Download verhaal (28,5MB) - Blaauwlakenblok
Download verhaal (28,5MB) - Blaauwlakenblok
Download verhaal (28,5MB) - Blaauwlakenblok
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
steeg blijven wonen. Willem zou haar heel wat beter installeren en de gezonde kleur van vroeger<br />
weer op het dierbaar gelaat brengen.<br />
Die kogel in den buik deed den armen Willem heel dikwijls plotseling ineenkrimpen van pijn, en wel zo<br />
dikwijls hem vragen werden gedaan, waarop hij geen antwoord durfde geven.<br />
De hele buurt juichte over Willems terugkeer. Van heinde en verre kwamen neven en nichten, ooms<br />
en tantes opdagen, en Willem trakteerde gul op borrels van Aaltje's en Tinus’ centen.<br />
In de tapperij op de Oudezijds Voorburgwal kreeg hij het in een benauwd ogenblik zo te kwaad met<br />
de kogel, dat hij daarvoor zijn drankje, een halfje slappe bitter met wat peper er in, moest nemen,<br />
waarop terstond een flinke oude Catz moest volgen tegen de branderigheid in de maag. Sinds hij de<br />
kogel in de buik had, kon Willem niet meer tegen water.<br />
‘s Zondags was het de ganse dag feest; Willem met een nieuwe pet aan en Tinus’ nieuwe winterjas<br />
aan, maakte goede sier en was gul in het onthalen van de buurtgenoten.<br />
De volgende dag zou Willem naar het passantenhuis gaan en terugkomen in zijn uniform van<br />
sergeant en met de fl. 1000,- het pensioen en het smartengeld om voorgoed zijn intrek bij zuster<br />
Aaltje te nemen en die brave vrouw voor altijd gelukkig te maken.<br />
Vreemd, dat Willem, na eerst nog Tinus de laatste gulden uit de zak te hebben geklopt, zo lang<br />
wegbleef.<br />
Tinus ging eens naar het passantenhuis op de Lauriergracht; daar echter was geen spoor van de<br />
sergeant, de kist met geld, het pensioen en het smartengeld niets bekend, en al spoedig hoorden<br />
Tinus en Aaltje op het politiebureau dat zij hun geld geleend hadden, niet aan den dood gewaande<br />
broeder Willem, maar aan Tjomsma, de oplichter, die in het jaar 1895 al een dergelijke rol in een<br />
andere armelijke buurt had afgespeeld.<br />
Tjomsma was van Leidekkersteeg naar de Jordaan getrokken om opnieuw een slag te slaan. Daar<br />
hoorde hij in de kroegen van de ramp die kruier Roelvink in de Rozenstraat getroffen had. Diens zoon<br />
Willem was zeven jaar geleden als een krachtig jongeling van 20 jaren naar zee gegaan en nimmer<br />
weergekeerd. Men meende te moeten aannemen dat Willems’ schip in den golf van Biscaaye met<br />
man en muis vergaan was.<br />
Kruier Roelvink loopt op een goede dag door de Rozenstraat naar huis, toen hij plotseling een man<br />
met uitgebreide armen op zich ziet toelopen met de uitroep: ‘Vader, hier is Willem die je zeven jaar<br />
vermist hebt!’<br />
Een treffende ontmoeting volgde; moeder viel bijna van haar zelve en begon al dadelijk een boterham<br />
met lekkere zoetemelkse kaas voor haar Willem te snijden. En moeder zou het nu gauw beter krijgen;<br />
haar zoon had het wel hard gehad, in den golf van Biscaye op een paal rondgedreven, terwijl de<br />
haaien aan zijn benen kloven, maar later had hij in Indië fortuin gemaakt, fl. 4000,- uit een loterij<br />
gewonnen.<br />
Willem was nog bezig met zijn boterham met lekkere zoetemelkse kaas, toen een rechercheur<br />
binnentrad en in de persoon van de herleefden jonge zeeman de aards bedrieger Tjomsma<br />
arresteerde.<br />
126