07.09.2013 Views

GEVELBEHANDELING VAN ERFGOED: ERG OF GOED ... - WTA

GEVELBEHANDELING VAN ERFGOED: ERG OF GOED ... - WTA

GEVELBEHANDELING VAN ERFGOED: ERG OF GOED ... - WTA

SHOW MORE
SHOW LESS

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

<strong>GEVELBEHANDELING</strong> <strong>VAN</strong> MONUMENTEN: ROL <strong>VAN</strong> DE OVERHEID<br />

1. Inleiding<br />

Jos GYSELINCK. Ruimte en Erfgoed. Onroerend Erfgoed<br />

Gewestelijk Erfgoedambtenaar<br />

De basisfilosofie van de erfgoedzorg wordt verwoord in het Charter van Venetië (1964), het<br />

Handvest van Riga (2000), de Conventie van Granada, de besluiten van de Nara conferentie<br />

van 1994. ‘Restauratie’ wordt hierin gedefinieerd als het voorbereiden en uitvoeren van<br />

werken die tot doel hebben de culturele waarden van het erfgoed (in casu monumenten) - dit<br />

zijn zowel de materiële als de spirituele waarden - te behouden en/of te herstellen en/of te<br />

versterken. Concreet betekent dit dat restauratieve ingrepen de betekeniswaarde en de ziel<br />

van het monument niet mogen aantasten.<br />

Belangrijke basisprincipes zijn hierbij: fundamentele eerbied voor de oude substantie en<br />

voor het authentieke (qua bestemming, vormgeving, materiaal, techniek en constructie),<br />

geen hypothetische reconstructie, archeologisch en historisch vooronderzoek (art. 9),<br />

gebruik maken van oude ambachtelijke technieken, en indien deze ontoereikend zijn, het<br />

toepassen van moderne conserverings- en constructietechnieken waarvan de doelmatigheid<br />

wetenschappelijk vaststaat en die door ervaring wordt gewaarborgd (art. 10).<br />

Erfgoedzorg heeft van bij de start in 1973 steeds gestreefd naar wetenschappelijk<br />

onderbouwde restauratiedossiers en gewaakt over de naleving van een restauratie-ethiek<br />

door het zoeken en laten zoeken naar verantwoorde restauratiemethodes en -technieken om<br />

een wetenschappelijk gefundeerde restauratiekeuze mogelijk te maken.<br />

Derhalve wil ik in deze lezing aandacht besteden aan twee facetten: I. wat versta ik onder<br />

“gevelbehandeling” en II. “wat is de rol van de overheid”.<br />

2. Gevelbehandeling<br />

Wanneer men spreekt van ‘gevelbehandeling’, zie ik daarin drie aspecten: i) de<br />

bouwhistorische, kunsthistorische en/of architecturale analyse, ii) de materiaaltechnische<br />

analyse en iii) het bouwfysisch onderzoek.<br />

Er is in de eerste plaats de bouwhistorische, kunsthistorische en/of architecturale<br />

analyse. Dit onderzoek is essentieel in functie van de samenstelling van een<br />

restauratiedossier. Het behelst een bouwhistorische analyse van de algemene constructieve<br />

opvatting op basis van de archeologische opmeting, van de gevellectuur, van literatuur,<br />

iconografisch en archivalisch onderzoek. Het impliceert de systematische opname en<br />

steekproefsgewijs onderzoek naar en van bouwsporen. Soms wordt dit bouwhistorisch<br />

onderzoek gekoppeld aan archeologisch onderzoek.<br />

Er is in de tweede plaats de inventarisatie en het onderzoek van het materiaalgebruik in<br />

de gevel: baksteen, natuursteen, hout, leem, glas, beton, smeedijzer…Belangrijk is vooral<br />

de identificatie van de gebruikte natuursteensoorten, zowel de authentieke als de soorten<br />

die later tijdens opeenvolgende restauratiecampagnes om diverse redenen gebruikt zijn. Bij<br />

de restauratie van de Onze-Lieve-Vrouwbasiliek in Tongeren bijvoorbeeld, werden in het<br />

verleden (voor 1980), ter vervanging van mergel, verschillende steensoorten aangewend:<br />

Euville, Massangis, Anstrude jaune, Chauvigny Peuron, Richmond. Dit materiaalonderzoek<br />

dient gekoppeld aan het materiaaltechnisch onderzoek in functie van de afwerking van de<br />

gevel: bepleistering, kaleilagen, picturale lagen, ’s graffiti.<br />

Er is in de derde plaats de bouwfysische diagnose met registratie van het schadebeeld.<br />

Het gaat hier niet enkel om voor de hand liggende schade als afbrokkelende<br />

kalkbepleistering, afbladderende verflagen, uitgevallen voegwerk, gebarsten<br />

natuursteendorpels, afschilfering van het parement, verzakkingen, barsten, maar eveneens<br />

- 1 -

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!