09.09.2013 Views

O:\leerplan-2002\3de graad ASO-KSO-TSO - vakken\Engels1992 ...

O:\leerplan-2002\3de graad ASO-KSO-TSO - vakken\Engels1992 ...

O:\leerplan-2002\3de graad ASO-KSO-TSO - vakken\Engels1992 ...

SHOW MORE
SHOW LESS

Create successful ePaper yourself

Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.

VLAAMS VERBOND VAN HET KATHOLIEK<br />

SECUNDAIR ONDERWIJS<br />

Guimardstraat 1 - 1040 BRUSSEL<br />

LEERPLAN SECUNDAIR ONDERWIJS<br />

ENGELS<br />

ARCHITECTURALE VORMING<br />

AUDIOVISUELE VORMING<br />

BEELDENDE VORMING<br />

DANS<br />

MUZIEK<br />

Derde <strong>graad</strong> <strong>KSO</strong><br />

Brussel - Licap D/1992/0279/074C - september 1992


INHOUD<br />

3<br />

INLEIDENDE OPMERKING ........................................... 4<br />

1 BEGINSITUATIE ........................................... 4<br />

1.1 Doelgroep ................................................ 4<br />

1.2 Motivatie ................................................. 4<br />

1.3 Aanknopingspunt ........................................... 5<br />

2 ALGEMENE DOELSTELLINGEN ............................... 6<br />

3 LEERPLANDOELSTELLINGEN ................................ 6<br />

3.1 Interactief-communicatieve vaardigheden ........................... 6<br />

3.1 Vaardigheden binnen de grammaticale component ..................... 6<br />

3.3 De vier deelvaardigheden ...................................... 7<br />

4 LEERSTOFAFBAKENING .................................... 8<br />

4.1 Tekstaanbod ............................................... 8<br />

4.2 Woordenschat .............................................. 8<br />

4.3 Grammatica ............................................... 9<br />

4.4 Uitbreidingen voor de verschillende studierichtingen .................... 9<br />

5 DIDACTISCHE WENKEN ..................................... 10<br />

6 EVALUATIE .............................................. 13<br />

6.1 Algemeen ................................................. 13<br />

6.2 Evaluatie van de leerplandoelstellingen ............................. 14<br />

6.3 Permanente evaluatie ......................................... 17<br />

7 BIBLIOGRAFIE ............................................ 17


INLEIDENDE OPMERKING<br />

4<br />

Dit leerplan Engels is bestemd voor alle studierichtingen <strong>KSO</strong> met 2 u. Engels per week in het fundamenteel<br />

gedeelte. Hoewel de leerlingen in deze studierichtingen een groot aantal taalnoden en kenmerken gemeenschappelijk<br />

hebben, - waardoor een gemeenschappelijk leerplan Engels verantwoord is -, kunnen de<br />

interesses en de behoeften van de leerlingen uit de verschillende studierichtingen toch sterk uiteenlopen. Om<br />

deze verschillende interesses en behoeften zo goed mogelijk op te vangen bestaat dit leerplan Engels uit twee<br />

delen:<br />

1 een kerndeel dat voor alle richtingen bestemd is,<br />

2 bijzondere voorzieningen voor de verschillende studierichtingen; deze 'bijzondere voorzieningen' hebben<br />

betrekking op een gedeeltelijke invulling van de leerplaninhouden, waarbij rekening gehouden wordt met<br />

de specificiteit van de verschillende studierichtingen.<br />

1 BEGINSITUATIE<br />

1.1 Doelgroep<br />

Dit leerplan Engels is bestemd voor leerlingen die in de derde <strong>graad</strong> SO/'89 gedurende twee jaar twee uur<br />

Engels volgen binnen het lesrooster van het fundamenteel gedeelte van het <strong>KSO</strong> in de volgende studierichtingen:<br />

Architecturale vorming, Beeldende vorming, Dans, Muziek, Woordkunst-drama.<br />

Als voorkennis wordt aangenomen dat het minimum van de doelstellingen van het leerplan Engels tweede<br />

<strong>graad</strong> is bereikt.<br />

1.2 Motivatie<br />

In het leerplan van de tweede <strong>graad</strong> Engels werd de motiverende factor beklemtoond van het interactief<br />

spreken van leerlingen over levensnabije onderwerpen en van het belang dat zij hechten aan de kennis van<br />

het Engels voor hun verdere studies en/of beroepsbezigheden.<br />

Deze factoren blijven gelden in de derde <strong>graad</strong>.<br />

De motivatie kan nu nog meer dan in de tweede <strong>graad</strong> steunen op het belang van het Engels voor de<br />

beroepsbezigheden van de leerlingen en hun eventuele verdere studies in het hoger onderwijs of in een<br />

zevende specialisatiejaar.<br />

Bij de concrete opvulling van de leerplaninhouden binnen de 'Bijzondere Voorzieningen' moet de leraar<br />

Engels zich bij zijn collega's vakspecialisten en werkleiders informeren over het aanbod uit het fundamenteel<br />

gedeelte dat typisch is voor de door zijn leerlingen gekozen studierichtingen. Op deze manier worden de<br />

leerlingen voor het vak Engels gemotiveerd omdat zij aanvoelen dat Engels voor hun studierichting belangrijk<br />

is. Bovendien wordt het mogelijk dat de leraar Engels via een gerichte aanpak van het Engels de leerlingen<br />

af en toe kan helpen bij concreet-praktische problemen en taken in verband met de andere vakken uit het<br />

fundamenteel gedeelte van hun studierichting.<br />

Dit ervaren van samenwerking tussen leerlingen, taalleraar en vakspecialisten heeft een buitengewoon grote<br />

motiverende waarde en verhoogt het aanzien van de taalleraar in het kunstonderwijs.<br />

De motivatie kan afnemen als de nadruk op het louter technische niet wordt afgewisseld met de aandacht voor<br />

de zin en de waarde van de kunst in het menselijk leven.<br />

Hier kunnen literaire en algemeen vormende teksten fungeren.<br />

De cursus Engels mag niet theoretisch-grammaticaal zijn, maar moet door de leerlingen als "pragmatisch"<br />

en dus concreet bruikbaar worden ervaren.


5<br />

Dat is niet in tegenspraak met de "algemene" vorming die een taalvak in <strong>KSO</strong> hoort bij te brengen.<br />

Teksten die vragen oproepen en stof tot discussie opleveren, kunnen literaire teksten zijn. Ze maken het de<br />

leraar mogelijk om de zin van de kunst en de vaak impliciete waardenhiërarchie in kunstmilieus aan de orde<br />

te stellen. In de keuze van tekst- of beeldmateriaal moet uiteraard rekening gehouden worden met de leeftijd<br />

en de belevingswereld van de leerlingen.<br />

1.3 Aanknopingspunt<br />

Hoewel alle leerlingen uit onze doelgroep in principe dezelfde voorgeschiedenis hebben, kunnen de praktische<br />

taalvaardigheid en de interessesfeer van de leerlingen bij het begin van het eerste leerjaar van de derde<br />

<strong>graad</strong> in de praktijk sterk uiteenlopend zijn. Om voor een groep leerlingen het juiste startniveau van de<br />

cursus Engels te bepalen is het derhalve van het grootste belang dat de leraar Engels zo spoedig mogelijk een<br />

duidelijk beeld krijgt van de 'reële' beginsituatie van de klasgroep in zijn feitelijke samenstelling.<br />

Dit is een moeilijke en delicate taak. Een traditionele zogenaamd diagnostische 'test' naar de grammaticale<br />

en lexicale vaardigheid lijkt ons niet de aangewezen methode.<br />

Enerzijds lopen wij daarbij het risico de zwakkeren van meetaf aan te demotiveren, en anderzijds verkrijgen<br />

wij niet de nodige gegevens waarop wij onze cursus kunnen baseren. Onze doelstellingen zijn immers vooral<br />

gericht op het ontwikkelen van concreet-praktische, interactief-communicatieve en receptieve vaardigheden.<br />

Hoewel het daarbij noodzakelijk is dat de leerlingen over voldoende vaardigheden binnen de grammaticale<br />

component beschikken toch leert een test naar grammaticale vaardigheid ons relatief weinig over de praktische<br />

taalvaardigheid die wij beogen.<br />

Louter als suggestie beschrijven wij hieronder een werkwijze uit de vakpraktijk die in het verleden haar nut<br />

bewezen heeft.<br />

- In de eerste les hebben wij met de leerlingen een gesprek over hun verwachtingen in verband met de<br />

cursus Engels die zij volgen. Wij trachten uit te vissen of zij inzien waarom Engels tot het fundamenteel<br />

gedeelte van hun studierichting behoort.<br />

Wij laten hen in zekere zin hun eigen doelstellingen formuleren. Wij toetsen die aan de leerplandoelstellingen<br />

en doen hen de redenen en het nut ervan inzien.<br />

- Aan de hand van de in de eerste les verkregen informatie vormen wij ons thuis rustig een beeld van de<br />

samenstelling van de klasgroep en van zijn verwachtingen tegenover de cursus Engels. Wij stellen een<br />

leestestje en een luistertestje op in functie van wat wij aanvoelen als het 'gemiddelde' niveau van de klas.<br />

Daarvoor kiezen wij korte lees- en luistertekstjes.<br />

De vragen zijn deels 'gesloten' (b.v. meerkeuzevragen) en deels 'open', zodat wij ons ook over de<br />

schriftelijke vaardigheid (en de efficiëntie van de grammaticale kennis) een beeld kunnen vormen. De<br />

vragen zijn gegradeerd van gemakkelijk naar moeilijk. Ongeveer een derde van de vragen kunnen ook<br />

door voor Engels vrij zwakke leerlingen correct beantwoord worden, op voorwaarde dat zij aandachtig<br />

lezen en luisteren.<br />

- De antwoordbladen worden opgehaald en onmiddellijk nadien, nog in dezelfde les, bespreken wij de test<br />

samen met de leerlingen. Hierbij doen wij de leerlingen inzien hoe een aantal dingen hen kunnen helpen<br />

om van een luister- of leestekst toch al heel wat te begrijpen, zelfs al bevat hij elementen (woorden,<br />

aspecten van grammatica) die zij nog niet kennen of vergeten zijn.<br />

- Thuis gaan wij na hoe goed elke leerling de tekstjes begrepen heeft. Voor de volgende les kiezen wij een<br />

nieuwe, nu aan het niveau van de klas aangepaste lees- of luistertekst als startpunt voor onze eerste reeks<br />

geïntegreerde lessen. Zo mogelijk kiezen wij een tekst in verband met iets dat door de leerlingen in de<br />

eerste 'verkenningsles' gesuggereerd werd.<br />

Op deze wijze start de cursus Engels.


2 ALGEMENE DOELSTELLINGEN<br />

6<br />

Naast de doelstellingen die gelden voor het christelijk opvoedingsproject streven we een specifieke persoonlijkheidsvorming<br />

na. Via de taal wordt getracht de leerlingen in het <strong>KSO</strong> op te voeden tot mondige,<br />

zelfstandige, kritisch denkende personen. Ze leren via het medium Engels communiceren vanuit hun grote<br />

interesse voor "het bruikbare" en beseffen de menselijke waarde en de beperkingen van de techniek in het<br />

beroepsleven. Te gepasten tijde krijgen <strong>KSO</strong>-leerlingen daarnaast echter oog voor het goede, het schone, het<br />

amusante. <strong>KSO</strong>-leerlingen zullen veelal aanvoelen dat taal een medium is om zich creatief te uiten, voor hen<br />

kan het belangrijk zijn aan te tonen dat communicatie ook efficiënt moet zijn. Al deze doelstellingen dienen<br />

in een ruim communicatief kader te worden geplaatst.<br />

- Aangezien kunst niet los mag staan van de menselijke wereld is het nodig ook oog te hebben voor de<br />

sociale dimensie van de kunst.<br />

Belangstelling voor de ontwikkeling van de kunst zowel in de Britse als in de Amerikaanse wereld wordt<br />

aangemoedigd.<br />

- Bijna alle doelstellingen die wij met deze leerlingen nastreven zijn direct-praktisch.<br />

Er zal vooral naar meer efficiëntie en een voldoende snelheid bij de uitvoering worden gestreefd.<br />

3 LEERPLANDOELSTELLINGEN<br />

3.1 Interactief-communicatieve vaardigheden<br />

Onder 'interactief-communicatieve vaardigheden' wordt de vaardigheid verstaan om met anderstaligen die het<br />

Engels ook als communicatiemiddel gebruiken, zowel informeel sociaal contact te hebben als om met hen,<br />

in bedrijfs- of werkomstandigheden samen te werken.<br />

- Informeel sociaal contact,<br />

Gesprekken voeren over alledaagse onderwerpen.<br />

- Atelier- of werkomstandigheden,<br />

. Aanduidingen geven of vragen, iets beamen of afwijzen, vragen om iets te herhalen, om nadere<br />

toelichting vragen, nadere toelichting geven,commentaar geven,samen overleggen of plannen ...<br />

. Met Engelstaligen van mening wisselen over werk, werktuigen, apparatuur, werkwijzen ... (meer<br />

algemeen).<br />

- Zowel informele als zaakgerichte telefoongesprekken voeren.<br />

3.2 Vaardigheden binnen de grammaticale component<br />

Vaardigheden binnen de grammaticale component spelen een louter ondersteunende rol.<br />

De leerlingen voor wie dit leerplan bedoeld is, zullen te maken krijgen met Engels als instructietaal, waarbij<br />

instructies ook kunnen uitgaan van toestellen, bijvoorbeeld computergestuurde apparatuur.<br />

Daarom zal de studie van betekeniselementen die met instructie en advies te maken hebben, heel belangrijk<br />

zijn.<br />

Volgende taalaspecten zullen aan de orde komen: betekeniswijziging door prefix en/of suffix, imperatief,<br />

passiefconstructie, modale werkwoorden die een verbod of een verplichting uitdrukken.


3.3 De vier deelvaardigheden<br />

3.3.1 BEGRIJPEND LUISTEREN EN LEZEN<br />

7<br />

- Engels gebruiken als instructietaal is een hoofdzakelijk receptieve vaardigheid, die ook in bijscholing een<br />

rol kan spelen.<br />

- Inzien dat instructie niet alleen van personen (mondeling aanwijzingen verstrekken) komt, maar ook van<br />

computerprogramma's, handleidingen, documenten, en dergelijke (schriftelijke informatie, vaak in<br />

combinatie met illustraties) of video-opnames (mondeling eenrichtings-taalgebruik in combinatie met<br />

divers beeldmateriaal).<br />

- Internationaal afgesproken symbolen en afkortingen begrijpen; vooral die symbolen en afkortingen die<br />

betrekking hebben op hun studierichting.<br />

- De inhoud van documenten uit hun beroep begrijpen.<br />

- Technische rapporten lezen.<br />

- Nuttige informatie halen uit handleidingen of andere bronnen zonder daarbij noodzakelijkerwijze elk<br />

woord van die teksten te begrijpen.<br />

- Uitleg bij modellen geven.<br />

- Veiligheidsvoorschriften in de werkplaats begrijpen.<br />

- Instructies aflezen.<br />

- De hoofdzaak en de gedachtengang van schriftelijk en audiovisueel materiaal op hun niveau begrijpen.<br />

- Teksten over de psychologie van de kunstenaar lezen en begrijpen.<br />

3.3.2 SCHRIJFVAARDIGHEID<br />

- Formulieren invullen, bijvoorbeeld een bestelformulier, een formulier met persoonlijke gegevens, een<br />

cheque, een beroepsgerichte enquête.<br />

- Kort nuttige informatie uit een rapport, handleiding of uit andere bronnen noteren.<br />

- Notities nemen tijdens een telefoongesprek.<br />

- Namen, adressen, technische letterwoorden, Engelse cijfers (met punt of komma), nog gebruikte imperiale<br />

maten en gewichten noteren.<br />

- Eenvoudige briefjes schrijven, bijvoorbeeld aanvragen van catalogen, abonneren op tijdschriften, bestellen<br />

van toestellen, waarborgbonnen, controlelijsten.<br />

- Een niet te lange tekst samenvatten.<br />

- Een paper schrijven, bijvoorbeeld voor een geïntegreerde proef.<br />

3.3.3 SPREEKVAARDIGHEID<br />

Spreekvaardigheid is een explicitatie van interactieve communicatieve vaardigheid.<br />

- Eenvoudige vragen stellen en beantwoorden in verband met hun beroep naar aanleiding van zakelijke<br />

teksten.<br />

- De werking van een toestel of een productietechniek kort uitleggen.<br />

- Korte dialogen voeren over dagelijkse onderwerpen die hen interesseren.<br />

- Met anderen over hun interesses spreken.<br />

- Een zakelijk of persoonlijk telefoongesprek voeren.<br />

- Zichzelf en anderen voorstellen.


4 LEERSTOFAFBAKENING<br />

8<br />

Het leerplan is open. Het laat de leraren ruimte om hun klaspraktijk aan te passen aan de mogelijkheden en<br />

interesses van de verschillende groepen met wie ze werken.<br />

Wanneer we het over "teksten" hebben, wordt daar zeker niet alleen schriftelijk materiaal mee bedoeld, maar<br />

ook auditief en audiovisueel materiaal.<br />

4.1 Tekstaanbod<br />

Bij de keuze van het tekstaanbod streeft de leraar een evenwichtige verdeling na tussen literaire of algemeen<br />

vormende teksten en zakelijke teksten.<br />

Voor zakelijke teksten kan hij kiezen uit deze niet-exhaustieve lijst:<br />

- authentieke invulteksten: om iets aan te vragen, om op iets in te schrijven (tijdschrift, bijeenkomst),<br />

waarborgbewijzen,<br />

- teksten uit catalogen, kunsttijdschriften,<br />

- teksten over eigendomsrecht en handelspraktijken,<br />

- illustraties met benoemde onderdelen, bijvoorbeeld een werktuig,<br />

- advertenties uit vaktijdschriften, bijvoorbeeld een nieuw apparaat, leesteksten over grondstoffen, apparaten,<br />

machines en werktuigen,<br />

- instructieteksten: voor het bedienen van telefoon, fax, machines, apparaten,<br />

- beschrijvingen: uit een handleiding voor de bediening van een machine,<br />

- teksten over het sociale leven,het kunstleven,<br />

- teksten over planten, dieren, biotopen,<br />

- instructies uit computerprogramma's.<br />

We verwijzen ook naar de gedeeltelijke invulling van de leerplaninhouden via de Bijzondere voorzieningen<br />

voor de verschillende studierichtingen onder rubriek 4.4.<br />

4.2 Woordenschat<br />

Een lijst met te kennen woorden, receptief of productief, wordt niet opgelegd.<br />

Een niet-exhaustieve lijst van mogelijke semantische velden:<br />

- semantische velden die te maken hebben met de werkomstandigheden, inrichting van het atelier, omgang<br />

met de handelaar, de klant, vaststellen van fouten, kwaliteitscontrole, planning van de arbeid, kostenbestrijding,<br />

verkoopvoorwaarden;<br />

- semantische velden in verband met de kritische zin:<br />

bepalen van oorzaak en gevolg, problemen stellen en oplossen, concluderen, opzoeken van recente<br />

informatie, beoordelen van experimenten;<br />

- semantische velden die kwantiteit, gewicht, snelheid, volume, versnelling, frequentie, massa, kracht,druk,<br />

energie, assembleren, restauratie beschrijven;<br />

- eenvoudige Engelse woorden uit het dagelijks leven als die ook een technische betekenis krijgen in het<br />

beroepsleven: rose (rose window), thin (thinner), habit (church), lip (organ);<br />

- letterwoorden en termen uit de wereld van organisaties, de media, de politiek, de techniek, het verkeer,<br />

de handel;<br />

- de meest gebruikelijke computertermen voor instructies bij het uitvoeren van programma's;<br />

- termen die te maken hebben met creativiteit en psychologie van de kunstenaar.


4.3 Grammatica<br />

9<br />

Vertrouwdheid met de volgende aspecten van grammatica is nodig om de leerplandoelstellingen te bereiken:<br />

- het werkwoord: de passieve vorm moeten ze begrijpen, liefst ook kunnen gebruiken: as is shown ..., has<br />

been invented for obtaining ..., needs cleaning;<br />

- modale werkwoorden: can, can't/mustn't, could, may, might, must, ought to, should, will (inevitable,<br />

predictable), would;<br />

- betekenis van to have, to possess, to have to;<br />

- structuren die een resultaat aangeven, bijvoorbeeld: on account of, accordingly, as, consequently,<br />

consequent upon, in consequence of, hence, is so (complex) that, is such ...that, is such ... as to, due to,<br />

in as much as, in so far as, it leads to, it follows that, owing to, it results in, as a result (it will), with the<br />

result that, as a result of, since, the comparative (the higher the temperature, the faster the speed),<br />

therefore, too ... to (too hot to live on), final -ing clause (the rivet contracts as it cools, drawing the plates<br />

together), de infinitief (positive and negative ions combine to form water (so that/with the result that water<br />

is formed);<br />

- conditional sentences;<br />

- relative clauses: who, that, of which in plaats van whose, present participle in plaats van which + verb;<br />

- woordvormen: De betekenis voor de techniek van bepaalde prefixen en suffixen;<br />

- frequency adverbs: hardly ever, as often as, as not ...<br />

- patterns en connecting words in verband met volgorde van handelingen (at the outset, hitherto, progressively),<br />

gelijkheid (like, roughly the same as), verschil (as against, regardless of, unlike), opsomming/optelling<br />

(in addition to,as well as), voorwaarde (provided that), restrictie (merely,in spite of),<br />

afwisseling (at intervals,every two...), deductie (of such avalue that), hypothese (assuming), uitzondering<br />

(apart from, besides, except for, with the exception of);<br />

- the former,the latter.<br />

4.4 Uitbreidingen voor de verschillende studierichtingen<br />

De leraar kan in zijn richting kiezen uit deze niet-exhaustieve suggesties naar (tekstueel) materiaal.<br />

ARCHITECTURALE VORMING<br />

Projectgebonden teksten<br />

Teksten over controversiële kunst<br />

Teksten over het gebruik van bouwmaterialen<br />

Teksten over film, literatuur, toneelregie, schilderkunst, beeldhouwkunst<br />

Teksten over beroemde architecten<br />

Teksten over bouwstijlen<br />

Teksten over architectuur in anglosaksische landen<br />

AUDIOVISUELE VORMING<br />

Projectgebonden teksten<br />

Teksten over fotografie<br />

Teksten over televisie<br />

Teksten over films<br />

Teksten over filmindustrie<br />

Beschrijvingen van opnamesets<br />

Teksten over controversiële kunst


BEELDENDE VORMING<br />

Projectgebonden teksten<br />

Teksten over film, literatuur, literatuur in beeld toneelregie, beeldende kunst.<br />

Projectgebonden teksten in verband met atelieropdrachten<br />

Teksten over beroemde beeldhouwers<br />

Teksten over controversiële kunst.<br />

DANS<br />

Teksten over ritmisch bewegen<br />

Teksten over de geschiedenis van de dans<br />

Teksten over mime<br />

Teksten over danstraining<br />

Teksten over choreografie, choreografen<br />

Teksten over de taal van het ballet<br />

Teksten over dansers, danseressen, choreografen<br />

Teksten over componisten<br />

Teksten over controversiële kunst.<br />

MUZIEK<br />

Teksten over facetten van de muziekgeschiedenis<br />

Teksten over de geschiedenis van het lied<br />

Teksten over componisten<br />

Liederen<br />

Teksten bij composities: bijvoorbeeld The dream of Gerontius (Newman/E. Elgar)<br />

Teksten over beiaardspel<br />

Hymnen in de christelijke liturgie<br />

Teksten over zang- en stemtechniek<br />

Teksten over compositietechnieken<br />

Teksten over de geschiedenis van muziekinstrumenten<br />

Teksten over opera<br />

Teksten over dirigenten en orkesten<br />

Teksten over beroemde zangers<br />

Teksten over kleinkunst<br />

Teksten over controversiële kunst<br />

5 DIDACTISCHE WENKEN<br />

10<br />

5.1 De leraars zijn vrij in de keuze van leerboeken en materiaal in overleg met de directie. Het<br />

spreekt vanzelf dat ze vooraf de leerboeken moeten onderwerpen aan een grondige analyse om te zien of het<br />

leerplan ermee kan worden gerealiseerd en waar het leerboek aangevuld moet worden. De leraren moeten<br />

ook met elkaar overleggen over de leerjaren heen omwille van de continuïteit van het<br />

vak Engels voor de leerlingen.<br />

5.2 Om de leerlingen kennis te laten maken met authentiek materiaal kan gebruikt gemaakt worden<br />

van audiovisueel materiaal. Video-opnames van de BBC over tal van onderwerpen als tuinaanleg, kunst,<br />

architectuur, dierkunde en aardrijkskunde zullen de leerlingen gemakkelijk aanspreken in hun interesse en/of<br />

vakgebied.


11<br />

Zeker in het <strong>KSO</strong> moet men voldoende variatie in auditief materiaal voorzien, opdat de leerlingen zich niet<br />

te sterk fixeren op "het Engels van de leraar".<br />

Instructieve video's op het niveau van de leerlingen vormen bovendien telkens een kort 'taalbad' waarin geen<br />

'vertalende leraar' als gemakkelijkheidsoplossing zit.<br />

5.3 Als de leerlingen klassikaal in contact kunnen worden gebracht met 'native speakers' en er<br />

authentiek mee kunnen dialogeren, zal dat hoe dan ook een sterk motiverende werking hebben.<br />

Zo'n confrontatie waarin het communiceren 'lukt' betekent een succesbeleving, terwijl de leerlingen tegelijk<br />

hun Engelse taalvaardigheid relativeren.<br />

5.4 De samenwerking tussen de taalleraar en de vakleraar is in alle uitgesproken kunstrichtingen de<br />

beste voorwaarde om te vermijden dat het taalonderricht zijn praktisch doel mist. De praktijkleraar kan<br />

interessante artikels aanwijzen en bepaalde termen toelichten. Dit hoeft niet te betekenen dat de artikels al<br />

te technisch zijn. Het inoefenen van de spreekvaardigheid is ook voor de praktijk van het latere beroepsleven<br />

belangrijk in de ogen van de mensen uit het beroepsleven.<br />

5.5 Uitgangspunt van de kern van dit leerplan is dat we Engels leren in een technische context,<br />

vooraleer we ons expliciet richten op technische woordenschat.<br />

Het zijn bovendien vaak juist de kunsttermen die voor iemand die met het vakgebied vertrouwd is, het<br />

gemakkelijkst uit een goede context kunnen worden afgeleid. Wie met het vakgebied niet vertrouwd is,<br />

waagt daar vaak het verkeerde gokje. Heel wat woorden uit de omgangstaal kunnen in een artistieke context<br />

een nieuwe toepassing krijgen. De leraar kan oog hebben voor onder andere:<br />

- architecturale termen:<br />

coffin (coffin chamber), site (pyramid site), projecting (projecting leaves),<br />

- film/toneeltermen:<br />

A-(A-picture), adapt (adapter), advance (sound advance), ash (ashcan), baby (spot,tripod,legs), bank<br />

(lights), barn (doors,barney), black (comedy), blow(-up), bridge (bridge music), can (canned music), cat<br />

(catwalk), cliff (cliffhanger), dead (deadpan), deuce (spotlight),<br />

edge (edge track), end (end titles), escape (escapist),<br />

feed (feedback), finger (flag/illumination),<br />

glass (glass shot), grain (particle in a film's emulsion),<br />

high (high-key lighting), hot (hot box),<br />

icon (semiotics), insert (insert car), joy (joystick),<br />

lapel (lapel microphone), loop (loop film),<br />

master (master number), motor (motor cue),<br />

news(newsreel), off (off-screen), over (overact)<br />

pan (pancake makeup), pea (pea bulb), press (presskit),<br />

read (read-through/rehearsel), recording (rerecording),<br />

scouting, screening, shooting, shut (shutter light),<br />

soap (soap opera), south (in animation), still (photograph),<br />

trade (trades/newspapers), type (typecasting),<br />

underwater (underwater housing), wall (wall bracket),<br />

who (whodunit), wire (wireless microphone),<br />

- muziektermen:<br />

bell, boom (boom microphone), boot (organ), brush (wire brush),<br />

deck (sound recording),<br />

flat (double flat), finger (fingerboard, fingerhole, fingerhook),<br />

hammer (stick for the Appenzell dulcimer, hammer shank, tuning hammer, hammer rail), hat (high hat<br />

cymbals), hook (musical notation),<br />

jack (jack panel),


key (keyboard, key lever),<br />

line (bar line, measure line),<br />

mouthpiece, note (note head, note stem),<br />

pedal (pedal harp), peg (tuning peg), pipe (flue pipe, bagpipe, aulos pipe, panpipes),<br />

rail (resting rail) rest (chin rest, resting rail),<br />

scale (chromatic scale), scroll, sound (soundproof housing),<br />

stick (drumstick, padded stick), string, stroke,<br />

tension (tension hoop), thumb (hold), toe (piston), tongue (organ), valve.<br />

12<br />

5.6 Prefixen en suffixen hebben vaak semantische belang in technische leesteksten. De leerling kan<br />

steun vinden voor het begrijpen door oog te hebben voor dergelijke grafemen.<br />

Prefixen geven negatieve en positieve aanduidingen, wijzen op grootte, plaats, tijd, volgorde en getal.<br />

Een niet-exhaustieve lijst die in de eigen tekstkeuze kan voorkomen:<br />

(perme)-ability, ana-(morphic), (continu)-ance, (lubric)-ant, anti-(hero),<br />

(tri)-ad, (triangul)-ar, archi-(volt), (lamin/foli)-ated, (innov/rustific)-ation, auto-(focus), bi-(cycling, bipack),<br />

co-(feature, production), counter-(balance), cross-(dressing), dec-(agon), demi-(column), dis-<br />

(mantle), (sand, cushion)-ed, (lenght)-en, (differ)-ence, equi-(lateral), (post)-er, ex-(plain), extra-(heavy),<br />

(solidi)-fy, hex-(agon),<br />

(Georg)-ian, (divis)-ible, (magnet)-ic, (respons)-ibility,<br />

in-(finity), infra-(red), (rotat)-ion, (dens)-ity, (select)-ive,<br />

macro-(zoom), mega-(phone), (batte)-ment (beating step),<br />

(am)-meter, micro-(climate), mini-(bike), mis-(calculate),<br />

mono-(chrome), multi-(head,hole)<br />

neo-(classical), (sound)-ness, non-(ferrous),<br />

oct-(uple), on-(line), (contract)-or, over-(charge),<br />

pan-(chromatic), pent-(agon), peri-(meter,style), (xylo)-phone, post-(recording),<br />

porta(tive), port(able), pre-(cruck, vernacular), poly-(chromy), quatre-(foil), re-(align), retro-(choir),<br />

(super)-scope, self-(ignition), semi-(conductor), sub-(scriber), super-(visor), (equa)-tion, trans-(form), tri-<br />

(glyph), un-(cover), under-(study), (print)-up.<br />

We moeten omwille van het communicatieve aspect uiteraard een onderscheid maken tussen voorvoegsels of<br />

achtervoegsels die in de taal nog actief bijdragen tot de vorming van vele woorden en andere die niet meer<br />

springlevend zijn:<br />

(wed)-lock, (weal)-th. Het gaat immers niet om het vaststellen van etymologie, maar om het verhogen van<br />

vlot taalgebruik.<br />

Het verband tussen bijvoorbeeld house, husband, hustings en hussy is niet meer doorzichtig en zonder belang<br />

voor het verhogen van de productieve taalbeheersing.<br />

Het heeft niet zoveel zin voorvoegsels en achtervoegsels te onderscheiden als een verwant woord zonder<br />

dergelijk element niet voorkomt. Vergelijk lubricate/lubricant en let op het verschil decagon/pentagon,<br />

octuple/multiple.<br />

5.7 Termen uit de wereld van organisaties, media, politiek, en techniek kunnen onder andere zijn:<br />

- organisaties: ASC (American Society of Cinematographers), ACAS, agent, dealer, TUC, NHS, social<br />

charter, editor, employee, officer, social charter, TUC, NHS,<br />

- media: BBC, CNN, ITV, tabloid press,<br />

- politiek: EEC, Labour, mortgage, rates, Torys, VAT,<br />

- techniek: CU (close-up), PC, MOT, VHF, MHz, V, kHz, AM, SW, LW, MW,<br />

- computer: EOF, CAD, cd-ROM.


13<br />

5.8 Bij het lezen van ESP-teksten (English for specific purposes) is spelling een belangrijke factor<br />

van herkenning in westeuropees-internationaal transparante woorden. Bij het horen zal een mentaal spellingsbeeld<br />

dan ook helpen. Toch moet hier gewaarschuwd worden tegen te hoge eisen voor spelling van de vele<br />

moeilijke woorden die in teksten bijvoorbeeld uit magazines (slang) en gelijkaardige publikaties gehaald<br />

worden.<br />

5.9 De leraar moet door afwisselende werkvormen de activiteit en zelfcontrole interactief bevorderen.<br />

- Authentieke teksten, illustraties worden ook aangebracht door de leerlingen.<br />

- Ze oefenen in het opzoeken van informatie in een tekst die niet in alle aspecten wordt verklaard.<br />

- Ze raadplegen zelf vakwoordenboeken, grammatica.<br />

- Ze oefenen telefoongesprekken (Talenpracticum of binnenlijn RTT Octopus).<br />

- Ze bezoeken een bedrijf en lossen gerichte vragen op.<br />

- Ze leren werken aan een klein project.<br />

- Ze leren een paper met illustraties, een folder opstellen.<br />

- Ze controleren teksten op fouten en bouwen een lijst op als gevolg van foutenanalyse.<br />

- De leraar vermijdt leerlingen te doen opschrijven wat ze kunnen vinden in hun leerboek en<br />

grammatica.<br />

- Het opschrijven van woordenlijsten wordt beperkt tot actief te kennen woordenschat.<br />

- Teksten voor begrijpend lezen worden niet hardop gelezen. Hiervoor komen alleen teksten in aanmerking<br />

die als expressief lezen zijn bedoeld.<br />

- De leerlingen krijgen specifieke opdrachten (task-based teaching).<br />

- Ze leren bestaande spelling checkers gebruiken.<br />

- Invulbladen zijn geen schrijfoefeningen.<br />

- Ze worden door het gebruik van native speakers vertrouwd met het vervreemdend effect van onbekende<br />

stemmen.<br />

6 EVALUATIE<br />

In de leerplannen van de eerste en tweede <strong>graad</strong> werd nadrukkelijk gewezen op het nauwe verband tussen de<br />

doelstellingen en de basisfilosofie van de nieuwe leerplannen enerzijds en de evaluatie anderzijds. Het is<br />

vanzelfsprekend dat wij deze benadering in de derde <strong>graad</strong> doortrekken.<br />

Er mag geen kloof bestaan tussen wat er in de klas gebeurt en wat er in een test van de leerling verlangd<br />

wordt. Leerplandoelstellingen, methodische aanpak en evaluatie zijn onafscheidelijk met elkaar verbonden.<br />

Dit betekent dus dat uit de evaluatiemethode moet blijken hoe belangrijk de communicatieve vaardigheid als<br />

hoofddoel van de cursus is. In de derde <strong>graad</strong> is het aangewezen de leerlingen in het begin van het jaar de<br />

doelstellingen mee te delen.<br />

6.1 Algemeen<br />

Evaluatie is meer dan een selectiemethode. We willen er volgende doelstellingen mee verwezenlijken.<br />

6.1.1 Nagaan of en in welke mate de leerplandoelstellingen verwezenlijkt werden. Als dusdanigheeft<br />

de evaluatie een selectiefunctie, en zal ze bepalen wie bekwaam wordt geacht over te gaan naar een hoger<br />

jaar, hoger onderwijs of in het beroepsleven te stappen.<br />

6.1.2 Meten van de vooruitgang die de leerlingen geboekt hebben in het leerproces, zowel alsgroep als<br />

individueel. Het geeft hen, en in tweede instantie de ouders, nauwkeurige en bruikbare informatie over hun<br />

vorderingen. Het is een ondersteunend element dat kan bijdragen tot de zo noodzakelijke succesbeleving en


14<br />

het betrekt de leerlingen op deze wijze ook in hun eigen leerproces. Dit alles draagt bij tot de motivatie. Het<br />

laat de leraar ook toe de individuele en groepstekorten op te sporen en tijdig te remediëren.<br />

6.1.3 De efficiëntie van zijn eigen didactisch handelen controleren. De evaluatie heeft aldus eenfunctie<br />

als waardemeter voor de leraar van de kwaliteit van het geboden onderwijs.<br />

Als wij ervan overtuigd zijn dat de evaluatie een essentieel onderdeel van het leerproces is, dan is het ook<br />

duidelijk dat de evaluatie haar rechtmatig aandeel mag opeisen in de totale tijd die aan het vak Engels<br />

toegemeten wordt. Het afnemen van examens is een belangrijke verantwoordelijkheid.<br />

Het samenstellen van goede examenopgaven vergt ervaring en oplettendheid. Overleg met collega's is<br />

aangewezen.<br />

Goede tests moeten aan de volgende eisen voldoen.<br />

- Validiteit: dit wil zeggen een opgave behoort te meten wat ze beoogt te meten en niets anders. De inhoud<br />

van een test moet representatief zijn voor de leerstof die onderwezen werd en voor de vaardigheden die<br />

van de leerlingen verwacht werden.<br />

- Betrouwbaarheid: is een eigenschap van elke goede test en ook een voorwaarde om aan de eis van<br />

validiteit te voldoen.<br />

Een test wordt betrouwbaar genoemd indien hij bij herhaalde afname onder dezelfde omstandigheden<br />

eenzelfde resultaat laat zien. Van belang hierbij zijn drie factoren: de kwaliteit van de test zelf, de<br />

omstandigheden waaronder hij wordt afgenomen en de wijze waarop het werk beoordeeld wordt.<br />

- Objectiviteit: volstrekte objectiviteit is niet mogelijk, we kunnen alleen maar ernaar streven ze zo dicht<br />

mogelijk te benaderen. Bij het opstellen van toetsen is er altijd een element van subjectiviteit aanwezig<br />

en zeker bij het beoordelen van antwoorden op open vragen kan men een zekere <strong>graad</strong> van subjectiviteit<br />

niet vermijden. Wij dienen ernaar te streven dat de opgaven zo eenduidig mogelijk geformuleerd zijn,<br />

zodat de te geven antwoorden zo weinig mogelijk ruimte openlaten voor interpretatieverschillen bij de<br />

beoordeling.<br />

Bij het gebruik van 'gesloten' vragen (meerkeuzevragen) kan een hoge mate van objectiviteit bereikt<br />

worden. Het is ook nodig dat een examen een voldoende aantal vragen bevat, die goed gespreid zijn over<br />

het geheel van de leerstof.<br />

Tenslotte is het ook een eis van objectiviteit dat examens en het hele examensysteem voldoende transparant<br />

is voor de leerlingen: zij moeten voldoende informatie krijgen om zich zo goed mogelijk op het<br />

examen voor te bereiden.<br />

Het is een fundamentele eis van rechtvaardigheid dat toetsen aan deze drie eisen voldoen.<br />

6.2 Evaluatie van de leerplandoelstellingen<br />

In de evaluatie moet men rekening houden met het relatieve belang dat aan de verscheidene leerplandoelstellingen<br />

gehecht wordt. Het leerplan stelt die duidelijk voor:<br />

- interactief-communicatieve vaardigheid,<br />

- begrijpend lezen,<br />

- begrijpend luisteren,<br />

- schriftelijke vaardigheid,<br />

- efficiëntie van de woordenschat bij luisteren, spreken en schrijven,<br />

- <strong>graad</strong> van natuurlijkheid bij het spontaan spreken: Engels spreekritme en intonatie, klankkwaliteit,<br />

- <strong>graad</strong> van grammaticale nauwkeurigheid bij spreken, lezen en schrijven.


15<br />

Daarbij zijn de doelstellingen die geformuleerd worden binnen de eerste vier vaardigheidsvelden primaire<br />

doelstellingen. Het gaat immers telkens om vormen van communicatie, waaraan de leerplannen absolute<br />

prioriteit verlenen.<br />

6.2.1 INTERACTIEF-COMMUNICATIEVE VAARDIGHEDEN<br />

De interactief-communicatieve vaardigheid van de leerling wordt als hoofdzaak beschouwd en moet dus<br />

meest aandacht krijgen, ook in de evaluatie. Nogal boud gesteld: als een uiting van een leerling feilloos kan<br />

(moet) begrepen worden, dan is in uiting een verkeerde keuze tussen bijwoord of adjectief onbelangrijk.<br />

Interactief-communicatieve vaardigheid is natuurlijk heel moeilijk te toetsen op een 'klassiek' schriftelijk<br />

examen, vooral als we willen nagaan hoe de leerlingen functioneren als gesprekspartner. Toch kan ze<br />

geëvalueerd worden als leerlingen eigen taalmateriaal voorbrengen voor de klas, als ze tussenkomen in een<br />

klasdiscussie, en zo meer. Men kan dat op een zeer expliciete manier doen door de leerlingen een kort<br />

rollenspel te laten spelen, bijvoorbeeld een telefoongesprek dat ze hebben voorbereid.<br />

Het zal echter duidelijk zijn dat deze vaardigheid ook en vooral via permanente evaluatie getoetst wordt.<br />

(Zie onder 3.)<br />

Welke criteria moeten wij hanteren bij de beoordeling van de communicatieve competentie van de leerling?<br />

Het is belangrijk dat niet alleen aandacht geschonken wordt aan de linguïstische communicatieve effectiviteit.<br />

Er dient ook rekening gehouden te worden met de inspanningen die de leerling leverde om tot echte communicatie<br />

te komen (communicative strategies).<br />

6.2.2 DEELVAARDIGHEDEN<br />

Om tot interactief-communicatieve vaardigheid te komen heeft de leerling een aantal deelvaardigheden nodig,<br />

die eventueel apart kunnen geëvalueerd worden. Het verdient echter aanbeveling om ze op een geïntegreerde<br />

wijze in te oefenen, en ze dus ook op een geïntegreerde wijze te evalueren.<br />

Dat is niet in strijd met de boven vermelde eis van validiteit als men er in de evaluatie mee rekening houdt<br />

dat ook inderdaad verschillende deelvaardigheden samen worden getoetst.<br />

We kunnen voor de evaluatie onderscheid maken tussen enerzijds receptieve en anderzijds productieve<br />

deelvaardigheden.<br />

Conform de latere studie- of beroepssituatie van de leerlingen, kan men ook in de klas de eisen bij receptieve<br />

vaardigheden hoger stellen dan bij productieve vaardigheden.<br />

Als een leerling er niet in slaagt bepaalde inhoudsvragen bij een of andere tekst te beantwoorden, dan is het<br />

duidelijk dat hij of zij het medium Engels te weinig beheerst om van echte communicatie te kunnen spreken,<br />

en moet dat als een fundamenteel manco geëvalueerd en gequoteerd worden.<br />

Bij productieve vaardigheden zal de evaluatie eerder 'gradueel' zijn. Hoe natuurlijk is de intonatie of de<br />

articulatie? Hoe correct is de spelling, de grammaticale vormgeving van een of andere uiting?<br />

6.2.2.1 Receptieve vaardigheden:begrijpend lezen en luisteren<br />

Gebruik authentiek en functioneel materiaal en stel daarbij functionele vragen. Niet alleen detailbegrip van<br />

een tekst moet getoetst worden, maar ook het globale begrijpen.<br />

Enige samenwerking met de vakspecialisten en de praktijkleraar is noodzakelijk.<br />

Voor het vaststellen van de moeilijkheids<strong>graad</strong> van een tekst hangt veel af van de opgaven bij de tekst: bij<br />

moeilijker teksten kunnen eenvoudige en toch zinvolle vragen gesteld worden. Gebruik in elk geval<br />

authentiek en functioneel materiaal en stel daarbij functionele vragen.<br />

Examens dienen een weerspiegeling te zijn van representatieve opgaven en task-based activities gedurende<br />

de lessen.


16<br />

6.2.2.2 Productieve vaardigheden:spreken en schrijven<br />

- In een communicatief-gerichte cursus zal de leraar zich allicht een beeld kunnen vormen van de<br />

spreekvaardigheid van de leerlingen.<br />

Het kan vooral na herhaalde vaststelling van dezelfde uitspraakfouten of voor zinsbouw, zeker zinvol zijn<br />

om deelaspecten van uitspraakleer of grammatica aan de orde te brengen, en dus ook ze te evalueren,<br />

maar dat mag geen afbreuk doen aan de communicatieve teneur van de cursus en het geheel van de<br />

evaluatie.<br />

- Wat de woordenschat betreft, moeten de leerlingen weten, maar ook leren concluderen welke woordenschat<br />

productief is en welke niet. Ze moeten ook leren bronnen gebruiken en moeten dus getest<br />

worden op het efficiënt raadplegen ervan.<br />

Het 'overhoren' van lijsten woorden zonder context of situatie heeft in de communicatieve optiek van dit<br />

leerplan niet de minste zin.<br />

- De eisen die aan schrijf- en spelvaardigheid gesteld worden, en dus ook aan de evaluatie ervan, verschillen<br />

naargelang van de studierichting.<br />

In de uitbreidingen sub 4.4 werden oriëntaties gegeven naar verschillende studierichtingen, maar het zal<br />

duidelijk zijn dat de <strong>graad</strong> van perfectie bij de uitvoering van schrijf- of spelopdrachten ook niet overal<br />

dezelfde is. Niet alle schrijftaken lenen zich voor toetsgebruik. Uit behoeftenonderzoek is gebleken dat<br />

studenten in het hoger onderwijs voornamelijk in een vreemde taal schrijven in de vorm van brieven voor<br />

persoonlijke doeleinden. Als wij ervan uitgaan dat schrijfactiviteiten voor de leerlingen een doelmatige<br />

en betekenisvolle activiteit zijn, dan kunnen wij daaruit besluiten dat het schrijven van een brief een<br />

aangewezen toetsvorm is. Andere gemakkelijk toe te passen opgaven zijn het schrijven van korte notities<br />

bij een luistertekst, een relaas van een interview, een korte samenvatting, het foutloos kopiëren, invullen<br />

en variëren van teksten via de tekstverwerker.<br />

6.2.3 UITSPRAAK, WOORDENSCHAT EN SPRAAKKUNST<br />

Doelstellingen op het vlak van uitspraak, woordenschat en spraakkunst zijn secundair. Ze staan in functie<br />

van de prioritaire doelstellingen: interactief-communicatieve vaardigheden, expliciete spreekvaardigheid,<br />

begrijpend lezen, begrijpend luisteren en schriftelijke vaardigheid.<br />

De leerlingen moeten duidelijk weten welke woordenschat productief is en moeten getest worden op het snel<br />

en efficiënt raadplegen van geschikte bronnen.<br />

Tijdens interactieve leeractiviteiten is het nodig zich af en toe een beeld te vormen hoe de aangebrachte<br />

aspecten van uitspraak, woordenschat en functioneel gerichte grammatica door de leerlingen werden<br />

geassimileerd.<br />

Het heeft weinig zin woordenlijsten zonder context op te vragen omdat Engels in vele gevallen in deze<br />

richtingen een instructietaal is.<br />

6.2.4 EVALUATIE VAN AFFECTIEVE DOELSTELLINGEN: KENNIS VAN LAND EN VOLK,<br />

LITERATUUR EN LEESPLEZIER<br />

Er wordt in deze domeinen niet summatief geëvalueerd op kennisinhouden. Elke activiteit is hier immers<br />

gericht op het bereiken van affectieve doelstellingen, bijvoorbeeld het waarderen van anderen, waardering<br />

voor 'het andere' in de cultuur, leesplezier.<br />

Of de leerlingen op weg zijn om ze te bereiken kan worden vastgesteld als ze in deze domeinen zelf voorstellen<br />

doen, of vertellen over hun ervaringen. Een leraar moet daar alert voor zijn en dat bij de leerlingen<br />

waarderen en stimuleren.


6.3 Permanente evaluatie<br />

17<br />

Als wij de principes die aan de grondslag van de nieuwe leerplannen liggen consequent toepassen, dan<br />

moeten permanente observatie en evaluatie ook een vaste plaats hebben in het leerproces. Het verschaft<br />

zowel de leerling als de leraar de zo noodzakelijke informatie om de stand van het leerproces op een<br />

constructieve wijze te beoordelen en de passende stappen te ondernemen om bij te sturen en te remediëren<br />

waar dit nodig is. Het laat de leraar bovendien toe de attitudes te honoreren die zo belangrijk zijn bij het<br />

aanleren van moderne vreemde taal: communicatiebereidheid, openheid, spreekdurf, luister- en spreekbereidheid.<br />

Het laat ons toe vooral de evaluatie niet te beschouwen als een noodzakelijk kwaad, maar als een positieve<br />

bijdrage tot het efficiënt verloop van het leerproces.<br />

Evaluatiegegevens hebben ook een selectiefunctie.<br />

De evaluatiegegevens verkregen via permanente observatie en evaluatie zijn minstens even belangrijk als<br />

gegevens verkregen uit summatieve toetsen.<br />

Op het einde van het eerste leerjaar van de derde <strong>graad</strong> zal de leraar op basis van de gegevens van de<br />

permanente observatie en evaluatie [formatieve toetsen tijdens het schooljaar en uiteraard ook op basis van<br />

summatieve toetsen] op het einde van het trimester oordelen of de leerling met vrucht de studies van het<br />

volgende schooljaar kan aanvatten.<br />

Op het einde van het tweede leerjaar van de derde <strong>graad</strong> dient de leraar te oordelen in welke mate de<br />

einddoelstellingen van de derde <strong>graad</strong> bereikt werden.<br />

7 BIBLIOGRAFIE<br />

Aangezien de leraar contact moet hebben met de vakspecialist in de verschillende studierichtingen is het<br />

aangewezen dat hij op aanwijzing van zijn collega gebruik maakt van de vakliteratuur in de schoolbibliotheek.<br />

Vooral tijdschriften die een overzicht bieden per firma van nieuwe technische mogelijkheden, zijn nuttig.<br />

We verwijzen ook met nadruk naar de selectieve en geannoteerde bibliografie bij het leerplan Engels voor de<br />

derde <strong>graad</strong>.<br />

7.1 Algemeen<br />

- CANDLIN, C.N. (ed., transl.), The Communicative Teaching of English. Principles and an Exercise<br />

Typology. London, Longman, 1981, 229 blz.<br />

Een 'klassieker'. Vooraf 4 bijdragen van drie 'groten': H.-E. Piepho, C.N. Candlin and C. Edelhoff over<br />

doelstellingen, over het ontwerpen van een communicatieve cursus, over leerstrategieën (leren leren), en<br />

over tekstsoorten, media en vaardigheden. De andere 170 blz.geven een volledig met voorbeelden<br />

verrijkt overzicht van de zowat 65 types/soorten oefeningen in de vier categorieën van de 'typologie': (A)<br />

informatie ordenen, (B) taal reproduceren, (C) vaardigheden oefenen, en (D) geïntegreerd oefenen. Een<br />

onuitputtelijke inspiratiebron voor gedifferentieerde activiteiten en voor wie zelf taak- en werkbladen wil<br />

aanmaken.<br />

- ELLIS, G., SINCLAIR, B., Learning to Learn English. A course in learner training. Cambridge,<br />

Cambridge University Press, 1989 (met Teacher's Book en Cassette).<br />

Een systematische gids, en een collectie activiteiten, om met de leerlingen over hun leeractiviteit, hun<br />

leerproces, hun leermoeilijkheden met Engels te werken, op weg naar zelfstandig leren: leren leren,<br />

specifiek voor het vak Engels.


- HARMER, J., The Practice of English Language Teaching. London, Longman, 1991.<br />

18<br />

Herwerking van de uitgave van 1983. Met aangepaste 'teaching materials' als overvloedige illustratie. Na<br />

de theoretische inleiding tast het praktische gedeelte alle domeinen van het leerproces af. 'Class management'<br />

en 'Planning' biedt een communicatieve kijk op leerkrachten en leerlingen.<br />

- HENDERICKX, L., Teaching English as a Foreign Language. A manual for teacher students and<br />

practising teachers. Lier, Van In, 1981, 285 blz.<br />

Nog steeds wellicht het beste en volledigste overzicht van het werkveld Engels vreemde taal in de duidelijk<br />

Vlaams-Belgische context van de leerkracht Engels in de eerste en tweede <strong>graad</strong>, maar ook daarna nog<br />

zeer bruikbaar: principes, activiteiten en hun terminologie. Ook om sporadisch en in kleine 'brokjes'<br />

door te nemen als opfrisser. Uiteraard is de uitgebreide bibliografie aan een update toe en zijn enkele<br />

'nuttige adressen' ondertussen weer gewijzigd.<br />

- LEWIS, M., HILL, J., Practical Techniques for Language Teaching. Hove, Language Teaching Publications,<br />

1985, 134 blz.<br />

De verzameling adviezen van het praktische gezond verstand voor de leraar Engels. Zeer herkenbaar,<br />

vaak verrassend, steeds deugddoend. Ideale lectuur voor 'n kwartiertje tussendoor.<br />

- LEWIS, M., The English Verb. An exploration of structure and meaning. Hove, Language Teaching<br />

Publications, 1987, 180 blz.<br />

Een serieuze doordenker, voor wie de Engelse grammatica eens helemaal anders wil bekijken. Nieuw en<br />

verfrissend, maar niet eenvoudig om in de dagelijkse praktijk met onze gewone schoolboeken in te passen.<br />

Een uitdaging.<br />

- NUNAN, D., Designing Tasks for the Communicative Classroom. Cambridge, Cambridge University<br />

Press, 1989, 211 blz.<br />

Wat is 'task-based learning'? Over wat voor taken gaat het? Dit is een van dé achtergrondboeken bij<br />

uitstek voor de leerkracht (vakcoördinator/begeleider,...) met meer didactische interesse dan 'lesgeven<br />

met het schoolboek'. Geen moeilijke theorie; toegankelijke duiding. Veel voorbeelden.<br />

- OXFORD, R.L., Language Learning Strategies. What every teacher should know. London, Harper &<br />

Row, 1990, 343 blz.<br />

Vooreerst een degelijke theoretische inleiding in taal-leerstrategieën. Bovendien talloze voorbeelden van<br />

activiteiten om gericht leerlingen hun eigen Engels leren beter in handen te laten nemen. Toch eerder een<br />

studieboek.<br />

- SHEILS, J., Communication in the modern languages classroom. Strasbourg, Council of Europe<br />

(Council for Cultural Co-operation) 1988, 309 blz.<br />

Systematisch geordend overzicht van een ontelbare variatie van leeractiviteiten in een communicatief<br />

vreemdetalenonderwijs; onder de rubrieken 'interaction' 'comprehension', 'listening', 'reading', 'speaking',<br />

'writing' en grammatica; daarbinnen in (chrono)logische volgorde, met overgedrukte les- en materiaalvoorbeelden<br />

uit tientallen publikaties (ook enkele voor Frans, Duits, ...). Een onuitputtelijke bron<br />

voor jaren exploratie en herontdekken.


19<br />

- VAN EK, J.A., Trim, J.L.M., Threshold Level 1990. Strasbourg, Council of Europe Press, 1991, 252<br />

blz.<br />

Nieuwe uitgave van de stilaan algemeen gekende en onmisbare systematische inventaris van taalfuncties,<br />

noties, woordenschat en structuren, die een zinvol geheel vormen op wat men noemt het drempelniveau<br />

(Threshold Level); nu uitgebreid met communicatieve (compensatie-)strategieën en taal-leerstrategieën.<br />

Het drempelniveau is dat van volwaardige sociale (niet-academische) communicatie. Een spiegel ter<br />

toetsing van het niveau op het einde van de derde <strong>graad</strong> (ook al is dit boek voor volwassenenonderwijs<br />

gedacht).<br />

7.2 Lezen<br />

- GRELLET, F., Developing Reading Skills. A practical guide to reading comprehension exercises.<br />

Cambridge, Cambridge University Press, 1981, 252 blz.<br />

Zo goed als geen theorie over lezen en leesstrategieën, wel een systematische verzameling van talrijke<br />

korte voorbeelden van activiteiten bij teksten die bij de leerlingen leesstrategieën moeten helpen ontwikkelen,<br />

dus leren beter lezen. Bij elke oefening vooraf: 'specific aim', 'skills involved' en 'why?'.<br />

- NUTTALL, C., Teaching Reading Skills in a Foreign Language. London, Heinemann, 1982, 233 blz.<br />

Zowel goed leesbare achtergrondkennis rond de vernieuwde aanpak van het leren lezen in de vreemde<br />

taal, als de nodige voorbeelden daarbij (alle voor het Engels).<br />

7.3 Luisteren<br />

- UR, P., Teaching Listening Comprehension. Cambridge, Cambridge University Press, 1984, 173 blz.<br />

Een goed leesbare inleiding (30 blz.) over 'listening in real-life' en algemene adviezen voor het bedenken<br />

van luisteroefeningen. De rest van het boek zijn voorbeelden: 'listening for perception' (at word level;<br />

at sentence level), 'making no (verbal) response', 'making short responses', 'making longer responses'.<br />

7.4 Spreken<br />

- KLIPPEL, F., Keep Talking. Communicative fluency activities for language teaching. Cambridge,<br />

Cambridge University Press, 1985, 202 blz.<br />

123 systematisch beschreven mondelinge activiteiten, 'elementary to advanced', telkens met: 'aim, level,<br />

organisation, preparation, time, procedure, variations, remarks. De nodige indexen achteraan. 50 blz.<br />

'worksheets to be copied'.<br />

- MORGAN, J., RINVOLUCRI, M., Once Upon a Time. Using stories in the language classroom.<br />

Cambridge, Cambridge University Press, 1983, 120 blz.<br />

Gewoon omdat verhalen zo belangrijk blijken te zijn voor het aanbieden, inoefenen en onthouden van taal<br />

en zo centraal staan in de menselijke communicatie. Een heel boek vol voorbeelden in een 60-tal<br />

varianten.<br />

(zie ook bij Algemeen, Spel en drama, Grammatica, Woorden, en Media)


7.5 Spel en drama (expressie)<br />

- PORTER LADOUSSE, G., Role Play. Oxford, Oxford University Press, 1989, 181 blz.<br />

- WESSELS, C., Drama. Oxford, Oxford University Press, 1987, 137 blz.<br />

20<br />

Van rollenspel tot 'opvoering': telkens een variatie aan activiteiten, na een inleidend didactisch overzicht<br />

van de mogelijkheden. Voor Drama: games, language presentation, pronunciation, speaking skills,<br />

literature; drama projects (and performance). Voor Role Play: van strict(er) gecontroleerd rollenspel (van<br />

een 15 minuten) tot simulaties (van een half uur tot enkele uren).<br />

7.6 Schrijven<br />

- DAVIS, P., RINVOLUCRI, M., Dictation. New methods, new possibilities. Cambridge, Cambridge<br />

University Press, 1988, 122 blz.<br />

Vervang de traditionele antwoorden op de volgende vragen door verschillende alternatieven en je creëert<br />

een rijke bron aan communicatieve en boeiende dictee-activiteiten: 'who gives the dictation? Who to?<br />

Who controls the pace? Who chooses or creates the text? Who corrects?' Dat biedt dit boekje; niets dan<br />

voorbeelden.<br />

- PINCAS, A., Teaching English Writing. London, Macmillan, 1982, 136 blz.<br />

Vooral interessant voor die aspecten van schrijfvaardigheid die verder gaan dan ondersteuning van grammatica<br />

en woordenschat: schrijven als communicatieve taalhandeling. Een inleidend hoofdstuk bespreekt<br />

de plaats van communicatief schrijven in het geheel van een leergang.<br />

In de verdere eerste helft van het boekje worden dan de deelvaardigheden behandeld (schrijfdoel, onderwerp;<br />

zin, alinea, cohesie; stijlsoorten), telkens met lesvoorbeelden; de tweede helft is een (ook weer met<br />

voorbeelden geïllustreerde) typologie van schrijfoefeningen (familiarisation, controlled writing, guided<br />

writing, free writing).<br />

7.7 Grammatica<br />

- CHALKER, S., English Grammar Word by Word. Walton-on-Thames, Nelson, 1990, 448 blz.<br />

Handig naslagwerk voor afstuderenden om vlug de oplossing van een grammaticaal probleem op te<br />

zoeken. Heel goed.<br />

- COLLINS COBUILD, English Grammar. London, Collins, 1990, 485 blz. Met bijbehorend volume<br />

Exercises. (112 blz.). Ook: Student's Grammar, with Practice materials by D. Willis, classroom edition<br />

or self-study edition, 256 or 288 blz.<br />

Trendsetter voor de 'nieuwe' schoolgrammatica's: op basis van 'waarschijnlijkheid' (probabiliteitsgrammatica:<br />

wat zal een moedertaalspreker meest waarschijnlijk zeggen/schrijven), dit wil zeggen op basis van<br />

een (zeer) uitgebreide verzameling authentiek Engels tekstmateriaal (en uiteraard onderzocht met begrip<br />

van computer). Een aantal verrassend ongewone 'regel'formuleringen. Zal velen nog vreemd aandoen,<br />

maar boeiend en uitdagend voor exploratief leren (voor de leerkracht Engels op de eerste plaats).


21<br />

- FRANK, C., RINVOLUCRI, M., Grammar in Action. Awareness activities for language learning.<br />

Hemel Hempstead, Prentice Hall, 1987, 126 blz.<br />

Evenveel lesactiviteiten als bladzijden. 'Awareness activities' zijn communicatieve activiteiten op basis<br />

van de menselijke waarde van iets positiefs mee te kunnen delen over jezelf. Telkens als inoefening van<br />

de 'use of the tenses' en nog enkele in alle schoolboeken behandelde grammaticale problemen.<br />

- HILL, J., HURST, R., LEWIS, M., BLISSET, C., HALLGARTEN, K., Grammar and Practice. An<br />

intermediate grammar practice and reference book. Self study with key. Hove, Language Teaching<br />

Publications, 1989, 287 blz.<br />

Een Engelse 'grammaire et exercices à la carte'. De grammatica-overzichten zijn overgenomen uit het<br />

handige A Very Simple Grammar of English van de twee laatstvermelde auteurs. 78 units. Telkens een<br />

'grammar summary' (systematisch geordende voorbeelden) en/of 'grammar content' (inzicht, voorwaarden<br />

voor gebruik) en 1 à 3 blz. (goede) oefeningen (geen nonsensicale zinnen). Oplossingen achteraan.<br />

- RINVOLUCRI, M., Grammar Games. Cognitive, affective and drama activities for EFL students.<br />

Cambridge, Cambridge University Press, 1984, 138 blz.<br />

Een ruime collectie van (vooral gezelschapsspelachtige) activiteiten voor grammatica-inoefening, zo nodig<br />

compleet met (in het boek afgedrukte) spelborden of ander spelmateriaal. Geordend naar spelsoort.<br />

Grammaticale punten staan in de inhoudstafel mee aangegeven. Bij elk spel staat het taalniveau aangegeven<br />

(meestal tussen 'post-beginner' en 'intermediate').<br />

- TRIBBLE, C., JONES, G., Concordances in the Classroom. A resource book for teachers. London,<br />

Longman, 1990, 95 blz.<br />

Praktische voorbeelden van exploratief grammatica-onderwijs. Een concordantie is een lijst van (alle of<br />

geselecteerde) woorden uit een tekst (of tekstenverzameling) met voor en na elk woord een halve regel<br />

context: de grammaticale context dus. Zo confronteer je de leerlingen met de systematiek van echt gebruikt<br />

Engels, niet vanuit theoretisch opgesomde grammaticale mogelijkheden.<br />

- UR, P., Grammar Practice Activities. A practical guide for teachers. Cambridge, Cambridge University<br />

Press, 1988, 288 blz.<br />

40 blz. inleidend (en vooral praktisch) advies over de integratie van grammatica-activiteiten in een communicatief<br />

georiënteerd taalonderricht. De rest is één lange lijst voorbeelden (zeer vaak met visueel<br />

materiaal) van activiteiten voor een contextueel zinvolle inoefening van zowat alle grammaticale punten<br />

die in de eerste drie à vier jaren Engels aan de orde komen.<br />

7.8 Woorden<br />

- COLLINS COBUILD, Essential English Dictionary. London, Collins, 1988, 948 blz.; ook een Student's<br />

Dictionary (1991).<br />

Een droom van een ééntalig verklarend schoolwoordenboek voor Engels op 'intermediate level'. 45 000<br />

woorden (40 000 in de Student's), 50 000 voorbeeldzinnen uit reële teksten. Met een door de computer<br />

gecontroleerde beperkte woordenschat voor de woordverklaringen. Nieuw type van definities: volzinnen<br />

waarin het syntactisch gebruik van het te verklaren woord vanzelf en concreet duidelijk is.


22<br />

- ENGELS, L.K., e.a., LET. Vocabulary-List. Leuven English Teaching Vocabulary- List based on<br />

objective frequency combined with subjective word-selection. Leuven, Acco, 1981, 456 blz.<br />

Computerafdruk van cijfergegevens over de 2 000 belangrijkste woordgroepen (hoofdwoord met afleidingen)<br />

van het 'algemeen Engels' (core vocabulary) op basis van 3 miljoen woorden, aangevuld met een<br />

drietal andere woordenlijsten. Een objectieve maatstaf voor afspraken over minimumwoordenschat.<br />

Belangrijker wellicht wordt de aangekondigde 'opvolger', de EET, de Extended English Teaching Vocabulary-List<br />

die een meer didactisch gerichte groepering wordt van ca. 6 000 woordgroepen in 9 aanleerniveaus.<br />

- MORGAN, J., RINVOLUCRI, M., Vocabulary. Cambridge, Cambridge University Press, 1986, 125<br />

blz.<br />

Geen theorie, niets dan uitgewerkte voorbeelden (telkens aangegeven: niveau, duur, nodige voorbereiding,<br />

lesverloop): 9 'pre-text activities', 18 activiteiten 'with texts', 15 activiteiten met 'pictures and<br />

mime', 18 suggesties rond 'word sets' (woordgroepen en classificaties), 8 'personal' (communicatie over<br />

je zelf), 16 'dictionary exercises and word games', en tenslotte 17 'revision exercises', sinclair, J. (ed.),<br />

e.a.,<br />

7.9 Literatuur<br />

- COLLIE, J., SLATER, S., Literature in the Language Classroom. A resource book of ideas and activities.<br />

Cambridge, Cambridge University Press, 1988, 266 blz.<br />

Een systematisch, zeer verrijkend overzicht van werkvormen voor de Engelse les. Veel voorbeelden.<br />

Toch hoofdzakelijk inspirerende (studie)lectuur voor momenten van lange(re)-afstandsvoorbereiding.<br />

- DUFF, A., MALEY, A., Literature. Oxford, Oxford University Press, 1991, 167 blz.<br />

Een 40-tal uitgewerkte, communicatieve activiteiten rond literaire teksten van verschillende genres. Telkens<br />

een korte, overzichtelijke beschrijving van voorbereidend werk en klasprocedure, eventueel met<br />

voorbeeldteksten.<br />

- MALEY, A., DUFF, A., The Inward Ear. Poetry in the language classroom. Cambridge, Cambridge<br />

University Press, 1989, 186 blz.<br />

Heel wat voorbeelden voor communicatieve activiteiten met relatief eenvoudige gedichten, ideaal als<br />

instap naar literatuur.<br />

7.10 Media<br />

- JONES, C., FORTESCUE, S., Using computers in the Language Classroom. London, Longman, 1987,<br />

154 blz.<br />

Wellicht de best leesbare inleiding om leerkrachten duidelijk te maken wat allemaal met de computer in<br />

de Engelse les kan zonder programmeren: dus over software-gebruik bij (de nummers verwijzen naar de<br />

hoofdstukken) grammatica (2 en 3), woordenschat (4), lezen (5), schrijven (7 en 8), spreken (9 en 10),<br />

luisteren (11). De lange (geannoteerde) lijst is goed, maar beperkt tot UK en USA en (voor deze nieuwe<br />

technologie onvermijdelijk) gedateerd.


- SHEERIN, S., Self-Access. Oxford, Oxford University Press, 1989, 200 blz.<br />

23<br />

Hoe maak je materiaal klaar, met bijbehorende taken, om leerlingen leraaronafhankelijk(er) te laten<br />

werken. Een verzameling van 85 welomschreven taken, kort en overzichtelijk beschreven, met al het<br />

nodige taalmateriaal, voor verschillende niveaus (vooral intermediate en advanced). Ook aandacht voor<br />

reflexie over taal-leerstrategieën.<br />

- STEMPLESKI, S., TOMALIN, B., Video in Action. Recipes for using video in language teaching.<br />

New York, Prentice Hall, 1990, 173 blz.<br />

Een summiere methodologische inleiding, vooral korte, overzichtelijke/schematische beschrijving van<br />

activiteiten met model-taakbladen (invulrasters, vragenlijsten). Cross-referenced index.<br />

7.11 Evaluatie<br />

- HUGHES, A., Testing for Language Teachers. Cambridge, Cambridge University Press, 1989, 172 blz.<br />

Behandeling van het gehele veld van (zo objectief mogelijke) toetsing van taalgedrag tijdens het vreemde-talenleren.<br />

Enkele kortere algemene hoofdstukjes (soorten, validiteit, betrouwbaarheid, weerslag op<br />

het lesgebeuren, testconstructie), maar vooral talrijke voorbeelden (van gepubliceerde toetsen) met commentaar,<br />

gegroepeerd rond: algemene taalvaardigheid, schrijven, spreken, lezen, luisteren, grammatica<br />

en woordenschat. En een aanhangsel over statistische verwerking van resultaten.<br />

- UNDERHILL, N., Testing Spoken Language. A handbook of oral testing techniques. Cambridge, Cambridge<br />

University Press, 1987, 117 blz.<br />

Na een uiterst zinnige (korte) inleiding, volgt het boekje de (chrono)logische orde van het werkschema bij<br />

het ontwerpen van (in dit geval mondelinge) toetsen (per hoofdstuk): formuleer doel van de lessen,<br />

leerbehoefte en verwachtingen van de leerling (1), kies het gewenste algemene type van toets (2), kies de<br />

meest geschikte toetstechniek (3), bepaal je scoresysteem (4) en (eventueel achteraf) controleer of de toets<br />

goed getoetst heeft (5). Telkens geeft de auteur commentaar, voorbeelden en praktische tips. In zijn<br />

geheel wellicht meer voor de 'grotere' mondelinge toetsen, maar ook bij lectuur 'stukje voor stukje' een<br />

bron van inspiratie voor het dagelijkse klasgebeuren.<br />

7.12 Aanvullende achtergrondinformatie voor leraars<br />

- Dictionary of Science and Technology. London, Academic Press, Harcourt Brace Jovanich Publishers,<br />

London 1992.<br />

- FLOOD, W.E., WEST, M., An elementary Scientific & Technical Dictionary. London, Longman,<br />

1983.<br />

- KONINGSBERG, I., The complete Film Dictionary. New York, A Meridian Book, 1989.<br />

- MILLER, G.M., BBC Pronouncing Dictionary of British names, Oxford, University Press, 1979.<br />

- PEVSNER, N., The Penguin Dictionary of Architecture. Oxford, Penguin, 1984.


- Kluwer's, Universeel technisch woordenboek Engels-Nederlands. Deventer, Kluwer, 1982.<br />

24<br />

- UVAROV, E.B., CHAPMAN, D.R., ISAACS, A., The Penguin Dictionary of Science. London, Penguin,<br />

1982.

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!