Even buurten bij verborgen schoonheden - Gemeente Den Helder
Even buurten bij verborgen schoonheden - Gemeente Den Helder Even buurten bij verborgen schoonheden - Gemeente Den Helder
1 Kop van Noord-Holland Even buurten bij verborgen schoonheden Open monumentendag 2010 Wandel- en fietsroute
- Page 2 and 3: 2 Steengoed Niets blijft. Wij wonen
- Page 4 and 5: 4 INLEIDING Veel nieuwe typen gebou
- Page 6 and 7: 6 Open Monumentendag 2010. Gecombin
- Page 8 and 9: 8 Brakkeveldweg Brakkeveldweg 17-49
- Page 10 and 11: 10 De voormalige R.K. kerk Onze Lie
- Page 12 and 13: 12 24. Spoorgracht vervolgen. Spoor
- Page 14 and 15: 14 28. 1e L.A.: Visstraat. 29. 1e R
- Page 16 and 17: 16 Zuidstraat - na de bocht Zuidstr
- Page 18 and 19: 18 CentRum Westgracht 71: De voorma
- Page 20 and 21: 20 Weststraat 72 Weststraat 72: In
- Page 22 and 23: 22 Een neoclassicistische kerk: een
- Page 24 and 25: 24 Belasting- en Accijnskantoor Kon
- Page 26 and 27: 26 Naast de voordeur twee schuifven
- Page 28 and 29: 28 Spoorstraat 69 / hoek Hoogstraat
- Page 30 and 31: 30 Polderweg 64 - 66 - 68 - 70: Kar
- Page 32 and 33: 32 Van Galenstraat 14 t/m 20: duide
- Page 34 and 35: 34 Kerkgracht 4: Het Kantongerecht
- Page 36 and 37: 36 De artilleriekazerne Verderop, n
- Page 38: 38 Gecombineerde fiets-/wandelroute
- Page 41 and 42: Kerkje en dorpsschool in 1915 Badhu
- Page 43 and 44: Poortgebouw in 1982 Poortgebouw: Di
- Page 45 and 46: Moge hun zielen gebundeld zijn, in
- Page 47 and 48: Architect Krijnen trekt internation
- Page 49 and 50: zijn aan de Koningstraat opent met
- Page 51 and 52: De eerste ‘sociale woningbouw’
1<br />
Kop van Noord-Holland<br />
<strong>Even</strong> <strong>buurten</strong> <strong>bij</strong> <strong>verborgen</strong> <strong>schoonheden</strong><br />
Open<br />
monumentendag<br />
2010<br />
Wandel- en fietsroute
2<br />
Steengoed<br />
Niets blijft. Wij wonen in geleende ruimte, huizen<br />
in tijd die ons niet langer toekomt dan hij duurt.<br />
Maar toch, ooit bouwde Licht en Lucht steengoed,<br />
uit noodzaak evenzeer als ter verheffing: wonen<br />
moest ademen, want liefdeloos gestapeld steen<br />
was de woestijn, minachting van menselijke maat.<br />
Straten vol woningen stonden als een huis,<br />
het gewone kleurde het <strong>bij</strong>zondere, ornamentaal<br />
de eenvoud van leien, speklaag, kruiskozijnen.<br />
Lang hield de tands des tijds gelijke tred met<br />
een sloopdrang die leek ingehamerd. Huisgoden<br />
grepen in en wat ontkwam, gloreert door te bestaan.<br />
Neem eens de doorgang Van Galenstraat richting<br />
het Poortgebouw. Wees even stil en hoor hiervan<br />
de verre echo: steen dat groeide tegen de tijd in,<br />
erfgoed dat steeds meer van zichzelf bedoelde.<br />
Joop Leibbrand<br />
(De stadsdichter van <strong>Den</strong> <strong>Helder</strong><br />
maakte dit gedicht ter gelegenheid van<br />
Open Monumentendag 2010)
Inhoudsopgave<br />
Gedicht ................................................................................ 2<br />
Inhoudsopgave .................................................................... 3<br />
Inleiding .............................................................................. 4<br />
Gecombineerde fiets- / wandelroute<br />
langs ‘<strong>verborgen</strong> <strong>schoonheden</strong>’ ........................................... 6<br />
Routekaart ......................................................................... 38<br />
Architect Krijnen trekt internationale belangstelling met<br />
‘zijn’ Tuindorp .................................................................... 47<br />
Kil onthaal voor woningplannen van baron Van Asbeck<br />
in 1910 .............................................................................. 54<br />
Nieuw leven voor een boer, metselaar en visser ................. 59<br />
Gebr. Janzen: van timmerlieden tot vastgoedbaronnen ..... 61<br />
‘Bruine kippenhokken’ in Huisduinen:<br />
ooit verafschuwd, nu gewild ............................................. 68<br />
Begrippenlijst ..................................................................... 71<br />
Colofon ............................................................................. 75<br />
Foto voorpagina:<br />
‘Groet uit <strong>Den</strong> <strong>Helder</strong>’: een ansichtkaart uit 1896 met vijf foto‘s.<br />
Evertsen: pantserschip - anno 1896 - vernoemd naar bevelhebbers in dienst van de<br />
Republiek.<br />
Kruisweg: op nr. 175 was de firma Prins (uitgever ansichtkaarten) gevestigd.<br />
Binnenhaven: een kijkje de Nieuwstraat in met aan het eind de O.L.V.O.O.-kerk.<br />
Badpaviljoen: op 8 juni 1890 werd in Huisduinen dit geheel in hout opgetrokken<br />
gebouw geopend.<br />
Molenplein: trasmolen ‘De Eendragt’ uit 1843 werd door aannemersfirma Gebr. Janzen<br />
gebouwd.<br />
3
4<br />
INLEIDING<br />
Veel nieuwe typen gebouwen<br />
Door de industriële revolutie verschenen<br />
er veel nieuwe typen gebouwen, zoals<br />
fabrieken, watertorens, gemalen, postkantoren<br />
en stationsgebouwen. Daarnaast ook<br />
gebouwen, die symbool stonden voor de<br />
nieuwe verworvenheden van de burgerlijke<br />
samenleving: musea, warenhuizen en<br />
theaters. Bij elk nieuw type gebouw werd<br />
een <strong>bij</strong>passend geachte stijl gezocht, waar<strong>bij</strong><br />
door architecten teruggegrepen werd op<br />
de oude architectuur van de gotiek, de<br />
renaissance en de barok. Oude bouwstijlen<br />
werden opnieuw geïnterpreteerd:<br />
De smaak<br />
van de 19e eeuw<br />
Open Monumentendag 2010: De smaak van de 19e eeuw.<br />
Open Monumentendag 2010 heeft als thema De smaak van de 19e eeuw.<br />
Met de keuze voor de negentiende eeuw staat op Open Monumentendag<br />
een roerige eeuw centraal. Een eeuw met twee gezichten; dat van industri-<br />
ele revolutie en technologische vernieuwingen enerzijds en dat van terug-<br />
grijpen naar eerdere bouwstijlen anderzijds. Een combinatie, die heel wat<br />
verrassende monumenten heeft opgeleverd.<br />
de zogenoemde neostijlen (oude kunsttradities<br />
in een nieuw jasje) ontstonden.<br />
Vrijwel iedere stijl uit de geschiedenis had<br />
in de 19e eeuw een neo-navolger.<br />
Enkele vormen van neostijlen:<br />
• Neoclassicisme, waar<strong>bij</strong> de vormentaal<br />
van de klassieke oudheid werd toegepast<br />
(de voormalige Hervormde kerk - Nieuwe<br />
Kerkplein 2; het voormalig weeshuis/raadhuis<br />
- Kerkgracht 1; het Kantongerecht -<br />
Kerkgracht 4; ‘t Torentje - Hoofdgracht 3;<br />
het Commandementsgebouw (’Het Paleis’)<br />
- Het Nieuwe Diep 4; de gebouwen op het
westelijke gedeelte van de Oude Rijkswerf<br />
Willemsoord; het voormalige gebouw voor<br />
het Loodswezen - Het Nieuwediep 23-25;<br />
het ‘Casino‘ - Duinweg).<br />
• Neogotiek, waar<strong>bij</strong> de vormentaal uit<br />
de middeleeuwse gotiek de basis vormde.<br />
Neogotiek is een bouwstijl, die met name<br />
in de kerkbouw veel en langdurig werd<br />
toegepast (het pand Loodsgracht 47 heeft<br />
neo-gotische gevelelementen).<br />
• Neorenaissance, waar<strong>bij</strong> teruggegrepen<br />
werd op motieven van de renaissance<br />
bouwkust uit de zeventiende eeuw.<br />
Daartoe behoren o.a. trap- en topgevels,<br />
zuilen, speklagen en kruiskozijnen. Geveltableaus<br />
verwijzen vaak naar historische<br />
gebeurtenissen en personen (het voormalig<br />
belastingkantoor - Koningsplein 9).<br />
• Eclecticisme, verschillende historische<br />
stijlen werden gecombineerd tot een nieuw<br />
geheel (de basis is hier<strong>bij</strong> doorgaans het<br />
neoclassicisme). De architect koos de neostijl,<br />
die het best <strong>bij</strong> de functie van het gebouw<br />
of de wensen van de opdrachtgever<br />
lijken te passen (De pastorie - Weststraat<br />
59 - bevat eclectische details; evenals het<br />
woonhuis Westgracht 9).<br />
Een kwestie van smaak<br />
Neostijlen werden lange tijd weinig gewaardeerd;<br />
er werd zelfs van ‘De lelijke tijd’<br />
gesproken. Een kwestie van smaak, blijkt<br />
maar weer, want met steeds meer verwondering<br />
en waardering wordt er nu naar de<br />
negentiende eeuw gekeken. De interieurs<br />
waren rijk gedecoreerd, warm en huiselijk,<br />
en daar<strong>bij</strong> voorzien van de nieuwste snufjes<br />
op het gebied van verwarming en elektriciteit,<br />
die nu beschikbaar waren gekomen<br />
voor een grote groep mensen.<br />
Open Monumenten dag<br />
zaterdag 11 september 2010<br />
in <strong>Den</strong> <strong>Helder</strong><br />
Naast aandacht voor het landelijke thema<br />
wordt dit jaar met Open Monumentendag<br />
in <strong>Den</strong> <strong>Helder</strong> specifiek uw aandacht<br />
gevraagd voor fraaie panden en monumentale<br />
straatjes, die meer dan de moeite<br />
waard zijn om ‘ontdekt’ en ‘gezien’ te<br />
worden: zgn. <strong>verborgen</strong> <strong>schoonheden</strong>. Op<br />
Monumentendag gaat het vaak om grote,<br />
monumentale gebouwen; er zijn echter ook<br />
tal van woningen, die de status van monument<br />
hebben. Ogenschijnlijk eenvoudige<br />
gebouwen, maar wie oog voor details heeft<br />
ziet hoe de geveltjes door kleine accenten<br />
en versieringen mooier en karakteristieker<br />
zijn gemaakt. Vaak ligt een aantal van die<br />
woningen <strong>bij</strong> elkaar in één straat. Dit jaar<br />
worden deze pareltjes – huizen èn straatjes<br />
- in het zonnetje gezet. Met behulp van de<br />
gecombineerde fiets- en wandelroute zult u<br />
vele ‘<strong>verborgen</strong> <strong>schoonheden</strong>’ ontdekken.<br />
De beschreven route heeft een kortere<br />
versie; u komt in de verschillende wijken<br />
van <strong>Den</strong> <strong>Helder</strong>. In dit boekje is ook een<br />
langere versie opgenomen; naast een<br />
bezoek aan de verschillende wijken van<br />
<strong>Den</strong> <strong>Helder</strong> neemt de route u ook mee naar<br />
‘<strong>verborgen</strong> <strong>schoonheden</strong>’ in Huisduinen.<br />
U zult vast en zeker ook iets naar úw smaak<br />
tegenkomen. Veel genoegen tijdens de<br />
‘speurtocht’ naar deze vaak niet opgemerkte<br />
bezienswaardigheden.<br />
Open mOnumentendag 2010<br />
5
6<br />
Open Monumentendag 2010.<br />
Gecombineerde fiets- en wandelroute langs ‘<strong>verborgen</strong> <strong>schoonheden</strong>’.<br />
Kortere route: ...................................12½ + 1½ = 14 km.<br />
Langere route: ................................12½ + 5 = 17½ km.<br />
Beide routes gaan door verschillende <strong>buurten</strong> van de gemeente <strong>Den</strong> <strong>Helder</strong>.<br />
L.A. = linksaf R.A. = rechtsaf R.D. = rechtdoor<br />
Voor verduidelijking begrippen: zie Begrippenlijst elders in dit boekje.<br />
Kon. Wilhelmina Mavo / Triade<br />
1. Start: Triade - Middenweg 2.<br />
De Stichting Triade - Centrum voor<br />
Kunsteducatie - is gevestigd in de voormalige<br />
Koningin Wilhelmina Mavo. Op 2<br />
mei 1959 werd de toen nieuw opgeleverde<br />
school in gebruik genomen. Tot in de jaren<br />
negentig bleef deze functie gehandhaafd.<br />
Aan de buitenmuur kunt u nog het muurreliëf<br />
in hardsteen zien, getiteld ‘De opgroeiende<br />
jeugd’ van de kunstenaar Dick Stins.<br />
In 1985 fuseerden de Muziekschool (1953),<br />
het Expressiecentrum (1973) en de dienst<br />
Kunstzinnige Vorming Onderwijs (1974) tot<br />
Triade. De activiteiten vonden op verschillende<br />
locaties plaats. In 1997 bleek de Mavo<br />
aan de Middenweg vrij te komen: de mogelijkheid<br />
alle activiteiten op één locatie te<br />
centraliseren. Het daaropvolgende jaar werd<br />
met de aanpassing van het gebouw begonnen:<br />
de noodgebouwen van de school werden<br />
gesloopt; het resterende oorspronkelijke<br />
langwerpige gebouw werd aan de oostzijde<br />
uitgebreid. De klaslokalen doen nu dienst als<br />
kantoor of als lesruimte. Medio 2001 werd<br />
het gebouw door Triade in gebruik genomen.<br />
Architect Bjarne Mastenbroek wist<br />
het vroegere schoolgebouw in een cultureel<br />
educatiecentrum te veranderen. De architect<br />
ontving in 2003 de eens in de twee jaar uit<br />
te reiken Arie Keppler Prijs voor het gebouw<br />
Triade. Het juryrapport: ‘Met een robuuste<br />
eenvoud is materiaal, kleur, licht en ruimte<br />
samengevoegd, ontspannen en vanzelfsprekend,<br />
maar steeds in <strong>bij</strong>zondere combinaties<br />
en met trefzekere creativiteit.’ Later werd<br />
het gebouw ook genomineerd als kandidaat<br />
voor ‘De Gouden Piramide 2003’, de<br />
jaarlijkse Rijksprijs voor inspirerend opdrachtgeverschap<br />
in de architectuur (zie plaquette<br />
in de hal <strong>bij</strong> de ingang).
2. L.A. over het trottoir – richting Linie.<br />
De Linie, de Liniegracht en een remise<br />
De aanleg van de Linie, een aarden wal met<br />
gracht, die fort Erfprins met fort Westoever<br />
verbond, was een van de directe gevolgen<br />
van de Engels-Russische landing op de kust<br />
in 1799. De Linie - zoals wij die kennen - is<br />
pas in 1836 gerealiseerd. Remise: In de<br />
periode 1886-1887 werden drie bomvrije<br />
remises in de Linie gebouwd; onderkomens<br />
voor militairen, maar ook voor buskruit,<br />
wapens en voedsel. Twee remises zijn nog<br />
aanwezig.<br />
3. 1e L.A.: fietspad Liniepad.<br />
4. Einde fietspad: Brakkeveldweg<br />
oversteken; L.A.: Brakkeveldweg.<br />
tuIndORp - OOSt<br />
5. 2e R.A.: Asterstraat.<br />
Asterstraat<br />
Asterstraat 2-66 en 1-43: nu gerenoveerde<br />
woningen. Architect Krijnen.<br />
(Zie elders in dit boekje voor informatie over<br />
architect Krijnen).<br />
6. 1e L.A.: Asterplein.<br />
Asterplein<br />
7. 1e L.A.: Tuinstraat.<br />
8. 1e R.A.: Brakkeveldweg.<br />
Net als vroeger zijn hier veel winkels aan de<br />
‘hoofdstraat’ van Tuindorp, de Brakkeveldweg,<br />
te vinden.<br />
Brakkeveldweg 71: Deze wat Oostenrijks<br />
aandoende zogenaamde tuinmanswoning<br />
werd in 1911 gebouwd in opdracht van C.<br />
Adriaanse (agent voor hypotheekbanken,<br />
raadslid en voorzitter van de Vereeniging<br />
voor Volkshuisvesting ‘<strong>Helder</strong>’), die gehuwd<br />
was met ‘een vermogende vrouw afkomstig<br />
uit Oostenrijk’. Vandaar het uiterlijk.<br />
Tuindorpschool<br />
Tuindorpschool – Brakkeveldweg 5: Dit<br />
schoolgebouw is zakelijk-expressionistisch<br />
van vorm (de Amsterdamse School) en<br />
dateert uit 1932 - een ontwerp van de toenmalige<br />
directeur gemeentewerken A. Dokter.<br />
De karakteristiek te noemen schooltoren is<br />
17 meter hoog.<br />
7
8<br />
Brakkeveldweg<br />
Brakkeveldweg 17-49: Woonhuizen van<br />
architect Krijnen. Tuindorp is vernoemd<br />
naar de uit Engeland afkomstige tuinstadbeweging.<br />
De in 1910 opgerichte woningbouwvereniging<br />
‘<strong>Helder</strong>’ wilde goede<br />
en betaalbare woningen voor de van de<br />
Amsterdamse marinewerf afkomstige wervianen<br />
bouwen. Het plan ‘Tuindorp’ werd<br />
in 1916 voltooid met 132 huizen aan de<br />
Brakkeveldweg, Florastraat, Anjelierstraat en<br />
Anemonenstraat. Het gezicht van Tuindorp<br />
werd bepaald door de stadsarchitect Simon<br />
Krijnen. Hij ontwierp zeker voor die tijd<br />
ruime woningen met karakteristieke witte<br />
topgevels en tuinen, afgescheiden door<br />
gemetselde muurtjes. Boven de voordeuren<br />
zijn nog de fraaie ovale contouren zichtbaar,<br />
waar vroeger een glas-in-lood raampje zat.<br />
Ruime straten; vrij veel groen.<br />
9. 2e R.A.: Florastraat.<br />
Florastraat 18-32: Karakteristieke witte<br />
topgevels.<br />
10. 1e L.A.: Anjelierstraat.<br />
Hoek Florastraat / Anjelierstraat<br />
Hoek Anjelierstraat 39 / Florastraat: Waarschijnlijk<br />
nog het enige overgebleven ovaal<br />
glas-in-lood raam boven de voordeur.<br />
11. Einde Anjelierstraat: R.A.:<br />
door het tunneltje.<br />
12. Bij de verkeerslichten: kruising<br />
oversteken en links aanhouden<br />
(= vrijwel R.D.).<br />
13. 1e R.A.: Ruyghweg.<br />
Ruyghweg<br />
De Ruyghweg, voorheen Zwartepad, is<br />
genoemd naar Meindert Wiersma Ruygh<br />
(1811-1893), de eigenaar van een langs<br />
deze weg gelegen stoomhoutzagerij.<br />
Ruyghweg 1c -43: Een ontwerp van<br />
architect Krijnen.<br />
VISBuuRt<br />
14. 1e L.A.: fietspad Fabrieksgracht.<br />
Fabrieksgracht<br />
Fabrieksgracht 55-67: Samen met Van<br />
Hogendorpstraat 1-20 één van de oudste<br />
voorbeelden van volkswoningbouw in<br />
<strong>Den</strong> <strong>Helder</strong>. Speciaal: Fabrieksgracht 59 -<br />
plaquette: ‘Ter herinnering aan H.E. baron<br />
van Asbeck luitenant t/z der 1e klasse<br />
stichter der woningvereeniging Licht en<br />
Lucht in 1911‘.
Deze woningbouwvereniging werd op 7<br />
oktober 1910 opgericht en kan één van de<br />
vier voorlopers van de huidige Woningstichting<br />
worden genoemd. In mei 1924 ging<br />
ook deze stichting op in de op 26 oktober<br />
1922 opgerichte ‘Stichting tot bouw, beheer<br />
en exploitatie van woningen te <strong>Den</strong> <strong>Helder</strong>,<br />
genaamd Woningstichting’, later gewijzigd<br />
in ‘Woningstichting <strong>Den</strong> <strong>Helder</strong>’, één van<br />
de grootste woningbouwcorporaties in ons<br />
land. (Zie elders in dit boekje voor informatie<br />
over baron van Asbeck).<br />
15. Bij Fabrieksgracht nr. 59:<br />
OMKEREN; klein stukje terug.<br />
Tussen huisnummers 61 en 63: L.A.<br />
(over het trottoir): Van Hogendorpstraat<br />
(wandelgebied).<br />
Van Hogendorpstraat 1-19 en 2-20: eenlaagse<br />
zgn. arbeiderswoningen uit 1915 met<br />
een gepleisterde strook aan de bovenzijde.<br />
Het complex van 27 woningen aan de<br />
Fabrieksgracht 55 - 67 en Van Hogendorpstraat<br />
1 - 20 (anno 1912) is in opdracht van<br />
de woningbouwvereniging ‘Licht en Lucht’<br />
uit <strong>Den</strong> Haag gebouwd naar een ontwerp<br />
van de Haagse architect Z.J. Dammerman<br />
jr. Het complex bevat drie typen woningen<br />
met als belangrijkste onderscheid de<br />
indeling van de plattegrond. Afwisselend<br />
zijn de vensters of voordeuren gekoppeld<br />
waarboven een topgevel, gedekt door een<br />
zadeldak. De woningen zelf worden gedekt<br />
door een zadeldak, met de nok parallel<br />
aan de weg. De luifel boven de voordeur<br />
is weer teruggekomen. De gevel boven de<br />
vensters beneden is bepleisterd. De bredere<br />
huizen langs de Fabrieksgracht hebben een<br />
bredere topgevel. Na de renovatie zijn de<br />
oorspronkelijke schoorstenen verdwenen en<br />
in de Van Hogendorpstraat werden grote<br />
dakkapellen aangebracht.<br />
<strong>Even</strong> verderop: Op de hoek van het kruispunt<br />
Van Hogendorpstraat / Jonkerstraat:<br />
Van Hogendorpstraat 37-47: een rijtje van<br />
zes woningen, ontworpen door architect<br />
Krijnen.<br />
Let op! Route: NIET voor<strong>bij</strong> deze 6 woningen,<br />
maar <strong>bij</strong> het hoekhuis (nr. 37) de<br />
Jonkerstraat in. Dus:<br />
16. 2e L.A.: Jonkerstraat (woonerf).<br />
De straat is genoemd naar de melk- en boterverkoper<br />
Jan Jonker (1806-1891).<br />
17. 1e R.A.: Jan in ’t Veltstraat.<br />
O.L.V.O.O.-kerk en pastorie<br />
Vroeger werd de Jan in ‘t Veltstraat<br />
(genoemd naar een burgemeester) in de<br />
volksmond de Kerklaan genoemd.<br />
Jan in ’t Veltstraat 94: O.L.V.O.O.-kerk.<br />
9
10<br />
De voormalige R.K. kerk Onze Lieve<br />
Vrouwe Onbevlekt Ontvangen is een<br />
driebeukige kerk met recht gesloten koor<br />
en een achtkantige dakruiter, gebouwd in<br />
1875-1876 naar een neo-romaans ontwerp<br />
van Th. Asseler. De toren bleef <strong>bij</strong> de bouw<br />
achterwege; pas in 1884 werd ter gelegenheid<br />
van het dertigjarige priesterfeest van<br />
de toenmalige pastoor de kerk met een<br />
torentje versierd. In 1917 werd de kerk<br />
zelfstandig. De pastorie op nr. 92 - rechts<br />
van de kerk - dateert van (waarschijnlijk)<br />
1919; naar een ontwerp van R.N. van Os.<br />
De eerste pastoor P.J. van Beuzekom was<br />
degene, die kans zag een eigen rooms-katholieke<br />
begraafplaats (1921) in <strong>Den</strong> <strong>Helder</strong><br />
te realiseren (aan de Jan Verfailleweg). De<br />
grond waarop de kerk gebouwd is, werd<br />
verkocht door aannemer J.S. Janzen en de<br />
weduwe van zijn broer J.E. Janzen - twee<br />
rooms-katholieke aannemers, die veel geld<br />
verdiend hadden met bouw- en restauratiewerken<br />
- aan het RK Parochiaal Kerkbestuur<br />
onder de volgende voorwaarde: ‘genoemd<br />
kerkgebouw zodanig te plaatsen, dat het<br />
hart van die kerk één regte lijn zal vormen<br />
met het hart der Nieuwstraat, terwijl de<br />
gevel der kerk naar genoemde straat zal<br />
gerigt zijn’. Zodoende hadden de zeelui, die<br />
zich wilden vermaken na maanden op zee<br />
geweest te zijn direct zicht op de kerk.<br />
De kerk heeft een hoog middenschip met<br />
een hoge lichtbeuk en lage zijbeuken. Er zijn<br />
dubbele rondboogvensters; in de voorgevel<br />
is een fraai roosvenster, allemaal gevuld<br />
met glas-in-lood van de Utrechtse glazenier<br />
Willem Mengelberg. Boven de dubbele<br />
deur is een grote wimberg met daarin een<br />
rondboog van gele steen gedragen door<br />
hardstenen kapitelen, bekroond door een<br />
hardstenen kruis. (Zie elders in dit boekje<br />
voor informatie over de aannemer<br />
Gebroeders Janzen).<br />
18. Tegenover de O.L.V.O.O.-kerk:<br />
L.A.: Nieuwstraat.<br />
19. Bij kruising met Hartenstraat:<br />
L.A. Hartenstraat (wandelgebied).<br />
20. Doorrijden tot Vismarkt (<strong>bij</strong><br />
grasveld met speeltoestellen).<br />
Ga naar het huis op de hoek<br />
Vismarkt /Oranjestraat.<br />
Hoek Vismarkt - Oranjestraat<br />
Hoek Vismarkt / Oranjestraat 57: Een<br />
ontwerp van architect Krijnen. Zeer waarschijnlijk<br />
was de voordeur vroeger op de<br />
‘afgeschuinde’ hoek.<br />
21. OMKEREN - en nu L.A.: Vismarkt -<br />
de oneven kant = rechts van het<br />
grasveld met speeltoestellen<br />
(wandelgebied).<br />
De naam Vismarkt is afkomstig van de<br />
vismarkt, die hier sinds 1851 korte tijd gehouden<br />
is. Aan deze kant van de Vismarkt<br />
ziet u de vroegere Vismarktschool (Vismarkt<br />
3-5; anno 1862).<br />
Vismarktschool
Het schoolgebouw was aanvankelijk gebouwd<br />
voor zeshonderd leerlingen. In 1922<br />
werden er nog enkele lokalen <strong>bij</strong>gebouwd.<br />
Ook werd de school toen gesplitst: de als<br />
school 6 bekend staande onderwijsinstelling<br />
werd school 9 en er kwam nog een<br />
school 10 naast te staan. In 1937 vond een<br />
grondige verbouwing plaats. De ene school<br />
bleef de openbare lagere school 10 (rechts),<br />
in de andere kwam de christelijke U.L.O.<br />
(’Marnixschool‘) (de linker helft van het gebouw;<br />
tot 1959). Vijf jaar later werd school<br />
10 - omgedoopt in de De Ruyterschool<br />
- opgeheven. Nu vindt u er ‘Stichting Vissalon’<br />
(13 ateliers voor kunstenaars; op nr.<br />
3) en Avalon (vrouwenhulpverlening; op nr.<br />
5). Bij het pleintje: een fraai kunstwerk van<br />
een vis, gemaakt door leerlingen van het<br />
technisch onderwijs.<br />
22. Vismarkt vervolgen richting<br />
Spoorgracht.<br />
23. Nu R.A.: Spoorgracht.<br />
Schoolwoning<br />
Hoek Spoorgracht / Vismarkt: voormalige<br />
schoolwoning - anno 1870 (dienstwoning<br />
van het hoofd der school) – Vismarkt 1.<br />
Dit pand, gebouwd op een gecementeerde<br />
plint, bestaat uit één bouwlaag.<br />
De gevel wordt afgesloten door een<br />
geprofileerde lijst op klossen; het pand<br />
heeft een schilddak. De dakkapellen zijn<br />
waarschijnlijk van later datum.<br />
EXTRA:<br />
Op za. 11 september 2010 is i.v.m. Open Monumentendag in het gebouw van Avalon,<br />
Vismarkt 5 - de vroegere school - van 11.00 uur tot 12.00 uur een tentoonstelling te<br />
zien, waar<strong>bij</strong> op panelen informatie over de Visbuurt gegeven wordt. Dit jaar bestaat<br />
deze buurt 200 jaar.<br />
Ook is er ‘s middags vanaf 14.00 uur de mogelijkheid een wandeling o.l.v. een gids<br />
door de Visbuurt te maken.<br />
U kunt uw fiets in het midden van de Vismarkt <strong>bij</strong> het beeld stallen en doorlopen<br />
naar nr. 5. Op de plaats van het pand van het Leger des Heils stond vroeger een<br />
Fröbelschool (Nutskleuterschool de Goudsbloem). In dat gebouw was decennia<br />
lang een ‘bewaarschool’ ondergebracht; <strong>bij</strong> een herstel van de Fröbelschool aan<br />
de - toen nog - Vischmarkt werden de plannen van architect Krijnen uitgevoerd.<br />
Later werd het pand onherkenbaar verbouwd tot onderkomen van het Leger des Heils.<br />
11
12<br />
24. Spoorgracht vervolgen.<br />
Spoorgracht 41/42: Op nr. 41 was vroeger<br />
een politiebureau gevestigd.<br />
Spoorgracht 43-44: Vroeger een manufacturenzaak<br />
‘De Kleine Winst’ (1910-<br />
1943) van Oudkerk & Van Praag; in 1946<br />
verbouwd tot hotel ‘Het Wapen van <strong>Den</strong><br />
<strong>Helder</strong>‘. Na de restauratie (2005) door Woningstichting<br />
- waar<strong>bij</strong> de in 1946 verdwenen<br />
ronde erker op de hoek in ere hersteld<br />
werd - een opvang voor dak- en thuislozen.<br />
Het pand heeft met aan Jugendstil verwante<br />
details.<br />
25. R.D.; Spoorgracht gaat over in de<br />
Bassingracht.<br />
Hoek Bassingracht<br />
- Nieuwstraat<br />
Bassingracht 1-2: Dit hoekpand (architect<br />
J.C. van der Pas) is van 1927 heeft fraaie<br />
winkelramen en een ingang op de ‘afgeschuinde’<br />
hoek. Het bestaat uit twee bouwlagen<br />
en heeft op de begane grond twee<br />
grote winkelramen. Fraai is het balkon met<br />
aan beide zijden een zogenaamd stolpraam.<br />
Bassingracht - winkelpand<br />
Plaquette<br />
Botbrug<br />
Bassingracht 4: Op de muur van de vroegere<br />
slagerij ziet u de gietijzeren plaquette,<br />
afkomstig van de vroegere Botbrug (dit was<br />
een draaibrug; een smalle voetgangersbrug<br />
anno 1862, aanvankelijk ‘nieuwe brug‘ genoemd,<br />
de vervanger van de ‘magere brug’<br />
uit 1843, de verbinding tussen de Nieuwstraat<br />
en de Nieuwe Brugstraat). Deze Botbrug<br />
- in 1975 vervangen door de huidige<br />
brug - was de ontmoetingsplaats voor jong<br />
en oud. De tekst op het bord: ‘Vervaardigd<br />
in de fabriek de Prins Van Oranje. Weduwe<br />
A. Sterkman & Zn te ‘s Gravenhage anno<br />
1862’. (Het bord is door de toenmalige<br />
slager uit de gracht gered).<br />
Bassingracht 5/6: Dit dubbel pand, in 1909<br />
door aannemer R.N. van Os gebouwd,<br />
bestaat uit drie bouwlagen; het rechter<br />
gedeelte is breder dan het linker: een brede<br />
portiek waarin een voordeur met zijraam en<br />
bovenlichten; daarboven een natuurstenen<br />
draagbalk (latei). Op de derde verdieping<br />
ziet u boven drie smalle ramen de uitkragende<br />
goot met geprofileerde lijst. Onder<br />
deze lijst een omlopend fries, waarin cirkelmotieven<br />
zijn aangebracht., bekroond met<br />
een tentdak. Het linker deel van het pand<br />
heeft een smaller portiek met voordeur. De<br />
middenpartij heeft op de eerste verdieping<br />
een driezijdige erker, aan de onderzijde een<br />
borstwering gevuld met panelen. Hierboven<br />
wordt de gevel afgesloten door een<br />
gootlijst, waarboven het schuin-oplopende<br />
dakvlak (met een oorspronkelijke erker).<br />
Het linker gedeelte heeft beneden een<br />
smalle portiek, waarbinnen een voordeur.<br />
Langs de bovenzijde zijn enkele verdiepte<br />
vakken in het metselwerk aangebracht.
Een asymmetrisch pand in een stijl, die<br />
verwantschap vertoont met Jugendstil<br />
(dezelfde architect heeft het woon-pakhuis<br />
op nummer 16-17 ontworpen).<br />
Bassingracht 7-8: Ook beeldbepalend zijn<br />
de woon-winkelhuizen op nummer 7-8<br />
uit 1917 (ontworpen door J. Boom).<br />
Bassingracht 15: Een klein woonhuis<br />
(anno 1909) met een zeer fraaie dakkapel.<br />
Bassingracht 16/17: In 1911 werd dit uit<br />
twee woonlagen bestaande winkel-woonhuis<br />
gebouwd door aannemer J.L. van Os,<br />
broer van de eerder genoemde R.N. van Os.<br />
Rechts van het winkelgedeelte is een portiek,<br />
waarin de deur naar de bovenwoning.<br />
Een fraaie topgevel bekroont dit gedeelte.<br />
26. Nu de volgende straat R.A. (= na<br />
hoekhuis Bassingracht nr. 21):<br />
Vijzelstraat.<br />
Op dit punt van de Bassingracht - ter<br />
hoogte van de Vijzelstraat - kunt u aan de<br />
overkant van de gracht een voormalig pakhuis<br />
zien op de Achterbinnenhaven nr. 15<br />
- het wat hogere pand met Mansardekap,<br />
compleet met stalen hijsbalk boven in de<br />
gevel en zes fraaie siersmeedijzers. Ook de<br />
reusachtige deuren in de gevel zijn nog<br />
zichtbaar. Het is nu een woonhuis / toko<br />
voor Indonesische etenswaren.<br />
27. In de Vijzelstraat: 1e L.A.:<br />
Bakkerbreetstraat.<br />
Maranathakerk<br />
Eerste steen<br />
Glas-in-lood:<br />
De ploeger<br />
Bakker Breet<br />
De Maranathakerk – Vijzelstraat 73. In de<br />
buitenmuur ziet u fraaie glas-in-lood ramen.<br />
Naast de voordeur een bordje: ‘Eerste steen<br />
gelegd 18 april 1879 door A. Breet Cz‘. De<br />
orthodox-hervormde broodbakker Cornelis<br />
Breet (1836-1916) - zijn <strong>bij</strong>naam ‘Zalige<br />
Breet’ deed hem eer aan - begon <strong>bij</strong> zijn<br />
woning vanaf ± 1869 z’n activiteiten als<br />
evangelist. Voor de kinderen hield hij een<br />
Zondagschool en voor de volwassenen<br />
evangelische samenkomsten. De ruimte<br />
werd door de groeiende belangstelling te<br />
klein en hij besloot een kerk te bouwen.<br />
Door de week diende het kerkgebouw als<br />
bewaarschool voor kleine kinderen. Onder<br />
Breet stond op de voorgevel: ‘Bethel tot heil<br />
van allen’. Het gebouw heeft later dienst<br />
gedaan als kolenpakhuis. Later, vanaf begin<br />
jaren dertig van de vorige eeuw zette Hendrik<br />
Kraak (1895-1970) hier het werk van<br />
Breet voort. Onder Kraak stond gevelbreed:<br />
‘Komt allen tot mij die vermoeid en belast<br />
zijt’. Tot december 1970 heeft H. Kraak het<br />
evangelisatiewerk voortgezet. Het gebouw,<br />
later bekend als de Maranathakerk, heeft<br />
dus <strong>bij</strong>na een eeuw lang als evangelisatiegebouw<br />
dienst gedaan. In 1977 werd de<br />
gemeente <strong>Den</strong> <strong>Helder</strong> eigenaar van het<br />
gebouw. Aanvankelijk wilde de gemeente<br />
het gebouw slopen, maar de Stichting<br />
Visbuurtbelangen heeft het kerkje gered<br />
door geld in te zamelen en het gebouw in<br />
hetzelfde jaar te renoveren. Momenteel in<br />
gebruik als o.a. peuterspeelzaal. (Zie elders<br />
in dit boekje voor informatie over de glasin-lood<br />
ramen).<br />
13
14<br />
28. 1e L.A.: Visstraat.<br />
29. 1e R.A.: Bassingracht. Deze straat<br />
uitrijden.<br />
30. Bij kruising Bassingracht /<br />
Ruyghweg: de Ruyghweg<br />
oversteken en L.A. over de brug:<br />
Havenweg.<br />
gRaCHtengORdeL<br />
De brug: ’Laurens Brandligtbrug (1723-<br />
1803) ontwerper van de oorlogshaven Het<br />
Nieuwe Diep‘ - de waterbouwkundige<br />
Brandligt veranderde in 1781-1787 de getijdenkreek<br />
met dammen in een haven.<br />
31. Bij kruising Havenweg / Binnenhaven:<br />
R.A.: fietspad Binnenhaven.<br />
32. Direct 1e R.A.; dan <strong>bij</strong> T-splitsing:<br />
L.A.: Achterbinnenhaven.<br />
33. Achterbinnenhaven uitrijden tot<br />
<strong>bij</strong>na aan het eind. Hier L.A. het<br />
tegelpad op richting Binnenhaven.<br />
34. Einde tegelpad: Hier L.A.: fietspad<br />
Binnenhaven (richting centrum).<br />
De Binnenhaven kent vele panden, die op<br />
de lijst gemeentelijke monumenten staan.<br />
Maar er zijn meerdere panden het bekijken<br />
waard. Binnenhaven 126/125 – 124/123 –<br />
119 – 118 – 117 – 116 – 115 – 114.<br />
Binnenhaven 126/125 - 124/123<br />
Binnenhaven 119-118-117-116-115-114<br />
Binnenhaven 119-114: Een complex van zes<br />
woonhuizen (anno 1907). Het geheel toont<br />
nu nog vrij goed het oorspronkelijke rijke<br />
karakter van deze woningen. De ingangen<br />
zijn twee aan twee gekoppeld met op<br />
de verdieping een houten balkon. In het<br />
midden van dit complex bevindt zich een<br />
gemetseld fronton. Let u ook eens op de<br />
fraaie deuren en balkonhekken.<br />
Binnenhaven 101: een breed woonhuis (8<br />
meter; waarschijnlijk anno 1849) van één<br />
bouwlaag met in het dakvlak een later<br />
aangebrachte dakkapel. No. 94 en 91 zijn<br />
kleiner, maar uit dezelfde bouwperiode.<br />
35. Fietspad vervolgen. Bij verkeerslichten<br />
oversteken. RD Binnenhaven.<br />
De route voert langs de volgende fraaie<br />
panden: Binnenhaven 61 – 54 – 43 – 27<br />
– 26 – 25 (= ‘Käthe Kruse Museum‘) – 24<br />
– 20 – 19/18 (19=’ ‘t Knijpie‘) – 17 – 16 –<br />
9 – 1.<br />
Binnenhaven 61: Een woonhuis van één<br />
bouwlaag, gedekt door een zadeldak. De<br />
vensters op de begane grond en de voordeur<br />
zijn voorzien van een licht getoogde<br />
bovendorpel en met getrokken lijstwerk<br />
rondom de dagkanten. Het is een voorbeeld<br />
van ‘burgerwoningbouw’ in <strong>Den</strong> <strong>Helder</strong> aan<br />
het eind van de 19e eeuw.
Binnenhaven 54<br />
Binnenhaven 24: Wellicht het oudste pand<br />
aan deze straat. De gevelsteen geeft aan,<br />
dat het in een sobere neo-classicistische stijl<br />
gebouwde pand uit 1838 stamt. Het bestaat<br />
uit twee bouwlagen en is geplaatst op<br />
een gecementeerde plint. Ter hoogte van de<br />
onderdorpels loopt een schortenband; ter<br />
afscheiding van de twee bouwlagen is een<br />
hoge geprofileerde lijst aangebracht. Bovenaan<br />
bevindt zich een geprofileerde daklijst;<br />
bovenop een rond omlopend schilddak.<br />
Boven de voordeur is een gietijzeren levensboom.<br />
Binnenhaven 20-19-18-17-16<br />
Binnenhaven 1/3-5<br />
Hoek Binnenhaven / Nieuwe Brugstraat:<br />
hier heeft u een fraai gezicht op de Nieuwstraat<br />
met aan het eind de O.L.V.O.O.-kerk<br />
(met de deur naar de haven gericht).<br />
36. De Binnenhaven gaat over in de<br />
Zuidstraat. Fietspad Zuidstraat<br />
vervolgen richting centrum.<br />
Ook de Zuidstraat biedt een groot aantal -<br />
al of niet op de monumentenlijst vermelde<br />
- ‘<strong>verborgen</strong> schatten’: Zuidstraat - voor<br />
de bocht: 86 – 78/77 – 72 – 71 (= ‘De<br />
Razende Bol‘) – 67 (=‘De Kaper‘)<br />
Zuidstraat - voor de bocht<br />
Zuidstraat 77-78: Deze winkel met bovenwoning<br />
is in 1927 verbouwd in de stijl<br />
van de Amsterdamse School naar ontwerp<br />
van de <strong>Helder</strong>se architect J.J. van der Leek<br />
(opdrachtgever F.H.B.M. Riesselman had<br />
hier zijn winkel in kruidenierswaren; hij was<br />
ook de organist van de O.L.V.O.O.-kerk).<br />
Het pand bestaat uit drie bouwlagen met<br />
op de begane grond een donker gelakte<br />
houten winkelpui. Rechts is de ingang van<br />
de winkel; links die van de bovenwoning.<br />
Boven de deuren en de etalage bevindt zich<br />
een zwaar bovenlicht, bestaande uit iets<br />
naar voren springende houten stijlen, met<br />
glas-in-lood. Hier omheen is de onderpui<br />
bepleisterd. De verdieping heeft een<br />
tweekantig erkertje. De tweede verdieping<br />
heeft een naar buiten gebogen drielicht<br />
venster. De bovenzijde van de gevel wordt<br />
afgesloten door vijf rijen rode daktegels.<br />
– en na de bocht Zuidstraat 63 (= ‘Huize<br />
Jeanne‘) – 62 - 61 – 60 (nieuw opgetrokken)<br />
– 51 – 40 – 37 (naast Proton) – 31<br />
– 29 – 28 – 23/22 – 21 – 15 – 14 – 13 (=<br />
dichtgetimmerd).<br />
15
16<br />
Zuidstraat - na de bocht<br />
Zuidstraat 14 e.v.: een kijkje<br />
richting Binnenhaven<br />
37. Einde Zuidstraat: vanaf het fietspad<br />
R.D. het trottoir op; de brug<br />
over en direct L.A. het trottoir<br />
blijven volgen. Ter hoogte van de<br />
wandelstraat (wandelgebied) het<br />
kruispunt (Spoorgracht)<br />
oversteken en rechtdoor de<br />
Janzenstraat in.<br />
SLuISdIJKBuuRt<br />
Einde Zuidstraat - hoek Weststraat<br />
De brugverbinding tussen Zuidstraat -<br />
Beatrixstraat: In 1891 kwam hier een echt<br />
antieke ijzeren (draai-)brug, de Keizersbrug.<br />
De Janzenstraat is vernoemd naar de aannemers<br />
Gebroeders Janzen.<br />
38. Bij kruising Janzenstraat /<br />
Janzendwarsstraat: L.A. (= dus<br />
1e L.A.): tot einde straatje.<br />
Steengracht 25: Kerkgebouw<br />
Steengracht 25: Aan uw linkerhand ziet<br />
u een kerkgebouw (‘Christelijk Gereformeerde<br />
Kerk‘ stond er op een tekstband<br />
van hardsteen, ingemetseld boven de deur)<br />
- anno 1918, architect J. Visser. Gebouwd<br />
op de plek, waar in 1909 een kleinere kerk<br />
stond. Het is een zaalkerk op rechthoekig<br />
grondplan, waar<strong>bij</strong> een open daktorentje<br />
uit het oorspronkelijk ontwerp niet verwezenlijkt<br />
werd. Het gebouw is geplaatst op<br />
een donkerkleurige, gemetselde plint met<br />
rollaag en bestaat uit één bouwlaag. In de<br />
voorgevel is centraal de dubbele voordeur<br />
geplaatst met een bovenlicht voorzien van<br />
een korfboog. Het gebouw heeft spitsboogvensters<br />
met kalf. In alle spitsbogen zijn<br />
hardstenen sluitstenen gezet. De voorgevel<br />
wordt begrensd door gemetselde hoekpilasters,<br />
die zijn afgesloten door een natuurstenen<br />
tandlijst. Langs de rand van de topgevel<br />
is een uitgemetseld, klimmend boogfries<br />
aangebracht. De top van de gevel is geplat<br />
en is op de hoeken voorzien van korte pylonen.<br />
Het pand is gedekt door een zadeldak.<br />
Sinds 1993: Genootschap Vergadering van<br />
Gelovigen.<br />
39. OMKEREN – terug naar de<br />
Janzenstraat.<br />
40. Hier L.A. en Janzenstraat<br />
vervolgen.
Janzenstraat<br />
Janzenstraat 58 - 84 (anno 1909, gebouwd<br />
door de aannemers Van Pelt) en 49 - 75<br />
(anno 1910, gebouwd door H. Wijker).<br />
De woningen zijn voor <strong>Den</strong> <strong>Helder</strong> zeer<br />
kenmerkend; slechts één bouwlaag met direct<br />
hierop de kap. De kracht van dit stukje<br />
straat is het aantal van deze gave panden<br />
<strong>bij</strong> elkaar. De bouwstijl is neo-renaissance,<br />
vanwege het gebruik van oranjekleurige<br />
verblendsteen in de cordonbanden en<br />
ontlastingsbogen. Naast de in de meeste<br />
gevallen nog originele voordeur - in een iets<br />
verdiept portiek - zijn twee schuifvensters.<br />
Boven de geprofileerde gootlijst is een<br />
Mansardekap geplaatst. Iedere woning<br />
heeft een fraai gedetailleerde dakkapel.<br />
Een andere aannemer heeft de andere<br />
panden in deze straat in dezelfde stijl<br />
gebouwd. In 2001 is het merendeel van de<br />
woningen zeer fraai gerestaureerd.<br />
41. Na de bocht: <strong>bij</strong> de T-splitsing<br />
klein stukje L.A.: Sluisdijkstraat<br />
(ook wandelgebied).<br />
Sluisdijkstraat 85: Duidelijk is nog te zien,<br />
dat het tweede woonhuis van de hoek<br />
vroeger een winkel was: ‘<strong>Helder</strong>sche boter-<br />
en kaashandel‘.<br />
42. OMKEREN.<br />
43. Sluisdijkstraat - richting centrum<br />
- vervolgen. R.A. en direct L.A.langs<br />
het zgn. Kanonnenpleintje<br />
naar de Beatrixstraat.<br />
Op dit vroegere stukje Westgracht hebben<br />
enkele karakteristieke trapgevelpanden<br />
gestaan. Deze moesten verdwijnen <strong>bij</strong> de<br />
aanleg van de nieuwe - bredere - Keizersbrug.<br />
44. Bij de Beatrixstraat: stukje L.A.<br />
Beatrixstraat 92: In het tweede huis van de<br />
hoek (nr. 92; waarschijnlijk circa 1910) is nu<br />
al meer dan een halve eeuw een Chinees<br />
restaurant gevestigd. Twee zaken verderop<br />
(nr. 88) is de gevel boven de eerste bouwlaag<br />
bewaard gebleven. Dit pand met fraaie<br />
ramen boven is gedekt met een zadeldak,<br />
waarvan de nok loodrecht op de straat<br />
staat. Nog eens twee zaken verder (nr.<br />
76/78) een ongeveer even oud pand als nr.<br />
92, gedekt met een zadeldak, waarvan de<br />
nok evenwijdig aan de straat loopt (heden<br />
ten dage een vishandel). De drie bovenvensters<br />
van dit pand hebben korfbogen; de<br />
boogvelden zijn witgestuct.<br />
45. OMKEREN.<br />
46. 2e L.A. (dus nog vóór de brug)<br />
Westgracht.<br />
17
18<br />
CentRum<br />
Westgracht 71: De voormalige pastorie.<br />
Ontwerper C.J. Bollée, opzichter <strong>bij</strong> de<br />
Hondsbossche Zeewering. Een riante woning<br />
met twee bouwlagen, waarboven een<br />
zolder (met dakkapel).<br />
Westgracht 66 t/m<br />
69A (hoek Breewaterstraat):<br />
De<br />
voormalige Evangelisch<br />
Lutherse Kerk,<br />
Achtkantige kerkje<br />
een achthoekige<br />
kerk (vaak het ‘achtkantige kerkje’ genoemd)<br />
met dakruiter, gebouwd in 1854-<br />
1855, eveneens naar een ontwerp van<br />
C.J. Bollée; gebouwd door aannemersfirma<br />
Gebroeders Janzen. Pas in 1856 was de<br />
inrichting gereed en kon de kerk worden<br />
ingewijd. Het gebouw heeft echter maar<br />
enkele jaren als kerk dienst gedaan. De<br />
gemeente werd in 1881 ontbonden. Daarna<br />
heeft het lange tijd dienst gedaan als graanpakhuis;<br />
vervolgens als opslagplaats voor<br />
lompen en metalen; ook een expeditiebedrijf<br />
is er gevestigd geweest.<br />
De hoofdvorm, een octogoon, is zeer<br />
herkenbaar sinds de latere aanbouw verwijderd<br />
is. Men had voor deze cirkelvorm<br />
gekozen, omdat een centraalbouw - waar<strong>bij</strong><br />
de gelovigen rond de kansel geschaard<br />
konden worden - voor een preekkerk het<br />
meest geschikt was, zo wordt vermeld. De<br />
architectuur is eenvoudig van aard. Onder<br />
de dakrand loopt een gecementeerde band,<br />
waaronder een gemetselde boogfries. Op<br />
de hoeken zware hoekpilasters. Op de top<br />
van het dak heeft heel vroeger een bekroning<br />
gestaan in de vorm van een open<br />
lantaarn of iets dergelijks. Vanaf 1995 is het<br />
een wooncomplex met een- en tweepersoons<br />
appartementen van woningbouwvereniging<br />
Nieuwediep. Bij deze laatste<br />
renovatie werd op de top van het dak weer<br />
een open lantaarn / torentje geplaatst.<br />
Na een<br />
bombardement<br />
Westgracht 49: Veel woningen op deze<br />
gracht bestaan uit twee bouwlagen Dit<br />
witte huisje is een mooi voorbeeld van één<br />
van de panden bestaande uit één bouwlaag.<br />
Met zadeldak.<br />
Westgracht 33: In 1915 gebouwd naar<br />
een ontwerp van de opdrachtgever<br />
P. Hoogenbosch. Het woonhuis bestaat uit<br />
twee bouwlagen onder een schilddak. De<br />
voordeur bevindt zich rechts in een portiek<br />
met tegelwerk, zoals je die vrij veel aan<br />
deze grachten ziet. Boven de schuifvensters<br />
en het portiek zijn gecementeerde lateien.<br />
De voorgevel wordt afgesloten door een<br />
geprofileerde uitkragende goot op klossen.<br />
Westgracht 24 - 23: Twee fraaie voorbeelden<br />
van woningen bestaande uit twee<br />
bouwlagen. Nr. 24 heeft een plat dak; het<br />
hoekpand (nr. 23) heeft een zadeldak; verder<br />
een zeer fraaie voordeur en een mooie<br />
erker boven. Het bekijken waard.<br />
Westgracht 9: een groot woonhuis van<br />
twee bouwlagen, vier traveeën breed, anno<br />
1891. De ramen zijn licht getoogd en voorzien<br />
van een brede omlijsting. De bouwlagen<br />
worden van elkaar gescheiden door een<br />
rand siermetselwerk. Bovenaan wordt de<br />
gevel afgesloten door een geprofileerde lijst.<br />
Het pand vertoont eclectische details.<br />
47. 1e R.A.: brug over (‘1862<br />
Spoorbrug 1960‘) en direct<br />
R.A.: de Keizersgracht op.
BuuRt WILLemSOORd<br />
De Keizersgracht werd tot 1930 Achtergracht<br />
Westzijde genoemd. Hier waren<br />
woningen voor de ‘gewone werklieden’<br />
gebouwd. Vanaf 1842 ligt hier een brug<br />
over het <strong>Helder</strong>s kanaal. Z’n vervanger<br />
(in 1862) was een draaibrug, in de volksmond<br />
de Martelaarsbrug genoemd.<br />
Aan het begin van de Keizersgracht: Een<br />
bakstenen urinoir uit de jaren dertig van de<br />
vorige eeuw: Een <strong>verborgen</strong> schoonheid?<br />
Misschien niet direct een ‘schoonheid‘,<br />
maar toch een opmerkelijk bouwsel en<br />
daarom een gemeentelijk monument. Een<br />
gemetseld roodstenen hokje met een betonnen<br />
afdak; een van de weinige urinoirs,<br />
die er vandaag de dag te vinden zijn. Binnenin<br />
is er een tegeltableau aangebracht<br />
met de raadgeving: ‘gaat van hier behoorlijk<br />
gekleed’.<br />
Keizersgracht 83: Het woonhuis - op de<br />
gemeentelijke monumentenlijst - bestaat<br />
uit twee bouwlagen en dateert van 1913.<br />
Langs de dakrand is fraai tegelwerk aangebracht.<br />
Het pand links (no. 82) heeft er<br />
vroeger hetzelfde uitgezien.<br />
Keizersgracht 85/86: Oorspronkelijk een<br />
pakhuis (anno 1924). Aan het eind van de<br />
Keizersgracht - op no. 93 - de voormalige<br />
Rehobothschool (lagere school).<br />
48. Keizersgracht uitrijden; <strong>bij</strong><br />
Beatrixstraat L.A.<br />
49. 1e L.A.: fietspad Weststraat.<br />
School 7<br />
Weststraat 110: Deze voormalig<br />
‘<strong>Gemeente</strong>school’ is in 1904 ontworpen<br />
door gemeentebouwmeester R. Kastelijn en<br />
kwam in de plaats van een kleiner schoolgebouw<br />
op deze plek. In 1905 gebouwd<br />
door de Gebroeders Van Os. Een zeer<br />
breed gebouw, van twee bouwlagen hoog,<br />
dat wordt afgesloten door een omlopend<br />
schilddak. Aan weerskanten van de gemetselde<br />
topgevel (met hijsbalk) ziet u twee<br />
‘dakkapellen’. De symmetrisch ingedeelde<br />
voorgevel bestaat uit negen vensterassen,<br />
met in het midden een licht risalerende<br />
vooruitspringende ingangspartij met de<br />
eerder genoemde opgemetselde topgevel.<br />
Het boogveld boven de oorspronkelijke<br />
voordeur is opgevuld met een tegeltableau.<br />
Hierin de wellicht voor die tijd karakteristieke<br />
tekst: ‘Leeren is leven - kennis is macht’.<br />
Weststraat<br />
Weststraat 82 - circa 1910 - heeft fraaie<br />
houten erkers.<br />
19
20<br />
Weststraat 72<br />
Weststraat 72: In 1900 gebouwd in opdracht<br />
van T.C. Govers in neorenaissancestijl.<br />
Het woonhuis heeft twee bouwlagen<br />
en een ‘ín- en uitzwenkende’ topgevel.<br />
Boven alle raamopeningen zitten ontlastingsbogen<br />
met hoekblokken en sluitstenen.<br />
De velden onder de bogen zijn versierd met<br />
tweekleurig metselwerk.<br />
Weststraat 66: Het pand is twee bouwlagen<br />
hoog; op de verdieping is de gevel<br />
omlijst door een uitgemetselde rand. In de<br />
ontlastingsbogen in Tudorstijl zijn sluitstenen<br />
en aanzetstukken gezet; in de boogvelden<br />
is gekleurd tegelwerk. Als scheiding<br />
tussen de twee bouwlagen bevindt zich<br />
onder de onderdorpels een uitspringende<br />
cordonlijst. De gevel wordt afgesloten<br />
door een geprofileerde lijst. Het pand heeft<br />
een schilddak; de dakkapel met fronton<br />
heeft de oorspronkelijke vorm.<br />
Weststraat 65: Een breed pand, bestaande<br />
uit twee bouwlagen. De winkelpui op de<br />
begane grond bestaat voornamelijk uit glas<br />
en heeft aan de linkerkant een verdiept<br />
portiek met ronde hoeken en eveneens<br />
gebogen vensterglas. Best <strong>bij</strong>zonder.<br />
Weststraat 65<br />
De bovenlichten<br />
bevatten glas-inlood.<br />
Op de bovenverdieping<br />
valt<br />
boven de fraaie<br />
raampartijen de<br />
balustrade-achtige<br />
dakafsluiting op.<br />
Het pand heeft<br />
een zadeldak.<br />
Op een foto<br />
uit 1870 is een<br />
reusachtige ossenkop te zien in de nog altijd<br />
aanwezige nis in het hogere middengedeelte.<br />
Vandaar dat deze voormalige schoenmakerij<br />
en lederhandel van de familie Hoogenbosch<br />
’Magazijn De Ossekop’ heette. Rond<br />
1870 werd het pand uitgebreid: het rechter<br />
gedeelte van het pand. De uitbreiding is<br />
aangepast aan het al bestaande woonwinkelpand.<br />
Links, nr. 66 was het woonhuis<br />
van de ondernemer.<br />
Weststraat: Nr. 65 t/m 62 zijn nog herkenbaar<br />
op deze foto. De foto laat ook nog het<br />
verdwenen portierswachthuis <strong>bij</strong> de toegang<br />
tot de Oude Rijkswerf Willemsoord zien.<br />
Weststraat<br />
Weststraat 59: Het pand is gebouwd als<br />
pastorie van de Ned. Hervormde Kerk in<br />
een bouwstijl, die gangbaar was in 1880.<br />
Twee bouwlagen en een lagere zolderverdieping,<br />
drie traveeën breed. De serre links<br />
werd in 1932 aangebouwd; de oorspronkelijke<br />
kap werd in 1960 vervangen door een<br />
plat vlak.
50. Ter hoogte van de entree van<br />
Oude Rijkswerf Willemsoord B.V.:<br />
L.A..: Nieuwe Kerkplein.<br />
Toegang Rijkswerf<br />
De oudste gebouwen van Rijkswerf Willemsoord<br />
dateren van 1822. Deze entree is<br />
van later datum. De toegangspoort tot de<br />
werf is enkele keren gewijzigd. De huidige<br />
brug is uit de jaren zestig van de vorige<br />
eeuw. De oorspronkelijke Westerpoort werd<br />
voor 1850 hier aangelegd. Het was de<br />
achtertoegang; de hoofdtoegangen lagen<br />
aan de oostzijde. Eerst was hier - aan de<br />
‘achterkant’ van de werf - een vlotbrug;<br />
deze werd vervangen door een dubbele<br />
ophaalbrug (1863), in 1880 door een<br />
ijzeren draaibrug. Daar<strong>bij</strong> kwam een dubbele<br />
ijzeren poort en een eikenhouten paal<br />
met ‘aanluidklok’. In 1906 is het eerste<br />
portierswachthuis (anno 1857) vervangen<br />
en vergroot. Waarschijnlijk zijn toen<br />
pas de gemetselde kolommen (met<br />
leeuwen) er gekomen. De natuurstenen<br />
leeuwen op deze kolommen zijn ouder dan<br />
deze kolommen zelf en hebben waarschijnlijk<br />
heel vroeger een gebouw op de werf<br />
gesierd. Boven de ijzeren poort was een<br />
gebogen ijzeren plaat (met het wapen van<br />
Nederland en de tekst ‘Rijkswerf’, die beide<br />
kolommen verbond. De oude ijzeren draaibrug<br />
was echter te smal en niet berekend<br />
op zwaar verkeer. Voor de bouw van de<br />
huidige brede ophaalbrug is toen het<br />
wachthuisje gesloopt. De kolommen aan<br />
weerskanten zijn behouden gebleven, maar<br />
voor de bredere brug iets verplaatst.<br />
De gebouwen (o.a. het hoge pand - gebouw<br />
47 - en rechts daarvan gebouw 52;<br />
anno 1824/1825) langs het werfkanaal<br />
(‘Afsluitingskanaal’) zijn in een sobere neoclassicistische<br />
stijl ontworpen. U kunt<br />
deze stijl herkennen aan de symmetrische<br />
verhoudingen en aan de halfronde bogen<br />
van raam- en deuropeningen (gebouw 47:<br />
het door Jan Blanken ontworpen Stoommachinegebouw<br />
of Pompgebouw, d.i. het<br />
eerste gereedgekomen gebouw op de Oude<br />
Rijkswerf - nu ruimte biedend aan het kantoor<br />
van Willemsoord B.V. en een vestiging<br />
van de VVV; rechts hiervan gebouw 52 de<br />
vroegere smederij en later de schilderswerkplaats).<br />
Nieuwe Kerk<br />
Nieuwe Kerkplein 2: Nu ‘De Ambassade’<br />
(Evangelische Gemeenschap); de oudste<br />
nog aanwezige kerk in <strong>Den</strong> <strong>Helder</strong> is de<br />
Nieuwe Kerk (architect H.H. Dansdorp,<br />
waterstaatsingenieur).<br />
21
22<br />
Een neoclassicistische kerk: een driebeukige<br />
zaalkerk met ingezwenkte topgevels, Dorische<br />
ingangspartij en een houten dakruiter<br />
met achtkantige lantaarn. Deze dakruiter uit<br />
1843 bevatte een klok uit 1641. In 1943 is<br />
deze luidklok is echter verdwenen; zijn vervanger<br />
kwam in 1951. Het gebouw is een<br />
zogeheten waterstaatskerk. De hervormde<br />
kerk werd op 1 december 1839 ingewijd.<br />
De spitse houten toren kwam pas in 1843<br />
tot stand (deze werd in de Tweede Wereldoorlog<br />
ernstig beschadigd). Opvallend<br />
is dat deze midden op het gebouw staat.<br />
Het bouwwerk is, zo dicht <strong>bij</strong> de zee en de<br />
haven, gevoelig voor zee- en weersinvloeden<br />
en nadat de toren begin jaren negentig<br />
al eens gerestaureerd was, volgde er in<br />
2008 een nieuwe opknapbeurt. Het is een<br />
grote kerk met een voor <strong>Helder</strong>se begrippen<br />
imposant interieur met een orgel van één<br />
van de belangrijkste orgelbouwers uit ons<br />
land, Van Dam uit Leeuwarden.<br />
De Nieuwe Kerk geniet enige bekendheid,<br />
omdat het ook de kerk was waar François<br />
HaverSchmidt predikte. Beter bekend als de<br />
dichter Piet Paaltjens. Zie ANWB-plaquette<br />
naast de deur: ‘François HaverSchmidt (Piet<br />
Paaltjens) 1835 - 1894, dominee/dichter,<br />
predikant te <strong>Helder</strong> (1862 - 1864)’.<br />
Hij was er overigens slechts anderhalf jaar<br />
predikant, van december 1862 tot juli 1864.<br />
Zes maanden na zijn aanstelling vroeg hij<br />
al zijn ontslag aan, omdat hij dacht niet<br />
te kunnen voldoen aan de eisen van <strong>Den</strong><br />
<strong>Helder</strong>. Zijn medepredikanten konden hem<br />
ervan overtuigen dat hij zichzelf te laag<br />
inschatte. Hij werd gekweld door buien van<br />
neerslachtigheid en pleegde in zijn volgende<br />
standplaats Schiedam op 19 januari 1894<br />
- na het overlijden van zijn vrouw in 1891 -<br />
uiteindelijk zelfmoord. De hervormde kerk<br />
bleef tot 1975 als zodanig in gebruik, maar<br />
werd daarna verkocht aan de Volle Evangelische<br />
gemeente en vervolgens aan de<br />
evangelische gemeenschap De Ambassade.<br />
Hoek Bierstraat - Molengracht<br />
51. Brug over; R.D. Bierstraat in (Het<br />
straatnaambordje is verdwenen;<br />
er zijn altijd wel ‘liefhebbers’<br />
voor dit bordje).<br />
OOStSLOOtBuuRt<br />
52. Bij T-splitsing: R.A.: Molenstraat.<br />
School Molenstraat<br />
Molenstraat 1: Net voor<strong>bij</strong> de bocht ziet<br />
u een groot voormalig schoolgebouw uit<br />
1918; vanaf 1936: de vierjarige U.L.O. In<br />
1966 werd aan het Ministerie van Onderwijs<br />
verzocht deze Juliana van Stolbergschool<br />
voor U.L.O. op te heffen. Het gebouw<br />
werd bestemd voor de Visserijschool<br />
en later voor het geven van muziekonderwijs.<br />
Nu is het in particulier bezit.<br />
53. Direct na het voormalige schoolgebouw:<br />
R.A., een klein stukje de<br />
Ooststraat in.
Aan uw linkerzijde ziet u op de witte achtergevel<br />
van een huis, Loodsgracht 68, een<br />
gedicht van Victor Hugo staan (met een<br />
lieveheersbeestje). De vorige bewoner van<br />
deze woning vond dit zo’n mooi gedichtje,<br />
dat hij besloot het op de achtergevel te<br />
zetten:<br />
Sa bouche fraîche était là ; / Je me<br />
courbais sur la belle, / Et je pris la<br />
coccinelle ; / Mais le baiser s‘envola. /<br />
Les contemplations Victor Hugo<br />
Haar frisse mond was daar; / Ik buig me<br />
naar het schone toe, / En ik neem het<br />
lieveheersbeestje ; / Maar de kus vliegt<br />
weg./ De beschouwingen Victor Hugo<br />
54. Om de route te vervolgen:<br />
OMKEREN – R.A. de Oostslootstraat<br />
vervolgen.<br />
55. Nu de 4e L.A. (= de rechterkant<br />
van het parkeerterreintje): 2e<br />
Vroonstraat (woonerf). Deze<br />
straat een stukje ingaan.<br />
Onthulling gedenkteken<br />
Gedenkteken: Het Vliegermonument (onthuld<br />
op 30-08-1945), opgericht ter nagedachtenis<br />
aan twee Engelse vliegers, die hier<br />
op 18 juli 1943 zijn omgekomen.<br />
Dit gedenkteken bestond vroeger uit een<br />
gemetselde stenen bak met verhoogde<br />
opstand en een donkere granieten plaat<br />
met inscriptie, volgens een ontwerp van het<br />
bestuur ’Buurtvereniging 2e Vroonstraat’. In<br />
het begin waren de namen van de met een<br />
Bristol Beaufighter vliegtuig verongelukte<br />
bemanningsleden nog niet bekend en luidde<br />
de inscriptie op de zwart marmeren gedenkplaat:<br />
‘Hier vielen voor onze bevrijding<br />
twee onbekende Britsche vliegers’. Later<br />
werden de namen van de twee op 22-jarige<br />
leeftijd omgekomen R.A.F.-vliegers vermeld:<br />
Harrold C. Stevenson (navigator) en Earnest<br />
F.G. Kidd. Enkele jaren terug is de gedenksteen<br />
geheel veranderd; in 2001 werd een<br />
tweede koperen plaquette onthuld.<br />
56. Nu OMKEREN – en L.A. de<br />
Oostslootstraat vervolgen.<br />
57. Bij kruising Oostslootstraat /<br />
Hoogstraat even stilstaan.<br />
Bij de zijstraat even naar links kijken: u ziet<br />
fraaie panden in de Hoogstraat; nr. 46 t/m<br />
24. Doordat het eigen woningbezit zich op<br />
een bepaald moment sterk ontwikkelde,<br />
ontstonden nogal uiteenlopende goothoogten,<br />
ramen, voordeuren en soms zeer<br />
divers kleurgebruik. Vaak zijn het woningen,<br />
afgaande op de boogramen en betegelde<br />
portieken, die ongeveer een eeuw oud zijn.<br />
58. Oostslootstraat uitrijden; R.A.:<br />
Koningsplein.<br />
23
24<br />
Belasting- en Accijnskantoor<br />
Koningsplein 9: Dit hoekpand is het voormalige<br />
Belasting- en Accijnskantoor, een<br />
tweelaags diep pand met neorenaissancedetails;<br />
het dateert uit 1898. In 1924 werd<br />
het pand inwendig verbouwd en in 1950<br />
uitgebreid. Het bestaat uit twee bouwlagen<br />
met een topgevel. Boven de vensters<br />
zijn ontlastingsbogen met hoekblokken en<br />
sluitstenen. Het pand is gedekt met een<br />
zadeldak. In de gevel bevinden zich enkele<br />
sierankers.<br />
59. Koningsplein vervolgen, richting<br />
dijk - tot de Postbrug.<br />
Postbrug en Loodsgracht<br />
In het verlengde van het Koningsplein ziet<br />
u de Postbrug, waarvan de naam ontleend<br />
is aan het postkantoor, dat tegenover de<br />
brug aan de Kanaalweg stond en tijdens<br />
de Tweede Wereldoorlog op last van de<br />
bezetter werd afgebroken. In 1932 besloot<br />
de raad de uit 1840 daterende draaibrug te<br />
vervangen door een vaste stenen brug. De<br />
brug werd in 1933-1934 gebouwd met expressionistische<br />
hoekpylonen, vermoedelijk<br />
naar een ontwerp van òf architect S. Krijnen<br />
òf architect P. L. Kramer (deze laatste is ook<br />
bekend van het Carillon).<br />
De kern van de brug bestaat uit gewapend<br />
beton; de frontmuren en de borstweringen<br />
zijn van gemêleerde bakstenen. De brug telt<br />
vier gemetselde hoog oprijzende pylonen<br />
met aan alle vier zijden koperen lichtornamenten.<br />
In de tweede helft van de vorige<br />
eeuw zijn de stenen leuningen verlaagd.<br />
De stijl van de brug sluit aan <strong>bij</strong> die van de<br />
Amsterdamse School.<br />
60. Nog vóór de Postbrug: R.A.:<br />
Loodsgracht (Deze gaat even<br />
verderop over in de Molengracht).<br />
De werknemers in het loodswezen (veelal<br />
afkomstig van Texel) zochten huisvesting<br />
en kozen voor een woning in de ‘loodsenbuurt’,<br />
de latere Loodsgracht en omgeving<br />
aan de zuidzijde van het <strong>Helder</strong>s Kanaal.<br />
De Loodsgracht van nu mag er zijn; twintig<br />
panden stonden of staan op de gemeentelijke<br />
monumentenlijst.<br />
Een aaneenschakeling van prachtige panden:<br />
Loodsgracht 10/11 – 16 – 17 – 18<br />
– 20 – 29 – 46 - Molenbrug - 47 - 48 - 52<br />
- 53 - 54 - 55 - 60 - 61 - 69 -70.<br />
Loodsgracht 10/11 - hoek Hoogstraat: Ook<br />
dit woonhuis is een ontwerp van architect<br />
S. Krijnen. Zeer fraai. Een prachtige toegang<br />
op de ‘afgeschuinde’ hoek met een balkonnetje<br />
er boven. Rondboogvensters, ontlastingsbogen,<br />
betegelde boogvelden; kortom,<br />
een plaatje!<br />
Loodsgracht 16: Dit pand bestaat slechts uit<br />
één bouwlaag, terwijl de meeste woningen<br />
op deze gracht uit twee bouwlagen bestaan.<br />
Opmerkingen: Verschillende huizen<br />
aan de gracht hebben een balkon; een<br />
enkel pand heeft een erker op de bovenverdieping.<br />
Fraai zijn ook <strong>bij</strong> diverse huizen de<br />
betegelde portieken en de betegelingen in<br />
de boogvensters.
Loodsgracht 33 t/m 44<br />
Loodsgracht 46: Pand met forse lijst -<br />
twee bouwlagen. Fraai glas-in-lood in de<br />
bovenlichten van de vensters op de begane<br />
grond. Ter hoogte van de verdieping loopt<br />
een gestucte schortenband. Inwendig<br />
verbouwd.<br />
Loodsgracht 47: Een pand uit 1893 met<br />
neogotische details. De voordeur met<br />
gemetseld bovenlicht bevindt zich binnen<br />
een spaarveld, waarvan de bovenzijde<br />
behandeld is als een boogfries. Hierboven<br />
is de gevel afgesloten door een hardstenen<br />
afdekking, waarvan het middelste gedeelte<br />
getrapt is, bekroond door een natuurstenen<br />
eikel. Beneden zijn de twee schuifvensters<br />
onder korfbogen te zien. De boogvelden<br />
zijn gevuld met kleurig tegelwerk. De<br />
segmentvormige boog boven het raam op<br />
de tweede bouwlaag was oorspronkelijk<br />
ook met tegelwerk opgevuld geweest, maar<br />
dat is verloren gegaan. De gevel wordt<br />
afgesloten door een trapgevel. Onder deze<br />
trapgevel is een boogvormige uitgemetselde<br />
troefaas (= een figuur van drie elkaar<br />
snijdende cirkelbogen). Over de gevel zijn<br />
- ter hoogte van de dorpels - banden van<br />
groengeglazuurde bakstenen verwerkt. Onder<br />
het raam op de verdieping is een band<br />
van gekleurd siermetselwerk. In de gevel<br />
bevinden zich vijf sierankers.<br />
Loodsgracht 48: Samen met no. 49 is dit<br />
pand in 1913 (of 1916?) gebouwd. No. 48<br />
telt drie bouwlagen en is geplaatst op een<br />
hoog gecementeerde plint. Aan de bovenzijde<br />
is een afgeknotte topgevel. De voordeur<br />
is in Jugendstil-trant; het bovenlicht en<br />
de schuifvensters hebben een glas-in-lood<br />
bovenlicht. De tweede bouwlaag heeft een<br />
grote vijfzijdige erker, ondersteund door een<br />
natuurstenen console met een draagconstructie<br />
van stalen balken. Deze erker is zeer<br />
fraai gedetailleerd en heeft een borstwering<br />
met panelen. Een balustrade op deze erker<br />
dient als balkon. Het pand wordt gedekt<br />
door een platte en gewolfde Mansardekap.<br />
Burgemeester Driessen heeft op nr. 48 gewoond;<br />
deze burgemeester ontving in 1935<br />
H.M. Koningin Wilhelmina voor de onthulling<br />
van het Nationaal Monument voor het<br />
Nederlandse Reddingwezen (‘t Carillon).<br />
Loodsgracht 49: Dit pand heeft twee bouwlagen;<br />
beneden een portiek met tegelwerk<br />
en twee schuifvensters onder gemetselde<br />
ronde bogen waaronder rood-geel tegelwerk.<br />
Ook onder de grote gemetselde boog<br />
van de tweede verdieping is siermetselwerk<br />
in het boogveld te zien. De gevel wordt<br />
afgedekt met een geprofileerde lijst; op de<br />
hoeken fraai metselwerk.<br />
Loodsgracht 52: Anno 1904; gebouwd als<br />
pakhuis met een bovenwoning. Het pand<br />
bestaat uit twee bouwlagen, gedekt door<br />
een kap, waarvan een gedeelte met de<br />
nokrichting loodrecht en het andere parallel<br />
aan de straat is. Rechts op de verdieping:<br />
een ruime erker.<br />
Loodsgracht 69 - 70: Dit dubbele woonhuis<br />
(anno 1911) is in eigen beheer gebouwd.<br />
Het pand is geplaatst op een hoge grijsgeschilderde<br />
gecementeerde plint, gedeeltelijk<br />
voorzien van groeven als imitatie van natuursteen.<br />
De twee gevels zijn identiek. Aan<br />
de linkerzijde is een hoge portiek, waarbinnen<br />
zich een deur met een zijraam bevindt.<br />
25
26<br />
Naast de voordeur twee schuifvensters.<br />
Boven de vensters zijn ontlastingsbogen van<br />
oranje blendsteen aangebracht; hier en daar<br />
is de al of niet originele bonte tegelvulling in<br />
de boogvelden aanwezig. De gevel is afgesloten<br />
door een uitkragende, doorlopende<br />
gootlijst. Twee rondomlopende afgeplatte<br />
schilddaken sluiten het pand af. De grote<br />
dakkapellen zijn in de oorspronkelijke vorm<br />
te zien.<br />
Molenbrug t.o. Loodsgracht 73<br />
De Molenbrug (anno 1858- toen een<br />
houten ophaalbrug; vernieuwd in 1888;<br />
hersteld in de oorspronkelijke vorm in 1981<br />
- <strong>bij</strong>genaamd Mosterdbrug) kreeg zijn naam<br />
vanwege het feit, dat er ooit twee molens<br />
<strong>bij</strong> de bocht van het <strong>Helder</strong>s kanaal stonden:<br />
de houtzaagmolen ‘De Onderneming’<br />
(anno 1832) en ‘De Eendragt’ (anno 1843).<br />
De Loodsgracht gaat voor<strong>bij</strong> de zijstraat<br />
Ooststraat over in de Molengracht.<br />
Molengracht 5: Een statig grachtenpand,<br />
symmetrisch van opzet. In het bovenlicht<br />
- boven de dubbele paneeldeur - zijn de attributen<br />
van de Vrijmetselaarsbeweging als<br />
ornament aangebracht: een passer en een<br />
winkelhaak. De <strong>Helder</strong>se loge, opgericht in<br />
1824, is genoemd naar de beschermheer<br />
prins Willem Frederik Karel, broer van Koning<br />
Willem ll. Pas kort na de Tweede Wereldoorlog<br />
betrok deze vereniging dit pand.<br />
Oorspronkelijk bestond het gebouw uit één<br />
bouwlaag met een zadeldak. Halverwege<br />
de vorige eeuw kreeg de loge het huidige<br />
aanzien. Burgemeester Stakman Bosse is<br />
voorzitter van de vereniging geweest, in de<br />
periode waarin de vereniging nog ergens<br />
anders de loge had.<br />
Verdwenen: Molengracht 17<br />
Molengracht 18a t/m 18h. Dit in 2005<br />
opgeleverde appartementencomplex staat<br />
op de plek van het vroegere Militair-tehuis<br />
Ned. R.K. Volksbond (toen op Molengracht<br />
nr. 17 - in neorenaissance-vormen),<br />
waarvan de bouw naar een ontwerp van<br />
de architecten Simon Krijnen en Albertus<br />
Senderman in 1896 begon. De originele<br />
naamsteen is boven in de voorgevel van de<br />
nieuwbouw verwerkt.<br />
Het oorspronkelijke gebouw van de Volksbond<br />
heeft ook nog de functie van broodfabriek<br />
gehad.<br />
Molengracht en brug.<br />
61. Einde Molengracht: R.A.:<br />
Bierstraat.<br />
62. Einde Bierstraat: Bij T-splitsing<br />
L.A.: Molenstraat
CentRum<br />
63. Vervolgens <strong>bij</strong> Y-splitsing links<br />
aanhouden, de Molenstraat<br />
vervolgen tot het eerste (witte)<br />
huisje aan uw linkerhand.<br />
Molenstraat 63 - interieur<br />
Molenstraat 63 - een woning uit het midden<br />
van de 19e eeuw: Het enige pand, dat<br />
door de vereniging Hendrick de Keyser in<br />
<strong>Den</strong> <strong>Helder</strong> is aangekocht. (Zie het bordje<br />
naast de voordeur). Deze vereniging<br />
zet zich in voor het behoud van architectonisch<br />
of historisch waardevolle huizen<br />
en hun interieur in Nederland d.m.v. het<br />
verwerven van panden en ze vervolgens te<br />
restaureren en te verhuren (De vereniging<br />
is vernoemd naar de stadssteenhouwer /<br />
beeldhouwer van o.a. het grafmonument<br />
van Willem van Oranje in Delft).<br />
Het woonhuisje met gaaf bewaard interieur<br />
is één van de laatste oorspronkelijke arbeidershuisjes,<br />
dat herinnert aan de ontwikkeling<br />
van <strong>Den</strong> <strong>Helder</strong> van vissersdorp tot<br />
marinestad. De Molenstraat ligt aan<br />
de oostelijke grens van het oude vissersdorp,<br />
in een buurtje dat tot ontwikkeling<br />
kwam na de stichting van de Rijkswerf in<br />
1812. In de loop der tijd is de oorspronkelijke<br />
bebouwing van de straat grotendeels<br />
verdwenen. Het huisje werd in 1904 gemoderniseerd.<br />
Er kwam een tweede bouwlaag.<br />
De voorgevel werd voorzien van pleisterwerk<br />
in blokverband. Aan de achterzijde<br />
loopt het dak door tot de eerste<br />
bouwlaag; hier bevindt zich een prachtige<br />
dakkapel: aan de bovenkant afgewerkt met<br />
een driehoekig fronton; de zijkanten zijn<br />
voorzien van spitsboogroeden op paneel.<br />
Zeer <strong>bij</strong>zonder is het, dat <strong>bij</strong> deze verbouwing<br />
getracht werd binnen de plattegrond<br />
van krap 30 meter in het vierkant, geheel<br />
de indeling te realiseren van een herenhuis<br />
van omstreeks 1900. Zo werden voor- en<br />
achterkamer gekoppeld door middel van<br />
dubbele deuren met geëtst glas. De gang<br />
kreeg een gemarmerde lambrisering; de<br />
deuren en kozijnen werden voorzien van<br />
een houtimitatieschildering. Dit alles is<br />
bewaard gebleven en zorgvuldig gerestaureerd.<br />
Van woningen uit het midden van de<br />
19e eeuw met een a-symmetrische kap zijn<br />
er maar weinig bewaard gebleven.<br />
64. OMKEREN - een stukje terug tot<br />
eerder genoemde Y-splitsing.<br />
65. Hier L.A. - de Spoorstraat in.<br />
Spoorstraat 105 / hoek 1e Vroonstraat:<br />
een voormalig Chinees restaurant, naar een<br />
ontwerp van architect Krijnen. Staat het<br />
er nog? In mei 2010 is voor dit pand een<br />
sloopvergunning aangevraagd; één van<br />
inmiddels de ‘verdwenen <strong>schoonheden</strong>’?<br />
66. Spoorstraat vervolgen (de straat<br />
wordt hier wandelgebied).<br />
Spoorstraat<br />
27
28<br />
Spoorstraat 69 / hoek Hoogstraat: café; een<br />
ontwerp van architect Krijnen.<br />
Spoorstraat 64: Een pand (anno 1895),<br />
waarvan de bovengevel nog zeer redelijk<br />
intact is. De winkel eronder heeft het<br />
voormalige woonhuis ernaast (no. 65) er<strong>bij</strong><br />
getrokken. De sterankers en een gebeeldhouwde<br />
mannenkop zijn nog te zien; evenals<br />
de neorenaissancistische dakkapel.<br />
67. R.A. stukje Hoogstraat in.<br />
Het eerste huis rechts (Hoogstraat 125) is<br />
het woonhuis geweest van decoratieschilder<br />
Neyts, zoals in het glas-in-lood raam nog te<br />
lezen is. Deze schilder voorzag winkelruiten<br />
van hun naam. Hij schilderde de letters uit<br />
de losse pols; zonder hulpmiddelen. Een<br />
ware kunst!<br />
68. OMKEREN – terug naar de<br />
Spoorstraat. R.A., de Spoorstraat<br />
vervolgen.<br />
Spoorstraat 56: Algemeen Tehuis<br />
voor Militairen<br />
Spoorstraat 56: Het Algemeen Tehuis voor<br />
Militairen - gebouwd in 1918. Bombardementen<br />
in de oorlog hadden veel schade tot<br />
gevolg, maar de bovengevel met onder de<br />
ramen de acht oude emblemen en symbolen<br />
is er nog wel (o.a. de tekst ’ga veilig hier<br />
ten anker’).<br />
Spoorstraat 45: Brand <strong>bij</strong> Nypels<br />
Spoorstraat 45 (hoek Koningstraat): De winkel<br />
met bovenwoning is gebouwd in 1910<br />
in opdracht van de firma/eigenaar Nypels.<br />
De architect S. Krijnen heeft de locatie (op<br />
de hoek van twee straten) zeer sterk laten<br />
meespelen. Het winkel-woonhuis bestaat<br />
uit twee bouwlagen. De begane grond werd<br />
ingrijpend verbouwd na de brand op vrijdag<br />
10 juni 1955; het beschadigde pand werd<br />
keurig hersteld. Het pand is afgesloten door<br />
een plat schilddak; op de hoek is een ronde<br />
arkel (het ‘torentje’) geplaatst, met een<br />
door leien bekleed koepeldak en bekroond<br />
met een open lantaarn. In de voorgevel is<br />
een klok geplaatst. (Volgens overlevering<br />
is de opwindklok afkomstig van een kerk<br />
in Anna Paulowna. De grootvader van de<br />
huidige eigenaar heeft deze nog steeds<br />
werkende klok gekocht; de vele tandraderen<br />
worden regelmatig onderhouden. Het<br />
<strong>bij</strong>na kubusvormige raderwerk heeft zelfs<br />
de eerder genoemde brand overleefd.) Een<br />
hardstenen kalf en een latei lopen met de<br />
ronding mee.
De gevel in de Spoorstraat is aan de linkerkant<br />
afgesloten door een travee met topgevel,<br />
waarin een halfronde houten erker is<br />
opgenomen die rust op een uitgemetselde<br />
console. In deze topgevel is een venster met<br />
een getoogd bovenlicht. De topgevel zelf is<br />
gedekt met een hardstenen plaat met aan<br />
beide zijden uitgemetselde pilasters. In het<br />
dakvlak is een dakkapel in een oorspronkelijke<br />
vorm, gedekt door een lessenaarstaak.<br />
De gevel in de Koningstraat is vrijwel gelijk,<br />
maar heeft geen erker. Wel is de gevel<br />
in deze straat langer. De toegang tot de<br />
winkel zat vroeger precies op de hoek (een<br />
hoekportiek), maar is na een verbouwing<br />
verplaatst naar de gevel in de Koningstraat.<br />
69. R.A.: Koningstraat.<br />
Koningstraat<br />
Koningstraat 89: Dit pand is in 1912 als<br />
woonhuis gebouwd in opdracht van dhr.<br />
C. de Boer, de eigenaar van de toenmalige<br />
‘Drukkerij en Uitgeverij De Boer‘. Het asymmetrische<br />
pand - naar ontwerp van architect<br />
Krijnen - is geplaatst op een lage uitgemetselde<br />
plint, afgedekt door een hardstenen<br />
lijst. Het bestaat uit twee bouwlagen; de<br />
rechter helft springt iets naar voren en is<br />
voorzien van een topgevel. De deur heeft<br />
een driedelig bovenlicht en een omlijsting<br />
van natuursteen, voorzien van <strong>bij</strong>zonder<br />
rijk beeldhouwwerk. De tweede bouwlaag<br />
heeft een halfronde erker, die bekleed is<br />
met natuursteen en rust op een hardstenen<br />
console. De erker en de ramen ernaast hebben<br />
bovenaan een hardstenen latei met fes-<br />
toenmotieven. In de topgevel een driedelig<br />
venster met gekromde bovenzijde.<br />
Het pand is afgedekt door een omlopend<br />
schilddak. Op de hoeken van de topgevel<br />
en als afsluiting van de gevel links bevinden<br />
zich kleine rondopgemetselde pilaren. Vroeger<br />
is hier ook een bank gevestigd geweest;<br />
de vroegere inloopkluis met muren van zo‘n<br />
40 cm dik (plus een stalen kluisdeur) is nog<br />
altijd aanwezig. Momenteel is hier Grand-<br />
Café De Buuren van Pieck te vinden. Deze<br />
naam is gekozen vanwege het feit, dat het<br />
huis links van nr. 89 het geboortehuis is van<br />
de bekende tekenaars Anton en Henri Pieck<br />
(19 april 1895 - Koningstraat 87).<br />
De plaquette op de muur van nr. 87 met<br />
informatie hierover is helaas verdwenen.<br />
Plaquette Koningstraat 87<br />
70. 1e L.A.: Koningdwarsstraat. Bij<br />
splitsing: R.A. en direct L.A. -<br />
de Polderweg op.<br />
71. Met de bocht mee de Polderweg<br />
volgen.<br />
29
30<br />
Polderweg 64 - 66 - 68 - 70: Karakteristiek<br />
door de wijze, waarop de gevels<br />
‘verspringend’ aan de rooilijn zijn gezet.<br />
Het hoekpand (no. 64) is voorzien van een<br />
balkonnetje met een Jugendstil hekwerk<br />
van smeedijzer.<br />
Polderweg<br />
Polderweg 72 t/m 90: een ontwerp van<br />
architect S. Krijnen.<br />
72. Na de bocht (net voor de<br />
voetgangersoversteekplaats): R.A.:<br />
de De Wetstraat (woonerf) in.<br />
Van gaLenBuuRt<br />
De Wetstraat<br />
Deze straat - anno 1930 - is vernoemd naar<br />
Christiaan de Wet, één van de strijdbare<br />
Zuid-Afrikaanse boeren-generaals in de<br />
strijd met Engeland. De ‘openbare ruimte’ in<br />
deze buurt kreeg meer aandacht. Gebogen<br />
straten, vaak met trottoirs, kleine plantsoentjes<br />
en voortuintjes zorgden voor meer<br />
ruimte en groen. Dit is toch ook al in de De<br />
Wetstraat te merken.<br />
De Wetstraat 30 - 14 / 39 - 21. De kleinschalige<br />
eengezinswoningen zijn oorspron-<br />
kelijk meest opgebouwd in één bouwlaag<br />
en aan de aan de even kant voorzien van<br />
een Mansardekap: de dakvlakken vormen<br />
van goot tot nok niet één plat vlak, maar<br />
vormen twee platte vlakken die elkaar in<br />
een stompe hoek ontmoeten. De woningen<br />
aan de oneven kant zijn voorzien van een<br />
niet geheel doorlopend zadeldak.<br />
73. Aan het einde van De Wetstraat<br />
met de bocht mee naar links.<br />
Beeldkeramiek<br />
In het hofje
Aan uw linkerhand vindt u de toegang<br />
tot het hofje De Wetstraat / Cronjéstraat<br />
– ‘Anno 1922; gerenoveerd 1982‘. Boven<br />
de doorgang naar het hofje: een beeldkeramiek<br />
(‘<strong>Helder</strong>‘; de naam van de in 1910<br />
opgerichte woningbouwvereniging). Het is<br />
een woningbouwproject met vroeger een<br />
kantoor en twee winkels. Het was het eerste<br />
project van de Woningbouwvereniging,<br />
waaruit later de Woningstichting geboren is.<br />
Tot begin 1977 waren hier de administratie,<br />
verhuur en directie van Woningstichting<br />
gevestigd. Het gehele hofje is prachtig gerenoveerd!<br />
Aan uw rechterhand: de doorgang<br />
naar de Van Galenstraat. Dit poortgebouw<br />
is in 1922 ontworpen door architecten S.<br />
Krijnen en W. Verschoor.<br />
Doorgang naar de Van Galenstraat<br />
74. Neem de doorgang (poortgebouw)<br />
naar de Van<br />
Galenstraat; <strong>bij</strong> T-splitsing:<br />
R.A. de Van Galenstraat in.<br />
Van Galenstraat 99-100-101<br />
Van Galenstraat 99-100–101 (links, boven<br />
en rechts van de doorgang): Bouwjaar<br />
1921; Amsterdamse School met Jugendstilornamenten;<br />
architecten S. Krijnen / W.<br />
Verschoor. Fraaie gemetselde bogen en<br />
bouwkeramiek. Het eerste woningbouwproject<br />
met waterclosets en spouwmuren.<br />
Opvallend in de Van Galenstraat is de afwis-<br />
seling van woonbebouwing met winkels<br />
(vaak de hoekpanden). Zo waren er op<br />
vrijwel elke hoek van de straat middenstanders<br />
gevestigd.<br />
Van Galenstraat 78 / hoek Krugerstraat: Een<br />
ontwerp van architect P. Schraa, gebouwd<br />
in 1923 in de stijl van de Amsterdamse<br />
School (d.i. het pand werd door de architect<br />
als één decoratief geheel opgevat. Kenmerkend<br />
zijn de sterke horizontale accenten in<br />
de gevelindeling). De borstwering is betegeld;<br />
het woongedeelte boven de winkel is<br />
vlak gedekt.<br />
Van Galenstraat 76 / hoek Krugerstraat:<br />
Ontworpen door architect J.J. van der Leek.<br />
De winkeldeur staat - net als <strong>bij</strong> no. 34 -<br />
‘schuin’ in de hoek van de straat.<br />
Van Galenstraat 62 / hoek De Ruyterstraat:<br />
In 1931 als winkel-woonhuis gebouwd door<br />
de <strong>Helder</strong>se architect J.J. van der Leek. Het<br />
opgaande metselwerk in een kleurige handvorm<br />
gevelsteen met diepe lintvoegen. De<br />
winkelpui is bekleed met groen geglazuurde<br />
tegels. Het vlakgedekte kubusvormige pand<br />
is gebouwd in de trant van de Amsterdamse<br />
School.<br />
Van Galenstraat 41 / hoek Piet Heinstraat:<br />
Een breed winkelpand, in 1931 gebouwd<br />
in opdracht van de firma Albert Heijn naar<br />
een ontwerp van G. Onrust. Een voor deze<br />
straat wel erg groot pand. Een blokvormig<br />
bouwlichaam, bekroond met een hoog<br />
schilddak met uitspringende gootlijst. In de<br />
nok twee grote hoekschoorstenen. De winkelpui<br />
is voorzien van een tegelbekleding:<br />
op een hoge plint van donkere tegels zijn<br />
fraai gevormde gemêleerde tegels (gefabriceerd<br />
door de Porceleyne Fles te Delft)<br />
aangebracht in art-deco stijl. Het pand heeft<br />
diverse functies gehad, nl. kruidenierszaak,<br />
café, videotheek e.d.<br />
31
32<br />
Van Galenstraat 14 t/m 20:<br />
duidelijk herkenbaar<br />
Van Galenstraat 16 -14 - 10 -12 en er<br />
tegenover nr. 13 zijn het bekijken waard.<br />
Van Galenstraat 13: Dit pand uit 1900 toont<br />
een zgn. afgeknotte halsgevel. Onderaan<br />
bevindt zich een gevelsteen waarop staat<br />
‘GRS 18 juni 1895’.<br />
75. Nu OMKEREN en 2e R.A.:<br />
Wilhelminastraat (woonerf). Deze<br />
straat uit tot de Van Speykstraat.<br />
De bananenrijperij.<br />
Wilhelminastraat: anno 1893 - één van de<br />
oudste straten in de Van Galenbuurt; tijdens<br />
de Tweede Wereldoorlog veranderde de<br />
naam in Van Heemskerckstraat, op last van<br />
de bezetter. Wilhelminastraat / hoek Van<br />
Speykstraat 3 – 5: De voormalige bananenrijperij<br />
‘De Banaan’ is in 1928 ontworpen<br />
door architect J.J. van der Leek en werd op<br />
13 juni 1929 geopend. De architect heeft<br />
wat Amsterdamse School ornamenten<br />
gebruikt. Het pand bestaat uit twee bouwlagen;<br />
de hoofdvorm is een kubus met aan<br />
één zijde een iets hoger uitstekend verticaal<br />
gedeelte, waaraan een gedetailleerde<br />
smeedijzeren vlaggenmasthouder bevestigd<br />
is. Het pand heeft een plat dak. Op de<br />
hoek wijken de gevels iets terug, zodat een<br />
inpandige hoek ontstond, waarbinnen een<br />
uitstekende betonnen luifel boven de voordeur<br />
is aangebracht. Het pand is geplaatst<br />
op een hoge plint van donkere klinkers.<br />
Hiervoor is een hardere klinker gebruikt om<br />
te voorkomen, dat het grondwater ‘omhoog<br />
kruipt’ in de gevel. Beneden waren<br />
het kantoor, een garage en de acht cellen<br />
aangebracht; de bovenverdieping telde<br />
twee bovenwoningen. In de acht ‘rijpcellen’<br />
werden de groene bananen gerijpt.<br />
76. Bij de T-splitsing: R.A.<br />
Van Speykstraat.<br />
De Van Speykstraat is genoemd naar de<br />
zeeofficier, die op 5 februari 1831 zijn<br />
kanonneerboot tijdens de Belgische opstand<br />
<strong>bij</strong> Antwerpen in de lucht liet vliegen. Deze<br />
daad oogstte grote bewondering in ons<br />
land. Er werd een rouwperiode van drie<br />
dagen afgekondigd. Sinds die gebeurtenis is<br />
er steeds een schip <strong>bij</strong> de Koninklijke Marine<br />
met de naam Van Speyk.<br />
77. 1e L.A.: Emmastraat – richting<br />
Singel.<br />
78. Bij T-splitsing: R.A. Prins Willem-<br />
Alexander Singel.
Oud - den HeLdeR<br />
Gedichtje plan Krijnen<br />
Op de gemetselde ronde muur aan het<br />
begin van de Singel vindt u een plaquette<br />
met een gedichtje, waar de naam van<br />
architect Krijnen in voorkomt. Hij had het<br />
plan opgevat deze gracht aan te leggen, om<br />
zodoende het water van het <strong>Helder</strong>s kanaal<br />
te kunnen verversen, zodat de stank van<br />
het stilstaand water zou verminderen of verdwijnen.<br />
De Kerkgracht zou dan ‘doorstroming’<br />
via deze Singel naar de Fortgrachten<br />
krijgen. De tekst luidt:<br />
Over ‘t Krijnen plan is gedacht / tot burgemeester<br />
Houwing mij bracht / Nu spui ik <strong>bij</strong><br />
dag en nacht / schoon water door <strong>Helder</strong>’s<br />
gracht / 1918 1921<br />
79. Prins W.-A. Singel vervolgen<br />
richting Kerkgracht.<br />
80. Bij T-splitsing: R.A.: Kerkgracht.<br />
Het weeshuis<br />
Kerkgracht 1 - 3 - 4: Rechts van u ziet u<br />
achtereenvolgens het voormalig ‘algemeen<br />
wees- en armenhuis in <strong>Den</strong> <strong>Helder</strong>’ (op<br />
nr. 1), een kapitaal pand (op nr.3) en het<br />
Kantongerecht (op nr. 4).<br />
Kerkgracht 1: Het voormalig weeshuis<br />
(1852-1922) / raadhuis (1927-1987) is<br />
een fors sober neoclassicistisch gebouw<br />
met hoekrisalieten en een middenrisaliet<br />
met balkon, fronton en achtzijdige klokkentoren.<br />
Het werd in 1851 gebouwd naar<br />
een ontwerp van A.J. Sevenhuysen, dat<br />
uitgekozen was na een prijsvraag. Uit de tijd<br />
van de verbouwing tot raadhuis (1926) dateren<br />
o.a. de twee dienstwoningen aan de<br />
achterzijde, de klokkentoren (met een klok<br />
uit 1878; tijdens de oorlog geroofd en in<br />
1953 vervangen door een nieuwe) en middenrisaliet<br />
met balkon en de nieuwe ingang<br />
met brede stenen trap en de timpaan (het<br />
driehoekig bovenstuk).<br />
Kerkgracht 3: Een ontwerp van gemeentebouwmeester<br />
R. Kastelijn - anno 1906.<br />
Oorspronkelijk waren op de begane grond<br />
kamers voor het Burgerlijk Armbestuur<br />
en een stemlokaal ontworpen (het enige<br />
stemlokaal in ‘<strong>Helder</strong>’) en op de verdieping<br />
de kamers van de gemeentebouwmeester<br />
en van de opzichters. Het vrijstaande<br />
gebouw bestaat uit twee bouwlagen en<br />
wordt afgesloten door een uitspringende<br />
dakrand met hierboven een oplopend afgeplat<br />
schilddak waarin een dakkapel met aan<br />
weerszijden een driehoekige dakkoekoek.<br />
De iets uitspringende ingangspartij is bekroond<br />
met een opgemetselde topgevel. De<br />
ingang bevindt zich in een verdiept portiek,<br />
waarboven een halfronde gemetselde boog.<br />
Vroeger had het pand nog een tweede ingang<br />
aan de voorkant op de plaats van het<br />
raam met zijvenster.<br />
Een stukje ringmuur<br />
33
34<br />
Kerkgracht 4: Het Kantongerecht kwam in<br />
de jaren 1862-1863 tot stand op basis van<br />
een standaardplan van A.C. Pierson (het<br />
pand werd uitgebreid in 1910). Het gepleisterde<br />
tweelaagse gebouw met middenrisaliet<br />
en rondboogvensters is neoclassicistisch<br />
van vorm. De gevel wordt afgesloten door<br />
hoekpilasters. Aan de bovenzijde bevindt<br />
zich een rondom lopende kroonlijst; gedekt<br />
door een schilddak. Achter dit gerechtsgebouw<br />
bevond zich een in 1903 afgebroken<br />
‘kantonnale gevangenis’, zes cellen. Een<br />
gedeelte van de ringmuur rond de wandelplaats<br />
(voor ‘luchting’ van de gevangenen)<br />
is in de zijstraat nog aanwezig. Het gerechtsgebouw<br />
zelf had beneden de woonruimte<br />
voor de cipier; boven werden de<br />
zittingen van het kantongerecht gehouden.<br />
81. Nu OMKEREN - Kerkgracht<br />
uitrijden en R.D.: Helden der<br />
Zeeplein, richting het Carillon.<br />
82. Nu direct 1e R.A. - langs het<br />
appartementengebouw aan het<br />
Helden der Zeeplein.<br />
De onthulling<br />
Het uiteinde van het <strong>Helder</strong>sch Kanaal is <strong>bij</strong><br />
de aanleg van de PWA Singel gedempt en<br />
er werd een plantsoen aangelegd. In 1935<br />
verrees hier het Nationaal Monument voor<br />
het Nederlandse Reddingwezen (± 15 m.<br />
hoog) - ook wel het ‘Carillon’ genoemd;<br />
een ontwerp van P.L. Kramer, dat op 4<br />
juni 1935 door H.M. Koningin Wilhelmina<br />
werd onthuld. Het is een grote bakstenen<br />
pyloon, die oprijst uit de plecht van een red-<br />
dingboot met beeldhouwwerk van Th. Vos<br />
(de redder aan het stuurrad) en twee eretableaux<br />
van J.C. Schultz en G.J. van der Veen<br />
op een stevige fundering. De toren bevat<br />
een klokkenspel; zowel links als rechts van<br />
de toren is een redder aan het stuurrad te<br />
zien. De eerste steen werd in 1934 door Piet<br />
Bandsma gelegd, de zoon van de penningmeester<br />
van het herdenkingscomité. Tijdens<br />
de Tweede Wereldoorlog zijn de klokken<br />
per schip over het IJsselmeer vervoerd; het<br />
schip zonk echter en de schipper had ‘geen<br />
flauw idee’ waar de klokken zich bevonden<br />
op de bodem van het IJsselmeer. Zodoende<br />
bleven de klokken uit handen van de bezetter<br />
en konden ze na de oorlog weer teruggeplaatst<br />
worden in het behouden gebleven<br />
monument. Verdere informatie over het<br />
monument vindt u op het informatiebordje<br />
in het gras naast het trottoir.<br />
83. 1e L.A.: Theodorus Rijkersstraat.<br />
84. Bij het tweede hofje aan uw<br />
rechterhand: R.A., straatje volgen<br />
langs het borstbeeld van Dorus<br />
Rijkers.<br />
Dorus Rijkers op de fiets
Onthulling borstbeeld<br />
Borstbeeld Dorus Rijkers: Een bronzen<br />
borstbeeld op een stenen sokkel, met een<br />
gedenkplaat. ‘Dorus Rijkers; heldhaftig redder<br />
van schipbreukelingen’ luidt de tekst op<br />
de plaquette onder het door het Dorus Rijkersfonds<br />
geschonken beeld. Dit fonds was<br />
in 1928 opgericht; het bracht geld <strong>bij</strong>een<br />
om oud-redders en hun nabestaanden een<br />
kleine wekelijkse uitkering te kunnen geven.<br />
Het borstbeeld van schipper Theodorus<br />
Rijkers (1847-1928) - één van de bekendste<br />
redders van schipbreukelingen (de ‘Koning<br />
der Blauwe Zeeridders‘) - werd op 15 juli<br />
1939 onthuld; echter op een andere plek,<br />
namelijk vlak<strong>bij</strong> het Carillon. Tijdens de<br />
oorlog heeft een gemeenteambtenaar het<br />
beeld laten onderduiken om omsmelting<br />
door de bezetter te voorkomen. In 1950<br />
werd het borstbeeld op deze nieuwe plek<br />
geplaatst.<br />
Aan de huizen zijn tien tegelplateaus aangebracht,<br />
waarop taferelen van visserij en<br />
zeevaart te zien zijn. In de jaren zeventig<br />
van de vorige eeuw moest een van de drie<br />
hofjes aan de Theodorus Rijkersstraat worden<br />
afgebroken om ruimte te maken voor<br />
de verhoging van de zeedijk. Twee hofjes<br />
zijn er gelukkig nog.<br />
85. Einde straatje van dit hofje: R.A.;<br />
Theodorus Rijkersstraat<br />
vervolgen.<br />
86. Nog vóór de bocht de eerstvolgende<br />
straat L.A.: Adrianus<br />
IJsbrand Kuiperstraat. Deze straat<br />
gaat over in de Jacob van<br />
Heemskerckstraat.<br />
Jacob van Heemskerckstraat 1: Bij het pleintje<br />
het voormalige Kledingmagazijn van de<br />
landmacht (gebouwd in 1910- 1911 naar<br />
een ontwerp van G.W.C. Westenberg); na<br />
de Tweede Wereldoorlog bood het onderdak<br />
aan Openbare Werken, het Streekbureau<br />
Wederopbouw, de Marechaussee<br />
kazerne (van 1954 tot 1977) en vervolgens<br />
aan het Centrum voor kunsteducatie Triade.<br />
Momenteel heeft o.a. Stichting De Wering<br />
(Organisatie voor Welzijn en Maatschappelijke<br />
Dienstverlening) zijn intrek in het<br />
pand genomen. Samen met de voormalige<br />
artilleriekazerne en het carillon is dit het<br />
enige, dat nog over is van de oorspronkelijke<br />
bebouwing van Oud <strong>Den</strong> <strong>Helder</strong>. Deze<br />
wijk is in de oorlog op last van de bezetter<br />
afgebroken.<br />
Het pand, dat uit twee bouwlagen bestaat,<br />
wordt afgesloten door een overstekend afgeplat<br />
schilddak. Het overstekende dakvlak<br />
wordt rondom ondersteund door houten<br />
consoles. Het pand heeft een uitgemetselde<br />
plint, afgedekt door een natuurstenen lijst.<br />
De gevels zijn op de hoeken verzwaard<br />
door lisenen. Onder de dakrand bevindt<br />
zich een getrapt uitgemetselde fries.<br />
De west- en de zuidgevel vertonen beide<br />
een risalerende travee met een topgevel.<br />
Het overstekende zadeldak van de topgevels<br />
wordt verbonden door een houten<br />
sierspantje. Boven de vensters bevinden zich<br />
natuurstenen hoekblokken en sluitstenen.<br />
35
36<br />
De artilleriekazerne<br />
Verderop, naast Van Heemskerckstraat<br />
nummer 81, kunt u over het trottoir naar<br />
het parkeerterrein / binnenterrein van een<br />
wooncomplex. Dit wooncomplex bevindt<br />
zich <strong>bij</strong>na aan het eind van de Jacob van<br />
Heemskerckstraat (vroeger de Langestraat):<br />
Het is de voormalige Artilleriekazerne, bestaande<br />
uit een hoofdgebouw (links; sinds<br />
1990 met 14 appartementen, nr. 35 - 61)<br />
en de zogenoemde ‘paardenstal‘ (rechts;<br />
een wooncomplex met 10 woningen; 81<br />
- 89 en 79 - 71). Deze complexen werden<br />
in 1848-1849 gebouwd op de plek van het<br />
oude Garnizoensziekenhuis. In latere jaren<br />
werd er nog veel aan- en <strong>bij</strong>gebouwd, zoals<br />
een wachtgebouw, een hulpkazerne, een<br />
kantine, een privaatgebouw en een woning<br />
voor de adjudant. Deze gebouwen zijn in de<br />
oorlog wel afgebroken, maar het hoofdgebouw<br />
en de ’paardenstal’ zijn blijven staan<br />
en na renovatie geschikt gemaakt voor<br />
bewoning. Met name het langwerpige magazijn<br />
(de ’paardenstal’) met de zo karakteristieke<br />
19e eeuwse natuursteenblokken<br />
in de baksteen muren en de fraaie houten<br />
’uitgewerkte’ spanten onder de goten is een<br />
heel mooi wooncomplex geworden.<br />
87. Van Heemskerckstraat uitrijden;<br />
rechts aanhouden en de brug<br />
over; Huisduinerweg volgen<br />
(fietspad op).<br />
IndISCHe BuuRt - nOORd<br />
Zonnewijzer: In het plantsoen tussen<br />
beide rijstroken van de Timorlaan staat een<br />
zonnewijzer. Gelakt metaal en een natuurstenen<br />
gedenkplaat, op een gemetselde<br />
bakstenen sokkel. Op de gedenkplaat<br />
staat: ‘Ter herinnering aan het huwelijk<br />
van H.K.H. Prinses Juliana en Z.D.H. Prins<br />
Bernhard op 7 januari 1937 door de Oranjeverenigingen<br />
te <strong>Den</strong> <strong>Helder</strong> het gemeentebestuur<br />
aangeboden’.<br />
KeuZe:<br />
Op dit punt van de route gekomen kunt<br />
u de beschrijving van de Kortere Route<br />
volgen, zodat u via enkele locaties naar het<br />
eindpunt (Triade) van deze route geleid<br />
wordt. Ook kunt u kiezen voor de Langere<br />
Route, welke u via locaties in o.a. Huisduinen<br />
naar het eindpunt (Triade) van deze<br />
route brengt.<br />
KORteRe ROute:<br />
88. 2e L.A.: Timorlaan (langs het<br />
Timorpark).<br />
Timorlaan<br />
Timorlaan 39 - 41/ hoek Javastraat: Boven<br />
de deur van nr. 39 is het V-teken uit de<br />
Tweede Wereldoorlog te zien. Op 14<br />
januari 1941 startte vanuit Engeland de zgn.<br />
V-actie (‘V for Victory‘); enige maanden<br />
later (op 17 juli 1941) werd de actie door de<br />
Duitse minister van Propaganda overgenomen.
89. L.A.: Javastraat (= tegenover<br />
entree Timorpark).<br />
IndISCHe BuuRt - ZuId<br />
90. 2e R.A.: Dit is <strong>bij</strong> de oversteekplaats<br />
het trottoir over en tussen<br />
de twee woonblokken door naar<br />
de Balistraat. Hier aan de achterzijde<br />
van deze woonblokken even<br />
blijven staan kijken.<br />
Balistraat<br />
Balistraat 1 – 47 en 2 – 56. Gerenoveerde<br />
panden in een prachtige straat. Zestien<br />
gelijksoortige woningen bevonden zich<br />
vroeger aan de Javastraat, op de plaats<br />
van de twee woonblokken. Deze woningen<br />
zijn oorspronkelijk gebouwd door de<br />
Marine-Woningbouw-Vereeniging ‘Algemeen<br />
Belang’, die in 1923 is opgegaan in<br />
Woningstichting <strong>Den</strong> <strong>Helder</strong>.<br />
91. OMKEREN – terug naar de<br />
Javastraat en deze vervolgen.<br />
Javastraat 56 – 60 – 62/64 – 66: Het bekijken<br />
zeker waard. Deze woningen zijn fraai<br />
bewaard gebleven.<br />
Javastraat 56: De voordeur in een verdiept<br />
portiek; gedekt met een zadeldak.<br />
Javastraat 60: Een prachtig, vrijstaand pand;<br />
gedekt door twee haaks op elkaar staande<br />
zadeldaken.<br />
Javastraat 62/64: Twee-onder-een-kap.<br />
Beide woningen hebben beneden een erker.<br />
Een mooi voorbeeld van een gebroken kap,<br />
de zgn. wolfskap.<br />
Javastraat 66: Deze vrijstaande woning<br />
heeft zowel aan de voorkant als aan zijkant<br />
fraaie raampartijen; gedekt met een<br />
zadeldak.<br />
92. Eerstvolgende straat R.A.:<br />
Sumatrastraat.<br />
Sumatrastraat 16: Het Apostolisch Genootschap.<br />
De plaats van samenkomst dateert<br />
van 1937. Karakteristiek voor het gebouw<br />
zijn het groene koperen torentje en het<br />
<strong>bij</strong>zondere metselwerk in ketting of Noors<br />
verband met diepe voegen. In de loop van<br />
de tijd hebben er enkele verbouwingen<br />
plaatsgevonden. Bij de laatste ingrijpende<br />
verbouwing in het jaar 2000 bleven slechts<br />
de muren en het dak overeind staan. Bij<br />
deze renovatie is het gebouw uitgebreid<br />
met een ontvangsthal.<br />
93. Sumatrastraat vervolgen en 1e<br />
R.A. (= <strong>bij</strong> kruising).<br />
94. Weer 1e R.A.: Ceramstraat.<br />
Apostolische Kerk en Ceramstraat<br />
Ceramstraat: De woningen, die hier na de<br />
bouw van de kerk (hoek Sumatrastraat /<br />
Ceramstraat) zijn gebouwd, zijn aan de<br />
bouwstijl van de kerk aangepast. Verder ziet<br />
u de opvallende ‘pilaren’ van blauwe tegeltjes<br />
tussen de voordeuren van de woningen.<br />
37
38<br />
Gecombineerde fiets-/wandelroute<br />
Open Monumentendag
40<br />
95. 2e L.A.: Timorlaan.<br />
96. Nu <strong>bij</strong> de verkeerslichten (= <strong>bij</strong><br />
kruising met Middenweg) R.D.<br />
geLeeRdenBuuRt<br />
97. Na de twee-onder-een-kap<br />
woningen aan uw rechterhand<br />
(Sportlaan 2 - 4) direct R.A. -<br />
het trottoir over en het straatje<br />
volgen richting Triade, het<br />
eindpunt van deze route.<br />
LangeRe ROute:<br />
88. RD Huisduinerweg – richting<br />
Huisduinen.<br />
LInIeBuuRt<br />
89. In Huisduinen: RD –<br />
Badhuisstraat.<br />
HuISduInen<br />
Badhuisstraat: Oostenrijkse woningen.<br />
Direct na de Tweede Wereldoorlog was de<br />
woningnood hoog. Om zo snel mogelijk in<br />
dit tekort te voorzien, zorgde de rijksoverheid<br />
voor de import van noodwoningen<br />
(‘semi-permanente’ huizen; montagebouw)<br />
uit o.a. Scandinavië en Oostenrijk. Het<br />
gemeentebestuur besloot Oostenrijkse<br />
woningen aan te schaffen; zo werden in<br />
Huisduinen 38 huizen en in <strong>Den</strong> <strong>Helder</strong> 10<br />
stuks - aan de Borneolaan te vinden - in<br />
elkaar gezet. (Zie elders in dit boekje voor<br />
informatie over de Oostenrijkse woningen -<br />
‘Bruine kippenhokken’).<br />
90. 2e R.A.: Rembrandtstraat (dus<br />
niet de 1e - naar de garageboxen,<br />
maar de 2e).<br />
91. 1e L.A. (nog vóór het ‘pleintje‘):<br />
het trottoir op; tegel-/klinkerpad<br />
H.W. Mesdagstraat.<br />
Walvisvaarderhuisjes<br />
Dit gedeelte van de huidige H.W. Mesdagstraat<br />
werd oorspronkelijk Mangelweg<br />
genoemd.<br />
Walvisvaarderhuisjes: Net voor<strong>bij</strong> de knik<br />
in dit pad ziet u aan uw linkerhand twee<br />
en aan uw rechterhand één zogenoemd<br />
walvisvaarderhuisje.<br />
H.W. Mesdagstraat 13 (nu echter: Badhuisstraat<br />
25): bouwjaar vermoedelijk 1850;<br />
daarnaast H.W. Mesdagstraat 15; H.W.<br />
Mesdagstraat 11: bouwjaar vermoedelijk<br />
ook 1850.<br />
Nergens in ons land woonden zoveel commandeurs<br />
ter walvisvaart als op het voormalige<br />
eiland Huisduinen. Dit stukje straat<br />
geeft nog goed de sfeer van het voormalige<br />
vissersdorp weer. Anton Pieck heeft in 1974<br />
een prachtige tekening van deze huisjes<br />
gemaakt.<br />
92. Einde klinkerpad: L.A.:<br />
H.W. Mesdagstraat.<br />
93. Bij T-splitsing: R.A.:<br />
Badhuisstraat – richting dijk.
Kerkje en dorpsschool in 1915<br />
Badhuisstraat 23-25: Het in 1863 in gebruik<br />
genomen schoolgebouw was de vervanger<br />
van zijn kleinere voorganger. In 1909 en in<br />
1917 werd het gebouw (links) uitgebreid<br />
in dezelfde stijl. In de jaren vijftig van de<br />
vorige eeuw kreeg de schoolwoning (rechts)<br />
een nieuwe voorgevel (Waarschijnlijk is<br />
alleen een gedeelte van de zijmuur nog van<br />
1863).<br />
Het eigenlijke schoolgedeelte - geplaatst op<br />
een gecementeerde plint - bestaat uit een<br />
weinig naar voren springende ingangspartij<br />
met portiek, bekroond door een topgevel.<br />
Hierin een tekstband van natuursteen met<br />
‘<strong>Gemeente</strong>school’. Links de iets naar voren<br />
springende aanbouw (een derde lokaal) uit<br />
1917. Het pand is gedekt door een rondomlopend<br />
flauwhellend schilddak.<br />
De schoorstenen en pirons zijn verdwenen.<br />
Het topgevel-raam en het hoge smalle<br />
zijraam zijn dichtgezet. Het gebouw fungeert<br />
heden ten dage als dorpshuis van de<br />
vereniging Huisduiner Belang.<br />
Opvallend is de sierbestrating vóór de<br />
school - uit 1993 (voor informatie: zie<br />
plaquette aan de muur van de voormalige<br />
school).<br />
Iets verderop, op nr. 19, staat een fraai wit<br />
pand met balkon (‘De Kust’- Bed & Breakfast).<br />
Dit was oorspronkelijk een directeurswoning;<br />
vanaf 1913 het meisjesweeshuis.<br />
Badhuisstraat 26: Huisduiner kerkje.<br />
In de kleine consistoriekamer van het<br />
Huisduiner kerkje hangt een ingelijste tekst<br />
uit de Tweede Wereldoorlog: ‘Bestemd voor<br />
Huisduinen: 1 klok. De inspecteur kunstbescherming.<br />
De Nederlandsche Regeering<br />
heeft een zeer beperkt aantal klokken als<br />
historische gedenkstukken van de grootste<br />
betekenis van vordering vrijgesteld en richt<br />
tot de bevelhebbers der militaire macht<br />
van andere mogendheden het dringende<br />
verzoek deze met een M gemerkte klokken<br />
te sparen.’ De bezetter respecteerde dat<br />
verzoek. Waar overal in het land de klokken<br />
uit de kerken werden verwijderd om omgesmolten<br />
te worden voor de oorlogsindustrie,<br />
bleef de luidklok van het Huisduiner kerkje<br />
hangen. En terecht. De klok is in 1537<br />
gegoten door Gobel Zael en belandde vanaf<br />
dat jaar in alle elkaar opvolgende kerken in<br />
het dorp.<br />
In Huisduinen woonden vooral vissers en<br />
walvisvaarders. Eeuwenlang voerden de<br />
bewoners strijd tegen de oprukkende zee.<br />
De oorsprong van Huisduinen ligt dan ook<br />
ergens buitengaats, waar nu <strong>bij</strong> storm de<br />
golven op de zandbanken van de Haaksgronden<br />
beuken. Die verbondenheid met<br />
het water blijkt onder meer uit het rondschrift<br />
van de klok:<br />
‘Nicolaes heet ick / <strong>Den</strong> Levendighen roep<br />
ick / <strong>Den</strong> dooden overluy ick / Goebel Sael<br />
goet my int jaer M CCCCC XXX VII’.<br />
Met Nicolaas wordt de beschermheilige van<br />
de zeevarenden bedoeld en met Goebel<br />
Sael de klokkengieter Gobel Zael. De klok<br />
‘overluy’ nu alleen nog <strong>bij</strong> uitvaarten en<br />
tijdens huwelijksplechtigheden. Voor het<br />
overige hield hij zich de laatste jaren koest.<br />
Gaandeweg is het dorpsplein rond de kerk<br />
bebouwd met huizen en de bewoners vonden<br />
dat zondagse gebeier niet altijd even<br />
vreugdevol. In de kerk hangt het scheepsmodel<br />
van een walvisvaarder. Dat werd in<br />
1787 gemaakt. De kroonluchters in de kerk<br />
zijn overigens nog ouder.<br />
41
42<br />
Zij dateren van 1650. De huidige Huisduiner<br />
kerk verrees in 1896, feitelijk op de fundamenten<br />
van de vorige. Dat was een houten<br />
kerk, waarvan het dak en delen van het<br />
interieur werden hergebruikt <strong>bij</strong> de nieuwbouw.<br />
De hervormde kerkvoogdij deed het<br />
kerkje in 1993 in de verkoop. Voorwaarde<br />
was wel dat het gebouwtje als kerk of als<br />
sociaal-cultureel centrum in gebruik bleef.<br />
De Woningstichting kocht het aan, knapte<br />
het op en sindsdien wordt het kerkje beheerd<br />
door de Stichting Beheer Huisduiner<br />
kerk. Er vinden regelmatig concerten en<br />
exposities plaats.<br />
94. 1e L.A.: Kijkduinlaan.<br />
95. Bij splitsing: Links aanhouden:<br />
Tillenhof.<br />
96. 1e L.A.: Tillenhof.<br />
Tillenhof<br />
Tillenhof 3 - 5 - 7: Dit doodlopende straatje<br />
is vernoemd naar dominee Salomon van<br />
Till (1643-1713), die gedurende ruim tien<br />
jaar predikant te Huisduinen was. Zijn<br />
woning werd ‘De Tillenhof’ genoemd. Grote<br />
bekendheid kreeg deze predikant tijdens<br />
de Zeeslag <strong>bij</strong> Kijkduin (1673), waar<strong>bij</strong> een<br />
vloot van Engelsen en Fransen vóór de<br />
kust van Huisduinen in strijd kwam met<br />
de Hollandse vloot onder leiding van De<br />
Ruyter. De predikant droeg - staande op<br />
een duintop - het benauwde vaderland aan<br />
de God van hemel en aarde op. Zijn bede<br />
werd verhoord; De Ruyter behaalde de<br />
overwinning (zie plaquette aan muur van<br />
het Huisduiner kerkje).<br />
Het huidige Tillenhof is ongeveer een eeuw<br />
geleden gebouwd als directiegebouw<br />
tijdens de verbouwingen aan fort Kijkduin<br />
(1913). Het is in feite één langwerpig houten<br />
gebouw, gedekt door een schilddak.<br />
97. Aan het einde van het straatje<br />
door het hek en R.D.<br />
98. Over het O.S.& O.-terrein – langs<br />
de loods – richting poortgebouw.<br />
Gebouwen O.S.& O.-terrein ( ‘Ontwikkeling,<br />
Sport & Ontspanning’): De grote<br />
loods (artilleriewerkplaats) bestaat uit één<br />
bouwlaag onder een zadeldak met flauwe<br />
dekhelling. Het dak is gedekt met zwarte<br />
Hollandse pannen. De loods is 12 traveeën<br />
diep. De constructie bestaat uit 11 spanten<br />
van gewapend beton en 2 kopgevels. Op<br />
de hoeken van het pand zijn bakstenen<br />
steunberen aangebracht, bekroond door<br />
sierbetonnen afdekstenen. In de topgevel is<br />
een embleem van de Duitse marine (stuurwiel,<br />
anker, kanonslopen; ‘Artillerie Mechaniker‘)<br />
aangebracht. Het werd gebouwd<br />
in 1942 door of op last van de bezetter. In<br />
1991 nam de <strong>Helder</strong>se kunstenaar Rudi van<br />
de Wint het gebouw in gebruik als constructiewerkplaats.<br />
Dit O.S.& O -terrein werd waarschijnlijk<br />
vroeger het Galgenveld genoemd. (Andere<br />
bronnen geven voor het Galgenveld aan:<br />
‘eenige roeden bezuyden Kijkduin’ - roede=<br />
oude lengtemaat. Naar alle waarschijnlijkheid<br />
werd echter met deze plek de zich ten<br />
zuiden van Kijkduin bevindende ’Gerichtplaats’<br />
bedoeld en bevond het Galgenveld<br />
zich inderdaad op het stuk grond, wat nu<br />
als O.S.& O.-terrein bekend staat) .
Poortgebouw<br />
in 1982<br />
Poortgebouw: Dit gebouw uit ± 1942<br />
bestaat uit een poort met twee doorgangen<br />
en twee wachthuisjes aan weerszijden. (Als<br />
u door de poort gaat, ziet u aan uw linkerhand<br />
het Anton Pieckhof).<br />
99. Na het poortgebouw direct R.A.:<br />
Duinweg.<br />
Administratiekantoor<br />
Administratiekantoor (neoclassicistisch;<br />
bouwjaar ± 1941): Direct aan uw rechterhand<br />
komt u langs een complex, dat bekend<br />
staat als het ‘Casino’; in de volksmond<br />
zo genoemd, omdat de Duitsers er gedurende<br />
de oorlog feesten organiseerden. Het<br />
gebouw bevatte echter kantoren, tekenkamers<br />
en een kantine van de bezetter. Uit<br />
veiligheidsoverwegingen <strong>bij</strong> een eventueel<br />
bombardement werd vanuit het gebouw<br />
een onderaardse luchtgang gemaakt. De<br />
gang welke ongeveer 20 meter voor het<br />
gebouw uitmondt is nog steeds aanwezig.<br />
Onder een gedeelte van het gebouw zijn<br />
kelders aangebracht. De drie zalen zijn gelegen<br />
aan drie verschillende zijden van het<br />
gebouw en zijn bereikbaar via de bordessen,<br />
waarop zuilengalerijen zijn geplaatst<br />
(neoclassicistisch). Op 10 juni 2009<br />
heeft een brand het - toen nog gedeeltelijk<br />
in originele staat verkerende - interieur<br />
en het dak verwoest. De grote Loods, het<br />
Poortgebouw en het ‘Casino’ maken deel<br />
uit van een voormalig Duits militair complex<br />
(anno 1942) als onderdeel van de Atlantikwall.<br />
De drie objecten zijn sedert 1998<br />
rijksmonument. Het ‘Casino’; één van de<br />
<strong>bij</strong>na verdwenen ‘<strong>verborgen</strong> <strong>schoonheden</strong>’.<br />
Driehuizen<br />
Duinweg 10-12-14: Vroeger ‘Villa Driehuizen‘.<br />
Oorspronkelijk geschakelde vakantiehuisjes<br />
(anno 1928), die gemeubileerd<br />
verhuurd werden; later zgn. weduwenwoningen.<br />
Andere oorspronkelijke vakantiehuisjes<br />
in het dorp zijn verdwenen; de<br />
vroegere naam is weer in ere hersteld.<br />
Oostenrijkse woning: Aan uw linkerhand<br />
ziet u - het tweede huis van de hoek: Badhuisstraat<br />
68b - een Oostenrijkse woning in<br />
de meest originele staat. Geen uitbreidingen<br />
van recentere datum; de schuur staat ook<br />
nog los van het huis.<br />
100. Bij de splitsing: Rechts<br />
aanhouden. Duinweg<br />
vervolgen.<br />
Bijna aan het einde van de Duinweg even<br />
rechtsaf een doodlopend straatje in; naar<br />
Duinweg 34. Dit hotel is gevestigd in het<br />
voormalige ‘oude mannenhuis Avondrust’<br />
(anno 1936), maar dit pand is oorspronkelijk<br />
gebouwd als meisjes- en kinderhuis<br />
van de Weesinrichting ‘Huisduinen’ (1929).<br />
Ontwerp van architect S. Krijnen.<br />
43
44<br />
101. Bij de kruising: R.D. -<br />
Duinweg gaat over in de<br />
Tuintjesweg.<br />
102. Eindje Tuintjesweg: R.A.:<br />
fietspad Huisduinerweg.<br />
LInIeBuuRt<br />
103. 1e R.A.: Kerkhoflaan.<br />
Algemene Begraafplaats Huisduinen: oud<br />
en waarlijk een monument.<br />
De Algemene Begraafplaats bestaat ruim<br />
vierhonderd jaar en is een van de oudste<br />
begraafplaatsen van ons land. Vermoedelijk<br />
is de begraafplaats aangelegd aan het<br />
eind van de 16e eeuw, toen het Huisduiner<br />
kerkje werd buitengedijkt. De oudste kaart,<br />
waarop de begraafplaats is te zien, dateert<br />
uit 1606; nl. de kaart van Oogduinen (met<br />
daarop het woord ‘Kerckhoff’) van de Huisduiner<br />
schoolmeester en landmeter Pieter<br />
Pietersen. De oudste grafzerk is van 1672.<br />
Het historische deel van de begraafplaats<br />
is van grote cultuurhistorische waarde vanwege<br />
de ouderdom en omdat er een aantal<br />
belangrijke personen uit de historie van <strong>Den</strong><br />
<strong>Helder</strong> begraven ligt.<br />
In 1594 werd het oude eiland Huisduinen<br />
voor het laatst overspoeld door de zee.<br />
Toen de kerk en het kerkhof dat jaar wederom<br />
in zee verdwenen, besloot men een<br />
nieuwe begraafplaats aan te leggen op het<br />
hoogste punt van het duingebied, midden<br />
op het toenmalige eiland Huisduinen; zonder<br />
kerkgebouw. Op de begraafplaats heeft<br />
dus nooit een kerk gestaan. Dat was in de<br />
17e en 18e eeuw tamelijk uitzonderlijk. Veel<br />
algemener was een kerkhof (N.B. De naam<br />
van de toegangsstraat - Kerkhoflaan - is<br />
dus eigenlijk niet juist). Het historische deel<br />
van de begraafplaats bestaat uit de vier<br />
grafvelden G, R, A, en F. De aanleg is sober<br />
en rechtlijnig en nog steeds is de bolling te<br />
zien van de duinen waarop de oorspronkelijke<br />
begraafplaats is aangelegd. Tussen de<br />
velden is een <strong>bij</strong>na kruisvormig padenstelsel<br />
aanwezig.<br />
104. Straatje rechts van het<br />
plantsoen; <strong>bij</strong> de aula rechts<br />
aanhouden en vervolgens RD<br />
naar het drenkelingenhuisje.<br />
Ter nagedachtenis ….<br />
Dit huisje had oorspronkelijk een andere<br />
bestemming. In de Franse tijd groeide de<br />
Joodse gemeenschap van <strong>Den</strong> <strong>Helder</strong>.<br />
Daarom werd in 1824 besloten ten westen<br />
van de bestaande begraafplaats een Joodse<br />
begraafplaats aan te leggen. In 1936 werd<br />
het metaheerhuisje (Metaheirahuisje of<br />
metaarhuisje) gebouwd, bedoeld voor het<br />
ritueel reinigen van de overledene. Het metaheerhuisje<br />
vertoont de stijlkenmerken van<br />
de Amsterdamse School en Nieuwe Zakelijkheid.<br />
De tekststeen links van de deur geeft<br />
informatie over de eerste steenlegging. Aan<br />
de andere kant van het gebouwtje is een<br />
plaquette aangebracht: ‘Ter nagedachtenis<br />
aan de Joodse inwoners van <strong>Den</strong> <strong>Helder</strong>, die<br />
in de oorlog 1940 - 1945 zijn weggevoerd<br />
en vermoord, vanwege hun Joods zijn.
Moge hun zielen gebundeld zijn, in de<br />
bundel des levens’. De Vereniging Sufah<br />
nam het initiatief voor deze gedenksteen,<br />
welke op 13 april 2005 onthuld werd. Let<br />
ook op de mooie glas-in-lood raampjes aan<br />
de zijkant van het huisje.<br />
105. OMKEREN – en direct<br />
1e grindpad R.A.<br />
106. Bij kruispunt: L.A.<br />
Bij dit kruispunt van grindpaden:<br />
Vrijwel in het midden van het historische<br />
deel van de begraafplaats treft u een opvallend<br />
praalgraf aan, nl. van de oudste van<br />
de gebroeders Janzen, J.S. Janzen en zijn<br />
echtgenote, D. Janzen-Walraven. Dit praalgraf<br />
is als het ware een klein monumentje;<br />
een gedenkteken om de herinnering aan de<br />
overlevende levend te houden. Vandaar het<br />
woord grafmonument.<br />
Vlak achter dit praalgraf ziet u het opvallende<br />
grafmonument (een obelisk op piëdestal)<br />
van ‘Karel Johan Cornelis Stakman Bosse,<br />
geb. te Amsterdam 27 april 1809 - overl. te<br />
<strong>Helder</strong> 26 juni 1880‘. Mr. K.J.C. Stakman<br />
Bosse was gedurende 35 jaar burgemeester<br />
van <strong>Den</strong> <strong>Helder</strong> (van 22 juli 1853 tot aan<br />
zijn overlijden op 26 juni 1888) - langer dan<br />
welke burgervader dan ook - en is van grote<br />
betekenis geweest voor de ontwikkeling<br />
van de stad. Onder zijn leiding kreeg <strong>Den</strong><br />
<strong>Helder</strong> een waterleiding en een gasfabriek<br />
en werd de stad aangesloten op het spoorwegnet.<br />
Naar deze geliefde burgemeester<br />
werd later een straat vernoemd.<br />
107. T-splitsing grindpad: rechts aanhouden<br />
- het parkgedeelte in.<br />
Links aanhouden - richting aula.<br />
NB. Bijzondere zerk: Als u echter op deze<br />
splitsing 15 stappen naar links gaat, ziet u<br />
een interessant monument, nl. de grafzerk<br />
van Diewer Pieters, waarop bovenaan een<br />
orgel is afgebeeld. De in 1672 overleden<br />
Diewertje heeft waarschijnlijk geld nagelaten<br />
voor de aanschaf van een orgel in het<br />
Huisduiner kerkje. Voor een dorp als Huisduinen<br />
was het vrij uitzonderlijk, dat men<br />
reeds in de 17e eeuw over een kerkorgel<br />
beschikte. Het orgel is door de landing van<br />
het Engelse invasieleger in 1799 vernield.<br />
Plantsoen architect L.A. Springer:<br />
In de 20ste eeuw werd de begraafplaats<br />
aan de noordkant uitgebreid in romantische<br />
stijl door ontwerper L.A. Springer. De aanleg<br />
bestaat uit een strook van slingerende<br />
paden, begeleid door bomen, heesters<br />
en struiken. NB. Bij de volgende splitsing<br />
(in het plantsoen) kunt u ook even rechts<br />
aanhouden. U ziet dan de plaats, waar 53<br />
burgerslachtoffers van de bombardementen<br />
in de Tweede Wereldoorlog onder 37<br />
naamstenen begraven zijn en u ziet het op<br />
5 mei 2006 onthulde oorlogsmonument<br />
met de tekst: ‘Ter nagedachtenis aan de<br />
burgerslachtoffers van de bombardementen<br />
op <strong>Den</strong> <strong>Helder</strong> in de Tweede Wereldoorlog<br />
1940-1945 Mannen, vrouwen en kinderen<br />
die daar<strong>bij</strong> om het leven kwamen, liggen<br />
hier begraven’. Burgemeester Ritmeester<br />
beloofde tijdens de begrafenis van de 38<br />
slachtoffers, op 28 juni 1940, een gedenkteken<br />
op te richten. Het gemeentebestuur<br />
van <strong>Den</strong> <strong>Helder</strong> heeft deze belofte in 2006<br />
waargemaakt.<br />
108. Via het park van Springer – langs<br />
de aula (van circa 1920) – naar de<br />
Kerkhoflaan.<br />
De aula<br />
45
46<br />
De aula: In 1925 werd het dienstgebouw<br />
geplaatst met ruimte voor de opzichterwoning,<br />
de werkplaats en de aula.<br />
Inmiddels is het totale - in Amsterdamse<br />
stijl opgetrokken - gebouw in gebruik als<br />
aula.<br />
109. Halverwege de Kerkhoflaan:<br />
R.A. - Tuinderspad (dit pad<br />
gaat over in een voetpad).<br />
110. Voor<strong>bij</strong> de bocht: 1e L.A.;<br />
fietsers bruggetje over<br />
(boosterrijders kunnen<br />
eventueel R.D.).<br />
Boosterrijders:<br />
Bruggetje een opstakel?<br />
Alternatieve route naar eindpunt:<br />
111. Voetpad (klinkerpad)<br />
vervolgen.<br />
112. Einde voetpad: L.A. op<br />
trottoir.<br />
113. Bij het hoekhuis: hier <strong>bij</strong> de<br />
afgeschuinde rand het trottoir<br />
af; L.A. Jan Verfailleweg -<br />
richting rotonde.<br />
114. Bij rotonde: 2e afslag -<br />
richting centrum.<br />
nIeuWLandBuuRt<br />
115. Marsdiepstraat vervolgen naar<br />
het eindpunt van de route<br />
(Triade - Middenweg 2) in de<br />
Geleerdenbuurt.<br />
Fietsers:<br />
111. R.A.: Lichtbaaklaan.<br />
112. Bij splitsing: rechts aanhouden<br />
- Linieweg.<br />
113. 2e R.A. - langs hotel.<br />
114. Bij T-splitsing: rijbaan<br />
Marsdiepstraat oversteken<br />
en L.A.<br />
nIeuWLandBuuRt<br />
115. Marsdiepstraat vervolgen naar<br />
het eindpunt van de route<br />
(Triade - Middenweg 2) in de<br />
Geleerdenbuurt.
Architect Krijnen trekt internationale<br />
belangstelling met ‘zijn’ Tuindorp<br />
Bedenker van spuikanaal wordt bedreigd<br />
door werkvolk<br />
Een man die heel nadrukkelijk zijn sporen<br />
heeft nagelaten in <strong>Den</strong> <strong>Helder</strong> is Simon<br />
Krijnen (1859-1940). Als ‘stadsarchitect’<br />
ontwierp hij tal van gebouwen. Een aantal<br />
daarvan is verdwenen, maar er zijn er<br />
gelukkig ook die thans als monument<br />
worden gekoesterd.<br />
Simon Krijnen.<br />
De naam van Krijnen is vooral verbonden<br />
aan de Prins Willem Alexandersingel.<br />
De aanleg van dit spuikanaal moest een<br />
einde maken aan de stankoverlast van het<br />
doodlopende <strong>Helder</strong>sche kanaal, doordat<br />
er nu een open verbinding ontstond<br />
met de fortgrachten rond Erfprins. Een<br />
plaquette in de monumentale muur <strong>bij</strong><br />
het begin van de singel herinnert aan<br />
hem: ‘Over ’t Krijnen-plan is gedacht tot<br />
burgemeester Houwing mij bracht. Nu<br />
spui ik <strong>bij</strong> dag en nacht schoon water<br />
door <strong>Helder</strong>’s gracht, 1918-1921’.<br />
Krijnen was betrokken <strong>bij</strong> de oprichting<br />
van de Woningstichting in 1910; Tuindorp<br />
is zijn schepping. Behalve met sociale<br />
woningbouw hield hij zich ook bezig<br />
met de bouw van winkels en van allerlei<br />
<strong>bij</strong>zondere projecten in de stad. Hij was<br />
vooral in <strong>Den</strong> <strong>Helder</strong> actief. De benaming<br />
‘stadsarchitect’ is dus niet overdreven.<br />
Zijn vader Jelle was loodsschipper, afkomstig<br />
van Texel. Na de lagere school moest<br />
Simon ook naar zee, zo was de bedoeling,<br />
maar toen hij een schipbreuk overleefde,<br />
wilde hij daar niets meer van weten. In<br />
advertenties in ’t Vliegend Blaadje komen<br />
we hem tegen als timmerman, aannemer,<br />
handelaar in bouwmaterialen, makelaar,<br />
maker van tekeningen en bestekken en<br />
tenslotte als architect. Hij leerde het vak<br />
in de praktijk. En dat bleek een goede opleiding.<br />
Hij was nieuwsgierig, creatief en<br />
zat vol ideeën. Daardoor ontwikkelde hij<br />
zich tot een kundig, veelzijdig en productief<br />
ontwerper.<br />
Aanvankelijk werkt hij samen met de<br />
<strong>Helder</strong>se architecten A. Senderman en<br />
Th. Moorman. Hun eerste gezamenlijke<br />
project is de bouw van twee woonhuizen<br />
aan de Stationsstraat in 1895, de bouw<br />
van de rooms-katholieke Volksbond aan<br />
de Molengracht (1896) en de bouw van<br />
een café en winkelhuis aan de Zuidstraat<br />
(84-85) in 1897. Vanaf 1899 - hij is dan<br />
al 40 jaar - opereert hij als zelfstandig<br />
architect.<br />
47
48<br />
De opdrachten druppelen binnen: een<br />
woning en zomerverblijf in Huisduinen,<br />
de bewaarschool aan de Laan voor de<br />
vereniging ‘Fröbel’, de herbouw van het<br />
afgebrande ‘Grand Café Central’ aan de<br />
Kanaalweg voor Z. Panbakker, de bouw<br />
van een zaal achter café ’t Centrum aan de<br />
Molenstraat en van drie woningen aan de<br />
Vlamingstraat.<br />
Spectaculaire brand<br />
Zo roemt ’t Vliegend Blaadje in 1902 de<br />
bouw van het woon- en winkelhuis aan de<br />
Weststraat 87-90 voor J. van Willigen als<br />
‘een sieraad voor de gemeente’. Krijnen<br />
wordt in de jaren daarna ook betrokken <strong>bij</strong><br />
de uitbreiding en modernisering van het<br />
bedrijf. Hij voorziet de voorgevel van ruiten<br />
van zes meter lengte, tot dan toe de langste<br />
maat ooit in <strong>Den</strong> <strong>Helder</strong> geplaatst, en<br />
een draaideur, ook nieuw voor de marinestad.<br />
Maar kort na de heropening in 1932<br />
ontstaat er een brand, zo spectaculair dat<br />
oudere generaties er nu nog over praten.<br />
De rookwolken trekken zelfs op Texel de<br />
aandacht. Het vuur legt het kolossale pand<br />
volledig in de as. Voor de bouw van een<br />
houten noodwinkel op een terrein <strong>bij</strong> de<br />
Nieuwe Kerk doet Van Willigen weer een<br />
beroep op zijn ‘huisarchitect’.<br />
Over de bouw van een winkelhuis met<br />
twee bovenwoningen aan de Spoorgracht<br />
45 en 46 voor de firma Oudkerk & Van<br />
Praag schrijft ’t Vliegend Blaadje: ‘De<br />
eertijds niet in aanzien staande Spoorgracht<br />
heeft door het optrekken van dit<br />
groote winkelgebouw, weder enorm in<br />
de welstand gewonnen. Reeds van verre,<br />
van de Nieuwebrug afkomende, maakt dit<br />
magazijn met de sierlijke torenbouw een<br />
aangenamen indruk’. Dit gebouw uit 1911<br />
kennen we thans als het Wapen van <strong>Den</strong><br />
<strong>Helder</strong> en biedt, na een prachtige restauratie<br />
door de Woningstichting, waar<strong>bij</strong><br />
het markante ronde torentje in ere werd<br />
hersteld, huisvesting aan daklozen.<br />
Werktekening van Krijnen met het torentje<br />
van ‘Het Wapen van <strong>Den</strong> <strong>Helder</strong>’. De Woningstichting<br />
heeft <strong>bij</strong> de restauratie van<br />
het pand dit torentje in ere hersteld, nadat<br />
het in de oorlog was gesloopt.<br />
‘Het Wapen van <strong>Den</strong> <strong>Helder</strong>’ zonder torentje.<br />
Het pand is tot de oorlog in gebruik<br />
geweest van de fa. Oudkerk & Van Praag.<br />
Daarna maakte de firma Joustra er een<br />
voddenopslagplaats van. In 1945 vestigde<br />
J. van der Linden er een hotel, café en<br />
restaurant. Sinds enkele jaren dient het<br />
gebouw als opvang voor daklozen.<br />
<strong>Den</strong> <strong>Helder</strong> krijgt grootstedelijke allures<br />
wanneer Herschel in 1932 een modemaga-
zijn aan de Koningstraat opent met….<br />
een overdekte passage van 28 meter<br />
lengte naar de Stationsstraat. Winkelpassages<br />
zijn dan juist in opkomst. Herschel<br />
biedt deze passage aan de gemeente<br />
aan als openbare weg voor de burgerij.<br />
Burgemeester W.F.G.L. Driessen opent de<br />
doorgang en zegt: ‘Met deze passage is<br />
een illusie verwezenlijk van de architect, de<br />
heer Krijnen, die iets dergelijks al vaak had<br />
gepropageerd. De kortere verbinding die<br />
hierdoor wordt verkregen met het station,<br />
zal velen aangenaam zijn.’ De passage<br />
leidt slechts een kortstondig bestaan. In<br />
1940 koopt de eigenaar van ‘Formosa’ de<br />
winkel van Herschel. Hij maakt het gebouw<br />
geschikt voor horeca-activiteiten. Daar<strong>bij</strong><br />
moet de passage wijken voor de keuken en<br />
de garderobe. Restaurant Spijz zit nu in dit<br />
pand.<br />
In opdracht van P. Pluijlaar maakt Krijnen<br />
in 1925 het plan voor de bouw van het<br />
lunapark <strong>Den</strong>nenheuvel in Huisduinen, dat<br />
<strong>bij</strong> veel ouderen nostalgische herinneringen<br />
oproept door de <strong>bij</strong>behorende speeltuin<br />
met uitzichttoren (11 meter hoog), glijbaan<br />
(25 meter lang), schommels, wipplanken,<br />
slingerpaal, zandbak en vijver. De oudfotograaf<br />
Chef Kreuger neemt de uitspanning<br />
in 1926 over en zwaait er jarenlang de<br />
scepter.<br />
Het bestuur van de ‘Vereeniging Ambachtsschool<br />
voor <strong>Helder</strong> en Omstreken’<br />
schakelt hem in voor de bouw van een<br />
school aan de Laan (1907). Voor de vereniging<br />
‘Laat de kinderkens tot Mij komen’<br />
ontwerpt hij de Christelijke Mulo aan<br />
de Kanaalweg (1920). Beide gebouwen<br />
worden tijdens de Tweede Wereldoorlog in<br />
opdracht van de Duitsers tot de grond toe<br />
afgebroken.<br />
Het bestuur van de ‘Veilingsvereeniging<br />
te <strong>Helder</strong>’ vertrouwt hem het ontwerp<br />
toe voor een groenteveiling op het terrein<br />
achter het Kantongerecht (1925). En voor<br />
J. Burger, eigenaar van de Victoria Bar in de<br />
Spoorstraat, bouwt hij tussen het Bondsgebouw<br />
en hotel Bellevue een kegelhuis met<br />
concert-, biljart- en vergaderzaal (1928).<br />
‘Verwerpelijk’<br />
Zijn betrokkenheid <strong>bij</strong> de opvang van<br />
weeskinderen en voogdijkinderen – vanaf<br />
de oprichting in 1900 is hij bestuurslid van<br />
de ‘Vereeniging tot opvoeding van weezen,<br />
half weezen en onverzorgde kinderen’<br />
te Huisduinen – levert hem ook brood op<br />
de plank. Hij maakt eerst een bestaand<br />
pand geschikt voor de huisvesting van de<br />
kinderen. In 1906 ontwerpt hij een directeurswoning<br />
met zaal ten behoeve van de<br />
Weesinrichting ( thans bed & breakfast De<br />
Kust). En in 1928 presenteert hij de tekeningen<br />
voor een meisjes- en kindertehuis<br />
op het voormalige terrein van ‘De Tuintjes’.<br />
De adviescommissie van Noordhollandsche<br />
<strong>Gemeente</strong>n voor bouwontwerpen en<br />
uitbreidingsplannen veegt echter de vloer<br />
aan met dit ontwerp. Zij spreekt zelfs over<br />
een‘verwerpelijk’ plan. Te traditioneel en<br />
het gebouw wekt de indruk dat wezen<br />
hier worden ingesloten en niet tot vrije,<br />
zelfstandige mensen kunnen opgroeien. In<br />
een brief aan burgemeester en wethouders<br />
schrijft de commissie: ‘Een geheel gesloten<br />
in zichzelf gekeerd gebouw, geen open<br />
verbinding met tuin of speelplaats, geen<br />
openslaande ramen of deuren, maar slechts<br />
schuiframen met uiterst kleine ruitjes. Wij<br />
menen dat dit geen architectonisch aannemelijke<br />
vormgeving van een modern<br />
weeshuis is.’<br />
49
50<br />
Omdat het een openbaar gebouw betreft<br />
neemt de commissie de vrijheid zich ook<br />
een oordeel aan te matigen over de inrichting:<br />
‘Volstrekt onvoldoende verlichting en<br />
ventilatie der slaapzaken en de uiterst primitieve,<br />
onverlichte waschhokjes.Een zoo<br />
benauwde, onhygiënische inrichting moet<br />
ontoelaatbaar geacht worden. Wij wijzen<br />
verder op de voor 22 kinderen te smalle en<br />
steile trap en de smalle gang daarnaast, op<br />
het tekort aan toiletten, op het ontbreken<br />
van een galerij of ruim balkon; dat boven<br />
den ingang is geheel ondoelmatig.’<br />
De commissie pleit voor een modern<br />
gebouw, maar burgemeester en wethouders<br />
leggen het negatieve advies naast zich<br />
neer. Na de oorlog wordt het pand geschikt<br />
gemaakt voor huisvesting van ouderen<br />
(‘Avondrust’). Nu is het in gebruik als<br />
hotel onder de naam ‘The Baron Crown’.<br />
In Huisduinen is Simon Krijnen ook actief<br />
voor de N.V. ‘Zeebad Huisduinen’. Hij<br />
ontwerpt een hotelpension (1928) en een<br />
badpaviljoen (1934). En voor dr. H.W.<br />
van Urk, de apotheker van het hospitaal,<br />
ontwerpt hij een buitenhuis. De aanleg van<br />
de Afsluitdijk leidt ertoe dat het strand verdwijnt<br />
en de glorie van Huisduinen als badplaats<br />
verbleekt. De oorlog en de ophoging<br />
van de zeedijk vormen de genadeslag voor<br />
de creaties van Krijnen.<br />
Drie boerderijen in de polder Het Koegras<br />
danken hun ontstaan aan de <strong>Helder</strong>se<br />
stadsarchitect. Aan de Doggersvaart bouwt<br />
Krijnen in 1916 een fabrieksgebouw en<br />
machinistwoning voor de N.V. <strong>Helder</strong>sche<br />
Visch- en Krabbenmeelfabriek. Ook de<br />
winkel van kapper Stuurman aan de Langevliet<br />
in Julianadorp is van zijn hand.<br />
‘Juweeltje’<br />
Voor de bouw van rusthuis ‘Parkzicht’<br />
worden drie ontwerpers uitgenodigd een<br />
plan in te dienen. Krijnen is een van hen.<br />
Zijn plan wordt gekozen, samen met<br />
dat van architect D. Saal uit Alkmaar, de<br />
ontwerper van de Vakschool voor meisjes<br />
aan de Vijfsprong, nu het kantoor van de<br />
Woningstichting <strong>Den</strong> <strong>Helder</strong>. De samenwerking<br />
tussen Krijnen en Saal leidt tot een<br />
‘juweeltje van moderne bouwkunst’, zoals<br />
de <strong>Helder</strong>sche Courant op 18 juni 1936<br />
schrijft. Na de oorlog neemt de gemeente<br />
het rusthuis in gebruik als ziekenhuis. In<br />
1982 moet ‘Parkzicht’ wijken voor het<br />
Gemini-ziekenhuis.<br />
Er ontglipt Krijnen ook wel eens een aantrekkelijke<br />
opdracht. Zo wordt in 1916 zijn<br />
ontwerp voor het Algemeen Tehuis voor<br />
Militairen aan de Spoorstraat afgewezen.<br />
Het bestuur kiest uit de inzendingen van<br />
zes architecten voor het plan met de meest<br />
praktische inrichting en dat is van A. Mulder<br />
uit <strong>Den</strong> Haag.<br />
Tot de <strong>bij</strong>zondere bouwwerken die aan<br />
Krijnen worden toegeschreven, behoort de<br />
Postbrug (1932). Maar er bestaat onduidelijkheid<br />
over de werkelijke ontwerper. Er<br />
zijn ook bronnen die zeggen dat het plan<br />
uit de koker komt van de Amsterdamse<br />
architect P.A. Kramer gezien de overeenkomsten<br />
met een ander ontwerp van zijn<br />
hand, het Nationaal Reddingsmonument<br />
(1935).<br />
Vanaf de oprichting in 1910 tot 1939 is<br />
Krijnen het gezicht van de Woningstichting.<br />
Honderden arbeiderswoningen in de<br />
Van Galenbuurt, Tuindorp, Vogelwijk en de<br />
Visbuurt ontstaan op zijn tekentafel.
De eerste ‘sociale woningbouw’ van zijn<br />
hand vinden we aan de Polderweg. In<br />
1912 levert hij een plan voor 38 woningen.<br />
Bouwkosten per woning: 2000 gulden.<br />
Hoewel de woningen klein zijn, om te<br />
voorkomen dat de huurprijs te hoog wordt,<br />
slaagt Krijnen erin zó te bouwen dat de arbeiders<br />
zich in hun huis als in een kasteeltje<br />
wanen. In zijn ontwerpen past hij variatie<br />
en afwisseling toe om te voorkomen dat de<br />
rijtjeswoningen een massale indruk maken.<br />
Met speelse accentjes en versieringen geeft<br />
hij de voorgevels iets karakteristieks mee.<br />
In 1915 wordt de eerste steen gelegd voor<br />
de bouw van 132 woningen op een terrein<br />
aan de Brakkeveldweg. Voorzitter C.<br />
Adriaanse zegt <strong>bij</strong> die gelegenheid: ‘Het<br />
plan voor dit tuindorp is afkomstig van de<br />
heer Krijnen, die slechts opdracht kreeg een<br />
aantal woningen te bouwen en met dit plan<br />
voor de dag kwam.’ Alsof het een spontane<br />
opwelling van Krijnen was. Maar hij volgt<br />
de ontwikkelingen op zijn vakgebied nauwgezet.<br />
Tuinsteden, ontstaan in Engeland,<br />
doen internationaal opgang. Ze kenmerken<br />
zich door lage eengezinswoningen met een<br />
voor- en achtertuin en omringd door groen.<br />
De trots van architect Krijnen: Tuindorp.<br />
Het valt overigens niet mee om Tuindorp<br />
in <strong>Den</strong> <strong>Helder</strong> groen te krijgen. De jeugd<br />
vernielt de pasgeplante boompjes. De Woningstichting<br />
besluit in 1919 een commissie<br />
van Tuindorp-bewoners aan te stellen<br />
voor de bewaking van het groen. Een der<br />
bewoners wordt aangesteld tot onbezoldigd<br />
rijksveldwachter om verbaliserend te<br />
kunnen optreden. Was het toen het groen,<br />
nu is het (zwerf-)vuil een van de grootste<br />
kopzorgen.<br />
Op voorstel van de leden besluit de<br />
Woningstichting in 1919 eens een andere<br />
architect in de arm te nemen. De woningen<br />
van Krijnen zijn te mooi en lijken onvoldoende<br />
op ‘arbeiderswoningen’, zo luidt<br />
het oordeel. De keuze valt op architect<br />
Verschoor uit <strong>Den</strong> Haag, die het ontwerp<br />
levert voor 62 woningen aan de Brakkeveldweg,<br />
het plan Potteman. Een volgend<br />
project op een terrein tussen de Polderweg<br />
en de Van Galenstraat doen Verschoor en<br />
Krijnen samen. Toch bevalt dit ‘uitstapje’ de<br />
Woningstichting minder goed, zodat alle<br />
opdrachten voortaan weer naar haar eigen<br />
technisch adviseur gaan.<br />
Bij het twaalfeneenhalfjarig bestaan van<br />
de Woningstichting in 1923 zegt vicevoorzitter<br />
dr. C.H. Ketner: ‘De heer Krijnen<br />
heeft als architect het zijne ertoe <strong>bij</strong>gedragen,<br />
dat de Vereeniging ook ver buiten<br />
onze gemeente een goede naam heeft. In<br />
het <strong>bij</strong>zonder is dit ten opzichte van het<br />
Tuindorp het geval.’ Krijnen oogst met zijn<br />
Tuindorp internationale waardering. Op<br />
een tentoonstelling in Engeland wil zelfs<br />
de Britse koningin Mary meer over zijn<br />
ontwerp weten.<br />
Het spreekwoord ‘Hoge bomen vangen<br />
veel wind’ gaat ook op voor Krijnen. In<br />
zijn loopbaan krijgt hij heel wat kritiek te<br />
verduren. Men verwijt hem onder meer te<br />
weinig opdrachten te gunnen aan <strong>Helder</strong>se<br />
aannemers, te weinig arbeiders uit <strong>Den</strong><br />
<strong>Helder</strong> <strong>bij</strong> zijn projecten te betrekken,<br />
51
52<br />
en te weinig inspanning te leveren voor de<br />
kosten die hij in rekening brengt. Bovendien<br />
zou hij het plan voor het spuikanaal<br />
als oplossing voor de stankoverlast van het<br />
<strong>Helder</strong>sche kanaal hebben gepikt. Krijnen<br />
lijkt onverstoorbaar, maar hij moet soms<br />
de blaren op zijn tong praten om zich te<br />
verweren.<br />
Doordat hij in 1898 raadslid wordt, is het<br />
risico van belangenverstrengeling niet<br />
denkbeeldig. In 1916 besluit de gemeenteraad<br />
het plan van Krijnen voor de aanleg<br />
van een spuikanaal te realiseren. Het plan<br />
is het resultaat van een prijsvraag voor<br />
waterbouwkundigen, waarop 80 inzendingen<br />
binnenkomen. Krijnen wil zijn plan zelf<br />
uitvoeren. Dat levert problemen op met de<br />
raad, die deze werkzaamheden niet verenigbaar<br />
achten met zijn lidmaatschap.<br />
Het wordt een gevecht tot aan de hoogste<br />
instanties. Met als resultaat, dat … Krijnen<br />
zijn raadszetel niet hoeft op te geven. Hij<br />
blijft aan tot 1919, dan wordt de ergernis<br />
over de ‘rooien’ (S.D.A.P.) in de gemeenteraad<br />
hem te veel. Een van de privileges<br />
die hij daarvoor moet opgeven zijn de ritjes<br />
met paard en rijtuig naar het stadhuis.<br />
Raadsleden worden in die tijd met veel<br />
egards behandeld. De gemeente haalt hen<br />
op voor de raadsvergaderingen en brengt<br />
hen na afloop terug naar huis.<br />
Bij de aanleg van het spuikanaal ontstaat<br />
er een harde confrontatie tussen Krijnen<br />
en het werkvolk. Het karwei moet worden<br />
uitgevoerd door werklozen, maar in zijn<br />
ogen zijn ze ongeschikt voor dit werk en<br />
daardoor te duur. Krijnen besluit daarom<br />
machines in te zetten. De arbeiders zien dat<br />
als een bedreiging van hun broodwinning<br />
en ze lopen massaal te hoop voor zijn woning,<br />
een villa aan de Javastraat. ‘Ze wilden<br />
mijn vader vermoorden’, vertelde dochter<br />
Souwtje later. ‘Mijn moeder huilen.<br />
Maar mijn vader was helemaal niet bang.<br />
Hij ging naar buiten om met ze praten en<br />
daarna dropen ze af.’<br />
In 1938 krijgt Krijnen wèl een vlekje op<br />
zijn blazoen. Er komen gebreken aan het<br />
licht <strong>bij</strong> 12 woningen die de gemeente in<br />
de Smidstraat in Ouwe <strong>Helder</strong> heeft laten<br />
bouwen. Binnen een jaar na oplevering<br />
ontstaan er scheuren in de muren doordat<br />
de fundering verzakt. Uit onderzoek door<br />
de gemeente blijkt dat de verzakkingen te<br />
wijten zijn aan het onvoldoende draagvermogen<br />
van de bouwgrond, de aanwezigheid<br />
van een sloot die met minder goed<br />
materiaal is gedempt en de drassigheid van<br />
het aangrenzende terrein.<br />
Krijnen, architect, uitvoerder en toezichthouder<br />
<strong>bij</strong> dit project, had de bouwlocatie<br />
vooraf beter moeten onderzoeken, vinden<br />
burgemeester en wethouders. Het college<br />
stelt hem aansprakelijk voor deze fout.<br />
Omdat een gerechtelijke procedure duurder<br />
is, besluiten B. en W. een schikking te<br />
treffen. Na langdurige onderhandelingen -<br />
‘waar<strong>bij</strong> de houding van den heer Krijnen<br />
allesbehalve bereidwillig en behoorlijk is<br />
geweest’ - komen ze met Krijnen overeen<br />
dat hij 750 gulden betaalt als gedeeltelijke<br />
schadevergoeding in de kosten van herstel<br />
(2400 gulden).<br />
Op 16 januari 1940 overlijdt Krijnen, 80<br />
jaar oud. Voorzitter P. van Dalen van de<br />
Woningstichting wijst er <strong>bij</strong> de uitvaart op<br />
dat ruim 900 woningen naar zijn ontwerp<br />
en onder zijn toezicht zijn gebouwd.<br />
‘De heer Krijnen heeft zich met hart en ziel<br />
gegeven om goede woningen tegen lage<br />
huurprijs te verkrijgen.
Daar<strong>bij</strong> moet worden opgemerkt dat alle<br />
technische adviezen en vele ontwerptekeningen<br />
pro Deo werden gegeven.<br />
‘De heer Krijnen bezat de gave om voor<br />
weinig geld toch iets goeds te bouwen’,<br />
zo vervolgt Van Dalen. ‘Wij waren er<br />
getuigen van toen er een keer sprake van<br />
was om voor een bepaald plan eens een<br />
andere architect te nemen, de Inspecteur<br />
van Volksgezondheid, speciaal belast met<br />
de woningbouw, dit ernstig ontraadde.<br />
Hij achtte alleen de heer Krijnen de meest<br />
geschikte om met de middelen die ter<br />
beschikking waren, een goede woning te<br />
doen bouwen.’<br />
Dochter Souwtje heeft ooit <strong>bij</strong> de gemeente<br />
pogingen ondernomen om Tuindorp te<br />
vernoemen naar haar vader. Dit wijkje met<br />
arbeiderswoningen was zijn grote trots.<br />
Hij begreep niet dat er inwoners van <strong>Den</strong><br />
<strong>Helder</strong> waren die weigerden hier te wonen,<br />
omdat Tuindorp op een vroegere vuilnisbelt<br />
was gebouwd.<br />
Personalia<br />
Simon Krijnen wordt geboren op 2 november<br />
1859 in <strong>Den</strong> <strong>Helder</strong>. Hij is de zoon<br />
van loodsschipper Jelle Krijnen (Texel) en<br />
Antonia Christina Bijl (<strong>Den</strong> <strong>Helder</strong>). Simon<br />
trouwt op 13 november 1884 met Grietje<br />
Pijper (Enkhuizen). Zij krijgen elf kinderen<br />
van wie er vijf kort na de geboorte overlijden.<br />
Zoon Jelle (1885) wordt architect<br />
en trouwt met Maria Pranger uit Anna<br />
Paulowna. Hij brengt het Tuindorpontwerp<br />
van zijn vader naar Rusland. Dochter Wilhelmina<br />
Paulina (1888) trouwt in 1925 in<br />
Los Angeles met Jacob Kellenbach uit Rotterdam.<br />
Dochter Antonia Christina (1890)<br />
trouwt in 1915 met officiermachinist Jan<br />
Anthonie Rietdijk. Dochter Souwtje (1899)<br />
trouwt in 1926 met marineofficier Johannes<br />
Bernardus Berck. Zoon Simon (1903) wordt<br />
banketbakker en heeft enige jaren een<br />
winkel in de Koningstraat. Hij trouwt met<br />
Maartje de Vries uit Amsterdam. In 1903<br />
nemen Krijnen en zijn vrouw een pleegkindje<br />
in huis: Ludwig Jamöck uit Wenen.<br />
De vrouw van Krijnen, Grietje Pijper,<br />
overlijdt op 24 december 1924. Zij is dan<br />
60 jaar oud. Doodsoorzaak is, volgens een<br />
dochter, verdriet, doordat haar man een<br />
verhouding kreeg met een veel jongere<br />
vrouw, Ida M. Boer, 33 jaar, directeur van<br />
de Fröbelschool aan de Laan. Vijf maanden<br />
na de dood van zijn eerste vrouw trouwt<br />
Simon Krijnen met haar.<br />
Monumenten van Krijnen<br />
• Loodsgracht 10-11, gebouwd in 1910.<br />
• Spoorstraat 45, gebouwd in 1910 voor<br />
H. Nypels.<br />
• Koningstraat 89 (De Buuren van Pieck),<br />
gebouwd in 1912 voor C. de Boer.<br />
• Postbrug (waarschijnlijk), gebouwd in<br />
1932.<br />
Beeldbepalende panden van Krijnen:<br />
• Anemonenstraat 1 t/m 23.<br />
• Anjelierstraat 2 t/m 14 (even) en 5 t/m<br />
39 (oneven).<br />
• Brakkeveldweg 17 t/m 49.<br />
• Florastraat 18 t/m 32 (even).<br />
• Van Galenstraat 99-101.<br />
(Bronnen: ’t Vliegend Blaadje, <strong>Helder</strong>sche<br />
Courant, Interview van Marinus Vermooten<br />
met een dochter van Krijnen voor de<br />
Lokale Omroep Stichting <strong>Den</strong> <strong>Helder</strong>, Jack.<br />
Sweep, Wim Kalkman en Cees Paarlberg,<br />
<strong>Gemeente</strong>archief <strong>Den</strong> <strong>Helder</strong>, <strong>Gemeente</strong>lijke<br />
lijst van monumenten en beeldbepalende<br />
panden.)<br />
53
54<br />
Kil onthaal voor woningplannen van<br />
baron Van Asbeck in 1910<br />
Charmant complex aan Fabrieksgracht nu<br />
gemeentelijk monument<br />
Kwam hij met koningin Wilhelmina of prins<br />
Hendrik naar <strong>Den</strong> <strong>Helder</strong>, dan werd hij met<br />
open armen ontvangen. Kwam hij met<br />
het bestuur van ‘Licht en Lucht’, dan was<br />
de ontvangst kil. Weinigen zullen Herman<br />
Erwin baron van Asbeck (1870-1922) kennen.<br />
Toch wordt zijn naam in <strong>Den</strong> <strong>Helder</strong> in<br />
leven gehouden.<br />
H.E. baron van Asbeck, oprichter van<br />
woningvereniging ‘Licht en Lucht’<br />
(familiearchief).<br />
Het is mede aan hem te danken dat<br />
honderd jaar geleden op de hoek Fabrieksgracht/<br />
Van Hogendorpstraat zo’n<br />
charmant blokje wit bepleisterde woningen<br />
werd gebouwd. Dat zijn nu gemeentelijke<br />
monumenten. Boven de deur van<br />
Fabrieksgracht 59 is een gedenksteen<br />
gemetseld, waarin staat gebeiteld:<br />
‘Ter herinnering aan H.E. baron van Asbeck,<br />
luitenant t/z der 1e klasse, stichter der<br />
woningvereeniging Licht en Lucht in 1911.’<br />
De draad tussen H.E. baron van Asbeck<br />
en <strong>Den</strong> <strong>Helder</strong> was maar heel dun. Alleen<br />
tijdens zijn opleiding aan het Koninklijk<br />
Instituut voor de Marine (1886-1890)<br />
woonde hij hier. Voor de rest verbleef hij<br />
op zee, in Nederlands-Indië, of was hij<br />
elders in het land. Hij kwam wel regelmatig<br />
naar <strong>Den</strong> <strong>Helder</strong>. Met hoog gezelschap:<br />
koningin Wilhelmina en/of prins Hendrik.<br />
Tussen 1907 en 1912 was hij hun adjudant.<br />
En <strong>bij</strong> bezoeken werd zijn naam steevast<br />
genoemd in de krant. Zijn broer, Willem<br />
Dirk Henrik, had in die jaren meer met <strong>Den</strong><br />
<strong>Helder</strong> van doen. Hij was commandant van<br />
het K.I.M.<br />
Hart voor <strong>Den</strong> <strong>Helder</strong><br />
Ondanks zijn beperkte betrokkenheid <strong>bij</strong><br />
<strong>Den</strong> <strong>Helder</strong> moet Herman Erwin wél hart<br />
voor de stad hebben gehad. En voor de<br />
mensen die hier woonden. Al had hij reeds<br />
eerder blijk gegeven van zijn sociale betrokkenheid.<br />
Zo was hij na de ramp met de<br />
veerboot ‘Berlin’ voor Hoek van Holland in<br />
1906, waar<strong>bij</strong> 128 slachtoffers vielen, nauw<br />
betrokken <strong>bij</strong> de totstandkoming van de<br />
‘Nationale Bond voor reddingwezen en eerste<br />
hulp <strong>bij</strong> ongelukken Het Oranje Kruis’.<br />
Baron van Asbeck richtte in <strong>Den</strong> Haag<br />
een vereniging op met het doel de volkshuisvesting<br />
in <strong>Den</strong> <strong>Helder</strong> te verbeteren.<br />
‘Licht en Lucht’, zoals de vereniging werd<br />
genoemd, wilde woningen bouwen die
vooral bestemd waren voor het lagere personeel<br />
van de marine. Een <strong>bij</strong>zonder avontuur<br />
voor iemand die zich in het dagelijkse<br />
leven met heel andere zaken bezig hield:<br />
hij diende op verscheidene marineschepen,<br />
deed historisch onderzoek, bestudeerde<br />
het torpedowezen, schreef boeken (over<br />
Michiel de Ruyter, de Japans-Russische<br />
zee-oorlogen en onze kustverdediging),<br />
was secretaris van een staatscommissie<br />
voor het reddingswezen en begeleidde het<br />
koninklijk paar <strong>bij</strong> tal van bezoeken.<br />
De Woningwet die in 1901 was ingevoerd,<br />
bood de mogelijkheid om als woningcorporatie<br />
voorschotten te krijgen voor de<br />
bouw van volkswoningen. ‘Licht en Lucht’<br />
diende in 1910 een verzoek in <strong>bij</strong> de<br />
gemeente <strong>Den</strong> <strong>Helder</strong> om 47.000 gulden<br />
beschikbaar te stellen voor de bouw van<br />
27 woningen. Deze waren gepland op<br />
een stukje grond aan wat toen nog de<br />
Molenvaart heette maar nu bekend staat<br />
als Fabrieksgracht. Een doodlopend water<br />
dat naar de vroegere houtzaagmolen van<br />
de gebr. Janzen leidde, vreselijk stonk en ’s<br />
winters nooit bevroor.<br />
Negatief advies<br />
Wie denkt dat de gemeente blij zou zijn<br />
met dit soort initiatieven, heeft het mis.<br />
Burgemeester en wethouders stelden het<br />
verzoek in handen van de Gezondheidscommissie<br />
voor advies. Op een eerder<br />
verzoek van de Vereeniging voor Volkshuisvesting<br />
‘<strong>Helder</strong>’ om een voorschot van<br />
78.000 gulden voor 38 woningen adviseerde<br />
die commissie negatief. Een huurprijs<br />
van f. 1,85 tot f. 2,50 per week was<br />
in haar ogen te hoog voor de toekomstige<br />
bewoners. Toch besloot de gemeenteraad<br />
het voorschot te verlenen.<br />
Ook nu kwam de Gezondheidscommissie<br />
om dezelfde reden met een negatief ad-<br />
vies. Ze droeg nu echter nog meer tegenargumenten<br />
aan. De oppervlakte van de<br />
woningen was slechts 30 vierkante meter<br />
- het minimum dat volgens artikel 20 van<br />
de Bouwverordening in deze gemeente<br />
werd toegelaten – en dat rechtvaardigde<br />
geen huur van f. 2,30 per week. Voorts<br />
stond de bouwplek in een kwade reuk<br />
door de slechte hygiënische toestanden in<br />
die omgeving.<br />
Het college stelde de gemeenteraad voor<br />
het gevraagde voorschot toch te verlenen.<br />
Maar een aantal raadsleden deelde de<br />
bezwaren van de commissie. ‘Naar mijn<br />
mening is de woningnood niet zo groot<br />
om mee te werken aan het in het leven<br />
roepen van nog meer van dergelijke verenigingen’,<br />
zegt E.J. Bok. ‘Wanneer we op<br />
de ingeslagen weg voortgaan, is er weldra<br />
geen einde meer aan.’<br />
Volgens P.P. Hartendorf helpt de soort<br />
woningen die ‘Licht en lucht’ wil bouwen,<br />
niet om de mensen voor wie de Woningwet<br />
in het leven is geroep, uit het slop te<br />
halen. Een huur van f. 2,30 is voor hen<br />
niet te op te brengen. ‘Zeker niet wanneer<br />
men bedenkt dat de mensen vaak<br />
naar Indië moeten, waardoor gezinnen in<br />
die tijd niet het volle inkomen van de man<br />
genieten.’<br />
Hartendorf heeft nog een ander bezwaar.<br />
‘Deze woningen zullen worden betrokken<br />
uitsluitend door marinemensen. Ik denk<br />
dat dit op den duur niet bevalt. Het zal<br />
voor de mensen zelf beter zijn, indien ze<br />
meer gedistribueerd zijn over de gehele<br />
bevolking. Zo’n complex woningen, bewoond<br />
door één categorie van mensen,<br />
lijkt me niet wenselijk.’<br />
55
56<br />
Gedenksteen boven de deur van de woning Fabrieksgracht 59.<br />
Precedentwerking<br />
Het lijkt als spijkers op laag water zoeken,<br />
maar ook P. de Geus vindt een argument<br />
om het verzoek af te wijzen. Hij vreest<br />
voor precedentwerking. ‘Die woningen zijn<br />
bedoeld voor een bepaalde categorie van<br />
personen. In de toekomst zouden verschillende<br />
groepen van mensen om een voorschot<br />
kunnen komen. Wanneer dit eenmaal<br />
is toegestaan, zou er geen enkele reden zijn<br />
om het anderen te weigeren.’<br />
De socialist A.G.A. Verstegen bevestigt dat<br />
de woningen bestemd zijn voor mindere<br />
schepelingen van de Marine. ‘Maar ze gaan<br />
de draagkracht van de mensen niet te boven.<br />
Op het ogenblik verwonen ze dezelfde<br />
prijzen en genieten daar veel minder van.<br />
Ik ken mensen die zich tevreden moeten<br />
stellen met een woninkje van 90 cent, maar<br />
heel graag 2,30 gulden zouden willen<br />
betalen voor een solide woning. Bovendien<br />
komt er door het werk van deze vereniging<br />
ruimte vrij voor anderen die hun woonsituatie<br />
willen verbeteren.’<br />
Hij wijst erop dat de vereniging wettelijk<br />
is toegelaten. ‘Ze is in de lijn van de wet<br />
werkzaam. Wat heeft haar bewogen, om<br />
woningen te stichten, uitsluitend voor mindere<br />
schepelingen? Wanneer de mensen<br />
na drie jaar uit Indië terugkeren, moeten ze<br />
drie of vier maanden wachten voordat ze<br />
hun gezin naar hier kunnen laten overkomen.<br />
Dan zijn ze vaak genoodzaakt aan De<br />
Kooi of in Koegras een woning te zoeken.<br />
Uitsluitend, om die mensen tegemoet te<br />
komen, is deze vereniging opgericht.’<br />
W.J. van Neck spreekt tegen dat de woningen<br />
uitsluitend bestemd zijn voor mensen<br />
<strong>bij</strong> de Marine. Zij hebben alleen voorkeur.
Woningnood<br />
Volgens burgemeester A.J.J. van Steijn is er<br />
wel degelijk sprake van woningnood in <strong>Den</strong><br />
<strong>Helder</strong>. Mochten er geen verenigingen zijn<br />
die woningen willen bouwen, dan moet de<br />
gemeente dat zelf doen. En dat kost meer<br />
geld, waarschuwt hij. ‘Als men opmerkt dat<br />
de woningen niet mooi gelegen zijn, niet<br />
op een mooie plaats, dan ben ik juist het<br />
tegenovergestelde van mening. Ze wonen<br />
daar vlak <strong>bij</strong> hun werk. Is men bevreesd<br />
dat de prijs te hoog is, dan moet men<br />
bedenken dat er hoogstwaarschijnlijk een<br />
opschuiving zal plaats vinden. Mocht die<br />
achterwege blijven, dan kan de gemeente<br />
nog altijd een <strong>bij</strong>drage geven in de huur.’<br />
Het bevreemdt raadslid W. Biersteker dat<br />
het bestuur van ‘Licht en Lucht’ in <strong>Den</strong><br />
Haag zetelt en dat zelfs de architect, H.J.<br />
Dammerman Jzn., in <strong>Den</strong> Haag woont.<br />
Toch vindt hij het verlenen van een voorschot<br />
een goede zaak. Wanneer het na<br />
een uitvoerige discussie op een stemming<br />
aankomt, zeggen vijf van de 21 raadsleden<br />
‘tegen’. Dat zijn: L.A. Hartsinck , K.F.<br />
Oortgijsen, Th. Terra, E.J. Bok en W.C. van<br />
Breda.<br />
Aan de verstrekking van het geld zijn wel<br />
bepaalde voorwaarden verbonden. Zo<br />
behoudt de gemeente zich het recht voor<br />
‘om te allen tijde alle bezittingen van de<br />
vereniging met de daarop rustende lasten<br />
en verplichtingen en alle schulden’ over te<br />
nemen. Tien jaar nadat W. Lastdrager in<br />
<strong>Den</strong> <strong>Helder</strong> de 27 woningen voor ‘Licht en<br />
Lucht’ voor een bedrag van 42.000 gulden<br />
heeft gebouwd, wordt deze bepaling<br />
actueel.<br />
De honderd jaar oude woningen van<br />
’Licht en Lucht’ zijn nu monumenten.<br />
Dwarsliggen<br />
De gemeente wil meer invloed uitoefenen<br />
op het bouw- en huurbeleid en probeert<br />
daarom de vier woningbouwverenigingen<br />
in <strong>Den</strong> <strong>Helder</strong> in één stichting te laten opgaan.<br />
Bovendien maakt dat de exploitatie<br />
voordeliger, vindt zij. Maar dan gaat ‘Licht<br />
en Lucht’ dwarsliggen. Zij is niet bereid om<br />
de woningvereniging te ontbinden en haar<br />
eigendommen over te dragen aan de nieuwe<br />
woningstichting, ondanks een financiële<br />
compensatie. Overleg met het bestuur leidt<br />
tot niets. Na twee jaar besluit de gemeenteraad,<br />
op advies van de minister van<br />
Arbeid, Handel en Nijverheid, tot naasting<br />
over te gaan. Vanaf dat moment krijgen de<br />
huurders van ‘Licht en Lucht’ te maken met<br />
de Woningstichting <strong>Den</strong> <strong>Helder</strong>.<br />
Die gedwongen overname is H.E. baron<br />
van Asbeck bespaard gebleven. Hij<br />
overleed in 1922 in… <strong>Den</strong> Haag. In zijn<br />
nalatenschap bevindt zich een glasdia met<br />
een zelfportret die volgens een speciale<br />
methode is gemaakt. Eigenlijk had koningin<br />
Wilhelmina op dat portret moeten staan, in<br />
plaats van baron van Asbeck. De uitvinder<br />
van het speciale procedé had zich <strong>bij</strong><br />
het Hof gemeld met het verzoek of hij ter<br />
promotie van zijn kleurenfototechniek de<br />
koningin mocht portretteren. Hare Koninklijke<br />
Hoogheid weigerde en liet haar<br />
adjudant voor dit klusje op draaien.<br />
57
58<br />
Personalia<br />
Herman Erwin baron van Asbeck is geboren<br />
op 24 oktober 1870 in Weesp. Hij is<br />
het negende kind van de tien die Gerrit<br />
Ferdinand baron van Asbeck, arrondissements-betaalmeester,<br />
en jonkvrouwe<br />
Caroline van Hogendorp kregen. De man<br />
naar wie de Van Hogendorpstraat is<br />
genoemd, Gijsbert Karel (1762-1834), was<br />
zijn opa. Na het vertrek van de Fransen in<br />
1813 vormde die samen met Frans Adam<br />
van der Duyn van Maasdam en Leopold<br />
van Limburg Stirum het Voorlopig Bewind<br />
en zij lieten de Prins van Oranje terugkomen<br />
naar Nederland.<br />
Herman Erwin volgde het voorbeeld van<br />
twee van zijn oudere broers Willem Dirk<br />
Henrik (1858) en Gijsbert Karel (1865), die<br />
marineofficier waren geworden. In 1886<br />
werd hij toegelaten tot het Koninklijk Instituut<br />
voor de Marine (K.I.M.). De carrière<br />
van Willem <strong>bij</strong> de marine eindigde in 1911<br />
als commandant van het K.I.M. Daarna<br />
werd hij gouverneur van Suriname. Gijsbert<br />
overleed op 30-jarige leeftijd in <strong>Den</strong><br />
<strong>Helder</strong>. Een andere broer, Frederik Willem<br />
Alexander, maakte carrière <strong>bij</strong> de artillerie.<br />
De oudste broer, ir. Dirk werd gezant in Tokio<br />
en Warschau. Broer Gerard Carel werd<br />
president van de Algemene Rekenkamer.<br />
Herman Erwin begon zijn loopbaan in<br />
Oost-Indië. Hij moest meevechten in de<br />
Atjeh-oorlog. Als beloning voor zijn gedrag<br />
<strong>bij</strong> krijgsverrichtingen op de oostkust van<br />
Sumatra en <strong>bij</strong> de Tamiangrivier werd hij<br />
onderscheiden met de gesp Atjeh 1873-<br />
1896 en Tamiang 1893. Er zouden nog<br />
veel andere onderscheidingen volgen.<br />
Van 1907 tot 1912 was Herman Erwin<br />
adjudant van koningin Wilhelmina en prins<br />
Hendrik. Daarna vertrok hij opnieuw naar<br />
Oost-Indië, waar hij tot 1916 het bevel<br />
voerde over een mijnenlegger. Wegens<br />
lichamelijke gebreken – hij werd blind<br />
- kreeg hij in 1917 eervol ontslag. Vijf jaar<br />
later, op 10 januari 1922, overleed hij, 51<br />
jaar oud. Van zijn zes kinderen trad Carel<br />
Erwin (1913) ook <strong>bij</strong> de marine in dienst.<br />
(Bronnen: ’t Vliegend Blaadje,<br />
De <strong>Helder</strong>sche Courant, Woningstichting<br />
<strong>Den</strong> <strong>Helder</strong>, H.E.E. baron van Asbeck.)
Het verhaal achter drie glas-in-loodpaneeltjes<br />
in het Maranathakerkje<br />
Nieuw leven voor een boer,<br />
metselaar en visser.<br />
Kerken hebben veel van hun schatten te<br />
danken aan gulle gevers. Schilderijen,<br />
beelden, <strong>bij</strong>bels, kandelaars, liturgische<br />
gewaden en attributen die tijdens de<br />
eredienst worden gebruikt, zijn veelal<br />
afkomstig van schenkingen. Vaak zijn ze<br />
gemaakt door kunstenaars. Het Maranathakerkje<br />
in de Visbuurt, dat al een aantal<br />
jaren in gebruik is als kinderdagverblijf,<br />
heeft ooit enkele glas-in-lood-ramen<br />
cadeau gekregen. Het is vooral het verhaal<br />
achter deze schenking dat met recht<br />
gesproken kan worden over ‘<strong>verborgen</strong><br />
<strong>schoonheden</strong>’.<br />
Wie naar de ramen van het kerkje kijkt, zal<br />
ontdekken dat in drie ervan een glas-inloodpaneeltje<br />
zit. De orthodox-hervormde<br />
broodbakker Cornelis Breet (1836-1916),<br />
die het kerkje in 1879 liet bouwen voor<br />
zijn evangelisatiewerkzaamheden, hield<br />
niet van opsmuk. Zijn latere opvolger<br />
Hendrik Kraak (1895-1970) vond dat het<br />
interieur wel enige sfeerverbetering kon<br />
gebruiken. Sinds de dood van Breet was<br />
het gebouw immers een aantal jaren in<br />
gebruik geweest als kolenpakhuis. Om de<br />
sporen daarvan weg te wissen, ging Kraak<br />
te rade <strong>bij</strong> de <strong>Helder</strong>se glashandelaar Kröder,<br />
een gelovig man en trouw volgeling.<br />
‘Heb jij niet wat voor mijn kerkje?’, vroeg<br />
hij hem.<br />
Kröder hoefde niet lang na te denken. Hij<br />
had in zijn atelier nog enkele glas-in-loodpaneeltjes<br />
staan, restanten van de grote<br />
tentoonstelling uit 1925 over de Stad <strong>Den</strong><br />
<strong>Helder</strong>. Allerlei ondernemers en bedrijven<br />
presenteerden zich toen in de Atjehloods<br />
om het 100-jarig bestaan van het<br />
Noord-Hollands kanaal te vieren. Kröder<br />
liet <strong>bij</strong> deze gelegenheid enkele proeven<br />
van bekwaamheid zien. Hij had in glas en<br />
lood drie beroepsgroepen uitgebeeld als<br />
kenmerk van de bedrijvigheid in deze stad.<br />
Mocht ‘broeder’ Kraak voor deze kleurrijke<br />
paneeltjes belangstelling hebben, dan<br />
wilde hij ze graag beschikbaar stellen.<br />
< Een van de glas-in-loodpaneeltjes:<br />
de metselaar.<br />
59
60<br />
Geen godsdienstige taferelen<br />
Kraak, behalve evangelist ook commies<br />
<strong>bij</strong> de Belastingdienst, toonde zich zeer<br />
ingenomen met dit aanbod. Het waren<br />
weliswaar geen godsdienstige taferelen,<br />
maar <strong>bij</strong> beelden van een boer die ploegt,<br />
een metselaar, en een visser was zonder<br />
moeite een <strong>bij</strong>belse uitleg denkbaar.<br />
Kröder verwerkte de paneeltjes in drie<br />
grotere gebrandschilderde ramen en<br />
plaatste ze in het Maranathakerkje.<br />
Een afbeelding van een visser:<br />
de haringtrekker.<br />
Na de dood van Kraak in 1970 raakte het<br />
gebouw in verval. Zijn weduwe verkocht<br />
het pand in 1977 aan de gemeente. Die<br />
wilde het aanvankelijk slopen, omdat het<br />
in een zeer slechte staat van onderhoud<br />
verkeerde. De Stichting Visbuurtbelangen<br />
redde het echter van de ondergang.<br />
Zij sprokkelde 425.000 gulden <strong>bij</strong>een om<br />
het te kunnen restaureren. Daar was geen<br />
cent <strong>bij</strong> van de gemeente.<br />
Bij de herstelwerkzaamheden werden de<br />
ramen eruit gehaald. Die verkeerden in<br />
erbarmelijk staat. Alles werd naar de<br />
firma Kröder gebracht. De zoon van de<br />
oude Kröder, de maker van de ruitjes,<br />
bewerkstelligde dat de oorspronkelijke<br />
paneeltjes in het glasatelier van de firma<br />
in Beverwijk werden gerestaureerd.<br />
De kosten daarvan nam hij, in verband<br />
met de <strong>bij</strong>zondere voorgeschiedenis, voor<br />
eigen rekening.<br />
De firma Kröder werkt tegenwoordig<br />
onder de naam Veromco met als directeur<br />
Bouke Westerdijk, de schoonzoon van<br />
Kröder.<br />
In 1985 werden de paneeltjes, die er weer<br />
uitzagen als pareltjes, teruggeplaatst in<br />
de ramen van het gebouw. Niet alleen<br />
de Maranathakerk, maar ook de boer, de<br />
metselaar en de visser, symbool voor nijvere<br />
werkers, kregen zo een nieuw leven.<br />
(Bron: Henry Ottervanger.)
Gebr. Janzen: van timmerlieden<br />
tot vastgoedbaronnen<br />
Grondeigenaren van Nieuwstad laten<br />
monumenten als erfenis na<br />
Als gelukzoekers kwamen ze vanuit Duitsland<br />
naar <strong>Den</strong> <strong>Helder</strong>; hun leven eindigde<br />
hier in een praalgraf. De gebroeders<br />
Janzen ontwikkelden zich van eenvoudige<br />
timmerlieden tot wat we tegenwoordig<br />
vastgoedbaronnen zouden noemen. De<br />
Visbuurt is gebouwd op hun grond. Als<br />
aannemers, vastgoedhandelaren en grootgrondbezitters<br />
verwierven ze veel invloed<br />
en aanzien. Het werden de rijkste burgers<br />
van de stad. Ze lieten zich echter ook<br />
kennen als weldoeners.<br />
De Janzenstraat, dat mooie, intieme<br />
straatje met zijn gave monumentale pandjes<br />
– echt een ‘<strong>verborgen</strong> schoonheid’<br />
- dankt haar naam aan deze Janzens:<br />
Johannes Stephanus (1801) en Johannes<br />
Eilardus (1803). Zij verrijkten deze stad<br />
onder meer met twee molens, het Loodskantoor<br />
en de achtkantige Evangelisch-<br />
Lutherse kerk. De molens zijn verdwenen,<br />
het kerkgebouw en het gebouw voor het<br />
Loodswezen zijn monumenten geworden.<br />
<strong>Den</strong> <strong>Helder</strong> was twee eeuwen geleden<br />
een stad in opkomst. Het werd de basis<br />
voor de oorlogsvloot, er werd een rijkswerf<br />
aangelegd, de verdedigingswerken<br />
werden uitgebreid en door de aanleg<br />
van het Noord-Hollands kanaal werd het<br />
ook de toevoerhaven naar Amsterdam.<br />
Er was volop werk aan de winkel. En de<br />
twee timmerlieden uit Lindern in Oldenburg,<br />
waarschijnlijk meegelokt door een<br />
aannemer uit Amsterdam, pakten gretig<br />
de mogelijkheden aan die hier voor het<br />
oprapen lagen.<br />
<strong>Gemeente</strong>school<br />
We horen voor het eerst van hun bestaan<br />
in 1829, <strong>bij</strong> de aanbesteding van de<br />
gemeenteschool nr. 4 met onderwijzerswoning<br />
aan de Hoofdgracht. De<br />
gebroeders Janzen zijn met een bedrag<br />
van 8.460 gulden de laagste inschrijvers<br />
en de gemeente gunt hun het karwei.<br />
Ondanks ongunstig weer slagen ze erin<br />
het pand tijdig en tot tevredenheid van<br />
de opdrachtgever op te leveren. Op een<br />
leeg terrein <strong>bij</strong> de school plaatsen ze een<br />
opslagloods, die ze in eerste instantie ook<br />
gebruiken om er te wonen. Later bouwen<br />
ze er hun eigen woning.<br />
De Hoofdgracht blijkt een strategische<br />
plek te zijn. Van daaruit kunnen zij<br />
gemakkelijk de woningbouw rondom de<br />
rijkswerf, aan de Weststraat en de Zuidstraat,<br />
voor hun rekening nemen.<br />
In 1839 krijgen Janbaas en Chrisbaas,<br />
zoals de gebroeders worden genoemd,<br />
opdracht voor de bouw van de pastorie<br />
naast de rooms-katholieke kerk aan de<br />
Kerkgracht. Daarmee verdienen ze 6.800<br />
gulden. Blijkbaar hebben ze al financiële<br />
reserves, want zonder problemen accepteren<br />
ze dat dit geld pas vier jaar later<br />
wordt uitbetaald.<br />
61
62<br />
Johannes Stephanus Janzen,<br />
ook wel Chrisbaas genoemd.<br />
In 1840 beginnen ze met de bouw van het<br />
Marinehospitaal, dat op 1 januari 1842 in<br />
gebruik wordt genomen. Op de ziekenzalen<br />
is ruimte voor een paar honderd<br />
patiënten. Het gebouwencomplex bevat<br />
ook dienstwoningen voor apotheker, officieren<br />
van gezondheid en enkele administrateurs.<br />
Aanneemsom: 136.140 gulden.<br />
Voordien was de ziekenverpleging <strong>bij</strong> de<br />
marine hoogst gebrekkig.<br />
De zieken werden in de regel opgenomen<br />
op een zogenoemd ziekenschip, dat in de<br />
Binnenhaven lag gemeerd, en <strong>bij</strong> ernstige<br />
gevallen werden zij naar het Rijks-<br />
Hospitaal in Utrecht vervoerd.<br />
Het Marinehospitaal wordt <strong>bij</strong> de bombardementen<br />
tijdens de Tweede Wereldoorlog<br />
verwoest. Op de fundamenten rust nu<br />
‘Het Klooster’, het schoolgebouw van het<br />
Koninklijk Instituut voor de Marine.<br />
Buitenspel<br />
Samen met de <strong>Helder</strong>se aannemer<br />
M. Schouten nemen de Janzens de bedijking<br />
aan van de Waard- en Groetpolder<br />
voor de kapitale som van 663.500 gulden.<br />
Ze zetten hiervoor 1500 grondwerkers<br />
in van wie een groot aantal uit België<br />
en Duitsland. Die moeten met schop en<br />
kruiwagen een dijk van ruim drie meter<br />
hoogte aanleggen over een lengte van<br />
elf kilometer. Toch zal dit project hen nog<br />
lang heugen. Al kort na het begin van<br />
de werkzaamheden ontstaan er ongeregeldheden<br />
over het salaris van f. 1,75<br />
per dag. Zo’n 500 ‘poldergasten’, die een<br />
loonsverhoging willen tot f 2,50 per man,<br />
leggen het werk neer en verschansen zich<br />
op een eilandje <strong>bij</strong> Kolhorn. De Alkmaarse<br />
officier van justitie laat soldaten aanrukken<br />
om de stakers te verwijderen. Dat mislukt.<br />
Dan doet hij een beroep op de marine.<br />
Wanneer die met twee kanonneerboten<br />
verschijnt, geven de mannen hun verzet<br />
op. Drie ‘putbazen’ worden gearresteerd.<br />
De rest verklaart zich bereid het werk te<br />
hervatten voor het oude loon.<br />
De onrust onder de ‘poldergasten’ is het<br />
gevolg van de geruchten dat Schouten en<br />
Janzen hun financiële verplichtingen niet<br />
kunnen nakomen. Dat blijkt inderdaad het<br />
geval te zijn. Door allerlei machinaties van<br />
een groep mensen rond een concurrent,<br />
de machtige aannemer Langeveld & Co.,<br />
worden Janzen en Schouten in een zodanige<br />
financiële positie gedwongen, dat zij<br />
het werk moeten opgeven. Hun geldschieter<br />
Smits rekende erop dat een kapitaal<br />
van 60.000 gulden voldoende zou zijn om<br />
het werk te starten. Wanneer uit herberekeningen<br />
blijkt dat buiten het materiaal er<br />
minstens een ton nodig is, draait de financier<br />
de geldkraan dicht. Waar Langeveld<br />
& Co op aasde, gebeurt. Het bestuur gunt<br />
hun de verdere bedijkingswerkzaamheden.<br />
De Janzens staan buitenspel.
Loodskantoor<br />
Op 16 augustus 1847 kondigt het Weekblad<br />
van <strong>Den</strong> <strong>Helder</strong> en het Nieuwediep<br />
aan, dat er in de loop van dit jaar ‘twee<br />
schoone gebouwen’ zullen verrijzen: een<br />
gebouw voor het loodswezen aan de kade<br />
van de haven en een gebouw voor de<br />
werkinrichting. ‘Beide fraaije werken zijn<br />
aangenomen door de Heeren Gebroeders<br />
Janzen.’ Het Loodskantoor bevat behalve<br />
een wachtkamer voor het loodspersoneel<br />
ook drie woningen.<br />
Het statige pand aan het Nieuwediep heet<br />
nu ‘Staetenhuys’, is een rijksmonument<br />
geworden en biedt onderdak aan het<br />
automatiseringsbedrijf DRM.<br />
De werkinrichting aan de Kerkgracht dient<br />
om werklozen een bestaan te verschaffen.<br />
Een van de initiatiefnemers van dit project<br />
is Eilard Janzen als lid van het Burgerlijk<br />
Armbestuur. In het gebouw ‘Loon naar<br />
werk’ komen een touwpluizerij, mattenmakerij,<br />
hoedenmakerij en een breierij.<br />
Later krijgt het gebouw andere bestemmingen,<br />
zoals gemeenteziekenhuis, teken-<br />
en industrieschool, en politiebureau. Op<br />
de plek van de werkinrichting staan nu<br />
appartementen.<br />
Aanval op handelsbeperkingen<br />
Het aanzien van de Janzens stijgt wanneer<br />
de gebroeders samen met een aantal<br />
grote ondernemers de handelsbeperkingen<br />
aanvechten, die sinds de aanleg van het<br />
Noord-Hollands kanaal aan <strong>Den</strong> <strong>Helder</strong><br />
zijn opgelegd (‘onvrij territoir’). Om als<br />
doorvoerhaven de ontwikkeling van<br />
Amsterdam niet te dwarsbomen, is het<br />
verboden om zeeschepen in de <strong>Helder</strong>se<br />
haven te laden en de lossen. Er mogen<br />
evenmin opslag- en werkplaatsen rond<br />
de haven worden gebouwd. Maar <strong>Den</strong><br />
<strong>Helder</strong> neemt niet langer genoegen met<br />
zijn positie van voorhaven, het wil een<br />
handelsstad worden.<br />
Een wijziging van de Wet op de Middelen<br />
biedt in 1849 de mogelijkheid om<br />
onder dit gehate regiem uit te komen. Een<br />
commissie onder leiding van wethouder<br />
C. Bakker Bz. met ondernemers als B.R.<br />
de Breuk van hotel ‘<strong>Den</strong> Burg’, notaris<br />
P.J. Beets, E. Taylor van scheepswerf ‘De<br />
Hoop’, S. Lastdrager van de gelijknamige<br />
scheepswerf en J.T. Zur Mühlen van de gelijknamige<br />
rederij en de gebr. Janzen doet<br />
een aanval op het bewuste statuut. En met<br />
succes: op 3 oktober 1851 besluit minister<br />
van Financiën Van Bosse om <strong>Den</strong> <strong>Helder</strong><br />
tot los- en laadplaats voor zeeschepen aan<br />
te wijzen. Er breekt een gouden tijd voor<br />
<strong>Den</strong> <strong>Helder</strong> aan.<br />
In 1853 wordt de gebroeders Janzen de<br />
bouw van de kerk voor de Evangelisch-<br />
Luthersche gemeente aan de Westgracht<br />
gegund. Het ontwerp van dit achtkantige<br />
gebouw is het resultaat van een prijsvraag.<br />
De winnaar, C.J. Bolle, opzichter <strong>bij</strong> de<br />
Hondsbossche zeewering in Petten, wordt<br />
afgescheept met 75 gulden. De aannemers<br />
komen met de kerkenraad een bedrag van<br />
16.000 gulden overeen. De bouw wordt in<br />
1855 voltooid; toch duurt het tot augustus<br />
1856 voordat de kerk wordt ingewijd.<br />
Baldadige jongelui maken misbruik van<br />
deze situatie door de ramen van de kerk in<br />
te gooien. Het gebouw doet slecht korte<br />
tijd, tot 1881, dienst als kerkruimte. De<br />
opening van het Noordzeekanaal in 1876<br />
veroorzaakt een economische terugslag<br />
voor <strong>Den</strong> <strong>Helder</strong>. Onder de mensen die<br />
vertrekken, bevinden zich zo veel lidmaten<br />
van de Evangelisch-Lutherse gemeente,<br />
dat het financieel te zwaar wordt om het<br />
gebouw als kerk in stand te houden.<br />
63
64<br />
Broodbakker M. Witsenberg koopt het<br />
voor 4.700 gulden om er graan in op te<br />
slaan. Later vestigt J.J. Vos er een lompen-<br />
en metalenhandel. Vervolgens neemt expeditiebedrijf<br />
Van der Eyk het pand over.<br />
Uiteindelijk gaat het over in handen van<br />
de woningbouwvereniging Nieuwediep,<br />
die het verandert in een appartementengebouw.<br />
Goudkust<br />
In december 1857 koopt de gemeente van<br />
het Rijk de domeingronden waarop het<br />
zgn. ‘strooien dorp’ is ontstaan. De hutten<br />
en andere schamele onderkomens met<br />
daken van riet en stro worden geruimd.<br />
Hier moet de wijk Nieuwstad komen,<br />
tegenwoordig beter bekend als Visbuurt.<br />
De gebroeders Janzen ruiken nu hun kans.<br />
Ze kopen grote stukken grond op voor<br />
woningbouw. De eerste twee huizen verrijzen<br />
aan de Bassingracht, hoek Brouwerstraat,<br />
bestemd voor bakker Jan Dunselman<br />
en zijn neef, kruidenier Jan Walraven,<br />
beiden afkomstig uit Medemblik. Zo wordt<br />
Nieuwstad voor hen een goudmijn.<br />
De gemeente van christelijke<br />
afgescheidenen (gereformeerden) neemt<br />
de Janzens (rooms-katholiek) in de arm<br />
voor de bouw van een kerk aan de<br />
Kanaalweg, <strong>bij</strong> de Postbrug. Het resultaat<br />
mag er zijn, zo schrijft de <strong>Helder</strong>sche en<br />
Nieuwedieper Courant op 27 november<br />
1862 over de eerste Bethelkerk.<br />
‘Reeds het uitwendig aanzien maakt een<br />
goeden indruk, die nog aanmerkelijk<br />
wordt verhoogd door de bezigtiging<br />
van het inwendige van het gebouw, dat,<br />
gelijk men ons verzekerde, voor 500<br />
à 600 personen plaatsruimte aanbiedt.<br />
De bouwmeester, de heeren<br />
Gebr. Janzen, verdienen allen lof voor de<br />
goede zorg aan de daarstelling van dit<br />
gebouw besteed.’<br />
In hetzelfde jaar wordt Hendrik, de tweede<br />
zoon van Johannes Stephanus, al een<br />
prachtig werk gegund: het kantongerecht,<br />
dat nog altijd aan de Kerkgracht staat. Op<br />
deze manier blijven de bouwopdrachten in<br />
de familie.<br />
De Janzens nemen ook buiten <strong>Den</strong> <strong>Helder</strong><br />
werk aan. Ze bouwen in Anna Paulowna<br />
het Polderhuis, de Nederlands hervormde<br />
kerk en het logement Veerburg. Burgerbrug<br />
en Warmenhuizen voorzien ze van<br />
een rooms-katholieke kerk.<br />
Draaibruggen<br />
Ze zijn overigens op veel meer terreinen<br />
actief. Zo leggen zij de duinwaterleiding<br />
aan vanaf Huisduinen naar Nieuwediep,<br />
verrichten onderhoud aan de verdedigingswerken,<br />
de zeewering en de zeehaven<br />
en ze bouwen (draai)bruggen <strong>bij</strong><br />
Erfprins, Westoever, Fabrieksgracht, Keizersgracht<br />
en Bassingracht. Vooral de 22<br />
meter lange draaibrug <strong>bij</strong> de Zeedoksluis,<br />
aangenomen voor 62.765 gulden, oogst<br />
lof. De Schager Courant van 5 november<br />
1863 bericht hierover het volgende: ‘Naar<br />
wij vernemen is de brug aan het Nieuwediep,<br />
waarvan de beproeving zoo bovenmate<br />
aan de verwachting heeft voldaan,<br />
op eene na de grootste beweegbare brug<br />
op het vasteland van Europa. Het ontwerp<br />
is van den ingenieur J. Strootman,<br />
wien daarvoor de meeste eer toekomt.<br />
Het geheele werk is aangenomen door de<br />
heeren J.B. Janzen Ezn. en Co te Nieuwediep,<br />
terwijl de ijzeren brug is vervaardigd<br />
aan de fabriek De Prins van Oranje van de<br />
heeren de wed. A. Sterkman en Zn. te<br />
’s Gravenhave.’
Draaibruggen zijn niet ongevaarlijk. Op<br />
27 oktober 1867 signaleert de krant;<br />
‘Gisteren namiddag is alhier een jongetje<br />
van omstreeks 9 jaren op eene verschrikkelijke<br />
wijze verwond geraakt. Staande<br />
aan den kant van de Spoorwegbrug na<strong>bij</strong><br />
de Nieuwe Kerk is de voet van het kind<br />
letterlijk van het been afgescheiden toen<br />
de draaibrug na het doorlaten van een<br />
vaartuig werd gesloten.’ En dan met een<br />
vermanend vingertje: ‘Wij hopen dat vele<br />
ouders door dit hoogst treurig voorval<br />
zullen worden aangespoord om hunnen<br />
kinderen ernstig te vermanen niet te digt<br />
na<strong>bij</strong> te komen als de bruggen worden<br />
neergelaten of digtgedraaid.’<br />
De Janzens verdienen goud in <strong>Den</strong> <strong>Helder</strong>.<br />
Toch hebben ze niet altijd de wind mee.<br />
In 1869 kopen ze op een veiling voor 888<br />
gulden het Noorse brikschip Judith, dat<br />
op de Noorderhaaks is gestrand. Enkele<br />
dagen later blijkt het schip door de storm<br />
te zijn stukgeslagen. Het wrak wordt<br />
teruggevonden op de Zuidwal. De lading<br />
balken wordt een prooi voor jutters.<br />
De gemeente wil het ophalen van het<br />
huisvuil en de poeptonnen in 1885 in eigen<br />
hand nemen. De speurtocht naar een<br />
beschikte opslagplaats levert twee locaties<br />
op, allebei in het bezit van de familie Janzen:<br />
een terrein ten westen van Nieuwstad<br />
(400 gulden huur per jaar) en een terrein<br />
in ’t Brakkeveld <strong>bij</strong> fort Dirksz Admiraal<br />
(gratis, maar de aanleg van een toegangsweg<br />
van 1100 meter lang en 2,5 meter<br />
breed komt voor rekening van de gemeente).<br />
Vanuit Nieuwstad regent het protesten<br />
wegens stankoverlast. Het bestuur van de<br />
rooms-katholieke parochie, het bestuur<br />
van het rooms-katholieke weeshuis, 38<br />
woningeigenaren en 145 woninghuurders<br />
dienen een bezwaarschrift in.<br />
De gemeenteraad twijfelt. Het plan<br />
Brakkeveld is voor de gemeente duurder.<br />
Uiteindelijk kiest de raad toch voor deze<br />
oplossing na een pleidooi van burgemeester<br />
Stakman Bosse. Hij ontraadt de opslag<br />
van huisvuil en faecaliën <strong>bij</strong> Nieuwstad,<br />
omdat hij ‘rust en tevredenheid <strong>bij</strong> de<br />
burgers wil bevorderen’.<br />
Korenmolen ‘De Eendragt’ aan de Molengracht,<br />
in 1916 afgebroken.<br />
Molens<br />
Het meest in het oog springende werk<br />
van de gebr. Janzen is de bouw van twee<br />
molens: trasmolen ‘De Eendragt’ aan de<br />
Molengracht (1843) en houtzaagmolen<br />
‘De Goede Verwagting’ (1862) tussen<br />
de Janzenstraat en de Ruyghweg. Tras is<br />
gemalen tufsteen, een vulkanisch materiaal<br />
dat wordt gebruikt als metselspecie.<br />
Maar vanaf 1863 houdt ‘De Eendragt’<br />
zich voornamelijk bezig met het malen van<br />
meel, want dan wordt de molen voorzien<br />
van een poetsmachine, voor het reinigen<br />
en breken van graan, en een builmachine,<br />
voor het builen van het gemalen graan.<br />
De behoefte aan een eigen houtzaagmolen<br />
ontstaat doordat eigenaar L. den<br />
Berger van houtzaagmolen ‘De Onderneming’<br />
aan de andere kant van de Molengracht,<br />
overlijdt en de erfgenamen zijn<br />
bezit verkopen. Die molen wordt afgebroken<br />
en verhuist naar Barsingerhorn.<br />
65
66<br />
Door hun hoogte zijn de molens een<br />
kwetsbaar object <strong>bij</strong> onweer. In 1850,<br />
1888 en 1890 worden ze getroffen door<br />
de bliksem. Dat levert heel wat schade op.<br />
Maar de bliksem die ‘De Goede Verwagting’<br />
op 8 september 1897 treft, is alles<br />
verwoestend. ’t Vliegend Blaadje meldt<br />
daarover: ‘Zaterdagmiddag werden de<br />
buien afgewisseld door een hevige donderbui,<br />
die <strong>bij</strong> donkere lucht over de plaats<br />
onzer inwoning heentrok, ongelukkig niet<br />
zonder schade aan te richten. Een felle<br />
bliksemstraal werd gevolgd door een ratelenden<br />
donderslag, die <strong>bij</strong> menigeen de<br />
gedachte opwekte:’t weer slaat ergens in.<br />
‘En ’t was zoo. De houtzaagmolen van de<br />
heeren Janzen & Co., achter de Sluisdijkstraat,<br />
was door ’t hemelvuur getroffen,<br />
zoodat een oogenblik later vlammen en<br />
dikke rookwolken in ’t luchtruim opstegen.<br />
De brandklokken begonnen te luiden en<br />
spoedig daarna zag men van alle zijden<br />
brandspuiten aansnellen, omringd van<br />
een menigte nieuwsgierigen, die zich op<br />
de plaats des onheils verzamelden. ’t Eerst<br />
werd water gegeven door de brandspuit<br />
van ’t wachtschip. <strong>Den</strong> molen te redden<br />
bleek, ondanks alle inspanning, onmogelijk;<br />
die stortte na eenigen tijd met hevig<br />
gedruisch in elkander. Men bepaalde zich<br />
dus tot ’t beveiligen van de loodsen en<br />
van den houtvoorraad. Toen de molen was<br />
ingestort, was ’t gevaar geweken, zoodat<br />
de meeste spuiten zich weldra konden verwijderen.<br />
Naar men ons mededeelde, was<br />
alles tegen brandschade verzekerd en zal<br />
de molen niet meer worden opgebouwd.’<br />
In 1916 wordt meelmolen‘De Eendragt’<br />
afgebroken. ‘Er is stellig geen Nieuwedieper,<br />
die heeft durven vermoeden, dat de<br />
molen nog eens zou verdwijnen’, schrijft<br />
de <strong>Helder</strong>sche Courant op 30 augustus.<br />
‘Onze oude, mooie korenmolen in de<br />
omringende huizenblokken, waaraan<br />
vreemdelingen wel eens hun <strong>bij</strong>zondere<br />
aandacht hebben besteed. Onze typische<br />
molen, die deze gemeente zoo’n echt<br />
Hollandsch karakter gaf en waarnaar de<br />
Molengracht en de twee Molenstraten<br />
en het Molenplein waren vernoemd. En<br />
toch is het zoo. De ‘Eendragt’, die den<br />
ouderdom van vier-en-zeventig jaren heeft<br />
bereikt en in dien langen tijd een beduidende<br />
massa graan tot meel verwerkte,<br />
zal voortaan niet meer malen en is na een<br />
waarlijk werkzaam bestaan tot slooping<br />
veroordeeld.’<br />
Liefdadigheid<br />
De Janzens maken ook naam als weldoeners.<br />
Wanneer ze in 1866 met pastoor Van<br />
Buchem een tochtje per rijtuig door de<br />
nieuwe wijk maken, schenken ze hem een<br />
royaal perceel grond aan de Jonkerstraat<br />
voor de bouw van een naai- en bewaarschool.<br />
In 1875 stellen ze voor een klein<br />
bedrag (700 gulden) een stuk grond van<br />
2234 vierkante meter beschikbaar voor<br />
de bouw van O.L.V.O.O-kerk. Wel onder<br />
de voorwaarde dat ‘het hart van die kerk<br />
een regte lijn zal vormen met het hart der<br />
Nieuwstraat terwijl de gevel der kerk naar<br />
genoemde straat zal gerigt zijn.’<br />
De weduwe van Eilard Janzen laat voor<br />
haar rekening een weeshuis voor jongens<br />
en meisjes bouwen aan de Jonkerstraat.<br />
Jaarlijks schenkt ze 1000 gulden om het<br />
Louisegesticht in stand te houden.<br />
Ze stelt ook grond beschikbaar voor de<br />
bouw van een ‘oudeliedenhuis’ aan de<br />
Jan in ’t Veltstraat.<br />
Erfgenamen van de gebr. Janzen doneren<br />
<strong>bij</strong> tijd en wijle ook geld voor goede<br />
doelen in <strong>Den</strong> <strong>Helder</strong>. Een van hen is J.S.B.<br />
Janzen, het jongste kind van Stephanus,
die ter ondersteuning van armen de<br />
St. Vincentiusvereniging opricht.<br />
Dorothea Walraven, de vrouw van<br />
Chrisbaas.<br />
Personalia<br />
De gebroeders Janzen zijn afkomstig uit<br />
Lindern in Oldenburg en komen in 1829<br />
naar <strong>Den</strong> <strong>Helder</strong>. Johannes Eilardus (1803)<br />
trouwt in 1829 met Clara Meijer uit<br />
Minden en krijgt drie kinderen. Johannes<br />
Stephanus (1801) trouwt in 1833 met<br />
Dorothea Walraven uit Medemblik en<br />
krijgt acht kinderen.<br />
In 1851 laten de geboeders zich naturaliseren.<br />
Stephanus wordt gekozen in de<br />
gemeenteraad. Van 1852 tot 1877 maakt<br />
hij deel uit van het stadsbestuur.<br />
Een zoon van Eilard, Johannes Bernard,<br />
treedt in de voetsporen van zijn vader<br />
en zet een bedrijf op in samenwerking<br />
met aannemer J.C. Slebe (bouwer van de<br />
school aan de Vismarkt). Hij vestigt zich<br />
<strong>bij</strong> korenmolen ‘De Eendragt.’ Tot uitbouw<br />
van dit bedrijf komt het nauwelijks, want<br />
Johannes Bernard overlijdt in 1864, op<br />
30-jarige leeftijd. Zijn vader Eilard wordt<br />
twee jaar later naar de begraafplaats in<br />
Huisduinen gebracht. Clara Meijer sterft<br />
in 1892.<br />
Stephanus werkt aanvankelijk samen met<br />
zijn tweede zoon Hendrik, die trouwt met<br />
Maria Terwindt, dochter van een steenbakker<br />
uit Pannerden. Hendrik gaat in<br />
1872 een nieuwe vennootschap aan met<br />
August Brandt en Jan Oortgijsen onder de<br />
naam ‘Firma H.J. Janzen & Co.’ In Haarlem<br />
sticht hij een nieuwe houthandel. Wanneer<br />
zijn vader Stephanus in 1890 sterft, trekt<br />
hij zich terug uit de <strong>Helder</strong>se onderneming.<br />
Vier jaar later overlijdt de weduwe<br />
van Stephanus, Dorothea Walraven. ‘Zij<br />
vermande hare kinderen met kracht en<br />
vol wijsheid, en paarde een mannenmoed<br />
aan de tederheid der vrouw’, staat op haar<br />
bidprentje te lezen.<br />
Het praalgraf van de Janzens op de<br />
algemene begraafplaats in Huisduinen.<br />
Monumenten van de gebr. Janzen<br />
Het Loodskantoor aan het Nieuwe Diep<br />
23 t/m 25<br />
Achtkantig kerkje, Westgracht 66 t/m 69a<br />
De Janzenstraat (met monumenten 49 t/m<br />
73 en 58 t/m 84) is naar hen vernoemd.<br />
(Bronnen: <strong>Helder</strong>sche en Nieuwedieper<br />
Courant, ‘t Vliegend Blaadje, Weekblad<br />
van <strong>Den</strong> <strong>Helder</strong> en het Nieuwediep,<br />
Schager Courant, ‘De arbeidersopstand te<br />
Kolhorn in 1844’, Herman Vries, Bundel<br />
50 (1983) van het Historisch Genootschap<br />
Oud West-Friesland.)<br />
67
68<br />
‘Bruine kippenhokken’ in Huisduinen:<br />
ooit verafschuwd, nu gewild.<br />
Ze waren bedoeld als ‘noodwoningen’,<br />
maar na ruim 60 jaar staan ‘de bruine kippenhokken’,<br />
zoals ze destijds met enige<br />
afschuw werden genoemd, nog steeds als<br />
een huis. Bomen en struiken onttrekken<br />
hen gedeeltelijk aan het zicht. Maar wie<br />
door de straatjes tussen de Badhuisstraat<br />
en de Duinweg dwaalt, ontdekt ‘<strong>verborgen</strong><br />
<strong>schoonheden</strong>’.<br />
De Oostenrijkse woningen in Huisduinen<br />
geven het dorp een <strong>bij</strong>zonder cachet.<br />
Door vorm, materiaal en kleur doen ze<br />
denken aan vakantievilla’s. Bovendien<br />
hebben ze een <strong>bij</strong>zondere geschiedenis.<br />
In <strong>Den</strong> <strong>Helder</strong> staan ze op de lijst van<br />
‘beeldbepalende panden’. Drenthe heeft<br />
soortgelijke woningen in Hoogeveen tot<br />
provinciale monumenten verklaard.<br />
<strong>Den</strong> <strong>Helder</strong> verliest in de Tweede Wereldoorlog<br />
een groot deel van zijn woningvoorraad.<br />
De inwoners die in verband met de bombardementen<br />
zijn geëvacueerd, willen<br />
zo snel mogelijk terug naar hun stad. De<br />
beslissing van het kabinet dat de marinebasis<br />
in <strong>Den</strong> <strong>Helder</strong> blijft, maakt de druk<br />
op de woningmarkt nog groter. Een van<br />
de oplossingen om de woningnood te<br />
lenigen is systeembouw.<br />
Het ministerie van Wederopbouw en<br />
Volkshuisvesting besluit 800 Oostenrijkse<br />
woningen te kopen. Die worden als<br />
kant-en-klare-pakketten van 17.000 kg<br />
per stuk geleverd en kunnen snel worden<br />
gebouwd. Omdat er een groot voedseltekort<br />
is in Oostenrijk betaalt Nederland in<br />
natura: met zaden, gedroogde groenten<br />
en visconserven. De woningen worden<br />
via de provincies verdeeld of verkocht aan<br />
particulieren en bedrijven zoals Philips<br />
en de Staatsmijnen. Bijna 50 gemeenten,<br />
waaronder <strong>Den</strong> <strong>Helder</strong>, maken gebruik<br />
van deze mogelijkheid om op korte termijn<br />
noodhuisvesting te bieden.<br />
Thermofolie<br />
De firma Thermobau G.M.B.H. in Wenen<br />
is de leverancier van de prefab-woningen,<br />
waarvan het ontwerp is aangepast aan<br />
de Nederlandse smaak. De buitenwanden<br />
zijn voorzien van thermofolie, voor die<br />
tijd ongebruikelijk. Naar hedendaagse<br />
maatstaven is de isolatiewaarde daarvan<br />
echter zeer beperkt. De ‘thermowoningen’<br />
worden, voorzien van een Oostenrijkse<br />
en Nederlandse handleiding, in<br />
pakketten (balken, planken en complete<br />
wandpanelen) per trein naar Nederland<br />
vervoerd, waar ze, eenmaal op de plaats<br />
van bestemming, door aannemers in<br />
korte tijd in elkaar kunnen worden gezet.<br />
In december 1947 besluit de gemeenteraad<br />
van <strong>Den</strong> <strong>Helder</strong> over te gaan tot<br />
aankoop van 48 Oostenrijkse woningen<br />
en daarvoor 1 miljoen gulden beschikbaar<br />
te stellen. Voor raadslid J. Kreuger (PvdA)<br />
mag het aantal ook worden verdubbeld,<br />
gezien de huisvestingsproblemen, al<br />
schrikt hij wel van de prijs, ruim 20.000<br />
gulden per woning! Wethouder J. van<br />
der Vaart verzekert dat het Rijk financieel<br />
<strong>bij</strong>springt, afhankelijk van het verschil tussen<br />
rendabele en onrendabele kosten. Er<br />
komen 38 woningen in Huisduinen en
10 <strong>bij</strong> het Timorpark aan de Borneolaan.<br />
De levensduur wordt geraamd op 25 jaar.<br />
De meeste huizen zijn in Huisduinen geprojecteerd<br />
zodat ze daar in de toekomst<br />
bruikbaar blijven als seizoenwoningen.<br />
Gebreken<br />
Ondertussen komen er elders uit het land<br />
berichten over gebreken aan de Oostenrijkse<br />
woningen. Ze zouden onvoldoende<br />
weerstand bieden <strong>bij</strong> storm, het dak buigt<br />
door als de pannen er op komen, het hout<br />
is van slechte kwaliteit en de woningen<br />
zijn duurder dan stenen woningen van<br />
dezelfde grootte. Het Ministerie van Wederopbouw<br />
en Volkshuisvesting stelt een<br />
onderzoek in en rapporteert daarover het<br />
volgende:<br />
- De sterkte van de woningen is berekend<br />
door de in de technische wereld zeer<br />
bekende professor Mélan in Wenen en de<br />
Stichting Ratiobouw in <strong>Den</strong> Haag. Beide<br />
berekeningen zijn met elkaar vergeleken<br />
en hebben ertoe geleid geringe wijzigingen<br />
aan te brengen in enkele onderdelen<br />
van de constructie.<br />
- De eerste vijf proefwoningen werden<br />
in Bennekom gebouwd. Hiervan was het<br />
hout inderdaad van slechte kwaliteit, terwijl<br />
onderdelen hebben geleden tijdens het<br />
vervoer. Bovendien heeft het <strong>bij</strong> de bouw<br />
ontbroken aan juist inzicht ten aanzien van<br />
de montage en de verankeringen. Een onderzoek<br />
naar de Oostenrijkse woningen in<br />
Vught, Vlijmen, Best, Uden, Doetinchem,<br />
Zelhem en Renkum wijst uit dat de woningen<br />
goede en aardige woonhuizen zijn,<br />
wanneer zij met zorg worden behandeld<br />
en met vakkennis worden gemonteerd.<br />
Bij deze woningen bleek de kwaliteit van<br />
het hout aanzienlijk beter.<br />
- Toegegeven moet worden dat de<br />
woningen uiteindelijk iets duurder zijn dan<br />
stenen gebouwen van dezelfde inhoud.<br />
De Oostenrijkse woningen zijn echter<br />
royaler van afwerking.<br />
Het duurt <strong>bij</strong>na een jaar voordat de bouw<br />
in <strong>Den</strong> <strong>Helder</strong> kan beginnen. De gemeente<br />
heeft nog niet alle benodigde grond in<br />
eigendom. Met K. Hoogerduijn bereikt<br />
zij snel overeenstemming over de koop<br />
van 20.000 m² grond, maar voor enkele<br />
andere percelen, in eigendom van mevr. J.<br />
Houmes-Kleinsmit (285 m²) en A. Volker<br />
(305 m²) in <strong>Den</strong> Haag en P. Smit (9590<br />
m²) in <strong>Den</strong> <strong>Helder</strong> moet zij een onteigeningsprocedure<br />
in gang zetten. Een<br />
probleem is ook dat de woningen niet<br />
voldoen aan de gemeentelijke bouwverordening,<br />
omdat de wanden niet uit beton<br />
of baksteen zijn gemaakt. De vensters zijn<br />
te klein en de schuur is te groot. Gezien<br />
de omstandigheden verleent het Plaatselijk<br />
Bureau voor de Wederopbouw toch<br />
toestemming.<br />
Ontwricht<br />
De gemeenteraad besluit in december<br />
1948 de bouw te gunnen aan de <strong>Helder</strong>se<br />
firma G. Groot en Zn., met 508.800<br />
gulden de laagste inschrijver. Terwijl de<br />
houten elementen voor de woningen al<br />
lang liggen opgeslagen in een loods van<br />
de Koninklijke Marine <strong>bij</strong> de onderzeedienstkazerne,<br />
wacht de aannemer op het<br />
beschikbaar komen van de benodigde stenen,<br />
cement en dakpannen. De productie<br />
daarvan is ook door de oorlog ontwricht.<br />
Cement is nodig voor de fundering, de<br />
betonnen vloer en de betonnen wanden<br />
van de kelderkast; bakstenen zijn nodig<br />
voor de 30 centimer hoge plint onder de<br />
houten muurplaten, de schouw en de<br />
schoorsteen. De wanden, de vloer en het<br />
dak zijn van hout.<br />
69
70<br />
Begin 1949 gaat de bouw eindelijk van<br />
start. Ondanks de schaarste aan vaklui<br />
kan de aannemer daarvoor een ploeg van<br />
50 bouwvakkers inzetten. Alle woningen<br />
worden vrijstaand gebouwd. Om te voorkomen<br />
dat <strong>bij</strong> brand het vuur overslaat,<br />
worden ze op enige afstand van elkaar<br />
geplaatst. De woonkamer komt aan de<br />
zonzijde te liggen. De planken aan de gevels<br />
worden op de begane grond verticaal<br />
en op de verdieping horizontaal geplaatst.<br />
Het zadeldak wordt voorzien van oranje<br />
pannen.<br />
De Oostenrijkse woningen in Huisduinen<br />
ruim tien jaar na de bouw.<br />
Trekstangen<br />
Vrees voor het ‘omwaaien’ van de houten<br />
woningen <strong>bij</strong> een storm, zoals de <strong>Helder</strong>se<br />
Courant van 10 februari 1949 signaleert,<br />
hoeven de toekomstige bewoners niet te<br />
hebben. ‘Het geheel zit stevig in elkaar,<br />
maar toch heeft de gemeente nog een<br />
verbetering doen aanbrengen. Op verschillende<br />
plaatsen worden de voornaamste<br />
verbindingen extra met ijzer versterkt<br />
en tussen de balklaag worden enkele trekstangen<br />
aangebracht die de wanden <strong>bij</strong>eenhouden.’<br />
En dankzij de thermofolie in<br />
de tien centimeter dikke wandelementen<br />
hoeven de bewoners evenmin bevreesd te<br />
zijn dat zij hun kachel stoken ten bate van<br />
de voor<strong>bij</strong>gangers.<br />
Wanneer twee maanden later de eerste<br />
huurders, voornamelijk hogere officieren<br />
van de marine, de houten woningen in<br />
gebruik nemen, blijkt dat de indeling en<br />
de ruimte gunstiger zijn dan gedacht. Het<br />
exterieur oogt vrij klein ondanks een afmeting<br />
van <strong>bij</strong>na 8 <strong>bij</strong> 9 meter. De woningen<br />
bevatten op de begane grond een woonkamer<br />
(met openslaande deuren naar de<br />
tuin), eethoek, studeerkamer, keuken (met<br />
doorgeefluik), kelderkast, gang en wc. Op<br />
de verdieping zijn er een ouderslaapkamer,<br />
twee kinderslaapkamers met ingebouwde<br />
kasten en een kleine badkamer. De<br />
vensters met kleine vierkante ruitjes zijn<br />
voorzien van dubbelglas.<br />
Het gemeenteraadslid mr. Mulder noemt<br />
de Oostenrijkse woningen<br />
‘geen wonderen van schoonheid’.<br />
Hij hoopt dat door een behoorlijke tuinaanleg<br />
en het aanbrengen van bloembakken<br />
onder de ramen het complex een iets<br />
aantrekkelijker aanzien krijgt.<br />
Hoewel een levensduur van 25 jaar was<br />
voorspeld, staan de Oostenrijkse woningen<br />
er na 60 jaar nog altijd. De ‘bruine<br />
kippenhokken’ van weleer zijn koopwoningen<br />
geworden en in de loop van de tijd<br />
verbouwd, gemoderniseerd, uitgebreid en<br />
aanzienlijk meer waard geworden.<br />
Hier hebben de kippen gouden eieren<br />
gelegd, zou je kunnen zeggen.<br />
(Bronnen:<br />
Oostenrijkse woningen in Nederland,<br />
scriptie van Coen van Benthum; Vereniging<br />
van Nederlandse <strong>Gemeente</strong>n,<br />
<strong>Helder</strong>se Courant.)
Begrippenlijst:<br />
aanzetstuk - een natuurstenen element, dat de zijden van een klokgevel<br />
ondersteunt.<br />
Amsterdamse<br />
School - decoratieve en expressieve bouwstijl tussen 1913 en 1930, waar<strong>bij</strong> het<br />
functionele ondergeschikt is aan de vormgeving. Wordt gekenmerkt<br />
door decoratief, vaak golvend baksteenwerk en gebeeldhouwde<br />
ornamenten.<br />
art déco - benaming voor een sierstijl van ± 1915-`25, strakker en minder grillig<br />
dan art nouveau.<br />
boogfries - reeks van kleine bogen als versiering.<br />
boogveld - het boogveld is het vlak, dat ingeklemd is in de ronding van een boog.<br />
bovendorpel - kozijnrand aan de bovenkant van een deur of raam.<br />
cementeren - door cement verbinden of daarmee bestrijken of pleisteren.<br />
console - uit de muur stekend geprofileerd stenen of houten deel, dat dient ter<br />
ondersteuning van een beeldhouwwerk, balk, kroonlijst, balkon, voet<br />
van de schoorsteen of dakgoot.<br />
dagkant - binnenkant van een kozijn.<br />
daklijst - lijst langs de dakrand ter versiering van de gevel.<br />
dakruiter - een klein, meestal houten torentje dat op de bovenkant van een dak<br />
bevestigd wordt, vergelijkbaar met een ruiter te paard.<br />
Dorisch - de meest eenvoudige en robuuste van de drie klassieke Griekse<br />
zuilenorden.<br />
driepas - drie elkaar rakende cirkels en een grote omschreven cirkel.<br />
festoenmotief - bestaat uit kransen van bloemen, fruit of gebladerte die vanuit twee<br />
punten losjes naar beneden hangen.<br />
fries - een horizontale strook versierd met schilder- of beeldhouwwerk.<br />
fronton - een meestal driehoekvormige bekroning van een deur, raam of<br />
topgevel.<br />
getoogd - de term getoogd wordt gebruikt om aan te geven dat (een onderdeel<br />
van) een deur, kozijn of nis van een toog voorzien is en dus boogvormig<br />
is overspannen.<br />
Jugendstil - Art nouveau 1890-1920. Slingerende golvende en krullende vormen<br />
als reactie op de neostijlen van de 19e eeuw.<br />
kalf - dwarsregel tussen deur en bovenlicht.<br />
kapiteel - bovenste, versierde gedeelte van een zuil.<br />
klos - uit de muur stekend houten of gemetseld blokje ter ondersteuning van<br />
uitstekende onderdelen van een gebouw, zoals de dakgoot e.d. Klossen<br />
zijn eenvoudige consoles.<br />
koor - deel van kerk rond het hoofdaltaar, vaak verhoogd en naar het oosten<br />
gericht.<br />
korfboog - een boog in de vorm van een omgekeerde korf.<br />
71
72<br />
Begrippenlijst:<br />
kroonlijst - horizontale rand van gebouw juist onder het dak; uitspringend of<br />
geprofileerd.<br />
latei - draagbalk boven een venster of deur.<br />
lichtbeuk - de vensterzone in het bovenste gedeelte van de hoofdbeuk van<br />
een kerk.<br />
lisenen - verticale enigszins uit de muur vooruitspringende banden, met een<br />
decoratieve geledende functie.<br />
Mansardekap - dak dat bestaat uit twee geknikte vlakken.<br />
middenschip - de grote ruimte in een kerk tussen hoofdingang en koor of podium,<br />
hoofdbeuk.<br />
nok - horizontale snijlijn van twee dakvlakken; bovenste rand van een dak.<br />
octogoon - achthoek, achtkant. Men dacht dat achtkantige vormen bemiddelden<br />
tussen het symbolisme van het Vierkant, dat het aardse bestaan<br />
voorstelde en de cirkel (die staat voor de hemel of de eeuwigheid).<br />
onderdorpel - de horizontale rand van een kozijn aan de onderkant van een deur of<br />
raam. In het geval van een deurkozijn is de term drempel, meer<br />
gangbaar.<br />
ontlastingsboog - boog gemetseld in een muur boven een raam of deuropening om het<br />
erbovenliggende metselwerk te dragen.<br />
pilaster - een vierkante, platte zuil of halfzuil, die op de gevel is gemetseld.<br />
piron - bolvormig op een voet staand ornament op de uiteinden van een nok.<br />
plint - onderstuk van muur.<br />
profileren - door afdraaien met geschikt gereedschap in een slijpschijf profiel<br />
aanbrengen.<br />
pyloon - een pijler naast een inrit zonder iets te dragen; louter voor de sier.<br />
risalieten - vooruitstekend deel van de voorgevel van een gebouw, dat over de<br />
gehele hoogte doorloopt.<br />
rollaag - metselwerk van op hun kant of kop geplaatste stenen, om een ander<br />
metselwerk af te dekken.<br />
rondboog - een boog die een halve cirkel beslaat.<br />
roosvenster - een groot, cirkelvormig venster met gebrand glas en stenen<br />
traceerwerk.<br />
schilddak - dak met twee driehoekige schilden aan de smalle zijden en twee<br />
trapeziumvormige aan de lange zijden.<br />
sieranker - met motieven als bloemen e.d. bewerkt muuranker; van gietijzer of<br />
smeedwerk.<br />
sluitsteen - de middelste steen van een gemetselde boog, die als laatste afsluiting<br />
geplaatst wordt. <strong>Even</strong>als de aanzetstenen is de sluitsteen vaak in<br />
natuursteen uitgevoerd.<br />
spaarveld - een ondiepe, blinde nis in een muur, waardoor materiaal, zoals<br />
baksteen, uitgespaard wordt. Het spaarveld wordt tevens aangewend<br />
om de vlakke gevelwand te verlevendigen.
Begrippenlijst:<br />
spitsboog - een boogconstructie, die spits oploopt.<br />
stolpraam - is te beschouwen als openslaande deur in raamuitvoering: er is geen<br />
middenstijl en het ene raam sluit in het andere raam.<br />
tandlijst - lijst van blokjes. In metselwerk gevormd door om en om uitspringende<br />
koppen.<br />
tentdak - dak van vier in één punt samenkomende vlakken.<br />
timpaan - de binnenzijde van een groot driehoekig fronton. Meestal rijk versierd.<br />
topgevel - gevel met een in een punt uitlopend geveldeel.<br />
travee - vlak van een gevel, dat door de indeling daarvan als eenheid<br />
beschouwd kan worden.<br />
uitkragen - geleidelijk overstekend uitmetselen van steenlagen; het dient om een<br />
muurverzwaring of uitspringend bouwdeel van geringe massa<br />
(hoektorentje e.d.) te ondersteunen.<br />
vensterassen - de breedte van een gevel kan aangegeven worden in meters.<br />
Het zegt meer wanneer het aantal vensters in de breedte genoemd<br />
wordt.<br />
verblendsteen - de baksteen valt op, omdat deze heel strak is, scherpe randen laat zien<br />
en glimt wanneer de zon erlangs strijkt.<br />
wimberg - dit sierelement verhoogt een spitsboog tot een driehoek en is vaak<br />
boven vensters, ingangen en nissen te vinden.<br />
wolfkap<br />
(of wolfdak) - wordt gebruikt voor daken, waarvan een of meer van de schilden<br />
(meestal twee) door een geveltop wordt bekroond.<br />
zadeldak - dak bestaande uit twee schuin naar elkaar toelopende dakvlakken.<br />
zakelijk<br />
expressionisme - stroming, o.a. in de architectuur, opgekomen rond 1925 als reactie op<br />
de Amsterdamse School. Bepleit een versobering van bouwvormen.<br />
De plastische vormgeving wordt verzakelijkt.<br />
zijbeuk - parallelle ruimte aan de zijkant van het schip in een kerk.<br />
73
74<br />
Speciale dank voor hun medewerking aan<br />
dhr. Jan Kikkert (HVSG), dhr. Jan Carlebur (HHV),<br />
mw. Jacqueline van Koningsbruggen (Stichting De Nollen) en dhr. Cees Paarlberg<br />
(Stichting Historische Grafmonumenten Huisduinen).<br />
Bronnen:<br />
<strong>Helder</strong>se monumentengids, gemeentelijke monumenten -<br />
Monumentencommissie <strong>Den</strong> <strong>Helder</strong> / Mw. drs. S. Pathuis (1992).<br />
Overzicht monumenten en beeldbepalende panden in de gemeente <strong>Den</strong> <strong>Helder</strong> -<br />
Team beleidsontwikkeling <strong>Den</strong> <strong>Helder</strong> (2004).<br />
<strong>Helder</strong>s Erfgoed - J.T. Bremer (2008).<br />
Oorkonden in Steen - J.T. Bremer (1992).<br />
Bijzondere mensen, <strong>bij</strong>zondere zerken - J.T. Bremer en L.R. Deugd (2006).<br />
Monumenten in Nederland: Noord-Holland - uitg. Waanders i.s.m. Rijksdienst<br />
voor de Monumentenzorg (2006).<br />
Beleidsnota ‘Cultuurhistorische waarden <strong>Den</strong> <strong>Helder</strong>’ - Stichting Steunpunt Cultureel<br />
Erfgoed Noord-Holland.<br />
Ontwikkelingsgeschiedenis en beschrijving der gemeente <strong>Helder</strong> -<br />
D. Dekker (1875/herdruk 1969).<br />
‘Nieuwstad’, 100 jaar Lieve Vrouwe Kerk te <strong>Den</strong> <strong>Helder</strong>, 1876-1976 - M.M.J.<br />
Hoogenbosch (1976).<br />
<strong>Helder</strong>se straatnamen - W. Stoll (1986).<br />
‘Gewoon’, jubileumeditie blad Woningstichting <strong>Den</strong> <strong>Helder</strong> (1992).<br />
Honderd jaar voortgezet onderwijs in <strong>Den</strong> <strong>Helder</strong> - A. Rietveld (1998).<br />
<strong>Den</strong> <strong>Helder</strong> in de Tweede Wereldoorlog 1940-1945 - Rens Schendelaar (2004).<br />
www.fortendenhelder.nl - Jan van Tongeren.<br />
www.hendrickdekeyser.nl
Colofon<br />
Uitgave:<br />
Regio VVV Kop van Noord-Holland<br />
Samenstelling en redactie:<br />
Wout Smit en Dick Stoll<br />
Vormgeving:<br />
Studio Kisteman<br />
Druk:<br />
Foto’s:<br />
Oplage:<br />
Dékavé<br />
Beeldbank <strong>Helder</strong>se Historische<br />
Vereniging, Wout Smit en Dick Stoll.<br />
1500 ex.<br />
75