12.07.2015 Views

sjabloon leerplannen 2001

sjabloon leerplannen 2001

sjabloon leerplannen 2001

SHOW MORE
SHOW LESS
  • No tags were found...

Create successful ePaper yourself

Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.

SECUNDAIR ONDERWIJSOnderwijsvorm:TSOGraad:Derde graadJaar:eerste en tweede leerjaarStudiegebied:HandelFUNDAMENTEEL GEDEELTEOptie(s):Secretariaat - talenVak(ken): AV Nederlands 4 lt/wVakkencode:CW-aLeerplannummer: 2002/280(vervangt D/1984/4244/5)Nummer Inspectie:2002/266//1/A/SG/1/III/ /V/04


TSO – 3de graad – Secretariaat-talen 1AV Nederlands (zakelijke communicatie) (1ste leerjaar: 1 lestijd/week; 2de leerjaar: 1 lestijd/week)INHOUDVisie..........................................................................................................................................................2Beginsituatie .............................................................................................................................................2Algemene doelstellingen ..........................................................................................................................2Leerplandoelstellingen / leerinhouden......................................................................................................6Pedagogisch-didactische wenken ............................................................................................................9Minimale materiële vereisten..................................................................................................................18Evaluatie.................................................................................................................................................19Bibliografie..............................................................................................................................................21Bijlage 1 : Evaluatiefiche voor de leerling...............................................................................................22


TSO – 3de graad – Secretariaat-talen 3AV Nederlands (zakelijke communicatie) (1ste leerjaar: 1 lestijd/week; 2de leerjaar: 1 lestijd/week)leren de leerlingen taalregisters gebruiken, d.w.z. dat ze hun taalgebruik aanpassen aan degeadresseerde én aan de omstandigheden. De leerlingen zijn in staat aan de hand van concrete caseseen correcte en gestructureerde tekst te produceren.In het vak Nederlands: zakelijke communicatie wordt eveneens gewerkt aan de volgende attitudes:zin voor orde, stiptheid en nauwkeurigheid;zelfstandig werken;verantwoordelijkheidszin;discretie en tact;respect voor zichzelf en anderen;correcte houding;zin voor samenwerking;zin voor initiatief;zelfonderzoek en zelfkritiek;contactbereidheid;flexibiliteit;organisatievermogen.De leerlingen zijn bereid in alle communicatieve situaties de standaardtaal te gebruiken.KLEMTONEN in dit eigentijds communicatief onderwijs.1. LeerlinggerichtheidDeze visie en doelstellingen impliceren dat de leerlingen centraal staan.Leerlinggericht onderwijs kan gedefinieerd worden als onderwijs, gericht op de evolutie van handelendenaar leerbekwame leerling.1.1. De handelende leerlingUit de leerpsychologie weten we dat de leerling leert door uit te voeren, door te doen, door talig tehandelen (bijv. associëren, structureren, het tekstdoel bepalen, diagonaal lezen).De rol van de leraar is hierbij ondersteunend/begeleidend: hij organiseert bij alle uit te voerenhandelingen zo efficiënt en effectief mogelijke leeractiviteiten. Hij geeft aan welke stappen in hetleerproces dienen gezet te worden: van oriënteren, over voorbereiden, uitvoeren tot reflecteren (OVUR).Hij is nog in hoofdzaak verantwoordelijk voor het leerproces van de leerling. De leerling is hierbij deuitvoerder van de taak.1.2. De leerbekwame leerlingHij staat nog een stap verder. Hij leert (en is uiteindelijk in staat) zelf een batterij leerhandelingen op tebouwen om tenslotte zelfstandig een taaltaak uit te voeren, een vooropgesteld doel te bereiken. Hijbeheerst niet enkel het cognitief, maar ook het metacognitief handelen (bijv. zichzelf bijsturen, reflecteren,op grond hiervan andere een strategie kiezen ). Eigenlijk gaat het hier om het bereiken van eenleercompetentie, die nodig is voor de aanpak en de planning bij het creatief uitvoeren van complexereleertaken.2. Taakgerichtheid


TSO – 3de graad – Secretariaat-talen 4AV Nederlands (zakelijke communicatie) (1ste leerjaar: 1 lestijd/week; 2de leerjaar: 1 lestijd/week)De leerling ontwikkelt zijn taalvaardigheid door het uitvoeren van concrete, realistische taken met eenruim taalaanbod op gebied van de vaardigheden. De taken zijn sociaal relevant, worden herkend alslevensecht en gebeuren aan de hand van authentiek materiaal.Taakgericht werk houdt ‘uitdaging’ in voor de leerlingen. Er moet echter wel een afstand zijn tussen de(taal)vaardigheid die de leerling reeds bezit en de (taal)vaardigheid die de taak vereist.Deze uitvoering van taken kan individueel gebeuren, maar het leereffect verhoogt aanzienlijk als de taakin overleg, samen met anderen wordt uitgevoerd. Hierbij wordt gebruik gemaakt van taakgerichteinteractieve werkvormen, zoals• mondelinge of schriftelijke informatie verzamelen;• onderwijsleergesprek;• observatie van de realiteit;• prioriteitenspel;• adviezen geven;• situatie- en rollenspel;• caroussel;• coöperatief leren.Bij taakgericht werken zijn bepaalde stappen te doorlopen:• een taak die de leerlingen op het einde van de les moeten kunnen uitvoeren;• de leerlingen moeten telkens een bepaald proces doorlopen, bijv. plannen;• ten slotte moeten zij ook de taak evalueren, bijv. reflecteren.3. ReflectieAandacht voor het nadenken over het bereikte resultaat, het product van de taaltaak én over deaangewende procedures (reflectie).Reflecteren wordt gezien als een basisattitude, een operatieve, op handelingen gerichte aangelegenheiddie in elk leerproces centraal staat (leren leren).Aandacht voor het toepassen van procedures of oplossingsstrategieën, zoals het opsplitsen van eencomplexe taaltaak in verscheidene kleine stappen. Onder strategie verstaan we een handeling of eenreeks mentale handelingen die planmatig en doelbewust worden uitgevoerd om een (taal)taak efficiënt(met meer rendement, in minder tijd, met minder energie) en effectief (met beoogd resultaat) uit tevoeren.4. Geïntegreerd taalonderwijsVan volwaardig geïntegreerd taalonderwijs is slechts sprake als aan minstens twee voorwaarden voldaanis4.1. Taaltaken worden geplaatst in zo compleet mogelijke communicatieve situaties waarbij de vijfcomponenten luisteren, kijken, lezen, spreken, schrijven én het reflecteren hierop samen ge-/beoefend(geïntegreerd) en ingezet worden in een bepaalde context en waarbij de leerling verschillende rollen in decommunicatie vervult.Hierbij is de kans op transfer van leereffect van de ene naar de andere component groter dan bij hetgefragmenteerd in hokjes opdelen van de taalcomponenten. Leerlingen kunnen profiteren van de kundeen kennis, opgedaan in het ene domein, bij het handelen in een ander domein (bijv. het ontdekken vaneen bepaald tekstpatroon in een gelezen tekst en het opdiepen van eenzelfde patroon voor een teschrijven tekst of het hanteren van eenzelfde criterialijst bij het evalueren van een spreektaak).4.2 De verworven vaardigheden of kennis, die uiteraard taalcommunicatief van aard zijn, wordentoegepast in nieuwe leer-/werksituaties, in de andere schoolvakken, de vervolgstudie, het (beroeps)leven.


TSO – 3de graad – Secretariaat-talen 5AV Nederlands (zakelijke communicatie) (1ste leerjaar: 1 lestijd/week; 2de leerjaar: 1 lestijd/week)Deze visie, doelstellingen en pedagogisch-didactische wenken kunnen op school slechts concreet en inal hun facetten gerealiseerd worden, wanneer er nauwe samenwerking en overleg zijn tussen de lerarenvan bepaalde vakken over een aantal specifieke aspecten en inhouden.Tekstverwerking/toegepaste informatica: • Bin-normering;• internationale conventies;• bouwsteencorrespondentie;• opmaak van slides, grafieken en tabellen;• tekstverwerking, rekenblad, gegevensbeheer;• bestandenbeheer;• gegevensbeveiliging;• versturen van e-mail.Vaktechnieken: • werking van een secretariaat;• planningsmethode bijbrengen;• stukken verzamelen – in het archief opbergen;• brieven, faxen en elektronische communicatie inschrijvenen verwerken;• technieken verkoopgesprek.Economie/ handelsvakken: • basisprincipes van marketing;• begrippen ‘kwaliteitszorg’ en ‘huisstijl’;• boekhoudkundige terminologie;• handels- en rechtstermen;• prijslijsten raadplegen;• voorraadgegevens raadplegen;• invloeden op levertijden herkennen;• voorwaarden van verkoopcontracten correct interpreterenen toelichten;• bedrijfsorganogrammen lezen;• bezoeken van interimbureaus;• bezoeken van bedrijven (personeelsdienst);• contacteren van de VDAB;• contacteren van de kamer voor koophandel en nijverheid;• uitnodigen van externe sprekers uit de bedrijfswereld;• begeleiden van de stages.


TSO – 3de graad – Secretariaat-talen 6AV Nederlands (zakelijke communicatie) (1ste leerjaar: 1 lestijd/week; 2de leerjaar: 1 lestijd/week)LEERPLANDOELSTELLINGEN / LEERINHOUDENI: INLEIDINGDecr. nr.De leerlingen kunnenLEERPLANDOELSTELLINGEN1 het begrip ‘zakelijke’ communicatie’ toelichten en in authentieketeksten herkennen.LEERINHOUDEN1 ‘Zakelijke communicatie’ en soorten communicatie:• verbale en non-verbale communicatie;• schriftelijke en mondelinge communicatie;• interne en externe communicatie;• intrapersoonlijke, interpersoonlijke en massacommunicatie;• informatieve en persuasieve communicatie.2 de criteria voor efficiënte communicatie opsommen en in2 Criteria voor efficiënte communicatie:voorbeeldteksten herkennen.• publiekgerichtheid;• taalregister;• doelgerichtheid;• vormaspecten;• non-verbale communicatie.3 de criteria voor efficiënte communicatie zelf toepassen. 3 Efficiënte communicatie4 een eenvoudig communicatieplan opstellen. 4 Een communicatieplan5 de stappen van een volledige handelstransactie omschrijven. 5 Een volledige handelstransactie6 de zakelijke communicatie binnen de huisstijl van een bedrijf of 6 Huisstijlorganisatie situeren.


TSO – 3de graad – Secretariaat-talen 7AV Nederlands (zakelijke communicatie) (1ste leerjaar: 1 lestijd/week; 2de leerjaar: 1 lestijd/week)II: SCHRIFTELIJKE COMMUNICATIEDecr. nr.De leerlingen kunnen1LEERPLANDOELSTELLINGENgepaste strategieën voor schriftelijke communicatie kiezen entoepassen bij het schrijven.LEERINHOUDEN1 Strategisch schrijven1 Informatieve en persuasieve communicatie:• een aanvraag;• een antwoord op een aanvraag;• een bestelling;• een eerste herinneringsbrief;• een klachtenbrief;• een uitnodiging.2 Elektronische communicatie:• e-mail;• e-commerce.3 Interne communicatie: een (telefoon)memo2rapporteren. 2 Verslag:• een (stage)verslag;• een werkvergadering.


TSO – 3de graad – Secretariaat-talen 8AV Nederlands (zakelijke communicatie) (1ste leerjaar: 1 lestijd/week; 2de leerjaar: 1 lestijd/week)III: MONDELINGE COMMUNICATIEDecr. nr.De leerlingen kunnenLEERPLANDOELSTELLINGEN1 gepaste strategieën voor mondelinge communicatie kiezen entoepassen op een zakelijk gesprek.1 Strategisch handelenGesprekken:• telefoongesprekken;• baliegesprekken (u).2 een bondig, zakelijk verslag uitbrengen. 2 Een bondig verslag:• een werkvergadering;• een telefoonboodschap;• instructies.LEERINHOUDEN


TSO – 3de graad – Secretariaat-talen 9AV Nederlands (zakelijke communicatie) (1ste leerjaar: 1 lestijd/week; 2de leerjaar: 1 lestijd/week)PEDAGOGISCH-DIDACTISCHE WENKENI. ALGEMEEN• GERICHTHEID OP ZELFSTANDIGHEIDSONTWIKKELING:- gericht op zelfwerkzaamheid van de leerlingen;- gericht op toenemende zelfstandigheid van de leerlingen;- de leerkracht stimuleert, begeleidt, ondersteunt, stuurt en maakt gebruik van een aangepastedidactische werkvormen.• GERICHTHEID OP ZINVOLLE, FUNCTIONELE OPDRACHTEN:- ontwikkeling van de taalvaardigheid door middel van realistische taken met gevarieerd taalmateriaal;- aansluitend bij de leefwereld van de leerlingen: realistisch, ervaringsgericht, zinvol, nuttig, interessant;- uitdagende opdrachten.• GERICHTHEID OP PROCESMATIG EN STRATEGISCH DENKEN:- opsplitsing van complexe taken in deeltaken en van complexe vaardigheden in deelvaardigheden;- kennis van strategieën die bruikbaar zijn voor het efficiënter uitvoeren van taaltaken;- de leerlingen stellen steeds een communicatieplan op.• GERICHTHEID OP REFLECTIE:- reflectie op het product van de taaltaak;- reflectie op het proces van de verschillende deeltaken en aangewende strategieën.• GERICHTHEID OP INTEGRATIE, TRANSFER EN SAMENWERKING:- taaltaken in zo compleet mogelijk communicatieve situaties;- transfer van verworven kennis en vaardigheden naar andere vakken en nieuwe leer- enwerksituaties;- nauwe samenwerking en overleg tussen de leraren.II. SPECIFIEKVertrekken van schrijfvaardigheid impliceert niet dat schrijven het hoofddoel van dit vak is.Integendeel, de professionele, mondelinge taalvaardigheid van de leerlingen staat centraal.• DEELVAARDIGHEDEN EN TRANSFER:De deelvaardigheden, die vrijwel in alle schrijfoefeningen aan bod komen kunnen de volgende zijn:- lezen van de opdracht;- analyseren van de communicatieve situatie;- bepalen van het doel;- opstellen van de inhoudsstructuur;- genereren van inhoudselementen: uit de voorkennis, taakomschrijving, externe hulpbronnen …;- specificeren;


TSO – 3de graad – Secretariaat-talen 10AV Nederlands (zakelijke communicatie) (1ste leerjaar: 1 lestijd/week; 2de leerjaar: 1 lestijd/week)- abstraheren;- selecteren (doel- en publiekgerichtheid);- ordenen;- categoriseren;- formuleren;- herlezen van het eigen product;- beoordelen van het eigen product tegen de achtergrond van doel- en publiekgerichtheid en op basisvan commentaar van een derde;- reflectie;- (eventueel) herschrijven van het eigen product.De leerlingen leren deze schrijftaken als transferabele leertaken zien:- leren doelen stellen;- leren hulpbronnen te vinden om de vooropgestelde doelen te bereiken;- leren waarnemen, evalueren, selecteren, specificeren;- leren vinden en gebruiken van voorbeelden (teksten, analyseren en vergelijken);- leren verbanden leggen tussen schrijftaken en lees-, spreek- en luistertaken;Net zoals leerlingen kunnen leren om beter en doeltreffender te schrijven door systematisch op eenaantal elementen te letten (doel- en publiekgerichtheid, inhoud en structuur …) kunnen zij ook leren hunproducten mondeling naar voren te brengen. Eigenlijk worden opnieuw de deelvaardigheden vanschrijven opgeroepen, rekening houdend met de specificiteiten van de spreektaal en het taalregister.Spreekvaardigheid wordt beoordeeld op basis van dezelfde criteria als schrijfvaardigheid.• LEERPLANDOELSTELLINGENI: INLEIDINGNr. Pedagogisch-didactische wenken Timing1. De leerlingen kunnen het begrip ‘zakelijke’ communicatie in authentieke tekstentoelichten en herkennen.Het begrip ‘tekst’ dient ruim geïnterpreteerd te worden; het bevat meer dan alleenschriftelijk materiaal.• authentieke teksten kunnen zijn:handelsdocumenten:reclamebrochures;enquêtes;faxberichten, e-mails;herinneringsbrieven;informele documenten:post-it notes;SMS-berichten;dagboekfragmenten;telefoongesprekken


TSO – 3de graad – Secretariaat-talen 11AV Nederlands (zakelijke communicatie) (1ste leerjaar: 1 lestijd/week; 2de leerjaar: 1 lestijd/week)Nr. Pedagogisch-didactische wenken Timing• leerlingen leren door middel van lees- en luisterstrategieën ( o.a. voorspellend,oriënterend en zoekend lezen/luisteren) de tekstsoort herkennen en bepalen.Bij voorspellend lezen/luisteren kunnen de leerlingen:. voorkennis oproepen;. zich allerlei hulpvragen stellen (Wat wil de zender bij mij bereiken? Hoeheeft de zender zijn tekst opgebouwd? Wat verwacht ik van die tekst?…);. een verband leggen tussen de tekstsoort en de visueel aangereikteinformatie.Bij oriënterend lezen/luisteren kunnen de leerlingen:. aandacht hebben voor signaalwoorden, signaaltekens en signaalzinnen;. allerlei hulpvragen stellen (Wat is het centrale onderwerp? Wat is deglobale structuur van de tekst? …);Bij zoekend lezen/luisteren kunnen de leerlingen:. specifieke tekstinformatie opzoeken (data, cijfers, producten, …);. het antwoord zoeken op een specifieke vraag.• bij verschillende soorten communicatie kan het gaan over:externe versus interne communicatie;verbale versus non-verbale communicatie;mondelinge versus schriftelijke communicatie.intrapersoonlijke, interpersoonlijke en massacommunicatie:. intrapersoonlijk: zender en ontvanger zijn dezelfde persoon(dagboekfragment);. interpersoonlijk: twee of meer personen zijn erbij betrokken;. massacommunicatie: zender brengt een boodschap naar een onbekendpubliek.2-3 De leerlingen kunnen de criteria voor efficiënte communicatie opsommen, invoorbeeldteksten herkennen en zelf toepassen.• de leerlingen onderzoeken in elke tekstsoort:publiekgerichtheid;taalregister;doelgerichtheid;aandacht voor vormaspecten:


TSO – 3de graad – Secretariaat-talen 12AV Nederlands (zakelijke communicatie) (1ste leerjaar: 1 lestijd/week; 2de leerjaar: 1 lestijd/week)Nr. Pedagogisch-didactische wenken Timing. lay-out;. zinsbouw;. spelling.non-verbale aspecten• de leerlingen maken kennis met de Bin-normen op een functionele manier.• de leerlingen hanteren een evaluatiekaart als instrument: om die criteria te herkennen in voorbeeldteksten; om het schrijfproces te ondersteunen; om eigen producten te evalueren; om producten van medeleerlingen te beoordelen.5 De leerlingen kunnen een eenvoudig communicatieplan opstellen.Bij strategisch handelen (OVUR) wordt speciale aandacht besteed aan volgendestappen (oriënteren):Wie is de zender? → Wie ben ik als zender?Wie is de ontvanger, de publieksgroep? →Wie wil ik bereikenWat is/zijn het/de doel(en)? → Wat wil ik bereiken?Welk kanaal/medium gebruik ik? → Welke middelen zet ik in?Wat zijn de randvoorwaarden? ... → Met welke randvoorwaarden moet ikrekening houden?Eventueel: Is er ruis? → Hoe kan ik de ruis minimaliseren?6 De leerlingen kunnen de stappen van een volledige handelstransactieomschrijven.Het is de bedoeling de leerlingen een begrippenkader aan te reiken en een overzichtvan de structuur te bieden, zodat zij herkennen in welke fase van de transactie zij zichbevinden.Dit houdt in dat:niet elke stap afzonderlijk hoeft besproken te worden;in de praktijk niet altijd een brief nodig is:. soms is er geen tegenofferte;. dikwijls wordt er getelefoneerd of gemaild;. …7 De leerlingen kunnen de zakelijke communicatie binnen de huisstijl van eenbedrijf of organisatie situeren.Het is nodig te vertrekken van reële situaties en te werken met authentiekevoorbeelden. De bespreking van bedrijfscultuur en huisstijl kan een synthesemomentworden van alles wat tot dusver behandeld is.


TSO – 3de graad – Secretariaat-talen 13AV Nederlands (zakelijke communicatie) (1ste leerjaar: 1 lestijd/week; 2de leerjaar: 1 lestijd/week)Nr. Pedagogisch-didactische wenken TimingEen mogelijke instap voor de leerlingen: de leerlingen bespreken de huisstijl van de school:. logo;. onthaal, inschrijving, leerlingensecretariaat;. infobrochure;. schoolreglement;. communicatie met ouders. de leerlingen leggen een documentatiemap aan met voorbeelden vanzakelijke documenten uit verschillende beroepenvelden. bij bedrijfsbezoeken voeren de leerlingen een opdracht uit, waarbij volgendeaspecten een aanwijzing kunnen zijn:. afspraken vooraf;. balie-ontvangst,. telefonisch onthaal;. logo;. klantgerichtheid en klantvriendelijkheid;. bewegwijzering.II: SCHRIFTELIJKE COMMUNICATIE1 De leerlingen kunnen gepaste strategieën voor schriftelijke communicatie kiezenen toepassen bij het schrijven.Strategische vaardigheden:• zich oriënteren op de schrijftaak en op de communicatieve situatie;• het schrijfdoel bepalen;• het bedoeld publiek bepalen;• de tekstsoort bepalen;• de voorkennis inzetten;• de randvoorwaarden inschatten;• zich voorbereiden op de schrijftaak;• een stappenplan opstellen;• relevante inhoudselementen verzamelen, selecteren en ordenen;• een passende tekststructuur kiezen;• de schrijftaak uitvoeren;• een logische tekstopbouw creëren met aandacht voor inhoudelijke en functionelerelaties;• aantrekkelijk, duidelijk en aanvaardbaar formuleren qua stijl, register,informatiewaarde;• correct formuleren qua spelling, zinsbouw en interpunctie;• correct citeren (bronvermelding);• de lay-out verzorgen;


TSO – 3de graad – Secretariaat-talen 14AV Nederlands (zakelijke communicatie) (1ste leerjaar: 1 lestijd/week; 2de leerjaar: 1 lestijd/week)Nr. Pedagogisch-didactische wenken Timing• reflecteren op de aangewende strategieën;• reflecteren op de eigen tekst en die van anderen met het oog op het reviseren vande tekst.Informatieve en persuasieve communicatie:• de leerlingen passen de strategische vaardigheden toe bij het schrijven vandeze briefsoorten.• Het is niet de bedoeling dat de leerlingen alle briefplannen letterlijk uit het hoofdkennen.Niet elke briefsoort wordt volledig schriftelijk behandeld. De leraar maakt een selectie.De mate waarin bepaalde aspecten dieper worden behandeld, hangt af van de nodendie bij de leerlingen worden vastgesteld.Elektronische communicatie: e-mail• vormaspecten van e-mails: o.a. lay-out en stijlkenmerken van elektronischschrijven;• e-mails schrijven volgens OVUR-schema: (elektronische) aanvraag – offerte –bestelling;• positionering van het medium: voor- en nadelen, plaats tussen andere media (u);• netiquette (u).Mogelijke instapjes:• de leraar stuurt leerlingen een (voorbeeld-)e-mail als uitnodiging tot de les;• leerlingen brengen e-mails mee (authentiek materiaal);• leerlingen mailen huiswerk, taken … naar de leraar.Elektronische communicatie: e-commerce• benadrukken van de doelgerichtheid en het informatieve, commerciële enpersuasieve karakter;• de structuur en huisstijl van een website;• taalhandelingen bij het opstellen van een website (u);• de leerlingen leren informatie verwerken met nadruk op tekstverbanden, niet-lineairlezen en doelgerichtheid.Mogelijk instapje:• de huisstijl van de website van de school, stageplaats, gemeente … bespreken.2. De leerlingen kunnen rapporterenMogelijke instapjes:• verslag van een leerlingenraad;


TSO – 3de graad – Secretariaat-talen 15AV Nederlands (zakelijke communicatie) (1ste leerjaar: 1 lestijd/week; 2de leerjaar: 1 lestijd/week)Nr. Pedagogisch-didactische wenken Timing• verslag van een Gip-vergadering;• logboek met bevindingen.III: MONDELINGE COMMUNICATIE1 De leerlingen kunnen gepaste strategieën voor mondelinge communicatie kiezenen toepassen op een zakelijk gesprek.Strategische vaardigheden:• zich oriënteren op de spreektaak en op de communicatieve situatie;• het spreekdoel bepalen;• het bedoeld publiek bepalen;• de tekstsoort bepalen;• de voorkennis inzetten;• de randvoorwaarden inschatten;• zich voorbereiden op de spreektaak;• een stappenplan opstellen;• relevante inhoudselementen verzamelen, selecteren en ordenen;• een passende structuur kiezen;• de spreektaak uitvoeren;• een logische tekstopbouw creëren met aandacht voor inhoudelijke en functionelerelaties;• aantrekkelijk, duidelijk en aanvaardbaar formuleren qua stijl, register,informatiewaarde;• correct formuleren qua zinsbouw;• correct citeren (bronvermelding).• reflecteren op de aangewende strategieën;• reflecteren op de eigen spreektaak en die van anderen met het oog op het bijsturenvan de eigen taak.Telefoongesprekken:• specifiek karakter telefoneren: belang van het telefoneren in de administratie,geneeskunde, economie;• voorbereiding telefoongesprekken:- inkomende en uitgaande telefoongesprekken;- opbouw telefoongesprekken;- taalhandelingen bij het telefoneren: gespreksconventies om gesprekken tebeginnen, gaande te houden en af te sluiten;- telefoonsituatie:Mogelijke instapjes:1) direct telefoongesprek;2) indirect telefoongesprek (tussenschakel telefonist(-e));3) telefoonmonoloog (antwoordapparaat);4) probleemsituaties bijv. verkeerd verbonden, slecht begrijpenboodschap … .Zinvolle functionele opdrachten aansluitend bij de leefwereld van de leerlingen bijv.:


TSO – 3de graad – Secretariaat-talen 16AV Nederlands (zakelijke communicatie) (1ste leerjaar: 1 lestijd/week; 2de leerjaar: 1 lestijd/week)Nr. Pedagogisch-didactische wenken Timing• inlichtingen verzekeringsmaatschappij;• aanvraag catalogi;• achterstallige betalingen;• contacten uitzendbureau.Baliegesprekken (u):• imago, huisstijl, profilering: uitbouw zakelijke relatie, reputatie van het bedrijf;• persoonlijkheidskwaliteiten receptionist(e): stijl, taalgebruik en tact;• (eventueel) voorbeelden: video-opnames van baliegesprekken uit reëlewerksituaties en bedrijfsbezoeken;• analyseren van een onthaalsituatie: - bezoeker;- aanleiding bezoek;- randvoorwaarden: tijdstip, locatie, budget.• strategieën bij onvoorziene, moeilijke en vervelende onthaalsituaties.Mogelijke instapjes:- bespreken van concrete onthaalsituaties uit de ervaringswereld van de leerlingenbijv. onthaal bezoekers opendeurdag;- beoordelen van opgenomen baliegesprekken op video m.b.v. een schema.2 De leerlingen kunnen een bondig zakelijk verslag uitbrengen.Strategisch handelen:• voorbereiding:• uitvoering:Werkvergadering- doel van het verslag: voornamelijk informatief;- toon: zakelijk;- logische volgorde;- zo beknopt mogelijk;- hoofdzaken beklemtonen.De leerlingen brengen mondeling verslag uit n.a.v. een vergadering van deleerlingenraad, een Gip-vergadering:- duidelijk verwoorden van de opgave;- de methode toelichten: gevolgde werkwijze, bronnen …;- de belangrijkste bevindingen formuleren;- signaalwoorden gebruiken om de volgorde aan te duiden;- een kort besluit formuleren.TelefoonboodschapDe leerlingen brengen een kort verslag uit van het verloop en de inhoud van hetgesprek, na het opstellen van de memo:


TSO – 3de graad – Secretariaat-talen 17AV Nederlands (zakelijke communicatie) (1ste leerjaar: 1 lestijd/week; 2de leerjaar: 1 lestijd/week)Nr. Pedagogisch-didactische wenken Timing- telefoon voor;- datum/uur;- van …/firma;- boodschap;- wat moet gebeuren?InstructiesDe leerlingen brengen mondeling verslag uit na instructies van bijv. de directie, destagecoördinator, de Gip-begeleider:- duidelijk omschrijven van het probleem;- de verschillende aspecten/punten kort bespreken;- de onderlinge samenhang aanduiden met signaalwoorden;- besluit: duidelijk formuleren van de te zetten stappen.


TSO – 3de graad – Secretariaat-talen 18AV Nederlands (zakelijke communicatie) (1ste leerjaar: 1 lestijd/week; 2de leerjaar: 1 lestijd/week)MINIMALE MATERIËLE VEREISTENOm dit leerplan in optimale omstandigheden te realiseren, dient de school over de noodzakelijkeuitrusting en didactisch materiaal te beschikken.Dit houdt in:1 een geschikt (vak)lokaal met gemakkelijk verplaatsbaar meubilair om interactieve werkvormenmogelijk te maken, met daarin• ruimte voor aankleding van het lokaal (posters, wandkaarten, foto’s, knipsels …);• een degelijke geluidsinstallatie: cassetterecorder, cd-speler;• geluids- en beelddragers;• een aantal referentiewerken;• een bord, scherm en een overheadprojector;• een tv- en videotoestel (mobiel of vast);• een videocamera.2 mutimediacomputers met internetaansluiting• ofwel 5 Pc’s geïntegreerd in het vaklokaal;• ofwel 10 Pc’s opgesteld in een speciaal uitgerust multimedialokaal.Veiligheidsvoorschriften• De uitrusting en inrichting van de lokalen dienen te voldoen aan de technische voorschrifteninzake de vigerende wetgeving: Codex, ARAB, AREI en Vlarem.• Bij het gebruik van toestellen, materiaal en materieel dient men reeds bij aankoop te letten opde specifieke normen. Duidelijke, Nederlandstalige handleidingen evenals een technischdossier dienen aanwezig te zijn. Alle gebruikers dienen de werkinstructies enonderhoudsvoorschriften te kennen en correct te kunnen toepassen. De collectieveveiligheidsvoorzieningen mogen nooit gemanipuleerd worden. Daar waar de wetgeving hetvereist, moeten de persoonlijke beschermingsmiddelen aanwezig zijn en gedragen worden.


TSO – 3de graad – Secretariaat-talen 19AV Nederlands (zakelijke communicatie) (1ste leerjaar: 1 lestijd/week; 2de leerjaar: 1 lestijd/week)EVALUATIEEvalueren is:WAT?Het planmatig verzamelen en analyseren/interpreteren van de leerprestaties (kennis, inzicht, vaardighedenen attitudes) van leerlingen.WANNEER?• voor het onderwijsleerproces (diagnostische evaluatie);• tijdens het onderwijsleerproces (procesevaluatie of permanente evaluatie);• na een afgeronde onderwijsperiode (productevaluatie).WAAROM?• met het oog op het vaststellen van de beginsituatie;• met het oog op het bijsturen van het onderwijsleerproces;• met het oog op het sanctioneren van de studies.DOOR WIE?• de leerkracht;• de klassenraad;• de leerling zelf (zelfevaluatie).Een relevante evaluatie is een mix van gegevens over kennis, vaardigheden en attitudes. Bij de bepalingvan de verhouding tussen deze elementen houdt de leraar rekening met de eisen van het leerplan, de samenstellingvan de klas en met de onderwijsvorm.CRITERIA• ValiditeitDe leerstof moet representatief gedekt zijn. De toetsing moet aansluiten bij het onderwijs datvoorafgegaan is; wat geëvalueerd wordt, moet ook voldoende ingeoefend zijn. De verschillendeonderdelen van elk vak worden geëvalueerd.• BetrouwbaarheidOnafhankelijk van het persoonlijke of toevallige; met een aparte evaluatie van objectief meetbareleerprestaties (analytische beoordelingsschema's/modelantwoorden met puntenverdeling) en eensubjectieve evaluatie van attitudes.• Transparantie en voorspelbaarheidDe beoordelingscriteria zijn vooraf bij de leerling gekend.• Didactische relevantie (bij diagnostische evaluatie)De leerlingen moeten uit de beoordeling iets kunnen leren.• PlanmatigheidHet is een goed idee de leerlingen in het begin van het schooljaar duidelijk te maken wat en hoe ergeëvalueerd zal worden. De criteria voor specifieke toetsen kunnen ook vooraf worden toegelicht.Deelproeven• Afwisseling, combinatie van deeltaken en totaaltaken.• Afwisseling, combinatie van mondelinge en schriftelijke toetsing.• Afwisseling, combinatie van proces- en productevaluatie.• Evaluatie van individueel én groepswerk.De onderwerpen van de toetsen zijn gebaseerd op de vakcomponenten van het leerplan en de verhoudingdaartussen.De eindevaluatie van een rapportperiode is het resultaat van een redelijk aantal toetsen, waarbij de verschillendevakcomponenten afwisselend aan bod komen. De leraar laat de leerlingen de behaalde cijfers noterenin hun agenda. Toetsen worden door de leerling bewaard met het oog op het voorbereiden van de eindproeven.De cijfers op een rapport worden geduid met commentaar en remediëring. Deze toetsbeurten zijn im-


TSO – 3de graad – Secretariaat-talen 20AV Nederlands (zakelijke communicatie) (1ste leerjaar: 1 lestijd/week; 2de leerjaar: 1 lestijd/week)mers ook een communicatiemiddel tussen leerkracht, leerling en ouders. Bovendien kan de leerling zo, indiennodig zijn studiehouding en -methode aanpassen en/of kan de leraar zijn onderwijsmethode bijsturen.EindproevenMet dit soort evaluatie wil de leraar nagaan of de leerlingen die vaardigheden en kennis hebben verworvenom over te kunnen gaan naar een volgend leerjaar of om een bepaald getuigschrift te kunnen behalen.Bij de puntenverdeling is het noodzakelijk dat alle vakcomponenten op een evenwichtige wijze aan bod komen.Het is belangrijk dat er ter zake overleg wordt gepleegd in de vakgroep, die een gemotiveerd voorstelmoet formuleren per graad.Het uitschrijven van een evaluatiebeleid is een van de vele bevoegdheden van de school.De vakgroep ontwikkelt een visie m.b.t. evaluatie en kan zich o.m. over volgende items buigen:• organisatie van de evaluatie;• criteria;• instrumentarium voor proces- en productevaluatie;• rapportering aan leerlingen en ouders.Dagelijks werk:• Permanente (proces)evaluatie, met aandacht voor bijsturing en remediëring.• Een mogelijk te hanteren model als bijlage.Examens:Wanneer er examens ingericht worden, kunnen ze op deze manier georganiseerd worden:• Het cijfer voor spreekvaardigheid is gebaseerd op de permanente evaluatie van het dagelijkswerk (40 %). Het toegekende cijfer wordt op de schriftelijke proef vermeld.• Het schriftelijk examen is praktijkgericht (60 %).• Aanbevolen duur: 2 lestijden.


TSO – 3de graad – Secretariaat-talen 21AV Nederlands (zakelijke communicatie) (1ste leerjaar: 1 lestijd/week; 2de leerjaar: 1 lestijd/week)BIBLIOGRAFIEBAERT, A-M, Tekstuur, Plantyn Deurne, 1996, ISBN 90 301 6207 4NEVE DE MEVERGNIES, CECILE, Hoe bereid je je efficiënt voor op psychologische tests ? Leonard &Partners NV, 1995, ISBN 90-73721-06-7.NOEL DRAIN, P., Ik ben de beste. De 10 geheimen van succesvol solliciteren, Deltas, (De Zuid-Nederlandse Uitgeverij).BEKOOY, G.A., Handboek personeelsactiviteiten en bedrijfsevenementen: belonen, motiveren,communiceren. Alphen aan de Rijn, Samsom Bedrijfsinformatie, 1991BOUWEN, R., von GRUMBKOW, J., Cultuur in organisaties. Assen , Van Gorcum, Heerlen, Openuniversiteit, 1991DAELMANS, R.,Spreekkuur, Wolters Plantyn, 1997, ISBN 90 301 6569 3DEWITTE, A. en HERNALSTEEN, P., Bij de zaak, Gids voor zakelijke communicatie enhandelscorrespondentie , VAN IN, Lier , 1966, ISBN 90-306-2393-4GERADTS, W.F., Die achterban van u: een bondige handleiding voor de communicatie vanondernemingsraden en verwante organen. Muiderberg, Coutinho, 1991HERNALSTEEN, P., Zakelijke Communicatie en de Belgische normen (BIN). Lier, Van In, 1992JANSSEN, D., et al. (red.) Zakelijke communicatie: een leergang ‘communicatieve vaardigheden’ voorPEDAGOGISCHE BEGELEIDINGSDIENST VAN HET GEMEENSCHAPSONDERWIJS, Het BIN-BOEKJE . De opmaak van rapporten en brieven, dactylografische aspecten en afspraken, Brussel, 1999,ISBN 90-73626-12-9RENKEMA, J., Schrijfwijzer, SDU Uitgeverij, ’s-Gravenhage,1995, ISBN 90 75 56604 2STEEHOUDER, M ,. Leren communiceren, Wolters-Nordhoff, Groningen,1992, ISBN90 01 808247CREYGHTON, J., Effectief en creatief schrijven: hoe technische en creatieve vaardigheden kunnenleiden tot een goed verhaal en een boeiend rapport. Groningen, Boek WERK, 1990, 159 blz.


TSO – 3de graad – Secretariaat-talen 22AV Nederlands (zakelijke communicatie) (1ste leerjaar: 1 lestijd/week; 2de leerjaar: 1 lestijd/week)BIJLAGE 1 : Evaluatiefiche voor de leerlingDe leerling kan zichORIËNTEREN• Wat weet je al over het onderwerp?• Heb je context en situatie afgebakend?• Zijn doel en publiek duidelijk bepaald?• Is er rekening gehouden met derandvoorwaarden?VOORBEREIDEN• Heb je de opdracht voldoendegeanalyseerd?• Zijn de nodige gegevens verzameld?• Heb je de passende hulpbronnengeraadpleegd?• Heb je de gegevens kritisch geselecteerd?• Is er een stappenplan opgesteld?• Moeten er praktische schikkingen getroffenworden? (infrastructuur, uitrusting,ontvangst …)UITVOERENTaal• Is het taalgebruik aangepast aan doel enpubliek?• Zijn de zinnen grammaticaal correct?• Heb je aandacht besteed aan correctespelling en uitspraak?• Is er voldoende variatie in de zinsbouw?Inhoud• Is de inhoud correct, duidelijk en volledig?• Is de opbouw logisch en samenhangend?• Wordt de inhoud ondersteund doordegelijke argumenten?Presentatie• Zijn de conventies gevolgd?(Bin, huisstijl,houding, gepast register …)• Heb je gezorgd voor een aantrekkelijkepresentatie, vormgeving?• Zijn je gebaren, mimiek functioneel?REFLECTEREN OP• Beantwoordt het eindresultaat aan deverwachtingen of de bedoeling?• Heb je tijdens de uitvoering rekeninggehouden met de vooropgesteldestrategieën?BIJSTURING• Wat is misgegaan?• Wat kan verbeterd worden? Hoe?Taak 1 Taak 2 Taak 3Opdracht:Opdracht:Opdracht:Datum:Datum:Datum:

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!