09.09.2013 Views

Darde Klokke nr 153 - Historische Kring Ommen

Darde Klokke nr 153 - Historische Kring Ommen

Darde Klokke nr 153 - Historische Kring Ommen

SHOW MORE
SHOW LESS

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

ke provincies. Er werd een gebouwtje gehuurd van de familie Brinkhuis, achter de Hervormde<br />

kerk. Het eerste schoolhoofd was de heer P. van Malsen.<br />

Zeven kinderen<br />

Jan Willem en zijn vrouw Anna Margaretha werden verblijd met liefst zeven kinderen. Op<br />

22 september 1845 werd de oudste dochter Aleida Dela te Bokkel geboren. Daarna volgden<br />

Wander (13 juli 1847), Johannes (24 juni 1849), Jan Gerhard (5 maart 1852), Dela<br />

Aleida (21 mei 1853), Jan Gerhard (14 december 1856) en Wander (16 juli 1863). De kinderen<br />

brachten naast vreugde om hun geboorte ook veel zorgen en verdriet met zich mee.<br />

Het woonhuis aan de latere Den Lagen Oordt was zeer slecht geïsoleerd en tochtte aan alle<br />

kanten. Een ziekte als tuberculose (‘de gevreesde ziekte’) had dan ook vrij spel. De oudste<br />

Jan Gerhard overleed niet lang na zijn geboorte (6 april 1852), de oudste Wander op<br />

slechts 13-jarige leeftijd (23 januari 1861). Het is (mij) niet bekend of deze sterfgevallen<br />

reeds met tbc hadden te maken, die uit later jaren hadden dat wel.<br />

Trots zal Jan Willem ongetwijfeld zijn geweest toen zijn dochter Aleida Dela op 11 oktober<br />

1867 trouwde met de in Vriezenveen geboren en getogen en in Noordeloos werkzame<br />

predikant Gerrit Bramer (1837-1901). Jan Willem had Bramer zelf twee jaar opgeleid.<br />

Aleida Dela en haar man verhuisden in 1869 naar Bramers nieuwe standplaats, het Friese<br />

Idskenhuizen (gem. Doniawerstal). Het huwelijk bleef helaas kinderloos. Groot was het<br />

verdriet toen Aleida Dela op 12 december 1871 plotseling overleed. Twee jaar later hertrouwde<br />

Bramer met Johanna Geertrui te Raa. Zij kregen wel kinderen, liefst negen in getal.<br />

Uiteraard werd de oudste dochter Aleida Dela genoemd. En gelukkig zat er ook nog<br />

een predikant tussen.<br />

Voor Jan Willem te Bokkel was de gifbeker ondertussen nog lang niet leeg. In 1871<br />

brandde de pastorie af en op zaterdag 13 januari 1872, nauwelijks een maand na het overlijden<br />

van zijn oudste dochter, verloor hij zijn vrouw Anna Margaretha op slechts 58jarige<br />

leeftijd aan tbc. Een jaar later hertrouwde de predikant, die toen eveneens 58 jaar<br />

oud was, te Zwolle met de negen jaar jongere Marianne Eskes (1824-1894). Leek er even<br />

weer wat geluk te zijn teruggekeerd in het leven van de Te Bokkels, in het voorjaar van<br />

1875 sloeg het noodlot andermaal onbarmhartig toe. Eerst overleed dochter Dela Aleida<br />

op 21-jarige leeftijd (24 februari), drie dagen later volgde de 25-jarige Johannes. Beiden<br />

leden aan tbc. Het verlies kwam ongenadig hard aan. Jan Willem was een zenuwinzinking<br />

nabij. Het In Memoriam in De Bazuin (het orgaan van de Theologische Hogeschool te<br />

Kampen) van 29 juni 1888 hierover: ,,Zijn Zender heeft hem door diepe wegen geleid. De<br />

sterfgevallen hadden zoveel invloed op zijn gestel, dat het een schok kreeg, die hij nooit<br />

geheel te boven is gekomen. Hij trok zich bijna geheel uit de wereld terug. Zijn ziel was<br />

stil tot God, van wie hij wist, dat Hij uit getrouwheid verdrukt en druppelen van troost in<br />

de lijdenskelk stort.” In een familiebijbel plaatste Jan Willem op verschillende plaatsen<br />

aantekeningen, daar waar hij dacht dat hij er troost uit kon putten. Hij berustte in zijn lot<br />

en was er stellig van overtuigd dat het verlies van zijn kinderen ‘de wil des Heeren’ was<br />

geweest.<br />

Jan Willem deelde de kerke<strong>nr</strong>aad ondertussen mee dat de uitgestrekte gemeente van <strong>Ommen</strong><br />

voor hem te groot geworden was. Waar hij eerder beroepen uit Deventer en Noord-<br />

Amerika naast zich had neergelegd, besloot hij in 1877 in te gaan op het beroep dat de<br />

veel kleinere gemeente van Geesteren op hem uit had gebracht. De Ommer gereformeerden<br />

zullen dat niet (helemaal) erg hebben gevonden. Dat lezen we tenminste tussen de<br />

regels door in de kerke<strong>nr</strong>aadnotulen van 5 juli 1867 reeds: ,,…Wordt besloten dat de Leeraar,<br />

die de volgende week als curator der Theologische School vanwege de provincie<br />

Overijssel te Kampen de jaarlijkse Ver. van Cur. tot afneming der examina moet bijwonen<br />

aldaar pogingen om een der dan aldaar aanwezige leeraren te bewegen den volgenden<br />

zondag alhier den predikant waar te nemen zal aanvaarden, dewijl anders zou moeten gelezen<br />

worden. En de gemeente ook wel eens verandering van spijs die eten doet, begeert.”<br />

In het voorjaar van 1882 zag Jan Willem zich genoodzaakt vanwege opspelende tbc zijn<br />

ambt neer te leggen. Hij vroeg zijn emeritaat aan bij de classis Varsseveld en kreeg deze<br />

op de meest eervolle wijze. Daar de predikant zelf goed in de slappe was zat, hoefde hij<br />

zijn hand niet bij anderen op te houden. ,,God had hem met tijdelijke goederen ruimschoots<br />

bedeeld,” zo wist De Bazuin na zijn overlijden te melden. De laatste jaren van zijn<br />

leven woonde Jan Willem met zijn tweede vrouw in Zwolle.<br />

Nog eenmaal was hij trouwens in <strong>Ommen</strong> terug. Op donderdag 15 april 1886 sprak hij er<br />

bij de viering van het 50-jarig bestaan van de Christelijk Afgescheiden gemeente. Het gekozen<br />

tekstgedeelte was 1 Corinthe 15: 1 en 2: ,,Voorts, broeders, ik maak u bekend het<br />

3

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!