sjabloon leerplannen 2001 - Gemeenschapsonderwijs
sjabloon leerplannen 2001 - Gemeenschapsonderwijs
sjabloon leerplannen 2001 - Gemeenschapsonderwijs
You also want an ePaper? Increase the reach of your titles
YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.
Onderwijsvorm: KSO/TSO<br />
Graad: tweede graad<br />
SECUNDAIR ONDERWIJS<br />
Jaar: eerste en tweede leerjaar<br />
BASISVORMING<br />
Vak(ken): AV Natuurwetenschappen 2 lt/w<br />
Vakkencode: WW-k<br />
Leerplannummer: 2002/022<br />
(vervangt 94004)<br />
Nummer Inspectie: 2002/204//1/F/BV/1/II/ /V/04
KSO/TSO – 2de graad – opties met het majorpakket 1<br />
AV Natuurwetenschappen: 1ste leerjaar: 2 lestijden/week, 2de leerjaar: 2 lestijden/week<br />
inhoud<br />
VISIE.......................................................................................................................................................................... 2<br />
BEGINSITUATIE.......................................................................................................................................................... 3<br />
1 Bepaling van de leerlingengroep ....................................................................................................................... 3<br />
2 Beginsituatie....................................................................................................................................................... 3<br />
ALGEMENE DOELSTELLINGEN.................................................................................................................................... 4<br />
1 Onderzoekend leren ........................................................................................................................................... 4<br />
2 Wetenschap en samenleving............................................................................................................................... 4<br />
3 Attitudes ............................................................................................................................................................. 5<br />
LEERPLANDOELSTELLINGEN / LEERINHOUDEN / SPECIFIEKE WENKEN ...................................................................... 6<br />
module fysica......................................................................................................................................................... 6<br />
module chemie..................................................................................................................................................... 17<br />
module biologie................................................................................................................................................... 38<br />
ALGEMENE PEDAGOGISCH-DIDACTISCHE WENKEN .................................................................................................. 51<br />
1 Wetenschappelijke geletterdheid...................................................................................................................... 51<br />
2 Werkvormen ..................................................................................................................................................... 51<br />
3 Gebruik van ICT............................................................................................................................................... 52<br />
4 Gebruik van handboeken en cursussen ............................................................................................................ 52<br />
5 Vakoverschrijdend leren .................................................................................................................................. 52<br />
MINIMALE MATERIËLE VEREISTEN........................................................................................................................... 53<br />
EVALUATIE.............................................................................................................................................................. 57<br />
BIBLIOGRAFIE.......................................................................................................................................................... 60<br />
Pedagogisch-didactische naslagwerken.............................................................................................................. 60<br />
Module fysica ...................................................................................................................................................... 62<br />
Module chemie .................................................................................................................................................... 64<br />
Module biologie .................................................................................................................................................. 65<br />
BIJLAGEN ................................................................................................................................................................. 67<br />
vakoverschrijdende eindtermen........................................................................................................................... 67<br />
nuttige adressen .................................................................................................................................................. 68
KSO/TSO – 2de graad – opties met het majorpakket 2<br />
AV Natuurwetenschappen: 1ste leerjaar: 2 lestijden/week, 2de leerjaar: 2 lestijden/week<br />
VISIE<br />
Natuurwetenschappelijke vakken behoren decretaal tot de vakken van de basisvorming in de tweede<br />
graad van het secundair onderwijs.<br />
De basisvorming voor de natuurwetenschappelijke vakken heeft als belangrijke opdracht leerlingen, voor<br />
wie formeel onderwijs in deze vakken na de tweede graad ophoudt, een basis voor wetenschappelijke<br />
geletterdheid mee te geven. Deze geletterdheid inzake natuurwetenschappen moet hen toelaten om<br />
aspecten van natuurwetenschappen in haar toepassingen in de samenleving te herkennen. Ze verschaft<br />
de leerlingen kennis, vaardigheden en attitudes die zinvol zijn voor de kwaliteit van hun persoonlijk leven.<br />
Ze helpt hen deel te nemen aan oordeelsvorming en standpuntbepaling ten aanzien van<br />
maatschappelijke vraagstukken die met natuurwetenschappelijke toepassingen verband houden.<br />
De natuurwetenschappelijke basisvorming heeft voor deze leerlingen bijgevolg vooral een<br />
persoonsvormende en een op maatschappelijke participatie gerichte functie. De leerinhouden worden<br />
gekozen omwille van hun belang, herkenbaarheid en toepasbaarheid in concrete situaties waarmee<br />
leerlingen nu en in de toekomst worden geconfronteerd. Begripsvorming inzake natuurwetenschappen<br />
gebeurt op een concreet en operationeel niveau en slechts voor zover deze begrippen in<br />
ervaringsgerichte contexten functioneel zijn.<br />
Natuurwetenschappelijke kennis en inzichten worden dus niet zozeer aangebracht voor het opbouwen<br />
van een conceptuele vakstructuur of omwille van de ondersteuning die ze zouden kunnen bieden voor<br />
andere opleidingsonderdelen of vakken. Ze zijn onafhankelijk van de specifieke kenmerken van de<br />
studierichting. Ze worden geselecteerd op basis van de toegepaste, praktische of maatschappelijke<br />
contexten waarin ze worden gebruikt.<br />
Voor de tweede graad is een voornamelijk praktisch en toepassingsgericht pakket natuurwetenschappen<br />
ontwikkeld. Dit pakket heeft vooral een maatschappelijke en persoonsvomende functie waarbij de<br />
traditionele opbouw van de wetenschappen gedeeltelijk wordt verlaten. De leerplandoelstellingen worden<br />
bereikt via praktische en toegepaste contexten. Ze worden geformuleerd op een concreet operationeel<br />
beheersingsniveau. De leerinhouden worden voornamelijk kwalitatief benaderd en doen zoveel mogelijk<br />
een beroep op visuele modellen. Het onderzoekend leren is op dit beheersingsniveau en op deze eigen<br />
benadering van de leerinhouden afgestemd.<br />
Natuurwetenschappen met twee lestijden in de tweede graad bestaat uit drie modules: biologie, chemie<br />
en fysica. Naast de opgelegde basisthema’s kan de leraar thema’s in uitbreiding kiezen en voor enkele<br />
onderwerpen geïntegreerd werken.
KSO/TSO – 2de graad – opties met het majorpakket 3<br />
AV Natuurwetenschappen: 1ste leerjaar: 2 lestijden/week, 2de leerjaar: 2 lestijden/week<br />
BEGINSITUATIE<br />
1 Bepaling van de leerlingengroep<br />
Dit leerplan is bestemd voor de basisvorming, voor de studierichtingen in de tweede graad KSO en TSO,<br />
met twee lestijden natuurwetenschappen per week<br />
Indien de school (of de leerlingen) in het complementair gedeelte voor een optie met het minorpakket (=<br />
een lestijd per week) een tweede lestijd Natuurwetenschappen kiest, zal dit leerplan van het majorpakket<br />
voor twee lestijden per week gevolgd worden.<br />
Gezien de specifieke benaderingswijze en de accenten die gelegd worden is een samenzetting met<br />
leerlingen die de twee-urige cursus natuurwetenschappen volgen moeilijk.<br />
Om de veiligheid bij het uitvoeren van leerlingenproeven niet in het gedrang te brengen is het<br />
aangewezen dat het aantal leerlingen niet meer dan 20 bedraagt.<br />
De leraar oordeelt of hij, rekening houdend met het aantal leerlingen, met de uitrusting van zijn<br />
laboratorium en de aard van de te gebruiken toestellen en producten, de door het leerplan<br />
voorgeschreven demonstratie- en leerlingenproeven zonder gevaar kan uitvoeren of laten uitvoeren.<br />
Indien hij oordeelt dat voorhanden zijnde uitrusting gevaar voor hemzelf of voor de leerlingen oplevert,<br />
verwittigt hij onmiddellijk het instellingshoofd, die de nodige maatregelen treft om de activiteiten in<br />
normale omstandigheden te laten doorgaan.<br />
Wegens de sequentiële opbouw van de leerstof is verticale samenzetting uitgesloten.<br />
2 Beginsituatie<br />
Als beginsituatie wordt uitgegaan van het feit dat de leerlingen die de tweede graad aanvatten de<br />
minimumdoelstellingen van de eerste graad (A-stroom) hebben bereikt.<br />
Leerlingen hebben lang voor de aanvang van de tweede graad al vanuit hun dagelijkse omgang met<br />
natuurwetenschappen op een intuïtieve wijze concepten uit de natuurwetenschappen leren gebruiken. In<br />
het leergebied wereldoriëntatie in het basisonderwijs en technologische opvoeding en biologie in de<br />
eerste graad werden al stappen gezet naar het correct leren hanteren van deze concepten in concrete<br />
contexten. In de tweede graad worden deze begrippen verder uitgebouwd en wordt hun toepassingsgebied<br />
verruimd. De nadruk wordt nu gelegd op het herkennen en kwalitatief leren hanteren van<br />
natuurwetenschappelijke begrippen in herkenbare situaties. Belangrijk is ook dat de voortgang in de<br />
conceptontwikkeling wordt ondersteund door het gelijktijdig afbouwen van de alternatieve of intuïtieve<br />
concepties die soms zeer hardnekkig kunnen zijn.<br />
Alle leerlingen hebben in de eerste graad een basisvorming Biologie (1 lestijd/week, zowel in het eerste<br />
als in het tweede leerjaar) en Fysica (1 lestijd/week in het tweede leerjaar) gevolgd. Naast een aantal<br />
basisvaardigheden, zoals raadplegen van naslagwerken, gericht waarnemen en waarnemingen grafisch<br />
weergeven, omgaan met materialen en instrumenten, (bv. microscoop), leerstof verwerken, werden in de<br />
eerste graad volgende leerinhouden behandeld:<br />
Biologie: biotoopstudie, voortplanting van zaadplanten, mens en gezondheid (steun en beweging,<br />
voortplanting, groei en ontwikkeling, voeding en vertering, ademhaling, bloedsomloop,<br />
uitscheiding)<br />
Fysica: algemene eigenschappen van de stof, aggregatietoestanden en overgangen, temperatuur<br />
en temperatuurmetingen, licht en de voortplanting van het licht, eigenschappen van licht zoals<br />
terugkaatsing en breking, vlakke spiegels en lenzen.<br />
Door het invoeren van leerlingenproeven werden bij de leerlingen eveneens vaardigheden en<br />
attitudes ontwikkeld die dan in de tweede graad tot verdere ontplooiing kunnen komen.<br />
Ook in de technologische opvoeding van de eerste graad, waarvoor de leerlingen de eindtermen hebben<br />
bereikt, kwamen reeds diverse onderwerpen aan bod zoals krachten en overbrenging ervan, energie,<br />
elektrische schakelingen, eenheden en toepassingen van elektriciteit.<br />
Al deze voorkennis is voldoende om aan te sluiten bij de natuurwetenschappen van de tweede graad.
KSO/TSO – 2de graad – opties met het majorpakket 4<br />
AV Natuurwetenschappen: 1ste leerjaar: 2 lestijden/week, 2de leerjaar: 2 lestijden/week<br />
ALGEMENE DOELSTELLINGEN<br />
Deze doelstellingen stemmen overeen met eindtermen die gelden voor het geheel van de natuur-<br />
wetenschappen in de 2de graad TSO en KSO en worden met G aangeduid.<br />
Ze worden op een voor de tweede graad aangepast beheersingsniveau aangeboden. Ze worden, telkens<br />
waar mogelijk, in concrete lesdoelstellingen omgezet. Ze worden met G aangeduid.<br />
1 Onderzoekend leren<br />
Met betrekking tot een concreet natuurwetenschappelijk of toegepast natuurwetenschappelijk probleem,<br />
vraagstelling of fenomeen, kunnen de leerlingen<br />
G1 relevante parameters of gegevens aangeven en hierover doelgericht informatie opzoeken;<br />
G2 een eigen hypothese (bewering, verwachting) formuleren en aangeven waarop deze steunt;<br />
G3 omstandigheden die een waargenomen effect kunnen beïnvloeden, inschatten;<br />
G4 resultaten van experimenten en waarnemingen afwegen tegenover de te verwachte resultaten,<br />
rekening houdende met de omstandigheden die de resultaten kunnen beïnvloeden;<br />
G5 experimenten of waarnemingen in klassituaties met situaties uit de leefwereld verbinden;<br />
G6 doelgericht, vanuit een hypothese of verwachting, waarnemen;<br />
G7 alleen of in groep waarnemings- en andere gegevens mondeling of schriftelijk verwoorden;<br />
G8 alleen of in groep, een opdracht uitvoeren en er een verslag over uitbrengen;<br />
G9 informatie over op elektronische dragers raadplegen en verwerken;<br />
G10 een fysisch, chemisch of biologisch verschijnsel of proces met behulp van een model voorstellen<br />
en uitleggen;<br />
G11 in het kader van een experiment een meettoestel aflezen;<br />
G12 samenhangen in schema’s of andere ordeningsmiddelen weergeven.<br />
2 Wetenschap en samenleving<br />
De leerlingen kunnen<br />
G13 voorbeelden geven van mijlpalen in de historische en conceptuele ontwikkeling van de<br />
natuurwetenschappen en ze in een tijdskader plaatsen;<br />
G14 de wisselwerking tussen de natuurwetenschappen, de technologische ontwikkeling en de<br />
leefomstandigheden van de mens met een voorbeeld illustreren;<br />
G15 een voorbeeld geven van positieve en nadelige (neven)effecten van natuurwetenschappelijke<br />
toepassingen;<br />
G16 met een voorbeeld sociale en ecologische gevolgen van natuurwetenschappelijke toepassingen<br />
illustreren;<br />
G17 met een voorbeeld illustreren dat economische en ecologische belangen de ontwikkeling van de<br />
natuurwetenschappen kunnen richten, bevorderen of vertragen;<br />
G18 met een voorbeeld verduidelijken dat natuurwetenschappen behoren tot cultuur, nl. verworven<br />
opvattingen die door meerdere personen worden gedeeld en die aan anderen overdraagbaar zijn;<br />
G19 met een voorbeeld de ethische dimensie van natuurwetenschappen illustreren en een eigen<br />
standpunt daaromtrent argumenteren;
KSO/TSO – 2de graad – opties met het majorpakket 5<br />
AV Natuurwetenschappen: 1ste leerjaar: 2 lestijden/week, 2de leerjaar: 2 lestijden/week<br />
G20 het belang van natuurwetenschappen (biologie, chemie, fysica) in het beroepsleven illustreren;<br />
G21 natuurwetenschappelijke kennis veilig en milieubewust toepassen bij dagelijkse activiteiten en<br />
observaties.<br />
3 Attitudes<br />
De leerlingen<br />
G22* zijn gemotiveerd om een eigen mening te verwoorden;<br />
G23* houden rekening met de mening van anderen;<br />
G24* zijn bereid om resultaten van zelfstandige opdrachten objectief voor te stellen;<br />
G25* zijn bereid om samen te werken;<br />
G26* onderscheiden feiten van meningen of vermoedens;<br />
G27* beoordelen eigen werk en werk van anderen kritisch en objectief;<br />
G28* trekken conclusies die ze kunnen verantwoorden;<br />
G29* hebben aandacht voor het correcte en nauwkeurige gebruik van wetenschappelijke terminologie,<br />
symbolen, eenheden en data;<br />
G30* zijn ingesteld op het veilig en milieubewust uitvoeren van een experiment;<br />
G31* houden zich aan de instructies en voorschriften bij het uitvoeren van opdrachten;<br />
G32* hebben aandacht voor de eigen gezondheid en die van anderen.<br />
Met het oog op de controle door de inspectie werden de attitudes met een * aangeduid.<br />
De voorbeelden die vermeld worden in de methodologische wenken zijn illustratief.<br />
Omwille van de leesbaarheid worden de leerplandoelstellingen, de leerinhouden en de<br />
methodologische wenken in afzonderlijke cellen geplaatst per hoofdstuk.<br />
Binnen deze cellen werd getracht de horizontale lezing zoveel mogelijk door te trekken. Daarom<br />
dient elke blok als een geheel te worden beschouwd.<br />
Uitbreidingsdoelstellingen zijn met een U aangeduid.
KSO/TSO – 2de graad – opties met het majorpakket 6<br />
AV Natuurwetenschappen: 1ste leerjaar: 2 lestijden/week, 2de leerjaar: 2 lestijden/week<br />
LEERPLANDOELSTELLINGEN / LEERINHOUDEN / SPECIFIEKE WENKEN<br />
module fysica<br />
De onderwerpen 1 tot en met 6 worden bij voorkeur in het eerste leerjaar behandeld, de onderwerpen 7 tot en met 10 in het tweede leerjaar.<br />
1 Materie, ruimte en tijd (ca. 2 lestijden)<br />
ET Leerplandoelstellingen<br />
De leerlingen kunnen<br />
het vak fysica situeren binnen de<br />
natuurwetenschappen<br />
de hoofdgrootheden en hoofdeenheden van<br />
het S.I.-eenhedenstelsel benoemen.<br />
omzettingen tussen verschillende eenheden<br />
van een zelfde grootheid maken.<br />
Wat is fysica<br />
Leerinhouden Specifieke wenken<br />
Lengtemetingen: Van atoom tot<br />
kosmos.<br />
Lengtemeting.<br />
De eenheid van afstand: de meter.<br />
Volumemeting.<br />
met een balans een massa bepalen Massametingen: het begrip massa.<br />
Meten met een balans.<br />
De eenheid van massa: kilogram.<br />
Met de chronometer een tijdsverloop bepalen Tijdmetingen: de eenheid van tijd: de<br />
seconde.<br />
Meten met de chronometer.<br />
Relatie tussen fysica, technotogie en<br />
leefomstandigheden<br />
Korte herhaling: S.I.-eenhedenstelsel met<br />
hoofdeenheden invoeren.<br />
Microscopische en macroscopische afmetingen: atoom,<br />
planeet, sterren, melkwegstelsel.<br />
Enkele toestellen om afstanden te meten bespreken.<br />
Volumes meten in milliliter – Omzetting naar cm 3 en m 3 .<br />
Er op wijzen dat massa en gewicht verschillende<br />
begrippen zijn.<br />
Demonstratie.<br />
Invoeren van een eenvoudige definitie.<br />
Enkele bewegingen in de ruimte die onze tijdseenheid<br />
hebben bepaald.<br />
Voorbeelden van zeer kleine en zeer grote tijdsverlopen.
KSO/TSO – 2de graad – opties met het majorpakket 7<br />
AV Natuurwetenschappen: 1ste leerjaar: 2 lestijden/week, 2de leerjaar: 2 lestijden/week<br />
met eenvoudige meetinstrumenten metingen<br />
uitvoeren.<br />
2 Atoom en kernmodel (ca. 2 lestijden)<br />
Begrip dichtheid als verhouding tussen<br />
massa en volume:<br />
ρ = m/V.<br />
Eenheid: g/cm 3 en kg/m 3 .<br />
Leerlingenproef: meten van de massa en het volume van<br />
verschillende voorwerpen uit dezelfde stof en uit<br />
verschillende stoffen.<br />
Berekenen van de verhouding tussen de massa en het<br />
volume.<br />
Gebruik ook stoffen waarvan de dichtheid kleiner is dan<br />
deze van water (zie hydrostatica).<br />
ET Leerplandoelstellingen Leerinhouden Specifieke wenken<br />
voorbeelden geven van belangrijke mijlpalen in<br />
de historische en conceptuele ontwikkeling van<br />
de fysica en ze in een tijdskader plaatsen.<br />
Atoommodel.<br />
Eenvoudig model van<br />
elektronenverdeling in elektronenwolk.<br />
Kernmodel.<br />
Atoommodel op eenvoudige manier aanbrengen: model<br />
van Thomson en van Rutherford - Bohr.<br />
De verdeling van elektronen over schillen<br />
(energieniveaus) op eenvoudige manier aanbrengen.<br />
Kernmodel op eenvoudige manier aanbrengen: bouw<br />
van de kern, kerndeeltjes, isotopen, massagetal,<br />
ladingsgetal.
KSO/TSO – 2de graad – opties met het majorpakket 8<br />
AV Natuurwetenschappen: 1ste leerjaar: 2 lestijden/week, 2de leerjaar: 2 lestijden/week<br />
3 Elektromagnetische straling (ca. 2 lestijden)<br />
ET Leerplandoelstellingen Leerinhouden Specifieke wenken<br />
de belangrijkste gebieden van het<br />
elektromagnetisch spectrum opnoemen.<br />
de eigenschappen en effecten van<br />
elektromagnetische straling beschrijven en de<br />
bronnen aangeven.<br />
Elektromagnetische straling:<br />
• volledig elektromagnetisch<br />
spectrum<br />
• aangeven waar het zichtbare<br />
gebied zich bevindt.<br />
Elektromagnetische straling:<br />
• ontstaan<br />
• bronnen<br />
• effecten<br />
De leerlingen zullen, samen met de leerkracht, bronnen<br />
raadplegen op zoek naar gegevens over<br />
elektromagnetische straling.<br />
Begrippen golflengte en frequentie invoeren.<br />
Uit praktische voorbeelden komen tot gekende<br />
elektromagnetische stralingen (volledig overzicht),<br />
inbegrepen radiogolven, microgolven, IR, UV, γ-stralen,<br />
röntgenstralen.<br />
UV-factor<br />
Elektromagnetische straling ordenen volgens<br />
energiewaarden (gevaar), beveiliging.<br />
Uitleggen dat de aanwezigheid van een middenstof niet<br />
vereist is.<br />
Zonnestraling. Vanuit het effect van zonnestralen komen<br />
tot de drie soorten straling: zichtbare, IR en UV.<br />
UV en IR bespreken als elektromagnetische straling<br />
buiten de grenzen van het zichtbare spectrum.<br />
Röntgenstralen bespreken als elektromagnetische<br />
straling en ioniserende straling.<br />
γ-stralen bespreken als elektromagnetische straling en<br />
ioniserende straling.<br />
Verband tussen eenvoudig atoommodel en het uitzenden<br />
van elektromagnetische straling bespreken.
KSO/TSO – 2de graad – opties met het majorpakket 9<br />
AV Natuurwetenschappen: 1ste leerjaar: 2 lestijden/week, 2de leerjaar: 2 lestijden/week<br />
4 Krachten (ca. 4 lestijden) en druk (ca. 2 lestijden)<br />
ET Leerplandoelstellingen Leerinhouden Specifieke wenken<br />
een kracht als oorzaak van vervorming en als<br />
oorzaak van verandering van de<br />
bewegingstoestand van een voorwerp in een<br />
concrete situatie herkennen.<br />
een vervorming of een verandering van<br />
bewegingstoestand toeschrijven aan de<br />
werking van een kracht.<br />
het belang van het vectoriele karakter van een<br />
kracht toelichten.<br />
krachten volgens dezelfde werklijn<br />
samenstellen.<br />
krachten met verschillende werklijn<br />
samenstellen.<br />
Definitie van een kracht door zijn<br />
statische en dynamische werking.<br />
Soorten krachten in het dagelijkse<br />
leven.<br />
Meten van krachten:<br />
- bepalen van de veerconstante. (wet<br />
van Hooke)<br />
- Grafische voorstelling F ∼ l (of s).<br />
- gebruik van dynamometers.<br />
Eenheid van kracht: de newton (N).<br />
Kracht als wisselwerking: actie en<br />
reactie.<br />
Vectorvoorstelling van een kracht.<br />
Zwaartekracht.<br />
Samenstellen van krachten volgens<br />
dezelfde werklijn en hetzelfde<br />
aangrijpingspunt met dezelfde zin en<br />
met tegengestelde zin.<br />
Samenstellen van hoekmakende<br />
krachten met hetzelfde<br />
aangrijpingspunt.<br />
Grafisch oplossen van oefeningen op<br />
het samenstellen van hoekmakende<br />
krachten en ontbinden van krachten.<br />
Aanbrengen aan de hand van praktische voorbeelden uit<br />
de leefwereld van de leerlingen (bv. botsingen tussen<br />
voertuigen).<br />
Bv. spierkracht, zwaartekracht, wrijvingskracht,<br />
windkracht, krachten in de sport, parachutisme,<br />
opwaartse stuwkracht (alleen bestaan ervan aantonen).<br />
Experimenteel de relatie F ∼ l (of s) nagaan.<br />
De newton (N) invoeren zonder definitie.<br />
Uit eenvoudige proef de begrippen actie en reactie<br />
afleiden.<br />
Voorbeelden uit de sport.<br />
Definiëren van grootte, richting, zin en aangrijpingspunt.<br />
Krachtvectoren tekenen.<br />
Schaalverdeling aanleren.<br />
Richting en zin van de zwaartekracht bespreken.<br />
Verband tussen massa en zwaartekracht:<br />
evenredigheidsfactor 9,8 N/kg (Fzw = m . 9,8 N/kg).<br />
Gewicht als gevolg van zwaartekracht.<br />
De leerlingen leren krachten samenstellen via<br />
experimenten (dynamometers, touw,...) en voorbeelden<br />
(parachutist, opwaarts gooien, touwtrekken,...).<br />
Experimenteel afleiden dat de resultante van twee<br />
hoekmakende krachten wordt gegeven door de<br />
diagonaal van het parallellogram van de samenstellende<br />
krachten.<br />
Voorbeelden uit het verkeer: invloed van de wind.
KSO/TSO – 2de graad – opties met het majorpakket 10<br />
AV Natuurwetenschappen: 1ste leerjaar: 2 lestijden/week, 2de leerjaar: 2 lestijden/week<br />
ET Leerplandoelstellingen Leerinhouden Specifieke wenken<br />
het verband tussen kracht en druk illustreren bij<br />
vaste voorwerpen.<br />
5 Hydro- en aërostatica (ca. 4 lestijden)<br />
Het begrip druk<br />
Eenheid: pascal.<br />
Experimenteel vaststellen dat F/A = cte.<br />
Laten inzien dat de uitwerking van een constante kracht<br />
omgekeerd evenredig is met de oppervlakte waarop ze<br />
werkt<br />
Verband met gevolgen van verkeersongelukken<br />
aangeven (airbag, scherpe randen,...).<br />
De pascal (Pa) invoeren als N per m².<br />
Aanbrengen van afgeleide eenheden: bar, millibar.<br />
ET Leerplandoelstellingen. Leerinhouden Specifieke wenken<br />
het begrip druk in een vloeistof beschrijven Kracht en druk in een vloeistof ten<br />
gevolge van de zwaartekracht.<br />
het begrip atmosferische druk omschrijven en<br />
verklaren<br />
kunnen voorbeelden geven van<br />
gewichtverminderingen in vloeistoffen<br />
zinken, zweven en stijgen van een voorwerp,<br />
ondergedompeld in een vloeistof of een gas<br />
verklaren en met voorbeelden illustreren<br />
Druk uitgeoefend door een gas<br />
aantonen en meten<br />
Kinetische verklaring.<br />
Stuwkracht op ondergedompelde<br />
lichamen.<br />
Wet van Archimedes.<br />
Krachten op ondergedompelde<br />
lichamen.<br />
Toepassingen:<br />
- zinken, zweven, stijgen en drijven in<br />
water<br />
- luchtballons.<br />
Experimenteel aantonen van de druk in vloeistoffen<br />
(beperken tot water)<br />
Experimenteel aantonen van de druk uitgeoefend door<br />
een gas (beperken tot lucht)<br />
Experimenteel aantonen van de stuwkracht in water<br />
(alleen kwalitatief, geen formules)<br />
Ondergedompelde lichamen ondervinden twee<br />
evenwijdige krachten met tegengestelde zin: de<br />
zwaartekracht en de opwaartse stuwkracht.<br />
Aantonen met experimenten: laten inzien dat de<br />
dichtheid van een stof bepaalt dat een voorwerp zal<br />
zinken of stijgen<br />
Waarom drijven schepen?
KSO/TSO – 2de graad – opties met het majorpakket 11<br />
AV Natuurwetenschappen: 1ste leerjaar: 2 lestijden/week, 2de leerjaar: 2 lestijden/week<br />
6 Beweging en verkeer (ca. 7 lestijden)<br />
ET Leerplandoelstellingen Leerinhouden Specifieke wenken<br />
de relativiteit van rust en beweging illustreren<br />
met voorbeelden uit de eigen leefwereld.<br />
bij een eenparige, rechtlijnige beweging, de<br />
tijdsduur, de afgelegde weg en de snelheid<br />
berekenen.<br />
bij snelheidsverandering van een voertuig de<br />
traagheidsaspecten verwoorden en het belang<br />
van veiligheidsvoorzieningen zoals<br />
veiligheidsgordel en airbag toelichten.<br />
kracht en tijdsduur in verband brengen met de<br />
snelheidsverandering van een massa en de<br />
invloed van de tijdsduur op de grootte van de<br />
kracht berekenen<br />
Rust en beweging als relatieve<br />
begrippen.<br />
Studie van de eenparige beweging:<br />
- experimentele studie<br />
- definitie van snelheid<br />
- formule v = s / t<br />
- eenheid van snelheid: m/s, km/h<br />
- grafische voorstelling: (s, t)-grafiek.<br />
Eenvoudige vraagstukjes op v, s en t.<br />
Eerste wet van Newton<br />
(traagheidswet).<br />
Studie van veranderlijke bewegingen<br />
- verandering van snelheid door een<br />
tangentiële kracht<br />
- toename van de snelheid door een<br />
kracht in de zin van de beweging =<br />
versnelde beweging<br />
- afname van de snelheid door een<br />
kracht in tegengestelde zin van de<br />
beweging = vertraagde beweging<br />
- snelheid in functie van de tijd bij<br />
een vertraagde beweging met<br />
constante snelheidsafname.<br />
- Verband tussen afgelegde weg en<br />
beginsnelheid bij een vertraagde<br />
2<br />
beweging: s ∼ v0 .<br />
Voorbeelden uit eigen leefwereld van leerlingen.<br />
We gaan hier uit van s0 = 0 en t0 = 0,<br />
zodat ∆s = s en ∆t = t.<br />
Aanleren van vaardigheid in het meten van afstanden en<br />
tijd. Snelheid als constante verhouding tussen s en t.<br />
Omzettingen kunnen uitvoeren. Aandacht besteden aan<br />
nauwkeurig tekenen van grafieken.<br />
Aanbrengen via experimenten. Belang van deze wet<br />
onderstrepen bij stoppen of vertrekken van voertuigen.<br />
Veiligheidsvoorzieningen zoals veiligheidsgordel en<br />
airbag bespreken.<br />
Werken met concrete voorbeelden.<br />
Voorbeeld: de verticale worp (geen formules)<br />
Tekenen van een (v, t)-grafiek.<br />
Aan de hand van een concreet voorbeeld: remafstand<br />
van een voertuig bij één welbepaalde omstandigheid<br />
(gegevens te halen uit tabellen).
KSO/TSO – 2de graad – opties met het majorpakket 12<br />
AV Natuurwetenschappen: 1ste leerjaar: 2 lestijden/week, 2de leerjaar: 2 lestijden/week<br />
ET Leerplandoelstellingen Leerinhouden Specifieke wenken<br />
het effect van kracht en massa op<br />
snelheidsverandering verwoorden<br />
de stopafstand van een voertuig in verband<br />
brengen met snelheid, reactietijd en andere<br />
externe factoren<br />
Verband tussen kracht, massa en<br />
snelheidsverandering.<br />
Berekenen van de invloed van de<br />
tijdsduur op de grootte van de kracht bij<br />
een stoot.<br />
De stopafstand van een voertuig:<br />
- reactietijd<br />
- reactieafstand<br />
- remafstand<br />
- invloed van externe factoren op de<br />
remafstand.<br />
Stopafstand = reactieafstand +<br />
remafstand.<br />
Laten inzien dat een grotere kracht bij constante massa<br />
een grotere snelheidsverandering geeft.<br />
Laten inzien dat een grotere massa bij een constante<br />
kracht een kleinere snelheidsverandering geeft.<br />
Toepassen op de remafstand van voertuigen.<br />
Toepassing: kreukelzones van voertuigen.<br />
De leerlingen laten inzien dat tussen het waarnemen van<br />
een gebeurtenis en het uitvoeren van een actie een<br />
zekere tijd verloopt: de reactietijd.<br />
In deze reactietijd legt een bewegend voertuig een<br />
zekere afstand af: reactieafstand (eenparige beweging).<br />
De remafstand hangt af van beginsnelheid en<br />
snelheidsverandering. De remsnelheid hangt af van<br />
remkracht en massa van het voertuig. De remkracht<br />
wordt beïnvloed door de toestand van het wegdek.<br />
Gebruik internet om reactietijd te meten.
KSO/TSO – 2de graad – opties met het majorpakket 13<br />
AV Natuurwetenschappen: 1ste leerjaar: 2 lestijden/week, 2de leerjaar: 2 lestijden/week<br />
7 Arbeid, energie en vermogen (ca. 5 lestijden)<br />
ET Leerplandoelstellingen Leerinhouden Specifieke wenken<br />
het begrip arbeid correct gebruiken en in<br />
concrete situaties omschrijven. µ<br />
Arbeid berekenen bij een constante kracht die<br />
evenwijdig is met de verplaatsing.<br />
Het begrip vermogen correct gebruiken en in<br />
concrete situaties omschrijven.<br />
Het vermogen berekenen bij een geleverde<br />
arbeid.<br />
Het begrip energie correct gebruiken en in<br />
concrete situaties omschrijven.<br />
mechanische energie en andere<br />
energievormen herkennen en aangeven in<br />
concrete situaties.<br />
mechanische energie en andere<br />
energievormen herkennen en aangeven in<br />
concrete situaties.<br />
de potentiële en kinetische energie van een<br />
voorwerp berekenen in het zwaarteveld van de<br />
aarde.<br />
Het begrip arbeid.<br />
Arbeid verricht door een constant<br />
blijvende kracht.<br />
Formule: W = F.s<br />
Eenheid: joule (J of N.m)<br />
Het begrip vermogen<br />
Formule: P = W/t<br />
Eenheid: watt<br />
Het kilowattuur als eenheid van arbeid.<br />
Verband kWh – J<br />
Het begrip energie.<br />
Arbeid wordt geleverd door een<br />
vermindering van de energie van een<br />
voorwerp.<br />
Eenheid: joule. ( J of N.m)<br />
Mechanische energie en andere<br />
energiesoorten<br />
Mechanische energie en andere<br />
energiesoorten.<br />
Formules voor de potentiële energie in<br />
het zwaarteveld van de aarde (zwaarteenergie)<br />
en de kinetische energie:<br />
Ep = m.g.h<br />
Ek = ½.m.v²<br />
Er op wijzen dat het fysisch begrip arbeid niet altijd<br />
overeenkomt met wat we onder arbeid verstaan in de<br />
gewone omgangstaal.<br />
Symbool voor arbeid: W<br />
Het verschil inzien tussen arbeid en vermogen.<br />
Experimenteel meten van het vermogen van een<br />
persoon.<br />
Symbool voor vermogen: P<br />
1 W = 1 J/s<br />
Laten inzien dat de kWh een eenheid van arbeid is:<br />
1 kWh = 3.600.000 J.<br />
Het verband tussen arbeid en energie uitleggen met<br />
behulp van voorbeelden uit de leefwereld van de<br />
leerlingen.<br />
Symbool voor energie: E<br />
Voorbeelden van energievormen opzoeken: proeven met<br />
stoompistool, zonnecel, elektrische motor, batterij en<br />
lampje<br />
Voorbeelden van potentiële en kinetische energie<br />
opzoeken.<br />
We voeren proefjes uit met stoompistool, zonnecel,<br />
elektrisch motortje, batterij en lampje en kunnen zo<br />
voorbeelden van potentiële en kinetische energie<br />
opzoeken<br />
Formules voor potentiële en kinetische energie geven en<br />
met voorbeelden illustreren.<br />
Eenvoudige vraagstukjes op arbeid, energie en<br />
vermogen.
KSO/TSO – 2de graad – opties met het majorpakket 14<br />
AV Natuurwetenschappen: 1ste leerjaar: 2 lestijden/week, 2de leerjaar: 2 lestijden/week<br />
ET Leerplandoelstellingen Leerinhouden Specifieke wenken<br />
de wet van behoud van energie algemeen<br />
formuleren en illustreren met concrete<br />
voorbeelden.<br />
Behoud van mechanische energie.<br />
Uitbreiden tot andere energievormen.<br />
Opstellen van een keten van<br />
energieomzettingen.<br />
Uitgaan van een vallende knikker.<br />
Duurzame energievormen<br />
Contexten: een ritje in het pretpark, bungee jumping.
KSO/TSO – 2de graad – opties met het majorpakket 15<br />
AV Natuurwetenschappen: 1ste leerjaar: 2 lestijden/week, 2de leerjaar: 2 lestijden/week<br />
8 Radioactiviteit (ca. 3 lestijden)<br />
ET Leerplandoelstellingen Leerinhouden Specifieke wenken<br />
vanuit een atoom- en kernmodel de<br />
verschillende soorten straling uit de<br />
atoomkern beschrijven en hun ioniserende en<br />
doordringende eigenschappen aangeven.<br />
het verval van een onstabiel atoom in<br />
verband brengen met het begrip halveringstijd<br />
en met concrete voorbeelden illustreren.<br />
het relatieve aandeel van natuurlijke en<br />
kunstmatige straling en de oorsprong van<br />
deze straling beschrijven.<br />
Straling uit de atoomkern<br />
α-, β- en γ-stralen: massa, lading<br />
Radioactief verval: omschrijving,<br />
halveringstijd, activiteit.<br />
Eenheid van activiteit (becquerel, Bq)<br />
Natuurlijke en kunstmatige straling:<br />
procentuele verdeling.<br />
Begrip achtergrondstraling.<br />
De leerlingen zullen, samen met de leerkracht, bronnen<br />
raadplegen op zoek naar gegevens over radioactiviteit<br />
Soorten: α-, β- en γ-stralen (aard, massa, lading)<br />
Doordringingvermogen zo mogelijk experimenteel<br />
aantonen.<br />
Bestraling van bijvoorbeeld voedsel bespreken.<br />
Radioactief verval grafisch voorstellen en halveringstijd<br />
aanduiden.<br />
Voorbeelden geven van halveringstijden.<br />
Definitie van de eenheid becquerel (aantal desintegraties<br />
per seconde).<br />
Problematiek: effect van radioactieve straling hangt van<br />
– hoeveelheid<br />
– halveringstijd.<br />
Als toepassing bijvoorbeeld de 14 C dateringsmethode<br />
bespreken.<br />
Uitleggen dat niet alle ioniserende of radioactieve straling<br />
kunstmatig is (kosmische straling, 14 C).<br />
“Radioactiviteit vanuit de aarde” bespreken als voorbeeld<br />
van natuurlijke straling: huizenbouw (gips, baksteen).<br />
“Elektriciteitsproductie uit kernenergie” en “kernwapens”<br />
bespreken als voorbeelden van kunstmatige straling.<br />
Maatschappelijke impact van radioactiviteit bespreken.<br />
Eventueel: problematiek van radioactief afval<br />
behandelen.<br />
Bezoek brengen aan kerncentrale Doel, NIRAS.<br />
Beveiligingsmaatregelen tegen ioniserende straling<br />
bespreken: afstand, tijd, afscherming.
KSO/TSO – 2de graad – opties met het majorpakket 16<br />
AV Natuurwetenschappen: 1ste leerjaar: 2 lestijden/week, 2de leerjaar: 2 lestijden/week<br />
9 Ioniserende straling (ca. 2 lestijden)<br />
ET Leerplandoelstellingen: Leerinhouden Specifieke wenken<br />
medische en industriële toepassingen van<br />
ioniserende straling beschrijven.<br />
enkele methoden beschrijven om ioniserende<br />
straling te detecteren.<br />
Ioniserende straling: medische en<br />
industriële toepassingen.<br />
De leerlingen zullen, samen met de leerkracht, bronnen<br />
raadplegen op zoek naar gegevens over ioniserende<br />
straling.<br />
Röntgenonderzoek, gammastralen, rookdetector, tracers.<br />
Ioniserende straling: detectiemethoden. Detectieapparatuur bespreken: bijvoorbeeld silicium<br />
detectoren, Geiger-Müller, badge, nevelkamer van<br />
Wilson, bellenvat.
KSO/TSO – 2de graad – opties met het majorpakket 17<br />
AV Natuurwetenschappen: 1ste leerjaar: 2 lestijden/week, 2de leerjaar: 2 lestijden/week<br />
module chemie<br />
eerste leerjaar<br />
De leerlingen kunnen:<br />
Leerplandoelstellingen Leerinhouden Specifieke wenken<br />
- de chemie in algemene termen als natuurwetenschap<br />
beschrijven;<br />
- aangeven wat de chemie bestudeert;<br />
- door voorbeelden illustreren dat men de chemie zowel<br />
ten goede als ten kwade kan toepassen;<br />
- de rol van chemici in het beroepsleven illustreren;<br />
- studie- en beroepsmogelijkheden in verband met<br />
chemie opnoemen en er enkele algemene kenmerken<br />
van aangeven;<br />
- aantonen dat het laboratorium centraal staat in de<br />
empirische wetenschap chemie;<br />
- een aantal praktische tips opsommen om veilig en<br />
verantwoord te werken in het laboratorium;<br />
1 Stoffen en mengsels<br />
1.1 Wat is chemie?<br />
Chemie als natuurwetenschap<br />
Chemie als beroep<br />
Het laboratorium<br />
1 Stoffen en mengsels: ca. 3 lestijden<br />
Contextgebied: chemie is overal<br />
Er kan vertrokken worden vanuit het idee dat leerlingen zelf<br />
over chemie hebben en de vertoning van de video ‘Chemie<br />
voor vandaag en morgen’ van SIREV.<br />
Mogelijk contexten:<br />
- onderzoek van de omgeving<br />
- geneesmiddelen, huishoudproducten, …<br />
- wapens, giftige stoffen, drugs,…<br />
- kunststoffen versus natuurproducten.<br />
Studie- en beroepsmogelijkheden kunnen o.a. bij de<br />
Federatie van de Chemische Nijverheid: www.fedichem.be/<br />
en bij de Koninklijke Vlaamse Chemische Vereniging<br />
bekomen worden.<br />
Bij elk experiment moet rekening gehouden worden met de<br />
nodige veiligheidsmaatregelen.<br />
Voor praktische tips rond ‘Veiligheid in de schoollaboratoria’:<br />
www.gemeenschapsonderwijs.be/pbd/
U<br />
U<br />
KSO/TSO – 2de graad – opties met het majorpakket 18<br />
AV Natuurwetenschappen: 1ste leerjaar: 2 lestijden/week, 2de leerjaar: 2 lestijden/week<br />
Leerplandoelstellingen Leerinhouden Specifieke wenken<br />
- aan de hand van een aantal dagelijkse gebruiksvoorwerpen<br />
het onderscheid uitleggen tussen een<br />
voorwerp en de stof(fen) waaruit dat voorwerp bestaat;<br />
- een aantal belangrijke fysische eigenschappen<br />
van stoffen opsommen;<br />
- het verschil tussen fysische en chemische<br />
eigenschappen van een stof verwoorden;<br />
- aangeven dat stoffen door fysische en chemische<br />
eigenschappen van elkaar verschillen;<br />
- met een voorbeeld uitleggen wat een oplossing is;<br />
- met een voorbeeld uitleggen wat een emulsie is;<br />
- met een voorbeeld uitleggen wat een emulgator is;<br />
- met een voorbeeld uitleggen wat een suspensie is;<br />
- aan de hand van bovenstaande en andere<br />
voorbeelden uitleggen wat het verschil is tussen<br />
een homogeen en heterogeen mengsel;<br />
- mengsels onderscheiden van zuivere stoffen aan de<br />
hand van gegeven of van waargenomen fysische<br />
eigenschappen;<br />
1.2 Voorwerpen en stoffen<br />
1.3 Fysische en chemische<br />
eigenschappen<br />
1.4 Mengsels<br />
In het vak ‘Technologische opvoeding’ in de eerste graad is<br />
reeds aandacht besteed aan grondstoffen, materialen en<br />
voorwerpen.<br />
Mogelijke context: stoffen herkennen<br />
De verschillen tussen stoffen zoals azijn, water, alcohol,<br />
ijzer, koper, zout, kristalsuiker, enz. zijn te omschrijven als<br />
fysische en chemische eigenschappen<br />
Mogelijke context: chemie thuis<br />
Enkele mengsels die in het dagelijkse leven voorkomen<br />
worden bij voorkeur als voorbeelden gebruikt: dranken (o.a.<br />
spuitwater, limonade, wijn,) voedingsmiddelen (o.a.<br />
mayonaise), cosmetica (o.a. huidcrèmes).<br />
Aan bv. suikerwater en jenever ziet men, zelfs met optische<br />
hulpmiddelen, niet dat het mengsels zijn; aan witbier, vette<br />
bouillon, bierschuim of melk wel.
U<br />
KSO/TSO – 2de graad – opties met het majorpakket 19<br />
AV Natuurwetenschappen: 1ste leerjaar: 2 lestijden/week, 2de leerjaar: 2 lestijden/week<br />
Leerplandoelstellingen Leerinhouden Specifieke wenken<br />
- met eenvoudig materiaal een chromatografie veilig<br />
uitvoeren;<br />
- het belang van water uitleggen;<br />
- de aggregatietoestanden van water beschrijven en<br />
verklaren door een verschillende beweeglijkheid van<br />
de samenstellende deeltjes (moleculen,...);<br />
- een verzameling van gelijke moleculen als een zuivere<br />
stof herkennen;<br />
- filtratie, indamping, destillatie, adsorptie en extractie<br />
beschrijven als belangrijkste methoden om zuivere<br />
stoffen uit mengsels te isoleren;<br />
- met eenvoudig materiaal volgende scheidings-<br />
technieken veilig uitvoeren: filtratie en/of extractie;<br />
1.5 Chromatografie<br />
2 Water<br />
2.1 Belang<br />
2.2 Aggregatietoestand<br />
2.3 Moleculen<br />
2.4 Scheiding van mengsels<br />
Bij het uitvoeren van leerlingenproeven wordt vanaf het<br />
begin gewezen op de nodige veiligheids- en milieuaspecten,<br />
door o.a. de leerlingen iedere keer de betreffende R- en Szinnen<br />
te laten opzoeken en noteren.<br />
2 Water: ca. 4 lestijden<br />
De punten 2.1 t/m 2.3 zijn herhalingen en kunnen op een<br />
lestijd behandeld worden.<br />
De waterkringloop in de natuur verklaren door de<br />
verandering van aggregatietoestanden.<br />
Het kleinste deeltje van een stof noemen we voorlopig een<br />
molecule en wordt als een bolletje voorgesteld.<br />
Het verband tussen de aggregatietoestanden en de<br />
warmtebeweging van de moleculen uitleggen.<br />
Mogelijke contexten: winning van zout uit zeewater,<br />
drinkwaterbereiding, het zetten van koffie en thee, gebruik<br />
van gasmaskers.
U<br />
U<br />
U<br />
KSO/TSO – 2de graad – opties met het majorpakket 20<br />
AV Natuurwetenschappen: 1ste leerjaar: 2 lestijden/week, 2de leerjaar: 2 lestijden/week<br />
Leerplandoelstellingen Leerinhouden Specifieke wenken<br />
- het verschil tussen hard en zacht water beschrijven;<br />
- de invloed van het zuurstofgehalte op de biologische<br />
kwaliteit van oppervlaktewater uitleggen;<br />
- de werking van een rioolwaterzuiveringsinstallatie<br />
beschrijven;<br />
- het begrip chemische reactie beschrijven en met<br />
voorbeelden illustreren;<br />
- onderscheid maken tussen enkelvoudige en<br />
samengestelde stoffen, steunend op hun verschil in<br />
chemische eigenschappen en met voorbeelden<br />
illustreren;<br />
2.5 Waterhardheid<br />
2.6 Waterkwaliteit<br />
3 Stoffen en reacties<br />
3.1 Chemische reactie<br />
3.2 Enkelvoudige en<br />
samengestelde stoffen<br />
De oorzaken van de waterhardheid, nl. de aanwezigheid<br />
van opgeloste calcium- en magnesiumzouten en de<br />
gevolgen ervan in het dagelijks leven beschrijven.<br />
Het zuurstofgehalte als belangrijke parameter voor de<br />
kwaliteit van oppervlaktewater aangeven<br />
De afvalwaterzuivering in verschillende stappen<br />
(mechanische, biologische en chemische) beschrijven.<br />
3 Stoffen en reacties: ca. 5 lestijden<br />
Als voorbeelden kunnen omzettingen van eetwaren<br />
gekozen worden, bv. bakken en braden, zuur worden van<br />
melk en wijn, gisting van deeg, rottingsprocessen.<br />
Stoffen die niet kunnen ontleed worden in andere stoffen<br />
noemt men enkelvoudige stoffen; stoffen die wel ontleed<br />
kunnen worden noemt men samengestelde stoffen.<br />
Als voorbeeld kan de ontleding van suiker door verhitting<br />
gekozen worden: er ontstaat kool en water.<br />
Water kan door elektrolyse verder ontleed worden in<br />
waterstofgas en in zuurstofgas.
U<br />
U<br />
KSO/TSO – 2de graad – opties met het majorpakket 21<br />
AV Natuurwetenschappen: 1ste leerjaar: 2 lestijden/week, 2de leerjaar: 2 lestijden/week<br />
Leerplandoelstellingen Leerinhouden Specifieke wenken<br />
- de atoomtheorie van Dalton formuleren;<br />
- enkelvoudige en samengestelde stoffen definiëren als<br />
functie van hun opbouw uit één of meer atoomsoorten<br />
of elementen en dit met voorbeelden illustreren;<br />
- het symbool schrijven als de naam gegeven is en de<br />
naam noemen als het symbool gegeven is van<br />
minstens twintig elementen;<br />
- aangeven dat de chemische symbolen universeel zijn<br />
en ook in andere schrijftalen gebruikt worden;<br />
- een stof voorstellen door haar elementformule, waarbij<br />
de elementsymbolen, gescheiden door komma’s,<br />
tussen haakjes worden geplaatst;<br />
- een chemische reactie voorstellen door een reactieschema,<br />
waarbij de uitgangsstoffen en de reactieproducten<br />
worden vermeld met hun elementformule<br />
en eventueel boven de pijl de omstandigheden worden<br />
geschreven;<br />
- in een reactieschema de toestand van de stoffen<br />
aanduiden met (v) voor vast, (vl) voor vloeibaar, (g)<br />
voor gasvormig en (aq) voor opgelost in water;<br />
3.3 Atomen, elementen,<br />
symbolen<br />
3.4 Reactieschema<br />
Als context kunnen de historische aspecten rond de<br />
atoomtheorie gekozen worden, bv. Democritos, Dalton.<br />
Atomen zijn uiterst kleine deeltjes die bij een chemische<br />
reactie niet vernietigd worden.<br />
In de natuur komen zo’n 92 atoomsoorten (elementen) voor;<br />
ze verschillen van elkaar in grootte en in massa.<br />
Elementen worden door symbolen voorgesteld.<br />
Het is aan te raden volgende symbolen te kennen: Cl, I, O,<br />
S, N, P, C, H, He, Ne, Ar, Na, Ca, Mg, Fe, Zn, Hg, Al, Pb,<br />
Cu, Ag, Au.<br />
Het voorbeeld van de ontleding van suiker kan hier verder<br />
uitgewerkt worden. Suiker (C,H,O) wordt ontleed in kool (C)<br />
en water (H,O). Water kan ontleed worden in waterstofgas<br />
(H) en zuurstofgas (O).<br />
Voorbeelden van reactieschema’s:<br />
verwarmen<br />
suiker → kool + water<br />
(C,H,O) (C) (H,O)<br />
elektrolyse<br />
water → waterstofgas + zuurstofgas<br />
(H,O)vl (H)g (O)g
U<br />
U<br />
KSO/TSO – 2de graad – opties met het majorpakket 22<br />
AV Natuurwetenschappen: 1ste leerjaar: 2 lestijden/week, 2de leerjaar: 2 lestijden/week<br />
Leerplandoelstellingen Leerinhouden Specifieke wenken<br />
- het historisch belang van het periodiek systeem<br />
toelichten;<br />
- op het periodiek systeem aanwijzen dat de elementen<br />
gerangschikt zijn volgens stijgende massa van de<br />
atomen;<br />
- op het periodiek systeem aanwijzen dat elementen die<br />
naast elkaar staan, behoren tot dezelfde periode en<br />
dat er zeven perioden zijn;<br />
- op het periodiek systeem aanwijzen dat elementen die<br />
overeenkomstige chemische eigenschappen hebben,<br />
onder elkaar staan en dus behoren tot dezelfde groep;<br />
- op het periodiek systeem afleiden dat de metalen links<br />
staan en de niet-metalen rechts;<br />
- in het periodiek systeem de groep van de edelgassen<br />
aanwijzen;<br />
- van de enkelvoudige stoffen diwaterstof, dizuurstof,<br />
trizuurstof, dichloor, diamant, grafiet, octazwavel,<br />
magnesium, aluminium, ijzer, zink, lood, koper, kwik,<br />
goud, zilver één of meer van de volgende aspecten<br />
bespreken: voorkomen, winning, bereiding, fysische<br />
eigenschappen, chemische eigenschappen,<br />
toepassingen;<br />
3.5 Periodiek systeem<br />
3.6 Kennismaking met<br />
enkelvoudige stoffen<br />
Het historisch belang van het periodiek systeem wordt<br />
uitgelegd: D. I. Mendeleev kon voorspellingen doen over het<br />
bestaan van elementen en hun eigenschappen<br />
Het onderscheid tussen a- en b-groepen wordt nu nog niet<br />
uitgelegd.<br />
Terwijl het periodiek systeem van de elementen behandeld<br />
wordt, kan de leraar tegelijkertijd voorbeelden van eigenschappen<br />
van enkelvoudige en samengestelde stoffen<br />
aanhalen (zie 3.6 en 3.7).<br />
Een Nederlandstalige versie van het periodiek systeem van<br />
de elementen, met ontdekking, voorkomen, eigenschappen,<br />
bereiding, enz. is te raadplegen op:<br />
www.periodieksysteem.com<br />
Het gebruik van edelgassen bv. in lampen toelichten.<br />
Voorbeelden :<br />
Octazwavel (S) is een gele vaste stof. Men vindt het in de<br />
grond in de omgeving van vulkanen. Het zit in de kop van<br />
een lucifer, in buskruit, in vuurwerk,... omdat het goed<br />
brandt. Vulkaniseren van rubber betekent toevoegen van<br />
zwavel om hem harder te maken. Tientallen miljoenen ton<br />
zwavel worden jaarlijks omgezet in zwavelzuur (H,S,O).<br />
Kwikmetaal (Hg) is bij kamertemperatuur het enige vloeibare<br />
metaal. Men gebruikt het in thermometers en barometers.<br />
De kleine schijfvormige batterijtjes in uurwerken bevatten<br />
ook kwikmetaal. Zilverkoper-amalgaam wordt gebruikt als<br />
tandvulling.
U<br />
U<br />
U<br />
KSO/TSO – 2de graad – opties met het majorpakket 23<br />
AV Natuurwetenschappen: 1ste leerjaar: 2 lestijden/week, 2de leerjaar: 2 lestijden/week<br />
Leerplandoelstellingen Leerinhouden Specifieke wenken<br />
- van de samengestelde stoffen waterstofchloride,<br />
(di)waterstofsulfaat, natriumhydroxide, ammoniak,<br />
calcium(di)hydroxide, natriumchloride, natriumwaterstofcarbonaat<br />
en calciumcarbonaat ten minste een<br />
toepassing, een zintuiglijk of een fysico-chemisch<br />
kenmerk aangeven;<br />
- uitleggen dat de oorsprong van een zuivere stof,<br />
natuurlijk ontstaan of synthetisch bereid, geen invloed<br />
heeft op haar eigenschappen;<br />
- de betekenis van chemische energie uitleggen;<br />
- voorbeelden aanhalen van stoffen die als bron van<br />
chemische energie gebruikt worden;<br />
- de begrippen exotherm en endotherm illustreren met<br />
voorbeelden van chemische processen;<br />
- de elektrolyse van water uitleggen;<br />
3.7 Kennismaking met<br />
samengestelde stoffen<br />
4 Verbranding en<br />
chemische energie<br />
4.1 Exotherme en endotherme<br />
reacties<br />
Voorbeelden :<br />
Waterstofchloride (H,Cl) : verwijdering van cementresten<br />
Zwavelzuur (H,S,O): accu<br />
Natriumhydroxide (Na,O,H): ontstopper van afvoerbuizen<br />
Ammoniak (N,H): ontvettingsmiddel<br />
Calciumhydroxide (Ca,O,H): bepleisteren van muren<br />
Natriumchloride (Na,Cl): keukenzout<br />
Natriumwaterstofcarbonaat (Na,H,C,O): maagzout<br />
Calciumcarbonaat (Ca,C,O): krijt, marmer<br />
4 Verbranding en chemische energie: ca. 5 lestijden<br />
De grootheid energie (eenheid joule, symbool J) herhalen<br />
en uitbreiden tot chemische energie.<br />
Exo-energetische reactie omschrijven als reacties die<br />
energie vrijmaken onder de vorm van warmte, licht of<br />
elektriciteit.<br />
Endo-energetische reacties omschrijven als reacties die<br />
energie opnemen.
U<br />
U<br />
U<br />
KSO/TSO – 2de graad – opties met het majorpakket 24<br />
AV Natuurwetenschappen: 1ste leerjaar: 2 lestijden/week, 2de leerjaar: 2 lestijden/week<br />
Leerplandoelstellingen Leerinhouden Specifieke wenken<br />
- een verbranding herkennen als een exotherme reactie;<br />
- de verbranding van een enkelvoudige stof definiëren<br />
als een reactie met zuurstofgas waarbij een oxide<br />
gevormd wordt;<br />
- de verbranding van een enkelvoudige stof in een<br />
reactieschema weergeven;<br />
- een reactie met zuurstofgas als een oxidatie<br />
beschrijven;<br />
- met eenvoudig materiaal enkele verbrandingen<br />
uitvoeren (koolstofdioxide aantonen);<br />
- kenmerken geven van zuurstofgas, ijzer, grafiet,<br />
calciumhydroxide;<br />
- de verbranding van een samengestelde stof<br />
beschrijven als een reactie met zuurstofgas waarbij<br />
verschillende oxiden gevormd worden;<br />
- de verbranding van een samengestelde stof in een<br />
reactieschema weergeven;<br />
- het onderscheid uitleggen tussen een volledige en<br />
onvolledige verbranding;<br />
- met voorbeelden en aan de hand van de begrippen<br />
molecule en atoom, uitleggen wat een formule is;<br />
4.2 Verbranding van<br />
enkelvoudige stoffen<br />
4.3 Verbranding van<br />
samengestelde stoffen<br />
4.4 Formules en<br />
reactievergelijkingen<br />
Houtskool<br />
Bij de verbranding van houtskool ontstaat er een gas dat<br />
kalkwater troebel maakt: koolstofdioxide. Houtskoolpoeder<br />
kan vanaf een bepaalde temperatuur stofexplosies<br />
veroorzaken.<br />
Steenkool<br />
In de cokesfabrieken wordt steenkool ontleed in een aantal<br />
fracties: steenkoolgas, ammoniak en teer. Het residu<br />
bestaat uit bijna zuivere kool: cokes.<br />
Gebruik van cokes in hoogovens.<br />
Aardgas<br />
Bij de verbranding van aardgas ontstaan er water en<br />
koolstofdioxide.<br />
Bij zeer snelle verbranding van aardgas treedt er een<br />
explosie op.<br />
Bij de onvolledige verbranding van aardgas blijven er<br />
gloeiende kooldeeltjes over, die de vlam geel kleuren.<br />
Daarnaast kan het zeer giftige koolstofmonoxide ontstaan.<br />
Uit bv. vergelijking van koolstofdioxide en koolstofmonoxide<br />
blijkt dat de elementformule (C,O) niet genoeg informatie<br />
verschaft om deze stoffen te kunnen onderscheiden.
U<br />
U<br />
U<br />
KSO/TSO – 2de graad – opties met het majorpakket 25<br />
AV Natuurwetenschappen: 1ste leerjaar: 2 lestijden/week, 2de leerjaar: 2 lestijden/week<br />
Leerplandoelstellingen Leerinhouden Specifieke wenken<br />
- een eenvoudige verbrandingsreactie corpusculair<br />
voorstellen, symbolisch weergeven en interpreteren en<br />
de wet van het behoud van atomen toepassen;<br />
- gebruik maken van de gegeven formules om de<br />
reactievergelijking te schrijven van de verbranding van<br />
enkelvoudige en samengestelde stoffen;<br />
- aardolie beschrijven als mengsel van koolwaterstoffen;<br />
- de namen geven van de alkanen met 1 tot 8 C-atomen<br />
en hun moleculen voorstellen;<br />
- het verband uitleggen tussen de grootte van de<br />
moleculen en de vluchtigheid van de overeenkomstige<br />
stoffen;<br />
- het roesten van metalen beschrijven als trage oxidatie;<br />
- de reactievergelijking schrijven van de oxidatie van<br />
metalen en de naam van de gevormde oxiden geven<br />
als de formules gekend zijn;<br />
- de wet van behoud van massa formuleren en uitleggen<br />
aan de hand van de oxidatie van een metaal;<br />
Verbrandingsreacties<br />
4.5 Koolwaterstoffen<br />
4.6 Oxidatie van metalen<br />
Behoud van massa<br />
Voorstelling van stoffen door moleculetekeningen.<br />
Moleculeformules van stoffen, bv. CO2 , CO, O2 , C<br />
Voorstelling van reacties door moleculetekeningen.<br />
Reactievergelijkingen, bv.<br />
C + O2 → CO2<br />
2 C + O2 → 2 CO<br />
Aardolie<br />
Bij de gefractioneerde destillatie van aardolie wordt het<br />
mengsel gedeeltelijk gescheiden. Samenstelling en<br />
toepassingen van de verschillende fracties.<br />
De vluchtigste fracties zijn het meest ontvlambaar.<br />
Brand kan geblust worden door afdekken en afkoelen.<br />
Vaste stoffen zoals kaarsvet moeten eerst smelten, waarna<br />
de vloeistof met behulp van een wiek moet verdampen om<br />
te kunnen branden.<br />
Bij het roesten van ijzermetaal treedt een oxidatie op. Roest<br />
is een volksnaam voor ijzeroxide.<br />
De verbranding van metalen zoals Mg en Al wordt toegepast<br />
in wegwerpflitslampjes en in vuurwerk.<br />
De massa van het verbrandingsproduct van ijzer is groter<br />
dan de massa van het ijzer voor de verbranding.
U<br />
U<br />
U<br />
KSO/TSO – 2de graad – opties met het majorpakket 26<br />
AV Natuurwetenschappen: 1ste leerjaar: 2 lestijden/week, 2de leerjaar: 2 lestijden/week<br />
Leerplandoelstellingen Leerinhouden Specifieke wenken<br />
- de samenstelling van lucht geven;<br />
- met voorbeelden uitleggen wat legeringen zijn;<br />
- een reductie definiëren als een reactie waarbij een<br />
samengestelde stof zuurstof afgeeft;<br />
- een ontploffing beschrijven als een zeer snelle<br />
exotherme reactie;<br />
- een ontploffing beschrijven door gebruik te maken van<br />
de begrippen oxidatie en reductie.<br />
Samenstelling van lucht<br />
4.7 Reductie<br />
Bij verbranding van ijzerwol in een afgesloten ruimte kan<br />
men aantonen dat slechts 1/5 volume van de lucht de<br />
verbranding onderhoudt en dus uit zuurstofgas bestaat.<br />
Metalen kunnen onderling legeringen vormen. Hierdoor<br />
krijgen ze meestal betere technische eigenschappen.<br />
Metalen gebruiksvoorwerpen worden meestal gemaakt uit<br />
legeringen van minstens twee metalen, bv.: roestvrij staal,<br />
dural (aluminiumkookpotten),...<br />
Deze legeringen zijn veel steviger dan de zuivere metalen<br />
en roesten langzamer.<br />
Buskruit<br />
Buskruit is een mengsel van kaliumnitraat (75%), houtskool<br />
(15%) en zwavel (10%). Bij de ontploffing van buskruit wordt<br />
kaliumnitraat gereduceerd:<br />
2 KNO3 → 2 KNO2 + O2<br />
Dank zij het zuurstofgas, vrijgekomen bij deze reductie,<br />
worden zwavel en kool zo snel geoxideerd dat de reactie<br />
explosief verloopt.<br />
Dynamiet<br />
Dynamiet is een springstof op basis van glyceroltrinitraat,<br />
vroeger ook wel ‘nitroglycerine’ genoemd.<br />
Glyceroltrinitraat bevat moleculen die de twee vereiste<br />
eigenschappen voor een explosie in zich dragen. Een deel<br />
van de molecule kan gemakkelijk zuurstof opnemen, terwijl<br />
een ander deel van de molecule zuurstof afgeeft.
KSO/TSO – 2de graad – opties met het majorpakket 27<br />
AV Natuurwetenschappen: 1ste leerjaar: 2 lestijden/week, 2de leerjaar: 2 lestijden/week<br />
2de leerjaar<br />
De leerlingen kunnen:<br />
Leerplandoelstellingen Leerinhouden Specifieke wenken<br />
- de formule van natriumchloride (keukenzout) schrijven;<br />
- voorbeelden geven van andere zouten, die belangrijk<br />
zijn voor onze samenleving;<br />
- de corpusculaire bouw van zouten beschrijven aan de<br />
hand van natriumchloride en met gebruik van de<br />
begrippen ion, ionbinding, ionrooster en ionkristal;<br />
- het verband leggen tussen ionkristallen en de<br />
aggregatietoestand van de zouten;<br />
- het smelten of oplossen van natriumchloride als een<br />
dissociatie in ionen voorstellen;<br />
- een elektrische stroom definiëren als een verplaatsing<br />
van geladen deeltjes;<br />
- het elektrisch geleidingsvermogen van gesmolten of<br />
opgelost natriumchloride met ionen uitleggen;<br />
- natriumchloride benoemen als een elektrolyt;<br />
5 Zouten<br />
5.1 Formules en corpusculaire<br />
structuur van zouten<br />
Elektrisch geleidingsvermogen<br />
5 Zouten: ca. 6 lestijden<br />
Zouten in het dagelijks leven<br />
Keukenzout: winning en de rol in onze samenleving.<br />
Voorkomen van natriumchloride in het menselijk lichaam<br />
(zweet, urine, bloed, tranen,…) en de rol in de cellen.<br />
Natriumchloridekristallen onder de microscoop bekijken.<br />
Badzout, strooizout, maagzout, …<br />
Zouten en elektrische stroom<br />
Leidingwater en zweet bevatten opgeloste zouten; gevaar<br />
voor elektrocutie in de badkamer en bij natte elektrische<br />
apparaten.<br />
Bouwen van een elektrische keten bestaande uit een<br />
stroombron, geleiders en elektroden.<br />
Onderzoeken van het geleidingsvermogen van:<br />
- zuiver water<br />
- vast keukenzout<br />
- opgelost keukenzout<br />
- gesmolten ‘bijtende soda’ (NaOH)<br />
Vermelden van het geleidingsvermogen van gesmolten<br />
keukenzout (smeltpunt 801 °C)
KSO/TSO – 2de graad – opties met het majorpakket 28<br />
AV Natuurwetenschappen: 1ste leerjaar: 2 lestijden/week, 2de leerjaar: 2 lestijden/week<br />
U<br />
U<br />
U<br />
Leerplandoelstellingen Leerinhouden Specifieke wenken<br />
- het atoommodel van Rutherford-Bohr beschrijven;<br />
- de samenstelling van een atoom afleiden uit<br />
nucleonengetal en atoomnummer;<br />
- met voorbeelden de betekenis van het begrip<br />
atoommassa uitleggen;<br />
- voor atomen met Z ≤ 18, hun elektronenconfiguratie en<br />
hun plaats in het periodiek systeem van de elementen<br />
geven;<br />
- voor atomen uit de hoofdgroepen het aantal elektronen<br />
op de buitenste schil afleiden uit hun plaats in het<br />
periodiek systeem;<br />
- het verband leggen tussen de stabiliteit van de<br />
edelgasatomen en hun octetstructuur;<br />
- beredeneren dat neutrale metaalatomen (uit de agroepen)<br />
door verlies van één of meer elektron(en), in<br />
positieve ionen met een stabiele edelgasstructuur<br />
worden omgezet;<br />
- beredeneren dat neutrale niet-metaalatomen door<br />
opname van één of meer elektron(en), in negatieve<br />
ionen met een stabiele edelgasstructuur worden<br />
omgezet;<br />
- de elektrolyse van een natriumchloride-oplossing<br />
voorstellen op het elektrisch schema van de<br />
stroomkring en de bijhorende vergelijkingen met<br />
elektronenuitwisseling schrijven;<br />
5.2 Atoombouw<br />
5.3 Elektrolyse<br />
De beeldbuis<br />
In de kathodestraalbuis van een tv komen uiterst kleine<br />
negatieve deeltjes (elektronen) vrij uit de gloeiende kathode.<br />
Ze botsen tegen een scherm en veroorzaken de<br />
fluorescentie van zouten. Hierdoor ontstaat er een beeld.<br />
Demonstratie met de buis van Crookes<br />
Proef met een fluorescerende lamp: enkel de negatieve<br />
ladingen komen uit de negatieve elektrode vrij, hetgeen<br />
fluorescentie van het glas veroorzaakt en een schaduw<br />
achter de positieve elektrode.<br />
De positieve ladingen kunnen niet vrij komen, ook niet uit de<br />
positieve elektrode.<br />
De elektrolyse van NaCl werd reeds in 1898 toegepast door<br />
Ernest Solvay om chloorgas te bereiden voor het bleken van<br />
papier en het ontsmetten van water.
KSO/TSO – 2de graad – opties met het majorpakket 29<br />
AV Natuurwetenschappen: 1ste leerjaar: 2 lestijden/week, 2de leerjaar: 2 lestijden/week<br />
U<br />
Leerplandoelstellingen Leerinhouden Specifieke wenken<br />
- het ontstaan van ionen uit watermoleculen uitleggen<br />
en hierbij de begrippen meeratomig ion en hydroxideion<br />
gebruiken;<br />
- voorbeelden opsommen van stoffen, die in onze<br />
samenleving gebruikt worden en waarin volgende<br />
meeratomige ionen voorkomen: ammonium-,<br />
hydroxide-, nitraat-, carbonaat-, waterstofcarbonaat-,<br />
sulfaat- en fosfaationen;<br />
- tabellen raadplegen met de naam en de formule van<br />
één- en meeratomige ionen;<br />
- door gebruik te maken van deze tabellen en door<br />
toepassing van de neutraliteitsregel, de formules van<br />
zouten schrijven en hun namen geven;<br />
5.4 Eén- en meeratomige<br />
ionen<br />
Bij de elektrolyse van pekel bekomt men:<br />
- chloorgas bv. voor PVC<br />
- waterstofgas bv. als raketbrandstof<br />
- natriumhydroxide bv. als ontstopper<br />
Een keuze uit volgende contexten (minstens één).<br />
Glas uit zouten<br />
uitgangsstoffen: Na2CO3 , SiO2 en CaCO3<br />
- bereiding van natriumcarbonaat (Solvay-procédé)<br />
- kalksteen → ongebluste kalk + CO2<br />
Gewoon glas = calciumnatriumsilicaat<br />
- andere glassoorten: bv. kwartsglas, kristalglas, pyrex...<br />
Stikstofmest<br />
Bereiding van ammoniak volgens het Haber-Bosch-procédé:<br />
N2 + 3 H2 → 2 NH3<br />
Bereiding van ammoniumzouten uit ammoniak en zuren<br />
Samenstelling van mineralen en edelstenen<br />
- mineralen, bv. kalksteen<br />
- halfedelstenen, bv. opaal<br />
- edelstenen, bv. robijn, smaragd
KSO/TSO – 2de graad – opties met het majorpakket 30<br />
AV Natuurwetenschappen: 1ste leerjaar: 2 lestijden/week, 2de leerjaar: 2 lestijden/week<br />
Leerplandoelstellingen Leerinhouden Specifieke wenken<br />
U - het voorkomen van kristalwater met voorbeelden<br />
beschrijven;<br />
- met behulp van tabellen met de formules van de<br />
belangrijkste ionen, dissociatievergelijkingen van<br />
zouten voorstellen;<br />
- een tabel met oplosbaarheid van zouten raadplegen;<br />
- de massaconcentratie van een oplossing definiëren<br />
als het quotiënt van de massa van de opgeloste<br />
stof en het volume van de oplossing;<br />
Kristalwater<br />
5.5 Oplossingen van zouten<br />
Zouten in de grond<br />
In België treft men o.m. volgende bodems aan:<br />
zand = SiO2<br />
klei = AlKSi3O8<br />
kalk = CaCO3<br />
leem = zand + klei<br />
mergel = zand + kalk<br />
Gips<br />
Hydratatie van pleister: er ontstaat gips.<br />
Bv. gipsverband bij breuk, gipsafdruk bij tandarts<br />
2 CaSO4·H2O + 3 H2O → 2 CaSO4·2 H2O<br />
Bouwmaterialen<br />
pleister: de witte afwerkinglaag van stucwerk<br />
cement = calciumsilicaat<br />
mortel: hydratatie van calciumsilicaat<br />
CaSiO3 + H2O → CaSiO3·H2O<br />
beton<br />
Zouten in zeewater<br />
Vergelijk de massaconcentratie (gebruikelijke eenheid: gram<br />
per 100 ml) van chloride-ionen in zeewater, leidingwater en<br />
gedestilleerd water.
KSO/TSO – 2de graad – opties met het majorpakket 31<br />
AV Natuurwetenschappen: 1ste leerjaar: 2 lestijden/week, 2de leerjaar: 2 lestijden/week<br />
U<br />
U<br />
U<br />
Leerplandoelstellingen Leerinhouden Specifieke wenken<br />
- uit de vaststelling dat sommige stoffen in een smelt<br />
niet elektrisch geleiden, afleiden dat ze uit ongeladen<br />
deeltjes bestaan, namelijk moleculen;<br />
- het model van de atoombinding als gemeenschappelijk<br />
elektronenpaar tussen twee atomen kenschetsen;<br />
- bespreken dat men het bereiken van de octetstructuur<br />
en de vorming van neutrale moleculen met elkaar in<br />
overeenstemming kan brengen;<br />
- eenvoudige structuurformules schrijven;<br />
- de samenstelling van een moleculeverbinding uit de<br />
moleculeformule afleiden;<br />
- een moleculerooster als een regelmatige stapeling van<br />
moleculen kenschetsen;<br />
- algemene eigenschappen van moleculeverbindingen,<br />
zoals laag smelt- en kookpunt, verklaren door kleine<br />
aantrekkingskrachten (vanderwaalskrachten) tussen<br />
de neutrale moleculen;<br />
- de historische en de hedendaagse betekenis van de<br />
term ‘organische stof’ aangeven en het onderscheid<br />
maken tussen organische en anorganische stoffen;<br />
6 Aardolieproducten<br />
6.1 Atoombinding<br />
Vanderwaalskrachten<br />
6.2 Alkanen<br />
6 Aardolieproducten: ca. 4 lestijden<br />
Het voorkomen van methaan in de natuur: moerasgas,<br />
biogas, mijngas, aardgas.<br />
Het ontstaan van aardolie en aardgas.<br />
De verbranding van methaan in de bunsenbrander:<br />
structuurformules van CH4, O2, H2O, CO2.<br />
Met behulp van simulatieprogramma’s (o.a. Simchemistry)<br />
kunnen de wisselwerkingen tussen bewegende moleculen<br />
getoond worden.<br />
Tot in de 18de eeuw worden organische stoffen uitsluitend<br />
gewonnen uit plantaardig en dierlijk materiaal, bv.<br />
kleurstoffen zoals indigo, karmijnrood,…
KSO/TSO – 2de graad – opties met het majorpakket 32<br />
AV Natuurwetenschappen: 1ste leerjaar: 2 lestijden/week, 2de leerjaar: 2 lestijden/week<br />
U<br />
U<br />
U<br />
U<br />
U<br />
U<br />
Leerplandoelstellingen Leerinhouden Specifieke wenken<br />
- de formules en de namen van eenvoudige alkanen<br />
geven;<br />
- uit de moleculeformule en de atoommassa's, de<br />
moleculemassa berekenen;<br />
- de aggregatietoestand van alkanen verklaren;<br />
- uitleggen wat een mol materie is;<br />
- eenvoudige omrekeningen maken van een stofhoeveelheid<br />
(in mol) van een bepaalde stof naar de<br />
massa (in g) van die stof en omgekeerd;<br />
- een reactievergelijking in mol en in gram interpreteren;<br />
- de reactiewarmte in verband brengen met het breken<br />
of het vormen van bindingen;<br />
- met een voorbeeld uitleggen wat een substitutiereactie<br />
is;<br />
- aangeven dat halogeenalkanen ontstaan wanneer in<br />
alkanen één of meer waterstofatomen vervangen<br />
worden door halogeenatomen (F, Cl, Br, I);<br />
6.3 Hoeveelheid stof<br />
6.4 Verbranding als exotherme<br />
reactie<br />
6.5 Substitutiereacties<br />
Campinggas, LPG<br />
Noot: Naar analogie van atoommassa schrijven we<br />
moleculemassa (i.p.v. moleculenmassa).<br />
Broeikaseffect<br />
Koolstofdioxide als belangrijke oorzaak van het<br />
broeikaseffect.<br />
Berekenen hoeveel koolstofdioxide ontstaat door verbranding<br />
van een gegeven hoeveelheid methaan.<br />
Prijs per joule<br />
Berekenen en vergelijken van de kostprijs voor<br />
verschillende brandstoffen en elektriciteit.<br />
CFK's<br />
Chloorfluorkoolwaterstoffen (CFK's) als mogelijke oorzaak<br />
van het "gat" in de ozonlaag.<br />
Het gebruik van halogeenalkanen.
KSO/TSO – 2de graad – opties met het majorpakket 33<br />
AV Natuurwetenschappen: 1ste leerjaar: 2 lestijden/week, 2de leerjaar: 2 lestijden/week<br />
U<br />
U<br />
U<br />
U<br />
U<br />
U<br />
U<br />
U<br />
Leerplandoelstellingen Leerinhouden Specifieke wenken<br />
- het verschijnsel isomerie uitleggen;<br />
- reforming omschrijven als een reactie waarbij<br />
onvertakte alkanen in vertakte alkanen worden<br />
omgezet;<br />
- met behulp van een voorbeeld het kraakproces<br />
beschrijven;<br />
- de structuurformule van etheen schrijven;<br />
- additiereacties van etheen schrijven;<br />
- polymerisatiereacties als een bijzonder geval van<br />
additiereacties beschrijven;<br />
- de structuurformule van methanol en ethanol schrijven;<br />
- de bereiding van ethanol door additie van water aan<br />
etheen schrijven;<br />
- het gebruik van methanol en ethanol beschrijven;<br />
- de structuur van benzeen beschrijven;<br />
- het belang van enkele substitutieproducten van<br />
benzeen beschrijven;<br />
6.6 Isomerie<br />
6.7 Alkenen<br />
6.8 Alcoholen<br />
6.9 Aromatische verbindingen<br />
Benzine<br />
De samenstelling en het octaangetal van benzine.<br />
Loodvrije benzine en auto-uitlaatgas-katalysatoren.<br />
Kunststoffen<br />
Etheen als belangrijke uitgangsstof voor het bereiden van<br />
kunststoffen.<br />
PVC<br />
Uit vinylchloride wordt polyvinylchloride (PVC) gemaakt.<br />
Alcoholische brandstoffen<br />
Alcoholische dranken<br />
Het belang van benzeen voor de bereiding van o.a. geneesmiddelen<br />
(bv. aspirine), kleurstoffen en kunststoffen (bv.<br />
polystyreen).
KSO/TSO – 2de graad – opties met het majorpakket 34<br />
AV Natuurwetenschappen: 1ste leerjaar: 2 lestijden/week, 2de leerjaar: 2 lestijden/week<br />
U<br />
U<br />
Leerplandoelstellingen Leerinhouden Specifieke wenken<br />
- het onderscheid tussen polaire en apolaire binding<br />
maken aan de hand van elektronegatieve waarden;<br />
- uit de ruimtelijke structuur en het verschil in<br />
elektronegatieve waarde van de samenstellende<br />
atomen afleiden dat de molecule water een<br />
dipoolmolecule is;<br />
- de polariteit van andere moleculen afleiden uit hun<br />
driedimensionaal model bv. HCl, NH3, CCl4;<br />
- polaire stoffen benoemen als stoffen die opgebouwd<br />
zijn uit dipoolmoleculen;<br />
- apolaire stoffen benoemen als stoffen die opgebouwd<br />
zijn uit apolaire moleculen;<br />
- besluiten of een stof al dan niet oplost in een bepaald<br />
oplosmiddel, als de polariteit van beide stoffen<br />
gegeven is;<br />
- het oplossen van stoffen in water beschrijven in termen<br />
van corpusculaire interacties:<br />
- dissociatie en hydratatie bij zouten<br />
- ionisatie en hydratatie bij polaire niet-zouten;<br />
- het onderscheid maken tussen elektrolyten en nietelektrolyten;<br />
7 Zuren en basen<br />
7.1 Dipoolmoleculen<br />
7 Zuren en basen: ca. 5 lestijden<br />
Wassen met zeep<br />
De watermolecule is een dipoolmolecule. Vetmoleculen zijn<br />
apolaire moleculen.<br />
Zeep is een natrium- of kaliumzout van vetzuren zoals<br />
palmitinezuur en stearinezuur<br />
In water wordt zeep gesplitst in Na + of K + en zeep-ionen.<br />
De zeep-ionen hebben een apolaire staart en een polaire<br />
kop. Bij het wassen dringen de apolaire staarten in de<br />
apolaire vetdeeltjes met het vuil, terwijl de polaire koppen<br />
aangetrokken worden door de polaire watermoleculen. Zo<br />
worden de vetdeeltjes losgeweekt en kunnen ze<br />
weggespoeld worden.<br />
Zeep kan bereid worden uit natrium- of kaliumhydroxide en<br />
olie of vet: voorstellen van de reactie met de formules van<br />
olie of vet, glycerol en zeep.
KSO/TSO – 2de graad – opties met het majorpakket 35<br />
AV Natuurwetenschappen: 1ste leerjaar: 2 lestijden/week, 2de leerjaar: 2 lestijden/week<br />
U<br />
U<br />
Leerplandoelstellingen Leerinhouden Specifieke wenken<br />
- indicatoren gebruiken om zure oplossingen aan te<br />
tonen bv. lakmoes, rodekoolsap;<br />
- aan de hand van de formule volgende stoffen<br />
benoemen en classificeren als zuur (HZ): HCl, H2SO4<br />
en eventueel HNO3, H3PO4, H2CO3 en CH3COOH;<br />
- de ionisatie van zuren (HZ) in water schrijven;<br />
- een zuur definiëren als een stof die in water H +<br />
vrijmaakt;<br />
- aangeven dat er sterke en zwakke zuren bestaan;<br />
- afleiden dat het zuur karakter van een oplossing<br />
bepaald wordt door H +;<br />
- aangeven welke kleur lakmoes en rodekoolsap<br />
aannemen in basische oplossingen;<br />
- stoffen classificeren als hydroxide en de dissociatie<br />
ervan voorstellen;<br />
- een base definiëren als een stof die in water OH -<br />
vrijmaakt;<br />
- de reactie van de base ammoniak met water schrijven;<br />
- afleiden dat het basisch karakter van een oplossing<br />
bepaald wordt door OH - ;<br />
7.2 Zuren<br />
7.3 Basen<br />
Zuren in de industrie en in het dagelijks leven<br />
Toepassingen van zwavelzuur, salpeterzuur, zoutzuur,<br />
fosforzuur, koolzuur, azijnzuur en citroenzuur.<br />
Zuren bevatten het element waterstof. Door reactie met<br />
onedele metalen wordt dit als diwaterstof vrijgemaakt. In<br />
water wordt het als waterstof-ionen (H + ) afgesplitst.<br />
Algemene voorstelling:<br />
HZ → H + + Z - (ionisatie)<br />
Hierbij stelt Z - een zuurrest voor.<br />
Basen in de industrie en het dagelijks leven<br />
In water splitsen hydroxiden in metaal-ionen en hydroxideionen.<br />
Algemene voorstelling: MOH → M + + OH - (dissociatie)<br />
Reactie van ammoniak met water:<br />
NH3 + H2O → NH4 + + OH -<br />
Toepassingen van bijtende soda en van ammoniak.
KSO/TSO – 2de graad – opties met het majorpakket 36<br />
AV Natuurwetenschappen: 1ste leerjaar: 2 lestijden/week, 2de leerjaar: 2 lestijden/week<br />
U<br />
Leerplandoelstellingen Leerinhouden Specifieke wenken<br />
- afleiden dat water neutraal is, omdat het evenveel H +<br />
als OH - bevat; (pH = 7)<br />
- aangeven dat de pH daalt als men zuur toevoegt en de<br />
pH stijgt als men base toevoegt;<br />
- de pH-schaal van 0 tot 14 opstellen met aanduiding<br />
van zure, neutrale en basische oplossingen en de<br />
verschillende kleuren van de universeelindicator;<br />
- met eenvoudig materiaal de pH van een oplossing<br />
bepalen, op een veilige en verantwoorde manier en<br />
met inachtneming van gevarensymbolen en R- en Szinnen;<br />
- aan de hand van een gegeven reactievergelijking, de<br />
essentiële voorstelling geven van de reactie tussen<br />
een zuur en een base;<br />
- de reactie tussen H + uit een zure oplossing en OH - uit<br />
een basische oplossing herkennen als een<br />
neutralisatiereactie;<br />
7.4 Zuurtegraad (pH)<br />
7.5 Zuur-basereacties<br />
Zure smaken vergelijken<br />
Uit ervaring weet men dat bv. citroenen zuurder smaken dan<br />
appelsienen. In dezelfde hoeveelheid sap zijn er dus in het<br />
eerste geval meer H + ionen dan in het tweede geval.<br />
pH-schaal van 0 tot 14 met aanduiding van stoffen uit het<br />
dagelijks leven.<br />
Met een universeelindicator of pH-meter kan men met één<br />
meting de pH bepalen<br />
Zuren neutraliseren<br />
Overtollig maagzuur (HCl) kan geneutraliseerd worden door<br />
een zwak basische oplossing.<br />
In verzuurde meren worden basen gestrooid.
KSO/TSO – 2de graad – opties met het majorpakket 37<br />
AV Natuurwetenschappen: 1ste leerjaar: 2 lestijden/week, 2de leerjaar: 2 lestijden/week<br />
U<br />
U<br />
U<br />
Leerplandoelstellingen Leerinhouden Specifieke wenken<br />
- in verbrandingsreacties, in synthesereacties met<br />
enkelvoudige stoffen en in ontledingsreacties van<br />
binaire stoffen oxidatie en reductie aanduiden aan de<br />
hand van elektronenuitwisseling;<br />
- uitleggen hoe een metaalbinding tot stand komt en<br />
enkele kenmerken van het metaalrooster beschrijven;<br />
- het verband leggen tussen de eigenschappen van<br />
metalen en de structuur van het metaalrooster;<br />
- bereiding en toepassingen van een metaal beschrijven;<br />
- het diamant- en het grafietrooster beschrijven;<br />
- het verband leggen tussen de eigenschappen van<br />
diamant en grafiet en de structuur van hun rooster;<br />
- bereiding en toepassingen van een niet-metaal<br />
beschrijven.<br />
8 Metalen en niet-metalen<br />
8.1 Oxidatie en reductie<br />
8.2 Metalen<br />
8.3 Niet-metalen<br />
8 Metalen en niet-metalen: ca. 2 lestijden<br />
Bij de<br />
- verbranding van magnesium of van ijzer<br />
- de synthese van natriumchloride<br />
- de ontleding van kwikoxide (Lavoisier)<br />
worden elektronen uitgewisseld, waardoor oxidatie en<br />
reductie optreedt.<br />
Metalen worden al van in de Oudheid aangewend wegens<br />
hun specifieke eigenschappen: vervormbaarheid (kommen),<br />
elasticiteit en hardheid (wapens), glans (sieraden). Later ook<br />
wegens hun goed geleidingsvermogen voor warmte en<br />
elektriciteit.<br />
Bereiding van ruwijzer in de hoogoven. Staal.<br />
Grafiet en diamant<br />
- herkomst<br />
- toepassingen<br />
Ook andere niet-metalen spelen een belangrijke rol in het<br />
dagelijks leven en in de industrie, bv.<br />
- silicium: chips, siliconen,…<br />
- zwavel: lucifers, vulkaniseren van rubber, zwavelzuur, …
KSO/TSO– 2de graad – opties met het majorpakket 38<br />
AV Natuurwetenschappen: 1ste leerjaar: 2 lestijden/week, 2de leerjaar: 2 lestijden/week<br />
1<br />
module biologie<br />
Eerste leerjaar<br />
De leerlingen kunnen<br />
1.1.1 de bouw van bacteriën beschrijven;<br />
Leerplandoelstellingen Leerinhouden<br />
1.1.2 de relatie leggen tussen de vorm en de indeling van bacteriën;<br />
1.2 het verband aantonen tussen de levensvoorwaarden en de<br />
vermenigvuldiging van bacteriën;<br />
1.3.1 de relatie leggen tussen voedselbederf en bacteriënontwikkeling;<br />
1.3.2 aantonen dat het toepassen van bewaartechnieken behoort tot een<br />
gezonde levenswijze;<br />
1. 4 de functie van de bacteriën in de natuur verklaren: als reducent,<br />
saprofyt of parasiet;<br />
1.5.1 het verband uitleggen tussen de antigeenaanwezigheid en de<br />
antilichaamproductie;<br />
1.5.2 de relatie aantonen tussen de vermenigvuldiging van bacteriën na<br />
infectie, hun bestrijding en hygiëne;<br />
MENS EN GEZONDHEID (ca. 17 lestijden)<br />
1 Bacteriën<br />
1.1. Bouw en vorm<br />
1.2. Levensvoorwaarden en vermenigvuldiging<br />
1.3 Voedselbederf en bewaartechnieken<br />
1.4 Functies in de natuur<br />
1.5 Infectie, bestrijding en hygiëne
KSO/TSO– 2de graad – opties met het majorpakket 39<br />
AV Natuurwetenschappen: 1ste leerjaar: 2 lestijden/week, 2de leerjaar: 2 lestijden/week<br />
2<br />
3<br />
2.1 de bouw van virussen beschrijven;<br />
Leerplandoelstellingen Leerinhouden<br />
2.2 de manier waarop nieuwe virussen ontstaan uitleggen;<br />
2.3 de relatie verklaren tussen virussen en infectieziekten;<br />
2.4.1 het verband uitleggen tussen de besmetting, het aantasten van het<br />
immuunsysteem en het ziektebeeld van aids;<br />
2.4.2 de maatregelen om aids-besmetting te voorkomen toelichten;<br />
3.1.1 met voorbeelden het begrip erfelijkheid illustreren;<br />
3.1.2 het verband aangeven tussen chromosomen, celdeling en karyotype;<br />
3.2.1 de relatie leggen tussen de noodzaak van de halveringsdeling en de<br />
vorming van geslachtscellen;<br />
3.2.2 de begrippen i.v.m. dominantie afleiden aan de hand van voorbeelden;<br />
3.2.3 de mechanismen van overerving aantonen door middel van<br />
eenvoudige, monohybride kruisingen;<br />
3.3 de overerving van het geslacht uitleggen;<br />
3.4 gezondheidszorg i.v.m. erfelijkheid toelichten;<br />
3.5 erfelijke afwijkingen met voorbeelden illustreren;<br />
2 Virussen<br />
2.1 Bouw<br />
2.2 Vorming van nieuwe virussen<br />
2.3 Virale infecties<br />
2.4 Aids<br />
3 Erfelijkheid<br />
3.1 Algemene begrippen<br />
3.2 Overervingmechanismen<br />
3.3 Overerving van het geslacht<br />
3.4 Gezondheidszorg<br />
3.5 Erfelijke afwijkingen
KSO/TSO– 2de graad – opties met het majorpakket 40<br />
AV Natuurwetenschappen: 1ste leerjaar: 2 lestijden/week, 2de leerjaar: 2 lestijden/week<br />
Tweede leerjaar<br />
4 De leerlingen kunnen<br />
5<br />
6<br />
U<br />
U<br />
U<br />
U<br />
Leerplandoelstellingen Leerinhouden<br />
4.1.1 relaties afleiden tussen verschillende fysiologische toestanden van<br />
het lichaam en zijn stelsels;<br />
4.1.2 vaststellen dat er een regulering noodzakelijk is van fysiologische<br />
processen door het zenuw- en het hormonaal stelsel;<br />
5.1 samenstellende stoffen van levende wezens benoemen en hun<br />
functie beschrijven;<br />
5.2.1 voorbeelden van opbouwprocessen (anabolisme) van lichaamseigen<br />
stoffen geven;<br />
5.2.2 de celademhaling beschrijven als een afbraakproces (katabolisme),<br />
onmisbaar voor de energielevering in de cel;<br />
6.1.1 vertering beschrijven als het noodzakelijke proces waarbij<br />
macromoleculen uit de voeding afgebroken worden tot nutriënten;<br />
6.1.2 verschillende stappen van afbraak tijdens het verteringsproces<br />
onderscheiden;<br />
6.2 absorptie van nutriënten uitleggen;<br />
6.3 gaswisseling ter hoogte van longblaasjes en weefsels verklaren;<br />
STOFWISSELING (ca. 7 lestijden)<br />
4 Betekenis van de stofwisseling<br />
4.1 Functionele samenhang tussen stelsels van het<br />
menselijk lichaam<br />
5 Celstofwisseling<br />
5.1 Samenstelling van levende wezens<br />
5.2 Opbouw- en afbraakprocessen<br />
6 Opneming van nutriënten en zuurstofgas<br />
6.1 Vertering<br />
6.2 Opneming van nutriënten<br />
6.3 Opneming van zuurstofgas
KSO/TSO– 2de graad – opties met het majorpakket 41<br />
AV Natuurwetenschappen: 1ste leerjaar: 2 lestijden/week, 2de leerjaar: 2 lestijden/week<br />
7<br />
U<br />
U<br />
8<br />
U<br />
9<br />
10<br />
Leerplandoelstellingen Leerinhouden<br />
7.1 relaties leggen tussen samenstellende componenten van het bloed en<br />
hun functie;<br />
7.2 de functionele betekenis van de bloedsomloop verwoorden;<br />
8.1 relaties aantonen tussen de bouw en de uitscheidingsfunctie van de<br />
nieren;<br />
9.1.1 enkele vitaminen in een eenvoudige indeling klasseren;<br />
9.1.2 het belang van enkele vitaminen aantonen;<br />
9.2.1 hormonale klieren situeren en de functie van hun hormonen<br />
beschrijven;<br />
9.2.2 voorbeelden van hormonale stoornissen toelichten en aangeven<br />
hoe ze eventueel kunnen worden vermeden;<br />
10.1 de relatie leggen tussen de soorten prikkels en de zintuigen die ze<br />
opvangen;<br />
10.2.1 zenuwcel, impuls, synaps en zenuw beschrijven;<br />
10.2.2 bouw en functies van het zenuwstelsel toelichten;<br />
10.3 de gevolgde weg van een zenuwimpuls via de hersenen en via een<br />
reflexboog beschrijven;<br />
10.4 voorbeelden van zintuiglijke en neurale stoornissen toelichten en<br />
aangeven hoe ze eventueel kunnen worden vermeden.<br />
7 Transport van stoffen<br />
7.1 Samenstelling en functie van het bloed<br />
7.2 Functionele betekenis van de bloedsomloop<br />
8 Uitscheiding<br />
8.1 Functie van een nier<br />
REGELING EN PRIKKELBAARHEID (ca. 10 lestijden)<br />
9 Regeling<br />
9.1.1 Vitaminen<br />
9.1.2 Betekenis van de vitaminen<br />
9.2.1 Endocriene klieren en hun hormonen<br />
9.2.2 Werking van en regeling door hormonen<br />
10 Prikkelbaarheid<br />
10.1 Soorten prikkels en de zintuigen die ze opvangen<br />
10.2.1 Zenuwcel, impuls, synaps, zenuw<br />
10.2.2 Bouw en functies van het zenuwstelsel<br />
10.3 Willekeurige bewegingen en reflexen<br />
10.4 Gezondheidszorg voor zenuwstelsel en zintuigen
KSO/TSO– 2de graad – opties met het majorpakket 42<br />
AV Natuurwetenschappen: 1ste leerjaar: 2 lestijden/week, 2de leerjaar: 2 lestijden/week<br />
Specifieke wenken voor de module biologie<br />
EERSTE LEERJAAR<br />
MENS EN GEZONDHEID<br />
1 Bacteriën: ca. 6 lestijden<br />
1.1 Bouw en vorm<br />
1.1.1 Door bespreking en analyse van afbeeldingen kan men afleiden dat bacteriën eencellige<br />
organismen zijn, waarvan het kernmateriaal niet wordt samengehouden door een membraan (moneren).<br />
Men wijst erop dat de celwand van moneren uit andere stoffen is opgebouwd dan deze van planten en<br />
zwammen.<br />
1.1.2 Uit de waarnemingen van de verschillende vormen volgen de benamingen kokken, bacillen,<br />
vibrionen en spirillen.<br />
Vroeger lagen deze vier vormen aan de basis van de indeling van de bacteriën; de moderne systematiek<br />
van deze groep berust tegenwoordig op fysiologische kenmerken.<br />
1.2 Levensvoorwaarden en vermenigvuldiging<br />
Alleen de vermenigvuldiging door deling wordt aangehaald.<br />
Kweken van bacteriën kan gegevens opleveren over het voorkomen en de levensvoorwaarden (water,<br />
temperatuur, voedingsmilieu, lucht, e.a.). Men kan hierbij een abiotische factor bespreken in functie van<br />
de fysiologische activiteit om de begrippen limiterende factor, minimumactiviteit, optimum en maximum af<br />
te leiden.<br />
Pathogene micro-organismen mogen in schoollaboratoria niet gekweekt worden. In culturen kunnen ze<br />
echter wel ongewild ontwikkelen. De leerlingen zullen daarom, bij het werken met micro-organismen,<br />
nauwkeurig de verstrekte voorschriften volgen. Zo mag het gebruikte glaswerk noch rechtstreeks, noch<br />
onrechtstreeks in aanraking komen met de mond en moeten de tafels voor en na het practicum gereinigd<br />
worden met gedenatureerde ethylalcohol. Gebruikte en overbodig geworden culturen worden zo spoedig<br />
mogelijk vernietigd in de autoclaaf of langs chemische weg. Petrischalen in plastic worden slechts<br />
éénmaal gebruikt en men vernietigt ze nadien bv. door verbranding.<br />
Al het gebruikte glaswerk wordt eerst chemisch ontsmet en dan behandeld in de autoclaaf.<br />
Petrischalen met bacteriënculturen mogen niet geopend worden: ze kunnen met doorzichtige kleefband<br />
dichtgeplakt worden. Het doorgeven van hand tot hand wordt bij voorkeur vermeden.<br />
Raadpleeg bij de directie ook de geldende omzendbrief i.v.m. veiligheid en hygiëne in de<br />
schoollaboratoria.<br />
1.3 Voedselbederf voorkomen door een gezonde levenswijze<br />
1.3.1 Bacteriën zijn vaak oorzaak van bederf. Dit kan aangetoond worden door te benadrukken dat ze,<br />
net als andere heterotrofen, organische stoffen nodig hebben als energiebron. Hierbij kan men wijzen op<br />
het feit dat ze verteringsenzymen afgeven, die buiten de cel de organische stoffen afbreken tot<br />
opneembare bestanddelen.<br />
1.3.2 Het aangehaalde proces van vertering bij bacteriën kan als vertrekpunt dienen om te vermelden<br />
dat ook bacteriën een metabolisme hebben. Tijdens het metabolisme worden giftige stoffen, toxinen,<br />
gevormd. Maak duidelijk dat het deze toxinen in het bedorven voedsel zijn, die ons ziek maken.<br />
Bewaartechnieken van voedsel (steriliseren, pasteuriseren, koelen, diepvriezen, UHT-methode, UVstraling,<br />
konfijten, pekelen, drogen, bewaren in bepaalde vloeistoffen, e.a.) kunnen afgeleid worden uit de<br />
levensvoorwaarden van bacteriën. Het nut van deze technieken kan duidelijk gemaakt worden aan de<br />
hand van voorbeelden van voedselinfectie.
KSO/TSO– 2de graad – opties met het majorpakket 43<br />
AV Natuurwetenschappen: 1ste leerjaar: 2 lestijden/week, 2de leerjaar: 2 lestijden/week<br />
1.4 Functies in de natuur<br />
De functie en de betekenis van saprofyten als reducenten worden geïllustreerd aan de hand van<br />
eenvoudige voorbeelden zoals het rotten van bladeren, van dode organismen en de omzetting van<br />
meststoffen. Men wijst erop dat ziekteverwekkende bacteriën parasieten zijn.<br />
1.5 Beïnvloeden van de menselijke gezondheid (infectie, bestrijding en hygiëne)<br />
1.5.1 Volgend relatieschema kan de uitleg over immuniteit, vaccin en serum verduidelijken:<br />
bacterie → toxine (antigeen) → inzet van macrofagen (fagocytose) → oproep en alarmeren van<br />
lymfocyten → productie van een specifiek antitoxine (antilichaam).<br />
1.5.2 De bespreking van enkele door bacteriën veroorzaakte infectieziekten (infectieweg, incubatietijd,<br />
symptomen) en hun bestrijdingsmogelijkheden, zowel preventief als curatief, illustreert het gebruik van<br />
vaccins, serums, sulfonamiden, antibiotica en ontsmettingsmiddelen. De invloed van antibiotica en<br />
ontsmettingsmiddelen kan gedemonstreerd worden met bijvoorbeeld een cultuur van de hooibacil. Regels<br />
i.v.m. lichaams- en sociale hygiëne, bedoeld om besmetting te voorkomen, worden benadrukt.<br />
2 Virussen: ca. 2 lestijden<br />
2.1 Bouw<br />
Met beelden illustreert men dat een virus slechts bestaat uit een eiwitmantel en uit erfelijk materiaal dat<br />
de eigenschappen bepaalt. Men benadrukt dat de bouw essentiële verschillen vertoont met de structuur<br />
van de cel.<br />
2.2 Vorming van nieuwe virussen<br />
Door middel van aangepaste schema’s of van een videofilm kan men vergelijken hoe het erfelijk<br />
materiaal van het virus in een levende cel binnendringt en die dwingt tot het aanmaken van nieuwe<br />
virussen. In elk geval beklemtoont men dat deze vorming slechts mogelijk is in levende cellen.<br />
2.3 Virale infecties<br />
De bespreking van enkele door virussen veroorzaakte infectieziekten (o.a. griep, verkoudheid, mazelen,<br />
rodehond) toont aan dat virussen ziekteverwekkers zijn. Gegevens over besmettingswijze, incubatietijd,<br />
symptomen en bestrijding worden tot een minimum beperkt en kunnen in tabelvorm samengevat worden.<br />
Regels i.v.m. lichaams- en sociale hygiëne, bedoeld om besmetting te voorkomen, worden besproken.<br />
2.4 Beïnvloeden van de menselijke gezondheid: aids<br />
2.4.1 Om de verspreiding van seksueel overdraagbare aandoeningen (SOA) tegen te gaan is het<br />
noodzakelijk adolescenten degelijk te informeren. Daarbij besteedt men vooral aandacht aan het<br />
voorkómen van deze aandoeningen en aan de ernst van de ziekte aids.<br />
Uiteraard zullen deze onderwerpen met de grootste tact i.v.m. de woordkeuze en het gebruik van<br />
didactisch materiaal worden behandeld.<br />
Door middel van beelden kunnen de bouw van het virus, de verschillende besmettingswijzen en de<br />
mogelijke symptomen (o.a. zware vermoeidheid, aanhoudende koorts, vergroting van de lymfklieren,<br />
longinfecties, herpesbesmetting, huidtumoren, vermagering, dementie, verlamming) worden verduidelijkt.<br />
Men vestigt er de aandacht op dat het lichaam zich niet meer afdoende tegen andere ziekten kan<br />
verdedigen omdat de ziekteverwekker de lymfocyten aantast en zo het immuunsysteem ontreddert.<br />
Verder wijst men er ook op dat seropositieven, die de ziekte (nog) niet vertonen, de verspreiding ervan in<br />
de hand kunnen werken.<br />
Het feit dat er voor aids (nog) geen geneesmiddel of vaccin bestaat wordt benadrukt.<br />
2.4.2 Uit het gegeven dat de besmetting mogelijk is door sperma, vaginale afscheiding en bloed kan<br />
afgeleid worden dat de ziekte kan voorkomen worden door een aangepast gedrag (o.a. veilige seks).
KSO/TSO– 2de graad – opties met het majorpakket 44<br />
AV Natuurwetenschappen: 1ste leerjaar: 2 lestijden/week, 2de leerjaar: 2 lestijden/week<br />
3 Erfelijkheid: ca. 9 lestijden<br />
3.1 Algemene begrippen<br />
3.1.1 Door klassikale bespreking van het probleem: "Waarom lijken kinderen op hun ouders?" laat men<br />
de leerlingen inzien dat vele eigenschappen van de ene generatie op de andere worden overgeërfd. Men<br />
illustreert enkele duidelijke gevallen d.m.v. afbeeldingen (o.a. de vorm van de neus of van de kin).<br />
3.1.2 Met behulp van film, afbeeldingen, microscopische preparaten, e.d.m. toont men aan dat tijdens<br />
de celdelingen chromosomen zichtbaar worden binnen de kern. Men wijst erop dat het normale<br />
celdelingen betreft, die instaan voor de vorming van alle nieuwe lichaamscellen.<br />
Aan de hand van menselijke karyotypen (& en %) worden besproken:<br />
- het constante aantal chromosomen (46) in elke lichaamscel;<br />
- het voorkomen van 22 paren homologe chromosomen;<br />
- het verschil in grootte tussen het X- en het Y-chromosoom;<br />
- het gelijke aantal chromosomen (2 n = 46) in de lichaamscellen van alle mensen, onafhankelijk<br />
van hun geslacht of huidkleur.<br />
De begrippen homologe chromosomen, locus, gen, allel, homozygoot en heterozygoot kunnen<br />
geïllustreerd worden aan de hand van chromosoomkaarten, waarop de loci voor een aantal kenmerken<br />
zijn aangeduid.<br />
3.2 Overervingmechanismen<br />
3.2.1 Het is niet nodig de verschillende stadia van de halveringsdeling te bespreken. Het volstaat te<br />
benadrukken dat het halveren van het chromosomenaantal zó gebeurt dat in een geslachtscel slechts<br />
één chromosoom van elk chromosomenpaar aanwezig is. Men wijst erop dat het voorkomen van elke<br />
combinatie van 23 chromosomen louter toevallig is.<br />
Men leidt de noodzaak van een halveringsdeling voor de vorming van zaad- en eicellen af uit het feit dat<br />
het aantal chromosomen van generatie tot generatie onveranderd blijft. De begrippen haploïd en diploïd<br />
kunnen aangebracht worden.<br />
3.2.2 Door bespreking en analyse van een stamboom in verband met bv. resusfactor, oorlel, kan men<br />
op intuïtieve manier de begrippen dominant en recessief afleiden. De overerving van de bloedgroep kan<br />
het begrip co-dominant illustreren.<br />
De verklaring van de overervingmechanismen kan vertrekken vanuit de besproken stambomen of vanuit<br />
de door leerlingen samengebrachte gegevens. Eenvoudige schema's van mono- hybride kruisingen<br />
verduidelijken de overerving en de begrippen geno- en fenotype.<br />
De behandeling van de verschillende types monohybride kruisingen (homozygoot x homozygoot,<br />
homozygoot x heterozygoot en heterozygoot x heterozygoot) kan leiden tot het formuleren van de eerste<br />
en de tweede Mendelwet. De nadruk blijft evenwel liggen op het nastreven van het inzicht in het<br />
overervingmechanisme.<br />
De wetmatigheid bij het overerven kan aangetoond worden door het uitloten van parels van twee<br />
verschillende kleuren.<br />
3.3 Overerving van het geslacht<br />
Karyotypen illustreren dat een bepaald chromosomenpaar verantwoordelijk is voor de overerving van het<br />
geslacht. Het mechanisme kan met een schema verduidelijkt worden. Men wijst erop dat het hier de<br />
overerving betreft van hele chromosomen (X, Y).<br />
3.4 Erfelijke afwijkingen<br />
Het onderzoek van de afwijkende karyotypen, zoals bijvoorbeeld mongolisme, kan leiden tot de<br />
bespreking van mutaties. Andere erfelijke aandoeningen zoals hemofilie of daltonisme kunnen eveneens<br />
aangehaald worden.
KSO/TSO– 2de graad – opties met het majorpakket 45<br />
AV Natuurwetenschappen: 1ste leerjaar: 2 lestijden/week, 2de leerjaar: 2 lestijden/week<br />
3.5 Gezondheidszorg<br />
Via de media en ook via gevallen in hun persoonlijke omgeving worden leerlingen soms geconfronteerd<br />
met genetische afwijkingen en prenataal onderzoek.<br />
Belangrijk is dat ze na de lessenreeks inzien dat dit onderzoek in bepaalde gevallen wenselijk is, zoals bij<br />
erfelijke aandoeningen in de familie en bij bloedverwante huwelijken.<br />
De leerkracht onderstreept dat het tot uiting komen van erfelijke afwijkingen gering is; een pessimistische<br />
benadering is dus te vermijden.<br />
TWEEDE LEERJAAR<br />
STOFWISSELING<br />
De leerplandoelstellingen voor de leerinhouden onder 1 (Betekenis van de stofwisseling) en 2<br />
(Celstofwisseling) zijn verplicht te beheersen doelstellingen.<br />
Uit de leerplandoelstellingen voor de leerinhouden 3 (Opneming van nutriënten), 4 (Transport van stoffen)<br />
en 5 (Uitscheiding) maakt de leerkracht een eigen keuze om de ingevoerde begrippen uit 1 en 2 verder te<br />
illustreren. Hij besteedt ongeveer 7 lestijden aan het totale deel stofwisseling.<br />
4 Betekenis van de stofwisseling: ca.1 lestijd<br />
De onderlinge relaties tussen de onderwerpen in het hoofdstuk stofwisseling vormen een ingewikkelde<br />
materie. Daarom worden enkele basisprincipes van de fysiologie samengevat in een referentiekader,<br />
waarnaar regelmatig terug kan worden gegrepen opdat leerlingen een goed overzicht van het werkterrein<br />
zouden behouden.<br />
4.1 Steunend op parate kennis van leerlingen kan men klassikaal een schema opbouwen, waarin<br />
relaties tussen verschillende fysiologische toestanden van het menselijk lichaam (zoals leveren van<br />
arbeid, verbruiken van energie, opnemen en verteren van voedsel, in- en uitademen) en de verschillende<br />
stelsels tot uiting komen. Men wijst op het belang van nutriënten en zuurstofgas voor het vrijmaken van<br />
energie via celademhaling of verbranding. De rol van het spijsverteringsstelsel, het ademhalingsstelsel en<br />
het transport via bloed en lymfe worden aldus verklaard. De geproduceerde afvalstoffen verklaren de<br />
noodzaak van een transport- en een uitscheidingsstelsel. Andere functies van stelsels kunnen eenvoudig<br />
toegelicht of aangehaald worden.<br />
4.2 De noodzaak tot regulering van fysiologische processen kan afgeleid worden uit gekende<br />
verschijnselen die zich voordoen bij inspanning (toename van hartslag en ademhalingsfrequentie,<br />
zweten). Het zenuwstelsel en het hormonaalstelsel worden als regulerende systemen vermeld en<br />
toegevoegd aan het schema.<br />
5 Celstofwisseling: ca. 3 lestijden<br />
5.1 Samenstelling van levende wezens<br />
Steunend op parate kennis en een voedingsmiddelentabel kan men de samenstellende stoffen van het<br />
menselijk lichaam afleiden. Men kan ook als taak enkele voedingswaardetabellen, afkomstig van verpakkingen<br />
van dierlijke en plantaardige voedingsmiddelen, door leerlingen laten verzamelen.<br />
Het belang van enkele stoffen kan aangetoond worden via een voorbeeld. Bij deze leerinhoud kan er<br />
aandacht besteed worden aan het belang van gezonde voeding.<br />
Op de chemische samenstelling en bouw van koolhydraten (sachariden), proteïnen (eiwitten) en lipiden<br />
(vetten) wordt niet diep ingegaan. Scheikundige formules worden best vervangen door eenvoudige<br />
schema's of modellen. Enkel de formule van glucose kan gebruikt worden bij de stofwisselingsreacties.<br />
5.2 Opbouw- en afbraakprocessen<br />
5.2.1 De opbouw van lichaamseigen eiwitten uit aminozuren of van reservestoffen (vetten, glycogeen)<br />
kunnen als voorbeelden van opbouwreacties worden behandeld. De aangehaalde voorbeelden worden in<br />
het metabolisme gesitueerd.
KSO/TSO– 2de graad – opties met het majorpakket 46<br />
AV Natuurwetenschappen: 1ste leerjaar: 2 lestijden/week, 2de leerjaar: 2 lestijden/week<br />
5.2.2 De oxidatie van glucose is het aangewezen voorbeeld als model van afbraakreactie. De<br />
bespreking wordt beperkt tot de globale reactievergelijking; verder kan worden verwezen naar<br />
voorbeelden bij de nutriëntenvorming zodat hier de basis wordt gelegd van de vertering.<br />
Celtransportprocessen<br />
Om de opneming en het transport van stoffen in de cel te begrijpen kunnen de begrippen osmose,<br />
diffusie en dialyse via demonstratieproeven aangebracht worden. Deze begrippen kunnen eveneens<br />
verduidelijkt worden bij de leerinhoud 6.2 (opneming van nutriënten).<br />
Het begrip actief transport wordt afgeleid uit cijfergegevens i.v.m. concentraties van stoffen binnen en<br />
buiten de cel.<br />
Enzymen<br />
De aanwezigheid van katalysatoren in cellen wordt aangetoond door een stukje verse lever in<br />
zuurstofwater te brengen en de waargenomen verschijnselen te vergelijken met deze welke zich<br />
voordoen na toevoegen van mangaandioxide. Men wijst op het eiwitkarakter van enzymen.<br />
De specificiteit van de enzymwerking wordt verklaard door een sleutel-slotmechanisme. Hierbij kan men<br />
de werking van verteringssappen verklaren. Een animatie met modellen (transparanten, computer) kan<br />
het mechanisme aanschouwelijk voorstellen.<br />
Het belang van een geschikte temperatuur en zuurtegraad wordt benadrukt. Als illustratie kan men<br />
gebruik maken van de maagenzymen die niet meer actief zijn in de twaalfvingerige darm. De<br />
verschillende eigenschappen van enzymen kunnen via een parallelle reeks van eenvoudige<br />
experimenten aangetoond worden.<br />
6 Opneming van nutriënten en zuurstofgas: (U) maximum 3 lestijden<br />
6.1 Vertering<br />
6.1.1 Het kan nuttig zijn om de bouw van het spijsverteringsstelsel en de relatie tussen<br />
voedingsmiddelen, voedingsstoffen en nutriënten te herhalen.<br />
Om de doorlatende eigenschappen van de darmwand na te bootsen en om aan te tonen dat zetmeel niet<br />
als dusdanig in het bloed kan opgenomen worden gebruikt men een dialyseslang.<br />
De noodzaak van vertering is hieruit een logische conclusie, die gevisualiseerd kan worden d.m.v. een<br />
eenvoudig schema of model (ineen geschoven lucifersdoosjes of legoblokjes).<br />
De vertering van zetmeel tot glucose kan aangetoond worden door de kleur van een met dijoodoplossing<br />
gekleurde zetmeelsuspensie te vergelijken met de kleur die optreedt in een gelijkaardige suspensie<br />
waaraan speeksel werd toegevoegd; in beide gevallen gaat men de aanwezigheid van glucose na. Dat<br />
de gevormde glucose wel door de darmwand gaat, wordt eveneens met dialyseslang geïllustreerd.<br />
6.1.2 Met behulp van eenvoudige modellen en/of schema's wordt een enzymatische omzetting van<br />
voedingsstoffen tot nutriënten besproken en overzichtelijk samengevat.<br />
6.2 Opneming van nutriënten<br />
De lengte van de darm, de darmplooien, de darmvlokken en de microvilli kunnen aangetoond worden<br />
d.m.v. een aangepast onderwijsmiddel (micro- of macropreparaat, dia, model). Men duidt op het belang<br />
ervan voor de opneming van nutriënten.<br />
Gebruik makend van een eenvoudig model van een darmvlok kan absorptie van nutriënten uitgelegd<br />
worden. Men wijst erop dat zowel actieve als passieve processen leiden tot de opneming van nutriënten<br />
in de bloed- en chijlvaten.<br />
6.3 Opneming van zuurstofgas<br />
Op een eenvoudige schematische voorstelling kunnen de bouw van het ademhalingsstelsel en de<br />
opneming van zuurstofgas in de longen herhaald worden. Tegelijkertijd kan men ook de afgifte van<br />
koolstofdioxide behandelen. Men kan met behulp van een zuurstofsensor, aangesloten op een computer,<br />
de vermindering van het zuurstofgehalte in uitgeademde lucht aantonen.
KSO/TSO– 2de graad – opties met het majorpakket 47<br />
AV Natuurwetenschappen: 1ste leerjaar: 2 lestijden/week, 2de leerjaar: 2 lestijden/week<br />
7 Transport van stoffen: (U) maximum 2 lestijden<br />
Diverse aspecten van de bloedsomloop werden reeds in de eerste graad behandeld. In de tweede graad<br />
wordt de nadruk eerder gelegd op de functionele betekenis dan op de samenstelling van het bloed en de<br />
structuur van de bloedsomloop.<br />
7.1 Samenstelling en functie van het bloed<br />
Omdat de samenstelling van bloed reeds besproken werd in de eerste graad beklemtoont men de<br />
functies van de diverse bestanddelen.<br />
7.2 Functionele betekenis van de bloedsomloop<br />
De nadruk wordt gelegd op de transportfunctie van bloed (aanvoer van nutriënten en zuurstofgas, afvoer<br />
van koolstofdioxide en afvalstoffen). Het verloop van de kleine en de grote bloedsomloop worden kort<br />
herhaald. Op de werking van het hart kan dieper ingegaan worden. Daarbij kan de computer<br />
ingeschakeld worden om via animaties de hartfasen aan te tonen en/of om een cardiogram of een<br />
sonogram te maken. De hartfasen worden ook verbonden met de bloeddruk.<br />
8 Uitscheiding: (U) maximum 2 lestijden<br />
8.1 Functie van een nier<br />
De delen van het nierstelsel en de macroscopische bouw van een nier worden kort herhaald aan de hand<br />
van een opengesneden nier en/of een model van een nier. Men kan een micropreparaat gebruiken om de<br />
structuur van een nefron te behandelen. Een tabel met de samenstelling van plasma, voorurine, plasma<br />
na reabsorptie en van urine laat toe de rol van een nefron te achterhalen.<br />
REGELING EN PRIKKELBAARHEID<br />
9 Regeling: ca. 4 lestijden<br />
9.1 Vitaminen<br />
9.1.1 De vitaminen worden ingedeeld in in water oplosbare en in vet oplosbare vitaminen. Het belang<br />
van deze eigenschap voor de bereidingswijze van voedsel kan beklemtoond worden en men wijst er<br />
vooral op dat van in vet oplosbare vitaminen een reserve wordt aangelegd in het lichaam.<br />
9.1.2 De betekenis van vitaminen voor het organisme kan verduidelijkt worden door de bespreking van<br />
gebreksziekten met behulp van (video)film, dia's of afbeeldingen. De relatie tussen de functies van de<br />
besproken vitaminen in het lichaam en de waargenomen hypo- en avitaminosen wordt toegelicht. Ook het<br />
gevaar van hypervitaminose bij overdadig vitaminegebruik wordt besproken. Bespreek in elk geval één<br />
voorbeeld van een in water oplosbaar vitamine en één voorbeeld van een in vet oplosbaar vitamine.<br />
9.2.1 M.b.v. een geschikt illustratiemiddel de ligging van volgende endocriene klieren situeren:<br />
hypothalamus, hypofyse, schildklier, eilandjes van Langerhans, bijnieren en gonaden. De klieren, hun<br />
hormonen en hun functie kunnen in een tabel worden weergegeven. Het onderscheid tussen exo- en<br />
endocriene klieren komt eveneens aan bod.<br />
9.2.2 Met voorbeelden verduidelijkt men dat kliersecreties reacties zijn op prikkels, bv. afgifte van<br />
adrenaline bij het zien van een gevaarlijke situatie.<br />
9.2.3 De hormonale regeling van het suikermetabolisme wordt uitgelegd met behulp van een schema.<br />
De symptomen van suikerziekte worden besproken in relatie met dit schema. Suiker- en vetarm dieet,<br />
levenswijze en toediening van insuline worden besproken als middel om het glucosegehalte binnen de<br />
grenzen te houden. De invloed van een storing in de productie van schildklierhormoon op de groei van<br />
het menselijk lichaam kan besproken worden als tweede voorbeeld. Een andere mogelijkheid is enkele<br />
hormonale vruchtbaarheidsproblemen te bespreken.
KSO/TSO– 2de graad – opties met het majorpakket 48<br />
AV Natuurwetenschappen: 1ste leerjaar: 2 lestijden/week, 2de leerjaar: 2 lestijden/week<br />
10 Prikkelbaarheid : ca. 6 lestijden<br />
10.1 Soorten prikkels en zintuigen die ze opvangen<br />
Na de omschrijving van een prikkel als een verandering in of rond een organisme die tot een reactie kan<br />
leiden, wordt de parate kennis die de leerlingen over dit onderwerp bezitten aangevuld en eventueel<br />
bijgestuurd. Men rubriceert de soorten prikkels en de zintuigen die ze opvangen. Men wijst erop dat de<br />
verandering in of rond een organisme voldoende groot moet zijn om tot een prikkel te leiden. De kleinste<br />
intensiteit die nog als prikkel werkt wordt drempelwaarde genoemd.<br />
De huidzintuigen voor tast, druk, pijn, warmte en koude kunnen vernoemd worden. Voor het evenwichtszintuig<br />
wijst men enerzijds op het ervaren van de stand in de ruimte (positiezin) en anderzijds op het<br />
waarnemen van veranderingen in beweging (rotatiezin).<br />
10.2 Bouw en werking van het oog of het oor<br />
Met geschikt aanschouwelijk materiaal (o.a. model, dia, film, cd-rom) worden de delen van het besproken<br />
zintuig functioneel behandeld.<br />
Het oog<br />
Voor het gezichtszintuig bespreekt men de beschermende delen, de oogspieren, de structuur van de<br />
oogbol (eventueel met dissectie van een varkensoog) en de bouw van het netvlies (kegeltjes en staafjes).<br />
De beeldvorming in het oog kan vergeleken worden met de werking van een fototoestel. Stereoscopisch<br />
zien, lensaccommodatie, nabijheidpunt, nawerking, gezichtsbedrog en enkele oogafwijkingen kunnen ter<br />
sprake komen.<br />
Het oor<br />
Bij het gehoor- en evenwichtszintuig komen de verschillende onderdelen van het uitwendige oor, het<br />
middenoor en het inwendige oor aan bod. Men wijst er iedere keer op bij welke zintuiglijke waarneming<br />
(geluid, positie, rotatie) elk deel een rol speelt.<br />
Om de werking van het gehoororgaan te verduidelijken is het nodig vooraf de voortplanting van het geluid<br />
als trilling te verklaren. Ook hier zullen (demonstratie)proeven de theorie ondersteunen. Men bespreekt<br />
zeker ook de trilling van het basaalmembraan, waardoor in het orgaan van Corti de zintuigcellen<br />
verplaatst worden t.o.v. het dekvlies, hetgeen het ontstaan van impulsen veroorzaakt.<br />
Bij de behandeling van de evenwichtsorganen wordt een onderscheid gemaakt tussen de werking van de<br />
halfcirkelvormige kanalen (rotatiezin) enerzijds en de functie van het ovale en ronde blaasje (positiezin)<br />
anderzijds.<br />
Men vermijdt zoveel mogelijk louter verbale uiteenzettingen en zorgt ervoor dat modellen en/of schema's<br />
iedere keer de besproken verschijnselen verduidelijken.<br />
10.3 Bouw en functies van het zenuwstelsel<br />
10.3.1 Bouw van een zenuwcel<br />
Men omschrijft een neuron eenvoudig als een grijze cel (cytoplasma en kern) met korte vertakte uitlopers<br />
(dendrieten) en met een lange, meestal witte, uitloper (zenuwvezel). Het uiteinde van de zenuwvezel is<br />
eveneens vertakt; elke vertakking eindigt in een klein blaasje.<br />
De cellichamen van de zenuwcellen liggen dikwijls gegroepeerd in zenuwknopen of ganglia.<br />
Aard van een impuls<br />
Men wijst op het verschil tussen een prikkel en een impuls (zie 10.1); een impuls verplaatst zich in één<br />
richting van de aanvoerende korte uitloper over het cellichaam naar de afvoerende zenuwvezel. Deze<br />
verplaatsing geeft een zwakke elektrische stroom (actiestroom), die zich voortplant over het<br />
celmembraan. Eventueel vermeldt men dat natrium- en kaliumionen aan de buitenzijde van het membraan<br />
en chloride-ionen aan de binnenzijde een belangrijke rol spelen.
KSO/TSO– 2de graad – opties met het majorpakket 49<br />
AV Natuurwetenschappen: 1ste leerjaar: 2 lestijden/week, 2de leerjaar: 2 lestijden/week<br />
Bouw en werking van een synaps<br />
Waar de zenuwvezel van een neuron eindigt en aansluit op de volgende zenuwcel, bevindt zich een<br />
smalle tussenruimte; het geheel noemt men synaps. De impuls zorgt ervoor dat uit de kleine blaasjes aan<br />
het uiteinde van de zenuwvezel een stof vrijkomt (transmitterstof), die de volgende cel prikkelt en<br />
waardoor een nieuwe impuls ontstaat.<br />
Bouw van een zenuw<br />
Zenuwen worden beknopt omschreven als gebundelde zenuwvezels van verschillende zenuwcellen. Men<br />
maakt het onderscheid tussen gevoels- of sensibele zenuwen en bewegings- of motorische zenuwen.<br />
10.3.2 De bouw van het zenuwstelsel wordt functioneel behandeld. Men beperkt zich tot de belangrijkste<br />
anatomische structuren en zorgt voor aangepast aanschouwelijk materiaal (o.a. model, dia's, film, cdrom).<br />
Men wijst op de anatomische indeling van het zenuwstelsel (in centraal en perifeer zenuwstelsel)<br />
en de functionele indeling (in animaal en autonoom zenuwstelsel).<br />
Centraal zenuwstelsel<br />
Van het centraal zenuwstelsel bespreekt men alleen de grote hersenen, de kleine hersenen, het<br />
verlengde merg en het ruggenmerg. Men relateert elk deel met zijn taak en preciseert iedere keer de<br />
ligging van de witte en van de grijze stof. In de grote hersenen worden zeker de motorische, de<br />
sensorische en de associatie- of herinneringsvelden gelokaliseerd. Men wijst er tevens op dat de<br />
hypothalamus nauw betrokken is bij de afscheiding van hormonen door de hypofyse, en dat daardoor<br />
zenuwstelsel en hormonaal stelsel samenwerken bij het tot stand komen van reacties op prikkels.<br />
Perifeer zenuwstelsel<br />
Het is niet nodig de 12 paar hersenzenuwen en de 31 paar ruggenmergzenuwen stuk voor stuk te<br />
behandelen. Men wijst er wel op dat ze een motorische en/of sensorische functie vervullen. De tiende<br />
hersenzenuw (zwervende zenuw) en de bekkenzenuw worden wegens hun belangrijke verbindingstaak<br />
tussen centraal en autonoom zenuwstelsel wel besproken.<br />
Animaal zenuwstelsel<br />
Men verduidelijkt dat het animaal zenuwstelsel alle bewuste handelingen die aan de wil onderhevig zijn<br />
controleert, en dat de centra in de hersenen en het ruggenmerg liggen.<br />
Autonoom zenuwstelsel<br />
Men omschrijft het autonoom zenuwstelsel als dat deel van het zenuwstelsel dat alle onbewuste activiteiten<br />
in het lichaam controleert. De centra liggen niet alleen in de hersenen en het ruggenmerg maar ook in<br />
de grensstrengen en in de verspreide ganglia. Men maakt een onderscheid tussen het sympathisch en<br />
het parasympatisch systeem en wijst erop dat beide systemen elkaar voortdurend tegengesteld<br />
beïnvloeden. Om de werking van het autonoom zenuwstelsel te illustreren, en tevens de samenwerking<br />
tussen zenuwstelsel en hormonaal stelsel bij de coördinatie van reacties op prikkels aan te tonen, behandelt<br />
men bv. de regeling van de hartslag.<br />
10.4 Willekeurige bewegingen en reflexen<br />
Willekeurige beweging<br />
Als gevolg van prikkels die hun oorsprong vinden binnen of buiten het lichaam kunnen willekeurige,<br />
bewuste bewegingen ontstaan die vanuit de motorische zone van de grote hersenen worden geregeld.<br />
Van hieruit vertrekken impulsen naar alle skeletspieren. Er wordt op gewezen dat ook uit vrije wil,<br />
onafhankelijk van in- of uitwendige prikkels, impulsen vanuit de hersenschors naar skeletspieren kunnen<br />
gestuurd worden.<br />
Reflex<br />
Een reflex wordt omschreven als een onwillekeurige beweging, die ontstaat als gevolg van een reactie op<br />
een prikkel; hierbij doorloopt de impuls alleen een zogenaamde reflexboog. Een reflex kan bewust<br />
(kniepeesreflex) of onbewust (knippen met de oogleden) optreden; hij kan aangeboren of<br />
ongeconditioneerd (pupilreflex) en aangeleerd of geconditioneerd (zwemmen, fietsen) zijn.
KSO/TSO– 2de graad – opties met het majorpakket 50<br />
AV Natuurwetenschappen: 1ste leerjaar: 2 lestijden/week, 2de leerjaar: 2 lestijden/week<br />
10.5 Weg van een impuls bij willekeurige bewegingen en bij reflexen<br />
Weg van een impuls bij willekeurige bewegingen<br />
Men verduidelijkt op een schema het verloop van de impulsen: zintuig → gevoelszenuw → opstijgende<br />
baan in het ruggenmerg → motorisch veld in de hersenschors → afdalende baan in het ruggenmerg →<br />
bewegingszenuw → skeletspier. Men benadrukt dat de rechter hersenhelft in verbinding staat met de<br />
linkerhelft van het lichaam.<br />
Weg van een impuls bij reflexen<br />
Men verduidelijkt eerst het ontstaan van een onbewuste reflex, door de reflexboog in zijn eenvoudigste<br />
vorm schematisch voor te stellen: prikkel → impuls → gevoelszenuw in het perifeer zenuwstelsel →<br />
schakelzenuw in het ruggenmerg of in de hersenen → bewegingszenuwcel in het perifeer zenuwstelsel<br />
→ reflex.<br />
Na de bespreking van de weg, gevolgd door een impuls bij een onbewuste reflex, breidt men het schema<br />
uit om de impulsgeleiding bij bewuste reflexen te verklaren.<br />
10.6 Relaties tussen het zenuwstelsel en het hormonaal stelsel<br />
Door te wijzen op de anatomische samenhang tussen hypofyse, hypothalamus en het omringende<br />
hersenweefsel verduidelijkt men de mogelijkheid tot samenwerking tussen het zenuw- en hormonaal<br />
stelsel. Als voorbeelden van dergelijke relaties kunnen o.a. de adrenalinestoot bij schrikreactie, het<br />
verband tussen borstvoeding en prolactineproductie door de hypofyse en de regeling van bloeddruk en<br />
hartritme aan bod komen.<br />
10.7 Gezondheidszorg voor zenuwstelsel en zintuigen<br />
Mogelijke onderwerpen zijn het vermijden van overbelasting van het zenuwstelsel door psychische<br />
spanning, door overdreven werk of door te weinig slaap. Schade veroorzaakt door stress en het gebruik<br />
van drugs (o.a. tranquillizers en stimulantia) kunnen behandeld worden.<br />
Gevolgen van een lichte of zware hersenschudding, oorzaken van een beroerte (hersenbloeding,<br />
trombose, embolie) en hersenvliesontsteking als voorbeeld van infectie van het zenuwstelsel kunnen ter<br />
sprake komen.<br />
Afhankelijk van het besproken zintuig worden enkele specifieke hygiënische voorschriften voor het<br />
gezichts-, gehoor- of evenwichtsorgaan behandeld. Zo kan men aandacht besteden aan de noodzaak<br />
van persoonlijke beschermingsmaatregelen (bv. dragen van een veiligheids- of leesbril), en van<br />
collectieve beschermingsmaatregelen (bv. afzuiging voor stof, goede verlichting). In verband met het oor<br />
kan de bespreking van de gevolgen van een te langdurige blootstelling aan te sterke geluiden, motiveren<br />
tot een aangepast gedrag om eigen gehoorbeschadiging en die van anderen te voorkomen. Gevolgen<br />
van overprikkeling van het evenwichtszintuig (zee- en ruimteziekte) en hygiëne van het uitwendig oor<br />
kunnen besproken worden.
KSO/TSO– 2de graad – opties met het majorpakket 51<br />
AV Natuurwetenschappen: 1ste leerjaar: 2 lestijden/week, 2de leerjaar: 2 lestijden/week<br />
ALGEMENE PEDAGOGISCH-DIDACTISCHE WENKEN<br />
1 Wetenschappelijke geletterdheid<br />
Vertaald naar de betrokken leerlingenpopulatie betekent wetenschappelijke geletterdheid:<br />
toepassingen van natuurwetenschappen uit de eigen ervaringswereld op eenvoudige wijze uitleggen<br />
met behulp van kennis van een aantal wetenschappelijke inzichten;<br />
met behulp van representatieve voorbeelden, natuurwetenschappelijke kennis in de eigen<br />
ervaringswereld toepassen;<br />
aan de hand van representatieve voorbeelden, het belang van de natuurwetenschappen en de<br />
toepassingen ervan voor de samenleving uitleggen;<br />
aan de hand van representatieve voorbeelden, een standpunt innemen en een gereflecteerd oordeel<br />
uitspreken over wetenschappelijke toepassingen;<br />
een attitude tegenover natuurwetenschappen aannemen die gebaseerd is op inzicht in haar<br />
methoden, in haar ontwikkeling en in haar maatschappelijke impact.<br />
Onderwijs moet het rendement ten opzichte van deze doelstellingen bewaken en bevorderen door:<br />
het cognitieve niveau van leerinhouden af te stemmen op dat van de leerlingen;<br />
de omvang van het curriculum zodanig te beperken dat er ruimte is voor actieve verwerking van<br />
leerinhouden;<br />
een didactische vormgeving die niet de kennisreproductie maar het individuele en collectieve proces<br />
van kennisverwerving centraal plaatst;<br />
natuurwetenschappelijke kennis te plaatsen in een maatschappelijke, culturele en historische context.<br />
Op deze wijze krijgt authentiek leren voldoende kansen en wordt de intrinsieke motivatie voor<br />
natuurwetenschappen gestimuleerd.<br />
2 Werkvormen<br />
Er dient een goede balans te zijn in het gebruik van de verschillende werkvormen, die elkaar aanvullen.<br />
Het best wordt uitgegaan van een probleemstelling, eventueel gekoppeld aan een demonstratieproef.<br />
Om de zelfwerkzaamheid, de betrokkenheid en de interesse van de leerlingen te verhogen, moeten de<br />
leerlingen zo veel als mogelijk actief meewerken. Kijk ook uit naar opdrachten die gebruik maken van<br />
verschillende media, zoals handboek, krant, tijdschrift, videofilm, computersimulatie, cd-rom, internet,…<br />
Zo kunnen ook voor meer theoretische onderwerpen zoals atoombouw, de leerlingen zelf informatie<br />
verzamelen, verwerken en presenteren aan medeleerlingen.<br />
Natuurwetenschappen is een vak waarbij de leerlingen hun dagelijkse ervaringswereld kunnen uitbreiden<br />
door het volgen en zelf uitvoeren van proeven in de klas.<br />
Het proefondervindelijk karakter van het vak is daarom zeer belangrijk. In de mate van het mogelijke<br />
zullen zoveel mogelijk proeven aan bod moeten komen in de les.<br />
Zeker in grotere klassen dient de voorziene tijd maximaal te renderen. Zorg dat alles klaar staat, en laat<br />
de leerlingen bij voorkeur met eenvoudige materialen en toestellen werken.<br />
Uiteraard dienen bij het uitvoeren van experimenten door leerkracht of leerlingen steeds de veiligheidsvoorschriften<br />
in acht te worden genomen. De leerlingen leren ook veilig en milieubewust omgaan met<br />
allerlei stoffen. Laat de leerlingen niet met giftige stoffen (bv. kwik en -verbindingen) of met<br />
kankerverwekkende stoffen (bv. benzeen) werken.<br />
Voor de ter zake geldende onderrichtingen is er een samenvatting te raadplegen op de website:<br />
www.gemeenschapsonderwijs.be/pbd/veiligheid.
KSO/TSO– 2de graad – opties met het majorpakket 52<br />
AV Natuurwetenschappen: 1ste leerjaar: 2 lestijden/week, 2de leerjaar: 2 lestijden/week<br />
3 Gebruik van ICT<br />
ICT is een middel zowel voor de leerkracht als voor de leerling om snel adequate informatie te zoeken, te<br />
bewerken en te gebruiken.<br />
Educatie wordt meer en meer e-ducatie (elektronische educatie). Bij minstens 15% van de leerinhouden<br />
zal ICT aan bod komen. Naast het gebruik van de computer door de leraar bv. voor real-time metingen,<br />
het tonen van gevaarlijke of moeilijk uitvoerbare experimenten, zal de leerling het middel gebruiken om<br />
bv. extra oefeningen te maken, leerachterstanden op te halen, vragen door te spelen.<br />
Om scholen verder te ondersteunen bij de invoering en gebruik van ICT publiceerde het departement<br />
Onderwijs de brochure ICT.onderwijs@vlaanderen. Informatie is te vinden op de ICT-website:<br />
www.ond.vlaanderen.be/ict/.<br />
Ook het <strong>Gemeenschapsonderwijs</strong> ondersteunt het ICT gebruik in de scholen met een eigen website en<br />
met onderdelen van het schoolweb zoals fysicaweb :http://schoolweb.rago.be/fysicaweb<br />
4 Gebruik van handboeken en cursussen<br />
Om de efficiëntie van het onderwijs- en leerproces te optimaliseren zal men er over waken dat naast de<br />
eindtermen ook de andere na te streven leerplandoelstellingen en uitbreidingsdoelstellingen aan bod<br />
komen. De wijze waarop dit in de aangeboden handboeken wordt gerealiseerd, zal in belangrijke mate de<br />
keuze van de gebruikte boeken en/of de aangewende werkstructuren bepalen.<br />
Als wordt geopteerd voor het maken van een eigen cursus, zal men er in elk geval nauwgezet op toezien<br />
de leerinhouden op een zo bevattelijk mogelijke wijze aan te bieden. Men besteedt daartoe voldoende<br />
aandacht aan de lay-out en aan de figuren. Teksten worden zoveel mogelijk met voorbeelden<br />
geïllustreerd.<br />
Met het oog op evaluaties worden in de cursus, waar mogelijk, ook oefeningen ingelast. Oefeningen voor<br />
zelfevaluatie kunnen leerlingen toelaten eigen tekorten op te sporen en zullen eventueel de aanzet vormen<br />
voor het bijsturen van het leerproces.<br />
5 Vakoverschrijdend leren<br />
Daarnaast levert de leraar wetenschappen ook zijn bijdrage tot de realisatie van de vakoverschrijdende<br />
eind-termen. Vakoverschrijdende eindtermen (VOET) zijn minimumdoelen die niet specifiek behoren tot<br />
een vakgebied, maar onder meer door middel van meerdere vakken of onderwijsprojecten kunnen<br />
worden gerealiseerd. Ze zijn in eerste instantie een opdracht voor het hele schoolteam. Om uit te maken<br />
hoe alle vakoverschrijdende eindtermen op schoolniveau kunnen gerealiseerd worden, zijn afspraken<br />
tussen de collega’s van alle vakken nodig. Het is aangewezen om deze afspraken formeel vast te leggen<br />
in het schoolwerkplan.<br />
In sommige vakken kunnen bepaalde VOET uitdrukkelijker aan de orde komen dan in andere.<br />
Leerplannen kunnen dan ook verwijzingen naar VOET bevatten als de binding tussen de vakgebonden<br />
doelstellingen en de VOET evident is. Indien de vakgroep nog andere VOET realiseerbaar acht binnen<br />
een vak, wordt dit vastgelegd in een verslag waarin zowel de visie en de planning zijn opgenomen.<br />
Heel wat VOET die behoren tot de domeinen Leren leren en Sociale vaardigheden zitten reeds verweven<br />
in de uitwerking van verschillende vakgebonden doelstellingen in dit leerplan. Door een doordachte keuze<br />
van thema’s, teksten en lesonderwerpen kunnen andere VOET (Opvoeden tot burgerzin, Gezondheidseducatie,<br />
Milieueducatie, Muzisch-creatieve vorming en Technisch-technologische vorming) ook in de<br />
lessen natuurwetenschappen aan bod komen.<br />
Bij de aanvang van het schooljaar maakt de leraar een oordeelkundige keuze van de leerinhouden<br />
waarmee hij de vakgebonden en vakoverschrijdende doelstellingen wil realiseren (bij voorkeur na overleg<br />
met de vakgroep) en stelt een jaar(vorderings)plan op waarin hij de leerstof op een evenwichtige wijze<br />
verdeelt over het beschikbare aantal lestijden.
KSO/TSO– 2de graad – opties met het majorpakket 53<br />
AV Natuurwetenschappen: 1ste leerjaar: 2 lestijden/week, 2de leerjaar: 2 lestijden/week<br />
MINIMALE MATERIËLE VEREISTEN<br />
Klaslokaal<br />
De lessen moeten steeds gegeven worden in het daartoe bestemde lokaal, voorzien van een goed<br />
uitgeruste leraarstafel en leerlingentafels met water, gas en elektriciteit. Het lokaal moet demonstratie- en<br />
leerlingenproeven toelaten en is uitgerust voor projecties (met tv, video en/of cd-rom, overhead- en<br />
diaprojector). Er moet dus kunnen verduisterd worden.<br />
Tevens dient er ook één minstens goed uitgeruste computer (met cd-romdrive, printer, mogelijkheden<br />
voor 'real-time'-metingen, mogelijkheden voor projectie en internetaansluiting) aanwezig te zijn.<br />
Het materiaal voor de leerlingenproeven moet voldoende talrijk aanwezig zijn.<br />
Algemene uitrusting<br />
In de voorraadkamer bevinden zich de nodige kasten, met de nodige chemicaliën en stoppenassortiment.<br />
Meetapparatuur: digitale balans, kwikbarometer (of metaalbarometer), set meetspuiten, pH-meter,<br />
meetlat, klaschronometer, multimeter, handchronometer, geodriehoek, rolmeter.<br />
Statiefmateriaal: statieven, ringen, vuurvast gaas, klemmen, noten<br />
Glaswerk (eventueel kunststof): reageerbuizen, bekerglazen, erlenmeyers, kolven, trechters,<br />
maatcilinders, petrischalen, glazen buizen.<br />
Toestellen: vacuümpomp met toebehoren, centrifuge, microscoop, spanningsbron, incubatieoven,<br />
koelkast, osmosecel, elektrolysetoestel, bunsenbrander (of kookplaat), mortier met stamper, dialyseslang<br />
Bibliotheek met allerlei naslagwerken, tijdschriften, brochures, enz.<br />
Specifiek materiaal voor de module fysica<br />
Vermeld wordt het specifiek materiaal per onderdeel. Materiaal dat door de leerkracht zelf gemaakt kan<br />
worden is niet in de lijst opgenomen.<br />
2. Materie, ruimte en tijd:<br />
kubussen; balans.<br />
3. Atoom- en kernmodel:<br />
simulatiemodel voor aggregatietoestanden; toestel voor Brownse beweging; roostermodellen.<br />
5. Krachten:<br />
toestel voor de wet van Hooke; dynamometer; schietlood; ijkmassa's; veren.<br />
6.Hydro- en aërostatica:<br />
toestel principe van Pascal; glazen cilinder met afsluitplaatje; vliesmanometer; verbonden vaten; toestel<br />
voor hydrostatische paradox; voorwerpen voor de wet van Archimedes; Maagdenburgse halve bollen;<br />
toestel dichtheidsbepaling van lucht; buis van Torricelli; baroscoop.<br />
7. Beweging en verkeer:<br />
toestel om de eenparige beweging te onderzoeken (bv. glazen buis met glycerol en luchtbel); valbuis van<br />
Newton; toestel om de valversnelling te bepalen; toestel om actie en reactie aan te tonen.<br />
8. Arbeid, vermogen en energie:<br />
chronometer; hellend vlak; kleine elektrische motor; model waterturbine met dynamo; radiometer van<br />
Crookes; zonnecel; botsbal; warmtegevoelig papier.<br />
9. Radioactiviteit:<br />
dia's; leerlingenset voor kernverschijnselen.<br />
10. Ioniserende straling:<br />
Geiger-Mullerteller met luidspreker; nevelkamer van Wilson; radio-isotopen.
KSO/TSO– 2de graad – opties met het majorpakket 54<br />
AV Natuurwetenschappen: 1ste leerjaar: 2 lestijden/week, 2de leerjaar: 2 lestijden/week<br />
Specifiek materiaal voor de module chemie<br />
Moleculemodellen, roostermodellen: metaalroosters, ionroosters, moleculeroosters (ijs)<br />
Voor het werken in contexten is het nodig dat een aantal materialen, apparaten en producten vooral uit<br />
het dagelijkse leven ter beschikking zijn, zoals<br />
Zuren:<br />
• azijnzuur in de vorm van tafelazijn<br />
• citroenzuur in de vorm van citroensap of kristalvormig citroenzuur<br />
• ‘koolzuurhoudend’ water (bruisend mineraalwater)<br />
• ontkalkingmiddelen (mierenzuur)<br />
• zoutzuur<br />
Basen:<br />
• ammoniak<br />
• natriumhydroxide in de vorm van gootsteenontstopper, vaatwasmachinemiddel<br />
• gebluste kalk<br />
• kalkwater<br />
Indicatoren:<br />
• rodekoolsap (vers bereid)<br />
• lakmoes<br />
• fenolftaleïne<br />
• universeelindicator<br />
Zouten:<br />
• keukenzout (in originele verpakking)<br />
• maagzout<br />
• kristalsoda<br />
• strooizout (calciumchloride)<br />
• hels zout (zilvernitraat)<br />
• calciumcarbonaat (marmer, eierschalen, oesterschelpen, …)<br />
• gips (calciumsulfaat)<br />
• bruistabletten<br />
• meststoffen (nitraten, fosfaten, …)<br />
• ertsen<br />
Brandstoffen:<br />
• aardolie en aardolieproducten<br />
• cokes en steenkool<br />
• brandspiritus (hoofdbestanddeel ethanol)<br />
• campinggas (een leeg blikje om te laten zien is genoeg)<br />
• kaarsen<br />
Cosmetica:<br />
• nagellak<br />
• schoonheidscrèmes en -melk<br />
• zepen (toiletzeep en vloeibare zepen)<br />
• shampoos<br />
• tandpasta
KSO/TSO– 2de graad – opties met het majorpakket 55<br />
AV Natuurwetenschappen: 1ste leerjaar: 2 lestijden/week, 2de leerjaar: 2 lestijden/week<br />
Reinigingsmiddelen:<br />
• afwasmiddel<br />
• bleekwater<br />
• bleekpoeder<br />
• allesreiniger<br />
• wasmiddelen<br />
Voedingswaren:<br />
• margarine<br />
• halvarine<br />
• plantaardige oliën (arachideolie, zonnebloemolie, olijfolie, …)<br />
• aardappelbloem<br />
• bakpoeder<br />
• gelatine<br />
• suiker (kristalsuiker, bloemsuiker)<br />
• kleurstoffen en smaakstoffen<br />
• dranken (melk, limonade, wijn, bier, …)<br />
Metalen:<br />
• aluminium: verpakkingen (bakjes, schaaltjes), folie<br />
• ijzer: poeder, staalwol, spijkers (ook roestige)<br />
• zink<br />
• koper<br />
• lood<br />
• magnesium<br />
• legeringen: roestvrij staal, soldeer, brons, messing, …<br />
Niet-metalen:<br />
• zwavel (lucifers, pijpzwavel)<br />
• houtskool<br />
• Norit ® : geneesmiddel, aquariumfilter<br />
• grafiet (potlood, kachelpoets)<br />
Kunststoffen:<br />
• polyetheen (verpakkingszakjes, flessen, …)<br />
• pvc<br />
• isolatiematerialen (‘isomo’)<br />
• siliconen<br />
• textielvezels, liefst met etiket (polyester, nylon, …)<br />
Allerlei voorwerpen:<br />
• aquariumfilter<br />
• batterijen<br />
• edelstenen en halfedelstenen<br />
• gasmasker<br />
• geurvreters (schoenen)<br />
• koffiezet (toestel of ander middel)<br />
• petroleumlamp<br />
• spuitbus (haarlak of ander)
KSO/TSO– 2de graad – opties met het majorpakket 56<br />
AV Natuurwetenschappen: 1ste leerjaar: 2 lestijden/week, 2de leerjaar: 2 lestijden/week<br />
Specifiek materiaal voor de module biologie<br />
Voor het uitvoeren van demonstraties, proeven en observaties, nodig om de doelstellingen te bereiken<br />
dient de volgende basisuitrusting aanwezig te zijn:<br />
skelet<br />
mens<br />
micropreparaten<br />
leverkwabjes<br />
nierlichaampjes<br />
doorsnede dunne darm<br />
doorsnede long<br />
doorsnede huid<br />
bloed van mens<br />
celdelingen<br />
modellen en/of transparanten<br />
torso mens, huid, nier, nierlichaampje, mannelijke en vrouwelijke voortplantingsorganen, doorsnede<br />
hoofd met hersenen, delingsfasen, planten- en/of dierencel, zenuwcel, oog en/of oor<br />
chemicaliën<br />
agar-agar, glucose, glycerol, keukenzout, NaOH-pastilles, fenolftaleïne, clinistix, lugol, zetmeel,<br />
waterstofperoxide, glaswol, norvanol, formaldehyd (40%), mangaandioxide, detergent,<br />
universeelindicator-papier en/of vloeibaar), testkits voor bodem- en/of wateronderzoek, amylase,<br />
proteïnase, methyleenblauw.<br />
Veiligheid<br />
Om aan de nodige veiligheids- en milieuvoorschriften te voldoen dienen o.a. aanwezig te zijn:<br />
veiligheidstekens, veiligheidskasten voor de opslag van gevaarlijke producten (voorzien van de<br />
overeenkomstige gevarensymbolen), blustoestel, emmer met zand, branddeken, metalen papiermand,<br />
labojassen, veiligheidsbrillen, oogdouche of oogwasfles, handschoenen, EHBO-kit met brandzalf,<br />
wandplaat en/of lijst met R- en S-zinnen, containers of flessen voor selectief verzamelen van afvalstoffen.<br />
Inzake veiligheid is de volgende wetgeving van toepassing:<br />
- Codex<br />
- ARAB<br />
- AREI<br />
- Vlarem.<br />
Deze wetgeving bevat de technische voorschriften die in acht moeten genomen worden m.b.t.:<br />
- de uitrusting en inrichting van de lokalen;<br />
- de aankoop en het gebruik van toestellen, materiaal en materieel.<br />
Ze schrijven voor dat:<br />
- duidelijke Nederlandstalige handleidingen en een technisch dossier aanwezig moeten zijn;<br />
- alle gebruikers de werkinstructies en onderhoudsvoorschriften dienen te kennen en correct kunnen<br />
toepassen;<br />
- de collectieve veiligheidsvoorschriften nooit mogen gemanipuleerd worden;<br />
- de persoonlijke beschermingsmiddelen aanwezig moeten zijn en gedragen worden, daar waar de<br />
wetgeving het vereist.
KSO/TSO– 2de graad – opties met het majorpakket 57<br />
AV Natuurwetenschappen: 1ste leerjaar: 2 lestijden/week, 2de leerjaar: 2 lestijden/week<br />
EVALUATIE<br />
1. De evaluatie heeft een tweevoudig doel<br />
De evaluatie dient aan de leerling informatie te geven over de mate waarin hij of zij er in geslaagd is om<br />
zowel de kennis als de vaardigheden te beheersen die mogen verwacht worden na het leerproces.<br />
De evaluatie moet aan de leerkracht de feedback geven om vast te stellen of hij of zij de meest aangepaste<br />
methode hanteert om de gestelde doelen te bereiken.<br />
Een evaluatie is meer dan een getal om een rapportcijfer te berekenen. Het is een werkinstrument<br />
waarbij permanent en wederzijds (leerling-leraar) besluiten dienen getrokken te worden over het leerproces.<br />
In het kader van het Schoolreglement en het Schoolwerkplan is het aangewezen om ouders en leerlingen<br />
tijdig over de wijze van evalueren in te lichten.<br />
2. Eigenschappen van een goede evaluatie<br />
Door te evalueren wil men bij de leerlingen nagaan in hoeverre de doelstellingen die men met het leerproces<br />
wilde bereiken, bereikt zijn.<br />
De evaluatie moet daarom volgende kenmerken bezitten: ze moet valide, betrouwbaar en efficiënt zijn.<br />
Validiteit: mate waarin de toets of de eindproef overeenstemt met het gegeven onderwijs. Dit betekent<br />
o.a. dat er bij de evaluatie voldoende vragen rond de behandelde contexten moeten voorkomen.<br />
Betrouwbaarheid: het uitschakelen van toevalsinvloeden en het aanwenden van objectieve meetmethoden.<br />
Efficiëntie: de tijd nodig voor het voorbereiden en het afnemen van de toets moet in verhouding staan tot<br />
het bekomen van relevante informatie, liefst in een minimum van tijd.<br />
Onvoldoende resultaten bij individuele leerlingen of bij gedeelten van de klasgroep, zullen de leraar ertoe<br />
aanzetten om remediërend in te grijpen. Indien nodig zal de leraar voor andere werkvormen en<br />
leermiddelen kiezen.<br />
Een evaluatie kan een signaal geven om doelstellingen en /of leerinhouden bij te sturen.<br />
Verder is de evaluatie een belangrijk gegeven bij de pedagogische begeleiding en bij de controle door de<br />
inspectie.<br />
Voor de leerling is het van belang om door de evaluatie te weten te komen hoe zijn evolutie verloopt<br />
binnen het leerproces. Een evaluatiecijfer voor dagelijks werk zal dus noodzakelijker wijze gesteund zijn<br />
op veelvuldige evaluatiemomenten die zowel kennis, vaardigheden als attitudevorming omvatten.<br />
3 Soorten evaluatie<br />
3.1 Dagelijks werk (deelproeven)<br />
Mondelinge beurten en korte toetsen hebben vooral als doel na te gaan of de leerlingen de<br />
vooropgestelde doelstellingen in voldoende mate hebben bereikt. Leerlingen met achterstand zullen<br />
bijkomende opdrachten en taken krijgen om zo snel mogelijk bij te benen. Het is een belangrijke taak<br />
voor de leraar om de leerlingen individueel te begeleiden, om de oorzaken van de achterstand te<br />
achterhalen en, mits aangepaste remediëring, deze leerlingen te helpen (formatieve bijsturing).<br />
‘Leren leren’ krijgt zo een meer concrete betekenis. Via bepaalde technieken zoals beheersingsleren,<br />
geprogrammeerde instructie, hulp van medeleerlingen en eventueel van externe deskundigen (CLB)<br />
zullen deze leerlingen geholpen worden.<br />
Voor leerlingen die in de betreffende studierichting niet op hun plaats zitten, zal middels afspraken met<br />
collega’s, directie en/of CLB, op de begeleidende klassenraad zo snel mogelijk een oplossing gezocht<br />
worden. De hoofdbedoeling moet blijven, om zo veel als mogelijk leerlingen mee over de meet te krijgen.<br />
Verwacht meer en je zult meer krijgen. Hoge verwachtingen zijn voor iedereen belangrijk, zowel voor<br />
leerlingen die moeilijk meekunnen en voor zij die zich niet erg willen inspannen als voor goede,<br />
gemotiveerde leerlingen.
KSO/TSO– 2de graad – opties met het majorpakket 58<br />
AV Natuurwetenschappen: 1ste leerjaar: 2 lestijden/week, 2de leerjaar: 2 lestijden/week<br />
Het rapportcijfer van het dagelijks werk is gesteund op een zo breed mogelijke permanente evaluatie van<br />
de afgelopen periode.<br />
Zowel cognitieve als affectieve en psychomotorische doelstellingen komen hierbij aan bod. De leerkracht<br />
houdt hiervoor een evaluatieschrift bij. Bij elk cijfergegeven moet summier weer te vinden zijn wat de<br />
bedoeling van de evaluatie was.<br />
Hiervoor kan de leraar beschikken over:<br />
- notities over het leergedrag van de leerling in de klas;<br />
- klasgesprekken;<br />
- mondelinge overhoringen;<br />
- korte schriftelijke toetsen;<br />
- herhalingstoetsen (grotere leerstofgedeelten);<br />
- huis- en klastaken;<br />
- kwalitatieve beoordeling aangaande praktische oefeningen, laboratoriumwerk;<br />
- notities over de mate van het beheersen van de vaardigheden;<br />
3.2 Examens (eindproeven)<br />
Examens houden een productevaluatie in. Na analyse van de resultaten wordt ook hier door de leraar<br />
een diagnose opgesteld, die aanleiding kan zijn tot bijsturing van het onderwijs- en leerproces.<br />
Tevens kunnen remediërende maatregelen voor individuele leerlingen ook hier weer uit voortspruiten.<br />
Zowel het gepast aanbieden van de leerstof en de evaluatie, als het aanbieden van remediërende<br />
opdrachten, zijn essentieel in het door ons beoogde totale leerproces.<br />
Via een grote variatie in vraagvormen (open en halfopen, invulvragen, juist- onjuist vragen,<br />
sorteervragen, rangschikkingvragen en meerkeuzevragen) zullen vooral de minimumdoelstellingen<br />
(eindtermen) getoetst worden. Uitsluitend theorievragen, bv. formules en namen, moeten vermeden<br />
worden.<br />
De duur van de schriftelijke examens komt ten hoogste overeen met het aantal wekelijkse lestijden voor<br />
het vak met een minimum van twee lestijden.<br />
De examens worden afgenomen in aanwezigheid van de vakleraar. Hij deelt de leerlingen, bij aanvang<br />
van de proef, mee dat bijkomende vragen ter verduidelijking kunnen gesteld worden. Elke bijkomende<br />
toelichting wordt luidop gegeven, zodat alle leerlingen op een gelijke wijze worden behandeld.<br />
Een exemplaar van de gestelde vragen met aanduiding van de puntenverdeling worden samen met de<br />
verbeterde examenkopijen in het archief bewaard. Dit exemplaar wordt tevens aangevuld met een nietabsolute<br />
modeloplossing (de leerling kan terecht een andere oplossingsmethode gebruiken) of met een<br />
opsomming van de aandachtspunten die aanwezig moeten zijn voor oplossingen van open vragen en<br />
taken.<br />
Na de proeven hebben de leerlingen het recht de modeloplossing in te zien. Ook hebben zij het recht, op<br />
hun vraag, om hun gecorrigeerd examen in te zien.<br />
Voor de examens worden met de leerlingen duidelijke afspraken gemaakt over het verloop ervan. De<br />
leerkracht zorgt ervoor dat minimum 75% van de examenvragen het bereiken van de<br />
minimumdoelstellingen (eindtermen en andere minimumdoelstellingen) toetst.
KSO/TSO– 2de graad – opties met het majorpakket 59<br />
AV Natuurwetenschappen: 1ste leerjaar: 2 lestijden/week, 2de leerjaar: 2 lestijden/week<br />
4 Algemene richtlijnen<br />
De vragen/opdrachten met aanduiding van de cijferverdeling op de modeloplossing en de aanwijzingen<br />
voor de oplossing van de open vragen, worden opgesteld en vooraf aan de directeur overhandigd.<br />
Om achteraf discussies te vermijden zorgt men ervoor dat de leerlingen beschikken over:<br />
- een duidelijk beeld van wat van hen verwacht wordt;<br />
- de vragen en opdrachten die reeds zijn voorgekomen gedurende het didactisch proces;<br />
- een schriftelijk overzicht van de voor het examen te kennen leerstof;<br />
- een geschreven mededeling waarin staat welke informatiebronnen en welk materiaal ze<br />
mogen/moeten meebrengen op het examen;<br />
- een blad met vragen om overschrijffouten te vermijden.<br />
Indien in een klas leerlingen van verschillende opties of studierichtingen samen alle lessen of een deel<br />
van de lessen volgen, dan is, binnen deze klas, differentiatie van vragen toegelaten.<br />
Bij eventueel herexamen zal men voor de leerling de leerstof voor dat herexamen zeer nauwkeurig schriftelijk<br />
bepalen.<br />
5 Correctie<br />
Objectieve correctienormen zijn vanzelfsprekend een noodzaak. Wanneer een antwoord verschillende<br />
elementen inhoudt, is het aangewezen per essentieel element een puntenverdeling te maken.<br />
De leraar die aan zelfevaluatie wil doen, zal in tabelvorm een overzicht van de behaalde resultaten per<br />
leerling en per vraag opstellen. Daarop aansluitend wordt dan verwacht dat de leraar zijn besluiten trekt<br />
in verband met de gebruikte onderwijsmethode. Tevens is dit een uitstekend hulpmiddel om gefundeerde<br />
remediërende maatregelen t.o.v. de leerlingen te treffen.
KSO/TSO– 2de graad – opties met het majorpakket 60<br />
AV Natuurwetenschappen: 1ste leerjaar: 2 lestijden/week, 2de leerjaar: 2 lestijden/week<br />
BIBLIOGRAFIE<br />
Pedagogisch-didactische naslagwerken<br />
BLIECK, A. e.a., Instrumentarium voor leerkrachten en schoolteams, Vakoverschrijdende thema's in het<br />
secundair onderwijs: gezondheidsopvoeding, milieu-educatie en relationele vorming, Uitgeverij Garant,<br />
Leuven-Apeldoorn, 1994<br />
BOEKAERTS, M., SIMONS, P., Leren en instructie, Psychologie van de leerling en het leerproces, Van<br />
Gorcum, Assen, 1995<br />
CORNELIS, G.C., Zoeken naar oplossingen, Inleiding tot het probleemgericht denken, VUBPRESS,<br />
Brussel, 1999, ISBN 90 5487 240 3 / NUGI 619<br />
GEERLINGS, T., VAN DER VEEN, T., Lesgeven. Interne differentiatie in de praktijk, Van Gorcum, Assen,<br />
1995<br />
HARGRAVES, A., e.a., International Handbook of Educational Change, Kluwer, 1998<br />
HOOGEVEEN, P., WINKELS, J., Het didactisch werkvormenboek, Van Gorcum, Assen, 1996<br />
TIELEMANS, J., Psychodidactiek, Uitg. Garant, Leuven, 1993, ISBN 90-5350-151-7<br />
Algemene naslagwerken natuurwetenschappen<br />
ANGENON, A., Werken met grootheden en wettelijke eenheden, Die Keure, Brugge,1998, ISBN<br />
9057510677<br />
BIJKER H.J., DORST J.H. e.a., SI-eenheid voor eenheid, Noordnederlands boekbedrijf<br />
Binas, Informatieboek vwo-havo natuurwetenschappen, voor "het studiehuis" (4 de druk), Wolters –<br />
Noordhoff, Groningen.<br />
BROEK (VAN DE), J., Over sneeuwballen en glaasjes melk, ( 100 alledaagse onderwerpen ontmaskerd),<br />
Uitg. ten Hagen & Stam, Den Haag, 20000<br />
CHALMERS, A.F., Wat heet Wetenschap? , Boom, Amsterdam, 1994<br />
MEADOWS, J., Geschiedenis van de Wetenschap, Natuur & Techniek, Amsterdam, ISBN 90 68251 902<br />
SIMMONS J., De Top-100 van wetenschappers, Uitgeverij Het Spectrum, Utrecht, 1997, ISBN 90-2746-<br />
185-6<br />
STÖRIG, H. J., Geschiedenis van de Wetenschap, 3 delen, Prisma, Utrecht<br />
HULSPAS, M. en NIENHUYS, J.W., Encyclopedie der pseudo wetenschappen, Uitg. De Geus, Breda<br />
Tijdschriften<br />
MENS (Milieu-Educatie, Natuur & Samenleving), driemaandelijks tijdschrift, Te Boelaarlei 23, 2140<br />
Antwerpen, www.2mens.com<br />
Natuur & Techniek - natuurwetenschappelijk en technisch maandblad, 1000 WZ Amsterdam<br />
Natuur en Wetenschap, Zuidstraat 211, 3581 Beverlo (011-40 13 54)<br />
NVOX, Tijdschrift voor natuurwetenschappen op school, Uitgave van NVON, de Nederlandse vereniging<br />
voor het onderwijs in de natuurwetenschappen, http://home.svm.nl/natwet/nvox/index.htm<br />
EOS-Magazine, Wetenschap en Technologie voor Mens en Maatschappij, Uitg. Cascade, www.eos.be<br />
VELEWE - Vereniging voor leerkrachten wetenschappen, tijdschrift, Mollenveldwijk 30, 3271 Zichem<br />
Transparanten<br />
TTE-reeks (Transparencies To Educate), Antwoordnummer 1796, 7550 WB Hengelo (NL)<br />
DIDAC-reeks, Fedichem, Departement PR, Maria-Louizasquare 49, 1000 Brussel
KSO/TSO– 2de graad – opties met het majorpakket 61<br />
AV Natuurwetenschappen: 1ste leerjaar: 2 lestijden/week, 2de leerjaar: 2 lestijden/week<br />
Brochures en repertoria<br />
- Gevaarlijke stoffen en preparaten (herken ze, bescherm u), een uitgave van het Commissariaatgeneraal<br />
voor bevordering van de arbeid, 1040 Brussel<br />
- Lesbladen Water en Lucht, Vlaamse Milieumaatschappij, Aalst<br />
- DE TEY, M., CORNELIS, K., Chemie en veiligheid, De Sikkel<br />
- Vragen over wetenschap: Energie - Geluid - Water, verhelderende boeken voor 10-14 jarigen, met<br />
eenvoudige experimenten, Artis Historia, Brussel, 1998, 44 p. per deel<br />
- Voorkomen en bestrijden van radon, Wetenschappelijk en Technisch Centrum voor het Bouwbedrijf,<br />
Violetstraat 21, 1000 Brussel<br />
Doe-pakketten<br />
Platform, een onderwijsdossier over kunststoffen, www.apme.org, (Association of Plastics Manufacturers<br />
in Europe), Afdeling Communicatie, E. Van Nieuwenhuyselaan 4, bus 3, 1160 Bussel<br />
ICT-project: Science Across Europe (Part of Science Across the World), http://www.bp.com/saw<br />
Elke van de units bevat kopieerbaar leerlingenmateriaal, een uitwisselingsformulier en een handleiding<br />
voor de leerkracht.<br />
1. Zure regen over Europa (14-16 jaar)<br />
2. Energiegebruik thuis (14-15 jaar)<br />
3. Vernieuwbare energiebronnen (16-17 jaar)<br />
4. Drinkwater (11-13 jaar)<br />
5. Wat heb je gegeten...? (11-13 jaar)<br />
6. Broeikaseffect (17-18 jaar)<br />
7. Huishoudelijk afval (14-15 jaar)<br />
8. Verkeersveiligheid (13-14 jaar)<br />
9. Blijf gezond (14-15 jaar)<br />
10. Leven met chemie (13-14 jaar)<br />
11. Eten en drinken (11-12 jaar)<br />
12. Zonne-energie<br />
Tijdbalk Natuurwetenschappen: www.worldhistory-poster.com<br />
via SKEPP vzw, Laarbeeklaan 103, 1090 Jette<br />
Cd-rom's:<br />
- Het Digitale Archief - Natuur & Techniek, Deel 1 en 2<br />
- Overal interactief (Algemene Natuurwetenschappen) – Educatieve Partners Nederland, NL,<br />
www.epn.nl/overal/<br />
- Nederlandstalige Encyclopedie, SoftKey, Amsterdam, ISBN: 90-5432-168-7<br />
- De Grote Encyclopedie '98, ISBN: 90-5167-655<br />
- Science Interactive Encyclopedie, Hachette Multimedia<br />
- Encarta Encyclopedie, Winkler Prins Editie, Microsoft<br />
- Eyewitness Encyclopedia of Science, Dorling Kindersley<br />
- World Book - Multimedia Encyclopedia, IBM, Mediamix, (Naslagwerk met link naar Internet)
KSO/TSO– 2de graad – opties met het majorpakket 62<br />
AV Natuurwetenschappen: 1ste leerjaar: 2 lestijden/week, 2de leerjaar: 2 lestijden/week<br />
Module fysica<br />
Handboeken<br />
PERGOOT, J., Fysica 2, Eerste jaar van de tweede graad: Elementaire Mechanica, Hydro- & Aërostatica,<br />
Elementaire Elektriciteit, De Garve, Brugge. http://www.degarve.be<br />
PERGOOT, J., Fysica 3, Tweede jaar van de tweede graad: Mechanica, De Garve, Brugge.<br />
PERGOOT, J., Werkschrift Fysica 3a, Tweede jaar van de tweede graad: 2 u /week, De Garve, Brugge.<br />
PERGOOT, J., Werkschrift Fysica 3b, Tweede jaar van de tweede graad: 1 u /week, De Garve, Brugge.<br />
DE VALCK, L., Pulsar 2, Eerste jaar van de tweede graad, Novum, Deurne.<br />
DE VALCK, L., Pulsar 3, Tweede jaar van de tweede graad, Novum, Deurne.<br />
DE VALCK, L., Handleiding bij Pulsar 2 en Pulsar 3, Novum, Deurne.<br />
DE VALCK, L., Impuls 1, Eerste jaar van de tweede graad, Plantyn, Deurne.<br />
DE VALCK, L., Impuls 2, Tweede jaar van de tweede graad, Plantyn, Deurne.<br />
DE VALCK, L., Werkboek / Impuls 1, Plantyn, Deurne.<br />
DE VALCK, L., Werkboek / Impuls 2, Plantyn, Deurne.<br />
DE VALCK, L., Oplossingen bij Werkboek / Impuls 1 en bij Werkboek / Impuls 2, Plantyn, Deurne.<br />
PLANTYN PROJECT TECHNISCH ONDERWIJS, Fysica (PPTO), Eerste jaar van de tweede graad, Met<br />
oplossingen, Plantyn, Deurne.<br />
RUYTERS, J., Die Keures reeks Fysica, Die Keure, Brugge.<br />
DAVIDTS, M., Fysica Concreet, Reeks voor TSO, Deel 3.1, 3.2, 4.1, 4.2, Doe-Map en Handleiding, DNB /<br />
Pelckmans, Kapellen.<br />
DE WERKGROEP, Fysica Toegepast, Reeks voor TSO, Van In, Lier.<br />
HELLEMANS, J., Standaard Fysica, Deel 1a en Deel 2a, Werkboeken, Standaard, Antwerpen.<br />
DE BELIE, H., Fysica, Deel 1 en Deel 2 met Handleiding, Den Gulden Engel, Antwerpen.<br />
BETABOOK, Flux Fysica voor het MTO. http://www.homestead.com/betabook/natuurkunde.html<br />
BEDDEGENOODTS, M., Natuurwetenschappen 5, De Sikkel, Oostmalle.<br />
DE CRAEMER, S., Natuurwetenschappen 6, De Sikkel, Oostmalle.<br />
MIDDELINK, J., Systematische Natuurkunde, Kernboek N1, Havo, tweede fase, Nijgh Versluys,<br />
Baarn,1998. ISBN 90-425-0357-2. http://www.nijghversluys.nl<br />
MIDDELINK, J., Systematische Natuurkunde, Kernboek N2, VWO, Tweede fase, Nijgh Versluys,<br />
Baarn,1999. ISBN 90-425-0368-8.<br />
Bibliografie per onderdeel<br />
2. Materie, ruimte en tijd<br />
PERGOOT, J., Fysica 2, Eerste jaar van de tweede graad: Elementaire Mechanica, Hydro- & Aërostatica,<br />
Elementaire Elektriciteit, De Garve, Brugge. http://www.degarve.be<br />
DE VALCK, L., Pulsar 2, Eerste jaar van de tweede graad, Novum, Deurne.<br />
3. Atoom- en kernmodel<br />
KORTLAND, K., Newton, Natuurkunde voor de tweede fase, havo informatieboek 1, 1 ste druk, Thieme,<br />
Zutpen, 1998. ISBN 9003-40931-5. Hoofdstuk 8. Materie. Deeltjestheorie en straling.<br />
NATUUR EN TECHNIEK, De Wetenschappelijke Bibliotheek: Bouwstenen van het atoom,
KSO/TSO– 2de graad – opties met het majorpakket 63<br />
AV Natuurwetenschappen: 1ste leerjaar: 2 lestijden/week, 2de leerjaar: 2 lestijden/week<br />
4 Elektromagnetische straling<br />
KORTLAND, K., Newton, Natuurkunde voor de tweede fase, havo informatieboek 2, 1 ste druk, Thieme,<br />
Zutpen, 1999. ISBN 9003-40931-2.<br />
Hoofdstuk 16. Beeldbuizen. Elektrische en magnetische velden. Paragraaf 4. Straling.<br />
5 Krachten<br />
KORTLAND, K., Newton, Natuurkunde voor de tweede fase, havo informatieboek 1, 1 ste druk, Thieme,<br />
Zutpen, 1998. ISBN 9003-40931-5. Hoofdstuk 4. Krachten in de sport. Statica.<br />
6 Vloeistoffen en gassen<br />
PERGOOT, J., Fysica 2, Eerste jaar van de tweede graad: Elementaire Mechanica, Hydro- & Aërostatica,<br />
Elementaire Elektriciteit, De Garve, Brugge.<br />
DE VALCK, L., Pulsar 2, Eerste jaar van de tweede graad, Novum, Deurne.<br />
7 Beweging<br />
KORTLAND, K., Newton, Natuurkunde voor de tweede fase, havo informatieboek 1, 1 ste druk, Thieme,<br />
Zutpen, 1998. ISBN 9003-40931-5. Hoofdstuk 9. Beweging in de sport. Energie en beweging.<br />
KORTLAND, K., Newton, Natuurkunde voor de tweede fase, havo informatieboek 2, 1 ste druk, Thieme,<br />
Zutpen, 1999. ISBN 9003-40931-2. Hoofdstuk 13. Verkeersveiligheid. Kracht en beweging.<br />
8 Arbeid, vermogen en energie<br />
KORTLAND, K., Newton, Natuurkunde voor de tweede fase, havo informatieboek 1, 1 ste druk, Thieme,<br />
Zutpen, 1998. ISBN 9003-40931-5.<br />
Hoofdstuk 5. Brandstofverbruik in het verkeer. Arbeid en energie.<br />
Hoofdstuk 6. Verwarmen en isoleren. Warmte en energie.<br />
Hoofdstuk 9. Beweging in de sport. Energie en beweging.<br />
9 Radioactiviteit<br />
KORTLAND, K., Newton, Natuurkunde voor de tweede fase , havo informatieboek 2, 1 ste druk, Thieme,<br />
Zutpen, 1999. ISBN 9003-40931-2.<br />
Hoofdstuk 15. Kernenergie. Kernsplijting en kernfusie.<br />
10 Ioniserende straling<br />
KORTLAND, K., Newton, Natuurkunde voor de tweede fase , havo informatieboek 1, 1 ste druk, Thieme,<br />
Zutpen, 1998. ISBN 9003-40931-5.<br />
Hoofdstuk 7. Straling en gezondheid. Ioniserende straling.<br />
EEN DUIK IN NATUURKUNDE. Natuurkunde in het ziekenhuis. http://www.phys.uu.nl/~internat<br />
EEN CURSUS VOOR HET BASIS- EN VOORTGEZET ONDERWIJS.<br />
Straling en stralingsbescherming. Europese commissie. Directoraat-generaal voor milieuzaken, nucleaire<br />
veiligheid en bescherming burgerbevolking. ISBN 92-826-9339-
KSO/TSO– 2de graad – opties met het majorpakket 64<br />
AV Natuurwetenschappen: 1ste leerjaar: 2 lestijden/week, 2de leerjaar: 2 lestijden/week<br />
Module chemie<br />
Naslagwerken<br />
Chemische feitelijkheden. Actuele encyclopedie over chemie in relatie tot gezondheid, milieu en<br />
veiligheid, ed. Commissie Voorlichting en Publiciteit van de Kon. Ned. Chemische Vereniging, Alphen a.d.<br />
Rijn, Losbladige uitgave met aanvullingen.<br />
School Chemistry Experiments, ISBN 0 86357 326 6, Association for School Science Education,<br />
www.ase.org.uk<br />
ATKINS, P.W., Moleculen: chemie in drie dimensies, Natuur & Techniek, 1990<br />
ATKINS, P.W., De chemische reactie, Natuur & Techniek, 1993<br />
BRUGGEMANS, K, e.a., Chemie in contexten, Deel 1 en 2, De Sikkel, Oostmalle, www.desikkel.be/<br />
HÄUSLER, K., SCHMIDKUNZ, H., Tatort Chemie, Ein Lexicon für den Verbraucher, Delphin, München,<br />
1986<br />
VOLLMER, G., FRANZ, M., Chemische Produkte im Alltag, München, 1985<br />
Chemie in druppels, Practicumset, Stichting Communicatie-Centrum-Chemie (C3), Nieuwe Achtergracht<br />
129, 1018 WS Amsterdam<br />
Cd-rom's:<br />
- Chemie en Samenleving, Van kleurstof tot kunstmest, De Digitale Wetenschappelijke Bibliotheek -<br />
Natuur & Techniek 1999, Amsterdam<br />
- ATKINS, P., JONES, L., Chemical Principles, W.H. Freeman, New York, 1999<br />
- Saunders Interactive General Chemistry<br />
- CHEMISTRY FOR WINDOWS, XinMicro Corporation, 1996<br />
- The chemistry set, (geavanceerd Periodiek Systeem met veel video, o.a. moleculestructuren),<br />
Cambridge CD-ROM LTD<br />
Video’s<br />
“De prijs van zuiver water" met leerkrachtenmap, Vlaamse Milieumaatschappij, Documentatiecentrum,<br />
A. Van de Maelestraat 96, 9320 Erembodegem<br />
Beeldmateriaal uit ‘Bausteine Chemie’ van Bayer, Schooltv, Stichting Teleac-NOT, 1200 BB Hilversum<br />
Inhoud:<br />
1. Het deeltjesmodel van de materie<br />
2. Mengsels en mechanische scheidingsmethoden<br />
3. Thermische scheidingsmethoden<br />
4. Scheiden door kristalliseren, oplossen, sublimeren<br />
5. Element, verbinding, reacties<br />
6. Reacties, moleculen, formules<br />
7. Chemische binding<br />
8. Reacties: omstandigheden en verloop<br />
9. Macromoleculen, polymerisatie, thermoplasten<br />
10. Fossiele grondstoffen en recycling<br />
11. Chemie en landbouw<br />
"Mijlpalen in de scheikunde" met handleiding en kopieerbare werkbladen, Schooltv, Stichting Teleac-<br />
NOT, 1200 BB Hilversum
KSO/TSO– 2de graad – opties met het majorpakket 65<br />
AV Natuurwetenschappen: 1ste leerjaar: 2 lestijden/week, 2de leerjaar: 2 lestijden/week<br />
Module biologie<br />
Handboeken<br />
Bekaert, G., Bronders, F., De Cock, W., Leerwerkbladen biologie 3, De Sikkel, Oostmalle, 1989<br />
Bekaert, G., Bronders, F., De Cock, W., Handleiding 3, De Sikkel, Oostmalle, 1989<br />
Bekaert, G., Bronders, F., De Cock, W., Leerwerkbladen biologie 4, De Sikkel, Oostmalle, 1990<br />
Bekaert, G., Bronders, F., De Cock, W., Handleiding 4, De Sikkel, Oostmalle, 1990<br />
De Facq, F., Degadt, D., Soffers, R., Biologie 3, 2de druk, De Sikkel, Oostmalle, 1990<br />
De Facq, F., Degadt, D., Soffers, R., Exploratie- en experimentenschrift 3, 4de druk, De Sikkel,<br />
Oostmalle, 1997<br />
De Facq, F., Degadt, D., Soffers, R., Handleiding 3, 2de druk, De Sikkel, Oostmalle, 1997<br />
De Facq, F., Degadt, D., Soffers, R., Biologie 4, De Sikkel, Oostmalle, 1992<br />
De Facq, F., Soffers, R., Exploratie- en experimentenschrift 4, 3de druk, De Sikkel, Oostmalle, 1996<br />
De Facq, F., Soffers, R., Handleiding 4, De Sikkel, Oostmalle, 1997<br />
Desfossés, F., Geuns, J., Macro-micro in de biologie, delen 5 tot 11, Plantyn, Deurne<br />
Naslagwerken<br />
BANNINK, G.B., VAN RUITEN Th.M., BioData, Nijgh Versluys, Baarn, 1999, 1ste druk, (ISBN 90 425<br />
1226 1), 240 blz., (figuren schema’s, tabellen,.)<br />
COKELAERE M, CRAEYNEST P., Onze genen - Handboek van de menselijke erfelijkheid, Acco, 1998,<br />
424 blz., ISBN 90-334-4126-8<br />
DE DUVE, C., De levende cel - Rondreis in een microscopische wereld, deel 1 en 2, Wetenschappelijke<br />
bibliotheek van Natuur en Techniek, Beek NL, 1987<br />
FULLICK, A., Human Health and Disease, Heinemann Educational, Oxford, 1998<br />
HALSEMA, M.W., e.a., Studiegids bij Grondslagen van de Biologie, H.E. Stenfert Kroese B. V.,<br />
Wetenschappelijke & Educatieve Uitgevers, Leiden/Deurne, 1987, ISBN 90 207 1568 2<br />
HOEKSTRA, W.P.M., Een wereld vol bacteriën, Nieuwezijds, Amsterdam, 1999, (ISBN 9057120496),<br />
127 blz., 398 BEF<br />
KAHLE W., LEONHARDT H. en PLATZER W., Sesam Atlas van de anatomie 1, 2 en 3, Westland,<br />
telkens ca. 400 blz. (ISBN 90-246-69-162, -170, -180)<br />
KEETON & MC FADDEN (bewerkt door Dr. G.M.N. Verschuuren, Drs. H. de Bruin, M.W. Halsema),<br />
Grondslagen van de biologie, deel I en II, Leiden H.E. Stenfort Kroese B.V., Leiden/Antwerpen<br />
KESSEL, R.G. & KARDON R.H., Cellen, weefsels en organen - een scanning-elektronenmicroscopische<br />
studieatlas, Natuur & Techniek, Beek NL, 1983<br />
KROMMENHOEK, W. e.a., Biologie in beeld, Malmberg, Den Bosch, s.d.<br />
LEWONTIN, R.C., Menselijke verscheidenheid - Het spel van erfelijkheid, milieu en toeval,<br />
Wetenschappelijke bibliotheek van Natuur en Techniek, Beek NL, 1985<br />
PASSARGE, G., Color Atlas of Genetics, Uitgeverij Thieme, 1995, (ISBN 0-86577-587-7)<br />
SILBERNAGL S. en DESPOPOULOS A., Sesam Atlas van de fysiologie, Westland, 336 blz. (ISBN 90-<br />
246-7032-2)<br />
STRENGERS, P.F.W., e.a., Bloed - Van magie tot wetenschap, Wetenschappelijke bibliotheek van<br />
Natuur en Techniek, Maasticht/Brussel, 1994<br />
VAN DEN BERGHE H, e.a., Jongeren en erfelijkheid: hun beeldvorming over erfelijke ziekten, erfelijke<br />
risico's en genetische tests, Uitgeverij Garant Leuven-Apeldoorn, 1996, 133 blz., ISBN 90-5350-531-8<br />
ZEISS, F., Natuurlijke historiën - Geschiedenis van de biologie van Aristoteles tot Darwin, Uitg. Boom,<br />
Amsterdam, 272 blz., ISBN 90-5352-232-8
KSO/TSO– 2de graad – opties met het majorpakket 66<br />
AV Natuurwetenschappen: 1ste leerjaar: 2 lestijden/week, 2de leerjaar: 2 lestijden/week<br />
Tijdschriften<br />
Cahiers Biowetenschappen en Maatschappij, Postbus 617, 2300 Leiden (Nl)<br />
VOB - Vereniging voor leerkrachten biologie, gezondheidszorg en milieueducatie, tijdschrift biologie plus<br />
jaarboek<br />
BIO-aktueel, Afdeling Administratieve zaken, Katholieke Universiteit Nijmegen, Didactiek Biologie,<br />
Toernooiveld 1, 6525 ED Nijmegen, NL, telefoon: 024-36 52 73<br />
In de Dienst Medische Genetica van elk universitair ziekenhuis zijn brochures i.v.m. genetisch advies verkrijgbaar<br />
en kan gespecialiseerde literatuur geraadpleegd worden in de bibliotheek.<br />
Brochures<br />
Erfelijkheid in de kijker en Prenataal onderzoek in de kijker (gratis brochures), Ministerie van de Vlaamse<br />
Gemeenschap, postbus 1365, 1000 Brussel<br />
Wel thuis - het voorkomen van vergiftigingen en Wie ons wil bellen, verliest beter geen tijd (gratis brochures)<br />
Antigifcentrum, p/a Militair Hospitaal Koningin Astrid, Bruynstraat 1120 Brussel, tel 02-264 96 36<br />
Dr. Lic BERTELS, G., e.a., "Zoönosen - Ziekten en besmettingen die van dieren op mensen kunnen overgaan",<br />
gratis brochure, Provinciale Landbouwdienst, Herkenrodestraat 20, 3600 Genk<br />
Cd-rom’s<br />
Microbiologie, Digitale Wetenschappelijke Bibliotheek van Natuur & Techniek, Amsterdam, 1997<br />
Het Menselijk Lichaam (samen met boek), Artis-Historia, 2000<br />
Atlas van de menselijke anatomie, Sobotta, Kluwer, Diegem, ISBN: 30-313-2558-9<br />
De rijkdom van bloed, Digitale Wetenschappelijke Bibliotheek van Natuur & Techniek, Amsterdam, 1998<br />
Het lichaam van de mens, Nova Zembla, Stichting Edupro (NL), tel. 0180-461065, (Interactieve<br />
encyclopedie over het functioneren van het lichaam)<br />
Medische encyclopedie, Philips Interactive Media Benelux BV 1996 cat nr. 814 5063<br />
Bodyworks, Multimediagids van het menselijk lichaam, Nederlandstalige versie, TLC Domus<br />
Interactive Physiology Complete: muscular, cardiovascular, respiratory, nervous, urinary systems", E. N.<br />
Marieb, Uitgeverij: Benjamin/Cummings PC- 2000<br />
Atlas of Human Anatomy, Sobotta, Uitg. Kluwer, 1999, Taal: Engels, Latijn, Duits<br />
Voedingsplanner, voedingsmiddelentabel, NUBEL, Brussel, 1999<br />
Video’s<br />
Aan genen zijde: overerving bij de mens, (32 minuten, Nederlands), Audiovisuele dienst K.U. Leuven,<br />
Groenveldlaan 3 bus 3, 3001 Heverlee<br />
Mijlpalen in de biologie met handleiding en kopieerbare werkbladen, Schooltv, Stichting Teleac-NOT,<br />
1200 BB Hilversum
KSO/TSO– 2de graad – opties met het majorpakket 67<br />
AV Natuurwetenschappen: 1ste leerjaar: 2 lestijden/week, 2de leerjaar: 2 lestijden/week<br />
BIJLAGEN<br />
vakoverschrijdende eindtermen<br />
De volgende vakoverschrijdende eindtermen zullen tijdens de lessen Natuurwetenschappen zeker<br />
nagestreefd worden.<br />
Leren leren:<br />
VL1, VL2, VL3, VL4, VL5, VL6, VL7, VL8, VL10, VL11, VL14, VL15<br />
Sociale vaardigheden:<br />
VS2, VS3, VS4, VS5, VS6, VS7, VS8, VS12, VS13<br />
Opvoeden tot burgerzin:<br />
VB6, VB9, VB11, VB13, VB14, VB15<br />
Gezondheidseducatie:<br />
VG1, VG2, VG3, VG4, VG5, VG6, VG7, VG9,<br />
Milieueducatie:<br />
VM1, VM2, VM3, VM4, VM5, VM6, VM7, VM8, VM9, VM10<br />
Muzisch-creatieve vorming:<br />
VM3
KSO/TSO– 2de graad – opties met het majorpakket 68<br />
AV Natuurwetenschappen: 1ste leerjaar: 2 lestijden/week, 2de leerjaar: 2 lestijden/week<br />
nuttige adressen<br />
Administratie Milieu-, Natuur-, Land- en Waterbeheer, www.mina.be<br />
Koning Albert II-laan 20, 1000 Brussel (Tel. 02/553 80 93)<br />
Antigifcentrum (Tel. 070/245.245), www.poisoncentre.be/<br />
p/a Militair Hospitaal Koningin Astrid, Bruynstraat 1, 1120 Brussel<br />
Belgisch Vereniging voor Stralingsbescherming, www.bvsabr.be<br />
Juliette Wytsmanstraat 14, 1050 Brussel<br />
Belgisch Federatie Tegen Kanker, www.cancer.be<br />
Leuvensesteenweg 479, 1030 Brussel<br />
Centrum voor Nascholing van het <strong>Gemeenschapsonderwijs</strong>, www.rago.be/nascholing/<br />
Dieleghemsesteenweg 24-26, 1090 Brussel/Jette<br />
Commissie van de Europese Gemeenschappen<br />
Milieuzaken, nucleaire veiligheid en bescherming van de burgerbevolking<br />
Archimedesstraat 73, 1040 Brussel<br />
Energie Milieu Informatiesysteem (EMI)<br />
Boeretang 200, 2400 Mol<br />
European Schoolnet Office, www.eun.org<br />
Plejadenlaan 11, 1200 Brussel<br />
Focus Research, Belgische Vereniging ter Bevordering van de Wetenschap<br />
Triomflaan 63, 1160 Brussel<br />
Federaal Ministerie van Tewerkstelling en Arbeid, www.meta.fgov.be<br />
Belliardstraat 51, 1040 Brussel<br />
"Groene school" project, www.mina.vlaanderen.be/milieueducatie/groeneschool/<br />
Koning Albert II-laan 20, 1000 Brussel<br />
Het Vlaamse Kruis vzw, www.hvk.be<br />
Kronenburgstraat 41D, 2000 Antwerpen<br />
Jeugd, Cultuur en Wetenschap , www.jeugdwerknet.be/jcw<br />
Toekomststraat 9, 1800 Vilvoorde<br />
Koninklijk Belgisch Instituut voor Natuurwetenschappen, www.kbinirsnb.be<br />
Vautierstraat 29, 1000 Brussel<br />
Koninklijke Vlaamse Chemische Vereniging, www.kvcv.be<br />
Celestijnenlaan 200 F, 3001 Heverlee<br />
Museum voor de Geschiedenis van de Wetenschap<br />
Krijgslaan 281, Gebouw S30, 9000 Gent
KSO/TSO– 2de graad – opties met het majorpakket 69<br />
AV Natuurwetenschappen: 1ste leerjaar: 2 lestijden/week, 2de leerjaar: 2 lestijden/week<br />
Nationale Instelling voor Radioactief Afval en Verrijkte Splijtstoffen (NIRAS) , www.nirond.be<br />
Madouplein 1, bus 25, 1030 Brussel<br />
Natuur & Techniek, www.natutech.nl<br />
Postbus 3144, 4800 DC Breda<br />
Natuur & Wetenschap, www.new.be/tf<br />
Baalsebaan 287, 3128 Baal<br />
Nederlandse vereniging voor het onderwijs in de natuurwetenschappen, www.nvon.nl<br />
Westerse Drift, 4841 CA Prinsenbeek (NL)<br />
Onderzoeks- en informatiecentrum van de Verbruikersorganisaties, www.oivo-crioc.org/<br />
Riddersstraat 18, 1050 Brussel<br />
OVAM – informatiedienst, www.ovam.be<br />
K. De Deckerstraat 22-26, 2800 Mechelen<br />
Provinciaal Instituut voor Milieu-Educatie (PIME), via: www.pienternet.be<br />
Mechelsesteenweg 365, 2500 Lier<br />
Scheikundige Industrie Regio Vlaanderen (SIREV), www.fedichem.be<br />
Maria-Louizasquare 49, 1000 Brussel<br />
SchooltvTeleac, www.teleacnot.nl<br />
Postbus 1070, 1200 BB Hilversum<br />
Vereniging van leraars in de wetenschappen, www.fys.kuleuven.ac.be/velewe/<br />
Mollenveldwijk 30, 3271 Zichem<br />
Vereniging voor het Onderwijs in de Biologie, de Milieuleer en de Gezondheidseducatie<br />
www.vob-ond.be, Hoge weg 234, 8200 Brugge<br />
Vlaams Aidscoördinaat, www.ipac.be<br />
Kipdorpvest 48a, 2000 Antwerpen<br />
Vlaams Instituut voor Gezondheidspromotie, www.vig.be<br />
G. Schildknechtstraat 9, 1020 Brussel<br />
Vlaams Instituut voor Technologisch Onderzoek, www.vito.be<br />
Boeretang 200, 2400 Mol<br />
Vlaamse Maatschappij voor Watervoorziening, www.vmw.be<br />
Belliardstraat 73, 1040 Brussel<br />
Vlaamse Milieumaatschappij, www.vmm.be<br />
A. Van de Maelestraat 96, 9320 Erembodegem (Aalst)<br />
Wereld-Natuur-Fonds, www.wwf.be<br />
Waterloosteenweg 608, 1050 Brussel