11.09.2013 Views

boek 8 nieuw burgerlijk wetboek van suriname - Gov.sr

boek 8 nieuw burgerlijk wetboek van suriname - Gov.sr

boek 8 nieuw burgerlijk wetboek van suriname - Gov.sr

SHOW MORE
SHOW LESS

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

Artikel 491<br />

De vervoerder kan de rechter in het geval <strong>van</strong> artikel 490 verzoeken toestemming te geven de zaken voor rekening <strong>van</strong> de<br />

rechthebbende te verkopen. Of de rechter verkoop zal toestaan is aan zijn oordeel overgelaten. Niet is vereist dat de<br />

zaken bederfelijk zijn. Ook de bewaarnemer of degene die gerechtigd is aflevering te vragen, kunnen dit verzoek tot de<br />

rechter richten.<br />

Artikel 492<br />

Wanneer de zaken in ont<strong>van</strong>gst worden genomen, moeten eventuele manco's of beschadigingen aan de vervoerder<br />

worden gemeld. Zo niet dan geldt dat deze in juiste staat zijn uitgeleverd. Verborgen gebreken <strong>van</strong> de lading moeten<br />

binnen drie dagen worden gemeld.<br />

Artikel 493<br />

Hoewel de term ont<strong>van</strong>ger wordt gebruikt, kan hier ook gedoeld worden op degene die uiteindelijk de zaken niet in<br />

ont<strong>van</strong>gst neemt. Het gaat om een vertaling <strong>van</strong> de term receptionair <strong>van</strong> het Brussels cognossementverdrag.<br />

Artikelen 494 tot en met 496<br />

Van de mogelijkheid, geboden in deze artikelen, wordt in de praktijk zelden gebruik gemaakt, maar zij fungeert niettemin<br />

als stok achter de deur, zodat vervoerders meewerken aan onderzoek. Onderzoek aan boord is slechts mogelijk<br />

onmiddellijk na aflevering. Voor een verder gaande mogelijkheid is onvoldoende reden, mede gezien de gunstige<br />

bewijspositie <strong>van</strong> de ont<strong>van</strong>ger.<br />

Afdeling 3 Overeenkomst <strong>van</strong> personenvervoer over zee<br />

Algemene opmerkingen<br />

De tekst <strong>van</strong> deze afdeling is ontleend aan het Verdrag <strong>van</strong> Athene inzake vervoer <strong>van</strong> reizigers en hun bagage over zee<br />

<strong>van</strong> 13 december 1974, met limieten die bij het Protocol <strong>van</strong> Londen <strong>van</strong> 19 november 1976 zijn verhoogd en in<br />

bijzondere trekking<strong>sr</strong>echten <strong>van</strong> het Internationale Monetaire Fonds uitgedrukt (International Transport Treaties I-435<br />

e.v.). Suriname is geen partij bij het Verdrag (evenmin als het Koninkrijk der Nederlanden), zodat de wettekst zich enige<br />

vrijheden ten opzichte <strong>van</strong> de verdragstekst kan veroorloven. Dit is bijvoorbeeld gebeurd bij artikel 504, dat is ontleend<br />

aan artikel 3 <strong>van</strong> het Verdrag. In dit artikel is het woord 'indien' <strong>van</strong> het Verdrag ver<strong>van</strong>gen door de zinsnede 'voor zover'.<br />

Artikel 500<br />

De afdeling is toepasselijk wanneer vervoer per schip over zee is beoogd. Het volgende artikel bepaalt nauwkeuriger<br />

wanneer de aansprakelijkheid <strong>van</strong> de vervoerder begint en eindigt. Ook gratis vervoer valt onder deze afdeling. De<br />

aansprakelijkheid <strong>van</strong> iemand die een ander meeneemt op zijn jacht wordt naar deze afdeling beoordeeld, tenzij er geen<br />

vervoerovereenkomst is. De afdeling onderscheidt tussen hutbagage en andere bagage. De aansprakelijkheid voor<br />

hutbagage is een lichtere dan die voor andere bagage. Levende dieren, die de reiziger meevoert worden beschouwd als<br />

bagage, niet als hutbagage. Auto's zijn geen hutbagage, maar de voorwerpen in de auto wel.<br />

Artikel 501 geeft aan voor welke periode de vervoerder aansprakelijk is. Deze periode is verschillend voor bagage,<br />

hutbagage en reiziger. Wanneer aan de voorwaarden <strong>van</strong> het artikel is voldaan, valt ook vervoer <strong>van</strong> en naar het schip<br />

over water onder deze afdeling. Dit artikel is een weergave <strong>van</strong> artikel 1, onder 8, <strong>van</strong> het Verdrag <strong>van</strong> Athene.<br />

Artikel 502<br />

Zoals ook elders in dit wet<strong>boek</strong> is de bevrachtingsovereenkomst een vervoerovereenkomst. Gedeeltelijke bevrachting is<br />

niet mogelijk. Het door de vervoerder ter beschikking stellen <strong>van</strong> een hut mag daarom niet als bevrachting worden<br />

beschouwd. Zie voor artikel 503 de toelichting bij artikel 372.<br />

Artikel 504 regelt de aansprakelijkheid <strong>van</strong> de vervoerder. Het artikel onderscheidt tussen aansprakelijkheid voor<br />

reizigers, bagage en hutbagage. De aansprakelijkheid voor reizigers is een lichtere dan die voor het goederenvervoer,<br />

omdat de reiziger op het schip een grote mate <strong>van</strong> bewegingsvrijheid heeft. Het verschil komt voornamelijk maar niet<br />

alleen tot uiting in de bewijslast. De reiziger moet bewijzen dat het voorval dat de oorzaak is <strong>van</strong> de schade, aan de<br />

vervoerder valt toe te rekenen. Wanneer behalve de vervoerder ook een ander aansprakelijk is voor het voorval, is op<br />

grond <strong>van</strong> het vierde lid niettemin de vervoerder geheel aansprakelijk, tenzij behalve de aan de ander toe te rekenen<br />

oorzaak geen enkele andere omstandigheid voor rekening is <strong>van</strong> de vervoerder. Dit is mogelijk door de zinsnede 'voor<br />

zover' in het eerste lid. Wanneer één <strong>van</strong> de in het tweede lid genoemde scheep<strong>sr</strong>ampen zich voordoet, wordt vermoed<br />

32

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!