12.09.2013 Views

Even buurten bij verborgen schoonheden - Gemeente Den Helder

Even buurten bij verborgen schoonheden - Gemeente Den Helder

Even buurten bij verborgen schoonheden - Gemeente Den Helder

SHOW MORE
SHOW LESS

Create successful ePaper yourself

Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.

1<br />

Kop van Noord-Holland<br />

<strong>Even</strong> <strong>buurten</strong> <strong>bij</strong> <strong>verborgen</strong> <strong>schoonheden</strong><br />

Open<br />

monumentendag<br />

2010<br />

Wandel- en fietsroute


2<br />

Steengoed<br />

Niets blijft. Wij wonen in geleende ruimte, huizen<br />

in tijd die ons niet langer toekomt dan hij duurt.<br />

Maar toch, ooit bouwde Licht en Lucht steengoed,<br />

uit noodzaak evenzeer als ter verheffing: wonen<br />

moest ademen, want liefdeloos gestapeld steen<br />

was de woestijn, minachting van menselijke maat.<br />

Straten vol woningen stonden als een huis,<br />

het gewone kleurde het <strong>bij</strong>zondere, ornamentaal<br />

de eenvoud van leien, speklaag, kruiskozijnen.<br />

Lang hield de tands des tijds gelijke tred met<br />

een sloopdrang die leek ingehamerd. Huisgoden<br />

grepen in en wat ontkwam, gloreert door te bestaan.<br />

Neem eens de doorgang Van Galenstraat richting<br />

het Poortgebouw. Wees even stil en hoor hiervan<br />

de verre echo: steen dat groeide tegen de tijd in,<br />

erfgoed dat steeds meer van zichzelf bedoelde.<br />

Joop Leibbrand<br />

(De stadsdichter van <strong>Den</strong> <strong>Helder</strong><br />

maakte dit gedicht ter gelegenheid van<br />

Open Monumentendag 2010)


Inhoudsopgave<br />

Gedicht ................................................................................ 2<br />

Inhoudsopgave .................................................................... 3<br />

Inleiding .............................................................................. 4<br />

Gecombineerde fiets- / wandelroute<br />

langs ‘<strong>verborgen</strong> <strong>schoonheden</strong>’ ........................................... 6<br />

Routekaart ......................................................................... 38<br />

Architect Krijnen trekt internationale belangstelling met<br />

‘zijn’ Tuindorp .................................................................... 47<br />

Kil onthaal voor woningplannen van baron Van Asbeck<br />

in 1910 .............................................................................. 54<br />

Nieuw leven voor een boer, metselaar en visser ................. 59<br />

Gebr. Janzen: van timmerlieden tot vastgoedbaronnen ..... 61<br />

‘Bruine kippenhokken’ in Huisduinen:<br />

ooit verafschuwd, nu gewild ............................................. 68<br />

Begrippenlijst ..................................................................... 71<br />

Colofon ............................................................................. 75<br />

Foto voorpagina:<br />

‘Groet uit <strong>Den</strong> <strong>Helder</strong>’: een ansichtkaart uit 1896 met vijf foto‘s.<br />

Evertsen: pantserschip - anno 1896 - vernoemd naar bevelhebbers in dienst van de<br />

Republiek.<br />

Kruisweg: op nr. 175 was de firma Prins (uitgever ansichtkaarten) gevestigd.<br />

Binnenhaven: een kijkje de Nieuwstraat in met aan het eind de O.L.V.O.O.-kerk.<br />

Badpaviljoen: op 8 juni 1890 werd in Huisduinen dit geheel in hout opgetrokken<br />

gebouw geopend.<br />

Molenplein: trasmolen ‘De Eendragt’ uit 1843 werd door aannemersfirma Gebr. Janzen<br />

gebouwd.<br />

3


4<br />

INLEIDING<br />

Veel nieuwe typen gebouwen<br />

Door de industriële revolutie verschenen<br />

er veel nieuwe typen gebouwen, zoals<br />

fabrieken, watertorens, gemalen, postkantoren<br />

en stationsgebouwen. Daarnaast ook<br />

gebouwen, die symbool stonden voor de<br />

nieuwe verworvenheden van de burgerlijke<br />

samenleving: musea, warenhuizen en<br />

theaters. Bij elk nieuw type gebouw werd<br />

een <strong>bij</strong>passend geachte stijl gezocht, waar<strong>bij</strong><br />

door architecten teruggegrepen werd op<br />

de oude architectuur van de gotiek, de<br />

renaissance en de barok. Oude bouwstijlen<br />

werden opnieuw geïnterpreteerd:<br />

De smaak<br />

van de 19e eeuw<br />

Open Monumentendag 2010: De smaak van de 19e eeuw.<br />

Open Monumentendag 2010 heeft als thema De smaak van de 19e eeuw.<br />

Met de keuze voor de negentiende eeuw staat op Open Monumentendag<br />

een roerige eeuw centraal. Een eeuw met twee gezichten; dat van industri-<br />

ele revolutie en technologische vernieuwingen enerzijds en dat van terug-<br />

grijpen naar eerdere bouwstijlen anderzijds. Een combinatie, die heel wat<br />

verrassende monumenten heeft opgeleverd.<br />

de zogenoemde neostijlen (oude kunsttradities<br />

in een nieuw jasje) ontstonden.<br />

Vrijwel iedere stijl uit de geschiedenis had<br />

in de 19e eeuw een neo-navolger.<br />

Enkele vormen van neostijlen:<br />

• Neoclassicisme, waar<strong>bij</strong> de vormentaal<br />

van de klassieke oudheid werd toegepast<br />

(de voormalige Hervormde kerk - Nieuwe<br />

Kerkplein 2; het voormalig weeshuis/raadhuis<br />

- Kerkgracht 1; het Kantongerecht -<br />

Kerkgracht 4; ‘t Torentje - Hoofdgracht 3;<br />

het Commandementsgebouw (’Het Paleis’)<br />

- Het Nieuwe Diep 4; de gebouwen op het


westelijke gedeelte van de Oude Rijkswerf<br />

Willemsoord; het voormalige gebouw voor<br />

het Loodswezen - Het Nieuwediep 23-25;<br />

het ‘Casino‘ - Duinweg).<br />

• Neogotiek, waar<strong>bij</strong> de vormentaal uit<br />

de middeleeuwse gotiek de basis vormde.<br />

Neogotiek is een bouwstijl, die met name<br />

in de kerkbouw veel en langdurig werd<br />

toegepast (het pand Loodsgracht 47 heeft<br />

neo-gotische gevelelementen).<br />

• Neorenaissance, waar<strong>bij</strong> teruggegrepen<br />

werd op motieven van de renaissance<br />

bouwkust uit de zeventiende eeuw.<br />

Daartoe behoren o.a. trap- en topgevels,<br />

zuilen, speklagen en kruiskozijnen. Geveltableaus<br />

verwijzen vaak naar historische<br />

gebeurtenissen en personen (het voormalig<br />

belastingkantoor - Koningsplein 9).<br />

• Eclecticisme, verschillende historische<br />

stijlen werden gecombineerd tot een nieuw<br />

geheel (de basis is hier<strong>bij</strong> doorgaans het<br />

neoclassicisme). De architect koos de neostijl,<br />

die het best <strong>bij</strong> de functie van het gebouw<br />

of de wensen van de opdrachtgever<br />

lijken te passen (De pastorie - Weststraat<br />

59 - bevat eclectische details; evenals het<br />

woonhuis Westgracht 9).<br />

Een kwestie van smaak<br />

Neostijlen werden lange tijd weinig gewaardeerd;<br />

er werd zelfs van ‘De lelijke tijd’<br />

gesproken. Een kwestie van smaak, blijkt<br />

maar weer, want met steeds meer verwondering<br />

en waardering wordt er nu naar de<br />

negentiende eeuw gekeken. De interieurs<br />

waren rijk gedecoreerd, warm en huiselijk,<br />

en daar<strong>bij</strong> voorzien van de nieuwste snufjes<br />

op het gebied van verwarming en elektriciteit,<br />

die nu beschikbaar waren gekomen<br />

voor een grote groep mensen.<br />

Open Monumenten dag<br />

zaterdag 11 september 2010<br />

in <strong>Den</strong> <strong>Helder</strong><br />

Naast aandacht voor het landelijke thema<br />

wordt dit jaar met Open Monumentendag<br />

in <strong>Den</strong> <strong>Helder</strong> specifiek uw aandacht<br />

gevraagd voor fraaie panden en monumentale<br />

straatjes, die meer dan de moeite<br />

waard zijn om ‘ontdekt’ en ‘gezien’ te<br />

worden: zgn. <strong>verborgen</strong> <strong>schoonheden</strong>. Op<br />

Monumentendag gaat het vaak om grote,<br />

monumentale gebouwen; er zijn echter ook<br />

tal van woningen, die de status van monument<br />

hebben. Ogenschijnlijk eenvoudige<br />

gebouwen, maar wie oog voor details heeft<br />

ziet hoe de geveltjes door kleine accenten<br />

en versieringen mooier en karakteristieker<br />

zijn gemaakt. Vaak ligt een aantal van die<br />

woningen <strong>bij</strong> elkaar in één straat. Dit jaar<br />

worden deze pareltjes – huizen èn straatjes<br />

- in het zonnetje gezet. Met behulp van de<br />

gecombineerde fiets- en wandelroute zult u<br />

vele ‘<strong>verborgen</strong> <strong>schoonheden</strong>’ ontdekken.<br />

De beschreven route heeft een kortere<br />

versie; u komt in de verschillende wijken<br />

van <strong>Den</strong> <strong>Helder</strong>. In dit boekje is ook een<br />

langere versie opgenomen; naast een<br />

bezoek aan de verschillende wijken van<br />

<strong>Den</strong> <strong>Helder</strong> neemt de route u ook mee naar<br />

‘<strong>verborgen</strong> <strong>schoonheden</strong>’ in Huisduinen.<br />

U zult vast en zeker ook iets naar úw smaak<br />

tegenkomen. Veel genoegen tijdens de<br />

‘speurtocht’ naar deze vaak niet opgemerkte<br />

bezienswaardigheden.<br />

Open mOnumentendag 2010<br />

5


6<br />

Open Monumentendag 2010.<br />

Gecombineerde fiets- en wandelroute langs ‘<strong>verborgen</strong> <strong>schoonheden</strong>’.<br />

Kortere route: ...................................12½ + 1½ = 14 km.<br />

Langere route: ................................12½ + 5 = 17½ km.<br />

Beide routes gaan door verschillende <strong>buurten</strong> van de gemeente <strong>Den</strong> <strong>Helder</strong>.<br />

L.A. = linksaf R.A. = rechtsaf R.D. = rechtdoor<br />

Voor verduidelijking begrippen: zie Begrippenlijst elders in dit boekje.<br />

Kon. Wilhelmina Mavo / Triade<br />

1. Start: Triade - Middenweg 2.<br />

De Stichting Triade - Centrum voor<br />

Kunsteducatie - is gevestigd in de voormalige<br />

Koningin Wilhelmina Mavo. Op 2<br />

mei 1959 werd de toen nieuw opgeleverde<br />

school in gebruik genomen. Tot in de jaren<br />

negentig bleef deze functie gehandhaafd.<br />

Aan de buitenmuur kunt u nog het muurreliëf<br />

in hardsteen zien, getiteld ‘De opgroeiende<br />

jeugd’ van de kunstenaar Dick Stins.<br />

In 1985 fuseerden de Muziekschool (1953),<br />

het Expressiecentrum (1973) en de dienst<br />

Kunstzinnige Vorming Onderwijs (1974) tot<br />

Triade. De activiteiten vonden op verschillende<br />

locaties plaats. In 1997 bleek de Mavo<br />

aan de Middenweg vrij te komen: de mogelijkheid<br />

alle activiteiten op één locatie te<br />

centraliseren. Het daaropvolgende jaar werd<br />

met de aanpassing van het gebouw begonnen:<br />

de noodgebouwen van de school werden<br />

gesloopt; het resterende oorspronkelijke<br />

langwerpige gebouw werd aan de oostzijde<br />

uitgebreid. De klaslokalen doen nu dienst als<br />

kantoor of als lesruimte. Medio 2001 werd<br />

het gebouw door Triade in gebruik genomen.<br />

Architect Bjarne Mastenbroek wist<br />

het vroegere schoolgebouw in een cultureel<br />

educatiecentrum te veranderen. De architect<br />

ontving in 2003 de eens in de twee jaar uit<br />

te reiken Arie Keppler Prijs voor het gebouw<br />

Triade. Het juryrapport: ‘Met een robuuste<br />

eenvoud is materiaal, kleur, licht en ruimte<br />

samengevoegd, ontspannen en vanzelfsprekend,<br />

maar steeds in <strong>bij</strong>zondere combinaties<br />

en met trefzekere creativiteit.’ Later werd<br />

het gebouw ook genomineerd als kandidaat<br />

voor ‘De Gouden Piramide 2003’, de<br />

jaarlijkse Rijksprijs voor inspirerend opdrachtgeverschap<br />

in de architectuur (zie plaquette<br />

in de hal <strong>bij</strong> de ingang).


2. L.A. over het trottoir – richting Linie.<br />

De Linie, de Liniegracht en een remise<br />

De aanleg van de Linie, een aarden wal met<br />

gracht, die fort Erfprins met fort Westoever<br />

verbond, was een van de directe gevolgen<br />

van de Engels-Russische landing op de kust<br />

in 1799. De Linie - zoals wij die kennen - is<br />

pas in 1836 gerealiseerd. Remise: In de<br />

periode 1886-1887 werden drie bomvrije<br />

remises in de Linie gebouwd; onderkomens<br />

voor militairen, maar ook voor buskruit,<br />

wapens en voedsel. Twee remises zijn nog<br />

aanwezig.<br />

3. 1e L.A.: fietspad Liniepad.<br />

4. Einde fietspad: Brakkeveldweg<br />

oversteken; L.A.: Brakkeveldweg.<br />

tuIndORp - OOSt<br />

5. 2e R.A.: Asterstraat.<br />

Asterstraat<br />

Asterstraat 2-66 en 1-43: nu gerenoveerde<br />

woningen. Architect Krijnen.<br />

(Zie elders in dit boekje voor informatie over<br />

architect Krijnen).<br />

6. 1e L.A.: Asterplein.<br />

Asterplein<br />

7. 1e L.A.: Tuinstraat.<br />

8. 1e R.A.: Brakkeveldweg.<br />

Net als vroeger zijn hier veel winkels aan de<br />

‘hoofdstraat’ van Tuindorp, de Brakkeveldweg,<br />

te vinden.<br />

Brakkeveldweg 71: Deze wat Oostenrijks<br />

aandoende zogenaamde tuinmanswoning<br />

werd in 1911 gebouwd in opdracht van C.<br />

Adriaanse (agent voor hypotheekbanken,<br />

raadslid en voorzitter van de Vereeniging<br />

voor Volkshuisvesting ‘<strong>Helder</strong>’), die gehuwd<br />

was met ‘een vermogende vrouw afkomstig<br />

uit Oostenrijk’. Vandaar het uiterlijk.<br />

Tuindorpschool<br />

Tuindorpschool – Brakkeveldweg 5: Dit<br />

schoolgebouw is zakelijk-expressionistisch<br />

van vorm (de Amsterdamse School) en<br />

dateert uit 1932 - een ontwerp van de toenmalige<br />

directeur gemeentewerken A. Dokter.<br />

De karakteristiek te noemen schooltoren is<br />

17 meter hoog.<br />

7


8<br />

Brakkeveldweg<br />

Brakkeveldweg 17-49: Woonhuizen van<br />

architect Krijnen. Tuindorp is vernoemd<br />

naar de uit Engeland afkomstige tuinstadbeweging.<br />

De in 1910 opgerichte woningbouwvereniging<br />

‘<strong>Helder</strong>’ wilde goede<br />

en betaalbare woningen voor de van de<br />

Amsterdamse marinewerf afkomstige wervianen<br />

bouwen. Het plan ‘Tuindorp’ werd<br />

in 1916 voltooid met 132 huizen aan de<br />

Brakkeveldweg, Florastraat, Anjelierstraat en<br />

Anemonenstraat. Het gezicht van Tuindorp<br />

werd bepaald door de stadsarchitect Simon<br />

Krijnen. Hij ontwierp zeker voor die tijd<br />

ruime woningen met karakteristieke witte<br />

topgevels en tuinen, afgescheiden door<br />

gemetselde muurtjes. Boven de voordeuren<br />

zijn nog de fraaie ovale contouren zichtbaar,<br />

waar vroeger een glas-in-lood raampje zat.<br />

Ruime straten; vrij veel groen.<br />

9. 2e R.A.: Florastraat.<br />

Florastraat 18-32: Karakteristieke witte<br />

topgevels.<br />

10. 1e L.A.: Anjelierstraat.<br />

Hoek Florastraat / Anjelierstraat<br />

Hoek Anjelierstraat 39 / Florastraat: Waarschijnlijk<br />

nog het enige overgebleven ovaal<br />

glas-in-lood raam boven de voordeur.<br />

11. Einde Anjelierstraat: R.A.:<br />

door het tunneltje.<br />

12. Bij de verkeerslichten: kruising<br />

oversteken en links aanhouden<br />

(= vrijwel R.D.).<br />

13. 1e R.A.: Ruyghweg.<br />

Ruyghweg<br />

De Ruyghweg, voorheen Zwartepad, is<br />

genoemd naar Meindert Wiersma Ruygh<br />

(1811-1893), de eigenaar van een langs<br />

deze weg gelegen stoomhoutzagerij.<br />

Ruyghweg 1c -43: Een ontwerp van<br />

architect Krijnen.<br />

VISBuuRt<br />

14. 1e L.A.: fietspad Fabrieksgracht.<br />

Fabrieksgracht<br />

Fabrieksgracht 55-67: Samen met Van<br />

Hogendorpstraat 1-20 één van de oudste<br />

voorbeelden van volkswoningbouw in<br />

<strong>Den</strong> <strong>Helder</strong>. Speciaal: Fabrieksgracht 59 -<br />

plaquette: ‘Ter herinnering aan H.E. baron<br />

van Asbeck luitenant t/z der 1e klasse<br />

stichter der woningvereeniging Licht en<br />

Lucht in 1911‘.


Deze woningbouwvereniging werd op 7<br />

oktober 1910 opgericht en kan één van de<br />

vier voorlopers van de huidige Woningstichting<br />

worden genoemd. In mei 1924 ging<br />

ook deze stichting op in de op 26 oktober<br />

1922 opgerichte ‘Stichting tot bouw, beheer<br />

en exploitatie van woningen te <strong>Den</strong> <strong>Helder</strong>,<br />

genaamd Woningstichting’, later gewijzigd<br />

in ‘Woningstichting <strong>Den</strong> <strong>Helder</strong>’, één van<br />

de grootste woningbouwcorporaties in ons<br />

land. (Zie elders in dit boekje voor informatie<br />

over baron van Asbeck).<br />

15. Bij Fabrieksgracht nr. 59:<br />

OMKEREN; klein stukje terug.<br />

Tussen huisnummers 61 en 63: L.A.<br />

(over het trottoir): Van Hogendorpstraat<br />

(wandelgebied).<br />

Van Hogendorpstraat 1-19 en 2-20: eenlaagse<br />

zgn. arbeiderswoningen uit 1915 met<br />

een gepleisterde strook aan de bovenzijde.<br />

Het complex van 27 woningen aan de<br />

Fabrieksgracht 55 - 67 en Van Hogendorpstraat<br />

1 - 20 (anno 1912) is in opdracht van<br />

de woningbouwvereniging ‘Licht en Lucht’<br />

uit <strong>Den</strong> Haag gebouwd naar een ontwerp<br />

van de Haagse architect Z.J. Dammerman<br />

jr. Het complex bevat drie typen woningen<br />

met als belangrijkste onderscheid de<br />

indeling van de plattegrond. Afwisselend<br />

zijn de vensters of voordeuren gekoppeld<br />

waarboven een topgevel, gedekt door een<br />

zadeldak. De woningen zelf worden gedekt<br />

door een zadeldak, met de nok parallel<br />

aan de weg. De luifel boven de voordeur<br />

is weer teruggekomen. De gevel boven de<br />

vensters beneden is bepleisterd. De bredere<br />

huizen langs de Fabrieksgracht hebben een<br />

bredere topgevel. Na de renovatie zijn de<br />

oorspronkelijke schoorstenen verdwenen en<br />

in de Van Hogendorpstraat werden grote<br />

dakkapellen aangebracht.<br />

<strong>Even</strong> verderop: Op de hoek van het kruispunt<br />

Van Hogendorpstraat / Jonkerstraat:<br />

Van Hogendorpstraat 37-47: een rijtje van<br />

zes woningen, ontworpen door architect<br />

Krijnen.<br />

Let op! Route: NIET voor<strong>bij</strong> deze 6 woningen,<br />

maar <strong>bij</strong> het hoekhuis (nr. 37) de<br />

Jonkerstraat in. Dus:<br />

16. 2e L.A.: Jonkerstraat (woonerf).<br />

De straat is genoemd naar de melk- en boterverkoper<br />

Jan Jonker (1806-1891).<br />

17. 1e R.A.: Jan in ’t Veltstraat.<br />

O.L.V.O.O.-kerk en pastorie<br />

Vroeger werd de Jan in ‘t Veltstraat<br />

(genoemd naar een burgemeester) in de<br />

volksmond de Kerklaan genoemd.<br />

Jan in ’t Veltstraat 94: O.L.V.O.O.-kerk.<br />

9


10<br />

De voormalige R.K. kerk Onze Lieve<br />

Vrouwe Onbevlekt Ontvangen is een<br />

driebeukige kerk met recht gesloten koor<br />

en een achtkantige dakruiter, gebouwd in<br />

1875-1876 naar een neo-romaans ontwerp<br />

van Th. Asseler. De toren bleef <strong>bij</strong> de bouw<br />

achterwege; pas in 1884 werd ter gelegenheid<br />

van het dertigjarige priesterfeest van<br />

de toenmalige pastoor de kerk met een<br />

torentje versierd. In 1917 werd de kerk<br />

zelfstandig. De pastorie op nr. 92 - rechts<br />

van de kerk - dateert van (waarschijnlijk)<br />

1919; naar een ontwerp van R.N. van Os.<br />

De eerste pastoor P.J. van Beuzekom was<br />

degene, die kans zag een eigen rooms-katholieke<br />

begraafplaats (1921) in <strong>Den</strong> <strong>Helder</strong><br />

te realiseren (aan de Jan Verfailleweg). De<br />

grond waarop de kerk gebouwd is, werd<br />

verkocht door aannemer J.S. Janzen en de<br />

weduwe van zijn broer J.E. Janzen - twee<br />

rooms-katholieke aannemers, die veel geld<br />

verdiend hadden met bouw- en restauratiewerken<br />

- aan het RK Parochiaal Kerkbestuur<br />

onder de volgende voorwaarde: ‘genoemd<br />

kerkgebouw zodanig te plaatsen, dat het<br />

hart van die kerk één regte lijn zal vormen<br />

met het hart der Nieuwstraat, terwijl de<br />

gevel der kerk naar genoemde straat zal<br />

gerigt zijn’. Zodoende hadden de zeelui, die<br />

zich wilden vermaken na maanden op zee<br />

geweest te zijn direct zicht op de kerk.<br />

De kerk heeft een hoog middenschip met<br />

een hoge lichtbeuk en lage zijbeuken. Er zijn<br />

dubbele rondboogvensters; in de voorgevel<br />

is een fraai roosvenster, allemaal gevuld<br />

met glas-in-lood van de Utrechtse glazenier<br />

Willem Mengelberg. Boven de dubbele<br />

deur is een grote wimberg met daarin een<br />

rondboog van gele steen gedragen door<br />

hardstenen kapitelen, bekroond door een<br />

hardstenen kruis. (Zie elders in dit boekje<br />

voor informatie over de aannemer<br />

Gebroeders Janzen).<br />

18. Tegenover de O.L.V.O.O.-kerk:<br />

L.A.: Nieuwstraat.<br />

19. Bij kruising met Hartenstraat:<br />

L.A. Hartenstraat (wandelgebied).<br />

20. Doorrijden tot Vismarkt (<strong>bij</strong><br />

grasveld met speeltoestellen).<br />

Ga naar het huis op de hoek<br />

Vismarkt /Oranjestraat.<br />

Hoek Vismarkt - Oranjestraat<br />

Hoek Vismarkt / Oranjestraat 57: Een<br />

ontwerp van architect Krijnen. Zeer waarschijnlijk<br />

was de voordeur vroeger op de<br />

‘afgeschuinde’ hoek.<br />

21. OMKEREN - en nu L.A.: Vismarkt -<br />

de oneven kant = rechts van het<br />

grasveld met speeltoestellen<br />

(wandelgebied).<br />

De naam Vismarkt is afkomstig van de<br />

vismarkt, die hier sinds 1851 korte tijd gehouden<br />

is. Aan deze kant van de Vismarkt<br />

ziet u de vroegere Vismarktschool (Vismarkt<br />

3-5; anno 1862).<br />

Vismarktschool


Het schoolgebouw was aanvankelijk gebouwd<br />

voor zeshonderd leerlingen. In 1922<br />

werden er nog enkele lokalen <strong>bij</strong>gebouwd.<br />

Ook werd de school toen gesplitst: de als<br />

school 6 bekend staande onderwijsinstelling<br />

werd school 9 en er kwam nog een<br />

school 10 naast te staan. In 1937 vond een<br />

grondige verbouwing plaats. De ene school<br />

bleef de openbare lagere school 10 (rechts),<br />

in de andere kwam de christelijke U.L.O.<br />

(’Marnixschool‘) (de linker helft van het gebouw;<br />

tot 1959). Vijf jaar later werd school<br />

10 - omgedoopt in de De Ruyterschool<br />

- opgeheven. Nu vindt u er ‘Stichting Vissalon’<br />

(13 ateliers voor kunstenaars; op nr.<br />

3) en Avalon (vrouwenhulpverlening; op nr.<br />

5). Bij het pleintje: een fraai kunstwerk van<br />

een vis, gemaakt door leerlingen van het<br />

technisch onderwijs.<br />

22. Vismarkt vervolgen richting<br />

Spoorgracht.<br />

23. Nu R.A.: Spoorgracht.<br />

Schoolwoning<br />

Hoek Spoorgracht / Vismarkt: voormalige<br />

schoolwoning - anno 1870 (dienstwoning<br />

van het hoofd der school) – Vismarkt 1.<br />

Dit pand, gebouwd op een gecementeerde<br />

plint, bestaat uit één bouwlaag.<br />

De gevel wordt afgesloten door een<br />

geprofileerde lijst op klossen; het pand<br />

heeft een schilddak. De dakkapellen zijn<br />

waarschijnlijk van later datum.<br />

EXTRA:<br />

Op za. 11 september 2010 is i.v.m. Open Monumentendag in het gebouw van Avalon,<br />

Vismarkt 5 - de vroegere school - van 11.00 uur tot 12.00 uur een tentoonstelling te<br />

zien, waar<strong>bij</strong> op panelen informatie over de Visbuurt gegeven wordt. Dit jaar bestaat<br />

deze buurt 200 jaar.<br />

Ook is er ‘s middags vanaf 14.00 uur de mogelijkheid een wandeling o.l.v. een gids<br />

door de Visbuurt te maken.<br />

U kunt uw fiets in het midden van de Vismarkt <strong>bij</strong> het beeld stallen en doorlopen<br />

naar nr. 5. Op de plaats van het pand van het Leger des Heils stond vroeger een<br />

Fröbelschool (Nutskleuterschool de Goudsbloem). In dat gebouw was decennia<br />

lang een ‘bewaarschool’ ondergebracht; <strong>bij</strong> een herstel van de Fröbelschool aan<br />

de - toen nog - Vischmarkt werden de plannen van architect Krijnen uitgevoerd.<br />

Later werd het pand onherkenbaar verbouwd tot onderkomen van het Leger des Heils.<br />

11


12<br />

24. Spoorgracht vervolgen.<br />

Spoorgracht 41/42: Op nr. 41 was vroeger<br />

een politiebureau gevestigd.<br />

Spoorgracht 43-44: Vroeger een manufacturenzaak<br />

‘De Kleine Winst’ (1910-<br />

1943) van Oudkerk & Van Praag; in 1946<br />

verbouwd tot hotel ‘Het Wapen van <strong>Den</strong><br />

<strong>Helder</strong>‘. Na de restauratie (2005) door Woningstichting<br />

- waar<strong>bij</strong> de in 1946 verdwenen<br />

ronde erker op de hoek in ere hersteld<br />

werd - een opvang voor dak- en thuislozen.<br />

Het pand heeft met aan Jugendstil verwante<br />

details.<br />

25. R.D.; Spoorgracht gaat over in de<br />

Bassingracht.<br />

Hoek Bassingracht<br />

- Nieuwstraat<br />

Bassingracht 1-2: Dit hoekpand (architect<br />

J.C. van der Pas) is van 1927 heeft fraaie<br />

winkelramen en een ingang op de ‘afgeschuinde’<br />

hoek. Het bestaat uit twee bouwlagen<br />

en heeft op de begane grond twee<br />

grote winkelramen. Fraai is het balkon met<br />

aan beide zijden een zogenaamd stolpraam.<br />

Bassingracht - winkelpand<br />

Plaquette<br />

Botbrug<br />

Bassingracht 4: Op de muur van de vroegere<br />

slagerij ziet u de gietijzeren plaquette,<br />

afkomstig van de vroegere Botbrug (dit was<br />

een draaibrug; een smalle voetgangersbrug<br />

anno 1862, aanvankelijk ‘nieuwe brug‘ genoemd,<br />

de vervanger van de ‘magere brug’<br />

uit 1843, de verbinding tussen de Nieuwstraat<br />

en de Nieuwe Brugstraat). Deze Botbrug<br />

- in 1975 vervangen door de huidige<br />

brug - was de ontmoetingsplaats voor jong<br />

en oud. De tekst op het bord: ‘Vervaardigd<br />

in de fabriek de Prins Van Oranje. Weduwe<br />

A. Sterkman & Zn te ‘s Gravenhage anno<br />

1862’. (Het bord is door de toenmalige<br />

slager uit de gracht gered).<br />

Bassingracht 5/6: Dit dubbel pand, in 1909<br />

door aannemer R.N. van Os gebouwd,<br />

bestaat uit drie bouwlagen; het rechter<br />

gedeelte is breder dan het linker: een brede<br />

portiek waarin een voordeur met zijraam en<br />

bovenlichten; daarboven een natuurstenen<br />

draagbalk (latei). Op de derde verdieping<br />

ziet u boven drie smalle ramen de uitkragende<br />

goot met geprofileerde lijst. Onder<br />

deze lijst een omlopend fries, waarin cirkelmotieven<br />

zijn aangebracht., bekroond met<br />

een tentdak. Het linker deel van het pand<br />

heeft een smaller portiek met voordeur. De<br />

middenpartij heeft op de eerste verdieping<br />

een driezijdige erker, aan de onderzijde een<br />

borstwering gevuld met panelen. Hierboven<br />

wordt de gevel afgesloten door een<br />

gootlijst, waarboven het schuin-oplopende<br />

dakvlak (met een oorspronkelijke erker).<br />

Het linker gedeelte heeft beneden een<br />

smalle portiek, waarbinnen een voordeur.<br />

Langs de bovenzijde zijn enkele verdiepte<br />

vakken in het metselwerk aangebracht.


Een asymmetrisch pand in een stijl, die<br />

verwantschap vertoont met Jugendstil<br />

(dezelfde architect heeft het woon-pakhuis<br />

op nummer 16-17 ontworpen).<br />

Bassingracht 7-8: Ook beeldbepalend zijn<br />

de woon-winkelhuizen op nummer 7-8<br />

uit 1917 (ontworpen door J. Boom).<br />

Bassingracht 15: Een klein woonhuis<br />

(anno 1909) met een zeer fraaie dakkapel.<br />

Bassingracht 16/17: In 1911 werd dit uit<br />

twee woonlagen bestaande winkel-woonhuis<br />

gebouwd door aannemer J.L. van Os,<br />

broer van de eerder genoemde R.N. van Os.<br />

Rechts van het winkelgedeelte is een portiek,<br />

waarin de deur naar de bovenwoning.<br />

Een fraaie topgevel bekroont dit gedeelte.<br />

26. Nu de volgende straat R.A. (= na<br />

hoekhuis Bassingracht nr. 21):<br />

Vijzelstraat.<br />

Op dit punt van de Bassingracht - ter<br />

hoogte van de Vijzelstraat - kunt u aan de<br />

overkant van de gracht een voormalig pakhuis<br />

zien op de Achterbinnenhaven nr. 15<br />

- het wat hogere pand met Mansardekap,<br />

compleet met stalen hijsbalk boven in de<br />

gevel en zes fraaie siersmeedijzers. Ook de<br />

reusachtige deuren in de gevel zijn nog<br />

zichtbaar. Het is nu een woonhuis / toko<br />

voor Indonesische etenswaren.<br />

27. In de Vijzelstraat: 1e L.A.:<br />

Bakkerbreetstraat.<br />

Maranathakerk<br />

Eerste steen<br />

Glas-in-lood:<br />

De ploeger<br />

Bakker Breet<br />

De Maranathakerk – Vijzelstraat 73. In de<br />

buitenmuur ziet u fraaie glas-in-lood ramen.<br />

Naast de voordeur een bordje: ‘Eerste steen<br />

gelegd 18 april 1879 door A. Breet Cz‘. De<br />

orthodox-hervormde broodbakker Cornelis<br />

Breet (1836-1916) - zijn <strong>bij</strong>naam ‘Zalige<br />

Breet’ deed hem eer aan - begon <strong>bij</strong> zijn<br />

woning vanaf ± 1869 z’n activiteiten als<br />

evangelist. Voor de kinderen hield hij een<br />

Zondagschool en voor de volwassenen<br />

evangelische samenkomsten. De ruimte<br />

werd door de groeiende belangstelling te<br />

klein en hij besloot een kerk te bouwen.<br />

Door de week diende het kerkgebouw als<br />

bewaarschool voor kleine kinderen. Onder<br />

Breet stond op de voorgevel: ‘Bethel tot heil<br />

van allen’. Het gebouw heeft later dienst<br />

gedaan als kolenpakhuis. Later, vanaf begin<br />

jaren dertig van de vorige eeuw zette Hendrik<br />

Kraak (1895-1970) hier het werk van<br />

Breet voort. Onder Kraak stond gevelbreed:<br />

‘Komt allen tot mij die vermoeid en belast<br />

zijt’. Tot december 1970 heeft H. Kraak het<br />

evangelisatiewerk voortgezet. Het gebouw,<br />

later bekend als de Maranathakerk, heeft<br />

dus <strong>bij</strong>na een eeuw lang als evangelisatiegebouw<br />

dienst gedaan. In 1977 werd de<br />

gemeente <strong>Den</strong> <strong>Helder</strong> eigenaar van het<br />

gebouw. Aanvankelijk wilde de gemeente<br />

het gebouw slopen, maar de Stichting<br />

Visbuurtbelangen heeft het kerkje gered<br />

door geld in te zamelen en het gebouw in<br />

hetzelfde jaar te renoveren. Momenteel in<br />

gebruik als o.a. peuterspeelzaal. (Zie elders<br />

in dit boekje voor informatie over de glasin-lood<br />

ramen).<br />

13


14<br />

28. 1e L.A.: Visstraat.<br />

29. 1e R.A.: Bassingracht. Deze straat<br />

uitrijden.<br />

30. Bij kruising Bassingracht /<br />

Ruyghweg: de Ruyghweg<br />

oversteken en L.A. over de brug:<br />

Havenweg.<br />

gRaCHtengORdeL<br />

De brug: ’Laurens Brandligtbrug (1723-<br />

1803) ontwerper van de oorlogshaven Het<br />

Nieuwe Diep‘ - de waterbouwkundige<br />

Brandligt veranderde in 1781-1787 de getijdenkreek<br />

met dammen in een haven.<br />

31. Bij kruising Havenweg / Binnenhaven:<br />

R.A.: fietspad Binnenhaven.<br />

32. Direct 1e R.A.; dan <strong>bij</strong> T-splitsing:<br />

L.A.: Achterbinnenhaven.<br />

33. Achterbinnenhaven uitrijden tot<br />

<strong>bij</strong>na aan het eind. Hier L.A. het<br />

tegelpad op richting Binnenhaven.<br />

34. Einde tegelpad: Hier L.A.: fietspad<br />

Binnenhaven (richting centrum).<br />

De Binnenhaven kent vele panden, die op<br />

de lijst gemeentelijke monumenten staan.<br />

Maar er zijn meerdere panden het bekijken<br />

waard. Binnenhaven 126/125 – 124/123 –<br />

119 – 118 – 117 – 116 – 115 – 114.<br />

Binnenhaven 126/125 - 124/123<br />

Binnenhaven 119-118-117-116-115-114<br />

Binnenhaven 119-114: Een complex van zes<br />

woonhuizen (anno 1907). Het geheel toont<br />

nu nog vrij goed het oorspronkelijke rijke<br />

karakter van deze woningen. De ingangen<br />

zijn twee aan twee gekoppeld met op<br />

de verdieping een houten balkon. In het<br />

midden van dit complex bevindt zich een<br />

gemetseld fronton. Let u ook eens op de<br />

fraaie deuren en balkonhekken.<br />

Binnenhaven 101: een breed woonhuis (8<br />

meter; waarschijnlijk anno 1849) van één<br />

bouwlaag met in het dakvlak een later<br />

aangebrachte dakkapel. No. 94 en 91 zijn<br />

kleiner, maar uit dezelfde bouwperiode.<br />

35. Fietspad vervolgen. Bij verkeerslichten<br />

oversteken. RD Binnenhaven.<br />

De route voert langs de volgende fraaie<br />

panden: Binnenhaven 61 – 54 – 43 – 27<br />

– 26 – 25 (= ‘Käthe Kruse Museum‘) – 24<br />

– 20 – 19/18 (19=’ ‘t Knijpie‘) – 17 – 16 –<br />

9 – 1.<br />

Binnenhaven 61: Een woonhuis van één<br />

bouwlaag, gedekt door een zadeldak. De<br />

vensters op de begane grond en de voordeur<br />

zijn voorzien van een licht getoogde<br />

bovendorpel en met getrokken lijstwerk<br />

rondom de dagkanten. Het is een voorbeeld<br />

van ‘burgerwoningbouw’ in <strong>Den</strong> <strong>Helder</strong> aan<br />

het eind van de 19e eeuw.


Binnenhaven 54<br />

Binnenhaven 24: Wellicht het oudste pand<br />

aan deze straat. De gevelsteen geeft aan,<br />

dat het in een sobere neo-classicistische stijl<br />

gebouwde pand uit 1838 stamt. Het bestaat<br />

uit twee bouwlagen en is geplaatst op<br />

een gecementeerde plint. Ter hoogte van de<br />

onderdorpels loopt een schortenband; ter<br />

afscheiding van de twee bouwlagen is een<br />

hoge geprofileerde lijst aangebracht. Bovenaan<br />

bevindt zich een geprofileerde daklijst;<br />

bovenop een rond omlopend schilddak.<br />

Boven de voordeur is een gietijzeren levensboom.<br />

Binnenhaven 20-19-18-17-16<br />

Binnenhaven 1/3-5<br />

Hoek Binnenhaven / Nieuwe Brugstraat:<br />

hier heeft u een fraai gezicht op de Nieuwstraat<br />

met aan het eind de O.L.V.O.O.-kerk<br />

(met de deur naar de haven gericht).<br />

36. De Binnenhaven gaat over in de<br />

Zuidstraat. Fietspad Zuidstraat<br />

vervolgen richting centrum.<br />

Ook de Zuidstraat biedt een groot aantal -<br />

al of niet op de monumentenlijst vermelde<br />

- ‘<strong>verborgen</strong> schatten’: Zuidstraat - voor<br />

de bocht: 86 – 78/77 – 72 – 71 (= ‘De<br />

Razende Bol‘) – 67 (=‘De Kaper‘)<br />

Zuidstraat - voor de bocht<br />

Zuidstraat 77-78: Deze winkel met bovenwoning<br />

is in 1927 verbouwd in de stijl<br />

van de Amsterdamse School naar ontwerp<br />

van de <strong>Helder</strong>se architect J.J. van der Leek<br />

(opdrachtgever F.H.B.M. Riesselman had<br />

hier zijn winkel in kruidenierswaren; hij was<br />

ook de organist van de O.L.V.O.O.-kerk).<br />

Het pand bestaat uit drie bouwlagen met<br />

op de begane grond een donker gelakte<br />

houten winkelpui. Rechts is de ingang van<br />

de winkel; links die van de bovenwoning.<br />

Boven de deuren en de etalage bevindt zich<br />

een zwaar bovenlicht, bestaande uit iets<br />

naar voren springende houten stijlen, met<br />

glas-in-lood. Hier omheen is de onderpui<br />

bepleisterd. De verdieping heeft een<br />

tweekantig erkertje. De tweede verdieping<br />

heeft een naar buiten gebogen drielicht<br />

venster. De bovenzijde van de gevel wordt<br />

afgesloten door vijf rijen rode daktegels.<br />

– en na de bocht Zuidstraat 63 (= ‘Huize<br />

Jeanne‘) – 62 - 61 – 60 (nieuw opgetrokken)<br />

– 51 – 40 – 37 (naast Proton) – 31<br />

– 29 – 28 – 23/22 – 21 – 15 – 14 – 13 (=<br />

dichtgetimmerd).<br />

15


16<br />

Zuidstraat - na de bocht<br />

Zuidstraat 14 e.v.: een kijkje<br />

richting Binnenhaven<br />

37. Einde Zuidstraat: vanaf het fietspad<br />

R.D. het trottoir op; de brug<br />

over en direct L.A. het trottoir<br />

blijven volgen. Ter hoogte van de<br />

wandelstraat (wandelgebied) het<br />

kruispunt (Spoorgracht)<br />

oversteken en rechtdoor de<br />

Janzenstraat in.<br />

SLuISdIJKBuuRt<br />

Einde Zuidstraat - hoek Weststraat<br />

De brugverbinding tussen Zuidstraat -<br />

Beatrixstraat: In 1891 kwam hier een echt<br />

antieke ijzeren (draai-)brug, de Keizersbrug.<br />

De Janzenstraat is vernoemd naar de aannemers<br />

Gebroeders Janzen.<br />

38. Bij kruising Janzenstraat /<br />

Janzendwarsstraat: L.A. (= dus<br />

1e L.A.): tot einde straatje.<br />

Steengracht 25: Kerkgebouw<br />

Steengracht 25: Aan uw linkerhand ziet<br />

u een kerkgebouw (‘Christelijk Gereformeerde<br />

Kerk‘ stond er op een tekstband<br />

van hardsteen, ingemetseld boven de deur)<br />

- anno 1918, architect J. Visser. Gebouwd<br />

op de plek, waar in 1909 een kleinere kerk<br />

stond. Het is een zaalkerk op rechthoekig<br />

grondplan, waar<strong>bij</strong> een open daktorentje<br />

uit het oorspronkelijk ontwerp niet verwezenlijkt<br />

werd. Het gebouw is geplaatst op<br />

een donkerkleurige, gemetselde plint met<br />

rollaag en bestaat uit één bouwlaag. In de<br />

voorgevel is centraal de dubbele voordeur<br />

geplaatst met een bovenlicht voorzien van<br />

een korfboog. Het gebouw heeft spitsboogvensters<br />

met kalf. In alle spitsbogen zijn<br />

hardstenen sluitstenen gezet. De voorgevel<br />

wordt begrensd door gemetselde hoekpilasters,<br />

die zijn afgesloten door een natuurstenen<br />

tandlijst. Langs de rand van de topgevel<br />

is een uitgemetseld, klimmend boogfries<br />

aangebracht. De top van de gevel is geplat<br />

en is op de hoeken voorzien van korte pylonen.<br />

Het pand is gedekt door een zadeldak.<br />

Sinds 1993: Genootschap Vergadering van<br />

Gelovigen.<br />

39. OMKEREN – terug naar de<br />

Janzenstraat.<br />

40. Hier L.A. en Janzenstraat<br />

vervolgen.


Janzenstraat<br />

Janzenstraat 58 - 84 (anno 1909, gebouwd<br />

door de aannemers Van Pelt) en 49 - 75<br />

(anno 1910, gebouwd door H. Wijker).<br />

De woningen zijn voor <strong>Den</strong> <strong>Helder</strong> zeer<br />

kenmerkend; slechts één bouwlaag met direct<br />

hierop de kap. De kracht van dit stukje<br />

straat is het aantal van deze gave panden<br />

<strong>bij</strong> elkaar. De bouwstijl is neo-renaissance,<br />

vanwege het gebruik van oranjekleurige<br />

verblendsteen in de cordonbanden en<br />

ontlastingsbogen. Naast de in de meeste<br />

gevallen nog originele voordeur - in een iets<br />

verdiept portiek - zijn twee schuifvensters.<br />

Boven de geprofileerde gootlijst is een<br />

Mansardekap geplaatst. Iedere woning<br />

heeft een fraai gedetailleerde dakkapel.<br />

Een andere aannemer heeft de andere<br />

panden in deze straat in dezelfde stijl<br />

gebouwd. In 2001 is het merendeel van de<br />

woningen zeer fraai gerestaureerd.<br />

41. Na de bocht: <strong>bij</strong> de T-splitsing<br />

klein stukje L.A.: Sluisdijkstraat<br />

(ook wandelgebied).<br />

Sluisdijkstraat 85: Duidelijk is nog te zien,<br />

dat het tweede woonhuis van de hoek<br />

vroeger een winkel was: ‘<strong>Helder</strong>sche boter-<br />

en kaashandel‘.<br />

42. OMKEREN.<br />

43. Sluisdijkstraat - richting centrum<br />

- vervolgen. R.A. en direct L.A.langs<br />

het zgn. Kanonnenpleintje<br />

naar de Beatrixstraat.<br />

Op dit vroegere stukje Westgracht hebben<br />

enkele karakteristieke trapgevelpanden<br />

gestaan. Deze moesten verdwijnen <strong>bij</strong> de<br />

aanleg van de nieuwe - bredere - Keizersbrug.<br />

44. Bij de Beatrixstraat: stukje L.A.<br />

Beatrixstraat 92: In het tweede huis van de<br />

hoek (nr. 92; waarschijnlijk circa 1910) is nu<br />

al meer dan een halve eeuw een Chinees<br />

restaurant gevestigd. Twee zaken verderop<br />

(nr. 88) is de gevel boven de eerste bouwlaag<br />

bewaard gebleven. Dit pand met fraaie<br />

ramen boven is gedekt met een zadeldak,<br />

waarvan de nok loodrecht op de straat<br />

staat. Nog eens twee zaken verder (nr.<br />

76/78) een ongeveer even oud pand als nr.<br />

92, gedekt met een zadeldak, waarvan de<br />

nok evenwijdig aan de straat loopt (heden<br />

ten dage een vishandel). De drie bovenvensters<br />

van dit pand hebben korfbogen; de<br />

boogvelden zijn witgestuct.<br />

45. OMKEREN.<br />

46. 2e L.A. (dus nog vóór de brug)<br />

Westgracht.<br />

17


18<br />

CentRum<br />

Westgracht 71: De voormalige pastorie.<br />

Ontwerper C.J. Bollée, opzichter <strong>bij</strong> de<br />

Hondsbossche Zeewering. Een riante woning<br />

met twee bouwlagen, waarboven een<br />

zolder (met dakkapel).<br />

Westgracht 66 t/m<br />

69A (hoek Breewaterstraat):<br />

De<br />

voormalige Evangelisch<br />

Lutherse Kerk,<br />

Achtkantige kerkje<br />

een achthoekige<br />

kerk (vaak het ‘achtkantige kerkje’ genoemd)<br />

met dakruiter, gebouwd in 1854-<br />

1855, eveneens naar een ontwerp van<br />

C.J. Bollée; gebouwd door aannemersfirma<br />

Gebroeders Janzen. Pas in 1856 was de<br />

inrichting gereed en kon de kerk worden<br />

ingewijd. Het gebouw heeft echter maar<br />

enkele jaren als kerk dienst gedaan. De<br />

gemeente werd in 1881 ontbonden. Daarna<br />

heeft het lange tijd dienst gedaan als graanpakhuis;<br />

vervolgens als opslagplaats voor<br />

lompen en metalen; ook een expeditiebedrijf<br />

is er gevestigd geweest.<br />

De hoofdvorm, een octogoon, is zeer<br />

herkenbaar sinds de latere aanbouw verwijderd<br />

is. Men had voor deze cirkelvorm<br />

gekozen, omdat een centraalbouw - waar<strong>bij</strong><br />

de gelovigen rond de kansel geschaard<br />

konden worden - voor een preekkerk het<br />

meest geschikt was, zo wordt vermeld. De<br />

architectuur is eenvoudig van aard. Onder<br />

de dakrand loopt een gecementeerde band,<br />

waaronder een gemetselde boogfries. Op<br />

de hoeken zware hoekpilasters. Op de top<br />

van het dak heeft heel vroeger een bekroning<br />

gestaan in de vorm van een open<br />

lantaarn of iets dergelijks. Vanaf 1995 is het<br />

een wooncomplex met een- en tweepersoons<br />

appartementen van woningbouwvereniging<br />

Nieuwediep. Bij deze laatste<br />

renovatie werd op de top van het dak weer<br />

een open lantaarn / torentje geplaatst.<br />

Na een<br />

bombardement<br />

Westgracht 49: Veel woningen op deze<br />

gracht bestaan uit twee bouwlagen Dit<br />

witte huisje is een mooi voorbeeld van één<br />

van de panden bestaande uit één bouwlaag.<br />

Met zadeldak.<br />

Westgracht 33: In 1915 gebouwd naar<br />

een ontwerp van de opdrachtgever<br />

P. Hoogenbosch. Het woonhuis bestaat uit<br />

twee bouwlagen onder een schilddak. De<br />

voordeur bevindt zich rechts in een portiek<br />

met tegelwerk, zoals je die vrij veel aan<br />

deze grachten ziet. Boven de schuifvensters<br />

en het portiek zijn gecementeerde lateien.<br />

De voorgevel wordt afgesloten door een<br />

geprofileerde uitkragende goot op klossen.<br />

Westgracht 24 - 23: Twee fraaie voorbeelden<br />

van woningen bestaande uit twee<br />

bouwlagen. Nr. 24 heeft een plat dak; het<br />

hoekpand (nr. 23) heeft een zadeldak; verder<br />

een zeer fraaie voordeur en een mooie<br />

erker boven. Het bekijken waard.<br />

Westgracht 9: een groot woonhuis van<br />

twee bouwlagen, vier traveeën breed, anno<br />

1891. De ramen zijn licht getoogd en voorzien<br />

van een brede omlijsting. De bouwlagen<br />

worden van elkaar gescheiden door een<br />

rand siermetselwerk. Bovenaan wordt de<br />

gevel afgesloten door een geprofileerde lijst.<br />

Het pand vertoont eclectische details.<br />

47. 1e R.A.: brug over (‘1862<br />

Spoorbrug 1960‘) en direct<br />

R.A.: de Keizersgracht op.


BuuRt WILLemSOORd<br />

De Keizersgracht werd tot 1930 Achtergracht<br />

Westzijde genoemd. Hier waren<br />

woningen voor de ‘gewone werklieden’<br />

gebouwd. Vanaf 1842 ligt hier een brug<br />

over het <strong>Helder</strong>s kanaal. Z’n vervanger<br />

(in 1862) was een draaibrug, in de volksmond<br />

de Martelaarsbrug genoemd.<br />

Aan het begin van de Keizersgracht: Een<br />

bakstenen urinoir uit de jaren dertig van de<br />

vorige eeuw: Een <strong>verborgen</strong> schoonheid?<br />

Misschien niet direct een ‘schoonheid‘,<br />

maar toch een opmerkelijk bouwsel en<br />

daarom een gemeentelijk monument. Een<br />

gemetseld roodstenen hokje met een betonnen<br />

afdak; een van de weinige urinoirs,<br />

die er vandaag de dag te vinden zijn. Binnenin<br />

is er een tegeltableau aangebracht<br />

met de raadgeving: ‘gaat van hier behoorlijk<br />

gekleed’.<br />

Keizersgracht 83: Het woonhuis - op de<br />

gemeentelijke monumentenlijst - bestaat<br />

uit twee bouwlagen en dateert van 1913.<br />

Langs de dakrand is fraai tegelwerk aangebracht.<br />

Het pand links (no. 82) heeft er<br />

vroeger hetzelfde uitgezien.<br />

Keizersgracht 85/86: Oorspronkelijk een<br />

pakhuis (anno 1924). Aan het eind van de<br />

Keizersgracht - op no. 93 - de voormalige<br />

Rehobothschool (lagere school).<br />

48. Keizersgracht uitrijden; <strong>bij</strong><br />

Beatrixstraat L.A.<br />

49. 1e L.A.: fietspad Weststraat.<br />

School 7<br />

Weststraat 110: Deze voormalig<br />

‘<strong>Gemeente</strong>school’ is in 1904 ontworpen<br />

door gemeentebouwmeester R. Kastelijn en<br />

kwam in de plaats van een kleiner schoolgebouw<br />

op deze plek. In 1905 gebouwd<br />

door de Gebroeders Van Os. Een zeer<br />

breed gebouw, van twee bouwlagen hoog,<br />

dat wordt afgesloten door een omlopend<br />

schilddak. Aan weerskanten van de gemetselde<br />

topgevel (met hijsbalk) ziet u twee<br />

‘dakkapellen’. De symmetrisch ingedeelde<br />

voorgevel bestaat uit negen vensterassen,<br />

met in het midden een licht risalerende<br />

vooruitspringende ingangspartij met de<br />

eerder genoemde opgemetselde topgevel.<br />

Het boogveld boven de oorspronkelijke<br />

voordeur is opgevuld met een tegeltableau.<br />

Hierin de wellicht voor die tijd karakteristieke<br />

tekst: ‘Leeren is leven - kennis is macht’.<br />

Weststraat<br />

Weststraat 82 - circa 1910 - heeft fraaie<br />

houten erkers.<br />

19


20<br />

Weststraat 72<br />

Weststraat 72: In 1900 gebouwd in opdracht<br />

van T.C. Govers in neorenaissancestijl.<br />

Het woonhuis heeft twee bouwlagen<br />

en een ‘ín- en uitzwenkende’ topgevel.<br />

Boven alle raamopeningen zitten ontlastingsbogen<br />

met hoekblokken en sluitstenen.<br />

De velden onder de bogen zijn versierd met<br />

tweekleurig metselwerk.<br />

Weststraat 66: Het pand is twee bouwlagen<br />

hoog; op de verdieping is de gevel<br />

omlijst door een uitgemetselde rand. In de<br />

ontlastingsbogen in Tudorstijl zijn sluitstenen<br />

en aanzetstukken gezet; in de boogvelden<br />

is gekleurd tegelwerk. Als scheiding<br />

tussen de twee bouwlagen bevindt zich<br />

onder de onderdorpels een uitspringende<br />

cordonlijst. De gevel wordt afgesloten<br />

door een geprofileerde lijst. Het pand heeft<br />

een schilddak; de dakkapel met fronton<br />

heeft de oorspronkelijke vorm.<br />

Weststraat 65: Een breed pand, bestaande<br />

uit twee bouwlagen. De winkelpui op de<br />

begane grond bestaat voornamelijk uit glas<br />

en heeft aan de linkerkant een verdiept<br />

portiek met ronde hoeken en eveneens<br />

gebogen vensterglas. Best <strong>bij</strong>zonder.<br />

Weststraat 65<br />

De bovenlichten<br />

bevatten glas-inlood.<br />

Op de bovenverdieping<br />

valt<br />

boven de fraaie<br />

raampartijen de<br />

balustrade-achtige<br />

dakafsluiting op.<br />

Het pand heeft<br />

een zadeldak.<br />

Op een foto<br />

uit 1870 is een<br />

reusachtige ossenkop te zien in de nog altijd<br />

aanwezige nis in het hogere middengedeelte.<br />

Vandaar dat deze voormalige schoenmakerij<br />

en lederhandel van de familie Hoogenbosch<br />

’Magazijn De Ossekop’ heette. Rond<br />

1870 werd het pand uitgebreid: het rechter<br />

gedeelte van het pand. De uitbreiding is<br />

aangepast aan het al bestaande woonwinkelpand.<br />

Links, nr. 66 was het woonhuis<br />

van de ondernemer.<br />

Weststraat: Nr. 65 t/m 62 zijn nog herkenbaar<br />

op deze foto. De foto laat ook nog het<br />

verdwenen portierswachthuis <strong>bij</strong> de toegang<br />

tot de Oude Rijkswerf Willemsoord zien.<br />

Weststraat<br />

Weststraat 59: Het pand is gebouwd als<br />

pastorie van de Ned. Hervormde Kerk in<br />

een bouwstijl, die gangbaar was in 1880.<br />

Twee bouwlagen en een lagere zolderverdieping,<br />

drie traveeën breed. De serre links<br />

werd in 1932 aangebouwd; de oorspronkelijke<br />

kap werd in 1960 vervangen door een<br />

plat vlak.


50. Ter hoogte van de entree van<br />

Oude Rijkswerf Willemsoord B.V.:<br />

L.A..: Nieuwe Kerkplein.<br />

Toegang Rijkswerf<br />

De oudste gebouwen van Rijkswerf Willemsoord<br />

dateren van 1822. Deze entree is<br />

van later datum. De toegangspoort tot de<br />

werf is enkele keren gewijzigd. De huidige<br />

brug is uit de jaren zestig van de vorige<br />

eeuw. De oorspronkelijke Westerpoort werd<br />

voor 1850 hier aangelegd. Het was de<br />

achtertoegang; de hoofdtoegangen lagen<br />

aan de oostzijde. Eerst was hier - aan de<br />

‘achterkant’ van de werf - een vlotbrug;<br />

deze werd vervangen door een dubbele<br />

ophaalbrug (1863), in 1880 door een<br />

ijzeren draaibrug. Daar<strong>bij</strong> kwam een dubbele<br />

ijzeren poort en een eikenhouten paal<br />

met ‘aanluidklok’. In 1906 is het eerste<br />

portierswachthuis (anno 1857) vervangen<br />

en vergroot. Waarschijnlijk zijn toen<br />

pas de gemetselde kolommen (met<br />

leeuwen) er gekomen. De natuurstenen<br />

leeuwen op deze kolommen zijn ouder dan<br />

deze kolommen zelf en hebben waarschijnlijk<br />

heel vroeger een gebouw op de werf<br />

gesierd. Boven de ijzeren poort was een<br />

gebogen ijzeren plaat (met het wapen van<br />

Nederland en de tekst ‘Rijkswerf’, die beide<br />

kolommen verbond. De oude ijzeren draaibrug<br />

was echter te smal en niet berekend<br />

op zwaar verkeer. Voor de bouw van de<br />

huidige brede ophaalbrug is toen het<br />

wachthuisje gesloopt. De kolommen aan<br />

weerskanten zijn behouden gebleven, maar<br />

voor de bredere brug iets verplaatst.<br />

De gebouwen (o.a. het hoge pand - gebouw<br />

47 - en rechts daarvan gebouw 52;<br />

anno 1824/1825) langs het werfkanaal<br />

(‘Afsluitingskanaal’) zijn in een sobere neoclassicistische<br />

stijl ontworpen. U kunt<br />

deze stijl herkennen aan de symmetrische<br />

verhoudingen en aan de halfronde bogen<br />

van raam- en deuropeningen (gebouw 47:<br />

het door Jan Blanken ontworpen Stoommachinegebouw<br />

of Pompgebouw, d.i. het<br />

eerste gereedgekomen gebouw op de Oude<br />

Rijkswerf - nu ruimte biedend aan het kantoor<br />

van Willemsoord B.V. en een vestiging<br />

van de VVV; rechts hiervan gebouw 52 de<br />

vroegere smederij en later de schilderswerkplaats).<br />

Nieuwe Kerk<br />

Nieuwe Kerkplein 2: Nu ‘De Ambassade’<br />

(Evangelische Gemeenschap); de oudste<br />

nog aanwezige kerk in <strong>Den</strong> <strong>Helder</strong> is de<br />

Nieuwe Kerk (architect H.H. Dansdorp,<br />

waterstaatsingenieur).<br />

21


22<br />

Een neoclassicistische kerk: een driebeukige<br />

zaalkerk met ingezwenkte topgevels, Dorische<br />

ingangspartij en een houten dakruiter<br />

met achtkantige lantaarn. Deze dakruiter uit<br />

1843 bevatte een klok uit 1641. In 1943 is<br />

deze luidklok is echter verdwenen; zijn vervanger<br />

kwam in 1951. Het gebouw is een<br />

zogeheten waterstaatskerk. De hervormde<br />

kerk werd op 1 december 1839 ingewijd.<br />

De spitse houten toren kwam pas in 1843<br />

tot stand (deze werd in de Tweede Wereldoorlog<br />

ernstig beschadigd). Opvallend<br />

is dat deze midden op het gebouw staat.<br />

Het bouwwerk is, zo dicht <strong>bij</strong> de zee en de<br />

haven, gevoelig voor zee- en weersinvloeden<br />

en nadat de toren begin jaren negentig<br />

al eens gerestaureerd was, volgde er in<br />

2008 een nieuwe opknapbeurt. Het is een<br />

grote kerk met een voor <strong>Helder</strong>se begrippen<br />

imposant interieur met een orgel van één<br />

van de belangrijkste orgelbouwers uit ons<br />

land, Van Dam uit Leeuwarden.<br />

De Nieuwe Kerk geniet enige bekendheid,<br />

omdat het ook de kerk was waar François<br />

HaverSchmidt predikte. Beter bekend als de<br />

dichter Piet Paaltjens. Zie ANWB-plaquette<br />

naast de deur: ‘François HaverSchmidt (Piet<br />

Paaltjens) 1835 - 1894, dominee/dichter,<br />

predikant te <strong>Helder</strong> (1862 - 1864)’.<br />

Hij was er overigens slechts anderhalf jaar<br />

predikant, van december 1862 tot juli 1864.<br />

Zes maanden na zijn aanstelling vroeg hij<br />

al zijn ontslag aan, omdat hij dacht niet<br />

te kunnen voldoen aan de eisen van <strong>Den</strong><br />

<strong>Helder</strong>. Zijn medepredikanten konden hem<br />

ervan overtuigen dat hij zichzelf te laag<br />

inschatte. Hij werd gekweld door buien van<br />

neerslachtigheid en pleegde in zijn volgende<br />

standplaats Schiedam op 19 januari 1894<br />

- na het overlijden van zijn vrouw in 1891 -<br />

uiteindelijk zelfmoord. De hervormde kerk<br />

bleef tot 1975 als zodanig in gebruik, maar<br />

werd daarna verkocht aan de Volle Evangelische<br />

gemeente en vervolgens aan de<br />

evangelische gemeenschap De Ambassade.<br />

Hoek Bierstraat - Molengracht<br />

51. Brug over; R.D. Bierstraat in (Het<br />

straatnaambordje is verdwenen;<br />

er zijn altijd wel ‘liefhebbers’<br />

voor dit bordje).<br />

OOStSLOOtBuuRt<br />

52. Bij T-splitsing: R.A.: Molenstraat.<br />

School Molenstraat<br />

Molenstraat 1: Net voor<strong>bij</strong> de bocht ziet<br />

u een groot voormalig schoolgebouw uit<br />

1918; vanaf 1936: de vierjarige U.L.O. In<br />

1966 werd aan het Ministerie van Onderwijs<br />

verzocht deze Juliana van Stolbergschool<br />

voor U.L.O. op te heffen. Het gebouw<br />

werd bestemd voor de Visserijschool<br />

en later voor het geven van muziekonderwijs.<br />

Nu is het in particulier bezit.<br />

53. Direct na het voormalige schoolgebouw:<br />

R.A., een klein stukje de<br />

Ooststraat in.


Aan uw linkerzijde ziet u op de witte achtergevel<br />

van een huis, Loodsgracht 68, een<br />

gedicht van Victor Hugo staan (met een<br />

lieveheersbeestje). De vorige bewoner van<br />

deze woning vond dit zo’n mooi gedichtje,<br />

dat hij besloot het op de achtergevel te<br />

zetten:<br />

Sa bouche fraîche était là ; / Je me<br />

courbais sur la belle, / Et je pris la<br />

coccinelle ; / Mais le baiser s‘envola. /<br />

Les contemplations Victor Hugo<br />

Haar frisse mond was daar; / Ik buig me<br />

naar het schone toe, / En ik neem het<br />

lieveheersbeestje ; / Maar de kus vliegt<br />

weg./ De beschouwingen Victor Hugo<br />

54. Om de route te vervolgen:<br />

OMKEREN – R.A. de Oostslootstraat<br />

vervolgen.<br />

55. Nu de 4e L.A. (= de rechterkant<br />

van het parkeerterreintje): 2e<br />

Vroonstraat (woonerf). Deze<br />

straat een stukje ingaan.<br />

Onthulling gedenkteken<br />

Gedenkteken: Het Vliegermonument (onthuld<br />

op 30-08-1945), opgericht ter nagedachtenis<br />

aan twee Engelse vliegers, die hier<br />

op 18 juli 1943 zijn omgekomen.<br />

Dit gedenkteken bestond vroeger uit een<br />

gemetselde stenen bak met verhoogde<br />

opstand en een donkere granieten plaat<br />

met inscriptie, volgens een ontwerp van het<br />

bestuur ’Buurtvereniging 2e Vroonstraat’. In<br />

het begin waren de namen van de met een<br />

Bristol Beaufighter vliegtuig verongelukte<br />

bemanningsleden nog niet bekend en luidde<br />

de inscriptie op de zwart marmeren gedenkplaat:<br />

‘Hier vielen voor onze bevrijding<br />

twee onbekende Britsche vliegers’. Later<br />

werden de namen van de twee op 22-jarige<br />

leeftijd omgekomen R.A.F.-vliegers vermeld:<br />

Harrold C. Stevenson (navigator) en Earnest<br />

F.G. Kidd. Enkele jaren terug is de gedenksteen<br />

geheel veranderd; in 2001 werd een<br />

tweede koperen plaquette onthuld.<br />

56. Nu OMKEREN – en L.A. de<br />

Oostslootstraat vervolgen.<br />

57. Bij kruising Oostslootstraat /<br />

Hoogstraat even stilstaan.<br />

Bij de zijstraat even naar links kijken: u ziet<br />

fraaie panden in de Hoogstraat; nr. 46 t/m<br />

24. Doordat het eigen woningbezit zich op<br />

een bepaald moment sterk ontwikkelde,<br />

ontstonden nogal uiteenlopende goothoogten,<br />

ramen, voordeuren en soms zeer<br />

divers kleurgebruik. Vaak zijn het woningen,<br />

afgaande op de boogramen en betegelde<br />

portieken, die ongeveer een eeuw oud zijn.<br />

58. Oostslootstraat uitrijden; R.A.:<br />

Koningsplein.<br />

23


24<br />

Belasting- en Accijnskantoor<br />

Koningsplein 9: Dit hoekpand is het voormalige<br />

Belasting- en Accijnskantoor, een<br />

tweelaags diep pand met neorenaissancedetails;<br />

het dateert uit 1898. In 1924 werd<br />

het pand inwendig verbouwd en in 1950<br />

uitgebreid. Het bestaat uit twee bouwlagen<br />

met een topgevel. Boven de vensters<br />

zijn ontlastingsbogen met hoekblokken en<br />

sluitstenen. Het pand is gedekt met een<br />

zadeldak. In de gevel bevinden zich enkele<br />

sierankers.<br />

59. Koningsplein vervolgen, richting<br />

dijk - tot de Postbrug.<br />

Postbrug en Loodsgracht<br />

In het verlengde van het Koningsplein ziet<br />

u de Postbrug, waarvan de naam ontleend<br />

is aan het postkantoor, dat tegenover de<br />

brug aan de Kanaalweg stond en tijdens<br />

de Tweede Wereldoorlog op last van de<br />

bezetter werd afgebroken. In 1932 besloot<br />

de raad de uit 1840 daterende draaibrug te<br />

vervangen door een vaste stenen brug. De<br />

brug werd in 1933-1934 gebouwd met expressionistische<br />

hoekpylonen, vermoedelijk<br />

naar een ontwerp van òf architect S. Krijnen<br />

òf architect P. L. Kramer (deze laatste is ook<br />

bekend van het Carillon).<br />

De kern van de brug bestaat uit gewapend<br />

beton; de frontmuren en de borstweringen<br />

zijn van gemêleerde bakstenen. De brug telt<br />

vier gemetselde hoog oprijzende pylonen<br />

met aan alle vier zijden koperen lichtornamenten.<br />

In de tweede helft van de vorige<br />

eeuw zijn de stenen leuningen verlaagd.<br />

De stijl van de brug sluit aan <strong>bij</strong> die van de<br />

Amsterdamse School.<br />

60. Nog vóór de Postbrug: R.A.:<br />

Loodsgracht (Deze gaat even<br />

verderop over in de Molengracht).<br />

De werknemers in het loodswezen (veelal<br />

afkomstig van Texel) zochten huisvesting<br />

en kozen voor een woning in de ‘loodsenbuurt’,<br />

de latere Loodsgracht en omgeving<br />

aan de zuidzijde van het <strong>Helder</strong>s Kanaal.<br />

De Loodsgracht van nu mag er zijn; twintig<br />

panden stonden of staan op de gemeentelijke<br />

monumentenlijst.<br />

Een aaneenschakeling van prachtige panden:<br />

Loodsgracht 10/11 – 16 – 17 – 18<br />

– 20 – 29 – 46 - Molenbrug - 47 - 48 - 52<br />

- 53 - 54 - 55 - 60 - 61 - 69 -70.<br />

Loodsgracht 10/11 - hoek Hoogstraat: Ook<br />

dit woonhuis is een ontwerp van architect<br />

S. Krijnen. Zeer fraai. Een prachtige toegang<br />

op de ‘afgeschuinde’ hoek met een balkonnetje<br />

er boven. Rondboogvensters, ontlastingsbogen,<br />

betegelde boogvelden; kortom,<br />

een plaatje!<br />

Loodsgracht 16: Dit pand bestaat slechts uit<br />

één bouwlaag, terwijl de meeste woningen<br />

op deze gracht uit twee bouwlagen bestaan.<br />

Opmerkingen: Verschillende huizen<br />

aan de gracht hebben een balkon; een<br />

enkel pand heeft een erker op de bovenverdieping.<br />

Fraai zijn ook <strong>bij</strong> diverse huizen de<br />

betegelde portieken en de betegelingen in<br />

de boogvensters.


Loodsgracht 33 t/m 44<br />

Loodsgracht 46: Pand met forse lijst -<br />

twee bouwlagen. Fraai glas-in-lood in de<br />

bovenlichten van de vensters op de begane<br />

grond. Ter hoogte van de verdieping loopt<br />

een gestucte schortenband. Inwendig<br />

verbouwd.<br />

Loodsgracht 47: Een pand uit 1893 met<br />

neogotische details. De voordeur met<br />

gemetseld bovenlicht bevindt zich binnen<br />

een spaarveld, waarvan de bovenzijde<br />

behandeld is als een boogfries. Hierboven<br />

is de gevel afgesloten door een hardstenen<br />

afdekking, waarvan het middelste gedeelte<br />

getrapt is, bekroond door een natuurstenen<br />

eikel. Beneden zijn de twee schuifvensters<br />

onder korfbogen te zien. De boogvelden<br />

zijn gevuld met kleurig tegelwerk. De<br />

segmentvormige boog boven het raam op<br />

de tweede bouwlaag was oorspronkelijk<br />

ook met tegelwerk opgevuld geweest, maar<br />

dat is verloren gegaan. De gevel wordt<br />

afgesloten door een trapgevel. Onder deze<br />

trapgevel is een boogvormige uitgemetselde<br />

troefaas (= een figuur van drie elkaar<br />

snijdende cirkelbogen). Over de gevel zijn<br />

- ter hoogte van de dorpels - banden van<br />

groengeglazuurde bakstenen verwerkt. Onder<br />

het raam op de verdieping is een band<br />

van gekleurd siermetselwerk. In de gevel<br />

bevinden zich vijf sierankers.<br />

Loodsgracht 48: Samen met no. 49 is dit<br />

pand in 1913 (of 1916?) gebouwd. No. 48<br />

telt drie bouwlagen en is geplaatst op een<br />

hoog gecementeerde plint. Aan de bovenzijde<br />

is een afgeknotte topgevel. De voordeur<br />

is in Jugendstil-trant; het bovenlicht en<br />

de schuifvensters hebben een glas-in-lood<br />

bovenlicht. De tweede bouwlaag heeft een<br />

grote vijfzijdige erker, ondersteund door een<br />

natuurstenen console met een draagconstructie<br />

van stalen balken. Deze erker is zeer<br />

fraai gedetailleerd en heeft een borstwering<br />

met panelen. Een balustrade op deze erker<br />

dient als balkon. Het pand wordt gedekt<br />

door een platte en gewolfde Mansardekap.<br />

Burgemeester Driessen heeft op nr. 48 gewoond;<br />

deze burgemeester ontving in 1935<br />

H.M. Koningin Wilhelmina voor de onthulling<br />

van het Nationaal Monument voor het<br />

Nederlandse Reddingwezen (‘t Carillon).<br />

Loodsgracht 49: Dit pand heeft twee bouwlagen;<br />

beneden een portiek met tegelwerk<br />

en twee schuifvensters onder gemetselde<br />

ronde bogen waaronder rood-geel tegelwerk.<br />

Ook onder de grote gemetselde boog<br />

van de tweede verdieping is siermetselwerk<br />

in het boogveld te zien. De gevel wordt<br />

afgedekt met een geprofileerde lijst; op de<br />

hoeken fraai metselwerk.<br />

Loodsgracht 52: Anno 1904; gebouwd als<br />

pakhuis met een bovenwoning. Het pand<br />

bestaat uit twee bouwlagen, gedekt door<br />

een kap, waarvan een gedeelte met de<br />

nokrichting loodrecht en het andere parallel<br />

aan de straat is. Rechts op de verdieping:<br />

een ruime erker.<br />

Loodsgracht 69 - 70: Dit dubbele woonhuis<br />

(anno 1911) is in eigen beheer gebouwd.<br />

Het pand is geplaatst op een hoge grijsgeschilderde<br />

gecementeerde plint, gedeeltelijk<br />

voorzien van groeven als imitatie van natuursteen.<br />

De twee gevels zijn identiek. Aan<br />

de linkerzijde is een hoge portiek, waarbinnen<br />

zich een deur met een zijraam bevindt.<br />

25


26<br />

Naast de voordeur twee schuifvensters.<br />

Boven de vensters zijn ontlastingsbogen van<br />

oranje blendsteen aangebracht; hier en daar<br />

is de al of niet originele bonte tegelvulling in<br />

de boogvelden aanwezig. De gevel is afgesloten<br />

door een uitkragende, doorlopende<br />

gootlijst. Twee rondomlopende afgeplatte<br />

schilddaken sluiten het pand af. De grote<br />

dakkapellen zijn in de oorspronkelijke vorm<br />

te zien.<br />

Molenbrug t.o. Loodsgracht 73<br />

De Molenbrug (anno 1858- toen een<br />

houten ophaalbrug; vernieuwd in 1888;<br />

hersteld in de oorspronkelijke vorm in 1981<br />

- <strong>bij</strong>genaamd Mosterdbrug) kreeg zijn naam<br />

vanwege het feit, dat er ooit twee molens<br />

<strong>bij</strong> de bocht van het <strong>Helder</strong>s kanaal stonden:<br />

de houtzaagmolen ‘De Onderneming’<br />

(anno 1832) en ‘De Eendragt’ (anno 1843).<br />

De Loodsgracht gaat voor<strong>bij</strong> de zijstraat<br />

Ooststraat over in de Molengracht.<br />

Molengracht 5: Een statig grachtenpand,<br />

symmetrisch van opzet. In het bovenlicht<br />

- boven de dubbele paneeldeur - zijn de attributen<br />

van de Vrijmetselaarsbeweging als<br />

ornament aangebracht: een passer en een<br />

winkelhaak. De <strong>Helder</strong>se loge, opgericht in<br />

1824, is genoemd naar de beschermheer<br />

prins Willem Frederik Karel, broer van Koning<br />

Willem ll. Pas kort na de Tweede Wereldoorlog<br />

betrok deze vereniging dit pand.<br />

Oorspronkelijk bestond het gebouw uit één<br />

bouwlaag met een zadeldak. Halverwege<br />

de vorige eeuw kreeg de loge het huidige<br />

aanzien. Burgemeester Stakman Bosse is<br />

voorzitter van de vereniging geweest, in de<br />

periode waarin de vereniging nog ergens<br />

anders de loge had.<br />

Verdwenen: Molengracht 17<br />

Molengracht 18a t/m 18h. Dit in 2005<br />

opgeleverde appartementencomplex staat<br />

op de plek van het vroegere Militair-tehuis<br />

Ned. R.K. Volksbond (toen op Molengracht<br />

nr. 17 - in neorenaissance-vormen),<br />

waarvan de bouw naar een ontwerp van<br />

de architecten Simon Krijnen en Albertus<br />

Senderman in 1896 begon. De originele<br />

naamsteen is boven in de voorgevel van de<br />

nieuwbouw verwerkt.<br />

Het oorspronkelijke gebouw van de Volksbond<br />

heeft ook nog de functie van broodfabriek<br />

gehad.<br />

Molengracht en brug.<br />

61. Einde Molengracht: R.A.:<br />

Bierstraat.<br />

62. Einde Bierstraat: Bij T-splitsing<br />

L.A.: Molenstraat


CentRum<br />

63. Vervolgens <strong>bij</strong> Y-splitsing links<br />

aanhouden, de Molenstraat<br />

vervolgen tot het eerste (witte)<br />

huisje aan uw linkerhand.<br />

Molenstraat 63 - interieur<br />

Molenstraat 63 - een woning uit het midden<br />

van de 19e eeuw: Het enige pand, dat<br />

door de vereniging Hendrick de Keyser in<br />

<strong>Den</strong> <strong>Helder</strong> is aangekocht. (Zie het bordje<br />

naast de voordeur). Deze vereniging<br />

zet zich in voor het behoud van architectonisch<br />

of historisch waardevolle huizen<br />

en hun interieur in Nederland d.m.v. het<br />

verwerven van panden en ze vervolgens te<br />

restaureren en te verhuren (De vereniging<br />

is vernoemd naar de stadssteenhouwer /<br />

beeldhouwer van o.a. het grafmonument<br />

van Willem van Oranje in Delft).<br />

Het woonhuisje met gaaf bewaard interieur<br />

is één van de laatste oorspronkelijke arbeidershuisjes,<br />

dat herinnert aan de ontwikkeling<br />

van <strong>Den</strong> <strong>Helder</strong> van vissersdorp tot<br />

marinestad. De Molenstraat ligt aan<br />

de oostelijke grens van het oude vissersdorp,<br />

in een buurtje dat tot ontwikkeling<br />

kwam na de stichting van de Rijkswerf in<br />

1812. In de loop der tijd is de oorspronkelijke<br />

bebouwing van de straat grotendeels<br />

verdwenen. Het huisje werd in 1904 gemoderniseerd.<br />

Er kwam een tweede bouwlaag.<br />

De voorgevel werd voorzien van pleisterwerk<br />

in blokverband. Aan de achterzijde<br />

loopt het dak door tot de eerste<br />

bouwlaag; hier bevindt zich een prachtige<br />

dakkapel: aan de bovenkant afgewerkt met<br />

een driehoekig fronton; de zijkanten zijn<br />

voorzien van spitsboogroeden op paneel.<br />

Zeer <strong>bij</strong>zonder is het, dat <strong>bij</strong> deze verbouwing<br />

getracht werd binnen de plattegrond<br />

van krap 30 meter in het vierkant, geheel<br />

de indeling te realiseren van een herenhuis<br />

van omstreeks 1900. Zo werden voor- en<br />

achterkamer gekoppeld door middel van<br />

dubbele deuren met geëtst glas. De gang<br />

kreeg een gemarmerde lambrisering; de<br />

deuren en kozijnen werden voorzien van<br />

een houtimitatieschildering. Dit alles is<br />

bewaard gebleven en zorgvuldig gerestaureerd.<br />

Van woningen uit het midden van de<br />

19e eeuw met een a-symmetrische kap zijn<br />

er maar weinig bewaard gebleven.<br />

64. OMKEREN - een stukje terug tot<br />

eerder genoemde Y-splitsing.<br />

65. Hier L.A. - de Spoorstraat in.<br />

Spoorstraat 105 / hoek 1e Vroonstraat:<br />

een voormalig Chinees restaurant, naar een<br />

ontwerp van architect Krijnen. Staat het<br />

er nog? In mei 2010 is voor dit pand een<br />

sloopvergunning aangevraagd; één van<br />

inmiddels de ‘verdwenen <strong>schoonheden</strong>’?<br />

66. Spoorstraat vervolgen (de straat<br />

wordt hier wandelgebied).<br />

Spoorstraat<br />

27


28<br />

Spoorstraat 69 / hoek Hoogstraat: café; een<br />

ontwerp van architect Krijnen.<br />

Spoorstraat 64: Een pand (anno 1895),<br />

waarvan de bovengevel nog zeer redelijk<br />

intact is. De winkel eronder heeft het<br />

voormalige woonhuis ernaast (no. 65) er<strong>bij</strong><br />

getrokken. De sterankers en een gebeeldhouwde<br />

mannenkop zijn nog te zien; evenals<br />

de neorenaissancistische dakkapel.<br />

67. R.A. stukje Hoogstraat in.<br />

Het eerste huis rechts (Hoogstraat 125) is<br />

het woonhuis geweest van decoratieschilder<br />

Neyts, zoals in het glas-in-lood raam nog te<br />

lezen is. Deze schilder voorzag winkelruiten<br />

van hun naam. Hij schilderde de letters uit<br />

de losse pols; zonder hulpmiddelen. Een<br />

ware kunst!<br />

68. OMKEREN – terug naar de<br />

Spoorstraat. R.A., de Spoorstraat<br />

vervolgen.<br />

Spoorstraat 56: Algemeen Tehuis<br />

voor Militairen<br />

Spoorstraat 56: Het Algemeen Tehuis voor<br />

Militairen - gebouwd in 1918. Bombardementen<br />

in de oorlog hadden veel schade tot<br />

gevolg, maar de bovengevel met onder de<br />

ramen de acht oude emblemen en symbolen<br />

is er nog wel (o.a. de tekst ’ga veilig hier<br />

ten anker’).<br />

Spoorstraat 45: Brand <strong>bij</strong> Nypels<br />

Spoorstraat 45 (hoek Koningstraat): De winkel<br />

met bovenwoning is gebouwd in 1910<br />

in opdracht van de firma/eigenaar Nypels.<br />

De architect S. Krijnen heeft de locatie (op<br />

de hoek van twee straten) zeer sterk laten<br />

meespelen. Het winkel-woonhuis bestaat<br />

uit twee bouwlagen. De begane grond werd<br />

ingrijpend verbouwd na de brand op vrijdag<br />

10 juni 1955; het beschadigde pand werd<br />

keurig hersteld. Het pand is afgesloten door<br />

een plat schilddak; op de hoek is een ronde<br />

arkel (het ‘torentje’) geplaatst, met een<br />

door leien bekleed koepeldak en bekroond<br />

met een open lantaarn. In de voorgevel is<br />

een klok geplaatst. (Volgens overlevering<br />

is de opwindklok afkomstig van een kerk<br />

in Anna Paulowna. De grootvader van de<br />

huidige eigenaar heeft deze nog steeds<br />

werkende klok gekocht; de vele tandraderen<br />

worden regelmatig onderhouden. Het<br />

<strong>bij</strong>na kubusvormige raderwerk heeft zelfs<br />

de eerder genoemde brand overleefd.) Een<br />

hardstenen kalf en een latei lopen met de<br />

ronding mee.


De gevel in de Spoorstraat is aan de linkerkant<br />

afgesloten door een travee met topgevel,<br />

waarin een halfronde houten erker is<br />

opgenomen die rust op een uitgemetselde<br />

console. In deze topgevel is een venster met<br />

een getoogd bovenlicht. De topgevel zelf is<br />

gedekt met een hardstenen plaat met aan<br />

beide zijden uitgemetselde pilasters. In het<br />

dakvlak is een dakkapel in een oorspronkelijke<br />

vorm, gedekt door een lessenaarstaak.<br />

De gevel in de Koningstraat is vrijwel gelijk,<br />

maar heeft geen erker. Wel is de gevel<br />

in deze straat langer. De toegang tot de<br />

winkel zat vroeger precies op de hoek (een<br />

hoekportiek), maar is na een verbouwing<br />

verplaatst naar de gevel in de Koningstraat.<br />

69. R.A.: Koningstraat.<br />

Koningstraat<br />

Koningstraat 89: Dit pand is in 1912 als<br />

woonhuis gebouwd in opdracht van dhr.<br />

C. de Boer, de eigenaar van de toenmalige<br />

‘Drukkerij en Uitgeverij De Boer‘. Het asymmetrische<br />

pand - naar ontwerp van architect<br />

Krijnen - is geplaatst op een lage uitgemetselde<br />

plint, afgedekt door een hardstenen<br />

lijst. Het bestaat uit twee bouwlagen; de<br />

rechter helft springt iets naar voren en is<br />

voorzien van een topgevel. De deur heeft<br />

een driedelig bovenlicht en een omlijsting<br />

van natuursteen, voorzien van <strong>bij</strong>zonder<br />

rijk beeldhouwwerk. De tweede bouwlaag<br />

heeft een halfronde erker, die bekleed is<br />

met natuursteen en rust op een hardstenen<br />

console. De erker en de ramen ernaast hebben<br />

bovenaan een hardstenen latei met fes-<br />

toenmotieven. In de topgevel een driedelig<br />

venster met gekromde bovenzijde.<br />

Het pand is afgedekt door een omlopend<br />

schilddak. Op de hoeken van de topgevel<br />

en als afsluiting van de gevel links bevinden<br />

zich kleine rondopgemetselde pilaren. Vroeger<br />

is hier ook een bank gevestigd geweest;<br />

de vroegere inloopkluis met muren van zo‘n<br />

40 cm dik (plus een stalen kluisdeur) is nog<br />

altijd aanwezig. Momenteel is hier Grand-<br />

Café De Buuren van Pieck te vinden. Deze<br />

naam is gekozen vanwege het feit, dat het<br />

huis links van nr. 89 het geboortehuis is van<br />

de bekende tekenaars Anton en Henri Pieck<br />

(19 april 1895 - Koningstraat 87).<br />

De plaquette op de muur van nr. 87 met<br />

informatie hierover is helaas verdwenen.<br />

Plaquette Koningstraat 87<br />

70. 1e L.A.: Koningdwarsstraat. Bij<br />

splitsing: R.A. en direct L.A. -<br />

de Polderweg op.<br />

71. Met de bocht mee de Polderweg<br />

volgen.<br />

29


30<br />

Polderweg 64 - 66 - 68 - 70: Karakteristiek<br />

door de wijze, waarop de gevels<br />

‘verspringend’ aan de rooilijn zijn gezet.<br />

Het hoekpand (no. 64) is voorzien van een<br />

balkonnetje met een Jugendstil hekwerk<br />

van smeedijzer.<br />

Polderweg<br />

Polderweg 72 t/m 90: een ontwerp van<br />

architect S. Krijnen.<br />

72. Na de bocht (net voor de<br />

voetgangersoversteekplaats): R.A.:<br />

de De Wetstraat (woonerf) in.<br />

Van gaLenBuuRt<br />

De Wetstraat<br />

Deze straat - anno 1930 - is vernoemd naar<br />

Christiaan de Wet, één van de strijdbare<br />

Zuid-Afrikaanse boeren-generaals in de<br />

strijd met Engeland. De ‘openbare ruimte’ in<br />

deze buurt kreeg meer aandacht. Gebogen<br />

straten, vaak met trottoirs, kleine plantsoentjes<br />

en voortuintjes zorgden voor meer<br />

ruimte en groen. Dit is toch ook al in de De<br />

Wetstraat te merken.<br />

De Wetstraat 30 - 14 / 39 - 21. De kleinschalige<br />

eengezinswoningen zijn oorspron-<br />

kelijk meest opgebouwd in één bouwlaag<br />

en aan de aan de even kant voorzien van<br />

een Mansardekap: de dakvlakken vormen<br />

van goot tot nok niet één plat vlak, maar<br />

vormen twee platte vlakken die elkaar in<br />

een stompe hoek ontmoeten. De woningen<br />

aan de oneven kant zijn voorzien van een<br />

niet geheel doorlopend zadeldak.<br />

73. Aan het einde van De Wetstraat<br />

met de bocht mee naar links.<br />

Beeldkeramiek<br />

In het hofje


Aan uw linkerhand vindt u de toegang<br />

tot het hofje De Wetstraat / Cronjéstraat<br />

– ‘Anno 1922; gerenoveerd 1982‘. Boven<br />

de doorgang naar het hofje: een beeldkeramiek<br />

(‘<strong>Helder</strong>‘; de naam van de in 1910<br />

opgerichte woningbouwvereniging). Het is<br />

een woningbouwproject met vroeger een<br />

kantoor en twee winkels. Het was het eerste<br />

project van de Woningbouwvereniging,<br />

waaruit later de Woningstichting geboren is.<br />

Tot begin 1977 waren hier de administratie,<br />

verhuur en directie van Woningstichting<br />

gevestigd. Het gehele hofje is prachtig gerenoveerd!<br />

Aan uw rechterhand: de doorgang<br />

naar de Van Galenstraat. Dit poortgebouw<br />

is in 1922 ontworpen door architecten S.<br />

Krijnen en W. Verschoor.<br />

Doorgang naar de Van Galenstraat<br />

74. Neem de doorgang (poortgebouw)<br />

naar de Van<br />

Galenstraat; <strong>bij</strong> T-splitsing:<br />

R.A. de Van Galenstraat in.<br />

Van Galenstraat 99-100-101<br />

Van Galenstraat 99-100–101 (links, boven<br />

en rechts van de doorgang): Bouwjaar<br />

1921; Amsterdamse School met Jugendstilornamenten;<br />

architecten S. Krijnen / W.<br />

Verschoor. Fraaie gemetselde bogen en<br />

bouwkeramiek. Het eerste woningbouwproject<br />

met waterclosets en spouwmuren.<br />

Opvallend in de Van Galenstraat is de afwis-<br />

seling van woonbebouwing met winkels<br />

(vaak de hoekpanden). Zo waren er op<br />

vrijwel elke hoek van de straat middenstanders<br />

gevestigd.<br />

Van Galenstraat 78 / hoek Krugerstraat: Een<br />

ontwerp van architect P. Schraa, gebouwd<br />

in 1923 in de stijl van de Amsterdamse<br />

School (d.i. het pand werd door de architect<br />

als één decoratief geheel opgevat. Kenmerkend<br />

zijn de sterke horizontale accenten in<br />

de gevelindeling). De borstwering is betegeld;<br />

het woongedeelte boven de winkel is<br />

vlak gedekt.<br />

Van Galenstraat 76 / hoek Krugerstraat:<br />

Ontworpen door architect J.J. van der Leek.<br />

De winkeldeur staat - net als <strong>bij</strong> no. 34 -<br />

‘schuin’ in de hoek van de straat.<br />

Van Galenstraat 62 / hoek De Ruyterstraat:<br />

In 1931 als winkel-woonhuis gebouwd door<br />

de <strong>Helder</strong>se architect J.J. van der Leek. Het<br />

opgaande metselwerk in een kleurige handvorm<br />

gevelsteen met diepe lintvoegen. De<br />

winkelpui is bekleed met groen geglazuurde<br />

tegels. Het vlakgedekte kubusvormige pand<br />

is gebouwd in de trant van de Amsterdamse<br />

School.<br />

Van Galenstraat 41 / hoek Piet Heinstraat:<br />

Een breed winkelpand, in 1931 gebouwd<br />

in opdracht van de firma Albert Heijn naar<br />

een ontwerp van G. Onrust. Een voor deze<br />

straat wel erg groot pand. Een blokvormig<br />

bouwlichaam, bekroond met een hoog<br />

schilddak met uitspringende gootlijst. In de<br />

nok twee grote hoekschoorstenen. De winkelpui<br />

is voorzien van een tegelbekleding:<br />

op een hoge plint van donkere tegels zijn<br />

fraai gevormde gemêleerde tegels (gefabriceerd<br />

door de Porceleyne Fles te Delft)<br />

aangebracht in art-deco stijl. Het pand heeft<br />

diverse functies gehad, nl. kruidenierszaak,<br />

café, videotheek e.d.<br />

31


32<br />

Van Galenstraat 14 t/m 20:<br />

duidelijk herkenbaar<br />

Van Galenstraat 16 -14 - 10 -12 en er<br />

tegenover nr. 13 zijn het bekijken waard.<br />

Van Galenstraat 13: Dit pand uit 1900 toont<br />

een zgn. afgeknotte halsgevel. Onderaan<br />

bevindt zich een gevelsteen waarop staat<br />

‘GRS 18 juni 1895’.<br />

75. Nu OMKEREN en 2e R.A.:<br />

Wilhelminastraat (woonerf). Deze<br />

straat uit tot de Van Speykstraat.<br />

De bananenrijperij.<br />

Wilhelminastraat: anno 1893 - één van de<br />

oudste straten in de Van Galenbuurt; tijdens<br />

de Tweede Wereldoorlog veranderde de<br />

naam in Van Heemskerckstraat, op last van<br />

de bezetter. Wilhelminastraat / hoek Van<br />

Speykstraat 3 – 5: De voormalige bananenrijperij<br />

‘De Banaan’ is in 1928 ontworpen<br />

door architect J.J. van der Leek en werd op<br />

13 juni 1929 geopend. De architect heeft<br />

wat Amsterdamse School ornamenten<br />

gebruikt. Het pand bestaat uit twee bouwlagen;<br />

de hoofdvorm is een kubus met aan<br />

één zijde een iets hoger uitstekend verticaal<br />

gedeelte, waaraan een gedetailleerde<br />

smeedijzeren vlaggenmasthouder bevestigd<br />

is. Het pand heeft een plat dak. Op de<br />

hoek wijken de gevels iets terug, zodat een<br />

inpandige hoek ontstond, waarbinnen een<br />

uitstekende betonnen luifel boven de voordeur<br />

is aangebracht. Het pand is geplaatst<br />

op een hoge plint van donkere klinkers.<br />

Hiervoor is een hardere klinker gebruikt om<br />

te voorkomen, dat het grondwater ‘omhoog<br />

kruipt’ in de gevel. Beneden waren<br />

het kantoor, een garage en de acht cellen<br />

aangebracht; de bovenverdieping telde<br />

twee bovenwoningen. In de acht ‘rijpcellen’<br />

werden de groene bananen gerijpt.<br />

76. Bij de T-splitsing: R.A.<br />

Van Speykstraat.<br />

De Van Speykstraat is genoemd naar de<br />

zeeofficier, die op 5 februari 1831 zijn<br />

kanonneerboot tijdens de Belgische opstand<br />

<strong>bij</strong> Antwerpen in de lucht liet vliegen. Deze<br />

daad oogstte grote bewondering in ons<br />

land. Er werd een rouwperiode van drie<br />

dagen afgekondigd. Sinds die gebeurtenis is<br />

er steeds een schip <strong>bij</strong> de Koninklijke Marine<br />

met de naam Van Speyk.<br />

77. 1e L.A.: Emmastraat – richting<br />

Singel.<br />

78. Bij T-splitsing: R.A. Prins Willem-<br />

Alexander Singel.


Oud - den HeLdeR<br />

Gedichtje plan Krijnen<br />

Op de gemetselde ronde muur aan het<br />

begin van de Singel vindt u een plaquette<br />

met een gedichtje, waar de naam van<br />

architect Krijnen in voorkomt. Hij had het<br />

plan opgevat deze gracht aan te leggen, om<br />

zodoende het water van het <strong>Helder</strong>s kanaal<br />

te kunnen verversen, zodat de stank van<br />

het stilstaand water zou verminderen of verdwijnen.<br />

De Kerkgracht zou dan ‘doorstroming’<br />

via deze Singel naar de Fortgrachten<br />

krijgen. De tekst luidt:<br />

Over ‘t Krijnen plan is gedacht / tot burgemeester<br />

Houwing mij bracht / Nu spui ik <strong>bij</strong><br />

dag en nacht / schoon water door <strong>Helder</strong>’s<br />

gracht / 1918 1921<br />

79. Prins W.-A. Singel vervolgen<br />

richting Kerkgracht.<br />

80. Bij T-splitsing: R.A.: Kerkgracht.<br />

Het weeshuis<br />

Kerkgracht 1 - 3 - 4: Rechts van u ziet u<br />

achtereenvolgens het voormalig ‘algemeen<br />

wees- en armenhuis in <strong>Den</strong> <strong>Helder</strong>’ (op<br />

nr. 1), een kapitaal pand (op nr.3) en het<br />

Kantongerecht (op nr. 4).<br />

Kerkgracht 1: Het voormalig weeshuis<br />

(1852-1922) / raadhuis (1927-1987) is<br />

een fors sober neoclassicistisch gebouw<br />

met hoekrisalieten en een middenrisaliet<br />

met balkon, fronton en achtzijdige klokkentoren.<br />

Het werd in 1851 gebouwd naar<br />

een ontwerp van A.J. Sevenhuysen, dat<br />

uitgekozen was na een prijsvraag. Uit de tijd<br />

van de verbouwing tot raadhuis (1926) dateren<br />

o.a. de twee dienstwoningen aan de<br />

achterzijde, de klokkentoren (met een klok<br />

uit 1878; tijdens de oorlog geroofd en in<br />

1953 vervangen door een nieuwe) en middenrisaliet<br />

met balkon en de nieuwe ingang<br />

met brede stenen trap en de timpaan (het<br />

driehoekig bovenstuk).<br />

Kerkgracht 3: Een ontwerp van gemeentebouwmeester<br />

R. Kastelijn - anno 1906.<br />

Oorspronkelijk waren op de begane grond<br />

kamers voor het Burgerlijk Armbestuur<br />

en een stemlokaal ontworpen (het enige<br />

stemlokaal in ‘<strong>Helder</strong>’) en op de verdieping<br />

de kamers van de gemeentebouwmeester<br />

en van de opzichters. Het vrijstaande<br />

gebouw bestaat uit twee bouwlagen en<br />

wordt afgesloten door een uitspringende<br />

dakrand met hierboven een oplopend afgeplat<br />

schilddak waarin een dakkapel met aan<br />

weerszijden een driehoekige dakkoekoek.<br />

De iets uitspringende ingangspartij is bekroond<br />

met een opgemetselde topgevel. De<br />

ingang bevindt zich in een verdiept portiek,<br />

waarboven een halfronde gemetselde boog.<br />

Vroeger had het pand nog een tweede ingang<br />

aan de voorkant op de plaats van het<br />

raam met zijvenster.<br />

Een stukje ringmuur<br />

33


34<br />

Kerkgracht 4: Het Kantongerecht kwam in<br />

de jaren 1862-1863 tot stand op basis van<br />

een standaardplan van A.C. Pierson (het<br />

pand werd uitgebreid in 1910). Het gepleisterde<br />

tweelaagse gebouw met middenrisaliet<br />

en rondboogvensters is neoclassicistisch<br />

van vorm. De gevel wordt afgesloten door<br />

hoekpilasters. Aan de bovenzijde bevindt<br />

zich een rondom lopende kroonlijst; gedekt<br />

door een schilddak. Achter dit gerechtsgebouw<br />

bevond zich een in 1903 afgebroken<br />

‘kantonnale gevangenis’, zes cellen. Een<br />

gedeelte van de ringmuur rond de wandelplaats<br />

(voor ‘luchting’ van de gevangenen)<br />

is in de zijstraat nog aanwezig. Het gerechtsgebouw<br />

zelf had beneden de woonruimte<br />

voor de cipier; boven werden de<br />

zittingen van het kantongerecht gehouden.<br />

81. Nu OMKEREN - Kerkgracht<br />

uitrijden en R.D.: Helden der<br />

Zeeplein, richting het Carillon.<br />

82. Nu direct 1e R.A. - langs het<br />

appartementengebouw aan het<br />

Helden der Zeeplein.<br />

De onthulling<br />

Het uiteinde van het <strong>Helder</strong>sch Kanaal is <strong>bij</strong><br />

de aanleg van de PWA Singel gedempt en<br />

er werd een plantsoen aangelegd. In 1935<br />

verrees hier het Nationaal Monument voor<br />

het Nederlandse Reddingwezen (± 15 m.<br />

hoog) - ook wel het ‘Carillon’ genoemd;<br />

een ontwerp van P.L. Kramer, dat op 4<br />

juni 1935 door H.M. Koningin Wilhelmina<br />

werd onthuld. Het is een grote bakstenen<br />

pyloon, die oprijst uit de plecht van een red-<br />

dingboot met beeldhouwwerk van Th. Vos<br />

(de redder aan het stuurrad) en twee eretableaux<br />

van J.C. Schultz en G.J. van der Veen<br />

op een stevige fundering. De toren bevat<br />

een klokkenspel; zowel links als rechts van<br />

de toren is een redder aan het stuurrad te<br />

zien. De eerste steen werd in 1934 door Piet<br />

Bandsma gelegd, de zoon van de penningmeester<br />

van het herdenkingscomité. Tijdens<br />

de Tweede Wereldoorlog zijn de klokken<br />

per schip over het IJsselmeer vervoerd; het<br />

schip zonk echter en de schipper had ‘geen<br />

flauw idee’ waar de klokken zich bevonden<br />

op de bodem van het IJsselmeer. Zodoende<br />

bleven de klokken uit handen van de bezetter<br />

en konden ze na de oorlog weer teruggeplaatst<br />

worden in het behouden gebleven<br />

monument. Verdere informatie over het<br />

monument vindt u op het informatiebordje<br />

in het gras naast het trottoir.<br />

83. 1e L.A.: Theodorus Rijkersstraat.<br />

84. Bij het tweede hofje aan uw<br />

rechterhand: R.A., straatje volgen<br />

langs het borstbeeld van Dorus<br />

Rijkers.<br />

Dorus Rijkers op de fiets


Onthulling borstbeeld<br />

Borstbeeld Dorus Rijkers: Een bronzen<br />

borstbeeld op een stenen sokkel, met een<br />

gedenkplaat. ‘Dorus Rijkers; heldhaftig redder<br />

van schipbreukelingen’ luidt de tekst op<br />

de plaquette onder het door het Dorus Rijkersfonds<br />

geschonken beeld. Dit fonds was<br />

in 1928 opgericht; het bracht geld <strong>bij</strong>een<br />

om oud-redders en hun nabestaanden een<br />

kleine wekelijkse uitkering te kunnen geven.<br />

Het borstbeeld van schipper Theodorus<br />

Rijkers (1847-1928) - één van de bekendste<br />

redders van schipbreukelingen (de ‘Koning<br />

der Blauwe Zeeridders‘) - werd op 15 juli<br />

1939 onthuld; echter op een andere plek,<br />

namelijk vlak<strong>bij</strong> het Carillon. Tijdens de<br />

oorlog heeft een gemeenteambtenaar het<br />

beeld laten onderduiken om omsmelting<br />

door de bezetter te voorkomen. In 1950<br />

werd het borstbeeld op deze nieuwe plek<br />

geplaatst.<br />

Aan de huizen zijn tien tegelplateaus aangebracht,<br />

waarop taferelen van visserij en<br />

zeevaart te zien zijn. In de jaren zeventig<br />

van de vorige eeuw moest een van de drie<br />

hofjes aan de Theodorus Rijkersstraat worden<br />

afgebroken om ruimte te maken voor<br />

de verhoging van de zeedijk. Twee hofjes<br />

zijn er gelukkig nog.<br />

85. Einde straatje van dit hofje: R.A.;<br />

Theodorus Rijkersstraat<br />

vervolgen.<br />

86. Nog vóór de bocht de eerstvolgende<br />

straat L.A.: Adrianus<br />

IJsbrand Kuiperstraat. Deze straat<br />

gaat over in de Jacob van<br />

Heemskerckstraat.<br />

Jacob van Heemskerckstraat 1: Bij het pleintje<br />

het voormalige Kledingmagazijn van de<br />

landmacht (gebouwd in 1910- 1911 naar<br />

een ontwerp van G.W.C. Westenberg); na<br />

de Tweede Wereldoorlog bood het onderdak<br />

aan Openbare Werken, het Streekbureau<br />

Wederopbouw, de Marechaussee<br />

kazerne (van 1954 tot 1977) en vervolgens<br />

aan het Centrum voor kunsteducatie Triade.<br />

Momenteel heeft o.a. Stichting De Wering<br />

(Organisatie voor Welzijn en Maatschappelijke<br />

Dienstverlening) zijn intrek in het<br />

pand genomen. Samen met de voormalige<br />

artilleriekazerne en het carillon is dit het<br />

enige, dat nog over is van de oorspronkelijke<br />

bebouwing van Oud <strong>Den</strong> <strong>Helder</strong>. Deze<br />

wijk is in de oorlog op last van de bezetter<br />

afgebroken.<br />

Het pand, dat uit twee bouwlagen bestaat,<br />

wordt afgesloten door een overstekend afgeplat<br />

schilddak. Het overstekende dakvlak<br />

wordt rondom ondersteund door houten<br />

consoles. Het pand heeft een uitgemetselde<br />

plint, afgedekt door een natuurstenen lijst.<br />

De gevels zijn op de hoeken verzwaard<br />

door lisenen. Onder de dakrand bevindt<br />

zich een getrapt uitgemetselde fries.<br />

De west- en de zuidgevel vertonen beide<br />

een risalerende travee met een topgevel.<br />

Het overstekende zadeldak van de topgevels<br />

wordt verbonden door een houten<br />

sierspantje. Boven de vensters bevinden zich<br />

natuurstenen hoekblokken en sluitstenen.<br />

35


36<br />

De artilleriekazerne<br />

Verderop, naast Van Heemskerckstraat<br />

nummer 81, kunt u over het trottoir naar<br />

het parkeerterrein / binnenterrein van een<br />

wooncomplex. Dit wooncomplex bevindt<br />

zich <strong>bij</strong>na aan het eind van de Jacob van<br />

Heemskerckstraat (vroeger de Langestraat):<br />

Het is de voormalige Artilleriekazerne, bestaande<br />

uit een hoofdgebouw (links; sinds<br />

1990 met 14 appartementen, nr. 35 - 61)<br />

en de zogenoemde ‘paardenstal‘ (rechts;<br />

een wooncomplex met 10 woningen; 81<br />

- 89 en 79 - 71). Deze complexen werden<br />

in 1848-1849 gebouwd op de plek van het<br />

oude Garnizoensziekenhuis. In latere jaren<br />

werd er nog veel aan- en <strong>bij</strong>gebouwd, zoals<br />

een wachtgebouw, een hulpkazerne, een<br />

kantine, een privaatgebouw en een woning<br />

voor de adjudant. Deze gebouwen zijn in de<br />

oorlog wel afgebroken, maar het hoofdgebouw<br />

en de ’paardenstal’ zijn blijven staan<br />

en na renovatie geschikt gemaakt voor<br />

bewoning. Met name het langwerpige magazijn<br />

(de ’paardenstal’) met de zo karakteristieke<br />

19e eeuwse natuursteenblokken<br />

in de baksteen muren en de fraaie houten<br />

’uitgewerkte’ spanten onder de goten is een<br />

heel mooi wooncomplex geworden.<br />

87. Van Heemskerckstraat uitrijden;<br />

rechts aanhouden en de brug<br />

over; Huisduinerweg volgen<br />

(fietspad op).<br />

IndISCHe BuuRt - nOORd<br />

Zonnewijzer: In het plantsoen tussen<br />

beide rijstroken van de Timorlaan staat een<br />

zonnewijzer. Gelakt metaal en een natuurstenen<br />

gedenkplaat, op een gemetselde<br />

bakstenen sokkel. Op de gedenkplaat<br />

staat: ‘Ter herinnering aan het huwelijk<br />

van H.K.H. Prinses Juliana en Z.D.H. Prins<br />

Bernhard op 7 januari 1937 door de Oranjeverenigingen<br />

te <strong>Den</strong> <strong>Helder</strong> het gemeentebestuur<br />

aangeboden’.<br />

KeuZe:<br />

Op dit punt van de route gekomen kunt<br />

u de beschrijving van de Kortere Route<br />

volgen, zodat u via enkele locaties naar het<br />

eindpunt (Triade) van deze route geleid<br />

wordt. Ook kunt u kiezen voor de Langere<br />

Route, welke u via locaties in o.a. Huisduinen<br />

naar het eindpunt (Triade) van deze<br />

route brengt.<br />

KORteRe ROute:<br />

88. 2e L.A.: Timorlaan (langs het<br />

Timorpark).<br />

Timorlaan<br />

Timorlaan 39 - 41/ hoek Javastraat: Boven<br />

de deur van nr. 39 is het V-teken uit de<br />

Tweede Wereldoorlog te zien. Op 14<br />

januari 1941 startte vanuit Engeland de zgn.<br />

V-actie (‘V for Victory‘); enige maanden<br />

later (op 17 juli 1941) werd de actie door de<br />

Duitse minister van Propaganda overgenomen.


89. L.A.: Javastraat (= tegenover<br />

entree Timorpark).<br />

IndISCHe BuuRt - ZuId<br />

90. 2e R.A.: Dit is <strong>bij</strong> de oversteekplaats<br />

het trottoir over en tussen<br />

de twee woonblokken door naar<br />

de Balistraat. Hier aan de achterzijde<br />

van deze woonblokken even<br />

blijven staan kijken.<br />

Balistraat<br />

Balistraat 1 – 47 en 2 – 56. Gerenoveerde<br />

panden in een prachtige straat. Zestien<br />

gelijksoortige woningen bevonden zich<br />

vroeger aan de Javastraat, op de plaats<br />

van de twee woonblokken. Deze woningen<br />

zijn oorspronkelijk gebouwd door de<br />

Marine-Woningbouw-Vereeniging ‘Algemeen<br />

Belang’, die in 1923 is opgegaan in<br />

Woningstichting <strong>Den</strong> <strong>Helder</strong>.<br />

91. OMKEREN – terug naar de<br />

Javastraat en deze vervolgen.<br />

Javastraat 56 – 60 – 62/64 – 66: Het bekijken<br />

zeker waard. Deze woningen zijn fraai<br />

bewaard gebleven.<br />

Javastraat 56: De voordeur in een verdiept<br />

portiek; gedekt met een zadeldak.<br />

Javastraat 60: Een prachtig, vrijstaand pand;<br />

gedekt door twee haaks op elkaar staande<br />

zadeldaken.<br />

Javastraat 62/64: Twee-onder-een-kap.<br />

Beide woningen hebben beneden een erker.<br />

Een mooi voorbeeld van een gebroken kap,<br />

de zgn. wolfskap.<br />

Javastraat 66: Deze vrijstaande woning<br />

heeft zowel aan de voorkant als aan zijkant<br />

fraaie raampartijen; gedekt met een<br />

zadeldak.<br />

92. Eerstvolgende straat R.A.:<br />

Sumatrastraat.<br />

Sumatrastraat 16: Het Apostolisch Genootschap.<br />

De plaats van samenkomst dateert<br />

van 1937. Karakteristiek voor het gebouw<br />

zijn het groene koperen torentje en het<br />

<strong>bij</strong>zondere metselwerk in ketting of Noors<br />

verband met diepe voegen. In de loop van<br />

de tijd hebben er enkele verbouwingen<br />

plaatsgevonden. Bij de laatste ingrijpende<br />

verbouwing in het jaar 2000 bleven slechts<br />

de muren en het dak overeind staan. Bij<br />

deze renovatie is het gebouw uitgebreid<br />

met een ontvangsthal.<br />

93. Sumatrastraat vervolgen en 1e<br />

R.A. (= <strong>bij</strong> kruising).<br />

94. Weer 1e R.A.: Ceramstraat.<br />

Apostolische Kerk en Ceramstraat<br />

Ceramstraat: De woningen, die hier na de<br />

bouw van de kerk (hoek Sumatrastraat /<br />

Ceramstraat) zijn gebouwd, zijn aan de<br />

bouwstijl van de kerk aangepast. Verder ziet<br />

u de opvallende ‘pilaren’ van blauwe tegeltjes<br />

tussen de voordeuren van de woningen.<br />

37


38<br />

Gecombineerde fiets-/wandelroute<br />

Open Monumentendag


40<br />

95. 2e L.A.: Timorlaan.<br />

96. Nu <strong>bij</strong> de verkeerslichten (= <strong>bij</strong><br />

kruising met Middenweg) R.D.<br />

geLeeRdenBuuRt<br />

97. Na de twee-onder-een-kap<br />

woningen aan uw rechterhand<br />

(Sportlaan 2 - 4) direct R.A. -<br />

het trottoir over en het straatje<br />

volgen richting Triade, het<br />

eindpunt van deze route.<br />

LangeRe ROute:<br />

88. RD Huisduinerweg – richting<br />

Huisduinen.<br />

LInIeBuuRt<br />

89. In Huisduinen: RD –<br />

Badhuisstraat.<br />

HuISduInen<br />

Badhuisstraat: Oostenrijkse woningen.<br />

Direct na de Tweede Wereldoorlog was de<br />

woningnood hoog. Om zo snel mogelijk in<br />

dit tekort te voorzien, zorgde de rijksoverheid<br />

voor de import van noodwoningen<br />

(‘semi-permanente’ huizen; montagebouw)<br />

uit o.a. Scandinavië en Oostenrijk. Het<br />

gemeentebestuur besloot Oostenrijkse<br />

woningen aan te schaffen; zo werden in<br />

Huisduinen 38 huizen en in <strong>Den</strong> <strong>Helder</strong> 10<br />

stuks - aan de Borneolaan te vinden - in<br />

elkaar gezet. (Zie elders in dit boekje voor<br />

informatie over de Oostenrijkse woningen -<br />

‘Bruine kippenhokken’).<br />

90. 2e R.A.: Rembrandtstraat (dus<br />

niet de 1e - naar de garageboxen,<br />

maar de 2e).<br />

91. 1e L.A. (nog vóór het ‘pleintje‘):<br />

het trottoir op; tegel-/klinkerpad<br />

H.W. Mesdagstraat.<br />

Walvisvaarderhuisjes<br />

Dit gedeelte van de huidige H.W. Mesdagstraat<br />

werd oorspronkelijk Mangelweg<br />

genoemd.<br />

Walvisvaarderhuisjes: Net voor<strong>bij</strong> de knik<br />

in dit pad ziet u aan uw linkerhand twee<br />

en aan uw rechterhand één zogenoemd<br />

walvisvaarderhuisje.<br />

H.W. Mesdagstraat 13 (nu echter: Badhuisstraat<br />

25): bouwjaar vermoedelijk 1850;<br />

daarnaast H.W. Mesdagstraat 15; H.W.<br />

Mesdagstraat 11: bouwjaar vermoedelijk<br />

ook 1850.<br />

Nergens in ons land woonden zoveel commandeurs<br />

ter walvisvaart als op het voormalige<br />

eiland Huisduinen. Dit stukje straat<br />

geeft nog goed de sfeer van het voormalige<br />

vissersdorp weer. Anton Pieck heeft in 1974<br />

een prachtige tekening van deze huisjes<br />

gemaakt.<br />

92. Einde klinkerpad: L.A.:<br />

H.W. Mesdagstraat.<br />

93. Bij T-splitsing: R.A.:<br />

Badhuisstraat – richting dijk.


Kerkje en dorpsschool in 1915<br />

Badhuisstraat 23-25: Het in 1863 in gebruik<br />

genomen schoolgebouw was de vervanger<br />

van zijn kleinere voorganger. In 1909 en in<br />

1917 werd het gebouw (links) uitgebreid<br />

in dezelfde stijl. In de jaren vijftig van de<br />

vorige eeuw kreeg de schoolwoning (rechts)<br />

een nieuwe voorgevel (Waarschijnlijk is<br />

alleen een gedeelte van de zijmuur nog van<br />

1863).<br />

Het eigenlijke schoolgedeelte - geplaatst op<br />

een gecementeerde plint - bestaat uit een<br />

weinig naar voren springende ingangspartij<br />

met portiek, bekroond door een topgevel.<br />

Hierin een tekstband van natuursteen met<br />

‘<strong>Gemeente</strong>school’. Links de iets naar voren<br />

springende aanbouw (een derde lokaal) uit<br />

1917. Het pand is gedekt door een rondomlopend<br />

flauwhellend schilddak.<br />

De schoorstenen en pirons zijn verdwenen.<br />

Het topgevel-raam en het hoge smalle<br />

zijraam zijn dichtgezet. Het gebouw fungeert<br />

heden ten dage als dorpshuis van de<br />

vereniging Huisduiner Belang.<br />

Opvallend is de sierbestrating vóór de<br />

school - uit 1993 (voor informatie: zie<br />

plaquette aan de muur van de voormalige<br />

school).<br />

Iets verderop, op nr. 19, staat een fraai wit<br />

pand met balkon (‘De Kust’- Bed & Breakfast).<br />

Dit was oorspronkelijk een directeurswoning;<br />

vanaf 1913 het meisjesweeshuis.<br />

Badhuisstraat 26: Huisduiner kerkje.<br />

In de kleine consistoriekamer van het<br />

Huisduiner kerkje hangt een ingelijste tekst<br />

uit de Tweede Wereldoorlog: ‘Bestemd voor<br />

Huisduinen: 1 klok. De inspecteur kunstbescherming.<br />

De Nederlandsche Regeering<br />

heeft een zeer beperkt aantal klokken als<br />

historische gedenkstukken van de grootste<br />

betekenis van vordering vrijgesteld en richt<br />

tot de bevelhebbers der militaire macht<br />

van andere mogendheden het dringende<br />

verzoek deze met een M gemerkte klokken<br />

te sparen.’ De bezetter respecteerde dat<br />

verzoek. Waar overal in het land de klokken<br />

uit de kerken werden verwijderd om omgesmolten<br />

te worden voor de oorlogsindustrie,<br />

bleef de luidklok van het Huisduiner kerkje<br />

hangen. En terecht. De klok is in 1537<br />

gegoten door Gobel Zael en belandde vanaf<br />

dat jaar in alle elkaar opvolgende kerken in<br />

het dorp.<br />

In Huisduinen woonden vooral vissers en<br />

walvisvaarders. Eeuwenlang voerden de<br />

bewoners strijd tegen de oprukkende zee.<br />

De oorsprong van Huisduinen ligt dan ook<br />

ergens buitengaats, waar nu <strong>bij</strong> storm de<br />

golven op de zandbanken van de Haaksgronden<br />

beuken. Die verbondenheid met<br />

het water blijkt onder meer uit het rondschrift<br />

van de klok:<br />

‘Nicolaes heet ick / <strong>Den</strong> Levendighen roep<br />

ick / <strong>Den</strong> dooden overluy ick / Goebel Sael<br />

goet my int jaer M CCCCC XXX VII’.<br />

Met Nicolaas wordt de beschermheilige van<br />

de zeevarenden bedoeld en met Goebel<br />

Sael de klokkengieter Gobel Zael. De klok<br />

‘overluy’ nu alleen nog <strong>bij</strong> uitvaarten en<br />

tijdens huwelijksplechtigheden. Voor het<br />

overige hield hij zich de laatste jaren koest.<br />

Gaandeweg is het dorpsplein rond de kerk<br />

bebouwd met huizen en de bewoners vonden<br />

dat zondagse gebeier niet altijd even<br />

vreugdevol. In de kerk hangt het scheepsmodel<br />

van een walvisvaarder. Dat werd in<br />

1787 gemaakt. De kroonluchters in de kerk<br />

zijn overigens nog ouder.<br />

41


42<br />

Zij dateren van 1650. De huidige Huisduiner<br />

kerk verrees in 1896, feitelijk op de fundamenten<br />

van de vorige. Dat was een houten<br />

kerk, waarvan het dak en delen van het<br />

interieur werden hergebruikt <strong>bij</strong> de nieuwbouw.<br />

De hervormde kerkvoogdij deed het<br />

kerkje in 1993 in de verkoop. Voorwaarde<br />

was wel dat het gebouwtje als kerk of als<br />

sociaal-cultureel centrum in gebruik bleef.<br />

De Woningstichting kocht het aan, knapte<br />

het op en sindsdien wordt het kerkje beheerd<br />

door de Stichting Beheer Huisduiner<br />

kerk. Er vinden regelmatig concerten en<br />

exposities plaats.<br />

94. 1e L.A.: Kijkduinlaan.<br />

95. Bij splitsing: Links aanhouden:<br />

Tillenhof.<br />

96. 1e L.A.: Tillenhof.<br />

Tillenhof<br />

Tillenhof 3 - 5 - 7: Dit doodlopende straatje<br />

is vernoemd naar dominee Salomon van<br />

Till (1643-1713), die gedurende ruim tien<br />

jaar predikant te Huisduinen was. Zijn<br />

woning werd ‘De Tillenhof’ genoemd. Grote<br />

bekendheid kreeg deze predikant tijdens<br />

de Zeeslag <strong>bij</strong> Kijkduin (1673), waar<strong>bij</strong> een<br />

vloot van Engelsen en Fransen vóór de<br />

kust van Huisduinen in strijd kwam met<br />

de Hollandse vloot onder leiding van De<br />

Ruyter. De predikant droeg - staande op<br />

een duintop - het benauwde vaderland aan<br />

de God van hemel en aarde op. Zijn bede<br />

werd verhoord; De Ruyter behaalde de<br />

overwinning (zie plaquette aan muur van<br />

het Huisduiner kerkje).<br />

Het huidige Tillenhof is ongeveer een eeuw<br />

geleden gebouwd als directiegebouw<br />

tijdens de verbouwingen aan fort Kijkduin<br />

(1913). Het is in feite één langwerpig houten<br />

gebouw, gedekt door een schilddak.<br />

97. Aan het einde van het straatje<br />

door het hek en R.D.<br />

98. Over het O.S.& O.-terrein – langs<br />

de loods – richting poortgebouw.<br />

Gebouwen O.S.& O.-terrein ( ‘Ontwikkeling,<br />

Sport & Ontspanning’): De grote<br />

loods (artilleriewerkplaats) bestaat uit één<br />

bouwlaag onder een zadeldak met flauwe<br />

dekhelling. Het dak is gedekt met zwarte<br />

Hollandse pannen. De loods is 12 traveeën<br />

diep. De constructie bestaat uit 11 spanten<br />

van gewapend beton en 2 kopgevels. Op<br />

de hoeken van het pand zijn bakstenen<br />

steunberen aangebracht, bekroond door<br />

sierbetonnen afdekstenen. In de topgevel is<br />

een embleem van de Duitse marine (stuurwiel,<br />

anker, kanonslopen; ‘Artillerie Mechaniker‘)<br />

aangebracht. Het werd gebouwd<br />

in 1942 door of op last van de bezetter. In<br />

1991 nam de <strong>Helder</strong>se kunstenaar Rudi van<br />

de Wint het gebouw in gebruik als constructiewerkplaats.<br />

Dit O.S.& O -terrein werd waarschijnlijk<br />

vroeger het Galgenveld genoemd. (Andere<br />

bronnen geven voor het Galgenveld aan:<br />

‘eenige roeden bezuyden Kijkduin’ - roede=<br />

oude lengtemaat. Naar alle waarschijnlijkheid<br />

werd echter met deze plek de zich ten<br />

zuiden van Kijkduin bevindende ’Gerichtplaats’<br />

bedoeld en bevond het Galgenveld<br />

zich inderdaad op het stuk grond, wat nu<br />

als O.S.& O.-terrein bekend staat) .


Poortgebouw<br />

in 1982<br />

Poortgebouw: Dit gebouw uit ± 1942<br />

bestaat uit een poort met twee doorgangen<br />

en twee wachthuisjes aan weerszijden. (Als<br />

u door de poort gaat, ziet u aan uw linkerhand<br />

het Anton Pieckhof).<br />

99. Na het poortgebouw direct R.A.:<br />

Duinweg.<br />

Administratiekantoor<br />

Administratiekantoor (neoclassicistisch;<br />

bouwjaar ± 1941): Direct aan uw rechterhand<br />

komt u langs een complex, dat bekend<br />

staat als het ‘Casino’; in de volksmond<br />

zo genoemd, omdat de Duitsers er gedurende<br />

de oorlog feesten organiseerden. Het<br />

gebouw bevatte echter kantoren, tekenkamers<br />

en een kantine van de bezetter. Uit<br />

veiligheidsoverwegingen <strong>bij</strong> een eventueel<br />

bombardement werd vanuit het gebouw<br />

een onderaardse luchtgang gemaakt. De<br />

gang welke ongeveer 20 meter voor het<br />

gebouw uitmondt is nog steeds aanwezig.<br />

Onder een gedeelte van het gebouw zijn<br />

kelders aangebracht. De drie zalen zijn gelegen<br />

aan drie verschillende zijden van het<br />

gebouw en zijn bereikbaar via de bordessen,<br />

waarop zuilengalerijen zijn geplaatst<br />

(neoclassicistisch). Op 10 juni 2009<br />

heeft een brand het - toen nog gedeeltelijk<br />

in originele staat verkerende - interieur<br />

en het dak verwoest. De grote Loods, het<br />

Poortgebouw en het ‘Casino’ maken deel<br />

uit van een voormalig Duits militair complex<br />

(anno 1942) als onderdeel van de Atlantikwall.<br />

De drie objecten zijn sedert 1998<br />

rijksmonument. Het ‘Casino’; één van de<br />

<strong>bij</strong>na verdwenen ‘<strong>verborgen</strong> <strong>schoonheden</strong>’.<br />

Driehuizen<br />

Duinweg 10-12-14: Vroeger ‘Villa Driehuizen‘.<br />

Oorspronkelijk geschakelde vakantiehuisjes<br />

(anno 1928), die gemeubileerd<br />

verhuurd werden; later zgn. weduwenwoningen.<br />

Andere oorspronkelijke vakantiehuisjes<br />

in het dorp zijn verdwenen; de<br />

vroegere naam is weer in ere hersteld.<br />

Oostenrijkse woning: Aan uw linkerhand<br />

ziet u - het tweede huis van de hoek: Badhuisstraat<br />

68b - een Oostenrijkse woning in<br />

de meest originele staat. Geen uitbreidingen<br />

van recentere datum; de schuur staat ook<br />

nog los van het huis.<br />

100. Bij de splitsing: Rechts<br />

aanhouden. Duinweg<br />

vervolgen.<br />

Bijna aan het einde van de Duinweg even<br />

rechtsaf een doodlopend straatje in; naar<br />

Duinweg 34. Dit hotel is gevestigd in het<br />

voormalige ‘oude mannenhuis Avondrust’<br />

(anno 1936), maar dit pand is oorspronkelijk<br />

gebouwd als meisjes- en kinderhuis<br />

van de Weesinrichting ‘Huisduinen’ (1929).<br />

Ontwerp van architect S. Krijnen.<br />

43


44<br />

101. Bij de kruising: R.D. -<br />

Duinweg gaat over in de<br />

Tuintjesweg.<br />

102. Eindje Tuintjesweg: R.A.:<br />

fietspad Huisduinerweg.<br />

LInIeBuuRt<br />

103. 1e R.A.: Kerkhoflaan.<br />

Algemene Begraafplaats Huisduinen: oud<br />

en waarlijk een monument.<br />

De Algemene Begraafplaats bestaat ruim<br />

vierhonderd jaar en is een van de oudste<br />

begraafplaatsen van ons land. Vermoedelijk<br />

is de begraafplaats aangelegd aan het<br />

eind van de 16e eeuw, toen het Huisduiner<br />

kerkje werd buitengedijkt. De oudste kaart,<br />

waarop de begraafplaats is te zien, dateert<br />

uit 1606; nl. de kaart van Oogduinen (met<br />

daarop het woord ‘Kerckhoff’) van de Huisduiner<br />

schoolmeester en landmeter Pieter<br />

Pietersen. De oudste grafzerk is van 1672.<br />

Het historische deel van de begraafplaats<br />

is van grote cultuurhistorische waarde vanwege<br />

de ouderdom en omdat er een aantal<br />

belangrijke personen uit de historie van <strong>Den</strong><br />

<strong>Helder</strong> begraven ligt.<br />

In 1594 werd het oude eiland Huisduinen<br />

voor het laatst overspoeld door de zee.<br />

Toen de kerk en het kerkhof dat jaar wederom<br />

in zee verdwenen, besloot men een<br />

nieuwe begraafplaats aan te leggen op het<br />

hoogste punt van het duingebied, midden<br />

op het toenmalige eiland Huisduinen; zonder<br />

kerkgebouw. Op de begraafplaats heeft<br />

dus nooit een kerk gestaan. Dat was in de<br />

17e en 18e eeuw tamelijk uitzonderlijk. Veel<br />

algemener was een kerkhof (N.B. De naam<br />

van de toegangsstraat - Kerkhoflaan - is<br />

dus eigenlijk niet juist). Het historische deel<br />

van de begraafplaats bestaat uit de vier<br />

grafvelden G, R, A, en F. De aanleg is sober<br />

en rechtlijnig en nog steeds is de bolling te<br />

zien van de duinen waarop de oorspronkelijke<br />

begraafplaats is aangelegd. Tussen de<br />

velden is een <strong>bij</strong>na kruisvormig padenstelsel<br />

aanwezig.<br />

104. Straatje rechts van het<br />

plantsoen; <strong>bij</strong> de aula rechts<br />

aanhouden en vervolgens RD<br />

naar het drenkelingenhuisje.<br />

Ter nagedachtenis ….<br />

Dit huisje had oorspronkelijk een andere<br />

bestemming. In de Franse tijd groeide de<br />

Joodse gemeenschap van <strong>Den</strong> <strong>Helder</strong>.<br />

Daarom werd in 1824 besloten ten westen<br />

van de bestaande begraafplaats een Joodse<br />

begraafplaats aan te leggen. In 1936 werd<br />

het metaheerhuisje (Metaheirahuisje of<br />

metaarhuisje) gebouwd, bedoeld voor het<br />

ritueel reinigen van de overledene. Het metaheerhuisje<br />

vertoont de stijlkenmerken van<br />

de Amsterdamse School en Nieuwe Zakelijkheid.<br />

De tekststeen links van de deur geeft<br />

informatie over de eerste steenlegging. Aan<br />

de andere kant van het gebouwtje is een<br />

plaquette aangebracht: ‘Ter nagedachtenis<br />

aan de Joodse inwoners van <strong>Den</strong> <strong>Helder</strong>, die<br />

in de oorlog 1940 - 1945 zijn weggevoerd<br />

en vermoord, vanwege hun Joods zijn.


Moge hun zielen gebundeld zijn, in de<br />

bundel des levens’. De Vereniging Sufah<br />

nam het initiatief voor deze gedenksteen,<br />

welke op 13 april 2005 onthuld werd. Let<br />

ook op de mooie glas-in-lood raampjes aan<br />

de zijkant van het huisje.<br />

105. OMKEREN – en direct<br />

1e grindpad R.A.<br />

106. Bij kruispunt: L.A.<br />

Bij dit kruispunt van grindpaden:<br />

Vrijwel in het midden van het historische<br />

deel van de begraafplaats treft u een opvallend<br />

praalgraf aan, nl. van de oudste van<br />

de gebroeders Janzen, J.S. Janzen en zijn<br />

echtgenote, D. Janzen-Walraven. Dit praalgraf<br />

is als het ware een klein monumentje;<br />

een gedenkteken om de herinnering aan de<br />

overlevende levend te houden. Vandaar het<br />

woord grafmonument.<br />

Vlak achter dit praalgraf ziet u het opvallende<br />

grafmonument (een obelisk op piëdestal)<br />

van ‘Karel Johan Cornelis Stakman Bosse,<br />

geb. te Amsterdam 27 april 1809 - overl. te<br />

<strong>Helder</strong> 26 juni 1880‘. Mr. K.J.C. Stakman<br />

Bosse was gedurende 35 jaar burgemeester<br />

van <strong>Den</strong> <strong>Helder</strong> (van 22 juli 1853 tot aan<br />

zijn overlijden op 26 juni 1888) - langer dan<br />

welke burgervader dan ook - en is van grote<br />

betekenis geweest voor de ontwikkeling<br />

van de stad. Onder zijn leiding kreeg <strong>Den</strong><br />

<strong>Helder</strong> een waterleiding en een gasfabriek<br />

en werd de stad aangesloten op het spoorwegnet.<br />

Naar deze geliefde burgemeester<br />

werd later een straat vernoemd.<br />

107. T-splitsing grindpad: rechts aanhouden<br />

- het parkgedeelte in.<br />

Links aanhouden - richting aula.<br />

NB. Bijzondere zerk: Als u echter op deze<br />

splitsing 15 stappen naar links gaat, ziet u<br />

een interessant monument, nl. de grafzerk<br />

van Diewer Pieters, waarop bovenaan een<br />

orgel is afgebeeld. De in 1672 overleden<br />

Diewertje heeft waarschijnlijk geld nagelaten<br />

voor de aanschaf van een orgel in het<br />

Huisduiner kerkje. Voor een dorp als Huisduinen<br />

was het vrij uitzonderlijk, dat men<br />

reeds in de 17e eeuw over een kerkorgel<br />

beschikte. Het orgel is door de landing van<br />

het Engelse invasieleger in 1799 vernield.<br />

Plantsoen architect L.A. Springer:<br />

In de 20ste eeuw werd de begraafplaats<br />

aan de noordkant uitgebreid in romantische<br />

stijl door ontwerper L.A. Springer. De aanleg<br />

bestaat uit een strook van slingerende<br />

paden, begeleid door bomen, heesters<br />

en struiken. NB. Bij de volgende splitsing<br />

(in het plantsoen) kunt u ook even rechts<br />

aanhouden. U ziet dan de plaats, waar 53<br />

burgerslachtoffers van de bombardementen<br />

in de Tweede Wereldoorlog onder 37<br />

naamstenen begraven zijn en u ziet het op<br />

5 mei 2006 onthulde oorlogsmonument<br />

met de tekst: ‘Ter nagedachtenis aan de<br />

burgerslachtoffers van de bombardementen<br />

op <strong>Den</strong> <strong>Helder</strong> in de Tweede Wereldoorlog<br />

1940-1945 Mannen, vrouwen en kinderen<br />

die daar<strong>bij</strong> om het leven kwamen, liggen<br />

hier begraven’. Burgemeester Ritmeester<br />

beloofde tijdens de begrafenis van de 38<br />

slachtoffers, op 28 juni 1940, een gedenkteken<br />

op te richten. Het gemeentebestuur<br />

van <strong>Den</strong> <strong>Helder</strong> heeft deze belofte in 2006<br />

waargemaakt.<br />

108. Via het park van Springer – langs<br />

de aula (van circa 1920) – naar de<br />

Kerkhoflaan.<br />

De aula<br />

45


46<br />

De aula: In 1925 werd het dienstgebouw<br />

geplaatst met ruimte voor de opzichterwoning,<br />

de werkplaats en de aula.<br />

Inmiddels is het totale - in Amsterdamse<br />

stijl opgetrokken - gebouw in gebruik als<br />

aula.<br />

109. Halverwege de Kerkhoflaan:<br />

R.A. - Tuinderspad (dit pad<br />

gaat over in een voetpad).<br />

110. Voor<strong>bij</strong> de bocht: 1e L.A.;<br />

fietsers bruggetje over<br />

(boosterrijders kunnen<br />

eventueel R.D.).<br />

Boosterrijders:<br />

Bruggetje een opstakel?<br />

Alternatieve route naar eindpunt:<br />

111. Voetpad (klinkerpad)<br />

vervolgen.<br />

112. Einde voetpad: L.A. op<br />

trottoir.<br />

113. Bij het hoekhuis: hier <strong>bij</strong> de<br />

afgeschuinde rand het trottoir<br />

af; L.A. Jan Verfailleweg -<br />

richting rotonde.<br />

114. Bij rotonde: 2e afslag -<br />

richting centrum.<br />

nIeuWLandBuuRt<br />

115. Marsdiepstraat vervolgen naar<br />

het eindpunt van de route<br />

(Triade - Middenweg 2) in de<br />

Geleerdenbuurt.<br />

Fietsers:<br />

111. R.A.: Lichtbaaklaan.<br />

112. Bij splitsing: rechts aanhouden<br />

- Linieweg.<br />

113. 2e R.A. - langs hotel.<br />

114. Bij T-splitsing: rijbaan<br />

Marsdiepstraat oversteken<br />

en L.A.<br />

nIeuWLandBuuRt<br />

115. Marsdiepstraat vervolgen naar<br />

het eindpunt van de route<br />

(Triade - Middenweg 2) in de<br />

Geleerdenbuurt.


Architect Krijnen trekt internationale<br />

belangstelling met ‘zijn’ Tuindorp<br />

Bedenker van spuikanaal wordt bedreigd<br />

door werkvolk<br />

Een man die heel nadrukkelijk zijn sporen<br />

heeft nagelaten in <strong>Den</strong> <strong>Helder</strong> is Simon<br />

Krijnen (1859-1940). Als ‘stadsarchitect’<br />

ontwierp hij tal van gebouwen. Een aantal<br />

daarvan is verdwenen, maar er zijn er<br />

gelukkig ook die thans als monument<br />

worden gekoesterd.<br />

Simon Krijnen.<br />

De naam van Krijnen is vooral verbonden<br />

aan de Prins Willem Alexandersingel.<br />

De aanleg van dit spuikanaal moest een<br />

einde maken aan de stankoverlast van het<br />

doodlopende <strong>Helder</strong>sche kanaal, doordat<br />

er nu een open verbinding ontstond<br />

met de fortgrachten rond Erfprins. Een<br />

plaquette in de monumentale muur <strong>bij</strong><br />

het begin van de singel herinnert aan<br />

hem: ‘Over ’t Krijnen-plan is gedacht tot<br />

burgemeester Houwing mij bracht. Nu<br />

spui ik <strong>bij</strong> dag en nacht schoon water<br />

door <strong>Helder</strong>’s gracht, 1918-1921’.<br />

Krijnen was betrokken <strong>bij</strong> de oprichting<br />

van de Woningstichting in 1910; Tuindorp<br />

is zijn schepping. Behalve met sociale<br />

woningbouw hield hij zich ook bezig<br />

met de bouw van winkels en van allerlei<br />

<strong>bij</strong>zondere projecten in de stad. Hij was<br />

vooral in <strong>Den</strong> <strong>Helder</strong> actief. De benaming<br />

‘stadsarchitect’ is dus niet overdreven.<br />

Zijn vader Jelle was loodsschipper, afkomstig<br />

van Texel. Na de lagere school moest<br />

Simon ook naar zee, zo was de bedoeling,<br />

maar toen hij een schipbreuk overleefde,<br />

wilde hij daar niets meer van weten. In<br />

advertenties in ’t Vliegend Blaadje komen<br />

we hem tegen als timmerman, aannemer,<br />

handelaar in bouwmaterialen, makelaar,<br />

maker van tekeningen en bestekken en<br />

tenslotte als architect. Hij leerde het vak<br />

in de praktijk. En dat bleek een goede opleiding.<br />

Hij was nieuwsgierig, creatief en<br />

zat vol ideeën. Daardoor ontwikkelde hij<br />

zich tot een kundig, veelzijdig en productief<br />

ontwerper.<br />

Aanvankelijk werkt hij samen met de<br />

<strong>Helder</strong>se architecten A. Senderman en<br />

Th. Moorman. Hun eerste gezamenlijke<br />

project is de bouw van twee woonhuizen<br />

aan de Stationsstraat in 1895, de bouw<br />

van de rooms-katholieke Volksbond aan<br />

de Molengracht (1896) en de bouw van<br />

een café en winkelhuis aan de Zuidstraat<br />

(84-85) in 1897. Vanaf 1899 - hij is dan<br />

al 40 jaar - opereert hij als zelfstandig<br />

architect.<br />

47


48<br />

De opdrachten druppelen binnen: een<br />

woning en zomerverblijf in Huisduinen,<br />

de bewaarschool aan de Laan voor de<br />

vereniging ‘Fröbel’, de herbouw van het<br />

afgebrande ‘Grand Café Central’ aan de<br />

Kanaalweg voor Z. Panbakker, de bouw<br />

van een zaal achter café ’t Centrum aan de<br />

Molenstraat en van drie woningen aan de<br />

Vlamingstraat.<br />

Spectaculaire brand<br />

Zo roemt ’t Vliegend Blaadje in 1902 de<br />

bouw van het woon- en winkelhuis aan de<br />

Weststraat 87-90 voor J. van Willigen als<br />

‘een sieraad voor de gemeente’. Krijnen<br />

wordt in de jaren daarna ook betrokken <strong>bij</strong><br />

de uitbreiding en modernisering van het<br />

bedrijf. Hij voorziet de voorgevel van ruiten<br />

van zes meter lengte, tot dan toe de langste<br />

maat ooit in <strong>Den</strong> <strong>Helder</strong> geplaatst, en<br />

een draaideur, ook nieuw voor de marinestad.<br />

Maar kort na de heropening in 1932<br />

ontstaat er een brand, zo spectaculair dat<br />

oudere generaties er nu nog over praten.<br />

De rookwolken trekken zelfs op Texel de<br />

aandacht. Het vuur legt het kolossale pand<br />

volledig in de as. Voor de bouw van een<br />

houten noodwinkel op een terrein <strong>bij</strong> de<br />

Nieuwe Kerk doet Van Willigen weer een<br />

beroep op zijn ‘huisarchitect’.<br />

Over de bouw van een winkelhuis met<br />

twee bovenwoningen aan de Spoorgracht<br />

45 en 46 voor de firma Oudkerk & Van<br />

Praag schrijft ’t Vliegend Blaadje: ‘De<br />

eertijds niet in aanzien staande Spoorgracht<br />

heeft door het optrekken van dit<br />

groote winkelgebouw, weder enorm in<br />

de welstand gewonnen. Reeds van verre,<br />

van de Nieuwebrug afkomende, maakt dit<br />

magazijn met de sierlijke torenbouw een<br />

aangenamen indruk’. Dit gebouw uit 1911<br />

kennen we thans als het Wapen van <strong>Den</strong><br />

<strong>Helder</strong> en biedt, na een prachtige restauratie<br />

door de Woningstichting, waar<strong>bij</strong><br />

het markante ronde torentje in ere werd<br />

hersteld, huisvesting aan daklozen.<br />

Werktekening van Krijnen met het torentje<br />

van ‘Het Wapen van <strong>Den</strong> <strong>Helder</strong>’. De Woningstichting<br />

heeft <strong>bij</strong> de restauratie van<br />

het pand dit torentje in ere hersteld, nadat<br />

het in de oorlog was gesloopt.<br />

‘Het Wapen van <strong>Den</strong> <strong>Helder</strong>’ zonder torentje.<br />

Het pand is tot de oorlog in gebruik<br />

geweest van de fa. Oudkerk & Van Praag.<br />

Daarna maakte de firma Joustra er een<br />

voddenopslagplaats van. In 1945 vestigde<br />

J. van der Linden er een hotel, café en<br />

restaurant. Sinds enkele jaren dient het<br />

gebouw als opvang voor daklozen.<br />

<strong>Den</strong> <strong>Helder</strong> krijgt grootstedelijke allures<br />

wanneer Herschel in 1932 een modemaga-


zijn aan de Koningstraat opent met….<br />

een overdekte passage van 28 meter<br />

lengte naar de Stationsstraat. Winkelpassages<br />

zijn dan juist in opkomst. Herschel<br />

biedt deze passage aan de gemeente<br />

aan als openbare weg voor de burgerij.<br />

Burgemeester W.F.G.L. Driessen opent de<br />

doorgang en zegt: ‘Met deze passage is<br />

een illusie verwezenlijk van de architect, de<br />

heer Krijnen, die iets dergelijks al vaak had<br />

gepropageerd. De kortere verbinding die<br />

hierdoor wordt verkregen met het station,<br />

zal velen aangenaam zijn.’ De passage<br />

leidt slechts een kortstondig bestaan. In<br />

1940 koopt de eigenaar van ‘Formosa’ de<br />

winkel van Herschel. Hij maakt het gebouw<br />

geschikt voor horeca-activiteiten. Daar<strong>bij</strong><br />

moet de passage wijken voor de keuken en<br />

de garderobe. Restaurant Spijz zit nu in dit<br />

pand.<br />

In opdracht van P. Pluijlaar maakt Krijnen<br />

in 1925 het plan voor de bouw van het<br />

lunapark <strong>Den</strong>nenheuvel in Huisduinen, dat<br />

<strong>bij</strong> veel ouderen nostalgische herinneringen<br />

oproept door de <strong>bij</strong>behorende speeltuin<br />

met uitzichttoren (11 meter hoog), glijbaan<br />

(25 meter lang), schommels, wipplanken,<br />

slingerpaal, zandbak en vijver. De oudfotograaf<br />

Chef Kreuger neemt de uitspanning<br />

in 1926 over en zwaait er jarenlang de<br />

scepter.<br />

Het bestuur van de ‘Vereeniging Ambachtsschool<br />

voor <strong>Helder</strong> en Omstreken’<br />

schakelt hem in voor de bouw van een<br />

school aan de Laan (1907). Voor de vereniging<br />

‘Laat de kinderkens tot Mij komen’<br />

ontwerpt hij de Christelijke Mulo aan<br />

de Kanaalweg (1920). Beide gebouwen<br />

worden tijdens de Tweede Wereldoorlog in<br />

opdracht van de Duitsers tot de grond toe<br />

afgebroken.<br />

Het bestuur van de ‘Veilingsvereeniging<br />

te <strong>Helder</strong>’ vertrouwt hem het ontwerp<br />

toe voor een groenteveiling op het terrein<br />

achter het Kantongerecht (1925). En voor<br />

J. Burger, eigenaar van de Victoria Bar in de<br />

Spoorstraat, bouwt hij tussen het Bondsgebouw<br />

en hotel Bellevue een kegelhuis met<br />

concert-, biljart- en vergaderzaal (1928).<br />

‘Verwerpelijk’<br />

Zijn betrokkenheid <strong>bij</strong> de opvang van<br />

weeskinderen en voogdijkinderen – vanaf<br />

de oprichting in 1900 is hij bestuurslid van<br />

de ‘Vereeniging tot opvoeding van weezen,<br />

half weezen en onverzorgde kinderen’<br />

te Huisduinen – levert hem ook brood op<br />

de plank. Hij maakt eerst een bestaand<br />

pand geschikt voor de huisvesting van de<br />

kinderen. In 1906 ontwerpt hij een directeurswoning<br />

met zaal ten behoeve van de<br />

Weesinrichting ( thans bed & breakfast De<br />

Kust). En in 1928 presenteert hij de tekeningen<br />

voor een meisjes- en kindertehuis<br />

op het voormalige terrein van ‘De Tuintjes’.<br />

De adviescommissie van Noordhollandsche<br />

<strong>Gemeente</strong>n voor bouwontwerpen en<br />

uitbreidingsplannen veegt echter de vloer<br />

aan met dit ontwerp. Zij spreekt zelfs over<br />

een‘verwerpelijk’ plan. Te traditioneel en<br />

het gebouw wekt de indruk dat wezen<br />

hier worden ingesloten en niet tot vrije,<br />

zelfstandige mensen kunnen opgroeien. In<br />

een brief aan burgemeester en wethouders<br />

schrijft de commissie: ‘Een geheel gesloten<br />

in zichzelf gekeerd gebouw, geen open<br />

verbinding met tuin of speelplaats, geen<br />

openslaande ramen of deuren, maar slechts<br />

schuiframen met uiterst kleine ruitjes. Wij<br />

menen dat dit geen architectonisch aannemelijke<br />

vormgeving van een modern<br />

weeshuis is.’<br />

49


50<br />

Omdat het een openbaar gebouw betreft<br />

neemt de commissie de vrijheid zich ook<br />

een oordeel aan te matigen over de inrichting:<br />

‘Volstrekt onvoldoende verlichting en<br />

ventilatie der slaapzaken en de uiterst primitieve,<br />

onverlichte waschhokjes.Een zoo<br />

benauwde, onhygiënische inrichting moet<br />

ontoelaatbaar geacht worden. Wij wijzen<br />

verder op de voor 22 kinderen te smalle en<br />

steile trap en de smalle gang daarnaast, op<br />

het tekort aan toiletten, op het ontbreken<br />

van een galerij of ruim balkon; dat boven<br />

den ingang is geheel ondoelmatig.’<br />

De commissie pleit voor een modern<br />

gebouw, maar burgemeester en wethouders<br />

leggen het negatieve advies naast zich<br />

neer. Na de oorlog wordt het pand geschikt<br />

gemaakt voor huisvesting van ouderen<br />

(‘Avondrust’). Nu is het in gebruik als<br />

hotel onder de naam ‘The Baron Crown’.<br />

In Huisduinen is Simon Krijnen ook actief<br />

voor de N.V. ‘Zeebad Huisduinen’. Hij<br />

ontwerpt een hotelpension (1928) en een<br />

badpaviljoen (1934). En voor dr. H.W.<br />

van Urk, de apotheker van het hospitaal,<br />

ontwerpt hij een buitenhuis. De aanleg van<br />

de Afsluitdijk leidt ertoe dat het strand verdwijnt<br />

en de glorie van Huisduinen als badplaats<br />

verbleekt. De oorlog en de ophoging<br />

van de zeedijk vormen de genadeslag voor<br />

de creaties van Krijnen.<br />

Drie boerderijen in de polder Het Koegras<br />

danken hun ontstaan aan de <strong>Helder</strong>se<br />

stadsarchitect. Aan de Doggersvaart bouwt<br />

Krijnen in 1916 een fabrieksgebouw en<br />

machinistwoning voor de N.V. <strong>Helder</strong>sche<br />

Visch- en Krabbenmeelfabriek. Ook de<br />

winkel van kapper Stuurman aan de Langevliet<br />

in Julianadorp is van zijn hand.<br />

‘Juweeltje’<br />

Voor de bouw van rusthuis ‘Parkzicht’<br />

worden drie ontwerpers uitgenodigd een<br />

plan in te dienen. Krijnen is een van hen.<br />

Zijn plan wordt gekozen, samen met<br />

dat van architect D. Saal uit Alkmaar, de<br />

ontwerper van de Vakschool voor meisjes<br />

aan de Vijfsprong, nu het kantoor van de<br />

Woningstichting <strong>Den</strong> <strong>Helder</strong>. De samenwerking<br />

tussen Krijnen en Saal leidt tot een<br />

‘juweeltje van moderne bouwkunst’, zoals<br />

de <strong>Helder</strong>sche Courant op 18 juni 1936<br />

schrijft. Na de oorlog neemt de gemeente<br />

het rusthuis in gebruik als ziekenhuis. In<br />

1982 moet ‘Parkzicht’ wijken voor het<br />

Gemini-ziekenhuis.<br />

Er ontglipt Krijnen ook wel eens een aantrekkelijke<br />

opdracht. Zo wordt in 1916 zijn<br />

ontwerp voor het Algemeen Tehuis voor<br />

Militairen aan de Spoorstraat afgewezen.<br />

Het bestuur kiest uit de inzendingen van<br />

zes architecten voor het plan met de meest<br />

praktische inrichting en dat is van A. Mulder<br />

uit <strong>Den</strong> Haag.<br />

Tot de <strong>bij</strong>zondere bouwwerken die aan<br />

Krijnen worden toegeschreven, behoort de<br />

Postbrug (1932). Maar er bestaat onduidelijkheid<br />

over de werkelijke ontwerper. Er<br />

zijn ook bronnen die zeggen dat het plan<br />

uit de koker komt van de Amsterdamse<br />

architect P.A. Kramer gezien de overeenkomsten<br />

met een ander ontwerp van zijn<br />

hand, het Nationaal Reddingsmonument<br />

(1935).<br />

Vanaf de oprichting in 1910 tot 1939 is<br />

Krijnen het gezicht van de Woningstichting.<br />

Honderden arbeiderswoningen in de<br />

Van Galenbuurt, Tuindorp, Vogelwijk en de<br />

Visbuurt ontstaan op zijn tekentafel.


De eerste ‘sociale woningbouw’ van zijn<br />

hand vinden we aan de Polderweg. In<br />

1912 levert hij een plan voor 38 woningen.<br />

Bouwkosten per woning: 2000 gulden.<br />

Hoewel de woningen klein zijn, om te<br />

voorkomen dat de huurprijs te hoog wordt,<br />

slaagt Krijnen erin zó te bouwen dat de arbeiders<br />

zich in hun huis als in een kasteeltje<br />

wanen. In zijn ontwerpen past hij variatie<br />

en afwisseling toe om te voorkomen dat de<br />

rijtjeswoningen een massale indruk maken.<br />

Met speelse accentjes en versieringen geeft<br />

hij de voorgevels iets karakteristieks mee.<br />

In 1915 wordt de eerste steen gelegd voor<br />

de bouw van 132 woningen op een terrein<br />

aan de Brakkeveldweg. Voorzitter C.<br />

Adriaanse zegt <strong>bij</strong> die gelegenheid: ‘Het<br />

plan voor dit tuindorp is afkomstig van de<br />

heer Krijnen, die slechts opdracht kreeg een<br />

aantal woningen te bouwen en met dit plan<br />

voor de dag kwam.’ Alsof het een spontane<br />

opwelling van Krijnen was. Maar hij volgt<br />

de ontwikkelingen op zijn vakgebied nauwgezet.<br />

Tuinsteden, ontstaan in Engeland,<br />

doen internationaal opgang. Ze kenmerken<br />

zich door lage eengezinswoningen met een<br />

voor- en achtertuin en omringd door groen.<br />

De trots van architect Krijnen: Tuindorp.<br />

Het valt overigens niet mee om Tuindorp<br />

in <strong>Den</strong> <strong>Helder</strong> groen te krijgen. De jeugd<br />

vernielt de pasgeplante boompjes. De Woningstichting<br />

besluit in 1919 een commissie<br />

van Tuindorp-bewoners aan te stellen<br />

voor de bewaking van het groen. Een der<br />

bewoners wordt aangesteld tot onbezoldigd<br />

rijksveldwachter om verbaliserend te<br />

kunnen optreden. Was het toen het groen,<br />

nu is het (zwerf-)vuil een van de grootste<br />

kopzorgen.<br />

Op voorstel van de leden besluit de<br />

Woningstichting in 1919 eens een andere<br />

architect in de arm te nemen. De woningen<br />

van Krijnen zijn te mooi en lijken onvoldoende<br />

op ‘arbeiderswoningen’, zo luidt<br />

het oordeel. De keuze valt op architect<br />

Verschoor uit <strong>Den</strong> Haag, die het ontwerp<br />

levert voor 62 woningen aan de Brakkeveldweg,<br />

het plan Potteman. Een volgend<br />

project op een terrein tussen de Polderweg<br />

en de Van Galenstraat doen Verschoor en<br />

Krijnen samen. Toch bevalt dit ‘uitstapje’ de<br />

Woningstichting minder goed, zodat alle<br />

opdrachten voortaan weer naar haar eigen<br />

technisch adviseur gaan.<br />

Bij het twaalfeneenhalfjarig bestaan van<br />

de Woningstichting in 1923 zegt vicevoorzitter<br />

dr. C.H. Ketner: ‘De heer Krijnen<br />

heeft als architect het zijne ertoe <strong>bij</strong>gedragen,<br />

dat de Vereeniging ook ver buiten<br />

onze gemeente een goede naam heeft. In<br />

het <strong>bij</strong>zonder is dit ten opzichte van het<br />

Tuindorp het geval.’ Krijnen oogst met zijn<br />

Tuindorp internationale waardering. Op<br />

een tentoonstelling in Engeland wil zelfs<br />

de Britse koningin Mary meer over zijn<br />

ontwerp weten.<br />

Het spreekwoord ‘Hoge bomen vangen<br />

veel wind’ gaat ook op voor Krijnen. In<br />

zijn loopbaan krijgt hij heel wat kritiek te<br />

verduren. Men verwijt hem onder meer te<br />

weinig opdrachten te gunnen aan <strong>Helder</strong>se<br />

aannemers, te weinig arbeiders uit <strong>Den</strong><br />

<strong>Helder</strong> <strong>bij</strong> zijn projecten te betrekken,<br />

51


52<br />

en te weinig inspanning te leveren voor de<br />

kosten die hij in rekening brengt. Bovendien<br />

zou hij het plan voor het spuikanaal<br />

als oplossing voor de stankoverlast van het<br />

<strong>Helder</strong>sche kanaal hebben gepikt. Krijnen<br />

lijkt onverstoorbaar, maar hij moet soms<br />

de blaren op zijn tong praten om zich te<br />

verweren.<br />

Doordat hij in 1898 raadslid wordt, is het<br />

risico van belangenverstrengeling niet<br />

denkbeeldig. In 1916 besluit de gemeenteraad<br />

het plan van Krijnen voor de aanleg<br />

van een spuikanaal te realiseren. Het plan<br />

is het resultaat van een prijsvraag voor<br />

waterbouwkundigen, waarop 80 inzendingen<br />

binnenkomen. Krijnen wil zijn plan zelf<br />

uitvoeren. Dat levert problemen op met de<br />

raad, die deze werkzaamheden niet verenigbaar<br />

achten met zijn lidmaatschap.<br />

Het wordt een gevecht tot aan de hoogste<br />

instanties. Met als resultaat, dat … Krijnen<br />

zijn raadszetel niet hoeft op te geven. Hij<br />

blijft aan tot 1919, dan wordt de ergernis<br />

over de ‘rooien’ (S.D.A.P.) in de gemeenteraad<br />

hem te veel. Een van de privileges<br />

die hij daarvoor moet opgeven zijn de ritjes<br />

met paard en rijtuig naar het stadhuis.<br />

Raadsleden worden in die tijd met veel<br />

egards behandeld. De gemeente haalt hen<br />

op voor de raadsvergaderingen en brengt<br />

hen na afloop terug naar huis.<br />

Bij de aanleg van het spuikanaal ontstaat<br />

er een harde confrontatie tussen Krijnen<br />

en het werkvolk. Het karwei moet worden<br />

uitgevoerd door werklozen, maar in zijn<br />

ogen zijn ze ongeschikt voor dit werk en<br />

daardoor te duur. Krijnen besluit daarom<br />

machines in te zetten. De arbeiders zien dat<br />

als een bedreiging van hun broodwinning<br />

en ze lopen massaal te hoop voor zijn woning,<br />

een villa aan de Javastraat. ‘Ze wilden<br />

mijn vader vermoorden’, vertelde dochter<br />

Souwtje later. ‘Mijn moeder huilen.<br />

Maar mijn vader was helemaal niet bang.<br />

Hij ging naar buiten om met ze praten en<br />

daarna dropen ze af.’<br />

In 1938 krijgt Krijnen wèl een vlekje op<br />

zijn blazoen. Er komen gebreken aan het<br />

licht <strong>bij</strong> 12 woningen die de gemeente in<br />

de Smidstraat in Ouwe <strong>Helder</strong> heeft laten<br />

bouwen. Binnen een jaar na oplevering<br />

ontstaan er scheuren in de muren doordat<br />

de fundering verzakt. Uit onderzoek door<br />

de gemeente blijkt dat de verzakkingen te<br />

wijten zijn aan het onvoldoende draagvermogen<br />

van de bouwgrond, de aanwezigheid<br />

van een sloot die met minder goed<br />

materiaal is gedempt en de drassigheid van<br />

het aangrenzende terrein.<br />

Krijnen, architect, uitvoerder en toezichthouder<br />

<strong>bij</strong> dit project, had de bouwlocatie<br />

vooraf beter moeten onderzoeken, vinden<br />

burgemeester en wethouders. Het college<br />

stelt hem aansprakelijk voor deze fout.<br />

Omdat een gerechtelijke procedure duurder<br />

is, besluiten B. en W. een schikking te<br />

treffen. Na langdurige onderhandelingen -<br />

‘waar<strong>bij</strong> de houding van den heer Krijnen<br />

allesbehalve bereidwillig en behoorlijk is<br />

geweest’ - komen ze met Krijnen overeen<br />

dat hij 750 gulden betaalt als gedeeltelijke<br />

schadevergoeding in de kosten van herstel<br />

(2400 gulden).<br />

Op 16 januari 1940 overlijdt Krijnen, 80<br />

jaar oud. Voorzitter P. van Dalen van de<br />

Woningstichting wijst er <strong>bij</strong> de uitvaart op<br />

dat ruim 900 woningen naar zijn ontwerp<br />

en onder zijn toezicht zijn gebouwd.<br />

‘De heer Krijnen heeft zich met hart en ziel<br />

gegeven om goede woningen tegen lage<br />

huurprijs te verkrijgen.


Daar<strong>bij</strong> moet worden opgemerkt dat alle<br />

technische adviezen en vele ontwerptekeningen<br />

pro Deo werden gegeven.<br />

‘De heer Krijnen bezat de gave om voor<br />

weinig geld toch iets goeds te bouwen’,<br />

zo vervolgt Van Dalen. ‘Wij waren er<br />

getuigen van toen er een keer sprake van<br />

was om voor een bepaald plan eens een<br />

andere architect te nemen, de Inspecteur<br />

van Volksgezondheid, speciaal belast met<br />

de woningbouw, dit ernstig ontraadde.<br />

Hij achtte alleen de heer Krijnen de meest<br />

geschikte om met de middelen die ter<br />

beschikking waren, een goede woning te<br />

doen bouwen.’<br />

Dochter Souwtje heeft ooit <strong>bij</strong> de gemeente<br />

pogingen ondernomen om Tuindorp te<br />

vernoemen naar haar vader. Dit wijkje met<br />

arbeiderswoningen was zijn grote trots.<br />

Hij begreep niet dat er inwoners van <strong>Den</strong><br />

<strong>Helder</strong> waren die weigerden hier te wonen,<br />

omdat Tuindorp op een vroegere vuilnisbelt<br />

was gebouwd.<br />

Personalia<br />

Simon Krijnen wordt geboren op 2 november<br />

1859 in <strong>Den</strong> <strong>Helder</strong>. Hij is de zoon<br />

van loodsschipper Jelle Krijnen (Texel) en<br />

Antonia Christina Bijl (<strong>Den</strong> <strong>Helder</strong>). Simon<br />

trouwt op 13 november 1884 met Grietje<br />

Pijper (Enkhuizen). Zij krijgen elf kinderen<br />

van wie er vijf kort na de geboorte overlijden.<br />

Zoon Jelle (1885) wordt architect<br />

en trouwt met Maria Pranger uit Anna<br />

Paulowna. Hij brengt het Tuindorpontwerp<br />

van zijn vader naar Rusland. Dochter Wilhelmina<br />

Paulina (1888) trouwt in 1925 in<br />

Los Angeles met Jacob Kellenbach uit Rotterdam.<br />

Dochter Antonia Christina (1890)<br />

trouwt in 1915 met officiermachinist Jan<br />

Anthonie Rietdijk. Dochter Souwtje (1899)<br />

trouwt in 1926 met marineofficier Johannes<br />

Bernardus Berck. Zoon Simon (1903) wordt<br />

banketbakker en heeft enige jaren een<br />

winkel in de Koningstraat. Hij trouwt met<br />

Maartje de Vries uit Amsterdam. In 1903<br />

nemen Krijnen en zijn vrouw een pleegkindje<br />

in huis: Ludwig Jamöck uit Wenen.<br />

De vrouw van Krijnen, Grietje Pijper,<br />

overlijdt op 24 december 1924. Zij is dan<br />

60 jaar oud. Doodsoorzaak is, volgens een<br />

dochter, verdriet, doordat haar man een<br />

verhouding kreeg met een veel jongere<br />

vrouw, Ida M. Boer, 33 jaar, directeur van<br />

de Fröbelschool aan de Laan. Vijf maanden<br />

na de dood van zijn eerste vrouw trouwt<br />

Simon Krijnen met haar.<br />

Monumenten van Krijnen<br />

• Loodsgracht 10-11, gebouwd in 1910.<br />

• Spoorstraat 45, gebouwd in 1910 voor<br />

H. Nypels.<br />

• Koningstraat 89 (De Buuren van Pieck),<br />

gebouwd in 1912 voor C. de Boer.<br />

• Postbrug (waarschijnlijk), gebouwd in<br />

1932.<br />

Beeldbepalende panden van Krijnen:<br />

• Anemonenstraat 1 t/m 23.<br />

• Anjelierstraat 2 t/m 14 (even) en 5 t/m<br />

39 (oneven).<br />

• Brakkeveldweg 17 t/m 49.<br />

• Florastraat 18 t/m 32 (even).<br />

• Van Galenstraat 99-101.<br />

(Bronnen: ’t Vliegend Blaadje, <strong>Helder</strong>sche<br />

Courant, Interview van Marinus Vermooten<br />

met een dochter van Krijnen voor de<br />

Lokale Omroep Stichting <strong>Den</strong> <strong>Helder</strong>, Jack.<br />

Sweep, Wim Kalkman en Cees Paarlberg,<br />

<strong>Gemeente</strong>archief <strong>Den</strong> <strong>Helder</strong>, <strong>Gemeente</strong>lijke<br />

lijst van monumenten en beeldbepalende<br />

panden.)<br />

53


54<br />

Kil onthaal voor woningplannen van<br />

baron Van Asbeck in 1910<br />

Charmant complex aan Fabrieksgracht nu<br />

gemeentelijk monument<br />

Kwam hij met koningin Wilhelmina of prins<br />

Hendrik naar <strong>Den</strong> <strong>Helder</strong>, dan werd hij met<br />

open armen ontvangen. Kwam hij met<br />

het bestuur van ‘Licht en Lucht’, dan was<br />

de ontvangst kil. Weinigen zullen Herman<br />

Erwin baron van Asbeck (1870-1922) kennen.<br />

Toch wordt zijn naam in <strong>Den</strong> <strong>Helder</strong> in<br />

leven gehouden.<br />

H.E. baron van Asbeck, oprichter van<br />

woningvereniging ‘Licht en Lucht’<br />

(familiearchief).<br />

Het is mede aan hem te danken dat<br />

honderd jaar geleden op de hoek Fabrieksgracht/<br />

Van Hogendorpstraat zo’n<br />

charmant blokje wit bepleisterde woningen<br />

werd gebouwd. Dat zijn nu gemeentelijke<br />

monumenten. Boven de deur van<br />

Fabrieksgracht 59 is een gedenksteen<br />

gemetseld, waarin staat gebeiteld:<br />

‘Ter herinnering aan H.E. baron van Asbeck,<br />

luitenant t/z der 1e klasse, stichter der<br />

woningvereeniging Licht en Lucht in 1911.’<br />

De draad tussen H.E. baron van Asbeck<br />

en <strong>Den</strong> <strong>Helder</strong> was maar heel dun. Alleen<br />

tijdens zijn opleiding aan het Koninklijk<br />

Instituut voor de Marine (1886-1890)<br />

woonde hij hier. Voor de rest verbleef hij<br />

op zee, in Nederlands-Indië, of was hij<br />

elders in het land. Hij kwam wel regelmatig<br />

naar <strong>Den</strong> <strong>Helder</strong>. Met hoog gezelschap:<br />

koningin Wilhelmina en/of prins Hendrik.<br />

Tussen 1907 en 1912 was hij hun adjudant.<br />

En <strong>bij</strong> bezoeken werd zijn naam steevast<br />

genoemd in de krant. Zijn broer, Willem<br />

Dirk Henrik, had in die jaren meer met <strong>Den</strong><br />

<strong>Helder</strong> van doen. Hij was commandant van<br />

het K.I.M.<br />

Hart voor <strong>Den</strong> <strong>Helder</strong><br />

Ondanks zijn beperkte betrokkenheid <strong>bij</strong><br />

<strong>Den</strong> <strong>Helder</strong> moet Herman Erwin wél hart<br />

voor de stad hebben gehad. En voor de<br />

mensen die hier woonden. Al had hij reeds<br />

eerder blijk gegeven van zijn sociale betrokkenheid.<br />

Zo was hij na de ramp met de<br />

veerboot ‘Berlin’ voor Hoek van Holland in<br />

1906, waar<strong>bij</strong> 128 slachtoffers vielen, nauw<br />

betrokken <strong>bij</strong> de totstandkoming van de<br />

‘Nationale Bond voor reddingwezen en eerste<br />

hulp <strong>bij</strong> ongelukken Het Oranje Kruis’.<br />

Baron van Asbeck richtte in <strong>Den</strong> Haag<br />

een vereniging op met het doel de volkshuisvesting<br />

in <strong>Den</strong> <strong>Helder</strong> te verbeteren.<br />

‘Licht en Lucht’, zoals de vereniging werd<br />

genoemd, wilde woningen bouwen die


vooral bestemd waren voor het lagere personeel<br />

van de marine. Een <strong>bij</strong>zonder avontuur<br />

voor iemand die zich in het dagelijkse<br />

leven met heel andere zaken bezig hield:<br />

hij diende op verscheidene marineschepen,<br />

deed historisch onderzoek, bestudeerde<br />

het torpedowezen, schreef boeken (over<br />

Michiel de Ruyter, de Japans-Russische<br />

zee-oorlogen en onze kustverdediging),<br />

was secretaris van een staatscommissie<br />

voor het reddingswezen en begeleidde het<br />

koninklijk paar <strong>bij</strong> tal van bezoeken.<br />

De Woningwet die in 1901 was ingevoerd,<br />

bood de mogelijkheid om als woningcorporatie<br />

voorschotten te krijgen voor de<br />

bouw van volkswoningen. ‘Licht en Lucht’<br />

diende in 1910 een verzoek in <strong>bij</strong> de<br />

gemeente <strong>Den</strong> <strong>Helder</strong> om 47.000 gulden<br />

beschikbaar te stellen voor de bouw van<br />

27 woningen. Deze waren gepland op<br />

een stukje grond aan wat toen nog de<br />

Molenvaart heette maar nu bekend staat<br />

als Fabrieksgracht. Een doodlopend water<br />

dat naar de vroegere houtzaagmolen van<br />

de gebr. Janzen leidde, vreselijk stonk en ’s<br />

winters nooit bevroor.<br />

Negatief advies<br />

Wie denkt dat de gemeente blij zou zijn<br />

met dit soort initiatieven, heeft het mis.<br />

Burgemeester en wethouders stelden het<br />

verzoek in handen van de Gezondheidscommissie<br />

voor advies. Op een eerder<br />

verzoek van de Vereeniging voor Volkshuisvesting<br />

‘<strong>Helder</strong>’ om een voorschot van<br />

78.000 gulden voor 38 woningen adviseerde<br />

die commissie negatief. Een huurprijs<br />

van f. 1,85 tot f. 2,50 per week was<br />

in haar ogen te hoog voor de toekomstige<br />

bewoners. Toch besloot de gemeenteraad<br />

het voorschot te verlenen.<br />

Ook nu kwam de Gezondheidscommissie<br />

om dezelfde reden met een negatief ad-<br />

vies. Ze droeg nu echter nog meer tegenargumenten<br />

aan. De oppervlakte van de<br />

woningen was slechts 30 vierkante meter<br />

- het minimum dat volgens artikel 20 van<br />

de Bouwverordening in deze gemeente<br />

werd toegelaten – en dat rechtvaardigde<br />

geen huur van f. 2,30 per week. Voorts<br />

stond de bouwplek in een kwade reuk<br />

door de slechte hygiënische toestanden in<br />

die omgeving.<br />

Het college stelde de gemeenteraad voor<br />

het gevraagde voorschot toch te verlenen.<br />

Maar een aantal raadsleden deelde de<br />

bezwaren van de commissie. ‘Naar mijn<br />

mening is de woningnood niet zo groot<br />

om mee te werken aan het in het leven<br />

roepen van nog meer van dergelijke verenigingen’,<br />

zegt E.J. Bok. ‘Wanneer we op<br />

de ingeslagen weg voortgaan, is er weldra<br />

geen einde meer aan.’<br />

Volgens P.P. Hartendorf helpt de soort<br />

woningen die ‘Licht en lucht’ wil bouwen,<br />

niet om de mensen voor wie de Woningwet<br />

in het leven is geroep, uit het slop te<br />

halen. Een huur van f. 2,30 is voor hen<br />

niet te op te brengen. ‘Zeker niet wanneer<br />

men bedenkt dat de mensen vaak<br />

naar Indië moeten, waardoor gezinnen in<br />

die tijd niet het volle inkomen van de man<br />

genieten.’<br />

Hartendorf heeft nog een ander bezwaar.<br />

‘Deze woningen zullen worden betrokken<br />

uitsluitend door marinemensen. Ik denk<br />

dat dit op den duur niet bevalt. Het zal<br />

voor de mensen zelf beter zijn, indien ze<br />

meer gedistribueerd zijn over de gehele<br />

bevolking. Zo’n complex woningen, bewoond<br />

door één categorie van mensen,<br />

lijkt me niet wenselijk.’<br />

55


56<br />

Gedenksteen boven de deur van de woning Fabrieksgracht 59.<br />

Precedentwerking<br />

Het lijkt als spijkers op laag water zoeken,<br />

maar ook P. de Geus vindt een argument<br />

om het verzoek af te wijzen. Hij vreest<br />

voor precedentwerking. ‘Die woningen zijn<br />

bedoeld voor een bepaalde categorie van<br />

personen. In de toekomst zouden verschillende<br />

groepen van mensen om een voorschot<br />

kunnen komen. Wanneer dit eenmaal<br />

is toegestaan, zou er geen enkele reden zijn<br />

om het anderen te weigeren.’<br />

De socialist A.G.A. Verstegen bevestigt dat<br />

de woningen bestemd zijn voor mindere<br />

schepelingen van de Marine. ‘Maar ze gaan<br />

de draagkracht van de mensen niet te boven.<br />

Op het ogenblik verwonen ze dezelfde<br />

prijzen en genieten daar veel minder van.<br />

Ik ken mensen die zich tevreden moeten<br />

stellen met een woninkje van 90 cent, maar<br />

heel graag 2,30 gulden zouden willen<br />

betalen voor een solide woning. Bovendien<br />

komt er door het werk van deze vereniging<br />

ruimte vrij voor anderen die hun woonsituatie<br />

willen verbeteren.’<br />

Hij wijst erop dat de vereniging wettelijk<br />

is toegelaten. ‘Ze is in de lijn van de wet<br />

werkzaam. Wat heeft haar bewogen, om<br />

woningen te stichten, uitsluitend voor mindere<br />

schepelingen? Wanneer de mensen<br />

na drie jaar uit Indië terugkeren, moeten ze<br />

drie of vier maanden wachten voordat ze<br />

hun gezin naar hier kunnen laten overkomen.<br />

Dan zijn ze vaak genoodzaakt aan De<br />

Kooi of in Koegras een woning te zoeken.<br />

Uitsluitend, om die mensen tegemoet te<br />

komen, is deze vereniging opgericht.’<br />

W.J. van Neck spreekt tegen dat de woningen<br />

uitsluitend bestemd zijn voor mensen<br />

<strong>bij</strong> de Marine. Zij hebben alleen voorkeur.


Woningnood<br />

Volgens burgemeester A.J.J. van Steijn is er<br />

wel degelijk sprake van woningnood in <strong>Den</strong><br />

<strong>Helder</strong>. Mochten er geen verenigingen zijn<br />

die woningen willen bouwen, dan moet de<br />

gemeente dat zelf doen. En dat kost meer<br />

geld, waarschuwt hij. ‘Als men opmerkt dat<br />

de woningen niet mooi gelegen zijn, niet<br />

op een mooie plaats, dan ben ik juist het<br />

tegenovergestelde van mening. Ze wonen<br />

daar vlak <strong>bij</strong> hun werk. Is men bevreesd<br />

dat de prijs te hoog is, dan moet men<br />

bedenken dat er hoogstwaarschijnlijk een<br />

opschuiving zal plaats vinden. Mocht die<br />

achterwege blijven, dan kan de gemeente<br />

nog altijd een <strong>bij</strong>drage geven in de huur.’<br />

Het bevreemdt raadslid W. Biersteker dat<br />

het bestuur van ‘Licht en Lucht’ in <strong>Den</strong><br />

Haag zetelt en dat zelfs de architect, H.J.<br />

Dammerman Jzn., in <strong>Den</strong> Haag woont.<br />

Toch vindt hij het verlenen van een voorschot<br />

een goede zaak. Wanneer het na<br />

een uitvoerige discussie op een stemming<br />

aankomt, zeggen vijf van de 21 raadsleden<br />

‘tegen’. Dat zijn: L.A. Hartsinck , K.F.<br />

Oortgijsen, Th. Terra, E.J. Bok en W.C. van<br />

Breda.<br />

Aan de verstrekking van het geld zijn wel<br />

bepaalde voorwaarden verbonden. Zo<br />

behoudt de gemeente zich het recht voor<br />

‘om te allen tijde alle bezittingen van de<br />

vereniging met de daarop rustende lasten<br />

en verplichtingen en alle schulden’ over te<br />

nemen. Tien jaar nadat W. Lastdrager in<br />

<strong>Den</strong> <strong>Helder</strong> de 27 woningen voor ‘Licht en<br />

Lucht’ voor een bedrag van 42.000 gulden<br />

heeft gebouwd, wordt deze bepaling<br />

actueel.<br />

De honderd jaar oude woningen van<br />

’Licht en Lucht’ zijn nu monumenten.<br />

Dwarsliggen<br />

De gemeente wil meer invloed uitoefenen<br />

op het bouw- en huurbeleid en probeert<br />

daarom de vier woningbouwverenigingen<br />

in <strong>Den</strong> <strong>Helder</strong> in één stichting te laten opgaan.<br />

Bovendien maakt dat de exploitatie<br />

voordeliger, vindt zij. Maar dan gaat ‘Licht<br />

en Lucht’ dwarsliggen. Zij is niet bereid om<br />

de woningvereniging te ontbinden en haar<br />

eigendommen over te dragen aan de nieuwe<br />

woningstichting, ondanks een financiële<br />

compensatie. Overleg met het bestuur leidt<br />

tot niets. Na twee jaar besluit de gemeenteraad,<br />

op advies van de minister van<br />

Arbeid, Handel en Nijverheid, tot naasting<br />

over te gaan. Vanaf dat moment krijgen de<br />

huurders van ‘Licht en Lucht’ te maken met<br />

de Woningstichting <strong>Den</strong> <strong>Helder</strong>.<br />

Die gedwongen overname is H.E. baron<br />

van Asbeck bespaard gebleven. Hij<br />

overleed in 1922 in… <strong>Den</strong> Haag. In zijn<br />

nalatenschap bevindt zich een glasdia met<br />

een zelfportret die volgens een speciale<br />

methode is gemaakt. Eigenlijk had koningin<br />

Wilhelmina op dat portret moeten staan, in<br />

plaats van baron van Asbeck. De uitvinder<br />

van het speciale procedé had zich <strong>bij</strong><br />

het Hof gemeld met het verzoek of hij ter<br />

promotie van zijn kleurenfototechniek de<br />

koningin mocht portretteren. Hare Koninklijke<br />

Hoogheid weigerde en liet haar<br />

adjudant voor dit klusje op draaien.<br />

57


58<br />

Personalia<br />

Herman Erwin baron van Asbeck is geboren<br />

op 24 oktober 1870 in Weesp. Hij is<br />

het negende kind van de tien die Gerrit<br />

Ferdinand baron van Asbeck, arrondissements-betaalmeester,<br />

en jonkvrouwe<br />

Caroline van Hogendorp kregen. De man<br />

naar wie de Van Hogendorpstraat is<br />

genoemd, Gijsbert Karel (1762-1834), was<br />

zijn opa. Na het vertrek van de Fransen in<br />

1813 vormde die samen met Frans Adam<br />

van der Duyn van Maasdam en Leopold<br />

van Limburg Stirum het Voorlopig Bewind<br />

en zij lieten de Prins van Oranje terugkomen<br />

naar Nederland.<br />

Herman Erwin volgde het voorbeeld van<br />

twee van zijn oudere broers Willem Dirk<br />

Henrik (1858) en Gijsbert Karel (1865), die<br />

marineofficier waren geworden. In 1886<br />

werd hij toegelaten tot het Koninklijk Instituut<br />

voor de Marine (K.I.M.). De carrière<br />

van Willem <strong>bij</strong> de marine eindigde in 1911<br />

als commandant van het K.I.M. Daarna<br />

werd hij gouverneur van Suriname. Gijsbert<br />

overleed op 30-jarige leeftijd in <strong>Den</strong><br />

<strong>Helder</strong>. Een andere broer, Frederik Willem<br />

Alexander, maakte carrière <strong>bij</strong> de artillerie.<br />

De oudste broer, ir. Dirk werd gezant in Tokio<br />

en Warschau. Broer Gerard Carel werd<br />

president van de Algemene Rekenkamer.<br />

Herman Erwin begon zijn loopbaan in<br />

Oost-Indië. Hij moest meevechten in de<br />

Atjeh-oorlog. Als beloning voor zijn gedrag<br />

<strong>bij</strong> krijgsverrichtingen op de oostkust van<br />

Sumatra en <strong>bij</strong> de Tamiangrivier werd hij<br />

onderscheiden met de gesp Atjeh 1873-<br />

1896 en Tamiang 1893. Er zouden nog<br />

veel andere onderscheidingen volgen.<br />

Van 1907 tot 1912 was Herman Erwin<br />

adjudant van koningin Wilhelmina en prins<br />

Hendrik. Daarna vertrok hij opnieuw naar<br />

Oost-Indië, waar hij tot 1916 het bevel<br />

voerde over een mijnenlegger. Wegens<br />

lichamelijke gebreken – hij werd blind<br />

- kreeg hij in 1917 eervol ontslag. Vijf jaar<br />

later, op 10 januari 1922, overleed hij, 51<br />

jaar oud. Van zijn zes kinderen trad Carel<br />

Erwin (1913) ook <strong>bij</strong> de marine in dienst.<br />

(Bronnen: ’t Vliegend Blaadje,<br />

De <strong>Helder</strong>sche Courant, Woningstichting<br />

<strong>Den</strong> <strong>Helder</strong>, H.E.E. baron van Asbeck.)


Het verhaal achter drie glas-in-loodpaneeltjes<br />

in het Maranathakerkje<br />

Nieuw leven voor een boer,<br />

metselaar en visser.<br />

Kerken hebben veel van hun schatten te<br />

danken aan gulle gevers. Schilderijen,<br />

beelden, <strong>bij</strong>bels, kandelaars, liturgische<br />

gewaden en attributen die tijdens de<br />

eredienst worden gebruikt, zijn veelal<br />

afkomstig van schenkingen. Vaak zijn ze<br />

gemaakt door kunstenaars. Het Maranathakerkje<br />

in de Visbuurt, dat al een aantal<br />

jaren in gebruik is als kinderdagverblijf,<br />

heeft ooit enkele glas-in-lood-ramen<br />

cadeau gekregen. Het is vooral het verhaal<br />

achter deze schenking dat met recht<br />

gesproken kan worden over ‘<strong>verborgen</strong><br />

<strong>schoonheden</strong>’.<br />

Wie naar de ramen van het kerkje kijkt, zal<br />

ontdekken dat in drie ervan een glas-inloodpaneeltje<br />

zit. De orthodox-hervormde<br />

broodbakker Cornelis Breet (1836-1916),<br />

die het kerkje in 1879 liet bouwen voor<br />

zijn evangelisatiewerkzaamheden, hield<br />

niet van opsmuk. Zijn latere opvolger<br />

Hendrik Kraak (1895-1970) vond dat het<br />

interieur wel enige sfeerverbetering kon<br />

gebruiken. Sinds de dood van Breet was<br />

het gebouw immers een aantal jaren in<br />

gebruik geweest als kolenpakhuis. Om de<br />

sporen daarvan weg te wissen, ging Kraak<br />

te rade <strong>bij</strong> de <strong>Helder</strong>se glashandelaar Kröder,<br />

een gelovig man en trouw volgeling.<br />

‘Heb jij niet wat voor mijn kerkje?’, vroeg<br />

hij hem.<br />

Kröder hoefde niet lang na te denken. Hij<br />

had in zijn atelier nog enkele glas-in-loodpaneeltjes<br />

staan, restanten van de grote<br />

tentoonstelling uit 1925 over de Stad <strong>Den</strong><br />

<strong>Helder</strong>. Allerlei ondernemers en bedrijven<br />

presenteerden zich toen in de Atjehloods<br />

om het 100-jarig bestaan van het<br />

Noord-Hollands kanaal te vieren. Kröder<br />

liet <strong>bij</strong> deze gelegenheid enkele proeven<br />

van bekwaamheid zien. Hij had in glas en<br />

lood drie beroepsgroepen uitgebeeld als<br />

kenmerk van de bedrijvigheid in deze stad.<br />

Mocht ‘broeder’ Kraak voor deze kleurrijke<br />

paneeltjes belangstelling hebben, dan<br />

wilde hij ze graag beschikbaar stellen.<br />

< Een van de glas-in-loodpaneeltjes:<br />

de metselaar.<br />

59


60<br />

Geen godsdienstige taferelen<br />

Kraak, behalve evangelist ook commies<br />

<strong>bij</strong> de Belastingdienst, toonde zich zeer<br />

ingenomen met dit aanbod. Het waren<br />

weliswaar geen godsdienstige taferelen,<br />

maar <strong>bij</strong> beelden van een boer die ploegt,<br />

een metselaar, en een visser was zonder<br />

moeite een <strong>bij</strong>belse uitleg denkbaar.<br />

Kröder verwerkte de paneeltjes in drie<br />

grotere gebrandschilderde ramen en<br />

plaatste ze in het Maranathakerkje.<br />

Een afbeelding van een visser:<br />

de haringtrekker.<br />

Na de dood van Kraak in 1970 raakte het<br />

gebouw in verval. Zijn weduwe verkocht<br />

het pand in 1977 aan de gemeente. Die<br />

wilde het aanvankelijk slopen, omdat het<br />

in een zeer slechte staat van onderhoud<br />

verkeerde. De Stichting Visbuurtbelangen<br />

redde het echter van de ondergang.<br />

Zij sprokkelde 425.000 gulden <strong>bij</strong>een om<br />

het te kunnen restaureren. Daar was geen<br />

cent <strong>bij</strong> van de gemeente.<br />

Bij de herstelwerkzaamheden werden de<br />

ramen eruit gehaald. Die verkeerden in<br />

erbarmelijk staat. Alles werd naar de<br />

firma Kröder gebracht. De zoon van de<br />

oude Kröder, de maker van de ruitjes,<br />

bewerkstelligde dat de oorspronkelijke<br />

paneeltjes in het glasatelier van de firma<br />

in Beverwijk werden gerestaureerd.<br />

De kosten daarvan nam hij, in verband<br />

met de <strong>bij</strong>zondere voorgeschiedenis, voor<br />

eigen rekening.<br />

De firma Kröder werkt tegenwoordig<br />

onder de naam Veromco met als directeur<br />

Bouke Westerdijk, de schoonzoon van<br />

Kröder.<br />

In 1985 werden de paneeltjes, die er weer<br />

uitzagen als pareltjes, teruggeplaatst in<br />

de ramen van het gebouw. Niet alleen<br />

de Maranathakerk, maar ook de boer, de<br />

metselaar en de visser, symbool voor nijvere<br />

werkers, kregen zo een nieuw leven.<br />

(Bron: Henry Ottervanger.)


Gebr. Janzen: van timmerlieden<br />

tot vastgoedbaronnen<br />

Grondeigenaren van Nieuwstad laten<br />

monumenten als erfenis na<br />

Als gelukzoekers kwamen ze vanuit Duitsland<br />

naar <strong>Den</strong> <strong>Helder</strong>; hun leven eindigde<br />

hier in een praalgraf. De gebroeders<br />

Janzen ontwikkelden zich van eenvoudige<br />

timmerlieden tot wat we tegenwoordig<br />

vastgoedbaronnen zouden noemen. De<br />

Visbuurt is gebouwd op hun grond. Als<br />

aannemers, vastgoedhandelaren en grootgrondbezitters<br />

verwierven ze veel invloed<br />

en aanzien. Het werden de rijkste burgers<br />

van de stad. Ze lieten zich echter ook<br />

kennen als weldoeners.<br />

De Janzenstraat, dat mooie, intieme<br />

straatje met zijn gave monumentale pandjes<br />

– echt een ‘<strong>verborgen</strong> schoonheid’<br />

- dankt haar naam aan deze Janzens:<br />

Johannes Stephanus (1801) en Johannes<br />

Eilardus (1803). Zij verrijkten deze stad<br />

onder meer met twee molens, het Loodskantoor<br />

en de achtkantige Evangelisch-<br />

Lutherse kerk. De molens zijn verdwenen,<br />

het kerkgebouw en het gebouw voor het<br />

Loodswezen zijn monumenten geworden.<br />

<strong>Den</strong> <strong>Helder</strong> was twee eeuwen geleden<br />

een stad in opkomst. Het werd de basis<br />

voor de oorlogsvloot, er werd een rijkswerf<br />

aangelegd, de verdedigingswerken<br />

werden uitgebreid en door de aanleg<br />

van het Noord-Hollands kanaal werd het<br />

ook de toevoerhaven naar Amsterdam.<br />

Er was volop werk aan de winkel. En de<br />

twee timmerlieden uit Lindern in Oldenburg,<br />

waarschijnlijk meegelokt door een<br />

aannemer uit Amsterdam, pakten gretig<br />

de mogelijkheden aan die hier voor het<br />

oprapen lagen.<br />

<strong>Gemeente</strong>school<br />

We horen voor het eerst van hun bestaan<br />

in 1829, <strong>bij</strong> de aanbesteding van de<br />

gemeenteschool nr. 4 met onderwijzerswoning<br />

aan de Hoofdgracht. De<br />

gebroeders Janzen zijn met een bedrag<br />

van 8.460 gulden de laagste inschrijvers<br />

en de gemeente gunt hun het karwei.<br />

Ondanks ongunstig weer slagen ze erin<br />

het pand tijdig en tot tevredenheid van<br />

de opdrachtgever op te leveren. Op een<br />

leeg terrein <strong>bij</strong> de school plaatsen ze een<br />

opslagloods, die ze in eerste instantie ook<br />

gebruiken om er te wonen. Later bouwen<br />

ze er hun eigen woning.<br />

De Hoofdgracht blijkt een strategische<br />

plek te zijn. Van daaruit kunnen zij<br />

gemakkelijk de woningbouw rondom de<br />

rijkswerf, aan de Weststraat en de Zuidstraat,<br />

voor hun rekening nemen.<br />

In 1839 krijgen Janbaas en Chrisbaas,<br />

zoals de gebroeders worden genoemd,<br />

opdracht voor de bouw van de pastorie<br />

naast de rooms-katholieke kerk aan de<br />

Kerkgracht. Daarmee verdienen ze 6.800<br />

gulden. Blijkbaar hebben ze al financiële<br />

reserves, want zonder problemen accepteren<br />

ze dat dit geld pas vier jaar later<br />

wordt uitbetaald.<br />

61


62<br />

Johannes Stephanus Janzen,<br />

ook wel Chrisbaas genoemd.<br />

In 1840 beginnen ze met de bouw van het<br />

Marinehospitaal, dat op 1 januari 1842 in<br />

gebruik wordt genomen. Op de ziekenzalen<br />

is ruimte voor een paar honderd<br />

patiënten. Het gebouwencomplex bevat<br />

ook dienstwoningen voor apotheker, officieren<br />

van gezondheid en enkele administrateurs.<br />

Aanneemsom: 136.140 gulden.<br />

Voordien was de ziekenverpleging <strong>bij</strong> de<br />

marine hoogst gebrekkig.<br />

De zieken werden in de regel opgenomen<br />

op een zogenoemd ziekenschip, dat in de<br />

Binnenhaven lag gemeerd, en <strong>bij</strong> ernstige<br />

gevallen werden zij naar het Rijks-<br />

Hospitaal in Utrecht vervoerd.<br />

Het Marinehospitaal wordt <strong>bij</strong> de bombardementen<br />

tijdens de Tweede Wereldoorlog<br />

verwoest. Op de fundamenten rust nu<br />

‘Het Klooster’, het schoolgebouw van het<br />

Koninklijk Instituut voor de Marine.<br />

Buitenspel<br />

Samen met de <strong>Helder</strong>se aannemer<br />

M. Schouten nemen de Janzens de bedijking<br />

aan van de Waard- en Groetpolder<br />

voor de kapitale som van 663.500 gulden.<br />

Ze zetten hiervoor 1500 grondwerkers<br />

in van wie een groot aantal uit België<br />

en Duitsland. Die moeten met schop en<br />

kruiwagen een dijk van ruim drie meter<br />

hoogte aanleggen over een lengte van<br />

elf kilometer. Toch zal dit project hen nog<br />

lang heugen. Al kort na het begin van<br />

de werkzaamheden ontstaan er ongeregeldheden<br />

over het salaris van f. 1,75<br />

per dag. Zo’n 500 ‘poldergasten’, die een<br />

loonsverhoging willen tot f 2,50 per man,<br />

leggen het werk neer en verschansen zich<br />

op een eilandje <strong>bij</strong> Kolhorn. De Alkmaarse<br />

officier van justitie laat soldaten aanrukken<br />

om de stakers te verwijderen. Dat mislukt.<br />

Dan doet hij een beroep op de marine.<br />

Wanneer die met twee kanonneerboten<br />

verschijnt, geven de mannen hun verzet<br />

op. Drie ‘putbazen’ worden gearresteerd.<br />

De rest verklaart zich bereid het werk te<br />

hervatten voor het oude loon.<br />

De onrust onder de ‘poldergasten’ is het<br />

gevolg van de geruchten dat Schouten en<br />

Janzen hun financiële verplichtingen niet<br />

kunnen nakomen. Dat blijkt inderdaad het<br />

geval te zijn. Door allerlei machinaties van<br />

een groep mensen rond een concurrent,<br />

de machtige aannemer Langeveld & Co.,<br />

worden Janzen en Schouten in een zodanige<br />

financiële positie gedwongen, dat zij<br />

het werk moeten opgeven. Hun geldschieter<br />

Smits rekende erop dat een kapitaal<br />

van 60.000 gulden voldoende zou zijn om<br />

het werk te starten. Wanneer uit herberekeningen<br />

blijkt dat buiten het materiaal er<br />

minstens een ton nodig is, draait de financier<br />

de geldkraan dicht. Waar Langeveld<br />

& Co op aasde, gebeurt. Het bestuur gunt<br />

hun de verdere bedijkingswerkzaamheden.<br />

De Janzens staan buitenspel.


Loodskantoor<br />

Op 16 augustus 1847 kondigt het Weekblad<br />

van <strong>Den</strong> <strong>Helder</strong> en het Nieuwediep<br />

aan, dat er in de loop van dit jaar ‘twee<br />

schoone gebouwen’ zullen verrijzen: een<br />

gebouw voor het loodswezen aan de kade<br />

van de haven en een gebouw voor de<br />

werkinrichting. ‘Beide fraaije werken zijn<br />

aangenomen door de Heeren Gebroeders<br />

Janzen.’ Het Loodskantoor bevat behalve<br />

een wachtkamer voor het loodspersoneel<br />

ook drie woningen.<br />

Het statige pand aan het Nieuwediep heet<br />

nu ‘Staetenhuys’, is een rijksmonument<br />

geworden en biedt onderdak aan het<br />

automatiseringsbedrijf DRM.<br />

De werkinrichting aan de Kerkgracht dient<br />

om werklozen een bestaan te verschaffen.<br />

Een van de initiatiefnemers van dit project<br />

is Eilard Janzen als lid van het Burgerlijk<br />

Armbestuur. In het gebouw ‘Loon naar<br />

werk’ komen een touwpluizerij, mattenmakerij,<br />

hoedenmakerij en een breierij.<br />

Later krijgt het gebouw andere bestemmingen,<br />

zoals gemeenteziekenhuis, teken-<br />

en industrieschool, en politiebureau. Op<br />

de plek van de werkinrichting staan nu<br />

appartementen.<br />

Aanval op handelsbeperkingen<br />

Het aanzien van de Janzens stijgt wanneer<br />

de gebroeders samen met een aantal<br />

grote ondernemers de handelsbeperkingen<br />

aanvechten, die sinds de aanleg van het<br />

Noord-Hollands kanaal aan <strong>Den</strong> <strong>Helder</strong><br />

zijn opgelegd (‘onvrij territoir’). Om als<br />

doorvoerhaven de ontwikkeling van<br />

Amsterdam niet te dwarsbomen, is het<br />

verboden om zeeschepen in de <strong>Helder</strong>se<br />

haven te laden en de lossen. Er mogen<br />

evenmin opslag- en werkplaatsen rond<br />

de haven worden gebouwd. Maar <strong>Den</strong><br />

<strong>Helder</strong> neemt niet langer genoegen met<br />

zijn positie van voorhaven, het wil een<br />

handelsstad worden.<br />

Een wijziging van de Wet op de Middelen<br />

biedt in 1849 de mogelijkheid om<br />

onder dit gehate regiem uit te komen. Een<br />

commissie onder leiding van wethouder<br />

C. Bakker Bz. met ondernemers als B.R.<br />

de Breuk van hotel ‘<strong>Den</strong> Burg’, notaris<br />

P.J. Beets, E. Taylor van scheepswerf ‘De<br />

Hoop’, S. Lastdrager van de gelijknamige<br />

scheepswerf en J.T. Zur Mühlen van de gelijknamige<br />

rederij en de gebr. Janzen doet<br />

een aanval op het bewuste statuut. En met<br />

succes: op 3 oktober 1851 besluit minister<br />

van Financiën Van Bosse om <strong>Den</strong> <strong>Helder</strong><br />

tot los- en laadplaats voor zeeschepen aan<br />

te wijzen. Er breekt een gouden tijd voor<br />

<strong>Den</strong> <strong>Helder</strong> aan.<br />

In 1853 wordt de gebroeders Janzen de<br />

bouw van de kerk voor de Evangelisch-<br />

Luthersche gemeente aan de Westgracht<br />

gegund. Het ontwerp van dit achtkantige<br />

gebouw is het resultaat van een prijsvraag.<br />

De winnaar, C.J. Bolle, opzichter <strong>bij</strong> de<br />

Hondsbossche zeewering in Petten, wordt<br />

afgescheept met 75 gulden. De aannemers<br />

komen met de kerkenraad een bedrag van<br />

16.000 gulden overeen. De bouw wordt in<br />

1855 voltooid; toch duurt het tot augustus<br />

1856 voordat de kerk wordt ingewijd.<br />

Baldadige jongelui maken misbruik van<br />

deze situatie door de ramen van de kerk in<br />

te gooien. Het gebouw doet slecht korte<br />

tijd, tot 1881, dienst als kerkruimte. De<br />

opening van het Noordzeekanaal in 1876<br />

veroorzaakt een economische terugslag<br />

voor <strong>Den</strong> <strong>Helder</strong>. Onder de mensen die<br />

vertrekken, bevinden zich zo veel lidmaten<br />

van de Evangelisch-Lutherse gemeente,<br />

dat het financieel te zwaar wordt om het<br />

gebouw als kerk in stand te houden.<br />

63


64<br />

Broodbakker M. Witsenberg koopt het<br />

voor 4.700 gulden om er graan in op te<br />

slaan. Later vestigt J.J. Vos er een lompen-<br />

en metalenhandel. Vervolgens neemt expeditiebedrijf<br />

Van der Eyk het pand over.<br />

Uiteindelijk gaat het over in handen van<br />

de woningbouwvereniging Nieuwediep,<br />

die het verandert in een appartementengebouw.<br />

Goudkust<br />

In december 1857 koopt de gemeente van<br />

het Rijk de domeingronden waarop het<br />

zgn. ‘strooien dorp’ is ontstaan. De hutten<br />

en andere schamele onderkomens met<br />

daken van riet en stro worden geruimd.<br />

Hier moet de wijk Nieuwstad komen,<br />

tegenwoordig beter bekend als Visbuurt.<br />

De gebroeders Janzen ruiken nu hun kans.<br />

Ze kopen grote stukken grond op voor<br />

woningbouw. De eerste twee huizen verrijzen<br />

aan de Bassingracht, hoek Brouwerstraat,<br />

bestemd voor bakker Jan Dunselman<br />

en zijn neef, kruidenier Jan Walraven,<br />

beiden afkomstig uit Medemblik. Zo wordt<br />

Nieuwstad voor hen een goudmijn.<br />

De gemeente van christelijke<br />

afgescheidenen (gereformeerden) neemt<br />

de Janzens (rooms-katholiek) in de arm<br />

voor de bouw van een kerk aan de<br />

Kanaalweg, <strong>bij</strong> de Postbrug. Het resultaat<br />

mag er zijn, zo schrijft de <strong>Helder</strong>sche en<br />

Nieuwedieper Courant op 27 november<br />

1862 over de eerste Bethelkerk.<br />

‘Reeds het uitwendig aanzien maakt een<br />

goeden indruk, die nog aanmerkelijk<br />

wordt verhoogd door de bezigtiging<br />

van het inwendige van het gebouw, dat,<br />

gelijk men ons verzekerde, voor 500<br />

à 600 personen plaatsruimte aanbiedt.<br />

De bouwmeester, de heeren<br />

Gebr. Janzen, verdienen allen lof voor de<br />

goede zorg aan de daarstelling van dit<br />

gebouw besteed.’<br />

In hetzelfde jaar wordt Hendrik, de tweede<br />

zoon van Johannes Stephanus, al een<br />

prachtig werk gegund: het kantongerecht,<br />

dat nog altijd aan de Kerkgracht staat. Op<br />

deze manier blijven de bouwopdrachten in<br />

de familie.<br />

De Janzens nemen ook buiten <strong>Den</strong> <strong>Helder</strong><br />

werk aan. Ze bouwen in Anna Paulowna<br />

het Polderhuis, de Nederlands hervormde<br />

kerk en het logement Veerburg. Burgerbrug<br />

en Warmenhuizen voorzien ze van<br />

een rooms-katholieke kerk.<br />

Draaibruggen<br />

Ze zijn overigens op veel meer terreinen<br />

actief. Zo leggen zij de duinwaterleiding<br />

aan vanaf Huisduinen naar Nieuwediep,<br />

verrichten onderhoud aan de verdedigingswerken,<br />

de zeewering en de zeehaven<br />

en ze bouwen (draai)bruggen <strong>bij</strong><br />

Erfprins, Westoever, Fabrieksgracht, Keizersgracht<br />

en Bassingracht. Vooral de 22<br />

meter lange draaibrug <strong>bij</strong> de Zeedoksluis,<br />

aangenomen voor 62.765 gulden, oogst<br />

lof. De Schager Courant van 5 november<br />

1863 bericht hierover het volgende: ‘Naar<br />

wij vernemen is de brug aan het Nieuwediep,<br />

waarvan de beproeving zoo bovenmate<br />

aan de verwachting heeft voldaan,<br />

op eene na de grootste beweegbare brug<br />

op het vasteland van Europa. Het ontwerp<br />

is van den ingenieur J. Strootman,<br />

wien daarvoor de meeste eer toekomt.<br />

Het geheele werk is aangenomen door de<br />

heeren J.B. Janzen Ezn. en Co te Nieuwediep,<br />

terwijl de ijzeren brug is vervaardigd<br />

aan de fabriek De Prins van Oranje van de<br />

heeren de wed. A. Sterkman en Zn. te<br />

’s Gravenhave.’


Draaibruggen zijn niet ongevaarlijk. Op<br />

27 oktober 1867 signaleert de krant;<br />

‘Gisteren namiddag is alhier een jongetje<br />

van omstreeks 9 jaren op eene verschrikkelijke<br />

wijze verwond geraakt. Staande<br />

aan den kant van de Spoorwegbrug na<strong>bij</strong><br />

de Nieuwe Kerk is de voet van het kind<br />

letterlijk van het been afgescheiden toen<br />

de draaibrug na het doorlaten van een<br />

vaartuig werd gesloten.’ En dan met een<br />

vermanend vingertje: ‘Wij hopen dat vele<br />

ouders door dit hoogst treurig voorval<br />

zullen worden aangespoord om hunnen<br />

kinderen ernstig te vermanen niet te digt<br />

na<strong>bij</strong> te komen als de bruggen worden<br />

neergelaten of digtgedraaid.’<br />

De Janzens verdienen goud in <strong>Den</strong> <strong>Helder</strong>.<br />

Toch hebben ze niet altijd de wind mee.<br />

In 1869 kopen ze op een veiling voor 888<br />

gulden het Noorse brikschip Judith, dat<br />

op de Noorderhaaks is gestrand. Enkele<br />

dagen later blijkt het schip door de storm<br />

te zijn stukgeslagen. Het wrak wordt<br />

teruggevonden op de Zuidwal. De lading<br />

balken wordt een prooi voor jutters.<br />

De gemeente wil het ophalen van het<br />

huisvuil en de poeptonnen in 1885 in eigen<br />

hand nemen. De speurtocht naar een<br />

beschikte opslagplaats levert twee locaties<br />

op, allebei in het bezit van de familie Janzen:<br />

een terrein ten westen van Nieuwstad<br />

(400 gulden huur per jaar) en een terrein<br />

in ’t Brakkeveld <strong>bij</strong> fort Dirksz Admiraal<br />

(gratis, maar de aanleg van een toegangsweg<br />

van 1100 meter lang en 2,5 meter<br />

breed komt voor rekening van de gemeente).<br />

Vanuit Nieuwstad regent het protesten<br />

wegens stankoverlast. Het bestuur van de<br />

rooms-katholieke parochie, het bestuur<br />

van het rooms-katholieke weeshuis, 38<br />

woningeigenaren en 145 woninghuurders<br />

dienen een bezwaarschrift in.<br />

De gemeenteraad twijfelt. Het plan<br />

Brakkeveld is voor de gemeente duurder.<br />

Uiteindelijk kiest de raad toch voor deze<br />

oplossing na een pleidooi van burgemeester<br />

Stakman Bosse. Hij ontraadt de opslag<br />

van huisvuil en faecaliën <strong>bij</strong> Nieuwstad,<br />

omdat hij ‘rust en tevredenheid <strong>bij</strong> de<br />

burgers wil bevorderen’.<br />

Korenmolen ‘De Eendragt’ aan de Molengracht,<br />

in 1916 afgebroken.<br />

Molens<br />

Het meest in het oog springende werk<br />

van de gebr. Janzen is de bouw van twee<br />

molens: trasmolen ‘De Eendragt’ aan de<br />

Molengracht (1843) en houtzaagmolen<br />

‘De Goede Verwagting’ (1862) tussen<br />

de Janzenstraat en de Ruyghweg. Tras is<br />

gemalen tufsteen, een vulkanisch materiaal<br />

dat wordt gebruikt als metselspecie.<br />

Maar vanaf 1863 houdt ‘De Eendragt’<br />

zich voornamelijk bezig met het malen van<br />

meel, want dan wordt de molen voorzien<br />

van een poetsmachine, voor het reinigen<br />

en breken van graan, en een builmachine,<br />

voor het builen van het gemalen graan.<br />

De behoefte aan een eigen houtzaagmolen<br />

ontstaat doordat eigenaar L. den<br />

Berger van houtzaagmolen ‘De Onderneming’<br />

aan de andere kant van de Molengracht,<br />

overlijdt en de erfgenamen zijn<br />

bezit verkopen. Die molen wordt afgebroken<br />

en verhuist naar Barsingerhorn.<br />

65


66<br />

Door hun hoogte zijn de molens een<br />

kwetsbaar object <strong>bij</strong> onweer. In 1850,<br />

1888 en 1890 worden ze getroffen door<br />

de bliksem. Dat levert heel wat schade op.<br />

Maar de bliksem die ‘De Goede Verwagting’<br />

op 8 september 1897 treft, is alles<br />

verwoestend. ’t Vliegend Blaadje meldt<br />

daarover: ‘Zaterdagmiddag werden de<br />

buien afgewisseld door een hevige donderbui,<br />

die <strong>bij</strong> donkere lucht over de plaats<br />

onzer inwoning heentrok, ongelukkig niet<br />

zonder schade aan te richten. Een felle<br />

bliksemstraal werd gevolgd door een ratelenden<br />

donderslag, die <strong>bij</strong> menigeen de<br />

gedachte opwekte:’t weer slaat ergens in.<br />

‘En ’t was zoo. De houtzaagmolen van de<br />

heeren Janzen & Co., achter de Sluisdijkstraat,<br />

was door ’t hemelvuur getroffen,<br />

zoodat een oogenblik later vlammen en<br />

dikke rookwolken in ’t luchtruim opstegen.<br />

De brandklokken begonnen te luiden en<br />

spoedig daarna zag men van alle zijden<br />

brandspuiten aansnellen, omringd van<br />

een menigte nieuwsgierigen, die zich op<br />

de plaats des onheils verzamelden. ’t Eerst<br />

werd water gegeven door de brandspuit<br />

van ’t wachtschip. <strong>Den</strong> molen te redden<br />

bleek, ondanks alle inspanning, onmogelijk;<br />

die stortte na eenigen tijd met hevig<br />

gedruisch in elkander. Men bepaalde zich<br />

dus tot ’t beveiligen van de loodsen en<br />

van den houtvoorraad. Toen de molen was<br />

ingestort, was ’t gevaar geweken, zoodat<br />

de meeste spuiten zich weldra konden verwijderen.<br />

Naar men ons mededeelde, was<br />

alles tegen brandschade verzekerd en zal<br />

de molen niet meer worden opgebouwd.’<br />

In 1916 wordt meelmolen‘De Eendragt’<br />

afgebroken. ‘Er is stellig geen Nieuwedieper,<br />

die heeft durven vermoeden, dat de<br />

molen nog eens zou verdwijnen’, schrijft<br />

de <strong>Helder</strong>sche Courant op 30 augustus.<br />

‘Onze oude, mooie korenmolen in de<br />

omringende huizenblokken, waaraan<br />

vreemdelingen wel eens hun <strong>bij</strong>zondere<br />

aandacht hebben besteed. Onze typische<br />

molen, die deze gemeente zoo’n echt<br />

Hollandsch karakter gaf en waarnaar de<br />

Molengracht en de twee Molenstraten<br />

en het Molenplein waren vernoemd. En<br />

toch is het zoo. De ‘Eendragt’, die den<br />

ouderdom van vier-en-zeventig jaren heeft<br />

bereikt en in dien langen tijd een beduidende<br />

massa graan tot meel verwerkte,<br />

zal voortaan niet meer malen en is na een<br />

waarlijk werkzaam bestaan tot slooping<br />

veroordeeld.’<br />

Liefdadigheid<br />

De Janzens maken ook naam als weldoeners.<br />

Wanneer ze in 1866 met pastoor Van<br />

Buchem een tochtje per rijtuig door de<br />

nieuwe wijk maken, schenken ze hem een<br />

royaal perceel grond aan de Jonkerstraat<br />

voor de bouw van een naai- en bewaarschool.<br />

In 1875 stellen ze voor een klein<br />

bedrag (700 gulden) een stuk grond van<br />

2234 vierkante meter beschikbaar voor<br />

de bouw van O.L.V.O.O-kerk. Wel onder<br />

de voorwaarde dat ‘het hart van die kerk<br />

een regte lijn zal vormen met het hart der<br />

Nieuwstraat terwijl de gevel der kerk naar<br />

genoemde straat zal gerigt zijn.’<br />

De weduwe van Eilard Janzen laat voor<br />

haar rekening een weeshuis voor jongens<br />

en meisjes bouwen aan de Jonkerstraat.<br />

Jaarlijks schenkt ze 1000 gulden om het<br />

Louisegesticht in stand te houden.<br />

Ze stelt ook grond beschikbaar voor de<br />

bouw van een ‘oudeliedenhuis’ aan de<br />

Jan in ’t Veltstraat.<br />

Erfgenamen van de gebr. Janzen doneren<br />

<strong>bij</strong> tijd en wijle ook geld voor goede<br />

doelen in <strong>Den</strong> <strong>Helder</strong>. Een van hen is J.S.B.<br />

Janzen, het jongste kind van Stephanus,


die ter ondersteuning van armen de<br />

St. Vincentiusvereniging opricht.<br />

Dorothea Walraven, de vrouw van<br />

Chrisbaas.<br />

Personalia<br />

De gebroeders Janzen zijn afkomstig uit<br />

Lindern in Oldenburg en komen in 1829<br />

naar <strong>Den</strong> <strong>Helder</strong>. Johannes Eilardus (1803)<br />

trouwt in 1829 met Clara Meijer uit<br />

Minden en krijgt drie kinderen. Johannes<br />

Stephanus (1801) trouwt in 1833 met<br />

Dorothea Walraven uit Medemblik en<br />

krijgt acht kinderen.<br />

In 1851 laten de geboeders zich naturaliseren.<br />

Stephanus wordt gekozen in de<br />

gemeenteraad. Van 1852 tot 1877 maakt<br />

hij deel uit van het stadsbestuur.<br />

Een zoon van Eilard, Johannes Bernard,<br />

treedt in de voetsporen van zijn vader<br />

en zet een bedrijf op in samenwerking<br />

met aannemer J.C. Slebe (bouwer van de<br />

school aan de Vismarkt). Hij vestigt zich<br />

<strong>bij</strong> korenmolen ‘De Eendragt.’ Tot uitbouw<br />

van dit bedrijf komt het nauwelijks, want<br />

Johannes Bernard overlijdt in 1864, op<br />

30-jarige leeftijd. Zijn vader Eilard wordt<br />

twee jaar later naar de begraafplaats in<br />

Huisduinen gebracht. Clara Meijer sterft<br />

in 1892.<br />

Stephanus werkt aanvankelijk samen met<br />

zijn tweede zoon Hendrik, die trouwt met<br />

Maria Terwindt, dochter van een steenbakker<br />

uit Pannerden. Hendrik gaat in<br />

1872 een nieuwe vennootschap aan met<br />

August Brandt en Jan Oortgijsen onder de<br />

naam ‘Firma H.J. Janzen & Co.’ In Haarlem<br />

sticht hij een nieuwe houthandel. Wanneer<br />

zijn vader Stephanus in 1890 sterft, trekt<br />

hij zich terug uit de <strong>Helder</strong>se onderneming.<br />

Vier jaar later overlijdt de weduwe<br />

van Stephanus, Dorothea Walraven. ‘Zij<br />

vermande hare kinderen met kracht en<br />

vol wijsheid, en paarde een mannenmoed<br />

aan de tederheid der vrouw’, staat op haar<br />

bidprentje te lezen.<br />

Het praalgraf van de Janzens op de<br />

algemene begraafplaats in Huisduinen.<br />

Monumenten van de gebr. Janzen<br />

Het Loodskantoor aan het Nieuwe Diep<br />

23 t/m 25<br />

Achtkantig kerkje, Westgracht 66 t/m 69a<br />

De Janzenstraat (met monumenten 49 t/m<br />

73 en 58 t/m 84) is naar hen vernoemd.<br />

(Bronnen: <strong>Helder</strong>sche en Nieuwedieper<br />

Courant, ‘t Vliegend Blaadje, Weekblad<br />

van <strong>Den</strong> <strong>Helder</strong> en het Nieuwediep,<br />

Schager Courant, ‘De arbeidersopstand te<br />

Kolhorn in 1844’, Herman Vries, Bundel<br />

50 (1983) van het Historisch Genootschap<br />

Oud West-Friesland.)<br />

67


68<br />

‘Bruine kippenhokken’ in Huisduinen:<br />

ooit verafschuwd, nu gewild.<br />

Ze waren bedoeld als ‘noodwoningen’,<br />

maar na ruim 60 jaar staan ‘de bruine kippenhokken’,<br />

zoals ze destijds met enige<br />

afschuw werden genoemd, nog steeds als<br />

een huis. Bomen en struiken onttrekken<br />

hen gedeeltelijk aan het zicht. Maar wie<br />

door de straatjes tussen de Badhuisstraat<br />

en de Duinweg dwaalt, ontdekt ‘<strong>verborgen</strong><br />

<strong>schoonheden</strong>’.<br />

De Oostenrijkse woningen in Huisduinen<br />

geven het dorp een <strong>bij</strong>zonder cachet.<br />

Door vorm, materiaal en kleur doen ze<br />

denken aan vakantievilla’s. Bovendien<br />

hebben ze een <strong>bij</strong>zondere geschiedenis.<br />

In <strong>Den</strong> <strong>Helder</strong> staan ze op de lijst van<br />

‘beeldbepalende panden’. Drenthe heeft<br />

soortgelijke woningen in Hoogeveen tot<br />

provinciale monumenten verklaard.<br />

<strong>Den</strong> <strong>Helder</strong> verliest in de Tweede Wereldoorlog<br />

een groot deel van zijn woningvoorraad.<br />

De inwoners die in verband met de bombardementen<br />

zijn geëvacueerd, willen<br />

zo snel mogelijk terug naar hun stad. De<br />

beslissing van het kabinet dat de marinebasis<br />

in <strong>Den</strong> <strong>Helder</strong> blijft, maakt de druk<br />

op de woningmarkt nog groter. Een van<br />

de oplossingen om de woningnood te<br />

lenigen is systeembouw.<br />

Het ministerie van Wederopbouw en<br />

Volkshuisvesting besluit 800 Oostenrijkse<br />

woningen te kopen. Die worden als<br />

kant-en-klare-pakketten van 17.000 kg<br />

per stuk geleverd en kunnen snel worden<br />

gebouwd. Omdat er een groot voedseltekort<br />

is in Oostenrijk betaalt Nederland in<br />

natura: met zaden, gedroogde groenten<br />

en visconserven. De woningen worden<br />

via de provincies verdeeld of verkocht aan<br />

particulieren en bedrijven zoals Philips<br />

en de Staatsmijnen. Bijna 50 gemeenten,<br />

waaronder <strong>Den</strong> <strong>Helder</strong>, maken gebruik<br />

van deze mogelijkheid om op korte termijn<br />

noodhuisvesting te bieden.<br />

Thermofolie<br />

De firma Thermobau G.M.B.H. in Wenen<br />

is de leverancier van de prefab-woningen,<br />

waarvan het ontwerp is aangepast aan<br />

de Nederlandse smaak. De buitenwanden<br />

zijn voorzien van thermofolie, voor die<br />

tijd ongebruikelijk. Naar hedendaagse<br />

maatstaven is de isolatiewaarde daarvan<br />

echter zeer beperkt. De ‘thermowoningen’<br />

worden, voorzien van een Oostenrijkse<br />

en Nederlandse handleiding, in<br />

pakketten (balken, planken en complete<br />

wandpanelen) per trein naar Nederland<br />

vervoerd, waar ze, eenmaal op de plaats<br />

van bestemming, door aannemers in<br />

korte tijd in elkaar kunnen worden gezet.<br />

In december 1947 besluit de gemeenteraad<br />

van <strong>Den</strong> <strong>Helder</strong> over te gaan tot<br />

aankoop van 48 Oostenrijkse woningen<br />

en daarvoor 1 miljoen gulden beschikbaar<br />

te stellen. Voor raadslid J. Kreuger (PvdA)<br />

mag het aantal ook worden verdubbeld,<br />

gezien de huisvestingsproblemen, al<br />

schrikt hij wel van de prijs, ruim 20.000<br />

gulden per woning! Wethouder J. van<br />

der Vaart verzekert dat het Rijk financieel<br />

<strong>bij</strong>springt, afhankelijk van het verschil tussen<br />

rendabele en onrendabele kosten. Er<br />

komen 38 woningen in Huisduinen en


10 <strong>bij</strong> het Timorpark aan de Borneolaan.<br />

De levensduur wordt geraamd op 25 jaar.<br />

De meeste huizen zijn in Huisduinen geprojecteerd<br />

zodat ze daar in de toekomst<br />

bruikbaar blijven als seizoenwoningen.<br />

Gebreken<br />

Ondertussen komen er elders uit het land<br />

berichten over gebreken aan de Oostenrijkse<br />

woningen. Ze zouden onvoldoende<br />

weerstand bieden <strong>bij</strong> storm, het dak buigt<br />

door als de pannen er op komen, het hout<br />

is van slechte kwaliteit en de woningen<br />

zijn duurder dan stenen woningen van<br />

dezelfde grootte. Het Ministerie van Wederopbouw<br />

en Volkshuisvesting stelt een<br />

onderzoek in en rapporteert daarover het<br />

volgende:<br />

- De sterkte van de woningen is berekend<br />

door de in de technische wereld zeer<br />

bekende professor Mélan in Wenen en de<br />

Stichting Ratiobouw in <strong>Den</strong> Haag. Beide<br />

berekeningen zijn met elkaar vergeleken<br />

en hebben ertoe geleid geringe wijzigingen<br />

aan te brengen in enkele onderdelen<br />

van de constructie.<br />

- De eerste vijf proefwoningen werden<br />

in Bennekom gebouwd. Hiervan was het<br />

hout inderdaad van slechte kwaliteit, terwijl<br />

onderdelen hebben geleden tijdens het<br />

vervoer. Bovendien heeft het <strong>bij</strong> de bouw<br />

ontbroken aan juist inzicht ten aanzien van<br />

de montage en de verankeringen. Een onderzoek<br />

naar de Oostenrijkse woningen in<br />

Vught, Vlijmen, Best, Uden, Doetinchem,<br />

Zelhem en Renkum wijst uit dat de woningen<br />

goede en aardige woonhuizen zijn,<br />

wanneer zij met zorg worden behandeld<br />

en met vakkennis worden gemonteerd.<br />

Bij deze woningen bleek de kwaliteit van<br />

het hout aanzienlijk beter.<br />

- Toegegeven moet worden dat de<br />

woningen uiteindelijk iets duurder zijn dan<br />

stenen gebouwen van dezelfde inhoud.<br />

De Oostenrijkse woningen zijn echter<br />

royaler van afwerking.<br />

Het duurt <strong>bij</strong>na een jaar voordat de bouw<br />

in <strong>Den</strong> <strong>Helder</strong> kan beginnen. De gemeente<br />

heeft nog niet alle benodigde grond in<br />

eigendom. Met K. Hoogerduijn bereikt<br />

zij snel overeenstemming over de koop<br />

van 20.000 m² grond, maar voor enkele<br />

andere percelen, in eigendom van mevr. J.<br />

Houmes-Kleinsmit (285 m²) en A. Volker<br />

(305 m²) in <strong>Den</strong> Haag en P. Smit (9590<br />

m²) in <strong>Den</strong> <strong>Helder</strong> moet zij een onteigeningsprocedure<br />

in gang zetten. Een<br />

probleem is ook dat de woningen niet<br />

voldoen aan de gemeentelijke bouwverordening,<br />

omdat de wanden niet uit beton<br />

of baksteen zijn gemaakt. De vensters zijn<br />

te klein en de schuur is te groot. Gezien<br />

de omstandigheden verleent het Plaatselijk<br />

Bureau voor de Wederopbouw toch<br />

toestemming.<br />

Ontwricht<br />

De gemeenteraad besluit in december<br />

1948 de bouw te gunnen aan de <strong>Helder</strong>se<br />

firma G. Groot en Zn., met 508.800<br />

gulden de laagste inschrijver. Terwijl de<br />

houten elementen voor de woningen al<br />

lang liggen opgeslagen in een loods van<br />

de Koninklijke Marine <strong>bij</strong> de onderzeedienstkazerne,<br />

wacht de aannemer op het<br />

beschikbaar komen van de benodigde stenen,<br />

cement en dakpannen. De productie<br />

daarvan is ook door de oorlog ontwricht.<br />

Cement is nodig voor de fundering, de<br />

betonnen vloer en de betonnen wanden<br />

van de kelderkast; bakstenen zijn nodig<br />

voor de 30 centimer hoge plint onder de<br />

houten muurplaten, de schouw en de<br />

schoorsteen. De wanden, de vloer en het<br />

dak zijn van hout.<br />

69


70<br />

Begin 1949 gaat de bouw eindelijk van<br />

start. Ondanks de schaarste aan vaklui<br />

kan de aannemer daarvoor een ploeg van<br />

50 bouwvakkers inzetten. Alle woningen<br />

worden vrijstaand gebouwd. Om te voorkomen<br />

dat <strong>bij</strong> brand het vuur overslaat,<br />

worden ze op enige afstand van elkaar<br />

geplaatst. De woonkamer komt aan de<br />

zonzijde te liggen. De planken aan de gevels<br />

worden op de begane grond verticaal<br />

en op de verdieping horizontaal geplaatst.<br />

Het zadeldak wordt voorzien van oranje<br />

pannen.<br />

De Oostenrijkse woningen in Huisduinen<br />

ruim tien jaar na de bouw.<br />

Trekstangen<br />

Vrees voor het ‘omwaaien’ van de houten<br />

woningen <strong>bij</strong> een storm, zoals de <strong>Helder</strong>se<br />

Courant van 10 februari 1949 signaleert,<br />

hoeven de toekomstige bewoners niet te<br />

hebben. ‘Het geheel zit stevig in elkaar,<br />

maar toch heeft de gemeente nog een<br />

verbetering doen aanbrengen. Op verschillende<br />

plaatsen worden de voornaamste<br />

verbindingen extra met ijzer versterkt<br />

en tussen de balklaag worden enkele trekstangen<br />

aangebracht die de wanden <strong>bij</strong>eenhouden.’<br />

En dankzij de thermofolie in<br />

de tien centimeter dikke wandelementen<br />

hoeven de bewoners evenmin bevreesd te<br />

zijn dat zij hun kachel stoken ten bate van<br />

de voor<strong>bij</strong>gangers.<br />

Wanneer twee maanden later de eerste<br />

huurders, voornamelijk hogere officieren<br />

van de marine, de houten woningen in<br />

gebruik nemen, blijkt dat de indeling en<br />

de ruimte gunstiger zijn dan gedacht. Het<br />

exterieur oogt vrij klein ondanks een afmeting<br />

van <strong>bij</strong>na 8 <strong>bij</strong> 9 meter. De woningen<br />

bevatten op de begane grond een woonkamer<br />

(met openslaande deuren naar de<br />

tuin), eethoek, studeerkamer, keuken (met<br />

doorgeefluik), kelderkast, gang en wc. Op<br />

de verdieping zijn er een ouderslaapkamer,<br />

twee kinderslaapkamers met ingebouwde<br />

kasten en een kleine badkamer. De<br />

vensters met kleine vierkante ruitjes zijn<br />

voorzien van dubbelglas.<br />

Het gemeenteraadslid mr. Mulder noemt<br />

de Oostenrijkse woningen<br />

‘geen wonderen van schoonheid’.<br />

Hij hoopt dat door een behoorlijke tuinaanleg<br />

en het aanbrengen van bloembakken<br />

onder de ramen het complex een iets<br />

aantrekkelijker aanzien krijgt.<br />

Hoewel een levensduur van 25 jaar was<br />

voorspeld, staan de Oostenrijkse woningen<br />

er na 60 jaar nog altijd. De ‘bruine<br />

kippenhokken’ van weleer zijn koopwoningen<br />

geworden en in de loop van de tijd<br />

verbouwd, gemoderniseerd, uitgebreid en<br />

aanzienlijk meer waard geworden.<br />

Hier hebben de kippen gouden eieren<br />

gelegd, zou je kunnen zeggen.<br />

(Bronnen:<br />

Oostenrijkse woningen in Nederland,<br />

scriptie van Coen van Benthum; Vereniging<br />

van Nederlandse <strong>Gemeente</strong>n,<br />

<strong>Helder</strong>se Courant.)


Begrippenlijst:<br />

aanzetstuk - een natuurstenen element, dat de zijden van een klokgevel<br />

ondersteunt.<br />

Amsterdamse<br />

School - decoratieve en expressieve bouwstijl tussen 1913 en 1930, waar<strong>bij</strong> het<br />

functionele ondergeschikt is aan de vormgeving. Wordt gekenmerkt<br />

door decoratief, vaak golvend baksteenwerk en gebeeldhouwde<br />

ornamenten.<br />

art déco - benaming voor een sierstijl van ± 1915-`25, strakker en minder grillig<br />

dan art nouveau.<br />

boogfries - reeks van kleine bogen als versiering.<br />

boogveld - het boogveld is het vlak, dat ingeklemd is in de ronding van een boog.<br />

bovendorpel - kozijnrand aan de bovenkant van een deur of raam.<br />

cementeren - door cement verbinden of daarmee bestrijken of pleisteren.<br />

console - uit de muur stekend geprofileerd stenen of houten deel, dat dient ter<br />

ondersteuning van een beeldhouwwerk, balk, kroonlijst, balkon, voet<br />

van de schoorsteen of dakgoot.<br />

dagkant - binnenkant van een kozijn.<br />

daklijst - lijst langs de dakrand ter versiering van de gevel.<br />

dakruiter - een klein, meestal houten torentje dat op de bovenkant van een dak<br />

bevestigd wordt, vergelijkbaar met een ruiter te paard.<br />

Dorisch - de meest eenvoudige en robuuste van de drie klassieke Griekse<br />

zuilenorden.<br />

driepas - drie elkaar rakende cirkels en een grote omschreven cirkel.<br />

festoenmotief - bestaat uit kransen van bloemen, fruit of gebladerte die vanuit twee<br />

punten losjes naar beneden hangen.<br />

fries - een horizontale strook versierd met schilder- of beeldhouwwerk.<br />

fronton - een meestal driehoekvormige bekroning van een deur, raam of<br />

topgevel.<br />

getoogd - de term getoogd wordt gebruikt om aan te geven dat (een onderdeel<br />

van) een deur, kozijn of nis van een toog voorzien is en dus boogvormig<br />

is overspannen.<br />

Jugendstil - Art nouveau 1890-1920. Slingerende golvende en krullende vormen<br />

als reactie op de neostijlen van de 19e eeuw.<br />

kalf - dwarsregel tussen deur en bovenlicht.<br />

kapiteel - bovenste, versierde gedeelte van een zuil.<br />

klos - uit de muur stekend houten of gemetseld blokje ter ondersteuning van<br />

uitstekende onderdelen van een gebouw, zoals de dakgoot e.d. Klossen<br />

zijn eenvoudige consoles.<br />

koor - deel van kerk rond het hoofdaltaar, vaak verhoogd en naar het oosten<br />

gericht.<br />

korfboog - een boog in de vorm van een omgekeerde korf.<br />

71


72<br />

Begrippenlijst:<br />

kroonlijst - horizontale rand van gebouw juist onder het dak; uitspringend of<br />

geprofileerd.<br />

latei - draagbalk boven een venster of deur.<br />

lichtbeuk - de vensterzone in het bovenste gedeelte van de hoofdbeuk van<br />

een kerk.<br />

lisenen - verticale enigszins uit de muur vooruitspringende banden, met een<br />

decoratieve geledende functie.<br />

Mansardekap - dak dat bestaat uit twee geknikte vlakken.<br />

middenschip - de grote ruimte in een kerk tussen hoofdingang en koor of podium,<br />

hoofdbeuk.<br />

nok - horizontale snijlijn van twee dakvlakken; bovenste rand van een dak.<br />

octogoon - achthoek, achtkant. Men dacht dat achtkantige vormen bemiddelden<br />

tussen het symbolisme van het Vierkant, dat het aardse bestaan<br />

voorstelde en de cirkel (die staat voor de hemel of de eeuwigheid).<br />

onderdorpel - de horizontale rand van een kozijn aan de onderkant van een deur of<br />

raam. In het geval van een deurkozijn is de term drempel, meer<br />

gangbaar.<br />

ontlastingsboog - boog gemetseld in een muur boven een raam of deuropening om het<br />

erbovenliggende metselwerk te dragen.<br />

pilaster - een vierkante, platte zuil of halfzuil, die op de gevel is gemetseld.<br />

piron - bolvormig op een voet staand ornament op de uiteinden van een nok.<br />

plint - onderstuk van muur.<br />

profileren - door afdraaien met geschikt gereedschap in een slijpschijf profiel<br />

aanbrengen.<br />

pyloon - een pijler naast een inrit zonder iets te dragen; louter voor de sier.<br />

risalieten - vooruitstekend deel van de voorgevel van een gebouw, dat over de<br />

gehele hoogte doorloopt.<br />

rollaag - metselwerk van op hun kant of kop geplaatste stenen, om een ander<br />

metselwerk af te dekken.<br />

rondboog - een boog die een halve cirkel beslaat.<br />

roosvenster - een groot, cirkelvormig venster met gebrand glas en stenen<br />

traceerwerk.<br />

schilddak - dak met twee driehoekige schilden aan de smalle zijden en twee<br />

trapeziumvormige aan de lange zijden.<br />

sieranker - met motieven als bloemen e.d. bewerkt muuranker; van gietijzer of<br />

smeedwerk.<br />

sluitsteen - de middelste steen van een gemetselde boog, die als laatste afsluiting<br />

geplaatst wordt. <strong>Even</strong>als de aanzetstenen is de sluitsteen vaak in<br />

natuursteen uitgevoerd.<br />

spaarveld - een ondiepe, blinde nis in een muur, waardoor materiaal, zoals<br />

baksteen, uitgespaard wordt. Het spaarveld wordt tevens aangewend<br />

om de vlakke gevelwand te verlevendigen.


Begrippenlijst:<br />

spitsboog - een boogconstructie, die spits oploopt.<br />

stolpraam - is te beschouwen als openslaande deur in raamuitvoering: er is geen<br />

middenstijl en het ene raam sluit in het andere raam.<br />

tandlijst - lijst van blokjes. In metselwerk gevormd door om en om uitspringende<br />

koppen.<br />

tentdak - dak van vier in één punt samenkomende vlakken.<br />

timpaan - de binnenzijde van een groot driehoekig fronton. Meestal rijk versierd.<br />

topgevel - gevel met een in een punt uitlopend geveldeel.<br />

travee - vlak van een gevel, dat door de indeling daarvan als eenheid<br />

beschouwd kan worden.<br />

uitkragen - geleidelijk overstekend uitmetselen van steenlagen; het dient om een<br />

muurverzwaring of uitspringend bouwdeel van geringe massa<br />

(hoektorentje e.d.) te ondersteunen.<br />

vensterassen - de breedte van een gevel kan aangegeven worden in meters.<br />

Het zegt meer wanneer het aantal vensters in de breedte genoemd<br />

wordt.<br />

verblendsteen - de baksteen valt op, omdat deze heel strak is, scherpe randen laat zien<br />

en glimt wanneer de zon erlangs strijkt.<br />

wimberg - dit sierelement verhoogt een spitsboog tot een driehoek en is vaak<br />

boven vensters, ingangen en nissen te vinden.<br />

wolfkap<br />

(of wolfdak) - wordt gebruikt voor daken, waarvan een of meer van de schilden<br />

(meestal twee) door een geveltop wordt bekroond.<br />

zadeldak - dak bestaande uit twee schuin naar elkaar toelopende dakvlakken.<br />

zakelijk<br />

expressionisme - stroming, o.a. in de architectuur, opgekomen rond 1925 als reactie op<br />

de Amsterdamse School. Bepleit een versobering van bouwvormen.<br />

De plastische vormgeving wordt verzakelijkt.<br />

zijbeuk - parallelle ruimte aan de zijkant van het schip in een kerk.<br />

73


74<br />

Speciale dank voor hun medewerking aan<br />

dhr. Jan Kikkert (HVSG), dhr. Jan Carlebur (HHV),<br />

mw. Jacqueline van Koningsbruggen (Stichting De Nollen) en dhr. Cees Paarlberg<br />

(Stichting Historische Grafmonumenten Huisduinen).<br />

Bronnen:<br />

<strong>Helder</strong>se monumentengids, gemeentelijke monumenten -<br />

Monumentencommissie <strong>Den</strong> <strong>Helder</strong> / Mw. drs. S. Pathuis (1992).<br />

Overzicht monumenten en beeldbepalende panden in de gemeente <strong>Den</strong> <strong>Helder</strong> -<br />

Team beleidsontwikkeling <strong>Den</strong> <strong>Helder</strong> (2004).<br />

<strong>Helder</strong>s Erfgoed - J.T. Bremer (2008).<br />

Oorkonden in Steen - J.T. Bremer (1992).<br />

Bijzondere mensen, <strong>bij</strong>zondere zerken - J.T. Bremer en L.R. Deugd (2006).<br />

Monumenten in Nederland: Noord-Holland - uitg. Waanders i.s.m. Rijksdienst<br />

voor de Monumentenzorg (2006).<br />

Beleidsnota ‘Cultuurhistorische waarden <strong>Den</strong> <strong>Helder</strong>’ - Stichting Steunpunt Cultureel<br />

Erfgoed Noord-Holland.<br />

Ontwikkelingsgeschiedenis en beschrijving der gemeente <strong>Helder</strong> -<br />

D. Dekker (1875/herdruk 1969).<br />

‘Nieuwstad’, 100 jaar Lieve Vrouwe Kerk te <strong>Den</strong> <strong>Helder</strong>, 1876-1976 - M.M.J.<br />

Hoogenbosch (1976).<br />

<strong>Helder</strong>se straatnamen - W. Stoll (1986).<br />

‘Gewoon’, jubileumeditie blad Woningstichting <strong>Den</strong> <strong>Helder</strong> (1992).<br />

Honderd jaar voortgezet onderwijs in <strong>Den</strong> <strong>Helder</strong> - A. Rietveld (1998).<br />

<strong>Den</strong> <strong>Helder</strong> in de Tweede Wereldoorlog 1940-1945 - Rens Schendelaar (2004).<br />

www.fortendenhelder.nl - Jan van Tongeren.<br />

www.hendrickdekeyser.nl


Colofon<br />

Uitgave:<br />

Regio VVV Kop van Noord-Holland<br />

Samenstelling en redactie:<br />

Wout Smit en Dick Stoll<br />

Vormgeving:<br />

Studio Kisteman<br />

Druk:<br />

Foto’s:<br />

Oplage:<br />

Dékavé<br />

Beeldbank <strong>Helder</strong>se Historische<br />

Vereniging, Wout Smit en Dick Stoll.<br />

1500 ex.<br />

75

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!