MIRT Verkenning Haaglanden Infrastructuur en Ruimte 2020 – 2040

Een bereikbare toekomst begint vandaag
Bijlage 5: participatie en communicatie
Een participatietraject met maatschappelijke
organisaties, ondernemers en bewoners uit de
regio is een integraal onderdeel van de MIRT
Verkenning Haaglanden.
Bij alle (tussen)producten bekijken we welke
deskundigen kunnen bijdragen om de
resultaten van de verkenning te verbeteren.
Deze 'participanten' brengen we bij elkaar om
kennis uit te wisselen, producten te toetsen en
aan te scherpen en om een inschatting van het
draagvlak te maken.
Met behulp van de resultaten kunnen de
betrokken bestuurders uiteindelijk een
gefundeerde en gedragen voorkeursbeslissing
nemen. Bij het participatietraject wordt het
projectteam ondersteund door het Centrum
Publieksparticipatie.
Focusgroepen kansrijke
oplossingsrichtingen
Tijdens het participatietraject maken we onder
andere gebruik van focusgroepen: we brengen
kleine groepen stakeholders bij elkaar, die
vanuit verschillende belangen en invalshoeken
reageren op een aantal vragen van het
projectteam. In 2009 en 2010 organiseerden
we drie series focusgroepen over respectievelijk
de ambities voor ruimte en bereikbaarheid,
probleemanalyse (Eindrapport fase A) en de
oplossingsrichtingen (Notitie reikwijdte en
Detailniveau). Voor de selectie van kansrijke
oplossingsrichtingen is de vierde serie
focusgroepen gehouden, op maandag 11 en
dinsdag 12 april 2011.
Samenvatting resultaten
De kansrijke oplossingsrichtingen (en de
problemen die hieraan ten grondslag liggen)
kunnen rekenen op begrip en stuiten niet op
principiële bezwaren. Ook het feit dat er een
korte termijn maatregelenpakket (quick wins
en no regret-maatregelen) is samengesteld,
kon op instemming rekenen. Men gaf aan de
redeneerlijn van het projectteam over de
kansrijkheid van de oplossingsrichtingen te
kunnen volgen.
“De overheid doet er goed aan in ieder geval te
beginnen met dit ‘laaghangend fruit”
Wel zijn er enkele kanttekeningen en
aandachtspunten meegegeven, waarvan we de
belangrijkste hieronder weergeven.
Aandachtspunten over de kansrijke
oplossingen:
1. De samenhang met het gehele netwerk moet
niet uit het oog verloren worden
In beide groepen wordt gewezen op het belang
van het in samenhang bestuderen van de
oplossingen op de A4 Passage en de inprikkers
enerzijds, en de effecten op het OWN
anderzijds. Ook het belang van andere
modaliteiten (fiets, openbaar vervoer) mogen
niet onderschat worden, en moeten in
samenhang met de wegoplossingen worden
bezien.
2. Vraagtekens over de aannames ten aanzien
van inpassing
Bewoners langs de Noordwestelijke Hoofdroute
hebben in de aangereikte documentatie over de
oplossingsrichtingen geen verwijzingen
aangetroffen naar een mogelijke
tunneloplossing in de ringstructuur. Dit betreft
weliswaar een inpassingskwestie, en is dus
formeel niet aan de orde in deze fase. Echter,
als men de geraamde kosten voor de
oplossingsrichting ‘Internationale Ring’ leest,
leidt men daaruit af, dat er niet is uitgegaan
van ondertunneling. Men zou liever zien dat
voor alle oplossingsrichtingen een grote
financiële bandbreedte wordt aangenomen,
opdat bij elke oplossing ook de meest
ambitieuze inpassingsvarianten in aanmerking
zullen komen voor verdere studie.
3. Vraagtekens bij veronderstelde ineffectiviteit
van de lange parallelstructuur
De vereniging ‘Houdt Vlietrand Groen’ heeft een
verrijking ingebracht met betrekking tot de
parallelstructuur. Het basisidee sluit aan bij de
oplossingsrichting die het projectteam
bestudeert, namelijk het ontvlechten van het
regionale en het doorgaande verkeer. De
suggestie van Houdt Vlietrand Groen is om de
weggedeeltes voor het regionale verkeer (het
huidige tracé) te downgraden tot OWN. Naar de
mening van de afgevaardigden van Houdt
Vlietrand Groen zou dit een positief effect
hebben op de doorstroming (minder
weefbewegingen). Sterker nog; op deze wijze
zou volgens de vereniging de lange
parallelstructuur juist de voorkeur verdienen en
niet als minder effectief mogen worden
gekwalificeerd (zoals blijkt uit de uitgevoerde
modelberekeningen). Bovendien biedt het
ingebrachte idee, volgens de indieners betere
inpassingsmogelijkheden.
68