13.09.2013 Views

blok 1 - ThiemeMeulenhoff

blok 1 - ThiemeMeulenhoff

blok 1 - ThiemeMeulenhoff

SHOW MORE
SHOW LESS

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

38<br />

Leerlijn<br />

– Kommagetallen<br />

– Breuken<br />

– Geld<br />

Leerdoelen<br />

<strong>blok</strong> 1<br />

Nieuwe stof<br />

– Verkenning van kommagetallen met 1 en 2<br />

decimalen<br />

– De relatie kommagetallen en breuken met<br />

behulp van geld<br />

– Geldbedragen met euro’s en centen<br />

schrijven als kommagetal<br />

– Kommagetallen op de getallenlijn plaatsen<br />

– Verder tellen met 0,10, 0,05 en 0,01<br />

Oefenen<br />

– Oppervlakte van rechthoeken berekenen<br />

– Getallen tot 100 000 op de getallenlijn<br />

plaatsen<br />

– Cijferend optellen en aftrekken deel van<br />

één euro<br />

▪ Nieuwe stof<br />

– Verkenning van kommagetallen met<br />

behulp van geld<br />

– De relatie kommagetallen en breuken met<br />

behulp van geld<br />

– Kommagetallen op de getallenlijn plaatsen<br />

▪ Oefenen<br />

– Inhoud berekenen<br />

– Breuk als deel van een hoeveelheid<br />

Materiaal<br />

– Leerlingenboek 7a blz. 22 en 23<br />

– Werkschrift 7 blz. 9<br />

– Maatschrift 7 <strong>blok</strong> 1+2 blz. 22 en 23<br />

– Plusschrift 7 <strong>blok</strong> 1<br />

– Kwismeester 7a <strong>blok</strong> 1<br />

– Oefensoftware<br />

– Eventueel: namaakgeld<br />

les 18 en 19<br />

Hoofdrekenen en schattend rekenen<br />

Maak een keuze uit deze opdrachten. Reken 5 tot 10 minuten.<br />

1 Vermenigvuldigen<br />

Geef de sommen mondeling of schriftelijk.<br />

5 × 17 = ( 85) 6 × 32 = (192) 5 × 18 = ( 90)<br />

7 × 23 = (161) 8 × 16 = (128) 9 × 35 = (315)<br />

2 × 14 = ( 28) 4 × 41 = (164) 3 × 12 = ( 36)<br />

9 × 23 = (207)<br />

6 × 11 = ( 66)<br />

2 × 47 = ( 94)<br />

2 Kommagetallen<br />

Schrijf de volgende getallen op het bord en laat ze uitspreken door de<br />

leerlingen. Laat de leerlingen ze vervolgens in volgorde van klein naar<br />

groot zetten.<br />

1,34 4,31 3,14<br />

1,43 3,41 4,13<br />

Lees daarna de volgende getallen voor en laat de leerlingen ze<br />

opschrijven. Benoem de getallen achter de komma als tienden en<br />

honderdsten.<br />

8,16 7,29 13,14<br />

6,3 25,7 37,28<br />

Maatschrift<br />

▪<br />

1 Gewichten<br />

1 kg = (1000) g 3 kg = (3000) g 5 kg = (5000) g 8 kg = (8000) g<br />

Noem eens een paar dingen die 1 kilogram wegen. (pak suiker, liter melk)<br />

Noem eens een paar dingen die een halve kilogram wegen. (potje jam,<br />

pak pasta)<br />

Noem eens een paar dingen die 30 kilogram wegen. (kind, grote hond)<br />

Noem eens een paar dingen die één gram wegen. (snoepje, theelepel<br />

suiker)<br />

Noem eens een paar dingen die meer dan 100 kilogram wegen. (olifant,<br />

vrachtwagen)<br />

▪ 2 Aftrekken<br />

36 − 12 = ( 24)<br />

136 − 12 = (124)<br />

56 − 36 = ( 20)<br />

456 − 36 = (420)<br />

▪<br />

3 Vermenigvuldigen<br />

2 × 70 = (140)<br />

4 × 30 = (120)<br />

5 × 60 = (300)<br />

4 × 80 = (320)<br />

65 − 59 = ( 6)<br />

265 − 59 = (206)<br />

56 − 39 = ( 17)<br />

456 − 39 = (417)<br />

7 × 20 = (140)<br />

3 × 40 = (120)<br />

6 × 50 = (300)<br />

8 × 40 = (320)<br />

45 − 34 = (11)<br />

345 − 334 = (11)<br />

76 − 24 = (52)<br />

576 − 524 = (52)<br />

8 × 90 = (720)<br />

9 × 80 = (720)<br />

7 × 60 = (420)<br />

6 × 70 = (420)<br />

34 − 23 = ( 11)<br />

334 − 123 = (211)<br />

27 − 15 = ( 12)<br />

527 − 115 = (412)<br />

6 × 40 = ( 240)<br />

6 × 400 = (2400)<br />

5 × 30 = ( 150)<br />

5 × 300 = (1500)

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!