03 Gemeenten A+O Routeplanner
03 Gemeenten A+O Routeplanner
03 Gemeenten A+O Routeplanner
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
Op weg naar<br />
leeftijdsbewust<br />
persOneelsbeleid<br />
<strong>Routeplanner</strong> voor gemeenten<br />
1<br />
>
i n h O u d s O p g a v e c o l o f o n<br />
Inleiding 3<br />
Noodzaak: waarom leeftijdsbewust personeelsbeleid? 5<br />
Levensfasen en generaties 6<br />
<strong>Routeplanner</strong>: waar stapt u op? 10<br />
Station 1: Meten is weten 13<br />
1.1 Reistips 13<br />
1.2 Tussenstations 14<br />
1.2.1 Organisatiescan <strong>A+O</strong> fonds <strong>Gemeenten</strong> 14<br />
1.2.2 Scan Duurzame inzetbaarheid 14<br />
1.3 Aanvullende reisinformatie 16<br />
Station 2: Draagvlak en daadkracht creëren 18<br />
2.1 Reistips 18<br />
2.2 Reisadvies 18<br />
2.3 Reizigers 19<br />
2.4 Aanvullende reisinformatie 24<br />
Station 3: Actieplannen 25<br />
3.1 Reistips 25<br />
3.2 Geslaagde acties van andere organisaties 25<br />
3.3 Reisbestemming: competente, gemotiveerde<br />
en gezonde medewerkers 27<br />
3.4 Tussenstation: competent en gemotiveerd 27<br />
3.5 Tussenstation: gezond aan het werk 33<br />
Station 4: Borging 37<br />
4.1 Reistips 38<br />
4.2 Heeft u uw bestemming bereikt? 38<br />
Bijlage 1: Organisatiescan, kwantitatief deel: P&O-kengetallen 40<br />
Bijlage 2: Analyse gegevens organisatiescan 42<br />
Bijlage 3: Organisatiescan, kwalitatief deel:<br />
Personeelsbeleid en P&O-instrumenten 45<br />
Bijlage 4: Overzicht van aandachtspunten en actiepunten 46<br />
Bijlage 5: Scan Duurzame inzetbaarheid 47<br />
Bijlage 6: Extra informatie over meten=weten 50<br />
Bijlage 7: Aanvullende informatie over verkrijgen draagvlak 60<br />
< 2<br />
>
i n l e i d i n g<br />
d e z e ro u t e p l a n n e r i s e e n p raktische le i d raad om aan de slag te<br />
g a a n m e t le e f t i j d s b ewust personeelsbele i d . Z o d a t le e f t i j d s b ewust<br />
p e rsoneelsbele i d o p d e a g e n d a staat en blijft staan. deze ro u t e p l a n n e r<br />
h e l p t u o m a a n d e s l a g t e g a a n m e t d e u i t d a g i n g e n w a a r g e m e e n t e n voor<br />
staan, zoals samenwerking, klantgerichtheid en digitalisering van de<br />
d i e n stverle n i n g .<br />
alle medewerkers<br />
Het doel van leeftijdsbewust personeelsbeleid is de inzetbaarheid van álle medewerkers te verhogen.<br />
Mensen met wensen, ambities en mogelijkheden bij wie we het beste naar boven willen halen. Het<br />
gaat niet alleen om oudere medewerkers, maar om medewerkers van alle leeftijden en levensfasen.<br />
CaO en leeftijdsbewust personeelsbeleid<br />
In de CAO <strong>Gemeenten</strong> 2005-2007 is afgesproken dat gemeenten per 1 januari 2008 Leeftijdsbewust<br />
personeelsbeleid hebben ingevoerd. Desondanks blijkt uit de Personeelsmonitor 2007 van het<br />
<strong>A+O</strong> fonds <strong>Gemeenten</strong> dat dit bij slechts 24% van de gemeenten het geval is; 76% is nog bezig met<br />
de invoering.<br />
Met deze routeplanner wil het <strong>A+O</strong> fonds <strong>Gemeenten</strong> stimuleren om in 2010 leeftijdsbewust<br />
personeelsbeleid daadwerkelijk te hebben ingevoerd.<br />
iedereen aan de slag<br />
De routeplanner richt zich in eerste instantie op de medewerkers bij de afdeling P&O. Over het<br />
algemeen houden zij zich bezig met de implementatie van leeftijdsbewust personeelsbeleid.<br />
Daarnaast kan deze uitgave ook een hulpmiddel zijn voor leidinggevenden, directies en<br />
ondernemingsraden.<br />
betrokkenheid<br />
Voor een effectief leeftijdsbewust personeelsbeleid moet de organisatie op alle niveaus doordrongen<br />
zijn van het belang hiervan. Betrokkenheid van de gemeentesecretaris en de wethouder of<br />
burgemeester met verantwoordelijkheid voor personele zaken is essentieel. De OR ondersteunt het<br />
proces met kritische vragen over inhoud en voortgang. Maar ook dienst- of sectorhoofden moeten<br />
het belang van leeftijdsbewust personeelsbeleid inzien en de verbinding leggen met de ambitie<br />
om voor de burgers een goede dienstverlener te zijn. Daarvoor is breed inzetbaar personeel een<br />
voorwaarde. Het is noodzakelijk om alle medewerkers voortdurend optimaal inzetbaar te houden. De<br />
leidinggevenden stimuleren medewerkers om zich nieuwe methoden, technieken en ideeën eigen te<br />
maken.<br />
< ><br />
3
de routeplanner: het startpunt van de reis…<br />
Om te bepalen waar uw gemeente staat met de invoering van leeftijdsbewust personeelsbeleid kunt u<br />
de routeplanner invullen. Op basis daarvan ziet u waar uw organisatie nu staat en hoe u uw reis kunt<br />
vervolgen.<br />
eerste station: Meten is weten<br />
Heeft uw gemeente nog te weinig inzicht in cijfers en ontwikkelingen? Start dan bij het station ‘Meten<br />
is weten’ met het maken van een diagnose.<br />
tweede station: draagvlak en daadkracht creëren<br />
Bent u al op weg met leeftijdsbewust personeelsbeleid maar is er nog onvoldoende draagvlak in uw<br />
gemeente? Ga dan naar het station ‘Draagvlak en daadkracht creëren’.<br />
derde station: actieplannen<br />
Bent u op zoek naar instrumenten om leeftijdsbewust personeelsbeleid in praktijk te brengen? Ga<br />
dan naar het station ‘Actieplannen’.<br />
vierde station: borging<br />
Ziet u uw bestemming al in de verte? Ga dan naar het station ‘Borging’ om leeftijdsbewust<br />
personeelsbeleid te integreren in P&O-beleid.<br />
noodzaak: waarom leeftijdsbewust personeelsbeleid?<br />
Een reiziger vertrekt zelden zonder bagage. Daarom starten we met een aantal argumenten die<br />
u kunt gebruiken om het management van uw gemeente mee te nemen in het belang om met<br />
leeftijdsbewust personeelsbeleid aan de slag te gaan.<br />
In het eerste hoofdstuk besteden we ook aandacht aan levensfasen, generaties en het omgaan met<br />
verschillen. We geven aan waarom het belangrijk is rekening te houden met veranderende behoeften<br />
en wensen van medewerkers.<br />
goede reis!<br />
Het <strong>A+O</strong> fonds <strong>Gemeenten</strong> wenst u een goede reis. Kijk op www.aeno.nl voor aanvullende informatie,<br />
achtergrondartikelen en publicaties (onder ‘Inzetbaarheid’).<br />
Heeft u vragen? Neem dan contact op met de Helpdesk Aan de Slag, telefoon (<strong>03</strong>0) 744 01 72,<br />
of stuur een e-mail naar aandeslag@aeno.nl.<br />
< ><br />
4
n O O d Z a a k : w a a r O M l e e f t i j d s b e w u s t<br />
p e r s O n e e l s b e l e i d ?<br />
w i l t u h e t t o p m a n a g e m e n t van uw gemeente overtuigen om met<br />
le e f t i j d s b ewust personeelsbele i d a a n d e s l a g t e g a a n ?<br />
we b i e d e n u e e n a a n t a l a rg u m e n t e n o m d e n o o d z a a k van le e f t i j d s b ewust<br />
p e rsoneelsbele i d t e a g e n d e re n . O o k g a a n we in op levensfa s e n ,<br />
g e n e raties en het belang van omgaan met verschille n .<br />
i n d i t h o o f d stuk komen de cijfe rs aan de ord e o m u w a rg u m e n t a t i e t e<br />
o n d e r b o u wen.<br />
argumenten om met leeftijdsbewust personeelsbeleid aan de slag te gaan<br />
G e m e e n t e n v e r a n d e r e n , h e t w e r k v e r a n d e r t<br />
<strong>Gemeenten</strong> worden geconfronteerd met veranderingen: nieuwe vormen van dienstverlening,<br />
samenwerking met andere gemeenten, efficiencyverbetering en de toenemende invloed van ICT. Het<br />
is belangrijk dat medewerkers nieuwe vaardigheden en competenties leren en zo gemotiveerd, met<br />
plezier én vertrouwen met deze veranderingen kunnen omgaan.<br />
i n v e s t e r i n g i n i e d e r s b e l a n g<br />
Het werken aan een brede en langdurige inzetbaarheid van medewerkers is in ieders belang.<br />
Onder inzetbaarheid wordt daarbij verstaan ‘de mate waarin personen in staat zijn en bereid zijn<br />
betaald werk te vinden en te behouden’. Brede en langdurige inzetbaarheid vergroot de kans dat de<br />
veranderingen binnen de gemeente door de medewerkers begrepen, gedragen en uitgevoerd worden.<br />
Functies, de gevraagde kennis en competenties veranderen. Medewerkers moeten in staat zijn mee<br />
te veranderen en zich te blijven ontwikkelen. Dat gaat niet vanzelf, voor niets gaat de zon op. Met alle<br />
medewerkers echt in gesprek gaan, naar hen luisteren, hen binden en behouden vraagt aandacht en<br />
investering. Investering in medewerkers leidt tot groei van organisatie en medewerkers. Het vraagt<br />
werkgeversverantwoordelijkheid én werknemersverantwoordelijkheid.<br />
k r a p p e r e a r b e i d s m a r k t<br />
Zoals blijkt uit de hierna volgende diagram is de gemeentelijke sector sterk vergrijsd. De gemiddelde<br />
leeftijd van de gemeentelijke bezetting in 2007 was 44,8 jaar. Door de vergrijzing in de gemeentelijke<br />
sector ontstaan problemen in de personeelsbezetting. <strong>Gemeenten</strong> kunnen niet alle functies met<br />
nieuw talent van buiten de organisatie invullen. Daarom is investering in de ontwikkeling van<br />
’zittende’ medewerkers noodzakelijk.<br />
< ><br />
5
Alle gemeenten<br />
G4<br />
100.000 of meer<br />
inwoners (excl. G4)<br />
50.000 tot<br />
100.000 inwoners<br />
20.000 tot<br />
50.000 inwoners<br />
10.000 tot<br />
20.000 inwoners<br />
Minder dan<br />
10.000 inwoners<br />
Gemeentelijke bezetting in personen naar leeftijdsklasse en gemeentegrootteklasse in procenten in 2007.<br />
Bron: Salarisbestanden gemeenten<br />
v e r a n d e r b e r e i d h e i d n e e m t a f b i j t e b e p e r k t e i n v e s t e r i n g<br />
Het vooroordeel is dat investering in oudere medewerkers leidt tot verspilling van geld, terwijl juist<br />
non-investering leidt tot verspilling van menselijk kapitaal. Oudere medewerkers hebben binnen<br />
hun loopbaan vaak nog vijf, tien of vijftien jaar te gaan. Mits deze medewerkers in hun jongere jaren<br />
niet langdurig en eenzijdig fysiek of mentaal zijn overbelast. Als ze de kans krijgen om bij te blijven<br />
in hun vak, kunnen zij hun kennis en ervaring inzetten en overdragen. In de publicatie Levenslang<br />
Inzetbaar1 treft u meer informatie aan over de veranderingen in inzetbaarheid bij het ouder worden.<br />
Continu investeren in ontwikkeling stimuleert de mobiliteit en veranderbereidheid van medewerkers.<br />
Leeftijdsbewust personeelsbeleid is erop gericht alle medewerkers gedurende hun hele loopbaan<br />
betrokken en actief te houden.<br />
v a n ‘ O n e s i z e f i t s a l l ’ n a a r ‘ O n e s i z e f i t s m e ’<br />
Ieder mens is anders. Ruimte voor meer maatwerk in het P&O-beleid zorgt ervoor dat mensen beter en<br />
prettiger werken. Dit leidt tot meer productiviteit, minder verzuim, minder verloop en gezonde en tevreden<br />
medewerkers. Gezien de toenemende verscheidenheid van mensen, culturen en levensfasen binnen uw<br />
organisatie en op de arbeidsmarkt, is het steeds belangrijker om rekening te houden met die verschillen.<br />
In de volgende paragraaf gaan we nader in op die verschillen in levensfasen en generaties. De nadruk<br />
ligt daarbij op verschillen in levensfasen omdat over de invloed van generaties nog weinig bekend is.<br />
levensfasen en generaties<br />
1,6% 15,8% 29,6% 33,7% 14,6% 4,7%<br />
2,0% 17,5% 29,6% 32,5% 13,5% 4,8%<br />
1,5% 16,0% 29,6% 34,2% 14,7% 4,0%<br />
1,6% 15,7% 29,0% 33,8% 15,4% 4,5%<br />
1,4% 14,7% 30,2% 34,2% 14,5% 4,9%<br />
1,4% 14,4% 29,2% 34,2% 15,5% 5,2%<br />
1,6% 14,6% 29,3% 34,0% 15,8% 4,6%<br />
0% 10% 20% 30% 40% 50% 60% 70% 80% 90% 100%<br />
jonger dan 25 jaar 25 tot 35 jaar 35 tot 45 jaar<br />
45 tot 55 jaar 55 tot 60 jaar 60 jaar en ouder<br />
L e v e n s f a s e n e n g e n e r a t i e s : o m g a a n m e t v e r s c h i l l e n<br />
Aandacht voor levensfasen staat al bij veel gemeenten op de agenda. Het resultaat is een divers P&Obeleid,<br />
met bijvoorbeeld meer contractvormen en keuzemenu’s van arbeidsvoorwaarden.<br />
< 6<br />
>
De rol die betaald werk speelt in het leven van mensen is niet gedurende het hele leven dezelfde. Wat<br />
voor een veranderingen zich voordoen en wanneer dat gebeurt, is natuurlijk voor iedereen verschillend.<br />
Er is echter wel een patroon zichtbaar.<br />
Voor jonge starters (onder de dertig) is werk veelal een manier om de eigen identiteit vorm te geven.<br />
Dit is een proces, met veel uitproberen, grenzen zoeken en leren: samenwerken en functioneren in een<br />
organisatie. Maar er moet ook een antwoord worden gevonden op basale vragen als ‘Wat kan ik?’, ‘Wat<br />
wil ik?’ en ‘Wat vind ik leuk?’.<br />
Rond de dertig is het spitsuur: een nieuwe fase waarin mensen een gezin starten. Tegelijk zetten<br />
mensen in deze fase vaak cruciale loopbaanstappen. Deze kunnen grote invloed hebben op het verdere<br />
werkzame leven. Er worden dus op twee fronten hoge eisen gesteld. In deze fase zijn mensen op zoek<br />
naar een nieuw evenwicht tussen de eisen die gesteld worden door het werk en door het privéleven.<br />
Veel ouders, vaak vrouwen, kiezen ervoor om minder te gaan werken.<br />
Na de veertig treedt veelal een stabilisatie op in het denken over de toekomst. Het dringt door dat deze<br />
toekomst niet oneindig is. Dit leidt tot een evaluatie: waar sta ik, wat heb ik bereikt, en wat wil ik nog<br />
bereiken? Dit kan leiden tot een duidelijke koersverandering, omdat helder wordt dat bepaalde wensen<br />
te weinig aan bod zijn gekomen. Er treedt een besef op van ‘nu of nooit’. Zingeving wordt belangrijker,<br />
en werk wordt steeds meer gezien als manier om die zingeving te bereiken en steeds minder als<br />
manier om zichzelf te bewijzen. Voor ouders die kinderen hebben opgevoed is in deze of de volgende<br />
fase soms sprake van een hernieuwde start; ze hebben weer meer tijd en aandacht voor hun werk.<br />
Boven de vijftig wordt verdieping en zingeving steeds belangrijker. De deskundigheid en ervaring<br />
is ijzersterk, maar mensen lopen soms tegen hun fysieke grenzen aan. Vaak ontstaat ook de wens<br />
om de eigen kennis en ervaring over te dragen aan minder ervaren collega’s. Als we niet aan deze<br />
wensen tegemoetkomen, bestaat het gevaar van vastroesten, gebrek aan motivatie en een gevoel van<br />
zinloosheid. Soms zijn deze medewerkers minder prestatiegericht, maar de behoefte om uitgedaagd te<br />
worden blijft.<br />
r e k e n i n g h o u d e n m e t l e v e n s f a s e n<br />
De veranderingen per levensfase hebben gevolgen voor de manier waarop men in het werk staat en<br />
daarmee ook voor passende werkzaamheden. Medewerkers in verschillende levensfasen hebben<br />
veranderende drijfveren, visie op werk en binding met organisaties. Het is daarom belangrijk het P&Obeleid<br />
voortdurend af te stemmen op de belastbaarheid en de behoeften van medewerkers, rekening<br />
houdend met die levensfasen. Dit levert concrete resultaten op: een betere balans tussen werk en privé,<br />
bredere inzetbaarheid, minder ziekteverzuim en een hogere medewerkertevredenheid.<br />
l e v e n s f a s e n e n a r b e i d s v o o r w a a r d e n<br />
Op het gebied van arbeidsvoorwaarden betekent dit dat veel gemeenten keuzemenu’s aanbieden:<br />
flexibiliteit in contractvormen arbeidstijden<br />
thuiswerkmogelijkheden<br />
duobanen<br />
variabele begin- en eindtijden<br />
finderopvang<br />
zorgverlof<br />
levensloopregelingen.<br />
< ><br />
7
Levensfase aandachtspunten m.b.t. aRbeidsvooRwaaRden<br />
Jonge starters Levensloopregeling (verlofsparen voor langere vakanties), scholing en<br />
persoonlijke ontwikkeling<br />
Spitsuur van het leven Zorgverlof (kinderen), levensloopregelingen, (aanvullend) pensioenopbouw<br />
Stabilisatie Zekerheid, scholing, sabbatical en eventuele heroriëntatie, (aanvullend)<br />
pensioenopbouw<br />
Deskundige senior Zorgverlof (mantelzorg)<br />
Veroudering Pensioen<br />
Levensfasen en arbeidsvoorwaarden. Bron: Handboek Levensfasegericht personeelsbeleid, Qidos 2006<br />
g e n e r a t i e s<br />
Naast het bestaande inzicht in levensfasen, zijn de verschillen tussen generaties een nieuwe invalshoek<br />
in dit thema. Kenmerken van generaties zijn:<br />
Iedere generatie ontwikkelt een eigen herkenbare identiteit van waaruit ze hun werk en de<br />
werkomgeving beïnvloeden.<br />
Iedere generatie kan vernieuwen; het is inherent aan de impuls om zaken anders te benaderen dan<br />
de vorige. Het is een misvatting dat alleen de jongste generatie innovatie in een organisatie brengt.<br />
Generatiegenoten communiceren en vinden makkelijker aansluiting bij hun eigen generatie;<br />
uitwisseling tussen generaties gebeurt vaak te weinig.<br />
De invloed van een generatie op de bedrijfscultuur en besluitvorming neemt toe als steeds meer<br />
mensen uit dezelfde generatie een coördinerende en leidinggevende rol krijgen. De bedrijfscultuur<br />
wordt opnieuw geformuleerd.<br />
Het binden en boeien van alle generaties vraagt om veelvormigheid in beleid.<br />
Om de kracht van verscheidenheid te benutten, moet het personeelsbestand uit een mix van<br />
generaties bestaan.<br />
Een goede verstandhouding binnen bedrijven vraagt om een dialoog tussen de generaties,<br />
verantwoordelijkheid van de organisatie maar ook van medewerkers zelf. Het helpt als medewerkers<br />
gestimuleerd worden regelmatig stil te staan bij heden, verleden en toekomst. Daarom zijn er in de cao<br />
afspraken gemaakt over persoonlijke ontwikkelingsgesprekken en is er op verzoek van de werknemer<br />
recht op een loopbaanadvies na elke periode van vijf jaar. Medewerkers hebben in hun privéleven<br />
bepaalde verantwoordelijkheden die zij goed en zelfstandig aankunnen. Dat verwacht de organisatie<br />
ook binnen het werk, medewerkers moeten zelf aan hun ontwikkeling werken. Toch blijkt aanvullende<br />
coaching vaak nodig om medewerkers te stimuleren hun loopbaan en leven daadwerkelijk in eigen hand<br />
te nemen.<br />
< ><br />
8
Het model Levensfasen & Generaties (zie schema) illustreert de samenhang tussen de punten die aan<br />
bod zijn gekomen.<br />
Goed weRKGeveRschap<br />
inteRGRaaL hR beLeid<br />
duuRZame inZetbaaRheid<br />
GemotiveeRde, competente, GeZonde medeweRKeRs<br />
GeneRatiemanaGement<br />
Levensfasebewust peRsoneeLsbeLeid<br />
20-ers 30-ers 40-ers 50-ers 60-ers<br />
Levensfasen en generaties in schema<br />
saMengevat<br />
leeftijdsbewust personeelsbeleid voor alle leeftijden:<br />
stimuleert dat alle medewerkers competent, gemotiveerd, gezond en breed inzetbaar<br />
willen en kunnen werken, nu en in de toekomst;<br />
houdt rekening met het feit dat behoeften, wensen en eisen rondom arbeid niet constant<br />
zijn maar per levensfase en per persoon veranderen;<br />
houdt kennis en kunde up-to-date;<br />
houdt veranderbereidheid in stand en stimuleert mobiliteit;<br />
stelt medewerkers in staat om zich te ontwikkelen binnen hun huidige functie en<br />
naar andere functies te groeien.<br />
< 9<br />
>
station meten = weten station draagvlak station actieplannen station borging<br />
r O u t e p l a n n e r : w a a r s t a p t u O p ?<br />
Duurzame inzetbaarheid is een kwestie van maatwerk en kan worden bereikt door oog te hebben<br />
voor verschillen in de organisatie. Verschillen tussen man en vrouw, opleiding, ambities en… naar<br />
levensfase. Voordat gewerkt wordt aan invoering van leeftijdsbewust personeelsbeleid moet daarom<br />
eerst de vraag worden beantwoord of duurzame inzetbaarheid wordt bevorderd vanuit het perspectief<br />
van levensfasen. Sommige gemeenten, zoals de gemeente Leeuwarden, zijn gericht op individueel<br />
maatwerk en willen daarom in het beleid geen onderscheid maken naar leeftijd of levensfase.<br />
Indien de gemeente ervoor kiest duurzame inzetbaarheid te bevorderen door middel van een<br />
leeftijdsfasebewust personeelsbeleid is een eerste stap om samen met een collega, leidinggevende,<br />
diensthoofd of een OR-lid de vragen te beantwoorden van de routeplanner. U kunt dan zelf bepalen<br />
waar uw gemeente staat met de invoering van leeftijdsbewust personeelsbeleid. Op een van de stations<br />
in de routeplanner kunt u vervolgens informatie vergaren om uw reis te verdiepen. En dat is meteen<br />
ook uw startpunt voor het vervolgtraject. Als u tussendoor iets vergeten bent, kunt u teruggaan. Als<br />
een bepaald station voor u niet belangrijk is, kunt u natuurlijk gewoon doorreizen. U bepaalt zelf de<br />
bestemming, de route en de reistijden.<br />
< ><br />
10
1 . personeelsbezetting en -planning?<br />
Kent u de samenstelling van uw personeelsbestand naar leeftijd en functieduur?<br />
Kent u de omvang van de in-, door- en uitstroom in de afgelopen vijf jaar?<br />
Kent u de omvang van het verloop en verzuim binnen de organisatie naar leeftijd e.d.?<br />
Heeft u inzicht in de te verwachten in-, door- en uitstroom binnen de organisatie?<br />
Heeft u inzicht in de te verwachten bezettingsknelpunten van specifieke doelgroepen?<br />
R o u t e a d v i e s : 5 x j a : 1 x o f m e e r n e e :<br />
U bent op weg met U bent nog onvoldoende bekend<br />
leeftijdsbewust personeelsbeleid met de omvang van de ontwikkelingen<br />
binnen de organisatie.<br />
2 . O n t w i k keling en perspectief?<br />
reis verder en beantwoord ga naar station 1 ‘Meten is weten’<br />
de volgende vragen<br />
Investeren alle medewerkers van jong tot oud in hun ontwikkeling?<br />
Zijn leidinggevenden gericht op ontwikkeling van alle medewerkers?<br />
Is P&O voldoende gericht op ontwikkeling van alle medewerkers?<br />
Biedt de organisatie loopbaanbegeleiding en perspectief voor alle leeftijden?<br />
Werkt de ondernemingsraad mee aan invoering van leeftijdsbewust personeelsbeleid?<br />
R o u t e a d v i e s : 5 x j a : 1 x o f m e e r n e e :<br />
U bent op weg met U bent nog onvoldoende draagvlak voor<br />
leeftijdsbewust personeelsbeleid leeftijdsbewust personeelsbeleid.<br />
reis verder en beantwoord ga naar station 2 ‘draagvlak en<br />
de volgende vragen daadkracht creëren’<br />
< 11<br />
><br />
Ja Nee<br />
Ja Nee<br />
Ja Nee<br />
Ja Nee<br />
Ja Nee<br />
Ja Nee<br />
Ja Nee<br />
Ja Nee<br />
Ja Nee<br />
Ja Nee
3 . i e d e re e n co m p e t e n t , g e m o t i veerd e n g e z o n d ?<br />
Heeft uw gemeente een actieplan om de competenties van medewerkers<br />
van alle leeftijden te ontwikkelen?<br />
Heeft uw gemeente een actieplan om alle medewerkers gemotiveerd te houden?<br />
Heeft uw gemeente een actieplan om alle medewerkers gezond te houden<br />
en om uitval van medewerkers te voorkomen?<br />
R o u t e a d v i e s : 3 x j a : 1 x o f m e e r n e e :<br />
4 . i n t e g raal p&O-bele i d ?<br />
U bent op weg met Er zijn te weinig actieplannen voor<br />
leeftijdsbewust personeelsbeleid leeftijdsbewust personeelsbeleid.<br />
Reis verder en beantwoord Ga naar station 3 ‘actieplannen’<br />
de volgende vragen<br />
Heeft de gemeente het leeftijdsbewust personeelsbeleid geïntegreerd<br />
in het P&O-beleid? Is dit beleid op alle medewerkers van toepassing?<br />
Is het leeftijdsbewust personeelsbeleid geborgd bij management<br />
en medewerkers en wordt er naar gehandeld?<br />
Wordt er – daar waar nodig – door P&O en het management samengewerkt<br />
aan kwaliteitsverbeteringen van leeftijdsbewust personeelsbeleid?<br />
R o u t e a d v i e s : 3 x j a : 1 x o f m e e r n e e :<br />
U heeft leeftijdsbewust Leeftijdsbewust personeelsbeleid is<br />
personeelsbeleid ingevoerd. nog geen integraal onderdeel van het<br />
Monitor en evalueer regelmatig<br />
de resultaten en houd<br />
P&O-beleid.<br />
het beleid up-to-date. ga naar station 4<br />
‘integreren in p&O-beleid’<br />
< 12<br />
><br />
Ja Nee<br />
Ja Nee<br />
Ja Nee<br />
Ja Nee<br />
Ja Nee<br />
Ja Nee
station meten = weten<br />
s t a t i o n 1 : m e t e n = w e t e n<br />
Opstappen op station 1 betekent inzicht krijgen in het personeel – leeftijd en levensfase – dat nu in uw<br />
organisatie werkt. En in wat op korte of langere termijn nodig is. De interne organisatieontwikkelingen,<br />
komende veranderingen en ontwikkelingen op de arbeidsmarkt zijn belangrijk.<br />
Meten is weten is geen doel op zich. Het gaat om het belang en de urgentie van de problematiek rondom<br />
de huidige en toekomstige personeelsbezetting. En over de inzetbaarheid van álle medewerkers.<br />
Het vastgestelde belang en de urgentie bepalen hoe u verder op reis gaat met leeftijdbewust<br />
personeelsbeleid.<br />
Een belangrijke eerste stap is feiten, cijfers en ontwikkelingen op een rij te krijgen. Dit station biedt u<br />
een handvat om informatie te verzamelen over uw eigen organisatie.<br />
1 . 1 r e i stips<br />
station draagvlak station actieplannen station borging<br />
Enkele reistips op basis van ervaringen van andere organisaties:<br />
Kijk vooral naar het aantal jaren waarin de huidige functie wordt verricht (functieduur), naar<br />
capaciteiten, werkstijl en werkbelasting. Laat u niet leiden door leeftijd en vooroordelen daarover.<br />
Belang en urgentie kunt u aantonen met behulp van een kwantitatieve en kwalitatieve analyse van<br />
de huidige en toekomstige personeelsbezetting.<br />
Stap van denken en praten over naar doen. Ga snel aan de slag met de vastgestelde personele<br />
knelpunten en ontwikkelingen<br />
t i p v a n d e g e m e e n t e Z w o l l e<br />
‘Breng het van macro naar micro, maak het voelbaar. Leeftijdsbewust personeelsbeleid heeft alles te<br />
maken met strategische personeelsplanning. Vertaal de analyse naar functies en naar afdelingen.’<br />
Breng in kaart bij welke afdelingen en functies in uw gemeente verschuivingen in de leeftijdsopbouw<br />
gaan plaatsvinden, kwalitatief en kwantitatief:<br />
Advies- en beleidswerk<br />
Baliewerk<br />
Buitendienst<br />
Handhaving<br />
Ondersteunende diensten<br />
< ><br />
13
Kijk allereerst eens naar de volgende vragen. Kunt u deze vragen kwantitatief en kwalitatief goed<br />
beantwoorden, ga dan naar het volgende station. Zijn er nog open einden, neem dan de tussenstations.<br />
Hoe ontwikkelt de organisatie zich, krijgen we binnenkort en/of in de toekomst<br />
bezettingsproblemen?<br />
Waar in de organisatie gaat dit spelen?<br />
Gaat het om specifieke personeelsgroepen? Bijvoorbeeld: bepaalde functies, functiegroepen,<br />
functieniveaus en/of leeftijdsgroepen.<br />
Gaat het om specifieke probleemgebieden? Bijvoorbeeld: instroom, professionele ontwikkeling,<br />
leeftijdsopbouw, functieverblijftijd, belasting en gezondheid, arbeidsverzuim, doorstroom,<br />
loopbaanperspectief, kennis en expertise behoud, uitstroom.<br />
Hoe groot zijn de knelpunten in aantallen?<br />
Hoe groot zijn de knelpunten in termen van vakexpertise, competenties en kennisbehoud?<br />
Wanneer gaan de knelpunten spelen?<br />
1 . 2 tu ssenstations<br />
Om goed inzicht te krijgen in nut en noodzaak van leeftijdsbewust personeelsbeleid en een gedegen<br />
analyse te maken, adviseren wij een aantal tussenstations te nemen. In de bijlagen vindt u hiervoor:<br />
1 . 2 . 1 O r g a n i s a t i e s c a n a + O f o n d s g e m e e n t e n<br />
De organisatiescan heeft de volgende onderdelen:<br />
Kwantitatief: P&O-kengetallen (bijlage 1)<br />
Analyse van de gegevens (bijlage 2)<br />
Kwalitatief: Personeelsbeleid en P&O-instrumenten (bijlage 3)<br />
Overzicht van de aandachts- en actiepunten (bijlage 4).<br />
Een digitale versie van de organisatiescan kunt u vinden op www.aeno.nl.<br />
1 . 2 . 2 s c a n d u u r z a m e i n z e t b a a r h e i d<br />
De scan Duurzame inzetbaarheid (bijlage 5) biedt leidinggevenden inzicht in de mate van inzetbaarheid<br />
van de eigen medewerkers. Het biedt P&O’ers inzicht in hoe leidinggevenden binnen uw gemeente<br />
het P&O-beleid ervaren. Zet de scan uit onder enkele leidinggevenden. Dit levert veel informatie op<br />
die u bij uw uitwerking van het leeftijdsbewust beleid verder kan helpen en daarmee betrekt u de<br />
leidinggevenden.<br />
< ><br />
14
Aan de hand van onderstaande vragen kunt u controleren of u klaar bent voor het volgende station.<br />
Heeft u een volledig en eenduidig inzicht in de vraag welk personeel<br />
u nu in huis heeft en wat u op korte of langere termijn nodig heeft,<br />
kwantitatief én kwalitatief? Dit inzicht hoeft niet voor de hele gemeentelijke<br />
organisatie te gelden, maar kan ook afgebakend worden tot een bepaald(e)<br />
organisatieonderdeel of afdeling.<br />
Heeft u zicht op de problematiek en/of specifieke knelpunten rondom<br />
leeftijdsbewust personeelsbeleid?<br />
Heeft u aandachtspunten en actiepunten geformuleerd en vastgelegd in<br />
een tussentijdse rapportage die door het betrokken hoger management is<br />
gefiatteerd?<br />
Heeft u medereizigers uit uw organisatie ontmoet die het belangrijk vinden<br />
samen met u op te trekken om de gezamenlijk geformuleerde ideeën<br />
en plannen te gaan uitdragen? Die vinden dat het aan de slag gaan met<br />
leeftijdsbewust personeelsbeleid niet alleen een zaak van P&O is, maar juist<br />
een aanpak vereist die door alle geledingen gedragen wordt?<br />
Kunt u het belang en de urgentie van het oplossen van die problematiek en/<br />
of specifieke knelpunten op het gebied van leeftijdsbewust personeelsbeleid<br />
aantonen?<br />
Kunt u de risico’s aantonen<br />
als u niets onderneemt?<br />
Kunt u de voordelen – voor management, medewerkers en andere<br />
betrokkenen – van de geformuleerde oplossingen benoemen en<br />
communiceren?<br />
Kunt u prioriteiten en/of speerpunten voor actieplannen aangeven en<br />
beargumenteren? Weet u waar u gaat beginnen? Weet u waarmee u ervaring<br />
gaat opdoen? En wat u daarna gaat ondernemen? Wiens medewerking<br />
vereist is om uw plannen succesvol te laten zijn? Welke aanvullende kennis of<br />
ervaring u daarvoor nodig heeft? Plant u om voor eind 2010 ‘leeftijdsbewust<br />
personeelsbeleid’-proof te zijn?<br />
Straalt u geloof en vertrouwen uit dat de geformuleerde acties en<br />
oplossingen mogelijk en haalbaar zijn?<br />
d e m e e s t e v r a g e n m e t j a b e a n t w o o r d ?<br />
Dan heeft u zicht op het probleem, u heeft actiepunten geformuleerd en u heeft er vertrouwen in dat<br />
deze haalbaar zijn. Ga dan door naar station 2.<br />
d e m e e s t e v r a g e n m e t n e e b e a n t w o o r d ?<br />
U bent nog niet helemaal klaar om door te reizen. Investeer nog eens extra in de vragen waar u<br />
nee op heeft geantwoord. Of maak een tussenstap: organiseer een rondetafelgesprek of een kleine<br />
werkconferentie met collega’s, enkele leidinggevenden, een afvaardiging uit de ondernemingsraad<br />
of een paar werknemers. Bespreek met hen de uitkomsten van uw ‘meten is weten’-acties. Toets de<br />
oplossingsrichtingen en aanpakken die u denkt te gaan ondernemen. Bespreek met hen de hiervoor<br />
genoemde vragen en formuleer uw aandachtpunten, actiepunten en tijdsfasering.<br />
< 15<br />
><br />
Ja Nee<br />
Ja Nee<br />
Ja Nee<br />
Ja Nee<br />
Ja Nee<br />
Ja Nee<br />
Ja Nee<br />
Ja Nee<br />
Ja Nee
1 . 3 a a n v u l le n d e re i s i n fo r m a t i e<br />
Voor alternatieve routeadviezen en aanvullende bagage voor station 1 verwijzen wij u naar<br />
bijlage 6 en naar www.aeno.nl/index.php?id=1525. Daar vindt u de alternatieve bronnen, instrumenten<br />
en meetmethodieken. We lichten ze hier in het kort toe.<br />
1 . p e r s o n e e l s m o n i t o r a + O f o n d s g e m e e n t e n<br />
n i v e a u : g e m e e n t e<br />
Elke gemeente die deelneemt aan de Personeelsmonitor heeft toegang tot het dashboard waar<br />
u gegevens vindt over bezetting, instroom, uitstroom en ontvangen subsidies van het <strong>A+O</strong> fonds<br />
<strong>Gemeenten</strong>. Via dit dashboard is een simulatie mogelijk van de personeelsopbouw. U kunt hiermee<br />
een voorspelling doen van hoe uw personeelsbestand er over drie of vijf jaar uitziet. Een gemeente<br />
kan zichzelf vergelijken met gemeenten van dezelfde omvang of met gemeenten in de eigen<br />
regio. Dit dashboard bevat gegevens van 2002 tot en met 2007 en is gebaseerd op de gegevens van<br />
salarisadministraties. Het dashboard is alleen toegankelijk voor gemeenten, elke gemeente heeft een<br />
contactpersoon die over inloggegevens beschikt.<br />
Wilt u inloggen op het dashboard?<br />
http://www.personeelsmonitorgemeenten.nl/custom/login.cfm<br />
2 . s t r a t e g i s c h e p e r s o n e e l s p l a n n i n g ( s p p )<br />
n i v e a u : g e m e e n t e l i j k e o r g a n i s a t i e<br />
Strategische personeelsplanning is het voorbereiden, vormgeven en implementeren van strategisch<br />
beleid rond instroom, doorstroom en uitstroom van personeel. Het doel van strategische<br />
personeelsplanning is inzicht te verkrijgen in de vraag welk personeel de organisatie op korte en<br />
langere termijn nodig heeft, rekening houdend met ontwikkelingen op de arbeidsmarkt. Uit de<br />
Monitor <strong>Gemeenten</strong> 2007 van het <strong>A+O</strong> fonds blijkt 14% van de gemeenten een vorm van strategische<br />
personeelsplanning heeft ingevoerd. Dit is vooral het geval bij gemeenten met 100.000 of meer<br />
inwoners. Het <strong>A+O</strong> fonds faciliteert de ontwikkeling van SPP met interactieve workshops.<br />
3 . p e r s o n e e l s s c h a a r s t e s c a n ( p s s )<br />
n i v e a u : g e m e e n t e l i j k e o r g a n i s a t i e ( o n d e r d e e l )<br />
De PSS van de Gemeente Venray is een instrument dat zowel objectief als subjectief (aan de hand<br />
van een bundeling van interne en externe bronnen) de schaarste in een organisatie kan meten en kan<br />
weergeven in een scorecard (in de vorm van een ‘verkeerslichtmodel’).<br />
Onderdeel van PSS zijn drie (gedigitaliseerde) vragenlijsten: een voor de HR-manager, een voor de<br />
leidinggevenden en een voor de medewerkers. Via internettoepassingen kan een ieder op een voor hem<br />
gewenst moment de vragenlijst invullen. De informatie wordt samengevoegd met diverse landelijke<br />
bronnen (onder andere data van het CBS en het ROA). Het resultaat is een professioneel rapport in<br />
diagrammen op het niveau van:<br />
genereren van instroom<br />
binden met doorstroom<br />
beheersen van uitstroom.<br />
< ><br />
16
4 . h r 3 p - m o d e l<br />
n i v e a u : a f d e l i n g / o r g a n i s a t i e ( o n d e r d e e l )<br />
Om de veerkracht van een afdeling met (oudere) medewerkers te analyseren kan gebruik worden<br />
gemaakt van het HR3P-model (Human Resource - Performance - Potential - Portfolio). De HR3Pmethode<br />
omvat 4 stappen:<br />
1. Beoordeling van de prestatieniveaus;<br />
2. Beoordeling van het potentieel;<br />
3. Portfolio analyse;<br />
4. Bepalen van oplossingsrichtingen.<br />
Met de HR3P-matrix kunnen beschikbare kwaliteiten binnen een organisatieonderdeel in kaart worden<br />
gebracht. Meer informatie is te vinden op de website:<br />
http://www.leeftijdophetwerk.nl/public/2/downloads/81/81_oa_5_model_voor_analyse_veerkracht_<br />
personeel.pdf<br />
5 . v l o o t s c h o u w<br />
n i v e a u : a f d e l i n g / o r g a n i s a t i e ( o n d e r d e e l )<br />
In een vlootschouw wisselen lijnmanagement en betrokken P&O’ers onderling beelden uit over de<br />
afdelingsbijdragen, de resultaten, het functioneren en de ontwikkeling van de medewerkers. Op deze<br />
wijze kan intersubjectief consensus worden bereikt over zaken als:<br />
beloning en bonussen;<br />
ontwikkelpotentieel en -mogelijkheden binnen de functie en/of vakgebied;<br />
speciale extra rollen en taken op basis van getoonde kwaliteiten, aanwezige talenten en<br />
ontwikkelpotentieel;<br />
doorgroeipotentieel en loopbaanmogelijkheden naar andere functie en/of vakgebied, binnen de<br />
afdeling of organisatiebreed.<br />
6 . a f d e l i n g s f o t o<br />
n i v e a u : a f d e l i n g<br />
De afdelingsfoto geeft een momentopname van het arbeidspotentieel op een afdeling met vier<br />
hoofdonderwerpen:<br />
1. Functioneren (binnen de huidige functie)<br />
2. Ontwikkelen (binnen de huidige functie)<br />
3. Bewegen (binnen de huidige functie en/of naar een andere functie)<br />
4. Portfolio (personeelsgegevens en kengetallen).<br />
7 . O n d e r z o e k<br />
n i v e a u : l a n d e l i j k<br />
Algemene informatie over demografische ontwikkelingen en de gevolgen ervan voor regio’s en sectoren<br />
vindt u op: www.aeno.nl (kies voor ‘Arbeidsmarkt’), www.cbs.nl (kies voor dossier ‘Vergrijzing’),<br />
www.cpb.nl (kies ‘Arbeidsmarkt en welvaartsstaat’, kies vervolgens ‘Vergrijzing’).<br />
Of ga naar www.werk.nl (zoek op ‘arbeidsmarkt’).<br />
< ><br />
17
station meten = weten<br />
s t a t i O n 2 :<br />
d r a a g v l a k e n d a a d k r a C h t C r e ë r e n<br />
De reis naar invoering van leeftijdsbewust personeelsbeleid wordt door de gehele organisatie gemaakt<br />
en niet alleen door P&O. Opstappen op station 2 betekent gesignaleerde knelpunten bespreken met<br />
alle belanghebbenden, hen erover informeren en hen erbij betrekken. Als gezamenlijke belangen zijn<br />
vastgesteld en er voldoende draagvlak is, dan kunt u verder op reis.<br />
Voordat we ingaan op de rol van alle belanghebbenden geven we eerst een aantal reistips en -adviezen<br />
om draagvlak en daadkracht te creëren.<br />
2 . 1 r e i stips<br />
Enkele reistips op basis van ervaringen van andere organisaties:<br />
Leeftijdsbewust personeelsbeleid is een gezamenlijke verantwoordelijk: directie en<br />
ondernemingsraad, P&O, management en medewerkers bespreken de knelpunten en maken<br />
afspraken over oplossingsrichtingen en actieplannen.<br />
Zoek en bespreek het gezamenlijke belang om met leeftijdsbewust personeelsbeleid aan de slag<br />
te gaan.<br />
Spreek het management aan op verantwoordelijkheid, de risico’s van niets doen, actiebereidheid<br />
en voorbeeldgedrag.<br />
Praat niet over medewerkers, maar met hen: betrek medewerkers van het begin tot het einde.<br />
2 . 2 r e i s a d v i e s<br />
station draagvlak<br />
Het draagvlak en de daadkracht bij de reisgenoten zijn doorslaggevend voor het invoeren van<br />
leeftijdsbewust personeelsbeleid.<br />
Beproefde manieren om draagvlak en daadkracht te creëren:<br />
station actieplannen station borging<br />
Presenteer de bevindingen uit ‘Meten is weten’ en/of je oplossingsrichtingen aan alle reisgenoten.<br />
Organiseer doelgroepgerichte of gemixte werkbijeenkomsten, waarin (top)managers,<br />
medewerkers en ondernemingsraad mee kunnen brainstormen over de oplossingsmogelijkheden<br />
gericht op leeftijdsbewust personeelsbeleid.<br />
Zet het hoofd P&O, de gemeentesecretaris of een van de diensthoofden op een zeepkist en laat<br />
hem/haar het belang van leeftijdsbewust personeelsbeleid enthousiast uitdragen op momenten<br />
waarop veel medewerkers aanwezig zijn.<br />
< ><br />
18
Organiseer rondetafelgesprekken, lunchmeetings, focusgroepen, speciale<br />
werkoverlegbijeenkomsten, prikbordacties, interviews en artikelen in het huismagazine rondom<br />
leeftijdsbewust personeelsbeleid.<br />
Maak er een project van of organiseer een pilot om ideeën uit te proberen met actieve deelname<br />
van enkele managers, OR-leden en medewerkers.<br />
Houd het onderwerp op de agenda van werkoverleggen en informeer de hele organisatie over<br />
voortgang en tussentijdse resultaten.<br />
Maak en gebruik een activiteitenplan en een communicatieplan en betrek de reisgenoten daarbij.<br />
Zet het thema op de agenda van alle individuele gesprekken en de jaarlijkse gesprekscyclus.<br />
Deel meningen, ervaringen en resultaten over leeftijdsbewust personeelsbeleid met het (top)<br />
management, de dienst- en afdelingshoofden.<br />
Maak project en aanpak deel van eigen jaarafspraken met de direct leidinggevenden.<br />
Zoek sponsors en bondgenoten voor project en aanpak.<br />
Organiseer en onderhoud netwerken van ambassadeurs en ervaringsdeskundigen, binnen en<br />
buiten de eigen organisatie.<br />
Ga op zoek naar aansprekende voorbeelden en goede resultaten over leeftijdsbewust<br />
personeelsbeleid binnen andere gemeenten en organisaties. Nodig P&O’ers uit die organisaties uit<br />
om een presentatie te verzorgen tijdens de lunch of het werkoverleg.<br />
Ga niet het wiel opnieuw uitvinden. Er zijn al heel veel goede resultaten, goed werkende<br />
instrumenten en inspirerende voorbeelden elders gerealiseerd.<br />
Leer, implementeer, communiceer en overtuig.<br />
2 . 3 r e i z i g e rs<br />
Het ideale reisgezelschap bestaat uit vijf reizigers die samen op reis gaan. Die reizigers komen uit de<br />
volgende groepen:<br />
1. De medewerkers<br />
2. De direct leidinggevenden<br />
3. P&O<br />
4. De ondernemingsraad<br />
5. Het management<br />
In deze paragraaf gaan we in op de rol en de betrokkenheid van deze vijf groepen.<br />
1 . d e m e d e w e r k e r s : i e d e r e m e d e w e r k e r h e e f t e i g e n v e r a n t w o o r d e l i j k<br />
e n m o e t z e l f i n i t i a t i e f n e m e n<br />
Iedere medewerker weet zelf het best wat zijn ambities zijn en in hoeverre de huidige functie ook op<br />
lange termijn voldoende uitdaging en bevrediging biedt. Daarom is het aan de medewerker om tijdig<br />
initiatief te nemen om in gesprek te gaan over inzetbaarheid en toekomst.<br />
Daarnaast is iedere medewerker verantwoordelijk voor zijn of haar eigen gezondheid en levensstijl en<br />
het tijdig signaleren van veranderingen in zijn of haar inzetbaarheid en belastbaarheid. Ook voor het<br />
onderhouden en verder ontwikkelen van de eigen vakspecifieke kennis, vaardigheden en competenties<br />
is de medewerker mede verantwoordelijk, zodat zijn of haar functioneren en loopbaan duurzaam is én<br />
blijft.<br />
< ><br />
19
g o e d v o o r b e e l d : g e m e e n t e l e e u w a r d e n<br />
‘Het project BV Ik is erop gericht instrumenten te ontwikkelen en aan te bieden die medewerkers<br />
ondersteunen bij het maken van keuzes in hun loopbaan en op factoren die van invloed zijn op die<br />
keuzes.’ Doelstellingen van het project:<br />
Medewerkers van alle leeftijden stimuleren om hun persoonlijke belangen en behoeftes in balans<br />
te brengen met hun loopbaanontwikkeling en -ambities.<br />
Medewerkers stimuleren om een persoonlijk ondernemersplan, de BV Ik, te ontwikkelen.<br />
Faciliteiten bieden om medewerkers te ondersteunen bij het creëren van een balans tussen<br />
persoonlijke en loopbaanbelangen, startpunt hierbij is het ontwikkelen van een persoonlijk<br />
ondernemingsplan, de BV Ik.<br />
Met behulp van de persoonlijke ondernemingsplannen zicht krijgen op de persoonlijke en<br />
loopbaanbelangen van medewerkers en de knelpunten die zich daarbij voordoen.<br />
Beter inspelen op specifieke omstandigheden en behoeften van medewerkers in verschillende<br />
fasen van hun leven en loopbaan.<br />
Arbeidsvreugde van alle medewerkers verhogen.<br />
Medewerkers binden aan de organisatie en hun duurzame inzetbaarheid waarborgen.<br />
2 . d e d i r e c t l e i d i n g g e v e n d e n : i n t e g r a a l v e r a n t w o o r d e l i j k v o o r<br />
u i t v o e r i n g v a n l e e f t i j d s b e w u s t p e r s o n e e l s b e l e i d<br />
Bij leeftijdsbewust personeelsbeleid speelt individueel maatwerk bij de organisatie van het werk en de<br />
inzet van het personeelsinstrumentarium een grote rol. De direct leidinggevende speelt daarbij een<br />
cruciale rol. P&O zal leidinggevenden voldoende moeten toerusten met informatie en faciliteiten om<br />
daadwerkelijk dat individuele maatwerk te kunnen bieden.<br />
Handreikingen voor leeftijdsbewust leidinggeven:<br />
Ken de risico’s voor de inzetbaarheid die samenhangen met leeftijd, levensfase en loopbaanfase.<br />
Stel vast hoe u leeftijdsbewust leiding geeft: hoe houdt u rekening met leeftijd, levensfase en<br />
loopbaan van uw medewerkers?<br />
Zorg voor een open cultuur waarin medewerkers zich vrij voelen zich te uiten.<br />
Ga na hoe u de kennis en ervaring van uw medewerkers optimaal benut om de<br />
organisatiedoelstellingen te bereiken.<br />
Stel de functieduur en de veranderbereidheid van de medewerkers vast.<br />
Benut deze informatie bij jaar- of functioneringsgesprekken, ga ook in op individuele wensen en<br />
behoeften, belasting en belastbaarheid, en inzet van capaciteiten.<br />
Durf onderscheid te maken.<br />
Spreek medewerkers die zich niet ontwikkelen aan op hun houding en gedrag.<br />
Stimuleer medewerkers om zelf na te denken over hun inzetbaarheid en sta open voor hun<br />
oplossingen.<br />
Stel vast wat u van P&O nodig heeft om u verder te ontwikkelen op dit onderwerp.<br />
< ><br />
20
g o e d v o o r b e e l d : g e m e e n t e e n s c h e d e<br />
‘Kwaliteit van leiding geven is misschien wel de meest cruciale factor bij het aan de slag gaan met<br />
duurzame inzetbaarheid van alle medewerkers. Uiteindelijk gebeurt het immers allemaal in de relatie<br />
tussen medewerker en leidinggevende.<br />
De gemeente Enschede vindt een training voor het management in leiderschapsontwikkeling van<br />
doorslaggevend belang. Bovendien is coaching en training van het management in diverse P&Oaspecten<br />
ook belangrijk voor optimaal integraal management. Het aanspreken op gedrag, het<br />
deskundig beoordelen van de medewerker en de focus op ontwikkeling van de medewerker zijn hierbij<br />
belangrijke thema’s.<br />
Een goede doorvoering van integraal management is bij de gemeente Enschede vooral succesvol<br />
geworden door het samenspel tussen het management en P&O, het commitment van het<br />
concernmanagementteam, permanente aandacht voor het onderwerp en zaken die er toe doen<br />
benoemen. In dit laatste geval gaat het om het benoemen van problemen, prestatieafspraken en<br />
ontwikkelafspraken door managers.’<br />
3 . p & O : i n i t i e e r t , a d v i s e e r t e n o n d e r s t e u n t m e t r a a d e n d a a d<br />
Leeftijdsbewust personeelsbeleid levert een bijdrage aan de ontwikkeling van medewerkers van alle<br />
leeftijden en daarmee ook aan de ontwikkeling van de gemeente. Met de organisatiedoelen voor ogen<br />
sluit het personeelsbeleid aan bij het individuele belang van medewerkers, hun behoeften en ambities.<br />
Bovendien reflecteert goed leeftijdsbewust personeelsbeleid op het imago van de gemeente als een<br />
goede werkgever waar medewerkers graag werken.<br />
Door gerichte ontwikkeling en inzet van het personeelsinstrumentarium werkt u aan een goede<br />
afstemming van de (veranderende) doelstellingen van de organisatie op de wensen, behoeften en<br />
mogelijkheden van de individuele medewerker.<br />
Individueel maatwerk staat bij leeftijdsbewust personeelsbeleid centraal. Aan de slag gaan met<br />
leeftijdsbewust personeelsbeleid is vooral een kwestie van doen. Het voegt geen nieuwe, ingewikkelde<br />
theorieën of instrumenten toe, maar vraagt om bewustwording van kansen, bedreigingen en actie.<br />
Aandachtsgebieden voor P&O op het gebied van leeftijdsbewust personeelsbeleid:<br />
Trends (andere werkmethoden, nieuwe dienstverlening, andere ICT en dergelijke) signaleren en<br />
vertalen naar benodigde functie- en opleidingsniveaus van de medewerkers.<br />
Leeftijdsbewust personeelsbeleid initiëren en formuleren, binnen de kaders die de organisatie<br />
hanteert.<br />
Waken over de uitvoering van leeftijdsbewust personeelsbeleid.<br />
Leidinggevenden ondersteunen en hen in staat stellen om, in samenspraak met hun medewerkers,<br />
optimale arbeidsomstandigheden en arbeidsvoorwaarden aan te bieden.<br />
Voor leidinggevenden een goed instrumentarium beschikbaar stellen zoals<br />
competentiemanagement, functioneringsgesprekken, loopbaangesprekken,<br />
beoordelingsgesprekken, opleiding- en scholingsbeleid en ondersteuning bij het verkrijgen van<br />
bijbehorende budgetten.<br />
Met leidinggevenden spreken over hun vaardigheden om goed met medewerkers te<br />
communiceren,en het aangeboden instrumentarium optimaal te gebruiken. Initiatieven<br />
ondernemen (scholing, instructie) als leidinggevenden hier onvoldoende op presteren.<br />
< ><br />
21
Leidinggevenden ondersteunen en met hen meedenken bij de aanpak en de invoering van beleid<br />
gericht op een duurzame inzetbaarheid van de medewerkers.<br />
Voorbeeldgedrag laten zien, beïnvloeden, faciliteren, signaleren, kritische vragen stellen.<br />
Zorgen dat ook de leidinggevenden door hun manager vanuit leeftijdsbewust beleid worden<br />
aangesproken.<br />
Afspraken over leeftijdsbewust beleid door de gemeentesecretaris laten vastleggen in<br />
resultaatgerichte afspraken met de leidinggevenden.<br />
Binnen en buiten de eigen gemeente op zoek gaan naar aansprekende voorbeelden en goede<br />
aanpakken en deze intern communiceren.<br />
4 . d e o n d e r n e m i n g s r a a d : h e l p t d r a a g v l a k t e c r e ë r e n v o o r<br />
l e e f t i j d s b e w u s t p e r s o n e e l s b e l e i d<br />
De ondernemingsraad zorgt voor aandacht van de bestuurder voor knelpunten in de<br />
arbeidsomstandigheden en arbeidsvoorwaarden van medewerkers. De ondernemingsraad kan<br />
een belangrijke agenderende en controlerende rol vervullen bij het opzetten en uitvoeren van<br />
leeftijdsbewust personeelsbeleid.<br />
Nog niet alle ondernemingsraden hebben leeftijdsbewust personeelsbeleid op de agenda gezet. In een<br />
aantal gevallen komt dat doordat de ondernemingsraad zich concentreert op zijn controlerende functie.<br />
P&O zal de ondernemingsraad dan moeten ondersteunen om het onderwerp – goed gedocumenteerd –<br />
te kunnen agenderen.<br />
Hoe kan de ondernemingsraad het ontwikkelen van leeftijdsbewust personeelsbeleid aanpakken?<br />
Leeftijdsbewust personeelsbeleid op de agenda van het overleg met de bestuurder plaatsen door<br />
knelpunten te signaleren en gebruik te maken van het initiatiefrecht.<br />
Nadenken over praktische en haalbare voorstellen op het gebied van leeftijdsbewust<br />
personeelsbeleid en experimenten en pilots (laten) uitvoeren.<br />
Onderzoeken of aansluiting gevonden kan worden met andere prioriteiten van de directie of het<br />
bestuur.<br />
Arbeidsvoorwaarden voorstellen die rekening houden met levensfasen.<br />
5 . h e t ( t o p ) m a n a g e m e n t : d r a g e r v a n h e t b e l e i d<br />
De gemeentesecretaris, portefeuillehouder P&O en dienst- of sectorhoofden zijn de belangrijkste<br />
dragers van het leeftijdsbewust personeelsbeleid. Zien zij het belang en het nut van leeftijdsbewust<br />
personeelsbeleid in, dan wordt er daadwerkelijk op gestuurd. Leeftijdsbewust personeelsbeleid moet<br />
dan ook bijdragen aan de ambitie om voor de burgers een uitstekend dienstverlener te zijn en aan de<br />
ambitie van goed werkgeverschap. Zij zullen dit onderwerp dan op de strategische agenda moeten<br />
plaatsen én houden.<br />
Heeft het (top)management zijn betrokkenheid uitgesproken, dan impliceert dit dat:<br />
er budget ter beschikking wordt gesteld;<br />
de gemeentesecretaris tijdens meetings ‘op de zeepkist stapt’ en het belang van leeftijdsbewust<br />
personeelsbeleid onderstreept;<br />
een opdracht is gegeven voor het uitvoeren van pilots en projecten;<br />
het onderwerp wordt ingebed in het P&O-beleid en de visie van de gemeente.<br />
< ><br />
22
Aan de hand van onderstaande vragen kunt u controleren of u klaar bent voor het volgende station.<br />
Is de problematiek of zijn specifieke knelpunten rondom leeftijdsbewust<br />
personeelsbeleid bekend bij medewerkers, leidinggevenden,<br />
ondernemingsraad en het hoger management?<br />
Onderstrepen zij het belang, de urgentie en de noodzaak om met<br />
leeftijdsbewust personeelsbeleid aan de slag te gaan?<br />
Zijn er binnen de organisatie bevlogen, betrokken en vasthoudende<br />
kartrekkers – met zakelijke motieven – om met leeftijdsbewust<br />
personeelsbeleid aan de slag te gaan?<br />
Vertegenwoordigen zij een dwarsdoorsnede<br />
van de organisatie?<br />
Weten zij wat van hen verwacht wordt qua inzet,<br />
bijdragen en tijd?<br />
Zijn zij bereid resultaatgericht samen te werken en voorkomende problemen<br />
op te lossen?<br />
Zoekt u bij het ontwikkelen van leeftijdsbewust personeelsbeleid<br />
aanknopingspunten bij andere beleidsterreinen?<br />
Merkt u dat medewerkers actiever dan voorheen bij hun huidig functioneren<br />
en hun toekomst stilstaan en hierover nadenken?<br />
Merkt u dat de ondernemingsraad meer dan voorheen belang hecht aan<br />
inzetbaarheid en toekomst van huidig en toekomstig personeel?<br />
Merkt u dat direct leidinggevenden meer dan voorheen belang hechten aan<br />
inzetbaarheid en toekomst van hun medewerkers?<br />
Merkt u dat het hoger management meer dan voorheen belang hecht aan<br />
inzetbaarheid en toekomst van het huidige en toekomstig personeel?<br />
Heeft u van het MT de opdracht gekregen leeftijdsbewust personeelsbeleid<br />
te ontwikkelen?<br />
Heeft de OR toegezegd periodiek vragen aan de bestuurder te stellen over de<br />
invoering van leeftijdsbewust personeelsbeleid?<br />
d e m e e s t e v r a g e n m e t j a b e a n t w o o r d ?<br />
Dan is er draagvlak binnen uw organisatie ontstaan om met leeftijdsbewust personeelsbeleid aan de slag<br />
te gaan. Alle geledingen zijn klaar om hun verantwoordelijkheid op te pakken. Ga door naar station 3.<br />
d e m e e s t e v r a g e n m e t n e e b e a n t w o o r d ?<br />
U bent nog niet helemaal klaar om door te reizen. Investeer nog extra in de vragen waar u nee op heeft<br />
geantwoord.<br />
< 23<br />
><br />
Ja Nee<br />
Ja Nee<br />
Ja Nee<br />
Ja Nee<br />
Ja Nee<br />
Ja Nee<br />
Ja Nee<br />
Ja Nee<br />
Ja Nee<br />
Ja Nee<br />
Ja Nee<br />
Ja Nee<br />
Ja Nee
2 . 4 a a n v u l le n d e re i s i n fo r m a t i e<br />
Meer bagage voor station 2 kunt u vinden in bijlage 7 en op http://www.aeno.nl/index.php?id=1525.<br />
Daar staat een aantal instrumenten en methodieken beschreven om draagvlak en daadkracht te<br />
creëren. We lichten ze hier in het kort toe.<br />
1 . f o c u s g r o e p e n<br />
n i v e a u : o r g a n i s a t i e / a f d e l i n g / t e a m<br />
Een focusgroep is een (aantal) groepsgesprek(ken) met representatieve vertegenwoordigers van een<br />
specifieke doelgroep over hun behoeften, belangen en beweegredenen ten aanzien van een afgebakend<br />
onderwerp.<br />
2 . w e r k o v e r l e g e n t h e m a t i s c h e o v e r l e g v o r m e n<br />
n i v e a u : a f d e l i n g / t e a m<br />
Geef extra aandacht aan het thema door het te bespreken in regulier werkoverleg of andere<br />
thematische overlegvormen met medewerkers, zoals werkbijeenkomsten, rondetafelgesprekken,<br />
lunchbijeenkomsten, en pizzasessies.<br />
< ><br />
24
station meten = weten station draagvlak<br />
s t a t i o n 3 : a c t i e p L a n n e n<br />
Vanaf dit station gaat u echt aan de slag met leeftijdsbewust personeelsbeleid. Station 1 heeft u inzicht<br />
opgeleverd over de aanwezige en te voorziene knelpunten. Aansluitend heeft station 2 bewustwording<br />
en draagvlak voor oplossingen en actie opgeleverd. Station 3 biedt een aantal instrumenten waar u uit<br />
kunt kiezen en waar u maatwerk van kunt maken. U treft hier mogelijkheden en richtingen aan van<br />
waaruit u uw eigen route en uw eigen concrete aanpak kunt samenstellen.<br />
3 . 1 r e i stips<br />
station actieplannen<br />
e n k e l e r e i s t i p s o p b a s i s v a n e r v a r i n g e n v a n a n d e r e o r g a n i s a t i e s :<br />
Begin klein en eindig groot(s): begin met een pilot op afdelingsniveau of met een beperkte<br />
aandachtsgroep en leer daarvan. Communiceer successen.<br />
Het gaat om maatwerk: beleidslijnen zijn goed, maar vanwege diversiteit in werk en medewerkers<br />
binnen uw organisatie levert maatwerk de beste resultaten op.<br />
Deel goede ervaringen en valkuilen: laat anderen leren van uw aanpak, activiteiten en ervaringen.<br />
We starten met een overzicht van mogelijke acties die voor andere gemeenten succesvol bleken.<br />
Daarna benoemen we een aantal praktische instrumenten en methodieken om in te zetten in het kader<br />
van leeftijdsbewust personeelsbeleid. Deze instrumenten hebben betrekking competenties, motivatie<br />
en gezondheid.<br />
3 . 2 g e s l a a g d e a c t i e s van andere o rg a n i s a t i e s<br />
Onderstaand een overzicht van mogelijke acties die voor andere organisaties succesvol bleken. Deze<br />
lijst is niet volledig, maar wel praktisch en ideaal als ideeëngenerator voor uw eigen acties.<br />
Bepaal een streefsituatie wat betreft:<br />
- leeftijden en leeftijdsopbouw<br />
- vrouw-manverdeling<br />
- voltijd-deeltijdverhouding<br />
- diversiteit, culturele achtergronden<br />
- vooropleiding, ervaring en specialismen<br />
- vakkennis en -vaardigheden en competenties.<br />
Maximaliseer functieverblijfsduur (van functiegarantie naar baangarantie)<br />
tot bijvoorbeeld maximaal drie of vijf jaar.<br />
Stimuleer functie-, taakroulatie en doorstroom (intern en extern).<br />
< 25<br />
><br />
Ja Nee<br />
Ja Nee<br />
Ja Nee<br />
station borging
Maak tijdelijke interne proefplaatsingen, functiestages en<br />
ervaringsprogramma’s mogelijk om de functie te leren kennen en te ervaren,<br />
vooruitlopend op definitieve plaatsing.<br />
Bied introductie-, inwerk- en mentorprogramma’s aan voor en door<br />
medewerkers.<br />
Organiseer personeelspools en uitwisselingen met andere gemeenten,<br />
provincie, rijksorganisaties en andere aanverwante organisaties.<br />
Zet medewerkers meer in op toegevoegde waarde en talenten en laat de<br />
functie- en competentieprofielen minder leidend zijn.<br />
Stel vacatures pas extern open als zeker is dat binnen een termijn van 6 tot<br />
12 maanden geen interne kandidaten geschikt zijn of dat worden via training<br />
on-the-job of scholing voor vacature(s).<br />
Verzorg inwerkbegeleiding en mentoring van nieuwe medewerkers.<br />
Meet het ontwikkelpotentieel gericht op doorstroom en loopbaanstappen van<br />
medewerkers.<br />
Plan, organiseer en monitor talent- en doorstroomtrajecten.<br />
Bied assessments, tests en scans aan gericht op ontwikkeling en loopbaan.<br />
Maak een verdiepingsslag door extra accent te leggen op ontwikkel- en<br />
loopbaangesprekken (intern en extern), zo nodig boven op de reguliere<br />
gesprekscyclus (intern en extern).<br />
Zet EVC-trajecten op en voer deze uit.<br />
Stel per medewerker een (digitaal) portfolio op.<br />
Zorg voor opleiding, training en coaching gericht op ontwikkeling en<br />
loopbaan: dat wil zeggen toekomstgericht maatwerk met een duidelijk<br />
perspectief.<br />
Stel standaard en/of maatwerkbudgetten (eigen ontwikkelbudget)<br />
beschikbaar voor investeringen in ontwikkeling en loopbaan.<br />
Organiseer kennisgerichte mentorsystemen: tussen generaties, gericht op<br />
systematisch leren van elkaar.<br />
Stimuleer thuiswerken.<br />
Flexibiliseer werktijden en breng maatwerk aan.<br />
Breng variatie en maatwerk aan in de arbeidsvoorwaarden, gebaseerd op<br />
leeftijden en generaties.<br />
Maak gebruik van stimuleringsregelingen en subsidiemogelijkheden van het<br />
<strong>A+O</strong> fonds <strong>Gemeenten</strong>.<br />
Ontsluit kennis, sla deze op en maak die via ICT-applicaties beschikbaar voor<br />
anderen.<br />
Deel, verspreid en vermeerder kennis via werkoverleg, thematische<br />
bijeenkomsten (kennisdagen), kennisnetwerken, workshops en cursussen.<br />
< 26<br />
><br />
Ja Nee<br />
Ja Nee<br />
Ja Nee<br />
Ja Nee<br />
Ja Nee<br />
Ja Nee<br />
Ja Nee<br />
Ja Nee<br />
Ja Nee<br />
Ja Nee<br />
Ja Nee<br />
Ja Nee<br />
Ja Nee<br />
Ja Nee<br />
Ja Nee<br />
Ja Nee<br />
Ja Nee<br />
Ja Nee<br />
Ja Nee<br />
Ja Nee<br />
Ja Nee
3 . 3 r e i s b e stemming: co m p e t e n t e , g e m o t i veerd e<br />
e n g e z o n d e m e d ewerkers<br />
In essentie zijn actieplannen voor leeftijdsbewust personeelsbeleid gericht op:<br />
1. Competente medewerkers. Creëer condities om kennis, kunde en competenties permanent te<br />
ontwikkelen, waardoor medewerkers optimaal inzetbaar zijn en kunnen blijven.<br />
2. Gemotiveerde medewerkers. Creëer condities waardoor de medewerker gemotiveerd en met<br />
plezier werkt, zodat wordt bijgedragen aan een optimale inzetbaarheid.<br />
3. Gezonde medewerkers. Creëer condities voor een gezonde en veilige werkplek, zodat voldoende<br />
energie overblijft om zich ook privé te blijven ontwikkelen. Dit is de basis voor een gezond werkend<br />
bestaan.<br />
Het is de keuze van de gemeente – afhankelijk van gestelde prioriteiten, personele knelpunten en<br />
risico’s – te starten met een van deze drie doelstellingen, of een combinatie hiervan.<br />
3 . 4 tu ssenstation: co m p e t e n t e n g e m o t i veerd<br />
Leeftijdsbewust personeelsbeleid is geen nieuw ingewikkeld instrument voor personeelsbeleid. Het<br />
is vooral een andere manier van kijken naar de verschillen in de inzetbaarheid van medewerkers.<br />
Daarbij wordt een relatie gelegd met de leeftijd, de loopbaan of de levensfase van de medewerkers.<br />
Leeftijdsbewust personeelsbeleid is op een proactieve manier omgaan met de verschillen en<br />
veranderingen in inzetbaarheid door te kiezen voor maatwerk bij de inzet van instrumenten.<br />
Hieronder treft u een selectie van instrumenten en methodieken aan die is samengesteld op basis van<br />
de gekozen aanpak van andere gemeenten en organisaties.<br />
1 . M a n a g e r s e n P & O - a d v i s e u r s a c t i v e r e n e n o n t w i k k e l e n<br />
Soms is het zinvol kennis over leeftijdsbewust personeelsbeleid te versterken door training of<br />
workshops in de organisatie. Er zijn diverse standaard- en inhouseopleidingen, -trainingen en<br />
-workshops voorhanden. Het thema is steeds vaker onderdeel van management- en P&O-leergangen.<br />
U kunt natuurlijk ook zelf bepaalde zaken trainingen en/of workshops organiseren als u daarvoor<br />
voldoende kennis/informatie in huis heeft.<br />
tip<br />
Het <strong>A+O</strong> fonds <strong>Gemeenten</strong> organiseert in 2009 en 2010 workshops en intervisiebijeenkomsten voor<br />
managers en P&O-adviseurs die inhoudelijk aansluiten op deze routeplanner. Doel: aan de slag met<br />
duurzame inzetbaarheid in de eigen praktijk. Daarnaast worden er workshops loopbaanstimulering<br />
voor leidinggevenden georganiseerd. Ook voor de OR worden in de regio workshops over dit onderwerp<br />
aangeboden.<br />
2 . A s s e s s m e n t s , t e s t s e n s c a n s<br />
Om zicht te krijgen op individuele ontwikkeling van medewerkers, zijn er diverse instrumenten<br />
beschikbaar. Belangrijk is na te gaan met welk doel u een assessment, test of scan zou willen inzetten:<br />
Gericht op de huidige functie: dit zijn met name ontwikkelgerichte instrumenten. Zij leveren<br />
een sterkte-zwakteanalyse en een ontwikkelprofiel op met daarin de competenties waaraan de<br />
medewerker moet werken om optimaal te functioneren in de huidige functie.<br />
Gericht op een andere functie: dit zijn vooral loopbaangerichte instrumenten. Zij geven<br />
medewerkers inzicht in: wie ben ik, wat wil ik, en wat kan ik?<br />
< ><br />
27
Wilt u de interactie op afdelingsniveau in kaart te brengen en inzicht krijgen in de bijdragen van direct<br />
leidinggevende aan de professionele ontwikkeling, de persoonlijke groei en het perspectief van hun<br />
medewerkers, dan kunt u ook checklists in de vorm van 90°- of 360°-beoordelingen inzetten, waarbij<br />
twee (leidinggevende en medewerker) of meer betrokkenen de checklist invullen.<br />
De uitkomsten van deze checklists, tests en scans zijn bij uitstek geschikt om functioneren en<br />
inzetbaarheid bespreekbaar te maken.<br />
Voorbeelden van tests:<br />
1. Test je werkplezier http://www.plezieropjewerk.nl/testpagina.html<br />
2. Mijn beste competenties zijn http://www.123test.nl/competenties-test/<br />
3. Test je competenties http://www.4impact.nl/competentietest.php<br />
4. Test je talenten http://www.intermediair.nl/partner.jsp?lid=iol_ta<br />
5. Test je drijfveren http://www.start.nl/cgi-bin/loopbaantest.pl<br />
6. Test je leerstijl http://www.123test.nl/leerstijl/<br />
7. Test je inzetbaarheid http://fnvloopbaanspiegel.humatix.nl/<br />
Tot slot, een goed gesprek over met een medewerkers over zijn functioneren en ontwikkeling kan ook<br />
de noodzakelijke informatie bieden om een ontwikkelingsplan af te spreken en/of om vervolgstappen te<br />
maken.<br />
t i p : O n t w i k k e l s c a n a + O f o n d s g e m e e n t e n<br />
Voor individuele gemeentemedewerkers heeft het <strong>A+O</strong> fonds een ontwikkelscan gemaakt om hen te<br />
ondersteunen bij het nadenken over hun eigen ontwikkeling.<br />
De ontwikkelscan sluit goed aan bij de cao-afspraak; elke gemeenteambtenaar heeft vijfjaarlijks recht<br />
op een loopbaanadvies. Voor een eerste oriëntatie en inzicht in competenties kan de medewerker zelf<br />
de scan invullen. De resultaten kan hij of zij met de leidinggevende bespreken.<br />
Doelstelling<br />
De ontwikkelscan stimuleert gemeenteambtenaren zelf initiatief te nemen om na te denken over hun<br />
ontwikkeling en loopbaan en daar actief mee aan de slag aan te gaan. Het maakt medewerkers beter<br />
bewust van hun competenties. De ontwikkelscan is een laagdrempelige en vrijwillige manier om<br />
hierover na te denken, waarbij de volgende vragen aan bod komen:<br />
wie ben ik?<br />
wat kan ik?<br />
wat wil ik?<br />
Wat is het?<br />
De ontwikkelscan bestaat uit een set vragen die een werknemer via internet invult. Direct daarna<br />
krijgt de werknemer een terugkoppeling in de vorm van een gemakkelijk leesbaar, interpreteerbaar<br />
en printbaar rapport. De scan stelt een aantal gerichte vragen aan de medewerker en geeft op basis<br />
van antwoorden direct een aantal adviezen. Het resultaat is bruikbaar bij de gesprekkencyclus met de<br />
leidinggevende.<br />
Kijk voor meer informatie over de ontwikkelscan op de website van het <strong>A+O</strong> fonds <strong>Gemeenten</strong><br />
(www.aeno.nl).<br />
< ><br />
28
3 . B e o o r d e l i n g s - e n f u n c t i o n e r i n g s g e s p r e k k e n<br />
Maak leeftijdsbewust personeelsbeleid een vast onderdeel van uw jaarlijkse gesprekscyclus door in<br />
gesprekken met alle medewerkers competenties, motivatie en gezondheid aan bod te laten komen.<br />
Belangrijk is om in te gaan op en rekening te houden met de leeftijdsfase en de werk-privésituatie van<br />
medewerkers. Deze gesprekken zorgen ervoor dat leeftijdsbewust beleid structureel op de agenda<br />
staat.<br />
Mogelijke vragen en gespreksonderwerpen ten behoeve van beoordelings- en<br />
functioneringsgesprekken:<br />
Bieden je werkzaamheden voldoende uitdaging?<br />
Wat zijn je wensen en behoeften voor het komende jaar of voor de toekomst?<br />
Zou je iets anders willen doen op een andere afdeling of werkzaamheden ruilen met een collega?<br />
Welke scholing of training ga je de komende periode volgen?<br />
Vind je dat je werk-privésituatie in balans is?<br />
Hoe is het gesteld met de verhouding belasting-belastbaarheid en met je gezondheid?<br />
Aanvullende vragen:<br />
Wat is belangrijk in jouw levensfase in relatie tot hun werk en privéleven?<br />
Wat draagt positief bij aan werkmotivatie en -ambities?<br />
Wat zijn de belangrijkste knelpunten met betrekking tot kennis, kwaliteiten, motivatie en<br />
gezondheid?<br />
Waardoor worden die knelpunten veroorzaakt?<br />
Hoe kunnen de knelpunten worden opgelost? (denk in mogelijkheden, zoals ontwikkeltrajecten,<br />
loopbaanbegeleiding, functieroulatie en healthchecks)?<br />
Welke rol kun je daar als medewerker zelf in spelen?<br />
Welke rol speelt de organisatie en de manager bij het oplossen van die knelpunten?<br />
4 . O n t w i k k e l - e n l o o p b a a n g e s p r e k k e n<br />
Ontwikkel- en loopbaangesprekken met alle medewerkers zijn een belangrijke bouwsteen van<br />
leeftijdsbewust personeelsbeleid. In principe zijn deze gesprekken een regulier onderdeel van de<br />
jaarlijkse gesprekscyclus binnen gemeenten. Echter in de praktijk blijkt dat hieraan vaak te weinig<br />
aandacht wordt besteed. Terwijl deze gesprekken juist cruciaal zijn om functioneren en inzetbaarheid te<br />
bespreken en bevorderen.<br />
De levensfaseprofielen zijn ook onderdeel van de persoonlijke ontwikkel- en loopbaangesprekken.<br />
Mogelijke vragen:<br />
Welke invloed heeft de levensfase van medewerkers op afspraken over de persoonlijke<br />
ontwikkeling en groei?<br />
Hoe staat het met belastbaarheid in relatie tot levensfase?<br />
Hoe staat het met de werkmotivatie in relatie tot levensfase?<br />
Welke arbeidsvoorwaarden zijn van belang?<br />
Welke wensen en verwachtingen heeft de werknemer met betrekking tot steun en begeleiding van<br />
de manager en vanuit de organisatie?<br />
< ><br />
29
aandachtspunt<br />
Het is belangrijk dat managers het voeren van ontwikkel- en loopbaangesprekken beheersen, zich<br />
bewust zijn van verschillen naar levensfase en leeftijd en hun kennis in praktijk kunnen brengen.<br />
5 . O p l e i d i n g , t r a i n i n g e n w o r k s h o p s<br />
Vaak is het opleidingsaanbod onvoldoende afgestemd op de praktijkervaring van medewerkers.<br />
Ouderen voelen zich daarom onvoldoende aangesproken om aan opleidingen, trainingen en workshops<br />
deel te nemen. Het is daarom van belang na te gaan of vorm en inhoud van opleidingen, trainingen<br />
en workshops voldoende ‘leeftijdsbewust personeelsbeleid’-proof is. Kijk naar knelpunten en<br />
ontwikkelingen, stel prioriteiten en pas het ontwikkelcurriculum aan. In combinatie met ontwikkel- en<br />
loopbaangesprekken is opleiding cruciaal.<br />
Belangrijk is dat er medewerkers van alle leeftijden aan opleidingen, trainingen en workshops<br />
deelnemen. En niet, zoals nu vaak de praktijk blijkt, dat er vanaf een bepaalde leeftijd (45+) niet meer<br />
in opleidingen geïnvesteerd wordt omdat die investering kostentechnisch minder interessant en minder<br />
rendabel zou zijn. Ook moet voorkomen worden dat oudere medewerkers zelf geen interesse hebben<br />
om door deelname aan opleidingen in hun vakgebied bij te blijven.<br />
tips<br />
Dit betekent waarschijnlijk een combinatie van aanpassingen:<br />
Doe onderzoek naar behoeften, wensen en eisen per leeftijdsgroep.<br />
Breng meer diversiteit in het ontwikkelaanbod: pas dit aanbod zowel qua inhoud als leervormen<br />
aan leeftijdsgroepen aan (jongeren leren anders dan ouderen).<br />
Zorgen er voor en monitor dat medewerkers van alle leeftijden deelnemen aan opleiding, training<br />
en workshops.<br />
Maak het ontwikkelaanbod toegankelijk en gebruiksvriendelijk voor managers en medewerkers<br />
van alle leeftijden.<br />
Het <strong>A+O</strong> fonds heeft een nieuwe scholingsregeling die subsidie geeft voor de scholing van<br />
laagopgeleide medewerkers en medewerkers van 55 jaar en ouder. Het <strong>A+O</strong> fonds vergoedt 50%<br />
van de opleidingskosten met een maximum van € 1.500. Maak gebruik van deze regeling.<br />
< ><br />
30
g o e d v o o r b e e l d g e m e e n t e Z w o l l e : u i t d e o p l e i d i n g s c a t a l o g u s<br />
Het motto voor 2008 is ‘Zet eens een andere bril op’, met andere woorden: sta open voor nieuwe<br />
leerervaringen en kijk met een andere bril. Want juist dan verandert er wat en ontwikkelt iemand zich<br />
als mens en medewerker.<br />
Samen maken we de stad<br />
Regievoering: samen de stad maken, hoe doen we dat?<br />
Paradoxen in het werk hanteren als uitdaging<br />
Lezingenreeks door interne en externe sprekers<br />
Focus: realiseren van belangrijkste prioriteiten<br />
Energieker, efficiënter en effectiever vergaderen<br />
Werkwijzen en aanpakken<br />
Collega als klant of uitvoerder: opdrachtgever-opdrachtnemer<br />
Professionele ontwikkeling<br />
Schriftelijke communicatie: tips om het zo eenvoudig en helder mogelijk te houden<br />
Creatief schrijven<br />
Instructiebijeenkomst ‘webteksten plaatsen’<br />
Babylonische spraakontwarring<br />
Omgaan met lastige klanten, intimidatie en agressie<br />
Gezond en energiek werken<br />
Gezond en effectief werken<br />
Opzij, opzij, opzij: balans aanbrengen tussen werk en privé<br />
Meditatie op het werk (basis- en vervolgworkshop)<br />
Levensfasen, generaties en werk<br />
Creëer eigen toekomst<br />
Passie in het werk<br />
Loopbaanoriëntatie: nadenken over werk en persoonlijkheid<br />
Het aanbod is vernieuwend, spreekt dus ook de ervaren medewerkers aan en speelt in op voor<br />
gemeente relevante trends.<br />
6 . C o a c h i n g<br />
Coaching kan gebruikt worden als een vorm van begeleiding om persoonlijke ontwikkeling te<br />
versterken, dit kan individueel of in groepsverband (intervisie). Coaching is voornamelijk gericht op<br />
motivatie en competenties. Het aansluiten van persoonlijke doelen en werk leidt tot een duurzame<br />
relatie en motivatie. Competent-zijn geeft energie en vertrouwen.<br />
< ><br />
31
tip<br />
De meerwaarde is de persoonlijke begeleiding van een gericht ontwikkelproces op basis van een<br />
gelijkwaardige een-op-eenrelatie met een coach. De meest voor de hand liggende coach is de manager<br />
die al coachend leiding geeft, of een mentor vanuit een ander team. Ervaren medewerkers kunnen<br />
uitstekend als coach geschikt zijn voor hun jongere collega’s, trainees en stagiairs.<br />
7 . M e e s t e r - g e z e l : m e n t o r i n g<br />
Bij mentoring wordt een medewerker met bepaalde kennis en ervaring (mentor) gekoppeld aan iemand<br />
die daar meer over wil weten en leren (mentee). Mogelijke vertrekpunten zijn een verschil in generatie,<br />
in leeftijd of in ervaring. Seniormedewerkers kunnen bijvoorbeeld worden ingezet als mentor voor<br />
jongeren in hun gemeente of in een aantal samenwerkende gemeenten.<br />
Mentorschap in de praktijk<br />
Een belangrijke voorwaarde voor mentoren en mentees is dat zij geïnteresseerd zijn in en openstaan<br />
voor persoonlijke groei. Beiden zijn in staat om positieve feedback te geven en zij kijken met een<br />
positieve blik naar de kwaliteiten van hun collega’s en omgekeerd. Met mentoring is voor de mentor, de<br />
mentee en de organisatie voordeel te behalen.<br />
Denk aan erkenning voor de mentor: hij wordt aangesproken op zijn kennis en ervaring. Ook komt hij,<br />
via de mentee, in contact met nieuwe kennis en ervaringen. De mentee leert sneller (tijdsbesparing!)<br />
doordat learning on the job plaatsvindt.<br />
tip<br />
De relatie tussen mentoren en mentees kan op verschillende manier worden ingevuld:<br />
Mentor en mentee(s) voeren gesprekken over ervaringen van de mentee en over resultaten,<br />
plannen en vaardigheden.<br />
Mentor en mentee(s) bespreken werkmethoden, werkwijzen en bruikbare probleemoplossende<br />
strategieën.<br />
Mentor en mentee(s) wonen gezamenlijk bijeenkomsten bij, bezoeken externe relaties, lopen met<br />
hen mee en evalueren dit na afloop, werken eventueel samen aan een concreet project.<br />
De mentee observeert de mentor die in bepaalde situaties handelt en geeft hem/haar feedback.<br />
Mentor en mentee(s) wisselen meningen uit en discussiëren bijvoorbeeld over schriftelijke stukken<br />
of casussen, ze schrijven samen een artikel.<br />
8 . L o o p b a a n b e g e l e i d i n g<br />
Loopbaanbegeleiding van medewerkers is bij uitstek geschikt om leeftijdsbewust personeelsbeleid en<br />
duurzame inzetbaarheid te stimuleren en bevorderen. De meerwaarde is dat de werkzame toekomst<br />
van een medewerker in relatie tot de organisatie in kaart wordt gebracht en gerealiseerd. Managers,<br />
P&O’ers, interne en externe loopbaanadviseurs en/of gespecialiseerde mobiliteitscentra kunnen daar<br />
ondersteuning bij verlenen. Veelal zijn de kaders, financiën en mogelijkheden al vastgelegd in het<br />
mobiliteitsbeleid van de gemeente.<br />
tip<br />
Gebruik de eerder genoemde ontwikkelscan en laat leidinggevenden deelnemen aan de workshop<br />
Loopbaanstimulering die aangeboden wordt door <strong>A+O</strong> fonds <strong>Gemeenten</strong>.<br />
< ><br />
32
w o r k s h o p l o o p b a a n s t i m u l e r i n g<br />
Doelen:<br />
bewustwording en mogelijkheden van loopbaanbeleid vergroten<br />
kennis vergroten van loopbaaninstrumenten en competentiematrix<br />
vaardigheden versterken: beïnvloeding, gespreksvoering en omgaan met weerstanden<br />
typologieën en drijfveren herkennen.<br />
Leidinggevenden krijgen antwoorden op vragen als:<br />
Hoe blijven medewerkers gemotiveerd en uitgedaagd en wat kan ik als leidinggevende doen?<br />
Hoe kan ik ontwikkeling blijven stimuleren?<br />
Hoe kan ik medewerkers laten meegroeien met organisatieveranderingen?<br />
Welk mogelijkheden zijn er om oudere medewerkers te behouden?<br />
Hoe voorkom ik vroegtijdige uitval?<br />
9 . P e r s p e c t i e f b i e d e n o p o n t w i k k e l m o g e l i j k h e d e n<br />
Bied alle medewerkers perspectief op ontwikkelmogelijkheden en bespreek hoe dit te realiseren. Dit is<br />
de grootste stimulans van professionele ontwikkeling en persoonlijke groei. Het bindt medewerkers aan<br />
uw organisatie. Denk daarbij aan de volgende mogelijkheden en combinaties:<br />
optimaliseren functie-inhoud: goede match tussen de doelen, functies en taken van de organisatie<br />
en de capaciteiten, behoeften en ambities van alle medewerkers<br />
regelruimte in de functie<br />
uitdagingen door extra rollen, projecten en opdrachten<br />
mogelijkheden om ervaring op te doen in andere functies en met andere taken<br />
functieverrijking en -verbreding<br />
functie- en taakroulatie<br />
anders werken op basis van levensfase en balans werk-privé<br />
EVC- en certificeringtrajecten<br />
duidelijke loopbaanpaden<br />
mogelijkheden voor persoonlijke groei<br />
perspectief uitbreiden bredere arbeidsmarkt<br />
feedback geven!<br />
3 . 5 tu ssenstation: gezond aan het werk<br />
Uit de Monitor Gezond Werk 2004-2005. Arbo-, verzuim- en reïntegratiebeleid in de sector<br />
gemeenten van het <strong>A+O</strong> fonds <strong>Gemeenten</strong> blijkt dat 85% van de gemeenten met 50.000 tot 100.000<br />
inwoners arbobeleid op papier heeft staan. <strong>Gemeenten</strong> nemen echter beperkte maatregelen om het<br />
arbeidsrisico, werkdruk en werkstress (44,3%) tegen te gaan. <strong>Gemeenten</strong> hebben vaak onvoldoende<br />
deskundigheid om specifieke arbeidsrisico’s in kaart te brengen. Er kan daarom in de praktijk nog een<br />
slag worden gemaakt om alle medewerkers in gemeenten gezond aan het werk te houden. De directe<br />
leidinggevenden, de arbocöordinator, de P&O’er en de bedrijfsarts zijn de belangrijkste uitvoerders van<br />
maatregelen.<br />
< ><br />
33
Om leeftijdsbewust personeelsbeleid te bevorderen streven we naar een optimale gezondheid van alle<br />
medewerkers. Medewerkers hebben zelf verantwoordelijkheid om in hun privétijd vitaal en gezond<br />
te leven, maar zij kunnen ook in hun werksituatie gestimuleerd worden fit te blijven door goede<br />
arbeidsomstandigheden aan te bieden. Onder punt 10 tot en met 13 noemen we enkele mogelijkheden<br />
om dit te realiseren.<br />
1 0 . V e r z u i m g e s p r e k k e n e n - b e g e l e i d i n g<br />
Verzuimgesprekken en -begeleiding zijn persoonlijke begeleidingsvormen gericht op leeftijdsbewust<br />
personeelsbeleid en duurzame inzetbaarheid. Bij werkgerelateerd verzuim en het zoeken naar<br />
oplossingen ligt de focus op belastbaarheid en gezondheid in combinatie met competenties en<br />
motivatie. Aandachtspunten in deze verzuimgesprekken en -begeleiding zijn:<br />
leeftijd en levensfase: behoeften, wensen en eisen<br />
balans tussen belasting en belastbaarheid<br />
balans tussen werk en privé<br />
balans in aansturing: resultaat versus mensgericht.<br />
1 1 . A r b o g e s p r e k k e n e n - o n d e r z o e k<br />
Vanuit het aspect ‘gezond werken’ zijn er volop mogelijkheden om leeftijdsbewust personeelsbeleid en<br />
duurzame inzetbaarheid bespreekbaar te maken en praktisch in te vullen.<br />
Algemene hulpmiddelen zijn:<br />
Arbocatalogus van <strong>A+O</strong> fonds <strong>Gemeenten</strong><br />
Gemeentelijk Incidenten Registratiesysteem<br />
(Digitale) RI&E (Risico-inventarisatie en -evaluatie)<br />
Gezondheidsmeter (vragenlijst over beleving van werk, arbeidsomstandigheden en gezondheid)<br />
PAGO: Periodiek Arbeidsgeneeskundig Onderzoek.<br />
In relatie tot leeftijd is met name de inzet van de Workabilty Index (WAI) een belangrijke toevoeging. De<br />
WAI is een vragenlijst waarmee gemeten kan worden hoe werknemers lichamelijk en geestelijk in staat<br />
zijn hun werk te doen. De WAI biedt werknemers en werkgevers de kans om iemands inzetbaarheid<br />
in kaart te brengen en draagt eraan bij werkenden duurzaam inzetbaar te houden. Met de vragenlijst<br />
wordt het werkvermogen gemeten en de mate waarin een werknemer lichamelijk en geestelijk in staat<br />
is zijn of haar werk uit te voeren. Via de WAI-vragenlijst maakt de individuele werknemer op vrijwillige<br />
basis een inschatting van zijn of haar werkvermogen. Dit is een goede voorspeller van iemands<br />
inzetbaarheid nu en in de toekomst.<br />
Werkvermogen staat niet op zichzelf; het staat sterk in relatie tot de aard van iemands werk, maar ook<br />
tot zijn of haar normen en waarden, competenties en gezondheid. Uit de antwoorden op de vragen rolt<br />
een score; hoe hoger die is, hoe beter het werkvermogen.<br />
De WAI is ontwikkeld in Finland, waar vergrijzing al twintig jaar een actueel thema is. Experts hebben<br />
er met steun van de overheid onderzoek en experimenten uitgevoerd, om mensen langer in goede<br />
gezondheid en met plezier te laten werken. De WAI is daaruit voortgekomen. Deze test is intussen<br />
vertaald in twintig talen en wordt in veel landen toegepast.<br />
1 2 . W e r k - p r i v é b a l a n s<br />
Medewerkers kunnen invloed uitoefenen op de balans tussen de verantwoordelijkheden privé en op het<br />
werk. Door mogelijkheden aan te bieden om dit evenwicht te bereiken, zijn organisaties beter in staat<br />
om personeel aan te trekken, te behouden en te motiveren.<br />
< ><br />
34
Voorbeelden van werk-privévoorzieningen:<br />
regelingen voor flexibele werktijden, zoals parttime werk en verkorte werkweken, gebruik van de<br />
zogeheten individuele werkkaart, maar ook de mogelijkheid om thuis te werken<br />
verlofregelingen, zoals ouderschapsverlof of mogelijkheden voor onbetaald verlof<br />
faciliteiten op de werkplek, zoals indien mogelijk een crèche<br />
hulp bij het omgaan met stress.<br />
1 3 . M e t e n i s w e t e n , o o k b i j g e z o n d h e i d<br />
Gezondheid heeft alles te maken met leeftijdsbewust personeelsbeleid. Dankzij preventieve en<br />
curatieve maatregelen blijven werknemers immers goed inzetbaar voor de organisatie. En blijft het voor<br />
werknemers plezierig werken bij de gemeente.<br />
tip<br />
Maatregelen op het gebied van arbo-, verzuim- en reïntegratiebeleid vereisen zowel een algemene als<br />
een functiegroepgerichte aanpak. In de onderstaande tabel kunt u per functiegroep aangegeven waar<br />
risico’s ontstaan door een score te geven op de verschillende onderdelen. Op basis van de uitkomsten<br />
kunt u gerichte maatregelen treffen.<br />
s c o r e s Werk- Zelfstan- Afwis- Werk- Fysieke Produc- Arbeids-<br />
o p vermogen digheid seling tempo belasting tiviteit omstandig<br />
f u n c t i e g r o e p heden<br />
Advies- en<br />
beleidswerk<br />
Baliewerk<br />
Buitendienst<br />
Handhaving<br />
Ondersteunende<br />
diensten<br />
Tabel Risico’s van functieonderdelen per functiegroep<br />
belasting verminderen<br />
De belasting van medewerkers kan verminderd worden door bijvoorbeeld:<br />
een goede afwisseling van zwaardere en lichtere taken;<br />
een evenwichtiger spreiding van het werk. Plan in de periode met piekbelasting geen extra<br />
activiteiten of beperk het aantal vaste activiteiten, zoals vergaderingen;<br />
een evenwichtige taakverdeling binnen een team of tijdelijke individuele taakverlichting.<br />
< 35<br />
>
Aan de hand van onderstaande vragen kunt u controleren of u klaar bent voor het volgende station.<br />
Zijn uw actieplannen succesvol afgerond én is er binnen uw gemeente beleid<br />
ontwikkeld en ingevoerd dat erop gericht is alle medewerkers van alle<br />
leeftijden competent, gemotiveerd en gezondheid te houden?<br />
Hebben acties zichtbaar geleid tot de gewenste resultaten (bijvoorbeeld een<br />
lager verzuim of een toename van de medewerkerstevredenheid)?<br />
Zijn leidinggevenden en medewerkers met elkaar in gesprek gegaan over<br />
leeftijdsbewust personeelsbeleid?<br />
Beschikken leidinggevenden over de juiste middelen en vaardigheden om<br />
met medewerkers in gesprek te gaan, feedback te geven op hun functioneren<br />
en hen te ondersteunen in loopbaanstappen?<br />
Nemen medewerkers meer verantwoordelijkheid voor hun eigen loopbaan en<br />
ontwikkeling?<br />
Vindt de besteding van de opleidingsmiddelen evenredig over alle<br />
medewerkers van alle leeftijden plaats?<br />
Wordt slijtage, fysieke belasting en ervaringsconcentratie tegengegaan<br />
door medewerkers regelmatig nieuwe of andere taken te laten vervullen en<br />
zichzelf te laten ontwikkelen?<br />
Houdt de gemeente rekening met de wensen en verlangens van alle<br />
medewerkers, ongeacht hun leeftijd, waardoor de tevredenheid en motivatie<br />
stijgt?<br />
Zijn P&O-instrumenten ‘leeftijdsbewust personeelsbeleid’-proof gemaakt<br />
door ze uit te breiden met bijvoorbeeld vragen over competenties, motivatie<br />
en gezondheid?<br />
Kunnen P&O-instrumenten goed door leidinggevenden worden toegepast<br />
(vooral: functioneringsgesprekken, ontwikkelings- of loopbaangesprekken en<br />
beoordelingsgesprekken)?<br />
Sporen leidinggevenden knelpunten op het gebied van competenties,<br />
motivatie en gezondheid en belastbaarheid op én lossen zij die op?<br />
Ontwikkelen alle medewerkers van alle leeftijden zich en krijgen zij<br />
perspectief?<br />
Voeren managers actief leeftijdsbewust personeelsbeleid uit en tonen zij<br />
voorbeeldgedrag?<br />
Worden gevarieerdere toepassing van het arbeidsvoorwaarden- en<br />
werktijdenbeleid en generieke maatregelen meer en meer maatwerk?<br />
d e m e e s t e v r a g e n m e t j a b e a n t w o o r d ?<br />
Dan heeft u zicht op het probleem, u heeft actiepunten geformuleerd en u heeft er vertrouwen in dat<br />
deze haalbaar zijn. Ga door naar station 4.<br />
d e m e e s t e v r a g e n m e t n e e b e a n t w o o r d ?<br />
Op een aantal punten moeten de activiteiten geïntensiveerd worden. Wellicht heeft u inmiddels een<br />
aantal actieplannen bedacht en in uitvoering. Blijf actief op dit station tot u tevreden bent.<br />
< 36<br />
><br />
Ja Nee<br />
Ja Nee<br />
Ja Nee<br />
Ja Nee<br />
Ja Nee<br />
Ja Nee<br />
Ja Nee<br />
Ja Nee<br />
Ja Nee<br />
Ja Nee<br />
Ja Nee<br />
Ja Nee<br />
Ja Nee<br />
Ja Nee
station meten = weten station draagvlak station actieplannen<br />
s t a t i o n 4 : b o R G i n G<br />
Op dit station ligt de nadruk erop uw ‘goede ervaringen’ van station 3 mee te nemen om deze te kunnen<br />
borgen in regulier P&O-beleid en -instrumentarium. Als u op dit station bent aangekomen, bent u op<br />
de meeste onderdelen klaar met het invoeren van leeftijdsbewust personeelsbeleid en het stimuleren<br />
van duurzame inzetbaarheid. Dit is het laatste deel van uw reis. Uw aanpak heeft al veel voordelen<br />
opgeleverd:<br />
Station 1: u weet wat er hand is en heeft anderen met een gedegen analyse kunnen overtuigen om<br />
aan de slag te gaan met leeftijdsbewust personeelsbeleid en duurzame inzetbaarheid.<br />
Station 2: u heeft draagvlak en daadkracht gecreëerd voor activiteiten voor het thema.<br />
Station 3: u heeft acties ondernomen en ervaringen opgedaan met praktische oplossingen.<br />
Station 4: u kunt nu de ‘goede ervaringen’ omzetten in ‘duurzame gewoontes’, die herkend en<br />
gedragen worden door direct betrokkenen, vooral door managers en medewerkers.<br />
g o e d v o o r b e e l d : g e m e e n t e e m m e n<br />
‘Het gaat om goed en puur HR-beleid an sich, alle definities voor duurzame inzetbaarheid zijn al in de<br />
instrumenten verweven. Het is ook op die wijze in de organisatie gecommuniceerd, zonder hypes of<br />
ingewikkelde terminologie. In 1998 is een stelling geponeerd die vandaag de dag nog steeds geldt: “De<br />
juiste mensen op de juiste plek op het juiste moment”. Deze stelling is alles overkoepelend en daarmee<br />
heeft Emmen al tien jaar succes.’<br />
De meeste organisaties hebben al diverse personeelsinstrumenten ontwikkeld en in gebruik. U kunt op<br />
dit station ook opstappen en starten met een inventarisatie van de huidige instrumenten en het gebruik<br />
ervan. Check vervolgens of ze daadwerkelijk leeftijdsbewust personeelsbeleid voor alle medewerkers<br />
bevorderen en borgen.<br />
Er zijn vele checklists en scans ontwikkeld die u kunnen helpen de focus op leeftijdsbewust<br />
personeelsbeleid en duurzame inzetbaarheid te richten en te houden. We adviseren u om de<br />
‘Alleleeftijdenchecklist’ te gebruiken om te bepalen hoe ver u bent met integreren van leeftijdsbewust<br />
personeelsbeleid en duurzame inzetbaarheid in het P&O-beleid en wat er verder nog gedaan moet<br />
worden. Waar nodig kunt u teruggrijpen naar de vorige stations uit deze routeplanner.<br />
< ><br />
37<br />
station borging
De checklist kan verfijnd worden van organisatieniveau naar afdelingsniveau. We dagen u uit om op<br />
organisatieniveau door de bril van leeftijdsbewust personeelsbeleid en duurzame inzetbaarheid te<br />
kijken naar het P&O-beleid en -instrumentarium.<br />
a l l e l e e f t i j d e n c h e c k l i s t<br />
Check of er binnen de volgende P&O-thema’s rekening gehouden wordt met de levensfasen van<br />
medewerkers:<br />
Functieontwerp, beschrijving en -waardering<br />
Competentieprofilering en -management<br />
Taakinhoud en werkorganisatie<br />
Personeelsbezetting en -planning<br />
Imagobuilding en arbeidsmarktcommunicatie<br />
Personeelsbezetting en -planning<br />
Imagobuilding en arbeidsmarktcommunicatie<br />
Werving en selectie<br />
Arbeidscontracten en -voorwaarden<br />
Leiderschap en management<br />
Introductie en inwerken<br />
Functioneren en ontwikkelen<br />
Begeleiding en coaching<br />
Opleiding en training<br />
Motivatie en medewerkerstevredenheid<br />
Verzuim en arbo<br />
Beoordelen en beloning<br />
Loopbaan en mobiliteit<br />
Verloop en outplacement<br />
4 . 1 r e i stips<br />
Enkele reistips op basis van ervaringen van andere organisaties:<br />
Deel goede ervaringen en valkuilen: laat anderen in uw organisatie leren van uw aanpak,<br />
activiteiten en ervaringen<br />
Neem de goede ervaringen en oplossingen op in het bestaande P&O-beleid en -instrumentarium.<br />
Dit beleid kunt u als visitekaartje gebruiken in uw arbeidsmarktcommunicatie en wervingsbeleid.<br />
4 . 2 h e e f t u u w b e stemming bere i k t ?<br />
Als u de tekst in het kader kunt bevestigen, dan heeft u uw volgende bestemming bereikt. U kunt<br />
uitstappen en tevreden op uw reis terugkijken.<br />
< ><br />
38
Bij de toepassing van alle P&O-instrumenten wordt binnen uw gemeente consequent aandacht besteed<br />
aan de levens- en loopbaanfase van iedere medewerker, zodat er maatwerk wordt geleverd.<br />
Binnen uw gemeenten wordt het geheel van personeelsinstrumenten gedurende elke levensfase<br />
van medewerkers ingezet. Hiermee blijven alle medewerkers van alle leeftijden gedurende hun hele<br />
loopbaan in beweging, raken zij gewend aan nieuwe situaties en weten zij met nieuwe technieken om te<br />
gaan, waardoor ‘vastroesten’ altijd voorkomen wordt.<br />
Helaas kunt u niet op uw lauweren rusten. Leeftijdsbewust personeelsbeleid is een continu proces dat<br />
blijvend aandacht behoeft. Plan -> Do -> Check -> Act, de cyclus scherpt het beleid steeds verder<br />
aan. Monitor de voortgang en bepaal met het MT waar het beleid verder bijgeschaafd moet worden.<br />
Leeftijdsbewust beleid moet tussen de oren van de medewerkers, de leidinggevende en het (top)<br />
management komen en deel gaan uitmaken van het langetermijnbeleid. Betrokkenheid op alle niveaus<br />
is belangrijk voor de continuïteit van leeftijdsbewust personeelsbeleid.<br />
U kunt dat bereiken door regelmatig de (tussentijdse) resultaten van het beleid te presenteren .<br />
Wanneer blijkt dat de mobiliteit stijgt, de medewerkerstevredenheid toeneemt en het verzuim daalt,<br />
heeft u harde feiten om het belang en het succes van het beleid te onderstrepen.<br />
Vier de successen met de betrokkenen en blijf in gesprek met de opdrachtgever (het management) en<br />
de medewerkers. Laat weten hoe de acties zijn verlopen, met welk resultaat en welke plannen er nog<br />
zijn voor de toekomst. Tegelijkertijd krijgt u informatie over hoe de verschillende partijen het beleid<br />
ervaren.<br />
tot slot<br />
In 2009 en 2010 biedt het <strong>A+O</strong> fonds <strong>Gemeenten</strong> de volgende activiteiten aan om het leeftijdsbewust<br />
personeelsbeleid van gemeenten te bevorderen:<br />
masterclasses voor gemeenten die al leeftijdsbewust personeelsbeleid hebben ingevoerd en<br />
inzicht willen krijgen in de laatste ontwikkelingen op dit terrein, bijvoorbeeld op het gebied van<br />
generatiemanagement;<br />
workshops duurzame inzetbaarheid om gemeenten met behulp van leeftijdsbewust<br />
personeelsbeleid te helpen strategische P&O-vraagstukken op te lossen;<br />
intervisiebijeenkomsten voor P&O, ondernemingsraad en MT om draagvlak voor invoering van<br />
leeftijdsbewust personeelsbeleid te verkrijgen;<br />
helpdesk ‘Aan de slag’ (procesbegeleiding/sparringpartner op afstand). Telefoon (<strong>03</strong>0) 744 01 72 en<br />
e-mail aandeslag@aeno.nl;<br />
aanbod van stimuleringsregelingen (stimuleringsregeling Duurzame inzetbaarheid,<br />
stimuleringsregeling Meer weten met uw netwerk, impulsregeling Inzetbaarheid).<br />
Kijk op http://www.aeno.nl/index.php?id=168 voor de meest actuele informatie.<br />
< ><br />
39
i j L a G e 1<br />
o r g a n i s a t i e s c a n , k w a n t i t a t i e f d e e l : p & o - k e n g e t a l l e n<br />
g e m e e n t e :<br />
a a n t a l i n w o n e r s : a a n t a l l e n a a n t a l l e n<br />
Aantal medewerkers: Tot 25 jaar M:<br />
V:<br />
25 tot 35 jaar M:<br />
V:<br />
Aantal fte: 35 tot 45 jaar M:<br />
V:<br />
45 tot 55 jaar M:<br />
V:<br />
55 tot 60 jaar M:<br />
V:<br />
60 jaar en ouder M:<br />
V:<br />
Gemiddelde leeftijd Directie M:<br />
per afdeling/onderdeel V:<br />
Managementteam M:<br />
V:<br />
Afdeling Y M:<br />
V:<br />
Afdeling Z M:<br />
V:<br />
Instroom afgelopen vijf jaar Tot 25 jaar M:<br />
V:<br />
25 tot 35 jaar M:<br />
V:<br />
35 tot 45 jaar M:<br />
V:<br />
45 tot 55 jaar M:<br />
V:<br />
55 tot 60 jaar M:<br />
V:<br />
60 jaar en ouder M:<br />
V:<br />
Uitstroom afgelopen vijf jaar Tot 25 jaar M:<br />
V:<br />
25 tot 35 jaar M:<br />
V:<br />
35 tot 45 jaar M:<br />
V:<br />
45 tot 55 jaar M:<br />
V:<br />
55 tot 60 jaar M:<br />
V:<br />
60 jaar en ouder M:<br />
V:<br />
< ><br />
40
g e m e e n t e :<br />
a a n t a l i n w o n e r s : a a n t a l l e n a a n t a l l e n<br />
Interne doorstroom Tot 25 jaar M:<br />
afgelopen vijf jaar V:<br />
25 tot 35 jaar M:<br />
V:<br />
35 tot 45 jaar M:<br />
V:<br />
45 tot 55 jaar M:<br />
V:<br />
55 tot 60 jaar M:<br />
V:<br />
60 jaar en ouder M:<br />
V:<br />
Verwachtte uitstroom Tot 25 jaar M:<br />
binnen vijf tot tien jaar V:<br />
25 tot 35 jaar M:<br />
V:<br />
35 tot 45 jaar M:<br />
V:<br />
45 tot 55 jaar M:<br />
V:<br />
55 tot 60 jaar M:<br />
V:<br />
60 jaar en ouder M:<br />
V:<br />
Gemiddelde verblijftijd Tot 25 jaar M:<br />
in de functie V:<br />
25 tot 35 jaar M:<br />
V:<br />
35 tot 45 jaar M:<br />
V:<br />
45 tot 55 jaar M:<br />
V:<br />
55 tot 60 jaar M:<br />
V:<br />
60 jaar en ouder M:<br />
V:<br />
Arbeidsverzuim Tot 25 jaar Verzuimpercentage: % M:<br />
Ziekmeldingfrequentie: V:<br />
25 tot 35 jaar Verzuimpercentage: % M:<br />
Ziekmeldingfrequentie: V:<br />
35 tot 45 jaar Verzuimpercentage: % M:<br />
Ziekmeldingfrequentie: V:<br />
45 tot 55 jaar Verzuimpercentage: % M:<br />
Ziekmeldingfrequentie: V:<br />
55 tot 60 jaar Verzuimpercentage: % M:<br />
Ziekmeldingfrequentie: V:<br />
60 jaar en ouder Verzuimpercentage: % M:<br />
Ziekmeldingfrequentie: V:<br />
< ><br />
41
i j L a G e 2<br />
a n a l y s e g e g e v e n s o r g a n i s a t i e s c a n<br />
O b s e r vaties en analy s e<br />
leeftijdsopbouw personeelsbestand<br />
Waar ligt het zwaartepunt in de leeftijdsopbouw op dit moment?<br />
Eventuele andere belangrijke observaties zoals:<br />
leeftijd gekoppeld aan etniciteit, sekse of specifieke functies;<br />
voor de organisatie cruciale kennis/ervaring gekoppeld aan een specifieke leeftijdscategorie;<br />
aantal parttimers in bepaalde leeftijdscategorieën;<br />
omvang van inhuur.<br />
Antwoord:<br />
verschillen per afdeling<br />
Is er sprake van een stijging/daling van de gemiddelde leeftijd?<br />
Zijn er:<br />
opvallende verschillen per afdeling?<br />
opvallende verschillen tussen mannen en vrouwen, naar etniciteit of functiegroep bijvoorbeeld?<br />
risicofuncties (voor wat betreft fysieke of mentale belasting, solofuncties, opeenstapeling van<br />
kennis en ervaring in één persoon et cetera)?<br />
Antwoord:<br />
instroom afgelopen vijf jaar<br />
Wat valt op aan de instroom?<br />
Wat is de totale omvang?<br />
Welke verschillen zijn er tussen de leeftijdscategorieën?<br />
Welke verschillen zijn er tussen mannen en vrouwen, etnische groepen, functiegroepen?<br />
Is het eenvoudig om vacatures te vervullen?<br />
Zal dat naar verwachting de komende tijd zo blijven?<br />
Zijn er moeilijk vervulbare functies?<br />
Antwoord:<br />
< ><br />
42
uitstroom afgelopen vijf jaar<br />
Wat valt op aan de uitstroom?<br />
Wat is de totale omvang?<br />
Gaat het vooral om vrijwillige of om gedwongen uitstroom?<br />
Is bekend waarom medewerkers uitstromen?<br />
Wat zijn de meest genoemde redenen?<br />
Welke verschillen zijn er tussen de leeftijdscategorieën, tussen mannen en vrouwen?<br />
Hoe verhoudt de uitstroom zich tot de instroom?<br />
Antwoord:<br />
doorstroom (intern) de afgelopen vijf jaar<br />
Wat valt op aan de interne doorstroom?<br />
Wat is de totale omvang?<br />
Gaat het vooral om verticale of horizontale doorstroming?<br />
Welke verschillen zijn er tussen de leeftijdscategorieën?<br />
Welke verschillen zijn er tussen mannen en vrouwen, etnische verschillen, bepaalde functies?<br />
Hoe verhoudt de doorstroom zich tot de instroom?<br />
Is er een relatie met uitstroom?<br />
Antwoord:<br />
verwachte uitstroom binnen vijf tot tien jaar<br />
Wat zijn de toekomstverwachtingen bij ongewijzigd beleid?<br />
Op welke leeftijd gaan medewerkers op dit moment gemiddeld met pensioen?<br />
Hoe lang blijven nieuwe collega’s gemiddeld in dienst?<br />
In welke andere leeftijdscategorieën verwacht u substantiële uitstroom?<br />
Antwoord:<br />
gemiddelde verblijftijd in de functie<br />
Is er zicht op de functieverblijftijd d.w.z. het aantal jaren dat mensen in dezelfde functie zitten en/of<br />
dezelfde taken vervullen?<br />
Zijn er op dit punt verschillen tussen mannen en vrouwen?<br />
Zijn er verschillen tussen bepaalde functiegroepen?<br />
Verblijftijd in de functie is dus niet hetzelfde als lengte van het dienstverband.<br />
Antwoord:<br />
< ><br />
43
arbeidsverzuim<br />
Wat valt op aan het verzuimpercentage, de verzuimfrequentie en de verzuimduur per<br />
leeftijdsgroep?<br />
Is er onderscheid tussen mannen en vrouwen?<br />
Zie ook eventuele analyses van de bedrijfsarts.<br />
Antwoord:<br />
i n z i c h t i n d e externe omgeving<br />
Hoe blijft u op de hoogte van de (regionale) demografische ontwikkelingen? Beschrijf of en hoe P&O<br />
hiervoor zorgt.<br />
Hoe blijft u op de hoogte van veranderingen met betrekking tot nieuwe vormen van dienstverlening<br />
binnen uw gemeente en de personele impact daarvan? Beschrijf of en hoe P&O hiervoor zorgt.<br />
Hoe blijft u op de hoogte van veranderingen met betrekking tot efficiencyverbetering en de<br />
personele impact daarvan? Beschrijf of en hoe P&O hiervoor zorgt.<br />
Hoe blijft u op de hoogte van veranderingen met betrekking tot samenwerking met andere<br />
gemeenten en de personele impact daarvan? Beschrijf of en hoe P&O hiervoor zorgt.<br />
Hoe blijft u op de hoogte van veranderingen met betrekking tot de invoering en het gebruik van ICT<br />
en de personele impact daarvan? Beschrijf of en hoe P&O hiervoor zorgt.<br />
Hoe blijft u op de hoogte van vraag en aanbod op de arbeidsmarkt? Beschrijf of en hoe P&O<br />
hiervoor zorgt.<br />
< ><br />
44
i j L a G e 3<br />
o r g a n i s a t i e s c a n , k w a l i t a t i e f d e e l :<br />
p e r s o n e e l s b e l e i d e n p & o - i n s t r u m e n t e n<br />
g a e e n stapje verd e r d o o r – i n k w a l i t a t i eve zin – het p&O-bele i d e n<br />
- i n strumentarium te analy s e re n . vu l o n d e rstaande vragen in. nodig een<br />
p a a r co l le g a ’s , le i d i n g g evenden of Or-le d e n u i t o m d i t s a m e n m e t u t e<br />
d o e n . O p b a s i s van de uitkomsten heeft u een indruk hoe het binnen uw<br />
g e m e e n t e n g e steld is met de toepassing en de kwaliteit van het p&Oi<br />
n strumentarium:<br />
p & O - b e le i d e n - i n strumentarium: Observaties en analy s e<br />
f u n c t i o n e r i n g s - e n b e o o r d e l i n g s s y s t e m a t i e k<br />
Vinden er regelmatig functionerings- en beoordelingsgesprekken plaats?<br />
Heeft P&O inzicht in de mate waarin (kwantiteit/uitvoeringspercentage) en de wijze waarop<br />
(kwaliteit) dat gebeurt? Worden de resultaten besproken op managementniveau?<br />
l o o p b a a n g e s p r e k k e n<br />
Komt loopbaanontwikkeling structureel aan de orde in functioneringsgesprekken?<br />
Worden er ook aparte loopbaangesprekken gehouden?<br />
p O p - g e s p r e k k e n<br />
Komt opleiding en ontwikkeling structureel aan de orde in functioneringsgesprekken? Worden er<br />
aparte POP-gesprekken gehouden?<br />
Worden de resultaten en de voortgang besproken op managementniveau?<br />
Worden de opleidingswensen van medewerkers jaarlijks geïnventariseerd? Wat gebeurt er op<br />
concernniveau met die informatie?<br />
O p l e i d i n g s p l a n<br />
Is er een strategisch opleidingsplan op concernniveau?<br />
Welk percentage van de loonkosten wordt uitgegeven aan opleiding en ontwikkeling? Is bekend<br />
welk percentage er aan de verschillende leeftijdsgroepen besteed wordt?<br />
l o o p b a a n b e l e i d<br />
Is er een loopbaanbeleid vastgesteld?<br />
Wordt er in de organisatie structureel en systematisch invulling gegeven aan<br />
loopbaanontwikkeling?<br />
Zijn er afdelingen waar actief invulling wordt gegeven aan loopbaanontwikkeling?<br />
Conclusie<br />
En… heeft u een indruk hoe het binnen uw gemeenten gesteld is met de toepassing en de kwaliteit van<br />
het P&O-beleid en P&O-instrumentarium?<br />
Als dit blijkt tegen te vallen, formuleert u hiernaast de acties die u gaat ondernemen om tot verbetering<br />
te komen.<br />
< 45<br />
>
i j L a G e 4<br />
o v e r z i c h t v a n a a n d a c h t s p u n t e n e n a c t i e p u n t e n<br />
O n d e r w e r p e n a a n d a c h t s p u n t e n a c t i e p u n t e n<br />
Werken aan gewenste<br />
leeftijdsopbouw<br />
Leeftijdsopbouw per afdeling<br />
per afdeling of functie gewenst?<br />
Vergroting instroom<br />
Voorkomen<br />
ongewenste uistroom<br />
Vergroting doorstroom<br />
Vermindering<br />
ongewenste uitstroom<br />
De organisatiescan is ingevuld waardoor u zicht heeft op de in- en uitstroomcijfers en de opbouw van<br />
het personeel uitgespitst naar leeftijd. U heeft de gegevens geanalyseerd, en aandachtspunten en<br />
actiepunten geformuleerd.<br />
< 46<br />
>
i j L a G e 5<br />
s c a n d u u r z a m e i n z e t b a a r h e i d<br />
d e z e s can biedt een le i d i n g g evende inzicht in de huidige mate van<br />
i n z e t b a a r h e i d van de eigen medewerkers. het biedt p&O-ers ook inzicht<br />
i n h o e d e le i d i n g g evenden binnen de gemeente het p&O-bele i d e r vare n .<br />
l a a t o n d e rstaande scan invulle n d o o r e n kele le i d i n g g evenden. Ook dit<br />
levert veel info r m a t i e o p d i e u b i j u w u i t werking van het le e f t i j d s b ewust<br />
a : personeelsplanning<br />
h u i d i g e e n t o e k o m s t i g e s i t u a t i e ja Meestal soms nee<br />
Ik heb zicht op de leeftijdsopbouw van mijn personeelsbestand.<br />
Ik heb goed overzicht over de gegevens rond doorstroom en uitstroom.<br />
Ik kan gemakkelijk aan nieuw personeel komen.<br />
Ik heb goed zicht op de functieverblijfsduur van mijn medewerkers.<br />
De verdeling jongere en oudere medewerkers is in balans.<br />
Als mensen vertrekken zijn de risico’s rond kennisbehoud<br />
en ervaringsverlies bij mij bekend.<br />
Ik heb goed zicht op de gedragscompetenties van<br />
al mijn medewerkers.<br />
Ik heb goed zicht op de vakinhoudelijke kwaliteiten<br />
van al mijn medewerkers.<br />
Mijn medewerkers – ongeacht hun leeftijd – hebben de juiste<br />
kwalificaties om hun functie goed uit te voeren.<br />
Ontwikkelingen binnen en buiten onze gemeente (ICT,<br />
efficiency, samenwerking et cetera) maken het noodzakelijk<br />
dat mijn medewerkers nieuwe of andere vaardigheden ontwikkelen.<br />
Veranderende taken en werkwijzen binnen onze gemeente<br />
maken het noodzakelijk dat al mijn medewerkers nieuwe<br />
of andere vaardigheden ontwikkelen.<br />
Ik heb zicht op de toekomstige samenstelling<br />
van het personeelsbestand.<br />
In de toekomst voorzie ik geen problemen om<br />
aan personeel te kunnen komen.<br />
Ik weet welke vakinhoudelijke kennis en vaardigheden<br />
al mijn medewerkers nu moeten ontwikkelen om ook<br />
in straks succesvol bij te dragen aan de resultaten van de organisatie.<br />
Ik weet welke sociale vaardigheden al mijn medewerkers<br />
nu moeten ontwikkelen om straks succesvol bij te dragen<br />
aan de resultaten van de organisatie.<br />
< 47<br />
>
: to e p a ssing van p&O-instrumenten<br />
h u i d i g e e n t o e k o m s t i g e s i t u a t i e ja Meestal soms nee<br />
Mijn aannamebeleid is proactief en succesvol.<br />
Ik let erop of mijn medewerkers ook ergens anders binnen<br />
de organisatie inzetbaar zijn.<br />
Ik zorg ervoor medewerkers duurzaam inzetbaar te maken<br />
door te voorzien in stages, functieroulatie en training on the job.<br />
Ik stimuleer al mijn medewerkers om andere taken op zich te nemen.<br />
Ik stimuleer al mijn medewerkers – ongeacht hun leeftijd –<br />
gebruik te maken van opleidingsmogelijkheden en<br />
ik informeer iedereen hierover.<br />
Al mijn medewerkers – ongeacht hun leeftijd – volgen regelmatig<br />
een opleiding of trainingen.<br />
Voor opleiding en trainingen stel ik tijd en budget beschikbaar<br />
voor iedere medewerker.<br />
Informatie over opleidingen en trainingen is toegankelijk<br />
voor al mijn medewerkers.<br />
Ik stel al mijn medewerkers – ongeacht hun leeftijd – in de<br />
gelegenheid om hun kwaliteiten te toetsen of te onderzoeken<br />
door middel van tests, assessments, loopbaanadvies en dergelijke.<br />
Ik bespreek tijdens periodieke gesprekken de loopbaan- en<br />
ontwikkelingswensen met al mijn medewerkers,<br />
waarbij leeftijd geen issue is.<br />
Ik bespreek met iedere medewerker tijdens het functionerings-<br />
gesprek de voor de functie noodzakelijke sociale vaardigheden.<br />
Ik bespreek met iedere medewerker tijdens het functionerings-<br />
gesprek de voor de functie noodzakelijke vakinhoudelijke<br />
kennis en vaardigheden.<br />
Bij de beoordeling van iedere medewerker weeg ik de mate mee<br />
waarin de medewerker zelf aan zijn ontwikkeling heeft bijgedragen.<br />
Ik neem preventief actie voor het oplossen van fysieke klachten,<br />
bijvoorbeeld door gezondheidsonderzoeken te laten uitvoeren.<br />
Ik neem preventief actie voor het oplossen van psychische klachten,<br />
bijvoorbeeld door het laten uitvoeren van gezondheidsonderzoeken.<br />
Ik draag zorg voor een goede balans tussen de privé- en<br />
werksituatie van iedere medewerker, bijvoorbeeld door flexibele<br />
werktijden toe te passen.<br />
< ><br />
48
C : O n t w i k kelpotentieel van mijn medewerkers<br />
h u i d i g e e n t o e k o m s t i g e s i t u a t i e ja Meestal soms nee<br />
Ik begeleid iedere medewerker in zijn of haar loopbaanontwikkeling.<br />
Ik ben goed in staat om met al mijn medewerkers gesprekken<br />
te voeren over hun loopbaanontwikkeling.<br />
Ik ben op de hoogte van de ontwikkelingswensen van<br />
al mijn medewerkers.<br />
Ik ken de motivatie van al mijn medewerkers om zich te ontwikkelen.<br />
Ik stimuleer iedere medewerker zijn of haar ambities te realiseren.<br />
Ik bespreek de mogelijkheden van al mijn medewerker om zich<br />
buiten de organisatie verder te ontplooien.<br />
Al mijn medewerkers nemen uit zichzelf nieuwe taken op zich<br />
of nemen initiatief hiertoe.<br />
Al mijn medewerkers nemen zelf het initiatief om zich<br />
te blijven ontwikkelen.<br />
Ik bied iedereen gelijke kansen, ongeacht leeftijd, sekse,<br />
afkomst, handicap of opleidingsniveau.<br />
Ik maak geen onderscheid in de benadering medewerkers,<br />
ongeacht hun leeftijd.<br />
Op mijn afdeling werken jongere en oudere medewerkers goed samen.<br />
Ik bespreek fysieke klachten met iedere medewerker,<br />
ook als deze er niet zelf over begint.<br />
Ik bespreek psychische klachten van iedere medewerker,<br />
ook als deze er niet zelf over begint.<br />
< ><br />
49
i j L a G e 6<br />
e x t r a i n f o r m a t i e m e t e n = w e t e n<br />
p raktische tools: methoden, technieken en instrumenten<br />
e r z i j n voor gemeenten verschille n d e t o o l s voor ‘Meten is weten’<br />
b e s c h i k b a a r , o p d i verse niveaus: branchebre e d ( l a n d e l i j k ) , o rg a n i s a t i e -<br />
o f s e c t o r b re e d ( g e m e e n t e l i j k ) o f a f d e l i n g s b re e d . wa a rschijnlijk bestaan<br />
d i e o o k a l b i j u w g e m e e n t e , a n d e rs zijn ze via het a+O fo n d s g e m e e n t e n<br />
t e verkrijgen. hiero n d e r z i j n d e b e l a n g r i j k ste samengevat.<br />
1 . personeelsmonitor<br />
n i veau = gemeente<br />
De jaarlijkse Personeelsmonitor van het <strong>A+O</strong> fonds <strong>Gemeenten</strong> biedt informatie over ontwikkelingen in de<br />
sector op het terrein van arbeidsmarkt, scholing en personeelsbeleid. De monitor biedt informatie over:<br />
ontwikkelingen in de werkgelegenheid<br />
de verdeling van het aantal mannen en vrouwen<br />
de leeftijdsopbouw<br />
het ziekteverzuim en de mate van arbeidsongeschiktheid<br />
opleiding en ontwikkeling<br />
leeftijdsbewust personeelsbeleid<br />
strategische personeelsplanning<br />
vacatures.<br />
De meerwaarde van de monitor bestaat uit de mogelijkheid het eigen personeelsbeleid te vergelijken<br />
met het personeelsbeleid van andere gemeenten. Zo passeert de samenstelling van het personeel de<br />
revue en wordt het voorgenomen personeelsbeleid sectorbreed aan het licht gebracht.<br />
De monitor is daarom ook geschikt als methode om te benchmarken. Wat levert een benchmark op?<br />
Het bevordert de externe oriëntatie en het lerend vermogen.<br />
Het draagt eraan bij een betere (personeels)strategie te vormen.<br />
Het maakt het eigen functioneren van de P&O-discipline transparant.<br />
Het levert input voor verbetering en innovatie van het personeelsbeleid.<br />
Het kan leiden tot verhoging van efficiëntie, effectiviteit en kwaliteit van het personeelsbeleid.<br />
Het creëert draagvlak voor verbetering, mits zorgvuldig uitgevoerd.<br />
h o e k u n t u d e p e r s o n e e l s m o n i t o r g e b r u i k e n ?<br />
1. Monitor als input voor communicatie:<br />
Neem de uitkomsten van de monitor op in de communicatie over het personeelsbeleid met de<br />
medewerkers. Dat zorgt voor meer betrokkenheid bij en vertrouwen in het beleid.<br />
Zet de uitkomsten altijd af tegen gemeenten van gelijke grootte en het totaal om de<br />
overeenkomsten en verschillen goed aan te tonen.<br />
Succesfactor: maak een gegronde analyse van de uitkomsten en zorg dat de te presenteren<br />
resutaten begrijpaar en verstaanbaar zijn voor de medewerkers.<br />
< 50<br />
>
2. Monitor als input voor beleid:<br />
Gebruik de uitkomsten om het huidige personeelsbeleid mee te vergelijken: hebben we het goed<br />
gedaan, of zijn we op de goede weg?<br />
Zet de uitkomsten van de monitor slim in om draagvlak te creëren voor verbeterd of aangepast<br />
personeelsbeleid: deel de informatie met het management, de directie en de OR, zodat het geen<br />
speeltje van P&O blijft.<br />
Succesfactor: betrek vooral het management en toon aan dat het waardevol is specifieke P&Oinstrumenten<br />
in te zetten.<br />
3. Monitor als input voor strategisch denken:<br />
Vertaal de uitkomsten naar strategisch beleid op de langere termijn: zo krijg je het management<br />
mee en verleg je de focus van de waan van de dag naar de lange termijn.<br />
Succesfactoren:<br />
- Neem goede kennis van de cijfers en laat P&O deze terdege analyseren om er om er<br />
strategische (beleids)consequenties aan te verbinden.<br />
- Laat de analyses en cijfers ‘fysiek’ terugkomen in de beleidsvoornemens.<br />
- Zorg voor een goede samensmelting van beleid en cijfers.<br />
- Betrek medewerkers van begin tot einde.<br />
2 . s t rategische personeelsplanning (spp)<br />
n i veau = gemeentelijke org a n i s a t i e<br />
Strategische personeelsplanning is het voorbereiden, vormgeven en implementeren van strategisch<br />
beleid rond instroom, doorstroom en uitstroom van personeel.<br />
g e m e e n t e Z w o l l e g e b r u i k t h e t v o l g e n d e m o d e l .<br />
trends,<br />
ontwikkelingen,<br />
doelstellingen,<br />
strategie<br />
Medewerkers:<br />
- leeftijdsopbouw<br />
- kennis<br />
- houding<br />
- competenties etc.<br />
vitaliserende<br />
personeelsplanning:<br />
optimale mix van jong,<br />
midlife, 50 en 60 + ,<br />
culturele achtergrond<br />
etc.<br />
Model strategische personeelsplanning zoals toegepast door gemeente Zwolle<br />
Uiteindelijk doel voor de gemeente is zorgen dat voldoende gekwalificeerde personen op de juiste<br />
momenten aanwezig zijn op de juiste plaats binnen de organisatie.<br />
P&O verschaft inzicht in welk personeel de organisatie op korte en lange termijn nodig heeft,<br />
rekening houdend met de ontwikkelingen op de interne en externe arbeidsmarkt.<br />
U vertaalt veranderingen in de organisatiekrimp of -groei door naar personele bezettingen.<br />
< 51<br />
><br />
vitaliserend hrM-beleid<br />
instroom<br />
doorstroom<br />
binden & boeien<br />
uitstroom
U brengt in kaart of en waar tekorten ontstaan.<br />
U bekijkt voor de korte en lange termijn of het personeelsbestand in evenwicht is en of er<br />
maatregelen nodig zijn.<br />
U rekent de cijfers door met betrekking tot vertrek van medewerkers en pensionering.<br />
U helpt competentieverschuivingen in kaart te brengen voor diverse groepen functies.<br />
Zijn er verschillen, dan moet er ingegrepen worden en dat kan op vele manieren. Door personeel<br />
aan te trekken of te laten afvloeien, door opleiden, door te laten doorstromen of via outplacement<br />
of mobiliteit. Kijk hierbij zowel naar de hedendaagse situatie als naar de toekomst.<br />
De meerwaarde is evident:<br />
U helpt uw organisatie met vooruitkijken en anticiperen op knelpunten en ontwikkelingen.<br />
De potentiële arbeidsbehoeften worden zichtbaar en duidelijk: door proactief te zijn kunt u ervoor<br />
zorgen dat er meer mensen klaarstaan en er sneller kan worden geworven.<br />
U kunt tijdig uw P&O-beleid aanscherpen, aanpassen en verder ontwikkelen.<br />
De slagvaardigheid is vergroot: maatregelen kosten tijd, bijvoorbeeld de ontwikkeling van bepaalde<br />
doelgroepen. Hoe eerder u start, hoe groter de kans dat u tijdig uw bezetting op orde hebt.<br />
Wat wordt er van P&O verwacht? Vooral inzicht geven, oplossingsrichtingen genereren, actieplannen<br />
opstellen en begeleiden en P&O-beleid aanpassen en/of aanscherpen.<br />
d e g e m e e n t e Z w o l l e b e n a d e r t d i t a l s v o l g t .<br />
nu nodig<br />
nu aanwezig<br />
in de<br />
toekomst<br />
nodig<br />
Visie van P&O gemeente Zwolle op personeelsbezetting en -behoefte<br />
De huidige situatie in beeld gebracht: wat is er nu aanwezig en nodig?<br />
Wat is de huidige personeelsopbouw naar leeftijd, levensfase, geslacht, opleidingsniveau (of werken<br />
denkniveau) en etniciteit?<br />
Wat zijn de huidige in-, door- en uitstroomcijfers?<br />
Wat is de gemiddelde functieduur?<br />
Over welke kwaliteiten en talenten beschikken medewerkers van diverse generaties<br />
Wat is het ontwikkelingspotentieel van groepen medewerker, wat zijn de loopbaanwensen van<br />
medewerkers: jong, midlife, 50 en 60+?<br />
Hoe is de deelname aan opleidingen evenwicht naar leeftijd en functieniveau?<br />
Hoe worden medewerkers nu geboeid, wat zijn pullfactoren van de gemeente?<br />
Wat zijn lastig te vervullen vacatures/functies?<br />
< 52<br />
>
Toekomstdenken: wat is er nodig in de toekomst?<br />
Vertaal trends naar nieuwe taken, rollen en competentieprofielen.<br />
Is het gezien de ontwikkelingen noodzakelijk te werven, doorstroom of uitstroom te stimuleren?<br />
Zijn er retentiemaatregelen nodig voor bepaalde doelgroepen?<br />
Stel kennisborgingsprogramma’s op bij vertrek van specialisten.<br />
Ontwikkel scholingsprogramma’s.<br />
Ook gemeente Wageningen is met SPP aan de slag gedaan. Hierna volgen hun ervaringen en enkele<br />
belangrijke tips.<br />
In het kader van levensfasegericht personeelsbeleid heeft de gemeente Wageningen de volgende<br />
activiteiten ondernomen.<br />
Als eerste hebben zij door middel van de Leeftijdsspiegel inzicht verkregen in hun huidige situatie en<br />
in wat er op de lange termijn gaat gebeuren of nodig is. De resultaten zijn weergegeven in de notitie<br />
‘Aanzet tot levensfasebeleid’. De Leeftijdsspiegel biedt u letterlijk een spiegel van de situatie rond<br />
“ouder worden” in uw organisatie. Meer informatie over de Leeftijdsspiegel kunt u hier vinden:<br />
http://www.leeftijdophetwerk.nl/public/2/downloads/17/17_leeftijdsspiegel_(awvn_publicatie).pdf<br />
Aan de hand van de uitkomsten van de Leeftijdspiegel hebben zij een plan van aanpak gemaakt voor het<br />
management en de medewerkers, en een stimuleringregeling aangevraagd bij het <strong>A+O</strong> fonds.<br />
Om de competenties van het gehele personeelsbestand in beeld te krijgen is er een competentiemeting<br />
(OPQ) uitgevoerd. De OPQ is een persoonlijkheidsvragenlijst welke inzicht verschaft inzicht in het<br />
eigen werkgerelateerde gedrag, aanwezige en te ontwikkelen competenties, sterkten en zwakten<br />
en voorkeursrol binnen een team. De OPQ is een veel gebruikte persoonlijkheidsvragenlijsten voor<br />
onder andere loopbaan-, selectie- en management developmenttrajecten. Aan de hand van een<br />
zelfbeschrijvingsvragenlijst worden sterke kanten en aandachtspunten op 32 belangrijke dimensies in<br />
kaart gebracht.<br />
Driekwart van de medewerkers deed daaraan mee.Vervolgens heeft een extern bureau onderzoek<br />
gedaan naar het welbevinden en de werkbeleving van de medewerkers, binnen de verschillende<br />
levensfasen. Door dit onderzoek is er bewustwording over het belang van levensfasebeleid gecreëerd bij<br />
het management en de medewerkers.<br />
Naar aanleiding van de uitkomsten van dit onderzoek is de ‘Uitwerkingsnotitie Levensfasebeleid’<br />
opgesteld.<br />
Het gebruik van de instrumenten heeft ertoe geleid dat het management zich bewust werd van de<br />
urgentie van levensfasebeleid en dat er bewustwording optrad bij de medewerkers.<br />
Het leidde tot de volgende concrete acties:<br />
Er is een managementtraining georganiseerd, waarin de leidinggevenden getraind werden op hun<br />
coachende vaardigheden en hun P&O-vaardigheden in relatie tot competentieprofielen.<br />
Er is een mobiliteitspool opgezet waaruit blijkt dat veel medewerkers over veel competenties<br />
beschikken die organisatiebreed kunnen worden ingezet.<br />
Er wordt een projectbureau opgezet, waar de medewerkers staan ingeschreven met specifieke<br />
vermelding van competenties, ambities en generieke vaardigheden.<br />
Via dit projectbureau kan men medewerkers selecteren, om ze vervolgens in te zetten op interne<br />
projecten. Daarmee worden beschikbare competenties beter benut voor de organisatie en wordt<br />
aan de medewerkers intern perspectief geboden.<br />
< ><br />
53
t i p s v o o r a n d e r e g e m e e n t e n<br />
Zorg ervoor dat alle actoren (P&O, management en medewerkers) betrokken worden bij SPP. Dit<br />
onderwerp is voor iedereen van belang, dus houd het organisatiebreed.<br />
Doordat wij alle actoren bij SPP hebben betrokken en wij alle behoeften zo concreet mogelijk<br />
proberen te vertalen naar beleid, staat dit onderwerp altijd op onze agenda.<br />
Zorg voor een goede follow-up; zorg dat de tijd tussen interviews, de uitslagen daarvan en<br />
concrete plannen zo kort mogelijk is.<br />
Doe het samen!<br />
3 . personeelsschaarstescan (pss)<br />
n i veau = gemeentelijke org a n i s a t i e ( o n d e rd e e l )<br />
Op basis van een wetenschappelijk onderbouwde rapportage wordt advies verstrekt over drie<br />
indicatoren:<br />
1. Genereren van instroom<br />
2. Binden met doorstroom<br />
3. Beheersen van uitstroom.<br />
De PSS is het eerste instrument dat zowel objectief als subjectief (aan de hand van een bundeling<br />
van interne en externe bronnen) de schaarste in een organisatie kan meten en kan weergeven in een<br />
scorecard (in de vorm van een ‘verkeerslichtmodel’).<br />
Hoe werkt de PSS? Onderdeel van de scan zijn drie (gedigitaliseerde) vragenlijsten: een voor de HRmanager,<br />
een voor de leidinggevenden en een voor de medewerkers. Via internettoepassingen kan een<br />
ieder op een voor hem gewenst moment de vragenlijst invullen. De informatie wordt samengevoegd<br />
met diverse landelijke bronnen (onder andere data van het CBS en het ROA). Het resultaat is een<br />
professioneel rapport in diagrammen op het niveau van:<br />
1 g e n e r e r e n v a n i n s t r o o m<br />
a wervingskracht<br />
b strategische positie op de arbeidsmarkt<br />
c snelheid werving / inzetbaarheid personeel<br />
2 b i n d e n m e t d o o r s t r o o m<br />
a benutting potentieel<br />
b bindingskracht werkgever / leidinggevende<br />
c investeren in personeel<br />
d maatwerk arbeidsrelatie<br />
3 b e h e e r s e n v a n u i t s t r o o m<br />
a feitelijk verloop<br />
b potentieel verloop<br />
c prioriteiten in P&O<br />
< ><br />
54
g e m e e n t e v e n r a y<br />
Om de organisatie door te lichten, gebruikte Venray als eerste gemeente de Personeelsschaarstescan<br />
(PSS). De PSS maakt in- en extern een scan van toekomstige personeelsschaarste en geeft een<br />
organisatieadvies over instroom, doorstroom en uitstroom.<br />
De gegevens uit drie vragenlijsten, een voor de P&O-manager, een voor de leidinggevenden en een<br />
voor medewerkers, worden hiertoe gekoppeld aan extern beschikbare informatie over de arbeidsmarkt.<br />
Naast inzicht in de instroom, geeft de PSS een beeld van mogelijkheden om mensen te binden met<br />
doorstroom. Het laatste onderdeel van de PSS ging over het daadwerkelijke verloop. Daarbij is onder<br />
andere gekeken naar het feitelijke en potentiële verloop.<br />
Hanneke Beerkens is in Venray senior bedrijfsvoeringsadviseur, belast met personeelszaken : ‘Hoe<br />
goed zijn wij als organisatie in staat om mensen vast te houden?’ Antwoord op deze vraag werd<br />
gevonden via een medewerkertevredenheidsonderzoek (MTO), vertelt zij. ‘Medewerkers kregen<br />
onder andere de vraag of zij zich het afgelopen half jaar extern georiënteerd hadden of misschien<br />
daadwerkelijk actie hadden ondernomen richting een andere baan. Ook werd medewerkers gevraagd<br />
de ontwikkelmogelijkheden binnen de organisatie te beoordelen. Het MTO vroeg naar de bindingskracht<br />
van de leidinggevenden en het vertrouwen in de organisatie’, aldus Beerkens.<br />
4 . h r 3 p - m o d e l<br />
n i veau = afdeling/org a n i s a t i e ( o n d e rd e e l )<br />
Om de veerkracht van een afdeling met (oudere) medewerkers te analyseren kan gebruik worden<br />
gemaakt van het HR3P-model (Human Resource - Performance - Potential - Portfolio).<br />
Met de HR3P-matrix kunnen beschikbare kwaliteiten binnen een organisatieonderdeel in kaart worden<br />
gebracht.<br />
h u i d i g e p e r f o r m a n c e<br />
p o t e n t i e e l <<br />
Slecht Redelijk Goed Zeer goed/uitmuntend<br />
Potentieel grenzen bereikt<br />
Groeimogelijkheden binnen<br />
huidige functiedomein<br />
Promoveerbaar op korte termijn<br />
(2/3 jaar)<br />
Nu reeds promoverbaar<br />
<<br />
< 55<br />
>
De HR3P-methode omvat vier stappen:<br />
1 Beoordeling van de prestatieniveaus<br />
2 Beoordeling van het potentieel<br />
3 Portfolio analyse<br />
4 Bepalen van oplossingsrichtingen.<br />
s t a p 1 : p r e s t a t i e<br />
Het prestatieniveau wordt per medewerker bepaald en uitgezet op een vijfpuntschaal. De schaal volgt<br />
de normale beoordelingsschaal. Het resultaat van de beoordelingscyclus kan hiervoor gebruikt worden.<br />
1 Onvoldoende<br />
2 Kan beter<br />
3 Goed<br />
4 Zeer goed<br />
5 Uitmuntend<br />
s t a p 2 : p o t e n t i e e l<br />
Op de verticale as wordt het potentieel per medewerker uitgezet, ook op een vijfpuntschaal.<br />
1. Niveau is bereikt. Andere taak of functie zijn niet aan de orde.<br />
2. Een andere taak of functie van gelijke zwaarte binnen hetzelfde functionele gebied is mogelijk.<br />
3. Een andere zwaardere taak of functie binnen hetzelfde functionele gebied is mogelijk.<br />
4. Een andere taak of functie van gelijke zwaarte in een ander functioneel vakgebied is mogelijk.<br />
5. Een andere zwaardere taak of functie in een (heel) ander functioneel vakgebied behoort tot de<br />
mogelijkheden.<br />
De potentieelbeoordeling kan zo nodig worden aangevuld door middel van een individuele of<br />
groepsassessment.<br />
s t a p 3 : p r e s t a t i e e n p o t e n t i e e l<br />
Alle medewerkers worden aan de hand van de gegevens uit stap 1 en 2 in een cel van de matrix<br />
ondergebracht. Een analyse op sectorniveau kan worden gemaakt door de portfolioanalyses van de<br />
afdelingen binnen een sector samen te voegen. Om goed zicht te krijgen op de mogelijkheden van<br />
oudere medewerkers is het aan te bevelen om voor de leeftijdscategorieën 45-50, 50-55 en 55 en ouder<br />
een aparte matrix te maken.<br />
s t a p 4 : p o r t f o l i o<br />
De portfolio geeft een eerste aanwijzing voor de veerkracht van een afdeling of sector. Dit inzicht kan<br />
een begin zijn voor een discussie over aanpassing van het personeelsbeleid, de formatie of de opdracht<br />
van de afdeling of sector.<br />
< ><br />
56
g e m e e n t e d e n h a a g : p e r s o n e e l s p l a n n i n g b i j h e t g r o e n b e d r i j f<br />
Het Groenbedrijf van de dienst Stadsbeheer is een gemeentelijk aannemingsbedrijf. De gemiddelde<br />
leeftijd van de medewerkers is ruim 46 jaar.<br />
Het management besefte dat vergrijzing de productiviteit ongunstig beïnvloedde. Problemen waar<br />
men mee te maken had waren: aandoeningen aan het bewegingsapparaat als gevolg van fysiek zwaar<br />
werk, moeilijk herplaatsbaar personeel, weinig externe mobiliteit, stagnerende omzet en toenemende<br />
concurrentie. De continuïteit van het bedrijf werd hierdoor bedreigd.<br />
Het management heeft toen besloten het personeelsbeleid aan te passen door meer te regisseren op<br />
de in-, door- en uitstroom van personeel. Men plaatste het personeelsbeleid stevig in het algemene<br />
bedrijfsbeleid.<br />
Instroom wilde men realiseren door actieve werving van jonge hoveniers en medewerkers met al<br />
meer werkervaring.<br />
Doorstroom werd gefaciliteerd door bedrijfsspecifieke opleidingen (intern en extern), werken in<br />
specialistische ploegen en taakverbreding.<br />
Uitstroom beschouwde men als het resultaat van: vraag van de markt, natuurlijk verloop, reintegratiemogelijkheden<br />
na ziekte en preventiemaatregelen waardoor medewerkers elders komen<br />
te werken.<br />
Er zijn gerichte maatregelen genomen om het risico van verlies van verworven kennis en ervaring<br />
te beperken.<br />
Met behulp van de Universiteit van Tilburg is ter ondersteuning voor het Groenbedrijf een model<br />
voor personeelsplanning toegepast: het HR3P-model (Human Resource – Performance –<br />
Potential – Portfolio). Dit model is gebaseerd op aannamen over ontwikkeling in productiviteit,<br />
verwachte omzetontwikkelingen en kansberekeningen van het personeelsverloop. Hierdoor kan de<br />
personeelsbehoefte en personeelsbeschikbaarheid op de korte en middellange termijn beter worden<br />
afgestemd op de verwachte ontwikkeling in productiviteit en personeelsopbouw. De waarnemingen van<br />
het management krijgen hierdoor een meer kwantitatieve onderbouwing door meerjarige statistieken.<br />
Het HR3P-model geeft ook een scherper beeld van de kwaliteit van het personeelsbestand in termen<br />
van de huidige prestaties en de toekomstige groeimogelijkheden en wensen. De uitkomsten van het<br />
HR3P-model worden meegenomen in de planning van wervingsactiviteiten en de interne doorstroom.<br />
Ook kan men via een opleidingsprogramma werken aan de ontwikkeling van medewerkers. De<br />
arbeidsrisico’s voor ‘midlifers’ kunnen worden beperkt door een mobiliteitsprogramma.<br />
< ><br />
57
5 . v lo o t s c h o u w<br />
n i veau: afdeling/org a n i s a t i e ( o n d e rd e e l )<br />
De vlootschouw is een intersubjectieve beoordelingsmethodiek en wordt uitgevoerd door lijnmanagement<br />
en betrokken P&O-adviseurs. input is veelal het totaal van de voorlopige beoordelingen van de resultaten en<br />
competenties van alle medewerkers van een afdeling/organisatieonderdeel en dus in onderlinge samenhang.<br />
De deelnemers wisselen onderling beelden uit over de afdelingsbijdragen, de resultaten, het functioneren en de<br />
ontwikkeling van de medewerkers. Op deze wijze kan intersubjectief consensus worden bereikt over zaken als:<br />
beloning en bonussen;<br />
ontwikkelpotentieel en -mogelijkheden binnen de functie en/of het vakgebied;<br />
speciale extra rollen en taken op basis van getoonde kwaliteiten, aanwezige talenten en ontwikkelpotentieel;<br />
doorgroeipotentieel en loopbaanmogelijkheden naar andere functie en/of vakgebied, binnen de afdeling of<br />
organisatiebreed.<br />
In feite wordt tijdens een vlootschouw de duurzame inzetbaarheid van de medewerkers op afdelingsniveau<br />
behandeld, ook al werd dat tot op heden vaak niet als zodanig benoemd.<br />
De meerwaarde voor een manager is een resultaat- en competentiegerichte potentieelmeting op<br />
afdelingsniveau. Het geeft een intersubjectief beeld van de resultaten en competenties van de afdeling, van<br />
wat er collectief ontwikkeld dient te worden en van de individuele bijdragen hierin. Dit in de context van de<br />
afdelingsopdrachten en -targets voor het komende jaar en daarna.<br />
De uitkomsten van de vlootschouw worden vervolgens tijdens beoordelings- en/of planningsgesprekken<br />
persoonlijk besproken met individuele medewerkers. Door hierin een accent te leggen op professionele<br />
ontwikkeling en persoonlijke groei wordt in feite de duurzame inzetbaarheid van de afdeling en de individuele<br />
medewerker in combinatie op de agenda gezet.<br />
6 . a f d e l i n g s fo t o<br />
n i veau = afdeling<br />
De afdelingsfoto geeft een momentopname van het arbeidspotentieel op een afdeling en kent vier<br />
hoofdonderwerpen:<br />
1. Functioneren (binnen de huidige functie)<br />
2. Ontwikkelen (binnen de huidige functie)<br />
3. Bewegen (binnen de huidige functie en/of naar andere functie)<br />
4. Portfolio (personeelsgegevens en kengetallen)<br />
< ><br />
58
C h e c k l i s t a f d e l i n g s f o t o<br />
g e b r u i k e r s t i p s :<br />
Maak er voor uw afdeling maatwerk van door een eigen invulling van de kolommen.<br />
Houd de beoordelingsscores simpel en eenduidig: gebruik de bekende schoolrapportcijfers<br />
(1 t/m 10).<br />
resultaten<br />
kwaliteitsniveau<br />
Competenties (vertoond gedrag)<br />
betrokkenheid (arbeidsmotivatie)<br />
Onmisbaarheid<br />
loyaliteit<br />
verzuim<br />
gemiddeld<br />
leervermogen<br />
Ontwikkelingsbereidheid<br />
potentieel<br />
Zelfontwikkeling<br />
kennisoverdracht<br />
extra bijdrage aan de organisatie<br />
Het is in principe een persoonlijke beoordeling van de manager. De objectiviteit kan worden<br />
verhoogd door de tabel samen in te vullen met P&O of andere betrokkenen met kijk op de<br />
afdeling en te koppelen aan bijvoorbeeld het beoordelingssysteem.<br />
Dubbelcheck uw beoordelingen door paarsgewijze vergelijking en rangordening van de scores.<br />
Pas aan waar nodig.<br />
Gebruik de uitkomsten per medewerker bij de jaar- en POP-gesprekken met de medewerkers.<br />
Gebruik de uitkomsten op teamniveau voor uw jaarplannen en voor teamontwikkeling.<br />
Kijk naar de toekomst, bijvoorbeeld de komende drie jaar, en beantwoord dan de volgende<br />
vragen:<br />
1. Hoe ziet mijn afdeling eruit bij weinig nieuwe instroom?<br />
2. Wie zullen waarschijnlijk doorstromen of weggaan en kan ik dat intern opvangen?<br />
3. Welke interne ontwikkelingen en veranderingen zijn te voorzien en wat betekent dat dan<br />
voor het functioneren, ontwikkelen en bewegen van de medewerkers?<br />
4. Welke kwantitatieve en kwalitatieve personele bezetting heb ik nodig om de komende drie<br />
jaar mijn jaarresultaten waar te kunnen maken?<br />
gemiddeld<br />
breed inzetbaar<br />
Zoekgedrag<br />
bewegingsbereidheid<br />
groeimogelijkheden binnen functiefamilie<br />
groeimogelijkheden buiten functiefamilie<br />
doorstroming op korte termijn mogelijk (1-3 jaar)<br />
gemiddeld<br />
huidige functie<br />
functieverblijftijd<br />
salaris<br />
financiële beloning<br />
totaal aantal jaren werkervaring<br />
leeftijd<br />
deeltijd factor<br />
hoogst genoten opleiding<br />
afstudeerjaar<br />
vakgebied<br />
aantal gevolgde opleidingen en trainingen<br />
Medewerker functioneren Ontwikkelen bewegen portfolio<br />
Jeroen Voorbeeld 6 7 4 5 3 6 9 5,7 4 7 7 9 7 8 7,0 5 2 5 1 2 5 3,3 A 8 G H 12 35 15 H 76 B 6 B<br />
Eindoordeel:<br />
A = Niet Actief. Geen Beweger.Andere Functie. Eventueel dossier opbouw<br />
B = Re-Actief. Mogelijkheid tot bewegen. Intensief Situationeel Leidinggeven<br />
C = Actief. Beweger. Topper, maximaal prikkelen om te behouden<br />
< ><br />
59<br />
eindoordeel
i j L a G e 7<br />
a a n v u l l e n d e i n f o r m a t i e o v e r v e r k r i j g e n d r a a g v l a k<br />
1 . fo c u s g ro e p e n<br />
n i v e a u : o r g a n i s a t i e / a f d e l i n g / t e a m<br />
Een focusgroep is een (aantal) groepsgesprek(ken) met representatieve vertegenwoordigers van een specifieke<br />
doelgroep over hun behoeften, belangen en beweegredenen ten aanzien van een afgebakend onderwerp. In een<br />
focusgroep kan over de volgende onderwerpen worden gesproken om duurzame inzetbaarheid te bevorderen:<br />
betrokkenheid, motivatie en tevredenheid;<br />
resultaatgerichtheid en competentieontwikkeling;<br />
ondersteunen van professionele ontwikkeling;<br />
ondersteunen van persoonlijke groei;<br />
samenwerking tussen generaties;<br />
voorkomen van verzuim en verloop.<br />
2 . we r koverle g e n t h e m a t i s c h e overle g vormen<br />
n i v e a u : a f d e l i n g / t e a m<br />
Draagvlak voor leeftijdsbewust personeelsbeleid kan ook worden verkregen door het onderwerp te<br />
agenderen in werkoverleg en door thematische overlegvormen te organiseren zoals werkbijeenkomsten,<br />
rondetafelgesprekken, lunchbijeenkomsten en pizzasessies.<br />
De manager en de betrokken P&O-adviseur kunnen het volgende om het onderwerp leeftijdsbewust<br />
personeelsbeleid op de agenda te krijgen:<br />
Presenteer wat de organisatie verstaat onder ‘duurzame inzetbaarheid’ en licht toe waarom dit steeds<br />
belangrijker wordt voor de organisatie, de afdeling en de medewerkers zelf.<br />
Laat zien wat vooral de kwantitatieve en kwalitatieve personeelsbezetting en -planning is in relatie tot<br />
het hier en nu en de nabije toekomst en in relatie tot lopende en komende organisatieontwikkelingen, zie<br />
routeplanner station 1 ‘Meten is weten’.<br />
Stimuleer de discussie: verzamel meningen en inventariseer mogelijkheden om duurzame inzetbaarheid<br />
te bevorderen en te bewaken.<br />
Stuur aan op daadkracht, ‘wie wat gaat doen’: vanuit de organisatie, door de manager en door de<br />
medewerkers zelf.<br />
Waak voor vage beloftes en afspraken.<br />
De meerwaarde van deze aanpak is dat er bewustwording, draagvlak en daadkracht ontwikkeld wordt. Valkuil<br />
is ‘praatjes vullen geen gaatjes’. Zorg voor follow-up en bewaak het nakomen van afspraken.<br />
< ><br />
60
Colofon<br />
Opdrachtgever<br />
Stichting <strong>A+O</strong> fonds <strong>Gemeenten</strong>, Den Haag<br />
Postbus 30435<br />
2500 GK Den Haag<br />
070 3738356<br />
www.aeno.nl<br />
secretariaat@aeno.nl<br />
Projectleider: Kees Koning<br />
Projectmedewerker: Kristl van Eijk<br />
auteurs<br />
Cees van der Giesen, Human Capital Group<br />
Margot Ruijters, Human Capital Group<br />
Jan Stok, Human Capital Group<br />
Met dank aan<br />
De leden van de Begeleidingscommissie Inzetbaarheid:<br />
R. Kuin, voorzitter, ABVA/KABO FNV<br />
F.W.B. Seifert, ABVA/KABO FNV<br />
N.F.J. de Clerck, CMHF<br />
H. Lamchachti, CvA/VNG<br />
M.R.J. van der Linden, Gemeente Rotterdam<br />
T.J.L.M. van der Made, Gemeente Breda<br />
H. Nijhof, Gemeente Enschede<br />
H.G.M.J. Wagemans, Gemeente ‘s-Hertogenbosch<br />
P.W. Wanrooy, Gemeente Neerijnen<br />
vormgeving<br />
IM VormCommunicatie, Den Haag<br />
utgave<br />
Stichting <strong>A+O</strong> fonds <strong>Gemeenten</strong>, Den Haag, Februari 2009<br />
Stichting <strong>A+O</strong> fonds <strong>Gemeenten</strong> bevordert en ondersteunt vernieuwende activiteiten op het gebied van arbeidsmarkt<br />
en HRM-beleid. Actuele informatie over de verschillende projecten treft u aan op www.aeno.nl.<br />
rechten<br />
Alle rechten voorbehouden. Niets uit dit uitgave mag worden vermenigvuldigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand<br />
of openbaar gemaakt in enige vorm of op enigerwijze, hetzij electronisch, mechanisch door fotokopieen, opname of<br />
eniger andere manier, zonder voorafgaande toestemming van de Stichting <strong>A+O</strong> fonds <strong>Gemeenten</strong>.<br />
Hoewel aan deze uitgave de grootst mogelijke zorg is besteed, kunnen de samenstellers niet aansprakelijk worden gesteld voor<br />
eventuele onjuistheden, noch kunnen aan de inhoud rechten worden ontleend.<br />
< ><br />
61