Federale verkiezingen 2007 - Alfaport Antwerpen

14 BEDRIJF IN BEELD
breakbulktrafiek is de benadering: containertrafiek
trek je aan via de rederijen,
breakbulktrafiek via de industrie en de
rederijen. Een containerrederij heeft een
te grote diversiteit aan klanten om zijn
rotatie voor één klant om te gooien. Als
de industrie 100.000 tonbreakbulktrafiek
aan te bieden heeft, zal een rederij
wel overwegen om de klant te volgen
naar diens haven van keuze. Wil Antwerpen
in dit segment groter worden,
dan zal er nog meer aandacht moeten
zijn voor de verzuchtingen van de industrie.
Een tweede opportuniteit zie ik in de
watergebonden logistieke activiteiten.
Hiermee bedoel ik toegevoegde waardeactiviteiten
voor goederen die de
haven verlaten voor verdere distributie
of waarvan de basisgoederen de haven
zijn binnengekomen. Dit kan deepsea
zijn, maar ook binnenvaart.
Een andere opportuniteit zie ik in het
maximaal aanwenden van onze promotiemiddelen.
Ik geloof in een samenwerking
met alle mogelijke kanalen die
we ter beschikking hebben: het VIL,
FIT, ... noem maar op, zodat, als er pakweg
morgenochtend iemand in Hongkong
het kantoor van Flanders
Investment & Trade binnenstapt, hij
vakkundig te woord wordt gestaan
door iemand die hem de mogelijkheden
van onze haven kan aanbieden.
Portaal: Een andere approach van de
klant, meer flexibiliteit inzake havenkosten
... wat kan er nog meer gebeuren
om breakbulktrafieken aan te
trekken?
Marc Pirenne: Het is ook belangrijk dat
er een doorbraak komt in het sociaal
overleg van de havenarbeid. Ik ben
ervan overtuigd dat we nieuwe trafieken
kunnen aantrekken en nieuwe arbeidsplaatsen
kunnen creëren door de
organisatie van de havenarbeid flexibeler
te maken. In alle andere industrieën
hebben zowel werkgever als werknemer
die flexibiliteit ‘embraced’. In de
haven is dit niet zo, daar lopen wij achter.
En hiermee loopt ze het risico om
een eiland te worden binnen de economische
realiteit van Vlaanderen. En dat
is funest voor de werkgelegenheid.
ALFAPORT ANTWERPEN | CEPA
EUROPORTS
Cijfers
Aandeelhouders:
- Prime Infrastructure (het vroegere Babcock & Brown Infrastructure): 66 %
- Antin Infrastructure Partners (onderdeel van BNP Paribas): 19,9 %
- Arcus European Infastructure Fund: 14,1 %
Realiseert jaarlijks 68 miljoen ton goederenoverslag
16 Europese locaties en één in China
485 ha terminalcapaciteit met 31 km kaailengte
680 miljoen euro omzet, gegenereerd door 2.800 werknemers
Geschiedenis
2006: overname van de intermodale binnenvaartcontainerterminal WCT (België)
2007: overname TPS, de grootste drogebulkbehandelaar van Spanje
overname Manuport (België, Frankrijk, Bulgarije)
overname TRI, de grootste Italiaanse uitbater van bulkterminals
overname van de Finse havenbedrijven Rauma en Botnia
overname Westerlund (België, Frankrijk en China)
overname goederenbehandelaar SHRU (Duitsland)
2008: overname CTB Magemon (België)
2009-2010: integratie en rebranding van de oude ondernemingsnamen
onder de Europese koepel
Marktsegmenten
Heavy bulk: 21 %
Minor bulk: 26 %
Stukgoed en roro: 26 %
Industriële activiteiten: 12 %
Containers: 9 %
Vloeibare bulk: 6 %
EUROPORTS BELGIUM
Belangrijkste onderdeel van de Euroports-groep (35 % van de totale omzet)
Antwerpen:
• Euroports Terminals Antwerp – divisie Manufert (kaai 518) - suikerterminal
• Euroports Containers (kaai 170 en kaai 524) - binnenvaartvervoer
• Euroports Terminals Antwerp – bulk (kaai 182)
• Westerlund Bulk Terminal (kaai 54) - kaolien
• Euroports Terminals Leftbank (kaai 1205) – forest, staal, stukgoed
Gent: Euroports Terminals Gent (kaai 280)
Reyniers Havenbedrijf (kaai 850)
Meerhout: Euroports Containers Meerhout
Luik: CTB Magemon (in Loën, Renory, Seraing en Ile Monsin)
Charleroi: CTB Magemon (Port de Couillet)
Volume: 22 miljoen ton bulkgoederen
340.000 containers
300 mln euro omzet, gegenereerd door 1250 personeelsleden