10.09.2013 Views

Samenvatting woordsoorten - Klassieke Kring

Samenvatting woordsoorten - Klassieke Kring

Samenvatting woordsoorten - Klassieke Kring

SHOW MORE
SHOW LESS

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

MV 1 wij we ons /<br />

2 jullie<br />

u<br />

gij<br />

je<br />

/<br />

ge<br />

jullie<br />

u<br />

u<br />

3 zij ze hen / hun ze<br />

8. HET WERKWOORD<br />

a) ALGEMEEN<br />

▪ Syntactisch: vormt alleen of samen met andere werkwoorden de zinsrelator<br />

▪ Morfologisch: veel vormvariatie<br />

b) DRIE SUBTYPES<br />

▪ zelfstandige ww's: hebben op zichzelf betekenis<br />

Jan blijft nog vier weken in Parijs.<br />

▪ koppelww's: leggen een relatie tussen subject en gezegde<br />

Jan blijft een onverbeterlijke fantast.<br />

▪ hulpww's: worden aangevuld door één of meer andere ww's<br />

Jan blijft maar aandringen.<br />

9. HET BIJWOORD<br />

a) ALGEMEEN<br />

▪ Semantisch: zeer heterogeen<br />

▪ Morfologisch: onveranderlijk<br />

▪ Syntactisch:<br />

• Bw als zinsdeel Hij komt misschien morgen.<br />

• Bw als zinsdeelstuk<br />

◦ bijwoordelijke voorbepaling bij een adjectief erg tevreden<br />

◦ bijvoeglijke nabepaling in een NC de kamer hiernaast<br />

b) VOORBIJWOORD (= enkelvoudig voorbijwoord)<br />

▪ Morfologisch:<br />

Persoonlijk: enkel als eerste deel van een gesplitst voornaamwoordelijk bijwoord<br />

Aanwijzend daar – er – hier – ginder –<br />

ginds<br />

Onbepaald ergens – nergens – overal<br />

– elders<br />

Plaats Tijdstip Wijze<br />

toen – nu – dan zo<br />

Ooit – nooit – altijd anders<br />

Vragend waar wanneer hoe<br />

Betrekkelijk waar toen hoe<br />

▪ LET OP !!!: vragend voorbijwoord ↔ betrekkelijk voorbijwoord<br />

geen antecedent → afh. vraagzin antecedent → IAZ<br />

Weet je waar hij zijn geld bewaart? Waar hij komt, zorgt hij voor miserie.<br />

c) VOORNAAMWOORDELIJK BIJWOORD (= samengesteld voorbijwoord)<br />

▪ Semantisch: voornaamwoordelijke bijwoorden verwijzen<br />

▪ Morfologisch:<br />

• Hoe ontstaat een voornaamwoordelijk bijwoord?<br />

vz + vnw/voorbw → voornaamwoordelijk bijwoord<br />

met + die → daarmee<br />

naar + daar → daarnaar<br />

• Waaruit is een vnwl. bw. opgebouwd?<br />

vnwl. bw. → voorbw. + vzs. bw.<br />

met dat → daarmee → daar + mee<br />

Woordsoorten in het Nederlands 4<br />

je<br />

/<br />

/

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!