopt een schort voor en gaat<br />
de voeten van zijn leerlingen wassen.<br />
Waarom is dat raar? Omdat Jezus de meester is en zijn discipelen de leerlingen.<br />
Als de juf of de meester op bezoek komt laat je hem of haar natuurlijk niet de<br />
afwas doen, of de WC schoonmaken. Nou, Jezus doet het wel.
Wat Jezus doet, daar kunnen wij iets van leren. Wie de belangrijkste wil zijn in<br />
de kerk, moet de minste willen zijn. Jezus heeft het zelf gezegd en we hebben<br />
het zojuist gelezen [dia 1]: ‘Ik heb een voorbeeld gegeven; wat ik voor jullie heb<br />
gedaan, moeten jullie ook doen.’ (vs. 15)<br />
Een van de belangrijkste lessen uit dit verhaal konden de kinderen zelfs<br />
begrijpen. Onthoud dat goed. Maar we gaan toch even nóg wat preciezer naar<br />
dit verhaal kijken door goed te letten op Petrus. [dia 2 – leeg scherm]<br />
Want wat nu eigenlijk het probleem? Gastvrijheid is immers de taak van de<br />
gastheer. We zullen <strong>over</strong> twee weken zien dat Abraham hetzelfde deed bij zijn<br />
gasten. En we zien Jezus, zeker in het evangelie van <strong>Johannes</strong>, niet alleen<br />
optreden als gast, maar ook als gastheer. Denk aan de bruiloft in Kana en de<br />
geschiedenis van de broodvermenigvuldiging.<br />
Maar het punt is natuurlijk dat de gastheer gebruik maakt van een slaaf, een<br />
bediende, of in ieder geval een van zijn ondergeschikten om de voeten van de<br />
gasten te wassen. In dit geval een van de leerlingen. Wat was er dus aan de<br />
hand? Ze kwamen er gewoon niet uit, de leerlingen. Wie was de minste? Was<br />
het de jongste? Of degene die er het laatst is bijgekomen? Kortom: het was<br />
nogal een ongemakkelijke situatie, daar aan tafel!<br />
Dan staat Jezus op en begint de voeten van de leerlingen te wassen. Maar als<br />
Hij bij Petrus komt dan knapt er iets. Bij Petrus. Ik weet niet hoe het met jullie<br />
zit, maar ik ben een enorme Petrus-fan. Petrus is eerlijk, recht door zee – hij<br />
begrijpt vaak veel beter dan de anderen wie Jezus is (o.a. Matt. 16; 18) maar<br />
vliegt soms ook gigantisch uit de bocht.<br />
Als Jezus bij Petrus komt houdt hij het niet langer uit. Wilt ú mijn voeten<br />
wassen? Nooit (lett. in eeuwigheid niet), zegt Petrus! En inderdaad Petrus, je<br />
hebt helemaal gelijk. Waarom hebben de anderen tot nu toe niks gezegd? Nu<br />
moet het niet gekker worden. Dit is de omgekeerde wereld. Gaat u nu, omdat<br />
iedereen te beroerd is om op te staan, ónze voeten wassen?<br />
Dat had Petrus dus goed gezien. Toch gaat Jezus de reactie van Petrus<br />
gebruiken om ons allemaal een gevoelige les te leren. Ook diegenen onder ons<br />
die zoals Petrus voorop lopen in de kerk. Die veel doen. In het Delftproject of<br />
ergens anders.
Jezus laat zien dat christelijke gastvrijheid begint met ontvangen. Zoals Hij dat<br />
eerder had gedaan bij Martha. Ga eerst eens even luisteren, ontvangen, neem<br />
tijd voor wat echt waardevol is. Zo is het ook met Petrus. Hij krijgt een<br />
ongewoon scherpe terechtwijzing: ‘als Ik jouw voeten niet mag wassen, kun je<br />
niet bij mij horen (heb je geen deel aan mij).’ M.a.w.: als ik jou geen dienst mag<br />
bewijzen, dan hoor jij niet bij mij, Petrus!<br />
Auw! Een gevoelige les voor iedereen die bij het woord kerk of Delftproject<br />
meteen in de doe-stand schiet. Of afhaakt omdat –ie het helemaal niet ziet<br />
zitten om weer ergens aan te beginnen, om nog iets te doen (en er moet al<br />
zoveel!).<br />
Christelijke gastvrijheid begint bij ontvangen. Daarom vieren we straks de<br />
maaltijd. Wat is daarvan de kern, de essentie? Juist: ontvangen, krijgen. Gratis<br />
en voor niks. Het is het ritme van iedere zondagse liturgie: je wordt begroet en<br />
ontvangen met genade. Je luistert, ontvangt. Je zegt amen en gaat heen in<br />
vrede.<br />
Pas dan kan er ruimte ontstaan voor anderen. Om eventueel iets te doen of te<br />
betekenen voor anderen. Zoals Jezus, juist vanwege zijn intieme eenheid met<br />
de Vader kon doen wat Hij deed – vs. 3: Jezus wist dat de Vader hem alle macht<br />
had gegeven, dat hij van God was gekomen en weer naar God terug zou gaan,<br />
alleen daarom kon hij dit doen. Wat doen? <strong>Johannes</strong> schrijft: in zijn liefde tot<br />
het uiterste gaan (vs. 1).<br />
Liefde die gaat tot het uiterste, zelfopofferende liefde, is alleen mogelijk als je<br />
jezelf geliefd weet. Iedereen weet dat. Als dat niet zo is, je voelt je niet geliefd,<br />
dat wordt alles wat je voor een ander doet een prestatie gedreven door de<br />
behoefte aan bevestiging. Eigenlijk bewijs jij de ander dan geen dienst – en<br />
soms voelt de ander dat ook – je doet het om de ander jou een dienst te laten<br />
bewijzen: hij/zij moet jou het gevoel geven dat jij waardevol bent.<br />
Als je dat herkent in je eigen leven, let dan op. Wat wil je bewijzen? Waarom<br />
kan je wel geven maar niet ontvangen? Jezus laat vanochtend zien: dat gevoel<br />
van bevestiging kan Ik jou alleen geven. De ultieme dienst kan alleen Ik jou<br />
bewijzen. Mijn liefde voor jou gaat tot het uiterste.
Elders, in <strong>Johannes</strong> 4:10 schrijft <strong>Johannes</strong> het heel kernachtig zo [dia 3]: ‘Het<br />
wezenlijke van de liefde is niet dat wij God hebben liefgehad, maar dat hij ons<br />
heeft liefgehad en zijn Zoon heeft gezonden om verzoening te brengen voor<br />
onze zonden.’<br />
Echte liefde voor elkaar, liefde voor anderen, is alleen mogelijk als je weet dat<br />
je zelf geliefd bent. Alleen dan kan je geven zonder zelf leeg te raken. Want dat<br />
is het gevolg. Bij de één sneller dan bij de ander. Als je geeft omdat je<br />
bevestiging nodig hebt, raakt je vaatje vroeg of laat leeg. [dia 4 – leeg scherm]<br />
We noteren trouwens even in de kantlijn dat gastvrijheid hier, en op veel<br />
andere plaatsen in de bijbel, in de eerste plaats gericht is op elkaar, hè? Niet op<br />
de mensen die je nog niet kent, maar op de mensen die je al wel kent. Dat is de<br />
eerste uitdaging in de christelijke gemeenschap, dat we hier leren om elkaar te<br />
dienen en dat we vervolgens ook zó missionair zijn.<br />
Niet dat we moeten wachten met het één (missionair zijn) tot het ander gelukt<br />
is (voor elkaar zorgen) – dan kunnen we waarschijnlijk lang wachten – maar<br />
beiden doen: openstaan voor de ander in onze zorg voor elkaar. Dat daar een<br />
kwetsbaarheid in zit is duidelijk. Maar kijk even naar de <strong>Johannes</strong> <strong>13</strong>, waar<br />
Jezus zijn leerlingen leert om voor elkaar te zorgen. De resultaten zijn weinig<br />
bemoedigend. Tegelijk gaat de missie wel door!<br />
Terug naar Petrus. Petrus maakte tot nu toe dus eigenlijk twee fouten. In de<br />
eerste plaats zit er een subtiele hoogmoed in zijn weigering om zijn voeten te<br />
laten wassen door Jezus. Waarom wel die van de anderen en niet die van hem<br />
zelf? Als het Petrus echt om Jezus te doen was, waarom stond hij dan niet<br />
eerder op? Of dacht hij misschien dat de voeten van Matteüs of die van<br />
<strong>Johannes</strong> wél een wasbeurt konden gebruiken en die van hem niet? Je snapt<br />
wel wat ik bedoel. Petrus heeft veel voor Jezus <strong>over</strong> maar voelt zich toch ergens<br />
beter dan anderen.<br />
In de tweede plaats lijdt Petrus aan een gebrek aan geloof. Verderop zegt<br />
Petrus tegen Jezus: ‘Ik wil mijn leven voor u geven!’ Maar Jezus zegt dan: ‘Jij je<br />
leven voor Mij geven? Waarachtig, ik verzeker je: nog voor de haan kraait zul jij<br />
Mij driemaal verloochenen.
Dat is ongeloof. Petrus is wel bereid de voeten van zijn HEER te wassen en zijn<br />
leven voor Hem te geven (het zal alleen blijken dat hij zich hier lelijk vergist),<br />
maar hij kan niet geloven dat God is gekomen om zijn voeten te wassen.<br />
Laten we even zoeken naar de Petrus in onszelf. Wij willen vaak best nederig<br />
zijn voor God en dingen doen, evt. ook wel voor elkaar. Maar begrijp je dat<br />
christen zijn begint bij de erkenning dat Jezus is gekomen om nederig te<br />
worden voor jou? En voor die ander met wie je straks naar de tafel loopt? Dat<br />
is het evangelie. Daar begint het mee.<br />
Christelijke gastvrijheid is allereerst: zelf bediend worden. Gastvrijheid begint<br />
aan de avondmaalstafel. Ik zeg dat niet omdat we straks toevallig avondmaal<br />
vieren. Jezus geeft deze les heel bewust direct na of tijdens het Pesachmaal.<br />
Nog één ding. Wanneer Jezus Petrus heeft gecorrigeerd (als ik je voeten niet<br />
was heb je geen deel aan mij), slaat Petrus om als een blad aan een boom. Hij<br />
zegt dan: ‘HEER, dan niet alleen mijn voeten, maar ook mijn handen en mijn<br />
hoofd!’. En dan moet Jezus weer ingrijpen (vs. 10).<br />
Wat is hier nu aan de hand? Petrus gaat van het ene uiterste naar het andere.<br />
Typisch Petrus. Hij ziet ineens: als ik gewassen moet, HEER, dan helemaal!<br />
Weet je wat ik denk? Dat Petrus heel onzeker is. Ja, die stoere Petrus!<br />
En dan zegt Jezus: Maar Petrus, je hoort toch al bij Mij? Dan ben je toch rein?<br />
De leerlingen hadden zich allemaal gebaad voor de maaltijd. Die waren rein.<br />
Alleen hun voeten hoefden nog gewassen te worden, vanwege de reis naar de<br />
eetzaal.<br />
Ik denk dat Jezus dit bedoelt: wie bij Mij hoort, d.w.z. wie gelooft, avondmaal<br />
viert, die ís rein. Die hebben niet nóg iets nodig. Ik voor mezelf betrek het op de<br />
hoogte- en dieptepunten in mijn leven met God. Voor wie steeds weer op zoek<br />
is naar de bevestiging van religieuze kicks heeft Jezus het avondmaal ingesteld.<br />
Eigenlijk gebeuren daar drie dingen:<br />
Daar aan tafel maakt Jezus 1) een einde aan (Petrus’) hoogmoed – alsof het<br />
wassen van zijn voeten niet nodig was. En 2) aan ongeloof (Petrus wilde wel<br />
sterven voor zijn HEER maar kon zich niet voorstellen dat zijn HEER zou sterven<br />
voor hem). Maar ook aan 3) aan (Petrus’) onzekerheid: dat offer zou genoeg<br />
zijn voor een leven lang. Vertrouw daar maar op. [amen]
Liturgie<br />
Opening van de dienst<br />
Psalm 108, 1 en 2<br />
Verootmoediging<br />
Gezang 9 l Wees eerlijk doe de mensen recht<br />
Genadeverkondiging<br />
Lied 328 l Here Jezus, om uw Woord<br />
<strong>Johannes</strong> <strong>13</strong>,1-<strong>20</strong><br />
Gastvrijheid (I) – preek <strong>over</strong> <strong>Johannes</strong> <strong>13</strong><br />
Opw. 281 l As the Deer panteth for the water<br />
Gezang 57 l Ik ben het levensbrood<br />
Viering Heilig Avondmaal<br />
Gezang 176b l Wij kiezen voor de vrijheid<br />
Gebed<br />
Collecten<br />
Lied 78 l Laat me in U blijven, groeien, bloeien