12.09.2013 Views

ondernemersinterviews - Jos Lammers

ondernemersinterviews - Jos Lammers

ondernemersinterviews - Jos Lammers

SHOW MORE
SHOW LESS

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

Transportbesparing is een project van het ministerie van Verkeer en Waterstaat in samenwerking met EVO, VNO-NCW, de stichting Natuur en Milieu en<br />

de ministeries van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit, Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer en Economische Zaken.<br />

Transportbesparing …mooi meegenomen<br />

> Ondernemers prijzen<br />

zichzelf de markt in<br />

ondernemers prijzen zichzelf de markt in 1


2<br />

bladzijde<br />

Inhoud<br />

4 Gerrit Keuzenkamp van BSN Glasspack:<br />

‘Voorraden op een logische plek’<br />

6 Jan Willem Westerhuis van Catom PDM:<br />

‘Brandstoffenhandel moét wel slimmer transporteren’<br />

8 Jannes Oosterveld van DOC Kaas:<br />

‘Beste waar tegen de laagste prijs, dan ben je interessant’<br />

10 Krimo Maadi van Free Record Shop:<br />

‘Digitaal muziek kopen gaat erg groot worden’<br />

12 Lucien Hekker van Assenburg:<br />

‘Verborgen kosten op tafel’<br />

14 Jan van Rijsingen van Groentehof:<br />

‘Twintig procent van je product weggooien is doodzonde’<br />

16 Eric Leemans van Hoffmann Bodemtechnieken:<br />

‘In de bouw is kostprijs een bepalende factor’<br />

18 Stijn van den Brekel van Jardin:<br />

‘Iedere cent besparing telt’<br />

20 Gradus Meijering van Johnson Polymer:<br />

‘Transportbesparing maakt investeren in<br />

verbeteringen net iets makkelijker’<br />

22 Frans Sools van Lights Interaction Agro:<br />

‘Zoeken naar maatschappelijk relevante verbeteringen’<br />

24 Leo Moree van Milieu Service Holland West:<br />

‘Lokale oplossing is voor iedereen beter’<br />

26 Walter Nonnekes van Nedmag Industries:<br />

‘Beter ranja vervoeren dan limonade’<br />

28 Piet Nell van Provalor:<br />

‘Benutten in plaats van afvoeren’<br />

30 René de Bruin van de stichting Streekeigen Producten:<br />

‘Directer contact met de consument’<br />

32 Marcel Kuijpers van Kuijpers Kip:<br />

‘Extra inkomsten wil ik wel hebben’<br />

34 Pascal van Haren van CoopCodis:<br />

‘Tien tot twaalf procent minder transport blijkt<br />

zonder meer haalbaar’<br />

36 Contact en informatie<br />

transportbesparing …mooi meegenomen


Gezond boerenverstand<br />

Besparen op transport is goed voor het bedrijf en goed voor de omgeving. De kosten<br />

gaan omlaag, de betrouwbaarheid verbetert en er rijden minder vrachtwagens op de<br />

wegen. Veel ondernemers zien dit, signaleren kansen en grijpen ze. Als individueel<br />

bedrijf of samen met partners in de keten. Door een slimme aanpassing in de productie<br />

of gewoon door de gegroeide gewoontes eens tegen het licht te houden. “Elimineren<br />

van verspilling is ‘the name of the game’,” zegt Walter Nonnekes, logistiek manager van<br />

zoutleverancier Nedmag Industries, daarover. Hij bedacht samen met zijn afnemers en<br />

vervoerders dat je calciumchloride en magnesiumchloride beter in regionale depots in<br />

geconcentreerde vorm kunt opslaan en vandaar in de gewenste concentratie uitleveren.<br />

In de huidige situatie rijdt het bedrijf vanuit Veendam de hele dag af en aan naar klanten<br />

in het land, die soms vrijwel buren zijn. “Heb je net de een bevoorraad, belt de ander<br />

voor een spoedbestelling”, schildert Nonnekes een reële situatie.<br />

Hij en vele andere ondernemers en managers vertellen over hun ervaringen met<br />

bewust zoeken naar mogelijkheden om verspillingen op transportgebied te elimineren.<br />

“Transportkosten lijden binnen veel bedrijven, ook bij ons, een soort verborgen bestaan.<br />

Men neemt ze voor lief en het vraagt specifieke aandacht om ze op tafel te krijgen en te<br />

kijken of je er iets mee kunt,” geeft Lucien Hekker, teamleider Back Office van kantoorin-<br />

richter Assenburg, als reden waarom je daar als bedrijf soms echt voor moet gaan zitten.<br />

Gebeurt dat, dan leidt dat in de praktijk tot interessante resultaten. En bovendien, zoals<br />

Gerrit Keuzenkamp, manager planning en logistiek bij glasproducent BSN Glasspack, het<br />

zegt: “Tot een wezenlijke discussie over het rondjes rijden door Nederland, waarvan je<br />

gezonde boerenverstand zegt dat je dat zo niet moet doen.”<br />

In deze interviewbundel, kunt u meeluisteren met deze ‘wezenlijke discussie’ van een<br />

keur aan Nederlandse ondernemers en managers en meekijken naar de resultaten.<br />

ondernemers prijzen zichzelf de markt in 3


Gerrit Keuzenkamp van BSN Glasspack ><br />

Gerrit Keuzenkamp, manager planning en logistiek bij glasproducent BSN Glasspack, vond het aan tafel zitten<br />

met glasrecycler Maltha, zijn afnemers Bavaria en Unilever, supermarktketen Dekamarkt en glasinzamelaar Van<br />

Gansewinkel ‘bijzonder zinvol’. Het leverde interessante ideeën op voor het verminderen van de kleine twintig mil-<br />

joen kilometer die deze partners in de keten jaarlijks afleggen met lege en gevulde potten en flessen en met de<br />

scherven waarmee deze eindigen en beginnen. “Door de structuur van zo’n project, maak je allemaal tijd vrij in je<br />

agenda. Je kijkt bij elkaar in de keuken en zo kom je op ideeën.” Maar Keuzenkamp vond het vooral zinvol omdat<br />

er, los van concrete projecten, ook een wezenlijke discussie is gevoerd over het ‘rondjes rijden door Nederland,<br />

waarvan je gezonde boerenverstand zegt dat je dat zo niet moet doen’.<br />

4<br />

‘Voorraden op een<br />

logische plek’<br />

transportbesparing …mooi meegenomen


Potje vier keer langs Schiedam<br />

Keuzenkamp: “Wanneer je naar de hele<br />

keten kijkt, is het zonneklaar dat de bedrijfs-<br />

filosofie van supermarkten om de voorraden<br />

zo klein mogelijk te houden voor enorm veel<br />

onlogisch en onnodig transport zorgt. Het<br />

is bijvoorbeeld heel goed denkbaar dat een<br />

glazen potje dat wij in Schiedam maken,<br />

eerst naar ons magazijn in Oosterhout gaat,<br />

vandaar naar Unilever in Delft die het afvult<br />

en opslaat, vervolgens naar het depot van<br />

een distributeur in Limburg en vandaar naar<br />

een winkelier in Noord-Holland. Zo’n potje<br />

komt vier keer langs Schiedam, omdat over-<br />

al voorraden staan, behalve op de plek waar<br />

dat het meest efficiënt is: zo dicht mogelijk<br />

bij de eindgebruiker. Als je wilt besparen<br />

op transport, dan zul je dáár met elkaar een<br />

keer een omslag in moeten maken.”<br />

“De uiteindelijke<br />

opbrengsten komen<br />

bij onze klant.<br />

Dat is de afspraak.”<br />

In het kader van de ketenanalyse, kon er<br />

in ieder geval over gepraat worden. En<br />

gespeeld met oplossingen, zoals ketenpart-<br />

ners die, los van waar hun voorraden staan<br />

opgeslagen, elkaar pas factureren op het<br />

moment dat de consument het eindproduct<br />

aan de kassa van de detaillist afrekent.<br />

“Met de huidige elektronica kan het”, con-<br />

cludeert Keuzenkamp, “en je maakt het veel<br />

makkelijker om voorraden op de meest logi-<br />

sche plekken neer te zetten.”<br />

‘overal staan voorraden, behalve op de plek<br />

waar dat het meest efficiënt is.’<br />

Voorraden bij de klant<br />

Een eerste stap in diezelfde richting is wat<br />

hem betreft een concreet resultaat van de<br />

ketenanalyse: BSN Glasspack gaat lege<br />

flessen en potjes opslaan bij Bavaria en<br />

Unilever, in plaats van in het eigen magazijn<br />

in Oosterhout. Handig voor de afvullers, die<br />

nooit meer hoeven misgrijpen, gunstig voor<br />

BSN Glasspack, dat krap in zijn magazijn-<br />

ruimte zit, en gunstig voor de transportkos-<br />

ten omdat er veel efficiënter gereden kan<br />

worden.<br />

Een beduidend ingrijpender project is het<br />

verplaatsen van producties, een project dat<br />

BSN Glasspack momenteel nader onder-<br />

zoekt. Keuzenkamp: “Onze productie is<br />

per vestiging gespecialiseerd: we maken<br />

conservenpotten in Maastricht, flessen voor<br />

gedestilleerd in Schiedam en bierflessen in<br />

Leerdam. Dat is historisch zo gegroeid, maar<br />

wat transport betreft soms ongunstig. De<br />

potjes voor Unilever in Delft komen bijvoor-<br />

beeld helemaal uit Maastricht. In Schiedam<br />

hebben we een fabriek bij wijze van spre-<br />

ken om de hoek, maar die maakt niet wat<br />

Unilever nodig heeft. Dat willen we veran-<br />

deren.” Simpel is dat overigens niet. Vooral<br />

het introduceren van de benodigde deskun-<br />

digheid op de juiste locatie en de gevolgen<br />

van zo’n leerproces voor de productie, zijn<br />

onderdelen van het project waarvan de kos-<br />

ten moeilijk zijn in te schatten.<br />

Investeringen terugverdienen<br />

In de ketenanalyse hebben de partners over<br />

kosten en baten en waar die terechtkomen<br />

“Wanneer je naar de hele keten kijkt, is het<br />

zonneklaar dat de bedrijfsfilosofie van supermarkten<br />

om de voorraden zo klein mogelijk te<br />

houden voor enorm veel onlogisch en<br />

onnodig transport zorgt.”<br />

heldere afspraken gemaakt. Keuzenkamp:<br />

“De uiteindelijke opbrengsten komen bij<br />

onze klant. Dat is de afspraak. Maar wij<br />

krijgen wel enkele jaren de tijd om zover te<br />

komen, zodat we de gelegenheid hebben<br />

onze investeringen en inspanningen terug<br />

te verdienen.” Dat geldt ook voor een aantal<br />

andere besparingsprojecten die momenteel<br />

worden uitgewerkt, zoals hoger stapelen<br />

op pallets, regionale overslagpunten voor<br />

glas dat retour komt en de leveringen voor<br />

verschillende klanten combineren. Ook het<br />

geleidelijk vervangen van statiegeldflessen<br />

door lichtere flessen die via de recycling<br />

terugkomen in de productie, is onderwerp<br />

van studie. “Dat ligt politiek gevoelig”, weet<br />

Keuzenkamp, “maar transporttechnisch is<br />

eenmalig glas veel gunstiger en mogelijk<br />

milieutechnisch ook.”<br />

Bij een dergelijke ingrijpende omschake-<br />

ling is steun van de overheid onontbeerlijk,<br />

vindt Keuzenkamp. Datzelfde geldt voor<br />

het inzetten van langere vrachtwagens, een<br />

lang gekoesterde wens waar ook het rijk al<br />

tijden op studeert, maar wat hem betreft tot<br />

heden zonder veel succes. “Het ophoesten<br />

van alle informatie die de overheid vraagt<br />

voor je met zo’n wagen mag rijden, kost je<br />

een volledige werknemer. Terwijl het tech-<br />

nisch en op de weg prima kan.” <<br />

ondernemers prijzen zichzelf de markt in 5


Jan Willem Westerhuis van Catom PDM ><br />

“De kwaliteit van benzine en dieselolie is voor de consument een gegeven. Vergelijk het met de aankoop van een pak<br />

suiker. De eigenschappen van het product zijn voor de consument geen punt van overweging meer. De prijs wel, de<br />

verpakking misschien en de service eromheen. Maar het product zelf niet. Motorbrandstoffen zijn hard op weg in die-<br />

zelfde richting.” Dit zegt Jan Willem Westerhuis. Tot zes jaar geleden logistiek manager bij Exxon. Nu samen met een<br />

vroegere collega de directie van Catom Petroleum Distribution Management. Hun overtuiging: de brandstoffenmarkt<br />

gaat uiteindelijk over naar uniforme producten. Dat biedt mogelijkheden voor slimmer transport. In de bedrijfstak<br />

wordt jaarlijks zo’n veertig miljoen kilometer voor het vervoer van brandstoffen afgelegd. Daar zou tien tot twintig<br />

procent op te besparen zijn. Catom PDM wil dat organiseren en ontving daarvoor als een van de eerste Nederlandse<br />

bedrijven subsidie van het project Transportbesparing.<br />

“Alle motorbrandstoffen die je in Nederland<br />

koopt, komen uit dezelfde raffinaderijen”,<br />

licht Westerhuis de redenering achter zijn<br />

bedrijfsplan toe. “Het zijn nu al uniforme<br />

producten. Sommige aanbieders voegen<br />

daar additieven aan toe, maar de effecten<br />

daarvan zijn minimaal en ze boeien de<br />

consument nauwelijks. Die weet allang<br />

dat de kwaliteit goed is en kijkt liever naar<br />

de prijs.” Catom Petroleum Distribution<br />

Management speelt daarop in en regelt de<br />

distributie van standaardkwaliteit brand-<br />

stoffen, geleverd vanuit centrale depots<br />

en vervoerd in ‘witte trucks’. De planners<br />

van Catom ‘lezen’ zelf online hoe de voor-<br />

6<br />

‘Brandstoffenhandel moét<br />

wel slimmer transporteren’<br />

“Additieven boeien de consument<br />

nauwelijks. Die weet<br />

allang dat de kwaliteit goed<br />

is en kijkt liever naar de prijs.”<br />

raden van de klanten erbij staan en sturen<br />

op basis daarvan de tankwagens de weg<br />

op. Omdat iedere klant dezelfde producten<br />

afneemt, kan dit veel efficiënter dan wanneer<br />

voor elke aanbieder een wagen met eigen<br />

logo en receptuur de weg op gaat. Dankzij<br />

die efficiency, besparen klanten van Catom<br />

ongeveer vijftien procent op hun transport-<br />

kosten. “Heel belangrijk”, is de overtuiging<br />

van Westerhuis, “want veel andere moge-<br />

lijkheden om de prijs te beïnvloeden zijn er<br />

niet. En de consument verlangt dat wel.”<br />

Weerstanden<br />

Catom belevert inmiddels 150 pomphouders<br />

volgens dit concept, enkele procenten van<br />

de markt, met een navenant effect op het<br />

aantal kilometers dat op de Nederlandse<br />

wegen met tankwagens wordt afgelegd.<br />

“De bedrijven missen hun<br />

reclame op de tankwagen.<br />

Maar overschat het nut van<br />

die reclame niet. Niet<br />

iedereen is blij met al die<br />

vrachtwagens op de weg.”<br />

klanten van catom besparen vijftien procent<br />

op hun transportkosten.<br />

transportbesparing …mooi meegenomen


Mooi, maar nog slechts een fractie van het<br />

resultaat waar Catom PDM op mikt. “Er zijn<br />

weerstanden”, erkent Westerhuis. “Eerste:<br />

de grote oliemaatschappijen menen dat<br />

productkwaliteit klanten bindt. Vooral bij<br />

de PR-afdelingen is dat idee hardnekkig. Wij<br />

constateren hierin trouwens wel een ken-<br />

tering. Ook de grote maatschappijen expe-<br />

rimenteren en verschuiven daarbij de aan-<br />

dacht van productkwaliteit naar prijs, met<br />

onbemande benzinestations bijvoorbeeld,<br />

of juist naar service, met complete winkels<br />

bij de pomp.”<br />

Tweede weerstand die Westerhuis noemt:<br />

“De bedrijven missen hun reclame op de<br />

tankwagen. Wij bieden de mogelijkheid om<br />

een verwisselbaar bord op de ‘witte trucks’<br />

te klikken. Maar we zeggen ook: overschat<br />

het nut van die reclame niet. Niet iedereen<br />

is blij met al die vrachtwagens op de weg.”<br />

Derde en misschien wel belangrijkste weer-<br />

stand is volgens Westerhuis het feit dat<br />

bij overschakeling op het Catom-concept<br />

organisatiestructuren veranderen. Vooral bij<br />

bedrijven die nu zelf hun logistieke planning<br />

en vervoer verzorgen. Daar zullen mensen,<br />

of hele afdelingen, overbodig worden.<br />

“Maar”, zegt hij, “er is al een trend om plan-<br />

ning en vervoer uit te besteden aan specia-<br />

listen, omdat het efficiënter en goedkoper<br />

is. Dus ook hier zien wij de markt verande-<br />

ren in de richting die wij voorspellen.”<br />

Subsidie ‘zeer welkom’<br />

Hoe overtuigd Westerhuis ook is, het ‘voor<br />

de muziek uitlopen’ wat hij met zijn bedrijf<br />

doet, is niet simpel. Althans: “Het kost tijd<br />

voor je gelijk krijgt. En dus geld.” De subsi-<br />

die uit het programma Transportbesparing<br />

die het bedrijf vier jaar geleden ontving bij<br />

de eerste subsidieronde van het project,<br />

was dan ook ‘zeer welkom’. Westerhuis:<br />

“Vanwege het geld. Maar ook omdat het<br />

aanvragen van subsidie ons dwong onze<br />

gedachten te structureren en onze analyse<br />

op papier te zetten. Dat was belangrijk.”<br />

“Veel andere mogelijkheden<br />

om de prijs te beïnvloeden<br />

zijn er niet. En de consument<br />

verlangt dat wel.”<br />

De huidige klantenkring, allemaal rela-<br />

tief kleinere ondernemingen, bewijst wat<br />

Westerhuis betreft het gelijk van zijn markt-<br />

analyse. Nu de ‘grote jongens’ nog. “Ze<br />

gaan die kant op. Dat weet ik zeker. Ook<br />

de grote oliemaatschappijen zoeken bij de<br />

distributie steeds meer de samenwerking<br />

op. Ze moeten wel. Dan zeggen wij: leg de<br />

uitvoering daarvan bij een neutrale derde<br />

partij die daar de expertise voor in huis<br />

heeft. Bij ons dus. Of het ons lukt een flink<br />

stuk van die koek binnen te halen, weet ik<br />

niet. Maar dat de markt zich zo ontwikkelt,<br />

daar ben ik absoluut zeker van.” <<br />

ondernemers prijzen zichzelf de markt in 7


Jannes Oosterveld van DOC Kaas ><br />

8<br />

‘Beste waar tegen de<br />

laagste prijs, dan ben<br />

je interessant’<br />

transportbesparing …mooi meegenomen


Bij de Drents-Overijsselse Coöperatie (DOC) Kaas, produceren honderddertig medewerkers jaarlijks ongeveer<br />

zestigduizend ton kaas uit een kleine honderd miljoen liter melk. Plaats van handeling: de binnenstad van<br />

Hoogeveen. Maar als de plannen van de coöperatie werkelijkheid zijn geworden, is dat binnenkort in ‘Zuivelpark<br />

Hoogeveen’ op industrieterrein Buitenvaart II, net buiten de stad langs de A37. In het zuivelpark brengt DOC Kaas<br />

meerdere stappen uit de eigen productieketen op één locatie samen. Daarnaast nodigt de coöperatie bedrijven die<br />

aanvullende schakels in de keten vormen uit om zich in het zuivelpark te vestigen. “Zoals Shell dat in Pernis ook<br />

doet met aanverwante bedrijven”, licht directeur Jannes Oosterveld toe.<br />

doc kaas: meerdere productieschakels<br />

op een buislengte van elkaar.<br />

Het idee voor een park met aan elkaar geli-<br />

eerde bedrijven is volgens Oosterveld een<br />

voor de hand liggende stap nu de in 1895<br />

opgerichte coöperatie van melkveehouders<br />

toch ‘overnieuw begint’. Oosterveld: “In de<br />

binnenstad zijn we met 2,5 hectare bedrijfs-<br />

terrein volledig uit ons jasje gegroeid. Het<br />

rijpen van de kazen hebben we al op ver-<br />

schillende locaties moeten onderbrengen,<br />

omdat we geen ruimte hebben. Maar op<br />

Buitenvaart II hebben we achttien hectare<br />

terrein! Daar kunnen we groeien en meteen<br />

onze bedrijfsprocessen in één keer goed<br />

organiseren.”<br />

“Wij onderzoeken of gelieerde<br />

bedrijven, zoals verpakkers en<br />

distributeurs, zich op ons terrein<br />

willen vestigen om zodoende<br />

de kosten in de keten<br />

verder te verlagen.”<br />

Kosten elimineren<br />

‘Goed’ betekent wat Oosterveld betreft<br />

voldoen aan huidige en nog te verwachten<br />

normen op het gebied van milieu en ver-<br />

antwoord ondernemen en tegelijk zoeken<br />

naar mogelijkheden om kosten te elimi-<br />

neren. Oosterveld: “Uiteindelijk gaat het<br />

erom de beste waar tegen de laagste prijs<br />

te kunnen leveren. Dan ben je interessant<br />

in de markt.” Eén van de manieren om<br />

beide typen doelstellingen te combine-<br />

ren, is meer schakels in de kaasproductie<br />

op de eigen locatie bijeenbrengen. Melk<br />

aanvoeren, kaas maken, kaas laten rijpen<br />

en het verwerken van de eiwitrijke wei<br />

die na de productie resteert, heeft DOC<br />

Kaas straks allemaal ‘op een buislengte’<br />

afstand van elkaar in eigen hand. Voor<br />

de weiverwerking, een nieuwe schakel in<br />

de keten, heeft DOC Kaas samen met het<br />

Engelse Volac International de onderneming<br />

DVNutrition opgericht. Daarnaast werpt de<br />

coöperatie zichzelf op als ‘parkmanager’.<br />

Oosterveld: “Wij onderzoeken of gelieerde<br />

bedrijven, zoals verpakkers en distribu-<br />

teurs, zich op ons terrein willen vestigen om<br />

zodoende de kosten in de keten verder te<br />

verlagen.”<br />

Het gezamenlijk gebruiken van voorzie-<br />

ningen is één van de manieren om in het<br />

zuivelpark dat Oosterveld voor ogen staat<br />

kosten te besparen. Zo ontwikkelt DOC Kaas<br />

op de nieuwe locatie met Europese subsidie<br />

technieken om al het benodigde proces- en<br />

drinkwater zelf uit de aangeleverde melk<br />

te winnen. Andere bedrijven kunnen daar<br />

wellicht hun voordeel mee doen. Een bedrij-<br />

vencluster biedt ook de kans om milieu-<br />

voordelen en economische besparingen te<br />

combineren door gebruik te maken van de<br />

energie- en stoomvoorzieningen van DOC<br />

ondernemers prijzen zichzelf de markt in 9<br />

Kaas.<br />

“We rijden nu heel Nederland<br />

rond en straks zit alles op één<br />

plek. Dus ga maar na.<br />

We hebben gewoon een heel<br />

goed verhaal.”<br />

Ook minder behoefte aan transport gaat<br />

DOC Kaas en zijn beoogde partners in het<br />

zuivelpark besparingen opleveren. Hoeveel<br />

precies, heeft Oosterveld nog niet laten<br />

doorrekenen. “Maar”, zegt hij, “we rijden<br />

nu heel Nederland rond en straks zit alles<br />

op één plek. Dus ga maar na. We hebben<br />

gewoon een heel goed verhaal.”


10<br />

Krimo Maadi van Free Record Shop ><br />

“We zijn marktleider in het verkopen van muziek. En dat willen we graag zo houden.” Dit zegt Krimo Maadi,<br />

projectleider van de Free Download Shop, de digitale muziekwinkel van Free Record Shop. In de eerste maand<br />

van zijn bestaan, sinds half augustus 2004, werden 45.000 liedjes gedownload via www.freerecordshop.nl, waar<br />

behalve digitale bestanden ook cd’s, dvd’s en video’s te koop zijn. Met het investeren in een legale download-<br />

winkel, wil Free Record Shop zijn marktleiderschap in muziekdistributie veiligstellen en tevens een beeld recht-<br />

zetten: muziek is niet gratis. Bovendien: “Een digitale muziekbibliotheek is de toekomst”, is de overtuiging van<br />

Maadi. Aardige bijkomstigheid: het scheelt vrachtwagens vol cd’s die nu nog door heel Europa rijden.<br />

free download shop: ‘downloaden, en afspelen<br />

waar je maar wilt.’<br />

Het is 23 september 2004. Die ochtend is<br />

zanger André Hazes aan een hartaanval<br />

gestorven. In de hal van het hoofdkantoor<br />

van Free Record Shop hangt een groot<br />

beeldscherm. ‘Een beetje verliefd’ en ‘Zij<br />

gelooft in mij’ vullen, gezongen door een al<br />

aftakelende Hazes en begeleid door gejuich<br />

van zijn fans, de ruimte. “Muziek en enter-<br />

tainment is ons werk”, zegt Krimo Maadi<br />

eenvoudig, boven de stem van Hazes uit.<br />

Het is de belangrijkste reden waarom Free<br />

Record Shop 1,5 miljoen euro investeerde<br />

in een eigen digitaal platform en een flinke<br />

bandbreedte op internet om legaal muziek<br />

aan te bieden. Voor ongeveer een euro per<br />

liedje, kan iedereen met een pc en inter-<br />

netverbinding zijn eigen cd samenstellen.<br />

Maadi somt de voordelen op, vergeleken<br />

met het illegaal downloaden via ‘peer to<br />

peer’ systemen zoals Kazaa: “Het is legaal,<br />

dat als eerste. Je hebt dus ook geen last<br />

van de bijverschijnselen van de illegaliteit,<br />

zoals spyware op je computer of blokkades<br />

die platenmaatschappijen opwerpen tegen<br />

illegaal downloaden. Bovendien bieden we<br />

een klantvriendelijk systeem. Het is eenvou-<br />

dig, het is snel, je kunt van elk nummer een<br />

voorproefje beluisteren en je kunt, als je<br />

dat wilt, ook het cd-hoesje downloaden en<br />

uitprinten.”<br />

Dylan binnen vijf minuten in huis<br />

Eenvoudig en snel zijn ook de voordelen<br />

ten opzichte van het kopen van een cd in de<br />

winkel. Maadi: “Als je ’s avonds om acht uur<br />

in je hoofd krijgt dat je A hard rain’s a gonna<br />

fall van Bob Dylan wilt hebben, dan kun je er<br />

om kwart over acht naar luisteren.” Ook de<br />

mogelijkheid om losse nummers te down-<br />

loaden, is een voordeel boven het aanschaf-<br />

fen van een complete cd. In de digitale win-<br />

kel van Free Record Shop waren bij de start<br />

in augustus 250.000 nummers verkrijgbaar.<br />

Dat aantal groeit dagelijks. Voor het eind<br />

van het jaar moeten het er 500.000 zijn.<br />

“We geloven erin en we willen<br />

leren, leren, leren. Dat doe je<br />

niet door aan de kant te blijven<br />

staan, maar door te beginnen<br />

en steeds beter te worden.”<br />

Toch is niet iedereen juichend. Vooral op<br />

de bulletinboards van de heavy users van<br />

internet, is er kritiek. Sommige cd’s zouden<br />

in de winkel goedkoper zijn. Ook de strikte<br />

regels voor het branden van cd’s, het over-<br />

zetten van de bestanden naar een andere<br />

computer en het opnieuw downloaden, kan<br />

niet iedereen waarderen. Krimo Maadi kent<br />

de bezwaren en beantwoordt persoonlijk<br />

mailtjes met commentaar en klachten. “Het<br />

bedingen van gunstige condities bij de pla-<br />

tenmaatschappijen gaat niet van vandaag<br />

op morgen. Maar we hebben in ieder geval<br />

een stap gezet”, constateert hij. “We heb-<br />

ben vijf jaar lang gesprekken gevoerd met<br />

de platenmaatschappijen, eigen overeen-<br />

komsten gesloten, een eigen platform voor<br />

het downloaden ontwikkeld en een enorme<br />

capaciteit op internet gehuurd. We geloven<br />

erin en we willen leren, leren, leren. Dat doe<br />

je niet door aan de kant te blijven staan,<br />

maar door te beginnen en steeds beter te<br />

worden.”<br />

Digitale mediatheek<br />

Belangrijke redenen voor dat willen leren,<br />

zijn de verwachtingen voor de toekomst:<br />

de computer verovert de huiskamer, zoals<br />

Microsoft het formuleert, en die ontwikke-<br />

ling kan wel eens heel snel gaan. Het aantal<br />

van 45.000 downloads dat Free Record<br />

Shop in de eerste maand haalde, is bijna<br />

tweemaal zoveel als verwacht. Ook andere<br />

aanbieders breken record na record. Apple<br />

zou in de eerste week na introductie van<br />

zijn digitale muziekwinkel iTunes in Europa<br />

800.000 downloads hebben verkocht.<br />

Wereldwijd overstijgt het aantal downloads<br />

via het Apple-systeem inmiddels de honderd<br />

miljoen. Kleine hebbedingetjes voor het<br />

opslaan en beluisteren, zoals de iPod van<br />

Apple en het binnenkort daarop te verwach-<br />

ten antwoord van Microsoft, en draadloze<br />

verbindingen tussen computer, televisie en<br />

stereo, maken het branden van cd’s overbo-<br />

dig en verplaatsen de digitale mediatheek<br />

transportbesparing …mooi meegenomen


van de werkkamer naar de huiskamer en<br />

verder. Krimo Maadi: “Muziek, films, spel-<br />

letjes, je download ze als digitale bestanden<br />

en speelt ze vervolgens af waar je maar wilt.<br />

Dat is de toekomst.” Free Record Shop ver-<br />

wacht dat downloads over vijf jaar zeker vijf<br />

tot tien procent van de muziekomzet zullen<br />

uitmaken, niet alleen via internet maar ook<br />

in de filialen, waar binnenkort bij speciale<br />

consoles muziek op de eigen MP3-speler<br />

kan worden gezet.<br />

Dagelijks vijf vrachtwagens<br />

De gevolgen voor het transport zijn ingrij-<br />

pend. Alleen al voor het bevoorraden van<br />

de 180 vestigingen van Free Record Shop,<br />

vertrekken dagelijks vijf vrachtwagens met<br />

cd’s, dvd’s en videobanden vanuit het distri-<br />

butiecentrum in Capelle aan de IJssel. Voor<br />

die materialen daar arriveren, zijn er al heel<br />

wat kilometers dwars door Europa afgelegd<br />

van de producenten van de schijfjes en<br />

banden, naar de bedrijven die er muziek en<br />

‘Digitaal muziek kopen<br />

gaat erg groot worden’<br />

beeld op zetten, vandaar naar de distribu-<br />

tiecentra van de uitgeverijen, die ze vervol-<br />

gens verspreiden over de detaillisten, van-<br />

waar weer auto’s vertrekken naar filialen en<br />

individuele klanten. Onverkochte voorraden<br />

leggen een deel van de route in omgekeerde<br />

volgorde nog eens af, om uiteindelijk in de<br />

recycling te verdwijnen.<br />

De 45.000 downloads van Free Record Shop<br />

in de eerste maand, vertegenwoordigen op<br />

dan ook geen overweging geweest om zich<br />

op de downloadmarkt te begeven. Wel de<br />

verwachting dat dit groot gaat worden. Erg<br />

groot. En dus ook de kosten van de down-<br />

loadshop, nu al vergelijkbaar met het huis-<br />

vesten van een filiaal op A-locatie. “In dat<br />

model, tellen de besparingen op transport<br />

wel degelijk mee”, zegt Maadi. “Nog los van<br />

de maatschappelijke voordelen. Die zien wij<br />

ook en die vinden wij als Free Record Shop<br />

belangrijk.” <<br />

“In dat model, tellen de besparingen op<br />

transport wel degelijk mee, nog los van<br />

de maatschappelijke voordelen. Die zien<br />

wij ook en die vinden wij als Free Record<br />

Shop belangrijk.”<br />

dat geheel een relatief klein stapeltje van<br />

ruim tweeduizend cd’s: ongeveer een kubie-<br />

ke meter vracht. Besparingen op transport<br />

zijn voor Free Record Shop op dit moment<br />

ondernemers prijzen zichzelf de markt in 11


Lucien Hekker van Assenburg ><br />

‘Verborgen kosten op tafel’<br />

12<br />

Trespa International uit Weert verwerkt houtsnippers uit de Ardennen tot meubelplaat.<br />

Rijvers uit datzelfde Weert maakt van dat plaatmateriaal bureaubladen. Assenburg uit<br />

Tilburg, onderdeel van de Samas Groep, assembleert deze bladen en andere onderdelen<br />

tot bureaus en kasten en levert deze samen met stoelen en accessoires aan de uiteindelij-<br />

ke gebruiker. De drie bedrijven maken samen jaarlijks zo’n 2 miljoen vrachtwagenkilome-<br />

ter, pendelend tussen de bomen in de Ardennen en de klant in Nederland. Dat kan minder,<br />

blijkt uit een ketenanalyse die de partners eind 2003 verrichtten. Adviseurs van de BECO<br />

Groep begeleidden de analyse namens het project Transportbesparing.<br />

transportbesparing …mooi meegenomen


“Het is op zich allemaal niets<br />

nieuws. De ideeën zongen al<br />

langer rond. Maar als je bij<br />

elkaar gaat zitten en er tijd en<br />

aandacht aan besteedt, komt<br />

er schwung in zulke plannen.”<br />

Eén van de opties om aanzienlijk op het<br />

transport te besparen, verbaast door zijn<br />

eenvoud. Om de stoelen die Assenburg<br />

uit Duitsland ontvangt, zitten dozen. Die<br />

kunnen eraf. Dat scheelt transportvolume,<br />

handling en afvoer van het karton. Bij elkaar<br />

goed voor al gauw tien euro besparing per<br />

stoel. “Dat hadden we misschien wel eerder<br />

kunnen bedenken”, geeft Lucien Hekker,<br />

teamleider Back Office bij Assenburg onmid-<br />

dellijk toe. Dat geldt wat hem betreft ook<br />

voor enkele andere kansrijke opties, zoals<br />

het gebruik van rolcontainers met ‘hang-<br />

mappen’ voor het vervoer van de bureaubla-<br />

den of het efficiënter beladen van pallets.<br />

“Het is op zich allemaal niets nieuws. De<br />

ideeën zongen al langer rond. Maar als je bij<br />

elkaar gaat zitten en er tijd en aandacht aan<br />

besteedt, komt er schwung in zulke plan-<br />

nen.”<br />

“Zo’n twee procent van onze<br />

omzet gaat naar transport.<br />

Dat zijn aanzienlijke bedragen.”<br />

Verborgen bestaan<br />

Kostentechnisch is die schwung wat Hekker<br />

betreft zeer welkom. “Zo’n twee procent<br />

van onze omzet gaat naar transport. Dat<br />

zijn aanzienlijke bedragen. Maar evengoed<br />

lijden transportkosten binnen veel bedrij-<br />

ven, en ook bij ons, een soort verborgen<br />

bestaan. Men neemt ze voor lief en het<br />

vraagt specifieke aandacht om ze op tafel te<br />

krijgen en te kijken of je er iets mee kunt.”<br />

Werken met regionaal gevestigde vervoer-<br />

ders en monteurs, zou ‘iets’ kunnen zijn dat<br />

echt ingrijpend gaat schelen. Hekker: “Als<br />

we in Groningen een kast moeten leveren<br />

of een kantoor inrichten, komt de monteur<br />

uit Tilburg aanrijden. Daar zit het bedrijf dat<br />

alle vervoer en montage voor ons uitvoert.<br />

Heb je meer van zulke bedrijven, verspreid<br />

over het land, dan scheelt dat enorm in de<br />

kosten én je kunt ter plekke veel snellere<br />

service verlenen.” Assenburg gaat deze<br />

mogelijkheid daarom serieus onderzoeken.<br />

Bij de analyse zijn ook opties opzij gescho-<br />

ven. Transportbesparend ontwerpen bij-<br />

voorbeeld: inklapbaar, modulair of inklik-<br />

baar kantoormeubilair. “Teveel Ikea”, zegt<br />

Hekker. “Kunnen we ons niet veroorloven.”<br />

Montage bij de klant. Hekker: “Omdat wij<br />

vrijwel alles vooraf monteren, zijn we bij de<br />

klant erin en eruit. Dat wordt gewaardeerd.<br />

Maar áls we met regionale partners gaan<br />

werken, zou ook een deel van de montage<br />

daarheen kunnen. Dat scheelt veel heen en<br />

weer rijden.”<br />

Hofleverancier profiteert<br />

De ingrepen die nu uit de analyse zijn geko-<br />

men, leveren volgens Marianne Rijvers,<br />

algemeen directeur van toeleverancier<br />

Rijvers Weert, misschien niet zo spectacu-<br />

lair veel minder kilometers op, maar wel<br />

‘een aanzienlijke kostenbesparing tegen<br />

een relatief geringe inspanning’. Wat Rijvers<br />

betreft is dat waar het om gaat. “Kijken hoe<br />

we het met zijn allen slimmer en beter kun-<br />

nen doen, zodat we een goed product tegen<br />

een zo laag mogelijke prijs kunnen neerzet-<br />

ten.” Het feit dat vooral Assenburg daarbij<br />

de besparingen incasseert, is wat Rijvers<br />

betreft niet van belang. “Natuurlijk zit daar<br />

de grootste kluif. Die rijden met die bureaus<br />

heel Nederland rond. Maar als zij scherper<br />

kunnen concurreren, worden wij daar als<br />

hofleverancier ook beter van.”<br />

Permanente noodzaak tot innovatie<br />

Ingrijpende productvernieuwingen, zoals<br />

het ontwikkelen van lichtere bureaubladen,<br />

zijn volgens Marianne Rijvers niet direct<br />

uit de analyse gekomen, maar daarom wel<br />

degelijk in beeld. “Ook al is het momenteel<br />

in kantoormeubelland een tijd van reorga-<br />

nisaties en hoofd boven water houden, pro-<br />

ductontwikkeling blijft een hot item. Zodra<br />

er materialen beschikbaar komen die lichter<br />

zijn, maar toch sterk en betaalbaar, zullen<br />

wij die zeker aan de ketenpartners voorstel-<br />

ondernemers prijzen zichzelf de markt in 13<br />

len.”<br />

“Bedrijfsprocessen kunnen<br />

altijd beter. Je moet telkens<br />

opnieuw kijken of de beslissingen<br />

van toen nu nog<br />

steeds gelden.”<br />

Aart-Jan van der Meijden, country manager<br />

Netherlands van Trespa International, nam<br />

juist vanwege die ‘permanente noodzaak<br />

tot innovatie’ aan de ketenanalyse deel.<br />

“Bedrijfsprocessen kunnen altijd beter. Je<br />

moet telkens opnieuw kijken of de beslis-<br />

singen van toen nu nog steeds gelden.” Wat<br />

het transportdeel van Trespa in de keten<br />

voor kantoormeubelen betreft, bleek het<br />

antwoord op die vraag ‘ja’. Aanpassingen,<br />

zoals het drogen of vacuüm trekken van<br />

houtsnippers voor transport, waren mis-<br />

schien wel mogelijk, maar bleken niet<br />

kosteneffectief. “Nu niet, op een ander<br />

moment misschien wel”, concludeert Van<br />

der Meijden. “Daarom is zo’n analyse altijd<br />

zinvol.” <<br />

hangmappen voor het vervoer<br />

van bureaubladen: ‘ideeën<br />

zongen al langer rond.’


Jan van Rijsingen van Groentehof ><br />

De illustratie is dramatisch. Een zakje gesneden andijvie, onder ideale omstandigheden bewaard, oogt na drie weken nog fris en smake-<br />

lijk. Hetzelfde zakje na dezelfde periode vertoeven in de keten van groenteverwerker naar winkelschap heeft een immense treurigheid<br />

en doet de ogen onmiddellijk afdwalen naar ‘vandaag maar eens iets heel anders’. “Blijkbaar doen we iets met het product wat dat kwa-<br />

liteitsverlies veroorzaakt”, zegt Jan van Rijsingen, directeur van Groentehof uit Helmond. In zijn bedrijf wassen, snijden en verpakken<br />

zo’n honderd mensen elke dag 70.000 zakjes en bakjes met ongeveer zestig verschillende soorten groenten. Tussen de vijf en de twintig<br />

procent daarvan gaat uiteindelijk de afvalbak in, nog afgezien van wat de consument thuis met opgetrokken wenkbrauw toch maar in<br />

de groencontainer gooit, in plaats van de pan. Groentehof onderzoekt of die verspilling niet wat minder kan en bekijkt daarvoor de hele<br />

keten, van verwerker tot aan de consument.<br />

Schoonheidsslaapje<br />

“Vocht is de cruciale factor”, zegt Jan<br />

Top, onderzoekscoördinator bij het<br />

Agrotechnologisch Onderzoeksinstituut<br />

(ATO), onderdeel van Wageningen University<br />

and Research Centre en deelnemer aan het<br />

onderzoeksproject van Groentehof. “Vocht<br />

versnelt de groei van bacteriën en dat moet<br />

je zien te voorkomen”, legt Top uit. Om niet<br />

uit te drogen hebben groenten ook weer<br />

vocht nodig, vandaar dat in de verpakking<br />

een precair evenwicht is gecreëerd van<br />

vocht in gasvorm en relatief weinig zuurstof.<br />

Top: “Je sust de groente als het ware in<br />

een schoonheidsslaapje.” Dit slaapje wordt<br />

wreed verstoord bij temperatuurschomme-<br />

lingen. Twee graden in de koelwagen, vier<br />

in het magazijn en zes in het schap en daar<br />

tussendoor nog even op de rolcontainer,<br />

veroorzaakt condensatie van het vocht dat<br />

in gasvorm in de verpakking zit. Datzelfde<br />

geldt voor temperatuurverschillen in de koe-<br />

ling zelf, zoals een extra koude bodem of<br />

een stroom koude lucht aan de bovenkant.<br />

14<br />

groentehof: zoeken naar verbeteringen in de keten.<br />

Jan van Rijsingen van Groentehof: “Al deze<br />

effecten onderzoeken we om van daaruit<br />

oplossingen te genereren.” Een isolatiehoes<br />

om de rolcontainers zou er bijvoorbeeld een<br />

kunnen zijn, of aangepaste koelmeubelen,<br />

of een preciezer advies over de bewaartem-<br />

peratuur.<br />

“Wij zoeken naar mogelijkheden om gesneden<br />

groenten lekkerder en verser aan te kunnen<br />

bieden. Uiteindelijk verwachten we dat we dáármee<br />

ons marktaandeel kunnen vergroten.”<br />

Van Rijsingen: “Nu zeggen we ‘maximaal<br />

zeven graden’, maar misschien moet je dat<br />

verder specificeren.” Ook de consument zou<br />

betere bewaarinstructies kunnen krijgen,<br />

want de groentela in de koelkast blijkt die<br />

naam bij gesneden en verpakte groenten<br />

niet te verdienen. “Daar gebeurt precies wat<br />

je niet wilt”, legt Jan Top van ATO uit, “je<br />

sluit het vocht op in de verpakking, terwijl<br />

de groente juist moet kunnen ademen.”<br />

Groentehof overweegt zelfs de mogelijkhe-<br />

den van een lipje aan het zakje groenten. Na<br />

de opwarming tijdens het vervoer, gaat het<br />

lipje open en kan het vocht verdwijnen.<br />

“Je sust de groente<br />

als het ware in een<br />

schoonheidsslaapje.”<br />

Lekkerder en verser<br />

Al die moeite om uiteindelijk minder te kun-<br />

nen verkopen, lijkt wat weinig commercieel<br />

gedacht. Van Rijsingen ziet dat anders. “Tot<br />

twintig procent van je product verbouwen,<br />

oogsten, wassen, snijden, verpakken en<br />

vervoeren om het vervolgens weg te gooien,<br />

dat is natuurlijk doodzonde. Wij zoeken ook<br />

niet zozeer naar mogelijkheden om gesne-<br />

den groenten langer in de keten te houden,<br />

maar om ze lekkerder en verser aan te kun-<br />

nen bieden. Uiteindelijk verwachten we<br />

dat we dáármee ons marktaandeel kunnen<br />

vergroten.”<br />

Een verser product moet volgens Jan van<br />

Rijsingen kunnen leiden tot 35 procent<br />

minder afval. Dit betekent een transport-<br />

besparing bij de aanvoer en distributie van<br />

groenten en bij de afvoer van weggegooide<br />

groenten van naar schatting 125.000 tot<br />

200.000 ritkilometer per jaar. <<br />

transportbesparing …mooi meegenomen


‘Twintig procent van<br />

je product weggooien<br />

is doodzonde’<br />

ondernemers prijzen zichzelf de markt in 15


Eric Leemans van Hoffmann Bodemtechnieken ><br />

‘In de bouw is kostprijs<br />

een bepalende factor’<br />

16<br />

“We ontdekten dat onder<br />

bepaalde condities het<br />

ingebrachte materiaal zo<br />

hard werd, dat de damwand<br />

in feite overbodig werd.”<br />

Het lijkt weggelopen uit een verhaal van Jules Vernes, maar project-<br />

leider Eric Leemans van funderingsbedrijf Hoffmann Bodemtechnieken<br />

uit Helmond is er tamelijk nuchter onder: “Kalkachtig materiaal in-<br />

brengen in de grond om daar een chemische reactie op te roepen, is op<br />

zich niet nieuw.” Wel nieuw is dat het bedrijf de techniek van boren en<br />

materiaal inbrengen zover heeft ontwikkeld en verfijnd dat zelfs in de<br />

uit lagen opgebouwde Nederlandse bodem ter plekke een betonnen<br />

damwand kan worden gemaakt. Zonder aanvoer van betonnen palen.<br />

transportbesparing …mooi meegenomen


De vinding van Hoffmann kwam, zoals wel<br />

meer revoluties, niet als een wit licht in<br />

de nacht, maar als een geleidelijk proces<br />

van kleine stapjes. Leemans: “Ons werk is<br />

damwanden slaan en soms gaat dat niet<br />

eenvoudig. Kleverige klei, vastpakkend<br />

zand. Wij boren in zulke situaties dan eerst<br />

voor, brengen een cementachtig materiaal<br />

in om de ruimte vrij te houden en slaan<br />

dan de damwand. Tot we ontdekten dat<br />

onder bepaalde condities het ingebrachte<br />

materiaal zo hard werd, dat de damwand in<br />

feite overbodig werd.” Voor het bedrijf zou<br />

dit een veel rendabeler inzet van materieel<br />

betekenen: waar eerst geboord moest wor-<br />

den en dan damwanden aangevoerd en met<br />

een heimachine de grond ingeslagen, zou<br />

één vrij simpele boormachine, vergezeld<br />

van een wagentje cement, al het werk kun-<br />

nen doen. Die gedachte was de start van<br />

een zoektocht om een min of meer toeval-<br />

lig optredend verschijnsel, toepasbaar te<br />

maken voor commercieel gebruik.<br />

Internet<br />

Die zoektocht speelde zich aanvankelijk<br />

niet in een laboratorium of constructie-<br />

werkplaats af, maar gewoon op internet.<br />

Leemans: “Daar kwam ik een techniek tegen<br />

uit Zweden, waar ze moerasgrond binden<br />

met ongebluste kalk om een harde onder-<br />

grond te krijgen bij de aanleg van wegen.<br />

Heel simpel, door gebruik te maken van<br />

de aanwezige grondstoffen. Enige nadeel<br />

is het gebruik van ongebluste kalk, met<br />

alle gevaren van dien voor de mensen die<br />

ermee moeten werken.” Er volgden daarom<br />

proeven met verschillende samenstellingen<br />

van cement in plaats van ongebluste kalk<br />

en vervolgens heel veel geknutsel aan een<br />

boorkop die tijdens het boren in regelbare<br />

hoeveelheden het mengsel in de grond<br />

kon brengen. Leemans: “In zand, grind of<br />

“Op internet kwam ik een techniek<br />

tegen uit Zweden, waar ze moerasgrond<br />

binden met ongebluste kalk<br />

om een harde ondergrond te krijgen<br />

bij de aanleg van wegen.”<br />

mergel is dat niet erg ingewikkeld, maar de<br />

Nederlandse bodem heeft een lagenstruc-<br />

tuur: veen, klei, zand, in lagen van telkens<br />

wisselende dikte. Elke laag vraagt zijn eigen<br />

snelheid en druk bij het boren en zijn eigen<br />

mengsel van cement.”<br />

Uiteindelijk ontwikkelde Hoffmann een<br />

boorkop, die dit allemaal kan. De machinist<br />

volgt op een LCD-schermpje in zijn cabine<br />

de verrichtingen en stelt per grondlaag toe-<br />

rental, druk en mengsel bij. Resultaat: uit<br />

de chemische reactie die grond en cement-<br />

mengsel aangaan, ontstaat een heuse paal<br />

waar zonder problemen een flatgebouw<br />

op kan rusten, zoals het bedrijf inmiddels<br />

op enkele bouwlocaties in België heeft<br />

laten zien. In Nederland komt een demon-<br />

stratieproject op de binnenplaats van een<br />

monumentaal gebouw in Maastricht, het<br />

type setting waar de techniek van Hoffmann<br />

bij uitstel geschikt voor is. Transport van<br />

prefab heipalen is in zulke omstandigheden<br />

op zijn minst bijzonder lastig en altijd kost-<br />

baar. Hoffmann kan dankzij de besparingen<br />

op dat transport eenvoudiger, sneller én<br />

goedkoper leveren. Leemans: “Dat is mooi,<br />

want in de bouw is kostprijs een bepalende<br />

factor.” Voor het bedrijf zelf is de extra inzet<br />

van het eigen materieel echter de belang-<br />

rijkste motivatie achter de ontwikkeling die<br />

uiteindelijk twee jaar in beslag nam.<br />

Het project in Maastricht is onder meer<br />

bedoeld om het resultaat aan de markt<br />

te demonstreren. Leemans: “Een nieuwe<br />

techniek moet je laten zien. Letterlijk. Dus<br />

we boren de palen en graven ze daarna<br />

weer uit om het resultaat te laten zien.<br />

Dat overtuigt.” Bang dat de concurrentie<br />

er mee aan de haal zal gaan, is Leemans<br />

niet. “Uiteindelijk gebeurt dat toch en zo<br />

erg is dat niet. Wij hebben een voorsprong<br />

van twee jaar met het vinden van de juiste<br />

mengsels. En onze boorkop krijgt niemand<br />

te zien. Dat is ons geheim.” <<br />

hoffmann bodemtechnieken:<br />

beton plaatsen zonder beton.<br />

ondernemers prijzen zichzelf de markt in 17


Stijn van den Brekel van Jardin ><br />

18<br />

Eens waren producten van kunststof een symbool van vernieuwing en luxe. Nu is de aankoop van een kunststof<br />

stapelstoeltje volgens Stijn van den Brekel, manager logistics bij tuinmeubelfabrikant Jardin, te vergelijken met<br />

die van een pakje sigaretten. Zeker in het middensegment waar zijn bedrijf opereert, gaan de gesprekken tussen<br />

de partners in de keten daarom ‘niet over dubbeltjes maar over centen’. De vijf à tien procent van de eindprijs die<br />

leverancier en detaillist gemiddeld besteden aan transport en logistiek, is daarmee een interessant terrein voor<br />

wie de marges iets minder wil laten knellen. Reden om een analyse samen met logistiek dienstverleners en afne-<br />

mers naar mogelijkheden voor transportbesparing welwillend te ontvangen. Uitgangspunt van de analyse was<br />

zoeken naar besparingen die zonder het heen en weer sturen van facturen tussen de partners in de keten gerea-<br />

liseerd konden worden. Van den Brekel: “Bedoeling was dat het iedereen óf winst zou opleveren óf in ieder geval<br />

geen nadelen.”<br />

Geen facturen, wel afspraken<br />

Voor de kansrijke opties die uit een eerste<br />

inventarisatie naar voren kwamen, hoefden<br />

misschien geen facturen tussen de part-<br />

ners in de keten heen en weer, maar wel<br />

afspraken. Dat gold vooral voor twee typen<br />

retourzendingen, die zowel voor leverancier<br />

als afnemers de kostprijs met procenten<br />

bleken te verhogen: meubelen die om een of<br />

andere reden terug moeten naar de fabriek<br />

om daar vermalen te worden tot nieuwe<br />

grondstof, en meubelen die na gezamenlijke<br />

promotieacties van fabrikant en detailhan-<br />

del onverkocht retour gaan.<br />

Om deze laatste retourstroom te reduceren,<br />

regelt nu één vervoerder de transporten in<br />

beide richtingen. Diezelfde vervoerder ver-<br />

vult bovendien de rol van voorraadhouder<br />

voor de detailhandel, zodat vrachtwagens<br />

veel beter beladen door het land rijden.<br />

Daarnaast heeft Jardin speciale, kleinere<br />

actieverpakkingen ontwikkeld, wat een<br />

betere afstemming tussen vraag en aanbod<br />

mogelijk maakt.<br />

Vermalen op locatie<br />

Ook voor het terughalen van exemplaren<br />

waar iets mee is misgelopen, kwam een<br />

simpele maar doeltreffende optie uit de<br />

“Met een paar procent<br />

kostenbesparing, krijgt<br />

je product net iets meer<br />

vet. En dat heb je hard<br />

nodig bij de eerstvolgende<br />

concurrentieslag.”<br />

analyse: de logistiek dienstverlener die in<br />

België de bevoorrading en retourstromen<br />

van de detailhandel verzorgt, gaat de terug-<br />

gestuurde exemplaren zelf (laten) vermalen,<br />

in plaats van ze terug te brengen naar de<br />

fabrikant in Rijen. Beide partijen onderzoe-<br />

ken nog wat daarvoor de beste investering<br />

is, een mobiele plasticmaler die regelmatig<br />

op een vrachtwagen naar België komt, een<br />

vast apparaat op locatie, of uitbesteden van<br />

de recycling aan een gespecialiseerd bedrijf<br />

in de omgeving.<br />

jardin: beperken van retourzendingen.<br />

Beide projecten tonen wat Van den Brekel<br />

betreft de kracht van samenwerking in de<br />

keten: “Alleen als je een goede band hebt<br />

met elkaar, kun je dit waarmaken.” Als basis<br />

voor die samenwerking is in de ketenana-<br />

lyse eerst een gedetailleerde berekening<br />

gemaakt van wat de verschillende bespa-<br />

ringsopties zouden kosten en opleveren. En<br />

voor wie. Hieruit kwamen de twee projecten<br />

om retourstromen te verminderen naar<br />

voren, evenals het herontwerpen en kleiner<br />

verpakken van tuintafels en een bredere<br />

inzet van de binnenvaart voor het interna-<br />

tionale transport. Met elkaar leveren ze de<br />

partners in de keten ‘meerdere procenten<br />

besparing’ op en de samenleving jaarlijks<br />

zeker 700.000 minder vrachtwagenkilome-<br />

ters.<br />

Dat laatste vindt Van den Brekel ‘mooi mee-<br />

genomen’. Het eerste is voor hem onmisbaar<br />

om te overleven in de prijsvechtersbranche<br />

waarin Jardin opereert. Van den Brekel:<br />

“Met een paar procent kostenbesparing,<br />

krijgt je product net iets meer vet. En dat<br />

heb je hard nodig bij de eerstvolgende<br />

concurrentieslag.” Wat die is, weet hij ook<br />

al: goedkope metalen tuinmeubelen uit<br />

China. Kosten weinig en de consument gáát<br />

er komende zomer voor, is zijn overtuiging.<br />

“Dan moet je het prijsverschil tussen metaal<br />

en kunststof net iets kunnen oprekken.<br />

Anders red je het niet.” <<br />

betere afstemming tussen<br />

vraag en aanbod.<br />

transportbesparing …mooi meegenomen


‘Iedere cent<br />

besparing telt’<br />

ondernemers prijzen zichzelf de markt in 19


Gradus Meijering van Johnson Polymer ><br />

‘Transportbesparing maakt<br />

investeren in verbeteringen<br />

net iets makkelijker’<br />

20<br />

transportbesparing …mooi meegenomen


“Wij hebben een mens- en milieuvriendelijk product en willen dat dus ook mens- en milieuvriendelijk produ-<br />

ceren en leveren.” Dit zegt Gradus Meijering, plant manager van de Europese vestiging van Johnson Polymer<br />

in Heerenveen. Het bedrijf, met vestigingen in Amerika, Azië en Europa, produceert harsen die fungeren als<br />

bindmiddel en beschermlaag in milieuvriendelijke lakken en inkten. In de Nederlandse vestiging ontwikkelt het<br />

Amerikaanse familiebedrijf een nieuwe productietechniek die minder transport én betere werkomstandigheden<br />

moet opleveren. Bij succes volgt wereldwijde toepassing.<br />

harspastilles: minder stof, minder volume.<br />

Meijering: “De huidige machines leggen de<br />

nog vloeibare hars als slierten spaghetti<br />

op een koelband. Eenmaal gestold, worden<br />

deze slierten vermalen tot kleine brokjes,<br />

die in big bags worden gestort.” Vermalen<br />

en storten is een stoffig karwei, waarbij<br />

stofmaskers en afzuiginstallaties onmisbaar<br />

zijn. Datzelfde geldt bij het ompakken van<br />

de ‘flakes’ in kleinere verpakkingen, voor de<br />

afnemers die geen big bags kunnen gebrui-<br />

ken, en bij het leegstorten bij de klant zelf,<br />

de producenten van verf en inkt. Bovendien<br />

nemen de flakes bij opslag en transport veel<br />

ruimte in.<br />

Nadenken over transportstromen<br />

Streven naar minder transportvolume is bij<br />

Johnson zowel een financiële overweging<br />

als een aspect van de bedrijfsmissie om zo<br />

duurzaam mogelijk te werken. Meijering:<br />

“Om beide redenen is het lonend om na te<br />

denken over transportstromen.” Het bedrijf<br />

heeft bijvoorbeeld als vestigingsplaats voor<br />

Heerenveen gekozen omdat daar mogelijk in<br />

de toekomst grondstoffen per binnenvaart-<br />

schip aangevoerd kunnen worden. Ook bij<br />

het huidige project, het ontwikkelen van een<br />

productielijn die in plaats van spaghetti de<br />

hars in druppels op de koelband legt, spe-<br />

len transportoverwegingen een rol. De drup-<br />

pels stollen tot pastilles, die zich niet alleen<br />

stofvrij, maar ook veel compacter laten ver-<br />

pakken. Het bedrijf verwacht daardoor zo’n<br />

25 tot 50 procent aan volume tijdens opslag<br />

“Wij hebben een mens- en<br />

milieuvriendelijk product<br />

en willen dat dus ook<br />

mens- en milieuvriendelijk<br />

produceren en leveren.”<br />

en vervoer te kunnen besparen. Meijering:<br />

“Dat is geen doorslaggevende factor, maar<br />

het speelt wel een rol bij het terugverdienen<br />

van de investeringen.”<br />

Dankzij de transportvoordelen zullen die<br />

investeringskosten, voor de Nederlandse<br />

vestigingen tussen de drie en vierhonderd-<br />

duizend euro, in vijf tot tien jaar zijn terug-<br />

verdiend. “Dat is niet snel genoeg”, geeft<br />

Meijering toe, “maar het maakt het net iets<br />

makkelijker om te investeren in verbete-<br />

ringen die mens en omgeving ten goede<br />

komen.” Overigens zullen die investeringen<br />

ook voor de eigen concurrentiepositie niet<br />

slecht uitpakken, want volgens Meijering<br />

zien zijn klanten de compactere, stofvrije<br />

pastillen ‘liever gisteren dan vandaag’ uit de<br />

fabriek in Heerenveen komen. <<br />

ondernemers prijzen zichzelf de markt in 21


Frans Sools van Lights Interaction Agro ><br />

22<br />

‘Zoeken naar maatschappelijk<br />

relevante verbeteringen’<br />

lights interaction agro: ‘slimme meedenkers’.<br />

transportbesparing …mooi meegenomen


Eén vorm van aandacht die Lights<br />

“Ik wil niet zo maar een lamp ontwikkelen, ik zoek naar maatschappelijk relevante verbeteringen.” Deze ambitieuze<br />

uitspraak is van Frans Sools. Tot voor kort in dienst bij Philips Lighting, bij een afdeling gespecialiseerd in het ont-<br />

wikkelen van nieuwe verlichtingsconcepten. Nu samen met een collega van destijds eigenaar-directeur van Lights<br />

Interaction, een bedrijf dat zich als Lights Interaction Agro (LIA) met steun van de vroegere werk gever toelegt op<br />

wat voor het grote Philips Armaturen een te kleine en te veeleisende markt was gebleken. Sools: “Een tuinder wil<br />

geen doos met een lamp, die wil aandacht en advies. Dat geven wij. Wat er ook mis is, wij lossen het op.”<br />

Interaction Agro de tuinder geeft, is het<br />

onderzoeken en ontwikkelen van nieuwe<br />

producten voor de verlichting van gewas-<br />

sen. Zoals een armatuur voor hoge druk<br />

gas-ontladingslampen, familie van de gele<br />

straatlantaarn, die veel slimmer en veel<br />

lichter is dan de huidige versie van 13 kilo<br />

met een vrij lompe behuizing. Sools: “Hoe<br />

kleiner de armatuur, hoe beter, want over-<br />

dag moet er zoveel mogelijk zonlicht de kas<br />

in kunnen komen. Ook de lichtopbrengst is<br />

belangrijk, want hoe meer groeikracht je<br />

krijgt voor een kilowatt stroom, hoe beter.”<br />

Elektronica vervangt koper en ijzer<br />

Bestaande ontwikkelingen in gas-ontla-<br />

dingslampen met lage druk, zoals de huis-<br />

tuin-en-keuken TL-buis, overtuigden Sools<br />

ervan dat verbeteringen haalbaar zijn. Daar<br />

is het zware ontstekingsmechanisme van<br />

koper en ijzer inmiddels vervangen door<br />

moderne elektronica. De lamp is daardoor<br />

niet alleen veel beter te hanteren en ver-<br />

voeren, er ontstaan door de toepassing van<br />

elektronica ook vele mogelijkheden om het<br />

licht te regelen. Voor de hogedruklampen<br />

in de glastuinbouw, met een vermogen<br />

van 600 watt, wil Sools daar ook naartoe<br />

en heeft hij zichzelf de opdracht gegeven<br />

met een armatuur te komen die nog maar<br />

twee kilo weegt, regelbaar is, ongeveer vijf<br />

procent meer licht geeft en zowel in de kas<br />

als tijdens het transport veel minder ruimte<br />

inneemt. Voor dat laatste mikt hij op onge-<br />

veer éénderde van het huidige volume.<br />

Ook die transportbesparing is wat Sools<br />

betreft zo’n ‘maatschappelijk relevante<br />

verbetering’ waar hij zich graag voor inzet.<br />

Sools: “Besparen op transport is op zich<br />

nauwelijks van belang voor onze bedrijfs-<br />

voering. We wilden voor onze afnemers een<br />

zo compact mogelijke armatuur en dan is<br />

minder transportvolume opeens een gunstig<br />

bijeffect. Maar eenmaal daarop gewezen,<br />

zijn we het gaan meenemen als ontwerpop-<br />

dracht en dan kijk je toch heel anders naar<br />

zo’n product.”<br />

Samen in een nestje<br />

Dat kijken neemt Sools overigens heel let-<br />

terlijk: hij vraagt mensen die bij voorkeur<br />

niets van het product afweten om ernaar<br />

te kijken en te zeggen wat hen opvalt. Zo<br />

kwam hij ook bij het transportvolume van<br />

de nieuwe armatuur tot simpele, maar doel-<br />

treffende verbeteringen. Zoals het idee dat<br />

armaturen helemaal niet per stuk in een<br />

zwaar ontstekingsmechanisme vervangen door compacte elektronica.<br />

“Besparen op transport is op zich<br />

nauwelijks van belang voor onze<br />

bedrijfsvoering. Maar eenmaal daarop<br />

gewezen, zijn we het gaan meenemen<br />

als ontwerpopdracht en dan kijk je toch<br />

heel anders naar zo’n product.”<br />

verpakking hoeven tijdens het vervoer, maar<br />

net zo goed samen in een nestje kunnen.<br />

Erg tijdrovend hoeft de huidige fase van<br />

kijken en uitproberen wat Sools betreft<br />

niet te zijn. “Ik hou van snel”, zegt hij.<br />

Ontwikkelingstrajecten van meerdere jaren<br />

zoals vroeger bij Philips, heeft hij in zijn<br />

eigen bedrijf vervangen door zeer intensief,<br />

maar kortlopend onderzoeken en testen<br />

op basis van eerder opgedane kennis. Nog<br />

geen half jaar na de start kon hij zodoende<br />

al een eerste product, de Papillon die meer<br />

licht geeft en minder snel vuil wordt, in<br />

de markt zetten. De zuinige, compacte en<br />

regelbare armatuur die het bedrijf nu ont-<br />

wikkelt, moet de daarmee bereikte status<br />

van ‘slimme meedenkers’ bevestigen. <<br />

ondernemers prijzen zichzelf de markt in 23


Leo Moree van Milieu Service Holland West ><br />

Zijn motivatie is in de eerste plaats commercieel. “Zowel voor mij als voor mijn klanten gaan de kosten omlaag als<br />

we dichter bij huis blijven.” Maar Leo Moree, directeur-eigenaar van afvalinzamelaar en -verwerker Milieu Service<br />

Holland West is ook betrokken. “Als zo’n plan indirect iets kan betekenen voor de maatschappij, dan vind ik dat<br />

heel erg bevredigend.” En hij is boos. “De overheid besteedt miljoenen aan onderzoeken naar mobiliteit. Mogen<br />

wij betalen. En komt als enige oplossing met nog meer wegen. Mogen wij ook betalen, terwijl het zo ontzettend<br />

veel simpeler kan.”<br />

Moree: “We rijden in Nederland met tiendui-<br />

zenden bedrijven de hele dag het land rond<br />

en dan voor de helft nog met lege vrachtwa-<br />

gens ook. Ik heb geen stapel onderzoeken<br />

nodig om te zien wat daar de gevolgen van<br />

zijn. Ik zie het zo wel als ik hier de snelweg<br />

op wil. Of als ik een afspraak heb. Mijn<br />

mobieltje heb ik voornamelijk om te bellen<br />

dat het iets later wordt of om met diezelfde<br />

boodschap gebeld te worden.”<br />

“Één wagentje van die,<br />

twee van een ander,<br />

allemaal kriskras door elkaar.”<br />

Milieu Service Holland West van Leo Moree<br />

is gevestigd in Spaansepolder. Een 190<br />

hectare groot bedrijventerrein met ruim<br />

zeshonderd bedrijven en uitzicht op het<br />

Kleinpolderplein bij Rotterdam, één van<br />

de drukste verkeersknooppunten van<br />

Nederland. Moree heeft, zoals hij het zelf<br />

noemt, ‘een klein winkeltje’. Acht vracht-<br />

wagens rijden af en aan om lege containers<br />

weg te brengen en ze vol hout, stenen,<br />

gebroken wasbakken, stukken pvc-leiding<br />

en ander afval van bouwlocaties, productie-<br />

bedrijven en klussende particulieren weer<br />

op te halen. In Rotterdam wordt het afval<br />

gestort, gesorteerd en vervolgens afge-<br />

voerd voor verdere verwerking.<br />

24<br />

milieu service holland west: ‘zelfde<br />

werk ligt hier om de hoek.’<br />

Oplossing in drie minuten<br />

Een oplossing voor de groeiende proble-<br />

men met bereikbaarheid, niet alleen van<br />

het eigen terrein maar rond ‘elke stad van<br />

een beetje formaat’, heeft Moree ‘in drie<br />

minuten’ bedacht. “Ik schat dat er hier in<br />

Spaansepolder toch al gauw een paar hon-<br />

derd wagens per dag rondrijden om bij de<br />

bedrijven afval op te halen en af te voeren”,<br />

licht hij zijn gedachtegang toe. “Niet van<br />

één verwerker, nee één wagentje van die,<br />

twee van een ander, allemaal kriskras door<br />

elkaar. En dan zie ik mijn eigen wagens naar<br />

Pijnacker vertrekken, of naar Leiden, of naar<br />

Gorkum. Eerst heen met een lege container.<br />

Terug. En daarna nog een keer heen en weer<br />

om de volle bak weer op te halen. Terwijl<br />

hetzelfde werk hier om de hoek ligt. Dat is<br />

natuurlijk volledig van de gekke.”<br />

In plan LEO, wat zowel staat voor de<br />

bedenker als voor Langdurig Ecologisch<br />

Ondernemen, wil Moree het anders doen.<br />

Kies als ondernemer in Spaansepolder<br />

voor een lokale oplossing: het betekent<br />

minder vervoer en een lager tarief, luidt de<br />

conclusie van het plan, na een uitvoerig<br />

gedocumenteerde uiteenzetting over de<br />

verkeersproblemen in Nederland en over<br />

hun gevolgen voor de bereikbaarheid en<br />

“Als mijn kinderen aan tafel<br />

vragen wat ík nu doe voor het<br />

milieu, wil ik wel iets meer<br />

terug kunnen zeggen dan dat<br />

papa nu eenmaal de centjes<br />

moet verdienen om het skateboard<br />

te betalen.”<br />

“We rijden in Nederland met<br />

tienduizenden bedrijven de<br />

hele dag het land rond en dan<br />

voor de helft nog met lege<br />

vrachtwagens ook. Ik heb geen<br />

stapel onderzoeken nodig om<br />

te zien wat daar de gevolgen<br />

van zijn.”<br />

het milieu. Moree beseft dat zijn plan in<br />

beide geen ingrijpende verandering zal<br />

brengen. “Maar als mijn kinderen aan tafel<br />

vragen wat ík nu doe voor het milieu, wil ik<br />

wel iets meer terug kunnen zeggen dan dat<br />

papa nu eenmaal de centjes moet verdienen<br />

om het skateboard te betalen. Dat doe ik<br />

óók, maar ondertussen hebben we wel een<br />

groot maatschappelijk probleem dat we niet<br />

oplossen door maar gewoon door te gaan<br />

met onze rondjes rijden.”<br />

Uitruilen<br />

Het echte ideaal van Moree gaat dan ook<br />

verder dan het werven van klanten om de<br />

hoek. “Ik zou dit het liefst met wat collega’s<br />

oppakken. Op kleine schaal gebeurt dat al.<br />

Eén bakkie naar Hoofddorp brengen, dat<br />

kan natuurlijk eigenlijk niet uit. Dus dan bel<br />

ik een collega. Maar echt samenwerken,<br />

dat is niet simpel. Er is veel rivaliteit in<br />

deze bedrijfstak en weinig synergie. Maar<br />

die kant zal het toch op moeten. Ik heb een<br />

klein bedrijf en klim zelf nog regelmatig<br />

op de wagen. Dan zie ik hoe het werkt. We<br />

vissen allemaal in elkaars vijver en komen<br />

elkaar onderweg tegen. Dat moet je kunnen<br />

uitruilen. Dat is voor iedereen beter. Dat<br />

beeld zit nu eenmaal in mijn hoofd en het<br />

laat me niet meer los.” <<br />

transportbesparing …mooi meegenomen


‘Lokale oplossing is<br />

voor iedereen beter’<br />

ondernemers prijzen zichzelf de markt in 25


Walter Nonnekes van Nedmag Industries ><br />

26<br />

‘Beter ranja vervoeren<br />

dan limonade’<br />

Transportbesparing lijkt een schot voor open doel bij het vervoer van calciumchloride en<br />

magnesiumchloride, twee zoutproducten die het mijnbedrijf Nedmag Industries in Veendam<br />

levert aan de industrie, voor diverse toepassingen, en aan wegbeheerders voor de bestrijding<br />

van gladheid. Het transport is omvangrijk: de tankwagens die voor Nedmag rijden, leggen<br />

per jaar in Noordwest-Europa ruim 1.200 miljoen kilometer af. Het product is volumineus:<br />

calciumchloride en magnesiumchloride worden in een oplossing van 70 tot 85 procent water<br />

gewonnen én vervoerd. En de markt van afnemers is niet altijd even efficiënt georganiseerd.<br />

Industriële afnemers en zoutdepots van de wegbeheerders van gemeenten, provincies en rijk<br />

liggen soms letterlijk naast elkaar. “Heb je net de een bevoorraad, belt de ander voor een<br />

spoedbestelling”, schildert Walter Nonnekes, logistiek manager van Nedmag, een reële<br />

situatie. Reden genoeg om met afnemers én vervoerders te bekijken of het slimmer kan.<br />

transportbesparing …mooi meegenomen


Geconcentreerde oplossing<br />

naar regionale opslag<br />

Walter Nonnekes: “Natuurlijk praat je van<br />

tijd tot tijd met elkaar. Maar afzonderlijk. In<br />

de setting van zo’n ketenanalyse, allemaal<br />

bij elkaar, ontstaan er toch andere ideeën.”<br />

Eén van die ideeën is om, zoals Nonnekes<br />

het uitdrukt, ‘ranja in plaats van limonade<br />

te vervoeren’. Geconcentreerde oplossingen<br />

calciumchloride en magnesiumchloride<br />

gaan naar een regionale tankopslag, waar<br />

ze op verzoek van de klant tot de gewenste<br />

concentratie worden verdund en vervolgens<br />

afgeleverd. Voor de concentratie van de<br />

‘ranja’ ligt de fysieke grens bij oplossingen<br />

van rond de veertig procent. “Daarboven<br />

krijg je kristalvorming”, licht Nonnekes toe.<br />

Maar ten opzichte van de huidige concentra-<br />

tie van zestien procent voor calciumchloride<br />

en rond de dertig voor magnesiumchlo-<br />

ride, is de volumebesparing aanzienlijk.<br />

Bovendien betekent belevering vanuit<br />

regionale depots dikkere goederenstromen,<br />

waardoor tussen Nedmag en de depots de<br />

binnenvaart als vervanger van de tankwa-<br />

gen in beeld komt.<br />

Of het idee werkelijkheid wordt, hangt af<br />

van de kosten en baten, zowel in geld als<br />

voor het milieu. Nonnekes: “Indikken kost<br />

energie, transport ook. Dat moet je tegen<br />

elkaar afwegen, als milieukosten en als<br />

financiële kosten en baten in de keten. We<br />

hebben van tevoren afgesproken dat we<br />

projecten zoeken die op zijn minst kosten-<br />

zoutopslag en -vervoer: voornamelijk water.<br />

“Natuurlijk praat je van tijd tot tijd met elkaar.<br />

Maar afzonderlijk. In de setting van zo’n ketenanalyse,<br />

allemaal bij elkaar, ontstaan er toch<br />

andere ideeën.”<br />

neutraal zijn. Moet er geld bij, dan doen we<br />

het niet. Maar dan praten we wel over een<br />

kostenafweging in de hele keten. Kunnen<br />

we de keten als geheel goedkoper maken,<br />

dan laten we het niet lopen. Daarna komt de<br />

vraag hoe je die winst verdeelt.”<br />

Knopen tellen<br />

nedmag industries: veel volume, veel vervoer.<br />

De deelnemers aan de ketenanalyse lijken<br />

het zichzelf op dat laatste punt niet echt<br />

makkelijk te maken door ook vier logis-<br />

tieke-dienstverleners, actief in transport via<br />

water, spoor en weg, aan tafel te vragen.<br />

“Goed hè?” reageert Nonnekes daarop.<br />

Maar ook: “Vergis je niet, ook zij kunnen<br />

voordeel halen. Elimineren van verspilling is<br />

‘the name of the game’. Rondrijden zonder<br />

vracht, voor een tankwagen op de terug-<br />

weg vrijwel onvermijdelijk, is verspilling en<br />

een realistische logistieke-dienstverlener<br />

weet dat ook.” Ook als zou blijken dat de<br />

binnenvaart het tankwagenvervoer op som-<br />

mige routes beter kan vervangen, moet je<br />

‘als transporteur je knopen tellen’, vindt<br />

Nonnekes. “Je kunt je daar wel tegen verzet-<br />

ten, maar de feiten worden er niet anders<br />

van. Dan kun je maar beter aan de discussie<br />

deelnemen.”<br />

In de komende maanden willen de deel-<br />

nemers aan de analyse de kosten in kaart<br />

brengen van regionale tankopslag met een<br />

geconcentreerde zoutoplossing waar per<br />

“Kunnen we de keten als<br />

geheel goedkoper maken,<br />

dan laten we het niet lopen.<br />

Daarna komt de vraag hoe<br />

je die winst verdeelt.”<br />

afnemer de gewenste hoeveel water wordt<br />

bijgemengd. Deze kosten worden afgezet<br />

tegen de lagere transportkosten van bulkbe-<br />

voorrading per binnenvaartschip en fijndis-<br />

tributie per tankwagen. Rijkswaterstaat, die<br />

ook aan de analyse deelneemt, bekijkt daar-<br />

naast of er betere samenwerking en afstem-<br />

ming mogelijk is bij de gladheidsbestrijding.<br />

Nonnekes: “Je weet nooit wanneer koning<br />

winter komt en hoe heftig. Voorraden waar<br />

je snel bij kunt, zijn dus onmisbaar, anders<br />

vallen er doden. Maar zeker als het idee<br />

van regionale depots haalbaar blijkt, is met<br />

meer samenwerking tussen wegbeheerders<br />

heel veel te winnen.” <<br />

ondernemers prijzen zichzelf de markt in 27


Piet Nell van Provalor ><br />

28<br />

“Het idee is simpel”, zegt Piet Nell, algemeen directeur van Provalor. “Grondstoffen volledig verwerken tot een<br />

product dat geschikt is voor menselijke consumptie, in plaats van een deel als afval behandelen en afvoeren.”<br />

Provalor ontwikkelt, patenteert en verkoopt productinnovaties voor de agro-foodindustrie. Nell zelf is de beden-<br />

ker van een proces om groentesap te maken uit resten die vrijkomen bij de groenteverwerking. Normaal gaan die<br />

als een natte brei naar koeien en varkens. Nell: “Vergelijk het idee maar met het benutten van de wei die vrijkomt<br />

bij de productie van kaas. Dat ging vroeger ook allemaal naar de koeien en de varkens. Nu is het een ingrediënt<br />

van frisdrank.”<br />

Eén van de redenen om een dergelijke<br />

benutting ook voor groenteresten te onder-<br />

zoeken, is de slechte afzetmogelijkheden<br />

van de huidige residustroom. Nell: “De<br />

opbrengsten zijn gering, het bederft snel en<br />

je hebt dure, waterdichte containers voor<br />

de opslag nodig, wil je geen proces-verbaal<br />

van de milieuambtenaar riskeren. Bovendien<br />

transporteert men heel veel water. Dat is<br />

kostbaar, energieverspillend en past niet<br />

meer in deze tijd.”<br />

Jaarlijks 3500 vrachtwagens minder<br />

Opwaarderen van nevenstromen in de<br />

agro-foodsector, waar het idee van Nell<br />

op neerkomt, is goed voor het milieu. Het<br />

betekent een betere benutting van energie<br />

en landbouwgronden die nodig zijn om pro-<br />

ducten te verbouwen en te verwerken. Het<br />

betekent ook transportbesparing. “Jaarlijks<br />

gaat in Nederland 150.000 ton groentere-<br />

sidu als voer naar veehouderijen”, licht<br />

Paulus Kosters, senior-projectleider bij TNO<br />

Milieu, Energie en Procesinnovatie, toe. Zijn<br />

organisatie is als kennisontwikkelaar bij het<br />

sapproject van Provalor betrokken. “Om<br />

dat afval te vervoeren, rijden ieder jaar zo’n<br />

‘grondstoffen volledig verwerken.’<br />

3.500 vrachtwagens gemiddeld 75 kilome-<br />

ter”, berekent Kosters. “Tweederde van die<br />

afvalstroom is vocht, geschikt om drinkbaar<br />

sap van te maken. Als dat lukt, kun je op de<br />

hele Nederlandse productie dus elk jaar zo’n<br />

175.000 vrachtwagenkilometer besparen.”<br />

“Bovendien transporteert men<br />

heel veel water. Dat is kostbaar,<br />

energieverspillend en<br />

past niet meer in deze tijd.”<br />

Tegenover deze besparing, staat het vervoer<br />

naar de sapmaker, leverancier en consu-<br />

ment en het vervoer van de reststof die na<br />

de sapproductie alsnog naar de veehouderij<br />

gaat. Op deze stromen wordt bespaard door<br />

de sapverwerking bij de grotere groente-<br />

verwerkers aan huis te doen. Provalor test<br />

het procédé momenteel in een proeffabriek.<br />

Bij succes, wordt de techniek doorverkocht<br />

aan geïnteresseerde groenteverwerkers.<br />

Belangrijkste besparing is echter dat het<br />

‘opgewaardeerde’ sap de plaats inneemt<br />

van ‘gewoon’ sap. “Elke 30.000 liter groen-<br />

tesap die je uit snijresten produceert,<br />

bespaart ongeveer een hectare landbouw-<br />

areaal, met alle energiegebruik en vervoer<br />

dat daarbij hoort”, meldt Kosters.<br />

Consument wil gelijke stukjes<br />

Voor Daniël Verduyn, directeur van groen-<br />

teverwerker Verduyn in België, is deelname<br />

aan het sapproject van Provalor vooral een<br />

kwestie van vooruit denken. Verduyn: “De<br />

consument wordt steeds kieskeuriger. Als<br />

die bijvoorbeeld gesneden worteltjes koopt,<br />

moeten alle stukjes even lang zijn. Daardoor<br />

hebben wij steeds meer snijresten. Geen<br />

afval, het is net zo gezond als wat er in het<br />

zakje zit.” Veehouders hebben steeds min-<br />

der interesse in deze aanzwellende stroom,<br />

reden voor Verduyn om het werkproces in<br />

zijn bedrijf aan te passen. Waar alles eerst<br />

zo de container in kon, worden straks de<br />

snijresten voor de sapproductie met schoon<br />

water nagewassen en vervolgens gescand<br />

op ongerechtigheden als blaadjes, steeltjes<br />

en stukjes van andere groenten. Kosten voor<br />

de scanner: ongeveer een half miljoen euro.<br />

Eigen apparatuur om sap te maken zou nog<br />

eens drie miljoen euro kosten. Beide een<br />

‘platte operatie’ wat Verduyn betreft: “Het<br />

zijn geen investeringen die geld opleveren.<br />

Ze lossen een probleem op dat anders geld<br />

zou gaan kosten.”<br />

“Elke 30.000 liter groentesap<br />

die je uit snijresten produceert,<br />

bespaart ongeveer een<br />

hectare landbouwareaal, met<br />

alle energiegebruik en vervoer<br />

dat daarbij hoort.”<br />

Dankzij de aanpassingen in het produc-<br />

tieproces van de groenteverwerkers, is<br />

volgens Nell van Provalor met het sap uit<br />

groenteresten een kwaliteitsniveau ‘aan de<br />

bovenkant van de markt’ haalbaar. Of die-<br />

zelfde kieskeurige consument in zijn sapje<br />

bij het ontbijt toch niet liever hele wortels<br />

en tomaten ziet verwerkt, is volgens hem<br />

geen vraag die het succes van het project<br />

zal beïnvloeden. “Weet u dat er wei in uw<br />

frisdrank zit?” is zijn tegenvraag, die geen<br />

antwoord behoeft. Het recyclesap staat<br />

straks dus onopvallend in het schap. Wat<br />

Piet Nell betreft is dat binnenkort het geval.<br />

transportbesparing …mooi meegenomen


‘Benutten in plaats<br />

van afvoeren’<br />

ondernemers prijzen zichzelf de markt in 29


René de Bruin van de stichting Streekeigen Producten ><br />

30<br />

‘Directer contact<br />

met de consument’<br />

transportbesparing …mooi meegenomen


“Voor een ondernemer in de agrarische bedrijfstak en voedselverwerking verdwijnen de producten die hij aanle-<br />

vert over het algemeen in een anoniem circuit. De echte waardetoevoeging vindt elders plaats, letterlijk en figuur-<br />

lijk.” Dit zegt René de Bruin, secretaris van de stichting Streekeigen Producten, een landelijke organisatie die<br />

onder meer met het toekennen van een eigen keurmerk bedrijven helpt zoveel mogelijk stappen in het productie-<br />

proces in eigen of nabijgelegen handen te houden. “Dus niet langer voedsel en vee heel Europa rondslepen, maar<br />

productie van grondstoffen en eindproducten in één streek”, licht De Bruin toe. Hij schat dat inmiddels ‘enkele<br />

duizenden’, veelal kleinschalige, bedrijven in de agro- en foodsector dergelijke principes in praktijk brengen. Een<br />

kleine 150 daarvan ontvangen voor in totaal 135 producten het keurmerk van de stichting. De Bruin verwacht dat<br />

in de komende jaren deze aantallen ruimschoots zullen verdubbelen. De stichting Agro Keten Kennis onderzoekt<br />

momenteel de mogelijkheden om verschillende initiatieven op dit gebied samen te brengen in een project voor het<br />

programma Duurzame Agro Food Ketens. Transportbesparing zal daar een belangrijk onderdeel van zijn.<br />

producten van het ‘eigen’ land.<br />

“De echte waardetoevoeging<br />

vindt elders plaats, letterlijk<br />

en figuurlijk.”<br />

Ook de stichting Streekeigen Producten en<br />

daarbij aangesloten bedrijven besteden<br />

uitdrukkelijk aandacht aan besparen op<br />

transport, ook al zijn de vervoersafstan-<br />

den per definitie al kort. Als voorbeeld<br />

noemt secretaris René de Bruin een recente<br />

samenwerking tussen vijftien kleinschalige<br />

producenten uit de Achterhoek. Waar zij<br />

eerst met vijftien busjes ieder voor zich de<br />

streek rondreden, regelt nu één van hen al<br />

het vervoer. Resultaat: transport van inmid-<br />

dels tweemaal zoveel producten in nog geen<br />

kwart van het aantal transportkilometers<br />

dat de vijftien vroeger gezamenlijk reden.<br />

Contact met de consument<br />

Behalve meer zicht en invloed op de keten<br />

van toelevering en productie, willen de pro-<br />

ducenten van streekeigen producten ook<br />

directer contact met hun uiteindelijke afne-<br />

mer: de consument. In de praktijk betekent<br />

dat meestal ook kortere transportafstan-<br />

den: eigen boerderijwinkels, lokale markten<br />

en levering direct aan de consument zijn<br />

belangrijk afzetkanalen. In zes plaatsen in<br />

Oost-Groningen komt sinds kort zelfs een<br />

‘Boerderijbus’, een omgebouwde SRV-bus<br />

met uitsluitend producten van het ‘eigen’<br />

Groninger land.<br />

Afzet in eigen streek via supermarkten in<br />

de buurt is nog schaars, maar de belang-<br />

stelling is groeiende. Albert Heijn werkt<br />

‘vanwege consistentie in beschikbaarheid<br />

en kwaliteit uitsluitend met grote landelijke<br />

leveranciers’, vertelt woordvoerster Marjan<br />

Rozemeijer, maar supermarktconcern<br />

Laurus ziet wél brood in productie en ver-<br />

koop op korte afstand van elkaar.<br />

“Het is een kleine markt,<br />

maar niet oninteressant.”<br />

“Het is een kleine markt, maar niet oninte-<br />

ressant”, zegt Wilfred van Elzakker, direc-<br />

teur Inkoop en Assortimentmanagement<br />

bij Laurus. ‘Enkele tientallen’ lokale ves-<br />

tigingen van Super de Boer en Konmar<br />

voeren met succes producten die zij zelf<br />

rechtstreeks van bedrijven in de omgeving<br />

betrekken. “Daar zitten onze regionale<br />

distributiecentra niet tussen”, licht Van<br />

Elzakker toe. Over wat de aanvoer vanuit de<br />

eigen regio aan transportbesparing bij het<br />

bevoorraden van supermarkten oplevert,<br />

doet Laurus geen mededelingen. <<br />

ondernemers prijzen zichzelf de markt in 31


Marcel Kuijpers van Kuijpers Kip ><br />

“De gedachte achter het Nieuw Gemengd<br />

Bedrijf is eigenlijk vrij simpel”, licht Marcel<br />

Kuijpers toe. “Wat voor mij geldt, dat ik<br />

beter verdien en minder risico’s loop wan-<br />

neer ik bedrijfsactiviteiten bij elkaar breng,<br />

dat geldt voor de andere deelnemers ook.”<br />

Op het bedrijventerrein komen straks naast<br />

het kuikenbedrijf van Marcel Kuijpers, een<br />

komkommerproducent, een champignon-<br />

kwekerij, een varkenshouderij en een bedrijf<br />

dat de uitwisseling van stoffen tussen deze<br />

bedrijven regelt. Want daar draait het alle-<br />

maal om. “Die champignonkweker is straks<br />

net zo blij als ik dat hij zijn kuikenmest<br />

gewoon kan blijven ontvangen, ook al geldt<br />

er voor heel Nederland een vervoersver-<br />

bod”, geeft Kuijpers als voorbeeld van de<br />

voordelen.<br />

LAT-relatie tussen bedrijven<br />

Het concept voor het Nieuw Gemengd<br />

Bedrijf is afkomstig van onderzoekers van<br />

Wageningen Universiteit en naar de onder-<br />

32<br />

“Ik kan daar gigantisch op transport besparen. Zo’n half tot één miljoen kilometer per jaar. Die extra inkomsten<br />

wil ik wel hebben. Dan zit het met mij wel goed de komende jaren.” Dit zegt Marcel Kuijpers, mede-eigenaar van<br />

vleeskuikenhouderij Kuijpers Kip. Uitbroeden van de eieren, opkweken van de kuikens en het slachten, gebeurt<br />

nu allemaal op verschillende locaties. Daar wil Marcel Kuijpers vanaf door alle vestigingen op één plek samen te<br />

brengen. “Dat bespaart kosten en ik loop geen risico meer dat de hele boel stilligt wanneer er ergens een dier-<br />

ziekte uitbreekt.” Het idee past naadloos binnen het concept ‘Nieuw Gemengd Bedrijf’, de oplossing uit weten-<br />

schappelijke hoek voor een duurzame vorm van voedselproductie. Samen met vier andere ondernemers start<br />

Kuijpers Kip onder diezelfde titel een project op het bedrijventerrein Californië II bij Horst aan de Maas.<br />

samenvoegen van bedrijfsonderdelen:<br />

‘minder kosten, minder risico.’<br />

‘Extra inkomsten<br />

wil ik wel hebben’<br />

nemerspraktijk vertaald door kennisbu-<br />

reau KnowHouse. Rinus van de Waart van<br />

KnowHouse: “Bij elke productie ontstaan<br />

afvalstromen. Maar wat afval is voor de<br />

één, is grondstof voor de ander. Als je vraag<br />

en aanbod van die stromen dicht bij elkaar<br />

“Die champignonkweker<br />

is straks net zo blij als ik<br />

dat hij zijn kuikenmest<br />

gewoon kan blijven<br />

ontvangen, ook al geldt<br />

er voor heel Nederland<br />

een vervoersverbod.”<br />

kunt brengen, profiteert iedereen daar dus<br />

van.” Als voorbeeld noemt hij de mest uit de<br />

kuikenhouderij. Een afvalproduct dat steeds<br />

lastiger kwijt te raken is, maar dat de cham-<br />

pignonkweker prima kan gebruiken. De CO2<br />

en warmte die in zijn bedrijf vrijkomen, zijn<br />

vervolgens weer grondstoffen waar de glas-<br />

tuinder zijn komkommers van laat groeien.<br />

De ‘stoffencentrale’ regelt en beheert al<br />

deze stromen. Van de Waart: “Directe leve-<br />

ringen tussen bedrijven blijkt te benauwd.<br />

Te grote afhankelijkheid. Dat lukt in de prak-<br />

tijk niet. Vandaar dit idee voor een soort<br />

LAT-relaties. De stoffencentrale houdt de<br />

verhoudingen zakelijk, bijvoorbeeld door<br />

ook gewoon buiten het terrein te kopen en<br />

verkopen als dat zo uitkomt.”<br />

Wat Marcel Kuijpers betreft is het Nieuw<br />

Gemengd Bedrijf een project waarbij het<br />

ambitieniveau op diverse terreinen een<br />

stapje hoger is gelegd. “We zijn bezorgd<br />

over ons milieu en over het dierenwelzijn,<br />

we willen ruimte voor recreatie op het plat-<br />

teland en de boer wil ook nog een centje<br />

verdienen. Het lijkt er vaak op dat als je<br />

het één verbetert, het ander er slechter op<br />

wordt. Wij willen op ál deze terreinen voor-<br />

transportbesparing …mooi meegenomen


uitgang boeken.” Momenteel rekenen de<br />

vijf bedrijven door of dat wat de verdiensten<br />

betreft gaat lukken. “We gaan elkaar niet<br />

voor de gek houden”, constateert Kuijpers<br />

nuchter, “het moet voor iedereen opleve-<br />

ren.” Kostenbesparingen op het transport<br />

en betere afzet van reststoffen, zullen daar<br />

volgens hem voor zorgen.<br />

Gemengd bedrijf nieuwe stijl<br />

Voordelen voor milieu en dierenwelzijn,<br />

zijn voor een belangrijk deel al in kaart<br />

gebracht. Op het gebied van emissies, ener-<br />

giegebruik, dierengezondheid, dierenwelzijn<br />

en voedselveiligheid, blijkt de kuikenhoude-<br />

rij van Kuijpers Kip in de nieuwe opzet vol-<br />

gens een enquête onder deskundigen beter<br />

te scoren dan een biologisch bedrijf. Ook de<br />

andere deelnemers behoren wat duurzaam<br />

ondernemen betreft tot de voorlopers in<br />

hun sector. De aanblik van het bedrijventer-<br />

rein langs de A67 kan daar mogelijk mee<br />

conflicteren. Het is voor de buitenwacht niet<br />

echt het nostalgische plaatje van een<br />

scharrelboerderij. Open informatie van<br />

de deelnemers moet dat beeld recht zet-<br />

“Directe leveringen tussen<br />

bedrijven blijkt te benauwd.<br />

Vandaar dit idee voor een<br />

soort LAT-relaties.”<br />

ten. Marcel Kuijpers: “We kiezen voor een<br />

transparant concept, waarbij het publiek<br />

welkom is. Dat doe we nu ook al, want we<br />

willen graag inzicht geven in onze werk-<br />

wijze. Overigens is mijn indruk dat men-<br />

sen verantwoord produceren belangrijk<br />

vinden, maar dat ze eenmaal in de winkel<br />

toch kiezen voor zoveel mogelijk kwaliteit<br />

voor zo min mogelijk geld. Dat is prima,<br />

want dat leveren we ook.” <<br />

voordelen voor milieu en dierenwelzijn.<br />

ondernemers prijzen zichzelf de markt in 33


Pascal van Haren van CoopCodis ><br />

34<br />

‘Tien tot twaalf procent<br />

minder transport blijkt<br />

zonder meer haalbaar’<br />

transportbesparing …mooi meegenomen


De bron van het bericht is informeel, maar daarom niet minder<br />

informatief: zoon-vakkenvuller meldt ’s avonds thuis aan de eettafel<br />

dat hij andere werktijden krijgt. Reden: het transport naar de super-<br />

markt waar hij werkt, wordt ingrijpend beperkt. De prijzenslag, gaf<br />

zijn baas als reden. Druk op de marges maakt ondernemers blijk-<br />

baar ook op transportgebied creatief.<br />

“Afleverschema’s zijn vaak<br />

in de loop der jaren ontstaan<br />

en zitten vol aannames en<br />

afspraken die je best eens<br />

tegen het licht kunt houden.”<br />

coopcodis: beter beladen vrachtwagens.<br />

Pascal van Haren, logistiek manager bij<br />

CoopCodis, bevestigt dit gedeeltelijk. “Ja,<br />

we zijn ontzettend actief op zoek naar<br />

mogelijkheden om te besparen op trans-<br />

port. Maar niet alleen vanwege de prijzen-<br />

oorlog. Ook los daarvan is minder transport<br />

voor ons een belangrijke doelstelling.”<br />

Efficiënter én minder rijden<br />

Halen van die doelstelling zit voor de aange-<br />

sloten supermarkten in de eerste plaats in<br />

efficiënter rijden met de vrachtwagens die<br />

voor de bevoorrading zorgen. Van Haren:<br />

“Afleverschema’s zijn vaak in de loop der<br />

jaren ontstaan en zitten vol aannames en<br />

afspraken die je best eens tegen het licht<br />

kunt houden. Vers hoeft bijvoorbeeld niet<br />

per se om acht uur op de stoep te staan en<br />

die grote vrachtwagen in de binnenstad, is<br />

misschien al lang niet zo handig meer.”<br />

Naast meer efficiency, is minder vaak of<br />

minder ver rijden een mogelijkheid om te<br />

besparen op transport. Dit vraagt over het<br />

algemeen grotere ingrepen in de bedrijfs-<br />

voering van winkelier of distributiebedrijf.<br />

Samenvoegen of juist opsplitsen van distri-<br />

“Ja, we zijn ontzettend<br />

actief op zoek naar<br />

mogelijkheden om te<br />

besparen op transport.<br />

Maar niet alleen vanwege<br />

de prijzenoorlog.”<br />

butiecentra noemt Van Haren als voorbeeld,<br />

maar ook een winkel anders inrichten of<br />

invoeren van een ander ‘vulregime’, zodat<br />

kruidenierswaren zonder ‘THT-jes’ minder<br />

frequent aangeleverd hoeven worden. In<br />

combinatie met beter beladen vrachtwagens<br />

op de ritten die nog wel gereden worden,<br />

levert dit een daadwerkelijke besparing van<br />

vrachtwagenkilometers.<br />

Ruim tien procent besparing<br />

Alle maatregelen tezamen hebben voor de<br />

CoopCodis-keten al aanzienlijke transport-<br />

besparingen opgeleverd. Als voorbeeld<br />

noemt Van Haren een distributiecentrum in<br />

Monster, waar het wagenbestand is inge-<br />

krompen van zestien naar twaalf. De twaalf<br />

rijden ruim tien procent minder kilometers<br />

dan de zestien wagens vroeger reden.<br />

Terwijl de omzetten van de beleverde win-<br />

kels zijn gestegen. “Wanneer je alle denk-<br />

bare ingrepen toepast, zijn besparingen van<br />

twintig procent mogelijk”, zegt Van Haren.<br />

“In de praktijk gaan wij uit van tien tot<br />

twaalf procent minder kilometers. Dat blijkt<br />

zonder meer haalbaar.” <<br />

ondernemers prijzen zichzelf de markt in 35


Meer informatie ><br />

36<br />

Contact en informatie<br />

Het project Transportbesparing ondersteunt ondernemers en overheden bij het ontwik-<br />

kelen en in praktijk brengen van bedrijfsvernieuwingen die nieuwe marktkansen of kos-<br />

tenbesparingen combineren met minder behoefte aan goederenvervoer. Voor contact<br />

en informatie:<br />

Projectteam Transportbesparing<br />

Postbus 20904, 2500 EX Den Haag<br />

telefoon: 070 – 351 13 81<br />

fax: 070 – 351 19 58<br />

e-mail: transportbesparing.dgg@minvenw.nl<br />

internet: www.transportbesparing.nl<br />

Transportbesparing is een project van het ministerie van Verkeer en Waterstaat in<br />

samenwerking met EVO, VNO-NCW, de stichting Natuur en Milieu en de ministeries<br />

van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit, Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening<br />

en Milieubeheer en Economische Zaken.<br />

> Ook transportbesparen?<br />

Kijk op www.transportbesparing.nl<br />

COLOFON ‘Ondernemers prijzen zichzelf de markt in’ is een uitgave van het project Transportbesparing. De interviewteksten zijn eerder gepubliceerd in de elektro-<br />

nische nieuwsbrief en op de website van het project. | Tekst: <strong>Jos</strong> <strong>Lammers</strong>, Delft | Fotografie: Herman Zonderland, Delft | Vormgeving en opmaak: Hoogteyling BNO,<br />

Schiedam | Druk: PlantijnCasparie, Capelle a/d IJssel | Den Haag, november 2004<br />

transportbesparing …mooi meegenomen

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!