4 - Wijnkenner Het gebied Chianti Classico is in vele opzichten het hart van Toscane. Gelegen tussen Siena, de schatkamer van de late middeleeuwen, en Florence, de hoofdstad van de Renaissance, bewaart dit gebied meer herinneringen aan het verleden dan enig ander deel van Toscane. Het bosrijke heuvelland toont een boeiende afwisseling aan wijn- en olijfgaarden; op veel plaatsen zijn de oude terrassen met stenen muurtjes herkenbaar op de hellingen. Nergens vindt men meer middeleeuwse dorpen, kloosters, kastelen en adembenemende renaissancevilla’s bijeen in een zo weinig aangetast landschap. Hier en daar zijn nog rijtjes wijnstokken te zien die hun uitlopers in fruitbomen kronkelen, aangeplant in de periode van de mezzadria volgens een duizenden jaren oude techniek. Maar tevens is de renaissance van de Toscaanse wijnbouw in de jaren ’70 begonnen in Chianti Classico. Daar zijn de experimenten met geselecteerde klonen en uitheemse druivenrassen gestart en de eerste moderne kelders ingericht. Evenals andere delen van Toscane werd Chianti Classico in de oudheid bewoond door Etrusken. Dat blijkt uit vondsten o.a. bij Monsanto, Riecine en Castellina. <strong>De</strong> Romeinen hebben enkele belangrijke wegen aangelegd in het gebied, met name de Via Cassia, die tot nu toe in gebruik is gebleven. Uit de Longobardische en Karolingische periode zijn verschillende documenten bewaard die aantonen dat wijnbouw toen actief bedreven werd. gesloten worden. Met gerote ijver werden in die eeuwen kastelen gebouwd en weer geslecht. Toch zijn er veel bewaard gebleven tot vandaag, hetzij als ruïne, hetzij in de oorspronkelijke staat van toren of burcht. Omstreeks het midden van de 15 e eeuw begonnen rijke Florentijnen kastelen te herbouwen toto villa’s van soms vorstelijke allure. Vooral bij Greve zijn opvallend veel van deze lusthoven in tact gebleven: Vicchiomaggio, Verrazzano, Vignamaggio, Uzzano en andere. Het zou tot 1555 duren voor Florence Siena defi nitief verslagen had. Zijde en irissen Vanaf dat jaar tot aan de Tweede Wereldoorlog leidde de Chianti streek een overwegend vreedzaam en arcadisch bestaan. Behalve wijn en olijfolie werden er ook wol, lavendel en zijde geproduceerd. <strong>De</strong> boerinnen kweekten zijderupsen, maar omstreeks 1930 is deze bedrijfstak uitgestorven. Alleen een enkele moerbei boom is overgebleven. Een andere specialiteit van de streek waren irissen, waarvan de wortels werden vermalen tot geurstof, zoiets als lavendel. Volgens sommigen werd irispoeder ook toegevoegd aan most of wijn ter wille van de geur, maar dit bericht wordt door andere zegslieden afgedaan als pure fantasie. <strong>De</strong> iriswortels, ze zien eruit als gemberwortels, worden hier en daar nog geteeld. kostbaar bezit, temeer daar nieuwbouw en uitbreiding bijna overal verboden zijn. Chianti is ondanks de vele nieuwe bewoners nog steeds een landelijk paradijs. Heuvels en bossen Landschappelijk onderscheidt Chianti zich sterk van het aangrenzende gebied ten zuiden en zuidwesten. Daar zijn de heuvels minder steil en hoog; er heeft veel ontbossing plaatsgevonden en er wordt massaal graan verbouwd. Ook ten noorden en ten oosten van Chianti Classico wordt het land steeds minder heuvelachtig. Alleen het gebied ten westen vormt een duidelijke voortzetting van het typische Chianti-landschap. Binnen Chianti Classico is de afwisseling groot. Achter iedere heuvel kan zich onverwacht een adembenemend vergezicht voordoen, of een rivierdal met steile hellingen. <strong>De</strong> hoogte varieert van ruim 100 tot meer dan 900 meter. In het oostelijk deel, evenwijdig aan de Arno, liggen de Monti del Chianti, de hoogste en steilste heuvels met het meeste bos. Van de wijngemeenten zijn Radda en Gailoe het hoogst gelegen. Castellina en Fonterutoli liggen zelfs opvallend hoog; beide zijn eens gebouwd als fort annex uitkijkpost, maar de omringende wijngaarden liggen lager. In het algemeen is de westelijke helft van het gebied wat liefl ijker dan de oostelijke. Soms vormen kleinere heuvelruggen een niet te onderschatten barrière tussen plaatsen die hemelsbreed maar luttele kilometers uit elkaar liggen, bijvoorbeeld tussen Greve en Badia a Passignano. Wie in zo’n geval van de ene plaats naar de andere wil, heeft de keuze tussen een grote omweg over een geasfalteerde route en een doorsteek langs primitieve weggetjes door het bos. <strong>De</strong>ze ruw verharde en zomers vaak stoffi ge wegen maken op het eerste gezicht soms een wat riskante indruk, maar wie de streek beter kent, maakt er graag gebruik van. Daarnaast bestaan nog talloze paden die te smal en te hobbelig zijn voor auto’s, maar ideaal voor fl inke wandelingen. <strong>De</strong> bosrijke streek is rijk aan vogels en viervoeters: uilen, fazanten, hoppen, nachtegalen, stekelvarkens en zwijnen. Die laatste zijn nogal gesteld op jong groen aan de wijnstokken en daarom niet populair bij de wijnboeren. Het weer <strong>De</strong> zomers zijn in Chianti warm en droog; maxima boven de 30ºC zijn heel gewoon. Florence, relatief laag gelegen is vaak een van de warmste plaatsen van Italië. Hogerop in de heuvels, waar de wijngaarden liggen, is het koeler. In de lente is het overdag vaak warm en zonnig, maar ’s nachts vrij koud. <strong>De</strong> meeste regen valt in de herfst en winter. Naast juni bieden september en de eerste helft van oktober de beste garanties op aangenaam weer. Dat is ook de periode die vroegere grondbezitters bij voorkeur op hun landgoede- ren doorbrachten. Maar zelfs op zonnige dagen in de winter kan het weer verrukkelijk zijn. <strong>De</strong> lucht is dan buitengewoon helder. Strenge vorst is een uitzondering, maar twee of drie keer in een eeuw is het zover. Talrijke kerken en kloosters vinden bun oorsprong in de zelfde tijd. Vanaf het einde van de 11e Pas de oorlogshandelingen in 1943 maakten een eind aan de rust van eeuwen. In Chianti is zwaar gevochten en aanzienlijke schade aangericht. Na de oorlog deelde het gebied in de algehele malaise van het platteland. Veel boerderijen eeuw werden en dorpen werden verlaten. Pas laat in de jaren ’60 begon de steden, met name Florence, geleidelijk machtiger en het herstel. <strong>De</strong> landbouw werd na het afschaff en van de expansiever. Bijna vijfhonderd jaar lang had het mezzadria gereorganiseerd en de leegstaande huizen werden Chiantigebied met tussenpozen te lijden onder de oorlogen geleidelijk weer in gebruik genomen, nu veelal als vakantie- <strong>De</strong> naam Chianti tussen Florentijnen en Sienezen. In 1201 werden de vijhuis. <strong>De</strong> stedelingen uit Florence en Siena werden gevolgd <strong>De</strong> etymologie van de naam Chianti is onderwerp geweest andelijkheden beëindigd door de vrede van Fonterutoli, door Italianen van verder weg en talrijke buitenlanders. van allerlei wilde gissingen. Vanaf de 13 maar al in 1208 moest er een nieuwe vrede van Fonterutoli Een huis in Chianti is tegenwoordig een veel gevraagd en e Talrijke kerken en kloosters vinden bun oorsprong in de zelfde tijd. Vanaf het einde van de 11 eeuw duikt de naam op in documenten, vaak in de Latijnse vorm Clanti. e zienlijke schade aangericht. Na de oorlog deelde het gebied in de algehele malaise van het platteland. Veel boerderijen eeuw werden en dorpen werden verlaten. Pas laat in de jaren ’60 begon de steden, met name Florence, geleidelijk machtiger en het herstel. <strong>De</strong> landbouw werd na het afschaff en van de expansiever. Bijna vijfhonderd jaar lang had het mezzadria gereorganiseerd en de leegstaande huizen werden Chiantigebied met tussenpozen te lijden onder de oorlogen geleidelijk weer in gebruik genomen, nu veelal als vakantie- tussen Florentijnen en Sienezen. In 1201 werden de vij- vij- vijhuis. <strong>De</strong> stedelingen uit Florence en Siena werden gevolgd <strong>De</strong> etymologie van de naam Chianti is onderwerp geweest andelijkheden beëindigd door de vrede van Fonterutoli, door Italianen van verder weg en talrijke buitenlanders. van allerlei wilde gissingen. Vanaf de 13 eeuw duikt de maar al in 1208 moest er een nieuwe vrede van Fonterutoli Een huis in Chianti is tegenwoordig een veel gevraagd en naam op in documenten, vaak in de Latijnse vorm Clanti. e huis. <strong>De</strong> stedelingen uit Florence en Siena werden gevolgd <strong>De</strong> etymologie van de naam Chianti is onderwerp geweest door Italianen van verder weg en talrijke buitenlanders. van allerlei wilde gissingen. Vanaf de 13 eeuw duikt de naam op in documenten, vaak in de Latijnse vorm Clanti. Het is niet mogelijk de precieze grenzen vast te stellen van het met die naam aangeduide gebied. <strong>De</strong> oudste bron waarin wijn uit Chianti wordt genoemd, is een boek van Fransesco Datini, de koopman uit Prato en uitvinder van de cheque. Het betreft dan overigens een witte wijn terwijl Chianti nu per defi nitie rood is. Chianti als herkomstgebied Als herkomstgebied van de gelijknamige wijn is Chianti in de loop van de eeuwen heel verschillend gedefi nieerd. <strong>De</strong> 14 e eeuwse Lega del Chianti, een Florentijnse militaire organisatie die zich ook bezig hield met regels voor wijnproductie, beschouwde alleen de gemeenten Radda, Gaiole en Castellina als Chiantigebied. Dus grofweg de zuidelijke helft van het huidige Chianti Classico. In 1716 werd een aartshertogelijk decreet uitgevaardigd waarin enkele herkomstgebieden nauwkeurig werden begrensd. Opnieuw werd de naam Chianti voorbehouden aan Radda, Gaiole en Castellina. In 1924 richtte een aantal wijnproducenten het consortium van de Gallo Nero op. <strong>De</strong> haan was het oude embleem van de Lega del Chianti. In 1927 volgde de oprichting van het consortium Chianti Putto, voor de gebieden buiten Classico. Dankzij de inspanningen van deze twee organisaties werden de grenzen van Chianti opnieuw vastgesteld. Het Classico gebied vormde een soort ruit tussen Florence en Siena met een hoogte van ongeveer 40 en een breedte van ongeveer 20 kilometer. Behalve Radda, Gailole en Castellina maakte ook Greve er deel van uit, evenals delen van San Gasciano Val di Pesa, Tavarnelle Val di Pesa, Barberino Val d’Elsa, Poggibonsi en Castelnuovo Berardegna. Een ministerieel decreet van 1932 bevestigde de indeling in Chianti Classico in deze omvang plus zes omringende Chinati gebieden. <strong>De</strong>ze gebieden zijn Colli Fiotentini, Colli Senesi, Colli Aretini, Colli Pisane, Rufi na, en Montalbano. <strong>De</strong> bodem <strong>De</strong> grond in Chianti Classico bestaat vooral uit galestro (leisteen), alberese (niet gelaagde kalksteen), mergel en leem. Doordat het terrein sterk geaccidenteerd is, is het oppervlak van de bodem zeer wisselvallig. Er bestaan wel geologische kaarten waarop de geschiedenis van het terrein met de bijbehorend formaties en grondsoorten in de diepte is af te lezen maar geen pedologische waarop het oppervlak gedetailleerd wordt weergegeven. <strong>De</strong> opvallend gelaagde galestro zorgt voor een luchtige bodemstructuur die gunstig is voor wortels en afwatering. Galestro aan de oppervlakte verbrokkelt geheel. <strong>De</strong> kalkhoudende alberese is nuttig voor de stik- stofregulatie. Een arme, steenachtige bodem is gunstig voor de wijnstokken; gronden met meer mergel en leem bevatten meer mineralen en water., al gauw te veel voor wijnstokken maar goed voor bijvoorbeeld maïs. Een lichte kleur van de grond duidt op een hoog kalkgehalte; de opvallend roodbruine kleur die hier en daar aan de oppervlakte komt, heeft te maken met het klimaat in lang vervolgen tijden, maar zegt niet veel over de geschiktheid voor wijnbouw. <strong>De</strong> grootste klimatologische risico’s voor de wijnbouw zijn plaatselijke hagelbuien in de zomer en regen in de herfst. Soms is de zomer niet zo warm als wenselijk is en soms zo droog dat de druiven eronder te lijden hebben. <strong>De</strong> oogst van blauwe druiven valt in de periode half september tot half oktober. Wijnkenner - 5