boek 8 nieuw burgerlijk wetboek van suriname - Gov.sr
boek 8 nieuw burgerlijk wetboek van suriname - Gov.sr
boek 8 nieuw burgerlijk wetboek van suriname - Gov.sr
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
verband met de termijnen onder de dag <strong>van</strong> aflevering moet worden verstaan, noemt niet het geval, dat de zaken op<br />
grond <strong>van</strong> artikel 490 of 574 zijn opgeslagen.<br />
Artikel 228 geeft de verkoper <strong>van</strong> brandstof voor de machines, ketelwater, levensmiddelen en scheepsbenodigdheden<br />
enerzijds een beperking en anderzijds een uitbreiding <strong>van</strong> zijn recht <strong>van</strong> reclame <strong>van</strong> titel 1, afdeling 8, <strong>van</strong> Boek 7 BW.<br />
Het recht <strong>van</strong> reclame is de bevoegdheid <strong>van</strong> de onbetaalde verkoper <strong>van</strong> een roerende zaak die niet een registergoed is,<br />
deze zaak door middel <strong>van</strong> een schriftelijke mededeling terug te vorderen. Artikel 44 <strong>van</strong> Boek 7 bepaalt dat de<br />
bevoegdheid de zaken terug te vorderen vervalt, wanneer zowel zes weken zijn verstreken nadat de vordering tot betaling<br />
<strong>van</strong> de koopprijs opeisbaar is geworden als na 60 dagen, te rekenen <strong>van</strong> de dag dat de zaken onder de koper of onder<br />
iemand <strong>van</strong> zijnentwege zijn opgeslagen. Artikel 228 verkort deze termijn tot 48 uur na het einde <strong>van</strong> de levering. De<br />
laatste zinsnede <strong>van</strong> artikel 228 beoogt een uitbreiding <strong>van</strong> het recht <strong>van</strong> reclame te geven. Hiermee wordt ten eerste een<br />
mogelijke oorzaak <strong>van</strong> twijfel omtrent de bevoegdheid de zaken terug te vorderen, uitgesloten. Zoals uit het slot <strong>van</strong><br />
artikel 44 <strong>van</strong> Boek 7 blijkt, heeft de onbetaalde verkoper tevens dit recht <strong>van</strong> reclame, wanneer de zaken niet aan de<br />
koper zelf, maar aan iemand anders <strong>van</strong> zijnentwege zijn afgeleverd en opgeslagen. Ten tweede derogeert het artikel aan<br />
artikel 42 <strong>van</strong> Boek 7, dat bepaalt dat het reclamerecht niet kan worden uitgeoefend wanneer de zaak door de koper aan<br />
een derde is overgedragen, tenzij de zaak in handen <strong>van</strong> de koper is gebleven. Artikel 228 bepaalt, dat het reclamerecht<br />
ook kan worden uitgeoefend, wanneer de zaken door de koper aan één <strong>van</strong> de in het artikel genoemde personen zijn<br />
afgeleverd. Dit zal bijvoorbeeld het geval zijn, wanneer de reisbevrachter, schuldenaar <strong>van</strong> de genoemde vorderingen, het<br />
schip, waarin de genoemde zaken zich bevinden, na de reis weer ter beschikking stelt aan zijn reisvervrachter, die op zijn<br />
beurt weer de in het artikel bedoelde tijdbevrachter is. De wet omschrijft niet nader wat moet worden verstaan onder de<br />
vage term scheepsbenodigdheden. Dit is aan de rechter overgelaten. Het mogen geen scheepstoebehoren zijn in de zin<br />
<strong>van</strong> artikel 1, vierde lid, omdat zij dan als schip zouden worden beschouwd en derhalve, in geval het schip is<br />
ingeschreven, registergoed zijn. Artikel 39 <strong>van</strong> Boek 7 BW sluit voor de toepassing <strong>van</strong> het reclamerecht<br />
registergoederen uit. Scheepstoebehoren zijn zaken, die bestemd zijn het schip duurzaam te dienen en als zodanig zijn te<br />
herkennen.<br />
Afdeling 5 Slotbepalingen<br />
Artikel 230<br />
Om een overheidsschip te zijn is het niet nodig dat deze schepen eigendom zijn <strong>van</strong> de overheid, maar is reeds voldoende<br />
dat zij voor de openbare macht of dienst zijn bestemd. Schepen bestemd voor de openbare macht zijn bijvoorbeeld<br />
schepen <strong>van</strong> politie, kustwacht, marine; schepen bestemd voor de openbare dienst bijvoorbeeld veerboten.<br />
In artikel 231 wordt de wettelijke basis gegeven voor lagere uitvoering<strong>sr</strong>egelgeving betreffende te<strong>boek</strong>gestelde schepen.<br />
TITEL 4 BEMANNING VAN EEN ZEESCHIP<br />
Afdeling 1 is gereserveerd voor een latere ver<strong>nieuw</strong>ing <strong>van</strong> het zeearbeid<strong>sr</strong>echt—waarvoor overleg met belanghebbenden<br />
nodig zal zijn – en overbrenging <strong>van</strong> het Wet<strong>boek</strong> <strong>van</strong> Koophandel naar Boek 8 BW. Onder auspiciën <strong>van</strong> de<br />
Internationale Arbeidsorganisatie (ILO) is een consoliderend maritiem arbeidsverdrag (2006) totstandgekomen waarmee<br />
rekening zal moeten worden gehouden. Vooralsnog blijft de vierde titel <strong>van</strong> het Tweede Boek <strong>van</strong> het Wet<strong>boek</strong> <strong>van</strong><br />
Koophandel gehandhaafd.<br />
Afdeling 2 Kapitein<br />
In artikel 260 zijn de bevoegdheden <strong>van</strong> de kapitein neergelegd. Hierbij is nauw aangesloten bij de formulering <strong>van</strong><br />
artikel 360, dat bepaalt dat de reder naast de rompbevrachter (zie artikel 530) aansprakelijk is voor deze laatste bindende<br />
rechtshandelingen die rechtstreeks strekken tot het in bedrijf brengen of houden <strong>van</strong> het schip. In samenhang met artikel<br />
360 wordt derhalve de reder gebonden door de rechtshandelingen <strong>van</strong> de kapitein, verricht binnen zijn bevoegdheid. De<br />
kapitein is bevoegd cognossementen en passagebiljetten af te geven. Wanneer de kapitein een passagebiljet afgeeft, dient<br />
daarin op duidelijke wijze de naam en woonplaats <strong>van</strong> de vervoerder vermeld te zijn (artikel 528). Artikel 461, in<br />
verbinding met 462, bepaalt wie gebonden zijn aan de ondertekening door de kapitein <strong>van</strong> een cognossement. Artikel 262<br />
regelt de gevolgen jegens derden bij beperkingen in de vertegenwoordigingsbevoegdheid. Aan deze bepaling <strong>van</strong><br />
derdenbescherming derogeert artikel 462, derde lid, dat voor de ondertekening door de kapitein <strong>van</strong> het cognossement<br />
een bijzondere regeling geeft. Tevens is de kapitein bevoegd namens de reder in het buitenland over hulploon<br />
overeenkomsten te sluiten. Zie wat de kapitein betreft - in het bijzonder diens publiekrechtelijke positie - verder het<br />
Wet<strong>boek</strong> <strong>van</strong> Koophandel.<br />
22