12.09.2013 Views

sjabloon leerplannen 2001 - Gemeenschapsonderwijs

sjabloon leerplannen 2001 - Gemeenschapsonderwijs

sjabloon leerplannen 2001 - Gemeenschapsonderwijs

SHOW MORE
SHOW LESS

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

Onderwijsvorm: KSO/TSO<br />

Graad: tweede graad<br />

SECUNDAIR ONDERWIJS<br />

Jaar: eerste en tweede leerjaar<br />

BASISVORMING<br />

Vak(ken): AV Natuurwetenschappen 2 lt/w<br />

Vakkencode: WW-k<br />

Leerplannummer: 2002/022<br />

(vervangt 94004)<br />

Nummer Inspectie: 2002/204//1/F/BV/1/II/ /V/04


KSO/TSO – 2de graad – opties met het majorpakket 1<br />

AV Natuurwetenschappen: 1ste leerjaar: 2 lestijden/week, 2de leerjaar: 2 lestijden/week<br />

inhoud<br />

VISIE.......................................................................................................................................................................... 2<br />

BEGINSITUATIE.......................................................................................................................................................... 3<br />

1 Bepaling van de leerlingengroep ....................................................................................................................... 3<br />

2 Beginsituatie....................................................................................................................................................... 3<br />

ALGEMENE DOELSTELLINGEN.................................................................................................................................... 4<br />

1 Onderzoekend leren ........................................................................................................................................... 4<br />

2 Wetenschap en samenleving............................................................................................................................... 4<br />

3 Attitudes ............................................................................................................................................................. 5<br />

LEERPLANDOELSTELLINGEN / LEERINHOUDEN / SPECIFIEKE WENKEN ...................................................................... 6<br />

module fysica......................................................................................................................................................... 6<br />

module chemie..................................................................................................................................................... 17<br />

module biologie................................................................................................................................................... 38<br />

ALGEMENE PEDAGOGISCH-DIDACTISCHE WENKEN .................................................................................................. 51<br />

1 Wetenschappelijke geletterdheid...................................................................................................................... 51<br />

2 Werkvormen ..................................................................................................................................................... 51<br />

3 Gebruik van ICT............................................................................................................................................... 52<br />

4 Gebruik van handboeken en cursussen ............................................................................................................ 52<br />

5 Vakoverschrijdend leren .................................................................................................................................. 52<br />

MINIMALE MATERIËLE VEREISTEN........................................................................................................................... 53<br />

EVALUATIE.............................................................................................................................................................. 57<br />

BIBLIOGRAFIE.......................................................................................................................................................... 60<br />

Pedagogisch-didactische naslagwerken.............................................................................................................. 60<br />

Module fysica ...................................................................................................................................................... 62<br />

Module chemie .................................................................................................................................................... 64<br />

Module biologie .................................................................................................................................................. 65<br />

BIJLAGEN ................................................................................................................................................................. 67<br />

vakoverschrijdende eindtermen........................................................................................................................... 67<br />

nuttige adressen .................................................................................................................................................. 68


KSO/TSO – 2de graad – opties met het majorpakket 2<br />

AV Natuurwetenschappen: 1ste leerjaar: 2 lestijden/week, 2de leerjaar: 2 lestijden/week<br />

VISIE<br />

Natuurwetenschappelijke vakken behoren decretaal tot de vakken van de basisvorming in de tweede<br />

graad van het secundair onderwijs.<br />

De basisvorming voor de natuurwetenschappelijke vakken heeft als belangrijke opdracht leerlingen, voor<br />

wie formeel onderwijs in deze vakken na de tweede graad ophoudt, een basis voor wetenschappelijke<br />

geletterdheid mee te geven. Deze geletterdheid inzake natuurwetenschappen moet hen toelaten om<br />

aspecten van natuurwetenschappen in haar toepassingen in de samenleving te herkennen. Ze verschaft<br />

de leerlingen kennis, vaardigheden en attitudes die zinvol zijn voor de kwaliteit van hun persoonlijk leven.<br />

Ze helpt hen deel te nemen aan oordeelsvorming en standpuntbepaling ten aanzien van<br />

maatschappelijke vraagstukken die met natuurwetenschappelijke toepassingen verband houden.<br />

De natuurwetenschappelijke basisvorming heeft voor deze leerlingen bijgevolg vooral een<br />

persoonsvormende en een op maatschappelijke participatie gerichte functie. De leerinhouden worden<br />

gekozen omwille van hun belang, herkenbaarheid en toepasbaarheid in concrete situaties waarmee<br />

leerlingen nu en in de toekomst worden geconfronteerd. Begripsvorming inzake natuurwetenschappen<br />

gebeurt op een concreet en operationeel niveau en slechts voor zover deze begrippen in<br />

ervaringsgerichte contexten functioneel zijn.<br />

Natuurwetenschappelijke kennis en inzichten worden dus niet zozeer aangebracht voor het opbouwen<br />

van een conceptuele vakstructuur of omwille van de ondersteuning die ze zouden kunnen bieden voor<br />

andere opleidingsonderdelen of vakken. Ze zijn onafhankelijk van de specifieke kenmerken van de<br />

studierichting. Ze worden geselecteerd op basis van de toegepaste, praktische of maatschappelijke<br />

contexten waarin ze worden gebruikt.<br />

Voor de tweede graad is een voornamelijk praktisch en toepassingsgericht pakket natuurwetenschappen<br />

ontwikkeld. Dit pakket heeft vooral een maatschappelijke en persoonsvomende functie waarbij de<br />

traditionele opbouw van de wetenschappen gedeeltelijk wordt verlaten. De leerplandoelstellingen worden<br />

bereikt via praktische en toegepaste contexten. Ze worden geformuleerd op een concreet operationeel<br />

beheersingsniveau. De leerinhouden worden voornamelijk kwalitatief benaderd en doen zoveel mogelijk<br />

een beroep op visuele modellen. Het onderzoekend leren is op dit beheersingsniveau en op deze eigen<br />

benadering van de leerinhouden afgestemd.<br />

Natuurwetenschappen met twee lestijden in de tweede graad bestaat uit drie modules: biologie, chemie<br />

en fysica. Naast de opgelegde basisthema’s kan de leraar thema’s in uitbreiding kiezen en voor enkele<br />

onderwerpen geïntegreerd werken.


KSO/TSO – 2de graad – opties met het majorpakket 3<br />

AV Natuurwetenschappen: 1ste leerjaar: 2 lestijden/week, 2de leerjaar: 2 lestijden/week<br />

BEGINSITUATIE<br />

1 Bepaling van de leerlingengroep<br />

Dit leerplan is bestemd voor de basisvorming, voor de studierichtingen in de tweede graad KSO en TSO,<br />

met twee lestijden natuurwetenschappen per week<br />

Indien de school (of de leerlingen) in het complementair gedeelte voor een optie met het minorpakket (=<br />

een lestijd per week) een tweede lestijd Natuurwetenschappen kiest, zal dit leerplan van het majorpakket<br />

voor twee lestijden per week gevolgd worden.<br />

Gezien de specifieke benaderingswijze en de accenten die gelegd worden is een samenzetting met<br />

leerlingen die de twee-urige cursus natuurwetenschappen volgen moeilijk.<br />

Om de veiligheid bij het uitvoeren van leerlingenproeven niet in het gedrang te brengen is het<br />

aangewezen dat het aantal leerlingen niet meer dan 20 bedraagt.<br />

De leraar oordeelt of hij, rekening houdend met het aantal leerlingen, met de uitrusting van zijn<br />

laboratorium en de aard van de te gebruiken toestellen en producten, de door het leerplan<br />

voorgeschreven demonstratie- en leerlingenproeven zonder gevaar kan uitvoeren of laten uitvoeren.<br />

Indien hij oordeelt dat voorhanden zijnde uitrusting gevaar voor hemzelf of voor de leerlingen oplevert,<br />

verwittigt hij onmiddellijk het instellingshoofd, die de nodige maatregelen treft om de activiteiten in<br />

normale omstandigheden te laten doorgaan.<br />

Wegens de sequentiële opbouw van de leerstof is verticale samenzetting uitgesloten.<br />

2 Beginsituatie<br />

Als beginsituatie wordt uitgegaan van het feit dat de leerlingen die de tweede graad aanvatten de<br />

minimumdoelstellingen van de eerste graad (A-stroom) hebben bereikt.<br />

Leerlingen hebben lang voor de aanvang van de tweede graad al vanuit hun dagelijkse omgang met<br />

natuurwetenschappen op een intuïtieve wijze concepten uit de natuurwetenschappen leren gebruiken. In<br />

het leergebied wereldoriëntatie in het basisonderwijs en technologische opvoeding en biologie in de<br />

eerste graad werden al stappen gezet naar het correct leren hanteren van deze concepten in concrete<br />

contexten. In de tweede graad worden deze begrippen verder uitgebouwd en wordt hun toepassingsgebied<br />

verruimd. De nadruk wordt nu gelegd op het herkennen en kwalitatief leren hanteren van<br />

natuurwetenschappelijke begrippen in herkenbare situaties. Belangrijk is ook dat de voortgang in de<br />

conceptontwikkeling wordt ondersteund door het gelijktijdig afbouwen van de alternatieve of intuïtieve<br />

concepties die soms zeer hardnekkig kunnen zijn.<br />

Alle leerlingen hebben in de eerste graad een basisvorming Biologie (1 lestijd/week, zowel in het eerste<br />

als in het tweede leerjaar) en Fysica (1 lestijd/week in het tweede leerjaar) gevolgd. Naast een aantal<br />

basisvaardigheden, zoals raadplegen van naslagwerken, gericht waarnemen en waarnemingen grafisch<br />

weergeven, omgaan met materialen en instrumenten, (bv. microscoop), leerstof verwerken, werden in de<br />

eerste graad volgende leerinhouden behandeld:<br />

Biologie: biotoopstudie, voortplanting van zaadplanten, mens en gezondheid (steun en beweging,<br />

voortplanting, groei en ontwikkeling, voeding en vertering, ademhaling, bloedsomloop,<br />

uitscheiding)<br />

Fysica: algemene eigenschappen van de stof, aggregatietoestanden en overgangen, temperatuur<br />

en temperatuurmetingen, licht en de voortplanting van het licht, eigenschappen van licht zoals<br />

terugkaatsing en breking, vlakke spiegels en lenzen.<br />

Door het invoeren van leerlingenproeven werden bij de leerlingen eveneens vaardigheden en<br />

attitudes ontwikkeld die dan in de tweede graad tot verdere ontplooiing kunnen komen.<br />

Ook in de technologische opvoeding van de eerste graad, waarvoor de leerlingen de eindtermen hebben<br />

bereikt, kwamen reeds diverse onderwerpen aan bod zoals krachten en overbrenging ervan, energie,<br />

elektrische schakelingen, eenheden en toepassingen van elektriciteit.<br />

Al deze voorkennis is voldoende om aan te sluiten bij de natuurwetenschappen van de tweede graad.


KSO/TSO – 2de graad – opties met het majorpakket 4<br />

AV Natuurwetenschappen: 1ste leerjaar: 2 lestijden/week, 2de leerjaar: 2 lestijden/week<br />

ALGEMENE DOELSTELLINGEN<br />

Deze doelstellingen stemmen overeen met eindtermen die gelden voor het geheel van de natuur-<br />

wetenschappen in de 2de graad TSO en KSO en worden met G aangeduid.<br />

Ze worden op een voor de tweede graad aangepast beheersingsniveau aangeboden. Ze worden, telkens<br />

waar mogelijk, in concrete lesdoelstellingen omgezet. Ze worden met G aangeduid.<br />

1 Onderzoekend leren<br />

Met betrekking tot een concreet natuurwetenschappelijk of toegepast natuurwetenschappelijk probleem,<br />

vraagstelling of fenomeen, kunnen de leerlingen<br />

G1 relevante parameters of gegevens aangeven en hierover doelgericht informatie opzoeken;<br />

G2 een eigen hypothese (bewering, verwachting) formuleren en aangeven waarop deze steunt;<br />

G3 omstandigheden die een waargenomen effect kunnen beïnvloeden, inschatten;<br />

G4 resultaten van experimenten en waarnemingen afwegen tegenover de te verwachte resultaten,<br />

rekening houdende met de omstandigheden die de resultaten kunnen beïnvloeden;<br />

G5 experimenten of waarnemingen in klassituaties met situaties uit de leefwereld verbinden;<br />

G6 doelgericht, vanuit een hypothese of verwachting, waarnemen;<br />

G7 alleen of in groep waarnemings- en andere gegevens mondeling of schriftelijk verwoorden;<br />

G8 alleen of in groep, een opdracht uitvoeren en er een verslag over uitbrengen;<br />

G9 informatie over op elektronische dragers raadplegen en verwerken;<br />

G10 een fysisch, chemisch of biologisch verschijnsel of proces met behulp van een model voorstellen<br />

en uitleggen;<br />

G11 in het kader van een experiment een meettoestel aflezen;<br />

G12 samenhangen in schema’s of andere ordeningsmiddelen weergeven.<br />

2 Wetenschap en samenleving<br />

De leerlingen kunnen<br />

G13 voorbeelden geven van mijlpalen in de historische en conceptuele ontwikkeling van de<br />

natuurwetenschappen en ze in een tijdskader plaatsen;<br />

G14 de wisselwerking tussen de natuurwetenschappen, de technologische ontwikkeling en de<br />

leefomstandigheden van de mens met een voorbeeld illustreren;<br />

G15 een voorbeeld geven van positieve en nadelige (neven)effecten van natuurwetenschappelijke<br />

toepassingen;<br />

G16 met een voorbeeld sociale en ecologische gevolgen van natuurwetenschappelijke toepassingen<br />

illustreren;<br />

G17 met een voorbeeld illustreren dat economische en ecologische belangen de ontwikkeling van de<br />

natuurwetenschappen kunnen richten, bevorderen of vertragen;<br />

G18 met een voorbeeld verduidelijken dat natuurwetenschappen behoren tot cultuur, nl. verworven<br />

opvattingen die door meerdere personen worden gedeeld en die aan anderen overdraagbaar zijn;<br />

G19 met een voorbeeld de ethische dimensie van natuurwetenschappen illustreren en een eigen<br />

standpunt daaromtrent argumenteren;


KSO/TSO – 2de graad – opties met het majorpakket 5<br />

AV Natuurwetenschappen: 1ste leerjaar: 2 lestijden/week, 2de leerjaar: 2 lestijden/week<br />

G20 het belang van natuurwetenschappen (biologie, chemie, fysica) in het beroepsleven illustreren;<br />

G21 natuurwetenschappelijke kennis veilig en milieubewust toepassen bij dagelijkse activiteiten en<br />

observaties.<br />

3 Attitudes<br />

De leerlingen<br />

G22* zijn gemotiveerd om een eigen mening te verwoorden;<br />

G23* houden rekening met de mening van anderen;<br />

G24* zijn bereid om resultaten van zelfstandige opdrachten objectief voor te stellen;<br />

G25* zijn bereid om samen te werken;<br />

G26* onderscheiden feiten van meningen of vermoedens;<br />

G27* beoordelen eigen werk en werk van anderen kritisch en objectief;<br />

G28* trekken conclusies die ze kunnen verantwoorden;<br />

G29* hebben aandacht voor het correcte en nauwkeurige gebruik van wetenschappelijke terminologie,<br />

symbolen, eenheden en data;<br />

G30* zijn ingesteld op het veilig en milieubewust uitvoeren van een experiment;<br />

G31* houden zich aan de instructies en voorschriften bij het uitvoeren van opdrachten;<br />

G32* hebben aandacht voor de eigen gezondheid en die van anderen.<br />

Met het oog op de controle door de inspectie werden de attitudes met een * aangeduid.<br />

De voorbeelden die vermeld worden in de methodologische wenken zijn illustratief.<br />

Omwille van de leesbaarheid worden de leerplandoelstellingen, de leerinhouden en de<br />

methodologische wenken in afzonderlijke cellen geplaatst per hoofdstuk.<br />

Binnen deze cellen werd getracht de horizontale lezing zoveel mogelijk door te trekken. Daarom<br />

dient elke blok als een geheel te worden beschouwd.<br />

Uitbreidingsdoelstellingen zijn met een U aangeduid.


KSO/TSO – 2de graad – opties met het majorpakket 6<br />

AV Natuurwetenschappen: 1ste leerjaar: 2 lestijden/week, 2de leerjaar: 2 lestijden/week<br />

LEERPLANDOELSTELLINGEN / LEERINHOUDEN / SPECIFIEKE WENKEN<br />

module fysica<br />

De onderwerpen 1 tot en met 6 worden bij voorkeur in het eerste leerjaar behandeld, de onderwerpen 7 tot en met 10 in het tweede leerjaar.<br />

1 Materie, ruimte en tijd (ca. 2 lestijden)<br />

ET Leerplandoelstellingen<br />

De leerlingen kunnen<br />

het vak fysica situeren binnen de<br />

natuurwetenschappen<br />

de hoofdgrootheden en hoofdeenheden van<br />

het S.I.-eenhedenstelsel benoemen.<br />

omzettingen tussen verschillende eenheden<br />

van een zelfde grootheid maken.<br />

Wat is fysica<br />

Leerinhouden Specifieke wenken<br />

Lengtemetingen: Van atoom tot<br />

kosmos.<br />

Lengtemeting.<br />

De eenheid van afstand: de meter.<br />

Volumemeting.<br />

met een balans een massa bepalen Massametingen: het begrip massa.<br />

Meten met een balans.<br />

De eenheid van massa: kilogram.<br />

Met de chronometer een tijdsverloop bepalen Tijdmetingen: de eenheid van tijd: de<br />

seconde.<br />

Meten met de chronometer.<br />

Relatie tussen fysica, technotogie en<br />

leefomstandigheden<br />

Korte herhaling: S.I.-eenhedenstelsel met<br />

hoofdeenheden invoeren.<br />

Microscopische en macroscopische afmetingen: atoom,<br />

planeet, sterren, melkwegstelsel.<br />

Enkele toestellen om afstanden te meten bespreken.<br />

Volumes meten in milliliter – Omzetting naar cm 3 en m 3 .<br />

Er op wijzen dat massa en gewicht verschillende<br />

begrippen zijn.<br />

Demonstratie.<br />

Invoeren van een eenvoudige definitie.<br />

Enkele bewegingen in de ruimte die onze tijdseenheid<br />

hebben bepaald.<br />

Voorbeelden van zeer kleine en zeer grote tijdsverlopen.


KSO/TSO – 2de graad – opties met het majorpakket 7<br />

AV Natuurwetenschappen: 1ste leerjaar: 2 lestijden/week, 2de leerjaar: 2 lestijden/week<br />

met eenvoudige meetinstrumenten metingen<br />

uitvoeren.<br />

2 Atoom en kernmodel (ca. 2 lestijden)<br />

Begrip dichtheid als verhouding tussen<br />

massa en volume:<br />

ρ = m/V.<br />

Eenheid: g/cm 3 en kg/m 3 .<br />

Leerlingenproef: meten van de massa en het volume van<br />

verschillende voorwerpen uit dezelfde stof en uit<br />

verschillende stoffen.<br />

Berekenen van de verhouding tussen de massa en het<br />

volume.<br />

Gebruik ook stoffen waarvan de dichtheid kleiner is dan<br />

deze van water (zie hydrostatica).<br />

ET Leerplandoelstellingen Leerinhouden Specifieke wenken<br />

voorbeelden geven van belangrijke mijlpalen in<br />

de historische en conceptuele ontwikkeling van<br />

de fysica en ze in een tijdskader plaatsen.<br />

Atoommodel.<br />

Eenvoudig model van<br />

elektronenverdeling in elektronenwolk.<br />

Kernmodel.<br />

Atoommodel op eenvoudige manier aanbrengen: model<br />

van Thomson en van Rutherford - Bohr.<br />

De verdeling van elektronen over schillen<br />

(energieniveaus) op eenvoudige manier aanbrengen.<br />

Kernmodel op eenvoudige manier aanbrengen: bouw<br />

van de kern, kerndeeltjes, isotopen, massagetal,<br />

ladingsgetal.


KSO/TSO – 2de graad – opties met het majorpakket 8<br />

AV Natuurwetenschappen: 1ste leerjaar: 2 lestijden/week, 2de leerjaar: 2 lestijden/week<br />

3 Elektromagnetische straling (ca. 2 lestijden)<br />

ET Leerplandoelstellingen Leerinhouden Specifieke wenken<br />

de belangrijkste gebieden van het<br />

elektromagnetisch spectrum opnoemen.<br />

de eigenschappen en effecten van<br />

elektromagnetische straling beschrijven en de<br />

bronnen aangeven.<br />

Elektromagnetische straling:<br />

• volledig elektromagnetisch<br />

spectrum<br />

• aangeven waar het zichtbare<br />

gebied zich bevindt.<br />

Elektromagnetische straling:<br />

• ontstaan<br />

• bronnen<br />

• effecten<br />

De leerlingen zullen, samen met de leerkracht, bronnen<br />

raadplegen op zoek naar gegevens over<br />

elektromagnetische straling.<br />

Begrippen golflengte en frequentie invoeren.<br />

Uit praktische voorbeelden komen tot gekende<br />

elektromagnetische stralingen (volledig overzicht),<br />

inbegrepen radiogolven, microgolven, IR, UV, γ-stralen,<br />

röntgenstralen.<br />

UV-factor<br />

Elektromagnetische straling ordenen volgens<br />

energiewaarden (gevaar), beveiliging.<br />

Uitleggen dat de aanwezigheid van een middenstof niet<br />

vereist is.<br />

Zonnestraling. Vanuit het effect van zonnestralen komen<br />

tot de drie soorten straling: zichtbare, IR en UV.<br />

UV en IR bespreken als elektromagnetische straling<br />

buiten de grenzen van het zichtbare spectrum.<br />

Röntgenstralen bespreken als elektromagnetische<br />

straling en ioniserende straling.<br />

γ-stralen bespreken als elektromagnetische straling en<br />

ioniserende straling.<br />

Verband tussen eenvoudig atoommodel en het uitzenden<br />

van elektromagnetische straling bespreken.


KSO/TSO – 2de graad – opties met het majorpakket 9<br />

AV Natuurwetenschappen: 1ste leerjaar: 2 lestijden/week, 2de leerjaar: 2 lestijden/week<br />

4 Krachten (ca. 4 lestijden) en druk (ca. 2 lestijden)<br />

ET Leerplandoelstellingen Leerinhouden Specifieke wenken<br />

een kracht als oorzaak van vervorming en als<br />

oorzaak van verandering van de<br />

bewegingstoestand van een voorwerp in een<br />

concrete situatie herkennen.<br />

een vervorming of een verandering van<br />

bewegingstoestand toeschrijven aan de<br />

werking van een kracht.<br />

het belang van het vectoriele karakter van een<br />

kracht toelichten.<br />

krachten volgens dezelfde werklijn<br />

samenstellen.<br />

krachten met verschillende werklijn<br />

samenstellen.<br />

Definitie van een kracht door zijn<br />

statische en dynamische werking.<br />

Soorten krachten in het dagelijkse<br />

leven.<br />

Meten van krachten:<br />

- bepalen van de veerconstante. (wet<br />

van Hooke)<br />

- Grafische voorstelling F ∼ l (of s).<br />

- gebruik van dynamometers.<br />

Eenheid van kracht: de newton (N).<br />

Kracht als wisselwerking: actie en<br />

reactie.<br />

Vectorvoorstelling van een kracht.<br />

Zwaartekracht.<br />

Samenstellen van krachten volgens<br />

dezelfde werklijn en hetzelfde<br />

aangrijpingspunt met dezelfde zin en<br />

met tegengestelde zin.<br />

Samenstellen van hoekmakende<br />

krachten met hetzelfde<br />

aangrijpingspunt.<br />

Grafisch oplossen van oefeningen op<br />

het samenstellen van hoekmakende<br />

krachten en ontbinden van krachten.<br />

Aanbrengen aan de hand van praktische voorbeelden uit<br />

de leefwereld van de leerlingen (bv. botsingen tussen<br />

voertuigen).<br />

Bv. spierkracht, zwaartekracht, wrijvingskracht,<br />

windkracht, krachten in de sport, parachutisme,<br />

opwaartse stuwkracht (alleen bestaan ervan aantonen).<br />

Experimenteel de relatie F ∼ l (of s) nagaan.<br />

De newton (N) invoeren zonder definitie.<br />

Uit eenvoudige proef de begrippen actie en reactie<br />

afleiden.<br />

Voorbeelden uit de sport.<br />

Definiëren van grootte, richting, zin en aangrijpingspunt.<br />

Krachtvectoren tekenen.<br />

Schaalverdeling aanleren.<br />

Richting en zin van de zwaartekracht bespreken.<br />

Verband tussen massa en zwaartekracht:<br />

evenredigheidsfactor 9,8 N/kg (Fzw = m . 9,8 N/kg).<br />

Gewicht als gevolg van zwaartekracht.<br />

De leerlingen leren krachten samenstellen via<br />

experimenten (dynamometers, touw,...) en voorbeelden<br />

(parachutist, opwaarts gooien, touwtrekken,...).<br />

Experimenteel afleiden dat de resultante van twee<br />

hoekmakende krachten wordt gegeven door de<br />

diagonaal van het parallellogram van de samenstellende<br />

krachten.<br />

Voorbeelden uit het verkeer: invloed van de wind.


KSO/TSO – 2de graad – opties met het majorpakket 10<br />

AV Natuurwetenschappen: 1ste leerjaar: 2 lestijden/week, 2de leerjaar: 2 lestijden/week<br />

ET Leerplandoelstellingen Leerinhouden Specifieke wenken<br />

het verband tussen kracht en druk illustreren bij<br />

vaste voorwerpen.<br />

5 Hydro- en aërostatica (ca. 4 lestijden)<br />

Het begrip druk<br />

Eenheid: pascal.<br />

Experimenteel vaststellen dat F/A = cte.<br />

Laten inzien dat de uitwerking van een constante kracht<br />

omgekeerd evenredig is met de oppervlakte waarop ze<br />

werkt<br />

Verband met gevolgen van verkeersongelukken<br />

aangeven (airbag, scherpe randen,...).<br />

De pascal (Pa) invoeren als N per m².<br />

Aanbrengen van afgeleide eenheden: bar, millibar.<br />

ET Leerplandoelstellingen. Leerinhouden Specifieke wenken<br />

het begrip druk in een vloeistof beschrijven Kracht en druk in een vloeistof ten<br />

gevolge van de zwaartekracht.<br />

het begrip atmosferische druk omschrijven en<br />

verklaren<br />

kunnen voorbeelden geven van<br />

gewichtverminderingen in vloeistoffen<br />

zinken, zweven en stijgen van een voorwerp,<br />

ondergedompeld in een vloeistof of een gas<br />

verklaren en met voorbeelden illustreren<br />

Druk uitgeoefend door een gas<br />

aantonen en meten<br />

Kinetische verklaring.<br />

Stuwkracht op ondergedompelde<br />

lichamen.<br />

Wet van Archimedes.<br />

Krachten op ondergedompelde<br />

lichamen.<br />

Toepassingen:<br />

- zinken, zweven, stijgen en drijven in<br />

water<br />

- luchtballons.<br />

Experimenteel aantonen van de druk in vloeistoffen<br />

(beperken tot water)<br />

Experimenteel aantonen van de druk uitgeoefend door<br />

een gas (beperken tot lucht)<br />

Experimenteel aantonen van de stuwkracht in water<br />

(alleen kwalitatief, geen formules)<br />

Ondergedompelde lichamen ondervinden twee<br />

evenwijdige krachten met tegengestelde zin: de<br />

zwaartekracht en de opwaartse stuwkracht.<br />

Aantonen met experimenten: laten inzien dat de<br />

dichtheid van een stof bepaalt dat een voorwerp zal<br />

zinken of stijgen<br />

Waarom drijven schepen?


KSO/TSO – 2de graad – opties met het majorpakket 11<br />

AV Natuurwetenschappen: 1ste leerjaar: 2 lestijden/week, 2de leerjaar: 2 lestijden/week<br />

6 Beweging en verkeer (ca. 7 lestijden)<br />

ET Leerplandoelstellingen Leerinhouden Specifieke wenken<br />

de relativiteit van rust en beweging illustreren<br />

met voorbeelden uit de eigen leefwereld.<br />

bij een eenparige, rechtlijnige beweging, de<br />

tijdsduur, de afgelegde weg en de snelheid<br />

berekenen.<br />

bij snelheidsverandering van een voertuig de<br />

traagheidsaspecten verwoorden en het belang<br />

van veiligheidsvoorzieningen zoals<br />

veiligheidsgordel en airbag toelichten.<br />

kracht en tijdsduur in verband brengen met de<br />

snelheidsverandering van een massa en de<br />

invloed van de tijdsduur op de grootte van de<br />

kracht berekenen<br />

Rust en beweging als relatieve<br />

begrippen.<br />

Studie van de eenparige beweging:<br />

- experimentele studie<br />

- definitie van snelheid<br />

- formule v = s / t<br />

- eenheid van snelheid: m/s, km/h<br />

- grafische voorstelling: (s, t)-grafiek.<br />

Eenvoudige vraagstukjes op v, s en t.<br />

Eerste wet van Newton<br />

(traagheidswet).<br />

Studie van veranderlijke bewegingen<br />

- verandering van snelheid door een<br />

tangentiële kracht<br />

- toename van de snelheid door een<br />

kracht in de zin van de beweging =<br />

versnelde beweging<br />

- afname van de snelheid door een<br />

kracht in tegengestelde zin van de<br />

beweging = vertraagde beweging<br />

- snelheid in functie van de tijd bij<br />

een vertraagde beweging met<br />

constante snelheidsafname.<br />

- Verband tussen afgelegde weg en<br />

beginsnelheid bij een vertraagde<br />

2<br />

beweging: s ∼ v0 .<br />

Voorbeelden uit eigen leefwereld van leerlingen.<br />

We gaan hier uit van s0 = 0 en t0 = 0,<br />

zodat ∆s = s en ∆t = t.<br />

Aanleren van vaardigheid in het meten van afstanden en<br />

tijd. Snelheid als constante verhouding tussen s en t.<br />

Omzettingen kunnen uitvoeren. Aandacht besteden aan<br />

nauwkeurig tekenen van grafieken.<br />

Aanbrengen via experimenten. Belang van deze wet<br />

onderstrepen bij stoppen of vertrekken van voertuigen.<br />

Veiligheidsvoorzieningen zoals veiligheidsgordel en<br />

airbag bespreken.<br />

Werken met concrete voorbeelden.<br />

Voorbeeld: de verticale worp (geen formules)<br />

Tekenen van een (v, t)-grafiek.<br />

Aan de hand van een concreet voorbeeld: remafstand<br />

van een voertuig bij één welbepaalde omstandigheid<br />

(gegevens te halen uit tabellen).


KSO/TSO – 2de graad – opties met het majorpakket 12<br />

AV Natuurwetenschappen: 1ste leerjaar: 2 lestijden/week, 2de leerjaar: 2 lestijden/week<br />

ET Leerplandoelstellingen Leerinhouden Specifieke wenken<br />

het effect van kracht en massa op<br />

snelheidsverandering verwoorden<br />

de stopafstand van een voertuig in verband<br />

brengen met snelheid, reactietijd en andere<br />

externe factoren<br />

Verband tussen kracht, massa en<br />

snelheidsverandering.<br />

Berekenen van de invloed van de<br />

tijdsduur op de grootte van de kracht bij<br />

een stoot.<br />

De stopafstand van een voertuig:<br />

- reactietijd<br />

- reactieafstand<br />

- remafstand<br />

- invloed van externe factoren op de<br />

remafstand.<br />

Stopafstand = reactieafstand +<br />

remafstand.<br />

Laten inzien dat een grotere kracht bij constante massa<br />

een grotere snelheidsverandering geeft.<br />

Laten inzien dat een grotere massa bij een constante<br />

kracht een kleinere snelheidsverandering geeft.<br />

Toepassen op de remafstand van voertuigen.<br />

Toepassing: kreukelzones van voertuigen.<br />

De leerlingen laten inzien dat tussen het waarnemen van<br />

een gebeurtenis en het uitvoeren van een actie een<br />

zekere tijd verloopt: de reactietijd.<br />

In deze reactietijd legt een bewegend voertuig een<br />

zekere afstand af: reactieafstand (eenparige beweging).<br />

De remafstand hangt af van beginsnelheid en<br />

snelheidsverandering. De remsnelheid hangt af van<br />

remkracht en massa van het voertuig. De remkracht<br />

wordt beïnvloed door de toestand van het wegdek.<br />

Gebruik internet om reactietijd te meten.


KSO/TSO – 2de graad – opties met het majorpakket 13<br />

AV Natuurwetenschappen: 1ste leerjaar: 2 lestijden/week, 2de leerjaar: 2 lestijden/week<br />

7 Arbeid, energie en vermogen (ca. 5 lestijden)<br />

ET Leerplandoelstellingen Leerinhouden Specifieke wenken<br />

het begrip arbeid correct gebruiken en in<br />

concrete situaties omschrijven. µ<br />

Arbeid berekenen bij een constante kracht die<br />

evenwijdig is met de verplaatsing.<br />

Het begrip vermogen correct gebruiken en in<br />

concrete situaties omschrijven.<br />

Het vermogen berekenen bij een geleverde<br />

arbeid.<br />

Het begrip energie correct gebruiken en in<br />

concrete situaties omschrijven.<br />

mechanische energie en andere<br />

energievormen herkennen en aangeven in<br />

concrete situaties.<br />

mechanische energie en andere<br />

energievormen herkennen en aangeven in<br />

concrete situaties.<br />

de potentiële en kinetische energie van een<br />

voorwerp berekenen in het zwaarteveld van de<br />

aarde.<br />

Het begrip arbeid.<br />

Arbeid verricht door een constant<br />

blijvende kracht.<br />

Formule: W = F.s<br />

Eenheid: joule (J of N.m)<br />

Het begrip vermogen<br />

Formule: P = W/t<br />

Eenheid: watt<br />

Het kilowattuur als eenheid van arbeid.<br />

Verband kWh – J<br />

Het begrip energie.<br />

Arbeid wordt geleverd door een<br />

vermindering van de energie van een<br />

voorwerp.<br />

Eenheid: joule. ( J of N.m)<br />

Mechanische energie en andere<br />

energiesoorten<br />

Mechanische energie en andere<br />

energiesoorten.<br />

Formules voor de potentiële energie in<br />

het zwaarteveld van de aarde (zwaarteenergie)<br />

en de kinetische energie:<br />

Ep = m.g.h<br />

Ek = ½.m.v²<br />

Er op wijzen dat het fysisch begrip arbeid niet altijd<br />

overeenkomt met wat we onder arbeid verstaan in de<br />

gewone omgangstaal.<br />

Symbool voor arbeid: W<br />

Het verschil inzien tussen arbeid en vermogen.<br />

Experimenteel meten van het vermogen van een<br />

persoon.<br />

Symbool voor vermogen: P<br />

1 W = 1 J/s<br />

Laten inzien dat de kWh een eenheid van arbeid is:<br />

1 kWh = 3.600.000 J.<br />

Het verband tussen arbeid en energie uitleggen met<br />

behulp van voorbeelden uit de leefwereld van de<br />

leerlingen.<br />

Symbool voor energie: E<br />

Voorbeelden van energievormen opzoeken: proeven met<br />

stoompistool, zonnecel, elektrische motor, batterij en<br />

lampje<br />

Voorbeelden van potentiële en kinetische energie<br />

opzoeken.<br />

We voeren proefjes uit met stoompistool, zonnecel,<br />

elektrisch motortje, batterij en lampje en kunnen zo<br />

voorbeelden van potentiële en kinetische energie<br />

opzoeken<br />

Formules voor potentiële en kinetische energie geven en<br />

met voorbeelden illustreren.<br />

Eenvoudige vraagstukjes op arbeid, energie en<br />

vermogen.


KSO/TSO – 2de graad – opties met het majorpakket 14<br />

AV Natuurwetenschappen: 1ste leerjaar: 2 lestijden/week, 2de leerjaar: 2 lestijden/week<br />

ET Leerplandoelstellingen Leerinhouden Specifieke wenken<br />

de wet van behoud van energie algemeen<br />

formuleren en illustreren met concrete<br />

voorbeelden.<br />

Behoud van mechanische energie.<br />

Uitbreiden tot andere energievormen.<br />

Opstellen van een keten van<br />

energieomzettingen.<br />

Uitgaan van een vallende knikker.<br />

Duurzame energievormen<br />

Contexten: een ritje in het pretpark, bungee jumping.


KSO/TSO – 2de graad – opties met het majorpakket 15<br />

AV Natuurwetenschappen: 1ste leerjaar: 2 lestijden/week, 2de leerjaar: 2 lestijden/week<br />

8 Radioactiviteit (ca. 3 lestijden)<br />

ET Leerplandoelstellingen Leerinhouden Specifieke wenken<br />

vanuit een atoom- en kernmodel de<br />

verschillende soorten straling uit de<br />

atoomkern beschrijven en hun ioniserende en<br />

doordringende eigenschappen aangeven.<br />

het verval van een onstabiel atoom in<br />

verband brengen met het begrip halveringstijd<br />

en met concrete voorbeelden illustreren.<br />

het relatieve aandeel van natuurlijke en<br />

kunstmatige straling en de oorsprong van<br />

deze straling beschrijven.<br />

Straling uit de atoomkern<br />

α-, β- en γ-stralen: massa, lading<br />

Radioactief verval: omschrijving,<br />

halveringstijd, activiteit.<br />

Eenheid van activiteit (becquerel, Bq)<br />

Natuurlijke en kunstmatige straling:<br />

procentuele verdeling.<br />

Begrip achtergrondstraling.<br />

De leerlingen zullen, samen met de leerkracht, bronnen<br />

raadplegen op zoek naar gegevens over radioactiviteit<br />

Soorten: α-, β- en γ-stralen (aard, massa, lading)<br />

Doordringingvermogen zo mogelijk experimenteel<br />

aantonen.<br />

Bestraling van bijvoorbeeld voedsel bespreken.<br />

Radioactief verval grafisch voorstellen en halveringstijd<br />

aanduiden.<br />

Voorbeelden geven van halveringstijden.<br />

Definitie van de eenheid becquerel (aantal desintegraties<br />

per seconde).<br />

Problematiek: effect van radioactieve straling hangt van<br />

– hoeveelheid<br />

– halveringstijd.<br />

Als toepassing bijvoorbeeld de 14 C dateringsmethode<br />

bespreken.<br />

Uitleggen dat niet alle ioniserende of radioactieve straling<br />

kunstmatig is (kosmische straling, 14 C).<br />

“Radioactiviteit vanuit de aarde” bespreken als voorbeeld<br />

van natuurlijke straling: huizenbouw (gips, baksteen).<br />

“Elektriciteitsproductie uit kernenergie” en “kernwapens”<br />

bespreken als voorbeelden van kunstmatige straling.<br />

Maatschappelijke impact van radioactiviteit bespreken.<br />

Eventueel: problematiek van radioactief afval<br />

behandelen.<br />

Bezoek brengen aan kerncentrale Doel, NIRAS.<br />

Beveiligingsmaatregelen tegen ioniserende straling<br />

bespreken: afstand, tijd, afscherming.


KSO/TSO – 2de graad – opties met het majorpakket 16<br />

AV Natuurwetenschappen: 1ste leerjaar: 2 lestijden/week, 2de leerjaar: 2 lestijden/week<br />

9 Ioniserende straling (ca. 2 lestijden)<br />

ET Leerplandoelstellingen: Leerinhouden Specifieke wenken<br />

medische en industriële toepassingen van<br />

ioniserende straling beschrijven.<br />

enkele methoden beschrijven om ioniserende<br />

straling te detecteren.<br />

Ioniserende straling: medische en<br />

industriële toepassingen.<br />

De leerlingen zullen, samen met de leerkracht, bronnen<br />

raadplegen op zoek naar gegevens over ioniserende<br />

straling.<br />

Röntgenonderzoek, gammastralen, rookdetector, tracers.<br />

Ioniserende straling: detectiemethoden. Detectieapparatuur bespreken: bijvoorbeeld silicium<br />

detectoren, Geiger-Müller, badge, nevelkamer van<br />

Wilson, bellenvat.


KSO/TSO – 2de graad – opties met het majorpakket 17<br />

AV Natuurwetenschappen: 1ste leerjaar: 2 lestijden/week, 2de leerjaar: 2 lestijden/week<br />

module chemie<br />

eerste leerjaar<br />

De leerlingen kunnen:<br />

Leerplandoelstellingen Leerinhouden Specifieke wenken<br />

- de chemie in algemene termen als natuurwetenschap<br />

beschrijven;<br />

- aangeven wat de chemie bestudeert;<br />

- door voorbeelden illustreren dat men de chemie zowel<br />

ten goede als ten kwade kan toepassen;<br />

- de rol van chemici in het beroepsleven illustreren;<br />

- studie- en beroepsmogelijkheden in verband met<br />

chemie opnoemen en er enkele algemene kenmerken<br />

van aangeven;<br />

- aantonen dat het laboratorium centraal staat in de<br />

empirische wetenschap chemie;<br />

- een aantal praktische tips opsommen om veilig en<br />

verantwoord te werken in het laboratorium;<br />

1 Stoffen en mengsels<br />

1.1 Wat is chemie?<br />

Chemie als natuurwetenschap<br />

Chemie als beroep<br />

Het laboratorium<br />

1 Stoffen en mengsels: ca. 3 lestijden<br />

Contextgebied: chemie is overal<br />

Er kan vertrokken worden vanuit het idee dat leerlingen zelf<br />

over chemie hebben en de vertoning van de video ‘Chemie<br />

voor vandaag en morgen’ van SIREV.<br />

Mogelijk contexten:<br />

- onderzoek van de omgeving<br />

- geneesmiddelen, huishoudproducten, …<br />

- wapens, giftige stoffen, drugs,…<br />

- kunststoffen versus natuurproducten.<br />

Studie- en beroepsmogelijkheden kunnen o.a. bij de<br />

Federatie van de Chemische Nijverheid: www.fedichem.be/<br />

en bij de Koninklijke Vlaamse Chemische Vereniging<br />

bekomen worden.<br />

Bij elk experiment moet rekening gehouden worden met de<br />

nodige veiligheidsmaatregelen.<br />

Voor praktische tips rond ‘Veiligheid in de schoollaboratoria’:<br />

www.gemeenschapsonderwijs.be/pbd/


U<br />

U<br />

KSO/TSO – 2de graad – opties met het majorpakket 18<br />

AV Natuurwetenschappen: 1ste leerjaar: 2 lestijden/week, 2de leerjaar: 2 lestijden/week<br />

Leerplandoelstellingen Leerinhouden Specifieke wenken<br />

- aan de hand van een aantal dagelijkse gebruiksvoorwerpen<br />

het onderscheid uitleggen tussen een<br />

voorwerp en de stof(fen) waaruit dat voorwerp bestaat;<br />

- een aantal belangrijke fysische eigenschappen<br />

van stoffen opsommen;<br />

- het verschil tussen fysische en chemische<br />

eigenschappen van een stof verwoorden;<br />

- aangeven dat stoffen door fysische en chemische<br />

eigenschappen van elkaar verschillen;<br />

- met een voorbeeld uitleggen wat een oplossing is;<br />

- met een voorbeeld uitleggen wat een emulsie is;<br />

- met een voorbeeld uitleggen wat een emulgator is;<br />

- met een voorbeeld uitleggen wat een suspensie is;<br />

- aan de hand van bovenstaande en andere<br />

voorbeelden uitleggen wat het verschil is tussen<br />

een homogeen en heterogeen mengsel;<br />

- mengsels onderscheiden van zuivere stoffen aan de<br />

hand van gegeven of van waargenomen fysische<br />

eigenschappen;<br />

1.2 Voorwerpen en stoffen<br />

1.3 Fysische en chemische<br />

eigenschappen<br />

1.4 Mengsels<br />

In het vak ‘Technologische opvoeding’ in de eerste graad is<br />

reeds aandacht besteed aan grondstoffen, materialen en<br />

voorwerpen.<br />

Mogelijke context: stoffen herkennen<br />

De verschillen tussen stoffen zoals azijn, water, alcohol,<br />

ijzer, koper, zout, kristalsuiker, enz. zijn te omschrijven als<br />

fysische en chemische eigenschappen<br />

Mogelijke context: chemie thuis<br />

Enkele mengsels die in het dagelijkse leven voorkomen<br />

worden bij voorkeur als voorbeelden gebruikt: dranken (o.a.<br />

spuitwater, limonade, wijn,) voedingsmiddelen (o.a.<br />

mayonaise), cosmetica (o.a. huidcrèmes).<br />

Aan bv. suikerwater en jenever ziet men, zelfs met optische<br />

hulpmiddelen, niet dat het mengsels zijn; aan witbier, vette<br />

bouillon, bierschuim of melk wel.


U<br />

KSO/TSO – 2de graad – opties met het majorpakket 19<br />

AV Natuurwetenschappen: 1ste leerjaar: 2 lestijden/week, 2de leerjaar: 2 lestijden/week<br />

Leerplandoelstellingen Leerinhouden Specifieke wenken<br />

- met eenvoudig materiaal een chromatografie veilig<br />

uitvoeren;<br />

- het belang van water uitleggen;<br />

- de aggregatietoestanden van water beschrijven en<br />

verklaren door een verschillende beweeglijkheid van<br />

de samenstellende deeltjes (moleculen,...);<br />

- een verzameling van gelijke moleculen als een zuivere<br />

stof herkennen;<br />

- filtratie, indamping, destillatie, adsorptie en extractie<br />

beschrijven als belangrijkste methoden om zuivere<br />

stoffen uit mengsels te isoleren;<br />

- met eenvoudig materiaal volgende scheidings-<br />

technieken veilig uitvoeren: filtratie en/of extractie;<br />

1.5 Chromatografie<br />

2 Water<br />

2.1 Belang<br />

2.2 Aggregatietoestand<br />

2.3 Moleculen<br />

2.4 Scheiding van mengsels<br />

Bij het uitvoeren van leerlingenproeven wordt vanaf het<br />

begin gewezen op de nodige veiligheids- en milieuaspecten,<br />

door o.a. de leerlingen iedere keer de betreffende R- en Szinnen<br />

te laten opzoeken en noteren.<br />

2 Water: ca. 4 lestijden<br />

De punten 2.1 t/m 2.3 zijn herhalingen en kunnen op een<br />

lestijd behandeld worden.<br />

De waterkringloop in de natuur verklaren door de<br />

verandering van aggregatietoestanden.<br />

Het kleinste deeltje van een stof noemen we voorlopig een<br />

molecule en wordt als een bolletje voorgesteld.<br />

Het verband tussen de aggregatietoestanden en de<br />

warmtebeweging van de moleculen uitleggen.<br />

Mogelijke contexten: winning van zout uit zeewater,<br />

drinkwaterbereiding, het zetten van koffie en thee, gebruik<br />

van gasmaskers.


U<br />

U<br />

U<br />

KSO/TSO – 2de graad – opties met het majorpakket 20<br />

AV Natuurwetenschappen: 1ste leerjaar: 2 lestijden/week, 2de leerjaar: 2 lestijden/week<br />

Leerplandoelstellingen Leerinhouden Specifieke wenken<br />

- het verschil tussen hard en zacht water beschrijven;<br />

- de invloed van het zuurstofgehalte op de biologische<br />

kwaliteit van oppervlaktewater uitleggen;<br />

- de werking van een rioolwaterzuiveringsinstallatie<br />

beschrijven;<br />

- het begrip chemische reactie beschrijven en met<br />

voorbeelden illustreren;<br />

- onderscheid maken tussen enkelvoudige en<br />

samengestelde stoffen, steunend op hun verschil in<br />

chemische eigenschappen en met voorbeelden<br />

illustreren;<br />

2.5 Waterhardheid<br />

2.6 Waterkwaliteit<br />

3 Stoffen en reacties<br />

3.1 Chemische reactie<br />

3.2 Enkelvoudige en<br />

samengestelde stoffen<br />

De oorzaken van de waterhardheid, nl. de aanwezigheid<br />

van opgeloste calcium- en magnesiumzouten en de<br />

gevolgen ervan in het dagelijks leven beschrijven.<br />

Het zuurstofgehalte als belangrijke parameter voor de<br />

kwaliteit van oppervlaktewater aangeven<br />

De afvalwaterzuivering in verschillende stappen<br />

(mechanische, biologische en chemische) beschrijven.<br />

3 Stoffen en reacties: ca. 5 lestijden<br />

Als voorbeelden kunnen omzettingen van eetwaren<br />

gekozen worden, bv. bakken en braden, zuur worden van<br />

melk en wijn, gisting van deeg, rottingsprocessen.<br />

Stoffen die niet kunnen ontleed worden in andere stoffen<br />

noemt men enkelvoudige stoffen; stoffen die wel ontleed<br />

kunnen worden noemt men samengestelde stoffen.<br />

Als voorbeeld kan de ontleding van suiker door verhitting<br />

gekozen worden: er ontstaat kool en water.<br />

Water kan door elektrolyse verder ontleed worden in<br />

waterstofgas en in zuurstofgas.


U<br />

U<br />

KSO/TSO – 2de graad – opties met het majorpakket 21<br />

AV Natuurwetenschappen: 1ste leerjaar: 2 lestijden/week, 2de leerjaar: 2 lestijden/week<br />

Leerplandoelstellingen Leerinhouden Specifieke wenken<br />

- de atoomtheorie van Dalton formuleren;<br />

- enkelvoudige en samengestelde stoffen definiëren als<br />

functie van hun opbouw uit één of meer atoomsoorten<br />

of elementen en dit met voorbeelden illustreren;<br />

- het symbool schrijven als de naam gegeven is en de<br />

naam noemen als het symbool gegeven is van<br />

minstens twintig elementen;<br />

- aangeven dat de chemische symbolen universeel zijn<br />

en ook in andere schrijftalen gebruikt worden;<br />

- een stof voorstellen door haar elementformule, waarbij<br />

de elementsymbolen, gescheiden door komma’s,<br />

tussen haakjes worden geplaatst;<br />

- een chemische reactie voorstellen door een reactieschema,<br />

waarbij de uitgangsstoffen en de reactieproducten<br />

worden vermeld met hun elementformule<br />

en eventueel boven de pijl de omstandigheden worden<br />

geschreven;<br />

- in een reactieschema de toestand van de stoffen<br />

aanduiden met (v) voor vast, (vl) voor vloeibaar, (g)<br />

voor gasvormig en (aq) voor opgelost in water;<br />

3.3 Atomen, elementen,<br />

symbolen<br />

3.4 Reactieschema<br />

Als context kunnen de historische aspecten rond de<br />

atoomtheorie gekozen worden, bv. Democritos, Dalton.<br />

Atomen zijn uiterst kleine deeltjes die bij een chemische<br />

reactie niet vernietigd worden.<br />

In de natuur komen zo’n 92 atoomsoorten (elementen) voor;<br />

ze verschillen van elkaar in grootte en in massa.<br />

Elementen worden door symbolen voorgesteld.<br />

Het is aan te raden volgende symbolen te kennen: Cl, I, O,<br />

S, N, P, C, H, He, Ne, Ar, Na, Ca, Mg, Fe, Zn, Hg, Al, Pb,<br />

Cu, Ag, Au.<br />

Het voorbeeld van de ontleding van suiker kan hier verder<br />

uitgewerkt worden. Suiker (C,H,O) wordt ontleed in kool (C)<br />

en water (H,O). Water kan ontleed worden in waterstofgas<br />

(H) en zuurstofgas (O).<br />

Voorbeelden van reactieschema’s:<br />

verwarmen<br />

suiker → kool + water<br />

(C,H,O) (C) (H,O)<br />

elektrolyse<br />

water → waterstofgas + zuurstofgas<br />

(H,O)vl (H)g (O)g


U<br />

U<br />

KSO/TSO – 2de graad – opties met het majorpakket 22<br />

AV Natuurwetenschappen: 1ste leerjaar: 2 lestijden/week, 2de leerjaar: 2 lestijden/week<br />

Leerplandoelstellingen Leerinhouden Specifieke wenken<br />

- het historisch belang van het periodiek systeem<br />

toelichten;<br />

- op het periodiek systeem aanwijzen dat de elementen<br />

gerangschikt zijn volgens stijgende massa van de<br />

atomen;<br />

- op het periodiek systeem aanwijzen dat elementen die<br />

naast elkaar staan, behoren tot dezelfde periode en<br />

dat er zeven perioden zijn;<br />

- op het periodiek systeem aanwijzen dat elementen die<br />

overeenkomstige chemische eigenschappen hebben,<br />

onder elkaar staan en dus behoren tot dezelfde groep;<br />

- op het periodiek systeem afleiden dat de metalen links<br />

staan en de niet-metalen rechts;<br />

- in het periodiek systeem de groep van de edelgassen<br />

aanwijzen;<br />

- van de enkelvoudige stoffen diwaterstof, dizuurstof,<br />

trizuurstof, dichloor, diamant, grafiet, octazwavel,<br />

magnesium, aluminium, ijzer, zink, lood, koper, kwik,<br />

goud, zilver één of meer van de volgende aspecten<br />

bespreken: voorkomen, winning, bereiding, fysische<br />

eigenschappen, chemische eigenschappen,<br />

toepassingen;<br />

3.5 Periodiek systeem<br />

3.6 Kennismaking met<br />

enkelvoudige stoffen<br />

Het historisch belang van het periodiek systeem wordt<br />

uitgelegd: D. I. Mendeleev kon voorspellingen doen over het<br />

bestaan van elementen en hun eigenschappen<br />

Het onderscheid tussen a- en b-groepen wordt nu nog niet<br />

uitgelegd.<br />

Terwijl het periodiek systeem van de elementen behandeld<br />

wordt, kan de leraar tegelijkertijd voorbeelden van eigenschappen<br />

van enkelvoudige en samengestelde stoffen<br />

aanhalen (zie 3.6 en 3.7).<br />

Een Nederlandstalige versie van het periodiek systeem van<br />

de elementen, met ontdekking, voorkomen, eigenschappen,<br />

bereiding, enz. is te raadplegen op:<br />

www.periodieksysteem.com<br />

Het gebruik van edelgassen bv. in lampen toelichten.<br />

Voorbeelden :<br />

Octazwavel (S) is een gele vaste stof. Men vindt het in de<br />

grond in de omgeving van vulkanen. Het zit in de kop van<br />

een lucifer, in buskruit, in vuurwerk,... omdat het goed<br />

brandt. Vulkaniseren van rubber betekent toevoegen van<br />

zwavel om hem harder te maken. Tientallen miljoenen ton<br />

zwavel worden jaarlijks omgezet in zwavelzuur (H,S,O).<br />

Kwikmetaal (Hg) is bij kamertemperatuur het enige vloeibare<br />

metaal. Men gebruikt het in thermometers en barometers.<br />

De kleine schijfvormige batterijtjes in uurwerken bevatten<br />

ook kwikmetaal. Zilverkoper-amalgaam wordt gebruikt als<br />

tandvulling.


U<br />

U<br />

U<br />

KSO/TSO – 2de graad – opties met het majorpakket 23<br />

AV Natuurwetenschappen: 1ste leerjaar: 2 lestijden/week, 2de leerjaar: 2 lestijden/week<br />

Leerplandoelstellingen Leerinhouden Specifieke wenken<br />

- van de samengestelde stoffen waterstofchloride,<br />

(di)waterstofsulfaat, natriumhydroxide, ammoniak,<br />

calcium(di)hydroxide, natriumchloride, natriumwaterstofcarbonaat<br />

en calciumcarbonaat ten minste een<br />

toepassing, een zintuiglijk of een fysico-chemisch<br />

kenmerk aangeven;<br />

- uitleggen dat de oorsprong van een zuivere stof,<br />

natuurlijk ontstaan of synthetisch bereid, geen invloed<br />

heeft op haar eigenschappen;<br />

- de betekenis van chemische energie uitleggen;<br />

- voorbeelden aanhalen van stoffen die als bron van<br />

chemische energie gebruikt worden;<br />

- de begrippen exotherm en endotherm illustreren met<br />

voorbeelden van chemische processen;<br />

- de elektrolyse van water uitleggen;<br />

3.7 Kennismaking met<br />

samengestelde stoffen<br />

4 Verbranding en<br />

chemische energie<br />

4.1 Exotherme en endotherme<br />

reacties<br />

Voorbeelden :<br />

Waterstofchloride (H,Cl) : verwijdering van cementresten<br />

Zwavelzuur (H,S,O): accu<br />

Natriumhydroxide (Na,O,H): ontstopper van afvoerbuizen<br />

Ammoniak (N,H): ontvettingsmiddel<br />

Calciumhydroxide (Ca,O,H): bepleisteren van muren<br />

Natriumchloride (Na,Cl): keukenzout<br />

Natriumwaterstofcarbonaat (Na,H,C,O): maagzout<br />

Calciumcarbonaat (Ca,C,O): krijt, marmer<br />

4 Verbranding en chemische energie: ca. 5 lestijden<br />

De grootheid energie (eenheid joule, symbool J) herhalen<br />

en uitbreiden tot chemische energie.<br />

Exo-energetische reactie omschrijven als reacties die<br />

energie vrijmaken onder de vorm van warmte, licht of<br />

elektriciteit.<br />

Endo-energetische reacties omschrijven als reacties die<br />

energie opnemen.


U<br />

U<br />

U<br />

KSO/TSO – 2de graad – opties met het majorpakket 24<br />

AV Natuurwetenschappen: 1ste leerjaar: 2 lestijden/week, 2de leerjaar: 2 lestijden/week<br />

Leerplandoelstellingen Leerinhouden Specifieke wenken<br />

- een verbranding herkennen als een exotherme reactie;<br />

- de verbranding van een enkelvoudige stof definiëren<br />

als een reactie met zuurstofgas waarbij een oxide<br />

gevormd wordt;<br />

- de verbranding van een enkelvoudige stof in een<br />

reactieschema weergeven;<br />

- een reactie met zuurstofgas als een oxidatie<br />

beschrijven;<br />

- met eenvoudig materiaal enkele verbrandingen<br />

uitvoeren (koolstofdioxide aantonen);<br />

- kenmerken geven van zuurstofgas, ijzer, grafiet,<br />

calciumhydroxide;<br />

- de verbranding van een samengestelde stof<br />

beschrijven als een reactie met zuurstofgas waarbij<br />

verschillende oxiden gevormd worden;<br />

- de verbranding van een samengestelde stof in een<br />

reactieschema weergeven;<br />

- het onderscheid uitleggen tussen een volledige en<br />

onvolledige verbranding;<br />

- met voorbeelden en aan de hand van de begrippen<br />

molecule en atoom, uitleggen wat een formule is;<br />

4.2 Verbranding van<br />

enkelvoudige stoffen<br />

4.3 Verbranding van<br />

samengestelde stoffen<br />

4.4 Formules en<br />

reactievergelijkingen<br />

Houtskool<br />

Bij de verbranding van houtskool ontstaat er een gas dat<br />

kalkwater troebel maakt: koolstofdioxide. Houtskoolpoeder<br />

kan vanaf een bepaalde temperatuur stofexplosies<br />

veroorzaken.<br />

Steenkool<br />

In de cokesfabrieken wordt steenkool ontleed in een aantal<br />

fracties: steenkoolgas, ammoniak en teer. Het residu<br />

bestaat uit bijna zuivere kool: cokes.<br />

Gebruik van cokes in hoogovens.<br />

Aardgas<br />

Bij de verbranding van aardgas ontstaan er water en<br />

koolstofdioxide.<br />

Bij zeer snelle verbranding van aardgas treedt er een<br />

explosie op.<br />

Bij de onvolledige verbranding van aardgas blijven er<br />

gloeiende kooldeeltjes over, die de vlam geel kleuren.<br />

Daarnaast kan het zeer giftige koolstofmonoxide ontstaan.<br />

Uit bv. vergelijking van koolstofdioxide en koolstofmonoxide<br />

blijkt dat de elementformule (C,O) niet genoeg informatie<br />

verschaft om deze stoffen te kunnen onderscheiden.


U<br />

U<br />

U<br />

KSO/TSO – 2de graad – opties met het majorpakket 25<br />

AV Natuurwetenschappen: 1ste leerjaar: 2 lestijden/week, 2de leerjaar: 2 lestijden/week<br />

Leerplandoelstellingen Leerinhouden Specifieke wenken<br />

- een eenvoudige verbrandingsreactie corpusculair<br />

voorstellen, symbolisch weergeven en interpreteren en<br />

de wet van het behoud van atomen toepassen;<br />

- gebruik maken van de gegeven formules om de<br />

reactievergelijking te schrijven van de verbranding van<br />

enkelvoudige en samengestelde stoffen;<br />

- aardolie beschrijven als mengsel van koolwaterstoffen;<br />

- de namen geven van de alkanen met 1 tot 8 C-atomen<br />

en hun moleculen voorstellen;<br />

- het verband uitleggen tussen de grootte van de<br />

moleculen en de vluchtigheid van de overeenkomstige<br />

stoffen;<br />

- het roesten van metalen beschrijven als trage oxidatie;<br />

- de reactievergelijking schrijven van de oxidatie van<br />

metalen en de naam van de gevormde oxiden geven<br />

als de formules gekend zijn;<br />

- de wet van behoud van massa formuleren en uitleggen<br />

aan de hand van de oxidatie van een metaal;<br />

Verbrandingsreacties<br />

4.5 Koolwaterstoffen<br />

4.6 Oxidatie van metalen<br />

Behoud van massa<br />

Voorstelling van stoffen door moleculetekeningen.<br />

Moleculeformules van stoffen, bv. CO2 , CO, O2 , C<br />

Voorstelling van reacties door moleculetekeningen.<br />

Reactievergelijkingen, bv.<br />

C + O2 → CO2<br />

2 C + O2 → 2 CO<br />

Aardolie<br />

Bij de gefractioneerde destillatie van aardolie wordt het<br />

mengsel gedeeltelijk gescheiden. Samenstelling en<br />

toepassingen van de verschillende fracties.<br />

De vluchtigste fracties zijn het meest ontvlambaar.<br />

Brand kan geblust worden door afdekken en afkoelen.<br />

Vaste stoffen zoals kaarsvet moeten eerst smelten, waarna<br />

de vloeistof met behulp van een wiek moet verdampen om<br />

te kunnen branden.<br />

Bij het roesten van ijzermetaal treedt een oxidatie op. Roest<br />

is een volksnaam voor ijzeroxide.<br />

De verbranding van metalen zoals Mg en Al wordt toegepast<br />

in wegwerpflitslampjes en in vuurwerk.<br />

De massa van het verbrandingsproduct van ijzer is groter<br />

dan de massa van het ijzer voor de verbranding.


U<br />

U<br />

U<br />

KSO/TSO – 2de graad – opties met het majorpakket 26<br />

AV Natuurwetenschappen: 1ste leerjaar: 2 lestijden/week, 2de leerjaar: 2 lestijden/week<br />

Leerplandoelstellingen Leerinhouden Specifieke wenken<br />

- de samenstelling van lucht geven;<br />

- met voorbeelden uitleggen wat legeringen zijn;<br />

- een reductie definiëren als een reactie waarbij een<br />

samengestelde stof zuurstof afgeeft;<br />

- een ontploffing beschrijven als een zeer snelle<br />

exotherme reactie;<br />

- een ontploffing beschrijven door gebruik te maken van<br />

de begrippen oxidatie en reductie.<br />

Samenstelling van lucht<br />

4.7 Reductie<br />

Bij verbranding van ijzerwol in een afgesloten ruimte kan<br />

men aantonen dat slechts 1/5 volume van de lucht de<br />

verbranding onderhoudt en dus uit zuurstofgas bestaat.<br />

Metalen kunnen onderling legeringen vormen. Hierdoor<br />

krijgen ze meestal betere technische eigenschappen.<br />

Metalen gebruiksvoorwerpen worden meestal gemaakt uit<br />

legeringen van minstens twee metalen, bv.: roestvrij staal,<br />

dural (aluminiumkookpotten),...<br />

Deze legeringen zijn veel steviger dan de zuivere metalen<br />

en roesten langzamer.<br />

Buskruit<br />

Buskruit is een mengsel van kaliumnitraat (75%), houtskool<br />

(15%) en zwavel (10%). Bij de ontploffing van buskruit wordt<br />

kaliumnitraat gereduceerd:<br />

2 KNO3 → 2 KNO2 + O2<br />

Dank zij het zuurstofgas, vrijgekomen bij deze reductie,<br />

worden zwavel en kool zo snel geoxideerd dat de reactie<br />

explosief verloopt.<br />

Dynamiet<br />

Dynamiet is een springstof op basis van glyceroltrinitraat,<br />

vroeger ook wel ‘nitroglycerine’ genoemd.<br />

Glyceroltrinitraat bevat moleculen die de twee vereiste<br />

eigenschappen voor een explosie in zich dragen. Een deel<br />

van de molecule kan gemakkelijk zuurstof opnemen, terwijl<br />

een ander deel van de molecule zuurstof afgeeft.


KSO/TSO – 2de graad – opties met het majorpakket 27<br />

AV Natuurwetenschappen: 1ste leerjaar: 2 lestijden/week, 2de leerjaar: 2 lestijden/week<br />

2de leerjaar<br />

De leerlingen kunnen:<br />

Leerplandoelstellingen Leerinhouden Specifieke wenken<br />

- de formule van natriumchloride (keukenzout) schrijven;<br />

- voorbeelden geven van andere zouten, die belangrijk<br />

zijn voor onze samenleving;<br />

- de corpusculaire bouw van zouten beschrijven aan de<br />

hand van natriumchloride en met gebruik van de<br />

begrippen ion, ionbinding, ionrooster en ionkristal;<br />

- het verband leggen tussen ionkristallen en de<br />

aggregatietoestand van de zouten;<br />

- het smelten of oplossen van natriumchloride als een<br />

dissociatie in ionen voorstellen;<br />

- een elektrische stroom definiëren als een verplaatsing<br />

van geladen deeltjes;<br />

- het elektrisch geleidingsvermogen van gesmolten of<br />

opgelost natriumchloride met ionen uitleggen;<br />

- natriumchloride benoemen als een elektrolyt;<br />

5 Zouten<br />

5.1 Formules en corpusculaire<br />

structuur van zouten<br />

Elektrisch geleidingsvermogen<br />

5 Zouten: ca. 6 lestijden<br />

Zouten in het dagelijks leven<br />

Keukenzout: winning en de rol in onze samenleving.<br />

Voorkomen van natriumchloride in het menselijk lichaam<br />

(zweet, urine, bloed, tranen,…) en de rol in de cellen.<br />

Natriumchloridekristallen onder de microscoop bekijken.<br />

Badzout, strooizout, maagzout, …<br />

Zouten en elektrische stroom<br />

Leidingwater en zweet bevatten opgeloste zouten; gevaar<br />

voor elektrocutie in de badkamer en bij natte elektrische<br />

apparaten.<br />

Bouwen van een elektrische keten bestaande uit een<br />

stroombron, geleiders en elektroden.<br />

Onderzoeken van het geleidingsvermogen van:<br />

- zuiver water<br />

- vast keukenzout<br />

- opgelost keukenzout<br />

- gesmolten ‘bijtende soda’ (NaOH)<br />

Vermelden van het geleidingsvermogen van gesmolten<br />

keukenzout (smeltpunt 801 °C)


KSO/TSO – 2de graad – opties met het majorpakket 28<br />

AV Natuurwetenschappen: 1ste leerjaar: 2 lestijden/week, 2de leerjaar: 2 lestijden/week<br />

U<br />

U<br />

U<br />

Leerplandoelstellingen Leerinhouden Specifieke wenken<br />

- het atoommodel van Rutherford-Bohr beschrijven;<br />

- de samenstelling van een atoom afleiden uit<br />

nucleonengetal en atoomnummer;<br />

- met voorbeelden de betekenis van het begrip<br />

atoommassa uitleggen;<br />

- voor atomen met Z ≤ 18, hun elektronenconfiguratie en<br />

hun plaats in het periodiek systeem van de elementen<br />

geven;<br />

- voor atomen uit de hoofdgroepen het aantal elektronen<br />

op de buitenste schil afleiden uit hun plaats in het<br />

periodiek systeem;<br />

- het verband leggen tussen de stabiliteit van de<br />

edelgasatomen en hun octetstructuur;<br />

- beredeneren dat neutrale metaalatomen (uit de agroepen)<br />

door verlies van één of meer elektron(en), in<br />

positieve ionen met een stabiele edelgasstructuur<br />

worden omgezet;<br />

- beredeneren dat neutrale niet-metaalatomen door<br />

opname van één of meer elektron(en), in negatieve<br />

ionen met een stabiele edelgasstructuur worden<br />

omgezet;<br />

- de elektrolyse van een natriumchloride-oplossing<br />

voorstellen op het elektrisch schema van de<br />

stroomkring en de bijhorende vergelijkingen met<br />

elektronenuitwisseling schrijven;<br />

5.2 Atoombouw<br />

5.3 Elektrolyse<br />

De beeldbuis<br />

In de kathodestraalbuis van een tv komen uiterst kleine<br />

negatieve deeltjes (elektronen) vrij uit de gloeiende kathode.<br />

Ze botsen tegen een scherm en veroorzaken de<br />

fluorescentie van zouten. Hierdoor ontstaat er een beeld.<br />

Demonstratie met de buis van Crookes<br />

Proef met een fluorescerende lamp: enkel de negatieve<br />

ladingen komen uit de negatieve elektrode vrij, hetgeen<br />

fluorescentie van het glas veroorzaakt en een schaduw<br />

achter de positieve elektrode.<br />

De positieve ladingen kunnen niet vrij komen, ook niet uit de<br />

positieve elektrode.<br />

De elektrolyse van NaCl werd reeds in 1898 toegepast door<br />

Ernest Solvay om chloorgas te bereiden voor het bleken van<br />

papier en het ontsmetten van water.


KSO/TSO – 2de graad – opties met het majorpakket 29<br />

AV Natuurwetenschappen: 1ste leerjaar: 2 lestijden/week, 2de leerjaar: 2 lestijden/week<br />

U<br />

Leerplandoelstellingen Leerinhouden Specifieke wenken<br />

- het ontstaan van ionen uit watermoleculen uitleggen<br />

en hierbij de begrippen meeratomig ion en hydroxideion<br />

gebruiken;<br />

- voorbeelden opsommen van stoffen, die in onze<br />

samenleving gebruikt worden en waarin volgende<br />

meeratomige ionen voorkomen: ammonium-,<br />

hydroxide-, nitraat-, carbonaat-, waterstofcarbonaat-,<br />

sulfaat- en fosfaationen;<br />

- tabellen raadplegen met de naam en de formule van<br />

één- en meeratomige ionen;<br />

- door gebruik te maken van deze tabellen en door<br />

toepassing van de neutraliteitsregel, de formules van<br />

zouten schrijven en hun namen geven;<br />

5.4 Eén- en meeratomige<br />

ionen<br />

Bij de elektrolyse van pekel bekomt men:<br />

- chloorgas bv. voor PVC<br />

- waterstofgas bv. als raketbrandstof<br />

- natriumhydroxide bv. als ontstopper<br />

Een keuze uit volgende contexten (minstens één).<br />

Glas uit zouten<br />

uitgangsstoffen: Na2CO3 , SiO2 en CaCO3<br />

- bereiding van natriumcarbonaat (Solvay-procédé)<br />

- kalksteen → ongebluste kalk + CO2<br />

Gewoon glas = calciumnatriumsilicaat<br />

- andere glassoorten: bv. kwartsglas, kristalglas, pyrex...<br />

Stikstofmest<br />

Bereiding van ammoniak volgens het Haber-Bosch-procédé:<br />

N2 + 3 H2 → 2 NH3<br />

Bereiding van ammoniumzouten uit ammoniak en zuren<br />

Samenstelling van mineralen en edelstenen<br />

- mineralen, bv. kalksteen<br />

- halfedelstenen, bv. opaal<br />

- edelstenen, bv. robijn, smaragd


KSO/TSO – 2de graad – opties met het majorpakket 30<br />

AV Natuurwetenschappen: 1ste leerjaar: 2 lestijden/week, 2de leerjaar: 2 lestijden/week<br />

Leerplandoelstellingen Leerinhouden Specifieke wenken<br />

U - het voorkomen van kristalwater met voorbeelden<br />

beschrijven;<br />

- met behulp van tabellen met de formules van de<br />

belangrijkste ionen, dissociatievergelijkingen van<br />

zouten voorstellen;<br />

- een tabel met oplosbaarheid van zouten raadplegen;<br />

- de massaconcentratie van een oplossing definiëren<br />

als het quotiënt van de massa van de opgeloste<br />

stof en het volume van de oplossing;<br />

Kristalwater<br />

5.5 Oplossingen van zouten<br />

Zouten in de grond<br />

In België treft men o.m. volgende bodems aan:<br />

zand = SiO2<br />

klei = AlKSi3O8<br />

kalk = CaCO3<br />

leem = zand + klei<br />

mergel = zand + kalk<br />

Gips<br />

Hydratatie van pleister: er ontstaat gips.<br />

Bv. gipsverband bij breuk, gipsafdruk bij tandarts<br />

2 CaSO4·H2O + 3 H2O → 2 CaSO4·2 H2O<br />

Bouwmaterialen<br />

pleister: de witte afwerkinglaag van stucwerk<br />

cement = calciumsilicaat<br />

mortel: hydratatie van calciumsilicaat<br />

CaSiO3 + H2O → CaSiO3·H2O<br />

beton<br />

Zouten in zeewater<br />

Vergelijk de massaconcentratie (gebruikelijke eenheid: gram<br />

per 100 ml) van chloride-ionen in zeewater, leidingwater en<br />

gedestilleerd water.


KSO/TSO – 2de graad – opties met het majorpakket 31<br />

AV Natuurwetenschappen: 1ste leerjaar: 2 lestijden/week, 2de leerjaar: 2 lestijden/week<br />

U<br />

U<br />

U<br />

Leerplandoelstellingen Leerinhouden Specifieke wenken<br />

- uit de vaststelling dat sommige stoffen in een smelt<br />

niet elektrisch geleiden, afleiden dat ze uit ongeladen<br />

deeltjes bestaan, namelijk moleculen;<br />

- het model van de atoombinding als gemeenschappelijk<br />

elektronenpaar tussen twee atomen kenschetsen;<br />

- bespreken dat men het bereiken van de octetstructuur<br />

en de vorming van neutrale moleculen met elkaar in<br />

overeenstemming kan brengen;<br />

- eenvoudige structuurformules schrijven;<br />

- de samenstelling van een moleculeverbinding uit de<br />

moleculeformule afleiden;<br />

- een moleculerooster als een regelmatige stapeling van<br />

moleculen kenschetsen;<br />

- algemene eigenschappen van moleculeverbindingen,<br />

zoals laag smelt- en kookpunt, verklaren door kleine<br />

aantrekkingskrachten (vanderwaalskrachten) tussen<br />

de neutrale moleculen;<br />

- de historische en de hedendaagse betekenis van de<br />

term ‘organische stof’ aangeven en het onderscheid<br />

maken tussen organische en anorganische stoffen;<br />

6 Aardolieproducten<br />

6.1 Atoombinding<br />

Vanderwaalskrachten<br />

6.2 Alkanen<br />

6 Aardolieproducten: ca. 4 lestijden<br />

Het voorkomen van methaan in de natuur: moerasgas,<br />

biogas, mijngas, aardgas.<br />

Het ontstaan van aardolie en aardgas.<br />

De verbranding van methaan in de bunsenbrander:<br />

structuurformules van CH4, O2, H2O, CO2.<br />

Met behulp van simulatieprogramma’s (o.a. Simchemistry)<br />

kunnen de wisselwerkingen tussen bewegende moleculen<br />

getoond worden.<br />

Tot in de 18de eeuw worden organische stoffen uitsluitend<br />

gewonnen uit plantaardig en dierlijk materiaal, bv.<br />

kleurstoffen zoals indigo, karmijnrood,…


KSO/TSO – 2de graad – opties met het majorpakket 32<br />

AV Natuurwetenschappen: 1ste leerjaar: 2 lestijden/week, 2de leerjaar: 2 lestijden/week<br />

U<br />

U<br />

U<br />

U<br />

U<br />

U<br />

Leerplandoelstellingen Leerinhouden Specifieke wenken<br />

- de formules en de namen van eenvoudige alkanen<br />

geven;<br />

- uit de moleculeformule en de atoommassa's, de<br />

moleculemassa berekenen;<br />

- de aggregatietoestand van alkanen verklaren;<br />

- uitleggen wat een mol materie is;<br />

- eenvoudige omrekeningen maken van een stofhoeveelheid<br />

(in mol) van een bepaalde stof naar de<br />

massa (in g) van die stof en omgekeerd;<br />

- een reactievergelijking in mol en in gram interpreteren;<br />

- de reactiewarmte in verband brengen met het breken<br />

of het vormen van bindingen;<br />

- met een voorbeeld uitleggen wat een substitutiereactie<br />

is;<br />

- aangeven dat halogeenalkanen ontstaan wanneer in<br />

alkanen één of meer waterstofatomen vervangen<br />

worden door halogeenatomen (F, Cl, Br, I);<br />

6.3 Hoeveelheid stof<br />

6.4 Verbranding als exotherme<br />

reactie<br />

6.5 Substitutiereacties<br />

Campinggas, LPG<br />

Noot: Naar analogie van atoommassa schrijven we<br />

moleculemassa (i.p.v. moleculenmassa).<br />

Broeikaseffect<br />

Koolstofdioxide als belangrijke oorzaak van het<br />

broeikaseffect.<br />

Berekenen hoeveel koolstofdioxide ontstaat door verbranding<br />

van een gegeven hoeveelheid methaan.<br />

Prijs per joule<br />

Berekenen en vergelijken van de kostprijs voor<br />

verschillende brandstoffen en elektriciteit.<br />

CFK's<br />

Chloorfluorkoolwaterstoffen (CFK's) als mogelijke oorzaak<br />

van het "gat" in de ozonlaag.<br />

Het gebruik van halogeenalkanen.


KSO/TSO – 2de graad – opties met het majorpakket 33<br />

AV Natuurwetenschappen: 1ste leerjaar: 2 lestijden/week, 2de leerjaar: 2 lestijden/week<br />

U<br />

U<br />

U<br />

U<br />

U<br />

U<br />

U<br />

U<br />

Leerplandoelstellingen Leerinhouden Specifieke wenken<br />

- het verschijnsel isomerie uitleggen;<br />

- reforming omschrijven als een reactie waarbij<br />

onvertakte alkanen in vertakte alkanen worden<br />

omgezet;<br />

- met behulp van een voorbeeld het kraakproces<br />

beschrijven;<br />

- de structuurformule van etheen schrijven;<br />

- additiereacties van etheen schrijven;<br />

- polymerisatiereacties als een bijzonder geval van<br />

additiereacties beschrijven;<br />

- de structuurformule van methanol en ethanol schrijven;<br />

- de bereiding van ethanol door additie van water aan<br />

etheen schrijven;<br />

- het gebruik van methanol en ethanol beschrijven;<br />

- de structuur van benzeen beschrijven;<br />

- het belang van enkele substitutieproducten van<br />

benzeen beschrijven;<br />

6.6 Isomerie<br />

6.7 Alkenen<br />

6.8 Alcoholen<br />

6.9 Aromatische verbindingen<br />

Benzine<br />

De samenstelling en het octaangetal van benzine.<br />

Loodvrije benzine en auto-uitlaatgas-katalysatoren.<br />

Kunststoffen<br />

Etheen als belangrijke uitgangsstof voor het bereiden van<br />

kunststoffen.<br />

PVC<br />

Uit vinylchloride wordt polyvinylchloride (PVC) gemaakt.<br />

Alcoholische brandstoffen<br />

Alcoholische dranken<br />

Het belang van benzeen voor de bereiding van o.a. geneesmiddelen<br />

(bv. aspirine), kleurstoffen en kunststoffen (bv.<br />

polystyreen).


KSO/TSO – 2de graad – opties met het majorpakket 34<br />

AV Natuurwetenschappen: 1ste leerjaar: 2 lestijden/week, 2de leerjaar: 2 lestijden/week<br />

U<br />

U<br />

Leerplandoelstellingen Leerinhouden Specifieke wenken<br />

- het onderscheid tussen polaire en apolaire binding<br />

maken aan de hand van elektronegatieve waarden;<br />

- uit de ruimtelijke structuur en het verschil in<br />

elektronegatieve waarde van de samenstellende<br />

atomen afleiden dat de molecule water een<br />

dipoolmolecule is;<br />

- de polariteit van andere moleculen afleiden uit hun<br />

driedimensionaal model bv. HCl, NH3, CCl4;<br />

- polaire stoffen benoemen als stoffen die opgebouwd<br />

zijn uit dipoolmoleculen;<br />

- apolaire stoffen benoemen als stoffen die opgebouwd<br />

zijn uit apolaire moleculen;<br />

- besluiten of een stof al dan niet oplost in een bepaald<br />

oplosmiddel, als de polariteit van beide stoffen<br />

gegeven is;<br />

- het oplossen van stoffen in water beschrijven in termen<br />

van corpusculaire interacties:<br />

- dissociatie en hydratatie bij zouten<br />

- ionisatie en hydratatie bij polaire niet-zouten;<br />

- het onderscheid maken tussen elektrolyten en nietelektrolyten;<br />

7 Zuren en basen<br />

7.1 Dipoolmoleculen<br />

7 Zuren en basen: ca. 5 lestijden<br />

Wassen met zeep<br />

De watermolecule is een dipoolmolecule. Vetmoleculen zijn<br />

apolaire moleculen.<br />

Zeep is een natrium- of kaliumzout van vetzuren zoals<br />

palmitinezuur en stearinezuur<br />

In water wordt zeep gesplitst in Na + of K + en zeep-ionen.<br />

De zeep-ionen hebben een apolaire staart en een polaire<br />

kop. Bij het wassen dringen de apolaire staarten in de<br />

apolaire vetdeeltjes met het vuil, terwijl de polaire koppen<br />

aangetrokken worden door de polaire watermoleculen. Zo<br />

worden de vetdeeltjes losgeweekt en kunnen ze<br />

weggespoeld worden.<br />

Zeep kan bereid worden uit natrium- of kaliumhydroxide en<br />

olie of vet: voorstellen van de reactie met de formules van<br />

olie of vet, glycerol en zeep.


KSO/TSO – 2de graad – opties met het majorpakket 35<br />

AV Natuurwetenschappen: 1ste leerjaar: 2 lestijden/week, 2de leerjaar: 2 lestijden/week<br />

U<br />

U<br />

Leerplandoelstellingen Leerinhouden Specifieke wenken<br />

- indicatoren gebruiken om zure oplossingen aan te<br />

tonen bv. lakmoes, rodekoolsap;<br />

- aan de hand van de formule volgende stoffen<br />

benoemen en classificeren als zuur (HZ): HCl, H2SO4<br />

en eventueel HNO3, H3PO4, H2CO3 en CH3COOH;<br />

- de ionisatie van zuren (HZ) in water schrijven;<br />

- een zuur definiëren als een stof die in water H +<br />

vrijmaakt;<br />

- aangeven dat er sterke en zwakke zuren bestaan;<br />

- afleiden dat het zuur karakter van een oplossing<br />

bepaald wordt door H +;<br />

- aangeven welke kleur lakmoes en rodekoolsap<br />

aannemen in basische oplossingen;<br />

- stoffen classificeren als hydroxide en de dissociatie<br />

ervan voorstellen;<br />

- een base definiëren als een stof die in water OH -<br />

vrijmaakt;<br />

- de reactie van de base ammoniak met water schrijven;<br />

- afleiden dat het basisch karakter van een oplossing<br />

bepaald wordt door OH - ;<br />

7.2 Zuren<br />

7.3 Basen<br />

Zuren in de industrie en in het dagelijks leven<br />

Toepassingen van zwavelzuur, salpeterzuur, zoutzuur,<br />

fosforzuur, koolzuur, azijnzuur en citroenzuur.<br />

Zuren bevatten het element waterstof. Door reactie met<br />

onedele metalen wordt dit als diwaterstof vrijgemaakt. In<br />

water wordt het als waterstof-ionen (H + ) afgesplitst.<br />

Algemene voorstelling:<br />

HZ → H + + Z - (ionisatie)<br />

Hierbij stelt Z - een zuurrest voor.<br />

Basen in de industrie en het dagelijks leven<br />

In water splitsen hydroxiden in metaal-ionen en hydroxideionen.<br />

Algemene voorstelling: MOH → M + + OH - (dissociatie)<br />

Reactie van ammoniak met water:<br />

NH3 + H2O → NH4 + + OH -<br />

Toepassingen van bijtende soda en van ammoniak.


KSO/TSO – 2de graad – opties met het majorpakket 36<br />

AV Natuurwetenschappen: 1ste leerjaar: 2 lestijden/week, 2de leerjaar: 2 lestijden/week<br />

U<br />

Leerplandoelstellingen Leerinhouden Specifieke wenken<br />

- afleiden dat water neutraal is, omdat het evenveel H +<br />

als OH - bevat; (pH = 7)<br />

- aangeven dat de pH daalt als men zuur toevoegt en de<br />

pH stijgt als men base toevoegt;<br />

- de pH-schaal van 0 tot 14 opstellen met aanduiding<br />

van zure, neutrale en basische oplossingen en de<br />

verschillende kleuren van de universeelindicator;<br />

- met eenvoudig materiaal de pH van een oplossing<br />

bepalen, op een veilige en verantwoorde manier en<br />

met inachtneming van gevarensymbolen en R- en Szinnen;<br />

- aan de hand van een gegeven reactievergelijking, de<br />

essentiële voorstelling geven van de reactie tussen<br />

een zuur en een base;<br />

- de reactie tussen H + uit een zure oplossing en OH - uit<br />

een basische oplossing herkennen als een<br />

neutralisatiereactie;<br />

7.4 Zuurtegraad (pH)<br />

7.5 Zuur-basereacties<br />

Zure smaken vergelijken<br />

Uit ervaring weet men dat bv. citroenen zuurder smaken dan<br />

appelsienen. In dezelfde hoeveelheid sap zijn er dus in het<br />

eerste geval meer H + ionen dan in het tweede geval.<br />

pH-schaal van 0 tot 14 met aanduiding van stoffen uit het<br />

dagelijks leven.<br />

Met een universeelindicator of pH-meter kan men met één<br />

meting de pH bepalen<br />

Zuren neutraliseren<br />

Overtollig maagzuur (HCl) kan geneutraliseerd worden door<br />

een zwak basische oplossing.<br />

In verzuurde meren worden basen gestrooid.


KSO/TSO – 2de graad – opties met het majorpakket 37<br />

AV Natuurwetenschappen: 1ste leerjaar: 2 lestijden/week, 2de leerjaar: 2 lestijden/week<br />

U<br />

U<br />

U<br />

Leerplandoelstellingen Leerinhouden Specifieke wenken<br />

- in verbrandingsreacties, in synthesereacties met<br />

enkelvoudige stoffen en in ontledingsreacties van<br />

binaire stoffen oxidatie en reductie aanduiden aan de<br />

hand van elektronenuitwisseling;<br />

- uitleggen hoe een metaalbinding tot stand komt en<br />

enkele kenmerken van het metaalrooster beschrijven;<br />

- het verband leggen tussen de eigenschappen van<br />

metalen en de structuur van het metaalrooster;<br />

- bereiding en toepassingen van een metaal beschrijven;<br />

- het diamant- en het grafietrooster beschrijven;<br />

- het verband leggen tussen de eigenschappen van<br />

diamant en grafiet en de structuur van hun rooster;<br />

- bereiding en toepassingen van een niet-metaal<br />

beschrijven.<br />

8 Metalen en niet-metalen<br />

8.1 Oxidatie en reductie<br />

8.2 Metalen<br />

8.3 Niet-metalen<br />

8 Metalen en niet-metalen: ca. 2 lestijden<br />

Bij de<br />

- verbranding van magnesium of van ijzer<br />

- de synthese van natriumchloride<br />

- de ontleding van kwikoxide (Lavoisier)<br />

worden elektronen uitgewisseld, waardoor oxidatie en<br />

reductie optreedt.<br />

Metalen worden al van in de Oudheid aangewend wegens<br />

hun specifieke eigenschappen: vervormbaarheid (kommen),<br />

elasticiteit en hardheid (wapens), glans (sieraden). Later ook<br />

wegens hun goed geleidingsvermogen voor warmte en<br />

elektriciteit.<br />

Bereiding van ruwijzer in de hoogoven. Staal.<br />

Grafiet en diamant<br />

- herkomst<br />

- toepassingen<br />

Ook andere niet-metalen spelen een belangrijke rol in het<br />

dagelijks leven en in de industrie, bv.<br />

- silicium: chips, siliconen,…<br />

- zwavel: lucifers, vulkaniseren van rubber, zwavelzuur, …


KSO/TSO– 2de graad – opties met het majorpakket 38<br />

AV Natuurwetenschappen: 1ste leerjaar: 2 lestijden/week, 2de leerjaar: 2 lestijden/week<br />

1<br />

module biologie<br />

Eerste leerjaar<br />

De leerlingen kunnen<br />

1.1.1 de bouw van bacteriën beschrijven;<br />

Leerplandoelstellingen Leerinhouden<br />

1.1.2 de relatie leggen tussen de vorm en de indeling van bacteriën;<br />

1.2 het verband aantonen tussen de levensvoorwaarden en de<br />

vermenigvuldiging van bacteriën;<br />

1.3.1 de relatie leggen tussen voedselbederf en bacteriënontwikkeling;<br />

1.3.2 aantonen dat het toepassen van bewaartechnieken behoort tot een<br />

gezonde levenswijze;<br />

1. 4 de functie van de bacteriën in de natuur verklaren: als reducent,<br />

saprofyt of parasiet;<br />

1.5.1 het verband uitleggen tussen de antigeenaanwezigheid en de<br />

antilichaamproductie;<br />

1.5.2 de relatie aantonen tussen de vermenigvuldiging van bacteriën na<br />

infectie, hun bestrijding en hygiëne;<br />

MENS EN GEZONDHEID (ca. 17 lestijden)<br />

1 Bacteriën<br />

1.1. Bouw en vorm<br />

1.2. Levensvoorwaarden en vermenigvuldiging<br />

1.3 Voedselbederf en bewaartechnieken<br />

1.4 Functies in de natuur<br />

1.5 Infectie, bestrijding en hygiëne


KSO/TSO– 2de graad – opties met het majorpakket 39<br />

AV Natuurwetenschappen: 1ste leerjaar: 2 lestijden/week, 2de leerjaar: 2 lestijden/week<br />

2<br />

3<br />

2.1 de bouw van virussen beschrijven;<br />

Leerplandoelstellingen Leerinhouden<br />

2.2 de manier waarop nieuwe virussen ontstaan uitleggen;<br />

2.3 de relatie verklaren tussen virussen en infectieziekten;<br />

2.4.1 het verband uitleggen tussen de besmetting, het aantasten van het<br />

immuunsysteem en het ziektebeeld van aids;<br />

2.4.2 de maatregelen om aids-besmetting te voorkomen toelichten;<br />

3.1.1 met voorbeelden het begrip erfelijkheid illustreren;<br />

3.1.2 het verband aangeven tussen chromosomen, celdeling en karyotype;<br />

3.2.1 de relatie leggen tussen de noodzaak van de halveringsdeling en de<br />

vorming van geslachtscellen;<br />

3.2.2 de begrippen i.v.m. dominantie afleiden aan de hand van voorbeelden;<br />

3.2.3 de mechanismen van overerving aantonen door middel van<br />

eenvoudige, monohybride kruisingen;<br />

3.3 de overerving van het geslacht uitleggen;<br />

3.4 gezondheidszorg i.v.m. erfelijkheid toelichten;<br />

3.5 erfelijke afwijkingen met voorbeelden illustreren;<br />

2 Virussen<br />

2.1 Bouw<br />

2.2 Vorming van nieuwe virussen<br />

2.3 Virale infecties<br />

2.4 Aids<br />

3 Erfelijkheid<br />

3.1 Algemene begrippen<br />

3.2 Overervingmechanismen<br />

3.3 Overerving van het geslacht<br />

3.4 Gezondheidszorg<br />

3.5 Erfelijke afwijkingen


KSO/TSO– 2de graad – opties met het majorpakket 40<br />

AV Natuurwetenschappen: 1ste leerjaar: 2 lestijden/week, 2de leerjaar: 2 lestijden/week<br />

Tweede leerjaar<br />

4 De leerlingen kunnen<br />

5<br />

6<br />

U<br />

U<br />

U<br />

U<br />

Leerplandoelstellingen Leerinhouden<br />

4.1.1 relaties afleiden tussen verschillende fysiologische toestanden van<br />

het lichaam en zijn stelsels;<br />

4.1.2 vaststellen dat er een regulering noodzakelijk is van fysiologische<br />

processen door het zenuw- en het hormonaal stelsel;<br />

5.1 samenstellende stoffen van levende wezens benoemen en hun<br />

functie beschrijven;<br />

5.2.1 voorbeelden van opbouwprocessen (anabolisme) van lichaamseigen<br />

stoffen geven;<br />

5.2.2 de celademhaling beschrijven als een afbraakproces (katabolisme),<br />

onmisbaar voor de energielevering in de cel;<br />

6.1.1 vertering beschrijven als het noodzakelijke proces waarbij<br />

macromoleculen uit de voeding afgebroken worden tot nutriënten;<br />

6.1.2 verschillende stappen van afbraak tijdens het verteringsproces<br />

onderscheiden;<br />

6.2 absorptie van nutriënten uitleggen;<br />

6.3 gaswisseling ter hoogte van longblaasjes en weefsels verklaren;<br />

STOFWISSELING (ca. 7 lestijden)<br />

4 Betekenis van de stofwisseling<br />

4.1 Functionele samenhang tussen stelsels van het<br />

menselijk lichaam<br />

5 Celstofwisseling<br />

5.1 Samenstelling van levende wezens<br />

5.2 Opbouw- en afbraakprocessen<br />

6 Opneming van nutriënten en zuurstofgas<br />

6.1 Vertering<br />

6.2 Opneming van nutriënten<br />

6.3 Opneming van zuurstofgas


KSO/TSO– 2de graad – opties met het majorpakket 41<br />

AV Natuurwetenschappen: 1ste leerjaar: 2 lestijden/week, 2de leerjaar: 2 lestijden/week<br />

7<br />

U<br />

U<br />

8<br />

U<br />

9<br />

10<br />

Leerplandoelstellingen Leerinhouden<br />

7.1 relaties leggen tussen samenstellende componenten van het bloed en<br />

hun functie;<br />

7.2 de functionele betekenis van de bloedsomloop verwoorden;<br />

8.1 relaties aantonen tussen de bouw en de uitscheidingsfunctie van de<br />

nieren;<br />

9.1.1 enkele vitaminen in een eenvoudige indeling klasseren;<br />

9.1.2 het belang van enkele vitaminen aantonen;<br />

9.2.1 hormonale klieren situeren en de functie van hun hormonen<br />

beschrijven;<br />

9.2.2 voorbeelden van hormonale stoornissen toelichten en aangeven<br />

hoe ze eventueel kunnen worden vermeden;<br />

10.1 de relatie leggen tussen de soorten prikkels en de zintuigen die ze<br />

opvangen;<br />

10.2.1 zenuwcel, impuls, synaps en zenuw beschrijven;<br />

10.2.2 bouw en functies van het zenuwstelsel toelichten;<br />

10.3 de gevolgde weg van een zenuwimpuls via de hersenen en via een<br />

reflexboog beschrijven;<br />

10.4 voorbeelden van zintuiglijke en neurale stoornissen toelichten en<br />

aangeven hoe ze eventueel kunnen worden vermeden.<br />

7 Transport van stoffen<br />

7.1 Samenstelling en functie van het bloed<br />

7.2 Functionele betekenis van de bloedsomloop<br />

8 Uitscheiding<br />

8.1 Functie van een nier<br />

REGELING EN PRIKKELBAARHEID (ca. 10 lestijden)<br />

9 Regeling<br />

9.1.1 Vitaminen<br />

9.1.2 Betekenis van de vitaminen<br />

9.2.1 Endocriene klieren en hun hormonen<br />

9.2.2 Werking van en regeling door hormonen<br />

10 Prikkelbaarheid<br />

10.1 Soorten prikkels en de zintuigen die ze opvangen<br />

10.2.1 Zenuwcel, impuls, synaps, zenuw<br />

10.2.2 Bouw en functies van het zenuwstelsel<br />

10.3 Willekeurige bewegingen en reflexen<br />

10.4 Gezondheidszorg voor zenuwstelsel en zintuigen


KSO/TSO– 2de graad – opties met het majorpakket 42<br />

AV Natuurwetenschappen: 1ste leerjaar: 2 lestijden/week, 2de leerjaar: 2 lestijden/week<br />

Specifieke wenken voor de module biologie<br />

EERSTE LEERJAAR<br />

MENS EN GEZONDHEID<br />

1 Bacteriën: ca. 6 lestijden<br />

1.1 Bouw en vorm<br />

1.1.1 Door bespreking en analyse van afbeeldingen kan men afleiden dat bacteriën eencellige<br />

organismen zijn, waarvan het kernmateriaal niet wordt samengehouden door een membraan (moneren).<br />

Men wijst erop dat de celwand van moneren uit andere stoffen is opgebouwd dan deze van planten en<br />

zwammen.<br />

1.1.2 Uit de waarnemingen van de verschillende vormen volgen de benamingen kokken, bacillen,<br />

vibrionen en spirillen.<br />

Vroeger lagen deze vier vormen aan de basis van de indeling van de bacteriën; de moderne systematiek<br />

van deze groep berust tegenwoordig op fysiologische kenmerken.<br />

1.2 Levensvoorwaarden en vermenigvuldiging<br />

Alleen de vermenigvuldiging door deling wordt aangehaald.<br />

Kweken van bacteriën kan gegevens opleveren over het voorkomen en de levensvoorwaarden (water,<br />

temperatuur, voedingsmilieu, lucht, e.a.). Men kan hierbij een abiotische factor bespreken in functie van<br />

de fysiologische activiteit om de begrippen limiterende factor, minimumactiviteit, optimum en maximum af<br />

te leiden.<br />

Pathogene micro-organismen mogen in schoollaboratoria niet gekweekt worden. In culturen kunnen ze<br />

echter wel ongewild ontwikkelen. De leerlingen zullen daarom, bij het werken met micro-organismen,<br />

nauwkeurig de verstrekte voorschriften volgen. Zo mag het gebruikte glaswerk noch rechtstreeks, noch<br />

onrechtstreeks in aanraking komen met de mond en moeten de tafels voor en na het practicum gereinigd<br />

worden met gedenatureerde ethylalcohol. Gebruikte en overbodig geworden culturen worden zo spoedig<br />

mogelijk vernietigd in de autoclaaf of langs chemische weg. Petrischalen in plastic worden slechts<br />

éénmaal gebruikt en men vernietigt ze nadien bv. door verbranding.<br />

Al het gebruikte glaswerk wordt eerst chemisch ontsmet en dan behandeld in de autoclaaf.<br />

Petrischalen met bacteriënculturen mogen niet geopend worden: ze kunnen met doorzichtige kleefband<br />

dichtgeplakt worden. Het doorgeven van hand tot hand wordt bij voorkeur vermeden.<br />

Raadpleeg bij de directie ook de geldende omzendbrief i.v.m. veiligheid en hygiëne in de<br />

schoollaboratoria.<br />

1.3 Voedselbederf voorkomen door een gezonde levenswijze<br />

1.3.1 Bacteriën zijn vaak oorzaak van bederf. Dit kan aangetoond worden door te benadrukken dat ze,<br />

net als andere heterotrofen, organische stoffen nodig hebben als energiebron. Hierbij kan men wijzen op<br />

het feit dat ze verteringsenzymen afgeven, die buiten de cel de organische stoffen afbreken tot<br />

opneembare bestanddelen.<br />

1.3.2 Het aangehaalde proces van vertering bij bacteriën kan als vertrekpunt dienen om te vermelden<br />

dat ook bacteriën een metabolisme hebben. Tijdens het metabolisme worden giftige stoffen, toxinen,<br />

gevormd. Maak duidelijk dat het deze toxinen in het bedorven voedsel zijn, die ons ziek maken.<br />

Bewaartechnieken van voedsel (steriliseren, pasteuriseren, koelen, diepvriezen, UHT-methode, UVstraling,<br />

konfijten, pekelen, drogen, bewaren in bepaalde vloeistoffen, e.a.) kunnen afgeleid worden uit de<br />

levensvoorwaarden van bacteriën. Het nut van deze technieken kan duidelijk gemaakt worden aan de<br />

hand van voorbeelden van voedselinfectie.


KSO/TSO– 2de graad – opties met het majorpakket 43<br />

AV Natuurwetenschappen: 1ste leerjaar: 2 lestijden/week, 2de leerjaar: 2 lestijden/week<br />

1.4 Functies in de natuur<br />

De functie en de betekenis van saprofyten als reducenten worden geïllustreerd aan de hand van<br />

eenvoudige voorbeelden zoals het rotten van bladeren, van dode organismen en de omzetting van<br />

meststoffen. Men wijst erop dat ziekteverwekkende bacteriën parasieten zijn.<br />

1.5 Beïnvloeden van de menselijke gezondheid (infectie, bestrijding en hygiëne)<br />

1.5.1 Volgend relatieschema kan de uitleg over immuniteit, vaccin en serum verduidelijken:<br />

bacterie → toxine (antigeen) → inzet van macrofagen (fagocytose) → oproep en alarmeren van<br />

lymfocyten → productie van een specifiek antitoxine (antilichaam).<br />

1.5.2 De bespreking van enkele door bacteriën veroorzaakte infectieziekten (infectieweg, incubatietijd,<br />

symptomen) en hun bestrijdingsmogelijkheden, zowel preventief als curatief, illustreert het gebruik van<br />

vaccins, serums, sulfonamiden, antibiotica en ontsmettingsmiddelen. De invloed van antibiotica en<br />

ontsmettingsmiddelen kan gedemonstreerd worden met bijvoorbeeld een cultuur van de hooibacil. Regels<br />

i.v.m. lichaams- en sociale hygiëne, bedoeld om besmetting te voorkomen, worden benadrukt.<br />

2 Virussen: ca. 2 lestijden<br />

2.1 Bouw<br />

Met beelden illustreert men dat een virus slechts bestaat uit een eiwitmantel en uit erfelijk materiaal dat<br />

de eigenschappen bepaalt. Men benadrukt dat de bouw essentiële verschillen vertoont met de structuur<br />

van de cel.<br />

2.2 Vorming van nieuwe virussen<br />

Door middel van aangepaste schema’s of van een videofilm kan men vergelijken hoe het erfelijk<br />

materiaal van het virus in een levende cel binnendringt en die dwingt tot het aanmaken van nieuwe<br />

virussen. In elk geval beklemtoont men dat deze vorming slechts mogelijk is in levende cellen.<br />

2.3 Virale infecties<br />

De bespreking van enkele door virussen veroorzaakte infectieziekten (o.a. griep, verkoudheid, mazelen,<br />

rodehond) toont aan dat virussen ziekteverwekkers zijn. Gegevens over besmettingswijze, incubatietijd,<br />

symptomen en bestrijding worden tot een minimum beperkt en kunnen in tabelvorm samengevat worden.<br />

Regels i.v.m. lichaams- en sociale hygiëne, bedoeld om besmetting te voorkomen, worden besproken.<br />

2.4 Beïnvloeden van de menselijke gezondheid: aids<br />

2.4.1 Om de verspreiding van seksueel overdraagbare aandoeningen (SOA) tegen te gaan is het<br />

noodzakelijk adolescenten degelijk te informeren. Daarbij besteedt men vooral aandacht aan het<br />

voorkómen van deze aandoeningen en aan de ernst van de ziekte aids.<br />

Uiteraard zullen deze onderwerpen met de grootste tact i.v.m. de woordkeuze en het gebruik van<br />

didactisch materiaal worden behandeld.<br />

Door middel van beelden kunnen de bouw van het virus, de verschillende besmettingswijzen en de<br />

mogelijke symptomen (o.a. zware vermoeidheid, aanhoudende koorts, vergroting van de lymfklieren,<br />

longinfecties, herpesbesmetting, huidtumoren, vermagering, dementie, verlamming) worden verduidelijkt.<br />

Men vestigt er de aandacht op dat het lichaam zich niet meer afdoende tegen andere ziekten kan<br />

verdedigen omdat de ziekteverwekker de lymfocyten aantast en zo het immuunsysteem ontreddert.<br />

Verder wijst men er ook op dat seropositieven, die de ziekte (nog) niet vertonen, de verspreiding ervan in<br />

de hand kunnen werken.<br />

Het feit dat er voor aids (nog) geen geneesmiddel of vaccin bestaat wordt benadrukt.<br />

2.4.2 Uit het gegeven dat de besmetting mogelijk is door sperma, vaginale afscheiding en bloed kan<br />

afgeleid worden dat de ziekte kan voorkomen worden door een aangepast gedrag (o.a. veilige seks).


KSO/TSO– 2de graad – opties met het majorpakket 44<br />

AV Natuurwetenschappen: 1ste leerjaar: 2 lestijden/week, 2de leerjaar: 2 lestijden/week<br />

3 Erfelijkheid: ca. 9 lestijden<br />

3.1 Algemene begrippen<br />

3.1.1 Door klassikale bespreking van het probleem: "Waarom lijken kinderen op hun ouders?" laat men<br />

de leerlingen inzien dat vele eigenschappen van de ene generatie op de andere worden overgeërfd. Men<br />

illustreert enkele duidelijke gevallen d.m.v. afbeeldingen (o.a. de vorm van de neus of van de kin).<br />

3.1.2 Met behulp van film, afbeeldingen, microscopische preparaten, e.d.m. toont men aan dat tijdens<br />

de celdelingen chromosomen zichtbaar worden binnen de kern. Men wijst erop dat het normale<br />

celdelingen betreft, die instaan voor de vorming van alle nieuwe lichaamscellen.<br />

Aan de hand van menselijke karyotypen (& en %) worden besproken:<br />

- het constante aantal chromosomen (46) in elke lichaamscel;<br />

- het voorkomen van 22 paren homologe chromosomen;<br />

- het verschil in grootte tussen het X- en het Y-chromosoom;<br />

- het gelijke aantal chromosomen (2 n = 46) in de lichaamscellen van alle mensen, onafhankelijk<br />

van hun geslacht of huidkleur.<br />

De begrippen homologe chromosomen, locus, gen, allel, homozygoot en heterozygoot kunnen<br />

geïllustreerd worden aan de hand van chromosoomkaarten, waarop de loci voor een aantal kenmerken<br />

zijn aangeduid.<br />

3.2 Overervingmechanismen<br />

3.2.1 Het is niet nodig de verschillende stadia van de halveringsdeling te bespreken. Het volstaat te<br />

benadrukken dat het halveren van het chromosomenaantal zó gebeurt dat in een geslachtscel slechts<br />

één chromosoom van elk chromosomenpaar aanwezig is. Men wijst erop dat het voorkomen van elke<br />

combinatie van 23 chromosomen louter toevallig is.<br />

Men leidt de noodzaak van een halveringsdeling voor de vorming van zaad- en eicellen af uit het feit dat<br />

het aantal chromosomen van generatie tot generatie onveranderd blijft. De begrippen haploïd en diploïd<br />

kunnen aangebracht worden.<br />

3.2.2 Door bespreking en analyse van een stamboom in verband met bv. resusfactor, oorlel, kan men<br />

op intuïtieve manier de begrippen dominant en recessief afleiden. De overerving van de bloedgroep kan<br />

het begrip co-dominant illustreren.<br />

De verklaring van de overervingmechanismen kan vertrekken vanuit de besproken stambomen of vanuit<br />

de door leerlingen samengebrachte gegevens. Eenvoudige schema's van mono- hybride kruisingen<br />

verduidelijken de overerving en de begrippen geno- en fenotype.<br />

De behandeling van de verschillende types monohybride kruisingen (homozygoot x homozygoot,<br />

homozygoot x heterozygoot en heterozygoot x heterozygoot) kan leiden tot het formuleren van de eerste<br />

en de tweede Mendelwet. De nadruk blijft evenwel liggen op het nastreven van het inzicht in het<br />

overervingmechanisme.<br />

De wetmatigheid bij het overerven kan aangetoond worden door het uitloten van parels van twee<br />

verschillende kleuren.<br />

3.3 Overerving van het geslacht<br />

Karyotypen illustreren dat een bepaald chromosomenpaar verantwoordelijk is voor de overerving van het<br />

geslacht. Het mechanisme kan met een schema verduidelijkt worden. Men wijst erop dat het hier de<br />

overerving betreft van hele chromosomen (X, Y).<br />

3.4 Erfelijke afwijkingen<br />

Het onderzoek van de afwijkende karyotypen, zoals bijvoorbeeld mongolisme, kan leiden tot de<br />

bespreking van mutaties. Andere erfelijke aandoeningen zoals hemofilie of daltonisme kunnen eveneens<br />

aangehaald worden.


KSO/TSO– 2de graad – opties met het majorpakket 45<br />

AV Natuurwetenschappen: 1ste leerjaar: 2 lestijden/week, 2de leerjaar: 2 lestijden/week<br />

3.5 Gezondheidszorg<br />

Via de media en ook via gevallen in hun persoonlijke omgeving worden leerlingen soms geconfronteerd<br />

met genetische afwijkingen en prenataal onderzoek.<br />

Belangrijk is dat ze na de lessenreeks inzien dat dit onderzoek in bepaalde gevallen wenselijk is, zoals bij<br />

erfelijke aandoeningen in de familie en bij bloedverwante huwelijken.<br />

De leerkracht onderstreept dat het tot uiting komen van erfelijke afwijkingen gering is; een pessimistische<br />

benadering is dus te vermijden.<br />

TWEEDE LEERJAAR<br />

STOFWISSELING<br />

De leerplandoelstellingen voor de leerinhouden onder 1 (Betekenis van de stofwisseling) en 2<br />

(Celstofwisseling) zijn verplicht te beheersen doelstellingen.<br />

Uit de leerplandoelstellingen voor de leerinhouden 3 (Opneming van nutriënten), 4 (Transport van stoffen)<br />

en 5 (Uitscheiding) maakt de leerkracht een eigen keuze om de ingevoerde begrippen uit 1 en 2 verder te<br />

illustreren. Hij besteedt ongeveer 7 lestijden aan het totale deel stofwisseling.<br />

4 Betekenis van de stofwisseling: ca.1 lestijd<br />

De onderlinge relaties tussen de onderwerpen in het hoofdstuk stofwisseling vormen een ingewikkelde<br />

materie. Daarom worden enkele basisprincipes van de fysiologie samengevat in een referentiekader,<br />

waarnaar regelmatig terug kan worden gegrepen opdat leerlingen een goed overzicht van het werkterrein<br />

zouden behouden.<br />

4.1 Steunend op parate kennis van leerlingen kan men klassikaal een schema opbouwen, waarin<br />

relaties tussen verschillende fysiologische toestanden van het menselijk lichaam (zoals leveren van<br />

arbeid, verbruiken van energie, opnemen en verteren van voedsel, in- en uitademen) en de verschillende<br />

stelsels tot uiting komen. Men wijst op het belang van nutriënten en zuurstofgas voor het vrijmaken van<br />

energie via celademhaling of verbranding. De rol van het spijsverteringsstelsel, het ademhalingsstelsel en<br />

het transport via bloed en lymfe worden aldus verklaard. De geproduceerde afvalstoffen verklaren de<br />

noodzaak van een transport- en een uitscheidingsstelsel. Andere functies van stelsels kunnen eenvoudig<br />

toegelicht of aangehaald worden.<br />

4.2 De noodzaak tot regulering van fysiologische processen kan afgeleid worden uit gekende<br />

verschijnselen die zich voordoen bij inspanning (toename van hartslag en ademhalingsfrequentie,<br />

zweten). Het zenuwstelsel en het hormonaalstelsel worden als regulerende systemen vermeld en<br />

toegevoegd aan het schema.<br />

5 Celstofwisseling: ca. 3 lestijden<br />

5.1 Samenstelling van levende wezens<br />

Steunend op parate kennis en een voedingsmiddelentabel kan men de samenstellende stoffen van het<br />

menselijk lichaam afleiden. Men kan ook als taak enkele voedingswaardetabellen, afkomstig van verpakkingen<br />

van dierlijke en plantaardige voedingsmiddelen, door leerlingen laten verzamelen.<br />

Het belang van enkele stoffen kan aangetoond worden via een voorbeeld. Bij deze leerinhoud kan er<br />

aandacht besteed worden aan het belang van gezonde voeding.<br />

Op de chemische samenstelling en bouw van koolhydraten (sachariden), proteïnen (eiwitten) en lipiden<br />

(vetten) wordt niet diep ingegaan. Scheikundige formules worden best vervangen door eenvoudige<br />

schema's of modellen. Enkel de formule van glucose kan gebruikt worden bij de stofwisselingsreacties.<br />

5.2 Opbouw- en afbraakprocessen<br />

5.2.1 De opbouw van lichaamseigen eiwitten uit aminozuren of van reservestoffen (vetten, glycogeen)<br />

kunnen als voorbeelden van opbouwreacties worden behandeld. De aangehaalde voorbeelden worden in<br />

het metabolisme gesitueerd.


KSO/TSO– 2de graad – opties met het majorpakket 46<br />

AV Natuurwetenschappen: 1ste leerjaar: 2 lestijden/week, 2de leerjaar: 2 lestijden/week<br />

5.2.2 De oxidatie van glucose is het aangewezen voorbeeld als model van afbraakreactie. De<br />

bespreking wordt beperkt tot de globale reactievergelijking; verder kan worden verwezen naar<br />

voorbeelden bij de nutriëntenvorming zodat hier de basis wordt gelegd van de vertering.<br />

Celtransportprocessen<br />

Om de opneming en het transport van stoffen in de cel te begrijpen kunnen de begrippen osmose,<br />

diffusie en dialyse via demonstratieproeven aangebracht worden. Deze begrippen kunnen eveneens<br />

verduidelijkt worden bij de leerinhoud 6.2 (opneming van nutriënten).<br />

Het begrip actief transport wordt afgeleid uit cijfergegevens i.v.m. concentraties van stoffen binnen en<br />

buiten de cel.<br />

Enzymen<br />

De aanwezigheid van katalysatoren in cellen wordt aangetoond door een stukje verse lever in<br />

zuurstofwater te brengen en de waargenomen verschijnselen te vergelijken met deze welke zich<br />

voordoen na toevoegen van mangaandioxide. Men wijst op het eiwitkarakter van enzymen.<br />

De specificiteit van de enzymwerking wordt verklaard door een sleutel-slotmechanisme. Hierbij kan men<br />

de werking van verteringssappen verklaren. Een animatie met modellen (transparanten, computer) kan<br />

het mechanisme aanschouwelijk voorstellen.<br />

Het belang van een geschikte temperatuur en zuurtegraad wordt benadrukt. Als illustratie kan men<br />

gebruik maken van de maagenzymen die niet meer actief zijn in de twaalfvingerige darm. De<br />

verschillende eigenschappen van enzymen kunnen via een parallelle reeks van eenvoudige<br />

experimenten aangetoond worden.<br />

6 Opneming van nutriënten en zuurstofgas: (U) maximum 3 lestijden<br />

6.1 Vertering<br />

6.1.1 Het kan nuttig zijn om de bouw van het spijsverteringsstelsel en de relatie tussen<br />

voedingsmiddelen, voedingsstoffen en nutriënten te herhalen.<br />

Om de doorlatende eigenschappen van de darmwand na te bootsen en om aan te tonen dat zetmeel niet<br />

als dusdanig in het bloed kan opgenomen worden gebruikt men een dialyseslang.<br />

De noodzaak van vertering is hieruit een logische conclusie, die gevisualiseerd kan worden d.m.v. een<br />

eenvoudig schema of model (ineen geschoven lucifersdoosjes of legoblokjes).<br />

De vertering van zetmeel tot glucose kan aangetoond worden door de kleur van een met dijoodoplossing<br />

gekleurde zetmeelsuspensie te vergelijken met de kleur die optreedt in een gelijkaardige suspensie<br />

waaraan speeksel werd toegevoegd; in beide gevallen gaat men de aanwezigheid van glucose na. Dat<br />

de gevormde glucose wel door de darmwand gaat, wordt eveneens met dialyseslang geïllustreerd.<br />

6.1.2 Met behulp van eenvoudige modellen en/of schema's wordt een enzymatische omzetting van<br />

voedingsstoffen tot nutriënten besproken en overzichtelijk samengevat.<br />

6.2 Opneming van nutriënten<br />

De lengte van de darm, de darmplooien, de darmvlokken en de microvilli kunnen aangetoond worden<br />

d.m.v. een aangepast onderwijsmiddel (micro- of macropreparaat, dia, model). Men duidt op het belang<br />

ervan voor de opneming van nutriënten.<br />

Gebruik makend van een eenvoudig model van een darmvlok kan absorptie van nutriënten uitgelegd<br />

worden. Men wijst erop dat zowel actieve als passieve processen leiden tot de opneming van nutriënten<br />

in de bloed- en chijlvaten.<br />

6.3 Opneming van zuurstofgas<br />

Op een eenvoudige schematische voorstelling kunnen de bouw van het ademhalingsstelsel en de<br />

opneming van zuurstofgas in de longen herhaald worden. Tegelijkertijd kan men ook de afgifte van<br />

koolstofdioxide behandelen. Men kan met behulp van een zuurstofsensor, aangesloten op een computer,<br />

de vermindering van het zuurstofgehalte in uitgeademde lucht aantonen.


KSO/TSO– 2de graad – opties met het majorpakket 47<br />

AV Natuurwetenschappen: 1ste leerjaar: 2 lestijden/week, 2de leerjaar: 2 lestijden/week<br />

7 Transport van stoffen: (U) maximum 2 lestijden<br />

Diverse aspecten van de bloedsomloop werden reeds in de eerste graad behandeld. In de tweede graad<br />

wordt de nadruk eerder gelegd op de functionele betekenis dan op de samenstelling van het bloed en de<br />

structuur van de bloedsomloop.<br />

7.1 Samenstelling en functie van het bloed<br />

Omdat de samenstelling van bloed reeds besproken werd in de eerste graad beklemtoont men de<br />

functies van de diverse bestanddelen.<br />

7.2 Functionele betekenis van de bloedsomloop<br />

De nadruk wordt gelegd op de transportfunctie van bloed (aanvoer van nutriënten en zuurstofgas, afvoer<br />

van koolstofdioxide en afvalstoffen). Het verloop van de kleine en de grote bloedsomloop worden kort<br />

herhaald. Op de werking van het hart kan dieper ingegaan worden. Daarbij kan de computer<br />

ingeschakeld worden om via animaties de hartfasen aan te tonen en/of om een cardiogram of een<br />

sonogram te maken. De hartfasen worden ook verbonden met de bloeddruk.<br />

8 Uitscheiding: (U) maximum 2 lestijden<br />

8.1 Functie van een nier<br />

De delen van het nierstelsel en de macroscopische bouw van een nier worden kort herhaald aan de hand<br />

van een opengesneden nier en/of een model van een nier. Men kan een micropreparaat gebruiken om de<br />

structuur van een nefron te behandelen. Een tabel met de samenstelling van plasma, voorurine, plasma<br />

na reabsorptie en van urine laat toe de rol van een nefron te achterhalen.<br />

REGELING EN PRIKKELBAARHEID<br />

9 Regeling: ca. 4 lestijden<br />

9.1 Vitaminen<br />

9.1.1 De vitaminen worden ingedeeld in in water oplosbare en in vet oplosbare vitaminen. Het belang<br />

van deze eigenschap voor de bereidingswijze van voedsel kan beklemtoond worden en men wijst er<br />

vooral op dat van in vet oplosbare vitaminen een reserve wordt aangelegd in het lichaam.<br />

9.1.2 De betekenis van vitaminen voor het organisme kan verduidelijkt worden door de bespreking van<br />

gebreksziekten met behulp van (video)film, dia's of afbeeldingen. De relatie tussen de functies van de<br />

besproken vitaminen in het lichaam en de waargenomen hypo- en avitaminosen wordt toegelicht. Ook het<br />

gevaar van hypervitaminose bij overdadig vitaminegebruik wordt besproken. Bespreek in elk geval één<br />

voorbeeld van een in water oplosbaar vitamine en één voorbeeld van een in vet oplosbaar vitamine.<br />

9.2.1 M.b.v. een geschikt illustratiemiddel de ligging van volgende endocriene klieren situeren:<br />

hypothalamus, hypofyse, schildklier, eilandjes van Langerhans, bijnieren en gonaden. De klieren, hun<br />

hormonen en hun functie kunnen in een tabel worden weergegeven. Het onderscheid tussen exo- en<br />

endocriene klieren komt eveneens aan bod.<br />

9.2.2 Met voorbeelden verduidelijkt men dat kliersecreties reacties zijn op prikkels, bv. afgifte van<br />

adrenaline bij het zien van een gevaarlijke situatie.<br />

9.2.3 De hormonale regeling van het suikermetabolisme wordt uitgelegd met behulp van een schema.<br />

De symptomen van suikerziekte worden besproken in relatie met dit schema. Suiker- en vetarm dieet,<br />

levenswijze en toediening van insuline worden besproken als middel om het glucosegehalte binnen de<br />

grenzen te houden. De invloed van een storing in de productie van schildklierhormoon op de groei van<br />

het menselijk lichaam kan besproken worden als tweede voorbeeld. Een andere mogelijkheid is enkele<br />

hormonale vruchtbaarheidsproblemen te bespreken.


KSO/TSO– 2de graad – opties met het majorpakket 48<br />

AV Natuurwetenschappen: 1ste leerjaar: 2 lestijden/week, 2de leerjaar: 2 lestijden/week<br />

10 Prikkelbaarheid : ca. 6 lestijden<br />

10.1 Soorten prikkels en zintuigen die ze opvangen<br />

Na de omschrijving van een prikkel als een verandering in of rond een organisme die tot een reactie kan<br />

leiden, wordt de parate kennis die de leerlingen over dit onderwerp bezitten aangevuld en eventueel<br />

bijgestuurd. Men rubriceert de soorten prikkels en de zintuigen die ze opvangen. Men wijst erop dat de<br />

verandering in of rond een organisme voldoende groot moet zijn om tot een prikkel te leiden. De kleinste<br />

intensiteit die nog als prikkel werkt wordt drempelwaarde genoemd.<br />

De huidzintuigen voor tast, druk, pijn, warmte en koude kunnen vernoemd worden. Voor het evenwichtszintuig<br />

wijst men enerzijds op het ervaren van de stand in de ruimte (positiezin) en anderzijds op het<br />

waarnemen van veranderingen in beweging (rotatiezin).<br />

10.2 Bouw en werking van het oog of het oor<br />

Met geschikt aanschouwelijk materiaal (o.a. model, dia, film, cd-rom) worden de delen van het besproken<br />

zintuig functioneel behandeld.<br />

Het oog<br />

Voor het gezichtszintuig bespreekt men de beschermende delen, de oogspieren, de structuur van de<br />

oogbol (eventueel met dissectie van een varkensoog) en de bouw van het netvlies (kegeltjes en staafjes).<br />

De beeldvorming in het oog kan vergeleken worden met de werking van een fototoestel. Stereoscopisch<br />

zien, lensaccommodatie, nabijheidpunt, nawerking, gezichtsbedrog en enkele oogafwijkingen kunnen ter<br />

sprake komen.<br />

Het oor<br />

Bij het gehoor- en evenwichtszintuig komen de verschillende onderdelen van het uitwendige oor, het<br />

middenoor en het inwendige oor aan bod. Men wijst er iedere keer op bij welke zintuiglijke waarneming<br />

(geluid, positie, rotatie) elk deel een rol speelt.<br />

Om de werking van het gehoororgaan te verduidelijken is het nodig vooraf de voortplanting van het geluid<br />

als trilling te verklaren. Ook hier zullen (demonstratie)proeven de theorie ondersteunen. Men bespreekt<br />

zeker ook de trilling van het basaalmembraan, waardoor in het orgaan van Corti de zintuigcellen<br />

verplaatst worden t.o.v. het dekvlies, hetgeen het ontstaan van impulsen veroorzaakt.<br />

Bij de behandeling van de evenwichtsorganen wordt een onderscheid gemaakt tussen de werking van de<br />

halfcirkelvormige kanalen (rotatiezin) enerzijds en de functie van het ovale en ronde blaasje (positiezin)<br />

anderzijds.<br />

Men vermijdt zoveel mogelijk louter verbale uiteenzettingen en zorgt ervoor dat modellen en/of schema's<br />

iedere keer de besproken verschijnselen verduidelijken.<br />

10.3 Bouw en functies van het zenuwstelsel<br />

10.3.1 Bouw van een zenuwcel<br />

Men omschrijft een neuron eenvoudig als een grijze cel (cytoplasma en kern) met korte vertakte uitlopers<br />

(dendrieten) en met een lange, meestal witte, uitloper (zenuwvezel). Het uiteinde van de zenuwvezel is<br />

eveneens vertakt; elke vertakking eindigt in een klein blaasje.<br />

De cellichamen van de zenuwcellen liggen dikwijls gegroepeerd in zenuwknopen of ganglia.<br />

Aard van een impuls<br />

Men wijst op het verschil tussen een prikkel en een impuls (zie 10.1); een impuls verplaatst zich in één<br />

richting van de aanvoerende korte uitloper over het cellichaam naar de afvoerende zenuwvezel. Deze<br />

verplaatsing geeft een zwakke elektrische stroom (actiestroom), die zich voortplant over het<br />

celmembraan. Eventueel vermeldt men dat natrium- en kaliumionen aan de buitenzijde van het membraan<br />

en chloride-ionen aan de binnenzijde een belangrijke rol spelen.


KSO/TSO– 2de graad – opties met het majorpakket 49<br />

AV Natuurwetenschappen: 1ste leerjaar: 2 lestijden/week, 2de leerjaar: 2 lestijden/week<br />

Bouw en werking van een synaps<br />

Waar de zenuwvezel van een neuron eindigt en aansluit op de volgende zenuwcel, bevindt zich een<br />

smalle tussenruimte; het geheel noemt men synaps. De impuls zorgt ervoor dat uit de kleine blaasjes aan<br />

het uiteinde van de zenuwvezel een stof vrijkomt (transmitterstof), die de volgende cel prikkelt en<br />

waardoor een nieuwe impuls ontstaat.<br />

Bouw van een zenuw<br />

Zenuwen worden beknopt omschreven als gebundelde zenuwvezels van verschillende zenuwcellen. Men<br />

maakt het onderscheid tussen gevoels- of sensibele zenuwen en bewegings- of motorische zenuwen.<br />

10.3.2 De bouw van het zenuwstelsel wordt functioneel behandeld. Men beperkt zich tot de belangrijkste<br />

anatomische structuren en zorgt voor aangepast aanschouwelijk materiaal (o.a. model, dia's, film, cdrom).<br />

Men wijst op de anatomische indeling van het zenuwstelsel (in centraal en perifeer zenuwstelsel)<br />

en de functionele indeling (in animaal en autonoom zenuwstelsel).<br />

Centraal zenuwstelsel<br />

Van het centraal zenuwstelsel bespreekt men alleen de grote hersenen, de kleine hersenen, het<br />

verlengde merg en het ruggenmerg. Men relateert elk deel met zijn taak en preciseert iedere keer de<br />

ligging van de witte en van de grijze stof. In de grote hersenen worden zeker de motorische, de<br />

sensorische en de associatie- of herinneringsvelden gelokaliseerd. Men wijst er tevens op dat de<br />

hypothalamus nauw betrokken is bij de afscheiding van hormonen door de hypofyse, en dat daardoor<br />

zenuwstelsel en hormonaal stelsel samenwerken bij het tot stand komen van reacties op prikkels.<br />

Perifeer zenuwstelsel<br />

Het is niet nodig de 12 paar hersenzenuwen en de 31 paar ruggenmergzenuwen stuk voor stuk te<br />

behandelen. Men wijst er wel op dat ze een motorische en/of sensorische functie vervullen. De tiende<br />

hersenzenuw (zwervende zenuw) en de bekkenzenuw worden wegens hun belangrijke verbindingstaak<br />

tussen centraal en autonoom zenuwstelsel wel besproken.<br />

Animaal zenuwstelsel<br />

Men verduidelijkt dat het animaal zenuwstelsel alle bewuste handelingen die aan de wil onderhevig zijn<br />

controleert, en dat de centra in de hersenen en het ruggenmerg liggen.<br />

Autonoom zenuwstelsel<br />

Men omschrijft het autonoom zenuwstelsel als dat deel van het zenuwstelsel dat alle onbewuste activiteiten<br />

in het lichaam controleert. De centra liggen niet alleen in de hersenen en het ruggenmerg maar ook in<br />

de grensstrengen en in de verspreide ganglia. Men maakt een onderscheid tussen het sympathisch en<br />

het parasympatisch systeem en wijst erop dat beide systemen elkaar voortdurend tegengesteld<br />

beïnvloeden. Om de werking van het autonoom zenuwstelsel te illustreren, en tevens de samenwerking<br />

tussen zenuwstelsel en hormonaal stelsel bij de coördinatie van reacties op prikkels aan te tonen, behandelt<br />

men bv. de regeling van de hartslag.<br />

10.4 Willekeurige bewegingen en reflexen<br />

Willekeurige beweging<br />

Als gevolg van prikkels die hun oorsprong vinden binnen of buiten het lichaam kunnen willekeurige,<br />

bewuste bewegingen ontstaan die vanuit de motorische zone van de grote hersenen worden geregeld.<br />

Van hieruit vertrekken impulsen naar alle skeletspieren. Er wordt op gewezen dat ook uit vrije wil,<br />

onafhankelijk van in- of uitwendige prikkels, impulsen vanuit de hersenschors naar skeletspieren kunnen<br />

gestuurd worden.<br />

Reflex<br />

Een reflex wordt omschreven als een onwillekeurige beweging, die ontstaat als gevolg van een reactie op<br />

een prikkel; hierbij doorloopt de impuls alleen een zogenaamde reflexboog. Een reflex kan bewust<br />

(kniepeesreflex) of onbewust (knippen met de oogleden) optreden; hij kan aangeboren of<br />

ongeconditioneerd (pupilreflex) en aangeleerd of geconditioneerd (zwemmen, fietsen) zijn.


KSO/TSO– 2de graad – opties met het majorpakket 50<br />

AV Natuurwetenschappen: 1ste leerjaar: 2 lestijden/week, 2de leerjaar: 2 lestijden/week<br />

10.5 Weg van een impuls bij willekeurige bewegingen en bij reflexen<br />

Weg van een impuls bij willekeurige bewegingen<br />

Men verduidelijkt op een schema het verloop van de impulsen: zintuig → gevoelszenuw → opstijgende<br />

baan in het ruggenmerg → motorisch veld in de hersenschors → afdalende baan in het ruggenmerg →<br />

bewegingszenuw → skeletspier. Men benadrukt dat de rechter hersenhelft in verbinding staat met de<br />

linkerhelft van het lichaam.<br />

Weg van een impuls bij reflexen<br />

Men verduidelijkt eerst het ontstaan van een onbewuste reflex, door de reflexboog in zijn eenvoudigste<br />

vorm schematisch voor te stellen: prikkel → impuls → gevoelszenuw in het perifeer zenuwstelsel →<br />

schakelzenuw in het ruggenmerg of in de hersenen → bewegingszenuwcel in het perifeer zenuwstelsel<br />

→ reflex.<br />

Na de bespreking van de weg, gevolgd door een impuls bij een onbewuste reflex, breidt men het schema<br />

uit om de impulsgeleiding bij bewuste reflexen te verklaren.<br />

10.6 Relaties tussen het zenuwstelsel en het hormonaal stelsel<br />

Door te wijzen op de anatomische samenhang tussen hypofyse, hypothalamus en het omringende<br />

hersenweefsel verduidelijkt men de mogelijkheid tot samenwerking tussen het zenuw- en hormonaal<br />

stelsel. Als voorbeelden van dergelijke relaties kunnen o.a. de adrenalinestoot bij schrikreactie, het<br />

verband tussen borstvoeding en prolactineproductie door de hypofyse en de regeling van bloeddruk en<br />

hartritme aan bod komen.<br />

10.7 Gezondheidszorg voor zenuwstelsel en zintuigen<br />

Mogelijke onderwerpen zijn het vermijden van overbelasting van het zenuwstelsel door psychische<br />

spanning, door overdreven werk of door te weinig slaap. Schade veroorzaakt door stress en het gebruik<br />

van drugs (o.a. tranquillizers en stimulantia) kunnen behandeld worden.<br />

Gevolgen van een lichte of zware hersenschudding, oorzaken van een beroerte (hersenbloeding,<br />

trombose, embolie) en hersenvliesontsteking als voorbeeld van infectie van het zenuwstelsel kunnen ter<br />

sprake komen.<br />

Afhankelijk van het besproken zintuig worden enkele specifieke hygiënische voorschriften voor het<br />

gezichts-, gehoor- of evenwichtsorgaan behandeld. Zo kan men aandacht besteden aan de noodzaak<br />

van persoonlijke beschermingsmaatregelen (bv. dragen van een veiligheids- of leesbril), en van<br />

collectieve beschermingsmaatregelen (bv. afzuiging voor stof, goede verlichting). In verband met het oor<br />

kan de bespreking van de gevolgen van een te langdurige blootstelling aan te sterke geluiden, motiveren<br />

tot een aangepast gedrag om eigen gehoorbeschadiging en die van anderen te voorkomen. Gevolgen<br />

van overprikkeling van het evenwichtszintuig (zee- en ruimteziekte) en hygiëne van het uitwendig oor<br />

kunnen besproken worden.


KSO/TSO– 2de graad – opties met het majorpakket 51<br />

AV Natuurwetenschappen: 1ste leerjaar: 2 lestijden/week, 2de leerjaar: 2 lestijden/week<br />

ALGEMENE PEDAGOGISCH-DIDACTISCHE WENKEN<br />

1 Wetenschappelijke geletterdheid<br />

Vertaald naar de betrokken leerlingenpopulatie betekent wetenschappelijke geletterdheid:<br />

toepassingen van natuurwetenschappen uit de eigen ervaringswereld op eenvoudige wijze uitleggen<br />

met behulp van kennis van een aantal wetenschappelijke inzichten;<br />

met behulp van representatieve voorbeelden, natuurwetenschappelijke kennis in de eigen<br />

ervaringswereld toepassen;<br />

aan de hand van representatieve voorbeelden, het belang van de natuurwetenschappen en de<br />

toepassingen ervan voor de samenleving uitleggen;<br />

aan de hand van representatieve voorbeelden, een standpunt innemen en een gereflecteerd oordeel<br />

uitspreken over wetenschappelijke toepassingen;<br />

een attitude tegenover natuurwetenschappen aannemen die gebaseerd is op inzicht in haar<br />

methoden, in haar ontwikkeling en in haar maatschappelijke impact.<br />

Onderwijs moet het rendement ten opzichte van deze doelstellingen bewaken en bevorderen door:<br />

het cognitieve niveau van leerinhouden af te stemmen op dat van de leerlingen;<br />

de omvang van het curriculum zodanig te beperken dat er ruimte is voor actieve verwerking van<br />

leerinhouden;<br />

een didactische vormgeving die niet de kennisreproductie maar het individuele en collectieve proces<br />

van kennisverwerving centraal plaatst;<br />

natuurwetenschappelijke kennis te plaatsen in een maatschappelijke, culturele en historische context.<br />

Op deze wijze krijgt authentiek leren voldoende kansen en wordt de intrinsieke motivatie voor<br />

natuurwetenschappen gestimuleerd.<br />

2 Werkvormen<br />

Er dient een goede balans te zijn in het gebruik van de verschillende werkvormen, die elkaar aanvullen.<br />

Het best wordt uitgegaan van een probleemstelling, eventueel gekoppeld aan een demonstratieproef.<br />

Om de zelfwerkzaamheid, de betrokkenheid en de interesse van de leerlingen te verhogen, moeten de<br />

leerlingen zo veel als mogelijk actief meewerken. Kijk ook uit naar opdrachten die gebruik maken van<br />

verschillende media, zoals handboek, krant, tijdschrift, videofilm, computersimulatie, cd-rom, internet,…<br />

Zo kunnen ook voor meer theoretische onderwerpen zoals atoombouw, de leerlingen zelf informatie<br />

verzamelen, verwerken en presenteren aan medeleerlingen.<br />

Natuurwetenschappen is een vak waarbij de leerlingen hun dagelijkse ervaringswereld kunnen uitbreiden<br />

door het volgen en zelf uitvoeren van proeven in de klas.<br />

Het proefondervindelijk karakter van het vak is daarom zeer belangrijk. In de mate van het mogelijke<br />

zullen zoveel mogelijk proeven aan bod moeten komen in de les.<br />

Zeker in grotere klassen dient de voorziene tijd maximaal te renderen. Zorg dat alles klaar staat, en laat<br />

de leerlingen bij voorkeur met eenvoudige materialen en toestellen werken.<br />

Uiteraard dienen bij het uitvoeren van experimenten door leerkracht of leerlingen steeds de veiligheidsvoorschriften<br />

in acht te worden genomen. De leerlingen leren ook veilig en milieubewust omgaan met<br />

allerlei stoffen. Laat de leerlingen niet met giftige stoffen (bv. kwik en -verbindingen) of met<br />

kankerverwekkende stoffen (bv. benzeen) werken.<br />

Voor de ter zake geldende onderrichtingen is er een samenvatting te raadplegen op de website:<br />

www.gemeenschapsonderwijs.be/pbd/veiligheid.


KSO/TSO– 2de graad – opties met het majorpakket 52<br />

AV Natuurwetenschappen: 1ste leerjaar: 2 lestijden/week, 2de leerjaar: 2 lestijden/week<br />

3 Gebruik van ICT<br />

ICT is een middel zowel voor de leerkracht als voor de leerling om snel adequate informatie te zoeken, te<br />

bewerken en te gebruiken.<br />

Educatie wordt meer en meer e-ducatie (elektronische educatie). Bij minstens 15% van de leerinhouden<br />

zal ICT aan bod komen. Naast het gebruik van de computer door de leraar bv. voor real-time metingen,<br />

het tonen van gevaarlijke of moeilijk uitvoerbare experimenten, zal de leerling het middel gebruiken om<br />

bv. extra oefeningen te maken, leerachterstanden op te halen, vragen door te spelen.<br />

Om scholen verder te ondersteunen bij de invoering en gebruik van ICT publiceerde het departement<br />

Onderwijs de brochure ICT.onderwijs@vlaanderen. Informatie is te vinden op de ICT-website:<br />

www.ond.vlaanderen.be/ict/.<br />

Ook het <strong>Gemeenschapsonderwijs</strong> ondersteunt het ICT gebruik in de scholen met een eigen website en<br />

met onderdelen van het schoolweb zoals fysicaweb :http://schoolweb.rago.be/fysicaweb<br />

4 Gebruik van handboeken en cursussen<br />

Om de efficiëntie van het onderwijs- en leerproces te optimaliseren zal men er over waken dat naast de<br />

eindtermen ook de andere na te streven leerplandoelstellingen en uitbreidingsdoelstellingen aan bod<br />

komen. De wijze waarop dit in de aangeboden handboeken wordt gerealiseerd, zal in belangrijke mate de<br />

keuze van de gebruikte boeken en/of de aangewende werkstructuren bepalen.<br />

Als wordt geopteerd voor het maken van een eigen cursus, zal men er in elk geval nauwgezet op toezien<br />

de leerinhouden op een zo bevattelijk mogelijke wijze aan te bieden. Men besteedt daartoe voldoende<br />

aandacht aan de lay-out en aan de figuren. Teksten worden zoveel mogelijk met voorbeelden<br />

geïllustreerd.<br />

Met het oog op evaluaties worden in de cursus, waar mogelijk, ook oefeningen ingelast. Oefeningen voor<br />

zelfevaluatie kunnen leerlingen toelaten eigen tekorten op te sporen en zullen eventueel de aanzet vormen<br />

voor het bijsturen van het leerproces.<br />

5 Vakoverschrijdend leren<br />

Daarnaast levert de leraar wetenschappen ook zijn bijdrage tot de realisatie van de vakoverschrijdende<br />

eind-termen. Vakoverschrijdende eindtermen (VOET) zijn minimumdoelen die niet specifiek behoren tot<br />

een vakgebied, maar onder meer door middel van meerdere vakken of onderwijsprojecten kunnen<br />

worden gerealiseerd. Ze zijn in eerste instantie een opdracht voor het hele schoolteam. Om uit te maken<br />

hoe alle vakoverschrijdende eindtermen op schoolniveau kunnen gerealiseerd worden, zijn afspraken<br />

tussen de collega’s van alle vakken nodig. Het is aangewezen om deze afspraken formeel vast te leggen<br />

in het schoolwerkplan.<br />

In sommige vakken kunnen bepaalde VOET uitdrukkelijker aan de orde komen dan in andere.<br />

Leerplannen kunnen dan ook verwijzingen naar VOET bevatten als de binding tussen de vakgebonden<br />

doelstellingen en de VOET evident is. Indien de vakgroep nog andere VOET realiseerbaar acht binnen<br />

een vak, wordt dit vastgelegd in een verslag waarin zowel de visie en de planning zijn opgenomen.<br />

Heel wat VOET die behoren tot de domeinen Leren leren en Sociale vaardigheden zitten reeds verweven<br />

in de uitwerking van verschillende vakgebonden doelstellingen in dit leerplan. Door een doordachte keuze<br />

van thema’s, teksten en lesonderwerpen kunnen andere VOET (Opvoeden tot burgerzin, Gezondheidseducatie,<br />

Milieueducatie, Muzisch-creatieve vorming en Technisch-technologische vorming) ook in de<br />

lessen natuurwetenschappen aan bod komen.<br />

Bij de aanvang van het schooljaar maakt de leraar een oordeelkundige keuze van de leerinhouden<br />

waarmee hij de vakgebonden en vakoverschrijdende doelstellingen wil realiseren (bij voorkeur na overleg<br />

met de vakgroep) en stelt een jaar(vorderings)plan op waarin hij de leerstof op een evenwichtige wijze<br />

verdeelt over het beschikbare aantal lestijden.


KSO/TSO– 2de graad – opties met het majorpakket 53<br />

AV Natuurwetenschappen: 1ste leerjaar: 2 lestijden/week, 2de leerjaar: 2 lestijden/week<br />

MINIMALE MATERIËLE VEREISTEN<br />

Klaslokaal<br />

De lessen moeten steeds gegeven worden in het daartoe bestemde lokaal, voorzien van een goed<br />

uitgeruste leraarstafel en leerlingentafels met water, gas en elektriciteit. Het lokaal moet demonstratie- en<br />

leerlingenproeven toelaten en is uitgerust voor projecties (met tv, video en/of cd-rom, overhead- en<br />

diaprojector). Er moet dus kunnen verduisterd worden.<br />

Tevens dient er ook één minstens goed uitgeruste computer (met cd-romdrive, printer, mogelijkheden<br />

voor 'real-time'-metingen, mogelijkheden voor projectie en internetaansluiting) aanwezig te zijn.<br />

Het materiaal voor de leerlingenproeven moet voldoende talrijk aanwezig zijn.<br />

Algemene uitrusting<br />

In de voorraadkamer bevinden zich de nodige kasten, met de nodige chemicaliën en stoppenassortiment.<br />

Meetapparatuur: digitale balans, kwikbarometer (of metaalbarometer), set meetspuiten, pH-meter,<br />

meetlat, klaschronometer, multimeter, handchronometer, geodriehoek, rolmeter.<br />

Statiefmateriaal: statieven, ringen, vuurvast gaas, klemmen, noten<br />

Glaswerk (eventueel kunststof): reageerbuizen, bekerglazen, erlenmeyers, kolven, trechters,<br />

maatcilinders, petrischalen, glazen buizen.<br />

Toestellen: vacuümpomp met toebehoren, centrifuge, microscoop, spanningsbron, incubatieoven,<br />

koelkast, osmosecel, elektrolysetoestel, bunsenbrander (of kookplaat), mortier met stamper, dialyseslang<br />

Bibliotheek met allerlei naslagwerken, tijdschriften, brochures, enz.<br />

Specifiek materiaal voor de module fysica<br />

Vermeld wordt het specifiek materiaal per onderdeel. Materiaal dat door de leerkracht zelf gemaakt kan<br />

worden is niet in de lijst opgenomen.<br />

2. Materie, ruimte en tijd:<br />

kubussen; balans.<br />

3. Atoom- en kernmodel:<br />

simulatiemodel voor aggregatietoestanden; toestel voor Brownse beweging; roostermodellen.<br />

5. Krachten:<br />

toestel voor de wet van Hooke; dynamometer; schietlood; ijkmassa's; veren.<br />

6.Hydro- en aërostatica:<br />

toestel principe van Pascal; glazen cilinder met afsluitplaatje; vliesmanometer; verbonden vaten; toestel<br />

voor hydrostatische paradox; voorwerpen voor de wet van Archimedes; Maagdenburgse halve bollen;<br />

toestel dichtheidsbepaling van lucht; buis van Torricelli; baroscoop.<br />

7. Beweging en verkeer:<br />

toestel om de eenparige beweging te onderzoeken (bv. glazen buis met glycerol en luchtbel); valbuis van<br />

Newton; toestel om de valversnelling te bepalen; toestel om actie en reactie aan te tonen.<br />

8. Arbeid, vermogen en energie:<br />

chronometer; hellend vlak; kleine elektrische motor; model waterturbine met dynamo; radiometer van<br />

Crookes; zonnecel; botsbal; warmtegevoelig papier.<br />

9. Radioactiviteit:<br />

dia's; leerlingenset voor kernverschijnselen.<br />

10. Ioniserende straling:<br />

Geiger-Mullerteller met luidspreker; nevelkamer van Wilson; radio-isotopen.


KSO/TSO– 2de graad – opties met het majorpakket 54<br />

AV Natuurwetenschappen: 1ste leerjaar: 2 lestijden/week, 2de leerjaar: 2 lestijden/week<br />

Specifiek materiaal voor de module chemie<br />

Moleculemodellen, roostermodellen: metaalroosters, ionroosters, moleculeroosters (ijs)<br />

Voor het werken in contexten is het nodig dat een aantal materialen, apparaten en producten vooral uit<br />

het dagelijkse leven ter beschikking zijn, zoals<br />

Zuren:<br />

• azijnzuur in de vorm van tafelazijn<br />

• citroenzuur in de vorm van citroensap of kristalvormig citroenzuur<br />

• ‘koolzuurhoudend’ water (bruisend mineraalwater)<br />

• ontkalkingmiddelen (mierenzuur)<br />

• zoutzuur<br />

Basen:<br />

• ammoniak<br />

• natriumhydroxide in de vorm van gootsteenontstopper, vaatwasmachinemiddel<br />

• gebluste kalk<br />

• kalkwater<br />

Indicatoren:<br />

• rodekoolsap (vers bereid)<br />

• lakmoes<br />

• fenolftaleïne<br />

• universeelindicator<br />

Zouten:<br />

• keukenzout (in originele verpakking)<br />

• maagzout<br />

• kristalsoda<br />

• strooizout (calciumchloride)<br />

• hels zout (zilvernitraat)<br />

• calciumcarbonaat (marmer, eierschalen, oesterschelpen, …)<br />

• gips (calciumsulfaat)<br />

• bruistabletten<br />

• meststoffen (nitraten, fosfaten, …)<br />

• ertsen<br />

Brandstoffen:<br />

• aardolie en aardolieproducten<br />

• cokes en steenkool<br />

• brandspiritus (hoofdbestanddeel ethanol)<br />

• campinggas (een leeg blikje om te laten zien is genoeg)<br />

• kaarsen<br />

Cosmetica:<br />

• nagellak<br />

• schoonheidscrèmes en -melk<br />

• zepen (toiletzeep en vloeibare zepen)<br />

• shampoos<br />

• tandpasta


KSO/TSO– 2de graad – opties met het majorpakket 55<br />

AV Natuurwetenschappen: 1ste leerjaar: 2 lestijden/week, 2de leerjaar: 2 lestijden/week<br />

Reinigingsmiddelen:<br />

• afwasmiddel<br />

• bleekwater<br />

• bleekpoeder<br />

• allesreiniger<br />

• wasmiddelen<br />

Voedingswaren:<br />

• margarine<br />

• halvarine<br />

• plantaardige oliën (arachideolie, zonnebloemolie, olijfolie, …)<br />

• aardappelbloem<br />

• bakpoeder<br />

• gelatine<br />

• suiker (kristalsuiker, bloemsuiker)<br />

• kleurstoffen en smaakstoffen<br />

• dranken (melk, limonade, wijn, bier, …)<br />

Metalen:<br />

• aluminium: verpakkingen (bakjes, schaaltjes), folie<br />

• ijzer: poeder, staalwol, spijkers (ook roestige)<br />

• zink<br />

• koper<br />

• lood<br />

• magnesium<br />

• legeringen: roestvrij staal, soldeer, brons, messing, …<br />

Niet-metalen:<br />

• zwavel (lucifers, pijpzwavel)<br />

• houtskool<br />

• Norit ® : geneesmiddel, aquariumfilter<br />

• grafiet (potlood, kachelpoets)<br />

Kunststoffen:<br />

• polyetheen (verpakkingszakjes, flessen, …)<br />

• pvc<br />

• isolatiematerialen (‘isomo’)<br />

• siliconen<br />

• textielvezels, liefst met etiket (polyester, nylon, …)<br />

Allerlei voorwerpen:<br />

• aquariumfilter<br />

• batterijen<br />

• edelstenen en halfedelstenen<br />

• gasmasker<br />

• geurvreters (schoenen)<br />

• koffiezet (toestel of ander middel)<br />

• petroleumlamp<br />

• spuitbus (haarlak of ander)


KSO/TSO– 2de graad – opties met het majorpakket 56<br />

AV Natuurwetenschappen: 1ste leerjaar: 2 lestijden/week, 2de leerjaar: 2 lestijden/week<br />

Specifiek materiaal voor de module biologie<br />

Voor het uitvoeren van demonstraties, proeven en observaties, nodig om de doelstellingen te bereiken<br />

dient de volgende basisuitrusting aanwezig te zijn:<br />

skelet<br />

mens<br />

micropreparaten<br />

leverkwabjes<br />

nierlichaampjes<br />

doorsnede dunne darm<br />

doorsnede long<br />

doorsnede huid<br />

bloed van mens<br />

celdelingen<br />

modellen en/of transparanten<br />

torso mens, huid, nier, nierlichaampje, mannelijke en vrouwelijke voortplantingsorganen, doorsnede<br />

hoofd met hersenen, delingsfasen, planten- en/of dierencel, zenuwcel, oog en/of oor<br />

chemicaliën<br />

agar-agar, glucose, glycerol, keukenzout, NaOH-pastilles, fenolftaleïne, clinistix, lugol, zetmeel,<br />

waterstofperoxide, glaswol, norvanol, formaldehyd (40%), mangaandioxide, detergent,<br />

universeelindicator-papier en/of vloeibaar), testkits voor bodem- en/of wateronderzoek, amylase,<br />

proteïnase, methyleenblauw.<br />

Veiligheid<br />

Om aan de nodige veiligheids- en milieuvoorschriften te voldoen dienen o.a. aanwezig te zijn:<br />

veiligheidstekens, veiligheidskasten voor de opslag van gevaarlijke producten (voorzien van de<br />

overeenkomstige gevarensymbolen), blustoestel, emmer met zand, branddeken, metalen papiermand,<br />

labojassen, veiligheidsbrillen, oogdouche of oogwasfles, handschoenen, EHBO-kit met brandzalf,<br />

wandplaat en/of lijst met R- en S-zinnen, containers of flessen voor selectief verzamelen van afvalstoffen.<br />

Inzake veiligheid is de volgende wetgeving van toepassing:<br />

- Codex<br />

- ARAB<br />

- AREI<br />

- Vlarem.<br />

Deze wetgeving bevat de technische voorschriften die in acht moeten genomen worden m.b.t.:<br />

- de uitrusting en inrichting van de lokalen;<br />

- de aankoop en het gebruik van toestellen, materiaal en materieel.<br />

Ze schrijven voor dat:<br />

- duidelijke Nederlandstalige handleidingen en een technisch dossier aanwezig moeten zijn;<br />

- alle gebruikers de werkinstructies en onderhoudsvoorschriften dienen te kennen en correct kunnen<br />

toepassen;<br />

- de collectieve veiligheidsvoorschriften nooit mogen gemanipuleerd worden;<br />

- de persoonlijke beschermingsmiddelen aanwezig moeten zijn en gedragen worden, daar waar de<br />

wetgeving het vereist.


KSO/TSO– 2de graad – opties met het majorpakket 57<br />

AV Natuurwetenschappen: 1ste leerjaar: 2 lestijden/week, 2de leerjaar: 2 lestijden/week<br />

EVALUATIE<br />

1. De evaluatie heeft een tweevoudig doel<br />

De evaluatie dient aan de leerling informatie te geven over de mate waarin hij of zij er in geslaagd is om<br />

zowel de kennis als de vaardigheden te beheersen die mogen verwacht worden na het leerproces.<br />

De evaluatie moet aan de leerkracht de feedback geven om vast te stellen of hij of zij de meest aangepaste<br />

methode hanteert om de gestelde doelen te bereiken.<br />

Een evaluatie is meer dan een getal om een rapportcijfer te berekenen. Het is een werkinstrument<br />

waarbij permanent en wederzijds (leerling-leraar) besluiten dienen getrokken te worden over het leerproces.<br />

In het kader van het Schoolreglement en het Schoolwerkplan is het aangewezen om ouders en leerlingen<br />

tijdig over de wijze van evalueren in te lichten.<br />

2. Eigenschappen van een goede evaluatie<br />

Door te evalueren wil men bij de leerlingen nagaan in hoeverre de doelstellingen die men met het leerproces<br />

wilde bereiken, bereikt zijn.<br />

De evaluatie moet daarom volgende kenmerken bezitten: ze moet valide, betrouwbaar en efficiënt zijn.<br />

Validiteit: mate waarin de toets of de eindproef overeenstemt met het gegeven onderwijs. Dit betekent<br />

o.a. dat er bij de evaluatie voldoende vragen rond de behandelde contexten moeten voorkomen.<br />

Betrouwbaarheid: het uitschakelen van toevalsinvloeden en het aanwenden van objectieve meetmethoden.<br />

Efficiëntie: de tijd nodig voor het voorbereiden en het afnemen van de toets moet in verhouding staan tot<br />

het bekomen van relevante informatie, liefst in een minimum van tijd.<br />

Onvoldoende resultaten bij individuele leerlingen of bij gedeelten van de klasgroep, zullen de leraar ertoe<br />

aanzetten om remediërend in te grijpen. Indien nodig zal de leraar voor andere werkvormen en<br />

leermiddelen kiezen.<br />

Een evaluatie kan een signaal geven om doelstellingen en /of leerinhouden bij te sturen.<br />

Verder is de evaluatie een belangrijk gegeven bij de pedagogische begeleiding en bij de controle door de<br />

inspectie.<br />

Voor de leerling is het van belang om door de evaluatie te weten te komen hoe zijn evolutie verloopt<br />

binnen het leerproces. Een evaluatiecijfer voor dagelijks werk zal dus noodzakelijker wijze gesteund zijn<br />

op veelvuldige evaluatiemomenten die zowel kennis, vaardigheden als attitudevorming omvatten.<br />

3 Soorten evaluatie<br />

3.1 Dagelijks werk (deelproeven)<br />

Mondelinge beurten en korte toetsen hebben vooral als doel na te gaan of de leerlingen de<br />

vooropgestelde doelstellingen in voldoende mate hebben bereikt. Leerlingen met achterstand zullen<br />

bijkomende opdrachten en taken krijgen om zo snel mogelijk bij te benen. Het is een belangrijke taak<br />

voor de leraar om de leerlingen individueel te begeleiden, om de oorzaken van de achterstand te<br />

achterhalen en, mits aangepaste remediëring, deze leerlingen te helpen (formatieve bijsturing).<br />

‘Leren leren’ krijgt zo een meer concrete betekenis. Via bepaalde technieken zoals beheersingsleren,<br />

geprogrammeerde instructie, hulp van medeleerlingen en eventueel van externe deskundigen (CLB)<br />

zullen deze leerlingen geholpen worden.<br />

Voor leerlingen die in de betreffende studierichting niet op hun plaats zitten, zal middels afspraken met<br />

collega’s, directie en/of CLB, op de begeleidende klassenraad zo snel mogelijk een oplossing gezocht<br />

worden. De hoofdbedoeling moet blijven, om zo veel als mogelijk leerlingen mee over de meet te krijgen.<br />

Verwacht meer en je zult meer krijgen. Hoge verwachtingen zijn voor iedereen belangrijk, zowel voor<br />

leerlingen die moeilijk meekunnen en voor zij die zich niet erg willen inspannen als voor goede,<br />

gemotiveerde leerlingen.


KSO/TSO– 2de graad – opties met het majorpakket 58<br />

AV Natuurwetenschappen: 1ste leerjaar: 2 lestijden/week, 2de leerjaar: 2 lestijden/week<br />

Het rapportcijfer van het dagelijks werk is gesteund op een zo breed mogelijke permanente evaluatie van<br />

de afgelopen periode.<br />

Zowel cognitieve als affectieve en psychomotorische doelstellingen komen hierbij aan bod. De leerkracht<br />

houdt hiervoor een evaluatieschrift bij. Bij elk cijfergegeven moet summier weer te vinden zijn wat de<br />

bedoeling van de evaluatie was.<br />

Hiervoor kan de leraar beschikken over:<br />

- notities over het leergedrag van de leerling in de klas;<br />

- klasgesprekken;<br />

- mondelinge overhoringen;<br />

- korte schriftelijke toetsen;<br />

- herhalingstoetsen (grotere leerstofgedeelten);<br />

- huis- en klastaken;<br />

- kwalitatieve beoordeling aangaande praktische oefeningen, laboratoriumwerk;<br />

- notities over de mate van het beheersen van de vaardigheden;<br />

3.2 Examens (eindproeven)<br />

Examens houden een productevaluatie in. Na analyse van de resultaten wordt ook hier door de leraar<br />

een diagnose opgesteld, die aanleiding kan zijn tot bijsturing van het onderwijs- en leerproces.<br />

Tevens kunnen remediërende maatregelen voor individuele leerlingen ook hier weer uit voortspruiten.<br />

Zowel het gepast aanbieden van de leerstof en de evaluatie, als het aanbieden van remediërende<br />

opdrachten, zijn essentieel in het door ons beoogde totale leerproces.<br />

Via een grote variatie in vraagvormen (open en halfopen, invulvragen, juist- onjuist vragen,<br />

sorteervragen, rangschikkingvragen en meerkeuzevragen) zullen vooral de minimumdoelstellingen<br />

(eindtermen) getoetst worden. Uitsluitend theorievragen, bv. formules en namen, moeten vermeden<br />

worden.<br />

De duur van de schriftelijke examens komt ten hoogste overeen met het aantal wekelijkse lestijden voor<br />

het vak met een minimum van twee lestijden.<br />

De examens worden afgenomen in aanwezigheid van de vakleraar. Hij deelt de leerlingen, bij aanvang<br />

van de proef, mee dat bijkomende vragen ter verduidelijking kunnen gesteld worden. Elke bijkomende<br />

toelichting wordt luidop gegeven, zodat alle leerlingen op een gelijke wijze worden behandeld.<br />

Een exemplaar van de gestelde vragen met aanduiding van de puntenverdeling worden samen met de<br />

verbeterde examenkopijen in het archief bewaard. Dit exemplaar wordt tevens aangevuld met een nietabsolute<br />

modeloplossing (de leerling kan terecht een andere oplossingsmethode gebruiken) of met een<br />

opsomming van de aandachtspunten die aanwezig moeten zijn voor oplossingen van open vragen en<br />

taken.<br />

Na de proeven hebben de leerlingen het recht de modeloplossing in te zien. Ook hebben zij het recht, op<br />

hun vraag, om hun gecorrigeerd examen in te zien.<br />

Voor de examens worden met de leerlingen duidelijke afspraken gemaakt over het verloop ervan. De<br />

leerkracht zorgt ervoor dat minimum 75% van de examenvragen het bereiken van de<br />

minimumdoelstellingen (eindtermen en andere minimumdoelstellingen) toetst.


KSO/TSO– 2de graad – opties met het majorpakket 59<br />

AV Natuurwetenschappen: 1ste leerjaar: 2 lestijden/week, 2de leerjaar: 2 lestijden/week<br />

4 Algemene richtlijnen<br />

De vragen/opdrachten met aanduiding van de cijferverdeling op de modeloplossing en de aanwijzingen<br />

voor de oplossing van de open vragen, worden opgesteld en vooraf aan de directeur overhandigd.<br />

Om achteraf discussies te vermijden zorgt men ervoor dat de leerlingen beschikken over:<br />

- een duidelijk beeld van wat van hen verwacht wordt;<br />

- de vragen en opdrachten die reeds zijn voorgekomen gedurende het didactisch proces;<br />

- een schriftelijk overzicht van de voor het examen te kennen leerstof;<br />

- een geschreven mededeling waarin staat welke informatiebronnen en welk materiaal ze<br />

mogen/moeten meebrengen op het examen;<br />

- een blad met vragen om overschrijffouten te vermijden.<br />

Indien in een klas leerlingen van verschillende opties of studierichtingen samen alle lessen of een deel<br />

van de lessen volgen, dan is, binnen deze klas, differentiatie van vragen toegelaten.<br />

Bij eventueel herexamen zal men voor de leerling de leerstof voor dat herexamen zeer nauwkeurig schriftelijk<br />

bepalen.<br />

5 Correctie<br />

Objectieve correctienormen zijn vanzelfsprekend een noodzaak. Wanneer een antwoord verschillende<br />

elementen inhoudt, is het aangewezen per essentieel element een puntenverdeling te maken.<br />

De leraar die aan zelfevaluatie wil doen, zal in tabelvorm een overzicht van de behaalde resultaten per<br />

leerling en per vraag opstellen. Daarop aansluitend wordt dan verwacht dat de leraar zijn besluiten trekt<br />

in verband met de gebruikte onderwijsmethode. Tevens is dit een uitstekend hulpmiddel om gefundeerde<br />

remediërende maatregelen t.o.v. de leerlingen te treffen.


KSO/TSO– 2de graad – opties met het majorpakket 60<br />

AV Natuurwetenschappen: 1ste leerjaar: 2 lestijden/week, 2de leerjaar: 2 lestijden/week<br />

BIBLIOGRAFIE<br />

Pedagogisch-didactische naslagwerken<br />

BLIECK, A. e.a., Instrumentarium voor leerkrachten en schoolteams, Vakoverschrijdende thema's in het<br />

secundair onderwijs: gezondheidsopvoeding, milieu-educatie en relationele vorming, Uitgeverij Garant,<br />

Leuven-Apeldoorn, 1994<br />

BOEKAERTS, M., SIMONS, P., Leren en instructie, Psychologie van de leerling en het leerproces, Van<br />

Gorcum, Assen, 1995<br />

CORNELIS, G.C., Zoeken naar oplossingen, Inleiding tot het probleemgericht denken, VUBPRESS,<br />

Brussel, 1999, ISBN 90 5487 240 3 / NUGI 619<br />

GEERLINGS, T., VAN DER VEEN, T., Lesgeven. Interne differentiatie in de praktijk, Van Gorcum, Assen,<br />

1995<br />

HARGRAVES, A., e.a., International Handbook of Educational Change, Kluwer, 1998<br />

HOOGEVEEN, P., WINKELS, J., Het didactisch werkvormenboek, Van Gorcum, Assen, 1996<br />

TIELEMANS, J., Psychodidactiek, Uitg. Garant, Leuven, 1993, ISBN 90-5350-151-7<br />

Algemene naslagwerken natuurwetenschappen<br />

ANGENON, A., Werken met grootheden en wettelijke eenheden, Die Keure, Brugge,1998, ISBN<br />

9057510677<br />

BIJKER H.J., DORST J.H. e.a., SI-eenheid voor eenheid, Noordnederlands boekbedrijf<br />

Binas, Informatieboek vwo-havo natuurwetenschappen, voor "het studiehuis" (4 de druk), Wolters –<br />

Noordhoff, Groningen.<br />

BROEK (VAN DE), J., Over sneeuwballen en glaasjes melk, ( 100 alledaagse onderwerpen ontmaskerd),<br />

Uitg. ten Hagen & Stam, Den Haag, 20000<br />

CHALMERS, A.F., Wat heet Wetenschap? , Boom, Amsterdam, 1994<br />

MEADOWS, J., Geschiedenis van de Wetenschap, Natuur & Techniek, Amsterdam, ISBN 90 68251 902<br />

SIMMONS J., De Top-100 van wetenschappers, Uitgeverij Het Spectrum, Utrecht, 1997, ISBN 90-2746-<br />

185-6<br />

STÖRIG, H. J., Geschiedenis van de Wetenschap, 3 delen, Prisma, Utrecht<br />

HULSPAS, M. en NIENHUYS, J.W., Encyclopedie der pseudo wetenschappen, Uitg. De Geus, Breda<br />

Tijdschriften<br />

MENS (Milieu-Educatie, Natuur & Samenleving), driemaandelijks tijdschrift, Te Boelaarlei 23, 2140<br />

Antwerpen, www.2mens.com<br />

Natuur & Techniek - natuurwetenschappelijk en technisch maandblad, 1000 WZ Amsterdam<br />

Natuur en Wetenschap, Zuidstraat 211, 3581 Beverlo (011-40 13 54)<br />

NVOX, Tijdschrift voor natuurwetenschappen op school, Uitgave van NVON, de Nederlandse vereniging<br />

voor het onderwijs in de natuurwetenschappen, http://home.svm.nl/natwet/nvox/index.htm<br />

EOS-Magazine, Wetenschap en Technologie voor Mens en Maatschappij, Uitg. Cascade, www.eos.be<br />

VELEWE - Vereniging voor leerkrachten wetenschappen, tijdschrift, Mollenveldwijk 30, 3271 Zichem<br />

Transparanten<br />

TTE-reeks (Transparencies To Educate), Antwoordnummer 1796, 7550 WB Hengelo (NL)<br />

DIDAC-reeks, Fedichem, Departement PR, Maria-Louizasquare 49, 1000 Brussel


KSO/TSO– 2de graad – opties met het majorpakket 61<br />

AV Natuurwetenschappen: 1ste leerjaar: 2 lestijden/week, 2de leerjaar: 2 lestijden/week<br />

Brochures en repertoria<br />

- Gevaarlijke stoffen en preparaten (herken ze, bescherm u), een uitgave van het Commissariaatgeneraal<br />

voor bevordering van de arbeid, 1040 Brussel<br />

- Lesbladen Water en Lucht, Vlaamse Milieumaatschappij, Aalst<br />

- DE TEY, M., CORNELIS, K., Chemie en veiligheid, De Sikkel<br />

- Vragen over wetenschap: Energie - Geluid - Water, verhelderende boeken voor 10-14 jarigen, met<br />

eenvoudige experimenten, Artis Historia, Brussel, 1998, 44 p. per deel<br />

- Voorkomen en bestrijden van radon, Wetenschappelijk en Technisch Centrum voor het Bouwbedrijf,<br />

Violetstraat 21, 1000 Brussel<br />

Doe-pakketten<br />

Platform, een onderwijsdossier over kunststoffen, www.apme.org, (Association of Plastics Manufacturers<br />

in Europe), Afdeling Communicatie, E. Van Nieuwenhuyselaan 4, bus 3, 1160 Bussel<br />

ICT-project: Science Across Europe (Part of Science Across the World), http://www.bp.com/saw<br />

Elke van de units bevat kopieerbaar leerlingenmateriaal, een uitwisselingsformulier en een handleiding<br />

voor de leerkracht.<br />

1. Zure regen over Europa (14-16 jaar)<br />

2. Energiegebruik thuis (14-15 jaar)<br />

3. Vernieuwbare energiebronnen (16-17 jaar)<br />

4. Drinkwater (11-13 jaar)<br />

5. Wat heb je gegeten...? (11-13 jaar)<br />

6. Broeikaseffect (17-18 jaar)<br />

7. Huishoudelijk afval (14-15 jaar)<br />

8. Verkeersveiligheid (13-14 jaar)<br />

9. Blijf gezond (14-15 jaar)<br />

10. Leven met chemie (13-14 jaar)<br />

11. Eten en drinken (11-12 jaar)<br />

12. Zonne-energie<br />

Tijdbalk Natuurwetenschappen: www.worldhistory-poster.com<br />

via SKEPP vzw, Laarbeeklaan 103, 1090 Jette<br />

Cd-rom's:<br />

- Het Digitale Archief - Natuur & Techniek, Deel 1 en 2<br />

- Overal interactief (Algemene Natuurwetenschappen) – Educatieve Partners Nederland, NL,<br />

www.epn.nl/overal/<br />

- Nederlandstalige Encyclopedie, SoftKey, Amsterdam, ISBN: 90-5432-168-7<br />

- De Grote Encyclopedie '98, ISBN: 90-5167-655<br />

- Science Interactive Encyclopedie, Hachette Multimedia<br />

- Encarta Encyclopedie, Winkler Prins Editie, Microsoft<br />

- Eyewitness Encyclopedia of Science, Dorling Kindersley<br />

- World Book - Multimedia Encyclopedia, IBM, Mediamix, (Naslagwerk met link naar Internet)


KSO/TSO– 2de graad – opties met het majorpakket 62<br />

AV Natuurwetenschappen: 1ste leerjaar: 2 lestijden/week, 2de leerjaar: 2 lestijden/week<br />

Module fysica<br />

Handboeken<br />

PERGOOT, J., Fysica 2, Eerste jaar van de tweede graad: Elementaire Mechanica, Hydro- & Aërostatica,<br />

Elementaire Elektriciteit, De Garve, Brugge. http://www.degarve.be<br />

PERGOOT, J., Fysica 3, Tweede jaar van de tweede graad: Mechanica, De Garve, Brugge.<br />

PERGOOT, J., Werkschrift Fysica 3a, Tweede jaar van de tweede graad: 2 u /week, De Garve, Brugge.<br />

PERGOOT, J., Werkschrift Fysica 3b, Tweede jaar van de tweede graad: 1 u /week, De Garve, Brugge.<br />

DE VALCK, L., Pulsar 2, Eerste jaar van de tweede graad, Novum, Deurne.<br />

DE VALCK, L., Pulsar 3, Tweede jaar van de tweede graad, Novum, Deurne.<br />

DE VALCK, L., Handleiding bij Pulsar 2 en Pulsar 3, Novum, Deurne.<br />

DE VALCK, L., Impuls 1, Eerste jaar van de tweede graad, Plantyn, Deurne.<br />

DE VALCK, L., Impuls 2, Tweede jaar van de tweede graad, Plantyn, Deurne.<br />

DE VALCK, L., Werkboek / Impuls 1, Plantyn, Deurne.<br />

DE VALCK, L., Werkboek / Impuls 2, Plantyn, Deurne.<br />

DE VALCK, L., Oplossingen bij Werkboek / Impuls 1 en bij Werkboek / Impuls 2, Plantyn, Deurne.<br />

PLANTYN PROJECT TECHNISCH ONDERWIJS, Fysica (PPTO), Eerste jaar van de tweede graad, Met<br />

oplossingen, Plantyn, Deurne.<br />

RUYTERS, J., Die Keures reeks Fysica, Die Keure, Brugge.<br />

DAVIDTS, M., Fysica Concreet, Reeks voor TSO, Deel 3.1, 3.2, 4.1, 4.2, Doe-Map en Handleiding, DNB /<br />

Pelckmans, Kapellen.<br />

DE WERKGROEP, Fysica Toegepast, Reeks voor TSO, Van In, Lier.<br />

HELLEMANS, J., Standaard Fysica, Deel 1a en Deel 2a, Werkboeken, Standaard, Antwerpen.<br />

DE BELIE, H., Fysica, Deel 1 en Deel 2 met Handleiding, Den Gulden Engel, Antwerpen.<br />

BETABOOK, Flux Fysica voor het MTO. http://www.homestead.com/betabook/natuurkunde.html<br />

BEDDEGENOODTS, M., Natuurwetenschappen 5, De Sikkel, Oostmalle.<br />

DE CRAEMER, S., Natuurwetenschappen 6, De Sikkel, Oostmalle.<br />

MIDDELINK, J., Systematische Natuurkunde, Kernboek N1, Havo, tweede fase, Nijgh Versluys,<br />

Baarn,1998. ISBN 90-425-0357-2. http://www.nijghversluys.nl<br />

MIDDELINK, J., Systematische Natuurkunde, Kernboek N2, VWO, Tweede fase, Nijgh Versluys,<br />

Baarn,1999. ISBN 90-425-0368-8.<br />

Bibliografie per onderdeel<br />

2. Materie, ruimte en tijd<br />

PERGOOT, J., Fysica 2, Eerste jaar van de tweede graad: Elementaire Mechanica, Hydro- & Aërostatica,<br />

Elementaire Elektriciteit, De Garve, Brugge. http://www.degarve.be<br />

DE VALCK, L., Pulsar 2, Eerste jaar van de tweede graad, Novum, Deurne.<br />

3. Atoom- en kernmodel<br />

KORTLAND, K., Newton, Natuurkunde voor de tweede fase, havo informatieboek 1, 1 ste druk, Thieme,<br />

Zutpen, 1998. ISBN 9003-40931-5. Hoofdstuk 8. Materie. Deeltjestheorie en straling.<br />

NATUUR EN TECHNIEK, De Wetenschappelijke Bibliotheek: Bouwstenen van het atoom,


KSO/TSO– 2de graad – opties met het majorpakket 63<br />

AV Natuurwetenschappen: 1ste leerjaar: 2 lestijden/week, 2de leerjaar: 2 lestijden/week<br />

4 Elektromagnetische straling<br />

KORTLAND, K., Newton, Natuurkunde voor de tweede fase, havo informatieboek 2, 1 ste druk, Thieme,<br />

Zutpen, 1999. ISBN 9003-40931-2.<br />

Hoofdstuk 16. Beeldbuizen. Elektrische en magnetische velden. Paragraaf 4. Straling.<br />

5 Krachten<br />

KORTLAND, K., Newton, Natuurkunde voor de tweede fase, havo informatieboek 1, 1 ste druk, Thieme,<br />

Zutpen, 1998. ISBN 9003-40931-5. Hoofdstuk 4. Krachten in de sport. Statica.<br />

6 Vloeistoffen en gassen<br />

PERGOOT, J., Fysica 2, Eerste jaar van de tweede graad: Elementaire Mechanica, Hydro- & Aërostatica,<br />

Elementaire Elektriciteit, De Garve, Brugge.<br />

DE VALCK, L., Pulsar 2, Eerste jaar van de tweede graad, Novum, Deurne.<br />

7 Beweging<br />

KORTLAND, K., Newton, Natuurkunde voor de tweede fase, havo informatieboek 1, 1 ste druk, Thieme,<br />

Zutpen, 1998. ISBN 9003-40931-5. Hoofdstuk 9. Beweging in de sport. Energie en beweging.<br />

KORTLAND, K., Newton, Natuurkunde voor de tweede fase, havo informatieboek 2, 1 ste druk, Thieme,<br />

Zutpen, 1999. ISBN 9003-40931-2. Hoofdstuk 13. Verkeersveiligheid. Kracht en beweging.<br />

8 Arbeid, vermogen en energie<br />

KORTLAND, K., Newton, Natuurkunde voor de tweede fase, havo informatieboek 1, 1 ste druk, Thieme,<br />

Zutpen, 1998. ISBN 9003-40931-5.<br />

Hoofdstuk 5. Brandstofverbruik in het verkeer. Arbeid en energie.<br />

Hoofdstuk 6. Verwarmen en isoleren. Warmte en energie.<br />

Hoofdstuk 9. Beweging in de sport. Energie en beweging.<br />

9 Radioactiviteit<br />

KORTLAND, K., Newton, Natuurkunde voor de tweede fase , havo informatieboek 2, 1 ste druk, Thieme,<br />

Zutpen, 1999. ISBN 9003-40931-2.<br />

Hoofdstuk 15. Kernenergie. Kernsplijting en kernfusie.<br />

10 Ioniserende straling<br />

KORTLAND, K., Newton, Natuurkunde voor de tweede fase , havo informatieboek 1, 1 ste druk, Thieme,<br />

Zutpen, 1998. ISBN 9003-40931-5.<br />

Hoofdstuk 7. Straling en gezondheid. Ioniserende straling.<br />

EEN DUIK IN NATUURKUNDE. Natuurkunde in het ziekenhuis. http://www.phys.uu.nl/~internat<br />

EEN CURSUS VOOR HET BASIS- EN VOORTGEZET ONDERWIJS.<br />

Straling en stralingsbescherming. Europese commissie. Directoraat-generaal voor milieuzaken, nucleaire<br />

veiligheid en bescherming burgerbevolking. ISBN 92-826-9339-


KSO/TSO– 2de graad – opties met het majorpakket 64<br />

AV Natuurwetenschappen: 1ste leerjaar: 2 lestijden/week, 2de leerjaar: 2 lestijden/week<br />

Module chemie<br />

Naslagwerken<br />

Chemische feitelijkheden. Actuele encyclopedie over chemie in relatie tot gezondheid, milieu en<br />

veiligheid, ed. Commissie Voorlichting en Publiciteit van de Kon. Ned. Chemische Vereniging, Alphen a.d.<br />

Rijn, Losbladige uitgave met aanvullingen.<br />

School Chemistry Experiments, ISBN 0 86357 326 6, Association for School Science Education,<br />

www.ase.org.uk<br />

ATKINS, P.W., Moleculen: chemie in drie dimensies, Natuur & Techniek, 1990<br />

ATKINS, P.W., De chemische reactie, Natuur & Techniek, 1993<br />

BRUGGEMANS, K, e.a., Chemie in contexten, Deel 1 en 2, De Sikkel, Oostmalle, www.desikkel.be/<br />

HÄUSLER, K., SCHMIDKUNZ, H., Tatort Chemie, Ein Lexicon für den Verbraucher, Delphin, München,<br />

1986<br />

VOLLMER, G., FRANZ, M., Chemische Produkte im Alltag, München, 1985<br />

Chemie in druppels, Practicumset, Stichting Communicatie-Centrum-Chemie (C3), Nieuwe Achtergracht<br />

129, 1018 WS Amsterdam<br />

Cd-rom's:<br />

- Chemie en Samenleving, Van kleurstof tot kunstmest, De Digitale Wetenschappelijke Bibliotheek -<br />

Natuur & Techniek 1999, Amsterdam<br />

- ATKINS, P., JONES, L., Chemical Principles, W.H. Freeman, New York, 1999<br />

- Saunders Interactive General Chemistry<br />

- CHEMISTRY FOR WINDOWS, XinMicro Corporation, 1996<br />

- The chemistry set, (geavanceerd Periodiek Systeem met veel video, o.a. moleculestructuren),<br />

Cambridge CD-ROM LTD<br />

Video’s<br />

“De prijs van zuiver water" met leerkrachtenmap, Vlaamse Milieumaatschappij, Documentatiecentrum,<br />

A. Van de Maelestraat 96, 9320 Erembodegem<br />

Beeldmateriaal uit ‘Bausteine Chemie’ van Bayer, Schooltv, Stichting Teleac-NOT, 1200 BB Hilversum<br />

Inhoud:<br />

1. Het deeltjesmodel van de materie<br />

2. Mengsels en mechanische scheidingsmethoden<br />

3. Thermische scheidingsmethoden<br />

4. Scheiden door kristalliseren, oplossen, sublimeren<br />

5. Element, verbinding, reacties<br />

6. Reacties, moleculen, formules<br />

7. Chemische binding<br />

8. Reacties: omstandigheden en verloop<br />

9. Macromoleculen, polymerisatie, thermoplasten<br />

10. Fossiele grondstoffen en recycling<br />

11. Chemie en landbouw<br />

"Mijlpalen in de scheikunde" met handleiding en kopieerbare werkbladen, Schooltv, Stichting Teleac-<br />

NOT, 1200 BB Hilversum


KSO/TSO– 2de graad – opties met het majorpakket 65<br />

AV Natuurwetenschappen: 1ste leerjaar: 2 lestijden/week, 2de leerjaar: 2 lestijden/week<br />

Module biologie<br />

Handboeken<br />

Bekaert, G., Bronders, F., De Cock, W., Leerwerkbladen biologie 3, De Sikkel, Oostmalle, 1989<br />

Bekaert, G., Bronders, F., De Cock, W., Handleiding 3, De Sikkel, Oostmalle, 1989<br />

Bekaert, G., Bronders, F., De Cock, W., Leerwerkbladen biologie 4, De Sikkel, Oostmalle, 1990<br />

Bekaert, G., Bronders, F., De Cock, W., Handleiding 4, De Sikkel, Oostmalle, 1990<br />

De Facq, F., Degadt, D., Soffers, R., Biologie 3, 2de druk, De Sikkel, Oostmalle, 1990<br />

De Facq, F., Degadt, D., Soffers, R., Exploratie- en experimentenschrift 3, 4de druk, De Sikkel,<br />

Oostmalle, 1997<br />

De Facq, F., Degadt, D., Soffers, R., Handleiding 3, 2de druk, De Sikkel, Oostmalle, 1997<br />

De Facq, F., Degadt, D., Soffers, R., Biologie 4, De Sikkel, Oostmalle, 1992<br />

De Facq, F., Soffers, R., Exploratie- en experimentenschrift 4, 3de druk, De Sikkel, Oostmalle, 1996<br />

De Facq, F., Soffers, R., Handleiding 4, De Sikkel, Oostmalle, 1997<br />

Desfossés, F., Geuns, J., Macro-micro in de biologie, delen 5 tot 11, Plantyn, Deurne<br />

Naslagwerken<br />

BANNINK, G.B., VAN RUITEN Th.M., BioData, Nijgh Versluys, Baarn, 1999, 1ste druk, (ISBN 90 425<br />

1226 1), 240 blz., (figuren schema’s, tabellen,.)<br />

COKELAERE M, CRAEYNEST P., Onze genen - Handboek van de menselijke erfelijkheid, Acco, 1998,<br />

424 blz., ISBN 90-334-4126-8<br />

DE DUVE, C., De levende cel - Rondreis in een microscopische wereld, deel 1 en 2, Wetenschappelijke<br />

bibliotheek van Natuur en Techniek, Beek NL, 1987<br />

FULLICK, A., Human Health and Disease, Heinemann Educational, Oxford, 1998<br />

HALSEMA, M.W., e.a., Studiegids bij Grondslagen van de Biologie, H.E. Stenfert Kroese B. V.,<br />

Wetenschappelijke & Educatieve Uitgevers, Leiden/Deurne, 1987, ISBN 90 207 1568 2<br />

HOEKSTRA, W.P.M., Een wereld vol bacteriën, Nieuwezijds, Amsterdam, 1999, (ISBN 9057120496),<br />

127 blz., 398 BEF<br />

KAHLE W., LEONHARDT H. en PLATZER W., Sesam Atlas van de anatomie 1, 2 en 3, Westland,<br />

telkens ca. 400 blz. (ISBN 90-246-69-162, -170, -180)<br />

KEETON & MC FADDEN (bewerkt door Dr. G.M.N. Verschuuren, Drs. H. de Bruin, M.W. Halsema),<br />

Grondslagen van de biologie, deel I en II, Leiden H.E. Stenfort Kroese B.V., Leiden/Antwerpen<br />

KESSEL, R.G. & KARDON R.H., Cellen, weefsels en organen - een scanning-elektronenmicroscopische<br />

studieatlas, Natuur & Techniek, Beek NL, 1983<br />

KROMMENHOEK, W. e.a., Biologie in beeld, Malmberg, Den Bosch, s.d.<br />

LEWONTIN, R.C., Menselijke verscheidenheid - Het spel van erfelijkheid, milieu en toeval,<br />

Wetenschappelijke bibliotheek van Natuur en Techniek, Beek NL, 1985<br />

PASSARGE, G., Color Atlas of Genetics, Uitgeverij Thieme, 1995, (ISBN 0-86577-587-7)<br />

SILBERNAGL S. en DESPOPOULOS A., Sesam Atlas van de fysiologie, Westland, 336 blz. (ISBN 90-<br />

246-7032-2)<br />

STRENGERS, P.F.W., e.a., Bloed - Van magie tot wetenschap, Wetenschappelijke bibliotheek van<br />

Natuur en Techniek, Maasticht/Brussel, 1994<br />

VAN DEN BERGHE H, e.a., Jongeren en erfelijkheid: hun beeldvorming over erfelijke ziekten, erfelijke<br />

risico's en genetische tests, Uitgeverij Garant Leuven-Apeldoorn, 1996, 133 blz., ISBN 90-5350-531-8<br />

ZEISS, F., Natuurlijke historiën - Geschiedenis van de biologie van Aristoteles tot Darwin, Uitg. Boom,<br />

Amsterdam, 272 blz., ISBN 90-5352-232-8


KSO/TSO– 2de graad – opties met het majorpakket 66<br />

AV Natuurwetenschappen: 1ste leerjaar: 2 lestijden/week, 2de leerjaar: 2 lestijden/week<br />

Tijdschriften<br />

Cahiers Biowetenschappen en Maatschappij, Postbus 617, 2300 Leiden (Nl)<br />

VOB - Vereniging voor leerkrachten biologie, gezondheidszorg en milieueducatie, tijdschrift biologie plus<br />

jaarboek<br />

BIO-aktueel, Afdeling Administratieve zaken, Katholieke Universiteit Nijmegen, Didactiek Biologie,<br />

Toernooiveld 1, 6525 ED Nijmegen, NL, telefoon: 024-36 52 73<br />

In de Dienst Medische Genetica van elk universitair ziekenhuis zijn brochures i.v.m. genetisch advies verkrijgbaar<br />

en kan gespecialiseerde literatuur geraadpleegd worden in de bibliotheek.<br />

Brochures<br />

Erfelijkheid in de kijker en Prenataal onderzoek in de kijker (gratis brochures), Ministerie van de Vlaamse<br />

Gemeenschap, postbus 1365, 1000 Brussel<br />

Wel thuis - het voorkomen van vergiftigingen en Wie ons wil bellen, verliest beter geen tijd (gratis brochures)<br />

Antigifcentrum, p/a Militair Hospitaal Koningin Astrid, Bruynstraat 1120 Brussel, tel 02-264 96 36<br />

Dr. Lic BERTELS, G., e.a., "Zoönosen - Ziekten en besmettingen die van dieren op mensen kunnen overgaan",<br />

gratis brochure, Provinciale Landbouwdienst, Herkenrodestraat 20, 3600 Genk<br />

Cd-rom’s<br />

Microbiologie, Digitale Wetenschappelijke Bibliotheek van Natuur & Techniek, Amsterdam, 1997<br />

Het Menselijk Lichaam (samen met boek), Artis-Historia, 2000<br />

Atlas van de menselijke anatomie, Sobotta, Kluwer, Diegem, ISBN: 30-313-2558-9<br />

De rijkdom van bloed, Digitale Wetenschappelijke Bibliotheek van Natuur & Techniek, Amsterdam, 1998<br />

Het lichaam van de mens, Nova Zembla, Stichting Edupro (NL), tel. 0180-461065, (Interactieve<br />

encyclopedie over het functioneren van het lichaam)<br />

Medische encyclopedie, Philips Interactive Media Benelux BV 1996 cat nr. 814 5063<br />

Bodyworks, Multimediagids van het menselijk lichaam, Nederlandstalige versie, TLC Domus<br />

Interactive Physiology Complete: muscular, cardiovascular, respiratory, nervous, urinary systems", E. N.<br />

Marieb, Uitgeverij: Benjamin/Cummings PC- 2000<br />

Atlas of Human Anatomy, Sobotta, Uitg. Kluwer, 1999, Taal: Engels, Latijn, Duits<br />

Voedingsplanner, voedingsmiddelentabel, NUBEL, Brussel, 1999<br />

Video’s<br />

Aan genen zijde: overerving bij de mens, (32 minuten, Nederlands), Audiovisuele dienst K.U. Leuven,<br />

Groenveldlaan 3 bus 3, 3001 Heverlee<br />

Mijlpalen in de biologie met handleiding en kopieerbare werkbladen, Schooltv, Stichting Teleac-NOT,<br />

1200 BB Hilversum


KSO/TSO– 2de graad – opties met het majorpakket 67<br />

AV Natuurwetenschappen: 1ste leerjaar: 2 lestijden/week, 2de leerjaar: 2 lestijden/week<br />

BIJLAGEN<br />

vakoverschrijdende eindtermen<br />

De volgende vakoverschrijdende eindtermen zullen tijdens de lessen Natuurwetenschappen zeker<br />

nagestreefd worden.<br />

Leren leren:<br />

VL1, VL2, VL3, VL4, VL5, VL6, VL7, VL8, VL10, VL11, VL14, VL15<br />

Sociale vaardigheden:<br />

VS2, VS3, VS4, VS5, VS6, VS7, VS8, VS12, VS13<br />

Opvoeden tot burgerzin:<br />

VB6, VB9, VB11, VB13, VB14, VB15<br />

Gezondheidseducatie:<br />

VG1, VG2, VG3, VG4, VG5, VG6, VG7, VG9,<br />

Milieueducatie:<br />

VM1, VM2, VM3, VM4, VM5, VM6, VM7, VM8, VM9, VM10<br />

Muzisch-creatieve vorming:<br />

VM3


KSO/TSO– 2de graad – opties met het majorpakket 68<br />

AV Natuurwetenschappen: 1ste leerjaar: 2 lestijden/week, 2de leerjaar: 2 lestijden/week<br />

nuttige adressen<br />

Administratie Milieu-, Natuur-, Land- en Waterbeheer, www.mina.be<br />

Koning Albert II-laan 20, 1000 Brussel (Tel. 02/553 80 93)<br />

Antigifcentrum (Tel. 070/245.245), www.poisoncentre.be/<br />

p/a Militair Hospitaal Koningin Astrid, Bruynstraat 1, 1120 Brussel<br />

Belgisch Vereniging voor Stralingsbescherming, www.bvsabr.be<br />

Juliette Wytsmanstraat 14, 1050 Brussel<br />

Belgisch Federatie Tegen Kanker, www.cancer.be<br />

Leuvensesteenweg 479, 1030 Brussel<br />

Centrum voor Nascholing van het <strong>Gemeenschapsonderwijs</strong>, www.rago.be/nascholing/<br />

Dieleghemsesteenweg 24-26, 1090 Brussel/Jette<br />

Commissie van de Europese Gemeenschappen<br />

Milieuzaken, nucleaire veiligheid en bescherming van de burgerbevolking<br />

Archimedesstraat 73, 1040 Brussel<br />

Energie Milieu Informatiesysteem (EMI)<br />

Boeretang 200, 2400 Mol<br />

European Schoolnet Office, www.eun.org<br />

Plejadenlaan 11, 1200 Brussel<br />

Focus Research, Belgische Vereniging ter Bevordering van de Wetenschap<br />

Triomflaan 63, 1160 Brussel<br />

Federaal Ministerie van Tewerkstelling en Arbeid, www.meta.fgov.be<br />

Belliardstraat 51, 1040 Brussel<br />

"Groene school" project, www.mina.vlaanderen.be/milieueducatie/groeneschool/<br />

Koning Albert II-laan 20, 1000 Brussel<br />

Het Vlaamse Kruis vzw, www.hvk.be<br />

Kronenburgstraat 41D, 2000 Antwerpen<br />

Jeugd, Cultuur en Wetenschap , www.jeugdwerknet.be/jcw<br />

Toekomststraat 9, 1800 Vilvoorde<br />

Koninklijk Belgisch Instituut voor Natuurwetenschappen, www.kbinirsnb.be<br />

Vautierstraat 29, 1000 Brussel<br />

Koninklijke Vlaamse Chemische Vereniging, www.kvcv.be<br />

Celestijnenlaan 200 F, 3001 Heverlee<br />

Museum voor de Geschiedenis van de Wetenschap<br />

Krijgslaan 281, Gebouw S30, 9000 Gent


KSO/TSO– 2de graad – opties met het majorpakket 69<br />

AV Natuurwetenschappen: 1ste leerjaar: 2 lestijden/week, 2de leerjaar: 2 lestijden/week<br />

Nationale Instelling voor Radioactief Afval en Verrijkte Splijtstoffen (NIRAS) , www.nirond.be<br />

Madouplein 1, bus 25, 1030 Brussel<br />

Natuur & Techniek, www.natutech.nl<br />

Postbus 3144, 4800 DC Breda<br />

Natuur & Wetenschap, www.new.be/tf<br />

Baalsebaan 287, 3128 Baal<br />

Nederlandse vereniging voor het onderwijs in de natuurwetenschappen, www.nvon.nl<br />

Westerse Drift, 4841 CA Prinsenbeek (NL)<br />

Onderzoeks- en informatiecentrum van de Verbruikersorganisaties, www.oivo-crioc.org/<br />

Riddersstraat 18, 1050 Brussel<br />

OVAM – informatiedienst, www.ovam.be<br />

K. De Deckerstraat 22-26, 2800 Mechelen<br />

Provinciaal Instituut voor Milieu-Educatie (PIME), via: www.pienternet.be<br />

Mechelsesteenweg 365, 2500 Lier<br />

Scheikundige Industrie Regio Vlaanderen (SIREV), www.fedichem.be<br />

Maria-Louizasquare 49, 1000 Brussel<br />

SchooltvTeleac, www.teleacnot.nl<br />

Postbus 1070, 1200 BB Hilversum<br />

Vereniging van leraars in de wetenschappen, www.fys.kuleuven.ac.be/velewe/<br />

Mollenveldwijk 30, 3271 Zichem<br />

Vereniging voor het Onderwijs in de Biologie, de Milieuleer en de Gezondheidseducatie<br />

www.vob-ond.be, Hoge weg 234, 8200 Brugge<br />

Vlaams Aidscoördinaat, www.ipac.be<br />

Kipdorpvest 48a, 2000 Antwerpen<br />

Vlaams Instituut voor Gezondheidspromotie, www.vig.be<br />

G. Schildknechtstraat 9, 1020 Brussel<br />

Vlaams Instituut voor Technologisch Onderzoek, www.vito.be<br />

Boeretang 200, 2400 Mol<br />

Vlaamse Maatschappij voor Watervoorziening, www.vmw.be<br />

Belliardstraat 73, 1040 Brussel<br />

Vlaamse Milieumaatschappij, www.vmm.be<br />

A. Van de Maelestraat 96, 9320 Erembodegem (Aalst)<br />

Wereld-Natuur-Fonds, www.wwf.be<br />

Waterloosteenweg 608, 1050 Brussel

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!