You also want an ePaper? Increase the reach of your titles
YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.
3<br />
Ik heb mijn neef Seno maar een paar jaren gekend. We waren de<br />
enige twee kinderen in de familie. Op feestjes moesten wij elkaar<br />
vermaken. Zelfs complimenten over lengte of breedte moesten we<br />
delen, terwijl ik duidelijk de grootste en de sterkste was.<br />
Mijn moeder behandelde haar broers enige kind, mijn jaargenoot,<br />
alsof hij van glas was geblazen, en hij speelde haar zorgzaamheid<br />
tegen mij uit. Zodra ik dreigde terug te nemen wat hij<br />
van mij had afgepakt, begon Seno huilend naar mij te wijzen en<br />
zijn tante Hannah te hulp te roepen. In onze tienerjaren, uit het<br />
zicht van het ouderlijk gezag, kon ik – als ik dat had gewild – wat<br />
onvoorzichtiger met hem omspringen, maar hij kreeg verkering<br />
met een gojse en we verbleven niet langer op dezelfde plekken in<br />
de stad.<br />
Tijdens de begrafenis van zijn moeder, mijn altijd zieke tante<br />
Vogeltje, in 1939, zag ik hem voor het laatst. Ik wilde hem troosten,<br />
maar daar had hij geen behoefte aan. Liever sprak hij over<br />
Christine, met wie hij tenniste en op dansles zat. Ze gingen zich<br />
nu snel verloven.<br />
‘En jij? Boksen, boksen, boksen zeker?’<br />
Hij probeerde in mijn bovenarm te knijpen. Ik liet hem begaan.<br />
‘Meisjes?’<br />
‘Zat.’<br />
De dag waarop oom Louis onderdook, ergens in 1941, was zijn<br />
zoon Seno al een tijdje verdwenen. Op reis, heette het toen.<br />
Ik sprak hem na de oorlog. Ik was al een jaar in Brazilië. Nana<br />
had erop aangedrongen dat ik contact met mijn familie zou opnemen.<br />
Ze kon niet begrijpen dat ik maar bleef uitstellen.<br />
‘Wil je niet weten hoe het met je vader...’<br />
21